Schoolondersteuningsprofiel Mbo Clusius College Alkmaar 2014
Groen licht voor succes!
Clusius College Mbo Alkmaar
1. Inleiding Passend onderwijs is de nieuwe manier waarop onderwijs aan studenten, die extra ondersteuning no‐ dig hebben, wordt georganiseerd. Het gaat om zowel lichte als zware vormen van ondersteuning. Bij‐ voorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Streven is om met de invoering van de wet op passend onderwijs de preventieve aanpak in het regu‐ liere onderwijs verder te versterken en alle kinderen en jongeren het onderwijs te laten volgen dat bij hen past. Kernelement van de nieuwe wet is de zorgplicht, de niet vrijblijvende samenwerking tussen schoolbe‐ sturen. De zorgplicht ligt bij het bevoegd gezag van de school en is van toepassing op studenten die ex‐ tra ondersteuning nodig hebben en die niet zonder meer het onderwijs kunnen doorlopen. Als een school (zelf) geen passende onderwijsplek kan bieden, moet zij ervoor zorgen dat de leerling op een andere school kan worden geplaatst. Uitgangspunt bij de uitvoering van de wet op passend onderwijs is bestuurlijke ruimte voor het on‐ derwijsveld. Naast de ‘slanke’ wetgeving vanuit het ministerie hebben de sectorraden de verantwoor‐ delijkheid genomen om ten behoeve van de bestuurlijke ruimte van schoolbesturen een ‘Referentie‐ kader passend onderwijs’ op te stellen: een leidraad voor de invoering van passend onderwijs. Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) neemt binnen passend onderwijs een aparte positie in. Het mbo kent geen speciaal onderwijs. Voor het mbo ligt de zorgplicht verankerd in de Wgbh/cz1. Door de grote spreiding van mbo‐instellingen nemen zij geen deel aan de samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs. Bij de vormgeving van passend onderwijs voor jongeren tot 23 jaar spelen zij echter wel een essentiële rol. Het mbo volgt in grote lijnen dan ook de ambities van het referentiekader. Scholen brengen als uitvloeisel van onder meer het referentiekader passend onderwijs hun onder‐ steuningsmogelijkheden in beeld in het zogeheten ‘schoolondersteuningsprofiel’. Het is een document waarin een beknopt overzicht wordt gegeven van alle vormen van ondersteuning, die de school te bieden heeft, en ondersteuning die zij op korte termijn nog denkt te gaan aanbieden, de ambities. Onderscheiden worden de basisondersteuning en extra ondersteuning. Basisondersteuning legt vast welke bekwaamheidseisen aan het personeel worden gesteld en wat de mogelijkheden van de school zijn om ondersteuning in te zetten. Basisondersteuning staat ter beschik‐ king van alle studenten met een ondersteuningsbehoefte. Soms is dat echter niet voldoende. De school beschikt dan nog over extra ondersteuningsmiddelen waarmee zij ondersteuning op maat kan inzetten. De school kan deze extra middelen gebruiken om de basisondersteuning verder te verbreden met expertise vanuit de school zelf of met expertise van bui‐ tenaf. Extra ondersteuning kan licht en kortdurend van aard zijn, maar ook zwaar en langdurig en plaatsvinden binnen of buiten de school. Het schoolondersteuningsprofiel is als het ware een foto van de stand van zaken en biedt daardoor de school de mogelijkheid om te bepalen: bieden wij voldoende ondersteuning en kunnen wij dit ook waarmaken? Maar vooral ook biedt het ouders de mogelijkheid om te beoordelen of het ondersteu‐ ningsniveau van een school past bij wat hun kind nodig heeft. Het schoolondersteuningsprofiel is een beknopt document: voor meer informatie kan worden gekeken in de schoolgids of het ondersteuningsplan (v/h zorgplan) van de school Het schoolondersteunings‐ profiel is ontwikkeld door de school en de ondernemingsraad van het Clusius College heeft ingestemd met de inhoud. Alle in dit schoolondersteuningsprofiel genoemde websites en documenten zijn te bereiken via de web‐ site van de school.
1
Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte.
2 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014
2. Algemene informatie In dit hoofdstuk worden de contactgegevens van de school en de kengetallen van de leerlingpopulatie weergegeven. Ook wordt kort weergegeven wat de school als haar opdracht ziet, vooral in het kader van passend onderwijs: de onderwijsvisie. 2.1
Contactgegevens
Naam Type school Adres Telefoon E‐mail Website
Clusius College Alkmaar Mbo Drechterwaard 10‐16, 1824 EX Alkmaar 072‐561 09 34
[email protected] www.clusius.nl
2.2
Onderwijsvisie en visie op ondersteuning
Het Clusius College leidt op voor leven en werken in een groene wereld en doet dit met eigen‐ tijds, aantrekkelijk en kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Het onderwijs onderscheidt zich door aandacht voor natuur, duurzaamheid, voeding en leefomgeving. Het Clusius College is een school voor zowel vmbo als mbo en heeft meerdere vestigingen in Noord‐Holland. Dit school‐ ondersteuningsprofiel is geschreven voor de mbo‐afdeling van het Clusius College te Alkmaar. Het Clusius College biedt vanuit een professionele organisatie kwalitatief hoogwaardig onder‐ wijs, waarin leerlingen (vmbo) en studenten (mbo) worden uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen. Om dit te bereiken worden de (leer)omstandigheden zo optimaal mogelijk gemaakt. Het Clusius College komt bij medewerkers, leerlingen/studenten, ouders en bedrijfsleven als eerste in gedachte wanneer het gaat om goed onderwijs omdat het: een veilige, stimulerende leeromgeving biedt; een ieder uitdaagt het beste uit zichzelf te halen; samenwerkt met ouders, bedrijfsleven en andere betrokkenen in de regio; een professionele organisatie is met modern personeelsbeleid, en zich kenmerkt door transparantie, verantwoordelijkheid