Schoolplan De Boerhaave 2010-2014
Gymnasium, atheneum, havo Leerjaar 1, 2 en 3 Herman Boerhaavelaan 1 7415 ES Deventer Tel. 0570 – 504640
1 november 2010
Inhoudsopgave Een overzichtelijke en duidelijke inhoudsopgave van het schoolplan.
Inhoudsopgave .............................................................................................................................. 2 1. De Boerhaave ............................................................................................................................ 3 2. Missie/visie ................................................................................................................................ 3 Meesterschap: de collectieve ambitie van De Boerhaave ............................................... 4 Vertrouwen. ........................................................................................................................ 4 Vertrouwen .............................................................................................................................. 4 Ontmoeting .............................................................................................................................. 4 Transparantie .......................................................................................................................... 4 Talenten ontdekken ........................................................................................................... 4 Excelleren ............................................................................................................................ 4 Toekomstgericht onderwijs .............................................................................................. 4 3. Strategische doelen ................................................................................................................... 4 4. Onderwijskundig beleid............................................................................................................. 6 4.1 Visie op de ontwikkeling van jongeren. .............................................................................. 6 4.2 Visie op leren. ...................................................................................................................... 6 4.3 Het onderwijskundig beleid van De Boerhaave .................................................................. 7 De bouwstenen. .................................................................................................................... 8 5. Personeelsbeleid ..................................................................................................................... 11 6. Beleid kwaliteitszorg ............................................................................................................... 12 7. Bijlagen .................................................................................................................................... 14
2
1. De Boerhaave In de volgende alinea’s staat een korte beschrijving van De Boerhaave anno 2010. - Positionering school De Boerhaave is een onderbouwschool voor havo-, atheneum- en gymnasiumonderwijs. Op basis van een stevig advies van de basisschool en een navenante CITO-score kunnen leerlingen toegelaten worden tot de eerste klas havo/vwo, een dakpanklas dus, of tot het gymnasium. - Leerling-populatie Leerlingen op De Boerhaave zijn erop gericht het beste uit zichzelf te halen. Je zou kunnen zeggen: ze zijn ambitieus of gaan die ambitie ontdekken. Ze zijn niet bang om boven het maaiveld uit te steken. Ze leren in de loop van hun schoolcarrière om te presteren en ook om zichzelf te ontdekken en te presenteren. Het motto is: “Laat zien wie je bent”. Wij zijn ons ervan bewust dat we uitstekende havo-leerlingen in de school hebben en ook vwo-leerlingen bij wie het leervermogen ver boven de rest uitsteekt. Voor beide dienen we adequaat onderwijs aan te bieden. - Onderwijsaanbod De Boerhaave kent dakpanklassen havo/vwo in leerjaar 1 en 2. Daarnaast kan een leerling in leerjaar 1 kiezen voor het gymnasium. Aan het einde van klas 2 havo/vwo wordt een advies gegeven voor het vervolgen van de opleiding in het havo of het atheneum. Leerlingen die in het gymnasium zijn gestart gaan in principe ook verder op het gymnasium in klas 2 en 3. Aan het einde van klas 3 wordt een keuze gemaakt voor een profiel. De studie wordt dan vervolgd in de bovenbouw. Voor bijna alle leerlingen is dat op Het Vlier. Naast de reguliere lessen kunnen leerlingen kiezen voor extra lesprogramma’s in de bètavakken, Engels of Tekenen. - Samenwerkingsverbanden Niet van toepassing??? - Huisvesting De Boerhaave is gehuisvest in een mooi gebouw dat van de buitenkant een klassieke uitstraling heeft en van binnen is voorzien van frisse kleuren en een moderne inrichting. Het gebouw is in 2009 ingrijpend verbouwd waardoor het nu weer voldoet aan de eisen die je in de komende jaren aan een schoolgebouw mag stellen. Waar heeft de school de afgelopen vier jaar aan gewerkt (vorige schoolplan)? Wat hebben deze inspanningen opgeleverd? De afgelopen anderhalf jaar heeft de school gewerkt aan het scheppen van een gemeenschappelijk beeld van De Boerhaave in de toekomst. Door middel van gesprekken en interviews met een groep ouders, met de ouderraad, met alle medewerkers en alle leerlingen, hebben we 6 kernachtige uitspraken geformuleerd die richtinggevend zijn voor de ontwikkeling in de komende jaren. We hebben die tekst “Collectieve ambitie” gedoopt. In paragraaf 2 “Missie/visie” staat de tekst vermeld. -
2. Missie/visie In het schooljaar 2009-2010 is hard gewerkt aan het formuleren van een aantal leidende principes in de school. We zijn dat de “Collectieve ambitie” gaan noemen. Het zijn de 6 voor ons meest wezenlijke uitgangspunten waar we ons doen en laten op willen baseren en die de basis vormen voor alle keuzes die we verder in de school maken met betrekking tot onderwijsontwikkeling, leerlingbegeleiding, personeelsbeleid en schoolorganisatie. Als allesoverkoepelend motto voor deze collectieve ambitie hebben we voor de term “Meesterschap” gekozen.
