Schoolgids 2015 - 2016 Basisschool de Triangel – Ulestraten
Kasteelstraat 22, 6235 BP Ulestraten 043 – 365 27 29
[email protected] www.bs-detriangel.nl
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 1
INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING
4
2.
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
5
2.1 Schoolbestuur 2.2 De richting van de school 2.3 Samenstelling van het team en de directie 2.4 Schooltijden
5 6 7 8
3.
8
DAAR STAAN WIJ VOOR
3.1 Missie 3.2 Identiteit 3.3 Visie 3.4 Pedagogische maatregel en verwijdering 3.5 Wet bescherming persoonsgegevens 3.6 Leerlingenadministratie 3.7 Leerlingendossier 3.8 SCHOOL, ZORGTEAM EN PRIVACY 3.9 Klachtenregeling 3.10 De contactpersoon 3.11 De vertrouwenspersoon 3.12 De landelijke klachtencommissie 3.13 De vertrouwensinspecteur 3.14 Vrijwillige ouderbijdrage
4.
8 9 9 22 11 11 12 12 13 14 14 15 15 15
LEERLINGEN EN BELEID
16
4.1 Regels voor toelating 4.2 ONS SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL (SOP) 4.3 Aanmelden 4.4 Ziekmelden en verlof aanvragen 4.5 Bestrijden verzuim en vroegtijdig schoolverlaten 4.6 Afwezigheid meesters en juffen 4.7 Lessen aan zieke kinderen 4.8 Gronden voor vrijstelling van het onderwijs 4.9 Snoepen en trakteren 4.10 Overblijven Reglement overblijven: Spelregels voor de overblijfkrachten: 4.11 Buitenschoolse opvang (BSO)
5.
16 17 18 19 21 21 22 22 23 25 25 26 27
ONS STREVEN NAAR KWALITEIT
5.1 Toetsen 5.2 Overgaan, kleuterverlenging (groep 1 en 2), doubleren (groep 3 t/m 8) en versnellen 5.3 kleuterverlenging 5.4 Overgangsprotocol Protocol m.b.t. de doorstroom in de groepen 3 t/m 8 5.5 Overgang naar voortgezet onderwijs Schoolgids 2015 – 2016
28 29 30 31 32 33 Pagina 2
5.6 Effecten van onze scholings- en verbeteractiviteiten 5.7 Schoollogopedie
6.
34 35
ONDERWIJS OP MAAT
36
6.1 Hulp van buiten 6.2 Passend onderwijs
7.
36 37
WAT LEERT UW KIND OP ONZE SCHOOL
39
7.1 Leerstofgebieden 7.2 Urenrooster 7.3 De resultaten van ons onderwijs 7.4 De plannen voor het schooljaar 2014 -2015
8.
39 46 47 50
CONTACTEN TUSSEN SCHOOL EN OUDERS
51
8.1 Ouderavonden 8.2 Spreekuur 8.3 Informatievoorziening gescheiden ouders 8.4 DE NIEUWSBRIEF 8.5 Ouderhulp 8.6 Schooladviescommissie (SAC) 8.7 De Medezeggenschapsraad (MR) 8.8 De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) 8.9 De Oudervereniging (OV)
52 53 53 54 55 55 55 56 57
9.
VEILIGHEID
58
9.1 Fysieke veiligheid. 9.2 Sociale veiligheid 9.3 Calamiteitenplan 9.4 Internet op school 9.5 Verkeersbrigade 9.6 De VerwijsIndex 9.7 Regionale Aanpak Kindermishandeling (RAK)
59 59 60 60 60 62 63
10. EXTERNE CONTACTEN
63
10.1 Onderwijsinspectie 10.2 Schoolmaatschappelijk werk 10.3 Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg 10.4 Peuterspeelzaal ‘Pinkeltje’ 10.5 CENTRUM JEUGD EN GEZIN 10.6 Onderzoeken in het funderend onderwijs: KAANS
63 64 64 65 65 66
11. OVERIGE ZAKEN
67
11.1 Sponsoring 11.2 Rookverbod 11.3 Verzekeringen
67 67 68
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 3
1. Inleiding De basisschool ……
De basisschool ........ De basisschool ….. Een belangrijke episode in je leven!
De basisschool is een stuk van je leven. Voor de kinderen en voor u. Jarenlang is er diezelfde weg van huis naar school en weer terug. In de loop der jaren vertrouwt u uw kind zo’n 8000 uur toe aan de zorg van de juffen en meesters van de basisschool. Dat is een belangrijk deel van een kinderleven. Een basisschool kies je dan ook met zorg.
Scholen verschillen: in werkwijzen, in sfeer, in resultaten. Ze verschillen in kwaliteit. Dat maakt het kiezen soms moeilijk. Daarom vraagt de overheid aan basisscholen om een schoolgids te maken. Deze gids moet helpen bij het bewust kiezen van een basisschool. In deze gids beschrijven we een aantal wezenlijke zaken over het onderwijs op onze school, over onze doelstellingen, onze zorg, de werkwijzen, de sfeer op school en de resultaten. De gids is bedoeld voor ouders die nu kinderen op onze school hebben én voor ouders van toekomstige leerlingen. Daarom wordt hij uitgereikt bij inschrijving aan onze school. U vindt hem ook in digitale vorm op onze website: www.bs-detriangel.nl
Aan wie al kinderen op *De Triangel* heeft, leggen wij in deze gids verantwoording af. Aan de andere ouders leggen wij uit wat zij mogen verwachten als hun kind een leerling van onze school wordt. Samen met deze schoolgids ontvangt u een schoolkalender met daarin veel praktische informatie voor het komende schooljaar. U vindt hier o.a. de schooltijden, de vakanties en vrije dagen, het schema van handenarbeid- en gymnastieklessen, de speciale activiteiten en een plattegrond van de school. Handig om thuis op te hangen of om op internet te raadplegen, zodat u snel een antwoord op uw dagelijkse vragen zult hebben. De verwijzingen naar de uitgebreidere informatie rondom een bepaald onderwerp kunt u via de website van onze school* vinden, of rechtstreeks via www.innovo.nl We hopen dat u onze schoolgids, kalender en website met plezier zult lezen en regelmatig zult raadplegen. Suggesties voor aanvullingen en verbeteringen zijn van harte welkom. Vanzelfsprekend bent u altijd welkom voor een toelichting. Namens het team van De Triangel - Ulestraten, Pierre de Rooy, directeur Jeroen Tholen, adjunct-directeur
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 4
2. De organisatie van het onderwijs 2.1 Schoolbestuur Onze school valt onder de juridische verantwoordelijkheid van de Stichting INNOVO, een stichting voor katholiek onderwijs. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met het stafbureau. Adresgegevens: Ruys de Beerenbroucklaan 29A 6417 CC Heerlen Postbus 2602 6401 DC Heerlen Telefoonnummer: 045 – 5447144 @
[email protected] www.innovo.nl In totaal zorgen ongeveer 1.200 INNOVO medewerkers dagelijks voor onderwijs aan ongeveer 11.000 leerlingen, verdeeld over 53 scholen, waaronder 48 scholen voor basisonderwijs, twee scholen voor speciaal basisonderwijs en twee scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Het verzorgingsgebied van INNOVO strekt zich uit over Zuid- en Midden Limburg en is verdeeld over 16 verschillende gemeenten. Het bevoegd gezag van de stichting wordt gevormd door het College van Bestuur, de heer Bert Nelissen, voorzitter en mevrouw Joan van Zomeren, lid. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht, die een controlerende taak heeft ten aanzien van de vastgestelde doelen. Het College van Bestuur is gevestigd aan de Ruys de Beerenbroucklaan 29A te Heerlen. Hier is ook het Servicebureau gevestigd dat ondersteuning biedt aan de scholen en het college. Op het Servicebureau zijn deskundigen werkzaam in de disciplines financiën, huisvesting, ICT, administratie, personele, juridische en onderwijskundige zaken. Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 5
2.2 De richting van de school
Ulestraten maakt deel uit van de gemeente Meerssen, die in totaal 7 basisscholen binnen haar grenzen heeft. Het is een typisch forensendorp met een bevolking van 2850 inwoners, die voornamelijk een middelbare of hogere opleiding heeft gehad. Er wonen enkele gezinnen van buitenlandse afkomst. Ulestraten is gelegen aan de rand van Maastricht-Aken Airport met maar weinig uitbreidingsmogelijkheden. De verwachting is dat door enkele nieuwbouwprojecten het aantal inwoners in de komende jaren licht zal toenemen. De Triangel Onze school is sinds 1994 gehuisvest in een eigentijds gebouw met een multifunctionele aula en een speelzaal voor de kleuters. Bijzonder in het gebouw zijn de entresols in de groepslokalen, een extra ruimte die heel geschikt is voor zelfstandig werken of groepswerk. In 1996 is één noodlokaal bijgeplaatst, in 2003 een permanent lokaal. De school verschaft momenteel onderdak aan 8 groepen. In het schooljaar 2015-2016 telt onze school 12 groepsleerkrachten, een interne begeleider en een administratieve kracht (2 dagen per week). De dagelijkse leiding is in handen van de directeur, dhr. P. de Rooy. Bij zijn afwezigheid is dhr. Jeroen Tholen zijn plaatsvervanger.
hele schooljaar bij elkaar en gaan als groep door naar een volgend schooljaar. Alleen bij de kleutergroepen wordt de samenstelling nog wel eens veranderd. In dit leerstofjaarklassensysteem wordt zoveel mogelijk gedifferentieerd gewerkt. Kinderen werken vaak in groepjes en in de midden- en bovenbouw aan taken die aan hun niveau worden aangepast. Afhankelijk van het totale leerlingaantal van de school wordt de samenstelling van de groepen ieder jaar opnieuw bekeken. Uitgangspunt is dat de kinderen zoveel mogelijk aandacht en zorg van de leerkrachten krijgen. Hoe komt de school aan deze naam? De naam van de school is in 1985 ontstaan. Toen werden de drie Ulestratense scholen: de lagere school St. Catharina en de kleuterscholen Bernadette en ‘t Klepperke samengevoegd tot één basisschool. De triangel werd het symbool voor de samengevoegde scholen omdat dit muziekinstrument ook uit drie hoeken is opgebouwd. Die driehoekige vorm was ook het uitgangspunt van de architect bij het ontwerpen van het huidige gebouw.
Er zitten ongeveer 225 kinderen op school. De verwachting is dat dit aantal in de komende jaren door minder instromers gaat dalen. De kinderen zijn op basis van hun leeftijd verdeeld over 8 jaargroepen. Ze blijven het
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 6
2.3 Samenstelling van het team en de directie
Directeur
Dhr. Pierre de Rooy (4 dagen per week)
Adjunct-directeur
Dhr. Jeroen Tholen (1 dag per week)
Interne begeleider
Mw Monique Klaassen
Dinsdag, woensdag en donderdag
Administratie
Mw Myriam Cals
Maandag en vrijdag
GROEP
AANTAL LEERLINGEN
LEERKRACHTEN
1a – 2a
1a: 6 kk. en 4 instromers 2a: 15 kinderen
Juf Linda Vankan
1b – 2b
1b: 10 kk. en 4 instromers 2b: 11 kinderen
Juf Marian Aerts maandag t/m donderdag Juf Miranda Tillie op 14 donderdagen Groep 2b juf Linda Vankan op vrijdagmorgen
3
29 kinderen
4
24 kinderen
5
33 kinderen
6
25 kinderen
7
30 kinderen
8
30 kinderen
Juf Miranda Tillie dinsdag, woensdag en vrijdagmorgen Juf Marij Boumans op maandag en donderdag Juf Andrea Larmit op maandag, dinsdag en donderdag, Juf Marij Boumans op woensdag Juf Anja Houben op vrijdagochtend. Juf Dana Mullers op maandag en dinsdag Juf Yvonne Van den Hof woensdag t/m vrijdag Juf Miranda Last op maandag, dinsdag en vrijdag. Juf Silvia Jansen op woensdag en donderdag. Juf Anja Houben op maandag Meester Ivo Wijnen op dinsdag t/m vrijdag Juf Lia Stassen op maandag t/m donderdag Juf Silvia Jansen op vrijdag
Muziekles van de Philharmonie Zuid
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 7
2.4 Schooltijden
De kinderen hebben op hele dagen 5 ½ uur school: ’s morgens van 8.30 uur – 12.00 uur ’s middags van 13.00 uur – 15.00 uur. Op woensdag 4 uur: alle groepen tot 12.30 uur. I.v.m. de inlooptijd moeten de kinderen 5 minuten voor aanvang van de schooltijd aanwezig zijn. Groep 1 heeft op vrijdag vrij. De groepen 2 t/m 4 hebben op vrijdagmiddag vrij. Ochtendpauzes: Groepen 1, 2 en 3 van 10.00 uur tot 10.15 uur Groepen 4 en 5 van 10.15 uur tot 10.30 uur Groepen 6,7 en 8 van 10.30 uur tot 10.45 uur
Vakanties en vrije dagen Vakanties herfst kerstmis carnaval paasvakantie meivakantie Hemelvaart pinksteren zomer Studiedagen:
eerste laatste dag dag 26-okt-15 30-okt-15 21-dec-15 01-jan-16 8-feb-16 12-feb-16 25-mrt-16 29-mrt-16 25-apr-16 6-mei-16 5-mei-16 6-mei-16 (in de meivakantie) 16-mei-16 17-mei-16 25-jul-16 2-sept-16 Maandag Donderdagmiddag Dinsdagmiddag Dinsdag Maandag
30 21 12 17 20
nov. 15 jan. 16 april 16 mei 16 juni 16
Leerlingen van basisscholen moeten minimaal 7.520 uur les krijgen over 8 schooljaren. Leerlingen moeten in de eerste 4 schooljaren (onderbouw) ten minste 3.520 uur les krijgen. In de laatste 4 schooljaren (bovenbouw) 3.760 uur. De 240 uur die overblijven, kunnen scholen verdelen over de onderbouw en bovenbouw. Er is geen maximum aantal uren onderwijs per dag. De Inspectie van het Onderwijs (Onderwijsinspectie) let er op dat scholen voldoende uren onderwijs geven. De school bepaalt hoe het lesrooster en de pauzetijden eruit zien. De pauzes moeten een onderbreking van de schooldag zijn. Ze moeten voorkomen dat leerlingen aan 1 stuk bezig zijn met leren. De basisschool moet zorgen voor een goede verdeling van de activiteiten over de dag.
3. Daar staan wij voor 3.1 Missie Onze school wil de kinderen zo goed mogelijk begeleiden in hun ontwikkeling. We laten hen de lichamelijke en geestelijke mogelijkheden van hun lichaam ervaren, hanteren en ontwikkelen: hen leren hun zintuigen goed te gebruiken, te redeneren, zaken met elkaar in verband te brengen en problemen op een creatieve wijze op te lossen. We willen hun belangstelling stimuleren voor de wereld om hen heen en samen hier een ontdekkingsroute voor uitzetten.
We creëren situaties waarin kinderen samenwerken, respectvol met elkaar omgaan, verantwoording nemen en zelfvertrouwen opbouwen om hen redzaam te maken zodat ze zich kunnen handhaven en aanpassen in allerlei situaties. Zo willen we met hen een basis leggen voor een zinvolle plaats in een snel veranderende samenleving.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 8
3.2 Identiteit In Ulestraten treffen we een verscheidenheid aan in geloofsovertuiging en in de opstelling t.a.v. het katholieke geloof, de geloofsbeleving en geloofs-opvoeding. De inbreng en de ervaringsgegevens van de kinderen zijn daardoor nogal verschillend.
Catechese De parochiecatechese waaronder de voorbereiding op de Eerste H. Communie en het H. Vormsel wordt door de pastoor en de kapelaan verzorgd.
Door als katholieke school deze verscheidenheid als uitgangspunt te nemen, leren we de kinderen naar zichzelf en anderen te kijken, kritisch te handelen en respect en tolerantie voor andere meningen op te brengen.
Deze lessen worden buiten schooltijd gegeven in de pastorie. Aan het begin van het schooljaar ontvangen alle ouders een uitnodiging voor een informatieavond. Aansluitend kan iedere belangstellende zijn kind(eren) aanmelden voor deze lessen.
Catechese staat als vast onderdeel op het activiteitenplan en is voor ons het ervaren van en het zoeken naar waarden en normen en niet het aanpraten en opleggen daarvan. Van alle ouders die hun kind(eren) op onze school aanmelden, vragen we deze uitgangspunten en doelstellingen te respecteren.
