Schoonhoven, de Hoge Vierschaar en de galg
Rene Kappers
Schoonhoven ‘Sy is de hooftstadt van ’t landt van Beloys, alwaar de hooge vierschaer is...’, aldus stadssecretaris Van Stralen in het beroemde ‘Toonneel der Steden’ uit 1652, de Nederlandse
Met deze introductie maakte Schoonhoven haar gewicht tussen de andere steden van het Toonneel in 1652 in één keer duidelijk: de hoofdstad van een land, en met een Hoge Vierschaar. De bestuurders van de stad zijn als rechters bevoegd misdadigers tot lijfstraffen te veroordelen en deze ook uit te voeren. Ze zijn bevoegd tot ‘het hoge gerecht’: van geselen en brandmerken tot en met verbanning of de doodstraf toe. Het symbool van deze bijzondere macht van schepenen en baljuw staat dan ook op de kaart van Blaeu: ’het gerecht’ of galg en rad aan de oever van de Lek.
uitgave van de vermaarde stedenatlas van Joan Blaeu.1
Kaart van Schoonhoven in de stedenatlas van Joan Blaeu, met detail van galg en rad in de zuidoostelijke hoek van de kaart.
50
Schoonhoven, de Hoge Vierschaar en de galg
De hoge rechtspraak in Schoonhoven 1556-1806 De hoge rechtspraak in de stad Schoonhoven werd in twee recente studies voor het eerst onder de loupe genomen. Beiden betroffen de periode 1556-1807 en vulden elkaar aan.2 Er werden in deze 250 jaar 2090 gerechtelijke uitspraken gedaan. Volgens één der onderzoekers hadden daarvan 915 ‘sententies’ of vonnissen betrekking op ‘crimineel recht’ ofwel rechtszaken waarbij de baljuw (de plaatsvervanger van de graaf of de heer) misdaden berechtte die binnen zijn hoge rechtsmacht hoorden.3 Eisen als geselen, verbannen, hand afhakken, tong doorboren of een oor
Schoonhoven, de Hoge Vierschaar en de galg
51
'Schoonhoven' beschreven door D. van Stralen, secretaris van de stad. Kop en tekstdetail op de keerzijde van de bekende kaart van Schoonhoven van Joan Blaeu, 1652.
vastspijkeren bijvoorbeeld, hoorden daar als straffen bij. De baljuw eiste 84 maal de doodstraf. In 25 zaken vonnisten de schepenen ook met het uitspreken van de doodstraf.4 De executies werden voltrokken ‘… ter plaetse daermen gewoonlijck is justitie te doen…’.5 Dertien maal met het zwaard, tien maal door ophanging, twee maal door verwurging.6 Marrigje Ariens, in Schoonhoven welbekend, was één van die laatste twee. Als heks werd zij daarna verbrand om te voorkomen dat haar ziel zou voortbestaan.7 In negen gevallen werd naast de doodstraf nog een ‘schandaliserende’ bijkomende straf opgelegd.8 Het dode lichaam moest op het galgenveld worden gebracht ‘omme door de lugt en het gevogelte te werden verteerd’.9 Een nette christelijke begrafenis werd deze misdadigers onthouden.
