SCHOOLPLAN Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef rev01. R.K. basisschool Sint Jozef 11ZQ

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01

SCHOOLPLAN 2011-2015

R.K. basisschool Sint Jozef 11ZQ

Adres hoofdgebouw

: Nassaulaan 42 3116 EX Schiedam

Adres dependance

: Warande 113 3116 CE Schiedam

[email protected] www.jozefschool-schiedam.nl

1

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 Inhoudsopgave schoolplan 2011-2015 0 1

Naam Voorwoord Inleiding

2

Schoolbeschrijving

3

Onderwijskundig beleid

4

Personeelsbeleid

5

Organisatie en beleid

6

Financieel beleid

7

Kwaliteitsbeleid

Inhoud • Relatie met WMK: beleidsterreinen en competenties 1.1 Doelen en functie van het schoolplan 1.2 Procedures opstellen en vaststellen van het schoolplan 1.3 Verwijzingen 2.1 Kenmerken school 2.2 Kenmerken directie en leraren 2.3 Kenmerken leerlingen 2.4 Kenmerken ouders en omgeving 2.5 Prognoses: interne en externe ontwikkelingen 3.1 Missie, kernwaarden en streefbeelden 3.2 Visie: algemeen en specifiek 3.3 Levensbeschouwelijke identiteit 3.4 Leerstofaanbod en toetsinstrumenten 3.5 Taalleesonderwijs 3.6 Rekenen en Wiskunde 3.7 Sociaal-emotionele ontwikkeling 3.8 Actief burgerschap en sociale cohesie 3.9 ICT 3.10 Leertijd 3.11 Pedagogisch klimaat 3.12 Didactisch handelen 3.13 Actieve rol van de leerlingen 3.14 Zorg en begeleiding 3.15 Passend onderwijs 3.16 Opbrengstgericht werken 3.17 Opbrengsten 4.1 Organisatorische doelen 4.2 Schoolleiding 4.3 Beroepshouding 4.4 Integraal Personeelsbeleid en professionalisering 4.5 Instrumenten voor personeelsbeleid 4.6 Verzuimbeleid 5.1 Organisatiestructuur en -cultuur 5.2 Structuur (groeperingsvorm) 5.3 Schoolklimaat 5.4 Communicatie (intern) 5.5 Communicatie (met externe instanties) 5.6 Communicatie (met ouders) 5.7 Voor- en vroegschoolse educatie 5.8 Buitenschoolse opvang 5.9 Krachtige wijkschool 6.1 Lumpsum financiering – ondersteuning 6.2 Externe geldstromen 6.3 Interne geldstromen 6.4 Sponsoring 6.5 Begrotingen 7.1 Kwaliteitszorg 7.2 Wet- en regelgeving 7.3 Reflectie schoolplan 2007-2011 7.4 Analyse inspectierapport 7.5 Kwaliteitszorg en ouders 7.6 Kwaliteitszorg en leerlingen 7.7 Kwaliteitszorg en medewerkers 7.8 Evaluatieplan 7.9 Jaarplan 2011-2012

2

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 0. Voorwoord De indeling van het schoolplan 2011-2015 is afgestemd op beleidsterreinen die wij relevant vinden voor onze schoolontwikkeling. Deze beleidsterreinen vormen de focus voor onze kwaliteitszorg. Dit betekent, dat wij deze beleidsterreinen: 1. beschrijven 2. periodiek beoordelen 3. borgen of verbeteren De onderscheiden beleidsterreinen komen overeen met de kwaliteitsaspecten die de Inspectie van het Onderwijs onderscheidt in haar toezichtkader. Aan die beleidsterreinen zijn competenties gekoppeld die zijn afgeleid van de wet BIO. Deze competenties vormen de rode draad in ons integraal personeelsbeleid. In het hoofdstuk van integraal personeelsbeleid gaan we nader in op de rol en functie van de onderscheiden competenties.

In het schoolplan zijn hoofdstukken opgenomen die nader ingaan op de doelen die wij stellen ten aanzien van de genoemde beleidsterreinen. Erik Paul Forsten, directeur Sabina Timmers, locatiedirecteur

3

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 1.

Inleiding

1.1

Doelen en functie van het schoolplan

Ons schoolplan beschrijft in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde doelen. Wij spreken in dit geval van afspraken. Op basis van de huidige situatie hebben wij instrumenten ingezet om grip te krijgen op onze sterke en zwakke punten, en daarmee op onze verbeterdoelen voor de komende vier jaar. Het schoolplan functioneert daardoor als verantwoordingsdocument naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders, en als planningsdocument voor de planperiode 2011-2015. Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak willen wij jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In een jaarverslag zullen wij steeds terugblikken of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven wij vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren

1.2

Procedures voor het opstellen van vaststellen van het schoolplan

In de continue evaluatie van de vigerende schoolplanperiode werd duidelijk dat het lastig is om, in de dynamische setting van het onderwijs en haar maatschappelijke context, doelstellingen voor een periode van vier jaar te formuleren. Realisme, kernachtigheid en doelmatigheid zijn de elementaire begrippen waar wij in de aanloop naar dit schoolplan voor hebben gekozen. De staf van de school heeft kernpunten van beleidsterreinen benoemd die de komende vier jaar maatgevend voor onze school zullen zijn. Binnen het schoolteam is gesproken over de kernwaarden en richting van onze school. De medewerkers hebben de mogelijkheid gehad om actief te participeren bij de totstandkoming van dit schoolplan. In de medezeggenschapsraad zijn de uitgangspunten benoemd en is er ruimte voor reflectie. Het schoolplan wordt betracht als een levend rompdocument. Jaarplannen zullen, overeenkomstig het vastgestelde beleid, voortdurend binnen het team, de staf en de medezeggenschapsraad worden bij- en vastgesteld.

1.3

Verwijzingen

Wij achten het voor de lezenswaardigheid niet van belang om alle teksten uit bestaande bestanden over te nemen. In dit schoolplan wordt verwezen naar bestaande beleidsteksten, notities en protocollen. De bijlagen waar naar verwezen wordt kunnen op verzoek direct worden overhandigd. Hieronder treft u een overzicht aan van deze bijlagen. De hoofdstukken uit dit schoolplan waarin naar de bijlagen wordt verwezen staan tussen haakjes vermeld: *schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2007-2011; *formatieplan R.K. basisschool Sint Jozef; *personele meerjarenbegroting R.K. basisschool Sint Jozef; *jaarkalender R.K. basisschool Sint Jozef; *begroting materiële instandhouding, personeels- en arbeidsmarktbeleid, duurzame leermiddelen en ICT R.K. basisschool Sint Jozef; *leerlingtevredenheidsonderzoek R.K. basisschool Sint Jozef 2010; *medewerkertevredenheidsonderzoek R.K. basisschool Sint Jozef 2008; *oudertevredenheidsonderzoek R.K. basisschool Sint Jozef 2007; *schoolgids R.K. basisschool Sint Jozef;

4

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 *toetskalenders R.K. basisschool Sint Jozef; *professionaliseringsplan R.K. basisschool Sint Jozef; *integraal personeelsbeleidsplan SIKO; *taakbeleidsplan SIKO; *beoordelingsbeleidsplan SIKO; *financieel beleidsplan SIKO; *oudertevredenheidsonderzoek SIKO 2009; *strategisch beleidsplan SIKO 2011-2015; *beleidsnotitie SIKO “De krachtige wijkschool” *rapportage demografische trends in het basisonderwijs gemeente Schiedam 2010;

5


Schoolbeschrijving

2.1

Kenmerken van de school

De adresgegevens van de school zijn als volgt: R.K. basisschool Sint Jozef -Nassaulaan 42 3116 EX Schiedam -Warande 113 3116 CE Schiedam Telefoon E-mail Website

: 0104263900 : [email protected] : www.jozefschool-schiedam.nl

De R.K. basischool Sint Jozef is onderdeel van SIKO. Onder SIKO (Stichting voor Interconfessioneel en Katholiek Onderwijs) ressorteren 9 scholen: in Schiedam: Sint Bernardus Sint Jan Sint Jozef Sint Willibrordus ‘t Meesterwerk de Vlinder de Regenboog – Groenoord de Regenboog – Woudhoek in Vlaardingen: De Hoeksteen ’t Palet – Holy ‘t Palet – Centrum Scholen die met elkaar SIKO vormen, maar daarbinnen hun eigen verschil maken. De missie van SIKO luidt: ‘onderwijs met een plus’. Iedere SIKO school heeft een eigen missie waarmee de school herkenbaar is naar haar omgeving. SIKO kent vier competenties waarvan verondersteld wordt dat iedere SIKO werknemer deze onderhoudt: * Samenwerken: ik lever een actieve bijdrage aan een gezamenlijk resultaat ik hanteer normen en waarden in relatie tot de identiteit van de * Identiteit: school * Kind: ik houd van kinderen en ken hun leefwereld * Ontwikkeling: ik ben bereid mij te blijven ontwikkelen en professionaliseren

6

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 2.2

Kenmerken van de directie en de leerkrachten

De directie van de school bestaat uit een directeur en een locatiedirecteur. De streefformatie ziet er voorts als volgt uit: -leerkrachten om 21 groepen te verwezenlijken; -formatie ter vervanging van compensatieverlof, bapo en bouwcoördinatie; -intern begeleiding/leerlingzorg; -onderwijsassistentie regulier; -onderwijsassistentie ten behoeve van leerlinggebonden financiering; -een ICT-coördinator; -een administratief medewerker; -een vakleerkracht bewegingsonderwijs; -een conciërge. Alle medewerkers binnen het schoolteam zijn volwaardig gediplomeerd. Het schoolteam kent een aantal (post-HBO) specialisten (interactioneel leerkrachtgedrag, specialist Begeleiden, leerroute taalspecialist en dyslexie, leerroute speciale onderwijszorg, personeelsmanagement, sociale en toegepaste psychologie). Tevens acteert de school in lijn met de percentages ten aanzien van de inschaling van leerkrachten op LB-niveau. De leeftijdsopbouw wordt weergegeven in onderstaand schema. In het schooljaar 2009/2010 kende de school een ziekteverzuim van 2,22%. Het landelijke ziekteverzuim voor het primair onderwijs in 2009 was 6,28%.

Peildatum 1 augustus 2011 Ouder dan 50 jaar Tussen 40 en 50 jaar Tussen 30 en 40 jaar Tussen 20 en 30 jaar Jonger dan 20 jaar Totaal GGL = 42,8 jaar

DIR

OP

OOP

1 0 1 0 0 2

12 8 4 7 0 31

0 3 2 1 0 6

7


Kenmerken van de leerlingen

Onze school wordt bezocht door 515 kinderen (peildatum 1 oktober 2010). Slechts 5,44% van de leerlingen kent een gewicht. Onderstaand schema geeft de aantallen leerlingen per leeftijdscategorie en het percentage gewogen leerlingen (peildatum 1 oktober 2010):

De school kent een schoolgewicht van 0. De prognose in leerlingaantal is hieronder grafisch weergegeven. Peildatum: 1-okt-10 1-okt-11 1-okt-12 1-okt-13 1-okt-14 1-okt-15

aantal leerlingen: 515 508 521 545 546 552

Zowel binnen als buiten de groep wordt extra zorg gegeven aan leerlingen die dit behoeven. We proberen onze leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden door hen de zorg te bieden die nodig is. Het bieden van zorg wordt op vier niveaus verwezenlijkt: Niveau 0: Dit is de zorg die in de klas door de eigen leerkracht geboden wordt aan alle leerlingen. Niveau 1: Dit is extra zorg die in de klas door de eigen leerkracht geboden wordt aan kinderen die dit nodig hebben om in de groep goed te kunnen functioneren. Deze extra zorg kan bestaan uit: extra instructiemomenten, aangepast werk, tempodifferentiatie, preteaching, inbouwen van extra oefenmomenten etc. Niveau 2: Vanuit de zorgsectie wordt, na nader onderzoek en in overleg met leerkracht en ouders, extra hulp geboden. Deze hulp wordt binnen en/of buiten de groep gegeven voor één of meerdere leergebieden. Niveau 3: Zorg op dit niveau kan niet (alleen) door de school zelf gegeven worden. Deze zorg wordt gegeven door het speciaal (basis-) onderwijs.

8

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 Hulpplannen worden geschreven voor de leerlingen die binnen de groep door eigen leerkracht worden begeleid. De leerkrachten zijn in staat om op veel manieren hun gedrag en aanbod van leerstof af te stemmen op het kind. Vraagt dit meer dan extra inspanning, dan wordt hetgeen gedaan wordt vastgelegd in hulpplannen. In deze plannen worden het werkpunt (probleemstelling), doel, het doel op langer termijn en evaluatiedatum vastgesteld. Voor de leerlingen vanaf groep 5 wordt tevens het beoogde einddoel vermeld. Deze plannen mogen in eerste instantie niet langer dan 6 weken duren. Mocht de leerkracht (soms ook ouders) vragen blijven houden ten aanzien van het functioneren van het kind, dan vult de leerkracht het zorgaanmeldingsformulier van school met toestemming van ouders in. De vraag van de leerkracht kan zijn om verder te kijken waarom de interactie tussen leerkracht en kind niet werkt. Vaak wordt door de leerkracht de vraag gesteld of er hiaten in de leerstof zijn . De intern begeleider neemt een Pedagogisch Didactisch Onderzoek (P.D.O.) af. Dit gebeurt altijd met toestemming van ouders. Na afname worden de resultaten van het P.D.O. met ouders en leerkracht besproken. Aan de hand van de conclusie van het onderzoek wordt samen gekeken op welke wijze de leerkracht tegemoet kan komen aan de specifieke onderwijsbehoefte van het kind. Er worden zowel met leerkracht als ouders evaluatiedata afgesproken. Mochten er nog vragen open blijven over de wijze waarop tegemoet gekomen kan worden aan de onderwijsbehoefte van het kind, kunnen, afhankelijk van de vraag, diverse wegen bewandeld worden. Evenzeer willen wij aandacht besteden aan hoog- c.q. meerbegaafde leerlingen. Als school willen we tegemoet komen aan kinderen in hun onderwijs- en ontwikkelingsbehoeften. Als school willen we omgaan met verschillen. Kinderen die dus meer aan kunnen, moeten ook een uitdagend aanbod krijgen dat aansluit bij hun onderwijsbehoeften. Een kind is hoog- of meerbegaafd wanneer hij/ zij op school uitzonderlijke prestaties levert (prestaties die aanzienlijk beter zijn dan het gemiddelde van de klas) ofwel in staat moet worden geacht om op school uitzonderlijke prestaties te leveren. Van hoogbegaafdheid is sprake bij een vastgestelde hoge intelligentie (IQ boven 130), taakgerichtheid en creativiteit. Wanneer bijvoorbeeld de IQ niet is vastgesteld, maar er wel sprake is van uitzonderlijke prestaties, spreken we van meerbegaafde leerlingen. Binnen ons beleid hanteren wij de volgende uitgangspunten: -onderwijs op maat, een leerling krijgt een verrijkt onderwijsaanbod; -onderwijs uitdagend houden en de leerling op niveau aanspreken; -in eerste instantie verrijken wij het onderwijsaanbod en in tweede instantie overwegen wij te versnellen. Bij de keuze voor versnellen wegen verschillende aspecten mee bij de beoordeling: het didactisch niveau en de potentie daarin, het sociaal functioneren, de houding van de leerling en de begeleidingsmogelijkheden in de nieuwe groep. -de leerling betrekken wij bij de invulling van het onderwijsaanbod; -de verrijkingsactiviteiten (verbreding of verdieping) vinden zoveel mogelijk vanuit de groep plaats; -er wordt een beroep gedaan op de zelfwerkzaamheid van de leerling; waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van zelfinstruerend en zelfcontrolerend materiaal; -het werken/ de verrijkingsactiviteit is geen vrijblijvende aangelegenheid. Het moet belangrijk zijn voor het kind én de leerkracht: Eisen, verwachtingen en doelen moeten door de leerkracht met de leerling besproken worden. De leerkracht moet regelmatig werk nakijken en beoordelen. Deze leerlingen moeten regelmatig instructie en begeleiding krijgen om te zorgen voor een voldoende uitdagend niveau; -de zorg voor “ meer “ begaafden wordt gecoördineerd door de intern begeleider om uniformiteit en continuïteit te bereiken. Er wordt gestreefd naar een vaste aanpak, een gedegen overdracht en een doorgaande lijn in de wijze van begeleiding en de keuze van het verrijkingsmateriaal;

9

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 -op schoolniveau worden afspraken gemaakt hoe er gewerkt wordt met hoog- en meerbegaafde leerlingen; -onnodige herhaling en oefening worden weglaten, bijvoorbeeld door gebruik te maken van compacten.

2.4

Kenmerken van de ouders en de schoolomgeving

Het opleidingsniveau van de ouders is als hoog te kwalificeren. Van de ouderpopulatie heeft 51% wetenschappelijk onderwijs genoten. De betrokkenheid van en participatie door ouders bij de school is groot. Ten aanzien van de identiteit geeft 31,1% van de ouders aan (rooms) katholiek te zijn en 19,7% protestants-christelijk. De school heeft een grote aantrekkingskracht binnen heel Schiedam (20 voedingsgebieden) en daarbuiten (Rotterdam, Hellevoetsluis, Rhoon). Ongeveer 60% van de leerlingen is afkomstig uit de directe omgeving (West). In deze wijk wordt verder gebouwd aan de projecten Houthaven, Havenzicht en aan de herontwikkeling van het voormalig ziekenhuisterrein.

