Schoolondersteuningsprofiel Verkorte versie Wij beogen met deze verkorte versie het voor ouders vlot en inzichtelijk wordt wat onze mogelijkheden en ambities zijn op het gebied van passend onderwijs. De volledige versie van het Schoolondersteuningsprofiel vindt u onder het kopje Passend Onderwijs. Inleiding Montessorischool De Linde werkt volgens de uitgangspunten van Maria Montessori. Wij willen de kinderen begeleiden om zelfstandig te kunnen werken en zelf keuzes te maken. Wij stellen het kind centraal en zien elk kind als een individu met eigen mogelijkheden, eigen ontwikkelingstempo en aanleg. Wij staan voor een open, veilige en krachtige pedagogische leeromgeving, waarbij wij op een prettige manier met elkaar (leren) omgaan en elkaars onderlinge verschillen respecteren. De school heeft ongeveer 226 leerlingen verdeeld over drie onderbouw-, drie midden-, en drie bovenbouwgroepen. Basisondersteuning 1. Op De Linde worden speciale onderwijsbehoeften ondersteund met individuele aandacht. In principe altijd binnen de groep. In de onderwijsaanpak wordt vaak rekening gehouden met de verschillen in leerstijlen van kinderen. Maar dit is niet structureel in de hele onderwijsaanpak geïntegreerd. Op de school heeft zelf exploreren een belangrijke betekenis. Er worden wel instructies gegeven, maar er wordt goed gekeken wanneer die worden ingezet. Kinderen verwerven kennis maar werken ook met kennis. Een bekende uitspraak is:” hoe meer ik weet, hoe meer kennis ik heb. De school werkt met methoden en gebruikt die als leidraad (bron) met name in de BB. De sturing van het onderwijsaanbod zit vooral in de voorbereide omgeving. Daarnaast is er een mix van vrije opdrachten en gestructureerde opdrachten. En heel belangrijk is: de kinderen leren met en van elkaar. 2. Er zijn een duidelijke structuur en afspraken voor de kinderen. Kinderen werken aan eigen planningen en krijgen begeleiding om hun werk zelfstandig te maken. 3. De leerlingen worden door de leerkracht beoordeeld op basis van gelijke normering. 4. Wij hebben een dyslexieprotocol ontwikkeld voor de leerlingen met dyslexie. 5. Er is daarnaast voor sommige leerlingen een individueel ontwikkelingsprofiel (OOP) opgesteld. 6. Kinderen met speciale ondersteuningsbehoeften worden soms uit de groep gehaald om alleen of in een klein groepje extra hulp te krijgen. Deze hulp wordt gefinancierd uit de gelden van Passend Onderwijs. 7. Voor leerlingen die met een taalachterstand de school binnenkomen, is er vanaf het begin een intensief taalaanbod. Kinderen vanaf groep 3 worden een jaar lang 5 dagen per week opgevangen in de nieuwkomersgroepen van Amsteltaal. In de kleutergroepen wordt een rijk
taalaanbod gedaan. Om van en met elkaar te leren houden we het aantal kinderen dat de Nederlandse taal helemaal niet spreekt op 20% van het totaal aantal kinderen. 8. Met ingang van 1-8-2014 is de wet op Passend Onderwijs ingevoerd. Op dat moment vervielen alle eerdere regelingen voor kinderen met een extra onderwijsbehoefte, dus ook de LGF-regeling. Het SWV houdt zorgplicht. Het budget voor ondersteuning voor cluster 2 wordt toegekend aan de instelling cluster 2 (Orion). Vanuit die instelling wordt bepaald welke speciale zorg de leerling nodig heeft. De Commissie van Onderzoek bepaalt welk arrangement voor een leerling passend is. Leerlingen met een cluster 4 indicatie worden door de ambulant begeleider vanuit het s(b)o begeleid. De school bekijkt de speciale onderwijsbehoeften van leerlingen en beoordeelt vervolgens in welke mate en hoe wij aan die behoeften tegemoet kunnen komen. 