Thema: Geëngageerd poppentheater Colloquium Charleville IM Feike Boschma december 2014 jaargang 59 nr 6 Wereld van het poppenspel Tijdschrift van de Nederlandse vereniging voor het Poppenspel-unima
Van de redactie
Maatschappelijk geëngageerd poppentheater
Zij moeten werken aan laagdrempeligheid en een groter publieksbereik. Zij moeten zichtbaarder worden in hun directe omgeving, zich inzetten voor en participeren in het leven van hun wijk/stad. Nieuwe vragen rijzen: in hoeverre ben je als kunstenaar bereid je autonomie in te leveren en je aan de eisen van de subsidiegever aan te passen? In hoeverre wil je fuseren, doelgroepgericht werken, je drempels verlagen, de media bestormen, onderbetaald werken, sponsors werven en crowdfunden? Naast deze verwachtingen vanuit de politiek, worden maatschappelijke issues steeds dwingender. Kun je als burger nog heen om de economische en ideologische crisis, de klimaatverandering, de groeiende kloof tussen arm en rijk en de radicalisering van standpunten? En welk standpunt neemt de kunstenaar in ten aanzien van deze issues? In hoeverre wil je een boodschap overbrengen, nieuwe waarden aandragen, je medemens bevragen, verontrusten, spiegelen? Of wil je simpelweg entertainen? In zijn werk geeft de kunstenaar maat en vorm aan zijn maatschappelijke betrokkenheid. In ‘It’s Time To Meet The Real’ spreekt Marieke Nooren over het nieuwe engagement in het theater dat de partijpolitiek overstijgt en zijn betrokkenheid veelvormig uit. Op micro- of macroniveau, bij het persoonlijke of bij het wereldwijde tonen theatermakers engagement. Het nieuwe engagement kenmerkt zich, in tegenstelling tot het engagement van de jaren ‘70 van de vorige eeuw, vooral door meerduidigheid en diversiteit.
december 2014
Over al deze vragen tracht dit themanummer een tip van de sluier op te lichten. Zonder de pretentie houdbare antwoorden te hebben gevonden, geven de
Foto omslag: Sfeerbeeld Tuin der Lusten 2013 Foto Kasper Verhelst
diverse artikelen een (overigens incomplete) indruk over hoe geëngageerd (poppen)theater zich op dit moment manifesteert. Frans Hakkemars doet verslag van zijn bezoek in Charleville-Mezières aan de conferentie georganiseerd door L’Institut International De La Marionnette, over de politieke dimensies van het poppentheater in heden en verleden. En, als het gaat om de rol van kunstenaars binnen cultuurparticipatie, spreken Kasper Verhelst, Joanne Oussoren en Frans Hakkemars over hun visie en ervaringen met het inzetten van poppentheater voor sociale en emancipatorische doeleinden. Hoe en onder welke voorwaarden moeten, kunnen of willen kunstenaars opereren en wat betekent dat voor hun kunstpraktijk? Moeten zij zich dienstbaar opstellen en zo ja welke concessies moeten zij doen? Wat leveren hun interventies op voor een wijk, doelgroep, stad? In de voorbereidingsperiode van dit themanummer overleed Feike Boschma. Uiteraard besteden we aandacht aan deze grote kunstenaar in een aantal In Memoriams, geschreven door collega’s die hem van dichtbij hebben meegemaakt. Het geëngageerd poppentheater van de jaren ‘60 van de vorige eeuw was Feike Boschma niet vreemd. In ‘Overgang naar de dood en terug’ beschrijft Boschma hoe het Jan Klaassenachtige poppenkastspel in onder andere het werk van ‘De Lachende Spinnekop’ hem geïnspireerd heeft. Hij spreekt over de ‘mentaliteit’ van Jan Klaassen die volgens hem uit spontaniteit, slapstick en een niet-naturalistische inslag bestaat, aspecten die hij in zijn werk gebruikte.
Kasper Verhelst
Sociaal-artistieke projecten zijn niet meer weg te denken uit de theaterwereld. VZW DRAAD-poppentheater staat al sinds 2012 aan de oorsprong van een sociaal-artistieke draaischijf in de stad Roeselare. Een verhaal over ontmoeting en samenwerking tussen jong en oud, vrijwilliger en professioneel, autochtoon en allochtoon, middenklasse en kansengroepen, lokale verenigingen en liefhebbers maar vooral over mensen.
Tuin der Lusten, 2013
Foto’s Kasper Verhelst
Het redactieteam wenst u veel leesplezier.
Inhoud Sociaal figurentheater verpopt Community art en poppenspel Geëngageerd poppentheater De kracht van een object Colloquium Charleville-Mézières Theater Tieret: Rimpelwals Amsterdams Marionetten Theater Column Ton Delemarre Vlaams Landjuweel Festival Boekbespreking: Jozef van den Berg De maan: Kleine Rode Eva Ensuite: Illusie en werkelijkheid Première Koos Wieman Drieluik China: deel 2 Grims Papieren Theater In Memoriam Feike Boschma Column Koos Wieman: Feike Meester in meerdere dimensies Eenmaal sterft ook de zee Colofon Advertentie
3 5 7 8 10 11 12 13 14 16 17 18 19 20 22 23 24 25 26 27 28
S
ociaal figurentheater is eerder een onhandige titel voor theater waarvan de kern bestaat uit gemeenschapsvorming. Een manier om te vechten tegen uitsluiting, drempels verlagen, buren doen participeren over, door en met de kunsten. Figurentheater DRAAD is al meer dan 35 jaar actief maar het sociaal-artistiek luik is gloednieuw. Het sociale jargon voelde in het begin wat onhandig aan. Neem het benoemen van de doelgroep: kansengroepen, kansarmen, mensen in armoede, marginalen, mensen die op één of andere manier op een zijspoor zijn terecht gekomen. In de groep spreken we nu voor het gemak iedereen aan als ‘speler’. Van 2012 tot 2014 hebben de stadsdiensten van Roeselare (stedelijke werkplaats, dienst cultuur, sociale dienst), cultuurcentrum De Spil en diverse partners uit de sociale en artistieke sector mogelijke formules onderzocht om een duurzame sociaal-artistieke werking te krijgen. VZW DRAAD-poppentheater werd naar voor geschoven om de leiding te nemen over het project. De stad investeerde drie jaar in de werking om de relaties te ontwikkelen en iedere partner is steeds geïnteresseerd gebleven in elkaars koppige eigenheid. Halfweg 2014 besliste de stad om zich te blijven engageren voor de werking en kreeg DRAAD voor het eerst ondersteuning van de
Vlaamse Overheid (Kunstendecreet) voor het opzetten van een sociaal-artistieke theaterproductie. Waarom poppenspel? Ja, er wordt bewust gekozen voor een productie met poppen! Het figurentheater is een niche die al eeuwenlang groot en klein kan begeesteren. Het is een middel om sociale codes te doorbreken. Voor de poppenspeler is de magie van het poppenspel een evidentie, maar voor de doelgroep zal het gaan om het verkennen van een totaal nieuwe wereld. Figurentheater wordt een middel om personen te ontwikkelen, verhalen te delen en sociale grenzen te verleggen. Iedere ‘speler’ creëert tijdens het proces zijn eigen pop. Het is daarom belangrijk om de pop echt op maat te maken van de speler. De maker projecteert via de pop wat binnenin leeft. Vaak gaat dat om zaken die diep meegedragen worden. Dat kan gaan om positieve herinneringen, dromen en verlangens maar ook om verdriet, leed, schuld, zware bagage of om alles dat daar tussenin kan liggen. De pop is gelaagd. Ze krijgt een stukje ziel mee van de speler. Als we het ‘monsterlijke’ in ons kwijt kunnen in een pop en na afloop de pop en alles dat ermee verbonden is kunnen loslaten, hebben we een rijk proces doorgemaakt. In een ander geval is het al waardevol dat de pop een spreekbuis wordt van wat anders vaak verscholen blijft. Het is niet de speler die niet kan omgaan met de berg schulden, niet de speler die zich
Door de bezuinigingen, de eisen van het cultuurbeleid en door steeds dwingender maatschappelijke vraagstukken moeten kunstenaars hun positie in de samenleving en hun betrokkenheid daarbij herzien. Naast artistieke excellentie worden aan kunstenaars vanuit de politiek nieuwe eisen gesteld. Kunstenaars moeten ondernemerschap tonen en eigen inkomsten genereren.
Sociaal figurentheater verpopt
december 2014
Nederlandse Vereniging voor het Poppenspel Unima Centrum Nederland
Martine van Ditzhuyzen
december 2014
In 2012 werkten we in het atelier ‘Viva Maschere’ maskers uit, geïnspireerd op de personages uit de Commedia Dell Arte en zochten naar raakpunten met de spelers. Sommigen zagen zichzelf als een Arlequino, een Pulcinella of Pantalone. We verdiepten ons in de figuren en vonden herkenning. Zetten we niet allemaal af en toe een masker op? Wat gebeurt er als we die maskers zelf gaan kneden, tastbaar maken en leren manipuleren? De spelers krijgen meer inzicht, controle over karaktertrekken en leren er op een afstand naar kijken. De groep werd deel van een straattheaterparade die met honderd vrijwilligers, groepen en kunstenaars door de straten van de stad Roeselare richting cultuurcentrum De Spil trok. In 2013 gingen we uit van het werk van Hieronymus Bosch en creëerden De Tuin der Lusten. In het stadspark werd de hel, het schijnparadijs en het paradijs uitgebeeld. Bij de ontwerpfase gingen we dieper in op de lusten waarin we ons kunnen verliezen. De gesprekken gaan over de schone schijn, over Dionysos en Apollo, over hemel en hel en soms over de koekjes bij de koffie. Uiteindelijk kwam alles samen in een productie met schimmen en projectie. De figuren van Bosch werden uitgewerkt in schaduwspel. De monsters kwamen tot leven door lichaamspoppen uit schuimrubber. Zij trokken het publiek mee naar de Hel. De opstelling van de Hel werd voorgesteld in een schetsmatig decor geïnspireerd op het schilderwerk. In het kader werd een verhaal gebracht over de hel en het loslaten ervan. In 2014 gingen we op zoek naar ‘Het Paradijs’. De meest grijze zone in de stad werd op een heerlijke zondag in september een bruisende oase van creativiteit! In 2015 werkt Figurentheater DRAAD, in samenwerking met de groep T’ Hope (een vereniging waar armen het woord nemen), een nieuwe productie uit. Het wordt figurentheater op locatie waarbij naast openbare plaatsen ook huiskamers, garages en tuinen van bewoners rond de festivallocatie, de scène zullen vormen voor deze interactieve theatertour. Deze productie zal opgenomen worden in het programma van ‘De Grote Stooringhe’, een driejaarlijks internationaal circus- en straattheaterfestival dat eind september 2015 wordt georganiseerd door cultuurcentrum De Spil in Roeselare. Rumble in the jungle: sociaal versus artistiek Bij een sociaal-artistieke werking is vooral het proces en de participatie van belang. Het werk vooraf, de stages en work-
Het sociale buikgevoel wordt een nest om in te wentelen, betrouwbaar en herkenbaar. Het artistieke hart wil heilige huisjes omverwerpen, tegen schenen schoppen, schroeven losvijzen en af en toe de wereld op zijn kop zetten. Het sociale karakter van het project vraagt om veiligheid, nabijheid en geborgenheid terwijl het artistieke karakter vaak de neiging heeft om patronen te doorbreken en net die comfortzones wil ontwrichten. Die tegenstelling werkt als kracht om de werking van het gezelschap in vraag te stellen. Het durft wel eens onweren en dat is maar goed ook! Poppen maken mensen Het creatieproces van de pop, de suggestieve uitdrukkingskracht en het eigen maken van een pop zijn ervaringen waar de poppenspeler van leeft en die inhoud losweken bij de doelgroepen. Het scherpt de verbeelding. Verbeelding als kern van het artistieke proces. Dit zal de creativiteit van de verschillende doelgroepen voeden, ontwikkelen en op een hoog artistiek niveau tillen. Een productie dient in die mate geconcipieerd te worden dat het na de opgezette activiteiten niet uitdooft, maar deel gaat uitmaken van het zelfbewustzijn van de deelnemers. Het artistiek proces kent ook een sterke sociale omkadering dankzij de aandacht voor ieders talent, passie en beperking. Een productie opzetten - startend van workshops rond poppen maken, repetities en praatmomenten - tot en met de realisatie van de voorstelling, zorgt voor kansen om jezelf te overstijgen, om nieuwe netwerken en talenten te ontdekken en engagementen te kunnen opnemen in een cultuur van gelijkwaardigheid en respect. De groep wordt een knooppunt tussen sociale en culturele spelers. De deelnemers vinden elkaar ondanks verschillen in gender, sociale afkomst, opleidingsgraad, verschillende kwaliteiten, beschikbare inkomen, mobiliteitsproblemen, huisvestingssituatie, gezin of familiale context. Participatie in het gemeenschapsleven en het doorbreken van sociaal isolement is een kernopdracht. Dankzij het creatieproces kunnen we nieuwe denkkaders ontwikkelen om op een andere manier met elkaar om te gaan en naar elkaar te kijken. Sociaal figurentheater is een vorm van theater die maatschappelijk echt nog een verschil kan maken. Kasper Verhelst is lid van VZW DRAAD poppentheater en werkt vanuit cultuurcen trum De Spil als projectco www.draadpoppentheater.be ördinator sociaal-artistieke projecten uit in Roeselare.
Joanne Oussoren en Frans Hakkemars
Wat is community art en wat is de relatie met poppenspel? Wat zijn de mogelijkheden? De valkuilen? In deze tijden met een terugtredende overheid en druk op fondsen als gevolg van de economische crisis biedt community art en poppenspel in het bijzonder extra mogelijkheden voor verdergaande cultuurparticipatie.
