SCHOOLGIDS 2015 - 2016
2
Dijnselburgschool CHRISTELIJKE SCHOOL VOOR PRAKTIJKONDERWIJS
Bezoekadres :
Bergweg 97
Locatie Laan van Eikenstein 2
3707 AC Zeist
3705 AR Zeist
Telefoon :
030 - 6954617
030 - 694 04 20
E-Mail :
[email protected]
Website :
www.dijnselburgschool.nl
Bevoegd gezag :
Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs voor Zuidoost-Utrecht (CVO Groep)
Per adres: Graaf Adolflaan 4
Postbus 550
3700 AN Zeist
Telefoon : 0343 - 489911
Telefax : 0343 -489922
e-mail:
[email protected]
website : www.cvog.nl
Directie :
directeur dhr. A.A. Reinders MSc
teamleiders dhr. F. van Dijk, dhr. H van der Boorn
Bankrekening :
668480726
Dijnselburgschool voor Praktijkonderwijs
Bergweg 97
3707 AC Zeist
Onderwijsinspectie:
[email protected]
www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs:
0800 - 8051 (gratis)
Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld, discriminatie en extremisme: Meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900 - 1113111 (tijdens kantooruren en tegen lokaal tarief)
3
Inhoudsopgave De school
De school, niet zomaar één....
5
Onze manier van leren en begeleiden
7
De medewerkers van onze school
8
Interne Commissie leerlingenzorg
9
De leerling
4
Ontwikkeling van de leerling
11
De schooltijd
12
De stage
15
De mogelijkheden na de opleiding
18
Ouders en school
19
Dagelijkse praktijk Dagelijkse gang van zaken
21
Vakantierooster schooljaar 2015 - 2016
24
Veiligheid
25
Geldzaken
27
Structuur van de organisatie
30
De school Per 1 augustus 2015 fuseren Prakticum Praktijkonderwijs en de Dijnselburgschool voor Praktijkonderwijs tot een krachtige school voor praktijkonderwijs in Zeist. Dit praktijkonderwijs realiseren we op twee locaties: de hoofdvestiging aan de Bergweg, waar we de leerjaren 1 en 2 welkom heten en een tweede locatie aan de Laan van Eikestein voor de overige leerlingen. De locatie aan de Laan van Eikestein verlaten we waarschijnlijk aan het eind van dit cursusjaar om dan met de bovenbouw naar een aparte vleugel aan de Graaf Adolflaan te verhuizen. Daar wordt al door het CCZ vmbo onderwijs verzorgd. Praktijkruimtes aldaar zijn dan aangepast om onze leerlingen voor te bereiden richting arbeidsmarkt, maar ook om door te leren in een Entree-opleidingen in samenwerking met het MBO. Vooruitlopend op de verhuizing naar de Graaf Adolflaan wordt daar dit schooljaar al arbeidstraining gegeven aan een deel van de leerlingen in het derde jaar. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door een Europese subsidie waardoor een apart leerwerkplaatslokaal ingericht kan worden. Door de fusie wordt het onderwijsaanbod vergroot en kunnen we ook branchegerichte opleidingen blijven verzorgen. Met in totaal zo’n 210 leerlingen is kleinschaligheid gewaarborgd. Dit schooljaar is voor ons een jaar van verandering met nieuwe kansen. Nieuwe kansen ook in samenwerking met andere partijen voor leren buiten school. Een jaar ook waarin we elkaar leren kennen door ontmoeting. Een proces waar we u van harte bij uitnodigen. Kom langs op een van onze open dagen en praat met elkaar en met ons. Immers: , de basis voor onze aanpak blijft de driehoek : leerling-ouder-school. Raadpleeg onze website om ons actueel te volgen en te lezen wat we doen. Ik wens u en onze collega’s veel energie en plezier om met onze nieuwe school, waar binnenkort het bestuur ook een nieuwe naam voor bekend zal maken, succesvol te blijven voor onze leerlingen van het praktijkonderwijs. Mocht u vragen hebben, aarzelt u dan niet contact op te nemen met een van de teamleiders, zij zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken. Namens het managementteam, Bert Reinders MSc Bovenschools directeur Dijnselburgschool/Prakticum 06-14514770
5
6
Onze manier van leren en begeleiden Onze school is een school voor praktijkonderwijs. Het doel van ons onderwijs is om leerlingen zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren. Ze moeten zich goed kunnen redden in het dagelijkse leven, op school, thuis, bij de stage, in hun vrije tijd en op het werk. Leerlingen leren bij ons door praktisch bezig te zijn. Als onze leerlingen een opdracht moeten uitvoeren of iets nieuws moeten leren, weten ze vaak niet goed hoe ze moeten beginnen. Daarom laten wij de leerlingen ‘leren door te doen’. Die manier van leren helpt hen om beter zelfstandig te kunnen werken en zich te kunnen redden op een stage- of werkplek.
Precies de begeleiding die nodig is Wij zorgen ervoor dat de leerling de begeleiding krijgt die hij nodig heeft. Elke leerling heeft een eigen mentor. De mentor is een docent die hem begeleidt tijdens het schooljaar. Mentor en leerling bespreken regelmatig hoe het gaat. Als de leerling tussendoor ergens over wil praten, kan hij naar zijn mentor. Ook de ouders kunnen bij de mentor terecht als ze vragen hebben over hoe het met hun kind gaat. Leerlingen werken in kleine klassen. Ze krijgen daardoor veel aandacht van de docent. In elke klas worden duidelijke afspraken gemaakt over wat ze wel en niet mogen, zodat de leerlingen rustig kunnen werken.
7
De medewerkers van onze school In onderstaand schema worden alle medewerkers bij naam en functie genoemd.
