Schoolgids

Schoolgids 2014-2015

2

Schoolgids 2014 - 2015 openbare brede basisschool tweespan


3

Gegevens Naam van de school

Openbare brede basisschool tweespan Adres

Duitslandlaan 7 1966 XA Heemskerk Telefoon: Fax: E-mail: Website:

0251 - 234444 0251 - 232573 [email protected] www.tweespan.net

Directeur: Ad Kok Adjunct-directeur: Carla Oude Groen Bestuur

Stichting Openbaar Primair Onderwijs IJmond Zeilmakerstraat 62 1991 JC Velserbroek Tel. 023 - 5201580 Website: www.ooijmond.nl


4

Inhoudsopgave

Een woord vooraf ....................................................................................................................................... 6 1.

De ligging van onze school .............................................................................................................. 7

2.

Waar de school voor staat ............................................................................................................... 7

3.

De organisatie van ons onderwijs .................................................................................................... 8

4.

Ons onderwijs ................................................................................................................................. 10

5.

GIP - ons organisatiemodel ............................................................................................................ 18

6.

De ontwikkeling van het onderwijs ................................................................................................. 19

7.

De resultaten van het onderwijs ..................................................................................................... 20

8.

De zorg voor de kinderen ............................................................................................................... 21

9.

De ouders en de school ................................................................................................................. 26

10.

Contact tussen ouders en school ................................................................................................... 28

11.

Algemene regelingen ..................................................................................................................... 30

12.

Praktische punten van A – Z .......................................................................................................... 35

13.

Verklaring gebruikte afkortingen .................................................................................................... 41

14.

Vragen over onderwijs? ................................................................................................................. 42


5

Een woord vooraf Beste ouder(s)/verzorger(s), Wij bieden u met veel plezier de schoolgids voor het schooljaar 2014 - 2015 van obbs tweespan aan. Deze schoolgids is vooral een praktische informatiebron. Er staan zaken in die gedurende het hele schooljaar van belang zijn. Daarom raden wij u aan om deze gids goed te lezen en zorgvuldig te bewaren. In de schoolgids beschrijven wij ook waar wij als school voor staan, welke methodes wij hanteren en hoe wij de kwaliteit van ons onderwijs continu blijven verbeteren. In deze schoolgids wordt u onder andere geïnformeerd over:  de uitgangspunten van de school;  de wijze waarop het onderwijs is georganiseerd;  de zorg voor kinderen;  ontwikkelingen van het onderwijs;  allerlei andere praktische zaken. Gedurende het schooljaar wordt aanvullende actuele informatie verstrekt via onze wekelijkse nieuwsbrief en via onze website: www.tweespan.net. Deze schoolgids is, in samenwerking met het team en enkele ouders, gemaakt door de schoolleiding en wordt jaarlijks geactualiseerd. We vertrouwen erop dat u na het lezen van deze schoolgids een goed beeld heeft van onze school. Indien u nog niet bekend bent met obbs tweespan dan nodigen wij u van harte uit om persoonlijk kennis te komen maken. Als u tijdens of na het lezen vragen, opmerkingen of suggesties heeft, dan horen wij dat graag. Wij kijken uit naar een fijn nieuw schooljaar voor de kinderen en voor u! Namens het team, Ad Kok Directeur

NB: In deze schoolgids spreken wij over ouders. Met ouders bedoelen wij alle volwassenen die de zorg voor onze leerlingen hebben.


6

1.

De ligging van onze school

De school ligt in een groene omgeving met voldoende speelmogelijkheden op ons ruime schoolplein. Achter onze school is een prachtige schooltuin. Deze schooltuin wordt door kinderen en ouders onderhouden. In de tuin is ook een gezellig ‘natuurlijk’ voorleeshoekje gecreëerd. De school omvat een brede school, waarin peuterspeelzaal ‘De Karekiet’ en de voor, tussen- en naschoolse opvang Ratatouille van Welschap Kinderopvang zijn gevestigd. Ook vinden hier de naschoolse activiteiten voor kinderen tot ca. 13 jaar plaats. De tussenschoolse opvang (TSO) wordt in samenwerking met een groep gecertificeerde ouders uitgevoerd. Wij hebben het voornemen de TSO met ingang van januari 2015 bij Welschap Heemskerk onder te brengen.

2.

Waar de school voor staat

Obbs tweespan is een openbare brede school. Dit betekent dat de school open staat voor iedereen met respect voor elkaars culturele en/of levensbeschouwelijke achtergrond. Wij combineren ons onderwijs met opvang, zorg, welzijn, sport en cultuur. Een brede school biedt leerlingen een stimulerende en uitdagende leeromgeving zodat zij hun talenten leren ontdekken en ontwikkelen. De missie van onze school

Waar staan we voor?  Kinderen maximale ontplooiingskansen bieden  Het kind en zijn talenten ontwikkelen  Leren om zelfstandig te functioneren  Leren om zelfstandig te presteren De school is primair gericht op leren en heeft voor alle vakgebieden duidelijke einddoelen. Het is dan ook de taak van de school te bewerkstelligen dat deze doelen worden bereikt zodat aansluiting bij de juiste vorm van voortgezet onderwijs voor iedere leerling mogelijk is. Wij realiseren ons dat elk kind anders is en dus ook verschillende mogelijkheden heeft. Wij sluiten zo veel mogelijk aan bij de mogelijkheden van ieder kind, zowel cognitief (lerend) als sociaalemotioneel (rekening houdend met elkaar). We noemen dat passend onderwijs. We proberen de talenten die ieder kind heeft te ontdekken en stimuleren hen deze te ontwikkelen. Het opdoen van de benodigde cognitieve leerstof staat bij ons hoog in het vaandel. Om dit te bereiken is het noodzakelijk dat de leerkrachten duidelijk zicht hebben op de vorderingen en mogelijkheden van alle kinderen. Het bezig zijn met iets is net zo belangrijk als het directe resultaat. Daarnaast worden de begrippen ‘samenwerken’ en ‘zelfstandig werken’ door leerlingen en door leerkrachten als zinvolle en noodzakelijke werkvormen gezien. De school staat niet apart; SCHOOL zijn we SAMEN. Kinderen, leerkrachten en ouders. Elke groep moet de andere groep kunnen verstaan en de drie moeten samen een eenheid vormen. Er moet begrip, belangstelling en respect voor elkaar aanwezig zijn. Pas dan kan een kind zich veilig en geborgen voelen, pas dan kan een mens zich goed ontwikkelen.


7

Eindprofiel leerling

Als een leerling onze school verlaat is hij/zij in staat om zelfstandig zijn weg te vinden binnen de maatschappij en het vervolgonderwijs. De leerling is in staat om zelf antwoord op vragen te krijgen, weet welke wegen te bewandelen en welke bronnen te raadplegen om oplossingen te vinden en neemt daartoe ook het nodige initiatief. De leerling verstaat de kunst om mensen te benaderen en te ondervragen en is vervolgens in staat om uit een hoeveelheid van informatie de essentie te destilleren (hoofd- van bijzaken onderscheiden). Het kind kan derhalve goed lezen en analyseren alsmede rekenen en calculeren. Maar bovenal heeft de leerling plezier in het leren en in het zoeken naar oplossingen. Hij/zij kan goed organiseren en is in staat om anderen voor zijn plannen te winnen. Een leerling van onze school is, tijdens zijn/haar schoolloopbaan, regelmatig in contact geweest met mensen die in hun werk of beroep zelfstandig en ondernemend bezig zijn. Naar aanleiding van die contacten heeft elk kind zelf de rol van zelfstandig ondernemer, doe-het-zelver of onderzoeker gespeeld. Daardoor komt het kind in situaties waar een beroep wordt gedaan op zijn creativiteit, zelfstandigheid en sociale vaardigheden (samenwerken) om oplossingsgericht te denken en te handelen. De leerling heeft in diverse situaties ervaren hoe het is om een idee om te zetten in gerichte actie en mensen en middelen te mobiliseren om eigen (of gezamenlijke) doelen te realiseren. Het kind heeft zowel de smaak van succes geproefd als ervaren hoe het is om te falen. Hij/zij ziet falen of fouten maken daarbij niet als mislukking, maar als een ongewenst resultaat van actief en zelfstandig bezig zijn. Schoolcultuur

Er wordt binnen de school veel nadruk gelegd op het zelf vinden van oplossingen voor vragen of problemen. Zelfstandig werken en samenwerken zijn daarbij belangrijk. Binnen een eenduidige structuur volgens het GIP-model worden leerlingen uitgedaagd en gestimuleerd om zelf op zoek te gaan naar antwoorden en om zelf verantwoordelijk te zijn voor hun prestaties. Dit GIP-model wordt in hoofdstuk 5 verder toegelicht. Via onze methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling ‘Goed Gedaan!’ en de schoolafspraken uit ‘Goed geregeld’ leren de leerlingen om, vanuit een eigen verantwoordelijkheid, goed te verwoorden hoe ze in hun vel zitten en wat ze van de sfeer en het gedrag van de groep vinden.

3.

De organisatie van ons onderwijs

Er zijn in de school veel taken te verdelen, maar het uiteindelijke doel, passend onderwijs voor alle kinderen, moet in de groepen gerealiseerd worden. Medewerkers en taken

Zaken waar de directie zich mee bezig houdt, vallen onder de volgende aandachtsgebieden: onderwijskundige ontwikkeling van de school, organisatie en beheer en het leidinggeven aan de groepsleerkrachten. Het bestuur stelt de kaders vast waarbinnen de directie in alle vrijheid kan opereren. De directie is eindverantwoordelijk voor wat binnen de school gebeurt. De belangrijkste en meest voorkomende functie op school is die van groepsleerkracht. De groepsleerkracht heeft de verantwoordelijkheid voor de eigen groep en is voor ouders ook het eerste aanspreekpunt als er iets over hun kind, het onderwijs of andere gebeurtenissen in de groep te bespreken valt. Wij hebben een eigen sportleraar voor bewegingsonderwijs. De interne begeleider (IB-er) neemt een belangrijke plaats in de leerlingenzorg in. De interne begeleider is verantwoordelijk voor de complete zorgorganisatie voor kinderen met een extra onderwijsbehoefte en adviseert de leerkrachten hoe deze onderwijsbehoefte het beste ingevuld kan worden. Zorgbehoefte kan er zijn op cognitief (leer) en/of sociaal-emotioneel gebied. Tevens begeleidt de interne begeleider de leerkrachten op pedagogisch en didactisch gebied. Samen met de directie bewaakt zij het onderwijskundige beleid op de langere termijn. De interne begeleider onderhoudt tevens de externe contacten met betrekking tot de leerlingenzorg.


8

De computers, iPads en digitale schoolborden nemen een belangrijke plaats in binnen ons onderwijs. De ICT coördinator begeleidt de leerkrachten om deze middelen zo optimaal en functioneel mogelijk in te zetten ter versterking van ons onderwijs. Om de zaak operationeel te houden en de inzetbaarheid van de computers en iPads te vergroten is een specialist nodig, dat is de systeembeheerder. Dit gedeelte van de informatica wordt uitbesteed aan QLICT, zie website: www.qlict.com Naast bovengenoemde mensen geven wij PABO-studenten (mensen die een opleiding tot leerkracht volgen) de gelegenheid het vak in de praktijk te leren. Uiteraard gebeurt dit in nauw overleg met en onder verantwoordelijkheid van de vaste groepsleerkracht, de docenten van de Hogeschool IN-Holland en in het geval van bewegingsonderwijs met de ALO (Academie voor Lichamelijke Opvoeding) in Amsterdam. Daarnaast begeleiden we ook stagiaires die een opleiding tot klassenassistent of onderwijsassistent volgen. De overlegstructuur

Hierboven zijn alle soorten medewerkers beschreven, maar werken in een school is werken in teamverband. Goede samenwerking en goed overleg is van groot belang. Een goede organisatiestructuur komt de school, en dus de kinderen, ten goede. We onderscheiden meerdere soorten vergaderingen: Teamvergadering Hier worden schoolbrede zaken besproken en geëvalueerd. Bouwvergadering Onderbouw (groep 1 t/m 4) en bovenbouw (groep 5 t/m 8) Specifieke zaken voor deze groepen worden hier besproken. Groep 4 sluit afhankelijk van het onderwerp bij de onder- of bovenbouw aan. Studiedagen Jaarlijks worden er enkele studiedagen gepland, ouders worden hiervan tijdig op de hoogte gesteld. Leerlingbespreking Twee keer per jaar bespreekt de interne begeleider met de groepsleerkracht alle leerlingen. Klein zorgteam Tijdens de leerlingbespreking kunnen de leerkracht en interne begeleider besluiten het kind in te brengen in het klein zorgteam. Dit team bestaat uit één intern begeleider, één lid van de directie en één deskundige binnen de schoolorganisatie. De leerkracht krijgt advies hoe het plan van aanpak opgesteld zou kunnen worden. Groot zorgteam Wanneer blijkt dat de afgesproken aanpak binnen het klein zorgteam tot onvoldoende resultaat heeft geleid, kan de intern begeleider samen met de leerkracht besluiten het kind in het groot zorgteam in te brengen. Dit team bestaat uit externe deskundigen vanuit het samenwerkingsverband. De directie en de intern begeleider zijn hier altijd bij aanwezig. In het kader van het passend onderwijs worden de ouders uitgenodigd om actief deel te nemen aan dit proces. Zorgvergadering schoolopbrengsten Tijdens deze vergadering bekijken de leerkrachten met elkaar de toetsresultaten en worden er analyses gemaakt om tot verbetering van het onderwijs te komen.


