SCHOOLGIDS 2015-2016 DEEL 1
De Wegwijzer: SAMEN LEREN LEVEN Toekomstgericht onderwijs Een veilige leeromgeving Verbonden met de samenleving
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
INHOUD
1. De Wegwijzer, een goede keuze! 2. Toekomstgericht onderwijs 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
4
5 5 6 7 8
Samen Leren Leven 21 th.Century skils Talentontwikkeling en bevordering creativiteit Verschillende manieren van leren 2.4.1. Handelings Gericht Werken 2.4.2. Coöperatief leren 2.4.3. ICT Digiborden/Tablets 2.4.4. Slimmer Leren 2.4.5. Oplossingsgericht leren 2.4.6. Zelfstandig werken 2.4.7. Huiswerk en agenda 2.5. Inhoud van ons onderwijs 13 2.5.1. Beschrijving vakgebieden 2.5.2. Aandacht voor talent 2.6.De zorg voor de leerlingen 25 2.6.1. Samenwerkingsverband 2.6.2. Zorgplicht 2.6.3. Leerlingenzorg, begeleiding van leerlingen 2.6.4. Passend onderwijs 2.6.5. De Wegwijzer en Auris, samen passend onderwijs 2.6.6. Interne begeleiders 2.6.7. MeerPartijenOverleg (MPO) 2.6.8. Het leerlingendossier 2.6.9. Handelingsplannen/Ontwikkelingsperspectieven (OPP) 2.6.10. Werken met trendanalyses 2.6.11. Hulp van buitenaf 2.6.12. Eigen onderzoek 2.6.13. Dyslexie en Kurzweil 2.6.14. Doubleren 2.6.15. Schoolbegeleidingsdienst 2.6.16. Verwijsindex 2.6.17. Nieuwe ontwikkelingen en het schoolplan 2.6.18. Waarborgen kwaliteit 2.7. De resultaten van ons onderwijs 36 2.7.1. Eindtoets CITO groep 8 2.7.2. Toetsresultaten CITO-eindtoets 2.7.3. Heroverweging van het schooladvies op basis van de centrale eindtoets
2
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
3. Een veilige leeromgeving 3.1 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7. 3.8. 3.9. 3.10.
De Wegwijzer KiVaschool: Een leuke school zonder pesten Toezicht op veiligheid van de kinderen Verkeerssituatie Een veilig en gezond schoolplein Taakspel Time-out Een veilig schoolgebouw Ontruimingsplan/ontruimingsoefeningen Melding afwezigheid leerlingen Een veilig schoolklimaat; Wat te doen als er toch iets mis gaat?
4. Verbonden met de samenleving 4.1. 4.2. 4.3.
Actief burgerschap en sociale integratie Katholieke school De ouders 4.3.1. Ouderbetrokkenheid doet ertoe 4.3.2. Beleid informatie plicht aan gescheiden ouders 4.3.3. De oudervereniging (OV) 4.3.4. Klassenouders 4.3.5. De medezeggenschapsraad (MR)
5. Organisatie 5.1.
5.2.
De Wegwijzer 5.1.1 Situering 5.1.2. Schoolgrootte 5.1.3. Leerlingenaantal 2015-2016 5.1.4. Inhoud schoolgids 2015-2016 deel 2 Kalisto Boeiend Basisonderwijs 5.2.1. Bestuur- en management 5.2.2. Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) 5.2.3. Toelatingsbeleid- en procedure
39 39 40 41 41 41 41 42 42 42 43
44 44 47
53 53
56
Bijlage 1: De Wegwijzer KiVa-school: Een leuke school zonder pesten.
59
Bijlage 2: Begeleiding overgang basisonderwijs naar voortgezet onderwijs.
60
3
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Voor u ligt de schoolgids van KBS De Wegwijzer. Een katholieke basisschool, middenin de samenleving van Woerden, waar alle geloven en gezindten van harte welkom zijn. De basisschoolperiode is een belangrijk deel van het leven van uw kind. Als ouder vertrouwt u uw kind 8 jaren achtereen aan de school toe. Behalve dat uw kind veel leert, wilt u ook dat uw kind de basisschoolperiode als een veilige, vertrouwde en plezierige periode zal ervaren. Daarom kiest iedere ouder met zorg naar welke school het kind zal gaan. U wilt het allerbeste voor uw kind. Wij vinden het belangrijk dat uw kind en u onze school als een fijne plaats ervaren en dat uw kind met plezier naar school gaat. Ouders die hun kind aan de zorg van het team van De Wegwijzer toevertrouwen maken een goede keuze. Door middel van ons onderwijs willen we een essentiële bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen tot zelfstandige en verantwoordelijke volwassenen, die actief en kritisch deelnemen aan de samenleving. We hechten grote waarde aan gedegen onderwijs in de basisvaardigheden, maar vinden ook de sociale, emotionele en creatieve ontwikkeling van groot belang. In ons onderwijs gaan we uit van de onderwijsbehoeften van de kinderen. Wij kijken naar hun mogelijkheden en niet naar de onmogelijkheden. Ons onderwijs is toekomstgericht. Wij streven ernaar dat alle kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen in de vaardigheden die de toekomst van hen verwacht, in een veilige en sfeervolle omgeving die uitdaagt en inspireert. Over het onderwijs en alle andere activiteiten op De Wegwijzer kunt u als ouder ook meepraten en beslissen. Onderwijs en opvoeding, op school en in het gezin liggen in elkaars verlengde, een goede samenwerking met de ouders achten wij dan ook van groot belang. Deze gids zit boordevol informatie en bestaat uit 2 delen. Hij is geschreven voor ouders die op zoek zijn naar een goede school voor hun kinderen, om te oordelen of onze school iets is voor hun kind. Maar hij is ook bedoeld als naslagwerk voor ouders met kinderen op onze school. De inhoud van deze schoolgids is vastgesteld door het bestuur nadat er instemming is verkregen van de medezeggenschapsraad (MR). Deel 1 bevat informatie over onze visie en missie (Samen Leren Leven), de uitgangspunten, de zorg voor de kinderen, inhoud en resultaten van ons onderwijs en natuurlijk informatie over de samenwerking tussen de ouders en de school. Deel 2 is een ABC. Hierin staat alles over de praktische gang van zaken binnen school. De jaarkalender krijgt u op de eerste schooldag, als losse bijlage, met daarop alle belangrijke data van vakanties, evenementen en dergelijke. Deze data zijn, voor zover mogelijke, voor de zomervakantie al in de jaarkalender van onze website opgenomen. Wij leveren de schoolgids digitaal aan: modern onderwijs vraagt om moderne communicatiemiddelen. Wij proberen u via de schoolgids zo volledig mogelijk over onze school te informeren. Mocht u zaken missen, of beschrijvingen onvolledig vinden of niet begrijpen: laat het ons weten, want met uw suggesties proberen we de volgende uitgave nog beter te maken! Team KBS De Wegwijzer De Wegwijzer, Essenlaan 1, 3442 JE Woerden. Postadres: Postbus 13, 3440 AA, Woerden 0348-414150 Website: www.wegwijzerwoerden.nl
@dres:
[email protected]
4
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
De Wegwijzer staat voor onderwijs dat onze kinderen echt voorbereid op de toekomst. De Wegwijzer staat bekend als een vooruitstrevende school waar met nieuwe (digitale) middelen onder leiding van een zeer kundig onderwijsteam de kinderen worden voorbereid op hun plek in de samenleving van de toekomst. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de tabletlessen waarin de Wegwijzer voorop loopt bij het inpassen ervan in het lesaanbod. Daarbij geldt dat de tablets geen doel op zich zijn, maar een prima middel om onze doelen te bereiken. Omdat in deze samenleving er steeds meer creativiteit en zelfstandigheid wordt gevraagd, staan deze thema’s ook centraal in de onderwijsmethoden op de Wegwijzer. Dit is bijvoorbeeld goed te zien bij weektaken en huiswerk waarbij kinderen zelf een gedeelte van de lesstof moeten inplannen gedurende de week. Maar ook bij lessen op het gebied van techniek, rekenen en woordenschat waarbij we zorgen dat kinderen op een creatieve en onderzoekende wijze met de stof om leren gaan. Omdat de ontwikkeling van onze kinderen het allerbelangrijkste is, zorgt De Wegwijzer dat het lesaanbod gevarieerd, vernieuwend en steeds weer uitdagend is, waarbij er continu aandacht wordt gegeven aan het niveau en de behoeften van het individuele kind. Dit doen we bijvoorbeeld met het aanbieden van extra leerstof zoals Spaans en het compacten (de leerstof overslaan van niet voor elk kind noodzakelijke herhaling- en oefenstof uit de reguliere leerstof) en verrijken in de klassen. En omdat ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’ nog altijd geldt, wordt op de Wegwijzer veel aandacht aan beweging geschonken, met deskundige begeleiding. Door te proberen om ieder kind op de beste manier te laten leren kunnen de kinderen hun talenten zo goed mogelijk leren kennen en ontwikkelen. En dit alles om onze kinderen klaar te maken voor de 21st century!
Goed onderwijs, sociaal-emotionele ontwikkeling en maatschappelijk betrokkenheid gaan hand in hand. Daarom besteden wij naast het geven van hoogwaardig en toekomstgericht onderwijs, ook veel aandacht aan een respectvolle omgang met elkaar en een open en kritische houding ten opzichte van de samenleving. Vanuit onze katholieke inslag is iedereen welkom op de Wegwijzer en respecteren wij ieders opvatting. Respect voor elkaar hebben betekent, dat je rekening houdt met elkaar. Onze kinderen moeten respect op kunnen brengen voor waarden en normen van anderen. Het is daarom vanzelfsprekend dat de kinderen tolerant en met respect moeten omgaan met alle mensen, ongeacht of ze nu een andere huidskleur hebben, een ander geloof of culturele achtergrond, mening of een beperking. Wij maken onze kinderen bewust van hun eigen sociale omgeving. Wij brengen onze leerlingen in contact met die omgeving in al haar diversiteit. Tevens willen wij onze kinderen een positieve, maar ook kritische houding bijbrengen ten opzichte van zichzelf, anderen en de samenleving. Onze kinderen leren zelfstandig, verantwoordelijk, creatief en kritisch te leven. Wij nemen onze kinderen buitengewoon serieus. Kinderen kunnen met ideeën of suggesties voor veranderingen altijd bij hun eigen leerkracht , de directie en natuurlijk ook bij de leerlingenraad terecht Wij vinden het belangrijk om samen te werken en samen te spelen, weerbaar te zijn en een grote mate van zelfredzaamheid te hebben. Ons onderwijs is niet alleen een voorbereiding op deelname aan de samenleving, het is zélf een belangrijke vorm van samenleven. Wij maken onze leerlingen daarvan bewust.
5
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
De school vormt een afspiegeling van de Nederlandse samenleving. Wij staan altijd open om onze koers, die we samen varen, bij te stellen of te veranderen. Immers, een open relatie bevordert elke samenwerking. Wij nemen dan ook alle tijd om met ouders/verzorgers in gesprek te gaan en te blijven.
Een kind dat in 2014 voor het eerst naar school gaat, solliciteert rond 2032 naar een eerste baan. Dít kind leert nú op De Wegwijzer wat het dán nodig heeft voor een vliegende start! De wereld verandert snel en niemand kan voorspellen in welke wereld wij over enkele jaren leven.De komende 50 jaar verandert er meer dan de in afgelopen 500 jaar. De sterk veranderende samenleving vertoont zelfs fundamentele verschuivingen waar het onderwijs wel op moet reageren. In de 21e eeuw spelen zowel maatschappelijke als technologische ontwikkelingen een belangrijke rol. Verschillende culturen ontmoeten elkaar in economische, culturele en sociale zin. In toenemende mate ontmoeten mensen met diverse achtergronden en ideeën elkaar. Dit kan soms ook botsen. Mede daardoor neemt het belang van communiceren, samen leven en samenwerken toe. Ook de technologische ontwikkelingen brengen grote verschuivingen teweeg. De maatschappelijke en technologische ontwikkelingen bieden leerlingen kansen om: kennis op een andere wijze uit te wisselen en tot zich te nemen; sneller te communiceren. Die kansen moeten natuurlijk worden benut. Scholen staan voor de belangrijke opdracht om na te denken over manieren van leren met het oog op de toekomst en de ontwikkelingen in de 21e eeuw. Onze kinderen leren in de 21ste eeuw. Een tijd waarin door het bedrijfsleven andere vaardigheden als belangrijk worden gezien. De wereld verandert in een rap tempo. De beschikbaarheid van personal computers, smartphones, tablets en ( mobiel) internet voor (bijna) iedereen heeft veel invloed op onze samenleving. Dat mensen door mobiel internet in contact kunnen zijn met anderen, informatie kunnen delen en kunnen samenwerken waar en wanneer ze maar willen, heeft een gigantische impact. Over de hele wereld wordt dan ook nagedacht over de vaardigheden die men in dit verband nodig heeft. Naast taal en rekenen en de kernvakken, zijn de competenties: Samenwerken Creativiteit ICT Communiceren Probleemoplossend vermogen Kritisch denken Sociale en culturele vaardigheden Ook een betrokken, ondernemende en nieuwsgierige houding komen van pas in de 21 ste eeuw.
6
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Het talent van het kind als uitgangspunt: “Niet elk kind hoeft een kampioen te zijn, als het maar zijn of haar persoonlijk record verbreekt.” Op de Wegwijzer gaan we uit van de uniciteit van elk kind; ieder kind heeft zijn/haar eigen specifieke kenmerken en talenten. We vinden het belangrijk dat kinderen opgroeien met een positief zelfbeeld. Hierbij is het opdoen van succeservaringen, op verschillende ontwikkelingsgebieden, van groot belang. Elk kind moet de kans krijgen zijn/haar talent te ontdekken. Het ene kind wil overzicht en snappen hoe de dingen in elkaar zitten voordat hij/zij kan beginnen met werken Het andere kind wil al doende ontdekken waar het nu eigenlijk omgaat. Voor alle werk- en leerstijlen is plaats op De Wegwijzer. Doordat de kinderen deze ruimte bij ons op school krijgen kunnen zij zich op eigen wijze ontwikkelen en tegelijkertijd een mooie bijdrage leveren aan het geheel van de groep. Zie ook:2.5.2.Aandacht voor talent.
7
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Het onderwijs binnen onze stichting van 16 scholen Kalisto is erop gericht dat we de talenten van iedere leerling én leerkracht zien en ontwikkelen. Hierdoor geven wij kinderen een basis mee, om zich te kunnen ontwikkelen naar kritische, verantwoordelijke en ondernemende medeburgers. Dit betekent dat ons onderwijs zich naast de zaakvakken richt op de brede ontwikkeling van kinderen op cultureel, creatief en sociaal vlak. Wij ontwikkelen ons verder op de gebieden onderzoekend leren, ontwerpend leren en oplossingsgericht onderwijs, waarbij wij meebewegen met de ontwikkelingen in de maatschappij.
Ieder kind heeft een eigen identiteit en heeft daarom ook andere zorg- en onderwijsbehoeften. Op de Wegwijzer werken we volgens de cyclus van het HGW, het handelingsgericht werken. Dit houdt in dat wij alle leerlingen van de groep goed in beeld brengen door hen te observeren en hun resultaten, zowel methodegebonden als ook op Cito niveau, te analyseren en te omschrijven wat hun onderwijsbehoeften zijn; wat heeft deze leerling nodig om zich verder te kunnen ontwikkelen? Vanuit het HGW geloven wij in de driehoek kind-ouder-school. Om die reden voeren wij met regelmaat ouder- en kindgesprekken waarin de resultaten en de onderwijsbehoeften worden besproken. Door gesprekken met kinderen te voeren, betrekken we hen actief bij hun eigen ontwikkeling. Hierdoor leren ze kritisch te denken, ervaren ze leren op school zinvoller en neemt hun welbevinden toe. Ook geven kinderen de leerkracht waardevolle informatie als we op zoek zijn naar datgene wat het kind nodig heeft om goed te kunnen leren en ontwikkelen. Op deze wijze proberen we leerachterstanden en achterstanden in de ontwikkeling vroegtijdig te signaleren. Maar ook hebben we oog voor leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong.
Coöperatief leren heet ook wel samenwerkend leren. Bij coöperatief leren gaat het om de samenwerking tussen sterkere en zwakkere leerlingen. Dit wordt gestimuleerd door coöperatieve werkvormen, waarbij kinderen in heterogene tweetallen of groepjes werken. De kinderen discussiëren samen over de leerstof, ze geven elkaar uitleg en informatie en vullen elkaar aan. Zij zoeken samen naar een oplossing en helpen elkaar. De gedachte achter samenwerkend leren is dat zowel de zwakke als de sterke kinderen hiervan leren. De zwakke leerlingen, doordat ze uitleg krijgen en aangemoedigd worden. De sterke leerlingen, omdat zij de stof op een hoger niveau leren beheersen als ze het aan anderen uitleggen. Bij coöperatief leren is dus niet alleen de lesstof belangrijk, maar ook de samenwerking. Er is dus sprake van een cognitief en een sociaal doel. De achterliggende gedachte van coöperatief leren is dat kinderen niet alleen leren van de interactie met de leerkracht, maar ook van de interactie met elkaar.
