Schoolplan 2013-2016
Amsterdam, 29 januari 2013
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
2
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
3
Inhoudsopgave Inleiding
5
1. Schoolgegevens 1.1 School
6
1.2 College van bestuur
6
1.3 Raad van toezicht
6
1.4 Schoolgrootte
7
1.5 Organisatie
7
1.6 Organogram
8
1.7 Positionering van de school
8
2. Missie en visie
9
2.1 Algemeen
9
2.2 Missie en visie van SGR
9
2.3 De SGR-leerling en de SGR-docent
10
3. Onderwijsbeleid 3.1 Algemeen
12
3.2 Taalbeleid
12
3.3 Vaksecties
13
3.4 Speerpunten 2013-2016
13
3.4.1
Verbetering kwaliteit en rendement
14
3.4.2
VMBO
15
3.4.3
Referentieniveaus taal en rekenen
16
3.4.4
Exellius
16
3.5 Doorontwikkeling TTO
16
3.6 Leerlingenzorg
17
3.6.1
Passend Onderwijs
17
3.6.2
Visie op studiebegeleiding en leerlingbegeleiding
17
3.6.3
De mentor
17
3.6.4
Ongeoorloofd verzuim en te laat komen
17
4. Personeelsbeleid 4.1 Visie op personeelsbeleid
19
4.2 Gesprekscyclus
19
4.3 Deskundigheidsbevordering
20
4.4 Functiemix
20
4.5 Taak- en formatiebeleid
20
4.6 Personeelszorg
21
4.7 Arbeidsvoorwaardenbeleid
21
4.8 Arbeidsomstandighedenbeleid
21
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
4
5. Kwaliteitsbeleid 5.1 Leeropbrengsten
23
5.2 Schoolklimaat
23
5.3 Bedrijfsvoering
24
5.4 Tevredenheidsmetingen
24
6. Bedrijfsvoering 6.1 Meer met minder
25
6.2 Onderwijsondersteunende processen
25
6.3 ARBO/Veiligheid
26
6.4 Huisvesting
27
7. Financieel beleid 7.1 Meerjarenbegroting met sluitende exploitatie
28
7.2 Planning- & Controlcyclus
30
7.3 Kostenreductie
31
7.4 Vermogenpositie
31
7.5 Treasurybeleid
33
8. Communicatie 8.1 PR en marketing
34
8.2 Ouderbetrokkenheid
34
8.3 Netwerken
34
9. Risicomanagement
36
10. Verantwoording 10.1 Medezeggenschap
38
10.2 Raad van toezicht
38
10.3 Horizontale verantwoording
38
10.4 Inspectie
39
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
5
Inleiding Het schoolplan 2013-2016 is het (strategisch) beleidsplan van de school met betrekking tot onderwijsbeleid, personeelsbeleid, kwaliteitsbeleid, bedrijfsvoering, financieel beleid, communicatie, risicomanagement en verantwoording. Met dit document verwoordt de school haar missie en visie en onderbouwt het de beleidsvorming en beleidsplanning. Het schoolplan is gebaseerd op het schoolplan 2011-2015 dat in november 2011 is vastgesteld door het college van bestuur na instemming van de MR en de raad van toezicht. In dit plan wordt het gewijzigde beleid verwoord met name op het gebied van onderwijs, financiën en bedrijfsvoering. In december 2012/januari 2013 hebben de MR en de raad van toezicht ingestemd met dit schoolplan 2013-2016. Jaarlijks zal dit plan worden geactualiseerd. Eind 2014 zal een nieuw schoolplan 2015-2018 worden opgesteld.
College van bestuur SGR drs. M. Schoon mevrouw drs. E.W.M. van Nieuwenhuizen
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
6
Schoolgegevens 1.1
School Openbare Stichting Scholengemeenschap Reigersbos Ravenswaaipad 3 1106 AW Amsterdam De school omvat: vwo havo vmbo-t vmbo-k, sector economie, afdeling handel en administratie
1.2
College van bestuur
De openbare stichting scholengemeenschap Reigersbos heeft tot doel de instandhouding van scholengemeenschap Reigersbos (SGR). De stichting wordt bestuurd door een college van bestuur bestaande uit een voorzitter en een lid. Het college van bestuur vormt het bevoegd gezag van de stichting. Het college van bestuur bestaat uit: drs. M. Schoon (voorzitter) Mw. drs. E.W.M. van Nieuwenhuizen (lid)
1.3
Raad van toezicht
De raad van toezicht houdt toezicht op de uitvoering van de taken en de uitoefening van de bevoegdheden door het college van bestuur en staat het college van bestuur met raad terzijde. De leden van de raad van toezicht zijn: R. Janssen (voorzitter) J. van der Aa P. Drontmann Mw. S. Farouk Mw. M. van der Zwaag Per februari 2013 treden de heren Janssen en Drontmann af. Er ontstaan dan twee vacatures (op voordracht van de oudergeleding); op dit moment is de werving gestart voor de invulling van beide vacatures.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
7
1.4
Schoolgrootte
SGR telt ongeveer 800 leerlingen. In de afgelopen jaren heeft SGR het volgende beeld te zien gegeven qua leerlingen (op teldatum):
Aantal
1.5
2008
2009
2010
2011
2012
813
755
807
812
802
Organisatie
Het college van bestuur is eindverantwoordelijk voor de strategische koers en heeft de integrale leiding binnen de scholengemeenschap. Het bestuur wordt daarbij ondersteund door vier afdelingsleiders en het hoofd stafbureau. Het college van bestuur legt verantwoording af aan de raad van toezicht. De voorzitter van het college van bestuur heeft specifieke verantwoordelijkheid voor de portefeuilles: bedrijfsvoering, personeel en financiën. De voorzitter geeft leiding aan het hoofd stafbureau, de hoofdconciërge en de systeembeheerder. Het lid van het college van bestuur heeft specifieke verantwoordelijkheid voor de portefeuilles onderwijs, leerlingenzorg en personeel. Het lid geeft leiding aan de vier afdelingsleiders. De voorzitter en het lid voeren gezamenlijk overleg met de medezeggenschapsraad. De school kent een teamstructuur met 4 afdelingen die onder leiding staan van een afdelingsleider. De afdelingsleider is onder verantwoordelijkheid van het lid van het college van bestuur belast met de leiding van een bepaalde afdeling, zowel ten aanzien van het onderwijs als ten aanzien van de personele ontwikkeling en de leerlingenzorg. Binnen de schoolleiding, bestaande uit de leden van het college van bestuur en de afdelingsleiders worden de onderwijsontwikkeling en de afstemming tussen de verschillende teams besproken. In wekelijkse bilateraal overleg bespreken de leden van het college van bestuur met de verantwoordelijken binnen SGR de voortgang van beleid en uitvoering. De afdelingsleiders zijn: E. Baaijens, B1 (brugklas) Mw. R.A. Clijdesdale, vmbo-k Mw. drs. E.G. di Lollo, vmbo-t Mw. drs. A. Kloeze, havo/vwo Het hoofd stafbureau is: H.J. Beerepoot
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
8
1.6
Organogram
1.7
Positionering van de school
SGR heeft een sterke binding met het stadsdeel Amsterdam Zuidoost. Veel leerlingen van groep 8 van het basisonderwijs in Zuidoost verlaten het stadsdeel om elders in Amsterdam of daarbuiten voortgezet onderwijs te volgen. Dit geldt met name voor de havo/vwo-leerlingen. Hierbij speelt het imago van het stadsdeel Zuidoost een rol, maar ook de populariteit van scholengemeenschappen en categorale gymnasia in de stadsdelen Zuid en Centrum. Als brede school in Zuidoost moet SGR zich constant bezinnen op zijn strategische marktpositie. Het is een aanhoudende zorg de school aantrekkelijk te houden voor leerlingen en medewerkers. De school is voortdurend bezig om de samenwerking met besturen voor primair onderwijs in Zuidoost te intensiveren.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
9
2 2.1
Missie en visie Algemeen
SGR is een school met een lange voorgeschiedenis. Feitelijk komt zij voort uit de oudste HBS van Amsterdam, voorheen gevestigd aan de Keizersgracht en in de jaren ’80 van de vorige eeuw vanwege demografische ontwikkelingen verhuisd naar Amsterdam Zuidoost. SGR bouwde in het snel groeiende stadsdeel een reputatie op van een veilige en degelijke school. Na een periode van gestage terugloop van het leerlingenaantal tussen 2001 en 2008 is sinds 2010 weer sprake van een stabilisering. Het imago in de buurt en bij basisscholen is goed, de resultaten van de examens vmbo en havo voldoen in alle opzichten aan de kwaliteitseisen van de inspectie en het verbeterplan voor het vwo heeft geleid tot substantiële verbetering van de resultaten en opbrengsten van deze afdeling.
