Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012 - 2016 juli 2014
Horeca Vakschool Rotterdam Noordsingel 72 3032 BG Rotterdam Telefoon: 010 – 4655055 e-mail:
[email protected] www.horecavakschoolrotterdam.nl © A.M. Kodde
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4.
Gegevens van de Horeca Vakschool Rotterdam Sterkte en ontwikkeling Missie, visie en strategische doelen Onderwijs en Zorg 4.1. Visie op ‘aandacht voor ambacht!’ 4.1.1.Curriculum en Passend Lesmodel 4.1.2.Nieuwe beroepsgerichte vmbo-examens per 2016/2017 (3e leerjaar) 4.2. Taal- en Rekenbeleid 4.2.1.Taalbeleid 4.2.2.Rekenbeleid 4.2.3.Cito-Vas / Diataal 4.3. Inzet ICT voorzieningen 4.3.1.Wiskunde en rekenen 4.3.2.Digitale examens 4.4. Begeleiding en interne zorg 4.4.1.Zorgcoördinator 4.4.2.Mentor 4.4.3.Handelingsplannen 4.4.4.Differentiatie binnen klassenverband 4.4.5.Aannamebeleid 4.4.6.Doorstroombeleid 4.4.7.BPV-organisatie en acquisitie 4.5. Fysieke leeromgeving 4.5.1.Inrichting 4.5.2.Brede school (nvt) 4.5.3.Brede School 2 (nvt) 4.5.4.Lekker Fit (nvt) 4.5.5.Gezonde school/Veilige school (VOS) 4.5.6.Leerling en ouderparticipatie 4.5.7.Ouderbetrokkenheid 4.5.8.Ouderraad 4.5.9.Leerlingenraad
5. Personeel 5.1. Bekwaam en bevoegd personeel 5.2. Professionalisering / scholingsplan 6. Middelen 7. Communicatie 8. Kwaliteitszorg Bijlagen
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
2
1.
Gegevens van de school
Naam: Adres: Telefoon: Telefax: E-mail: Website: Vestigingsdirecteur:: Teamleider:
Horeca Vakschool Rotterdam Noordsingel 72 3032 BG Rotterdam 010 – 4655055 010 – 4661020
[email protected] www.horecavakschoolrotterdam.nl dhr. A.M. Kodde dhr. M. Meily
De Horeca Vakschool Rotterdam maakt deel uit van de LMC-vo divisie Noord vmbo en heeft een samenwerkingsverband met roc Zadkine Horeca en toerisme i.h.k.v. het project vm2. De Horeca Vakschool Rotterdam valt sinds 1 augustus 2010 onder één schoolbestuur, zijnde LMC-vo te Rotterdam. Het LMC biedt onderwijs aan dat zich uitstrekt van praktijkonderwijs, vmbo, vmbo-lwoo, havo tot vwo in kleinschalige, zorgzame en veilige leeromgevingen. De Horeca vakschool is sinds 1 september 2008 een kleinschalige VMBO Vakschool van 165 leerlingen. Dat betekent een eigen verantwoordelijkheid, binnen de kaders van LMC-VO en Zadkine voor het personeel, het onderwijskundig beleid, financiën en het gebouw.
De Horeca Vakschool Rotterdam richt zich op leerlingen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar die in Rotterdam en omstreken wonen. De vakschool richt zich op leerlingen die al op jonge leeftijd (in groep 8 van de basisschool) weten dat zij graag in de Horeca of Bakkerij willen werken. De Horeca Vakschool Rotterdam richt zich in aanvang op vmbo-basis en vmbo-kader. Afhankelijk van toekomstige ontwikkelingen zijn leerlingen ook op TL-/mavo-niveau een mogelijke doelgroep in het kader van een ‘horecamavo’ c.q. beroepenmavo. De school biedt momenteel de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg aan voor de vmbo-opleidingen Horeca (kok/gastheer-gastvrouw) en Brood&Banket. Voor de leerlingen vmbo-basis is er een doorlopende leerlijn naar mbo niveau-2 voor de vakopleidingen Kok, Gastheer/Gastvrouw, Broodbakker en Banketbakker. De Horeca Vakschool Rotterdam richt zich binnen het VM2-project op de vakopleidingen uit het mbo op basis van de aldaar vigerende kwalificatiedossiers voor niveau 2. Ten aanzien van opleidingen aangaande Toerisme adviseert de Horeca Vakschool Rotterdam de vmbo-
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
3
kader opleiding tot gastheer/gastvrouw als vooropleiding tot een mbo-opleiding. De leerlingen wordt een kleinschalige en veilige omgeving geboden waarin veel aandacht wordt besteed aan de individuele talentontwikkeling van elk kind. De leerlingen (vmbo-basis) van de Horeca Vakschool Rotterdam volgen een doorlopende leerlijn van vijf jaar met een mogelijke uitloop in het zesde jaar – dat zij afsluiten met een mbo-diploma op niveau 2. Het streven is er op gericht om ook kader leerlingen dit traject te mogen aanbieden.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
4
2.
Sterke- en ontwikkelpunten Horeca Vakschool Rotterdam
Sterke punten Onderwijs en zorg
praktisch leren door interne verkoop van eigen gemaakte producten door leerlingen aan leerlingen, gasten (restaurant) en derden
leerlingenzorg
toenemende betrokkenheid van leerlingen
snelle actie bij incidenten
Personeel
een team dat bewust een keuze maakt voor het geven van onderwijs op het VMBO met de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg
een sterk functionerend Service en Beheer
Middelen
een nauwkeurige verzuimregistratie (Magister)
goed geoutilleerde praktijklokalen (Keuken en Bakkerij)
moderne veiligheidsmaatregelen
Communicatie/pr
weekbrief voor alle personeelsleden (enGarde)
contacten ouders/verzorgers (info-/ouderavonden en klankbordgroep 6x/jr)
telefonisch contact school ↔ ouders
Kwaliteitszorg
georganiseerde leerling- en rapportbesprekingen
afname / bespreken van resultaten van toetsinstrumenten zoals Jeugdmonitor en VOS. Aan de hand van de resultaten wordt actie ondernomen
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
5
Ontwikkelpunten zijn: Onderwijs en zorg het verder ontwikkelen van het onderwijskundig concept helder maken wat ondernemen en ondernemerschap voor Horeca Vakschool Rotterdam inhoudt ICT als didactisch middel gaan gebruiken taal- en rekenbeleid ontwikkelen Gezonde School én Veilige School verder implementeren/certificeren blijvend aandacht hebben voor een goed functionerende leerlingenzorg en zorgstructuur Personeel een personeelsteam, dat het nieuwe onderwijsconcept meehelpt ontwikkelen en implementeren een personeelsteam, dat achter het nieuwe onderwijsconcept staat en er ook voor gaat een docententeam, dat in en met het nieuwe onderwijsconcept professioneel kan werken werken met Persoonlijke Ontwikkel Plannen werken met Team Ontwikkel Plannen voldoende en goed opgeleid systeembeheer Middelen een gebouw met voldoende ruimte voor onder- en bovenbouw een gebouw, geschikt voor het nieuwe onderwijsconcept voldoende, moderne sportaccommodatie gebruik van het digitale leerlingvolgsysteem Magister optimaliseren gebruik van competentiemonitor voldoende ICT mogelijkheden voor docenten en leerlingen beleid ontwikkelen omtrent leerplusarrangementen-VO Communicatie/pr interne en externe communicatielijnen in kaart brengen en eventueel verbeteren een website hebben, die functioneel en up to date is. Kwaliteitszorg systematisch werken aan de beleidsvoornemens die in het activiteitenplan staan. jaarlijks evalueren en bijstellen van het activiteitenplan.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
6
3 Missie, visie en strategische doelen 3.1
Externe ontwikkelingen
Ontwikkelingen in deelname De vmbo-opleidingen voor de Horeca- en Bakkerijbranche in Rotterdam en omgeving zijn de afgelopen jaren geconfronteerd met een teruggang in het aantal leerlingen. VMBO Zomerhof van LMC Unie Noord heeft zijn streekfunctie verloren. VMBO Zadkine heeft deze behouden, maar trekt te weinig leerlingen uit de stad Rotterdam.
Imago van vmbo Het vmbo heeft een slecht imago, met name in de grote steden. Een vmbo in een ROC is voor ouders en leerlingen slecht herkenbaar. Veel ouders prefereren wellicht scholen in de periferie van Rotterdam, omdat grote scholengemeenschappen in de stad minder veiligheid zouden bieden.
Veranderende samenstelling van de bevolking De samenstelling van de bevolking in Rotterdam verandert. Veel allochtone ouders kiezen voor hun kinderen liever voor een opleiding in de administratieve sector.
Veranderende leerling Het huidige vmbo sluit niet voldoende aan bij jongeren die graag praktisch bezig willen zijn en al vroeg willen kiezen voor een beroep/branche. Ook al behoren onze leerlingen misschien niet tot de generatie Einstein, er wordt wel geconstateerd dat onze leerling behoefte hebben aan doen, aan snelheid en aan afwisseling, de zogenaamde Zappermentaliteit. Dat betekent dat leerlingen minder lang geboeid worden door klassieke vormen van algemeen vormend onderwijs.
Krapte op de arbeidsmarkt Er is een groot tekort aan bekwame vakmensen in de Horeca- en Bakkerijbranche, met name in het midden en klein bedrijf. Leerlingen die als ze van school afkomen het vak kennen en
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
7
niet alleen algemeen vormend zijn opgeleid. Dit in tegenstelling tot de investering van de laatste jaren in het opleiden van breed inzetbare beroepsbeoefenaars.
Haperende doorstroom van vmbo naar mbo
Het vmbo houdt zich weinig bezig met wat leerlingen in het mbo gaan doen.
Het mbo doet allerlei zaken opnieuw, die leerlingen in het vmbo al gehad hebben.
Vmbo-leerlingen hebben na het eindexamen in mei drie maanden vrij voordat ze in het mbo beginnen. In het mbo komen leerlingen niet altijd meer opdagen.
