2015-2016
Schoolgids
INHOUDSOPGAVE Woord vooraf 2 Hoofdstuk 5 Contact met ouders 35 Algemeen 3 Informatieavond 35 Spreekavond 35 Hoofdstuk 1 De school 4 De Nieuwsbrief 35 Andere informatiemogelijkheden 35 Richting 4 Beleid gescheiden ouders 35 Situering van de school 4 Hulp van ouders 35 Schoolgrootte 5 Oudervereniging 36 Schoolstichting 5 Medezeggenschapsraad 37 Tussenschoolse opvang 37 Hoofdstuk 2 Waar de school voor staat 6 Voor- en naschoolse opvang 38 Klachtenprocedure 38 Waar de school voor staat 6 Hoofdstuk 6 De resultaten van het onderwijs 41 Het klimaat van de school 6 Visie op kind en ontwikkeling 6 Toetsen 41 Visie op onderwijs 6 Kerndoelen 42 Beleidsvoornemens 8 Hoofdstuk 3 De organisatie van het onderwijs 8 De groepering van de kinderen 8 Organisatie binnen de groep 8 Leerlingvolgsysteem 10
Hoofdstuk 7 Praktische zaken 42 Aanvang van de lessen 42 Ziekte 42 Leerplicht 42 Leerplichtzaken 42 De organisatie van de leerlingenzorg 10 Verlof 43 De Zorgplicht 11 Schoolverzekering 44 Wie werken in de school 12 Veiligheid tijdens uitstapjes 44 De activiteiten van de kinderen 14 De schoolfotograaf 45 Groep 1 tot en met 8 14 De rookvrije school 45 Fietsen 45 Hoofdstuk 4 De zorg voor kinderen 20 Protocol webpagina 45 Het meegeven van leerlinglijsten 45 De opvang van nieuwe leerlingen 20 Het volgen van de ontwikkelingen 20 Hoofdstuk 8 Overige informatie 46 Rapporten 20 De speciale zorg voor kinderen 20 Afspraken/schoolregels 46 Gedragscodes ouders en leerlingen 26 Bewegingsonderwijs 46 Op weg naar een pestvrije school 30 Vakanties en vrije dagen 47 Verwijdering 31 Groepsverdeling 48 De overgang naar het voortgezet onderwijs 33 Buitenschoolse activiteiten 34
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
1
Een school met WOORD VOORAF Geachte ouders en verzorgers, Deze gids is geschreven voor ouders die al voor Tabitha hebben gekozen en voor ouders die nog een keuze voor een basisschool moeten gaan maken. Scholen verschillen van elkaar. Elke school heeft zijn eigen karakter, sfeer en specialismen. De basisschoolperiode is een belangrijke tijd voor u en uw kind. Wij vinden het heel belangrijk dat uw kind een school bezoekt waar hij of zij zich veilig voelt. Dat u een school kiest voor uw kind waar u vertrouwen in hebt en waarvan de sfeer en het onderwijsaanbod u aanspreken. Deze gevoelens, vormen samen de basis voor een langdurige samenwerking tussen kind, leerkracht en ouder. Een samenwerking waarbinnen uw kind zich ontwikkelt tot iemand die aan het eind van de basisschoolperiode met vertrouwen naar het voortgezet onderwijs gaat. Daarom zult u een bewuste keuze willen maken. Deze gids is geschreven om u daarbij te helpen en laat zien wat u als ouder van de school kunt verwachten en wat de school voor uw kind kan betekenen. U krijgt een eerste indruk, maar voor de ouders die nog geen keuze hebben gemaakt vinden wij het veel belangrijker dat u een keer bij ons langskomt voor een kennismakingsgesprek en een kijkje komt nemen in de klassen. U bent van harte welkom. Wij hebben veel enthousiasme en inzet, tijd en energie besteed om onze school via deze gids te presenteren en wij hopen dat deze informatie aan uw verwachtingen voldoet. Het is altijd prettig wanneer ouders reageren op zaken die vanuit de school georganiseerd worden. Als u ideeën of vragen hebt, betreffende de inhoud van de schoolgids of suggesties ter verbetering dan kunt u contact opnemen met de directie van de school. Uw bijdrage wordt zeer op prijs gesteld. Bewaart u deze schoolgids goed zodat u de informatie het hele jaar tot uw beschikking heeft. Welkom op Tabitha en een heel goed schooljaar toegewenst! Met vriendelijke groeten,
Irma Verkerk Directeur
2
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
ALGEMEEN Christelijke Basisschool Tabitha Femina Mullerstraat 74 2135 MS Hoofddorp Telefoon: 023 - 5622855 E-mail:
[email protected] Website: www.cbs-tabitha.nl
Bestuur: Tabitha is een van de 19 scholen van Stichting Meer Primair. Deze Stichting kent een college van bestuur bestaande uit: Dhr. C. E. Niezing en Mevr. M. Vendel
Directie: Mevr. I. Verkerk (directeur)
Het adres van het bestuurskantoor is: Stichting Meer Primair Burgemeester Pabstlaan 10 2131 XE Hoofddorp www.meerprimair.nl
Schooltijden: Groep 1 t/m 4 maandag, dinsdag, donderdag: 08.30 - 11.45 uur 13.00 - 15.15 uur woensdag 08.30 - 12.15 uur
Medezeggenschapsraad: Voorzitter: Bartho Verharen E-mail:
[email protected]
Ouderraad: Voorzitter: Saskia Juarez Martinez. Emailadres:
[email protected]
vrijdag 08.30 - 11.45 uur
Groep 5 t/m 8 maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag: 08.30 - 11.45 uur 13.00 - 15.15 uur woensdag: 08.30 - 12.15 uur Gymzaal: Colofon: Grafische vormgeving en opmaak Amazone; Pax Michiel Schwing, Hoofddorp fotografie: Geert de Lange, www.thelightroomtrick.nl Digitaal drukwerk Paswerk Grafisch, Cruquius
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
3
Een school met 1 DE SCHOOL 1.1 Richting Tabitha is een christelijke school. Dat betekent vooral dat wij op een christelijke manier met elkaar proberen om te gaan. Een dusdanige sfeer met elkaar creëren, dat ieder kind maar ook iedere volwassene zich veilig voelt bij ons op school. We willen ieder kind een veilige en dus liefdevolle omgeving aanbieden en daarnaast vooral ook een open school zijn. Dat betekent dat iedereen bij ons welkom is. Zo leert ieder kind, dat we er moeten zijn voor de ander, dichtbij en veraf. Ieder kind is immers uniek en we willen zoveel mogelijk aandacht geven aan de mogelijkheden en beperkingen van elk kind. Vanuit deze levensovertuiging proberen wij de kinderen liefde en respect bij te brengen voor mensen en dingen om ons heen. Iedereen die zich thuis voelt bij deze manier van leven en denken is van harte welkom. Dat betekent dus ook dat er niet alleen kinderen van christelijke ouders bij ons op school zitten en we ook openstaan voor andere wereldgodsdiensten. We gaan er wel van uit, dat wanneer u voor onze school kiest, u het christelijke karakter zult respecteren. Tabitha is een vrouw in de bijbel uit het verhaal van Eneas en Dorkas. (Handelingen 9: 32 – 43) Zij staat symbool voor onze school. Een vrouwelijke apostel die zorg en aandacht besteedt aan haar medemens, in het bijzonder de kinderen. We hebben bewust gezocht naar een vrouwennaam omdat de straatnamen in Toolenburg-Oost alleen vrouwennamen hebben. Op school vertellen wij verhalen uit de bijbel. Waarden en normen, ons gegeven door de verhalen uit de bijbel, vertellen wij graag door. Deze verhalen staan altijd in een context en hebben vaak een thema. Dit thema wordt aan het begin van de week geïntroduceerd en daar worden we bij geholpen door de methode Trefwoord. Deze methode biedt niet alleen de bijbelverhalen aan, maar ook veel niet bijbelse verhalen die het thema ondersteunen. Het respect voor de medemens komt bij ons
4
op school ook nadrukkelijk aan de orde bij de aandacht voor de sociale en emotionele ontwikkeling van de kinderen. Met deze ontwikkeling bedoelen wij o.a. sociale vaardigheden, zelfstandigheid, zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen, weerbaarheid en zelfrespect. De school zorgt voor een dusdanig veilige en gestructureerde omgeving dat iedereen zijn of haar mogelijkheden zo goed mogelijk kan ontwikkelen. Onderwerpen als een ruzie weer goedmaken, samen spelen, samen delen en samen werken komen hierbij in de lessen voor de kinderen aan de orde. 1.2 Situering van de school Basisschool Tabitha is gehuisvest in een modern schoolgebouw in Toolenburg-Oost. Het gebouw dateert uit 1992. Tabitha is in 1990 van start gegaan in een aantal noodgebouwen in de wijk Pax. De school beschikt over 10 lokalen, een multifunctionele grote hal, twee activiteitenruimtes bij de kleutergroepen, een eigen speellokaal, een IB - ruimte, een RT- ruimte, een directiekamer en spreekkamer en een dakopbouw met een grote personeelskamer, een ICT-ruimte,
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
een administratieve ruimte en een vide. Tien groepen krijgen les in andere hoofdgebouwen in de directe nabijheid van het hoofdgebouw. Voor de lessen lichamelijke oefening wordt voor de groepen 3 tot en met 8 gebruik gemaakt van verschillende locaties. De groepen 1 en 2 maken hiervoor gebruik van het kleuterspeellokaal. In de onmiddellijke omgeving van de school bevinden zich ook een peuterspeelzaal, een kinderdagverblijf en een buitenschoolse opvang. Meer Primair Met ingang van 1 augustus 2014 zijn VCO Quercus en SKOH (Stichting Katholiek Onderwijs Hoofddorp) tot de Stichting Meer Primair gefuseerd. CBS Tabitha maakt hier onderdeel van uit. De Stichting heeft negentien scholen onder haar beheer, verspreid over Abbenes, Buitenkaag, Badhoevedorp en Hoofddorp. De dagelijkse leiding berust bij het College van Bestuur, mevrouw M. Vendel en de heer C.E. Niezing. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het functioneren van het College van Bestuur. Het bestuursbureau is gevestigd in het gebouw “De Burgemeester”, Burgemeester Pabstlaan 10 D1, 2131 XE Hoofddorp. Meer informatie over de organisatie is terug te vinden op de nieuwe website van de Stichting. Een grote Stichting en toch overzichtelijk? Op alle scholen functioneert een medezeggenschapsraad (MR) als inspraakorgaan voor ouders en onderwijsgevenden. Deze raad heeft wettelijk omschreven bevoegdheden zowel adviserend als instemmend. Via de ouderraad, die op alle scholen een belangrijke functie vervult in de voorwaardenscheppende sfeer, kunnen ouders de ‘oudergeleding’ van de MR voeden met hun wensen en opvattingen. De schoolvereniging is van ouders. Van de ouders voor hun kinderen.
Taakverdeling college van bestuur Voorzitters college van bestuur: C.E Niezing en M. Vendel. Raad van toezicht De raad van toezicht houdt toezicht op de onder de Stichting Meer Primair ressorterende scholen. Directies De directies hebben de leiding over hun eigen school. Directies zijn automatisch lid van het directeurenberaad. Werkwijze College van bestuur Het motto bij onze bestuurlijke organisatie is bestuur op afstand en ruimte. Dit komt overeen met de keuze voor een beleidsvormend bestuur. Een beleidsvormend bestuur houdt zich actief bezig met de hoofdlijnen van het beleid. Het bestuur is voldoende deskundig om beleidsbeslissingen te nemen, maar weet zo nodig de weg naar adviserende ‘geledingen’ te vinden. Het beleidsvormend bestuur kiest ervoor niet alles tot in details vast te leggen, maar stelt kaders vast waarbinnen anderen nadere regelingen kunnen treffen of het vastgestelde beleid kunnen uitvoeren. Ook de beleidsvoorbereiding kan door anderen worden uitgevoerd. Een beleidsvormend bestuur is zich bewust van de noodzaak om alle geledingen van een organisatie in het besluitvormingsproces te betrekken. Tevens is een beleidsvormend bestuur zich bewust van het feit dat men niet alles zelf kan doen en dat bepaalde zaken aan professionals moet worden overgelaten. Het college van bestuur bestuurt de Stichting en de onder de Stichting ressorterende scholen met inachtneming van de wet, de statuten en de op basis daarvan vastgestelde regeling. Het college van bestuur draagt collectieve verantwoordelijkheid voor de aan het college toegekende taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, alsmede voor de door dit college genomen besluiten.
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
5
Een school met 2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1 Waar de school voor staat Tabitha is een school: - waar ieder kind zich prettig en veilig kan voelen. - met ruimte en aandacht voor ieder kind. - die een zelfstandige werk- en leerhouding van ieder kind stimuleert en verder ontwikkelt. - waar zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met verschillen in mogelijkheden, aanleg en belangstelling van de kinderen. - waar iedere leerling door observatie en toetsing nauwlettend wordt gevolgd in zijn ontwikkeling. - met een enthousiast, ervaren team. - die zich kenmerkt door een sfeer van openheid, aandacht en respect voor elkaar en een goede werksfeer voor zowel de kinderen als de leerkrachten - die ruim aandacht besteedt aan de ontwikkeling van de kinderen op allerlei gebieden. - waar de betrokkenheid van de ouders groot is en waar ouders en team zich samen voor de kinderen en het schoolgebeuren verantwoordelijk voelen. - waar iedereen uniek is, niemand volmaakt is, maar waar we samen compleet zijn. 2.2 Het klimaat van de school De school hecht waarde aan een open sfeer. Dit betekent voor de leerkrachten dat zij zich niet alleen inzetten voor de kinderen in de groepen, maar ook met elkaar overleggen over de aanpak van de kinderen en de activiteiten voor de kinderen. Ook volgen zij regelmatig cursussen om zich steeds beter te kunnen bekwamen. Ook de rol van ouders in de school is belangrijk. Zo helpen ouders mee bij veel activiteiten in de school. Daarnaast vindt tussen de school en de ouders overleg plaats over de vorderingen van de kinderen, de activiteiten voor de kinderen en het beleid van de school. Voor te organiseren festiviteiten en andere activiteiten in de school vindt regelmatig overleg plaats met de ouderraad. De ouderraad is voornamelijk een activiteiten-commissie.
6
Als het gaat om het beleid van de school wordt hierover gesproken in de medezeggenschapsraad. 2.3 Visie op kind en ontwikkeling Ieder kind op onze school heeft recht op acceptatie en waardering als individueel mens. Een eerste taak van de school is het realiseren van een plek waar kinderen zich geborgen en veilig voelen. Pas dan kan een kind tot maximale ontplooiing komen. Op school begeleiden wij de kinderen in hun ontwikkeling op velerlei gebied. Zowel de sociale (het omgaan met elkaar) en emotionele (gevoelens) als de cognitieve (het leren), motorische (het bewegen) en creatieve ontwikkeling krijgen hierbij de aandacht. Op onze school wordt ieder kind gestimuleerd om te komen tot de voor hem best mogelijke prestatie binnen zijn mogelijkheden. Lukt dit niet, dan zal worden gekeken op welke wijze hulp geboden kan worden. 2.4 Visie op onderwijs De kinderen komen als vierjarigen bij ons op school. Kinderen verschillen van elkaar. In elke groep is er sprake van verschillen in niveau. Op Tabitha proberen we zo handelings gericht mogelijk met de kinderen te werken (HGW). Dat betekent dat we aansluiten bij de ontwikkelingsbehoeften van kinderen en in verschillende niveaus werken. Grofweg wordt een groep ingedeeld in een basisniveau, een niveau naar boven en een niveau naar beneden. Dit gebeurt per vakgebied. Ontwikkelings-behoeften van kinderen worden omschreven in een groepsplan. Dit groepsplan wordt regelmatig geëvalueerd en, indien nodig, bijgesteld. De school houdt dus rekening met verschillen en geeft kinderen op deze wijze de gelegenheid zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Het komt ook voor dat kinderen een jaar versnellen of een jaar verlengen. Dit zijn uitzonderingen, maar de mogelijkheid bestaat wel. Er bestaat nog steeds onduidelijkheid bij vooral ouders met kleuters die in de maanden oktober,november,december zijn geboren, of hun kind nu twee jaar of bijna drie jaar
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
gaat kleuteren. Op Tabitha kijken we niet naar leeftijd, maar naar ontwikkeling. We kijken dus niet naar maanden waarin de kinderen geboren zijn. Kinderen waarvan wij vinden dat ze niet gebaat zijn bij langdurig kleuteren, zullen we beslist, na gerichte diagnostiek, doorsturen naar een volgende groep. Dit proces wordt samen met de ouders doorlopen en komt inderdaad vaker voor bij de zogenaamde late kinderen (oktobernovember-december) maar kan ook voorkomen bij kinderen die bijvoorbeeld in de maand maart zijn geboren. Versnelling komt soms voor bij de start van het schooljaar, maar vaker in de maanden januari en februari. De school heeft de taak om op een onderbouwde wijze duidelijk te maken waarom de ene leerling juist wel en de andere juist niet in aanmerking komt. Uitgangspunt op Tabitha is altijd dat leerlingen recht hebben op onderwijs dat bij hen past. Dat recht kan zowel door een verlenging als een verkorting van de leertijd gewaarborgd worden. Hoewel ouders soms op vervroegde doorstroming aandringen, kunnen zij dit op geen enkele manier afdwingen. De school is te allen tijde verantwoordelijk voor de schoolloopbaan en het leerstofaanbod. De verantwoordelijkheid voor de beslissing verlengen of versnellen ligt altijd bij de directie, in overleg met interne begeleiders en leerkrachten en het liefst in goede afstemming met de ouders. Kinderen willen actief deelnemen aan de les, betrokken zijn en initiatief nemen bij hetgeen zij doen. De rol van de leerkracht is hierbij van cruciaal belang. De leerkracht helpt kinderen bij die activiteiten die nog niet zelfstandig uitgevoerd kunnen worden en stimuleert hen. Tevens schept de leerkracht voorwaarden waarbinnen dit gerealiseerd kan worden door verschil in instructie, opdrachten en begeleiding te geven. De leerkracht is coach en lokt leerprocessen uit waarbinnen de vaardigheden en kennis door het kind worden verworven. In de praktijk betekent dit dat er verschillende opdrachten worden gegeven en gekozen kunnen worden. Daardoor wordt de zelfstandigheid en zelfwerkzaamheid van kinderen ontplooid en gestimuleerd. Door gericht te observeren of het kind zich
prettig voelt in de groep, waar de belangstelling naar uit gaat en wat het ontwikkelingsniveau van het kind is, kan de leerkracht het aanbod en de hulp geven die het kind nodig heeft. Daarbij proberen we zo veel mogelijk aan te sluiten bij de leerstijl van het kind. Een goed klassenmanagement met duidelijke regels voor het zelfstandig werken en een juiste wijze van observeren en diagnosticeren, zijn dan ook heel belangrijke voorwaarden. De leerkracht observeert hoe het met het kind gaat. Tijdens het schooljaar worden verschillende toetsen afgenomen. Deze geven een goed beeld hoe het met de vorderingen van het kind gesteld is en waar extra hulp nodig is. Hiervoor hebben we verschillende soorten toetsen en observaties: • De methodegebonden toetsen; dit zijn toetsen die bij de methodes horen • De groepen 7 doen mee aan de CITO-Entreetoets en de groepen 8 aan de CITO-eindtoets. • Toetsen en observaties die gericht zijn op de sociaal-emotionele ontwikkeling. Door goede observatie en diagnosticering, kom je in de praktijk vaak verschillende niveaus tegen: • kinderen die de aangeboden basisstof zonder problemen beheersen. • kinderen die gedurende een korte periode extra hulp nodig hebben om vervolgens weer met de basisstof verder te kunnen. • kinderen die voor langere tijd een eigen. programma voor een bepaald vakgebied hebben. • kinderen die meer aan kunnen dan de aangeboden basisstof. • kinderen die vervroegd doorstromen naar een volgend leerjaar. visie op mediawijsheid. Het gebruik van computers in ons onderwijs heeft inmiddels een niet meer weg te denken plaats ingenomen. Daarbij is het aspect “mediawijsheid” een belangrijk speerpunt geworden.
