1
SCHRIFTELIJKE VRAGEN N.A.V. BEGROTING 2006 2005
RIS131666a_29-sep-
Fractie: VVD Vragen uit toelichting op de begroting: Beleidsplan Werk en Inkomen 1, p. 10. “Als toch een uitkeringsaanvraag wordt ingenomen controleert de gemeente zo nodig via een huisbezoek of iemand daadwerkelijk recht op een uitkering heeft.” Bij de VVD leeft de gedachte dat thans alle aanvragers van bijstand een huisbezoek krijgen. Is die gedachte juist? Thans wordt niet bij alle aanvragers van bijstand een huisbezoek afgelegd, alleen bij vooraf vastgestelde groepen aanvragers die op basis van risicoanalyse zijn benoemd. In 2006 zal naar verwachting bij alle nieuwe aanvragen voor bijstand een huisbezoek worden afgelegd, dit in het kader van de nieuwe heronderzoekssystematiek. Uw commissie wordt binnenkort geïnformeerd over de gevolgen die deze beleidswijziging zal hebben. 2, p. 19. “Met die marktwerking bestaan positieve, maar ook minder positieve ervaringen.” Wat zijn de positieve en minder positieve ervaringen? Marktwerking heeft zowel positieve als negatieve aspecten. De positieve zijn: innovatie, concurrentie, geen verantwoording voor bedrijfsvoering, eindigheid van de overeenkomst. De negatieve zijn: De uitvoering is minder stuurbaar het risico van niet-duurzame reïntegratie Er kan minder flexibel ingespeeld worden op een gewijzigde vraag Er is soms minder affiniteit met de Haagse ketenpartners en werkgevers Het aanbestedingsproces kost veel meer tijd dan directe gunningen; veel tijd moet worden geïnvesteerd om contracten te implementeren in de uitvoering Tegen de achtergrond van de ruimte in de SUWI wordt momenteel bekeken in welke situatie het beste uitbesteed kan worden en wanneer de gemeente het best zelf iets kan uitvoeren. 3, p. 24-25. “De gemeente zoekt naar mogelijkheden om het aantal onverzekerden onder de WWBgerechtigden zo beperkt mogelijk te houden.” Bij de VVD leeft de gedachte dat thans de gemeente voor bijstandsgerechtigden de ziekenfondspremie inhoudt. De huidige verzekeringen worden een-op-een omgezet in de nieuwe verzekering per 1 januari 2006. Waarom is er dan vrees dat het aantal onverzekerden zou stijgen? De gemeente houdt voor bijstandsgerechtigden de procentuele premie in. Daarnaast moeten alle ziekenfondsverzekerden een nominale premie betalen. In slechts een beperkt aantal gevallen wordt via de uitkering van een bijstandsgerechtigde de nominale premie aan de zorgverzekeraar doorbetaald.
2
Het een-op-een omzetten van huidige verzekeringen naar verzekeringen per 1 januari heeft betrekking op het aanbod van de zorgverzekeraar en niet op de hoogte van de premie. De vrees dat het aantal onverzekerden zal stijgen, is gelegen in de mogelijkheid van verzekeraars per 1 januari 2006 klanten te royeren als zij de betalingsverplichtingen niet nakomen. Doordat het betaalmoment van de toeslag en de premie niet samenvallen kunnen betalingsachterstanden ontstaan. De klant ontvangt in december de zorgtoeslag en hoeft pas in januari de nieuwe en hogere premie te betalen. Om nu te voorkomen dat klanten per 1 januari 2006 achterstanden oplopen in de betaling van de ziektekostenpremie voert de gemeente een actief beleid. Zo zijn de klanten van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten onlangs per brief geïnformeerd over de zorgtoeslag en de betaling van de ziektekostenpremie. In deze brief is aan de klanten geadviseerd hoe met de aanvraag zorgtoeslag en doorbetaling van de ziektekostenpremie om te gaan. (zie bijlage brief) 4, p. 26 Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen. Wat zijn de gevolgen voor Den Haag van de AWIR? Denk aan aan te passen verordeningen, financiële gevolgen, gevolgen voor uitkeringsgerechtigden, armoedeval e.d. De Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (AWIR) regelt de harmonisering van deze inkomensafhankelijke regelingen. Het betreft de huurtoeslag, de kinderopvangtoeslag en de zorgtoeslag. In de Wet werk en bijstand (WWB) is geregeld dat er geen recht op bijstand bestaat als een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die, gezien aard en doel, geacht wordt voor de belanghebbende toereikend en passend te zijn. Huurtoeslag Dat betekent bijvoorbeeld dat er geen bijzondere bijstand voor de woonkosten wordt verstrekt wanneer er een beroep op huursubsidie bestaat. Daarvoor is de vraag of de voorliggende voorziening toereikend en passend is wel van belang. In bijzondere gevallen gaat de gemeente over tot bijstandsverlening. Tot op heden worden gemeenten via de Vangnetregeling huursubsidie (VRH) schadeloos gesteld voor de kosten die hieruit voortvloeien. Met de inwerkingtreding van de AWIR wordt het inkomensbegrip in de huursubsidie actueler, en verdwijnt de Vangnetregeling huursubsidie. Het is echter niet ondenkbaar dat binnen een kalenderjaar het inkomen ver terugvalt en de inkomensproblemen worden afgewenteld op de gemeenten middels een beroep op de bijzondere bijstand. Met de introductie van het actuele jaarinkomen als toetsinkomen zal het beroep op bijzondere bijstand naar verwachting niet al te groot zijn. Kinderopvangtoeslag Op grond van de per 1 januari 2005 ingevoerde Wet kinderopvang betaalt de Belastingdienst in 2005 een tegemoetkoming voor de kosten van kinderopvang. Met de invoering van de AWIR worden alle voor deze uitbetaling relevante wetsartikelen uit de Wet kinderopvang overgeheveld’ naar de AWIR. De oorspronkelijke wetsartikelen uit de Wet kinderopvang komen te vervallen. Inhoudelijk verandert er in grote lijnen aan de wettelijke regeling niets, zij het dat een aantal definities, met name het partnerbegrip en het tegemoetkomingjaar, enige wijzigingen ondergaan. Ook gemeenten betalen aan de zogenaamde doelgroepouders een tegemoetkoming voor de kosten van kinderopvang op grond van de Wet kinderopvang. De gemeente Den Haag regelt via het Bureau Kinderopvang de uitvoering van de Wet kinderopvang Aan de wettelijke basis voor deze betalingen
3
verandert op hoofdlijnen niets. Eerder is door de gemeente besloten dat het Bureau Kinderopvang doelgroepouders ondersteunt bij het vinden van kinderopvang en het aanvragen van de tegemoetkomingen. Het feit dat de gemeentelijke doelgroep zowel bij het rijk als bij de gemeente een tegemoetkoming kinderopvang moet aanvragen zorgt voor extra bureaucratie. Hierdoor heeft het Bureau Kinderopvang meer personeel nodig dan vooraf ingeschat. Zorgtoeslag De zorgtoeslag houdt verband met de invoering van het nieuwe zorgstelsel per 1 januari 2006. In dit nieuwe zorgstelsel is geregeld dat iedereen verplicht wordt een basisverzekering af te sluiten. Het verschil tussen particuliere verzekeringen en het ziekenfonds verdwijnt hiermee. Verzekerden die een te groot aandeel van hun inkomen kwijt zijn aan ziektekosten, krijgen een toelage via de Belastingdienst/Toeslagen, de zogenaamde zorgtoeslag. De hoogte van de toeslag hangt af van de hoogte van het inkomen. In de beantwoording van vraag drie is aangegeven welk beleid de gemeente voert op het gebied van de zorgtoeslag in combinatie met de Zorgverzekeringswet. Inzet Advies en Informatiemedewerkers Het grote aantal burgers dat in aanmerking komt voor een toeslag in het kader van de AWIR zal naar verwachting leiden tot een extra druk op de Advies en Informatiepunten op de stadsdeelkantoren. Prestatiekaart WWB 5, p. 3. Genoemd worden de percentages gegronde bezwaarschriften. Wat zijn de percentages gegronde beroepen bij de rechter in eerste aanleg en hoger beroep? De resultaten hebben betrekking op het jaar 2004. In beroep is 11,1% van de zaken gegrond verklaard en 0,8% gedeeltelijk gegrond. In hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep zijn 7,4% van de zaken gegrond verklaard en 3,2% gedeeltelijk gegrond. Voorstellen tot uitwerking visie GKB 6, p. 3. “een loket voor burgers met vragen en problemen op alle niet WWB-terreinen van de dienst SZW.” Wat is de verhouding van dit loket tot de sociaal raadslieden en het juridisch loket? In de pilot Ondersteuningsloket wordt nagegaan op welke wijze diensten verleend door medewerkers van het Instituut Sociaal Raadslieden integraal onderdeel kunnen zijn van de dienstverlening die straks vanuit het Ondersteuningsloket geboden wordt. Het Juridisch Loket Den Haag is de opvolger van het Bureau Rechtshulp. Waar het Juridisch Loket zich in hoofdzaak richt op de vraagverheldering en doorverwijzing naar de advocatuur bedienen de sociaal raadslieden voornamelijk 65-plussers, uitkeringsgerechtigden, lager opgeleiden en burgers in de laagste inkomensklassen en verlenen hierbij meer directe hulp aan burgers dan het Juridisch Loket. Het Instituut Sociaal Raadslieden is met het Juridisch Loket in gesprek over taakafbakening en doorverwijzing.
4
7, p. 8. Waar staan de letters FIDO voor? De letters FIDO staan voor “Wet Financiering van decentrale overheden”. Deze wet is per 1 januari 2001 in werking getreden en had voor Gemeentelijke Kredietbanken tot gevolg dat het hen niet langer was toegestaan commerciële kredieten te verlenen. 8, p. 13. Wat is de NVVK? De letters NVVK staan voor de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet, de koepelorganisatie voor instellingen die actief zijn op het gebied van financiële hulpverlening in de vorm van schuldhulpverlening, kredieten, budgetbeheer, etc. Het hoofd van de GKB zit in het bestuur van de NVVK. Vragen uit: Programmabegroting Programma 2.8 Arbeidsmarktbeleid 9, p. 41. Output-kengetallen. Wat is de verklaring voor de nogal afwijkende cijfers voor 2004 van de Haeghe Groep qua geschiktniet-geschikt voor werken bij de Haeghe Groep? Sinds de intensievere samenwerking tussen de Haeghe Groep en de dienst SZW is er sprake van een meer gerichte toeleiding naar indicatie voor de SW. Dit is ook terug te zien in de percentages voor 2003. Echter, per 1 januari 2005 heeft het rijk de indicatiestelling overgedragen aan het CWI. De uitwerking van deze wijziging is nog onduidelijk. Derhalve is gekozen voor een veilige prognose, gebaseerd op meerjarenervaring. Programma 2.10 Achterstands- en minimabeleid 10, p. 46. Nieuwe zorgverzekeringswet Wat is voor een gemiddelde uitkeringsgerechtigde het saldo van een hogere premie per 1 januari 2006 minus de zorgtoeslag van het rijk? Wat is de grond om voor een eventueel verschil daartussen bijzonder bijstand te verstrekken? Het is momenteel niet te berekenen wat het saldo is van een hogere premie per 1 januari 2006 minus de zorgtoeslag van het Rijk, omdat de zorgverzekeraars de hoogte van de premie nog niet bekend hebben gemaakt. De hoogte van de zorgtoeslag is bij de Belastingdienst al wel bekend, maar als zodanig nog niet door de Belastingdienst gepubliceerd. Het risico van een toenemend beroep op de bijzondere bijstand voor medische kosten heeft geen betrekking op een eventueel verschil tussen de oude en de nieuwe premie, maar op kosten die mogelijk niet via of door middel van een ziektekostenverzekering zijn gedekt. Programma 2.11 Openbare ruimte 11, p. 49-50. Wat zouden de incidentele en structurele kosten zijn van het aanleggen van openbare toiletten bij de grote speeltuinen en skatevoorzieningen die door zowel dames als heren kunnen worden gebruikt?