Veel leerlingen van mbo niveau 1- en 2-opleidingen vallen uit; de overgang van het vmbo naar mbo is ook pedagogisch/didactisch gezien een grote overgang
Invoering van de nieuwe kwalificatiestructuur in het mbo. De inhoud van het onderwijs en de manier van leren in het vmbo sluit niet optimaal aan bij de nieuwe kwalificatiestructuur en het competentiegerichte onderwijs in het mbo. ROC Zadkine Horeca & Toerisme VMBO en LMC Unie Noord, divisie VMBO, zijn daarom vanaf september 2007 gezamenlijk
aan de slag gegaan met het ontwikkelen van een
gemeenschappelijk concept om te komen tot de Horeca Vakschool Rotterdam. Op maandag 1 september 2008 zijn de leerlingen van leerjaar 1 t/m 4 ontvangen in een opgeknapt schoolgebouw aan de Noordsingel in Rotterdam. De Horeca Vakschool Rotterdam richt zich op de doelgroep leerlingen vanaf leerjaar 1 van het vmbo. Belangrijke doelstelling van de Horeca Vakschool Rotterdam is het laten ontstaan van één doorlopende leerlijn voor vmbo basis- en kader beroepsgerichte leerweg, leerjaar 1 tot en met 4 met als uitstroom mboniveau 2. Leerlingen hoeven niet over te stappen, krijgen les op één locatie, met één pedagogische aanpak, met eenzelfde team vmbo en mbo-docenten. Hierbij wordt tegelijkertijd voldaan aan de doelstelling van de leergang vmbo-mbo 2 (afgekort VM2). De ingediende aanvraag voor deze leergang is door het Ministerie van OC&W dan ook in de afgelopen zomer gehonoreerd. Note: op 1 augustus 2010 zijn alle leerlingen ingeschreven onder 02VG (LMC),
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
8
3.2
Missie
Uitgangspunt voor het strategische beleid van de Horeca Vakschool is ontleent aan de missie van LMC. Deze missie omvat drie kernwaarden:
We geloven in talenten
We zijn zorgzaam, kleurrijk en gericht op samenwerking
We zijn glashelder in de vakopleidingen en consequent in de uitvoering
De Horeca Vakschool Rotterdam is een kleinschalige, multiculturele en open gemeenschap (tot maximaal 286 leerlingen) midden in de stad, met een interconfessionele identiteit en vanuit een vertrouwenwekkende omgeving leveren we een wezenlijke bijdrage aan de optimale ontwikkeling van leerlingen en medewerkers. Het streven is nadrukkelijk om te werken aan de optimale persoonlijke en beroepsmatige ontwikkeling van de leerlingen en aan een naadloze aansluiting op voorgaand en op vervolgonderwijs. De professionele structuur en cultuur van de branche waarvoor wordt opgeleid is het uitgangspunt voor de structuur en cultuur van de school. Openheid, transparantie en eigen verantwoordelijkheid waarbinnen zowel leerlingen als medewerkers elkaar mogen aanspreken en aangesproken mogen worden op onze uitgangspunten binnen de missie en de visie.
3.3. Visie 3.3.1. Onderwijs en zorg Persoonlijke talentontwikkeling en beroepsmatige ontwikkeling Persoonlijke talentontwikkeling betekent voor ons dat de passie en ambitie van leerlingen serieus genomen wordt, dat de leerling in de richting van de gewenste ambitie ervaring kan opdoen en vakbekwaamheid kan ontwikkelen, waarbij voortdurend gereflecteerd wordt op motieven en kwaliteiten. Uiteraard krijgt de leerling ook alle nodige algemeen vormende bagage mee om zich in het leven te ontwikkelen.
Beroepsmatige ontwikkeling betekent dat het toekomstig beroep centraal staat in de opleidingen en sectorspecifiek is. Gelet op de snelle ontwikkelingen in het beroepenveld
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
9
(kenniseconomie) leiden de vakscholen op tot vakbekwaamheid in de 21 ste eeuw. Dit wil zeggen dat drie functies worden geborgd: 1. het ontwikkelen van het benodigde vakmanschap voor beroepen in de regio; 2. persoonlijkheid- en attitudeontwikkeling die nodig is om met succes vakbekwaam te blijven; 3. toerusten voor goed functioneren in de samenleving. Het gaat om vakbekwaamheid in de zin van: staan voor de kwaliteit van je product of dienst, een hoge mate van vakkennis, vaardigheid en servicegerichtheid. De leerling is trots op zijn school en zijn toekomstig beroep! De Horeca Vakschool Rotterdam staat voor de uitdaging om leerlingen en werkgevers in de toekomst een betrouwbaar perspectief te bieden. De vakschool heeft tot doel leerlingen op een praktische wijze op te leiden voor het vak en zo kansen op de arbeidsmarkt te vergroten (en uitval tegen te gaan). De betrokkenheid van de bedrijven in de omgeving van de school is cruciaal. Leerlingen kunnen vanaf het begin werken aan hun opleiding tot niveau 2 of eventueel 1 en die binnen ‘hun’ vakschool afmaken. De leerlingen hoeven dus niet over te stappen naar een andere school voor een mbo-diplomering. Doorstroom naar mbo niveau 3 en 4 is mogelijk.
Inspelen op externe ontwikkelingen De Horeca Vakschool Rotterdam speelt in op de behoefte van leerlingen die zich aangetrokken voelen tot onderwijs in een praktijkgerichte context; die graag met hun handen werken, direct resultaat van hun werk willen zien en een duidelijk afgebakend beroep willen uitoefenen. De Horeca Vakschool Rotterdam sluit zich aan bij de behoefte van het bedrijfsleven aan medewerkers met vakspecifieke kennis- en vaardigheden, die direct na diplomering inzetbaar zijn in het beroep. Veel werkgevers zijn van mening dat het onderwijs de laatste jaren te veel gericht is op algemene vaardigheden, waardoor zij gediplomeerden zélf de beroepsspecifieke vakkennis, vaardigheden en attitudevorming moeten bijbrengen. De vakschool speelt in op de roep van ouders en de samenleving om leerlingen een veilige plek te bieden, leerlingen op te leiden voor zelfstandigheid en een plek op de arbeidsmarkt. Op dit moment verlaten in Rotterdam zo’n 9.500 leerlingen per jaar zonder startkwalificatie het onderwijs.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
10
Positief verbindende school Pedagogisch streven we naar een positieve verbindende school. De Horeca Vakschool wil een
verbindende
school
realiseren,
waarin
iedereen
gestimuleerd
wordt
om
medeverantwoordelijkheid te dragen voor het welbevinden van zichzelf, de ander en de omgeving. Autonomie en coachend gezag zijn de kernbegrippen. Alle betrokkenen accepteren elkaar en blijven in gesprek met elkaar, ook bij het maken van fouten. Vergroten van zelfvertrouwen in een veilige sociale omgeving is een belangrijk doel. Er vindt een ontwikkeling plaats van curatieve leerling-zorg naar preventieve leerling-zorg.
Zeven peilers van de ‘Rotterdamse Vakschool’ De ‘Rotterdamse Vakschool’ kent zeven peilers en onderscheidt zich daarmee van andere scholen. Met deze peilers profileert de vakschool zich richting leerlingen en bedrijfsleven. 1
Herkenbaar en sterk beroepsprofiel voor leerlingen en de branche
2
Leren door te doen
3
Vakbekwaamheid in de 21ste eeuw
4
Persoonlijk en kleinschalig
5
Met en door het bedrijfsleven/organisaties
6
Onderwijs met perspectief volgens de ‘onderwijstrechter’
7
Geen breuklijnen tussen het vmbo en het mbo, daardoor versnelling mogelijk
Het uitgangspunt is dat niet elke school in Rotterdam zich zomaar een ‘Rotterdamse vakschool’ mag noemen. De school moet voldoen aan de bovenstaande zeven peilers (standaarden). Daarmee kan de kwaliteit van de ‘Rotterdamse vakscholen’ geborgd worden en ontstaat een soort keurmerk!
3.3.2 Personeel Professionele cultuur De Horeca Vakschool Rotterdam verwacht van haar personeelsleden dat zij actief een bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van de Horeca Vakschool Rotterdam. De school biedt ook ruimte aan het personeel om hieraan een actieve bijdrage te leveren. De professionele structuur en cultuur van de branche vormen daarbij het uitgangspunt. We streven naar een positieve verbindende school: De Horeca Vakschool Rotterdam wil een Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
11
verbindende
school
realiseren,
waarin
iedereen
gestimuleerd
wordt
om
medeverantwoordelijkheid te dragen voor het welbevinden van zichzelf, de ander en de omgeving. Autonomie en coachend gezag zijn de kernbegrippen. Alle betrokkenen accepteren elkaar en blijven in gesprek met elkaar, ook bij het maken van fouten. Vergroten van zelfvertrouwen in een veilige sociale omgeving is een belangrijk doel.
Integraal personeelsbeleid De school is ook een arbeidsorganisatie. Het is een organisatie waar mensen hun werk vinden en hun beroep uitoefenen. En dat doen ze graag op een prettige manier. Mensen willen er goed beloond worden, gewaardeerd worden, goede arbeidsomstandigheden hebben, een uitdagende werkomgeving ervaren, goed samenwerken met collega’s, een loopbaanontwikkeling doormaken, hiervoor goede scholingsmogelijkheden krijgen, goede leiding ervaren van het management en kunnen beschikken over een moderne en gepaste uitrusting.
3.3.3. Middelen Kleinschalig gebouw De Horeca vakschool Rotterdam wil werken in een kleinschalig gebouw met overzichtelijke eenheden, dat functioneel, veilig, uitnodigend, open en toegankelijk is voor alle betrokkenen en waar de leerlingen en het personeel trots op kunnen zijn. Het gebouw doet recht aan het ondernemende karakter van het onderwijs, dat gegeven wordt.
ICT gebruik Automatiseringssystemen zijn gericht op goede verwerking van leerling - en - Personeels volgsystemen. In de lessen wordt ICT gebruikt als functioneel middel ter ondersteuning van onderwijsleerprocessen.