3
Meesterschap: de collectieve ambitie van De Boerhaave Vertrouwen. Vertrouwen Vertrouwen is de basis voor ons dagelijks handelen. Vertrouwen in jezelf en vertrouwen in de ander vormen samen het fundament van leren en ontwikkelen. (Zelf)vertrouwen is essentieel om je veilig en prettig te voelen op school, je een plek te verwerven en succes te boeken. Ontmoeting De Boerhaave is een veilige en vertrouwde ontmoetingsplaats. Er ruimte om ervaring, plezier en zorg te delen. Iedereen wordt gezien en we gaan op een respectvolle wijze met elkaar om. Transparantie De Boerhaave is een transparante leer- en werkomgeving. We bespreken regelmatig ons doen en laten met elkaar, met ouders en met leerlingen. Meesterschap is: vol vertrouwen in de wereld staan. Talenten ontdekken Iedere leerling heeft talenten. Op De Boerhaave worden doe talenten ontdekt in een omgeving waarin veel gevarieerde leersituaties aangeboden worden. De school is ingericht als een aantrekkelijke en uitdagende leer- en werkplek. Daarbij houden we rekening met verschillende leerstijlen, intelligenties en interesses. Wij reflecteren met leerlingen op hun prestaties zodat zij inzicht krijgen in hun mogelijkheden en grenzen. Voor iedere leerling is er de juiste aandacht en ondersteuning. Meesterschap is: laten zien wie je bent en wat je kunt. Excelleren Op De Boerhaave dagen we leerlingen uit om hun grenzen op te zoeken. Zij krijgen en nemen de ruimte om uit te blinken en hun ‘persoonlijke records’ te verbeteren. Meesterschap is: het beste uit jezelf halen. Toekomstgericht onderwijs Vanuit een stevige kennisbasis kunnen jonge mensen toekomstige ontwikkelingen in de samenleving op waarde schatten. Wij helpen hen hun horizon te verbreden en nieuwe kennis te verbinden met hun eigen leefwereld. Wij leiden ze op tot kritische denkers en doeners. Meesterschap is: je eigen keuzes kunnen maken in een dynamische samenleving. Bovenstaande dient gezien te worden als onze manier om de missie van de school te formuleren. De daarmee samenhangende visie op de verschillende onderdelen van ons werk zijn terug te vinden in een aantal van de paragrafen verderop in dit schoolplan.
3. Strategische doelen Voor het formuleren van strategische doelen maken we gebruik van het INK-model. Strategische doelen hebben een meerjarenperspectief en geven een globale beschrijving van de speerpunten waar de komende jaren aan gewerkt wordt. De schoolleiding heeft op basis
4
van een grondige analyse en uitgebreide besprekingen met medewerkers, leerlingen en ouders, duidelijke keuzes gemaakt voor die hoofdlijnen en is uiteindelijk gekomen tot 15 strategische doelen. Die doelen zijn hieronder weergegeven, geordend volgens een onderwijsvariant op de INK-aandachtsgebieden. Leiderschap, missie en visie 1e strategische doel: Ontwikkelen van explicietere formuleringen van de missie en de visie van de school, die daadwerkelijk richtinggevend zijn voor de keuzes die op De Boerhaave gemaakt kunnen en moeten worden. 2e strategische doel: Het leiderschap binnen de school is voortdurend in ontwikkeling 3e strategische doel: Komen tot een samenhangend geheel van innovatieve en kwaliteitsbewuste onderwijskundige teams. Medewerkers 4e strategische doel: Er is duidelijkheid over de benodigde compententies van medewerkers waarbij het beleid gericht is op voortdurende ontwikkeling en verbetering. 5e strategische doel: Er is sprake van integraal personeelsbeleid, waarbij alle onderdelen van dat beleid elkaar versterken op basis van een duidelijke visie op goed werkgeverschap en goed werknemerschap. Cultuur en klimaat: 6e strategische doel: Er wordt aantoonbaar gewerkt aan het steeds verder vergroten van het gevoel voor veilgheid en (zelf)vertrouwen van alle mensen in de school. 7e strategische doel: Er is een cultuur van gericht zijn op prestaties, resultaten en presentaties. 8e strategische doel: Er is een professionele werkcultuur waarbij sprake is van zowel intensief samenwerken als van het uitvoeren van individuele werkzaamheden. Daarbij zijn teamgeest en onderlinge zorg en aandacht herkenbare kenmerken. Middelen 9e strategische doel: Een zo hoog mogelijk percentage van de beschikbare middelen wordt ingezet voor activiteiten die direct met onderwijs, begeleiding en leerlingen temaken hebben. Dit alles bij een sluitende begroting. Processen: 10e strategische doel: Er is een transparante overlegstructuur met duidelijkheid over de rol, taken en bevoegdheden van elk gremium. 11e strategische doel: Er wordt in het onderwijs zichtbaar recht gedaan aan relevante verschillen tussen leerlingen. 12e strategische doel: Er wordt systematisch en in alle geledingen gewerkt aan de verbetering en borging van de kwaliteit binnen de school. De PDCA-cyclus wordt bij alle processen toegepast.