2.2
Missie en visie van SGR
SGR werkt aan de realisering van de strategische doelen die volgen uit de missie en visie op onderwijs. Het begrip ‘missie’ wordt gedefinieerd als de opdracht van de onderwijsinstelling in het maatschappelijke en politieke perspectief van dat moment. Onder het begrip ‘visie’ wordt verstaan de wijze waarop de doelstellingen uit de schoolmissie kunnen worden bereikt. De missie luidt: Scholengemeenschap Reigersbos is een school voor openbaar voortgezet onderwijs die: • • • • •
onderwijs biedt van vmbo tot en met vwo haar leerlingen voorbereidt op actieve participatie in de multiculturele en internationale samenleving als doel heeft optimale ontplooiing en talentontwikkeling op sociaal, cultureel, creatief en sportief niveau een vriendelijk, stimulerend en veilig pedagogisch klimaat creëert voor leerlingen en medewerkers verschillen accepteert en waardeert. Dit blijkt vooral uit de ontwikkelingskansen die leerlingen en medewerkers geboden worden
De missie van SGR is door het team vertaald in een SGR-visie op onderwijs. Daarin staan de volgende standaarden centraal:
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
SGR-onderwijs is goed onderwijs, dat wil zeggen dat de door- en uitstroomresultaten gemiddeld gelijk zijn aan het landelijke niveau van vergelijkbare scholen en dat de resultaten in meer opzichten systematisch geëvalueerd worden Naast cognitieve ontwikkeling zijn maatschappelijke en sociale vaardigheden voor leerlingen belangrijke elementen van het onderwijsprogramma ter voorbereiding op het functioneren in een complexe samenleving. Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid zijn essentieel om kinderen tot maximale ontplooiing te
10
2.3
brengen. Daarbij wordt de betrokkenheid van de ouders en verzorgers van essentieel belang geacht De individuele leerling staat centraal . Dit betekent dat SGR zorgt voor: • een goede sociaal-emotionele begeleiding door de mentor, de afdelingsleider en de zorgcoördinator • maatwerk in de klas en daarbuiten, een daarmee samenhangend advies over de schoolloopbaan van de leerling en een zorgvuldige behandeling van de informatie over individuele leerlingen • een breed aanbod van extra sport, cultuureducatie en tweetalig onderwijs, • een intensief hulpprogramma voor taal en rekenen
De SGR-leerling en de SGR-docent
De SGR-visie op onderwijs impliceert dat leerlingen optimaal gevormd worden in een omgeving, waarin de aandacht van docenten en alle andere medewerkers in hun denken en doen evenwichtig verdeeld is tussen kennis en inzicht, vaardigheden, waarden en normen en houding en persoonskenmerken. SGR-leerlingen hebben dat nodig, ook omdat SGR vaak te maken heeft met leerlingen die: • • • • • • • • •
weten wat zij willen en kunnen zowel doeners als denkers zijn intensieve studiebegeleiding en persoonlijke aandacht vragen in principe sociaal en gedisciplineerd zijn in staat moeten worden gesteld meer sociale vaardigheden te verwerven en zelfvertrouwen te ontwikkelen ruimte vragen voor hun creatieve en sportieve aanleg behoefte hebben aan inspirerende docenten en afwisselende lessen zich kenmerken door diversiteit aan culturele achtergrond gestimuleerd moeten worden tot zelfstandigheid en het nemen van verantwoordelijkheden
SGR-docenten kunnen met deze leerlingen omgaan. Dat wil zeggen dat zij de landelijk vastgestelde bekwaamheidseisen beheersen of ontwikkelen en in het bijzonder aandacht besteden aan hun professionele ontwikkeling. De SGR-docent: • • • • • • • • • • • • •
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
heeft een voorbeeldfunctie stimuleert tot samenwerken motiveert tot zelfstandig werken stimuleert tot zelfreflectie en -correctie past ICT toe biedt structuur is flexibel ingesteld en geduldig geeft op de juiste wijze feedback toont leerlingen warmte en betrokkenheid past afwisselende en activerende werkvormen toe gaat positief om met verschillende culturele en religieuze achtergronden werkt met collega’s samen om zo in elke team een veilig en uitdagend leerklimaat te ontwikkelen en samenhang in de lesstof aan te brengen bereidt leerlingen in meerdere opzichten voor op het vervolgonderwijs. Niet alleen vakinhoudelijk maar ook qua studievaardigheden en beroepsoriëntatie
11
3
Onderwijsbeleid
3.1
Algemeen
SGR stelt zich de volgende doelen: •
Verzorgen van kwalitatief hoogstaand onderwijs
•
Optimaliseren van de kansen op een geslaagde schoolcarrière
•
Ontplooien van de talenten van de leerlingen
•
Bevorderen van het welzijn van de leerlingen
•
Minimaliseren van de kans op tussentijdse uitval
•
Kansen bieden voor opstromen naar een hoger niveau
Om deze doelen te bereiken is het een voorwaarde dat de leerlingen zich tijdens hun schoolloopbaan sociaal en emotioneel optimaal ontwikkelen. Daarom wordt op SGR veel aandacht en zorg besteed aan de begeleiding van de leerlingen. De diverse vormen van studiebegeleiding en leerlingbegeleiding richten zich op het succesvol doorlopen van de schoolloopbaan en op het welzijn en welbevinden van de leerlingen. De leerlingen worden voorbereid op hun participatie in een multiculturele en internationale samenleving waarin de informatie- en communicatietechnologie een steeds nadrukkelijker plaats inneemt. Wederzijds respect, tolerantie, openheid en sociale betrokkenheid zijn in de samenleving van belang en daarom ook op SGR.
3.2
Taalbeleid
Het globale doel van het taalbeleid op SGR is het wegwerken van taalachterstanden van taalzwakke leerlingen tot een niveau dat past bij hun leeftijd en aanleg, zodat taalachterstanden geen struikelblok meer vormen bij het realiseren van leerdoelen en het behalen van het diploma. De voortgang van de taalontwikkeling van de leerlingen wordt gemonitord door: a.
Een diataaltoets bij aanvang van leerjaar 1
b.
Een cito-volgtoets aan het eind van leerjaar 1
c.
Een cito-volgtoets aan het eind van leerjaar 2
De school heeft te maken met een substantieel aantal taalzwakke leerlingen. De school zet de volgende middelen in om de taalachterstanden zoveel mogelijk op te heffen: a.
Ophoging van de lessentabel voor het vak Nederlands in diverse leerjaren
b.
Banduren Nederlands
c.
Remediale hulp
d.
Examentraining gericht op het verbeteren van het schriftelijk formuleren en
e.
(logisch)redeneren Leesbevordering in samenwerking met de bibliotheek Reigersbos
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
12
Naast het wegwerken van taalachterstanden, is het taalbeleid erop gericht de taalvaardigheid van de leerlingen te vergroten. Daarbij gaat het niet alleen om de taalvaardigheid in relatie tot de lessen Nederlands, maar ook om de specifieke taalvaardigheden bij specifieke vakken. Dit alles in een samenhangende context (zie verder 3.4.3).
3.3
Vaksecties
De vaksecties vervullen een belangrijke rol binnen de school ten aanzien van de afstemming van het onderwijs en de planning van het horizontale en longitudinale onderwijsaanbod. Elke vaksectie is aan een afdelingsleider verbonden om goede afstemming en communicatie te bewerkstelligen. De sectie draagt jaarlijks zorg voor: • • • • • • • •
De planning per leerjaar van de te behandelen leerstof, af te nemen toetsen en de normering daarvan De begeleiding en beoordeling van nieuwe docenten De analyse van de resultaten per leerjaar De planning van de excursies en vakgebonden leerlingenactiviteiten De afspraken ten aanzien van de verslaglegging aan de betreffende teamleider De analyse van de examenresultaten CE en de verschillen tussen SE en CE De afspraken aangaande het toetsbeleid Het vaststellen van een vakspecifiek PTA
De sectievoorzitter heeft een coördinerende rol ten aanzien van de uitvoering van de gemaakte afspraken die in de sectie gemaakt zijn.
3.4
Speerpunten 2013-2016
Het kader van de onderwijskundige ontwikkelingen is de profielversterking van SGR als brede school. Deze profielversterking richt zich zowel op het vmbo als op het havo/vwo. De onderliggende gedachte daarbij is dat een sterk havo/vwo van belang is voor het vmbo, zoals een sterk vmbo van belang is voor het havo/vwo. Het strategisch uitgangspunt is dat SGR zich dient te ontwikkelen ten aanzien van aanbod en resultaten als een hoogwaardig alternatief voor het VO binnen de ring van Amsterdam. De vier speerpunten voor de schoolplanperiode 2013-2016 zijn: 1.
Verbetering kwaliteit en rendement
2.
Vmbo
3.
Referentieniveaus taal en rekenen
4.
Exellius
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
13
3.4.1 Verbetering kwaliteit en rendement Op 23 september 2010 heeft de Inspectie van het Onderwijs een uitgebreid onderzoek gedaan naar de kwaliteit van het vwo op SGR. In het vastgestelde rapport van 3 januari 2011 meldt de inspectie het volgende over de vwoafdeling: “De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op de afdeling VWO van SG Reigersbos in Amsterdam als zwak. Dit oordeel is gebaseerd op de volgende overwegingen. De opbrengsten zijn afgemeten aan de prestaties van de leerlingen over de afgelopen drie jaren onvoldoende.” “Het onderwijsproces is over het algemeen genomen van goede kwaliteit…” “De inspectie beoordeelt het pedagogisch en didactisch handelen van de docenten over het algemeen als goed…” “De zorg en begeleiding op SG Reigersbos is van voldoende niveau.” “Er heest een prettige sfeer op SGR waarbij leerlingen op een respectvolle wijze met elkaar en anderen omgaan. De mentoren worden door de leerlingen gewaardeerd en weten hun welbevinden te stimuleren.” De opbrengsten van het vwo waren echter over een gemiddelde van drie jaar nog steeds onvoldoende waardoor het predicaat zwak dus van kracht bleef. Uit de opbrengstenanalyse van de school over de afgelopen vijf schooljaren is echter af te leiden dat de school een positieve wending in haar opbrengsten heeft weten te realiseren.
