Schrijven voor Poppentheater Kees Roorda: Geen wetten Interview Rindert Kromhout
4
juni 2014 jaargang 59 nr 3 Wereld van het poppenspel Tijdschrift van de Nederlandse vereniging voor het Poppenspel-unima
Nederlandse Vereniging voor het Poppenspel Unima Centrum Nederland
Van de redactie In onze samenleving verliezen theatrale (dramatische) teksten hun aanzien: er is sprake van een crisis. Er wordt minder gelezen en de kracht van beelden heeft die van woorden overspoeld. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw wordt het schrijven van nieuwe theaterteksten minder gestimuleerd door een zeker gebrek aan aandacht van theatermakers, subsidiegevers en media. De auteurtekst verliest zijn hegemonie met de opkomst van nieuwe theatrale representatiemodi waarin beeld, geluid, woord, performer en object op het zelfde niveau van belangrijkheid zijn komen te staan. Teksten van allerlei genres worden het theater binnengesmokkeld. Ook van poëzie, krantenartikel, interviews of boekbewerkingen wordt tegenwoordig theater gemaakt. Bovendien krijgt de visie en handtekening van de theaterregisseur steeds meer aandacht ten koste van de theaterauteur. Teksten speciaal voor poppentheater geschreven zijn te allen tijde moeilijk te vinden. In het verleden hebben enkele auteurs als Maeterlinck, Jarry, Garcia Lorca en Ghelderode zich aan het theater met poppen gewaagd, maar van een repertoire voor poppentheater is nauwelijks te spreken. Er bestaat geen exemplarisch stuk dat als voorbeeld kan fungeren. Naast de algemene ‘auteurcrisis’ binnen het theater heeft het poppentheater ook te maken gehad met een desinteresse en miskenning van theaterschrijvers enerzijds en anderzijds met een orale en doe-het-zelftraditie bij
Martine van Ditzhuyzen
de poppentheatermakers die wellicht de samenwerking tussen beide disciplines heeft tegengezeten. ”Poppenspelers zijn doe-het-zelvers’’ schrijft Ruud Ringers in de rubriek Ensuite van dit themanummer. Veel poppenspelers zijn multidisciplinair: ze maken hun poppen zelf, verzinnen een plot of bewerken een bestaand verhaal, schrijven de tekst en spelen in hun eigen voorstelling. Theaterauteurs hebben ze wellicht niet nodig en in deze tijd van bezuiniging kunnen zij het zich gewoon niet permitteren. Afgelopen februari vond tijdens het Pop Arts Festival een presentatie plaats als afsluiting van een periode van onderzoek waarin vijf Nederlandse beroepsschrijvers en poppenspelers aan scènes werkten rondom de duistere figuur van de Russische spion Limonov. De initiator van het onderzoek was Ulrike Quade Company, in samenwerking met de Tekst Smederij. Het feit dat aandacht is geschonken aan tekst voor poppentheater toont wellicht een groeiende behoefte aan teksten voor poppentheater van een meer dan gemiddelde kwaliteit. De hernieuwde aandacht voor teksten voor poppentheater bevraagt de plaats, kwaliteit, belang en rol van de door auteurs geschreven teksten binnen het genre. Dit themanummer is een poging om die aandacht vast te houden. http://qlablimonov.tumblr.com
Inhoud
juni 2014
Foto omslag: Foto Jodi Brown www.jodiharvey-brown.com
Ensuite: Speeltektsten 3 Schrijven voor poppentheater 5 Geen wetten 7 Rindert Kromhout 9 Gezien: Voorstelling naar boek 11 Ultima Thule 13 Theater aan zee 15 Klein Magazijn 16 Boekbespreking De poppenspeler van Warschau 17 Paster Donsj 18 Techniek 19 Column: Meer macht aan de kunstenaar 20 Puppetbuskersfestival 21 Opleiding: Scenarioschrijven poppenspelers 23 Puppet Internationational Meppel 24 Arrangement Meppel NVP-UNIMA 26 Colofon, Korte berichten 27 Advertentie 28
Ruud Ringers
ensuite
Speelteksten Het begint hier boven zo langzaamaan steeds meer op een kringloopwinkel te lijken, vol al dan niet overbodige spullen waar je maar geen afscheid van kunt nemen. Ik ben wel eens jaloers op mensen die gemakkelijk overtollig huisraad weg kunnen gooien, en als ik dat dan zie, heb ik ook de neiging om op zolder wat meer orde te gaan scheppen. Tot nu toe heb ik steeds weerstand kunnen bieden aan de aanvechting eens flink te gaan huishouden en dat is maar goed ook, zo blijkt nu, want anders had ik misschien een doos vol afleveringen uit de jaren 1949 -1954 van het Vlaamse tijdschrift Het Poppenspel bij het oud pa-
oppenspelers zijn doe-het-zelvers. “Heeft u die poppen allemaal zelf gemaakt?”, zo luidt de telkens terugkerende vraag. “En de decors ook?” Op elke vraag past in de regel maar één antwoord: “Ja.” “En dat verhaal, heeft u dat zelf verzonnen?” “Wie anders,” zou je haast willen zeggen. Ik ben zelf nooit op het idee gekomen om iemand anders te vragen voor het schrijven van een poppenspel. Doorgaans ontstaat de voorstelling in je hoofd en daar zie je de scènes al voor je, terwijl je nog je poppen aan het maken bent.
P
In ‘Wij Poppenspelers’ luidt het bijschrift onder de tekening: De jonge poppenspeelster Erica Schram, die in haar theater Hakketak grotesken en sprookjes speelt voor volwassenen en kinderen, en decors en poppen zelf maakt, noteert haar poppenspelen in beeld-schrift, waarvan wij hier een enkele bladzijde afdrukken.’
Eigenlijk heb ik maar zelden een verhaaltekst uitgeschreven. Zodra je het plot hebt bedacht, kun je je voorstelling gaan uitwerken in een reeks achtereenvolgende taferelen en daarbij denk je eerst aan beelden en de woorden komen dan vanzelf wel. Althans, zo is mijn ervaring. Karakter Eigenlijk ben ik pas begonnen met de poppenkast nadat ik een aantal jaren scenario’s voor stripverhalen had geschreven voor de tijdschriften Pep, Sjors en Robbedoes, maar ik werd ook gevraagd voor de Donald Duck en het maandblad De Flintstones. Op maandagochtend werd er dan bijvoorbeeld opgebeld
juni 2014
pier gezet.
met de vraag ‘mag ik deze week zes pagina’s Oom Dagobert, vier pagina’s Oma Duck en zestien pagina’s Yogi Beer’, en dan kon je aan de slag. Met Yogi Beer had ik vrij spel, maar omdat de Donald Duck in samenwerking met Denemarken werd gemaakt, moest je eerst een synopsis van enkele zinnen schrijven (in het Engels en niet in het Deens, hoor!) en vervolgens wachtte je op goedkeuring uit Kopenhagen. Dan kon het zomaar gebeuren dat je plannen werden afgewezen, omdat de handelingen die je je figuren liet verrichten ‘niet in overeenstemming waren met hun karakter’. Had nu maar beter opgelet, denk je dan, want ik had immers een uitvoerige beschrijving van alle karakters in huis, van Donald en Mickey, Gijs Gans en Katrien, allemaal nog geschreven door Disney zelf. Aan de hand daarvan wist je precies wat je helden allemaal wél konden maar ook wat beslist níet en eigenlijk maak ik nog steeds gebruik van die kennis. Als je eenmaal je karakters hebt bepaald - slim, sloom, bang, deftig, mooi, gemeen, sluw - dan is de volgende stap dat je ze in een bepaalde situatie plaatst of voor een bepaald probleem stelt en als het goed is ontrolt het verhaal zich dan vanzelf al naar gelang de aard van het personage. Het lieve mooie meisje zal de beurs die ze vindt trachten terug te geven aan degeen die hem verloren is, terwijl de sluwe vos de portemonnee in zijn zak zal stoppen: pik in, ’t is winter! De slome zal ‘m niet eens opmerken en de bangerik vreest dat het een valstrik is, enzovoort. Pierke van Alijn Mijn zoon belde onlangs op om me te vertellen dat hij in het weekend naar Gent was geweest om samen met een vriend naar alternatieve bandjes te gaan luisteren, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan: hij was ook bij Pierke op bezoek geweest, bij Pierke van Alijn. Er werd hem verzekerd dat de voorstelling - hoewel voor kinderen bedoeld - ook voor volwassenen aantrekkelijk was en daarom maar meteen voor twee geboekt. Het was al gauw duidelijk dat je zo’n voorstelling met veel poppen onmogelijk alleen kunt spelen en dat betekent dat je een tekst op papier moet hebben, zodat iedere speler of speelster weet wat hij of zij moet zeggen. En... ook weet wat de ander zegt. Tijdens de voorstelling - met lange pauzes van wel een kwartier waar het jonge publiek erg onrustig van werd - kreeg je, althans volgens zoonlief, af en toe de indruk dat ter plaatse het verhaal nog moest worden bedacht en dat wilde nog wel eens schuren. Als het waar was zou me dat verbazen, tenzij de spelers aan het ‘schmieren’ waren en dat kan wel eens ongelukkig uitpakken.
juni 2014
Een van de eerste voorstellingen die ik maakte heb ik toen ook helemaal op papier gezet, maar met reden. Het is inmiddels zo’n veertig jaar geleden - ik wist toen nog niet beter. Het verhaal was een bewerking van een kort gedichtje over een Friese schoenlapper die dromende rijk werd. Aangezien er nogal wat figuren in voorkwamen en ik er zelf nog een aantal aan heb toegevoegd, kon ik het onmogelijk alleen doen en riep daarom de hulp van mijn vrouw in. In zo’n geval heb je echt
een tekst op papier nodig en zo kropen wij ’s avonds achter de bank met de poppen er bovenuit, want we moesten immers repeteren. De volgende dag vroeg de buurman bezorgd of we ruzie hadden gehad want zo had het wel geklonken de avond tevoren. Al doende leert men en zo kwam ik er achter dat ik het ook alleen af kon door gebruik te maken van trucs die je al in het klassieke theater aantreft. Sophokles wist allang dat je geen veldslag op het toneel kon spelen in Antigone of Elektra. Daarvoor moet je gebruikmaken van een boodschapper, een onheilsbode die de rampspoed komt beschrijven en dat is uiterst effectief. Aantal beperken Al deze moeilijkheden kun je voorkomen door je eigen verhalen te bedenken en het aantal poppen te beperken. Zelf geef ik de voorkeur aan het maken van een storyboard en warempel, in Wij Poppenspelers jaargang 10, nummer 5/6, december 1965 vond ik op pagina 42 daar al een mooi voorbeeld van. Onder de tekening luidt het bijschrift: ‘De jonge poppenspeelster Erica Schram, die in haar theater Hakketak grotesken en sprookjes speelt voor volwassenen en kinderen, en decors en poppen zelf maakt, noteert haar poppenspelen in beeldschrift, waarvan wij hier een enkele bladzijde afdrukken.’ Naast de tekeningen staan notities als: De tovenaar tovert Dingetje/Dubbie wil Dingetje pakken/Jan grijpt Dingetje/Onder geloei komt de wind aanzetten en blaast en blaast/Jan, Dubbie en Dingetje verdwijnen. Ik zou haast zeggen: kernachtiger kun je je voorstelling niet samenvatten, maar het is vooral een beschrijving van de gebeurtenissen op het toneel. Wat er gezegd wordt, en of er iets gezegd wordt, hoeft niet te worden uitgeschreven. Ik denk dat de woorden min of meer voortkomen vanuit de handelingen. Het kan natuurlijk ook anders. Je hoeft maar een paar zoektermen in te typen bij Google (bij voorkeur in het Engels) en er valt een boekenkast vol speelteksten over je heen. Nooit geweten dat er zoveel materiaal te koop is en er zijn ook sites waar speelteksten worden geruild. Maar ik hoef niet eens zo ver te zoeken. De doos op zolder bevat een schat aan verhalen want ieder nummer van Het Poppenspel uit de jaren vijftig van de vorige eeuw bevat een compleet poppenspel met fraaie titels als ‘Tijl overwint de dood’, ‘Tijl vliegt naar Mars’ of ‘Tijl en het bed van Moeder Janssens’. De auteurs waren veelal academici, zo lijkt het, met namen als Prof. Barno Jacovi, Dr. Karl Driml of Dr. Hans R. Purschke. Louis Contryn van het Mechels Poppentheater heeft het merendeel ervan vertaald. Als je ze nu leest komt het vaak nogal oubollig over, maar er zijn goede uitzonderingen zoals het meinummer van 1953 met de tekst ‘Genoveva van Brabant’, hier geschreven door H. Heymans. Ik heb het met smaak gelezen en het wordt nog altijd gespeeld in Vlaanderen. Componist Erik Satie heeft zelfs nog een poppenopera geschreven, ‘Geneviève de Brabant’ en ik krijg ineens veel zin om poppen te gaan maken!