Directie Dhr. A.A. Reinders
directeur
Les- vakondersteuners
Dhr. H.A.M. van der Boorn
teamleider
Mw. J. Boelhouder
Dhr. F. van Dijk
teamleider
Dhr. R. Gaasbeek
Docenten
8
Mw. C. Alberts
Dhr. J. Klarenbeek Mw. N. Pluim
Dhr. C. Boom
Mw. M. Bloemer
Mw. E. Cnossen
Dhr. J. Posthouwer
Dhr. A. Gilijamse
Dhr. J. Schuilenburg
Mw. Hartman
Dhr. A. Zandstra
Dhr. J. Heuver
Dhr. R. ter Horst Dhr. T. Jacobs
Zorgteam
Mw. C. van Eijden
orthopedagoog
Dhr. P. Kokje
Mw. P. van Ettinger
maatschappelijk werkende
Mw. F. Kramer
Mw. J. Hartman
zorgcoördinator
Dhr. T König
Mw. I. van der Most orthopedagoog/
Mw. S. Kuhne
zorgcoördinator
Mw. J. van Lierop Dhr. R. van der Linden Dhr. J. Meems
Ondersteunend personeel Dhr. S. Erzengin
conciërge
Mw. C. Muntinga
Mw. L. de Rooij
administratie
Dhr. R. van der Riet
Mw. J. van Woudenbergh directiesecretaresse/
Dhr. K. van Rootselaar Mw. J. Slots Mw. L. Spek Dhr. L. Seuntjes Dhr. L. de Vries
administratie
Interne Commissie leerlingenzorg De interne commissie leerlingenzorg (ICL) wordt door mentoren geconsulteerd wanneer hij of zij zich zorgen maakt over de ontwikkeling van een leerling. De ICL bestaat uit de twee zorgcoördinatoren, twee orthopedagogen en een schoolmaatschappelijk werkende. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor het organiseren en coördineren van de zorg rondom leerlingen die extra zorg behoeven. De orthopedagoog richt zich zowel op het psychologische/didactische vlak (intelligentieonderzoek, onderzoek en advisering op het gebied van leerinhouden) als op het sociaal-emotionele vlak (hoe voelt een leerling zich en hoe kan hij/zij beter functioneren). De schoolmaatschappelijk werker richt zich met name op eventuele problemen, waarbij thuisaspecten een rol spelen. Zij heeft een belangrijke taak bij de begeleiding van de ouders/verzorgers van de leerlingen en het doorverwijzen naar instanties zoals MEE of Bureau Jeugdzorg. Zorg Advies Team Het zorg advies team (ZAT) bestaat uit vertegenwoordigers van de ICL, leerplicht, GGD, Bureau Jeugdzorg en de wijkagent. Het team bespreekt probleemsituaties met als doel te komen tot doorverwijzing. De zorgcoördinator is voorzitter van het ZAT team.
9
10
De leerling Ontwikkeling van de leerling Van iedere leerling wordt bijgehouden hoe hij zich ontwikkelt tijdens de schoolperiode. Vanzelfsprekend houdt de school dat bij, maar ook de ouders en de leerling hebben daarin een belangrijke rol. We kunnen daardoor op tijd bepalen of er iets extra’s nodig is voor de leerling. Voor de hele groep: het groepsplan Iedere groep krijgt ieder jaar een eigen groepsplan. In dat plan staat welke lesstof de groep dat jaar krijgt aangeboden. Die lesstof is de basis voor alle leerlingen in die groep. Het kan zijn dat de basislesstof niet precies past bij de leerling. We bepalen daarom voor iedere leerling apart of er aangepaste lesstof nodig is. Ook bekijken we of er extra zorg nodig is en welke aandachtspunten er zijn. Die zorg en aandachtspunten nemen we op in het OPP. IOP De leerlingen, in afstemming met hun ouders, vullen zelf voor een deel in hoe hun leerroute verloopt binnen de school. De kansen van de leerling zijn het uitgangspunt voor het vaststellen van deze route. Door middel van coachgesprekken en het maken van een IOP (individueel ontwikkelingsplan) wordt de route vorm gegeven. In eerste instantie is de interactie nog vrij gesloten, maar later in de schoolloopbaan is er steeds meer ruimte voor de specifieke wensen van de leerling. LVF/OPP In school is een Leerling Volg Formulier ontwikkeld. Hierin wordt elk jaar bijgehouden hoe de ontwikkeling is van de leerling, op sociaal emotioneel gebied, de didactisch ontwikkeling en wat betreft praktijk en stage. In dit formulier worden ook de uitzonderingen op het basisprogramma genoteerd. Met dit formulier wordt de hele schoolloopbaan in een doorlopende lijn zichtbaar. Door de ontwikkelingen op passend onderwijs hebben de eerste jaars leerlingen een OPP. Deze zal de komende jaren gefaseerd geïmplementeerd worden. De leerling werkt dagelijks aan zijn portfolio. Het portfolio is een map met daarin alle opdrachten die de leerling heeft uitgevoerd en waar hij nog aan werkt. Telkens als de leerling een opdracht heeft uitgevoerd, bespreekt hij met zijn mentor aan welke opdrachten hij daarna gaat werken. Of aan welke afspraken hij zich gaat houden. Zo vult hij zijn eigen portfolio steeds aan en kan hij zijn eigen ontwikkeling zien. Het portfolio is een belangrijk product dat hij zijn hele schooltijd bijhoudt.
11
Bijhouden van ontwikkelingen Gedurende het jaar zijn er verschillende momenten en manieren waarop de ontwikkeling van de leerling wordt besproken en bijgehouden: - Rapport- en voortgangsbespreking. Twee keer per jaar krijgt de leerling een rapport. Het rapport beschrijft het niveau van de leerling: zijn vaardigheden, inzet, motivatie, werkhouding en manier van samenwerken. Ieder rapport wordt besproken met de ouders, ook als het goed gaat met de leerling. - Leerlingbespreking. Twee keer per jaar bespreekt het docententeam de ontwikkeling van de leerlingen. Ook de mening van andere deskundigen wordt daarin meegenomen, zoals van de orthopedagoog, stagedocent, teamleider en schoolmaatschappelijk werker. - Leerlingvolgsysteem. Dit is het systeem waarin alle gegevens over de ontwikkeling van de leerling zijn vastgelegd.