De Hoge Vierschaar of het hoge gerecht: nieuwe vragen De hoge vierschaar in Schoonhoven, ook genoemd ‘het hoge gerecht’, werd door de Schoonhovense stadsbestuurders in 1652 in ieder geval bijzonder gevonden; ze profileerden zich er trots mee.10 Maar was het bijzonder? Hoe verhield dit zich bijvoorbeeld ten opzichte van andere steden? En ten opzichte van het omringende platteland? Sinds wanneer beschikte het bestuur van Schoonhoven eigenlijk over deze hoge rechtsmacht? Sinds kort herinnert de naam van de herstelde en heringerichte gotische ruimte op de begane grond van het stadhuis weer aan de hoge vierschaar.11 Maar niets herinnert meer aan zijn symbool, het galgenveld langs de Lek; zelfs geen straatnaam. Beroerde de stedelijke ontwikkeling het galgenveld:
werd het verplaatst met de groei van de stad? Waar bleef het? Of werd het afgeschaft en verdween het gewoon in de Lek? Hieronder gaan we in op deze vragen, na een korte introductie van de baljuw, de verpersoonlijking van dit hoge gerecht. De baljuw van Schoonhoven en de Lande van Blois In Europa werd in de 12de en 13de eeuw een nieuwe bestuurlijke indeling ingevoerd door de landsheren. Ze introduceerden een functionaris die als hun plaatsvervanger kon optreden, de baljuw. De baljuw was een ambtenaar in moderne zin: een in beginsel tot wederopzegging aangesteld persoon. Het district van deze functionaris werd in Holland baljuwschap genoemd. Dat is per definitie een hoge heerlijkheid, omdat de daarin door een baljuw namens een heer uitgeoefende soevereine rechten ‘hoog’ zijn, zoals de berechting van zware misdaden. Een bijzondere vorm van hoge heerlijkheid was de apanage (een bijzonder erfdeel), waarin de heer formeel-juridisch de gelijke was van de landsheer en daaruit alle opbrengsten genoot. ‘De Bloise goederen’ van Jan van Beaumont en zijn kleinzonen de graven van Blois zijn daarvan een sprekend voorbeeld.
Zetel van de baljuw in het midden van de ‘Herenbank’ onder het doksaal (afscheiding tussen koor en schip) in de Grote of St. Bartholomeuskerk te Schoonhoven. Aan weerszijden van de baljuw zaten de twee burgemeesters. Verder was er in de Herenbank plaats voor de schepenen.
De baljuw was niet zomaar een vertegenwoordiger, maar de meest directe, aan wie een scala van machtsmiddelen ter beschikking stond. Het was ook zijn taak om daar zonder meer gebruik van te maken, indien hij dat noodzakelijk achtte. In de regel ontvingen de baljuws geen salaris, maar betaalden ze een pachtsom aan de rekenkamer van Holland of de rentmeester van de heer van de desbetreffende hoge heerlijkheid. Hun inkomsten bestonden geheel of ten dele uit het overschot van de inkomsten uit het baljuwschap boven de pachtsom.12
52
Schoonhoven, de Hoge Vierschaar en de galg
In de Schoonhovense stadsrechtoorkonde van Jan van Beaumont van 4 juli 1322 was voor het eerst sprake van ‘wij of onze baljuw’. Van de vroegste Schoonhovense baljuws is weinig bekend. Een compleet overzicht bestaat pas vanaf 1500.13 Een fragmentarisch overzicht van 1337 tot 1500 werd onlangs door het Streekarchief op internet gepubliceerd.14 Als vroegste baljuw kan daar nog aan worden toegevoegd Koenraad van Oosterwijk, genoemd in 1334.15 Het hoge gerecht: al vóór 3 mei 1280 De oudste oorkonde over Schoonhoven en haar bestuur is de stadsrechtoorkonde van 3 mei 1280. Die is recent aan een nieuw rechtshistorisch onderzoek onderworpen.16 De oorkonde laat zien dat er ‘geboren poorters’ waren. Ook waren er al ‘schepenen’; logischerwijs was er dan ook een gerecht. Onder de nieuwe rechten die met deze oorkonde door graaf Floris V gegeven werden, gaat dus een oudere ‘laag’ schuil van rechten die reeds eerder gegeven werden.17 Eén van die oudere rechten moet de bevoegdheid tot hoge rechtspraak zijn geweest. Dat blijkt dan ook uit de oorkonde van 1280. Floris V beleende in die oorkonde Nicolaas van Kats eerst met ‘het goed