8
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Alle groepen ( 1 t/m 8) hebben de beschikking over meerdere computers en een digibord. Daarnaast heeft de school een computerruimte met 15 computers (“ Meester Frans Plein”). De computers en digiborden worden gebruikt ter ondersteuning van de lessen. Naast de computers en digiborden maken wij ook gebruik van tablets. De tablets worden didactisch ingezet en de focus wordt op interactie gelegd. De kinderen komen het beste tot leren wanneer ze samenwerken, dus werken wij per twee à drie leerlingen met één tablet. De tablets vervangen de boeken en schriften niet, ze dienen als aanvulling op de bestaande materialen. De tablets worden ingezet bij: Wereldoriënterende vakken (aanvullende informatie op internet opzoeken). Interactie tijdens de les (communicatie met het digibord, directe feedback). Remediëring en inoefening (leerlingen die moeite hebben met leerstof oefenen m.b.v. speciale apps). (Verlengde) Instructie (de leerlingen kunnen de door medeleerlingen of door de leerkracht opgenomen instructiefilmpjes bekijken en op deze manier veelvuldig extra uitleg krijgen, terwijl de leerkracht andere kinderen helpt). Creatieve opdrachten (Filmpjes, collages, e.d.). Presentaties voorbereiden (m.b.v. PowerPoint of Prezi). Sociale Media ( bv een BLOG bijhouden). Onderwijskundige doelen Motivatie en betrokkenheid vergroten. Onderzoeksvaardigheden verbeteren. Het samenwerkend leren bevorderen. Creatieve vaardigheden verbeteren. De leerlingen leren al op vroege leeftijd om te gaan met de computer en tablets. In het begin is dit spelenderwijs. Al op jonge leeftijd moeten internet en e-mail voor de kinderen een primaire bron van kennisverwerving en kennisuitwisseling worden. Op de Wegwijzer houden we ons aan een protocol computergebruik. Onze ICT-ers houden nauwgezet de innovaties op technologisch gebied in de gaten en proberen daar zoveel mogelijk op in te spelen.
We maken bij het vak studievaardigheden gebruik van “Slimmer Leren”: Vele goede tips om kinderen met minder inspanning hogere resultaten te laten behalen. Niet alleen hogere resultaten, maar ook efficiënt huiswerk maken, omgaan met faalangst, toetsanalyse en een betere planning worden voor de kinderen bereikbaar. Ze krijgen zelf instrumenten in handen om hun eigen leren te sturen en daarmee de ontwikkeling van hun hersenen te versnellen.
9
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
We dagen de kinderen zoveel mogelijk uit zelf oplossingen te vinden. Wij streven ernaar concrete en uitdagende contexten in onze lessen te hebben. Door zoveel mogelijk oplossingsgerichte gesprekstechnieken te hanteren, moedigen we de kinderen aan om vertrouwen te hebben in hun toekomst. We leggen de nadruk op het wie-wat-waar-wanneer en hoe bij het vragen naar details over hoe de gewenste situatie eruitziet als deze opgelost is.
10
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Om elk kind zo goed mogelijk te stimuleren in zijn ontwikkeling, nemen het zelfstandig verwerven en verwerken van de leerstof en vaardigheden een belangrijke plaats in. Elk kind wordt dan zoveel mogelijk op zijn niveau aangesproken en bijgestaan. Kinderen ontwikkelen zich van nature. Ze zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Wij vinden het heel belangrijk dat kinderen leren zelfstandig te werken waardoor zij zelf problemen leren op te lossen en langere tijd geconcentreerd kunnen werken, zowel individueel als samen. Om kinderen in staat te stellen zelfstandig te werken, is het nodig dat ze voor een langere periode weten aan welke taken gewerkt moet worden. Dit omschrijven we in een dagtaak of weektaak waarop de kinderen zelf kunnen bijhouden welke taken afgerond zijn. De weektaak-formulieren zien er voor alle groepen hetzelfde uit, alleen de taken die er op staan verschillen uiteraard per groep en per kind. De kinderen krijgen de gelegenheid om de opgegeven taken in te plannen. De leerkracht houdt in zijn/haar eigen administratie bij welke taken voldoende of onvoldoende gemaakt zijn. Dagelijks wordt er gedurende een bepaalde tijd zelfstandig gewerkt door de leerlingen. Het spreekt voor zich dat er een opbouw zit in de omvang van de taken en vakgebieden en de tijdsinvestering voor de groepen 3 t/m 8. Tijdens het zelfstandig werken wordt gebruik gemaakt van planborden, ook in groep 1 en 2. De kinderen krijgen de gelegenheid eigen keuzes te maken en zelf te bepalen welke activiteit zij op welke tijdstip willen uitvoeren. De keuzemomenten wisselen wij af met opdrachten die wat meer sturend van aard zijn. We vinden het belangrijk dat kinderen zelf keuzes leren/kunnen maken, maar ook in staat zijn door de leerkracht gegeven opdrachten uit te voeren. Wij proberen de dag- en weektaken zoveel mogelijk af te stemmen op de behoefte en mogelijkheden van elk individueel kind.
11
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
De groepen 1 en 2 krijgen natuurlijk nog geen huiswerk. In groep 3 en 4 krijgen sommige kinderen incidenteel huiswerk. De kinderen van groep 5 t/m 8 krijgen regelmatig huiswerk mee. De hoeveelheid en het niveau lopen op, naarmate de kinderen in een hogere groep komen. Ook binnen de groep kan dit verschillen. Ook kan het voorkomen dat kinderen extra huiswerk krijgen. Dit wordt met de ouders overlegd. Wij vinden het geven van huiswerk belangrijk: Als voorbereiding op het voortgezet onderwijs. De kinderen kunnen wennen aan het huiswerk dat ze daar aangeboden zullen krijgen; Om zelfstandigheid te ontwikkelen; Om de leerstof die in de klas aangeboden wordt, nog eens extra te oefenen en te verwerken. De kinderen krijgen tijdig te horen wat er gemaakt of geleerd moet worden. Ze kunnen dan zelf het werk over de hele week verdelen, zodat zij op een clubavond of een verjaardagsfeest vrij van huiswerk zijn. Het spreekt vanzelf dat de tijd die aan het huiswerk besteed wordt, van kind tot kind kan verschillen. Het gebruik van een agenda vinden wij dan ook erg belangrijk. Vanaf groep 6 is een agenda verplicht tot eind groep 8. De agenda mag heel eenvoudig en goedkoop zijn. Wij hebben op school de volgende afspraken over het inleveren/leren van huiswerk: Het huiswerk wordt op tijd, volgens de in de groep geldende afspraken, ingeleverd/geleerd. Wanneer het huiswerk niet in orde is, zeggen de kinderen dit voor aanvang van de lessen zelf tegen de leerkracht. Wanneer het huiswerk niet op tijd ingeleverd/geleerd is, wordt dit na schooltijd op school alsnog gemaakt/geleerd.
12
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Wij motiveren de kinderen om nieuwsgierig te zijn en laten de kinderen de dingen zoveel mogelijk zelf onderzoeken en ervaren. We stimuleren daarmee de creatieve ontwikkeling. ( nieuwsgierigheid, doorzettingsvermogen, verbeeldingskracht, discipline, samenwerken en kritisch denken). Zo komen wij tegemoet aan de talenten van de kinderen en worden zij steeds nieuwsgieriger naar de wereld om zich heen. Hierdoor zijn de kinderen meer gemotiveerd wanneer een groot beroep wordt gedaan op hun creatieve vermogens, hun leren krijgt meer diepgang en kwaliteit, met als gevolg dat de prestaties vooruit gaan. Hieronder hebben wij een beknopte beschrijving van de inhoud van de vakken weergegeven. Voor een uitgebreide beschrijving van de vakken in de groepen 1 t/m 8 kunt u de jaarprogramma`s op onze website raadplegen.
In de groepen 1 en 2 wordt veel aandacht besteed aan de auditieve taalontwikkeling en de uitbreiding van de woordenschat. Dit gebeurt door de kinderen op een speelse manier in aanraking te brengen met rijmen, letters, woorden, zinnen, klankgroepen, en het zingen van letters tot een woord. In de hogere groepen gebruiken we de methode Taal Actief. In groep 3 ligt het accent vooral op het ervaren van spellingregels en het spelen met taalbegrippen. In groep 4 worden de spellingregels gestructureerd aangeboden. Dit krijgt zijn vervolg in de volgende leerjaren. Voor de andere taalactiviteiten in groep 4 t/m 8 maken we eveneens gebruik van de methode “Taal Actief” . Aan de orde: Spreken, luisteren en vertellen Woordenschat Ontleden Zakelijk en creatief stellen Taalbeschouwing Leren is in essentie een talige activiteit die fundamenteel op woordkennis is gebaseerd is. Wij hebben daarom extra aandacht voor woordenschatuitbreiding. Niet het boek of de methode staat centraal, maar de leerkracht en de leerlingen. Met een gestructureerde aanpak die in elke situatie en bij alle onderwijsactiviteiten wordt toegepast, wordt de opbouw van woordkennis een routine. Woorden leren wordt leuk, zichtbaar en haalbaar. Om woordenschat gericht aan te kunnen bieden heeft onze school, naast de woordenschatactiviteiten uit “Taal Actief” gekozen voor de aanpak “Met Woorden in de Weer”. Deze methode is door Marianne Verhallen en Dirkje van den Nulft ontwikkeld met als doel het woordenschatonderwijs op de basisscholen te verbeteren. Woordenschatonderwijs loopt op deze manier op onze school als een rode draad door alle jaren en door alle vakken heen! Leerkrachten besteden op een effectieve manier aandacht aan veelvoorkomende woorden en hun betekenis. Door deze woorden glashelder te maken en heel veel te herhalen kunnen kinderen ze beter onthouden. Woorden in een netwerk: Woorden komen niet los aan bod, maar in een netwerk. Die netwerken zijn:
13
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Een woordspin
Het startwoord staat in het midden en de andere woorden die iets met het middenwoord te maken hebben staan er om heen Een woordparachute Bovenaan de parachute komt een categorienaam en daaronder hangen de woorden die met die categorie te maken hebben (vervoersmiddelen: auto, fiets, brommer, scooter). De woordkast In een kast kunnen bijvoorbeeld tegenstellingen staan (dag, nacht of lekker, niet lekker) De woordtrap In een trap worden woorden gerangschikt op bijvoorbeeld grootte (vijver, meer, zee, oceaan) of frequentie (nooit, soms, geregeld, vaak, altijd). Iedere klas heeft een woordmuur waar alle clusters te lezen zijn. De leerkracht controleert regelmatig of de kinderen de woorden beheersen. In de groepen 1 - 2 wordt voor extra stimulering van de woordenschat naast bovenstaande ook gewerkt met een kleine kring. Het doel van werken in een klein groepje is om met de kleuters te praten, te spelen, te ontdekken of verhalen te beluisteren. In een kleine groep komen de kinderen beter tot hun recht en kan er nog beter ingespeeld worden op hun onderwijsbehoefte.
Groep 1 en 2 werken met lesmateriaal uit een map met 200 leuke, korte rekenactiviteiten, gegroepeerd per thema. In herkenbare situaties leren de kinderen spelenderwijs om te gaan met rekenbegrippen. Zo kunnen de kinderen goed voorbereid verder met het rekenen in groep 3. De rekenstof voor de groepen 3 t/m 8 is opgebouwd volgens de “dakpanconstructie”. Er wordt eerst instructie gegeven voor oriëntatie en begripsvorming. Dan oefenen de kinderen zelfstandig. Uiteindelijk gaan zij het onderwerp automatiseren. De kinderen leren inzicht verwerven en vaardigheden oefenen. Evenwichtig rekenen! Cijferen krijgt veel aandacht, waaronder de klassieke staartdeling. Maar ook het realistisch rekenen komt aan bod, zoals het werken met modellen, getallenlijn en verhoudingstabel. Elk kind werkt dagelijks zelfstandig aan de weektaak. In de opgaven komt alleen behandelde stof aan bod. Zo leren de kinderen om zelf problemen op te lossen en hun werk te plannen. Bij de weektaak horen ook oefeningen op de computer.
14
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
In de groepen 1 t/m 8 werken we met de methode “Pennenstreken”. Tijdens het aanvankelijk schrijven in de groepen 1 en 2 doen de kinderen voorbereidende schrijfoefeningen. Tijdens het schrijven wordt vooral gelet op de schrijfhouding (bijvoorbeeld pengreep, zithouding), goede schrijfwijze van de letters/cijfers, netheid en tempo. In groep 3 leren ze de geleerde letter schrijven en als alle letters aan bod zijn geweest, gaan de kinderen in de tweede helft van het schooljaar voor het eerst aan elkaar schrijven. In het begin schrijven de kinderen met een potlood. In groep 4 leren de kinderen met vulpen schrijven. In de groepen 4 en 5 leren ze de hoofdletters en passen zij de eerder aangeleerde letters en letterverbindingen toe in woorden en zinnen. In de groepen 6 t/m 8 komt het voortgezet schrijven aan de beurt. Het accent blijft liggen op een zo verzorgd mogelijk handschrift.
Het lezen is te verdelen in: Aanvankelijk lezen Voortgezet technisch lezen Begrijpend en studerend lezen In groep 1 en 2 worden de leesvoorwaarden geoefend zoals: luisteren, verschillen kunnen horen en zien, begrippenkennis etc. De Wegwijzer werkt met een dyslexieprotocol, dat wordt bijgehouden voor alle kleuters. Het is de bedoeling dat de kinderen eind groep 2 minimaal 15 letters kunnen herkennen en benoemen. Er zijn altijd een aantal kinderen die eind groep 2 al een behoorlijke start met het aanvankelijk lezen hebben gemaakt. Voor het aanvankelijk lezen gebruiken wij de methode “Veilig leren lezen”. In de groepen 4, 5 en 6 oefenen we het voortgezet technisch lezen, waarbij wij gebruik maken van de methode “Lekker lezen” Het accent ligt hier vooral op het foutloos en op tempo hardop kunnen lezen van een stuk tekst. In volgende leerjaren verschuift het accent meer naar het expressief lezen. Vanaf groep 4 t/m 8 komt het begrijpend lezen aan bod, hierbij gebruiken wij de methode “Nieuwsbegrip XL”. Doel hiervan is dat kinderen leren informatie uit een tekst te halen en leren hoe je een samenvatting kunt maken van wat je gelezen hebt, gebaseerd op actuele onderwerpen met veel interactieve opdrachten.
15
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Een eerste kennismaking met de Engelse taal waarbij het mondelinge taalgebruik voorop staat. We werken in de groepen 1 t/m 8 methode Take it easy
De belangrijkste redenen zijn: Uit onderzoek is gebleken dat veel kinderen jonger dan 12 jaar een vreemde taal op dezelfde manier leren als hun moedertaal. De leeftijd van 4 jaar is de perfecte leeftijd voor het leren van een vreemde taal. Jonge kinderen hebben een hoge taalgevoeligheid en hierdoor een vreemde taal makkelijker aanleren. De kinderen komen op een steeds jongere leeftijd in aanraking met de Engelse taal. Denk hierbij aan alle multimedia waar ook jonge kinderen al steeds meer mee te maken krijgen. We leren de kinderen basisvaardigheden aan om te kunnen functioneren in onze internationale samenleving. We bieden ze een goede voorbereiding op het vervolgonderwijs. It’s fun ! Met Take it easy leren de kinderen de betekenis van woorden uit beelden en context te halen, ze leren het niet door vertaling. De native speakers nemen de kinderen met veel plezier mee door de lesstof. De leerlingen doorlopen de methode via thematische filmpjes, leuke muziekclips en prikkelende opdracht.
16
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
In alle groepen wordt gewerkt aan diverse aspecten van de sociaal-emotionele ontwikkeling. In de groepen 1 en 2 worden activiteiten gedaan met de “Doos vol gevoelens”. Op deze manier krijgen kinderen meer inzicht in de gevoelens blij, boos, bang en verdrietig. Ze leren deze gevoelens niet alleen bij zichzelf herkennen en verwoorden, maar ook bij anderen. In de groepen 3 t/m 8 wordt er gewerkt met de methode “Beter omgaan met jezelf en de ander”. In deze methode wordt expliciet gewerkt aan een reëel zelfbeeld bij de kinderen, het begrip hebben voor anderen en het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Kortom allemaal heel belangrijke voorwaarden en vaardigheden voor het goed om kunnen gaan met jezelf en anderen. In de groepen 2 t/m 8 nemen we een sociogram af. Door middel van enkele vragen wordt snel een beeld verkregen van de relatiepatronen in de klas. De sociaal-emotionele vorming van kinderen wordt als problematisch gezien wanneer de omgeving en/of het kind zelf hinder ondervinden van deze ontwikkeling. De vragenlijst geeft een beeld van het sociaal-emotionele welbevinden van het kind. Als er sprake is van een problematische situatie kunnen de volgende stappen ondernomen worden: gesprek met de interne begeleider/ouders/bespreking binnen team diagnose door een observatie,invullen van een vragenlijst en opstellen van een handelingsplan. In het laatste schooljaar (groep 8) krijgen alle kinderen enkele lessen in zelfverdediging. Deze lessen zijn verweven met de lessen sociaal-emotionele ontwikkeling en worden gegeven door de vakleerkracht gymnastiek. Ons antipestprogramma KiVa neemt inde sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen een grote plaats in. (Zie bijlage 1:Wegwijzer KiVa-school: Een leuke school zonder pesten).
