SchoolOndersteuningsProfiel (SOP) Mytylschool Tilburg cluster 3 MG (incl. EMB),LG en LZK
Versie 7: 06-12-2013 Vastgesteld MR: 2013
Contactgegevens: School:
Mytylschool Tilburg
Adres:
Prof. Stoltehof 1 5022 KE Tilburg
Telefoon:
013-5398850
Fax:
013-5398851
e-mail:
[email protected]
URL:
www.mytylschooltilburg.nl
Brinnumer:
02ZX
Bestuur:
Stichting Mytylschool Tilburg
Pagina 2 van 41
Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Missie, visie, en kernwaarden 2.1. De missie 2.2. De visie 2.3. De kernwaarden voor het (V)SO 3. De uitgangspunten 3.1. Het kind centraal 3.2. In relatie met de omgeving 3.3. Hoge mate van professionaliteit 4. Kwaliteit en opbrengsten 4.1. Kwaliteit 4.2. Opbrengsten 5. De organisatie 5.1. Karakterisering van de school 5.2. De onderwijsorganisatie 5.2.1. Het Primair (Speciaal) Onderwijs 5.2.2. Het Voortgezet (Speciaal) Onderwijs 5.2.3. De externe dienstverlening 6. Planmatig werken 6.1. Aanmeldings- en plaatsing procedure 6.2. Beoordeling leerprestaties 6.3. Doorstroom en uitstroom 7. Het ontwikkelingsperspectief en onderwijsaanbod 8. De ouder als partner 9. De onderwijsondersteuningsbehoeften 9.1. Therapie en leertijd 9.2. Individuele aanpassingen 9.3. Klassenmanagement 9.4. De school als lerende organisatie en opleidingsschool 9.5. Kwaliteit en opbrengsten 10. De ondersteuningsmogelijkheden 10.1. De hoeveelheid aandacht/handen in de groep 10.2. Speciale onderwijsmaterialen 10.3. De ruimtelijke omgeving 10.4. Expertise 10.4.1. Teamexpertise 10.4.2. Specialistische expertise 10.4.3. De school als lerende organisatie 10.4.4. De school als opleidingsschool 10.4.5. Externe ondersteuning en begeleiding 10.5. Samenwerking met externe instanties die zich ook met de ondersteuning van de leerling bezig houden Bijlagen: 1. Externe dienstverleners 2. Het onderwijsondersteuningsplan 3. Team- en specialistische expertise Pagina 3 van 41
1. Inleiding: In het kader van passend onderwijs worden nieuwe samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs gevormd. Mytylschool Tilburg werkt regionaal samen met of participeert direct in een 6 tal samenwerkingsverbanden passend onderwijs. In het kader van passend onderwijs, is het schoolondersteuningsprofiel een belangrijk instrument waarin scholen de taken, verantwoordelijkheden en werkwijze vastleggen. Alle schoolondersteuningsprofielen van de scholen in het samenwerkingsverband samen, vormen een dekkend aanbod van ondersteuning aan alle leerlingen. De Mytylschool Tilburg is een scholengemeenschap voor Speciaal- (SO) en Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) voor leerlingen van 3 tot 20 jaar met een lichamelijke handicap, stoornis of beperking en leerlingen met functionele stoornissen in de breedste zin (waaronder o.a. langdurig zieke kinderen), die een belemmering ervaren in het doorlopen van hun onderwijsloopbaan in het regulier onderwijs. De Mytylschool Tilburg is een cluster overstijgende school met een combinatie van zowel enkelvoudige als meervoudige problematieken. De school biedt naast de mogelijkheid van plaatsing, ook door vraag gestuurd te werken, dienstverlening naar derden aan. Zowel in de Mytylschool als de Externe Dienstverlening is een verscheidenheid aan specialismen beschikbaar. Deze specialismen kunnen uiteraard ook worden ingezet in het regulier onderwijs. De Mytylschool Tilburg verzorgt (speciaal) onderwijs, zorg en externe dienstverlening aan bovenstaande doelgroep, met als doel bij te dragen aan het verkrijgen van een zo groot mogelijke zelfstandigheid van deze leerlingen. De voorwaarden hierbij zijn een veilig pedagogisch klimaat en het uitgaan van de mogelijkheden van de leerling. De activiteiten zijn geïnspireerd vanuit een christelijke visie waarbij rekening gehouden wordt met een multiculturele samenleving. De uitgangspunten geven we vorm door uit te gaan van drie hoofdzaken, namelijk: - het kind centraal, - in relatie met de omgeving staan en - een hoge mate van professionaliteit tonen. In dit schoolondersteuningsprofiel beschrijft de Mytylschool Tilburg haar missie, visie en leidende kernwaarden. Daarnaast wordt beschreven de wijze waarop de school de basisondersteuning vormgeeft en welke extra ondersteuning en ondersteuningsmogelijkheden de school biedt (of wil gaan bieden) aan leerlingen met een diversiteit aan onderwijsbehoeftes. Er wordt niet meer gedacht in beperkingen/belemmeringen, maar er wordt uitgegaan van de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van de leerling. Hiermee wordt aangesloten bij de uitgangspunten van het passend onderwijs - Van moeilijkheden naar mogelijkheden. - Van probleemgericht naar aanpakgericht. - Van herstellen naar proactief handelen. - Van over en voor de leerling naar met de leerling. - Van informeren van ouders naar samenwerken met ouders. - Van curatie naar preventie. - Van indiceren naar arrangeren en van sectoraal naar integraal.
Pagina 4 van 41
De ondersteuningsmogelijkheden worden beschreven aan de hand van de 5 velden van het IVO (Indiceren Vanuit Onderwijsbehoefte). 1. De hoeveelheid aandacht/handen in de groep 2. Speciale onderwijsmaterialen 3. De ruimtelijke omgeving 4. Expertise 5. Samenwerking met externe instanties die zich ook met de ondersteuning voor de leerling bezig houden De Mytylschool kent naast een intensieve samenwerking met het Revalidatiecentrum Leijpark, een samenwerking met andere externe partners, waardoor er een uitgebreid netwerk is. Hierdoor is de school in staat om een integraal aanbod te realiseren. De bundeling van aanbod en expertise resulteert in een geïntegreerde multidisciplinaire aanpak voor de begeleiding en ondersteuning van de leerlingen. Het SchoolOndersteuningsProfiel (SOP) is tevens de basis voor communicatie met ouders en partners in het onderwijs en de jeugdzorg en ondersteunt het professionaliseringsbeleid van de school.
Pagina 5 van 41
2. Missie, visie, missie en kernwaarden: 2.1 De Missie De Mytylschool Tilburg is een school die in het centrum van de ontwikkelingen staat. Gericht op het verkrijgen van optimale persoonlijke en maatschappelijke ontplooiing en volwaardig burgerschap voor de leerlingen biedt de school: - Onderwijs en revalidatiearrangementen of externe dienstverlening op maat, aan kinderen en jongeren met een functionele beperking (zo thuisnabij mogelijk) ; - In samenwerking met scholen in het primair-, voortgezet- of middelbaar beroeps onderwijs: Revalidatiegeneeskunde, arbeidstoeleiding, vrijetijdsbesteding of ontspanning en sport; - Een open en eerlijke relatie, waarbij de belangen en wensen van individuele kinderen/jongeren, ouders / verzorgers en/of andere hulpvragers richtinggevend zijn; - Activiteiten, die zijn geïnspireerd vanuit een christelijke visie, waarbij rekening gehouden wordt met een multiculturele samenleving 2.2.
Visie:
De Mytylschool Tilburg heeft haar visie op onderwijs en leren als volgt verwoord; - De kernactiviteiten van de school zijn onderwijs en externe dienstverlening. De leerling wordt gezien als een zichzelf ontplooiend individu. - De school is een ontmoetingsschool - De tevredenheid van ouders, begeleiders en ondersteuners staat centraal. - Het kwaliteitszorgsysteem is gebaseerd op zelfevaluatie en visitatie. - Het personeelsbeleid is gericht op de ontwikkelingsmogelijkheden van alle medewerkers en verdergaande expertiseontwikkeling van de school. (en staat ook nadrukkelijk open voor medewerkers in zorg en onderwijs buiten de school) - We streven naar het optimaal benutten van ICT-mogelijkheden binnen alle bedrijfsprocessen en alle denkbare aanpassingen voor leerlingen. - Het onderwijsaanbod is gericht op de benodigde kennis en vaardigheden binnen de moderne technologische maatschappij. 2.3 Kernwaarden voor het (V)SO: Het Landelijk Expertise Centrum voor Speciaal Onderwijs (LECSO) heeft zeven kernwaarden geformuleerd, die het karakter van het speciaal onderwijs weergeven. De Mytylschool Tilburg gaat vanuit zijn missie, visie, kwaliteitsbeleid en zijn SchoolOndersteuningsProfiel (SOP) uit van deze kernwaarden. De kernwaarden van de Mytylschool Tilburg zijn: 1. Is ambitieus en werkt planmatig vanuit een missie aan innovatie en het meten, verbeteren en borgen van kwaliteit (hoofdstuk 6); 2. Realiseert voor elke leerling op basis van het ontwikkelingsperspectief een passende en duurzame deelname aan onderwijs en samenleving (hoofdstuk 7); 3. Werkt vanuit gedeelde verantwoordelijkheid, op basis van actieve betrokkenheid en heldere communicatie met ouders/opvoeders en jongeren aan realisatie van onderwijs (-zorg) arrangementen (hoofdstuk 8); 4. Wordt gekenmerkt door orthodidactisch en orthopedagogisch handelen binnen een veilig, uitdagend en respectvol klimaat (hoofdstuk 9);
Pagina 6 van 41
5. Heeft medewerkers in dienst met specifieke competenties die samenwerken in een multidisciplinaire omgeving (hoofdstuk 10); 6. Zet aangepaste voorzieningen in op het gebied van fysieke omgeving, vervoer, ICT, leer- en hulpmiddelen en materialen (hoofdstuk 10); 7. Werkt nauw samen in de keten van (regulier) onderwijs, zorg en arbeid en is mede verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitwisselen van kennis en expertise (hoofdstuk 10).
Pagina 7 van 41
3.
De uitgangspunten
De Mytylschool Tilburg hanteert de volgende uitgangspunten: 3.1 Het kind centraal Eén kind, één route. Dat betekent dat de wensen van de leerling en ouders centraal staan en er gezorgd wordt voor een dergelijk passend mogelijk aanbod voor onderwijs en (revalidatie-)zorg. Dit betekent elkaar goed informeren over wat er met een kind gebeurt, wat de afspraken zijn en bedenken wat het betekent voor het handelen als professional naar ieder kind toe. De Mytylschool Tilburg biedt onderwijs vanuit het kennisconstructiemodel, waarbij we uitgaan van het ondersteunen van leerlingen om zelf actief initiatief te (leren) nemen.