10


11


2.5

Prognoses: interne en externe ontwikkelingen

In het kader van ons nieuwe schoolplan zien we voor de komende vier jaren een aantal kansen (intern en extern) en bedreigingen (intern en extern) voor wat betreft de school, het personeel en de leerlingen. We willen daarmee nadrukkelijk rekening houden in ons beleid en onze beleidskeuzen. Sterke kanten van de school: -duidelijke visie en koers; -goede reputatie; -brede uitstraling; -positief-kritische ouderpopulatie; -goede uitstroom naar voortgezet onderwijs; -consistente en zelfregulerende organisatie; -hecht schoolteam met een hoog arbeidsethos en veel flexibiliteit; Zwakke kanten van de school: -formatieve mogelijkheden voor ambulante leerlingzorg; -fysieke capaciteit overblijfmogelijkheden; Kansen voor de school: -ruimte voor leerkrachten om het primaire proces vorm te geven; -multimediale inrichting van de school; -verankering referentieniveau’s (2.5.1); -herijken kerndoelen groepen 7 en 8; -bestendiging relatie met omgeving als krachtige wijkschool;

12

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 -differentiatie door handelingsgericht werken; Bedreigingen voor de school: -werkdruk in roosters leerkrachten; -toenemende administratieve planlast; -invoeringsbeleid Passend Onderwijs; -toekomst samenwerkingsverband Weer Samen Naar School; -geldstromen vanuit de overheid; -toekenning middelen aan grote, witte scholen; 2.5.1 Referentieniveau’s Taal en Rekenen

Voor meer informatie wordt verwezen naar de website www.taalenrekenen.nl

13

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 3

Onderwijskundig beleid

3.1

Missie, kernwaarden en streefbeelden

De missie van de school is ‘Ruimte om te groeien’. Met onze missie worden de ambitie en dynamiek van onze school helder verwoord: Kinderen en ook leerkrachten de ruimte willen en kunnen bieden om te groeien. Ruimte om je continu in een moderne leeromgeving te ontwikkelen. Zorg voor en om kinderen om het aanbod op hun behoefte af te stemmen en maatwerk te bieden om samen een optimaal resultaat te behalen. Onze focus is volledig vanuit de leerlingen georganiseerd; binnen een transparante en laagdrempelige organisatie willen wij samen met ouders/verzorgers hun kinderen in de rol van begeleiders van onderwijs en opvoeding verder brengen. Het woord ‘groei' is ook een kernbegrip binnen onze eigen schoolontwikkeling en tegelijkertijd gekoppeld aan stabiliteit. Acteren vanuit een solide organisatie, die ook in de toekomst de hoogwaardige kwaliteit van ons onderwijs aan een zo breed mogelijk populatie zal waarborgen. Missie, kernwaarden streefbeelden komen frequent in vergaderingen aan bod. Voor de komende vier jaar zijn de volgende richtinggevende uitspraken van belang voor onze activiteiten en prioritering: • •

• • • •

3.2

Ons schoolklimaat wordt bepaald door veiligheid, rust en regelmaat. In ons omgaan met elkaar gaan wij uit van respect, hiërarchische acceptatie, luisteren zonder veroordelen en vooroordelen, duidelijkheid en openheid naar kinderen, ouders en collega’s. Onze school streeft “dat beetje meer” na. Op onze school wordt handelings- en opbrengstgericht gewerkt. Op onze school wordt Passend Onderwijs ingevoerd. Op onze school wordt systematisch en gestructureerd aandacht geschonken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling.

Visie: algemeen en specifiek

De R.K. basisschool Sint Jozef is een katholieke basisschool. Wij trachten kinderen vanuit een normen- en waardenpatroon, mede gebaseerd op de christelijke levensvisie, voor te bereiden om later als zelfstandige, gelukkige en evenwichtige mensen in de wereld te kunnen staan. Vormend onderwijs staat centraal. Tijdens het aanbieden, verwerken, evalueren van de basisvaardigheden, de zaakvakken, de meer creatieve vakken en de vormingsgebieden wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan het vergroten van zelfstandigheid, autonomie en competentie. Nadrukkelijk willen we de kwaliteit van ons onderwijs bewaken en waar nodig verbeteren. Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische noties zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang: •

interactief lesgeven; de leerlingen betrekken bij het onderwijs

14

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 • • • •

onderwijs op maat geven: differentiëren (convergent) gevarieerde werkvormen hanteren (variatie = motiverend) een kwaliteitsvolle instructie verzorgen kinderen zelfstandig (samen) laten werken

Basisontwikkeling is een begrip binnen ons basisonderwijs. In principe wordt uitgegaan van drie voorwaarden om te kunnen leren, namelijk • het nieuwsgierig zijn • emotioneel vrij zijn en • het hebben van zelfvertrouwen. Op onze school wordt in de groepen 1 en 2 gewerkt volgens de visie en uitgangspunten van Basisontwikkeling. In de onderbouw wordt een brede basis voor ontwikkeling gelegd. In de begeleiding van kinderen gaat het met name om doelen als kunnen samenwerken, initiatieven nemen en plannen maken, kunnen communiceren en met symbolen om kunnen gaan. Het gaat erom deze brede basis voor ontwikkeling te leggen, waarin kennis en vaardigheden een zinvolle plaats innemen, hetgeen vanaf groep 3 m.b.v. methoden wordt bewerkstelligd. Voorwaarden om tot verdere ontwikkeling te komen is dat kinderen ‘ goed in hun vel zitten’, over voldoende zelfvertrouwen beschikken en nieuwsgierig zijn naar de wereld om hen heen. Basisontwikkeling geeft dus precies aan welke ontwikkelings- en leerprocessen nagestreefd dienen te worden. De hierboven beschreven ontwikkelings- en leerprocessen bevinden zich op drie terreinen. Deze zijn duidelijk omschreven in de cirkel van Basisontwikkeling. In de binnenste cirkel staan de basiskenmerken, die tevens ook de doelen kunnen zijn. Een kind kan zich pas goed ontwikkelen als het emotioneel vrij is, nieuwsgierig is en als het zelfvertrouwen heeft. In de middelste cirkel zien we de persoonlijkheidsontwikkeling beschreven: actief zijn, uiten en vorm geven – communiceren, de wereld verkennen, voorstellingsvermogen en creativiteit, samen spelen en werken, zelfsturing, zelfstandigheid, reflecteren, redeneren en probleem oplossen. In de buitenste cirkel zien we de gebieden van de specifieke kennis en vaardigheden: woorden en begrippen, waarnemen en ordenen, motorische vaardigheid, hoeveelheden en bewerkingen, gereedschappen en technieken, sociale vaardigheid, schematiseren en symboolvorming, geschreven en gedrukte taal.

15

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 De leerkracht zorgt ervoor dat de ontwikkelings- en leerprocessen tot stand komen. De leerkracht draagt zorgt voor een goed pedagogisch klimaat en een onderwijsaanbod dat ontwikkeling en leren bevordert. De leerkracht geeft leiding en begeleidt de kinderen op een dusdanige wijze dat het nemen van initiatieven en betrokkenheid versterkt worden, waardoor activiteiten en handelingsmogelijkheden van kinderen zich uitbreiden en verdiepen. De leerkracht reflecteert op eigen handelen en reflecteert op de activiteiten van de kinderen. Daar waar in de groepen 1 en 2 met thema’ s wordt gewerkt om de ontwikkelings- en leerprocessen tot stand te laten komen wordt er in de groepen 3 tot en met 8 met methoden gewerkt Adaptief onderwijs wordt gerealiseerd door gebruik te maken van hetgeen de kinderen hebben geleerd vanuit de Basisontwikkeling en een onderwijsaanbod dat ruimte biedt en uitlokt om te groeien. Binnen adaptief onderwijs gaan we uit van drie basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie. Onder de basisbehoefte relatie wordt verstaan dat leerlingen zich geaccepteerd weten, ze erbij horen, ze het gevoel hebben welkom te zijn, ze zich veilig voelen. Onder de basisbehoefte competentie wordt verstaan dat leerlingen ontdekken dat ze de taken die ze moeten doen, aankunnen; dat ze ontdekken dat ze steeds meer aankunnen. Onder de basisbehoefte autonomie wordt verstaan dat ze weten dat ze (in elk geval voor een deel) hun leergedrag zelf kunnen sturen. Deze drie basisbehoeften samen bepalen het pedagogisch klimaat dat aan adaptief onderwijs ten grondslag ligt. Voor de leerkracht die adaptief werkt, betekent dit dat hij zijn gedrag afstemt op deze basisbehoeften. Dat geldt zowel voor het didactisch en organisatorisch handelen als voor het pedagogisch optreden. Op die manier wordt onderwijs vormgegeven waarin leerlingen gemotiveerd zijn om aan het werk te gaan en waarvan ze uiteindelijk optimaal profiteren. Wat betekent dit in de praktijk? Zo betekent aandacht voor relatie bijvoorbeeld dat leerkrachten leerlingen laten weten dat ze beschikbaar zijn en naar hen willen luisteren; ze de tijd nemen voor interacties met leerlingen, ze belangstelling tonen voor de achtergrond van de leerlingen, ze afspraken met leerlingen nakomen, ze discreet omgaan met vertrouwelijke informatie. Zo betekent aandacht voor competentie bijvoorbeeld dat leerkrachten actief beurten geven aan alle leerlingen, ze ruimte geven aan verschillen in werken leerstijl, ze blijk geven van hoge verwachtingen, die aansluiten bij de mogelijkheden en talenten van leerlingen; ze vragen stellen die tot reflectie uitnodigen. Zo betekent aandacht voor autonomie bijvoorbeeld dat leerkrachten initiatieven van leerlingen honoreren; ze ideeën van leerlingen waarderen en er wat mee doen; ze leerlingen uitdagen eigen oplossingen te bedenken; ze leerlingen echte keuzes geven bij het maken van taken (hoe en wat); ze leerlingen laten meebepalen hoe de klas wordt ingericht; ze een aantal organisatorische zaken aan leerlingen toevertrouwen. We gaan er vanuit dat het merendeel van de leerlingen in staat is het “reguliere” onderwijsprogramma met succes te volgen. Een klein deel lukt dit niet zonder aangepaste maatregelen. Zij hebben bijv. behoefte aan extra begeleiding, andersoortige instructie en/of leerstof en leerstrategieën. Andere kinderen maken zich de basisvaardigheden sneller eigen en hebben minder behoefte aan instructie en inoefening. D.m.v. “compacting” (=comprimeren van leerstof) streven we ernaar dat ook zij op hen toegesneden onderwijs krijgen. Het realiseren van extra-instructie en leertijd om adequaat met de verschillen tussen kinderen te kunnen omgaan, wordt m.n. gerealiseerd door zelfstandig werken te integreren in de dagelijkse praktijk. De leerkracht geeft extra hulp aan leerlingen die behoefte hebben aan extra ondersteuning. Het initiatief hiertoe kan zowel uitgaan van de leerkracht als van de leerling. Op momenten dat de leerkracht aan de instructietafel werkt, is hij/zij niet beschikbaar voor de

16

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 overige leerlingen. Kortom: waarom zelfstandig werken?

-Het vergroot het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid. -Het geeft en brengt verantwoordelijkheid bij. -Het bevordert differentiatie in instructie en leerstof. -De leerling leert omgaan met uitgestelde aandacht. -De leerling leert op een juiste manier hulp te vragen en te geven. -Het biedt de leerkracht de mogelijkheid om extra begeleiding te realiseren In de groepen 3 t/m 8 bieden de gehanteerde methoden voldoende mogelijkheden om dit te realiseren. Steeds meer kinderen, die voorheen verwezen werden naar scholen voor speciaal basisonderwijs (het SBO), zullen begeleid moeten (blijven) worden binnen het basisonderwijs. Binnen onze school zijn constant ontwikkelingen gaande die het mogelijk maken individuele kinderen nog beter te kunnen begeleiden. Wij realiseren ons echter wel dat er voor ons, het reguliere onderwijs, grenzen zijn aan adaptief onderwijs, middelen, expertise en menskracht. Er zullen altijd leerlingen verwezen moeten worden naar het speciaal (basis-)onderwijs. Een aantal kinderen zal daar beter geholpen kunnen worden. Op onze school wordt adaptief onderwijs gegeven. We vinden met name de kernwoorden relatie, autonomie en competentie van belang. We hechten aan een goede relatie met de leerlingen, vinden zelfstandigheid belangrijk en richten ons op wat het kind kan om daarbij aan te sluiten. Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de medewerkers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op onze school wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de medewerkers.

3.3

Levensbeschouwelijke identiteit • • • • •

Onze (levensbeschouwelijke) identiteit wordt bepaald vanuit de normen en waarden als vanuit de Bijbel voorgeleefd en ingekleurd vanuit de Rooms Katholieke traditie. We dragen onze levensbeschouwelijke identiteit ook daadwerkelijk uit naar kinderen en ouders in bijvoorbeeld het gebruik van Bijbelwijzer, , vieringen, gebruik van katecheseprojecten. In onze katecheselessen besteden we ook aandacht aan de andere wereldgodsdiensten. Wij zijn in staat om de kernwaarden van onze identiteit te duiden. Wij versterken de samenwerking met de parochies in onze omgeving.

Wij werken met de katechesemethode 'Hemel en Aarde'. 'Hemel en Aarde' is een eigentijdse methode voor levensbeschouwing voor de basisschool voor de groepen 1 t/m 8. De onderwerpen spreken kinderen en leerkrachten aan. Diverse werkvormen komen aan de orde zoals filosoferen met kinderen, drama-activiteiten en werken met symbolen. Bijbelverhalen worden gebruikt in de catecheseprojecten, maar zeker niet alle. Daarom worden regelmatig verhalen voorgelezen, los van de projecten. Op die momenten gaan we niet op de inhoud van de verhalen in, maar willen we de kinderen meer vertrouwd maken met dit genre verhalen, die een schat aan levenservaringen overdragen.

17

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 Onze vieringen houden wij vier keer per jaar in de Heilig Hartkerk. De vieringen worden samengesteld door onze Werkgroep Vieringen, waarin ouders en leerkrachten zitting hebben. Leerlingen hebben in deze vieringen een actieve rol. Uitgangspunt bij het samenstellen van een viering is het dan gebruikte project uit de methode “Hemel en Aarde”.

3.4

Leerstofaanbod en toetsinstrumenten

Op onze school gebruiken we eigentijdse methoden die voldoen aan de kerndoelen. De methoden worden bij de hoofdvakken integraal gebruikt door de leraren. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methode-onafhankelijke en methodegebonden toetsen. Ten aanzien van leerstofaanbod hebben we de volgende ambities vastgesteld 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

Onze methoden voldoen aan de kerndoelen We gebruiken methodegebonden en methode-onafhankelijke toetsen Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn Het leerstofaanbod komt tegemoet aan relevante verschillen Het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT Het leerstofaanbod voorziet in aandacht voor intercultureel onderwijs Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs

Schema vakken en methoden: Vak: -aanvankelijk lezen -begrijpend lezen -schrijven -taal -Engels -rekenen -katechese Vak: -aardrijkskunde -geschiedenis -biologie -techniek -verkeer -sexuele opvoeding en voorlichting

Methode: Veilig Leren Lezen Ondersteboven van Lezen Handschrift Taal Actief Real English/Let’s Do It Wereld in Getallen Hemel en Aarde Methode: Hier en Daar Wijzer door de Tijd Natuurlijk Techniektorens Klaar…Over Relaties en Sexualiteit

Op onze school worden vanaf groep 2 CITO-toetsen afgenomen. Vanuit de Inspectie van het Onderwijs zijn wij verplicht om naast de methode gebonden toetsen ook niet-methode gebonden toetsen af te nemen. CITO-toetsen zijn landelijk genormeerd bij zowel het basisonderwijs als voortgezet onderwijs. Wij hebben gekozen voor kleutertoetsen (Rekenen voor Kleuters en Taal voor Kleuters), de toetsen rekenen, spellingsvaardigheid en begrijpend lezen. Voor het technisch lezen nemen wij de Drieminutentoets en de leestempotoets af. In groep 3 nemen wij de toets Leestechniek af. Naast de niet methode gebonden toetsen van Cito wordt in groep 7 (in de maand mei) de entreetoets en in groep 8 (in de maand februari) de eindtoets afgenomen. Naast de Cito-eindtoets voor groep 8 wordt ook de NIO-toets afgenomen. Deze toets is niet alleen gericht op de cognitie van het kind, maar meer op het kind zelf o.a. motivatie, persoonlijkheid en werkhouding.

18

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 Aan het einde van het schooljaar 2010/2011 is in groep 8 de Cito-toetsbasisvaardighden als intern kwaliteitsinstrument afgenomen.

3.5

Taalleesonderwijs

Het vakgebied Nederlandse taal krijgt veel aandacht in ons curriculum. Wij leren de kinderen taal om goed met anderen om te kunnen gaan en om effectief te kunnen communiceren. Om de wereld om je heen goed te kunnen begrijpen is het nodig om de taal adequaat te leren gebruiken. Ook bij veel andere vakken heb je taal nodig. Het is belangrijk dat kinderen snel goed kunnen lezen, omdat ze daardoor de informatie bij de andere vakken sneller kunnen begrijpen en gebruiken. Vanaf groep 5 worden de mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid verder ontwikkeld door het houden van spreekbeurten en het maken van werkstukken. Onze ambities zijn : 1. De school beschikt over een goede methode voor aanvankelijk leesonderwijs 2. De school beschikt over goede en actuele methodes voor taal, begrijpend lezen en technisch lezen 3. Het rooster verheldert voldoende welke taalonderdelen wanneer aan bod komen 4. De school geeft technisch lezen in alle groepen 5. De school heeft normen vastgesteld voor het leesonderwijs 6. Kinderen die uitvallen op technisch lezen krijgen extra leertijd 7. De school beschikt over een Protocol Dyslexiebeleid. 8. Alle vijfjarigen worden de kinderen gescreend door de logopediste 9. Wij laten de kinderen taal beleven door extra activiteiten, zoals de kinderboekenweek en de voorleeswedstrijd. 10. Wij gebruiken CITO-toetsen om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen Lezen is het eerste vak waarmee een leerling van groep 3 kennis maakt en het blijft één van de belangrijkste vakken op de basisschool. Zonder behoorlijk te kunnen lezen zijn de kinderen niet of nauwelijks in staat om opgaven van rekenen en taal uit te voeren, aardrijkskunde- en geschiedenisteksten worden niet of slecht begrepen. Daarom wordt er op school zoveel aandacht besteed aan het lezen. In groep 3 starten wij met de methode ‘Veilig leren lezen’. Bij ‘Veilig leren lezen’ -spelen de zogeheten structureerwoorden een belangrijke rol bij het aanleren van de -elementaire leeshandeling. De elementaire leeshandeling houdt in dat het kind van links naar rechts leert werken. Het aangeboden structureerwoord wordt geanalyseerd. Aan de tekens (letters) worden klanken verbonden. Deze klanken leert het kind in volgorde te onthouden en uit te spreken. Op deze wijze leert het kind een woord te lezen. Het woord ‘maan’ bijvoorbeeld bestaat uit 4 lettertekens, maar slechts uit drie klanken: maan. In verschillende woorden komen dezelfde tekens herhaaldelijk terug, maar in andere combinaties. Op deze manier leert het kind verschillende woorden lezen. Er zijn toetsmomenten ingebouwd om de vorderingen nauwkeurig te volgen. In ‘Veilig leren lezen’ worden twee toetsen gebruikt: criteriumtoetsen (beheersingstoetsen) en normtoetsen. Bij criteriumtoetsen worden prestaties van de leerlingen vergeleken met de doelstellingen die bereikt moeten worden op een bepaald moment in de leergang. Bij -normtoetsen worden de prestaties van de kinderen vergeleken met die van andere -kinderen op eenzelfde tijdstip. Meerdere keren in de week lezen de leerlingen van alle groepen op niveau. Het leesniveau wordt bepaald middels afname van de Drieminutentoets (DMT) en de leestempotoets. Er zijn in totaal 8 leesdoelen die nagestreefd worden, t.w.: 1. leesopdracht, d.w.z. zinnen lezen

19

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

melodisch accent, d.w.z. op toon lezen frasering, d.w.z. letten op leestekens correctheid, d.w.z. lezen wat er staat beheersing, d.w.z. in 1 keer de zin juist lezen tempo leeshouding melodisch accent, d.w.z. lezen met gevoel.