5
De incidentele kosten voor het aanleggen van voor dames en heren geschikte openbare toiletten bij grote speeltuinen en skatevoorzieningen bedragen naar schatting € 3,25 mln Hierbij is uitgegaan van 25 locaties die hiervoor in aanmerking komen, die per stuk € 0,13 mln kosten. De kosten zijn gebaseerd op ervaring met de plaatsing van een dergelijke voorziening bij station Hollands Spoor. De structurele kosten worden uit reclame-inkomsten gedekt. Deze kosten worden ingeschat op € 0,015 mln per jaar. Uitgaande van 25 locaties gaat het om een bedrag van € 0,375 mln per jaar. Programma 2.17 Verkeer 12, p. 82. Betekent de tabel dat het aantal fietsenstallingplaatsen zowel bewaakt, als onbewaakt, als in totaal bij station HS drastisch daalt? Zo ja, waarom? Er zit een omissie in de tabel zoals opgenomen op blz 82. Dit behoeft een toelichting/actualisering; De nulmeting 2001 is goed: 2.000 bewaakte plaatsen en 400 onbewaakte plaatsen. De gegevens voor 2004 moeten zijn: 2.150 bewaakte plaatsen en 450 onbewaakte plaatsen (dus niet 900 onbewaakte plaatsen) In 2005 neemt het aantal onbewaakte plaatsen met 150 toe (aan de Laakhavenzijde) en neemt tegelijkertijd het aantal bewaakte plaatsen met dat aantal af (NS stopt met bewaakte stalling). Dus: 2.000 bewaakte plaatsen en 600 onbewaakte plaatsen. Er zijn inmiddels plannen om aan de zijde van het talud het aantal onbewaakte plaatsen met 120 te doen toenemen: Dat geeft in 2006 e.v. het volgende beeld; 2.000 bewaakte plaatsen en 720 onbewaakte plaatsen. Programma 2.22 Overige beleidsvoornemens 13, p. 102 Wat zijn de incidentele en structurele kosten van het binnen de wettelijke termijn afdoen van alle bezwaarschriften? Er zijn drie hoofdoorzaken voor het niet tijdig afdoen van bezwaarschriften aan te wijzen: - vertragingen als gevolg van procedures/voorlopige voorzieningen. - vertragingen vanwege de complexiteit van de zaak: soms is nader onderzoek nodig naar feiten . - personele en logistieke problemen: bijvoorbeeld de tijdige aanlevering van stukken, beschikbaarheid van verweerders, bottlenecks in werkwijzen/processen, capaciteit van de adviescommissie, onvoorziene ziektes, onvermoede pieken in werkdruk enz. Willen we "alles" binnen de wettelijke termijn afgehandeld hebben dan is een aantal maatregelen nodig, incidenteel en structureel. Niet al deze maatregelen zijn direct in geld te vertalen. Een aantal maatregelen is al in gang gezet. Zo worden strakkere termijnen voor het aanleveren van stukken door de diensten gehanteerd, vinden inhaalslagen plaats (ook met gedetacheerde juristen, zowel bij de dienst DSO als bij BSD), is de zittingsfrequentie opgehoogd en zijn werkwijzen vereenvoudigd. Waar mogelijk wordt op die manier zo efficiënt mogelijk omgegaan met de veertien weken die voor de behandeling van een bezwaarschrift staat. Concreet heeft dat al geleid tot een verhoging van het aantal zaken dat binnen de wettelijke termijn is afgedaan (in 2004 een stijging van bijna 10% naar 59,5%. De doorlooptijden wordt korter: van 258 dagen in 2002 naar 148 in 2004 en 124 in 2005 (tot september).
6
Het meest beïnvloedbaar zijn de logistieke en personele problemen. Met name bij de dienst DSO is het tijdig leveren van stukken en verweer nog een probleem, dat doorwerkt in de gemiddelde afdoeningstermijn. Een externe deskundige onderzoekt in opdracht van DSO thans het bezwaarproces op mogelijkheden voor verbetering van de efficiency en onderzoekt hoe de benodigde formatie reëel kan worden berekend. De uitkomsten hiervan zijn nog niet bekend en wat dit financieel betekent kan dus nog moeilijk worden aangegeven. Bij andere diensten speelt het formatieprobleem minder. Geschat wordt dat voor die diensten 2 tot 3 fte extra nodig zou zijn om tijdelijke uitval, toename aantallen bezwaarschriften etc. op te vangen, in totaal € 150.000,-- tot 200.000,-- structureel.Mogelijk is ook om bij pieken externe bureaus in te huren. Digitalisering van dossiers zou de tijdigheid van aanlevering aanzienlijk verbeteren. De kosten daarvan zijn moeilijk te ramen. Verder zou aansluiting van alle diensten op één geautomatiseerd systeem voor het voeren van verweer e.d. de snelheid ten goede komen. Schatting kosten incidenteel voor aanschaf systeem/licenties : € 250.000 - 300,000, structureel voor onderhoud € 40.000 per jaar . Uitbreiding van het aantal commissie vergaderingen kan nodig zijn. Kost per jaar € 23.400 extra. De bestuursdienst heeft over 2004 59% van de zaken tijdig afgedaan. De dienst SZW heeft in 2004 nog geen 20% tijdig afgedaan. In het bezwaarschriftenvolgsysteem van de dienst SZW is een aanpassing doorgevoerd om de doorlooptijden zuiverder te kunnen meten. Om de stijging van het aantal bezwaarschriften (van gemiddeld 3000 naar 5500 per jaar) te kunnen verwerken is in 2005 extra formatie ingezet en zijn maatregelen genomen om de productiviteit per medewerker te verhogen. Daarnaast worden de werkprocessen zodanig ingericht dat afdoening binnen de wettelijke termijn gerealiseerd kan gaan worden. De eerste voorwaarde daarvoor is dat de werkvoorraad niet te hoog. Om de werkvoorraad verder te verminderen is in 2005 budget vrijgemaakt voor de inzet van een achterstandsteam. Tot slot wordt in 2006 en 2007 extra capaciteit ingezet om het fors gestegen aantal bezwaar- en beroepsschriften op tijd te kunnen afhandelen. De kosten hiervan zijn € 850.000 jaarlijks voor 2006 en 2007. Deze kosten worden binnen het programma Inkomensvoorziening gedekt. Programma 2.18 Wonen 14. 1. Kan aangegeven worden hoeveel procent van de Haagse woningvoorraad bedoeld is voor de doelgroep sociale huursector? De Haagse woningcorporaties verhuren thans ca. 81.000 woningen binnen de gemeente. Dit is 36% van de totale Haagse woningvoorraad (bron: OZB, Den Haag in Cijfers). Van het corporatiebezit heeft bijna 2% een huurprijs boven de grens van de huursubsidie en 11% een huurprijs boven de aftoppingsgrens binnen de huursubsidie. (Bron: voorraadbestanden woningcorporaties 1-7-2004) In Den Haag wonen ca. 80.000 huishoudens die volgens de definitie van VROM tot de BBSH aandachtsgroep van beleid horen (dit is 37% van alle huishoudens). Dit is de inkomenscategorie waar de woningcorporaties zich bij hun volkshuisvestelijke taak primair op richten.
7
De BBSH-doelgroep woont merendeels (62%) in een woning van een woningcorporatie; 21% huurt van een particuliere verhuurder en 17% heeft een koopwoning. Andersom bezien blijkt dat van de sociale huursector bijna 60% bewoond wordt door de BBSH-doelgroep, van de particuliere huursector 40% en van de koopsector 16% (Bron: Woning Behoefte Onderzoek 2002). 2. Kan aangegeven worden hoeveel mensen en budget de komende jaren worden ingezet voor de aanpak van onrechtmatige bewoning? Hoe blijft de raad op de hoogte van de effecten van de extra inspanningen op dit terrein?Kan de raad een geactualiseerd overzicht geven van het gemeentelijk bezit aan panden en gebouwen? Het aantal mensen dat zal worden ingezet bedraagt ca 23 fte. Dit is inclusief back-office en ondersteuning. Voor 2006 en verder bedraagt het totaalbudget voor de aanpak van onrechtmatig wonen (evenals 2005) € 1,565 mln. De streefwaarden van het project voor 2006 en verder zijn:
Aantal meldingen (= kengetal onrechtmatig wonen) Onderzoeken buitendienst DSO/Projecten van meldingen Onderzoeken door stadsdeelkantoren DSO Onderzoeken door eigenaar (corporatie) Aanschrijvingen (met bestuursdwang/dwangsom) Aantal inspecties/hercontroles Aantal gesloten woningen* Toepassing bestuursdwang* Toepassing dwangsom* Aantal bezwaarschriften* Aantal woningen in goed beheer
Streef Waarden 2006 en verder 750 500 50 200 300 1000 325
*) Hierbij gelden geen streefwaarden. Enkel over de resultaten wordt gerapporteerd.
Thans wordt gewerkt aan de afronding van de DSO-panden lijst. Deze kan thans nog niet worden verstrekt. Naar verwachting zal de lijst over een aantal weken gereed zijn en via B&W aan de Raad worden verstrekt. Hier zitten niet de gronden bij. Daar wordt nu een start mee gemaakt. Ten tijde van de jaarrekening 2005 zal deze verstrekt kunnen worden. Over de resultaten (van de extra inspanningen) op dit terrein wordt jaarlijks gerapporteerd in de programmabegroting. Daarnaast worden jaarlijks rapportages opgesteld over diverse projecten (waaronder ook onrechtmatig wonen), die binnen de dienst Stedelijke Ontwikkeling worden uitgevoerd. Deze worden ter kennisname gestuurd aan de raad.
8
Fractie: CDA Analyse programmabegroting 1, p. 12. Is de wachtgeldregeling van € 0,55 mln. voor de wethouders toereikend in 2006? Op basis van de huidige inzichten is dit bedrag toereikend. De raming blijft met enige onzekerheden omgeven, omdat de feitelijke besteding afhankelijk is van het aantal vertrekkende wethouders en de duur van de periode dat zij van het wachtgeldrecht gebruik maken. 2, p. 13. Kan het college aangeven wat de railverbinding Koningin Julianaplein inhoudt (€ 2,77 mln.)? Op en onder het Koningin Julianaplein wordt als onderdeel van het plangebied Den Haag Nieuw Centraal een gebouw ontwikkeld. Het ontwerp van voornamelijk het ondergrondse deel houdt daarbij rekening met de reservering van de route voor de railverbinding die in de toekomst aangelegd kan worden. De reservering zal in samenwerking met de ontwikkeling van de bebouwing op de basis van een model met diepwanden plaatsvinden. Deze wanden zijn opgenomen in het ontwerp van de parkeergarage en de fundering van de bovenbouw. Door voor de reserveringsconstructie diepwanden te gebruiken voor het deel tussen de kelder van Stichthage en de Koningstunnel sluit dit goed aan op geplande bebouwing. De diepwanden zijn direct de tunnelwanden. Onderzoek moet uitwijzen of het technisch mogelijk is om tussen de diepwanden in een later stadium dak en vloer voor de tunnel aan te brengen. Voor deze diepwanden moet rekening gehouden worden met een investeringsbedrag van € 2.770.000,00 inclusief BTW. Is dit een tunnelbak voor een RandstadRail richting Scheveningen? Ja, het is een tunnelbak voor een Randstadrailverbinding eventueel richting Scheveningen. 3, p. 13. Kan het college aangeven wat concreet wordt beoogd met de intensivering servicezone en woningbouw koppen Leyweg (€ 4,5 mln.)? In stadsdeel Escamp verbindt de Leyweg een aantal belangrijke voorzieningen op stedelijk- en stadsdeelniveau: het ziekenhuis Leyenburg, het winkelcentrum De Leyweg en het toekomstige gemeentekantoor Leyweg, dat wordt gecombineerd met publieksfuncties als een bibliotheek. Door deze voorzieningen heeft de Leyweg de potentie om dè ‘servicezone’ voor Escamp te worden. De aanpak van de Leywegzone is benoemd tot een speerpunt van beleid. De opgave is om de Leyweg uit te laten groeien tot de functionele en ruimtelijke ruggengraat van het Stadsdeel Escamp door het vergroten van de ruimtelijke samenhang, het toevoegen van meer recreatieve, sociaal culturele en economische voorzieningen en het toevoegen van extra woningen. Een belangrijk onderdeel van deze opgave is de verbetering van de aansluiting op Wateringse Veld. Deze ‘servicezone’ zal daarmee een verzorgingsgebied van meer dan 110.000 inwoners gaan bedienen.
9
Nu nog ontbreekt een goede schakel tussen het toekomstige gemeentekantoor en de zuidzijde van het winkelcentrum. Bij de vernieuwing van het winkelcentrum is tevens de noordkop aan de westzijde van de Hengelolaan niet meegenomen. In de noordkop komt de locatie van de bibliotheek vrij en staat de vroegere bioscoop leeg. Beide ‘koppen winkelcentrum Leyweg’ hebben een grote ontwikkelingspotentie. Voorwaarde voor het meer stedelijk en intensief ontwikkelen van deze locaties, waarbij dan tevens het parkeren goed wordt opgelost, is de ontwikkeling van integrale plannen. Daarom zal het nodig zijn niet alleen leeg komende panden te herontwikkelen, maar tevens de aangrenzende gebouwen bij het plan te betrekken. De ontwikkelingskansen worden verder in belangrijke mate bepaald door de mogelijkheden om gebouwd parkeren te realiseren en een zorgvuldige inrichting van de openbare ruimte. In opdracht van het college wordt een stedenbouwkundig kader voor beide ‘koppen Leyweg’ opgesteld (zie raadsmededeling RIS128837 d.d. 21 juni 2005). Ten behoeve van de verwerving van panden, het afdekken van tekorten op parkeren en de inrichting van de openbare ruimte is voor 2006 een bedrag van € 4,5 mln. gereserveerd. 4, p. 14. Waar is de € 1 mln. verrekening /reparatie 30% sociale woningbouw voor bedoeld? Als gevolg van raadsbesluiten van Leidschendam vóór de herindeling zal de 30%-norm sociale woningbouw op Leidschenveen niet gehaald worden. Stadsgewest Haaglanden heeft serieuze plannen om gemeenten die binnen hun VINEX-opgave niet zullen voldoen aan de norm een boetebedrag per niet gebouwde sociale woning te betalen. Deze boete zal zijn gebaseerd op het gegeven dat de VINEX-locaties met een voorcalculatorisch tekort op de grondexploitatie via het Grondkostenfonds van Haaglanden worden gecompenseerd voor de tekorten. Onderdeel van de berekeningen destijds was de 30% sociale woningbouwnorm. VINEX-locaties die een deel sociale woningbouw hebben ingewisseld voor marktwoningen (met een hogere grondopbrengst) hebben daardoor meer subsidie ontvangen dan noodzakelijk. De gemeente Den Haag zal ten eerste trachten om via de deelname in het Ontwikkelingsbedrijf Leidschenveen het percentage sociale woningbouw in Leidschenveen alsnog dichterbij te brengen. Mocht dit niet (geheel) lukken, dan zal Den Haag een alsdan te berekenen boetebedrag moeten betalen. 5, p. 17. De lasten bij de griffie zijn in 2004: € 5.737 mln. en voor 2006: € 6.388: waar komt deze stijging vandaan? Het antwoord op deze vraag ontvangt u separaat van de Griffie. 6, p. 18. Waarom voorspelt het college een daling van de tevredenheid van de burger over de gemeentelijke dienstverlening (zie streefgetallen 2006 en 2007 t.o.v. 2005)? Het college voorspelt geen daling. De ambities voor de gemeentelijke dienstverlening in 2007 zijn gebaseerd op de doelstellingen die in 2003 in het Overleg van Diensthoofden ten behoeve van het project Majesteit (klantgerichtheid) zijn afgesproken voor de periode 2003-2007. Deze ambitie is al een minimum resultaat geformuleerd, waarbij de diensten zich inspannen voor het hoogst haalbare. De gegevens in de begroting laten zien dat op sommige punten de doelstellingen reeds zijn gehaald of zelfs zijn overstegen.