3.3 Visie
Kinderen ontwikkelen zich van nature. Alle kinderen zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren.
zorgvuldig samengesteld, zodat een appèl op de zelfstandigheid van kinderen kan worden gedaan.
Omdat alle kinderen anders zijn, ontwikkelen ze zich verschillend. De een leert heel snel en heeft weinig hulp nodig, de ander heeft grote behoefte aan sturing en extra instructie.
Binnen het klassikale systeem houden we daar waar mogelijk rekening met verschillen: verschillen in aanleg, tempo, karakter en interesse. Wie moeite heeft met een bepaald onderdeel krijgt extra hulp en extra oefenstof, vaak met andere materialen.
We proberen de kleutergroepen zo klein mogelijk te houden, zodat de leerkracht veel aandacht aan deze jonge kinderen kan besteden. De groepen 3 t/m 8 zijn klassikaal georganiseerd, d.w.z. dat in een groep zoveel mogelijk kinderen van dezelfde leeftijd zitten. Eventuele combinatiegroepen worden
De snellere kinderen krijgen extra uitdagende opdrachten. De meeste methodes geven zelf deze differentiatiemogelijkheden. Waar dit niet zo is, houdt de leerkracht zelf rekening met deze verschillen door de kinderen op verschillende wijzen te benaderen.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 9
Terwijl kinderen in hun eigen tempo aan de opdrachten werken, kan de leerkracht aan individuele en groepjes kinderen op verschillende niveaus instructie geven. De prestaties en / of het gedrag van een kind kunnen aanleiding geven om extra maatregelen te nemen. In elke groep krijgen kinderen gedurende kortere of langere tijd extra aandacht. Die aandacht wordt gegeven aan individuele leerlingen, maar –indien mogelijk of noodzakelijk- ook aan groepjes. Wij kiezen ervoor om dat zo veel mogelijk door de eigen leerkracht te laten doen. Zij/hij kent het kind het beste. Die noodzakelijke extra hulp biedt de eigen groepsleerkracht tijdens de gewone lessen, tijdens de blokuren en de keuze-uren (als de kinderen zelfstandig werken). Soms vraagt de leerkracht ondersteuning van de IB-er (interne begeleider), degene die de leerkrachten begeleidt o.a. door observaties, onderzoek en klassenbezoeken. Samen stellen ze een zgn. ‘handelingsplan’ op, waarin staat welk programma het kind gaat doorlopen. Indien dit voor uw kind aan de orde is, wordt u als ouder hierover steeds geïnformeerd. De vakken taal, lezen en rekenen vormen de kern van ons onderwijs. Het zijn de basisvaardigheden. Ook onze school legt de nadruk op deze vakken, omdat die de grondslag vormen voor verdere ontwikkeling. Daarom gaat hier de meeste tijd en de grootste zorg in zitten. De voortgang in deze vakken wordt dan ook voortdurend gecontroleerd door middel van toetsen die bij de gebruikte methodes horen en bij de landelijk genormeerde toetsen, ontwikkeld door het CITO (Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling). Het Cito biedt aangepaste toetsen aan. Behalve een versie met grote letters voor slechtziende kinderen, is er een Cito Eindtoets voor kinderen met dyslexie. De teksten en vragen zijn op CD ingesproken. De kinderen maken de toets met een koptelefoon op,
waardoor ze minder problemen hebben met de ‘vertaling’ van de opgaven. Sommige leerlingen hebben moeite zich de aangeboden leerstof eigen te maken binnen de gestelde tijd en op het verwachte niveau. Als dit hardnekkig is, kan er besloten worden tot het schrijven en uitvoeren van een handelingsplan. Dit is een formeel document dat ook om de instemming van de ouders vraagt. Werken aan de hand van een handelingsplan heeft een remediërend karakter en is erop gericht dat de leerling weer aansluiting vindt bij het programma van de groep. Als het beoogde effect achterwege blijft, is het een vraag of de leerling wel in staat is het eindniveau van de basisschool te bereiken. De school moet dan vaststellen of er sprake is van een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte. In dat geval moet in de loop van groep 6, doch uiterlijk bij de overgang naar groep 7, aantoonbaar zijn dat de betreffende leerling het eindniveau van de basisschool niet gaat halen. De school stelt voor deze leerling een ontwikkelingsperspectief op. De school is verplicht om voor die leerlingen die het eindniveau van de basisschool niet halen een Ontwikkelingsperspectief op te stellen. Het Ontwikkelingsperspectief wordt besproken met de leerling en de ouders en tenslotte vastgesteld en door de ouders ondertekend. In het Ontwikkelingsperspectief staat het aangepaste uitstroomniveau en de tussendoelen die gehaald moeten worden om dat uitstroomniveau te realiseren. Met het Ontwikkelingsperspectief ontstaat een betere afstemming met de leerling en zijn ouders over het einddoel dat de school voor deze leerling wil bereiken. Aan de hand van het Ontwikkelingsperspectief kan de leerling langs eigen leerlijnen verder werken waardoor de aansluiting met het passend vervolgonderwijs verbeterd wordt.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 10
Uitgebreide informatie over het Ontwikkelingsperspectief kunt u vinden via de website van ons schoolbestuur. Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk. Om mogelijke hiaten in de ontwikkeling van kinderen snel te signaleren werken we in de groepen 1 en 2 met een kleutervolgsysteem. Twee keer per jaar vullen de leerkrachten een ontwikkelingslijst in, een digitaal formulier waarop bepaalde kenmerken van het kind worden genoteerd. Ze kijken naar het gedrag van het kind in de kring, het spelen, het werken, de taal, het omgaan met anderen, de waarneming, enz.
In januari en juni worden enkele Cito-toetsen afgenomen op het gebied van taal - en woordenschatontwikkeling en ruimtelijke oriëntatie. Zo kunnen we vaststellen of een kind een ontwikkelingsvoorsprong of achterstand heeft. Door het bijhouden van de resultaten ontstaan ‘groeilijnen’, te vergelijken met de groeilijnen voor lengte en gewicht van het consultatiebureau. Daaraan kunnen we zien of de ontwikkeling naar wens verloopt. Enkele malen per jaar bespreken de leerkrachten en de IB-er deze resultaten, samen met de gegevens rond de sociaalemotionele ontwikkeling. Zo proberen we voortdurend ons onderwijs aan te passen en te verbeteren.
3.5 Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) De Wbp beschermt uw privacy. In de Wbp staat wat er allemaal wel en niet mag met uw persoonsgegevens en wat uw rechten zijn als uw gegevens gebruikt worden. Als school moeten wij voldoen aan de eisen die de Wbp stelt. Alle persoonsgegevens worden op school geregistreerd in het leerlingdossier. Hierin wordt de informatie bewaard voor de onderwijskundige en algemene begeleiding van de leerling. De gegevens van leerlingen worden voor derden ontoegankelijk bewaard. Wij voldoen ook aan de eisen van de Wbp inzake het communiceren van gegevens naar vervolgonderwijs bij de overgang van risicoleerlingen (school, zorgteam en privacy). Alle scholen hebben in hun aanmeldingsformulier de clausule opgenomen waarbij ouders/verzorgers kunnen verklaren “geen bezwaar te hebben tegen het overleggen van de benodigde gegevens door de school van herkomst aan de VO-school en omgekeerd.” Binnen passend onderwijs hebben scholen zorgplicht: de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit heeft ook consequenties voor het verstrekken van persoonsgegevens van leerlingen. Als school gaan wij hier zorgvuldig mee om.
3.6 Leerlingenadministratie Met de leerlingenadministratie wordt voldaan aan de verplichtingen van artikel 6, lid 1 van het bekostigingsbesluit WPO (wet op het primair onderwijs) tot het voeren van een overzichtelijke administratie van de inschrijving, de uitschrijving en het verzuim van de leerling. De administratie bevat persoonsgegevens, die vallen onder de wet Bescherming Persoonsregistratie (WBP) en onder het Besluit Gevoelige Gegevens. Dit besluit geeft een aantal regels voor het opnemen van informatie over iemands geloof of levensovertuiging, ras en politieke gezindheid. In de leerlingenadministratie komen een aantal van deze gegevens voor. Deze gegevens worden slechts met toestemming van de ouder(s) verstrekt aan derden. De bewaartermijn van deze gegevens is vastgelegd in het bekostigingsbesluit WPO en is vastgesteld op vijf jaar. Na deze termijn worden de gegevens vernietigd. Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 11
3.7 Leerlingendossier Het leerlingendossier bevat rapporten, uitslagen van toetsresultaten, gegevens uit het leerlingvolgsysteem, verslagen van gesprekken met ouders en afspraken die er over de leerling zijn gemaakt. De verwerking dient alleen voor de organisatie of het geven van onderwijs en de begeleiding van de leerling. Het onderwijs valt onder het Vrijstellingsbesluit, dat onderdeel uitmaakt van de Wet Bescherming Persoonsregistratie. Hiermee is geregeld dat er meer gegevens dan enkel de persoonsgegevens mogen worden bewaard. Deze gegevens worden op een deugdelijke wijze bewaard. Ook gegevens uit deze administratie worden slechts na toestemming van de ouders aan derden verstrekt. De bewaartermijn van deze gegevens is vastgesteld op twee jaar, met uitzondering van de situatie waarin de leerling is doorverwezen via de Permanente Commissie Leerlingenzorg naar een school voor Speciaal Onderwijs. Dan is de bewaartermijn drie jaar conform de bepaling Wet op het primaire onderwijs. Als uitzondering op deze bewaartermijn geldt het bewaren van adresgegevens van
(oud)leerlingen. Dit is toegestaan voor reünies. Ouders hebben recht tot inzage in al deze gegevens. Er wordt binnen de termijn van vier weken voldaan aan dit verzoek. Ook bestaat er kopierecht, dat wil zeggen dat ten behoeve van de ouders kopieën van de gegevens gemaakt mogen worden. De school mag hier overigens een vergoeding voor vragen (maximaal € 4,50). Er bestaat daarnaast nog het recht tot corrigeren van de gegevens en verwijdering van de gegevens. Dit houdt in dat ouders het recht hebben op verbeteren, aanvullen, verwijderen, afschermen of op een andere manier ervoor te zorgen dat onjuiste gegevens niet langer gebruikt worden. Er is alleen een verplichting om dit ook daadwerkelijk te doen als er sprake is van feitelijk onjuiste, onvolledig of niet ter zake doende gegevens of gegevens die in strijd zijn met een voorschrift van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Ouders mogen het leerlingendossier niet meenemen buiten de school. Ten aanzien van collega-scholen worden dezelfde richtlijnen gehanteerd. Zonder toestemming van ouder(s) mag het dossier niet worden ingezien en verstrekt.
3.8 School, zorgteam en privacy De school respecteert de privacy van leerling en ouders en zorgt ervoor dat persoonlijke gegevens strikt vertrouwelijk blijven, conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Indien leerlingen extra zorg en begeleiding nodig hebben, mogen regionaal samenwerkende partijen volgens genoemde wet informatie uitwisselen over een leerling, mits er sprake is van een zorgvuldige aanpak door de school en de andere partij. Belanghebbenden worden geïnformeerd over het gebruik van leerlingengegevens met betrekking tot extra zorg en begeleiding en kunnen hier eventueel bezwaar tegen maken. Indien de school voor een leerling externe hulp moet inschakelen, mag zij ervan uitgaan dat ouders het leerrecht (leerplicht) van hun kind respecteren en hierbij de grenzen van de redelijkheid en billijkheid ondersteuning en begeleiding bieden.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 12
College Bescherming Persoonsgegevens In de onderwijssector neemt de informatisering en het verzamelen en gebruiken van leerlingengegevens toe. Er worden veel persoonsgegevens over heel veel personen uitgewisseld. Tussen scholen onderling en tussen scholen en de lokale en centrale overheid. Al dan niet wettelijke voorschriften en algemene en individuele invulling van de onderwijstaak bepalen welke soorten en aantallen persoonsgegevens worden uitgewisseld. In de loop der tijd is de taak van scholen ruimer geworden. Deze beperkt zich niet meer tot kennisoverdracht. Scholen spelen een grote rol in het jeugdbeleid. Andere organisaties willen graag met scholen samenwerken. Bijvoorbeeld gemeenten in het kader van achterstandsbeleid en jeugdbeleid. Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) zijn onderwijsinstellingen verplicht ouders te informeren en uit te leggen welke gegevens van de leerling/student gebruikt worden en aan wie de onderwijsinstelling wanneer welke gegevens wil verstrekken en met welk doel.
Adresgegevens College bescherming persoonsgegevens (CBP) Juliana van Stolberglaan 4-10 2595 CL Den Haag Postbus 93374 2509 AJ Den Haag Internet: www.cbpweb.nl Telefonisch spreekuur voor privacyvragen Het telefonisch spreekuur is het CBP bereikbaar via 0900-2001201 (5 cent per minuut, plus de kosten voor het gebruik van mobiele of vaste telefoon). Dit spreekuur is bereikbaar op werkdagen van 09.30 tot 12.30 uur. Het telefonisch spreekuur is alleen voor algemene informatie over de normen en regels voor de bescherming van persoonsgegevens. Zo nodig verwijst het CBP u door naar de juiste organisatie voor meer informatie.
3.9 Klachtenregeling Waarom een klachtregeling? In de Wet op het primair onderwijs is bepaald dat elk schoolbestuur een klachtenregeling moet hebben. Dit is bepaald in de zogenaamde 'Kwaliteitswet'. Deze klachtenregeling is bedoeld voor ouders, leerlingen, personeel en andere belanghebbenden, die een klacht hebben “over gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen” van het bestuur of een persoon, die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap. Voor alle klachten? De klachtenregeling is alleen van toepassing als u met uw klacht niet ergens anders terecht kan. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kunt u een beroep doen op deze klachtenregeling.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 13
3.10 De contactpersoon De contactpersoon is de ‘wegwijzer’ binnen school rond het klachtentraject. Hij / zij zal samen met u bekijken waar u uw klacht het beste kunt neerleggen. De contactpersoon is er niet om uw klacht inhoudelijk op te lossen. Hij / zij zal samen met u beoordelen om al dan niet de vertrouwenspersoon in te schakelen. Op elke school binnen onze stichting zijn in principe 2 contactpersonen aangesteld. De contactpersonen op onze school zijn mw. Marij Boumans (tel. 045-5418289) en mw. Yvonne Van den Hof (tel. 043-4092422). Om één en ander in goede banen te leiden is er een duidelijke klachtenprocedure ontwikkeld. Zoiets als een stappenplan: eerst dit, dan dat. Stap 1 Zoals reeds gezegd proberen we de klacht eerst binnen de schoolorganisatie op te lossen tussen de direct betrokkenen. Stap 2 Lukt stap 1 niet, of niet naar genoegen, dan kunt u met uw klacht naar een contactpersoon binnen de school stappen. De contactpersoon zal samen met u beoordelen of het al dan niet noodzakelijk is de vertrouwenspersoon (zie volgende pagina) in te schakelen dan wel een officiële klacht in te dienen. Stap 3 De klager kan overgaan tot actie a of b: a. bemiddeling tussen klager en aangeklaagde bijvoorbeeld door inschakeling van de vertrouwenspersoon. b. een officiële klacht indienen bij de klachtencommissie.
Bij optie a proberen we er samen uit te komen. Bij optie b wordt degene tegen wie de klacht gericht is, officieel aangeklaagd en zal de klacht worden onderzocht door ofwel de klachtencommissie van het bestuur of de landelijke klachtencommissie. Stap 4 Een onafhankelijke klachtencommissie onderzoekt de klacht en adviseert het bestuur hierover. De klachtencommissie geeft advies over: a. de (on)gegrondheid van de klacht b. het nemen van maatregelen c. overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten. Stap 5 Binnen 4 weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie zal het bestuur het besluit hierop kenbaar maken aan: a. b. c. d.
de klager aangeklaagde klachtencommissie directie school
3.11 De vertrouwenspersoon Aan INNOVO zijn twee onafhankelijke indienen van een klacht bij de vertrouwenspersonen verbonden. De klachtencommissie. vertrouwenspersoon gaat eerst na of door Verder begeleidt de vertrouwenspersoon de bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. klager. De klager zelf bepaalt uiteindelijk of Mocht de vertrouwenspersoon tot de conclusie deze een klacht al dan niet indient bij de komen dat dit niet wenselijk is, dan gaat deze klachtencommissie. na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het Schoolgids 2015 – 2016 Pagina 14
De vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg.
