Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Helicon VMBO Groen Nijmegen: 1
Korte beschrijving van de locatie In de regio Nijmegen is Helicon VMBO Groen de enige categorale school voor VMBO Groen. Op de school zitten ongeveer 480 leerlingen van verschillende afkomsten en met verschillende geloofsovertuigingen. Helicon VMBO Groen stelt als belangrijke voorwaarde dat leerlingen en ouder(s)/verzorger(s) zich respectvol en positief betrokken opstellen naar de school, de werknemers en alle andere partijen die met de school verbonden zijn. Binnen Helicon VMBO Nijmegen bieden wij de volgende leerwegen aan: - Basisberoepsgerichte leerweg - Kaderberoepsgerichte leerweg - Gemengde leerweg + - T programma Er wordt gewerkt in homogene groepen. Voor de leerlingen die moeite hebben met leren is er extra zorg en ondersteuning in de vorm van Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO). Wij streven er naar om zo goed mogelijk af te stemmen op de individuele behoeftes van de leerlingen. Daarom is plaatsing in een LWOO-klas ook mogelijk zonder LWOO-beschikking en andersom. Na e het 2 leerjaar volgt er een definitieve niveaubepaling. Binnen de basisberoepsgerichte leerweg is er in de bovenbouw de mogelijkheid om te kiezen voor het LeerWerkTraject. Voor uitgebreide informatie zie: www.vmbogroennijmegen.nl
2
Visie op ondersteuning Helicon VMBO Groen Nijmegen streeft naar een pedagogisch klimaat waarin leerlingen hun talenten optimaal kunnen ontwikkelen om een diploma te behalen. Om dat te kunnen realiseren is het van belang om de ondersteuningsbehoeftes van iedere leerling zo goed mogelijk in kaart te brengen. Een goede samenwerking tussen de leerling, school, ouders en in sommige gevallen hulpverlening vinden wij daarbij van essentieel belang. In samenspraak wordt bekeken welke aanpakgerichte ondersteuning wenselijk en haalbaar is. Daarbij wordt een balans gezocht tussen overdracht van kennis, vaardigheden en attitudes enerzijds en de behoeften en mogelijkheden van de leerlingen anderzijds. De ondersteuning vindt zoveel mogelijk plaats in de klas, omdat het primaire onderwijsproces centraal staat. Soms het wenselijk om de ondersteuning buiten de klas te laten plaatsvinden.
3 3.1
3.2
e
Basisondersteuning (1 lijn) Vakdocent, mentor en onderwijsteam De vakdocenten en medewerkers scheppen een pedagogisch klimaat waarin leerlingen optimaal kunnen leren. Op didactisch gebied draagt de docent er zorg voor dat leerlingen bereikt worden en de leerstof tot zich kunnen nemen. De mentor is de spil in de begeleiding en onderhoudt de contacten met ouders en verzorgers. Hij draagt zorg voor het groepsproces en een goede onderlinge sfeer. Daarnaast heeft hij oog voor het functioneren van de individuele leerling. Bij leermoeilijkheden en sociaal-emotionele problemen die passen in de normale ontwikkeling van leerlingen speelt de mentor een belangrijke rol. De school is onderverdeeld in een onderbouw-team (leerjaar 1 en 2) en een bovenbouw-team (leerjaar 3 en 4). Beide teams bestaan uit mentoren, vakdocenten, een leerjaarcoördinator (per leerjaar) en een teamleider. e
De organisatie van de 1 lijnondersteuning: Drie tot vijf keer per jaar bespreekt de mentor de vorderingen van zijn leerlingen met het team. Daarnaast heeft ieder leerjaar zijn eigen leerjaarcoördinator (LJC). De LJC biedt ondersteuning
SOP Helicon VMBO Groen Nijmegen, versie juni 2014
Pagina 1 van 7
aan de mentoren bij de begeleiding van leerlingen en de klas. Er vinden, vaak voorafgaand aan de leerlingenbespreking, consultatieve gesprekken plaats tussen de mentoren en LJC’s. Daarnaast organiseert en leidt de LJC de leerlingenbesprekingen en heeft hij nauw contact met de teamleider. Tevens is hij een dag van de week verantwoordelijk voor de opvang van leerlingen. De mentor verzorgt de wekelijkse mentoruren waarin hij aandacht besteed aan groepsvorming, sociaal-emotionele ontwikkeling, studievaardigheden en toekomstperspectief. Naast de klassikale mentorlessen heeft de mentor individuele gesprekken met zijn leerlingen. De