In het plan Verbetering opbrengsten, 12 november 2012 dat met de Inspectie is besproken, staat beschreven op welke wijze SGR actie gaat ondernemen om de resultaten blijvend te verbeteren. Significant verschil met het verbeterplan uit 2009 is dat in dit plan schoolbrede acties staan beschreven en de acties zich niet alleen meer richten op de vwo-afdeling. Om het onderbouwrendement te verbeteren worden acties in alle afdelingen op elkaar afgestemd. Daarnaast bevat het plan niet alleen actieplannen ter verbetering van het
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
14
bovenbouwrendement en de examenresultaten van de vwo-afdeling maar ook van de vmbo-t- en vmbo-k-afdeling. In maart 2013 wordt de opbrengstenkaart gepubliceerd waaruit afgeleid kan worden of de vwoafdeling voldoende wordt beoordeeld door de Inspectie. Wanneer dit nog niet het geval is, is het gezien de verbeteringen in de opbrengsten van de afgelopen jaren de verwachting dat in 2014 de vwo-afdeling voldoende wordt beoordeeld. 3.4.2 VMBO SGR heeft de afgelopen jaren noodgedwongen veel tijd en aandacht besteed aan de ontwikkelingen in de havo/vwo-afdeling. Enerzijds door onvoldoende opbrengsten in de vwoafdeling anderzijds door de noodzakelijk groei van het aantal leerlingen van deze afdeling. In het schoolplan 2011-2015 is vastgesteld dat de focus ook gericht moet zijn op de vmboafdelingen. In het voorgenomen beleid is opgenomen dat in het jaar 2012 haalbaarheidsonderzoeken verricht zouden worden naar de invoering van SDV als afdeling binnen het vmbo-k en Spaans en LO als examenvak in de vmbo-t-afdeling. Het haalbaarheidsonderzoek Spaans is afgerond in september 2012. De uitkomsten van dit onderzoek hebben duidelijk gemaakt dat aan de invoering van het vak Spaans te veel haken en ogen zitten om onmiddellijk over te gaan op invoering van het vak in het curriculum. Daarnaast is duidelijk geworden dat invoering van het vak Spaans alleen niet zal leiden tot de gewenste herprofilering van de afdeling. Om te kunnen beoordelen of de invoering van SDV en LO als examenvak haalbaar en wenselijk zijn, heeft SGR een breder onderzoek laten verrichten waarbij de positie van het vmbo op SGR zowel intern als extern is onderzocht. De belangrijkste uitkomst uit het onderzoek is dat de noodzaak tot veranderen aanwezig is en dat deze noodzaak ook intern wordt erkend. Kern is dat bij de ontwikkeling van de vmbo-afdelingen de nadruk moet liggen op aanzienlijk meer aansluiting met:
de belevingswereld van kinderen
de beroepspraktijk en het mbo
de onderbouw en andere afdelingen op SGR
In het voorjaar van 2013 wordt het implementatieplan herprofilering vmbo op SGR vastgesteld. In schooljaar 2013-2014 zal gestart worden met de implementatie van het plan. 3.4.3 Referentieniveaus taal en rekenen De referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen zijn richtlijnen die de overheid heeft opgesteld voor het niveau van het taal- en rekenonderwijs. De referentieniveaus zijn ontwikkeld om de prestaties van leerlingen op het gebied van taal en rekenen te verbeteren. Ze omschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op bepaalde momenten in hun schoolloopbaan, waardoor het makkelijker wordt leerlingen steeds verder te brengen. Alle richtlijnen samen vormen het referentiekader voor taal en rekenen. Dit referentiekader vormt sinds 1 augustus 2010 de basis voor het taal- en rekenonderwijs voor het voortgezet onderwijs.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
15
In 2014 vinden de eerste officiële examens plaats waarin gebruik gemaakt wordt van de referentieniveaus in het voortgezet onderwijs. Dat betekent dat leerlingen die in het schooljaar 2011-2012 in 2 vmbo, 3 havo en 4 vwo zaten te maken krijgen met de nieuwe slaag-/zak-regeling (rekentoets en vernieuwd examen Nederlands). SGR zal in zijn reken- en taalonderwijs de referentiekaders als uitgangspunt dienen te nemen. Belangrijke vragen in dit kader zijn: Hoe bereiden we onze leerlingen voor op het vernieuwd examen Nederlands in 2014? Hoe bereiden we onze leerlingen voor op de rekentoets bij het examen in 2014? In samenspraak met de secties wiskunde en Nederlands heeft de schoolleiding een implementatieplan geschreven waarin beschreven staat op welke wijze de leerlingen voorbereid worden op het vernieuwd examen Nederlands en de rekentoets. 3.4.4 Exellius Met ingang van schooljaar 2012-2013 heeft SGR het onderwijsaanbod uitgebreid met de nieuwe vwo-opleiding Exellius. Deze opleiding gaat uit van het concept van een ‘pre university college’, waarbij het onderwijsprogramma meer biedt dan de reguliere vwo-opleiding. Het onderwijs richt zich op excellentie, waarmee wordt bedoeld dat het lesprogramma van Exellius is gericht op talentontplooiing en talentontwikkeling. Exellius besteedt vanaf leerjaar 1 aandacht aan academische vorming en academische vaardigheden van de leerlingen. Met steun van het Amsterdams Lyceum, het Amsterdam University College, het AMC en de universiteit van Amsterdam hebben 15 docenten in het voorbereidingsjaar 2011-2012 intensief gewerkt aan de ontwikkeling van het curriculum. Op 1 september 2012 is de nieuwe vwo-opleiding Exellius gestart met 1 klas. Gedurende schooljaar 2012-2013 zal een lange termijn planning gemaakt worden voor deze opleiding binnen SGR.
3.5
Doorontwikkeling TTO
De afdeling TTO blijft zich voorspoedig ontwikkelen, zowel kwalitatief als kwantitatief. In schooljaar 2012-2013 telde de afdeling 81 leerlingen. De school verwierf in 2010 de officiële certificering TTO-juniorschool van het Europees Platform. Daarmee heeft het TTO-onderwijs van SGR zijn kwaliteitskeurmerk verworven. Op basis van de adviezen van de visitatiecommissie heeft de school het beleidsplan Ten Targets TTO ontwikkeld. De uitvoering van dit plan krijgt de komende schooljaren gestalte. De school gaat tevens onderzoeken of het op termijn haalbaar is zich te ontwikkelen van een TTO-juniorschool naar een TTO-school zodat er een doorlopende leerlijn ontstaat van onderbouw naar bovenbouw en de leerlingen zich kunnen blijven ontwikkelen in de Engelse taalbeheersing. Met ingang van schooljaar 2012-2013 wordt versterkt Engels aangeboden in leerjaar 4 met de mogelijkheid om op te gaan voor het Cambridge Advanced Certificate waarmee de leerlingen toegang krijgen tot Engelstalig hoger onderwijs in het buitenland.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
16
3.6
Leerlingenzorg
3.6.1. Passend onderwijs
Met de wet op passend onderwijs wordt met ingang van 1 augustus 2014 de zorgplicht ingevoerd. De zorgplicht houdt in dat de scholen binnen het samenwerkingsverband samen de verantwoordelijkheid krijgen om elk kind een zo goed mogelijke onderwijsplek te bezorgen. De scholen binnen het samenwerkingsverband waarvan SGR deel uit maakt, stellen een schoolondersteuningsprofiel op. SGR heeft dit profiel opgesteld. Het geeft antwoord op de volgende vragen:
passend onderwijs voor alle leerlingen, wat betekent dat voor SGR?
voor welke onderwijsbehoeften heeft SGR een aanpak?
waar liggen de ambities en grenzen als het gaat om onderwijsondersteuning?
