SCHOOLPLAN
WILHELMINASCHOOL
2011 – 2015 1
Inhoudsopgave Schoolspecifiek deel 2011-2015
1 2
Naam Voorwoord Inleiding Schoolbeschrijving
3
Strategisch beleid 2007-2011
4
Kwaliteitsbeleid
5
Identiteitsbeleid
6
Onderwijskundig beleid
7
Personeelsbeleid
8
Organisatie & beleid
9
Financieel beleid materieel beleid
10
Woordenlijst
Inhoud Relatie met WMK: beleidsterreinen en competenties 1.1 Korte beschrijving van de schoolprocedure 2.1 Kenmerken school 2.2 Kenmerken directie en leraren 2.3 Kenmerken leerlingen 2.4 Kenmerken ouders en omgeving 2.5 Prognoses: interne en externe ontwikkelingen 3.1 Missie en missionstatement en ontwikkelrichting van de school 3.2 Visie van de school. 3.3 De strategische keuzes van de school 4.1 Kwaliteitszorg: de cyclus op schoolniveau. 4.2 Terugblik Schoolplan 2003-2007 (evaluatie) 4.3 Analyse inspectierapport(en) 4.4 Gebruikte kwaliteitszorginstrumenten (Q.S.) en Analyse 4.5 Kwaliteitszorg en ouders en analyse oudervragenlijst 4.6 Kwaliteitszorg en leerlingen en analyse leerlingenvragenlijst 4.7 Kwaliteitszorg en leraren en analyse lerarenvragenlijst 4.8 Het evaluatieplan 4.9 Kwaliteitsprofiel (sterkte/zwakte-analyse) 5.1 Uitgangspunten van het identiteitsbeleid. 5.2 Kwaliteitskaart identiteit van de school. 5.3 Concrete uitwerking 6.1 Algemene doelen van het onderwijskundig beleid (voldoen aan de wet) 6.2 Leerstofaanbod + Toetsinstrumenten 6.3 Taalbeleid 6.4 Beleid op leerlingenzorg en begeleiding. 6.4.1 De zorgstructuur van de school 6.4.2 De sociaal emotionele ontwikkeling 6.5 Pedagogisch Klimaat 6.6 Didactisch Handelen 6.7 Opbrengsten 7.1 Verwijzing naar bovenschools 7.2 Schoolspecifieke uitwerking 8.1 Structuur (organogram) schoolorganisatie + besturingsfilosofie 8.2 Structuur (groeperingsvorm) 8.3 Schoolklimaat (incl. Sociale Veiligheid en risico-inventarisatie) 8.4 Communicatie intern 8.5 Communicatie met externe instanties 8.6 Communicatie met ouders 9.1 Verwijzing naar bovenschools 9.2 Schoolspecifieke financiële zaken Verklaringen
2
Voorwoord De indeling van het schoolplan 2011-2015 is afgestemd op kwaliteitsdomeinen die wij relevant vinden voor onze schoolontwikkeling. Deze domeinen vormen de focus voor onze kwaliteitszorg (zie hoofdstuk 4). Dit betekent dat wij deze kwaliteitsdomeinen: 1. Beschrijven Wat beloven we? 2. Periodiek (laten) beoordelen Doen wij wat we beloven? 3. Borgen of verbeteren Wat moeten wij borgen? Wat verbeteren? Wij beschrijven de competenties (in de geest van de wet Beroepen in het onderwijs) die wij hanteren voor de persoonlijke ontwikkeling van onze werknemers. Deze competenties vormen de rode draad in ons integraal personeelsbeleid (zie hoofdstuk 7). De domeinen en de competenties zijn afgeleid van de wet BIO. De stichting Proceon heeft besloten dat 6 kwaliteitsdomeinen (zie schema) voor alle aangesloten scholen worden beschreven in het schoolplan.
Onze kwaliteitsdomeinen
Onze prioriteiten m.b.t. competenties binnen de school
Kwaliteitszorg
Gerichtheid op kwaliteit en het stellen van streefdoelen waarbij de PDCA cyclus een uitgangspunt is. Pedagogisch handelen door leerkracht op het gebied van veiligheid, zelfvertrouwen en respect binnen een functionele leeromgeving Didactisch handelen waarbij aandacht voor differentiatie in instructie en verwerking Hert Klassenmanagement conform schoolbeleid vormgeven Zorg voor leerlingen waarbij vaardigheid van diagnose, differentiatie tussen leerlingen en het maken van handelingsplannen ontwikkeld is Opbrengstgerichtheid Handelen vanuit identiteit en grondslag van de school Handelen gebaseerd op het omgangsprotocol van de school
Pedagogisch klimaat
Didactisch handelen
Zorg en begeleiding
Opbrengsten Levensbeschouwelijke identiteit
3
Hoofdstuk 1 : Inleiding 1.1 Korte beschrijving van de schoolprocedure Ons schoolplan beschrijft in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde doelen. Wij spreken in dit geval van afspraken. Op basis van de huidige situatie hebben we diverse instrumenten ingezet om grip te krijgen op onze sterke en zwakke punten en daarmee op onze verbeterdoelen voor de komende vier jaar. Het schoolplan functioneert daardoor als verantwoordingsdocument (wat beloven we?) naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders, en als planningsdocument (wat willen we wanneer verbeteren?) voor de planperiode 2011-2015. Op basis van ons vierjarige plan van aanpak (zie hoofdstuk 10) willen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In een jaarverslag zullen we steeds terugblikken of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren / borgen. Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan: Wie zijn betrokken bij het opstellen? De directie stuurt het proces van het samenstellen van het schoolplan aan. Daarbij kunnen bij specifieke onderdelen verschillende teamleden betrokken worden (de IB-er, ICT-er en bouwcoördinatoren). Het Management team wordt regelmatig betrokken bij de onderdelen die uitgewerkt worden. Start met evaluatieronde schoolplan 07-11 ( met team) van daaruit plan van aanpak ( brainstormen ) met prioriteiten voor nieuwe periode 11-15 Alle teamleden krijgen de conceptteksten per mail toegezonden, zodat iedereen tussendoor verbeterpunten kan aangeven. Tevens wordt de MR geïnformeerd omtrent de samenstelling van het document. In een teamvergadering is de procedure ook mondeling toegelicht en vastgesteld, zodat vanaf het begin iedereen duidelijkheid heeft over het te volgen traject. Uiteindelijk wordt het document ter vaststelling gegeven aan teamleden en MR. De MR heeft hierbij instemmingsrecht. Hoe blijft het schoolplan een actueel/levend document de komende vier jaren? Door het telkens opstellen van een actueel jaarplan vormt het schoolplan een richtlijn binnen het werken in de school. Gedurende een schooljaar komt het jaarplan naar voren bij teambijeenkomsten, nascholingsmomenten en studiedagen. Voortgang, borging en evaluatie krijgen daarmee voldoende aandacht. Het schoolplan is een rompplan. Waar mogelijk wordt verwezen naar bestaande teksten.
4
Hoofdstuk 2: Schoolbeschrijving 2.1 Kenmerken Wilhelminaschool Adres: Gijsbrecht van Amstelstraat 4 1213 CK Hilversum 035-6215840 e-mail:
[email protected] website : www.wilhelminahilversum.nl De Wilhelminaschool is een Protestants Christelijke basisschool en heeft 3 locaties (Wilhelmina, Bavinck en Ichthus). De scholen functioneren echter zoveel mogelijk als zelfstandige eenheid(dislocaties). De school vormt een onderdeel van de Stichting Proceon voor Protestants Christelijk onderwijs in het Gooi en Omgeving.
