SchoolOndersteuningsProfiel (SOP) Versie 10 juni 2014 P.I. School Hondsberg Oisterwijk (SO en VSO cluster 4 met verbrede toelating cluster 3)
Bron: Rapport audit onderwijs ondersteuningsprofiel IVO (02-10-2013) i.o.v. samenwerkingsverband Passend Onderwijs 30.04 Tilburg en omstreken. Rapporteur: drs. J. Schuitert M&O Groep, ’s-Hertogenbosch
1
Contactgegevens: School: Adres: Telefoon: E-mail: URL: Brin:
P.I. School Hondsberg Hondsberg 5, 5062 JT, Oisterwijk 013-5285159
[email protected] www.pischoolhondsberg.nl 01OZ
Bestuur: Saltho Onderwijs
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Schoolondersteuningsprofiel 2.1 Onderwijsconcept 2.2 De voorzieningen op de 5 velden 3. Grenzen en groeimogelijkheden van de school 3.1 Groeimogelijkheden en grenzen voor wat betreft het onderwijsconcept. 3.2 Karakterisering van de voorzieningen op de vijf velden 4. Tot slot Bijlage: onderwijsondersteuning per schoolprofiel
3
Inleiding In het kader van passend onderwijs worden nieuwe samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs gevormd. P.I. School Hondsberg kent een doelgroep interne en externe leerlingen en participeert 18-tal samenwerkingsverbanden. In het kader van passend onderwijs, is het schoolondersteuningsprofiel een belangrijk instrument waarin scholen de taken, verantwoordelijkheden en werkwijze vastleggen. Alle schoolondersteuningsprofielen van de scholen in het samenwerkingsverband samen, vormen een dekkend aanbod van ondersteuning aan alle leerlingen. De samenwerkingsverbanden krijgen als taak om de lichtere en zwaardere ondersteuning binnen het samenwerkingsverband op een zodanige wijze te organiseren dat er sprake is van een dekkend netwerk. De samenwerkingsverbanden brengen daarvoor de ondersteuningsprofielen van de reguliere scholen in beeld. Echter ook de onderwijs ondersteuningsarrangementen (ooa’s) die door speciale voorzieningen worden aangeboden spelen een belangrijke rol in het dekkende netwerk. Het gaat daarbij om het (voortgezet) speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs. Vanuit het samenwerkingsverband gezien zijn de genoemde scholen leveranciers van onderwijs ondersteuningsarrangementen. Om te beoordelen of het samenwerkingsverband een dekkend netwerk heeft, moet zij weten welke ooa’s binnen het gebied beschikbaar zijn en welke ontbreken. Als duidelijk is welke ooa’s ontbreken staat het samenwerkingsverband voor een beleidskeuze: Leerlingen naar een voorziening buiten het samenwerkingsverband sturen dat wel zo’n ooa beschikbaar heeft (nadeel: reisafstand en afrekenen via grensverkeer). Gekoppeld aan een reguliere school of een bestaande speciale school een nieuw ooa inrichten (voordeel: thuisnabij; nadeel: kwaliteitsvraagstuk). De opbrengsten van de audits in de reguliere scholen en de speciale voorzieningen bieden de basis voor beleidsbeslissingen van de samenwerkingsverbanden. P.I. School Hondsberg is een speciale voorziening en als zodanig aanbieder van ooa’s voor een smallere of bredere doelgroep. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een zogenaamde doelgroepenschool en een integratieve school. De doelgroepenschool richt zich op een specifieke doelgroep zoals leerlingen met een lichamelijk beperking, een verstandelijke beperking, langdurig zieken etc. Veel speciale scholen zullen doelgroepenschool zijn en er in de toekomst regelmatig ook voor kiezen om doelgroepenschool te blijven. Onder passend onderwijs blijft deze keuze mogelijk. Er zullen echter ook speciale scholen zijn die meer vraaggestuurd willen gaan werken. Zij worden wat we noemen een integratieve school. Deze school is vraaggestuurd. De voorzieningen op de 5 velden worden ook vraaggericht ingezet. Er zijn meerdere specialismen binnen deze school beschikbaar en de school is in staat om haar voorzieningen als het ware om de reguliere voorzieningen heen te brengen. D.m.v. een audit die in oktober 2013 heeft plaatsgevonden (binnen de SO-afdeling van de school) is het mogelijk een beschrijving weer te geven van het huidige arrangement en een indicatie van mogelijkheden voor verbreding of verdieping van dat arrangement. Daar deze audit zich toespitste op de SO afdeling van PI School Hondsberg zijn aan dit schoolondersteuningsprofiel VSO specifieke kenmerken toegevoegd.
4
Net als bij het regulier onderwijs laat het arrangement zich beschrijven op de 5 velden en is het onderwijsconcept als onderlegger voor deze velden van groot belang. Het gaat om de volgende vijf velden: De hoeveelheid aandacht/handen in de groep Speciale onderwijsmaterialen De ruimtelijke omgeving Expertise Samenwerking met externe instanties die zich ook met de ondersteuning voor het kind bezig houden Bij het onderwijsconcept gaat het om de wijze waarop het onderwijs is ingericht voor het omgaan met diversiteit.
5
2. Schoolondersteuningsprofiel 2.1 Het onderwijsconcept Korte karakterisering van de school P.I. School Hondsberg is een REC cluster 4 school met verbrede toelating (cluster 3) gericht op kinderen/jongeren in de leeftijd van vier tot twintig jaar met gedragsproblematiek en/of psychiatrische problematiek en een verstandelijke beperking. P.I. School Hondsberg richt zich op kinderen en jongeren die vastgelopen zijn in het reguliere of speciale (basis)onderwijs. Je zou de school kunnen typeren als ‘de intensive care van het speciaal onderwijs’. De school werkt nauw samen met observatiecentrum de Hondsberg; vrijwel al onze VSO-leerlingen en een groot deel van onze SO-leerlingen zijn daar voor ongeveer een jaar opgenomen met een complexe onderzoeksvraagstelling. Kenmerkend voor P.I. School Hondsberg te Oisterwijk is deze sterke verbinding met observatiecentrum De Hondsberg. Hier kunnen kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar terecht met een verstandelijke beperking (of met een vermoeden daarvan) en kinderen en jongeren met mogelijke gedrags- of psychiatrische problematiek. De Hondsberg biedt observatie en kortdurende behandeling vanuit de kliniek, het Dagcentrum Vroegtijdige Interventie. Van daaruit kunnen kinderen in een pleeg- observatiegezin worden geplaatst. In het geval van opname bezoeken deze kinderen de school die op hetzelfde terrein is gelegen. De school spreekt dan van ‘interne leerlingen’. De SOafdeling van de school heeft voor deze kinderen 58 residentiële cluster 4 plaatsen. De VSO-afdeling heeft voor deze kinderen 52 residentiele cluster 4 plaatsen. Daarnaast bezoeken 20 ‘externe cluster 4 leerlingen’ de SO-afdeling en momenteel 4 VSOleerlingen. Er zijn ook 5 ZML cluster 3 leerlingen binnen de SO, waardoor het totale leerlingenaantal voor de SO-afdeling 83 is (teldatum 16-01-2014). Voor de VSO is dit aantal: 56. De Hondsberg heeft een landelijke functie en ook de externe (V)SO-leerlingen komen uit een brede regio, zoals uit Tilburg, Eindhoven, ’s-Hertogenbosch en Helmond. Hierdoor is de school lastig te plaatsen in de structuur van samenwerkingsverbanden volgens Passend Onderwijs. Een ander belangrijk kenmerk van P.I. School Hondsberg is de zeer hoge doorstroom van leerlingen, omdat de opnametijd voor de interne leerlingen maximaal 9 maanden bedraagt. Dit betekent in de praktijk dat er voortdurend leerlingen in- en uitstromen, met gevolgen voor de groepssamenstelling en groepsdynamiek. In het kader van bezuinigingen wordt er zelfs over gesproken om de opnametijd terug te brengen tot maximaal 6 maanden. De externe SO-leerlingen verblijven doorgaans langer op de school. De externe VSO-leerlingen blijven meestal kort omdat het een overbruggingstijd betreft of omdat zij vast zijn gelopen binnen een andere school binnen onze stichting. De SO telt 9 groepen en de VSO 5 groepen. De groepsgrootte ligt gemiddeld op 12-14 SO-leerlingen en 10 VSO-leerlingen. Er zijn twee autiklassen met 10 leerlingen en twee ‘Onderwijs Met Zorg’ groepen met 8 leerlingen. In elke klas kunnen VSOleerlingen geplaatst zijn. Elke groep heeft de beschikking over een leerkracht en binnen de SO meestal een klassenassistent en/of stagiaire. In de komende jaren zullen door bezuinigingen de voorzieningen op P.I. School Hondsberg teruggelopen. Dit geldt vooral op het terrein van menskracht zoals management en onderwijs ondersteunend personeel.. De noodzakelijke gespecialiseerde expertise kan de school nog wel betrekken bij het observatiecentrum De Hondsberg.
