Schoolplan 2011-2015 e Amstelveense Montessorischool
‘It is not the strongest of the species that survives, nor the most intelligent, but the one most responsive to change.’ ( Charles Darwin)
Hoofdgebouw: Dependance:
Burgemeester Haspelslaan 137, telefoon: 020 – 6 41 61 17 Burgemeester Haspelslaan 327, telefoon: 020 – 6 47 63 39
Directie:
Michelina Hoogeveen, directeur Irene Simonis, locatieleider / adjunctdirecteur
Website
www.1emontaveen.nl
2
[email protected] [email protected]
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................................... 3 1. Inleiding .................................................................................................................................................. 4 2. Schoolbeschrijving .............................................................................................................................. 5 2.1 Ons bestuur ..................................................................................................................................... 5 2.2. Typering van onze school en leerlingenpopulatie................................................................ 6 2.3. Schoolorganisatie......................................................................................................................... 7 2.4. Contacten met ouders ................................................................................................................ 8 2.5. Externe ontwikkelingen en trends ......................................................................................... 11 3. Missie en visie ......................................................................................................................................12 3.1. Het bestuur ...................................................................................................................................12 3.2. De school .......................................................................................................................................12 Onderwijskundig beleid .........................................................................................................................15 4.1 De onderwijskundige doelen ......................................................................................................15 4.2 Huidige situatie ............................................................................................................................16 4.3 De ordening van de inhoud van ons onderwijs .....................................................................17 4.4 ICT ...................................................................................................................................................17 4.5 Onze begeleiding van de leerlingen ........................................................................................18 4.6 Borging.............................................................................................................................................21 5. Personeelsbeleid ................................................................................................................................ 22 5.1 Inleiding personeelsbeleid ........................................................................................................ 22 5.2 Doelen van ons personeelsbeleid ............................................................................................ 23 5.3 Integraal Personeelsbeleid ...................................................................................................... 24 6. Kwaliteitsbeleid .................................................................................................................................. 34 6.1 Inleiding .......................................................................................................................................... 34 6.2 Doelen kwaliteitszorg ................................................................................................................ 34 6.3 De inrichting van onze kwaliteitszorg .................................................................................. 35 6.4 Kwaliteitsbewaking op verschillende niveaus...................................................................... 35 7. Overige beleidsterreinen ................................................................................................................ 39 7.1 Algemene ontwikkelingen........................................................................................................... 39 7.2 Financieel beleid .......................................................................................................................... 39 7.3 Materieel beleid .......................................................................................................................... 40 7.4 Beleid Brede School ................................................................................................................... 40 8. Planvorming 2011-2015 ..................................................................................................................... 42 8.1 Meerjarenmatrix ontwikkelingsonderwerpen ..................................................................... 42 8.2 Jaarplanning ontwikkelpunten 2011-2012 ............................................................................ 43 9. Slotwoord ............................................................................................................................................. 52 10. Bijlagen................................................................................................................................................ 53 10.1 Evaluatie schoolplan 2007-2011 en zorgplan 2008-2011 ............................................... 53 10.2 Instemming MR .......................................................................................................................... 58 10.3 Instemming Bestuur ................................................................................................................. 59
3
1. Inleiding Onze school, de 1e Amstelveense Montessori school, is een van de scholen van de Stichting Amstelwijs. De scholen binnen ons bestuur werken aan goed en eigentijds onderwijs. Dit schoolplan geeft aan op welke manier wij werken: hoe wij de kwaliteit van ons onderwijs bepalen, bewaken en bevorderen. Het schoolplan is ons beleidsplan voor de komende vier jaar. Het vermeldt in hoofdlijnen de ontwikkeling van onze school op het gebied van onderwijskundig, personeels - , en kwaliteitsbeleid. Gezien de onzekere ( financiële) tijden waarin onze stichting verkeert en de snelle opeenvolging van nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs, beschrijven we in dit plan de hoofdlijnen voor de komende jaren. Per jaar zullen we in ons Jaarplan de plannen nader uitwerken. Ook de geplande nieuwbouw heeft invloed op de plannen en planvorming, denk bijvoorbeeld aan ICT en infrastructuur. Het schoolplan van onze school wordt eens in de vier jaar ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuur. De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht. Het schoolplan is opgesteld door de directie in nauwe samenwerking met het schoolteam. Jaarlijks evalueren en actualiseren we ons schoolplan door middel van de Jaarplannen en Jaarevaluaties. Uiteraard hebben we als school ambities voor de komende jaren. Kort samengevat komen die neer op: goed en eigentijds Montessori onderwijs bieden, samen met de 2e Amstelveense Montessorischool, versterken van onze Brede School ontwikkeling, starten met het ( onderzoeken van) toelaten van 3-jarigen in onze onderbouwen: het ministerie van Onderwijs maakt experimenten hiermee mogelijk. Het montessori onderwijs is in principe ingericht op onderwijs aan 3jarigen en het is een mooie voorbereiding op de peutergroep die we in ons nieuwe schoolgebouw willen realiseren. De directie, Michelina Hoogeveen Irene Simonis
4
2. Schoolbeschrijving 2.1 Ons bestuur Met ingang van 1 januari 2006 is het openbaar basisonderwijs in Amstelveen ondergebracht in een zelfstandige stichting, genaamd Stichting Amstelwijs. Het totaal aantal scholen van Amstelwijs bestaat uit 10 basisscholen en twee scholen voor speciaal basisonderwijs. Deze laatste twee zullen met ingang van de wet Passend Onderwijs fuseren tot een expertisecentrum. Al sinds een aantal jaren functioneert er een bovenschools management, dat wordt ondersteund door een stafbureau. De verhouding tussen bestuur en management ontwikkelt zich door. Momenteel wordt er hard gewerkt aan de uitwerking van een nieuwe besturingsfilosofie, passend bij de nieuwe situatie. Deze dient als basis voor het nieuwe managementstatuut dat in ( de loop van) het nieuwe schooljaar van kracht moet worden. De Stichting zit op het moment van schrijven van dit schoolplan in financieel zwaar weer. Er moet de komende paar jaar bezuinigd worden, wil de stichting niet failliet gaan. Deze komende bezuinigingen veroorzaken de nodige onrust binnen alle geledingen, omdat er met name op personele kosten bezuinigd zal moeten worden en de precieze effecten nog onduidelijk zijn. Alle openbare scholen hebben een directeur (m/v). Grotere scholen (was boven de 200 leerlingen, wordt boven de 250/275 leerlingen) hebben daarnaast een adjunctdirecteur. De directies van de scholen zijn integraal verantwoordelijk voor het aansturen van hun school. Die taak is in algemene termen omschreven in het directiestatuut. Het bestuur van Amstelwijs, stichting voor openbaar primair onderwijs bestaat uit: • Mevrouw E. van Zadelhoff, voorzitter en lid dagelijks bestuur • De heer W.J.F. Berkers, secretaris en lid dagelijks bestuur • Dhr. P.C. van Gulik, penningmeester en lid dagelijks bestuur • Dhr. P. van Hulten • Dhr. D.P.Loos • Dhr. A.J. Vos Sinds begin schooljaar 2010 is dhr. R. van Velthoven directeur a.i., in verband met ziekte van het bovenschools management. Het stafbureau is het ondersteunend bureau voor het bestuur, het Centraal Directieteam, de directie van de scholen en de personeelsleden.
5
2.2. Typering van onze school en leerlingenpopulatie Onze school is een van de twee openbare montessorischolen in Amstelveen. Dat betekent dat wij elke geloofsovertuiging of levensbeschouwing respecteren en geen onderscheid maken naar afkomst of sekse. De beide scholen maken zich samen sterk voor het montessorionderwijs binnen de gemeente Amstelveen. Sinds 1 augustus 2010 is Michelina Hoogeveen directeur van beide scholen. Als montessorischool werken wij volgens de pedagogische en didactische uitgangspunten zoals deze door dr. Maria Montessori zijn omschreven. Vanuit deze uitgangspunten reageren wij op ontwikkelingen in onderwijs en opvoeding en op maatschappelijke ontwikkelingen. Wij hebben een certificaat van de Nederlandse Montessori Vereniging (NMV). Onze school staat in de wijk Elsrijk, één van de oudere wijken in Amstelveen - Noord. We hebben 13 groepen verdeeld over twee gebouwen. De school wordt bezocht door tussen de 320 en 350 leerlingen, van wie de ouders voor een groot deel bewust hebben gekozen voor montessorionderwijs. Zij komen deels uit de buurt, en ook van verder weg. Midden- en hoogopgeleide ouders vormen de meerderheid van onze schoolbevolking. Vrijwel al onze leerlingen vallen in het leerling-gewicht 1.0. Het hoofdgebouw aan de Burgemeester Haspelslaan 137 dateert uit 1955 en valt te typeren als ‘boerderijstijl’. Hier bevinden zich vijf midden- en vier bovenbouwgroepen. In de middenbouw de 6 t/m 9 jarigen (groep 3, 4 en 5) en in de bovenbouw zitten de 9 t/m 12 jarigen (groep 6, 7 en 8). In het hoofdgebouw zijn ook onze bibliotheek, de orthotheek, een gymzaal en een centrale hal voor gemeenschappelijke activiteiten te vinden. Alle groepen komen uit op die centrale hal die ook als werkruimte gebruikt wordt. Er zijn twee aparte speelpleinen voor de midden- en de bovenbouw. Het gebouw van de onderbouw aan de Burgemeester Haspelslaan 327 dateert uit 1957 en is meer een traditioneel schoolgebouw met echte montessorilokalen, lokalen met een podium waarop ruimte is voor een poppenhoek, een keuken en knutselruimte. In dit gebouw zijn de 4 onderbouwgroepen gehuisvest. Dit zijn de 4 t/m 6 jarigen (groep 1 en 2). De onderbouw gymt in een speellokaal en heeft een eigen speelplein. Mei 2011 heeft de gemeenteraad van Amstelveen besloten dat er een nieuw schoolgebouw voor onze school komt. Alle groepen zullen dan in één gebouw gehuisvest gaan worden. In het kader van de brede schoolontwikkeling zal op termijn ook een montessori peutergroep in ons (nieuwe) schoolgebouw gehuisvest worden. Voorafgaand aan de nieuwbouw – op de huidige plek van het hoofdgebouw- zullen de midden- en bovenbouwgroepen tijdelijk in noodlokalen naast het gebouw van de onderbouw gehuisvest worden. De planning is dat dit alles zal plaatsvinden in deze schoolplanperiode.
6
2.3. Schoolorganisatie Het team Ons team bestaat op het moment van schrijven ( juni 2011) uit een meerschoolse directeur, een adjunct directeur, tevens locatieleider, een ib-er, een orthopedagoog en 19 leerkrachten, waarvan 17 vrouwen en twee mannen. In 10 groepen werken fulltime leerkrachten en in drie werken duo’s. Allen zijn gediplomeerde montessorileerkrachten. De adjunct-directeur/locatieleider werkt 3 en een halve dag per week. De meerschoolse directeur is ook directeur van de 2e Amstelveense Montessorischool en is voor 0,6 formatie op de 1e aangesteld. De school heeft nu voor 4 dagen ib-formatie, daarvan worden 3 dagen door een ib-er ingevuld en een dag door een orthopedagoge. Voor het vak gymnastiek hebben we een vakleerkracht die les geeft aan midden- en bovenbouw. Een onderwijsondersteunend personeelslid voor administratieve werkzaamheden is de helft van de week aanwezig. Een algemeen schoolassistent werkt vier dagen. Verder hebben we een conciërge voor 25 uur per week en een leerkrachtondersteuner voor 25 uur per week, die expressie en kunstzinnig onderwijs verzorgt aan de midden- en bovenbouwgroepen. Tot slot hebben we een onderwijs assistente voor enkele uren per week in dienst ter ondersteuning van een leerling met het syndroom van Down ( lgf) en delen we met de 2e Montessorischool een overblijfcoördinator die in totaal 20 uur werkt. Per 1 augustus gaat een collega met de FPU.
Personeel per 1-8-2011 Ouder dan 50 jaar Tussen 40 en 50 jaar Tussen 30 en 40 jaar Tussen 20 en 30 jaar Jonger dan 20 jaar Totaal
MT
OP
OOP
2
9 4 4 2
2 4
19
7
2
1
De eerder genoemde bezuinigingen maken dat wij het exacte plaatje voor komend schooljaar nu nog niet kunnen maken. Duidelijk is wel dat wij 13 groepen behouden en formatie krijgen toebedeeld voor 0,58 wtf( werktijdfactor) interne begeleiding. De beoogde bezuinigingen lijken vooral het onderwijs ondersteunend personeel te gaan raken. Interne organisatie Voor elke bouw is een bouwcoördinator aangesteld. Een keer per ca. 6 weken is er overleg tussen de bouwcoördinatoren en de directie. Daarin komen beleidsonderwerpen aan de orde die in de verschillende bouwvergaderingen aan de orde moeten komen of al besproken zijn. In samenspraak wordt beslist welke punten op de agenda komen voor de teamvergadering. Externe contacten Door diverse contacten met bovenschools management, bestuur, inspectie,
7
schoolbegeleidingsdienst, educatieve faculteit, Nederlandse Montessori Vereniging en andere instanties blijven we op de hoogte van en kunnen wij inspelen op de nieuwste ontwikkelingen. Deze contacten zijn vaak ook gericht op begeleiding en ondersteuning van onze werkzaamheden. Voor een overzicht van onze externe contacten, zie onze Schoolgids. 2.4. Contacten met ouders Binnen het montessorionderwijs spreken wij graag in één adem over opvoeding en onderwijs. Ouders en leerkrachten zijn in de schoolse periode gezamenlijk betrokken bij veel aspecten van de opvoeding van het kind. Het is in het belang van het kind wanneer ouders zich in grote lijnen kunnen vinden in de opvattingen van Maria Montessori. Daarom is het belangrijk als er op veel punten overeenstemming is in de visie op het kind in de school- en thuissituatie. Dit heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van het kind. We willen een open schoolklimaat scheppen, waar de communicatie tussen ouders en school helder verloopt. Ook in meer praktische zin spelen ouders een belangrijke rol. Ouders bepalen in vele zaken mede de inhoud en sfeer voor een goede leef- en werkomgeving, door beschikbaar te zijn voor leerling-activiteiten. In meer structurele zin kunnen ouders hun bijdrage leveren aan de verschillende commissies die de school kent. De school hecht grote waarde aan het contact met de ouders. Het contact met de ouders kan incidenteel zijn, maar kan ook intensief, afhankelijk van wat school en ouders op een bepaald moment noodzakelijk vinden. Wat betreft de mate van betrokkenheid van ouders op school onderscheiden we drie gebieden:
1. hulp en assistentie 2. uitwisseling van informatie 3. meedenken en meebeslissen Hulp en assistentie Ouders ondersteunen op velerlei wijze het onderwijsproces. Naast de organisatorische hulp bij verschillende activiteiten zoals uitstapjes, feesten, projecten en knutselactiviteiten leveren ouders ook een bijdrage aan onderwijsondersteunende en didactische activiteiten. Zo geven zij hulp bij het didactisch handelen van de leerkracht, bv. door samen met de kinderen te lezen, het ondersteunen bij begrijpend lezen of het geven van lessen Engels. Andere voorbeelden zijn (werkstuk)begeleiding in de bibliotheek die mede door een groep enthousiaste ouders in stand wordt gehouden. Praktische zaken als luizenbestrijding worden geheel door ouders uitgevoerd. Bij buitenschoolse activiteiten kunnen we een beroep doen op bereidwillige ouders Uitwisseling van informatie
Nieuwsbrieven voor de ouders
8
Twee keer per maand verschijnt een digitale nieuwsbrief met voor ouders relevante informatie. Voor de nieuwsbrief mogen ouders, kinderen en leerkrachten kopij aanleveren. De nieuwsbrief wordt samengesteld i.o.m. de directie. Er zijn vaste terugkomende rubrieken zoals overzicht belangrijke data en uitstapje of activiteiten, personele zaken, berichten uit de OR en MR en actuele zaken.