De schooltijd Het doel van de opleiding is dat leerlingen zich zelfstandig kunnen redden. Wij passen de lesstof en begeleiding aan op 12
wat ze nodig hebben. Ook de periode dat ze op onze school zitten, kan daardoor verschillen. Meestal duurt de schoolperiode vier tot zes jaar. Het eerste en tweede jaar zijn de onderbouw. De leerlingen zijn de hele week op school en krijgen afwisselend theorie- en praktijkvakken. Vanaf het derde jaar zitten ze in de bovenbouw. Dan krijgen ze vooral praktijkvakken. Ze zijn dan ook minder op school omdat ze stage lopen (meer over de stage: zie p. 15). In vogelvlucht Hieronder leest u kort hoe de leerling zijn schoolperiode doorloopt en wat er in een jaar belangrijk is. We nemen hier een schoolperiode van vijf jaar, maar dat kan per leerling verschillen. Eerste jaar In het eerste jaar moeten de leerlingen erg wennen. Het is een nieuwe omgeving voor ze. We letten erop dat de leerlingen zich veilig gaan voelen in de groep. Ze leren dit jaar vooral theorie. Dat is de basis om de lesstof van de komende jaren goed aan te kunnen. Tweede jaar In dit jaar krijgen de leerlingen meer praktijk en worden ze voorbereid op de stages. De stage is een nieuwe stap die veel vraagt van de leerling. We nemen dan ook veel tijd om ze daar goed op voor te bereiden. Bijvoorbeeld door ze in de school al stages te laten lopen.
Derde jaar In dit jaar kunnen de leerlingen kiezen welke richting ze op willen in hun opleiding. De meeste leerlingen beginnen dit jaar hun eerste stage bij een bedrijf of instelling. Daar ontdekken ze wat er nodig is om hun werk goed te kunnen doen. Het soort stage en het aantal dagen per week is afhankelijk van wat bij de leerling op dat moment past. Voor sommige leerlingen is de stap naar stage op een werkplek nog te groot. Zij volgen dan een eigen traject. De dagen dat ze geen stage lopen, gaan de leerlingen naar school. Ze volgen vooral praktijkvakken in de richting die ze op willen. Vierde jaar Meer stages voor de leerling. Ze moeten op de stage kunnen laten zien dat ze zelfstandig opdrachten kunnen uitvoeren. Ook in dit jaar kunnen leerlingen een richting kiezen die ze graag op willen. En ook in dit jaar geldt dat de stage zelf en het aantal dagen dat ze stage lopen past bij wat ze op dat moment nodig hebben. Vijfde jaar In dit jaar bereiden we de leerling voor op de periode na school en starten we met het eindtraject. In dat traject begeleidt de stagecoördinator de leerling naar een volgende stap. Dit kan werk zijn of een vervolgopleiding. School verlaten Als de leerling de hele opleiding goed doorlopen heeft, verlaat hij de school en krijgt hij een getuigschrift. Wat de leerling daarna gaat doen, hangt af van de persoonlijke situatie. Op pagina 18 leest u meer over de mogelijkheden na de opleiding. Theorie, praktijk en vrije tijd Op onze school krijgen de leerlingen vooral praktijkvakken. Dat is in de eerste twee jaar bijvoorbeeld: koken, (fiets)techniek, tuin, en verzorging. In de laatste jaren is dat bijvoorbeeld: groen, houtbewerking, fietstechniek, schoonmaak in de groothuishouding, horeca, branchegerichte cursussen, detailhandel, arbeidstraining, textiele werkvormen en ICT Naast de praktische vakken krijgen de leerlingen theorievakken, zoals rekenen/wiskunde, Nederlandse en Engelse taal, Cultuur en Maatschappij/wereldoriëntatie, Praktijk en loopbaan en Persoonlijke verzorging. Wat de leerlingen in de theorievakken leren, kunnen ze meteen gebruiken in de praktijk. Door bijvoorbeeld te leren hoe ze om moeten gaan met geld, leren ze automatisch rekenen. De theorievakken zijn dus vooral praktisch opgezet. Dan krijgen de leerlingen nog vakken als tekenen, handvaardigheid en expressie. In die vakken kunnen ze hun creativiteit kwijt. Wij vinden deze vakken erg belangrijk voor de leerlingen. Door de creatieve vakken ontdekken ze wat ze in hun vrije tijd graag doen. Dat helpt ze om ook de tijd buiten school op een prettige manier in te vullen. Vanzelfsprekend hebben de leerlingen elke week gymnastiek.
13
Extra handen in de klas Bij een aantal vakken, zoals elektrotechniek, houtbewerking of techniek, maken we dankbaar gebruik van de hulp van vrijwilligers. Zij zijn de extra handen in de klas en zijn met hun kennis en vakmanschap een aanvulling voor de leerlingen. Entree-opleiding (voorheen AKA opleiding) Bij ons is het mogelijk om een Entree-opleiding te volgen. De profielen voor de Entree-opleiding worden op dit moment vastgesteld. Wij blijven het komende jaar de Entree-opleiding aanbieden. Dit is een brede opleiding waarmee je een MBO-diploma op niveau 1 kunt halen. Deze opleiding verzorgen we in samenwerking met het MBO Amersfoort, bij ons op school. Of een leerling deze opleiding gaat volgen hangt af van de mogelijkheden van de leerling. De entree opleiding is een opleiding die maximaal twee jaar duurt en opleidt naar niveau 2. Voor niveau 2 is de eis dat de opleiding wordt afgesloten op niveau 2F voor rekenen en taal, voor de meeste leerlingen van het praktijkonderwijs is dit niet haalbaar. Zij kunnen dan uitstromen op niveau 1, richting arbeid. Iemand kan éénmaal een entree opleiding doen. Binnen vier maanden wordt een bindend studieadvies gegeven. Wij blijven leerlingen de kans bieden door te stromen naar het MBO. Dit doen we door een theoretische leerroute aan te bieden. Dit kan een voorbereiding zijn op de Entreeopleiding 14
of de Entreeopleiding zelf. In overleg met ouders en leerling wordt bepaald of dit een geschikte leerroute is en hoe deze gaat verlopen. Extra activiteiten en excursies Ieder jaar zijn er extra groepsactiviteiten. Deze maken deel uit van het onderwijsprogramma en helpen de leerling bij zijn ontwikkeling. Ook helpen de groepsactiviteiten om van de klas een groep te maken. Het is dan ook belangrijk dat uw kind meedoet aan de groepsactiviteiten. Naast de groepsactiviteiten zijn er excursies. We proberen in ieder geval excursies te organiseren voor CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming), Wereldoriëntatie, Arbeidsvoorbereiding en Maatschappelijke vorming. Welke activiteiten er precies zijn, krijgt u gedurende het jaar te horen. U krijgt ruim van tevoren bericht daarover.