K
unst en gemeenschap staan anno 2014 onder druk. Er is al dan niet terechte kritiek op de gesloten ivoren toren van de kunst, op de kunst-om-de-kunst-houding, die te ver af staat van het brede publiek. Tegelijkertijd vallen gemeenschappen uit elkaar: iedereen wordt opgesplitst in de rol van consument, deelnemer, patiënt, cliënt, werknemer, burger, wijkbewoner en raakt individueel en sociaal steeds meer gefragmenteerd en geïsoleerd. Ook is er volgens onderzoek de laatste jaren een trend te zien van minder actieve cultuurparticipatie. Muziekscholen en centra voor kunstzinnige vorming krimpen in of moeten zelfs sluiten. Community art Community art is het maken en presenteren van kunst door, met en voor de doelgroep zelf. Denk aan de bewoners van een wijk, een scholengemeenschap of de bewoners, medewerkers en mantelzorgers van een zorgcentrum. Meestal is het project ook gebonden aan een locatie, een wijk, een bepaalde omgeving. Essentieel is dat door het gezamenlijk werken aan een kunstproject de band onder deelnemers wordt versterkt. Er is behoefte aan een gemeenschappelijke identiteit,aan gezamenlijke rituelen, aan verbinding, aan ambachtelijkheid, zelfregie en aan kleinschaligheid. Community art kan daar een oplossing voor bieden. Zij nodigt de deelnemers uit te participeren en mee te denken over hun eigen situatie, nieuwe oplossingen te zoeken, nieuwe verhalen te vertellen,een doel in de gemeenschap te formuleren en koers te houden. Poppenspel en community art Over het algemeen is poppentheater zeer toegankelijk voor een breed publiek. Deelnemers kunnen naar eigen interesse en vermogen deelnemen: voor en achter de schermen, het maken van de poppen of de poppen bewegen, het regelen van de publiciteit, het bouwen van de kast, de scenografie, gasten ontvangen. Je kunt werken in groepen of met dubbele bezetting van de rollen, zodat bij tijdelijke afwezigheid van een deelnemer de andere deelnemer de taak kan overnemen. Vaak werk je met een vaste kerngroep en een aantal deelnemers die af en toe komen. Poppentheater is zeer geschikt voor community art. Het omvat alle kunstvormen: verhalen vertellen, muziek en geluid, dans en beweging, beeldende kunsten, literatuur en poëzie, ontwerpen, digitale animatie. Een pop kan soms de drempel verlagen om zelf op het podium op te treden. Innerlijke processen kunnen verbeeld worden in de pop, kan alternatieven bieden voor de woord en beeldcultuur in deze tijd. De pop kan het makkelijker maken naar jezelf te kijken, het is immers de pop die het doet. De pop kan je helpen beter te leren waarnemen. Een poppenscène kan een dagelijkse situatie uitvergroten, in de essentie neerzetten of er een
karikatuur van maken. Het poppenspel kan je een spiegel voorhouden, een taboe aan de orde brengen, angsten openbaar maken en kan je leren met een glimlach naar het leven te kijken. De theaterpop is zeer geschikt voor een satirisch, grotesk scenario, en een eenvoudige mobiele poppenkast is uitstekend geschikt voor een community-artproject. Tijdens een poppentheatervoorstelling delen poppenspelers en publiek een gemeenschappelijke ervaring tijdens het spelen van en kijken naar de voorstelling. In striktere zin spreken we van community art en poppenspel als een poppenvoorstelling is gemaakt door de deelnemers van een gemeenschap en ook wordt gepresenteerd aan diezelfde gemeenschap, eventueel in samenwerking met een poppenspeler. Er bestaan allerlei tussenvormen zoals een kunstenaar of poppenspeler in residence, een workshop voor en of na een voorstelling of een workshoppresentatie. Een voorstelling is meer productgericht en een community-artproject is meer procesgericht. In een community-artproject is de community zelf onderdeel van het gehele proces. De culturele, sociale, economische en politieke effecten voor de hele doelgroep, de hele school of het hele gebied tijdens en na het community-artproject zijn erg belangrijk. In een community art- en poppentheaterproject is er een andere relatie tussen de poppenspeler en hetpubliek. Enerzijds maakt het publiek kennis met een andere kant van het werk van de poppenspeler. Het denkt mee met het hele proces van het maken van de voorstelling tot het brengen op de planken. Deelnemers aan een community art- en poppenspelproject spreken vaak over de grote betrokkenheid tijdens het proces van het maken van de voorstelling. Ze ontdekken vele voor hen nog onbekende aspecten van het vak en mogelijkheden van henzelf. Een idee, vormgeven, een verhaal, poppen maken, mise en scène, bewegen, tekstbehandeling, licht, geluid, PR, repeteren, opbouwen en afbouwen van de voorstelling: alle aspecten komen langs. Anderzijds maakt de poppenspeler op een andere manier contact met zijn doelgroep. Hij leert de doelgroep van binnenuit kennen, soms is hij zelfs letterlijk lid van de gemeenschap als bewoner van een wijk of als mantelzorger in een zorgcentrum. Hij hoort de verhalen van de deelnemers aan, kan ze met hen samen transformeren tot een poppenvoorstelling. De voorstelling kan werken als een spiegel naar de dagelijkse praktijk, een verzetsdaad aanbieden tegen vastgelopen patronen en nieuwe mogelijkheden aanbieden.
U
it deze wederzijdse kennismaking ontstaat vanuit het traditionele poppenspel als een Phoenix uit de as weer nieuw leven in een al bestaande vorm, in een modernere stijl, met nieuwe technieken, een nieuwe betekenis, met een nieuw verhaal. De pop als object biedt een uitstekende identificatiemogelijkheid voor de poppenspeler om weer subject te worden, de regie weer in eigen hand te nemen.
verliest in drankproblematiek, luiheid of nijdigheid, maar de pop. Zelfkennis, -relativering en -respect spelen daarin een sleutelrol. De spelers bepalen daarin zelf hun grenzen.
Community art en poppenspel
december 2014
Schimmenspel op de Tuin der Lusten, Bosch’ Schimmen
shops, de uiteindelijke realisatie van een project en het tonen aan de lokale bevolking, zijn allen stappen in en elementen van gemeenschapsvorming. Elke sociale groep heeft zijn manier van creativiteit waardoor een grote diversiteit ontstaat die verwondering met zich meebrengt. Figurentheater DRAAD werkt samen met een dertigtal lokale kunstenverenigingen, kunstenaars, stadsdiensten, cultuurcentrum en sociale sector. Iedereen aan dezelfde kar laten trekken is niet evident. Iedere actor heeft elk zijn eigen doelstellingen. De dualiteit sociaal en artistiek brengt een conflict met zich mee. Het zal altijd zoeken zijn om de balans te vinden tussen proces en product. Het productgerichte werkritme van het cultuurcentrum ligt erg hoog. Het zet in een korte termijn heel wat producties en projecten op. Het centrum adviseert bij de artistieke sturing, ondersteunt met technieken, communicatie en vormgeving. De artistieke eisen liggen er hoog. Terecht, maar een sociaal- artistiek proces vraagt tijd! De ontwerpfase met overleg, werving, groepsgesprekken en toeleiding nemen al snel zes maanden in beslag.
J
an Klaassen is ingezet voor verkeerslessen, poppen door Van Deth gemaakt, werden in de jaren 60 gebruikt voor beroepskeuzevoorlichting en de Europese familieleden van Jan Klaassen zijn op brede schaal ingezet voor oorlogspropaganda in de Tweede Wereldoorlog door Duitsers, Russen en ook de Spaanse generaal Franco. Een tweede uitdaging is om een kunstenaar of poppenspeler voor langere tijd in de gemeenschap zelf te laten wonen. Soms heb je geluk en woont de poppenspeler al in de gemeenschap, vaak heb je een kunstenaar of poppenspeler in residence nodig voor een langere tijd. Een adder onder het gras is de gedachte die met name bij overheden en financiers van kunst- en cultuurprojecten leeft dat community art goedkoper zou zijn. Het is een manier om de burgers meer te laten participeren in hun eigen omgeving. Het tegendeel is vaak waar, omdat je professionele kunstenaars en poppenspelers met speciale vaardigheden nodig hebt die het proces begeleiden. Als je die professionals niet inzet heeft dat grote invloed op het proces en het uiteindelijke resultaat van het community-artproject. Uitdagingen voor het poppenspel zelf bij community-artprojecten zijn de kansen om het imago van het poppenspel te veranderen. Aan de ene kant is het imago van poppenspel dát het eenvoudig is en kinderspel lijkt. Ogenschijnlijk is dit een voordeel, want het wordt niet snel als bedreigend ervaren. Poppenspel heeft vaak nog een oubollig imago, terwijl dat bedrieglijk is want het is juist zo veelzijdig, in de praktijk is het vaak een bundeling van veel verschillende kunstvormen. Het stimuleert de creativiteit, maakt dikwijls gebruik van recycling,eenvoudige, hergebruikte,
december 2014
Contact Wil je een uitgebreider verslag van het onderzoek van poppentheater Frans Hakkemars, Droomtheater van JoCanne Oussoren over poppentheater en community art? Neem dan contact op met de schrijvers. Met dank aan het Institut International de la Marionnette voor een tweewekelijks verblijf in het documentatiecentrum aldaar. Ook in Bochum, Duitsland en Tolosa zijn documentatiecentra waar je je kunt aanmelden voor onderzoeksstages.
E
en andere valkuil die vaak vergeten wordt is dat gedurende het proces de poppen, de decors, het licht en geluid vaak van de ene plek naar de andere plek gesleept moeten worden. Het materiaal moet ergens opgeslagen worden. Als je gedurende langere tijd op één plek werkt kun je veel extra’s in de voorstelling verwerken en beginnen de problemen als je gaat rondreizen. Meestal deel je deruimte met anderen. Tijdens het repeteren is er vaak een aanpassing nodig of een reparatie. Je kunt stand-in poppen of eenvoudige voorbeelden gebruiken, zodat je vanaf het begin spelen en maken kunt combineren. Bronnen en inspiratie Er zijn vele bronnen van inspiratie voor het ontwikkelen van community art en poppenspel, zoals vormen van vaak eeuwenoud traditioneel en religieus poppenspel of de in elke cultuur voorkomende verhalenvertellers. In de jaren 60 zijn in de westerse wereld alternatieve vormen van kunst en cultuur ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan Bread & Puppet theatre, parades met grote poppen van politieke figuren en dergelijke. Internationaal schieten congressen en symposia met thema’s als toegepast poppenspel, poppentheater met een sociaal doel, handen uit de mouwen voor poppenspel, de kracht van de pop, als paddenstoelen uit de grond. Er zijn steeds meer overzichten van voorbeeldprojecten en van de verschillende UNIMA-commissies. Periscopio van de Culturele Uitwisselingscommissie geeft daarvan een overzicht. Internationale festivals zetten nevenprogramma’s en educatieve projecten in om de hele gemeenschap bij het festival te betrekken. Ook de 53 professionele beroepsopleidingen voor poppenspelers wereldwijd besteden naast het maken en spelen van voorstellingen meer aandacht aan poppenspel en de mogelijkheden voor community art. Fondsen en netwerkorganisaties als LAKC, Fonds voor de Cultuurparticipatie en Movisie leggen de nadruk op participatie van de deelnemers en projecten en er wordt gedacht aan vele vormen van co-financiering via eigen bijdragen, in natura, tijd, materialen, kennis, investeerders, crowdfunding,bedrijven, fondsen, stichtingen en de overheden in het maatschappelijk middenveld. Kritische noot De overheidsbezuinigingen in zorg, onderwijs, kunsten en cultuureducatie, in combinatie met de financiële crisis, zorgen voor minder geld in de fondsen en gebruiken participatie als het wondermiddel. De uitdaging voor community-artprojecten wordt daarmee des te groter. Zij vervullen een behoefte in het zelf in eigen hand nemen van de woon-, leef- en werkomgeving. Zij voorzien in een behoefte aan gemeenschappelijkheid, kleinschaligheid en ambachtelijkheid. Zij nemen stelling tegenover de razendsnelle technologische ontwikkeling en globalisering. Samenwerken aan een project heeft een enorme bindende factor, je kunt je eigen kennis, ervaring en ontwikkeling inzetten en biedt tegelijkertijd de mogelijkheid dat oud traditioneel erfgoed nieuw leven wordt ingeblazen. Geraadpleegde bronnen: cultuurindexonline.nl en www.cultuurparticipatie.nl www.tandemexchange.eu en www.culturalfoundation.eu www.marionnette.com Poppenspel en wereldcultureel erfgoed www.UNIMA.org onder usefull links en www.unesco.org
Geëngageerd poppentheater, bestaat dat nog? Deel 1: Het oude maatschappelijk engagement versus het nieuwe engagement
Martine van Ditzhuyzen
Aan kunstenaars worden vanuit de politiek nieuwe eisen gesteld. Naast excellente artistieke kwaliteiten moeten zij zich als ondernemer profileren, een breed publiek bereiken en zichtbaar worden in eigen wijk en stad. Daarnaast kunnen zij niet om de ideologische en economische crisis heen die door onze samenleving woekert. Vanwege het stormachtige maatschappelijk klimaat wordt engagement in (poppen)theater wellicht opnieuw relevant. In dit eerste deel onderzoek ik de verhouding tussen het huidige engagement zich en het engagement van de jaren ‘70. In de volgende editie van WP neem ik het engagement van het huidige poppentheater onder de loep. Het geëngageerd (poppen)theater van toen Volgens Hetty Paërl was het traditioneel Europese poppentheater het volkstheater bij uitstek dat op kermissen, jaarmarkten en pleinen voor de armen speelde.
5
1 Het poppenkastspel, dat meestal door handpoppen werd 2
3
4
uitgevoerd, had een sterk satirische inslag waarbij kritiek op de dominante rijke klasse werd geuit. “Gespot werd met het gezag waarmee ze in aanvaring kwamen: de politie, de rechterlijke macht, het leger, de clerus.” De poppenspelers kwamen uit dezelfde sociale klasse als het publiek en ze dreven ook de spot met hun gemeenschappelijke underdogpositie. Op de toeschouwer had deze ´dubbelspot´ een bevrijdend effect. Voor de duur van de voorstelling kon het publiek, door het komisch spel en de humor, even aan de dagelijkse ellende ontsnappen. Jan Klaassen staat in Nederland als de icoon van het traditioneel volkspoppentheater. Tegenwoordig verwijst het begrip engagement naar het vormingstheater van de jaren ‘70, dat toen floreerde. Waar het ‘engagement’ in het volkspoppentheater uit de vroegere eeuwen er op uit was het volk tijdelijk van haar ellende te verlichten, daar had het vormingstheater emancipatorische doeleinden. Theatermakers waren ervan overtuigd dat de wereld kon veranderen door de emancipatie van burgers te stimuleren, schrijft Marieke Nooren die het discours over het maatschappelijk engagement binnen het Nederlandse theater in kaart heeft gebracht. In de jaren ‘70 waren geëngageerde theatermakers verbonden met een politieke beweging. Het vormingstheater droeg een moraal uit, nam standpunten in en schreef gedragingen en acties voor die daar logisch uit voortvloeiden, aldus Nooren. Overigens interviewde Nooren voor haar studie alleen (toneel)theatermakers en geen beeldend- of poppentheatermakers. In ‘Ontwikkeling in het Poppenspel in Nederland’ uit 1982 wijdt Paërl een chapiter aan het engagement bij poppenspelers in de tweede helft van de vorige eeuw. In de jaren ‘50, schrijft Paërl, werden bij “Het Kleine Wereldtoneel van Jan Nelissen en Pieke Dassen politieke stukken met Jan Klaassen en Katrijn vertoond waarbij misstanden van de kerkelijke en gemeentelijke overheid werden gehekeld”. Aan het eind van de jaren zestig in de tijd van de “democratiseringsbeweging waarin grote groepen van de bevolking in Nederland in actie kwamen, waren er ook poppenspe-
lers die direct inhaakten op de maatschappelijke beweging”. Bij Poppentheater Paradaas is, volgens Paërl, het politiek getint engagement zichtbaar. Naast het gebruik van poppen zet Paradaas in zijn voorstellingen ook voorwerpen in en laat zich uit over binnen- en buitenlands onrecht en over de oorlog in Vietnam. Ook in de voorstellingen van Henk Abbing met Theater A klinken, in de jaren ‘70, thema’s als politiek bewustzijn en onderdrukking door. Willem en Saartje Joppe met hun Poppentheater Parcifal uit Zeeland gebruiken dierlijke figuren om maatschappelijke vraagstukken als kerncentrales, vrouwenemancipatie en milieuverontreiniging aan de orde te stellen. In Rotterdam zette Wim Noordergraaf zijn poppenspel in om na afloop van de voorstelling discussies tussen toeschouwers uit te lokken.
