SCHULD EN BOETE IN HET WESTEN Jaap van Duijn Grip op je Vermogen 5 oktober 2012 1
Wie zijn de schuldenaren? • Bedrijven – zij lenen om te investeren • Gezinnen – zij lenen om een huis te kopen (of om de aankoop van duurzame consumptiegoederen te financieren)
• Banken – zij lenen om te kunnen uitlenen • Overheden – zij lenen om hun begrotingstekorten te dekken 2
Vanaf de jaren 80 zijn schulden geëxplodeerd
3
Schulden in Nederland meer gestegen dan in de Verenigde Staten
Schulden als % van het bbp
Bedrijven Gezinnen Banken Overheid Totaal
1989 119,9 46,2 177,4 61,0 404,5
2011 119,2 134,6 404,7 67,9 726,4 4
Hoe konden schulden zo sterk stijgen? • Vanaf begin jaren 80 daalden de rentes • Vanaf midden jaren 90 zorgden optimisme over de ‘nieuwe economie’ en het internettijdperk voor een explosie van huizenprijzen
• Banken gingen risico’s steeds meer onderschatten en leenden steeds royaler uit • De houding t.a.v. schulden veranderde radicaal 5
Rentedaling en schuldenstijging gingen hand in hand LANGE RENTE NEDERLAND 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 46
50
54
58
62
66
70
74
78
82
86
90
94
98
02
06
10
6
De rente daalde ook meer dan de inflatie REELE RENTE IN NEDERLAND 8 6 4 2 0 -2 -4 -6 -8 1950
54
58
62
66
70
74
78
82
86
90
94
98
02
06
10 12
7
Huizenprijzen explodeerden vanaf midden jaren 90 Prijsstijging tussen 1997 en september 2008 Ierland Spanje Ver. Koninkrijk Australië Zweden Frankrijk België
210% 194 179 173 149 149 147
Italië Nederland Ver. Staten Canada Zwitserland Duitsland Japan
107% 105 91 70 21 0 - 32
Bron: The Economist
8
Ook in Nederland stegen de prijzen te hard Nederlandse huizenprijzen (1965=100)
1200 1100 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100
huizenprijs
9
Inmiddels staan we op 16% prijsdaling Verkoopprijzen huizen CBS (2005=100) 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30
verkoopprijzen huizen
10
Nederland wereldkampioen H-schulden Hypotheekschulden als % van het bbp, 2010 Nederland 107,1% Denemarken 101,4 Ierland 87,1 Ver. Koninkrijk 85,0 Zweden 81,8 Verenigde Staten 76,5 Noorwegen 70,3
Spanje Duitsland België Frankrijk Griekenland 35,0 Oostenrijk Italië
64,0% 46,5 46,3 41,3 28,0 22,7
Bron: European Mortgage Federation
11
Huizenbezit in Nederland helemaal niet hoog Percentage woningen, bewoond door eigenaar Spanje Griekenland Italië België Portugal Ierland Ver. Staten
85% 80 80 78 75 74 67
Ver.Koninkrijk Zweden Frankrijk Oostenrijk Nederland Denemarken Duitsland
66% 66 58 57 56 54 43
Bron: European Mortgage Federation
12
Dat maakt het schuldenprobleem des te nijpender Eigen vermogen en hyp.schulden Ned. gezinnen 600
% beschikb. gezinsinkomen
500
400
300
200
100
0
Hypotheekschulden
Overige schulden
Eigen vermogen gezinnen
13
Wat er na een hausse op de huizenmarkt gebeurt • Hausses zijn vaak gevolgd door bankencrises • Gemiddelde prijsdaling na een hausse: 30% • Gemiddelde duur prijsdaling: 6½ jaar • In de VS stijgen de prijzen weer na 30%-daling • Nederlanders zijn ervaringsdeskundigen (‘78-84) 14
Eigen vermogen banken sterk gedaald
15
Amerikaanse banken staan er veel beter voor Eigen vermogen commerciële banken VS 30
25
20
15
10
5
0 1896
1906
1916
1926
1936
1946
1956
equity incl foreign
1966
1976
1986
1996
2006
equity
16
Banken voldoen aan eisen Basel III Balanstotaal* Eigen vermogen Core Tier 1 Capital ING 900.441 4,2% 11,1% Rabo 770,898 5,9 12,7 ABN Amro 421.305 3,2 11,9 SNS Bank 82.970 2,3 9,6 Rating S&P Rabo ING ABN Amro SNS
AA A+ A+ BBB
* Gebaseerd op halfjaarcijfers
17
Solvabiliteit bedrijven wel goed Solvabiliteit Ned. ondernemingen 55
50
45
40
35
30
beurs NV's
niet-financ ond.