van Schoonhoven’ bestaande uit gerechten, tienden en beden en verder aankleven. Vervolgens bepaalde hij verderop - kort gezegd - dat in het geval Nicolaas van Kats moest rechtspreken in een zaak waarbij een man zijn leven en goed kon verbeuren (per definitie hoge rechtspraak), heer Nicolaas de baljuw van Zuidholland als ‘bijzit’ moest accepteren, terwijl heer Nicolaas zelf de zaak zou berechten. De graaf ging dus uit van de aanwezige hoge rechtspraak; hij beleende Van Kats er niet apart mee! Het was een nadere regeling. De verklaring voor de ‘bijzit’ ligt in de belangen van de graaf. Hij gerechtigde Van Kats slechts voor de helft in eventuele verbeurde goederen; de
Schoonhoven, de Hoge Vierschaar en de galg
53
andere helft zou voor de graaf zijn. Andere ‘inkomsten’ uit de hoge rechtspraak, de zoen en de landwinning, kreeg Van Kats wel helemaal, zo werd bepaald.18 De baljuw van Zuid holland moest er klaarblijkelijk op toezien dat de belangen van de graaf bij een verbeurte zouden worden geëerbiedigd.19
Het baljuwschap van Schoonhoven, Haastrecht en de lande van Blois; reconstructie van de situatie in 1539 en later, geprojecteerd op Google Earth (RKa 2014). ontginning tiendblok
Het omringende platteland: hoge rechtsgebieden De hoge rechtsgebieden in de Krimpenerwaard zijn in de loop der eeuwen nogal eens gewijzigd, terwijl hun middeleeuwse ontstaan twee tegenstrijdige versies kent.20 Er werden onder meer grenzen gewijzigd, of er werden soms andere heren beleend door verbeurte van lenen. Ook kwam het voor dat het lage gerecht van een heerlijkheid aan een andere heer verleend werd dan het hoge gerecht, enz.21 Over de oorsprong en geschiedenis van deze hoge rechtsgebieden was en is het laatste woord nog niet gezegd, te meer daar recent onderzoek nieuw licht op de herkomst en op de opeenvolgende delingen van deze hoge rechtsgebieden werpt.22
Het hoge gerecht van Schoonhoven betrof in ieder geval sinds ergens vóór 1280 ‘de poort van Schoonhoven’ (de latere stad) en ‘het land van Schoonhoven’ als onderdelen van ‘het goed van Schoonhoven’. Dat land leren we kennen in 1323 wanneer Jan van Beaumont de jaarlijkse bede (belasting) voor de inwoners herziet, nadat dit in 1322 al voor de poorters was herzien. De grens werd in 1341 nog eens nauwkeurig aangegeven bij het graven van de (huidige) Bergvliet van de (huidige) Broekselaan naar Haastrecht. De ‘herscepe’ van Schoonhoven omvatte het deel van Bergambacht oost van de Broekselaan/Bergweg, met Schoonauwen en Stolwijk Bovenkerk.23 Dit geheel werd later ook aangeduid als ‘het baljuwschap van Schoonhoven’.24 In een ‘opene brief’ van 13 april 1460 gaf Philips, hertog van Bourgondië, bevel aan de stedehouder-generaal van Holland, de rekenkamer en de rentmeester van Holland om het baljuwschap van Schoonhoven en Blois in te stellen. De rentmeesters van Zuidholland verpachtten voortaan het baljuwschap van Schoonhoven en van het land van Belois.25 Op 21 april 1539, ordonneerde Maria van Hongarije, zuster van Karel V, in 1530 aangesteld als landvoogdes over de Nederlanden, dat voortaan de baljuw van Schoonhoven tevens zal zijn baljuw van Blois. Dit wegens klachten over de jarenlange wanpraktijken en corruptie van de baljuw van Blois, geuit door de ‘burgemeesters van Haestrecht, Stolwijck, Vlist ende Bergambacht, gelegen in het baljuwschap en de jurisdictie van Blois’.26 Uit deze open brief en deze ordonnantie blijkt ondubbelzinnig dat ‘de lande van Blois’ voor 1539 een zelfstandig baljuwschap was met een eigen baljuw van Blois.27 Kennelijk sinds 1460. Het geheel van de lande van Blois omvatte als hoog gerecht op dat moment in 1539 (en later) naast ‘het land van Schoonhoven’ ook Haastrecht, Vlist
54
Schoonhoven, de Hoge Vierschaar en de galg