3.2 In relatie met de omgeving De school is een ontmoetingsschool, waarbij gemeenschapszin, sociale integratie en actief burgerschap de uitgangspunten zijn. We besteden nadrukkelijk aandacht aan alle aspecten van een menswaardig bestaan. De school is een betrokken partner in de regio. Voor het onderwijs en de dienstverlening gaan we uit van het (zorg)ketenmodel. We maken actief deel uit van het netwerk voor zorgleerlingen. Dit betekent dat we met partners als ziekenhuizen, verpleegcentra en het revalidatiecentrum goede contacten onderhouden. Daarnaast willen we door het samenwerken met het regulier basis- en voortgezet onderwijs en de andere REC-scholen, een kennisuitwisseling tot stand brengen waar we allemaal van kunnen profiteren. De samenwerking met diverse partners moet leiden tot een zo goed mogelijke ondersteuning van onze leerlingen. Dat is werk maken van onze missie. Daarnaast willen we verantwoording afleggen over de wijze waarop we de bedrijfsvoering vormgeven, de middelen inzetten en welke opbrengsten we hiermee bereiken. 3.3 Hoge mate van professionaliteit We zijn een dynamische en innovatieve school, waarbij we in het centrum van de ontwikkelingen van onderwijs en zorg staan. Als uitgangspunt nemen we: gewoon waar het kan, speciaal waar het moet. De Mytylschool Tilburg is een professionele organisatie. We ontwikkelen actief onze expertise en organiseren het delen hiervan. We zijn een werkgever met een menselijke maat. We werken met deskundige en betrokken medewerkers. Dit is voor ons een voorwaarde om kwaliteit te kunnen leveren. Tevredenheid, van leerlingen, ouders/verzorgers en zorgpartners staat voor ons centraal.
Pagina 8 van 41
4. Kwaliteit en Opbrengsten 4.1 Kwaliteit Kwaliteit staat hoog in het vaandel van de Mytylschool Tilburg. Naast de constante zorg voor de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en de deskundigheidsbevordering van de medewerkers die hiermee verband houdt, besteed de school veel zorg aan de kwaliteitsverhoging van de voorwaarden waaronder het onderwijs op school gegeven wordt. Het kwaliteitsbeleid is er op gericht de goede dingen te doen en deze ook goed te doen. De school bewaakt de kwaliteit van het te geven en gegeven onderwijs en is daarbij steeds gericht op kwaliteitsverbetering. Goed onderwijs is voortdurend in ontwikkeling; de school werkt continu aan een professionele schoolcultuur. Uitgangspunt van ons (ortho-) pedagogisch en didactisch handelen is een gemeenschappelijke visie m.b.t. opvoeding en onderwijs. Door voortdurende reflectie is deze visie steeds in ontwikkeling. De onderwijsvisie wordt omgezet in beleid en vastgelegd in het schoolplan. Het schoolplan is te vinden op de website van de school. Door professioneel personeel, een grote ouderbetrokkenheid en deskundige externe partners zal de kwaliteit van de Mytylschool zich kunnen blijven ontwikkelen. Daarnaast zullen wettelijke richtlijnen (kwaliteitswet, inspectiekader) en branchegerichte kwaliteitsnormen (branchecode) ondersteunend zijn aan de uitbouw van de kwaliteit van de Mytylschool Tilburg. 4.2
Opbrengsten:
De opbrengsten van de Mytylschool liggen minimaal op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie, ontwikkelingsperspectief en uitstroomprofiel mag worden verwacht. Dit houdt in dat minimaal voldaan wordt aan het gestelde in het inspectiekader t.w.: - Aan het eind van de schoolperiode bereiken de leerlingen een eindniveau dat voldoet aan de landelijke standaarden voor cognitieve opbrengsten. - Aan het eind van de schoolperiode bereiken de leerlingen een eindniveau dat voldoet aan de landelijke standaarden voor sociale opbrengsten. - De gerealiseerde uitstroombestemmingen van de leerlingen liggen ten minste op het niveau van de landelijke standaarden voor opbrengsten. - De school voldoet aan de landelijke standaard voor bestendiging. Om transparantie te realiseren worden op meerdere momenten per schooljaar de leeropbrengsten en alle aspecten die bijdragen aan een brede vorming in kaart gebracht en besproken in het begeleidings-en ondersteuningsteam rondom de leerling. Hierna worden de uitkomsten gedeeld met de ouders/verzorgers . Deze gegevens zullen in de nabije toekomst de basis vormen voor overleg met de Samenwerkingsverbanden (SWV).
Pagina 9 van 41
5. De organisatie 5.1 Karakterisering van de school De Mytylschool Tilburg is een scholengemeenschap voor Speciaal- (SO) en Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) voor leerlingen van 3 tot 20 jaar met een lichamelijke handicap, stoornis of beperking en leerlingen met functionele stoornissen in de breedste zin (waaronder o.a. langdurig zieke kinderen), die een belemmering ervaren in het doorlopen van hun onderwijsloopbaan in het regulier onderwijs. - Gericht op het verkrijgen van optimale persoonlijke en maatschappelijke ontplooiing en volwaardig burgerschap voor de leerlingen biedt de mytylschool kinderen en jongeren met een functionele beperking onderwijs en revalidatiearrangementen of externe dienstverlening op maat aan. - Gericht op aansluiting op het alle vormen van regulier onderwijs. Er wordt dan ook gewerkt vanuit dezelfde vakgebieden, aangepast aan de functionele mogelijkheden en ondersteuningsbehoefte van de leerlingen - Gericht op individuele ondersteuning en afstemming, omdat de leerlingen van de school verschillen in mogelijkheden en problematiek. Zowel de pedagogische als de didactische aanpak wordt op de individuele leerling of via het groepsplan afgestemd. Volledig individueel onderwijs wordt niet aangeboden. De onderwijsbelemmering wordt veroorzaakt door - één of meer stoornissen die motorische beperkingen veroorzaken en/of, - lichamelijke, neurologische (waaronder ook niet-aangeboren hersenletsel) of psychosomatische stoornissen (waaronder onverklaarde lichamelijke klachten), die niet leiden tot motorische beperkingen, maar wel belemmeringen veroorzaken bij het volgen van onderwijs en/of, - één of meer stoornissen die motorische beperkingen veroorzaken en een totaal IQ lager dan 70. De onderwijsbelemmering kan zich o.a. uiten in - een zeer geringe zelfredzaamheid: afhankelijk zijn van derden voor algemene dagelijkse verrichtingen of voor de onderwijs voorwaardelijke (fijn-) motorische activiteiten en handelingen, - een vermindering van de leertijd met minstens 25% door noodzakelijke zorg, therapie of aan de stoornis gerelateerd verzuim, - intensieve begeleidingsbehoefte, - opname en/of begeleiding zowel (klinisch als poliklinisch) in het revalidatiecentrum in verband met een intensief revalidatieprogramma. 5.2 Onderwijsorganisatie De totale onderwijsorganisatie is gebaseerd op de Kwaliteitswet VSO en Passend Onderwijs. De school werkt met vastgelegde ontwikkelingsperspectieven en uitstroomprofielen. Het onderwijsprogramma kenmerkt zich daardoor als een mix van onderwijs, zorg en therapie. Het onderwijs is zo ingericht dat het voor leerlingen mogelijk is, tijdens hun onderwijstijd op school therapie te volgen. Waarbij bekeken wordt welke zorg op dat moment voor een leerling de belangrijkste is. Waarbij het kan zijn dat de medische, problematiek, motorische problematiek of behoefte aan therapieën leidend/ bepalend is voor het onderwijs. De leerlingen met enkelvoudige, maar ook meervoudige problematieken worden met Externe Dienstverlening (ED) opgevangen in het reguliere onderwijs Pagina 10 van 41
In schema ziet de onderwijsorganisatie er als volgt uit:
De Mytylschool Tilburg kent drie afdelingen te weten - het Primair (Speciaal) Onderwijs (basis genoemd), - het Voortgezet Speciaal Onderwijs (voortgezet genoemd) en - de externe dienstverlening In de basisschoolleeftijd wordt er door de Mytylschool Tilburg onderwijs op elk niveau van het Primair onderwijs (basisonderwijs) aangeboden. Door de ordening in vier leerlijnen in leerniveau en leeftijd, is de spreiding in de groepen homogeen. 5.2.1 Het Primair (Speciaal) Onderwijs (basis) Alle leerlingen hebben een uit- of doorstroomprofiel naar het reguliere voortgezet onderwijs of naar Toeleiding Arbeid (TA) of Toeleiding Dagbesteding (TD) afhankelijk van het beschreven functioneel ontwikkelingsperspectief. 1. A-basis: De leerlijn A-basis is voor leerlingen met : - ernstig meervoudige beperkingen en - een laag ontwikkelingsperspectief (tot 24 á 36 maanden) als gevolg van een ernstige verstandelijke beperking (IQ < 35), vaak met moeilijk te ‘lezen’ gedrag en ernstige sensomotorische problematiek (zoals ontbreken van spraak, bijna niet kunnen zitten/staan, prikkelverwerkingsproblemen en ernstige beperkte belastbaarheid). 2. B-basis: De leerlijn B-basis is voor leerlingen met: - een motorische/medische problematiek en - een matig tot lichte verstandelijke beperking (IQ tussen 35 en 55) en eventueel - een grote zorgvraag ten gevolge van ernstige en complexe lichamelijke of functionele beperkingen, waardoor ze in sociale redzaamheid beperkt zijn.