Naam en adresgegevens: Drs. Paul Nijpels Telefoon: 043 - 407 82 82 / 06 – 463 459 16 Email:
[email protected]
De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding.
Bert van Oosterbosch Telefoon: 045 – 531 29 81 / 06 – 119 270 04 Email:
[email protected]
De vertrouwenspersonen, zijn niet verbonden aan één van onze scholen.
3.12 De landelijke klachtencommissie INNOVO is aangesloten bij de Stichting Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs (GCBO) waarin opgenomen de landelijke klachtencommissie voor het katholiek onderwijs van de Bond KBO (Bond Katholiek primair Onderwijs).
Adresgegevens: Postbus 82324 2508 EH Den Haag Telefoon: (070) 3861697 Openingstijden: maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur Fax: (070) 302 08 36 E-mail:
[email protected] Internet: www.gcbo.nl
3.13 De vertrouwensinspecteur Bij de Inspectie van het Onderwijs werkt een klein team van vertrouwensinspecteurs. Ouders, leerlingen, leerkrachten, directies en besturen kunnen de vertrouwensinspecteur raadplegen wanneer zich in en rond de school problemen voor doen op het gebied van: Seksuele intimidatie en seksueel misbruik Lichamelijk geweld Grove pesterijen Extremisme en radicalisering
Ernstige klachten die vallen binnen deze categorieën kunnen voorgelegd worden aan de vertrouwensinspecteur. Deze zal luisteren, informeren en zo nodig adviseren. Zo nodig kan de vertrouwensinspecteur ook begeleiden in het traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte. De vertrouwensinspecteur is alle werkdagen tijdens kantooruren bereikbaar op 09001113111 (lokaal tarief).
Overige informatie over de klachtenregeling vindt u via de website van onze school of via www.innovo.nl.
3.14 Vrijwillige ouderbijdrage Tijdens het schooljaar loopt het team regelmatig tegen aantrekkelijke aanbiedingen aan. Het betreft meestal programma’s op cultureel gebied, die we de kinderen graag willen aanbieden.
Om dit extra culturele aanbod voor de kinderen te kunnen bekostigen, vragen we aan alle ouders een ouderbijdrage van € 10,00 per kind per jaar. Voor alle duidelijkheid: deze bijdrage staat los van de contributie van de oudervereniging en is zoals wettelijk verplicht
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 15
vrijwillig. U bent dus niet verplicht tot betalen en uw kind(eren) zullen ook niet uitgesloten worden van deelname aan onderstaande activiteiten. De ouders in de medezeggenschapsraad moeten instemmen met de hoogte en de bestemming van het ingezamelde geld. De opbrengst van de vrijwillige bijdrage zal besteed worden aan: - Deelname aan extra culturele programma’s die buiten het normale schoolbudget vallen. - Deelname aan boekpromotieprogramma’s van bibliotheek Meerssen. Het betreft geweldige activiteiten voor de kinderen, maar ze vragen ook om een extra investering c.q. eigen bijdrage.
We gaan nu als volgt te werk: Los van de inning van de contributie van de Oudervereniging ontvangt u een aparte rekening voor de vrijwillige ouderbijdrage. Dat zal in oktober zijn. Aan het eind van het schooljaar wordt een overzicht gemaakt van inkomsten en bestedingen van deze vrijwillige ouderbijdragen. We hopen toch, dat vele ouders het nut en belang ervan inzien en het gevraagde bedrag aan de school zullen overmaken. Ook de bijdragen voor de voor-, tussen- en naschoolse opvang vallen niet onder ‘vrijwillige ouderbijdragen’.
Uitgebreide informatie over de vrijwillige ouderbijdrage in het primair onderwijs vindt u op www.innovo.nl. Klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk.
4. Leerlingen en beleid 4.1 Regels voor toelating Aanmelding, aanname en inschrijving zijn drie aparte zaken. De aanmelding: dat is de actie die de ouders of verzorgers ondernemen om het kind te laten inschrijven als leerling van een school. Aanname, ook wel ‘toelating’ genoemd, is het besluit dat een school neemt om een kind als leerling toe te laten en dat aan de ouders of verzorgers kenbaar maakt. Na aanname volgt automatisch de inschrijving, in feite de administratieve handeling als explicitering van de aanname. Een kind is pas officieel leerling van onze school als het als zodanig is ingeschreven en de school daadwerkelijk bezoekt. De Wet primair onderwijs (Wpo) en Wet op de expertisecentra (WEC) vermelden dat de beslissing over toelating van leerlingen berust bij de directie van onze school.
De aannamecriteria van onze school zien er als volgt uit: Alhoewel onze school een katholieke school is, worden in principe leerlingen van elke geloofsovertuiging tot onze school toegelaten, mits de katholieke grondslag van onze school gerespecteerd wordt; Onze school staat in beginsel open voor alle kinderen, ook voor kinderen met een beperking. Indien er beslist moet worden over de toelating, houden we er uiteraard rekening mee of we de juiste ondersteuning en specifieke begeleiding kunnen bieden die voor de ontwikkeling van het kind noodzakelijk is. Als er besloten is tot toelating zal er gehandeld worden op basis van een plan van aanpak, dat met de ouders is samengesteld.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 16
De evaluatie en de voortgangsprocedure bekijken we van jaar tot jaar. Informatie over de ondersteuning die onze school kan bieden, is opgenomen in het schoolondersteuningsprofiel (SOP) dat hieronder en op de website van onze school te vinden is.
Voor uitgebreide informatie, incl. de wettekst (passage met betrekking tot aanmelding en toelating), verwijzen wij u naar de site van INNOVO.
4.2 Ons schoolondersteuningsprofiel (SOP) Ons uitgangspunt is dat wij proberen om voor zoveel mogelijk kinderen uit Ulestraten en naaste omgeving een veilige plek te zijn waar ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Het team denkt (met hulp) passend onderwijs te kunnen bieden aan kinderen met dyslexie, hoogbegaafdheid, PDD-NOS, ADHD en slechthorenden. Bovendien zijn kinderen met een lichamelijke beperking welkom. Wel blijft dit afhankelijk van de aard en de ernst van de handicap en de ondersteuning die de leerkrachten ontvangen. De school vindt het belangrijk om de grenzen aan te geven wat betreft het opnemen van zorgleerlingen. Zorgleerlingen worden niet ingeschreven: • • • • • • • • • • • • • •
bij complexe en meervoudige problematieken indien veiligheid en welbevinden van kind, andere kinderen en personeel in gevaar komen als de groepsgrootte en groepssamenstelling het niet toelaat bij grote afhankelijkheid waardoor er teveel 1 op 1 begeleiding nodig is voor een bepaald kind als er te weinig sprake is van leerbaarheid en ontwikkelingsperspectief van het kind indien ouders niet meewerken onder andere bij het ondertekenen van het protocol bij aanname als er bij aanname geen helder beeld is van de problematiek van het kind als er geen externe expertise bij zware sociaal-emotionele problematiek beschikbaar is als de financiële middelen niet toereikend zijn om de zorg te bieden die nodig is als er niet voldoende hulpmiddelen zijn die wel nodig zijn bij de problematiek indien een onderwijsassistent noodzakelijk is en deze niet beschikbaar is indien het schoolteam negatief besluit omtrent de toelating van de leerling als leerkracht voor de verzorging van het kind uit de groep moet indien leerkrachten complexe en/of risicovolle medische handelingen moeten verrichten.
Op onze website vindt u het totale zorgprofiel. Mocht u overwegen uw kind met een speciale leerbehoefte op onze school te plaatsen, dan is het verstandig al in een vroeg stadium contact op te nemen met de directie en / of de interne begeleider, omdat het regelen van een verantwoorde opvang de nodige tijd kost.
Spanning tijdens de sinterklaasactiviteit
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 17
4.3 Aanmelden Het aanmeldingsformulier nieuwe leerlingen treft u aan op de website www.bs-detriangel.nl In de Wet passend onderwijs staat een passage opgenomen met betrekking tot aanmelding en toelating. De aanmelding van kinderen voor toelating geschiedt schriftelijk en kan worden gedaan vanaf de dag waarop het kind de leeftijd van 3 jaar bereikt. De ouders doen de aanmelding zo mogelijk ten minste 10 weken voor de datum waarop toelating wordt gevraagd en geven bij de aanmelding aan bij welke school of scholen eveneens om toelating is verzocht. Het bevoegd gezag beoordeelt of de aanmelding een kind betreft dat extra ondersteuning behoeft. Hiertoe kan het bevoegd gezag de ouders verzoeken gegevens te overleggen betreffende stoornissen of handicaps van het kind of beperkingen in de onderwijsparticipatie. Onder extra ondersteuning wordt niet verstaan ondersteuning ter bevordering van de beheersing van de Nederlandse taal met het oog op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden. Indien de toelating van een leerling die extra ondersteuning behoeft wordt geweigerd, vindt de weigering niet plaats dan nadat het bevoegd gezag er, na overleg met de ouders en met inachtneming van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de schoolondersteuningsprofielen van de betrokken scholen, voor heeft zorg gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Onder andere school kan ook worden verstaan een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing: a. indien op de school waar de leerling is aangemeld geen plaatsruimte beschikbaar is, of b. indien het bevoegd gezag de ouders bij de aanmelding verzoekt te verklaren dat zij de grondslag van het onderwijs op de school zullen respecteren dan wel te verklaren dat zij de grondslag van het onderwijs op de school zullen onderschrijven en de ouders dit weigeren te verklaren. Het bevoegd gezag neemt de beslissing over toelating van een leerling zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 6 weken na ontvangst van de aanmelding. Indien de beslissing, bedoeld in de vorige volzin, niet binnen 6 weken kan worden gegeven, deelt het bevoegd gezag dit aan de ouders mede en noemt het daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de beslissing wel tegemoet kan worden gezien, welke termijn ten hoogste 4 weken bedraagt. Indien de aanmelding een kind betreft dat niet is ingeschreven op een andere school, een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, de aanmelding is gedaan ten minste 10 weken voorafgaand aan de eerste dag van een schooljaar en de beslissing over toelating op de eerste dag van dat schooljaar nog niet is genomen, wordt het kind met ingang van die dag tijdelijk geplaatst op de school en als leerling ingeschreven. Indien de leerling wordt toegelaten, wordt de tijdelijke plaatsing omgezet in een definitieve plaatsing. Indien de toelating van de leerling wordt geweigerd, wordt de tijdelijke plaatsing beëindigd en wordt de leerling uitgeschreven met ingang van de dag die volgt op de dag waarop de toelating wordt geweigerd. Een leerling wordt niet toegelaten tot een speciale school voor basisonderwijs dan nadat het samenwerkingsverband waartoe de speciale school voor basisonderwijs behoort de leerling toelaatbaar heeft verklaard tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband. De beslissing over de toelaatbaarheid is geen besluit als bedoeld in artikel 8:4 onder e van de Algemene wet bestuursrecht. Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 18
De toelating van een leerling van een basisschool tot een speciale school voor basisonderwijs van het samenwerkingsverband waaraan de basisschool deelneemt wordt niet geweigerd op denominatieve gronden, tenzij de ouders van de leerling weigeren te verklaren dat zij de grondslag van het onderwijs van de school zullen respecteren. Klik op onderstaande links voor meer informatie. Klik hier voor de geactualiseerde informatiegids 2014 Passend Onderwijs voor ouders. http://www.steunpuntpassendonderwijs.nl/ http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs Hoe gaat dat op onze school? In de maand februari ontvangen alle peuters die het volgende schooljaar onze school mogen bezoeken een uitnodiging voor een kijkmorgen. Dit schooljaar is die op maandagmorgen 7 maart 2016. Ouders / verzorgers melden hun kind aan door het inschrijfformulier in te vullen en ondertekend in te leveren bij de directeur. In verband met het maken van de groepsindeling stellen we het op prijs als de kinderen tijdig worden aangemeld. Voor ouders van peuters is er een zgn. STARTKRANT NIEUWE KLEUTERS gemaakt met daarin informatie en tips over zelfstandigheid, luisterhouding, zindelijkheid en afscheid nemen. Mocht u deze niet automatisch bij het aanmeldingsformulier ontvangen hebben, vraag er dan even naar. Op de dag dat uw kind 4 jaar wordt, mag het naar school en wordt het ingeschreven. In de week vooraf kunnen kinderen al twee ochtenden komen kennismaken. Afspraken over precieze datums worden met de leerkracht van de instroom-groepen gemaakt en zijn geen verplichting. Tijdens één van die kennismakingsmorgens wordt er een intakegesprek van ouders / verzorgers met de directeur of IB-er gepland.
4.4 Ziekmelden en verlof aanvragen Is uw kind ziek of is er een andere reden waarom uw kind niet naar school kan komen? Laat het dan via een briefje, telefoontje of mail weten. Liefst voor schoolbegin: telefoon 043 - 365 27 29. Wat uw vakanties betreft verzoeken wij u dringend uitsluitend te boeken voor officiële vakantiedagen. Om ervoor te zorgen dat u tijdens het schooljaar op vakantie kunt, heeft onze school ervoor gekozen de vrije dagen te clusteren tot b.v. de meivakantie en mee te werken aan de vakantiespreiding.
maar in bepaalde bijzondere omstandigheden kan wel extra verlof aangevraagd worden. Vakantieverlof Vakantieverlof op grond van de Leerplichtwet moet u minimaal 8 weken van tevoren aanvragen bij de directeur. U kunt hierbij gebruik maken van formulieren die op school verkrijgbaar zijn of op de website kunt downloaden.
Vakantieverlof kan worden verleend onder de volgende voorwaarden: - wegens specifieke aard van het beroep* van één der ouders is verlof niet mogelijk binnen Richtlijnen rondom buitengewoon de officiële schoolvakanties tijdens het schoolverlof: schooljaar (werkgeversverklaring verplicht, De Leerplichtwet kent geen snipperdagen, formulier opvragen bij de school); dit verlof Schoolgids 2015 – 2016 Pagina 19
mag maximaal éénmaal per schooljaar worden aangevraagd - het verlof bedraagt niet meer dan tien schooldagen - het betreft niet de eerste twee lesweken van het schooljaar - toestemming wordt door de directie enkel verleend na ruggenspraak met de leerplichtambtenaar.
*Specifieke aard van het beroep Bij het begrip “specifieke aard van het beroep” van de Lpw, dient voornamelijk te worden gedacht aan seizoensgebonden werkzaamheden, resp. werkzaamheden in bedrijfstakken die een piekdrukte kennen, waardoor het voor het gezin feitelijk onmogelijk is om in die periode een vakantie op te nemen. Het moet redelijkerwijs te voorzien zijn (en/of worden aangetoond) dat een vakantie in de schoolvakanties tot onoverkomelijke bedrijfseconomische problemen zal leiden. Slechts het gegeven dat gedurende de schoolvakanties een belangrijk deel van de omzet wordt behaald is onvoldoende. Verlof vanwege gewichtige omstandigheden Extra verlof in geval van andere gewichtige omstandigheden moet u bij de directeur aanvragen. Dit moet uiterlijk binnen twee dagen na het ontstaan van de verhindering. Ook hierbij kunt u gebruik maken van een op school te verkrijgen formulier. In de hierna te noemen gevallen kan, zolang het totaal aan een jongere te verlenen verlof het aantal van 10 verlofdagen in een schooljaar niet te boven gaat, verlof worden gegeven voor de hierna genoemde periode: • voor het bijwonen van het huwelijk van bloed-of aanverwanten t/m de 3e graad van het kind • bij het 12½-, 25-, 40-, 50-, en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders • bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad van het kind
• bij overlijden van bloed- of aanverwanten t/m de 4e graad van het kind • verhuizing van het gezin • het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten lesuren kan gebeuren • sommige religieuze feesten. De volgende situaties zijn nooit gewichtige omstandigheden: • familiebezoek in het buitenland • vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding • vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden • een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale vakantieperiode op vakantie te gaan • eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers-) drukte • verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn. Gewichtige omstandigheden meer dan tien dagen per schooljaar Een verzoek om verlof van meer dan tien schooldagen per jaar zal via de directeur aan de leerplichtambtenaar worden voorgelegd. Dit moet zo snel mogelijk worden aangevraagd. Luxe verzuim ontstaat wanneer ouders hun kinderen laten spijbelen om eerder met vakantie te kunnen gaan of om ze bijvoorbeeld mee te nemen op familiebezoek. Het doet dan niet ter zake of op de bewuste dag gewone lessen zijn, een excursie plaatsvindt of bijvoorbeeld een sportdag is. De school is verplicht om melding te maken van lesverzuim, ook van afwezigheid waarbij een vermoeden bestaat dat het luxe verzuim is. De leerplichtambtenaren zullen tegen luxe verzuim in actie komen. Bezwaar en beroep Tegen een afgewezen verzoek om extra verlof kan de indiener schriftelijk bezwaar maken. Dit bezwaar kan ingediend worden bij het bestuur. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste de volgende gegevens bevatten:
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 20
• • • •
•
naam en adres van belanghebbende; de dagtekening (datum); een omschrijving van het besluit dat is genomen; argumenten die duidelijk maken waarom indiener niet akkoord gaat met het besluit als het bezwaar niet door de indiener maar namens deze wordt, dient er een ondertekende volmacht bij het bezwaarschrift te worden gevoegd.