oost- en westzijde, plus Bonrepas. Haastrecht en Vlist waren omstreeks 1428 uit het bezit van de heren van Arkel - na de Arkelse oorlog - aan de grafelijkheid van Holland gekomen. Bonrepas was er als aparte heerlijkheid op een onbekend vroeger moment al aan toegevoegd.28 De baljuw noemde zich voortaan de ‘baljuw van Schoonhoven en de lande van Blois’ of uitgebreider, na 1552, ‘baljuw van Schoonhoven, Haastrecht en de lande van Blois’. In genoemd jaar werd stad en land van Haastrecht door uitspraak van het Hof van Holland als apart baljuwschap erkend.29 De drie hiermee samenhangende hoge gerechten spanden hun hoge vierschaar in Schoonhoven onder voorzitterschap van dezelfde baljuw. In plaats van gevormd door schepenen was die van ‘de lande van Blois’ samengesteld uit ‘de mansmannen van Blois’. Tot 1552 werden ook de executies te Schoonhoven voltrokken. De executies van de stad Haastrecht werden na 1552 in Haastrecht zelf voltrokken.30 Aan de oostzijde was Schoonhoven in 1281 nog uitgebreid met vijf morgen uit Willige Langerak van de bisschop van Utrecht volgens hetzelfde recht - ofwel hoog en laag - als het ‘opidum’ Schoonhoven.31 En ten slotte is er aan de oostzijde van het Hofland nog een klein grensgebied met de hoge heerlijkheid Noord-Zevender.32 Deze heerlijkheid was al in het laatste kwart van de 11de eeuw - als ‘Vijftienhoeven’ - als betaling voor een te graven watergang in handen van de heren van Haastrecht gekomen.33 Aan de andere kant van de Lek bevonden zich van oudsher - voor het eerst genoemd op 26 december 1253 - de hoge heerlijkheden Langerak en Liesveld. Na 1283 omvatte elke heerlijkheid ook ieder ‘de halve Nieuwpoort’.34
stad Haarlem Delft s-Gravenzande Alkmaar Schiedam Schoonhoven Geertruidenberg Goedereede Brielle Oudewater Naarden Weesp Woudrichem Dordrecht Geervliet Gorinchem Leerdam Woerden Rotterdam Amsterdam Purmerend Leiden
hoge gerecht 1245 1246 1246 1254 1275 vóór 1280 in de loop van de 14de eeuw 1312 1330 1345 1353 1355 1356 1359 1381 1382 1382 na 1401 1408 1409 1410 1434
Tabel 1: Overzicht van Hollandse steden en het jaar waarin zij begiftigd werden met ‘de hoge rechtspraak’. Naar Cox, Privilege van Stede.36 Amsterdam: M. Hell, Rechters hoochste resort.37 Schoonhoven: Kappers, Mentink, Schoonhoven 725.38
Schoonhoven bevond zich dus al in de tweede helft van de 13de eeuw als hoog rechtsgebied te midden van diverse andere hoge rechtsgebieden van andere hoge heren. Zo gezien is het hoge gerecht, jurisdictie of vierschaar van Schoonhoven dus niets bijzonders. Hoge rechtspraak in Hollandse steden: Schoonhoven relatief vroeg Uit recent onderzoek naar de stadsrechten van steden in Holland is een overzicht af te leiden wanneer de hoge rechtspraak aan steden gegeven werd.35 Een stad als Leiden kreeg pas in 1434 het hoge gerecht; eerder was de baljuw van Rijnland hier bevoegd. In Amsterdam maakte de baljuw van Amstelland tot 1409 de dienst uit bij de hoge
Schoonhoven, de Hoge Vierschaar en de galg
55
rechtspraak. De poorters van de stad Dordrecht hadden tot 1359 te maken met de baljuw van Zuidholland. In Woerden was de baljuw van ‘het land van Woerden’ bevoegd tot na 1401. In het aangehaalde onderzoek werd 1322 genoemd als het jaar waarin Schoonhoven de hoge rechtspraak kreeg. In dat jaar schreef graaf Willem III in zijn stadsrechtoorkonde van 4 mei: ‘Voert wat scepenen wizen van scoenhoven; recht te wesen binnen scoenhoven’. Hertaald: ‘Voorts wat schepenen van Schoonhoven met uitspraak bepalen, zal recht zijn binnen Schoonhoven’. Ofwel alle rechtspraak in Schoonhoven, hoog en laag, behoorde aan de schepenen. Dit behelsde echter niet de begeving met het hoge gerecht: de totale competentie werd vast gesteld. Zoals boven al vermeld, bevatte de stadsrechtoorkonde van 3 mei 1280 reeds een laag oudere rechten. Er waren toen al geboren poorters en