17
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Door middel van cultuureducatie maken kinderen kennis met kunstzinnige en culturele aspecten in hun leefwereld. Het gaat bij dit domein om kennismaking met de aspecten van cultureel erfgoed waarmee mensen in de loop van de tijd vorm en betekenis hebben gegeven aan hun bestaan. Het gaat bij cultuureducatie ook om het verwerven van enige kennis van de hedendaagse kunstzinnige en culturele diversiteit. Dit vindt zowel op school plaats, als via regelmatige interactie met de (buiten)wereld. Kinderen leren zich aan de hand van cultuureducatie open te stellen: ze kijken naar schilderijen en beelden, ze luisteren naar muziek, ze genieten van taal en beweging. Cultuureducatie is er ook op gericht bij te dragen aan de waardering van leerlingen voor culturele en kunstzinnige uitingen in hun leefomgeving. Ze leren daarnaast zichzelf uiten met aan het kunstzinnige domein ontleende middelen: Waar mogelijk worden daarbij onderwerpen gebruikt die samenhangen met die uit andere leergebieden. Het onderwijs wordt daardoor meer samenhangend en mede daardoor betekenisvoller voor leerlingen. Maar voorop staat natuurlijk de authentieke bijdrage van cultuureducatie aan de ontwikkeling van kinderen. Voor het bereiken van de kerndoelen op het gebied van de cultuureducatie werken wij met de methode Moet je doen en maken wij jaarlijks een keuze uit het aanbod van de Stichting voor Kunstzinnige Vorming (KUVO) in Woerden en het provinciaal steunpunt Kunst Centraal.
18
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Kinderen zijn van nature nieuwsgierig. Ze willen weten hoe dingen in elkaar zitten. Techniek maakt het onderwijs nog interessanter en kinderen vinden het vooral erg leuk om met techniek aan de slag te gaan. Voor hun algemene vorming is het goed om meer inzicht te krijgen in hoe producten gemaakt worden en functioneren. Die kennis vergroot hun zelfvertrouwen en hun “ grip” op de wereld. Daarnaast is techniek een verrijking omdat het naast de cognitieve kennis vooral veel DOEN is. Met de handen werken. Zelf maken. Zorgen dat het werkt. Kinderen die graag met hun handen werken kunnen dan echt excelleren. Wij werken op De Wegwijzer met de Techniek Torens. In drie kasten ( onderbouwmiddenbouw-en bovenbouw) hebben wij materialen voor ruim 80 lessen Deze lessen dekken de kerndoelen en hebben doorlopende leerlijnen. Met de leskisten en lesinstructies gaan de kinderen zelfstandig in groepjes van 2 tot 4 kinderen aan de slag. Met het inzetten van de Techniek Torens komen leergebied overstijgende doelen aan de orde zoals: samenwerken, begrijpend lezen, resultaat gericht werken, overleggen, taken verdelen, evalueren etc. Daarnaast maken wij gebruik van de natuurmethode “Natuurlijk”. Deze methode sluit aan bij de techniekthema’s van de techniektorens en wordt in de groepen 3 t/m 8 gebruikt. De natuurthema’s worden ook aangeboden in groep 1 en 2. Hierbij wordt behalve van de
techniektorens ook gebruik gemaakt van de methodes Koekeloere en Schatkist.
19
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Onder de wereldoriëntatie verstaan wij aardrijkskunde, geschiedenis, natuur ( waarbij techniek in het lesprogramma geïntegreerd is) milieueducatie en verkeer. Bij de kleuters worden tijdens kringgesprekken, leergesprekken en projecten begrippen aangereikt. Op een speelse manier oriënteren de kleuters zich in hun eigen wereld. Vanaf groep 3 maken wij gebruik van methoden. In groep 3 worden de vakken natuur en verkeer aangeboden. Vanaf groep 5 wordt dit uitgebreid met de vakgebieden aardrijkskunde en geschiedenis. Tevens leren zij hoe om te gaan met informatiebronnen, gebruik van atlas, woordenboek en internet. Daar waar mogelijk worden de hieronder genoemde vakgebieden in onderlinge samenhang aan de kinderen aangeboden.
Kinderen vormen een kwetsbare groep in het verkeer. De Wegwijzer wil een waardevolle bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kinderen tot veilige, zelfstandige en verantwoordelijke verkeersdeelnemers. Als school vinden wij verkeersonderwijs erg belangrijk en besteden we veel aandacht en tijd aan de verkeerslessen. De kinderen uit groep 8 doen, naast bovenstaande, mee aan het landelijke verkeersexamen. Kinderen die daarvoor slagen, krijgen een verkeersdiploma van 3VO. Met ons verkeersonderwijs voldoen wij aan de kerndoelen zoals die in de wet op het basisonderwijs zijn geformuleerd. Wij maken in de groepen 1 t/m 8 gebruik van de methode “Wijzer op weg”.
20
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Onze school maakt gebruik van de ondersteuning van de Werkgroep Natuur- en Milieueducatie. Deze werkgroep verzorgt excursies, projecten, lesbrieven en materialen ter ondersteuning van de lessen. Ook proberen wij op school zo milieubewust mogelijk te handelen.
In de lessen van de groepen 5 t/m 8 leren de kinderen hun woonomgeving, Nederland, Europa en de werelddelen kennen. Methode: Meander De kinderen van de groepen 5 t/m 8 leren over hun eigen geschiedenis en de geschiedenis van ons eigen land in samenhang met de wereldgeschiedenis. Methode: Speurtocht
21
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Hieronder verstaan we handvaardigheid, tekenen, muziek en drama. Waar mogelijk worden daarbij onderwerpen gebruikt die samenhangen met die uit andere leergebieden. Het onderwijs wordt daardoor meer samenhangend en mede daardoor betekenisvoller voor leerlingen. In de onderbouw zijn dit vooral onderwerpen, zoals de belangrijke feesten, Sinterklaas en kerstfeest en de seizoenen van het jaar. Maar voorop staat natuurlijk de authentieke bijdrage van cultuureducatie aan de ontwikkeling van kinderen. Om de creativiteit te ontwikkelen worden wekelijks verschillende materialen en diverse technieken aangeboden voor handvaardigheid en tekenen. De kinderen leren de beeldende mogelijkheden van diverse materialen te onderzoeken aan de hand van de aspecten kleur, vorm, ruimte, textuur en compositie. Ze maken tekeningen en ruimtelijke werkstukken. Ze leren liedjes en leren ritme- instrumenten te gebruiken als ondersteuning bij het zingen. Ze spelen en bewegen. Bij muziek staat het zingen en plezier in het zingen centraal. Zowel voor muziek als voor handvaardigheid en tekenen maken wij gebruik van de methode ’Moet je doen’ Drama komt in de kring aan de orde, tijdens de taallessen, bij de vieringen, etc.
22
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
De groepen 1 t/m 8 werken met de catecheseprojecten uit de methode “Hemel en aarde” Deze methode en de band met de parochie zijn richtinggevend voor ons levensbeschouwelijk onderwijs en vormingsaanbod. In alle groepen werken we met de thema’s uit de methode Hemel en Aarde. Naast het aanleren van religieuze symbolische basisvaardigheden sluit de methode met behulp van thema’s aan bij de katholieke traditie. Voor de leerkrachten is deze methode een bron van inspiratie. Een beeldende presentatie in de aula zorgt ervoor dat het thema bij de leerkrachten / kinderen en ouders actueel blijft. Met behulp van de leskisten wereldgodsdienst sluiten we aan bij de kerndoelen van ons onderwijs en leggen we een link naar het actief burgerschap. Wij vinden het belangrijk kinderen bij te brengen, dat we leven in een multiculturele samenleving waarin normen en waarden verschillen. In alle groepen wordt gebeden. Naast katholieke standaard gebeden maken de kinderen ook zelf gebedjes. Deze zijn terug te vinden in het ‘gebedjesschrift van de groep’. Christelijke feesten als Kerstmis en Pasen vieren we zowel cultureel als religieus. Doordat er ieder jaar maar een paar kinderen van onze school hun 1e Communie doen, nemen deze kinderen in principe deel aan de groep buitenschoolse leerlingen. Deze groep komt op een aantal woensdagmiddagen bij elkaar ter voorbereiding op de 1e Communie en wordt begeleid door vrijwilligers uit de parochie. Indien er ouders van potentiele 1e communicanten zijn die de voorbereiding van deze kinderen op zich willen nemen, dan stelt de school daar op een in onderling overleg te bepalen tijdstip, ruimte voor ter beschikking. Nadat wij de data van gezinsvieringen en 1e Communie van het pastoraal team hebben ontvangen, zullen wij deze in de nieuwswijzer en/of op de jaarkalender vermelden.
De kinderen van de groepen 1 en 2 maken gebruik van de speelzaal in de school. Kleuters zijn o.l.v. de groepsleerkracht ontdekkend en spelend bezig. Ruimtelijke oriëntatie, improvisatie, klimmen en klauteren, komen dan aan de orde. De groepen 3 t/m 8 hebben bewegingsonderwijs van de vakleerkracht in de gymzaal van het aan de Essenlaan. Iedere groep heeft minimaal twee keer per week bewegingsonderwijs.
23
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
‘Onderwijs op maat’ is een slogan die opgaat voor alle kinderen op onze school. Al vele jaren kunnen wij een passend aanbod verzorgen voor kinderen met leerproblemen, of kinderen die ondersteuning nodig hebben op sociaal emotioneel gebied. Onze aandacht gaat ook uit naar kinderen die op cognitief gebied hun leeftijdsgenoten vooruit zijn. Middels een leerwerkgemeenschap waarin leerkrachten van De Wegwijzer, een docent van de Marnix Academie en studenten van de Marnix Academie zitting hebben genomen, zijn wij eerst bezig geweest onze eigen kennis te vergroten omtrent (meer)begaafde kinderen. Dit heeft tot de volgende resultaten geleid: De opgedane kennis is gedeeld met de overige teamleden en het onderwijs aan begaafde kinderen wordt daarmee breed gedragen op onze school; We hebben de inhoud van de aanmeldingsgesprekken aangepast, zodat in een vroeg stadium (meer) begaafdheid onderkend kan worden; We hebben om dezelfde reden in alle klassen een signaleringsinstrument ingevoerd (de zogenaamde SIDI), zodat we ook bij kinderen die al op school zitten vast kunnen stellen of hun onderwijsbehoeften om extra aanpassingen vragen. Bij de signalering worden zowel leerkrachten, ouders als het kind betrokken; Kinderen waarbij (meer)begaafdheid is vastgesteld krijgen binnen de groep het volgende onderwijsaanbod: Hun leerstof wordt compact gemaakt (dus: de leerkracht stelt vast welke leerstof echt aangeboden moet worden en welke leerstof geschrapt kan worden); Deze gecompacte leerstof wordt in minder tijd gemaakt, waardoor er tijd vrij komt voor verdiepende en verrijkende leerstof; Wanneer het compacten en verrijken voor deze kinderen niet voldoende uitdaging biedt, is er een aanvullend onderwijsaanbod buiten de groep: De kinderen uit de kleutergroepen werken één keer per week aan de kwaliteitskaarten van de methode Excellentie in Ontwikkeling. Aan de hand van allerlei soorten vragen (analysevraag, operationele vraag, evaluatievraag) wordt het denken van kleuters gestimuleerd en omgezet in handelen, bijvoorbeeld: hoe ontwerp je een knikkerbaan? De kinderen uit de groepen 3 t/m 8 krijgen uitdagende opdrachten aangeboden die o.a. een beroep doen op probleemoplossend vermogen, kritisch denken, samenwerken, analytisch vermogen, technisch inzicht en creatief denken; Voor kinderen die hiervoor in aanmerking komen, wordt in twee groepen Spaanse les aangeboden. Omdat deze taal voor de kinderen helemaal vreemd is, kunnen zij niet teren op hun geheugen, maar moeten zij nu echt leren leren.
24
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Kinderen hebben recht op goed onderwijs. Ouders/verzorgers vertrouwen hun kind niet voor niets acht jaar aan onze school toe. In het onderstaande hoofdstuk geven wij aan hoe op onze school de zorg voor uw kind georganiseerd is. Onze school geeft goed onderwijs, maar we streven altijd naar beter. Zelfevaluatie is een belangrijk middel om de kwaliteit verder te verhogen: Wij meten de leeropbrengsten van onze leerlingen geregeld en vergelijken de resultaten met de kwaliteitsnormen. Wij peilen de tevredenheid van ouders en leerlingen en vergelijken de resultaten met het landelijk gemiddelde.
Onze school is aangesloten bij het samenwerkingsverband Stichting Passenderwijs. Binnen dit samenwerkingsverband werken scholen voor basisonderwijs en de scholen voor Speciaal Basisonderwijs in deze regio samen om de pedagogisch-didactische zorg aan de leerlingen te optimaliseren. De aanpak hiervan is vastgelegd in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Dit ondersteuningsplan en andere informatie van het samenwerkingsverband kunt u vinden op de website van het verband: www.passenderwijs.nl. De intern begeleider of directie van de school kan u nader informeren over de taakstelling en de mogelijkheden van het samenwerkingsverband. Net als de andere scholen van Kalisto werkt onze school aan een hoog kwaliteitsbewustzijn bij alle medewerkers. Goed onderwijs is het vertrekpunt; beter onderwijs het doel. Kwaliteit zit niet alleen in opbrengsten, maar vooral ook in processen. In de kwaliteit van de lessen, van de instructie en verwerking, van de feedback op het geleverde werk van leerlingen en collega’s. Kortom, wij streven naar integrale kwaliteitszorg. Bij het opstellen van verbeterplannen in de school maken wij gebruik van de Plan-DoCheck-Act cirkel, uitgebreid met Learn: • doelgericht werken aan verwezenlijking van optimale resultaten van het primaire onderwijsproces binnen een optimale leeromgeving. De goede dingen kiezen en een Plan maken hoe dat te bereiken. • doelmatig zijn in de uitvoering (Do) van onderwijs en schoolorganisatie. De mensen en de middelen slim inzetten zodat de doelen worden behaald. • transparant zijn en periodiek verantwoording afleggen over resultaten op basis van betrouwbare informatie. Rekenschap geven door periodiek te meten en de voortgang te Checken. • onderlinge samenwerking en dialoog: de draagvlakfunctie van kwaliteitszorg (de kwaliteitsdialoog). • de organisatie en het werk voortdurend bijsturen (Act) • en daarmee streven naar voortdurende verbetering van het functioneren: de leeren verbeterfunctie van kwaliteitszorg. leren, vernieuwen en ondernemen (Learn). In ons kwaliteitszorgsysteem maken wij gebruik van Integraal, een digitale instrument dat op 7 domeinen de zelfevaluatievragenlijsten verbindt met de scores van inspectie en auditoren en ook met de tussen- en eindopbrengsten van Cito. In dit instrument worden ook de tevredenheid van ouders- en leerlingen regelmatig gepeild. Deze kwaliteitsmetingen leveren steeds nieuwe informatie over de organisatie op het niveau van de stichting en de individuele scholen. Cruciaal in dit instrument is de reflectieve dialoog op basis van de verschillende uitkomsten. Hoe denken bijvoorbeeld leraren over het onderwijsleerproces en komt dat overeen met de kijk erop door leerlingen, ouders en inspectie. Het gesprek met elkaar over deze informatie leidt tot
25
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
onderzoek en verbeterplannen, waaraan iedereen vanuit zijn taken en verantwoordelijkheid een bijdrage levert. Daarin moeten haalbare keuzes worden gemaakt. Die keuzes worden vervolgens vastgelegd in het schoolplan van onze school. Over de resultaten van onze kwaliteitsmetingen en de keuzes naar aanleiding daarvan informeren we u regelmatig.
Ouders vertrouwen hun kind aan onze school toe en verwachten dat de school toezicht houdt op de veiligheid van hun kind. Dit legt de school en het personeel de plicht op dit toezicht te bieden. Kalisto is juridisch eindverantwoordelijk voor toezicht en veiligheid en mandateert de realisatie hiervan aan de directie. De directie van de school is verantwoordelijk voor het regelen van toezicht op en veiligheid van de aan de school verbonden leerlingen, gedurende de schooltijden en op enig ander moment dat de leerlingen deelnemen aan activiteiten in schoolverband. Het personeel van de school is direct verantwoordelijk voor het toezicht op de leerlingen. De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor het toezicht op en de veiligheid van de leerlingen in zijn/haar groep, gedurende de schooltijden en op enig ander moment dat de leerlingen deelnemen aan activiteiten in schoolverband. Als de groepsleerkracht het toezicht overdraagt aan personen die geen onderwijsbevoegdheid bezitten en/of niet zijn aangesteld bij Kalisto (stagiaire, ouder, hulpverlener, zweminstructeur enz.) blijft hij/zij verantwoordelijk voor het toezicht en zal zich moeten vergewissen of de andere toezichthouder op de hoogte is van de toezichtregeling, dan wel daar naar handelt. Kalisto wil voortdurend voldoen aan de zorgplicht tegenover haar leerlingen en personeel. Dit geldt voor al haar activiteiten. Met betrekking tot een aantal specifieke activiteiten heeft zij in een beleidsstuk “zorgplicht”: een aantal richtlijnen aan de directies van haar scholen neergelegd. Bovenstaande vormt de essentie van dat beleidsdocument, dat is opgenomen in het Handboek Kalisto .