2.2 Kenmerken directie en leraren
De school heeft een directeur en een adjunct directeur. Daarnaast vormt de directie samen met 3 bouwcoördinatoren het Management Team. Er werken 30 mensen op de Wilhelminaschool. Leeftijd (zie tabel) en deeltijd/voltijd (zie tabel)
50 jaar en ouder Tussen 40 en 50 jaar Tussen 30 en 40 jaar Tussen 20 en 30 jaar Jonger dan 20 jaar Totaal Deeltijd 21
MT 5
5
OP 4 5 7 7
OOP
23
2
2
Volledig 8
2.3 Kenmerken leerlingen Aantallen: aantal leerlingen op teldatum en prognose. 01-1001-1001-10teldatum 01-10-2009 01-10-2010 2011 2012 2013 school 330 336 345 350 355 kerkelijke achtergrond (peildatum 1-10-2010) PC RK Islam overige geen absoluut getal 75 11 3 5 242 336 percentage 22 3 1 2 72 100
01-102014 360
5
Leerlinggewichten op teldatum Jaar Totaal 1,00 1-10-2009 330 219 1-10-2010 336 228
0,3 11 08
Gezien de leerlinggewichten wordt er niet gewogen bij de telling.
Schoolgroep: Onze school hoorde afgelopen jaren afwisselend bij categorie 1 en 2 scholen van het CITO. (zie toelichting eindtoets) CITO-eindscores groep 8: 2009 2010 2011 landelijk gemiddelde 534,5 535 535,1 school 535,7 536.6 537,6 schoolgroep 2 Schoolgroep gemiddelde 537,5 536,4 538,1 Autochtoon – Allochtoon: Onze school is een overwegend witte school en heeft slechts een paar allochtone leerlingen. Sociaal-emotionele ontwikkeling: Om deze ontwikkeling in kaart te brengen werken we momenteel met het registratiesysteem van SCOL. Rugzakken: Aantal leerlingen met rugzakje in het schooljaar 10-11 betreft 7. Dit betekent dat de Intern Begeleider in overleg met de groepsleerkracht specifieke afspraken heeft gemaakt. Er wordt ondersteuning voor de begeleiding van de rugzak leerlingen verleend binnen de school door de groepsleerkracht, IB-er en adjunct. Van buiten de school maken we gebruik van de Ambulante Begeleiding. Tevens wordt via het samenwerkingsverband WSNS informatie en expertise ingewonnen. De rugzak leerlingen hebben een specifieke aanpak binnen het reguliere onderwijs op onze school. Het betreft 1x cluster 2 (spraaktaal problemen) 3xcluster 3 ( lichamelijke handicap/ moeilijk lerende kinderen) en 3x cluster 4(gedragsproblemen).
2.4 Kenmerken ouders en omgeving Opleidingsniveau en betrokkenheid: Het opleidingsniveau van de ouders die kinderen hebben op school is voor een groot deel op HBO niveau. Er zijn veel werkende ouders waardoor de ouderparticipatie soms beperkt is. Kenmerken wijk: De leerlingen komen uit vrijstaande en eengezinswoningen; er zijn weinig zogenaamde flatkinderen. Veel kinderen zijn na schooltijd actief als lid van een voetbal- of hockeyclub, doen aan paardrijden en een deel bespeelt een instrument. Er zijn veel kinderen die gebruik maken van TSO. Dit i.v.m. veel werkende ouders. Schooljaar 2010-2011: ( op ma 42 %, din 48%, don 56% en vrij 11%). De TSO wordt momenteel door ouders vanuit de school georganiseerd. Het percentage NSO leerlingen dat in 2010-2011 van deze regeling gebruik maakt betreft:
6
Plaats van de school in de wijk: In de omgeving van de school zijn meerdere basisscholen. In de wijk Hilversum -Zuid is een grote vraag van ouders omtrent het plaatsen van leerlingen in het basisonderwijs. Daardoor zijn er wachtlijsten ontstaan. Aangezien ouders hun kinderen bij meerdere scholen inschrijven, zijn de wachtlijsten vervuild. Er is echter wel een capaciteitsprobleem. Daardoor moeten kinderen soms buiten de wijk naar een basisschool. De volgorde van aanmelding bepaalt de plaatsingsmogelijkheid op de school. Broertjes en zusjes van reeds aanwezige leerlingen hebben wel recht op een plek binnen de school en dus voorrang op anderen. 2.5 Prognoses: interne en externe ontwikkelingen Het aantal leerlingen op school groeit nog steeds. Dit betekent dat we in 2010 de 14e groep zijn gestart. Betreffende de huisvesting wordt in 2011 gestreefd naar definitieve uitbreiding van de school met 3 lokalen. Daardoor kan tevens de peuterspeelzaal Wilhelmini in het schoolgebouw gehuisvest blijven.
7
Hoofdstuk 3: Het strategisch beleid 3.1 Missie en missionstatement en ontwikkelrichting van de school Wat doen we? Onze school is een protestants-christelijke basisschool voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. Wij hanteren het leerstofjaarklassensysteem met veel aandacht voor het individuele kind (adaptief onderwijs) en differentiatie binnen het klassenmanagement. Voor wie? Onze school staat open voor alle leerlingen die aangemeld worden door hun ouders/verzorgers. Daarbij dienen de ouders/verzorgers de identiteit minimaal te respecteren. Waarom? Het is ons doel om leerlingen cognitief en sociaal te ontwikkelen en vervolgens kunnen doorstromen naar een passende vorm van vervolgonderwijs. Gelet op het eerste vinden we m.n. de vakken taal, lezen en rekenen van belang. Gezien de sociale ontwikkeling besteden we veel aandacht aan het (mede) opvoeden van de leerlingen tot volwaardige en respectvolle burgers. De school heeft de volgende keuzes gemaakt: Overdracht van instrumentele basisvaardigheden Zorgen dat leerlingen zich als persoonlijkheid ontwikkelen naar hun eigen mogelijkheden Levensbeschouwelijke vorming vanuit de identiteit van de school Slogan: “Leren doe je met en van elkaar” Dit betekent een school die in ontwikkeling blijft en openstaat voor nieuwe mogelijkheden. Daarbij vormt onderlinge communicatie een basis voor het leren met en van elkaar. Dit in het belang van de begeleiding en ontwikkeling van de individuele leerlingen. Deze slogan geven we vorm door de volgende kernwaarden: Eigen verantwoordelijkheid voor het werk (werken met dag- en weektaken) Gestructureerd bezig zijn met de afspraken (omgangsprotocol) Aandacht voor de zorgleerlingen (zowel aan de onderkant als aan de bovenkant) Een aantal kernwaarden die kenmerkend zijn voor de Wilhelminaschool: Omgaan met kinderen: - Aandacht voor onderlinge verschillen - Kinderen stimuleren tot zelfstandigheid en samenwerken Omgaan met ouders: - Informatieverstrekking op een duidelijke manier (Maandnieuws/Schoolgids/Website) - Openheid naar en een goede communicatie met de ouders ( persoonlijk en via mail) Omgaan met collega’s: - Een goede onderlinge sfeer creëren waarbinnen communicatie en belangstelling naar voren komt - Elkaar op professionaliteit aanvullen binnen de samenwerking in het team Om de missie levend te houden komen missie, slogan en kernwaarden enkele keren per jaar aan bod tijdens de studiedag of tijdens team-, bouw- en zorgvergaderingen.
8
Wat hebben we bereikt in de afgelopen schoolplan periode 2007-2011 Dit waren de streefdoelen die we ons voorgenomen hadden: Op onze school wordt gestructureerd gewerkt aan de begeleiding van leerlingen in algemene zin (middels het Cito volgsysteem) en specifiek rondom sociaalemotionele ontwikkeling (Scol) Evaluatie: In de afgelopen jaren hebben we het leerlingvolgsysteem (CITO) gekoppeld aan Parnassys. Naast de registratie van de toetsen worden in dit programma ook allerlei notities / afspraken en handelingsplannen beschreven. Omdat dit webbased is kunnen alle leerkrachten op elke plek de gegevens bekijken, invoeren of aanpassen. SCOL wordt los genoteerd in het eigen systeem via Rovict. Juist door de digitalisering is alles beter centraal te bekijken en wordt de bruikbaarheid/ duidelijkheid daardoor vergroot. Op onze school wordt gewerkt met dag en weektaken Evaluatie: We zijn in 2007 gestart met een algemene teamnascholing rond dit onderdeel. Vervolgens zijn er veel wisselingen binnen het team geweest.( groei school ). Dit heeft de doelmatigheid van het proces duidelijk vertraagd. Er worden weektaken samengesteld, maar de uitwerking is meer op dagtaken gericht . ( groepen 3 t/m 8) Hierin moet dus nog verder worden geïnvesteerd. Bij de kleutergroepen is ook een begin gemaakt door de invoering van de weektaak met 3 tot 5 onderdelen vanaf gr 2.