Het is de bedoeling dat de kinderen tijdens het technisch lezen zich het leesdoel eigen maken. Als alle leesdoelen beheerst worden kunnen we het technisch lezen optimaal noemen. Een belangrijke vorm van lezen is het begrijpend lezen. Dit is een geïntegreerde methode waarbij zowel lezen met begrip als technisch lezen aan de orde komen. In de groepen 1-2 maken wij gebruik van de volgende bronnenboeken: ‘Taaltijd’,‘taalactiveringsprogramma’, ‘curriculum schoolrijpheid’, ‘Hallo, ik ben Bas’, ‘Bas, ga je mee’ en ‘Bas, waar ga je heen?’. De taalontwikkeling krijgt specifieke aandacht in de kring en bij de werkjes die voor taalontwikkeling ontworpen zijn als rijmen, woordjes zoeken en begrippentaal.

3.6

Rekenen en Wiskunde

Rekenen en wiskunde vinden wij een belangrijk vak. Het rooster borgt, dat wij expliciet aandacht besteden aan rekenen en wiskunde en aan het automatiseren van het geleerde. Wij constateren dat rekenen in toenemende mate taliger is geworden. Wij gebruiken moderne methodes en Cito-toetsen om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen. De leerkrachten hebben zich uitgebreid geprofessionaliseerd met betrekking tot het werken met compacten. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Wij beschikken over een moderne, eigentijdse methode In groep 1 en 2 wordt er les gegeven aan de hand van leerlijnen De leerkrachten besteden structureel aandacht aan rekenen en wiskunde Het rooster vermeldt de aandacht die besteed wordt aan automatiseren Wij volgen de ontwikkeling van de leerlingen m.b.v. het Cito-LVS Per groep hebben wij voor de Cito-toetsen normen vastgesteld Wij gebruiken de methodegebonden toetsen systematisch De leerkrachten beschikken over voldoende kennis en vaardigheden ten aanzien van de moderne rekendidactiek en zijn op de hoogte van de nieuwste inzichten 9. De leerkrachten stemmen –indien noodzakelijk- de didactiek af op de groep 10. De leerkrachten werken, indien nodig, bij rekenen en wiskunde met groepsplannen Voor rekenen gebruiken wij de methode ‘Wereld in getallen’. Met ‘Maatwerk’ voor de remedial-teaching-kinderen is deze methode compleet, ook voor de uitvallers. Hoe is deze methode opgebouwd? ‘Wereld in getallen’ maakt gebruik van 2 rekenboeken (A en B) plus een werkboek per leerjaar. Ook wordt er veel in gewone schriften gewerkt. Ieder leerjaar is opgebouwd uit een aantal blokken. Zo’n blok bestaat uit: 1. een project met een aantal rekenwiskunde activiteiten 2. een aantal taken over het rekensysteem (+, -, enz.) Deze rekenvaardigheden worden niet op één manier aangeleerd, maar de kinderen -zullen worden geconfronteerd met diverse oplossingsmethoden, zodat ze meer inzicht en begrip

20

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 kunnen krijgen. In deze taken van het rekensysteem zit nieuwe stof en -herhalingsstof. Bovendien wordt er, naast de methode, stof aangeboden voor snelle, goede leerlingen en ook extra oefenstof voor zwakkere rekenaars. Deze kunnen tijdig gesignaleerd worden door de vele toetsmomenten. Verder worden de kinderen vanaf groep 7 wegwijs gemaakt met het gebruik van de rekenmachine. In de groepen 1-2 maken wij gebruik van de volgende bronnenboeken: ‘Schatkist rekenen’ en ‘Ideeënboek WIG’. Verder gebruiken wij de werkjes die speciaal hiervoor ontworpen zijn, zoals een begrippendiagram, een thematelspel, en Vijf op een Rij, wiskundige initiatie en Rekensom op de computer.

3.7 Sociaal-emotionele ontwikkeling Het sociaal-emotionele welbevinden van de leerlingen heeft veel invloed op hun totale functioneren. Onze school besteedt daarom structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. We doen dit omdat we onze kinderen willen opvoeden tot verantwoorde burgers. Ze moeten goed voor zichzelf kunnen zorgen en goed kunnen omgaan met de mensen en de wereld om hun heen. De ontwikkeling van de groep en de individuele leerlingen wordt tijdens de groeps (leerling) bespreking besproken. In deze gesprekken worden ook mogelijke aanpakken voor een groep of voor een individuele leerling besproken. Onze ambities zijn: 1. Onze school besteedt structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling 2. Onze school beschikt over een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling 3. Onze school beschikt over een LVS voor sociaal-emotionele ontwikkeling 4. Het rapport geeft waarderingen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling 5. De sociaal emotionele ontwikkeling komt aan bod tijdens de leerlingenbespreking 6. We koppelen de sociaal-emotionele ontwikkeling aan ons katecheseonderwijs en actief burgerschap Onze school is mede vanuit haar levenbeschouwelijke identiteit een school met hart en ziel. Wij zijn een school waar leerlingen zich veilig en geborgen weten. Op school hanteren wij een aantal regels. Deze regels komen in de loop van het schooljaar regelmatig terug. Wij zorgen ervoor dat leerlingen kunnen spelen, werken en leren en leerkrachten kunnen lesgeven; Wij gaan met elkaar om zoals wij willen dat de ander met ons omgaat; Wij zorgen ervoor dat we goed en netjes omgaan met materialen van onszelf, van anderen en van de school; Wij houden samen alles schoon en netjes; Wij zorgen ervoor dat ieder die bij de school hoort zich veilig voelt; Wij zijn verantwoordelijk voor elkaar en zorgen dat iedereen erbij hoort. In deze schoolplanperiode wordt voor de groepen 1-2 de methodiek Horeb ingevoerd. Voor de hogere leerjaren wordt, naast Pravoo, wellicht steeds vaker gebruik gemaakt van SCOL. Onze school hanteert al jaren een succesvol pestbeleid. Wij voeren als school een actief beleid om pesten te voorkomen of tegen te gaan. Wij gaan daarbij uit van het volgende: a. Echt pestgedrag komt over het algemeen pas voor vanaf groep 5; in de groepen 1 tot en met 4 kan wel de basis worden gelegd voor later pestgedrag. b. Wij spreken over de gepeste, de pesters en de meelopers. c. Of er sprake is van pesten wordt bepaald door de beleving welke de gepeste heeft.

21

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 d. Pesten komt ook bij volwassenen voor. e. Wij zijn alert op het signaleren van pestgedrag. f. Wij nemen elke melding van wie dan ook over pesten serieus. g. Wij gaan op een professionele manier met het pesten om. a. Met name in de groepen 1 tot en met 4 zijn wij alert op gedrag wat later tot pestgedrag kan uitgroeien. Wij signaleren mogelijke pesters en mogelijke gepesten. Wij spreken met de groep over verschillen in mensen, het anders mogen zijn, het voor elkaar opkomen, het elkaar helpen, enzovoorts. b. Met name in de groepen 5 tot en met 8 zijn wij alert op het gedrag van de pester(s) en de gepeste(n). Wij gaan daarbij uit van signalen zoals in de literatuur -beschreven (pesters: ongewenst groepsgedrag, ‘machogedrag’, onverklaarbaar in het bezit van nieuwe spullen of spullen die van een ander zijn geweest, -enzovoorts; gepeste: net op tijd op school en als eerste weg, of andersom; blijven ‘hangen’ bij speelkwartieren, altijd in de buurt van volwassene, slecht slapen, onverklaarbare beschadigingen aan lichaam, kleding en/of eigendommen, -enzovoorts). c. Meldingen van ouders, andere kinderen en andere leerkrachten nemen wij serieus. d. Vanuit zes basisregels worden jaarlijks met elke groep routines afgesproken. De uitwerking van de regels in routines is er (mede) op gericht om pestgedrag te voorkomen; twee van de zes regels lenen zich hier specifiek voor. Op schoolniveau hanteren wij de volgende afspraken: • regelmatig overleg tussen de leerkrachten • pesttest • toezicht op de speelplaats tijdens pauzes en overblijven vastgelegd in een surveillanceplan • een pestprotocol met daarin o.a. de schoolregels tegen pesten in de vorm van de ‘Stop 5” Op groepsniveau: • groepsregels tegen pesten • lessen over pesten • Take-care project voor de groepen 7 • gesprekken met ouders over het anti-pestbeleid op school Op individueel niveau: • een protocol gericht op het voeren van gesprekken met pesters en gepesten • een protocol gericht op het voeren van gesprekken met de ouders van de betrokken kinderen

3.8

Actief burgerschap en sociale cohesie

Het toezichtkader is door de Inspectie van het Onderwijs vastgesteld. De betreffende bepaling luidt: Het onderwijs: a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Aan integratie en burgerschap gerelateerde kerndoelen voor het primair onderwijs zijn opgenomen in de doelen 36, 37 en 38: 36 De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger. 37 De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. 38 De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving

22

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen.

Ook aspecten van de kerndoelen 34 en 35 zijn van belang, en tot op zekere hoogte is ook kerndoel 39 aan burgerschap gerelateerd: 34 De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. 35 De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. 39 De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.

Ten aanzien van Actief Burgerschap en Sociale cohesie hebben we allereerst de risico’s van de omgeving in kaart gebracht. Op basis van de risico’s hebben we vervolgens onze visie, onze doelen en ons aanbod vastgesteld. Leerlingen groeien op in een steeds complexere, pluriforme maatschappij. Onze school vindt het van belang om haar leerlingen op een goede manier hierop voor te bereiden. Leerlingen maken ook nu al deel uit van de samenleving. Allereerst is kennis van belang, maar daar blijft het wat ons betreft niet bij. Vanuit onze christelijke identiteit vinden wij het belangrijk dat leerlingen op een bewuste manier in het leven staan, waarbij ze niet alleen respect hebben voor anderen, maar ook naar anderen omzien. In de school leren wij leerlingen daarom goed samen te leven en samen te werken met anderen. Wij willen leerlingen brede kennis over en verantwoordelijkheidsbesef meegeven voor de samenleving. Onze doelen zijn: • • • • • • • • • • •

•

Wij voeden onze leerlingen op tot fatsoenlijke evenwichtige mensen die respectvol (vanuit duidelijke waarden en normen) omgaan met zichzelf, de medemens en de omgeving. Wij voeden onze leerlingen op tot personen die weten wat democratie inhoudt en die daar ook naar handelen. Zij leren hun mening over maatschappelijke thema’s te verwoorden Wij voeden onze leerlingen op tot mensen die “meedoen”, die actief betrokken willen zijn op de samenleving en die gericht zijn op samenwerking. Wij voeden onze leerlingen op tot personen die kennis hebben van, en respect voor andere opvattingen en overtuigingen en religies. Wij richten ons op de algemene ontwikkeling en we geven onze leerlingen culturele bagage mee voor het leven. We vragen aandacht voor elkaar. Vanuit onze identiteit besteden we aandacht aan en doen we inzet voor goede doelen en de wereld om ons heen. We handhaven actief de afspraken die we in school maken. In ons dagelijks lesgeven is respect voor de multiculturele samenleving voorwaarde in de context van onze populatie. We verwachten dit respect ook van ouders, omdat ze de uitgangspunten van onze school onderschrijven. In haar doen en handelen richt de school zich vooral op haar kerntaak: onderwijzen. Ten aanzien van invloeden van buitenaf blijft de school de regie voeren. Op enigerlei wijze stimuleren we een maatschappelijke stage van kinderen. School volgt de vanuit de politiek ten aanzien van onderwijs voorgeschreven ontwikkelingen, maar is hier, ook in de communicatie naar ouders, kritisch op.

Onze pijlers zijn de basiswaarden, te weten: • • • • • •

vrijheid van meningsuiting gelijkwaardigheid begrip voor anderen verdraagzaamheid autonomie afwijzen van onverdraagzaamheid

23

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 •

afwijzen van discriminatie

3.9

ICT

In de visie van SIKO dragen de verworvenheden van ICT bij aan het aanbieden van een rijke en uitdagende leeromgeving welke, uitgaande van de specifieke doelstellingen van elke school, aan elke leerling ruimte biedt tot optimale ontplooiing. SIKO ziet ICT - de computer, haar verworvenheden - in dit model als leer- en hulpmiddel, als er vele in het onderwijs zijn. Pas als het gebruik van een leer- of hulpmiddel een zinvolle plaats heeft gekregen in het onderwijsleerproces, krijgt en vooral behoudt het haar waarde. ICT staat dus in dienst van het onderwijs, en krijgt afhankelijk van de plaats in het onderwijs waarde. Vanuit die gedachte staan de ICT-doelstellingen niet apart omschreven, maar zijn onderdeel van de verschillende onderwijskundige doelstellingen. Wel vinden wij ICT – de computer, haar verworvenheden – zo’n belangrijke plaats innemen in het onderwijsleerproces, dat we bij de verschillende onderwijskundige doelstellingen daar waar zinvol en nuttig ICT-doelstellingen specifiek als subdoelstellingen benoemen. Computervaardigheden, content en techniek zijn daarbij afgeleiden in die zin dat deze als voorwaarden gezien worden voor het realiseren van de geformuleerde subdoelstelling(en). Anders gezegd: de geformuleerde subdoelstelling bepaalt welke techniek, content of computervaardigheden noodzakelijk zijn en gerealiseerd zullen moeten worden of zijn in de uitvoering van de onderwijskundige doelstelling. Hierdoor ontstaat zingeving, waardoor inbedding en borging in het onderwijsleerproces gerealiseerd worden. Vanuit bovenstaande kent SIKO geen apart geformuleerde ICT-doelen. Onze school heeft voor de schoolplanperiode 2011-2015 volgende aandachtspunten ten aanzien van een integrale aanpak ICT geformuleerd. • • • • • • •

ICT wordt in het schoolplan niet als zelfstandig onderdeel genoemd, maar moet integraal onderdeel zijn van het onderwijs. Het aantal interactieve digitale schoolborden zal door de gehele school in aantal toenemen. School dient zich meer bewust te zijn van de aanwezigheid van educatieve software. Scholing van medewerkers ten aanzien van ICT is een continu aandachtspunt. Per groep moet vastgesteld worden welke instrumentele vaardigheden kinderen moeten beheersen. Vastgesteld moet worden welke instrumentele vaardigheden leerkrachten moeten beheersen. ICT-verworvenheden moeten in de groepsactiviteiten gebruikt worden als onderwijshulpmiddel.

3.10 Leertijd Op onze school willen wij de leertijd effectief besteden, omdat wij beseffen dat leertijd een belangrijke factor is voor het leren van onze leerlingen. Wij proberen daarom verlies van leertijd te voorkomen. Ook willen wij ze voldoende leertijd geven om zich het leerstofaanbod eigen te maken. In principe trachten wij zo alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. Onze overwegingen zijn: •

Leerkrachten bereiden zich voor op hun lessen

24

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 • • • • •

• •

• •

• •

•

Leerkrachten zorgen voor een effectief klassenmanagement Op schoolniveau wordt voldoende onderwijstijd gepland Leerkrachten beschikken over een expliciet week- en dagrooster Leerkrachten hanteren heldere roosters De totale door de school geprogrammeerde onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten. De geplande onderwijstijd komt zowel op groeps- als op schoolniveau overeen met de wettelijk vereiste minima. De school heeft de tijd evenwichtig verdeeld over de vakken. Genoeg ruimte voor het leerstofaanbod dat voortvloeit uit de wettelijke verplichte kerndoelen; ruimte voor eigen keuzes en accenten van de school. Het schoolbeleid draagt ertoe bij dat de geprogrammeerde onderwijstijd efficiënt wordt ingezet. Grote overeenkomst tussen de geplande en de feitelijke onderwijstijd; op schoolniveau wordt de gereserveerde tijd (voor het onderwijs in de leergebieden, voor activiteiten, voor projecten e.d.) daadwerkelijk besteed aan het gekozen doel; het verlenen van specialistische hulp voor derden vindt zoveel mogelijk buiten onderwijstijd plaats; op groepsniveau wordt de beschikbare lestijd doelmatig besteed; de lessen beginnen en eindigen op tijd; klassenmanagement kost weinig tijd; weinig tijdverlies door voorbereiding en organisatie van lessen; op leerling-niveau hoeven de leerlingen weinig te wachten; het ontvangen van instructie en het uitvoeren van opdrachten worden niet nodeloos gestoord. De leerkrachten realiseren de geplande onderwijstijd. De incidentele lesuitval blijft beperkt. Lesuitval wordt stelselmatig en aantoonbaar voorkomen; maatregelen/beleid om uitval te voorkomen; maatregelen voor opvang leerlingen en overname lessen/toezicht bij afwezigheid van leraren. De school gaat verzuim van individuele leerlingen tegen. De tijd voor onderwijs en leren is afgestemd op kenmerken van de leerlingenpopulatie. De school besteedt haar onderwijstijd overeenkomstig de kenmerken van de leerlingenpopulatie, m.n. voor de hoeveelheid tijd voor Nederlandse taal, rekenen/wiskunde en het verwerven van sociale competenties; het toepassen van functionele vormen van inlooptijden; het hanteren van functionele vormen van huiswerk. De school varieert de hoeveelheid tijd voor onderwijs en leren, afhankelijk van de onderwijsbehoeften van leerlingen. De school verhoogt zonodig de voor individuele leerlingen beschikbare onderwijstijd door de instructie en verwerking beschikbare tijd te variëren, door incidenteel voor (inlooptijd) en na school extra begeleiding te geven, door steunlessen of remedial teaching of door het geven van huiswerk op maat.

3.11 Pedagogisch klimaat Onze leerkrachten zijn van cruciaal belang. Zij hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak hun leerlingen op te voeden tot goede burgers. Daarom vinden we het belangrijk, dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen kunnen omgaan. Leerkrachten creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kernwoorden zijn: relatie, competentie en autonomie. Wij hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leraar, een begeleider die ervoor zorgt, dat de leerlingen het werk zelfstandig (samen met anderen) kunnen doen.