en kwaliteitsbewustzijn. De kernwaarden van het Clusius College zijn betrokkenheid, kwaliteit, professioneel en ver‐ trouwen. Onder kwalitatief hoogwaardig onderwijs verstaat het Clusius College onderwijs met een goed rendement en goede opbrengsten, onderwijs dat afgestemd is op de mogelijkheden en leerstij‐ len van leerlingen en studenten en onderwijs dat voor leerlingen en studenten aantrekkelijk is. In dit onderwijs worden leerlingen en studenten goed begeleid. Zij en hun ouders zijn, evenals vervolgopleidingen, stagebedrijven en (voor het mbo) het afnemend bedrijfsleven tevreden over het onderwijs en de faciliteiten. Dit is ook onderwijs dat zich voortdurend ontwikkelt waarbij de beheersbaarheid niet uit het oog verloren mag worden. Daarbij dient de school voor ouders transparant en toegankelijk te zijn en de leerlingen een vei‐ lige leeromgeving te bieden. Visie op ondersteuning Niet elke student kan de opleiding zonder extra hulp en ondersteuning volgen. Ondersteuning van studenten is dan ook een belangrijke pijler van het onderwijs. Bij de aanmelding wordt
3 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014
2.3
daarom eerst gekeken welke (extra) ondersteuning voor een student nodig is om de opleiding met succes te kunnen doorlopen. Vervolgens wordt aan de hand van deze inventarisatie beoordeeld of het Clusius College in staat is aan de hulpvraag van de student te voldoen. Met andere woorden of de school over voldoende mogelijkheden en expertise beschikt om de student met succes te kunnen begelei‐ den. Ondersteuning is niet alleen gericht op het aanpakken van optredende problemen, maar richt zich ook op het voorkomen ervan. Op deze manier geeft de school ook op preventieve wijze ge‐ stalte aan de ondersteuning. De school richt zij bij haar ondersteuning ook sterk op het voorkomen van vroegtijdige school‐ verlating, onder andere door een onderwijs op maatvoorziening (OOM) binnen de school. (zie hoofdstuk 4) Het mbo staat voor de uitdaging om de kwaliteit van begeleiding van de student met LGF te verbreden naar alle studenten met een ondersteuningsbehoefte en dié ondersteuning te bie‐ den die noodzakelijk is voor een kansrijke schoolloopbaan. Dit vereist een kwalitatief hoogstaande intakeprocedure met een screening, warme overdracht, verlengde intakeprocedure indien nodig, een intensievere vorm van intake en informatie‐ uitwisseling met studenten met een te verwachten ondersteuningsvraag. Afspraken over bege‐ leiding en extra ondersteuning moeten worden vastgelegd in de onderwijsovereenkomst (OOK), met in een bijlage de wijze van uitvoering van de afspraken, ondertekend door beide partijen. Het Clusius College biedt vanuit een professionele organisatie kwalitatief hoogwaardig onder‐ wijs waar leerlingen en studenten worden uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen. Dit motto geeft aan dat de school het beste uit de studenten wil halen door de (leer‐) omstan‐ digheden zo optimaal mogelijk te maken. In het mbo stromen steeds meer studenten in die ondersteuning behoeven. Daarnaast groeide de afgelopen jaren het aantal lgf‐studenten (studenten met een ‘rugzakje’). Ondersteuning tij‐ dens de studie en de voorbereiding op werk is hier de uitdaging. Om deze studenten op maat te kunnen bedienen, is in 2011‐2012 de ‘Onderwijs Op Maat‐voorziening’(OOM) in gebruik geno‐ men. Kengetallen leerlingpopulatie
Hieronder worden de belangrijkste kengetallen van de school weergegeven. Meer specifieke in‐ formatie is te vinden op Vensters voor Verantwoording.
Aantal studenten BBL BOL
Studenten met REC‐ indicatie
Studenten met dyslexie‐ verklaring
Studenten met dyscalculie‐ verklaring
Her‐ oriëntatie2
Voortijdige school‐ verlaters
2011‐2012 2012‐2013 2013‐2014
467 1234 389 1313 394 1333
30 34 24
122 130 137
1 3 6
26 24 23
64 48
2
Studenten die een verkeerde beroeps‐ of opleidingskeuze hebben gemaakt kunnen door het zorgadviesteam verwezen worden naar het heroriëntatietraject. Gedurende een periode van drie maanden gaan deze studenten zich oriënteren bij andere opleidingen binnen of buiten het Clusius College met als doel instroom in een nieuwe opleiding. Het heroriëntatietraject is een van de middelen die het Clusius College inzet bij het voorkomen van schooluitval. Voor het heroriëntatietraject is het noodzakelijk om duidelijk de problematiek van de student in beeld te brengen. Zo wordt bepaald of een student kan instromen in het heroriëntatietraject of een andersoortig traject om schooluitval te voorkomen.
4 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014
Overzicht opleidingen en studentenaantallen Niveau Leerweg Aantal studenten
Bloem & Design
2/3/4 BOL/BBL 160
Dier‐ verzorging
Food, health & innovation
Paarden‐ houderij
Tuin, park & landschap
2/3/4 BOL/BBL
2/3/4 BOL/BBL
2/3/4 BOL
172
123
1/2/3/4 BBL 174
402
Vee‐ houderij
3/4 BOL 75
Slaagpercentages
Uitstroom van studenten De uitstroom van de studenten na het behalen van het diploma op het mbo in Alkmaar is di‐ vers. Een deel van de studenten kiest ervoor om door te studeren in een opleiding van een ho‐ ger niveau op het eigen mbo. Anderen vervolgen de studie in een ander mbo. Studenten die met een niveau 4 diploma van school gaan, kiezen veelal voor een vervolgstudie in het hbo. En uiteraard kiest een grote groep voor een vervolg op de arbeidsmarkt. Met een diploma niveau 1, 2, 3 of 4 hebben studenten een goede kans op werk. Klassengrootte mbo niveau 1 en 2 De basisdelen worden gevolgd in groepen van ongeveer 22 studenten. Het theorie‐praktijkgedeelte wordt gevolgd in kleine groepen van ongeveer 8 tot 10 studenten. In voorkomende gevallen worden deze lessen gevolgd samen met niveau 2.
