Schoonheid achter de schermen
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 1
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 2
Peter de Waard
Schoonheid achter de schermen Een oorlogsgeschiedenis
Amsterdam . Antwerpen Em. Querido’s Uitgeverij bv 2014
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 3
Copyright © 2014 Peter de Waard Voor overname kunt u zich wenden tot Em. Querido’s Uitgeverij bv, Singel 262, 1016 ac Amsterdam. Omslag Marjan Landman Foto omslag Eva Besnyö/Maria Austria Instituut © copyright foto’s Familiearchief Strobos; p. 42 Eva Besnyö/Maria Austria Instituut Binnenwerk Hannie Pijnappels De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden te achterhalen. Wie meent recht te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgeverij. isbn 978 90 214 5511 2 / nur 320 www.querido.nl
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 4
‘Dat was onze natuurlijke plicht.’ tina strobos
Opgedragen aan alle Nederlanders die meteen vanaf 15 mei 1940 in verzet kwamen tegen de bezetter vanuit het morele besef dat het niet anders kon en in de overtuiging dat het goede zou zegevieren.
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 5
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 6
Inhoud
Inleiding 9 Deel i De Keulse Dom 17 Fons Buchter 29 Russin 42 De Catacomben 56 Deel ii Nazihater 69 Promotiefeest 82 Spaanse professor 93 Kousenfabrikant 105 De stempels 119 Zilverhandel 133 cs-6-Groep 147 Het telefoontje 160 Deel iii Aruba 173 New York 190 Wereldburger 204 Reizen 218 Marteling 234 Aanbidders 249 Bronnen 265 Naschrift 268 Woord van dank 269
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 7
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 8
Inleiding
The Osborn, New York, 11-2-2012 ‘Amanda Einstein leefde nog. Ze was inmiddels vierentachtig en woonde in een suite in het luxehotel op Bali dat eigendom was van haar oudste zoon Allan.’ De letters dansen voor haar ogen. ‘Allan Einstein was eenenvijftig en bijzonder intelligent...’ Tina Strobos moet het boek even wegleggen. Ze bladert... nog twintig pagina’s. Het laatste boek in haar leven. Hoeveel heeft ze er niet gelezen? ‘Eigenlijk heb ik veel meer meegemaakt,’ zegt ze tegen haar schoonzoon Alan Fairlamb. ‘En ik ben nog lang geen honderd.’ Hij kijkt haar aan en lacht. Het boek De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween ligt omgekeerd vlak voor haar op de dekens. Ze pakt het op en leest twee alinea’s. Daarna zakt ze weg en glijdt het boek uit haar handen. Het slaat bijna dicht. Ineens ziet ze haar eigen geschiedenis. Het beeld van het kantoor van de ss-Standartenführer doemt op. De foto op het lege bureau met de handtekening van Hermann Göring. De donkere stoel. De zwarte telefoon. En dan die man met zijn dikke stierennek in dat uniform. Ze had zich voorgenomen het desnoods met hem te doen. Ze zou alles doen om Bram en Lion vrij te krijgen. Wat was één keer seks voor het redden van twee levens. Ze was toen bang geweest, banger dan ooit. Ze had ook honderd willen worden, maar niet als een bed legerig kasplantje dat eten alleen nog met een infuus toegediend zou krijgen. Het is vreemd om je laatste levensdagen af te tellen. Ineens schokt haar hoofd en opent ze de ogen weer. 9
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 9