5
Waardering: 13e strategische doel: Er is een systeem van periodiek waarderingsonderzoek bij de 4 groepen belanghebbenden: leerlingen, medewerkers, ouders en externe partners. Opbrengsten: 14e strategische doel: Er is een aantoonbare en significante verbetering van de onderwijsopbrengsten zoals weergegeven op de kwaliteitskaart van de Inspectie VO. 15e strategische doel: De opbrengsten van leerlingbegeleiding en –zorg zijn inzichtelijk gemaakt waardoor ze ook beïnvloedbaar zijn.
In de volgende paragrafen worden de strategische doelen nader uitgewerkt voor de 3 belangrijkste beleidsterreinen van het onderwijs: - Onderwijskundig beleid; onderwijs en begeleiding - Personeelsbeleid - Kwaliteitszorg
4. Onderwijskundig beleid Allereerst volgt een beschrijving van onze kijk op jongeren en leren, althans de voor ons meest belangrijke aspecten daarvan. Daarna de vertaling naar het onderwijskundig beleid van De Boerhaave.
4.1 Visie op de ontwikkeling van jongeren. De Boerhaave kent leerlingen in de leeftijd van 12 tot 15 jaar met enkele uitschieters naar boven en naar onderen. Om te beginnen is het een groep die vanuit het basisonderwijs in een volkomen andere wereld terechtkomt, nl. die van het VO. Sommige leerlingen zien er heel erg tegenop, anderen zijn er hard aan toe. De anonimiteit is veel groter dan op de basisschool en dat kun je prettig of juist onaangenaam vinden. Hoe dan ook: op De Boerhaave hebben we dus in eerste instantie te maken met een kennismakings- en gewenningsperiode. Jongeren in de onderbouw van het VO zitten in een grote zoektocht naar hun eigen identiteit. Steeds meer worden vrienden en vriendinnen veel belangrijker dan school en leren. Ze hebben grote behoefte aan duidelijke en heldere identificatiepersonen en zijn erg gevoelig voor “idolen”. Daar moeten we ons als volwassenen terdege van bewust zijn. Ze maken zowel lichamelijk als geestelijk een enorme groei door in zeer korte tijd. Dat brengt hen in verwarring en maakt hen ook wispelturig: ze kunnen van de ene uiterste mening in de andere schieten. Ook op emotioneel vlak is er sprake van onvoorspelbaarheid en uitersten; grote blijdschap en extreme boosheid of verdriet kunnen elkaar van het ene op het andere moment afwisselen. Dat alles vraagt veel pedagogische vaardigheid en groot inlevingsvermogen in hun ogenschijnlijk vaak onredelijke gedrag. Verder leven deze jongeren in een snel veranderende maatschappij met steeds meer mogelijkheden op allerlei terreinen. Dat verleidt hen tot zapgedrag. Allerlei activiteiten worden in groot tempo afgewisseld en de tijdsduur dat een activiteit boeit lijkt steeds korter te worden. Het kan niet anders of dat moet gevolgen hebben voor de manier waarop je het onderwijs aanbiedt.
4.2 Visie op leren. De druk op scholen om meer en beter aandacht te besteden aan de verschillen tussen leerlingen neemt enorm toe. Er komen steeds meer relevante wetenschappelijke onderzoeken beschikbaar die deze toenemende druk rechtvaardigen. Verschillen in
6
intelligenties en leerstijlen, verschillen in ontwikkelingsfase zelfs binnen een klas, verschillen in culturele achtergrond, enz. Het is zeer duidelijk dat niet meer volstaan kan worden met één of twee standaard werkvormen. Het is daarom van groot belang dat docenten een groot scala aan didactische werkvormen tot hun beschikking hebben en dat zij vaardig zijn in het ontwerpen, kiezen en toepassen ervan. Verder is de variatie in werkvormen ook van belang om het leren aantrekkelijk te houden of te maken. Immers: voor een aantrekkelijke les zijn leerlingen beter gemotiveerd. Motivatie is een allesbepalende factor voor het studieresultaat. Opmerkingen als “Leren hoeft niet altijd leuk te zijn”, zijn daarom volstrekt overbodig. Er zal altijd voldoende “niet-leuks” aan leren blijven; daar hoeven we niet voor te zorgen. Het tegendeel, aantrekkelijk leren, behoeft wel zorg om dat dat aantoonbaar betere resultaten oplevert. Leren op De Boerhaave vindt plaats op 3 niveau”s: vaardigheden, kennis en sociaalemotionele ontwikkeling. Er is de laatste jaren meer nadruk gekomen op het aanleren van vaardigheden. Onderzoeksvaardigheden, taalvaardigheden en presentatievaardigheden zijn van wezenlijk belang voor de beroepssectoren waarin onze leerlingen terecht komen. Vooral vanuit het HBO en WO is daar op gewezen. Dat dat echter allen maar zinvol is als leerlingen ook een flinke dosis kennis opdoen is inmiddels wel duidelijk. Wij leiden leerlingen op die in de hoogste leerroutes van het Nederlandse onderwijs terecht komen dus kennis blijft van elementair belang. Ook op sociaal-emotioneel gebied leren leerlingen in deze fase van hun leven onvoorstelbaar veel. Ze zitten in een proces waarin ze zich los maken van de volwassenen en hun eigen positie in de (eerst nog kleine) wereld proberen te bepalen. En juist in zo’n fase vragen wij van ze om telkens na 1 of 2 jaar weer een positie te verwerven in een nieuw samengestelde klas. Het verbreedt hun contactuele vaardigheden enorm maar vraagt wel om zorgvuldige aandacht en begeleiding van docenten en mentor.