6
In hoeverre heeft de school te maken met verschillen tussen leerlingen? Verschillen tussen leerlingen kunnen er in velerlei opzicht zijn. Verschillen m.b.t. het niveau van leren en de spreiding daarin; Verschillen m.b.t. onderwijsbehoeften op gedrag; Verschillen m.b.t leerstijlen; Verschillen door aanwezige beperkingen en/of stoornissen; Verschillen m.b.t. secundaire kenmerken als culturele en sociaaleconomische achtergronden bij leerlingen en ouders. De leerlingen die P.I. School Hondsberg bezoeken komen doorgaans op hun ‘top van onvermogen’ binnen. Kenmerken daarvan zijn bijvoorbeeld een beschadigd (zelf)vertrouwen, faalangst en een laag zelfbeeld dat leerlingen heel verschillend kunnen uiten. Dit beïnvloedt het leren ook. De opbrengstcijfers van het onderwijs zijn moeilijk te genereren omdat de leerlingen zo kort op school zijn. Het leerniveau van de doelgroep is laag, namelijk IQ >35 tot IQ <85-100. Om een indruk te geven van de spreiding van de leerniveaus geven we hier de uitstroom van de VSO-afdeling weer: van VMBO-LWOO tot Praktijkonderwijs en (arbeidsgerichte) dagbesteding. Hiermee is de leerlingenpopulatie op het gebied van leren heterogeen te noemen. De speciale behoeften rond gedrag is één van de componenten voor plaatsing, maar ook komen psychische stoornissen, angststoornissen, eetproblemen, automutilatie, hechtingsproblematiek en stoornissen in het autisme spectrum voor. Over het algemeen komen de leerlingen binnen met de centrale vraag: “Wat is er aan de hand, onder welke voorwaarden kan het kind zich goed ontwikkelen en kunnen we daar al een begin mee maken?“. Daarmee ligt er dus een observatie taak, een diagnostische taak en wordt de exploratieve behandeling gestart. De benadering van de leerkrachten is gericht op begrenzing van gedrag, op het stimuleren tot activiteit en op het inzicht verschaffen in sociale interacties. Het schoolteam brengt structuur aan in dagschema en opdrachten. Men gebruikt daarvoor onder andere de TEACCH methode (TEACCH = Treatment and Education of Autistic and related Communication handicapped Children). Ook de leerlingen zonder een stoornis in het autisme spectrum hebben baat bij deze wijze van structurering. De leerstijlen van de leerlingen zijn heel divers. Soms hebben ze een bepaalde leerstrategie aangenomen en de leerkrachten moeten daarop aansluiten. Het schoolteam onderkent over het algemeen snel de leer- en werkstijl van de leerlingen en speelt daarop in. Dit geschiedt niet op basis van een onderliggend theoretisch model. De culturele en taalachtergrond van de leerlingen is relatief heterogeen met ongeveer 10% allochtonen. De sociaal economische status van de gezinnen is vaak van een lager sociaal niveau. Hoe wordt binnen de school op speciale onderwijsbehoeften gereageerd? P.I. School Hondsberg werkt met verschillende groepen, zowel binnen de SO als VSO, zoals zml-groepen (binnen de SO zijn dit C-klassen, binnen de VSO zijn dit E-klassen), autiklassen en zogenaamde leerklassen (binnen de SO zijn dit D-klassen, binnen de VSO zijn dit F-klassen). Binnen de VSO spreken we van klassen met als uitstroomprofiel dagbesteding/arbeid (de E-klassen) en klassen met als uitstroomprofiel arbeid/vervolgonderwijs (de F-klassen). Op basis van het dossier van de school van herkomst wordt het kerndocument opgesteld. De CvB (commissie voor de Begeleiding) interpreteert dit document op bepaalt in welke groep de leerling wordt geplaatst voor een proefperiode van 4 weken. De criteria voor de groepsindeling zijn globaal gezien de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de leerling. Gedurende deze 4 weken observeert de
7
groepsleerkracht de leerling en vult vervolgens een observatielijst in voor de CvB. Men bepaalt dan het ontwikkelingsperspectief, de sociaal-emotionele ontwikkeling en het verwachte leerrendement. In nauwe samenwerking wordt dit kerndocument afgestemd op het zorgplan van observatiecentrum De Hondsberg (onderzoek, behandeling, functioneren in de woongroep). Het schoolteam heeft enige tijd nodig om de leerling weer op de rails te krijgen. Men steekt vaak in op een lager didactisch leerniveau om succeservaringen op te bouwen. Overigens heeft de schoolleiding de opvatting dat door goed onderwijs het gedrag ook positief kan worden beïnvloed en dat is een trendbreuk met de ‘huiskamersfeer’ in het verleden van veel speciaal onderwijs scholen. Dit schooljaar is men gestart met groepsdoorbrekende niveaugroepen voor rekenen en taal binnen de SO afdeling en binnen de VSO gebeurt dit op de vakgebieden technisch lezen, VCA en Huishoudkunde certificaat training en bij de diverse praktijkvakken. De bedoeling is dat middels het directe instructiemodel de instructie voor elke leerling op zijn niveau is. De verwerking geschiedt met ondersteuning van de klassenassistenten. Soms werken VSO-leerlingen met jongere SO leerlingen (maatjes werken). De ondersteuning geschiedt op drie niveaus: het basisarrangement, het verdiepte arrangement en het intensieve arrangement (HGW). Diverse leerlijnen, zoals de CED-leerlijnen zijn leidend en deze worden gekoppeld aan de uitstroomprofielen. Hierdoor is het aanbod onafhankelijk van een bepaalde standaard lesmethode en dat sluit het beste aan bij de scholen van herkomst die allemaal met andere methoden werken. De leerlingen die speciale aandacht nodig hebben krijgen dit vooral: met individuele aandacht, in dezelfde ruimte, maar apart van de groep; met groepsaandacht in homogene subgroepen; met individuele aandacht geïntegreerd in de groepsaanpak; En dus niet of nauwelijks: met individuele aandacht, in een andere ruimte dan de groep. De ervaring heeft geleerd dat leerlingen er niet goed op reageren als ze uit de groep worden gehaald voor extra ondersteuning. Het schoolteam werkt met een systeem voor interne en externe time-out. Er is een achtervang binnen de school. Men gebruikt daarbij PAD (Programma Alternatieve Denkstrategieën) en Promotie, Ik en de Ander en Leefstijl om het pedagogisch klimaat te beïnvloeden. Groepsvorming is overigens lastig te realiseren gezien de grote doorstroom van leerlingen. Er is een protocol voor medische handelingen, zoals het toedienen van medicatie. De leerkrachten moeten daarvoor zijn opgeleid en ouders moeten toestemming geven. Bij de aanname van leerlingen met LGF of een speciale onderwijsbehoefte, worden de leerlingen op grond van de volgende afwegingen verdeeld over de groepen: Volgorde 1. De speciale behoefte van de leerling. van 2. De limitering van aantallen leerlingen met LGF per groep. afweging 3. De onderwijsondersteuning expertise van de leerkracht. 4. De vraag van de ouders.