In de jaren 80 blazen Wim Kerkhove en muzikant Klaas Bakker met het door hen opgericht Theater Pantijn nieuw leven in het Jan Klaassenspel. Zij pakken het straattheater weer op en voorzien de bekende scènes uit het traditioneel poppenkastspel van actuele inhoud en muzikale ondersteuning. Zo behandelen zij in hun voorstellingen onder andere thema’s als immigratie en het kernwapenbeleid. Het nieuwe engagement Volgens Nooren vinden de meeste hedendaagse theatermakers dat overtuigen en uitspraken doen over de wereld moraliserend is. Het past niet meer in onze huidige samenleving.
6 Door de globalisering en internet is ons wereldbeeld
7
grenzeloos en complex geworden. Vanwege die complexiteit is de taak van de kunstenaar meerduidig geworden en beperkt zich niet meer tot het innemen van vaste standpunten en het aandragen van oplossingen en richtlijnen. Nooren spreekt over “oud maatschappelijk engagement versus over nieuw engagement”. “Verscheidenheid is een eerste verworvenheid op het oude engagement”, schrijft Nooren. “Het hedendaagse maatschappelijk geëngageerd theater zou juist de polemiek, de spanning tussen verschillende denkbeelden, het complexe totaalbeeld van de wereld moeten tonen.” Sommige geëngageerde theatermakers van nu tonen hun maatschappelijke betrokkenheid juist in het persoonlijke. Zij proberen te beschrijven wat de wereld met hen doet.
Mogelijkheden en kansen Er zijn een aantal valkuilen of uitdagingen voor community art in het algemeen en community art en poppenspel in het bijzonder. De eerste en belangrijkste vraag is wie de dragende kracht vormt van een community-artproject. Zijn dat de bewoners in de wijk zelf, de woningbouwcorporatie, de overheid, de leiding van het zorgcentrum of de bewoners zelf, de mantelzorgers of de beroepskrachten? Of is het wellicht de kunstenaar of poppenspeler zelf op zoek naar werk? Waarom wordt het project georganiseerd? Wat is het doel? Komt de ondersteuning en het initiatief van onderop of van bovenaf? Kunst en ook poppenspel kan voor elk doel gebruikt worden.
makkelijk beschikbare materialen, die een nieuwe functie krijgen. Als er spontaan met de poppen wordt gespeeld, ziet het er al gauw overtuigend uit. Maar hier begint het echte werk: hoe herhaal je wat je de eerste keer hebt gespeeld? Het spel moet geoefend worden, het vraagt bewustwording van wat je wilt laten zien, van gedrag en gedragsverandering en inzicht in samenwerkingsmogelijkheden en dat kost veel tijd en energie.
december 2014
Elke poppentheatertechniek en speelwijze heeft zo zijn eigen voor- en nadelen. Voor het spel op straat kun je beter reuzenpoppen gebruiken, papier- en schaduwtheater is licht van gewicht, overal neer te zetten en makkelijk te transporteren. Schaduwtheater is één van de oudste vormen van het doorgeven van verhalen.
In deel 2: Het nieuwe engagement bij Hotel Modern, TamTam, Neville Trenter en anderen.
Bronnen: 1 Paërl, Hetty, Heerekrintjes, Uniepers bv Amsterdam Gaade Uitgevers, Veenendal (1987) 2 Idem p10 3 Nooren, Mbarieke, It’s Time To Meet The Real You, het hedendaags discours over maatschappelijk engagement binnen het Nederlandse theater in kaart gebracht, Theater & Openbaarheid, Toneelacademie Maastricht/Theater Instituut Nederland (2006) 4 Paërl, Hetty, Ontwikkelingen in het Poppenspel in Nederland, Unima Centrum Nederland (1982) p20 5 Idem p57 6 Nooren, Marieke, It’s Time To Meet The Real You, p218 7 Idem p222
Joanne Oussoren
O
december 2014
Terwijl twee vuurvreters hun acts opvoerden voor het Entrepotgebouw, een winkelcentrum, voegden zich nog honderd andere mensen bij de menigte. De performances eindigden met een optreden van drumfanfare Excelsior. Vrijwilligers van Droomtheater lanceerden vliegende Chinese wensballons en tenslotte kregen alle deelnemers die een lampion hadden gemaakt, een beloning van de winkeliersvereniging.
Hoe een object bewoners aan zich kan binden en een wijkbreed traject op gang brengt, verschillende groepen bewoners activeert, met elkaar in contact brengt en een plezierige gemeenschappelijke ervaring biedt. Dit artikel beschrijft een community-art project waarbij de lampion, een lichtgevend object, de hoofdrol vervult.
Najaarsoptocht door de wijken Feijenoord en de Kop van Zuid in Rotterdam, een community-artproject. Foto’s Rick Messemaker
Voorgeschiedenis Tijdens de zomer van 2014 lagen er drie belangrijke vragen op tafel bij Stichting Droomtheater van verschillende brongroepen uit de wijk: 1. Drie professionele organisaties die in hun vrije tijd met kinderen in de wijk Feijenoord werken, stelden ons de vraag of zij in het najaar iets met het Droomtheater zouden kunnen organiseren rond Halloween? 2. Een cultuurmakelaar legde de vraag bij ons neer of wij samen met de winkeliersvereniging rondom het Entrepotgebied en het nieuwe Hefpark een voorstelling wilden uitvoeren. 3. Ondertussen werd er intern bij het Droomtheater samen met poppenspeler Frans Hakkemars gewerkt aan de ontwikkeling van een driedimensionaal lichtobject. Na de succesvolle projecten met de tweedimensionale Chinese schimmen in de diverse uitvoeringen van het project Carnaval der Dieren in Rotterdam en Uithoorn, wilden we een volgende artistieke stap zetten. We besloten in samenwerking met buurtorganisaties een avondoptocht met lampions door en voor bewoners langs verschillende participerende panden en gebouwen van organisaties in de wijken Feijenoord en Kop van Zuid. met muziek, voorstellingen en presentaties te organiseren. Object Voor een avondoptocht is de lampion het centrale, richtinggevende object. Een baken dat de overgang van zomer naar winter visualiseert. Dit voor iedereen herkenbare symbool brengt tijdens de optocht verschillende bewonersgroepen bij elkaar. Het inmiddels bij de jeugd bekende najaarsfeest Halloween kan goed worden gecombineerd met een viering
van het oude West-Europese Sint Maarten waarbij kinderen ook met lichtjes langs de deuren gaan. De lampion blaast op deze manier nieuw leven in reeds bestaand cultureel erfgoed. Wellicht ontwikkelt de lampionoptocht voor Feijenoord een najaarsritueel waarin zowel jongeren als ouderen, bewoners uit verschillende culturele achtergronden, gastspelers en kunstenaars participeren. Een jaarlijkse samenwerking met kunstenaars, basisscholen en buurtorganisaties kan uitgroeien tot een uiting van ‘Nieuwe Europese Cultuur’. De lampion wordt gemaakt van ‘wilgentenen’, dit zijn jonge twijgen (zijtakken) van de knotwilg, een boom die groeit langs sloten en vaarten in het West-Europese landschap. In het najaar worden de wilgen geknot en van de takken worden sinds lange tijd gebruiksvoorwerpen gemaakt. Deze ‘wilgentenen’ vormen het basismateriaal voor de lampions. Workshop Droomtheater biedt workshops aan om lampions te maken van wilgentenen, wit vliegerpapier, schilderstape en fietslampjes op batterijen. Aan deze workshops kunnen bewoners, organisaties, vrijwilligers en andere geïnteresseerden deelnemen. Zij kunnen hun kennis en ervaring weer doorgeven in workshops voor kinderen in hun eigen omgeving. Alle deelnemende organisaties en personen betalen een eigen bijdrage aan dit project, hetzij in middelen, hetzij in geld. Verschillende andere organisaties sloten zich aan bij het concept van de ‘Wijkbrede Droomtheater-najaarsoptocht’: zorgcentrum De Steenplaat, wijkcentrum De Proeftuin, opbouwwerk Dock, de Marokkaanse moskee en meerdere bewonersgroepen van Feijenoord en de Kop van Zuid. Zo kon daadwerkelijk een wijkbreed traject worden ingezet. Bevindingen en conclusie Alle betrokkenen kijken terug op een geslaagd project vanwege de drukbezochte workshops op verschillende plekken in de wijk in de twee weken voorafgaand aan de lichtparade. De vele vaak nog gescheiden optrekkende culturele minderheden in de wijk sloten zich aan bij één evenement. Sommige autochtone bewoners vertelden dat het jaren geleden was dat een fanfare door de wijk trok. Het was een open happening met actieve en passieve cultuurparticipatie waarbij op ieder moment ieder die dat wilde zich kon aansluiten. Oud cultureel erfgoed werd mooi vermengd met hedendaagse cultuuruitingen. Veel belangstellenden, participanten en mede-investeerders gaven aan dat de gezamenlijke beleving van de sfeer tijdens de karavaan een grote indruk maakte. Volgend jaar weer en meer.
De kracht van een object
p vrijdag 31 oktober rond 19.30 uur trok een lange stoet van tweehonderd mensen door de wijken Feijenoord en de Kop van Zuid in Rotterdam: honderd lampiondragers, veertig musicerende, verklede en geschminkte kinderen en volwassenen en andere belangstellenden.
december 2014
8
Velen vertrekken vanuit autobiografische werken en doen intensieve research als voorbereiding. Kunstenaars verbinden zich met de wereld en vinden zich als ieder ander onderdeel van het systeem. Daardoor beschouwen zij hun mening niet als beter dan die van anderen. Zij zijn terughoudend als het gaat om brede, algemene analyses en vaste stellingnamen. Theater moet verschillende standpunten en levensvisies tonen, het moet de toeschouwer er tussen laten slingeren om zelf een eigen mening te vormen. Vragen opwerpen door middel van het kunstwerk zonder er een antwoord op te geven is genoeg. Anderen vinden dat “kunst om het onzegbare gaat en geen voertuig is voor politieke stellingname”. Theatermakers hebben niet de illusie of de pretentie dat kunst iets zal veranderen. Voor sommige makers betekent engagement dat het kunstwerk communiceert, contact maakt en het publiek raakt. Dat is volgens hen de essentie van theater.
litiek: censuur, propaganda en verzet in 19de tot 21ste eeuw’ vond plaats in Charleville-Mézières (Frankrijk) van 20-22 november. De conferentie werd georganiseerd door Raphaël Fleury, doctor in de letteren en verantwoordelijk voor de onderzoeks- en documentatiepool van het Institut International de la Marionnette (IIM) samen met Julie Sermon, lector in de theaterwetenschappen aan de Lumière Universitiet in Lyon, in samenwerking met een comité van twaalf internationale wetenschappers.
D december 2014
10
eze conferentie bracht onderzoekers en kunstenaars bij elkaar om te reflecteren op censuur, propaganda en verzet in het poppentheater. Denk daarbij aan het plegen van openlijk verzet, aan het suggestief omzeilen van de censuur, aan een strijdbare inzet en of samenwerking vanuit gemeenschappelijke interesse. Wat is de relatie tussen de (politieke, juridische, economische, religieuze) macht en de rol van poppenspelers in de moderne en hedendaagse geschiedenis? Drie algemene aspecten daarvan zijn de kracht van poppenspel, het poppenspel in tijden van crisis en de strijdbaarheid en zelfregulering van poppenspelers. Die onderwerpen werden aan de orde gesteld in zes verschillende sessies: Hoe houd je vanuit de machthebbers gezien het poppenspel onder controle, wat is de invloed van propaganda en verzet op het repertoire van het poppentheater? Poppenspel ten dienste van een ideologie, Poppentheater en verzet. Is het poppenspel een middel, een motor tot verandering of een spiegel van veranderingen die reeds in de samenleving gaande zijn? En tenslotte: Wat is de politieke en economische positie van de poppenspeler in verleden en heden? Gedurende drie dagen kon je meer dan achttien lezingen in het Frans en of Engels aanhoren met tussendoor discussie, ronde tafelgesprek, filmpresentatie en een traditionele Oost-Euro-
pese Vertep voorstelling (het kerstverhaal verwerkt tot een traditionele poppentheatervoorstelling). Een zeer grote variëteit aan onderwerpen, met veel enthousiasme gepresenteerd. Nog nooit zoveel onderzoek, presentaties, kennis en ervaringen aangaand dit onderwerp bij elkaar gezien. Gelukkig komt er te zijner tijd een boekpresentatie om het gepresenteerde nog eens na te slaan. Op de blog www.puppower.hypotheses.org is nu al een uitgebreid netwerk te bekijken van onderzoek en colloquia in het poppentheater. Hoogtepunten Voor het boek er is, nu alvast enkele voor mij zeer interessante voorbeelden: wist u dat de familie van Jan Klaassen in Spanje, Duitsland (Kasperl) en Rusland (Petrouchka) tijdens en rondom WOII op grote schaal is ingezet als oorlogspropaganda? Sadiah Boonstra vertelde in haar proefschrift (zie WP5) dat Wayang Santri een vorm van schimmenspel is die meer islamitische volkstradities in het Wayangspel brengt. Toen zag ik dat als een positieve ontwikkeling, maar Kathy Foly van de SantaCruz Universiteit in Californië ziet in de afgelopen dertig jaar een ontwikkeling in de Wayang die zeer intolerant staat tegenover niet-islamitisch cultuurgoed. Wayang fungeert hier als spiegel van ontwikkelingen in de Indonesische samenleving. Annie Rollins van de Concordia Universiteit in Montréal, Canada, laat zien hoe het Chinese schimmenspel in China zelf op dit moment in een overgang zit tussen traditionele volkskunst en modern commercialisme. De meeste indruk op mij maakte de
In de Arabische landen zijn de filmpjes wellicht door de censuur nauwelijks bekend. Uiteindelijk zijn er in drie seizoenen 31 afleveringen verschenen. Begonnen door een collectief van kunstenaars die nog geen ervaring hebben met poppenspel ontdekken zij al doende de kracht van het poppenspel om een duidelijke boodschap over te brengen: ‘President Assad moet weg!’. In het tweede jaar zie je zelfs aangrijpende martelingen tussen de poppen. Met het ingewikkelder worden van de situatie in Syrië tussen de onderling strijdende partijen vertoont ook het poppenspel een minder helder verhaal. Karim Dakroub constateert dat aanvankelijk kunstenaars uit nood naar het poppenspel grijpen om hun boodschap wereldkundig te maken. Later gaan die poppenspelers filmpjes maken waarmee ze geld kunnen aanvragen bij westerse organisaties als het Prins Clausfonds en Deense en Duitse fondsen. Het karakter van het poppenspel verschuift met de ontwikkeling van de strijd in Syrië en met de invloeden van buitenaf vanuit het Westen. Hoe zit dat eigenlijk in Nederland? Hebben wij hier ook voorbeelden van politiek poppentheater? Ik ken de politieke poppenkast van politiek tekenaar Albert Hahn van begin van de vorige eeuw. Het Kultureel Front bracht een bijna honderd pagina’s tellende uitgave van politiek poppenspel in Nederland en Vlaanderen met name in het eerste kwart van de vorige eeuw. De Lachende Spinnekop van Jan Kesler, die politiek poppentheater bracht over het nieuws van de dag in het voormalige Filmmuseum in het Vondelpark in Amsterdam vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Wim Kerkhove met zijn poppenkast op de Dam. Zijn er meer voorbeelden of onderscheiden Nederlandse poppenspelers zich meer in het artistieke poppentheater?