9. De continuïteit en overdracht van de van leerlingen is verankerd in de zorgstructuur. Wij beschrijven hier de voorzieningen van de school tegen de achtergrond van alle mogelijke voorzieningen die op dit moment op scholen bestaan. In de praktijk heeft geen enkele school alle voorzieningen. Van reguliere scholen kan, in de huidige verdeling van mensen en middelen onder de schoolsoorten, verwacht worden dat zij maar beperkt kunnen ‘scoren’ op deze velden van onderwijszorgvoorziening. Veld 1: de hoeveelheid aandacht/handen in de klas: 1. Elke groep werkt met 1 groepsleerkracht (er is in beginsel niet meer dan 1 leerkracht tegelijk ingezet voor de groep, uitzonderingen daargelaten). 2. Er wordt met de voormalig LGF leerlingen twee keer per week buiten (of in) de groep gewerkt gedurende 45 minuten door de RT leerkracht. De leerlingen met cluster 2 indicatie krijgen ook een tot twee keer per week extra begeleiding door de ambulant begeleider. 3. De intern begeleider bepaalt samen met de leerkrachten welke kinderen nog meer extra ondersteuning buiten de klas nodig hebben. Deze begeleiding wordt geboden door een (RT) leerkracht. 4. Al naar gelang de groepsgrootte, kan er besloten worden extra formatie in te zetten om groepen te ondersteunen door een of meer leerkrachten gedurende een dag of dagdeel vrij te roosteren. Zij werken naast de leerkracht in de groep ter ondersteuning. 5. Montessorischool de Linde heeft jaarlijks pabo stagiaires van de HvA die gedurende het gehele jaar op school blijven. Zij komen 1 dag per week en wisselen na een half jaar van groep. De stagiaires kunnen de leerkrachten o.a. ondersteunen in het werken met zorgleerlingen. Zij kunnen daarin een uitvoerende taak naar de groep of naar de zorgleerlingen hebben. Hier moet wel rekening gehouden worden met hoe ver de stagiaire is in zijn/haar ontwikkeling en het opleidingsjaar waarin de stagiaire zit.
Veld 2: de onderwijsmaterialen: De Linde heeft geïnvesteerd in de aanschaf en inzet van materialen voor zorgleerlingen die moeite hebben met het zich eigen maken van de lesstof en/of moeite hebben met gedragsontwikkeling. Wij hebben geïnvesteerd in materialen om kinderen te ondersteunen op het gebied van gedragsontwikkeling (sociaal, emotioneel, concentratie stoornissen, aandacht stoornissen).
We hebben daarnaast gericht geïnvesteerd in de aanschaf en inzet van materialen om leerlingen die zich ruim boven het gemiddelde ontwikkelen te kunnen ondersteunen in hun ontwikkeling. Voor de ondersteuning en verbetering van de sociale competenties wordt de methode Leefstijl. En het PBS traject wordt vanaf schooljaar 14-15 opgestart. Er zijn daarnaast tussen 2011-2014 bestaande materialen uitgebreid en nieuwe materialen aangeschaft die de leerlingen op specifieke gebieden ondersteunen, zoals:
Timetimers Aangepast schrijfmateriaal Pictogrammen ( o.a. Beertjes methode: Meichenbaum) Wiebelkussens Laptops Spelmateriaal t.b.v. sociaal emotionele ontwikkeling, woordenschatuitbreiding Koptelefoons
Veld 3: de ruimtelijke omgeving
De school beschikt over een goed uitgeruste gymzaal. De school beschikt over een aparte bibliotheek waar kinderen dagelijks o.l.v. ouders boeken kunnen ruilen. De buitenruimte is ingericht voor diverse speelactiviteiten.
