Schuld en boete in het Koninkrijk van God Drie preken over Prediker door Dr. D. Griffioen Nr. 1: Alles op z’n tijd, toch?
1
Liturgische aanwijzingen: Votum en groet Intochtlied Psalm 90: 1 en 2 – Gezang 294:1,2.3, 7 en 8 (LvdK) Gebed om de verlichting door de Geest en de opening van het Woord Schriftlezing: Pred 3 : 1 - 15 Zingen: Ps 31 : 9 en 14 Tekst voor de preek: Prediker 3 : 11-15 Thema van de preek: Alles op z’n tijd, toch? Na de preek zingen: Gezang 481:1, 3 en 4 (LvdK) Geloofsbelijdenis: Gezang 123:1 – Nicea over God de Zoon – Gezang 123:5 Dankzegging en voorbeden Collecte voor Kerk en 2e collecte voor Orgelfonds Slotzang: Gezang 287:1-4 (LvdK) Zegen
Tekst van de Preek: Gemeente geliefd door onze Heer Jezus Christus, brs. en zrs, lieve gasten, Alles heeft zijn tijd, hoorden we als refrein van de Prediker. Dat begrijpen wij, want er is een tijd om ziek te zijn en een tijd van gezondheid. Er is een tijd van werken en er is een tijd van vakantie houden. Er is een tijd om je huis te verbouwen en een luxe keuken te installeren, en er is een tijd om in een tent te leven, waar je gebrek hebt aan alles. Want wij vinden het nu de tijd om te wonen in tenten – in de termen van de Prediker – als de woningen van de lucht en ledigheid, of in de moderne sleurhutten te kruipen, om het feest van de moderne loofhutten van kunststof te vieren! Moeten we het maar accepteren dat alles z’n tijd heeft, omdat het een onafwendbare dwangmatigheid heeft? De uitspraak van de Prediker is óók een verzuchting, waar een diepe berusting achter kan liggen. De veranderingen van de tijd komen met dwang en wetmatigheid op ons af, of we het nu leuk vinden of niet. De Prediker – hij was koning in Jeruzalem; hij kan dus best koning Salomo geweest zijn – was een wijs mens die zijn onderdanen waarschuwt om niét bij elke verandering van je stoel te vallen. Alles heeft zijn tijd, dus de veranderingen zijn áltijd bij ons. De wisselingen van de tijden zullen ons als een schaduw achtervolgen. Moeten we daarom maar meegaan met op de golven van de tijd, met regen en droogte, ziekte en gezondheid, werken en vakantie houden? Moeten we leren léven met wisselingen van de wacht en schuivende panelen. Maar hoe doé je dat? De Prediker wil ons leren dat álles om ons heen wel kan veranderen, maar dat het er op aankomt dat wij veranderen. Dat wij anders staan tegenover God. Hoe dat kan? 1
Preek gehouden in de Gereformeerde Kerk Vrouwenpolder – 27 juli 2008 – 16:30 uur (Zionskerk – Oostkapelle)
1
Bijna de hele wereld kijkt met enthousiaste belangstelling naar de democratische Amerikaanse presidentskandidaat Barack Obama. Hij reist deze tijd de hele wereld af met zijn boodschap: it ’s time for change. Zijn boodschap is Change! Het móét allemaal ánders! We zouden kunnen denken dat hij de boodschap van de Prediker begrépen heeft: Het is nú de tijd om te veranderen, want het moet en het kán beter. Toch is er een verschil tussen Obama en de Prediker. De Amerikaanse presidentskandidaat roept zijn eigen volk op om het roer radicaal óm te gooien. De Prediker zegt dat álle dingen ál veranderen omdat God het zo bepaald heeft. Ik merk dat ik van een andere generatie ben dan mijn kinderen. Ik was in mijn studententijd (op de kweekschool) een enthousiaste meezinger van een protestsong van de muziekgroep The Byrds. Zij zongen een lied dat heette: Turn, Turn Turn. Het ging over het thema van Prediker 3,11a (For everything there is a season. And a time for every purpose under heaven: Voor alles wat gebeurt is er een speciale tijd, een tijd voor alles wat er is onder de hemel). Ik was mateloos geboeid door dat lied, omdat de woorden van Prediker 3 erin verwerkt zijn, omdat ik dácht dat het zo Bijbels klonk. Het geheimzinnige refrein, turn, turn, turn, draai om!, draai om!, draai om!, maakte diepe indruk op mij. Het was de tijd waarin wij élke verandering verwelkomden als een verbetering. Het móest en zou allemaal anders. TURN! TURN! TURN! (Book of Ecclastiastes/Pete Seeger) To everything, turn, turn, turn, There is a season, turn, turn,turn, And a time to every purpose under heaven A time to be born, a time to die A time to plant, a time to reap A time to kill, a time to heal A time to laugh, a time to weep To everything, turn, turn, turn, There is a season, turn, turn, turn, And a time to every purpose under heaven A time to build up, a time to break down A time to dance, a time to mourn A time to cast away stones A time to gather stones together To everything, turn, turn, turn, There is a season, turn, turn, turn, And a time to every purpose under heaven A time of love, a time of hate A time of war, a time of peace A time you may embrace A time to refrain from embracing To everything, turn, turn, turn, There is a season, turn, turn, turn, And a time to every purpose under heaven A time to gain, a time to lose A time to rend, a time to sew A time to love, a time to hate A time for peace, I swear it's not too late The Byrds "Turn!Turn! Turn!"