Onze school houdt de leervorderingen van elk kind zorgvuldig bij, zodat wij op tijd signaleren of een leerling extra aandacht of ondersteuning nodig heeft. De leerlingenbegeleiding wordt gecoördineerd door onze intern begeleiders (ib-ers). Wij begeleiden de kinderen zo goed mogelijk en nemen maatregelen als de prestaties en het welbevinden van een kind achterblijven bij de verwachtingen. Dit geheel wordt “leerlingenzorg” genoemd. Om ouders te informeren over de vorderingen of prestaties van hun kind stellen onze leerkrachten rapporten samen, die mondeling worden toegelicht. Wij vermelden de belangrijkste ontwikkelingsgebieden op het rapport. De kwalificaties op onze rapporten zijn gebaseerd op methodegebonden toetsen en methode-onafhankelijke toetsen. Naast de groepsleerkrachten en de IB-ers, werkt een onderwijsassistente op de Wegwijzer. Zij is voornamelijk werkzaam in de onderbouw. Als onderwijsassistente is zij de “extra” handen van de leerkracht. Onder verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht (en) voert zij allerlei activiteiten uit die bijdragen aan een betere ontwikkeling van de kinderen. Veelvoorkomende taken zijn: Het begeleiden van individuele leerlingen of kleine groepen en hulp bieden bij lezen, rekenen of expressieactiviteiten.
26
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Observeren van leerlingen en signaleren van eventuele problemen. Helpen met inrichten en opruimen van het klaslokaal. Licht administratieve taken
Het Ministerie van Onderwijs rondde in 2012 nieuwe wetgeving af om te komen tot Passend Onderwijs. Hiermee wordt beoogd dat ieder kind een passend onderwijsarrangement krijgt. Ouders, en met name ouders van een kind met een speciale onderwijsbehoefte, kunnen vanaf 01-08-2014 een beroep doen op de zogenaamde onderwijszorgplicht voor ieder schoolbestuur, die ertoe leidt dat ook hun kind een passend onderwijsaanbod krijgt. Dat kan worden aangeboden op één van de reguliere basisscholen van het bestuur, maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld in het speciaal basisonderwijs. Om de zorgplicht waar te kunnen maken, werken de scholen van Kalisto -en daarmee ook onze school- samen in het samenwerkingsverband Passenderwijs (www.passenderwijs.nl). Alle scholen en schoolbesturen die hierbij zijn aangesloten basisschoolleeftijd in de regio West-Utrecht op basis van het ondersteuningsprofiel van werken samen aan een dekkend onderwijsaanbod voor alle leerlingen in de elke school. De uitgangspunten hierbij zijn: o Het kind staat centraal o Het samenwerkingsverband ondersteunt en faciliteert leerkrachten en scholen o Ouders zijn belangrijke partners o Geen kind tussen wal en schip,voor elk kind een passende plek in het onderwijs o Goede samenwerking tussen o.a. speciaal en regulier onderwijs, voortgezet onderwijs, gemeenten en alle instanties die in het belang van onze leerlingen activiteiten ontplooien. Voor onze school zien we Passend Onderwijs vooral als uitdaging om onze kwaliteit in het primaire onderwijsproces nog beter te maken.
27
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Auris Dienstverlening is speciaal bestemd voor auditief en/of communicatief beperkte leerlingen en peuters vanaf drie jaar. Zij bezoeken een peuterspeelzaal, voor- en vroegschoolse educatie (VVE), het regulier basisonderwijs, voortgezet onderwijs of mbo. Deze leerlingen hebben ernstige spraak- en/of taalmoeilijkheden (ESM) een stoornis in het autistisch spectrum (ASS) die specifiek leidt tot een communicatieve beperking, of een auditieve beperking: slechthorende leerlingen (SH) en dove leerlingen (D). Ben Pieter Kop is als ambulant begeleider betrokken bij de begeleiding van een aantal kinderen met een cluster 2 – indicatie en hun leerkrachten op De Wegwijzer. In het kader van passend onderwijs werkt Ben Pieter van dichtbij met de groepsleerkrachten en de kinderen (samen) te werken. Dat betekent dat hij onder meer voor de kinderen met een cluster-2 indicatie binnen of buiten de klas lesactiviteiten verzorgt. Ook kan hij samen met de groepsleerkracht lessen verzorgen (co-teaching).Zo wordt voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de begeleidingsbehoefte van de leerkracht. Meer informatie over Auris kunt u vinden op: www.auris.nl/passenderwijs
28
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
De leerlingbegeleiding, door de leerkracht zelf uitgevoerd, wordt gecoördineerd door de interne begeleider. De interne begeleiders Jerney Schoenmaker (onderbouw) en Kees Freyee (bovenbouw) vervullen coördinerende of ondersteunende taken naar collegae. De interne begeleiders hebben o.a. de volgende taken:
het opzetten/leiden van groeps - en leerling-besprekingen en advies- uren; het zorgdragen voor het leerlingvolgsysteem en het zonodig bijstellen c.q. aanvullen; het systematisch verzamelen van gegevens over de leervorderingen van de leerlingen; trendanalyses, OPP, groeidocumenten het begeleiden van de groepsleerkracht en het analyseren / diagnosticeren van toets- en observatiegegevens; het onderhouden van contacten met externe instanties; deelname MPO (MeerPartijenOverleg);
Om de zorg voor uw kind verder te optimaliseren, zijn we dit jaar gestart met het zogenaamde MeerPartijenOverleg (MPO). Je kunt als ouder wel eens twijfelen of er iets met je kind aan de hand is, of je kind misschien wat extra zorg moet krijgen, maar je krijgt de vinger er niet op wat er precies aan de hand is of bij welke hulp uw kind gebaat is. Dan is het fijn om uw zorg ook eens voor te kunnen leggen aan deskundigen. U kunt uw zorg dan overbrengen aan de leerkracht van uw kind en hij/zij brengt dit dan in bij het zogenaamde MPO overleg. Dit overleg vindt drie keer per jaar plaats. In dit overleg hebben beide intern begeleiders van de Wegwijzer zitting, de schoolverpleegkundige, de leerkracht van uw kind en twee orthopedagogen. Voordeel van deze werkwijze is, dat de lijntjes erg kort zijn en er snel gehandeld kan worden.
Om zowel de individuele vorderingen van de leerlingen te kunnen volgen, als de resultaten per groep, wordt op onze school gewerkt met een digitaal leerlingvolgsysteem: Parnassys. Alle schoolresultaten van de kinderen worden bijgehouden in een persoonlijk, digitaal dossier. Aan dit dossier worden tevens alle verslagen van bijvoorbeeld logopedist, fysiotherapeut, speltherapeut en orthopedagogen toegevoegd. Wij krijgen zo een goed beeld hoe het kind, de groep en de school scoren op een bepaald gebied. Het onderwijsprogramma kan zodoende beter op de leerlingen/leerlingen in een groep worden afgestemd. Dit dossier is toegankelijk voor het team van de Wegwijzer. De ouders hebben het recht tot inzage in het leerlingdossier onder toezicht van een afgevaardigde van school. Hiervoor kan de ouder een verzoek indienen bij de directie. Het is ouders niet toegestaan om gegevens uit de dossiers te halen of te wijzigen. Het leerlingdossier wordt na uitstroom van de leerling nog 5 jaar in ons archief bewaard. Wanneer het kind uitstroomt naar bijvoorbeeld een andere basisschool, een school voor speciaal basisonderwijs of het voortgezet onderwijs verstrekken wij deze scholen informatie uit het leerlingdossier over de ontwikkeling in de voorgaande jaren. Wij maken hiervan een onderwijskundig rapport. Tevens verstrekken wij gegevens aan de centrale toekenningscommissie (CTC) van het samenwerkingsverband, in de toelatingsprocedure naar een school voor speciaal basisonderwijs of leerwegondersteunend onderwijs. Deze rapportage wordt ter ondertekening en goedkeuring aan de ouders voorgelegd alvorens het verstuurd wordt.
29
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Wanneer de basis- en verlengde instructie niet voldoet wordt er, voor leerlingen die specifieke begeleiding behoeven, een handelingsplan opgesteld. Ouders, leerlingen en leerkrachten zijn partners bij de opstelling en uitvoering van de plannen. Er wordt ook een rol toebedeeld aan de leerling: 'wat wil je leren, welke hulp heb je daarbij nodig?' Ook reflectie van leerlingen over het door hen gemaakte werk, is een essentieel element op de Wegwijzer. Voor kinderen is het van belang dat vooruitgang zichtbaar is zodat zij succes kunnen ervaren. Voor leerlingen die een achterstand van meer dan een jaar vertonen, wordt door de IB-er een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld voor het betreffende vakgebied. In dat OPP worden lange termijndoelen gesteld op grond van de intellectuele mogelijkheden en/of de huidige ontwikkeling van het kind.
Wij maken twee keer per jaar een trendanalyse: na de middentoetsen van CITO LVS en na de eindtoetsen van CITO LVS. Zie hieronder de procedure in schema.
30
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
De IB-ers verzamelen alle gegevens uit het LVS. Zij analyseren deze gegevens en trekken waar mogelijk al conclusies. Ook formuleren zij mogelijke oorzaken en stellen ze verdiepingsvragen. De bevindingen van de IB-ers worden besproken met de directie. Hierna zal het document voorgelegd worden aan de leerkrachten. Om het beeld van de IB-ers compleet te maken is het van toegevoegde waarde dat de leerkrachten ditzelfde ook doen. Dit gebeurt op de volgende manier: De leerkracht bekijkt gegevens van zijn eigen groep en gaat in hoeverre de algemene conclusies en mogelijke oorzaken van toepassing zijn voor zijn/ haar groep; de leerkracht beschrijft toevoegingen met betrekking tot zijn/ haar eigen groep; in het bouwoverleg wordt de trendanalyse besproken waarbij de toevoegingen van de individuele leerkrachten gedeeld worden met de collega’s uit de bouw; in de zorgvergaderingen per bouw worden concrete acties benoemd naar aanleiding van het bespreken van de trendanalyse; na de zorgvergaderingen per bouw worden gezamenlijke conclusies, opmerkingen en actiepunten gedeeld met directie en IB-er en aan dit document toegevoegd; de leerkracht verwerkt actiepunten voor zijn/ haar groep in het groepsplan.
Is het nodig dat hulp van buitenaf wordt ingeschakeld (bijv. Schoolarts, Schoolbegeleidingsdienst, RIAGG, VIR, ACC en/of Speciale school voor basisonderwijs), dan doet de interne begeleider dat in overleg met de ouders en de leerkracht Een en ander kan uiteindelijk leiden tot een onderzoek door de Schoolbegeleidingsdienst of een andere instantie. Uit besprekingen en eventuele testen zou het advies kunnen komen om een kind te laten doubleren indien er met een goede zekerheid aangegeven kan worden dat het kind er in het volgende leerjaar bij gebaat is. Hierin worden niet alleen de cognitieve zaken (kennisgebieden), maar ook de affectieve zaken bekeken (sociaalemotionele ontwikkeling). Het besluit een kind te laten doubleren zal altijd in overleg met de ouders genomen worden.
Ouders zijn vrij om hun kinderen op eigen kosten buiten de school om te laten toetsen en testen. Als school kunnen wij de ouders daarin adviseren. De resultaten van de onderzoeken kunnen gebruikt worden om een zo optimaal mogelijke leersituatie te creëren voor het kind. De adviezen, die gegeven worden vanuit de externe testen en/of toetsen kunnen echter botsen met de adviezen die de school krijgt van de schoolbegeleidingsdienst. In zo’n geval vindt een inhoudelijke afweging plaats.
31
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Niet goed kunnen lezen kan ervoor zorgen dat een leerling zijn hele schoolloopbaan, maar ook daarna, problemen met lezen houdt. We leven in een geletterde maatschappij die van ons eist dat we kunnen lezen en schrijven. Volgens de literatuur zou van de 10 procent zwakke lezers ongeveer 5 procent dyslectisch zijn. Onderpresteren als gevolg van hun ‘onzichtbare handicap’ is voor heel wat leerlingen met dyslexie nog steeds realiteit. Op school krijgen we vaak te maken met deze leerlingen. Zij kunnen soms door hun hardnekkige lees- en spellingsproblemen niet meekomen in het reguliere onderwijs, ondanks een gemiddelde of zelfs bovengemiddelde intelligentie. Om onze kinderen met lees- en/of spellingproblemen en dyslexie nog beter te kunnen begeleiden werken wij met het softwareprogramma KURZWEIL3000. Door dit programma, dat ingegeven teksten voorleest aan de kinderen, kan voorkomen worden dat leerlingen met dyslexie vastlopen op school. Dit programma kan dus de nodige hulp bieden bij het lezen, schrijven en studeren: het leest de tekst hardop en bevat tal van functies die het lezen, begrijpen, bestuderen en schrijven vergemakkelijken. Het programma heeft als uitgangspunt een compenserende functie, maar het kan ook gebruikt worden in therapeutische situatie en dus een remediërende functie hebben. Omdat KURZWEIL 3000 dus ook het leesplezier kan bevorderen heeft het een leesstimulerende functie waardoor kinderen ook beter leren lezen. Veel meer dan bij het voorlezen dat gebeurt door de juf of een klasgenootje, krijgt de leerling met dyslexie de kans om succeservaringen op te doen. Door de zelfstandigheid die ze door het programma krijgen wordt hun zelfvertrouwen vergroot. Ze horen erbij en kunnen laten zien wat zij werkelijk kunnen. KURZWEIL 3000 is hiervoor een zeer geschikt hulpmiddel en past volledig in de trend van de nieuwste onderwijsontwikkelingen.
Wij willen op onze school onderwijs op maat verzorgen. Dit betekent in de praktijk, dat we proberen voor elk kind een geschikt onderwijsaanbod te maken. Mocht een kind problemen hebben bij sommige onderdelen van de leerstof, dan bieden wij het kind gerichte hulp op dat speciale onderdeel. Als de problemen ingewikkelder zijn, wordt in bepaalde gevallen besloten tot zittenblijven. Zittenblijven wordt alleen overwogen wanneer de ontwikkeling van het kind in gevaar dreigt te komen. Zoals bv. bij langdurige ziekte, bijzondere huiselijke omstandigheden, hiaten in de leerstof of onoverkoombare sociaal-emotionele problemen. Het belang van het kind staat hierbij voorop. Met zittenblijven hebben we de bedoeling dat de ontwikkeling van een kind in de toekomst gunstiger zal verlopen. Op onze school is het zo dat doublerende leerlingen niet het gehele leerstofpakket opnieuw doorlopen. In veel gevallen gaat hun ontwikkeling gewoon voort en in andere vakgebieden krijgen zij de noodzakelijke herhalingsstof. Wij zien de ouders als belangrijke partners in het overleg om hun kind wel of niet te laten doubleren. Komen we, ondanks zorgvuldig overleg, niet tot een eensluidend oordeel, dan neemt de directeur, na alle argumenten te hebben gehoord, de uiteindelijke beslissing in welke groep een kind geplaatst wordt.
Iedere basisschool in Nederland kan gebruik maken van schoolbegeleiding. Onder schoolbegeleiding wordt verstaan de directe ondersteuning van de school in de vorm van systeem- en leerlingbegeleiding. Met systeembegeleiding wordt bedoeld de ondersteuning ten behoeve van ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijs in de school. Met leerlingbegeleiding wordt bedoeld de hulpverlening ten behoeve van de individuele leerling. Het gaat er hierbij om, voor alle leerlingen een optimale schoolloopbaan
32
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
te verzekeren. In overleg met de ouders kan de school om een nader onderzoek en advies, met betrekking tot een bepaalde leerling, door de schoolbegeleidingsdienst vragen.