9

Groepsbespreking opstellen/ bijstellen groepsplannen Vier keer per jaar bespreekt de interne begeleider het onderwijsleerproces in de groepen met de leerkrachten. Na iedere toetsperiode wordt een nieuw groepsplan opgesteld. Tussen twee toetsperiodes in vindt een evaluatie plaats, daar waar nodig wordt het groepsplan bijgesteld. Overdrachtsbespreking Aan het einde van het schooljaar of direct bij de start vindt de overdracht plaats. De leerkracht draagt zijn/haar groep over aan de nieuwe groepsleerkracht. IB-directieoverleg Eén keer in de maand brengt de interne begeleider de directie op de hoogte over de gang van zaken binnen de zorgorganisatie. Tevens adviseert hij/zij de directie bij het opstellen van het beleid rondom de zorg. Directieoverleg De directie (directeur en adjunct-directeur) overlegt wekelijks over de totale schoolorganisatie. Nadat zij zich hebben laten adviseren door de leerkrachten en/of interne begeleiding nemen zij besluiten ten aanzien van het schoolbeleid. Daar waar noodzakelijk is, wordt de Medezeggenschapsraad van de school om advies en/of instemming gevraagd.

4.

Ons onderwijs

Groep 1 en 2

Wij werken met heterogene kleutergroepen, dit wil zeggen dat kleuters van alle leeftijden (4, 5 en 6 jaar) bij elkaar zitten. Dit heeft een pedagogische reden. Op deze wijze ontstaan er namelijk groepen waarin kinderen elkaar goed kunnen helpen en elkaar stimuleren in hun ontwikkeling. Bijkomend voordeel is dat de instroom van nieuwe kleuters over de kleutergroepen verdeeld kan worden. Er ontstaan zo in opbouw en samenstelling gelijkwaardige kleutergroepen. De meeste activiteiten in de kleutergroepen worden in hoeken zoals de bouwhoek, huishoek en lees- en schrijfhoek aangeboden. Er is ook een wisselhoek waar verschillende thema’s aan de orde komen; bij de thema’s wordt bekeken of er zinvolle excursiemogelijkheden zijn. Het lijkt of er in de eerste jaren van de basisschool volop wordt gespeeld. Het is echter niet alleen spelen. Het spel past binnen het kader van de ontwikkeling van het jonge kind. We spreken dan ook liever van spelend leren door middel van stimulerend onderwijs. Het bewegingsonderwijs neemt een belangrijke plaats in bij het leren van jonge kinderen. Zij hebben een enorme bewegingsdrang omdat de motoriek volop in ontwikkeling is. Daarom wordt er ook veel aan bewegingsontwikkeling gedaan. Dat gebeurt zowel binnen (in de speel- of gymzaal) als buiten op het schoolplein. De sociaal-emotionele kant is ook volop in ontwikkeling. Wij proberen deze te bevorderen door middel van het stimuleren en ondersteunen bij diverse situaties binnen en buiten de groep. Door te observeren en gericht ontwikkelings- en leermateriaal aan te bieden, kunnen er specifieke aandachtspunten van het individuele kind ontdekt worden. Op grond van deze waarnemingen kan er gericht ingespeeld worden op de mogelijkheden van ieder kind.


10

In de kleuterbouw werken de kinderen volgens enkele aspecten van basisontwikkeling. De groepsleerkracht activeert, motiveert en stimuleert het kind daar waar nodig is om het ontwikkelingsproces goed te laten verlopen. Alle voorwaarden komen aan de orde om te kunnen leren lezen, rekenen, schrijven, met elkaar te spelen, musiceren en bewegen. Er wordt in de groepen 1/2 structureel gewerkt naar aanleiding van een thema waarin alle bovengenoemde facetten zijn opgenomen. Het taal- en rekenprogramma ‘Ik & Ko’ wordt hiervoor gebruikt. VVE Bij ons op school wordt gewerkt met Voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Dit educatieprogramma begint in de peuterspeelzaal of op een kinderdagverblijf en loopt door tot en met groep 3 van de basisschool. De doelstelling van VVE is om de ontwikkeling van alle kinderen en vooral die uit achterstandsgroepen zodanig te stimuleren dat zij hun kansen op een succesvolle schoolloopbaan en maatschappelijke carrière vergroten. Het taal- en rekenprogramma ‘Ko-totaal’ biedt een gestructureerde didactische aanpak om de taal- en rekenvaardigheden van deze kinderen zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Wij werken nauw samen met de Peuterspeelzaal ‘De Karekiet’ en stemmen onze thema's en ouderbijeenkomsten op elkaar af. Vanaf groep 3

In de groepen 3 en 4 wordt een overgang gemaakt naar een meer adaptieve (onderwijs op maat) aanpak, waarbij de individuele mogelijkheden van kinderen zoveel mogelijk worden ontwikkeld. Aan het eind van groep 4 dienen de kinderen zich de basis eigen te hebben gemaakt om in groep 5 t/m 8 het onderwijsproces (zoveel mogelijk afgestemd op het niveau van elk kind) te vervolgen. Als de kinderen onze school hebben doorlopen, krijgen zij een passend advies om de juiste keuze voor het voortgezet onderwijs te kunnen maken. Lezen

Bij vrijwel al het leren is lezen noodzakelijk. Wie dat erkent, zal extra zorg en aandacht aan het lezen besteden. Samen met de onderwijsbegeleidingsdienst hebben wij het lezen de afgelopen jaren flink vernieuwd. Wij werken met ‘Vernieuwd Niveau Lezen’ (VNL). VNL staat voor Veel lezen, Niveau omhoog en Leesplezier. Een unieke vorm van voortgezet technisch lezen waarbij leerlingen vanaf groep 3 de beste, meest uitdagende kinderboeken lezen uit een rijke schoolbibliotheek. Deze boeken zijn geordend in dertien didactische niveaus waarbij een koppeling wordt gemaakt tussen leesbeleving en technisch leesniveau. Door veel te lezen wordt de leesvaardigheid van de leerlingen optimaal bevorderd. Daarbij is de leerkracht actief in de rol van leescoach. Binnen het leesonderwijs onderscheiden wij het technisch lezen (het zuiver verklanken) en het begrijpend en studerend lezen. Bij het begrijpend lezen gaat het erom dat het kind ziet dat leesteksten meer zeggen dan er staat (Wat bedoelt de schrijver? Waarom staat het er zo?). Bij het studerend lezen is het de bedoeling dat de kinderen informatie uit de teksten halen (samenvatten, hoofd- en bijzaken onderscheiden, etc.). Wij bieden teksten dan ook in samenhang aan. De eerste jaren ligt er meer nadruk op het technisch lezen, hierna op het begrijpend lezen dat overgaat in het studerend lezen. Het is van groot belang om leesplezier bij de kinderen te ontwikkelen. Dit aspect komt in alle jaren naar voren. Wij beschikken over een uitgebreide moderne bibliotheek; deze wordt binnenkort weer aangevuld met nieuwe titels. Vanaf groep 3 wordt er iedere ochtend ca. 20 minuten gelezen door alle kinderen.


11

Schrijven

Vanaf groep 1 besteden wij ruim aandacht aan de motorische ontwikkeling van de kinderen. Wij gebruiken o.a. de methode ‘Schrijfdans’ in groep 1/2. Dit is een methode die veel gebruik maakt van muziek. Vanaf groep 3 werken wij met de methode ‘Handschrift’. Nadat de kinderen zich, met behulp van de methode, het schrijven hebben eigengemaakt, krijgen ze in de hogere leerjaren de gelegenheid om een eigen handschrift te ontwikkelen. De leerlingen starten met het schrijven met een potlood maar krijgen in de loop van hun basisschoolloopbaan (in principe in groep 4) éénmalig een goede vulpen van school. Bij verlies moet men zelf voor een nieuwe pen zorgen; deze is op school te koop. Taal

In de methode ‘Taal actief’ is de lesstof opgebouwd rond thema’s. Door de leerjaren heen is de thematiek rond een leereenheid gelijk, maar is de invalshoek verschillend. Het spellen krijgt via een aparte leergang veel aandacht, maar ook onderdelen als de uitbreiding van de woordenschat, zinsbouw en het creatief bezig zijn met taal krijgen veel aandacht. Na een gezamenlijke start gaan de kinderen aan het werk, waarbij basis- en uitbreidingsstof wordt aangeboden. Heel belangrijk is de afronding waarin het geleerde/gemaakte wordt nabesproken. Dramatische expressie

Binnen het taalonderwijs wordt aandacht besteed aan het zich uiten door middel van taal. Een vorm, die daarbij regelmatig aan de orde komt, is het toneelspel. Twee tot drie keer per jaar heeft elke groep een podiumvoorstelling, waarbij ook de ouders worden uitgenodigd. Deze voorstellingen zijn vaak een afsluiting van een cultureel project.

Rekenen

Wij hebben gekozen voor een methode die werkt volgens het principe van het realistisch rekenen; rekenonderwijs dat gebaseerd is op inzicht en niet op weetjes en ezelsbruggetjes. Een belangrijk onderdeel hiervan is dat kinderen leren hun oplossingsstrategie onder woorden te brengen. Op deze manier leren kinderen ook weer van elkaar. Wereldoriëntatie

Aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde, biologie, burgerschap, bevordering gezond gedrag en geestelijke stromingen zijn de vakken die bij wereldoriëntatie aan de orde komen. Centraal staat steeds de mens in relatie tot zijn geschiedenis en in samenhang met zijn omgeving. In dat kader worden ook de belangrijkste wereldgodsdiensten belicht. Het maken van werkstukken zijn onderdelen van het vak wereldoriëntatie. Wij leren de kinderen gebruik te maken van het internet en de moderne media. Tevens leggen wij veel nadruk op de presentatie van het werkstuk.


12

Verkeer

Voordat de kinderen naar school gaan, komen ze al in het verkeer terecht. Met ons verkeersonderwijs vanaf groep 1 willen we bereiken dat de kinderen zich thuis voelen en zich weten te gedragen in het verkeer. Een goede verkeershouding is van groot belang voor groot en klein. Tweemaal per jaar nemen wij deel aan een actie of project rondom het thema verkeer. In het voorjaar organiseren wij via Veilig Verkeer Nederland het ‘Dode hoek’ project. In groep 7 wordt jaarlijks onder leiding van Veilig Verkeer Nederland een praktisch en theoretisch verkeersexamen afgenomen. Ouders vervullen bij de verkeersopvoeding een belangrijke rol, vooral door zelf consequent het goede voorbeeld te geven. Techniek

Wij beschikken over de zgn. Techniektorens. Deze Techniektorens zijn drie opvallende en vrolijk gekleurde kasten waarin alle materialen, leskisten en lesbeschrijvingen zijn opgeborgen voor ten minste 80 technieklessen voor groep 1 tot en met groep 8. Alle thema's (constructie, transport, productie, communicatie, elektrotechniek, chemie en duurzame energie) worden in doorlopende leerlijnen behandeld. Het is vooral veel ‘zelf doen’ voor de kinderen. We werken voor dit vak ook samen met een school voor voortgezet onderwijs in de regio. Engels VVTO

Vanaf groep 1 wordt de Engelse taal spelenderwijs aangeboden. Wij laten ons hierin begeleiden door ‘Early Bird’.

De nadruk ligt op de communicatieve vaardigheden; hoe zeg je iets en wat bedoelt de ander. De nadruk ligt vooral op spreek- en luisteroefeningen en minder op het schriftelijke gebruik van deze taal. Dit laatste komt in het voortgezet onderwijs aan de orde. Frans VVTO

Op onze school is momenteel een vakdocente Frans werkzaam die onze plusleerlingen uit groep 8 door middel van de methode ‘AIM’ op een speelse manier de Franse taal leert spreken. ‘AIM’ (Accelerative Integrated Method) is een didactiek die naadloos aansluit bij vreemde taalverwerving van jonge kinderen. Door slim in te spelen op het natuurlijke taalleerproces leren de kinderen namelijk plezier beleven aan het leren van een vreemde taal. Bij ‘AIM’ wordt gebruik gemaakt van een verhaal waardoor leerlingen zich vertrouwd voelen. Er worden liedjes gezongen, en er wordt gedanst en toneel gespeeld. Via deze speelse interactieve manier, waarbij veel gebruik wordt gemaakt van gebaren om de grammatica te ondersteunen, leren de kinderen op een plezierige manier een extra vreemde taal. Voor het aanschaffen van deze methode hebben wij subsidie gekregen van het Europees platform. Daarnaast biedt de vakdocente op persoonlijke titel deze lessen aan als brede school activiteit voor leerlingen uit groep 8 die niet voor de lessen onder schooltijd in aanmerking komen.


