Schoolgids

Schoolgids 2015-2016

Nutsbasisschool Voorschoten Elstlaan 6 2252 LC Voorschoten telefoon: fax: e-mail: website:

071 – 561 40 97 071 – 561 73 29 [email protected] www.nutsbasisschool.nl

Schoolgids Nutsbasisschool Voorschoten

1

Voorwoord Voor u ligt de schoolgids voor het schooljaar 2015-2016. Ouders van huidige en van mogelijk nieuw te plaatsen leerlingen kunnen hierin lezen over het onderwijs op de Nutsbasisschool, de organisatie van de school, de zorg voor de leerlingen en de huisregels. Voor ouders die overwegen hun kind bij de Nutsbasisschool op te geven geeft hoofdstuk 6 een kijkje achter de schermen: hierin worden de meest gestelde vragen van ouders beantwoord. Heeft u na het lezen van de schoolgids opmerkingen, vragen of suggesties dan horen wij dat graag van u!

Namens bestuur en directie van de Nutsbasisschool, Karin van Schalkwijk Directeur


2

Inhoudsopgave 1. Waar staat de Nutsbasisschool voor? ................................................................................................................. 4 Missie ............................................................................................................................................................. 4 Onderscheidend vermogen ........................................................................................................................... 5 2. Hoe is de school georganiseerd? ......................................................................................................................... 7 Interne organisatie ........................................................................................................................................ 7 Dagelijkse gang van zaken ............................................................................................................................. 9 Financiering ................................................................................................................................................. 10 Kwaliteitszorg .............................................................................................................................................. 11 3. Hoe is het onderwijs ingericht? ......................................................................................................................... 11 Vakken en methodes ................................................................................................................................... 12 Het belang van de leesontwikkeling ............................................................................................................ 13 ICT ................................................................................................................................................................ 13 Engels........................................................................................................................................................... 14 Excursies, schoolreizen en extra activiteiten ............................................................................................... 15 Creativiteit ................................................................................................................................................... 15 Presentatievaardigheden ............................................................................................................................ 15 Huiswerk ...................................................................................................................................................... 15 Benodigde materialen ................................................................................................................................. 16 4. Hoe is de zorg voor de leerlingen georganiseerd? ............................................................................................ 16 Nieuwe leerlingen ........................................................................................................................................ 17 Volgen van ontwikkelingen ......................................................................................................................... 17 Rapportage over de vorderingen van uw kind ............................................................................................ 18 Speciale zorg ................................................................................................................................................ 18 Kinderen met een handicap of ernstig leerprobleem ................................................................................. 23 Doublure en versnellen ............................................................................................................................... 23 Overgang naar het voortgezet onderwijs .................................................................................................... 24 5. Regels ................................................................................................................................................................ 25 Schoolregels en groepsafspraken ................................................................................................................ 25 Aan- en afwezigheid .................................................................................................................................... 25 Klachtenregeling en vertrouwenspersonen ................................................................................................ 26 Disciplinaire acties ....................................................................................................................................... 26 Schoolverzekering........................................................................................................................................ 27 Foto- en filmopnamen ................................................................................................................................. 27 6. Meest gestelde vragen ...................................................................................................................................... 28 Vraag I: Als ik mijn kind heb aangemeld, hoe weet ik dan of hij geplaatst is? ............................................ 28 Vraag II: Wat moet ik weten voordat mijn 4-jarig kind naar school komt? ................................................. 28 Vraag III: Schoolmelk, hoe vraag ik dat aan? ............................................................................................... 28 Vraag IV: Hoe is het overblijven geregeld? .................................................................................................. 28 Vraag V: Mijn kind is bijna jarig, wat trakteert hij? ..................................................................................... 29 Vraag VI: Ik wil graag met de leerkracht over mijn kind praten. Wanneer schikt dat? ............................... 29 Vraag VII: Hoe is het bewegingsonderwijs geregeld? .................................................................................. 29 Vraag VIII: Mijn kind heeft hoofdluis, wat nu? ............................................................................................ 29 Vraag IX: Hoe hoog is de vrijwillige ouderbijdrage? .................................................................................... 30 Vraag X: Later instromen, hoe gaat dat in zijn werk? .................................................................................. 30 Vraag XI: Wat is het vakantierooster voor dit schooljaar? .......................................................................... 30 Vraag XII: Welke documenten kunnen ouders op school inzien? ............................................................... 31 Vraag XIII: Met welke instanties heeft een basisschool te maken? ............................................................ 31 Vraag XIV: Hoe is de buitenschoolse opvang geregeld? .............................................................................. 32


3

1. Waar staat de Nutsbasisschool voor? In Hoofdstuk 1 gaan we in op de missie van waaruit de Nutsbasisschool werkt. Ook wordt kort uiteengezet wat kenmerkend is voor deze school.

Missie Het Nutsonderwijs in Nederland komt voort uit de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Deze Maatschappij werd opgericht in 1784 uit kritiek op het toenmalige reguliere onderwijs. De Maatschappij stichtte diverse scholen, steunde (arme) ouders bij het leren lezen, stichtte bibliotheken en organiseerde concerten, lezingen en toneelvoorstellingen. Kenmerkend voor het hedendaags Nutsonderwijs is dat het ieder kind in de gelegenheid stelt om zich volledig te ontplooien in een veelzijdige maatschappij middels een gedegen en brede basisopleiding waarin het kind centraal staat. Typerend voor de Nutsbasisschool in Voorschoten is de structurele bijdrage die de school wil leveren aan de individuele en sociale ontwikkeling van haar leerlingen. De school creëert hiertoe een veilige en ondersteunende omgeving waarin kinderen hun intellectuele, creatieve en sociale mogelijkheden optimaal kunnen ontplooien. De Nutsbasisschool is een neutraal bijzondere school. Neutraal omdat het onderwijs niet vanuit een bepaalde geloofsovertuiging wordt gegeven. Bijzonder omdat het binnen de regels van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een grotere bewegingsvrijheid heeft dan een openbare school. Het bijzonder karakter biedt de mogelijkheid om ouders op vrijwillige basis een financiële bijdrage te vragen. Hiermee worden voorzieningen getroffen om doelstellingen van de school te realiseren die met de rijkssubsidie niet betaald kunnen worden.

Wij geven vanuit de pedagogische kerntaak vorm aan de ontwikkeling van het kind. In de praktijk wordt deze ingevuld door: 1. 2.

Het gericht stimuleren van de cognitieve (verstandelijke), de creatieve en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Het werken aan een vorm van onderwijs waarbinnen zo goed mogelijk rekening gehouden wordt met de verschillen tussen leerlingen.

Uitgangspunt is het creëren van de ‘complete(re)’ leerling, met behoud van de excellente uitvoering van de kernonderwijstaken. Kinderen worden completer door een goede balans in de driehoek cognitie – sociaal emotioneel – creativiteit. Begrippen als relatie (ik hoor erbij), competentie (ik kan het/ik durf het) en Schoolgids Nutsbasisschool Voorschoten

4

autonomie (ik kan het zelf) staan centraal. Wij willen hoogwaardig onderwijs geven aan kinderen die – met aandacht voor de ander – als volwaardig lid van de groep stabiel, zelfredzaam, opgewekt en vol zelfvertrouwen zijn. Samenwerking met de ouders is hierbij essentieel: samen met de ouders delen wij de opvoedingstaak, waarbij zowel ouders als school zich van haar eigen opvoedingstaken bewust moeten zijn. Bovenstaande kernwaarden vertalen zich als volgt in onze missie: “Op de Nutsbasisschool ontwikkel ik mijn kennis en vaardigheden en leer ik mijn eigen en andermans talenten te herkennen en erkennen. Hierdoor sta ik zelfverzekerd in het leven en lever ik een positieve bijdrage aan mijn omgeving.” Van deze missie is een aantal begrippen nader uitgewerkt: Kennis Op de Nutsbasisschool maken de leerlingen zich kennis eigen in een goed georganiseerde en gefaciliteerde leeromgeving. De leerlingen krijgen de mogelijkheid hun cognitieve capaciteiten optimaal te ontwikkelen. Het onderwijs op de Nutsbasisschool is gedifferentieerd en zo ingericht dat hun kennis, bij het verlaten van de basisschool, in de regel ruim uitstijgt boven hetgeen de overheid voorschrijft aan de basisscholen. Naast het stimuleren van de cognitieve ontwikkeling (taal, rekenen, Engels, biologie, etc.) wordt de algemene ontwikkeling van de kinderen actief gestimuleerd door hen in contact te brengen met de maatschappij: cultuur, kunstuitingen, religies, politiek, etc. Vaardigheden Op de Nutsbasisschool leren kinderen zich sociaal vaardig in de maatschappij te bewegen. Zij ontwikkelen daarbij een positief kritische houding ten opzichte van zichzelf en hun omgeving. De Kanjerlessen spelen hierin een belangrijke rol (zie H.3). Zij leren dat zij door oefening en het ‘zelf doen’ – dus vanuit hun doorzettingsvermogen - vaardig worden. Leerlingen leren zich creatief te uiten (bijv. bij weeksluitingen), leren spreken en optreden voor een grote groep vanaf groep 1, leren opbouwende feedback te geven aan anderen en daarnaast ook hoe verantwoord om te gaan met informatietechnologie en sociale media. Talenten Op de Nutsbasisschool wordt erkend dat iedereen een eigen talent heeft, klein of groot. Dit kan bijvoorbeeld op cognitief, sportief, creatief of sociaal gebied zijn. Kinderen leren hun eigen talenten te herkennen en erkennen. Waar mogelijk wordt de leerlingen de kans geboden om onder schooltijd hun talenten verder te ontwikkelen, zodat zij het beste uit zichzelf kunnen halen. Zelfverzekerd Op de Nutsbasisschool leren kinderen dat zij er mogen zijn, dat ze trots mogen zijn op hun eigen kennis, vaardigheden en talenten. Hierdoor staan ze weerbaar, respectvol naar anderen en met een positief zelfbeeld in de maatschappij. In een veilige omgeving leren de kinderen om te gaan met het geven en krijgen van feedback (bijv. bij spreekbeurten en de Kanjerlessen) en leren zij te vertrouwen op hun eigen kracht. Positieve bijdrage aan mijn omgeving Het onderwijsaanbod op de Nutsbasisschool bevordert bij de leerlingen een brede algemene ontwikkeling. Een brede algemene ontwikkeling helpt leerlingen om de wereld om zich heen vanuit verschillende perspectieven te kunnen bekijken. Doordat zij leren een open en actieve houding aan te nemen, kunnen zij een positieve bijdrage leveren aan hun omgeving.

Onderscheidend vermogen Om een optimale ontplooiing van kinderen op cognitief, creatief en sociaal-emotioneel gebied te bereiken, worden op de Nutsbasisschool diverse accenten gelegd (zie ook hoofdstuk 3). Zo krijgen leerlingen vanaf groep 1 Engelse les waardoor optimaal gebruik gemaakt wordt van het natuurlijk vermogen van kinderen om op jonge leeftijd een vreemde taal te leren. Daarnaast worden op diverse manieren presentatievaardigheden aangeleerd: leerlingen leren zich vrij te uiten en met respect te luisteren naar Schoolgids Nutsbasisschool Voorschoten

5

anderen. Er is in iedere groep extra aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling tijdens de Kanjerlessen (zie voor meer informatie www.kanjertraining.nl) en in groep 5 wordt door een gz-psycholoog van de schoolbegeleidingsdienst ieder jaar een verdiepende/extra Kanjertraining gegeven. Verder is de informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs geïntegreerd. Alle groepen krijgen les met behulp van een digitaal schoolbord en leerlingen doorlopen een eigen ICT-leerlijn. De creatieve ontwikkeling van kinderen wordt gestimuleerd met handvaardigheid, tijdens de Happy Friday’s en diverse projecten. In groep 4 nemen de kinderen deel aan workshops georganiseerd door het Notenkrakerplatform, onderdeel van de Russian School of Arts. Tijdens deze workshops maken kinderen kennis met allerlei kunstuitingen en worden talenten vroegtijdig herkend en ontwikkeld (zie voor meer informatie www.notenkrakerplatform.nl). Tot slot kiest de Nutsbasisschool heel bewust voor één locatie om een optimale sfeer en kwaliteit van het onderwijs te kunnen realiseren.