5 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014
3. Basisondersteuning 3.1
Inleiding Het Clusius College hanteert voor alle vestigingen een schematisch overzicht van aspecten van basisondersteuning. Basisondersteuning kenmerkt zich door het nauwgezet volgen van de ontwikkeling van de stu‐ denten en een intensief intern overleg daarover. Basisondersteuning is geen vast gegeven: scholen zijn en blijven in ontwikkeling en de inhoud van de basisondersteuning zal dan ook re‐ gelmatig worden aangepast door school.3 Het onderwijs wordt zoveel mogelijk afgestemd op de onderwijs‐ en ontwikkelingsbehoeften van de student en waar nodig wordt extra tijd en aandacht aan de individuele student geschon‐ ken. Indien nodig biedt de school een scala aan ondersteuningsmogelijkheden en hulpmateria‐ len en onderhoudt zij ‐ waar nodig ‐ actief werkrelaties met externe deskundigen. De school ontwikkelt zich daarbij voortdurend en besteedt voortdurend aandacht aan de pro‐ fessionalisering van de medewerkers.
3.2
Basisondersteuningsprofiel
Het Clusius College Mbo Alkmaar heeft recent in kaart gebracht hoe zij staat ten opzichte van het gewenste niveau van basisondersteuning met behulp van het genoemde overzicht van de basisondersteuning. De uitkomst van deze analyse is als bijlage bij dit schoolondersteuningspro‐ fiel gevoegd. (bijlage 1) Uit de analyse blijkt dat de school al behoorlijk is gevorderd in haar ontwikkeling van de basis‐ ondersteuning, maar dat diverse aspecten de komende periode ook nog aandacht dienen te krijgen. De scholen van het Clusius College hanteren hiervoor diverse ontwikkelplannen, die binnen een vaste beleidscyclus worden geëvalueerd en bijgesteld. Het is van belang om duidelijk te maken dat de school de basis‐ en extra ondersteuning alleen waar kan maken binnen de grenzen van de mogelijkheden van de school en haar externe part‐ ners. Indien de ondersteuningsbehoefte van een student de mogelijkheden van de school te bo‐ ven gaat, zal de school hierover met de ouders/verzorgers communiceren en deze op alterna‐ tieven buiten de school (indien aanwezig) wijzen. 3.3
Onderwijsondersteuningsstructuur
Veel studenten kunnen zonder ondersteuning de opleiding met goed gevolg doorlopen en af‐ ronden met een diploma. Er zijn echter ook studenten die (extra) ondersteuning vanuit de school en haar externe partners nodig hebben. De ondersteuningsstructuur is erop gericht deze studenten met een extra ondersteuningsbe‐ hoefte zo snel mogelijk in beeld te hebben om hen ondersteuning op maat te kunnen bieden en daarmee te voorkomen dat zij uitvallen. De school onderscheidt bij de ondersteuning van studenten de zogeheten 1e‐, 2e‐ en 3e‐ lijnsondersteuning. Uitgangspunt is dat de student zoveel mogelijk wordt opgevangen in de eigen groep door de docent en coach, eventueel in samenwerking met de teamleider (het opleidingsteam): dit is de 1e‐lijns ondersteuning.
3
Bij het invullen van de checklist is het Clusius College uitgegaan van de huidige situatie. Het Clusius College is een school die zich kenmerkt door een lerend karakter. De school is en blijft in ontwikkeling. Ook de checklist is om deze reden een instrument dat voortdurend in ontwikkeling is.
6 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014
Indien deze ondersteuning niet voldoende is, worden de interne deskundigen ingeschakeld: het interne zorgteam. Er is dan sprake van 2e‐lijns ondersteuning. Het interne zorgteam bestaat uit de: Zorgcoördinator (voorzitter), teamleider en de leerlingbegeleiders. Het interne zorgteam komt eens in de vier weken bijeen. De leerlingbegeleider brengt de te bespreken studenten in en koppelt ook weer terug naar team en coach. Het interne zorgteam bespreekt de ingebrachte casussen, stelt een aanpak vast en spreekt af wie welke acties onderneemt. Indien het interne zorgteam voldoende mogelijkheden voor handelen ziet, is inbreng in het zorgadviesteam van de school (zie onder) overbodig. Het interne zorgteam vervult daarmee een preventieve inzet, voorafgaand aan het zorgadviesteam. Interne doorverwijzing naar de schoolmaatschappelijk werker behoort hierbij tot de mogelijkheden. Daarnaast houdt het interne zorgteam ontwikkelingen bij en adviseert het de schoolleiding met betrekking tot kwaliteitsverbetering en professionalisering van de ondersteuning en de onder‐ steuningsstructuur. Ouders van studenten, die in het zorgteam zijn besproken, worden voort‐ durend op de hoogte gehouden van de voortgang van hun kind. Indien de benodigde ondersteuning de mogelijkheden van het interne zorgteam te boven gaan, vindt doorverwijzing plaats naar de 3e‐lijns ondersteuning: het zorgadviesteam (ZAT). Het ZAT is een multidisciplinair overleg waarin ook externe deskundigen participeren. Deelnemers aan het ZAT zijn: Zorgcoördinator. Leerlingbegeleiders. Schoolmaatschappelijk werker. Schoolarts vanuit de GGD. Kwalificatieplichtambtenaar vanuit de gemeente Alkmaar. Wijkagent vanuit de politie. Vertegenwoordiger RMC. Op afroep zijn de teamleiders mbo, verzuimcoördinator en/of externe partners bij het ZAT‐ overleg aanwezig. Het ZAT komt een keer per vier weken bij elkaar. Het ZAT kan onder meer: leerlingbegeleiders, coaches en docenten adviseren; schoolmaatschappelijk werk inschakelen; de student verwijzen naar de Onderwijs op Maat voorziening. (OOM) (zie hoofdstuk 4) verwijzen naar heroriëntatie; verwijsadvies geven naar externe hulpverleningsorganisaties; Voor bespreking in het ZAT vraagt de coach om toestemming. Bij studenten vanaf 16 jaar ligt de bevoegdheid om toestemming te verlenen bij de student. Gezien het opvoedingsbelang (naar‐ mate de student ouder wordt zal dit belang afnemen) zal het veelal wenselijk zijn ouders te in‐ formeren en in de gelegenheid te stellen bezwaar te maken. De zorgcoördinator draagt zorg voor de terugrapportage naar de ZAT‐partners en leerlingbege‐ leiders en plaatst de rapportage in het leerlingvolgsysteem van de school. De samenwerking met de externe partners in het ZAT verloopt naar volle tevredenheid van de school. In schema ziet de ondersteuningsstructuur van het Clusius College Mbo Alkmaar er als volgt uit: 7 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014
1e‐lijns ondersteuning
Docent Coach Teamleider (=opleidingsteam)
2e‐lijns ondersteuning
Interne deskundigen
Intern Zorgteam
e
3 ‐lijns ondersteuning
Externe deskundigen en instellingen
Zorgadviesteam (ZAT) Interne en externe deskundigen
Leerling
4 Toelichting op de niveaus van ondersteuning
Niveau 1e‐lijns ondersteuning
Ondersteuningsmogelijkheden Alle studenten worden gescreend met behulp van enkele testen (onder andere AMN‐intaketest5) Het mentoraat is zeer zorgvuldig vorm gegeven. Er worden overzichtslijsten gemaakt door de coaches met behulp van de zorgcoördinator Een docent signaleert een probleem bij een student. De betreffende docent meldt dit aan de coach van de student. De coach wint informatie in en gaat zo nodig in gesprek met de stu‐ dent en ouders/verzorgers. De coach onderneemt eerst zelf acties en helpt de student het pro‐ bleem zelf op te lossen.