In de volgende tabel staat een weergave van het onderwijsconcept op P.I. School Hondsberg. Per regel is een dimensie weergegeven, met links en rechts de uitersten op de dimensie. In het algemeen wordt het onderwijs op P.I. School Hondsberg als volgt gekenmerkt: Onderwijsconcept Overdragen van kennis Kennis verwerven Klassikaal leren
1
2
3
4 Zelf ontdekken Werken met kennis Individueel en groepsleren
8
Sturing van het leren door de lkr Alle leerlingen op bepaald basisniveau brengen Leerstof bepaalt de leerweg Nadruk op gestructureerde opdrachten Beoordeling van prestaties o.b.v. gelijke normering Beoordeling door de leerkracht Evaluatie onderwijs o.b.v. leervorderingen groep Evaluatie onderwijs door de lkr
Kinderen sturen eigen leren Maximale uit elke leerling halen Beginsituatie van de leerling bepaalt de leerweg Nadruk op vrije opdrachten Beoordeling van leervorderingen o.b.v. beginsituatie van leerlingen Zelfbeoordeling door de leerling Evaluatie onderwijs o.b.v. leervorderingen individuele leerling Evaluatie samen met leerlingen
Toelichting: Over het algemeen is er in de SO-afdeling sprake van kennisoverdracht, als leerlingen ouder zijn (VSO) is er meer ruimte voor zelf ontdekken. De school daagt de leerlingen uit om het geleerde toe te passen in de praktijk, zoals bijvoorbeeld het gebruik van de gevoelsthermometer. Het individueel leren en het werken in (homogene) subgroepen is het meest herkenbaar. De leerkracht stuurt voornamelijk het leren, werkt met gestructureerde opdrachten en beoordeelt de vorderingen. Leerlingen worden wel sterk betrokken bij het proces (emotionele ontwikkeling). De beginsituatie bepaalt de leerweg (kerndocument) en zo worden ook de prestaties per leerling gewaardeerd. Cito wordt gebruikt als referentie en niveaubepaling. De groei van de leerling wordt gevolgd door de vaardigheidsscores. Binnen de VSO wordt verder gebruikt gemaakt van examens van het IVIO examenbureau waarbij Nederlands, Wiskunde en Engels getoetst worden. De evaluatie van het onderwijs is gebaseerd op de leervorderingen van de individuele leerlingen. Groepsoverzichten zijn niet te maken gezien de grote doorstroom. In de school is een leerlingenraad (SO en VSO-leerlingen gemengd) die invloed heeft op schoolse zaken. Een voorbeeld: een klok op het speelplein, zodat leerlingen kunnen zien hoelang ze nog kunnen spelen. Periodiek is er een tevredenheidsonderzoek. Hoe wordt de continuïteit van de onderwijsondersteuning voor elke leerling verzekerd? Het ‘eigenaarschap’ van de onderwijsondersteuning: Zoals gezegd is observatie, onderzoek en diagnose kenmerkend voor De Hondsberg. Het team van observatiecentrum De Hondsberg voert de regie over de interne leerlingen in samenwerking met de groepsleerkracht van de school. Verschillende disciplines kunnen betrokken zijn, zoals speltherapie, spelbegeleiding, logopedie, PMT (psychomotorische therapie), SI (sensorische integratie), orthopedagoog, kindpsychiater en arts. In het zorgplan wordt het onderzoek en behandeling beschreven. Dit plan wordt afgestemd met het kerndocument van de school. De CvB en de orthopedagoog van de P.I. School Hondsberg voert de regie over de externe leerlingen in samenwerking met de polikliniek van De Hondsberg. Na ongeveer drie à vier maanden liggen de onderzoeksgegevens op tafel en wordt er een start gemaakt met de exploratieve behandeling. Hierbij wordt er getoetst of het kind daadwerkelijk kan renderen van de aangereikte handvatten. De opnameperiode wordt afgesloten met een eindverslag voor de school van herkomst, dan wel voor de nieuwe school. Zowel observatiecentrum De Hondsberg als de P.I. School Hondsberg maken een eigen eindverslag met gerichte en uitgeprobeerde handelingsadviezen. Uit onderzoek blijkt overigens dat in 80% van de gevallen er sprake is van een duurzame voortzetting van de gegeven handelingsadviezen.
9
De groepsleerkrachten registreren de vorderingen van de leerlingen naar aanleiding van het kerndocument. De gespecialiseerde LC-leerkracht ondersteunt en begeleidt de groepsleerkrachten op de werkvloer ten aanzien van klassenmanagement, inrichting leerlijnen, lesrooster, methodegebruik en didactische programma’s. De taken van de interne begeleiding: De taken van de intern begeleider onderscheidt zich sterk van de taken die IB-ers doorgaans op scholen hebben. De intern begeleider op P.I. School Hondsberg is de functionaris die de gehele procesgang van het dossier van de leerling begeleidt van aanmelding tot en met de uitstroom. Gedurende de opnametijd onderhoudt zij de contacten met het observatiecentrum De Hondsberg. Zij onderhoudt voor de uitstroom en plaatsing ook de contacten met de ontvangende school, in afstemming en overleg met SMW en de ouders. Vaak betreft de plaatsing na uitstroom een andere school dan de school van herkomst. De intern begeleider verzorgt daarbij ook de overdracht. Het gebruik van leerlingvolgsystemen voor leren en voor de sociaal-emotionele ontwikkeling: De school gebruikt LVS-2000 van DataCare en dat levert de nodige technische problemen op. Men overweegt nu een overstap naar ParnasSys of de webbased versie van Datacare. De procesbewaking gedurende het schooljaar en over de schooljaren heen: In de onderwijsvergaderingen komen onderwijsinhoudelijke thema’s aan de orde, zoals lesmethoden, toetsen, de overgang van HP naar OPP, het vormgeven van HGW met de drie niveaus van onderwijsarrangementen, te weten basisarrangement, verdiept arrangement, intensief arrangement en dergelijke. Daarnaast zijn er clustervergaderingen voor collegiale consultatie, clusterplanontwikkeling, verbetertrajecten en didactische programma’s. De rol van ouders en de mate van betrokkenheid: Ouders worden betrokken bij de samenstelling van het kerndocument en alle evaluaties. Door de vaak grote afstand (letterlijk en figuurlijk) is de betrokkenheid soms lastig te realiseren. Welke resultaten behaalt de school met haar aanpak? Om hiervan een indruk te krijgen, zijn in- en uitstroomcijfers opgevraagd. Aantal en herkomst van leerlingen die tussen 1-10-2011 en 1-10-2012 nieuw zijn ingeschreven: Instroom
SO
VSO
Vanuit huis
1
-
Kinderdagcentrum
4
-
Regulier onderwijs met AB Regulier onderwijs zonder AB
1 3
Verhuizing Speciaal basisonderwijs
4 -
17
SO cluster 1
5 -
SO cluster 2
2
-
SO cluster 3
14
4
SO cluster 4
8
3
Vso cluster 3
-
15
Pro
-
Dagverblijf oudere verstandelijke beperking
-
12 (allen zonder REc) 1
10
Vso cluster 4
-
3
Totaal
48
Niveau bij instroom: Afdeling
Gemiddeld IQ
(V)SO
Spreiding IQ 35 – 85/100
Cito niveau op dl. Of CITO-eindscore1 -
Spreiding Cito op dl. Of CITO-eindscore -
Aantal en uitstroom van leerlingen die tussen 1-10-2011 en 1-10-2012 zijn uitgeschreven: Uitstroom Terugplaatsingen bao Speciaal basisonderwijs Praktijkonderwijs VMBO met LWOO VMBO bl VMBO kl VMBO gl VMBO tl HAVO-VWO-Gym SO ander cluster VSO cl. 1 VSO cl. 2 VSO cl. 3 VSO cl. 4 MBO Bol niv 4 Dagcentrum Geen onderwijs
SO 9
32
1 4
VSO 8 1 1 2 13 10 4 7
2.2 De voorzieningen op de vijf velden Wij beschrijven hier de voorzieningen van de school tegen de achtergrond van alle mogelijke voorzieningen die op dit moment op scholen, van wat voor soort dan ook, bestaan. In de praktijk heeft geen enkele school alle voorzieningen. Van reguliere scholen kan, in de huidige verdeling van mensen en middelen onder de schoolsoorten, verwacht worden dat zij maar beperkt kunnen ‘scoren’ op deze velden van onderwijs ondersteuningsvoorzieningen. Speciale scholen kunnen op deze velden uitgebreidere arrangementen bieden. Vergeleken met het reguliere onderwijs biedt het (voortgezet) speciaal onderwijs in zijn algemeenheid: Meer aandacht per individuele leerling; Meer (tijd om) aangepast onderwijsmateriaal (te maken); Een aangepaste fysieke ruimte; Specifieke expertise; Zorg van andere instanties, verweven in het onderwijs. Voor alle typen speciaal onderwijs gelden de kenmerken 1, 2 en 4. In sommige typen speciaal onderwijs zien we bovendien de kenmerken 3 en/of 5. Een verschil tussen sbo 1
Bedoeld wordt de eindscore van CITO in groep 8.