Schrijven voor poppentheater:
‘Vlechten met meerdere tekens’ Martine van Ditzhuyzen
Wat is het verschil tussen teksten voor acteurstheater en teksten voor poppentheater? Wat vraagt poppentheater van een schrijver? Hier een zoektocht naar mogelijke antwoorden, waarin enkele uitgangspunten en visies op de kruisbestuiving tussen theaterschrijvers en poppentheater de revue passeren.
Materialiteit De plastische kwaliteiten van een pop spelen een belangrijke rol in de wijze waarop de pop communiceert. Een klapbekpop verschilt aanzienlijk van een handpop, een draadpop of een pop uit een schimmenspel. Elke pop kan alleen één personage representeren. Elke pop heeft een uniek, specifiek karakter dat gebonden is aan haar uiterlijk en bewegingsmogelijkheden en -beperkingen. Sommige poppen hebben geen onderlijf, geen voeten. Het is dan van belang daar rekening mee te houden en ze in het script geen dingen te laten doen die vloer of grond veronderstellen. Ook is het materiaal waarvan de poppen is
Eveneens is de schaal van de poppen ten opzichte van de poppenspeler veelzeggend. Het maakt een groot verschil in beeld of de poppen kleiner, even groot of groter zijn dan de poppenspeler. Met de schaal verandert het kijkperspectief en vergroot of verkleint de afstand tot de personages. Als schrijver kun je daarmee spelen. Als de poppen nog moeten worden gemaakt is het dus raadzaam om te schrijven met hun uiterlijk en maat in het achterhoofd om er inspiratie uit te putten. Daarna kunnen hun plastische kenmerken in het script beschreven worden zodat de poppenmaker er rekening mee kan houden. Anderszins is een bezoek aan de poppenmaker tijdens het schrijfproces aan te bevelen om een idee te krijgen over hoe de poppen er uit komen te zien. Ruimtelijke taal Het feit dat de poppenspeler de poppenkast heeft verlaten en zichtbaar het object is gaan manipuleren, heeft de theatrale werkelijkheid van het poppenspel verrijkt met een nieuwe dimensie. De illusie wordt gewekt dat de pop een zelfstandig bestaan leidt en tegelijkertijd laat de poppenspeler zien dat hij die illusie construeert en hoe hij dat tot stand brengt. De zichtbare poppenspeler wordt degene die toont en krijgt daardoor een zekere positie als verteller. Schrijfster en poppenspeelster Babiche Ronday spreekt over de noodzaak om al tijdens het schrijven de simultane aanwezigheid van acteur en pop en de interacties die eruit voort kunnen vloeien, te benutten. (1) Voor theaterschrijver Don Duyns zijn schrijvers vooral verbaal georiënteerd terwijl het bij poppenspel juist gaat om ‘de suggestieve kracht en de altijd fascinerende relatie tussen speler(s) en pop’. (2) Voor Duyns werken naast suggestie, ‘kernachtigheid en poëzie’ veel beter in de mond van poppen
Maar waarom dan poppen gebruiken als het met acteurs op dezelfde manier kan? Uit het verslag, van een in 2011 door Feikes Huis georganiseerde bijeenkomst (Werkwinkel III) is een prikkelend statement te lezen van Georg Weinand, toen dramaturg bij Das Arts: ‘Poppentheater zal nooit zo serieus worden genomen als theater met tekst als uitgangspunt. Zolang in een realistisch, dramatisch conflict poppen en objecten de plaats innemen van mensen behoudt poppentheater zijn kinderachtige bijsmaak.’ Als dramateksten letterlijk in de mond van poppen worden gelegd, miskent het poppentheater haar potentieel. Dat is ook waar veel theaterschrijvers tegenaan lopen wanneer ze beginnen met schrijven voor poppentheater. In de mond van een pop worden dramateksten snel uitleggerig, dialogen worden te lang. De psychologie van personages kan niet zomaar op poppen worden toegepast. Poppen lijken vaak ‘pratende hoofden’. Blijkbaar ligt het niet voor de hand om teksttoneel zonder bewerking op theater met poppen toe te passen, wil de laatste haar specifiek karakter en zeggingskracht behouden. Maar wat zou die bewerking kunnen inhouden?
gemaakt visueel zeer bepalend, of het nu latex, schuim, hout, textiel of papier is of een combinatie ervan. Een gezicht van latex heeft een heel andere uitdrukking dan één van schuim of van hout.
juni 2014
Teksttoneel Poppentheater is vaak theater in dramatische vorm. Als het plot lineair is, chronologisch verteld wordt, er sprake is van personages met een duidelijk conflict, kan het stuk onderhevig worden aan dezelfde Aristotelische principes als dramatisch teksttoneel voor acteurs. De protagonist heeft een streven, een verlangen en wordt in zijn/haar zoektocht tegengewerkt door de antagonist(en). De structuur en verloop van het verhaal worden opgebouwd door een proloog of introductie, een motorisch moment, één of meerdere crisissen en een inlossing. Naargelang het dramatische genre - tragedie, komedie of satire - loopt het stuk goed of slecht af. Binnen dramatische teksten kunnen dialogen tussen poppen in principe de zelfde parameters gebruiken als tussen personages door acteurs gespeeld.
dan een vloed aan woorden. Veel geschreven teksten moeten geschrapt worden nadat ze het repetitielokaal zijn binnengetreden en daar moet een theaterschrijver wel tegen kunnen, aldus Duyns. Het poppentheater is niet zelden tekstloos geweest. Op zich is dat niet vreemd, want een pop hoeft alleen te bewegen om te fascineren. Deze fascinerende werking verklaart theaterwetenschapper Steve Tillis als volgt: bij poppentheater ontstaat een spanning in de beleving van de toeschouwer doordat de pop als object wordt gezien en tegelijkertijd als levend figuur. Tillis spreekt over een ‘double-vision’. (3) De spanning die door deze paradox wordt gewekt, maakt mogelijk dat de pop bij haar meest simpele verschijning geen narratieve context, geen tekst, nodig heeft om te bestaan. De Amerikaanse theatermaker Roman Paska ziet poppentheater in eerste instantie als ‘de taal van beweging, gestes, kleuren en vormen. Een ruimtelijke taal.’ (4) De Franse schrijver Laurent Contamin vat samen wat schrijven voor poppentheater voor hem betekent: ‘als auteur moet je accepteren dat schrijven voor poppentheater het vlechten met meerdere tekens is: de woorden, de beelden, de gebaren, de lichamen en de geluiden.’ (5) Zo lijkt het erop dat poppenspel in essentie beweging en actie is en psychologie noch realisme verdraagt.
juni 2014
‘Puppet mind’ De Belgische theaterschrijver Daniel Simon die veel voor poppentheater heeft geschreven, vertelt over zijn discipline: ‘Als ik voor theater met poppen of voor acteurs en marionetten ga schrijven, zoek ik in mezelf naar beelden, stemmen, stiltes en zangkoren maar zelden naar ideeën (…) Marionetten hebben geen ideeën. Ze zijn niet genoeg beschaafd, ze spreken de taal van voordat er ideeën bestonden. Ze herkauwen, ze fluisteren, ze zingen, maar spreken zelden op de manier die wij gebruikelijk onder praten verstaan’ (6). Willen auteurs voor poppentheater schrijven dan moeten ze, volgens Simon, ‘flink huishouden in hedendaagse dialogen’. Roman Paska gaat nog een stapje verder dan Simon. Voor Paska is poppentheater niet alleen een discipline, een techniek, maar impliceert het een andere manier om de wereld waar te nemen. De poppenspelers én de schrijvers die voor het genre willen schrijven, moeten hun ‘puppet mind’ terugvinden en cultiveren. De ‘puppet mind’ is wat antropologen het pre-wetenschappelijk en magisch denken noemen. De ‘puppet mind’ is pre-logisch, pre-linguïstisch en pre-narratief (4). We zijn er allemaal mee geboren maar we hebben het afgeleerd, diep in ons begraven. Het is ons vreemd geworden door eeuwen van westerse beschaving waarin logica zegeviert. De ‘puppet mind’ maakt geen verschil tussen werkelijkheid en verbeelding. Werkelijkheid en verbeelding zijn interactief en wederzijds afhankelijk, aldus Paska. In het poppentheater gaat het niet alleen om belichaamde objecten die de werkelijkheid nabootsen (door de illusie te wekken dat ze levend zijn). Voor de ‘puppet mind’ is niets werkelijk levenloos. Voor Paska is schrijven voor poppentheater meer een kwestie van attitude dan een kwestie van techniek.
Nieuwe wegen Dankzij interesse van historische sleutelfiguren als Graig, Artaud en Kantor heeft het poppentheater een rol gespeeld in de vernieuwing van theater. Zij gebruikten poppenspel als inspiratiebron en metafoor voor hun ideeën. De complexiteit en potentie van het poppentheater kan in haar voordeel spelen en is een vruchtbaar terrein voor nieuwe theatrale wegen. Voor schrijvers is dat een uitdaging. Wellicht vraagt het de poppenspelers om enerzijds bewust de samenwerking met auteurs op te zoeken en hun doe-het-zelfaanpak te herzien. Anderzijds kunnen auteurs poppenspelers uitdagen om hun conventies en overtuigingen wat op te schuiven om samen de nog onbenutte mogelijkheden van het poppentheater verder te onderzoeken.
Overzicht hedendaagse stukken voor poppentheater Tijdens het congres van Chengdu in 2012 werd de werkgroep ‘Hedendaags schrijven voor poppentheater’ in het leven geroepen. Die heeft zich, onder voorzitterschap van Greta Bruggeman, tot doel gesteld een overzicht van hedendaagse stukken, geschreven voor het poppenspel, samen te stellen en een wereldwijde circulatie van geschreven werken voor poppentheater te stimuleren. Het is de bedoeling zoveel mogelijk teksten uit alle landen van de wereld te verzamelen. De teksten kunnen al gepubliceerd zijn of beschikbaar zijn voor bewerking. De werkgroep is in alle stijlen en vormen van schrijven geïnteresseerd en niet alleen in teksten. Alle nationale centra is verzocht één of meer personen naar voren te schuiven die al actief zijn in het verzamelen van teksten. Voor Nederland heeft de NVP-UNIMA Otto van der Mieden naar voren geschoven. Tijdens het Internationale poppenfestival in Charleville-Méziers in Frankrijk in september vorig jaar is de voortgang van de werkzaamheden besproken. Met name de betrekkingen tussen poppenspelers en hedendaagse tekstschrijvers in verschillende landen is gedeeld en uitgewisseld. Op de Internationale UNIMA Meeting in Cuba meldde Greta Bruggeman dat er nu 27 leden zijn die tezamen meer dan 350 teksten hebben verzameld. Met de lancering van de nieuwe internationale UNIMA-website, afgelopen maart, is het mogelijk een formulier te downloaden waarmee iedereen teksten voor poppentheater kan aanleveren. In het formulier wordt gevraagd naar de naam van de auteur, een beschrijving zijn/haar werk, een synopsis van het stuk, waar het stuk gepubliceerd is en wie de voorstelling in productie heeft genomen.