er waren al schepenen; er was dus een gerecht. Uit de oorkonde van 4 mei 1322 blijkt ook dat de poorters al eerder ‘poortrecht’ hadden. Het kan dan niet anders zijn dan dat de schepenen in Schoonhoven ‘vonnissen vinden’ of recht spreken in de poort. Dat recht moet hen al vóór 1280 gegeven zijn. Dat dit in de oorkonde van 4 mei 1322 herhaald wordt is niet vreemd. De aanleiding voor het uitvaardigen van deze oorkonde was de herbevestiging van oudere rechten, hetgeen we ook op meerdere punten in de oorkonde aantroffen.39 Het feit dat het goed - met de poort - van Schoonhoven al vóór 1280 het hoge gerecht had, is in dit perspectief op z’n minst opmerkelijk. De poort van Schoonhoven schaart zich daarmee bij andere ‘poorten’ (of steden) als Haarlem, Delft, Alkmaar, Schiedam en ‘s-Gravenzande, die al in het derde kwart van de 13de eeuw over het hoge gerecht beschikten. Zie tabel 1.
Het galgenveld van Schoonhoven Het symbool van de hoge rechtsmacht, de galg, staat aan de oever van de Lek. Tijdgenoten spraken over ‘het gerecht’ voor deze plek. Er zijn minstens zes verschillende afbeeldingen van de locatie bekend. We kijken hieronder terug naar die uit 1772, 1753, 1649, 1613, 1582 en 1575. 1772: hoog militair gerecht in de garnizoensstad Sinds 1585 werden door de Staten garnizoenen in Schoonhoven gelegerd. Deze militaire gemeenschap kende eigen rechtspraak, ook de hoge rechtspraak. De militaire jurisdictie was lange tijd onderwerp van strijd.40 Hoe de krijgsraad in Schoonhoven georganiseerd was en de rechtspraak verliep, is (nog) onbekend. Getuige ‘de geweesen plaats’ op de Geniekaart van 1772 had men tot kort voordien over een ‘Militair Geregt’ beschikt. Het stond in de noord-westhoek van de oude stad op het ‘Heyse bolwerk’; vandaag de dag ter plaatse van het oude treinstation, nu busstation. De afbeelding uit 1772 geeft ook de locatie weer van het civiele gerecht aan de Lek. De galg zelf is op de tekening verdwenen. Misschien was er onder invloed van het veranderende strafrechtklimaat al geen feitelijke galg meer? Minder dan 25 jaar later werden met de Bataafse omwenteling in 1795 de galgenvelden afgeschaft.41 Bij de scheisloot staat geschreven ‘sloot gegraven door de stadt in 1772’. Deze sloot ligt bij reconstructie en nameting circa 50 meter westelijker dan de scheisloot van de galg op de kaart van Blaeu en is dus een andere sloot.
‘Geniekaart’ uit 1772, details; linksboven het ‘Heyse bolwerk’ met het (voormalige) militaire gerecht; rechtsonder naast het ‘Orange bolwerk’ de plaats van het (civiele) gerecht.
We mogen in ieder geval vaststellen dat er een periode geweest dat er in Schoonhoven twee verschillende ‘gerechten’ of galgenvelden zijn geweest: een militair en een burgerlijk. 1753 Omstreeks 1753 werd een kaart gemaakt behorende bij de bestekken ter verbetering van de
56
Schoonhoven, de Hoge Vierschaar en de galg
stromingen in de Lek en de haveningang van Schoonhoven.42 Op de kaart staat in de uiterwaard ‘t Gerecht getekend. Het is een beladen galg bestaande uit twee staanders met een legger. Verdere informatie over galg en locatie valt er niet uit op te maken, anders dan dat de galg op het oog op ongeveer dezelfde plek lag als in 1652. 1649 Overbekend in Schoonhoven is de afbeelding op de kaart van Blaeu uit 1649/52. De galg staat hier op een met sloten afgegrensd rechthoekig veld in de zuidoostelijke hoek van de kaart en wordt vergezeld door de staak met daarop het rad. Zowel de galg als het rad zijn op de tekening beladen met menselijke resten. De scheisloot loopt van het galgenveld naar de aanzet van de Lekdijk aan de buitensingel. 1582 en 1613 Wat minder bekend is de afbeelding op de kaart van de Florentijn Lodovico Guicciardini uit 1582. Deze druk is zeldzaam. De herdruk uit 1613 is meer verspreid.43 Op beide drukken staat de galg op dezelfde plaats. De afbeelding verschilt in
Schoonhoven, de Hoge Vierschaar en de galg
57
Detail met ‘Gerecht’ van de kaart uit 1753, behorende bij bestekken ter verbetering van de stromingen in de Lek en de haveningang van Schoonhoven.