6

2. Hoe is de school georganiseerd? In hoofdstuk 2 gaan we in op de manier waarop de Nutsbasisschool intern georganiseerd is, de schooltijden en de wijze waarop ouders geïnformeerd worden. Ook geven we in dit hoofdstuk aan hoe de financiering geregeld is en dat de kwaliteitszorg een vanzelfsprekend onderdeel van de dagelijkse gang van zaken is.

Interne organisatie Indeling van de school De Nutsbasisschool heeft twee instroomgroepen (de groepen 1a en 1b): elk schooljaar start met ongeveer 16 kleuters per groep. In de loop van het schooljaar worden beide groepen aangevuld tot maximaal 32 kleuters. Aan het eind van het schooljaar gaan de kleuters die daaraan toe zijn door naar groep 2. Door doublures of leerlingen die versnellen kan het voorkomen dat de groepsgrootte boven de 32 uitkomt. Op de teldatum van het ministerie (1 oktober 2014) had de Nutsbasisschool 254 leerlingen. Dit leerlingaantal is redelijk stabiel en fluctueert rondom de 250. De groepen 1 en 2 worden ook wel de onderbouw genoemd, de groepen 3 tot en met 5 de middenbouw en de groepen 6 tot en met 8 de bovenbouw. Er zijn twee schoolpleinen; de kleutergroepen maken gebruik van een eigen schoolplein en een eigen ingang. Daarnaast beschikt de school over een speelzaal, een handvaardigheid lokaal, een computerlokaal en een interne voorziening voor buitenschoolse opvang (BSO). Bestuur De Nutsbasisschool valt onder de Stichting Nutsschool Voorschoten. Deze stichting is aangesloten bij de Verenigde Bijzondere Scholen (VBS). De stichting heeft een eigen bestuur. Dit bestuur vormt het bevoegd gezag; het behartigt de materiële en personele belangen van de Nutsbasisschool en draagt tevens de eindverantwoordelijkheid. Zo stelt het bestuur leerkrachten aan, voert het overleg met de gemeente Voorschoten en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en vertegenwoordigt het de school naar buiten in het schoolbesturenoverleg. Het bestuur bestaat uit maximaal zeven leden en bestaat uit een uitvoerend en een toezichthoudend deel. De leden hebben een zittingsperiode van drie jaar, die eenmaal kan worden verlengd. Minimaal vijf bestuursleden hebben een kind op de Nutsbasisschool. Tabel 1: informatie over de bestuursleden Bestuurslid Jan-Geert Vink Pauline Gras (van Klink) Bas van Bentum Michiel Ellens

Baljé Weber vacature Daan Meijs

Portefeuille toezichthouder: voorzitter toezichthouder : secretaris

Kind in groep 7, 4 en 2

toezichthouder: juridische zaken toezichthouder: toezichthoudend penningmeester uitvoerend: ICT

3 en 1

uitvoerend: personeelszaken uitvoerend: penningmeester

7 en 6

4 en 2

2 en 1 (aankomend)

2 en 1

In het kader van de invoering van de code Goed Bestuur is de bestuurlijke structuur in 2011 gewijzigd en aan de wetgeving aangepast. Als postadres van het bestuur geldt het adres van de Nutsbasisschool.


7

Directie De dagelijkse leiding van de Nutsbasisschool is in handen van de directie. Deze bestaat uit directeur Karin van Schalkwijk en adjunct-directeur Heleen Grinwis. Karin van Schalkwijk is maandag t/m donderdag als directielid werkzaam. Heleen Grinwis is vrijdag als directielid werkzaam. Team In onderstaande tabel staan de leerkrachten van alle groepen voor het schooljaar 2015-2016. Naast directieleden en leerkrachten heeft de Nutsbasisschool drie onderwijsassistenten in dienst: Janneke Nieboer, Johanneke Hoek en Stephanie Verhagen. Zij ondersteunen de leerkrachten bij de zorg voor de leerlingen van de groep. Verder beschikt de school over een remedial teacher, Allart Petstra, die leerlingen met een ondersteuningsbehoefte extra ondersteunt. De intern begeleider, Marina Wackwitz, coördineert de leerlingenzorg. Ze werkt op maandag, woensdag en donderdagmiddag. Zij wordt in haar IB-werkzaamheden ondersteund door Noëlle Dijksman. De Nutsbasisschool heeft vijf vakleerkrachten in dienst: Jeannette Kitselaar en Hanny Pinkse verzorgen de lessen handvaardigheid, Laure Montanus gymnastiek en Peter Banning muziek. Carolien van der Zaal verzorgt de lessen Engels. Verder is Hanny Pinkse deels vrijgeroosterd om leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong in de Plusklas extra uitdaging te bieden. Arthur Staal is de ICT-coördinator van de school. Daarnaast werken Marianne van Staveren als administratieve kracht en Harold den Tonkelaar als conciërge bij de Nutsbasisschool. Jan Kruidhof verzorgt namens de gezamenlijke kerken van Voorschoten het onderwijs in Geestelijke Stromingen in de groepen 6, 7 en 8. Tabel 2: overzicht groepsleerkrachten schooljaar 2015-2016 Groep Leerkracht 1A Gerda Jongewaard (ma), di, woe, do, vr Hanny Pinkse (ma) 1B Dieteke Stoker ma, di, (woe) Karin Wassink (woe), do, vrij 2 Heleen Grinwis (ma), di, woe, do Johanneke Hoek (ma), vrij 3 Marianne Siebenga ma, di, vrij Trudy Huigen woe, do 4 Noëlle Dijksman ma, di Carolien van der Zaal woe, do, vrij 5 Jeannette Kitselaar ma, di, (woe) Allart Petstra (woe), do, vrij 6 Arthur Staal ma, di, Daniëlle van Pampus woe, do, vrij 7 Yolanda Nieuwenhuis ma, di, (woe), do Miranda Flipse (woe), vrij 8 Meta van der Wal ma, di, wo, do Hanny Pinkse vrij In de gang bij de hoofdingang hangt een lijst met foto’s en namen van de individuele teamleden. Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) biedt ouders en teamleden gelegenheid om invloed uit te oefenen op het reilen en zeilen op school. Zo heeft de MR instemmings- en adviesrechten op het terrein van het bestuursbeleid, de ouderbijdrage, de schoolgids en de bevordering van openheid en overleg. De bevoegdheden en taken van de MR staan omschreven in een reglement. De raad bestaat uit drie teamleden en drie ouders. MR-leden worden gekozen voor drie jaar. De oudergeleding bestaat uit Merijn Scheffer (kind in groep 3, 5 en 6), Rob van der Gaag (voorzitter) (kind in groep 3 en 6) en Edu Groenhoff (kind in groep 2, 4 en 6). De personeelsgeleding bestaat uit Noelle Dijksman (leerkracht groep 4 en IB-taken), Trudy Huigen (leerkracht groep 3) en Arthur Staal (leerkracht groep 6 en ICT-coördinator).


8

Evenementencommissie Hulp van ouders is onontbeerlijk. Om deze hulp te coördineren zijn per klas 2 klassenouders aangesteld. Bij de organisatie van allerlei activiteiten fungeren zij als de rechterhand van de leerkracht. Gezamenlijk vormen de klassenouders de evenementencommissie. Klassenouders hebben een zittingstermijn van maximaal twee jaar. Tabel 3: de klassenouders voor het schooljaar 2015-2016 Groep 1A Michelle Langeveld (Melle ) Corine Achterberg ( Milan) Groep 1B Marlous Lukaart (Floris) Jeroen Lukaart (Floris) Robert Grijseels (Myrthe) Yfke Grijseels-Mulder (Myrthe) Groep 2 Annemiek Straatsma (Friso) Annelies Groenhoff (Jens) Groep 3 Anniek van Bentum-Sinnema (Eveline) Wendy Prein (Evelien) Groep 4 Nienke Ellens-Noorlander (Matthijs) Marli Hartgers-Kruysmulder (Lilly) Groep 5 Bianca Aardenburg (Diek) Alexandra van Nieuwenhuijzen (Jade-Isis) Groep 6 Marieke Schreurs (Melle) Karina Vreeburg-Apontoweil (Raven) Groep 7 Petra Morshuis (Floris) Marion van der Geest (Fleur) Groep 8 Maaike Elink Schuurman (Nienke) Janetta Schaap (Gina) Via e-mail inventariseren klassenouders welke ouders zij kunnen inschakelen bij allerlei activiteiten. Te denken valt aan autovervoer bij excursies, hulp bij festiviteiten of het controleren van kinderen op hoofdluis. Overblijven bij SMALLSTEPS De kinderopvangorganisatie Smallsteps organiseert het overblijven van de leerlingen van groep 1 tot en met groep 8. Belangrijk uitgangspunt is dat het beleid tijdens het overblijven aansluit op het beleid van de school. Zie ook hoofdstuk 6, vraag IV.

Dagelijkse gang van zaken Schooltijden De kinderen uit de groepen 1 en 2 mogen ’s morgens vanaf 8.30 uur en ‘s middags vanaf 12.50 uur met hun ouders via de eigen ingang naar binnen (aan de voorzijde van het gebouw). Groep 3 mag tot de herfstvakantie om 8.30 uur samen met hun ouders gebruik maken van deze ingang. Vanaf de herfstvakantie geldt voor deze groep dat ouders hun kind nog maar één vaste ochtend in de week naar de klas mogen vergezellen om werkjes te bekijken of een boekje te lezen. In tabel 4 staan de tijden weergegeven waarop de lessen daadwerkelijk starten. Vijf minuten voor de aanvangstijden gaat de ‘eerste’ bel. De kinderen uit groep 4 tot


9

en met 8 gaan dan de school in. Bij de tweede bel behoren alle leerlingen in de klas te zijn en moeten de ouders van de groepen 1, 2 en 3 de groep verlaten hebben. Tabel 4: de schooltijden dagen in de week maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag woensdag

groep 1 – 4 8.45 – 11.30 uur 13.00 – 15.00 uur 8.45 – 12.30 uur

groep 5 – 8 8.45 – 12.15 uur 13.00 – 15.00 uur 8.45 – 12.30 uur

De Nutsbasisschool werkt met een continurooster. Tussen de middag kunnen de kinderen van groep 1 tot en met 4 naar huis of tegen betaling op school overblijven. De kinderen uit de groepen 5 tot en met 8 eten tussen 12.15 – 12.25 uur onder toezicht van een overblijfkracht in de klas, waarna ze tot 12.55 uur buiten spelen. Twee overblijfkrachten houden toezicht tijdens het buiten spelen. Het continurooster in de groepen 5 t/m 8 behoort tot het standaardaanbod van de school: er worden geen kosten bij u in rekening gebracht. Hoe ouders geïnformeerd worden Wij informeren u op verschillende manieren: Via onze website www.nutsbasisschool.nl. Daar vindt u naast deze schoolgids diverse informatie over de school; Via DigiDuif: alle ouders ontvangen hiervoor een persoonlijke inlogcode. In DigiDuif kunt u de jaarkalender van de school inzien en uw persoonlijke gegevens beheren zodat wij u in geval van nood kunnen bereiken; Via e-mail: vanuit DigiDuif en ParnasSys ontvangt u actuele mededelingen en reminders voor activiteiten; Verder ontvangt u aan het begin van het jaar een boekje met de namen en adressen van alle leerlingen van de school; Vier maal per jaar ontvangt u een nieuwsbrief van de directie; Uw kind ontvangt twee maal per jaar een portfolio met daarin onder andere zijn of haar vorderingen. In geval van een echtscheiding is de Nutsbasisschool verplicht om de niet-verzorgende ouder te informeren over de schoolvorderingen en het algemeen welbevinden van het kind. Voorwaarde is dat deze ouder daar bij de desbetreffende leerkracht om vraagt en dat het belang van het kind niet wordt geschaad. Sinds 1 maart 2009 zijn scheidende ouders verplicht een ouderschapsplan op te stellen. De school kan ouders vragen om inzage te geven in dit plan op punten die de school betreffen. Naast schriftelijke informatie heeft de Nutsbasisschool een website. Op www.nutsbasisschool.nl treft u onder andere aan: foto’s van recente uitstapjes of optredens, brieven en achtergrondinformatie. Als u er bezwaar tegen heeft dat uw kind of de naam van uw kind op de site te zien is, kunt u dit bij de directie aangeven. Ook worden er diverse bijeenkomsten voor ouders georganiseerd. Bij de start van elk schooljaar vindt in elke groep een voorlichtingsavond plaats. Ouders kunnen vervolgens kennismaken met de groepsleerkracht(en) in de zogenaamde startgesprekken. Wij informeren u ieder jaar actief over het onderwijsprogramma en de extra activiteiten van dat schooljaar. Ook wordt elk jaar een thema-ouderavond gehouden. Eerder waren er avonden met de thema’s ‘Kanjertraining’, ‘lezen met je kind’, ‘regels & afspraken’, ‘de gevaren van het internet’, ‘faalangst’, ‘omgaan met verlies’ en ‘het puberbrein’. Op onze website vindt u onder ‘communicatie over uw kind’ de wijze waarop de communicatie met u over uw kind geregeld is.

