Schoolplan Julianaschool Ederveen

Schoolplan – Julianaschool – Ederveen Periode 2007 – 2011

Colofon School Julianaschool Schoolstraat 1 6744 WS Ederveen tel.: (0318) – 57 11 70 fax: (0318) – 57 60 75 [email protected] Bestuur Vereniging voor Protestant Christelijk Onderwijs: “De Viermaster” te Ederveen

Bestuursvoorzitter dhr. G.Pitlo Christinastraat 35 3921 BS WJ Elst tel.: (0318) – 47 25 57

Algemeen Directeur “De Viermaster” Dhr. H.Jonker Bestuursbureau Schoolstraat 1 6744 WS Ederveen Tel.: (0318) – 57 65 80 Directeur Julianaschool dhr. T.W.van Zee Hortensiastraat 12 6744 AB Ederveen tel.: (0318) – 57 27 07

Voorzitter Medezeggenschapsraad Mevr. M.J.v.Roekel-Vlastuin Hoofdweg 194 6744 WR Ederveen tel.: (0318) – 57 39 92

Adjunct-directeur Julianaschool dhr. H.M.van Woudenberg De Voorposten 2 3925 TR Scherpenzeel tel.: (033) – 277 40 78

Voorzitter Ouderraad mevr. F.van Brummelen-Dibbet Renswoudseweg 13 6744 WE Ederveen tel.: (0318) – 57 29 50

Inhoudsopgave

2

Inleiding

5

Hoodfstuk

1. 1.1. 1.1.1. 1.1.2 1.1.3 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4. 1.3 1.3.1 1.3.1.1 1.3.2 1.3.3. 1.3.4.

De opdracht van onze school De missie van onze school. Algemeen Kenmerken van onze school In het bijzonder De visie van de school Visie Cognitieve ontwikkeling Sociaal emotionele ontwikkeling Onderwijsaanbod Identiteit Levenbeschouwelijke identiteit Identiteitskenmerken Pedagogische identiteit Didactische identiteit Profesionele identiteit

7 7 7 7 7 8 8 9 9 9 10 10 11 13 14 15

Hoofdstuk

2. 2.1. 2.2. 2.3 2.4 2.5

De school Kenmerken van de school Kenmerken van het personeel De leerlingen Omgeving en ouders Prognose

16 16 17 17 18 18

Hoofdstuk

3. 3.1 3.2 3.2.1. 3.3. 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.4 3.4.1 3.4.2

De onderwijskundige vormgeving Onderwijskundige doelen en uitgangspunten De vakgebieden Godsdientige vorming en geestelijke stromingen De Instrumenteel-cursorische vakken Rekenen/Wiskunde Nederlandse taal Schrijven Engelse taal De wereldoriënterende vakken Aardrijkskunde Geschiedenis, maatschappelijke verhoudingen en staatsinrichting Natuuronderwijs en gezond gedrag, alsmede techniek Bevordering van sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer De Muzisch-expressieve vakken Bewegingsonderwijs Tekenen en handvaardigheid Actief burgerschap en integratie

19 19 20 20 21 21 21 22 23 23 23

3.4.3 3.4.4 3.5 3.5.1 3.5.2. 3.6

Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

24 24 25 26 26 26 27 2

Hoofdstuk

3.6.1 3.6.2 3.6.3 3.6.4 3.7 3.7.1 3.7.2 3.8 3.8.1 3.8.2 3.9 3.9.1 3.9.2 3.10 3.10.1 3.10.2

Visie Identiteitsvorming Sociale competenties Aanbod ICT Visie Realiseren van de visie Leertijd Visie Realisering van de doelen voor de leertijd Pedagogisch klimaat Visie Realisering van de visie Didactisch handelen Visie Realisering van de visie

27 27 28 28 28 28 29 29 29 29 30 30 30 30 30 30

4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3 4.1.2.4 4.1.2.5 4.1.2.6 4.1.2.7 4.1.2.8 4.2 4.3

De zorg voor de kinderen Zorgstructuur Visie Aanpak Intern Extern Diagnostisering De leerlingenbespreking Remediëring De Intern Begeleider Resultaten en verwijzingen Terugplaatsing vanuit het SBO Toetsen en leerlingvolgsysteem De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften De begeleiding van de overgang naar het Voortgezet Onderwijs

32 32 32 32 32 33 33 34 34 34 35 35 36

4.4

37 37

Hoofdstuk

5 5.1 5.2. 5.3

De inzet en ontwikkeling van het personeel Doelen van het personeelsbeleid Formatiebeleid Taakbeleid

38 38 38 39

Hoofdstuk

6 6.1 6.2. 6.2.1. 6.2.2 6.2.3 6.2.4 6.2.5

Overige beleidsterreinen Strategisch beleid Financieel beleid Het budget voor personeelsbeleid Nascholing Zorggelden WSNS Sponsoring Ouderbijdrage

40 40 40 40 40 41 41 41


3

6.3 6.4 6.4.1 6.4.2. 6.4.3. 6.4.4

Materiële kosten Relationeel beleid Informatievoorziening Contacten met ouders Externe contacten BSO

41 42 42 42 43

Hoofdstuk

7 7.1.

De kwaliteitszorg De doelen en de inrichting van de kwaliteitszorg

44 44

Hoofdstuk

8 8.1. 8.1.1 8.1.2 8.1.3 8.1.4 8.1.5 8.1.6 8.1.7 8.1.8 8.1.9 8.1.10 8.1.11

45 45 45 45 45 45 45 46 46 46 46 46

8.1.12 8.2 8.2.1. 8.2.2 8.2.3 8.3

Beleidsvoornemens Beleidsvoornemens met betrekking tot methodes Godsdienstige vorming en geestelijke stromingen Zintuigelijke en lichamelijk oefening Nederlandse taal Lezen Rekenen/wiskunde Engelse taal Muzisch-expressieve vakken Schrijven Bevordering sociale redzaamheid, waaronder verkeer Aardrijkskunde Geschiedenis, maatschappelijke verhoudingen en staatsinrichting Natuur, waaronder biologie Kwaliteitsbeleid Evalueren van het onderwijs Ouderenquête Onderwijskundige vernieuwingen Schoolontwikkelplan

9 9.1 9.2

Tot slot Schoolplan Schoolgids

51 51 51

Hoofdstuk


46 47 47 47 47 47 48

4

INLEIDING Dit is het schoolplan van de Julianaschool te Ederveen. De Julianaschool is een basisschool voor Protestant Christelijk Basisonderwijs. Met ingang van het schooljaar 2006 – 2007 gaat onze school uit van de Vereniging voor Protestant Christelijk Onderwijs “De Viermaster”. Deze vereniging beheert protestant christelijk basisscholen in Ederveen, Elst Overberg, Renswoude en Scherpenzeel. De samenwerking betekent voor de scholen een kwaliteitsimpuls, waarmee de toekomst van kwalitatief goed christelijk onderwijs wordt gewaarborgd. Binnen de Vereniging zal het Woord van God leidraad zijn in ons handelen. In artikel 3 van de statuten staat dit als volgt verwoord: Missie: De vereniging heeft als grondslag de Bijbel als het Woord van God, bron voor het geloof en hoogste norm voor leven en handelen. De Drie Formulieren van Enigheid geven richting aan de verduidelijking van de Bijbel en de identiteit van de vereniging. Binnen dit kader is er ruimte en respect voor elkaars geloofsbeleving. Visie: De Vereniging staat voor kwaliteitsonderwijs en bevordert dit actief door: -aan te sluiten bij de uniciteit van elk kind; -evenwichtige aandacht voor het denken, het doen en het welbevinden en voor levenbeschouwelijk waarden, zoals verwoord in de missie; -onderwijs in eigen veilige woon- en leefomgeving; -de ontwikkeling van een positief kritische sociale houding te stimuleren, van waaruit de leerling met vertrouwen de weg in de samenleving kan vervolgen. Dit schoolplan is een beleidsplan en geeft in grote lijnen aan hoe de schoolontwikkeling in de periode 2007 – 2011 zal verlopen. We laten in de plan zien hoe we het onderwijs en de schoolorganisatie willen laten aansluiten bij de ontwikkelingen in de maatschappij en bij de veranderende inzichten en regelgeving op het gebied van het onderwijs. Door dit schoolplan willen we in samenhang met de schoolgids duidelijkheid bieden en leggen wij verantwoording af naar het bevoegd gezag en naar de ouders. Tenslotte is dit schoolpan ook een wettelijke verantwoording naar de overheid. Het doel van dit plan is: a. we maken een plan b. het moet gedragen worden door het personeel c. het moet leesbaar zijn d. het moet regelmatig geëvalueerd worden en zonodig bijgesteld worden

Na vaststelling door het bevoegd gezag is het schoolplan voor instemming voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

5

We zien het schoolplan als een kwaliteitsdocument, waarin het beleid wordt geformuleerd en vastgesteld. Ons beleidsplan moet een onmisbaar document vormen in de school. Het zal duidelijkheid bieden aan iedereen! In dit schoolplan wordt verwezen naar de volgende documenten, die aanwezig zijn op onze school: - Strategisch beleidsplan van De Viermaster - Integraal personeelbeleidsplan van De Viermaster - Schoolgids - Zorgplan - Zorgplan WSNS - Cultuurbeleidsplan - ICT-beleidsplan

Dit schoolplan wordt vastgesteld voor en periode van vier jaar, ingaande met het schooljaar 2007-2008. Naast tussentijdse evaluatiemomenten zal in het schooljaar 2010-2011 een evaluatie door alle betrokken geledingen plaatsvinden.

Ederveen, juni 2007 T.W.van Zee


6

Hoofdstuk 1.: DE OPDRACHT VAN ONZE SCHOOL 1.1 De missie van de school 1.1.1 Algemeen: De Julianaschool is een school voor Protestant Christelijk Onderwijs en is één van de acht scholen van de Vereniging voor Protestant Christelijk Onderwijs “De Viermaster’. De Vereniging heeft tot grondslag de Bijbel als het Woord van God. Bron voor het geloof en hoogste norm voor leven en handelen. De drie Formulieren van Enigheid geven richting aan de verduidelijking van de Bijbel en de identiteit van de vereniging. Binnen dit kader is er ruimte en respect voor elkaars geloofsbeleving. Vanuit deze grondslag willen we op de Julianaschool werken. We willen het Christelijk geloof gestalte geven in ons handelen en in de omgang met de kinderen en met elkaar. Dat wil zeggen dat we de ander zien als een uniek schepsel van God en we elkaar accepteren zoals hij/zij is. Daarbij ligt de nadruk op “het liefhebben van elkaar” en “het willen zorg dragen voor de ander”. De normen en waarden die we daarbij hanteren, komen voort uit de Bijbel, als het Woord van God. 1.1.2 Kenmerken van onze school zijn: -Onze school kenmerkt zich door een open karakter. Dat wil zeggen dat kinderen uit gezinnen, die een andere levensbeschouwing aanhangen, ook toegelaten kunnen worden. Wel vragen we de ouders bij de aanmelding van hun kinderen een “Ouderverklaring” te ondertekenen, waarin ze te kennen geven de grondslag van de school te onderschrijven of te respecteren. -Respect voor elkaar is een groot goed binnen onze school. -Het bevoegd gezag schept de voorwaarden om goed onderwijs te kunnen realiseren. -Bijbelonderwijs is een wezenlijk onderdeel van onze christelijke school. Daarnaast wordt er aandacht geschonken aan andere godsdiensten en geestelijke stromingen 1.1.3 In het bijzonder In het bijzonder geldt: 1. Een goede samenwerking tussen bestuur, schoolleiding, leerkrachten, kinderen en ouders, vormt de basis voor een goed schoolklimaat. 2. Het werken in en aan de Julianaschool staat in het teken van liefde en respect voor elkaar en voor de schepping. 3. Er moet ruimte zijn voor de kinderen en de leerkrachten om zich volledig te ontplooien. 4. Het leren wordt beschouwd als een vanzelfsprekende en plezierige activiteit met als doel dat de kinderen zich naar hun vermogen zullen ontwikkelen en steeds zelfstandiger worden, zodat ze later een plaats in onze maatschappij zullen kunnen vinden. Het samen leren, samenwerken en zorg dragen voor elkaar vinden we heel belangrijk. Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

7

5. Wij stellen ons actief op om de onderwijsachterstanden ten gevolge van sociale, economische en culturele omstandigheden op te heffen en/of te verminderen. 6. Vanuit geborgenheid, veiligheid en vertrouwen worden vaardigheden aangeleerd op sociaal, emotioneel, motorisch, cognitief en creatief gebied, met als doel bij te dragen in de ontwikkeling tot een zelfstandig en positief kritisch denkend mens. 7. Daarom wordt er gewerkt met methoden en /of onderwijsleermiddelen die rekening houden met de verschillen tussen onze leerlingen en die ook zelfstandig en samenwerkend leren mogelijk maken. 8. Met behulp van het leerlingvolgsysteem willen we de ontwikkelingen van individuele leerlingen nauwlettend volgen om zorg op maat te geven, want leerlingen en ouders hebben recht op een professionele begeleiding. Daarom heeft de school een actief scholingsbeleid voor haar personeel. 9. De Julianaschool voert een actief beleid in het samenwerken met het voortgezet onderwijs om de overgang naar de verschillende scholen zo gemakkelijk mogelijk te maken. 10. De Julianaschool maakt deel uit van het Weer Samen Naar School samenwerkings-verband Ede-Wageningen (17:02). In dit samenwerkingsverband wordt veel aandacht besteed aan de opvang en begeleiding van kinderen met leerachterstanden en ontwikkelingsstoornissen, zowel op de basisschool als door plaatsing op de speciale school voor basisonderwijs.