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
7
Een school met Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen mediawijs worden zodat ze op een goede manier dingen kunnen delen met de “wereld”. We willen graag dat de leerlingen de hedendaagse media actief, kritisch en bewust kunnen inzetten om bepaalde doelen te bereiken. We vinden het daarbij belangrijk dat ze zelf goed nadenken over wat ze op internet plaatsen, dat ze hierbij respect hebben voor de wereld en de mensen om hen heen en dat ze de juiste media op de juiste manier kunnen inzetten. Om dit te bereiken volgen wij allerlei lessenseries door alle leerjaren heen. We willen ze graag van jongst af aan al bewust maken van de mogelijkheden die er zijn. Zo doen we bijvoorbeeld elk jaar mee aan de “week van de mediawijsheid” welke landelijk georganiseerd wordt. Visie op cultuureducatie Aan het eind van de basisschool hebben de kinderen ervaren wat cultuureducatie inhoudt; de kinderen hebben actief, receptief en reflectief op hun eigen manier meegedaan aan allerlei activiteiten rondom de cultuurdisciplines muziek, drama, media, dans, erfgoed en literatuur.
Ze hebben ervaren dat er bij cultuureducatie andere talenten en vaardigheden gestimuleerd en geactiveerd worden dan bij de cognitieve vakken. De cognitieve vakken zijn in een bepaalde mate beperkt en afgebakend. Met cultuur-educatie sluiten we hierbij aan en gaan we verder. We willen de ontwikkeling stimuleren op allerlei gebieden en we willen de creatieve ontwikkeling ontplooien. Bij ons op Tabitha is mevrouw N. van Dijk de cultuurspecialist. 2.5 Beleidsvoornemens schooljaar 2015-2016 Voor het schooljaar 2015-2016 staan de beleidsvoornemens in het schoolplan en het jaarplan beschreven. Zij worden regelmatig besproken in het team, geëvalueerd en eventueel bijgesteld. U wordt gedurende het schooljaar op de hoogte gehouden waar we op welk moment mee bezig zijn via de Nieuwsbrief. Wilt u de beleidsvoornemens echt gespecificeerd inzien, kunt u dit op school rustig nalezen in de bijlagen van ons schoolplan 2015-2019. Vraagt u er gerust naar bij de directie.
3 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1 De groepering van de kinderen Wij verdelen de kinderen uit de groepen 1 en 2 zoveel mogelijk over heterogene groepen. Wanneer het organisatorisch beter is kan het voorkomen dat daarnaast ook een homogene groep 1 gevormd wordt, bijvoorbeeld bij een tussentijdse instroom van veel vierjarigen. De leerlingen van groep 3 t/m 8 zitten zoveel mogelijk in homogene jaargroepen. In de klassen streven wij er naar kinderen zoveel mogelijk in groepjes te laten zitten. Bij toetsen, of werk waar concentratie voor nodig is, worden de tafels van de kinderen in de groepen 3 t/m 8 uit elkaar geschoven. Kinderen met grote concentratie problemen mogen met een koptelefoon werken om alle prikkels in hun omgeving zo klein mogelijk te houden. Een aantal keren per jaar wisselt een kind van groepje, zodat het leert met
8
verschillende kinderen samen te werken en in verschillende groepjes te functioneren. 3.2 Organisatie binnen de groep Voor ons is het pedagogisch klimaat binnen de groep erg belangrijk. We vinden het belangrijk dat kinderen zich veilig en competent voelen en daardoor optimaal kunnen presteren. Het onderwijs proberen we daarom uitnodigend te maken met ruimte voor eigen keuzes en zelfstandigheid. Ook het werken in hoeken is een onderwijsvorm die veel voorkomt in onze school. Klassenmanagement (HGW en zelfstandig werken) Op Tabitha is tijdens de (school)jaren 2011-2015 via nascholing van het team veel aandacht geweest voor klassenmanagement. De recente ontwikkelingen in onderwijsland, denk hierbij
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
bijv. aan Passend Onderwijs, vroegen om een schoolbrede aanpak. Klassenmanagement is kortweg de organisatie van het lesgeven door de leerkracht waarbij deze de kinderen zo adequaat mogelijk begeleid. De organisatie vereist een goede stroomlijning en een voor de leerling zo duidelijk en transparant mogelijke structuur. Op Tabitha hebben we daarom ingezet op drie aspecten: • Handelings Gericht Werken (HGW) • Zelfstandig werken • Taakspel Handelings Gericht Werken Bij HGW verzorgt de leerkracht instructie en verwerking van de leerstof op 3 niveaus. Op Tabitha verdelen we deze in de groepen 2 en 4 t/m 8 in A, B en C niveaus. De groepen 3 hanteren voor lezen de maan-zon en raket verdeling. De 3 niveaus van instructie worden verzorgd bij Rekenen, Taal , Spelling, Technisch lezen en bij het Begrijpend lezen. Dit houdt in dat een leerling bijvoorbeeld op spellinggebied op C niveau instructie kan krijgen en op Rekengebied bijvoorbeeld op A niveau. Het HGW wordt door de leerkracht georganiseerd vanuit groepsplannen op bovengenoemde gebieden. De recent aangeschafte methodes voor Taal, Spelling, Rekenen, Lezen en Begrijpend lezen die op Tabitha gebruikt worden werken allemaal op basis van 3 niveaus. Zelfstandig werken Om HGW te laten slagen en de leerkracht inderdaad op 3 instructieniveaus te kunnen laten lesgeven is er ook een belangrijke aanvullende attitude vereist vanuit de leerlingen. Zij zullen op het niveau dat bij het leerjaar past een bepaalde zelfstandigheid moeten hebben. Om die reden is tijdens de schooljaren Om die reden is een belangrijke stap gezet in het schoolbreed aanpakken van zelfstandig werken. Uitgangspunt is dat kinderen leren omgaan met
uitgestelde aandacht. Dit houdt in dat kinderen die een (leer)vraag hebben weten dat zij op een later tijdstip deze kunnen stellen maar ook keuze hebben uit meerdere taken waar men wel mee verder kan gaan. Kenmerken van het zelfstandig werken die in alle groepen terug te zien zijn: - Gebruik van een vragendobbelsteen. - De leerkracht circuleert (loopt vaste route/ ronde door het lokaal). - Gebruik van een Time-Timer (inzichtelijk maken naar kinderen welke tijd zij ‘zonder’ de aandacht van de leerkracht zelf verder moeten kunnen gaan). - Gebruik van een stoplicht. Gedurende de leerjaren wordt de tijdsduur waarbij leerlingen met uitgestelde aandacht moeten omgaan langer worden. In de kleutergroepen zal dat rond de 10 minuten zijn terwijl dat in groep 8 ruim 45 minuten is. De leerkracht blijft altijd tussentijdse rondes lopen. Op Tabitha is een zelfstandig werken leerlijn opgesteld en deze wordt de komende jaren verder verfijnd en geborgd. Taakspel Hoe wordt Taakspel gespeeld? Leerlingen spelen Taakspel in teams tijdens de reguliere lessen of activiteiten. De leraar of pedagogisch medewerker en de leerlingen
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
9
Een school met bespreken welke klassenregels er tijdens Taakspel gelden. De teams krijgen punten. Wanneer ze voldoende punten overhouden, komen ze in aanmerking voor de - vooraf besproken -beloning. De leerlingen stimuleren elkaar om zich aan de regels te houden. Doelen Het doel van Taakspel is dat onrustig en storend gedrag afneemt. Hierdoor kunnen de leerlingen en de leerkracht efficiënter en taakgerichter werken. De leraar of pedagogisch medewerker geeft tijdens het spelen van Taakspel complimenten en negeert ongewenst gedrag. Er ontstaat nog meer structuur in de klas: de nadruk ligt op het gewenste gedrag en de leerlingen zijn verantwoordelijk voor hun eigen gedrag. 3.3 Leerlingvolgsysteem De resultaten en de vorderingen van de kinderen worden digitaal bijgehouden. In de groepen 1 en 2 worden methodegebonden observatielijsten bijgehouden, waarbij specifiek gelet wordt op de taalontwikkeling, rekenen en motoriek. Daarnaast wordt er ook 1 tot 2 maal per jaar een observatiesysteem ingevuld voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. (OPSEO) In groep 3 worden er methodegebonden toetsen afgenomen op het gebied van rekenen, spelling, taal en lezen. In de groepen 4 tot en met 8 worden er methodegebonden toetsen afgenomen op het gebied van taal, spelling, rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis en begrijpend lezen. Het is zo mogelijk de prestaties van de kinderen goed te volgen. De leerkracht bepaalt aan de hand van deze toetsen of een kind nog extra instructie of oefenstof nodig heeft. Naast eerder genoemde toetsen worden de kinderen uit de groepen 1 tot en met 8 twee keer per jaar getoetst met landelijke toetsen van het CITO. In de groepen 1 en 2 wordt de toets Taal voor Kleuters en Cito Rekenen afgenomen. De Cito-toetsen omvatten voor de hogere leerjaren spelling, rekenen, leestempo en begrijpend lezen. Deze toetsen laten zien hoe het kind presteert t.o.v. andere kinderen in Nederland in
10
dezelfde leeftijdscategorie. Tevens worden de kinderen vanaf de tweede helft groep 3 in februari/maart en in mei/juni getoetst op leesniveau. Tenslotte worden er ook in de groepen 3 t/m 8 op het gebied van de sociaal emotionele ontwikkeling jaarlijks door de leerkrachten observatielijsten per computer ingevoerd, de Kanvas. 3.4 De organisatie van de leerlingenzorg Op Tabitha streven we ernaar dat ieder kind tot zijn recht komt en zich optimaal kan ontwikkelen. De ontwikkeling verloopt bij ieder kind verschillend. Wanneer uit de toetsen en observaties blijkt dat een kind het gemiddelde leertempo niet kan volgen, krijgt het kind een aangepaste hoeveelheid leerstof of extra hulp in de groep. Extra hulp binnen de groep, wordt door de leerkracht gegeven. De Intern Begeleider stuurt dit proces aan. De Intern Begeleiders zijn belast met het aansturen en organiseren van de leerlingenzorg in de school. Zij worden in eerste instantie geraadpleegd wanneer de leerkracht met een kind vastloopt in de groep. Wanneer de hulp in de klas door de leerkracht onvoldoende resultaat oplevert, wordt een intakegesprek gevoerd met de Intern Begeleiders. Dit gesprek vindt eerst plaats met de leerkrachten, daarna met de ouders en eventueel ook met de leerling. Daarbij wordt steeds dezelfde vragenlijst gebruikt. Op die manier wordt de hulpvraag vanuit alle facetten belicht en ontstaat er een compleet beeld van het kind. Openheid en transparantie spelen hierbij een belangrijke rol. Indien nodig, kan de hulp ingeschakeld worden van Onderwijs Advies, onze schoolbegeleider. Kinderen die meer leerstof aankunnen dan het gemiddelde dat wordt aangeboden, krijgen extra uitdaging in het werk. Dit werk vraagt meestal meer inzicht en kennis van het kind. De school beschikt over verschillende programma’s en materialen voor deze kinderen. In alle groepen werken we met het protocol Hoogbegaafdheid waardoor we meer getalenteerde kinderen nog eerder kunnen diagnosticeren en sneller
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
uitdaging en verrijking kunnen bieden. We werken bij ons op school met het Sidiprotocol. Op deze wijze proberen we ons onderwijs voor iedereen aantrekkelijk te maken, zodat elk kind het een uitdaging blijft vinden en met plezier naar school zal blijven gaan. 3.5 De Zorgplicht Met de komst van Passend Onderwijs, krijgen alle kinderen kansen voor de beste ontwikkeling. Dat betekent dat iedere school voor passend onderwijs moet zorgen voor alle leerlingen zodat alle kinderen kansen krijgen voor de beste ontwikkeling. Ieder kind met of zonder handicap, is in principe welkom, mits we competent genoeg zijn om het kind op de juiste manier te begeleiden waardoor het kind op cognitief gebied en sociaal-emotioneel gebied daadwerkelijk leerbaar blijft. Passend onderwijs betekent dat wij rekening houden met wat wenselijk haalbaar is voor het kind. Daarbij is de samenwerking tussen school, ouders en kind heel belangrijk (de zogenaamde kerntriade) Daarbij komen vragen aan de orde als: wat heeft het kind precies nodig? Welke kennis heeft het al? Welke knelpunten moeten worden opgelost? Wie kunnen ons daar eventueel bij helpen?
De school heeft ook haar beperkingen. Er zijn grenzen aan de mogelijkheden in het opvangen van kinderen. De volgende grenzen worden onderscheiden: 1 Een zodanige verstoring van rust en veiligheid binnen de groep dat het leerproces wordt belemmerd 2 Gebrek aan opnamecapaciteit. (aantal zorgleerlingen per groep) 3 Onvoldoende leerbaarheid van het kind. 4 Onvoldoende weerbaarheid waardoor het kind niet met plezier naar school gaat. Voordat de school overgaat tot toelating van een leerling, dient een zorgvuldige afweging plaats te vinden. Een eventuele plaatsing van een dergelijke leerling in het regulier onderwijs, mag de ontwikkeling van het kind niet schaden en ook niet de ontwikkeling van andere kinderen. Hoewel onze school het als haar taak ziet in voldoende mate tegemoet te komen aan de ontwikkelingsbehoefte van de leerling, zijn sommige kinderen beter op hun plaats in het SBO (speciaal basisonderwijs) of het SO (speciaal onderwijs). Teneinde tot een dergelijke zorgvuldige afweging te komen, wordt in de regio Zuid-Kennemerland het volgende stappenplan gehanteerd: 1 Aanmelding Aanmelding door de ouders bij de directie van de school. - Gesprek met de ouders - Toelichting op de visie van de school - Toelichting op de procedure - Schriftelijke toestemming van de ouders om informatie bij derden op te vragen. 2 Informatie verzamelen - Gegevens opvragen bij relevante instellingen; De ouders dragen zoveel mogelijk informatie aan.
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
11
Een school met 3 Informatie bestuderen - Binnen gekomen gegevens worden bestudeerd en besproken door directie en zorgteam. Aanvullende informatie kan worden opgevraagd.
en het voltallige team van Tabitha. Daarbij wordt meegenomen of, en zo ja welke, consequenties er zijn i.v.m. grenzen die zijn geformuleerd ten aanzien van de opvangmogelijkheden van de school.
4 Inventarisatie - Het zorgteam brengt in kaart wat de specifieke behoeften zijn van het kind; wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn op de volgende gebieden: pedagogisch, didactisch, kennis en vaardigheden van de leerkracht, de organisatie van de school en de klas, de mogelijkheden m.b.t. het gebouw en het materiaal en de relatie t.o.v. de medeleerlingen en hun ouders.
7 Advies - Er volgt een gesprek met de ouders waarbij het besluit wordt besproken. Bij plaatsing, stellen we een plan van aanpak op met daarbij een overzicht van inzet van middelen, inzet van formatie, ondersteuning van derden en eventuele aanpassingen binnen de school etc. Bij afwijzing, geeft onze school een duidelijke onderbouwing, waarom we van mening zijn dat het kind niet kan worden geplaatst. Deze afwijzing wordt door, of namens de directie, schriftelijk beargumenteerd en aan ouders en inspectie overhandigd.