De stage De stage is een belangrijke periode voor de leerling. Ze leren er hoe het er op het werk aan toe gaat. In het tweede jaar beginnen de stages binnen de school: de interne stage. De interne stage is bedoeld om leerlingen voor te bereiden op de externe stage. Taken die daarbij horen zijn koffie en thee verzorgen, kamerplantverzorging en kantinedienst. Leerlingen leren tijdens de stage bijvoorbeeld op tijd komen, zelf opdrachten uitvoeren en samenwerken met andere leerlingen en docenten. Het derde jaar is een overgangsjaar waarin geoefend wordt met arbeidstraining in aanloop naar een stage. Vanaf het vierde jaar lopen de leerlingen stage bij een bedrijf of instantie. Dat is de externe stage. Een leerling heeft elk jaar meerdere adressen waar hij stage loopt. Wanneer begint de stage? Het hangt van de leerling af wanneer hij stage gaat lopen bij een bedrijf. Meestal is dat als ze 15 jaar zijn. De stages zijn van september tot en met februari en van februari tot en met de zomervakantie. Soms is de stage in een andere periode. Dat wordt altijd goed overlegd met de leerling, de ouders en het bedrijf. Waar lopen de leerlingen stage? De stages zijn bij bedrijven of instanties in de regio. Bijvoorbeeld een zorgcentrum, supermarkt, in de detailhandel, hout- en metaalverwerkende bedrijven, tuincentra of horeca. De stageplek kan dus buiten de woonplaats zijn. Dat is belangrijk voor de leerling, omdat ze zo ook leren te reizen van en naar hun werk. Hoe worden de leerlingen begeleid? De stage is een grote stap voor de leerling. We bereiden ze daarom rustig en voorzichtig voor op de stage. We houden zoveel mogelijk rekening met wat de leerling zelf wil en kan, zodat de kans groter is dat hij zich zelfstandig kan redden. De leerling krijgt twee begeleiders: een stagebegeleider van het bedrijf en een stagedocent van de school. De stagebegeleider van het bedrijf zorgt ervoor dat de leerling zich thuis voelt binnen het bedrijf. Hij legt uit hoe alles werkt, vertelt wat de regels zijn en geeft de opdrachten. De stagedocent begeleidt de leerling tijdens de stage. Elke vier weken bezoekt hij het bedrijf en bespreekt hij hoe het gaat.
15
Arbeidstraining Leerlingen in de bovenbouw die nog geen stage lopen, volgen arbeidstraining onder begeleiding bij bedrijven buiten de school. Er wordt werk gedaan op het gebied van groenvoorziening, productiewerk en facilitaire diensten. Doel is om de leerling te trainen op een aantal praktische vaardigheden die in het werk belangrijk zijn, zoals werkdruk, tempo, werkverzorging, zelfstandig werken en samenwerken. Bij het doen van hun werk leren ze ook theorie, zoals Nederlands, rekenen en wiskunde. Goed om te weten - Voor de stage wordt een contract getekend. Daarin staan de afspraken die het bedrijf, de school en de leerling met elkaar maken. Ook de ouders tekenen dit contract. - Leerlingen zijn tijdens de uren dat ze stage lopen verzekerd voor eventuele schade. Op pagina 34 leest u hier meer over. - Leerlingen krijgen alle informatie over de stage op school. Voor de ouders van leerlingen die stage gaan lopen, is er altijd een informatie- avond. 16
Welke stages zijn er? Er zijn veel verschillende stageplekken mogelijk. Hieronder staan enkele voorbeelden: - Zorgcentra - Keukens van zorgcentra - Detailhandel - Supermarkten - Ziekenhuizen - (Kinder)boerderijen - Hout- en metaalverwerkende bedrijven - Peuterspeelzalen en kinderdagverblijven - Drukkerijen - Tuincentra - Hoveniersbedrijven - Horecabedrijven
Waar kwamen onze leerlingen terecht? Uitstroomgegevens 2013/2014
Uitstroomgegevens 2014-2015
(alleen Dijnselburgschool)
(totaal van beide praktijkscholen)
Werk (2)
Werk (7)
Werken onder begeleiding (3)
Werken onder begeleiding (1)
Werken en leren (MBO-BBL) (5)
Werken en Leren (MBO-BBL) (5)
Leren (MBO-BOL) (4)
Leren (MBO-BOL) (16)
ZMOK (0) Dagbesteding (3)
Dagbesteding (3)
Verhuizing (4)
Verhuizing (3)
Overig (2)
Overig (1)
17
De mogelijkheden na de opleiding Als alle jaren zijn doorlopen en met succes afgerond, dan krijgt de leerling zijn getuigschrift. Dit is het bewijs dat de leerling klaar is om de volgende stap te maken. Ons doel is om leerlingen zoveel mogelijk te begeleiden naar werk, een vervolgopleiding of een andere vorm van dagbesteding. Wat de leerling na de schoolperiode gaat doen, is afhankelijk van zijn persoonlijke situatie. Er zijn verschillende mogelijkheden: - werken bij een bedrijf of instantie; - werken bij een bedrijf of instantie met een leerovereenkomst en een traject dat de leerling begeleidt naar werk (een zogenoemde beroepsbegeleidende leerweg (BBL)); - werken onder begeleiding of als dagbesteding; - een Entree opleiding bij een MBO Extra begeleiding na verlaten van school 18
De stap van school naar werk of opleiding is voor veel leerlingen een grote stap. We kijken daarom goed naar wat de beste oplossing is voor een leerling. Als het nodig is, bieden wij de leerling na zijn schooltijd extra begeleiding. Dit heet de nazorg. De nazorg duurt minimaal een jaar. Als het nodig is, kan de school ook daarna nog nazorg bieden. Als een leerling van school gaat en intensieve begeleiding nodig heeft, is er de job coach. De job coach traint de leerling voor de werkplek waar hij naartoe wil en houdt regelmatig contact.