10
Het streven is om dit resultaat vast te houden in de komende jaren. De stadsenquête 2006 zal uitwijzen of het positieve resultaat een structureel karakter heeft. 7, p. 20. De baten bij bestuur/college dalen van € 51.533 naar € 45.742. Kan worden verklaard waar deze daling vandaan komt? Op pagina 153 van de programmabegroting valt dit in de tabel "aansluiting met voorgaande begroting" af te lezen. Het verschil wordt deels veroorzaakt door incidentele begrote baten in de begroting 2005 die in de begrotingswijziging bij de Voorjaarsnota door de raad zijn geaccordeerd. In 2006 zijn deze baten nog niet begroot op dit onderdeel. Het betreft onder meer een bijdrage in 2005 voor de vervanging van grote bedrijfsvoeringssystemen (EOS) en voor de invoering van Digigang. Een ander deel van de verklaring van de lagere baten ligt in het feit dat er op het product Collectieve Huisvesting een nog nader in te delen baat is ingeboekt, als gevolg van de bezuinigingsmaatregelen. 8, p. 22. Worden er extra middelen ter beschikbaar gesteld om de doorlooptijd van de bezwaarschriften te verkleinen? Binnen de dienst Burgerzaken worden er in de begroting 2006 geen extra middelen voor de afhandeling beschikbaar gesteld. Met organisatorische maatregelen (o.a. centraal registreren en bewaken) wordt getracht de afhandelingtermijn te verkorten. Zie verder het antwoord op vraag 13 van de VVD over de gemeentebrede afhandeling van bezwaarschriften. 9, p. 37. Welke kosten zijn gemoeid met de realisatie van 1.800 PaVEM plaatsen en welke activiteiten worden hiertoe ondernomen? De kosten voor een gewenst traject voor een vrouw uit de zogenaamde Pavemdoelgroep bedragen naar verwachting € 6.000 tot € 6.500. Of we dit werkelijk beschikbaar hebben en kunnen besteden is nog de vraag en is afhankelijk van het geld dat we van het Rijk en uit ESF-subsidie gaan ontvangen. De hoogte hiervan is nog niet bekend. Momenteel loopt een aanbestedingsprocedure voor een onderzoek naar de groep van Pavemvrouwen in Den Haag, waarbij gevraagd wordt naar omvang, samenstelling en kenmerken. Afhankelijk van de uitkomsten van dit onderzoek worden activiteiten vormgegeven. Dit neemt niet weg dat we ook nu al nadenken over welke vorm zorgt voor de beste aansluiting bij de doelgroep en het beste maatwerk. In elke geval zullen deze trajecten taalcomponenten bevatten en gerichtheid zijn op zinvolle tijdsbesteding en participatie in de samenleving en zo mogelijk werk 10, p. 39 (37). In het kader van de WWB worden taaltrajecten aangeboden aan mensen die een arbeidsplicht hebben en een taalachterstand. Zijn deze trajecten voor iedereen toegankelijk die aan deze criteria voldoet of alleen voor niet-westerse allochtonen? Hoeveel trajecten zijn er in totaal beschikbaar? Alle op werk gerichte trajecten zijn toegankelijk voor zowel autochtone als allochtone cliënten. De centrale voorwaarde voor deelname is de taalachterstand. Het gaat in alle gevallen om arbeidsplichtige cliënten. Naar verwachting zullen in 2005 maximaal 365 cliënten een activeringstraject doorlopen dat specifiek is gericht op het inlopen van een geconstateerde taalachterstand.
11
Deze activeringstrajecten taal zijn vanaf 1 januari 2005 in de plaats gekomen van de arbeidsmarktgerichte taaltrainingen. In 2005 worden laatstgenoemde taaltrainingen nog door 140 cliënten gevolgd. Aangezien vrijwel alle cliënten, die een praktijktraining volgen bij het Leerwerk centrum, een taalachterstand hebben, maakt taal een integraal deel uit van de training. Volgens de prognose komt het aantal cliënten (zowel jongeren als volwassenen) dat in 2005 gebruikt maakt van deze educatieve ondersteuning uit op ongeveer 1200. Daarnaast zijn er in 2005 ongeveer 180 personen met een Wiw-dienstverband die één dag (volwassenen) of twee dagen per week (jongeren) taaltraining volgen. In totaal komt het aantal op werk gerichte trajecten waarin de taalvaardigheid van de deelnemers wordt verhoogd in 2005 uit op ongeveer 1.885. Volledigheidshalve geven we nog de volgende informatie: In 2005 is gestart met een project ‘Nederlands gebiedenderwijs’. Dit project is bestemd voor 50 vrouwen zonder arbeidsverplichting, met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en met een slechte beheersing van de Nederlandse taal. Binnenkort wordt gestart met een vervolgproject participatietrajecten taal eveneens voor 50 vrouwen. Daarnaast verzorgt de dienst SZW in samenwerking met de dienst OCW de Oudkomers trajecten. In 2005 betrof dit 1500 trajecten. Het precieze aantal voor 2006 is nog onbekend. 11, p. 40. Bij de opstapbanen en ooievaarsbanen ligt de nadruk veel meer dan bij de ID-banen op het doorstromen. Hiervoor is er extra aandacht voor ontwikkeling en begeleiding. Hoe wordt aan deze begeleiding invulling gegeven bij de Ooievaarsbanen bij de organisaties die zich richten op Schoon, heel, veilig zoals Stichting Schreuder van de Kolk? Bij de bedoelde organisaties worden vooralsnog geen personen op een Ooievaarsbaan geplaatst vanwege afspraken die zijn gemaakt omtrent reductie van I/D banen. Als hierna wel personen bij deze organisatie op een Ooievaarsbaan worden geplaatst, zullen zij in het begin door Werkbij worden begeleid en later door de organisaties zelf. 12, p. 42. Hoe is in de prestatiekaart WWB het verschil verwerkt tussen vraag, gepland aanbod en gerealiseerd aanbod? (Bijvoorbeeld: er zijn 50 cursussen gepland, er zijn er 60 gegeven, maar het potentieel/vraag was 300). Het verschil tussen planning en realisatie van het aanbod komt tot uitdrukking in het beleidsverslag dat samen met de jaarrekening aan de Raad zal worden aangeboden. In het beleidsplan zijn op de Prestatiekaart WWB de verwachtingen (planning) aangegeven die vergeleken zullen worden met de uitkomsten in het beleidsverslag (realisatie). De verschillen zullen hierbij uiteraard verklaard worden. De potentiële vraag is niet in alle gevallen aan te geven. Zo zijn bij bijzondere bijstand betrouwbare cijfers over het aantal Haagse huishoudens dat tot de doelgroep van het Haagse armoedebeleid behoort (nog) niet beschikbaar. Hoe groot het bereik van de armoede-instrumenten onder de doelgroep is kan dus nog niet worden vastgesteld. Het komende jaar zal de gemeente onderzoeken of en op welke termijn een betrouwbaar cijfer over de omvang van de doelgroep te leveren is.
12
13, p. 43. Wat is het definitief toegekende inkomensdeel van de WWB dat na Prinsjesdag aan in DH in 2006 zal worden uitgekeerd? Hoeveel zijn de baten hoger dan € 342,325 mln.? Het Ministerie van SZW heeft laten weten de toekenningen op 1 oktober a.s. aan de gemeenten bekend te maken. Naar verwachting zal dit deel aanzienlijk lager uitvallen. Bij het opstellen van de ontwerpbegroting in de maand mei, is bij gebrek aan informatie vanuit het ministerie uitgegaan van het voorlopige budget Inkomensdeel 2005. Later (augustus) heeft het ministerie een indicatie gegeven van het Haags budget 2006 van € 306 miljoen. Volgens mededeling van het ministerie zal begin oktober 2005 het voorlopige Haags bijstandsbudget 2006 bekend worden gemaakt. Op basis van recente informatie van het ministerie wordt een substantiële neerwaartse bijstelling van het bijstandsbudget 2006 ten opzichte van de eerdere indicatie verwacht. Achtergrond daarvan is een herziening door het CBS van de ontwikkeling van het landelijk bijstandsvolume 2005. Wanneer het voorlopige budget 2006 bekend is, zal de Raad op de hoogte worden gebracht van de actuele stand van zaken over de financiën voor het Inkomensdeel WWB. 14, p. 45. Kan het college aangeven wat een duurzame, effectieve schuldhulpverlening is? De hulpverlening is effectief en duurzaam als burgers niet alleen van hun schulden af zijn, maar ook zijn toegerust om in de toekomst een problematische schuldenlast te kunnen vermijden. 15, p. 46. Het maandelijkse inlichtingen formulier en het jaarlijkse heronderzoek worden afgeschaft (behalve voor bepaalde groepen). Is er een signalering ingebouwd zodat maatregelen genomen kunnen worden als blijkt dat het gemiddelde bedrag aan onterecht ontvangen uitkering hierdoor oploopt gedurende 2006? Er is geen directe samenhang tussen het afschaffen van de inkomstenverklaring en het gemiddelde bedrag aan onterecht ontvangen uitkering. Dit bedrag wordt namelijk beïnvloed door het aantal fraudegevallen dat wordt vastgesteld en het fraudebedrag dat daarmee is gemoeid. Het wegvallen van de inkomstenverklaring en het jaarlijkse heronderzoek wordt in het fraudebeleid gecompenseerd door de themagewijze aanpak van mogelijke fraudesituaties in 2006. Het voornemen is om in 2006 bij alle nieuwe aanvragen voor bijstand een huisbezoek af te leggen. Dit in het kader van de nieuwe heronderzoekssystematiek. De commissie OSCI wordt hierover (via een commissiebrief) nog geïnformeerd. 16, p. 46. Welke financiële middelen zijn gereserveerd / gelabeld voor de bijzondere bijstand t.b.v. het nieuwe ziektekostenstelsel? Voor het nieuwe ziektekostenstelsel zijn vooralsnog geen financiële middelen gereserveerd of gelabeld. Via de bijzondere bijstand kunnen klanten jaarlijks een eenmalige tegemoetkoming krijgen voor de kosten van de aanvullende verzekering. Deze bijdrage bedraagt in 2005 maximaal € 30,00 per persoon per jaar.