Deze verlofregeling geldt voor leerplichtige kinderen. En dat zijn ze vanaf de eerste schooldag van de maand die volgt op de maand van de 5e verjaardag van uw kind. Een vijfjarige leerling heeft –in overleg met de directie- recht op tien uur extra verlof per week, als blijkt dat een hele schoolweek nog te vermoeiend is.
4.5 Bestrijden verzuim en vroegtijdig schoolverlaten De school controleert of leerlingen naar school komen. De school heeft een verzuimbeleid en administreert het verzuim van leerlingen. Bij ongeoorloofd verzuim onderneemt de school actie naar leerlingen en ouders. Ongeoorloofd verzuim van zestien uur binnen vijf werkdagen wordt door de school aan de leerplichtambtenaar gemeld. De gemeente is met de scholen verantwoordelijk voor de aanpak van verzuim en voortijdig schoolverlaten. De gemeente stelt leerplichtambtenaren aan en maakt een keuze om wel of niet een samenwerkingsovereenkomst met de inspectie af te sluiten. De leerplichtambtenaar houdt toezicht op de leerlingen, de ouders en de school. Hij spreekt leerlingen en ouders aan op verzuim en kan ouders of leerlingen een boete opleggen.
De leerplichtambtenaar spreekt de school aan op verzuimbeleid en –administratie. Als de school verzuim niet of onvoldoende meldt aan de leerplichtambtenaar, dan informeert de leerplichtambtenaar de Inspectie hierover. Tijdens regulier onderzoek kan de Inspectie van het Onderwijs steekproefsgewijs de verzuimadministratie van scholen controleren. Bij signalen kan de inspectie de verzuimadministratie op scholen inspecteren. De Inspectie handhaaft de naleving van de leerplichtwet bij scholen en kan het hoofd van de school een boete opleggen bij nietnaleving. Klik op de link voor meer informatie van de Inspectie van het Onderwijs. http://www.onderwijsinspectie.nl/toezicht/mel den-ongeoorloofd-verzuim
4.6 Afwezigheid meesters en juffen Bij afwezigheid van de leerkracht wegens ziekte of ADV komt er een vervanger in de klas. Meestal is dat een vaste vervanger die bekend is bij de kinderen en op de hoogte is van de gang van zaken op onze school.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 21
4.7 Lessen aan zieke kinderen Als een kind wegens ziekte in een ziekenhuis, instelling of thuis verblijft, houdt de thuisschool de verantwoordelijkheid voor het voortzetten van het onderwijs. We proberen zo veel mogelijk een leerachterstand te voorkomen en er voor te zorgen dat de leerling de aansluiting op onze school weer vindt. Door de ernst van een ziekte zal dat niet altijd even gemakkelijk verlopen. De leerkrachten kunnen tegen nogal wat vragen en problemen aanlopen.
•
•
Welk effect heeft het ziektebeeld op de studiemogelijkheden, op sociaalemotioneel gebied en op de lichamelijke en emotionele ontwikkeling van de zieke leerling? Hoe kunnen we zo gericht mogelijk reageren op een zeer ingrijpende behandeling of medicijngebruik bij een leerling, mogelijk ook op overlijden of rouwverwerking?
Als ondersteuning bij dit soort vragen en problemen zijn er ‘consulenten onderwijsondersteuning zieke leerlingen’. Leerlingen die zijn opgenomen in een academisch ziekenhuis worden geholpen door de consulenten van de educatieve voorziening van het ziekenhuis. Heeft u vragen, neemt u dan gerust contact op met de consulent onderwijs ondersteuning zieke leerlingen.
3.4 Schorsing en verwijdering Schorsing Vanaf 1 augustus 2014 is artikel 40c opgenomen in de WPO. Hierin staat beschreven dat het bevoegd gezag, ten opzichte van het verleden, bevoegd is om een leerling te schorsen. Daarbij zijn scholen verplicht om schorsingen van langer dan een dag bij de Inspectie van het Onderwijs te melden. Ook is opgenomen dat leerlingen voor ten hoogste één week geschorst kunnen worden. Schorsing melden via het Internetschooldossier (ISD) Scholen of bevoegde gezagen dienen de schorsing te melden via een formulier dat in het internet schooldossier (ISD) is opgenomen. De inspectie gaat er van uit dat een schorsing zo kort mogelijk duurt en dat scholen zich rekenschap geven van de gevolgen voor het kind. Van scholen mag verwacht worden dat zij in geval van schorsing zorgvuldig te werk gaan
en vaste procedures volgen. De rechter toetst zo nodig of deze gevolgd zijn. Hierbij vermelden wij dat een schorsing een ingrijpende maatregel is en alleen in uitzonderlijke gevallen gebruikt zal worden. In artikel 40c van de WPO zijn de volgende punten opgenomen: 1. Het bevoegd gezag kan met opgave van redenen een leerling voor een periode van ten hoogste één week schorsen. 2. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bekendgemaakt. 3. Het bevoegd gezag stelt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. Ouders kunnen bij het schoolbestuur en/of bestuursrechter schriftelijk bezwaar maken tegen de schorsing. Indien het een bijzondere school betreft kunnen de ouders de stap maken naar de civiele rechter.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 22
of de andere leerlingen of voor de ongestoorde voortgang van het onderwijs.
Verwijdering Verwijdering van een leerling is een ordemaatregel die slechts in het uiterste geval en dan ook nog uiterst zorgvuldig moet worden genomen. Volgens vaste jurisprudentie kunnen voor verwijdering onder andere de volgende redenen worden aangevoerd: - voortdurend, storend, agressief gedrag van de leerling; - bedreigend of agressief gedrag van ouders/ verzorgers van de leerling.
De verwijdering van een leerling is in het primair onderwijs geregeld in artikel 40 van de WPO en in het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs in artikel 40 van de WEC. Voor meer informatie ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids.
Voor deze beide verwijderingsgronden moet aannemelijk zijn dat herhaling niet is uitgesloten, waardoor gegronde vrees is ontstaan voor de veiligheid van het personeel
4.8 Gronden voor vrijstelling van het onderwijs De leerlingen van onze school nemen in principe deel aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Op verzoek van de ouders kan een leerling worden vrijgesteld van de volgende onderwijsactiviteiten: •
deelname aan godsdienstlessen. Voor leerlingen die niet gelovig zijn of waarvan bij de aanmelding blijkt dat zij tot een andere geloofsrichting behoren dan de R.K. én waarvan de ouders aangeven dat zij er moeite mee
•
hebben dat hun kind de godsdienstlessen volgt, wordt tijdens de godsdienstlessen een alternatieve lesstof aangeboden. Bij vieringen in de kerk wordt voor deze groep kinderen een passend aanbod bedacht. deelname aan gymnastieklessen op basis van medische indicatie. In zo een geval geldt eveneens dat de school in plaats van de gymnastiekles een alternatief lesprogramma aanbiedt.
4.9 Snoepen en trakteren Op school kregen we wel eens te maken met •
•
•
kinderen die niet of onvoldoende hadden ontbeten. Ze hadden vaak volle trommeltjes bij zich en kwamen bij een pauze niet meer aan spelen toe kinderen met snoep in hun trommeltjes, waardoor andere kinderen jaloers werden en thuis ook om snoep gingen bedelen kinderen met frisdrank in hun flesjes
•
bij verjaardagen werd getrakteerd op grote zakken snoep.
Zaken waarmee de school niet gelukkig was. Vele jaren probeerden we er iets aan te doen, maar steeds ‘verwaterden’ de aanbevelingen.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 23
In voorgaande schooljaren zijn we nadrukkelijk bezig geweest met gezonde leefstijl en voeding. Tijdens een thema-avond en in de vergaderingen van het team, de oudervereniging, de SAC en de MR is het thema ‘snoepen en trakteren’ besproken. Naast gezondheid ging het ook over allergieën voor zoetstof, het verplicht voelen, de grote verschillen in traktaties en de overdaad. De uitkomsten hiervan hebben geleid tot de volgende afspraken voor onze school. •
Het is niet toegestaan om tijdens de schooltijd te snoepen. Wij vragen u de kinderen geen snoep, chips, chocolade of frisdrank mee te geven. Als de kinderen in de pauze iets willen eten, kies dan voor fruit of een (halve) boterham. Echter, niet te veel. Het mag geen uitgesteld ontbijt zijn. De kinderen moeten ook nog tijd overhouden om te spelen.
•
Als een kind jarig is, wordt het uitgebreid in het zonnetje gezet. Een kleine traktatie hoort daarbij. Echter, wij verzoeken u vriendelijk om het bij een kleinigheidje te laten. Geen snoep of chips. Een blokje kaas, een stukje worst, komkommer, rozijntjes of fruit zijn net zo gezellig. De leerkrachten vinden het fijn om dezelfde traktatie als de kinderen te krijgen. Gezond trakteren geldt ook voor verjaardagen van leerkrachten. Ook op die dag ligt de nadruk op aandacht en gezelligheid. Voor ideeën zie www.gezondtrakteren.nl
•
Bij festiviteiten zoals Sinterklaas, Kerst, Carnaval, Pasen, schoolkamp en geboortes worden de leerlingen met mate op snoep getrakteerd. Laat het ons s.v.p. weten als uw kind een dieet volgt of bepaalde voedingsmiddelen niet mag hebben, dan kunnen wij daar rekening mee houden.
Voor de kleuters hanteren we de volgende afspraken: •
Tijdens de ochtendpauze nemen de kleuters eventueel een tussendoortje mee naar buiten om op te eten (echt iets kleins dus, anders houdt uw kind geen tijd over om te spelen!) Als kinderen iets te drinken meenemen (géén frisdrank!), dan graag in een goed afsluitbaar flesje of beker. Zorgt u er wel voor dat de naam van uw kind er duidelijk op staat! Als ze binnen komen na het buiten spelen, drinken de kinderen het eventueel meegenomen drinken op. Andere kinderen kunnen water drinken.
•
Als uw kind tussen de middag moet overblijven, doet u het eten en drinken hiervoor a.u.b. in een aparte trommel en/of beker, zodat uw kind weet wanneer het wat moet eten en/of drinken.
Groep 8: ““Hie zîn v’r weer….
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 24
4.10 Overblijven Sinds 1 augustus 2006 is het schoolbestuur zelf verantwoordelijk voor het overblijven op alle scholen. De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering. We hanteren de volgende overblijfregeling: •
•
•
•
Op basisschool ‘De Triangel’ wordt het overblijven gezamenlijk georganiseerd door leerkrachten en overblijfkrachten. Het eten van de kleuters gebeurt centraal in het noodlokaal. De kinderen worden door de leerkrachten gebracht en overgedragen aan de overblijfkrachten. In de groepen 3 t/m 8 gebeurt het toezicht tijdens het eten in de groepslokalen door de leerkrachten. Zij blijven tijdens de middagpauze 10 tot 15 minuten langer in hun lokaal.
•
Als hier weinig overblijvende kinderen zijn worden kleine groepjes overblijvers gecombineerd, zodat niet alle leerkrachten toezicht hoeven te houden. Na het eten komen alle overblijvers onder toezicht van overblijfkrachten. Dit gebeurt zoveel mogelijk buiten. Alleen bij slecht weer spelen de kinderen onder het afdak of komen naar binnen: de jongsten in de speelzaal van de kleuters, de groteren in de aula. Tien minuten voor schoolbegin gaan de kleuters naar hun lokaal en voegen de overblijvers zich weer bij de andere kinderen. Het toezicht wordt overgenomen door leerkrachten.
Reglement overblijven: 1. De kosten voor het overblijven bedragen per kind € 1,25 per keer. De ouders ontvangen drie keer per schooljaar een rekening en maken het bedrag over naar de bankrekening van de school. De inkomsten worden gebruikt om de kosten te dekken: coördinatiekosten, vergoeding overblijfkrachten, vergoeding leerkrachten (personeelskas), speelmaterialen, meubilair, energiekosten, verzekeringspremies en schoonmaak- en afvalkosten. Gestreefd wordt om het overblijven budgettair neutraal te laten verlopen. Zouden de kosten hoger zijn dan de inkomsten, dan zal de overblijfvergoeding per kind evenredig worden verhoogd. 2. De kinderen brengen zelf eten en drinken mee in een (van naam voorzien) broodtrommel en drinkbeker. Om de afvalberg te verkleinen verzoeken we u om
3.
4.
5. 6.
7.
zo weinig mogelijk wegwerpmaterialen (zoals pakjes en blikjes) te gebruiken. Ook tijdens het overblijven is het niet toegestaan om snoep mee te brengen. Als school willen we erop toezien dat de kinderen gezonde voeding en drank bij zich hebben. Het eten gebeurt netjes en ordelijk. De kinderen zitten aan een tafel, hebben goede eetmanieren en nemen voldoende tijd voor hun maaltijd. Pas als ze helemaal klaar zijn met eten en drinken, mogen ze gaan spelen. De kinderen ruimen na het overblijven zelf hun overblijfspullen op. Overblijvers mogen het gebouw en / of de speelplaats niet verlaten. Ze mogen zonder toezicht niet meer in de klaslokalen komen. Tussen de middag gelden de normale schoolregels. Als de overblijfkrachten de leiding hebben, gehoorzamen de kinderen
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 25
aan hen. Indien kinderen zich regelmatig slecht gedragen, wordt dit besproken met de groepsleerkracht of de schoolleiding en de ouders. Zou het gedrag niet verbeteren, dan mag de school in een uiterste geval een kind uitsluiten van overblijven. 8. Tijdens het overblijven geldt de normale schoolverzekering (zie deze schoolgids). Deze dekt echter lang niet alle schade. Het is zinvol om een W.A.-verzekering of beter nog een ‘scholierenongevallenverzekering’
af te sluiten. Deze laatste zorgt ervoor dat kinderen 24 uur per dag, ook tijdens vakanties, zijn verzekerd. 9. De groepsleerkrachten registreren de namen van de overblijvers en zijn alert op afwezigheid. Ze zorgen dat de overblijfkrachten op de hoogte zijn van kinderen met allergieën, medicijngebruik en/of gedragsproblemen. 10. De schoolleiding zorgt voor het aantrekken en aanstellen van overblijfkrachten.
Spelregels voor de overblijfkrachten:
•
• •
•
•
Overblijfkrachten moeten affiniteit met kinderen hebben. Ze moeten kindvriendelijk zijn, consequent en goed gehumeurd, een natuurlijk overwicht hebben, toezicht kunnen houden op eten en spel en activiteiten kunnen aanbieden. Ze gaan vertrouwelijk om met informatie. Ze zijn gemotiveerd en kunnen in teamverband werken. Overblijfkrachten gebruiken geen verbaal of non verbaal geweld. Overblijfkrachten zijn minimaal van11:50 uur tot 13:00 uur aanwezig. Bij verhindering wordt z.s.m. contact opgenomen met de overblijfcoördinator. Overblijfkrachten moeten hun aandacht helemaal kunnen richten op de overblijvers. Het is daarom niet toegestaan dat ze baby’s of jonge kinderen tot 4 jaar meenemen. Er is een goede taakverdeling: 1. Eén der overblijfkrachten is overblijfcoördinator. Deze heeft tot taak:
overblijfkrachten aanwezig zijn; - te registreren welke vrijwilligers aanwezig zijn; - te overleggen over te kopen materialen. 2. Drie overblijfkrachten zijn aanwezig in het overblijflokaal van de kleuters. Zij zorgen ervoor dat alles gereed staat om de kinderen te kunnen ontvangen, begeleiden ze tijdens het eten, spelen en opruimen en zorgen dat het lokaal naderhand in schone staat wordt achtergelaten. 3. De andere overblijfkrachten zijn tijdig aanwezig op het schoolplein om toezicht te houden op de snellere eters. Gestreefd wordt naar een bezettingsgraad van 1 overblijfkracht op maximaal 15 kinderen. 4. Een groot gedeelte van de overblijfkrachten (minstens 60%) heeft scholing gevolgd.