Veld 4: de expertise Teamexpertise met betrekking tot kennis en ervaring die geïntegreerd is in de teamaanpak en geïnternaliseerd in het handelen van alle medewerkers:
Het team heeft scholing gevolgd in de methodiek van M. Verhallen om de woordenschat van de kinderen te vergroten. Ook is er aandacht besteed aan het schrijven van groepsplannen en verbetering van het spellingonderwijs. In 2014-2015 wordt tijdens studiedagen scholing gegeven en aandacht besteed aan het werken met het nieuwe LVS ZIEN. Het omgaan met de nieuwe rekenmethode Alles telt zal voor de groepen 3 t/m 8 regelmatig op de agenda staan. Er worden ook twee studiemiddagen gewijd aan het implementeren van Alles telt. De onderbouw heeft studiemomenten over het invoeren van de module Leerlijnen van ParnasSys en in schooljaar 2015-2016 wordt Logo 3000 ingevoerd. De Linde ontwikkelt op dit moment teamexpertise op het gebied van kennis over opvattingen en aanpakken m.b.t. Positive Behaviour Support. Goed gedrag kun je leren. De kennis over de voorzieningen voor onderwijsondersteuning rond de school en in de regio, is voornamelijk beschikbaar bij een aantal leerkrachten die hiermee te maken hebben of te maken hebben gehad de intern begeleiders en de directie. Een tweede aspect is de individuele expertise: de beschikbaarheid van specifieke, bij één of meer interne of externe collega’s/partners aanwezige, expertise. De beschikbaarheid van expertise op specifieke gebieden is bij De Linde volgt:
Binnenschools
Buitenschools
Expertiseveld
snel toegankelijk Nee
Ja
Visuele beperkingen
Nee
Ja
Auditieve beperkingen
Nee
Ja
Spraakmoeilijkheden en taalstoornissen
Nee
Ja
Verstandelijke beperkingen
Ja
Ja
Motorische beperkingen
Nee
Ja
Beperkingen door chronische ziektes
Ja
Ja
Autisme Spectrum Stoornissen (ASS)
Ja
Ja
ADHD en ADD
Nee
Ja
Angst- en hechtingsstoornissen
Nee
Ja
Overige psychiatrische aandoeningen
Ja
Ja
Gedragsproblemen
Ja
Ja
Dyslexie
Nee
Ja
Onderwijsachterstanden andere culturen
Veld 5: de samenwerking met andere instanties: 1. Wij hebben een structurele samenwerking met de logopedisten 2. Ambulante begeleiders vanuit cluster 2 en 4 komen structureel op school en overleggen met, geven advies aan intern begeleiders, leerkrachten en ouders. 3. We werken samen met het Kabouterhuis, Loket Vroeghulp, Bascule, UvA minds en Jeugd Riagg voor advies en begeleiding. 4. Er is een aantal malen per jaar contact geweest met VIA voor overleg en advies omtrent leerlingen. 5. Er is drie keer per jaar overleg met het ZorgAdvies Team ( ZAT). Intern begeleiders, school maatschappelijk werkster en schoolverpleegkundige nemen deel aan dit gesprek. 6. De school heeft contact met Bureau Jeugdzorg en stichting MEE. 7. Regelmatig contact met de verschillende kinderdagcentra en de Buiten Schoolse Opvang. 8. De gemeente is overlegpartner, m.n. als het gaat om leerplichtzaken en zaken die betrekking hebben op WMO 9. De politie 10. De school werkt samen met Onderwijs Advies i.v.m. onderzoeken op aanvraag naar gedrag, en/of intelligentie. Hiervoor worden ook de onderwijsspecialisten van Amstelronde ingezet. 11. Matchpoint
12. Het VO 13. Er is op afroepbasis overleg mogelijk in de vorm van een Ondersteuningsteam ( OT) waarbij de orthopedagoge van het SWV aanwezig is. 14. Er is drie tot vier keren per jaar ZTO (was ZAT) overleg waarbij nu ook, naast de al genoemde aanwezigen, een vertegenwoordiger van het sbo kan aanwezig zijn. De intern begeleiders, leerkrachten en in een aantal gevallen ook ouders hebben structureel overleg met de ambulant begeleiders van kinderen met indicatie cluster 2 en cluster (3)4. Daarnaast wordt de ambulant begeleider van cluster 3-4 ook gevraagd voor advies voor andere leerlingen die extra begeleiding nodig hebben m.b.t. gedrag.