GEZIEN
Het ’Colloquium Poppentheater en Po-
Knap spel in braaf verhaal voor breed publiek Freek Neirynck
Het Vlaams professioneel figurentheatergezelschap met de drukste speelkalender is momenteel wellicht Theater Tieret uit Beveren-Waas. Vorig jaar leverde het nog een schitterende, hilarische en zeer positief gerecenseerde productie ‘Reynaert, de valschaard met den grijzen baard’. Met de nieuwste voorstelling ‘Rimpelwals’ voor kinderen vanaf april 4 jaar kooshet voor een breder leeftijdsscala aan
publiek. Dat maakt de productie evenwel minder aantrekkelijk voor het volwassen publiek en de oudere kinderen. Rimpelwals moet het doen met een flinterdun en voor de hand liggend verhaaltje over een opa die (levens)moe is en behoorlijk immobiel. Zijn kleinzoon betoont hem evenwel alle zorgzaamheid en affectie die hij een leven lang verdiend heeft. Dankbare Opa bedankt daar graag voor met zijn verhaaltjes uit het verleden. Soms is dat aandoenlijk, vertederend, emotioneel, niet zozeer door de sterkte van de toneeltekst, als wel door het bijzonder fijnzinnige spel van de hoofdrolspeler, Joost Van den Branden. Zowel zijn zegging als de manipulatie van de figuren is van een hoog niveau en toch zou een goede regisseur nog meer halen uit zijn intrinsiek talent. Aan een scenograaf met smaak en talent is Tieret zeker toe. De kitscherigheid van de vormgeving in ‘Rimpelwals’ stuit nog het meeste tegen de borst. Je zit als toeschouwer een uurlang te kijken op een speldispositief dat in de jaren twintig van de vorige eeuw er evenzo zou hebben uitgezien in het Leeken- of Patronagetoneel. Overdreven realistisch, onnodig gedetailleerd en vooral esthetisch écht ouwbollig. In een veel gestileerdere, meer aan de verbeelding van de toeschouwers overgelaten vormgeving zouden het spel en de warmte die er bij momenten van uitgaatveel beter hebben gerendeerd. Een artiest blijft recht hebben op een mislukking in zijn carrière. Bij Tieret is voldoende talent aanwezig dat zich inmiddels bewezen heeft. Het is dus uitkijken naar een zich hopelijk zeer snel aandienende opvolger. Gezien op woensdag 29 oktober in Cultureel Centrum Nova inWetteren.
11
Frans Hakkemars
Rimpelwals van Tieret:
december 2014
Colloquium Poppentheater en Politiek in Frankrijk
presentatie van Karim Dakroub van de Libanese universiteit in Libanon. De titel van zijn lezing luidde ‘Poppenspel uit nood. De politieke dimensie van het Arabische poppenspel’. Hij vertelde onder andere hoe schimmenschuiver Ibn Daniël (1238-1310) in zijn tijd al handig was in het omzeilen van de censuur. Over Aragoz, de Egyptische evenknie van de Hollandse Jan Klaassen, als de stem van het volk. En over het schimmenspel Karakoz (letterlijk vertaald: het zwarte oog) verwant aan het Turkse Karagöz. Ten slotte gaf hij een uiteenzetting over de geschiedenis van het in 2012 gestarte Masasit Mati - oorspronkelijk de naam van een strooien rietje dat wordt gebruikt om een populaire kruidenthee te drinken, maar door economische sancties nu nog nauwelijks te krijgen. In Nederland en internationaal is Masasit Mati bekend van de You Tube-poppenspelfilmpjes tegen president Assad uit Syrië.
Vlindervoorstelling
Vanaf het moment dat je binnenstapt ben je in de stemming. Er is een goede oplossing gevonden om het theatertje zowel intiem als ruim te houden. En je mag overal gaan zitten, behalve op de eerste rij: die is voor de kinderen. Het Amsterdams Marionetten Theater brengt ‘De Toverfluit’, opera van Mozart, en ik was benieuwd hoe die combinatie uitpakte.
M
ijn eerste herinneringen aan De Toverfluit gaan zestig jaar terug, op de eerste langspeelplaat die ik kreeg zong de bas Ezio Pinza als Sarastro een magistraal ‘PossenteNumi’, de befaamde aria aan het begin van het tweede bedrijf. Het is een opname uit 1927 en ik vind het nog steeds imponerend. Andere invalshoek In de voorstellingen die ik eerder zag, lag sterk de nadruk op de tocht naar de Tempel der Wijsheid. Wijsheid staat voor het Goede en wijsheid verwerf je niet zomaar. Het draait allemaal om het groteconflict tussen Goed en Kwaad. De opera is geschreven in de tijd van de Verlichting, Mozart was ook nog vrijmetselaar. Het resultaat is dan ook heel moralistisch, mystiek en zwaarmoedig. In De Toverfluit zien we de Koningin van de Nacht als het Kwaad, Hogepriester Sarastro als de Wijsheid en Prins Tamino als de Onschuld die met smoesjes door het Kwaad wordt ingepalmd, maar uiteindelijk, dankzij Sarastro toch kiest voor de Wijsheid. Waarna Prinses Pamina als bonus. Zowel Pamina als vogelhandelaar Papageno en alle andere rollen dienen vooral om de Wording van Taminote benadrukken.
december 2014
12
De uitvoering in Amsterdam is totaal anders. Vanuit mijn beleving hebben ze van de bijrollen de hoofdrollen gemaakt. Hierdoor is de opera ineens heel anders geworden. Veel luchtiger en toegankelijker, zeker voor kinderen, zonder evenwel aan kwaliteit in te boeten. Het grote conflict tussen Goed en Kwaad is naar de achtergrond verdrongen, in plaats daarvan is de nadruk gelegd op het verschil tussen de perfecte prins Tamino en Papageno, de vogelhandelaar vol gebreken. Zowel Papageno als Prinses Pamina zijn gewone mensen, ze proberen te genieten van het leven en dan blijkt dat je ook met allerlei gebreken, maar met een goed hart, gelukkig kunt worden. Voor een marionettentheater werkt deze interpretatie geweldig, zeker zoals het uitgevoerd is. Het blijft opera Twee stemmen sprongen eruit: Karin ten Cate als Pamina en Pieter Hendriks als Papageno. Toevallig, of juist niet, de hoofdrollen in deze versie. De stemmen passen qua klankkleur perfect bij elkaar, de twee duetten zijn ongelofelijk mooi... Ook de andere stemmen waren goed gekozen en tot mijn opluchting zong men met weinig vibrato. Met vibrato is het als met zout: te weinig zout en het eten smaakt gezond, teveel en het is niet naar binnen te krijgen. Momenteel is het erg populair om te pas en te onpas, en dan ook nog met veel te veel vibrato te zingen. Vooral in de duetten wordt het dan een kakofonie. Gelukkig bespaart het Marionettentheater ons die ellende en schotelt ons juist een zeer genietbare uitvoering voor. Ook de muzikale begeleiding is van een hoog niveau, op de juiste momenten swingt de muziek als een gieter. Er wordt in het Nederlands gezongen.
D
it past uitstekend bij de voorstelling - zelf houd ik meer van zang in de oorspronkelijke taal, omdat elke taal zijn eigen klankkleur en ritme heeft. Voor het Nederlands pleit dat er veel gesproken wordt in het stuk. Grappig was dat ik in de pauze sprak met een moeder en haar zoontje, ze vonden het erg leuk, alleen verstond het jongetje de tekst niet: hij kwam uit Duitsland. Een minpunt voor mij is dat Sarastro, een partij voor een diepe bas, hier gezongen wordt door een bariton. Ook de Sarastromarionet is vrij jong van uiterlijk, het past wel perfect in het concept, maar toch mis ik die mooie diepe krachtige bas… Van kast tot podium In de opera Hoffman’s Vertellingen (waarin weer een andere opera van Mozart te horen is) speelt een mens een marionet en dat blijkt bepaald niet eenvoudig. Even moeilijk is het om marionetten tot leven te brengen. Iets dat ze wel lukt in Amsterdam. Er wordt gespeeld op een vrij groot podium dat goed gebruikt wordt. Het is in de diepte in tweeën gedeeld, het achterste deel kan door schuifdeuren afgesloten worden en dat geeft prima mogelijkheden. Vooral als voor de deuren de belichting constant wordt gehouden, terwijl er in de ruimte achter de schuifdeuren veel en mooi met de verlichting gewerkt wordt. Er zit veel humor in die niet alleen kinderen aanspreekt; het zijn vaak eenvoudige maar hele leuke vondsten. Ik ga ze niet verklappen, slechts een paar voorbeelden om een idee te geven: op een bepaald moment zit Tamino op een bankje en komt een redelijk groot konijn voorzichtig snuffelend naar hem toe. Het levert een heel lief en teder beeld op, tot op het moment dat er een even lief schaapje het toneel op komt, nog niet half zo groot als het konijn. Heel sterk is dat het juist niet grappig gebracht wordt, bijna onopvallend. Dat geldt ook voor de schuine boom in het decor. De aandacht trekkende handelingen gebeuren vooraan, op de achtergrond loopt een meisje de planten water te geven en even later blijkt die boom weer rechtop te staan.
V
ooral in de eerste helft veel visuele grappen en erg luchtig, de tweede helft is meer ingetogen. Dat past bij het verhaal en kinderen worden ook moe en minder attent. Toch blijven er voortdurend veel en leuke dingen te zien, een beetje achteloos allemaal, maar het ontgaat de volwassenen en kinderen niet. Voor degenen die de voorstelling niet hebben kunnen zien: over een jaar of wat komt er een herhaling. Gezien op 12 oktober in Amsterdam Artistieke leiding: Hendrik Bonneur en Frederieke Cannegieter. www.marionettentheater.nl
Ik denk dat het een nachtpauwoog is. Want hij heeft mooie oranje ogen op de vleugels: die helemaal rechtop kunnen klappen. Ik ben niet zo goed in vlinders, het enige dat ik weet is dat ze uit een verpopte rups tevoorschijn komen, een fantas tische metamorfose die mijn geloof in de wederopstanding der doden heel aannemelijk maakt. Ik lees op Wikipedia: ´De vrouwtjes hebben een spanwijdte tussen de 48 en 90 mil limeter en zijn daarmee vaak groter dan de mannetjes, die slechts een spanwijdte van 40 tot 65 millimeter bereiken. De mannetjes hebben brede, veer- of kamvormige antennes waarmee vrouwtjes tot op enkele kilometers kunnen worden waargenomen. De vleugels zijn vaak kleurig en voorzien van ogen op voor en achterzijde. Bij de vlinders ontbreken de mond delen en roltong.´ Ik heb dat eerlijk gezegd niet kunnen controleren. Er zijn 2004 verschillende soorten nachtpauw ogen, dus de mijne zal er ook wel bij zijn. Ze hebben fantastische namen van Adafroptilum tot Xanthodirphia. De Latijnse naam voor deze vlindersoort is Saturniidae. In het Fins heten ze Kehrääjämäiset (ik hoop dat ik het goed uit spreek). Maar waar leven ze van? Dat heb ik no dig als ik mijn vlinder wil voederen maar ik kan dat cruciale gegeven op internet niet vinden. Daar staat bij ‘leefwijze’ alleen: ‘Het korte leven van de vlinder, meestal enkele weken, is geheel gericht op het voortbrengen van nageslacht.’ Ik vrees dat het er bij ons thuis niet van komt, waar haal ik een vrouwtje vandaan? Waarom vertel ik u dit alles? Als illustratie van het feit dat er vele boeiende maar ongekende werelden ons omringen en dat we eigenlijk weinig moeite nemen om ons in al die vreemde schoonheid te verdiepen. Waarom staan we zo weinig stil bij de regendruppel, toch een bijna dagelijkse verschijning? Waarom wordt het ‘s winters koud? Ja, de zon zakt eerder, dat betekent dat de aarde zich een beetje van de zon afkeert, maar waarom doet de aarde dat nu? Hoe zit dat met dat ge klots van de golven? Is het zingen van vogels een taal? Hoe zijn wíj eigenlijk aan onze taal gekomen? Wat zet een bloem tot bloeien aan? Ga zo maar door. De link naar poppenspel lijkt me duidelijk. Daar ontpopt zich een ding, een object tot een levend wezen. Daar durven we weer verwonderd staan over al die ongekende werelden die ons omringen. Daar vindt de metamorfose plaats van het on mogelijke naar het volstrekt logische. We betreden een fantas tische wereld, die ons de ongerijmdheden in onze dagelijkse omgeving toont en dragelijk maakt. En met een beetje geluk heb je ook nog een happy end. Stel je voor.
13
Roby Bellemans
We hebben al een paar weken een vlinder in huis. Hij vliegt van de slaapkamer naar de studeerkamer en vice versa. En sinds vanmorgen heeft hij zijn intrek genomen in de badkamer. Hij fladdert tegen het raam en strijkt neer op de plastic beker waar onze vijf tandenborstels in staan - waarom we vijf tan denborstels hebben is me een raadsel - ze zijn even ongemerkt komen aanwaaien als de vlinder. Ik durf mijn tanden niet te poetsen, bang onze vlinder op te jagen.
december 2014
Een vrolijke Toverfluit
Ton Delemarre
Freek Neirynck
De stad Gent fungeerde in de herfstvakantie weer als gastheer voor het Vlaams Landjuweel Festival voor Figurentheater, dat al lang geen wedstrijd meer is als aanvankelijk de tournooien van de melomane Rederijkers uit de vorige eeuwen, maar een minifestivalletje van een door een kleincomité van ‘deskundigen’ geselecteerd aanbod. Die commissie selecteerde slechts twee producties van twee uiterst uit elkaar lopende figurentheatergezelschappen: Meandertaal en The Bracket Percussion. Eerder nieuwe namen aan het Vlaamse poppenteater firmament. Een vertelmiddag rond het thema ‘figurentheater’ moest de schraalte enigszins larderen.
december 2014
14
Griet Herssens maakt gebruik van papierpersonages, al snel zuigen haar vlakke figuren de toeschouwers fijntjes in het vertelde verhaal. Een pareltje van esthetiek.