Pagina 11 van 41
3. C-basis: De leerlijn C-basis is voor leerlingen met: - een motorische/medische problematiek en - een matig tot lichte verstandelijke beperking (IQ tussen 55 en 70/75) en eventueel - een grote zorgvraag ten gevolge van ernstige en complexe lichamelijke of functionele beperkingen en/of - eventueel in combinatie met moeilijk te reguleren gedragsproblematieken 4. D-basis: De leerlijn D-basis is voor leerlingen met: - een motorische/medische problematiek en - een laag gemiddelde of hogere begaafdheid (IQ boven de 70) en eventueel - een grote zorgvraag ten gevolge van ernstige en complexe functionele beperkingen eventueel in combinatie met moeilijk te reguleren gedragsproblematiek als gevolg van psychiatrische stoornissen en/of - leerproblemen, waarbij ze binnen hun ontwikkelingsgrenzen een aangepast programma kunnen volgen gericht op de eindtermen van het primair onderwijs. 5.2.2 Het Voortgezet (Speciaal) Onderwijs (VSO): Voor leerlingen in het VSO is het uitstroomprofiel richtinggevend. Hiermee is de spreiding van de leerniveaus over de gehele school gezien heterogeen. Binnen het VSO kent de Mytylschool Tilburg drie leerstromen. 1. Toeleiding naar Dagbesteding (TD). De TD stroom is voor leerlingen die geen functionele mogelijkheden hebben op een uitstroom naar betaalde arbeid en daardoor zijn aangewezen op een vorm van dagbesteding Binnen deze stroom wordt er gewerkt naar drie uitstroomniveau ’s: - Belevingsgerichte dagbesteding - Taak- of activiteitgerichte dagbesteding (zonder loonwaarde) - Arbeidsmatige dagbesteding met loonwaarde Gezien de grote diversiteit van de leerlingen en hun onderwijsbehoefte wordt in deze leerstroom ook voortdurend voor onderwijskundige deelaspecten naar de andere leerstromen verwezen. 2. Toeleiding naar Arbeid. (TA). De TA stroom is voor leerlingen die functionele mogelijkheden hebben op een uitstroom naar betaalde arbeid. Deze leerstroom is gericht op 4 sectoren - Techniek - Handel & Economie - Landbouw & Groen - Zorg & Welzijn en verdeelt in 2 profielen: - Dienstverlening (sectoren Economie en Zorg & Welzijn) - Productie (sectoren Groen & Techniek) Binnen deze stroom wordt er gewerkt naar drie uitstroomniveau ’s: Pagina 12 van 41
-
Beschermde arbeid in een sociale werkvoorziening Arbeid in een regulier bedrijf, zonder certificaten Arbeid in een regulier bedrijf, in combinatie met landelijk erkende certificaten
3. Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs (VMBO). De VMBO stroom is voor leerlingen die verstandelijke en functionele mogelijkheden hebben om een voortgezette scholing te volgen op een MBO. Onderwijs op VMBO niveau wordt gegeven op de leerwegen: - Basisberoepsgerichte leerweg BBL gericht op MBO niveau 1-2) - Kader beroepsgerichte leerweg (KBL) gericht op MBO 2-3 - Theoretische Leerweg (TL), gericht op MBO 3-4 Bij voldoende aanbod van leerlingen kan onderwijs op Havo/VWO niveau, gericht op het HBO, aangeboden worden. Op dit moment wordt dit niet gerealiseerd. 5.2.3 De externe dienstverlening: De dienst ‘Externe dienstverlening’ ondersteunt en adviseert het onderwijs ten behoeve van leerlingen met beperkingen in het regulier onderwijs en verzorgt onderwijs aan kinderen die langdurig in het ziekenhuis of thuis moeten blijven. Een gedetailleerd overzicht van de Basis Ondersteuning , Extra Ondersteuning en Activiteiten & Diensten die vanuit de dienst “Externe dienstverlening” aangeboden wordt, is opgenomen in bijlage 1.
Pagina 13 van 41
6. Planmatig werken 6.1 Aanmeldings- en plaatsingsprocedure van de leerling: Bij aanmelding van een leerling treedt een vast stroomschema in werking. Gegevens worden verzameld en een dossier wordt aangemaakt. Op basis van onderzoeksgegevens wordt het leerniveau bepaald en wordt besloten welke CVOB (Commissie van Onderzoek en Begeleiding) de aanmelding gaat behandelen. Voor elke leerlijn of leerstroom is er namelijk een CVOB bestaande uit een (revalidatie)arts, psycholoog/orthopedagoog, maatschappelijk deskundige en een onderwijsdeskundige (intern begeleider) onder voorzitterschap van een verantwoordelijk directielid. Na inschrijving wordt besloten in welke klas een leerling wordt geplaatst. Hiervoor kunnen verschillende criteria gelden, zoals het uitstroomprofiel, het didactische leerniveau, de zorgzwaarte van de klas, de mix van lopers en rolstoel gebonden en de sociaal-emotionele behoeften van een leerling. Het OnderwijsOndersteuningsPlan (OOP) wordt binnen 4 weken opgesteld. 6.2 Beoordeling leerprestaties: De beoordeling van de leerprestaties geschiedt op basis van de beginsituatie van de leerlingen (het ontwikkelingsperspectief), met gebruik van referentieleeftijden middels Citotoetsen. Voor het VMBO is het Programma voor Toetsen en Afsluiting (PTA) en het extraneiexamen leidend. Zelfcorrectie en zelfbeoordeling door de leerlingen wordt zoveel mogelijk gestimuleerd, maar is voor verschillenden deelgroepen moeilijk in verband met de beperkte intellectuele mogelijkheden en/of de mate van autonomie van de leerlingen. Minimaal twee maal per jaar wordt er getoetst met methode onafhankelijke toetsen, met als doel de voortgang en het onderwijsaanbod te bepalen. Daarnaast worden verschillende methode-gebonden toetsen of leerlijnen gebruikt: - Voor de EMB doelgroep, worden de CED- en Plancius leerlijnen gebruikt. - Voor alle vakken van het VMBO, worden de PTA-overzichten/normen gebruikt via het samenwerkingsconvenant met het Midden-Brabant College - Voor de Toeleiding Arbeid worden de methode Voorzet en de branche- en beroepsgerichte competentielijsten gehanteerd. De school kent drie zgn. “kruismomenten”: aan het eind van de kleuterperiode, aan het eind van het Basisonderwijs en halverwege het Voortgezet (Speciaal) Onderwijs. Dit is steeds een officieel moment voor plaatsbepaling of de leerling nog is aangewezen op de specialistische setting. Twee maal per jaar zijn er groepsbesprekingen met de groepsleerkracht, de intern begeleider en de psycholoog. Hier wordt bekeken hoe de leerling zich ontwikkelt gezien het ontwikkelingsperspectief en/of de leerlijn/leerstroom en het uitstroomprofiel nog passend zijn. In geval dat de leerstroom of uitstroomprofiel niet meer passend is, kan dit betekenen dat een leerling naar een andere leerlijn of -stroom gaat of dat de leerling delen van het programma in een andere leerlijn of -stroom gaat volgen.
Pagina 14 van 41
Binnen de leerlijnen en -stromen zijn veel mogelijkheden voor wisseling, omdat binnen de groepen en de leerlijnen en -stromen wordt gewerkt met niveaugroepen. Naast de groepsbesprekingen zijn er leerlingbesprekingen met alle betrokken onderwijsprofessionals en therapie-professionals. 6.3
Doorstroom en uitstroom
Het uitstroomperspectief wordt jaarlijks geëvalueerd door alle betrokkenen op de diverse leerlingbesprekingen. Indien het uitstroomperspectief aangepast moet worden, wordt dit vastgesteld door de Commissie van Onderzoek en Begeleiding (CvOB) en gecommuniceerd met ouders en leerling. Wanneer de onderwijsondersteuningsbehoefte van een leerling niet meer passend is bij het schoolondersteuningsplan van de Mytylschool Tilburg kan een overstap naar het regulier onderwijs worden overwogen of kan de leerling worden teruggeplaatst of overgeplaatst naar andere vormen van onderwijs, arbeid of zorg. Als besloten wordt dat de leerling (weer) regulier onderwijs kan volgen, zoekt de Mytylschool Tilburg- in overleg met de ouders, leerling (ouder dan 12 jaar) en het samenwerkingsverband (SWV) - een plek voor de leerling in het regulier onderwijs. Ook kan de leerling doorverwezen worden naar andere scholen voor Speciaal (basis- of voortgezet) Onderwijs, een school voor Praktijkonderwijs of andere vormen van school, arbeid of dagbestedingssituaties. Stages maken voor leerlingen vanaf 16 jaar integraal onderdeel uit binnen het transitietraject voor uitstroom.
Pagina 15 van 41
7.
Het ontwikkelingsperspectief en onderwijsaanbod
De Mytylschool Tilburg realiseert voor elke leerling op basis van het ontwikkelingsperspectief een passende en duurzame deelname aan onderwijs en samenleving. Voor alle leerlingen wordt na aanmelding binnen 6 weken het ontwikkelingsperspectief (OPP) en het uitstroomprofiel (UP) vastgesteld, opgenomen in het OnderwijsOndersteuningsPlan (OOP) en besproken met ouders. (Bijlage2) Het ontwikkelingsperspectief (OPP) is de inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling voor een bepaalde en/of langere periode. Het wordt uitgedrukt in een verwacht uitstroomniveau in het voortgezet (speciaal) onderwijs en in een leerrendementsverwachting (eind DLE of Leerrendement) per hoofdvakgebied. Het OOP is sturend voor het aanbod aan de leerling en biedt handvatten voor de planning van het onderwijs aan de leerling. Wanneer het instroomniveau verbonden wordt met het verwacht uitstroomniveau ontstaat de zogenaamde prognose- of ontwikkelingslijn. Het gepland aanbod aan de leerling wordt gepland op basis van opgestelde tussendoelen die de weg tussen het huidige moment en het einddoel vorm geven.
Ontwikkelingsperspectief: CAP onderdelen A Fysieke belastbaarheid
5
4
3
2
1
0
B Motorische functioneren
5
4
3
2
1
0
C Zintuiglijk functioneren
5
4
3
2
1
0
D Spraak- en stemfuncties
5
4
3
2
1
0
E Mentaal functioneren
5
4
3
2
1
0
Overige onderdelen 1 Fijne motoriek 2 Zelfredzaamheid 3 4 5 6 7 8
0 0
Communicatie Sociaal-emotioneel Spel/samenwerken Technisch lezen Spelling Begrijpend lezen
9 Rekenen & wiskunde
1 1
2 2
3 3
4
0 1 0 1 2 0 1 2 3 0 0 0
2 3 4 1 1 1
5 2 2 2
3 3 3
4 4 4
5 5 5
6 6 6
7 7 7 7
8 8 8
9 9 9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
4
5
3
4
* = huidig niveau
6
4 6
voorschools kleuter ∆ = instroomniveau
5
basis
7 5 8
(9) 11 = 10 11
12 12
voortgezet
X = streefniveau
Het ontwikkelingsperspectief wordt geformuleerd op basis van de volgende domeinen (bijlage 2 uitwerking van het OnderwijsOndersteuningsPlan (OOP) inclusief het ontwikkelingsperspectief (OPP) en uitstroomprofiel)
Pagina 16 van 41
6 9 13
De Mytylschool Tilburg is klaar met de voorbereidingen om het onderwijsaanbod vorm te geven op basis van ontwikkelingsperspectieven en uitstroomprofielen. Na het bepalen van het OOP en het stellen van een einddoel, wordt het geplande aanbod voor het kind beschreven. Tussendoelen worden bepaald om tussentijds te kunnen meten of de aanpak werkt en de leerling zich op verwacht niveau ontwikkeld. Voor elke leerstroom zijn de daarbij behorende leerlijnen uitgewerkt. Hiermee is de onderwijsorganisatie, de onderwijsinhoud, de leerlingenorganisatie en de leerlingeninhoud beschreven in formats, werkwijzen, doelen, materialen, systematiek, toetsen en dergelijke. Het ‘wat’ in termen van doelen en aanbod is vastgesteld en gedigitaliseerd. De groepsleerkracht bepaalt samen met de intern begeleider het ‘hoe’. Hier wordt dan ook de differentiatie per leerling bepaald. In alle stromen leert men de leerlingen hoe en waar de benodigde kennis te zoeken, gericht op het aanreiken van handvatten voor wonen, werken, vrije tijd en burgerschap. De basislijn vanuit het ontwikkelingsperspectief is in alle leerstromen leidend. Overwegend bepaalt de beginsituatie van de leerling de leerweg. Specifiek voor de A-B-basis leerlijn gebruiken de leerkrachten vooral gestructureerde opdrachten in verband met de onderwijsbehoeften van de leerlingen rond structuur, voorspelbaarheid en leren in kleine stapjes. Daarnaast wordt in de B-basis leerlijn specifieke lesmethodes voor zeer moeilijk lerende leerlingen ingezet
Pagina 17 van 41
8.