Website De school heeft een eigen website (www.1emontaveen.nl) waarop veel informatie over de school (actualiteiten, nieuwsbrieven, documenten, links, foto’s enz.) te vinden is. De website zal begin schooljaar 2011-2012 vernieuwd worden.
Info en Schoolgids voor de ouders Als basis informatie geldt de jaarlijks geactualiseerde informatie gids. Deze gids heet ‘De Info’ en wordt aan het begin van het schooljaar aan alle ouders uitgereikt. De Info is tevens te lezen op onze website. Met ingang van het schooljaar 2011-2012 zullen wij deze informatie vervatten in de ‘Info- kalender’. Dezelfde informatie, vormgegeven in een kalender. Deze Info- kalender voldoet aan de huidige eisen. Zo geven we informatie over de resultaten van de schoolverlaters en hun uitstroom. Ouders van nieuwe kinderen van de onderbouw krijgen ook nog een apart gidsje: ‘help mij het zelf te doen’, om het wel en wee in de onderbouw goed over het voetlicht te brengen. De schoolverlaters schrijven een aparte schoolverlaterkrant, ‘de Last Haspel’, Minimaal een keer per schoolplanperiode wordt de Schoolgids geactualiseerd. De Schoolgids is op onze website terug te vinden. Sinds het schooljaar 2010-2011 maken een aantal leerlingen uit de bovenbouw een Schoolkrant, die een aantal keren per jaar uitkomt en waaraan alle kinderen een bijdrage kunnen leveren.
Gesprekken tussen ouders en leerkrachten, wederzijdse uitwisseling Voor de kleuters vanaf de 2e periode van het 1e jaar en de oudste kleuters en de midden- en bovenbouw kinderen worden twee keer per jaar – in november en apriloudergesprekken gehouden, de zgn. 10-minuten gesprekken aan de hand van het van tevoren uitgedeelde verslag. Tijdens deze gesprekken wordt gesproken over de vorderingen en de ontwikkelingen van de individuele leerling en geeft de leerkracht een mondelinge toelichting op het verslag. Voor nieuwe kleuters, 3e ( op verzoek van ouders) en 6e groepers vindt een kort kennismakingsgesprek plaats rond de 6e schoolweek. Voor de jongste kleuters vinden de gesprekken plaats zonder schriftelijk verslag. Wanneer hiervoor aanleiding bestaat kan door een ouder of leerkracht tussentijds een afspraak gemaakt worden. Hierbij gaan wij ervan uit dat de leerkrachten verantwoordelijk zijn voor het wel en wee van de kinderen op school en de ouders voor de opvoeding thuis. De school kent geen formeel spreekuur. We streven naar een laagdrempelig contact met de ouders. Elke klas heeft een schriftje waarin dagelijks mededelingen geschreven
9
kunnen worden. Korte mededelingen of vragen aan de directie of intern begeleider kunnen voor schooltijd gesteld worden en vaak direct beantwoord worden. Voor langere gesprekken kan altijd een afspraak gemaakt worden. De leerkrachten zijn in de regel tot een half uur na schooltijd bereikbaar voor ouders. Gemiddeld een keer per maand kunnen ouders van de midden- en bovenbouw tussen kwart over 8 en half 9 met hun kind mee de klas in om werk te bekijken. Na schooltijd zijn ouders tot een kwartier na einde school welkom in de klas van hun kind, tenzij er oudergesprekken plaatsvinden.
Schriftelijk verslag (rapportage) aan ouders Over de ontwikkelingen van het kind worden ouders/verzorgers twee maal per jaar op de hoogte gehouden middels een schriftelijk verslag. Mogelijk dat in de komende Schoolplanperiode wordt overgegaan tot een digitaal verslag. Een en ander is mede afhankelijk van het moment van oplevering van de nieuwe school. Voorwaarde voor ‘digitaal contact’ met ouders is dat alle leerkrachten een computer tot hun beschikking hebben met internet. Helaas is dit in ons onderbouwgebouw in de huidige situatie niet het geval.
Ouderbijeenkomsten In het najaar organiseren de OR en de MR een gemeenschappelijke vergadering, de jaarvergadering, waarin de jaarstukken vastgesteld worden. Het financiële jaarverslag wordt toegelicht en er is aandacht voor de samenstelling van de medezeggenschapsraad. Op een eventuele tweede avond van de ouderraad, in samenwerking met het team, staat een thema centraal. Hier kan dan een uitwisseling van gedachten tussen ouders en leerkrachten op gelijkwaardig niveau plaats vinden. Alle vergaderingen van OR en MR zijn in principe openbaar. De leerkrachten van de onder- , midden- en bovenbouw organiseren in september een klassenavond voor alle ouders. Deze avond is gericht op de onderlinge kennismaking van de ouders met de klassenleerkracht(en) en met de andere ouders. En op het voorlichten van de ouders over de gang van zaken in de bouw, de klassenregels en de komende schoolactiviteiten. In het voorjaar organiseren de leerkrachten van de onderbouw een materiaalavond. De directie organiseert 2 tot 3 x per jaar een informatieve open ochtend voor ouders van toekomstige leerlingen. Een rondleiding en een vragenuurtje behoren tot de vaste onderwerpen. Elk jaar is er ook een kennismakingsochtend voor de ouders van de oudste kleuters die naar de middenbouw gaan en een kennismakingsochtend voor ouders van 5egroepers die naar de bovenbouw gaan. Op deze ochtenden wordt door de directie uitleg gegeven over de nieuwe bouw, er kunnen vragen gesteld worden en er kan een kijkje genomen worden in de nieuwe bouw. Samen met de 2e Montessorischool organiseren we jaarlijks in november een voorlichtingsavond voor ouders van 8e groepers over het Voortgezet Onderwijs.
10
Jaarlijks organiseert de school in nauwe samenwerking met de Ouderraad een eindfeest. Op dit feest kunnen alle contacten worden aangetrokken en versterkt in een informele sfeer waarbij ook ( juist) aan de kinderen is gedacht! Om de betrokkenheid van ouders bij de school te versterken is begin 2011 een uitnodiging voor een rondetafelgesprek met ouders ( ad random gekozen) verzonden. Helaas bleek de animo miniem, zodat deze avond niet is doorgegaan. Voor de komende planperiode zullen wij ons beraden op mogelijke vormen waarin gesprekken tussen school en ouders wel succesvol kunnen zijn. Meedenken en meebeslissen
De Ouderraad (OR) De taakomschrijving van de ouderraad is beschreven in het huishoudelijk reglement en is op school ter inzage. De ouderraad organiseert één á twee ouderavonden per jaar. De penningmeester van de ouderraad beheert de vrijwillige ouderbijdrage, maakt de begroting en het financieel jaarverslag. Op de ouderraadvergaderingen is een vast teamlid aanwezig en soms ook een directielid. De ouderraad vergadert gemiddeld zes keer per jaar en werkt met een jaarplanner. Met ingang van het schooljaar 2011-2012 zal op verzoek van de huidige Ouderraad geëxperimenteerd gaan worden met klassenouders: één of twee ouder(s) per klas die een schakel kan vormen tussen de leerkracht/klas en de OR.
De Medezeggenschapsraad (MR) De school is zelf primair verantwoordelijk voor het onderwijsproces. Ouders kunnen invloed uitoefenen op het beleid door te participeren in de Medezeggenschapsraad. Deze raad bestaat uit vijf ouderleden en vijf teamleden. De voorzitter komt voort uit de oudergeleding, het secretariaat rouleert. De MR komt één maal per zes weken bijeen, waarbij een lid van de directie in principe aanwezig is. In het medezeggenschapsreglement staan de taken en bevoegdheden van de MR beschreven. De MR participeert ook in de bovenschoolse GMR met één team lid en één ouder. Deze ouder hoeft geen zitting in de MR te hebben, conform de nieuwe wet WMR. 2.5. Externe ontwikkelingen en trends • Verwachte nieuwbouw van de school, huisvesten onderbouw en midden- en bovenbouw in één schoolgebouw, voorafgegaan door tijdelijke huisvesting midden- en bovenbouw • Brede school ontwikkeling, uitbreiding school met een montessoripeutergroep • Invoering zorgplicht in kader van Passend Onderwijs • Visie ontwikkeling bovenschools management • Gevolgen invoering wet Passend onderwijs voor Samenwerkingsverband • Bezuinigingen • Opbrengstgericht werken en invoering referentiekaders • Opstellen van een lokale onderwijsagenda door de gemeenteraad.
11
3. Missie en visie 3.1. Het bestuur De scholen van Stichting Amstelwijs richten zich op kinderen tussen 4 en 12 jaar, hun ouders en de samenleving. De Stichting Amstelwijs is er voor alle deelnemers, die zich thuis voelen bij onze kernwaarden, gemeenschappelijke uitgangspunten en zich willen aansluiten bij onze identiteit. De stichting wil voorzien in een behoefte aan onderwijs vanuit een eigen levensovertuiging. Naast basisonderwijs kent de stichting ook 1 school voor speciaal basisonderwijs. Ook het bestuur heeft speerpunten. Belangrijk uitgangspunt is de gezamenlijke visie van het openbaar onderwijs in Amstelveen. Het openbaar onderwijs in Amstelveen is in beginsel voor ieder kind bereikbaar en beschikbaar. Recht op toegankelijkheid, respectvol omgaan met pluriformiteit, openheid, ontplooiingskansen voor een ieder en communicatie gericht op kwaliteitsverbetering worden gezien als onvervreemdbare aspecten van ons openbaar onderwijs. Het Openbaar Basisonderwijs Amstelveen wil op een toegankelijke, inzichtelijke en toetsbare wijze komen tot kwalitatief goed onderwijs voor alle kinderen, de kinderen kunnen zich, binnen hun eigen mogelijkheden, in onze scholen op een veilige en pedagogisch verantwoorde wijze optimaal ontwikkelen. De meetbare kwaliteit van personeel, huisvesting en leermiddelen is hiermee onverbrekelijk verbonden. Wij werken aan wat kwalitatief deugdelijk is voor de leerkracht en het kind. Het Openbaar Basisonderwijs Amstelveen wil hiermee bereiken dat de kinderen die onze scholen verlaten een goede basis hebben voor verdere ontplooiingskansen, die mogelijkheden bieden om in de samenleving gemotiveerd oplossingsgericht te leren, te werken en te leven. Samengevat: • Maximaal talent ontwikkelen • Voorbereiden op de maatschappij • Hoge participatie van ouders. In het recent verschenen Bestuursformatieplan is de visie als volgt samengevat: kwaliteit, beheersbaarheid en financiële gezondheid 3.2. De school Onze missie komt voort uit het kernpunt van de missie van het Montessori onderwijs:
Help mij het zelf te doen Onze visie is kernachtig samen te vatten de volgende acht punten: 1. We zijn een openbare school, die open staat voor alle kinderen en ouders ongeacht hun afkomst en levensbeschouwing. Alle kinderen, die binnen onze zorgmogelijkheden vallen, zijn welkom. 2. We bieden mogelijkheden zodat een kind zich kan ontwikkelen tot een zelfstandige persoonlijkheid en verantwoording kan dragen voor zijn of haar eigen daden en zorg voor zijn omgeving.
12
3. We bieden mogelijkheden zodat een kind zich volledig kan ontplooien op zowel
4. 5.
6.
7.
8.
cognitief, sociaal als creatief gebied en bereiden ze daarmee voor op het voortgezet onderwijs. We zorgen voor een prettige sfeer, die voor kinderen veilig, inspirerend en leerzaam is. We helpen een kind zich te ontwikkelen tot een gelukkig mens. We creëren een goede voorbereide omgeving: - school, lokalen en materialen zien er aantrekkelijk en uitdagend uit - activiteiten zijn goed voorbereid en passen bij de ontwikkeling van het kind - materialen sluiten aan bij belevingswereld en bij de moderne tijd - kinderen kunnen zelfstandig aan het werk Wij bieden kinderen een vrije werkkeus, omdat wij het kind centraal stellen en elk kind zien als een individu met eigen mogelijkheden, ontwikkelingstempo en aanleg. Kinderen leren beter als zij zelf kunnen bepalen op welke manier zij aan hun ontwikkeling werken. Ook geven wij hen daarbij een grote mate van zelfstandigheid. De leerkracht heeft een begeleidende en coachende rol. Kinderen leren werken volgens het uitgangspunt vrijheid in gebondenheid. Leerkrachten houden rekening met verschillen en verzorgen een passend aanbod voor elk kind. Kinderen krijgen de activiteiten en de leerstof aangeboden tijdens de gevoelige periode. Kinderen kunnen samenwerken en gaan op een respectvolle en gelijkwaardige manier met elkaar om. Ze kennen de verschillen en accepteren die.
Onze visie op schoolontwikkeling en leren: Wij vormen als school een gemeenschap die als kerntaak ‘leren’ heeft. In onze ogen betekent dit dat iedereen blijft leren en zich ontwikkelen, dus ook leerkrachten en directie. In onze visie, gebaseerd op de uitgangspunten van het Montessori onderwijs, zoals hierboven verwoord, en gekoppeld aan nieuwe inzichten over leren, staan begrippen als inspiratie, zelfontplooiing, verbondenheid en betekenisvol leren centraal. Wij leiden kinderen op voor de toekomst van morgen, zonder dat wij weten hoe die toekomst er uit zal zien. Dat vraagt om onderwijs dat kinderen opleidt die zich (mede) verantwoordelijk weten voor hun eigen ontwikkeling, voor hun omgeving en zich onderdeel weten en voelen van het geheel. Een onderwijsaanbod dat meer omvat dan taal en rekenen. Onderwijs dat interesse- en talentgestuurd is en waar de invloed van leerlingen op het leerproces groot is. Onderzoek toont aan dat het nogal wat uitmaakt hoe we leren. We leren: 10% van wat we lezen 25% van wat we horen 30% van wat we zien 50% van wat we zien en horen 70% van waar we over gediscussieerd hebben met anderen 80% van wat we persoonlijk ervaren hebben 95% van wat we uitleggen aan anderen.