Het schoolondersteuningsprofiel wordt in januari 2013 ter instemming aan de MR voorgelegd. Vervolgens wordt een schoolondersteuningsplan opgesteld dat het zorgplan zal gaan vervangen. Met de door het samenwerkingsverband ter beschikking gestelde scholingsgelden wordt een scholingsplan voor het personeel opgesteld. De scholingsgelden zullen deels al in schooljaar 20122013 worden ingezet. 3.6.2. Visie op studiebegeleiding en leerlingbegeleiding SGR stelt zich tot kernactiviteit het realiseren van kwalitatief hoogstaand onderwijs. De inspanningen van de school zijn erop gericht dat de leerlingen zich door het behalen van een passend diploma kwalificeren voor een vervolgopleiding. Om dit doel te realiseren is het een voorwaarde dat de leerlingen zich tijdens hun schoolloopbaan sociaal en emotioneel optimaal ontwikkelen. De diverse vormen van studiebegeleiding en leerlingbegeleiding richten zich daarom op het succesvol doorlopen van het studieprogramma en op het welzijn en welbevinden van de leerlingen. 3.6.3. De mentor De mentor vervult bij de studie- en leerlingbegeleiding een spilfunctie. In de schoolplanperiode zal diens rol met betrekking tot het sturen op resultaten ontwikkeld worden. 3.6.4. Ongeoorloofd verzuim en te laat komen Ongeoorloofd verzuim en te laat komen leiden tot schadelijke gevolgen, zowel voor de leerlingen die ongeoorloofd verzuimen en te laat komen, als voor de schoolorganisatie als geheel. Immers, te laat komen heeft een storend effect op het goede verloop van de lessen en leerlingen die ongeoorloofd verzuimen, lopen het risico van het ontstaan van leerachterstanden wat op zich weer kan leiden tot schooluitval. Daarnaast kunnen leerachterstanden leiden tot slechte schoolprestaties waardoor de rendementen en de opbrengsten van de school als geheel nadelig kunnen worden beïnvloed,
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
17
waardoor de school het risico loopt door de Inspectie aangemerkt te worden als zwakke of zeer zwakke school. De aanpak van ongeoorloofd verzuim en te laat komen is van essentiële betekenis voor de betrokken leerlingen en voor de school.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
18
4 4.1
Personeelsbeleid Visie op personeelsbeleid SGR
SGR verwacht van zijn medewerkers dat zij functioneren in overeenstemming met de identiteit van de organisatie, zoals verwoord in de missie en visie. Kernbegrippen in het personeelsbeleid zijn de ontwikkeling van de eigen professionaliteit in het algemeen en ten behoeve van SGR in het bijzonder en de arbeidssatisfactie. De visie op personeelsbeleid leidt tot de volgende uitgangspunten en kernthema’s:
Het medewerkerprofiel (zie paragraaf 2.3) en het eigen oordeel over het functioneren staan centraal in de gesprekscyclus
De visie op onderwijs geeft richting aan de school. Van medewerkers wordt niet alleen kennis, tijd en inzet gevraagd, maar ook kwaliteit op pedagogisch en didactisch gebied. Medewerkers moeten tot hun recht kunnen komen, zich geaccepteerd en veilig voelen. Elk team streeft naar een open, communicatieve sfeer, waarin iedereen zich gewaardeerd weet en gestimuleerd voelt
In de gesprekscyclus bespreken leidinggevende en medewerker de doelen, resultaten en activiteiten van de medewerker. Doordat deze doelen worden verbonden met de doelen van de school, leveren deze gesprekken een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van het onderwijs
4.2
Gesprekscyclus
Ten behoeve van de functionerings- en beoordelinggesprekken op SGR zijn formats voor de verschillende personeelscategorieën ontwikkeld. De eerste fase van de meerjarige gesprekscyclus zal in het schooljaar 2012-2013 worden uitgevoerd. Dat betekent dat aan het eind van dit schooljaar met elk personeelslid in elk geval één gesprek (het zgn. startgesprek) is gevoerd. SGR ziet de gesprekscyclus als belangrijk middel om te sturen op resultaten. De gesprekscyclus richt zich op het stellen van doelen, het behalen van resultaten en de beoordeling daarvan. Belangrijk daarbij voor het OP is dat de ontwikkeling van de medewerker aansluit bij de onderwijskundige ontwikkeling van de school en dat de afgesproken activiteiten volgens afspraak (tijd en kwaliteit) worden uitgevoerd. Bekwaamheidsdossier De school is wettelijk verplicht van alle docenten een bekwaamheidsdossier aan te leggen. Hierin worden alle verslagen en relevante documenten die betrekking hebben op de gesprekscyclus bewaard. Het bekwaamheidsdossier maakt deel uit van het personeelsdossier. De werknemer heeft recht het dossier in te zien.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
19
4.3
Deskundigheidsbevordering
Scholen zijn professionele organisaties met een modern personeelsbeleid. SGR vormt daar geen uitzondering op. In het personeelsbeleid van SGR is onder meer aandacht voor mobiliteit, taaken functiedifferentiatie en loopbaanontwikkeling. Hierbij hoort een brede definitie van deskundigheidsbevordering, waarin niet alleen plaats is voor traditionele cursussen, maar ook zaken als het bezoeken aan seminars en congressen, collegiale coaching en intervisie. Onder deskundigheidsbevordering op SGR wordt verstaan: alle activiteiten van een medewerker om zijn/ haar kennis, inzicht en vaardigheden die direct verband houden met het uitoefenen van het werk, te verdiepen en te verbreden. In de komende planperiode dient het beleid ten aanzien van deskundigheidsbevordering concreet gestalte te krijgen.
4.4
Functiemix
In 2009 is de school gestart met het vergroten van de functiemix conform de afspraken in de CAO. Er zijn competentieprofielen voor de docentfuncties LB, LC en de LD opgesteld. In deze profielen zijn de bekwaamheden voor de LB-, LC- en LD- functie beschreven. Voor de LB-functie zijn dit de landelijke bekwaamheidseisen. De LC- en de LD- functie hebben de LBbekwaamheidseisen als basis, met daarbij de uitbreiding die past bij de functiebeschrijving van de LC- en de LD- functie. In de afgelopen jaren is het traject met betrekking tot de LB- LC-functies gerealiseerd. In 2013 zal ter afsluiting het LC- en LD-traject worden uitgevoerd. Het college van bestuur zal met de PMR overleggen op welke wijze dit zal geschieden.
4.5
Taak- en formatiebeleid
Het taak- en formatiebeleid van SGR is voor het OP adequaat beschreven. Het vormt de basis van de jaartaakoverzichten in klokuren van de lesgebonden en de niet-lesgebonden taken, met in achtneming van de bepalingen in de CAO en het door SGR vastgestelde taakbeleid. Het door SGR vastgestelde taakbeleid zal in de eerste helft 2013 in samenspraak met de PMR tegen het licht worden gehouden. Het gaat daarbij om evaluatie van de uitvoering en de waardering in klokuren van de taken. Ook zal de systematiek van de jaartaak (onder meer bandbreedte, saldering tekorten en overschotten) onder de loep worden genomen. Tot slot zal worden bezien op welke wijze met kleine en tijdelijke uitbreidingen wordt omgegaan. Voor het OOP zal 2013 in het teken staan van vereenvoudiging van de werktijdenregeling en de verlofaanvraagprocedure.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
20
Voor alle werknemers geldt dat het taak- en formatiebeleid transparant, duidelijk, efficiënt en effectief behoort te zijn. Dat zal de komende periode het uitgangspunt zijn om binnen de sobere kaders tot goed werkgeverschap te komen.
4.6
Personeelszorg
De school besteedt vanzelfsprekend aandacht aan personeelszorg. Dit niet alleen uit overwegingen van goed werkgeverschap, maar ook met oog op de toekomst en ontwikkeling van de medewerkers en hun arbeidssatisfactie en –motivatie. De maatschappij verandert continu. Dat vraagt van SGR een voortdurende aanpassing aan die ontwikkelingen. Medewerkers dienen gestimuleerd en uitgedaagd te worden hun capaciteiten en competenties volledig aan te wenden en te blijven ontwikkelen. Afgestemd op onze visie op onderwijs dient er een wisselwerking te zijn tussen het belang van de organisatie en dat van de medewerker. De gesprekscyclus is een kerninstrument bij een adequate personeelszorg. De personeelszorg is er mede op gericht medewerkers optimaal te laten functioneren en situaties van tijdelijke en langdurige arbeidsongeschiktheid tegen te gaan. Daartoe beoogt SGR altijd een snelle reïntegratie. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim wordt nauwlettend gevolgd. In het kalenderjaar 2011 gaf het ziekteverzuim een percentage te zien van 7,5%. Dit is fors boven het landelijk gemiddelde (5.0-5.5%). In 2012 is het ziekteverzuimpercentage vooralsnog aanzienlijk lager. Op maandbasis zien de gegevens er als volgt uit: 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
totaal
2011
12,3
8,5
9,4
11,9
8,2
7,3
4,7
3,0
5,1
8,0
5,3
8,3
7,5
2012
4,6
5,6
3,9
4,7
3,9
5,2
2,0
1,5
1,5
4,0
4,0
7,9
4,1
SGR beoogt de komende jaren het ziekteverzuim onder het landelijk gemiddeld te houden met behulp van de gesprekscyclus en aanscherping van het beleid.
4.7
Arbeidsvoorwaardenbeleid
Het schoolbeleid met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden zal steeds meer worden afgestemd op de bepalingen van de CAO-VO. Deze CAO is bindend voor alle werknemers in het voortgezet onderwijs en de daarin opgenomen bepalingen zijn één op één van toepassing op de aktes van benoeming in het openbaar onderwijs.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
21
4.8
Arbeidsomstandighedenbeleid
Het Arbo-beleidsplan is gericht op het bewaken en bevorderen van gezondheid, veiligheid en welzijn van personeel. Dit richt zich onder andere op de gebieden van bedrijfshulpverlening, ontruiming, gevaarlijke stoffen, lokalen en werkplekken, machines en gereedschappen en het gebouw (inrichting, onderhoud en schoonmaak) In 2013 dient er een nieuw ARBO-beleidsplan te worden vastgesteld. Ook dient een Risicoinventarisatie en –evaluatie (RIE) te worden uitgevoerd (zie ook 6.3).
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
22
5
Kwaliteitsbeleid
Een organisatie kan alleen goed functioneren met een adequate kwaliteitszorg. Dit geldt uiteraard ook voor SGR. De school onderkent ook de noodzaak daartoe. Kwaliteitszorg krijgt echter pas vorm op basis van een kwaliteitsbeleid. Dit beleid is door SGR op systematische wijze vastgelegd in een kwaliteitsbeleidsplan. In de komende schoolplanperiode zal de school het beschreven beleid ten aanzien van de kwaliteitszorg actualiseren en ten uitvoer brengen.
5.1
Leeropbrengsten
Per rapportperiode worden de leeropbrengsten van SGR geanalyseerd. De afdelingsleiders monitoren de opbrengsten per klas en analyseren de rapportcijfers per periode. Jaarlijks wordt in het voorjaar de opbrengstenkaart van de inspectie geanalyseerd door het managementteam. Bij aanvang van elk schooljaar worden de examenresultaten onder de loep genomen. Beide analyses worden verwerkt in een door het management gezamenlijk opgesteld verbeterplan opbrengsten. Dit plan, dat ook aan de Inspectie wordt verstrekt, bevat schoolbrede en afdelingsgerichte borgings- en verbeteracties.