Extra ondersteuning Uitgangspunt op de Linde is de centrale rol die de leerkracht heeft bij het bieden van ondersteuning aan leerlingen. Het zijn de leerkracht en de ouders die samen verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van het kind. De intern begeleider heeft daarbij een ondersteunende rol. Grenzen om passend onderwijs te kunnen bieden De school streeft er naar de ondersteuning voor de leerlingen, waaronder mogelijk ook leerlingen met een beperkte handicap, op een verantwoorde wijze gestalte te geven. Er kunnen zich echter situaties voordoen, waarin de grenzen aan de ondersteuning voor de kinderen worden bereikt. Wij proberen het voor de leerlingen zo optimaal mogelijk te organiseren, echter: • Er is binnen de school zelf geen aanwezige deskundigheid in de vorm van psychologische hulp, maatschappelijk werk of fysiotherapie; • Er moet sprake zijn van een goede samenwerking tussen ouders en school en het opvolgen binnen hun mogelijkheden van elkaars adviezen; • Het schoolteam heeft per kind beperkte mogelijkheden voor intensief overleg met ouders en eventuele instanties, die bijdragen aan de ondersteuning; • De school kent zeer beperkte voorzieningen voor lichamelijke ondersteuning. De kinderen moeten in beginsel op dit gebied zelfredzaam zijn; • Als er sprake is van verstoring van rust en veiligheid kunnen er situaties voorkomen waarin we geen onderwijs meer kunnen bieden aan een kind. Bijvoorbeeld: Indien een leerling een handicap heeft die ernstige gedragsproblemen met zich meebrengt leidend tot een ernstige verstoring van de rust en de veiligheid in de groep, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan de gehele groep en aan het betreffende kind met een handicap te bieden. • Als er sprake is van verstoring van het leerproces voor de andere kinderen, moeten we ` keuzes maken. Indien het onderwijs aan de leerling met een handicap een zodanig beslag legt op de tijd en de aandacht van de leerkracht dat daardoor de tijd en aandacht voor de overige (zorg)leerlingen in de groep onvoldoende of in het geheel niet kan worden geboden. Voor kinderen in de volgende categorieën heeft onze school geen adequaat aanbod en ziet de school geen mogelijkheden om dit te realiseren:
- kinderen die op meerdere vakgebieden een achterstand hebben van meer dan 2 jaar. - kinderen die een zodanig moeilijk lerend niveau hebben, dat zij niet meer optimaal binnen het groepsproces kunnen functioneren. - kinderen met dusdanige gedragsproblematiek waar school geen passend antwoord op heeft en zij niet binnen het groepsproces kunnen functioneren. En het onveilig voor andere kinderen wordt. Grenzen van het onderwijs Wanneer school het kind geen passend aanbod kan bieden en handelingsverlegen is, dan stelt de IB’er in overleg met leerkrachten een zgn. groeidocument op en organiseert zij een Ondersteuningsteambijeenkomst (OT). Voor deze bijeenkomst worden alle mensen rondom het kind uitgenodigd om samen naar een passende oplossing/ andere plek te zoeken. Ambitie 1. Het bovenstaande maakt duidelijk dat de Montessorischool de Linde in staat is voor een groot gedeelte van onze schoolpopulatie een passend onderwijsaanbod te bieden. Het profiel van de smalle zorgschool is haalbaar is niet op alle velden bereikt. Het is wel onze ambitie om uit te groeien tot smalle zorgschool. 2. De school ziet vele mogelijkheden om het huidige aanbod verder te versterken en dwingt zichzelf daarin keuzes te maken en prioriteiten te stellen. Hierbij zijn de volgende punten leidend:
Verdere scholing van leerkrachten op het gebied PBS
Het borgen van een doorgaande lijn in leerlijnen/leerstofaanbod en inhoudelijke afspraken.
De digitale ondersteuning structuur verder uitbreiden, met daarbij vaardigheden van het team met betrekking tot het digitale leerling-dossier (Parnassys) vergroten.