Ouders en school Samenwerkingsverbanden en scholen ontwikkelen diverse onderwijsarrangementen en voorzieningen om alle leerlingen in de regio een passend onderwijsprogramma te kunnen bieden. Elke school heeft daarnaast een schoolondersteuningsprofiel opgesteld waarin de school aangeeft op welk gebied de school een leerling met een zorgvraag kan ondersteunen. Het schoolondersteuningsprofiel is te vinden op de website van de school. Als een leerling met een zorgvraag zich aanmeldt op een school dan kijkt de school of deze leerling op de school van aanmelding geplaatst kan worden. Is dat niet het geval, bijvoorbeeld omdat het schoolondersteuningsprofiel niet past bij de zorgvraag, dan zoekt de school van aanmelding in overleg met de ouders en het samenwerkingsverband een andere school. Wordt de leerling geplaatst dan stelt de school samen met ouders en leerling een OPP op. Het samenwerkingsverband waar de Dijnselburgschool en Prakticum onder valt is het Samenwerkingsverband Zuidoost Utrecht. Informatie over dit samenwerkingsverband is te vinden op (www.swv-vo-zou.nl). Informatie over passend onderwijs in het algemeen is te vinden op www.passendonderwijs.nl. Informatie en gesprekken We vinden het belangrijk om de ouders van onze leerlingen te betrekken bij de school. We hebben dan ook een aantal momenten waarop wij informatie met u uitwisselen. - Voor nieuwe leerlingen en hun ouders is er een open dag. Daarnaast zijn alle ouders van de leerlingen welkom op een kennismakings- of informatieavond. Die avonden zijn in september of oktober. - Twee keer per jaar bespreekt de mentor van uw kind het rapport met u tijdens een 10-minutengesprek. Vanaf schooljaar 2014-2015 zijn wij wettelijk verplicht om in het eerste jaar te starten met een OPP (ontwikkelperspectief). Rond de herfstvakantie vinden daarvoor de gesprekken plaats in het 1e jaar met leerlingen en ouders. In de onderbouw leggen de mentor en/of de schoolmaatschappelijk werker huisbezoeken af. In de bovenbouw kan dat een huisbezoek zijn of een gesprek op school.- Gedurende het jaar krijgt u informatie over school, stage, werk, personeel, schoolkamp en bijzondere gebeurtenissen.- Uitnodiging voor ouders van leerlingen die het getuigschrift praktijk- onderwijs en/of AKA-diploma hebben gehaald en afscheid nemen van school. Vragen en klachten Heeft u vragen over de gang van zaken op school? Of bent u het niet eens met een beslissing of keuze die wij gemaakt hebben? Neemt u dan contact met ons op. Wij willen er graag met u uit komen. Wij hebben een klachtenregeling, die u kunt opvragen op school.
19
Dagelijkse praktijk Dagelijkse gang van zaken Schooltijden, pauzes en roosters Wij geven lessen direct na elkaar. Er zijn geen tussenuren. We hebben korte pauzes zodat de meeste leerlingen op school blijven. De lestijden zijn elke dag van 8:30 tot 15:30 uur. Er zijn elke dag drie pauzes: - 1e pauze 10:00 - 10:15 uur - 2e pauze 11:45 - 12:15 uur - 3e pauze 13:45 - 14:00 uur
20
In de 1e en 3e pauze moeten de leerlingen in de kantine of op het schoolplein blijven. In de 2e pauze mogen alleen de bovenbouwleerlingen (3e jaar en hoger) van het plein af. 8:30 en 15:30 uur zijn de uiterste lestijden. Elke klas krijgt aan het begin van het jaar een eigen lesrooster waarop de vakken, de docenten, de lokalen en de begin- en eindtijden staan. Als een docent ziek is, proberen we een oplossing te vinden en de leerlingen op te vangen zonder tussenuren. Als dit niet lukt, krijgen de leerlingen een briefje mee waarop staat waarom zij ‘roostervrij’ zijn.