5.2
Schoolklimaat
In schooljaar 2012-2013 is systematisch aandacht besteed aan de veilige leeromgeving. Ondanks het feit dat leerlingen in de tevredenheidsonderzoeken van de afgelopen jaren structureel het schoolklimaat op SGR hoog waardeerden, vinden het OP en OOP dat de communicatie m.b.t. incidenten, de toepassing en handhaving van de schoolregels de nodige aandacht vereisen. Tijdens algemene personeelsbijeenkomsten en teambijeenkomsten wordt structureel aandacht besteed aan dit onderwerp om aan het eind van schooljaar 2012-2013 de volgende doelen te bereiken: •
Een bijgesteld beleid ter versterking van het pedagogisch-didactisch klimaat
•
Een gezamenlijk standpunt over de effectiviteit van sancties
•
Evaluatie van genomen maatregelen
•
Een nieuw leerlingenstatuut 2013-2015
•
Nieuwe schoolregels
Jaarlijks zullen de opbrengsten in dit kader worden geanalyseerd, waarna borgings- en verbeteracties voor de veilige leeromgeving in een verbeterplan worden vervat.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
23
5.3
Bedrijfsvoering
Onze ondersteunende werkprocessen spelen een cruciale rol ter ondersteuning van het primaire proces. In de komende jaren zal SGR de onderwijsondersteunende processen grondig tegen het licht houden en blijven houden. Een continue controle van input en output blijft noodzakelijk. Basis voor de ondersteuning is de vraag vanuit het onderwijs. Hier ligt een gezamenlijke verantwoordelijkheid van schoolleiding en onderwijspersoneel. Daarvoor is allereerst een adequate en integrale planning- & controlcyclus nodig. In de vorm van maand- en kwartaalrapportages voor bestuur en toezichthouders wordt gemonitord of SGR op schema ligt. Met periodieke bestuursverslagen voor de raad van toezicht wordt per periode verslag gedaan. Ter beoordeling van het gevoerde ondersteunende beleid en de kwaliteit van de uitvoering zullen onder meer de interim-controle en het jaarverslag van de accountant dienen. Voorts introduceert de Inspectie m.i.v. 2013 verscherpt toezicht voor alle scholen als het gaat om de financiën. Tot slot dient de compliance van SGR (het voldoen aan wet- en regelgeving, ook op het gebied van Arbo en milieuzaken) volledig in beeld gebracht te worden. Als dat is gebeurd, kan ook op dit domein monitoring plaats gaan vinden.
5.4
Tevredenheidsmetingen
In oktober 2012 is het rapport De onderwijsbeleving van jongeren in Zuidoost gepubliceerd over de opbrengsten uit het onderzoek naar de onderwijsbeleving van jongeren in Zuidoost. In dit kwalitatieve en kwantitatieve onderzoek is onderzocht hoe de leerlingen van SGR denken over: •
de school
•
de kwaliteit van het onderwijs
•
de omgang tussen leerlingen en docenten
•
de leerlingen onder en over elkaar
•
het pedagogisch klimaat en gevoel van veiligheid
•
de hulp en steun van thuis
• Uit dit onderzoek is gebleken dat de leerlingen heel tevreden zijn over de school, de kwaliteit van het onderwijs en de veiligheid. De leerlingen voelen zich gewaardeerd door de docenten. Aandachtspunten zijn het pesten in de onderbouw en het feit dat een deel van de leerlingen opmerkt dat docenten niet altijd hoge verwachtingen van hen hebben. De meerderheid van de leerlingen voelt zich gesteund door hun ouders bij schoolzaken. Tweejaarlijks wordt een tevredenheidsonderzoek uitgevoerd in het kader van Vensters voor verantwoording. Het eerstvolgende tevredenheidsonderzoek onder leerlingen en docenten zal worden gedaan in 2013 en in juni 2013 worden gepubliceerd in Vensters voor verantwoording.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
24
6
Bedrijfsvoering
6.1
Meer met minder
Onderwijsinstellingen zijn continu aan verandering onderhevig. De komende jaren zullen worden gekenmerkt door maximaal gelijkblijvende bekostiging, waarbij dient te worden opgemerkt dat de kans groot is dat er sprake is van verdere kabinetsbezuinigingen. De (financiële) middelen staan dus onder druk. SGR vormt daarop geen uitzondering. Daarbij zal de komende jaren de exploitatie van SGR in het teken staan van ‘normalisatie’: een sluitende exploitatie. Dat vraagt om verdere besparingen. Om in te spelen op deze en vele andere in- en externe ontwikkelingen spelen ondersteunende werkprocessen een cruciale rol. Een goede interne dienstverlening draagt bij aan een stabiele onderwijsorganisatie. Ook het op orde hebben van de interne processen is voorwaarde om de hierboven genoemde uitdagingen het hoofd te bieden. De organisatie is zich terdege bewust van deze turbulentie. Daarnaast zijn de maatschappij en onze maatschappelijke context aan voortdurende verandering onderhevig. Dat vraagt om continue verbetering van processen, verdere professionalisering en innovatie op alle terreinen. De efficiency zal daardoor verder moeten toenemen.
6.2
Onderwijsondersteunende processen
In de komende jaren zal SGR de onderwijsondersteunende processen grondig tegen het licht houden. In 2012 is daar een begin mee gemaakt en dat heeft tot een aantal aanpassingen in de processen geleid. Voor een efficiënt en adequaat verloop van het onderwijs is een robuuste ondersteuning onontbeerlijk. In de interne dienstverlening gaat SGR nieuwe uitdagingen aan om voor docenten de noodzakelijke voorwaarden te scheppen die de moderne onderwijspraktijk vereist. Er zal altijd een spanning blijven tussen het besteden van middelen voor het primaire proces versus het aanwenden van middelen voor deze dienstverlening. Dit geldt in het bijzonder in tijden van financiële schaarste. Voor de ondersteunende diensten en processen betekent dit voor SGR het duidelijk aangeven wat van de ondersteuning wordt verwacht. Hier ligt een gezamenlijke verantwoordelijkheid van schoolleiding en onderwijspersoneel om tot optimalisering van de interne dienstverlening te komen. De komende periode zal ook de planning- & controlcyclus verder worden aangescherpt. Gegeven de verantwoordelijkheidsverdeling binnen SGR is het college van bestuur eindverantwoordelijk voor het gevoerde beleid en de prestaties van de instelling. Zij legt hiervoor verantwoording en rekenschap af aan de raad van toezicht op basis van de uitgangspunten en doelstellingen zoals geformuleerd in dit schoolplan. De feitelijke beleidsbepaling vindt plaats binnen de schoolleiding, na instemming van de Medezeggenschapsraad. Binnen de afgesproken kaders is het
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
25
de verantwoordelijkheid van de afdelingsleiders om de vastgestelde doelstellingen te realiseren. Deze zullen worden vastgelegd in jaarplannen en centraal staan in het bilateraal overleg. Een zelfde systematiek wordt gehanteerd ten aanzien van de ondersteuning. Ook hier zullen de verwachte prestaties worden vastgelegd in jaarplannen. Voor een professionele en efficiënte interne dienstverlening is een goed overleg tussen alle betrokkenen noodzakelijk. De komende jaren zal de dienstverlening verder worden geprofessionaliseerd. Daarbij zal ook gebruik worden gemaakt van ICT en digitalisering. De ondersteuning op onderwijskundig gebied kent als speerpunt de strategische en didactische inzet van ICT binnen de afdelingen. Met ICT ondersteunt de schoolleiding het directe contact tussen leerling en docent, de flexibilisering van het onderwijs met plaats- en tijdonafhankelijke functionaliteiten (ook voor begeleiding op afstand) en voor een diversiteit in leerstijlen. Digitalisering bedrijfsprocessen SGR zet de verdere efficiency en kwaliteitsverbetering van de bedrijfsprocessen voort door ICT verder door te voeren in de bedrijfsprocessen. Met de overgang naar een nieuw administratiesysteem (AFAS) wordt een volgende stap gezet in efficiëntere bedrijfsprocessen binnen het domein van PZ (o.a. salarisstroken en verlofregistratie).
6.3
ARBO/Veiligheid
De Arbowet is van toepassing op werkgevers en werknemers. Dat geldt dus ook voor SGR. In die wet wordt een groot aantal verplichtingen beschreven van:
• •
de werkgever, m.b.t. de zorg voor de arbeidsomstandigheden de werknemer, m.b.t.het juiste gebruik van arbeids- en persoonlijke beschermingsmiddelen, het direct melden van gevaarlijke situaties etc.
De Arbowet zorgt voor veilige en gezonde werkomstandigheden. Het Arbobeleid in het onderwijs dient te worden vastgelegd in een Arbo-beleidsplan. Daarin dient een aantal zaken te worden beschreven. Dat zijn onder meer: •
Bedrijfshulpverlening (BHV)
•
Ontruiming(splan)
•
Gevaarlijke stoffen
•
Lokalen en werkplekken
•
Machines en gereedschappen
•
Onderhoud gebouw
•
Schoonmaak
In de komende schoolplanperiode moet een nieuw ARBO-beleidsplan worden vastgesteld alsmede dient een Risico-inventarisatie en –evaluatie (RIE). Het huidige Arbo-beleidsplan is in 2005 vastgesteld; dat geldt ook voor de RIE. Beide zullen in het eerste jaar van dit vierjarige plan (2013) opnieuw moeten worden vastgesteld en uitgevoerd.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
26
Tevens zal in dat eerste jaar (2013) worden bezien of het aantal BHV’ers/EHBO’ers moet worden uitgebreid. Tot slot dient het ontruimingsplan te worden bijgesteld en er dient in 2013 een ontruimingsoefening plaats te vinden.