4
5
Deze informatie is uitgebreider uitgewerkt in het zorgplan van de school. De Intaketest geeft inzicht in de capaciteiten en persoonlijkheid van een deelnemer, geeft advies over de gewenste begeleidingsstijl en geeft inzicht in de resultaten van individuele deelnemers en van groepen. Door de koppeling aan de competentiesleutel is eenvoudig vast te stellen voor welke competenties de deelnemer meer of minder aanleg heeft. De Intaketest biedt de mogelijkheid om na te gaan welke opleidingen het meest passen bij een deelnemer.
8 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014
2e‐lijns ondersteuning
3e‐lijns ondersteuning
Is de ondersteuning door de vakdocent/coach/teamleider niet vol‐ doende, dan brengt de coach het probleem in kaart en overlegt met de teamleider en/of zorgcoördinator. De student wordt, indien nodig, besproken in het interne zorgteam van de school. De coach communiceert de afspraken naar het team en naar de ouders/verzorgers. Indien gebruikt gemaakt moet worden van de interne zorgstructuur (dyslexiecoördinator, vertrouwenspersoon, sociale vaardigheidstrai‐ ning etc.) kan direct actie ondernomen worden. De 2e‐lijnsondersteuning wordt aangeboden binnen de school. De OOM‐begeleider (voor OOM‐studenten) zorgt voor verslaglegging in het digitale leerlingvolgsysteem ‘EduArte’. Bij gewenste externe hulp kan het zorgadviesteam6 (ZAT) ingescha‐ keld worden. Ouders/verzorgers worden hierover ingelicht. Het ZAT adviseert verdere hulpverlening na intern of extern overleg. Ouders/verzorgers worden geïnformeerd over de te nemen stappen. In het ZAT wordt voor verslaglegging gezorgd en wordt de student nauwgezet ‘in beeld’ gehouden.
Interne deskundigheid waarover de school beschikt Voor het begeleiden en ondersteunen van de studenten heeft het Clusius College Mbo een aan‐ tal gespecialiseerde medewerkers in dienst. In het kort gaat het om de volgende functionaris‐ sen: Coaches: de coach is het eerste aanspreekpunt voor student en ouders en heeft tot taak de student zo goed mogelijk te begeleiden, hij houdt bij hoe deze presteert, bespreekt de stu‐ dieresultaten en is op de hoogte van eventuele problemen. Indien nodig onderneemt een coach actie op bovenstaande punten. Leerlingbegeleiders: de leerlingbegeleider heeft een stimulerende, ondersteunende en ad‐ viserende rol naar de coaches. De leerlingbegeleider neemt niet de begeleiding van de coach over, maar kan extra hulp bieden bij signaleren en begeleiden. De leerlingbegeleider kan een student inbrengen ter bespreking in het intern zorgteam en/of in het zorgadvies‐ team (ZAT) om extra hulp in te roepen. De leerlingbegeleider koppelt ook weer terug naar teamleider en team, waarbij de coach verantwoordelijk blijft voor de begeleiding van de student. Zorgcoördinator: deze is verantwoordelijk voor de inhoud, organisatie en kwaliteit van de zorgstructuur en coördineert, organiseert en stroomlijnt de uitvoering van het zorgbeleid, zoals vastgelegd in het zorgplan. De zorgcoördinator is ervoor verantwoordelijk dat de stu‐ denten op een adequate manier worden ingebracht in het interne zorgteam en ZAT en dat begeleiding en ondersteuning goed worden ingezet. De zorgcoördinator zorgt ervoor dat de specialistische hulpvragen en inzet worden geregistreerd en gevolgd en is de spin in het web voor alle betrokkenen bij het intern zorgteam en het ZAT. Decaan: verzorgt de begeleiding bij school‐ en beroepskeuze. Hij geeft studenten en ou‐ ders hulp en advies als er vragen zijn bij het kiezen van een vervolgopleiding of bij een mo‐ gelijke overstap naar een andere opleiding. Begeleider heroriëntatie: begeleidt studenten die een verkeerde opleidings‐ of beroeps‐ keuze hebben gemaakt met als doel voortijdig schoolverlaten te voorkomen. OOM‐docent: zie ‘extra ondersteuning’ in paragraaf 4. Schoolmaatschappelijk werker: begeleiden van studenten met pedagogische problematiek, problemen in de thuissituatie en in sommige gevallen studenten met sociaal‐emotionele problematiek. 6
Zie voor meer informatie over het zorgadviesteam onder dit schema.