13

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Vanaf groep 1 hanteren wij de methode ‘Goed Gedaan!’. Hoe ga je respectvol met elkaar om? Dat is voor kinderen niet zo makkelijk. Er zijn namelijk heel veel vormen van voorbeeldgedrag en reacties op het eigen gedrag. 'Doe eens gewoon' is niet meer voldoende. Want wat is ‘gewoon'? ‘Goed Gedaan!’ is een lesmethode waarmee kinderen van groep 1 t/m 8 leren respectvol met elkaar om te gaan. De methode geeft op een eigentijdse en positieve manier uitleg over gevoelens en gedrag. Regelmatig geven wij ouderbrieven mee over het behandelde onderwerp. Afspraak van de week

Iedere twee weken stellen wij een afspraak centraal, deze afspraak sluit aan op de lessen uit de methode ’Goed Gedaan!’ en wordt door de hele school gevolgd. Bij beide ingangen hangen kleurrijke posters om de afspraak goed zichtbaar te maken. Aan het begin van ieder schooljaar starten we gedurende zes weken in alle groepen met ‘Grip op de groep’. In deze periode wordt uitgebreid ingegaan op het groepsproces in een klas. Centraal staat hoe de leerkracht via allerlei oefeningen een positieve groep kan creëren en wat het effect hiervan is op het leef- en leerklimaat in de klas. Godsdienstonderwijs

We zien graag dat onze kinderen op de hoogte zijn van de verschillende gewoonten en gebruiken die bij de diverse wereldgodsdiensten horen. Door kinderen daarover te informeren in de bovenbouwgroepen zal het wederzijds respect op een positieve manier worden gevormd. Dit onderdeel is geïntegreerd in de methodes voor wereldoriëntatie (aardrijkskunde en geschiedenis). Burgerschap

De school verzorgt onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving. Dit schooljaar gaan wij ons richten op het vormen van een leerlingenraad. De leerlingen leren zo spelenderwijs een stem te hebben binnen de schoolorganisatie en maken kennis met de democratische beginselen. Actief burgerschap wordt zo bevorderd. Bewegingsonderwijs

Twee keer per week hebben alle kinderen bewegingsonderwijs. Omdat wij de kwaliteit van de sportlessen belangrijk vinden, hebben we een vakleerkracht voor deze lessen in dienst. De groepen 3 t/m 8 krijgen twee keer in de week les van deze leerkracht. Gedurende het schooljaar is er één periode van 12 weken waarin zij één keer per week les krijgen van de groepsleerkracht (meer vakuren zijn helaas niet beschikbaar). De kinderen hebben voor deze lessen aparte sportkleding en sportschoenen nodig die zij mee naar school nemen in een ‘tweespan-gymtas’. Iedere nieuwe leerling krijgt deze tas. De gymnastieklessen vinden plaats in de sportzaal vlak naast het schoolgebouw. Voor de kleuters, die bijna dagelijks bewegingsonderwijs hebben, is een speciaal speellokaal beschikbaar. De gymlessen voor de kleuters worden gegeven door de eigen leerkracht.


14

Tekenen

Met verschillende materialen worden meerdere technieken beoefend. Naast vrije oefeningen wordt er gewerkt naar aanleiding van opdrachten. Handvaardigheid

Tijdens deze lessen komen tal van technieken en materialen aan de orde. In de loop van de jaren is er een opbouw in moeilijkheidsgraad en eisen. Wij organiseren ook geregeld projecten waar kunstenaars bij betrokken zijn. Muziek

De kinderen zijn regelmatig bezig met muziek. Er wordt gezongen en er worden instrumenten bespeeld. Bovendien maken we vaak gebruik van projecten. ICT

ICT heeft een duidelijke plaats in ons onderwijs. Vanaf groep 1 krijgen de kinderen wekelijks een half uur ICT-onderwijs via de methode ‘AaBeeCee-Digitaal’. Deze lessen hebben als doel de vaardigheden van de kinderen met betrekking tot het gebruik van ICT-middelen te vergroten. ICT wordt dagelijks ingezet als middel om de kwaliteit van zorg op maat en het zelfstandig werken te verbeteren. Tevens leren wij de kinderen omgaan met de vormen van communicatie en informatieverwerving. Toetsen voor het leerlingvolgsysteem worden zoveel mogelijk digitaal gemaakt. De sociale media zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij; wij leren de kinderen in de bovenbouw hoe zij hier verantwoord mee om kunnen gaan. De school beschikt over een modern netwerk. Alle lokalen beschikken over een digitaal schoolbord. In de kleutergroepen maken wij gebruik van touchscreens. Om het zelfstandig werken en kiezen te bevorderen maken wij in de kleutergroepen gebruik van het digitale keuzebord. Daarnaast beschikt één kleutergroep over een digitale beamer om het onderwijs nog interactiever te maken. Wij beschikken over 30 iPads, 25 laptops en 25 computers die wij dagelijks gebruiken als middel om ons onderwijs te ondersteunen. De school heeft een beleidsplan voor de informatica, waardoor we in staat zullen zijn het onderwijs in de toekomst op dit gebied nog meer structuur te geven. Nieuw dit schooljaar is het Air watch systeem. Via dit systeem zijn wij instaat de iPads op afstand te managen. Het " bring your own device " principe komt ook voor basisscholen steeds dichterbij. Air Watch stelt ons tevens in staat om de devices bij binnenkomst zo in te richten dat de apparaten geschikt zijn om de kinderen te ondersteunen bij het onderwijs. Wij hopen hier in 2015-2016 een eerste proef mee te kunnen gaan doen.


15

Verdeling aantal uren per vak per week

Groep 1/2 Vak

Groep 1/2 Uren

Beginnende geletterdheid Mondelinge taal Woordenschat

4.80

Rekenen

4.05

Werken met ontwikkelingsmateriaal Expressie Natuur en verkeer

4.20

Muziek

3.05

Pauze/sociale redzaamheid

3.20

Spel en beweging

5.35

VVTO Engels

0.45


16

Groep 3 en 4 Vak

Groep 3 Uren

Groep 4 Uren

Rekenen

4.45

5.45

Aanvankelijk technisch lezen/taal

7.00

Begrijpend lezen

2.00

Voorlezen/leesvormen/leesbegrip en woordenschatontwikkeling

1.15

1.00

Voortgezet technisch lezen

0.45

2.30

Taal: spreken,luisteren, spellen,stellen,woordenschat en taalbeschouwing

3.75

4.15

VVTO Engels

0.45

0.45

Schrijven

1.45

1.30

Verkeer en wereldoriëntatie

0.45

0.30

Wereldoriëntatie algemeen

0.30

0.45

Expressie

2.15

2.15

Spel en beweging

0.45

Bewegingsonderwijs

2.00

2.00

Pauze

1.15

1.15

Muziek

0.45

0.45

Sociale redzaamheid

0.30

0.30

Groep 5 Uren

Groep 6 Uren

Groep 7 Uren

Groep 8 Uren

Rekenen

5.45

5.00

5.45

5.00

Voortgezet technisch lezen

3.00

2.15

0.45

1.00

Begrijpend lezen Methode/nieuwsbegrip/kidsweek In samenhang met zaakvakken en woordenschat

0.30

1.30

1.30

1.30

Voorlezen/leesvormen/gevarieerde activiteiten rond boeken en woordenschatontwikkeling

0.75

0.30

0.30

0.30

Taal: spreken,luisteren spellen,stellen,woordenschat en taalbeschouwing

3.00

4.00

4.30

4.45

Schrijven

0.45

0.30

0.15

0.15

VVTO Engels

0.45

0.45

0.45

0.45

Wereldoriëntatie: Aardrijkskunde Burgerschap en integratie Geschiedenis Bevordering gezond gedrag Techniek

2.30

4.30

4.30

4.30

Bewegingsonderwijs

2.00

2.00

2.00

2.00

Groep 5 t/m 8 Vak


17

Vak

Groep 5 Uren

Groep 6 Uren

Groep 7 Uren

Groep 8 Uren

ICT

0.45

0.45

0.30

0.30

Expressie

2.00

2.00

2.00

2.15

Muziek

0.45

0.45

0.45

0.45

Bevorderen sociale redzaamheid

0.45

0.30

0.15

0.30

Pauze

1.15

1.15

1.15

1.15

5.

GIP - ons organisatiemodel

GIP: Groepsgericht en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht.

Op onze school wordt rekening gehouden met verschillen tussen leerlingen. Dit houdt in dat niet iedereen in hetzelfde tempo en met dezelfde resultaten de leerstof zal kunnen doorlopen. Ook kan het noodzakelijk zijn, voor korte of langere tijd, een leerling een aangepast reken-, spelling- of taalprogramma te laten volgen. Voor de leerkracht betekent dit dat er meerdere instructiemomenten voor meerdere groepen kinderen ingepland en uitgevoerd moeten worden. Om onderwijs op maat te bieden, wordt op school gewerkt met het GIP-model. Wat betekent dit nu voor de school, de leerkrachten en de leerlingen? Het werken volgens het GIP-model bestaat uit het lopen van een trap met 5 treden, die onderling nauw verband houden: 1. Organisatie 2. Zelfstandigheid 3. Instructie 4. Sociaal-emotionele ontwikkeling 5. Samenwerken Organisatie en Zelfstandigheid

De treden Organisatie en Zelfstandigheid houden in dat de leerkracht systematisch contact onderhoudt met de kinderen en dat de kinderen weten hoe de dagdelen en werklessen eruit zien. De leerkracht stelt twee keer per jaar een groepsplan op. Binnen het groepsplan wordt gewerkt met verschillende niveaus. In het groepsplan wordt de beginsituatie omschreven. Daarnaast staat omschreven met welke kinderen de leerkracht werkt aan welke doelen, met welke materialen, op welke dagen en wanneer er geëvalueerd wordt. In de weekplanning wordt dit concreet vastgelegd. De weektaak omvat twee formulieren, één formulier met verplichte en één met vrije keuze activiteiten. Deze formulieren worden wekelijks vernieuwd en in de klas opgehangen. Als voorbereiding op de weektaak wordt in groep 3 een start gemaakt met de formulieren ‘Zelfstandig werken’ bij het vak lezen. Deze formulieren bereiden de kinderen voor op de weektaak. Instructie

In de trede Instructie is aandacht voor het activerende directe instructiemodel; werkvormen en vragen stellen zodat kinderen actief gaan leren. Dit geldt voor zowel de instructies met de grote groep, als de instructies met de kleine groepen. Een kind dat een groepsinstructie onvoldoende heeft gevolgd, kan tijdens het zelfstandig werken op weg worden geholpen en meedoen met de verlengde instructie in een kleine instructiegroep. Een andere instructie die in de praktijk heel effectief blijkt te zijn is de pre-instructie. De leerkracht legt de lesstof alvast aan de desbetreffende leerling(en) uit en laat enkele opdrachten oefenen. Nog


18

belangrijker echter is de koppeling naar de groepsinstructie. De kinderen ervaren dat ze het beter snappen, zijn door hun voorkennis vaak meer betrokken bij de groepsuitleg en profiteren zodoende dubbel van de gegeven uitleg. Uiteraard kan dit alles alleen als de leerkracht per dag enige tijd aan het begeleiden van deze leerlingen kan besteden. Het ‘vrijmaken’ van tijd in een lesprogramma is alleen mogelijk als leerlingen in de groep in staat zijn zelfstandig aan een (dag- of week) taak te werken. Natuurlijk kost het tijd kinderen te leren zelfstandig met een taak bezig te zijn, zelf naar oplossingen te zoeken en vooral om te leren gaan met de uitgestelde aandacht. Voor de leerkracht betekent deze organisatie en instructie dat er een planning en inhoudelijke voorbereiding nodig is voor een periode van een aantal weken. Sociaal-emotionele ontwikkeling

Voor de invulling van de trede Sociaal-emotionele ontwikkeling heeft het team gekozen voor invoering van de methode ‘Goed gedaan!’. Dit is een preventieve methode. De methode geeft op een positieve en concrete manier aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Samenwerken

De vijfde en laatste trede van het GIP-model betreft het Samenwerken. Dit is ingevuld door aan de slag te gaan met het inzetten van het coöperatieve leren. Het streven is om coöperatief leren te gebruiken tijdens de verschillende fasen van het activerende directe instructiemodel. Hierbij is aandacht voor de groepering van kinderen, de samenwerkingsvaardigheden die kinderen nodig hebben (en moeten leren), de werkvorm, de soort opdracht, de rolverdeling in een groep en de rol van de leerkracht.

6.