- regelmatig te overleggen met de directie; - te zorgen dat er elke dag voldoende Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 26
•
•
Overblijfkrachten ontvangen een vrijwilligersvergoeding die past binnen de fiscale vrijstellingsregeling. Per persoon mogen ze niet meer dan € 150 per maand en niet meer dan € 1500 per jaar ontvangen. Voor overblijfkrachten die bijstand genieten zijn de maximumbedragen € 95 per maand en € 764 per jaar. In de middagpauze gelden dezelfde regels als tijdens de rest van de schooldag. Als kinderen zich regelmatig misdragen, wordt dat besproken met de groepsleerkracht of de directie.
•
•
•
Bij goed weer gaan alle kinderen naar buiten. Bij slecht weer verdelen de overblijfkrachten en kinderen zich over de verschillende locaties: afdak buiten, speelzaal kleuters of noodlokaal (voor de kleintjes) en de aula. Overblijvers gebruiken niet de speelmaterialen uit de groepen. Voor hen zijn aparte speelmaterialen, die uit de inkomsten worden aangeschaft. De overblijfkrachten zien erop toe dat deze na de middagpauze weer netjes opgeruimd zijn.
4.11 Buitenschoolse opvang (BSO)
Wat is BSO ( buitenschoolse opvang)? Buitenschoolse opvang bestaat uit voorschoolse opvang, naschoolse opvang, opvang op vrije school(mid)dagen, dan wel opvang tijdens schoolvakanties of een combinatie hiervan. Wat wil de overheid? Op 5 oktober 2006 is de Wet Primair Onderwijs aangepast. In die zin dat alle basisscholen, dus niet alleen brede scholen, mogelijkheden tot buitenschoolse opvang moeten bieden, waardoor kinderen van half 8 ’s ochtends tot half 7 ’s avonds een zinvolle, leuke dagbesteding hebben. Het voorzien in BSO sluit nauw aan bij de reeds door INNOVO ingezette koers van “educatief partnerschap”. Als school zijn we op zoek gegaan naar een aanbod dat past bij de wensen van kinderen, ouders, scholen en INNOVO. Dit alles binnen de marge van de financiële middelen die de overheid ter beschikking stelt.
Voor basisschool De Triangel verzorgen een drietal organisaties de BSO: 1. ’t Buurke – Kelmond 06-20495137 046-2048965 2. Ut Boerderieke – Kelmond Tel: 046-4234181 Mobiel: 06-38250987 3. Stichting Maatwerk In Kinderopvang (MIK). Zij organiseert dat in het gebouw van de basisschool De Gansbeek in Meerssen, omdat die over geschikte ruimte beschikt binnen haar schoolgebouw.
De kinderen van onze school worden onder leiding van de BSO-medewerkers vervoerd naar de BSO-locatie. Wij als school dragen zorg voor een goede overdracht van de kinderen richting het taxibusje. Voor meer informatie en folders kunt u terecht bij de directeur van de school.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 27
5. Ons streven naar kwaliteit De Triangel is een van de 53 scholen van INNOVO, Stichting voor katholiek onderwijs. Al die scholen verschillen enigszins van elkaar. Scholen kunnen verschillen in werkwijzen, sfeer en resultaten. Onze school werkt op drie manieren aan verdere kwaliteitsverbetering: het gebruik van goede methodes en werkvormen, goed personeel en het intensief volgen van de resultaten van de leerlingen. In *De Triangel* wordt lesgegeven met behulp van moderne lesmethodes. Bij het kiezen van lesboeken en andere materialen is gelet op de kwaliteit (dat kinderen goed leren met behulp van deze methodes), het uiterlijk (dat het materiaal er aantrekkelijk uitziet) en de stimulans tot zelfwerkzaamheid en samenwerking. Er zijn kinderen die extra werk aankunnen en kinderen die extra oefenstof nodig hebben. We hebben bij de aanschaf van de methodes erop gelet of er voor beide groepen kinderen voldoende leerstof in zit. Bovendien worden de methodes in alle groepen ondersteund door computerprogramma’s. De school beschikt over een computernetwerk waarop 34 werkplekken zijn aangesloten, in alle groepen twee en 16 computers op centrale plekken. De groepen 3 t/m 6 zijn uitgerust met een digitaal schoolbord, de kleutergroepen en de groepen 7 en 8 met een touch screen. Bovendien beschikt de school over access points, zodat de kinderen ook via laptops en tablets internet kunnen gebruiken. Het werken met goede, moderne methodes is een manier om kwaliteit na te streven. Nog belangrijker dan de methoden die een school gebruikt zijn de mensen die er werken. Aan hen heeft u uw kind toevertrouwd. Zij zorgen ervoor dat de materialen en de lesboeken zinvol gebruikt worden. Zowel jarenlange onderwijservaring als wel enthousiasme zijn vertegenwoordigd bij het
personeel. Een uitstekend team dat veel tijd besteedt aan voorbereiding, samenwerking en overleg. De maatschappij verandert voortdurend en dus ook het onderwijs. Om deze ontwikkelingen te volgen zijn er elk schooljaar een aantal studieen/of evaluatiedagen voor teamleden en volgen de leerkrachten na- en bijscholing, zowel individueel als in teamverband. Daarnaast wordt er door middel van coaching en een beoordelingscyclus veel aandacht besteed aan hun persoonlijke ontwikkeling. De kwaliteit van een school hangt dus af van de mensen die er werken en hoe ze dat samen doen. En de teamleden van *de Triangel* zijn het er over eens: er wordt op onze school hard gewerkt en de sfeer is prima. Een derde manier om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en te verhogen is het werken met een leerlingvolgsysteem. Vanaf hun komst op school volgen we de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Voor de cognitieve ontwikkeling gebruiken we o.a. de toetsen van het CITOleerlingvolgsysteem en ons eigen kleutervolgsysteem. Toetsen geven ons zicht op de voortgang van de kinderen. Bovendien geeft het ons een totaalbeeld van de prestaties van de hele school. Omdat deze toetsen ieder jaar terugkomen, krijgen we een goed beeld van de leerling t.o.v. leeftijdgenootjes in het hele land. Vooral ook bieden ze ons aanknopingspunten om kinderen individueel en / of groepsgewijs beter te ondersteunen en ons onderwijsaanbod aan te passen. Om de sociaal-emotionele ontwikkeling te volgen, gebruiken we het leerlingvolgsysteem Scol, dat twee keer per jaar door de leerkrachten wordt ingevuld. Bovendien vullen de leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 jaarlijks een eigen lijst in met vragen over hun welbevinden.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 28
5.1 Toetsen Om mogelijke hiaten in de ontwikkeling van kinderen snel te signaleren werken we in de groepen 1 en 2 met een kleutervolg-systeem. Twee keer per jaar vullen de leerkrachten een ontwikkelings-lijst in, een digitaal formulier waarop bepaalde kenmerken van het kind worden genoteerd. Ze kijken naar het gedrag van het kind in de kring, het spelen, het werken, de taal, het omgaan met anderen, de waarneming, enz. In januari en juni worden enkele Cito-toetsen afgenomen op het gebied van taal - en woordenschatontwikkeling en ruimtelijke oriëntatie. Zo kunnen we vaststellen of een kind een ontwikkelings-voorsprong of achterstand heeft. Door het bijhouden van de resultaten ontstaan ‘groeilijnen’, te vergelijken met de groeilijnen voor lengte en gewicht van het consultatiebureau. Daaraan kunnen we zien of de ontwikkeling naar wens verloopt. Drie keer per jaar bespreken de leerkrachten, de IB er en de deze resultaten, samen met de gegevens rond de sociaal-emotionele ontwikkeling. Zo proberen we voortdurend ons onderwijs aan te passen en te verbeteren. Cito-toetsen Op onze school worden de volgende toetsen afgenomen: Groep 1 (na enkele maanden) en groep 2
Taal voor Kleuters Rekenen voor kleuters Toets Technisch lezen AVI-leestoets (alleen voor zorgleerlingen) Drie Minuten Toets (alleen voor zorgleerlingen)
Groepen 3 t/m 8
Fragment uit ons kleutervolgsysteem
.
Begrijpend lezen SVS (woordspelling) Begrijpend Luisteren Rekenen en Wiskunde Woordenschat
Groepen 7 en 8
Groep 8
Studievaardigheden SVS (werkwoordspelling)
Fragment uit de ontwikkelingskaart van het leerlingvolgsysteem van Cito
de Eindtoets
Om de sociaal-emotionele ontwikkeling beter in kaart te brengen gebruiken we het leerlingvolgsysteem Scol. In de hoogste groepen nemen de kinderen zichzelf de maat. Via vragenlijsten die ze twee keer per jaar invullen, kunnen ze aangeven hoe sociaal competent ze zichzelf vinden. Schoolgids 2015 – 2016 Pagina 29
5.2 Overgaan, kleuterverlenging (groep 1 en 2), doubleren (groep 3 t/m 8) en versnellen De Wet op Primair Onderwijs (WPO) schrijft voor dat ieder kind recht heeft op een “ononderbroken” ontwikkelingsproces. Sommige kinderen hebben mogelijk langere of kortere tijd nodig voor het doorlopen van de basisschool dan de “normale” acht jaar. Elk kind ontwikkelt zich in zijn/haar eigen tempo wat betreft het opnemen en beheersen van de leerstof en op sociaal-emotioneel gebied. Als een kind problemen heeft op een bepaald gebied kan met het bieden van extra hulp het probleem mogelijk worden opgelost. Als blijkt dat het kind moeite heeft de basisstof of het tempo van de groep te volgen, zal de leerkracht in overleg met de interne begeleider trachten de leerstof zo goed mogelijk af te stemmen op de behoeften van het kind.
Het kan voorkomen dat een kind, ook na extra begeleiding, niet toe is aan een volgend leerjaar. Na overleg met de ouders kunnen de leerkracht, samen met de interne begeleider en de directeur, besluiten het kind niet naar de volgende groep te laten gaan. Zo’n kleuterverlenging of doubleren wordt alleen overwogen als we verwachten dat het kind zich daardoor sociaal en emotioneel beter ontplooit of wanneer we verwachten dat de leerprestaties daardoor aanmerkelijk zullen verbeteren. Deze leerlingen werken vaak met een aangepast programma; het is de bedoeling dat de leerkracht zoveel mogelijk probeert aan te sluiten op vaardigheden die het kind al beheerst.
Ontwikkelingsperspectief Sommige leerlingen hebben moeite zich de aangeboden leerstof eigen te maken binnen de gestelde tijd en op het verwachte niveau. Als dit hardnekkig is, kan er besloten worden tot het schrijven en uitvoeren van een handelingsplan. Dit is een formeel document dat ook om de instemming van de ouders vraagt. Werken aan de hand van een handelingsplan heeft een remediërend karakter en is erop gericht dat de leerling weer aansluiting vindt bij het programma van de groep. Als het beoogde effect achterwege blijft, is het een vraag of de leerling wel in staat is het eindniveau van de basisschool te bereiken. De school moet dan vaststellen of er sprake is van een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte. In dat geval moet in de loop van groep 6, doch uiterlijk bij de overgang naar groep 7,
aantoonbaar zijn, dat de betreffende leerling het eindniveau van de basisschool niet gaat halen. De school is verplicht om voor deze leerling een Ontwikkelingsperspectief op te stellen. In het Ontwikkelingsperspectief staat het aangepaste uitstroomniveau en de tussendoelen die gehaald moeten worden om dat uitstroomniveau te realiseren. Met het Ontwikkelingsperspectief ontstaat een betere afstemming met de leerling en zijn ouders over het einddoel dat de school voor deze leerling wil bereiken. Aan de hand van het Ontwikkelingsperspectief kan de leerling langs eigen leerlijnen verder werken waardoor de aansluiting met het passend vervolgonderwijs verbeterd wordt. Het Ontwikkelingsperspectief wordt besproken met de leerling en de ouders en tenslotte vastgesteld en door de ouders ondertekend.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 30
5.3 kleuterverlenging De tijd die kleuters in groep 1 en 2 doorbrengen kan sterk verschillen. Deze periode kan variëren van ruim 1½ jaar tot 2½ jaar. We vinden het belangrijk dat een kind voldoende rijpt in de kleutergroepen. Ieder kind heeft recht op een bij hem of haar passend leer- en ontwikkelingsproces en er wordt bij de overgang naar een volgende groep steeds op individuele basis afwegingen gemaakt. In principe gaan de leerlingen die in augustus t/m december zijn ingestroomd het daaropvolgende schooljaar naar groep 2. Leerlingen die zijn ingestroomd in januari tot het einde van het schooljaar gaan het daarop volgende schooljaar naar groep 1.
• • • •
•
• • Plan van aanpak: Als kleuters 4 jaar zijn, worden ze in de instroomgroep geplaatst. Ze worden door de leerkracht geobserveerd en na enige maanden in januari en/of in juni getoetst met behulp van de eerder genoemde Cito-toetsen. Leerlingen worden pas getoetst nadat ze minimaal vier maanden op school zijn. Na de zomervakantie worden de kinderen op basis van de toetsresultaten, observaties en bevindingen van de leerkracht én na overleg met het zorgteam in de groep 1, groep 2 of groep 3 geplaatst. Soms wordt een kind tussentijds van groep 1 naar groep 2 geplaatst. Dat wil niet zeggen dat het kind automatisch naar groep 3 doorstroomt. In specifieke gevallen wordt steeds naar de totale ontwikkeling van het kind gekeken. Hierbij komen de volgende aspecten aan bod:
• • • • •
de taal/spraakontwikkeling eventueel in overleg met de logopediste de ontwikkeling m.b.t. het voorbereidend lezen de ontwikkeling m.b.t. het voorbereidend rekenen de scores in de toetsen ‘taal voor kleuters’, ‘rekenen voor kleuters’ en zo nodig de ‘begrippentoets’ signaleringslijsten uit het ‘Screeningsinstrument beginnende geletterdheid’ voor groep 2 het speel/werkgedrag de werkhouding t.a.v. concentratie, motivatie en taakgerichtheid de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid de ontwikkeling van de motoriek de sociaal-emotionele ontwikkeling de fysieke ontwikkeling de mening van de ouders.
Gedurende het schooljaar bespreekt de leerkracht regelmatig de bevindingen over bovenstaande aspecten met de ouders. Aan het eind van het schooljaar wordt dan de beslissing genomen in welke groep het kind geplaatst wordt. Daarnaast wordt bij de overgang naar groep 3 ook met de schoolarts en de logopediste overleg gevoerd en is de IB-er betrokken. Uiterlijk in juni wordt over de plaatsing beslist. Bij twijfel of een verschil van mening wordt de uiteindelijke beslissing door de directeur genomen.
In actie tijdens de Koningsspelen
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 31
5.4 Overgangsprotocol Protocol m.b.t. de doorstroom in de groepen 3 t/m 8 Om tot een afgewogen besluit te komen, hanteert de school de volgende procedure: 1. De leerkracht signaleert De leerkracht geeft tijdens de leerlingenbesprekingen aan welke de didactische en/of sociaal-emotionele problemen of mogelijkheden zijn. Om deze helder in beeld te brengen gebruikt de leerkracht * Methode gebonden toetsen * Methode onafhankelijke toetsen (Cito) * Observaties en signaleringslijsten (Scol) * Bevindingen van collega’s * Bevindingen van externe deskundigen. 2. Aanmelding doublure / versnelling en overleg Zodra er aan de wenselijkheid van doubleren of versnellen gedacht wordt, meldt de leerkracht dit tijdens een leerlingenbespreking. Met de interne begeleider wordt vervolgens bekeken in hoeverre de kans bestaat, dat de ontwikkeling van het kind stagneert. De leerkracht stelt bovendien de ouders in kennis omtrent de ontwikkeling van het kind. De verdere gesprekken met de ouders over de voortgang van het proces vinden zo veel mogelijk plaats in het bijzijn van de interne begeleider. Er wordt steeds een schriftelijk verslag van de gesprekken gemaakt.
c.
de nieuwe leerlingen overgegaan naar het nieuwe scoringssysteem. De scores worden bij deze kinderen uitgedrukt in de scores I t/m V. Bij deze normering worden de IV en V-scores besproken. Op sociaal-emotioneel gebied en qua leerhouding moet de leerling zich volgens de leerkracht voldoende ontwikkeld hebben. Dit wordt o.a. gevolgd met ons SEO-volgsysteem Scol.