Till De groep Meandertaal uit Poperinge (West-Vlaanderen) bracht onder de titel Till twee woordloze verhalen met hetzelfde uitgangspunt en thema, maar wel in een duidelijk andere plastische en dramaturgische uitwerking. Ze schetsen de uitzonderlijke levensloop van een man die aan de waanzin van de wereld tracht te ontsnappen. In zijn fantasie beleeft hij de - soms harde, maar dan weer vertederende - realiteit hoogstpersoonlijk. In verhaal en vormgeving vertaalt zich dat door een aanleunen bij surrealisme, even ook absurdisme in het vooral tweedimensionale eerste deel. Dat maakt de voorstelling bijzonder (ver)beeld(ings)rijk. Griet Herssens wekt in haar beginscène heel even de indruk dat dit een demonstratie van bijzonder knap vormgegeven pop up-decors zal worden met minimalistisch gebruik van papierpersonages, maar al snel zuigen haar vlakke figuren de toeschouwers fijntjes in het vertelde verhaal. Een pareltje van esthetiek wordt het verder zowel in vormgeving van decors en personages als in het metriculeus figurenspel van Herssens, gedragen door het boeiend en niet voor de hand liggend
muzikaal decor van Harmen Goossens. Jelle Van Rossem koos voor zijn tweede (driedimensionale) deel voor meer toegankelijkheid en realisme en dreigde daardoor wel eens in het voorspelbare te vervallen. Ook hij is een goed manipulator, daar niet van, maar in de belichting zou men zijn nogal veel aandachttrekkend gezicht kunnen vervagen dat niet of niet altijd de geïnterpreteerde emoties van de pop verbergt achter een mooie volle baard. Maar Till is een zeer zinvolle voorstelling van een groep die méér aandacht verdient, ook buiten Vlaanderen. Haar nonverbale aanpak is alvast een garantie daartoe. ‘Vlinders’ Vlinders, het muzikaal figurentheater met overweldigend percussie- en xylofoonspel en met Bunraku-type poppen van The Bracket Percussion kon iets minder bekoren, maar dat had zeker te maken met het feit dat de voorstelling een grotere bühne nodig heeft dan in het door de organisatoren aangereikte Tinnenpottheater. Het zeer uitgebreide en voortreffelijk bespeelde instrumentarium trok nu alle aandacht en de poppenspelers, maar vooral de poppenpersonages werden er
Het verhaal zou dan moeten gaan over de oneindige kracht van liefde en vrijheid, maar blijft eigenlijk in de mist hangen. Eigenlijk het zoveelste voorbeeld van hoe moeilijk het is voor westerlingen om de oriëntaalse cultuur op een niet vervreemde(nde) manier te brengen. Lize Verlooy is een getalenteerde figurenspeelster, zoveel is van de eerste seconden af duidelijk. Ze incorporeeert haar personage Zhu méér dan voortreffelijk en wordt er één mee. Ook Lander Cornelis heeft duidelijk talent, maar moet geregisseerd worden. Voor Vlinders deden ze dat zelf en dat laat zich in zijn spel wel eens voelen. Vlinders wordt evenwel overweldigd door een scènevullend uitgebreid instrumentarium van percussieinstrumenten die - als ze virtuoos (zeker door Adila Yip) bespeeld worden - als een pletwals naar voor oprukken en het dramatische hoofddoel wegdrukken. Ook daarom blijft de voorstelling niet altijd boeien, scènes inkorten is hier absoluut aan te raden. Nergens is het orkest een visuele meerwaarde wegens niet geïntegreerd in het ‘regieconcept’. De beeldentaal van Vlinders lijdt ook wel onder de depaysering van de totale opzet.
Verteldag Ook de Verteldag van landelijke vereniging voor ver tellers Stoel tot Stoel (Net zoals Unima Vlaanderen - om subsidieredenen verplicht - ook deel uitmakend van de koepel OpenDoek), die in het Landjuweel was ingekaderd had als thema figurentheater. Poppen speler Guy Van De Casteele van de Antwerpse Poesje van Sint Andries (en samenstellen van het boek daarover bij Artus Uitgevers) auteur Freek Neirynck traden er op en Willem Verheyden (voormalig di recteur van het Mechelse Figurentheater De Maan, nu freelancend als regisseur) gaf een doesectie met allerhande poppen van scenograaf/figurenontwerper Paul Contryn. Ze namen alle drie een locatie in, in de Sint-Baafsabdij, de oudste van Gent patrimonium van de Stad Gent als Museum voor Stenen Voorwerpen en sinds enkele jaren door de bewoners van de wijk waar ze al sinds de Middeleeuwen staat, in vrijwil ligersverband open gehouden voor allerlei socio-cul turele activiteiten. Guy Van de Casteele speelde met poppen die hij uit een minuscuul valiesje toverde en achteraf door de toeschouwertjes zorgvuldig weer liet inpakken. Een interactief sprookjesachtig verhaal waarmee hij de jongste van de toehoorders bijzon der wist te boeien. Auteur/regisseur Freek Neirynck (voormalige huisauteur/dramaturg/regisseur van het niet langer gesubsidieerde Theater Taptoe, gaf twee maal een korte vertelsessie van zijn bekroonde stuk ‘He, Harlekijn, je touwtjes zijn los’, dat bij de ouder toeschouwertjes (+10) en hun ouders aansloeg. Ron Holst van NVP/Unima hield in hetzelfde kader een eigen standje open en liet Vlaanderen kennismaken met de spiksplinternieuwe agenda van de vereniging.
15
Summier maar interessant aanbod figurentheater
in opgezogen. Het verhaal The Butterfly lovers speelt in het China van de Jin-dynastie, waar meisjes niet naar school mochten. Ze moesten thuisblijven voor huishoudelijke taken en familiaire dienstbaarheid. Ze werden bovendien uitgehuwd. De jonge, vrolijke, assertieve en avontuurlijke Zhu Ying-tai wil zich niet met deze traditie verzoenen. Ze besluit zelf naar school te gaan en de stad te verkennen. Zo ontmoet ze Leung han-bo, een arme jongen, en ze worden beste vrienden.
december 2014
Vlaams Landjuweel:
De zoeker zoekt maar hij wordt gevonden
De Maan nieuwe stijl: Kleine Rode Eva Ada d’Hamecourt
Louis Paul Boon over de commotie die de ontdekking van een vermoord meisje in de buurt veroorzaakt.
een interessante man - eens een
Twee figuren in het wit snijden op een rollende tafel een wolf open. Ze vissen er een rood kapje uit, een
beroemd acteur-poppenspeler, nu
mobieltje, een dagboek. In dat kader ontspinnen zich in één en hetzelfde decor twee verhalen.
waren dus zeer benieuwd naar het boek van Francis Jonckheere over zijn leven. Maar dat viel tegen. Waarom Jozef van den Berg met Wim Vanseveren (Uitgeverij Lannoo) en auteur Francis Jonckheere bij de presentatie van zijn biografie in Antwerpen.
december 2014
16
De auteur neemt ons mee op een ‘wonderlijke tocht in het gezelschap van deze talentvolle verhalenverteller’. Maar op de eerste bladzijde al staat een passage uit ‘Het beste moet nog komen’ van Friedl’ Lesage. Het eerste uit een lange reeks citaten uit radio-interviews. De tocht leidt langs heel veel besprekingen en citaten en er wordt steeds halt gehouden bij lange lappen theatertekst van alle stukken, die Jozef ooit gespeeld heeft. Niet bepaald verlokkelijk dus. Wat is de intentie van het boek? Een documentatie van teksten of een zaligverklaring van Jozef? De auteur kiest meer voor een heiligenverhaal dan een objectieve biografie. Als naslagwerk schiet het tekort door het ontbreken van een personen- en zaakregister en door onvolledige bronvermelding. Op de achterflap staat: ‘Een teder, verhelderend en respectvol boek, dat het mysterie ontsluit van Jozef van den Berg, de man die 25 jaar geleden gold als dé theaterbelevenis van ons taalgebied, maar in een fietsenhok ging wonen en het Nederlandse Neerijnen sindsdien nooit meer verliet.’ Teder, ja. Respectvol, ja. Maar verhelderend en het mysterie ontsluitend? Nee, een mysterie kun je niet ontsluiten, dat moet je ondergaan. Je moet erin geloven. Je kunt natuurlijk allerlei omtrek-
kende bewegingen maken om dat mysterie heen, maar dat is nu juist de makke van het boek, dat er zoveel omheen gepraat wordt, dat bij mij telkens de neiging ontstaat het boek opzij te leggen. Naast de genoemde de kritieken (in diverse talen), de lappen theatertekst (die dan ook nog eens in een erbarmelijk lettertype gedrukt zijn) en de miserabele foto’s, is het vooral het ontbreken van iedere kritische distantie die me stoort. De omgeving van Jozef komt maar bekaaid in beeld. De beroemde dochter Lotte krijgt één regel. Zijn vrouw en andere kinderen komen niet aan het woord. Jozef verdient een beter boek met een mooie dvd waarop alle beeldmateriaal dat we nu bij flarden van You Tube moeten halen. Zijn teksten zouden ook mooi passen in een documentaire, maar dan gespeeld. Desondanks blijft deze brave poging van belang voor ieder die meer wil weten over wat Jozef van den Berg bezighoudt. Op 4 september 2014 was de presentatie van het boek in De Singel in Antwerpen. Op 14 september 1989 nam hij afscheid van zijn publiek in diezelfde De Singel in Genoeg Gewacht met de woorden: “Ik ben een werkelijkheid genaderd die niet meer te spelen is. De zoeker zoekt maar hij wordt gevonden. Daarom sta ik vanavond voor het laatst op de planken.”
Van Poppenspeler tot acteur van Christus Jozef van den Berg Auteur Francis Jonckheere Uitgeverij Lannoo ISBN 978 94014 18447-NUR 728 www.lannoo.com www.youtube.com
We zien hetzelfde, we horen iets anders. Daardoor wordt wat we zien ook anders. Als kijker vul je de beelden anders in. Mijn vrouw krijgt een koptelefoon en hoort de volwassen versie, ik hoor via mijn koptelefoon de kinderversie. Lolita tegenover Roodkapje. “Vrouwen met dochters kunnen er beter niet naar luisteren,” krijgen de volwassenen als waarschuwing. De kinderen horen en zien niet het gewone Roodkapje-sprookje,april ‘sprookjes zijn niet meer van vandaag’, ze krijgen het échte verhaal, over een meisje in een stad, dat haar vader mist, naar buiten wil, maar opgescheept zit met een aandacht trekkende en ziekelijke grootmoeder. In het volwassen verhaal is de wolf/man aan het woord en suggereert hij dat Eva hem verleid heeft. In het kinderverhaal is het andersom, en was de kleine Eva dus op zoek naar een vaderfiguur. In het ene verhaal is Eva dood, in het andere gaat ze gewoon weg. Op de scène gebeurt er veel. In een miniatuurhuisje of -tram bewegen de poppetjes en worden de beelden via een cameraatje uitvergroot op scherm. Cameraatjes zoomen in op een flatgebouw, op rode laarsjes die stappen via de vingers, op gezichten die op ballonnen spreken, op een caravan, op de bankjes in een tram. Levensgroot springen bunny’s rond en zet meneer de wolf zijn masker af. Spel op het podium gaat over in projectie van bostaferelen, om dan weer de manipulatie op het podium weer te geven. Zo multimediaal waren we dat van De Maan niet gewoon. (Dat was eerder het kwaliteitslabel van Theater Froe Froe). Het loopt soms nogal wat stroef en er zijn toch erg veel decorwisselingen, maar het blijft boeiend om naar te kijken. Vroeger had je bij De Maan wel toffe nieuwe dingen op het vlak van vorm en werd er inventief omgesprongen met nieuwe materialen en kniptechnieken, maar die nieuwe procédés werden dan vaak te veel uitgemolken. Nu gaat het allemaal wat flitsender. Ook de verhaaltjes waren tot voor kort wat rechtlijniger, en de inhoud was zeker ‘braver’. Met de nieuwe artistieke leider Stef de Paepe wil De Maan zich verruimen, meer richting visuele performances gaan, meer de moderne mediatechnieken in de producties integreren. ‘Kleine Rode Eva is een prototypische voorstelling voor De Maan nieuwe stijl: enigszins gedurfd, vernieuwend, relevant’. De naam De Maan zal nog een tijd blijven bestaan. Maar zal steeds gecombineerd worden met de term Beeldsmederij. “De term waar ik van hou omwille van zijn ambachtelijke connotatie, wil namelijk de definitie van het figurentheater oprekken tot alles wat beeldende performance is”, aldus Stef de Paepe. Trendy overstappen van woord- naar beeldcultuur. De nieuwe Maan ziet “veel zuurstof in de clash tussen de oude media die figuren, objecten, enzovoort zijn en nieuwe media.” De nieuwe Maan wil én inzetten op dramaturgisch goede verhalen én op “toegepaste beeldende kunst”. In Mechelen beschikt het
Foto Diego Franssens
gezelschap nu over een nieuw huis, met twee nieuwe zalen en nog allerlei ruimtes die artistiek aangewend kunnen worden. De Maan wil zich niet alleen vernieuwen, maar ook jonge kunstenaars de kans geven zich te ontplooien.
17
(2010 nr 1, ‘Van kast naar kluis’). En
Het volgend project heet ‘Waarom het kind in de polenta kookt’ (10+). “Het wordt een wandelvoorstelling die de uitgezette beeldtaal van Kleine Rode Eva verder zal onderzoeken.” Het belooft een hybride kruising te worden tussen concert, vertelling, tentoonstelling, circus, multimedia. Het wordt dus best spannend om naar De Maan uit te kijken, en dat is toch wel iets nieuws.
december 2014
een kluizenaar in Neerijnen - voor WP
boeien?
Eenzelfde scène, totaal verschillende verhalen. De titel geeft het al aan: ‘Kleine Rode Eva’ is een samentrekking van Roodkapje, het sprookje, en De kleine Eva uit de Kromme Bijlstraat, een episch gedicht van
Wij interviewden Jozef van den Berg,
kan het boek over hem mij maar niet
Tuur Devens
www.demaan.be Kleine Rode Eva, gezien op 6 november 2014 in CCMechelen (B).
december 2014
18
Afgelopen vrijdag 14 november kwam al om acht uur ’s morgens het droeve nieuws dat Feike Boschma op 93-jarige leeftijd was gestorven. Drie jaar geleden zag ik hem voor het laatst in Rotterdam en het viel me toen op dat hij nog niet helemaal grijs was, in tegenstelling tot veel jongere collega’s in het gezelschap. Op de een of andere manier wist hij altijd zijn jeugdigheid te bewaren en dat hij met poppen speelde moet daar ongetwijfeld aan hebben bijgedragen.