13
17, p. 47. Hoeveel Hagenaars worden jaarlijks geholpen door het Admonteam? Uit de registratie blijkt dat in 2004 ca 350 tot 400 Hagenaars zijn geholpen. De medewerkers van het Admonteam voeren gemiddeld twee tot drie gesprekken per klant. 18, p. 47. Hoe kan het college verklaren dat de lasten voor het achterstandsminimabeleid in 2006 t.o.v. 2004 met ruim 10% zijn gedaald (van € 43.913 naar € 38.398). Dit zeker in het licht van het nieuwe ziektekostenstelsel en de toenemende vraag bij de schuldhulpverlening? De daling in 2006 ten opzichte van 2004 wordt veroorzaakt door het functioneel onderbrengen van de budgetten van het grote stedenbeleid in de functionele deelproducten. Tot en met 2004 was het budget grote stedenbeleid in de betreffende begrotingspost centraal ondergebracht. 19, p. 50. Hoe kan het dat het kengetal voor niveauverdeling beeldbestek groen over de stad t.o.v. 2002 met 0,2 is gedaald. En waarom fluctueert dit over de jaren? De daling hangt samen met de beschikbare middelen om onderdelen van het groen te vervangen als deze versleten zijn. Deze middelen zijn niet voldoende om alles –gazons, bomen, heesters- te vernieuwen wanneer dit technisch gezien nodig is. Door inzet van extra incidentele middelen in 2006 en 2007 is het mogelijk om de in de afgelopen jaren gedaalde kwaliteit weer op niveau 3 te brengen. Mocht in de jaren daarna geen sprake zijn van extra (incidentele) middelen dan is niet te voorkomen dat het kwaliteitsniveau opnieuw daalt. Dit wordt uitgedrukt in een heel geleidelijk teruglopen van de beeldkwaliteit. Van een achteruitgang van het dagelijks onderhoud van het groen is geen sprake. 20, p. 51. Het kengetal vertoont het aantal m2/herstructureringsgebied een sterke kromme van 105.000 m2 in 2007 naar 190.000 m2 in 2008 en 200.000 m2 in 2008: waarom wordt dit niet wat gelijk matiger verdeeld? De gepresenteerde prestatiecijfers zijn cumulatief. In 2008 wordt dus 85.000 m2 extra gerealiseerd, bovenop de in 2007 gerealiseerde 105.000 m2 . En in 2009 wordt nog eens 10.000 m2 opgeleverd. Het realisatietempo hangt in de eerste plaats samen met de beschikbaarheid van plannen die rijp zijn voor uitvoering. En in de tweede plaats met de doorlooptijd van herinrichtingsprojecten. Voor herinrichting van de openbare ruimte worden middels het Programma Ruimtelijke Investeringen 2005 -2009 ISV2 middelen beschikbaar gesteld: in 2005 EUR 2,8 mln, in 2006 EUR 12,2 mln en in 2007 EUR 10,0 mln. De budgetten zijn toebedeeld aan de hand van de beschikbaarheid van uitvoeringsgerede plannen. Om de realisatie van prestaties vòòr 2009 zoveel mogelijk te garanderen is bovendien de bulk van de activiteiten gepland in het begin van het GSB tijdvak. Bij een gemiddelde doorlooptijd van 1,5 jaar resulteert het vermelde realisatietempo. 21, p. 52. Welke financiële reserveringen zijn noodzakelijk om te voorkomen worden dat na 2008 het kwaliteitseisniveau van de openbare ruimte dramatisch daalt (van 81% voldoende in 2008 naar 68% in 2009)? Op dit moment wordt jaarlijks ongeveer € 13 miljoen besteed aan het onderhoud van wegverhardingen. Uit de inspectie van de Haagse wegen in 2004 blijkt dat een bedrag van € 40
14
miljoen incidenteel nodig zou zijn om het achterstallig onderhoud te verhelpen. Met de € 40 miljoen Euro zou het gehele achterstallig onderhoud kunnen worden ingelopen, waarbij overigens zij opgemerkt dat de bereikbaarheid van de stad een gefaseerde aanpak vergt. 22, p. 52. Wat is de relatie tussen de aanpak verloederde locaties en het hotspot-beleid? Er kan een relatie bestaan tussen de aanpak van verloederde locaties en het hot-spot beleid. Beide richten zich op het tegengaan van de verloedering van de leefomgeving. Bij het hot-spot beleid is het echter een voorwaarde dat ondanks de inzet van diensten er gedurende een reeks van 3 maanden sprake is van meer dan gemiddelde overlast. Verder kenmerkt de aanpak zich door de intensieve gezamenlijke inzet van gemeentelijke diensten, politie en relevante locale partners, die breder is dan alleen gericht op de fysieke leefomgeving. Bij de aanpak van verloederde locaties is de inzet erop gericht om samen met bewoners en of bewonersorganisaties door middel van het treffen van fysieke maatregelen de verloedering in de woon-leefomgeving tegen te gaan. 23, p. 55. Waarom zijn de km-riolering van het stadsdeel Leidschenveen/Ypenburg buiten de kengetallen gehouden. Hoeveel km te onderhouden riolering betreft het in het stadsdeel Leidschenveen/Ypenburg. De km-riolering in het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg zijn buiten de kengetallen gehouden omdat een deel van deze riolering nog niet is overgedragen door de projectontwikkelaar aan de gemeente. Verder is een deel van deze riolering wel overgedragen, maar moeten er plaatselijk nog aanpassingen worden uitgevoerd (op kosten van de projectontwikkelaar). Pas als de riolering daarop is aangepast worden ze als volwaardig aan het beheerareaal toegevoegd en gaan ze deel uitmaken van de kengetallen. De verwachting is dat dit in 2006 zal plaatsvinden. In Leidschenveen-Ypenburg bevindt zich een gescheiden rioolstelsel en bestaat uit ca. 100 km vuilwaterriool en ca. 100 km regenwater riool. 24, p. 58. Wat is het kengetal voor de sportdeelname openbare ruimte in 2005 en de deelname van gehandicapten in 2006? Zoals in de toelichting is aangegeven zijn in de stadsenquête 2005 geen vragen gesteld naar de sportdeelname in de openbare ruimte. Hierdoor is het kengetal niet bekend. In de stadsenquête 2006 zal deze vraag worden toegevoegd. Aan de respondenten is in het sportonderzoek 2003 voor het eerst gevraagd naar hun fysieke beperkingen. Het percentage respondenten met een beperking dat aan sport deelneemt, zal tot en met 2006 worden gemonitord om inzicht te krijgen in de sportdeelname van deze groep. 25, p. 58. In de programmabegroting van 2005-2008 is een jaarlijkse post opgenomen (tot 2008) voor verzekeringspremies sportaccommodaties, waarom zijn die niet meer opgenomen in de programmabegroting van 2006-2009? De post voor verzekeringspremies sportaccommodaties is in de begroting 2005 structureel verhoogd. In de programmabegroting 2005-2008 is dit als nieuw beleid aangewezen. Vanaf 2006 is dit aanvullende budget binnen de sportbegroting verwerkt en niet meer apart zichtbaar.
15
26, p. 58. Waarom geen streefpercentages voor gehandicapte sporters? Zie het antwoord op vraag 24. 27, p. 59. Wordt de sporthal Lindoduin teruggebouwd wanneer aan Hoog Lindoduin een deel wordt aangebouwd? Sporthal Lindoduin zal worden teruggebouwd. De investeringslasten en de exploitatie komen voor rekening van Vestia. 28, p. 59. De gemeente beheert in 2007 totaal 27 sporthallen. Hoeveel sporthallen worden er door particulieren beheerd / geëxploiteerd. Krijgen die op een of andere wijze subsidie? De gemeente Den Haag zal naar verwachting in 2007 17 (in plaats van 27) sporthallen beheren. Daarnaast worden er in Den Haag nog 4 door een sportvereniging beheerd, geëxploiteerd en onderhouden. Wanneer continuering van deze hallen noodzakelijk is voor het Haagse sportaanbod en de vereniging kan incidenteel grote onderhoudinvesteringen niet zelfstandig financieren kan een gemeentelijke bijdrage toegekend worden. 29, p. 59. Waarom geen outputkengetallen over 2007-2009 als het gaat om de sportintroductie brede buurtscholen en aantal wetravelden? Om de huidige omvang van sportintroductie brede buurtscholen te continueren is incidenteel extra geld toegekend aan de sportbegroting. Het nieuwe college zal besluiten over de verdere continuering van deze activiteiten. In vervolg op het sportaccommodatieonderzoek zal binnenkort een voorstel voor de kwaliteitsverbetering en het (her)bestemmen van sportparken in de gemeenteraad aan de orde worden gesteld. Op basis van besluitvorming op dit voorstel kunnen nieuwe streefcijfers voor het aantal WeTra-velden en kunstgrasvelden worden gegeven. 30, p. 60. Voor het 50 meterbad is 6,5 miljoen voor een eerste investering in 2006 uitgetrokken. Bij de outputkengetallen staat t/m 2009 geen zwembad extra vermeld. Betekent dit dat eventueel na 2009 een 50 meterbad wordt gebouwd? Het 50-meter zwembad is nog niet in de kengetallen opgenomen omdat, gezien het huidige voorbereidingsstadium, nog geen zekerheid bestaat over het jaar van ingebruikname. 31, p. 63. Welke maatregelen neemt het college om op korte termijn de congresdeelnemersdagen te verhogen van 125 naar zo mogelijk het niveau van 2001? Het jaar 2000 was een absoluut topjaar voor de Haagse congresmarkt, dit vanwege een aantal grootschalige, mondiale congressen – derhalve lag het totaal fors hoger dan de jaren ervoor en de jaren erna.
16
In nauwe samenwerking met de markt wordt gewerkt aan de marketing en internationale acquisitie van congressen. Relatie-activiteiten zoals ‘Prins voor een dag’ zijn zeer succesvol. Er wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor het ontwikkelen van een nieuwe congresaccommodatie. Daarnaast wordt ingezet op het gezamenlijk vermarkten van accommodaties zodat grootschalige congressen aangetrokken kunnen worden. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan de combinatie KurhausCircustheater. 32, p. 63. Waarom zijn geen percentages marktaandeel congresdeelnemersdagen genoemd? Voor het aangeven van percentages marktaandeel zijn we afhankelijk van de gegevensverzameling op nationaal niveau, hierbij geldt dat voor de jaren 2001 en 2002 niet alle steden gegevens aangeleverd hebben. Daarnaast zijn er op nationaal niveau discussies over de juistheid van de gegevens. Op het gebied van internationale congressen is weinig eenduidig cijfermateriaal beschikbaar, verschillende (internationale) instanties verzamelen gegevens en de cijfertotalen lopen sterk uiteen. Ons inziens kan het percentage marktaandeel niet meer gebruikt worden als bestuurlijk kengetal. 33, p. 64. Waarom zijn voor de periode 2006 – 2009 geen output kengetallen gegeven voor de dienstverlening bij het nationaal elektronisch bedrijvenloket. De tabel moet als volgt gelezen worden. Het output kengetal aansluiting bij het nationaal electronisch bedrijvenloket was is 2002 nog niet geregeld. In de loop van 2005 zal deze aansluiting worden gerealiseerd en blijft in de jaren daarna gehandhaaft. In de Daadkracht van Den Haag (GSB III) is als output indicator het cijfer voor gemeentelijke dienstverlening van Den Haag opgenomen. De nulmeting bedroeg 5.6 en als streefcijfer voor de periode 2005-2010 voor de waardering van gemeentelijke dienstverlening is het cijfer 6 opgenomen. Dit vindt u terug in de begroting 2006. Deze cijfers zijn ontleend aan de monitor Benchmark gemeentelijk ondernemersklimaat van het ministerie van Economische Zaken van 2005. Voor de tussenliggende jaren zijn geen cijfers beschikbaar. De eerstvolgende Benchmark gemeentelijk ondernemersklimaat wordt naar verwachting gehouden bij de midtermreview in 2007. Het oordeel van het Haags bedrijfsleven over de gemeentelijke dienstverlening maakt onderdeel uit van de algemene waardering van het ondernemersklimaat in Den Haag. Uit de bovengenoemde benchmark blijkt dat het oordeel van Haagse bedrijfsleven over het ondernemersklimaat in 2004 fors is gestegen. In 2000 lag dat cijfer nog op 6.0, in 2004 is dit gestegen naar 6.4. Er is dus sprake van een duidelijke stijging van de waardering van het ondernemersklimaat in Den Haag.
17
34, p. 65. Wat zijn de financiële consequenties voor de vertraging van Laakhaven-West en Petroleumhaven en welke omvang heeft deze? Op dit moment worden de programmatische uitgangspunten ten aanzien van Laakhaven West uitgewerkt. Op basis hiervan wordt een masterplan opgesteld. Dit masterplan zal de onderligger zijn van een nieuwe grondexploitatie. Pas als de grondexploitatie in beeld is gebracht, is duidelijk wat de financiële consequenties zijn. Ten aanzien van de financiële consequenties van Petroleumhaven geldt dat drie van vier deelplannen op schema lopen. Daar wordt ook tijdig D2-subsidie binnen gehaald. Ten aanzien van het laatste deelplan wordt op dit moment gesproken over een programmatische aanpassing. De gevolgen voor het financiële saldo zijn afhankelijk van de invulling en daarom op dit moment moeilijk inzichtelijk te maken. Aan het eind van het jaar is bekend wat de invulling op deze locatie zal zijn, dan kan ook inzichtelijk gemaakt worden wat de financiële consequenties zijn. De raad zal hiervan tijdig op de hoogte worden gesteld. 35, p. 67. Hoe wordt de samenwerking met Geneve en Wenen vormgegeven en welke doelstellingen worden nagestreefd? Gebleken is, dat steden met vestiging van grote internationale (VN) instellingen te maken hebben met gemeenschappelijke zaken als veiligheid, huisvesting, sociale infrastructuur voor expats, onderwijs etc. Om die reden zijn met Genève en Wenen afspraken gemaakt om deze zaken gezamenlijk te bespreken en zonodig gezamenlijk aan te pakken. Een eerste overleg is voorzien in Den Haag. Hieromtrent worden nog nadere datumafspraken gemaakt. 36, p. 70. Het aantal actieve buurtgroepen is de afgelopen jaren gegroeid van 133 naar 180, maar dan stopt deze groei. Waarom denkt het college dat het aantal actieve buurtgroepen niet verder groeit? Bij ongewijzigde inzet van middelen voor wijkfeesten (ad. € 135.000,00) en bij een waarderingssubsidie van € 700,00 per wijkfeest is ca. 180 actieve buurtgroepen een voorzichtige schatting. Voorts leren de uitkomsten van 2005 dat niet alle aanvragen op het maximumbudget zitten. Een prognose die stabiliseert op ca. 200 is realistisch. Overigens achten wij een toename van het enthousiasme voor deze regelingen een goede ontwikkeling en willen wij graag stimuleren. 37, p. 70. Programma eenzaamheid: het aantal ouderen dat in 2006 wordt bereikt is 100. Welke kosten zijn hiermee gemoeid en waarom kunnen er niet meer ouderen worden benaderd? Met Buddynetwerk is een productieafspraak gemaakt die inhoud dat in 2005 minimaal 100 mensen die (ernstig) last hebben van eenzaamheidsgevoelens worden gekoppeld aan een vrijwilliger die met hen sociale activiteiten onderneemt. Hiermee is een bedrag van € 50.000 gemoeid. Op dit moment zijn er meer dan honderd aanmeldingen van klanten. Uitbreiding van het aantal is moeilijk omdat het werven van vrijwilligers een beperking oplevert.