Lessentabel 2015-2016 KLASSEN
1
2
3A
3B
3/4
4
5/6
ENTREE
AKA
PLUS KLAS
Nederlands
5
5
5
5
4
3
3
4
4
5
Rekenen
5
5
4
4
3
3
3
4
4
5
Engels
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Cuma
2
2
Sova
1
1
2 1
1
1
Burgerschap
1 1
1 1
ICT
1
1
1
1
1
1
Gym
4
2
2
2
2
2
1
1
1
1
Stageles
1
1
2
2
1
1
1
Mentoruur/IOP/coaching
1
1
1
1
1
1
1
totaal theorie
22
20
17
17
15
13
11
4
4
6
6
Zorg &Welzijn
2 2
vrije tijd
Praktijk
2
2 1 11
11
20
2
2
2
2
2
2
Techniek (fiets)
2
2
2
Textiel/ tekenen
2
2
2
Groen
2
2
2
2
2
Detailhandel koken horeca
int stage Groepsstage
6
stage
14
14
16
24
24
24
Arbeidstraining
2
2
totaal praktijk
12
14
18
18
20
22
24
24
24
14
totaal lesuren/week
34
34
35
35
35
35
35
35
35
34
8
2
21
Onze regels We willen ervoor zorgen dat de leerlingen een prettige tijd hebben op onze school. Duidelijke afspraken helpen om dat voor elkaar te krijgen. Zeker aan het begin van het nieuwe schooljaar letten we daar extra op. Dan bespreken we met alle leerlingen welke regels er gelden in de school en in de klas. Tijdens pauzes letten teamleden erop dat de sfeer in de school en op het schoolplein prettig blijft. Onze schoolregels: - Accepteer elkaar zoals je bent. - Geen agressie of geweld of seksuele intimidatie. - We pesten niet, ook niet via sociale media. - Respecteer de eigendommen van een ander. De afspraken die we met de leerlingen maken: - De mobiele telefoon wordt voor aanvang van de les in een kluisje gedaan. - Alleen in de pauze of na schooltijd mag de telefoon gebruikt worden. 22
- Muziek luister je zo dat niemand er last van heeft. - De fotofunctie van je mobiel gebruik je niet. - In het gebouw draag je geen pet. - Eten doe je in de pauze: in je lokaal of in de kantine. - Alcohol en drugs zijn op school niet toegestaan. - Roken op school en buiten op het schoolplein is niet toegestaan. - Energie dranken en energie snoepjes zijn op school niet toegestaan. - Bij slecht weer mag je voor het begin van de lessen naar binnen. - Pauze houden doe je op het plein. - Wanneer je lesdag voorbij is verlaat je het schoolgebouw en het schoolplein. Kleding Omdat er elke dag praktijkvakken zijn, vinden wij het belangrijk dat de leerlingen zich zo praktisch mogelijk kleden. In de onderbouw wordt door de school voorzien in werkkleding. Hiervoor vragen wij een vergoeding voor aanschaf en onderhoud. In de bovenbouw kiezen de leerlingen zelf voor een praktijkvak. De school schaft de kleding aan, de ouders krijgen hiervoor een factuur.
Voor de veiligheid letten wij erop dat leerlingen geen uitgaanskleding, hoge hakken, teenslippers of sieraden dragen. Ook mag het haar niet los hangen. Daarnaast is het belangrijk dat leerlingen eraan wennen dat ze zich fatsoenlijk kleden. Wij leiden op voor stages in het bedrijfsleven. Kleding / make up mag daarom niet aanstoot- of onrustgevend zijn; niet op school en niet op de stage. Het is verboden om op school een gezichtsbedekkende sluier te dragen, zoals de chador, burqua of nikaab. Voor onze medewerkers is het belangrijk om de gezichten van de leerlingen te kunnen zien, zodat duidelijk wordt of de boodschap overkomt en de leerling begrijpt wat er gezegd wordt. De school heeft zelf werkkleding en beschermers. Voor praktijkvakken als techniek, tuinonderhoud, koken en verzorging is het belangrijk dat de leerlingen deze dragen. De docenten geven aan welke kleding en bescherming de leerlingen moeten gebruiken. Leerlingen moeten deze aanwijzingen opvolgen, zodat iedereen veilig kan werken. Kluisjes Leerlingen kunnen een kluisje krijgen om hun spullen in te doen. We raden het erg aan om een kluisje te regelen. De kosten voor het huren van een kluisje zijn € 10,- De kosten voor de huur van het kluisje zijn opgenomen in de ouderbijdrage. Bij verlies van de sleutel vervangen wij voor de veiligheid het slot van het kluisje. De leerling betaalt hiervoor zelf de kosten: € 10,Huiswerk Regelmatig krijgen leerlingen huiswerkopdrachten. Daarom moet elke leerling een agenda aanschaffen, bij zich hebben en gebruiken. Boodschappen doen Leerlingen uit de kookgroepen krijgen nogal eens de opdracht om boodschappen te halen. Dat doen ze tijdens schooltijd. Ook komt het af en toe voor dat een leerling tijdens schooltijd een boodschap haalt voor een bepaald vak. Wij vinden dit een goede oefening voor de leerlingen om zichzelf te leren redden in praktische en sociale situaties. Als een leerling te laat komt Komt een leerling zonder geldige reden te laat op school, dan meldt hij zich bij de administratie. Daar haalt de leerling een kaart. Met die kaart kan de leerling de klas in. Met de mentor maakt de leerling een afspraak hoe en wanneer de verloren tijd wordt ingehaald. Wanneer een leerling 9x zonder geldige reden verzuimd heeft zijn wij verplicht een melding bij leerplicht te doen
23
Als een leerling niet naar school kan komen Als uw kind ziek is of om een andere reden niet naar school kan komen, moet u dat voor 8:30 uur melden. Het maakt daarbij niet uit hoe laat de eerste les van het kind die dag is. U kunt daarvoor het algemene nummer van de school bellen. Weet u van tevoren dat uw kind er een dag niet zal zijn, dan kunt u hem of haar een briefje meegeven. Leerlingen die stage lopen melden zich af bij de school en bij het bedrijf. Afspraken voor de tandarts, huisarts, orthodontist en dergelijke moeten zoveel mogelijk buiten de lestijden gepland worden. Is een leerling zonder bericht niet op school, dan nemen wij contact met u op. Blijft een leerling te vaak of zonder reden weg van school, dan melden wij dit aan de leerplichtambtenaar van de gemeente. De dagen waarop leerlingen vrij zijn (vakanties en roostervrije dagen) staan vast. De school mag leerlingen geen extra verlof geven. Alleen in bijzondere gevallen kan de school bijzonder verlof toestaan. Ouders die bijzonder verlof willen voor hun kind, moeten dit schriftelijk vragen bij de teamleider. Wij overleggen altijd met de leerplichtambtenaar van de gemeente of we bijzonder verlof toe kunnen staan.