Communicatie en pr De professionele structuur en cultuur van de branche waarvoor wordt opgeleid vormt het uitgangspunt voor de professionele structuur en cultuur waarmee we binnen de school willen werken. Van daaruit kunnen we zorgen voor een wijze van communiceren die in alle
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
12
geledingen van de organisatie doorvertaald wordt. Dat betekent dat we, zowel vanuit het management als vanuit het onderwijs ondersteunend personeel, als vanuit het docentencorps de leerlingen en elkaar op een zelfde wijze tegemoet treden. Concreet betekent dit:
met leerlingen: er wordt een model ontworpen om leerlingen structureel bij belangrijke zaken te betrekken, bijvoorbeeld door de leerlingenraad
met personeel: er wordt een model ontworpen om in werkbijeenkomsten de school verder ontwikkelen, secundaire bedrijfsprocessen worden transparant
met ouders: ouders worden intensiever betrokken en de school sluit bijvoorbeeld een contract met ouders af
met het bedrijfsleven: niet toevallig, maar structureel wordt het bedrijfsleven betrokken
Kwaliteitszorg ontleend aan LMC-VO Horeca Vakschool Rotterdam In het schoolplan heeft Horeca Vakschool Rotterdam naast missie en visie ook ontwikkelpunten genoemd. Deze vormen het uitgangspunt voor de kwaliteitsontwikkeling. In een activiteitenplan worden beleidsvoornemens, die relateren aan de ontwikkelpunten, Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch en Tijdsgebonden opgesteld. Met gebruik van de PDCA-cyclus werkt Horeca Vakschool Rotterdam systematisch aan de verbetering van de kwaliteit van de vastgestelde beleidsvoornemens en met behulp van de resultaten van toetsinstrumenten wordt het activiteitenplan jaarlijks bijgesteld en/of aangepast.
3.4. Strategische doelen Op basis van de missie en visie van de school hebben we met het oog op kwaliteit de volgende strategische doelen geformuleerd:
Onderwijs en zorg De 7 peilers uit de visie zijn hieronder uitgewerkt tot strategische doelen voor onderwijs en zorg. Per peiler is een aantal criteria gegeven. In de ‘Rotterdamse vakschool’ worden de krachten van het vmbo (met name pedagogisch klimaat, begeleiding) en de kracht van het mbo (beroepsbeeld, krachtige leeromgeving) gebundeld.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
13
1. Herkenbaar en sterk beroepsprofiel voor leerlingen en de branche
De leerling leert in samenhang en leert in de onderbouw in leergebieden, aansluitend bij de belevingswereld van de leerling. In de eerste twee leerjaren (huidige onderbouw vmbo) wordt daarnaast geprofileerd onderwijs (bijvoorbeeld horeca, brood, banket, toerisme) gegeven: het streven is er op gericht om dit tot 30% van de onderwijstijd uit te breiden.
De cultuur (manier van werken) en inrichting van de school vormen een afspiegeling van de branche.
De school is exclusief: er zijn hooguit een paar beroepen in een specifieke branche.
2. Leren door te doen Er wordt vanaf de eerste dag op een praktische wijze opgeleid. Als ondersteuning van lessen worden binnensschoolse en buitenschoolse activiteiten georganiseerd, zowel met een opvoedende, blikverruimende als recreatieve waarde. Vormen hiervoor zijn: binnensschoolse praktijk, maatschappelijke stage, beroepsoriënterende (snuffel) stage en beroepsgerichte stage. Het streven is om in leerjaar drie en vier 30% van de tijd buiten de school te leren en in leerjaar vijf en zes 50%. Het gaat ook om brede maatschappelijke relevantie. Alle leerstof sluit aan bij behoeften van leerlingen, gericht op persoonlijke groei en beweging. Aansluiten bij keuzes enerzijds en prikkelen tot blikverruiming en experimenteren anderzijds.
3. Vakbekwaamheid in de 21e eeuw
De Horeca Vakschool Rotterdam richt zich op het ontwikkelen van het benodigde vakmanschap voor beroepen in de regio. Vakmanschap betekent staan voor de kwaliteit van je product of dienst, een hoge mate van vakkennis, vaardigheid en servicegerichtheid.
De loopbaancompetenties van leerlingen worden ontwikkeld met de branche als context (om op deze manier vakbekwaam te worden en te blijven).
De competentie Ondernemerschap wordt samen met de branche ontwikkeld.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
14
Leerlingen worden toegerust voor goed functioneren in de samenleving (bijvoorbeeld middels sociale vaardigheden, kunst en cultuur, sport en bewegen).
Vakbekwaam houdt ook in dat we opleiden voor de landelijk vastgestelde referentieniveau’s vmbo en mbo op het gebied van alle vakken.
De Horeca Vakschool Rotterdam onderscheidt zich door innovatief onderwijs: praktijk- en vraag gestuurd, met inzet van ICT.
De competentiegerichte kwalificatiestructuur van het mbo vormt het uitgangspunt bij het vormgeven van de opleidingen.
4. Persoonlijk en kleinschalig
Elke leerling wordt bij naam gekend.
Leerlingen en ouders/voogden worden actief betrokken bij de vormgeving van het onderwijs.
De Horeca Vakschool Rotterdam is hele dagen open.
De Horeca Vakschool Rotterdam is een brede school
Er is veel aandacht en tijd voor de individuele talentontwikkeling van leerlingen.
Er is blijvende aandacht voor de veiligheid van personen en materialen
Er worden samen met de hele schoolgemeenschap een attitude en heldere regels geformuleerd om te zorgen dat er sociale cohesie ontstaat in de klas tussen docenten en leerlingen enerzijds en tussen de leerlingen onderling anderzijds.
Er vindt een ontwikkeling plaats van curatieve naar preventieve zorg. Meer preventief dan curatief dragen de schoolorganisatie, het gebouw en de omgangsvormen ertoe bij, dat leerlingen gekend worden.
Er is aandacht voor ouderparticipatie. Dat wil zeggen ouders worden op andere manieren dan alleen
traditionele oudervergaderingen bij het leren van hun
zoon/dochter betrokken.
5. Met en door het bedrijfsleven/organisaties
De brancheorganisatie en/of een aantal grote bedrijven/organisaties in de regio steunen de school.
De Horeca Vakschool Rotterdam werkt structureel samen met hen.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
15
De samenwerking is erop gericht in coproductie het onderwijs vorm te geven, met behoud van ieders eigen verantwoordelijkheden (comakership).
Het doel, de verschillende belangen (win-win) en de kosten en baten van de samenwerking zijn geformaliseerd (bijvoorbeeld in een convenant).
6. Onderwijs met perspectief
Leerlingen worden op de Horeca Vakschool Rotterdam opgeleid voor een startkwalificatie die wordt afgerond met een mbo diploma niveau 2 (Rotterdamse startkwalificatie).
Leerlingen krijgen de kans om meester in een vak te worden.
De Horeca Vakschool Rotterdam biedt opleidingen aan waar werkgevers in Rotterdam en omgeving voor de deur staan te trappelen om de gekwalificeerde leerlingen een baan te bieden.
De Horeca Vakschool Rotterdam levert de branche vakbekwame en trotse beroepsbeoefenaars.
Leerlingen die na het behalen van hun mbo diploma niveau 2 willen gaan werken, worden geholpen bij het vinden van een arbeidsplaats en krijgen begeleiding tijdens de eerste periode van werken.
Leerlingen kunnen na het behalen van hun diploma doorstromen naar mbo niveau 3en 4- opleidingen.
7. Geen breuklijnen tussen vmbo en mbo, daardoor versnelling mogelijk
De Horeca Vakschool Rotterdam biedt opleidingen aan waar sprake is van één programmatisch geïntegreerd traject, één pedagogisch-didactisch concept en die plaatsvinden op één locatie.
Leerlingen kunnen hierdoor in vijf ( tot zes ) jaar hun mbo niveau 2-diploma behalen.
Personeel De school streeft naar een stabiel personeelsteam met een evenwichtige opbouw wat betreft geslacht, leeftijd en culturele achtergrond. Om een professionele cultuur en integraal personeelsbeleid te realiseren stellen we ons de volgende strategische doelen: Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
16
We werken aan professionele ontwikkeling van personeel Dat houdt dat elke docent beschikt over didactische en pedagogische competenties om hun rol als docent en mentor/coach te vervullen.
Didactisch competent houdt voor ons in
De docent in zijn/haar rol als docent zich ontwikkelt in het zoeken van afstemming van het eigen vak met andere vakken/leergebieden
De docent zet een mix van activerende werkvormen in, zodat de leerlingen het onderwijs zelf actief gaan beleven. Het gaat hierbij niet zozeer om de vraag WAT leert de docent de leerling, maar veel meer om vragen: HOE krijgt de leerling een actieve rol in zijn eigen leerproces.
Pedagogisch competent houdt voor ons in
De docent neemt in zijn/haar rol als mentor/coach binnen de professionele interne zorgstructuur ook een deel van de sociaal-emotionele begeleiding voor zijn/haar rekening. De mentor coach luistert, signaleert, stimuleert.
De mentor/coach richt zich daarnaast op begeleiding van het leerproces, op het ontwikkelen van actief burgerschap, een goede beroepshouding en loopbaanvorming passend binnen het beroepenkader van de Horeca Vakschool Rotterdam. De mentor/ coach formuleert vragen voor het teamoverleg.
De mentor/coach overlegt met ouders – altijd in overleg met de leerling.
Alle docenten passen handelingstips van mentor en/of zorgcoördinator toe in de begeleiding van het primaire proces. Dit wordt vastgelegd in de handelingsplannen per individuele leerling.
Alle docenten vertonen voorbeeld gedrag en laten zich aanspreken door collega’s en spreken collega’s aan. Hiertoe zijn gezamenlijke afspraken gemaakt over de te hanteren waarden en normen en de daaruit voortvloeiende regels. Een aantal van de afspraken passen uiteraard binnen de beroepenwereld waar voor wordt opgeleid.
We realiseren een expliciete visie op leidinggeven aan professionals waarbij
Verwachtingen en verantwoordelijkheden worden geëxpliciteerd
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
17
Ruimte wordt geboden voor leren en verbeteren
Inhoudelijke eisen worden gesteld en wordt aangespoord tot excelleren uitgegaan wordt van de zelfredzaamheid, maar ook hulp en steun beschikbaar is.
Een gesprekkencyclus wordt gevoerd om aan bovenstaande zaken op professionele wijze aandacht te besteden.