Ouders als partners
Ouders zijn een natuurlijke partner in de samenwerking waarbij wederzijdse bekendheid, openheid en begrip de basis zijn voor een goede samenwerking. Het in onderling overleg afstemmen van het plan van aanpak is hierbij leidend. - In de A en B Basis leerlijn en TD en-TA stromen vervullen de ouders een grote rol bij het mede bepalen van het aanbod, omdat er keuzen liggen rond het versterken van de sterke punten van de leerling of juist het aanpakken van de zwakkere kanten, ter vergroting van hun zelfredzaamheid. - In de C en D Basis leerlijn en VMBO stroom vervullen ouders een minder grote rol voor wat betreft het leerstofaanbod, omdat het uitstroomprofiel meer is gebaseerd op de eindtermen van het Basis- of Voortgezet Onderwijs. Er is veel contact met de ouders, mede in verband met de therapiebehoeften, aanpak en begeleiding van hun kind(eren). Daarnaast worden ouders betrokken bij het samenstellen van het OnderwijsOndersteuningsPlan (OOP) en het Kinderrevalidatie Plan (KRAP).
Pagina 18 van 41
9. Onderwijsondersteuningsbehoeften 9.1 Therapie en leertijd Er zijn meerdere mogelijkheden om de therapie voor leerlingen vorm te geven, van bijvoorbeeld individueel in het revalidatiecentrum, tot individueel of groepsgewijs in de klas en onderwijsondersteunend op basis van een vraag vanuit school. Over het algemeen worden de therapieën zoveel mogelijk afgestemd op het schoolritme. Door het aanbod van onderwijs en therapie is er een risico op verlies van effectieve leertijd. Dit wordt opgevangen door gebruik te maken van een bloktijdensysteem: elke lesdag wordt een bloktijd van 1 ½ uur per leerling gereserveerd voor therapie. Het feitelijk gebruik van de bloktijd voor therapie is gemiddeld 2 uur per week. Wanneer de bloktijd niet wordt gebruikt voor therapie wordt er onderwijs gegeven, bijv. herhaling, pre teaching, individuele ondersteuning of lessen bewegingsonderwijs De effectieve leertijd die verloren gaat aan de therapie wordt gecompenseerd, doordat de leerlingen gedurende de schoolloopbaan geen 7520, maar 8000 lesuren maken. Als een leerling door medische problemen niet de volledige onderwijstijd kan volmaken, dan bestaat er de mogelijkheid dat de voorzitter van de Commissie van Onderzoek en Begeleiding (CVOB), - gemandateerd door het bevoegd gezag-, ontheffing van onderwijstijd kan aanvragen bij de Inspectie van het Onderwijs. 9.2 Individuele aanpassingen Naast de therapieën biedt de school veel mogelijkheden voor individuele aanpassingen aan. Zo zijn er prikkelarme ruimten (blackboxruimte), ontspannings- en activeringsruimte (snoezelruimte), gebruik van studdy-buddys en kan er in speciaal ingerichte werkhoeken worden gewerkt. Per leerling wordt bekeken wat het beste en meest effectieve aanbod van aanpassingen is. Dat kan o.a. zijn visueel, auditief, met gebruik van het gebaren als ondersteunende communicatie, picto’s, enzovoort. Hierdoor differentieert de school op de verschillende leerstijlen van de leerlingen, hetgeen is geïntegreerd in de onderwijsaanpak van de school. 9.3 Klassenmanagement: Binnen de Mytylschool worden verschillen in de vormgeving van het klassenmanagement gehanteerd, variërend van gestructureerd tot meer impliciet. - In alle klassen wordt het dagschema visueel gemaakt met picto’s en in diverse stromen staat de lesstof op een planbord. - In de A- en B-basis leerlijn, de leerstromen Toeleiding Dagbesteding en Toeleiding Arbeid stromen is er sprake van individueel leren en het werken in groepjes. Daarbij wordt ingezet op vergroting van de autonomie van de leerling en aansluiting bij de interesses van de leerling. - In de C- en D-basis leerlijn en de leerstroom VMBO ligt de nadruk op klassikaal leren en het werken in niveaugroepen. De leerkracht werkt op didactisch niveau vanuit verschillende lesmethoden. - In iedere afdeling is de intentie het maximale uit elke leerling te halen. In alle lessen wordt gedifferentieerd bij de verwerking van de opdracht.
Pagina 19 van 41
-
-
In de A- en B-basis leerlijn en de leerstroom Toeleiding Dagbesteding is er meer sprake van zelf ontdekken, geleid door de leerkracht. Er wordt aangesloten bij wat werkt en de mogelijkheden die de leerling heeft tot zelfstandig werken. In de C- en D-basis leerlijn en de leerstromen Toeleiding Arbeid en VMBO wordt er een beroep gedaan op zelfstandig werken, waarbij er wordt gedifferentieerd in de verwerking en (verlengde) instructie.
In alle klassen zijn er, afhankelijk van les of opdrachten, meerdere ‘handen’ beschikbaar, door de inzet van klassen- of onderwijsassistenten. De school heeft ervoor gekozen om op flexibele wijze de extra ondersteuning daar te organiseren waar het op een bepaald moment het meest nodig is. Dit kan in de praktijk betekenen dat een leerkracht alleen is met 14 leerlingen en een andere leerkracht twee assistenten krijgt bij 8 leerlingen. Per jaar wordt opnieuw bepaald hoe en waar de extra ondersteuning van professionals wordt gerealiseerd.
Pagina 20 van 41
10. De ondersteuningsmogelijkheden De ondersteuningsmogelijkheden worden beschreven aan de hand van de 5 velden van het IVO (Indiceren Vanuit Onderwijsbehoefte) Vergeleken met het reguliere onderwijs biedt het (voortgezet) speciaal onderwijs van de Mytylschool Tilburg in zijn algemeenheid: 1. Meer aandacht/handen per individuele leerling in en buiten de groep; 2. Meer (tijd om) aangepast onderwijsmateriaal (te maken); 3. Een aangepaste fysieke ruimtelijke omgeving 4. Onderwijsondersteunende expertise, verweven in het onderwijs 5. Zorg en samenwerking met andere instanties,. 10.1 De hoeveelheid aandacht/handen in de groep Dit veld gaat over de hoeveelheid aandacht, uitgedrukt in beschikbare menskracht (‘handen’), die beschikbaar is bij het lesgeven in de klas. Het onderwijs op de Mytylschool Tilburg wordt vooral gegeven in groepen. Het groepsonderwijs wordt op adaptieve wijze vormgeven, zodat leerlingen met individuele handelingsplannen hierin goed tot hun recht komen. In de hele school wordt er met zorg-, klassen- en onderwijsassistentie gewerkt. Deze assistentie is uiteraard gerelateerd aan de motorische/medische problematiek, maar ook aan taakaanpak, organisatie en uitvoering van handelen. De uitvoering van handelen is bij veel van de leerlingen zwak ontwikkeld waardoor dit extra begeleiding behoeft, om individuele zelfstandigheid en ontwikkeling te stimuleren. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de zorg volledig overgenomen moet worden. Binnen de school zijn veel functionarissen actief als onderwijsondersteuners. De inzet van de ondersteuning komt o.a. tot uiting bij: - Een structurele mogelijkheid voor onderzoek en begeleiding door een orthopedagoog en/of (GZ)-psycholoog. - Het realiseren van een permanente basis van speciale onderwijszorg door vakleerkrachten, remedial teachers en interne begeleiders - Het coördineren en planmatig inzetten van een Interne Begeleider (IB), die als taak heeft: groepsbespreking, leerlingbespreking, IB-gesprekken met mentorleerkracht afname niet-methode gebonden toetsen ( lezen, rekenen, arbeidstraining enz.) individuele begeleidingsgesprekken op specifieke hulpvraag Functionarissen die als onderwijsondersteuners actief betrokken kunnen worden, zijn beschreven in de volgende tabel: Functionaris(sen) Groepsleerkrachten Klassenassistenten / onderwijsassistenten Groepsleidster Zorgassistenten Vakleerkracht bewegingsonderwijs en zwemmen Vakleerkracht techniek Activiteitenbegeleiders Intern begeleider Pagina 21 van 41
Betrokken bij alle alle EMB enTD alle alle TD, TA, VMBO EMB enTD alle
Orthopedagoog/ psycholoog Speltherapeut Maatschappelijk deskundige Arbeidstoeleider Stagebegeleider / Job coach Kinderrevalidatie arts nurse practitioner GGD-arts Verpleegkundigen Ergotherapeuten Fysiotherapeuten Logopedisten Hydrotherapeut Externe Dienstverleners Mytylschool Externe Dienstverleners Epilepsie Externe Dienstverleners Visio - Bartemeus
Pagina 22 van 41
alle Op indicatie alle TD, TA VMBO TD, TA VMBO alle Op indicatie alle alle Op indicatie of OOA Op indicatie of OOA Op indicatie of OOA Op indicatie of OOA Op indicatie of OOA Op indicatie of OOA Op indicatie of OOA
10.2
Speciale onderwijsmaterialen