11
en (v)so op de vijf velden is, dat het speciaal onderwijs een intensiever en meer verdiept aanbod heeft: nog meer tijd per leerling, meer specifieke op een bepaald type leerling toegesneden materialen, verder aangepaste fysieke ruimten, diepte-expertise op bepaalde terreinen en vaker geïntegreerde samenwerking met externe partners. Tussen de typen speciaal onderwijs kunnen er flinke verschillen zijn. Een groot verschil zal er zijn m.b.t. het veld expertise. Zowel de teamexpertise als de individuele expertise zal vaak toegesneden zijn op de beperkingen of stoornissen waarvoor de school altijd bedoeld was. Veld 1: de hoeveelheid aandacht/handen in de klas Dit veld gaat over de hoeveelheid aandacht, uitgedrukt in beschikbare menskracht (‘handen’), die beschikbaar is bij het lesgeven in de klas. Functionaris(sen) Te gebruiken afkortingen voor functionarissen: (Lkr. = leerkracht, Vlkr. = vakleerkracht, KA = klassenassistente, OA = onderwijsassistent, RT = remedial teacher, AB = ambulant begeleider, OU = ouder/verzorger, LIO = leerkracht in opleiding, ST = stagiaire, TA = technisch assistent) Groep/Afdeling/School Gehele school SO + VSO
Functionaris(sen) Lkr (23)
Aantal uren per week2 651
Vlkr (1) KA (15) Leraarondersteuner (3) RT (1) LIO (1) ST (21)
21 279,75 59,5 15,75 10,5 304,5
Leerkracht – leerling ratio over de hele school gerekend (gemiddelde groepsgrootte): SO: 12-14 leerlingen VSO: 10 leerlingen Opmerking: Er zijn 2 autiklassen met elk 10 leerlingen in de SO-afdeling. Daarnaast zijn er 2 Onderwijs Met Zorg groepen met elk 8 leerlingen (SO en VSO). Aanbod aan revalidatie en therapie onder schooltijd Vanuit observatiecentrum De Hondsberg: Logopedie, SI, Spelbegeleiding, Speltherapie, PMT, SOVA Ondersteuning door eigen medewerkers van de school in direct contact met de leerling(en) buiten de klas: IB, op deze manier : Belast met in- en uitstroom van leerlingen incl overdracht, en incidenteel SVIB Logopedist, op deze manier : vanuit eigen praktijk werkend in school Gedragswetenschappers, op deze manier 1FTE, observeren, adviseren en kerndocumenten maken Vakleerkrachten, op deze manier : lichamelijke opvoeding Klassenassistenten, op deze manier : ondersteuning van de leraar in het SO Lerarenondersteuner, op deze manier : ter ondersteuning in de praktijk VSO Gebruik van ‘handen’ van Vrijwilligers, op deze manier :ondersteuning bibliotheek/orthotheek, leeshulp en leerbegeleiding 2
Het gaat hier om het aantal effectieve uren met leerlingen (lestijd).
12
Medeleerlingen, op deze manier : VSO-leerlingen leesmaatjes in SO, interne oefenstage in de school Externen bekostigd uit PGB of anderszins, op deze manier : Cello in de klas
Handen op schoolniveau beschikbaar voor ondersteuning van professionals en ouders Schoolarts, op deze manier : periodiek onderzoek Maatschappelijk werk, op deze manier : 2 dagen per week. Begeleiden van ouders, ondersteuning/coaching van leraren in het gesprek met ouders en het opzetten van een netwerk rondom de leerling Veld 2: de onderwijsmaterialen P.I. School Hondsberg heeft het volgende beschikbaar: Het gaat hier alleen om heel specifieke op leerlingen met speciale onderwijsbehoeften toegesneden materialen (materialen die niet op nagenoeg iedere school aanwezig zijn)!
Beschikbare onderwijsmaterialen met speciale didactische kenmerken remediërende methodes, nl. Maatwerk / Zuidvallei gericht op zelfredzaamheid, nl. Promotie met een lager tempo, veel herhalen, nl. Taaltrapeze / Estafette Beschikbare onderwijsmaterialen met speciale pedagogisch/psychologische kenmerken Onderwijsmaterialen ondersteunend bij: methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling, nl. SCOLL / PAD begrenzing van het gedrag, nl. Weerbaarheidstraining medewerkers het ervaren van successen en het ontvangen van beloningen, nl. Beloningssysteem begrip voor sociale interactie (met de volwassenen en de leeftijdsgenoten in de eigen omgeving), nl. PAD en een hulpmap voor autisten Aanpassingsvermogen aan kindspecifieke fysieke belemmeringen (in aanvulling op de didactische materialen) Aanwezige materialen (zoals zitballen, ‘sissel’-kussens voor hyperactieve kinderen, fysiotherapeutische materialen voor revaliderende kinderen, basis verpleegmaterialen voor langdurig zieke kinderen, MRT-materialen 3 aangepast schrijfmateriaal, aangepast meubilair) - Prikkelreducering door hoofdtelefoon - Aangepast meubilair voor leerlingen van Mytylschool - Wiebelkussens - Verzwaringsvesten - Pennengrip pennen Opmerking: De school heeft een zeer uitgebreide en goed ingerichte orthotheek. Alle materialen zijn met barcodes geordend op vakgebied, leerlijn en niveau. Veld 3: de ruimtelijke omgeving In de school zijn de volgende ruimtes beschikbaar / is voldaan aan de volgende ruimtelijke eisen: Voor speciale bewegingsbehoeften 3
MRT=motorische remedial teaching
13
Rolstoeltoegankelijk Invalidentoilet Time-out ruimte: aanwezig Extra grootte van de lokalen, gangen en speel/gymruimten Een speelplein met extra kwaliteit Opmerkingen: meerdere speelvelden Voor verzorging en therapie Ruimte speltherapie: aanwezig Rustruimte Voor speciale leerbehoeften Handenarbeidlokaal/atelier Speel-/gymlokaal Keuken (voor leerlingen) Dierenverblijf Zwembad VSO: ruimtes voor arbeidsvoorbereiding en training Grootkeuken Ruimte zorg en welzijn Technieklokaal. Welke technieklokalen: hout en algemene techniek Ruimte detailhandel. Veld 4: de expertise We onderscheiden teamexpertise en specialistische expertise. Met teamexpertise wordt gedoeld op kennis en ervaring die geïntegreerd is in de teamaanpak en geïnternaliseerd in het handelen van alle medewerkers. P.I. School Hondsberg heeft teamexpertise op het gebied van: Kennis over opvattingen en aanpakken in de onderwijsondersteuning (handelingsgericht werken, werken met leerlijnen, onderwijsconcepten gebaseerd op onderwijsbehoeften van leerlingen zoals coöperatief leren) Competenties om ouders als partner te betrekken bij de onderwijsondersteuning voor hun kind Een teamaanpak op gedrag (afspraken op papier en werkend in de praktijk) Toelichting: De kennis over onderwijsondersteuning is groeiend en in ontwikkeling. Er is een teamaanpak op gedrag door middel van het kleurenschema, weerbaarheidstraining, PAD en Leefstijl. Nog niet (volledig) aanwezige kennis is: Kennis over onderwijsondersteuningsvoorzieningen rond de school en in de regio. Toelichting: De blik is door de landelijke functie niet echt gericht op de regio. Binnen het Koraal-netwerk zijn alle voorzieningen aanwezig. Alle leerkrachten zijn verplicht een interne opleiding van negen modulen te volgen, verzorgd door Fontys/Saltho. Dit betreft een op maat gemaakte geaccrediteerde OSOopleiding. Specifieke teamexpertise is aanwezig op het gebied van stoornissen in het autisme spectrum, een professionele basishouding ten aanzien van gedragsproblemen, goede observatiekwaliteiten en het op maat maken van de leerstof uit de lesmethoden voor de leerling.