4.3 Het onderwijskundig beleid van De Boerhaave In het voorjaar van 2010 is de collectieve ambitie van De Boerhaave (“Meesterschap”) expliciet benoemd als leidend principe voor de onderwijsontwikkeling in de komende 4 jaren. Daarna is als eerste aan de leerjaarteams gevraagd welke betekenis Meesterschap heeft voor de ontwikkeling van het onderwijs gezien vanuit het team. Anders gezegd: wat betekent de tekst Meesterschap voor de dingen die in jóuw team belangrijk zijn. Uit deze vraag zijn 3 teamplannen ontwikkeld die in de bijlagen bij dit schoolplan terug te vinden zijn. Vele gesprekken met leerlingen, ouders, personeel en mensen van buiten De Boerhaave hebben ook een aantal speerpunten opgeleverd die op schoolniveau om aandacht vragen. In de strategische doelen uit paragraaf 3 zijn deze al in globale termen weergegeven. In het najaar van 2010 wordt door de schoolleiding een ontwerp gemaakt van “De Boerhaave in 2014”. Dat gebeurt op basis van de enorme schat aan gegevens die in de afgelopen anderhalf jaar is verzameld. Dit ontwerp gaat vervolgens op tournee door de school; het zal besproken worden met leerlingen, ouders, personeel en externe betrokkenen. Een en ander moet ertoe leiden dat in het voorjaar van 2011 de contouren van de school zoals die voor 2014 voorzien worden, duidelijk geschetst zijn, zodat de team- en jaarplannen voor het schooljaar 2011-2012 daarop gebaseerd kunnen worden. Op dit moment zijn er al enkele bouwstenen beschikbaar die zeker onderdeel gaan uitmaken van het nieuwe onderwijskundige gebouw. Hieronder volgt een korte beschrijving van een uitwerking ervan.
7
De bouwstenen. 1. Cultuurprofiel, bètaprofiel, economisch profiel, sportprofiel, … PM 2. Lessen. De totale omvang van de lessen die een leerling wekelijks krijgt is momenteel 32 lessen à 50 minuten. Daaronder vallen alle onderwijsactiviteiten in alle gebruikte werkvormen. Die totale omvang zal in de toekomst niet veranderen. Wel zal er meer variatie in de werkvormen komen en tevens is het denkbaar dat ook de leseenheden in tijd meer variatie krijgen. Verder is het mogelijk dat het klassenverband in enige mate wordt doorbroken. Kleinere en grotere groepen zullen dan ontstaan. 3. Projecten, werkvormen, samenwerken Het projectonderwijs, vakoverstijgend en gericht op samenwerkend leren, zal een groter deel van de totale lestijd omvatten. Het valt allang niet meer te ontkennen dat het rendement van dit soort onderwijs erg hoog is, omdat het gebruik maakt van verschillende kwaliteiten van groepsleden en ingaat op hun verschillende leerstijlen. Bovendien is een project contextgebonden waardoor het een groot werkelijkheidsgehalte heeft; opnieuw een katalysator voor het leren door leerlingen. Voorwaarde daarvoor is wel dat er goed doordachte projecten gekozen of ontwikkeld worden, die recht doen aan het niveau van de opleiding en die naast een monitoring van het groepsproces, inclusief een beoordeling, ook de individuele vorderingen van leerlingen inzichtelijk maken met de bijhorende rechtvaardige individuele beoordeling. 4. Vakwerkplannen Alle secties maken in de komende jaren een goed doordacht vakwerkplan. Belangrijkste reden daarvoor is om de lesprogramma’s inzichtelijk en transparant te krijgen. Daardoor wordt afstemming en samenwerking binnen de sectie beter mogelijk. Verder is het ondersteunend aan het ontwikkelen van vakoverstijgende projecten. Bovendien is het beter mogelijk verantwoording af te leggen over het onderwijsaanbod en daarmee ook over de geleverde sectieprestaties. 5. Toetsbeleid / -plannen Een paragraaf over toetsing maakt onderdeel uit van alle vakwerkplannen. Dat is van belang voor de afstemming binnen een sectie, maar ook voor de afstemming tussen aanverwante secties. Bovenal is het van belang omdat leerlingen (en ouders) er recht op hebben vooraf te weten hoe een beoordeling van gemaakt werk tot stand komt. 6. Leermiddelenbeleid en ICT De Boerhaave neemt deel aan een serie werkconferenties om een vernieuwd leermiddelenbeleid op te stellen. De centrale vraag is daarbij op welke wijze we de beschikbare financiële middelen willen inzetten. Met name gaat het erom in welke mate we gebruik willen blijven maken van leer- en werkboeken (“folio”) en in hoeverre we overgaan op digitale leermiddelen. Er dient een goede balans gevonden te worden tussen de voordelen van digitaal en die van papieren methodes. Daarbij speelt de investeringsruimte in ICT-harden software een belangrijke rol. Een werkgroepje zal in de loop van 2011 met aanbevelingen komen. 7. Leerlingbegeleiding De Boerhaave heeft een deugdelijke leerlingbegeleiding. De uitwerking daarvan staat in de bijlage “Zorgplan”. Leerlingen die bijzondere talenten hebben in sport, dans muziek e.d, kunnen gebruik maken van de ondersteuning door een docent in de vorm van hulp bij planning en organisatie van het huiswerk en ook bij het realiseren van bijzonder verlof. In de komende jaren zal onderzoek gedaan worden naar de effectiviteit van alle geboden hulp en ondersteuning aan leerlingen. De huiswerkklas blijft vooralsnog een belangrijke aanvulling op de ondersteunende faciliteiten die de school biedt aan leerlingen; zij heeft inmiddels haar waarde bewezen.