Geraadpleegde bronnen: (1) Steve Tillis, ‘Towards an aesthetics of the puppet’, San Jose State University (p145) (2) Babiche Ronday, ‘Schrijven voor poppen- en objecttheater’, in De kern is overal, International Theater & Film Books Amsterdam 2011 (3) Don Dyns naam deel aan een onderzoek naar het schrijven voor poppentheater dat geïnitieerd was door Ulrike Quade Company in samenwerking met de Tekst Smederij. Op het onderzoek waaraan vijf Nederlandse theaterschrijvers meededen volgde een presentatie tijdens het Pop Arts festival 2014. Bij de presentatie is een werkscript uitgedeeld. (4) Roman Paska, ’Pensée-marionnette, esprit marionnette, un art d’assemblage’ , Puck nummer 18 Ecitures dramaturgiques, Institut International de la Marionnette (1995) (5) Daniel Simon, ‘Le ménage du dialogue’, Alternatives Theatrales 72, Voix d’auteurs et marionettes. April 2002 (6) Contamin Laurent, ‘Ecrire pour la marionnette ‘, Manip 8 januari-februari-maart 2014
Geen wetten
Kees Roorda
Net zoals bij het schrijven voor acteurs, bestaan er voor het schrijven voor objecten of poppen geen wetten, een veilig netwerk van vaststaande regels. Jammer, was het maar waar. Alles is mogelijk! Wel zijn er opvallende eigenschappen te benoemen die het schrijven voor poppen-objecten anders maakt.
Met poppentheater komen we terecht bij een van de oervormen van het theater: het vertellen van verhalen door middel van ter plekke gecreëerde personages. De relatie tussen schepper en de bewoners van zijn universum is speciaal. Daar waar acteurs hun wezen gebruiken en als instrument inzetten, maakt de poppenspeler gebruik van een levenloos object en schenkt er leven aan om er zijn verhaal mee te vertellen. In de vertelling kan de poppenspeler verdwijnen of juist wanneer dit wenselijk is op de voorgrond treden. Vaak zijn poppenmaker en verteller dezelfde persoon. Het maken van een pop is als het beeldhouwen van een personage, al knippend doemt het beeld op uit de duisternis. Maar laat ik er niet te romantisch over doen. Het belangrijkste is dat de relatie tussen verteller en pop een extra vertelinstru ment is, om het publiek in haar verbeeldingskracht aan te spreken. Juist door deze artificiële afspraak te tonen, ontstaat er ruimte om de magische spiegelwereld te betreden en er levenloze poppen te ontmoeten die levensechter lijken dan de mensen om ons heen.
Hoe ontwikkel je een script voor poppen-objecttheater? Gezegd hebbende dat er niet één gelukzaligmakende weg of
methode is die naar een dergelijk script leidt, en dat iedereen vrij is om naar eigen behoefte zijn methode te hanteren, wil ik als eerste de schrijvers geruststellen die nu denken dat ze goede tekenaars moeten zijn. De tekeningen in een script dienen alleen maar als administratief visueel hulpmiddel, zoals het hieronder genoteerde ook niet meer dan een gereedschap is. De ontwikkeling van een script voor poppentheater verschilt niet veel met dat van een te ontwikkelen toneelstuk. Velen van jullie hebben hier al ervaring in. Ik noem het toch maar even. Allereerst is er de keuze van het onderwerp waarover men een voorstelling wil maken. Dat kan uiteraard van alles zijn. Na de onderwerpskeuze volgt de onderzoeksperiode of misschien was die er al aan vooraf gegaan. Wanneer je voldoende van het onderwerp af denkt te weten om verder te gaan, kom je toe aan de vraag vanuit welk dramatisch en moreel perspectief je over dit onderwerp wil vertellen. Wat zijn mijn drijfveren? Mijn fascinaties? Mijn woede? Wat is kortom mijn verhaal? Wie spelen een rol in dat verhaal? Wie is het hoofdpersonage? Wat is zijn/haar emotioneel dramatische ontwikkeling? Vanuit al deze vragen ontwikkel je een eerste samenvatting. In enkele zinnen staat hier het begin, het midden en de afloop van je verhaal beschreven. Je herschrijft de samenvatting net zolang tot je er volledig tevreden over bent. Pas daarna begin
Dit betekent trouwens niet dat er geen lange tekstfragmenten in kunnen of mogen voorkomen. Tekst is alleen niet het meest leidend vertelinstrument. Wie voor poppentheater schrijft, zal naast een tekstuele voorstelling van het verhaal ook een script moeten ontwikkelen waarin ook de visuele aspecten, en de gedragingen van de karakters worden beschreven. Een storyboard kan daarin een goed hulpmiddel zijn. Een storyboard is het verhaal in een verzameling scènes getekend en wordt vaak gebruikt in films om shots ermee aan te geven. In dit geval kan het voor de poppenspeler en de regisseur een goede leidraad zijn om tijdens de repetities een beeld te vormen van hoe een scène eruit moet komen te zien.
Kees Roorda houdt een lezing: ‘State of the artist’. Foto: Mieke Kreunen
juni 2014
Storyboard De illusionaire kracht van poppentheater is fenomenaal. Voor een toneelschrijver is het van belang je dat te realiseren. Onze eerste reflex is dramatische situaties verbaal te maken omdat we gewend zijn om voor acteurs te schrijven. Maar de suggestieve kracht van poppen is zó groot dat er weinig woorden nodig zijn om dramatische spanning op te roepen of een karakter mee aan te duiden. Een beweging, een stemverbuiging, is vaak al voldoende. Probeer het maar eens. Pak een pop en probeer daar maar eens mee ‘te praten’ vanuit een dramatisch perspectief. Je zult gauw genoeg merken dat je woorden uitgeput raken en het gevoel krijgen dat je terecht komt in een soort Muppetshow. En hoe goed en grappig dit genre ook is, de Muppetshow was en is geen poppenvoorstelling maar een televisieshow. Ik vergelijk daarom het schrijven voor poppentheater wel - en mijn excuus voor de gemankeerde vergelijking - met het schrijven van een driedimensionaal stripverhaal.
je aan een eerste beschrijving van je verhaal samengevat in hoofdstukken die weer onderverdeeld zijn in scènes. Wat is de opbouw van mijn verhaal? Waar staan mijn karakters/personages, aan het begin van de voorstelling en waar aan het einde? Hoe doseer ik dramatische spanning? Welke vorm? Is het een lineaire vertelling of juist niet? (Bewaar intussen alle beelden die opdoemen voor je visuele script!) Aan de hand van al deze vragen stel je een eerste structuur, een geraamte van je verhaal op. Deze structuur is een hulpmiddel, geen gevangenis! Je bent vrij om de structuur aan te passen al naar gelang dit voor je verhaal nodig is. Als je voldoende vertrouwen in je verhaalstructuur hebt, begin je aan de eerste versie van je script. Hoe geef je de dramatische conflicten in een scène voor poppen vorm? Wanneer je weinig ervaring hebt, is een manier om daar achter te komen door het al spelend te ontdekken. Probeer eens al improviserend tot de kern van de scène van je keuze te komen. Je zult merken dat poppen opvallende eigenschappen hebben. Zoals gezegd verdragen ze geen ellenlange dialogen. Hun fysieke beperkingen zijn vrijwel nihil, je kunt ze dubbelvouwen, laten vliegen, uiteen laten spatten, en ze weer aan elkaar plakken. Een andere karaktereigenschap is dat de speelstijl waarom ze vragen vrij archetypisch en direct is. Het publiek vindt het vaak fijn wanneer er door een personage op een herkenbare onderscheidende manier wordt gesproken (laag, hoog, nasaal of juist niet). Dit geldt ook voor het idioom van een karakter. Niet ieder personage spreekt immers op dezelfde manier. Speciale uitdrukkingen die alleen door een bepaald personage worden gebruikt vergroten de herkenbaarheid en levendigheid van je karakters. Nadat je de scène voldoende (en vanuit verschillende invalshoeken) hebt onderzocht, werk je bevindingen uit in een scène. Probeer daarin ook het visuele aspect mee te nemen. Denk aan het script als een driedimensionale striptekening, waarin ook de verteller een rol speelt. Nadat je alle scènes op die manier hebt getekend en of geschreven, neem je een welverdiende pauze. Gefeliciteerd! Je hebt de eerste versie klaar. Het is nu zaak de eerste versie met je uitvoerenden te beproeven en te bespreken zodat je met hun bevindingen aan een tweede versie kunt beginnen.
juni 2014
Over Kees Roorda Schrijver- en theatermaker Kees Roorda (1967) maakt theater op de huid van de tijd door mensen te portretteren die in deze tijd leven, erdoor worden aangetast, en verder leven. Ze lijden vaak aan Sehnsucht, ‘levenszucht’, of ‘vreugdepijnen’. In het werk vind je geen grootse verhalen, geen koningsdrama’s, geen symbolen of symptomen. Het levensechte dat zijn werk zo kenmerkt, is een gevolg van de bron waaruit hij put: Mensen die hij ooit een keer op een van zijn strooptochten is tegengekomen; gewone, levende mensen, met een tragiek die eigen is aan het leven. Kees Roorda schreef en regisseerde Hondenliefde voor Ulrike Quade Compagny.
Over Rindert Kromhout Geboren in Rotterdam op 9 augustus 1958. Woont in Weesp. Volgde een opleiding tot kleuterleider, werkte in een boekhandel en een jeugdbibliotheek. Debuteerde in 1980 met een boekje voor beginnende lezers. Is sinds 1982 fulltime schrijver. Schreef tot nu toe meer dan honderd boeken voor allerlei verschillende leeftijdsgroepen, waaronder Peppino (bekroond met een Zilveren Griffel, vertaald in het Duits, Spaans, Italiaans en Japans), Erge Ellie en nare Nellie (Prijs van de Nederlandse Kinderjury), Soldaten huilen niet (Thea Beckmanprijs en Gouden Lijst 2011) en voor volwassenen De taal van Ennio (1994). In 2002 schreef hij het kinderboekenweekgeschenk Boris en het woeste water. Met de prentenboeken over Kleine Ezel verwierf hij internationale bekendheid en roem. Deze boeken zijn vertaald in vijftien talen en onder andere bekroond met de Österreichische Kinder- und Jugendbuchpreis. De eerste musical die Rindert Kromhout over Kleine Ezel schreef werd genomineerd voor een Musical Award (beste script) en werd opgevoerd in de Verenigde Staten (Broadway), Canada, China en Japan.
Rindert Kromhout:
“Waarom moet een voorstelling iedereen bekoren?” Roby Bellemans
In jouw verhalen weet je heel goed hoe je spanning moet doseren en de lezer vast te houden. Ik vraag me af of je achtergrond als poppenspeler daarmee te maken heeft. Bij het schrijven van een verhaal voor kinderen heb je toch vaak bewust of onbewust kinderen in gedachten. Veel schrijvers leren hun lezers pas kennen nadat ze een boek gepubliceerd hebben. Bij een poppenspeler zijn er voortdurend kinderen aanwezig, die merkt meteen wanneer hij de aandacht van de kinderen verliest. Het overgrote deel van jouw prijzen komt van de kinderjury’s. Dat zijn kinderen die veel lezen en veel gewend zijn, maar jou lukt het om die in je verhaal vast te houden. Zie jijzelf ook de invloed van het poppenspelen?
Door het poppenspel heb ik overigens geleerd te denken in beelden. Een poppenkastverhaal bestaat uit woord en beeld. Dat is heel leerzaam voor me geweest: als ik een prentenboekverhaal schrijf, denk ik in beelden, als ik voor het theater schrijf, denk ik in beelden. Ik ben dan heel zuinig met woorden, want alles wat je te zien krijgt, hoef je niet ook nog eens te lezen en te horen. Tekst en beeld moeten elkaar aanvullen, maar niet herhalen.”
Het schrijven van een verhaal voor een boek lijkt mij heel anders dan het schrijven voor een theatervoorstelling. Een lezer bepaalt zijn eigen tempo, kan uren naar een illustratie kijken, kan als iets niet duidelijk is ook even terugbladeren. In een theatervoorstelling bepaalt de poppenspeler het tempo. “Klopt. Een belangrijk verschil tussen een boek en een voorstelling is: een boek kun je wegleggen als je even wilt pauzeren omdat het je te veel wordt of omdat het je te snel gaat, een voorstelling gaat zonder onderbreking door. De aandacht van het publiek moet dus worden vastgehouden. Tot op zekere hoogte moet je daar rekening mee houden. Maar ik vind dat je niet al te veel met het publiek moet meebuigen, anders krijgt je verhaal of voorstelling geen eigen stem. Schotel het publiek maar gewoon iets moois voor, een verhaal of voorstelling waar je zelf in gelooft en van houdt. Misschien dat sommigen dan afhaken, maar voor de anderen valt er des te meer te genieten en te ontdekken in het verhaal. Waarom zou een voorstelling iedereen moeten bekoren?”