Bij een leervoorsprong geldt vooral dat het kind meer uitdaging nodig heeft dan de verrijkings- en verdiepingsstof die het al aangeboden kreeg. De verwachting moet zijn dat het kind binnen overbrugbare tijd aansluiting kan vinden bij het volgende leerjaar, zowel op het gebied van de leerstof, als ook op sociaal-emotioneel gebied. 4. Besluit •
• •
3. Overwegingen en indicatiecriteria Tijdens het proces voorafgaand aan de uiteindelijke besluitvorming is het belangrijk om de leerachterstand of leervoorsprong te bepalen.
•
Bij een leerachterstand hanteren we de streefdoelen van het leerjaar:
•
a. De genormeerde scores van de methode gebonden toetsen. b. De scores van de Cito-toetsen. D en Escores zijn altijd reden tot bespreking . In het schooljaar 2012-2013 zijn we met
•
Schoolgids 2015 – 2016
Na alles te hebben overwogen beslissen de leerkracht en het zorgteam (zijnde de interne begeleider en de directeur) gezamenlijk tot doubleren of versnellen. Na de beslissing licht de leerkracht zo spoedig mogelijk de ouders in. Mocht het zo zijn dat de ouders niet akkoord gaan met bovengenoemde beslissing, dan kunnen zij hierover bij de directeur in beroep gaan. Indien de ouders aspecten naar voren brengen die niet bekend waren ten tijde van de besluitvorming, zal het doubleren of versnellen van het kind opnieuw worden besproken. De directeur neemt uiteindelijk het besluit tot kleuterverlenging,, doubleren of versnellen. Gaan de ouders vervolgens met dit besluit niet akkoord, dan kunnen zij handelen volgens de procedures, die zijn vastgelegd in de klachtenregeling. Pagina 32
5.5 Overgang naar voortgezet onderwijs Als school willen we bewerkstelligen dat het kind in de voor hem / haar meeste geschikte vorm van VO terechtkomt . Voordat een leerling doorstroomt naar het voortgezet onderwijs, doorlopen we samen met de ouders een traject van advisering, aanmelding en toetsing.
De afgelopen jaren kozen onze schoolverlaters voor: 2012
2013
2014
2015
VWO: gymnasium en atheneum
5
6
6
11
Havo / VWO
5
2
3
4
Havo
10
6
5
3
VMBO TL / Havo
2
2
5
1
VMBO TL
2
3
2
VMBO TL/Kader
1
VMBO Kader
2
De definitieve schoolkeuze wordt bepaald door: • • •
•
de wens van het kind de wens van de ouders het advies van de basisschool, gebaseerd op 8 jaren onderwijs waarbij rekening wordt gehouden met capaciteiten, inzet, leerhouding, enz. de uitslag van een onafhankelijk toetsresultaat (b.v. de Eindtoets).
1
3
VMBO Kader/BBL VMBO BBL
Alle kinderen ontvingen een schooladvies. Na 2 jaren voortgezet onderwijs zit 83% van de kinderen in de geadviseerde vorm van voortgezet onderwijs. 5% Bezoekt een hogere vorm en 12% zit lager dan het advies.
6
1 1
België: TSO Totaal aantal leerlingen
1 28
18
25
28
Protocol overgang naar voortgezet onderwijs
Juni / juli
September
De leerkrachten van groep 7 en 8 beoordelen of er leerlingen in aanmerking komen voor leerwegondersteunend of praktijkonderwijs op basis van het Cito-leerlingvolgsysteem. Wanneer de school zelf twijfelt, wordt er een pré-advies aangevraagd via de Permanente Commissie Leerlingzorg. Gesprekken met ouders van leerlingen die ons inziens in aanmerking komen voor LWOO/PRO (leerwegondersteunend of praktijkonderwijs).
Sept/okt Leerlingen aanmelden voor het onderzoek t.b.v. LWOO/PRO bij het COB. (vóór 10 oktober) Eind okt./half jan. LWOO/PRO-onderzoek door het COB. November November
Voorlopig schooladvies wordt opgesteld door de leerkrachten van groepen 6, 7 en 8 in overleg met de interne begeleider en de directeur. BOVO-overleg (basisonderwijs-voortgezet onderwijs) met het Stella Maris College.
November / december
10-Minutengesprekken met de ouders n.a.v. het eerste rapport. Ouders ontvangen dan mondeling een voorlopig schooladvies. Verspreiding algemeen voorlichtingsmateriaal over scholen van voortgezet onderwijs, van de December/januari Eindtoets en eventueel andere (particuliere) toetsen.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 33
Januari
Informatieavond voor ouders over Cito-eindtoets en v.o.
Vanaf januari
Verspreiding voorlichtingsmateriaal van de scholen voor voortgezet onderwijs. Proeflessen voor leerlingen door het voortgezet onderwijs. Informatieavonden voor ouders door het voortgezet onderwijs. Open dagen vanuit het voortgezet onderwijs.
Februari
Definitief schooladvies (schriftelijk). Het schooladvies staat los van de Eindtoets en de verwachtingen / wensen van de ouders. Het is gebaseerd op de leerresultaten in de groepen 6,7 en 8 en een aantal persoonlijkheidsfactoren, zoals inzet, motivatie, doorzettingsvermogen, zelfstandigheid, huiswerkattitude, gedrag, concentratie, werkhouding en werktempo. De leerlingen krijgen dit persoonlijk met toelichting van de leerkracht mee naar huis.
Maart
Adviesgesprekken met ouders over beide adviezen (school en Cito). Leerkracht maakt de onderwijskundige rapporten. Een kopie van dit onderwijskundig rapport wordt aan de ouders overhandigd. Ouders en leerling bepalen de uiteindelijke schoolkeuze. Aanmelding van de leerlingen voor v.o.-school door de ouders, evt. met voorkeur voor groepsindeling. Onderwijskundige rapporten, na inzage ouders, worden opgestuurd naar de v.o.-scholen. Resultaten van LWOO/PRO-onderzoeken zijn voor half maart bekend. Voor kinderen met een positieve uitslag worden voor 31 maart de benodigde gegevens (onderwijskundig rapport en leerlingvolgsysteem) naar COB gestuurd.
Maart-april
Overdrachtsgesprekken leerkracht b.o. en brugklascoördinator v.o.
April
Ouders ontvangen een voorlopig besluit over toelating door de v.o.-school.
April
Afname Eindtoets .
Mei
Uitslag Cito-eindtoets: Leerlingen krijgen dit persoonlijk na mondelinge toelichting van de leerkracht mee naar huis.
Mei/juni
Ouders ontvangen een definitief besluit over toelating door de v.o.-school.
Mei
BOVO-overleg (basisonderwijs-voortgezet onderwijs) op het Stella Maris College.
Juni
Kennismakingsavonden door het voortgezet onderwijs.
Groep 6 aan het werk in de Kwallef van Vliek
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 34
5.6 Effecten van onze scholings- en verbeteractiviteiten Onze school werkt voortdurend aan de verbetering van de kwaliteit van onderwijs en dienstverlening. Enkele verbeterresultaten zijn: Leraren gebruiken steeds beter het model van de activerende directe instructie in hun groepen. Behalve klassikale aansturing krijgen kinderen meer instructie-op-maat. Ook is er meer mogelijk om te variëren in de lestijd voor taal of rekenen. In alle groepen gebruiken leerkrachten coöperatieve werkvormen. Door kinderen te leren goed en effectief samen te werken, wordt het leerresultaat vergroot. Bovendien is dit belangrijk voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling.
In de groepen 3 t/m 8 wordt op drie niveaus gewerkt. Door te differentiëren in de instructie en verwerking kunnen de kinderen de leerstof meer op eigen niveau en in hun eigen tempo verwerken. De leerkrachten hebben dan de mogelijkheid om (groepjes) leerlingen extra te begeleiden. In alle groepen plannen leerkrachten extra tijd voor zorgleerlingen. Onder leiding van onze IB-er en ouders worden verdiepings- en verrijkingsopdrachten gegeven aan (hoog)begaafde leerlingen (o.a. Acadin en Webpad). Alle teamleden hebben de eerste teamscholing op het gebied van hoogbegaafdheid gedaan, zodat we de komende jaren de vervolgstappen kunnen maken.
5.7 Schoollogopedie
Schoollogopedie werd door gemeenten ingekocht bij de GGD. Door bezuinigingen bij de gemeenten, staat deze schoollogopedie onder druk. Gemeente Meerssen is van plan om nog enkele jaren de huidige vorm van schoollogopedie te financieren.
• •
Wanneer kan de hulp van de logopedist worden ingeroepen? Op het moment dat er twijfels bestaan omtrent de communicatieve vaardigheden van een kind. Enkele voorbeelden zijn: • •
de taalontwikkeling lijkt niet leeftijdsadequaat de spraakontwikkeling lijkt niet leeftijdsadequaat
verbale informatie lijkt niet tot de leerling door te dringen het kind heeft moeite met het taalgebruik, bijvoorbeeld bij het verwoorden van gedachten, verhaaltjes en gebeurtenissen en/of er lijkt sprake van problemen met woordvinding. - Er sprake lijkt van een hese stem. - Een leerling niet vloeiend spreekt. - Foutief mondgedrag geconstateerd wordt, zoals open mondgedrag, duimen, etc. - De leesvoorwaarden onvoldoende worden beheerst, het leesproces niet naar wens verloopt.
Twijfelt u over de taal - /spraakontwikkeling van uw kind? Neem contact op met de leerkracht van uw kind. Hij/zij zal u via de schoollogopediste en de huisarts doorleiden naar de juiste zorg. Meestal is dat naar een vrijgevestigde logopedische praktijk in de buurt. Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 35
6. Onderwijs op maat 6.1 Hulp van buiten In een aantal gevallen hebben we als school behoefte aan specialistische hulp, bijvoorbeeld wanneer we meer inzicht willen hebben in de problematiek van een kind of omdat de problematiek te complex is. We doen dan een beroep op een medewerker van een zgn. Ambulante Dienst die •
kinderen met leer- en/of gedragsproblemen samen met de leerkracht en de IB-er analyseert. • leerkrachten adviseert en/of ondersteunt in de begeleiding/aanpak van kinderen met leer- en/of gedragsproblemen. • adviseert over aanvullende onderzoeken die t.a.v. de problematiek noodzakelijk zijn. Voor die onderzoeken doen we een beroep op specialisten, die vanuit ons bestuur daarvoor zijn aangesteld en / of externe bureaus. • (in sporadische gevallen) ondersteunt bij de verwijzing van kinderen met leer- en/of gedragsproblemen naar een speciale school voor basisonderwijs. De ouders worden vanaf het begin bij het hele proces betrokken.
Zorgadviesteam (ZAT) De school neemt deel in het zorgadviesteam, ook wel ZAT genoemd. Het ZAT is een team van professionals dat zorgen over de ontwikkeling van een kind met elkaar bespreekt met als doel de hulp en ondersteuning te bieden die nodig is. De ondersteuning wordt zo vroeg en zo snel mogelijk geboden. De hulp moet goed aansluiten bij de behoefte van de ouders en wordt afgestemd met andere hulpverleners. De deelnemers aan het ZAT helpen elkaar om te komen tot de best passende aanpak en die ook daadwerkelijk in gang te zetten. Als de school de ontwikkeling van een leerling wil bespreken in het ZAT, worden de ouders vooraf geïnformeerd en om toestemming gevraagd. Met de ouders wordt nagegaan hoe zij denken over de ontwikkeling van hun kind en welke extra ondersteuning daarbij zou kunnen helpen. De uitkomsten van de bespreking in het ZAT worden weer besproken met de ouders. Het ZAT bestaat uit een aantal vaste partners zoals de interne begeleider van de school, de jeugdarts, de jeugdgezondheidsdienst, schoolmaatschappelijk werk en Bureau Jeugdzorg. Waar nodig worden anderen zoals het peuterspeelzaalwerk, maatschappelijk werk, leerplichtambtenaar e.a. gevraagd om deel te nemen. Meer informatie: Landelijk steunpunt ZAT http://www.zat.nl/eCache/DEF/1/12/578.html
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 36
6.2 Passend onderwijs in Zuid Limburg
Schoolbesturen voor primair onderwijs hebben met ingang van schooljaar 2014-2015 de opdracht om voor alle leerlingen passend onderwijs te organiseren. De schoolbesturen werken samen om invulling te geven aan de zorgplicht. Uitgangspunt daarbij is: Alle kinderen krijgen zo ‘passend mogelijk’ onderwijs, waarbij wordt gekeken naar de onderwijsbehoeften en talenten van de leerlingen. Kinderen gaan naar reguliere basisscholen en hebben een onderwijsplek nabij huis, tenzij speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs noodzakelijk is. Alle kinderen verdienen een plek in het onderwijs: geen thuiszitters. Elk kind heeft recht op passend onderwijs, ongeacht niveau van leren en ontwikkeling. Schoolbesturen en scholen geven vorm aan passend onderwijs in het ondersteuningscontinuüm: hoogwaardige basisondersteuning en extra ondersteuning. Uitvoering vindt plaats in afstemming met ketenpartners, zoveel mogelijk regulier en thuisnabij in één integraal plan binnen de beschikbare middelen. Hiertoe werken schoolbesturen samen in het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband is faciliterend bij het vormgeven van deze collectieve verantwoordelijkheid. • • •
In Zuid Limburg zijn drie samenwerkingsverbanden primair onderwijs: Regio Westelijke Mijnstreek: Beek, Schinnen, Sittard-Geleen en Stein. Regio Maastricht-Heuvelland: Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul Regio Heerlen eo: Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal.