1.2 De Visie van de school 1.2.1. Visie Onze visie is om bezig te zijn de kinderen te leiden en te begeleiden bij hun totale ontwikkeling. We willen vanuit een veilig schoolklimaat recht doen aan alle kinderen. Daarbij werken wij vanuit onze protestant christelijk geloofsovertuiging, die gegrond is op de Bijbel als het Woord van God. Daaruit halen wij onze normen en waarden voor het leven, die we willen overdragen op de leerlingen. Wij zien elke leerling als een uniek schepsel en willen recht doen aan ieder kind in zijn eigenheid. Daarbij willen we kinderen leren om samen te werken, maar ook om samen te leven. Voor een optimale ontwikkeling is het nodig dat een kind zich veilig voelt en een positief zelfbeeld ontwikkelt. Daarom willen wij een rustig en veilig schoolkimaat creëren, zodat elk kind goed tot ontplooiing kan komen. Het onderwijs moet uitdagend en motiverend zijn, zodat bij de leerlingen hun cognitieve, creatieve, sociale en emotionele capaciteiten tot ontwikkeling zullen komen. Het onderwijsaanbod willen we binnen jaargroepen toch zoveel als mogelijk is laten aansluiten bij de ontwikkeling van elk kind en wij willen dus rekening houden met de verschillen tussen leerlingen. Het wordt tevens van belang gevonden dat de leerlingen zich betrokken voelen bij elkaar en bij de taken die zij moeten uitvoeren, maar ook dat ze zich betrokken voelen bij anderen, ook als die anders zijn. Deze visie is terug te vinden in onze manier van werken en omgang met de kinderen.


8

1.2.2. Cognitieve ontwikkeling Bij de meeste vakgebieden wordt uitgegaan van effectieve instructie en verwerking, waarbij er tijd is voor de leerkracht om met zorgleerlingen of groepen van zorgleerlingen bezig te zijn in extra instructie of verlengde instructie. Op het lesrooster staan tijden voor zelfstandig werken. In de onderbouw wordt dit gerealiseerd door te werken met het kiesbord. Hiervan wordt gebruik gemaakt tot en met groep 4. In de midden- en bovenbouw werken we met keuze taken en opdrachten voor zelfstandig werken, die zijn opgenomen in weektaken. Daarnaast krijgen de leerlingen vanaf groep 5 opdrachten voor het houden spreekbeurten, boekbesprekingen, presentaties en het maken van verslagen en werkstukken.

1.2.3 Sociaal emotionele ontwikkeling We willen de leerlingen een veilig schoolklimaat bieden door duidelijk regels en afspraken te maken die in de gehele school gehanteerd worden. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen leren samenwerken en geven we dus opdrachten daarvoor. Wekelijks wordt aandacht gegeven aan de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen via een les uit de methode “Kinderen en hun sociale talenten”, van uitgeverij Kwintessens. Ook wordt veel aandacht besteed aan de omgang van de leerlingen met elkaar en met de leerkrachten. Elk jaar houden we daarom een speciale week met als thema “Goed Gedrag”.

1.2.4. Onderwijsaanbod In de onderbouw werken we met thema’s vanuit het piramide-programma, maar hebben we ook de principes van de basisontwikkeling een plaats gegeven. Daarbij zoeken we steeds naar de juiste werkvormen en de juiste momenten om de kinderen nieuwe zaken aan te bieden. Op die manier willen we voor hen het onderwijs uitdagend maken en recht doen aan hun ontwikkeling door op het juiste moment in de ontluikende geletterdheid zaken als schrijfpatronen en letters aan te bieden. Veel wordt aan geboden vanuit het spel of tijdens spelsituaties. In de groepen 3 t/m 8 worden de vormingsgebieden aangeboden in een leerstofjaarklassensysteem. Om binnen dit systeem toch rekening te houden met verschillen en dus adaptief onderwijs te kunnen realiseren, werken we volgens het principe van effectieve instructie, zelfstandig werken en verlengde of extra instructie.


9

1.3 Identiteit 1.3.1. Levensbeschouwelijk identiteit Onze school gaat uit de Vereniging voor Protestant Christelijk Onderwijs “De Viermaster”. Daarbij willen we benadrukken dat wij werken vanuit de grondslag van deze vereniging. Deze grondslag is de Bijbel, als het Woord van God. De drie Formulieren van Enigheid geven richting aan de verduidelijking van de Bijbel en de identiteit van de vereniging Vanuit deze situatie is onze visie op onze school en het onderwijs als volgt vorm gegeven: De Julianaschool is een Protestants Christelijke school en heeft als grondslag de Bijbel. Wij geloven en belijden: 1. dat de Bijbel het Woord van God is en dat we hier niets aan af mogen doen of aan toe mogen voegen. 2. dat God de Schepper is van hemel en aarde en van alles wat er om ons heen leeft. Verder belijden we dat God alles onderhoudt en regeert en dat er niets in deze wereld gebeurt zonder dat Hij er van weet. Hij is bij ons en Hij wil, als wij Hem daarom vragen, voor ons zorgen, ons helpen en ons troosten, wat er ook gebeurt in ons leven. 3. dat Hij Zijn Zoon Jezus naar deze aarde heeft gestuurd om ons te redden van alle ellende die we over onszelf uitgeroepen hebben door te zondigen. Hij is voor ons gestorven en weer opgestaan en naar Zijn Vader gegaan om vanuit de hemel Zijn werk af te maken wat Hij voor ons begonnen is. 4. dat de Heilige Geest, die uitgaat van de Vader en de Zoon, ervoor zorgt dat we dit alles geloven en aannemen en dat wij dit evangelie van harte aan anderen door willen geven. Bovenstaande is verder uitgewerkt in de drie Formulieren van Enigheid. Er staan in de Bijbel veel richtlijnen die we gebruiken in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld over het omgaan met elkaar en met Gods schepping. We zien ook opdrachten in Gods Woord staan, één daarvan is om het Evangelie door te geven. Onze visie op onderwijs en de manier waarop wij lesgeven is gefundeerd op de Bijbel. Ter verduidelijking willen we een paar dingen noemen: - We zien de mensen om ons heen als unieke schepselen van God; door Hem gemaakt met hun eigen mogelijkheden. Daarbij gaan we er dus vanuit dat de Here elk mens verschillend heeft gemaakt en op een andere manier inzet in Zijn grote toekomstplan, dat Hij met Zijn schepping heeft. Daarom verwachten wij ook niet van iedereen hetzelfde. - Wij geloven dat wij als leerkrachten door de Here ingezet worden om Zijn Evangelie (= blijde boodschap) door te geven aan de kinderen en hen zo te leiden naar de Here Jezus. We willen dit doen door ze uit de Bijbel te vertellen. Maar ook door de kinderen te laten zien en te vertellen hoe we zelf leven voor onze Verlosser. Dit doen we door op een Bijbelse manier met elkaar, de kinderen, de ouders en de aan ons toevertrouwde materialen om te gaan en de leerlingen daar ook op attent te maken en eventueel op aan te spreken. - We willen de leerlingen leren zelfstandige, zichzelf respecterende mensen te worden, die weten waarvoor ze hier op aarde leven, namelijk het doel dat God heeft met ieder mensenkind: om te leven voor zijn Schepper. Zijn Koninkrijk komt en wij mogen hier op aarde bouwstenen zijn voor dat Rijk. Dat willen we aan de kinderen laten zien, hen dat voorleven en zo ook leren dat zelf te zijn. Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

10

- We willen oprecht en eerlijk zijn. Niet liegen. Geen (valse) geruchten over een ander verspreiden. Niet roddelen. Goed omgaan met de kinderen, de collega’s de ouders en de middelen (het geld en de spullen) die ons zijn toevertrouwd. We willen beloften die we doen ook daadwerkelijk nakomen en vergevingsgezind zijn. - Bij dit alles vinden we het van belang dat we de kinderen eenduidig vertellen wat geloven inhoudt. Daarom is het beleid van de school dusdanig dat er alleen leerkrachten en bestuursleden aangenomen worden die gelovig en meelevend lid zijn van één van de protestants christelijke kerken. Zo willen we één zijn in onze keuze voor God en voor Zijn kerk.

1.3.1.1 Identiteitskenmerken: We willen het christelijk geloof laten zien in alles wat we doen, dus ook in onze omgang met de kinderen, met de ouders en als collega’s onderling. We zien elkaar als unieke schepselen van God en accepteren en respecteren de ander zoals hij gemaakt is. Hierbij ligt de nadruk op het eerste en grote gebod zoals Jezus dat ons zelf geleerd heeft: “…God liefhebben boven alles…” en het tweede gebod dat Hij even belangrijk vindt:”… je naaste liefhebben als jezelf…” (Matthéüs 22:37-40) We willen hier een paar kenmerken van de Julianaschool noemen die hieruit voort vloeien en die u bij ons aantreft: 1. Op onze school staat het lesgeven, de omgang met de leerlingen, de contacten met de ouders en de relaties van de leerkrachten onderling in het teken van Gods liefde voor ons en onze liefde en het respect voor elkaar en voor Zijn schepping. 2. We willen ons geloof in God niet alleen in de Bijbellessen en de christelijke vieringen tot uitdrukking laten komen maar de hele dag door, dus ook tijdens het lesgeven en in de vrije momenten. 3. De normen, waarden en regels die wij op school hanteren vinden hun oorsprong in de Bijbel. 4. Op maandag leren we in de groepen 4 t/m 8 een psalm aan. Deze psalm staat de hele week centraal en wordt veel gezongen. De psalm wordt op vrijdag overhoord. Drie dagen per week wordt er in elke groep een Bijbelverhaal verteld en op vrijdag hebben we een verwerking van één van de verhalen of bespreken we een Bijbels onderwerp of gaan we (in de hogere groepen) in op andere geestelijke stromingen. Groep 3 leert één keer in de twee weken een psalm en in groep 1 en 2 wordt ook af en toe een eenvoudige psalm aangeleerd. 5. Elke ochtend beginnen we in de klas met gebed en aan het einde van de ochtend zingen we de psalm van de week of een ander lied of we danken samen. Aan het begin van de middag zingen we weer de psalm van de week of we bidden samen of we zingen een lied. Als de kinderen naar huis gaan om 15.30 uur vragen we Gods zegen over de dag. In ons gebed bidden we b.v. voor elkaar en vragen we om bescherming voor onderweg. 6. Vanaf groep 7 bespreken we met de kinderen allerlei geestelijke stromingen. We bezien dit in de eerste plaats vanuit Gods woord en daarnaast volgens de protestant christelijke visie op deze verschillende stromingen. 7. We vieren samen met de kinderen het kerstfeest op school. We doen dat ’s avonds in school. Elke groep in zijn eigen lokaal. In de groepen 1 t/m 4 zijn er het ene jaar wel ouders bij aanwezig en het andere jaar niet. Het paasfeest vieren we met z’n allen in de kerk. Bij dit feest worden alle ouders uitgenodigd. Aan de andere christelijke feestdagen wordt in de groep aandacht besteed. Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

11

8. Op biddag en dankdag gaan we ’s morgens met z’n allen naar de kerk. Ook de ouders worden dan uitgenodigd om met ons mee te gaan. De dominee houdt dan een vertelpreek voor de kinderen en vóór de dienst zingen we een aantal liederen die de kinderen op school geleerd hebben. 9. Bij het uitzoeken van onder andere lesmethodes, soft-ware, video’s, school-TV programma’s en leesboeken wordt er door de leerkrachten goed gekeken of de methodes geschikt zijn om te gebruiken op onze school. Als er in de leerlingenboeken en/of andere materialen die de leerlingen gebruiken dingen voorkomen die niet in overeenstemming zijn met de identiteit van de school worden ze niet aangeschaft of gebruikt. 10. Wij vinden het belangrijk dat iedereen het goed heeft bij ons op school en willen goed zorg dragen voor het welzijn van de leerlingen en een veilige leeromgeving bieden. Daarom letten we op hoe er met elkaar om gegaan wordt. De pauzes van de onder- en bovenbouw zijn gesplitst zodat de kinderen rustiger kunnen spelen en we geven elk jaar een hele week aandacht aan omgaan met elkaar en goed gedrag. 11. We hebben op school twee contactpersonen die als vertrouwenspersoon ingeschakeld kunnen worden, bijvoorbeeld bij pesten en ongewenste intimiteiten. We hebben een uitgebreid pestprotocol, duidelijke gedragsregels en een rouwverwerkings- commissie. 12. We willen de kinderen vertrouwd maken met de Bijbel. Daarom is één van onze doelen tijdens het leren lezen in groep 3 dat de kinderen later zelf Gods Woord kunnen lezen. 13. De leerlingen van groep 7 krijgen een Bijbel van de kerkenraad. Dit is een Bijbel in de Statenvertaling. Deze Bijbel mogen ze meenemen als ze van school af gaan. 14. Tijdens de Godsdienstlessen, maar ook in de vakken aardrijkskunde, biologie, sociale vaardigheden en geschiedenis, dragen we uit dat God de schepper en onderhouder is van alles en dat wij verantwoordelijk zijn voor de omgang en het beheren van wat door Hem aan onze zorgen is toevertrouwd. 15. Bij aanmelding van nieuwe leerlingen vragen wij aan alle ouders een verklaring te ondertekenen. In deze verklaring kunnen zij aangeven dat ze instemmen met de grondslag, de visie en de kenmerken van de Julianaschool of dat ze de grondslag, de visie en de kenmerken van de Julianaschool respecteren. In deze verklaring geven alle ouders aan dat ze bekend zijn met de identiteit van onze school en dat ze daadwerkelijk mee zullen werken om de identiteitskenmerken te verwezenlijken. 16. De leerkrachten en de lio-stagiaires ondertekenen eveneens een verklaring waarin de grondslag, de visie en de kenmerken en óók de missie van de Julianaschool zijn verwoord en helpen deze ook daadwerkelijk te verwezenlijken. 17. Andere medewerkers aan de school: administratief, schoonmaak, korte stage, schoolbegeleidingsdiensten, enz. hebben deze verklaring doorgelezen, zijn dus bekend met de grondslag, de visie, de missie en de kenmerken van de school en ondertekenen zo mogelijk. Bij het niet kunnen ondertekenen vanwege andere achtergronden, belooft deze medewerker aan de directie de identiteit van deze school te respecteren. 18. De directie heeft als taak om op te letten of iedereen genoemd in punt 16, 17 en 18 zich houdt aan wat hij/zij heeft beloofd door het zetten van zijn/haar handtekening. 19. De leerkrachten beginnen elke week op maandagmorgen gezamenlijk onder leiding van de directeur door samen te bidden en een stuk uit de Bijbel te lezen met een korte overdenking. Om beurten sluiten we de week af door de Here te danken en elkaar een boodschap mee te geven, te bemoedigen of de les te lezen vanuit Gods Woord. Zo Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

12

proberen we elkaar steeds weer te bepalen bij de opdracht die we hebben vanuit de identiteit van onze school. Vanuit deze visie en grondslag geven we inhoud aan het vakgebied Burgerschap en integratie.