Kalisto is aangesloten bij de Verwijsindex Risico’ Jeugdigen (VIR). Het doel van de Verwijsindex is het samenbrengen van signalen waardoor een effectievere hulpverlening opgestart kan worden. Vaak zijn verschillende hulpverleners betrokken bij een gezin of jongere met problemen, die geen weet hebben van elkaars bemoeienis. De Verwijsindex is een digitaal systeem waarin professionals van verschillende organisaties en instellingen (bijvoorbeeld intern begeleiders in het onderwijs, maatschappelijk werkers, hulpverleners, en in te toekomst ook artsen) een signaal kunnen afgeven wanneer zij zich zorgen maken over een kind of jongere. Wanneer meerdere hulpverleners een signaal over hetzelfde kind afgeven in de Verwijsindex, dan krijgen zij elkaars contactgegevens. Op dat moment zal een plan van aanpak opgesteld worden en hulp opgestart worden. Zo kunnen professionals elkaar makkelijker en sneller vinden, en beter afstemmen en samenwerken in de hulpverlening aan jeugdigen. Deze aanpak op landelijk niveau, die inzet op preventie, zorgt dat de vrijblijvendheid van accepteren van hulpverlening voorbij is wanneer er zorgen zijn over de ontwikkeling van een jongere. Er kunnen verschillende redenen zijn voor een signaal in Verwijsindex. Bijvoorbeeld omdat de professional zich zorgen maakt over de woonomstandigheden, geldproblemen, drugsgebruik, depressiviteit, problemen in het gezin, gedragsproblemen, criminaliteit of pesten. In de Verwijsindex wordt alleen geregistreerd om wie het gaat: naam, adresgegevens, geslacht en geboortedatum. De reden waarom de professional zich zorgen maakt, wordt niet in het digitale systeem vermeld. Ouders van kinderen tussen de 0 en 16 jaar worden door de hulpverlener die een registratie heeft aangemaakt maakt persoonlijk op de hoogte gesteld als een signaal over hun kind wordt afgegeven in de Verwijsindex en wat de reden daarvoor is. De registratie wordt gedurende maximaal twee jaar opgeslagen. .
De school maakt deel uit van een moderne maatschappij, waarin er snel en veel verandert. We willen de kinderen voorbereiden op het nu en later goed functioneren in de samenleving. Hiervoor willen wij hen een veilige, positieve leeromgeving bieden waarin ze zich optimaal kunnen ontwikkelen, nieuwe dingen kunnen ontdekken en zichzelf kunnen ontplooien. Om de vier jaar zetten we in het schoolplan onze beleidsvoornemens op papier. Beleidsvoornemens worden jaarlijks naar concrete doelen vertaald en vastgelegd in het jaarplan. De directie legt het schoolplan en jaarplan ter instemming voor aan de medezeggenschapsraad en ter vaststelling aan het bestuur van Kalisto Om ons schoolplan up-to-date te houden, zijn wij ons er van bewust, dat we alle onderdelen regelmatig kritisch moeten bezien en toetsen aan de actuele situatie. Het schoolplan geeft een overzicht van de organisatie en de inhoud van het onderwijs. Er staat onder andere in beschreven: Wat de school het kind wil leren en hoe de school het kind wil ontwikkelen. De gekozen leerstof en de ordening ervan. Het gebruik van ontwikkelingsmaterialen, methodes en onderwijsleerpakketten. De organisatie van onze school. Het nagaan of resultaten die wij wensen inderdaad worden bereikt. De beoordeling en het rapporteren van de ontwikkeling van de kinderen. Het onderhouden van contacten met ouders en andere geledingen.
33
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Voorop staat dat het plan een weergave is van een programma waarin de kinderen optimaal kunnen werken in een prettig leefklimaat. We houden zowel de contactpersonen van het bestuur als de leden van de medezeggenschapsraad regelmatig op de hoogte van de veranderingen en vragen ook hun visie daarop. Het College van Bestuur informeert de onderwijsinspectie, die namens het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen toezicht houdt op de scholen en de kwaliteit periodiek beoordeelt. U kunt ons huidige schoolplan 2015-2019 altijd bij de directie opvragen ter inzage.
Resultaten schoolverbetering 2014-2015 Invoering ondersteuningsprofiel: Per 01-08-2014 gerealiseerd. De kinderen hebben een passende begeleiding. Samenwerking Marnix Academie: De Wegwijzer is een gecertificeerde opleidingsschool waar studenten een leerwerkplek hebben met ruime mogelijkheden tot het ontwikkelen van de competenties behorende bij hun opleidingsfase en het behalen van de eindkwalificaties van de opleiding. Samenwerking Auris: Voortzetting Medium Arrangement. Doorstroom peuter behandelgroep, meer herkenbaarheid, scholing in competenties gekoppeld aan onderwijs gericht op kinderen uit cluster 2 gerealiseerd. Schoolplan 2015-2019:Gereed Teamscholing antipest programma KiVa: Gerealiseerd. Op 01-08-2015 werken we met het antipestprogramma KiVa. Opbrengst Gericht Werken: We werken met groepsplannen en trendanalyses. (Meer) begaafdheid: De leerstof is compact. Aanbod verdieping/verrijking. o (Meer)Begaafde kleuters werken met de kwaliteitskaarten “Excellentie in ontwikkeling”. Kinderen uit groep 3 en 4 krijgen extra les Nieuwsbegrip (aanbod leesstrategieen) en extra techniekles. Kinderen uit groep 5 t/m 8 krijgen Spaanse les en extra techniekles. Ouderbetrokkenheid: Diverse bijeenkomsten en realisering daaruit voortvloeiende acties o.a.: Kijkochtenden, open dag, zichtbaarheid De Wegwijzer, PR school in diverse persberichten, vernieuwde website, Facebook. ICT: Uitbreiding onderwijs en inzet tablets in groep 1 t/m 8. Activiteiten ter verbetering van het onderwijs schooljaar 2015-2016 Teamscholing LOS: LOS staat voor Leren door Onderzoek en Samenwerking. De kinderen gaan bij LOS, via van te voren vastgestelde leerdoelen, aan het werk met onderzoeksvragen. LOS doet een beroep op samenwerken en het creatief en kritisch denken. Deze vaardigheden noemt men 21th century skills. Door LOS leer je kinderen om deze informatie te schikken op relevantie. De kinderen zullen door middel van het geven van presentaties laten zien wat ze hebben geleerd en dat ze de doelen hebben behaald. Daarbij wordt gekeken naar de talenten en mogelijkheden van ieder kind. Door deze manier van werken worden kinderen eigenaar van hun eigen leerproces. Hierdoor zijn ze meer betrokken en gemotiveerd.
34
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Teamscholing niet-talige kinderen: Wij verdiepen ons in de begeleiding van anderstalige nieuwe kinderen.
Teamscholing “Een moeilijke groep”:Hoe gaan wij hiermee om? We leren expliciet leerlingen zich bewust te laten worden van hun eigen handelen en de effecten en consequenties daarvan op “het bewegen/handelen” van de overige leerlingen.
LeerWerkGemeenschap (Meer) Begaafdheid: Borging en uitbreiding aanbod LeerWerkGemeenschap Wetenschap en Techniek: Start 01-08-2015 Handelings Gericht Werken: Borging/automatisering instructie 3 niveaus. Opbrengst Gericht Werken: Voortzetting groepsbesprekingen, trendanalyses op individueel - en groepsniveau, teamscholing uitstroomprofielen. Coöperatieve werkvormen: Continueren, borging. Ouderbetrokkenheid: Inloopochtenden, themabijeenkomsten ICT: Meer onderwijskundige settings creëren waarin gebruik gemaakt wordt van digitale apparatuur + scholing m.b.t. gebruik daarvan.
Toekomstbestendig onderwijs is alleen kansrijk als professionals blijvend mee ontwikkelen. De leerkrachten volgen individueel cursussen/opleidingen zodat zij hun professionalisering mee laten groeien met alle vernieuwingen op de vele terreinen binnen het onderwijs. Alle teamleden werken met een POP, een Persoonlijk OntwikkelingsPlan. Naast individuele scholing werkt het team ook aan gezamenlijke deskundigheidsbevordering. Hiervoor zijn in de jaarplanning studie (mid)dagen opgenomen.
35
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Aan het eind van de basisschoolperiode beschikken we over voldoende gegevens om een gefundeerd advies te geven voor een school voor voortgezet onderwijs. In de loop van groep 8 wordt bekeken welk type voortgezet onderwijs het beste past bij de wensen en capaciteiten van elke leerling. Het bepalen van die keuze is een zaak van leerkracht, directie, intern begeleider en ouders en natuurlijk wordt de leerling hier ook bij betrokken. Motivatie en inzet zijn factoren die mee worden genomen in het advies. De CITO- Eindtoets - Basisonderwijs die in groep 8 eind april wordt afgenomen, houdt zich alleen bezig met het selecteren van de leerlingen. De einduitslag geeft aan hoeveel procent van alle deelnemende leerlingen een lager aantal goede oplossingen heeft gescoord (de percentielscore). Het totaalresultaat wordt weergegeven met een getal tussen de 500 en 550 (de standaardscore). De ouders krijgen een ouderfolder van CITO via de school. Ongeveer 80% van alle basisscholen in Nederland neemt deel aan de Citoeindtoets in groep 8. De onderwijsinspectie heeft op basis van de leerlingengegevens een gemiddelde ondergrens voor deze toets vastgesteld. Een beschrijving van onze begeleiding van basis naar voortgezet onderwijs vindt u in bijlage 2 van deze schoolgids
De basisschooladviezen en de gemiddelde cito-score van een basisschool kan men niet zonder meer gebruiken om de kwaliteit van een school aan te duiden. We spreken van een gecorrigeerde score wanneer de gemiddelde score van de school niet vergeleken wordt met alle scholen, maar met scholen die qua specifieke kenmerken overeenkomen met de leerlingen. Ook bestaan er scores gecorrigeerd voor Begrijpend lezen. De reden hiervoor is dat van alle vaardigheidsscores de score op begrijpend lezen het sterkst samenhangt met intelligentie. Door te corrigeren voor de score op Begrijpend lezen, wordt de score van de school dus vergeleken met scholen die leerlingen hebben met een vergelijkbare intelligentie. Onderwijsresultaten zijn niet alleen afhankelijk van het onderwijsaanbod, maar ook van leerlingenkenmerken. Door te kijken naar gecorrigeerde scores krijgt men een beeld of de school “alles uit de leerling haalt wat erin zit”. Van een school met veel leerlingen met een hoge intelligentie mogen dus hogere scores verwacht worden dan wanneer de gemiddelde intelligentie van de leerlingen lager ligt. De inspectie beoordeelt de cito-resultaten van een school met behulp van de gecorrigeerde score. De schoolscore zegt niet alles over de kwaliteit van een school. Het groepsgemiddelde daalt wanneer er veel zwakkere kinderen in een groep zitten in combinatie met de grootte van de groep. De gemiddelde gecorrigeerde CITO score van De Wegwijzer van de laatste jaren komt overeen met het landelijke gemiddelde of zit boven het landelijk gemiddelde. De Wegwijzer presteert dus goed!
36
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Schoolverlaters Schooljaar 2014-2015 PRO 0% LWOO 12% VMBO B/K 7% VMBO K/T 27% VMBO T 19% HAVO 16% VWO 19% In 2015 was de score 537,7 (landelijk gemiddelde 534,9) Schoolverlaters Schooljaar 2013-2014
PRO 6% LWOO 16% VMBO B/K 6% VMBO K/T 11% VMBO T 22% HAVO 28% VWO 11% In 2014 was de score 535,0 (landelijk gemiddelde 535,0) Schoolverlaters Schooljaar 2012-2013
PRO LWOO VMBO B/K 25% VMBO K/T 21% VMBO T VMBO T/ HAVO 8% HAVO / VWO 13% VWO 33% In 2013 was de score 537,3 (landelijk gemiddelde 535,1) Schoolverlaters Schooljaar 2011-2012
PRO LWOO 5% VMBO B/K 22% VMBO K/T 18% VMBO T 18% VMBO T/ HAVO 5% HAVO / VWO 9% VWO 23% In 2012 was de score 537,3 (landelijk gemiddelde 535,5) Schoolverlaters Schooljaar 2010-2011
PRO LWOO VMBO B/K VMBO K/T 22% VMBO T 4% VMBO T/ HAVO 13% HAVO / VWO 17% VWO 43% In 2011 was de score 539,8 (landelijk gemiddelde 535,5)
37
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Als gevolg van een wetswijziging is de basisschool verplicht het advies te heroverwegen als de leerling een hogere eindtoetsscore krijgt dan het eerder afgegeven schooladvies. Hoe komt ons defintief advies tot stand? Bij de overdracht van groep 7 naar groep 8 wordt gekeken naar het niveau van de kinderen a.d.h.v. cito gegevens vanaf midden groep 6. Bij het tot stand komen van het voorlopig advies (november groep 8) worden bovenstaande gegevens gebruikt, aangevuld met de toetsgegevens uit groep 8. Tevens wordt gekeken naar huiswerkgedrag, ambitie en werkhouding. Bij het tot stand komen van het definitief advies (februari groep 8) moeten wij de zogenoemde POVO-procedure volgen. (POVO = primair onderwijs, voortgezet onderwijs). Dit houdt in dat wij op basis van alle beschikbare cito gegevens vanaf midden groep 6, aangevuld met de cito gegevens t/m midden groep 8, een definitief advies moeten formuleren. Randvoorwaarden als huiswerkgedrag en werkhouding spelen hierbij ook een grote rol. Hieruit kunt u concluderen dat ons definitief advies weloverwogen tot stand is gekomen en is als zodanig bij u voorgelegd tijdens het definitief advies gesprek. De cito eindtoets blijft een momentopname die in onze visie niet kan opwegen tegen de grote verzameling gegevens waarop het definitief advies gebaseerd is. Gezien bovenstaande, zullen wij bij een hogere eindtoetsscore intern het advies heroverwegen. Voor alle duidelijkheid: Heroverweging betekent niet automatisch een hoger advies.
38
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Omdat er veel aandacht wordt geschonken aan normen en waarden (zowel tussen ouders en school als in de klas), staat de Wegwijzer bekend als een veilige school waar we met respect voor elkaar omgaan. Natuurlijk wordt er op de Wegwijzer zoals op elke school wel eens gepest, hoe graag we dit ook zouden willen voorkomen. Maar wanneer pestgevallen zich voordoen gaan we hier altijd over in gesprek met elkaar. Wij vinden het belangrijk dat niet alleen het pesten daardoor stopt, maar ook dat de kinderen op deze manier ook leren praten over dit soort zaken. Ook wordt dit op de Wegwijzer waar mogelijk verwerkt in de les en/of opdrachten. De Wegwijzer werkt op dit gebied met het KiVa-programma. Daarnaast wordt er tijdens de 10 minuten gesprekken niet alleen gesproken over de voortgang van het kind in de klas, maar ook over mogelijke aandachtpunten op het gebied van houding en gedrag. Samen met de ouders zorgt de Wegwijzer voor een schone en veilige omgeving van de school, bijvoorbeeld door afspraken te maken over regels op het schoolplein. Door dit alles staat de Wegwijzer bekend als een gemoedelijke school waar ieder kind zichzelf kan zijn en waarvan de kinderen zelf aangeven zich veilig en op hun gemak te voelen. Hier zijn we als school ook erg trots op, omdat dit de belangrijkste voorwaarde is om de kinderen zich optimaal te laten ontwikkelen.
Het ministerie van OCW eist dan ook dat scholen per 01-08-2015 een structureel anti-pestbeleid hanteren. Men wil dat scholen van een anti-pestprogrammma gebruik maken dat voldoet aan: Wettelijk vastgestelde criteria (bewezen effectieve methodes) Monitoring van de sociale veiligheid zodat de scholen zelf een goed en actueel beeld hebben van de veiligheidsbeleving van de kinderen op de eigen school. een vertrouwenspersoon annex anti-pestcoördinator beschikbaar heeft , zodat er altijd een aanspreekpunt is voor ouders en leerlingen als het om pesten gaat. In het schooljaar 2015-2016 vormen Peter Snoek-Jerney Schoenmaker-Wendy Snel en Rianne Thenu op de Wegwijzer het KIVA-TEAM Uit alle anti-pestprogramma`s die voldoen aan de eisen van de inspectie hebben wij KiVa gekozen. Wij zijn van mening dat het Finse KiVa programma past bij De Wegwijzer , bij onze pedagogische opvattingen!
Kiusaamista Vastustava
39
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Wij realiseren ons dat alleen het gebruik van een bewezen effectief anti-pestprogramma niet zaligmakend is. Het gaat om het doel: dat minder kinderen gepest worden en – positiever – dat leerlingen zich prettig voelen op school. Dat komt de leerprestaties ten goede. Het doel is dat de Wegwijzer een plek is en blijft waar ouders hun kinderen met een gerust hart naartoe sturen, waar leraren graag werken. Het effectief aanpakken van pesten vereist de juiste combinatie van een effectieve methode, een goede en professionele toepassing door betrokken onderwijspersoneel, een goede samenwerking tussen de school en ouders en de breed gedragen norm dat pesten onacceptabel is. Een beschrijving van het KiVa-programma vindt u in bijlage 1 van deze schoolgids
Ouders vertrouwen hun kind aan onze school toe en verwachten dat de school toezicht houdt op de veiligheid van hun kind. Dit legt de school en het personeel de plicht op dit toezicht te bieden. Kalisto is juridisch eindverantwoordelijk voor toezicht en veiligheid en mandateert de realisatie hiervan aan de directie. De directie van de school is verantwoordelijk voor het regelen van toezicht op en veiligheid van de aan de school verbonden leerlingen, gedurende de schooltijden en op enig ander moment dat de leerlingen deelnemen aan activiteiten in schoolverband. Het personeel van de school is direct verantwoordelijk voor het toezicht op de leerlingen. De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor het toezicht op en de veiligheid van de leerlingen in zijn/haar groep, gedurende de schooltijden en op enig ander moment dat de leerlingen deelnemen aan activiteiten in schoolverband. Als de groepsleerkracht het toezicht overdraagt aan personen die geen onderwijsbevoegdheid bezitten en/of niet zijn aangesteld bij de Kalisto (stagiaire, ouder, hulpverlener, zweminstructeur enz.) blijft hij/zij verantwoordelijk voor het toezicht en zal zich moeten vergewissen of de andere toezichthouder op de hoogte is van de toezichtregeling, dan wel daar naar handelt. Kalisto wil voortdurend voldoen aan de zorgplicht tegenover haar leerlingen en personeel. Dit geldt voor al haar activiteiten. Met betrekking tot een aantal specifieke activiteiten heeft zij in een beleidsstuk “zorgplicht”: een aantal richtlijnen aan de directies van haar scholen neergelegd. Bovenstaande vormt de essentie van dat beleidsdocument, dat is opgenomen in het Handboek Kalisto Boeiend Basisonderwijs.