tum’ (gegraven water) van Schoonhoven te houden volgens hetzelfde recht als waarmee heer Nicolaas de stad Schoonhoven hield: dus als hoog (en laag) rechtsgebied.45 Vandaar één poot van de galg in het andere waterstaatsgebied waar kennelijk de heer van Schoonhoven de hoge jurisdictie had.
Detail zuidoosthoek van de stad op de kaart van Schoonhoven in de stedenatlas van Joan Blaeu.
1575 Vrijwel onbekend is de afbeelding van het aangezicht van Schoonhoven omstreeks 1575 van een anonieme tekenaar.46 In de uiterste rechter onderhoek staat de galg. Er hangt duidelijk een lijk aan. Ook de technische details van de constructie zien
details. In 1582 staat de galg merkwaardigerwijs duidelijk over een sloot heen gebouwd. In 1613 is de sloot minder nadrukkelijk aanwezig. Op de latere kaarten (Blaeu 1652, Genie 1772) loopt de sloot steeds oostelijk van de galg. Het lijkt functioneel onhandig een galg over een sloot heen te bouwen. Daarom gaan de gedachten uit naar een symbolische functie van deze afbeelding. De sloot verbeeldt dan de scheisloot op de grens tussen de waterstaatsgebieden Krim-
58
Schoonhoven, de Hoge Vierschaar en de galg
we goed: twee staanders met een legger. De schoor voor de verstijving van de constructie zit aan de buitenzijde tussen legger en staander. Beide staanders zijn met schoren in de ondergrond verankerd. Het galgenveld van de oude kaarten geprojecteerd op Google Earth Op de kaart van Van Deventer van omstreeks 1558 is de galg niet afgebeeld. Wel geeft deze nauwkeurige kaart nadere informatie over het verloop van de oostgracht en sloten en wegen aan de oostzijde van de stad waardoor de boven besproken kaartbeelden zijn te lokaliseren. De latere ‘Scheepmakershaven’ is al van het buitenwater afgeschermd door een dijk of kade met daarop een weg. Maar deze Scheepmakershaven is veel langer dan die in latere tijd; hij liep door tot voorbij de oostelijke stadsgracht. De ‘sluis van Jaarsveld’ die onder de voorbalg van de Langerakkerpoort lag, waterde uit in deze lange Scheepmakershaven. De kade met de weg begon circa vijftig meter oostelijk van de buitenweg langs de stadsgracht.47 Later geeft de kaart van Guicciardini uit 1582 hetzelfde kaartbeeld. In 1601 werd de huidige Veerpoort
‘Schoonhouē’, kaart van Guicciardini uit 1582 (r.o. ‘42’ tweede druk 1588) met detail van de zuidoostelijke hoek van de stad met afbeelding van de galg over een sloot.
penerwaard en Lopikerwaard welke hier liep en loopt. De grenspalen van deze waterstaatsgebieden markeren op de Lekdijk anno 2014 nog steeds die grens.44 Echter, de heer van Schoonhoven – en daarmee de latere baljuw - had sinds 1281 ook zeggenschap over een stukje van Willege-Langerak; aan de andere zijde van de (waterstaat-)scheisloot derhalve. De bisschop gaf als leenheer van Langerak op 29 oktober 1281 Nicolaas van Kats het recht vijf morgen (oppervlaktemaat) ten oosten van de ‘fossa-
Schoonhoven, de Hoge Vierschaar en de galg
59
vergraven scheisloot. Het galgenveld van Schoonhoven, de hoofdstad van ‘het landt van Beloys’, verdween niet in de Lek.