De ontwikkeling van het onderwijs

De wet

De inhoud van het onderwijs is bij wet geregeld. Het basisonderwijs legt -de naam zegt het al- de basis voor al het daaropvolgende onderwijs. Het is bedoeld voor alle kinderen vanaf vier jaar tot ongeveer twaalf jaar. Dat is het moment waarop ze naar het voortgezet onderwijs gaan. In de Wet op het Basisonderwijs staat aan welke eisen een school minimaal moet voldoen om geld van de overheid te krijgen. De onderwijsinspectie controleert jaarlijks of de school hieraan voldoet. In de Wet op het Basisonderwijs staat ook een aantal opdrachten voor de school. Eén van die opdrachten is dat de school les moet geven in allerlei vakken zoals de Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Per vak is aangegeven wat leerlingen hiervoor moeten leren/beheersen; de zogenaamde kerndoelen. Er zijn twee typen kerndoelen voor het basisonderwijs: Leergebiedspecifieke doelen Deze hebben betrekking op een bepaald leergebied. We onderscheiden zes leergebieden:  Nederlandse taal  Engelse taal  Rekenen/wiskunde  Oriëntatie op mens en wereld (wereld onderverdeeld in: aardrijkskunde, geschiedenis, samenleving, techniek, sociale redzaamheid en natuuronderwijs)  Lichamelijke opvoeding  Kunstzinnige oriëntatie (onderverdeeld in: tekenen, handvaardigheid, muziek, spel, bevordering van het taalgebruik, beweging) Leergebiedoverstijgende doelen

Deze zijn gericht op het ontwikkelen of bevorderen van algemene vaardigheden en moeten daarom niet worden ondergebracht bij een specifiek leergebied. Deze doelen hebben betrekking op het gehele onderwijsaanbod van de basisschool. Ze zijn gegroepeerd rond zes thema’s:  Werkhouding  Werken volgens plan


19

   

Gebruik van uiteenlopende leerstrategieën Zelfbeeld Sociaal gedrag Nieuwe media

De wet schrijft voor wat er gedaan moet worden op de scholen en controleert dit. Hoe het een en ander bereikt moet worden, wordt niet voorgeschreven. Dat is de vrijheid die elke school heeft. Per 1 augustus 2008 houden de inspectie en het schoolbestuur toezicht op de naleving van het gestelde in de wet op primair onderwijs. De inspectie zal schoolbesturen aanspreken als er scholen zijn die niet adequaat functioneren. Schoolplan

In het Schoolplan, opgesteld door de directie, geeft de school een beschrijving van haar onderwijs en organisatie. In het schooljaar 2010-2011 is door de directie een nieuw 4-jarenplan opgesteld. Dit plan bevat de beleidsvoornemens voor vier jaar. Dit schooljaar gaan wij ons richten op:  de uitvoering van de Wet passend onderwijs;  de implementatie van KIJK, een systeem om de ontwikkelingslijnen bij onze kleuters te volgen;  de invoering en uitwerking van Air Watch om onze iPads beter te managen;  de implementatie van de nieuwe rekenmethode.

7.

De resultaten van het onderwijs

Rapportage in groep 1/2

Op het moment dat een kind op school komt, vullen de ouders het zogenaamde entreeformulier in. Hierin wordt gevraagd naar relevante zaken op het gebied van de ontwikkeling, relaties met andere kinderen, zelfstandigheid e.d. Na vier weken nodigen we de ouders uit voor een gesprek en wordt dit formulier vergeleken met het observatiemodel over die periode (ingevuld door de leerkracht). Wij maken hierbij gebruik van KIJK, een observatiesysteem. KIJK wordt dit jaar geïmplementeerd in de kleutergroepen. Bij KIJK richt de leerkracht zich op de verschillende ontwikkelingsfases en observeert waar de leerling staat. In groep 1 worden de ouders opgeroepen voor een gesprek in januari/februari. Zij ontvangen dan nog geen schoolverslag. Uiteraard worden ouders, indien nodig, eerder uitgenodigd. In juni volgt wederom een gesprek, echter nu met de uitgifte van het eerste schoolverslag. Hiernaast leggen we een plakboek aan, dat de ‘kleuterperiode’ beslaat en eind groep 2 wordt meegegeven. Hierin wordt de ontwikkeling van een kind bijgehouden met karakteristieke werkjes. Rapportage in groep 2 t/m 8

In deze groepen verschijnt twee keer per jaar een rapport, afhankelijk van de indeling van het schooljaar in de periodes januari en juni. Aan het eerste en tweede rapport zijn oudergesprekken gekoppeld. Bij de eerste rapportbespreking in groep 8 wordt een voorlopig schooladvies Voortgezet Onderwijs gegeven. Na de Cito-eindtoets (afgenomen in februari) volgt het definitieve advies in maart. Ouders dienen hun kind zelf in te schrijven op de school van Voortgezet Onderwijs van hun keuze. Onderwijskundig rapport

Als een leerling naar een andere basisschool gaat, hebben beide scholen de taak ervoor te zorgen dat die overgang voor het kind geen kwalijke gevolgen heeft. Het onderwijskundig rapport kan daar een bijdrage aan leveren en bestaat uit het schoolrapport, de toetsgegevens en een formulier waarin nadere gegevens over het functioneren van het kind, de gebruikte methoden en leerstofpakketten staan.


20

Uitstroomgegevens

Resultaten CITO–eindtoets 2012

2013

2014

Gemiddelde standaard score

531,1

528,7

529,2

Gemiddelde landelijke score

535,1

535,1

534,8

De scores van de eindtoets wisselen van jaar tot jaar. Dit heeft te maken met de samenstelling van de groep, maar soms ook met het gegeven onderwijs. Daarom evalueren we deze cijfers jaarlijks en kijken we waar we ons onderwijs verder kunnen verbeteren. Vormen van voortgezet onderwijs De laatste jaren zijn onze kinderen uitgestroomd naar diverse vormen van voortgezet onderwijs: Schooltype

2012

2013

2014

VMBO beroeps en kader met leerwegondersteuning

6

8

8

VMBO praktijk

2

2

1

VMBO theoretisch

4

4

4

3

1

HAVO HAVO/VWO

7

4

4

VWO

1

1

5

8.

De zorg voor de kinderen

De verantwoordelijkheid voor het functioneren van het leerlingvolgsysteem en de zorg binnen onze school ligt bij de interne begeleider. Hij/zij:  coördineert de ondersteunende taken binnen de school;  bespreekt de toetsresultaten met de leerkrachten en de directie;  voert overleg met ouders van kinderen die nader bekeken gaan worden;  doet nader onderzoek;  bespreekt samen met de groepsleerkracht de handelingsplannen en de groepsplannen;  zorgt samen met de leerkracht dat de plannen op de juiste wijze uitgevoerd worden;  onderhoudt contacten met instanties buiten de school. Naar aanleiding van toetsresultaten en/of bevindingen van de leerkracht zelf, is het mogelijk dat kinderen, nadat de ouders geïnformeerd zijn, nader onderzocht worden. Er wordt niet alleen gekeken naar leerlingen die moeite hebben met het volgen van het leerprogramma, maar ook naar kinderen die meer aan kunnen dan de gewone lesstof. Op die manier proberen wij tegemoet te komen aan de behoefte van ieder kind en zorg te dragen voor een goede begeleiding. Voor kinderen die meer aankunnen, stelt de leerkracht (soms in overleg met de interne begeleider) een programma op dat meer aansluit bij het niveau van de leerling. Zo zijn er kinderen die Franse les krijgen. Voor de leerling die een vertraagde ontwikkeling doormaakt, wordt een plan gemaakt waarbij we proberen de hiaten zo snel mogelijk te verhelpen. Ook is het mogelijk dat er een plan komt waarmee de leerling op eigen niveau verder werkt gedurende de rest van zijn/haar schooltijd; er wordt dan een zogenaamd ontwikkelingsperspectief voor de betrokken leerling opgesteld.


21

Kinderen met een zwakke taalontwikkeling krijgen extra begeleiding in kleine groepjes. Veel aandacht wordt besteed aan het uitbreiden van de woordenschat met methoden die daar speciaal voor ontwikkeld zijn. Hierbij is het mogelijk dat de hulp van de ouders ingeroepen wordt. Het overstapproject is hier een voorbeeld van. Ouders van sommige kinderen in groep 3 worden door de leerkracht begeleid in het samen met de kinderen thuis uitvoeren van het project. Soms is het noodzakelijk om instanties buiten de school te raadplegen. Wanneer, na extra hulp, resultaten uitblijven, is het mogelijk een leerling te bespreken in het zorgteam. Ons zorgteam bestaat uit de IB-er, de groepsleerkracht, een medewerker van het samenwerkingsverband een ambulante begeleider (uit het speciaal onderwijs) en de directeur van de school. Andere contacten zijn er met Lucertis, het Bureau Jeugdhulpverlening, stichting MEE, fysiotherapeuten, logopedisten, de speciale basisscholen en de scholen voor voortgezet onderwijs. Onze begeleiding gaat ervan uit dat er verschillen zijn tussen kinderen, wij proberen hier zo goed mogelijk op in te spelen. Op de school wordt ook gewerkt met coachings-trajecten, waarbij soms wordt gefilmd in de groepen (video- interactiebegeleiding). Het doel van deze trajecten is om de begeleiding aan de kinderen nog verder te optimaliseren. Ouders die bezwaar hebben tegen het maken van foto- en/of filmopnamen voor intern gebruik worden verzocht contact op te nemen met de directie van de school. Uiteindelijk gaat het erom dat ieder kind zich in een goede sfeer ontwikkelt op een manier die bij hem/haar past. We bekijken of de leerling met gebruikmaking van de beschikbare middelen en de kennis (inclusief onderwijsbegeleidingsdienst en het samenwerkingsverband) op de eigen school verder geholpen kan worden. Soms is inschakeling van het multidisciplinaire team noodzakelijk; dit team verricht op verzoek onderzoek en komt met advisering voor een eventuele verwijzing. Wij houden de ouders vanzelfsprekend altijd op de hoogte van de adviezen die hier gegeven worden. Het bewaken van de voortgang van de leerlingen

Onze school heeft een organisatie, waarbij het leerstofjaarklassensysteem gehanteerd wordt. Dat wil zeggen dat leerlingen van ongeveer dezelfde leeftijd in principe bij elkaar zitten en de leerstof die bij dat schooljaar hoort (in principe) gelijktijdig aangeboden krijgen. Maar leerlingen van dezelfde leeftijd zijn niet allemaal gelijk. Er zijn verschillen tussen leerlingen, soms zelfs erg grote verschillen. Om recht te doen aan de individuele verschillen moeten er optimale condities zijn om tot een goed onderwijsleerproces te komen. Dat betekent in de praktijk:  dat het onderwijs inhoudelijk tegemoet moet komen aan de verschillen die er zijn bij de kinderen (passend onderwijs) en dat er voldoende variatie aan leermiddelen moet zijn;  dat de didactische werkvormen afgestemd moeten worden op de verschillende mogelijkheden en behoeften van de kinderen;  dat de klassenorganisatie zo moet zijn, dat de leertijd is afgestemd op de verschillende mogelijkheden en behoeften van de kinderen;  dat het uitgangspunt is dat de leerkracht op groepsniveau weet om te gaan met de verschillen die er zijn en ze weet te benutten zodat kinderen van en aan elkaar kunnen leren. De groepsleerkracht is immers de eerst verantwoordelijke voor zijn/haar leerlingen, maar staat hierin zeker niet alleen. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het team, waarbij de interne begeleider een belangrijke rol vervult. Dyslexie

Dyslexie is een handicap die iedereen kan treffen. Het is een ernstige beperking bij het lezen en/of spellen van taal. Dyslexie is aangeboren en heeft niets met intelligentie te maken. Het kan de schoolprestaties ernstig belemmeren waardoor kinderen met dyslexie op school vaak onder hun niveau presteren.