18
Staatsschuld is sinds crisis sterk gestegen Overheidsschuld als % bbp 300,0
240,0
180,0
120,0
60,0
0,0 1814 1824 1834 1844 1854 1864 1874 1884 1894 1904 1914 1924 1934 1944 1954 1964 1974 1984 1994 2004 overheidsschuld als % bbp
19
Maar een stuk lager dan in Duitsland Overheidsschuld Duitsland 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 1950
1955
1960
1965
1970
1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
2010
overheidsschuld als %…
20
Laat staan Japan Overheidsschulden Japan 250
200
150
100
50
0 1955
1960
1965
1970
1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
2010
Japan debt general government gross financial liabilities (OECD) OECD
21
De probleemlanden Overheidsschulden als % bbp, 1e kwartaal 2012 10-jaarsrente Griekenland 132,4% 20,01% Italië 123,3 5,18 Portugal 111,7 8,62 Ierland 108,5 5,10 België 101,8 2,63 Frankrijk 89,2 2,30 Duitsland 81,6 1,56 Spanje 72,1 5,80 Nederland 66,8 1,85 22
Niet alleen de schuld telt, ook het tekort en de groeivooruitzichten 2012
bbp groei
begr.saldo
bet.balans
Griekenland Spanje Italië België Frankrijk
- 6,1% - 1,7 - 2,2 + 0,1 + 0,1
- 7,6% - 6,8 - 2,8 - 3,4 - 4,5
- 7,0% - 2,6 - 2,4 - 0,2 - 2,0
Nederland Duitsland
- 0,8 + 0,8
- 4,9 - 0,3
+ 7,7 + 5,5 23
Ook Amerika heeft een schuldenprobleem US federal debt as % GDP 140,00
120,00
100,00
80,00
60,00
40,00
20,00
0,00 1900 1905 1910 1915 1920 1925 1930 1935 1940 1945 1950 1955 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 fed debt as % GDP
24
Hypotheekschulden nemen in de VS wel af US household mortgage debt as % gdp 80,0
70,0
60,0
50,0
40,0
30,0
20,0
10,0
0,0 1945
1950
1955
1960
1965
1970
1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
2010
25
Ontschuldingsproces (‘deleveraging’) drukt de economische groei • ‘Deleveraging’ drukt de economische groei, maar er is ook een wisselwerking: lage groei (of krimp) maakt het moeilijker te ‘ontschulden’ • Tot ca 2020 zal de conjunctuur daarom zwak zijn • Groei-impulsen moeten nu van elders komen (met name uit Azië) • Of van overheden, die gebruik maken van extreem lage rente om in de toekomst te investeren (een nieuwe ‘New Deal’) 26
Wederoplevingen van de eurocrisis zijn zeer waarschijnlijk • De Griekse situatie is onhoudbaar – Griekenland zal vroeg of laat de eurozone verlaten en in ‘default’ gaan • Of andere landen zullen volgen, hangt af van het bezuinigings-incasseringsvermogen van de burgers van die landen • Bridgewater Research schat dat uiteindelijk wereldwijd voor $ 2000 miljard op schulden zal worden afgeschreven
27
Vooruitzichten voor financiële markten zijn op zijn best matig • De jaren van hoge beleggingsopbrengsten (jaren 80 en 90) liggen achter ons • Tot circa 2020 zullen rendementen benedengemiddeld zijn • Opkomende markten lijken tussen nu en 2020 aantrekkelijker, vanwege lagere schulden en hogere groei • Dit is wel de tijd voor actieve managers
28