6.4
Huisvesting
Gemeenten hebben zeggenschap over gelden voor onderwijshuisvesting. De verwachting is dat gemeenten in de komende vijf jaar de middelen voor onderhoud van huisvesting volledig onder verantwoording van de scholen brengen. Visie op onderwijs is namelijk essentieel bij verbouw of nieuwbouw van scholen. Die visie is vaak maatwerk per school en de kennis en ervaring op dat gebied is niet altijd voor handen in het gemeentelijk apparaat. Het overnemen van de verantwoordelijkheid voor de gelden voor huisvesting gaat gepaard met risico’s. Over de voorwaarden waaronder dat geschiedt, zal dus nauwgezet dienen te worden onderhandeld, want het overnemen van achterstallig onderhoud is een risico dat SGR niet kan dragen. In 2012 is het meerjarenonderhoudsplan geactualiseerd. Er liggen concrete plannen voor de vervanging van diverse geveldelen. Met de uitvoering daarvan wordt gestart in 2013. De gelden voor deze werkzaamheden komen van DMO. De plannen zullen in elk geval binnen de door DMO beschikbare middelen worden gerealiseerd. Dat betekent dat SGR geen eigen middelen zal inzetten voor deze werkzaamheden. SGR wil de komende jaren het energieverbruik verlagen op basis van de aanbevelingen in het in 2012 uitgevoerde energiebesparingsonderzoek. Voorts staat het blijven voldoen aan vigerende en toekomstige wet- en regelgeving m.b.t. arbo en milieu hoog op de agenda.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
27
7
Financieel beleid
Het formuleren, (doen) uitvoeren en bewaken van het financiële, economische en administratieve beleid op basis van de strategische doelstellingen van SGR zal de komende jaren in het teken staan van een strakke regie met een dito uitvoering. De uitgezette koers en genomen beslissingen dienen centraal te staan in de planning- & controlcyclus om integraal deel uit te maken van een tijdige, juiste en volledige informatievoorziening. Deze informatievoorziening verschaft het college van bestuur en de totale schoolleiding optimale beheers- en bestuursinstrumenten. Door het inzicht in, overzicht van en toezicht op het financieel beleid kan tevens worden nagegaan of de afspraken daadwerkelijk worden gerealiseerd.
7.1
Meerjarenbegroting met sluitende exploitatie
Het resultaat van het saldo van baten en lasten in de afgelopen jaren van SGR vertoonde een fors negatief beeld: 2008
€ -470.000
2009
€ -748.000
2010
€ -691.000
2011
€ -650.000
Dat heeft in april/mei 2012 geleid tot een begroting voor het jaar 2012 met een saldo van baten en lasten van € - 585.000. Dat was een besparing van 10% voor het jaar 2012. Een jaar dat toen al voor 4 à 5 maanden voorbij was en waarin de consequenties van gemaakte keuzes voor het schooljaar 2011-2012 niet meer teniet konden worden gedaan. Met begrote financiële baten ter hoogte van € 160.000 (opbrengsten eigen vermogen) zou 2012 dan op een resultaat uitkomen van € - 425.000. In de loop van 2012 bleek het mogelijk zowel op personeel gebied, als op materieel gebied een inhaalslag te maken, waardoor de verwachting is dat het resultaat ongeveer € 100.000 beter uitkomt dan begroot. Eind 2012 leidt dat dan tot de verwachting van een saldo van baten en lasten van ongeveer € - 475.000 en het exploitatieresultaat van € - 320.000.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
28
In de meerjarenbegroting van SGR, zoals die hierna is opgenomen, is een aantal aannames gedaan voor de komende jaren. Niet alleen in de bedrijfsvoering zal de soberheid centraal staan; dit is ook het geval in die aannames. Dit is vooral vanuit overwegingen gedaan om nieuwe tegenvallers tot een minimum te beperken. De aannames voor de meerjarenbegroting zijn de volgende: •
gelijkblijvend leerlingenaantal van 800 leerlingen; daarbij dient te worden opgemerkt dat een klas extra ongeveer € 150.000 oplevert, maar ook ongeveer € 125.000 kost
• •
gelijkblijvende bekostiging: op het (lagere) niveau van 2013 verlaging van de personeelslasten, ondanks de voorziene kostenstijgingen van € 270.000 in vier jaar
•
verlaging van de materiële lasten, ondanks de inflatie, met € 390.000 in vier jaar
Voorts is in de meerjarenbegroting rekening gehouden met: -
Loonbijstelling: OCW buigt in 2013 56 mln. om door geen loonbijstelling uit te keren
-
Taakstelling Lenteakkoord: -43,7 mln. euro in 2014, -49,9 mln. euro in 2015 en -67,8 mln. euro in 2016
-
verlaging gpl vanwege bezuiniging ‘vereenvoudiging bekostiging’: in 2013 € 50 mln.; vanaf 2014 gaat het om een korting van € 60 mln. structureel
-
vanwege afschaffing van de sinds kort verplichte maatschappelijke stages wordt de lumpsum gekort met een bedrag van € 20,0 mln in 2015 oplopend tot € 75,0 mln. in de jaren daarna
-
vanwege afschaffen van gratis lesmateriaal voor ouders wordt de lumpsum van scholen gekort. Waarschijnlijk zal de volledige € 300 mln (bij benadering) op de materiële bekostiging worden gekort. Eerder was al een efficiencykorting van € 30,0 mln vanaf 2015 opgelegd
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
29
De meerjarenbegroting 2013-2016 ziet er als volgt uit:
7.2
Planning- & Controlcyclus
Het beleid van SGR voor de komende beleidscyclus vraagt om een strakke beheersing van de financiën en een ‘in control’ komen op dat gebied. Voorwaarde nummer één om de beoogde doelstellingen op financieel gebied te realiseren is een lean & mean planning- & controlcylus. De planning- & controlcyclus omvat twee essentiële elementen die nodig zijn voor het (be)sturen, namelijk: •
een helder geformuleerd doel en stappen en voorwaarden om dat doel te bereiken
•
een systematische evaluatie waarna zonodig bijgesteld kan worden
Control heeft dus een element van controleren in zich en van verantwoording afleggen. Het is een instrument, maar geen doel op zich zelf. De planning- & controlcyclus is voor SGR de komende jaren een onmisbaar instrument voor goed en slagvaardig bestuur en zal daarom een belangrijke plaats innemen in onze organisatie. Vanaf 1 oktober 2012 wordt gewerkt met financiële maand- en kwartaalrapportages. De maandrapportages zullen met name op de monitoring van de lasten gericht zijn; deze rapportages zijn bestemd voor het college van bestuur en de volledige schoolleiding. De kwartaalrapportages zullen min of meer de vorm krijgen van de halfjaarcijfers (met een tekstuele toelichting). De kwartaalcijfers zullen ook in de vergadering van de raad van toezicht worden geagendeerd.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
30
7.3
Kostenreductie
De opgave waar SGR voor staat in de periode 2013-1016 kan niet gerealiseerd worden zonder forse kostenbesparingen. In 2012 zijn daarvoor de eerste stappen gezet. Het exploitatieresultaat zal in 2012 naar verwachting ruim € 100.000 beter zijn dan begroot. Dit vindt zijn oorzaken in minder personeel (door natuurlijk verloop), in meer clustering in bovenbouw havo/vwo en in optimalisering van de klassengrootte. Op 31 december 2011 had SGR 80.08 fte. Op 30 september 2012 waren dat er nog maar 77.57. Verder is er in 2012 een eerste stap gezet in een kostenbesparing op materieel gebied. In 2013 zal het kostenbesparingsprogramma verder worden voortgezet. Voor de jaren daarna vertoont de meerjarenbegroting een verdere verlaging van de personeelslasten met € 264.500. Voorts laat diezelfde meerjarenbegroting een verder verlaging van de materiële lasten zien van € 177.000. Daarbij dient opgemerkt te worden dat bij SGR de personeelslasten ongeveer 75% van totale lasten bedragen. Deze kostenbesparingen zijn netto besparingen. Dat wil zeggen dat de verdere kostenstijging van het personeel en de inflatie bij materiële kosten zijn ingecalculeerd: die dienen dus, naast de besparingen, ook te worden ingelopen. Uiteraard dient daarbij in ogenschouw te worden genomen op welke wijze de bekostiging zich ontwikkelt.