1.3.2 Pedagogische identiteit Elk kind is een schepsel van God en daarom uniek. Wij willen de kinderen, die ons op school zijn toevertrouwd, met zorg en liefde omringen en hen de kans geven tot volle ontplooiing te kunnen komen. Oog voor het individu vinden we belangrijk, evenals een open houding naar anderen, wederzijds respect en goede relaties met elkaar. Vanuit deze principes willen we dan ook werken. We houden rekening met de uniciteit van elk kind, dat wil zeggen met zijn vermogens, behoeften en verlangens. We doen dit door de kinderen goed te observeren en hun ontwikkeling vast te leggen in een leerlingvolgsysteem. We willen een vertrouwensrelatie met hen opbouwen en hen een veilige plaats bieden. Daarnaast werken we vanuit een positief verwachtingspatroon t.a.v. van hun prestaties en hun gedrag, maar treden, waar nodig, ook corrigerend op. Door hen taken en opdrachten te geven die zij aan kunnen, maar bovendien hen uit te dagen moeilijkere taken aan te pakken, werken we aan een positief zelfbeeld. De omgang met elkaar en met anderen wordt regelmatig aan de orde gesteld en we bespreken met hen de geldende regels en de achterliggende bedoelingen daarvan. Zo is er een pestprotocol op school aanwezig, waarbij de leerlingen met elkaar afspraken moeten maken over de omgang met de ander. Daarbij is er ook aandacht voor medemensen, die anders zijn. We leven in een multi-culturele samenleving en moeten elkaar in die samenleving ook respecteren en met elkaar leven, ongeacht wie die ander is. Door kinderen met elkaar te laten samenwerken leren zij ook wat het is om medemens te zijn. Tevens willen we kinderen zelfverantwoordelijk maken voor de omgang met hun naaste, maar ook hun omgang met materialen van hen zelf en van anderen. Vanuit onze pedagogische identiteit hebben we oog voor elk individuele kind. Dat uit zich in de zorg die wij hebben voor de kinderen. We werken vanuit een zorgsysteem en besteden veel aandacht aan de leerlingenzorg. Om goed inzicht te hebben op de leervorderingen van de leerlingen maken we gebruik van de methodegebonden toetsen bij de methodes voor de vakgebieden. Daarnaast gebruiken we het Cito-leerlingvolgsysteem, AVI-toetsen en zijn we bezig met het invoeren van een leerlingvolgsysteem voor de sociaal emotionele ontwikkeling.

1.3.3 Didactische identiteit De didactische identiteit van de school is ook belangrijk. Lesgeven is namelijk de kern van het werk dat op school gedaan moet worden. In het lesgeven komen het pedagogisch handelen en het didactisch handelen aan de orde. Het pedagogisch handelen is al omschreven in 1.3.2. Bij het didactisch handelen zijn voor ons een aantal zaken van groot belang: - interactief lesgeven, d.w.z. leerlingen betrekken bij het onderwijs Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

13

-

onderwijs op maat, d.w.z. differentiatie, extra of verlengde instructie waar nodig leerlingen een eigen programma geven gevarieerde werkvormen hanteren een kwalitatief goede instructie kinderen zelfstandig laten werken

Voor het geven van ons onderwijs gebruiken wij actuele, eigentijdse methodes. Deze worden via een opgesteld programma vervangen en/of vernieuwd. Wij hanteren bij ons lesgeven een aantal didactische uitgangspunten: - effectieve, directe instructie - effectieve leertijd - instructietafel - werken in niveaus bij technisch lezen - duo-lezen - tutorlezen - zelfstandig werken - computergebruik in de lessen - ordelijke, overzichtelijke inrichting van het lokaal - goede klassenorganisatie Als school willen we ons ontwikkelen naar meer adaptief onderwijs. Daarom zijn we al enkele jaren bezig met een BAS-project onder begeleiding van het Seminarie voor Orthopedagogiek. In de komende jaren zullen we ons verder ontwikkelen via dit project. Door met dit project te werken worden alle onderdelen van ons werk in school geanalyseerd en worden de afspraken in borgingsdocumenten vastgelegd. Zo willen we op alle onderdelen een doorgaande lijn binnen onze school realiseren.

1.3.4 Professionele identiteit Naast de bovengenoemde drie vormen van identiteit kunnen we ook een vierde vorm toevoegen, die we dan professionele identiteit kunnen noemen. Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de leerkrachten niet alleen over goede lesgevende capaciteiten beschikken, maar dat zij ook een professionele instelling en juiste beroepshouding hebben. Daarbij gaat het om: - handelen in overeenstemming met de missie en visie van de school - collegiaal zijn - zich medeverantwoordelijk voelen voor de school, de leerlingen en voor elkaar - met anderen kunnen en willen samenwerken - willen leren van elkaar - hun werk met anderen willen bespreken - ervan doordrongen zijn lid te zijn van een lerende organisatie - teamscholing en individuele scholing als vanzelfsprekend zien - gemotiveerd zijn voor het werk - gemotiveerd zijn zichzelf verder te ontwikkelen - anderen kunnen en willen begeleiden Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

14

-

bereid zijn een bijdrage aan de ontwikkeling van de school te leveren zich adequaat voorbereiden op vergaderingen en bijeenkomsten genomen besluiten loyaal uitvoeren zichzelf openstellen voor anderen hun werksituatie, hun lokaal openstellen voor anderen aanspreekbaar zijn op resultaten aanspreekbaar zijn op het nakomen van afspraken beschikken over reflectie vaardigheden planmatig kunnen werken zich communicatief opstellen naar ouders


15

Hoofdstuk 2: De school 2.1 Kenmerken van de school De adres gegevens van de school zijn:

Julianaschool Schoolstraat 1 6744 WS Ederveen Tel.: 0318 – 57 11 70 Fax: 0318 – 57 60 75 Email: [email protected]

De Julianaschool voor Christelijk basisonderwijs behoort tot de Vereniging voor Protestant Christelijk Onderwijs De Viermaster Het adres van het verenigingsbureau is: VPCO De Viermaster Schoolstraat 1 6744 WS Ederveen De Julianaschool start het schooljaar 2007-2008 met 13 groepen, die gehuisvest zijn in het schoolgebouw aan de Schoolstraat te Ederveen Het schoolgebouw van de Julianaschool dateert uit 1960. Het oorspronkelijke gebouw bestond uit 6 lokalen. In 1977 is het uitgebreid met een lokaal, een personeelsruimte en een gemeenschapsruimte. Deze gemeenschapsruimte is voor een deel bekostigd door, en voor dat gedeelte dus eigendom van de kerkelijke gemeente van de Hervormde Kerk te Ederveen. Overdag is deze ruimte in gebruik van de school, ´s avonds en in het weekeinde maakt de kerkelijke gemeente er gebruik van. In 1982 is er een kleuterafdeling met drie lokalen en een speellokaal aan de school gebouwd. Tevens is er een gymzaal aan de school vast gebouwd, maar deze is eigendom van en staat onder beheer van de gemeente Ede. In 2001 is de school uitgebreid met twee nieuwe lokalen en een ruimte voor computers. Er is een computernetwerk door de gehele school aangelegd, waarop alle computers zijn aangesloten. In 2006 is er intern een verbouwing geweest om enkele kleinere ruimten en een nieuwe directiekamer te realiseren. Daarvoor is een lokaal opgeheven, en extern weer een lokaal aan het gebouw toegevoegd. In 2007 heeft nog een kleine verbouwing plaatsgevonden t.b.v. een kantoor voor de Algemeen Directeur van de VPCO De Viermaster. Het gebouw is goed onderhouden en voldoet aan de eisen voor het huidige onderwijs.


16

2.2 Kenmerken van het personeel De directie wordt gevormd door de directeur en de adjunct directeur. Het managementteam bestaat uit de directeur, de adjunct directeur, die tevens bovenbouwcoördinator is, de onderbouwcoördinator en de interne begeleider. Aan het begin van het schooljaar 2007-2008 werken aan de Julianaschool 22 leerkrachten, waarvan 8 fulltime en 14 parttime. Daarnaast is er onderwijskundig assistente, een kracht voor administratieve ondersteuning en een schoolschoonmaker in dienst. De leeftijdsopbouw van het : Per 1 augustus 2007: directie: leerkrachten: OOP 60mjaar of ouder Tussen de 50 en 60 jaar: Tussen de 40 en 50 jaar: Tussen de 30 en 40 jaar: Tussen de 20 en 30 jaar: Totaal:

1 1

4 7 4 5 20

2

1 2

3

De leerkracht zijn bevoegd voor het geven van onderwijs. De interne begeleider, die tevens remedial teacher is, heeft voor beide taken haar diploma. Binnen de school zijn zes geschoolde BHV/ers en drie geschoolde EHBO´ers. Het ziekteverzuim is de laatste jaren licht gestegen. De oorzaken van langdurig ziekte verzuim is niet werk gerelateerd.

2.3 De leerlingen Het leerlingen aantal daalt de laatste jaren gestaag. Dit komt door de vergrijzing van het dorp Ederveen. De leerlingenaantallen waren de laatste 4 jaren: 01-10-2003 01-10-2004 01-10-2005 01-10-2006

305 293 290 216

waarvan 72 gew. 1,25 waarvan 72 gew. 1,25 waarvan 75 gew. 1,25 waarvan 60 gew. 1,25 en 2 gew. 1,30

De school behoort naar de leerlingensamenstelling onder schoolgroep 2. De Cito-eindtoets ligt rond het landelijk gemiddelde De resultaten waren de afgelopen jaren: Jaar standaardscore 2007 531,4 2006 534,5 2005 533,7 2004 534


17

De leerlingen zijn bijna allemaal woonachtig in Ederveen en omstreken. Hoewel een aantal leerlingen in Ede of Lunteren woont, is het geografische gezien normaal dat zij in Ederveen naar school gaan. De afgelopen jaren hebben we gemiddeld 3 leerlingen met een rugzakje begeleid op onze school. In de kleutergroepen werken we volgens het principe van piramide, waardoor er extra veel aandacht aan de taalontwikkeling wordt gegeven. De leerkracht in de kleutergroepen hebben bijna allemaal de piramide-training gevolgd, evenals de onderbouwcoördinator. De onderbouwcoördinator geeft tevens tutoring aan kleuters met een achterstand in de taal/spraakontwikkeling.

2.4 Omgeving en ouders De leerlingen wonen in een landelijke omgeving, die gekenmerkt wordt door agrarische bedrijvigheid met veel bio-industrie en kleine industriële bedrijven. Veel ouders zijn werkzaam in Ederveen of omgeving, zoals Veenendaal, Lunteren en Ede. De kinderen hebben nog veel ruimte om buitenshuis bezig te kunnen zijn. In de gezinnen is men veelal druk met het eigen bedrijf, agrarisch of industrieel, en heeft men minder aandacht voor de taalontwikkeling van de kinderen. Met hen worden dan ook minder talige activiteiten gedaan, waardoor er soms een achterstand in de taal-/spraakontwikkeling ontstaat. Zowel op het gebied van cognitieve ontwikkeling, als op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling is er grote verscheidenheid. De ouderbetrokkenheid is groot, Bij veel activiteiten maken wij gebruik van de hulp van ouders. Deze activiteiten zijn o.a.: hulp bij het leesonderwijs, bij het werken met computers, in het documentatiecentrum, als begeleiding bij excursies, schoolreisjes, schoolkamp, spelen sportdagen, avondvierdaagse. Daarnaast hebben we veel ouderhulp bij het schoonmaken van de school en de materialen, hulp bij het oversteken, bij ouderavonden en afscheidsavonden. De keuze van de ouders voor onze school is divers. Er wordt voor onze school gekozen vanwege: de protestantse identiteit van de school De kwaliteit van de school De nabijheid van de school

2.5 Prognose

De prognose is dat het leerlingenaantal in de komende jaren weer zal toenemen. In de omgeving van de school wordt een nieuwe wijk gebouwd met 85 woningen, waaronder een aantal eengezinswoningen en zogenaamde starters woningen. Elders in Ederveen worden ook nog ruim 30 nieuwe woningen gebouwd. Door deze uitbreidingen kunnen jonge gezinnen weer woonruimte in Ederveen vinden. En zal het aantal kinderen dat de school gaat bezoeken, toenemen.