Op onze school is er binnen het leerstofjaarklassensysteem sprake van adaptief onderwijs; er wordt gedifferentieerd bij de instructie. Evaluatie: Er is veel aandacht geweest voor de leerlingenzorg in de afgelopen jaren. Waardoor meer aandacht is geschonken aan differentiatie bij instructie en verwerking. Ook is een eerste start gemaakt met Plannex . Een programma voor plus leerlingen. De hantering van het DIM model is opgenomen in de uitgangspunten m.b.t. didactisch handelen, maar vergt nog meer aandacht om het voor iedere leerkracht een automatisme te laten worden.
Alle teamleden werken samen aan hun eigen ontwikkeling (POP) in relatie met de schoolontwikkeling (SOP) Evaluatie: Jaarlijks wordt bij functioneringsgesprekken gesproken over de eigen ontwikkeling van de teamleden (POP). De relatie met de SOP moet in de komende schoolplan periode nog duidelijker worden uitgewerkt. Met name het onderdeel “ Verschillen tussen de individuele kinderen” heeft in de afgelopen planperiode steeds meer aandacht gekregen. Dit betekent dat we op weg gaan naar passend onderwijs binnen de mogelijkheden van de school. We zullen als school duidelijk moeten aangeven op welke wijze we nieuwe / toekomstige leerlingen kunnen begeleiden, rekening houdend met hun eigenheid en ontwikkelingsperspectief. Daarnaast willen we ook de leerling zelf meer betrekken bij zijn of haar onderwijs ontwikkeling. Dit betekent een stuk zelfstandigheid en aandacht voor samenwerking. Leren doe je met en van elkaar geldt in onze school zowel voor leerlingen als personeel. 3.2 Visie van de school Algemeen: Wij hebben als Wilhelminaschool een beeld voor ogen van de school als plek waar kinderen graag zijn en waar hun cognitieve en sociaal-emotionele mogelijkheden optimaal worden ontwikkeld.
9
Visie op levensbeschouwelijke identiteit: Respect staat voorop wanneer het gaat om de plaats van religie in de school en wij streven naar een brede christelijke vorming van kinderen tot persoonlijkheid. Daarbij functioneert de bijbel als een open boek dat ons vragen stelt en waaraan wij vragen mogen stellen.(zie voorts beleidsstuk identiteit) Visie op leren: Kinderen leren op onze school in relatie met de leerkracht die de zelfstandigheid van kinderen stimuleert via het werken met dag- en weektaken. Tevens wordt de zelfstandigheid bevorderd doorhet samenwerken vorm te geven middels coöperatieve werkvormen. Goede instructie, verlengde instructie en differentiatie zijn van belang. Daarbij hanteren we het DIM model Visie op lesgeven (pedagogisch-didactisch handelen): Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. “Leren doe je met en van elkaar” Dit is ons algemeen uitgangspunt. Van belang daarbij zijn: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische noties zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang: Interactief lesgeven; de leerlingen betrekken bij het onderwijs Onderwijs op maat geven; differentiëren Gevarieerde werkvormen hanteren (t.b.v. de motivatie van leerlingen) Een kwaliteitsvolle instructie verzorgen Kinderen zelfstandig (samen) laten werken Visie op Adaptief Onderwijs: Op onze school wordt adaptief onderwijs gegeven. We vinden met name de kernwoorden relatie, autonomie en competentie van belang. We hechten aan een goede relatie met de leerlingen, vinden zelfstandigheid belangrijk en richten ons op wat het kind kan om daarbij aan te sluiten. In hoofdstuk 6.1 beschrijven we onze onderwijskundige uitgangspunten. Met betrekking tot adaptief onderwijs hebben we de volgende keuzes gemaakt: Wij gaan uit van verschillen en willen daarop anticiperen. Onze zorg(structuur) richt zich op de zorgleerlingen (en die hebben we nader gedefinieerd als de minder en meer begaafde leerlingen / plus leerlingen) We bieden alle leerlingen (enkele uitzonderingen daargelaten) basisstof aan en daarbij herhalings- en verrijkingsstof (BHV-model) Als eenheid van denken hanteren wij de klas/groep Wij differentiëren bij de instructie ( DIM model directe instructie) Wij differentiëren naar tempo Wij differentiëren bij de verwerking In ontwikkeling: wij differentiëren gelet op de leerstijl van de kinderen Visie op zorg en begeleiding: De school besteedt veel aandacht aan de leerlingenzorg. Om goed zicht te krijgen op zorgleerlingen gebruikt de school methodegebonden toetsen, CITO-toetsen, DMT-toetsen en observatielijsten van GOVK. De Citoscores zijn indicatief: ook aan andere aspecten van het kind besteden we aandacht. De zorg richt zich op het verbeteren van de leer- en sociale prestaties. Vooral lezen en spellen krijgen veel aandacht. Kinderen met een D-score en E score krijgen een handelingsplan; ze worden zoveel mogelijk in de klas door de eigen leerkracht begeleid. Hierbij is sprake van adaptiviteit: instructie, tempo en verwerking worden aangepast aan wat het kind nodig heeft.