8
8. Presteren en Presenteren Waarom presenteren? “Presenteren” is op De Boerhaave een belangrijk aspect van het onderwijs. Er zijn zeker 3 redenen waarom dat belangrijk is. a. Beter leren. Op de eerste plaats is presenteren aan anderen een vorm van verdieping van het geleerde. Niet voor niets wordt “uitleggen aan anderen” als meest effectieve vorm van leren gezien. Het levert het grootste rendement op! b. Vaardigheid. Havo- en vwo-leerlingen worden opgeleid voor het HBO en WO. Daar is het geven van presentaties aan de orde van de dag. Zeker met het “competentiegericht onderwijs” zoals dat op Hogescholen en Universiteiten veelal gedaan wordt. Voor deze leerlingen ligt het bovendien erg voor de hand dat zij in beroepen terechtkomen waar het geven van presentaties een veel voorkomend fenomeen is. c. Zelfvertrouwen. In de laatste maar zeker niet in de geringste plaats draagt het presenteren bij aan het ontwikkelen van zelfvertrouwen. Voor een “publiek”, van welke aard dan ook, iets voordragen of uitleggen, kan een groot gevoel van eigen waarde geven.
Hoe presenteren? Als we vanuit het perspectief van de leerling kijken kent presenteren een 3-tal aanleidingen.
a. Buiten-les-activiteiten. Allereerst de presentaties door leerlingen van activiteiten waaraan zij in een buiten-lesprogramma hebben deelgenomen. Voor de school en voor ouders heel zichtbare voorbeelden daarvan zijn muziekavonden, open podia, open huis e.d. b. Binnen de lessen. Ook binnen de lessen vindt een veelheid aan kleine en grote presentaties plaats: boekbesprekingen, verslagen van experimenten, koorzang, enzovoort. De “Theaterdagen” nemen daarbij een heel bijzondere positie in. In het voorjaar komt een groep mensen van een Jeugddanstheater naar De Boerhaave om met de eersteklassers in een halve dag een dansvoorstelling in te studeren. Aan het einde van de middag worden de dansstukken samengevoegd tot een voorstelling die voor de ouders van de leerlingen wordt opgevoerd. c. Meesterproef eind klas 3 Vanaf het schooljaar 2011-2012 gaan leerlingen zich in de laatste periode van de derde klas voorbereiden op het afleggen van een “Meesterproef”. Een soort derde-klas-eindpresentatie waar elke leerling iets laat zien van hetgeen hij in die 3 jaar geleerd heeft. Uiteraard zal dan ook duidelijk zijn op welke manier leerlingen in klas 1 en 2 voorbereid worden op zo’n eindpresentatie. 9. Meergetalenteerden In het schooljaar 2011-2012 is er voor de meergetalenteerde 1e-klassers een specifiek onderwijsaanbod. In de 2 jaren daarna zal dat uitgebreid worden naar de 2e en 3e klas. Het gaat om een groep leerlingen die qua leervermogen ver boven het gemiddelde uitsteekt. De goed presterende leerlingen hebben vaak grote behoefte aan grotere diepgang of extra leerstof en vakken. Er is echter ook een groep leerlingen die wel degelijk tot de doelgroep behoort, maar desondanks slechte resultaten haalt. Zij hebben vaak baat bij een totaal andere aanpak van de lessen. Voorlopig gaan we uit van leerlingen met een gemeten IQ van 130 of hoger. Voor een goede aansluiting en het verkrijgen van expertise en ervaring is inmiddels samenwerking gezocht met de basisscholen door deel te nemen in een kennisgroep van Sine Limite. Bovendien zullen we experts naar school halen om ons te ondersteunen bij het ontwikkelen van het onderwijsprogramma. De masterclasses Bètaplus, Cambridge English en beeldende vorming worden in de komende jaren geïntegreerd in het reguliere lesprogramma. Zij worden onderdeel van een onderwijs-op-maat-programma voor alle leerlingen. Datzelfde geldt voor de uitwisselingen die in het kader van internationalisering plaatsvinden.