25

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 • • • • • • • •

De leerkrachten zorgen voor een ordelijke klas; De leerkrachten zorgen voor een functionele en uitdagende leeromgeving; De leerkrachten gaan positief en belangstellend met de leerlingen om; De leerkrachten zorgen voor interactie met en tussen de leerlingen; De leerkrachten bieden de leerlingen structuur; De leerkrachten zorgen voor veiligheid; De leerkrachten hanteren de afgesproken regels en afspraken; De leerkrachten laten de leerlingen zelfstandig (samen)werken;

De school zorgt voor een functionele en uitdagende leeromgeving. •

De kwaliteit van de les- en werkruimtes ondersteunt het onderwijsleerproces. Ruimtes groot genoeg; functionele inrichting; geschikt meubilair.

•

De gebouwen zijn ruim, functioneel en goed onderhouden. We kunnen gebruik maken van multifunctionele ruimtes zoals het zoldertheater en de speelzalen van de kleuters.

•

De leer- en hulpmiddelen en leesboeken ondersteunen het onderwijsleerproces. Voor leerlingen doelmatig in toegankelijkheid.

•

De leer- en hulpmiddelen nodigen uit tot leren. Computers; toegang tot internet; extra leer- en hulpmiddelen, documentatiecentrum, orthotheek.

•

Er zijn veel computers (op vides en op eiland) aangesloten op één netwerk waardoor we makkelijk kunnen communiceren.

De onderwijsactiviteiten zijn gestructureerd en doelmatig. •

De (werk)omstandigheden voor leerlingen zijn ordelijk. Orde en rust in de lessen; materialen liggen klaar; overgangen verlopen soepel en doelmatig; er gaat weinig tijd verloren aan organisatorische maatregelen; leerlingen zijn taakgericht bezig.

•

Er zijn vaste lestijden voor bepaalde vakken zodat er meer ruimte is voor onderwijs op maat.

•

In groep 8 werken de leerkrachten groepsdoorbroken.

Leerkrachten zorgen voor voldoende ondersteuning en uitdaging van de leerlingen. •

Leerkrachten bevorderen het zelfvertrouwen van leerlingen. Positieve verwachtingen van leerlingen; geven van positieve feedback op vragen, opmerkingen, antwoorden; niet stigmatiseren naar aanleiding van fouten; stellen van realistische eisen; laten opdoen van succeservaringen; markeren van succeservaringen als tussenstappen in ontwikkelingen; geven van nieuwe kansen en fouten laten corrigeren; erbij betrekken van ook stille leerlingen.

•

De leerkracht weet de leerlingen te motiveren.

26


De leerkracht stimuleert het denken van de leerling. Open vragen stellen; denkvragen stellen; gebruik van modellen, handelingswijzers; voordoen, laten oefenen, laten verwoorden van denken leerstrategieën; uitwisselen van en ruimte geven voor eigen aanpakken van leerlingen; onderling laten vergelijken eigen producten en strategieën; leerlingen leren gerichte vragen te stellen, feiten/meningen te onderscheiden, informatie te zoeken en te verwerken, opdrachten zelfstandig uit te voeren.

•

In de groepen 1-2 (en in zekere mate in groep 3) wordt gewerkt volgens de principes van basisontwikkeling.

•

Vanaf groep 3 wordt gewerkt volgens de principes van adaptief onderwijs.

•

Er wordt gewerkt volgens een protocol meerbegaafden, daarin staan ondermeer de regels voor compacten.

•

In de onderbouw wordt gewerkt met kinderdagboeken zodat de ontwikkeling van de kinderen goed gevolgd en in het leerlingvolgsysteem Horeb bijgehouden wordt.

•

Onderwijsassistenten worden ingezet ter ondersteuning van leerkrachten en leerlingen.

3.12 Didactisch handelen Op onze school geven de leerkrachten op een effectieve wijze gestalte aan het onderwijs. Wij geven onderwijs op maat, en daarom differentiëren we bij de instructie (directe instructie) en de verwerking (zowel naar inhoud als naar tempo). Omdat wij veel waarde hechten aan de zelfstandigheid van de leerlingen, laten wij leerlingen waar mogelijk samenwerken. Samengevat als volgt: • • • • • • • • •

Lessen zijn goed opgebouwd De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden op drie niveaus De leraren geven directe instructie De leraren zorgen dat er meerdere oplossingsstrategieën aan bod komen De leerlingen werken zelfstandig samen De leraren geven ondersteuning en hulp (vaste ronde) De leraren laten leerlingen hun werk zo veel mogelijk zelf corrigeren De leraren zorgen voor stofdifferentiatie De leraren zorgen voor tempodifferentiatie

•

Onderwijsactiviteiten hebben een duidelijke structuur. Duidelijke opbouw en structuur activiteiten (oriëntatie, uitvoeren, terugkijken); bedoeling en het verband met het voorafgaande is voor de leerlingen duidelijk; plaatsing van de les in een geheel; werken met dagen weektaken, gebruik van agenda´s (vanaf groep 6).

•

De uitleg is duidelijk. Beknopte uitleg; actualiseren voorkennis; aansluiten bij leefwereld; één onderwerp tegelijkertijd; uitleg in stappen; tussentijds samenvatten; werken met concrete voorbeelden; voorbespreken opdrachten; helderheid over wat, hoe, hulp, tijd, uitkomst van opdrachten.

27


Er vinden regelmatig controleactiviteiten plaats of de uitleg is begrepen. Controle op begrijpen van de instructie; controle tijdens verwerking, na afloop; controle en nabespreken van (huis)werk; feedback; controle en nabespreken van toetsen en proefwerken; snelle terugkoppeling bij anderstalige of taalzwakke leerlingen; zo nodig herhalen van delen van de stof.

•

De lesopzet is passend voor de leerlingen.

•

Er wordt gewerkt met groepsplannen in de groepen en met handelingsplannen binnen de remedial teaching.

•

De leerkracht controleert en evalueert systematisch het onderwijsleerproces.

•

Er vindt procesgerichte feedback plaats. Leerlingen reflecteren zelf op hun leerproces en leren dat te bewaken; positieve feedback op aanpakken en gemaakte opdrachten; evalueren van werkwijzen; analyseren van fouten; reflectie op het handelen; waardering voor inzet en inbreng van leerlingen; stapsgewijs feedback geven bij nieuwe vaardigheden; inschatten resultaten oplossingen door leerlingen en laten verifiëren.

•

Leerlingen zijn betrokken bij het onderwijsleerproces. Leerlingen werken geconcentreerd en taakgericht; leerlingen gaan op in hun leeractiviteiten; nemen actief deel aan onderwijsleergesprekken; gaan in op suggesties, uiten ideeën.

•

Leerlingen krijgen te maken met gevarieerde werkvormen. Frontaal – klassikaal (met discussie, presentatie, onderwijsleergesprek); samenwerken in groepjes; individueel werken; zelfstandig werken (het maken van opdrachten, werkstukken verslagen); voeren van interviews e.d.; begeleide oefening; vragen stellen, tweegesprekjes, voorlezen, drama, klassengesprek, luisteren leesoefeningen.

•

Binnen de groep wordt convergent gedifferentieerd in maximaal drie niveaugroepen.

•

Leerlingen werken doelmatig samen. Leerlingen krijgen structureel de gelegenheid tot samenwerking; leerlingen helpen elkaar en leren van elkaar; reflecteren bij de groepswerk samen op het groepsresultaat; groepswerk met spelregels, taak- en rolverdeling, oog voor het samenwerkingsproces.

•

In de onderbouw wordt gewerkt volgens de principes van basisontwikkeling.

•

De methoden zijn up-to-date.

•

Inzet van computers maakt het leren aantrekkelijk.

•

De vorderingen en ontwikkeling van leerlingen worden systematisch gevolgd. Systematisch vaststellen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen d.m.v. toetsen, proefwerken en observatie; bepalen regelmatig de vorderingen van de leerlingen met methodeonafhankelijke toetsen voor de basisvakken; de resultaten zijn op groepsniveau eenduidig vastgelegd in de groepsadministratie; er zijn afspraken over het tijdig signaleren van problemen bij leerlingen.

28


De vorderingen en ontwikkelingen van leerlingen worden geanalyseerd. Systematisch analyseren van de groepsoverzichten; reflectie op de inhoud b.v. foutenanalyses; leerlingbegeleiding wordt betrokken bij de analyse.

•

Binnen het leerlingvolgsysteem wordt gewerkt met CITO, ESIS-B, Pravoo, Horeb en Scoll

•

Het onderwijsleerproces is afgestemd op kenmerken van de leerlingenpopulatie. Houdt rekening met leefwereld, cultuur, niveau, leerstijl van leerlingen; afstemming van de wijze van instructie, van niveau van instructie en opdrachten, van tempo.

•

Het onderwijsleerproces is afgestemd op individuele verschillen tussen leerlingen. Gedifferentieerde instructie (verkort, regulier, verlengd); voorinstructie; extra voorbeelden, uitleg, aanvullende instructie; gedifferentieerde taken en opdrachten bij verwerking; vormen van differentiatie binnen de groep (tempo, leerstijl, niveau).

•

Er wordt gewerkt met convergente differentiatie, verlengde instructie en compacten.

•

Leerkrachten houden in hun taalgebruik rekening met de eventuele extra behoeften van leerlingen op taalgebied. Benutten van situaties om woordenschat te vergroten en taalgebruik te stimuleren; bevorderen correct taalgebruik; correctie onjuist taalgebruik; spreken in volledige zinnen, goed gearticuleerd; aanpassen spreektempo aan de leerlingen.

3.13 Actieve rol van de leerlingen Op onze school hechten wij veel waarde aan de zelfstandigheid van de leerlingen. Kernwoorden daarbij zijn: zelf (samen) ontdekken, zelf (samen) kiezen, zelf (samen) doen. Naast zelfstandigheid vinden wij het belangrijk om de eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen te ontwikkelen. Het is vanzelfsprekend, dat autonomie en eigen verantwoordelijkheid niet betekent, dat leerkrachten de leerlingen te snel en te gemakkelijk loslaten. Leerkrachten begeleiden de leerprocessen en doen dat ‘op maat’: leerlingen die meer sturing nodig hebben, krijgen die ook. Onze ambities zijn: • • • • • •

De leerkrachten betrekken de leerlingen actief bij de lessen De leerlingen werken met dagen weektaken De leerlingen bepalen gedeeltelijk wat zij wanneer doen (en hoe, en met wie) De taken bevatten keuze-opdrachten De leerkrachten laten de leerlingen –waar mogelijk- samenwerken en elkaar ondersteunen De leerkrachten leren de leerlingen doelmatig te plannen

3.14 Zorg en begeleiding De school besteedt veel aandacht aan de leerlingenzorg. De zorg richt zich op het verbeteren van de leer- en sociale prestaties. •

De school heeft de zorg en begeleiding structureel georganiseerd. Toetskalender; procedures voor begeleiding zijn vastgelegd; draaiboek zorg en begeleiding; coördinatie van de begeleiding: de school kent een zorgprotocol (begeleiding binnen de groep); remedial teaching.

29


De school zet interne en externe deskundigheid in voor zorg en begeleiding en zorgt voor afstemming. Eerste lijns- (mentoren) en tweede lijnsdeskundigheid intern (remedial teaching, logopedie, deskundigheid dyslexie, taalproblemen, rekenproblemen, sociaalemotionele ontwikkeling) deskundigheid extern (relaties jeugdhulpverlening, logopedie, fysiotherapie, g.z.- psycholoog, schoolmaatschappelijk werk).

•

De school heeft taken en verantwoordelijkheden op het terrein van zorg en begeleiding duidelijk vastgelegd. Coördinatie begeleiding organiseert de begeleiding en begeleidt leraren; er is overleg met het management; leraren weten wat hun taak en verantwoordelijkheid is op het terrein van de leerlingenzorg (toetsafname, analyse, uitvoering handelingsplanning / individueel leertraject); afspraken tussen leraren en begeleiders.

•

De school beschikt over een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van (prestaties en ontwikkeling van) leerlingen.

•

Er zijn duidelijke procedures voor in-, door- en uitstroom. Procedures voor toelating zijn vastgelegd (intake (wordt momenteel herzien), vastleggen beginsituatie, zo nodig opstellen handelingsplanning); regels bij het vormen van klassen( geen broertjes en zusjes bij elkaar) en de communicatie hierover met ouders / verzorgers en leerlingen;nog vast te leggen procedures voor beargumenteerde plaatsingsbeslissingen (verlengde kleuterperiode, verkorte kleuterperiode, leerjaar overdoen of overslaan, al werken met leerstof van een volgend leerjaar); procedures bij verwijzing (PCL, onderwijskundig rapport) en uitplaatsing (opstellen adviezen mede op basis van resultaten eindtoets); procedures zijn helder voor leerlingen en ouders.

•

De school onderhoudt contacten met scholen en instellingen waar de leerlingen vandaan komen. Overdracht leerlinggegevens; aansluitingsproblematiek; terugkoppeling.

•

De school onderhoudt contacten met vervolgonderwijs. Overdracht leerlinggegevens, aansluitingsproblematiek (inhoudelijke aansluiting, pedagogisch – didactische aansluiting en aansluiting qua begeleiding en zorg).

•

De school heeft procedures om zorgleerlingen vroegtijdig te signaleren. Maken van trendanalyses, groepsanalyses; afspraken over criteria voor uitval (m.n. Nederlandse taal en rekenen / wiskunde; analyse sociaal – emotionele ontwikkeling.

•

De school analyseert de hulpvragen van leerlingen die uitvallen. Analyse van toetsgegevens; leerlingbesprekingen of collegiale consultatie; eventueel nader diagnostisch onderzoek; formuleren hulpvragen; hulpvraag en –antwoord wordt vastgelegd in planningsdocument (handelingsplan); handelingsplanning bevat beginsituatie, doelen, methoden en maatregelen, expertise die wordt ingezet, organisatie van de hulp, tijdstip waarop evaluatie plaatsvindt; handelingsplan en / of begeleidingsplan bij ambulante begeleiding.

In het teken van de schoolplanperiode 2011-2015 zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd. • •

School moet kritisch kijken naar de administratieve planlast welke verband houdt met leerlingzorg. Collega’s moeten op gelijke wijze van leerlingzorg gebruik maken.

30

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 • • • • •

Zorg moet ook toegankelijk zijn voor kinderen die naar boven uitvallen. Organisatie moet zo zijn dat leerlingen die zorg nodig hebben, naar beneden of naar boven, in het algemeen in de groep geholpen worden. Leerlingzorg maakt vooral gebruik van mogelijkheden welke ICT biedt. Zorg moet gegeven worden vanuit de groepsleerkracht. Expertise van collega’s moet verder gebruikt worden.

3.15 Passend Onderwijs Ieder kind met of zonder handicap is in principe welkom op onze school. Dit geldt dus ook voor kinderen die door de commissie voor de indicatiestelling (cvi), dit is de toelatingscommissie van een Regionaal Expertise Centrum (REC), toelaatbaar zijn voor een REC. Onze school heeft als taak voor ieder kind adequaat onderwijs te realiseren. Daaronder wordt verstaan een voor het kind passend onderwijsaanbod, zowel in pedagogisch (opvoedkundig) als didactisch (onderwijskundig) opzicht, dus zoveel mogelijk afgestemd op wat het kind nodig heeft. Passend onderwijs, rekening houdend met wat wenselijk en haalbaar is voor het kind en voor de school. Op basis van de wettelijke regeling leerlinggebonden financiering kunnen leerlingen met een handicap in het basisonderwijs geplaatst worden. De school heeft meerdere leerlingen met een zogeheten ‘rugzak’ of leerlinggebonden financiering. Vooruitlopend op de invoering Passend Onderwijs c.q. de zorgplicht stelt de school de volgende uitgangspunten vast. • •

De R.K. basisschool Sint Jozef zal zich conformeren aan de zorgplicht. Passend onderwijs/zorgplicht krijgt op onze school invulling binnen onze mogelijkheid in mensen en faciliteiten welke hiervoor beschikbaar gesteld zijn of gesteld worden.

3.15.1 Handelingsgericht werken Wij willen de kwaliteit van ons onderwijs en de leerlingbegeleiding verbeteren. ‘Handelingsgericht werken’ (HGW) wordt als uitgangspunt genomen. Wij gaan hier uit van de zeven samenhangende uitgangspunten. 1. Onderwijsbehoeften staan centraal 2. Het gaat om afstemming en wisselwerking 3. De leerkracht doet ertoe 4. Positieve aspecten zijn van groot belang 5. We werken constructief samen 6. Ons handelen is doelgericht 7. De werkwijze is systematisch en transparant Er wordt met het team gekeken of HGW bij de opvattingen en waarden van school hoort en op welke wijze HGW de school kan helpen om de visie en missie van de school te kunnen realiseren. Wij reflecteren op ons handelen en maken keuzes: wat doen wij al handelingsgericht en wat zouden wij handelingsgerichter willen doen en waarom? Wij zoeken een antwoord op de vraag: Hoe kunnen wij met HGW ons onderwijs en de begeleiding voor alle leerlingen ontwikkelen in het perspectief van passend onderwijs?

31

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 Hetgeen wij al doen wordt geborgd naar aanleiding van de afgenomen enquete schooljaar 2010-2011. Systematisch gaan wij de komende schoolplanperiode de bovenstaande uitgangspunten aanpakken. Afspraken worden gemaakt en vastgelegd. Als alle uitgangspunten tot hun recht komen wordt er gesproken van implementatie.

3.15.2 Hoog- en meerbegaafdheid Onze school werkt met een protocol meerbegaafdheid. Doelstelling is om meerbegaafde leerlingen meer uitdagingen te bieden, en ze te motiveren door een aanbod van andersoortige lessen en onderwerpen (thema’s). Ons beleid richt zich met name op leerlingen die A-scores bij de Cito-toetsen halen (minimaal 2 jaar achter elkaar) en die er emotioneel aan toe zijn om extra uitdagingen aan te gaan. Wij gebruiken het handelingsprotocol Meerbegaafdheid: een compleet systeem voor de identificatie en het begeleiden van hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs.