Daar zijn Semon, Jur en haar dochter Carolyn. ‘Kom, moeder, ga maar lekker slapen.’ Nee, ze wil niet slapen. Het boek moet uit. Op het nachtkastje ligt ook The Better Angels of Our Nature van Steven Pinker. Ze rekt zich uit, maar Carolyn is haar voor. Die legt haar hoofd heel zachtjes terug in het kussen. Ze valt terug in haar oudste herinneringen. Ze ziet de mannen in haar leven: haar grootvader, de onverbeterlijke socialist en republikein. Haar wettige vader die ze haatte. En dan die andere man wiens naam ze pas net weet en wiens foto ze eigenlijk nog maar kortgeleden voor het eerst zag. De beelden worden chaotisch. Met Bram en Lion in de Catacomben van de Van Amerongens, met Jan Pen rond de tafel aan de Nieuwezijds, met de acteur Gerard Rekers en de kunstschilder Carel Willink. Het beeld komt bovendrijven van de oude vakbondsman Henri Polak en zijn vrouw die 16 mei 1940 voor de deur staan. En dan die vijf onmenselijke jaren. De angst, de kou en de barre tochten op de fiets naar weer een onderduikadres op tien of twintig kilometer van Amsterdam. De Gestapo die voor de achtste of negende keer voor de deur staat aan de Nieuwezijds. Haar moeder die dapper opendoet maar telkens trilt als een riet. De herinnering aan de eerste vrijpartij met Bram en de gedachte dat Bram het in die tijd ook deed met een andere vrouw. En toen kwam Robert. Hij bood haar een nieuwe toekomst. Hij gaf haar drie kinderen. De scheiding, Walter, de nieuwe ellende en de grote liefde. En al de dingen die ze niet wist. Ze hoeft geen honderd te worden. Ze heeft al drie levens geleid. Ze wil vandaag wel sterven. De kinderen zijn er. Zij moeten werken. Ze hebben een verantwoordelijkheid voor hun kinderen. Zij zijn de toekomst. Ze kijkt hen aan. ‘Hoe is het?’ vraagt er een. Eigenlijk is ze te moe om iets terug te zeggen. Maar ze zet door: ‘Ik heb geprobeerd een goed leven te leiden. En nu wil ik sterven: een goede dood. Ik ben niet ongelukkig. Ik heb een optimistisch karakter. Maar het boek moet uit...’ 10
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 10
‘Wil je nog wat zeggen?’ vraagt Carolyn. Haar moeder knikt ja. Carolyn pakt een papiertje en schrijft de woorden op die ze dicteert: To my dear friends and family I had a good long life full of interesting and loving friends and family. But now faced with a terminal illness I feel my life is more and more diminished and painful. It’s a time to think of a dignified ending. I don’t want to deteriorate further and spend my unbearable life in a wheelchair dozing the hours away. I’ve tried to live a good life. And now I want to die: a good death. I’m not unhappy. I’m blessed with a cheerful temperament.
‘Nee, je gaat nog niet dood,’ zegt haar schoonzoon Alan Fairlamb. ‘Mag ik verder lezen?’ vraagt ze. Ze krijgt thee. Ze proeft alleen het water. Het vermogen smaken te onderscheiden heeft ze niet meer. En ook geen eetlust. Het is gek. Niemand zegt wat. Ze beseffen dat het moeite kost voor haar om te reageren. Zin voor zin leest ze verder. Ze is doodmoe maar zet door. Af en toe stopt ze en dan pakt ze het boek weer op. Ze wil eigenlijk de laatste regel niet lezen, maar ze moet. Het is onontkoombaar. Het is ook een opluchting. Het geeft haar een laatste gevoel van gelukzaligheid. Ze kijkt naar buiten. Ze is bevoorrecht dat ze hier nog tien jaar heeft mogen wonen. Het is een van de mooiste plekjes, zo landelijk maar toch dicht bij New York. ‘Ik heb een goed leven gehad...’ Ze zakt weg. Alan loopt naar haar toe: ‘Misschien zien we elkaar in de toekomst nog.’ Hij ziet dat ze reageert met een verbaasde blik. ‘Maar we zijn allebei atheïst,’ zegt ze. Iedereen schiet in de lach. Nieuwezijds Voorburgwal 282, Amsterdam, 1943 Het is zeven uur in de ochtend. Over de Nieuwezijds Voorburgwal ligt een nevelsluier waar de zon voorzichtig doorheen 11