We ontwikkelen activiteiten om onze goede medewerkers te behouden en uitstroom te minimaliseren
We bieden hen een uitdagend takenpakket waarbij ze hun expertise ten volle kunnen benutten
We bieden goede mogelijkheden tot ontwikkeling en scholing
We ontwikkelen activiteiten om nieuw talent te vinden en te binden
We bieden hen een evenwichtig takenpakket
We bieden hen goede begeleiding en mogelijkheden bij het inwerken in hun
takenpakket
We bieden hen mogelijkheden tot verdere scholing
We realiseren een kweekvijver voor het gerichter opleiden van potentials
We verbeteren ons werving- en selectiebeleid
We ontwikkelen kwaliteitsbeleid waarbij we tweejaarlijks in staat zijn gestructureerd onderzoek te doen naar de werkbeleving van onze medewerkers.
Middelen
Er wordt gewerkt in een functioneel/efficiënt/veilig en gezond gebouw
Er is aandacht voor gezond bewegen en gezonde voeding; in de kantine worden zoveel mogelijk gezonde producten verkocht
Alle mogelijkheden van het leerlingvolgsysteem Magister worden gebruikt
Er wordt onderzocht hoe Magister de functies van een elektronische leeromgeving kan realiseren.
In een competentiemonitor
worden ontwikkelingen/afspraken/beoordelingen
personeel geregistreerd
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
18
Communicatie/pr
De Horeca Vakschool Rotterdam beschikt over een website, die goed functioneert
Interne en externe communicatie verloopt volgens duidelijke lijnen
Kwaliteitszorg
Het activiteitenplan wordt jaarlijks geëvalueerd en waar nodig aangepast en/of
bijgesteld
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
19
4.
Onderwijs en zorg
Hieronder wordt uitgewerkt hoe de peilers uit de visie en de daaruit afgeleide strategische doelen vorm krijgen in:
4.1
het curriculum en het leerconcept,
de groepering van leerlingen en differentiatie
taal en rekenbeleid
inzet van ICT voorzieningen
begeleiding en zorg
beoordelen van leerlingen
veiligheid
fysieke leeromgeving
brede school en Superfit school
leerling en ouderparticipatie
Curriculum en leerconcept
Bij het ontwerpen van het 5 jarig curriculum (met uitloop in een 6e leerjaar) is uitgegaan van de competenties die de leerling in de doorlopende leerlijn kan behalen voor niveau 2 van de opleidingen kok, gastheer/gastvrouw, broodbakker en banketbakker. De structuur van het curriculum bestaat uit ambachtblokken/thema’s, als logisch bij elkaar horende leeractiviteiten. De ambitie van de leerling staat centraal, waarbij gezocht wordt naar maximale wettelijke ruimte voor leerlingen om vakspecifieke en verdiepende keuzes te maken. De lessentabel is samengesteld rond het ambacht. zie bijlage 1 schematische weergave Horeca Vakschool en bijlage 2 lessentabel. Er is sprake van een relatief groot aanbod van beroepsgerichte ambachtblokken, al in het eerste leerjaar. De andere ambachtblokken worden aangeboden binnen thema’s die te maken hebben met de sectoren Horeca, Bakken en zo mogelijk Toerisme. De ambachtblokken Taal (Nederlands, Engels, Frans), Wiskunde/rekenen en Science zijn herkenbaar in de lessentabel. Na leerjaar 2 kunnen leerlingen binnen ons aanbod een keuze maken uit Horeca of Bakken. Het programmeren van Thema’s als rode draad door het beroepsgerichte en algemeen vormende deel draagt bij aan maximale vakken afstemming en betekenisvolheid voor de
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
20
leerling. Het schooljaar kent driewekelijkse perioden voor een thema. Per periode wordt een thema geprogrammeerd. Elke docent zoekt binnen het examenprogramma naar koppelingen aan het thema. De themalijnen worden in het schooljaar 2008-2009 uitgewerkt (zie bijlage 3).
De praktijk leerlijn loopt als rode draad door alle leerjaren heen en zorgt voor maximale praktijkgerichtheid van het curriculum en aan het ontwikkelen van competenties. Dit komt ook tot uitdrukking in de rol die de branche krijgt bij het mede invullen van het curriculum en bij het leren van loopbaancompetenties. Voor zowel Praktijkleren binnen als buiten de school worden vernieuwende vormen ontwikkeld. Praktijk leren binnen de school kan naast de praktijklessen vorm krijgen door bijvoorbeeld rolmodellen, TV-iconen (koks) binnen de school te halen. Daarnaast runnen leerlingen de schoolkantine, het restaurant, de schoolwinkel, zodat de hele school een betekenisvolle leerplaats wordt.
Leren in de praktijk buiten de school wordt gestimuleerd.
In de maatschappelijke stage (72 uur) leren leerlingen niet alleen actief burgerschap, maar ook horecacompetenties (bijvoorbeeld het organiseren (en bereiden) van familiediners in een woonzorgcomplex);
Beroepsoriënterende en beroepsgerichte stage. Niet alleen snuffelstage in derde klas, maar buitenschools leren wordt geïntegreerd in alle leerjaren en vakken (stage en excursies).
In de leerjaren 3 en 4 (huidige bovenbouw van het vmbo) is het streven er op gericht om 30% van de onderwijstijd uit stage te laten bestaan.
In leerjaar 5 (het mbo-2) bestaat de onderwijstijd ten minste voor 50% uit BPV, de beroepspraktijkvorming.
Theorie leerlijn Vaktheorie ondersteunt het leren van vakbekwaamheid. Dat maakt het leren van theorie meer betekenisvol. Docenten ontwikkelen ook voor de vaktheorie een activerende didactiek, waardoor leerlingen meer aangesproken worden op zelfstandig leren, en het leren aan de hand van praktijkgerichte contexten.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
21
AVO theorie ondersteunt het leren van basisvaardigheden als taal en rekenen en burgerschap. (zie ook taal en rekenbeleid)
Sturing In de onderbouw is de sturing vanuit de docent groter dan in een latere fase in het onderwijsproces. In latere leerjaren wordt de leerling meer en meer verantwoordelijk voor zijn/haar eigen leerproces. Het onderwijs wordt verzorgd door een beperkte groep kerndocenten. 4.2
Groepering van leerlingen en differentiatie
In de onderbouw wordt gewerkt met basisgroepen van 20 – 25 leerlingen afhankelijk van het aantal LWOO-leerlingen kan dit lager zijn. Iedere basisgroep heeft een mentor. Basisgroepen volgen in principe dezelfde ambitieblokken. De groepssamenstelling van een basisgroep is heterogeen; dat wil zeggen dat leerlingen basisberoepsgericht, kaderberoepsgericht en leerlingen met een lwoo-indicatie bij elkaar kunnen zitten. Het gevolg is dat gedifferentieerd werken een belangrijk kenmerk vormt binnen het onderwijsleerproces. De ambitie van sommige leerlingen om certificaten te behalen op TL-niveau kan worden waargemaakt door het aanbieden van verrijkingsstof op het gebied van de avo leergebieden. Tegemoetkomen aan het ambitieniveau van leerlingen wordt mogelijk gemaakt door differentiatie aan te brengen binnen het ambitieblok. Bij het beroepsgerichte ambitieblok kan de differentiatie bijvoorbeeld worden aangebracht door ‘extra’s’ in te bouwen bij de opdrachten (bijvoorbeeld een gerecht extra of iets dergelijks of door een rolverdeling aan te brengen gericht op de verschillende niveaus). Differentiatie bij de andere ambitieblokken uit zich door herhalingslessen aan te bieden voor de ‘zwakkeren’ en verrijkingsstof voor de ‘sterkeren’. In de toekomst wordt gestreefd naar kleinere stamgroepen. Een stamgroep is een eenheid van ongeveer 12 leerlingen waaromheen je het onderwijs gaat organiseren. Een mentor kan dan maximaal twee stamgroepen hebben. Per ambitieblok wordt bepaald hoeveel stamgroepen deelnemen aan dat blok en welke combinaties van leerjaren gemaakt worden. Bij de beroepsgerichte ambitieblokken wordt uitgegaan van één stamgroep is 12 leerlingen. Bij andere ambitieblokken worden meerdere stamgroepen samengevoegd. Op deze manier kan het primaire proces flexibel georganiseerd worden: stamgroepen kunnen daar waar wenselijk c.q. noodzakelijk worden samengevoegd.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
22
4.3
Taal en rekenbeleid
Taal Taalbeleid is de aandacht voor de Nederlandse taal in alle leergebieden / vakken door alle docenten. Daarom moet taalbeleid praktisch zijn en aansluiten bij wat de docent in de praktijk nodig heeft en in de les kan doen. Bij specifieke taalproblemen wordt de hulp van een remedial teacher ingeschakeld. Op dit moment is er enige afstemming tussen Nederlands en de beroepsgerichte vakken. In de les Nederlands wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan situaties en taken die belangrijk zijn voor de betreffende beroepsrichting. In de beroepsgerichte vakken is er aandacht voor bijvoorbeeld vaktaal en leesstrategieën. Het streven is om een grote mate van afstemming tussen Nederlands en de beroepsgerichte vakken te krijgen via de thema’s en de blokken ambacht. De stedelijke ontwikkelingen op het gebied van monitoring en overdracht van gegevens van taalprestaties van de leerlingen worden in de gaten gehouden.
Rekenen Het rekenbeleid is gericht op het behalen van de basis rekenvaardigheden van alle leerlingen. Een instaptoets geeft informatie welke leerlingen nog basisrekenvaardigheids training nodig hebben. Een doorlopende leerlijn rekenen vanaf leerjaar 1 zorgt voor samen hang en dat alleen die basisvaardigheden de aandacht krijgen, die nodig zijn om met succes een diploma te halen. Uit onderzoek naar rekenvaardigheid in leerjaar 3 is gebleken dat er voor veel leerlingen geen aandacht meer nodig is voor rekenen, maar dat het accent meer op wiskunde kan liggen. Alle docenten zijn, indien van toepassing in de leergebieden /vakken, ook rekendocent.
4.4
Inzet van ICT voorzieningen
De Horeca Vakschool Rotterdam wil de komende jaren ICT voor kwaliteitsverbetering van het onderwijs stimuleren.
Een leerlijn “ICT-basisvaardigheden leerjaar 1 t/m 2”, bereidt de leerlingen in de onderbouw voor op de ICT-vaardigheden, die in de bovenbouw noodzakelijk zijn.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
23
Voor overdracht; de docent zet ICT in om zijn onderwijs beter te presenteren. De beamer, laptop, smartboard en presentatiesoftware als PowerPoint zijn voorbeelden van enkele mogelijkheden.