3.15.3 Ontwikkelingsperspectief Leerlingen waarvan vaststaat dat ze maximaal het eindniveau van groep 7 halen (en dus de doelen van groep 8 niet zullen realiseren) krijgen een ontwikkelingsperspectief. Het ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld na een IQ-test of op basis van drie voorafgaande Cito-toetsuitslagen. Wij geven een ontwikkelingsperspectief niet te vroeg (vanaf groep 5), maar ook niet te laat. Het ontwikkelingsperspectief bevat de einddoelen en tussendoelen per vak en het VO-perspectief. Daarnaast wordt verwezen naar een hulpplan waarin concreter staat hoe de leraar de doelen gaat realiseren. Een ontwikkelingsperspectief wordt geëvalueerd door de intern begeleider, leerkracht en ouders In beginsel proberen wij ontwikkelingsperspectieven te voorkomen door het lesgeven vroegtijdig aan te passen aan de onderwijsbehoeften van het kind. Door het intensiveren van het aanbod, de tijd en/of de instructie proberen we leerlingen bij de groep te houden. Lukt dat niet dan krijgt het kind een ontwikkelingsperspectief en daarmee een eigen leerlijn binnen de convergente differentiatie.

3.16 Opbrengstgericht werken Op onze school werken wij opbrengstgericht (doelgericht). Daarbij richten we ons op de gemiddelde vaardigheidsscore op de Cito-toetsen. Per Cito-toets is een doel (een norm) vastgesteld. In bepaalde gevallen is deze afgeleid van de inspectienormen (zie Analyse en waardering van opbrengsten primair onderwijs) en waar dat niet het geval is, hebben wij zelf doelen (normen) vastgesteld. Wij beschikken over een overzicht van de toetsen en de gestelde doelen. Bij de bespreking van de groep (leerlingen) wordt de uitslag van de toets (de gehaalde gemiddelde vaardigheidsscore) vergeleken met de norm (de gewenste gemiddelde vaardigheidsscore). Als de gewenste score structureel onder de gewenste score is, worden er interventies afgesproken. Deze interventies kunnen zijn: (1) (2) (3) (4)

Meer tijd besteden aan dat vak-/vormingsgebied (roosteren) Instructie wijzigen en verbeteren: consequent directe instructie toepassen Meer automatiseren Differentiatie aanpassen

Het is van groot belang dat kinderen zich veilig voelen en emotioneel vrij zijn voordat wij van hen prestaties kunnen verwachten. Een goed pedagogisch klimaat! Vanuit de principes van Basisontwikkeling begeleiden wij de ontwikkeling van de kinderen. Daar waar nodig stimuleren wij en sturen bij.

32

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 De CITO-toetsen zijn veelal een bevestiging van hetgeen wij al weten van de kinderen. Vanaf groep 3 gaan wij richting adaptief onderwijs waar competentie, autonomie en relatie de basis zijn voor de verdere ontwikkeling op sociaal- en cognitief gebied. Natuurlijk willen wij dat elk kind de beoogde doelen (kerndoelen, in de toekomst referentieniveaus) behaalt. Ziet het daar niet naar uit dan krijgt het kind extra ondersteuning en in samenspraak met ouders, extra begeleiding. Kinderen die bovengemiddeld presteren krijgen uitdaging. Van belang is (op cognitief gebied) de groei in vaardigheidsscores in de gaten te houden. Het door ons gehanteerde registratiesystemen is ESIS-B, waarbij het leerlingvolgsysteem van CITO is geïncorporeerd.

3.17 Opbrengsten Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. Wij streven zo hoog mogelijke opbrengsten na. Wij achten het van belang, dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden, en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend en succesvol vervolgonderwijs. • • • • • • •

De leerlingen realiseren aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden De leerlingen doorlopen de basisschool in acht jaar De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor vervolgonderwijs De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs

Als uitgangspunt voor de schoolplanperiode 2011-2015 wordt het volgende gesteld. •

Belangrijk bij het aangeven van resultaten is het communiceren en presenteren, zowel intern als extern.

33


Personeelsbeleid

4.1

Organisatorische doelen

Het integraal personeelsbeleid van onze school is afgeleid van beleid op bovenschools niveau. Wij hebben inzichtelijk hoe het personeelsbestand er (kwantitatief en kwalitatief) uit ziet, en wat wenselijk is op een termijn van vier jaar en welke acties er ondernomen worden om het gewenste personeelsbestand dichterbij te brengen. De gewenste situatie is afgeleid van onze missie, visie(s) en afspraken. De consequenties van onze organisatorische doelen verwerkt in dit schoolplan en komen standaard aan de orde in de gehanteerde gesprekkencyclus. Op SIKO-niveau zijn binnen het strategisch beleidsplan 2011-2015 de navolgende doelstellingen geformuleerd:

34

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 4.1.1

Beleid functiemix

‘Nederland staat aan de vooravond van een dramatisch kwantitatief tekort aan kwalitatief goede leraren. Dit dubbele lerarenprobleem definieert het werkterrein van de Commissie Leraren, in mei 2007 door de minister van OCW ingesteld om te adviseren over deze fundamentele bedreiging van de toekomst van Nederland als kenniseconomie.’ Met deze woorden begint het Advies van de Commissie Leraren haar advies aan de minister OCW. ‘De toekomstige kracht van onze samenleving staat of valt met de kracht van ons leervermogen, in de dubbele betekenis van kennisoverdracht en kennisverwerving. Leraren verdienen ons aller steun bij het veiligstellen van de LeerKracht van Nederland. Dit advies beoogt daartoe een beslissende eerste stap te zetten.’ Dit advies van de Commissie Leraren, onder voorzitterschap van Alexander Rinooy Kan staat bekend als het Convenant LeerKracht. • • • •

Convenant is per 1 juli 2008 definitief vastgesteld. Doel convenant: - Stimuleren dat meer mensen kiezen voor een baan in het onderwijs - Zorgen dat leraren behouden blijven voor het onderwijs. De nadere uitwerking van het Convenant LeerKracht gebeurt middels de CAO PO Maatregelen om doel te bereiken: - Versterken van positie leerkracht door zeggenschap over de professionele ruimte - Betere beloning - Loopbaanmogelijkheden via de functiemix - Optimaliseren van de inzetbaarheid van de leraar - Scholingsfonds - Meer diversiteit in personeelsbestand functiemix Functiemix is de verdeling van leraren ( in voltijdbanen) over de salarisschalen, differentiëren in niveaus. Leraren worden op verschillende salarisniveaus ingeschaald, waarbij uiteraard de functie-inhoud bepalend is voor de bijbehorende schaal. De functiemix geeft de mogelijkheid om door te groeien in het leraarschap. De functiemix geeft ruimte voor onderscheid en verschillen. Iets wat vrijwel elke school voor haar leerlingen hoog in het vaandel draagt, kan nu ook worden doorgevoerd voor degenen die het onderwijs maken! Het functiehuis: De functiemix maakt deel uit van het functiehuis. Het functiehuis geeft een volledige beschrijving van de verschillende functies bij SIKO, compleet met competentieprofielen. SIKO onderzoekt verder welke functies wenselijk zijn binnen haar organisatie, waar nu nog sprake is van (extra) taken.

• • •

Schoolbesturen bepalen in overleg met (het personeelsdeel van) de G.M.R. hoe zij de nieuwe functiemix gaan realiseren. Start: 1 augustus 2010 Doelstelling voor 2014: - 58% in schaal LA - 40% in schaal LB - 02% in schaal LC

35

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 • •

Keuze: 2% LC- functie omzetten in LB- functie is mogelijk. Normen zijn op Brin- en bestuursniveau vastgesteld.

Toekenning hogere functie • Voor toekenning van de hogere functies van de functiemix geldt de definitie van de leraar • Werknemer moet voor de helft of meer van de 930 lesuren per schooljaar (deeltijders naar rato) lesgeven. Criteria bij functiewaardering • Herformuleren voorbeeldfunctie LB • Toe te voegen onderdelen: - Opleidingsniveau HBO+ - ( mede) verantwoordelijkheid dragen voor de ontwikkeling, het uitdragen en het verdedigen van onderwijskundig beleid - Het signaleren en analyseren van behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en hiervoor concepten aanleveren Om de functiemix, te beginnen met de introductie van de functie ‘leraar basisonderwijs’ in schaal LB, op bestuursniveau uit te werken heeft de algemeen directeur een werkgroep samengesteld, bestaande uit directeuren, locatiedirecteuren en de beleidsmedewerker personele zaken onder voorzitterschap van de algemeen directeur. Later is ook een vertegenwoordiger uit het personeelsdeel van de GMR lid van de werkgroep geworden. Er is een functieomschrijving voor de leraar basisonderwijs in schaal LB. SIKO gaat deze functieomschrijving hanteren. ( functieomschrijving leraar basisonderwijs in schaal LB: bijlage 1) Leraren die in aanmerking willen komen voor de LB functie moeten hiervoor een beoordelingsgesprek met hun directeur voeren, hetgeen hen mogelijk maakt naar deze functie te kunnen solliciteren. ( beoordelingsformulier: bijlage 2) Leraren, nu nog in schaal LA, die met een positieve beoordeling in aanmerking willen komen voor een zgn. LB functie moeten naar deze functie solliciteren. Voor de sollicitaties richt iedere school een zgn. BAC in ( Benoeming Advies Commissie) bestaande uit: • Een lid van de directie ( tevens voorzitter van de BAC) • Een personeelslid die zitting heeft in de MR van de school • De beleidsmedewerker Personele Zaken van SIKO Criteria die beoordeeld worden bij de sollicitatie naar een LB functie: • op het beoordelingsformulier moet bij punt 9 : competenties functie leraar LB op 9.1 t/m 9.6. voldoende/ goed gescoord worden • de kandidaat moet het principe van mobiliteit hanteren of willen hanteren • een specialisme hebben ontwikkeld op HB0+ / Masterniveau • een zekere ‘plus’ ( afgeleid van de SIKO missie: ‘Onderwijs met een plus’ aan de school geven • ambassadeur van de school ( kunnen) zijn • collegialiteit betrachten

36

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 LC functie: • SIKO wil het beoogde percentage LC ( 2% IN 2014) omzetten in LB functies, de invoering van LC functies daarmee voorlopig uit te stellen. De argumentatie hiervoor is dat 2% in schaal LC betekent dat slechts enkele leerkrachten hiervoor in aanmerking kunnen komen en dit scheve verhoudingen kan opleveren in salariëring met bv. locatiedirecteuren. SIKO wil de mogelijkheid van de LC schaal in een groeimodel introduceren.

4.2

Schoolleiding

De schoolleiding wordt gevormd door de directeur en de locatiedirecteur van de school. Kenmerkend voor de schoolleiding is, dat ze zich richt op het zorgen voor goede communicatie en op het adequaat organiseren van de gang van zaken op school. In de derde plaats vindt de schoolleiding met name het onderwijskundig leiderschap van belang. De directie wil adaptief leiding geven, dat betekent dat ze daar waar nodig en noodzakelijk rekening houdt met verschillen tussen medewerkers. De directie voldoet als Register Directeur Onderwijs aan de beroepscompetenties zoals gesteld door de Nederlandse Schoolleiders Academie. Onze uitgangspunten zijn zijn: • • •

De schoolleiding is deskundig De schoolleiding ontwikkelt (innovatief) beleid op grond van strategische keuzes De schoolleiding kan beleid operationaliseren en implementeren

•

De schoolleiding geeft teamleden voldoende ruimte

• • • • • • • •

De schoolleiding communiceert in voldoende mate en op een goede wijze met het team De schoolleiding schept voorwaarden voor een functioneel en plezierig werkklimaat De schoolleiding stimuleert eigen initiatieven van teamleden De schoolleiding ondersteunt teamleden in voldoende mate De schoolleiding heeft vertrouwen in het kunnen van de teamleden De schoolleiding heeft voldoende delegerend/coördinerend vermogen De schoolleiding heeft een doelmatig systeem voor beheer en organisatie opgezet De schoolleiding organiseert de dagelijkse gang van zeken adequaat

4.3

Beroepshouding

Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op onze school wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding. Daarbij gaat het om de volgende aspecten: • • • • • • • •

Handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school Zich collegiaal opstellen Zich medeverantwoordelijk voelen voor de school, de leerlingen en elkaar Met anderen kunnen en willen samenwerken Hun werk met anderen bespreken Zich adequaat voorbereiden op vergaderingen en bijeenkomsten Genomen besluiten loyaal uitvoeren Zichzelf en het klaslokaal openstellen voor anderen

37


4.4

Aanspreekbaar zijn op resultaten en op het nakomen van afspraken Gemotiveerd zijn om zichzelf te ontwikkelen Anderen kunnen en willen begeleiden of helpen Beschikken over reflectieve vaardigheden

Integraal personeelsbeleid en professionalisering

Het integraal personeelsbeleid (IPB) van SIKO richt zich op de ontwikkeling van de medewerkers. Het behalen van een onderwijsbevoegdheid betekent niet dat je alleen op grond van het behaalde diploma in het onderwijs werkzaam kan zijn. Waar de maatschappij in snel tempo verandert, geldt dat dus ook voor het onderwijs. Van mensen die werkzaam zijn in het onderwijs wordt terecht verondersteld dat zij hun vak bijhouden. Uitvoering van integraal personeelsbeleid, uiteindelijk door het bestuur van SIKO vastgesteld, veronderstelt een voortdurende ontwikkeling van iedere SIKO werknemer, niemand uitgezonderd. De Wet BIO (Beroepen in het Onderwijs) spreekt van het onderhouden en verder ontwikkelen van bekwaamheidseisen. SIKO streeft naar kundige collega’s die er op uit zijn hun onderwijskunde te verheffen tot onderwijskunst zonder dat het een goedkoop kunstje wordt. Deskundigheidsbevordering richt zich vooral op dit proces van beter worden,” zo staat in de IPB Woordenwaaier omschreven. Dat betekent dat SIKO scholen en alle medewerkers binnen de scholen gestimuleerd worden om daar op hun eigen manier vorm aan te geven. De verantwoordelijkheid voor de professionaliteit en het welbevinden ligt bij de organisatie van de school en de individuele medewerkers. Persoonlijke ontwikkeling staat daarbij centraal, waarbij de individuele medewerker zelf een verantwoordelijkheid heeft om na te denken over zijn/haar persoonlijke ontwikkeling. De afstemming tussen de eigen persoonlijke ontwikkeling en de mogelijkheden en eventuele beperkingen binnen de ontwikkeling van de school vindt plaats tussen de individuele medewerker en de schoolleiding. SIKO streeft het ontwikkelen van lerende organisaties na. Daarbij is het van belang, dat bij de invoering van IPB er binnen de school een cultuur is waarin leren normaal is en ook verder gestimuleerd wordt. Enerzijds vraagt dat om een samenwerkend team dat zich baseert op waarden als respect, openheid en tolerantie, anderzijds vraagt dat om vaardigheden zoals reflectievermogen, gespreksvaardigheden en vaardigheden om feedback te geven en te ontvangen en om gezamenlijk dialoog te voeren. Van de leiding vraagt dat een manier van leidinggeven die eerder gericht is op het zien van leermogelijkheden, dan op het voorkomen van fouten. Anderzijds vraagt het om een zekere discipline om vast te houden aan eenmaal afgesproken procedures en het gebruik van instrumenten om de systematiek te waarborgen en om er voor te zorgen dat ieder personeelslid op dezelfde manier met de uitvoering van IPB in aanraking komt. Het personeelsbeleid is op SIKO niveau vastgesteld, de uitwerking vindt op schoolniveau plaats.

38


POP

- Beoordelingsgesprekken - Waarderingsbeleid

- Competentieprofielen - feedback - POPgesprekken - PAP en

POP

Ontwikkelen Kwaliteitsbewaking

-Functioneringsgesprekken - klassenconsultatie

Voortgang

4.5

GESPREKKENCYCLUS SIKO

- Opleiden in de school - int. coaching - ext. coaching - mobiliteit - desk.bev. - bekw. dossier

Aan het werk

Taakbeleid: - taakinventarisatie - verdelingsbeleid - belastbaarheidsbeleid

Instrumenten voor personeelsbeleid

Onze school hanteert diverse instrumenten voor haar (integraal) personeelsbeleid. We zetten deze instrumenten in om de leraren te ontwikkelen (in de gewenste richting). De kernvraag bij ons personeelsbeleid is: hoe zorgen we ervoor, dat de leraren (medewerkers) de geformuleerde ambities steeds beter gaan beheersen. Onze instrumenten zijn:

4.5.1

Beleid stagiaires

Stagiaires zijn bij ons op school van harte welkom. Wij gaan er van uit dat wij een lerende organisatie zijn en ook wij leren weer van stagiaires op diverse manieren. Binnen onze school lopen veel studenten stage van verschillende opleidingen, zoals de Pabo Thomas More (convenantpartner SIKO) en de SPW.

4.5.2

Werving en selectie

Ongeacht op welk moment in het jaar een vacature ontstaat worden de volgende stappen gezet:

de vacature wordt bekend gemaakt op de website van SIKO www.siko.nl de vacature wordt op de SIKO scholen door de directeur bekend gemaakt.

39


De beleidsmedewerker personele zaken attendeert SIKO werknemers op de ontstane vacature.

Als stap 1 binnen één maand niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd dan volgt: Melden van de vacature aan personen die een zgn. ‘open sollicitatiebrief hebben geschreven en die mogelijk in aanmerking kunnen komen om de vacature te vervullen. De advertentie op de website van SIKO plaatsen. De advertentie laten plaatsen op de website van het participatiefonds. Adverteren in regionale – en of dagbladen / onderwijsmagazines. ( dit in overleg met de algemeen directeur). Intern werven De volgende aspecten spelen hierbij een belangrijke rol: IPB en competentiemanagement ‘Opleiden in de school’ Ambities en wensen van SIKO werknemers Door Integraal Personeelsbeleid in uitvoering op de scholen (persoonlijk ontwikkelingsplan, competentieprofielen en specifieke schoolcompetenties) is een directeur in staat om te kunnen beoordelen welke collega’s met welke competenties hij graag aan zijn/haar team wil toevoegen, wanneer daar de gelegenheid voor is. Dit is een kwestie van lange termijn denken. Men zoekt een leerkracht voor de bovenbouw en niet voor groep 7 ( het laatste is korte termijn denken) Het “opleiden doe je samen” heeft tot nu toe geresulteerd in het aanbieden van bestuursplaatsen voor derdejaarsstudenten die bij een positieve beoordeling hun LIO -stage op een SIKO school kunnen doorlopen en mogelijk kunnen instromen als SIKO collega. ( de combinatie bestuursplaats – LIO stage is in dit geval een willekeurige en is niet bepalend!) ( zie verder: bijlage: benoemingsvolgorde bij een vacature). Eigen werknemers hebben het recht om op SIKO -vacatures te solliciteren ongeacht het tijdstip waarop de vacature ontstaat met inachtneming van een opzegtermijn. Een werknemer maakt de afweging of en waarom de tussentijdse overstap voor haar/hem prevaleert boven het belang van de school waar men op dat moment werkzaam is. In het kader van uitvoering van integraalpersoneelsbeleid krijgen werknemers meer zicht op hun eigen ontwikkeling en zullen leerkrachten mogelijk aangeven op een andere SIKO school of daarbuiten te willen gaan werken. Samenspraak en overleg tussen beide belanghebbenden ( leerkracht en directeur) kan/zal ertoe bijdragen om tot een verantwoorde keuze te komen. Uitgaande van de rechtspositie en de autonomie van de individuele werknemer is zij/hij de enige die mag beslissen of men wil veranderen. M.a.w. het gebruik maken van mobiliteit biedt kansen aan werknemers zich mogelijk elders verder te kunnen ontwikkelen. Bij SIKO is sprake van een bestuursbenoeming. In principe geeft SIKO in eerste instantie een zgn. tijdelijke benoeming voor de periode van ten hoogste 12 maanden. Met de betreffende werknemer worden er door de directeur van de school duidelijke afspraken gemaakt over begeleiding, coaching, invulling taakbeleid en ( uiteindelijke) beoordeling. Op basis van deze beoordeling kan de tijdelijke benoeming worden omgezet in een benoeming voor onbepaalde tijd.