Vooruitzichten voor staatsleningen ronduit ongunstig • In de veilige landen moeten zeer lage tot negatieve rendementen worden verwacht • Inflatie is nu nog geen probleem, maar kan dat door het beleid van de centrale banken worden • Met kortetermijnleningen van de zwakke landen kan voor nu wel een hoger rendement worden behaald • Het alternatief zijn bedrijfsleningen – bedrijven lenen nu heel veel omdat vreemd vermogen zo goedkoop is
29
Aandelen te prefereren boven vastrentende beleggingen • Ook bij lage economische groei zijn er ondernemingen die in groeimarkten opereren en uitstekend presteren • Actieve managers kunnen nu hun meerwaarde bewijzen • Groei-aandelen zijn te prefereren boven cyclische aandelen • Large caps zijn te prefereren boven small caps • Op termijn zouden emerging markets het weer beter moeten doen 30
Opkomende markten blijven nu iets achter • Sinds 2000 hebben opkomende markten maar vier keer minder gepresteerd dan ontwikkelde markten: in 2000, in 2008, 2011 en (tot nu toe) 2012 • In de zeven jaar van 2001 t/m 2007 was de gemiddelde opbrengst voor opkomende markten + 18,2% per jaar, tegen – 0,5% voor ontwikkelde markten • Sinds 2008 zijn de jaarlijkse ‘total returns’ gemiddeld: ontwikkelde markten: -1,5% opkomende markten: - 1,9% stand 24 september 2012
31
Dividend wordt weer een belangrijk selectiecriterium • Tot in de jaren zeventig hechtten aandelenbeleggers altijd meer aan dividend dan aan koerswinsten • Het dividendrendement is nu hoger dan de rente op staatsleningen • Winstmarges van ondernemingen zijn historisch hoog, terwijl bedrijven nauwelijks investeren – keer het geld dan maar uit aan aandeelhouders
32
Westerse markten in zijwaartse trend Dow Jones Industrials (log schaal) 4,5
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
1,5 1897 1902 1907 1912 1917 1922 1927 1932 1937 1942 1947 1952 1957 1962 1967 1972 1977 1982 1987 1992 1997 2002 2007 2012
33
In Nederland is de trend zelfs neerwaarts gericht CBS KOERSINDEX ALGEMEEN log schaal 7,4 6,9 6,4 5,9 5,4 4,9 4,4 3,9 3,4 2,9 2,4 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66 68 70 72 74 76 78 80 82 84 86 88 90 92 94 96 98 00 02 04 06 08 10 12
34
Voor vastgoed geldt: selectie en locatie • Huizenprijzen dalen, winkels en kantoren staan leeg • Toch is er ook nog eerste klas onroerend goed op goede locaties en met meerjarige huurcontracten • Het gaat er dus ook hier om met de beste managers in zee te gaan • Gezien het hoge dividendrendement en met het oog op toekomstige inflatie verdient vastgoed een plaats in de portefeuille
35
Mijdt hedgefondsen • De kans dat de manager aan zijn hedgefonds verdient is vele malen groter dan dat de belegger wat overhoudt • Volgens sommige schattingen gaat over lange perioden gemeten 98% van de opbrengsten naar de beheerder • De overgrote meerderheid van de hedgefondsen is matig tot slecht; de paar goede fondsen zijn meestal gesloten voor nieuwe beleggers • In 2011 verloor het gemiddelde hedgefonds geld, maar de top-10% had een $-return van gemiddeld 19,5% 36
Hier kunt u alles nog eens nalezen !
37
Veel succes met uw beleggingen! .
38