18

Hoofdstuk 3.: De Onderwijskundige vormgeving 3.1 Onderwijskundige doelen en uitgangspunten De Julianaschool wil bereiken dat ieder kind via een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces, die kennis en vaardigheden kan verwerven die het nodig heeft om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden in een multiculturele samenleving. Dit gaat het beste in een omgeving waar de leerlingen zich veilig voelen. We hechten dan ook grote waarde aan een goed pedagogisch klimaat. De in gebruik zijnde en nog aan te schaffen onderwijsleerpakketten waarborgen het bovengenoemde leerproces en de wettelijke plicht om aan de kerndoelen te voldoen. We richten ons met ons onderwijs op de sociale, emotionele en verstandelijke ontwikkeling van het kind, terwijl er ook aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van de creativiteit, het verwerven van kennis en ook aan de ontwikkeling van de sociale, lichamelijke en culturele vaardigheden. We gaan er in ons onderwijs vanuit dat kinderen opgroeien in een multiculturele samenleving. We gaan ervan uit dat de leerlingen in principe binnen een tijdvak van 8 aaneensluitende jaren de school kunnen doorlopen. Ons onderwijssysteem is zo ingericht dat de leerlingen in de eerste vier jaren 3520 uren onderwijs ontvangen en in de laatste vier leerjaren 4000 uren onderwijs ontvangen. Daartoe wordt elk jaar een rooster opgesteld met vakanties en vrije dagen, waarbij een berekening gemaakt wordt, zodat in de groepen 1 t/m 4 tenminste 880 uren onderwijs gegeven wordt en in de groepen 5 t/m 8 tenminste 1000 uren lesgegeven wordt. Het onderwijs omvat de volgende vakgebieden, die waar mogelijk in samenhang worden gegeven. Die samenhang zal in de eerste twee leerjaren zo goed als optimaal zijn. In de daarop volgend leerjaren komen de vakgebieden meer naast elkaar aan de orde, waarbij wel gezocht wordt naar samenhang tussen deze vakgebieden. a. b. c. d. e. f.

Godsdienst onderwijs Zintuiglijke en lichamelijk oefening Nederlandse taal Rekenen en wiskunde Engelse taal Expressieve activiteiten: a. Bevordering taalgebruik b. Tekenen c. Muziek d. Handvaardigheid e. Spel en beweging f. Dramatische expressie g. Bevordering sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer h. Bevordering gezond gedrag i. Kennisgebieden met name: a. Aardrijkskunde b. Geschiedenis Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

19

c. Natuur, waaronder biologie d. Maatschappelijke verhoudingen, waaronder staatsinrichting e. Geestelijke stromingen

3.2 De vakgebieden In de hoofdstukken 3.2.1 tot en met 3.5.3 worden per vak-/vormingsgebied de specifieke doelen aangegeven. In hoofdstuk 4 wordt genoemd welke doelen we nastreven met betrekking tot leerlingen met specifieke behoeften. De beleidsvoornemens van de vak- en vormingsgebieden worden in hoofdstuk 9 aangegeven. 3.2.1.Godsdienstige vorming en Geestelijke stromingen Als Protestant Christelijke school willen we de kinderen graag in aanraking brengen met geloof in de God van de Bijbel. Daarbij willen wij hen voorleven in het geloof en hen kennis bij brengen over de Bijbel . In de hoogste groepen wordt aandacht aan de kerkgeschiedenis gegeven en komen de Geestelijke stromingen aan de orde. Er komen bij het onderwijs in Godsdienstige vorming en Geestelijk stromingen een aantal onderdelen aan de orde: - Godsdienstig besef en kennis van de christelijke traditie - Levensvragen en rituelen - Levensbeschouwelijke ontmoetingen - Ethische en sociale vorming Gebruikte materialen bij Godsdienstige Vorming en Geestelijk stromingen: -

methode Startpunt map “Kerk (geschiedenis) in kaart” Uitgeverij Kok Kamp map “Geestelijk stromingen”, uitgevrij Kok Kampen

Bij de Bijbellessen worden liederen aangeleerd en gezongen. In de groepen 3 t/m 8 wordt regelmatig een psalmvers aangeleerd. Voor het zingen en aanleren van liederen maken we gebruik van: - Psalmboek “oude berijming” - Liedboek voor de kerken - Liedbundels Opwekking 1, 2 en 3 - Liedbundels Alles wordt Nieuw - Liedbundels Youth for Christ - Diverse andere liedbundels


20

3.3 De Instrumenteel-cursorische vakken 3.3.1. Rekenen/Wiskunde Doelstelling: het onderwijs in rekenen/wiskunde is erop gericht, dat de leerlingen - verbanden kunnen leggen tussen het onderwijs in rekenen/wiskunde en hun dagelijkse leefwereld; - basisvaardigheden verwerven, eenvoudige wiskundige taal begrijpen en toepassen in praktische situaties; - reflecteren op eigen wiskundige activiteiten en resultaten daarvan op juistheid controleren; - eenvoudige verbanden, regels, patronen en structuren opsporen; - onderzoeks- en redeneerstrategieën in eigen woorden beschrijven en gebruiken. Het onderwijs in rekenen/wiskunde is er tevens op gericht dat de leerlingen - het geleerde in de dagelijkse praktijk kunnen toepassen; - basisvaardigheden verwerven en kunnen toepassen; - kritisch eigen oplossingsmethoden kunnen evalueren; - inzicht hebben gekregen in getalstructuren en getalsystemen. De onderdelen worden beschreven in de handleiding van de methode. Het gaat daarbij om de volgende onderdelen: - vaardigheden, zoals tellen, terugtellen, splitsen, automatiseren tot 20, de tafels tot 10, hoofdrekenen, schattend rekenen, gebruik van wiskundige taal - cijferen, beheersen van de hoofdbewerkingen en toepassing in vraagstukjes - verhoudingen en procenten - breuken en decimale breuken, plaatsing op de getallenlijn en toepassen in de hoofdbewerkingen - meten, klokkijken, geldrekenen, tabellen en grafieken - meetkunde, plattegronden, modellen en afstanden. Voor groep 1 en 2 worden de verschillende rekenkundige begrippen als meer/minder, groot/klein, en vaardigheden, zoals cijfersymbolen, getallen en tellen zoveel mogelijk in zinvolle contexten aangeboden. Vanaf groep 3 wordt gewerkt met de methode “Alles Telt”. Deze methode is ingevoerd vanaf schooljaar 2005-2006 en wordt in schooljaar 2007-2008 ingevoerd in groep 6 en de daarop volgende jaren in groep 7 en 8. In de groepen 7 en 8 wordt nu nog gewerkt met de methode “ Talrijk”.


21

3.3.2 Nederlandse taal Doelstelling: het onderwijs in Nederlandse taal is erop gericht, dat de leerlingen: vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen; kennis en inzicht verwerven omtrent betekenis, gebruik en vorm van taal; plezier hebben en houden in het gebruiken en beschouwen van taal. In groep 1 en 2 werken we veel vanuit het spel aan de ontluikende geletterdheid. Daarbij wordt met thema’s gewerkt, die binnen het piramide-project zijn vastgesteld. Deze projecten hebben directe betrekking op de dagelijkse leefwereld van de kinderen. Daarnaast maken we gebruik van: - voorleesboeken en prentenboeken - speelwerkbladen - ontwikkelingsmaterialen - platen en materialen van Bas - computerprogramma “Bas gaat digitaal” - materialen van het piramide-programma uitgegeven door het Cito Voor het leesonderwijs in groep 3 gebruiken we de methode voor aanvankelijk lezen: De Leessleutel van uitgeverij Malmberg met de diverse daarbij behorende materialen. Ook maken we gebruik van tutorlezen in groep 3 in de tweede helft van het schooljaar In de groepen 4 en 5 gebruiken we voor technisch lezen de methode Voortgezet Technisch Lezen. En materialen voor duo-lezen en tutorlezen. In de groepen 4 t/m 8 gebruiken we als methode voor Nederlandse Taal: Taal actief en de daarbij behorende leergang voor spelling: Woordspel Voor het begrijpend lezen en studerend gebruiken we de methode “Goed Gelezen” in de groepen 4 t/m 8. Vanaf het schooljaar 2007-2008 gaan we met de nieuwste versie van deze methode werken. Bij stagnatie in de leesontwikkeling van kinderen werken we met het “Protocol leesproblemen en dyslexie”. Het onderdeel Nederlandse taal wordt regelmatig aan de hand van door toetsen verkregen informatie geëvalueerd. Dit doen we door middel van methodegebonden toetsen en de Citotoetsen voor begrijpend lezen, spelling en woordenschat. In groep 3 nemen we een herfstsignalering af om snel problemen in de leesontwikkeling te kunnen opsporen. Daarnaast wordt de leesvaardigheid getoets via de AVI-toetsen

3.3.3 Schrijven Doelstelling: De kinderen moeten komen tot een vlot, duidelijk leesbaar en esthetisch handschrift. Daarbij maken we gebruik van de methode “Handschrift”. In de groepen 1 en 2 wordt voor het voorbereidend schrijven gebruik gemaakt van de methode “Schrijven zonder pen”. Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

22

3.3.4 Engelse taal Doelstelling: het onderwijs in de Engelse taal is erop gericht, dat de leerlingen: - vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal op een zeer eenvoudig niveau gebruiken als communicatiemiddel in contact met mensen die zich van deze taal bedienen; - kennis hebben van de rol die de Engelse taal speelt in de Nederlandse samenleving en als internationaal communicatiemiddel. Het vakgebied Engelse taal krijgt in de groepen 7 en 8 aandacht. De methode die daarbij wordt gebruikt op onze school is “Real English, Let ’s do it” van uitgeverij Bekadidact.

3.4 De Wereldoriënterende vakken In groep 1 en 2 wordt hoofdzakelijk thematisch gewerkt. Uitgangspunt daarbij is de eigen belevingswereld, de ervaring en de waarnemingen die bij voorkeur niet uitsluitend kijken betekenen, maar ook voelen, tillen, ruiken, bewegen, aanraken, betasten, luisteren. De leerlingen leren stap voor stap de wereld om zich heen kennen en kunnen relaties leggen met ruimte en tijd, met menselijk gedrag, met de natuur en het natuurkundig gebeuren, en met de kijk van het kind op zichzelf, bij het leren zien van oorzaak en gevolg en bij het veroveren van taal als communicatiemiddel.

3.4.1 Aardrijkskunde Doelstelling: het aardrijkskundeonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: - leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in de omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika; - leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken - leren over de mondiale ruimtelijk spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen, zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren; - leren omgaan met kaart en atlas, de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld beheersen en een eigentijds geografisch wereldbeeld ontwikkelen. Daarbij willen we de kinderen vanuit een christelijke levenshouding en christelijke levensovertuiging leren dat ze bij de wereld betrokken zijn en er medeverantwoordelijk voor zijn Er wordt gewerkt met de methode: “Hier en daar”, ook met het topografische deel van de methode. Daarnaast gebruiken we voor topografie de kopieerkaarten van Agteres

Materialen die bij dit vakgebied gebruikt worden zijn: Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

23

-

diverse wandkaarten posters van regio’s, landen en landstreken atlassen: junior Bosatlas globe computerprogramma’s documentatiecentrum internet

3.4.2 Geschiedenis, maatschappelijk verhoudingen en Staatsinrichting Doelstelling: het geschiedenisonderwijs, onderwijs in maatschappelijke verhoudingen en staatsinrichting is erop gericht, dat de leerlingen: - zich beelden vormen van in tijd geordende verschijnselen en ontwikkelingen; - besef krijgen van continuïteit en verandering in het leven en in de geschiedenis van de samenleving; - zich enige historische basisvaardigheden eigen maken; - kennis en inzicht verwerven omtrent inrichting en structuur van de maatschappij; - kennis en inzicht verwerven omtrent enige hoofdzaken van en kenmerkende verschillen tussen geestelijke stromingen in de samenleving. Het onderwijs in het vak geschiedenis dient te leiden tot belangstelling voor het verleden en we willen vanuit een christelijk levenshouding en christelijke levensovertuiging duidelijk maken, dat het heden in relatie staat tot het verleden en de toekomst. Daarbij gaat het om een veranderende samenleving, het tijdsverloop, de maatschappijvormen en het ontstaan van politieke stelsels, zoals de democratie. En het leren omgaan met deze vormen en politieke stelsels Er wordt gewerkt volgens een methode. In de groepen 4 t/m 8 wordt gewerkt met de methode “Bij de tijd” (nieuwste versie). Materialen dit bij dit vakgebied worden gebruikt zijn: - poster van de platen van Isings - diverse posters - documentatiecentrum - internet - video’s en dvd’s - Tv-lessen van o.a. NOS/Teleac

3.4.3 Natuuronderwijs en gezond gedrag, alsmede techniek Doelstelling: het natuuronderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: - plezier beleven aan het verkennen van de natuur vanuit een kritische en vragende houding en zorg hebben voor een gezond leefmilieu; - kennis, inzicht en vaardigheden verwerven die mensen nodig hebben om op juiste wijze met de levende en niet-levende natuur om te gaan; - een onderzoekende en waarderende houding ten opzichte van de natuur en een gezond leefmilieu ontwikkelen; - kennis, inzicht en vaardigheden verwerven ten aanzien van een gezond gedragspatroon dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

24

Voor dit vakgebied gebruiken in de groepen 3 t/m 8 de methode “Natuurlijk”. Andere materialen die daarbij gebruikt worden zijn: - materialen en leskisten van het “Groene wiel” (voorheen Milieu Educatie Centrum) - materialen van HGM - “Die ze alle roept bij name ….”. - Televisielessen van TELEAC/NOT - Doe Het Zelfset voor gezondheidseducatie van het SLO - Posters en plaatmaterialen - Documentatiecentrum - internet Bij de wereldoriënterende vakken worden de leerlingen wegwijs gemaakt in het systeem van het documentatiecentrum, en wordt gebruik gemaakt van computer en Internet. Vanaf groep 5 maken de leerlingen werkstukken en/of houden spreekbeurten over onderwerpen van uiteenlopende aard. In groep 8 houden de leerlingen tevens een presentatie over een zelf gekozen onderwerp. De basisinformatie wordt gezocht in Informatie Junior (groep 5/6) en Informatie (groep 7/8). Voor verdere informatie is een uitgebreid documentatiecentrum aanwezig of wordt verwezen naar de Openbare bibliotheek. Ook worden de leerlingen gewezen op andere manieren om informatie te verzamelen. Bij al deze vakgebieden maken wij elk jaar een keuze uit het aanbod van de schooltelevisie, zodat wij kunnen werken met materiaal dat “up to date” is.