5 Overwegingen - De school onderzoekt op basis van de inventarisatie welke mogelijkheden de school zelf heeft en welke ondersteuningsmogelijkheden er door anderen, zoals gemeente en speciaal onderwijs, geboden kunnen worden. 6 Besluitvorming - Op basis van de informatie die is verzameld en de overwegingen, wordt een besluit over toelating genomen door de directeur, het zorgteam
12
WIE WERKEN ER IN DE SCHOOL? 3.6 De directie De directie van onze school bestaat uit een directeur, mevrouw I. Verkerk. Zij zijn samen met het middenmanagement (bouwcoördinatoren,
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
IB-ers en, ICT-ers) belast met de algehele leiding van de school en zij hebben de verantwoordelijkheid voor personele zaken, de schoolorganisatie, financiën, communicatie, interne- en externe relaties en de onderwijsinhoudelijke lijn. De directeur draagt de eindverantwoording over alle activiteiten in en rond de school. 3.7 De groepsleerkrachten In onze school zijn fulltime en parttime leerkrachten werkzaam. Zij zijn verantwoordelijk voor het onderwijs in hun eigen groep. Verschillende groepen hebben twee leerkrachten. Bij ziekte vervangen deze leerkrachten elkaar zo veel mogelijk, zodat er niet te veel gezichten voor een groep komen. Toch gebeurt het wel eens een enkele keer dat moet worden gezocht naar een invalleerkracht. Het vinden van een invalleerkracht is geen gemakkelijke zaak. Wanneer er geen invalleerkracht wordt gevonden, en in het uiterste geval voor ten hoogste 1 dag naar huis gestuurd. Voor kinderen die thuis niet kunnen worden opgevangen, is er altijd een opvangmogelijkheid in de school. Naast het lesgeven aan een groep, hebben de leerkrachten ook nog vele andere taken. Soms wordt een leerkracht in de gelegenheid gesteld om taken onder schooltijd uit te voeren, die voornamelijk betrekking hebben op de extra zorg voor kinderen die dat nodig hebben, (zorgverbreding) of op onderwijsinhoudelijke zaken in een bepaalde bouw. Zo zijn de bouwcoördinatoren allemaal een dagdeel vrijgesteld van lesgeven zodat ze zich bezig kunnen houden met andere onderwijsinhoudelijke zaken. Alle leerkrachten in school hebben de bevoegdheid om les te geven in het basisonderwijs. Om van alle ontwikkelingen op de hoogte te blijven, worden regelmatig cursussen gevolgd. 3.8 Vakleerkracht bewegingsonderwijs Naast de vaste groepsleerkrachten, is meester Jorn Rakers onze vakleerkracht gymnastiek. Hij verzorgt het jaarplan voor de gymnastieklessen.
In de groepen 5 t/m 8 wordt, indien mogelijk de gymles door de vakleerkracht gymnastiek gegeven. In de groepen 3 en 4 geeft de eigen leerkracht een keer in de week gymnastiek en de vakleerkracht verzorgt ook een keer in de week een les. 3.9 De Interne begeleider Inge Kuit, Thea Jongbloed en Jeannette Lange zijn onze Interne Begeleiders. Thea Jongbloed regelt alle activiteiten die met onderwijs en coaching te maken hebben en Inge Kuit en Jeannette Lange alles rondom de leerlingenzorg. Een keer in de week komt het Zorgteam bij elkaar voor de Zorgvergadering. 3.10 De ICT-ers Petra Frich en Salome Vleeming zijn de ICT-ers bij ons op school. Met elkaar dragen zij zorg voor de computers en het computeronderwijs en zijn zij daar soms ook dagdelen voor vrijgeroosterd. 3.11 De bouwcoördinatoren Onze school beschikt over een middenmanagement. Er zijn verschillende bouwcoördinatoren aangesteld. De bouwcoördinatoren voor de onderbouw (groep 1 en 2) is juf Barbara van der Zwaart. Voor de middenbouw (groep 3,4,5) is dat juf Petra van der Wel en voor de bovenbouw (groep 6,7,8) is dat juf Francine Stam. Regelmatig hebben zij overleg met de directie in een managementvergadering, de zogenaamde Kadervergadering. 3.12 De stagiaires Wij hebben op Tabitha stagiaires van de PABO en van de opleiding SPW. (Onderwijsassistent) In samenwerking met het Nova college is er een studentencontract opgesteld voor de opleiding onderwijsasssitente. Ieder jaar levert het Nova college maximaal 12 studenten aan Tabitha. Deze studenten blijven anderhalf jaar op de werkvloer in verschillende groepen. Zij ondersteunen de leerkrachten door met kleine groepjes kinderen te werken of andere groeps-gebonden activiteiten uit te voeren.
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
13
Een school met
3.13 De Secretaresse Karin van Os is onze administratieve kracht. Zij is op dinsdag de hele dag en vrijdagochtend werkzaam op Tabitha. Zij draagt zorg voor de postafhandeling, absentenregistratie en leerlingenadministratie. 3.14 De Klassenassistente Marijke Tamerus is onze klassenassistent. Zij is drie dagen per week werkzaam op onze school. Naast haar werkzaamheden voor de kinderen die extra zorg nodig hebben, is zij ook belast met een stukje dagelijks onderhoud en allerlei andere klussen in de school.
DE ACTIVITEITEN VAN DE KINDEREN Groep 1 en 2 De aanpak van de kinderen uit de groepen 1 en 2 verschilt van die in de andere groepen. Vakken komen in de vorm van een thema aan de orde. Het lesrooster laat zien dat er verschillende leer- en vormingsgebieden worden onderscheiden. Voor ieder leer en vormingsgebied hebben we duidelijk alle ontwikkelingslijnen in een document weergegeven. Dit is als het ware de rode draad van waaruit we met de kleuters aan het werk zijn. In de dagelijkse praktijk vloeien verschillende leergebieden in elkaar over. Een kind dat bijvoorbeeld in de bouwhoek speelt, is ook bezig met meten en ruimtelijk inzicht, dus met rekenen. Groep 1 en 2 begint de schooldag meestal in de kring met vertellen en zingen. Gedurende de dag keren de kinderen regelmatig weer terug in de kring. De kring leent zich goed voor bijvoorbeeld taalactiviteiten, maar leert de kinderen ook naar elkaar te luisteren, niet van hun plaats te lopen, niet voor hun beurt te praten etc. Daarnaast wordt er gespeeld en gewerkt aan tafels en in de hoeken. De bewegingsactiviteiten vinden vooral in het speellokaal en op het schoolplein plaats. In groep 1 ligt de nadruk op het wennen aan
14
het naar school gaan. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. De kinderen leren omgaan met materialen en technieken. Het leren gebeurt vooral door spel. In groep 2 worden veel activiteiten aangeboden, die als voorbereiding dienen op het leren lezen, rekenen en schrijven in groep 3. De leerkrachten maken hiervoor onder andere gebruik van de methode Schatkist Taal en Schatkist Rekenen. Er wordt gewerkt met observatielijsten waarop de leerkracht de vaardigheden van de kinderen kan bijhouden die zij wel of nog niet beheersen. Levensbeschouwelijk onderwijs Iedere week worden een of twee bijbelverhalen verteld. Zo veel mogelijk brengen we een verband aan met ons dagelijks leven en plaatsen we de verhalen in een context. We worden hierbij geholpen door de methode Trefwoord. Sociaal-emotionele ontwikkeling en sociale redzaamheid Interacties met anderen roepen vrijwel altijd bepaalde emoties op. We vinden de ander aardig of juist niet en we voelen ons al dan niet op ons gemak. In de omgang met anderen ontvangt een kind informatie over zichzelf, door waar te nemen hoe een ander op hem of haar reageert. Op Tabitha vinden we sociaal-emotionele ontwikkeling in een goed pedagogisch klimaat erg belangrijk. We willen de kinderen in diverse situaties leren op een sociaal adequate wijze om te gaan met zichzelf en met anderen. Om kinderen sociaal-emotioneel zelfredzaam te maken in onze maatschappij willen wij houdingen en vaardigheden bij brengen die hierop positief van invloed zijn. Ter bevordering van de sociaal-emotionele ontwikkeling heeft het hele team de Kanjer-traininglicentie gehaald zodat deze training in alle groepen door de eigen leerkracht kan worden gegeven. De doelen van deze training zijn dat het kind positief over zichzelf en de ander leert denken en het creëren en behouden van een positief pedagogisch klimaat in de groep en op school.
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
Er wordt veel aandacht besteed aan oorzaak en gevolg van eigen gedrag en dat van de ander en verschillende sociale situaties. Er wordt gebruik gemaakt van het Kleine Kanjerboek t/m groep 4 en het Grote Kanjerboek t/m groep 8. Met behulp van gekleurde petjes worden situaties uitgespeeld en de juiste, sociale houding en reactie bepaald. De onderdelen die aan bod komen zijn: - Jezelf voorstellen - Complimenten geven - Gevoelens raden - Ja- en Nee-zeggen - Luisteren en vertellen - Luisteren en samenwerken - Vriendschap - Vragen stellen - Je mening geven - Afsluiting met uitreiking van een diploma Burgerschap en Integratie Het vak Burgerschapsvorming past in de pedagogische opdracht die wij als school heel serieus nemen. Onze visie is dan ook dat aandacht voor burgerschap kan zorgen voor meer betrokkenheid van de school en de leerlingen bij de samenleving en omgekeerd. Tevens kan het een gunstige uitwerking hebben op de onderlinge betrokkenheid in de school. Het blijft belangrijk om te zoeken naar manieren waarop ouders betrokken kunnen worden bij de aanpak van burgerschapsvorming, om zo de verantwoordelijkheid te delen voor de opvoeding van de kinderen. De opvoeding thuis en op school moet zo veel mogelijk op een lijn liggen. Voorbeelden van burgerschap en integratie zijn: Sociale gedragscodes leren door op een respectvolle manier samen te leven in school. Leren om mee te doen in school: meepraten en samen verantwoordelijk zijn voor een besluit. Leerlingen moeten een discussie kunnen voeren en onderlinge problemen zonder geweld kunnen oplossen. Leren om een “burger” te zijn van die leefgemeenschap die “ school” heet. Iets willen doen voor een klasgenootje, de juf of de school.
Wie zich verantwoordelijk voelt voor de omgeving, zal er ook goed mee willen omgaan. Kennis opdoen van onze democratie en daar meningen over vormen. Mensen uit andere stromingen en overtuigingen ontmoeten en daarover kennis verwerven. Zich bewust worden van een eigen sociale omgeving en daar zorg voor ontwikkelen. Burgerschap en Integratie komt op verschillende manieren en in verschillende vakken aan bod: Het protocol Pedagogisch klimaat gebruiken we als leidraad voor de omgang tussen leerlingen onderling, leerlingen en leerkrachten onderling en leerkrachten en ouders onderling. Onze identiteit wordt bewust door de leerkrachten uitgedragen. Vanuit het gebruik van de methodes Aardrijkskunde, Geschiedenis, Sociaalemotionele vorming, worden de kinderen in aanraking gebracht met andere culturen, leefwijzen en godsdiensten. Kinderen worden daarbij uitgedaagd een eigen mening te vormen die recht doet aan de normen en waarden die we op Tabitha belangrijk vinden. In de handleidingen van diverse methoden is te vinden welke onderwerpen een directe relatie met Burgerschap en Integratie hebben. Ook het wekelijks Schooltv Weekjournaal biedt een actuele kijk op de gang van zaken in de wereld. Milieu-educatie vindt plaats op schoolniveau door kinderen actief in te schakelen bij het schoonhouden van de omgeving. Tevens is er regelmatig aandacht voor gezondheid, bewegen, goede voeding i.s.m. de GGD en Bureau Halt (gevaren van alcoholverslaving en drugsverslaving). Tenslotte proberen we als team een laagdrempelige school te zijn voor ouders en kinderen. We zijn van mening dat we samen met de ouders een belangrijke taak bij de opvoeding van kinderen hebben. In de Medezeggenschapsraad is er een belangrijke ouderinbreng en de Ouderraad dient naast de gewone ondersteunende activiteiten vooral ook als klankbord voor team en directeur. Verder zijn er de gebruikelijke spreekavonden, ouderinformatie-avonden, en de uitgave van de tweewekelijkse Nieuwsbrief. Kortom: Burgerschap en Integratie is meedoen!
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
15
Een school met
Nederlandse taal In de groepen 4 tot en met 8 wordt gewerkt met de methode Taal Actief. Deze methode maakt onderscheid tussen het spellingsonderwijs en het taalonderwijs.
Rekenen Groep 3 t/m 8: Alles Telt Op Tabitha werken we met de methode Alles Telt die veel aandacht besteedt aan de rekenvaardigheid. Oefenen, herhalen en automatiseren: het is de beste manier om de basisvaardigheden optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen onder de knie te krijgen. Alles Telt laat leerlingen uitgebreid oefenen, herhalen en automatiseren en biedt hulpmiddelen voor een effectieve instructie. Alles Telt werkt vanaf de eerste dag met 3 niveaus en sluit daarom naadloos aan bij de onderwijsprincipes van Tabitha (HGW). Enkele kenmerken van Alles Telt: • per blok extra opgaven voor automatiseren, herhalen en verrijken. • in elke les wordt bekende stof herhaald en geoefend. • elke les start met 5 à 10 minuten hoofdrekenen (m.b.v. het digibord). • unieke kwismeester, waarmee leerlingen samen gevarieerd oefenen. • Inzet van het digibord: leerdoelen (wat gaan we leren) en activeren van de voorkennis. Ondanks dat er in Alles Telt heel veel materiaal zit voor de snelle rekenaar, of de rekenaar die er meer moeite mee heeft zijn er naast de methode ook nog veel extra materialen aanwezig die kinderen kunnen uitdagen.
16
Spelling De spelling wordt verdeeld in werkwoordspelling en overige woorden. Alle spellinglessen beginnen met een startoefening die het vervolgniveau bepaalt van de kinderen. Na de startoefening maken alle kinderen in ieder geval de basisstof. De startoefening bepaalt of het vervolg een extra oefening betreft om de spellingscategorie te oefenen of dat het verrijking of verdieping betreft. Op deze wijze kan de leerkracht m.b.v. deze methode beter tegemoet komen aan de leerbehoefte van ieder kind. Na drie weken volgt er een controledictee en aansluitend een herhalings- of verdiepingsweek. Er wordt één nieuwe spellingcategorie per week aangeboden. Daarnaast worden er iedere week twee categorieën opgefrist. Werkwoordspelling wordt aangeboden vanaf midden groep 6. Toetsing gebeurt aan de hand van twee dictees. Het woordendictee aan het begin van week 4 en het zinnendictee aan het eind van week. Taal Taal actief 4 werkt op 3 niveaus en dit past naadloos bij het onderwijsprincipe van Tabitha. De methode maakt een onderscheid tussen spellingsonderwijs en taalonderwijs. De leerdoelen staan in het leerlingenmateriaal, zodat de kinderen weten wat ze leren. Differentiëren gebeurt standaard op 3 niveaus in elke les. Taal actief besteedt veel aandacht aan woordenschat. En uiteraard voldoet de methode aan het referentiekader voor taal en ondersteunt Taal actief opbrengstgericht werken en het werken met groepsplannen (HGW). Een krachtige ondersteuning voor zowel de leerkracht als de kinderen vormt de bij de taalmethode behorende digibordsoftware. Op het digibord krijgt de instructie nu nog meer
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
diepgang door allerlei ondersteuning in de vorm van illustraties, animaties en auditieve ondersteuningen. Bij taal vindt er differentiatie plaats op drie niveaus vanaf dag één. Centraal bij iedere les staat het onderdeel ‘Weet wat je leert’. Voor de kinderen is het nu nog inzichtelijker gemaakt wat het leerdoel van de les is. Er wordt veel aandacht besteed aan woordenschat in het basisprogramma. Woordenschat is een integraal onderdeel van de hele methode. Zowel in de woordenschatlessen als in de taal- en spellinglessen komen de themawoorden terug. Kinderen worden stapsgewijs door de lessen schrijven en spreken & luisteren begeleid. De lessen worden verwerkt in een werkboek en er is veel oefenmateriaal. De taallessen zijn verdeeld in leerkracht gebonden lessen, met veelal meer instructie en begeleid inoefenen en zelfstandig te verwerken oefeningen. Ieder blok wordt afgesloten met een leerstoftoets zodat de vorderingen door de leerkracht nauwkeurig kunnen worden gevolgd. Lezen Zodra kinderen willen en kunnen lezen in de kleuterbouw, wordt dit gestimuleerd in de groep. Vanaf groep 3 wordt gebruik gemaakt van de methode Veilig Leren Lezen, de zogenaamde maan-zon-ster-raket-versie. Binnen deze leesmethode zijn er 4 niveaus van werken. Kinderen die al lezend groep 3 binnenkomen gaan aan het werk met de zon-versie van deze methode. De maan-versie is bedoeld voor het aanvankelijk lezen. Kinderen die het leesproces vlot onder de
knie krijgen, kunnen zich extra verrijken en verdiepen met raket-oefeningen. Kinderen die moeite hebben met het leren lezen en extra tijd en oefening nodig hebben, kunnen aan de slag met de steroefeningen. Het technisch lezen wordt in de groepen 3, 4 en 5 voortgezet via het duo-lezen. Ook is er tijd voor individueel lezen. De leerkracht stimuleert en controleert de leesvorderingen. Dit schooljaar wordt er ook weer gestart met tutorlezen. Kinderen uit hogere leerjaren lezen een paar keer per week met kinderen uit de groepen 4 en 5. In de groepen 3 wordt aan”maatjeslezen” gedaan, waarbij de kinderen uit dezelfde groep extra met elkaar lezen. Er wordt ook veel in de klassen voorgelezen om de motivatie te bevorderen. De kinderen worden drie keer per jaar getoetst op hun leesvorderingen. Kinderen die moeite hebben met lezen worden geholpen met de programma's Speciale leesbegeleiding, de Leessleutel en Leesladder. De methode Estafette wordt ingezet voor voortgezet technisch lezen en begrijpen lezen. Jaarlijks worden de kinderen uit de groepen 3 t/m 8 getoetst met behulp van de Cito-toets: ”Lezen met begrip”. Nederlands als tweede taal Voor de kinderen die de Nederlandse taal niet voldoende beheersen als zij op school komen, beschikken wij over programma's, waarmee zij met behulp van de leerkracht zich de taal eigen kunnen maken. Tevens kunnen zij deelnemen aan projecten die buiten schooltijd plaatsvinden. Schrijven Wij werken in groep 1 t/m 8 met de methode Novoskript. Deze methode leert de kinderen niet alleen gebonden te schrijven, maar heeft ook veel aandacht voor de motorische vaardigheden van kinderen. Ook wordt de methode Schrijfdans gebruikt. Schrijfdans is een methode binnen het schrijfonderwijs die we naast onze methode Schrijfactief gebruiken. Het doel van schrijfdans is om met behulp van muziek, rijmpjes, spelletjes en fantasietekeningen een vloeiend
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
17
Een school met rijkskunde, geschiedenis en verkeer. Elk vak heeft een eigen methode. Vaak wordt de kennis ook overgedragen via kringgesprekken, spreekbeurten, schooltelevisieprogramma's en werkstukken.