40


Introductie en begeleiding

Het nieuwe personeel wordt begeleid door een mentor. De begeleiding van het nieuwe personeelslid zal bestaan uit meerdere gesprekken, over het werken in de groep, omgaan met ouders en collega’s en teamafspraken.

4.5.4

Taakbeleid

Taakbeleid op de SIKO-scholen moet leiden tot een gezonde, professionele werksituatie voor alle betrokken personeelsleden. Hierbij wordt een gezonde werksituatie minstens omschreven als: de tijd die een individuele onderwijsgevende inzet voor activiteiten is gelijk aan de tijd waarvoor een onderwijsgevende is aangesteld bij de stichting SIKO (de aanstellingstijd). Deze doelstelling wordt bereikt door: • • • • • • • • • • •

• •

het bepalen van de visie van de school en het logisch daaruit af te leiden takenpakket; het vaststellen van de normjaartaak voor elke individu én de som van deze normjaartaken als richtlijn voor taakbelasting van leerkracht én school; het vaststellen van richttijden voor de onderdelen van het takenpakket van de school (schoolspecifiek); het verzamelen van de verschillende takenpakketten van de scholen (directeuren kunnen elkaar daar over informeren) het takenpakket in relatie brengen tot de uitvoeringsmogelijkheden van de teamleden, ten einde keuzen te kunnen maken met betrekking tot de individuele taakbelasting en de mogelijkheden van de school; het bereiken van een – voor de school – zo efficiënt mogelijke verdeling van de taken; het bereiken van een taakbelasting voor elk personeelslid, die in objectieve termen in principe even groot is en waarbij ook het begrip ‘erkende ongelijkheid’ een leidende rol zal spelen; het voeren van een werktijdenregistratie als richtlijn van handelen voor de onderwijsgevende (reflectie-instrument) én als richtlijn voor de directie; de ervaren taakbelasting zal altijd bespreekbaar zijn, zowel in persoonlijke gesprekken als in teamvergaderingen; de verdere ontwikkeling van taakbeleid en de – daarbij – ervaren taakbelasting is een vast onderdeel van de jaarlijkse functioneringsgesprekken; er wordt gewerkt met een aanwezigheidsregeling, nl. in ieder geval aanwezig zijn van een half uur voor de morgenschooltijd begint tot drie kwartier na beëindiging van de middagschooltijd. Dit ten behoeve van een betere bereikbaarheid voor ouders en collega´s; piekbelasting wordt tegengegaan door het effectief inplannen van taken rekening houdend met de inzet van individuele leerkrachten; uitgangspunten voor leeftijdsbewust personeelsbeleid en de relatie hiervan voor het taakbeleid op de school worden bovenschools afgesproken.

41


Collegiale consultatie

De afgelopen jaren is het steeds meer van zelfsprekend geworden om gebruik te maken van collegiale consultatie. Dit kan gericht, dus met een opdracht, maar tevens in het kader van een persoonlijk ontwikkelingsplan.

4.5.6

Klassenbezoek/lesobservatie

Lesobservaties kunnen worden uitgevoerd door de schooldirectie, voorafgaand aan een functionerings- of beoordelingsgesprek, of door een externe partij, zoals het CED of WSNS, onder andere in het kader van consultatieve leerlingbegeleiding.

4.5.7

Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Een POP en het daaraan gerelateerde gesprek is integraal onderdeel van de gesprekkencyclus binnen SIKO. Het persoonlijk ontwikkelingsplan is een plan van aanpak voor een individuele medewerker om zich als professional te ontwikkelen in zijn werkzame leven (loopbaanperspectief), om zich competenties eigen te maken in een bepaalde functie (functieperspectief) en om competenties te verbeteren die nodig zijn om in een specifieke situatie succesvol te kunnen zijn (verbeterperspectief). Medewerkers zijn personeelsleden die aangesteld zijn bij een school: directieleden, leerkrachten, LIO-ers, en OOP-ers. Het uitwerken van een POP dient zorgvuldig te gebeuren, waarbij de tijd genomen moet worden om de volgende fasering aan te houden: 1. Verzamelen van feedback op het huidige functioneren m.b.v. een competentieprofiel. 2. Voeren van een gesprek met iemand binnen de schoolorganisatie met als onderwerpen: a. ambities b. sterke competenties en minder sterke competenties c. prioriteiten voor de komende 4 jaar en doelstellingen. 3. De medewerker werkt het POP verder uit. 4. Bespreking van het POP met de direct leidinggevende met als gespreksonderwerpen: a. nog een keer de doelstellingen b. (leer)activiteiten c. afspraken over de uitvoering van de (leer)activiteiten. Direct leidinggevenden zijn bovenschoolse managers, (meerscholen)directeuren. Daarnaast ook locatieleiders, indien leidinggevende bevoegdheden gedelegeerd zijn. Medewerkers gaan werken aan een POP als zij in dienst zijn van de SIKO. De gesprekscyclus (zie bijlage) geldt daarbij voor een periode van 4 jaar. Het POP is steeds onderwerp van gesprek en daarmee voortdurend in ontwikkeling.

42


Bekwaamheidsdossier

Alle werknemers beschikken, overeenkomstig de Wet Bio, over een bekwaamheidsdossier. Deze dossiers zijn centraal opgeslagen in de school. In dit dossier bevinden zich: - Afschriften van dipoma’s en certificaten - De missie en visie(s) van de school - De competentieset - De gescoorde competentielijstjes - De persoonlijke ontwikkelplannen - De gespreksverslagen In een ‘portfolio’ verzamelt de werknemer ‘bewijzen’ voor zijn persoonlijke ontwikkeling.

4.5.9

Functioneringsgesprekken

Functioneringsgesprekken zijn integraal onderdeel van de gesprekkencyclus binnen SIKO. Met alle medewerkers is in de schooljaren 2006/2007, 2009/2010 en 2010/2011 een functioneringsgesprek gevoerd. Functioneringsgesprekken zijn regelmatig terugkerende gesprekken tussen een directielid of een direct leidinggevende en een medewerker over de inhoud en de uitvoering van het werk, de werksfeer en de werkomstandigheden, met als doel de kwaliteit van het werk te verbeteren. Bij functioneringsgesprekken gaat het dus om een gesprek dat is gericht op het optimaliseren van het functioneren van het personeelslid binnen de organisatie. Daarbij kunnen zaken als taakbelasting, wensen ten aanzien van te verrichten taken en werkzaamheden alsmede scholingswensen en de voortgang van de persoonlijke ontwikkeling aan de orde komen. Daarbij worden afspraken gemaakt over de aanpak van eventueel gesignaleerde problemen. Belangrijk voor functioneringsgesprekken is de gelijkwaardigheid, het tweerichtingsverkeer, hetgeen betekent dat ook het functioneren van de leidinggevende t.o.v. de medewerker ter sprake kan komen. Het functioneringsgesprek dient plaats te vinden in een open sfeer en is toekomstgericht. De in het functioneringsgesprek gemaakte afspraken zijn vertrouwelijk voor de gesprekspartners. Het functioneringsgesprek vindt drie keer in de vier jaar plaats (in het 4e jaar wordt een beoordelingsgesprek gevoerd). Het verslag wordt opgenomen in het personeelsdossier.

4.5.10

Deskundigheidsbevordering

De school stelt jaarlijks een professionaliseringsplan op. Medewerkers kunnen voor scholing opteren in relatie tot de organisatorische doelen en/of de competentieset en/of het opgestelde persoonlijk ontwikkelplan. Scholing richt zich primair op het versterken van de missie, de visie en de doelstellingen van de school.

4.5.11

Intervisie

De directie werkt met een vergaderstructuur waarin tijdens bouwvergaderingen ook ruimte opgenomen is voor intervisiemomenten. Onder leiding van een van een bouwcoördinator bespreken teamleden de dagelijkse praktijk.

43


Beoordelingsgesprekken

Beoodelingsgesprekken zijn integraal onderdeel van de gesprekkencyclus binnen SIKO. Met alle medewerkers is in het schooljaar 2009/2010 een beoordelingsgesprek gevoerd. Een beoordelingsgesprek is gericht op het zorgvuldig vastleggen van het oordeel van de directeur over de wijze waarop het personeelslid heeft gefunctioneerd en zich heeft ontwikkeld in de afgelopen periode. De beoordeling is zelf terugblikkend, waarmee een beoordelingstijdvak wordt afgesloten. Het beoordelingsgesprek is een eenzijdige door de directeur vastgestelde waardering waaraan eventueel rechtspositionele en arbeidsvoorwaardelijke consequenties kunnen worden verbonden, zowel positief als negatief. Bij het beoordelen moet het volgende duidelijk zijn: - het doel van beoordelen; - de consequenties van de beoordeling (waarderende of disciplinaire maatregelen waar rechtspositionele gevolgen aan verbonden kunnen zijn); - wanneer de volgende beoordeling plaatsvindt (in geval van een negatieve beoordeling waar geen rechtspositionele gevolgen aan zijn verbonden); - dat de beoordeling plaatsvindt aan de hand van een, in concept ingevuld beoordelingsformulier waarop de te beoordelen aspecten vermeld staan; - dat de opgemaakte beoordeling door het personeelslid voor gezien moet zijn getekend voor het gesprek plaatsvindt; - hoe het personeelslid eventueel in beroep kan gaan tegen de beoordeling. Ten aanzien van de procedure als volgt: - het starten van de procedure met een schriftelijke uitnodiging door de directeur aan het betreffende personeelslid; - het voorbereiden van de beoordeling; - het invullen van het beoordelingsformulier door de directeur (tien dagen voor het gesprek in handen van het betreffend personeelslid); - gelegenheid om een eigen mening over de beoordeling kenbaar te maken. Deze mening wordt toegevoegd aan het concept beoordelingsformulier (voor het gesprek ingeleverd); - het beoordelingsgesprek; - verslaglegging met aan het eind de beroepsmogelijkheid (omkleed met redenen: tien dagen na ontvangst van het beoordelingsgesprek bij de algemeen directeur van SIKO).

4.6

Verzuimbeleid

Per schooljaar 2011/2012 zal de school zich aansluiten bij de verzuimmodule van Raet. Het verzuim wordt tevens beschreven in het jaarverslag. Onze school kent reeds jaren een laag ziekteverzuim.

44


Organisatie en beleid

5.1

Organisatiestructuur en -cultuur

Onze school is een van de 9 scholen van de Stichting SIKO. De directie geeft –onder eindverantwoordelijkheid van de algemeen directeur van de stichting- leiding aan de school. De directie is integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en het uitvoeren van het beleid. Het managementteam van de school, bestaande uit de directie, de ICT-coördinator en drie bouwcoördinatoren (onderbouw, middenbouw en bovenbouw), houdt zich bezig met beleidsvoorbereiding en sturing. De coördinatoren hebben binnen het managementteam hun eigen taken en worden daarbij ondersteund door de desbetreffende teamleden. Bouwcoördinatoren zijn frequent uitgeroosterd. In afzonderlijke bouwvergaderingen worden voorstellen voorbereid. In de plenaire teamvergadering worden eveneens besluiten vastgesteld. De school beschikt over een medezeggenschapsraad. Op stichtingsniveau is er een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. De schoolleiding streeft ernaar de school te ontwikkelen tot een lerende organisatie, tot een school die gekenmerkt wordt door een professionele schoolcultuur.

5.2

Structuur (groeperingsvorm)

De school gaat uit van een leerstofjaarklassensysteem. Op onze school kennen wij in ieder leerjaar parallelklassen. De indeling van klassen vindt dan plaats op basis van een vastgesteld protocol. De lessen worden in het algemeen in de groep aangeboden aan de leerlingen. Bij diverse vakgebieden wordt het klassenverband –indien noodzakelijkdoorbroken. Kinderen kunnen dan elders op eigen niveau rekenen of lezen.

5.3

Schoolklimaat

Wij vinden het belangrijk, dat de school een veilige en verzorgde omgeving is voor de leerlingen en de medewerkers. Een omgeving waarin iedereen zich geaccepteerd voelt en waar het plezierig samenwerken is. Onze school is een school die open staat voor ouders. Sterker nog: wij proberen ouders optimaal te informeren en te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken. Enkele van onze speerpunten zijn: • • • • • •

De school ziet er verzorgd uit De school is een veilige school Leerkrachten (onderling) en leerlingen (onderling) gaan respectvol met elkaar om Ouders ontvangen wekelijks een nieuwsbrief Ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid zijn van groot belang De school staat altijd open – leerkrachten en directie zijn altijd bereikbaar

Op school hanteren we een aantal regels. Deze regels komen in de loop van het schooljaar regelmatig terug. Wij zorgen ervoor dat leerlingen kunnen spelen, werken en leren en leerkrachten kunnen lesgeven Wij gaan met elkaar om zoals wij willen dat de ander met ons omgaat Wij zorgen ervoor dat we goed en netjes omgaan met materialen van onszelf, van anderen en van de school Wij houden samen alles schoon en netjes

45


Wij zorgen ervoor dat ieder die bij de school hoort zich veilig voelt Wij zijn verantwoordelijk voor elkaar en zorgen dat iedereen erbij hoort.

5.3.1 Sociale veiligheid Pesten wordt op onze school niet geaccepteerd. Wij voeren als school een actief beleid om pesten te voorkomen of tegen te gaan. Wij gaan daarbij uit van het volgende: Echt pestgedrag komt over het algemeen pas voor vanaf groep 5; in de groepen 1 tot en met 4 kan wel de basis worden gelegd voor later pestgedrag. Wij spreken over de gepeste en de pesters. Of er sprake is van pesten wordt bepaald door de beleving welke de gepeste heeft. Pesten komt ook bij volwassenen voor. Wij zijn alert op het signaleren van pestgedrag. Wij nemen elke melding van wie dan ook over pesten serieus. Wij gaan op een professionele manier met het pesten om. Wij zijn alert op pestgedrag. Met name in de groepen 1 tot en met 4 zijn wij alert op gedrag wat later tot pestgedrag kan uitgroeien. Wij signaleren mogelijke pesters en mogelijke gepesten. Wij spreken met de groep over verschillen in mensen, het anders mogen zijn, het voor elkaar opkomen, het elkaar helpen, enzovoorts. Met name in de groepen 5 tot en met 8 zijn wij alert op het gedrag van de pester(s) en de gepeste(n). Wij gaan daarbij uit van signalen zoals in de literatuur beschreven (pesters: ongewenst groepsgedrag, machogedrag, onverklaarbaar in het bezit van nieuwe spullen of spullen die van een ander zijn geweest, enzovoorts; gepeste: net op tijd op school en als eerste weg, of andersom; blijven "hangen" bij speelkwartieren, altijd in de buurt van volwassene, slecht slapen, onverklaarbare beschadigingen aan lichaam, kleding en/of eigendommen, enzovoorts). Meldingen van ouders, andere kinderen en andere leerkrachten nemen wij serieus. Vanuit zes basisregels worden jaarlijks met elke groep routines afgesproken. De uitwerking van de regels in routines is er (mede) op gericht om pestgedrag te voorkomen; twee van de zes regels lenen zich hier specifiek voor. Anti-pestbeleid In de groepen 6, 7 en 8 wordt aan het eind van het schooljaar de pestmeting afgenomen. Basiselementen van het anti-pestbeleid: Op schoolniveau: -pesttest -toezicht op de speelplaats tijdens pauzes en overblijven vastgelegd in een surveillanceplan -een pestprotocol met daarin o.a. de schoolregels tegen pesten in de vorm van de ‘Stop 5” -bijeenkomst met ouders over het anti-pestbeleid op school Op klasniveau: -klassenregels tegen pesten -lessen over pesten -Take-care project voor de groepen 7 -gesprekken met ouders over het anti-pestbeleid op school Op individueel niveau: -een protocol gericht op het voeren van gesprekken met pesters en gepesten

46

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 -een protocol gericht op het voeren van gesprekken met de ouders van de betrokken kinderen Ten aanzien van vermoedens van kindermishandeling hanteert onze school het protocol “Er is iets niet pluis”. Problemen in de ontwikkeling van het kind kunnen veelzijdig van aard zijn, dit kan bijvoorbeeld variëren van problemen in de opvoeding en/of gezinssituatie tot kindermishandeling of een psychische stoornis als ADHD. In het protocol wordt daarom niet gesproken over een protocol opvoedingsproblemen of een protocol kindermishandeling etc, maar van een protocol ‘er is iets niet pluis’. Met de term ‘er is iets niet pluis’ bedoelen wij letterlijk alle situaties en signalen die aangeven dat het niet goed gaat met het kind. Als leerkracht kun je te maken krijgen met signalen waaruit je vermoedt dat er iets met het kind en/of de gezinssituatie aan de hand is. Als er sprake is van dit soort vermoedens, is het belangrijk om daar zorgvuldig mee om te gaan. Vanzelfsprekend wil je direct wat doen om aan deze mogelijk nare situatie een eind te maken. Toch is het van groot belang om volgens een bepaald handelingstraject te werk te gaan, alertheid en handelingsbekwaamheid zijn daarbij erg belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan een arts of brandweerman die wel meteen moet handelen, maar toch de situatie moet blijven afwegen om de juiste keuzes te maken. Dit handelingstraject verloopt volgens een vast protocol. Het protocol helpt je bij het inschatten van de situatie en het maken van de juiste keuzes. Het is in het belang van het kind dat het protocol wordt gevolgd.