18
Overigens zijn er nog tal van andere activiteiten die op het vlak van ouderen en eenzaamheidsbestrijding worden uitgevoerd. 38, p. 71. Hoeveel alleenstaande ouders met kinderen kloppen maandelijks aan bij een instelling voor maatschappelijke opvang voor kort of langdurige opvang. Volgens gegevens van de Centrale Toegang tot de Maatschappelijke Opvang (CTMO) gaat het hier in de praktijk om vrouwen met kinderen. Per maand melden zich bij het CTMO 6 á 7 vrouwen die zwanger zijn of kinderen hebben. Een aantal van deze vrouwen (met een achtergrond van huiselijk geweld) wordt door het CTMO verwezen naar Rashida, het intake-en informatiepunt van de Vrouwenopvang in de regio. Een aantal vrouwen kan voor kortdurende opvang terecht in de crisisopvang; voor sommige vrouwen wordt een oplossing buiten de regio gevonden. 39, p. 71. Dient de zinsnede: “Voorts kan de herverdeling van deze welzijnsbudgetten…” niet te worden geformuleerd als: “Voorts heeft de herverdeling van deze welzijnsbudgetten…” . Een aantal club- en buurthuizen wordt immers gesloten. Inderdaad wordt een aantal club- en buurthuizen met ingang van 2006 niet langer door een gesubsidieerde professionele welzijnsorganisatie geëxploiteerd. Het streven is er echter op gericht zoveel mogelijk welzijnsaccommodaties te behouden voor de wijk maar onder andere condities. Redenen waarom wij de gehanteerde formulering correct achten. Overigens worden in de groeistadsdelen uiteraard accommodaties uitgebreid. 40, p. 73. Wat zijn de te verwachten financiële risico’s voor de gemeente bij de invoering van de WMO? Over het financiële kader van de WMO voor de gemeente Den Haag is nog onvoldoende bekend. In principe komen - op macroniveau - met de nieuwe taken, die overkomen uit de AWBZ, de bijbehorende budgetten mee. De wijze waarop de gelden over de gemeenten worden verdeeld kan leiden tot verschillen tussen de gemeenten, die niet overeenkomen met de verschillen in zorgvraag. Uitgangspunt voor Den Haag is dat het beschikbaar gestelde bedrag in principe maatgevend is voor de uit te voeren taken. 41, p. 76. Hoe groot is de wachtlijst (aantal personen en wachttijd) bij het Regionaal Steunpunt Seksueel Geweld? Conform de afspraken van het convenant 'Integrale aanpak huiselijk geweld' regelen medewerkers van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld binnen 14 dagen een passend hulpaanbod voor cliënten die gebruik maken van 0900-0443322. Er is derhalve geenszins sprake van een wachtlijst. 42, p. 77. Het aantal opgeloste crisissituaties van zorgwekkende zorgmijders is in 2004 iets afgenomen t.o.v. 2001. Waarom denkt het college het kengetal van 180 in 2006 wel te halen? In de Programmabegroting 2006 staan twee kengetallen: 'aangemelde crisissituaties' en 'aantal opgeloste crisissituaties'.
19
Het genoemde getal van 180 heeft betrekking op de aangemelde situaties, dit aantal is in 2004 ten opzichte van 2001 niet gedaald maar gestegen. Ook het aantal opgeloste crisissituaties is in 2004 ten opzichte van 2001 gestegen; naar verwachting zal dit aantal in 2005 verder stijgen. 43, p. 78. In het budget van het programma zorg zijn de lasten (en ook de baten) in 2006 lager dan in 2005 (van € 46.690 mln. naar € 41.450 mln.). Waarom zijn de lasten en baten minder? Heel concreet: welke taken worden niet meer uitgevoerd? De lasten zijn vanaf 2006 verminderd met € 5,2 mln. Dit heeft te maken met de beëindiging van de taken van het indicatie bureau van de GGD. De lasten en baten dalen daardoor beiden met € 3,2 oplopend tot € 3,7 mln. Voor het overige betreft het neutrale mutaties (verlaging baten en lasten). Het saldo van deze begrotingspost is nagenoeg gelijk gebleven. De aansluiting met de voorgaande begroting kan gevolgd worden op pagina 192 van de programmabegroting in het zogenaamde financieel deel. 44, p. 90. Wat zijn de consequenties van het bijstellen van de plannen voor de Westlandse Zoom voor de uiteindelijke grondexploitatie. Als gevolg van de bijstellingen is er een minder positief saldo op deze plannen te verwachten. Dit heeft tot gevolg dat de storting in de reserve grondbedrijf (dat dient als weerstandsvermogen) lager is. Voor de feitelijke uitvoering/realisatie heeft het geen effect, want de plannen vinden doorgang. Verdere informatie kunt u vinden in de Meerjaren Programma Grondexploitatie dat u separaat krijgt aangeboden. 45, p. 91. Welke interne kosten (bestaande uit fte’s, kantoor, etc.) zijn gemoeid met de administratie van de erfpacht. De totaal begrote formatie van het team ‘Administratie \ Beheer \ Heruitgifte’ van het erfpachtbedrijf bedraagt in de begroting 2005 21,2 formatieplaatsen. De overige interne kosten van deze bedrijfsonderdelen zijn verwerkt in de toerekening van apparaatlasten aan het erfpachtbedrijf. 46, p. 93. Bij geluidsklachten wordt gesteld: “wordt een afname van de geluidsklachten verwacht”: dit staat haaks op de kengetallen van 2001 (150 klachten) en verwacht in 2005 totaal: 260. De actievere inzet van Stadsbeheer/Milieu en vergunningen op klachtenbehandeling brengt met zich dat aanzienlijk meer klachten worden gesignaleerd en tevens beter beoordeeld. De prognose uit 2001 is daarom naar boven toe bijgesteld. Dit neemt niet weg dat nog steeds wordt ingestoken op preventie van klachten en daarmee uiteindelijk op een daling van het aantal. 47, p. 99. Op basis van welke criteria / analyses is de post ‘onvoorzien geraamd van € 5,3 mln. In artikel 8 van het BBV, lid 6, staat: Het bedrag voor onvoorzien wordt geraamd voor de begroting in zijn geheel of per programma.
20
Den Haag raamt jaarlijks ruim € 5 miljoen voor onvoorzien op het programma Overige beleidsvoornemens. Dit is ca. 1% van de algemene uitkering. Deze raming is gebaseerd op de risico's zoals opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en de kans dat een risico zich feitelijk voordoet. 48, p. 103. De bouw van het stadskantoor Leyweg wordt een operationeel speerpunt genoemd. Betekent dat de bouw van het nieuwe stadskantoor voor 2008 van start zal gaan? Naar verwachting vangt de bouw aan medio 2007. 49, p. 107. Wat is het totaal verwachte baten in 2006 dat wordt geïnd met de toeristenbelasting en wat zijn de interne kosten die gemoeid zijn bij het innen van de toeristenbelasting? De baten bedragen naar verwachting € 3,916 mln. De inningskosten bedragen ca. € 90.000. 50, p. 111 (82) Heeft het college een financiële risicoanalyse gemaakt voor de Hubertustunnel en kan worden aangeven welke reserveringen zijn gemaakt? De maatregel: “strakke projectorganisatie om de risico’s in te perken…” kan immers niet voorkomen dat tijdens het bouwproces er onverhoopt iets mis kan gaan. Het college heeft inderdaad een financiële risico-analyse gemaakt voor de Hubertustunnel. Een overzicht van de risico’s was als bijlage toegevoegd aan het raadsvoorstel dat heeft geleid tot het besluit om de realisering ter hand te nemen. Binnen de ramingen van de Hubertustunnel zijn de voor dit soort projecten normale posten onvoorzien opgenomen. Een strakke projectorganisatie moet en kan bewerkstelligen dat er een scherpe sturing is op de uitvoeringscontractering en afdekking van risico’s. Voorts monitort de projectorganisatie de risico-ontwikkeling voortdurend. 51, p. 115. Welke locatie heeft het college in gedachte wanneer de bureaus Archipel en Haagse Hout worden samengevoegd in een bureau? En wanneer wordt deze gerealiseerd? De 'vergevorderde plannen' voor drie nieuwe brandweerkazernes verkeren voor Haagse Hout-Archipel in het minst ver gevorderde stadium. De plannen zijn namelijk nog niet veel verder dan een uitgevoerd haalbaarheidsonderzoek naar een 3-tal locaties in de omgeving rond het centraal station en een principe keuze voor een locatie in de omgeving Boslaan. In de planontwikkeling voor het gebied van de Koekamp e.o. wordt de mogelijkheid tot inpassing van een nieuwe brandweerpost meegenomen. Overigens zal bureau Haagse Hout in deze plannen blijven bestaan. 52, p. 120. Waarom is de gegarandeerde geldlening aan HTM verhoogd van € 167.972 mln. naar € 190.00 mln.? Welke argumenten liggen hieraan ten grondslag? Verwacht wordt dat de HTM dit jaar nog € 15 mln aan leningen zal aantrekken, waarop een garantie van de gemeente benodigd is. Dit is overigens een logisch uitvloeisel van de ontwikkelingen bij het openbaar vervoer in Haaglanden, waardoor bedrijven meer zullen moeten investeren om zich staande te kunnen houden.
21
53, p. 128. Waarom is er geen “financieel belang” op genomen bij het Industrieschap Plaspoelpolder? Dit is per abuis niet gebeurd. Het financiële belang van de gemeente Den Haag bedraagt 50% van de grondexploitatie. Dat wil zeggen dat de gemeente bij het afsluiten van de grondexploitatie 50% van het positieve of negatieve saldo ontvangt resp. bijdraagt. 54, p. 170. Waarom heeft De Haeghe Groep “structureel hogere werkgeverslasten”? In 2003 is het Rijk begonnen met het afschaffen van fiscale voordelen voor het in dienst nemen van werknemers met een laag loon: de specifieke afdrachtkorting langdurig werklozen (SPAK) en de vermindering langdurig werklozen (VLW). De afschaffing van deze regelingen betekent voor de Haeghe Groep hogere werkgeverslasten. In 2003 heeft volledige en in 2004 gedeeltelijke compensatie plaats gevonden via een hogere subsidie voor de sociale werkvoorziening (SW). Vanaf 2005 zal compensatie van het Rijk niet meer plaatsvinden. Het afschaffen van deze maatregelen in combinatie met sterk gestegen pensioenlasten confronteert de Haeghe Groep vanaf 2006 met een structureel nadeel van € 2,4 mln, dit is circa 4% van de totale SWloonsom. Elk SW-bedrijf in Nederland heeft te maken met deze negatieve financiële gevolgen. 55, p. 183. € 1 miljoen voor “werven” van topsportevenementen, behelst dit uitsluitend werving of ook de (mede) organisatie/faciliteren van deze sportevenementen? In dit budget is ook de bijdrage in de organisatiekosten van deze sportevenementen opgenomen. 56, p. 186. Er is € 1 miljoen beschikbaar gesteld voor een plan en locatiestudie naar het ontwikkelen van een nieuwe evenementen/topsporthal. In de begroting 2005-2008 is voor hetzelfde onderwerp reeds 400.000 uitgetrokken (2005-2008, p. 112). Hoe verhoudt dit zich tot elkaar? Het bedrag van € 0,4 mln betreft een voorbereidingsbudget, hierin zijn kosten opgenomen met betrekking tot een stadsbrede locatiestudie en een marktonderzoek – hierbij gaat het om een permanente, nieuw te ontwikkelen evenementen-/topsporthal. Het bedrag van € 1 miljoen is tevens beschikbaar gesteld voor startinvesteringen ten behoeve van een tijdelijke voorzieningen en/of voorinvesteringen ten behoeve van een permanente evenementen-/topsporthal. 57, p. 186. Voor citymarketing worden voor 2006 € 632.000 uitgetrokken. In de begroting 2005 – 2008, is voor dit beleidsterrein 2006 € 250.000 voorgesteld (p. 75). Is dit geen staand beleid in plaats van nieuw beleid? Graag toelichting. Op dit moment wordt gewerkt aan een citymarketingstrategie, deze zal halverwege 2006 gereed zijn – overkoepelende identiteit is ‘Den Haag, Internationale Stad van Recht, Vrede en Veiligheid’. De budgetten van € 0,25 voor zowel 2005 en 2006 betreffen: 1. Activiteiten, o.a. ‘Den Haag Life’, ‘Beleef Den Haag’ en de Gouden Koetsjes. 2. voorbereidingskosten, o.a. expertgroepen in de stad, imago-onderzoek, startkosten City Marketing Centrum Den Haag in het Atrium, voorbereiding Citymarketing congres.