en dat de (huidige) Wal werd doorgetrokken tot de rivier, waardoor de ‘korte’ Scheepmakershaven ontstond. De slotsom van de vergelijking van de kaartbeelden uit de tekening van 1575 en de kaarten van 1583, 1613, 1652, 1753 en 1772 moet zijn dat het galgenveld op dezelfde plaats bleef. De ontwikkelingen van de stad hebben het niet beroerd. Het bevond zich op de uiterst mogelijke zuidoostelijke locatie van Schoonhoven. Bij de overwegend heersende windrichtingen wel zo prettig met oog op mogelijke stank.
De vesting Schoonhoven aan de Lekzijde, omstreeks 1575; gekleurde pentekening. Met detail van de rechterzijde van de tekening met afbeelding van de galg.
gebouwd omdat het stadsbestuur de stad in de richting van de rivier had uitgelegd en vergroot. Kort daarvoor was het zuidoostelijke verdedigingswerk aangelegd.48 Vergelijking van de kaartbeelden uit 1583 (Guicciardini) en 1652 (Blaeu) leert dat met de uitleg het ‘Orange bolwerk’ (naam in 1772; nu oudste deel Algemene Begraafplaats) gedeeltelijk in de ‘lange’ Scheepmakershaven werd opgeworpen
60
Schoonhoven, de Hoge Vierschaar en de galg
Het galgenveld anno 2014 Als de kaartbeelden, de metingen en de interpretaties ons niet bedriegen heeft ‘het gerecht’ of galgenveld van Schoonhoven in ieder geval sinds 1575 - en waarschijnlijk al eerder - op dezelfde grensplaats aan de oever van de Lek gelegen. De conclusie moet dan ook zijn dat het huidige terrein van de watersportvereniging ‘De Zilvervloot’ minstens een deel, zo niet het gehele galgenveld omvat. Het oostelijk gelegen haventje is dan de verruimd
‘Schoonhoven … alwaar de hoge vierschaer is’: heel bijzonder! De hoge vierschaar alias het hoge gerecht van Schoonhoven is als institutie ten opzichte van Hollandse steden relatief oud. Hij dateert van vóór 1280 en zal sindsdien in de poort, later stad, gespannen zijn. Aantoonbaar werden er sinds 1539 drie hoge vierscharen in Schoonhoven gespannen: die van Schoonhoven, van Haastrecht en van ‘de landen van Blois’. Alle drie na 1539 nog lange tijd onder dezelfde baljuw, maar met een verschillende ‘bemanning’. Daar komt als vierde het hoge militaire gerecht nog bij, mogelijk sinds 1585, en met een eigen gerechtsplaats. Bij elkaar wel heel bijzonder en misschien in Holland verder ongekend. Het galgenveld aan de Lek is voor ‘nastraffen’ gebruikt door ‘stad en baljuwschap Schoonhoven’ en vermoedelijk ook door ‘de landen van Blois’.
Voor 1552 zijn hier misschien ook de ‘nastraffen’ van de baljuw van Haastrecht ten uitvoer gelegd. Er zou een cultuur-toeristisch bord moeten staan, met informatie over deze eeuwenoude locatie aan de Lek en over de bijzondere bevoegdheid van de Schoonhovense stadsbestuurders, het hoge gerecht.
Projectie van detail van de kaart van Jacob van Deventer, de oostzijde van stad, op Google Earth. Vaste uitgangspunten ‘de Schele Brug’ en de Wal. 1. Moordenaarslaan, nu Halve Maan of Borghleenpad. 2. Meest westelijke sloot van Willige Langerak. 3. Weg langs de oostelijke stadsgracht. 4. ‘Lange Scheepmakershaven’. 5. Scheepmakershaven. 6. Reconstructie van de locatie Galgeveld.
Schoonhoven, de Hoge Vierschaar en de galg
61
Detail van de kaart van Jacob van Deventer, de oostzijde van de stad omstreeks 1558.