10
Visie op beroepshouding: Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op onze school wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding. Daarbij gaat het erom, dat alle werknemers ook het principe ondersteunen van “Leren doe je met en van elkaar”. Van daaruit ook aandacht voor: handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school zich collegiaal opstellen zich medeverantwoordelijk voelen voor de school, de leerlingen en elkaar met anderen kunnen en willen samenwerken hun werk met anderen bespreken, duidelijk communiceren zich adequaat voorbereiden op vergaderingen en bijeenkomsten genomen besluiten loyaal uitvoeren zichzelf en het klaslokaal openstellen voor anderen aanspreekbaar zijn op resultaten en op het nakomen van afspraken gemotiveerd zijn om zichzelf te ontwikkelen anderen kunnen en willen begeleiden of helpen beschikken over reflectieve vaardigheden planmatig werken een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de school Visie op leiderschap: Onze school wordt geleid door de directeur en de adjunct directeur, die daarbij ondersteund worden door het managementteam. Het MT bestaat uit de directeur, de adjunct en de drie bouwcoördinatoren. Uitgangspunt ook binnen het MT : “Leren doe je met en van elkaar”. Kernwoorden bij het leidinggeven zijn: communiceren, organiseren, faciliteren en ontwikkelen. Het is van belang, dat de organisatie goed draait, dat de leraren voldoende tijd en middelen hebben om hun werk goed te doen en dat de medewerkers zichzelf verbeteren. Het MT heeft een stimulerende rol bij de begeleiding van de medewerkers. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen beginnende en meer ervaren leraren (die een rol kunnen spelen in de begeleiding). Het MT bereidt beleid voor, dat wordt voorgelegd aan het team. Om draagvlak te creëren kan en mag het team meedenken en meepraten over het beleid van de school. In de meest voorkomende gevallen wordt in het team uiteindelijk de keuze gemaakt bij meerderheid van stemmen. In specifieke situaties kan dit echter anders verlopen en kan het MT, gehoord hebbende het team, besluiten nemen. Dit kan gebeuren op basis van een stemming. In sommige situaties komt een beleidsstuk ook voor instemming bij de MR. 3.3 De strategische keuzes van de school Onze school heeft een aantal principes vastgesteld voor kwalitatief goed onderwijs. Ten aanzien van ons onderwijs zoeken we naar een goede balans tussen de aandacht voor de cognitieve ontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Van belang zijn de volgende aspecten: Motiveren voor de leertaak: daar waar relevant aansluiten bij de leef- en belevingswereld van de leerlingen Dialogisch onderwijzen: leerlingen laten meedenken en meedoen (interactie) Zorgen voor afwisselende werkvormen (variatie) Stimuleren van eigen initiatief en creativiteit: leerlingen zelf zaken laten ontdekken Begeleiding van de zelfstandigheid en de motivatie: zelf kiezen, kinderen laten werken naar vermogen
11
Een plezierig pedagogisch klimaat waarin kernwoorden als afspraken, acceptatie, respect, discipline, stimuleren en uitdagen van belang zijn
We willen ons onderwijs zo effectief mogelijk laten verlopen. Kernpunten zijn: De leertijd wordt effectief besteed Het leren van de leerlingen staat centraal De leerkrachten hebben hoge, maar wel realistische verwachtingen van de leerlingen en laten dat merken Leerlingen die dat nodig hebben krijgen extra aandacht Er wordt gewerkt met het BHV-model (basisstof, herhalingsstof, verrijkingsstof) Leerkrachten zorgen voor een ordelijk en gestructureerd klimaat dat geschikt is voor leren en onderwijzen De vooruitgang van de leerlingen wordt systematisch geëvalueerd (CITO-LVS, GOVK , SCOL) onder verantwoording van de IB-er. De communicatie (interactie) tussen de leerkracht en de leerlingen en de leerlingen onderling verloopt geordend De leerkracht heeft een (bege)leidende en sturende rol
12
Hoofdstuk 4: Kwaliteitsbeleid
4.1 Kwaliteitszorg: de cyclus op schoolniveau Onze school onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. We streven kwaliteit na (zie de afspraken bij de verschillende beleidsterreinen) en we zorgen ervoor, dat de kwaliteit op peil blijft: we beoordelen de afspraken systematisch en cyclisch (zie evaluatieplan) en op basis van de bevindingen verbeteren of borgen we onze kwaliteit. Van belang is ook, dat onze kwaliteitszorg gekoppeld is aan het integraal personeelsbeleid. We streven ernaar dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Daardoor borgen we dat de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze medewerkers parallel verloopt. Onze afspraken m.b.t. kwaliteitszorg zijn: We hebben inzicht in de kenmerken van onze leerlingenpopulatie We beschikken over afspraken bij diverse beleidsterreinen We beschikken over een evaluatieplan waardoor geborgd is, dat de verschillende afspraken minstens 1x per schoolplanperiode beoordeeld worden We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leraren en leerlingen (sociale veiligheid) We werken planmatig aan verbeteringen (vanuit de documenten: schoolplan, jaarplan en jaarverslag) We evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn We borgen onze kwaliteit We rapporteren aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag, (G)MR en ouders) We waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen
4.2 Terugblik Schoolplan 2003-2007 (evaluatie) Vastgestelde kwaliteitskaarten/beleidsterreinen: We hebben in de afgelopen periode de volgende kwaliteitskaarten/beleidsterreinen vastgesteld met het team van de Wilhelminaschool: Didactisch handelen Zorg en begeleiding Opbrengsten Levensbeschouwelijke identiteit Het beleidsterrein Didactisch Handelen waarderen wij met “voldoende”. Met ondersteuning vanuit het Marnix Onderwijscentrum hebben we in de nascholing dit onderdeel uitgewerkt. Sterke punten: Het hanteren van een instructietafel Dagschema’s worden duidelijk aangegeven Het gebruik van het model activerende directie- instructie Aandachtspunten/ontwikkelpunten: Differentiatie binnen de instructie voor leerlingen Uitwerking van zelfstandigheid in dag en weektaken Aandacht voor de verschillende leerstrategieën binnen de dagelijkse les en instructie Het beleidsterrein Zorg en Begeleiding waarderen wij met “voldoende-goed”.Dit wordt ondersteund door de bevindingen van de inspectie bij het schoolbezoek van december 2006.
13
Sterke punten: Met behulp van de toetsen uit het leerlingvolgsysteem worden de resultaten van de leerlingen nauwkeurig gevolgd en zonodig bijgesteld Opzet van de leeskliniek Het hanteren van duidelijke afspraken omtrent handelingsplannen Aandachtspunten/ontwikkelpunten: Vaststelling protocol dyslexie Aanvullende doelen samenstellen per groep voor hoogbegaafde leerlingen Het beleidsterrein Opbrengsten waarderen wij met “voldoende”. Sterke punten: De toetsing d.m.v. het Cito volgsysteem geeft resultaten die horen bij de populatie De eindopbrengsten in groep 8 zijn van voldoende niveau Aandachtspunten/ontwikkelpunten: De sociale vaardigheden van de leerlingen in beeld brengen Zelfstandigheid van leerlingen (middels dag/weektaken) Het beleidsterrein Levensbeschouwelijke Identiteit waarderen wij met “goed”. Vanuit de bestuursnotitie heeft een teamdiscussie plaatsgevonden onder begeleiding van een predikant. Uiteindelijk heeft ook de MR (team en oudergeleding) in februari 2007 zijn instemming verleend aan de beleidsnotitie. Sterke punten: De hantering van een methode “Trefwoord” Afspraken omtrent een brede christelijke vorming van kinderen Afspraken omtrent begin en afronding van de dag binnen de groep Aandachtspunten/ontwikkelpunten: De keuze van liederen in de verschillende groepen Reflectie en evaluatie zijn belangrijke onderdelen betreffende de profilering van de christelijke identiteit in de school
4.3 Analyse inspectierapport Laatste inspectiebezoek was 12 december 2006. Dit betrof een schoolbezoek in het kader van jaarlijks onderzoek (jo). Het definitieve rapport/verslag is samengesteld op 21 februari 2007. Aandachtspunten/aanbevelingen: Het onderdeel kwaliteitszorg is aangegeven met de scores 1 t/m 4 Op alle onderdelen wordt een 3 geplaatst (draagt in voldoende mate bij) Betreffende de sociale veiligheid is dat een 2 Positief wordt de invoering van het Ralfi-lezen en de leeskliniek aangegeven Bij beschrijving van actiepunten of verbeterpunten wordt gevraagd om nog duidelijker de doelstellingen SMART te formuleren Tussentijds wordt een actieplan / jaarplan in het team besproken. De schriftelijke neerslag komt echter in de notulen van de vergadering. Beter is het om dit als apart document samen te stellen, zodat het ook overzichtelijk is wat er is afgesproken of wat er wanneer gaat gebeuren. Ook zeer van belang bij personele wisselingen.
14
De sociale veiligheid moet nader worden uitgewerkt in een PTP, leerling onderzoek (een soort LTP) en de incidentenregistratie binnen het veiligheidsbeleid Ook vraagt de inspectie specifiek aandacht voor het onderdeel burgerschap.
De resultaten eind schoolperiode worden met een 3 gewaardeerd evenals de ontwikkeling van de leerlingen. 4.4 Gebruikte kwaliteitszorginstrumenten ( Q.S.) en analyse Binnen dit onderdeel hebben we momenteel geen specifieke quick scan doorlopen. 4.5 Kwaliteitszorg en ouders en analyse oudervragenlijst Via scholen met Succes is een Oudertevredenheidspeiling afgenomen in april 2006. Alle scholen van de stichting Proceon hebben hieraan meegedaan. Er hebben 91 ouders/verzorgers de vragenlijst ingevuld en dat betekent een percentage van 30 %. Reflectie op de peiling en uitslag: Het jaar daarvoor heeft de school zelf een enquête gehouden. De nieuwe enquête kwam voor sommige ouders te vlug na de vorige en daarom zijn dus weinig reacties aangeleverd. Na navraag bij ouders/verzorgers bleken meerdere mensen enkel voor 1 kind een reactie te hebben ingevuld en niet voor meerdere kinderen uit een gezin. Het algemeen waarderingscijfer was een 7.8 (0.3 hoger dan het landelijk gemiddelde). Als belangrijkste aspecten werden genoemd: de leerkracht de begeleiding de sfeer de kennisontwikkeling de persoonlijke ontwikkeling Pluspunten: aandacht voor waarden en normen in de school aandacht voor de identiteit binnen de school sfeer in de klas en inrichting van het schoolgebouw aandacht voor uitstapjes en excursies omgang van kinderen onderling duidelijkheid van schoolregels inzet en motivatie van de leerkrachten informatievoorziening over de leerling Aandachtspunten/verbeterpunten: veiligheid op weg naar school hygiëne en netheid in de school huidige schooltijden Het rapport betreffende deze peiling is aanwezig in de documentenmap schoolplan. De uitkomsten nemen we mee in deze nieuwe schoolplanperiode om nader te analyseren welke acties we als school kunnen ondernemen.