A
ls ik schrijf denk ik niet in de eerste plaats aan kinderen, maar aan mijn verhaal en mijn personages. Maar door het poppenspel en door mijn voorleessessies op scholen heb ik natuurlijk wel ontdekt hoe kinderen reageren op bijvoorbeeld grapjes of spannende momenten of op wat meer filosofische (en dus tragere) passages. Ongetwijfeld komt die kennis me al dan niet bewust van pas als ik voor jonge kinderen schrijf.
Foto Marc Sassen
juni 2014
Rindert Kromhout
juni 2014
10
Je bent het poppenspelen nog lang niet vergeten, je hebt zelfs vrij recentelijk voor het poppentheater geschreven. Zou je daar iets over kunnen vertellen? “Samen met Jan Jutte heb ik een poppenkastpakket bedacht en gemaakt: ‘De avonturen van Leentje en Beentje’. Dat pakket bestaat uit zes poppen, een boek met poppenkastverhalen, een tafeltheater, decors en attributen. Het is op de markt gebracht door uitgeverij Zwijsen. Ik heb eerst de personages verzonnen. Jan heeft tekeningen gemaakt van de zes poppen, zodat de door mij bedachte karakters een uiterlijk kregen. Die tekeningen heb ik boven mijn tafel gehangen en toen ben ik begonnen met het bedenken en schrijven van de verhalen. Het kijken naar die tekeningen inspireerde me, het schrijven was daardoor leuker dan wanneer de zes personages nog geen uiterlijk zouden hebben gekregen. Als ik een personage voor een verhaal bedenk, weet ik nooit hoe hij of zij eruit zal zien. Daar denk ik niet over na. Ik denk alleen maar na over zijn karakter. Pas als de illustrator zijn of haar werk heeft gedaan, weet ik of mijn personage dik of dun is en kaal of blond. En bijna altijd denk ik op zo’n moment: ja, dat klopt. Dat komt denk ik doordat ik altijd zelf mijn illustratoren kies - illustratoren die net zo denken als ik. Het poppenkastpakket is bedoeld voor de onderbouw van het basisonderwijs, maar de verkoop valt enorm tegen. Er wordt nauwelijks nog poppenkast gespeeld in kleuterklassen. Dat vind ik een groot verlies. Ik gooi voortdurend teksten weg die half af zijn. Het belangrijkste criterium is: geloof ik zelf in dit verhaal? Als dat niet zo is, gaat het de prullenmand in - en dan doet het er niet toe of het een verhaal is dat kinderen misschien toch met plezier zouden lezen. Ik heb ooit een verhaal over een nertsenfokkerij
Rindert met zijn verteltheater.
geschreven, een detective. Het was een geweldig spannend verhaal, om met rooie oortjes te lezen. Maar toen het af was en ik het las, dacht ik: het is rotzooi. De hoofdpersonen zijn van bordkarton, de plot is bespottelijk. Weg ermee!” Waar heb jij destijds zelf het poppenspelen geleerd? “Ik heb het op de KLOS (Kleuterleid(st)ers opleidingsschool) geleerd. Maar ik heb ook veel geleerd van Clown Woudi, een in ‘mijn tijd’ (de jaren 70 en 80) beroemde Rotterdamse poppenspeler. En van Rikki en Slingertje en Gompie en zijn vriendjes - televisieseries met poppen. Als ik me niet vergis heb jij destijds speciaal een boek geschreven waar Jan Jutte zijn beren in kwijt kon… zou je zo ook een verhaal kunnen schrijven voor een heel bijzondere pop? “Dat weet ik niet. Het ligt er helemaal aan wat voor een pop dat is. Het liefst verzin ik zelf alles: de personages, de plek waar het zich afspeelt, het verhaal…” Van kleine Sofie en Lange Wapper (Els Pelgrom & The Tjong Khing) is een fantastische poppenvoorstelling gemaakt door het RO-theater. Van jou zijn er ook een paar boeken die een fantastische voorstelling zouden kunnen opleveren, hoe zou je het vinden wanneer iemand een van je verhalen zou willen gebruiken. Welke verhalen zou je dan aanbevelen? “Dat lijkt me een interessante uitdaging! Boeken als ‘Rare vogels’ en ‘Vreemde vrienden’ zijn daar misschien geschikt voor. Dat zijn op de Commedia dell’Arte gebaseerde en geïnspireerde verhalen.”
Het is soms delicaat
Tuur Devens
In het kleuter- en kindertheater, en in het bijzonder in figurentheater, worden verhalen en boeken vaak
Gezien
Van voorleesboek naar theatervoorstelling:
bewerkt tot theatervoorstellingen. Dat zijn altijd evenwichtsoefeningen, want je switcht van het ene kunstmedium naar het andere. De ene keer blijft het boek beter, de andere keer overtreft de voorstelling het boek.
“Ik herken mijn tekst en mijn verhaal niet in de voorstelling Umm van De Kolonie,” laat auteur-illustrator Paul Verrept de theaterpers weten, en hij staat erop dat ook het publiek daarvan op de hoogte wordt gebracht. Wat is er hier aan de hand? Het boekje Umm en de productie Umm verschillen inderdaad. Dat is normaal bij een theaterbewerking van een leesboek. Maar blijkbaar zijn voor de auteur de verschillen té groot.
juni 2014
Van Tourhout onderkent de kracht Actrice met baby en poezen, voorstelling Umm van gezelschap De Kolonie mt. van poppen. “Poppen kunnen voor mij dezelfde gelaagdheid hebben als muziek. Ze kunnen over tijd en ruimte heen spreken, ze kunnen zowel anekdoten vertellen als ook ze ruimte. Dat is al een verschil in beleving bij de lezer-toeschouoverstijgen. Ze zijn poëtisch en aards. Hoe vreemd ook, maar wer. Wat betreft het verhaal zie ik niet echt een verschil: het een pop is soms meer levend dan een mens. Poppen zijn heel gaat over de Egyptische zangeres Umm Kulthum die als kind specifiek aan een voorstelling gebonden. Ze stimuleren de ver- niet mocht zingen omdat ze een meisje was. Ze zet toch door, beelding, zowel bij mij als maker als ook bij de kijker. Ik werk verkleed als jongen, en zal zegevieren in concertzalen. Het graag met poppen, maar wil dat lukken, dan moet dat goed theaterstuk behandelt haar baby- en kinderjaren wat expliklikken tussen mij en de poppenmaker.” Dat was voor Umm cieter en meer beeldend, en eindigt als Umm succes begint het geval met Filip Peeters. Hij is maker en speler bij onder an- te krijgen. het te (voor)lezen verhaal gaat verder tot aan haar dere Froe Froe, Ultima Thule, Het Paleis, en ook als poppen- en begrafenis. Groot verschil tussen de twee is dat het verhaal decormaker bij het dansgezelschap van Sidi Larbi Cherkaoui. in de derde persoon is geschreven, het leest als een sprookje óver Umm, terwijl in de theaterversie het personage Umm Het boekje Umm is om in een hoekje lekker alleen te lezen, of als een ‘ik’ op de scène staat en háár verhaal vertelt. Ze toont om knus op de bank te laten voorlezen. De theatervoorstelling haar boosheid, haar verdriet, haar vechtlust, haar vreugde. Dat wordt live gebracht voor een groep in een minder vertrouwde gebeurt door de actrice Thaïs Scholiers, een mens van vlees en
11
Umm is een kleutervoorstelling van De Kolonie mt (muziektheater), met veel muziek en met poppen. De Kolonie is geen figurentheater, maar speelt in haar producties voor volwassenen en ook in die voor kinderen wel regelmatig met poppen en objecten. Pat Van Hemelrijck (van Alibicollectief) manipuleerde objecten in Begin, en ook in Lap deden poppen mee. De regie van Umm is in handen van gastregisseur Benjamin Van Tourhout. Hij is geen figurentheatermaker, maar wel iemand die open staat voor het gebruik van poppen, en die in zijn acteerverleden bij Eric De Volder (Compagnie Ceremonia) ook met levensgrote poppen gewerkt heeft. “Daar werden ze soms een tweede ik, diegene die kan wat ‘ik’ niet kan”, verduidelijkt hij.
bloed, maar ook in de poppen die Umm als baby, als kleuter, als adolescent weergeven. Dat is heel direct, en dat werkt heel overtuigend. Ook de sprekende monsters maken de dromen visueel en auditief ‘echt’. In het boekje komen geen poppen voor, maar er staan wel tekeningen in van een meisjesfiguur met eerder een uitvergroot poppenhoofd. Ik heb meerdere bewerkingen van (voor)leesboeken van Paul Verrept op de scène gezien. Meestal waren de producties een vorm van muziektheater, zoals ‘Het meisje de jongen de rivier’ door Muziektheater Transparant. De teksten worden gelezen, verteld, vaak met al dan niet geanimeerde projecties van de illustraties van Paul Verrept. De boeken van Verrept zijn geen theaterstukken, maar geïllustreerde verhalen om te lezen en te bekijken, om je fantasie te prikkelen. En als die verhalen dan op de scène gebracht werden in een theatraal kader van gepaste muziek, dan oogde dat vaak allemaal heel mooi. De muziek zorgde voor een extra sfeer, vaak melancholisch getint. Het werd moeilijker toen in Twee Vrienden er geen live-muziek was, en de muziek een veel minder prominente rol had. Twee acteurs van De Roovers speelden de boekteksten, met projecties van tekeningen uit het boek. Je zou de opvoering eerder kunnen benoemen als een driedimensionaal voorleesmoment.
juni 2014
12
Umm daarentegen is een echte theaterproductie, met dialoog, met handeling, met interactie tussen publiek en spelers. De voorstelling is meer dan een geluidsplaatje bij het lees-en-kijkpraatje. En dat is misschien wat de auteur nu stoort. Zijn boek wordt nu niet letterlijk gewoon uit het boek overgenomen en aangevuld met muziek op de scène gebracht. Het boek diende nu als materiaal voor iets anders, iets nieuws. Benjamin Van Tourhout: “Ik weet het, het is altijd een precaire oefening om van leesmateriaal theatermateriaal te maken. Je gaat als maker aan de slag met werk van een andere maker. Dat wat hij gemaakt heeft, wordt nu inspiratiemateriaal. Voor mij is er een groot verschil tussen een leestekst en een theatertekst. Wat in een roman beschreven kan worden, moet in het theater uitgesproken worden. Als theaterauteur bepaal je
wat iemand zegt. Daardoor kleur je al het gesprokene. Bij een roman is de lezer vrijer in zijn interpretatie. Daardoor wordt een boek vaker beter gevonden dan de film of het toneel. In het theater is de tekst al geïnterpreteerd en daarmee moet de kijker het dan doen.” De Oosters klinkende melodieën, de zachte klanken uit de snaarinstrumenten van Osama Abulrasol, de percussie, de geluiden van BoSpaenc, de liedjes die het personage (Thaïs Scholiers) zingt, het aandoenlijke spel met de babypop, met de twee katpoppen (van de hand van Filip Peeters), dat alles vertaalt vele woorden en tekeningen uit het boek op een evenwaardige manier, zelfs meer: het geeft net dat tikkeltje extra dat het geheel tot goed theater maakt. De theaterversie is op deze manier niet een live 3D-plaatje van het illustratieve boek, zoals bij eerdere bewerkingen van Verrepts boeken op de planken. Nu wordt op de scène het verhaal niet naverteld en worden de tekeningen niet geprojecteerd, hier zien we de lotgevallen en de opgewekte emoties in het spel, in het gezang en het poppenspel. Hier zorgt de muziek voor de juiste sfeer, hier stuwen de klanken het verhaal. Puur, helder, zonder ballast. Soms interactief, steeds aandoenlijk. Theater is nu eenmaal een ander medium dan een boek, met in dit geval zelfs een sterkere uitstraling. De Kolonie mt, Umm Gezien op 15-2-14 in CC Berchem (B) www.dekoloniemt.be
Ultima Thule speelt en vertelt:
Grote verhalen over kleine mensen Tuur Devens
Als er een figurentheater is dat tekst, en veel tekst brengt, dan is het wel Ultima Thule. Het is hun handelswaar: verteltheater brengen, voor jongvolwassenen en volwassenen. Grote verhalen over kleine mensen. Meestal schrijft Wim De Wulf en regisseert hij. Ondertussen zijn, zoals het een theaterauteur betaamt, zijn teksten niet alleen bij het gezelschap, maar ook bij een uitgeverij uitgegeven. Ik denk dat dat toch bijzonder is voor een figurentheater. Zijn stukken (Gomaartrilogie, Door de bomen het bos...), en ook Nerf van Ultima-Thule-man Sven Rosijn, zijn klassiek van opbouw, en beogen een catharsis.