13
Met deze feiten in ons achterhoofd blijven wij ons als school ontwikkelen: wij blijven aandacht besteden aan onze visie op leren en deze visie steeds weer concreet vertalen naar de dagelijkse onderwijspraktijk. Nieuwe ontwikkelingen als referentieniveaus en opbrengstgericht werken worden actief door directie en team opgepakt. Daarin zoeken wij vervolgens naar een vorm die past bij en recht doet aan onze visie op modern Montessori onderwijs en onze visie op leren. In deze schoolplanperiode zullen wij de referentieniveaus voor taal en rekenen integreren binnen ons onderwijs. Gedegen kennis van de leerlijnen biedt leerkrachten optimale mogelijkheden om te differentiëren en elk kind passend( uitdagend) onderwijs te geven. Opbrengstgericht werken is sinds enige tijd een gevleugelde term in onderwijsland. Ook de scholen van onze stichting doen mee aan een traject opbrengstgericht werken. Directies worden geschoold in opbrengstgericht leiderschap en teams leren hoe zij de opbrengsten van hun onderwijs kunnen verhogen. Opbrengstgericht werken is voor ons ‘iets’ meer dan ( alleen) het verhogen van citoscores of uitstroomcijfers. In onze montessorivisie betekent opbrengstgericht werken dat wij kinderen de kansen geven zich optimaal te ontwikkelen, in de volle breedte van hun interesses en talenten, waarbij we samen met het kind steeds op zoek gaan naar de naaste zone van ontwikkeling. Dit alles realiseren vraagt van alle medewerkers binnen de school een professionele houding en cultuur, waar kwaliteit leidend is. De kern van een professionele cultuur is het uitgangspunt dat iedereen gelijkwaardig is als mens, en dat als professional niet iedereen gelijk is: ‘erkende ongelijkheid’. Hiermee onderkennen we dat ieders kwaliteiten op een verschillend vlak liggen. Enkele kenmerken van een professionele cultuur zijn: • Erkende ongelijkheid • Het maken van teamafspraken • Elkaar aanspreken op gedrag • Niet iedereen praat over alles mee • Voorbeeldgedrag laten zien • Beslissers in plaats van besluitvormingsprocedures • Niet ‘mopperen’ maar ‘opperen’ • Iedereen is er op gericht om samen betere professionals te worden.
14
Onderwijskundig beleid 4.1 De onderwijskundige doelen De onderwijskundige doelen van de school sluiten aan op bij de doelen uit de Wet op het Primair Onderwijs (WPO). De school richt zich op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling van de leerlingen, het ontwikkelen van creativiteit en het verwerven van kennis, sociale vaardigheden, culturele vaardigheden en lichamelijke vaardigheden. Sociaal-emotionele ontwikkeling houdt voor ons in dat de kinderen leren omgaan met elkaar en de anderen. Dit sluit aan op de montessorivisie en het werken in heterogene groepen.
Aspecten van sociaal-emotionele ontwikkeling: • • • • • • •
het samenwerken, het samen spelen, het samen kunnen delen, hulpvaardig zijn respect hebben voor elkaars mening en inbreng respect hebben voor de omgeving elkaar de ruimte geven om zelfontdekkend bezig te zijn het kunnen oplossen van conflictsituaties het kunnen inleven in gevoelssituaties anderen accepteren en respecteren in hun anders zijn een gevoel van saamhorigheid.
De verstandelijke ontwikkeling. Door het aanbieden van kennis worden de leerlingen voorbereid op de (steeds) veranderende maatschappij. De school begeleidt de leerprocessen van de kinderen en geeft er vorm aan. Daarbij willen wij vaardigheden als (zelf)reflectie, zelfredzaamheid en solidariteit stimuleren.
Het ontwikkelen van de creativiteit. Creativiteit is niet alleen aangeboren, het kan ook ontwikkeld en aangeleerd worden. Het ontwikkelen van de creativiteit omvat, in ieder geval, alle vak- en vormingsgebieden. Aspecten verbonden met de ontwikkeling van de creativiteit zijn onder meer het ontwikkelen van de creativiteit in ruimere zin: - zelfontdekkend bezig zijn - komen met eigen oplossingen - verschillende oplossingen vinden voor één probleem - experimenteren - het toepassen van kennis en vaardigheden in uiteenlopende situaties - het ontwikkelen van creativiteit in de zin van de expressievakken.
15
Het verwerven van de noodzakelijke kennis. Kennis veroudert tegenwoordig snel. Dit betekent dat wij voor de basisleerstof moeten uitgaan van de school van nu, waar mogelijk zelfs die van morgen. De kennis van de leerlingen moet functioneren in de samenleving van morgen. De school zal bij de keuze van leerstof, materialen en leerinhouden daar rekening mee moeten houden. Naast het montessorimateriaal hebben we gestandaardiseerde leermethodes ingevoerd waarbij we blijvend aandacht besteden aan het gedifferentieerd werken met deze methodes.
Het verwerven van culturele vaardigheden. Onder culturele vaardigheden wordt verstaan: luisteren, spreken, schrijven, rekenen, gezond gedrag en sociale redzaamheid. Daarnaast vinden wij het van belang, dat leerlingen: - zich oriënteren op de maatschappij (instituties, organisatie) - leren omgaan met anderen (respect kunnen opbrengen voor ideeën van anderen, meningen, overtuigingen, levenswijzen, culturen).
Het verwerven van lichamelijke vaardigheden. Het verwerven van lichamelijke vaardigheden is behalve doel op zich ook van belang voor de verstandelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. 4.2 Huidige situatie De organisatie van de school en de groepering (klassenindeling) is niet veranderd. De normen voor de klassengrootte zijn door ons bestuur voor de komende jaren vastgesteld op gemiddeld 24 leerlingen voor de groepen 1 t/m 4 en 28 voor de groepen 5 t/m8. Voor ons als montessorischool met een onderbouw ( groep 1,2), middenbouw ( groep 3,4,5) en bovenbouw ( groep 6,7,8) kan dit leiden tot hogere leerlingaantallen per klas, omdat groep 5 in een groep zit met groep 3 en 4. Wij hechten aan deze heterogene groepssamenstelling, met 3 leeftijdsgroepen vanuit onze montessorivisie. In onze ogen is deze samenstelling wenselijk, voor zowel de sociaal-emotionele ontwikkeling en omdat zij recht doet aan de ontwikkeling van het kind van ontdekker ( onderbouw) naar verkenner ( middenbouw) naar wetenschapper ( bovenbouw). Wanneer wijzigingen in de groepssamenstelling optreden, zal dit in de Infokalender of de Nieuwsbrief worden vermeld. Uitgangspunt is om deze groepering, vanuit de montessorivisie in onderbouw, middenbouw en bovenbouw, niet te veranderen. In onze Infokalender wordt jaarlijks melding gemaakt van de speciale activiteiten voor de kinderen. Sinds het schooljaar 2007-2008 is onze school door de gemeente Amstelveen aangewezen als Brede School. Als Brede School willen we kinderen in de leeftijd van (0)2-12 jaar één doorgaande en brede ontwikkeling aanbieden volgens het gedachtegoed en de pedagogische en didactische uitgangspunten van Maria Montessori. ( zie verder hoofdstuk 7)
16
4.3 De ordening van de inhoud van ons onderwijs De inhoud van ons onderwijs is geordend per bouw. De montessorimaterialen, methodes en andere materialen zijn gekoppeld aan de bouwen: onder- , midden- en bovenbouw en volgen daarmee de ontwikkeling van de kinderen. Wij volgen in ons onderwijs de individuele leerlijn van het kind, het individueel kind staat centraal. Om die reden is er in iedere bouw een overlap te vinden naar de naastliggende bouw. In de onderbouw is bijvoorbeeld nog zintuiglijk materiaal aanwezig dat aansluit bij peuters, maar ook intellectueel materiaal, dat aansluit op de middenbouw. Zo stellen we kinderen in staat een ononderbroken lijn in hun ontwikkeling te volgen. Een aantal activiteiten en lessen staat ingeroosterd. Het grootste deel van de week is ingeroosterd als vrije werkkeuze tijd. In die tijd werken de kinderen, in eigen tempo en naar eigen behoefte, aan de les- en leerstof. Het onderwijsaanbod op onze school omvat de kerndoelen voor het basisonderwijs, zoals deze het laatst zijn vastgesteld in 2006. De kerndoelen omvatten de leergebieden Nederlands, Engels, rekenen/wiskunde, oriëntatie op jezelf en de wereld, kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs en sport. In de vorige planperiode is de wettelijke verplichting voor scholen om bij te dragen aan de integratie van kinderen in de Nederlandse samenleving in werking getreden: actief burgerschap. Scholen hebben de opdracht kinderen voor te bereiden op deelname aan de pluriforme samenleving Er dient door scholen aandacht gegeven te worden aan actief burgerschap en sociale integratie. Actief burgerschap betekent de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Burgerschapsvorming wordt niet gezien als een apart vak, maar is een vanzelfsprekend onderdeel van meerdere vakken. Daarnaast kan burgerschapsvorming ook tot uiting komen in de wijze waarop een school invulling geeft aan regels ten aanzien van veiligheid, ouderbetrokkenheid en onderlinge omgang tussen kinderen en leerkrachten (schoolregels). Voor onze school betekent dit wij kinderen voorbereiden op deelname aan de samenleving door kinderen te leren over de verschillende achtergronden en culturen, waarmee zij via hun klas- en schoolgenoten en anderszins in aanraking komen. Wij hebben actief burgerschap niet als apart vak opgenomen, maar besteden hieraan regelmatig aandacht o.a. via de dagelijkse rituelen vanuit de montessorivisie, Kidskrant, Samsam, School tv jeugdjournaal en onze zaakvakken. In het schooljaar 2010-2011 hebben we een leerlingenraad ingesteld, vooralsnog bestaande uit leerlingen uit de 4 bovenbouwgroepen. Ook deze leerlingenraad zien wij als een onderdeel van burgerschapsvorming.
4.4 ICT Ontwikkelingen op het vlak van ICT gaan razendsnel en bieden ook het onderwijs nieuwe mogelijkheden. Tegelijkertijd roepen deze ontwikkelingen ook onderwijskundige vragen op. In de afgelopen planperiode hebben we ( bij de start van het schooljaar 2009-2010) een digibord kunnen aanschaffen. Dit bord hangt in een bovenbouwgroep, en wordt ook door
17
de andere klassen en bouwen gebruikt. Ons voornemen in deze periode nog 2 digiborden aan te schaffen is helaas niet gerealiseerd, mede als gevolg van de financiële situatie van onze stichting. Gezien de besluitvorming over een nieuw schoolgebouw – te realiseren in deze schoolplanperiode- en de eerder genoemde snelle ontwikkelingen ( een digibord is alweer bijna ouderwets) willen wij ICT en de daartoe benodigde infrastructuur een nadrukkelijke plek geven in de planvorming ( PVE) en uitvoering van ons nieuwe schoolgebouw. Inmiddels buigt een bovenschoolse ICT werkgroep zich over een aantal ICT onderwerpen die in de toekomst door alle scholen van Amstelwijs gezamenlijk zullen worden opgepakt en aangeschaft. Ondertussen is al voor alle scholen van Amstelwijs één administratiesysteem actief, ESIS, waardoor bijvoorbeeld uitwisseling van onderwijskundige gegevens tussen scholen vergemakkelijkt is. Daarnaast zullen wij ons in deze planperiode buigen over hoe wij ICT willen inzetten in ons montessorionderwijs. Kinderen zijn buiten de schoolmuren vaak en veel online, gebruiken social media al op steeds jongere leeftijd. Als we tegelijkertijd kijken naar hoe wij leren ( het meest door dat wat we aan een ander uitleggen en het minst door wat wij lezen) zijn er de nodige vragen te beantwoorden als het gaat om effectief ICT gebruik binnen school. Mediawijsheid is een relatief nieuw begrip, waar we als scholen van Amstelwijs met elkaar invulling aan zullen geven in de komende jaren. Vooralsnog zien wij de computer als een onderdeel van de voorbereide omgeving en dus als een van de ‘materialen’ waaruit een kind kan kiezen. Er is dus sprake van een beperking in de keuze. De computer wordt gebruikt voor remediëren en verrijking en in de bovenbouw ook voor het opzoeken van informatie en het maken van werkstukken. Onze website zal de komende tijd vernieuwd worden.
4.5 Onze begeleiding van de leerlingen 4.5.1 Begeleiding op maat
Schoolbeleid en leerlingenzorg Het streven van onze school is dat alle kinderen hun leerweg op maat volgen, afgestemd op hun mogelijkheden en rekening houdend met hun talenten. De leerkrachten in onze montessorischool moeten de verschillen in onderwijsbehoefte van kinderen onderkennen en (ook binnen de klassenorganisatie) begeleiding op maat geven. Binnen een goede voorbereide omgeving stimuleren zij de actieve rol van het kind en helpen het kind een zelfstandige leerhouding te ontwikkelen. Het uitgangspunt van ons schoolbeleid is preventieve zorg en handelingsgericht werken.
18
We hebben op school het beleid alle leerlingen zo veel als mogelijk in de school op te vangen. Onder ‘zorgleerlingen’ ( een begrip dat we liever willen vermijden, elk kind heeft mogelijkheden en talenten) verstaan wij kinderen die op het gebied van de sociaalemotionele ontwikkeling en/of cognitieve ontwikkeling extra aandacht nodig hebben, buiten dat wat aangeboden wordt vanuit de voorbereide omgeving. Waar nodig, maken we gebruik van de deskundigheid van externe instanties en personen. Het gaat dan om: de SBD, de VIA, ambulante begeleiding van het sbao en SO, het schoolmaatschappelijk werk en jeugdgezondheidszorg.
Continuïteit van (extra) begeleiding Bij de organisatie van de (extra) begeleiding van leerlingen staat de continuïteit centraal. De kinderen worden gevolgd door middel van het leerling en onderwijs volgsysteem (CITO). Het volgen van de ontwikkeling op sociaal-emotioneel gebied en leergebied start in groep één en eindigt in groep acht. Het volgen van de kinderen vindt ieder jaar op een vooraf ingeplande, identieke wijze plaats om vergelijking door de verschillende leerjaren heen mogelijk te maken. De momenten staan aangegeven op de toetskalender. Voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling maken we sinds 2009 gebruik van SCOL, dit instrument wordt 2 keer per jaar, volgens de toetskalender, afgenomen. De uitkomsten worden gebruikt in de klassenbespreking met de intern begeleider.
Algemene begeleiding De observatie Om onderwijs op maat te geven en aan te sluiten bij de behoefte van het kind, volgt de leerkracht de ontwikkeling van het kind door middel van observatie. Observatie geeft de leerkracht informatie van en over het kind: - hoe het met andere kinderen omgaat (sociale vaardigheden) - wanneer het kind toe is aan nieuwe lesjes, - hoe het lesjes (leerstof) verwerkt en eigen maakt - of de lesjes (leerstof) goed wordt begrepen. Bij de observatie wordt gelet op activiteiten die de ontwikkeling bevorderen en die welke de ontwikkeling belemmeren. De registratie De informatie die voortkomt uit de observaties moet geregistreerd worden. Binnen de school hanteren we een klassenadministratie. Aandachtspunt blijft te komen tot een meer uniforme registratie Omdat we naast het montessorimateriaal ook reguliere methodes gebruiken, worden de administratiebladen van deze methodes gebruikt om de voortgang te registeren. In de midden- en bovenbouw worden administratiebladen van Wereld in Getallen en Taaljournaal gebruikt.
Het Leerling en Onderwijs Volg Systeem (LOVS) Parallel aan de observaties van de leerkrachten werkt de school met een LOVS. Het LOVS is vastgelegd in een toetskalender en is samengesteld uit methodeonafhankelijke, landelijk genormeerde toetsen, voornamelijk uit het Cito Volgsysteem primair onderwijs.
19
Andere toetsen worden ingezet op het moment dat er zorgen zijn over de ontwikkeling van een leerling.
De rol van de leerkracht De leerkracht speelt een centrale rol in de (extra) begeleiding van de kinderen, het LOVS is daarbij een hulpmiddel. De leerkracht zorgt dagelijks voor een goed klassenmanagement, een flexibele klassenorganisatie en een goed voorbereide omgeving.