Financiering Het grootste deel van de materiële en personele lasten wordt door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap betaald. Per augustus 2006 ontvangt de Nutsbasisschool een zogeheten lumpsum bedrag. In meerjarenbegrotingen is vastgelegd hoe de gelden besteed gaan worden. Financiering van de scholen is gekoppeld aan de burgerservicenummers van de op de school ingeschreven kinderen. Daarnaast heeft de Nutsbasisschool inkomsten uit de vrijwillige ouderbijdrage die naar draagkracht wordt geheven. Hiermee worden diverse extra voorzieningen bekostigd. Te denken valt aan de inzet van (vak)leerkrachten voor muziek, remedial teaching, handvaardigheid, de aanschaf van extra lesmateriaal en computerprogramma’s. Ook wordt een deel van de uren van de vakleerkracht gymnastiek vanuit de Schoolgids Nutsbasisschool Voorschoten

10

ouderbijdrage bekostigd en wordt de ouderbijdrage gebruikt om versneld nieuwe onderwijsmethodes aan te schaffen en de leerlingen een breed aanbod te kunnen bieden (bijvoorbeeld de Russian School of Arts). Neveninkomsten, giften of bijdragen door derden kunnen alleen worden geaccepteerd als het belang van de Nutsbasisschool als collectief wordt gediend en zolang er geen tegenprestatie gevraagd wordt die in strijd is met de missie en het beleid van de school. De school heeft een sponsorbeleid.

Kwaliteitszorg De Nutsbasisschool wil een school zijn waar kinderen graag naar toe gaan, waar kindgericht en effectief onderwijs wordt gegeven, waar kennis, houding en vaardigheden aangeleerd worden en waar ouders en kinderen tevreden zijn. Met andere woorden: de Nutsbasisschool levert graag kwaliteit. Kwaliteit wordt dan ook gedefinieerd als de mate waarin de school erin slaagt zijn doelen te bereiken naar tevredenheid van zichzelf, de overheid, het team, de ouders en de kinderen. Om hierin inzicht te krijgen is informatie vereist. Belangrijke informatie komt uit de oudertevredenheidspeiling, die om de drie jaar wordt uitgevoerd. Ook worden de resultaten uit een peiling onder leerlingen van groep 5 tot en met 8 hierbij betrokken. Tevens vindt een teamtevredenheidspeiling plaats. Tot slot wordt informatie vanuit het Voortgezet Onderwijs gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.


11

3. Hoe is het onderwijs ingericht? In hoofdstuk 3 zetten we kort uiteen welke vakken er op de Nutsbasisschool worden gegeven en welke methodes hierbij worden gebruikt. Ook wordt nader ingegaan op de accenten die de school op cognitief en creatief gebied heeft gelegd. Tot slot wordt ingegaan op huiswerk, benodigde materialen, excursies, schoolreizen en extra activiteiten. Op de Nutsbasisschool wordt binnen een klassikaal systeem zoveel mogelijk adaptief lesgegeven. Dit betekent dat de groep waar mogelijk als één geheel wordt aangesproken, terwijl er bij de verwerking van de stof wordt ingespeeld op individuele verschillen. Uitgangspunt is dat alle leerlingen het meeste halen uit hun eigen capaciteiten en dat we daarbij minimaal voldoen aan de kerndoelen en referentieniveaus die door de overheid zijn vastgesteld. Kunnen inspelen op individuele behoeften van kinderen wordt ondermeer mogelijk gemaakt door de kinderen zelfstandig te laten werken aan de hand van het zogenaamde GIP-model. GIP staat voor Groeps- en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen. Het is een organisatievorm om een klas te managen en zo tijd vrij te maken voor de individuele begeleiding van de leerlingen.

Vakken en methodes Groep 1 en 2 Een gevoel van veiligheid en geborgenheid, daar draait het om in het onderwijs aan kleuters. Van daaruit wordt de ontwikkeling van kleuters gestimuleerd. De inrichting van de klaslokalen daagt uit om op verkenningstocht te gaan: een poppen- of huishoek, een bouwhoek, een boekenhoek en een water- en zandtafel. Het speelgoed is gericht op visuele waarneming, auditieve waarneming, taalontwikkeling, motorische ontwikkeling, sociale ontwikkeling, fantasie en creativiteit. Kleuters hebben elke dag bewegingsonderwijs. Bij goed weer spelen ze buiten op het kleuterspeelplein met een zandbak, rijdend materiaal en klimtoestellen. Bij slecht weer spelen ze in het speellokaal met het wandrek en ladders of met ballen en hoepels. In het speellokaal vinden ook de standaardlessen bewegingsonderwijs plaats. De leerkrachten besteden structureel aandacht aan de basisvaardigheden die belangrijk zijn om de latere lees-, schrijf- en rekenontwikkeling optimaal te laten verlopen. Vooral in groep 2 wordt de beginnende geletterdheid bij kleuters gestimuleerd door systematisch klanken en letters aan te bieden. Deze werkwijze versoepelt de overgang naar groep 3. Groep 3 tot en met 8 In groep 3 ligt het accent op het lezen, de taalvaardigheid, het schrijven en het rekenen. Vanaf groep 4 komen er steeds vakken bij, zoals in onderstaande tabel te zien is. Tabel 5: vakken en methodes Vak Basisvaardigheden Lezen/Taal Begrijpend lezen Schrijven Rekenen Taal/Spelling Wereldoriëntatie Biologie

Methode

In groep

Schatkist Veilig leren lezen Nieuwsbegrip Pennenstreken Handschrift Schatkist Wereld in Getallen Taal op Maat

1-2 3 4-8 2-3 4-8 1-2 3-8 4-8

Wijzer door de natuur Natuniek Aardrijkskunde Wereldzaken Vervolg tabel 5: vakken en methodes Geschiedenis Bij de tijd

3-4 5-8 5-8 5-8


12

Verkeer EHBO Geestelijke stromingen Creativiteit Handvaardigheid Muziek Tekenen Divers Engels Gymnastiek Sociaal-emotionele ontw.

VVN en praktische verkeerseducatie EHBO lespakket (Schooltv/Oranje Kruis)

1-8 8 6-8

Handvaardigheid ‘moet je doen’ Muziek op de basisschool Tekenen ‘moet je doen’

3-8 1-8 3-8

Just do it, Cool! English at school Anglia Bewegingsleerlijn Kanjermethode

1–8 8 1-8 1-8

Het belang van de leesontwikkeling Geschreven taal vlot kunnen verwerken is een pré in ieders (school)loopbaan. Uit onderzoek blijkt dat wie de fase van beginnende geletterdheid goed doorloopt, later de grootste kans op leessucces heeft. Vertrouwd raken met letters is in de fase van beginnende geletterdheid essentieel zonder dat kleuters al moeten leren lezen. Om die reden besteden we veel tijd aan alles wat met lezen te maken heeft. In de kleutergroepen is een groot aanbod van (voor)leesboeken en worden de letters structureel aangeboden. In de hogere groepen maken de kinderen ‘leeskilometers’ met behulp van speciale leesprogramma’s en stimuleren we op allerlei manieren de leesmotivatie. Zo lezen de groepen 4 tot en met 7 drie keer per week twintig minuten aan het begin van de dag. Dit vindt plaats gedurende twee periodes van tien weken. Leerlingen lezen zelfstandig, met een klasgenoot of met een tutor uit een hogere groep. Ook lezen bovenbouwleerlingen voor aan kleine groepjes kleuters en is er een stripboekenweek. Leerlingen worden betrokken bij de evaluatie van de leesmomenten en hun opmerkingen worden meegenomen in de schoolafspraken op leesgebied. De grote boekenkasten in de centrale hal staan vol met recente kinderliteratuur: zowel verhalende als informatieve boeken kunnen door de kinderen worden gelezen. Naast deze intensieve leesaanpak vergroten boekbesprekingen, bibliotheekbezoeken, het voorleesontbijt en de voorleeswedstrijd de belangstelling voor literatuur. De jaarlijkse aandacht voor de Kinderboekenweek werkt eveneens stimulerend met als hoogtepunt het bezoek van één of meerdere kinderboekenschrijver(s). Leesmotivatie is een sleutelwoord geworden.

Kanjerlessen Op de Nutsbasisschool willen wij kinderen de kans geven zich zowel intellectueel, creatief als emotioneel optimaal te ontwikkelen. In het kader van de bevordering van een evenwichtige sociaal-emotionele ontwikkeling hebben wij op de Nutsbasisschool gekozen voor de Kanjermethode. (Deze methode is erkend door het Ministerie van OCW en de onderwijsinspectie.) Met de Kanjerlessen bereiken we de volgende doelen:  Pestproblemen worden hanteerbaar/lossen zich op.  Leerlingen durven zichzelf te zijn.  Leerlingen voelen zich veilig.  Leerlingen voelen zich bij elkaar betrokken.  Leerlingen kunnen hun gevoelens onder woorden brengen.  Leerlingen krijgen meer zelfvertrouwen.  Leerlingen durven cognitief te presteren.  Leerlingen leren verantwoordelijkheid te nemen.  Er ontstaat een positieve leer- en werkhouding.


13



De Kanjerlessen gaan uit van de volgende Kanjerafspraken: we vertrouwen elkaar (we gaan uit van het principe dat iedereen te vertrouwen wil zijn); we helpen elkaar (niet alleen je vriendjes, maar ook een ander); niemand speelt de baas (in de klas is niemand de baas, alleen de leerkracht. Je mag wel leiderschap tonen); niemand lacht uit (we lachen niet ten koste van een ander. Je mag wel blij zijn met humor); niemand doet zielig (we doen niet zielig door in een hoekje te gaan zitten. Je mag wel verdriet voelen).