mentor houdt tussentijds alle betrokkenen op de hoogte van de voortgang en heeft contact met ouders. Vakdocenten nemen contact op met de mentor indien daar aanleiding voor is. De mentor en de LJC zijn verantwoordelijk voor de verslaglegging in het leerlingvolgsysteem. Hoe wij de leerling systematisch volgen: - De didactische prestaties van de leerlingen worden systematisch gevolgd via leerstofgebonden toetsen en rapportcijfers. Drie keer per jaar krijgen leerlingen een rapport. - De werkhouding en het gedrag van leerlingen wordt systematisch gevolgd middels het digitale leerlingvolgsysteem. Daarnaast wordt er per rapportperiode een werkhoudingformulier (onderbouw) of examenhoudingformulier (bovenbouw) ingevuld door de docenten. Deze werkhouding of examenhouding wordt toegevoegd aan het rapport. - In de onderbouw worden de didactische prestaties van de leerlingen tevens systematisch gevolgd middels niet leerstof-gebonden toetsen van Cito. De mentor bekijkt of deze resultaten aansluiten bij de rapportcijfers van de leerling. De uitslagen op de Cito worden mede gebruikt om een leerling in te delen voor een steunkeuzeuur. De mentor bekijkt in samenspraak met de leerling, ouders en vakdocenten op welk gebied de leerling ondersteuning nodig heeft en schrijft de leerling op basis daarvan in voor een steunkeuzeuur. De steunkeuzeuren zijn vast in het lesrooster opgenomen en kunnen betrekking hebben op het verbeteren van een schoolvak, leervaardigheden of sociaal emotionele vaardigheden. In de bovenbouw zijn er inloopuren, vergelijkbaar met steunkezeuren in de onderbouw. De selectie wordt gedaan op de behaalde resultaten. Voorwaarde voor deelname is een voldoende examenhouding. - In het eerste leerjaar wordt de leerling gescreend op ernstige lees- en spellingsproblemen. Vervolgens wordt er een advies gegeven en wordt er wel of geen extra begeleiding opgestart e door onze Remedial Teacher (zie basisondersteuning 2 lijn). - Welbevinden, betrokkenheid en motivatie worden gevolgd via afname van de SAQI-vragenlijst in leerjaar 1. Indien wenselijk wordt deze vragenlijst in leerjaar 2, 3 of 4 nogmaals afgenomen. - De mentor evalueert elke rapportperiode met ouders en de leerling in de vorm van een 10minuten gesprek. Als het niet goed gaat wordt samen gekeken welke vervolgstappen nodig zijn. Deze stappen worden besproken met de LJC en vastgelegd in een handelingsplan of herstelplan. - In april wordt tijdens de leerlingenbespreking van leerjaar 2, op basis van de rapportcijfers, Cito-toets uitslagen en adviezen van AVO- en praktijkdocenten, de leerweg voor de leerling zorgvuldig bepaald. Het gegeven advies is bindend. Loopbaanoriëntatie (LOB): - Binnen Helicon VMBO Groen is veel aandacht voor beroepsgerichte vakken. In het eerste leerjaar is het domein Mens& Beroep een voorbereiding op het Groene Leertraject. In het tweede leerjaar maken leerlingen vervolgens kennis met de vier sectoren binnen het VMBO: Techniek, Zorg en Welzijn, Economie en Groen. Leerlingen in de onderbouw (leerjaar 1 en 2) volgen wekelijks PSO-vakken (praktische sectororiëntatie), waarbij zij zich oriënteren op de verschillende praktijkvakken. - De mentoren en docenten zorgen er voor dat leerlingen vanaf het eerste leerjaar vaardigheden en competenties aanleren die nodig zijn om bewust en gefundeerd te kunnen kiezen. De mentor zorgt er voor dat de leerlingen actief kennis kunnen maken met e vervolgopleidingen en beroepen. In het 4 leerjaar krijgt de leerling naast de mentor ook een
SOP Helicon VMBO Groen Nijmegen, versie juni 2014
Pagina 2 van 7
LOB-coach toegewezen (dit kan ook de mentor zelf zijn). De LOB-coach en/ of decaan voeren gesprekken met de leerling t.a.v. zijn of haar loopbaanperspectief. Protocollen - Protocol schoolverzuim en verlofregeling (regionaal) - Protocol dyslexie (vestiging specifiek) - Schoolveiligheidsplan (Helicon Opleidingen) - Protocol medische handelingen (leerling specifiek) - Lesverwijderingsprocedure (vestiging specifiek) - Protocol meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld (Helicon Opleidingen) - Protocol bij overlijden en rouwverwerking (Helicon Opleidingen) Protocollen in ontwikkeling - Pestprotocol (vestiging specifiek). Gereed: najaar 2014 e