3.4.4. Bevordering van sociale redzaamheid waaronder gedrag in het verkeer Doelstelling: het onderwijs in sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer, is erop gericht, dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven als consument en als deelnemer aan het verkeer en aan groepsprocessen. Er wordt voor verkeer gewerkt aan de hand van een methode. Vanaf het schooljaar 2007-2008 wordt in de groepen 3 t/m 8 de methode “Klaar over ingevoerd”. Andere materialen die gebruikt worden zijn: - Bordenboekje in groep 7 - Posters verkeersborden - Oefenexamens voor verkeersdiploma in groep 7 De leerlingen in groep 8 worden ingeschakeld, na instructie door de politie van de gemeente Ede, bij het oversteken van de Hoofdweg in de nabijheid van de school, als verkeersbrigadiers. Daarbij wordt leiding geven door ouders en personeel, die daarvoor ook instructie hebben gevolgd.


25

3.5

De Muzisch-Expressieve vakken

3.5.1

Muzikale vorming

Doelstelling: het muziekonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om muziek te beluisteren, te beoefenen en om met elkaar over muziek te kunnen praten. We gebruiken de volgende materialen: muziek en lied op cassette, verschillende liedboeken. De methode die gebruikt wordt is “Moet je doen”. Andere materialen zijn: - diverse liedbundels - posters muziekinstrumenten met begeleidend lesmateriaal - cd’s - Orff muziek instrumenten

3.5.2 Bewegingsonderwijs Doelstelling: het bewegingsonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: - kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om hun bewegingsmogelijkheden te vergroten - enige kenmerkende hulpmiddelen en bijbehorende begrippen kunnen gebruiken - een positieve houding ontwikkelen, dan wel behouden, met betrekking tot deelname aan de bewegingscultuur - leren omgaan met elementen als spanning, verlies en winst Aan de orde komen: gymnastiek, gymnastiek voor groep 1 en 2, atletiek, en spel. In groep 5 wordt ook les in zwemmen gegeven in het zwembad te Ede en door het personeel van dat zwembad. De methode die we als leidraad bij de lessen voor gymnastiek gebruiken is: Basislessen bewegingsonderwijs, methode voor lichamelijke oefening

3.5.3 Tekenen en handvaardigheid Doelstelling: Het onderwijs in tekenen en handvaardigheid is erop gericht, dat de leerlingen: - kennis, inzicht en vaardigheden verwerven waarmee ze hun gedachten, gevoelens, waarnemingen en ervaringen op persoonlijke wijze kunnen vormgeven in beeldende werkstukken; - leren reflecteren op beeldende producten en inzicht verwerven in de wereld om ons heen: de gebouwde omgeving, interieurs, mode en kleding, alledaagse gebruiksvoorwerpen en beeldende kunst; - kennis en inzicht verwerven dat uitbeelden en vormgeven gebonden zijn aan tijd en aan cultuurgebied. Binnen de kleutergroepen wordt muzische vorming met expressiemateriaal volgens de volgende werkwijze ontwikkeld: Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

26

a. ontdekken b. doen c. expressie - uiting van hetgeen in het kind leeft of naar aanleiding van indrukken van buitenaf d. technische aanwijzingen en materiaalkennis/omgang e. toepassingen. Er wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de thema’s die in de groep centraal staan. Methodieken die als leidraad worden gebruikt in groep 1 t/m 8: “Moet je doen” methode voor handvaardigheid en tekenen

3.6

Actief burgerschap en integratie

3.6.1. Visie De school moet een plaats zijn waar leerlingen ervaring opdoen met het leven in een complexe, pluriforme maatschappij en een plaats waar zij leren omgaan met de regels van de democratie, zodat zij zich kunnen ontwikkelen tot sociale en actieve burgers. Het gaat hierbij niet alleen om kennis, maar ook om oefening. Vanuit onze christelijk identiteit willen we een bijdrage leveren aan de vorming van de leerlingen tot verantwoordelijke mensen, die met gevoel voor identiteit, respect en vertrouwen kunnen deelnemen aan een levensbeschouwelijk pluriforme en democratische samenleving. Bij burgerschap gaat het erom dat we de leerlingen helpen in hun vorming tot volwassen, verantwoordelijke personen, die in een multiculturele, pluriforme samenleving kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer en kennis verwerven en leren omgaan met de principes van de democratie. Actief burgerschap en integratie is op onze school geen apart vak. Het is verweven in het totale onderwijs aanbod, zoals dat is beschreven in de diverse onderdelen in dit schoolplan.

3.6.2. Identiteitsvorming De leerlingen leren ontdekken wie ze zelf zijn om zo goed te kunnen functioneren in de maatschappij. In onze lessen godsdienstige vorming en sociaal-emotionele ontwikkeling wordt hieraan aandacht besteed. Daarbij is kennis van en ontmoeting met andere levensbeschouwingen van belang voor de identiteitsvorming. In groep 8 wordt dan ook aandacht gegeven aan geestelijke stromingen en wereldgodsdiensten. (zie hiervoor Godsdienstige vorming en Geestelijk stromingen)


27

3.6.3. Sociale competenties Onze christelijk identiteit geeft richting aan de omgang met elkaar en met anderen. Binnen de lessen godsdienstige vorming en de lessen sociaal-emotionele ontwikkeling en het totale pedagogische klimaat wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van de sociale competenties van de leerlingen. Vanuit onze christelijk identiteit worden onderwerpen als discriminatie, pesten, omgang met mensen aan de orde gesteld. Ook de regels die in school gelden, zijn vanuit onze christelijke normen en waarden opgesteld en worden zo gehanteerd.

3.6.4 Aanbod Binnen het aanbod van de wereldoriënterende vakken komen de volgende aspecten aan de orde: - Zorg voor eigen en andermans gezondheid - Zorg voor het milieu - Staatsinrichting - Gebruik van historische bronnen - Kennen van historische personen en gebeurtenissen - Onderzoeken van maatschappelijk verschijnselen - Kennis van Europa en de Europese Unie - Begrijpen van internationale spanningen en conflicten

3.7

ICT

3.7.1 Visie De school heeft als opdracht de leerlingen te begeleiden op hun weg naar volwassenheid. Daarbij bereiden we hen voor op een leven in een steeds veranderende en complexe samenleving. In deze samenleving spelen de nieuwe media een belangrijke rol. We willen de leerlingen leren omgaan met deze nieuwe media en kritisch naar de mogelijkheden laten kijken. Daarbij zullen computers een belangrijke rol spelen. De computer gebruiken we geïntegreerd binnen de vak- en vormingsgebieden. Het onderwijs is ICT heeft tweeërlei doelstelling: - Het leren omgaan met en het gebruik van de apparatuur - Als hulpmiddel bij de vak- en vormingsgebieden - Als hulpmiddel bij communicatie

Voor het aanleren van de ICT-vaardigheden, zoals toetsenbordvaardigheid en tekstverwerking krijgen de leerlingen in groep 7 en 8 een leergang Type-basic aangeboden, die met een toets wordt afgesloten. Bij voldoende resultaat krijgen de kinderen een certificaat. Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

28

Daarnaast krijgen de leerlingen oefeningen in zoekvaardigheden om informatie te vinden via digitale programma’s of via internet Bij tekstverwerking krijgen de leerlingen opdrachten voor het maken presentaties en werkstukken met een goed verzorgde lay-out 3.7.2 Realiseren van de visie

Voor de realisering van het gehele onderwijs in ICT is een apart beleidsplan opgesteld, dat op de school aanwezig is.

3.8

Leertijd

3.8.1 Visie Op onze school willen we de leertijd effectief besteden. Leertijd is een belangrijke factor in het proces van leren en ontwikkeling. Daarom moeten we trachten verlies van leertijd te voorkomen. We willen de leerlingen voldoende leertijd geven om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Hieraan ligt het principe ten grondslag dat wij in acht jaar, dat een leerling de basisschool bezoek, de einddoelen van het basisonderwijs willen laten halen.

3.8.2 Realisering van de doelen voor de leertijd De gestelde doelen willen we bereiken door de volgende maatregelen: - De leerkrachten bereiden de lessen goed voor: programma en tijdsplanning - De leerkrachten zorgen voor effectief klassenmanagement (voorkomen van verlies van leertijd) - Op schoolniveau wordt er voldoende onderwijstijd gepland - De leerkrachten maken duidelijke roosters en hanteren die ook - Er zijn afspraken gemaakt over de minimale leertijd per vakgebied - De leerkrachten kunnen de hoeveelheid leertijd variëren afhankelijk van de onderwijsbehoeften.


29

3.9

Pedagogisch klimaat

3.9.1 Visie De leerkrachten zijn in het onderwijs van primair belang. Zij hebben een opvoedkundige taak, namelijk de leerlingen op te voeden tot goede burgers van de maatschappij. Wij vinden het van belang dat de leerlingen goed met zichzelf en anderen kunnen omgaan. Daartoe moeten de leerkrachten een veilig en gestructureerd klimaat scheppen, waarin leerlingen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Daarbij hechten we veel waarde aan leerkrachten, die op positieve en motiverende wijze de leerlingen begeleiden bij hun ontwikkeling.

3.9.2 Realisering van de visie De volgende regels zijn daarbij van belang: - De leerkrachten zorgen voor een ordelijk lokaal - De leerkrachten dragen zorg voor een functionele en uitdagende leeromgeving - De leerkrachten hebben een positieve en belangstellende houding t.o.v. de leerlingen - De leerkrachten zorgen voor interactie met en tussen de leerlingen - De leerkrachten bieden de leerlingen structuur - De leerkrachten zorgen voor veiligheid - De leerkrachten hanteren de opgestelde regels en afspraken - De leerkrachten laten de leerlingen zelfstandig werken - De leerkrachten staan open voor inbreng vanuit de leerlingen

3.10 Didactische handelen 3.10.1 Visie Op onze school houden de leerkrachten rekening met verschillen tussen de leerlingen. Als school ontwikkelen we steeds meer naar adaptief onderwijs. De leerkrachten differentiëren daarom in instructie en verwerking. Wij hechten veel waarde aan zelfstandigheid van de leerlingen en daarom wordt, waar mogelijk, samenwerken gestimuleerd.

3.10.2 Realisering van de visie De volgende beleidsafspraken zijn daarbij van groot belang: - De lessen zijn goed opgebouwd - De instructie wordt, waar nodig, gedifferentieerd aangeboden - De leerkrachten geven directe instructie - De leerkrachten zorgen ervoor dat er meerdere oplossingsstrategieën aan de orde kunnen komen Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

30

-

De leerlingen leren zelfstandig te werken De leerkrachten geven ondersteuning en hulp (vaste ronde tijdens verwerkingsopdrachten) De leerkrachten creëren tijd voor extra instructie aan zorggroepen De leerkrachten zorgen voor leerstofdifferentiatie (indien gewenst) De leerkrachten zorgen voor tempodifferentiatie (indien gewenst)


31

Hoofdstuk 4: De zorg voor de kinderen 4.1 Zorgstructuur 4.1.1 Visie Als onderwijsgevenden hebben we de zorg voor alle leerlingen die aan ons zijn toevertrouwd. Op onze school willen we adaptief onderwijs realiseren, d.m.v. effectieve instructie en werken met het model “zelfstandig werken”. Daardoor komt er tijd voor de leerkracht vrij om kinderen, die dat nodig hebben extra instructie te geven aan een instructietafel, die in elk lokaal aanwezig is. Wanneer dit niet mogelijk is of onvoldoende effect heeft, zal met de Intern Begeleider worden overlegd voor Remedial Teaching buiten de groep door de RT’er. De zorg is bedoeld voor leerlinge, die moeite hebben zich het leerstofaanbod eigen te maken, als ook voor leerlingen, die goede prestaties leveren en extra uitdaging nodig hebben. Daarbij kan gedacht worden aan hoogbegaafde leerlingen. Als het nodig mocht blijken, zal op één leergebied een individuele leerlijn worden aangeboden, zodat de betreffende leerling op dat gebied op eigen niveau kan werken.