Ultima Thule vertelt en verbeeldt universele thema’s in verhalen over kleine mensen. De verhalen bestaan uit het vertellen van gebeurtenissen, uit flashbacks en flashforwards, uit mijmeringen, monologues intérieurs, reflecties. Het Permeke-achtig Vlaams bonkt, klinkt volks, plastisch, bijwijlen ironisch. De muziek (liefst live) klinkt luid, de poppen zijn expressief, bijna expressionistisch, het decor bestaat uit losse, meestal houten elementen die door verplaatsingen en verschuivingen een locatie suggereren. De poppenmanipulatoren verzorgen niet alleen de stemmen en de bewegingen van de poppen, ze spelen zelf ook mee, als een verlengstuk van de personages en als vertellers.
juni 2014
13
Zoals veel van hun stukken is Loop! Ultima Thule met Door de bomen het bos... een kleinschalige productie voor midFoto Kurt van der Elst delgrote zaal. Het zal niet de enige oorlogsvoorstelling zijn in de 100-jarige herdenking van de Grote Oorlog (Eerste Wereldoorlog). Loop! verwijst niet expliciet naar deze oorlog, “Ik zal nooit weten of de finale kogel uit mijn geweer kwam. hoewel je de titel associeert met loopgraven. Het is een genuGe wordt daar zot van.” Een grote flashback volgt. Over zijn anceerde vertelling over hoe oorlog miserie kan veroorzaken kindertijd, over zijn broertje Théo die zijn eerste drie jaren elke in gezinnen, tussen broers, hoe de waanzin van de oorlog tot nacht heeft gehuild en zijn ouders niet liet slapen. De twee persoonlijke ellende kan leiden. Het wil een theaterstuk zijn oude-mensen-poppen staan achteraan, gekrijs van een kind rond oorlog in zijn algemeenheid, waar en wanneer dan ook, klinkt. Het voortdurende gebrek aan slaap zal zijn tol eisen. De en de aandacht vestigen op het feit dat elke oorlog dilemma’s tafels worden herschikt. Een tafel staat op zijn kant, de schuifla en ontiegelijk leed veroorzaakt. Vandaar dat er over tv’s en dient als een machine. Het suggereert een pletwals. De vader body bags gesproken wordt, terwijl de poppen en hun kleding dut even weg, zijn arm verdwijnt voorgoed in de schuif. Is het wel iets van personages uitdrukken van honderd jaar geleden. nachtelijk gehuil van Théo de oorzaak van de onoplettendheid Volgens mij hadden ze 1914-’18 wel als tijd kunnen situeren. van de vader? Nu storen mij de actuele verwijzingen als anachronismen. Dat voorval en het geheim daar om heen zijn stuwende moPittige muziek klinkt van opzij. Joeri Cnapelinckx en Tom De tieven van het verhaal. De twee broers groeien op. Carlo wil Wulf gaan er lekker stevig tegenaan. Tafels in allerlei vormen pianist worden, Théo leeft zich uit op zijn luchtgitaar. Knap is de manier waarop twee manipulators de pop Théo luchtgitaar en groottes staan als een groot podium opgesteld. Joris Heslaten spelen, terwijl Tom De Wulf de gitaar in het echt laat sels treedt naar voren. Hij is de nieuweling in deze cast die gieren. De twee broers krijgen relaties met de zussen Martha verder bestaat uit Sven Ronsijn, Dominique Collet en Lore Dejonckheere, alle drie Ultima Thule-rotten in het vak van ma- en Lena, dochters van het directiekoppel van de fabriek waar nipulatie, acteren en vertellen. Hessels zegt dat hij het verhaal de vader zijn ongeluk heeft gehad. Zij verheugen zich over de over hem - Carlo - en zijn broer Théo gaat vertellen. Over toen nakende oorlog; nu kan de fabriek echt veel opbrengen. die broer er nog was, en dat het beter anders was gegaan.
Alle personages zijn levensgrote poppen (van de hand van Filip Peeters die ook het decor ontwierp). De gezichten van de poppen lijken uitgesneden houten koppen, wat archetypisch, maar ze zijn van papier. De poppen zijn daardoor licht manipuleerbaar. Ze zwieren over en langs de tafels. Die zijn symbool voor samen aan tafel zitten, de gezinswarmte. Als ze omgekeerd worden en schots en scheef staan, symboliseren ze de loopgraven, de bovengrondse resten van vernielingen. De poppen van de twee broers en de twee zussen hebben meestal hun vaste speler. Die wordt daarin vaak bijgestaan door een andere acteur of actrice. Soms glijdt het personage weg van de pop naar de speler zelf, die dan het personage vertolkt en die op zijn of haar beurt ook de rol van de verteller op zich neemt. In de stukken van Wim De Wulf wordt er vaak een min of meer vast stramien gebruikt. De Wulf over de speelwijze: “We zoeken een breuk tussen poppen en acteurs, zodanig dat de functies van hun twee tijdens een voorstelling duidelijk worden. De personages worden gespeeld door de poppen, en zij ‘zeggen’ de teksten van de personages. De acteurs zijn - ook als manipulators - aan het woord als vertellers en zij geven com-
juni 2014
14
Ultima Thule met Door de bomen het bos...
overhand neemt, krijg je een metaspel. Dat maakt dan weer duidelijk dat het hier maar om poppen gaat. Dat spel tussen coderen (meegaan in de pop als personage) en decoderen (de pop is maar een papieren hoofd met wat stof eronder) had voor mij iets vaker mogen gebeuren. Het verhaal is al zwaar genoeg, en dan maakt een humoristische lichtheid het geheel verteerbaarder en tegelijkertijd het verhaal ook schrijnender. Ondanks het feit dat je weet hoe het afloopt, blijft zeker de eerste helft spannend en verrassend. De onderlinge ruzies, de broederlijke twisten, het omgaan met het geheim van het arbeidsongeval, de tegenstellingen tussen de standen van gezinnen, de uitspraken over kunst, dat alles blijft fascineren. Ook word je regelmatig op het verkeerde been gezet, en nevenpersonages zorgen voor nodige afwisseling. Maar dan duurt het toch allemaal wat lang voor het bewuste schot valt. Wim De Wulf heeft de laatste jaren als artistieke leider van Ultima Thule met zijn teksten en regies bewezen dat hij uitstekend en aanstekelijk verteltheater kan maken. Ultima Thule is met hem uitgegroeid tot een figurentheater voor (jong)volwassenen. En ook die doelgroep is voor figurentheatermakers in het bijzonder al iets bijzonders. Ultima Thule weet ze met tekst én beeld mee te krijgen in de verhalentocht van belevenissen en emoties.
Foto Kurt van der Elst
mentaar op wat er gebeurt en te zien is. Die tweedeling is voor ons belangrijk, en wordt per voorstelling bekeken. Want er zijn voorstellingen waarbij we genoeg hebben aan poppen, zonder dat de acteurs aan het woord komen. We laten duidelijk zien dat ze poppen manipuleren. De acteur als manipulator is al een teken van vertelling, zonder dat hij aan het woord komt.” Het onderzoek naar wie welke tekst zegt, als personage, als poppenspeler, als acteur, dat gebeurt steeds opnieuw, naar gelang de dramaturgische noodwendigheden. “In Loop! hebben we ervoor geopteerd om personages in hun situatie te plaatsen en dat via de poppen te laten gebeuren. Voor de introspectie en de vertelling laten we de acteurs aan het woord.” De acteur als manipulator glijdt over in acteur-acteur. Hij staat er als een deel personage, als een deel manipulator, als een deel acteur en dan ook als acteur Joris Hessels bijvoorbeeld. Dat houdt de vaart erin. Soms, zoals bij een kus-scène tussen twee poppen waarin het zoen-geluid van de twee spelers de
Ultima Thule, Loop! in een coproductie met HETPALEIS, Antwerpen. Aldaar ook in september weer te zien. Andere speeldata en andere producties: www.ultima-thule.be en www.hetpaleis.be gezien op 24 januari 2014 Het Paleis, Antwerpen De trilogie GOMAAR van Wim De Wulf is uitgegeven bij Bebuquin, 2013
Figurentheater op festival:
Theater aan Zee Freek Neirynck
Theaterfestival Theater aan Zee (TAZ) programmeert voor zijn editie 2014 van 31 juli tot 9 augustus opnieuw een aantal figurentheaterproducties. Vorige edities was er bovendien ook een onmiskenbare infiltratie van poppen en figuren in de zogenaamde tekst- en acteurtheatervoorstellingen.
Duikvlucht van Studio ORKA
In de tweede figurentheaterproductie op het affiche: ‘Snipper’ van het goed aangeschreven gezelschap Fabuleus. Daarin
leven drie blonde personages naast, boven en over elkaar in een bordkartonnen wereld. Ze doen het huishouden, gaan bij elkaar op bezoek. zorgen voor een kind in een soort playmobilversie van het volwassen bestaan. Ze spreken daarbij een taal met Scandinavische tongval. Dagelijkse gebeurtenissen verworden tot surrealistische choreografieën, huilbuien tot drie stemmige liederen, uiteindelijk raakt zelfs de zwaartekracht het spoor bijster. Filip Bilsen, Katrien Valckenaers, Lisa Verbelen werden artistiek gecoached door Randi De Vlieghe. Studio ORKA tenslotte, ook al met Gentse bindingen en in coproductie met Theater Antigone Kortrijk, treedt dit jaar niet voor het eerst op bij TAZ. Eerder waren ze er te gast met ‘Lava’, ‘De Legende van Woesterdam’, ‘Mijnheer Porselein’ en ‘Berninna’. Hun nieuwe (openlucht)voorstelling ‘Duikvlucht’ was eerder dit jaar al een hit op de Zomer van Antwerpen en werd geselecteerd voor het Theaterfestival 2013. Het stuk speelt zich af op een ongewone, moeilijk toegankelijke plek, verborgen voor drukte en gewoel, waar uilen ’s nachts de wacht houden. Vier mensen ontmoeten er elkaar en delen er lief, leed en geheimen. Het is een collectieve creatie van onder meer steracteur Johan Heldenberg (Oscarnaminatie ‘Broken Circle Breakdown’), dramaturge Mieke Versyp, Titus De Voogdt, Thomas De Vos. Het stuk richt zich tot kinderen die gerust hun ouders mogen meebrengen. Meer informatie: www.theateraanzee.be
Snipper van Fabuleus
Foto Clara Hermans
15
In hun nieuwe productie ‘To Break - The Window of Opportunity’ werken ze met hout, metaal, plastieken, in een desolaat leeg landschap dat stilaan kleur krijgt en waarin de elementen op vernuftige wijze langzaamaan tot leven komen. Daarmee gaan ze op roadtrip door de tijd en diens Window of Opportunity. ‘To Break’ wordt aangekondigd als een beeldende installatie met een onvermijdelijk einde.
Foto Phile Deprez
juni 2014
Het Gentse artistieke duo Robbert&Frank/ Frank&Robbert werkt sinds 2006 samen en in 2008 won het de eerste prijs in de - in samenwerking met de BRT-Televisie georganiseerde - Kunstbende. Enkele jaren later maakten ze de korte film ‘What about American History’, die geselecteerd werd voor een ander kunstzinnig media-evenement, de Canvas Collectie 2012 in Bozar, het Brusselse Museum voor Schone Kunsten. Andere prijzen die hen te beurt vielen waren - met ‘A Journey into Space’ (op TAZ#2012), de Horlait Dapsensprijs en ze werden ook nog geselecteerd voor de Europese Start Prize 2012.