Intern Begeleider De intern begeleider coördineert de zorg voor de leerling. De taken zijn omschreven in een taakomschrijving. Door ons samenwerkingsverband is een checklist opgesteld waaraan de zorgstructuur van een school moet voldoen. Onze school voldoet op alle punten. 4.5.2 De organisatie van de extra begeleiding Procedure ‘zorg’ leerlingen. Onze school werkt met een vaste procedure voor leerlingen die extra begeleiding behoeven, zie hiervoor onze Schoolgids en het ‘Begeleidingsplan voor kinderen 20112015’. Dit begeleidingsplan vervangt ons zorgplan 2008-2011 en maakt deel uit van dit Schoolplan. 4.5.3 Voorzieningen voor specifieke groepen leerlingen
Voorzieningen voor risicoleerlingen De intern begeleider is betrokken bij de begeleiding van risicoleerlingen. Indien mogelijk, maken we gebruik van ambulante begeleiding, collegiale consultatie en advisering vanuit OnderwijsAdvies, de School Begeleiding Dienst.
Voorzieningen voor meer- en hoogbegaafde leerlingen Onze school kent een specialist meer- en hoogbegaafden, onze eerste LB-functionaris per 1 augustus 2010. Naast het reguliere werk kunnen de kinderen werken aan lessen en lesvormen die we onder andere uit Vooruit, Taaltoppers, Taalmeesters en Wisschriften en Rekenmeesters halen. Daarnaast kunnen de kinderen werk kiezen dat al een duidelijke link heeft met het Voortgezet Onderwijs. De LB- specialist ondersteunt de groepsleerkrachten in het begeleiden van meer- en hoogbegaafde leerlingen in de groep. Waar nodig maakt zij samen met de betrokken leerkracht een plan eigen leerlijn waarin beschreven staat wat dit kind in een half jaar aan stof aangeboden krijgt, compacten, verrijken en verdiepen van de lesstof maken onderdeel uit van dit aanbod. Kinderen kunnen een bouw eventueel versneld doorlopen. Dan wordt altijd goed bekeken en overlegd of het kind sociaal ook voldoende ontwikkeling heeft bereikt. Het schoolbeleid voor ‘kinderen met een versnelde ontwikkeling’ is in de afgelopen planperiode geëvalueerd en aangepast.
20
In de deze schoolplanperiode zullen we, onder leiding van de LB specialist, onderzoeken welke werkvormen binnen onze school nog verder te ontwikkelen zijn om deze doelgroep onderwijs op maat te bieden. Ons bestuur kent al enkele jaren een zogeheten Plusklas voor hoogbegaafde leerlingen. Met ingang van de nieuwe planperiode zal deze Plusklas gaan vallen onder ons samenwerkingsverband. Dit betekent dat veel meer basisscholen van dit aanbod gebruik kunnen gaan maken. De capaciteit van de Plusklas wordt niet uitgebreid, het aanbod geldt vanaf het nieuwe schooljaar voor de groepen 6/7 en 8.
Weer Samen Naar School: Samenwerkingsverband Amstelzijde Onze school participeert in het Samenwerkingsverband (SWV) Amstelzijde. Het samenwerkingsverband heeft een eigen netwerk voor intern begeleiders waarin alle vormen van basisonderwijs vertegenwoordigd zijn. De bijeenkomsten zijn georganiseerd op basis van elkaar informeren en delen van kennis en worden begeleid door de SBD. In het kader van de invoering van Passend onderwijs zal er het nodige gaan veranderen. Vooruitlopend op de invoering zal volgend schooljaar voor alle scholen binnen ons huidige samenwerkingsverband een nieuw zorgprofiel worden opgesteld.
Samenwerking met het Voortgezet Onderwijs De leerkrachten vullen de adviesformulieren in die de scholen voor voortgezet onderwijs toesturen als de ouders hun kind daar hebben aangemeld. Met de meeste VO scholen vindt een zogeheten ‘warme’ overdracht plaats: een overleg tussen de leerkrachten van groep 8 en mentoren/vertegenwoordigers van de ontvangende VO school. Van alle VO scholen krijgen we een terugmelding van de resultaten. Deze worden in de administratie verwerkt, zodat de school de oud-leerlingen kan volgen. 4.6 Borging De school hanteert verschillende werkwijzen om ervoor te zorgen dat de zorgstructuur en de vernieuwing op het gebied van zorgverbreding verankerd blijven in de dagelijkse praktijk: • zorg is vast agendapunt teamvergaderingen • jaarlijkse toetskalender • leerling-besprekingen op bouw- en teamniveau • klassenbesprekingen met de leerkracht door ib-er • functioneringsgesprekken • bespreking toetsresultaten en vervolg (speciale begeleiding) • interne begeleiding; • Begeleidingsplan voor kinderen is onderdeel van het Schoolplan /Jaarplan/Jaarevaluatie • toetsing schoolontwikkeling aan het Zorgplan van het Samen Werkings Verband; • deelname aan het Intern Begeleiders netwerk door de Intern Begeleider van de school; • begeleiding en scholing nieuwe en beginnende leraren.
21
5. Personeelsbeleid 5.1 Inleiding personeelsbeleid Tijdens de vorige planperiode is het Integraal Personeels Beleid (IPB) ingevoerd in de school. Het plan is bovenschools tot stand gekomen en wordt regelmatig bijgesteld. Denk bijvoorbeeld aan afspraken, vastgelegd in de nieuwe CAO, die gevolg hebben voor het Integraal Personeel Beleid (IPB). Uitgangspunt binnen het IPB is de centrale rol en positie die de medewerkers innemen in de school. De inzet, kennis en bekwaamheden van de medewerkers vormen de basis om gestelde doelen voor de schoolontwikkeling te bereiken. Het is in onze visie van groot belang dat er een samenhang is tussen de ontwikkeling van persoonlijke competenties van de medewerkers en de strategische keuzes en doelen die de school zich stelt. Wij geven op school vorm en inhoud aan het verbeteren van arbeid bij het personeel door: • het houden van functioneringsgesprekken. • structurele aandacht, begeleiding en collegiale consultatie • deskundigheidbevordering personeel door (na)scholing • zorg voor kwalitatief adequate personeelsbezetting. Vorm en inhoud geven aan een zo goed mogelijk werkklimaat en werksfeer door: • duidelijke taak- en functieomschrijving, daarbij rekening houdend met aanleg, capaciteit, positie en ambitie • opzetten en in stand houden van duidelijke overlegstructuren binnen de school en tussen geledingen onderling en het bevorderen van goede interne en externe communicatie • sfeer van solidariteit bevorderen, belangstelling en waardering tonen op alle niveaus • aandacht besteden aan werkomstandigheden • aandacht voor bijzondere gebeurtenissen • aandacht voor en verder ontwikkelen van een professionele cultuur. Vorm en inhoud geven aan goede arbeidsvoorwaarden door: • aandacht voor jongere en oudere personeelsleden • zorg bij ziekte • stimuleren en meewerken aan ontplooiing van personeelsleden in hun functie • stimuleren en meewerken aan interne mobiliteit • duidelijk omgaan met verlofregelingen. Wij zijn volop bezig met integraal personeelsbeleid. De locatieleider voert één maal per jaar met elk teamlid minimaal een functioneringsgesprek. De afspraken worden vastgelegd in een verslag dat door beide partijen ondertekend wordt. In dit gesprek komen scholingswensen en de mogelijkheden aan de orde. Ook worden specifieke
22
kwaliteiten van het teamlid besproken en wordt gekeken hoe deze ingezet kunnen worden in de school. Met nieuwe leerkrachten wordt binnen een jaar ook een beoordelingsgesprek gevoerd, t.b.v. de vaste aanstelling. Ook worden structureel beoordelingsgesprekken gevoerd met teamleden die al een vaste aanstelling hebben: een keer in de 3 jaar. Hierbij wordt bovenschools ook aandacht besteed aan het ontwikkelen van beleid op het gebied van functiewaardering en beloningsbeleid wat in de toekomst een grotere rol zal gaan spelen bij het voeren van personeelsbeleid. Er is ook aandacht voor loopbaanontwikkeling. We streven naar een zo goed mogelijke inzet van personeel en voldoende ondersteuning en expertise om de genoemde actiepunten van dit schoolplan de komende jaren uit te voeren. Uitgangspunt hierbij is het jaarlijks formatieplan gebaseerd op de 1 oktober telling. In het Convenant Leerkracht is afgesproken dat per 1 augustus 2014 40% van het onderwijzend personeel in het reguliere onderwijs in een LB schaal is benoemd. Doel van deze LB functies is het structureel bijdragen aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs op de scholen en aan talentontwikkeling van de leerkrachten in de groep. Aan deze benoeming in een hogere schaal zijn een aantal voorwaarden gekoppeld. Zo moet een leerkracht een digitaal portfolio hebben, minmaal 50% van zijn of haar werktijd in de klas werken, het in dit kader ontwikkelde digitale beoordelingsinstrument van de Stichting Amstelwijs hebben ingevuld en volgens de vastgestelde normen daarop scoren en een post- HBO opleiding gevolgd hebben/ volgen op een vakgebied of thema dat aansluit bij de planvorming van de school. Voor de komende jaren hebben wij de volgende vakgebieden/beleidsterreinen benoemd als mogelijke domeinen voor de LB-functies op onze school: • taalspecialist • leesspecialist • rekenspecialist • specialist in leren en innoveren • specialist ICT / wetenschap en techniek • gedragsspecialist. Sinds 1 augustus 2010 kent onze school een LB leerkracht meer- en hoogbegaafde leerlingen. Per 1 augustus 2011 komen daar een LB specialist innoveren en leren en een LB specialist lezen bij. 5.2 Doelen van ons personeelsbeleid In onze visie op personeelsbeleid willen wij veel aandacht besteden aan loopbaanbeleid. Dit betekent onder meer: • De (potentiële) mogelijkheden van de medewerkers optimaal benutten, ten einde de afgesproken doelen van de school te bereiken. • De juiste persoon op de juiste plaats te krijgen.
23
• •
Professionele groei en ontwikkeling van medewerkers bevorderen. De motivatie en tevredenheid in het werk bevorderen.
Om als organisatie succesvol te zijn, is het noodzakelijk een omgeving te creëren, waarin kwaliteit van mensen zo goed mogelijk benut kan worden. Succes valt en staat met de inzet en motivatie van mensen. Dit houdt in dat ons personeelsbeleid een geïntegreerd onderdeel vormt van het strategisch beleid. Bij alle veranderingsonderwerpen streven we ernaar om aan te geven wat er van de medewerkers verlangd wordt en op welke faciliteiten en ondersteuning zij kunnen rekenen. 5.3 Integraal Personeelsbeleid
Formatie Voor onze school wordt formatie toegekend op grond van het aantal leerlingen op teldatum 1 oktober. De gewichtenregeling heeft geen invloed op onze school. Voor de bepaling van de inzet van de groepsformatie wordt aansluiting gezocht bij de regelgeving omtrent de lokaalvergoeding. De directie combineert haar taken niet met groepsverantwoordelijkheden. De meerschoolse directeur rust voor 0.6 op de formatie van onze school. De locatieleider / adjunct directeur heeft een aanstelling van 0,7769. De directie zorgt er zoveel als mogelijk is voor, dat er een zo evenwichtig mogelijk personeelsbestand ontstaat en dat voor het personeel een adequaat loopbaanbeleid wordt ontwikkeld.
Werving en selectie De gemiddelde leeftijd van het onderwijzend personeel (vaste aanstellingen) is op 1 augustus 2011 42,5 jaar. Bij de leerkrachten in de onderbouw is de gemiddelde leeftijd 51,4. Bij oudere leerkrachten moet sprake zijn van vernieuwende kwaliteiten: op grond van hun ervaringen worden zij in staat geacht een bijdrage te leveren aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Goed personeel werven en behouden is met de bezuinigingen op onderwijs niet makkelijk. Vooralsnog participeert onze Stichting in het project ‘opleiden in de school’. Om jonge leerkrachten te behouden is het van belang perspectief te bieden op een reguliere baan. We streven naar een goede begeleiding van nieuwe collega’s, stagiaires en LIO ’s. De voorgestelde bezuinigingen zetten dit streven onder druk.
24
Loopbaanbeleid Loopbaanbeleid vormt het hart van het personeelsbeleid. Plezier in het werk vormt een van de hoofddoelen, omdat dit een belangrijke voorwaarde is om goed onderwijs tot stand te brengen. Plezier in het werk wordt mede mogelijk gemaakt door ervoor te zorgen dat mensen voldoende afwisseling in hun takenpakket ervaren, daarin voldoende uitdaging vinden, zich voldoende gewaardeerd weten en zich optimaal in hun werk kunnen ontwikkelen. Taak- en functiedifferentiatie, scholing en begeleiding, interne en externe mobiliteit zijn hierbij belangrijke onderdelen. In de jaarlijkse functioneringsgesprekken is mobiliteit een belangrijk punt van aandacht. Er wordt gestreefd naar een flexibele schoolorganisatie waarin tegemoet kan worden gekomen aan individuele wensen van medewerkers.
Begeleiding van nieuwe leerkrachten Bij ons op school worden nieuwe collega’s en collega’s die van bouw of taak veranderen intensief begeleid. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn: 1. De (beginnende) leerkracht voelt zich opgenomen in het team en in de school 2. De leerkracht krijgt inzicht in de taken die horen bij de taken van groepsleerkracht 3. Er vindt een uitgebreide overdracht plaats m.b.t. kinderen, groepsadministratie, verslaggeving, afspraken binnen de bouw en de school ( veel afspraken zijn te vinden in de leerkrachtenmap van ons schoolnetwerk) 4. De leerkracht wordt ondersteund in de dagelijkse praktijk door een ‘maatje’ uit dezelfde bouw 5. De leerkracht overziet het werk en heeft/houdt er plezier in 6. Waarborgen van continuïteit van het onderwijsproces. Voorafgaand aan de eerste werkdag krijgt de leerkracht een rondleiding door de school waarbij de collega’s worden voorgesteld. De directie geeft een beeld van de onderlinge sfeer, de verwachtingen van de leerkracht, de manier van werken en omgang en afspraken met de leerlingen en noemt de plannen die de school heeft voor het komende cursusjaar. De leerkracht krijgt de schoolgids en de bijlage mee. Afhankelijk van de ervaring van de nieuwe leerkracht wordt (externe) begeleiding ingezet en het te volgen traject afgesproken. In de eerste zes weken is de eventuele begeleiding intensief. In deze periode hebben de coach en de beginnende leerkracht wekelijks informatieve en feedback gesprekken en draait de coach één uur per week mee in de groep van de beginnende leerkracht. Na ongeveer zes weken wordt beoordeeld hoe een mogelijk vervolg er uit moet zien. De directeur voert tenminste drie gesprekken met de beginnende leerkracht. Het eerste na ongeveer zes weken en het laatste gesprek is een evaluatie van de inwerktijd waarbij de coach aanwezig kan zijn. De intern begeleider vertelt welke kinderen extra aandacht/zorg behoeven, bespreekt de handelingsplannen en ondersteunt zo nodig in het begin bij de uitvoering daarvan.
25
Ook geeft hij/zij uitleg over het leerlingvolgsysteem en over de toetsen en de manier waarop deze afgenomen worden.