15
4.6 Kwaliteitszorg en leerlingen en analyse leerlingenvragenlijst Als leerlingenvragenlijst hebben we alleen een vragenlijst betreffende de sociale veiligheid afgenomen. Dit heeft plaats gevonden in november 2006 in groep 7 en 8. Een kopie van de vragenlijst is aanwezig in de map kwaliteitskaarten en schoolplan. Het onderdeel vragenlijst leerlingen moet in de komende schoolplan periode nader worden uitgewerkt.
4.7 Kwaliteitszorg en leraren en analyse lerarenvragenlijst Via scholen met Succes is een Personeeltevredenheidspeiling afgenomen in maart 2007. Alle scholen van de stichting Proceon hebben hieraan meegedaan. Een percentage van 82% heeft de vragen beantwoord. Er werd een gemiddeld rapportcijfer van een 7.7 gegeven (dat is gelijk aan het landelijk gemiddelde). Als belangrijkste aspecten werden genoemd: pedagogisch klimaat schoolklimaat management leerstof en leermiddelen werkklimaat Pluspunten die het team ervaart: duidelijke functieomschrijving imago school gebruik externe instanties informele contacten ouders omgang klachten en problemen maandnieuws(communicatie naar ouders) aandacht voor normen en waarden contact met de leerlingen werken aan de kwaliteit samenwerking team Aandachtspunten/verbeterpunten: hygiëne in school aanspreekbaarheid directeur werkdruk introductie nieuw personeel mogelijkheden voor leerlingen die meer willen beschikbaarheid leermiddelen en materialen ontspanningsmogelijkheden personeel groepsgrootte waardering voor het werk taakverdeling De uitkomsten nemen we mee in deze nieuwe schoolplanperiode.
16
4.8
Het evaluatieplan
In de schoolplanperiode 2007-2011 worden alle kwaliteitsdomeinen –zoals aan bod gekomen in dit schoolplan- met een zekere regelmaat geëvalueerd. Welk domein wanneer geëvalueerd wordt, staat aangegeven in onderstaand schema. In de jaarplannen wordt dit nader uitgewerkt. Over de uitkomsten van de evaluaties wordt gerapporteerd aan het bevoegd gezag en de MR. Vanuit de PDCA cyclus wordt na een evaluatie ook de borging en nieuwe acties vastgesteld. Onze beleidsterreinen (kwaliteitszorg) Kwaliteitszorg
2007 2008
Pedagogisch klimaat
X
2008 2009
2009 2010 X
2010 2011
X
Didactisch handelen X
Zorg en begeleiding X
Opbrengsten
X
X
X X
Identiteit TOTAAL
2
2
2
3
In het kwaliteitssysteem van de school zijn al die zaken opgenomen die een bijdrage leveren aan de wijze waarop de kwaliteit zichtbaar en aantoonbaar wordt gemaakt. Bij meervoudig publieke verantwoording legt de school verantwoording af aan al haar belanghebbenden. Daarbij denken we uiteraard allereerst aan relaties met de ouders. Daarnaast aan relaties met de peuterspeelzaal, het voortgezet onderwijs en hulpverlenende instanties zoals WSNS, GGD, BSO, PABO, ROC en RBL. 4.9 Kwaliteitsprofiel (sterkte/zwakte-analyse) Voor het vaststellen van de onderstaande (mogelijke) verbeterpunten is gebruik gemaakt van: Het strategisch beleidsplan (bovenschools management) Het zorgplan Het ICT-beleidsplan Het Integraal Personeelsbeleidsplan De uitslagen en analyses van: Het meest recente inspectierapport De oudervragenlijst De lerarenvragenlijst
Beleidsterrein Kwaliteitszorg
Waardering onvoldoende
Mogelijke verbeterpunten Kwaliteitskaart scoren en actiepunten samenstellen. Cyclus duidelijk in beeld brengen en actiepunten uitvoeren.
Pedagogisch klimaat
matig/voldoende Na de vaststelling van de kwaliteitskaart ook een
17
screeningsinstrument als onderbouwing hanteren We streven naar hantering van Scol Didactisch handelen
voldoende
De onderlinge afspraken betreffende de doorgaande lijn duidelijk vastleggen in een document binnen de school ICT integreren middels het digitale schoolbord
Zorg en begeleiding
voldoende
Verdere uitbouw voor leerlingen die meer aankunnen
Opbrengsten
Voldoende
Ook ruimte voor de ontwikkeling van een LTP onderzoek
goed
Het samenstellen van liedlijsten per groep en de relatie met het liedboek
Levensbeschouwelijke Identiteit
18
Hoofdstuk 5: Identiteitsbeleid 5.1 Uitgangspunten van het identiteitsbeleid Kernafspraken levenbeschouwelijke identiteit Wilhelminaschool: Op basis van de gesprekken in het team, waarbij rekening wordt gehouden met de voorwaarden daaraan gesteld in de bestuursnotitie ‘bestuurlijk kader identiteit’ en de themavergadering identiteit mei 2005, zijn de volgende afspraken vastgelegd betreffende de Wilhelminaschool: Respect staat voorop wanneer het gaat om de plaats van religie in de school. Wij zien religieus onderwijs niet als iets wat in een specifiek vak godsdienst kan worden opgesloten. Wij streven naar een brede christelijke vorming van kinderen tot persoonlijkheid. (Bildung) De bijbel functioneert als een open boek dat ons vragen stelt en waaraan wij vragen mogen stellen. Religieus omstreden thema’s worden bijtijds zorgvuldig in het team besproken. Wij realiseren ons dat een functionerende christelijke identiteit voor een school in Nederland in de 21e eeuw geen vanzelfsprekendheid kan zijn. Van medewerkers wordt een actieve betrokkenheid gevraagd en keuzes moeten worden gemaakt omwille van een levend en actueel profiel. Tenminste eens per jaar (op de studiedag aan het eind van het schooljaar) maken wij de balans op, hoe het gesteld is met de uitvoering van onze voornemens en formuleren wij waar nodig bijstellingen. We delen het document uit aan alle leerkrachten, daarbij staan reflectie en evaluatie centraal. Bovenal streven we naar een hechte onderlinge betrokkenheid van team, kinderen en ouders, waarbij wij er ons vertrouwen in uitspreken dat vanuit het geloof kostbare taal beschikbaar is om lief en leed te delen. 5.2 Kwaliteitskaart identiteit van de school . De notitie is in het team vastgesteld in december 2006. De kwaliteitskaart is in december 2006 vastgesteld. De MR heeft instemming verleend in februari 2007. 5.3 Concrete uitwerking Daarvoor verwijzen wij naar de uitwerking van de uitgangspunten in de notitie/beleidsstuk christelijke identiteit die bij de kwaliteitskaart is toegevoegd in de documentenmap.