9
10. Gymnasium De belangstelling voor een gymnasiale opleiding neemt de laatste jaren nogal toe. Niet alleen bij ouders en leerlingen, maar daardoor ook bij scholen voor voortgezet onderwijs. Ook in de omgeving van Deventer komen er steeds meer scholen die klassieke talen aanbieden en sommige van die scholen gaan op korte of langere termijn een volledige gymnasiumroute aanbieden. Uit een interne analyse blijkt dat het gymnasiumprofiel van De Boerhaave erg onduidelijk is. Om die reden zal in het schooljaar 2010-2011 een werkgroep aan de slag gaan met het (her)profileren van het gymnasium. 11. Passend onderwijs Bij het herontwerpen van het onderwijsaanbod van De Boerhaave (zie paragraaf 4.3) zal ook nadrukkelijk rekening gehouden worden met de komst van “Passend onderwijs”. Scholen voor voortgezet onderwijs zullen de volledige verantwoordelijkheid krijgen om aan elke leerling een passende onderwijsroute aan te bieden, ongeacht zijn capaciteiten en beperkingen. Dat betekent niet dat iedere leerlingen op De Boerhaave terecht moet kunnen maar het zal er ongetwijfeld toe leiden dat meer leerlingen dan in het verleden in het reguliere V.O. terecht komen en niet meer in het Speciaal Onderwijs. In welke mate dat is, is nog niet helemaal duidelijk, maar we dienen er terdege rekening mee te houden. Alle scholen zullen daarom een “Onderwijszorgprofiel” opstellen om duidelijk te maken welke leerlingen met bijzondere kenmerken er terecht kunnen. Ook De Boerhaave zal in de loop van 2011 zo’n zorgprofiel opstellen. 12. Referentiekaders taal en rekenen. Als vervolg op de reeds in gang gezette programma’s met betrekking tot taalachterstand en rekenvaardigheid, zal in de komende jaren zodanig beleid ontwikkeld worden dat leerlingen van De Boerhaave in elk geval voldoen aan de standaard normen voor onderbouw havo/vwo van de referentiekaders voor rekenen en taal. Het is onze ambitie om een hoger niveau te realiseren dan de vereiste standaard. Een plan hiertoe wordt in 2011 opgesteld. 13. Veiligheid Het gevoel van veiligheid is een cruciale basisvoorwaarde voor mensen om te kunnen presteren. Of het nu gaat om werken of leren, zonder het gevoel zowel fysiek als sociaal veilig te zijn kun je niet optimaal functioneren. Het protocol “De veilige school”, dat op de website van het Etty Hillesumlyceum te vinden is, maakt duidelijk wat er op dit gebied van ons verwacht mag worden. In het najaar van 2010 zullen we een quick-scan van het APS uitvoeren om de huidige stand van zaken helder in kaart te brengen. Daarnaast wordt in Vensters voor Verantwoording ( zie paragraaf 6.7) onderzocht hoe de veiligheidsbeleving van onze 3e-klassers is. Indien nodig zal dat leiden tot verbeteracties. Wat betreft gezondheid en leefstijl scoort De Boerhaave al jarenlang ruim boven het landelijk en regionaal gemiddelde. We zullen dat ook in de komende jaren blijven monitoren en jaarlijks projecten aanbieden die met roken, alcohol, drugs en sexualiteit te maken hebben. Speciale aandacht krijgt nog wel het aanbod van drinken en versnaperingen in de school. Zodra bestaande leverancierscontracten aflopen zullen we een nieuw aanbod bespreken met ouders en leerlingen. 14. Burgerschapsvorming Goed onderwijs bereidt leerlingen voor op hun rol in en hun bijdrage aan de samenleving. Daarom besteden we aandacht aan actief burgerschap en integratie. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het aanleren van sociale vaardigheden, om deelname aan de democratische rechtstaat en om orde, netheid en discipline. En ook om het leveren van een bijdrage aan de samenleving. Wij zetten daartoe de volgende middelen in: • In de lessen aardrijkskunde, geschiedenis, economie en levensbeschouwing wordt planmatig aandacht besteed aan actief burgerschap en sociale integratie. Deze thema’s zijn onderdeel van het curriculum. • Leerlingen zijn momenteel al op allerlei manier actief binnen de school; activiteiten die als maatschappelijke stage aangemerkt kunnen worden. Voorbeelden daarvan zijn redactie van de schoolkrant, deelnemen aan klankbordgroepen en het ontvangen en begeleiden van bezoekers op het open huis. • In 2011 zal een leerlingenraad opgericht worden. • Uitvoering maatschappelijke stage. In elk leerjaar wordt een deel van de verplichte maatschappelijke stage uitgevoerd. Elk leerjaar doet dat op zijn eigen wijze.