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 11
probeert te prikken. Een man met een bolhoed op loopt naar het pension aan de Nieuwezijds Voorburgwal 282, terwijl zijn collega op straat naar het huis blijft staren. Hij belt aan. Binnen schrikt iedereen. Vele bewoners liggen nog in bed. Ook de joodse onderduiker Bram Pais. Staat de Gestapo voor de deur? Weet iemand dat hij hier zit? Zoeken ze naar joden? Marie Schotte, de hospita, doet open. Het lijkt geen sd. Die dragen geen bolhoed. Die staan altijd met zijn tweeën voor de deur en duwen haar dan opzij. Voordat ze de deur opendoet heeft ze op een knop gedrukt waardoor boven een belletje klinkt. Pais weet wat hem te doen staat. Hij moet naar zolder vluchten waar een timmerman een onopvallende schuilruimte heeft gemaakt. Maar hij is te nieuwsgierig en blijft op zijn kamer. ‘Zedenpolitie,’ zegt de man met de bolhoed in perfect Nederlands. ‘Mag ik even kijken?’ ‘Waarom?’ vraagt Marie Schotte. ‘Ik ben nieuwsgierig wat er in dit huis gebeurt.’ Ze loopt met hem naar boven. Ze komen langs een kamer waar Marie tot haar schrik achter een deur van matglas het uitvergrote silhouet ziet van de knappe jood. De man van de zedenpolitie loopt gelukkig door. ‘Ik wil weten wie er op deze kamer slaapt,’ zegt hij als ze helemaal aan de achterkant zijn gekomen. ‘Mijn dochter Tineke,’ zegt Marie. Hij stapt onverhoeds de kamer binnen. Tineke slaapt nog licht, maar wordt wakker en zit onmiddellijk met verschrikte ogen rechtop in haar bed als ze die onbekende man met bolhoed ziet. Hij legitimeert zich. ‘Zedenpolitie,’ zo stelt hij zich voor. Tineke zakt met een gerust hart terug in het kussen. ‘Dank God,’ murmelt ze. De politieman kijkt haar verstoord aan. Hij vindt het niet prettig dat hij niet serieus wordt genomen. Tineke gooit de deken van zich af en stapt met een zwaai uit 12
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 12
haar bed, waarbij haar benen onder het nachthemd bijna geheel zichtbaar zijn. De Nederlandse politiemannen blozen, terwijl hun zelfverzekerdheid plaatsmaakt voor terughoudendheid. Tineke ziet hun reactie en voelt zich machtig. Een van de agenten pakt het gesprek weer op: ‘We hebben klachten van omwonenden ontvangen dat u ’s morgens ontkleed voor het raam staat.’ ‘Van wie?’ vraagt Tineke nieuwsgierig. ‘Daar verderop.’ De agent wijst. ‘De seminaristen van het rooms-katholieke seminarie. Tussen zeven en acht uur ’s ochtends zien zij u zonder kleren voor het raam staan.’ Tineke lacht maar doet of ze verlegen is: ‘Ja, dan sta ik op en doe ik mijn ochtendtoilet. Mijn wasbak is daar bij het raam.’ Marie Schotte wordt boos op de politieman. ‘U denkt toch niet dat mijn dochter... Had de directeur dit mij zelf niet kunnen vertellen in plaats van naar de politie te gaan? Dit is toch geen kwestie van leven en dood?’ Tineke probeert ruzie te voorkomen. Ze is even bang dat door zo’n vuige roddel haar opleiding tot arts gevaar loopt. ‘Ik zal er in het vervolg op letten,’ zegt ze. ‘Belooft u dat?’ ‘Ja. Dat zweer ik.’ Pais hoort van achter de matglazen deur het gesprek. De politieman loopt de kamer van Tineke weer uit en terug naar de voorkant. Pais maakt dit keer dat hij wegkomt van de deur. Vlak voordat Marie en de politieman weer de trap af gaan, zegt hij: ‘Ik zag nog iemand staan achter die deur. Is dat ook een vrouw?’ ‘Nee,’ zegt Marie. ‘Gewoon een zakenman die hier logeert.’ Hij kijkt haar even aan. ‘Goed.’ Daarna loopt hij de trap af en verlaat het huis. ‘Femme fatale,’ zegt hij tegen zijn collega.