19
Hoofdstuk 6: Onderwijskundig beleid 6.1 Algemene doelen van het onderwijskundig beleid Visie en Missie zijn reeds in hoofdstuk 3 beschreven. 6.2 Leerstofaanbod en toetsinstrumenten Op onze school gebruiken we eigentijdse methodes die voldoen aan de kerndoelen. De methodes worden bij de hoofdvakken integraal gebruikt door de leraren. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methode-onafhankelijke (zie toetskalender) en methodegebonden toetsen. Ten aanzien van leerstofaanbod hebben we de volgende afspraken opgesteld: Onze methodes voldoen aan de kerndoelen We gebruiken voor Taal en Rekenen methodegebonden toetsen Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn Het leerstofaanbod komt tegemoet aan relevante verschillen Het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT Het leerstofaanbod voorziet in aandacht voor intercultureel onderwijs Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs De methoden worden systematisch vervangen waarbij een planning zichtbaar is gemaakt in het meerjaren investeringsplan (zie MIP). De huidige methoden die gebruikt worden zijn: Rekenen en Wiskunde: Pluspunt en Schatkist Rekenen Taalonderwijs: Taal Journaal Lezen: Veilig Leren Lezen (technisch) nieuwe versie Tekstverwerken (begrijpend /studerend lezen) Schatkist Lezen Schrijven: Schrijven in de basisschool Aardrijkskunde: De Blauwe Planeet Geschiedenis: Speurtocht Natuuronderwijs: Wijzer door de Natuur Verkeer: Wijzer door het Verkeer Muziek: Moet je doen Gymnastiek: Planmatig Bewegingsonderwijs Godsdienst: Trefwoord Sociaal Emotionele Ontwikkeling: Kinderen en hun sociale talenten
In de komende schoolplanperiode wordt de vernieuwing en of aanschaf van een methode voor natuur/techniek en rekenen/wiskunde gerealiseerd. Vanuit Proceon krijgt een aantal speerpunten extra aandacht: A- Muziek We hebben nu een methode Moet je doen. We willen analyseren of op grond van de dagelijkse praktijk iedere leerkracht zelfstandig de vaardigheid heeft om de lessen te geven conform de methode en / of dat er aanpassingen
20
noodzakelijk zijn. Daarbij kan gedacht worden aan een andere methode of onderling samenwerken d.m.v. teamteaching. B- Creavakken Nu geen dingen vastgelegd en geen methode. We willen afspraken maken omtrent een opbouwende lijn door de school. Dit kan d.m.v. thema’s gekoppeld aan technieken of een methode. C- Gymnastiek Reeds in de afgelopen periode hebben we daar als school een speerpunt van gemaakt en een methode aangeschaft, waardoor planmatig les wordt gegeven. Daarnaast is ook het vakonderwijs uitgebreid voor alle groepen en wordt door ROC studenten lesgegeven.
D- Gezond gedrag Dit is onderdeel van de natuur/biologie methode. In de komende tijd wordt die methode vernieuwd. Aandacht voor hygiëne, specifieke thema’s met drugs / roken / alcohol in relatie met GGD vormgeven.
6.3 Taalbeleid Onze school beschikt over een taalbeleidsplan. In de afgelopen schoolplanperiode hebben de volgende onderwerpen centraal gestaan:
De keuze van een nieuwe taalmethode. Dit is uiteindelijk Taaljournaal geworden. De beginnende geletterdheid in de kleuterbouw, waarbij de lettermuur is ingevoerd in alle groepen. Een observatiesysteem voor de kleutergroepen. Dit is het GOVK (Gouds Observatiemodel Voor Kleuters) geworden.
In de komende periode zal het beleidsplan worden afgesloten met: de vaststelling van een protocol dyslexie afspraken omtrent leesstrategieën en het zaakvakken onderwijs evaluatie van de methode Taaljournaal en afspraken omtrent eventuele bijstellingen
6.4 Beleid op leerlingenzorg en begeleiding Uitgangspunten: De leraren kennen de leerlingen De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind Externe partners worden –indien noodzakelijk- betrokken bij de zorg voor leerlingen De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard en de zorg voor zorgleerlingen De school voert de zorg planmatig uit De school gaat de effecten van de zorg na De intern begeleider coördineert de zorg en begeleiding Gerichte RT activiteiten
21
Leerlinggebonden financiering: Op basis van de nieuwe wettelijke regeling leerlinggebonden financiering kunnen leerlingen met een handicap in het basisonderwijs geplaatst worden. Intentioneel: de school laat leerlingen met een handicap toe wanneer de ouders en de school zich bereid verklaren om het kind een aangepast onderwijsaanbod te kunnen bieden. Feitelijk: de school heeft ervaring in het werken met kinderen die een beperking of handicap hebben. Er is met name ervaring op het gebied van cluster 4, 2 en 3.(zie 2.3) Onderwijskundig: Een leerling kan maximaal op twee vakgebieden een eigen leerlijn volgen. Randvoorwaardelijk: Bij de plaatsing van een leerling met een LGF wordt rekening gehouden met de zorg die de leerkracht aan de andere leerlingen in de groep moet kunnen bieden. Beleid m.b.t. langdurig zieken: De school stelt voor langdurig zieken een procedure vast. Deze procedure moet een relatie hebben met de zorgprocedure binnen de school. Dit wordt gekoppeld aan de jaarplanning en de kaart leerlingenzorg. Specifiek voor deze kinderen moet de school vaststellen: Wanneer is er sprake van langdurige ziekte Wie de contacten met het kind, de ouders onderhoudt Wie het besluit neemt tot inschakelen van externe hulp (zorgprocedure) Wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van het plan, dat opgesteld wordt als externe hulp ingeschakeld wordt en deze ook inderdaad noodzakelijk blijkt te zijn.
Verbeterpunten: Vanuit de Zorgmeter 2007 is indicator 8 van toepassing ( kinderen die bovengemiddeld presteren) Zie hoofdstuk 4.9 (kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 10.1 t/m 10.4 (plan van aanpak) Afspraken omtrent zorg en begeleiding staan in: Kwaliteitskaart leerlingenzorg Beleidsstuk Onze doorgaande lijn Inhoud groepsmap Inhoud zorgmap Beleidsstuk Procedures en informatie rugzakje Formulier Handelingsplan 6.4.1 De zorgstructuur van de school Dit staat vermeld in de Kwaliteitskaart Leerlingenzorg. Actiepunten voor de komende periode: Evaluatie van de huidige afspraken vanuit de kwaliteitskaart leerlingenzorg Plan van aanpak in de begeleiding van leerlingen die beter scoren dan gemiddeld conform indicator 8 uit de zorgmeter Beleid m.b.t. langdurig zieke kinderen vaststellen
22
6.4.2 De sociaal emotionele ontwikkeling Onze uitgangspunten die wij als school hanteren zijn samengevat in het Omgangsprotocol. Daarnaast hebben we een document Actief Burgerschap vastgesteld in december 2006 (voor beide zie map en computer). Streefdoelen voor de komende schoolplanperiode: Onze school besteedt structureel en systematisch aandacht aan de sociaal emotionele ontwikkeling en registreert 2x per jaar de resultaten via SCOL. Naar aanleiding van de resultaten wordt het lesaanbod vanuit Kinderen en hun Sociale Talenten gebruikt. 6.5 Pedagogisch klimaat Uitgangspunten: Onze leraren zijn van cruciaal belang en hanteren daarbij duidelijke regels en afspraken : De leraren zorgen voor een ordelijke klas De leraren zorgen voor een functionele en uitdagende leeromgeving De leraren gaan positief en belangstellend met de leerlingen om De leraren zorgen voor interactie met en tussen de leerlingen De leraren bieden de leerlingen structuur De leraren zorgen voor veiligheid De leraren hanteren de afgesproken regels en afspraken De leraren laten de leerlingen zelfstandig (samen) werken Streefdoel: In het schooljaar 07/08 willen we de kwaliteitskaart Pedagogisch Klimaat scoren en vaststellen. Vervolgens maken we een actiepuntenlijst met tijdsplanning. 6.6 Didactisch handelen Uitgangspunten: Lessen zijn goed opgebouwd (Directe Instructie –model) De leraren zorgen dat er meerdere oplossingsstrategieën aan bod komen De leerlingen werken zelfstandig of samen De leraren geven ondersteuning en hulp (vaste ronde) De leraren laten leerlingen hun werk zo veel mogelijk zelf corrigeren De leraren zorgen voor leerstofdifferentiatie De leraren zorgen voor tempodifferentiatie Streefdoelen: De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden, omtrent de aanpak van differentiatie bij de instructie wordt d.m.v. nascholing een afspraak vastgelegd De afspraken omtrent dag en weektaken in de school Met betrekking tot het klassenmanagement wordt een afspraken document samengesteld t.b.v. de lijn door de school De kwaliteitskaart Didactisch Handelen is reeds in de vorige planperiode vastgesteld en wordt opnieuw geactualiseerd en voorzien van nieuwe actiepunten en planning