9 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014
Treajectbegeleider (voorheen ambulant begeleider): begeleidt studenten met een lgf‐ indicatie en andere studenten met een specifieke ondersteuningsbehoefte. Vertrouwenspersoon: persoon aan wie men vertrouwelijke zaken met betrekking tot on‐ gewenste omgangsvormen kwijt kan. Aandachtsfunctionaris kindermishandeling: het protocol kindermishandeling van Bureau Jeugdzorg, inclusief het Stappenplan kindermishandeling en huiselijk geweld, is leidraad. Verzuimcoördinator: deze is belast met de beoordeling van rechtmatigheid van verzuim, ondernemen van actie bij ongeoorloofd verzuim of te laat komen en de registratie van ver‐ zuim. Externe deskundigheid Externe deskundigen en instellingen, waarmee de school samenwerkt, zijn: Reguliere samenwerkingspartners Meer incidenteel (op afroep) Centrum voor Jeugd en Gezin. (CGJ) RMC gemeenten buiten Alkmaar. Bureau Jeugdzorg. Bureau Arbeidsparticipatie. (BAP) Politie/Bureau HALT. Aanmeldingspunt kindermishandeling. (AMK) (School) Maatschappelijk Werk. Triversum‐GGZ / De Praktijk. GGZ. Speciaal Voortgezet Onderwijs Ambulante begeleiders REC‐1 en ‐2. Justitie/reclassering Kwalificatieplichtambtenaar Alkmaar Regionale Meld‐ en Coördinatiefunctie (RMC) Alkmaar Kenniskring Zorg in en om mbo NH. In de schoolgids en het zorgplan van de school is meer informatie over het bovenstaande te vin‐ den. Bijzondere vormen van (basis)ondersteuning Sommige studenten hebben een beperking die hen belemmert in het leerproces. Bijvoorbeeld een handicap, chronische ziekte of gedragsprobleem. Goed onderwijs alleen kan dan soms niet voldoende zijn voor studiesucces. Het mbo Clusius College kan in dat geval enkele bijzondere vormen van ondersteuning bieden. Er wordt gekeken hoe de beperking de student belemmert in volwaardige deelname aan on‐ derwijs en/of examinering. Op basis daarvan wordt bepaald welke ondersteuning nodig is om die belemmering weg te nemen. Afspraken hierover worden vastgelegd in een ondersteunings‐ plan, dat als bijlage wordt toegevoegd aan de onderwijsovereenkomst. Voorbeelden hiervan zijn: Aanpassingen in de leeromgeving op school Bijvoorbeeld: o De plek in de klas of de mogelijkheid van een time‐out moment in de Onderwijs Op Maat voorziening (OOM). o De inzet van extra hulpmiddelen en materialen. o Een (tijdelijk) maatwerkrooster. o Begeleiding bij het aanleren van studievaardigheden. o Coaching gericht op sociale interactie, zoals bijvoorbeeld een assertiviteitstraining. o Begeleiding in de Onderwijs Op Maatvoorziening (OOM)7. Aanpassingen in de beroepspraktijkvorming Bijvoorbeeld: o Uitleg bij het stagebedrijf over de specifieke ondersteuningsbehoeften. 7
Uitleg Onderwijs Op Maatvoorziening: zie hoofdstuk 4.
10 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014
o o o o
Extra stagebezoeken. Inzet van hulpmiddelen, zoals een checklist of het werken met een stappenplan. Ondersteuning van de stagebegeleider. Ondersteuning bij het eigen maken van de beroepscompetenties.
Aangepaste vormen van toetsing en examinering o Een voorbeelden hiervan is een aangepaste afname van een examen.
3.4
Planmatig werken In de Wet Passend Onderwijs wordt geregeld dat de extra begeleiding die aan een student wordt geboden, wordt vastgelegd in de onderwijsovereenkomst. In artikel 8.1.3. van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs staat over welke onderwerpen de onderwijsinstelling en de stu‐ dent in ieder geval afspraken in de onderwijsovereenkomst moeten maken. Passend Onderwijs wordt aan deze onderwerpen in artikel 8.1.3. toegevoegd. Als er sprake is van extra ondersteuning in het kader van de Wet Passend Onderwijs, moet in de onderwijsovereenkomst worden geregeld dat een aantal daaruit voortvloeiende afspraken die betrekking hebben op de uitvoering, in een zogenoemd addendum worden neergelegd. Als na‐ dere afspraken in een addendum worden vastgelegd, moet in de onderwijsovereenkomst altijd naar dit addendum worden verwezen. Daarbij moet worden benoemd dat het addendum een onlosmakelijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst uitmaakt. Bij afspraken over de ondersteuning in het kader van de Wet Passend Onderwijs kan worden gedacht aan de naam en de contactgegevens van degene die de student begeleidt, maar ook de plek waar de begeleiding wordt gegeven, het type begeleiding, aantal uren en hulpmiddelen. Als er tijdens de opleiding iets in de afspraken over de ondersteuning verandert, zal de onder‐ wijsovereenkomst en/of het addendum waarin de afspraken over de ondersteuning staan moe‐ ten worden aangepast. Als het addendum wordt aangepast en er geen aanpassing van de onderwijsovereenkomst zelf vereist is, is het zetten van nieuwe handtekeningen onder de onderwijsovereenkomst niet no‐ dig. De instelling moet een voorgenomen wijziging van het addendum wel voorleggen aan de student. Als de student met de voorgenomen wijziging instemt, moet het addendum door bei‐ de partijen opnieuw worden ondertekend. Als een student tijdens de opleiding behoefte aan extra ondersteuning krijgt (bijvoorbeeld na een ongeval), moet de overeenkomst worden aan‐ gepast en opnieuw worden ondertekend1.