13
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 13
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 14
Deel i
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 15
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 16
De Keulse Dom
‘Tinka. Tinka. Kom terug.’ Haar vader en moeder zijn verrast als de peuter ineens uit de banken loopt en in de rij aansluit van katholieken die ter communie gaan. Op haar kleine beentjes loopt ze naar voren in de immense Dom totdat een koster ingrijpt die ziet dat ze veel te klein is om recht op een hostie te hebben. Hij pakt haar op en brengt haar terug naar de verbaasde vader en moeder die elkaar verwijtend aankijken dat er niet is opgelet. Het bezoek aan de Dom van Keulen is voor Tineke een mystieke ervaring die ze haar hele leven zal blijven idealiseren als een moment van ultieme gelukzaligheid. Ze is net vier jaar oud. Hoewel ze atheïstisch wordt opgevoed, heeft ze een kinderbijbel gekregen waarvan vooral de prenten van Rembrandt haar fascineren. ‘Rembrandt is speciaal in de Jodenbuurt van Amsterdam gaan wonen, zodat hij de figuren van het Oude Testament zo goed mogelijk kon uitbeelden,’ vertelt haar moeder, Marie Schotte. Schotte komt uit een socialistisch nest, dat niets van de kerk moet weten. Haar vader Fons Buchter is katholiek opgevoed en zelfs koorknaap geweest. Af en toe zingt hij spontaan kerkliederen. Maar Buchter is allang niet meer gelovig. Het enige wat is overgebleven van de katholieke rituelen is dat ze op vrijdag vaak vis eten. Maar de morele poespas van het katholicisme of andere religies lappen ze aan hun laars. Terwijl haar vaders zusters bij de nonnen geleerd hebben zich gekleed in het donker te wassen, zijn Fons en Marie Buchter ‘nudisten’: ze lopen thuis graag in hun blootje rond. Buchter is begin jaren twintig met zijn vrouw en dochter naar Duitsland verhuisd om typemachines van Remington te 17
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 17
Tineke, anderhalf jaar oud, in 1921.
verkopen. Ze wonen sinds enige tijd in de Republiek van Weimar, die net bezig is te herstellen van een periode van hyperinflatie. Dankzij het Dawes-wederopbouwplan en de invoering van de nieuwe Rentenmark heeft het Duitse bedrijfsleven weer geld om te investeren. Voor het moderne kantoor zijn de nieuwe typemachines van het Amerikaanse Remington Rand een absolute must. De Dom van Keulen is voor het gezin uitsluitend een cultureel uitje. Ze zijn er vanwege de magnifieke vormen van het gebouw en de prachtige muziek. Dat er een eucharistieviering plaatsvindt, is louter toeval. Maar de kleine Tineke is gegrepen door het ritueel van de rooms-katholieke mis: de stilte, de eensgezindheid en de met goud afgezette gewaden van de bisschop en de priesters. Als de gelovigen tegen het einde van de mis door de bisschop voor de communie worden uitgenodigd, stapt de hummel kordaat uit de banken en loopt met de rij mee naar voren waar de hosties worden uitgedeeld. Dat die onbereikbaar voor haar blijven, maakt voor het extatisch geluks18
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 18
gevoel niet uit. Wat haar haar hele leven bijblijft, is een spirituele ervaring van volmaaktheid. Ze voelt zich volkomen vrij, onafhankelijk en zelfverzekerd. Ze zou het euforische gevoel in haar latere leven nog vaker ervaren, zij het niet in een kerk maar vooral in de natuur. Met de religie zelf heeft het niet veel van doen. Haar moeder Marie Schotte is niet eens gedoopt. Ze is op 4 maart 1893 geboren als het vierde kind van Willem Schotte, ondernemer en vooraanstaand socialist, en Marie Abrahams, een taaie arbeidersvrouw die ondanks de joods klinkende naam uit een evangelisch-luthers nest komt. Het gezin woont dan nog aan de Tweede Goudsbloemdwarsstraat 9 in Amsterdam. De eerste drie kinderen (Jannetje, Jacob en Aaltje) heeft zij nog naar de kerk gebracht voor de vergeving van de erfzonde, zodat de kinderen terechtkunnen in het ‘betere’ lutherse weeshuis als beide ouders zouden komen te overlijden. Als ze na de derde keer thuiskomt van de doop, legt Marie Abrahams de baby woedend op bed. ‘Dit is de laatste keer dat ik een kind laat dopen. Ik ga niet meer. Ze denken in de kerk dat ik helemaal niet ben getrouwd.’ ‘Wat maakt het uit wat ze daar denken?’ Willem moet niets hebben van religie, ondanks de vrijzinnige opvattingen van de lutherse gemeente. Zijn ouders zijn van oorsprong hervormd, maar zelf is hij een uitgesproken atheïst. Met zijn roodbruine baard en snor en grote vilten kunstenaarshoed is hij een indrukwekkende persoonlijkheid. Hij is geëngageerd, intelligent en bijzonder handig. Schotte is bevriend met sdap-oprichter Pieter Jelles Troelstra, met wie hij na een straatrelletje een keer gevangen heeft gezeten. Maar dat heeft hem niet afgeschrikt. De sdap voert in die jaren nogal wat actie tegen het koningshuis. Als regentes Emma en haar dochter Wilhelmina op 20 april 1895 een rijtoer door Amsterdam maken, verschijnt plotseling uit het redactievertrek van het socialistische blad Recht voor Allen een ander open rijtuig met vier sdap’ers. De twee mannen achterin 19
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 19
houden een varkenskop en ezelskop voor hun hoofd met ieder een kroontje erop. Van de twee voorin draagt er een een politiehelm en is de ander verkleed als rechter. Het blad De Amsterdammer van 21 april meldt: ‘Ze reden mee richting Dam totdat bij het bureau Oudebrug een bende politieagenten het bureau uitstormde, om op draf het andere, verdachte rijtuig aan te houden. (...) Dit toneel veroorzaakte grote ontstentenis. Velen liepen weg uit de drukte om te zien wat er gebeurde en terwijl de koninginnen aan de eene zijde van het Damrak in hun open rijtuig door de menigte heenreden, werden haar onderdanen aan de andere zijde getrakteerd op sabelhouwen.’ Een van de grappenmakers is ‘Willem Schotte uit de 2de Goudsbloemdwarsstraat’. ‘Hij kreeg van een onbekend gebleven burger (een “heel dikke, kale heer”) met een wandelstok een forse klap op zijn hoofd en werd daarna door een rechercheur met een ploertendoder tegen de grond gewerkt.’ Schotte wordt meegenomen naar het bureau en krijgt daar een volgende ‘aframmeling’. Hij dient een klacht in tegen de politie. De zaak krijgt landelijke aandacht in de pers en wordt zelfs op 24 juli in de gemeenteraad van Amsterdam als agendapunt opgevoerd. ‘De burgemeester deelt mee dat de zaak ernstig onderzocht was doch dat hij uit de stukken niet het bewijs had kunnen putten dat de politie schuldig is aan hetgeen haar ten laste was gelegd,’ aldus Het Nieuws van de Dag. De burgemeester heeft Schotte echter niet willen horen, zo wordt gemeld. Uiteindelijk besluit de raad de zaak aan Justitie over te laten, die hem in hoger beroep vanwege ‘mishandeling’ tot een boete van 25 gulden veroordeelt. ‘De vraag of Wilhelmina het varken was of de ezel, heeft Schotte nooit beantwoord,’ aldus het blad Ons Amsterdam in een latere reconstructie. Schotte is enigszins een vreemde eend in de bijt in de socialistische beweging. Weliswaar heeft hij zelf een arbeidersachtergrond, maar hij heeft zich opgewerkt tot ondernemer. Na zijn lagereschoolopleiding heeft hij het vak van kurksnijden geleerd bij een kurkfabrikant aan de Egelantiersstraat 244. Hier 20
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 20
worden in Zuid-Europa gekochte grondstoffen – de schors van de kurkeik – verwerkt tot kurken voor de bierbrouwerijen in de stad zoals Heineken en Amstel en drijvers voor de vissers op de Zuiderzee.