22
Het bedrag van € 0,632 mln voor 2006 is gereserveerd voor de uitvoering van de citymarketingstrategie. Hierbij gaat het om de volgende acties: • Ontwikkeling van een meerdaags, internationaal Vredesfestival • Ontwikkelen van een (internationale) spraakmakende multimediale campagne. • De verdere ontwikkeling van het City Marketing Centrum in het Atrium. • Uitbreiding persbewerking. • Organisatie en uitvoering City marketing congres 2006 58, p. 187. In het kader van “Internationale Citymarketing” wordt o.a. een jaarlijks terugkerend evenement voorgesteld, het Continentenfestival. Waarom wordt dit alleen in 2006 opgevoerd? Voor het jaar 2006 is budget beschikbaar gesteld voor activiteiten in het kader van internationale citymarketing. Als voorbeelden zijn o.a. genoemd een internationaal Vredesfestival en een Continentenfestival. Met betrekking tot het Continentenfestival wordt de mogelijkheid onderzocht om landen gezamenlijk (of per continent) een podium te geven voor de presentatie van culturele uitingen. Het staat nog niet vast of hiermee in 2006 een begin wordt gemaakt, het ligt ook niet vast of het een eenmalig of terugkerend evenement betreft. In de procesgroep citymarketing worden de activiteiten rondom internationale evenementen nader uitgewerkt. Op dit moment wordt nog geen geld toebedeeld. In het voorjaar van 2006 wordt een nadere invulling aan de gemeenteraad gepresenteerd. 59, p. 188. Waarom voor bijvoorbeeld bij City-mondial en servicepunt MKB geen bedragen na 2006 genoemd?. Voor de komende drie jaar (2006 t/m 2008) is voor City Mondial een begroting opgesteld van € 0,25 mln per jaar, in totaal € 0,75 mln – dit ten behoeve van toeristische marketing, evenementen, activiteiten en producten. Vanuit het D2-programma is € 0,375 mln beschikbaar, als co-financiering wordt voorgesteld een bedrag van € 0,375 mln euro beschikbaar te stellen. Dit telt bij elkaar op tot de benodigde € 0,75 mln voor drie jaar voor City Mondial. Hiermee is in de totale financiering voor City Mondial voorzien. Voor het Servicepunt MKB is voor de komende drie jaar (2006 t/m 2008) is een begroting opgesteld van € 0,224 mln per jaar, in totaal € 0,672 mln De Kamer van Koophandel zal zelf € 0,258 mln beschikbaar stellen; vanuit het budget ESB wordt € 0,185 mln beschikbaar gesteld en vanuit het D2programma € 0,13 mln. Als cofinanciering wordt voorgesteld een bedrag van € 0,265 mln beschikbaar te stellen. Hiermee is in de totale financiering van het servicepunt MKB voorzien. 60, p. 188. Wervingsfonds, wat behelst dit fonds? In 1987 is bij raadsvoorstel 305 besloten een fonds in te stellen voor acquisitie en behoud van instellingen en bedrijven. Dit fonds zal jaarlijks worden aangevuld met een bedrag van € 0,227 mln. Een verdere invulling van de toepassing van het fonds wordt in 1990 gegeven via raadsvoorstel 429. Hierin wordt aangegeven dat het wervingsfonds tevens kan worden ingezet voor algemene acquisitie en economische promotie van en voor de stad.
23
In 1999 is via het raadsvoorstel 48 het mandaat van het college van B&W verhoogd naar een bedrag van € 100.000,00 per onderneming. Analyse productenraming 61, p. 23. Waarom is er een groot verschil tussen de rekening van 2004 en de begroting van 2006: € 22.116 mln. versus € 6.136 mln.? Dit heeft te maken met het feit dat met ingang van 2005 dit product “002.1.02” is opgesplitst over meerdere producten, te weten “002.1.03”, “002.1.04” en “002.1.05”. Voor een vergelijking dienen de lasten in 2006 van deze producten te worden meegenomen. De realisatie in 2004 wijkt overigens nauwelijks af van de begroting 2004 (slechts 1%). 62, p. 55. Hoe verhoudt zich het onderzoek naar de 2e fase van het Wijnhavenkwartier zich tot de slepende renovatie van de Dr. Philipszaal en het Nederlands Dans Theater. Acht het college het nog zinvol een investering te doen van € 6 mln.? Voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud en het oplossen van arbo-knelpunten is een bedrag van € 3,85 mln. gereserveerd. Ter verbetering van de uitstraling naar het Spuiplein is voor de aanpak van de gevel van de Dr Anton Philipszaal € 1,7 mln. beschikbaar. Met uitvoering van beide plannen kan pas worden begonnen na overdracht van de gebouwen. Hoewel deze overdracht op dit moment nog steeds op zich laat wachten, acht het college het nog steeds zinvol deze investering te doen: Het zalencomplex is en blijft van groot belang voor de podiumkunsten in Den Haag. Het is van meet af aan de bedoeling geweest om een investering voor 10 jaar te doen, zodat in het licht van verdere ontwikkelingen in het Wijnhavenkwartier geen sprake zou zijn van een desinvestering. Met de vertraging die is opgetreden bij de planontwikkeling 1e fase Wijnhavenkwartier, zal ook de planvorming van de 2e fase verschuiven. De investering blijft gelden voor een periode van tien jaar. 63, p. 86. De kostprijs voor een regulier begeleidingsuur voor “Scholen (na fusie)” zijn € 53: wanneer echter de gemeentelijke- en rijksbijdrage worden opgeteld is de kostprijs voor een regulier begeleidingsuur € 84. Kan het college dit verschil verklaren? En indien de berekening van het CDA juist is wat zijn de consequenties voor het totaal aan begeleidingsuren (fte’s)? 64, p. 86. De kostprijs voor een regulier begeleidingsuur voor “Begeleide leerlingen openbaar onderwijs” zijn € 53: wanneer echter de gemeentelijke- en rijksbijdrage worden opgeteld is de kostprijs voor een regulier begeleidingsuur € 60. Kan het college dit verschil verklaren? En indien de berekening van het CDA juist is wat zijn de consequenties voor het totaal aan begeleidingsuren (fte’s)? In de productenraming 2006 zijn de kengetallen ten aanzien van de Dienst HCO- reguliere schoolbegeleiding abusievelijk niet correct weergegeven. De bijlage ‘overzichtsstaat’ bevat de correcte cijfers/gegevens en vervangt pag. 86 van de Productenraming.
24
65, p. 96. Wat is de raming voor het aantal gerealiseerde inburgeringstrajecten voor 2006, aangezien de wet inburgering waarschijnlijk pas halverwege 2006 zal worden ingevoerd? Met het oog op invoering van de wet hebben we onze raming beperkt tot het eerste halfjaar en gaan daarbij uit van 500 nieuwkomers, en 750 oudkomers. 66, p. 96. Wat is de raming voor het aantal VAVO’s voor 2006? In de Programmabegroting 2.7.2 op pag 38 Outputkengetallen is voor het jaar 2006 opgenomen 850 deelnemers aan het Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs (=VAVO) 67, p. 103. De lasten voor het arbeidsmarktbeleid zijn € 164.235 mln. en de raming voor het output kengetal voor de uitstroom van uitkeringsgerechtigden tijdens of na het traject naar werk is voor 2005: 1.325. Is het juist dat de kosten voor een succesvol traject € 123.950,00 bedragen en een gemiddeld traject (zonder resultaat) € 35.319,00 kost? In 2005 zullen volgens planning 5050 werklozen in traject worden genomen. Naast de 5050 nieuw in traject genomen klanten zitten er klanten in een traject die voor 2005 zijn ingestroomd. In totaal zitten er ca. 9000 personen in een traject. Daarnaast zitten er ca. 6000 personen op een gesubsidieerde arbeidsplaats. Dat levert een totaal op van ca. 15.000 mensen in een traject. De kosten zijn te verdelen over twee groepen: personen die aan reïntegratietrajecten deelnemen en personen op een gesubsidieerde baan. Het grootste deel van het beschikbare budget wordt aan gesubsidieerde arbeid besteed: € 93 miljoen (I/D-banen, WIW, Opstap- en Ooievaarsbanen). € 55 Miljoen betreft de inkoop van reïntegratie activiteiten voor de genoemde 15.000 mensen, (waarvan € 3,5 miljoen t.b.v. uitstroom uit WIW en I/ D). De resterende € 16 miljoen betreft overige kosten, voornamelijk kosten voor personeel van Werkkompas, Wam en overhead. Het arbeidsmarktbeleid van de gemeente heeft meerdere doelen: uitstroom naar werk, en voor jongeren, zonder kwalificatie, terug naar school; het bieden van gesubsidieerd werk aan personen, die zonder dit instrument niet kunnen uitstromen naar werk het bieden van activerings- en participatietrajecten Deze laatste trajecten hebben uiteraard een geringere uitstroom naar werk dan de reïntegratietrajecten. In totaal stromen er op jaarbasis ca. 5000 mensen uit, waarvan er in 2005 minimaal 1850 na hun reïntegratietraject een baan zullen vinden. Daarnaast zullen naar verwachting 525 personen na een gesubsidieerde baan uitstromen naar een niet gesubsidieerde baan en zullen ca. 140 jongeren teruggaan naar school. Totaal wordt van 5000 die uitstromen het traject van 2515 personen met resultaat afgesloten. De overigen zijn of uit de uitkering of blijven in de uitkering met een vrijstelling. Samenvattend kan worden gesteld dat de gemiddelde trajectprijs uitkomt op ca. € 6.100. Indien dit wordt omgerekend naar het bedrag per succesvolle bemiddeling komt dit uit op € 22.000. Hierbij de notie dat dit is berekend op het totaal aantal trajecten, dus inclusief de activering- en participatietrajecten, die niet perse gericht zijn op uitstroom naar werk. Door de intensiteit van de begeleiding zijn activeringstrajecten relatief kostbaar in vergelijking tot reintegratietrajecten.
25
68, p. 111. Welk bedrag is voor 2006 begroot voor de verstrekking van duurzame gebruiksgoederen? Hoe verhoudt dit bedrag zich tot de begroting en realisatie in 2004 en 2005? Voor 2006 is een bedrag van € 3,5 mln begroot. Dit is het voorlopig vastgestelde bedrag. Op basis van de realisatie 2005 volgt een exacte raming. De verstrekking duurzame goederen maakt onderdeel uit van de verstrekking voorzieningen voor wonen. Voor 2005 is aanvankelijk hiervoor € 6 mln begroot. Medio september 2005 is deze raming naar aanleiding van aangepast beleid bijgesteld tot € 3,5 mln. Voor 2004 werd € 7 mln begroot en is ruim € 5.7 mln gerealiseerd. Omdat nu in 2005 minder middelen voor het armoedebeleid benodigd zijn, behoeft minder compensatie van het armoedebeleid vanwege Rijksbezuinigingen vanuit de ruimte op het Inkomensdeel plaats te vinden. 69, p. 111. Het saldo exclusief reserves is voor de begroting € 13.335 mln. negatief. Bij dotaties aan reserves staat € 10.941 mln. dient dit geen € -10.941 mln. te zijn? Er is in de begroting voor gekozen om alle getallen in zogenaamde absolute getallen te presenteren, dus zonder “- teken”. Door er de “N” van nadelig bij te zetten wordt aangegeven of iets voordelig of nadelig is in het saldo. Een dotatie aan een reserve is per definitie verslechterend voor het nadelig saldo. Dit blijkt ook uit het saldo incl. verwerking met reserves voor 2005 van € 24,194 mln N. 70, p. 117. De Weggeefwinkel Laak en de Voedselbank krijgen ondersteuning in 2006. Voor de Voedselbank is aangegeven dat het een incidentele ondersteuning voor huisvesting en exploitatie van € 100.00,00 betreft. Welke subsidie zal de Weggeefwinkel ontvangen? Er wordt door de Weggeefwinkel gedurende de periode 1 september 2005 tot en met december 2006 een eenmalige opstartsubsidie ontvangen van € 63.216,00. 71, p. 121. Registreert het college ook de aanvragen bij de schulphulpverlening? Zo niet, 1) kan het college een indicatie geven hoeveel Hagenaars in 2004 een beroep hebben gedaan op schulphulpverlening en zijn afgewezen. 2) Kan het college voor 2006 registeren hoeveel Hagenaars een beroep doen op schulphulpverlening en dit rapporteren in de volgende begroting? 1. Ja, het college registreert het aantal aanvragen schuldhulpverlening. In 2004 ging het om 1275 aanvragen. In ongeveer 45% van de gevallen werd de burger geholpen met een schuldsanering, bemiddeling of verwijzing naar de wettelijke schuldregeling (WSNP). De overige schuldenaren zijn om uiteenlopende redenen afgewezen (aard en hoogte van schuldenlast, strenge voorwaarden waar de burger aan moet voldoen of omstandigheden geleden in de schuldenaar zelf). Deze cijfers wijken niet af van de landelijke trend. De afgewezen burgers krijgen een advies mee dat kan bijdragen in de oplossing van hun probleem. De voorstellen uit de notitie “Voorstellen tot uitwerking visie GKB” zijn er o.a. op gericht de effectiviteit van de schuldhulpverlening verder te verbeteren. 2. In de begroting van 2007 zullen de prestaties/kengetallen ten aanzien van schuldhulpverlening uitgebreider terugkomen.