De belangrijkste pijler waarop de Kanjerlessen gebaseerd zijn, is het bevorderen van het onderling vertrouwen. Daarvoor worden bij elke les oefeningen gegeven. Door middel van de lessen uit de Kanjerboeken voelen kinderen zich veiliger, zijn ze meer bij elkaar betrokken, weten ze onderlinge conflicten respectvol op te lossen, helpen ze elkaar en durven ze te leren. De Kanjerlessen zijn zowel preventief als curatief van aard. De training stimuleert een positieve sfeer in groepen. Hiermee wordt sociale onrust voorkomen. Het kan raadzaam zijn dat kinderen, naast de Kanjertraining op school, ook een individueel traject volgen om hun sociaal-emotioneel welbevinden verder te verbeteren. In overleg met ouders wordt dan bekeken welke mogelijkheden en wensen er zijn. Wilt u meer informatie over de kanjertrainingen, bezoek dan de website van het Kanjerinstituut: www.kanjertraining.nl. Het kanjerinstituut heeft ook een ‘Kanjerboek’ uitgegeven dat speciaal bestemd is voor ouders. Dit boek is via school te bestellen. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot de directie.

ICT Voor de ontwikkeling van het kind als individu en sociaal wezen is het belangrijk dat het leert hoe en met welke middelen het kan communiceren en informatie kan verkrijgen. Toepassing van de informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs is daarom een wezenlijk aandachtsgebied voor de Nutsbasisschool. Er gaat een stimulerende en motiverende werking van uit en het is een goede voorbereiding op de maatschappij. De Nutsbasisschool gebruikt ICT om zelfstandig kennis te vergaren. Ook wordt het ingezet om feedback te ontvangen en onderwijs op maat te kunnen geven. ICT is echter geen doel op zich, maar slechts een middel voor effectief en doelmatig onderwijs. De Nutsbasisschool beschikt over een eigen netwerk met ruim 50 computers. Een groot deel van deze computers staat in het ICT-lokaal, waar klassikaal aan de computers gewerkt kan worden. De computers worden dagelijks intensief gebruikt. De leerlingen volgen een eigen ICT-leerlijn: zo behalen zij een typediploma, leren ze werken met Office en maken ze gebruik van digitale lesmethoden. De digitale schoolborden zijn aangesloten op het schoolnetwerk: door de visuele ondersteuning met video en directe toegang tot informatie kunnen leerlingen worden gestimuleerd en nemen ze de leerstof beter op.

Engels Het doel van het Engels onderwijs op de Nutsbasisschool is niet het geven van tweetalig onderwijs: wel willen wij gebruik maken van het natuurlijk vermogen van kinderen om zich een tweede taal eigen te maken. Er wordt dan ook nadrukkelijk Engelse les gegeven en niet een les in het Engels. In alle groepen worden wekelijks lessen gegeven ter bevordering van kennis van en vaardigheid in de Engelse taal. De leerlingen in groep 7 en 8 krijgen twee keer per week Engelse les. Bij dit onderwijs wordt gewerkt aan de hand van het Anglia-project. Anglia is een non-profit netwerk van scholen die in internationaal verband met elkaar samenwerken om het onderwijs in de Engelse taal vorm te geven. In groep 8 wordt het Anglia-examen afgenomen. Dit kan op veertien niveaus. Samen met het kind wordt het niveau gekozen dat past bij de individuele vorderingen. De examens worden nagekeken in Chichester (Engeland). De kinderen die slagen, ontvangen een internationaal erkend diploma.


14

Excursies, schoolreizen en extra activiteiten Jaarlijks gaan alle kinderen op schoolreis. De bestemming is vaak een combinatie van educatie en ontspanning. Groep 8 gaat op schoolkamp. Naast de schoolreizen onderneemt elke groep jaarlijks meerdere excursies; dit kan een museumbezoek zijn of bijvoorbeeld een bezoek aan de kinderboerderij. Jaarlijks vinden praktische verkeerslessen plaats: leerlingen leren zich in concrete verkeerssituaties te ontwikkelen tot weerbare deelnemers aan het verkeer. Tot slot heeft de Nutsbasisschool een aantal jaarlijks terugkerende activiteiten: de jaaropening, de kinderboekenweekviering, het sinterklaasfeest, de kerstactiviteiten, het kerstdiner, het paasontbijt, de projectafsluiting in het voorjaar en de deelname aan diverse sportdagen.

Creativiteit Vanaf groep 3 krijgen de leerlingen handvaardigheidslessen van de vakleerkrachten, Jeannette Kitselaar en Hanny Pinkse. Door de jaren heen komen verschillende technieken aan bod. Daarnaast worden er voor de groepen 4 tot en met 8 op een aantal vrijdagen creatieve middagen georganiseers. Tijdens drie opeenvolgende weken kiezen de kinderen uit een gevarieerd aanbod van activiteiten zoals portrettekenen, koken, glasschilderen, aquarelleren, drama en yoga. Tijdens deze uren werken kinderen uit diverse groepen met elkaar samen. Hulp van ouders is hierbij onontbeerlijk. Deze middagen noemen we ‘Happy Friday!’. In groep 4 wordt deelgenomen aan het Notenkrakerplatform van de Russian School of Arts. Kinderen worden in workshops op het gebied van zang, dans, theater, tekenen en het bespelen van een instrument uitgedaagd om hun talenten te ontdekken en vervolgens verder te ontwikkelen.

Presentatievaardigheden De Nutsbasisschool vindt het van groot belang dat kinderen veel ervaring opdoen met presenteren en zich vrij voelen om te spreken in het openbaar. Twee keer per jaar voert elke groep een lied of toneelstuk op het podium op. Deze opvoering wordt de weeksluiting genoemd; ouders van de groep leerlingen die een weeksluiting verzorgt, worden uitgenodigd om deze bij te wonen. Ieder kind van onze school staat zo minimaal twee keer per jaar op het podium. Het terugkerend ritueel van de weeksluiting maakt dat kinderen zich vrij gaan voelen op een podium. Tevens leren zij met respect en aandacht naar elkaar te kijken en luisteren. Naast de weeksluitingen mogen leerlingen vanaf groep 1 een spreekbeurt houden. Vanaf groep 2 is dit een ‘verplichte’ aangelegenheid. Vanzelfsprekend nemen de eisen toe die aan de spreekbeurt gesteld worden. Vanaf groep 3 komt daar voor alle leerlingen de boekbespreking bij. Kinderen vertellen in de klas over hun favoriete boek en lezen hieruit een passage voor. In groep 8 voeren de leerlingen aan het eind van het jaar een echte musical op in het Cultureel Centrum; ’s middags voor alle leerlingen, ’s avonds voor de ouders en andere genodigden.

Huiswerk Vanaf groep 2 is het houden van een spreekbeurt verplicht; deze dient thuis te worden voorbereid. Ditzelfde geldt vanaf groep 3 voor een boekbespreking. Ter bevordering van het zelfstandig werken krijgen kinderen vanaf groep 5 één keer per week huiswerk mee. In groep 6 is dit in het begin twee keer per week en aan het eind van het schooljaar drie keer per week. Tevens wordt er vanaf groep 6 gewerkt met een agenda waarin het huiswerk genoteerd wordt. In groep 7 en 8 krijgen de kinderen vier keer per week huiswerk mee.


15

Benodigde materialen Vanaf groep 5 dienen de kinderen in het bezit te zijn van een 23-rings multomap met tabbladen, een huiswerkmap met elastiek, een houten liniaal van 30 centimeter, een etui, een vulpen of fineliner met donkerblauwe vullingen, twee potloden, een gum, een lijmstift, een schaar, kleurpotloden, een nakijkpen en een puntenslijper met reservoir. Vanaf groep 6 komt daar een agenda bij.


16

4. Hoe is de zorg voor de leerlingen georganiseerd? Hoofdstuk 4 zet uiteen hoe de Nutsbasisschool voor zijn leerlingen zorgt vanaf het moment dat ze als kleuter op school komen tot het moment dat ze de overstap naar het voortgezet onderwijs maken.

Nieuwe leerlingen Voor hun vierde verjaardag ontvangen nieuwe leerlingen thuis een kaart van de groepsleerkracht met daarop de uitnodiging aan de ouders om voor twee dagdelen een wenafspraak te maken. Op het intakeformulier kunt u aangeven wat uw ervaringen met (de ontwikkeling van) uw kind zijn. Praktische informatie kunt u lezen in het informatiepakket dat u voorafgaand aan het wennen ontvangt. Zie voor meer informatie hoofdstuk 6, vraag II.

Volgen van ontwikkelingen Om de vorderingen van alle kinderen systematisch te volgen, worden er vanaf groep 1 op vaste momenten toetsen afgenomen. Dit zijn zowel methodeonafhankelijke Cito-toetsen als methodegebonden toetsen (zie tabel 6 voor een overzicht van de methodeonafhankelijke toetsen) . Alle toetsresultaten worden opgenomen in een geautomatiseerd leerlingvolgsysteem. In groep 1 en 2 wordt daarnaast gewerkt met observatielijsten van PRAVOO, een instituut op het terrein van leerlingbegeleiding, voorlichting, opleidingen en onderzoek. Deze lijsten geven de mogelijkheid de ontwikkeling van uw kind in brede zin te observeren. De schoolvragenlijst uit groep 7 en 8 wordt ingevuld door de leerlingen zelf en geeft een beeld van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Het leerlingvolgsysteem maakt het mogelijk de vorderingen van alle kinderen over meerdere leerjaren planmatig en systematisch te volgen. Als uit het leerlingvolgsysteem blijkt dat een kind een ontwikkelingsvoorsprong of een ontwikkelingsvertraging heeft, wordt er gekeken hoe daar het best mee kan worden omgegaan. Tevens geeft het leerlingvolgsysteem de school de kans haar eigen onderwijs te evalueren aan de hand van behaalde resultaten van leerlingen.

Tabel 6: methodeonafhankelijke toetsen, observatie- en vragenlijsten Input leerlingvolgsysteem Cito-toets rekenen voor kleuters taal voor kleuters technisch lezen begrijpend lezen Spelling rekenen en wiskunde Entreetoets Eindtoets Pravoo SAQI Observatielijst sociaal emotionele ontwikkeling Sociogram Checklist beginnende geletterdheid risicoscreening lezen/spellen preferentieonderzoek motoriek

Groep 1-2

3

4

5

6

7

8

X X X X

X X X X

X X X X

X X X X

X X X X X

X X X X

X X

X X

X

X

X

X

X

X X

X X

X

X

X

X

X

X X X

Op de website kunt u per groep zien in welke maand welke toetsen afgenomen worden.


17

Rapportage over de vorderingen van uw kind Zodra uw kind op onze school gestart is, vindt er een kennismakingsgesprek plaats met de leerkracht. In tabel 7 kunt u lezen dat het tijdstip van de volgende gespreksmomenten afhangt van het moment waarop uw kind op onze school is gestart.

Tabel 7: overzicht van de oudergesprekken Groep 1

september startgesprekken

2 t/m 8

startgesprekken

Januari/februari leerlingen die vanaf aanvang van het schooljaar tot december in groep 1 hebben gezeten portfoliogesprekken voor alle leerlingen

Juni/juli leerlingen die dat schooljaar meer dan twee maanden in groep 1 hebben gezeten portfoliogesprekken voor alle leerlingen

De leerlingen van groep 1 tot en met 8 krijgen twee keer per jaar (na de oudergesprekken) een portfolio mee naar huis. Het portfolio vanaf groep 3 heeft een andere opzet dan het portfolio in de groepen 1 en 2. Voordat het eindrapport mee naar huis gaat, bespreken de leerkrachten het rapport met de kinderen.

Speciale zorg op onze school De Nutsbasisschool moedigt alle leerlingen aan om tot optimale en ononderbroken ontwikkeling te komen. Het onderwijs is erop gericht om cognitief, creatief en sociaal uit het kind te halen wat er in zit. Als de ontplooiing van uw kind stagneert en zorgen baart, zal via de zorgstructuur al het mogelijke in het werk worden gesteld om het kind op de Nutsbasisschool te houden en minimaal aan de kerndoelen te laten voldoen. De zorgstructuur van de Nutsbasisschool is vastgelegd in een zorgprotocol. De ouders spelen in dit traject een belangrijke rol en worden er in een vroeg stadium bij betrokken. Beneden gemiddelde ontwikkeling De geboden zorg bij een ontwikkeling die beneden de gemiddelde ontwikkeling verloopt, is weergegeven in tabel 8. In deze tabel kunt u zien welke fasen er desgewenst doorlopen worden.