10
• •
De leerlingen van klas 1 en 2 brengen elk jaar een bezoek aan het Etty Hillesum Centrum in Deventer. Daar nemen zij deel aan een actief programma dat draait rondom de thema’s vooroordelen, tolerantie, zondebok, vrijheid, geweld en verzet. Leerlingen kunnen deelnemen aan een “Debatingclub”. Onder leiding van een docent worden Lagerhuis-achtige opstellingen gemaakt waarin leerlingen debatteren o.a. over maatschappelijke onderwerpen.
5. Personeelsbeleid 1. Teamontwikkeling en samenwerken Op De Boerhaave wordt gewerkt in secties, in leerjaarteams en in speciaal voor een opdracht ingestelde werkgroepen. Verder vormen ook de mentoren een groep van mensen die op een bepaalde manier elkaar kunnen ondersteunen en daarom ook als tam aangemerkt worden. Daarnaast vormen de conciërgerie en de administratie ook elk een team. Voor al deze teams is het van groot belang dat er op basis van onderling vertrouwen samengewerkt wordt. Naast ieders individuele bijdrage maakt juist samenwerking een team tot een sterke werkeenheid. In de komende jaren zal daar nadrukkelijk aandacht voor zijn en zullen medewerkers waar nodig geschoold worden. 2. Scholingsplannen OP, OOP, directie In 2011 wordt een meerjaren-scholingsplan vastgesteld. Daarin zal het scholingsprogramma in de breedste zin van het woord zichtbaar zijn. Het gaat daarbij om vakinhoudelijke scholing, teamtrainingen voor leerjaarteams, mentoren, secties en werkgroepen, persoonlijke leiderschapstrainingen voor de schoolleiding, individuele coachingstrajecten en verdiepingsconferenties, schoolbrede cursussen en studiedagen. 3. Gesprekkencyclus en competentieprofielen docenten Op basis van het schoolplan 2010-2014 zal de huidige regeling gesprekkencyclus op onderdelen aangepast worden aan de specifieke situatie op De Boerhaave. In de loop van 2011 worden competentieprofielen voor docenten opgesteld, die ondersteunend moeten zijn aan de onderwijskundige richting van de school. De functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken zullen vanaf het schooljaar 2011-2012 op die profielen gebaseerd worden. Vast onderdeel van de cyclus is een leerlingenenquête voor docenten en een medewerkersenquête voor leidinggevenden. 4. IPB In het verlengde van hetgeen hierboven onder punt 3 is vermeld, worden in de komende jaren alle onderdelen van het personeelsbeleid met elkaar in lijn gebracht. Zo zal de werving en selectie van medewerkers nadrukkelijk op de compententieprofielen gebaseerd zijn. Het loopbaanbeleid, met name de carrièremogelijkheden van docenten, zal gebaseerd zijn op de onderwijskundige accenten die in het schoolplan 2010-2014 genoemd worden. LC- en LDfuncties zullen hierdoor zeer doelgericht ingezet worden. Het taakbeleid (omvang, verdeling en belasting) zal nog meer een eerder in het schooljaar aan alle docenten duidelijkheid moeten verschaffen over de te verrichten taken, de inhoud van die taken, de facilitering ervoor en de verantwoording van de toegekende uren. Uiterlijk begin juni van elk jaar moeten de gesprekken hierover met individuele docenten afgerond zijn en moet het “plaatje” voor de volgende cursus duidelijk zijn. 5. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim wordt de komende 4 jaren, jaarlijks met 0,5% teruggebracht. Doelstelling is om beneden de 4% te komen en te blijven. Eén van de middelen die daartoe worden ingezet is dat ziekmeldingen bij de direct-leidinggevende gedaan worden. Signaleren van frequent-verzuim en bespreking ervan met betrokkene wordt gecontinueerd. 6. Opleidingsschool De Boerhaave streeft in samenwerking met andere Etty Hillesumscholen een accreditatie na als “Opleidingsschool”. In samenwerking met in elk geval Saxion en Windesheim wordt een helder en inhoudsrijk plan gemaakt voor het opleiden en begeleiden van studenten in onze school. Gedurende de looptijd van dit schoolplan zal één van de docenten opgeleid worden tot VELON-gecertificeerd schoolopleider. Er komt een samenhangend beleid voor de
11
begeleiding van studenten/stagiaires, zij-instromers, nieuwe bevoegde medewerkers en zittend personeel. Ouderenbeleid maakt daar ook deel van uit. In de loop van 2011 zal hiertoe een opleidingsplan vastgesteld worden door de schoolopleider en de docentcoaches.