De concrete werkwijze van het Clusius College Mbo Alkmaar in deze is als volgt. Individuele handelingsplannen worden opgesteld voor OOM‐groep studenten. (zie hoofdstuk 4) Indien een student met een probleem en/of ondersteuningsbehoefte wordt gesignaleerd treedt de volgende werkwijze in werking: Bij signalering van een probleem bij een student wordt dit in teamverband besproken. Het team bepaalt of er sprake is van noodzaak voor extra ondersteuning en of er doorver‐ wezen moet worden naar het interne zorgteam. Indien de student geen ondersteuning behoeft, handelt de coach het probleem verder af. Indien er behoefte is aan ondersteuning, dan formuleert het team samen met de leerling‐ begeleider de hulpvraag en biedt deze ter behandeling aan, aan het interne zorgteam. Het interne zorgteam bepaalt of er specialistische hulp nodig is of dat zij het zelf af kunnen handelen. Is er geen specialistische hulp noodzakelijk, dan handelt de betreffende leerlingbegeleider, in overleg met zorgteam en de coach het probleem af. Is er wel specialistische hulp nodig, dan wordt met de student en ouder(s)/verzorger(s) overlegd hoe verder te handelen. De ouder(s)/verzorger(s) worden betrokken bij het over‐ leg tenzij door de student schriftelijk is aangegeven dat dit niet gewenst is. 11 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014
Met elkaar wordt de ondersteuningsbehoefte bepaald en de afspraken worden vermeld in een bijlage bij de onderwijsovereenkomst. Deze zal door de betrokken partijen worden on‐ dertekend. De bijlage heeft het karakter van een werkdocument dat tussentijds gewijzigd en aange‐ vuld kan worden. De afspraken worden periodiek geëvalueerd. Wanneer de ondersteuningsbehoefte groter is dan de school kan bieden, wordt deze na toestemming van de leerling besproken in het zorgadviesteam (ZAT).
Onderwijs op Maat (OOM) (extra ondersteuning) Indien de student in aanmerking komt voor OOM vindt een intakegesprek van de student met zijn/haar ouder(s)/verzorger(s) met de OOM‐begeleider plaats. In het intakegesprek wordt be‐ sproken wat de doelstelling is van het OOM‐traject en wordt besproken hoe de doelstellingen bereikt kunnen worden. Aan de hand hiervan wordt een handelingsplan opgesteld. Leerlingvolgsysteem Alle informatie betreffende onder andere de ondersteuning wordt bijgehouden in het leerling‐ volgsysteem. Op deze wijze kunnen de ontwikkelingen nauwgezet worden gevolgd en is de in‐ formatie bereikbaar voor alle direct betrokken medewerkers. In alle gevallen is de mentor de regisseur van de opgestelde plannen: hij/zij bewaakt de uitvoe‐ ring en evaluatie. 3.5
Basiskwaliteit van het onderwijs De inspectie heeft het mbo van het Clusius College Alkmaar nog niet voor alle opleidingen het zogenaamde basisarrangement (basistoezicht) toegekend. Hiermee wordt uitgedrukt dat de kwaliteit van het geboden onderwijs en de naleving van wet‐ en regelgeving nog niet geheel in orde is: er waren bij het laatste bezoek enige bemerkingen ten aanzien van het kwaliteitsbeleid. Het Clusius College Mbo Alkmaar voert inmiddels binnen de kaders van het beleid van de totale organisatie een zorgvuldig en systematisch kwaliteitsbeleid. De school hanteert hierbij de noti‐ tie ‘Kwaliteitsbeleid en –borging in het onderwijs’. Kwaliteitsbeleid betreft de volgende gebieden: Kwaliteit van het onderwijs: opbrengsten en kwaliteit van processen. Kwaliteit van de medewerkers Kwaliteit van de bedrijfsvoering Kwaliteit van de huisvesting en overige voorzieningen Kwaliteit van de organisatie De kwaliteit en het kwaliteitsbeleid op al deze gebieden beïnvloeden elkaar en zijn afhankelijk van elkaar. Bij dit alles wordt zeer planmatig gewerkt: er is een grote samenhang tussen de ka‐ ders op organisatieniveau, sterkte/zwakte analyses, het vestigingsontwikkelplan, het vesti‐ gingsactiviteitenplan en een planning&controlkalender. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van zelfevaluatie en interne audits, rapportages, tevredenheidsonderzoeken, e.d. Kwaliteit staat in de agenda van het overleg op alle niveaus! Verder heeft de school als een van de maatregelen voor structurele borging van de onderwijs‐ kwaliteit ‘Opbrengstgericht werken’ ingevoerd. Hierbij zijn alle belangrijke onderwijsprocessen in een kalender gezet, waarbij de opbrengsten systematisch volgens een vaste cyclus worden beoordeeld.. Hiervoor wordt de zogeheten PDCA‐cyclus gehanteerd. Deze cyclus wordt jaarlijks doorlopen: het beleidsplan en de schoolplannen hebben zo een vaste cyclus.
12 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014
PDCA-cyclus
De stappen kunnen als volgt worden beschreven: Plan: bedenken van een plan, het definiëren van meetpunten , normen en targets. Do: het plan uitvoeren, meetpunten analyseren en gebruiken voor actie en procesverbete‐ ring. Check: het plan en uitvoering beoordelen, met elkaar praten over scores om de meetpun‐ ten en de analyses. Act: het plan, de normen en targets bijstellen of de uitvoering bijsturen. De basiskwaliteit van de school wordt ook afgemeten aan de studententevredenheid. De studententevredenheid wordt een keer per twee jaar gemeten met behulp van de zogehe‐ ten Jobmonitor. De JOB‐monitor is het landelijke studententevredenheidsonderzoek dat JOB tweejaarlijks uitvoert onder alle mbo‐studenten om verschillende aspecten van onderwijs te monitoren. De JOB‐monitor geeft vergelijkende informatie van en voor opleidingen in het mbo over onderwijs (lessen/programma, docenten, lesmateriaal, toetsing, studiebegeleiding, stu‐ diebelasting, onderwijstijd, competenties, opbrengst), stage/werkplek, informatie en organisa‐ tie, inspraak, keuze‐ en loopbaanbegeleiding, veiligheid, sfeer en sociaal contact en ondersteu‐ ning, voorzieningen (onderwijsfaciliteiten, kantine, beperkingen), eindoordeel, opnieuw kiezen, rapportcijfers, profiel van de tevreden student, verschillen tussen instellingen en opleidingen. De resultaten van het meest recente onderzoek worden hieronder (samengevat) weergegeven. ……………………………….