22

Protocol leesproblemen en dyslexie Op school volgen we de ontwikkeling van leerlingen door toetsen af te nemen. Wanneer blijkt dat een leerling bij lezen en/of spellen uitvalt, wordt extra begeleiding aangeboden. We maken daarbij gebruik van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Welke hulp geboden wordt, wanneer en met welk resultaat, wordt vastgelegd in het leesdossier van de leerling. Al bij de kleuters kijken we of er risicofactoren aanwezig zijn. Vergoede zorg dyslexie Vanaf 1 januari 2009 zijn het onderzoek en de behandeling van ernstige dyslexie opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering. Op basis van de informatie uit het leesdossier en de informatie die de ouders aanleveren maakt de school een inschatting of de leerling in aanmerking kan komen voor het vergoede onderzoeken behandeltraject. De vergoede zorg in verband met ernstige dyslexie geldt in principe voor leerlingen van 7 jaar en ouder in het primair onderwijs en leerlingen van 7 t/m 13 jaar in het speciaal onderwijs. De vergoede zorg geldt voor leerlingen met ernstige, enkelvoudige dyslexie. Dat wil zeggen dat er bij deze leerlingen, naast dyslexie, geen sprake is van een of meer andere (leer)stoornissen (comorbiditeit). Is dat wel het geval, dan hebben deze leerlingen uiteraard recht op goede zorg, maar niet op vergoede zorg in het kader van deze regeling. Deze zorg wordt anderszins bekostigd. Als ouders aanspraak willen maken op vergoeding van diagnostiek en behandeling bij ernstige dyslexie, moet de school het leerling-dossier leveren waarmee het vermoeden van (ernstige) dyslexie wordt onderbouwd. Lichte gevallen van dyslexie worden door de school zelf begeleid met extra leesinstructie. Voor kinderen met een dyslexieverklaring is er beleid ten aanzien van het afnemen van toetsen. Cito-leerlingvolgsysteem

Om de ontwikkeling van uw kind zo goed mogelijk te kunnen volgen, staat ons een aantal instrumenten ter beschikking. In de dagelijkse omgang met de kinderen en met de behaalde resultaten ziet een leerkracht wat de verschillende mogelijkheden en behoeften van de kinderen zijn. Hierbij wordt gebruik gemaakt van observatiecriteria en toetsen behorend bij de gebruikte methodes. Verder maken wij gebruik van het Cito-leerlingvolgsysteem. Deze toetsen meten de vorderingen van de leerlingen t.o.v. zichzelf, de medeleerlingen uit de groep en de leerlingen in Nederland. De toetsen zijn dus methode-onafhankelijk, gestandaardiseerd en genormeerd. Op deze wijze worden hiaten vroegtijdig gesignaleerd en kan er direct actie op worden ondernomen. Niet alleen lezen, taal, rekenen en andere cognitieve vakken hebben onze aandacht. Ook het bewegen, het schrijven, de werkhouding en het omgaan met elkaar wordt nauwgezet gevolgd. Doordat onze leerkrachten de kwaliteiten van kinderen benoemen, worden de kinderen zich meer bewust van wat ze kunnen. Overzicht Cito-toetsen per groep: Groep 1/2 rekenen taaltoets voor kleuters Groep 3 spelling, rekenen en wiskunde, woordenschat, begrijpend lezen Groep 4 spelling, rekenen en wiskunde, woordenschat, begrijpend lezen Groep 5 t/m 8 spelling, rekenen en wiskunde, leeswoordenschat, en begrijpend lezen Groep 8 Cito-eindtoets Samenwerking met Jeugdgezondheidszorg GGD Kennemerland

Wij werken samen met Jeugdgezondheidszorg (JGZ) GGD Kennemerland. Aan onze school is een team van een JGZ-arts, JGZ-verpleegkundige en JGZ-assistente verbonden. De taak van de Jeugdgezondheidszorg is het begeleiden van de groei en de ontwikkeling van uw kind. U kunt als ouder aan de JGZ vragen stellen over o.a. gezondheid, groei, opvoeding, gedrag, eten, slapen en bedplassen. Deze vragen kunt telefonisch en tijdens preventieve gezondheidsonderzoeken stellen (telefoonnummer 0900-0400682, 7,5 cent per gesprek). Jeugdgezondheidszorg GGD Kennemerland maakt deel uit van het Centrum voor Jeugd en Gezin.


23

Logopedie op school

In de loop van het schooljaar worden alle kinderen uit de groepen 1 (4 jaar+3 maanden en 4 jaar+9 maanden) gescreend door een logopediste van de GGD. De ouders worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld en gevraagd om een bijgevoegde vragenlijst in te vullen en te retourneren. Tijdens het screenen wordt gelet op de taal, spraak, stem, vloeiendheid (bijv. stotteren), gehoor en mondgedrag (bijv. duimen). Als alle kinderen uit een klas aan de beurt zijn geweest, worden de resultaten besproken met de leerkracht. Indien een kind later in het jaar controle of behandeling op school of in de particuliere sector nodig heeft, zullen de ouders op de hoogte worden gesteld. Indien er geen bijzonderheden zijn, wordt er geen contact opgenomen. Na deze periode van screenen zal bij de kinderen bij wie twijfels zijn gerezen een taaltest worden afgenomen. Tevens worden, op verzoek van ouders of leerkrachten, kinderen uit de overige groepen gezien. In de rest van het schooljaar zal vooral de curatieve logopedie voorop staan. Aan deze curatieve logopedie zijn kosten verbonden die echter bijna altijd geheel of gedeeltelijk door uw ziektekostenverzekeraar worden vergoed. Voor verdere informatie kunt u telefonisch contact opnemen met de GGD Midden-Kennemerland, afdeling Jeugdgezondheidszorg: 0251 - 310964. Gezondheidsonderzoek voor 5-jarigen en kinderen in groep 7

Kinderen worden op vaste momenten, zoals is vastgelegd in het landelijke basistakenpakket van de JGZ, gevolgd. Binnen de basisschoolperiode is er een preventief gezondheidsonderzoek voor de 5jarigen (in het jaar dat een kind 5 jaar wordt) en groep 7 leerlingen. Bij beide onderzoeken controleert de JGZ-assistente op school de ogen, het gehoor (voor groep 7 op indicatie), de lengte en het gewicht. Als ouder vult u een vragenlijst in over uw kind en u geeft toestemming voor onderdelen van het onderzoek. De leerkracht vult een vragenlijst in over het kind, de motoriek, de spraaktaalontwikkeling en het gedrag op school. De leerkracht zal alleen gegevens invullen die bij u als ouders bekend zijn. De JGZ-arts of verpleegkundige koppelt informatie terug met uw toestemming over het gehoor en het zien. Eventueel worden kinderen met hun ouders door de JGZarts of JGZ- verpleegkundige uitgenodigd voor een uitgebreider onderzoek op een GGD-locatie. Als ouder kunt u zelf aangeven wanneer u een gesprek met de JGZ-arts of JGZ-verpleegkundige op prijs stelt. Zorgplan

In het Zorgplan van de school staat uitvoerig beschreven hoe de zorg voor de leerlingen van obbs tweespan is georganiseerd. Dit plan ligt ter inzage bij de directie. Passend onderwijs

Op 1 augustus 2014 gaat de Wet passend onderwijs in. Passend onderwijs moet ervoor zorgen dat kinderen een zo passend mogelijke plek in het onderwijs krijgen, ook kinderen die extra hulp nodig hebben. Bijvoorbeeld omdat het leren moeilijker gaat, of omdat een kind uitdaging mist bij het leren, of omdat extra begeleiding nodig is vanwege een beperking of gedragsprobleem. Scholen krijgen bij passend onderwijs zorgplicht. Dit betekent dat iedere school de taak krijgt om alle leerlingen een passende onderwijsplek te bieden en waar nodig extra ondersteuning te geven. Bij voorkeur in het basisonderwijs en pas als het niet anders kan in het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs. Passend Onderwijs IJmond Een Samenwerkingsverband Passend Onderwijs is de nieuwe vorm waarin scholen gaan samenwerken op het gebied van passend onderwijs. Passend Onderwijs IJmond is het samenwerkingsverband van alle basisscholen en alle speciale (basis)scholen in de regio IJmond. De samenvoeging van primair- en speciaal onderwijs past bij de uitgangspunten van passend onderwijs. Samen zoeken naar de beste oplossing; wat is de onderwijsbehoefte van de leerling, welke ondersteuning is er nodig, in welke vorm (arrangement) zou dat het beste kunnen? Het samenwerkingsverband wil scholen begeleiden zodat de school elk kind die ondersteuning en begeleiding kan bieden die het nodig heeft. Het liefst zo dichtbij huis als mogelijk zodat kinderen met broertjes en zusjes naar school kunnen in de buurt waar ze


24

opgroeien. Alles is erop gericht dat alle leerlingen zich zo soepel mogelijk en optimaal kunnen ontwikkelen. Passend onderwijs en ouders Passend onderwijs kan dus niet zonder intensieve samenwerking. Samenwerking tussen school en samenwerkingsverband en zeker de samenwerking tussen school en ouders. Ouders worden gezien als pedagogische partners van de school. Ouders zijn immers de “natuurlijke partners” in de ontwikkeling van kinderen. Passend onderwijs en arrangeren Bij het realiseren van de gewenste ondersteuning werkt de school vanuit de uitgangspunten van handelingsgericht werken en arrangeren. Dit betekent kort gezegd: Als een kind extra ondersteuning nodig heeft, wordt niet in de eerste plaats gekeken naar wat het kind heeft, maar naar wat het kind nodig heeft. De samenwerking en afstemming met ouders en andere deskundigen is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Op de website www.passendonderwijs.nl vindt u de laatste informatie over de landelijke ontwikkelingen. Kijk op www.passendonderwijsijmond.nl voor informatie over het samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond. Ondersteuningsplan In het kader van de Wet passend onderwijs wordt van iedere school verwacht dat zij een schoolondersteuningsprofiel opstelt. Daarin omschrijft de school welke basisondersteuning zij biedt aan de leerlingen en welke mogelijkheden er zijn om leerlingen te ondersteunen die extra onderwijsbehoeften hebben. Iedere leerling heeft bepaalde onderwijsbehoeften. Verschillen zijn er altijd en deze zijn voor een groot deel inpasbaar in het onderwijs. Sommige leerlingen hebben onderwijsbehoeften waar een bepaalde (reguliere) school niet aan kan voldoen. Bijvoorbeeld omdat zij de juiste expertise niet in huis heeft, omdat het gebouw niet geschikt is of omdat gezien de beschikbare formatie in een specifiek geval te weinig individuele aandacht, begeleiding of fysieke verzorging kan worden geboden. Ondersteuningsplanraad Met de invoering van de Wet passend onderwijs moet het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond een medezeggenschapsorgaan in het leven roepen. Dit medezeggenschapsorgaan noemt men de ‘Ondersteuningsplanraad’. Wat gaat de Ondersteuningsplanraad doen? Het beleid voor het Samenwerkingsverband wordt vastgelegd in het ondersteuningsplan. Begin 2014 is het plan aan de Ondersteuningsplanraad ter instemming en advies voorgelegd. In dit ondersteuningsplan staan:  de afspraken die de schoolbesturen gemaakt hebben over passend onderwijs;  de verdeling, besteding en toewijzing van ondersteuningsgeld en –voorzieningen aan de scholen in de regio en de criteria voor de plaatsing van leerlingen in het speciaal onderwijs;  de kwaliteit van het onderwijs aan leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften;  de wijze waarop ouders worden geïnformeerd over ondersteuningsvoorzieningen. Wie zitten er in de Ondersteuningsplanraad? De leden van deze raad zullen net als de Medezeggenschapsraad (MR) op uw school bestaan uit ouders en personeel. Om haar taak goed te kunnen uitvoeren, is het belangrijk dat er gemotiveerde ouders en personeelsleden in de Ondersteuningsplanraad zitten die zich betrokken voelen bij (passend) onderwijs.


25

9.

De ouders en de school

Onze school wil de ouders zo goed mogelijk informeren over wat er in de school gebeurt en vindt de belangstelling van ouders en regelmatig contact zeer belangrijk. Ouders en school hebben elkaar bij de begeleiding op cognitief en sociaal- emotioneel gebied van de kinderen hard nodig. Het gevoel samen verantwoordelijk te zijn en elkaar te helpen en aan te vullen is van groot belang! Ouders hebben hun eigen inbreng als het om hun kinderen gaat en krijgen binnen de schoolorganisatie alle mogelijkheden actief mee te denken en mee te doen. Buiten de dagelijkse contacten zijn er nog veel meer mogelijkheden om het contact tussen school en ouders zo zinvol mogelijk te maken. Te denken valt hierbij aan de jaarlijkse informatieavonden, de kijkavonden en de 10-minutengesprekken. Voor een goede informatie en communicatie is het van belang dat alle ouders dergelijke avonden bezoeken. De Medezeggenschapsraad (MR)

De MR is een wettelijk verplicht, onafhankelijk orgaan in de besluitvorming over beleid en functioneren van de school. Wat is de MR? Voor ouders en teamleden is de MR een middel om actief betrokken te zijn bij de school en invloed uit te oefenen op het beleid. Voor de directie is de MR een mogelijkheid om vertegenwoordigers van ouders te raadplegen. Alle zaken die de school betreffen, behoren tot het werkterrein van de MR. De rechten, plichten en bevoegdheden van de MR zijn vastgelegd in het reglement Medezeggenschapsraad obbs tweespan (versie 2007). Hoe is de MR samengesteld? De MR bestaat uit drie ouders en drie teamleden. Tijdens de jaarvergadering van obbs tweespan in oktober doet de MR verslag van zijn werkzaamheden en kunnen ouders gekozen worden voor de MR. MR-leden moeten een kind hebben dat op obbs tweespan naar school gaat. De MR-leden worden voor een periode van twee jaar gekozen en mogen zich daarna herkiesbaar stellen. De MR-leden kiezen zelf hun voorzitter, secretaris en penningmeester. De samenstelling van de Medezeggenschapsraad vindt u op de prikborden in de school en op onze website. Bevoegdheden van de MR: Initiatiefbevoegdheid: De MR kan over alle zaken die met de school te maken hebben met de directie praten. De MR kan ook het initiatief nemen en met voorstellen komen. Instemmingbevoegdheid: De directie moet instemming vragen aan de MR voor regelingen die bijv. te maken hebben met het schoolplan, de schoolgids en de manier waarop ouders worden betrokken bij de hulp aan school. Adviesbevoegdheid: De MR moet advies gevraagd worden in zaken als de begroting van de school, aanstelling van de directie en leerkrachten, samenwerking met een andere school of de onderwijsbegeleidingsdienst. Werkwijze De MR vergadert ongeveer één avond per zes weken. De vergaderingen zijn in principe openbaar en worden aangekondigd via de nieuwsbrieven en de kalender op de website. De directeur is regelmatig op uitnodiging van de MR aanwezig (bijv. om de begroting of de klassenindeling te bespreken). De agenda en de informatie worden op de prikborden bij de entrees gehangen; bovendien vindt u informatie over de juiste vergaderdata op onze website.