Voor zelfstandig leren; leerlingen verwerven zelfstandig kennis en vaardigheden en zoeken bronnen op internet.
Een elektronische leeromgeving zal op termijn worden ingezet om het leerproces, het beoordelingsproces en de informatie en de communicatie te ondersteunen. Om dit te kunnen realiseren hebben deskundigheidsbevordering van de docenten, de infrastructuur en voldoende systeembeheer een hoge prioriteit.
4.5
Begeleiding en interne zorg
Er is veel aandacht voor leerlingbegeleiding in de school. Leerlingbegeleiding en - zorg is een zaak van iedereen en niet alleen aandachtspunt van mensen met speciale curatieve zorgfuncties. Leerlingzorg is een integraal onderdeel van het onderwijsleerproces. Het realiseren van een veilig schoolklimaat begint ook in de klas. De mentor is spil. De mentor besteedt aandacht aan respect en aan onderlinge omgangsregels, aan risicovol gedrag en aan eigen verantwoordelijkheid. Voor de cultuur betekent eigen verantwoordelijkheid, dat voortdurend gewerkt wordt aan het vergroten van het probleemoplossend vermogen op de werkvloer, zodat iedereen
verantwoordelijk is voor het begeleiden van leerlingen in
zijn/haar klas en zodat doorverwijzen niet per definitie de oplossing is. Voor de structuur van de zorg zijn de verantwoordelijkheden als volgt uitgewerkt:
Mentor Elke docent en mentor praat met leerlingen in een vertrouwelijke sfeer en signaleert voortgang en blokkades in ontwikkeling van leerlingen. Elke docent zorgt dat hij goed op de hoogte is van signalen en begeleidingsinterventies van collega’s. De mentor overlegt met ouders, altijd na overleg met de leerling. De mentor registreert voortgangsverslagen in het leerlingendossier ( logboek van Magister ) en houdt daarbij rekening met de privacy en het vertrouwen van de leerling. De mentor kent de dossiers van zijn/haar leerlingen, vult ter voorbereiding van een leerling- bespreking, het schrijven van het handelingsplan of bij een aanmelding voor het intern zorgoverleg of ZAT altijd eerst het kwadrant van de leerling in. De mentor schrijft met ondersteuning, voor de leerlingen met een RVC-verklaring een Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
24
handelingsplan en bespreekt deze tijdens de leerlingbespreking met de collega’s, het handelingsplan wordt ook besproken met de ouders / leerling. Na een periode van 6 à 9 weken wordt het handelingsplan geëvalueerd en bijgesteld. De mentor kan leerlingen doorverwijzen naar de zorgcoördinator of schooldecaan.
Mentorenoverleg Eenmaal per twee à drie weken is er een mentorenoverleg per leerjaar, voorgezeten door de teamleider. Doel van het overleg: signaleren, onderlinge consultatie, voorbereiding van de leerlingbespreking. De mentoren worden specifiek op deze taken geschoold.
Teamoverleg Eenmaal per 3 weken is er leerling bespreking per klas. De mentor zit zijn/haar klas voor en formuleert vragen voor het teamoverleg. Het team overlegt en stelt voor de leerling te bespreken in het intern zorgoverleg, gezamenlijk wordt de hulpvraag geformuleerd. De mentor vult het aanmeldingsformulier in en informeert de ouders. Dit wordt vastgelegd in het logboek van Magister. Alle docenten krijgen handelingstips aangereikt ten behoeve van begeleiding van het primaire proces. Deze zijn vastgelegd in de handelingsplannen die per individuele leerling zijn opgesteld.
Het intern zorgoverleg Eenmaal per 2 weken komt het intern zorgoverleg bij elkaar om acties voor de ingebrachte leerlingen te bespreken. Dat overleg bestaat uit: teamleider, decaan/counselor, SMW. De zorgcoördinator legt de afspraken vast in het leerlingdossier en koppelt dit terug naar mentor en docenten. Docenten krijgen handelingstips voor het primaire proces en na 6 weken worden de uitkomsten van de begeleiding geëvalueerd. Er wordt gewerkt vanuit een Plan-Do-Check-Act werkwijze. Als de afspraken niet tot voldoende resultaat leiden, ontstaat een zogenaamd professioneel moment: het moment waarop de school en SMW gezamenlijk constateren dat de interne zorgstructuur niet toereikend is. Er wordt dan doorverwezen naar externe zorg, bijvoorbeeld het ZAT.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
25
ZAT Eenmaal per 6 weken komt het ZAT bij elkaar. De zorgcoördinator is voorzitter van het ZAT en aanwezig zijn: de teamleider, SMW, schoolcontactpersoon, leerplichtambtenaar, schoolverpleegkundige en deskundigen op afroep. De mentor vraagt vooraf toestemming aan de ouders voor bespreking van de leerling in het ZAT. De bedoeling van het ZAT is het versterken van de interne zorgstructuur, door de ondersteuning met name te richten op de probleeminbrenger. Tot verwijzing wordt besloten wanneer de gesignaleerde problematiek om interventies vraagt die buiten het ZAT uitgevoerd moeten worden. Zie bijlage 4 voor de Interne zorgstructuur en bijlage 5 voor de jaarplanning 2010-2011 met overleg.
4.6
Beoordeling van leerlingen
Waarop beoordelen we In de onderbouw is de beoordeling van de beroepsgerichte en avo-ambitieblokken met name gericht op het ontwikkelingsproces/de inzet die/dat de leerling doormaakt en niet op het eindproduct. Het accent ligt dan ook veel eerder op de begeleiding tijdens het gehele blok dan op de beoordeling van het resultaat aan het einde. De basisvaardigheden/techniek worden begeleid/beoordeeld, en daarnaast wordt de leerling begeleid/beoordeeld op de beroepshouding. Het eindproduct wordt beoordeeld in relatie tot het leerproces van de individuele leerling. Leerlingen weten van tevoren waarop ze begeleid en beoordeeld worden. In de ambitieblokken is er ruimte om leerlingen naast het beoordelen op kennis en vaardigheden ook te beoordelen op aspecten die te maken hebben met de beroepshouding. Naarmate de leerling vordert, weegt de beoordeling van het eindproduct zwaarder mee. In de bovenbouw willen we de leerlingen steeds meer gaan beoordelen op kennis, vaardigheden en houding. In de avo-ambitieblokken beoordeel je met name op kennis en vaardigheden, binnen de beroepsgerichte ambitieblokken beoordeel je met name op vaardigheden en houding. De beoordeling is in de beroepsgerichte ambitieblokken gericht op de ontwikkeling van competenties van de leerling, met het oog op de beroepsopleiding. Het beoordelen op competentie ontwikkeling houdt in dat steeds meer kennis, vaardigheden en houding geïntegreerd beoordeeld worden.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
26
Hoe beoordelen we De beoordeling daar waar het gaat om kennis is traditioneel in de vorm van cijfers, gekoppeld aan de ambitieblokken. Vaardigheden/werkhouding/beroepshouding worden als apart onderdeel opgenomen. De definitie van wat we dan verstaan onder vaardigheden /werkhouding/beroepshouding zal worden afgeleid van de competentieprofielen (bij de kop: typerende beroepshouding) en van de algemene karakteristieken (vernieuwde onderbouw). Voor de ontwikkeling van competenties zal een meer ontwikkelingsgerichte beoordelings vorm worden ontwikkeld. Het is ook mogelijk om in een bepaalde periode bepaalde aspecten hiervan tot speerpunt te maken (bijvoorbeeld: in periode x wordt vooral gelet en beoordeeld op samenwerken). Ook zal moeten worden vastgelegd op welke wijze wordt gehandeld als een leerling bij bepaalde ambitieblokken goed scoort op een element en bij een ander ambitieblok niet. In het kader van de ontwikkelingsgerichte beoordeling heb je een voortgangsinstrument om het gesprek met leerlingen aan te gaan en de beoordeling ook een plek te geven in het portfolio van de leerling. Dit beoordelingsmodel wordt nog nader uitgewerkt.
4.7
Veiligheid
“Je veilig voelen” is een voorwaarde om goed te kunnen leren en/of te kunnen werken. Door duidelijke regels en heldere grenzen te stellen streeft de Horeca Vakschool Rotterdam naar de fysieke, psychische en materiële veiligheid van alle bij de school betrokken personen. Met het Programmabureau Veilig van de gemeente Rotterdam nemen we deel aan de Veilig Op School-methodiek. De leerlingenentree is dan ook beveiligd met camera’s en een nieuw toegangshek. De huidige speerpunten zijn: Opzetten leerling-participatie Incidentenregistratie (incidentenprotocol) en een Anti-pestbeleid (pestprotocol). Om de 2 jaar vindt evaluatie plaats en worden de speerpunten bijgesteld en indien nodig nieuwe geformuleerd. Een aantal personeelsleden is in het bezit van het BHV-certificaat, jaarlijks verplichte scholing zorgt ervoor dat de vaardigheden en kennis paraat blijven. Het realiseren van een veilig schoolklimaat wordt nog meer bevorderd door te streven naar een positief verbindende school, waarin iedereen medeverantwoordelijkheid draagt voor het welbevinden van zichzelf en de ander. In plaats van een cultuur van afrekenen en straffen worden autonomie en coachend gezag leidende begrippen in de nieuwe Horeca Vakschool Rotterdam (zie ook begeleiding en zorg)
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
27
4.8
Fysieke leeromgeving
Iedere groep uit de onderbouw heeft een stamlokaal dat voldoet aan de volgende eisen: groot lokaal, voldoende opbergruimten (voor materialen), aantrekkelijke leeromgeving, lokaal stimuleert gevoel van thuis zijn, veiligheid, ICT-voorzieningen. De grote ruimten die beschikbaar zijn, moeten als stamlokaal fungeren voor leerjaar 1 en 2. Er moet ruimte zijn om redelijk zelfstandig ‘doe-activiteiten’ te verrichten. Binnen het stamlokaal moet een flexibele opstelling mogelijk zijn: een lokaal moet zowel geschikt zijn om bijvoorbeeld een klassikale theorieles te geven als een opstelling waarbij leerlingen in groepen bezig zijn op verschillende werkplekken. Verder: internetaansluiting in het stamlokaal, smartboard. Daarnaast is er een open leerruimte beschikbaar waar leerlingen buiten de context van het stamlokaal bezig kunnen zijn. Alleen voor het beroepsgerichte ambitieblok, LO, handvaardigheid en tekenen zijn ze in het daarvoor bestemde lokaal. In leerjaar 3 en 4 is het niet nodig om een stamlokaal te hebben; deze leerlingen verblijven meer in de praktijklokalen.