Tabel 8: zorgstructuur bij een ontwikkeling beneden het gemiddelde

Zorgniveau 1: zorg op groepsniveau De leerkracht gaat door middel van observatie, toetsing en vorderingenregistratie na in welke mate het onderwijsleerproces tot resultaten leidt. Als de ontwikkeling van het kind niet optimaal is, wordt in de groep getracht het leerproces weer op gang te krijgen. Hiervoor wordt bijvoorbeeld remediërend materiaal uit de methodes gebruikt. Daarnaast kan de leerkracht de onderwijsassistent inzetten. Ook kan de leerkracht de leerling zelf vooraf of achteraf instrueren (preteaching of reteaching). Dit gebeurt onder andere tijdens de zelfstandig werklessen (‘GIP-lessen’).

Zorgniveau 2: zorg op schoolniveau Als de intensieve zorg op groepsniveau niet de gewenste resultaten oplevert, bespreekt de leerkracht de problematiek met de intern begeleider. Deze volgt de ontwikkeling van het kind door de jaren heen en ondersteunt de leerkracht bij gesprekken en het bepalen van de juiste aanpak voor uw kind. De leerkracht stelt een handelingsplan op, waarvan de ouders op de hoogte worden gesteld. Indien noodzakelijk wordt speciale begeleiding aan het kind geboden in de vorm van remedial teaching of een andere vorm van ondersteuning. Als deze aanpak niet het gewenste effect heeft, wordt extra hulp ingeschakeld. Hiervoor moeten ouders toestemming geven. De intern begeleider bepaalt welke vorm van deskundige hulp van buitenaf wordt gevraagd. Dit kan observatie en onderzoek zijn door bijvoorbeeld onderwijsAdvies (oA), de schoolbegeleidingsdienst die werkt ten behoeve van basisscholen in de regio. Ook kan uw kind als ‘casus’ Schoolgids Nutsbasisschool Voorschoten

18

worden ingebracht bij het schoolondersteuningsteam (SOT). Als daar aanleiding voor is, geeft het SOT de aanzet tot het inroepen van externe deskundigen: bijvoorbeeld in de vorm van begeleiding vanuit het speciaal basisonderwijs. Dat noemen we het Expertteam.

Zorgniveau 3: bovenschoolse zorg Als de zorg die op school geboden kan worden, niet voldoende is voor uw kind, kan gesproken worden over plaatsing op een andere basisschool, op een speciale school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs die beter in staat is in te spelen op de hulpvraag van uw kind. In nauwe samenwerking met de ouders wordt het traject richting een toelaatbaarheidsverklaring in gang gezet: het samenwerkingsverband PPO beslist uiteindelijk of deze verklaring wordt afgegeven, waarmee uw kind naar een school voor speciaal (basis)onderwijs kan.

Passend onderwijs op onze school Ieder kind heeft recht op passend onderwijs. Dat is vastgelegd in de wet passend onderwijs die op 1 augustus 2014 van kracht werd. Hierbij gaan we er als school van uit dat we bij elk kind goed kijken wat het nodig heeft om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Dat geldt voor kinderen met bijzondere talenten én voor kinderen die om andere redenen iets extra’s nodig hebben. De leerkracht is de eerst verantwoordelijke voor goed onderwijs. Het team en in het bijzonder de interne begeleider, ondersteunen daarbij. De directeur van de school is eindverantwoordelijk. Passend onderwijs legt de zorgplicht bij de school. Dat betekent dat wij er voor verantwoordelijk zijn om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een goede onderwijsplek te bieden. Daarvoor werken reguliere en speciale scholen in de regio Leiden samen in het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs, kortweg PPO. De school heeft zorgplicht Ouders melden hun kind schriftelijk aan bij de school van hun keuze. Verwachten ze dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, dan geven ze dit voordat het kind geplaatst wordt aan. Ook als ouders hun kind bij meerdere scholen hebben aangemeld, moeten ze dit bij de aanmelding aangeven. In dat geval krijgt de school van eerste voorkeur de zorgplicht. Dat betekent dat die school de taak heeft om het kind een passende onderwijsplek te bieden. Het samenwerkingsverband PPO regio Leiden De scholen in het samenwerkingsverband hebben afspraken gemaakt over onder andere de begeleiding en ondersteuning die alle scholen in de regio kunnen bieden en over welke leerlingen een plek kunnen krijgen in het speciaal onderwijs. Ook hebben we afspraken gemaakt met de gemeenten in de regio Leiden over de inzet en afstemming met jeugdzorg. Financiering extra ondersteuning De samenwerkingsverbanden ontvangen geld voor extra ondersteuning. Dit wordt verdeeld op basis van de afspraken die in het samenwerkingsverband gemaakt zijn met de scholen. Zo is meer maatwerk mogelijk en kan het geld zo veel mogelijk worden gebruikt voor ondersteuning op de reguliere school en in de klas. Uit deze middelen betaalt het samenwerkingsverband ook het speciaal (basis) onderwijs (S(B)O) voor het aantal leerlingen dat vanuit samenwerkingsverband daar is ingeschreven. Expertise en geld naar de scholen Alle reguliere basisscholen ontvangen een bedrag per leerling per jaar. De scholen behouden ook het geld dat verbonden was aan de rugzakken. De adviseurs en onderwijsspecialisten van het samenwerkingsverband PPO zijn beschikbaar voor vraagverheldering en ondersteuning bij de zoektocht met ouders naar de best passende ondersteuning voor hun kind. Zij sluiten aan bij het ondersteuningsteam op school als er met ouders wordt gekeken naar wat hun kind nodig heeft.


19

Het expertteam De experts van de Ambulante Educatieve Dienst (AED) die voorheen kinderen met een rugzak begeleiden én de expertise van SBO De Vlieger, zijn verbonden aan scholen in een wijk of dorp. Kenmerken zijn: snelle en deskundige ondersteuning in de school; korte lijnen; onderlinge solidariteit; weinig bureaucratie. Het expertteam wordt gefinancierd uit de middelen van het samenwerkingsverband PPO. Tijdige signalering en raadpleging van de Jeugdgezondheidszorg of afdeling Leerplicht De school-verpleegkundige of de jeugdarts wordt ingeschakeld bij ‘een niet pluisgevoel’ of voor advies. Hetzelfde geldt voor leerplicht. Opvoed- en opgroeiprogramma’s van de Centra voor Jeugd en Gezin bieden goede mogelijkheden voor ondersteuning aan ouders en kinderen. In ieder dorp en op vier plaatsen in Leiden zijn Centra voor jeugd en Gezin (CJG) met veel informatie en mogelijkheden. Kijk op de website van het CJG in de gemeente. Complexe vragen Bij complexe vragen of als een kind ‘tussen wal en schip’ dreigt te vallen kunnen ouders of de school contact op nemen met PPO regio Leiden. Daar werken deskundigen die de wegen kennen en zoeken naar de beste oplossing. De deskundigen van PPO komen naar het ondersteuningsteam op school toe waar met ouders en de school naar oplossingen wordt gezocht. Ze gaan daarbij uit van: ‘Doen wat nodig is en ondersteuning op maat’. Overgang naar gespecialiseerd onderwijs Als de basisschool, ondanks de ingezette ondersteuning, geen passend onderwijs meer kan bieden wordt in overleg met ouders en het samenwerkingsverband gezocht naar andere mogelijkheden. Hierbij wordt ook afgewogen of een andere basisschool wel die ondersteuning kan bieden. Het besluit om toelating tot het speciaal (basis) onderwijs te vragen is een verantwoordelijkheid van het ondersteuningsteam van de basisschool. De reguliere basisschool, mét de ouders en de onderwijsspecialist van het samenwerkingsverband gaan daar over. De onderwijsspecialist is altijd, wettelijk verplicht, betrokken bij de aanvraag van de toelaatbaarheidsverklaring (TLV). Een deskundige van het speciaal onderwijs wordt betrokken om te komen tot een passend arrangement binnen de ontvangende S(B)O-school. De TLV-commissie van PPO kijkt of de juiste stappen gezet zijn en toetst of de procedure goed door lopen is. Gespecialiseerd onderwijs In onze regio is een rijke schakering aan speciaal onderwijs aanwezig. In ons samenwerkingsverband houden we de expertise van deze scholen graag op niveau voor die kinderen die binnen de basisschool geen passend onderwijs kunnen krijgen. Het samenwerkingsverband wil groeien van gescheiden vormen van speciaal onderwijs naar samenwerkende scholen voor gespecialiseerd onderwijs. De eerste stappen zijn daartoe gezet. Welke speciale (basis) scholen maken deel uit van PPO? SBO De Vlieger is een school voor kinderen die specialistische onderwijszorg nodig hebben in kleinere groepen en met extra aandacht voor specifieke talentontwikkeling. Groeien in kracht! De Houtmarkt is het Jonge Kind Centrum, gericht op observatie en onderwijs aan jonge kinderen met vaak een nog onduidelijke ondersteuningsvraag in een veilige gestructureerde omgeving. De Korte Vlietschool is een school voor kinderen met een verstandelijke beperking. Sommige kinderen krijgen hierbij extra verzorging. De Thermiek is de mytylschool in onze regio voor kinderen met een lichamelijke en soms ook verstandelijke beperking. Ook een aantal langdurig zieke kinderen krijgt hier onderwijs. De Thermiek werkt intensief samen met het Rijnlands Revalidatiecentrum . De Leo Kannerschool is de school waar vooral kinderen met autisme onderwijs krijgen in een overzichtelijke, kleinschalige en veilige omgeving . PI-school De Brug is een school voor kinderen met een grote behoefte aan structuur, duidelijkheid en een veilige omgeving. Hier wordt het onderwijs waar nodig gecombineerd met een hulpaanbod in samenwerking met het Pedologisch Instituut en andere instellingen. Orion Onderwijs Zorg Combinatie Deze voorziening staat voor een combinatie van onderwijs en jeugdzorg aan kinderen van 3 tot 12 jaar in de regio. De kinderen van OZC Orion hebben (ernstige) ontwikkelingsproblemen of gedragsproblemen, waardoor zij binnen het reguliere of speciaal onderwijs niet aan leren toekomen. In de kleine groepen werken pedagogisch medewerkers integraal samen met leerkrachten aan de ontwikkeling van de kinderen. Bij ieder kind en het gezin wordt individueel bekeken wat de beste combinatie tussen jeugdzorg en onderwijs is. Schoolgids Nutsbasisschool Voorschoten

20

ESB Curium-LUMC Op deze lesplek wordt onderwijs gegeven aan kinderen van 6-18 jaar die in dagklinische of klinische behandeling zijn in Curium-LUMC. Jeugdzorg in een nieuwe jas! Jeugd- en Gezinsteams per 1 januari 2015 In onze regio worden jeugd- en gezinsteams ingezet vanuit het CJG. De verantwoordelijkheid voor de jeugdhulp en gezinsondersteuning ligt sinds 1 januari 2015 bij de gemeenten. Ook hier is een enorme verandering gaande. De doelstelling van deze transitie is dezelfde als die van passend onderwijs. Doen wat nodig is en zorg op maat! Uitgegaan wordt van de eigen kracht van gezinnen, korte lijnen en directe hulp waar nodig. De jeugd- en gezinswerkers werken samen met consultatiebureaus, voorschoolse voorzieningen, gezondheidscentra, huisartsen en met alle scholen. Binnen de J&G-teams werken professionals vanuit veel verschillende disciplines samen, waaronder maatschappelijk werkers, jeugdzorgmedewerkers, professionals van MEE en de jeugdhulp. De jeugd- en gezinswerker zal een vertrouwd gezicht worden binnen de school. Op verzoek van school en ouders neemt de J&G-werker deel aan het ondersteuningsteam op school waar met ouders gekeken wordt wat nodig is voor de ondersteuning van het gezin. Zij is de contactpersoon voor het gezin en kan doorgeleiden naar alle vormen van hulp die beschikbaar zijn vanuit de verantwoordelijkheid van de gemeente. De J&G-werker kan indicaties afgeven voor die hulp. Als er vanuit school vragen zijn over de mogelijkheden binnen de jeugd- en gezinsondersteuning kunnen zij daarvoor terecht bij de J&G-werker. De ontwikkeling van de jeugd- en gezinsteams sluit prima aan op het nieuwe handelingsgerichte arrangeren in de school. Samen optrekken om de ondersteuning aan kinderen, jongeren en hun ouders integraal vorm te geven. PPO regio Leiden Lammenschansweg 130d, 2321JX Leiden 071 5351710 www.pporegioleiden.nl


21


22

Boven gemiddelde ontwikkeling Kinderen die geruime tijd zowel tijdens het dagelijks werk als op toetsen laten zien dat zij de stof buitengewoon goed beheersen, krijgen een aangepast programma. De invulling van dit programma is sterk afhankelijk van de wijze waarop uw kind zich ontwikkeld heeft en de persoonlijkheid van uw kind: het aanbieden van extra stof, het indikken van bijvoorbeeld de rekenmethode en plaatsing in een projectgroep voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong behoren allemaal tot de mogelijkheden. Pas als het kind op meerdere leergebieden een aangepast lesprogramma nodig heeft, kan worden overwogen het kind te laten versnellen.