14
Een tweede vorm van expertise is de specifieke, bij één of meer collega’s of partners aanwezige expertise. Deze specialistische expertise kan soms, kortdurend, nodig zijn. Buitenschools is er veel expertise verkrijgbaar via observatiecentrum De Hondsberg, Kompaan, Prisma en Cello. De beschikbaarheid van expertise (gecertificeerd) op specifieke gebieden is als volgt: Binnenschools nee nee nee ja nee nee ja ja ja nee ja ja nee
Buitenschools snel toegankelijk nee nee ja ja ja nee ja ja ja ja ja nee nee
Expertiseveld Visuele beperkingen Auditieve beperkingen Spraakmoeilijkheden en taalstoornissen Verstandelijke beperkingen (Koraal-groep) Motorische beperkingen (via Mytylschool Tilburg) Beperkingen door chronische ziektes Autisme Spectrum Stoornissen (ASS) ADHD en ADD Angst- en hechtingsstoornissen Overige psychiatrische aandoeningen Gedragsproblemen Dyslexie Onderwijsachterstanden andere culturen
Toelichting: Binnen de CvB en bij de gedragswetenschapper is er veel expertise aanwezig met betrekking tot veel orthobeelden. De CvB bestaat uit de teamleider, SMW, IB en de orthopedagoog. Op afroep zijn de schoolarts, logopedist en behandelcoördinator van De Hondsberg beschikbaar. Veld 5: de samenwerking met andere instanties nooit
sporadisch
regelmatig
vaak
gemeenschappelijk handelingsplan
SMW Bureau Jeugdzorg GGD GGZ MEE Kinderziekenhuis Revalidatiekliniek Justitiële inrichting KDC MKD Psychiatrische instelling Gemeente: ketenzorg Observatiekliniek De Hondsberg
Toelichting: Professionals van instellingen die in de school werken: - Groepsbegeleiders De Hondsberg - Medewerkers Cello - Logopediste - SIW
15
Verbinding met ZAT en/of CJG: Op afroep aansluiten bij ZAT 3. Grenzen en groeimogelijkheden van de school 3.1 Groeimogelijkheden en grenzen voor wat betreft het onderwijsconcept. Een basis voor onderwijs aan kinderen met diverse onderwijsbehoeften wordt gelegd door het onderwijsconcept van de school. Op het gebied van de diversiteit zijn twee kenmerken van het onderwijsconcept bepalend: het draagvlak binnen het team, en de mate waarin de lesstof dan wel de individuele onderwijsbehoefte van de leerling uitgangspunt van het lesprogramma is. Dit laatste kenmerk kan worden gezien als een dimensie van methodegestuurd naar leerlingengestuurd. Aan het ene uiterste van die dimensie staan de scholen die bijna de volledige lestijd de methode als leidraad hanteren4. Leerlingen die onvoldoende uit de weg kunnen met de standaardmethode krijgen herhalingsstof, extra instructie of verdiepingsstof – zoals die binnen de methode is gegeven. Het gemiddelde niveau en tempo van de standaardmethode is maatgevend. Scholen die dit concept welbewust hanteren zijn vaak van opvatting dat ‘een leerling bij de groep houden’ betekent dat de leerkracht zijn of haar uiterste best doet om de zwakkere leerling, voor wat betreft zijn of haar prestaties, zoveel mogelijk bij de gemiddelde groep aan te laten haken. Het andere uiteinde van de dimensie wordt bezet door scholen die hun onderwijsconcept afstemmen op de specifieke groep die op dat moment de klas vormt. De start ligt bij de individuele onderwijsbehoeften van leerlingen met hun individuele ontwikkelings- en leerlijnen. Het overzicht van die lijnen in de groep geeft mogelijkheid tot het bundelen van de leerlijnen waar deze (bijna) samenvallen. De instructieplanning wordt afgestemd op deze gebundelde leerlijnen. De werkvormen in de groep zijn vaak heterogeen, waardoor ‘een leerling bij de groep houden’ hier een gelijke betekenis heeft voor elke leerling. Bij een dergelijk concept worden veelal ook standaardmethoden en methodegebonden toetsen gebruikt, maar dan als middel zonder dat zij direct het didactisch en pedagogisch handelen sturen. Binnen de speciale voorzieningen kunnen de beide uitersten voorkomen. Het accent zal er echter op de individuele leerlijnen liggen. Voor de voorziening is het een uitdaging om een goed pedagogisch klimaat te creëren en tegelijkertijd voor alle leerlingen de lat voldoende hoog te leggen. Alle scholen, en dus ook speciale voorzieningen, hebben te maken met verschillen tussen kinderen. Relevant voor Passend Onderwijs zijn verschillen tussen leerlingen op het gebied van leercompetenties, leerstijlen, gedragscompetenties, gedragsstijlen, culturele achtergronden en gezinsachtergronden. Leerkrachten op scholen die vooral methodegestuurd werken, rekken naarmate er meer verschillende kinderen in hun klas zitten, de mogelijkheden van hun onderwijsaanbod steeds verder op. Manieren om binnen het methodegestuurde concept onderwijs te bieden aan leerlingen met verschillende onderwijsbehoeften zijn o.a.: het groeperen van handelingsplannen in groepsplannen; het werken in niveaugroepen, zelfstandig werken en coöperatief leren; 4
Onderzoek van de SLO wijst uit dat gemiddeld ongeveer tweederde van de lestijd op Nederlandse scholen met gebruik van standaardmethoden les wordt gegeven.
16
vergroting van de expertise van de leerkracht; incidentele toepassing van vormen van leren in heterogene groepen; de keuze van methodes die heel veel ruimte bieden voor gedifferentieerd werken. In het volgende schema wordt het onderwijsconcept van P.I. School Hondsberg weergegeven in de relatie tussen de mate waarin de lesmethode sturend is en de mate waarin diversiteit van leerlingen opgevangen kan worden. De gebogen lijn geeft van links naar rechts een mogelijk model van de ontwikkeling van een onderwijsconcept, startend bij het leerstofjaarklassensysteem met een strakke hantering van standaardmethoden. Via het oprekken van de methodegestuurde aanpak toont het model een omslag in de aanpak naar het starten van de lesinhoud bij de individuele onderwijsbehoeften van de leerlingen in de klas. Let wel: de richting van links naar rechts geeft alleen een wenselijke richting aan wanneer: de school meer ruimte wil bieden aan de bestaande diversiteit onder de leerlingen; de school meer leerlingen met speciale onderwijsbehoeften onderwijs wil kunnen bieden; de leerlingenpopulatie van de school steeds meer divers wordt. Scholen bevinden zich ergens op of onder de gebogen lijn.