Buytaerts figurentheatertekst ‘Love in Babylon’ opgenomen in jeugdtheatercompilatie
Freek Neirynck
De Antwerpse toneeluitgeverij Bebuquin publiceerde recentelijk ‘Klein Magazijn 5’, een 480 bladzijden tellende bundeling van elf jeugdtheaterteksten die het afgelopen decennium in Vlaanderen en Nederland werden gespeeld door diverse gezelschappen. Naast stukken voor teksttheater met acteurs is ook één tekst voor figurentheater opgenomen: ‘Love in Babylon’. Johan Buytaert schreef die in 2003 voor de leeftijdsgroep 10+. De première was bij FroeFroe op locatie, onder regie van Marc Maillard. Het werk is eigenlijk een drieluik in bijna mythische oriëntaalse 1001-nacht-sfeer rond de jonge vrouw Meslina, die wordt uitgehuwelijkt... aan de verkeerde echtgenoot Bagdad. In deel I pleegt ze daarom al zelfmoord. Maar in het tweede luik van de trilogie is ze al terug en wordt ze verliefd op parfummaker Nahar en huwt hem. In het laatste deel serveert ze hem haar in moten versneden schoonmoeder.
Naast stukken voor teksttheater is één tekst voor figurentheater opgenomen: ‘Love in Babylon’. Foto website FroeFroe
juni 2014
16
Buytaert weet perfect de oosterse sfeer op te roepen zonder daarbij in vervreemdende anekdotes of valse exotiek te vervallen. Hij bindt zich ook niet aan een beperkende tijdsbepaling, waardoor zijn verhaal universeler wordt. De auteur verrast regelmatig met onverwachte wendingen in de verhaallijn. De oorspronkelijk voor theater gemaakte tekst is daarom ook perfect als proza genietbaar. De dialogen staan alles behalve haaks op de epische evolutie. De anonieme inleider van de jeugdtheaterbloemlezing schrijft terecht over ‘Love in Babylon’: ‘Het stuk is een thuiskomen bij wat kleine mensen met grote dromen overal ter wereld bezighoudt, zij het opgeroerd met grote dramatiek vol ironische knipogen.’ Naast het script van Buytaert zijn onder andere nog opgenomen: ‘De koning zonder schoenen’ (3+) geschreven door Raf Walschaerts van het duo Kommil Foo voor het Gentse gezelschap 4Hoog, ‘Othello’ voor oudere tieners en adolescenten van Jo Roets en Greet Vissers, gecrëerd door Laïka en voor diezelfde leeftijdsgroep: ‘Azen’ van Dimitri Leue en ‘Speeldrift’ van Ruth Mellaerts. Informatie en bestellen Klein Magazijn 5: www.bebuquin.be
Aolst Paster Donsj
Ada d’Hamecourt
Eva Weaver schreef een adembenemende roman over Mika, een 14-jarige Joodse jongen in het getto van Warschau. Het boek begint onschuldig: een opa die met zijn kleinzoon op 12 januari 2009 in de snijdende winterkou naar Central Park in New York wandelt. Een voorbode van de snijdende pijn die Joden en Duitsers ondergingen in het Getto van Warschau en in de Goelag van Siberië?
Eva Weaver weet je mee te slepen in al die wrede en tedere verhalen of het nu in het Getto van Warschau is of in barak 267 van de Goelag in Siberië, waar Max als krijgsgevangene verblijft. Zij vertelt op een koele ingehouden manier over al die verschrikkingen. Knap is hoe de auteur een zekere parallel in het leed dat mensen elkaar aandoen weet op te roepen. Eerst de Duitsers de Joden, Nederlandse omslag van het boek van EvA Weaver dan de Russen de Duitsers. Ze worden in dezelfde veewagons afgevoerd, op dezelfde mensonwaardige manier behandeld. Slecht eten, kou, honger, vernedering, pijn, dood. Er is niet zoveel verschil tussen de goelag en het getto. Maar zonder die mantel zou er niet gebeurd zijn wat gebeurd is. Zonder dat kleine popje zou het leven van Mika en Max heel anders verlopen zijn. Oorspronkelijke titel: The Puppet Boy of Warsaw, auteur: Eva Weaver, Vertaling AnneMarie Lodewijk, The House of Books, Antwerpen/Vianen, 2013 Eerdere boeken van de auteur: De jongen in de gestreepte pyjama en De boekendief. www.thehouseofbooks.com ISBN 978 90 443 3851 5
Italiaanse cover van het boek.
Over Eva Weaver Eva Weaver is schrijver, coach, psychotherapeut en uitvoerend kunstenaar. De gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog inspireerden haar tot het schrijven van deze roman. Ze verhuisde zestien jaar geleden van Duitsland naar Engeland en woont in Brighton.
17
Als Mika’s opa op straat doodgeschoten wordt, erft hij van hem een zwarte wollen jas met zakken en zes knopen. Diep in een van de zakken vindt hij een handpop. Samen met zijn nichtje Ellie maakt hij er meer popjes bij. Hij geeft zijn eerste voorstelling thuis om even aan wat anders te denken dan aan honger en dreiging. Hij vermaakt langzamerhand ook de kinderen van het getto, in
het weeshuis en ziekenhuis. Maar hij wordt ook gedwongen voor de Duitse soldaten te spelen voor wat brood en kaas. De soldaat die hem altijd op komt halen en ook weer terugbrengt bij de Wache, heet Max Meierhauser. Er ontstaat een vreemd soort vriendschap. De pop die Max van april Mika krijgt belandt in Siberië en komt tenslotte na twee generaties dankzij de kleindochter van Max weer op zijn plaats terecht.
juni 2014
De kleinzoon Daniël (Danny) is dan even oud als toen Mika het getto ingedreven werd met zijn moeder. Op die wandeling ziet Mika een aanplakbiljet dat een voorstelling aankondigt: DE POPPENSPELER VAN WARSCHAU - EEN POPPENSPEL, staat er in kapitalen op dat affiche. Hij wordt onwel. Als ze terugkomen in het appartement van Mika, besluit hij het hele verhaal aan zijn kleinzoon te vertellen: haal dat grote bruine pakket maar uit de klerenkast. Daarin zit de oude zwarte wollen mantel. En hij begint te vertellen. Ademloos volg je zijn verhaal.
BOEKBESPREKING
De poppenspeler van Warschau
Aolst Paster Donsj Foto Catherine van Assche
‘Paster Donsj’: volkspoppentheater met literaire achtergrond
juni 2014
18
Het politiek en sociaal-kritische figurentheaterfenomeen ‘Spelleke’ is vooral een Oost-Vlaamse aangelegenheid. De bekendste namen zijn ongewijfeld ’t Spelleke van Drei Kluite in Gent, ’t Spelleke van Goavere en ’t Spelleke van Lierde: die ooit broederlijk de co-productie ‘Woar daade sterre bleef stille stoan… en wij uuk’ - naar Felix Timmermans - maakten. Dergelijke gezelschappen danken hun naam aan ’t Spelleke van de Muide van Joris Vandenbroucke, die het genre in het eerste kwart van de vorige eeuw uit de pure folklore lichtte en er een meer dramat(urg)ische dimensie aan gaf, onder meer ook via zijn standaardwerk ‘Het poppenspel in de Nederlanden’. In carnavalstad Aalst wordt het genre wakker gehouden door Teejooter Aabazjoer, een amateurgezelschap dat zich voor zijn recentste productie voor volwassenen, ‘Pater Donsj’ baseerde op verhaalstof uit het literaire oeuvre van hun stadgenoot en ooit kandidaat Nobelprijswinnaar voor het Nederlandstalig gebied: Louis Paul Boon. Pastoor Daens, werd ooit vertolkt door Jan Decleir als één van de hoofdrollen in de internationaal bekroonde en Oscargenomineerde film ‘Daens’ van Stijn Coninckx en enkele jaren geleden werd ook met succes de gelijknamige musical ‘Daens’ van Frank Van Laecke en Dirk Brossé gelanceerd. De priester was een vooraanstaand christen-democratische volksvertegenwoordiger die vanuit sociale bewogenheid een militante mentorfunctie vervulde in de door schrijver Boon zo vaak en juist beschreven strijd tegen het industrieel kapitalisme aan het einde van de negentiende eeuw.
Freek Neirynck
Teejooter Aabazjoer behandelde de figuur Daens en zijn historische context met heel veel respect en maakte van zijn nieuwste productie een uiterst genietbare voorstelling. De heldere dramaturgie is behoorlijk actueel, de visuele toonaard is - op het naïeve af - volks en aanleunend bij de arte povere alsof men een soort uiterst realistische ‘arbeiderskunst’ wou revaloriseren, de dialogen zijn geheel zonder woordballast en bovendien sfeerbevorderend, in hun uiterst sappige en hoogsteigen Aalsterse volkstaal gezegd. (Woord)humor ontbreekt zeker niet, één van de obligate hoofdingrediënten van het genre ‘Spelleke’ en het volkspoppenspel bij uitbreiding. Het zou, binnen de amateurcontext als die van Teejooter Aabazjoer, in de meest positieve zin van het woord, volslagen ongepast zijn één of meerdere vertolkingen boven de andere te verheffen. Integendeel de homogeniteit en de harmonie is bijna compleet. Dat in combinatie met ongekunsteldheid, ongecompliceerdheid in de boodschap en vooral overduidelijke pretentieloosheid maakt ‘Paster Donsj’ tot een hedendaags schoolvoorbeeld in zijn genre. Gezien 28 januari in Aalst www.aabazjoer.be
[email protected] (waar ook foto’s te rapen vallen)
Koos Wieman
In een catalogus van een elektronica zaak kwam ik een redelijk betaalbaar apparaat tegen dat gebruikt kan worden als drumsampler (€ 99.00, exclusief geheugenkaart). Er stond in de info dat je zelf samples, geluidsopnamen, kunt importeren. Ik gebruik al een tijdje een duurdere sampler waar ik muziekjes mee afspeel in de voorstelling. Je kunt die muziekjes onder knoppen zetten, zoals dat heet. Je kunt het zo instellen dat de muziek blijft spelen en herhalen tot je weer op de knop drukt. Dat heet een loop.(Spreek uit: loep) Of je stelt het zo in dat het muziekje één keer speelt en dan stopt. Een derde mogelijkheid is dat het geluid slechts klinkt als je de knop ingedrukt houd. Het apparaat, de Akai mpx8, is via internet makkelijk te bestellen. Ik kocht er één bij Peter Verspuy in Rotterdam. Gewoon in de winkel.
techniek
AKAI mpx8 sampler
Er moet een geheugenkaart bij. Omdat die kaart tot 32 GB kan gaan, verwachtte ik een groot werkgeheugen. Inderdaad kun je onder de knoppen, die eigenlijk voor drumgeluiden zijn gemaakt, ook muziekjes zetten. Dat moeten WAV-bestanden zijn. WAV-bestanden staan ook op onze cd’s. In de digitale muziek is dat niet gecomprimeerd. Comprimeren is het kleiner maken van geheugenruimte door gegevens in elkaar te schuiven. Zoals bij mp3. Via een programma op de computer kun je het één en ander voorbereiden. Op de kaart zet je de muziekjes en die kun je per knop toewijzen. Als je elke knop van een muziekje of geluidje hebt voorzien dan moet de hele set opslaan. Dat is een speciaal bestandje dat elke keer als je het apparaat aanzet opdracht geeft om alles weer precies zo te laden als je hebt bepaald.