Voor het eerst zag ik hem in de jaren zeventig toen hij deel uitmaakte van Funhouse, de groep rond mimespeler Rob van Houten die garant stond voor absurdistische shows die van gekkigheid aan elkaar hingen en waarin Feike veel indruk op me maakte met zijn ratten en etende broodjes. Zijn dood vormde de aanleiding om nog eens het boekje Aantekeningen uit de kast te halen dat meteen al opent met een uitspraak van de meester zelf: “Als poppenspeler bevind je je op een rond plein met monumentale panden die elk een kunst vertegenwoordigen. Je staat in het trapportaal en roept naar boven: mag ik iets van je lenen?” Zelden heb ik een kunsttheorie zo kort en krachtig horen forDe wedstrijd tussen Zeuxis en Parrhasios muleren, of het zou Carel van Mander moeten zijn die in Het Schilderboeck van 1604 de kopje ‘Echt en onecht’. Zij schrijft daarin dat “poppenspel jonge kunstenaars leert: “van welgekozen rapen kookt men appelleert aan het ongerijmde, het magisch irrationele, het goed potage”, wat zoveel wil zeggen dat je je motieven met ‘wilde denken’ in de termen van Lévi Strauss“ en ook dat de zorg moet kiezen uit het grote aanbod dat de kunst je biedt. “appreciatie van poppenspel een maatschappelijk ritueel is, Rapen in de zin van vergaren om zo tot goede kunst te komen berustend op de collectieve afspraak waarop ieder ‘theatridie stoelt op een rijk verleden, precies wat Feike bedoelde. cal frame’ gebaseerd is”. In de woorden van socioloog Erving Goffman, de geestelijke vader van het begrip: “Dit, dat zich Alles was er op gericht de kunst als werkelijkheid te presenvoor onze ogen op het toneel afspeelt, is niet echt, maar wel teren, als ‘bedrieglijk echt’ want kunst was in de eerste plaats echt genoeg om ons emotioneel te beroeren.” Dat er nog altijd toch nabootsing, vermakelijk bedrog. Regelmatig werd het mensen zijn die moeite hebben met het onderscheid tussen verhaal over de wedstrijd tussen Zeuxis en Parrhasios nog illusie en werkelijkheid wordt nog eens duidelijk als je bedenkt eens opgehaald om opnieuw duidelijk te maken waartoe dat, zo gaat de auteur verder, “het poppentoneel van de Antde kunstenaar in staat is. Plinius weet het allemaal mooi te werpse poesjenellen in vroeger tijden met een metalen raster vertellen in zijn Naturalis Historia waarin hij bericht dat Zeuxis (werd) beschermd tegen projectielen uit de zaal, en werd een tros druiven zó echt had geschilderd dat de vogels er op de booswicht uit het Victoriaanse marionettentheater na de af vlogen om er van te pikken. Met het werk daagde hij zijn voorstelling nog wel eens door verontwaardigde toeschouwers collega Parrhasios uit want die zou, zo meende hij, niet tot zo’n opgewacht”. Het zijn hele sterke staaltjes die nog maar eens kunststukje in staat zijn. Niettemin nodigde Parrhasios hem uit laten zien waartoe de kunstenaar-poppenspeler in staat is. naar zijn atelier te komen en op de vraag van Zeuxis waar zijn schilderij dan wel was, antwoordde Parrhasios: “Daar, achter Als er iemand is geweest die ons heeft geleerd dat je voor dat het gordijn”. Wanneer Zeuxis dan het gordijn opzij wil schuiven ‘net echte’ heus niet je toevlucht hoeft te nemen tot uiterst remerkt hij dat hij bedrogen is: het gordijn was geschilderd en alistische, natuurgetrouwe poppen, dan is het Feike wel. Mijn daarop geeft hij zijn nederlaag toe. Hij had de mussen bedroopleiding als beeldhouwer heeft me in het verleden danig in gen maar Parrhasios had hem, een schilder bedrogen en dat is de weg gezeten bij het maken van poppen. Al gauw was ik gepas echt knap. neigd om portretten te gaan maken in plaats van poppenkoppen en ik ben op een goede dag ook afgestapt van papydur en In het artikel dat Judith Marseille schreef voor de bundel andere plastische materialen om over te stappen op koppen Aantekeningen komt hetzelfde thema aan de orde onder het van vilt die ik aan elkaar naaide om zo tot koppen te komen die
Onlangs kreeg ik een mooi cadeautje van iemand die in Sicilië haar vakantie had doorgebracht. ‘Echt iets voor jou,’ had ze gedacht toen ze het kocht: een prachtige Orlando, een van de helden van het Siciliaans poppentheater, in een handzaam formaat van zo’n 25 cm groot. Groter verschil dan met de poppen van Feike is nauwelijks denkbaar. Hier geen lapjes maar een houten kop en houten lijf gestoken in een prachtig harnas van latoenkoper. Zo ook de helm met rode pluim en de beenstukken en het schild: hier staat de dappere ridder Roeland, met rode mantel en fiere blik, vastbesloten de Saracenen een lesje te leren, of beter gezegd, een kopje kleiner te maken wat dan ook werkelijk gebeurt in het theater. Het is vreemd te beseffen dat in een tijd waarin we telkens opnieuw worden opgeschrikt door de wrede gruweldaden van IS-strijders, er in Sicilië nog elke avond (letterlijk) houten koppen rollen van Saracenen, afgehakt door de christelijke milities van Karel de Grote om een einde te maken aan de invasie van de muzelmannen. Geert Wilders zou het vast en zeker toejuichen als een poppenspeler hier te lande zo’n voorstelling zou brengen, maar ik weet al op voorhand dat niemand zich daartoe geroepen zal voelen. De dichter is de opvoeder van het volk, zo zei men in de klassieke Oudheid al, en met de dichter wordt niet alleen de poëet bedoeld maar de kunstenaar in het algemeen. Het is zijn taak, dus ook die van de poppenspeler, het publiek te onderwijzen en te vermaken en dat de boodschap niet ontbloot was van een duidelijke moraal spreekt haast vanzelf: wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe. Echter voordat er sprake kan zijn van ‘leringh en vermaeck’ moet er eerst de ontroering zijn: je moet door het kunstwerk ‘geraakt’ worden alvorens je verder gaat kijken. Geraakt door de schoonheid van de voorstelling, de beweging, de muziek, en de magiër die dat wist op te roepen zal zijn poppetjes nooit meer laten dansen. Helaas…
Koos Wiemans première:
Er was eens...
Ton Delemarre
‘Er was eens’ van poppentheater Koos Wieman ging op zondag 26 oktober in schouwburg Kunstmin te Dordrecht in première. Wieman presenteerde zich als poppenspeler én als verhalenverteller. Door die combinatie maakt hij het zich knap lastig, want zijn sterkste punt is de interactie met zijn poppen.
Ook nu waren zijn dialogen met zijn tante Bets, de bezemheks en het al dan niet betoverde aapje superieur. Als verhalenverteller had hij teveel hooi op de vork genomen. Een nerveuze première die uitloopt tot een voorstelling van vijf kwartier heeft het voordeel dat er lappen tekst nog in de prullenbak kunnen verdwijnen en de vele verrassende momenten mogen overblijven.
19
Ruud Ringers
Als Wieman schittert in het samenspel met de verschillende figuren in een popupboek, als hij met een omgekeerde kroon op zijn kop het publiek uitdaagt, of als hij met een simpele schaar een ganzenveer weet te toveren uit een stuk papier, toont hij ons de meesterlijke tovenaar binnen dat fraaie decor en met die uitgekiende attributen die het spel omlijsten. ‚Er was eens‘ zal straks een mooie ‚Er wordt eens‘ zijn.
december 2014
Illusie en werkelijkheid
met de werkelijkheid niet meer gemeen hadden dan twee ogen, een neus en een mond. Al het andere was overbodig geweest, zo merkte ik toen pas. Wie dat al veel eerder begrepen had was Feike die immers genoeg had aan een paar lapjes en draadjes, waarmee hij met behulp van een uitgekiende belichting de illusie wist op te roepen van draken en danseressen, van tovenaars, paarden of vissen, waarbij veel ruimte was voor ‘the beholders share’ zoals Ernst Gombrich het noemt in Art and Illusion. Het is de kijker die het beeld in zijn geest voltooit en zo een werkelijkheid oproept, nét echt!
Gezien op 26 oktober in Kunstmin, Dordrecht.
Ila van der Pauw
We zijn in Chengdu. Het hotel waar we verblijven heeft één of misschien wel géén ster. We hebben nog geen contact met andere spelers, maar we zijn vol goede moed dat het goed komt. De repetitie en een dag later de Opening Ceremony op het enorme buitenpodium is zwaar. Het is drukkend warm en dat alles duurt bij elkaar twee volle dagen. De mobiele telefoon die we hebben, ervaren we als een zware regie. Er wordt voortdurend overlegd voor toestem-
In de bus op weg van Chengdu naar Nanchong
ming ‘van boven’ als we afwijken van het programma of iets anders willen doen.
december 2014
20
Maar nu staan we dan toch voor de dag waar we voor komen. ‘Het Mysterie van Villa Fantoom’, de voorstelling waar de organisatie zo enthousiast over is, gaan we spelen in het Universiteitstheater van Chengdu. We zijn opgewonden en gespannen. Waar gaan we terechtkomen? Eerste serie voorstellingen De volgende ochtend gaat de mobiel nog vóór de wekker dat doet. We moeten om 7.30 uur beneden verzamelen. We staan snel op, nemen een douche, en beuken Wilfred en Joni wakker. We slepen de poppen die gebruikt zijn op de openingsceremonie mee in een koffer. Ook Wilfred heeft spullen bij zich. Zijn laptop bijvoorbeeld, heel belangrijk, want de voorstelling staat geprogrammeerd in Q-lab . Alle lichtstanden, muziekfragmenten en het geluidsplan staan op tekstcue’s weggeschreven en ik vertrouw Wilfred ook volkomen met de technische begeleiding. Het is een klein uur rijden van het hotel naar het theater. Voor ons westerlingen blijft het verkeer in Chengdu een heikele onderneming. Voor de Chinezen is het geen probleem. Die keren hun auto rustig op de drukke ringweg terwijl de andere verkeersdeelnemers zich op hun scooters toeterend door de ontstane gaten proppen. En dat vindt iedereen daar heel normaal. We maken ons zorgen om Rebecca. Ze ligt met haar hoofd op haar armen naast de chauffeur. Ondertussen wijst ze hem, haar hoofd schuin op haar arm, hoe hij het beste kan rijden als er ineens een straat opgebroken is. Dan zijn we er. Een achterafwijkje met voetballende kinderen en oude straatvegers. We zien kleine garageboxen naast elkaar waar eten gemaakt wordt en manden met niet erg fitte eenden staan. Ze zijn zielig met hun geknakte halzen die ze nog af en toe waardig omhoog
Foto’s Ila van der Pauw
proberen te houden. Joni, groot aanhanger van de Partij voor de Dieren, pinkt een traantje weg en loopt er langs met haar ogen dicht. Geleid door Wilfred, die haar zegt wanneer ze haar ogen weer mag openen. Het grote gebouw op de hoek is het theater, wijst Rebecca. Dan is ze verdwenen en zoeken we de ingang. Ineens zien we haar voorovergebogen staan in de struikjes. Ze wijst druk met haar handen zonder omhoog te komen. We snappen het. Ze is ziek maar wijst ons tussendoor wel waar het is. We lopen door de achterdeur het grote podium op. En kijken in een betonnen bak met minstens duizend plaatsen. Met vale gele hoesjes op de stoelen voor het gezellige effect. Nou, we zijn er. En Rebecca ook. Ze ligt in de zaal op drie open geklapte stoelen. Het gaat iets beter met haar. Heel moe gebaart ze. En nee, we kunnen niets voor haar doen. Dan voel ik me plotseling heel erg blij worden als daar ineens de kisten met mijn spullen het toneel opgereden worden. Hoe is het toch mogelijk, dat in zo’n ver land, met zo’n vreemde taal, in zo’n bijzonder theater, met zoveel Chinezen, mijn kisten een warm gevoel van Home Sweet Home oproepen. We bouwen met elkaar het decor van de Villa en ik prepareer de poppen. De Chinezen nemen de tijd. Bij elke vraag van Wilfred wordt er eerst uitvoerig over het antwoord vergaderd. En na elke uitleg wordt er ook eerst gerookt. Een filter? Wilfred heeft ze meegenomen. Nee, nee wordt er gebaard, dat zit in de lamp. En kijk, razendsnel rollen de filters als een aftiteling over de spots tot de goede kleur voorstaat. “Lukt het Wilf?” vraag ik benauwd. Ja, het lukt. De technici zijn welwillend en erg nieuwsgierig naar het Q-labprogramma dat Wilfred gebruikt. Ze staan er tenminste met z’n tienen omheen. Mijn kleedkamer stinkt vreselijk, in de hele spiegel zit het weer en er zit geen afvoer aan de wasbak. De vloerbedekking is vergaan en het aangevreten bankje staat op zijn minst op instorten. Nee, gebaar ik. Ik ga er geen gebruik van maken. Kijk! Ik draai de kraan open. Bruin water. Wat direct op de vloerbedekking klettert. Ah! De technici hebben het begrepen. Ze vergaderen kort,
gebracht en wij staan in de hal van het hotel te kijken naar de levensgrote banieren van onze voorstellingen. Het hotel is een aangename verrassing. Een schone kamer met witte luxe bedden, de badkamer met ligbad en een schone wc. Doortrekken? Geen probleem! Alles blijft schoon en droog. Een verademing. We frissen ons op en gaan naar het restaurant. Het restaurant? Jawel! Het restaurant. En wat voor één. Het is een rond buffet, er zijn tafeltjes. We ontmoeten er medespelers, maken praatjes en eten ons buikje vol met verse en heerlijke gerechten. Welkom in Nanchong! De volgende dag worden we naar het theater gebracht, een zelfde soort betonnen bak met ongelooflijk vieze wc’s en een enorme open patio in het midden van het gebouw. Maar er hangt een spandoek vóór de trap naar het theater met daarop ‘Welkom vrienden uit de hele wereld’ en dat doet ons goed. Voor de deur van het theater liggen flyers van de Villa in het Chinees en bij de ingang van de zaal staan grote banieren met de aankondiging van de voorstelling. De kleedkamer is licht, ruim en met lichtjes langs de spiegels. Ons eten wordt gepresenteerd in een stapel keurige metalen bakjes met dekseltjes erop. Uit het restaurant van het hotel, weten we zeker. Opnieuw volle zalen, duizend bezoekers per keer en daarna de bijbehorende foto- en handtekeningsessies. Of het komt omdat wij westerlingen zijn die ze in Nanchong bijna nooit zien of omdat ze de voorstelling mooi vinden? Feit is dat, als we wegrijden bij het theater, wij nog uitgezwaaid worden door tientallen juichende fans. Maar niet voordat we de spullen
On Tour naar Nanchong We hebben twee dagen de tijd om een beetje bij te komen. We gaan kijken bij een voorstelling en bezoeken een paar tempels, een theetuin, en de oude stad bij avond. Rebecca is weer opgeknapt en reist steeds met ons mee. Zij is onze tolk in taxi’s en helpt ons bij de korte excursies. We hebben een supermarkt gevonden waar we wijn, biertjes en knabbeltjes kunnen kopen. Ook ontdekken we in het centrum een bakkertje met heerlijke broodjes en zelfs een koffiebar. Het valt ons op dat het nieuwe bruisende centrum van Chengdu heel westers aandoet. De ambitie van China is op vele fronten voelbaar en zichtbaar. Wat een volk, wat een diversiteit, wat een leven, wat een rijke cultuur, wat een land! De mobiel roept ons terug in de werkelijkheid. We moeten on tour naar Nanchong voor een nieuwe serie voorstellingen. We zijn heel benieuwd en de volgende ochtend zitten we op tijd in de bus met Rebecca, Wilfred en Joni en met spelers uit Duitsland en Rusland en Hongarije. Het is meer dan 3,5 uur rijden en binnen een half uur slaapt de hele bus. Behalve ik. Ik lig met mijn stoel in de Rebecca, onze dappere assistente, bij de banieren voor de ingang van de zaal in Nanchong derde stand uit het raam te kijken en geniet van het landschap. Rijstvelden, boerderijen, bergen, rijstplukkers, China glijdt daar landelijk aan me alweer stevig in de kisten hebben gepakt en ze opgehaald zijn voorbij. Op de achtergrond bromt de bus, steeds schakelend door de organisatie. Makkie. Terug in het hotel nemen we een van z’n 5 naar z’n vrij als we een berg afgaan. bad en gaan vroeg slapen. De dag erna maken we een trip naar In Nanchong komt een politie-escorte om ons naar het hotel te een tempel hoog op de berg, slenteren door de stad en eten begeleiden. Iedereen zit nu rechtop. De buschauffeur glundert. uitgebreid de verse gerechten in het restaurant. Hij vervoert kennelijk belangrijke mensen. We zien de stad, de mensen, het verkeer, de huizen. Het voelt vriendelijker, De volgende dag worden we teruggebracht naar Chengdu. We kleiner, schoner ook. Grote Amerikaanse automerken als Buick krijgen gelukkig een andere kamer. Eentje waar de wc stevig vast zit en droog blijft als je doortrekt. Op de vierde verdieping en Chevrolet rijden naast riksja’s en scooters en gebutste busjes. Een rivier, straten, bekend getoeter. We stoppen voor is nog steeds het restaurant. Dat wil zeggen: de dozen met een statig hotel aan een plein met een enorme fontein. Is het eten en ook nog de vrolijke assistentes die ons daar uitnodihier? Rebecca straalt! “Look,” zegt ze, terwijl ze wijst naar een gen om zoveel te nemen als nodig is. We nemen een bakje en installeren ons op de kamer. tiental Chinese meisjes die keurig naast elkaar glimlachend en op hoge hakjes en zijden jurkjes allemaal op dezelfde manier hun arm naar ons uitstrekken. Onze koffers worden in koperen Volgende keer het laatste deel: de Closing Ceremony en mijn karren door piccolo’s met witte handschoenen naar de kamers spullen die niet meer terugkomen uit Chendgu.