Kinderen met een handicap of ernstig leerprobleem Vanuit de visie van de Nutsbasisschool zijn kinderen met een handicap of ernstig leerprobleem welkom op de Nutsbasisschool. Hieraan is echter geen toelatingsrecht te ontlenen. Te allen tijde moet de Nutsbasisschool zich samen met de ouders goed beraden op de mogelijkheden die de school voor het kind heeft. De Nutsbasisschool is bereid ‘zorg op maat’ te leveren. Als dit zorgpakket de leerling onvoldoende ondersteuning biedt, kan de Nutsbasisschool een rol spelen in het zoeken van een andere oplossing. Elementen die bij het overwegingsproces een rol spelen, zijn:  voldoende beschikking hebben over personeelsleden / externe zorgverstrekkers die een zorgpakket ‘op maat’ kunnen leveren;  onderwijsinhoudelijk vermogen (het benodigde zorgpakket moet binnen de mogelijkheden van de school passen);  de extra inzet voor de leerling moet financieel haalbaar zijn. Aan de hand van deze elementen formuleert de directie een besluit dat voorgelegd wordt aan het bestuur. Het bestuur neemt de uiteindelijke beslissing aangezien de wet bepaalt dat het bestuur over toelating beslist. Zowel voor de aanname van nieuwe leerlingen als voor de continuïteit in de zorg voor reeds aangenomen leerlingen met een handicap of ernstig leerprobleem, geldt dat ieder jaar opnieuw overwogen moet worden wat haalbaar is. Ouders worden altijd betrokken bij de verschillende beslissingsmomenten omtrent hun kind. Ondanks de per jaar wisselende situatie kunnen reeds aangenomen leerlingen rekenen op een optimale inzet van de school. Samen met ouders wordt gekeken welk arrangement nodig is voor de leerling om zich optimaal te kunnen ontwikkelen.

Doublure en versnellen Zowel bij doubleren als bij versnellen wordt altijd heel goed naar het kind gekeken. Als de leerkracht en de intern begeleider besluiten dat een kind moet doubleren, wordt dit met de ouders besproken. De onderbouwing van dit besluit vloeit voort uit het leerlingvolgsysteem en eventuele observaties of onderzoeken die gedaan zijn. Ouders hebben recht op een schriftelijke weergave van deze onderbouwing. Voor de doublerende leerling stelt de leerkracht een handelingsplan op. Voordat het besluit genomen wordt, zijn er gesprekken met de ouders, waarin de school aangeeft dat doublure overwogen wordt. Ook wordt tijdens deze gesprekken informatie uitgewisseld over het functioneren van het kind in verschillende situaties (op school, thuis, tijdens buitenschoolse activiteiten). Deze informatie wordt meegenomen in de beslissing tot wel of niet doubleren. Bij versnellen (het overslaan van een groep) ligt de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid bij de ouders. De school biedt de mogelijkheid tot versnellen als een extern verricht onderzoek uitwijst dat de intellectuele capaciteiten en de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind een versnelling rechtvaardigen. De didactische voorsprong die de school in kaart brengt moet de uitkomst van het externe onderzoek ondersteunen. Bij voorkeur wordt er aan het begin van een nieuw schooljaar of halverwege een jaar versneld. Bij kleuters van groep 1 die in de maanden oktober, november en december jarig zijn, wordt door de leerkracht en de intern begeleider altijd overwogen of direct doorstromen naar groep 2 een optie is. Schoolgids Nutsbasisschool Voorschoten

23

Overgang naar het voortgezet onderwijs De Nutsbasisschool vindt een soepele overgang naar het voortgezet onderwijs van groot belang. In tabel 9 kunt u volgen hoe de overstap vanuit groep 8 naar het voortgezet onderwijs in grote lijnen in zijn werk gaat. Tabel 9: advies voortgezet onderwijs (VO) in stappenplan

Maand

Activiteit

september/ oktober november/ december

Leerling en ouders winnen informatie over de VO-scholen in.

januari maart

april

mei

juni

Er vinden adviesgesprekken met de ouders en de leerlingen plaats. Deze monden uit in de formulering van het schooladvies. Dit advies wordt u op schrift meegegeven. Leerling en ouders oriënteren zich op de scholen voor voortgezet onderwijs. De gemeentelijke brochure over het voortgezet onderwijs verschijnt. De voorlichtingsavonden en –dagen van de VO-scholen vinden plaats. De brochures van de VO-scholen worden aan de kinderen uitgereikt. Ouders melden hun kind, het liefst persoonlijk, bij het voortgezet onderwijs aan. Tot medio maart kunnen de leerlingen bij de VO-scholen worden aangemeld. Eind maart gaat het schooladvies naar het voortgezet onderwijs. De Cito-eindtoets wordt afgenomen. De toelatingscommissies vergaderen. In twijfelgevallen wordt met de basisschool overlegd. Soms wordt besloten tot een aanvullende toelatingstest. De Nutsbasisschool ontvangt de Cito-toetsuitslag. De uitslag wordt in een dichte envelop met de kinderen meegegeven. Ouders van leerlingen met een onverwachte score worden vooraf ingelicht. De ouders ontvangen de uitslag van de toelating. De leerkracht van groep 8 licht de schooladviezen toe aan de brugklascoördinatoren.

Voorafgaand aan de Cito-eindtoets brengt de Nutsbasisschool zijn advies uit. De indruk die wij van uw kind hebben en de ontwikkeling die het kind in al die jaren heeft doorgemaakt zijn voor ons van groter belang dan de eindtoets. De Nutsbasisschool doet desondanks mee aan de Cito-eindtoets, omdat een landelijke eindtoets verplicht is en deze toets de mogelijkheid biedt het onderwijs te evalueren ten opzichte van scholen met een vergelijkbare instroom aan leerlingen. Ook speelt mee dat de scholen voor voortgezet onderwijs om Citoscores vragen. Dankzij onze goede contacten met het voortgezet onderwijs, blijkt in de praktijk dat ons advies vrijwel altijd overgenomen wordt.

Resultaten van het onderwijs De leerlingen van groep 8 nemen in april deel aan de landelijke eindtoets van het Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling (CITO). Deze toets meet cognitieve vaardigheden op het gebied van taal, rekenen en wereldoriëntatie. Naast de indruk die de leerkracht van het kind heeft, is de toetsscore van belang voor het advies voor het vervolgonderwijs. In tabel 1 staan de gemiddelde CITO-scores weergegeven die de afgelopen jaren op onze school zijn behaald.

Jaartal

Nutsbasisschool

2010 2011 2012 2013 2014 2015

543.9 544.2 542.4 546.0 542.7 542,3

Uit deze tabel valt af te lezen dat de gemiddelde CITO-score op de Nutsbasisschool zonder meer goed te noemen valt. Het interval <538-541> geldt hierbij als HAVO-niveau en het interval <542-550> als VWO-niveau (gemiddelde normering vanuit het Voortgezet Onderwijs). Landelijk ligt het gemiddelde meestal rond de 535 op een schaal van 501 tot 550.


24

5. Regels In hoofdstuk 5 komen de schoolregels aan bod ten aanzien van gewenst gedrag, aan- en afwezigheid van leerlingen en leerkrachten, klachten, disciplinaire acties en de aansprakelijkheid van de school.

Schoolregels en groepsafspraken In alle groepen gelden de volgende vier schoolregels: 1. 2. 3. 4.

Voor groot en klein zullen we aardig en verdraagzaam zijn. Ons plein is ons speelgebied, daar spelen we veilig, dus ieder geniet. In school zijn we rustig, echt allemaal en gebruiken daarbij fatsoenlijke taal. We zullen goed voor onze spullen zorgen, nu, vandaag en ook morgen.

Vanwege de veiligheid en hygiëne is het op het schoolterrein en in het gebouw verboden voor honden (m.u.v. hulphonden). Als een huisdier nodig is voor een spreekbeurt in de klas, dient u dit van tevoren met de leerkracht te bespreken. Naast de vier regels die voor de hele school gelden, maken de kinderen in hun eigen groep groepsafspraken. Deze worden door iedereen in de groep ondertekend. Bij het overtreden van regels krijgen de kinderen één waarschuwing. Bij de volgende overtreding moet een ‘Oeps-blad’ gemaakt worden. Dit blad heeft tot doel het kind bewust te maken van wat fout is gegaan en hoe een dergelijke situatie in het vervolg voorkomen kan worden. Het is mogelijk dat u het ‘Oeps-blad’ thuis voor gezien moet ondertekenen. Het is dan niet de bedoeling dat u uw kind thuis nog eens extra straft. Wel kan een gesprek thuis over oorzaak en gevolg van de overtreding de school steunen in haar streven naar een veilig en prettig schoolklimaat voor iedereen. De Nutsbasisschool heeft een anti-pestprotocol. Dit protocol kunt u op de website van de school inzien.

Aan- en afwezigheid Ziek kind De Nutsbasisschool gaat ervan uit dat u een ziek kind thuis houdt en dat u het voor 8.45 uur afmeldt. Als de Nutsbasisschool rond 9.00 uur nog geen ziekmelding ontvangen heeft, neemt een directielid of de groepsleerkracht telefonisch contact op met de ouders. Bij besmettelijke ziekten vragen wij u de directie hiervan op de hoogte te stellen. De directie hanteert de GGD-richtlijnen over de omgang met besmettelijke ziekten. Zieke leerkracht Bij ziekte van een groepsleerkracht wordt gezocht naar een invalleerkracht. Als deze niet beschikbaar is, komt het voor dat een onderwijsassistent voor de groep staat onder toezicht van de aanwezige leerkrachten. Ook komt het voor dat de groep verdeeld wordt over andere groepen. Tot nu toe heeft de Nutsbasisschool gelukkig nog nooit een groep naar huis hoeven sturen. Leerplicht Een kind is leerplichtig op de eerste schooldag van de maand die volgt op de maand waarin het kind vijf jaar is geworden. Extra verlof Voor een goede continuïteit in de ontwikkeling van uw kind is het van belang dat uw kind zo min mogelijk verzuimt. Het kan echter voorkomen dat omstandigheden ertoe leiden dat u een aanvraag doet voor extra verlof. Op school zijn formulieren voor extra verlof verkrijgbaar. Iedere verlofaanvraag wordt door de directie getoetst aan de wetgeving met betrekking tot de leerplicht. U kunt ook zelf informatie inwinnen bij het Regionaal Bureau Leerplicht te Leiden (071-523 90 00). De school is wettelijk verplicht om desgevraagd alle gevallen van (vermoeden van) ongeoorloofd verzuim aan de leerplichtambtenaar door te geven.