2
Columbia Records 1965 Roger McGuinn "Live From Mars" Arista Records 1996
Pas veel later begreep ik dat deze populaire beatgroep de song bedoeld heeft om álles om te gooien. Turn, Turn, Turn. Omdraaien, dus. Het is een tijd voor vrede, ik zweer het, het is nog niet te laat... Het lied paste in het verzet tegen alle wetten, het riep tot de opstand tegen de burgerlijkheid en de regels, het verzet tegen weg van de oorlogen, weg met de bureaucratie op de universiteiten en weg met alle voorschriften. Doe maar wat je wilt … Ondertussen wéten wij wel wát die schreeuw om vrijheid heeft opgeleverd. Hoezo dan Alles op z’n tijd? Moeten we meegaan met de vermoeiende golfslag van de geschiedenis? Is dat de maat van alle dingen, dat alles in beweging blijft? Is de grote verandering dan het breekijzer om álles in gang te zetten? Komt dán uiteindelijk alles wel goed áls we maar veranderen? Dit is het thema dat ik met u wil bepreken vanmiddag. Als een grote vraag: Alles op z’n tijd. Toch? Wij zullen dood vermoeid raken van alle veranderingen. Let op, wij vervallen tot de slavernij van de verandering, tot we er doodmoe van worden. U zult het met mij eens zijn, dat het geen moeilijke opgave is voor ons om op en dag als vandaag bevestigd te zien dat de Prediker helemaal gelíjk heeft dat alles in beweging is. En ik kan u wel van te voren vertellen dat de uitspraak van de Prediker dat alles zijn tijd heeft, nooit voor ons een aanleiding mag zijn om maar te doen wat wijzelf willen. Zo van: alles verandert tóch, dus laten we maar niet moeilijk doen over de dingen die anders gaan dan vroeger. Voor mensen die geneigd zijn te dénken dat wij veel kúnnen regelen is het al heel wat te beseffen dat Gód voor álle dingen het tijdstip bepaald heeft. Maar wát heeft God voor ons op zijn tijd bepaald? Dit, dat wij veranderen. Dat wíj andere mensen worden. Mensen die beantwoorden aan Gods grote doel. Ons leven bestaat uit gebeurtenissen in een ongekende reeks van tijdstippen. Ieder moment van ons leven kent zijn eigen dingen. Een tijd van slapen en een tijd van werken. Een tijd van de dingen op zijn beloop laten en een tijd om zeer assertieve beslissingen te nemen. De indruk kán gewekt zijn dat de Prediker een enorme ervaringswijsheid debiteert. Dat hij iets vertelt wat iedereen al wist! Deze week stond ik ergens in een groepje mensen. Een mobieltje ging af. De ringtone was een stem. De bekende stem van Peter R. de Vries, die met zijn lijzige stem en zwaar ingehouden Amsterdams accent liet horen: “Uit wetenschappelijk onderzoek is vastgesteld dat uw mobiele telefoon afgaat!” Kijk, dat bedoel ik nu: welke ringtone zo’n mobieltje ook heeft, je hoort ze áltijd afgaan. Daar is geen wetenschappelijk onderzoek voor nodig om dat te vast te stellen! Maar het feit is dat wij wél geneigd zijn te menen dat de Prediker ons iets wil bekendmaken wat wij állemaal allang wisten! Als we goed lezen, vinden we een ándere, een diepere wijsheid bij de Prediker. De Prediker heeft in zijn van God gegeven wijsheid méér te zien gekregen. Hij wéét, dat niet alleen álle dingen veranderen, dat alle dingen op hun eigen tijdstip verschijnen, maar dat het op Góds tijdstip gebeurt. De Prediker zegt dat God in de tijd álle dingen al van het begin af aan elkaar verbonden heeft. Dénk aan Gods verbond met de aarde, toen Hij aan Noach en de zijnen beloofde dat zomer en winter, zaaien en oogsten, droge en natte tijden elkaar zullen afwisselen. God schepping valt in z’n geheel onder Gods bestuur. De uitdrukking ‘alles heeft zijn tijd’ betekent dan ook zeer zeker: alles valt onder Gods zorg (= voorzienigheid) en zijn trouw duurt in eeuwigheid. Dat is wel de eerste les die we van de Prediker moeten leren: De veranderingen die er gebeuren, de eindeloze golfslag van op en neer in de geschiedenis komt van God! Hij zit er achter. Het is geen toeval of een zogenaamde wetmatigheid in de geschiedenis. God zit achter de tijd om te baren en de tijd om te sterven. God beschikt over