Dit veld gaat over de in te zetten onderwijsmaterialen en hulpmiddelen Uitgangspunt voor de Mytylschool Tilburg zijn de, voor het regulier onderwijs, gangbare materialen en hulpmiddelen. Als er voor een leerling een speciaal programma en/of hulpmiddel nodig is dan wordt daar indien mogelijk in voorzien. Aangepaste onderwijsmaterialen die op dit moment door Mytylschool Tilburg worden ingezet zijn o.a.: Met speciale didactische kenmerken: - Materialen gericht op zelfredzaamheid; Aangepaste (leerlinggebonden) computer, toetsenbord en muis, Touch screen, communicatie knoppen, verwijzers / foto’s / picto’s. - Methodieken met een lager tempo, veel herhalen; Bruikbare software. - Materialen die veel/snel lezen vermijden; Pictosystemen, visualiseringssystemen. - Materialen gericht op auditieve informatieverwerking; Ringleiding. - Materialen gericht op visuele informatieverwerking; Leesloep (digitaal), contrastrijke leermaterialen, vergrotingsboeken, extra werkbladverlichting, visus-tafels. - Materialen gericht op sensomotorische informatieverwerking; Snoezelmaterialen, prikkelende materialen (auditief, visueel, (senso)motorisch),realistische/concrete materialen (bv. echte lepels, vorken bij diverse activiteiten) - Materialen uitgaand van een sterk eigen probleemoplossend vermogen. - Aangepaste materialen gericht op kind specifieke fysieke belemmeringen; Materialen passend bij de ontwikkelingsleeftijd en handicaps, voorleessoftware en digitale (werk)boeken, toetsen e.d. ook digitaal, rustmaterialen (bed / zitzak), verpleegmaterialen, tilliften vast en verrijdbaar. - Met speciale pedagogisch/psychologische kenmerken: Methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling; methodes passend bij de doelgroep, aangepast speelmateriaal. - Materialen voor begrenzing van het gedrag; - Materialen uitdagend tot alertheid en activiteit; Aangepast speelmateriaal, materialen kast voor EMB & ZMLK, schommels. - Materialen voor het ervaren van successen en het ontvangen van beloningen; - Materialen voor begrip van sociale interactie. - Methoden gericht op arbeidstoeleiding, dagbesteding Concrete Materialen en themakisten, statafels t.b.v. stimulering alertheid, aangepast meubilair (buikuitsparing, opstaande rand, abductieklos, stoel zonder rugleuning, zitkussens, individueel aangepaste stoel etc.,
Pagina 23 van 41
10.3
De ruimtelijke omgeving
Dit veld gaat over de eisen die gesteld dienen te worden aan de ruimtelijke omgeving. De Mytylschool Tilburg staat in directe verbinding met het Revalidatiecentrum Leijpark en het Elizabeth Ziekenhuis en is volledig aangepast en ingericht speciaal voor de tot de doelgroep behorende leerlingen. Voorbeelden van deze aanpassingen zijn: - Heldere en veilige looppatronen - Automatisch opengaande en sluitende deuren - Rolstoelvriendelijk - Ruime lokalen, met voldoende bewegingsruimte in de klas - Visuele herkenbaarheid (kleuren gangen, prikbordjes, etc.) - Overzichtelijke gangen, opslagruimtes voor rollend materieel. - Opgeruimde gangen (alle materialen onder de kasten) - Ruimte voor hulpmiddelen die nodig zijn in de klas (tillift, zitzak, rolstoel etc.) - Time-out ruimte voor leerlingen die tijdelijk rust nodig hebben i.v.m. overprikkeling - Gymzaal - Speelzaal - Volledig aangepast schoolplein met rolstoeltoegankelijke toestellen - Veilige speelplaatsen met passende ontspannings- en ontdekkingsmogelijkheden - Geluidsdichte, multifunctionele ruimte (t.b.v. snoezelachtige activiteiten (black light e.d.) + voor individuele activiteiten die veel geluid met zich mee brengen) - Zwembad met beweegbare bodem - Veiligheidsknoppen op de deuren i.v.m. wegloopgevaar In het schoolgebouw wordt ook voor een deel van de leerlingen de revalidatietherapie en verzorging gegeven in speciaal daarvoor ingerichte ruimten, met de hoogst mogelijke standaard qua technische mogelijkheden en apparatuur. Voorbeelden van deze ruimten zijn: - Aangepaste badkamers (toegankelijkheid bed en grote rolstoelen) / verzorgingsen/of therapieruimten, - In iedere afdeling zijn rustruimten (met camerabewaking) - Revalidatie- en therapieruimte (bv. voor fysiotherapie) omgeving gericht op sensorische beleving In verband met kind specifieke fysieke belemmeringen heeft iedere leerling een volledig aangepaste werkplek. Hiernaast zijn er nog speciale voorzieningen voor speciale leerbehoeften zoals: - Praktijklokalen voor techniek, kantoor (economie), groen, zorg & welzijn en arbeidstraining - Schooltuin - Zwembad voor o.a. therapie - Belevingsruimten: belevingstuin, schommels. - Snoezelruimte - Aangepast schoolmeubilair
Pagina 24 van 41
10.4
Expertise
Hierbij gaat het om de competenties op het gebied van 'special educational needs'. We maken onderscheid tussen teamexpertise en specialistische expertise. 1. Teamexpertise is de expertise die is geïntegreerd in de teamaanpak en geïnternaliseerd is in het handelen van alle medewerkers. 2. Onder specialistische expertise verstaan we de expertise rond een specifieke belemmering of stoornis, die bij één of meer collega’s of externe partners aanwezig is. 10.4.1 Teamexpertise: De teamexpertise is geïntegreerd in de teamaanpak en geïnternaliseerd in het handelen van alle medewerkers. Deze is herkenbaar bij: - De kennis over opvattingen en aanpakken in de onderwijszorg (handelingsgericht werken, werken met leerlijnen, onderwijsconcepten gebaseerd op onderwijsbehoeften van leerlingen zoals coöperatief leren) - De kennis over onderwijszorgvoorzieningen rond de school en in de regio - Een teamaanpak op gedrag (afspraken op papier en werkend in de praktijk) - De competenties om ouders als partner te betrekken bij de onderwijszorg voor hun kind. De kennis zoals hierboven beschreven is breed aanwezig binnen de organisatie. Tegelijkertijd realiseert de school zich dat men nooit uitgeleerd is. Scholing is dan ook een werkwoord binnen de school. De medewerkers binnen onderwijs, zorg, behandeling en begeleiding dragen mede zorg voor een gekwalificeerd aanbod van ondersteuning. De kwaliteit wordt gegarandeerd door: - Een voortdurende deskundigheidsbevordering. - Het samen ontwikkelen van interdisciplinaire protocollen. - Het toetsen van de diverse onderwijs-, zorg-, behandel- en begeleidingstrajecten aan de richtlijnen van onderwijswetgeving, de kwaliteitswet en de wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO). - Het delegeren van de professionele verantwoordelijkheid naar functionarissen die verantwoordelijk zijn voor een geïntegreerd individueel traject. De kennis, ervaring en vaardigheid in het omgaan met leerlingen en hun problematieken is op school beschikbaar. Alle groepsleerkrachten hebben minimaal Pabo-diploma aangevuld met de akte SO, een MasterSEN of een 2e graads akte. Een aantal assistenten zijn dubbel bevoegd, t.w. klassenassistent en onderwijsassistent. Er is sprake van veel expertise uitwisseling, ook met het revalidatiecentrum en het Elisabeth Ziekenhuis. De medewerkers weten goed invulling te geven aan de speciale ondersteuningsbehoeften van de leerlingen. De structuur daarvoor is goed doorgevoerd. De school investeert structureel in het verhogen van de deskundigheid van het totale onderwijs- en onderwijsondersteunend personeel.
Pagina 25 van 41
10.4.2 Specialistische expertise: Voor leerlingen met een handicap, beperking of stoornis met een medische of paramedische achtergrond werkt de mytylschool Tilburg structureel samen met het Revalidatie Centrum Leijpark. - Er wordt gewerkt volgens het principe één kind-één plan. - Individuele en groepstherapie vinden plaats in bloktijden. - Experts vanuit meerdere disciplines op het gebied van alle voorkomende stoornissen en beperkingen zijn direct beschikbaar (bijv., revalidatiearts, maatschappelijk werk, orthopedagoog, psycholoog, ergotherapeut, fysiotherapeut, logopedist, hydrotherapeut, speltherapeut etc.) De expertiseontwikkeling van het personeel is erop gericht om de lesstijl van de leerkrachten af te stemmen op het aanspreekniveau en de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Een gedetailleerd overzicht van de expertise van het personeel van de school, is opgenomen in bijlage 2. Vanuit de aanwezige specialistische expertise worden bijeenkomsten en scholingen aan het totale personeel gegeven. - Specialistische kennis over motorische en somatische beperkingen, zoals spierziekten, syndromen, NAH (Niet Aangeboren Hersenletsel) OLK (Onverklaarde Lichamelijk Klachten), DCD (Development Coördinaton Disorder) enz. - Kennis over opvattingen en aanpakken in de onderwijszorg (handelingsgericht werken, werken met leerlijnen). - Kennis over onderwijszorgvoorzieningen rond de school en in de regio - Kennis over uitstroommogelijkheden en uitstroomprofielen. - Competenties om ouders als partner te betrekken bij de onderwijszorg voor hun kind. Een tweede vorm van expertise is de specifieke, bij één of meer collega’s of partners aanwezige expertise. Deze specialistische expertise kan soms, kortdurend, nodig zijn. Deze expertise is zowel beschikbaar binnen de school als, gezien vanuit het netwerk, ook buiten de school. 10.4.3 De school als lerende organisatie De Mytylschool Tilburg wil een lerende organisatie zijn. Hierbij dienen de personeelsleden hun aanwezige competenties en ambities verder te kunnen ontwikkelen. De organisatie is zo ingericht, dat deze zo optimaal mogelijk ten dienste staat aan het personeel, met als doel het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en de dienstverlening. De Mytylschool Tilburg wil excelleren op kennis en kennisontwikkeling bij medewerkers. In de deskundigheidsbevordering van personeelsleden wordt ernaar gestreefd om een cyclisch scholingsaanbod te doen waaruit medewerkers zelf jaarlijks een keuze kunnen maken. Externe collega’s kunnen ook van dit aanbod gebruik maken. De Mytylschool Tilburg gaat per functiegroep aangeven welke scholing noodzakelijk is en welke wenselijk. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij de bekwaamheidseisen, zoals die zijn vastgelegd in de wet op de Beroepen In het Onderwijs (wet BIO).