4.1.2 Aanpak 4.1.2.1 Intern: Voor elke leerling wordt een leerlingendossier aangelegd waarin alle informatie wordt bijgehouden. Door observaties worden de leerlingen, die zich anders gedragen of moeite hebben met de aangeboden leerstof gesignaleerd. Er wordt een vorderingen registratie m.b.t. rekenen en wiskunde, lezen, taal, spelling en de wereldoriënterende vakken bijgehouden. Er worden in het Cito-leerlingvolgsysteem de volgende toetsen afgenomen; Taal voor kleuters Ruimte en tijd Ordenen Rekenen enb wiskunde Spelling Begrijpend lezen Technisch lezen AVI-toetsen De toetsen worden klassikaal afgenomen en verwerkt in het leerlingvolgsysteem. De resultaten komen bij de Intern Begeleider en worden met de groepsleerkracht besproken en zonodig in met managementteam en in de leerlingenbespreking. Als er aan de hand van de resultaten aanleiding is om en verdere analyse te maken en wijzigingen in het beleid door te voeren zal dit in het team besproken worden en zullen maatregelen genomen worden. De leerlingenbesprekingen vinden 6 keer per jaar plaats en zullen met ingang van het schooljaar 2007-2008 gescheiden in onderbouw en bovenbouw worden gehouden. Deze leerlingenbespreking staan onder leiding van de Intern Begeleider. Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

32

Ook worden er 5 keer per jaar consultatie met een medewerker van de Schoolbegeleidingsdienst gehouden. Bij deze consultatie worden leerlingen met problemen of stagnatie in hun ontwikkeling, voor zowel de vorderingen in het leerproces als in hun ontwikkeling voor wat betreft gedrag, besproken. Tijdens deze consultaties is de IB’er, de directeur en de groepsleerkracht van de te bespreken leerling aanwezig. De consultaties vinden altijd 1 of 2 weken na een leerlingenbespreking plaats, zodat leerlingen vanuit de leerlingenbespreking opgegeven kunnen worden voor de consultaties 4.1.2.2 Extern: In een aantal gevallen zal besloten worden voor een nader onderzoek door een medewerker van de SBD. Dat kan een capaciteiten onderzoek zijn, een observatie, een pedagogischedidactisch onderzoek of een combinatie van deze mogelijkheden. Ook worden er onderzoeken gedaan voor het afgeven van een dyslexieverklaring. Voor al deze onderzoeken zal eerst overleg plaatsvinden met de ouders/verzorgers van het kind en zullen zij toestemming moeten geven. Ook kan er ambulante begeleiding via het WSNS-samenwerkingsverband aan de SBO gevraagd worden. De uitkomsten van een onderzoek worden in aanwezigheid van de onderzoeker en de Intern Begeleider en de groepsleerkracht met de ouders besproken. Na dit overleg worden definitieve beslissingen genomen: - Een hulpprogramma opstarten met het doel terug te komen op groepsniveau - Het opzetten van of het doorgaan met een individuele leerlijn - Speciale hulp zoeken op sociaal-emotioneel gebied - Het kind laten doubleren - Aanmelden bij de CvI voor het verkrijgen van een rugzak om zo extra hulp te realiseren Als we tot de conclusie komen, dat onze school onvoldoende hulp kan bieden wordt er niet geaarzeld één van de volgend stappen te ondernemen: - Aanmelden bij de PCL voor een indicatie voor het SBO. - Aanmelden bij de CvI voor een aanmelding bij een REC. Hiervoor verwijzen we naar het zorgplan 2007-2010 van het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School” Ede-Wageningen”. 4.1.2.3 Diagnosticeren Wanneer gesignaleerd wordt dat een leerling een achterstand heeft, wordt nader onderzocht welke hiaten het kind heeft op een bepaald leergebied. Hiervoor kunnen diverse toetsen gebruikt worden. Ook kan een diagnostisch leergesprek gevoerd worden om meer duidelijkheid t.a.v. het probleem te krijgen. Bij sociaal emotionele problematiek kan een klassenconsultatie uitkomst bieden. De resultaten van de diagnose worden vertaald in een concreet handelingsplan voor de groepsleerkracht en/of remedial teacher. Bij de diagnosticeren speel de IB-er een coördinerende rol. 4.1.2.4 De leerlingenbespreking. Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

33

Er is 6 keer per jaar een leerlingenbespreking in de onderbouw en 6 keer per jaar in de bovenbouw. In de leerlingenbespreking brengen de groepsleerkrachten of IB-er leerlingen in met leer- en/of gedragsproblemen. Tevens worden de vorderingen besproken van leerlingen waarvoor een handelingsplan is opgesteld. Tijdens de bespreking wordt de problematiek van de leerling zorgvuldig besproken en wordt gekeken welke hulp de leerling nodig heeft. Er worden afspraken gemaakt over de te bieden hulp. Dit wordt vertaald in een handelingsplan. Bij leerlingen, die al extra hulp krijgen, wordt geëvalueerd of de geboden hulp succesvol is geweest. Een handelingsplan kan op grond van de bevindingen worden voortgezet, aangepast of stopgezet. De IB-er maakt afspraken met groepsleerkrachten over opstarten en bijstellen van handelingsplannen en spreekt alvast een evaluatiemoment af met de groepsleerkracht. Afhankelijk van de aard van het probleem wordt het plan onderleiding van de groepsleerkracht en/of de RT-er met de leerling opgepakt.

4.1.2.5 Remediëren. Afhankelijk van de problematiek wordt een handelingsplan opgesteld. Dit wordt aangegeven in het leerlingendossier. Ook wordt het handelingsplan aan de ouders/verzorgers ter hand gesteld en zonodig met hen besproken. Bij de uitvoering van het handelingsplan wordt gebruik gemaakt van de orthotheek op school. In eerste instantie zal de extra zorg gegeven worden door de groepsleerkracht. Mocht dit niet het gewenste resultaat hebben dan wordt na overleg met de IB-er, de RT-er ingeschakeld. De hulpverlening vindt voornamelijk onder schooltijd plaats. Remediëren kan zowel individueel als in groepjes plaatsvinden in een ruimte buiten het groepslokaal. Na 6 weken wordt de uitvoering van het handelingsplan en het effect ervan geëvalueerd. De opzet van het handelingsplan en de evaluatie worden bijgehouden in het leerlingendossier.

4.1.2.6 De Intern Begeleider. De taak van de IB-er bestaat uit het coördineren van alle zaken rondom de speciale leerlingenzorg en begeleiding in de school. De IB’er en de directeur voeren regelmatig overleg over de gang van zaken m.b.t. zorgverbreding. Ook wordt deze gang van zaken besproken in het managementteam. De IB-er heeft anderhalve dag ambulante tijd per week voor het uitvoeren van IB-taken. Deze taken zijn: Interpreteren van toetsuitslagen en hulp organiseren voor open uitvallende leerlingen. Bespreken en evalueren van handelingsplannen met de leerkrachten en de RT-ers. Eventueel afnemen van toetsen. Samen met de directeur zorg dragen voor het gericht gebruik van de leerlingendossiers. Coachen van leerkrachten op het gebied van leerlingenzorg. Contacten onderhouden met externe expertise (SBD, SBO, ambulante begeleiders SO, Schoolmaatschappelijk werk enz.) Zorg dragen voor het nakomen van gemaakte afspraken, Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

34

-

Bijhouden en uitbouwen van de orthotheek. Deelname aan IB-netwerk WSNS Ede Wageningen. Deelname aan nascholing vanuit WSNS Ede-Wageningen.

4.1.2.7 Resultaten en verwijzingen Het beschreven beleid leidt tot een snelle en adequate aanpak van leerlingen met specifieke behoeften en problemen, zodat snel extra hulp geboden kan worden. Op de Julianaschool willen we doublures en verwijzingen naar het Speciale Basisonderwijs tot een minimum te beperken. Maar wanneer wij constateren dat we niet voldoende hulp of de juiste hulp kunne bieden zullen we in overleg met de ouders toch overgaan tot verwijzing. Ook kan besloten worden een kind te laten doubleren, als door onderzoeken de verwachting is gewekt dat een doublure positief voor het kind kan uitwerken. In alle gevallen staat het belang van het kind centraal. 4.1.2.8 Terugplaatsing vanuit het SBO In het zorgplan van het vWSNS-samenwerkingsverband is de mogelijkheid beschreven van terugplaatsing vanuit het SBO naar het reguliere basisonderwijs. Mocht dit zich voordoen, dan zal vanuit onze school een duidelijke afspraak worden gemaakt met de SBO-school betreffende een plan voor de begeleiding en voor een soepele overgang. Tot nu toe is terugplaatsing op onze school nog niet voorgekomen. 4.1.2.9 Contacten met SBO Als het gehele zorgtraject is doorlopen en er wordt besloten een kind aan te melden bij de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) voor plaatsing op de SBO-school: De procedure is als volgt: -

Opstellen van een Onderwijskundig Rapport Invullen van het aanmeldingsformulier en laten ondertekenen door de ouders/verzorgers Aanmelding bij de PCL De PCL zal een besluit nemen over toelaatbaarheid tot het SBO Ouders melden het kind aan bij de SBO-school

Vanuit onze school hebben wij contacten met de SBO-school “De Rgenboog” te Ede, die ook deel uitmaakt van het WSNS-samenwerkingsverband Ede-Wageningen. Na enkele maanden na de plaatsing is er contact tussen onze school en de SBO-school en volgt een bezoek door de groepsleerkracht en/of IB’er aan de school voor SBO om de gang van zaken rond de betreffende leerling te bespreken.

4.2 Toetsen en leerlingvolgsysteem Wij volgen de vorderingen van leerlingen op drie manieren namelijk: a. met methodegebonden toetsen; b. met methodeonafhankelijke toetsen, zoals AVI-toetsen voor het lezen c. via observaties.


35

De toetsen die horen bij de methoden worden op klassenoverzichten bijgehouden. Bij de leestoetsen worden de resultaten zowel op individuele lijsten als op klassenoverzichten genoteerd. De klassenoverzichten worden bewaard; de individuele lijsten komen in een leerlingendossier. Daarnaast maken wij gebruik van de Cito-toetsen, die volgens het Cito-leerlingvolgsysteem afgenomen moeten worden. De resultaten worden in het Cito-leerlingvolgsysteem opgeslagen en de overzichten per leerling en per groep worden opgenomen in de groepsmap en besproken tijdens de leerlingenbesprekingen. Alle overzichten worden verzameld via de computer. Zes keer per schooljaar worden er leerlingenbesprekingen georganiseerd. Besproken worden de toetsresultaten en de vorderingen van de leerlingen en er worden conclusies getrokken. Ook is er tussentijds regelmatig gelegenheid om een leerling, waarbij zich problemen voordoen, te bespreken om zo te komen tot maatregelen. Het gedeelte van de speciale leerlingenzorg valt onder de verantwoordelijkheid van de Interne Begeleider. Zij leidt ook de leerlingenbesprekingen. Opvallende leerlingen worden verdeeld in twee groepen: de aandachtsleerlingen, die voor extra aandacht en begeleiding binnen de groep in aanmerking komen, en de zorgleerlingen. Voor hen wordt in overleg met de Remedial Teacher een handelingsplan opgesteld en zij worden zowel in de groep, als daarbuiten, door de Remedial Teacher, extra begeleid. Het opgestelde handelingsplan geldt voor 6 weken, waarna de leerling opnieuw wordt besproken en zonodig een nieuw handelingsplan wordt opgesteld. Naast de leerlingenbespreking zijn er contactavonden, waarbij wij de ouders op de hoogte brengen van de resultaten en vorderingen van hun kinderen. Wanneer wij kinderen met lichamelijke/zintuiglijke handicaps op school krijgen met een rugzak of kinderen, die om andere redenen een rugzak hebben wordt er, in samenwerking met de ambulante begeleiding van uit de REC´s, een speciaal beleid ten aanzien van deze kinderen opgezet. Drie keer per schooljaar geven wij een rapport uit aan de leerlingen van de groepen 3 t/m 8. Het rapport bestaat uit een waardering d.m.v. letters voor de verschillende onderdelen en een cijfer over het gehele vakgebied. Voornemens: Vanaf het schooljaar 2007 - 2008 willen we de leerlingenbesprekingen voor onderbouw en ovenbouw gescheiden houden.

4.3 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Onze school is verbonden aan het PC-samenwerkingsverband Ede-Wageningen e.o., ten einde integrale leerlingenzorg te kunnen bieden. Om de zorg binnen de school goed te organiseren is op de Julianaschool een Intern Begeleider aangesteld. Bij hem/haar en bij de Remedial Teacher kunnen de leerkrachten terecht met hun vragen over kinderen die in de groep problemen ondervinden ten aanzien van gedrag en het verwerven van kennis en vaardigheden. Ook Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

36

kunnen we een beroep doen op de Speciale School voor basisonderwijs “De Regenboog”, die deel uit maakt van het samenwerkingsverband, voor expertise en ambulante begeleiding. Wanneer de school de zorg niet meer aan kan, wordt een leerling aangemeld bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het samenwerkingsverband. Deze commissie bestaat uit deskundigen en heeft beslissingsbevoegdheid ten aanzien van (tijdelijke) plaatsing in het speciaal onderwijs.