40
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Om de veiligheid van de kinderen te waarborgen verzoeken wij u om zo veel mogelijk met uw kinderen lopend naar school te komen of van de fiets gebruik te maken. Uiteraard is dit niet voor iedereen haalbaar. Houdt u de beperkte parkeerruimte voor auto's alstublieft vrij voor ouders die jonge kinderen halen en brengen of voor ouders die wat verder van de school af wonen. Fietsen graag in de fietsenrekken plaatsen. Wilt u zo vriendelijk zijn op het schoolplein geen gebruik van uw fiets te maken? Utrechts Veiligheids Label: Om kinderen te leren veilig aan het verkeer deel te nemen, hebben wij het kwaliteitskeurmerk ‘Utrechts VerkeersVeiligheidsLabel’ behaald. Verkeersonderwijs en –opvoeding willen wij zo optimaal mogelijk op elkaar afstemmen. Om dit te bereiken werken wij samen met de ouders, de gemeente, de politie en de wijk/buurtbewoners om de hoge kwaliteit van de verkeerseducatie te waarborgen en een zo optimaal mogelijke verkeersveilige schoolomgeving en school- thuisroute te creëren.
Ouders en school zien de kinderen graag opgroeien in een veilige en gezonde omgeving. School moet niet de plaats zijn waar kinderen zien/leren roken. Onze schoolpleinen zijn ROOKVRIJ!
Het gedrag van kinderen in het basisonderwijs kan zeer verschillen. Het gedrag kan soms problemen opleveren voor zowel de groep als het kind zelf. Om het gedrag van kinderen op een positieve manier te stimuleren, wordt Taakspel binnen de school ingezet. In de groep worden regels opgesteld zoals: Je bent stil, je let op, je bent met je taak bezig, je zorgt dat andere kinderen ook rustig kunnen werken. De leerlingen werken tijdens het Taakspel in kleine teams samen. Door je aan de regels te houden kunnen kinderen een beloning verdienen. Dat kan variëren van een compliment van de leerkracht, tot een sticker of het schrijven met een gekleurde pen. Het gaat erom dat leerlingen elkaar stimuleren om gewenst gedrag te vertonen. Taakspel wordt in de groep tijdens de lessen gespeeld. Het heeft tot doel het taakgerichte gedrag van leerlingen te verbeteren, het niet-gewenste gedrag te verminderen en de sfeer in de groep te bevorderen. En dat allemaal in spelvorm. Zo is het nuttig en nog leuk ook!
Soms is het mogelijk negatieve gedrag te negeren. Een enkele keer is negatief gedrag niet te negeren omdat het anderen in gevaar brengt of de klassensituatie ernstig verstoort. In een dergelijke situatie wordt het kind uit de “conflictsituatie” gehaald en voor enige tijd apart gezet. Dit noemen we een “time-out”. In tegenstelling tot wat veel gedacht wordt, speelt straf een kleinere rol bij het veranderen van gedrag. Met straf wordt op onze school dan ook spaarzaam en zorgvuldig omgegaan.
41
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Alle scholen binnen Kalisto hebben een eigen veiligheidsplan. In dit plan zijn alle maatregelen opgenomen die te maken hebben met het veilige schoolgebouw, de veilige schoolomgeving en de veiligheid van de leerlingen en personeel. Er zijn 2 veiligheid coördinatoren binnen de stichting werkzaam. Belangstellenden kunnen het veiligheidsplan bij de directie inzien. Naast bovenstaande hebben we afspraken en regels die ervoor moeten zorgen dat we de school zo veilig mogelijk houden voor de kinderen, ouders en team. Hieronder vallen simpele afspraken zoals : Niet rennen in de gang .Om te voorkomen dat mensen met verkeerde bedoelingen onze school binnen komen, houden we de buitendeuren zoveel mogelijk gesloten.Wij vragen de ouders daarom nadat de bel is gegaan alleen nog de hoofdingang te gebruiken, daar hebben we het meeste toezicht op. Let u er bij vertrek ook altijd op dat de buitendeur in het slot valt en niet op een kier blijft staan?
In het kader van het Arbobeleid zijn een paar collega's opgeleid tot bhv-er (bedrijfshulpverlener). Zij hebben tot taak in geval van calamiteiten de ontruiming van de gebouwen en de opvang van leerlingen te begeleiden. Jaarlijks wordt er een geplande en/of onverwachte ontruimingsoefening gehouden. Eventuele verbeterpunten worden dan intern besproken. De oefening is hoofdzakelijk gericht op het zo snel mogelijk verlaten van de school door alle aanwezigen. Mocht zich ooit een grote calamiteit voordoen waardoor de school ontruimd moet worden, dan is het van groot belang dat onze BHV-ers kunnen controleren of alle kinderen veilig buiten zijn. Wilt u daarom nooit uw kind meenemen voordat dit gemeld is aan de hoofd BHV-er? Dan hoeven de BHV-ers niet hun veiligheid te riskeren om te zoeken naar een kind dat al vertrokken is.
Verzuim van de leerling dient gemeld te worden. Wanneer er geen melding binnen gekomen is, zal er op school er vanuit gaan dat er misschien iets ernstigs aan de hand is en zullen we gaan zoeken waar uw kind is. Er zijn 2 mogelijkheden om de absentie van uw kind te melden: Mailen naar de groepsleerkracht: Dit kan tot maximaal 08.00 uur. Na 08.00 uur wordt uw absentiebericht niet meer gelezen. Telefonisch: tussen 8.00 en 8.20 uur!
42
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Voor Kalisto en al haar scholen is het verplicht een klachtenregeling te hebben. De klachtenregeling is bedoeld voor leerlingen, ouders en/of verzorgers van leerlingen en personeelsleden van Kalisto. Wij onderscheiden 2 soorten klachten: Klachten m.b.t. pedagogisch en didactisch handelen of van algemene aard. Klachten of vragen kunt u in eerste instantie voorleggen aan de groepsleerkracht van uw kind. Wilt u daarna nog verder met uw vraag of klacht, dan kunt u terecht bij de directie. Mocht u voor uw gevoel dan nog onvoldoende geholpen zijn, dan kunt u contact opnemen met de interne contactpersonen van de Wegwijzer, te weten Joos Raaijmakers en Rianne Thenu. Zij zullen u eventueel ook verder helpen naar de klachtencommissie waar Kalisto wettelijk bij aangesloten is: Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs (www.gcbo.nl). De school hanteert bij dit alles de klachtenregeling die op school ter inzage ligt. Uiteraard wil de school in eerste instantie zelf eventuele vragen of klachten met u oplossen. Klachten m.b.t. seksuele intimidatie in het onderwijs. De school doet haar uiterste best elk kind optimale veiligheid en geborgenheid te bieden. Dit geldt ook voor haar medewerkers. Op school zijn gedragsregels waar iedereen zich aan dient te houden. In het kader hiervan besteden wij ook aandacht aan het vóórkomen van seksuele intimidatie. Bij seksuele intimidatie hebben kinderen last van opmerkingen over hun uiterlijk, kleding, gedrag, van aanrakingen, van blikken met seksuele bijbedoeling. Niet ieder kind dat zich seksueel geïntimideerd voelt, heeft hierop een afdoend antwoord. Gevoelens van angst en schaamte over een confrontatie met seksuele intimidatie kunnen het plezier in school overschaduwen. De school vindt het belangrijk om kinderen te beschermen tegen seksuele intimidatie. Als er problemen zijn op dit gebied of als deze gesignaleerd worden moeten er op school één of meerdere aanspreekpunten zijn, te weten bovengenoemde contactpersonen. Deze interne contactpersonen aanhoren uw klacht en zullen u doorverwijzen; zij lossen uw klacht echter niet op. Wanneer u met één van deze mensen gaat praten, wordt er uiteraard vertrouwelijk met de informatie omgegaan. In overleg met u wordt bepaald welke stappen zullen worden ondernomen, gedurende de hele procedure. Bij alle soorten klachten kunnen de interne contactpersonen overleggen met de externe vertrouwenspersonen van Kalisto, de heer Frank Brouwer en mevrouw Dorien Gerritsma, werkzaam bij CED groep, Dwerggras 30, Rotterdam. Zowel interne contactpersonen als ouders kunnen op werkdagen tussen 9.30 uur en 17.00 uur bellen met 010-4071599. Bij afwezigheid van bovengenoemde externe vertrouwenspersoon is er altijd een andere vertrouwenspersoon bij CED beschikbaar. Ook kunt u terecht bij de externe vertrouwensinspecteur 0900-1113111. N.B. De interne contactpersonen hebben meldplicht bij het bevoegd gezag bij vermoeden van seksuele intimidatie. Als school zullen wij altijd , samen met de ouders, het maximale doen om een veilige leeromgeving voor uw kind (eren) te zijn!. We moeten op elkaar kunnen rekenen!
43
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
De Wegwijzer staat letterlijk en figuurlijk midden in de samenleving. Midden in het altijd gezellige en multiculturele Bomen- en bloemenkwartier staat de Wegwijzer ook voor een goede afspiegeling van deze samenleving, zowel qua samenstelling van de groepen en medewerkers, als bij het invullen van projecten, thema’s en lessen. Vanuit onze katholieke inslag is iedereen welkom op de Wegwijzer en respecteren wij ieders opvatting. De Wegwijzer heeft dan ook al een lange traditie met het opvangen van vluchtelingenkinderen die wij ook het beste onderwijs willen geven. Voor deze leerlingen was in hun eigen land geen veilige toekomst, en daarom zijn ze met hun ouders gevlucht en in Nederland terecht gekomen. Het is logisch dat wij deze kinderen een veilige plek bieden op onze school, want wij kunnen deze kinderen goed onderwijs bieden en daarmee de basis leggen voor een gezonde en welvarende toekomst. Wij beschikken over veel ervaring en deskundigheid met onderwijs aan kinderen voor wie het Nederlands niet de oorspronkelijke taal is. Wij hopen dan ook dat deze kinderen, net als alle andere kinderen, een fijne en leerzame tijd op onze school zullen hebben. Wij vinden het belangrijk dat kinderen op een verantwoorde manier zich verdiepen in actuele onderwerpen en daarom wordt daar binnen de lessen aandacht aan geschonken. En in de klassen is er altijd een goed doel waar we ons voor inzetten. Op deze manier leren de kinderen een mening te vormen en verder te kijken dan het eigen individu. En nog belangrijker; onze kinderen leren samen te werken en samen te leven, iets dat in de huidige samenleving waar grenzen vervagen steeds belangrijker wordt. Dit alles wordt op de Wegwijzer mogelijk gemaakt met een zeer gevarieerd en complementair team dat gekenmerkt wordt door deskundigheid, inzet en betrokkenheid.
Onze maatschappij is sterk geïndividualiseerd en veelkleuriger geworden. Door de noodzaak/behoefte aan meer samenhang en betrokkenheid in de maatschappij is het ook een taak voor de school om leerlingen op te voeden tot een leven in de gemeenschap, om leerlingen voor te bereiden op een actieve rol in de samenleving. We streven er nadrukkelijk naar om leerlingen een stem te geven. We nemen leerlingen serieus én we laten hen leren door te doen. De school is bij uitstek een leerschool, waarin leerlingen ervaringen op kunnen doen door aan concrete maatschappelijke taken deel te nemen, en op die manier vaardigheden te leren die passen bij een actief en betrokken democratisch burgerschap.
44
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Onderwijs is niet een voorbereiding óp deelname aan de samenleving, het is zélf een belangrijke vorm van samenleven. Onze streefdoelen van actief burgerschap Kinderen kennen sociale gedragscodes door op een respectvolle manier samen te leven in school. Kinderen maken deel uit van een eigen sociale omgeving en worden zich daar van bewust. Ze hebben zorg voor hun omgeving. Kinderen doen mee in school. Onze leerlingen zijn jonge burgers; onze school is een democratische gemeenschap. Leerlingen moeten een discussie kunnen voeren en onderlinge problemen zonder geweld kunnen oplossen. Kinderen weten hoe onze democratie werkt en vormen daar een mening over, ze vormen een eigen levensovertuiging. Ze weten wat het betekent om in een democratische rechtstaat te leven. Kinderen ontmoeten kinderen uit andere stromingen en overtuigingen en verwerven daar kennis over. Kinderen weten wat het betekent om Europees en wereldburger te zijn. Hoe geven we vorm aan deze doelen? De school heeft een structureel aanbod, dat zich richt op sociale competenties en burgerschap. Wij bieden een leer- en leefomgeving, waarin burgerschap en integratie zichtbaar zijn, brengen die zelf in de praktijk en bieden leerlingen de mogelijkheden om daarmee te oefenen. De Wegwijzer denkt een open en actieve houding naar de omgeving en samenleving te tonen en brengt leerlingen daarmee in contact. Ook voor wat betreft de achtergrond van leeftijdgenoten en de verscheidenheid aan godsdiensten, etniciteit, culturen, opvattingen, leefwijzen en gewoonten hebben wij een structureel aanbod dat zich richt op het vergroten van competenties, die bijdragen aan deelname en betrokkenheid aan de samenleving. Wij bevorderen een actieve deelname van leerlingen aan de samenleving. Wij richten ons op fatsoensnormen en corrigeren uitingen van leerlingen, die hiermee in strijd zijn. Onze schoolregels zijn hierin duidelijk. Onze school heeft een structureel aanbod dat zich richt op de overdracht van kennis, houding en vaardigheden, die nodig zijn om als burger in een democratische rechtsstaat te participeren met inbegrip van kennis over de hoofdtaken van de Nederlandse staatsinrichting. Binnen diverse vakken-thema`s is aandacht voor actief burgerschap: De vakken die bij uitstek laten zien hoe wij hiermee omgaan zijn Nederlandse taal, geschiedenis, aardrijkskunde, sociaal- emotionele ontwikkeling, levensbeschouwing e.d. Met o.a. onderstaande praktijkvoorbeelden geven we invulling aan de rol van het onderwijs in het bevorderen van actief burgerschap: Leerlingenraad Kennis van democratie en diverse culturen KIVA-antipest programma Lessen met actueel nieuws Voorlichting door mensen met een beperking Voorlichting bureau HALT Amnesty International Samenwerking tussen wijk en school Vluchtelingenwerk,opvang vluchtelingenkinderen. Jongerenorganisatie Dunya Kinderen spannen zich in voor goede doelen zoals Make a Wish en het Vastenproject.
45
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
De Wegwijzer is een katholieke school, maar niet streng-katholiek. Wij vinden het belangrijk dat onze school aandacht heeft voor de traditionele katholieke feesten. Wij streven naar vieringen in eigentijdse vorm. Vieringen zijn een goed middel om met elkaar stil te staan bij belangrijke momenten in het schooljaar. Op grond van onze gezamenlijke katholieke traditie beschouwen wij de parochie als partner in deze traditie. Maar wel partners met ieder een eigen taak. Wij vieren op school de feesten die passen bij onze Katholieke grondslag:Kerstmis, Carnaval en Pasen. Wij geven lessen catechese/levensbeschouwing, sociale vaardigheden en burgerschap. Wij praten daarbij met de kinderen over het leven en alles wat daarbij hoort:vriendschap, verdriet, ruzie, respect, gelijkwaardigheid, zorg, geloof, leven en dood. Het bespreken van deze thema`s en hoe je ermee om kunt gaan, dragen bij aan de ontwikkeling van normen en waarden van kinderen tijdens het opgroeien. Wij zijn ons ervan bewust dat op onze school kinderen aanwezig zijn uit andere godsdienstige/levensbeschouwelijke tradities. We vinden het belangrijk dat er ook aandacht wordt besteed aan hun religieuze feesten. Op deze manier kan de school de plaats zijn waar de kinderen leren over de leefwereld van anderen. Informatie over de gezinsvieringen kunt u in het parochieblad ‘Op de hoogte’ lezen. Daarnaast wordt u via de Nieuwswijzer geattendeerd op de vieringen in onze parochiekerk. De beleving van de kinderen wordt sterk vergroot als de ouders zich erbij betrokken voelen.