23
6.7 Opbrengsten Uitgangspunten: We achten het van belang, dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend en succesvol vervolgonderwijs. Onze afspraken zijn: De leerlingen realiseren aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten (op grond van de kenmerken betreffende de leerling populatie die zijn vastgesteld door de inspectie) De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden (op grond van hun kenmerken) Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden en realiseren de basisschool zo mogelijk binnen 8 jaren De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor vervolgonderwijs De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs
Streefdoelen: De kwaliteitskaart opbrengsten is vastgesteld in de vorige schoolplanperiode. Deze wordt geëvalueerd en voorzien van nieuwe actiepunten en planning. In relatie tot kwaliteitsbeleid monitoring op een planmatige wijze van de CITO resultaten en van daaruit actieplannen samenstellen en uitvoeren
Kengetallen: in- door- en uitstroom Schoolplan 07-11 Wilhelminaschool ( sept.07): Ll’n Teldatum schooljaar Instroom Instroom Uitstroom Uitstroom Groep 1 Groep 2- Groep 1-7 Groep 8 8 256 1-10-2003 03-04 37 3 6 26 282 1-10-2004 04-05 68 4 16 30 289 1-10-2005 05-06 45 3 15 26 303 1-10-2006 06-07 55 1 20 22
Totaal
+8 +26 +7 + 14
Overzicht verlengde kleuterperiode (het betreft leerlingen die in groep 3 op 01-10 7 jaar of ouder zijn): Jaar Groep 3 2003-2004 4 2004-2005 2 2005-2006 3 2006-2007 4
Overzicht van zittenblijvers: Jaar Gr. 1 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007
Gr. 2 3 5 1
Gr. 3 2 2
Gr. 4 1 1 2 4
Gr. 5 1 3
Gr. 6 1 2 3
Gr. 7
Gr. 8
2
24
Overzicht van versnellers: Jaar Gr. 1 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007 2
Gr. 2
2
Gr. 3
Gr. 4
Gr. 5
Gr. 6
Gr. 7
Gr. 8
1
Overzicht onderzoeken door externe deskundigen: Jaar SBD Jeugdzorg 4 2003-2004 5 2004-2005 8 2005-2006 10 2006-2007 Overzicht externe verwijzingen: Jaar SBO Elders 1 2003-2004 2 2004-2005 2 3 2005-2006 4 2006-2007
Overzicht doorstroom naar het Voortgezet Onderwijs: Schooltype Aug. 2004 Aug. 2005 VBO (VMBO-praktijk) 1 VBO (VMBO-gemengd) 2 3 MAVO (VMBO-T) 8 9 HAVO 8 7 HAVO-VWO 5 6 VWO-Gymnasium 3 4 TOTAAL 26 30
Elders
1
Aug. 2006 2 12 6 4 2 26
Aug. 2007 3 8 5 2 4 22
25
Hoofdstuk 7: Personeelsbeleid 7.1 Verwijzing naar bovenschools Algemene uitgangspunten staan vermeld in het Strategisch Beleidsplan in hoofdstuk 7.3 en in het Bovenschools Schoolplan hoofdstuk 7.2. 7.2 Schoolspecifieke uitwerking Het integraal personeelsbeleid van Proceon richt zich op de ontwikkeling van de medewerkers. De bedoelde ontwikkeling is gekoppeld aan de missie en de visie(s) van de school en aan de gemaakte afspraken per beleidsterrein. De competenties die onze school als uitgangspunt hanteert zoals vermeld in het schema in het voorwoord van dit schoolplan worden ondersteund vanuit de directie t.b.v. de (persoonlijke) ontwikkeling van de medewerkers. Beleid stagiaires: Hierover zijn afspraken bovenschools vastgelegd m.b.t. opleiden in de school. Dit staat in het Bovenschools Schoolplan hoofdstuk 7.3. Werving en selectie: Hiervoor is bovenschools een beleidsstuk samengesteld dat het komend schooljaar wordt geëvalueerd in het directieberaad en vervolgens wordt voorzien van bijstellingen en actiepunten. Taakbeleid: Dit is in het beleidsstuk op bovenschools niveau vastgesteld Collegiale consultatie: Als team willen we een lerende organisatie vormen en dus is samenwerken belangrijk. Dit betekent dat collega’s onderling van en met elkaar leren. Door collegiale consultatie als middel te stimuleren, kunnen mensen onderling werken aan hun professionaliteit m.b.t. het klassenmanagement binnen de school. Klassenbezoek: De directie wil de ontwikkeling van de individuele medewerker stimuleren door regelmatig groepsbezoeken af te leggen gedurende het schooljaar. Daarbij kunnen specifieke aandachtspunten worden aangegeven vanuit de medewerker of vanuit de directie. Dit gebeurt in onderling overleg. Daarnaast bezoekt de intern begeleider ook leerkrachten met specifieke kijkopdrachten m.b.t. de leerlingenzorg. Een gericht klassenbezoek gaat altijd vooraf aan een functioneringsgesprek of beoordelingsgesprek. Het bekwaamheidsdossier: Alle werknemers beschikken over een bekwaamheidsdossier. Deze dossiers zijn centraal opgeslagen in de school en of op de computer van de directie. In dit dossier bevinden zich: Afschriften van diploma’s en certificaten De competenties en de koppeling aan persoonlijke resultaten De persoonlijke ontwikkelplannen De gespreksverslagen
26
Functioneringsgesprekken/beoordelingsgesprekken: De directie voert jaarlijks een functioneringsgesprek en of beoordelingsgesprek met alle medewerkers. We beschikken bovenschools over een beleidsstuk omtrent de gesprekscyclus. Tijdens het gesprek staat het POP van de medewerker (met de competenties) centraal. Op basis van het ontwikkelde POP wordt omgezien naar verbeterdoelen in relatie tot de school verbeterdoelen SOP. Deskundigheidsbevordering (scholing – professionalisering): Scholing komt aan de orde bij de gesprekscyclus. Medewerkers kunnen voor (persoonlijke) scholing opteren (bij voorkeur in relatie tot de organisatorische doelen) en daarnaast organiseert en faciliteert de directie teamgerichte scholing. Ook deze scholing richt zich op het versterken van de missie, de visie en de afspraken (doelen) van de school. In de regel volgt het team minstens twee keer per jaar teamgerichte scholing. Iedereen is daarbij aanwezig. De scholing wordt verwerkt in de normjaartaak onder het kopje deskundigheidsbevordering. Gevolgde teamscholing 2003-2007: Jaar Thema 2003-2004 klassenmanagement 2004-2005 klassenmanagement 2005-2006 klassenmanagement 2006-2007 zelfstandigheid
Organisatie Marnix Marnix Marnix Marnix
Intervisie: De directie werkt met een vergaderstructuur waarin ook ruimte opgenomen is voor intervisiemomenten (2 x per jaar). Tijdens de intervisie bespreken de teamleden onder leiding van een bouwcoördinator de dagelijkse praktijk. Ook is er de mogelijkheid om onderling aandacht te besteden aan hulpvragen die voortkomen uit de eigen POP. De directie is ook aanwezig bij deze intervisie bouwvergadering. Verzuimbeleid: Hiervan is bovenschools het beleidsstuk Ziekteverzuim vastgesteld. Dit wordt momenteel geëvalueerd en voorzien van nieuwe actiepunten.