25

Verzuim Als een kind lessen niet kan volgen vanwege een medische reden, zal de directie naar een passende oplossing zoeken voor de betreffende schooluren. Als er geen passende oplossing voorhanden is, wordt het verzuim goedgekeurd. Verzoeken tot verzuim om godsdienstige redenen vallen niet onder de standaardrichtlijnen van de leerplichtwet. In voorkomende gevallen neemt de directeur hierover een beslissing.

Klachtenregeling en vertrouwenspersonen Als u een klacht heeft over de gang van zaken op school, dan kunt u die het best eerst melden aan de groepsleerkracht of de directeur. Als dit niet helpt, kunt u met het schoolbestuur praten. Bij veel besturen is er een externe vertrouwenspersoon die u hierbij kan ondersteunen. Bij ons bestuur is dat mw. Helmi de Ruiter (071-561 26 44). Veelal zal een klacht toch nog in onderling overleg kunnen worden opgelost. Lukt dit niet dan kunt u zich richten tot de klachtencommissie. Landelijke Klachtencommissie Voor Het Algemeen Bijzonder Onderwijs Postbus 95572 2509 CN Den Haag tel. 070-331 52 44 U hebt het recht de klacht zelf bij de commissie in te dienen zonder tussenkomst van de schoolleiding of het schoolbestuur. Het is toegestaan om direct naar de klachtencommissie te stappen, zonder dat de klacht eerst op school aan de orde is geweest. Als u dit doet, is het wel de bedoeling dat u het schoolbestuur daarover inlicht. Dat is verstandig omdat u het schoolbestuur zo in staat stelt om uw klacht op te lossen. Bij de behandeling van een klacht kunt u zich door een persoon naar eigen keuze laten bijstaan. Zo kan de vertrouwenspersoon u bijstaan door voorlichting over de procedure of door u te helpen met het formuleren van uw klacht. Voor informatie over hoe u een klacht kunt indienen en over de gang van zaken daarna, kunt u tevens bij de klachtencommissie terecht of bij een van de landelijke ouderorganisaties. Bij het bericht van ontvangst van uw klacht door de klachtencommissie krijgt u deze informatie in de vorm van een reglement van deze commissie en een toelichting daarop. Uw klacht wordt altijd vertrouwelijk behandeld. U krijgt de gelegenheid om uw klacht voor de commissie toe te lichten. Een uitspraak van een klachtencommissie is een advies aan het schoolbestuur. Het gaat om een eenmalige uitspraak die niet wettelijk kan worden afgedwongen. Wilt u wel een bindende uitspraak, dan bent u op de rechter aangewezen. Voor vragen over school en onderwijs kunt u contact opnemen met de onderwijstelefoon van het landelijk informatiecentrum voor ouders: 0800-5010. Binnen de school is voor de leerlingen een interne vertrouwensjuf aangesteld: Gerda Jongewaard. Zij kan een vraagbaak en steun zijn voor leerlingen die behoefte hebben aan een luisterend oor of advies. De leerlingen van de groepen 5 tot en met 8 krijgen aan het begin van elk schooljaar informatie over de wijze waarop zij de interne vertrouwensjuf kunnen benaderen en welke rol de interne vertrouwensjuf kan spelen om eventueel pestgedrag terug te dringen.

Disciplinaire acties Hoewel het gelukkig zelden voorkomt, kan ernstig wangedrag van een leerling reden zijn om te schorsen of zelfs te verwijderen. Ernstig wangedrag kan bijvoorbeeld zijn dat de schoolregels meermalen en op ernstige wijze worden overtreden. Schorsen Schorsing vindt plaats als het noodzakelijk is dat de directie per direct moet optreden om tijd en ruimte te creëren om naar een oplossing te zoeken. Na overleg met de leerling, de ouders en de groepsleerkracht kan een leerling voor een beperkte periode de toegang tot school worden ontzegd. Dit besluit wordt schriftelijk aan de ouders mede gedeeld onder vermelding van de reden, de aanvang, de tijdsduur en eventuele andere reeds genomen maatregelen. Ook de inspectie en de leerplichtambtenaar worden van de schorsing op de hoogte gebracht. Ouders kunnen tegen een schorsing bezwaar aantekenen bij de directie. De school dient te voorkomen dat de leerling door de schorsing een leerachterstand oploopt. Schoolgids Nutsbasisschool Voorschoten

26

Verwijderen Als de directie overweegt een leerling van school te verwijderen, moeten de ouders en de leerling eerst worden gehoord. Houdt de directie na het gesprek met de ouders vast aan het besluit om tot verwijdering over te gaan, dan dient er een gemotiveerd, schriftelijk besluit te kunnen worden overlegd, waarin de ouders gewezen wordt op de mogelijkheid om bezwaar in te dienen. Een dergelijk bezwaarschrift kan binnen 6 weken ingediend worden bij de directie. De directie is verplicht om de ouders te horen over het bezwaarschrift. Binnen 4 weken na ontvangst van het bezwaarschrift wordt opnieuw beslist. De definitieve verwijdering kan in eerste instantie pas ingaan nadat een andere school zich bereid heeft verklaard de leerling toe te laten. Als echter kan worden aangetoond dat er 8 weken zonder succes gezocht is naar een alternatieve school, kan de school tot verwijdering overgaan.

Schoolverzekering De Nutsbasisschool heeft een aansprakelijkheidsverzekering voor onderwijsinstellingen. Als zich onder schooltijd een ongeval voordoet waarvoor de huisarts van het kind geconsulteerd moet worden, zijn de hieruit voortvloeiende kosten voor de ouders van het kind als de school niet aansprakelijk kan worden gesteld voor het ongeval. In de meeste gevallen kunt u voor de kosten een beroep doen op uw eigen ziektekostenverzekeraar. De Nutsbasisschool draagt geen verantwoordelijkheid voor schade aan kleding of aan andere persoonlijke eigendommen van uw kind. In de onderbouwgroepen 1 en 2 wordt schade aan kleding zo veel mogelijk voorkomen door het dragen van schorten. Tijdens de creatieve uren in de midden- en bovenbouw zijn ook altijd schorten aanwezig; als u wilt dat uw kind uit de midden- en bovenbouw een schort draagt, dient u zelf uw kind hierop te wijzen.

Foto- en filmopnamen In het kader van verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, kan het voorkomen dat er in de klas van uw kind filmopnamen gemaakt worden. Deze opnamen hebben een educatief doel en worden niet voor commerciële doeleinden gebruikt. De opnamen blijven in het bezit van de school en zullen niet zonder toestemming van de ouders buiten de school vertoond worden. Indien u er bezwaar tegen heeft dat uw kind op een filmopname te zien is, kunt u zich wenden tot de directie. Het maken van filmopnamen gericht op één kind, gebeurt alleen met toestemming van de ouders. Tevens worden er bij ons op school tijdens verschillende evenementen foto’s of filmopnamen gemaakt (door ouders, teamleden of de pers). Deze foto’s en filmopnamen worden niet voor commerciële doeleinden gebruikt. Indien u bezwaar heeft tegen publicatie van een foto van uw kind op de website van de school kunt u dit bij de directie aangeven.


27

6. Meest gestelde vragen In dit hoofdstuk worden de meest gestelde vragen beantwoord.

Vraag I: Als ik mijn kind heb aangemeld, hoe weet ik dan of hij geplaatst is? Op onze website www.nutsbasisschool.nl vindt u informatie over aanmelden en kunt u het aanmeldformulier downloaden.

Vraag II: Wat moet ik weten voordat mijn 4-jarig kind naar school komt? Uiterlijk drie weken voor hun vierde verjaardag ontvangen nieuwe leerlingen thuis een kaart en een informatiepakket van de groepsleerkracht met de uitnodiging aan de ouders om voor twee dagdelen een wenafspraak te maken. Belangrijk voor de eerste wenafspraak is dat het kind een pauzehapje meekrijgt: iets te drinken en fruit of een kaakje. Het is de bedoeling dat uw kind zindelijk is als het op de basisschool komt. Oefent u vooral met het kind dat het zelf de billen kan vegen. Voor de leerkracht is het niet mogelijk om steeds de groep uit te gaan om dit voor de kinderen te doen. Als zindelijkheid een probleem is, geeft u dit dan vooral aan tijdens uw eerste contact met de leerkracht om wendagen af te spreken.

Vraag III: Schoolmelk, hoe vraag ik dat aan? Campina levert bij ons op school de schoolmelk. De melk wordt in de ochtendpauze en/of tijdens de lunchpauze in de klas opgedronken. Na elke vakantie van minimaal één week duurt het een paar dagen voordat de bezorging op gang komt. U kunt op die dagen een beker of pakje meegeven. Ook is het mogelijk om via Campina fruit voor uw kind te krijgen. Aanmelden voor schoolmelk of -fruit doen de ouders rechtstreeks via www.campinaopschool.nl. Eventuele wijzigingen kunnen eveneens via deze site worden doorgegeven. Vragen over de schoolmelkregeling kunt u stellen aan juffrouw Gerda Jongewaard (groep 1A). De financiële afhandeling wordt gedaan door Campina.

Vraag IV: Hoe is het overblijven in de groepen 1 – 4 geregeld? Namens het bestuur van de Nutsbasisschool verzorgt kinderopvangorganisatie Smallsteps het overblijven (TSO: tussen schoolse opvang) voor de groepen 1 tot en met 4. Bij de directie zijn inschrijfformulieren verkrijgbaar. Het overblijven verloopt als volgt:  Per groep van ongeveer 15 kinderen is één overblijfkracht aanwezig.  Om 11.30 uur haalt een overblijfkracht de kinderen uit het lokaal op.  Als uw kind voor het eerst overblijft, stelt de leerkracht uw kind aan de overblijfkracht voor.  De kinderen eten in groepjes. Na een ‘eet smakelijk’ kan de lunch beginnen.  Tijdens het eten lezen de overblijfkrachten voor.  Tijdens een deel van de lunchpauze spelen de kinderen buiten.  Bij slecht weer spelen de kinderen binnen of kijken zij naar een film die bij hun leeftijd past.


28

Ouders  Alle informatie die voor de overblijfkrachten van belang zou kunnen zijn, vragen die u heeft of als u iets wilt doorgeven, dan kan dat via [email protected], telefonisch 071-5614334 of persoonlijk op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag tussen 12.00 en13.00 uur  De overblijfkrachten zijn niet verantwoordelijk voor het daadwerkelijk opeten van de lunch. Wat niet op is, gaat met het kind mee naar huis. Drinken moet wel altijd opgedronken worden.  Het is niet toegestaan uw kind snoep/kauwgom mee te geven naar het overblijven.  Eetafspraken mogen alleen vóór aanvang van school gemaakt worden. Als vóór 8.45 uur bij de leerkracht niet bekend is dat uw kind die dag bij een vriendje eet, blijft uw kind over.  Met een klacht over het overblijven wendt u zich tot de desbetreffende overblijfkracht. Deze zal waar mogelijk ter plekke een oplossing aandragen of geeft de klacht door aan de aanspreekpersoon. U kunt ook zelf contact opnemen met de aanspreekpersoon als u het gevoel heeft dat uw klacht nog niet naar tevredenheid is afgehandeld.  Ouders van kinderen die de hele dag niet aanwezig zijn (om wat voor reden dan ook, bijv ziekte, vakantie) melden dit op school aan de docent. De docent geeft de afwezigheid door aan de TSOmedewerker. De TSO hoeft niet apart op de hoogte gebracht te worden.  Kinderen die afgemeld worden voor alleen de TSO (en dus wel op school zijn) of die een extra TSO willen afnemen kunnen dit doorgeven voor 10.00 uur via de mail op: [email protected] (let op! .nl ipv .com) of afbellen op het telefoon nummer van BSO Kasteel: 071- 5614334.  In de groepen 1 ligt een overdrachtschrift. Ouders kunnen dit schrift gebruiken om zich aan- of af te melden voor de TSO.  Het is erg belangrijk dat u uw kind altijd afmeldt als hij/zij op een afgesproken dag niet komt, omdat de medewerkers anders onnodig op zoek gaan naar hem/haar. Aanmelden hoeft uiteraard alleen indien uw kind een extra dag tussenschoolse opvang afneemt.