7.4
Vermogenspositie
De Commissie Vermogenspositie Onderwijsinstellingen (CVO), ook wel genoemd Commissie Don naar haar voorzitter, ingesteld door de ministeries van OCW en Financiën, heeft onderzoek gedaan naar de financieringsstructuur van de onderwijsinstellingen in Nederland. De commissie heeft nieuwe signaleringsgrenzen gesteld met betrekking tot de vermogenspositie van scholen en aanbevelingen gedaan ter verbetering van het financieel beheer. Eén van de conclusies van de commissie was dat een aantal scholen een te hoge financiële buffer aanhoudt voor het opvangen van risico’s. De minister van OCW heeft bij de aanbieding van het rapport de Tweede Kamer toegezegd de Inspectie van het Onderwijs onderzoek te laten doen naar de financiële positie van scholen. Het onderzoek moest gericht zijn op scholen die beschikken over middelen die nog niet zijn ingezet ten behoeve van het onderwijsleerproces. SGR is ook in dit onderzoek betrokken. In november 2011 is een rapport van de Inspectie van het onderwijs verschenen over de financiële positie van SGR. In de conclusie schrijft de Inspectie het volgende: “Bij het onderzoek is een analyse gemaakt van de financiële positie ultimo 2009. De inspectie heeft en aantal specifieke factoren, die van invloed zijn op de feitelijke hoogte van de financiële buffer van de Openbare Stichting SGM Reigersbos aan de hand van de jaarrekening 2009 geïnventariseerd… Uit de analyse volgt dat de financiële buffer na de hiervoor vermelde correcties eind 2009 € 3.650.280 bedroeg; 53,65% van
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
31
de totale baten, inclusief rentebaten. De signaleringswaarde van de Commissie Vermogenspositie Onderwijsinstellingen (CVO) voor de financiële buffer is 9,29%. Het bestuur heeft de analyse van de financiële positie ultimo 2009, op verzoek van de inspectie, aangevuld met informatie van belang voor het (verwacht) verloop van de financiële buffer na 31 december 2009. Hierbij ging het om onder andere investeringen (verricht en/of voorzien), exploitatieresultaten (over 2010 en toekomstige jaren) en (toekomstige)onttrekkingen aan voorzieningen. Op grond van de aanvullende informatie van het bestuur maakte de inspectie een herberekening. Rekening houden met de verwachtingen van het bestuur bedraagt de toekomstige financiële buffer (omstreeks) eind 2013 circa € 2.9 mln; circa 43% van de totale baten, inclusief rentebaten. Hierdoor overschrijdt de financiële bufferde signaleringswaarde van de CVO van 9,29% nog steeds. Er is zodoende sprake van een teveel aan middelen die nog niet zijn ingezet in het onderwijsproces. De vertegenwoordigers van het bestuur hebben de inspectie in het gesprek van 8 september 2011, toegezegd een nieuwe meerjarenbegroting op te gaan stellen, waarin deze initiatieven en kwaliteitsimpulsen, maar ook andere beleidsbeslissingen zijn verwerkt. Deze zal het bestuur vóór 1 juli 2012 aan de inspectie zenden”. In het voorjaar van 2012 is uitstel aangevraagd om deze meerjarenbegroting, zoals hiervoor reeds vermeld, uiterlijk 1 januari 2013 gereed te hebben. Deze is opgenomen in dit document. In feite vermindert het eigen vermogen van SGR al sinds 2008. In het kalenderjaar 2008 kreeg de school voor het eerst te maken met een tekort op de exploitatie. Dit tekort werd veroorzaakt door een mismatch tussen baten en lasten. Het tekort op de exploitatie werd verevend vanuit de reserve. Het beleid van SGR is er nu op gericht om het saldo van baten en lasten in balans te brengen. Vanuit de bekostiging van OCW dient SGR in de exploitatie jaarlijks kostendekkend te draaien. Dat vereist een duurzame bedrijfsvoering. Voorwaarden voor een duurzame bedrijfsvoering zijn een strakke planning- & controlcylus, kostenbewustzijn en efficiency. In deze schoolplanperiode van 2013 tot en met 2016 wordt dit beleid strikt ingevoerd en gehandhaafd. Op basis van de meerjarenbegroting zullen de reserves (publiek en privaat) zich als volgt ontwikkelen.
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 4.836.239 4.342.598 4.021.972 3.730.856 3.602.740 3.602.124 3.737.008 SGR beoogd in 2016 een totaal aan reserves te hebben van ongeveer € 3.000.000. Dit vermogen dient als weerstandsvermogen. Dit vormt een buffer voor risico’s die SGR in de toekomst kan lopen. In een separaat document wordt de onderbouwing hiervan in beeld gebracht. Dit document zal ook aan de Inspectie worden toegezonden. SGR staat op het standpunt dat de genoemde signaleringswaarde in het algemeen voor een eenpitter absoluut te laag is; daarnaast vormen de positionering en het leerlingenaantal van SGR in het bijzonder twee redenen een hoger weerstandsvermogen aan te houden.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
32
In de komende jaren zal extra budget vanuit de reserves, ongeveer € 750.000 worden ingezet ten behoeve van de innovatie van het vmbo, zoals hiervoor is geschetst in hoofdstuk 3.
7.5
Treasurybeleid
In het SGR-treasurystatuut, dat in de periode eind 2012/begin 2013 wordt opgesteld, wordt beschreven welke treasurytaken en -verantwoordelijkheden van toepassing zijn voor SGR. Tevens worden de beleidskaders vastgelegd voor degenen die bij deze taken en verantwoordelijkheden betrokken zijn. In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico’s en financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd. Treasury heeft bij SGR primair als doel het beheren van financiële risico’s en secundair het reduceren van financieringskosten. De primaire doelstelling van SGR is het bieden van kwalitatief hoogwaardig voortgezet onderwijs. Als gevolg hiervan is het financieren en beleggen ondergeschikt en dienend aan de primaire doelstelling. De algehele doelstelling voor de treasuryfunctie bij SGR is dat deze de financiële continuïteit van de organisatie waarborgt. Dit wordt in de volgende doelstellingen en voorwaarden gesplitst: • • • • •
Liquiditeit op korte en lange termijn Lage financieringskosten Liquideerbare en risicomijdende beleggingen Kosteneffectief betalingsverkeer Inzet rente-instrumenten
Het treasurybeleid van SGR vindt plaats binnen de kaders van de OCW-regeling van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16 september 2009, kenmerk FEZ/CC2009/150185: ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’. Hierin zijn regels opgenomen over het beleggen en belenen van publieke middelen. Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten van alle benodigde respectievelijk overtollige middelen wordt gehandeld overeenkomstig de in deze regeling gestelde verplichtingen. Jaarlijks wordt in het jaarverslag verantwoording afgelegd over het treasurybeleid.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
33
8 8.1
Communicatie PR en marketing
SGR zal ook in de komende jaren krachtig blijven inzetten op de werving. Het leerlingenaantal is van cruciaal belang om het onderwijs op peil te houden en de continuïteit te waarborgen. Van essentieel belang daarbij zijn het continueren en benutten van de Masterclass SGR, het verduurzamen van de persoonlijke contacten met de basisscholen en het bewerkstelligen van natuurlijke binding van de kopklasleerlingen aan de school. Voorts zijn de Groep8 Introductiedag en Open dag belangrijke evenementen in de werving. In de komende planperiode zal een PR-plan voor de werving worden opgesteld (2013). SGR uit zich op een tweetal wijzen naar buiten. Met de SGR-uitingen voor het volledige aanbod en met Exellius-uitingen als het gaat om het vwo-aanbod.
8.2
Ouderbetrokkenheid
SGR hecht veel waarde aan een goed contact met de ouders van haar leerlingen omdat dit contact veelal voorwaarde is voor een succesvolle schoolcarrière. Naast voorlichtingsavonden organiseert de school avonden waarop ouders samen met hun kind het rapport bespreken met de mentor. De voorlichtingsavonden zijn met name in leerjaar 1 goed bezocht. Vanaf leerjaar 2 is de opkomst van ouders op de voorlichtingsavonden wisselend. De nieuwe vwo-opleiding Exellius heeft een klankbordgroep van ouders opgericht die 6-wekelijks bijeenkomt. De ouderopkomst bij de periodieke projectpresentaties door leerlingen is groot. Uit het onderzoek naar de onderwijsbeleving van jongeren in Zuidoost blijkt dat de leerlingen van SGR heel erg tevreden zijn over de betrokkenheid van hun ouders bij school. Gezien het grote belang van ouderbetrokkenheid en de soms geringe interesse voor voorlichtingsavonden in hogere leerjaren, zal onderzocht worden op welke wijze SGR de ouders het beste kan betrekken.
8.3
Netwerken
SGR opereert in diverse netwerken. SGR is lid van de VO-raad, de brancheorganisatie voor het voortgezet onderwijs. In de toekomst streeft SGR ernaar een actievere rol te gaan spelen binnen de VO-raad. Voorts is SGR actief binnen het netwerk van WON-scholen (WetenschapsOriëntatie Nederland) en het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in de regio (zie 3.6.1.).