Scholingsbeleid In onze visie draagt nascholing bij aan de vergroting van het lerend vermogen van de medewerker(s) en levert op deze manier een bijdrage aan het lerend vermogen van de organisatie in zijn geheel. Op deze wijze kan adequaat worden ingespeeld op zowel interne als externe factoren. Scholing wordt ruim opgevat: niet alleen cursussen maar ook intervisiegesprekken, het bijhouden van vakliteratuur en het samenwerken in commissies vallen hieronder. Het scholingsplan is een uitwerking van de CAO, artikel C13 en als zodanig bovenschools uitgewerkt. Doelen van het scholingsbeleid • Het bevorderen en op peil houden van de kwaliteit van het onderwijs en van de ondersteunende activiteiten bij het onderwijs. • Het bevorderen van de beroepsmatige ontplooiing en deskundigheid van het personeel. • Het bevorderen van de mobiliteit (in- en extern) en het voldoen aan de (bovenschools nog te ontwikkelen) promotiecriteria. • Het bevorderen van het ‘persoonlijk meesterschap’ (hieronder verstaan we een professional, die zijn of haar werk regisseert en in problemen een uitdaging ziet en kansen wil benutten), conform de competentieprofielen zoals vastgesteld in het SBL en Tools for talent. Uitgangspunten • De scholing moet een meerwaarde hebben voor de organisatie. • De scholing moet passen bij de taak / functie en de capaciteit van de individuele medewerker. • Scholing is een middel, geen doel. • De scholing moet gericht zijn op de doelstelling(en) en ontwikkeling(en) in de school. • Scholing behoort tot de verantwoordelijkheid van de leerkracht als professional. • Individuele wensen van medewerkers worden getoetst aan de richtlijnen uit het handboek IPB. De directie beoordeelt alle aanvragen aan de hand van het scholingsbeleid. Gehonoreerde aanvragen worden opgenomen in het nascholingsplan. Bij het niet honoreren van een aanvraag geeft de directie haar argumenten, waarop de aanvrager schriftelijk kan reageren. Bij verschil van mening kan de aanvrager met het scholingsverzoek naar het CDT(centraal directie team) en beslist het bestuur. De uitspraak van het bestuur is bindend. Verder handelt de directie volgens de bovenschools afgesproken richtlijnen, die ter inzage zijn voor alle personeelsleden in het handboek IPB. Het totale nascholingsplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de MR, waarbij de personeelsgeleding instemmingsrecht heeft en de oudergeleding adviesrecht.
26
Het onderwerp ‘scholing’ is onderdeel in het functioneringsgesprek waarbij het personeelslid de gelegenheid heeft wensen kenbaar te maken en de directie de gelegenheid heeft om verzoeken vanuit de organisatie te toetsen bij teamleden. Bovenschools wordt zorg gedragen voor de (na)scholing van de BHV’ers.
Facilitering Het budget voor scholing wordt jaarlijks vastgesteld door de directie, en betaald uit lump sum. Andere financieringsbronnen zijn SBD gelden en WSNS gelden. Meerjarenbeleid t.a.v. het scholingsplan. Wanneer we kijken naar de veranderingsonderwerpen van de school, de ontwikkelingen op het gebied van de WSNS, de speerpunten van ons bestuur en de eisen die de Rijksoverheid stelt aan het onderwijs dan zal duidelijk zijn dat de scholing zich de komende jaren vooral zal richten op: • Opbrengstgericht leiderschap en verandermanagement voor directies • Opbrengstgericht werken voor leerkrachten • Professionele cultuur • Vergroten van het vermogen van de leerkracht om binnen de groep om te gaan met verschillen tussen kinderen in pedagogisch en didactisch opzicht. • Post- HBO opleidingen voor aankomend lb-specialisten, passend in de ontwikkelpunten van de school • Het blijven scholen van personeel in het kader van de bedrijfshulpverlening om te voldoen aan de eisen die in de Arbo-wet aan de instellingen voor onderwijs worden gesteld. Het nascholingsplan wordt jaarlijks vastgelegd aan de hand van de te besteden budgetten. Scholing kan worden afgenomen bij diverse instelling waaronder de Schoolbegeleidingsdienst, hogescholen en derden die bevoegd zijn tot het geven van nascholing.
Taakdifferentiatie Binnen de aanstelling als groepsleerkracht is het mogelijk om hen in de gelegenheid te stellen andere kwaliteiten te ontwikkelen en die in te zetten ten dienste van de organisatie, de zogeheten lb-functie. In de conceptnota Functiemix van Amstelwijs worden de volgende mogelijkheden genoemd: • Coördinerende en adviserende rol op zorg en opbrengsten; • Inhoudelijk deskundige op een vakgebied ( rekenen; taal; W&T, ICT, jonge kind, meer- en hoogbegaafd, gedrag, innoveren en implementeren onderwijsvernieuwingen) • Coördinerende of leidinggevende rol voor een team of bouw • Coachende rol. Binnen de aanstellingen ondersteunend personeel is het mogelijk verdere opleiding te volgen: van onderwijsassistent tot leerkrachtondersteuner tot groepsleerkracht.
27
Arbeidsomstandigheden Goede arbeidsomstandigheden zijn een voorwaarde voor goed personeelsbeleid. De omgeving en de middelen waarin en waarmee gewerkt wordt zijn van essentieel belang voor het welbevinden van de medewerkers en de leerlingen. Onze huisvesting voldoet niet meer aan de huidige eisen. Denk aan klimaatbeheersing, zonwering, algehele staat van de gebouwen. De verwachtte nieuwbouw zal een positieve impuls geven aan de arbeidsomstandigheden.
Taakbeleid Goed taakbeleid werkt preventief op ziekteverzuim. Een goede afstemming tussen de verschillende taken enerzijds en de deskundigheid en interesse van teamleden anderzijds bevordert het werkplezier van de medewerkers en de kwaliteit van de schoolorganisatie. Het gaat er bij taakbeleid om de beschikbare teamleden (het kapitaal van de school) optimaal in te zetten bij de taken in de organisatie. Onderdelen van het taakbeleid zijn: • Taakomvangbeleid: de omvang van de diverse taken in verhouding tot de beschikbare mensen. • Taakverdelingbeleid: vaststelling van het gewicht van de diverse taken • Taakbelastingbeleid: vaststellen van factoren die van invloed zijn op het gewicht van taken • Belastbaarheidbeleid: een begeleidingssysteem om knelpunten te voorkomen, c.q. te verhelpen. Veel leerkrachten hebben het gevoel onvoldoende tijd en middelen te hebben om alle taken naar behoren uit te voeren en ervaren de werkdruk als hoog. De ‘laagdrempeligheid’ van de school, waardoor ouders makkelijk en vaak en soms dwingend een beroep doen op de leerkracht verhoogt de werkdruk. Een snel veranderende maatschappij en een zichtbaar groeiende groep kinderen die extra aandacht behoeven versterken deze gevoelens. Achterliggende gedachte achter taakbeleid is, dat meer inzicht leidt tot duidelijkheid en dat deze duidelijkheid vervolgens leidt tot een beter evenwicht tussen ervaring van de belasting en de werkelijke belasting. Het helpt mensen te relativeren.
Taakomvangbeleid De taken in onze school zijn onder te verdelen in vier categorieën
Groepsleerkrachten: Reguliere groepsleerkrachten: zij verzorgen onderwijs aan kinderen van een bepaalde groep. Groepsleerkrachten LB, zij verzorgen onderwijs aan kinderen van een bepaalde groep en hebben daarnaast een specialisme dat zij inzetten voor de school, in 60 tot 80 taakuren bij een full time aanstelling. Intern begeleider: coördineren van de individuele leerling-zorg en zorg dragen voor de ondersteuning en begeleiding van de groepsleerkrachten op
28
het gebied van de leerlingenzorg. Hij/zij onderhoudt tevens de externe contacten die hiervoor nodig zijn.
Vakleerkrachten: Onze school kent alleen een vakleerkracht bewegingsonderwijs. Hij/zij verzorgt het gymnastiekonderwijs binnen het eigen vakgebied aan midden- en bovenbouwklassen.
Directieleden: Zij hebben beleidstaken, coördinerende en begeleidingstaken, organisatorische taken( het voeren van personeelsbeleid), beheerstaken (de gebouwen) en taken op het gebied van externe contacten.
Onderwijsondersteunend personeel: Hieronder vallen de conciërge, de administratieve kracht en assistenten.
Direct verwant aan de bovengenoemde taken zijn de taken die horen bij een goede voortgang van het onderwijs: • Voor- en nawerk (lesvoorbereiding, nakijken werk van leerlingen, voorbereide omgeving verzorgen) • Verslaglegging (klassenadministratie, rapportage aan ouders, het leerlingvolgsysteem, handelings- en begeleidingsplannen en bijbehorende evaluaties) • Werkoverleg (overleg met taakleerkracht(en), intern begeleider, directie, overleg met parallel- en bouwcollega’s) • Oudercontacten (ouderavonden, contacten met individuele ouders, MR, OR) • Extern overleg( bijv. met schoolarts, logopedist, SBD/ambulante begeleiding, etc.) Daarnaast zijn er schoolgebonden taken die samenhangen met de schoolorganisatie en het bewaken van de doorgaande lijn binnen ons onderwijs ( in pedagogische en didactische zin): • Onderwijsinhoudelijke vergaderingen, huishoudelijk- organisatorische vergaderingen en het bouwoverleg. • Lidmaatschap MR • Participeren in OR • Participeren in commissies • Organisatie van diverse activiteiten zoals: Sinterklaas, kerst, sportdagen, schoolreisjes, schoolkamp, afscheidsavond, zomerfeest, etc. • Coördinatie van diverse activiteiten zoals bijvoorbeeld ouderwerkgroep (overblijf/bibliotheek), lief- en leedpot. • Zorgen voor de veiligheid binnen de school(BHV) Verder is er een wettelijk minimaal aantal uren voor scholing opgenomen (10%) waarop ieder personeelslid recht heeft.
29
Taakverdelingsbeleid Bovenschools zijn afspraken gemaakt over de zwaarte van taken, die vertaald zijn in uren en die zichtbaar worden op het taakbeleid formulier.
Taakbelastingbeleid - belastbaarheid In dit deel van het taakbeleid gaat het erom met elkaar factoren te benoemen die van invloed kunnen zijn op de mogelijkheden binnen de organisatie om een zo optimaal mogelijke afstemming te bereiken tussen taken en personeel. Hierbij spelen de volgende factoren een rol spelen: • oudere leerkrachten • beginnende leerkrachten • veel of juist weinig ervaring in een bepaalde bouw of klas • persoonlijke omstandigheden van tijdelijke aard • ervaring en scholing in het algemeen Bovenstaande leidt tenslotte tot een uiteindelijke taakverdeling waarbij in redelijkheid zoveel mogelijk waarborgen zijn ingebouwd om de mensen en de taken zo goed mogelijk met elkaar te combineren. Het is de taak van de schoolleiding erop toe te zien dat mensen ook daadwerkelijk datgene aankunnen wat is afgesproken. Tijdens functioneringsgesprekken worden de taken en de taakbelasting tegen elkaar afgewogen.
Normjaartaak In de CAO zijn uitgangspunten geformuleerd hoe de normjaartaak kan worden omgezet in werkzaamheden. Hierin is bepaald: • het maximaal aantal uren lestaken • een wettelijk vastgesteld deel van 10% voor deskundigheidsbevordering • het aantal uren voor schooltaken. Vaststelling gaat via een vaste formule en met behulp van een bovenschools ontwikkeld formulier.
Deskundigheidsbevordering De uren voor deskundigheidsbevordering vallen niet samen met de lesgebonden taak. Bij het berekenen van het aantal lesgebonden uren dient het activiteitenplan als uitgangspunt. De uren die besteed worden in het kader van de gezamenlijke studiedagen komen ten laste van de uren deskundigheidsbevordering. Cursussen in het kader van het nascholingsplan komen ook ten laste van deze uren. Over de resterende uren worden afspraken gemaakt tussen het personeelslid en de directie. Het totaal aan activiteiten in het kader van deskundigheidsbevordering wordt besproken in het functioneringsgesprek.
Deeltijdarbeid Bovenschools is beleid vastgesteld met betrekking tot het werken in deeltijd:
30
•
•
•
Voor zover passend in het formatiebeleid en daarbij rekening houdend met onderwijskundige en schoolorganisatorische belangen en met de individuele belangen van de individuele werknemer, biedt Amstelwijs de werknemer de mogelijkheid tot het vervullen van zijn functie in deeltijd In afwijking van het bepaalde in artikel 2 lid 3 van de Wet aanpassing arbeidsduur kan de werknemer met een dienstverband voor onbepaalde tijd de werkgever ten hoogste eenmaal per jaar verzoeken om aanpassing van de uit zijn arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling voortvloeiende arbeidsduur Amstelwijs biedt vrijkomende vacatureruimte bij voorrang aan aan werknemers met een deeltijdbetrekking en een dienstverband voor onbepaalde tijd, tenzij voorrangsbepalingen inzake benoeming of aanstelling zich hiertegen verzetten of de bevindingen van een beoordelingsgesprek dit ongewenst doen zijn
Zie voor de volledige regeling de nieuwste CAO. Inzetbaarheid deeltijders Ten aanzien van de inzetbaarheid van deeltijders staat in de Raamovereenkomst primair onderwijs een inzetbaarheidschema waarin aangegeven hoe deeltijders ingezet kunnen/mogen worden. Het schema is ter inzage. Wat kan van een deeltijder worden verwachten In principe heeft een deeltijder dezelfde rechten als een voltijder. De deeltijder komt naast het lesgeven in ieder geval naar school voor vergaderingen met een onderwijsinhoudelijke agenda of als de inhoud van de agenda daar nadrukkelijk om vraagt. Dit bepaalt de schoolleiding. Deze aanwezigheidsplicht maakt onderdeel uit van niet- lesgebonden tijd en is opgenomen in de jaarplannen van het taakbeleid. Iedere deeltijder participeert naar rato van de betrekkingsomvang in de niet- lesgebonden activiteiten. Hiertoe behoren in elk geval de oudercontacten over de vorderingen van de kinderen. Indien sprake is van een duobaan wijst de directeur degene aan die eindverantwoordelijk is. Op beide duo-collega’s rust de verplichting elkaar op de hoogte te houden van de ontwikkelingen die zich in de groep voordoen. Directieleden en deeltijd Een schoolleidersfunctie kan in deeltijd worden vervuld. Er moet echter aan een aantal essentiële voorwaarden worden voldaan: De schoolleider moet in staat zijn goed te kunnen delegeren. Zij/hij moet collega’s ruimte bieden zich te ontwikkelen in een specifieke managementtaak, terwijl de eindverantwoordelijkheid bij de directeur blijft.
Regeling ongewenst gedrag De school hanteert een duidelijke klachtenregeling. Deze klachtenregeling is vastgesteld door het schoolbestuur. Het schoolbestuur is aangesloten bij de landelijke klachtenregeling van de VOS/ABB, de vereniging van openbaar en algemeen toegankelijke scholen. Een exemplaar van de regeling ligt op school ter inzage. In de
31
schoolgids is voor ouders een procedure opgenomen en in de bijlage van de schoolgids wordt hiernaar verwezen. Bovendien kent Amstelwijs inmiddels een gedragsprotocol voor alle geledingen. (zie www.amstelwijs.nl), waar ook wij ons aan houden. Voor de school zijn twee contactpersonen benoemd, één teamlid en één ouder, voor zaken die onder de werking van de klachtenregeling vallen. De vertrouwenspersoon is iemand die in het kader van de klachtenregeling door het schoolbestuur is benoemd en geen directe binding heeft met de school. Het bestuur organiseert jaarlijks een bijeenkomst met de contactpersonen en de vertrouwenspersoon voor alle scholen die binnen het bestuur vallen. Doelgroepen die onder de werking van de regeling vallen zijn: • leerlingen onderling • leerlingen en leerkrachten • leerkrachten onderling • leerkrachten en derden (ouders, leveranciers, etc.) • leerlingen en derden onder verantwoordelijkheid van de school(ondersteunend personeel, overblijfkrachten, leveranciers, onderwijspersoneel uiten schooltijd, etc.) • leerkrachten en directieleden • directieleden en ouders
Definities van ongewenst gedrag Ongewenst gedrag uit zich bijvoorbeeld in ongewenste intimiteiten en discriminatie. Onder ongewenste intimiteiten verstaan wij verbale, non-verbale of fysieke aandacht waarop de ontvanger geen prijs stelt. Onder discriminatie verstaan wij verbale of non-verbale referenties aan huidskleur, lichamelijke kenmerken, geslacht, seksuele geaardheid of levensovertuiging, die door de ontvanger als kwetsend wordt ervaren.