Deze drie samenwerkingsverbanden in Zuid Limburg werken nauw samen op zowel beleidsmatig als uitvoeringsvlak. Informatie over de samenwerkingsverbanden kunt u terugvinden op de website: www.passendonderwijszuid.nl Dekkend aanbod Het samenwerkingsverband organiseert een dekkend aanbod, waarin alle leerlingen een passende plek vinden. Voor alle leerlingen met een ondersteuningsbehoefte wordt zo passend mogelijk onderwijs gerealiseerd. Daartoe werken de scholen in het samenwerkingsverband samen. Op Zuid Limburgs-niveau ontstaat een ondersteuningscontinuüm van reguliere tot zware ondersteuning binnen de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Ondersteuningscontinuüm Het ondersteuningscontinuüm Ondersteuningsniveau 1: Ondersteuningsniveau 2: Ondersteuningsniveau 3: Ondersteuningsniveau 4: Ondersteuningsniveau 5:
bestaat uit 5 niveau ’s: Onderwijs in de groep Ondersteuning in de groep Ondersteuning op school met interne deskundigen Ondersteuning op school met externe specialisten Extra ondersteuning speciaal (basis)onderwijs. Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 37
In het samenwerkingsverband wordt een onderscheid gemaakt tussen basisondersteuning en extra ondersteuning. Alle basisscholen bieden de basisondersteuning (ondersteuningsniveau 1 tot en met 4). Dit doen zij autonoom of met behulp van netwerkpartners. Ondersteuningsniveau 5 is extra ondersteuning op het speciaal (basis)onderwijs. Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel: dit is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die ondersteuning nodig hebben. Het schoolondersteuningsprofiel geeft een beeld van de wijze waarop scholen het ondersteuningscontinuüm vorm geven. Het schoolondersteuningsprofiel kunt u hieronder terugvinden en op de website van de school. Aanmelding, zorgplicht en toelaatbaarheid tot speciaal (basis) onderwijs Ouders melden hun kind schriftelijk, minimaal 10 weken voorafgaand aan de gewenste plaatsing, aan bij de school van voorkeur. De verantwoordelijkheid voor tijdig plaatsen begint dus op het moment dat de leerling schriftelijk wordt aangemeld bij een school in het samenwerkingsverband. Aanmelding betekent niet automatisch plaatsen. Ouders stellen de school op de hoogte als zij vermoeden dat hun kind ondersteuning nodig heeft. Bij de eerste aanmelding in het primair onderwijs is die informatie, eventueel aangevuld met informatie van een voorschoolse voorziening, de belangrijkste basis voor de school van voorkeur om vast te stellen wat (welke ondersteuning) het kind nodig heeft. Er is geen voorgeschreven of uniform aanmeld-/inschrijfformulier vanuit het samenwerkingsverband. Besturen en scholen gebruiken hun eigen formulieren voor aanmelding. Deze aanmeldformulieren staan altijd op de website van de school. Aan een verzoek tot aanmelding geeft een school gehoor, waarbij de afspraak geldt dat niet mondeling wordt doorverwezen. Na het inleveren van het aanmeldingsformulier beslist de school binnen zes weken of de leerling kan worden toegelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd. Als een school de leerling niet kan plaatsen binnen de basisondersteuning, zoekt de school (of het schoolbestuur) een passende onderwijsplek op een andere school. Dat kan een reguliere school zijn of een school voor speciaal (basis)onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een goede balans wordt gevonden tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen. Als extra ondersteuning in het speciaal (basis)onderwijs nodig is, dan wordt een toelaatbaarheidstraject gestart. Het samenwerkingsverband bepaalt of een leerling toelaatbaar is tot het speciaal (basis)onderwijs. Ook stelt het samenwerkingsverband het beleid en de procedure vast met betrekking tot de terugplaatsing of overplaatsing van leerlingen voor wie de periode waarop de toelaatbaarheidsverklaring betrekking heeft, is verstreken. Meer informatie over de toelaatbaarheid tot speciaal (basis)onderwijs kunt u terug vinden op de website www.passendonderwijszuid.nl Contactinformatie Samenwerkingsverband Maastricht-Heuvelland Adres: Directeur: Telefoon: E-mail:
Nieuw Eyckholt 290E Doreen Kersemakers 085 - 488 12 80
[email protected]
6419 DJ Heerlen
Mocht u overwegen uw kind met een speciale leerbehoefte op onze school te plaatsen, dan is het verstandig al in een vroeg stadium contact op te nemen met de directie en / of de interne begeleider, omdat het regelen van een verantwoorde opvang de nodige tijd kost.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 38
Ontwikkelingsperspectief Scholen zijn verplicht een ontwikkelingsperspectief op te stellen, wanneer kinderen de einddoelen van de basisschool niet halen. In een ontwikkelingsperspectief staat beschreven wat de verwachte uitstroombestemming van de leerling is en de onderbouwing daarvan. In het ontwikkelingsperspectief voor leerlingen in het basisonderwijs wordt ook beschreven welke ondersteuning en begeleiding de leerling nodig heeft en hoe die wordt aangeboden. Het ontwikkelingsperspectief wordt door de leerkracht en de Intern Begeleider opgesteld. Een belangrijke rol is ook weggelegd voor u als ouders/verzorgers: u kunt de school van informatie voorzien over de situatie thuis of eerdere begeleiding op een andere school. Het ontwikkelingsperspectief wordt in overleg met de ouders vastgesteld. Ook daarna wordt er regelmatig (tenminste jaarlijks) overleg gevoerd met ouders en de leerling. Als daar aanleiding voor is wordt het ontwikkelingsperspectief bijgesteld. Informatie Voor verdere informatie over Passend Onderwijs kunt u contact opnemen met de IB-er van school, mevrouw Monique Klaassen. Zie verder ook op de website van ons schoolbestuur: www.innovo.nl. Het samenwerkingsverband Maastricht en Heuvelland heeft een website waarop u specifieke informatie kunt vinden: www.swvpomaastrichtheuvelland.nl. Algemene informatie over Passend Onderwijs kunt u vinden op een speciale site van het ministerie van Onderwijs: www.passendonderwijs.nl. en op www.steunpuntpassendonderwijs.nl, een site speciaal voor ouders.
7. Wat leert uw kind op onze school 7.1 Leerstofgebieden zowel spontaan, als door sturing van de leerkracht.
In de groepen 1 en 2 De aanpak in de kleutergroepen verschilt van die van de andere groepen. Ook de inrichting van de lokalen is anders. Huiselijkheid en gezelligheid worden meer benadrukt. Het werken gebeurt vanuit de kring. In de kring wordt verteld, gezongen, voorgelezen, worden versjes geleerd en korte lesjes gegeven.
Speciaal voor de instromers heeft de school een informatieboekje. Hierin kunt u lezen over de manier van werken in de groepen 1 en 2. Ook vindt u er algemene informatie over de gang van zaken gedurende het schooljaar. Tevens is het een informatief boekje om samen met uw kind over de school te praten.
Daarnaast werken de kinderen aan tafels, in de hoeken en op de entresols, en spelen in de eigen speelzaal en op het schoolplein. Door knutselen, bouwen, tekenen, verven, omgaan met speelleermaterialen doen kleuters de hele dag ervaringen op die hen verder brengen in hun ontwikkeling. Dit verloopt Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 39
In de kleutergroepen zijn de activiteiten sterk met elkaar verweven. Het is moeilijk ze van elkaar te scheiden. Zo komen in de kring naast taalactivering ook thema’s over ordenen en ruimte en tijd aan bod. Bij het werken in hoeken zijn weer taalactivering en creatieve activiteiten ingebouwd.
Rondom thema’s wordt gewerkt aan de uitbreiding van de woordenschat, aan het verwoorden van ideeën, spelling en luisteren naar anderen.
Om te zorgen dat alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen, gebruiken we in de kleutergroepen de methode ‘Schatkist’. Deze biedt een aantal thema’s, waarin de ontwikkeling van taal, rekenen, motoriek, creativiteit en sociale vaardigheden afwisselend aan de orde komen. Voorbeelden van thema’s zijn: het weer, lichaam, ziek zijn, buiten spelen, lente, boeken, feest in december. Zo zijn tijdens het spelen in de poppenhoek kinderen bezig met taal en omgangsvormen en –normen. Als kinderen lotto spelen, leren ze ook getallen en kleuren. Gedurende het tekenen ontwikkelt zich de fijne (schrijf)-motoriek en krijgen ze meer gevoel voor vorm en kleur. Er is veel aandacht voor taalvorming, omdat dit de basis is voor andere vormingsgebieden. In groep 2 worden gerichte activiteiten aangeboden, die voorbereiden op het leren lezen, rekenen en schrijven.
Schrijven
In de groepen 3 t/m 6 leren de kinderen schrijven met de methode “Pennenstreken”. Deze methode begint al in groep 2 met motorische oefeningen op muziek.
Lezen
In de groepen 3 tot en met 8 Vanaf groep 3 komen de verschillende vakgebieden op een methodische wijze aan bod. De basis wordt gevormd door taal, rekenen en lezen, die dagelijks op het lesrooster staan. In onderstaand overzicht wordt weergegeven hoeveel tijd per week aan de verschillende vakken wordt besteed. Het gaat hier om gemiddelden die enigszins kunnen verschillen per leerjaar. Nederlandse taal *De Triangel* werkt in de groepen 4 t/m 8 met de allernieuwste versie van de methode “Taal Actief”, met veel differentiatie.
In groep 3 starten de kinderen officieel met het leren lezen. Er wordt gewerkt met de methode “Veilig leren Lezen” waarin heel wat differentiatiematerial en zijn verwerkt, o.a. op de computer. In de groepen 4 t/m 8 wordt het technisch lezen geoefend met de methode ‘Timboektoe’. De vorderingen op het gebied van technisch lezen worden regelmatig getoetst, totdat de
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 40
kinderen het gewenste eindniveau bereikt hebben. Vanaf de middenbouw gaat het technisch lezen meer plaats maken voor het begrijpend en studerend lezen. Hiervoor gebruiken we de methode ‘NieuwsbegripXL’. We leren de kinderen niet alleen technisch en begrijpend lezen, we brengen ze ook liefde voor boeken bij. Daarom wordt er veel voorgelezen. In de groepen 3 t/m 8 houden kinderen boekbesprekingen. *De Triangel* beschikt over een prima uitgeruste bibliotheek. Alle kinderen (ook de kleuters) krijgen elke week een boek op hun niveau mee naar huis. De Kinderboekenweek is elk jaar een bijzonder evenement waaraan we veel aandacht besteden (in 2015 van 7 t/m 18 oktober met als thema ‘Raar, maar waarl’). Rekenen en wiskunde
*De Triangel* gebruikt de nieuwste versie methode “ALLES TELT”. Dit is een zogenaamde realistische rekenmethode, hetgeen betekent dat hij niet louter saaie rijtjes sommen aanbiedt, maar uitgaat van rekenproblemen uit het dagelijks leven. Bovendien ziet “ALLES TELT” er aantrekkelijk uit. De leerstof wordt aangeboden in 3 niveaus: minimumniveau, basisniveau en verdiepingsniveau. Daarnaast is er veel herhalings- en verrijkingsstof. Bovendien zorgt een aanvullende computerprogramma voor goede differentiatiemogelijkheden.
Wereldoriëntatie Op heel veel momenten wordt gesproken over de wereld om ons heen en maken kinderen kennis met het heden en verleden van de aarde. Dat gebeurt d.m.v. klassengesprekken, spreekbeurten, schooltelevisie enz., maar ook via methodes die de wereldoriëntatie in aparte vakken verdelen. Op onze school gebruiken we voor aardrijkskunde de nieuwste versie van “Geobas”, waarbij topografie soms wordt ingeoefend met behulp van een computerprogramma.
Voor kennis der natuur gebruiken we in de groepen 5 t/m 8 “Wijzer door de Natuur”, met extra aandacht voor techniek en milieueducatie. In de groepen 3 en 4 worden de thema’s uit “Huisje, boompje, beestje” uitgewerkt. De Triangel is een school waar veel aandacht wordt besteed aan duurzaamheid en natuuren milieueducatie. We organiseren o.a. themawandelingen. Voor diverse projecten bezoeken we instanties in en rond Ulestraten die op dit terrein iets extra’s te bieden hebben. Onze verkeersmethode voor de groepen 1 t/m 8 is “Wijzer door het Verkeer”. In groep 7 worden de kinderen voorbereid op het schriftelijk verkeersexamen en het centrale fietsexamen in Meerssen in mei 2016.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 41
Engels
Lichamelijke oefening
In groep 7 en 8 geven de leerkrachten een uur per week Engels. Aan de hand van de methode ‘Hello World’ versie 2 maken de kinderen op een prettige manier kennis met de Engelse taal. Via allerlei speelse doe-activiteiten leren ze zich al aardig redden met deze moderne taal.
De groepen 3 t/m 8 hebben twee gymlessen per week in de gymzaal bij de kerk. We hopen nog steeds dat de gemeente een nieuwe gymzaal in ons dorp gaat bouwen. Aansluitend zal de oude gymzaal bij de kerk gesloopt worden. Als het weer het toelaat, wordt ook wel eens gebruik gemaakt van de sportmogelijkheden op onze eigen speelplaats en die van de plaatselijke sportterreinen. Ieder jaar zijn er voor de groepen 2 t/m 8 de zgn. Koningsspelen. Onder leiding van teamleden en vele ouders werken de kinderen een aantrekkelijk sport- en spelcircuit af. In 2016 staat dat gepland op vrijdag 22 april. De school neemt ook deel aan bovenschoolse sportmanifestaties. Dat wisselt per schooljaar en hangt af van het aanbod.
Creatieve vakken Hieronder verstaan we muziek, tekenen en handvaardigheid. Voor tekenen en handvaardigheid maken we gebruik van de ideeën uit de methodes ‘Tekenvaardig”, “Handvaardig”, “Uit de kunst” en “Moet je doen”. Op onze school willen we kinderen zoveel laten kennismaken met verschillende kunstdisciplines zoals beeldend – dans – muziek – literatuur – cultureel erfgoed – theater. Elk jaar stellen we (ook in samenwerking met andere scholen en gemeente) een programma samen met deze onderdelen. Aan het begin van het schooljaar verneemt u hoe het programma van evenementen, workshops, voorstellingen in elke groep er uitziet.
Catechese Catechese is voor ons het ervaren en zoeken naar waarden en normen (niet het aanpraten en opleggen ervan). Door naar het wezenlijke en diepe in jezelf te zoeken, in de ander en in de natuur maak je God voelbaar, ervaar en beleef je Hem, kun je iets van Hem uitstralen door voor anderen iets te betekenen. Dit vinden we terug in de methode ‘Trefwoord’ (voor de groepen 1 t/m 4) en ‘Hemel en Aarde’ (groepen 5 t/m 8) met onderwerpen die betrekking hebben op levensthema’s, de christelijke traditie en ontmoeting tussen mensen met verschillende godsdiensten en levensbeschouwingen.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 42
Schoolverlaterskamp
Sociaal-emotionele opvoeding
De school werkt al enkele jaren met een programma voor alle groepen om kinderen te leren respectvol om te gaan met zichzelf en anderen. Terugkerende thema’s zijn zelfvertrouwen, zelfbeheersing, rekening houden met anderen en omgaan met mediainformatie. In elke week staat een les van ½ uur gepland.
Judo clinics
•
•
•
Levensthema’s zijn belangrijk voor zingeving van het leven van iedereen: wat moet ik doen om gelukkig te worden? Waar wil ik mij voor inzetten? Hoe leer ik om te gaan met mijn gevoelens? De christelijke traditie omvat onder meer verhalen, rituelen, symbolen, opvattingen en gemeenschappelijke gebruiken. Ontmoeting is bedoeld voor alle kinderen. Of ze nu wel of niet van thuis uit nadrukkelijk godsdienstig worden opgevoed. Allen hebben iets te vragen, te zeggen en te beleven op levensbeschouwelijk gebied.
Alle lessen schoolcatechese worden door de leerkrachten zelf gegeven. In de groepen 1 en 2 zijn dat meerdere korte lesjes per week, in de groepen 3 t/m 8 duurt de les een half uur tot drie kwartier.
Enkele weken voor het einde van het schooljaar gaan de leerlingen van groep 8 op kamp. Drie dagen lang worden allerlei activiteiten ondernomen zoals sport en spel, quiz, speurtocht, zwemmen, fietsen en casinoavond. Het schoolkamp wordt gehouden van woensdag 6 t/m vrijdag 8 juli 2016. De locatie wordt in de loop van dit jaar bekend gemaakt. De oudervereniging betaalt een deel van de onkosten. Aan de ouders wordt een bijdrage van € 50,- gevraagd. Als een kind niet meegaat, dan komt het die vier dagen gewoon naar school, waar voor een vervangend programma zal worden gezorgd. De basisschooltijd wordt afgesloten met een afscheidsavond op dinsdag 19 juli 2016. Wekenlang oefenen de kinderen om hun ouders tijdens deze avond op een spetterende voorstelling te trakteren. Op vrijdag 22 juli 2016 worden de schoolverlaters door hun medeleerlingen traditioneel "uitgezwaaid". Actief burgerschap en sociale integratie Het Ministerie OCW formuleert actief burgerschap als: de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. In de toelichting op de Wet op het primair onderwijs over de verplichting voor scholen om bij te dragen aan de integratie van leerlingen in de Nederlandse samenleving, wordt onder sociale integratie verstaan: een deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 43
Actief burgerschap en sociale integratie is een belangrijk thema. Alleen al door onze leerlingen staat de school midden in de samenleving. Deze is steeds meer gericht op individualisering. Daarmee neemt de sociale binding (ook sociale cohesie genoemd) af. Plichten en rechten die horen bij burgerschap zijn hierdoor op de achtergrond geraakt. Wij hebben de overtuiging dat meer menselijke solidariteit, goede manieren, sociale controle, kortom burgerschapsgedrag, bijdraagt aan de sociale cohesie. Op school verkeren alle kinderen in grote groepen leeftijdgenoten, die allemaal van elkaar verschillen. De kinderen leren met de verschillen om te gaan en leren tevens met anderen op basis van gelijkwaardigheid samen te werken. Op deze wijze worden ze voorbereid om in de maatschappij goed te kunnen functioneren. Leerlingen nemen zelf ook deel aan het maatschappelijk leven in uiteenlopende situaties: op straat, bij sport, in clubjes, bij familie, onder vrienden. Wij benutten die ervaringen en stimuleren kinderen in hun maatschappelijke participatie.
•
De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en van anderen. • De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht als verkeersdeelnemer. • De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Actief burgerschap is een deel van de pedagogische opdracht van de school. Dit betekent dat wij niet volstaan met het aanbieden van traditionele kennis uit de schoolvakken, maar ook door het burgerschap actief te integreren en op deze manier de leerlingen zelf te laten ervaren wat dit begrip werkelijk betekent.. •
•
Wat willen we met actief burgerschap en sociale integratie bereiken? In de kerndoelen voor het basisonderwijs is met betrekking tot burgerschap aangegeven: •
•
•
De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger. De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen.