Pagina 26 van 41
Er rust op de Mytylschool Tilburg als werkgever en iedere individuele medewerker dan ook een wettelijke verplichting om bekwaam te worden en te blijven. De Mytylschool Tilburg wil een rol blijven vervullen bij nieuwe, innovatieve ontwikkelingen op het gebied van onderwijs, leerlingenzorg, educatieve ICT toepassingen en personeelsbeleid. 10.4.4. De school als opleidingsschool De Mytylschool Tilburg wil zich meer profileren als opleidingsschool door het bieden van een uitdagende leeromgeving voor jonge vakmensen in opleiding, alsmede ervaren collega’s die een verdieping of verbreding zoeken in hun kennis en vaardigheden. De school stelt mensen, die een bepaalde beroepsopleiding volgen, in de gelegenheid om in de school praktijkervaring op te doen. Hiertoe zijn convenanten afgesloten met educatieve partners (opleidingsinstituten) in en buiten de regio. Het betreft hier opleidingen op zowel universitair, HBO als MBO-niveau zoals: - Universitaire opleidingen zoals psychologie, orthopedagogiek e.a. - Hogere Beroepsopleidingen: Pedagogische Academie voor het basisonderwijs (Pabo)., Lerarenopleidingen, Masteropleidingen, Opleiding Leraren Lichamelijke Opvoeding Sport, P&A, Pedagogiek, Informatica, etc. - Middelbaar Beroepsopleidingen: Onderwijs-, Klassen-, en zorgassistenten Daarnaast is de school beoordeeld en gecertificeerd door Calibris voor een groot aantal MBO-opleidingen Per jaar bepaalt de schoolleiding hoeveel stagiair(e)s geplaatst kunnen worden. Vooraf vindt een gesprek met de kandidaat stagiair(e) plaats op basis waarvan al dan niet tot toelating van de stagiair(e) wordt overgegaan. Tussen de school en de stagiair(e) wordt een stage contract opgesteld waarin duidelijke werkafspraken worden vastgelegd. Daarnaast is er de mogelijkheid dat studenten van de Pabo in het laatste jaar van hun opleiding een periode kunnen komen werken en leren in de school (LIO). De student wordt binnen de school opgeleid. De groepsleerkracht blijft in alle gevallen eindverantwoordelijk. Een opleidingsstructuur en deskundigheid voor de begeleiding en coaching van jonge professionals in opleiding is een voorwaarde om dit te kunnen realiseren. Een begeleidingsteam is opgezet met vakbekwame praktijkbegeleiders, die jaarlijks de stagiairs en collega's in leerwerk trajecten professioneel kunnen begeleiden. 10.4.5. Externe ondersteuning en begeleiding Voor de externe ondersteuning en begeleiding zijn via de externe dienstverlening allerlei scholingen, trainingen en workshops op maat mogelijk voor het verbreden van de kennis en vaardigheden. (zie ook bijlage 1)
Pagina 27 van 41
10.5.
De samenwerking met externe instanties die zich ook met de ondersteuning van de leerling bezig houden
Voor sommige leerlingen is het van doorslaggevend belang dat de Mytylschool Tilburg intensief samenwerkt met externe instanties, zoals jeugdzorg, revalidatie of geestelijke gezondheidszorg. Mytylschool Tilburg onderhoudt structurele contacten met de volgende externe partners: Op medisch – paramedisch gebied: - Revalidatie Centrum Leijpark en de ziekenhuizen in de regio. o Voor leerlingen met een handicap, beperking of stoornis met een medische of paramedische achtergrond - Steunpunt Epilepsie centrum Kempenhaege en School de Berkenschutse. o Collegiale ondersteuning en Externe Dienstverlening op leerling niveau voor leerlingen met epilepsie. - Visio en Barthimeus. o Ambulante Onderwijskundige Begeleiding op leerling niveau en een tweejaarlijkse beleidsevaluatie voor leerlingen met visuele problematieken. - Kentalis en het audiologisch centrum . o Voor leerlingen met auditieve problematieken. - GGD Midden Brabant. o Voor de medische begeleiding en ondersteuning van de school. Op het gebied van zorginstellingen en ondersteunende diensten: - MEE o Op de school en revalidatiecentrum is een structureel steunpunt voor zorgondersteuning voor leerlingen en hun ouders door medewerkers van MEE. - Amarant - Siza Gemini - (Medisch) Kinderdagverblijven - Overige wooninstellingen - IMW - UWV Op onderwijskundig gebied - Andere vormen van (voortgezet) speciaal onderwijs en onderwijsinstellingen op primair-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs. o Intensieve samenwerking en afstemming wordt gerealiseerd. o Begeleidingstrajecten worden gerealiseerd via de externe dienstverlening. o Uit- en doorstroommogelijkheden worden zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. o Bij uitstroom en nazorg wordt externe dienstverlening ingeschakeld. - Netwerken van intern begeleiders, psychologen en remedial teachers. o Samenwerkingsrelaties met andere professionals zijn gerealiseerd. - Hogescholen en universiteiten zoals o.a. Fontys/Fydes, Universiteit van Nijmegen en Tilburg. o Kennisuitwisseling, stagiairebegeleiding. - Landelijk Expertise Centrum Speciaal Onderwijs (LECSO) o Uitwisseling met Collega Mytylscholen - Afdeling leerplicht van de gemeentes o Er is regelmatig contact met de leerplichtambtenaar
Pagina 28 van 41
Bijlage 1: Externe dienstverlening: A. Basisondersteuning van de externe dienst van Mytylschool Tilburg bij leerlingen die een medische problematiek hebben of motorische problemen: - Dossierstudie: zichtbaar maken welke ondersteuningsbehoefte er is a.d.h.v. de IVO-velden - Observatie van de leerling, gericht op de hulpvraag - Onderzoek naar onderliggende stoornissen, beperkingen en mogelijkheden van de leerling, zowel in individuele setting als in de klas (gevalideerde instrumenten) - Gerichte handelingsadviezen voor leerkrachten - Gesprekken met de leerling - 3 contactmomenten per jaar met school en ouders: start schooljaar ( intake) voortgangsgesprek en eindevaluatie - Ondersteuning bij het opstellen van het handelingsplan en OPP van school - Centraal aanspreekpunt voor alle betrokkenen - Coördineren van de externe zorg die aan leerlingen gegeven wordt - Contact met het revalidatiecentrum, behandelend specialisten en therapeuten. B. Het verlenen van extra ondersteuning van de externe dienstverlening: - Extra leerling gesprekken/oplossingsgerichte coaching - Extra voortgangsgesprekken leerling/ouders/school - Evalueren handelingsplan van de school en ondersteuning bij het opstellen van deelhandelingsplannen en OPP - Teamvoorlichting individuele leerling t.a.v. ziektebeeld en specifieke onderwijsbehoeften - Aanvullend specifiek onderzoek op de relatie tussen fysieke, bewegingsproblemen en het functioneren en leren in de klas - Psycho- educatie leerling - Specifieke leerling-training/RT - Huisbezoek, ondersteunen ouders - Advies gesprek m.b.t. de vervolgopleiding van de leerling en de benodigde extra zorg C. Het aanbod van activiteiten en diensten vanuit de ambulante dienst van Mytylschool Tilburg - Hulp bij het opstellen van het onderwijsondersteuningsplan. - Collegiale consultatie. - Co-teaching. - Oplossingsgerichte coaching voor leerkrachten en leerlingen. - SVIB. - Intervisie. - Crisis interventie. - Analyseren van observatiegegevens uit LVS op het gebied van motoriek. - Beleidsontwikkeling op het gebied van schrijven, bewegingsonderwijs, LVS - Thema avonden voor ouders o.a. DCD. - Klassen( en team) voorlichting m. b.t. handicap, ziektebeeld, handicapbeleving, specifieke vaardigheden: schrijven. - Teamtraining op het gebied van motoriek. Pagina 29 van 41
-
Voorlichting aan ouders. Deelname ZAT. Directe lijn met het Revalidatie Centrum Leijpark over onderzoek en behandeling.
Het bieden van onderzoeksmogelijkheden, zoals: - Onderzoeken t.a.v. achterliggende oorzaken van handelingsproblemen in de klas - Onderzoek van motorische vaardigheden: Movement ABC-2 - Onderzoek naar de schrijfvaardigheid en de motorische schrijfvoorwaarden - Signalering: kleuter screening op gebied van motoriek of schrijven ( groepsniveau) - School AMPS: gevalideerd onderzoek in de klas naar motorische - en procesvaardigheden - Executieve functies; vragenlijsten en onderzoek - Lateralisatie onderzoek - Sensorische informatie verwerking (Sensory Profile, gevalideerde vragenlijst) - Foto-interview : Samen met leerling onderzoeken wat de hulpvraag van de leerling is en de ondersteuningsbehoeften - Ruimtelijke visuele waarneming ( TVPS-VMI) - Belasting en belastbaarheid - Samen met leerling onderzoeken wat de hulpvraag van de leerling is en de ondersteuningsbehoeften - Psychologisch onderzoek - Dyslexie onderzoek - Dyscalculie onderzoek - Onderzoek m.b.t. beroepskeuze, capaciteiten en persoonlijkheid - Sociale vaardigheden: - ESI evaluation of interaction - IKziewij: foto interview sociale vaardigheden - School Companion - Werken met aandacht Adviseren en ondersteunen m.b.t.: - De aanschaf van meubilair (leenmeubilair beschikbaar uit depot). - De zithouding. - Sportmogelijkheden - Het schrijven. - De aanvraag hulpmiddelen, aanpassen materialen. - De aanschaf methode en literatuur. - ICT aanpassingen. - Het klassenmanagement . Aanbieden en realiseren van workshops, zoals: - De schrijfklok. - Het foto-interview. - De krachtpatser. - Het buitenspelen. - DCD voor leerkrachten. Pagina 30 van 41
-
Executieve functies. Het aanbod vanuit Schrijfcentrum. Sensorische integratie. - Leren kijken naar Motoriek. - Gebarencursus voor kinderen met communicatie problemen. - Zintuiglijke informatie verwerking. - Training: Rots en Water.