24
Vakantierooster schooljaar 2014 - 2015 Herfstvakantie
za 17-10-2015
t/m
zo 25-10-2015
Kerstvakantie
za 19-12-2015
t/m
zo 3-1-2016
Krokusvakantie
za 20-2-2016
t/m
zo 28-2-2016
Pasen
do 24-3-2016
t/m
ma 28-3-2016
Tulpvakantie
za 23-4-2016
t/m
zo 8-5-2016
Pinksteren
ma 16-5-2016
Zomervakantie
za 9-7-2016
t/m
zo 21-8-2016
Roostervrije dagen Er zijn 7 studiedagen ingepland voor het schooljaar 2015-2016. U wordt hier in de loop van het schoojaar over geïnformeerd. De eerste studiedag is op maandag 24 agustus 2015
Veiligheid Schorsing en verwijdering Als een leerling vaak de regels overtreedt, kan de school besluiten de leerling te schorsen. We nemen dan vanzelfsprekend contact op met de ouders. De leerling mag de rest van de dag de lessen niet meer volgen en niet binnen of in de buurt van de school blijven. Als een leerling wordt geschorst, maken de teamleider en de docent een verslag van wat er is gebeurd. Dit verslag komt in het dossier van de leerling en wordt de ouders of verzorgers toegestuurd. Wordt een leerling vaker geschorst, dan kan een leerling worden verwijderd van school. De directeur van de school beslist hierover. Veiligheidsplannen en -afspraken Om de veiligheid op en rond de school te bewaren, hebben we een aantal plannen en afspraken gemaakt. U kunt er op school naar vragen. - Een veiligheidsplan: daarin staat beschreven wat er moet gebeuren bij ernstige situaties en welke regels er gelden om de veiligheid op en rond de school te bewaren. - Een leerlingenstatuut. Daarin staat wat de rechten en plichten van de leerlingen zijn. - Een gedragscode waarin staat wat er moet gebeuren en wat je kunt doen bij agressie, geweld, discriminatie en (seksuele) intimidatie. - Afspraken tussen de scholen voor voortgezet onderwijs, de gemeente Zeist, de politieregio Utrecht en het Openbaar Ministerie. Daarin hebben we beschreven hoe we omgaan met strafbare feiten, wie welke taak daarin heeft en wat we gezamenlijk kunnen doen om de veiligheid in en om de schoolgebouwen te verbeteren. Verzekeringen De Dijnselburgschool heeft een aantal verzekeringen die eventuele schade kan vergoeden. In veel gevallen is de leerling echter zelf verantwoordelijk voor schade. Hieronder leest u meer daarover. De Dijnselburgschool heeft een collectieve scholierenongevallenverzekering. Dat betekent dat de leerlingen verzekerd zijn tegen de financiële gevolgen van bijvoorbeeld lichamelijk letsel als ze op weg zijn van huis naar school of andersom, als ze op school zijn of schoolactiviteiten doen. Hieronder valt ook de stage die ze lopen. Het is een aanvullende verzekering. De verzekering vergoedt alleen de kosten van medische behandeling die niet door de eigen verzekering van de ouders wordt vergoed. Er zit wel een maximum aan die kosten. De verzekering vergoedt niet materiële schade aan persoonlijke eigendommen.
25
De school heeft ook een aansprakelijkheidsverzekering voor schade die leerlingen of derden tijdens schooluren veroorzaken. Die verzekering geldt alleen in die gevallen waarin de school een verwijt gemaakt kan worden. Schade aan spullen of verlies of diefstal ervan zijn bijvoorbeeld altijd voor eigen rekening. Daarom raden wij aan dat leerlingen een kluisje gebruiken. Als er een ongeval is waarvoor u denkt dat de school verzekerd is, moet u dat binnen 24 uur na het ongeval melden bij de school. Vertrouwenspersoon Op de school is een vertrouwenspersoon aangesteld. Leerlingen kunnen bij haar met vragen terecht over vertrouwelijke zaken. Wilt u of uw kind over vertrouwelijke zaken spreken met iemand buiten school, dan kunt u contact opnemen met de heer Gietema (
[email protected]) Privacy en de gegevens van uw kind Van elke leerling maken wij een dossier waarin veel gegevens zijn opgeslagen. Mentorleerkracht, het bestuur en de inspectie kunnen deze dossiers inzien. Natuurlijk kunnen ook ouders deze dossiers inzien. Als u dat wilt, kunt u dat aangeven bij de zorgcoördinator. Het dossier bewaren wij tien jaar nadat uw kind van school is gegaan. 26
Wij behandelen alle gegevens van leerlingen vertrouwelijk. Foto- en filmmateriaal waar uw kind op staat, gebruiken wij soms voor onze brochures, website en ander promotiemateriaal. Heeft u hier bezwaar tegen? Laat het ons dan zo snel mogelijk weten. Als uw kind naar een andere school gaat en die school informatie aan ons vraagt, of als derden informatie vragen over uw kind, vragen wij u altijd toestemming daarvoor. Verwijsindex Bij grote zorg rondom een leerling wordt dat in de Verwijsindex geregistreerd. Deze landelijke index is toegankelijk voor hulpverleners, zoals GGD, CJG, MEE en BJZ, en brengt de verschillende instanties die zich bezighouden met de zorg voor een kind met elkaar in contact. De leden van de Interne commissie leerlingenzorg en de directieleden hebben toegang tot deze index. Alle gegevens in de index worden vertrouwelijk behandeld. Wanneer de school een leerling registreert in de Verwijsindex worden de ouders hiervan op de hoogte gesteld. In geval van vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling hebben wij als school de wettelijke plicht om te handelen volgens een vastgestelde meldcode. Deze verplichting geldt ook voor de jeugdgezondheidszorg, de kinderopvang en voor politie en justitie. De Interne commissie leerlingenzorg en de directie van de school zal in geval van kindermishandeling of huiselijk geweld geïnformeerd worden en de stappen zoals vermeld in de meldcode uitvoeren. Het registreren van de leerling in de Verwijsindex behoort tot één van de te nemen stappen.