verbonden handschrift te bevorderen,door het combineren van grofmotorische en fijnmotorische bewegingen in de lucht en op papier. In de groepen 1 t/m 4 wordt uitsluitend met driekantige potloden getekend en gekleurd. Tot halverwege het schooljaar van groep 4 schrijven de kinderen met potlood,na de kerstvakantie wordt het schrijven met een rollerpen geïntroduceerd. Zij krijgen van school een goede rollerpen. Een rollerpen bevordert de schrijfontwikkeling en de schrijfhouding. In groep 6 wordt nogmaals een nieuwe rollerpen verstrekt. Mocht de pen stuk gaan of zoekraken, dan wordt u verzocht via school een nieuwe pen te kopen. Engels In groep 6, 7 en 8 krijgen de kinderen Engels. We gebruiken hiervoor de methode Hello World the Quest en the Castle Bij deze methode horen werkboeken, een computerprogramma en een website. De methode sluit aan bij de kennis van de Engelse taal die kinderen automatisch opdoen tijdens het kijken naar Engelstalige films en het luisteren van eigentijdse muziek. Oriëntatie op mens en wereld In de midden- en bovenbouw wordt het leergebied oriëntatie op mens en wereld onderverdeeld in verschillende vakken, te weten biologie, aard-
18
Biologie/Techniek We werken in de groepen 5 t/m 8 met de methode Natuniek. Deze methode laat de leerlingen veel ontdekken op het gebied van Biologie en Techniek. Natuniek leert kinderen natuurlijke verschijnselen te onderzoeken, techniekwerkstukken te maken en hun bevindingen te presenteren. De vaardigheid onderzoeken bij de natuurthema’s bestaat uit waarnemen en vragen stellen, het uitvoeren van een echt onderzoekje en vervolgens analyseren en een conclusie trekken. Bij de techniekthema’s ontwerpen en maken de leerlingen zelf een werkstuk. De vaardigheid presenteren sluit hier goed bij aan. Aardrijkskunde Vanaf groep 4 wordt er gebruik gemaakt van de methode Een Wereld van Verschil. Bij deze methode horen mini-atlassen en een werkschrift. De groepen 5 t/m 8 kennen ook een toetsschrift, ontwikkeld door het CITO. De topografie is in deze sociale aardrijkskundemethode opgenomen, ten einde het aanleren van plaatsen, landen, werelddelen en wateren, met achtergrondinformatie een zinvolle context te geven. Geschiedenis Voor de lessen geschiedenis wordt de methode Bij de Tijd gebruikt. Bij deze methode horen bronnenboeken voor de groepen 1 t/m 4 en een zelfstandig werkschrift voor de groepen 5 t/m 8. De groepen 7 en 8 hebben ook een toetsschrift, ontwikkeld door het CITO. Verkeer We werken in alle groepen met de methode Wijzer op weg. De kinderen uit groep 7 nemen deel aan het theoretisch verkeersexamen van 3VO en het praktisch verkeersexamen. Het praktisch verkeersexamen gebeurt onder verantwoordelijkheid van de politie
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
Haarlemmermeer. Wanneer beide examens met goed gevolg zijn afgelegd, ontvangen de kinderen een diploma. Ook doen alle leerlingen uit de groepen 7 en 8 mee aan het Dode Hoekproject. Onze school heeft i.s.m. de verkeersveiligheidscommissie het verkeersveiligheidslabel behaald. Om deze te kunnen behouden, worden ieder jaar extra veiligheidstips aan ouders mee gegeven en extra veiligheidslessen in het verkeer aan de kinderen gegeven in de vorm van verkeersprojecten. Geestelijke stromingen In de groepen 6 t/m 8 maken de kinderen kennis met de vijf wereldgodsdiensten via het boek "Wereldwijd Geloven". Het boek is thematisch van opzet. De thema’s zijn over de verschillende groepen verdeeld. Enkele thema’s zoals bijvoorbeeld "Godsdienstige Feesten", worden in alle groepen behandeld. De kinderen zullen hun eigen gedachten en verwerking van de thema’s vastleggen in een projectschrift dat gedurende de hele bovenbouwperiode zal worden gebruikt. Creatieve vakken Naast de leervakken besteden we ook veel tijd aan creatieve vakken. Onder creatieve vakken verstaan we tekenen, handvaardigheid, textiele werkvormen, muziek en dans. Voor tekenen en handvaardigheid beschikken we over de methoden Moet Je Doen. Voor muziek volgen we de methode Pyramide. Van elke leerling wordt een plakboek of foliomap bijgehouden, waarin het gehele jaar door knutselwerkjes worden gestopt.
sportief gedrag en de omgang met medeleerlingen. De kinderen van de groepen 7 en 8 fietsen naar de gymzaal in Pax. De kinderen van de groepen 5 en 6 lopen naar de gymzaal in Pax. Vanaf de meivakantie gaan ook de kinderen van de groepen 6 op de fiets naar Pax. Zo wennen ze een beetje aan het fietsen. Computeronderwijs Alle groepen beschikken over voldoende computers en bijna alle groepen zijn ingericht met een digitaal schoolbord. Deze worden bij verschillende vak- en vormingsgebieden gebruikt. De kinderen uit de groepen 1 t/m 8 werken regelmatig met de computer. Dit gebeurt in de groepen 1 en 2 individueel en onder begeleiding van ouders. Zo leren zij bijvoorbeeld te werken met het programma Bas gaat digitaal en Schatkist. Groep 3 maakt o.a. gebruik van het computerprogramma dat hoort bij de methoden Veilig Leren Lezen en Alles Telt. De kinderen uit de groepen 4 tot en met 8 werken veelal zelfstandig met taal-, spelling- en rekenprogramma’s. Daarnaast leren zij vanaf groep 5 te werken met internet en het versturen van e-mail. Er is een duidelijk Internet-protocol aanwezig en een duidelijke ICT leerlijn. Alle computerprogramma’s staan op het netwerk van de school en jaarlijks wordt het aantal computers uitgebreid. Ook heeft iedere groep een eigen pagina op de website van de school. (www.cbs-tabitha.nl).
Bewegingsonderwijs Voor groep 1 en 2 wordt de methode “Bewegingsonderwijs in het speellokaal” gehanteerd. Voor het bewegingsonderwijs van de groepen 3 t/m 8 wordt per jaar door de vakleerkracht een jaarrooster gemaakt, waarop alle onderdelen van gymnastiek en spel aan de orde komen. Per leeftijd staat aangegeven wat er verwacht mag worden. De lessen bewegings-onderwijs zijn er, naast het aanleren van motorische vaardigheden en het spel, vooral voor het aanleren van
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
19
Een school met 4 DE ZORG VOOR KINDEREN 4.1 Het aanmelden van nieuwe leerlingen Wanneer u een informatiegesprek wilt, maakt u een afspraak met de directeur. Er vindt dan in eerste instantie een gesprek plaats met alleen de ouders en u krijgt een rondleiding door de school. Besluit u uiteindelijk uw kind bij ons op school in te schrijven, wordt er een nieuwe afspraak gemaakt. Nu komt uw kind ook kennismaken en geven we hem of haar een korte rondleiding. Vervolgens wordt uw kind ingeschreven. Dit gebeurt per computer via een inschrijfformulier, dat u ondertekent. In de weken voorafgaand aan zijn/haar vierde verjaardag ontvangt uw kind een uitnodiging om 5 dagdelen te komen wennen in de groep. Kinderen die tijdens de zomervakantie 4 jaar worden, komen niet wennen maar starten direct na de vakantie. Uw kind is dan nog niet leerplichtig en het is toegestaan bijvoorbeeld de eerste periode alleen de ochtenden naar school te komen. U maakt daarin uw eigen keuze. Wel adviseren we u een zekere continuïteit aan te brengen in het schoolpatroon van uw kind. De peuterestafette De peuterestafette is een overdrachtsformulier van de peuterspeelzaal naar de basisschool. Het zijn observatielijsten die door de leidsters van uw kind worden ingevuld om zo de
ontwikkeling van uw kind in kaart te brengen. Deze formulieren ontvangt u bij het verlaten van de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf. Wanneer uw kind de eerste dag op school komt overhandigt u de papieren aan de leerkrachten van uw kind. Na drie weken zal er dan een gesprek plaats vinden tussen u en de leerkrachten. Er wordt dan besproken hoe het met uw kind gaat in de groep en ook de peuterestafette zal met u worden besproken. 4.2 Het volgen van de ontwikkelingen van de kinderen in de school Om de vorderingen van de kinderen goed te volgen, vinden er observaties plaats en worden er vanaf eind groep 1 toetsen afgenomen. Tussen de toetsen en observaties registreren wij de leervorderingen van ieder kind. Rapporten Aan het eind van groep 1 krijgen de leerlingen hun eerste verslagje mee als ze naar groep 2 doorstromen. Aan de hand van dit rapport wordt u op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen en de vorderingen van uw kind. Wanneer noodzakelijk, kunt u op eigen verzoek of op uitnodiging van de leerkracht, een gesprek voeren over de vorderingen van uw kind. U krijgt tijdig bericht over het tijdstip dat u op school wordt verwacht. Voor het gesprek wordt tien minuten gereserveerd. Indien nodig wordt er met u een afspraak gemaakt voor een vervolggesprek of een huisbezoek. 4.3 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Alle activiteiten die te maken hebben met het geven van extra hulp noemen wij zorgverbreding. Wanneer er kinderen zijn die problemen hebben met rekenen, taal of lezen wordt er extra aandacht geschonken aan de vorderingen van het kind. Dit geldt ook voor kinderen die juist heel hoog scoren, om zo onderpresteren te kunnen uitsluiten. De leerkracht neemt dan
20
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
contact op met de Interne Begeleider van de school. Er wordt onderzoek gedaan door middel van een observatie in de groep of door het afnemen van één of meerdere toetsen. Vervolgens wordt er een handelingsplan opgesteld. De kinderen kunnen met dit handelingsplan tijdens de lessen met behulp van de leerkracht werken aan het oplossen van het probleem.
kind nader te laten onderzoeken. Dit gebeurt meestal door de Schoolbegeleidings-dienst Onderwijs Advies en BTSW. Onze schoolpsychologe maakt een verslag van de onderzoeksresultaten en geeft advies. Het verslag wordt besproken met de ouders, de groepsleerkracht en de Interne begeleider. Ook kunnen we nadere expertise opvragen bij het zogenaamde Brugteam.
Leerlingbespreking in de Zorgvergadering Om de week vindt er een leerlingbespreking plaats. Hierbij zijn de Interne Begeleiders en indien nodig, de directeur aanwezig. In deze vergadering worden de kinderen besproken die extra hulp of extra uitdaging nodig hebben of gaan krijgen. De leerkracht informeert de ouders na de bespreking over de gemaakte afspraken en de begeleiding die het kind gaat krijgen.
Logopedie Vanuit de gemeente en Onderwijs Advies educatieve dienstverlening, is er een logopediste aan onze school verbonden.Eén van de taken van de logopediste is het vroegtijdig opsporen van problemen zoals achterstand in de spraaktaalontwikkeling, uitspraakfouten, stotteren, een slordige of overhaaste manier van spreken, heesheid, mondademen, neusspraak, niet met aandacht kunnen luisteren etc. Het is gebruikelijk dat aan het begin van het schooljaar alle kleuters van groep 2 logopedisch gescreend worden. U krijgt hierover vooraf schriftelijke informatie, met daarbij een vragenlijst en de mogelijkheid voor het verlenen van toestemming. De screening kan gevolgd worden door controle en/of onderzoek. In sommige gevallen is behandeling noodzakelijk. Na de screening krijgen de ouders bericht over de bevindingen.
Het ZIT (Zorg Interventie Team) Scholen kunnen terecht bij het Zorgplatform met betrekking tot gecompliceerde vragen. Het ZIT biedt consultatie en advies voor het vervolgtraject. Het is de bedoeling om kinderen in het juiste traject te sluizen. Het kan bijvoorbeeld een tussenstap zijn op het moment dat ouders nog niet toe zijn aan een verwijzing naar het speciaal basisonderwijs. Onderwijs Advies en BTSW Soms vinden wij het belangrijk om een
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
21
Een school met De resultaten worden uiteraard ook besproken met de leerkracht en Intern begeleider en er wordt schriftelijk verslag gedaan. Ook is het mogelijk leerlingen uit overige groepen aan te melden voor een logopedisch onderzoek. Als blijkt dat behandeling noodzakelijk is, kan een kind verwezen worden naar een collega logopediste in de vrije vestiging, uiteraard in overleg met de ouders. De schoollogopediste begeleidt het traject van de verwijzing naar een particuliere logopediste. Voor vragen kunt u terecht bij onze logopediste of bij de Interne Begeleiders. Schoolarts De aandacht van de Jeugdgezondheidszorg is gericht op het bevorderen van een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid en ontwikkeling van kinderen. De nadruk van de zorg ligt op het voorkomen van problemen, dat wil zeggen, een positief beïnvloeden van het totale functioneren van het kind en een vroege opsporing van mogelijke lichamelijke afwijkingen en ontwikkelingsstoornissen. Wij zijn aangesloten bij de GGD Kennemerland. We kunnen daar terecht bij onze schoolarts, schoolverpleegkundige en het Zorg Interventie Team (ZIT). Het ZIT komt minimaal twee maal per jaar bij ons op school voor overleg en kan ook op ons initiatief extra worden uitgenodigd. Zij zijn werkzaam bij de GGD Amstelland en Meerlanden. Zij bieden de mogelijkheid aan ouders om vragen over en problemen van de kinderen in een vroeg stadium te bespreken. Zij zijn ook degenen die veelvuldig overleg hebben met de Intern Begeleiders bij ons op school. U kunt hen telefonisch bereiken onder nummer: 0900-0400682 Jeugdgezondheidszorg De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD houdt zich bezig met een gezonde ontwikkeling en opvoeding voor alle kinderen en jongeren van 4 tot 19 jaar. Dit houdt in dat JGZ zorg draagt voor het onderzoeken van leerlingen,
22
het geven van voorlichting en advies en tenslotte het kortdurend begeleiden van leerlingen, leerkrachten en ouders. ZAT (Zorg Advies Team) Meerdere malen per jaar vindt er op alle scholen in de Haarlemmermeer, dus ook op onze school, overleg plaats tussen de intern begeleider(s), de onderwijshulpverlener van Bureau Jeugdzorg en de sociaal verpleegkundige van de GGD. Dit wordt opgesteld in een Handelingsplan en met de ouders besproken. Het doel van dit overleg is vroegtijdige signalering en aanpak van problemen bij leerlingen. Alle leerlingen waar zorgen over zijn kunnen ter consultatie in dit overleg worden ingebracht. Indien er vervolgstappen nodig zijn dan wordt u daar als ouder(s) vanzelfsprekend van op de hoogte gebracht. Ook leerlingen die net een schoolwisseling achter de rug hebben worden in het zorgoverleg besproken. Mocht u hier bezwaar tegen hebben dan kunt u dit kenbaar maken bij de directie. Onderzoek kinderen groep 2 Wanneer uw kind in groep 2 zit, onderzoekt een medewerker van de Jeugdgezondheidszorg uw kind op school. Er wordt dan gelet op het zien, het horen, de lengte en het gewicht. Alleen als er bijzonderheden zijn, krijgt uw kind een uitgebreid onderzoek. Onderzoek kinderen groep 7 Het onderzoek dat plaatsvindt wanneer uw kind in groep 7 zit, wordt uitgevoerd door de verpleegkundige. Onderwerpen die hier met name aan de orde komen zijn hygiëne, slapen, voeding en gedrag. Ook is er aandacht voor opvoedingsvragen, het horen, het zien en de lichamelijke groei. Onderzoek op verzoek Het kan zijn dat op basis van het onderzoek in groep 2 of groep 7 uw kind opnieuw wordt uitgenodigd voor een onderzoek. Bovendien kan er een onderzoek plaatsvinden op verzoek van
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie... te bergen. Voor alle duidelijkheid willen we u graag wijzen op uw verantwoordelijkheid als ouder voor het regelmatig controleren van uw kinderen op hoofdluis. Overige taken De medewerkers van JGZ geven naast individuele voorlichting ook groepsvoorlichting aan kinderen ouders en leerkrachten. Dit kan gaan over onderwerpen als verzorging van het gebit, behandeling van hoofdluis en voeding. Ook met vragen over infectieziekten kunt u bij de GGD terecht. Als u vragen heeft over bijvoorbeeld de motoriek, het zien, het horen, moeilijk gedrag, pesten of zindelijkheid, kunt u contact opnemen met de Jeugdgezondheidszorg van de GGD. In de meeste gevallen zullen de medewerkers u voorlichting en advies geven. In sommige gevallen wordt u doorverwezen.
uzelf of van een leerkracht. Tenslotte kunnen de bevindingen van het consultatiebureau een reden zijn voor uitgebreider onderzoek. Vaccinaties Wanneer uw kind 9 jaar is, ontvangt u in het kader van het Rijksvaccinatie Programma een oproep voor twee prikken; één tegen Bof, Mazelen en Rode Hond (BMR) en één tegen Difterie, Tetanus en Polio (DTP). Als uw kind niet volledig is gevaccineerd, kunt u voor de ontbrekende inentingen bij de GGD terecht. Onderzoek op hoofdluis door ouders Bij ons op school zijn een behoorlijk aantal ouders opgeleid door de GGD om hoofdluiscontroles uit te kunnen voeren in de school. Deze ouders controleren alle kinderen na iedere vakantie en melden de uitkomsten bij de directie. Deze neemt onmiddellijk contact op met de ouders indien er hoofdluis wordt ontdekt. Na een aantal weken wordt de betreffende groep nogmaals gecontroleerd. De school heeft voor iedere leerling een luizenzak aangeschaft. Deze zak zal acht jaar lang met het kind meegaan. Het is verplicht om alle jassen en het liefste ook de tassen in de luizenzak op
Extra leerlingenzorg bij ziekte Ziekte kan ook stagnatie in het leerproces tot gevolg hebben. We praten hier over leerlingen die voor enige tijd ziek zijn. Het betreft ook leerlingen die chronisch ziek zijn, zoals leerlingen met reuma, kanker, astma etc. Deze kinderen kunnen door herhaalde afwezigheid het onderwijs niet regelmatig volgen. De Interne Begeleider overlegt met de ouders over de te bieden hulp. In overleg kan besloten worden de hulp in te roepen van de consulent onderwijs aan zieke leerlingen, van de Onderwijs Advies. Deze kan ondersteuning geven aan het schoolteam, de leerkracht, de leerling en de ouders. Als blijkt dat de leerling thuis of in het ziekenhuis onderwijs moet krijgen, bekijken school en consulent hoe dat georganiseerd kan worden. Heeft de leerling vaker onderwijs nodig dan de school kan bieden, wordt door de consulent een gemotiveerd verzoek bij de gemeente ingediend om gedurende een bepaalde periode een aantal keren per week thuis onderwijs te vergoeden. De schoolarts beslist mee of het onderwijs in het belang van de zieke leerling is.