3
een tijd van droogte en een tijd van regen. Etc. Dat is het eerste wat we geleerd hebben van de Prediker. Het tweede is dat de Prediker zegt dat uit die wonderlijke schoonheid van de wisseling van alle dingen ook iets anders spreekt. Prediker zegt dat God alles een goede plaats in de tijd heeft gegeven. In de NGB-51-vertaling staat dat Hij alles voortreffelijk heeft gemaakt. Het komt op hetzelfde neer. Dat betekent: God maakte álles doelbewust en perfect op Zijn tijd, álles beantwoordde aan zijn grote doel! Een goede plaats geven aan iets is ónze uitdrukking om de volmaaktheid van Gods werken uit te drukken. Voorbeelden te over: als u op uw verjaardag een peper-en-zout-stelletje krijgt, dat weet u werkelijk niet waar u het neer moet zetten. “Zet u het maar bij die vijftien potten after-shave en andere prullen, waar ik óók al niets mee kan!” Dat cadeautje komt dus niet goed uit. Het mist zijn bestemming. Maar dat mooie schilderij aan de wand, dat trekt de aandacht, dat komt erg goed uit! Dat is het dus: God heeft alles op zijn tijd een goede plaats gegeven. De uitdrukking ‘een goede plaats geven’ kent natuurlijk zijn geheimzinnigheid en ook z’n beperking. U zult het met alle vakantiegangers eens zijn dat zij álle reden hebben om hun vakantie goed te noemen als het weer stralend was, en de auto met caravan niet met pech aan de kant bleef staan. De uitdrukking ‘goede plaats’ heeft iets absoluuts, precies op z’n bestemming komen die de Maker bedoeld heeft. Er is niets meer aan toe te voegen, verder nog iets? Nee, niets te wensen…. Het is goed zo. Het beantwoord aan z’n doel, het grote doel van God. En dát wil de Prediker ons nu leren: wíj moeten gaan geloven dat God zijn ene doel nooit losgelaten heeft. Dat Hij er aan blíjft werken dat Zijn Naam eeuwig eer ontvangt. En dat álles daaraan mee moet werken. Weet U dat die uitdrukking goede plaats een rechtstreekse verwijzing is naar het begin van álles? Ik herinner u aan die vergelijkbare uitdrukking die vermeld staat in het eerste hoofdstuk van de Bijbel. Op de zes scheppingsdagen verklaarde God van álles wat hij dagelijks maakte: ‘en zie, het was goed.’ Maar op de zesde dag, nadat God de mens geschapen had, zei Hij “En zie, het was zéér goed!!” Dat heeft te maken met de kwaliteit en de tijd van het leven dat God geschapen heeft. Op zijn tijd schiep Hij de mens – in de tijd – op ZIJN TIJD dus, en zei: “deze mens is voortreffelijk!” Deze mens beantwoordde voor 100 % aan de bedoelingen van God. Deze mens dácht alleen maar aan God eer en deed niets liever dan Gods wil. De Prediker heeft het leven geschouwd en vastgesteld dat deze van oorsprong schone, doelgerichte werkelijkheid in de loop van de tijd verloren is gegaan. De glans van het leven is verbroken, de mensheid is de ankers van zijn Schepper losgeraakt, de Schepping is aan de verloedering prijsgegeven. Zelfs de grootste optimist moet toegeven dat de kracht van de zonde en het bederf op dramatische wijze heeft huisgehouden in het leven onder de zon. En wij voelen dat aan den lijve. Soms heel pijnlijk. Het menselijke leven dat ertoe bestemd was om eeuwig in de goede schepping van God te leven, doelgericht en gaaf, geraakte in algeheel verval, vanwege de opstand tegen God. De mens heeft zich zó verschrikkelijk verzet tegen het gebod van God, dat de voortreffelijkheid ineens definitief verbroken was. En dat gáát maar door! Wat overblijft is een gebroken leven. Verbroken is de gemeenschap met God en ons wacht de eeuwige verlorenheid. De mensheid heeft vanaf Adam en Eva zich gestort in een opstand tegen God en hun ongehoorzaamheid heeft de mensheid, ook óns leven gestort in een tirannie van de tijd. Niets van wat mensen doen en presteren heeft blijvende waarde. Buiten God heeft zelfs de geliefde uitdrukking ‘voortreffelijk’ zo oneindig betrekkelijke waarde. Denk aan het lied van the Byrds, dat ik noemde aan het begin. Je zou gaan geloven dat alles draait, alles beweegt en alles vliedt…. In een eindeloos vermoeiende herhaling van alle dingen. Als wij onze blik alleen gericht hebben op de menselijke dingen van het leven, dan zijn wij gedoemd ons bezig te houden met de eindeloze herhaling van alle dingen. De Bijbel