26
72, p. 133. Waarom is er een groot verschil tussen de rekening van 2004 en de begroting van 2006: € 1.297 mln. versus € 0.696 mln.? Dit antwoord staat in de productenrealisatie over 2004 en luidt als volgt: “In 2004 zijn hogere lasten op het Noorder- en Zuiderstrand ontstaan door kosten rondom de op- en afbouw van strandtenten, stormschade, onderhoud met betrekking tot het instandhouden van zeewering en afrasteringen en het transport van de energie (nutsvoorzieningen). Een groot deel van de kosten kon echter worden doorbelast aan de strandpachters, wat heeft geleid tot hogere baten op dit product.” Het betreft dus een hogere last (en hogere baat) in 2004. Het voordelig saldo (verschil tussen lasten en baten) waar vooral op wordt gestuurd is overigens € 17.000 V. 73, p. 145. Het aantal kotters neemt af de komende jaren, terwijl de lasten gelijk blijven. Kan het college aangeven waarom dit niet leidt tot minder kosten. De kottervloot neemt af maar dat heeft geen invloed op de kosten. De havenvoorzieningen blijven gelijk zoals het onderhoud van de haveninstallaties, de kades en het onderhouden van de vaarweg. De havenvoorzieningen zijn niet alleen voor de kotters maar voor de gehele scheepvaart. 74, p. 182. Waarom is de tabel niet ingevuld. Kan het college inzicht geven in de rekening van 2004 en de raming voor 2005. Het betreft hier een nieuw ingevoerd kengetal vanaf de productenraming 2006. Dit is de reden waarom de tabel voor de jaren 2005 en 2004 niet is ingevuld. 75, p. 196. Wat is de eenheid en de grootte van het getal “549” >> 549 eenheden of € 549.000,00? En is dit verwerkt in de baten? ‘549’ betekent € 549.000. Dit bedrag is verwerkt in de baten, zie ‘bekende ontwikkelingen’ bij product 652.0.01, programma Welzijn. 76, p. 196. Wat is de Tbag en Bbag? En in het kader waarvan heeft de gemeente deze subsidie ontvangen? ‘Tbag’ staat voor Tijdelijke bijdrageregeling AWBZ gemeenten ; 'Bbag' voor Besluit bijdrage AWBZ gemeenten'. De Bbag is de opvolger van de Tbag. Het betreft een jaarlijkse vergoeding van het Rijk aan gemeenten voor het verzorgen van sociaal vervoer voor bewoners van binnen de gemeentegrenzen gelegen AWBZ-instellingen.
27
77. De preventie en het onderzoek drugsgebruikers: wat gebeurt er financieel aan preventie en welke producten worden geleverd voor €100.000,00? De preventieproducten worden jaarlijks ingekocht bij Parnassia, op basis van de reguliere subsidiesystematiek en -verantwoording. De gemeente kocht in 2005 preventieproducten in bij Parnassia voor een bedrag van € 572.402,00. Parnassia biedt producten gericht op algemene publieksgroepen, sleutelfiguren binnen de maatschappelijke dienstverlening, gezondheidszorg en politie, het sociaal cultureel werk, bezoekers van coffeeshops en uitgaanscircuit, en risicojongeren zoals first offenders. De € 100.000,00 is bestemd voor de GGD waarmee de onderzoeksgroep Monitoring en Registratie (MORE; samenwerking gemeente, Parnassia, politie) fundamenteel onderzoek inzake de drugsproblematiek verricht. Er is een vierjarig onderzoeksprogramma 2006-2009 met als producten onder meer de herhaalde koppeling van gegevensbestanden, het Haags Uitgaans Onderzoek, en registratie van middelengebruiik binnen de jeugdhulpverlening. 78, p. 195. De subsidierelatie met de peuterspeelzalen die niet samenwerken met een GOA-basisschool is per 1 augustus beëindigd. Kan het college aangeven hoeveel en welke peuterspeelzalen geen subsidie meer krijgen en hoeveel het verschil in deze baten in totaliteit bedragen? De raad heeft met RV/8 2005 besloten dat vanaf 1 augustus 2006 het gesubsidieerde peuterspeelzaalwerk louter ingezet zal worden bij GOA-basisscholen in het kader van de Haagse Voorschool. Het betreft 15 peuterspeelzalen te weten: van de stichting De Vrije Speelklas de locaties Van Diepenburchstraat, Waalsdorperweg en Mozartlaan; van de Stichting Kindercentra Leidschendam de locaties Eendenplein en Klaverveld; van de Stichting Rijswijkse Kinderopvang de locatie In de Wolken; van de Stichting Welzijn Haagse Hout de locatie Van Hogenhoucklaan; van de Stichting Welzijn Segbroek/Loosduinen de locaties Luxenburgstraat, Hyactinthweg, Sneeuwbalstraat, Engeringstraat en Laan van Poot en van de Stichting Welzijn Scheveningen de locaties Houtrustweg, Van Hoornbeekstraat en Deventersestraat. Het te herschikken bedrag is in totaal: € 610.000,00. 79, p. 211. Waarom betaald de gemeente jaarlijks een bedrag aan het NFI? Waarop is dit bedrag gebaseerd? De gemeente betaalt geen bijdrage aan het Nederlands Forensische Instituut. De begrotingspost forensische geneeskunde betreft enerzijds forensische activiteiten die de GGD voor het Nederlands Forensisch Instituut uitvoert (tegen kostendekkende vergoeding). Anderzijds betreft het forensische activiteiten in het kader van de wettelijke taak lijkschouwing. Het zijn kosten van lijkschouwing die niet bij de nabestaanden in rekening kunnen worden gebracht. 80, p. 219. Wat is het gewenste rapportcijfer voor de bereikbaarheid van het centrum per auto? Daar het hier gaat om een rapportcijfer is de wens een acht.
28
81, p. 220. Maakt de reservering voor betaald parkeren op Ypenburg € 89.000 deel uit van de lasten voor de begroting van 2005 of 2006? De reservering Betaald Parkeren Ypenburg € 89.000,00 maakt onderdeel uit van de begroting 2006 middels een reservering voor onrendabele gebieden. Deze reservering bestaat overigens al jaren binnen de begroting van de dienst Stadsbeheer afd. Parkeren. 82, p. 221. Op basis van welk besluit / criterium denkt het college het dekkingspercentage voor parkeerplaatsen te verhogen van 139% in 2004 naar 160% in 2006? Het dekkingspercentage is aangepast a.g.v. het feit dat het aantal parkeerplaatsen gelijk is gebleven terwijl de inkomsten zijn verhoogd n.a.v. de tariefsverhoging per 1 januari 2005. Deze tarieven zijn vastegesteld bij de begrotingsbehandeling 2005. 83, p. 222. Is het juist dat de rekening voor 2004 een batigsaldo kent van € 59.000,00 of dient dit € 590.000,00 te zijn? Het bedrag van € 59.000,00 is juist. Een toelichting is opgenomen in de productenrealisatie 2004. 84, p. 206. In 2004 zijn 53.404 eenheden methadon verstrekt en voor 2005 worden 7.200 eenheden methadon versterkt. Kan het college dit verschil verklaren. Het verschil is te wijten aan een andere berekeningsgrondslag. Het getal van 53.404 betrof verstrekking van één of meer doses van een bepaalde sterkte aan een cliënt, op basis van zijn of haar of zijn bezoekfrequentie en indicatie.In 2005 is Parnassia gestart met de omvorming van zorg en distributie op basis van de landelijke IGZ-rapportage. Het getal van 7.200 geeft inzicht in het aantal maanden waarin een client zorg ontvangt op jaarbasis. Dit is in lijn met voorgaande jaren. 85, p. 235. Waarom zijn de lasten voor de woonwagencentra in 2006 fors hoger dan in de jaren 2005 en 2007? Ten behoeve van de deconcentratie van het woonwagencentrum Escamplaan wordt in 2006 met de voorbereidingen gestart. Met deze voorbereidingen zijn kosten gemoeid. De uitgaven worden gedekt uit de reserves die daarvoor zijn gevormd. In 2006 wordt een bedrag van € 1,6 mln beschikbaar gesteld voor woonwagenlocaties in het 8e stadsdeel vanuit de bestemmingsreserve herindeling. Dit bedrag wordt overigens toegevoegd aan de voorziening. Zie hiervoor ook de toelichting op de programmabegroting. 86, p. 268. De post ‘bestuursdwang’ daalt fors. In 2004: 65x bestuursdwang en gepland voor 2005: 2x bestuursdwang. Waarop is deze afname gebaseerd? Er bestaan 2 soorten bestuursrechtelijk optreden, te weten de dwangsom en de bestuursdwang. Bestuursdwang komt op jaarbasis slechts enkele malen voor. In de cijfers van 2004 zijn per abuis ook die van de dwangsom verwerkt, waardoor dit aantal hoger is dan die in de jaren erna.
29
Fractie: D66 Programmabegroting 2.5.2 Gemeentelijke bijdrage: wat gaan we daarvoor doen? 1, p. 29. Cultuurmarketing Kan wethouder aangeven welke intensieve marktinspanningen zullen geschieden en op welke wijze? Cultuur speelt in de marketing van Den Haag een belangrijke rol. De rol van cultuur binnen de marketing wordt ingevuld met partners in de stad zoals de gezelschappen, theaters, festivals en Marketing & Events. Dit betekent onder andere dat kunst- en cultuurinstellingen van Den Haag een prominente rol spelen in promotie- en advertentiecampagnes die regionaal, nationaal en internationaal worden gevoerd om Den Haag onder de aandacht van een breed publiek te brengen. Duidelijk is dat vertegenwoordigers van het veld het belangrijk vinden om activiteiten te ondernemen die aansluiten op het concept van Den Haag als internationale stad (van recht en vrede), zoals bijvoorbeeld het Haganum-festival. 2, p. 29. Culturele initiatieven Worden met de Troïka- gelden de gelden van de Bermuda driehoek bedoeld? Met de Troika-gelden worden dezelfde gelden bedoeld als met de Bermuda driehoek of het budget voor activiteiten op het snijvlak van onderwijs, cultuur en welzijn zoals bedoeld in amendement F2. De naam ‘Troïka-gelden’ wordt voorgesteld als officiële naam voor subsidies die worden verstrekt aan initiatieven op het snijvlak van cultuur, onderwijs en welzijn. Vanzelfsprekend zijn andere suggesties welkom. 3, p 30. Output- kengetallen Kan de wethouder aangeven hoe het kan dat er in 2005 100% deelnemende scholen voor het kunstmenu Koorenhuis zijn, maar dat het percentage deelnemende leerlingen op 96% blijft steken? De cijfers voor 2005 betreffen prognoses en geen realisaties. De prognosecijfers zijn gebaseerd op de hoogst behaalde cijfers uit voorgaande jaren. Het kunstmenu van het Koorenhuis bestaat uit diverse onderdelen voor diverse leeftijdgroepen. De kleutergroepen 1 en 2 nemen geen deel aan het kunstmenu en de groepen 8 gedeeltelijk in verband met andere bezigheden als CITO-toets, etc. De overige groepen nemen wel deel. Dus niet alle leerlingen van een deelnemende school kunnen deelnemen aan het Kunstmenu. Het betreft hier 100% van de scholen die deelnemen en dus het maximaal haalbare aantal deelnemende leerlingen in dat jaar, namelijk 96%.
30
2.12.2 Gemeentelijke bijdrage: wat gaan we daarvoor doen? 4, p. 55. Output kengetallen Kan de wethouder aangeven waarom er in periode 2005 tot en met 2009 slechts 7,0 km riool zal worden vervangen, terwijl dit vorig jaar in de programmabegroting (2005 2008) op 10 km stond? (Incl. zelfde toelichting over herindelinggebieden) Vanuit het rioolrecht worden ook de maatregelen betaald die nodig zijn om aan de basisinspanning (dit is een wettelijke milieu-eis) te voldoen. Dat betekent dat bij een deel van de rioolvervanging er een grotere buisdiameter in de grond wordt teruggeplaatst dan de diameter die de buis had die wordt vervangen. Daardoor ontstaat er meer berging voor het regenwater in het rioolstelsel zelf. Daarnaast worden er bergbassins gebouwd waarin het regenwater kan worden opgevangen, voordat de overstorten inwerkingtreden. Omdat de gemeente Den Haag in 2008 moet voldoen aan de milieu-eis “basisinspanning” is daar de prioriteit gelegd, met als gevolg dat de hoeveelheid te vervangen riolering afneemt van 10 naar 7 km. 2.14.1 Beoogd maatschappelijk effect: wat willen we bereiken? 5, p. 63. Effect kengetallen Kan de wethouder aangeven hoe het kan dat er in de programmabegroting 2005- 2008 gesproken werd over een percentage van 11.9% werkelozen binnen de beroepsbevolking tot 2006? Nu is dit cijfer gestegen naar 13,7% in 2004 en 12.8% in 2005. Waar is de stijging aan te wijten en waar zijn deze cijfers en die van vorig jaar op gebaseerd? De voorspellingen van de beroepsbevolking zijn gebaseerd op cijfers van het CBS en de afdeling Onderzoek van de dienst DSO (die ze op haar beurt weer gebruik maakt van SEOR, ECORYS-NEI, Bureau Louter en op recente cijfers over de te verwachten economische groei van het Centraal Planbureau). Dat geeft echter geen garantie dat de voorspellingen ook allemaal zullen uitkomen. Zeker in de fase waarin we nu lijken te verkeren – die van aarzelend herstel – is het erg moeilijk om harde beweringen te doen. De voorspellingen worden daarom jaarlijks bijgesteld. De cijfers voor 2004 en 2005 zijn in de begroting 2006 aangepast aan de meest recente gegevens en wijken daarom af van de cijfers in de begroting 2005. Voor 2006 wordt in de begroting 2006 uitgegaan van een percentage van 12% werkelozen. In de begroting 2005 lag dit op 11.9%. De Nederlandse en Haagse economie klimmen minder snel uit het dal dan verwacht. De groei van de economie zal naar verwachting onder invloed van de hoge olieprijs in tegenstelling tot eerdere verwachtingen meer vertragen. De consumptie van de inwoners, de bestedingen van de overheid en de afzet van het regionale bedrijfsleven in Den Haag nemen minder snel toe, waardoor het herstel langzaam verloopt. 6, p. 63. Kan de wethouder aangeven hoeveel arbeidsplaatsen er het laatste jaar gecreëerd zijn in Den Haag, gerelateerd aan zijn uitspraak bij het Miljoenenontbijt op 21 september waar hij sprak over 11.000 nieuwe arbeidsplaatsen? Het afgelopen jaar (2005 vergeleken met 2004) is het aantal arbeidsplaatsen in Den Haag conform het werkgelegenheidsregister Haaglanden met 9.000 gegroeid.