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
23
Een school met Een jaar verlengen Soms kan het beter zijn voor een kind een leerjaar te verlengen. Het gaat hier vooral om kinderen uit de groepen 1 tot en met 5. Redenen van verlenging kunnen o.a. zijn: - Sociaal-emotionele aspecten. - Anderstaligheid; het kind is nog te kort in Nederland om al door te kunnen gaan naar een volgende groep. - Te weinig vooruitgang, ondanks veelvuldig remediëren in en buiten de klas.
Wanneer een kind in aanmerking komt om te verlengen, hanteert de school de volgende lijn: - Er vinden gesprekken tussen de ouders en de leerkracht plaats; - Indien wenselijk, zijn de Interne Begeleider, of de directeur bij de gesprekken aanwezig. - Indien nodig kan een onderzoek door derden plaatsvinden. Bijvoorbeeld door de schoolbegeleidingsdienst. - Het standpunt, dat de school na het doorlopen van bovenstaand traject inneemt, is van doorslaggevende betekenis.
24
Een kind dat een jaar verlengt, doet niet automatisch de leerstof van dat jaar opnieuw De leerkracht zal bekijken op welk niveau de leerling functioneert en hier de oefenstof op aan passen. VERSNELLEN, ZORGBREEDTE NAAR BOVEN TOE In overeenstemming met het doel van Weer Samen Naar School wordt er op Tabitha veel tijd en energie gestoken in de zorgkinderen. Zorgbreedte heeft echter niet alleen betrekking op zorgkinderen, maar ook op zeer goed functionerende kinderen die behoefte hebben aan meer dan gemiddelde zorg, zoals compacten en verrijken. Het is denkbaar dat kinderen tussentijds bevorderd worden naar een volgende groep. Dit gebeurt alleen wanneer na pedagogischdidactisch onderzoek is vastgesteld dat versnellen een verantwoorde keuze is. Het kind gaat in dit geval een uitgebalanceerd traject volgen. Na plaatsing in de hogere groep, wordt het kind vanzelfsprekend in de gaten gehouden. De cognitieve- en sociaal-emotionele ontwikkeling zal extra goed gevolgd worden. Tijdpad • Wanneer een probleem door de leerkracht(-en) gesignaleerd is, en er een probleemverkennend gesprek heeft plaatsgevonden, worden afspraken gemaakt hoe de leerling het traject in zal gaan. • Er wordt in de meeste gevallen gekozen om de leerling eerst nog te laten starten in zijn eigen jaargroep, met gebruik van een eigen leerlijn. De Inhoud van deze leerlijn is de leerstof van de groep waar de leerling naar toe zal gaan, maar dan in compacte vorm aangeboden. • In een versnelde periode zal de leerling zich deze leerstof eigen moeten maken, wat wordt vast gelegd in een handelingsplan. • De tijd die hiervoor wordt uitgetrokken kan per leerling verschillen, maar meestal is dit 5 maanden. • In die periode wordt de leerling nauwkeurig gevolgd en vindt er regelmatig overleg plaats tussen leerkracht, IB-er en ouders.
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
Het is belangrijk dat de leerling de stof goed aan kan, goed zelfstandig kan werken en op sociaal-emotioneel gebied goed functioneert. Wanneer er signalen zijn die dit traject van aanpak tegenwerken, wordt het tijdpad aangepast. • Wanneer de aangeboden leerstof bij de leerling goed is geautomatiseerd en er van alle betrokkenen geen signalen zijn afgegeven die de versnelling zouden kunnen belemmeren, wordt overgegaan, in goed overleg met alle betrokkenen, tot versnelling. • Samen met de directie, ouders, leerkracht(-en) en zorgteam wordt bekeken welk tijdstip en bij welke leerkracht(-en) de versnelling gaat plaatsvinden.
Hoe ziet een dyslexieonderzoek er precies uit? Als u het vermoeden heeft dat uw kind dyslectisch is, en de leerkracht deelt deze zorg met u, dan kunt u via de Intern Begeleider een onderzoek aanvragen. De Intern Begeleider en de leerkracht van uw kind verzamelen verschillende (toets)gegevens van uw kind. Er wordt een dossier opgebouwd. In dit dossier worden de resultaten van uw kind op het gebied van technisch lezen en spelling nauwkeurig bijgehouden. Dit dossier wordt dan naar de Onderwijs Advies gestuurd. De schoolpsycholoog gaat dit dossier bekijken en maakt dan een afspraak om een onderzoek af te nemen.
Dyslexiebeleid Dyslexie is een stoornis met hardnekkige problemen bij lezen en/of spellen. Dyslexie betekent letterlijk: niet kunnen lezen. Kinderen met dyslexie hebben moeite met het herkennen van woorden. Voor een kind met dyslexie is het moeilijk om letters direct als klanken te herkennen en woordbeelden krijgen niet automatisch een plaats in het geheugen. Dyslexie is aangeboren en is onafhankelijk van intelligentie. Het kan de schoolprestaties wel belemmeren waardoor dyslectische kinderen vaak moeilijker op hun niveau presteren. Bij een (vroegtijdige)diagnose en, indien nodig een behandeling van dyslexie, kunnen kinderen een aanvaardbaar niveau van technisch lezen, spellen en schrijven bereiken. Om dyslexie vast te kunnen stellen moet er 1,5 jaar leesonderwijs zijn aangeboden. Echter in groep 2 kan een leerling al gesignaleerd worden met een verhoogd risico op het ontwikkelen van dyslexie.
• Beoordeling van het dossier • Intelligentieonderzoek • Aanvullend niveaubepaling lezen en spelling • Onderzoek naar “dyslexie typerende, cognitieve vaardigheden”: klankverwerking, klank-tekenkoppeling, benoemsnelheid, talig werkgeheugen) • Onderzoek naar “controlevaardigheden”: taalbegrip, auditieve woordherkenning, niet-talig werkgeheugen • Onderzoeksverslag en (als uw kind de diagnose “dyslexie” krijgt) een dyslexie-verklaring.
Dit onderzoek bestaat uit:
Vergoede diagnostiek dyslexie De diagnostiek en de behandeling van ernstige dyslexie wordt betaald vanuit het basispakket van de zorgverzekering.
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
25
Een school met Welke zorg kan Tabitha bieden als uw kind dyslexie heeft? Vanaf het voorjaar van groep 3 kan er een intensieve begeleiding worden ingezet. Deze begeleiding wordt op Tabitha ingezet als het kind herhaaldelijk zwak presteert bij het technisch lezen en/of spellen. De begeleiding kan bestaan uit: • Inzet extra leestijd (minimaal 3 x 20 minuten per week naast het reguliere leesaanbod) • Inzet van compenserende materialen en middelen (vergrote versie van leerboeken, ingesproken versies van toetsen en leermaterialen,tafelkaarten, extra tijd bij het maken van toetsen) • Inzet van remediëren op het gebied van spelling Deze begeleiding wordt in een groot handelingsplan beschreven. Drie keer per jaar wordt dit groot handelingsplan samen met u, de groepsleerkracht, de IB-er geëvalueerd en eventueel bijgesteld.
26
Gedragscode ouders en leerlingen Op school proberen we een veilig klimaat te scheppen, waarin vertrouwen, respect, waardering en openheid de leidende waarden zijn. Deze waarden zijn een belangrijk onderdeel van de grondslag van de vereniging en onze school, onder andere verwoord in onze missie en visie. Binnen een structuur van afspraken en spelregels stimuleren wij de relatie tussen kinderen, tussen kinderen en volwassenen en tussen volwassenen onderling op een positieve manier. Een opbouwend gesprek, gericht op verbetering van de situatie en de relatie is het uitgangspunt. Mocht dit niet het gewenste resultaat opleveren dan is er het “gedragsprotocol”, waarin een gestructureerd traject beschreven staat waarin gekomen wordt tot oplossing of herstel van de ontstane situatie. De gedragscode is niet alleen van toepassing op onze leerlingen maar ook op onze ouders. Blijkt in de praktijk dat, ondanks veelvuldige pogingen, samenwerken met de ouders onmogelijk is en er geen basis meer is van vertrouwen, zullen we in goed overleg afscheid van elkaar
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
moeten nemen. Het college van bestuur is dan degene die, in overleg met de ouders, een passende school zal zoeken voor het kind. Is de relatie dusdanig verstoord tussen ouders en de school, maar willen de ouders niet naar een andere school, zal het college van bestuur een verwijderingsprocedure starten. Zowel op school als in de thuissituatie is er sprake van een wederzijds belang bij een plezierige schoolloopbaan van de leerling. De uitgangspunten voor school en gezin zijn hierbij: School en thuis streven naar: • een gezamenlijke inspanning voor het welbevinden van het individuele kind. • een atmosfeer van openheid en wederzijds begrip. • het creëren van een veilige schoolomgeving voor kind en leerkracht. • het tot stand komen van een aanvullende en ondersteunende rol die ouders vervullen bij het onderwijs aan hun kind. Ouders en kinderen mogen van school verwachten dat: • de medewerkers uitvoering geven aan de inhoud van de schoolgids. • de medewerkers een goede sfeer nastreven waarin kinderen zich op positieve wijze kunnen ontwikkelen.
• de ouders worden ingelicht indien er problemen zijn die invloed kunnen hebben op het gedrag of de leerprestaties van het kind. School verwacht van ouders dat: • ze op gesprek komen wanneer ze door de leerkracht of de directie worden uitgenodigd • de school wordt ingelicht wanneer er problemen zijn die van invloed kunnen zijn op het gedrag of de leerprestaties van het kind. • ze een stimulerende rol vervullen ten aanzien van een goede relatie tussen kinderen onderling en tussen kind en leerkracht. • ze optimaal contact onderhouden met de leerkracht . • de regels van de school worden gerespecteerd. • ze door het bijwonen van ouderavonden en door het tonen van belangstelling voor activiteiten op de hoogte blijven van de ontwikkeling van hun kind en van de school. • hun kinderen op tijd komen. School verwacht van leerlingen dat ze: • respect hebben voor leerkrachten en medeleerlingen. Zorgvuldig omgaan met de eigendommen van school en van andere kinderen. • meedoen in de lessen en luisteren naar de leerkracht. • op tijd op school zijn.
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
27
Een school met HET GEDRAGSPROTOCOL Wanneer het nodig is wordt er bijzondere aandacht gegeven aan ongewenst gedrag in de vorm van individuele gesprekken, kringgesprekken en ouderbijeenkomsten. Helaas komt het op elke school voor dat positieve en opbouwende gesprekken in sommige gevallen onvoldoende effect genereren om gewenst gedrag te bewerkstelligen. Indien alle mogelijkheden zijn benut, kan ongewenst gedrag uiteindelijk leiden tot schorsing en/of verwijdering van een kind door de school. Het gedragsprotocol is hulpmiddel bij realisatie van het bovenstaande. Ook in ons pestprotocol staat duidelijk omschreven welke maatregelen gelden wanneer ongewenst gedrag aan de orde is.
GEDRAGSPROTOCOL KINDEREN Ter aanmoediging van het welbevinden van kinderen op onze school zijn de volgende gedragsregels afgesproken: 1. Wanneer een kind herhaaldelijk ongewenst gedrag vertoont, bijvoorbeeld: • wanneer het kind de leerkracht of medeleerlingen herhaaldelijk respectloos behandelt. • opdrachten weigert uit te voeren, • sociaal ongewenst of onbehoorlijk gedrag vertoont. Het kind wordt voor een gesprek naar de directeur gestuurd en wordt een soort “gele kaart” uitgedeeld. Er wordt door de directeur telefonisch of schriftelijk melding gedaan aan de betreffende ouders en er volgt een gesprek. De leerkracht en de directeur houden een logboek bij met naam, datum en tijdstip, aard van ongewenst gedrag en de genomen maatregel. 2. Bij herhaling van de bovengenoemde gedragingen, wordt het kind voor een tweede maal voor een gesprek naar de directeur gestuurd. Een tweede gele kaart wordt uitgereikt.
28
Er wordt telefonisch of schriftelijk melding gedaan aan de betreffende ouders door de directeur en er volgt opnieuw een gesprek. 3. Als de tweede waarschuwing geen effect heeft of als er sprake is van een zodanig ernstige situatie dat een waarschuwing alleen niet voldoende geacht wordt en het kind weer ongewenst gedrag vertoont, wordt een rode kaart uitgedeeld en zal overgegaan worden tot schorsing voor één dag. Deze beslissing wordt door de directie genomen in overleg met het bevoegd gezag. De ouders worden, samen met de leerkracht, door de directeur voor een gesprek op school uitgenodigd. Daarnaast ontvangen de ouders schriftelijk een bevestiging van de schorsing met de motivering. Er vindt overleg plaats met de leerplichtambtenaar en de inspectie wordt geïnformeerd over het probleem en de genomen maatregelen. 4. Indien de schorsing geen effect heeft en het kind nog steeds ongewenst gedrag vertoont, zal er tot langere schorsing worden overgegaan. Deze schorsing bedraagt maximaal vijf schooldagen. De ouders worden voor een vervolggesprek uitgenodigd en ontvangen een schriftelijke bevestiging van de schorsing en een motivering daarvan.
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
Er vindt vervolgoverleg plaats met de leerplichtambtenaar en het bevoegd gezag. De inspecteur van het onderwijs wordt geïnformeerd. 5. Indien ook deze schorsing geen effect heeft of als sprake is van een zodanig ernstige situatie, bijvoorbeeld dat een leerling die als gevolg van ernstige gedragsproblemen de gang van zaken op school ernstig in gevaar brengt, dat een waarschuwing alleen niet voldoende geacht wordt, zal een verwijderingsprocedure in werking gezet worden. Dit is een maatregel waartoe slechts in het uiterste geval, als alle andere maatregelen niet geholpen hebben, besloten zal worden. Dit gedrag zal zo snel mogelijk gemeld worden aan de leerplichtambtenaar. Van wangedrag is bijvoorbeeld sprake als een leerling: • de voorschriften van de school overtreedt. (omgangsvormen; ordeverstoring; ongeoorloofd verzuim etc). • algemene fatsoensnormen schendt, hetzij direct tijdens schoolactiviteiten, hetzij daarbuiten als het de school niettemin rechtstreeks betreft. • als de veiligheid van de overige leerlingen in de groep in het gedrang komt. Ook herhaaldelijk ernstig wangedrag van de ouders jegens leerkrachten, medewerkers, directies of andere ouders en kinderen van onze school, kan een reden zijn om tot verwijdering van een leerling over te gaan. Gedurende het overleg over de definitieve verwijdering wordt de leerling geschorst. De schorsing duurt dan net zo lang als de tijd die nodig is om te komen tot een beslissing over de eventuele verwijdering. De procedure tot verwijdering van een leerling is: • Het bevoegd gezag hoort de betrokken groepsleerkracht. • Het bevoegd gezag deelt de ouders aangetekend en gemotiveerd het voornemen tot verwijdering mee en nodigt hen uit om gehoord te worden over dit voornemen.
• Er is contact met de leerplichtambtenaar en de inspectie van onderwijs. • De ouders worden gehoord en in de gelegenheid gesteld hun zienswijze kenbaar te maken. Van de maatregel en het gesprek met de ouders wordt een verslag opgemaakt. • Indien het horen niet zodanig nieuwe gezichtspunten oplevert dat er reden is om op het voornemen tot verwijdering terug te komen, deelt het bevoegd gezag schriftelijk per aangetekende brief het besluit tot verwijdering aan de ouders mee. Ook worden de ouders in deze brief op de mogelijkheid gewezen om binnen 6 weken bezwaar aan te tekenen bij het bevoegd gezag. Dit bezwaar heeft geen opschortende werking ten aanzien van het besluit tot verwijdering. • Het bevoegd gezag moet vervolgens gedurende zes weken zoeken naar een andere school. Deze contacten moeten schriftelijk vastgelegd zijn. Gedurende de tijd, die de leerling thuis zit, moet er worden zorggedragen voor huiswerk. • Als ouders geen bezwaar aantekenen wordt het besluit na 6 weken definitief. • Als ouders bezwaar aantekenen moeten ze worden gehoord. Binnen vier weken, na het
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
29
Een school met
ontvangen van het bezwaar, moet het bevoegd gezag de ouders gemotiveerd en per aangetekende brief op de hoogte brengen van het besluit. De ouders leggen zich bij dit besluit neer. • Indien de ouders zich niet bij het besluit neerleggen kunnen ze het aanvechten via de burgerrechter. 6. Van alle gesprekken wordt een verslag gemaakt dat wordt opgenomen in het leerling-dossier.