De kurkfabriek aan de Egelantiersstraat in 1900.
Na zijn huwelijk gaat hij echter naar de avondschool, hetgeen gezien de lange werktijden van toen een enorme inspanning betekent. Hier leert hij schrijven, lezen en rekenen, zodat hij zelf de boekhouding kan doen. In 1908 besluit hij een gedurfde stap te nemen. Hij neemt voor 300 gulden de fabriek aan de Egelantiersstraat over. Hij is nu een werkgever die opkomt voor de werknemers. Zelf gaat hij vlak daarna wonen aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Hier is de zogenoemde Prinsenschool gevestigd waarbij zoals gebruikelijk de bovenmeester woont. Als echter blijkt dat die bovenmeester de turf waarmee de school wordt warm gestookt, ook voor privédoeleinden gebruikt, wordt hij uit de woning verwijderd. Willem Schotte kan het pand aan de Nieuwezijds Voorburgwal 282 boven de school als woning huren van de gemeente. Het huis is enorm. Het heeft maar liefst drie verdiepingen. Elke verdieping heeft vijf kamers. En daarboven is ook nog een zolder. 21
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 21
Tinekes grootmoeder Marie Abrahams heeft donkerbruin haar, is rond geschouderd en heeft, zo wordt door Tineke gezegd, een schittering in de ogen die haar intelligentie verraadt. Ze heeft grote borsten, brede heupen en een relatief klein hoofd. Ze ziet eruit als de voluptueuze vrouwen die de beeldhouwer Gaston Lachaise in die tijd creëert. Maar ze hecht eraan zich zo goed mogelijk te kleden. Gezien haar figuur neemt ze haar eigen naaisters in de hand die kleding op maat voor haar maken. Ze noemt hen altijd ‘uitzuigers’, maar ze zorgen ervoor dat ze er prachtig uitziet. ‘Ik heb een bedelaarsgezicht,’ grapt ze wel eens. ‘Alles past mij.’ Ze komt uit een arm nest. Haar vader overlijdt op haar zesde jaar. De gebeurtenis maakt een onuitwisbare indruk op haar. Ze vertelt Tineke later dat ze in de maanden daarop als zesjarig kind bij elk huisgezin waarvan ze hoorde dat een vader was overleden, langsging. ‘Ik zei dan dat ik een vriendin van de overleden mijnheer was. En dan mocht ik hem zien. Voor mij was het goed.’ Een jaar later zegt haar moeder dat ze van school af moet en zal moeten werken. ‘Wat kun je doen om geld te verdienen?’ vraagt Tineke haar later als ze zelf zes is geworden. ‘Poetsen,’ zegt ze. ‘Zilver, schoenen. Vloeren schrobben.’ Ze krijgt daarvoor een kwartje per dag en is er trots op. Van dat geld koopt ze een zak aardappelen, waar het gezin een week lang van kan eten. Als ze op haar vijftiende jaar voor het eerst met Willem Schotte uitgaat, ziet hij dat ze flinke schoenen aanheeft. Maar als ze die uittrekt, blijkt ze kleine voetjes te hebben. Hij vraagt haar waarom ze zulke grote schoenen draagt. ‘Ik draag de schoenen die ik van mijn werkhuizen krijg.’ Ze heeft zichzelf leren lezen maar ze kan niet schrijven. Ze leest Max Havelaar en de vertaalde werken van Charles Dickens. Als Willem Schotte bij het gezin thuis komt, ziet hij dat ze allemaal huilen van ontroering bij het lezen van Kleine Dorrit. ‘Dit moet stoppen,’ zegt hij. ‘Jullie moeten wat anders lezen, iets wat jullie vrolijk maakt.’ 22
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 22
Marie Abrahams en Willem Schotte in 1910.