26

Scholing De MR heeft een budget om de leden een cursus te laten volgen om het werk zo goed mogelijk te kunnen doen. Dit kan een basiscursus medezeggenschap zijn of een gespecialiseerde cursus. U kunt de MR bereiken via: [email protected]. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR)

De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) is het overkoepelend orgaan van alle medezeggenschapsraden van de scholen van onze stichting. De taken en bevoegdheden van de GMR zijn beschreven in het reglement. De GMR bestaat, net als de Medezeggenschapsraad van onze school, uit een oudergeleding en een personeelsgeleding. De GMR bestaat uit acht leden, die daarmee de ouders respectievelijk personeelsleden van alle scholen vertegenwoordigen. De GMR vergadert tien keer per jaar. De vergaderingen zijn in beginsel openbaar. Op de website van ons bestuur vindt u meer informatie over o.a. de samenstelling, de vergaderdata en het reglement van de GMR. De zaken die voor alle openbare scholen in de IJmond (www.ooijmond.nl) van belang zijn worden met het bestuur besproken in de GMR. Het gaat dan bijvoorbeeld over bestuursformatie en het personeelsbeleid. De scholen worden vertegenwoordigd in de GMR. De Ouderraad (OR)

De school heeft ook een Ouderraad. Deze is gekozen door de ouders en heeft de volgende taken:  Het onderhouden en bevorderen van de belangstelling en betrokkenheid van de ouders bij de school.  Het steunen van de school bij de taken waar dat mogelijk is, met als doel de kinderen een fijne schooltijd te bezorgen. Dit in nauw overleg en samenwerking met het team.  Beleggen van een jaarvergadering, kort na de start van het schooljaar. De Ouderraad houdt, uit bijdragen van de ouders, een ouderfonds in stand. Ten gunste van de leerlingen worden deze gelden o.a. besteed aan feesten en sportactiviteiten. Tijdens de jaarvergadering wordt hier verantwoording over afgelegd aan de ouders. De MR geeft op deze avond ook een kort verslag van de werkzaamheden die het afgelopen schooljaar zijn verricht. Een financiële bijdrage De school vraagt de ouders een vrijwillige financiële bijdrage voor extra activiteiten van de kinderen. Hierbij moet u denken aan het Sinterklaas- en Kerstfeest, drinken bij sportactiviteiten en een afscheidscadeau voor groep 8. Dit zijn activiteiten die niet tot het gewone lesprogramma behoren en dus niet door het Ministerie van Onderwijs worden betaald. Ook de excursies of schoolreisjes worden hier deels van bekostigd. Voor het schoolkamp(groep 8) en het jaarlijkse schoolreisje wordt nog een extra bijdrage gevraagd. De inning en het beheer van de ouderbijdrage, schoolreisje en kampbijdrage is een taak van de Ouderraad. Op dit moment vraagt de Ouderraad een bijdrage van € 25,00 per kind per jaar. Dit bedrag wordt samen met de schoolreisbijdrage middels een eenmalige machtiging geïncasseerd. Voor het schoolkamp ontvangen de ouders een aparte rekening. Wij achten het niet gewenst om enveloppen met geld in school te bewaren, daarom verzoeken we u dringend het bankrekeningnummer te gebruiken. Het bankrekeningnummer van onze Ouderraad is: NL29RABO0326202579 t.n.v. penningmeester Ouderraad obbs tweespan. Graag bij stortingen altijd de naam en de groep van uw kind(eren) vermelden.


27

Contactouders Iedere groep heeft een of twee contactouders, die de schakel vorm(t)(en) tussen ouders en leerkracht. Zij kunnen door de leerkracht en door de ouders benaderd worden om bepaalde zaken te regelen voor de groep. Hierbij kan worden gedacht aan het regelen van vervoer in verband met een excursie of het regelen van inzamelingsacties. Uiteraard is het ook een taak van de contactouders om de andere ouders van de groep te stimuleren zich als vrijwilliger aan te melden bij grote activiteiten en zich te interesseren voor het reilen en zeilen van de school en de groep. U vindt de namen van de contactouders op de groepslijsten van de leerlingen, welke u in een aparte uitgave ontvangt. U kunt de OR bereiken via e-mail: [email protected].

10. Contact tussen ouders en school Nieuwsbrief

Naast deze schoolgids verschijnt er nog een aantal andere publicaties. Zo versturen wij wekelijks een nieuwsbrief. De nieuwsbrief informeert de ouders over de actuele activiteiten op school. Deze versturen wij digitaal. Het is dan ook van groot belang dat uw e-mailadres op school bekend is. De nieuwsbrief wordt ook op onze website geplaatst en op de prikborden bij de ingangen van de school. Tevens worden er regelmatig diverse brochures van o.a. brede schoolactiviteiten, de GGD en het buurtwerk uitgedeeld. Alle informatie is ook terug te vinden op onze website: www.tweespan.net. Jaarkalender

Aan het begin van het schooljaar ontvangt ieder gezin een jaarkalender waarop alle belangrijke data vermeld staan. In de wekelijks nieuwsbrief en op de website wordt de maandkalender actueel gehouden. Sociale media

Wij maken gebruik van Facebook en Twitter om de ouders en andere belangstellenden zoveel mogelijk te betrekken bij het schoolgebeuren. Wij maken dan ook gebruik van beeldmateriaal. Wanneer ouders hier bezwaar tegen hebben, kan dit gemeld worden bij de directie. Wij zullen hier dan rekening mee houden. Officiële mededelingen komen altijd via de mail (nieuwsbrief). Gesprek op afspraak

Natuurlijk bestaat er altijd de mogelijkheid voor een individueel gesprek. Ook de leerkrachten kunnen u uitnodigen voor een extra gesprek over uw kind. U bent altijd welkom om met de leerkracht te komen praten. Maakt u dan wel even een afspraak? 10-minutengesprekken

Drie keer per jaar worden de ouders door de leerkracht uitgenodigd voor een 10-minutengesprek. Tijdens dit gesprek bespreken wij de ontwikkeling van de kinderen. U ontvangt van ons een uitnodiging per mail voor dit gesprek. Wij houden rekening met meerdere kinderen uit één gezin. De data zijn aan het begin van het schooljaar bekend. Wij vragen de ouders beide data vrij te houden. Schoolverslag

Op school gebruiken wij voor alle groepen als rapport naar de ouders ‘het schoolverslag’. Het schoolverslag wordt na de 10-minutengesprekken in de groepen 1 t/m 8 meegegeven in de volgende perioden:  januari;  juni of juli.


28

Gesprek met de directie

De directie heeft geen officieel spreekuur. U kunt de directie altijd aanspreken. Als het nodig is, maakt de directie op korte termijn een afspraak met u. Met een vraag of probleem richt u zich altijd eerst tot de groepsleerkracht. Daarna kan de leerkracht, afhankelijk van de vraag, de interne begeleider om advies vragen. In laatste instantie kunt u zich tot de directie wenden. Informatieavonden

Aan het begin van elk schooljaar organiseren wij informatieavonden. Doel van deze avonden is dat de leerkracht het jaarprogramma uitlegt, in het bijzonder die vakken die voor de betreffende groep nieuw zijn. De klassen- en schoolregels komen aan de orde en u kunt kennismaken en/of het contact uitbreiden met de leerkracht en de andere ouders. Ook de Ouderraad stelt zich op deze avonden aan de ouders voor. We verwachten dat alle ouders van de betreffende groep op deze avond aanwezig zijn. Kijkavonden

Deze avonden worden twee keer per jaar georganiseerd en vinden ongeveer tien weken voor de uitgifte van het eerste en tweede rapport plaats. U kunt dan, in de vooravond, het werk bekijken zodat u een indruk krijgt van wat uw kind in de afgelopen periode op school heeft gedaan. Wij vinden het heel fijn als de kinderen zelf ook meekomen, zodat zij u zelf kunnen laten zien wat zij hebben gedaan. Open lessen

Twee keer per jaar organiseren wij een open les. U krijgt dan als ouder de gelegenheid een les bij te wonen. Na afloop drinken we samen een kopje koffie. Open huis

Tweemaal per jaar organiseren wij samen met de naschoolse opvang en de peuterspeelzaal een open huis. Iedereen die belangstelling heeft is van harte welkom. Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

De ouder heeft recht op bepaalde informatie over zijn/haar kind, bijvoorbeeld over de schoolprestaties. De school moet de ouder deze informatie in principe geven, óók als hij/zij gescheiden is en niet het wettelijk gezag heeft over zijn/haar kind. Onder deze informatie valt bijvoorbeeld het rapport, maar ook de informatie die gegeven wordt tijdens een ouderavond. Ouderlijk gezag van beide ouders De wet kent als hoofdregel de situatie dat de rechter na de ontbinding van het huwelijk het ouderlijk gezag aan beide ouders toekent. Beide ouders hebben dan hetzelfde recht op informatie en het is niet van belang of de ene ouder is belast met de verzorging van het kind en de andere niet. Ouderlijk gezag van één ouder Een ouder zonder wettelijk gezag krijgt de informatie die de andere ouder ook zou krijgen. De ouder zonder wettelijk gezag moet daar wel zelf om vragen. De leerkracht zal dus niet uit zichzelf de ouder zonder wettelijk gezag informeren. Uitzondering De leerkracht hoeft geen informatie te geven die in strijd is met de belangen van het kind. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als een omgangsregeling tussen een ouder en het kind is afgewezen en de ouder toch probeert het kind bij de school te ontmoeten. De leerkracht kan in dat geval informatie weigeren die het de ouder mogelijk zou maken om het kind te blijven zien. Als de ouder vindt dat een leerkracht ten onrechte informatie weigert, dan kan de ouder daarover praten met de directie van de school of het bestuur. Als dat niets oplevert, dan kan de ouder een klacht indienen bij de klachtencommissie van de school of het probleem bij de rechter neerleggen.


29

11. Algemene regelingen Schooltijden

De schooltijden voor alle groepen zijn praktisch gelijk:  ’s morgens van 8.30 uur tot 12.00 uur;  ’s middags van 13.30 uur tot 15.30 uur. Ieder gezin ontvangt aan het begin van een nieuw schooljaar een jaarplanning waarop het vakantierooster en de activiteiten vermeld staan. Aanvangstijd

‘De schoolbel luidt, de deur gaat open’. Tien minuten voor de school begint komt er een leerkracht naar buiten om toezicht op het plein te houden. De kinderen mogen dan al naar binnen naar hun lokaal. Om 8.25 uur en 13.25 uur gaat de eerste bel. Dit is het signaal dat de kinderen naar hun lokaal moeten gaan. Om 8.30 uur en 13.30 uur beginnen de lessen. We gaan ervan uit dat kinderen vanaf groep 5 zelfstandig de klas in komen. Om de zelfstandigheid van de kinderen te bevorderen en de rust in de school te bewaken, stimuleren wij de kinderen om (vanaf groep 3 na de herfstvakantie) zoveel mogelijk alleen naar binnen te komen. Kleuters mogen vanzelfsprekend altijd naar de klas gebracht worden. De deur bij de kleuters staat tussen 13.00 uur en 13.30 uur altijd open. De peuters die ‘De Karekiet’ bezoeken komen dan naar school. Ouders met kleuters verzoeken wij te wachten tot 13.20 uur om naar binnen te gaan. Verplicht aantal lesuren e

Behalve dat naar school gaan leuk is, is het ook verplicht. Immers alle kinderen zijn vanaf het 5 jaar leerplichtig. In hoofdstuk 2 is al aangegeven, dat de school een aantal (kern)doelen moet bereiken. Dat vergt een bepaalde tijd. In de eerste vier leerjaren is een minimale leertijd van 3520 uren verplicht en in de volgende vier jaren moeten er minimaal 4000 uren les worden gegeven. Jaarlijks wordt een planning opgesteld waarin de vakanties en de andere vrije dagen en/of uren vermeld worden. Hierbij wordt steeds rekening gehouden met bovenstaande minimale urenverplichting. Om ervoor zorg te dragen dat het wettelijk verplichte, of beter gezegd, het aantal uren waarop kinderen recht hebben, ook daadwerkelijk gerealiseerd wordt, is een aantal maatregelen getroffen ter voorkoming van lesuitval. Zo houdt de school altijd een ruime marge aan. Tevens is er een systeem opgezet om afwezige leerkrachten te vervangen. Er is een lijst met beschikbare invallers en er zijn afspraken gemaakt hoe de klassen eventueel opgedeeld worden als er geen invallers beschikbaar zijn. Toch kunnen er zich omstandigheden voordoen, waarbij geen vervanging van een zieke leerkracht mogelijk is. In dat geval verzoekt de schoolleiding tijdig ouders hun kind thuis te houden. Mocht dit problemen geven vanwege uw werk dan kan uw kind die dag altijd in een andere groep worden opgevangen.