P.I. School Hondsberg
Toelichting: De school werkte in het verleden met minder standaard lesmethoden, deels omdat die niet voorhanden waren voor de SO en VSO doelgroep en deels omdat het onderwijs volledig individueel gericht was. De school maakt nu meer gebruik van methoden en de CED-leerlijnen als onderlegger. Recent is men gestart met het werken in groepsdoorbrekende (homogene) niveaugroepen binnen de SO, samengesteld op leerniveau. Binnen de VSO gebeurt dit met name tijdens de praktijklessen. Nog steeds moeten de leerkrachten veel aanpassingen doorvoeren voor de leerlingen, maar er is nu meer overzicht. In bovenstaande grafiek heeft de school dus een verschuiving doorgemaakt van ‘rechtsonder’ naar meer de ‘middenpositie’. Groeimogelijkheden van uw school voor wat betreft het schoolconcept:
17
Vanuit het onderzoek naar de positie van onze school binnen het SWV hebben we samen een aantal groeimogelijkheden geconcludeerd. Deze staan hieronder beschreven. De CvB heeft veel ervaring in het bepalen van de ondersteuningsbehoeften van leerlingen die zich op het snijvlak van cluster 3 en cluster 4 bevinden. Deze ervaring zou P.I. School Hondsberg in kunnen brengen in het SWV om de huidige afstand tussen beide clusters te verkleinen, ten gunste van meer gevarieerde clusteroverstijgende ondersteuningsarrangementen in de regio. De school kan de positie van de leerling versterken ten aanzien van het eigen leerproces. Dit zal naar verwachting een bijdrage kunnen leveren aan de door de school beoogde zelfredzaamheid. De school kan dit realiseren door: Het invoeren van coöperatieve werkvormen en tutorleren. Hierdoor worden leerlingen meer betrokken bij het leerproces en dragen ze verantwoordelijkheid voor het goede verloop daarvan. Bovendien hebben de coöperatieve werkvormen bewezen een goede bijdrage te leveren aan de opbrengsten van de school. Het ontwikkelen van een leerlijn ‘planning en studievaardigheden’. Leerlingen kunnen systematisch worden begeleid in het leren plannen van werktaken. Hierdoor wordt de zelfsturing vergroot en daarmee de zelfredzaamheid van de leerling. Het inbouwen van keuzemogelijkheden. Wanneer leerlingen wordt geleerd om te kiezen met inzicht in de consequenties daarvan, wordt de leerling minder kwetsbaar en kan zichzelf beter redden.
Grenzen van uw school voor wat betreft het schoolconcept: De school wordt geconfronteerd met een groot verloop van leerlingen. Dit kan tot onrust leiden in de groepen en het steeds weer ‘bevechten’ van hiërarchie. Dit gegeven kan strijdig zijn met het streven naar veiligheid voor de leerlingen. De leerkrachten weten doorgaans goed met deze situatie om te gaan. Een mogelijke oplossing is wellicht de keuze voor een groeperingsvorm waarin de mate van wisseling/doorstroom als criterium mee wordt gewogen bij de groepsindeling door bijvoorbeeld kleine(re) groepen te maken waar veel wisseling is (crisis, observatie). Daarnaast kunnen grotere groepen worden samengesteld met een meer stabiele samenstelling.
Teamgesprek: Het schoolteam is er op gericht het maximale uit elke leerling te halen en daarom hoeft de lat niet lager te worden gelegd. De thuisnabijheid van speciale voorzieningen vindt men van belang, omdat de thuisbasis het belangrijkste is voor het kind. In de praktijk is het echter lastig om alle voorzieningen thuisnabij te organiseren. Er bestaat een recht op regulier onderwijs, maar daaraan zijn volgens het team wel grenzen te stellen, zoals het belang van de leerling en zijn medeleerlingen en de vraag of er wel wordt geboden wat het kind nodig heeft. Men hoopt dat de invoering van Passend Onderwijs leidt tot minder bureaucratie. Op zich is men van mening dat de reguliere scholen bereid moeten zijn om aanpassingen door te voeren. De vraag is echter in welke mate dat kan en wat je van de reguliere scholen redelijkerwijs kunt verwachten. Criteria zijn volgens het team in ieder geval de veiligheid en de doorgang van het leerproces. Het team bekommert zich om de ouders, maar men ziet dat niet als een bijzondere opdracht voor zichzelf. Een gestructureerde aanpak wordt gezien als belangrijk, maar deze hoeft niet methodegestuurd te zijn.
18
3.2 Karakterisering van de voorzieningen op de vijf velden We karakteriseren het ondersteuningsprofiel als een profiel op de lijn van netwerkschool, via smalle en brede ondersteuningsschool naar inclusieve school. Deze lijn is gebaseerd op een verbreding van de mogelijkheden voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften, in het bijzonder voor leerlingen met beperkingen en stoornissen. In de huidige situatie waarin de speciale scholen kunnen rekenen op een open einde financiering zijn zij weinig afhankelijk van de samenwerkingsverbanden. Integendeel, de samenwerkings-verbanden zullen het als een aanvulling ervaren dat zij leerlingen bij wie zij handelingsverlegenheid ervaren kunnen doorverwijzen naar het speciaal onderwijs. In de nieuwe situatie verandert dit: het samenwerkingsverband heeft een gesloten budget (incl. de middelen die straks rechtstreeks naar het speciaal onderwijs gaan op grond van ingeschreven leerlingen) en zal met dit budget passend onderwijs aan alle leerlingen moeten bieden. Vooral in situaties waarin er vereveningstekorten zullen zijn, zal het samenwerkingsverband de toestroom naar speciaal onderwijs gaan herijken. Het samenwerkingsverband zal nagaan of er leerlingen zijn aan wie tegen lagere kosten passend onderwijs geboden kan worden. De verwachting is dat daarbij regelmatig aan tussenvoorzieningen zal worden gedacht. Dit kunnen bv. hulpklassen zijn in reguliere scholen of binnen minder dure speciale voorzieningen als het sbo en het praktijkonderwijs. Gelet op de overgangsregeling tot 2019 valt niet te verwachten dat er veel leerlingen vanuit de huidige speciale scholen teruggeplaatst zullen worden naar minder dure voorzieningen. Wel kan verwacht worden dat er sprake zal zijn van een beperking van de instroom van met name de leerlingen met een minder complexe problematiek. Dit heeft 2 gevolgen voor de huidige scholen: het leerlingenaantal zal mogelijk omlaag gaan en de overgebleven leerlingen zullen een verdichte problematiek laten zien. Er is nog een belangrijke ontwikkeling: door het vervallen van de landelijke criteria voor het speciaal onderwijs voor cluster 3 en 4 komen de grenzen tussen clusters en de schoolsoorten daarbinnen te vervallen. Speciale scholen kunnen verschillende profielen aannemen door zich te verbreden of zich juist te (blijven) concentreren op een speciale doelgroep. Hoe dan ook, de positie van de speciale scholen verandert ingrijpend. In tegenstelling tot nu zullen de scholen veel meer in een dienende positie ten opzicht van het samenwerkingsverband komen. Op dezelfde voet verder gaan kan eigenlijk alleen als het samenwerkingsverband dat wenselijk acht. Dit roept de vraag op in welke mate de speciale scholen in staat zullen zijn om vraaggestuurd te werken. Op dit moment weten we nog niet wat samenwerkingsverbanden precies zullen vragen. Het zal mede afhangen van de visie en missie van het verband en de financiële urgenties die gevoeld zullen worden. Omdat in de toekomst het veld aan voorzieningen met leerlingen met speciale onderwijsbehoeften er heel anders uit kan zien spreken we in het vervolg niet over speciale scholen, maar speciale voorzieningen. Deze voorzieningen omvatten ook de tussenvoorzieningen in de reguliere scholen en de scholen die nu als goedkoper speciaal onderwijs omschreven worden. We maken bij de karakterisering van de speciale scholen gebruik van de begrippen ‘doelgroepenschool’ en ‘integratieve voorziening’. De doelgroepenschool richt zich op een specifieke doelgroep zoals leerlingen met een lichamelijk beperking, een verstandelijke beperking, langdurig zieken etc. Mogelijk zullen nogal wat speciale scholen er (vooralsnog) voor kiezen om doelgroepenschool te blijven. Zij zullen zich veelal kenmerken door een smal en verdiept arrangement. Smal in de zin van een kleine en af te bakenen doelgroep (meestal op grond van kindkenmerken) en verdiept in de zin van veel specialisme in het aanbod. Kenmerkend is de aanbodgerichtheid. Onder passend onderwijs kan in afstemming met het samenwerkingsverband deze keuze gemaakt worden.