Een nadeel is misschien de laadtijd die het apparaat heeft als je het aanzet. Alle geluiden moeten worden geladen. Dat doet het apparaat vanzelf als je het aanzet en de geheugenkaart zit erin. Als de stroom tijdens de voorstelling even uitvalt moet alles de tijd hebben om weer te laden. Maar bij pech weet je met geen enkel apparaat wat je er aan hebt. Akoestische geluiden zijn natuurlijk veel mooier maar niet altijd onder handbereik.
juni 2014
De gebruiksaanwijzing is niet in het Nederlands. Ook op internet is dat niet te vinden. Met Engels, Frans, Duits of Italiaans kom je er echter ook. Door er mee te werken en fouten te maken heb ik het nu aardig onder de knie. Zelf heb ik een aantal proefmuziekjes geladen. Die zijn kort. Denk aan muziek bij wisselingen van scène of geluidsfragmenten tijdens het spel. Er zijn maar acht knoppen. Dus heb je meer nodig, dan houdt het op. Hoewel je ook muziek en geluidseffecten zo kan combineren dat een bepaald muziekje vaker wordt gebruikt. De muziekjes mogen maar 30 Mb bij elkaar zijn. Voor scènewisselingen is dat geen probleem.
19
Elk sample heeft ook een ingestelde galm. Die kun je op nul zetten. Dan klinkt de muziek net zo droog als het is opgenomen. De toetsen zijn aanslaggevoelig. Als je hard slaat op de knop klinkt de muziek of het effect harder dan als je zacht slaat. Zo kun je een geluid dat in loop wordt afgespeeld zachter laten klinken door nogmaals zachter op de knop te drukken.
Meer macht aan de kunstenaar
Ton Delemarre
Op het dak van het vroegere gerechtsbouw in Zwolle, dat nu het Museum De Fundatie herbergt, prijkt een glanzende bol, die sterk contrasteert met de klassieke zuilen van dit Justitiepaleisje. De ingreep van architect Henket is natuurlijk omstreden, maar toont aan wat de macht van vernieuwende kunst is: het verleden opnieuw interpreteren en er een hedendaagse schittering aan geven: 55.000 driedimensionale Makkumer keramische tegeltjes van 10 x 10 of 20 x 20 cm, geglazuurd in gemêleerd wit-blauw geven De Wolk, zoals men de opbouw liefkozend noemt, een afstraling van het hemelgewelf met zijn changerende decors. De tentoonstelling, die ik bezocht in dat museum (en nog loopt tot 18 augustus) heeft als titel Meer Macht. Bedoeld is: meer macht voor de kunst en de kunstenaar. Kan kunst de wereld verbeteren? Heeft kunst nog invloed op de maatschappij of is ze een reservaat geworden waarin men rustig tegen de gevestigde orde aan kan schoppen zonder dat het de machthebbers en miljonairs echt pijn doet? In 1830 was de opera La Muette de Portici in Brussel de vonk die de opstand tegen Noord Nederland in vlam zette, maar hoe staat het er nu voor? Het museum exposeert drie gigantische loden platen van Anselm Kiefer, waarop hij zich afbeeldde terwijl hij de Hitlergroet brengt. Niemand is geschokt. Evenmin door de liefelijke aquarellen van een zekere A. Hitler, waarmee hij in 1907 een gooi deed toegelaten te worden tot de kunstacademie in Wenen. De tentoonstelling eert Joseph Beuys, die zei dat ieder mens een kunstenaar kan zijn, betrokken was bij de oprichting van drie politieke partijen, maar wiens magische kracht slechts flauw weerspiegeld wordt in de getoonde werken. Er zijn video’s, (het moderne medium) van een kunstenaar die het tot minister-president van Albanië geschopt heeft: Edi Rama. Als burgemeester van Tirana liet hij in 2000 vervallen flats in felle kleuren schilderen en plantte duizenden bomen. Een andere video is van Yael Bartana, de vader van de Jewish Renaisssance Movement in Polen, maar de discussie tussen Israëliërs en Palestijnen boeien niet echt. Om maar te zwijgen van de gemakzuchtige wijze waarop Ai Wei Wei zijn middelvinger opsteekt tegen de Sint Pieter te Rome.
Museum De Fundatie in Zwolle
Het is leuk dat kunstenaars gevraagd wordt om een plein of een wijk vorm te geven en community art te bedrijven, maar de strijd tegen het wereldwijde kapitalisme wordt er niet mee gewonnen. Het lijkt er op dat kunst toch in de marge van de maatschappij opereert en zelf veel te afhankelijk is van de moneymakers om het verschil te kunnen maken. Kijk naar de belachelijke bedragen die op kunstveilingen betaald worden voor Damien Hirst of Jeff Koons. Misschien werkt kunst heel anders: niet op de manier van de macht, maar door langzame invloed, zoals gist in het brood of zoals beschaving ontstaat door geduldig schaven. Het moment waarop je ogen opengaan en je een betere wereld ziet, de verruiming van je gevoel waardoor je naar een hoger niveau wordt getild. Dat overkwam me niet in de Fundatie in Zwolle maar wel in Rotterdam bij de tentoonstelling over Rosso en Brancusi: kunstenaars die je anders leren kijken en een onmeetbare invloed hebben gehad op het modern design. Wonderlijk genoeg maakte het sprankelend dak van de Fundatie dat levenwekkende opstandingsgevoel wel bij mij wakker. En hoeveel mensen herinneren zich niet een scène uit het poppenspel van hun jeugd? Jan Klaassen zal de wereld niet direct verbeteren, maar hij deelt toch wel aardige klappen uit en dwingt de toeschouwer die wereld van dienders, vrekken en andere malloten niet zo serieus te nemen.
Herhaaldelijk protest = ook met een internationale petitie Man met masker in machine. Repetitiefoto van studentenproject ©Manufaktor met de voorstelling ‘Anti-Korrosion’.
Europees Figurentheatercentrum Gent verhuist
‘Lightversie’ voor Puppetbuskersfestival Freek Neirynck
Er is de laatste maanden commotie in Gent rond het Europees Figurentheatercentrum (EFTC) dat sinds 1989 actief is aan de Trommelstraat in de centrumwijk Patershol en dat inmiddels al enkele decennia lang het International Puppetbuskersfestival organiseert tijdens de Gentse Feesten. In 2013 kreeg de raad van bestuur van het EFTC de mededeling van de provincie Oost-Vlaanderen dat het centrum de gebouwen moest verlaten. Ook de historische binnenplaats met het standbeeldje ‘25 jaar Theater Taptoe’
“Wij zijn daar uiteraard zeer blij mee,” stelt voorzitter Freddy Claeys van de EFTC-Raad van Beheer en acteur-poppenspeler bij ’t Spelleke van Drei Kluite en Figurentheater TOK desgevraagd ”…hoewel er nog heel wat werk nodig zal zijn om de lokalen voor ons operationeel te maken. Maar daar zijn we niet vies van, dat hebben onze vrijwilligers in het verleden al ten overvloede bewezen.” De locatie biedt inderdaad enkele mogelijkheden. Er is ruimte voor een paar burelen en met anderen te delen vergaderzalen, er kan een kleine archiefruimte worden uitgebouwd en er is een binnenplaats, die mogelijkheden heeft voor buitenvoorstellingen. Er is zelfs een kerk waar ook binnenvoorstellingen kunnen geprogrammeerd worden. De niet centrale ligging in de stad wordt een beetje gecompenseerd door het feit dat het nieuwe optrekje op 200 meter ligt van de trein- en bushaltes Dampoortstation.
Festival Met betrekking tot het International Puppetbuskersfestival 2014 stellen zich andere problemen, volgens de voorzitter. “Er is een volledig nieuw subsidiereglement voor de Gentse Feesten. Wij hebben de oefening gemaakt op basis van wat op tafel lag. Voor ons festival zou het er op neerkomen dat wij amper genoeg middelen zouden ontvangen om de artiesten te eten te geven, te slapen te leggen en de catering voor onze medewerkers te betalen. In april wisten we waarover we zouden kunnen beschikken. Daardoor konden we tot dat ogenblik geen enkele groep definitief vastleggen. Onderhandelingen met de schepen (wethouder, FN) van Evenementen en Feestelijkheden resulteerden dan toch nog in een subsidiebedrag dat ons toelaat om ons festival toch niet helemaal te laten verdwijnen, maar dan wel met een subsidiebedrag dat terugvalt op 54% van de som waarop wij vorige jaren konden rekenen. Niet voldoende om de honoraria van de poppenspelers te betalen, de transportkosten, de promotiekosten, de infrastructuuraanpassingen en zo meer. Daarom besloot de bestuursraad om van Puppetbuskersfestival noodgedwongen een ‘light’ versie te maken met uitsluitend voorstellingen in de Gentse binnenstad: de Korenmarkt, de Kalandenberg, het grasveld aan de Stadshal - kant Sint Niklaasstraat - en op de hoek Hoogpoort-Belfortstraat. Er zal dus geen eigen binnenplaatsevenement meer zijn, waar de
juni 2014
Herhaaldelijk protest - ook met een internationale petitie bracht huisbaas Provincie niet op andere gedachten. De grootste bronnen van ergernis waren voor EFTC: er was geen alternatieve bestemming bekend gemaakt door de regionale overheid en de subsdidiëring in natura (huur, energiekosten) werd niet omgezet in een vergelijkbare toelage. De eveneens verraste dienst Cultuur van de stad Gent bood een klein soelaas door het ter beschikking stellen van een beperkt aantal ruimtes in het - behoorlijk buiten de stadskern gelegen - site van het Begijnhof in Sint-Amandsberg.
21
van beeldhouwer-volkszanger Walter De Buck werd hen ontzegd.
Jelle Van Rossem van Meandertaal in de voorstelling ‘Paper Cuts’.
door de straatoptredens verleide (nieuwe) toeschouwers in beschermde en artistiek verantwoorde omstandigheden van hun selectie kwamen genieten. Ook geen gezellige internationale amicale en netwerkactiviteiten meer bij de gezamenlijke avondmaaltijden, ooit een zéér positief ingeschatte sfeer.
juni 2014
22
Gelukkig kon EFTC de dag die ze traditioneel aanbieden aan de (families, vrienden van de patiëntjes) kinderkankerafdeling van het Universitair Ziekenhuis nog redden. Zoveel gezichtsverlies konden de subsidiënten zich blijkbaar niet permitteren. Betekent dit nu het einde van het International Puppetbuskersfestival dat door de jaarlijkse uitreiking van de Luc Vincentprijs tientallen jonge beloftevolle figurentheaterkunstenaars een niet onbelangrijke push en internationale doorbraak gaf (Green Ginger, Bouldegom, Laura Kibel, Frans Maas)? “We zullen er alles aan doen om voor de editie 2015 een oplossing te zoeken, maar het is vandaag nog te voorbarig om daar boude uitspraken over te doen,” besluit Claeys. “Hou goed onze site en de media in de gaten, en ook jullie mailbox. We zullen zeker niet nalaten jullie op de hoogte te houden
Foto Lore Van Loock
van de ontwikkelingen. Als het moeilijk gaat en de problemen gigantisch zijn, merk je pas hoe groot ons aller liefde voor het poppenspel en het figurentheater is. En daar kunnen we alleen maar zeer gelukkig mee zijn.” Tijdens de twee festivalweekeinden spelen onder andere Manufaktor (De) met ‘Anti-Korrosion’, L’Arbasonge (Fr) met, ‘Sur le fil’, Cie Marhinbondo (Pt) met ‘In the begining’, r: Cie Dyo (Be) met ‘Gaspard’, Figurenkombinat (De) met ‘Hühnchens neue Welt’, de winnaar van de Luk Vincentprijs 2013 Cie Pelelé (Fr) met het zeer traditionele ‘Les funestes épousailles de Don Cristobal’ en de St Petersburg State Theatre Arts Academy (Ru) met ‘Petroesjka’. In de voorlopige programmering (15 mei) werd geen melding gemaakt van Nederlandse gezelschappen. www.puppetbuskersfestival.eu
“Poppen doen dingen die mensen niet kunnen of durven” Tips van Max Verstappen en Camiel Schouwenaar
opleiding
Scenarioschrijven voor poppenspelers
Martine van Ditzhuyzen
Camiel Schouwenaar en Max Verstappen werken al lang samen, in het theater en voor televisie. Afgelopen voorjaar gaven zij een serie van vier cursusavonden rondom scenarioschrijven voor poppenspelers.