4
Basisondersteuning (2 lijn): Als er wat is met een kind
4.1
Gespecialiseerde medewerkers: - Zorgcoördinator. De zorgcoördinator coördineert de leerlingenzorg en is verantwoordelijk voor het totale zorgbeleid van de school. Hij houdt zicht bezig met de intake van nieuwe leerlingen, verwijzing van leerlingen en ondersteunt leerjaarcoördinatoren, mentoren, docenten en ouders van leerlingen die specifieke ondersteuning nodig hebben. Daarnaast is hij voorzitter van het Interne Zorg Team (ZIT) en Zorg Advies Team (ZAT). Hij onderhoudt tevens de contacten met andere scholen, het samenwerkingsverband, de gemeente (leerplicht) en de GDD (schoolarts en schoolverpleegkundige), etc. Daarnaast is de zorgcoördinator actief betrokken bij beleidsontwikkeling binnen de school en heeft een adviserende rol richting de schoolleiding. - Orthopedagoog. De werkzaamheden van de orthopedagoog liggen op 3 terreinen; preventie& ondersteuning, diagnostiek& behandeling en beleid. De orthopedagoog draagt actief bij aan de professionalisering van het team en ondersteunt hen bij pogingen om het onderwijs aan te laten sluiten bij de specifieke behoeften en mogelijkheden van alle leerlingen. Loopt een leerling vast, dan kan de orthopedagoog nagaan hoe dat komt. Zij zoekt samen met de leerling, docent en ouders uit wat er aan de hand is waardoor het op school niet zo goed gaat. Vervolgens wordt bekeken wat het kind aan ondersteuning nodig heeft om goed te kunnen functioneren en zijn talenten te kunnen benutten. De orthopedagoog doet diagnostiek en bespreekt met de leerling, docent en ouders wat hij of zij nodig heeft om goed te kunnen functioneren in déze klas en bij déze docent. Dat probeert zij in samenwerking met anderen te realiseren. Daarnaast is de orthopedagoog lid van de aannamecommissie, actief betrokken bij beleidsontwikkelingen binnen de school en heeft een adviserende rol richting de schoolleiding. - Remedial Teacher (RT). De Remedial Teacher begeleidt leerlingen met leerproblemen of ontwikkelingsproblemen (bijv. dyslexie, dyscalculie, NLD). Indien de leerling vast dreigt te lopen e en de ondersteuning vanuit de 1 lijn blijkt onvoldoende toereikend te zijn, dan kan de mentor de leerling in samenspraak met ouders en de leerling aanmelden bij de Remedial Teacher. Zij besluit in samenspraak met de zorgcoördinator op welke wijze de ondersteuning geboden kan gaan worden. - Schoolmaatschappelijk werker. De werkzaamheden van de schoolmaatschappelijk werker liggen op 3 terreinen: hulpverlening aan leerling en ouders, schoolondersteuning en toeleiding naar speciale en geïndiceerde zorg. Wanneer een leerling problemen heeft die het leren op school negatief beïnvloeden kan hij een afspraak maken met schoolmaatschappelijk werk. Samen wordt gezocht naar een oplossing, waarbij vertrouwelijkheid vanzelfsprekend is. - Trainers voor sociale vaardigheden en faalangstreductie. Gespecialiseerde docenten verzorgen deze trainingen in samenwerking met de orthopedagoog. - Leerlingondersteuners. De leerlingondersteuner ondersteunt leerlingen met ontwikkelingsproblemen of gedragsproblemen. Binnen onze school zijn leerlingondersteuners
SOP Helicon VMBO Groen Nijmegen, versie juni 2014
Pagina 3 van 7
werkzaam met diverse expertise gebieden. Indien de leerling vast dreigt te lopen en de e ondersteuning vanuit de 1 lijn blijkt onvoldoende toereikend te zijn, dan kan de mentor de leerling in samenspraak met ouders en de leerling aanmelden bij het interne zorgteam. Zij besluiten op welke wijze de ondersteuning geboden kan gaan worden door de leerlingondersteuner. Samen met ouders, de leerling en de mentor wordt afgestemde ondersteuning georganiseerd. Het streven is om de leerling zoveel mogelijk te ondersteunen binnen de klas. Vaardigheden die individueel worden ingeoefend, worden vervolgens toegepast in praktijksituaties binnen de school.