4
Extra ondersteuning 4.1 Inleiding De school beschikt vanaf 1 augustus 2014 over extra ondersteuningsmiddelen, waarmee zij naast de basisondersteuning voor studenten extra ondersteuning op maat kan inzetten. De school kan deze extra middelen gebruiken om de basisondersteuning verder te verbreden met expertise vanuit de school zelf of met expertise van buitenaf (extra ondersteuning). Deze extra ondersteuning werd voorheen bekostigd vanuit de zogenaamde ‘rugzakjes’, die per 1‐ 08‐14 worden afgeschaft. 4.2 Arrangementen Het Clusius College Mbo Alkmaar kent in het kader van de extra ondersteuning het volgende ar‐ rangement:
13 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014
Onderwijs Op Maat Extra ondersteuning (OOM‐groep) Doelgroep Studenten die extra zorg behoeven, die in de reguliere structuur van het onderwijs niet kan worden gerealiseerd, zoals: Studenten waarbij duidelijk wordt dat hij/zij door verschillende oorzaken niet in staat zal zijn het mbo‐diploma te gaan halen. Studenten met sociaal‐emotionele problemen. Studenten met gedragsproblemen. Studenten met een beperking of een handicap waar de onderwijs‐ voortgang bij in het geding komt. Langdurig zieke studenten. Studenten met acute problematiek. Doelstellingen Ondersteuning bieden bij de planning en organisatie van school‐ werk. Een rustpunt op een schooldag voor studenten die moeite hebben met drukte of fysiek rust nodig hebben. Probleemgebieden in kaart krijgen. Aan het begin van de dag structuur aanbrengen in schooldag, even‐ tueel aan het eind van de schooldag de dag nabespreken en een start maken met de verwerking van de dag (planning en organisatie schoolwerk, etc.). Een veilige plek bieden. Trainingen bieden. op gebied van sociale vaardigheden, faalangst weerbaarheid en examenvrees). Bieden time‐out gelegenheid. Functioneren als expertisecentrum voor docenten, eventueel ook trainingen/cursussen verzorgen. Consultatie en advisering voor docententeam. Observatie van studenten. Beschikbare Diverse methoden en hulpmaterialen. materialen Computers. Signaleringswijzers. Handelingswijzers. Ruimtelijke Aparte ruimte (huiselijke omgeving). omgeving Een rustige ruimte in een huiselijke omgeving met flexibele werkplek‐ ken. Deskundigheid OOM‐begeleider(s). Leerlingebegeleider(s). Trajectbegeleider. Zorgcoördinator. Samenwerking met Ambulante begeleiders van REC 1 en 2. externe instanties School Maatschappelijk Werk
5
Ambities
Allereerst is het de ambitie van het Clusius College Mbo Alkmaar om geheel te gaan voldoen aan de kwaliteitseisen, die aan de basisondersteuning, zoals weergegeven in bijlage 1, mogen worden ge‐ steld. Andere ambities in het kader van passend onderwijs zijn de volgende:
14 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014
Het nauwgezet volgen van de ontwikkelingen rond passend onderwijs en het goed implementeren daarvan. Het optimaliseren van de deskundigheid van de teams in relatie tot passend onderwijs. Het optimaliseren van het intake‐ en plaatsingsbeleid ter voorkomen van vroegtijdig schoolverla‐ ten.
6
Afsluiting Voor alle vragen, die tijdens het lezen van dit schoolondersteuningsprofiel bij u zijn gerezen, kunt u zich wenden tot de school. Overigens vindt u ook op de website van de school (www.clusius.nl) en in de vele documenten die u via de website gemakkelijk kunt bereiken, uitgebreide informatie over wat in deze notitie aan de orde is gesteld.
15 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014
Bijlage 1 Overzicht basisondersteuning Clusius College Mbo Alkmaar Vooropmerking Indien in onderstaand schema het kruisje in de kolom ‘In ontwikkeling’ uiterst rechts is geplaatst, dan betekent dat dat de ontwikkeling reeds in een vergevorderd stadium is. Aspecten 1 Beleid met betrekking tot passend onderwijs a De school heeft de intentie om leerlingen met een (extra) ondersteuningsbehoefte in prin‐ cipe aan te nemen, mits het ondersteuningsaanbod toereikend kan zijn b De school meet minimaal één keer per twee jaar de tevredenheid van leerlingen en ou‐ ders/verzorgers c De school bepaalt jaarlijks hoe de zorgmiddelen worden ingezet d De school evalueert jaarlijks het rendement van geboden ondersteuning en gebruikt de conclusie als input voor het ondersteuningsbeleid e Middelen die toegekend zijn voor ondersteuning worden daarvoor ingezet 2 Passende begeleiding a De school brengt onderwijsbehoeften in kaart door het verzamelen van informatie uit overdrachtsgegevens, warme overdracht en gesprek met de ouders b De school voorziet in op maat gemaakte onderwijsarrangementen voor leerlingen die dat nodig hebben c De school beschikt over een goed functionerend leerling volg systeem (LVS) waarin de ondersteuning wordt vastgelegd d De speciale onderwijsbehoeften komen in een leerlingbespreking aan de orde e Iedere leerling heeft een mentor als eerste contactpersoon f Docenten en mentoren voeren leerlinggegevens m.b.t. onderwijsresultaten, sociaal‐ emotionele ontwikkeling en andere relevante informatie structureel in het LVS g Minimaal twee keer per jaar vinden leerlingbesprekingen plaats op basis van deze indivi‐ duele informatie en m.b.t. groepssituaties h De school stelt de informatie over onderwijsbehoeften van leerlingen ter beschikking van professionals, waarmee wordt samengewerkt. i De mentor stelt informatie over onderwijsbehoeften van leerlingen structureel beschikbaar aan medewerkers van de school die hiervan op de hoogte dienen te zijn j De school besteedt structureel aandacht aan de competenties van docenten