4
noemt dat ‘zweten zul je voor je brood’!, Gen 3,19 (NGB-51: ‘in het zweet des aanschijns’). De verdrietige aspecten van dat zweten gaan ook over je akker die vervloekt is, waar dorens en distels groeien, tegelijk met je graan en je groenten en fruit. Dat gaat over onderneming die naar de knoppen gaat, hoewel jij je kapot gewerkt hebt! “Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachen; een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen; een tijd om te ontvlammen en een tijd om te verkillen; een tijd om te omhelzen en een tijd om af te keren... Een tijd van oorlog en een tijd van vrede.” Is dát dan ons leven? Dat we als een jojo op en neer geslingerd worden door de uitersten van het leven. Loopt het niet uit op wat Paulus zegt dat het leven een voortdurend sterven is? Zó heen en weer geslingerd worden, dat wij er uiteindelijk aan dood gaan??? Het lijkt erop alsof de Prediker een pleister op de wonde wil leggen door als met een schouderophaal te bezweren: och, maak je niet druk, alles heeft zijn tijd….. Dat een vredelievend volk zich op een bepaald moment voorbereidt op een oorlog. Dat een herder de schapen van z’n kudde laat gaan. Dat een verwoede verzamelaar zijn zorgvuldig opgebouwde collectie voor niets weggeeft. Dat hechte vrienden verbitterd uiteen gaan. Dat mensen die elkaar voor áltijd trouw beloofden, ‘tot de dood ons scheidt’, het opgeven en uiteen gaan….. Dat je wel wílde spreken, maar het zwijgen er toe deed….. Het is de dictatuur van deze tijd, zegt de Prediker. Het is leven dat geteisterd is door de zonde en de schuld. Máár de Prediker heeft óók geschouwd dat deze tijd er voor is dat we iets gaan zoeken. Dat de tirannie van de eindeloze veranderingen ons voorschrijft om iets te prestéren, dat niet door onszelf bereikt kan worden. De onophoudelijke veranderingen van het leven moeten we zelfs niet zien als even zovele afleidingen. We ontkomen niet aan de dwang van de herhaling en de gebrokenheid van het leven door de verandering maar als een welkome variatie te omarmen. De Prediker zegt dat God ons een fonkelend nieuw patroon geboden heeft. Er komen andere tijden. Dát zegt de Prediker. Er kómt een tijd dat de regelmaat van verdrukking en ziekte, van dood en ellende voorbíj zal zijn. Maar de Prediker wijst ons niet de weg naar de berusting, ‘van ‘het gáát nu eenmaal zo in deze tijd’… We moeten, om het met de Psalmdichter te zeggen, de andere kánt op kijken. Ik sla mijn ogen op naar de bergen, van waar komt mijn hulp? ... Mijn hulp is van de HEER, die hemel en aarde gemaakt heeft, Psalm 121,1-2. De Prediker zegt dat God de mens inzicht heeft gegeven in de tijd. In de NBG-51 vertaling: de eeuw in het mensenhart gelegd heeft. Nu weet ik wel dat het woord ‘eeuw’ of ‘inzicht hebben in de tijd’ ons gemakkelijk op het verkeerde been kan zetten. Meestal betekent ‘eeuw’ in de Schrift ook ‘héél erg lang’, een ‘onafzienbare tijd’. Maar het betekent hier niet dat de mens de neiging heeft of het verlangen om áchter de tijd te kijken, en een blik te werpen in het raadsbestuur van God. Wij hunkeren zeker naar kennis, naar wijsheid om de zin van alle dingen te doorgronden. God, zegt de Prediker, heeft de eeuw in het mensenhart gelegd. Dat is het initiatief van God om de mens te verlossen. Dat de mens ‘inzicht’ heeft gekregen ‘in de tijd’ is het begin, de diepe kern van Gods genadige hand die uitgestoken is om de mens te verlossen van de tirannie van zonde… en van de tijd, de eeuwige herhaling van ‘alles