Preventie van ongewenst gedrag Voorkomen van ongewenst gedrag kan het best bereikt worden door een cultuur van open communicatie binnen de school. Dit geldt vooral voor leerkrachten onderling en leerkrachten met ouders. De sfeer moet zodanig zijn iedereen zich vrij voelt te kunnen vertellen wat hij of zij als vervelend of kwetsend ervaart. Bovendien moet het pedagogisch klimaat in de school voor kinderen een omgeving creëren waarin zij zich veilig voelen, zowel onderling als met de volwassenen in de school. Iedereen moet hierbij de grenzen van de ander respecteren.
Overige punten van het personeelsbeleid Regeling functionering- en beoordelingsgesprekken Bovenschools bestaat een uniforme regeling binnen de kaders van de CAO. Dit in het kader van Integraal Personeels Beleid, het IPB, waarin het duidelijk wordt dat er behoefte is aan één regeling waarbij allerlei gesprekken tussen teamleden en leiding één
32
geheel worden. Onderdeel hiervan is ook het ontwikkelen van competentieprofielen en het schrijven van POP’s. (persoonlijke ontwikkelingsplannen) Regeling evenredige vertegenwoordiging schoolleiding Op onze school zijn beide directieleden vrouw. Uit oogpunt van pluriformiteit is dit een acceptabele verhouding. Wanneer de verhouding in de leiding een afspiegeling zou moeten zijn van de verhouding mannen – vrouwen werkzaam als leerkracht dan zou de verhouding 10% - 90% moeten zijn. Liever dan te streven naar deze weerspiegeling in de leiding streven wij naar een gelijkwaardiger verhouding bij de groepsleerkrachten. Aanwezigheidsregeling c.q. werkplek gebonden afspraken Onderwijs heeft zich in de afgelopen tijd ontwikkeld tot een teamaangelegenheid. De tijd dat een leerkracht in zijn of haar eigen klas/groep en naar eigen goeddunken de methodes en werkwijze van de school vorm gaf, ligt ver achter ons! Scholen moeten tegenwoordig als team een visie ontwikkelen, een gezamenlijke pedagogische en didactische aanpak afspreken en met elkaar vast stellen hoe de kwaliteit bewaakt en bevorderd kan worden. Dit betekent ook dat er met elkaar afspraken gemaakt moeten worden over wanneer er op wie gerekend kan worden, zowel formeel, als informeel. Verzuimbeleid Verzuimbeleid bestaat uit een goed taakbeleid, goede werkafspraken en goede arbeidsomstandigheden. Een hoge mate van betrokkenheid bij de organisatie leidt tot minder ziekte verzuim. Stichting Amstelwijs is aangesloten bij Arbodienst Trein.
33
6. Kwaliteitsbeleid 6.1 Inleiding Een gedeelde visie op kwaliteit en continue aandacht voor zorg voor kwaliteit zijn voorwaarden voor effectief kwaliteitsbeleid. Het schoolbestuur is verantwoordelijk en draagt zorg voor de kwaliteit van ons onderwijs. Op schoolniveau zijn afspraken gemaakt, zijn bevoegdheden vastgelegd, is vastgelegd hoe verantwoording wordt afgelegd, hoe opbrengsten worden bepaald en waar verantwoordelijkheden liggen. Tweejaarlijks wordt het zogeheten Tevredenheidonderzoek afgenomen met de vragenlijsten voor ouders, kinderen en leerkrachten: de Kwaliteitsmeter Primair Onderwijs van Van Beekveld en Terpstra. Mogelijk zal in de komende planperiode overgestapt worden op een andere vorm van kwaliteitsmeting. De Nederlandse Montessori Vereniging is in het schooljaar 2007 – 2008 gestart met een nieuw toezichtkader. Als uitgangspunt dient hierbij het formulier ‘Zelfevaluatie’. Het team werkte ook de afgelopen vier jaar met het schoolplan als leidraad. Deze periode is geëvalueerd en de opgedane inzichten zijn verwerkt in de totstandkoming van dit nieuwe plan. In het schoolplan staat te lezen welke beleidsvoornemens naar voren zijn gekomen uit de verschillende evaluaties en wat de keuze van deze punten betekent voor de schoolorganisatie, het personeelsbeleid, de financiën en de facilitering. De keuzen hebben een directe relatie met onze visie en missie van de school: een goede montessorischool zijn. 6.2 Doelen kwaliteitszorg Door kwaliteitszorg krijgen en houden we zicht op de kwaliteit van alles wat er gebeurt binnen de school. Dat is goed voor alle bij de school betrokken personen. Dat strekt zich uit van het werk in de groep, de leerkracht met een individueel kind, het werken in de bouwen en de onderlinge afstemming, het werken in het team en de doorgaande lijn van het onderwijs, het planmatig werken aan de ontwikkeling van ons onderwijs tot het informeren van de bij de school betrokkenen, het strategisch beleid van het bestuur, de inzet van de middelen, meerjarenbegrotingen en formatieplannen en de ouders. Wanneer er zicht is op de kwaliteit van wat er gebeurt in de school, is er zicht op welke kwaliteit goed is ( en moet worden geborgd) en welke kwaliteit zal moeten worden verbeterd of ontwikkeld. In het systeem van kwaliteitszorg op onze school, zijn voor de meeste gebieden meetof beoordelingsmomenten aanwezig en worden eisen gesteld aan resultaten. Er wordt gekeken naar de kwaliteit van het werk. Ouders, kinderen, het bestuur, de inspectie, de Nederlandse Montessori Vereniging en het Samenwerkingsverband geven vanuit hun betrokkenheid zicht op de kwaliteit. Daarnaast geven de toetskalender en het leerlingvolgsysteem inzicht in onze opbrengsten.
34
6.3 De inrichting van onze kwaliteitszorg Voor de meeste aspecten van onze kwaliteitszorg zijn afspraken gemaakt. Er zijn afspraken over te volgen procedures bij de leerlingenzorg, bij de onderwijsontwikkeling, personeelsbeleid. Alle verbeter- en ontwikkelplannen worden beschreven in concrete doelen, op welke wijze te bereiken, wie er verantwoordelijk is (zijn), gepland in tijd en er wordt een uitspraak gedaan over de verwachte resultaten. Dit betreft de doelen zoals vastgelegd in het schoolplan en de daarmee verbonden jaarplannen. Deze verbeter- en ontwikkelplannen worden geëvalueerd en er worden vervolgacties gepland op basis van de opbrengst van de evaluaties. Onze kwaliteitszorg is uitgewerkt op de gebieden die relatie hebben met onze onderwijsontwikkeling, de leerlingenzorg, het personeelsbeleid.
6.4 Kwaliteitsbewaking op verschillende niveaus Vanuit de opleiding tot montessorileerkracht is het team een aantal normen ingeprent over kwaliteit. Deze normen richten zich voornamelijk op het primaire proces, dus het werken in de klas. Het Beroepsprofiel leraar primair onderwijs met aanvullend de uitwerking betreffende de montessorispecifieke kenmerken, vormt het uitgangspunt voor competenties van de leerkrachten.
Extern: Inspectietoezicht De inspectie beoordeelt tweejaarlijks de school en bezoekt eens in de vier jaar de school voor het Periodiek Kwaliteit Onderzoek (PKO).
Visitatie NMV De Nederlandse Montessori Vereniging toetst de kwaliteit van de montessorischolen in ons land. In de afgelopen planperiode ( februari 2010) is onze school door de NMV gevisiteerd en opnieuw voor 5 jaar goedgekeurd. Het visitatierapport is op onze site te vinden.
Intern: Teamvergaderingen In vergaderingen besteden we regelmatig aandacht aan: • noodzakelijke vernieuwing van methodes; • resultaten die we met ons onderwijs bereiken; • borging van resultaten; • professionalisering; • huishoudelijke en organisatorische zaken; • individuele leerlingen.
Bouwvergaderingen In de bouwvergaderingen komen onder meer de volgende zaken aan de orde:
35
• • • • •
bouwspecifiek organisatorische onderwerpen; onderwijsinhoudelijke zaken ter voorbereiding voor de teamvergaderingen; individuele leerlingen; collegiale consultatie; indeling van leerlingen naar de volgende bouw.
Coördinatorenoverleg (BCO) Elke bouw heeft een bouwcoördinator. Door het jaar zijn vergaderingen gepland met de bouwcoördinatoren en directie. Naast het agenderen van onderwijsinhoudelijke zaken, voortkomend uit het jaarplan, komen lopende en organisatorische zaken ter sprake.
Collegiale consultatie Collega’s van de onder- , midden- en bovenbouw overleggen regelmatig over hun werk. (ondermeer in bouwvergaderingen) Nieuwe leraren krijgen begeleiding van de directie, de Intern Begeleider en bouwcollega’s, die hen in het eerste jaar dat ze op onze school werken, wegwijs maken en als vraagbaak fungeren.
Functioneringsgesprekken Eén maal per jaar houdt de locatieleider functioneringsgesprekken met de teamleden. Dit gebeurt via een vastgelegde procedure. (zie hoofdstuk personeelsbeleid)
Leerling-besprekingen In iedere teamvergadering is er voor de leerkrachten de mogelijkheid kinderen in te brengen waarover zij vragen (consultatie) of mededelingen (voortgang) heeft waarvan we als team op de hoogte dienen te zijn. Minimaal een teamvergadering per schooljaar is helemaal gewijd aan elkaar informeren over de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen per klas. Deze informatie is mede de basis voor de gesprekken over de klassensamenstelling van het daarop volgende schooljaar. Twee maal per jaar schrijven de leerkrachten een verslag over de kinderen. De directie/ib-er leest op verzoek van de leerkracht desgewenst verslagen. De intern begeleider houdt minimaal 4 keer per jaar consultaties met alle leerkrachten, waarin leerlingen, toetsresultaten, voortgang extra begeleiding leerlingen, verslag van overleg SBD, eventuele groepsproblemen en punten betreffende de leerkracht zelf aan de orde komen.
Zorg Advies Team (ZAT) Minimaal 3 keer per jaar vindt er een zogeheten ZAT plaats. Dit zorgadviesteam bestaat uit een directielid, de intern begeleider, de schoolmaatschappelijk werker en de jeugdgezondheidsverpleegkundige. In dit adviesteam worden kinderen besproken waarover zorgen bestaan die het schoolse leren overstijgen. We hanteren in dit overleg het protocol ‘Zorgoverleg’.
36
Contacten met ouders Op • • • • • • • • • • • •
de volgende wijze houden we contact met de ouders: klassenavond aan het begin van het schooljaar twee gespreksmiddagen over de verslagen materiaalavond onderbouw voorlichtingsavond voor schoolverlaters open ochtenden voor nieuwe ouders en ouders waarvan de kinderen naar een volgende bouw gaan inloopweken waarin ouders in de klas van hun kind kunnen kijken in midden- en bovenbouw mogelijkheid tot gesprek met leerkracht en/of directie De Infokalender/ schoolgids; de Nieuwsbrief, actuele informatie en kalender, verschijnt elke 2 weken, digitaal en desgewenst op papier kerstborrel en eindfeest oudervragenlijst (een keer per twee jaar) rondetafelgesprekken.
Daarnaast organiseren de Ouderraad en de Medezeggenschapsraad gezamenlijk één keer per jaar een jaarvergadering voor de ouders. De ervaringen en meningen van de ouders zijn belangrijk voor het proces van kwaliteitsbewaking en -verbetering.
Medezeggenschapsraad In onze Medezeggenschapsraad worden regelmatig zaken besproken, die van belang zijn voor de kwaliteit van ons onderwijs. In het reglement van de MR is aangegeven wat de rechten en plichten van de MR zijn, conform nieuwe wet WMS.
Sterkte – zwakte analyse Door middel van de kijkwijzer ( zelfevaluatie) en de Kwaliteitsmeter Primair Onderwijs van Van Beekveld en Terpstra bepalen we welke aspecten van ons werk verbetering behoeven en welke aspecten succesvol zijn. Er zijn vragenlijsten voor leerkrachten, kinderen en ouders. De kijkwijzer en de vragenlijsten voor medewerkers ( inclusief zelfevaluatielijst) zijn tevens onze evaluatie instrumenten voor het personeel.
Externe contacten We onderhouden o.a. met de volgende organisaties contact: • • • •
Onderwijs Advies, vestiging Cruquius Samenwerkingsverband Amstelzijde Jeugdgezondheidszorg Schoolmaatschappelijk werk ( JZ)
37
• • • • • •
PABO Montessori afdeling van de Educatieve Hogeschool Amsterdam Theo Thijssen academie, montessoriafdeling, Utrecht Regio overleg montessorischolen Noord-Holland Nederlandse Montessori Vereniging Voortgezet onderwijs Kinderrijk, Sportbedrijf Amstelveen (SAS) en Cardanus (bredeschoolontwikkeling)
De contacten met deze organisaties dragen bij aan de kwaliteit van ons onderwijs. (zie voor het totaaloverzicht externe contacten onze schoolgids.)
38
7. Overige beleidsterreinen 7.1 Algemene ontwikkelingen Op het onderwijs en dus ook onze school komen veel ontwikkelingen af. Invoeren van referentieniveaus, opbrengstgericht werken, bezuinigingen, invoeren passend onderwijs, instellen van een Raad van Toezicht binnen ons bestuur, werven van een directeurbestuurder voor de stichting Amstelwijs, nieuwbouw voor onze school, voorafgegaan door tijdelijke huisvesting in noodlocatie. Discussies binnen de gemeenteraad van Amstelveen over een lokale politieke agenda, bezuinigingen op het welzijnswerk wat gevolgen heeft voor onze Brede schoolactiviteiten.
De ontwikkelingen binnen het montessorionderwijs worden ook blijvend gevolgd door contacten met de Nederlandse Montessori Vereniging, de NMV. De meerschoolse directeur participeert in diverse montessori- netwerken, en is voorzitter van het regiooverleg montessorischolen Noord –Holland. Hier worden de landelijke ontwikkelingen op Montessori gebied besproken en kunnen we invloed uitoefenen op het beleid van de NMV. De meerschools directeur, de locatieleider en een leerkracht zijn visiteur voor de NMV 7.2 Financieel beleid Met de invoering van lumpsum zijn de schotten tussen de verschillende budgetten verdwenen. Daarmee is meer vrijheid gekomen om de middelen in te zetten. Er zijn enkele beperkingen aangegeven: zo heeft de school verplichtingen ten aanzien van het in dienst zijnde personeel, is het bestuur gehouden aan het reserveren van gelden voor onderhoud van het gebouw, heeft het bestuur ervoor gekozen de door de overheid beschikbare middelen voor de Tussenschoolse opvang daadwerkelijk in te zetten ten behoeve van de Tussenschoolse opvang. Daarnaast hecht het bestuur aan scholing van het personeel. De school vraagt ouders een vrijwillige ouderbijdrage. Voor de besteding van de ouderbijdrage wordt jaarlijks een aparte begroting opgesteld. Op deze wijze hebben de ouders inzicht in de besteding van de ouderbijdrage gelden. De door de overheid beschikbaar gestelde gelden staan in een aparte begroting opgenomen. Bij deze begroting hoort tevens een meerjarenbegroting. Voor de leermiddelen, materiële instandhouding (MI), is eveneens een begroting opgesteld en deze is ook onderdeel van de gehele begroting. Het bestuur heeft voor de afschrijving van materialen en middelen een afschrijvingstabel samengesteld. Als Montessorischool hebben wij een ander beleid ten aanzien van de aanschaf en vervanging van methodes dan de meeste reguliere scholen. Een verzorgde voorbereide omgeving is een voorwaarde en een uitgangspunt in ons onderwijs. Daarvan maakt het montessorimateriaal deel uit. Net als het regelmatig vervangen van methodes moet ook dit materiaal regelmatig vervangen worden om het er verzorgd en aantrekkelijk uit te laten zien.