5.3.2 Veiligheidsbeleid Het bestuur van SIKO en de directies van de aangesloten scholen zijn verantwoordelijk voor het schoolbeleid. Het arbobeleid maakt hier deel van uit en daarom gelden de volgende algemene uitgangspunten dus ook voor het arbobeleid: • • • •

de zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn van personeel en leerlingen; het belang van een ongestoorde voortgang van het onderwijsproces; het voldoen aan kwaliteitseisen voor het onderwijs; beleidsafspraken uit overige beleidsdocumenten.

Het bestuur van de onderwijsinstelling streeft naar optimale arbeidsomstandigheden voor haar personeel en leerlingen. Het arbobeleid is gericht op waarborging van de veiligheid en gezondheid van medewerkers en leerlingen, en op de bevordering van hun welzijn. Om dit te bereiken, organiseert het bestuur de school op zo’n manier dat onaanvaardbare risico’s in principe zijn uitgesloten. Verzuim door ziekte en arbeidsongeschiktheid wordt zo veel mogelijk tegengegaan. Per school worden hiervoor jaarlijks realistische streefcijfers geformuleerd. Seksuele intimidatie, agressie, geweld, pesten en discriminatie worden actief bestreden. Verder is het streven om personeelsleden zo goed en breed mogelijk in te zetten. Speciale aandacht gaat uit naar de inzet van nieuw personeel, ouderen, herintreders en arbeidsgehandicapten. Behalve op genoemde grondslagen rust het arbobeleid uiteraard op de Arbowet, het Arbobesluit en andere relevante weten regelgeving. De doelstellingen van het arbobeleid worden in samenhang met de schooldoelstellingen geformuleerd. Dit gebeurt in overleg met de personeelsvertegenwoordiging. De resultaten zijn onderwerp van het reguliere schooloverleg en worden vastgelegd in een arbobeleidsplan. De doelstellingen worden eveneens vermeld in het jaarlijks op te stellen Plan van aanpak. Dit plan wordt opgesteld op basis van de RI&E (Risico-inventarisatie en -evaluatie).

47

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 Het Arbobeleidsplan bevat een omschrijving van het beleid waarmee de hoofddoelstelling wordt verwezenlijkt, en van de hieruit voortvloeiende taken voor de komende vijf jaar. Indien van toepassing wordt voor elk beleidsonderdeel aangegeven: • wie verantwoordelijk is; • welke procedures worden gevolgd; • welke instrumenten worden gebruikt; • welke vorm van interne of externe ondersteuning nodig is; • hoe de kwaliteitsborging is geregeld. Het bestuur wil risico’s voor veiligheid, gezondheid en welzijn zo veel mogelijk in de kiem smoren. Daar zijn verschillende middelen voor, zoals een adequaat aankoopbeleid en onderhoudscontracten. Bij de bouw en inrichting van schoolgebouwen verdienen de arbeidsomstandigheden extra aandacht. In de omschrijving van de opdracht voor bouw- en inrichtingswerkzaamheden houdt het bestuur uitdrukkelijk rekening met de arboregelgeving. Als de verantwoordelijkheid hiervoor bij de gemeente ligt, zal het bestuur deze belangen inbrengen in het overleg met de verantwoordelijke functionaris. De arbocoördinator zorgt voor relevante informatie zoals inkoopspecificaties en ziet toe op de naleving van onderhoudscontracten. Het bestuur heeft een contract met de arbodienst Arbo Unie. In overleg met het directeurenberaad en de personeelsvertegenwoordiging ((G)MR), is voor verzuimbegeleiding het ‘Basiscontract Integrale Arbozorg 2003’ gekozen. Er is een vast contactpersoon bij de Arbodienst. Elk jaar evalueert het bestuur in samenspraak met het directeurenoverleg het contract met de Arbodienst. Zo nodig wordt het bijgesteld. Wat betreft de verzuimbegeleiding is de schooldirecteur het aanspreekpunt voor de Arbodienst. De Arbodienst overlegt vervolgens zowel met de contactpersoon van het bestuur als met de schoolleiding. Op school is de directeur verantwoordelijk voor het arbobeleid. Hij zorgt voor de verdeling van arbotaken en overlegt met het bestuur. Via het MR-overleg beschikt het personeel over instemmingsrecht en inspraak bij de totstandkoming van het arbobeleid. De schoolleiding is verantwoordelijk voor de bedrijfshulpverlening (BHV), de arbocoördinator regelt de uitvoering ervan. De Arbodienst verzorgt de noodzakelijke opleiding voor BHV’ers, die met scholingsgelden wordt bekostigd. Minstens eenmaal per jaar wordt met medewerking van de brandweer het ontruimingsplan geoefend. De Risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) wordt uitgevoerd op school onder leiding van de arbocoördinator. De schoolleiding is echter eindverantwoordelijk voor de RI&E. Resultaten worden aan de (G)MR voorgelegd. De arbocoördinator bepaalt jaarlijks of gewijzigde omstandigheden een (gedeeltelijke) herhaling van de RI&E vereisen. In ieder geval wordt jaarlijks een veiligheidscontrole uitgevoerd aan de hand van controlelijsten uit de Arbomeester. Conform de Arbowet 1998 stelt een school na een RI&E een Plan van aanpak op. Hierin staat welke onderwerpen in welke volgorde aan bod moeten komen, welke werkzaamheden hiermee gepaard gaan, wie verantwoordelijk is en hoeveel tijd en geld een en ander kost. Ook is terug te lezen welke activiteiten al zijn uitgevoerd. Het Plan van aanpak wordt aan de MR voorgelegd. Aan het eind van het schooljaar wordt het Plan van aanpak geëvalueerd en aangepast voor het volgende jaar. Dit gebeurt aan de hand van een door de arbocoördinator te vervaardigen voortgangsverslag (een overzicht van al dan niet gerealiseerde arboactiviteiten). De bevindingen worden op bestuursniveau gebundeld en voorgelegd aan de (G)MR. Op grond van de uitkomsten van de RI&E, teamvergaderingen en individuele gesprekken met teamleden wordt bepaald over welke risico’s het personeel voorlichting moet krijgen. In ieder geval wordt aandacht besteed aan: • de veiligheids- en werkinstructies voor leerkrachten en leerlingen;

48


werkgebonden risico’s, zoals agressie, geweld en stress; het verzuimbeleid en bijbehorende protocollen; de ontwikkeling van het ziekteverzuim op school; de introductie van nieuwe medewerkers, stagiair(e)s en leerlingen.

5.4

Communicatie (intern)

Binnen onze school vinden we de interne communicatie van groot belang. Op deze wijze willen wij de kwaliteit van de school waarborgen en verder optimaliseren. Wij zorgen voor een heldere vergaderstructuur en er worden effectieve hulpmiddelen ingezet. 1. Wij werken met een vergadercyclus van drie weken: o teamvergadering o bouwvergadering o stafvergadering 2. de directie heeft wekelijks overleg 3. de directie en ICT-coördinatie vergaderen 10x per jaar 4. de zorgsectie (intern begeleiders en remedial teachers) vergaderen 6x per jaar 5. commissies en werkgroepen vergaderen conform het taakbeleidsplan 6. de medezeggenschapsraad vergadert 10x per jaar 7. binnen SIKO vindt tweewekelijks directeurenberaad c.q. directieoverleg plaats 8. wij gebruiken effectieve middelen voor de communicatie: e-mail, Internet, Intranet en postvakken Qua communicatiegedrag vinden we het volgende belangrijk: 1. 2. 3. 4. 5.

5.5

Zaken worden op de juiste plaats besproken Vergaderingen worden goed voorbereid Op vergaderingen is sprake van actieve deelname In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf Wij geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen

Communicatie (met externe instanties)

De school heeft voornamelijk communicatielijnen met buitenschoolse voorzieningen, begeleidingsdiensten, schoolmaatschappelijk werk, WSNS (ambulant begeleiders), Pabo Thomas More, opleidingsinstituten voor sociaal-pedagogisch werk, leveranciers, kinderteams, GGD, collega-scholen, Dienst Educatie, Dienst Sport en Recreatie, logopedische diensten en andere hulpinstanties. Waar mogelijk worden medewerkers van deze instanties gezien als externe collega’s. Wij vinden het van belang dat met deze medewerkers op basis van gelijkwaardigheid wordt gecommuniceerd. 1. Medewerkers van externe instanties worden gezien als ‘bondgenoten’. 2. Er wordt gewerkt aan de hand van goede afspraken. 3. Er vinden regelmatig evaluatiemomenten plaats. 4. Er wordt gehandeld vanuit een wederzijds respect. 5. Ouders worden van communicatiestructuren op de hoogte gehouden.

49


Communicatie (met ouders)

Goede contacten met ouders vinden wij van groot belang, omdat school en ouders dezelfde doelen nastreven: de algemeen menselijke en de cognitieve ontwikkeling van (hun) kinderen. Ouders zien we daarom als gelijkwaardige gesprekspartners. Voor de leerkrachten zijn de bevindingen van de ouders essentieel om het kind goed te kunnen begeleiden. En voor de ouders is het van belang dat zij goed geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind. o o o o o o o o o

Leerkrachten en ouders communiceren op basis van wederzijds respect Ouders worden betrokken bij schoolactiviteiten Leerkrachten stellen zich op de hoogte van de opvattingen en verwachtingen van de ouders Ouders ontvangen informatie over de actuele gang van zaken Ouders worden betrokken bij (extra) zorg Ouders (en hun kinderen) worden adequaat voorbereid op het vervolgonderwijs Ouders worden adequaat op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van hun kind Leerkrachten zijn zich bewust van hun voorbeeldgedrag Leerkrachten geven ouders, vanuit hun professionaliteit, feedback

Als contactmoment biedt school een spreekuur voor ouders met respectievelijk groepsleerkracht, intern begeleider en directie. Aan het begin van ieder schooljaar vinden er voor alle groepen algemene ouderavonden plaats. Ouders van leerlingen in de groepen 1 en 2 ontvangen een persoonlijke uitnodiging voor een groepsbezoek. Ouders en leerkrachten ondersteunen elkaar bij de opvoeding van het kind. Derhalve is het van groot belang dat de drempel naar school toe laag is. De lage drempel kan mede gerealiseerd worden door wederzijds vertrouwen, gelijkwaardigheid en belangstelling voor elkaar. Ouders worden daadwerkelijk in de gelegenheid gesteld te participeren binnen school. Was dit tot nu toe hoofdzakelijk gecentreerd rond hulp binnen en buiten klassenverband met betrekking tot schoolse en buitenschoolse activiteiten, steeds meer betrekken wij de ouders bij de inhoudelijke aspecten van het onderwijs. Overleg en samenwerking tussen ouders en schoolteam proberen wij te bevorderen. Overleg geschiedt heel vaak middels georganiseerd overleg tussen schoolteam en ouders. Samenwerken kan zowel thuis als op school gebeuren. Wij noemen een aantal mogelijkheden: o het thuis verrichten van onderwijsondersteunende activiteiten, zoals huiswerk controleren, belangstelling tonen voor allerlei schoolse zaken, het lezen van de schoolinformatie enz. o het bijwonen van ouderavonden en door de school georganiseerde evenementen o het verlenen van handen spandiensten et cetera aan de school. De leerkrachten hebben naast het eigenlijke lesgeven nog allerlei tijdrovende bezigheden. Veel activiteiten zouden verdwijnen wanneer de school de hulp van de ouders zou ontberen. Met ouders, die helpen bij groepsactiviteiten worden afspraken gemaakt die zijn vastgelegd in een ouderprotocol. Dit ligt op school ter inzage. Onze medezeggenschapsraad bestaat uit twee geledingen van ieder 5 personen: de oudergeleding en de personeelsgeleding. Leden van de medezeggenschapsraad worden voor drie jaar gekozen door de groep die zij vertegenwoordigen: ouders door de ouders,

50

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 personeelsleden door het personeel. De directeur van de school neemt als adviseur deel aan de vergaderingen. Er vinden per schooljaar 10 vergaderingen plaats. De medezeggenschapsraad moet in de eerste plaats zorgen voor een goed overleg tussen leerkrachten, ouders, schooldirectie en schoolbestuur. Door de belangen van ouders en personeel te behartigen bij schooldirectie en schoolbestuur levert de medezeggenschapsraad een bijdrage aan het goed functioneren van de school en het welzijn van de leerlingen. Vanaf begin schooljaar 2001-2002 kent onze school geen ouderraad meer. In plaats daarvan heeft elke groep een of meerdere klassenouders. De klassenouder is de schakel tussen de groepsleerkracht en de ouders/verzorgers van de kinderen uit de klas bij zaken van organisatorische aard. Op verzoek van de groepsleerkracht assisteert de klassenouder bij de (organisatie van) activiteiten in de klas waarbij ouders betrokken zijn. Ouders ontvangen wekelijks een digitale nieuwsbrief in de vorm van een e-mail of als downloadable document op onze website (www.jozefschool-schiedam.nl). Doel van de website is een digitale presentatie van onze school en informatievoorziening aan ouders en andere belangstellenden. Aan het begin van ieder schooljaar wordt de schoolgids en de schooljaarkalender digitaal beschikbaar gesteld.

5.7

Voor- en vroegschoolse educatie (wet OKE)

Onze school is een VVE-school (vroeg- en voorschoolse educatie). Dit betekent dat wij nauw samenwerken met een peuterspeelzaal in de buurt van onze school (Dok). De samenwerking bestaat uit een regelmatig overleg over het onderwijsaanbod (i.v.m. doorgaande lijnen), het educatief handelen en de zorg en begeleiding. Onze school (vroegschool: groep 1 en 2) maakt gebruik van de onderwijsmethode ‘Basisontwikkeling’ die aansluit op de methode ‘Startblokken’ die op de peuterspeelzaal gebruikt wordt. Wij onderhouden een zeer goede relatie met de peuterspeelzalen (voorscholen) en er is in alle gevallen van plaatsing op de basisschool sprake van een warme overdracht. Onze ambities voor wat betreft de relatie voorschool/vroegschool zijn:

5.8

We beschikken over gezamenlijk (gericht) ouderbeleid We beschikken over doorgaande leerlijnen qua aanbod (wat) Het educatief handelen is op elkaar afgestemd (hoe) De zorg en begeleiding is op elkaar afgestemd De kwaliteitszorg richt zich (ook) op VVE Er is in alle gevallen sprake van een warme overdracht De opbrengsten zijn van voldoende niveau

Buitenschoolse opvang

Onze school biedt voor- en naschoolse opvang aan haar leerlingen in samenwerking met KomKids en Kinderopvang Mundo.

5.9

Krachtige wijkschool

In de strategische notie (Groei in kwaliteit’ 2008 – 2011) heeft SIKO verwoord: “iedere SIKO school is een krachtige wijkschool”.

51

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 Hiermee bevestigt SIKO haar koers: • De school pakt maatschappelijke vragen op, zoals het aanbieden van voor- , tussenen naschoolse opvang in relatie met het onderwijs, het vormgeven van Passend Onderwijs, aandacht voor gezondheid en cultuureducatie, ouderbetrokkenheid et cetera. • Het primaire proces binnen SIKO scholen is onderwijs verzorgen in de context van de omgeving / samenleving. Verbredingstaken maken daar een onderdeel van uit. • SIKO scholen kiezen voor onderwijs aanbieden in samenhang met haar omgeving: dit betekent dat losse schakels elkaar versterken. Integrale aanpak staat centraal.

De Sint Jozef geeft de krachtige wijkschool gestalte door een verdere intensivering van haar partnership met instanties en relaties. Dichtbij de school met een hoog voorzieningenniveau voor ouders. De school daarbij als intermediair en expert als 1-loketfunctionaris. Omwille van de schaalgrootte van de school en de daaraan gekoppelde maximale capaciteitsuitnutting van de beide schoolgebouwen is er expliciet niet voor een fysieke vormgeving van de krachtige wijkschool geopteerd.

52


Financieel beleid

6.1

Lumpsum financiering-ondersteuning

Binnen SIKO is een financieel beleidsplan opgesteld waarin de kaders voor de scholen zijn vastgelegd. Geld kan daarbij nooit een doel op zich zijn; het is een middel om inhoudelijke doelen te verwezenlijken. Om een succesvol financieel management te bereiken, zowel schools als bovenschools, worden onderstaande stappen steeds weer gezet: 1. 2 3 4 5 6

Vertalen van beleid in financiële consequenties. Beoordelen van die consequenties op hun aanvaardbaarheid. Opstellen van definitieve begrotingen en omzetten van die begrotingen in budgetten. Bewaken van de inzet van middelen. Afleggen van verantwoording over middelentoewijzing en daadwerkelijke inzet. Evalueren van middeleninzet en de effectiviteit van financieel management

Een beleidscyclus zorgt ervoor in samenspraak met de (G)MR de beleidsplannen te realiseren. Hierbij vormen de volgende uitgangspunten de basis: • Doelstelling strategisch plan lange termijn plan jaarplan/budget uitvoering/ verantwoording. • Financiële controle efficiency bijsturen. • Management controle effectiviteit bijsturen. Administratiekantoor Groenendijk (GOA) verwerkt de geldstromen in opdracht van SIKO en de school en ziet erop toe dat alles, uiteindelijk ook via de accountant, volgens de wet wordt afgehandeld en gecontroleerd. Op stichtingsniveau adviseert een financiele commissie de algemeen directeur; ook worden de scholen aangestuurd en ondersteund.