46
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Ouderbetrokkenheid betekent in essentie niets anders dan dat ouders meeleven met het wel en wee van hun kind. In het onderwijs wordt de term gebruikt om aan te geven dat ouders een onmisbare schakel zijn in de relatie tussen school en leerling. Ouders en school hebben elkaar gedurende de hele schoolcarrière van voorschool tot en met voortgezet onderwijs - nodig: als partners in de opvoeding, als klankbord, in de medezeggenschap op school, als vrijwilliger of ‘gewoon’ als gesprekspartner. Voor een optimaal verloop van de schoolcarrière van een kind, is het belangrijk dat ze elkaar regelmatig van informatie voorzien: over leefregels, talentontwikkeling, vorderingen of eventuele stagnatie, over de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind, zijn of haar thuissituatie, etc. Een regelmatig contact tussen school en ouders kan de samenwerking bij leerproblemen of problemen thuis bevorderen, zorgt voor een betere afstemming tussen de opvoeding thuis en op school en stelt ons in staat om te profiteren van de kennis, het inzicht en de ervaring van u als ouders. Ouderbetrokkenheid kan, kortom, een belangrijke bijdrage leveren aan een optimaal verloop van de schoolloopbaan. Activiteiten voor ouderbetrokkenheid kunnen o.a. bestaan uit: Informatie en communicatie Onderwijsondersteunend gedrag/ leerondersteuning door ouders Opvoedingsondersteuning Ouderhulp Formele ouderparticipatie Activiteiten voor/door ouders
47
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
In vele situaties verstrekken wij informatie over de ontwikkeling en vorderingen van onze leerlingen. We informeren, delen onze bevindingen en zorgen en leggen verantwoording af over ons werk. Het spreekt voor zich, dat wij anders omgaan met de verstrekking van informatie aan ouder(s)/verzorger(s) dan aan derden. Informatie aan ouders: In principe worden aan ouders alle gegevens verstrekt welke in het belang van de leerling zijn. Daaronder vallen: schoolvorderingen, gedrag, sociale contacten etc. Schoolvorderingen worden in principe schriftelijk verstrekt. Andere informatie kan verstrekt worden in persoonlijke gesprekken tijdens de tien minuten gesprekken waarvoor ouders worden uitgenodigd. Dit geldt in het reguliere geval waarin ouders/verzorgers in een gezamenlijke huishouding samen de zorg en verantwoordelijkheid over hun kinderen delen. In de informatievoorziening aan gescheiden ouders staat SKSWW een soepele benadering voor. Bij het verstrekken van informatie kan en mag de directie geen partij worden in een conflict rondom leerlingen en zal daarom ook nooit partij kiezen. Bij gescheiden ouders gelden de volgende uitgangspunten: informatie over een leerling wordt altijd aan de met het gezag c.q. de zorg belaste ouder verstrekt. In veel gevallen is er sprake van co-ouderschap, hebben ouders gezamenlijk het gezag en blijven zij gezamenlijk verantwoordelijk. Gescheiden ouders dienen, indien zij ook beide geïnformeerd wensen te worden over de schoolvorderingen van hun kind, gezamenlijk de ouderavonden te bezoeken. De niet met het gezag c.q. de zorg belaste ouder heeft recht op informatie over de vorderingen van het kind. In de wet (BW. 1 artikel 377 sub b) is vastgelegd dat de ouder die alleen met het gezag c.q. de zorg belast is, gehouden is de andere ouder op de hoogte te stellen over gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon van het kind. Informatie aan derden: Er kunnen zich verschillende situaties voordoen, waarin derden informatie over een leerling inwinnen bij de school. Dit kan zijn de leerplichtambtenaar, de schoolarts of schoolverpleegkundige, maar ook een onderzoeksinstantie zoals de schoolbegeleidingsdienst, een ziekenhuis of een opvoedkundige instantie zoals Jeugdzorg of Altrecht. Informatie aan overheidsinstanties, voor zover wettelijk voorgeschreven, wordt altijd verstrekt. Informatie aan andere instanties of personen ten aanzien van kinderen wordt beperkt tot het strikt noodzakelijke. Daarbij zal voorop staan dat informatieverstrekking het kind niet mag schaden.
48
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
De Wegwijzer heeft een oudervereniging waarbij een aantal ouders actief is met het organiseren van activiteiten voor uw kinderen. Ouders hebben de keuze om lid te worden van deze vereniging. Lid zijn van de vereniging betekent veel extra's voor uw kind/kinderen. Als u ervoor kiest om lid te zijn van de vereniging betekent dat ook dat u verplicht bent om contributie te betalen. Dit is iets anders dan een 'vrijwillige ouderbijdrage'. Het bestuur van de oudervereniging bestaat tot de jaarvergadering uit de volgende personen: Voorzitter Esther Lassche Secretariaat Linda van den Bergh Penningmeester José Wilbrink Bestuurslid Natasja Werdler Bestuurslid Diana Romijn Bestuurslid Radia Abarkane Bestuurslid Milou van Vliet Het bestuur coördineert samen met de leerkrachten de activiteiten die georganiseerd worden. Deze activiteiten worden betaald van de contributie die alle leden betalen. Vergadering
Het bestuur van de Oudervereniging (OV) vergadert ongeveer 7 keer per jaar. In deze vergadering worden de financiën, poststukken, vragen van ouders of vanuit de directie behandeld. Daarnaast wordt de voortgang van de commissies teruggekoppeld en waar nodig advies gevraagd en tips uitgewisseld. Een aantal bestuursleden is ingedeeld in commissies die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking van de verschillende activiteiten. De directie zorgt ervoor dat bij iedere commissie een paar leerkrachten ingedeeld zijn. De commissies zijn verantwoordelijk voor het uitzetten van de lijnen van een activiteit en vergaderen buiten de bestuursvergadering over de inrichting van de activiteit. Eén keer per jaar is er een jaarvergadering. Alle leden zijn hierbij van harte welkom. Hier wordt de begroting toegelicht en kunnen ouders vragen stellen over het afgelopen schooljaar en het nieuwe schooljaar. Tevens hebben de aanwezige leden inspraak over de hoogte van de contributie voor het volgende schooljaar. De door de OV voorgestelde contributie heeft de instemming van de MR. Contributie Alle ouders/verzorgers van de leerlingen van De Wegwijzer kunnen lid worden van de Oudervereniging (OV) zodra hun kind op school start. De oudervereniging is afhankelijk van uw contributie, zonder uw bijdrage kunnen de activiteiten die de OV organiseert niet in dezelfde vorm als we ze nu organiseren doorgaan. De school heeft hiervoor geen financiële middelen. De contributie bedraagt voor het schooljaar 2015-2016 € 55,00 per kind. Wilt u meer weten over de verdeling van uw bijdrage over de diverse activiteiten? Dat kan door een mail te sturen naar José Wilbrink
[email protected] De oudervereniging heeft een penningmeester en 2 ouders (buiten het bestuur) die de kascontrole verzorgen. Op die manier zorgen we ervoor dat uw geld goed besteed is.Voor minder draagkrachtige ouders geeft de gemeente een vergoeding . U kunt zich dan wenden tot: Ferm Werk NV ( organisatie voor maatschappelijk werk) Carrosserieweg 1, 3445 BC Woerden 0348 497 000
49
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Het rekeningnummer waarop u uw contributie over kunt maken is:
NL49INGB0003540802, t.n.v. Oudervereniging De Wegwijzer te Woerden. Vergeet niet de naam van uw kind en de klas te vermelden.
Activiteiten Het bestuur organiseert in overleg met de directie onderstaande activiteiten; Viering Sinterklaas Viering Kerstmis Viering Carnaval Viering Pasen Jeugd Avondvierdaagse Schoolreisje Verder wordt de contributie gebruikt voor: * Afscheidsfeest groep 8 * Bijdrage culturele activiteiten * Kosten jaarkalender/schoolgids * Bijdrage kosten koffie/thee ouderavonden * Kopieerkosten door/voor OV Contact Voor vragen of opmerkingen kunt u terecht bij Jeroen van der Rijt, de secretaris van de OV. Dit kunt u het meest eenvoudig doen door een mail te sturen naar
[email protected]
In iedere klas kunnen ouders zich in het begin van het nieuwe schooljaar opgeven als klassenouder. Dit kan tot aan de informatieavond. Klassenouders hebben de taak te ondersteunen en te assisteren bij activiteiten in de klas, welke in overleg met de leerkracht plaatsvinden. Een klassenouder kan zelf personen benaderen om te assisteren bij activiteiten in de groep. De functie van klassenouder maakt geen onderdeel uit van de oudervereniging.
50
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Onze leerkrachten zijn voor een groot gedeelte afhankelijk van de bereidheid van ouders te helpen bij het organiseren van de diverse activiteiten. Voor onze school zijn ouders een onmisbare schakel tussen teamleden en leerlingen. Naast de Oudervereniging, Medezeggenschapsraad en klassenouders zijn er ouders actief op allerlei terreinen. Zo zijn er ouders die begeleiden bij onze wekelijkse schoolbibliotheek, (de “biebmoeders”), ouders die begeleiden bij excursies, ouders die coördineren en helpen ophalen van het oud papier, ouders die helpen bij activiteiten in een groep of bij groepsoverstijgende activiteiten en ouders die helpen bij schoolfeesten. We hebben zelfs een buitengewoon gewaardeerd team van ouders die onze kinderen na een vakantie controleren op hoofdluis. Een en ander gebeurt altijd onder de supervisie van leerkrachten.
Wat is de MR? De Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) verplicht elke basisschool om een Medezeggenschapsraad (MR) te hebben.De MR is het orgaan waarin ouders en personeel worden vertegenwoordigd. De MR spreekt voor zowel ouders als personeel en neemt namens hen een standpunt in ten opzichte van datgene wat de schooldirectie doet. Het doel is dat belanghebbenden kunnen meepraten over beslissingen die hen aangaan. De MR probeert een sfeer van openheid en communicatie te bevorderen, zodat alle betrokkenen bij school op de hoogte zijn wat er speelt en daarop kunnen reageren. Wat doet de MR? Een MR heeft twee soorten bevoegdheden: adviesrecht en instemmingsrecht. Adviesrecht wil zeggen dat het schoolbestuur serieus moet reageren op elk advies dat de MR geeft. Het betekent niet dat elk advies van de MR overgenomen hoeft te worden. Dat ligt anders voor beslissingen waarvoor de MR instemmingsrecht heeft. Het schoolbestuur kan zonder instemming van de MR dergelijke besluiten niet nemen. Belangrijke onderwerpen die in de MR terugkomen zijn onder andere het schoolplan, beleid, begroting en onderwijs. Wie zijn de MR? De MR bestaat uit ouders en personeelsleden in een gelijke verhouding. De MR is gesprekspartner van het zogeheten “bevoegd gezag”. Meestal is dit een directielid. De MR leden voor de Wegwijzer voor het leerjaar 2015 – 2016 zijn: Oudergeleding: Ger de Reus (vader van Julia groep 8) Paul Senden (vader van Erik groep 8 en Vera groep 6) Jeroen van der Rijt (vader van Casper groep 5) Personeelsgeleding: Peter Snoek (leerkracht groep 4 en 8) Rianne Thenu (leerkracht groep 6) Ria van Eck ( leerkracht groep 1) Tijdens deze vergadering zal er naast ingebrachte onderwerpen een vaste agenda worden gevolgd. Deze ziet er als volgt uit: 1e uur met Hein Jansen over onderwerpen die betrokkenheid van het bevoegd gezag vereisen; 1. Mededelingen vanuit directie 2. Instemmingsverzoek 3. Advies/vragen 4. Actielijst 5. GMR 2e uur vergadert de MR zelfstandig; 1. Ingebrachte onderwerpen (o.b.v. de portfolio’s) 2. Jaarplanning onderwerpen
51
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
3. Ingekomen stukken 4. Voorbereiding besluitvorming/instemming 5. Actielijst + voorbereiding agenda volgende MR Rolverdeling in de MR Voorzitter: Paul Senden Secretaris: Peter Snoek Vertegenwoordiger bevoegd gezag: Hein Jansen Portefeuilleverdeling MR Om ervoor te zorgen dat de MR haar taak goed kan voorbereiden en uitvoeren zijn er portefeuilles benoemd met de personen uit de MR die dit als aandachtsgebied hebben. Momenteel hebben we de volgende portefeuilles binnen de MR: Ouderbetrokkenheid, Financiën, HR/ARBO/Personeelszaken, Schoolplan/schoolreglement/Beleid en Visie, Relatie MR/GMR, Communicatie, OV
52
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Bezoekadres: Kbs De Wegwijzer Essenlaan 1 3442 JE Woerden
Postadres: Kbs De Wegwijzer Postbus 13 3440 AA Woerden
0348-414150
E-mail:
[email protected] Website: www.wegwijzerwoerden.nl Facebook: Wegwijzer Woerden De schoolleiding van De Wegwijzer wordt gevormd door Hein Jansen (meerscholendirecteur) en José de Jong (locatiedirecteur)
De Wegwijzer is een kleinschalige Katholieke basisschool die is gevestigd in de Bomenwijk, een ruim opgezette groene wijk in Woerden. Tot het voedingsgebied van de school behoren in principe de Bomen - en Bloemenwijk, Molenvliet, het centrum van Woerden en de Schilderswijk. Ouders en kinderen uit andere wijken zijn echter ook van harte welkom. Onze school heeft drie ingangen: een ingang voor groep 1 en 2 (Populierstraat 7) een ingang voor groep 3, 4 en 5 (Essenlaan 1, tevens hoofdingang) een ingang voor groep 6 t/m 8 (zijde ID- college) Van de kinderen, en ouders die kinderen halen en brengen, wordt verwacht dat zij de voor hen bestemde ingangen gebruiken.
Onze school beschikt over 9 leslokalen, een computerruimte/schoolbibliotheek, een speelzaal, een aula, een teamkamer, diverse zorgruimtes en een directiekamer. Ook de conciërge kan beschikken over een eigen ruimte. We onderscheiden in onze school een onderbouw (groep 1 t/m 4) en een bovenbouw (groep 5 t/m 8).
53
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Het nieuwe schooljaar 2015 - 2016 beginnen we met 180 leerlingen. Deze zijn verdeeld over de volgende groepen in de volgende leerlingenaantallen: Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Onderbouw
20 23 23 21 87
Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Bovenbouw
20 22 28 23 93
54
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
De informatie over onderstaande onderwerpen leest u in onze schoolgids deel 2 Aanmelden nieuwe leerlingen Aansprakelijkheid Abonnementen Adressen klasgenootjes Afspraken Avondvierdaagse Besmettelijke ziektes BHV Binnenkomen kinderen Brengen en ophalen Buitenschoolse opvang (BSO) CITO leerlingvolgsysteem Communie en gezinsvieringen Conciërge Contact met leerkracht Contactpersonen Cultuur Diploma`s Directie E-mail adressen Eten en drinken Facebook Fietsen Foto’s en filmopnames Gevonden voorwerpen GGD Goede doel Groepsbezetting Gymnastiek Gymnastiekkleding Gymnastiektijden Huiswerk en gebruik agenda Informatieavond Internet en email Jaarkalender Kamp groep 8 Klachtenprocedure-en regeling Klassenouders Kijkochtenden
Leerlingenraad Leerplichtwet Luizen en luizenzakken Maandvieringen Medicijngebruik Milieu Mobiele telefoons Multomappen/etuis Nieuwswijzer Ouderactiviteiten Ouderbijdrage Oudergesprekken Oud papier Overblijven Rapport Rookvrij schoolplein Schoolbibliotheek Schoolfotograaf Schooltijden Schoolvieringen Schorsen en/of verwijderen van school Speelgoed mee naar school Speelkwartier/speelplaats Sponsoring en giften Sportactiviteiten Stagiaires Studie(mid)dagen Vakantierooster Veiligheid Verjaardagen Verkeersveiligheid rond de school Vervanging van leerkracht Vervoer kinderen onder schooltijd Verzekering Voorschoolse opvang Vrijstelling leerplicht/vrij vragen Website Ziekmelding Zindelijkheid
55
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Het bevoegd gezag van onze school is Kalisto-Boeiend Basisonderwijs. Deze stichting is in 1999 ontstaan na een besturenfusie waarbij de katholieke schoolbesturen uit het westelijk deel van de provincie Utrecht zijn samengegaan. Vanaf 01-05-2015 heeft de stichting de oude naam SKSWW gewijzigd in Kalisto-Boeiend Basisonderwijs. Kalisto komt uit het oud-Grieks en is de overtreffende trap van ‘goed’ (Kalos). Dit verwoordt treffend onze ambitie om het beste uit onszelf te halen en om het beste in de kinderen naar boven te brengen. Op onze scholen werken mensen vol passie aan het ontwikkelen en verzorgen van eigentijds en betekenisvol onderwijs voor onze leerlingen. Kalisto is het bevoegd gezag van de volgende 16 basisscholen met ongeveer 390 personeelsleden, waar onderwijs op katholieke en oecumenische grondslag wordt gegeven aan ongeveer 4000 leerlingen:
Pius en Paulus in Abcoude Willibrordus in Breukelen De Notenbalk en St. Bavo in Harmelen St. Ludgerus in Loenen a/d Vecht CSV Ridderhof in Vreeland Howiblo en Heeswijk in Montfoort De Franciscus, De Molenwiek, De Schakel, De Wegwijzer en De Regenboog in Woerden De Wijde Blik in Kamerik SBO De Keerkring in Woerden
Naast een Raad van Toezicht en een College van Bestuur (CvB) kent Kalisto drie adviescommissies, waaraan bestuursleden, schooldirecteuren, GMR-leden en ouders met specifieke deskundigheid deelnemen. De drie adviescommissies zijn: Personeel, Organisatie en Communicatie Onderwijs, Weer Samen Naar School & Identiteit Financiën & Facilitaire zaken Vanaf 01-01-2015 werkt Kalisto met een eenhoofdig College van Bestuur, te weten: Marlies van der Starre, voorzitter CvB,
[email protected] 0348-408985 Op het stafbureau zijn werkzaam:
Theo Edelbroek, bestuurs- en managementondersteuner,
[email protected],
Jacqueline Burger,secretariaat 0348-408985
[email protected] Gabrielle Vallinga, beleidsmedewerker HR
[email protected]
Informatie over Kalisto kunt u vinden op: www.kalisto-basisonderwijs.nl Adres Kalisto-Boeiend basisonderwijs: Postbus 2075 3440 DB Woerden. Op de 16 scholen van Kalisto voeren de directeuren van de scholen integraal managementuit. Op onze school wordt de schoolleiding uitgevoerd door Hein Jansen ( meerscholendirecteur) en José de Jong ( locatiedirecteur)
56
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Het Bestuur van Kalisto heeft een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad ingesteld met vertegenwoordigers van alle onder de stichting behorende scholen. In de GMR worden zaken besproken die alle scholen van de stichting betreffen of tenminste 3 scholen van de stichting. Het College van Bestuur van Kalisto kan geen beslissingen nemen zonder dat de MR en/of GMR zich daarover heeft uitgesproken. Voor onze school heeft Rianne Thenu namens het team en Ger de Reus en Paul Senden namens de ouders zitting in de GMR. Doel GMR De GMR heeft als doel om zijn invloed uit te oefenen op het schoolbeleid door gebruik te maken van zijn algemene en bijzondere bevoegdheden zoals deze zijn neergelegd in de Wet Medezeggenschap Onderwijs. De GMR wil meer zijn dan een orgaan voor het afhandelen van advies- en instemmingvragen van het bevoegd gezag. De GMR is daarom niet alleen een controlerend orgaan maar vooral een beleidsinitiërend orgaan met eigen initiatieven. Voor de uitvoering van de taken van de GMR worden de volgende belangrijke uitgangspunten en voorwaarden gehanteerd: Het hanteren van een werkwijze op grond waarvan het doel van de raad optimaal vorm krijgt; De zorg voor de scholen, die deel uitmaken van de GMR met behoud van eigen identiteit, maar die met elkaar deel uitmaken van Kalisto Ondanks het feit dat de GMR leden op persoonlijke titel deelnemen aan de GMR, zullen zij bij het innemen van standpunten zoveel mogelijk het standpunt van de MR vertegenwoordigen, waarbij het schoolbelang ondergeschikt kan zijn aan het algemene belang van de stichting; Het organiseren van een goede terugkoppeling naar de afzonderlijke MR- én; Een goede samenwerking tussen de diverse bestaande geledingen met indien nodig, gebruik makend van de algemene en/of bijzondere bevoegdheden; De verantwoording afleggen van het te voeren / gevoerde beleid; De zorg voor de scholen, die deel uitmaken van de GMR met behoud van eigen identiteit, maar die met elkaar deel uitmaken van Kalisto.