Pagina 31 van 41
Bijlage 2 Het onderwijsondersteuningsplan Inleiding: Om tot een goed onderwijsprogramma te komen is het belangrijk om een goed beeld van de leerling te vormen. Bij de leerlingen die de mytylschool bezoeken is het belangrijk om te beschrijven welke lichamelijke beperkingen er zijn, welke onderzoeken er reeds hebben plaats gevonden, zowel op het gebied van de medische problematiek als de persoonlijkheid. Opzet van het onderwijsondersteuningsplan - Het is een aanvul-format geworden, zodat vaststaande gegevens niet telkens opnieuw opgenomen hoeven te worden. - Het format start met een kader met de zogenaamde "vaste" gegevens . - Hierna wordt het persoonsbeeld beschreven aan de hand van de vaste onderdelen: het medisch beeld, de psychologische gegevens, de maatschappelijke context en het onderwijsveld. Hier wordt ook aangegeven wat de belemmerende factoren zijn. - Vervolgens worden het ontwikkelingsperspectief en het uitstroomprofiel bepaald. - Hierna worden de leerprestaties bekeken, waarbij wordt aangegeven met welke toets de voortgang per domein/vakgebied gemeten is. Bij de vakgebieden worden de dle’s en leerrendementen van gemaakte toetsen ingevuld. - Bij het noteren van het uitvoering / ondersteuningsprofiel wordt een inschatting gemaakt van de faciliterende of compenserende factoren. - In het kader “Verwacht didactisch niveau” wordt het verwachte niveau aan het einde van de schoolloopbaan ingevuld in termen van DLE en Leerrendementsverwachting (LRV). Deze worden afgeleid van de leerlijn van elke afdeling en groepsplannen. Bepaal het einddoel met een bepaalde marge/ bandbreedte. Eventueel kan het einddoel ook in de term vaardigheidsscore geformuleerd worden. N.a.v. het einddoel kunnen ook de tussendoelen worden bepaald en ingeschreven. - Alle bovenstaande informatie wordt betrokken bij de “onderbouwing”. - Ouders tekenen voor gezien - Voor elk schooljaar dat het OOP wordt opgesteld worden er twee evaluatie-blokken aan toegevoegd. 1. Algemene persoonsgegevens In het eerste blok worden de personalia (naam, adres, geboortedatum enz.) van de leerling opgenomen. In het tweede blok worden onderwijsgegevens vermeld. - Tot 1-8-2014 wordt er het indicatienummer en de indicatie genoemd. - Tot 1-8-2014 bepaalt een onafhankelijk commissie de toelaatbaarheid van de leerling, - Na deze tijd zal het samenwerkingsverband bepalen wat een leerling aan ondersteuning nodig heeft en waar die het best gegeven kan worden. - Omdat de leerlingen die de mytylschool bezoeken uit diverse samenwerkingsverbanden komen worden deze ook hier genoemd. In het derde blok wordt vermeld welke teamleden betrokken zijn bij het onderwijs van de leerling. 2. Anamnese /ontwikkelingsverleden Leerlingen die de mytylschool bezoeken hebben vaak al een verleden van onderwijs en zorg Vaak zijn er al verschillende therapieën of ,behandelingen ondernomen of is er andere zorg geweest. Pagina 32 van 41
In dit overzicht wordt chronologisch aangegeven welke interventies hebben plaatsgehad, in het kort wordt aangegeven met welk doel en het behaalde resultaat. Dit onderdeel kan verschillende elementen bevatten. Zowel op medisch, psychologisch als maatschappelijk gebied worden hier ter zake doende zaken uit het verleden beschreven. 3. Persoonsbeeld 3.1 Medisch beeld: Hier worden de eerder gestelde diagnoses beschreven. Ook wordt aangegeven of er sprake is van lichamelijke bijzonderheden, of de leerling gebruik maakt van aanpassingen of andere lichaamsgebonden voorzieningen of medicatie gebruikt. Belangrijk is om te vermelden of deze remmend of bevorderend op de ontwikkeling werken 3.2 Psychologische gegevens: Naast het beschrijven van de intelligentie, worden ook de persoonlijkheidskenmerken, die van invloed op het handelen zijn, aangegeven. Ook hier gaat het erom de remmende of risicofactoren zo goed mogelijk te beschrijven. Tevens wordt er een uitspraak over de theoretische rendementsverwachting gedaan. De leerrendementsverwachting (LRV) wordt gebaseerd op “de theoretische leerrendementsverwachting van Nicolson” ( Nicholson, C.L. (1980) Educational Applications of the Wisc-R: A handbook of Interpretive Strategies & Remedial Recommendations). In de praktijk kunnen er redenen zijn om aan te nemen dat een perspectief op basis van alleen de intelligentie onrealistisch is. Om onrealistische verwachtingen bij ouders en leerlingen te voorkomen, kan nuancering van de “theoretische leerrendementsverwachting” noodzakelijk zijn. 3.3 Maatschappelijk context: Hier wordt voornamelijk aangegeven in welke maatschappelijke context de leerling leeft. In hoeverre is de leerling handelingsbekwaam, welke belemmerende of bevorderende maatschappelijke gegevens zijn van belang. 3.4 Onderwijsverloop: Hier wordt het onderwijsverleden van de leerling beschreven. Ook de voorschoolse periode wordt hierin meegenomen. 4. Het ontwikkelingsperspectief (OPP) Een ontwikkelingsperspectief is de inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling voor een bepaalde, langere periode. Het wordt uitgedrukt in een verwacht uitstroomniveau in het voortgezet (speciaal) onderwijs & in een leerrendementsverwachting (eind DLE of Leerrendement) per hoofdvakgebied. Het OPP is sturend voor het aanbod aan de leerling en biedt handvatten voor de planning van het onderwijs aan de leerling. Wanneer het instroomniveau verbonden wordt met het verwacht uitstroomniveau ontstaat de zogenaamde prognose- of ontwikkelingslijn. Het aanbod aan de leerling wordt gepland op basis van opgestelde tussendoelen die de weg tussen het huidige moment en het einddoel vorm geven. 5. Het uitstroomprofiel Het uitstroomprofiel geeft aan de potentiele mogelijkheden naar verwachte uitstroom. Uitstromen naar vervolgonderwijs, er zijn leerlingen die voorbereid moeten worden voor de arbeidsmarkt en leerlingen die voorbereid moeten worden voor (arbeidsmatige) dagbesteding Pagina 33 van 41
Om recht te doen aan de diversiteit in uitstroom, wordt er binnen het Speciaal Onderwijs (s.o.) een onderscheid gemaakt naar drie uitstroomprofielen t.w. 1. (Arbeidsmatige) dagbesteding 2. Arbeid 3. Vervolgonderwijs In het Voortgezet Speciaal Onderwijs (v.s.o.) worden deze uitstroomprofielen verder onderverdeeld 1. (Arbeidsmatige) dagbesteding (D1-2-3) Er wordt een onderscheid gemaakt naar: a. belevingsgerichte dagbesteding (D1) b. taak- of activiteitgerichte dagbesteding (D2) c. arbeidsmatige dagbesteding (D3) 2. Arbeid (A1-2-3) Binnen dit uitstroomprofiel onderscheiden we: a. (beschermde) arbeid in sociale werkvoorziening (A1) b. arbeid in een regulier bedrijf, zonder certificaten (A2) c. arbeid in een regulier bedrijf, in combinatie met landelijk erkend(e) certificaat/certificaten (A3) 3. Vervolgonderwijs (V1-2-3) o basisberoepsgerichte leerweg (babl) – kaderberoepsgerichte leerweg (kabl) (V1) o theoretische leerweg (V2) o havo/vwo (V3) 6. Onderzoekgegevens en ondersteuningsplan per domein: In dit onderdeel ondersteuning per domein wordt achtereenvolgens weergegeven: - de test en toets- en observatiegegevens gegevens per onderdeel; dit als onderbouwing van wat de leerling aan ondersteuning nodig heeft - Waar aan gewerkt wordt, (belemmerende factoren) - Op welke manier en maak je gebruik van de sterke kanten (Bevorderende factoren) - en wat voor ondersteuning op het betreffende domein nodig is te denken is dan aan: - Hoeveelheid aandacht/handen in de klas - Aangepast lesmateriaal - Aanpassingen in de ruimtelijke omgeving - Expertise - Samenwerking met externe organisaties 7. CAP-domeinen: De CAP-domeinen, een methode om ouders van jonge kinderen met beperkingen ten gevolge van stabiele aandoeningen te informeren over de extra zorg die in de toekomst nodig zal zijn. A. Fysieke belastbaarheid B. Motorische functioneren C. Zintuiglijk functioneren D. Mentaal functioneren E. Stem en spraakfuncties 8. Onderwijsdomeinen 8.1 Motorisch functioneren / fysieke belastbaarheid / zintuiglijk functioneren
Pagina 34 van 41
Hier worden de bewegingsvaardigheden in het algemeen beschreven. Te denken is aan het bewegen van de leerling, de houding, speelse bewegingsvormen, hoe de leerling zijn armen en handen en benen kan gebruiken. Het bewegingsonderwijs neemt een belangrijke plaats in op de Mytylschool. De vakleerkrachten bewegingsonderwijs geven hier aan waar wat betreft bewegen, sport, en zwemmen aan gewerkt wordt, wat belemmerende en bevorderende factoren zijn en welke ondersteuning de leerling nodig heeft. 8.2 Fijn motorisch functioneren Hier worden de fijn motorische vaardigheden onder de loep genomen. Wat zijn de mogelijkheden en beperkingen. Te denken valt hier aan het schrijfonderwijs, de fijne motoriek benodigd voor handvaardigheden, techniek enz. 8.3 Praktische redzaamheid Hoe is de persoonlijke verzorging en zelfredzaamheid in het algemeen; Slapen; Eten en drinken; Wassen en verzorging: Aan- en uitkleden; Toiletgang / continentie handhaven; Zelfredzaamheid; Oriëntatie in de omgeving; In hoeverre kan hij of zij zelfstandig deelnemen aan het verkeer. 8.4 Communicatieve ontwikkeling Communicatie algemeen; Kan een leerling deelnemen aan communicatie / interactie, kan hij duidelijk maken wat hij bedoelt, begrijpt hij wat een ander bedoelt, hoe spreekt hij, hoe is de auditieve waarneming. 8.5 Sociaal-emotionele ontwikkeling (inclusief spelontwikkeling) Sociaal-emotioneel functioneren algemeen; Persoonlijkheidsontwikkeling / karakter; Duidelijk maken wat je wilt en voelt; Gebruik maken van je eigen mogelijkheden; Omgaan met eigen beperkingen; handicapacceptatie Hanteren van eigen gedrag; Hanteren van sociale regels; Relaties onderhouden/ aangaan; Deelname aan dagelijkse activiteiten; Omgaan met seksualiteit; Zelfvertrouwen / zelfbeeld; Omgaan met veranderingen en structuur; Samenwerken 8.6 Leren leren Leervaardigheden algemeen; Aandacht / concentratie; Geheugen; Taakgerichtheid / werkhouding; Motivatie / belangstelling; Leerstrategie; Gebruiken en generen van kennis; Initiatief name; Praxis; Ruimtelijke visuele waarneming; Spel; Zelfstandig werken 8.7 Vakgebieden Technisch lezen – Spelling – Begrijpend Lezen – Rekenen 8.8 Overige vakgebieden Vakken als Duits en Engels bij de VMBO Competenties en indicatoren bij de TA de gegevens uit de vijfwijzer bij De A-basis en TD (A-B-C) Wonen, Arbeid en Dagbesteding Vrije Tijdsbesteding, bij de TA en TD Algemene beschrijving IVO (Indicatie vanuit Onderwijsbehoeften) 1.Hoeveelheid aandacht/handen in de klas Veel reguliere scholen geven hun onderwijs vooral in groepen. Zij kunnen het groepsonderwijs op adaptieve wijze vormgeven, zodat leerlingen met individuele handelingsplannen hierin goed tot hun recht komen. Er zijn wat dit betreft echter verschillen tussen scholen. Sommige scholen slagen erin om ‘extra handen in de klas’ te realiseren door bijvoorbeeld de inzet van een onderwijsassistent, medeleerlingen, stagiaires of vrijwilligers. In het sbo, (v)so, leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs is het evident dat er meer handen in de klas zijn.