OP WEG NAAR EEN PESTVRIJE SCHOOL Pesten komt op Tabitha steeds minder voor. Dat komt vooral omdat alle leerkrachten pesten beschouwen als iets wat absoluut niet kan. Zij vinden dat de school voor iedereen veilig moet zijn. De afgelopen jaren is in de klassen regelmatig gesproken over pestgedrag in de groep. Dit heeft geresulteerd in het opstellen van duidelijke contracten die ook zichtbaar zijn in de groepen. In de onder-en middenbouw zijn deze zogenaamde contracten opgeschreven op
30
de grote vissen aan de muur. De inhoud van zo’n contract staat gedurende het hele schooljaar centraal en er wordt regelmatig groepsgewijs aandacht aan besteed. In de hogere groepen worden de contracten aangepast naar leeftijdsniveau en ondertekend door de leerlingen. Alle leerkrachten hebben de Kanjertraining gevolgd en hun licentie behaald. Onze school is vanaf die tijd een geregistreerde Kanjerschool. Deze training op het gebied van sociaal-emotionele vaardigheden bij kinderen draagt mede bij, het pestgedrag zo klein mogelijk te houden. In geval van pesten wordt er door de leerkrachten en de directie onmiddellijk ingegrepen. Er worden drie acties ondernomen: • Allereerst wordt er gesproken met het kind dat gepest heeft. De leerkracht wil allereerst weten of er met het kind dat gepest heeft iets aan de hand is waar door het gepest heeft. Heeft het misschien een probleem waardoor een ander kind daar de dupe van is geworden. Veelal komt het gedrag van
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
deze leerling ergens vandaan en zal geprobeerd worden hulp te bieden aan de oorzaak van het pestgedrag. Gaat de pester toch gewoon door, dan worden de ouders ingelicht. Met elkaar zal worden gezocht naar een oplossing. Als uiteindelijk niets helpt, kan de school de desbetreffende leerling schorsen en uiteindelijk kan definitieve verwijdering van school het gevolg zijn. • Er wordt in tweede instantie gesproken met het kind dat gepest wordt. Pesten doet echt heel veel pijn. Soms gebeuren er bij pesten heel erge dingen en er zijn mensen die hun leven lang last blijven houden van alle vernederingen die ze hebben moeten ondergaan toen ze op school zaten. Daarom besteedt het team van Tabitha erg veel zorg aan de gepeste leerling. Daarbij kunnen de ouders en de leerlingen ondersteuning vragen van de vertrouwenspersoon mevr. I. Kuit. • Er wordt in derde instantie gesproken met de klas of de groep. Tenslotte is er de klas waarin het allemaal gebeurt en die het allemaal laat gebeuren. Pesters kunnen immers hun gang gaan omdat ze altijd meelopers in de klas hebben die ook een beetje meedoen (want ze zijn bang dat ze anders zelf worden gepest). En de rest van de klas staat erbij en kijkt ernaar. In de klas worden drie dingen besproken: • Dat pesten absoluut niet kan en waarom dat zo is. • Het verschil tussen pesten en plagen en wat dat verschil precies is. • Welke mogelijkheden we kunnen vinden om een einde te maken aan het pesten in onze groep en het pesten bij ons op school. Al deze acties vormen samen het zogenaamde Pestprotocol. Dat bestaat dus uit een aantal maatregelen die onmiddellijk worden genomen als er sprake is van pesten. Daarnaast wordt er een pesttest afgenomen bij leerlingen van de groepen 6 t/m 8. Deze test wordt per computer afgenomen en wordt anoniem ingevuld door de leerlingen. Het geeft voor ons als school een
goed beeld of er veel of weinig in een bepaalde groep wordt gepest.
MIJN KIND WORDT GEPEST. WAT KAN IK DOEN OM TE HELPEN? • Moedig uw kind aan te praten over het pesten. • Stel directe vragen: wie pest er, wat gebeurt er, waar gebeurt het en wanneer? • Vraag uw kind hoe hij/zij geprobeerd heeft het pesten te stoppen. • Help uw kind met het bedenken van een mogelijke, snelle oplossing; vertel het aan de juf of de meester, speel ergens anders, doe mee met een ander spel, ga met andere kinderen spelen etc.
• Neem als ouder op positieve wijze contact op met de school in samenspraak met uw kind; stel de leerkracht op de hoogte van duidelijke informatie en bedenk samen met de leerkracht een strategie om het pesten te stoppen. Een snelle oplossing van het pestprobleem is niet zomaar gevonden. Het is daarom belangrijk dat u uw kind blijft aanmoedigen om steeds over pestgedrag te praten. Zet uw kind niet aan tot tegengeweld, ga als ouder niet zelf achter de dader aan en ga niet achter de familie van de
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
31
Een school met dader aan. Blijf de school betrekken in de oplossing van het pestprobleem en/of zoek professionele ondersteuning buiten de school.
MIJN KIND PEST ANDERE KINDEREN. WAT KAN IK HIER AAN DOEN? • Praat met uw kind en bedenk dat een pester vaak zijn eigen gedrag minimaliseert. • Neem contact op met de school en blijf met hen in contact. Laat aan uw kind en de school merken dat u dit probleem en de oplossing samen met de school heel serieus neemt. • Maak uw kind duidelijk dat u dit gedrag niet tolereert en geef aan wat voor gevolgen pesten heeft voor de slachtoffers. • Probeer een goed overzicht van de activiteiten van uw kind te krijgen. Met wie gaat uw kind om, waar en wanneer? Stel een aantal duidelijke regels voor en met uw kind vast. • Beloon uw kind voor positief gedrag, met name voor wat betreft huis en schoolregels. • Bedenk dat het veelvuldig kijken naar gewelddadige video’s, videogames en televisieprogramma’s het gedrag van uw kind negatief kan beïnvloeden. Stel samen met uw kind een kijk- of speelwijzer op. Op Tabitha hebben wij een uitgebreid pestprotocol. Dit protocol is in het schooljaar 2007/2008 weer helemaal aangepast en ter goedkeuring aangeboden aan onze MR. Wanneer u dit protocol graag in wilt zien kan dat altijd via de directie of de website van onze school. Meldcode huiselijk geweld en/of kindermishandeling. Als wij op school een vermoeden hebben, dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/ of kindermishandeling, dan handelen wij zoals beschreven staat in de “Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling”. Als team van onze school zijn we verantwoordelijk voor het effectief reageren op signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld.
32
Vanaf juli 2013 is het landelijk verplicht om volgens de vijf stappen van de “Meldcode” te handelen. In het kort houdt dit in: (korte opsomming vijf stappen). Voor meer informatie: Vanaf juli 2013 is het voor het primair onderwijs verplicht om de “Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling” te hanteren. De meldcode is een stappenplan, dat de school ondersteunt in de omgang met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het formeel vastleggen van die stappen zorgt voor een zorgvuldig proces vanaf het moment dat signalen worden opgevangen tot het moment dat er een beslissing over een eventuele melding moet worden genomen. De meldcode is in te zien … In Nederland zijn ruim 100.000 kinderen slachtoffer van mishandeling en verwaarlozing. Dit is gemiddeld genomen één kind per klas. Vaak zijn er bij omstanders wel vermoedens dat kinderen opgroeien in een zorgelijke situatie. Om te bevorderen dat beroepsbeoefenaren signalen van kindermishandeling herkennen en er adequaat op reageren, wordt in 2013 de wet meldcode van kracht. Een meldcode is een stappenplan, waarin staat hoe er moet worden gehandeld bij het signaleren en melden van vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. De wet verplicht alle organisaties, die met kinderen werken, een meldcode te hanteren. De inspectie ziet erop toe, dat de school kan aantonen, dat zij over een meldcode beschikt en beleid voert dat het gebruik ervan borgt. Taakspel Op Tabitha wordt gebruik gemaakt vanTaakspel©. Taakspel is een interventieprogramma die uitgaat van het aanmoedigen en benoemen van het gewenste gedrag om op die wijze een positief klassenklimaat te bewerkstelligen. Bij Taakspel wordt dus het gewenste gedrag gestimuleerd, hierdoor weten kinderen wat ervan hen wordt verlangd. Uitgangspunt van Taakspel is dat wanneer het gewenste gedrag complimenten oplevert dit het negatieve gedrag zal doen uitdoven. Gevolg is dat door het positieve te
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
benoemen kinderen de sfeer in de groep als prettiger gaan ervaren. Een voorbeeld: ‘Wat fijn dat jij rechtop zit als je werkt, hierdoor kun je nog netter werken’. Taakspel is vrij recent uitgeroepen tot één van de 6 programma’s waarvan bewezen is dat het ook werkt als antipestprogramma, vooral omdat het klassenklimaat positiever wordt. Een ander aspect waarvoor Taakspel wordt ingezet is dat het de taakgerichtheid van de kinderen vergroot. Dit houdt in dat kinderen geconcentreerder kunnen werken en dus een hoger rendement uit de lestijd zullen halen. Tijdens schooljaar 2015-2016 zal Taakspel ingezet worden in diverse groepen.
besproken. In november wordt u uitgenodigd voor een adviesgesprek. Dit gesprek staat los van de uitslag van de CITOeindtoets. Ouders kiezen samen met het kind de school voor voortgezet onderwijs. In januari en februari houden alle scholen voor voortgezet onderwijs open dagen voor ouders en leerlingen. Wij raden u aan op verschillende scholen te gaan kijken. Wij vragen de kinderen het inschrijfformulier voor de gekozen school op school in te leveren. Op sommige scholen voor voortgezet onderwijs moet de inschrijving digitaal gebeuren. Wij informeren u daar uitgebreid over.
Om de meldcode in de school in te voeren en te borgen is een aandachtsfunctionaris aangesteld. Komend schooljaar is dat Inge Kuit. De taken zijn: • Het schrijven van een schoolspecifieke meldcode • Zorgen dat het team herover geïnformeerd wordt • Fungeren als vraagbaak voor de leerkrachten bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling en zorgen dat er volgens de meldcode gehandeld wordt • Deelnemen aan netwerkbijeenkomsten voor aandachtsfunctionarissen. 4.4 Overgang naar het voortgezet onderwijs De school beschikt over een leerlingdossier van elk kind. Dit dossier bevat informatie over de vorderingen van uw kind. Daarbij horen ook de uitslagen van de toetsen behorende bij het leerlingvolgsysteem van de school. In november vindt er een informatieavond plaats voor ouders en kinderen van groep 8. Tijdens deze avond wordt algemene informatie over het voortgezet onderwijs gegeven en wordt de procedure bij het bepalen van de schoolkeuze nader toegelicht. De schoolkeuze voor het vervolgonderwijs wordt gebaseerd op de behaalde resultaten in de groepen 6, 7 en 8 en wordt met de ouders en het kind en de groepsleerkracht van groep 8
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
33
Een school met Tijdens de informatieavond, aan het begin van het schooljaar, bespreekt de leerkracht van groep 8 de procedure met de ouders. De scholen voor voortgezet onderwijs houden ons op de hoogte van de vorderingen van de oud-leerlingen. Zo volgen wij ook de schoolloopbaan van de leerlingen na het verlaten van de basisschool. 4.5 Buitenschoolse activiteiten voor kinderen Gedurende een schooljaar vinden ook activiteiten buiten de school plaats zoals het schoolreisje, de sportdagen, excursies, sporttoernooien. Schoolreisje/kleuterfeest. Elk jaar is er voor de leerlingen van groep 1 t/m 8 een speciale dag. Het kan zijn dat de kinderen een dagje met elkaar op stap gaan, maar er kan ook bijvoorbeeld een themafeest in en rond de school georganiseerd worden. Groep 8 gaat ook een week op schoolkamp naar Ameland. Ruim van tevoren verneemt u hoeveel er door de ouders moet worden bijgedragen voor het schoolreisje en het schoolkamp. Sport en spel De groepen 1 t/m 3 houden hun sportdag in en om de school. De groepen 4 t/m 8 houden hun sportdag rond de Toolenburgse plas. Daarnaast doen we vanaf groep 3 aan verschillende sporttoernooien mee, zoals het basketbaltoernooi, het volleybaltoernooi, het voetbaltoernooi, het peanutbaltoernooi, en het schoolatletiektoernooi. Inschrijving gebeurt op basis van vrijwilligheid. Op het schooleiland Toolenburg-Oost is schooljaar een combinatiefunctionaris (CF) aangesteld. De primaire taak van deze CF is de kinderen in de basisschoolleeftijd meer te laten bewegen. Aangezien dit deels vanuit de gemeente wordt gepropageerd wordt dit ook deels gesubsidieerd. Het resterende deel wordt betaald door de 3 basisscholen op het schooleiland. De CF die aan ons schooleiland is gekoppeld is Femke Looman, zij geeft invulling aan deze taak zowel onder
34
lestijd als na schooltijd. De invulling die wij als school willen geven aan de CF onder schooltijd is vrij. Tabitha heeft gekozen om Femke de groepen 1 t/m 3 extra bewegingslessen te geven. Juist deze leeftijdsgroep maakt een enorme motorische ontwikkeling door gedurende de eerste basisschoolleerjaren. De leerkrachten zijn deels bij deze lessen aanwezig, ondersteunen en observeren. De inhoud na schooltijd wordt geheel door Femke ingevuld. In Toolenburg-Oost is gekozen om deze vormen van bewegingslessen aan kinderen uit de groepen 1 t/m 5 aan te bieden. Maandelijks wordt er een nieuw aanbod gepresenteerd door Femke waar de kinderen van groep 1 en 2 en de groepen 3 t/m 5 zich voor kunnen opgeven. Om deelname laagdrempelig te laten zijn is er gekozen voor een kleine financiële bijdrage per les van € 1,-. In de Nieuwsbrief wordt iedere maand het aanbod bekend gemaakt. Excursies Elke groep gaat gemiddeld twee keer per jaar op excursie. Hiervoor kunnen verschillende aanleidingen zijn: een project, een spreekbeurt of een uitnodiging. Voorbeelden van excursies zijn: een bezoek aan de bakker of kinderboerderij, een speurtocht in het bos en een museumbezoek. Voor het vervoer wordt er een beroep op ouders gedaan. Culturele activiteiten De school maakt ruimschoots gebruik van het aanbod van het Centrum voor Kunst en Cultuur Pier K en neemt deel aan het Kunstmenu. Elke groep besteedt jaarlijks aandacht aan een speciale techniek (druktechnieken, beeldhouwen), bezoekt een voorstelling of werkt aan een project in de klas. Verder besteden we aandacht aan activiteiten die elk jaar weer terugkeren. Voorbeelden daarvan zijn Sint Maarten, Sinterklaas, Kerst, Pasen en de Kinderboekenweek.
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
5 CONTACT MET OUDERS 5.1 Informatieavond Aan het begin van het schooljaar wordt per groep een avond georganiseerd waarop de groepsleerkracht informatie geeft over hetgeen u als ouders in het schooljaar kunt verwachten. Aan de orde komen de te gebruiken methodes, huiswerk en andere voor de groep belangrijke informatie. Wanneer er halverwege het schooljaar een nieuwe kleutergroep start, zal er een extra informatieavond worden georganiseerd. 5.2 Spreekavonden Omdat we graag contact met u hebben over de voortgang en het welbevinden van de kinderen, nodigen we u regelmatig uit voor een gesprek. Bij vragen over uw kind kunt u het beste zo spoedig mogelijk een afspraak maken met de groepsleerkracht, zijn er problemen dan kunnen deze snel weer worden opgelost. Drie maal per jaar wordt u in de gelegenheid gesteld te komen praten over de vorderingen van uw kind. Soms op uitnodiging, soms op inschrijving. Deze afspraken duren 10 minuten en staan gepland op de jaarkalender. Al deze gesprekken worden op de avond gehouden en het is niet de bedoeling dat u de kinderen meeneemt op die avond, mits u samen met uw kind wordt uitgenodigd. 5.3 Inloopavond Jaarlijks verzorgt Tabitha een zogenaamde Inloopavond. U bent die avond van harte welkom met uw kind) om in de klassen naar het werk van uw kind te komen kijken en naar alle onderwijsmaterialen. Deze avond is bedoeld voor de leerlingen uit groep 1 t/m 6 en is niet bedoeld om over de vorderingen van uw kind te komen praten. 5.4 De Nieuwsbrief Deze wordt, tweewekelijks, door de directie van de school geschreven en per email aan de ouders verstuurd.
5.5 Beleid gescheiden ouders Ook bij ons op school komt het voor dat ouders uit elkaar gaan en toch beiden een goed contact met de school willen onderhouden. Daar waar het gaat om opvoeding en gezondheid, hebben beide ouders recht op informatie over hun kinderen. In principe hopen we dat gescheiden ouders samen tot een oplossing komen om op de hoogte te blijven van het wel en wee van hun kinderen. Als school hebben we niet direct de taak om te bemiddelen in situaties doordat de ouders niet meer met elkaar communiceren. In het belang van uw kind is een goede communicatie plezierig. Wij bieden als school de mogelijkheid om schriftelijke informatie zoals een Nieuwsbrief via de e-mail naar de partner te sturen die niet direct iedere dag op school komt. Ook kan er door die partner een aparte afspraak met de leerkrachten gemaakt worden om over de vorderingen van de kinderen te komen praten. Sinds kort hebben we een echtscheidingsprotocol ontwikkeld waarin het beleid rondom gescheiden ouders staat omschreven. De leerkracht vraagt beide gescheiden ouders de vragenlijsten van dit protocol in te vullen en eventueel bijlagen, zoals rechterlijke uitspraken etc toe te voegen. Zo weten school en ouders precies waar ze zich aan moeten en kunnen houden. 5.6 Hulp van de ouders Het is prettig een beroep te kunnen doen op ouders die op verschillende manieren actief willen zijn in school. U kunt op deze manier nog meer betrokken raken bij het schoolleven van uw kind. Een paar voorbeelden zijn: • Hulp bij excursies • Hulp bij sportdagen • Hulp bij het lezen of werken met de computer • Lid van de Oudervereniging of Medezeggenschapsraad • Klassenouder • Hulp bij de spelletjesochtenden van de groepen 1 en 2 • Hulp bij de mediatheek
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
35
Een school met • Hulp bij het omkleden voor de gymlessen in de kleutergroep • hulp bij het lopen of fietsen naar de gym Daarnaast vinden we ouderbetrokkenheid nog veel belangrijker. Ouderbetrokkenheid vindt voornamelijk in de thuissituatie plaats en geeft uw betrokkenheid als ouders bij het onderwijsleerproces van uw kind weer. We zijn er van overtuigd dat het leerrendement bij kinderen nog groter wordt als de ouders in de thuissituatie voor 100 % betrokken zijn bij de wijze waarop het kind leert. U kunt veel invloed uitoefenen op het leerrendement van uw kind en we schrijven regelmatig een stukje in de Nieuwsbrief over de wijze waarop u dit kunt doen. 5.7 De Oudervereniging De Oudervereniging is een enthousiaste, onmisbare activiteitencommissie. Saskia Juarez is de voorzitter van de Oudervereniging. Een lid van het team en een lid uit de Medezeggenschapsraad (oudergeleding) zijn vertegenwoordigd in de Oudervereniging. De Oudervereniging van CBS Tabitha is de formele organisatie die op de school de samenwerking tussen de ouders, de directie en de leerkrachten bevordert. De betrokkenheid van ouders bij de scholen wordt gezien als een belangrijk punt en krijgt maximaal gestalte in een verenigingsvorm. Iedere ouder kan lid van die vereniging zijn en heeft gelijke zeggenschap binnen de algemene ledenvergadering van de vereniging. Ouderbijdrage De Oudervereniging beheert de bedragen die afkomstig zijn uit de ouderbijdrage. Een deel van de bijdrage is bestemd voor het financieren van kosten die niet door het rijk worden gesubsidieerd, zoals Sinterklaasfeest, Kerstfeest, afscheidsavond groep 8, en excursies. Dit jaar is de ouderbijdrage vastgesteld op 52,50 euro per kind en dat is inclusief het schoolreisje en/of het kleuterfeest. Het voldoen van de ouderbijdrage is in principe
36
vrijwillig, maar we stellen het zeer op prijs als alle ouders het bedrag betalen. Na inschrijving van uw kind, wordt u gevraagd een keuze te maken, door het ondertekenen van een verklaring, waarin u aangeeft of u gedurende de tijd dat uw kind op de basisschool zit, de ouderbijdrage wilt betalen of niet. In dezelfde verklaring kunt u aangeven of u gedurende die periode bereid bent een bedrag te betalen voor het schoolreisje van kinderen uit groep 1 t/m 8 en het schoolkamp voor de leerlingen uit groep 8. Natuurlijk hopen we dat alle ouders het belang inzien van bovenstaande activiteiten en daarvoor ook willen betalen. Zonder deze extra financiën kunnen dit soort activiteiten niet worden georganiseerd. U ontvangt een brief van de Oudervereniging met het verzoek om de ouderbijdrage te voldoen. Bent u deze brief kwijt, kunt u aan de directie een nieuwe brief vragen met de gegevens en het bedrag erin. Het rekeningnummer van de Oudervereniging is NL03 INGB 0000 1207 37 tgv Oudervereniging Tabitha. Ouders die vanwege hun financiële situatie niet in staat zijn de bijdragen te voldoen, worden geadviseerd een aanvraag voor financiële ondersteuning te doen bij de afdeling Sociale Zaken van de Gemeente Haarlemmermeer. Naast het beheren van de ouderbijdrage, zijn de leden van de Oudervereniging een onmisbare schakel tijdens de organisatie van allerlei activiteiten in de school. In alle activiteitencommissies, nemen naast een aantal teamleden ook altijd 1 of 2 Ouderverenigingsleden zitting. 5.8 Stichting Leergeld Stichting leergeld Haarlemmermeer stelt zich ten doel te bevorderen dat kinderen van ouders die om welke reden dan ook een laag inkomen hebben, toch deel kunnen nemen aan allerlei activiteiten, zoals sport, zwemles, kunst en cultuur en excursies op school. Ouders die hun kinderen om financiële redenen niet kunnen laten deelnemen aan bepaalde activiteiten, kunnen zich wenden tot Stichting Leergeld die onder bepaalde voorwaarden kan helpen. Voor meer informatie: www.leergeld.nl/haarlemmermeer.