39
De directie bespreekt de mogelijkheden binnen de budgetten met de ib’er, de ICT’er en de bouwcoördinatoren zodat zij op de hoogte zijn van de beschikbare gelden. Zij kunnen voorstellen doen tot het aanschaffen van materialen t.b.v. de ICT of de zorg etc. Over eventuele reserveringen wordt binnen de directie een beslissing genomen. De beslissing wordt daarna aan het team gecommuniceerd. De school ontvangt de volgende geldstromen/budgetten die deels worden gebruikt voor de vergoeding van actiepunten in het meerjaren plan. • • • • •
Het OLP budget WSNS gelden Gelden vanuit de schoolbegeleidingsdienst Incidentele subsidies t.a.v. projecten. Indien aangevraagd: vergoeding uit lgf ( Leerlinggebonden financiering).
7.3 Materieel beleid De school heeft met ingang van 1 augustus 2011 2 locaties, de noodlokalen bij het hoofdgebouw zijn dan in gebruik genomen door de stichting KinderRijk. Zoals elders al vermeld, ligt er een besluit van de gemeenteraad van Amstelveen om te komen tot nieuwbouw voor onze school. Punt van aandacht blijft het feit dat wij als montessorischool veel waarde hechten aan grote lokalen zoals die in het huidige onderbouwgebouw. Dat zijn nog ouderwetse montessorilokalen met een rustruimte en een aparte natte hoek. De mogelijkheden hiertoe moeten worden meegenomen in het uitwerken het programma van eisen voor de nieuwe school.
7.4 Beleid Brede School Zoals gezegd voldoen onze schoolgebouwen niet meer aan de eisen van deze tijd. Daarbij zijn ze zeker niet geschikt om te dienen als brede school. In de plannen voor nieuwbouw van onze school is opgenomen dat er ruimte komt voor een montessoripeutergroep en voor naschoolse opvang. Met de ontwikkeling van de Brede school aanpak in Amstelveen wordt gestreefd naar kwalitatief sterke, duurzame en vernieuwende samenwerkingsverbanden voor instellingen die zich richten op alle kinderen van 0-12 jaar. De beoogde samenwerking richt zich op een zo breed mogelijke ontwikkeling van kinderen (en hun ouders). Deze brede ontwikkeling bestaat uit: de sociale, de cognitieve, de normatieve, de sportieve, de culturele en de creatieve ontwikkeling. De uitgangspunten voor de ontwikkeling van de Brede school in de komende vier jaar zijn: 1. De Brede school aanpak biedt een veilige maar ook uitdagende leer- speel- omgeving. 2. Het bieden van dagstructuur of een dagarrangement voor kinderen van 7.00 tot 19.00 uur. 3. Het bieden van activiteiten gericht op verrijking van de ervaringen van kinderen.
40
4. Een bijdrage leveren aan de sociale cohesie in de buurt. 5. Het creëren van een doorgaande lijn in activiteiten en zorg 6. De Brede school is een aantrekkelijke werkomgeving voor de betrokken professionals. In onze toekomstige nieuwbouw moet er sprake moet zijn van multifunctioneel gebruik en samenwerking tussen de brede schoolpartners. De brede schoolplannen worden niet in een cyclus van vier jaar maar per schooljaar aangevraagd, waarbij een aantal thema’s blijvend centraal staan en vanuit de gemeente ook als doorontwikkel programma’s gezien worden.
41
8. Planvorming 2011-2015 8.1 Meerjarenmatrix ontwikkelingsonderwerpen Op basis van de resultaten van de inventarisatie is gepland wanneer welke onderdelen verder besproken en uitgewerkt moeten worden. De school verwerkt deze actiepunten in een planning voor de komende vier jaar. Jaarlijks wordt deze planning geëvalueerd en indien nodig aangepast. Voor de komende vier jaar zijn de volgende ontwikkelingsonderwerpen gepland:
Onderwerp
2011-2012
2012-2013
2013-2014
2014-2015
Personeel: Verder invoeren functiemix Wet BIO/ POP Professionele cultuur
x x x
x x x
x x x
x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Onderwijskundig: Heroriëntatie op werken met methodes/vernieuwen van methodes/aanschaf leermiddelen gekoppeld aan nieuwe inzichten en montessorivisie invoeren referentieniveaus /opbrengstgericht werken vervangen en invoeren nieuwe materialen/methode wereldoriëntatie/KOO Engels versterken Montessori identiteit ICT- beleid, administratief en onderwijsinhoudelijk in relatie tot planvorming stichting Amstelwijs en nieuwbouw Opbrengstgericht leiderschap/ opbrengstgericht werken
Leerlingenzorg: Evalueert verlengbeleid Zorgprofielen, voorbereiden op invoeren zorgplicht en passend onderwijs Handelingsgericht werken verder invoeren Vervangen toetsen LOVS volgens
x x
x
x
x
x
42
schema Onderzoekt leerling versie SCOL Ontwikkelingsperspectief verder invoeren en borgen
x x
x
x
x
X?
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
Kwaliteitszorg: Rondetafelgesprekken met ouders Resultaten tevredenheidonderzoek vertalen naar schoolbeleid Veiligheid in school, omgangsvormen
X?
Maatschappelijke ontwikkelingen Brede school Nieuwbouw Andere Tijden Onderwijs aan 3-jarigen
x?
x
x
x
x
8.2 Jaarplanning ontwikkelpunten 2011-2012
1. Personeel Functiemix Doelstelling
Volgens de norm verhogen % LB leerkrachten in 2011-2012 en daarop volgende jaren Volledig ‘benutten’ kennis en vaardigheden aangestelde LB leerkrachten
Activiteiten Betrokkenen Planning Financiën Tijdstip invoering Tijdstip afronding Evaluatie
Scholing LB leerkrachten, ruimte voor kennisoverdracht LB leerkrachten, team en directie Is al gestart Personele middelen September 2011 Juni 2014 Tussentijds en juni 2014
Wet Bio/POP Doelstelling
Activiteiten
Alle leerkrachten jonger dan 55 jaar hebben voor 1 januari 2012 een bekwaamheidsdossier en ( digitaal) portfolio, iedereen blijft zich ontwikkelen en leren > het is een speerpunt in de functioneringsgesprekken > leerkrachten kunnen samenwerken aan een POP
43
Betrokkenen Planning Financiën Tijdstip invoering Tijdstip afronding
Evaluatie
> maakt onderdeel uit van professionele cultuur Alle teamleden, ib, directie continu proces nvt Loopt sinds 2007-2008 In het schooljaar 2011 moet elk personeelslid jonger dan 55 jaar een bekwaamheidsdossier hebben, een leven lang leren kun je niet afronden Jaarlijks in functioneringsgesprekken c.q. POP gesprekken.
Professionele organisatie Doelstelling
Activiteiten
Betrokkenen Planning Financiën Tijdstip invoering Tijdstip afronding Evaluatie
We ontwikkelen ons met elkaar verder als professionele organisatie, met de kenmerken zoals beschreven in het Schoolplan Cultuurkenmerken zijn aandachtspunt op teamvergaderingen, vormen integraal onderdeel van studiebijeenkomsten en onderwijskundige verandertrajecten Alle teamleden, ib, directie continu proces nvt Is al gestart Dit is een continu proces Jaarlijks in functioneringsgesprekken c.q. POP – gesprekken en op teamvergadering.
3. Onderwijskundig: nieuwe ontwikkelingen heroriëntatie op methodegebruik/vernieuwen methodes/materialen in relatie tot nieuwe ontwikkelingen en montessorivisie.
invoeren referentieniveaus Doelstelling
Activiteiten
Invoeren referentieniveaus voor taal en rekenen, leerkrachten maken zich deze leerlijnen eigen en krijgen nog meer zicht op wat ze van elk kind mogen verwachten, verhogen opbrengsten We starten in 2011-2012 met het onderdeel lezen, met
44
Betrokkenen Planning
Financiën Tijdstip invoering Tijdstip afronding Evaluatie
behulp van leesspecialist APS Team, directie en ib Door het schooljaar 2011-2012 heen zullen op zowel teamals bouwniveau bijeenkomsten belegd worden om de doorgaande leerlijn lezen eigen te maken en ons aanbod daarop waarnodig aan te passen. In de daaropvolgende jaren volgen de andere onderdelen van de referentieniveaus Subsidie opbrengstgericht werken Start begin schooljaar 2011-2012 Eind schooljaar 2012-2013 Schooljaar 2013
wereldoriëntatie/KOO Doelstelling
Activiteit
Betrokkenen Planning Financiën Tijdstip invoering nieuw materiaal Tijdstip afronding Evaluatie
Komen tot vervanging/aanpassing/ aanvulling van alle materialen en methodes op vlak van wereldoriëntatie/KOO vanuit montessorivisie voor en door de hele school met een doorgaande lijn van onderbouw tot en met bovenbouw Instellen werkgroep vanuit de bouwen die inventariseert en onderzoekt wat we hebben, wat gewenst wordt en wat de mogelijkheden zijn Team, directie en ib Aanvang 2011-2012 1e aanvulling 2012-2013 Uit vervanging methodes lumpsum via regulier budget 2012-2014 2014 2014-2015
versterken Montessori identiteit Doelstelling
Activiteiten
We willen een moderne montessorischool zijn en blijven, nieuwe ontwikkelingen vertalen wij naar onze visie en we houden onze visie actueel, ook door actieve deelname aan de NMV > actieve deelname door directie, ib en teamleden aan NMV activiteiten > voortzetten aanpak rekenwerkgroepje montessorimateriaal in kader opbrengstgericht werken > verder uitwerken en invoeren KinderPOP, zoals ontwikkeld in kader opbrengstgericht werken
45
Betrokkenen Planning Financiën Tijdstip invoering Tijdstip afronding Evaluatie
> voortzetten aanpak zelfstandig creatief werken in onderbouw zoals ontwikkeld in kader opbrengstgericht werken > werkende weg zullen zich nieuwe activiteiten aandienen Team, directie en ib Is al gestart Waar nodig uit vervanging methodes lumpsum via regulier budget Is al gestart 2014-2015 2014-2015
ICT -beleid Doelstelling
Activiteit Betrokkenen Verantwoordelijke Planning Financiën Tijdstip start Tijdstip afronding Evaluatie
Komen tot een meerjarenbeleid voor ICT, in aansluiting op nieuwe ICT ontwikkelingen, bovenschoolse ontwikkelingen op dit vlak en in relatie tot de nieuwbouw. Beleid omvat onderwijsinhoud, middelen en administratieve processen Ontwikkelen van beleid ism alle betrokkenen binnen en bovenschools Team, directie, ib, ICT ICT coördinatoren en directie Ontwikkeling gedurende deze planperiode Indien nodig lump sum schooljaar 2011-2012 Na in gebruikname nieuw schoolgebouw Jaarlijks en na afloop planperiode 2011-2015
opbrengstgericht werken en opbrengstgericht leiderschap Doelstelling
Activiteiten
Betrokkenen Planning Financiën Tijdstip invoering Tijdstip afronding
Verhogen van de opbrengsten van ons onderwijs, op alle gebieden, blijvend aandacht hebben voor de kwaliteit van ons onderwijs > directie neemt deel aan traject opbrengstgericht leiderschap, zoals dat is ingezet door ons bestuur > team zet werkwijze zoals afgelopen schooljaar mbv APS is, gestart voort > invoeren referentieniveaus, per gebied Team, directie en ib Is al gestart subsidiemiddelen Is al gestart 2014-2015
46
Evaluatie
2014-2015
3. Leerlingenzorg: evalueren verlengbeleid Doelstelling Activiteit
Betrokkenen Planning Financiën Tijdstip invoering Tijdstip afronding Evaluatie
Het bestaande beleid evalueren en waar nodig aanpassen In de bouwen nagaan of bestaande beleid nog voldoet en waar aanpassingen nodig zijn, aanpassingen teambreed vaststellen en in beleid verwerken Team, directie en ib Schooljaar 2011-2012 n.v.t. 2011-2012 2011-2012 Eventueel aangepaste versie evalueren in 2015-2016
zorgprofielen, voorbereiden op invoering zorgplicht en passend onderwijs Doelstelling Voorbereid zijn op de invoering van de
Activiteit Betrokkenen Verantwoordelijke Planning Financiën Tijdstip invoering Tijdstip afronding Evaluatie
zorgplicht en passend onderwijs, o.a. door opstellen nieuw zorgprofiel Opstellen nieuw zorgprofiel Directie, ib en team Ib en directie; WSNS en bestuur Amstelwijs 2011-2012 Vanuit samenwerkingsverband 2011-2012 2011-2012 Iom samenwerkingsverband
handelingsgericht werken (hgw) Doelstelling elke groepsleerkracht kent de uitgangspunten van hgw en Activiteiten
Betrokkenen Planning Financiën Tijdstip invoering Tijdstip afronding Evaluatie
past deze in de dagelijkse praktijk toe De ib-er draagt de kennis over hgw over aan de groepsleerkrachten, in groepsbesprekingen, op teamvergaderingen en bij het ondersteunen van het opstellen van ( groeps)handelingsplannen Leerkrachten en ib Is al gestart Een tijdinvestering Voorzetting schooljaar 2011-2012 2012-2013 2013-2014
47
vervangen toetsen LOVS Doelstelling Activiteit Betrokkenen Verantwoordelijke Planning Financiën Tijdstip invoering Tijdstip afronding Evaluatie
Gebruik maken van actuele en goedgekeurde toetsen vervangen Cito-toetsen die al in gebruik zijn volgens planning CITO Team en directie /ib Ib en directie vervangen Cito-toetsen Lump sum Doorlopend proces 2014-2015 2014-2015
onderzoeken meerwaarde invoeren leerlingversie SCOL Doelstelling Versterken betrokkenheid bovenbouwleerlingen bij hun Activiteit Betrokkenen Verantwoordelijke Planning Financiën Tijdstip invoering Tijdstip afronding Evaluatie
ontwikkeling Onderzoeken of leerlingversie SCOL voor de bovenbouw een meerwaarde heeft Bovenbouwleerkrachten, en directie /ib Ib en directie Onderzoek dit schooljaar Lump sum Afhankelijk van uitkomst onderzoek idem idem
invoeren en borgen ontwikkelingsperspectief ( OPP) Doelstelling Ervaring opdoen met werken met OPP, opstellen
Activiteit
Betrokkenen Verantwoordelijke Planning Financiën Tijdstip invoering Tijdstip afronding Evaluatie
handleiding voor maken van en werken met OPP, borgen werkwijze Ib-er stelt ism waar nodig OPP op, maakt handleiding en evalueert en stelt op basis daarvan handleiding en/of format OPP bij Ib –er en leerkrachten groep 5 t/m 8 Ib en directie Is al gestart n.v.t. Schooljaar 2011-20012 2012-2013 Einde schooljaar 2012-2013