Pagina 35 van 41
2. Onderwijsmaterialen Reguliere scholen werken meestal met lesmethoden die uitgaan van de gemiddelde leerling (in het vo: van die schoolsoort) en gebruiken differentiatiemateriaal voor leerlingen die extra uitleg of extra uitdaging nodig hebben. Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften hebben soms aangepast materiaal nodig, bijvoorbeeld een ringleiding voor slechthorende kinderen of duidelijke schema’s voor kinderen die veel structuur nodig hebben. Scholen verschillen in de mate waarin zij beschikken over dergelijke materialen. 3. Ruimtelijke omgeving Passend onderwijs vereist voor nogal wat leerlingen aanpassingen in de ruimtelijke omgeving. Zo zijn er leerlingen die af en toe of regelmatig een ‘time out’ nodig hebben, leerlingen die veel behoefte hebben aan fysieke bezigheden en leerlingen voor wie ruimte nodig is voor verzorging of paramedische behandeling. Ook zijn er leerlingen die behoefte hebben aan een pedagogische omgeving die rust, overzicht en duidelijkheid biedt. Zij hebben behoefte aan veel structuur, duidelijke regels en strikte begeleiding. In lang niet alle schoolgebouwen is het mogelijk om aan dergelijke behoeften tegemoet te komen. 4. Expertise Hierbij gaat het om de competenties op het gebied van 'special educational needs'. We maken onderscheid tussen teamexpertise en specialistische expertise. Teamexpertise is de expertise die is geïntegreerd in de teamaanpak en geïnternaliseerd is in het handelen van alle medewerkers. Onder specialistische expertise verstaan we de expertise rond een specifieke belemmering of stoornis die bij één of meer collega’s of externe partners aanwezig is. 5. De samenwerking met externe organisaties Voor sommige leerlingen is het van doorslaggevend belang dat de school intensief samenwerkt met externe instanties, zoals jeugdzorg, revalidatie of geestelijke gezondheidszorg. Scholen verschillen hierin sterk, zowel wat betreft de onderwijsbehoeften van de leerlingpopulatie, als het onderwijszorgaanbod van de school. Gepland aanbod Na het bepalen van het OOP en het stellen van een einddoel, wordt het geplande aanbod voor het kind beschreven. Tussendoelen worden bepaald om tussentijds te kunnen meten of de aanpak werkt en de leerling zich op verwacht niveau ontwikkeld. Bij het loskoppelen van een leerling van het reguliere leerstofaanbod hoort toetsen op niveau: de leerling maakt de toets die op dat moment past bij zijn kennis en kunde van de didactische vakgebieden. Bijvoorbeeld: een leerling in groep 7 maakt voor RW de CITO toets van E5. Met behulp van de omzetting van de ruwe score naar DLE kan de ontwikkeling van de leerling gevolgd worden. Je neemt de huidige stand van zaken en relateert die aan de verwachting. Wat is het aantal DLE-s dat de leerling nog moet gaan halen om aan zijn verwachting te voldoen? En hoeveel maanden onderwijs zijn er nog om dat te gaan halen? En hoeveel maanden moet de leerling dan per schooljaar halen? Eindperspectief en leerrendementsprognose per schooljaar bepalen het onderwijsaanbod, passend leerstof aanbod, een passende didactiek en passende zorg en begeleiding. Bijstellen van het OOP Gepland aanbod voor de leerling vinden we in het groepsplan terug. Medio schooljaar worden de behaalde resultaten van de leerling geëvalueerd. Wanneer de leerling bij de eigen prognose achter loopt wordt eerst gekeken naar aanpassingen in het aanbod en-of de aanpak met als doel de leerling aan het eind van het schooljaar op de eigen prognose te krijgen. Aan het eind van het schooljaar kan eventueel het OOP bijgesteld
Pagina 36 van 41
worden, op basis van argumenten (deze noteren). Waak echter voor teveel bijstellingen naar beneden toe, het OOP wordt daarmee volgend en juist niet plannend. Inhouden waarop het OOP wordt gebaseerd We baseren het OOP op drie verschillende soorten informatie: Leerling kenmerken, (persoonsbeeld) met daarbij de aanname dat de invloed van de ouders hierin terug komt. IQ gegevens, indien voorhanden. Niet meer betrouwbaar na 2 jaar. Een IQ meting is voor de inspectie niet noodzakelijk (als anderszins aangetoond kan worden dat de leerachterstanden van de leerling niet te maken hebben met onvoldoende onderwijs). Het OOP wordt bij voorkeur opgesteld met een (gedrags-) deskundige die de aanwezige gegevens op de juiste wijze kan interpreteren. Leerresultaten uit minstens drie meetmomenten. Argumenten voor deze keuze: Op basis van de uitslagen van eerdere meetmomenten kan een voorspelling gedaan worden van het eindniveau van een kind. Toets resultaten zijn vanaf drie meetmomenten een meer betrouwbare voorspeller dan alleen het IQ.
Pagina 37 van 41
Bijlagen 3 Team- en specialistische expertise: De beschikbaarheid van expertise (gecertificeerd) op specifieke gebieden is bij Mytylschool Tilburg als volgt: Deskundigheid op het gebied van: - Chronische ziektes o.a. epilepsie, diabetes, - Motorische ondersteuning - Ergotherapeutisch gebied o.a. ADL-zelfredzaamheid, schrijfoefeningen, kleutervaardigheden, sensorische integratie - Fysiotherapie o.a. advisering hulpmiddelen en aanpassingen - Sensorische integratie problematiek - Logopedische problematieken e o.a. eet- en drinkproblematiek, pre- en vroeg linguïstische communicatieve functies, ondersteunende communicatiemiddelen, pictolezen, DGM, ComVoor - Spraakmoeilijkheden en taalstoornissen (o.a. auditieve beperkingen, kennis van communicatieve ondersteuning) - Bewegingsonderwijs/zwemmen MG- en EMB-leerlingen - Visuele Ondersteuning -
-
-
Begeleiden leerlingen met complexe medische zorg o.a. toedienen voedsel middels sonde, toedienen insuline d.m.v. insulinepomp, ontluchten maag via Mickey, katheteriseren, bloedsuikerwaarde bepalen d.m.v. vingerprik, toedienen medicijnen middels sonde Til- en hanteringsondersteuning Psychiatrische problematieken (o.a. Autisme Spectrum Stoornissen (ASS), ADHD, ADD, Angst- en hechtingsstoornissen), Psychologisch en orthopedagogisch gebied (GZ psycholoog, orthopedagoog) o.a. handelingsgerichte diagnostiek, consultatie en advies ouders en professionals school, opstellen perspectieven, speltherapie Sociaal-emotionele vaardigheden zoals (o.a. handicapacceptatie, weerbaarheid, Tom-training,Sova-trainingen e.d.) Gedragsspecialisten, oplossingsgericht begeleiden coachen kennis gedragsproblematiek en stoornissen etc. Pedagogisch begeleiden van alle tot de doelgroep behorende leerlingen Verstandelijke beperkingen (o.a. EMB expertise) Leerproblemen (o.a. dyslexie en dyscalculie) Het vaststellen van kind kenmerken Spelstimulering, spelbegeleiding en speltraining Didactisch begeleiden MG- en EMB-leerlingen Deskundigheid m.b.t. aanbod gedifferentieerd, op individuele leerling afgestemd, onderwijs Begeleiden MG- en EMB-leerlingen met autisme (en hun omgeving) ICT, m.n. computer- en communicatieondersteuning specifiek voor MG- en EMBleerlingen, het ontwikkelen van specifieke software Het ontwikkelen van specifieke leerlijnen en bijbehorend didactisch aanbod. Multidisciplinaire samenwerken Pagina 38 van 41
Groepsleidsters hebben expertise op het gebied van: - Vijfwijzer (Eowyn) - PECS - Omgaan met agressie bij laagfunctionerenden. - COCP - BIM (Beleven in Muziek) - Herkennen signalen voor epilepsie (Kempenhaeghe) - Sherborne - Ervaringsles over omgaan met een slechte visus (VISIO) - Gehoor (audiologisch centrum) - Gebaren - Neurologie - Ervaar het maar - Spelontwikkeling - Basale stimulatie - Snoezelen - Slikken en verstikken - Inzet computers binnen het EMB: Senswitcher, op maat etc. - Aanvullende zorgscholing: Toedienen zuurstof, katheteriseren, sonde voeding - toedienen, slikproblematieken etc. De leerkrachten hebben kennis van communicatieve ondersteuning De groepsleidsters hebben kennis van communicatie bij laagfunctionerenden (Esdege Reigersdaal) Omgaan met alternatieve communicatie Klassenassistentes hebben expertise op het gebied van: - Ervaar het maar - Ziektebeelden - Epilepsie, herkennen van de signalen - Slikproblematieken - Gedragsproblematieken - Sensorische integratie - COPP - Ervaringsles over omgaan met een slechte visus (VISIO) - Zorgondersteuning Zorgassistenten hebben expertise op het gebied van: - Slikproblematieken - Ziektebeelden - Ervaar het maar - Sensorische integratie - Puberen bij ZMLK/EMB leerlingen (Seksuele veranderingen, medische veranderingen en gedragsveranderingen - Kennis over uitstroommogelijkheden en uitstroomprofielen. - V(S)O leerkrachten hebben expertise op het gebied van: - Pubers van nu - Omgaan met agressie - Kennis en inzicht van de uitstroommogelijkheden en stagebedrijven - Competentiegericht leren en begeleiden - Aanvullende zorgscholing: katheteriseren, sonde voeding toedienen, Er is speciale onderwijszorg, door ambulante begeleiders in te schakelen. Daarnaast zijn externe dienstverleners beschikbaar op afroep (epilepsie, visus, autisme). Pagina 39 van 41
Ergotherapeutische ondersteuning bij digitaal werken, specifiek gericht op behoefte van de leerling i.v.m. ziektebeeld en taakaanpak. Ergotherapeutisch onderzoek naar mogelijkheden voor aanpassingen en uitstroom ivm beperkingen en mogelijkheden leerling (functie-onderzoek). Medische handelingen, één-op-één begeleiding i.v.m. levensbedreigende situaties die kunnen ontstaan, leerling te laten rusten buiten de klas. Individuele therapie in de vorm van paardrijden, zwemmen, muziektherapie e.d. De school biedt externe dienstverlening aan langdurig zieke leerlingen in samenwerking met Fontys / Fydes. De school biedt i.s.m. instellingen aantrekkelijke (opvoedings) cursussen aan voor ouders, zoals tot nu toe begeleiding maatschappelijk
Pagina 40 van 41
SchoolOndersteuningsPlan Mytylschool Tilburg 2013-2014
Besproken tijdens de vergadering van de Medezeggenschapsraad en van positief advies voorzien d.d.
T. Siemons Voorzitter MR
Vastgesteld door de Raad van Bestuur d.d.
J.J. Hoekjen Raad van Bestuur
Pagina 41 van 41