4.2
Welke ondersteuning kan de locatie aanbieden? - Ondersteuning door een van onze gespecialiseerde medewerkers. Deze ondersteuning wordt op adaptieve wijze ingezet en verschillende vormen zijn mogelijk; gesprekken met de leerling/ ouders/ docent(en)/ externen, begeleiding van de leerling in de klas/ school, coaching van de mentor/ docenten in de klas etc. - Leerlingen met dyslexie/ dyscalculie: we bieden de leerling met een dyslexie- of dyscalculieverklaring extra ondersteuning om te zorgen dat hij het onderwijs goed kan volgen en met succes kan afsluiten. Leerlingen kunnen gebruik maken van diverse compenserende, remediërende en dispenserende maatregelen. Zie voor meer informatie het vestigingsprotocol dyslexie. - Leerlingen met een LWOO-indicatie: voor een leerling met een LWOO-indicatie wordt gekeken welke specifieke zorg wenselijk is. De leerling kan geplaatst worden in een kleinere klas met extra aandacht voor het leerproces en de leervoorwaarden. Een leerling kan ook worden geplaatst in een grotere klas, waarbij indien nodig extra ondersteuning buiten de klas kan worden ingezet. De specifieke behoeftes van iedere leerling worden geclusterd en door de mentor i.s.m. de interne specialist vastgelegd in een groepshandelingsplan. - Sociale vaardigheidstrainingen. - Faalangstreductietrainingen. - Examentraining. - Ondersteuning van de mentoren t.a.v. groepsdynamica door onze gespecialiseerde medewerkers, indien de zorg vanuit de eerste lijn ontoereikend is. Samenwerking met ketenpartners: - De zorgcoördinator heeft regelmatig contact met de gemeente, leerplicht, Reboundafdeling/ Flexcollege/ Huiskamerproject, een vaste contactpersoon vanuit Bureau Jeugdzorg, experts van scholen in de regio, de schoolarts en verpleegkundige van de GGD en vertegenwoordigers van externe instanties, etc. - De orthopedagoog heeft regelmatig contact met experts van scholen in de regio, psychologenpraktijken, centra voor kinder- en jeugdpsychiatrie en de regionale expertise centra. - De zorgcoördinator en orthopedagoog participeren in diverse platformen van Helicon Opleidingen en het samenwerkingsverband van Nijmegen. e
De organisatie van de 2 lijnondersteuning: Voordat een leerling op school komt: -Aanname& instroom: bij de aanname of instroom bekijkt de aannamecommissie (zorgcoördinator, teamleider onderbouw en orthopedagoog) n.a.v. de informatie van de school van afkomst en ouders welke ondersteuningsbehoeftes er zijn. Indien deze ondersteuning niet e geboden kan worden vanuit de 1 lijn, wordt in overleg met ouders en de leerling gekeken of de e e ondersteuning wel vanuit de 2 lijn of 3 lijn geboden kan worden. Afspraken t.a.v. deze e ondersteuningsbehoeftes in de 2 lijn worden vastgelegd in het groepshandelingsplan en in het geval van uitgebreidere ondersteuning in een individueel ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Als de leerling al op school zit: e e - Leerling met ondersteuningsbehoefte vanuit de 2 of 3 lijn; wanneer blijkt dat de leerling meer
SOP Helicon VMBO Groen Nijmegen, versie juni 2014
Pagina 4 van 7