6. Beleid kwaliteitszorg 1. INK Bij het realiseren van de strategische doelen van de school maken we gebruik van het INKmodel. Elk geformuleerd doel leunt op een missie en een visie van de school. Het heeft consequenties voor de mensen en de middelen waarmee die doelen bereikt moeten worden en stelt eisen aan de cultuur van de school. Bij de uitvoering betekent het iets voor de sturing van de processen in de organisatie en het geheel moet leiden tot een goede waardering door alle betrokken partijen en tot goede resultaten, opbrengsten. Zodra die resultaten zichtbaar worden moeten ze gespiegeld worden aan de doelen en kan, indien nodig, de hele cyclus van voor af aan bijgesteld worden. 2. Het verhaal van de missie en de visie Het opstellen van een missie en een visie voor een school is een belangrijke maar niet al te ingewikkelde zaak. Veel lastiger is het om die visie en missie levend te houden in de school en ervoor te zorgen dat het leidend wordt en blijft bij het maken van keuzes. De missie en de visie moeten als het ware “het verhaal” van de school worden. Dat vraagt periodiek en bij herhaling om opfrissen van die boodschap. Alleen op die manier kan het voortdurend en te allen tijde richting geven aan de koers die de school heeft uitgestippeld. Het is een attitude die met name de schoolleiding zal moeten aannemen om voortdurend alert te zijn op kansen om “het verhaal” nog eens te vertellen. Eén van de belangrijke dingen die we in het komende jaar zullen doen is het ontwerpen van een nuttig of decoratief voorwerp dat symbool staat voor het verhaal. 3. PDCA Bij elk proces in de school wordt de cyclus Plan – Do – Check – Act toegepast. Dat betekent dat aan elke medewerker en aan elk “team” gevraagd wordt planmatig te werk te gaan en op basis van doelstellingen de eigen resultaten te evalueren om daarna het plan eventueel bij te stelen. Vanuit de schoolleiding zal deze werkwijze gestimuleerd worden door erop toe te zien dat in elk proces doelstellingen geformuleerd worden en een evaluatiemoment gepland wordt. 4. SMART Doelstellingen worden zoveel mogelijk in meetbare resultaten geformuleerd: “SMART”. Wanneer het niet zo goed mogelijk is de doelen meetbaar te formuleren, zullen in elk geval indicatoren benoemd worden die inzicht geven in de behaalde resultaten. 5. Toelatingsbeleid, dakpanstructuur, doorstroming, opbrengsten Omdat al een flink aantal jaren de opbrengsten van de school, zoals die door de Inspectie VO gemeten worden, niet voldoende zijn, zal in de komende jaren gekeken worden naar de invloed van een aantal organisatorische aspecten van De Boerhaave. Op grond van onderzoek naar de relatie tussen onder meer advies basisschool, uitslag CITO-toets en bevorderingsrichtlijnen, zullen het toelatingsbeleid en de dakpanstructuur van De Boerhaave heroverwogen worden. Ook de bevorderingsrichtlijnen zelf maken deel uit van die heroverweging. 6. Interne communicatie en overlegstructuur Voor een goede kwaliteitsbewaking en het realiseren van gestelde doelen is een deugdelijk en adequaat systeem van overleg in de school nodig. Ook de onderlinge communicatie tussen medewerkers en teams is van groot belang. Daarom zullen de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van secties, leerjaarteams, werkgroepen en individuele functionarissen nauwkeurig beschreven worden. Ook zullen tijd en middelen gereserveerd worden om elkaar goed te informeren over de activiteiten en de resultaten ervan en zal periodiek een uitwisselingsbijeenkomst georganiseerd worden zodat de activiteiten goed op elkaar afgestemd kunnen worden.
12
Er is periodiek overleg met diverse klankbordgroepen om informatie te krijgen over de ervaringen met dagelijkse gang van zaken in de school en om informatie te geven over de achtergronden van regels en beslissingen. Op meer beleidsmatig niveau vindt er periodiek overleg plaats met de Ouderraad en het in 2011 op te richten Leerlingenparlement. Ouderavonden, Intern mededelingenblad (Etcetera), Nieuwsbrief voor ouders, website en thema-avonden blijven belangrijke middelen om alle betrokkenen voldoende te informeren. In 2011 zal opnieuw een poging ondernomen worden om de schoolkrant nieuw leven in te blazen. Het is een belangrijk medium om leerlingen bij de school betrokken te houden en biedt ook een mogelijkheid aan leerlingen met journalistieke en redactionele aspiraties om een waardevolle bijdrage te leveren aan de schoolcultuur. De Personeelraad zal ook in de toekomst gesprekspartner van de schoolleiding zijn om ontwikkelingen in het personeelsbeleid te bespreken. 7. Vensters voor Verantwoording De Boerhaave heeft op 1 januari 2011 de benchmark “Vensters voor Verantwoording” volledig ingevuld. VvV bestaat uit een standaard verzameling gegevens over resultaten, onderwijstijd, beleid en bedrijfsvoering van de school en over de waardering ervan door betrokken stakeholders.
1 november 2010, Menny Vellener Directeur De Boerhaave
13
7. Bijlagen Bij dit schoolplan horen 4 bijlagen: - teamplan leerjaar 1 - teamplan leerjaar 2 - teamplan leerjaar 3 - jaarplanning en begroting onderwijstijd Deze zijn alle reeds in het bezit van de Inspectie.
14