Geldzaken De Dijnselburgschool krijgt voor elke leerling geld van de overheid voor schoolboeken. Dat betekent dat u voor het onderwijs dat gericht is op het vergroten van de zelfstandigheid geen geld hoeft te betalen. Voor andere activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van uw kind vragen we van u een bijdrage. U wordt hierover middels een brief geïnformeerd. Het is ook verplicht dat uw kind de volgende materialen heeft op school. Daar moet u zelf voor zorgen: - schaar - pen - potloden en kleurpotloden - lijmstift - liniaal 30 cm - agenda - etui - 1 multomap, tabbladen en showtassen (alle 23-rings) - gymkleding - koptelefoon - USB-stick
27
Specifieke Schoolkosten Praktijkonderwijs in de onderbouw Eerste leerjaar Kluishuur € 10,00 Kleding/veiligheidsschoenen € 20,00 Zwemmen € 30,00 € 60,00
Tweede leerjaar Kleding/veiligheidsschoenen € 20,00
Specifieke Schoolkosten Praktijkonderwijs in de bovenbouw 28
Techniek/Groen Stofjas/Overall en veiligheidsschoenen € 60,00 Horeca/Zorg en Welzijn Kookschort en veiligheidsschoenen € 60,00 Bij de start van het nieuwe schooljaar wordt de maat genomen en wordt er besteld. Als de spullen er zijn worden ze, na betaling, aan uw kind uitgereikt. De hierboven vermelde materialen zijn nodig om de lessen in de bovenbouw goed en veilig te kunnen volgen. Sommige materialen, zoals de veiligheidsschoenen, zijn ook vereist in het stagebedrijf. Ze moeten daarom aan bepaalde (veiligheids)eisen voldoen. Wij kopen deze in het groot in, waardoor het voor u iets goedkoper wordt. Uiteraard worden bovengenoemde materialen voor de bovenbouw, na betaling, uw eigendom. Het is mogelijk dit bedrag in 3 termijnen te betalen. De klassenuitjes worden apart gefactureerd. Hierover krijgt u in de loop van het schooljaar bericht.
OV-kaart De leerlingen moeten in het bezit zijn van een OV-kaart, aangezien we regelmatig uitstapjes maken in het kader van zelfredzaamheid en culturele activiteiten.
29
Structuur van de organisatie De directie van de school bestaat uit een directeur (Bert Reinders) en twee teamleiders (Hennie van den Boorn en Frits van Dijk). Samen zijn zij verantwoordelijk voor het beleid en de dagelijkse gang van zaken op school. Het schoolbestuur Het bevoegd gezag is de Stichting voor Christelijk Voortgezet onderwijs (CVO) voor ZuidoostUtrecht. De CVO Groep Zuidoost-Utrecht is een open christelijke scholengroep voor praktijkonderwijs, lwoo, vmbo, havo, atheneum, gymnasium en tweetalig vwo. De groep bestaat uit vijf zelfstandige scholen: het Revius Lyceum Doorn, het Revius Lyceum Wijk bij Duurstede, het Christelijk Lyceum Zeist, het Christelijk College Zeist en de Dijnselburgschool/ Prakticum voor Praktijkonderwijs. De leiding van de CVO Groep berust bij het College van Bestuur, dat weer verantwoording aflegt aan de Raad van Toezicht. Voorzitter van het College van Bestuur is de heer drs. S.Poels. Een stafbureau ondersteunt de scholen van de CVO Groep 30
op het gebied van financiën, personeelszaken, ICT, beheer van gebouwen, kwaliteitszorg en bedrijfsvoering. Deelraad In veel gevallen is instemming of advies nodig van de Medezeggenschapsraad (MR). De CVO Groep heeft een centrale GMR voor de vijf scholen van de CVO Groep. De centrale GMR praat mee over zaken die de totale scholengroep betreffen. Daarnaast heeft onze school een eigen MR, die de belangen van de school behartigt. U kunt als ouder via de MR meedenken, meepraten en meebeslissen over belangrijke zaken die met de school en uw kind te maken hebben. De MR bestaat uit personeelsleden en ouders. Als u meer wilt weten over de MR, neem dan contact op met de secretaris van de medezeggenschapsraad via
[email protected] of 030-6954617. U kunt ook schrijven naar het postadres van de school. Leerlingenraad Sinds 2008-2009 heeft de Dijnselburgschool een leerlingenraad. Zeven leerlingen zijn verkozen door de andere leerlingen om daarin plaats te nemen. Deze leerlingen behartigen de belangen van iedere leerling op de school.
De leerlingenraad heeft drie doelen. Leerlingen oefenen zo sociale vaardigheden die je nodig hebt om een vergadering te leiden of bij te wonen. Daarnaast is het doel om leerlingen meer te betrekken bij de school. Ten slotte valt het doel onder democratisch burgerschap. Leerlingen worden op planmatige wijze voorbereid op hun deelname aan de maatschappij. Burgerschap Onze leerlingen zijn jonge mensen met verschillende achtergronden, vaardigheden en culturen. Elke dag ervaren zij die verschillen in hun omgeving: op school, op de stage en bij huis. Het is belangrijk dat zij leren dat die verschillen horen bij de samenleving waar zij deel van uitmaken. Zij moeten leren dat er regels zijn waar zij zich aan moeten houden en dat ze invloed hebben op de omgeving waarin ze leven. Dat doen we op onze eigen praktische manier. Zo zijn onze schoolregels geschreven in een vorm die aansluit bij de regels in de maatschappij. Om te laten ervaren dat we in een democratie leven, hebben we extra activiteiten in de school in verkiezingstijd en wijzen we leerlingen op de invloed die ze kunnen hebben in de leerlingenraad. Kennis van wat er speelt in onze samenleving geven we mee in onze lesstof voor begrijpend lezen. Daarnaast hebben wij een abonnement op een krant voor moeilijk lerende jongeren. 31
Meer informatie? In deze schoolgids heeft u veel kunnen lezen over wat er in en rond de school speelt. Wilt u meer informatie, dan zijn er verschillende mogelijkheden: - Over het aanmelden van uw kind bij de school is aparte informatie. U kunt die informatie en het aanmeldformulier bij ons opvragen maar ook vinden op onze website. - Wilt u contact met ons opnemen, dan staan hieronder onze contactgegevens.
32
SCHOOL VOOR PRAKTIJKONDERWIJS
Adres Bergweg 97, 3707 AC Zeist Locatie Laan van Eikenstein 2, 3705 AR Zeist Website www.dijnselburgschool.nl Telefoon 030 - 695 46 17 E-mail
[email protected] www.facebook.com/dijnselburgschool