Vraag V: Mijn kind is bijna jarig, wat trakteert hij? Als uw kind bijna jarig is, bespreekt u met de groepsleerkracht wanneer uw kind het best kan trakteren. Meestal is dat op de verjaardag zelf. De leerkracht kan u precies vertellen hoeveel kinderen er in de klas zitten en hoeveel onderwijsassistentes en/of stagiaires die dag in de groep aanwezig zijn. De jarige mag met een klasgenootje alle groepen langs. Zij krijgen een kaart mee waar ieder teamlid iets feestelijks op zet. Meestal zijn er rond de 17 teamleden in de school aanwezig. Hoewel u vrij bent vrij om te kiezen wat u uw kind wilt laten trakteren verdient een gezonde traktatie de voorkeur. De traktatie moet helemaal klaar zijn en niet te groot.

Vraag VI: Ik wil graag met de leerkracht over mijn kind praten. Wanneer schikt dat? U kunt ’s ochtends om half negen of ’s middags om drie uur de leerkracht van uw kind gerust aanspreken om een afspraak voor een gesprek te maken.

Vraag VII: Hoe is het bewegingsonderwijs geregeld? De groepen 1 en 2 gymmen in het speellokaal bij de school. Vanaf groep 3 gymmen de leerlingen in gymzalen buiten de school. Groep 3 tot en met 5 lopen naar deze zalen. Vanaf groep 6 gaan de leerlingen op de fiets. Om zo min mogelijk lestijd te verliezen hebben groep 3, 4 en 5 één keer per week twee gymlesuren achter elkaar. De andere groepen hebben hun gymlessen op twee verschillende dagen in de week.

Vraag VIII: Mijn kind heeft hoofdluis, wat nu? Als u bij uw kind luizen signaleert, meld dit dan direct bij de directie of de leerkracht. Als de luizenouders tijdens de controles luizen signaleren, benadert de schoolleiding of de leerkracht de ouders direct. In overleg wordt gekeken hoe de behandeling zo snel mogelijk van start kan gaan opdat verspreiding voorkomen wordt. Als er in de groep van uw kind haarluis geconstateerd is, ontvangt u hierover een bericht per mail. U kunt via school een luizencape voor de jas van uw kind bestellen. Zie voor meer informatie onze website.


29

Wat moet u doen als uw kind hoofdluis heeft? 1. Behandel met een chemisch middel, verkrijgbaar bij apotheek of drogist. 2. Volg de aanwijzingen op de bijsluiter. Bij kinderen met lang dik haar meer van het middel gebruiken; bij te zuinig gebruik is de behandeling zinloos. 3. Kam het haar na de behandeling met een luizenkam en blijf minstens 14 dagen na elke behandeling het haar twee keer per dag met de luizenkam kammen. 4. Controleer ook de rest van het gezin op hoofdluis. Alleen behandelen als er van hoofdluis sprake is; de middelen werken niet preventief! 5. Neten tot 1 centimeter van de hoofdhuid kunnen luizen bevatten, neten verder dan 1 centimeter van de hoofdhuid zijn leeg. Dode neten groeien vanzelf uit het haar. U kunt de neten er ook uitkammen of een middel gebruiken ter verwijdering van neten (verkrijgbaar bij apotheek of drogist). 6. Als er na twee behandelingen met hetzelfde middel nog steeds hoofdluis aanwezig is, dan behandelen met een ander middel (bij voorkeur lotion). 7. Kammen en borstels na gebruik goed reinigen. 8. Denk eraan dat chloorhoudend zwemwater het hoofdluismiddel inactiveert. Zie ook de informatie op onze website.

Vraag IX: Hoe hoog is de vrijwillige ouderbijdrage? De vrijwillige ouderbijdrage is inkomensafhankelijk. In het afgelopen schooljaar zijn de tarieven uit tabel 10 aangehouden. De hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage zal dit schooljaar opnieuw worden vastgesteld. Tabel 10: tarieven vrijwillige ouderbijdrage Stichting Nutsschool Voorschoten 2015-2016 Vrijwillige ouderbijdrage voor 2e en volgende kinderen krijgt u 25% korting 75% 75% bruto gezinsinkomen* 1e kind 2e kind volgende Bij 2 0 - 15.000 € 56 € 42 € 42 € 98 15.000 - 30.000 € 111 € 83 € 83 € 194 30.000 - 45.000 € 221 € 166 € 166 € 387 45.000 en hoger € 332 € 249 € 249 € 581

bij 3 € 140 € 277 € 554 € 830

* Bruto gezinsinkomen = gezamenlijk bruto jaarinkomen van de ouder(s)/verzorger(s), inclusief kinderbijslag en vóór aftrek van verschuldigde belasting, premies werknemersverzekeringen en sociale premies.

Vraag X: Later instromen, hoe gaat dat in zijn werk? Uw kind kan op de wachtlijst voor een reeds gevormde groep geplaatst worden. Zodra het leerlingaantal in deze groep onder de 30 zakt, wordt u gepolst of u interesse voor deze plaats heeft. Als u overweegt uw kind over te plaatsen, dient u bij de directeur van de school waar uw kind op dat moment zit aan te geven dat u een schoolwisseling overweegt. Tevens vraagt u of de directeur van de Nutsbasisschool contact met de school op mag nemen. Uw kind kan vanaf dat moment een dagdeel bij ons op school komen kennismaken. Na kennismaking en/of nadat wij contact met de school hebben gehad, beslissen wij of uw kind toegelaten wordt. Het is mogelijk dat wij redenen hebben om van plaatsing af te zien of bijvoorbeeld een toelatingsonderzoek te willen doen. Uiteraard wordt dit met u besproken. Afhankelijk van de resultaten van een eventueel onderzoek en het overleg met de huidige school wordt een inschatting gemaakt of uw kind op zijn plaats is op de Nutsbasisschool.

Vraag XI: Wat is het vakantierooster voor dit schooljaar? Op onze website en op de jaarkalender in DigiDuif vindt u de vakantie- en studiedagen.


30

Vraag XII: Welke documenten kunnen ouders op school inzien? Bij de directie kunt u de volgende documenten opvragen:  Het dossier van uw kind: dit dossier bevat alle toetsen observatiegegevens, gespreksverslagen en eventuele onderzoeksverslagen of behandelverslagen. Dossiers worden tot 3 jaar na het verlaten van de school bewaard. Daarna worden ze vernietigd. Voor het inzien van het dossier van uw kind, kunt u een schriftelijk verzoek indienen bij de directie.  Het schoolplan: in dit meerjarenplan legt de school haar speerpunten voor het beleid in de komende 4 jaar vast. Dit document wordt iedere 4 jaar herzien.  De klachtenregeling: de procedure bij klachten is zowel op school als bij de externe vertrouwenspersoon (zie hoofdstuk 5) aanwezig.  De notulen van de MR-vergaderingen.

Vraag XIII: Met welke instanties heeft een basisschool te maken? Iedere basisschool maakt deel uit van een netwerk van instanties om de schoolloopbaan van de leerlingen zo optimaal mogelijk te laten verlopen. De volgende instanties maken deel uit van dit netwerk (in alfabetische volgorde):  BSO: de school geeft aan het begin van het jaar de jaarkalender met daarop alle vrije dagen en activiteiten door aan de BSO (buitenschoolse opvang). In ons gebouw is BSO ‘Kasteel’ van Smallsteps gevestigd.  Gemeente Voorschoten: de gemeente is eigenaar van het schoolgebouw en de gymzalen. Daarnaast tracht de gemeente door middel van de Lokaal Educatieve Agenda de zorg voor kinderen van 0 tot en met 13 jaar te optimaliseren. In een werkgroep zijn peuterspeelzalen, kinderopvang, basisscholen en schoolarts vertegenwoordigd.  Inspectie: de school valt onder toezicht van de rijksinspectie.  Leerplicht: voor alle basisscholen zijn leerplichtambtenaren aangesteld die er op toezien dat leerplichtige kinderen minimaal 7520 onderwijsuren over 8 schooljaren heen ontvangen. De school ziet er op toe dat dit minimum wordt gehaald door ondermeer tijdig te starten met de lessen (zie hoofdstuk 2, tabel 4) en de gymlessen van groep 3, 4 en 5 te koppelen (zie hoofdstuk 6, vraag VII).  Logopedist: in groep 2 kan logopedische screening van leerlingen plaatsvinden. Er wordt vooral gekeken naar de spraak- en taalontwikkeling.  Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; dit ministerie ziet toe op de materiële, personele en financiële zaken die de school betreffen. Het ontwikkelt beleid voor de basisscholen.  Opvoedbureau: ouders kunnen gebruik maken van de diensten van het opvoedbureau van de gemeente Voorschoten. Om een afspraak te maken kunt u bellen met 088-900 4000. Er zijn geen kosten aan verbonden en uw gegevens worden anoniem verwerkt.  PPO: dit is het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs. De scholen in het samenwerkingsverband hebben afspraken gemaakt over onder andere de begeleiding en ondersteuning die alle scholen in de regio kunnen bieden en over welke leerlingen een plek kunnen krijgen in het speciaal onderwijs. Ook hebben we afspraken gemaakt met de gemeenten in de regio Leiden over de inzet en afstemming met jeugdzorg.  Schoolarts: onze schoolarts is Evelyn van der Ven. Saskia Dukker is de jeugdverpleegkundige (leerlingen tussen 4 en 12 jaar). Irma Teleng is de assistente. Zij is het aanspreekpunt voor school en ouders als er zorgen zijn op medisch of sociaal-emotioneel gebied. Zij maakt deel uit van het jeugdgezondheidsteam van de GGD.  Schoolbegeleidingsdienst: voor specialistisch onderzoek en advies bij leer- of ontwikkelingsproblemen maken wij gebruik maken van onderwijsAdvies (oA). Onze schoolbegeleidster is Caroline Hoos.  Schoolmaatschappelijk werk: de schoolmaatschappelijk werker denkt mee over mogelijke oplossingen bij ontwikkelings- en opvoedproblemen en ondersteunt de ouders, het kind en de leerkracht bij het uitvoeren ervan. Onze schoolmaatschappelijk werkster is Hanneke Ferwerda. Te bereiken op: 088-900 4000 of 06-55 881 074, e-mail: [email protected].  Voortgezet onderwijs: de Nutsbasisschool onderhoudt contacten met alle voortgezet onderwijsscholen waar onze leerlingen naar toe gaan.


31

Vraag XIV: Hoe is de buitenschoolse opvang geregeld? Smallsteps organiseert binnen onze school voor-, tussen- en naschoolse opvang. De voor- en naschoolse opvang vindt plaats onder de naam ‘Kasteel’. Meer informatie over de werkwijze en wijze van aanmelden van Smallsteps kunt u verkrijgen bij Smallsteps in Leiden: 071-516 34 34. Voor aanmelding bij de tussenschoolse opvang (het overblijven) is een informatiepakket bij de directie aanwezig. Leerlingen van onze school maken ook gebruik van de buitenschoolse opvangmogelijkheden van kinderopvangorganisatie Kindex.

Tenslotte: Wij zijn trots op onze kwaliteitsschool, waar de kinderen zich door het brede onderwijsaanbod goed kunnen ontwikkelen en een gedegen basis meekrijgen voor de rest van hun leven. Heeft u interesse in onze school, maakt u dan gerust een afspraak voor een gesprek en rondleiding.


32


33

Schoolgids

Recommend Documents