30

Het kan voorkomen dat wij bij een bepaalde activiteit kiezen voor een continuerooster. Het aantal lesuren op die dag blijft dan gelijk. De kinderen gaan niet naar huis om een broodje te eten, maar zijn dan eerder uit. Wij brengen de ouders hiervan op tijd op de hoogte. Leerplicht

Een kind is leerplichtig op de eerste dag van de maand volgend waarop hij/zij 5 jaar is geworden. Ieder kind in Nederland is dan verplicht elke schooldag naar school te gaan. Aangezien niet elk kind dat ook direct aankan en soms te vermoeid raakt om een hele schoolweek te kunnen volgen, mag het tot de leeftijd van 6 jaar vijf uur per week thuis blijven. Dit dient wel vooraf aan de directeur gemeld te worden. Als het kind 6 jaar is, mag er geen lestijd meer verzuimd worden. De leerplicht eindigt na afloop van het schooljaar waarin de leerling 16 jaar is geworden of na afloop van het schooljaar als de leerling 12 jaar volledig dagonderwijs heeft genoten. De basisschool telt hierbij voor 8 schooljaren. Verantwoordelijkheid De ouder(s) is/zijn verantwoordelijk voor het regelmatig schoolbezoek van deze leerling. De ouder(s) is/zijn verplicht de leerling in te schrijven bij een school en zijn verplicht erop toe te zien dat de leerling vervolgens de school geregeld bezoekt. Geregeld schoolbezoek houdt in dat de leerling geen les mag verzuimen zonder toestemming van de directeur van de school of van de leerplichtambtenaar. Extra verlof In de Leerplichtwet van 01-08-1996 is aangegeven hoe met extra verlof omgegaan moet worden. De leerplichtambtenaar ziet toe op naleving van deze wet, waarbij de directeur van de school gehouden is de administratie bij te houden van extra vakantie, verlof en/of verzuim. Extra vakantie en verlof kan alleen onder strikte voorwaarden verleend worden. Verzoeken daartoe moeten tijdig schriftelijk aangevraagd worden. De eerste twee weken na de zomervakantie mag er geen vakantie opgenomen worden. Aanvraagformulieren zijn bij de administratie verkrijgbaar. Ziekte Bij ziekte moet de school direct worden meegedeeld dat de leerling tijdelijk de school niet kan bezoeken. Is uw kind ziek of door andere omstandigheden verhinderd naar school te komen, laat ons dat dan direct weten. Bel altijd vóór schooltijd (het liefst vóór 8.15 uur of 13.15 uur) en niet tijdens de lesuren, of geef een briefje mee aan een broertje of zusje. Artsenbezoek Artsen/specialistenbezoek moet vooraf door één van de ouders aan de school bekend gemaakt worden. Is dit niet mogelijk, dan dient dit achteraf gedaan te worden. Wij stellen het op prijs als een bezoek aan huisarts of tandarts zoveel mogelijk buiten schooltijd gerealiseerd kan worden. Wanneer kinderen onaangekondigd niet op school komen bellen wij altijd naar huis. Controle De gemeente let erop dat de ouder(s) zich houden aan de regels van de leerplicht. Hiervoor zijn de leerplichtambtenaren aangesteld. De school let er op dat de leerling niet zonder duidelijke reden van school wegblijft. Het is van groot belang dat u de school waarschuwt als er iets bijzonders aan de hand is. De directeur van de school is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen de ouder(s) die hun kind zonder toestemming van school houden kan een proces verbaal worden opgemaakt.


31

Aanmelding/toelating van nieuwe leerlingen

Het gehele schooljaar stellen wij ouders in de gelegenheid kennis te komen maken met onze school. Wij maken graag een afspraak met u voor een persoonlijk gesprek en een rondleiding. De directeur van de school plaatst uw kind(eren) op de inschrijflijst. De ouders ontvangen van de school een schriftelijke bevestiging van de inschrijving. De school vraagt de ouders schriftelijk te melden als zij hun inschrijving willen intrekken. Toelatingstijdstip Om als leerling toegelaten te worden tot een school, moet een kind de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt. In de periode vanaf de leeftijd van 3 jaar en tien maanden tot het bereiken van de leeftijd van 4 jaar krijgt u van ons bericht om samen met uw kind een kijkje te komen nemen in de groep en om kennis te maken met de groepsleerkracht. Bij dit bezoek worden ook afspraken gemaakt over gewenningsochtenden of -middagen. Uw kind mag maximaal vijf keer vóór zijn of haar vierde verjaardag op obbs tweespan komen om aan de school en de groep te wennen. Uw kind ontvangt van de leerkracht een uitnodiging. Op de vierde verjaardag van het kind wordt de inschrijving geformaliseerd en wordt het kind een actieve leerling van onze school. Het kind volgt nu de complete schoolweek. In overleg met ouders kan anders worden besloten. Toelatingsregels De beslissing over toelating van leerlingen berust bij het bevoegd gezag van de school (het schoolbestuur). Om verantwoord onderwijs te kunnen bieden, streven wij naar een maximale groepsgrootte van 30 leerlingen per groep. Bij de toelating van ieder kind achten wij het van groot belang dat het kind in zijn of haar ontwikkeling zo ver is, dat het in staat is te communiceren met anderen, zindelijk is (waarbij medische oorzaken een uitzondering kunnen vormen) en het kind een zekere mate van zelfredzaamheid heeft. Toelating van leerlingen Toelating van leerlingen van andere basisscholen vindt slechts plaats nadat er contact is geweest met de verwijzende school. Uit dit contact dient te blijken dat de leerling past binnen het pedagogisch klimaat van de school en zowel cognitief als sociaal-emotioneel in staat is te functioneren op onze school. Bij gerede twijfel kan de school weigeren de leerling toe te laten. De school zal een leerling dan ook weigeren/verwijzen indien de school de gewenste vorm van passend onderwijs niet kan bieden. Dit is beschreven in ons zorgprofiel. Soms moeten we tot de conclusie komen dat die zorg in een andere omgeving beter geboden kan worden. Voor meer uitgebreide informatie over toelating van leerlingen verwijzen wij u naar de website van het bestuur van de school: www.ooijmond.nl. Schorsing en verwijdering Gelukkig komt het in het basisonderwijs niet of nauwelijks voor, maar er zijn wel regels met betrekking tot schorsing of verwijdering. Leerlingen kunnen van school worden gestuurd als hun gedrag een goede voortgang van het onderwijs belemmert. Het besluit tot schorsing, een tijdelijke - maximaal vijf dagen durende - verwijdering van school, kan door de directie worden genomen. Een schorsing kan worden opgelegd als corrigerende strafmaatregel. Het verwijderen van een leerling van school gebeurt door het bestuur. De directie kan het bestuur daar voorstellen over doen. Mocht het bestuur besluiten een leerling van school te verwijderen dan heeft het bestuur de plicht te proberen een andere school voor die leerling te zoeken. Voordat een besluit over schorsing of verwijdering wordt genomen, is er altijd nauw overleg met de ouders geweest. De volledige regeling is op school ter inzage. Aansprakelijkheidsverzekering

De stichting OPO IJmond heeft voor al haar scholen een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dit verband op twee aspecten die vaak aanleiding zijn tot misverstand.


32

Ten eerste is de school/het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat, door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles wordt er een bal geschopt. Deze komt op een bril van een leerling terecht en de bril is kapot. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en wordt dan ook niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor schade door onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. Klachtenregeling

Overal waar gewerkt wordt, zijn wel eens misverstanden en worden af en toe fouten gemaakt. Dat is op onze school niet anders. Zit u iets dwars, heeft u het gevoel dat iets niet helemaal goed loopt of heeft u een klacht, dan kunt u dit altijd aan de school melden. Samen zoeken we dan naar een goede oplossing. Komen we er niet uit, dan bespreken we wie er ingeschakeld moet worden om het probleem wel op te kunnen lossen. Heeft u een probleem of klacht betreffende de situatie in een klas, neemt u dan in eerste instantie contact op met de leerkracht van uw kind. Samen wordt dan geprobeerd een goede oplossing te vinden. Als dit niet lukt, kunt u natuurlijk contact opnemen met de directeur. De school heeft een interne contactpersoon, mevrouw Gerda Blijsie. Zij kan u adviseren via welke weg u uw probleem of klacht het beste kan laten behandelen. Het kan zijn dat de behandeling van uw probleem of klacht niet tot een voor u bevredigende oplossing heeft geleid. Er zijn dan nog andere mogelijkheden om uw probleem of klacht te laten beoordelen. Het bestuur van onze school heeft een klachtenregeling vastgesteld. Deze regeling is bedoeld voor iedereen die rechtstreeks bij de school betrokken is (ouders en personeel). De tekst van de klachtenregeling kunt u vinden op de website van ons bestuur: www.ooijmond.nl. In de klachtenregeling is geregeld dat u de klacht, binnen een jaar na de bestreden gedraging of beslissing, kunt voorleggen aan het bestuur of aan de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. Meer informatie over klachten en de klachtencommissie treft u aan op de website: www.onderwijsgeschillen.nl. De Landelijke Klachtencommissie is als volgt te bereiken: Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht telefoon: 030 - 2809590 Vertrouwenspersoon

Van groot belang is dat de regeling ook voorziet in het aanstellen van een onafhankelijk vertrouwenspersoon. Belangrijkste taak van de vertrouwenspersoon is na te gaan of door bemiddeling een oplossing in een (beginnend) conflict bereikt kan worden. Is de inschatting van de vertrouwenspersoon dat dit niet mogelijk is, dan verwijst zij u naar de mogelijkheden die er zijn om een formele klacht in te dienen. Het bestuur van onze school beschikt over twee vertrouwenspersonen:  Mevrouw Anne Visser is werkzaam geweest in het onderwijs en als onderwijsadviseur. Mevrouw Visser is telefonisch bereikbaar op nummer: 023 - 5284691 (bij voorkeur op maandag- en donderdagochtend).


33

 De heer Joop van Rijn is eveneens afkomstig uit het onderwijs, met een jarenlange ervaring als leerkracht en leidinggevende. De heer Van Rijn kunt u telefonisch bereiken op nummer: 0255 - 518206 (bij voorkeur op woensdag- en vrijdagochtend). Indien u behoefte heeft aan contact met een van beide vertrouwenspersonen, bent u daarbij uiteraard vrij in uw keuze.


34

12. Praktische punten van A – Z Excursies

De tijd van een leitje en een griffel is natuurlijk allang voorbij. Daar is echter meer voor teruggekomen dan alleen maar boeken, schriften en pennen. Waar leer je meer en leuker dan in de praktijk? Om die reden gaan groepen van tijd tot tijd op excursie. Een excursie is niet alleen een gezellig uitje; het heeft altijd te maken met zaken waar de kinderen op school mee bezig zijn (geweest). Binnen de begroting van de school is ruimte voor iedere groep om eenmaal per jaar op excursie te gaan (tot een bedrag van ongeveer € 3,00 per kind). Bij meerdere excursies in een schooljaar wordt soms een eigen bijdrage gevraagd die rechtstreeks aan de groepsleerkrachten dient te worden betaald. Facebook

Op onze Facebook pagina plaatsen wij berichtjes en foto's over het reilen en zeilen bij ons op school. U hoeft ons alleen maar "leuk" te vinden om in uw nieuwsoverzicht onze berichtjes te ontvangen. Feesten

Natuurlijk besteden wij aandacht aan het Sinterklaasfeest, Kerst en Pasen. De groepen 1 t/m 5 krijgen een cadeautje van de Sint. De kinderen van groep 6, 7 en 8 helpen de Sint door met het geld, dat zij (vanuit de ouderbijdrage) krijgen, voor een klasgenootje een cadeautje te kopen (met surprise en gedicht). Met Kerst wordt ’s avonds meestal een gezamenlijke maaltijd genuttigd. Het menu wordt in de klas samengesteld en de ouders kiezen een onderdeel hiervan om thuis te maken. Eens in de paar jaren organiseren we een gezellige kerstmarkt op het schoolplein. Rond Pasen hebben we een high-tea op school. De meeste leerkrachten vieren hun verjaardag in de groep. Kamp groep 8

Jaarlijks gaan de groepen 8 meerdere dagen op schoolreis; voor dit schoolkamp wordt een extra bijdrage van de ouders gevraagd. Kinderboekenweek

Ieder jaar besteden wij aandacht aan de Kinderboekenweek. Rond het landelijke thema worden in de klas en door de klassen heen allerlei activiteiten ontplooid. Natuurlijk worden ook de bekroonde boeken aangeschaft en wordt er extra aan boekpromotie gedaan. Kunsteducatie

Jaarlijks stelt de school een soort kunstmenu samen, samengesteld en ondersteund door ‘t Platform te Heemskerk. Het kunstmenu is ingedeeld in drie categorieën:  Categorie A: toneel-, muziek-, muziektheater- en dansvoorstellingen;  Categorie B: film, schrijvers, vertellers, projecten, workshops, museum en schouwburgbezoek;  Categorie C: kunstenaars in de klas vanuit verschillende kunstdisciplines. Door elk jaar uit een andere categorie een keuze te maken, komt het kind tijdens zijn/haar schoolloopbaan met elk onderdeel van de kunstzinnige vorming in aanraking. De komende jaren zal de cultuureducatie op onze school verder worden vormgegeven. Onze interne cultuurcoördinator Natasja Meijeringh is de collega die het beleid mede vorm geeft. Luizenbrigade

Iedere eerste woensdag na een vakantie van ten minste een week komt een groep ouders de kinderen controleren op hoofdluis. Vele scholen kennen inmiddels een luizenbrigade; deze groep ouders zorgt ervoor dat de hoofdluis op school niet de kop kan opsteken. Dankzij deze actieve ouders zijn we mogelijke besmettingen snel op het spoor en kan waar nodig de luis een kopje kleiner gemaakt worden. Worden er hoofdluizen in een groep gevonden dan krijgt de hele groep een briefje mee naar huis.