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
34
SGR onderhoudt diverse contacten met de gemeente Amsterdam. De dienst DMO is daarbij een belangrijke actor. De gemeente is juridisch eigenaar van het gebouw en verstrekt diverse subsidies. Ook met de bestuurders van de stad en het stadsdeel worden goede contacten onderhouden. In 2013 zal burgemeester Van der Laan SGR bezoeken. Binnen de gemeente is SGR actief binnen het OSVO (vereniging van vertegenwoordigers van alle schoolbesturen in het Amsterdamse voorgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs) en binnen het stadsdeel in het VO-overleg met Open Schoolgemeenschap Bijlmer, het Bindelmeer College en Praktijkschool De Dreef. Ook binnen het stadsdeel acteert SGR binnen het LOZO (Lokaal Onderwijs Zuidoost). Met de besturen van de basisscholen is regelmatig contact over de verbinding tussen basis- en voortgezet onderwijs. SGR onderhoudt onder meer intensieve contacten met het AMC, ING en JINC ten behoeve van stages, gastlessen en trainingen. Tot slot onderhoudt SGR een goede relatie met de samenwerkingpartners van Exellius: Universiteit van Amsterdam, het AUC (Amsterdam University College), het al genoemde AMC en het Amsterdams Lyceum.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
35
9
Risicomanagement
In dit meerjarenplan heeft het college van bestuur op basis van een generiek onderwijs risicoregister van 24 risico’s de vier belangrijkste risico’s benoemd die SGR kunnen belemmeren de beoogde doelstellingen te realiseren. Risicomanagement sluit prima aan op de bredere professionalisering van de organisatie en bedrijfsvoering, zoals de ontwikkeling van een meerjarenperspectief dat de consequenties van ongewijzigd en nieuw beleid zichtbaar maken. Risicomanagement in het ondewijs is een fenomeen dat voortkomt uit de ontwikkeling van meer autonomie in het onderwijs. De toenemende beleidsvrijheid brengt namelijk ook een grotere verantwoordelijkheid met zich mee. Door de groeiende dynamiek en complexiteit ontstaan er niet alleen kansen, maar ook risico’s. Dat vraagt om enerzijds een goede sturing en beheersing, maar anderzijds ook om adequaat intern toezicht en transparante verantwoording, zowel verticaal, als horizontaal. Bij risicomanagement staan het gestructureerd beoordelen, beheersen en bewaken van risico’s die het behalen van geformuleerde doelstellingen kunnen bedreigen centraal. Er zijn vele soorten risico’s. Een risico kan worden gedefinieerd als: de dreiging dat (en dus niet het gevolg van) een actie, gebeurtenis of omstandigheid een negatief effect zal hebben op het ‘vermogen’ van een organisatie om de haar gestelde doelstellingen te realiseren. Dit zijn dus niet alleen financiële, maar ook en vooral strategische risico’s. Niet alle risico’s zijn echter even relevant. Het gaat er om die risico’s te identificeren die het behalen van de door SGR geformuleerde doelstellingen kunnen bedreigen. We spreken van risicomanagement wanneer het managen van risico’s op basis van organisatiedoelstellingen wordt geïntegreerd in en gecoördineerd over de gehele organisatie. Daarbij wordt uitdrukkelijk rekening gehouden met de onderlinge relaties en afhankelijkheden van de risico’s en beheersmaatregelen. Integraal risicomanagement betekent ook dat de planning- en controlcyclus wordt aangepast, dat er sprake is van: •
het beoordelen (identificeren en analyseren)
•
het beheersen (elimineren, reduceren of accepteren)
•
het bewaken (monitoren en rapporteren) van risico’s die het behalen van organisatiedoelstellingen in de weg kunnen staan
Risicomanagement dient door de gehele organisatie op alle niveaus beleefd en beleden te worden. Jaarplannen en projectplannen kennen daarmee altijd een risicoparagraaf. Deze interne vertaalslag is onmisbaar om tot een volgende fase te komen bij de verdere implementatie van risicomanagement binnen SGR. Het college van bestuur heeft vier risico’s centraal gesteld. Die vier risico’s zijn: 1. 2. 3. 4.
Aanpassingsvermogen Concurrentie Financiële positie Onderwijsinnovatie
Ad 1.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
36
Het risico dat medewerkers niet in staat zijn om verbeteringen met betrekking tot gedrag, processen en procedures te implementeren (interne participatie) in een zodanig tempo en op zodanige wijze dat de gewenste cultuur- en organisatieveranderingen worden gerealiseerd Ad 2. Het risico dat acties van concurrenten in de onderwijsmarkt de concurrentiepositie benadelen Ad 3. Het risico dat de liquiditeit en solvabiliteit zich zodanig ontwikkelen dat de liquiditeitspositie in gevaar komt Ad 4. Het risico dat ondoeltreffende onderwijsinnovatie de bekwaamheid van SGR om aan de behoeften en verwachtingen van leerlingen, ouders, vervolgonderwijs en beroepenveld op de langere termijn te voldoen, in gevaar brengt Voor deze risico’s heeft het college van bestuur risicokaarten samengesteld die aangeven wat het risico voor SGR concreet inhoudt. Voorts welke huidige beheersmaatregelen er binnen SGR zijn en welke aanvullende maatregelen zouden kunnen worden aangewend. Tot slot is aangegeven welke meetindicatoren er zijn om de effectiviteit van de beheersing van deze categorie risico’s te bepalen.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
37
10 10.1
Verantwoording Medezeggenschap
SGR acteert binnen de wet- en regelgeving van het ministerie van OCW. Door de decentralisatie van het afgelopen decennium hebben schoolbesturen de vrijheid gekregen decentraal onderdelen van het beleid zelf in te richten. Voor een groot deel worden de spelregels weliswaar bepaald door de CAO, maar er blijft daarnaast beperkte beleidsvrijheid over. Bij de invulling en uitvoering van die beleidsvrijheid overlegt het college van bestuur met de medezeggenschapsraad binnen de kaders van de WMS (Wet medezeggenschap op Scholen). Daarbij heeft de medezeggenschapsraad advies- of instemmingsrecht. Los van de specifieke bevoegdheid van de medezeggenschapsraad hanteert SGR de stelregel dat overleg altijd een goede vorm is van samenwerking tussen bevoegd gezag en medezeggenschapsraad. Met begrip en respect voor elkaars positie en verantwoordelijkheid kan in de beleidsvormende fase tot een gezamenlijke visie worden gekomen. Het college van bestuur acht het voor het optimaal functioneren van medezeggenschap van belang dat er een optimale mate van transparantie is en dat de medezeggenschapsraad tijdig en volledig wordt geïnformeerd. Op die wijze kan voor de komende jaren een constructieve samenwerking tot stand komen bij de beoogde doelstellingen van SGR.
10.2
Raad van toezicht
In 2011 is er een scheiding aangebracht binnen SGR tussen bestuur en toezicht volgens de Wet goed onderwijs, goed bestuur die in 2010 is ingevoerd. Na een periode van twee jaar is een professionele positief-kritische samenwerking tussen raad van toezicht en college van bestuur ontstaan. Het bestuursreglement is opgesteld, begin 2013 volgt er een toezicht-/toetsingskader en de informatievoorziening is adequaat ingericht. De raad van toezicht heeft de volgende rollen: 1.
bewaker van het normatieve kader: daarbij gaat het met name om de kwaliteit van het onderwijs
2.
werkgever van het college van bestuur
3.
adviseur en klankbord voor het college van bestuur
10.3
Horizontale verantwoording
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
38
De school participeert in het project Vensters voor Verantwoording. Aan de hand van dit project laat SGR zien hoe gepresteerd wordt op de twintig belangrijkste graadmeters van het onderwijs. Deze gevalideerde indicatoren vormen de eenduidige basis waarmee scholen hun horizontale verantwoording (zoals aan ouders/verzorgers, basisscholen, subsidieverstrekkers, bedrijfsleven) kunnen inrichten en zich kunnen vergelijken met andere scholen (benchmarking). De indicatoren zijn gegroepeerd over vijf domeinen waarin elke indicator als venster zichtbaar is. In de content van de helft van de indicatoren (centrale indicatoren) wordt voorzien door de inspectie en het ministerie. In de content van de andere indicatoren (decentrale indicatoren) voorziet de school zelf. De domeinen zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
Algemeen Resultaten Onderwijsbeleid Kwaliteit Bedrijfsvoering
De indicatoren zijn: 1. Aantal leerlingen 2. Slaagpercentage 3. Gemiddeld examencijfer 4. Doorstroom en Uitstroom 5. Tussentijdse uitstroom 6. Schoolplan 7. Structurele samenwerkingsverbanden 8. Kenmerken leerlingen 9. Profiel- en sectorkeuze 10. Zorgplan 11. Tevredenheid leerlingen 12. Tevredenheid ouders 13. Relatie toenemend en afnemend onderwijs 14. Resultaten externe evaluaties 15. Schoolklimaat en veiligheid 16. Marktaandeel en voedingsgebied 17. Onderwijstijd 18a en 18b. Personeel en ziekteverzuim 18c. Scholingsuitgaven 19a. Financiën 19b. Schoolkostenmonitor 20. Verhouding leerlingaantal – personeel Om de belanghebbenden zo volledig mogelijk te informeren wordt daarnaast op de website van SGR ook jaarlijks het jaarverslag en jaarplan gepubliceerd. Met ingang van 2014 gaat SGR ook tweejaarlijks bijeenkomsten organiseren waar de schoolleiding in dialoog gaat met de belanghebbenden over de doelstellingen en de bereikte resultaten.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
39
10.4
Inspectie
SGR heeft een basisarrangement voor de afdelingen: havo, vmbo-tl en vmbo-k. Omdat de vwoafdeling als zwak is beoordeeld, heeft de school voor deze afdeling specifiek een aangepast arrangement. Tijdens het inspectiebezoek in november 2012 heeft de inspecteur een positief oordeel gegeven over het verbeterplan opbrengsten waarin schoolbreed en per afdeling verbeteracties staan beschreven. Ondanks het feit dat de afgelopen drie schooljaren sprake is van verbetering, is nog niet definitief vast te stellen of de vwo-afdeling dit schooljaar afkomt van het predicaat zwak. Dit hangt af van de beoordeling van het gemiddeld CE-cijfer van SGR t.o.v. het landelijk gemiddeld CE-cijfer. Alhoewel de cijfers hiervan bekend zijn, duurt het toch nog enige tijd voordat de inspectie met een eindoordeel komt. In maart 2013 krijgen wij definitief te horen hoe het eindoordeel luidt. In 2013 start de inspectie met een nieuw, meer geïntegreerd toezichtskader. Dat wordt gekenmerkt door meer maatwerk, meer diepgang en ook strenger financieel toezicht. We hopen zowel inhoudelijk als qua toezicht zo snel mogelijk onder dit nieuwe toezichtsregime te komen. Indien het vwo nog als ‘zwak’ wordt gekenmerkt, dan blijft het huidige toezichtsregime nog van kracht.
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
40
BIJLAGE 1 Overzicht Meerjarenbeleidsplan
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
41
BIJLAGE 2 Overzicht Meerjarenbegroting
Schoolplan 2013 – 2016 SGR / december 2012
42