ondersteuning nodig heeft, dan doet de mentor na overleg met de leerjaarcoördinator, ouders en de leerling een aanmelding bij het Interne Zorg Team (ZIT). De zorgcoördinator, schoolmaatschappelijk werkster en orthopedagoog zijn leden van het ZIT. Op afroep of aanvraag kunnen andere gespecialiseerde medewerkers of LJC’s aansluiten bij het overleg en een casus inbrengen. De mentor en de interne specialist organiseren de extra ondersteuning en bespreken met leerling en ouders de aanpak en de resultaten. De aanpak en evaluatie van de ondersteuning worden door de mentor en interne specialist vastgelegd in het groepshandelingsplan en in het geval van uitgebreidere ondersteuning in een individueel ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Wanneer er een externe instantie betrokken is, wordt in samenspraak met ouders en de leerling, gestreefd naar een goede afstemming tussen thuis, school en hulpverlening. - Leerlingen met dyslexie of dyscalculie: bij aanvang van het schooljaar wordt door de RT-docent en de orthopedagoog een Kick-off bijeenkomst georganiseerd voor de leerlingen van ieder leerjaar. Daarnaast wordt voor de ouders van het eerste leerjaar een ouderavond georganiseerd. Vervolgens wordt voor de dyslectische leerlingen uit leerjaar 1 een korte RT-periode gestart waarin aandacht wordt besteed aan remediëring, leren leren en het gebruik van compenserende hulpmiddelen. Voor leerlingen met dyscalculie worden afspraken op maat gemaakt. 4.3
Wanneer een leerling medische beperkingen heeft, moet altijd met de school besproken worden of de school in staat is tegemoet te komen aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling. De ambulant begeleider vanuit cluster 3, die wekelijks op onze school aanwezig is, kan hierbij adviseren.
5
Extra ondersteuning (3 lijn): als er meer voor het kind geregeld moet worden
5.1
Als er zwaardere beperkingen zijn Wat wij verwachten van een leerling met een zwaardere beperking: - De leerling is diplomeerbaar op vmbo-niveau. - De leerling moet kunnen (leren) omgaan met drukke ruimtes tijdens de pauzes en leswisselingen en kan deelnemen aan lessen van 80 minuten. - Leerlingen met een lichamelijke beperking: de leerling is mobiel en in staat om de algemene dagelijkse handelingen zelf te verrichten. De mate van verzorging en/ of behandeling mag niet zoveel tijd en energie kosten, dat het onderwijs niet tot zijn recht komt. Indien nodig kan er voor een leerling een medisch protocol worden gemaakt. - Kinderen met gedrags- en /of psychiatrische stoornis: de leerling moet zich kunnen conformeren aan de gangbare schoolregels en omgangsvormen. De toelating mag de rust en de veiligheid binnen de school niet ernstig dreigen te verstoren.
5.2
Organisatie van de 3 lijnondersteuning: Voordat de leerling met een zwaardere beperking op school zit: Het is belangrijk dat ouders en de leerling vóór de aanmelding een gesprek aanvragen met de zorgcoördinator en/of orthopedagoog om samen de ondersteuningsbehoefte van de leerling in kaart te brengen en de ondersteuningsmogelijkheden van de school te bespreken. Op deze manier zijn vragen en verwachtingen al in een vroeg stadium duidelijk en is er nog voldoende tijd om verschillende mogelijkheden af te wegen. Het docententeam van Helicon VMBO Groen Nijmegen heeft ervaring in de begeleiding van leerlingen met een specifieke hulpvraag.
e
e
Als een leerling al op school zit: Wanneer tijdens de schoolloopbaan blijkt dat de leerling extra ondersteuning nodig heeft, worden e eerst de stappen gevolgd zoals die staan beschreven bij de 2 lijnsondersteuning. Er wordt gekeken welke ondersteuning de leerling extra nodig heeft om met succes de opleiding te e vervolgen, welk arrangement het beste past en wat de mogelijkheden van de school zijn. De 3 lijns ondersteuning wordt altijd vastgelegd in een OPP. Wanneer het Interne Zorg Team (ZIT) advies in wil winnen van externe partners wordt de leerling aangemeld bij het Zorg- en Adviesteam(ZAT).