35

Wij volgen op school de adviezen op die vanuit de GGD gegeven worden. Het gebruik van een luizenzak is om deze reden niet meer verplicht. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar de website van de GGD: www.ggd.kennemerland.nl. Parkeren bij de school

Aan beide kanten van de Duitslandlaan (dit is de straat waar obbs tweespan staat) mogen auto’s niet stilstaan op het fietspad (de rode baan op de weg) en uiteraard ook niet op de rijbaan waar het andere verkeer rijdt. Dus ook niet bij de ingang voor de school!

Dit is de Luxemburglaan, in deze straat bevindt zich o.a. de ingang van de kleuters en van de peuterspeelzaal. Ook hier geldt een stopverbod.

Bij dit bord mag alleen geparkeerd worden op de daarvoor bestemde parkeervakken. N.B. De bus-bestuurder van de buitenschoolse opvang van Welschap heeft toestemming om te parkeren tegenover de kleuteringang.


36

Privacy

Op onze school worden voor onderwijskundige doeleinden binnen de school video en/of foto opnames gemaakt. Op onze website en in de schoolgids plaatsen wij foto’s van activiteiten die op school plaats vinden. Als u niet wilt dat er van uw kind opnames gemaakt worden, dient u dit door te geven aan de directie. Indien u bezwaar heeft tegen het plaatsen van foto- of filmmateriaal, kunt u dit kenbaar maken bij de directie. Wij zullen uw verzoek respecteren en geen materiaal op de website of in de schoolgids plaatsen. Schoolfotograaf

Ieder schooljaar komt de schoolfotograaf. Er wordt dan van ieder kind een portretfoto, een foto met eventuele broertjes/zusjes en een klassenfoto gemaakt. Uiteraard bent u niet verplicht deze foto’s af te nemen. De organisatie hiervan is in handen van de Ouderraad; nabestellingen verlopen rechtstreeks via een speciale website. Schoolmelk

Op school bestaat de mogelijkheid schoolmelk (volle melk, halfvolle melk, chocolademelk of drinkyoghurt) te drinken. Aan- en afmelden daarvoor gaat via de website: www.campinaopschool.nl. Na elke lange vakantie (ten minste 1 week) is er de eerste dagen geen schoolmelk; ook wordt na een wat kortere vakantie houdbare melk verstrekt. Schoolplein

Op het schoolplein is het regelmatig erg druk. Om ongelukken te voorkomen hebben we een aantal afspraken gemaakt. De kinderen kennen ze wel maar een heel belangrijke willen we hier toch wel even onder uw aandacht brengen. In het belang van ieders veiligheid mag op het schoolplein niet gefietst worden. Dit geldt overigens ook voor de voetpaden rondom de school. Volwassenen vervullen hierbij een belangrijke voorbeeldfunctie! Voor de ouders zijn buiten het schoolhek extra fietsenstallingen gemaakt. Uit onderzoek is gebleken dat kinderen het beste de verkeersregels leren door te voet naar school te gaan. Bovendien is dat weer bevorderlijk voor het gezond bewegen. Honden mogen op het schoolplein niet alleen achtergelaten worden(ook niet aangelijnd). Daarnaast mogen honden alleen het schoolplein betreden als zij kort aangelijnd zijn. Schoolreisje

De groepen die niet op schoolkamp gaan, gaan er één dag op uit. Voor dit schoolreisje (ca. € 25,00 per kind) is binnen de schoolbegroting geen ruimte. Wij vragen de ouders deze extra bijdrage apart te voldoen. Aan het begin van het jaar ontvangt u van ons een verzoek om een automatische incasso te ondertekenen. De ouderbijdrage en de bijdrage voor het schoolreisje zullen in twee termijnen worden afgeschreven. Schooltelevisie

Een andere manier om de wereld in school te halen is de schooltelevisie. Ieder jaar is er een groot aanbod van boeiende en leerzame schooltelevisieprogramma’s. Per bouw wordt jaarlijks een keuze gemaakt uit een serie die past bij het programma van de groep. Schooltuin

Achter ons gebouw ligt de schooltuin. Samen met een enthousiaste tuinouder en opa wordt onze schooltuin prima onderhouden door de kinderen van groep 6.


37

Sportactiviteiten

Onze school doet graag mee met allerlei sportactiviteiten die in de gemeente worden georganiseerd, zoals de voetbal- en handbaltoernooien. Ieder jaar verzorgt de Ouderraad de organisatie van de avondvierdaagse voor onze school. Om de diverse activiteiten te coördineren, kennen we op onze school een sportcommissie, waarin ouders en leerkrachten zitting hebben. We zijn hiervoor altijd op zoek naar enthousiaste ouders!

Tussenschoolse opvang

De kinderen kunnen bij obbs tweespan overblijven. De school stelt de ruimte daarvoor beschikbaar, maar de organisatie van het overblijven berust bij de overblijfkrachten. Er zijn vaste opgeleide TSOmedewerkers, die het overblijven begeleiden. Een goede kwaliteit van de tussenschoolse opvang vinden wij belangrijk. De TSO-medewerkers zorgen ervoor dat de kinderen samen eten en zien erop toe dat de tijd die er overblijft op een verantwoorde wijze en onder toezicht in school of op het schoolplein wordt doorgebracht. Vaak is er ook tijd om nog wat extra’s te doen, zoals spelletjes of knutselen en tekenen. Per keer wordt er voor elk kind een geringe bijdrage van € 2,00 gevraagd. Daarvan krijgen de TSOmedewerkers een vergoeding en er wordt speel- en/of knutselmateriaal voor de overblijfkinderen aangeschaft. Tevens volgen de TSO-medewerkers cursussen. Wij hebben het voornemen om de TSO met ingang van 1 januari 2015 onder te brengen bij Welschap Heemskerk. Een aantal van onze vaste trouwe medewerkers gaat ons dan verlaten i.v.m. pensionering. Uitgebreide informatie over het overblijven is te vinden in het afzonderlijke informatieboekje van de TSO of op onze website: www.tweespan.net. U kunt de TSO-coördinator bereiken via: [email protected]. Voor alle kinderen en begeleiders is er door de Ouderraad een ongevallenverzekering afgesloten. Het bestuur heeft voor alle begeleidende ouders een WA-verzekering afgesloten. Let wel: deze verzekeringen zijn aanvullend. U dient zelf ook dit soort verzekeringen af te sluiten.


38

Twitter

Wekelijks plaatsen wij een ‘tweet’. Wilt u ons volgen?

Verjaardagen

Het is gebruikelijk dat de kinderen, als zij jarig zijn, hun klasgenootjes trakteren. Ook mogen zij de andere groepen langs om de leerkrachten even te bezoeken en hun felicitaties in ontvangst te nemen. Wij stellen het op prijs als u uw kind gezonde traktaties laat uitdelen. Verkeersouder

Bij ons op school is een verkeersouder actief. De verkeersouder werkt aan een verkeersveilige schoolen woonomgeving voor alle kinderen. Voor het schooljaar 2014-2015 zijn wij nog zoek naar een nieuwe ouder. Wat doet een verkeersouder precies? Een verkeersouder:  is contactpersoon voor ouders, school, gemeente en politie;  praat mee binnen de school en gemeente over verbeteringen van de verkeersveiligheid;  betrekt ouders bij het verbeteren van verkeersveiligheid van kinderen;  maakt zich sterk voor goed verkeersonderwijs;  maakt zich sterk voor veilige schoolroutes;  organiseert in samenwerking met de Ouderraad verkeersacties en evenementen. Verzekering

Bij ongevallen op school wordt u als ouders direct in kennis gesteld van het ongeval. Eventuele onkosten moet u eerst via uw eigen verzekering declareren. Bij een niet volledige uitbetaling kan een beroep op de schoolverzekering worden gedaan. Voor- en naschoolse opvang Er is in het gebouw een mogelijkheid om gebruik te maken van voor- en naschoolse opvang. Dit wordt gerealiseerd door de Stichting Welschap Kinderopvang te Heemskerk. Voor aanmeldingen kunt u contact opnemen met 0251- 245464. De link naar de website vindt u op onze site: www.tweespan.net.


39

Website

Op onze website staat alle informatie over onze school. Ook plaatsen wij regelmatig foto’s van evenementen op de site. Iedere groep beschikt over een eigen groepspagina, welke zij zelf onderhouden. Met ingang van het nieuwe schooljaar stappen wij af van de veiligheidscode om ons fotoalbum te bezoeken. Met het gebruik van Facebook, Twitter en alle andere vormen van nieuwe media worden foto's steeds vaker gedeeld. Wij houden vanzelfsprekend rekening met de privacywetgeving en zullen ook altijd zeer zorgvuldig afweging welke foto's geplaatst worden. Ouders hebben altijd het recht bij de directie aan te geven, wanneer zij bezwaar hebben tegen het plaatsen van foto's online.


40

13. Verklaring gebruikte afkortingen Het onderwijs staat bekend om het gebruik van veel afkortingen. U vindt ze ook in deze schoolgids. Hoewel de betekenis van de afkortingen steeds wordt vermeld, lijkt het ons niet overbodig om ze hier nog eens op een rijtje te zetten. ICT-er

Leerkracht die het gebruik van de computers in de school bevordert en organiseert. BAPO

Arbeidsduurverkorting voor leerkrachten vanaf 52 jaar. GMR

Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad; vertegenwoordiging van de medezeggenschapsraden van het openbaar onderwijs. Bespreekt met het bestuur het beleid, waar het alle scholen betreft. IB- er

Interne begeleider, gespecialiseerde leerkracht die zich bezighoudt met de leerlingenzorg. LOVS

Leerling Onderwijs Volg Systeem, halfjaarlijkse meting van de voortgang van de leerlingen. MR

Medezeggenschapsraad, vertegenwoordiging van ouders en leerkrachten waar het bestuur beleidsbeslissingen ter advisering of instemming aan voorlegt. MRT

Motorische Remedial Teaching, extra hulp op het gebied van de motorische ontwikkeling. OBD

Onderwijs Begeleidingsdienst, instelling die de school bij alle onderwijsvraagstukken van advies kan dienen. OR

Ouderraad, een groep ouders die zich inzet om tal van activiteiten voor de kinderen te ondersteunen/organiseren. PABO

Pedagogische Academie Basis Onderwijs, opleidingsschool voor leerkrachten. RT-er

Remedial Teacher, leerkracht die (individueel) leerlingen extra hulp geeft. SBO

Speciaal basisonderwijs, scholen die ingericht zijn om kinderen met leer- en/of opvoedingsproblemen, die niet meer in het basisonderwijs passen, op te vangen. GGD

Geneeskundige Gezondheidsdienst.


41

14. Vragen over onderwijs? Ondanks alle informatie in deze gids, kan het voorkomen dat u nog vragen heeft. Vragen over de school kunt u stellen aan één van de teamleden of aan de directie. Algemene vragen over onderwijs en vragen die u liever eerst met een onafhankelijk iemand wilt doorspreken, kunt u voorleggen bij 5010. 5010 Is de landelijke vraagbaak voor ouders over openbaar onderwijs. Telefonisch te bereiken op nummer 0800 - 5010 toets 4, op schooldagen tussen 10.00 uur en 15.00 uur. Of via de website: www.50tien.nl. Op deze site vindt u veel vragen en antwoorden en heeft u de gelegenheid om zelf een vraag te stellen die per e-mail wordt beantwoord.


42


43


44

Schoolgids

Recommend Documents