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
5.9 Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad (MR) is een overlegorgaan van ouders en personeel en bestaat bij ons op school uit 10 personen. Daarnaast is bij de vergaderingen de directeur aanwezig. De MR heeft door de wet vastgestelde bevoegdheden, zoals het bespreken van de gang van zaken in de school met het bevoegd gezag. De MR is verder bevoegd om aan voorgenomen beleid instemming te geven, dan wel advies daarover uit te brengen. In het reglement is bepaald voor welke zaken de MR instemmingsrecht heeft en voor welke zaken adviesrecht. De Medezeggenschapsraad onderhoudt contacten met de Oudervereniging en vergadert 6 tot 7 keer per jaar over zaken zoals benoemingen en het schoolplan. Deze vergaderingen zijn openbaar. Alle ouders en personeelsleden zijn dus welkom. In sommige gevallen, bij reglement bepaald, kan van openbaarheid worden afgezien. Onze MR bestaat uit een oudergeleding (in verhouding tot het aantal leerlingen op onze school) en een personeelsgeleding. Het reglement ligt ter inzage op school. In de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) worden zaken besproken die betrekking hebben op alle scholen van de Stichting. 5.10 Verkeersveiligheidscommissie De verkeersveiligheidscommissie bestaat uit ouders en leerkrachten. De commissie houdt zich bezig met het verkeer rondom de school. Daarnaast geeft de commissie voorlichting aan ouders over zaken die het verkeer betreffen. Dit kan gaan over parkeren bij de school, maar ook over veilig fietsen met kinderen of de meest veilige route van en naar school. Leden van de commissie ondersteunen de leerkrachten van diverse groepen bij praktische verkeerslessen. Om de verkeersveiligheid bij de school te kunnen verbeteren, werkt de commissie nauw samen met onze buurscholen. Zo is het mogelijk om gezamenlijk op te trekken richting gemeente om zo de verkeersveiligheid in de buurt van de scholen te verbeteren. Een andere belangrijke activiteit van de
verkeerscommissie, is het ondersteunen van de school bij het behouden van het verkeersveiligheidslabel, zodat de school volledig aan de normen van een verkeersveilige school blijft voldoen. Als u verkeersonveilige situaties tegenkomt rondom de school of op de route naar school, laat het dan weten aan de verkeerscommissie. De commissie is bereikbaar via het E-mailadres:
[email protected] 5.11 Tussenschoolse Opvang In de huidige WPO is vastgelegd hoe de tussenschoolse opvang (TSO) dient te worden georganiseerd. De verantwoordelijkheid ligt primair bij het bestuur. Ook als uw kind slechts incidenteel overblijft, moet u een overblijfkaart aanschaffen. Deze kaart blijft tot eind groep 8 geldig. Het is niet toegestaan bij incidenteel overblijven om met een losse euro te betalen of een euro op de broodtrommel te plakken. In de praktijk raakt dit losse geld vaak op onverklaarbare wijze zoek. Wij hebben op Tabitha er voor gekozen de TSO in eigen beheer te houden. De coördinatie van het overblijven ligt in handen van mevrouw Ria van de Brink. Er wordt van ieder kind een bijdrage gevraagd van 1 euro per dag. Van dit geld worden overblijfouders betaald, maar ook extra materialen voor de kinderen aangeschaft. U kunt overblijfkaarten kopen van, 10 euro (goed voor 10x overblijven) of 20 euro (goed voor 20 x overblijven). Het overblijven staat onder leiding van een aantal vaste overblijfmoeders. Zij volgen een cursus overblijven of hebben deze al gevolgd. Er gelden vaste regels tijdens het overblijven. Wanneer een kind regelmatig deze regels overtreedt, kan een kind van het overblijven worden uitgesloten. Kinderen die niet overblijven, mogen ’s middags niet eerder dan om 12.50 uur het plein betreden. Dat is het tijdstip waarop de overblijvers naar binnen gaan. Zo blijft de veiligheid op het schoolplein gewaarborgd. De coordinator van de overblijf is Ria v.d. Brink. Heeft u specifieke vragen of problemen, kunt u met haar contact opnemen via de mail:
[email protected]
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
37
Een school met 5.12 B uitenschoolse opvang bij Happy Kids en Small Steps Happy Kids en Small Steps bieden beiden buitenschoolse opvang aan kinderen van 4 t/m 12 jaar. Na school staan medewerkers in herkenbare kleding klaar in de hal van de school om de kinderen mee te nemen naar de BSO. Dit gebeurt met de fiets, bakfiets, bolderkar, B4KIDS-bus of gewoon lopend, afhankelijk van de afstand van school naar de BSO. De medewerkers zorgen ervoor dat de kinderen veilig op de BSO komen. Daar wordt gewacht tot alle kinderen er zijn en krijgt iedereen iets te eten en te drinken. Vervolgens kunnen de kinderen vrij spelen of doen ze mee met een gezamenlijke activiteit die door de pedagogisch medewerkers is georganiseerd. De kinderen zijn vrij in wat ze willen doen, het is immers hun eigen vrije tijd. Elke BSO is uniek en profiteert van de expertise van het personeel en van de professionele ondersteuning van de afdelingen op het hoofdkantoor.Bij de ene BSO ligt de nadruk op sport en beweging, terwijl bij de andere BSO veel creatieve activiteiten worden gedaan. De medewerkers proberen het activiteitenaanbod dagelijks te variëren waardoor het spelaanbod voor de kinderen uitdagend blijft. Ook wordt rekening gehouden met de leeftijd van de kinderen.
Elk kindercentrum heeft een pedagogisch werkplan waarin staat omschreven hoe op de groepen wordt gewerkt.
Vakantie-opvang Als u gebruik maakt van buitenschoolse opvang van Small Steps en Happy Kids, is uw kind op deze dagen ook de hele dag welkom in de schoolvakanties. In de schoolvakanties zijn de dagen lang en is er tijd om uitstapjes te maken of andere grotere activiteiten te organiseren. Small Steps en Happy Kids centra zijn 52 weken per jaar open en hebben 1 sluitingsdag per jaar.
Als u er met de leerkracht en de schoolleiding niet uitkomt, oftewel als naar uw mening de klacht niet naar behoren is opgelost, dan kunt u deze ten slotte voorleggen aan het schoolbestuur of voor een objectief onderzoek aan onze Klachtencommissie. In de afweging welk vervolg het meest wenselijk is, kunt u zich laten bijstaan door de contactpersoon en/of de externe vertrouwenspersoon. Met name bij klachten over ongewenste omgangsvormen op school, zoals: pesten, ongewenste intimiteiten, discriminatie, agressie en geweld, kunnen ouders en kinderen een beroep doen op de ondersteuning door de contactpersoon. De contactpersoon is er voor u. Hij/zij luistert naar u, geeft u informatie over
De pedagogische visie en uitgangspunten van Small Steps en Happy Kids De pedagogische visie en uitgangspunten van Small Steps en Happy Kids geven richting aan het werk in de kinderdagopvang en buitenschoolse opvang.
38
Overige dienstverlening Het InfoPunt is het voorportaal van Small Steps en Happy Kids en gevestigd op het hoofdkantoor van Small Steps en Happy Kids, Schipholweg 77-79 in Leiden. Het InfoPunt is alle werkdagen van 8.00 tot 17.00 uur geopend. De medewerkers zijn zowel te bezoeken als telefonisch en via mail te bereiken, tel. 071-5163400 en e-mail:
[email protected]. 5.13 Klachtencommissie Waar mensen samenwerken, gaan soms dingen mis. Als ouder kunt u vragen hebben of ontevreden zijn over de manier waarop school zaken aanpakt (denk aan: de communicatie vanuit de school, de manier waarop uw kind begeleid wordt, schoonmaakwerkzaamheden enz.). Wij gaan er vanuit dat we de meeste klachten in onderling overleg kunnen oplossen. We nodigen u van harte uit bij ontevredenheid deze te uiten naar de school: • naar de leerkracht als het gaat om zaken die spelen in de klas, • naar de schoolleiding als het gaat om klasoverstijgende onderwerpen.
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
mogelijke vervolgstappen en brengt u indien wenselijk in contact met de externe vertrouwenspersoon voor verdere ondersteuning. Nuttige adressen De contactpersonen zijn als leerkracht werkzaam in onze school. Op Tabitha zijn Caroline Brussen en Pascale Emmer de contactpersonen. Telefoonnummer : 0235622855 Schorsen en verwijderen Indien er in de schoolcarrière van een kind incidenten plaatsvinden, die binnen de context van de school grensoverschrijdend zijn, kan de directie van de school besluiten om het betreffende kind te schorsen. Schorsing zal altijd plaatsvinden in overleg met de ouders. Hiermee is schorsen een middel om in te grijpen in de ontstane situatie. Vervolgens zal er, samen met ouders en het kind, een plan worden opgesteld om de ontstane situatie op te lossen. Het schoolbestuur zal hiervan op de hoogte worden gebracht. In enkele gevallen blijkt het middel schorsen niet effectief in het herstellen van de ontstane situatie. In dat geval kan de school overgaan tot verwijdering van het kind. Ook dit zal altijd in overleg met de ouders en het schoolbestuur geschieden. Indien er sprake is van het overgaan tot verwijdering zal het betreffende bestuur het samenwerkingsverband Passend onderwijs Haarlemmermeer hiervan op de hoogte brengen. Over deze bijzondere situaties, verdere procedures en wettelijke termijnen is binnen Meer Primair beleid geformuleerd dat op de school ter inzage ligt. Het jonge kind Alle kinderen op de scholen binnen het samenwerkingsverband Passend onderwijs Haarlemmermeer ontvangen onderwijs dat zo goed als mogelijk aansluit bij hun mogelijkheden. Om deze ontwikkeling nauwlettend te volgen en het onderwijs zo goed mogelijk aan te laten
sluiten bij de ontwikkeling van ieder kind, wordt het ontwikkelingsproces van alle kinderen vanaf groep 1 tot en met groep 8 bijgehouden en geregistreerd in het leerlingvolgsysteem. Meldcode Op 1 juli 2013 is de Wet Verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling in werking getreden. De wet bepaalt dat organisaties in de sectoren onderwijs, gezondheidszorg, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning etc. een meldcode moeten hebben en het gebruik ervan moeten bevorderen. De Meldcode is een stappenplan waarin staat, hoe bijvoorbeeld een leerkracht of hulpverlener moet omgaan met het signaleren en melden van huiselijk geweld en kindermishandeling. Voor de scholen binnen het samenwerkingsverband Passend onderwijs Haarlemmermeer geldt, dat er, naast het stappenplan, daar waar signalen rondom huiselijk geweld en kindermishandeling worden vermoed, gebruik kan worden gemaakt van de gemandateerde professionals voor de ondersteuning in en rondom school. (zie voor uitleg “ondersteuning in en rondom school”, de animatie op de website van het samenwerkingsverband, www.passendonderwijshaarlemmermeer.nl ). De externe vertrouwenspersoon is een objectieve deskundige van buiten de school. De externe vertrouwenspersoon begeleidt u bij het vinden van een oplossing van de door u gesignaleerde klacht. Klachten over ongewenst gedrag, die u onvoldoende vindt opgelost, kunt u voorleggen aan de klachtencommissie. De externe vertrouwenspersoon begeleidt u in het klachtentraject. Tilly Lansbergen, werkzaam bij Onderwijs Advies
[email protected] / 06 53671268 Schoolbestuur Meer Primair 023- 5542351 Margreet Vendel Eef Niezing
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
39
Een school met Klachtencommissie Stichting Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs (GCBO) Stichting GCBO Postbus 82324 2508 EH Den Haag 070-3861697
[email protected] De volledige klachtenregeling, waarin de procedure klachtbehandeling beschreven staat, ligt ter inzage bij de schoolleiding. Vertrouwensinspecteur Voor een onafhankelijk advies in geval van een klacht, kunt u ook contact opnemen met de vertrouwensinspecteur: Centraal meldpunt: telefoonnummer 0900-1113111 (lokaal tarief) weekdagen van 8.00 uur tot 17.00 uur. Meldplicht seksueel geweld Schoolleiding en contactpersonen zullen een klacht van ouders/leerlingen zorgvuldig behandelen. Bij klachten van ouders en leerlingen over de schoolsituatie, waarbij mogelijk sprake is van ontucht, aanranding of een ander zedendelict, is de school verplicht tot het doen van aangifte bij de officier van justitie, omdat mogelijk de veiligheid van meerdere kinderen in het geding is. 5.14 Overgang tussen basisscholen Een tussentijdse wisseling van uw kind naar een andere school, is mogelijk bij een verhuizing of wanneer er onvrede bestaat over de huidige school. Omwille van zorgvuldigheid, hebben de scholen in de Haarlemmermeer de volgende afspraken gemaakt: Als u belt voor informatie in verband met een wens tot overplaatsing, wordt er door de directie zorgvuldig geluisterd. De school waar uw kind op dit moment onderwijs krijgt, wordt vervolgens op de hoogte gebracht van uw verzoek en de reden van uw vertrek. Tussentijdse wisseling van school vindt slechts plaats wanneer er sprake is van een verstoorde relatie, dan wel dat het onderwijsaanbod voor
40
betreffende leerling niet toereikend genoeg is. Tussentijdse wisseling van school is niet mogelijk wanneer een aanmelding richting de SBO of SO is gedaan. De beslissing tot plaatsing ligt bij de directie, na overeenstemming met de directie van de school van herkomst. In alle gevallen vindt uitwisseling plaats van leerlinggegevens. De Intern begeleiders van de school zijn contactpersonen. Scholen zijn altijd verplicht een onderwijskundig rapport van het kind voor de nieuwe school af te geven. Voordat kinderen van een andere school overstappen naar onze school, worden ze een ochtend getest door de Interne begeleider om zo goed mogelijk het instapniveau te bepalen. 5.15 Toelatingsprocedure PO – VO Haarlemmermeer Uit: Toelatingsprocedure Haarlemmermeer (vanaf augustus 2014) Uitgangspunten: • Het basisschooladvies is leidend. • Warme overdracht. Leerling wordt op slechts 1 school van VO ingeschreven. • Helder proces van schoolkeuze, aanmelding en toelating. Toelatingsprocedure: Het basisschooladvies is leidend (eerste gegeven). • Een onderbouwing van de toets resultaten van het kind vanuit het LVS op de vakken Rekenen (vanaf eind groep 6 t/m midden groep 8) en Begrijpend lezen (vanaf midden groep 6 t/m midden groep 8). • Het onderwijskundig rapport. Rol CITO eindtoets: De CITO Eindtoets wordt in april afgenomen. Het basisschooladvies richting Voortgezet Onderwijs is dan al gegeven. Indien de score van de CITO eindtoets positief afwijkt van het gegeven advies kan gekozen worden voor aanpassen van het advies naar boven. Ouders hebben dan de mogelijkheid om de basisschool te vragen het advies te herzien. De basisschool kan dan beslis-
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
sen of ze gaan heroverwegen. Indien de score van de CITO eindtoets in negatieve zin afwijkt van het gegeven VO advies dan blijft het eerst gegeven advies bepalend. Uitgangspunt Inspectie: Wie doen er mee met de CITO Eindtoets: Alle leerlingen in groep 8 doen in principe mee aan de eindtoets. Vooraf wordt samen met de Intern Begeleider bepaald welke leerlingen de basis-eindtoets doen en welke leerlingen de niveau-eindtoets doen. Een OOP (ontwikkelingsperspectief) alleen als gegeven is onvoldoende voor uitsluiting van deelname aan de eindtoets. Indien er een intelligentietoets is afgenomen (bijv. NIO) waaruit is vast komen te staan dat het IQ onder de 85 ligt
i.c.m. OOP is uitsluiting van deelname aan de Eindtoets gerechtvaardigd. Uitgangspunten CBS Tabitha: Hoe wordt het advies op CBS Tabitha samengesteld • Cognitieve opbrengsten (Bron: LVS – gegevens in ParnasSys). • Attitude (Motivatie, huiswerkhouding, gedrag e.d.). • Sociale competenties (uit: KANVAS). • Gezamenlijk oordeel van leerkrachten uit groep 6, 7 en 8, IB-er bovenbouw en directie. • Overige factoren die van belang zijn bij het verder begeleiden van de leerling in VO.