19
Doelgroepenschool Aanbodgericht Specifieke doelgroep Betrekkelijk uniforme onderwijsbehoeften Voorkeur voor leren in homogene groepen van leerlingen met de betreffende onderwijsbehoeften Benodigde expertise voor doelgroep vraagt specialistische voorziening Er zullen echter ook speciale scholen zijn die directer ten dienste van het regulier onderwijs willen en kunnen gaan werken. Zij worden wat we noemen een integratieve voorziening. Zo’n voorziening is per definitie vraaggestuurd. De 5 velden worden dan ook vraaggericht ingezet. Er zijn meerdere specialismen binnen deze school beschikbaar en de school is in staat om haar voorzieningen als het ware om de reguliere voorzieningen heen te brengen. Integratieve school Vraaggestuurd Voorzieningen in aanvulling op mogelijkheden reguliere scholen Voorzieningen om de reguliere scholen heen Geen ordening op basis van medische en/of psychologische kenmerken, maar op basis van onderwijsbehoeften Voorkeur voor leren in heterogene groepen (verschillende onderwijsbehoeften) Inzet van de expertise heeft meerwaarde voor leerlingen die de behoefte niet zo specifiek hebben Op dit moment wordt het vormen van een integratieve speciale voorziening belemmerd door wet- en regelgeving (bv. de criteria voor de schoolsoorten). Bij invoering van passend onderwijs kunnen samenwerkingsverbanden (incl. speciale scholen) zelf bepalen welke arrangementen bij welke voorziening worden aangeboden. De school in haar netwerk: De schoolleiding van P.I. School Hondsberg heeft de intentie om de aanwezige expertise (meer) in te zetten in het SWV. Men voert twee voorbeelden aan van het meer integratief vormgeven van ondersteuningsarrangementen in de regio: Pilot met SBO: Drie medewerkers van de school hebben een Mastersonderzoek uitgevoerd naar de begeleidingsmogelijkheden van twee leerlingen op een SBO. De mogelijke werkwijzen komen kort neer op het volgende: observatie vanuit de P.I. School Hondsberg op locatie gevolgd door een handelingsadvies, observatie mede met de polikliniek De Hondsberg gevolgd door advies, een kort durende opvang op de P.I. School Hondsberg gevolgd door advies. Het resultaat van de pilot is dat beide SBO-leerlingen hun schoolloopbaan op het SBO konden vervolgen, zonder verwijzing naar een SO-voorziening. Pilot interne leerlingen: Samen met observatiecentrum De Hondsberg heeft de school de pilot ‘Onderwijs Met Zorg’ gestart. Het gaat hier om leerlingen die in de zorggroepen worden geplaatst, maar in verband met hun disfunctioneren niet naar de school kunnen. In feite zijn het ‘thuiszitters’. In de pilot werkt men met een leerbaarheidsmodel in drie fasen om deze kinderen uiteindelijk naar school te krijgen. Er zijn nu twee groepen binnen de school, elk met 8 leerlingen begeleid door een leerkracht van de school en een groepsbegeleider van de Hondsberg. Het idee van de schoolleiding is nu om deze werkwijze wellicht te verbreden richting de thuiszitters in het SWV. Externe VSO leerlingen: P.I. School Hondsberg verzorgt nu aan slechts enkele (4) leerlingen VSO onderwijs. Veelal zijn dit leerlingen die ter overbrugging hier nog enkele weken verblijven. Zij zijn geplaatst geweest bij observatiecentrum de Hondsberg en
20
uitgestroomd naar thuis of een andere woonvorm. Onder hen bevindt zich momenteel ook een leerling die is vastgelopen op een andere school en dagelijks onze school bezoekt. Ook het onderwijs aan VSO-leerlingen die elders vastlopen komt dus sporadisch voor. Soms betreft het part-time schoolbezoek. Het betreft dat de doelgroep kwetsbare, autistische leerlingen in de regio. Voor hen kan P.I. School Hondsberg de uitkomst zijn als het gaat om ‘weer naar school gaan’ en observatie van gedrag (evt. in samenwerking met de polikliniek van de Hondsberg). In de vorm van (kortdurende) observatie, in samenwerking dus met de poli van de Hondsberg, liggen hier kansen om te voorzien in de onderwijsbehoefte van leerlingen. Vanuit onze setting kunnen zij weer terug naar hun vorige school of evt. uitstromen naar een andere setting. 4. Tot slot Over het geheel genomen is P.I. School Hondsberg te karakteriseren als een doelgroepenschool. De doelgroep is op zich beperkt: een cluster 4 school met een verbrede toelating voor cluster 3. Daarbinnen bestaat relatief veel diversiteit. Het is een zelfstandig opererende school, met ambitie zich meer te ontwikkelen richting het integratief vormgeven van ondersteuningsarrangementen in de regio. Het SWV moet vroegtijdig de school kunnen vinden voor inzet van de expertise om het ‘doormodderen’ van scholen te voorkomen. P.I. School Hondsberg beschikt over een grote expertise m.b.t. bijvoorbeeld autisme. Leerlingen die elders vastlopen kunnen bij onze school terecht. Scholen hoeven problemen niet zelf en alleen op te lossen, aldus de schoolleiding. Plaatsing naar onze school toe is niet altijd nodig, ook onze school kan iets betekenen binnen het samenwerkingsverband. Men kan leerkrachten op andere scholen bijstaan, wanneer het gaat om specifieke hulpvragen omtrent kinderen bijvoorbeeld. Tijdens het onderzoek met het oog op het te schrijven ondersteuningsprofiel is gekeken naar de positie van P.I. School Hondsberg. Geschetst op een continuüm tussen doelgroepenschool en integratieve school kan de positie van P.I. School Hondsberg als volgt geschetst worden: X Doelgroepenschool
Integratieve school
Gekenmerkt naar prototypes voor ondersteuningsprofielen in het regulier onderwijs is P.I. School Hondsberg het best te typeren als volgt: Netwerkschool
Smalle ondersteuningsschool
Brede ondersteuningsschool
Inclusieve school
Onderwijsconcept Onderwijsvoorzieningen: 1. Handen in de klas 2. Materialen 3. Ruimtelijke omgeving 4. Expertise 5. Relaties
21
Bijlage: Speciale onderwijsondersteuning per schoolprofiel Tabel 1: Speciale onderwijsondersteuning op de netwerkschool Veld
Setting Binnen de klas 5 Er is één paar handen in de klas, de lk zorgt zelf voor bijv. preteaching, werken aan de instructietafel, op tijdelijke basis (een uur per week). Er wordt gewerkt met de gegeven groepsgrootte (± 25 leerlingen).
Binnen de school Er is speciale onderwijszorg door rt’er en/of ib’er, op tijdelijke basis (gedurende enkele uren per week).
2. Onderwijsmaterialen
Er wordt waar nodig gebruik gemaakt van niveaudifferentiatie in de lesmethoden. Er is aanvullend remediërend materiaal voor de kernvakken, behorend bij de gebruikte lesmethoden.
Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken en speciale pedagogische/psychologische kenmerken (bijv. beloningssysteem).
3. Ruimtelijke omgeving
Aan de tafel van de zorgleerlingen wordt één-op-één begeleiding gegeven.
Er is op de gang ruimte waar één-opéén begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje leerlingen kan plaatsvinden.
4. Expertise
De lk hebben enige kennis van en competenties op het gebied van speciale onderwijsbehoeften.
De rt’er en/of ib’er hebben enige kennis van en competenties op het gebied van de meest voorkomende speciale onderwijsbehoeften.
5. Samenwerking met andere instanties
De lk onderhouden contacten met de ib’er om op de hoogte te blijven.
Er is op basis van behoefte samen werking en afstemming met professionals uit so en zorginstellingen.
1. Hoeveelheid aandacht en tijd
5
In deze tabel en de andere tabellen komen meerdere afkortingen voor. Daarbij staat lk voor leerkracht, oa voor onderwijsassistent, ou voor ouder, mll voor medeleerling, rt’er voor remedial teacher, ib’er voor intern begeleider, ab’er voor ambulant begeleider, so voor speciaal onderwijs, lgf voor leerlinggebonden financiering, pgb voor persoonsgebonden budget, ihp voor individueel handelingsplan.
22
Tabel 2: Speciale onderwijsondersteuning op de smalle ondersteuningsschool Veld
Setting Binnen de klas
1. Hoeveelheid aandacht en tijd
Er is één paar handen in de klas, de lk zorgen eventueel met extra ondersteuning van oa/ou/mll voor bijv. preteaching, extra leestijd, op tijdelijke basis (enkele uren per week). Er wordt grotendeels gewerkt met de gegeven groepsgrootte (± 25 leerlingen). Voor korte perioden kan de groep kleiner worden gemaakt door inzet van oa/ou/mll; de lk kan dan individuele zorgleerling of subgroep zorgleerlingen helpen.