heeft zijn tijd’. Als God niet naar óns toegekomen was, wij zouden nóóit het initiatief genomen hebben om Hem te zoeken! God kwam naar óns toe. En daarin krijgen we ineens een geweldige blik in zijn wereldwijde verlossingsplan om verloren mensen te redden. Om de tijd van de eeuwige verlorenheid te veranderen in eeuwige redding. Hij begint ermee door de vernieuwing van het hart. Het werk van de Geest in ons. De totale herschepping van het hart van de mens, van waaruit alle uitgangen van het leven zijn. We worden door de Prediker opgeroepen om níet te leven in een ‘doffe’ berusting van de vaak gehoorde zin: ‘och, alles heeft zijn tijd’, ‘het ís nu eenmaal zo’. Het meest
5
verbijsterende is dat God beschikt heeft dat het níet meer zo hoeft te zijn. We kijken nú door de dingen heen. We weten aan álle dingen die gebeuren een andere betekenis te geven. God heeft van eeuwigheid besloten om zijn Zoon naar de aarde te sturen om die verschrikkelijke regelmaat te doorbreken. Dat maakt alles anders. Tijdens de beste momenten van ons leven kunnen we misschien uitroepen: het leven is zo slecht nog niet …..! We moeten in het geloof – hier en nu – vaststellen dat het leven een kwelling van verandering is. God heeft een dieper inzicht in het hart van de mens gelegd. Dat er verzoening aangeboden is voor mensen die hopeloos vast gelopen zijn in de tijd. Het is dé troost voor verdoolden en twijfelmoedige mensen die de hardheid van het leven aan den lijve hebben ondervonden, die moeten constateren dat er geen uitweg is. God heeft in zijn wijsheid en zijn genade besloten de mensen in het hart te leggen dat zij gaan verlangen naar verlossing van de aardse ellende. Onze God, en niemand anders, wéét óók dat de mens zichzelf niet kán verlossen. De woorden van eeuwig leven moeten je gegéven worden. God móet het initiatief nemen om mensen zoals wij, zondige mensen, beperkte mensen, en vermoeide mensen uit de puree te halen. En dát was de reden voor God om zijn Zoon, zijn geliefde Zoon, naar de aarde te zenden om mensen te verlossen. Ook daarin blijkt dat God weer terug haalt wat voorbij is (Pre. 3,15). Het is volgens de Prediker níet Gods bedoeling met ons leven dat het zo blijft, dat we verward raken door de eindeloze verandering van alle dingen. God zal gericht oefenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Dat rijmt met Predikers bewering dat er ‘voor alles een uur is en een tijd voor alles wat er is onder de hemel,’ Pre 3,1. Gods verlossing van het getergde leven door de zending van zijn Zoon in de wereld. Het door lijden, dood en opstanding heen, redden van de verloren, gekwelde mens is niet alles. Gods plan blijft staan. Alles wás voortreffelijk gemaakt, Het zal ooit wéér voortreffelijk worden. Jezus heeft met zijn discipelen gesproken over de wederoprichting van alle dingen. Het kómt goed. Het bittere leven wordt veranderd in het goede leven. Voor ieder die gelooft in het werk van onze Heer Jezus Christus zien we de contouren van die heerlijkheid reeds gloren boven de ijdelheid van het leven. Het komt nooit vanzelfsprekend wel weer goed. Alsof na de tijd van schaarste in je leven wel weer een tijd van overvloed zal komen. En de ‘dip’ in je huwelijk ‘automatisch’ wel weer gevolgd zal worden door een tijd van het ‘opperste geluk’. Tijdens de weken dat uw vakantie houdt, of mischien even druk bent als vorige maand, leert u nú naar God te kijken. Om te ontdekken op welke wijze God in uw leven bezig is om het te vernieuwen en uzelf helemaal op Hem te richten. Deze Almachtige God toont jullie vandaag zijn genade. Het goede leven dat sinds eeuwen zo zwaar geteisterd is, staat onder de koepel van Gods liefde en is onder zijn zorg geplaatst. Onze goede God komt in zijn goede zorgen naar u toe. Hij wil dat u, jij en ik daar zijn waar niets ons meer scheidt van Hem en zijn liefde in de Zoon, onze Heer. Amen © dr. Dirk Griffioen
6