SOP Helicon VMBO Groen Nijmegen, versie juni 2014
Pagina 5 van 7
De werkwijze van het ZAT: - De mentor of interne specialist vraagt toestemming aan de ouders om hun zoon/dochter in het ZAT te bespreken. - De zorgcoördinator is de voorzitter van het ZAT. Namens de school zijn de orthopedagoog en schoolmaatschappelijkwerker vertegenwoordigd. - Vaste externe partners zijn: de schoolarts, leerplichtambtenaar en Bureau Jeugdzorg. In specifieke gevallen kunnen andere externe partners worden uitgenodigd. - De gemaakte afspraken worden vastgelegd in het zorgdossier van de leerling. Als het niet verder kan: Bij ernstige gedragsproblematiek of leerproblematiek is het niet altijd mogelijk om een adequate leeromgeving te blijven realiseren. In dat geval zetten het ZIT en/of het ZAT in overleg met de leerling en ouders een traject uit. Voorbeelden; - Een tijdelijke plaatsing in de Reboundvoorziening te Nijmegen ter observatie, om de leerling vaardigheden te laten ontwikkelen t.a.v. werkhouding en gedrag of als overbrugging om te zoeken naar een school die wel kan voldoen aan de ondersteuningsvraag van de leerling. - Plaatsing op een VSO, waar in kleine groepen intensieve ondersteuning geboden wordt. - Plaatsing binnen het Praktijkonderwijs (PRO). - Plaatsing binnen het Flex-College of ROC-AKA van het Samenwerkingsverband. Organisatie van uitplaatsing: De ouders en leerling zijn in het afgelopen traject voortdurend door de mentor geïnformeerd en als gesprekspartner betrokken bij de gang van zaken. De zorgcoördinator legt de contacten met de PCL, de VSO en het Samenwerkingsverband om de uitplaatsing te regelen. 6
Communicatie met ouders Communicatie algemeen De ouders worden zoveel mogelijk betrokken bij de voortgang en het welbevinden van hun kind. De mentor nodigt ouders na iedere rapportperiode uit voor een gesprek. Ook tussentijds kan de mentor contact opnemen met de ouders of ouders met de mentor wanneer er problemen zijn (verzuim, uit de les verwijderd, studiehouding, motivatie). Daarnaast zijn er enkele algemene ouderavonden, met de volgende thema’s; kennismaking met mentor, dyslexie, voorlichting over het PTA, pesten etc. Ouders kunnen de cijfers, prestaties en huiswerk van hun zoon/ dochter ten alle tijden inzien via Magister. Communicatie bij een leerling met extra ondersteuning Rond de aanmelding vindt een intakegesprek plaats en wordt er gekeken of de leerling plaatsbaar is. Wanneer de leerling geplaatst wordt, wordt het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) opgesteld. Ouders worden regelmatig (3-6 keer per jaar) uitgenodigd om met de mentor & interne specialist de voortgang te bespreken. Er wordt gekeken of er wijzigingen nodig zijn in de ondersteuning. Deze worden dan weer opgenomen in het OPP. PLAATSING OP DE SCHOOL VAN AANMELDING NIET ALTIJD MOGELIJK De school streeft er naar dat alle leerlingen geplaatst kunnen worden op de school van aanmelding. Echter, lukt dat niet in alle gevallen. Er kunnen verschillende redenen zijn voor doorverwijzing naar een andere school: 1. De school kan niet voldoen aan de specifieke ondersteuningsvraag. 2. Een teveel aan leerlingen met ondersteuningsvragen kan de draagkracht van de school te boven gaan. 3. Het kind kan het niveau van de school niet aan en is niet diplomeerbaar.
SOP Helicon VMBO Groen Nijmegen, versie juni 2014
Pagina 6 van 7
4. Er is geen fysieke ruimte om de leerling te plaatsen. 5. De leerling en ouders accepteren de grondslagen van de school niet. De scholen van Nijmegen en omgeving zijn lid van Samenwerkingsverband Nijmegen en omgeving. Het SWV zorgt ervoor dat elke leerling een onderwijsplek op een school krijgt. In overleg met ouders/verzorgers, de school van herkomst, de school van aanmelding en de andere scholen wordt de leerling door het Samenwerkingsverband op een school geplaatst waar voldaan wordt aan de zorgvraag van het kind.
SOP Helicon VMBO Groen Nijmegen, versie juni 2014
Pagina 7 van 7