4.9
Brede school en Super Fitschool
De Horeca Vakschool Rotterdam heeft met ingang van schooljaar 2008 – 2009 het Brede School niveau 2 toegekend gekregen. Samen met maatschappelijke partners stelt De Horeca Vakschool Rotterdam jaarlijks het Brede School Activiteitenprogramma op. De partners daarin zijn o.a. SAJ, Sonor, deelgemeente, Stichting Welzijn Noord (jongerenwerk het Lispunt), de wijkagent, leerlingen en ouders. Laatst genoemden geven via een leerlingen- en ouder enquête aan, waarin zij geïnteresseerd zijn en welke activiteiten ze opgenomen zouden willen zien. In het activiteitenprogramma zijn activiteiten opgenomen op de gebieden verlengde schooldag (o.a. sport٭, kunst en cultuur, huiswerkbegeleiding), ouderbetrokkenheid (o.a. thema-ouderavonden, kookavonden), sociale competentie (o.a. trainingen als voorbereiding op de stage, leerlingenraad,projecten met betrekking tot sociale vaardigheden) etc. De Brede School is een onderdeel van het schoolbeleid, waardoor de relatie tussen Brede school en het reguliere onderwijs, gewaarborgd is. Het programma Veilig Op School (VOS) is daar onderdeel van. Certificering als VOS-school mogelijk in 2011.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
28
De Horeca vakschool Rotterdam is naar aanleiding van een GGD onderzoek Super Fit school geworden. Dit betekent dat vanuit het eerste leerjaar Gezond bewegen en Gezonde voeding in het programma worden uitgewerkt. Naast het sportprogramma is er ook aandacht voor conditie, voeding en de gezonde kantine.
4.10
Leerling en ouderparticipatie
Er is een nieuwe leerlingenraad geformeerd. Deze wordt getraind en begeleid door een externe stichting. Voor alle leerjaren behalve leerjaar …..moet dit nog worden opgezet. De leerlingenraad is samengesteld door één vertegenwoordiger per klas. De raad bestaat nu uit ongeveer 15 leerlingen. Zij vertegenwoordigen hun klas en peilen eventuele interesses bij medeleerlingen. Daarnaast organiseren zij activiteiten voor en door leerlingen.
Op de Horeca Vakschool Rotterdam is een vorm van ouderparticipatie. Er is een klankbordgroep die meedenkt over schoolzaken, die feedback geeft. Hierbij zijn ouders en school partners in onderwijs en opvoeding en hebben hetzelfde doel: het welzijn van hun kind/de leerling. De ouderraad is van plan om samen met de school ouderavonden te organiseren met voor ouders relevante thema’s. Naast samenwerking zijn ouders medeverantwoordelijk voor de prestaties van hun kind. Een optimaal schoolklimaat is dan ook alleen haalbaar wanneer school en ouders gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen. Op de Horeca Vakschool Rotterdam worden de ouders bij de school betrokken door:
voorlichtingsavonden
zowel persoonlijk als telefonisch contact school ↔ ouder
rapporten die verplicht door kind en i.i.g. één van de ouders worden opgehaald
alle
belangrijke
persoonsgerichte
informatie
schriftelijk
naar
ouders
te
communiceren
een nieuwsbrief naar ouders
de website waar veel informatie te vinden is
op termijn proberen we ouders ook naar school te halen voor presentaties van producten en thema’s als afsluiting van een periode
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
29
4.11
Benutten van leertijd
Verplichte onderwijstijd Alle leerlingen volgen minimaal de verplichte onderwijstijd, waardoor de Horeca Vakschool Rotterdam voldoet aan de wettelijke voorschriften. In het nieuwe onderwijsconcept gaan we werken in basisgroepen. Het streven is er op gericht om een basisgroep het grootste gedeelte van de lestijd in een eigen ruimte van het gebouw onder te brengen en de basisgroepen per leerjaar naast elkaar in het gebouw te plaatsen. Lesuitval wordt tot een minimum beperkt doordat er meerdere docenten in het ambitieblok aanwezig zijn.
Invulling van de onderwijstijd: School is niet meer de enige kennisbron. Buiten de school bestaan voor de leerlingen ook interessante leeromgevingen o.a. een baantje, internet, de wijk. Als Horeca vakschool willen we proberen om hier meer rekening mee te gaan houden en proberen een verbinding te maken tussen binnen -en buitenschools leren. Door een Brede school variant 2 te zijn wordt het reguliere programma uitgebreid met recreatieve, culturele, sociale vaardigheden en sportieve activiteiten.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
30
5.
Personeel
Teamvorming De Horeca Vakschool Rotterdam is in september 2008 gestart met een nieuw personeelsteam. Dit team is samengesteld uit personeel van Zadkine Horeca vmbo en personeel vanuit LMC-VO vestiging Horeca Vakschool Rotterdam. Het komend jaar wordt er aan gewerkt om hiervan een team te maken met een gezamenlijke visie en werkwijze. Insteek is samen de visie op het onderwijsmodel en op het begeleidingsmodel verder uit te werken. Hiervoor worden studiedagen en werkgroepen in het leven geroepen, waaraan zoveel mogelijk mensen deel nemen. Leiderschap Er wordt een expliciete visie op leidinggeven aan professionals uitgewerkt, zoals verwoord in de visie. Professionalisering Om medewerkers te binden en betrokken te houden en uitstroom te minimaliseren worden mensen uitgedaagd hun competenties verder te ontwikkelen. Scholing staat ten dienste van schoolontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling. Thema’s die de aandacht van de school hebben zijn::
ICT als didactisch middel in de klas
coachen
gedrag in de school/in de klas
inrichting van de leergebieden
ontwikkelen/uitvoering van het beroepsgerichte vak/leergebied/vak binnen de kaders van het nieuwe onderwijsconcept
scholing om de docent ondernemend te laten worden.
Daarnaast worden thema’s o.a. sociale vaardigheden, waarden/normen ,burgerschap, taaltaken, rekenvaardigheid, voorbereid in diverse geledingen en besproken en/of uitgevoerd door het hele team. Van het onderwijzend personeel wordt verwacht, dat zij een D(igitaal) R(ijbewijs) O(nderwijs) volgens eisen van de Horeca Vakschool Rotterdam hebben of gaan behalen.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
31
IPB Door de invoering van IPB zijn er meerdere docentenfuncties waarbij de didactische en pedagogische competentie als belangrijkste component meetellen in de beoordeling van docenten. De nieuwe rollen van docenten aan de Horeca Vakschool Rotterdam worden dit schooljaar nader uitgewerkt. Docenten ontlenen hun rechten aan de instelling waaraan zij hun
aanstelling
hebben,
Horeca
Vakschool
Rotterdam
of
Roc
Zadkine.
Het
functiewaarderingssysteem FUWA-VO en het functiewaarderingssysteem MBO zijn verschillend. Daar waar nadrukkelijke ongelijkheid in waardering optreedt wordt gezocht naar afstemming. Zo is er voor gekozen om de lesgebonden uren zoals deze gelden voor VO algemeen geldend te maken. ( 25 versus 27 lesuren ). Er is een projectdirecteur aangesteld voor de dagelijkse leiding.
In voortgangsgesprekken wordt besproken wat de sterke punten zijn en waar, indien wenselijk, deze ingezet kunnen worden in de organisatie. Ook wordt er gekeken naar de ontwikkelpunten en in overleg met de docent wordt een persoonlijk ontwikkelplan besproken en gemaakte afspraken m.b.t. scholing worden vastgelegd. De gehele cyclus duurt drie jaar en kan bij een goede beoordeling volgens vooraf bekend gemaakte indicatoren worden beloond met een LC inschaling voor het personeel van LMC – VO. De competentiemonitor is het gedigitaliseerde systeem waarin deze ontwikkeling en beoordeling wordt geregistreerd. Informatie vanuit leerling- en personeelsenquête, Rotterdamse Jeugdmonitor, VOS en Arbo worden gebruikt om het personeelsbeleid en/of de arbeidsomstandigheden daar waar mogelijk aan te passen en/of te verbeteren.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
32
6.
Middelen
Voor het inrichten van een Horeca Vakschool Rotterdam, die vanaf leerjaar 1 werkt een persoonlijke en beroepsmatige ontwikkeling is gekozen voor een kleinschalig herkenbaar gebouw met overzichtelijke eenheden, dat functioneel, veilig, uitnodigend, open en toegankelijk is voor alle betrokkenen en waar een school trots op kan zijn. Het bestaande gebouw van Horeca Vakschool Rotterdam vmbo is beschikbaar gekomen voor de Horeca Vakschool Rotterdam en is in de zomervakantie met de middelen die er waren gerenoveerd. Prioriteiten waren:
Professionele bakkerij
Uitstraling van ondernemende school up daten met licht en kleur
Realisatie van herkenbare stamgroep lokalen voor de onderbouw is wens voor de toekomst
Herkenbare bedrijfskleding en servies
Goede ICT voorzieningen voor het secundaire proces
Keuze en aanschaf basismethodes voor de onderbouw
Herinrichting mediatheek
Andere zaken staan nog dit jaar op de rol:
Programma van eisen opstellen voor het gebouw
Verdere inrichting van het gebouw
Zoeken van ICT mogelijkheden ter ondersteuning van het primaire proces
Zoeken van ondersteunende leermiddelen en leerbronnen
Het ontwikkelen van een logistiek organisatiemodel, waarbij groepering van leerlingen, rooster en ruimtes aansluiten bij het onderwijsmodel
Professionele keuken
Professioneel restaurant
Professionele winkel voor verkoop gebakken producten
Professioneel technieklokaal
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
33
7.