4.4 De begeleiding van de overgang naar het Voortgezet Onderwijs. In het eerste trimester van elk schooljaar worden de ouders/verzorgers van de leerlingen van groep 8 uitgenodigd om een voorlichtingsavond over de schoolkeuze na de basisschool bij te wonen. Tijdens deze avond vertelt de leerkracht de procedure van schoolkeuze en aanmelding bij een school voor voortgezet onderwijs. Ook zijn er op deze avond vertegenwoordigende leerkrachten uit het voortgezet onderwijs aanwezig om informatie te geven. De leerkracht volgt nauwlettend de verrichtingen van de leerlingen en zal in januari/februari met de ouders van de leerlingen een gesprek hebben om een advies betreffende de schoolkeuze voortgezet onderwijs te geven. Na dit advies volgt ook nog de uitslag van de CITO-eindtoets, die ook medebepalend is bij de toelating in het voortgezet onderwijs. Deze CITO-eindtoets wordt elk jaar in februari afgenomen op de daartoe door het CITO vastgestelde dagen en door het CITO beoordeeld. Ook worden er met de leerlingen bezoeken afgelegd aan diverse scholen voor voortgezet onderwijs en worden ouders en leerlingen geattendeerd op de Opendagen van de diverse scholen voor voortgezet onderwijs. Uiteindelijk nemen de ouders de beslissing m.b.t. de schoolkeuze en zal de leerling aangemeld worden. Ten behoeve van de plaatsing ion het voortgezet onderwijs wordt voor elke leerling een onderwijskundig rapport opgesteld en doorgestuurd naar de scholen, waar de leerlingen zijn aangemeld. Elke risicoleerling wordt zo mogelijk, nog mondeling toegelicht via een gesprek met de toekomstige mentor of brugklasbegeleider.


37

Hoofdstuk 5.: De inzet en ontwikkeling van het personeel 5.1 Doelen van het personeelsbeleid Onze school wil met het personeelsbeleid de doelen van de school zo optimaal mogelijk verwezenlijken en daartoe het functioneren van het personeel en het zich welbevinden in hun arbeidssituatie bevorderen. Het personeelsbeleid wordt beschreven in een groot aantal documenten, die voor alle scholen van de Vereniging voor Protestsant Christelijk Onderwijs “De Viermaster” zijn ontwikkeld De volgend beleidsstukken zijn afgerond en vastgesteld: -

5.2

Arbobeleidsplan De Viermaster Beleidsplan Werving, selectie en benoeming Beleidsplan beloningen Beleidsplan deeltijdarbeid Beleidsplandoelgroepenbeleid Beleidsplan leeftijdbewust personeelsbeleid Beleidsplan mobiliteitsbeleid Regeling functioneringsgesprekken Regeling beoordelingsgesprekken Regeling Ontslagbeleid Regeling scholingsbeleid Regeling taakbeleid Attentieregeling Onkostenregeling Verzuimprotocol Klachtenregeling Directiestatuut

Formatiebeleid

Jaarlijks wordt een bestuursformatieplan opgesteld. In het tot stand komen en vaststellen van het formatieplan neemt het bevoegd gezag de ervaringen van het afgelopen jaar en de beschikbare vergoedingen voor personeel als uitgangspunt. De besteding van de middelen geschiedt mede met inachtneming van het perspectief op behoud van werkgelegenheid. Extra middelen die door de Rijksoverheid zijn verstrekt voor een specifiek doel, zoals rugzakjes, en Gemeentelijke subsidies worden aangewend ter realisering van het doel, waarvoor ze worden verstrekt .


38

5.3 Taakbeleid In het beheersen van de taakbelasting van ons personeel ziet het team toe op een zo evenredig mogelijke spreiding van de werkzaamheden over het jaar, de week en de dag en op een zo evenwichtig mogelijke taakbelasting van de individuele personeelsleden. Wanneer de organisatie dit toelaat proberen wij zoveel mogelijk rekening te houden met de arbeidsomstandigheden van bepaalde groepen personeelsleden, personeel in deeltijdbetrekkingen, personeelsleden met een duo-baan, startende leerkrachten en ouderen. Tijdens een teamvergadering moet tenminste één van de leden die een duo-baan bezetten aanwezig zijn. Ander personeel met een deeltijdbetrekking is aanwezig bij vergaderingen, waar hun inbreng en aanwezigheid i.v.m. het onderwerp, gewenst is. Binnen onze school is een tijdstoedeling voor elke voorkomende taak vastgesteld. Op basis van dit document worden voor elk schooljaar de taken verdeeld. Aan het einde van elk schooljaar vindt een evaluatie plaats en eventuele bijstelling voor een nieuw schooljaar. Om tot een beter taakbeleid te komen willen wij in de komende jaren nader omschrijven welke taken in het taakbeleid moeten worden ondergebracht. Daaruit willen we dan conclusies trekken op leerkrachten op schoolniveau. We werken met de volgende uitgangspunten: - Schooltaken moeten worden verricht. (Plichten, maar ook rechten, bieden bescherming aan de persoon). - Er moet bewust met de taakverdeling en de neventaken worden omgegaan i.v.m. het voorkomen van ziekteverlof. - We gaan uit van de normjaartaak, waarin uren voor lesgevende taken, lesgebonden taken, deskundigheidsbevordering en overige schoolgebonden taken zijn verdeeld. - Voor bepaalde taken worden lesvrije schooltijden verstrekt. - Er zijn afspraken gemaakt over deelname door elke leerkracht aan: algemene vergadering sportevenementen schoolreisjes schoolkamp groepsevenementen contactavonden ouderavonden feestelijke ouderavonden laatste schooldag personeelsdag in de laatste schoolweek van de zomervakantie. - Accepteer dat er drukke en minder drukke perioden zijn. Waardeer het gegeven dat er veel verantwoording en vrijheid is bij het invullen van de bruto tijd.


39

Hoofdstuk 6.7: Overige beleidsterreinen 6.1 Het Strategisch beleid Sinds 1 augustus 2006 is de vereniging, waar de Julianaschool uitging, de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van één of meer Nederlands-Hervormde Scholen te Ederveen, gefuseerd met schoolverenigingen uit Elst (Utr.), Renswoude en Scherpenzeel. Deze fusie is in een lang proces, met diverse werkgroepen en begeleiding vanuit verschillende instanties, zoals Besturenraad PCO en administratiekantoor Dyade, tot stand gekomen. Inmiddels is ook een Algemeen Directeur aangetrokken. Deze heeft zijn kantoor in Ederveen. In het fusieproces heeft het directeurenoverleg ook een belangrijke rol gespeeld. Het directeurenoverleg wordt in de nieuw ontstane situatie gecontinueerd en staat nu onder voorzitterschap van de Algemeen Directeur. Informatie wordt uitgewisseld en er vindt collegiale ondersteuning en intervisie plaats. Beleidsmatige aangelegenheden worden eveneens besproken. Het bestuur van de nieuwe vereniging heeft een Strategisch Beleidsplan voor de jaren 2007 2011 opgesteld, dat voorgelegd en bekrachtigd is door de GMR van de scholen. Op onderwijskundig gebied is de samenwerking met de speciale school voor basisonderwijs, met name via het samenwerkingsverband WSNS Ede – Wageningen e.o., goed te noemen.

6.2 Het Financieel Beleid 6.2.1 Het budget voor personeelsbeleid Dit budget is bestemd voor de modernisering van de arbeidsverhoudingen, versterking van het personeelsbeleid, versterking van het management en de kwaliteitsverbetering. Vanuit dit budget wordt een gedeelte voor bovenschoolse zaken afgedragen aan de vereniging. Dat zijn o.a. zaken als Ouderschapsverlof, gezamenlijk studiedagen, IPB en spaarbapo. Verder wordt op schoolniveau dit budget ingezet voor personeel: voor leer/arbeidsovereenkomsten met LIO´s, beloningsdifferentiatie, teamactiviteiten en nascholing, schoolbegeleiding en eventueel extra personeel.

6.2.2 Nascholing Het nascholingsbudget wordt ingezet voor scholing van individuele leerkrachten, gedeelten van het team en het gehele team. De school dient een nascholingsplan in. Het nascholingsplan wordt samengesteld naar aanleiding van: - Individueel beleid; individuele wensen die tijdens functioneringsgesprekken naar voren komen. - Schoolbeleid; wat willen we de komende vier jaar bereiken, en welke nascholing wordt daaraan gekoppeld. Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

40

6.2.3 Zorggelden WSNS De door de overheid vastgestelde faciliteiten worden beheerd door de Centrale Dienst van het Samenwerkingsverband WSNS en gebruikt voor de gemeenschappelijke voorzieningen van het samenwerkingsverband en verder verdeeld over de aangesloten scholen ten bate van de interne begeleiding en aanschaf van speciale hulpmiddelen en leerlingvolgsystemen. Bovendien wordt vanuit de WSNS-gelden de mogelijkheid geschapen om een bijdrage te krijgen voor opleiding van Interne Begeleider en Remedial Teacher.

6.2.4 Sponsoring De school voert een zeer terughoudend beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële of geldelijke bijdragen. We doen het zeker niet wanneer daar naar de leerlingen toe bepaalde verplichtingen aan verbonden zouden zijn.

6.2.5 Ouderbijdrage Er wordt aan de ouders een vrijwillige bijdrage gevraagd. Voor wat betreft deze bijdrage geldt dat deze gelden worden beheerd door de Ouderraad, evenals de bijdrage uit het overblijven. Uit de overblijfgelden worden zaken aangeschaft, die voor het overblijven nodig zijn. Bovendien wordt een vergoeding aan de ouders, die belast zijn met het overblijven, overgemaakt. De gelden, die binnenkomen als ouderbijdrage, worden door de Ouderraad gebruikt om spel/en sportdagen te bekostigen, bij te dragen aan de kosten van schoolreisjes, festiviteiten, zoals het Sinterklaasfeest, Kerstvieringen e.d. te bekostigen. Ook verzorgen zij een aandenken aan de Julianaschool bij het afscheid van de leerlingen in groep 8. Daarnaast bekostigen zij ook wel eens andere geschenken aan de leerlingen, zoals leesboekjes, om het lezen thuis te bevorderen. Jaarlijks geven zij een overzicht van de inkomsten en uitgaven. Voor de Ouderraad is een apart reglement opgesteld en ook voor het overblijven is een regeling gemaakt. Deze reglementen zijn op school verkrijgbaar.

6.3. Materiële kosten De raming van inkomsten en uitgaven is gebaseerd op gebouwafhankelijke- en niet gebouwafhankelijke voorzieningen. Jaarlijks wordt door het bestuur, in overleg met directie, een begroting opgesteld. Daarnaast is er een meerjarenbegroting gemaakt, die steeds bijgesteld moet worden en in het bestuur definitief moet worden vastgesteld. Er is in verband met de fusie, is een nulmeting uitgevoerd, die ten grondslag ligt aan de begroting. Daarnaast is er voor onderhoud een meerjaren onderhoudsplan op gesteld en heeft de gemeente Ede voor de zaken, waarvoor zij financieel verantwoordelijk is een meerjaren raming laten opstellen. Aan de hand van deze meerjarenplanning worden aanvragen bij de Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

41

gemeente Ede ingediend voor het onderhoud van de buitenzijde van het gebouw van Julianaschool.

6.4 Het Relationeel Beleid 6.4.1 Interne informatievoorziening Communicatie is zeer belangrijk binnen de school. De informatievoorziening vindt plaats:  via de directie tijdens het teamoverleg;  d.m.v. een Intern Personeel Bulletin;  via de directie en de personeelsgeleding naar de medezeggenschapsraad;  via het postvak van elk personeelslid;  via de directeur of de personeelsgeleding van de MR worden onderwerpen met een specifiek karakter, bijv. personeelsaangelegenheden behandeld; Een en ander wordt geëvalueerd binnen team en MR

6.4.2 Contacten met ouders Communicatie met ouders wordt door ons als belangrijk ervaren. Leerkrachten zijn daardoor beter in staat de kinderen te leren kennen en te begrijpen, ouders begrijpen beter waar de leerkrachten en kinderen op school mee bezig zijn. Ouders worden op de hoogte gehouden door: - de schoolgids - een maandelijks Bulletin - vier keer per jaar een schoolkrant - groepsinformatieavonden - contactavonden (tien-minuten-gesprekken) - thuisbezoeken - voorlichtingsavonden, o.a. betr. de schoolkeuze - ouderavonden met specifiek onderwerp - feestelijk ouderavonden of vieringen - contacten voor en na schooltijd - Open ochtend Ouders kunnen meedenken, meepraten of meebeslissen door hun inbreng via de medezeggenschapsraad of de ouderraad. Daarnaast kunnen ouders de school helpen bij sportactiviteiten, niveaulezen, creatief circuit, computeronderwijs, werken in het documentatiecentrum, schoolreizen, excursies en dergelijke. Verder is het dagelijks mogelijk binnen te lopen voor een afspraak met groepsleerkrachten of directie. Wij verwijzen hierbij naar onze schoolgids. Eén keer per schooljaar organiseert de school een Open Ochtend voor ouders en belangstellenden, om een beeld te geven van ons onderwijs en het werk op school.


42

6.4.3 Externe contacten In het directiestatuut en daaraan verbonden taakverdeling voor de directie staat omschreven welke contacten worden onderhouden met externe instanties, zoals de gemeente Ede, Schoolbegeleidingsdiensten, scholen voor voortgezet onderwijs, samenwerkingsverband WSNS, contacten binnen de Viermaster e.d. en door wie deze contacten worden onderhouden.