27
Hoofdstuk 8: Organisatie en beleid 8.1 Structuur (organogram) schoolorganisatie en besturingsfilosofie Dit wordt vermeld in het Strategisch Beleidsplan en het Bovenschools Schoolplan. Op schoolniveau is een beschrijving te vinden in de schoolgids. 8.2 Structuur (groeperingsvorm) Leerlingen in groep 1 en 2 worden altijd in een heterogene groep geplaatst. Voor de andere leerjaren geldt dat de school groter is geworden, ondanks het beleid om het aantal leerlingen niet te veel te laten toenemen. Doordat de capaciteit van de bestaande lokalen beperkt is, ontstaat hier een probleem. Om deze reden bestaan er op dit moment wachtlijsten voor onze school. Onder andere door de ‘natuurlijke groei’ (broertjes/zusjes van leerlingen) is de school wel gegroeid en is het aantal groepen toegenomen. Het is echter niet zo dat het aantal groepen per leerjaar steeds verhoogd kan worden. Belangrijkste reden hiervoor is een beperkt aantal klaslokalen. In het hedendaagse onderwijs wordt er ook veel in groepjes gewerkt binnen de verschillende groepen. Er wordt immers rekening gehouden met verschillen tussen de leerlingen. Die werkwijze is ook zichtbaar binnen de combinatiegroep. De verschillen zijn dus beperkt. Afhankelijk van het aantal leerlingen per leerjaar worden zonodig combinatiegroepen gevormd. Criteria bij de samenstelling van groepen: We bespreken de groepsindeling in de bouwvergadering met de directie en IB-er en uiteindelijk met het gehele team. Juist leerkrachten die dagelijks voor de klas staan hebben een helder en goed beeld van de individuele kinderen in de groep en kunnen op die manier bij een verdeling aangeven wat het beste is. We houden daarbij rekening met: het aantal jongens en meisjes vriendjes en vriendinnetjes leerprestaties taakgerichtheid broertjes/zusjes/familieleden zorgleerlingen rugzakleerlingen Al die verschillende aspecten bespreken we met elkaar en zo komen we tot een weloverwogen keuze. Daarbij zijn we ons bewust dat we niet altijd alle wensen van individuele ouders kunnen inwilligen. 8.3 Schoolklimaat (inclusief sociale veiligheid en risico-inventarisatie) Uitgangspunten: Wij vinden het belangrijk, dat de school een veilige en verzorgde omgeving is voor de leerlingen en de medewerkers. Een omgeving waarin iedereen zich geaccepteerd voelt en waar het plezierig samenwerken is. Onze school is een school die open staat voor ouders. We proberen ouders optimaal te informeren en te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken.
28
Onze afspraken zijn:
De school ziet er verzorgd uit De school is een veilige school Leraren (onderling) en leerlingen (onderling) gaan respectvol met elkaar Ouders ontvangen elke maand het Maandnieuws De school organiseert jaarlijks minimaal een ouderavond Ouders participeren bij diverse activiteiten De school staat altijd open en de leraren zijn bereikbaar ook via hun school emailadres.
Sociale Veiligheid: Hiervoor verwijzen we naar de schoolgids Risico-inventariatie: In mei/juni 2007 is er een nieuwe RI afgenomen. Dit is uitgewerkt in een overzicht door VBA (Bureau voor Arbeidsomstandigheden). Naar aanleiding van dit overzicht wordt in het najaar van 2007 een plan van aanpak opgesteld en van een tijdsplanning voorzien.
8.4 Communicatie intern Op onze school vinden we de interne communicatie van groot belang. Het gaat erom betrokkenheid te creëren van de medewerkers op het werk en op het schoolgebeuren om op die manier de kwaliteit van de school te optimaliseren. Daarom zorgt de schoolleiding voor een heldere vergaderstructuur en worden er effectieve hulpmiddelen gebruikt. Onze afspraken zijn: Wekelijkse teambijeenkomsten waarbij het eerste deel algemeen is en vervolgens een bouwoverleg of themabespreking plaatsvindt Het managementteam wordt gevormd door 2 directieleden en 2 bouwcoördinatoren. Er wordt 1x per 3 a 4 weken vergaderd met het MT De AC vergadert 1 x per 6 weken De MR vergadert minimaal 6 x per jaar We gebruiken effectieve middelen voor de communicatie: postvakken, memobord, e-mail Bij communicatie vinden we het volgende belangrijk: Zaken worden op de juiste plaats besproken Vergaderingen worden goed voorbereid Op vergaderingen is sprake van actieve deelname We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen
8.5 Communicatie met externe instanties De school onderhoudt systematische (gereguleerde) contacten met Marnix Academie, peuterspeelzaal SKH, logopediste, GGD, ROC scholen voor Voortgezet Onderwijs en Eduniek. Daarnaast wordt momenteel veel aandacht besteed aan het overleg met SKH omtrent de kinderopvang voor schooltijd en na schooltijd. De Tussenschoolse Opvang vindt momenteel plaats in samenwerking met ouders en wordt dus intern geregeld.
29
8.6 De communicatie met ouders Goede contacten met ouders vinden wij van groot belang, omdat school en ouders dezelfde doelen nastreven: de algemeen menselijke en de cognitieve ontwikkeling van (hun) kinderen. Ouders zien we daarom als gelijkwaardige gesprekspartners. Voor de leraren zijn de bevindingen van de ouders essentieel om het kind goed te kunnen begeleiden. Voor de ouders is het van belang dat zij goed geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind. Afspraken : Ouders worden betrokken bij schoolactiviteiten Leraren stellen zich op de hoogte van de opvattingen en verwachtingen van de ouders Ouders ontvangen informatie over de actuele gang van zaken Ouders worden betrokken bij (extra) zorg Ouders (en hun kinderen) worden adequaat voorbereid op het vervolgonderwijs Ouders worden adequaat op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van hun kind Leraren stimuleren ouders tot onderwijsondersteunend gedrag in de thuissituatie Vanuit de OTP zijn aandachtspunten vastgesteld om nader uit te werken.
30
Hoofdstuk 9: Financieel beleid & materieel beleid 9.1 Verwijzing naar bovenschools Zie Bovenschools Schoolplan. Gemaakte keuzes m.b.t. personeel en materiaal: zie ook het meerjaren bestuursformatieplan. 9.2 Schoolspecifieke financiële zaken Zie Bovenschools schoolplan. De uitwerking van structurele uitgaven en planningen zijn zichtbaar in het MIP( MeerjarenInvesteringsPlan) en MOP ( MeerjarenOnderhoudsPlan) op schoolniveau.
31
Woordenlijst en verklaringen BG BSO Eduniek FG GGD IB-er ICT-er LGF LTP LVS MIP MOP NSO OOP OP OTP PABO PDCA-cyclus POP PTP RBL RI ROC SOP TSO VLL VVN WSNS
Beoordelings Gesprek Buiten Schoolse Opvang Onderwijs Begeleidings Dienst Functionerings Gesprek Gewestelijke Gezondheids Dienst Intern Begeleider zorgleerlingen Coördinator computeronderwijs Leerling Gebonden Financiering ( rugzakje) Leerling Tevredenheids Peiling Leerling Volg Systeem Meerjaren Investerings Plan ( methoden) Meerjaren Onderhouds Plan ( schoolgebouw) Na Schoolse Opvang Onderwijs Ondersteunend Personeel Onderwijzend Personeel Ouder Tevredenheids Peiling Pedagogische Academie Basis Onderwijs Plan – Do – Control –Act Persoonlijk Ontwikkelings Plan Personeels Tevredenheids Peiling Regionaal Bureau Leerlingzaken Risico Inventarisatie Regionaal Onderwijs Centrum School Ontwikkelings Plan Tussen Schoolse Opvang (overblijven) Veilig Leren lezen Veilig Verkeer Nederland Weer Samen Naar School
32