31
De groei zat in het afgelopen jaar vooral in het openbaar bestuur en de internationale instellingen ten gevolge van een administratieve toevoeging. Daarnaast deed de detailhandel het goed en ook de ICTsector en het onderwijs. Dit leverde in totaal 14.000 nieuwe arbeidsplaatsen op. Exclusief de administratieve toevoeging zijn dit ongeveer 11.000 arbeidsplaatsen. Verliezers het afgelopen jaar waren de zakelijke dienstverlening, de kleinschalige industrie en de vrijetijdseconomie (totaal 5.000 arbeidsplaatsen minder). 2.15.2 Gemeentelijke bijdrage: wat gaan we daarvoor doen? 7, p. 71. Sociaal kwetsbaren: integratie van allochtonen Kan de wethouder cijfers leveren bij de hier door haar genoemde 4 speerpunten om met name de positie van de allochtone vrouw te verbeteren. Dus welke vooruitgang is geboekt en/of wanneer volgt de nulmeting? Eind 2005 verschijnt het Welzijnsverslag 2005. Hierin wordt aangegeven welke acties zijn ondernomen op de in het Welzijnsplan 2005-2006 geformuleerde noemde speerpunten. Geboekte vorderingen worden ook in dat kader gemeld. 2.16.2 Gemeentelijke bijdrage: wat gaan we daarvoor doen? 8, p. 76. Overgewicht jongeren Kan de wethouder aangeven waarom tot 2008 wordt gewacht om het aantal kinderen met overgewicht, welke begeleiding gaan krijgen, met 50% te vermeerderen? Op dit moment krijgen al heel veel kinderen met overgewicht begeleiding van een consultatiebureauof jeugdarts in de vorm van een advies, een doorverwijzing (naar bijv. een diëtist of overgewichtcursus) of een extra consult. In 2004 kregen 1300 kinderen in de leeftijd van 4-18 deze begeleiding. De afspraak met het Rijk is dat eind 2009 voor 1500 Haagse kinderen passende begeleiding beschikbaar is. Er is op dit moment nog geen begeleiding die aantoonbaar effectief is. Daarom zullen de begeleidingsmogelijkheden vanaf 2006 worden uitgebreid en er zal gekeken worden naar hun effectiviteit. Het streven is om alle kinderen met overgewicht van een passende interventie te voorzien (Dit zijn ongeveer 3700 kinderen per jaar tussen de 0 en 19 jaar). Echter nog niet altijd accepteren ouders en kinderen dat er iets moet gebeuren. Bewustwording maakt daarom ook onderdeel uit van het plan van aanpak overgewicht 2006-2009. Naast passende begeleiding wordt natuurlijk stevig ingezet op het voorkomen van overgewicht. 2.20.1 Beoogd maatschappelijk effect: wat willen we bereiken? 9, p. 93. Effect kengetallen Kan de wethouder aangeven hoe hij het aantal gebruikers van groene stroom wil laten stijgen naar 32% (nu26%), terwijl in de toelichting staat dat animo voor groene stroom zal afnemen na heffing energiebelasting groene stroom? De 26 % betreft de nulmeting. Dit is het percentage groene stroom door Haagse inwoners in 2002. In de periode 2002 tot 2004 is het aantal gebruikers gestegen naar 32%.
32
In 2005 is het percentage van 32 % gestabiliseerd. Ook de 32% voor 2006 is een stabilisatie van het aantal gebruikers en betreft derhalve geen stijging. 10, p. 93. Gegronde geluidsklachten In de begroting 2005- 2008 wordt gesproken van 130 klachten per jaar, ingaande 2005. In deze programmabegroting is dit gestegen naar 260 in 2005. Kan de wethouder deze verdubbeling verklaren? De actievere inzet van Stadsbeheer/Milieu en vergunningen op klachtenbehandeling brengt met zich dat aanzienlijk meer klachten worden gesignaleerd en tevens beter beoordeeld. De prognose uit 2001 van 130 gegronde geluidsklachten in 2005 is daarom bijgesteld.
33
Fractie: SP Programma 2.6 Onderwijs 1. Hoeveel geld gaat er gemiddeld per jaar per leerling naar de internationale scholen en hoeveel naar het overige lager en voortgezet onderwijs? Naar de internationale scholen Haagse Schoolvereeniging en International School of The Hague gaat per jaar per leerling gemiddeld € 1 aan gemeentelijke middelen. De overige scholen met buitenlands curriculum ( Amerikaans, Brits, Duits, Frans) ontvangen geen subsidie. Aan de overige scholen voor primair en voortgezet onderwijs met Nederlands curriculum wordt per leerling gemiddeld een bedrag van € 455 per jaar besteed uit gemeentelijke middelen (incl. doeluitkeringen). Programma 2.8 Arbeidsmarktbeleid 2. Wat is de oorzaak van de hogere werkgeverslasten voor De Haeghe Groep? In 2003 is het Rijk begonnen met het afschaffen van fiscale voordelen voor het in dienst nemen van werknemers met een laag loon: de specifieke afdrachtkorting langdurig werklozen (SPAK) en de vermindering langdurig werklozen (VLW). De afschaffing van deze regelingen betekent voor de Haeghe Groep hogere werkgeverslasten. In 2003 heeft volledige en in 2004 gedeeltelijke compensatie plaats gevonden via een hogere subsidie voor de sociale werkvoorziening (SW). Vanaf 2005 zal compensatie van het Rijk niet meer plaatsvinden. Het afschaffen van deze maatregelen in combinatie met sterk gestegen pensioenlasten confronteert de Haeghe Groep vanaf 2006 met een structureel nadeel van € 2,4 mln, dit is circa 4% van de totale SWloonsom. Elk SW-bedrijf in Nederland heeft te maken met deze negatieve financiële gevolgen. Programma 2.20 Milieu en Natuur 3. Bedragen de baten uit milieuvergunningen slechts 25 duizend euro of zijn deze elders geboekt? De baten die nog op begrotingsproduct 723.3.01 Milieuvergunningen vermeld staan betreffen de subsidie die voorheen ontvangen werd van de provincie als bijdrage voor de milieutelefoon. Deze bijdrage is gestopt. Deze wijziging is echter nog niet in de begroting verwerkt. De milieuvergunningen genereren geen baten en betreffen een wettelijke taak, waarbij bij verstrekking van de vergunning geen leges worden geheven.
34
Bijlage bij beantwoording CDA- vragen 63 en 64 (vervangt pag 86 Productenraming) Prestaties/kengetallen Rekening 2003
Rekening 2004
Raming 2005
Raming 2006
2002/2003
2003/2004
2004/2005
2005/2006
45,12 13,54
45,43 11,94
47,59 11,94
47,71 12,94
169 166 42.945 39.278 3.667 952 88
157 154 42.825 39.901 2.924 943 87
162 159 42.702 39.698 3.004 897 80
131 128 42.942 40.140 2.802 900 73
19 69
22 65
24 56
21 52
3,31 0,00
3,31 0,00
3,32 0,00
3,54 0,00
100% 1.551 469 52 14 38
100% 1.500 453 60 19 41
100% 1.388 418 53 19 34
100% 1.366 386 49 17 32
2,75 0,00
2,75 0,00
2,75 0,00
2,75 0,00
aantal aantal aantal aantal € € €
86.122 6.812 50.651 4.235 62 5 57
103.060 8.628 61.835 5.683 53 6 47
108.396 8.047 60.498 3.224 48 5 43
108.396 8.047 60.498 3.224 55 5 50
aantal
10.000 0 210 21
10.000 0 211 21
10.000 0 211 21
10.000 93 211 21
700 2.000 100 300
700 2.000 100 300
700 2.000 100 300
700 2.000 100 300
Eenheid
Schooljaar Formatie reguliere begeleiding Onderwijsadviseurs Management/Ondersteuning Scholen : (na fusie) Basis- en (v)-speciaal onderwijs met begeleidingsovereenkomst Totaal aantal leerlingen - waarvan basisonderwijs - waarvan (v) speciaal onderwijs Leerlingen per onderwijsadviseur Kostprijs regulier begeleidingsuur Kostprijs begeleidingsuur - gedekt uit gemeentelijke bijdrage - gedekt uit rijksbijdrage en additioneel Formatie psycho-sociale begeleiding: Onderwijsadviseurs Management/Ondersteuning Begeleide leerlingen openbaar onderwijs (v) speciaal onderwijs Leerlingen oo (v)-speciaal onderwijs Leerlingen per schoolbegeleider Kostprijs begeleidingsuur - gedekt uit gemeentelijke bijdrage - gedekt uit rijksbijdrage Formatie onderwijs zieke leerlingen: Onderwijsadviseurs Management/Ondersteuning Begeleide leerlingen onderwijs zieke leerlingen in regio Haaglanden en Leiden leerlingen basisonderwijs leerlingen speciaal onderwijs leerlingen voortgezet onderwijs leerlingen beroepsopleiding Kostprijs begeleidingsuur - gedekt uit gemeentelijke bijdrage - gedekt uit rijksbijdrage Onderwijs Informtie Centrum Aantal bezoekers Aantal OIC-abonnementen Totale kosten OIC Kosten per bezoeker Expertisecentrum Future- en Edulab Deelnemers cursussen Bezoekers expertisecentrum Digitale rijbewijzen Adviezen ICT-toepassingen
FTE FTE aantal aantal aantal aantal aantal aantal € € € FTE FTE % aantal aantal € € € FTE FTE
€ € aantal aantal aantal aantal
35
BIJLAGE bij beantwoording vraag 3 van fractie VVD Brief aan cliënten Geachte heer, mevrouw, Op 1 januari 2006 verandert het zorgstelsel in Nederland. Misschien hebt u hier al het één en ander over gehoord of gelezen. In deze brief wil ik u informeren over de gevolgen die deze wijziging voor u heeft. Zorgtoeslag U ontvangt binnenkort een formulier van de Belastingdienst waarmee u de zorgtoeslag kunt aanvragen. Iedereen met een bijstandsuitkering heeft recht op de zorgtoeslag. Wat nu te u doen? • U moet de zorgtoeslag aanvragen vóór 1 november 2005. • Ik adviseer u dringend om het bank- of gironummer van uw ziektekostenverzekeraar in te vullen op het aanvraagformulier. De Belastingdienst maakt dan de zorgtoeslag over naar uw ziektekostenverzekeraar. U betaalt dan in januari 2006 een lagere premie. Ziektekostenverzekering Voor 16 december krijgt u een brief van uw ziektekostenverzekeraar met een aanbieding voor een ziektekostenverzekering vanaf 1 januari 2006. Wat kunt u doen? • U kunt akkoord gaan met het aanbod van uw verzekeraar. U hoeft dan niks te doen. Let op: u kunt pas weer na een jaar overstappen naar een andere verzekeraar. • U kunt niet akkoord gaan met het aanbod van uw verzekeraar. U moet dan bij een andere verzekeraar uw ziektekosten verzekeren. Let op: u moet dit voor 1 maart 2006 regelen. • Laat u goed voorlichten over de kosten en de inhoud van het pakket. Dat kan bijvoorbeeld via: www.kiesbeter.nl. Let op eigen risico Uw ziektekostenverzekeraar kan een aanbod doen voor een polis met of zonder eigen risico. Wat kunt u doen? • U kunt kiezen voor een polis zonder een eigen risico. Uw verzekeraar vergoedt dan het hele bedrag van de nota. U betaalt u wel meer premie. • U kunt kiezen voor een polis met een eigen risico. U moet de eerste €100,- tot €500,- van de nota zelf betalen. Let op: u kunt voor dit bedrag geen bijzondere bijstand aanvragen. Machtigingsformulieren Als u uw ziektekostenpremie niet betaalt, bent u niet verzekerd. Wilt u zeker weten dat u uw premie betaalt? Maak dan gebruik van een machtigingsformulier. Met dit formulier betaalt u automatisch uw premie aan uw verzekeraar. Bovendien ontvangt u meestal ook nog een kleine korting op uw premie. De machtigingsformulieren liggen op alle wijkkantoren en op de stadsdeelkantoren bij de Advies- & Informatiebalies. Hulp nodig bij het invullen? Hebt u moeite met het invullen van de formulieren? Ga dan met uw formulier naar uw eigen bijstandsconsulent of de Advies- & Informatiebalie op het stadsdeelkantoor Haagse Hout, Loudonstraat 95 (tram 6 naar Leidschendam Noord, uitstappen halte Carel Reinierszkade). Daar kunnen ze u helpen met de aanvraag van de zorgtoeslag en het invullen van het machtigingsformulier. Dat scheelt weer geld. Met vriendelijke groet, De wethouder van Onderwijs, Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Integratie,
Pierre Heijnen