6.2

Externe geldstromen

Te onderscheiden vallen: • de reguliere bekostigingen. Op basis van het voldoen aan de bekostigingsvoorwaarden (wet Primair Onderwijs): -personele budget -P.A.B. budget -budget materiële instandhouding, -via huisvestingsaanvragen via de gemeente/VVN • de overige bekostigingen, zoals -lokale subsidies (brede school, VVE, schakelklassen, combifunctionarissen) en -projectmatige subsidies (o.a. bestemmingsbox taal/rekenen, VLT, culturele vorming) -donaties

53


Interne geldstromen

Het gaat hier om de zgn. private gelden. In het financieel beleidsplan van onze stichting onderscheiden wij de oudergerelateerde private gelden: -ouderbijdragen (niet verplicht) -schoolkamp – en schoolreisbijdragen en de schoolgerelateerde private gelden: -overblijfgelden/ opvang -personeelszorg -acties -sponsoring -activiteiten (o.a. NAR) -overige gelden. De directie van de school is verantwoordelijk voor de begroting, verwerking, bewaking, afhandelingen richting administratiekantoor en verantwoording. Een deugdelijke administratie ligt ten grondslag aan deze procedures. Elke school heeft daarom een of meerdere zakelijke bankrekeningen, bekend bij het administratiekantoor. Voor wat betreft de oudergerelateerde financiën vindt overleg plaats met de medezeggenschapsraad t.a.v. de begroting, voortgang en evaluatie. Alle private gelden worden uiteindelijk gecontroleerd door de accountant en weergegeven in de jaarrekening van onze stichting. Daarnaast wordt door SIKO jaarlijks diverse overdrachtspercentages vastgesteld, waardoor het mogelijk is om bovenschoolse zaken te bekostigen. Andersom kan de stichting financiën bekostigen voor de onderliggende scholen ( te denken valt o.a. aan BAPO, ouderschapsverlof, administratie- en RAETkosten, lidmaatschap bestuursbond, meerjarig onderhoud)

6.4

Sponsoring

Onze school onderschrijft de uitgangspunten van het convenant sponsoring dat in 1997 voor de scholen voor primair en voortgezet onderwijs is gesloten. Sponsoring kan op onze school plaatsvinden. Wij gaan uit van externe ondersteuning, waarbij het primaire onderwijsproces niet beïnvloed wordt. 6.5

Begrotingen

Per kalenderjaar: -de schoolbegroting met daarin de -de personele begroting met het formatieplan als beleidskader -de materiële baten en lasten -een meerjarenbegroting -per school een bijstelling meerjarenbegrotingen Investeren/ afschrijven (ICT, Duurzame leermiddelen, Meubilair) -de bovenschoolse SIKO-begroting

54

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 De integraal verantwoordelijke schooldirecteur stelt de begroting op. Na behandeling in de financiële commissie van onze stichting stelt de algemeen directeur uiteindelijk alle begrotingen vast. Uiteraard wordt, daar waar nodig, de besluitvormingsprocedure in acht genomen (directie (G)MRbestuur) Zie verder financieel beleidsplan SIKO.

55


7

Kwaliteitsbeleid

7.1

Kwaliteitszorg

Onze school onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. Wij streven kwaliteit na en wij zorgen ervoor, dat de kwaliteit op peil blijft: Wij beoordelen de afspraken systematisch en cyclisch en op basis van de bevindingen verbeteren of borgen wij onze kwaliteit. Van belang is ook, dat onze kwaliteitszorg gekoppeld is aan het integraal personeelsbeleid. Wij streven ernaar, dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die wij belangrijk vinden. Daardoor borgen wij dat de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze medewerkers parallel verloopt. In algemene zin conformeert onze school zich aan het volgende. o o o o o o o o o

Wij hebben inzicht in de kernmerken van onze leerlingenpopulatie Wij beschikken over doelen (afspraken) bij diverse beleidsterreinen Wij beschikken over een evaluatieplan waardoor geborgd is, dat de verschillende afspraken minstens 1 x per vier jaar beoordeeld worden Wij laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen Wij werken planmatig aan verbeteringen vanuit schoolplan en jaarplan Wij evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn Wij borgen onze kwaliteit Wij rapporteren aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag en ouders) Wij waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen

Ten aanzien van de schoolplanperiode 2011-2015 zijn de onderstaande uitgangspunten te handhaven. • • • • • • • •

•

Wij doen wat we zeggen. Wij streven naar korte, haalbare doelen. Wij leven gemaakte afspraken na. In ons kwaliteitsbeleid besteden wij ten aanzien van de gestelde doelen aandacht aan evaluatie en rapportage. Wij borgen wat goed is. Wij blijven continu in professionele ontwikkeling. Wij maken gebruik van elkaars kwaliteiten en talenten. Wij dagen leerlingen en leerkrachten uit zich te ontwikkelen. Wij streven integraliteit tussen kwaliteitsbeleid en personeelsbeleid na.

7.1.1 Kwaliteitszorginstrumenten Onze school werkt met het kwaliteitszorginstrument ‘Kwaliteit in Kaart’. Hiermee beschikt de school over een concreet, continu en toekomstgericht bewakingssysteem voor het maken en nakomen van afspraken. Het is de methodiek om stapsgewijs én planmatig te werken aan de kwaliteit van het onderwijs en die kwaliteit voortdurend te blijven aanscherpen. De uitgangspunten van ‘Kwaliteit in Kaart’ zijn als volgt aan te geven. De school beschrijft welk concreet gedrag de professionals in de school vertonen, waarop zij mogen worden aangesproken. Zij doen dit met behulp van zogenaamde voorbeeld kernkwaliteiten die zij aanpassen aan de eigen situatie.

56

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 De school hanteert een systeem van interne audits: Collega's onderzoeken regelmatig en systematisch bij elkaar of het afgesproken gedrag wordt vertoond en doen op basis van hun onderzoek aanbevelingen voor verbeteringen. De school werkt op een systematische wijze aan verbetering én vernieuwing van haar onderwijs en borgt de resultaten in nieuwe afspraken waarop de professionals zich laten aanspreken. ‘Kwaliteit in Kaart’ ondersteunt de school in het maken van haar eigen keuzes. Als kader wordt het Toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs aangewend. Met ingang van de vorige schoolplanperiode 2007-2011 wordt het kwaliteitsinstrument WMK-PO ingezet. WMK-PO is een kwaliteitszorgsysteem dat de gebruikers helpt bij de vormgeving van kwaliteitszorg en integraal personeelsbeleid. WMK-PO is een hulp- en een hoe-middel: het geeft gebruikers concrete tools om daadwerkelijk aan de slag te gaan met het vormgeven aan kwaliteitsbeleid. WMK-PO baseert zich op de systematiek die bekend staat als de PDCA-cylus, de zogenaamde Demingcirkel. Het op een doelgerichte wijze ontwikkelen van de school en de medewerkers veronderstelt het systematisch nemen van de volgende stappen: • • • •

To Plan (P) Vaststellen van de doelen van de school (en de medewerkers) To Do (D) De doelen in de praktijk realiseren To Check (C) Controleren of de doelen in voldoende mate gerealiseerd worden To Act (A) Wat goed gaat vasthouden (borgen) en verbeteringen realiseren

WMK-PO koppelt kwaliteitszorg nadrukkelijk aan integraal personeelsbeleid. Conceptueel richt kwaliteitszorg zich vooral op school(team)-ontwikkeling en integraal personeelsbeleid op mensontwikkeling. Het één kan niet zonder het ander: school(team)ontwikkeling versterkt de ontwikkeling van de individuele werknemer en andersom.

7.2

Wet- en regelgeving

In art. 12 van de Wet op het primair onderwijs is het schoolplan als volgt gestipuleerd.

57

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 Voorts verzorgt onze school jaarlijks de digitale rapportage aan de Inspectie van het Onderwijs van: -de schoolgids; -het schooljaarverslag; -het jaarplan; -de scores van methode onafhankelijke toetsen; -indicatoren terzake van instroom, uitstroom en doublures.

7.3

Reflectie schoolplan 2007-2011

De verantwoording van de afgelopen schoolplanperiode is jaarlijks in het schooljaarverslag van de school verwoord. Het jaarplan 2010-2011 is op 23 mei 2011 en 8 juni 2011 door respectievelijk de medezeggenschapsraad en het schoolteam als onderstaand vastgesteld.

58


59


60


61


62


7.4

Analyse inspectierapport

63


64


65


66


7.5

Kwaliteitszorg en ouders

Medio 2007 en aanvang 2009 heeft de school oudertevredenheidsonderzoeken uitgevoerd. Het eerste onderzoek is in regie van de school voltrokken. Het tweede onderzoek is op stichtingsniveau door SIKO verzorgd. De rapportage is als volgt.

67

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 7.5.1 Oudertevredenheidsonderzoek medio 2007

68


69


70


7.5.2 Oudertevredenheidsonderzoek aanvang 2009

71


Kwaliteitszorg en leerlingen

In 2010 hebben leerlingen van de groepen 7 en 8 deelgenomen aan een leerlingtevrenheidsonderzoek. De resultaten zijn als volgt:

72


73


74


Kwaliteitszorg en medewerkers

In 2008 heeft SIKO voor alle medewerkers een medewerkertevredenheidsonderzoek uitgevoerd. De resultaten voor de Sint Jozefschool zijn hieronder samengevat.

75


76


77


7.8

Evaluatieplan

In de schoolplanperiode worden alle beleidsterreinen –zoals aan bod gekomen in dit schoolplan- met een zekere regelmaat geëvalueerd. Welk beleidsterrein wanneer geëvalueerd wordt, staat aangegeven in onderstaand schema. De opbrengsten evalueren we jaarlijks. In onze jaarplannen nemen we steeds op welke beleidsterrein wanneer in het jaar geëvalueerd wordt. Over de uitkomsten van de evaluaties wordt gerapporteerd aan het bevoegd gezag, de GMR en de ouders.

78

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 Beleidsterreinen

20112012

Visie: algemeen en specifiek (3.2)

20122013

20132014

20142015

X

Levensbeschouwelijke identiteit (3.3)

X

Leerstofaanbod (3.4) Taalleesonderwijs (3.5) Rekenen en wiskunde (3.6) Sociaal-emotionele ontwikkeling (3.7) Actief Burgerschap en sociale cohesie (3.8)

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

ICT (3.9)

X

Leertijd (3.10)

X

Zorg en begeleiding (3.14)

X

Passend onderwijs (3.15)

X

Opbrengstgericht werken (3.16) Opbrengsten (3.17) Beleid functiemix (4.1.1) Schoolleiding (4.2)

X

Integraal personeelsbeleid/professionalisering (4.4) Taakbeleid (4.5.4)

X X

Persoonlijk ontwikkelingsplan (4.5.7)

X

Bekwaamheidsdossier (4.5.8)

X

Functioneringsgesprekken (4.5.9)

X

Beoordelingsgesprekken (4.5.12)

X X

Schoolklimaat (5.3)

X

Veiligheidsbeleid (5.3.2) Communicatie (met externe instanties) (5.5) Communicatie (met ouders) (5.6) Voor- en vroegschoolse educatie (5.7) Krachtige wijkschool (5.9)

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

79

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 Kwaliteitszorg (7.0)

7.9

X

X

X

X

Jaarplan 2011-2012

Het opstellen van een jaarplan is een cyclisch proces. Mede op basis van de evaluatie van het voorgaande jaarplan, dus dynamisch. Dientengevolge is gekozen voor de opzet om de doelstellingen voor het jaarplan 2011-2012 te documenteren. De staf van de school bewaakt dit jaarplan en stelt aan het einde van het schooljaar een volgend jaarplan op.

Jaarplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2012 Activiteiten

Datum gereed 1-7-2012

3.2.1

De schooldirectie stelt beleid op ten aanzien van de lijn tussen basisontwikkeling en ontwikkelingsgericht werken.

3.2.2

Op basis van de interne enquete aangaande handelingsgericht werken wordt door de schooldirectie beoordeeld op welke wijze hier verder gestalte aan gegeven wordt.

1-7-2012

3.4.1

Leerkrachten van de groepen 3 oriënteren zich hoe vreemde talenonderwijs (internationalisering) ingezet kan worden.

1-7-2012

3.4.2

Leerkrachten in de middenbouw geven verder gestalte aan technieklessen.

1-7-2012

3.4.3

Leerkrachten in de middenbouw werken met lessen Engels.

1-7-2012

3.4.4

Leerlingen worden vanaf groep 2 facultatief en in deeltijd in het Engels onderwezen.

1-7-2012

3.4.5

Het herziene beleid ten aanzien van het ‘compacten’ wordt door de schooldirectie ingevoerd.

1-7-2012

80

status 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 Activiteiten


3.4.6

In 2012 wordt een nieuwe methode voor het vak geschiedenis ingevoerd.

3.5.1

Onder aanvoering van de inpandige leesspecialist wordt het leesonderwijs verder inhoudelijk geïntensiveerd.

1-7-2012

3.6.1

De bovenbouw werkt, met inachtname van de methode, de systematiek van staartdelingen vs. Deelsommen verder uit.

1-7-2012

3.7.1

De schooldirectie, onderbouwcoördinator en ICT-coördinator zullen de mogelijkheden om het programma SCOL (Sociale Competentie Observatie Lijst) in te voeren beoordelen.

1-7-2012

3.8.1

Met omwonenden en leerlingen uit de bovenbouw worden de pleinregels voor de speelplaats Warande opgesteld en nageleefd bij openbaarstelling na schooltijd.

1-7-2012

3.9.1

Leerkrachten worden ondersteund in scholing ten aanzien van het leerlingvolgsysteem en de implementatie van de module ESIS-B.

1-7-2012

3.9.2

De schooldirectie oriënteert zich op een nieuwe intranetomgeving.

1-7-2012

3.9.3

De interne en externe communicatie wordt verder geoptimaliseerd door het digitaliseren van leerlingrapporten en het bewerkstelligen van de integraliteit van de module ESIS-B.

1-7-2012

3.9.4

De schooldirectie beoordeelt de inzet van educatieve software tijdens de lessen.

1-7-2012

3.9.5

De schooldirectie spreekt met de leerkrachten over de didactische inzet van digiborden.

1-7-2012

3.9.6

Medewerkers wordt, wanneer nodig, basale scholing aangeboden voor wat betreft Word, Excel en Powerpoint.

1-7-2012

81

status 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld



3.9.7

In de groepen 1-2 wordt het leerlingvolgsysteem Horeb ingevoerd.

3.9.8

De schoolrapporten worden met ingang van het schooljaar 2011/2012 alleen nog digitaal opgesteld.

1-7-2012

3.10.1

In een thematische teamvergadering wordt de effectieve leertijd in relatie tot excursies en evenementen behandeld.

1-7-2012

3.14.1

In samenwerking met het samenwerkingsverband WSNS3801 wordt de pilot ‘persoonlijke zorg’ op schoolniveau met een ambulant begeleider vormgegeven.

1-7-2012

3.14.2

De schooldirectie stelt een zorgprofiel op ten behoeve van het samenwerkingsverband, waarbij de mogelijke instroom van leerlingen op basis daarvan de grenzen niet te boven gaat. In een thematische teamvergadering spreken wij over de vraag “Welke kinderen wil jij onderwijs geven?” en veronderstellen dat het mensbeeld van leerkrachten bepalend is voor het welslagen van Passend Onderwijs. De schooldirectie beoordeelt op welke wijze opbrengstgericht werken bijdraagt aan het onderwijs.

1-7-2012

3.17.1

De schooldirectie analyseert de deviaties in toetsgegevens van methodegebonden toetsen vs. methode onafhankelijke toetsen.

1-7-2012

4.1.1.1

Overeenkomstig vigerend SIKO-beleid wordt onderwijzend personeel in staat gesteld te voldoen aan inschaling conform LB-functies.

1-7-2012

4.2.1

De schooldirectie voldoet in het kader van de Register Directeur Onderwijs-registratie aan de door de Nederlandse Schoolleiders Academie opgestelde beroepsstandaard.

1-7-2012

4.4.1

De personeelsdossiers van individuele medewerkers voldoen aan de criteria zoals door SIKO geformuleerd.

1-7-2012

3.15.1

3.16.1

82

1-7-2012

1-7-2012

status 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld



4.5.7.1

De schooldirectie besteedt aandacht aan de persoonlijke ontwikkeling van haar medewerkers overeenkomstig de CAO Primair Onderwijs (artikel 9.5)

4.5.8.1

De schooldirectie conformeert zich aan de actualiteit en verslaglegging van bekwaamheidsdossiers, zoals bepaald in de Wet beroepen in het onderwijs.

1-7-2012

De schooldirectie stelt een professionaliseringsplan op voor haar medewerkers. Met inachtname van de financiële randvoorwaarden worden medewerkers in staat gesteld zich verder ten behoeve van de schoolorganisatie te scholen De actualiteit van de geldende school- en huisregels wordt wekelijks klassikaal behandeld en in de nieuwsbrief gepubliceerd.

1-7-2012

De schooldirectie geeft invulling aan de Wet op de arbeidsomstandigheden middels de Risico Inventarisatie en Evaluatie. Het instrument Arbomeester wordt hiertoe ingezet. De schooldirectie werkt met het Stedelijk Gymnasium de inhoudelijke pilot om hun samenwerking te intensiveren verder uit.

1-7-2012

5.5.2

De school onderzoekt de mogelijkheden voor leerlingen om deel te nemen aan het leerlingpanel van Tante Yo.

1-7-2012

5.6.1

De schooldirectie onderzoekt in hoeverre bij ouders verwachtingen mogen worden verondersteld en gedocumenteerd ten aanzien van praktische zaken (ontbijt, gedoucht, voldoende slaap, proper gekleed) alsmede asepcten zoals met kinderen lezen, interesse tonen, aanwezig zijn bij ouderavonden en bereikbaar en geïnformeerd zijn. De schooldirectie stelt een jaarverslag op met betrekking tot voor- en vroegschoolse educatie.

1-7-2012

Alle leerkrachten van de groepen 1 en 2 zijn geschoold ten aanzien van de methodiek startblokken basisontwikkeling.

1-7-2012

4.5.10.1

5.3.1

5.3.2.1

5.5.1

5.7.1

5.7.2

83

1-7-2012

1-7-2012

1-7-2012

status 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld



5.7.3

De schooldirectie stelt een op voor- en vroegschoolse educatie gericht ouderbeleid op.

5.7.4

De schooldirectie stelt een integraal programma op ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie.

1-7-2012

5.7.5

In samenwerking met de peuterspeelzaal wordt het aanbod voor voor- en vroegschoolse educatie op elkaar afgestemd en de doorgaande lijn in kaart gebracht.

1-7-2012

5.9.1

In het kader van de krachtige wijkschool wordt de samenwerking met organisaties voor buitenschoolse opvang beoordeeld en met partijen besproken.

1-7-2012

84

status 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld niet gestart wacht op input wordt uitgevoerd voltooid uitgesteld

111215 Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef 2011-2015-rev01 De vaststelling van het schoolplan 2011-2015

Dit schoolplan heeft de instemming van de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. Voor akkoord: Schiedam, 30 juni 2011 Naam: J. Franken, voorzitter

Handtekening:

Dit schoolplan heeft de instemming van de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad. Voor akkoord: Schiedam, 30 juni 2011 Naam: M. Nooteboom, secretaris

Handtekening:

Dit schoolplan is vastgesteld door/namens het stichtingsbestuur SIKO. Voor akkoord: Schiedam, juni/juli 2011 Naam: B.T. Riemersma, algemeen directeur

Handtekening:

85

SCHOOLPLAN Schoolplan R.K. basisschool Sint Jozef rev01. R.K. basisschool Sint Jozef 11ZQ

Recommend Documents