Schotte is een idealist, maar ook een drinkebroer en rokkenjager. Hij helpt graag mensen in nood. Maar Marie Abrahams vertelt Tineke later dat hij daar soms ook andere bedoelingen mee had. ‘Een van de vrouwen die Willem af en toe hielp, was een arme weduwe met de naam Antja Smit. Toen ik een keer bezig was vuile kleding te schrobben, kwam ineens een vriendin langs. “Ik moet je wat vertellen, Marie. Volgens mij ligt je kerel te wippen met het kalletje Smit.”’ Ze vertelt dat ze daarna meteen besloot naar het huisje van de weduwe te gaan. ‘En voordat ik het wist, liep er een hele stoet nieuwsgierigen achter mij aan. Niet alleen de vrouwen van de wasplek maar ook andere mensen die wilden weten wat er zou gaan gebeuren. Ik vloog de trap op en zag Willem met die vrouw in bed liggen. Ik greep die weduwe, trok haar uit het bed en duwde haar de trap af en de straat op. Daar stond ze helemaal naakt voor allerlei omstanders, die klapten en gierden van het lachen.’ 23
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 23
‘Maar oma, was u dan niet boos op uw man, op opa?’ vraagt haar kleindochter Tineke. ‘Nee, want ik hield van hem.’ Een jaar na Marie wordt Willem geboren en vervolgens Jur (voor Tineke later: oom Jur van tante Lot), die de favoriete broer van Tinekes moeder Marie Schotte zal worden. En ten slotte nog Evert. Twee andere kinderen overleven het eerste levensjaar niet. Hoewel Willem hiermee een groot gezin van zeven kinderen heeft, eten er altijd enkele andere kinderen uit de buurt mee. Iedereen mag Willem. Hij kan droog uit de hoek komen. Als iemand zich aanmeldt bij de vrijdenkersvereniging De Dageraad waarvan hij voorzitter is, zegt de man: ‘Ik was theosoof maar nu ben ik vrijdenker.’ ‘Och,’ antwoordt Schotte. ‘Ben je daarom zo bleek?’ Zijn guitigheid en humor, de schittering van zijn ogen en de ironie waarmee hij ‘de deftigdoende nullen’ in kleinburgerlijk Nederland benadert, maken hem bij partijgenoten buitengewoon populair. Hij beheerst de kunst van het leven, zo zeggen zijn partijgenoten jaloers. En dat is met name bij de socialisten een tamelijk unieke eigenschap. ‘Leef vol. Elk ogenblik, dan behoef je later nooit meer te verlangen naar een voorbij ogenblik – omdat je niets verzuimd hebt,’ zo houdt hij hun voor. Hij probeert op de werkvloer van de fabriek de ideeën van Troelstra en Domela Nieuwenhuis door te voeren. Zijn werknemers – in grote meerderheid Jordanezen – moeten de kurk met de hand snijden en in een mand werpen. Telkens krijgt een van de werknemers echter de opdracht uit de krant voor te lezen, waarbij dan de andere werknemers ook zíjn mand moeten vullen. Op die wijze wil hij hen proberen te leren lezen en het begrip solidariteit bij te brengen. Het gaat hem niet altijd voor de wind. Als de bierbrouwers overschakelen op metalen doppen, zogenoemde kroonkurken, roept hij dat de fabriek failliet zal gaan. ‘De tijd van kurk is voorbij.’ Uiteindelijk wor24
Schooneid achter de schermen; De waard [PS] 1e proef pag 24