21
Over 1000 Chinezen per voorstelling en de tour naar Nanchong
roken even en daarna wordt er een afvoerbuis aan de wastafel getapet. Maar het is niet meer nodig, ik heb me verkleed achter de poten van het podium en ik sta klaar voor de eerste voorstelling. Ik kijk om het hoekje hoe de zaal zich vult. Dat duurt zeker een half uur. Een niet aflatende stroom bezoekers zoekt een plaats. Tot mijn en ieders westerse verbazing zit er tot slot duizend man in de zaal. Mijn hart klopt in mijn keel. Geen stoel onbezet! Er komen twee Chinese schonen in galajurken het podium op. Er is een aankondiging in het Engels en in het Chinees en daar gaan we. Na de voorstelling wordt het toneel bestormd door het publiek. “Take picture? Take Picture?” Ik ga op de foto met kinderen, mannen en vrouwen. studenten, Chinese poppenspelers, opa’s en oma’s, de technici, de galadames. Ook Wilfred, Rob en Joni worden massaal gefotografeerd. Ik speel de Villa achter elkaar. Drie keer. Met een tussenpauze van twee uur om te eten. Er wordt tussendoor een doos op het podium gezet, het restaurant begrijpen we, en we eten uit de bekende bakjes. Dan zit het erop. De voorstellingen, de fotosessies, het tv bezoek, de drieduizend bezoekers. We liggen die avond voldaan in ons bed. Het is goed gegaan. Jammer dat we vandaag het openingsdiner hebben gemist. Want collega’s hebben we nog niet ontmoet. Wel hebben we iets belangrijks meegekregen vandaag: 3 voorstellingen, 3 keer uitverkocht, 3 keer 1000 man bezoekers. De Chinezen zijn cultuurminnaars. Dat is iets wat je van de Nederlanders niet meer kunt zeggen.
december 2014
The 21st UNIMA Congress & World Puppetry Festival in Chengdu, China. Deel 2
Grims Papieren Theater: Violet
Meditatie van schoonheid en droefheid
In memoriam Feike Boschma Henk Boerwinkel
Ton Delemarre
Het theater in de Papenstraat, Deventer, biedt plaats aan 15 personen. Het is ook een klein museum voor papieren theater. Aan de wand staan tientallen theatertjes uitgestald, van heel klassiek tot hedendaags.
Halverwege de jaren ‘50 was ik leerling op de Kunstnijverheidsschool in Amsterdam en bezocht toen dikwijls Galerie le Canard, het zwarte pakhuis in de Spuistraat, waar bijvoorbeeld Armando exposeerde en Eugène Brands oude jazzplaten draaide. Er hing daar een opwindende sfeer van vernieuwing.
Voor de voorstelling begint vertelt Grimmelikhuizen, want hij is de directeur, intendant, regisseur, speler,
Ontstaan in de 18de eeuw als huiskamerhobby om het grote theater na te spelen en sindsdien ontwikkeld tot een eigen kunstvorm. Grimmelikhuizen houdt zich er al vijftig jaar mee bezig en maakte tal van spelen. Het prachtige kijkboek ’Grims Papieren Theater’- nog te koop via www.grimspapierentheater. nl - geeft een goed overzicht van zijn historie met internationaal befaamde voorstellingen als Variaties op Kandinsky, Letzte Lieder, 21 Minuten, en De Kringloop der Dingen (in 2013 op het festival in Taiwan).
Hoe breng je dat over in een kastje van pakweg 60 bij 40 centimeter, met een paar lampjes en figuren die stil schuiven tegen de wisselend kleurende achtergrond? De door Grimmelikhuizen gecomponeerde elektronische muziek, soms onderbroken door Glenn Gould met Bach of met spreekstemmen die flarden van het gedicht declameren, helpt wel. Het licht in verschillende vormen en gradaties draagt de voorstelling, dat heeft effect op de figuren die voorbijschuiven. Sommige figuren zijn ontleend aan eerdere spelen, zoals de vrouw met de parasol, de man met de wandelstok, een jongetje, een fietser met wapperende rode sjaal. Maar we zien ook de maan opstijgen en een zwarte zon op een rood vlak, een paarse wolk, voorbijtrekkende vogels. Het spel begint met prachtige, verschillend gekleurd golvende lijnen, later golven met een scheepje, we zien bergformaties, beleven een onweer en duiken in de diepzee waar een onderwaterschildpad zwemt tussen de vissen. Het einde wordt bekroond met een schitterende geel met rode waaier. Deze beschrijving doet geen recht aan de beleving van het samenspel van klank, kleur en beweging dat de bezoeker ervaart als één overweldigend geheel, een amalgaam dat je kunt ondergaan als een meditatie, een inwendig beleven van schoonheid en droefheid. Om met Rilke te spreken: “Hoe worden wij als een muziekinstrument bespeeld? En welke speler heeft ons in de hand?”
december 2014
22
Foto’s Frits Grimmelikhuizen
Het meest recent is Violet, dat hij voor een uitverkochte zaal speelde op 2 november, Allerzielendag. Wel toepasselijk want Violet is een voorstelling over herfst, winter, verstilling, afscheid nemen, eenzaamheid en vergankelijkheid. Het spel van kleuren, klanken vormen en figuren is gebaseerd op een gedicht van Rainer Maria Rilke voor wie Grimmelikhuizen een grote bewondering heeft. Hij schreef ook het boek ‘Alleen met heel je hart aanwezig zijn’ over de invloed van Rilke op Etty Hillesum (zijn andere grote voorliefde, het Etty Hillesumcentrum in Deventer, is daar de vrucht van). Een citaat uit Rilkes Liebes-Lied tekent de sfeer van Violet, de laatste voor onze ogen zichtbare kleur van het spectrum: “Hoe graag bracht ik haar onder bij wat zich ergens in het donker wist te dringen, verloren in een vreemde stilte, ergens waar niets natrilt als jouw dieptes zingen”.
Zowel op Youtube als op www.facebook.com/frits Grimmelikhuizen is een film te zien, gemaakt door Mechtild Paauw en Daan Langkamp over Frits, het Papieren Theater en de voorstelling Violet.
Feike Boschma in 1974
Sindsdien heb ik hem een leven lang gevolgd, ademloos naar zijn voorstellingen gekeken en eindeloos naar zijn filosofische beschouwingen geluisterd. Ik heb hem zien spelen in Hypokriterion met het sprookje ‘Het Gelukskind’, op bijeenkomsten van de Vereniging met de ‘Chinese Sprookjes’, in het Shaffy Theater met Funhouse, op tournee met Hinderik en Henk Abbing in Roemenië, in ons eigen zoldertheater in Meppel ‘Het Langzame Verval‘ met Jan Goes, bij het Amsteltoneel, met het prachtige ‚De Rode Sjaal‘, in ‚Opgedoekt en Ingeblikt‘ met zijn zoon Klaas, met ‚Romance in many Dimensions‘ en ‚Eenmaal sterft ook de Zee…‘. We spraken elkaar vaak op festivals in Duitsland en Oostenrijk of Engeland en altijd voelde ik mij dan weer die leerling die naar de meester luistert, het was moeilijk om echt persoonlijk met hem te worden. Mijn vrouw Ans lukte dat veel beter, samen gingen ze dan bijvoorbeeld ergens een borreltje drinken.
Foto Henk Boerwinkel
Verleden jaar ben ik nog eens bij hem langs gegaan in zijn knusse huis aan de Kromboomsloot. We spraken wat over de poppen en de beroerte die Ans getroffen had en het gesprek werd intiemer en persoonlijker. Hij vertelde dat hij moeilijker begon te lopen, af en toe nog naar de Nieuwmarkt ging, maar dan onderweg even moest uitrusten bij een lantarenpaal. Achteraf zag ik in gedachten een van zijn nummers voor me: een zwieberige lappenfiguur met een fiets van ijzerdraad, die zich bij een lantarenpaal nog staande houdt. Feike, je was de grootste poppenspeler van ons allemaal en heel veel dank voor de betovering met lappen die je ons een leven lang geschonken hebt!
23
Papieren Theater, over de historie van deze interessante niche in de wereld van het poppenspel.
Op een keer was er ook een avond met poppenspel: de handpoppenspelers Cia van Boort en Henk Zoutendijk en vanuit een luik in het plafond de marionetten van Feike Boschma. Hij vertoonde toen onder andere het nummer ‘Moederliefde’ op een tekst van Jacques van Hattum: ‘Oei, oei, oei, dat zei het oude vrouwtje…!’ Het was voor mij een onvergetelijke avond en de eerste keer dat ik mij bewust werd van het feit dat je heel goed allerlei poppenspeltechnieken door elkaar kunt gebruiken. Ik was toen als 18-jarige jongen te verlegen om contact te maken met de poppenspelers, maar enkele jaren later in 1960 mocht ik Feike bezoeken in Utrecht en liet hij enkele prachtig bewegende marionetten zien, zoals het suggestieve Hondje, gemaakt van een pluizige veer en de Koorddanser, het onvergetelijke marionetje van frommelige lampjes, die over een denkbeeldige draad loopt en halverwege een lang beentje tastend naar beneden laat zakken. Ik had zelf ook een paar marionetten meegenomen om te laten zien, zoals de expressionistische Boer Knoek en zijn vrouw Toos, en Feike gaf toen praktische tips en vertelde mij boeiend over het wezen van marionetten en hun bewegingen.
december 2014
componist, pr-man, administrateur, scenograaf, figuren- en decormaker, kortom de schepper van Grims
Koos Wieman
Ik zag in een museum bij een optreden Feike Chinese operafiguren vertonen - onder anderen een dame op een vlot met een aapje. Thuisgekomen werd er zeer geïnspireerd geknutseld. Hij inspireerde me als kind en later als volwassen poppenspeler. In theater Lantaren Venster in Rotterdam speelde hij mee met de ‘Revue’ Funhouse. Als jongen was ik zeer gegrepen door de bizarre humor en de mengeling van grof en poëtisch. Hilarisch was bijvoorbeeld een playbackact met Cor Beurskens die op een sax het lied ‘Buona sera señorita’ ten gehore bracht. Feike vertoonde een rattencircus en een klein poppen kastje met een afgetobde speler die het Jan Klaassenspel bracht. Zijn marionettentheater werd met houtklemmen en tape opgebouwd. Wat niet echt nodig was, werd niet neergezet. Ik was onder de indruk van zijn zwarte jasje. Een klettervest, ook wel kolensjouwersjasje genoemd. Toen ik in 1979 begonnen was als poppenspeler ontdekte ik zo’n jasje in een winkel voor werkkleding. Sindsdien draag ik die jasjes. Zomer en winter geeft het klettervest bescherming en wat heel belangrijk is: je kan er in sjouwen zonder je jas te scheuren of overal knopen te verliezen. In de loop van het leven van zo’n jasje moet je heus wel eens een knoop opnieuw aannaaien.
december 2014
24
In 1980 kwam ik Feike tegen tijdens het filmen van ‘De ontpopping’, waar hij de speciale effecten verzorgde. Wat mij opviel was dat hij niet onder de indruk leek van het fenomeen film of televisie. Iemand, een regieassistent of scenarioadviseur/dramaturg vertelde wat er allemaal kon worden gedaan met poppenspel in de speciale effecten en stapelde imagi nair effect op effect. Feike luisterde gedegen en zei toen heel rustig dat dat allemaal wel kon maar helemaal niet interessant zou zijn. Hij liet zien wat hij van plan was en iedereen was meteen onder de indruk. Minder was in dit geval meer. Een pen bewoog met behulp van vier draadjes over een tafel en tikte een pakje sigaretten aan waar de sigaretten uit kropen en dat was spannend. Een dikke rattenstaart schoof door het beeld en sloeg een hoek om. De illusie was sterker dan welke reuzenrat ook. Ik bespeelde Albertus, een hand pop. Feike sprak graag over de pop met het verkleinwoord ‘popje’ in plaats van ‘poppetje’, wat bijna kleinerend klinkt tegenover zijn liefdevolle popje. Dat deed hij zelfs op de radio in een interview met een op dat moment onaangenaam narrige Ischa Meijer. Hoe kleiner end Ischa ook deed over poppenspel, Feike hield het bij dat lieve woordje ‘popjes’. Toen ik hem veel later tijdens een zomeracademie terugzag zei hij, net binnengeko men, dat hij mijn spel met het popje Albertus heel mooi had gevonden. Ik was natuurlijk apetrots. Een enkele keer ging ik kijken als het kon. En na afloop was hij altijd heel open en eerlijk over de illusie die gewerkt had of niet. Hij bleef zich erover verbazen dat een illusie de ene dag beter werkt dan de andere. De laatste jaren kwamen we elkaar tegen op het Binnenwegplein van Rotterdam. Daar vertelde hij dat hij het spelen op straat en op de ker mis het leukste vond om te zien. Als jonge man volgde hij de straatpoppenkast met plezier. Hij beweerde dat hij dat zelf niet kon, maar hij deed samen met Jos van Beers dappere pogingen om het te doen. Hij was heel eerlijk over het succes van de pogingen. De laatste keer spraken we elkaar bij Frank Koomans 50-jarig jubileum. Eens vertelde hij dat hij geen school had gemaakt. Al heette Feike’s Huis naar hem, er waren geen volgers van zijn stijl. Dat was niet erg, zei hij bescheiden, er waren immers genoeg andere stijlen om te volgen. Misschien kunnen we allemaal ergens in een voorstelling een popje van lappen gebruiken alleen gebaseerd op de illusie. Zijn paard staat in vele boeken op de foto terwijl het pas een paard is in de beweging. Die beweging kunnen wij als spelers voortzetten totdat ook onze beweging wordt stilgezet. Dan mag een ander de illusionaire bewegingsmarathon voort zetten. Feikes popjes zijn er nu stil van.