6.4.3 BSO In het kader van de Buitenschoolse opvang heeft het bestuur van de Viermaster een overeenkomst gesloten met “Harlekijn” . Dit is een instantie, die buitenschoolse opvang regelt door middel van gastoudergezinnen. Deze instelling heeft kantoren in Barneveld, Scherpenzeel en Nijkerk. Daarnaast heeft het bestuur een met Peuterboerderij “Het Honk” te Renswoude ook een overeenkomstgesloten.. En tenslotte is er ook een overeenkomst gesloten met “Happy Kids” in Scherpenzeel. Deze laatste instelling heeft haar werkterrein eigenlijk alleen in Scherpenzeel. Informatie over de buitenschoolse opvang en de betreffende instellingen is op school verkrijgbaar. Bovendien is er uitgebreide informatie in de schoolgids te vinden.


43

Hoofdstuk 7: DE KWALITEITSZORG 7.1 De Doelen en de inrichting van de kwaliteitszorg Binnen kwaliteitszorg is het belangrijk om na te gaan wat de resultaten zijn van ons onderwijs:

doen wij de goede dingen, en doen wij de goede dingen goed. Belangrijk hierbij is dat het team zich verantwoordelijk voelt voor de resultaten en dat stappen die genomen worden om de kwaliteit te verbeteren door iedere betrokkene worden gedragen. Dit betekent ook dat er conclusies worden getrokken en maatregelen worden genomen op individueel niveau, leerkrachtniveau en schoolniveau. Wij vinden het van belang om hiervoor instrumenten te gebruiken die betrouwbaar zijn. Ten behoeve daarvan is het Cito-leerlingvolgsysteem ingevoerd, waardoor evaluaties voor de individuele leerlingen, zowel als op groepsniveau gemaakt kunnen worden. Bovendien wordt gebruik gemaakt van methodegebonden toetsen en AVI-toetsen. Instrumenten die wij gebruiken en procedures die gevolgd worden:  Methodegebonden toetsen. Resultaten worden geëvalueerd op groepsniveau en leiden waar nodig tot een groepsplan.  AVI-leestoetsen  SEP-observatie-lijsten  Viseon  Cito-Eindtoets in groep 8, de resultaten worden met de ouders besproken  Cito-entree toets in groep 7  Diverse Cito-toetsen, die in het leerlingvolgsysteem gebruikt dienen te worden. De resultaten worden geanalyseerd door de directie en team. Via de functioneringsgesprekken worden afspraken gemaakt voor de komende periode en de afgelopen periode wordt geëvalueerd.  Nascholingsplan, dat gebaseerd is op uitkomsten van functioneringsgesprekken, beleidsvoornemens van de school en beleidsvoornemens van ons bestuur.  Klassenconsultaties worden gehouden voor borging en bewaking van het proces van kwaliteitsverbetering.  Eventueel coaching, instrument voor het bevorderen van de kwaliteit van individuele leerkrachten.  Voor nieuwe leerkrachten is een begeleidingsplan opgesteld:  Begeleiding en coaching voor startende leerkrachten  Begeleiding en coaching voor nieuwe ervaren leerkrachten  Begeleiding en coaching voor LIO´ers


44

Hoofdstuk 8.: Beleidsvoornemens 8.1

Beleidsvoornemens met betrekking tot methodes

8.1.1 Godsdienstige vorming en geestelijke stromingen In schooljaar 2007-2008 gaan we een nieuwe methode voor dit vormingsgebied invoeren. Dat is de methode “Startpunt” Deze methode zal in alle groepen tegelijkertijd worden ingevoerd

8.1.2. Zintuiglijke en lichamelijke oefening Voor dit vormingsgebied zijn geen plannen tot vernieuwing of wijziging in methodegebruik

8.1.3 Nederlandse taal In 2009 willen we komen tot een keuze voor de vernieuwing van de methode voor ons taalonderwijs. In het schooljaar 2009-2010 kan de gekozen methode worden ingevoerd.

8.1.4 Lezen Het aanvankelijk lezen zal geëvalueerd worden in het schooljaar 2007-2008. Aan de hand daarvan zal bepaald worden of er een nieuwe methode voor aanvankelijk lezen moet worden aangeschaft en ingevoerd. Een eventuele invoering van en nieuwe methode zal dan plaatsvinden in het schooljaar 2008-2009. Daarnaast is er in 2007 een keuze gemaakt voor vernieuwing van het Begrijpend en Studerend lezen. Met ingang van het schooljaar 2007-2008 wordt de methode “Goed Gelezen” (nieuwste versie) ingevoerd. De methode voor voortgezet technisch lezen is pas in 2005-2006 ingevoerd en daarvoor zijn tijdens de looptijd van dit schoolplan nog geen plannen ter vervanging.

8.1.5 Rekenen/wiskunde Vanaf schooljaar 2005-2006 zijn we bezig met het invoeren van een nieuwe methode voor rekenen/wiskunde: “Alles telt” In schooljaar 2007-2008 wordt deze methode ingevoerd in groep 6 In schooljaar 2008-2009 in groep 7 In schooljaar 2009-2010 in groep 8

8.1.6 Engelse taal Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

45

In 2008 zal een keuze gemaakt worden voor het vernieuwen van de methode voor les in de Engelse taal. De gekozen methode zal dan met ingang van het schooljaar 2008-2009 ingevoerd worden 8.1.7 Muzisch-expressieve vakken Voor de vakken handvaardigheid en tekenen zal met ingang van het schooljaar 2007-2008 de nieuwe versie van de methode “Moet je doen” worden ingevoerd. In deze methode zijn de onderdelen handvaardigheid en tekenen geïntegreerd. Ook maakt het onderdeel cultuur deel uit van deze methode. Voor de vakken muziek en drama zal in het jaar 2009 jaren beslist worden of deze aan vernieuwing toe zijn.

8.1.8 Schrijven De methode Handschrift is vanaf 2002 ingevoerd in fases, d.w.z. elk schooljaar een jaargroep verder. Met ingang van het schooljaar 2007-2008 is de methode geheel ingevoerd tot en met groep 8. Er zijn momenteel nog geen plannen deze methode te gaan vervangen of te vernieuwen

8.1.9 Bevordering Sociale redzaamheid, waaronder verkeer Vanaf schooljaar 2007-2008 wordt in de groepen 1 t/m 8 een nieuwe methode voor het verkeersonderwijs ingevoerd: “Klaar Over!”

8.1.10 Aardrijkskunde Het is de bedoeling dat in 2010 de methode voor dit vakgebied wordt vervangen en een nieuwe methode wordt ingevoerd in het schooljaar 2010-2011.

8.1.11 Geschiedenis, maatschappelijke verhoudingen en staatsinrichting In 2011 zal een keuze gemaakt worden ter vervanging van de huidige methode voor dit vakgebied. De invoering van een nieuwe methode kan dan plaatsvinden in het schooljaar 20112012.

8.1.12 Natuur, waaronder biologie Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

46

In 2010 zullen we bepalen of we willen komen tot het vervangen van de methode die nu in gebruik is. Bij een keuze voor vernieuwing en vervanging van de methode kan de gekozen methode dan ingevoerd worden in het schooljaar 2010-2011

8.2 Kwaliteitsbeleid 8.2.1 Evalueren van het onderwijs In de komende jaren willen we elk jaar een aantal kwaliteitskaarten afnemen om zo in een cyclus van 4 jaar alle onderdelen van het onderwijs te evalueren en bij te stellen. Naar aanleiding van de afname van de kwaliteitskaart per onderdeel kan, zo nodig, een verbeterplan voor dat onderdeel opgesteld en ingevoerd worden.

8.2.2 Ouderenquête In januari 2007 is een ouderenquête gehouden. De respons was vrij groot. Naar aanleiding van deze enquête is voor een aantal onderdelen een actieplan opgesteld. Het ligt in de bedoeling om tweejaarlijks deze enquête te herhalen en zo van de ouders/verzorgers te weten te komen hoe zij de school zien en rekening te houden met hun wensen.

8.2.3 Onderwijskundige vernieuwingen Met het gehele personeel volgen wij een traject in het BAS-project. Dat doen we onderbegeleiding van het Seminarie voor Orthopedagogiek. We houden 3 studiemiddagen per schooljaar. Voor elke studiemiddag wordt een deel uit het BAS-raamwerk gekozen. Dat onderdeel wordt geanalyseerd en er worden verbeterpunten opgesteld en afspraken voor de werkwijze gemaakt. Dat alles wordt vastgelegd in een borgingsdocument, waarmee de leerkrachten instemmen. Via klassenbezoeken en overlegmomenten met het team komt die borging elk schooljaar weer terug. De volgende onderdelen zijn reeds aan de orde geweest: - Inrichting en aankleding lokaal, school en plein - Voorspelbaarheid in leerkracht gedrag - Basiscommunicatie en schriftelijke correctie - Responsiviteit - Effectieve leertijd - Weekplanning - Groepsvorming - Begeleid zelfstandig leren Aan het einde van elk schooljaar wordt er via een vragenlijst geëvalueerd en worden wensen geïnventariseerd. Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

47

In het schooljaar 2007-2008 willen we weer drie onderdelen analyseren en er nieuwe afspraken over maken. Door dit project willen we een doorgaande lijn in de gehele school voor alle aspecten van ons onderwijs realiseren.

8.3 Schoolontwikkelplan Hieronder een overzicht van de plannen met betrekking tot de ontwikkeling van de Julianaschool en het onderwijs dat deze school verzorgd: Pedagogisch klimaat:

Sociaal-emotionele ontwikkeling bevorderen door meer structurele aandacht voor dit onderwerp. De lessen met de methode “Kinderen en hun sociale talenten” optimaliseren en het opzetten van een veiligheidsbeleid Jaar 2008 en 2009 Uitvoeren van plan groepsvorming, waaronder invoering Sociaaljaarboek. Schooljaar 2007-2008 Invoeren van Cito-Viseon in de groepen 5 t/m 8 Schooljaar 2007-2008 Houden van ouderenquête in januari 2009 en januari 2011

Leerstof aanbod

Godsdienstige vorming en Geestelijke stromingen Methode “Startpunt” invoeren Schooljaar 2007-2008 Invoering nieuwe methode Begrijpend en Studerend lezen: “Goed Gelezen”, tweede versie. Schooljaar 2007-2008 Invoering nieuwe methode voor onderwijs in verkeer “Klaar over” Schooljaar 2007-2008 Evaluatie aanvankelijk lezen en mogelijk keuze van nieuwe methode Schooljaar 2008-2009

Invoering Methode rekenen/wiskunde “Alles telt” Schooljaar 2007-2008 groep 6 Schooljaar 2008-2009 groep 7 Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

48

Schooljaar 2009-2010 groep 8 Keuze nieuwe taalmethode en invoering daarvan Schooljaar 2009-2010

Vernieuwing van de methodes voor: Engelse taal Aardrijkskunde Natuur Geschiedenis

2008 2010 2010 2011

Techniek integreren, lessen met Techniek kasteel en het beleidsplan uitvoeren. Schooljaar 2007-2008 t/m 2009-2010 Cultuureducatie Uitvoeren beleidsplan Tot en met schooljaar 2010-2011 Onderwijskundige Vernieuwing:

Doorgaande lijn realiseren door BAS-project Onderwijs meer adaptief maken door uitvoering van beleidsplannen en borgingsdocumenten binnen het BAS-project Onderwerpen per jaar te bepalen Schooljaar 2007-2008 tot schooljaar 2009-2010 Beleidsplan opzetten met betrekking tot passend onderwijs en zorgplicht Schooljaar 2008-2009

Personeel en organisatie:

Plaats geven aan de Identiteitscommissie Jaar tot en met 2009 Functiehuis opzetten en structureren Jaar 2008 tot 2010 Verder uitwerken van beleid betreffende managementteam, met name het beschrijven van leden MT, bevoegdheid MT en werkzaamheden en werkwijze. Schooljaar 2007-2008 Oriënteren op beleid rondom schoolbegeleiding en het inkopen van deskundigheid voor afname onderzoeken en begeleiding onderwijsvernieuwingen. Schooljaar 2007-2008 tot 2008-2009 Schoolplan 2007 – 2011 Julianaschool Ederveen

49

Invoeren van Kwaliteitskaarten voor evaluatie onderwijs Schooljaar 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 Elk schooljaar een aantal kaarten in een cyclus van 4 jaar.


50

Hoofdstuk 9.: Tot slot 9.1 Schoolplan Met dit schoolplan voldoen wij aan de wettelijke verplichting tot het opstellen van een schoolplan. Dit schoolplan geeft een stimulans aan de vormgeving van schoolkwaliteits- beleid. Dit schoolplan kenmerkt voor ons belangrijke punten, met name een open werkklimaat, voor iedereen inzichtelijke veranderingsprocessen, een gevoel van veiligheid binnen het schoolteam, de bereidheid om te gaan met individuele verschillen tussen leerlingen en het bespreekbaar maken van het eigen gedrag met anderen. Elk jaar willen we een gedeelte van het schoolplan evalueren en zo nodig bijstellen, zodat het realistisch en werkbaar blijft. In vier jaar tijd moet zo het gehele schoolplan geëvalueerd en besproken zijn. Aan de hand daarvan wordt het gewijzigd en kan er over vier jaar weer een nieuw actueel plan opgesteld worden.

9.2 Schoolgids Met het uitgeven van de jaarlijkse schoolgids verantwoorden wij ons naar de ouders/verzorgers van de kinderen. Hierin wordt duidelijkheid verstrekt voor ouders over het komende schooljaar en zaken die voor ouders relevant zijn zoals de lestijden, het vakantierooster en andere zaken die in het belang zijn in de relatie tussen ouders en school. Daarnaast moet de schoolgids ouders in staat stellen een verantwoorde schoolkeuze te maken.


51

Schoolplan Julianaschool Ederveen

Recommend Documents