6 DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS 6.1 Niet Methode Toetsen In de groepen nemen wij naast de methode toetsen, de volgende CITO toetsen af:
eventueel extra hulp nodig hebben. De wijze waarop deze hulp plaatsvindt wordt beschreven in hoofdstuk 4 "Zorg voor de leerlingen."
Groep Toets 1 en 2 Rekenen en Taal 3 Leestoetsen: AVI/DMT 3 t/m 8 Rekenen-Wiskunde 3 t/m 8 Spelling 4 t/m 8 Leestempo 3 en 4 Woordenschat 5 t/m 8 Begrijpend lezen 8 Eindtoets
Uitstroom Uitstroom : In het schooljaar 2012-2013 was dit 537,1 In het schooljaar 2013-2014 was dit 536 In het schooljaar 2014-2015 was dit 535,2
Daarnaast worden de volgende toetsen en observatielijsten afgenomen: Groep Toets 1 t/m 8 Kanvas ( sociaal-emotionele ontwikkeling) 1 en 2 Checklisten Taal, Rekenen en Motoriek Mede aan de hand van de toets- en observatieresultaten wordt bekeken waarbij de kinderen
De kinderen stroomden in het schooljaar 2014-2015 uit naar de volgende VO scholen: 10 kinderen naar het VWO 2 kinderen naar Havo-VWO 18 kinderen naar Havo 29 kinderen naar VMBO-T 4 kinderen naar VMBO-K 3 kinderen naar VMBO-B Opbrengsten In het kader van de nieuwe wet Passend Onderwijs zijn door het team van Tabitha de opbrengsten op Taal-, Reken- en Spellinggebied en Begrijpend lezen verder in kaart gebracht.
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
41
Een school met Hierbij is gekeken hoe we als school in totaal scoren op CITO gebied maar ook zijn de afzonderlijke leerjaren bekeken. Analyse van de scores (opbrengsten) betekent dat we als school nog beter zicht hebben op waar we moeten interveniëren en waar we het goed op doen. Deze gegevens maken het voor IB en directie mogelijk om nog adequater te kunnen sturen. Ook daar waar we nascholing op zouden kunnen inzetten. Om goede analyses te kunnen maken, worden gegevens uit ons leerlingvolgsysteem ParnasSys gebruikt.
6.2 Kerndoelen Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft bepaald dat iedere basisschool moet voldoen aan de vastgestelde kerndoelen. Kerndoelen vertellen wat de kinderen aan het einde van de basisschool in ieder geval aan lesstof moeten hebben gehad. Deze doelen zijn opgenomen in het schoolplan. Het schoolplan 2015-2019 ligt ter inzage op onze school. Vraagt u er gerust om.
7 PRAKTISCHE ZAKEN 7.1 Aanvang van de lessen De school begint 's morgens om 08.30 uur en de lessen duren tot 11.45 uur. ’s Middags begint de school om 13.00 uur en duren de lessen tot 15.15 uur. De woensdagmorgen duurt voor de kinderen uit groep 1 t/m 8 tot 12.15 uur. Op vrijdagmiddag zijn de groepen 1 t/m 4 vanaf 11.45 uur vrij. Voor alle groepen geldt een zogenaamde inlooptijd van een kwartier ‘s ochtends en tien minuten ‘s middags. De schooldeuren gaan om 8.15 uur open en dan heeft u tot 8.30 uur de
gelegenheid uw kind naar de klas te brengen. In de Wilgen gaan de deuren om 8.20 uur open. Voor de middag geldt dat in alle gebouwen de deur om 12.50 uur open gaat en we om 13.00 uur weer van start gaan met de lessen. 7.2 Ziekte Het kan natuurlijk altijd voorkomen dat uw kind door ziekte of andere omstandigheden niet naar school kan komen. Het is voor ons heel belangrijk dit te weten. Daarom verzoeken wij u ons dit mee te delen voor aanvang van de lessen. U kunt 's morgens voor 08.20 uur en 's middags voor 12.50 uur bellen. (5622855) Wilt u zo vriendelijk zijn deze tijden aan te houden in verband met de rust tijdens de lessen. 7.3 Leerplicht Ouders moeten op grond van de Leerplichtwet er voor zorgen dat hun leerplichtige kinderen naar school gaan. Als uw kind vier jaar is, mag het naar de basisschool. Het is dan nog niet verplicht om hele dagen naar school te gaan. Dat komt pas een jaar later. Om aan de school te wennen mag uw kind ongeveer drie weken, voorafgaande aan de maand dat hij/zij vier wordt, gedurende twee dagdelen per week komen wennen. Een kind is leerplichtig vanaf de eerste dag van de maand waarin het vijf jaar is geworden.
42
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
7.4 Leerplichtzaken De taken van de leerplichtambtenaar zijn o.a.: • Erop toezien dat ouders, leerkrachten en scholen zich aan de Leerplichtwet houden. • Onderhouden van contacten met de scholen, onderwijsinstituten en hulpverlenerorganisaties met betrekking tot de leerplicht en het schoolverzuim. • Het beoordelen van aanvragen voor extra verlof van meer dan 10 schooldagen. • Het geven van voorlichting en advies met betrekking tot de leerplichtaangelegenheden. Als blijkt dat ouders/verzorgers of de directie van de school de Leerplichtwet overtreden en daarmee de belangen van de leerlingen schaden, kan de leerplichtambtenaar proces verbaal opmaken.
7.5 Verlof Leerlingen kunnen extra verlof krijgen. Vijfjarigen, en dus leerplichtig, mogen per week vijf uren de les verzuimen. De ouders moeten de directeur daarvan in kennis stellen. Daarnaast kan de directeur aan vijfjarigen, op verzoek van de ouders, nogmaals vijf uur extra verlof per week verlenen. Aan leerplichtigen kan door de directie wegens gewichtige omstandigheden extra verlof worden verleend voor ten hoogste tien dagen per schooljaar. Hierbij valt te denken aan jubileum, huwelijk, begrafenis en crematie. Deze tien dagen zijn niet bedoeld voor vakantie of een weekendje weg. U dient hiertoe altijd een formulier in te vullen. Dit formulier is verkrijgbaar bij de directie van de school of te downloaden via de website onder het kopje ouders. Verlof voor vakantie buiten de vastgestelde data wordt alleen toegestaan, indien u door uw werkgever of arts een bepaalde periode
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
43
Een school met
44
krijgt opgelegd. In dat geval wordt uw werkgever of arts geacht het formulier eveneens in te vullen. Vanaf groep 3 is het niet toegestaan dat uw kind een kwartiertje eerder uit school wordt opgehaald om naar een zwemles te gaan. Wilt u daar rekening mee houden?
7.7 Veiligheid bij vervoer van kinderen. Er is bij de wet geregeld dat kinderen veilig vervoerd moeten worden in ons drukke verkeer. Een aantal regels die specifiek op onze schoolsituatie betrekking hebben, hebben we voor u even op een rij gezet.
7.6 Schoolverzekering De school heeft voor alle kinderen een scholierenongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering dekt het ongevallenrisico voor uw kind tijdens de schooluren en onderweg van en naar school. De kinderen zijn verzekerd tijdens het verblijf in het schoolgebouw of op de daarbij behorende terreinen tijdens de officiële school-uren. Zij zijn eveneens verzekerd tijdens verblijf op sportvelden en in gymlokalen of tijdens een excursie, schoolreis, schoolkamp e.d., mits en zolang de kinderen onder toezicht staan. We zijn als school niet verzekerd voor diefstal. Geeft u uw kind geen kostbare zaken en/of geld mee naar school.
De wet: • In de auto: Kinderen kleiner dan 1.35 moeten in een goedgekeurd passend kinderzitje, kinderen vanaf 1,35 m moeten gebruik maken van de veiligheidsgordel. Er mogen niet meer kinderen vervoerd worden dan er gordels in de auto zijn. Voor incidenteel vervoer is het niet verplicht om voor alle kinderen een zitje in de auto te hebben,stelt u dit zelf op prijs kunt u altijd uw eigen zitje voor het uitstapje beschikbaar stellen. • In de bus: In de bus hoeven de kinderen geen kinderzitje te gebruiken. Kinderen vanaf drie jaar moeten wel gebruik maken van de gordels, voor zover beschikbaar. Echter, als de bus staanplaatsen heeft of gebruikt wordt voor openbaar vervoer volgens een dienstregeling
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
binnen de bebouwde kom, hoeven de aanwezige gordels niet gebruikt te worden. Als er geen gordels in de bus zijn mogen alle passagiers zonder gordels los worden vervoerd. • Airbag: Bij kinderen tot 12 jaar de airbag uitschakelen. Ieder schooljaar wordt er wel eens in een groep een beroep gedaan op ouders om de kinderen naar een evenement te rijden. Bovenstaande regels nemen we dan in acht. Ook is het verplicht dat de eigenaar van de auto een inzittendenverzekering heeft afgesloten. 7.8 Schoolfotograaf De schoolfotograaf komt ieder jaar op school. Hij maakt individuele foto´s van alle kinderen. Daarnaast worden er foto's gemaakt van de groepen. U beslist zelf of u de foto’s wilt kopen. 7.9 Rookvrije school Sinds een aantal jaren hangt er een plaquette in de school met de tekst "rookvrije school". Dat betekent dat er in onze school nooit gerookt wordt en de kinderen in de bovenbouwklassen, regelmatig lessen krijgen over de schadelijke gevolgen van het roken. 7.10 Fietsen De fietsenrekken voor het schoolplein bieden plaats aan een beperkt aantal fietsen. Dit is dan ook de reden dat alleen de kinderen die ver van school wonen met de fiets naar school mogen komen. Het is van groot belang dat alle fietsen echt in de rekken worden geplaatst. Eventuele schade of diefstal van fietsen valt buiten de verantwoordelijkheid van de school. 7.11 Protocol webpagina De webpagina van onze school is een manier om reclame te maken en informatie over te brengen naar ouders, leerlingen en leerkrachten. De informatie is voor iedereen toegankelijk en is laagdrempelig. Reden te meer om goed na te denken over de teksten en foto’s die we op deze
pagina’s plaatsen. Op onze website www.cbs-tabitha.nl kunt u in het internetprotocol van Tabitha lezen aan welke regels we ons houden betreffende teksten en plaatjes op de website. 7.12 Het meegeven van leerlinglijsten Op de eerste schooldag in oktober wordt per groep een leerlinglijst meegegeven. Op deze lijst bevinden zich de namen, adressen en telefoonnummers van de leerlingen. Geheime nummers worden niet vermeld. Heeft u bezwaren tegen vermelding van uw kind op deze lijsten, geeft u dit dan in de eerste week van het schooljaar door aan de leerkracht van uw kind.
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
45
Een school met 8 OVERIGE INFORMATIE 8.1 Afspraken/schoolregels Voor de school gelden de volgende regels en afspraken:
onderwijs in het kleuterspeellokaal gegeven. Iedere ochtend spelen de kinderen van groep 3 t/m 8 ook buiten.
Hapje en drankje tussendoor In de ochtendpauze kunnen de kinderen het meegebrachte fruit opeten en hun beker leegdrinken. Daarnaast is het toegestaan dat er een koek of een boterham gegeten wordt. Op woensdag is het op Tabitha fruitdag. Om een gezond eetpatroon te bevorderen, neemt iedereen op woensdag fruit mee als tussendoortje.
De tijden zijn als volgt:
Verjaardagen In de groepen 1, 2 en 3 wordt er een feestmuts voor de kinderen gemaakt. De ouders mogen bij het zingen voor de jarige in de groepen 1 en 2 aanwezig zijn. Op welk moment dit gebeurt, wordt altijd in overleg met de leerkracht afgesproken. Aansluitend op het zingen, wordt door de kinderen getrakteerd. Verboden artikelen Het is verboden om mobiele telefoons aan te laten op school. Ze mogen wel meegenomen worden naar de klassen, maar worden opgeborgen in de laatjes van de leerling of in een bak van de leerkracht. Kinderen bellen niet en worden niet gebeld onder schooltijd. Klassenavonden In de groepen 6,7,8 hebben de kinderen 1 keer per jaar een klassenavond. Ze zorgen dan zelf voor de hapjes en de drankjes en toveren hun lokaal of de grote hal in het hoofdgebouw om tot een echte disco. Vaak verzorgen oud-leerlingen van onze school de muziek. Speelkwartier De kinderen van groep 1 en 2 spelen iedere ochtend en iedere middag 3 kwartier buiten. Bij slecht weer wordt er een extra les bewegings-
46
09.45 uur – 10.00 uur: groep 3 10.00 uur – 10.15 uur: groep 4 10.15 uur – 10.30 uur: groep 5 en 6 10.30 uur – 10.45 uur: groep 7 en 8 Schoolplein Het is niet toegestaan om op het schoolplein te fietsen. De kinderen mogen met skeelers naar school komen, maar niet tijdens het speelkwartier rijden. Er mag, omwille van de veiligheid, niet meer worden gevoetbald op het schoolplein. Ook mag er na schooltijd niet op het plein worden gespeeld. Er staan borden: “verboden toegang voor onbevoegden” op diverse plekken op het schoolplein. Deze maatregel hebben we moeten nemen om vandalisme na schooltijd, vooral in de avonduren, te bestrijden. Alle leerkrachten lopen op het plein tijdens de pauzes. In onderling overleg wordt besloten of er bij minder goed weer binnen of buiten wordt gespeeld. Bewegingsonderwijs In groep 1 en 2 kleden de kinderen zich in de klas om, voordat ze naar het speellokaal gaan. Tijdens de lessen in het speellokaal hebben de kinderen minimaal gymschoenen, bij voorkeur zonder veters, nodig. De meeste kinderen gymmen in een korte broek met een T-shirt. Deze gymkleding wordt bewaard in een gymzak die door de school wordt uitgedeeld. De kinderen uit de groepen 3 tot en met 8 gaan onder begeleiding, in de rij, naar de gymzaal, waar zij zich omkleden. Zij dragen tijdens de gymles gymschoenen, een turnpakje of een korte broek en een T-shirt. Na afloop van de gymles mogen de kinderen vanaf groep 4 gebruik maken van de douches. Dit is echter niet verplicht.
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
een duidelijke
visie...
Goede doelen Twee keer per jaar kiezen we een project uit waarvoor we, voor een bepaalde tijd, gaan sparen. Indien mogelijk bestellen of krijgen we ook bijbehorende video’s, cd’s en ander onderwijsmateriaal. Op deze manier zijn de kinderen heel direct bij het project betrokken en weten ze waarvoor ze geld meenemen. Gedurende de project-periode mogen de kinderen geld mee naar school nemen. Ouders worden middels de nieuwsbrief op de hoogte gehouden. Schooltelevisie Jaarlijks maken de leerkrachten een keuze uit het programma-aanbod van de Nederlandse Onderwijs Televisie. (NOT). Zo wordt er o.a. gekeken naar het SchoolTVWeekjournaal, Nieuws uit de Natuur, Koekeloere en Huisje Boompje Beestje. De programma's bevatten veel informatie en geven vaak bruikbare ideeën voor verwerking in de les. Gevonden voorwerpen Sportkleding, laarzen, broodtrommels, drinkbekers en tassen graag voorzien van zijn voorzien van een naam. Gevonden voorwerpen en spullen die achterblijven, worden dagelijks verzameld en in de houten bak naast de piano gestopt. Daar kunt u altijd op zoek gaan naar verdwenen voorwerpen. Vier keer per jaar wordt de bak geleegd, de spullen gewassen en gaat de inhoud naar een goed doel.
Vakanties en vrije dagen De vakanties zijn dit jaar gedurende de volgende perioden: Herfstvakantie 19 oktober t/m 23 oktober 2015 Kerstvakantie 21 december t/m 01 januari 2016 Voorjaarsvakantie 29 februari t/m 4 maart 2016 Pasen 25 maart t/m 28 maart Meivakantie 25 april t/m 06 mei 2016 Pinkstervakantie 16 mei 2016 Zomervakantie 18 juli t/m 26 augustus 2016 Studiedagen (kinderen vrij) 2 oktober 2015, 4 januari 2016, 18 maart 2016 17 mei 2016 (studiedag Meer Primair)
Ta bit ha sc h oolg i d s 201 5 - 201 6
47
De Groepsverdeling voor het schooljaar 2015-2016 Groep 1 / 2 A Ina Bijnevelt (ma-di-woe) Mia van Rossum (do-vr)
Groep 5 A Renske Rijlaarsdam (ma-di-woe) Audrey van Doornum (do-vr)
Groep 1 /2 B Monique van der Lans (ma-di) Alie Verweij (woe-do-vr)
Groep 5 B Cynthia Wassink (ma t/m vr) Groep 6 A Caroline Brussen (ma-di-woe) Petra Frich (do-vr)
Groep 1 / 2 C Barbara v.d. Zwaart (ma-di) Erika Roebert (woe-do-vr) Groep 1 / 2 D Jessica Kolasa (ma t/m vr) Groep 3 A Petra van der Wel (ma-di) Agatha Schwing (woe-do-vr) Groep 3 B Mascha van der Maarl (ma-di) Cindy Obdam (woe-do-vr) Groep 3 C Ad Verheij (ma) Jolanda Hetem (di-woe-do-vr) Groep 4 A Tirza Bosker (ma-di) Louke Deurvorst (woe-do-vr) Groep 4 B Nanda van Dijk (ma t/m vr)
48
Groep 6 B Romilda Buskermolen (ma t/m vr) Groep 7 A Francine Looij-Stam (ma-di-do-vr) Inge Kuit (woe) Groep 7 B Danielle Tibbe (ma-di-do-vr) Ad Verheij (woe) Groep 7 C Loes de Wit (ma t/m vr) Groep 8 Roel van der Klugt (ma t/m vr) Ad Verheij (di-do-vr extra leerkracht)
Ta bit h a sch oolg id s 201 5 - 201 6
Een school met een duidelijke
visie...
Adres Femina Mullerstraat 74 2135 MS Hoofddorp Telefoon: 023 - 562 28 55 E-mail:
[email protected] Website: www.cbs-tabitha.nl