Een meester in meerdere dimensies Casper Oorthuys
Feike Boschma is 93 jaar geworden en is opgehouden met spelen. Poppenmaker, marionettenspeler, theatermaker, variétéartiest, kleinkunstenaar, poppenspeler, kunstenaar zijn de vele benamingen die men hanteerde om hem te vangen, te plaatsen in een traditie en eigenlijk is ‘meester in zijn vak’ wel de mooiste. Twee mini-stukjes witte tule en wat ijzerdraad, wat vouwwerk, naald en draad was alles wat hij nodig had om zijn publiek ademloos op het puntje van hun stoel te krijgen. Door en door was hij een man van beelden, die met weinig woorden sprak in simpele waarheden. Er was geen wonder, geen betovering: een nuchtere Fries. Hij kon heel mooi zijn schouders ophalen als hij overladen werd met complimenten. Het stelde niet veel voor. “Wat lapjes die bewogen”,antwoordde hij dan. Zo reisde hij met een koffer vol zelfgemaakte popjes stad en land af. Niks bijzonders aan. Het bracht hem overal, om met zijn tot leven gebrachte poppen de harten van de mensen te veroveren. Al vroeg naar Parijs naar een wereld van nachtelijke pracht en praal. Die stad moet grote indruk op hem hebben gemaakt. In zijn voorstellingen kwamen veelvuldig CanCan danseresjes voor: popjes die hun mooie lange benen toonden aan het publiek. On-Hollandse erotiek met een knipoog.
en wind, de kleur van het leven. En de wind brengt beweging, net zoals Feike zijn poppen tot beweging brengt. Als god die zijn creatie doet leven. Het zwarte Manchester werkjasje is de verwijzing naar de ambachtsman. Feike ziet zich in de traditie van zijn tijd; niet als een kunstenaar die zich verheft boven de mensen, maar als een ambachtsman tussen hen in. En nu rest alleen de herinnering.
Dans is van het begin af belangrijk geweest voor Feike. Zijn vroegste popjes en zijn beste nummers zijn poppen die dansen. Zijn werk is het best te beschrijven als poëtisch. De scènes zijn tot leven gebrachte schilderijen met meervoudige thematische lading die op verschillende wijze gelezen kan worden. Er is alle ruimte voor interpretatie, voor wegdromen. Feike neemt je bij de hand en komt met nog een beeld en nog een, en nog een, en zo vloeien de beelden onmerkbaar in elkaar over en toont Feike zonder woorden zijn innerlijke wereld. Nooit zal ik vergeten hoe hij de pijn van het te vroeg overlijden van zijn zoon verbeeldde in de sterfscène van een stier. Ik voelde de aarde oorverdovend beven toen de stier neerging. Het onrecht, de verontwaardiging, de pijn schreeuwde het uit, de wereld viel uiteen. Maar ook zijn berusting met het thema dood. Want de dood was nog niet ingetreden of Feike liet drie gieren ten tonele komen. Niet te lang treuren. De gieren doen zich te goed aan het vlees, dood is voedsel. Lijkt Feike ons te vertellen. Nu is Feike zelf dood. En hoe meer ik aan hem denk, hoe meer ik me realiseer dat hij zelf te bezien is als een toneelpersonage. Niets is toeval, elk kledingstuk is een verwijzing naar betekenis. Zoals zijn voorstellingen op velerlei niveaus te lezen zijn, is ook Feikes kostuum te lezen. Ik zie hem zo voor mij: zwarte schoenen, rode sokken, zwarte broek, Bretonse schipperstrui, zwart rib werkmansjasje, rode sjaal. Zwart en rood, het zijn de strijdkleuren van de poppenspeler. Zwart om je te verbergen, om weg te vallen in de zwarte poppenkast. Rood de signaalkleur om op te vallen. Maar ook thematisch de kleuren van liefde, bloed en dood. In de Bretonse schipperstrui zie ik zijn affiniteit met Frankrijk, met de zee en de kleur blauw. De kleur van lucht
25
De illusies van een speler met lapjes zijn stil gezet. Ik las op Facebook dat het gordijn voor Feike was gevallen. Met een schok besefte ik me dat het ging over het overlijden van Feike Boschma. In mijn jeugd zag ik Feike al spelen op festivalletjes van de NVP, waar ik met mijn vader naar toe ging. Als kind was ik bang voor de heks op televisie, in Koko en de vliegende knorrepot. Daar ontstond een vonk voor mijn eigen heksenspelen. Feike bracht in geheel eigen stijl een poppenverhaal in een tijd dat er nog maar twee zenders waren. Het was ver voor de tijd van Rikkie en Slingertje, inmiddels ook al televisie- en poppenhistorie.
Feike Boschma
Foto Emilio Brizzi
december 2014
Feike
Van 1991 tot 1996 werkte ik samen met Feike Boschma. De eerste kennismaking met zijn werk was begin jaren ‘90 door zijn voorstelling ‘A Romance in many dimensions’. Ik kan me de betovering nog goed herinneren. Een lang wit gordijn werd op heuphoogte omgedraaid, een charmante hoed erboven en een witte dame schreed over het toneel. Ik was geroerd. Zo’n eenvoud, zo’n magie, zo prachtig karakteristiek bewogen. Toen wist ik nog niet dat ik later zelf in de voorstelling zou meespelen.
R
december 2014
26
ecentelijk was ik naar Amsterdam verhuisd en volgde de deeltijd mime-docentenopleiding. Aan het eind van het tweede studiejaar hing een briefje op het prikbord dat Feike Boschma een assistent zocht. De Stichting Feike Boschma had vier jaar structurele subsidie gekregen van het fonds voor de Podiumkunsten en kon zodoende vaste medewerkers in dienst nemen. Ik ging met hem praten en een 5-jarig werkverband was het resultaat. Een betere opleiding in het vak kon ik me niet wensen. Een meester-gezel verhouding bleek de beste leerschool in de praktijk. Ik viel in bij de voorstelling ‘Eenmaal sterft ook de zee’, geïnspireerd op de ‘Zigeunergedichten’ en ‘Dichter in New York’ van Federico García Lorca. Prachtige beelden die in beweging werden gezet: een groot groen vloerkleed dat adem kreeg doordat de spelers eronder ‘knieën’ van een groot kruishout optrokken, en de ‘borstkas’ van het kleed zacht op en neer lieten gaan. Enny Verhaak in een mensgrote groene dansende fles. De Guardia Civil - een prachtige vermomming voor de poppenspelers - in gevecht met de zigeunerjongen. In de tweede helft van de voorstelling, een romance, een liefdesbrand tussen een man en een vrouw in een kledingmagazijn. Enorme meterslange jassen, de wolkenkrabbers van New York voorstellend, gingen een voor een op in de vlammen - gele, rode, paarse zijden doeken aan lange stokken. Het lag ogenschijnlijk allemaal zo voor de hand, maar zo eenvoudig was het niet. Daar gingen uren en jaren voorbereiding aan vooraf. Feike Boschma hield van jongsaf aan van de kermis, het variété, het circus, de trucs van de goochelaars, de illusie. De koorddanser en het danseresje zijn enkele van zijn beroemde losse nummers. Inspiratie haalde Feike vaak uit gedichten, anekdotes, Russische balletten en middeleeuwse verhalen. Thema’s werden verbeeld in een pop: een lapje stof,
een stukje ijzerdraad voor de ondersteuning van de vorm en de beweging, en enkele draadjes aan een eenvoudig speelhoutje. Een treffende schets in kleur en vorm met de naalden, losse draadjes en rafels er vaak nog aan. De poppen hadden vaak een gestileerde houding, konden met een enkel karakteristiek gebaar en enkele kenmerkende bewegingen een treffend karakter neerzetten. Een pop kwam tot leven. Uren van studie om te zien welke beelden interessant zijn. De mooie beelden worden aan elkaar en het publiek vult zelf het hele verhaal in. Theoretische en analytische verdieping haalde Feike bij bij alle kunsten met name bij de dans en de mime. Het was voor mij een verdieping in de kunstgeschiedenis: Lorca, Strawinsky, Russische balletten en Wagner. Een voortreffelijke introductie in het beroepspoppentheater. Feike was voor mij een artistieke vader. Hij was een uitstekend leermeester. Hij liet zijn medewerkers zijn zoals ze waren, hij probeerde de karakteristieke bewegingen, kwaliteiten van zijn assistenten te integreren in het spel, in de productie. Het uur aan het begin van de repetitiedag vond ik vaak het meest interessant. Feike was een wandelende theaterencyclopedie, een begenadigd verteller. De anekdotes uit zijn leven, uit Friesland, over de Tweede Wereldoorlog, zijn lange theatercarrière met veel verschillende kunstenaars. Uren hadden we de dag ervoor gerepeteerd, en Feike kon in één zin alles weer van tafel vegen: “Dat gebruiken we niet meer”. “Maar waarom niet?”, vroeg ik dan. “Dat is intuïtief. Ik kan het niet uitleggen,” antwoordde hij.
Fotograaf en vormgever Emilio Brizzi maakte prachtige foto’s en ontwierp mooie artistieke affiches. Feike toverde met zijden lapjes, prikkelde de fantasie van de toeschouwer en zette de essentie in een bepaalde houding, in een karakteristiek gebaar en treffende beweging. Met zakelijke leiders als André Agterhof en Wim Visser, de immer hard werkende Henk van Loenen bezochten we de poppentheaters en schouwburgen in Nederland, poppentheaterfestivals in Arnhem, in Dordrecht en Amsterdam: Bellevue, de Krakeling, Ostade. We gingen naar het buitenland, Duitsland, Oostenrijk, Griekenland, Ierland en Zuid-Afrika. Zijn atelier, met schuinstaande spiegel, de Singer-naaimachine, een oude pick up met vele Franse LP’s. Zijn rode Citroën, de opslag in het keldertje. Met zijn zwarte manchester schippersjas, een blauw wit gestreept zeemanshemd en een rode sjaal had hij een sjofel, nonchalant imago opgebouwd. Het was daarentegen weer erg verrassend om te zien dat Feike bij een bezoek van Cili Wang wel drie keer zo subtiel speelde. Hij hield toch nog kwaliteit verborgen. Hij was een onderhoudende causeur, hield van een borrel en een goed glas wijn. Hij was wars van officiële plichtplegingen en hield zich verre van de discussies over het reilen en zeilen van de poppenspelvereniging. Hij werd liever uitgenodigd om inhoudelijk te komen vertellen over zijn werk. Aan het eind van onze 5-jarige werkrelatie hadden we letterlijk en figuurlijk ‘De Poppen aan het dansen’. Tijdens de voorbereidingen van die voorstelling ging ik weg met een conflict. Ik had de zakelijk leider aangegeven dat ik minder op reis
Arjan Kooman en ik waren op die vrijdagmorgen de 14e november de april van Arjan aan voorstelling ‘Couscous’ het opbouwen in de speelzaal van een basisschool in Den Haag. Zakelijk leidster Berber Kroon sms-te dat ze op de radio had gehoord dat Feike Boschma op 13 november was overleden. Tijdens het opbouwen, spelen en opruimen van de voorstelling ‘Couscous’ kwamen onze herinneringen aan Feike naar boven, vele anekdotes en ook momenten van stilte. De stem van ‘Couscous’, de hoofdpersoon uit de voorstelling van Arjan Kooman is ontleend aan de karakteristieke stem van Feike Boschma. We zullen deze voorstelling nog veel gaan spelen. Zijn passie voor het poppenspel, zijn vakkennis en karakteristieke persoonlijkheid zullen nog lang blijven doorklinken in onze dagelijkse praktijk.
Colofon Bestuur NVP/UNIMA
Voorzitter: Alexander Bauwens E:
[email protected] Secretaris: Sigrid de Reus E:
[email protected] Penningmeester: Ron Holst E:
[email protected] Leden: Roby Bellemans, Koos Wieman en Elly Bakker Bibliotheek: Brouwervaart 70 2013 RB Haarlem, tel. 023 - 531 77 13
Lidmaatschap
Lidmaatschap NVP-UNIMA: € 56,00 per jaar (incl. WP) Abonnement tijdschrift WP: € 46,00 per jaar Leden/abonnees buitenland: € 15,00 extra portokosten Losse nummers: € 9,00, incl. portokosten Informatie/aanmelden: www.poppenspelers. nl of e-mail aan
[email protected]
Redactie
Martine van Ditzhuyzen, hoofdredacteur Liesbeth Okkerse, eindredacteur Redactieadres: Carnisselaan 44, 3083 HK Rotterdam Leden: Ton Delemarre, Frans Hakkemars, Ada d’Hamecourt, Marla Kleine, Freek Neirynck, Joanne Oussoren, Ruud Ringers, Koos Wieman Vormgeving: Ria Besjes Correspondenten: Elly Bakker, Roby Bellemans, Tuur Devens, Anton Lustig, Evelien Pullens, Hans Schoen WP, Wereld van het Poppenspel, verschijnt 6 maal per jaar. Kopij voor WP zenden per mail naar
[email protected] ISSN: 1871-4161 Druk: Drukkerij RAD Dordrecht
WEBSITE
www.poppenspelers.nl www.unima.org Webmaster: Ron Holst
[email protected] Facebookpagina NVP: www.facebook.com/NVP-UNIMA Aan de leden van de NVP/UNIMA, waarvan het e-mailadres bekend is, wordt één keer per maand een nieuwsbrief toegezonden. Ontvangt u deze nog niet, neem dan contact op met de webmaster.
Verschijningsdatum:
Deadline:
15 februari 15 april 15 juni
15 januari 15 maart 15 mei
27
Frans Hakkemars
wilde, meer aandacht voor mijn eigen ontwikkeling, mijn eigen weg naast zo’n groot kunstenaar. Ik had er echter niet met Feike over gesproken. Hij kon zich niet voorstellen dat ik niet mee wilde naar Portugal. Bovendien had ik ook nog niet voor een vervanger gezorgd. Die moest in sneltreinvaart worden ingewerkt. Later hebben we ons verzoend. Hij kwam kijken bij mijn versie van ‘De Kleine Prins’, de ‘Vos Reynaerde’, gaf adviezen over de uitvoering van L’Histoire du Soldat met Joanne Oussoren en Ghislain Bellefroid. Mijn Jan Klaassen-versie heeft hij niet meer gezien. Feike vond niet dat zijn poppen in een museum hoorden, ze komen beter tot hun recht in beweging en in direct contact met de toeschouwer. Hij vond het wel belangrijk dat zijn werk werd gedocumenteerd. In de theaterencyclopedie, ‘Een leven lang theater: Feike Boschma’ is nog veel werk van hem te zien.
december 2014
‘Eenmaal sterft ook de zee’
In die vijf jaren werkten we veel met de ‘Greek Connection’, de muziek van Iraklis Paskalides, de regie van Nikos Amaos en de scenograaf Apostolos Vettas. Zij kwamen over uit Griekenland naar Amsterdam en wij gingen naar Griekenland. Met hen zijn ‘A romance in many dimensions’, Lorca’s ‘Eenmaal sterft ook de zee’ en ‘Tristan en Isolde’ tot stand gekomen. Ik herinner me goed hoe de stijgerende en elkaar liefkozende blauwe en witte paarden uit ‘Tristan en Isolde’ de strijd van de koning en Tristan om de hand van Isolde zo treffend konden weergeven. ‘Petrouchka’ werd eerst vertoond met marionetten (regie Rob van Houten) en vervolgens werd hetzelfde verhaal nogmaals gespeeld maar nu abstract met lappen stof. Uren van studie naar interessante plaatjes, mooie bewegingen, treffende duetten. Mark Bellamy bespeelde de lappen stof tot een voortreffelijke tango tussen de Moor en Petrouchka.
BLO KKE E D ER AT AGE A IN U W NDA
DEZ
Zaterdag 18 en zondag 19 april 2015
Euregio Festival Poppentheater
Heerlen 2015 Ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan organiseert de Nederlandse Vereniging voor het Poppenspel – UNIMA Nederland in samenwerking met Poppentheater Hupsakee een geweldig festival in het Cultuurhuis Heerlen. • Twee dagen boordevol top-voorstellingen uit Nederland, België en Duitsland voor jong en oud • Tentoonstellingen • Demonstraties • Workshops • Open podium • Veel tijd voor ontmoeting
Ove r nac ting hin NIV het O huis N Hee in rlen