Communicatie
Op 24 juni 2008 is er in het kader van de leergang VM2 een samenwerkingsovereenkomst tussen het bestuur van LMC en Zadkine door beide partijen ondertekend. In de loop van het schooljaar 2008 – 2009 zullen beide besturen zich verder buigen over een samenwerkingsovereenkomst voor de (Horeca) Vakscholen in het Rotterdamse. Het afgelopen schooljaar ( 2007 – 2008 ) is er o.a.gewerkt aan een basisdocument voor de Horeca Vakschool Rotterdam. Daarnaast heeft het afgelopen schooljaar in het teken gestaan van het bouwen aan een vertrouwensrelatie tussen beide scholen en de betreffende teams om tot een samenwerking over te kunnen gaan. Er is in augustus 2008 een Plan van aanpak gemaakt om de Horeca Vakschool Rotterdam in de periode augustus 2008-augustus 2009 verder vorm te geven. KPC groep is daarbij weer betrokken als extern projectleider. In het Plan van aanpak wordt in de eerste periode september-november 2008 de koers bepaald, er worden prioriteiten benoemd en er wordt een werkstructuur opgezet voor ontwerpteams, de bemensing, verantwoordelijkheden, taken en faciliteiten worden geregeld. In de tweede periode november 2008 - april 2009 gaan de ontwerpteams aan de slag met hun opdracht. Voornoemde zaken in dit schoolplan hebben daarin een plaats gekregen. In de derde periode april 2009 - juli 2009 worden resultaten gepresenteerd en kan het hele team nog verbetersuggesties doen. De beide CVB’s zorgen voor de voorwaarden en komen eenmaal per kwartaal bijeen. De stuurgroep, waarin directeur Zadkine Horeca & Toerisme, divisiedirecteur LMC; divisie vmbo van Unie Noord en de externe projectbegeleider zitting nemen komt eenmaal per maand bij elkaar. De projectgroep bestaat uit 2 personen van elke instelling, waaronder de projectdirecteur en de teamleider en de externe projectbegeleider en ontwerpt het programma van eisen voor de implementatie en de opdrachten voor de ontwerpteams. De ontwerpteams voeren goed geformuleerde opdrachten uit. De projectdirecteur en de teamleider hebben de dagelijkse leiding. De projectdirecteur bewaakt gemaakte afspraken over tijdsbesteding, geld, kwaliteitseisen, informatieverstrekking naar ontwerpteams en afspraken met de stuurgroep. Met de aanstelling van een nieuwe vestigingsdirecteur per 1 januari 2010 zijn bovenstaande overlegstructuren veranderd. Per 1 augustus 2010 is de Horeca Vakschool Rotterdam in feite een 100 % LMC-vo school. Alle leerlingen staan sinds 1 augustus 2010 ingeschreven op 02VG.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
34
Bij het Plan van aanpak is een Communicatieplan gemaakt. Hierin is omschreven wat wanneer en door wie wordt uitgevoerd, wat resultaten zijn en met wie resultaten worden besproken. Hierin is voorzien in betrokkenheid van het team door middel van deelname aan ontwerpgroepen, studiedagen en teambuilding dag. Ook is voorzien in betrokkenheid van leerlingen en ouders en toeleverend onderwijs.
Om het bedrijfsleven nauwer te betrekken bij het onderwijs worden acties opgezet.
Zie:
bijlage 7
Communicatieplan
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
35
8.
Kwaliteitszorg
De Horeca Vakschool Rotterdam gebruikt de volgende instrumenten om de kwaliteit van de school in kaart te brengen:
inspectiegegevensbezoeken
examenresultaten
verzuimgegevens
VOS-methodiek (ter verkrijging certificaat)
personeelsenquête
individuele gesprekken met personeel
leerling- en ouderenquête
communicatie met de leerlingenraad
communicatie met de klankbordgroep
Resultaten worden besproken en/of geëvalueerd op verschillende niveaus; Met de CVB’s van beide besturen op bestuurlijk niveau, met stuurgroep van het project op directieniveau, met personeel, ouders en leerlingen op schoolniveau Resultaten hiervan vormen de input voor het vaststellen van het (nieuwe) beleid. Jaarlijks worden er activiteiten gepland en uitgevoerd. Met als doel, de doelen die men in het schoolplan heeft geformuleerd, te behalen. Door zelfevaluatie wordt er nagegaan of de beleidsvoornemens ook gerealiseerd zijn. Wanneer het gewenste resultaat er niet is, wordt geanalyseerd waarom het er niet is en hoe het gewenste resultaat wel verkregen kan worden.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
36
Bijlage 1
Schematische weergave positie Horeca Vakschool Rotterdam
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
37
Bijlage 2
Lessentabel leerjaren 1 en 2 ingaande schooljaar 2013-2014
Maandag Nederlands
Dinsdag Nederlands
Engels
Engels
Oriëntatie Bakken Oriëntatie Bakken Pauze
Oriëntatie Horeca Oriëntatie Horeca Pauze
Praktijk Bakken Praktijk Bakken Praktijk Bakken
Praktijk Koken Praktijk Koken Praktijk Koken
Woensdag Nederlands 2F Rekenen 2F Ambacht (science) Ambacht (science) Pauze Wiskunde Gymnastiek / LO Gymnastiek / LO
Donderdag Wiskunde
Vrijdag Wiskunde
Lestijden 08.20 uur 09.10 uur Mens en Mens en 09.10 uur Maatschappij Maatschappij 10.00 uur Kunst en Techniek 10.20 uur Cultuur (ambacht) 11.10 uur Kunst en Techniek 11.10 uur Cultuur (ambacht) 12.00 uur Pauze Pauze 30 minuten ICT (thema’s Nederlands 12.30 uur + MS-office) 13.20 uur Voedingsleer Lekker Fit 13.20 uur Gezondheid 14.10 uur Mentorles 14.20 uur 15.10 uur 15.10 uur 16.00 uur
De thema’s komen tot hun recht in de driewekelijkse periode. De aanpalende vakken kleuren dan ‘oranje’. Binnen het thema staat het ambacht centraal. In de niet-themaweken, de groene weken, blijft het ambacht gehandhaafd in de praktijk- en oriëntatielessen. De ictpoot is constant aanwezig en biedt de leerlingen voldoende tijd om ict-opdrachten vanuit de aanpalende vakken uit te werken. * Voor 2008 – 2009 is in verband met wettelijke vereisten ten aanzien van de tweede moderne vreemde taal gekozen om deze uren gedurende het hele jaar te benutten voor Frans. Te overwegen valt om de tweede vreemde taal in het tweede leerjaar aan te bieden voor kaderleerlingen
en
niet
voor
leerlingen
basisberoepsgericht.
De
leerlingen
basisberoepsgericht zouden in leerjaar 2 dan kunnen kiezen voor of 2 uur tweede vreemde taal of 2 uur extra praktijk. Om als Horecavakschool keuzemogelijkheden aan te kunnen bieden in het kader van de tweede vreemde taal, kan overwogen worden om het tweede vreemde talenonderwijs leerjaaroverstijgend aan te bieden.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
38
Bijlage 3
Thema’s voor 1e en 2e jaar
Thema 1
De Omelet
Gedurende de drie weken dat dit thema aan de orde is, kleuren de vakken ‘oranje’. Zowel de talen, science als de wiskunde nemen als leidraad en uitgangspunt de omelet. Per saldo wordt in de derde themaweek de omelet
daadwerkelijk
gebakken
tijdens
de
praktijklessen. Thema 2
Speculaas (en peperkoek)
Hoe gezond is koek? Waar komt het woord speculaas vandaan. Wat zijn de ingrediënten? Een aantal deelonderwerpen kan uit dit thema gehaald worden, aangevuld met bijvoorbeeld waarom een ontbijt belangrijk is. Wat is een gezonde maaltijd? Tegelijkertijd is gezonde voeding een
wezenlijk
onderdeel
van
het
superfit
programma waar we als Super Fit School aandacht aan besteden.
Thema 3
De Oliebol
De Oliebol biedt tal van aanknopingspunten inzake oliën (i.c. gezonde/ongezonde vetten), baktemperatuur, afval, afgeleide producten etc. Mogelijk gaan we een kenner bij uitstek uit het Rotterdamse benaderen.
Thema’s Gezonde School > Roken, Alcohol, Drugs en Sexualiteit.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
39
Themaweken HVsR - 2012/2013 Weeknummer Maandag Thema's Ambacht klas 1 week 34 20-aug Vakantie week 35 27-aug Voorbereiding week 36 3-sep Voorbereiding 10-sep Omelet week 37 17-sep Omelet week 38 24-sep Omelet week 39 week 40 1-okt Evaluatie week 41 8-okt Voorbereiding 15-okt Roken week 42 week 43 22-okt Vakantie 29-okt Speculaas en Peperkoek week 44 5-nov Speculaas en Peperkoek week 45 12-nov Speculaas en Peperkoek week 46 week 47 19-nov Evaluatie 26-nov Oliebol week 48 3-dec Oliebol week 49 10-dec Oliebol week 50 week 51 17-dec Evaluatie/Voorbereiding week 52 24-dec Vakantie week 1 31-dec Vakantie 7-jan De Aardappel week 2 14-jan De Aardappel week 3 21-jan De Aardappel week 4 week 5 28-jan Evaluatie week 6 4-feb Voorbereiding 11-feb Brood week 7 18-feb Brood week 8 week 9 25-feb Vakantie 4-mrt Brood week 10 week 11 11-mrt Evaluatie week 12 18-mrt Voorbereiding 25-mrt Pannenkoek week 13 1-apr Pannenkoek week 14 8-apr Pannenkoek week 15 week 16 15-apr Evaluatie week 17 22-apr Voorbereiding week 18 29-apr Vakantie week 19 6-mei Vakantie 13-mei Groente week 20 20-mei Groente week 21 27-mei Groente week 22 week 23 3-jun Evaluatie week 24 10-jun Voorbereiding 17-jun Roomijs en Waterijs week 25 25-jun Roomijs en Waterijs week 26 week 27 1-jul Evaluatie week 28 8-jul Voorbereiding week 29 15-jul Vakantie
Thema's Ambacht klas 2 Vakantie Voorbereiding Voorbereiding Fruit Fruit Fruit Evaluatie Voorbereiding Grassoorten Vakantie Grassoorten Grassoorten Evaluatie Voorbereiding Duurzame voeding Duurzame voeding Duurzame voeding Evaluatie Vakantie Vakantie Chocolade Chocolade Chocolade Evaluatie Voorbereiding Kaas Kaas Vakantie Kaas Evaluatie Voorbereiding Kruiden/Specerijen Kruiden/Specerijen Kruiden/Specerijen Evaluatie Voorbereiding Vakantie Vakantie Sexualiteit Drugs Evaluatie Voorbereiding
Evaluatie Voorbereiding Vakantie
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
40
Bijlage 4
Interne Zorgstructuur
Horeca Vakschool Rotterdam Interne zorg 2010 - 2012
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
41
Mentorenoverleg Doel van het overleg:
vroegtijdig signaleren
onderlinge consultatie
leerlingen voordragen voor een uitgebreide leerlingbespreking en/of intern doorverwijzen
direct schriftelijk aanmelden voor het intern zorgoverleg bij een acute situatie
Aandachtspunten voor de mentor
De mentor zorgt voorafgaand aan het eerste mentorgesprek dat hij goed op de hoogte is van de signalen en eventuele begeleidingsinterventies van zijn collega’s.