Er is speciale onderwijsondersteuning door rt’er en/of ib’er, op tijdelijke basis (een enkel dagdeel of enkele dag per week). Er is speciale onderwijsondersteuning door ab’er (gedurende enkele uren per week).
2. Onderwijsmaterialen
Er wordt gebruik gemaakt van niveauen tempodifferentiatie in de lesmethoden. Er is aanvullend remediërend materiaal, behorend bij de gebruikte lesmethoden.
Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken (bijv. pictogrammen) en speciale pedagogische/ psychologische kenmerken. Er wordt op projectbasis gewerkt aan het pedagogisch klimaat.
3. Ruimtelijke omgeving
Er is een aparte plek (bijv. prikkelarm hoekje) waar één-op-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje zorgleerlingen kan plaatsvinden.
Er is op de gang ruimte waar één-opéén begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje zorgleerlingen kan plaatsvinden.
4. Expertise
De lk hebben enige kennis van en competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften. Enkele leerkrachten hebben zich verdiept in de meest voorkomende problemen / aandoeningen / stoornissen.
De rt’er en/of ib’er hebben kennis van en competenties op het gebied van vele speciale onderwijsbehoeften. Een deel van het team heeft kennis van en competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften.
5. Samenwerking met andere instanties
De lkr. onderhouden contacten met de ib’er om op de hoogte te blijven.
Er is geregelde samenwerking en afstemming met professionals uit so en zorginstellingen.
Binnen de school
23
Tabel 3: Speciale onderwijsondersteuning op de brede ondersteuningsschool Veld 1. Hoeveelheid aandacht en tijd
Setting Binnen de klas Er zijn twee paar handen in de klas, door oa, voor aanvullende begeleiding, op tijdelijke basis (gedurende enkele dagdelen per week). De groepen zijn kleiner.
Binnen de school Er is speciale onderwijsondersteuning door rt’er en/of ib’er, op semipermanente basis (gedurende enkele dagen per week). Er is speciale onderwijsondersteuning door ab’er (gedurende enkele dagdelen per week). Er is een orthotheek met onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken, speciale pedagogische/ psychologische kenmerken en fysieke/lichamelijke kenmerken. Er wordt door de hele school gewerkt met een speciaal programma voor de sociaal-emotionele ontwikkeling (bijv. Leefstijl).
2. Onderwijsmaterialen
Er wordt niveau- en tempodifferentiatie toegepast binnen de lesmethoden. Voor zorgleerlingen zijn er aparte methoden beschikbaar. Er is aanvullend remediërend materiaal, behorend bij de gebruikte lesmethoden. Er wordt lesstof aangeboden vanuit leerlijnen die gebaseerd zijn op de kerndoelen.
3. Ruimtelijke omgeving
Er zijn aparte plekken waar één-opéén begeleiding en begeleiding van (sub)groepjes zorgleerlingen kan plaatsvinden. Meerdere lk hebben veel kennis en competenties op het gebied van de stoornissen en beperkingen van zorgleerlingen. Via collegiale consultatie en intervisie blijven lk scherp.
Er is een aparte ruimte voor andere functies (bijv. voor verzorging of voor een time-out).
De ib’er, rt’er en lk werken regelmatig samen met professionals van externe instanties (bijv. algemeen maatschappelijk werk, RIAG, GG&GD)
Er is op regelmatig basis samenwerking en afstemming met professionals uit (v)so en zorginstellingen (bijv. gezamenlijke bijdrage aan uitvoering van ihp). Externe experts zijn op afroep beschikbaar als daar behoefte aan is (bijv. faalangsttrainer). Voor de VSO jongeren wordt samengewerkt met arbeidstoeleidende instanties. Zoals Sterk in Werk. Zij verzorgen de externe stages, school verzorgt zelf de interne stages.
4. Expertise
5. Samenwerking met andere instanties
Een groot deel van het team heeft kennis van en competenties op het gebied van de specifieke onderwijsbehoeften van zorgleerlingen. Experts m.b.t. voorkomende stoornissen en beperkingen zijn direct beschikbaar (bijv. schoolmaatschappelijk werker, logopedist).
24
Tabel 4: Speciale onderwijsondersteuning op de inclusieve school Veld 1. Hoeveelheid aandacht en tijd
Setting Binnen de klas Er zijn twee paar handen in de klas, door lk/oa voor intensieve (één-opéén) begeleiding, op permanente basis (gedurende de gehele week). Er wordt gewerkt in kleinere groepen.
2. Onderwijsmaterialen
Zorgleerlingen volgen (individuele) leerlijnen in de kernvakken, gebaseerd op de kerndoelen. Er zijn onderwijsmaterialen aanwezig met speciale didactische kenmerken, speciale pedagogische / psychologische kenmerken en fysieke / lichamelijke kenmerken, tegemoetkomend aan kindspecifieke belemmeringen (bijv. verpleegmateriaal voor langdurig zieke kinderen).
3. Ruimtelijke omgeving
De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften (bijv. rolstoelgebruik), de lokalen zijn ruim bemeten, bieden deelruimtes voor diverse activiteiten.
Binnen de school Er is speciale onderwijsondersteuning door vlk, rt’er en/of ib’er op permanente basis (gedurende alle dagen). Er is speciale onderwijsondersteuning door ab’er (gedurende enkele dagen per week). Er is een rijk geoutilleerde orthotheek met onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken, speciale pedagogische en psychologische kenmerken en fysieke/lichamelijke kenmerken Er wordt door de hele school gewerkt met een speciaal programma voor de sociaal-emotionele ontwikkeling (preventief pedagogisch schoolklimaat).
De binnen- en buitenruimte zijn volledig aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften (bijv. rolstoelgebruik, time-out), voor speciale verzorging (bijv. revalidatie, fysiotherapie) en voor speciale leerbehoeften (bijv. schooltuin). Er zijn meerdere aparte ruimtes met een eigen functie (bijv. voor time-out).
25
4. Expertise
De lk zijn experts op het gebied van speciale onderwijsbehoeften. Daartoe zijn scholings- en certificeringstrajecten gevolgd (bijv. akte so en master SEN). De lk laten zich voortdurend bijscholen, m.b.v. coaching en ‘training on the spot’ (video-interactiebegeleiding). Via externe audits/ex ante inspectiebezoeken blijven lk scherp.
5. Samenwerking met andere instanties
De ib’er, rt’er en lk werken intensief samen met professionals van externe instanties (hogescholen en universiteiten), benutten nieuwe wetenschappelijke inzichten en evidence based behandelingsmethoden (na raadpleging databank Effectieve jeugdinterventies)6.
Het gehele team heeft kennis van en competenties op het gebied van de specifieke onderwijsbehoeften van de zorgleerlingen. Experts vanuit meerdere disciplines met betrekking tot alle voorkomende stoornissen en beperkingen zijn direct beschikbaar (bijv. schoolmaatschappelijk werker, orthopedagogisch specialist, logopedist, kinderfysiotherapeut, schoolpsycholoog). Er is een ouderconsulent die belangen behartigt van ouders, hen wegwijs biedt in de ‘wereld die zorg heet’ (bijv. bij aanvragen lgf/pgb). Er is op structurele basis intensieve samenwerking en afstemming met so en andere zorginstellingen (ook met Bureau Jeugdzorg) voor alle zorgleerlingen (bijv. gezamenlijke bijdrage aan uitvoering van ihp). Externe experts zijn op afroep beschikbaar (bijv. speltherapeut, faalangsttrainer, maar ook wijkagent, wijkverpleegkundige/schoolarts, leerplichtambtenaar). De school biedt i.s.m. instellingen aantrekkelijke (opvoedings)cursussen aan voor ouders. Voor de VSO jongeren wordt samengewerkt met arbeidstoeleidende instanties. Zoals Sterk in Werk. Zij verzorgen de externe stages, school verzorgt zelf de interne stages.
6
Op de webpagina www.jeugdinterventies.nl van het NJi (Nederlands Jeugdinstituut) wordt bijgehouden wat in de speciale onderwijszorg werkt, wat wetenschappelijk bewezen is in de praktijk.
26