en begeleiders in relatie tot de ondersteuningsproblematiek die speelt k De school beschikt over goed getrainde mentoren die in staat zijn adequaat te signaleren en te interveniëren (binnen hun taakstelling) l De school maakt gebruik van (eventueel externe)( specialisten als het gaat om extra onder‐ steuning m De school zet externe zorgpartners preventief in ten behoeve van een vroegtijdige signale‐ ring, zodat eerder lichte ondersteuning kan worden ingezet n Er zijn gemeenschappelijke omgangsafspraken o De school werkt met bijlage bij de onderwijsovereenkomst, waarin de begeleiding volgens een vaste structuur wordt beschreven 3 De continuïteit van de passende begeleiding a De verantwoordelijkheid voor de continuïteit van de ondersteuning is ondergebracht bij één of meer functionarissen b Begeleidingsgegevens (al vanaf het vo) worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem c De school participeert in de overgangsprocedures VO/MBO zoals afgesproken d De school heeft afspraken over hoe de ‘warme overdracht’ wordt vormgegeven vastgelegd 4 Basisondersteuning voorziet in opvang van leerlingen met een algemene hulpvraag g De school biedt schoolloopbaan begeleiding / heroriëntatie /decanaat h De school heeft een verzuimcoördinatie en ‐registratie
In ontwikkeling
Aanwezig
x
x
x x
x
x
x
x
x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x x
x x
16 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014
Aspecten
In ontwikkeling
5 Differentiatie en competenties docenten en mentoren a Docenten maken zo nodig aanpassingen in hun lessen b De docenten zijn geïnformeerd over de sociaal‐emotionele ontwikkelingen c Mentoren zijn in staat te bepalen wanneer basisondersteuning niet meer toereikend is d Mentoren beschikken over competenties om een dialoog met leerlingen te voeren over speciale onderwijsbehoeften e Docenten kunnen reflecteren op eigen handelen en op grond van reflectie bijstellen f Docenten zijn in staat handelingsgerichte leerlingbesprekingen te voeren g Docenten zijn in staat handelingsgerichte gesprekken met leerlingen, ouders en collega’s te voeren h Docenten en mentoren betrekken ouders bij de onderwijsondersteuning i Docenten reageren op signalen van leerlingen en/of ouders door zelf actie te ondernemen of door de signalen door te spelen j Docenten kunnen beperkingen van leerlingen vertalen in behoeften en daar de vereiste ondersteuning aan koppelen k Er wordt door de docenten tijdens de lessen gedifferentieerd op grond van: . Docenten kunnen differentiëren naar tempo en niveau . Speciale psychologische of soc. emotionele kenmerken . Een meer of minder dan gemiddelde intelligentie l Ondersteunende leermiddelen worden ingezet voor ondersteuning van leerlingen 6 Expertise op het gebied van deskundigheid, materialen en omgeving a Er is binnen de school een cultuur waarin professionaliteit met elkaar gedeeld wordt (inter‐ visie) b Docenten kunnen extra aandacht besteden aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften c Het zorgteam/ondersteuningsteam heeft expertise op het gebied van: . Handelingsgericht werken . Ondersteuningsbehoefte bepalen en beschrijven . Individuele leerlijnen d Er is een teamaanpak op gedrag in de klassen‐ en vrije situatie e Binnen school is kennis over onderwijszorgvoorzieningen in de regio f Bekwaamheid/kennis van docenten wordt op peil gehouden voor wat betreft: . Signaleren speciale onderwijsbehoeften voor leren en gedrag . Kennis en aanpak dyslexie . Kennis en aanpak dyscalculie . Kennis en aanpak AD(H)D . Kennis en aanpak ASS . Kennis en aanpak faalangst g Binnen school is kennis over gedragsontwikkelingsstoornissen en gedragsproblemen h Er zijn programma’s gericht op vergroten van sociale vaardigheden i Er zijn programma’s gericht op vergroten van studievaardigheid j Beschikbare trainingen en andere ondersteuning: . Faalangst reductie training . Weerbaarheidstraining/ assertiviteitstraining/sociale vaardigheden . Dyslexie‐ondersteuning (r.t.) . Dyscalculie‐ondersteuning (r.t.) Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kunnen gebruik maken van een eigen plek l Leerlingen krijgen de gelegenheid elkaar te helpen 7 Samenwerking externen met betrekking tot ondersteuning en zorg a De school heeft een goed functionerend Zorg Advies Team (ZAT) b De doelstellingen van en de procedures rond het ZAT zijn voor alle medewerkers duidelijk c Het beleid rond het ZAT is vastgelegd in een beleidsdocument (zorgplan) e De school kent samenwerking met het HBO f De wijze van samenwerking met de ouders van leerlingen die extra zorg en ondersteuning behoeven is beschreven g De school kent een klachtenprocedure
Aanwezig
x
x x x
x x
x
x x
x
x x x
x x
x
x x x x x x x x x x x n.v.t. n.v.t. n.v.t. x x
x x x x x x x x x x
17
Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014
Aspecten 8 Veilige school a Er is een programma voor een veilig klimaat b De school heeft de volgende voorzieningen in het kader van een veilig schoolklimaat: . Pestprotocol . Vertrouwenspersoon . Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld . Er zijn gezamenlijke afspraken en gedragscodes voor docenten . Verzuimprotocol . Medisch protocol c De school zorgt voor fysieke toegankelijkheid d De school is bereid om in verband met fysieke beperkingen aanpassingen te realiseren
In ontwikkeling
Aanwezig
x x x x x x x8 x x
8
De school verricht alleen handelingen tot op het niveau van Bedrijfs Hulp Verlening (BHV) en EHBO.
18 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Mbo Alkmaar, 2014