De mentor luistert, stimuleert en maakt het gesprek tot een veilige plek van de leerling, waardoor de leerling zijn verhaal kan doen.
De mentor kan geen geheimhouding beloven, alleen vertrouwelijkheid. Indien de mentor overlegt met ouders wil gaan voeren, neemt hij vooraf contact op met de leerling. Wanneer de leerling vraagt geen contact met thuis op te nemen, is het belangrijk met de leerling te bespreken dat de mentor ook een eigen verantwoordelijkheid naar de ouders heeft. Van belang is dat de mentor de vertrouwensband met de leerling in stand houdt. Dit is een subtiel evenwicht.
De mentor maakt kort verslag van de gesprekken met de leerling en neemt deze informatie op in het leerlingendossier (Magister). Daarbij houdt hij rekening met de privacy en het vertrouwen van de leerling.
De mentor vult het kwadrant in en stelt met ondersteuning het handelingsplan op en bespreekt dit met het team, de leerling en ouders.
De mentor kan leerlingen doorverwijzen naar de decaan/decaan/counselor. Bij zwaardere problematiek verwijst de decaan/decaan/counselor door naar SMW.
Leerlingbespreking Eenmaal per drie weken is er een leerlingbespreking voor het team van de 1 e – 2e klassen, het team van de 3e klassen en het team van de 4e klassen. De mentor zit bij dit overleg zijn/haar klas voor, voorzitter zorgcoördinator. Zie bijlage 4. Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
42
Doel van het overleg:
signaleren, onderlinge uitwisseling en consultatie
leerling aanmelden voor het intern zorgoverleg
bespreken en evalueren van de handelingsplannen
gezamenlijke aanpak afspreken
Onderwerpen:
leerlinggegevens / dossier bespreken, kwadrant invullen,
signaleringsbespreking en effectieve leerlingbespreking,
leerlingen schriftelijk aanmelden voor het intern zorgoverleg,
handelingsplannen schrijven, bespreken en na 6 à 9 weken bijstellen.
Aandachtspunten voor de leerling-bespreking / teamvergadering
De mentor formuleert zorgvuldig zijn vraag aan het teamoverleg (leerlingbespreking).
De voorzitter van het overleg volgt een korte gespreksprocedure om de achterliggende informatie helder te krijgen (kwadrant) en iedereen de gelegenheid te geven aanvullende informatie te verschaffen.
Het team besluit al dan niet de leerling door te verwijzen naar het intern zorgoverleg op grond van de informatie van de mentor in overleg met de zorgcoördinator (aanmeldingsformulier invullen).
Of het team formuleert een gezamenlijke aanpak of afspraken voor de lessituatie.
Het doorverwijzingbesluit wordt door de mentor teruggekoppeld naar de docenten en naar de leerling en ouder(s).
Docenten krijgen handelingstips aangereikt ten behoeve van de begeleiding in het primaire proces.
In het leerlingendossier (Magister) worden de resultaten / afspraken van het overleg vastgelegd.
Intern zorgoverleg Het intern zorgoverleg komt eenmaal per veertien dagen bij elkaar. De zorgcoördinator zit
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
43
dit overleg voor. De volgende personen zijn bij dit overleg aanwezig: de teamleider, decaan/counselor, SMW. De ingebrachte leerlingen worden besproken; acties afgesproken en teruggekoppeld naar het team en de ouders.
Aandachtspunten voor het intern zorgoverleg
De teamleider licht het aanmeldingsformulier en kwadrant mondeling toe.
De zorgcoördinator noteert de gemaakte afspraken en neemt deze op in het leerlingendossier (Magister).
De zorgcoördinator koppelt de gemaakte afspraken terug naar de mentor en de docenten (Magister).
Docenten krijgen handelingstips aangereikt ten behoeve van de begeleiding in het primaire proces.
In het leerlingendossier wordt hiervan een aantekening gemaakt (Magister).
Alle betrokkenen gaan aan het werk en er wordt afgesproken om na zes weken de uitkomsten van de begeleiding te evalueren. Er wordt gewerkt vanuit PLAN – DO – CHECK en ACT, een systematische wijze van onderzoeken of de afgesproken begeleidingsactiviteiten ook de goede dingen zijn en de dingen die er toe doen.
Als de afspraken niet tot voldoende resultaat leiden, ontstaat een zogenaamd professioneel moment: het moment waarop de school en bijvoorbeeld SMW gezamenlijk constateren dat de interne zorg-structuur niet langer toereikend is en dat externe zorgstructuren betrokken moeten worden bij de begeleiding.
ZAT Het ZAT komt eenmaal per zes weken bij elkaar. De zorgcoördinator is voorzitter van het ZAT,
aanwezig
zijn:
de
teamleider,
SMW,
schoolcontactpersoon,
leerplicht,
schoolverpleegkundige en deskundigen op afroep. De mentor vraagt vooraf toestemming aan de ouders voor bespreking van de leerling in het ZAT. De ingebrachte leerling wordt besproken aan de hand van het kwadrant in de schriftelijke aanmelding. Op de aanmelding is aangekruist ofdat er sprake is van Consultatie, Verwijzing of Interventie in samenwerking
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
44
Consultatie Wanneer in het ZAT de consultatiefunctie uitvoert, is de inbrenger van de probleem- en vraagstelling de focus van het ZAT-overleg. De inzet van de ZAT-deelnemers is dan gericht op het vergroten van het probleemoplossend vermogen van de inbrenger. De vraag kan gericht zijn op ondersteuning van een individuele docent, maar ook op tips voor het docententeam. In die gevallen is de aanvraag bij het ZAT erop gericht de interne zorgstructuur te versterken vanuit de expertise binnen het ZAT.
Verwijzing Tot verwijzing wordt besloten wanneer de gesignaleerde problematiek om interventies vraagt die buiten het ZAT uitgevoerd moeten worden. Vastgesteld wordt welke interventies vanuit het ZAT noodzakelijk zijn en welke instanties de gewenste interventies uitvoeren. Een verwijzing van de leerling vindt plaats naar hulp in of buiten de school en onder verantwoordelijkheid van één of meerdere deelnemers van het ZAT. Voor geïndiceerde hulp wordt de indicatiestelling vanuit het ZAT georganiseerd. Het ZAT stelt vast welke deelnemer van het ZAT het verwijzingsproces begeleidt en controleert. Voor een aantal doorverwijzingen is een indicatiestelling nodig. Wanneer het ZAT besluit tot geïndiceerde hulp, komen leerling en ouders in vervolgtrajecten terecht. Bij alle uitgevoerde begeleidingsactiviteiten zijn afspraken over de terugkoppeling naar het team en de begeleiders binnen de interne zorgstructuur noodzakelijk.
Interventie en samenwerking Hiertoe wordt besloten wanneer er geen passend aanbod op de gestelde hulpvraag vanuit de deelnemende instanties aan het ZAT beschikbaar is. Door de instanties die deelnemen aan het ZAT kunnen globaal gesproken drie vormen van interventie in samenwerking worden uitgevoerd: crisisinterventie, kortdurende interventie en begeleiding. De verschillende partners in het ZAT gaan samenwerken en spreken onderling af welke soort begeleiding nodig is en welke partner in het ZAT deel uitmaakt van de begeleiding. Ook meerdere partners kunnen tegelijk een aspect van de begeleiding op zich nemen. In dat geval is zorgvuldige afstemming op elkaars aandeel in de begeleiding noodzakelijk. Ook hier geldt weer: de school moet van de partners in het ZAT handelingstips krijgen die in de klas uitgevoerd kunnen worden. Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
45
Aandachtspunten zorgadviesteam
Om in het ZAT goed te bespreken wat de beste aanpak is, is een goed geformuleerde hulpvraag opnieuw van belang. De zorgcoördinator draagt zorg voor het bundelen van de beschikbare informatie en reeds uitgevoerde acties, geeft dit weer op het aanmeldingsformulier en formuleert vanuit deze informatie de hulpvraag voor het ZAT.
Tijdens de bespreking is een goede gespreksvoering en – procedure van belang. Alle leden van het ZAT moeten beschikken over de juiste informatie om van daaruit hun expertise te kunnen inzetten. Zo zullen ZAT-leden willen weten waarom vanuit het intern zorgoverleg het verzoek tot verdere hulp is gedaan, of de ouders mee willen werken etc. De zorgcoördinator heeft tot taak het gesprek te leiden. Efficiënte gespreksvoering leidt tot heldere besluitvorming over aanpak en uitvoering.
Bij de aanvraag bij een ZAT moet duidelijk zijn welke functie van het ZAT het meeste bijdraagt aan de beantwoording van de hulpvraag: naar consultatie, naar doorverwijzing? Bij het bespreken van leerlingen kunnen ook meerdere functies van het ZAT ingezet worden.
Gemaakte afspraken moeten helder zijn. Daarnaast is duidelijk wie wat uitvoert en wie bijvoorbeeld afspraken maakt met ouders / leerling.
Op de werkvloer moet bij alle docenten duidelijk zijn hoe het ZAT werkt en op welke wijze het ZAT ondersteunend is voor het primaire proces.
Schoolplan Horeca Vakschool Rotterdam 2012-2016 – juli 2014
46