Structuur GMR De GMR bestaat uit vertegenwoordigers (ouders en leerkrachten) van de Kalisto scholen. Er is een dagelijks bestuur gevormd, bestaande uit de voorzitter, de secretaris en de penningmeester. Daarnaast werkt de GMR met commissies, en heeft zij dezelfde indeling gekozen als het bestuur. Hierdoor kunnen de commissies nauw samenwerken, dit verkort de besluitvormingstijd en geeft de GMR de mogelijkheid om in de beleidsvoorbereidende fase al mee te denken. Rianne Thenu (team), Ger de Reus en Paul Senden (beiden oudergeleding MR) hebben zitting in de adviescommissie P&O.
De Kalisto scholen staan in principe open voor elk kind, vanaf de 4-jarige leeftijd, waarvan de ouders/verzorgers de grondslag van de school respecteren en inschrijving wensen. Met betrekking tot de toelating van leerlingen tot één van de Kalisto scholen is met ingang van 1 augustus 2014 de wet Passend Onderwijs van kracht geworden. Een belangrijke opdracht van passend onderwijs is voldoen aan de zorgplicht. Dat betekent dat het bevoegd gezag verplicht is ouders te begeleiden bij het vinden van een passende school voor hun kind. De zorgplicht gaat in als blijkt dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft om het onderwijs goed te kunnen doorlopen. Het bestuur van Kalisto sluit zich aan bij de afspraken zoals vastgelegd in het plaatsing en thuiszittersprotocol van ons samenwerkingsverband Passenderwijs 26.04, dat voor elk
57
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
kind zo thuisnabij mogelijk een passend aanbod met kwalitatief goed onderwijs wil realiseren. Inschrijving kan worden geweigerd in de volgende gevallen: Als de ouders aangeven dat ze de wijze waarop aan onze pedagogische, onderwijskundige en levensbeschouwelijke identiteit vorm wordt gegeven niet wensen te respecteren. Indien er gegronde redenen zijn om te verwachten dat de school niet kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van het kind Wanneer de school onvoldoende kennis en/of onvoldoende mogelijkheden in huis heeft om te voldoen aan de onderwijsbehoefte van het kind Disbalans of dreigende disbalans in de groepssamenstelling of onderwijsbehoeften van de kinderen Indien er door de directie van de school een tijdelijke inschrijvingsstop voor een groep is afgekondigd, omdat de groep te groot is of omdat de waarborg voor aanbieding van kwaliteit in de zorg in het geding komt. Toelatingsprocedure: Het protocol geeft aan dat ouders hun kind op elk gewenst moment, maar tenminste 10 schoolweken voor gewenste toelatingsdatum, kunnen aanmelden bij een school van voorkeur. Vervolgens richten ouders op verzoek van school vanaf 3 jaar maar uiterlijk 10 schoolweken voor de eerste schooldag van het kind een schriftelijk verzoek tot inschrijving aan de school. De school beoordeelt vanaf die leeftijd van het kind op basis van gegevens of het kind extra ondersteuning nodig heeft. Indien geen sprake is van extra ondersteuning wordt het kind binnen 6 weken na het verzoek tot inschrijving toelaatbaar geacht tot de betreffende school. Bij extra ondersteuning worden de volgende stappen gevolgd: Het bevoegd gezag van de school onderzoekt in overleg met ouders op basis van gegevens welke extra ondersteuning voor het kind nodig is. De coördinator van Passenderwijs 26.04 kan hierbij ondersteunend optreden. Na vaststelling van de ondersteuningsbehoefte besluit de school of een passend aanbod geboden kan worden. Hierbij vormen het ondersteuningsprofiel van de school en de mogelijkheden van Passenderwijs 26.04 in de vorm van arrangementen extra ondersteuning twee belangrijke pijlers. Indien een passend aanbod geboden kan worden, wordt het kind binnen 6 weken na het verzoek tot inschrijving toelaatbaar geacht tot de betreffende school. Indien het kind niet toelaatbaar wordt geacht, worden de volgende stappen gevolgd: Als de school geen passend aanbod kan bieden, zoekt de school binnen 6 weken na verzoek tot inschrijving een school die wel een passend aanbod kan bieden. Deze termijn mag 1 keer met maximaal 4 weken verlengd worden. De coördinator van Passenderwijs 26.04 wordt in deze situatie betrokken bij het proces. De school bespreekt met ouders en de coördinator van Passenderwijs 26.04 op basis van de vastgestelde onderwijsbehoefte welke scholen binnen de regio passend onderwijs kunnen bieden. In geval dit speciaal (basis) onderwijs betreft, wordt een traject richting het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring in gang gezet. Tot het moment van plaatsing op de meest passende school, blijft de school waar het verzoek tot inschrijving is gedaan formeel verantwoordelijk voor de zorgplicht. Als er na 10 weken geen besluit is genomen over de toelating van het kind op de meest passende school, heeft het kind recht op een tijdelijke plaatsing op de school waar het verzoek tot inschrijving is gedaan.
58
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
Pesten op school is een probleem dat bijna overal ter wereld voorkomt. Kinderen die gepest worden, ondervinden hier veel last van, zowel nu als in de toekomst. Pesten vormt een ernstige bedreiging voor de gezonde ontwikkeling van kinderen. Door de jaren heen is er op verschillende manieren geprobeerd pesten te voorkomen en te verminderen. Lang werd aangenomen dat het invoeren van meer en strengere regels de beste manier was om pesten aan te pakken. Inmiddels weten we dat alleen het invoeren van strengere regels niet helpt: om pesten tegen te gaan is systematische en voortdurende inspanning nodig. Pesten is onacceptabel. Dit is voor iedereen duidelijk! Het onderwerp pesten krijgt ook in de media, zowel bij de publieke als de commerciële omroep, veel aandacht. In het basisonderwijs alleen al gaat dit ongeveer om 225.000 leerlingen Pesten laat zijn sporen na. Het zorgt ervoor dat kinderen niet toekomen aan datgene waarvoor ze naar school horen te gaan: leren en zichzelf ontwikkelen. Effecten van pesten zijn nog meetbaar na veertig jaar. Het tegengaan van pesten is alleen mogelijk als iedereen in en rond de school eraan meewerkt – leerlingen, leraren, schoolleiders én ouders. KiVa is een succesvol antipestprogramma uit Finland en is ook in Nederland ingevoerd. KiVa is gebruiksvriendelijk, vernieuwend en als een van de beste antipestprogramma’s getest. De Wegwijzer start schoolbreed in het schooljaar 20152016 met het programma. Het KiVa antipestprogramma biedt scholen een aantrekkelijk en gevarieerd programma om pesten tegen te gaan. In Finland werd dankzij het preventieve programma pesten met 40% voorkomen. Als pesten toch voorkwam, zorgde een curatieve aanpak (steungroepaanpak en/of herstelaanpak) er voor dat de pestsituaties bijna zonder uitzondering werden opgelost. KiVa wordt in Finland inmiddels op meer dan 90% van de scholen gebruikt. De koppeling tussen wetenschap en praktijk (leerkrachten, scholen en schoolbegeleiders) in een lerend project waardoor KiVa blijft vernieuwen en wordt aangescherpt. KiVa biedt een aantrekkelijk en gevarieerd programma om te werken aan positieve groepsvorming. Het preventieve gedeelte bestaat uit een aantal lessen, een computerspel voor leerlingen, training voor leerkrachten, en monitoring. Als pesten of andere groepsproblemen zich toch voordoen, is er een curatieve aanpak (steungroep aanpak en/of herstelaanpak) met een duidelijk stappenplan om het op te lossen. Op Nederlandse KiVa-scholen is het pesten sterker afgenomen dan op controlescholen. De Rijksuniversiteit Groningen doet onderzoek naar de effectiviteit van KiVa in Nederland. De resultaten van de eerste jaren zijn zeer positief. De uitgangspunten van het antipestbeleid zijn ook van toepassing op digitaal pesten. Digitaal pesten Internet, MSN, chatboxen en sms zijn communicatiemiddelen die inmiddels nauwelijks meer weg te denken zijn uit de leefwereld van kinderen. De gevolgen van systematisch anoniem pesten via internet zijn voor het slachtoffer vaak ernstiger dan volwassenen vermoeden. Pesten via het internet is doorgaans veel harder dan pesten in het gewone leven, omdat de daders gemakkelijk anoniem kunnen blijven. Reageren op pesterijen via internet verschilt niet wezenlijk van datgene wat je doet om pesten in het echte leven aan te pakken. Voor extra ouder-informatie: https://www.kivaschool.nl Voor ouders is er een oudergids. De oudergids is alleen online in te zien en niet als papieren versie te bestellen. In de oudergids staat onder meer informatie over: achtergronden van pesten uitleg over de rol van de groep bij pesten pesten herkennen en signaleren wat u kunt doen als uw kind wordt gepest wat u kunt doen als uw kind pest hoe uw kind een gepest kind kan helpen
59
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
De begeleiding inzake de overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs start aan het einde van het schooljaar in groep 7. De groepsleerkracht van groep 7 maakt met de gegevens vanuit het LeerlingVolgSysteem per kind een uitstroomprofiel. Voor de vakgebieden technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen en wiskunde en spelling wordt van ieder kind het uitstroomniveau vastgesteld. Dit uitstroomniveau kan per vak verschillen: een leerling kan qua technisch lezen op HAVO niveau zitten, maar bij begrijpend lezen op niveau VMBO basis. Vervolgens gaan de groepsleerkrachten van groep 7 en 8, alsmede de intern begeleider bovenbouw met elkaar in gesprek. Zij gaan aan de hand van de functioneringsniveaus van ieder kind ook de uitstroombestemming (voorlopig) vaststellen. Dat wil zeggen: uitgaande van de functioneringsniveaus wordt gekeken op welke vorm van voortgezet onderwijs het kind het best op zijn/haar plaats is. Zij stellen tijdens dit overleg dan ook vast welke kinderen wellicht in aanmerking komen voor praktijkonderwijs of leerwegondersteunend onderwijs. Vervolgens worden de ouders van laatstgenoemde kinderen nog voor de zomervakantie opgeroepen voor een gesprek. In dit gesprek kunnen de leerkrachten aan de ouders het uitstroomprofiel laten zien. Zij kunnen dan uitleggen dat kinderen die in aanmerking komen voor praktijkonderwijs of leerwegondersteunend onderwijs vòòr de herfstvakantie als zorg leerling aangemeld moeten worden bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg. Daarnaast moet de groepsleerkracht deze kinderen dan ook terug getoetst hebben tot op beheersingsniveau. De commissie besluit vervolgens of de aangemelde leerling nader onderzocht moet worden. Als het dossier compleet is, neemt de commissie een besluit en krijgt de leerling (meestal in februari) al dan niet een beschikking voor praktijkonderwijs of leerwegondersteunend onderwijs. In de eerste week van nieuwe schooljaar in groep 8 voeren de groepsleerkrachten van deze klas zogenaamde kind gesprekken. In dit gesprek wordt vastgesteld waar de leerling op dat moment staat en wat de verwachtingen van de leerling zijn met betrekking tot de advisering voortgezet onderwijs. Samen met de leerkracht wordt dan vastgesteld hoe realistisch deze verwachtingen zijn en wat er nog voor nodig is om dit definitieve advies te bereiken. Tijdens de informatieavond aan het begin van het schooljaar worden de ouders van de leerlingen uit groep 8 geïnformeerd over de procedure omtrent de advisering in groep 8. Ter voorbereiding van de eerste rapportgesprekken vindt in november opnieuw overleg plaats tussen de leerkrachten van groep 7 en 8 en de intern begeleider. Aan de hand van het eerder genoemde uitstroomprofiel en aangevuld met de meest recente toets gegevens uit groep 8, waaronder de toets gegevens van de zaakvakken, informatie over werkhouding, huiswerkgedrag enzovoorts wordt een voorlopig advies opgesteld. Tijdens de rapportgesprekken, waarbij ook de leerling aanwezig mag zijn, wordt het voorlopig advies besproken en wordt er gekeken wat er nodig is om het gewenste niveau te bereiken. Het gaat er dan om wat de leerling nodig heeft van de leerkracht en wat de leerling zelf moet laten zien. In januari gaan de kinderen met hun ouders scholen voor voortgezet onderwijs bezoeken en de VMBO afdelingen van de Kalsbeek en de Minkema bezoeken we ook in groepsverband.
60
Schoolgids 2015-2016 Deel 1
In februari wordt het definitieve advies vastgesteld. Hierbij moeten de leerkrachten van groep 8 uitgaan van de gegevens van het LeerlingVolgSysteem vanaf groep 6 (!). Alle vaardigheidsscores van de Cito Midden- en Eindtoetsen vanaf midden groep 6 tellen mee voor het definitieve advies, met daarnaast eerder genoemde zaken als toets resultaten van de zaakvakken, werkhouding, concentratie, huiswerkgedrag, motivatie. Het advies wordt pas definitief na overleg met de ouders. De gegevens worden daarna via een digitaal systeem, Onderwijs Transparant genaamd, aangeleverd aan het Voortgezet Onderwijs. Deze gegevens staan in een zogenaamd onderwijskundig rapport en het advies staat op een apart formulier vermeld. Beide documenten krijgen de ouders in kopie. Na ontvangst van onze gegevens, neemt de brugklascoördinator contact op met de leerkrachten van groep 8 om ieder kind door te spreken. In bijna 100% van de aanmeldingen gaat het Voortgezet Onderwijs akkoord met ons advies. Met ingang van het schooljaar 2014 – 2015 wordt de Cito eindtoets afgenomen als het definitief advies al helemaal rond is. Als de score van de cito eindtoets in mei 2016 bekend is, kunnen definitieve adviezen “opengebroken “worden. (Zie ook 6.3.: heroverweging van het schooladvies op basis van de centrale eindtoets). Als de kinderen in de brugklas zitten, vindt er in november een overleg plaats tussen de brugklasmentoren en de leerkrachten van groep 8. Verder wordt onze school ook in de daarop volgende jaren op de hoogte gehouden van de studieresultaten van de (oud) leerlingen.
61