En omdat het gaat over schrijven voor poppen, is het belangrijk dat je het verhaal of delen ervan met de poppen uitprobeert. Dan merk je snel of het spel klopt, of het gegeven speelbaar en krachtig genoeg is om het door poppen te laten vertellen, of je dialogen niet te lang of te anekdotisch zijn. Schrijvende poppenspelers hebben de neiging om te veel woorden te gebruiken dus het is raadzaam om uit te proberen wat je in taal kunt vertellen en wat in beeld. Vooral met poppen is dat evenwicht lastig te vinden. Spannend Om het verhaal spannend te houden hoef je niet alles te vertellen, zegt Schouwenaar. Laat dingen in het ongewis. Geef niet meteen het doel van je personages of de strekking van het verhaal weg. De toeschouwer mag enigszins aan het werk blijven en niet alles voorgekauwd krijgen. De mate waarin je dat doet hangt natuurlijk af van je publiek en de leeftijd van je toeschouwers. Bij kinderen kun je meer onthullen dan bij volwassenen. Laat ook je personages liegen, tegenstrijdig worden. Laat ze iets zeggen en vervolgens iets anders doen, dingen die verrassen. Schep verwachtingen die niet ingelost worden. Daarnaast kun je werken aan de muzikaliteit van je dialogen door te
Schouwenaar en Verstappen zoeken heel vaak naar de absurditeit in het spel, naar onverwachtse wendingen, naar humor. Met de televisieserie Kip, die ze samen ontwikkeld hebben, lag het surrealisme voor de hand. Het zat al in het personage. De kracht van poppen, benadrukt Verstappen, is dat ze dingen doen die mensen niet kunnen of niet durven. Volgend seizoen geven Verstappen en Schouwenaar opnieuw een cursus scenarioschrijven voor poppenspelers. Heb je interesse, houd dan de website van Verstappen in de gaten. www.maxverstappen.nl/index.php www.camielschouwenaar.nl/nl/films-en-series
Over Camiel Schouwenaar
Camiel Schouwenaar is schrijver en regisseur. Na zijn afstuderen aan de Nederlandse Film- en Televisie Academie begon hij als regisseur bij VPRO’s Villa Achterwerk en heeft zich gespecialiseerd in jeugddrama en animatie.
Over Max Verstappen
Max Verstappen is poppenmaker en poppenspeler en maakt al tientallen jaren zijn eigen voorstellingen. Daarnaast heeft hij aan bekende jeugdprogramma’s en jeugdfilms op televisie gewerkt. Zijn poppen speelden een hoofdrol in de fraaie verfilmingen van Annie M.G. Schmidts boeken Otje en Ibbeltje en in Pakweg de Pakstraat bij VPRO’s Villa Achterwerk. Verstappen en Schouwenaar hebben intensief samengewerkt bij het maken van theatervoorstellingen en diverse televisieseries voor de VPRO en NTR.
23
Schrijven voor poppen heeft veel overeenkomsten met schrijven voor acteurs. Volgens Verstappen en Schouwenaar heb je allereerst een conflict tussen personages nodig dat dient als basisgegeven voor je verhaal. Van daaruit vloeien handelingen voort, acties die door de personages worden ingezet om hun doel te bereiken. Hoe groter het verlangen, hoe sterker de belangen en de drijfveren van de personages, hoe krachtiger de handelingen. Om te toetsen of het verhaal klopt, vertel het aan anderen, adviseert Verstappen. Dan merk je snel genoeg of er gaten vallen, waar je je nog onzeker over voelt, waar je onduidelijk bent en of je geen stappen overslaat.
spelen met de lengte van je zinnen of met rijmen. Kijk naar je woordkeuze en maak die persoonsgebonden. De wijze van spreken zegt heel veel over wie spreekt. Het werk van beroemde poppenspelers als Henk Boerwinkel en Feike Boschma hebben het genre diep beïnvloed. Vanuit die traditie streeft het poppenspel vooral naar illusie. Maar dat kan ook een zeker dogma opleggen. Poppenspel hoeft niet altijd te streven naar het geloofwaardig nabootsen van het leven en de illusie te wekken dat de pop ‘leeft’. Poppenspel kan ook naar satire neigen of naar surrealisme.
juni 2014
Volgens Schouwenaar kan een schrijver twee soorten schrijvers in zichzelf aanboren. De eerste is de intuïtieve schrijver die vanuit zijn gevoel, zijn impulsen schrijft. Zonder oordeel en censuur. De tweede soort schrijver is meer beschouwend en houdt de dramatische structuur in de gaten. Hij zorgt dat de intuïtieve schrijver zich niet in details verliest, dat er een goede opbouw in het verhaal zit en dat het verhaal coherent blijft. Hij waarborgt de samenhang. Binnen hun samenwerking blijkt Verstappen meestal de intuïtieve schrijver te zijn en Schouwenaar de beschouwende. Verstappen komt dan als poppenspeler met allerlei ideeën, waarbinnen Schouwenaar orde en structuur schept.
17 tot en met 21 september:
Puppet International in Meppel Het internationaal poppen- en figurentheaterfestival dat om het jaar in Meppel wordt gehouden, heet voortaan 2014 Puppet International. Het festival heeft niet alleen een nieuwe naam. Met een nieuwe website, nieuwe theatergroepen en nieuwe routes maakt Puppet International een frisse start.
de populaire Popp-enroute en basisschoolleerlingen zijn weer van harte welkom bij de Erfgoedroute. Er is een nieuwe route bijgekomen: de Rode Lichtjesroute. Van Veen: ‘de Rode lichtjesroute is bijzonder leuk. Gedurende drie dagen tijdens het festival (donderdag tot en met zaterdag) kleurt het Zuideinde rood. In tal van verlichte ramen zullen schaars geklede poppen te zien zijn en tijdens de route zullen drie erotisch getinte voorstellingen getoond worden. Natuurlijk is het donker op de momenten dat deze route van start gaat.” Er is volgens Bakker dit jaar ook ruimte voor jong talent. Zo spelen Maartje Wikkerink en Joeri van Veendaal van theatergroep ‘Nachtbaard’ een voorstelling in de Rode lichtjesroute. Feikes Huis brengt Moord en Doodslag en Ida van Dril speelt ‘De koning die niet dood wilde’ in de Popp-enroute. Puppet International is ook bijzonder trots op Henk Boerwinkel. Tijdens deze editie voert hij maar liefst negen keer zijn parade op van ‘verstilde figuren nog eenmaal in beweging.’
Companyia Pep Bou verzorgt de openingsvoorstelling met de show ‘Clinc’
juni 2014
24
Voorzitter Magda van Veen: “Sinds april van dit jaar gaan we met de nieuwe naam Puppet International de toekomst tegemoet. Een toekomst waarin we de ambitie hebben om groter en bekender te worden in Nederland. We zijn trots op dit juweel van een festival met internationale allure in Meppel. Dat internationale karakter willen we meer benadrukken. Van woensdagavond 17 september tot en met zondagmiddag 21 september kan iedereen weer genieten van talloze voorstellingen uit binnen- en buitenland. Daarnaast werken we nu nauw samen met Schouwburg Ogterop. De schouwburg is gedurende deze vijf dagen het bruisende middelpunt van Puppet International.” Artistiek leider Elly Bakker is de afgelopen maanden druk bezig geweest met de programmering. “Dit jaar hebben we weer heel bijzondere namen op het programma staan. De Spaanse theatergroep Companyia Pep Bou verzorgt de openingsvoorstelling op woensdagavond 17 september met de show ‘Clinc’, visueel theater waarin wordt getoverd met zeepbellen. Maar gedurende het festival zijn er veel shows die je eigenlijk niet mag missen. Zo hebben we Philip Genty met La Pelle du Large waarin hij de Odyssee van Homerus terugbrengt naar de essentie. De Russische theatergroep Brodyachaya is ook weer van de partij, dit keer met hun meeslepende uitvoering van het sprookje Duimelijntje. Op Bleekerseiland slaat Circus Ronaldo uit België de circustent op voor de uitvoering van hun humoristische voorstelling ‘Amortale’. De bekende Popp-enroute, de kinderroute en de erfgoedroute staan ook weer op het programma. De kinderroute wordt dit jaar met de paardentram afgelegd.Opnieuw zijn er bijzondere locaties gekozen voor
In de foyer van schouwburg Ogterop zijn diverse stands waar spullen worden aangeboden worden die te maken hebben met figurentheater. En voor mensen die zelf poppenspeler zijn of het willen worden, zijn er verschillende workshops zoals poppen vilten en houten poppen snijden. Wil je weten welke bijzondere uitdrukkingen een pop kan hebben? Dan ben je van harte welkom bij de workshop ‘The power of the puppet’ van Neville Tranter, zegt Van Veen. Medio juni verschijnt de uitgebreide festivalbrochure die gratis verkrijgbaar is bij Schouwburg Ogterop. Op verzoek kan de festivalorganisatie die opsturen. Meer informatie: www.puppetinternational.nl
Philip Genty met La Pelle du Larg
25 juni 2014 De Russische theatergroep Brodyachaya met hun meeslepende uitvoering van het sprookje Duimelijntje.
Colofon
Puppet International
Oproep exposanten
Bestuur NVP/UNIMA
Schouwburg Ogterop wordt tijdens het festival omgetoverd tot een theater voor poppenen figurenspel.
Voorzitter: Alexander Bauwens
E:
[email protected]
Secretaris: Sigrid de Reus E:
[email protected] Penningmeester: Ron Holst
E:
[email protected] Wij zoeken mensen die hun poppen willen exposeren. Wanneer u daar graag aan mee wilt doen, kunt u informatie over uw poppen en foto’s mailen naar:
Leden: Roby Bellemans, Koos Wieman en Elly Bakker Bibliotheek: Brouwervaart 70 2013 RB Haarlem, tel. 023 - 531 77 13
[email protected]
Lidmaatschap
De exposities worden door ervaren kunstenaars ingericht. Zij zullen een selectie maken uit datgene wat er aangeboden wordt. De poppen komen met vermelding van de naam van makers in de gangen en zalen van de schouwburg te staan. Wij kunnen alleen transportkosten vergoeden.
Lidmaatschap NVP-UNIMA: € 56,00 per jaar (incl. WP) Abonnement tijdschrift WP: € 46,00 per jaar Leden/abonnees buitenland: € 15,00 extra portokosten Losse nummers: € 9,00, incl. portokosten Informatie/aanmelden: www.poppenspelers. nl of e-mail aan
[email protected]
Redactie
Martine van Ditzhuyzen, hoofdredacteur Liesbeth Okkerse, eindredacteur Leden: Ton Delemarre, Frans Hakkemars, Ada d’Hamecourt, Marla Kleine, Freek Neirynck, Joanne Oussoren, Ruud Ringers, Koos Wieman Vormgeving: Ria Besjes Correspondenten: Elly Bakker, Roby Bellemans, Tuur Devens, Anton Lustig, Evelien Pullens, Hans Schoen
Het grote internationale poppenspelfestival van Nederland vind plaats in Meppel van 17-21 september 2014. Dit festival wordt bezocht door veel liefhebbers van poppen- en figurentheater. Ook bezoeken veel poppenspelers en makers ons festival. Wij richten een verkooptafel in waar allerlei poppen, figuren en theatergerelateerde spullen te koop zijn. Verder kaarten, boeken, tijdschriften, poppen, maskers, materiaal om poppen van te maken enzovoort. Wanneer u iets te verkopen heeft, kunt contact opnemen met Janneke Smink:
[email protected] Zij zal er zorg voor dragen dat uw waar op de tafel komt. Van de opbrengst van uw ingebrachte spullen dient u na het festival 20 procent af te dragen aan de organisatie.
WEBSITE
www.poppenspelers.nl www.unima.org Webmaster: Ron Holst
[email protected] Facebookpagina NVP: www.facebook.com/NVP-UNIMA Aan de leden van de NVP/UNIMA, waarvan het e-mailadres bekend is, wordt één keer per maand een nieuwsbrief toegezonden. Ontvangt u deze nog niet, neem dan contact op met de webmaster.
27
verkooptafel
Jaargang 59 nummer 2
Verschijningsdatum: 15 augustus 15 oktober 15 december
Deadline:
15 juli 15 september 15 november
juni 2014
Puppet International
WP, Wereld van het Poppenspel, verschijnt 6 maal per jaar. Kopij voor WP zenden per mail naar
[email protected] ISSN: 1871-4161 Druk: Drukkerij RAD Dordrecht