48
4. Kwaliteitszorg rondetafelgesprekken met ouders Doelstelling Activiteiten
Betrokkenen Planning Financiën Tijdstip invoering Tijdstip afronding Evaluatie
Ouders meer betrekken bij school/schoolbeleid Invoeren van rondetafelgesprekken rond schoolthema’s, waarvoor ouders kunnen intekenen, uitkomsten betrekken bij vormgeving en uitvoering beleid Directie. team en ouders Experiment starten in schooljaar 2011-2011 n.v.t. Start schooljaar 2011-2012 Einde schooljaar 2012-2013 Einde schooljaar 2012-2013, afhankelijk van uitkomst vervolgen
veiligheid in school, voorbereide omgeving, omgangsvormen Doelstelling Versterken van de aandacht voor veilige leer- en Activiteiten
Betrokkenen Planning Financiën Tijdstip invoering Tijdstip afronding Evaluatie
leefomgeving, voorbereide omgeving, omgangsvormen >hernieuwde aandacht voor pestprotocol en gedragsregels Amstelwijs > onderwerp ronde tafelgesprek met ouders > terugkerend onderwerp voor bouwoverleggen > agendapunt tijdens overleg met overblijfkrachten Directie. team, ouders en leerlingen, overblijfkrachten Start schooljaar 2011-2012 Waar nodig lump sum Start schooljaar 2011-2012 Eind schooljaar 2011-2012 Begin schooljaar 2012-2013
5. Maatschappelijke ontwikkelingen Brede school Doelstelling
Met de ontwikkeling van de Brede school aanpak in Amstelveen wordt gestreefd naar kwalitatief sterke, duurzame en vernieuwende samenwerkingsverbanden voor instellingen die zich richten op alle kinderen van 0-12 jaar. De beoogde samenwerking richt zich op een zo breed mogelijke ontwikkeling van kinderen (en hun ouders). Deze brede ontwikkeling bestaat uit: de sociale, de cognitieve, de normatieve, de sportieve, de culturele en de creatieve ontwikkeling. Het aanbod moet kinderen uitdagen en een verrijkende omgeving bieden en tevens bijdragen aan de sociale cohesie in de buurt. 49
Activiteiten
>Thema avond voor ouders en personeel over communiceren met kinderen >voorzetten sociale vaardigheidstraining door pedagogisch medewerker KinderRijk en leerkracht school met ondersteuning van projectmedewerkster KinderRijk > Cardanus activiteiten waaronder fiets oké en kookcafé met een uitbouw naar het kinderpersbureau en evt voortzetting van de workshops naschoolse activiteiten, waarvan de thema’s passen in de schoolontwikkeling,o.a. met een accent op techniek, en voorbereiding nieuwbouw: we werken aan een bouwproject: schoolbuurtproject techniek
Betrokkenen
Alle samenwerkende partners, schooldirectie, team en ouders Activiteiten worden per jaar aangevraagd en ingepland Het hele project wordt gefinancierd door gemeentelijke subsidie Start schooljaar 2011-2012 Einde schooljaar 2011-2012 voor deze activiteiten, Brede School loopt hele planperiode jaarlijks
Planning Financiën Tijdstip invoering Tijdstip afronding Evaluatie
Nieuwbouw Doelstelling
Activiteit
Betrokkenen Planning Financiën Tijdstip afronding Evaluatie
onderwijs aan 3-jarigen Doelstelling Activiteiten
Komen tot een modern schoolgebouw, aangepast aan eisen montessorionderwijs, met ruimte voor een montessoripeuterspeelgroep en buitenschoolse opvang Opstellen plan van eisen, kiezen architect, instellen bouwcommissie, overleg met bestuur en gemeente, tijdelijke verhuizing naar noodlocatie, enz enz School: team en directie, ouders, bestuur, gemeente en samenwerkende partners vanuit de brede school Is al gestart gemeentebudget ? Na 1e schooljaar in een nieuw gebouw
Montessori onderwijs aanbieden aan 3-jarigen, is ons onderwijs op voorbereid Onderzoeken of wij kunnen deelnemen aan experiment 50
Betrokkenen Planning Financiën Tijdstip invoering Tijdstip afronding Evaluatie
onderwijs aan 3-jarigen Directie, stichting Amstelwijs, gemeente Onderzoek starten schooljaar 2011-2012 ? z.s.m. na groen licht Bij voorkeur niet, blijvend aanbieden van mogelijkheid onderwijs aan 3-jarigen Jaarlijks, na invoering
51
9. Slotwoord In dit Schoolplan 2011 – 2015 hebben wij de huidige situatie op de 1e Amstelveense Montessorischool beschreven. We zijn ingegaan op ons onderwijskundig beleid, personeelsbeleid, kwaliteitsbeleid. Daarnaast hebben we een globaal veranderingsplan voor deze schoolplanperiode gemaakt en een concrete uitwerking voor het schooljaar 2011-2012. We realiseren ons, dat de werkelijkheid van alle dag weerbarstig is en dat voorgenomen veranderingen soms aanpassing behoeven. Nieuwe ontwikkelingen doen zich met regelmaat voor of komen er nieuwe wensen vanuit de maatschappij. We zijn er van overtuigd dat planvorming zoals vastgelegd in dit schoolplan een belangrijk middel is om de kwaliteit van onze school verder te verbeteren. We denken ook dat het van kwaliteit getuigt om elk jaar het jaarplan zorgvuldig te evalueren en de consequenties voor de planvorming voor het nieuwe schooljaar mee te nemen in het nieuwe jaarplan. We gaan er van uit dat ons schoolplan een positieve impuls levert aan de schoolontwikkeling van de 1e Amstelveense Montessorischool.
52
10. Bijlagen 10.1 Evaluatie schoolplan 2007-2011 en zorgplan 2008-2011 Hieronder een overzicht van de onderwijskundige vernieuwingen uit het schoolplan 2007-2011 en Zorgplan 2008-2011, de opbrengsten en het eventuele geplande vervolg voor de periode 2011-2015.
Schoolplan onderwerp
Plan 2007-2011
Opbrengsten 2007-2011
Vervolg 2011-2015
Time management
Verhogen efficiency
Blijft aandachtspunt, niet expliciet in Schoolplan, in taakbeleid aandacht voor groepsgrootte verschillende bouwen
Wet BIO
Implementeren en borgen
Studiedag voor hele team, onderdeel van opbrengstgericht werken, score op dit onderdeel in tevredenheidsonderzoek 2010 voldoende Deel van team heeft digitaal portfolio, gesprekkencyclus ingevoerd
Vervangen/invoeren nieuwe leermiddelen taal
Heroriëntatie om materiaal en mogelijkheden voor ons montessori onderwijs Heroriëntatie op materiaal en mogelijkheden voor ons montessori onderwijs Invoeren techniek in alle bouwen mbv techniektorens en ondersteuning VTB-pro Oriëntatie op en aanschaffen van een lvs
Vervangen en invoeren nieuwe leermiddelen wereldoriëntatie
Invoeren techniektorens
Vervangen en invoeren nieuw leerlingvolgsysteem
Keuzes gemaakt, materiaal aangeschaft, deel al ingevoerd, deel start met ingang schooljaar 2011-2012
Blijft aandachtspunt, in 2012 moeten alle leerkrachten onder de 55 jaar een (digitaal) portfolio hebben Evalueren van opbrengsten nieuwe materiaal
Invoeren digitale atlas, verder onderzoek moet nog plaatsvinden
Wordt opgenomen in planvorming 2011-2015
Torens aangeschaft, 10 leerkrachten hebben VTB opleiding gevolgd
Techniekonderwijs is geïntegreerd in ons onderwijsaanbod, gecertificeerd door VTB-pro
SCOL is aangeschaft en ingevoerd, wordt 2 keer per jaar ingevuld,
Onderzoeken of de leerling-versie voor de bovenbouw een zinvolle
53
sociaal emotionele ontwikkeling passend bij ons onderwijs Schrijven van ICT beleidsstuk
onderwerp van gesprek tijdens groepsbespreking met ib-er en op teamvergadering Door tal van ontwikkelingen binnen onze stichting en binnen ICT is schrijven plan uitgesteld
Ontwikkelen Zorgplan 2008-2011
Schrijven van meerjaren Zorgplan
Plan is geschreven en maakt onderdeel uit van Schoolplan
Zorgprofielen, voorbereiden op invoeren passend onderwijs en zorgplicht Handelingsplannen in de klas
Opnieuw vaststellen zorgprofielen
Uitgesteld, vanwege uitstel invoering passend onderwijs
Elke leerkracht kan handelingsplan opstellen en uitvoeren Evalueren staande beleid en waar nodig aanpassen
Via studiemiddag en ondersteuning door iber is iedereen in staat handelingsplannen op te stellen en uit te voeren LB functionaris meeren hoogbegaafden aangesteld, beleid geëvalueerd en bijgesteld, spreken nu van beleid voor meeren hoogbegaafden Team, ouders en leerlingen geïnformeerd over protocol en gedragsregels Team ouders en leerlingen geïnformeerd over resultaten en onderwerpen opgepakt, zoals: folder ib, instellen leerlingenraad, bezig met aanpassen
sociaal-emotionele ontwikkeling
ICT meerjaren plan, onderwijsinhoudelijk en administratief
Leerlingen met een versnelde ontwikkeling
Gedragsprotocollen vaststellen en invoeren Resultaten Tevredenheidsonderzoek vertalen naar schoolbeleid
Implementeren gedragsprotocol van stg. Amstelwijs Per doelgroep onderzoek kijken naar resultaten en mogelijke aanpassingen beleid
54
uitbreiding is.
Onderdeel planvorming 2011-2015, nauwe afstemming met bovenschoolse ontwikkelingen en nieuwbouw school ( infrastructuur!) Ook voor deze planperiode ligt er een meerjaren ‘Zorgplan’ dat onderdeel uitmaakt van Schoolplan In schooljaar 2011-2012 wordt voorzien in opnieuw vaststellen zorgprofielen binnen samenwerkingsverband Opgenomen in nieuwe ‘Zorgplan’ als aandachtspunt
Verder uitvoering van beleid zoals in ons beleidsplan beschreven staat
Onderdeel van schoolbeleid
Volgend tevredenheidsonderzoek staat gepland voor 2012
Brede school
Nieuwbouw
Invoeren Brede School concept, ontwikkelen samenwerking met betrokken partners, organiseren van activiteiten voor leerlingen Medio 20082011 nieuw Multi functioneel schoolgebouw
website Samenwerking tot stand gebracht en versterkt, veel activiteiten voor kinderen georganiseerd, Brede School is geïntegreerd in onze werkwijze
Mei 2011 heeft gemeenteraad Amstelveen besloten tot nieuwbouw
Brede School concept wordt voortgezet en waar mogelijk versterkt, zie planvorming 20112015.
Opgenomen in planvorming 2011-2015
Zorgplan onderwerp
Plan 2008-2011
Evalueren beleid mbt leerlingen die verlengen
Voldoet beleid nog aan onze eisen
Evalueren plan eigen leerlijn
Opbrengsten 2008-2011
Evaluatie is uitgesteld naar volgende planperiode, er zijn geen knelpunten Voldoet plan nog aan Plan eigen leerlijn huidige eisen aangepast aan vereist Ontwikkelingsperspectief
Evalueren beleid zij-instromers
Voldoet beleid nog aan onze eisen
Evaluatie per bouw, beleid voldoet, enkele kleine aanpassingen gedaan
Beleid mbt leerlingen met dyslexie evalueren en aanpassen aan nieuwe situatie
Dyslexieprotocol vertalen naar praktijkadviezen voor in de groepen, eisen vergoede dyslexiebehandeling opnemen in schoolaanpak Start maken met
Handvatten voor begeleiden leerlingen met ( vermoeden van) dyslexie zijn per bouw opgesteld en vastgelegd, eisen mbt vergoede dyslexiebehandeling zijn binnen team bekend Team heeft
Handelingsgericht
55
Vervolg 2011-2015 Evaluatie wordt opgenomen in planvorming 20112015 OPP vervangt plan eigen leerlijn en wordt verder ingebed in schoolbeleid Beleid wordt voortgezet en waar nodig aangepast aan nieuwe ontwikkelingen Leesonderwijs wordt onderwerp nieuwe planperiode, dyslexiebeleid wordt daarin meegenomen
HGW krijgt in deze
werken (HGW) invoeren
handelingsgericht werken
Invoeren Maatwerk ( remediërende rekenmethode)
Vervangen verouderde Zuidvallei door Maatwerk Leesspecialist SBD per bouw bijeenkomst organiseren mbt nieuwe inzichten leesonderwijs
Impuls leesonderwijs
Invoeren/vervangen vernieuwde Citotoetsen
Schoolzelfevaluatie op basis van LOVS
Verslagmoment opnieuw vaststellen
Vormgeving extra zorg leerlingen meer ‘montessoriaans’
Onderzoeken andere opties leerlingonderzoeken
Invoeren toetsen leestempo en leestechniek, vervangen ‘verouderde’ Citotoetsen Meer informatie benutten uit het LOVS
kennisgemaakt met principes van hgw, sluit goed aan bij Montessorivisie Maatwerk is aangeschaft en ingevoerd, er wordt waar nodig volop mee gewerkt Bouwen hebben nieuwe inzichten verworven, deel is lastig naar Montessori onderwijs te vertalen
Toetsen zijn ingevoerd en waar nodig vervangen
Leerkrachten weten hoe zij analyses kunnen maken op groepsniveau; ib-er op schoolniveau
Keuze bepalen voor Gekozen is voor momenten november en april voor verslagbesprekingen uitbrengen verslagen, verslagen en normeringen zijn waar nodig aangepast Kinderen met extra Onder invloed van hgw en zorgbehoefte montessorivisie krijgen vooral in de klas kinderen extra hulp extra hulp bieden vooral in de klas van eigen leerkracht Verplichte Afwegingen voor ‘winkelnering’ bij leerlingonderzoek SBD loopt af, biedt worden per kind kritisch ruimte voor andere gemaakt en vervolgens keuzes wordt beste plek voor
56
planperiode verder vorm
Maatwerk is geïntegreerd in ons aanbod In kader van referentieniveaus invoeren en opbrengstgericht werken zal lezen ons eerste aandachtspunt zijn in komende planperiode Waar nodig worden de nieuwe versies van Cito-toetsen ingevoerd ( volgens planning Cito) In kader van opbrengstgericht leiderschap zal dit item in komende planperiode terugkomen Huidige werkwijze voldoet
Ook als gevolg van bezuinigingen zal deze trend zich verder doorzetten Deze lijn wordt voortgezet
orthotheek
Dossiervorming en onderzoeken mogelijkheden digitaliseren
Opschonen en herinrichten orthotheek Afspraken maken over dossiervorming en waar mogelijk benutten van digitale opties
antwoord op de vraag gezocht Grootste gedeelte van orthotheek is opgeruimd en heringericht Afspraken mbt inhoud dossier liggen vast. Steeds meer digitaal, ESIS biedt mogelijkheden daartoe
57
Bijhouden van orthotheek Verder benutten mogelijkheden ESIS voor digitaliseren
10.2 Instemming MR
58
10.3 Instemming Bestuur
59