•
•
Wij stimuleren de leerlingen om zelf taken aan te pakken waarmee zij bijdragen aan gemeenschapsbelangen op buitenschools terrein en betrekken daar buitenschoolse connecties bij. Denk aan opruimacties samen met het IVN. Wij zoeken mogelijkheden voor leerlingen om een actievere rol te spelen in de schoolgemeenschap met meer verantwoordelijkheden voor besluitvorming en uitvoering. Zo begeleiden kinderen van groep 7 en 8 de kleuters bij bijzondere activiteiten en helpen ze met jasjes aandoen, helpen ze kinderen van groep 3 en 4 in leesgroepjes en doen ze mee aan een leerlingen-enquête. Al vele jaren zijn de kinderen van groepen 7 en 8 samen met ouders actief als verkeersbrigadier. Elk jaar zetten de kinderen zich in voor goede doelenacties, zoals de verkoop van kinderpostzegels.
Actief burgerschap en sociale integratie is op onze school ook geen apart vak - of vormingsgebied, maar zit verweven in onze catecheselessen en de natuur en milieu educatie- en gezondheidsactiviteiten.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 44
Specifieker komt het aan de orde in onze geschiedenismethode ‘Bij de Tijd’ en de verkeersmethode ‘Wijzer door het Verkeer’. Wat zegt de Inspectie van het Onderwijs over sociale ontwikkeling: Sociale ontwikkeling belangrijk voor leerling Een goede sociale ontwikkeling, met goede sociale vaardigheden, heeft grote invloed op de levensloop van leerlingen. Het bevordert leren, helpt uitval voorkomen en leidt tot betere kansen op de arbeidsmarkt. De sociale en maatschappelijke competenties waarmee leerlingen het onderwijs verlaten zijn belangrijk om op een goede manier met anderen te kunnen samenleven, en nodig als fundament voor onze democratische samenleving. Dat maakt de aandacht die scholen geven aan bevordering van ‘actief burgerschap en sociale integratie’ van groot belang. Pesten De sociale kwaliteit van onderwijs is een voorwaarde om als school goed te kunnen functioneren. Een positief schoolklimaat bevordert niet alleen leren, maar remt ook sociale onveiligheid. Een prettige sfeer en aandacht voor een goede onderlinge omgang helpt pesten tegen te gaan. De inspectie vindt het dan ook belangrijk dat scholen aandacht geven aan de sociale en maatschappelijke ontwikkeling van de leerlingen. Het is belangrijk dat scholen dat op een doelgerichte manier doen, dat ze nagaan of de leerlingen de gestelde leerdoelen ook bereiken, en eventuele problemen tijdig signaleren en verhelpen. Doelgerichte aanpak werkt De praktijk laat zien dat een doelgerichte aanpak werkt. Scholen die nagaan hoe hun leerlingen denken over bijvoorbeeld minderheden en de basiswaarden van de democratie, kunnen hun onderwijs daarop afstemmen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor scholen die hun leerlingen bij het verlaten van de school vragen terug te kijken op wat ze hierover hebben geleerd. Door het onderwijs af te stemmen op wat leerlingen nodig hebben, en daarbij aandacht te schenken aan thema’s als democratie en kunnen omgaan met verschillen, kunnen scholen daaraan doelgericht werken. Ook aandacht voor pesten, het maken van afspraken over gedragsregels, het maken van excursies of het werken aan projecten, zoals meehelpen bij de voedselbank, zijn voorbeelden van manieren waarop scholen bijdragen aan de sociale en maatschappelijke ontwikkeling van hun leerlingen. Inspectie van het Onderwijs doet verder onderzoek Vanwege het belang van een goede sociale en maatschappelijke vorming, zal de inspectie volgend jaar verder onderzoek doen naar deze onderwerpen. Op verzoek van de minister en staatssecretaris van Onderwijs schenkt de inspectie daarbij ook aandacht aan burgerschap, de maatschappelijke stage, en de manier waarop scholen omgaan met het onderwerp seksuele diversiteit.
Groep 4 kaarsen maken
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 45
7.2 Urenrooster
Globaal kun je het aantal geplande activiteiten als volgt verdelen: Lessentabel + aantal klokuren
Lessentabel + aantal klokuren
Groepen 3 t/m 8
Groepen 1 en 2 Taal- en rekenactiviteiten: -
6 tot 7 uur
kringactiviteit grote groepsactiviteit schooltelevisie boekpromotie
Werken in hoeken: - bouwen - puzzelen - knutselen
6 ½ tot 7 ½ uur
Bewegingsonderwijs: o.a. kleuterdans Buitenspel:
1 ½ tot 2 ½ uur
Sociaal-emotionele vaardigheden
½ uur
3 tot 3 ½ uur
Per week:
groep 1 groep 2
20 ¼ uur 23 ¾ uur
Per jaar:
groep 1 groep 2
785 ¼ uur 925 ¾ uur
Nederlandse taal
5 tot 6 uur
Lezen
2½ tot 4 uur
Rekenen en wiskunde
5 uur
Schrijven
½ tot 1½ uur
Zelfstandig werken
½ tot 1 uur
Catechese
½ tot ¾ uur
Verkeer
½ tot 1½ uur
Aardrijkskunde
1½ uur
Geschiedenis
1½ uur
Natuurkunde
1½ uur
Gymnastiek
1½ uur
Muziek
½ uur
Handvaardigheid
1½ uur
Tekenen
1 uur
Engels (groepen 7 + 8)
1 uur
Sociale vaardigheden
½ uur
Per week: groep 3 en 4 groep 5 t/m 8 Per jaar groep 3 groep 4 groepen 5 t/m 8
Schoolgids 2015 – 2016
23 ¾ uur 25 ¾ uur 925 ¾ uur 925 ¾ uur elk 1003 ¾ uur
Pagina 46
7.3 De resultaten van ons onderwijs Het is voor u als ouders en voor ons als school zinvol en belangrijk om stil te staan bij de opbrengsten van de school. M.a.w. wat zijn de kwaliteiten van ‘De Triangel’? 1. Het allerbelangrijkste is natuurlijk dat kinderen graag naar school komen en met plezier aan hun eigen ontwikkeling werken. Hoe graag? In de enquête van maart 2014 die onder de leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 werd afgenomen, blijken de leerlingen van De Triangel over het algemeen tevreden met hun school. Overigens, net als bij andere INNOVO-scholen. Onze school krijgt het rapportcijfer 7,8. Dat is iets lager dan het cijfer dat in 2009 werd gegeven. De meeste leerlingen geven aan dat zij het naar hun zin hebben op school en in hun klas. Zij vinden - de sfeer op school over het algemeen prettig: - dat ze weinig gepest worden: - dat er duidelijke regels zijn over wat wel en niet mag: - dat de school en de omgeving redelijk schoon en netjes zijn; - dat ze op school goed leren samenwerken; Volgens de leerlingen zou er meer aandacht besteed mogen worden aan: - de inrichting van het schoolplein met nieuwe speeltoestellen; - meer gymlessen; - meer gebruik maken van de computer; - meer zelf mogen kiezen wat ze willen leren. 2. In de ouderenquête 2014 gaven 55% van de ouders hun mening over vele andere zaken op school. Zij gaven de school het rapportcijfer 7.7 en waren vooral tevreden over a. het contact met de school b. de mondelinge en schriftelijke communicatie c. de sfeer en de onderwijsresultaten d. de begeleiding van de zorgleerlingen
Als voornaamste aandachtspunten werden genoemd: a. Het verbeteren van de verkeersveiligheid rond de school. b. Meer mogelijkheden voor begaafde leerlingen. c. Het verbeteren van voor - en naschoolse opvang (de zgn. BSO). De uitkomsten van dit onderzoek zijn voor ons weer richtinggevend in de verdere ontwikkeling van onze school. Behalve dat we gesignaleerde knelpunten proberen op te lossen, zijn zij gebruikt bij het opstellen van ons schoolplan 2015-2019 en het daarvan afgeleide schooljaarplan 2015- 2016. In het schooljaar 2015–2016 zal er opnieuw een tevredenheidonderzoek worden gehouden. 3. Ook de inspectie van het onderwijs beoordeelde onze school. Op 12 mei 2014 onderzocht de inspecteur de kwaliteit van ons onderwijs op de onderdelen resultaten en de ontwikkeling van leerlingen, op de zorg en begeleiding en op de kwaliteitszorg. En hij onderzocht of de school zich houdt aan de wettelijke verplichtingen. De inspecteur concludeerde dat de kwaliteit van het onderwijs op onze basisschool op de onderzochte onderdelen grotendeels in orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de school op die gebieden nauwelijks tekortkomingen kent. De school voldoet ook aan alle wettelijke verplichtingen. De inspecteur was vol lof over de zorg en begeleiding en de vroegtijdige signalering van ontwikkelingsproblemen en gaf hiervoor de maximale score. Nog niet tevreden was hij over de diepgang bij het onderzoeken van leerproblemen en het beschrijven ervan. Bent u geïnteresseerd in het volledige rapport, dan kunt u dat opzoeken op de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 47
4. De Eindtoets In groep 8 maken de leerlingen de Eindtoets (voorheen Cito-eindtoets). Deze toets meet de prestaties van ieder kind in taal, rekenen, informatieverwerking en wereldoriëntatie. De prestaties van alle leerlingen van groep 8 bij elkaar zeggen iets over het resultaat dat onze school haalt. Het eindresultaat van alle scholen in Nederland ligt meestal tussen 500 en 550; het landelijk gemiddelde ligt rond 535. Om te zien of onze school het goed doet, vergelijken we onze Cito scores met die van andere scholen met dezelfde leerlingenpopulatie.
Uit die vergelijking blijkt dat de leerlingen al enkele jaren bovengemiddeld scoren. De ruwe score lag weliswaar vier punten lager dan vorig jaar, maar gelet op de scores die deze leerlingen in eerdere jaren behaalden, hebben ze prima gepresteerd. Er zijn in 2014 wederom geen ondergemiddelde scores. Het hoogste scoorden de kinderen bij rekenen-wiskunde. Bij de verschillende onderdelen was ‘meten, meetkunde, tijd en geld’ het allerbeste en ‘woordenschat’ als laagste, maar toch nog steeds op het landelijk gemiddelde.
landelijk gemiddelde van vergelijkbare scholen
544 542
in 2013: 534,7 in 2014: 534,4 in 2015: 534,8 onze scores
540 538 536 534
in 2013: 542,6 in 2014: 538,4 in 2015: 539,6
532 530 2013
1 201 4
2015
ONGECORRIGEERDE SCORES CITO EINDTOETS
Paasactiviteiten …..
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 48
5. Resultaten van de Cito toetsen einde schooljaar 2014-2015
RESULTATEN groepen 1 (links) en groepen 2 (rechts) TvPK = Taal voor peuters/kleuters RvpK = Rekenen voor peuters/kleuters Groep 1 kinderen getoetst na minimaal 3 maanden onderwijs.
RESULTATEN GROEPEN 3, 4 EN 5 (van links naar rechts) Luist = luisteren RW = Rekenen en Wiskunde SP = Spelling DMT = Drie Minuten Toets (techn. Lezen) tl-lt = leestechniek tl-tlp = leestempo WST = woordenschat
Bij groep 3 is bij 9 kinderen de Toets Leestempo afgenomen. Hij is facultatief voor de betere
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 49
leerlingen.
Luist = luisteren RW = Rekenen en Wiskunde SP = Spelling SPW = spelling werkwoorden tl-tlp = leestempo WST = woordenschat STV=studievaardigheden RESULTATEN GROEPEN 6 EN 7 (van links naar rechts) (N.B. er moeten de komende dagen nog enkele toetsen worden afgenomen) De DMT wordt alleen afgenomen bij de zwakkere leerlingen op het gebied van technisch lezen. Aan het eind van het schooljaar wordt in de bovenbouw geen begrijpend lezen getoetst. Dat gebeurt alleen halverwege het schooljaar in januari/februari. 6. In alle groepen zitten kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. In de meeste gevallen gebeurt dat in de vorm van extra aandacht, pre-teaching, aangepaste lesstof en aangepaste instructie. Voor NT2 kinderen (die thuis een andere taal spreken) en nieuwkomers in ons land werden extra hulplessen ingelast. Bij (hoog)begaafden wordt steeds meer de leerstof in een compactere vorm aangeboden, waardoor ze de mogelijkheid hebben voor verrijkingsstof en speciale programma’s zoals Acadin en Webpad. Dat gebeurde soms in de klas en soms buiten de klas (zowel in groepen als individueel).
afgelopen jaar lager dan 1%; het landelijk gemiddelde is boven de 2%. De school verwees één leerling naar het voortgezet speciale onderwijs VSO en zit hiermee ruim beneden de landelijke norm. 7. Het afgelopen schooljaar was er weer veel aandacht voor natuur - en milieu en culturele activiteiten. Wat betreft natuur- en milieueducatie werden veel activiteiten van voorgaande schooljaren gecontinueerd of zelfs uitgebreid. Een aantal groepen kond een bezoek brengen aan Moerveld, een werkplaats voor erfgoededucatie.
Ondanks het stopzetten van gemeentelijke en provinciale cultuursubsidie konden de kinderen op cultureel gebied deelnemen aan diverse activiteiten. Mede dank zij de bijdrage van onze oudervereniging en door de vrijwillige Schoolgids 2015 – 2016 Pagina 50
Bij sommige kinderen verloopt de ontwikkeling wat trager zodat het beter is dat we ze een extra jaar gunnen. Het aantal kinderen met kleuterverlenging en de ‘zittenblijvers’ was
ouderbijdrage. De deelname aan de vrijwillige ouderbijdrage was het afgelopen jaar even groot als het vorige: voor 161 kinderen werd de bijdrage betaald. 8. Schoolzelfevaluatie: jaarlijks maakt de school vanuit de toetsresultaten groeps-, school- en trendanalyses en bespreekt die in het team. Hieruit worden verbeterpunten geformuleerd, o.a. de afstemming van de leertijd (meer tijd aan de zwakkere onderdelen). De continuïteit van zorg is verhoogd door: - het verbeteren van de overdracht van leerlingen naar een nieuwe groep. - handelingsplannen door de oude en nieuwe leerkracht aan het eind van het schooljaar op te stellen om meteen in het nieuwe schooljaar te kunnen starten. - Kinderen uit groep 7 en 8 met een dyslexieverklaring kregen leesondersteuning via een laptop met het programma Sprinto. - We zijn gestart met het afnemen van digitale toetsen voor kinderen die problemen hebben met de reguliere manier van toetsen (o.a. dyslexie). 10. De nieuwste versie van de rekenmethode “Alles Telt” is ingevoerd in groep 1 t/m 8. In de groepen 7 en 8 is de methode voor Engels “Hello World 2” ingevoerd. 11. In de groepen 3 t/m 5 werden de beamers vervangen. In de groepen 7 en 8 kwamen touchscreens. 12. In het afgelopen jaar werden enkele Cito LOVS toetsen vervangen door de meest actuele versie. In de groepen 3 t/ 6 Begrijpend Luisteren, in de groepen 3 en 4 Begrijpend Lezen en Spelling en in groep 3 Rekenen en Wiskunde.
13. De aula is ingericht als fluisterruimte, de personeelskamer als stiltelokaal. Naast het klaslokaal en de vide kunnen kinderen op deze plekken apart of samen gedifferentieerd de leerstof verwerken. 14. De school heeft een eigen WIFI systeem, waardoor we kunnen starten met laptops en tablets die niet met het interne netwerk zijn verbonden. 15. Op het gebied van fysieke veiligheid zijn diverse maatregelen uitgevoerd: • Er is een nieuw totaalplan voor veiligheid opgesteld, waarin alle bestaande plannen zijn ondergebracht. Gedateerde onderdelen zijn geactualiseerd en nog ontbrekende plannen toegevoegd. Bovendien was er een totale RIE (risicoinventarisatie en –evaluatie). • Medicijnen worden veiliger opgeborgen. • Er is onderhoud gepleegd aan de speeltoestellen. Reparaties aan het klimtoestel werden uitgevoerd als iets defect was. De speeltoestellen zijn (zoals elk jaar) gekeurd. • Er is afgelopen jaar een ontruimingsoefening gehouden en geëvalueerd. Er is een nieuwe verzamelplek (G. Houbenstr.) vastgesteld. • De verlichting werd vervangen door een zuiniger systeem van LED verlichting waardoor ook het geluid van de oude TL verlichting verdwenen is. Bovendien werd meteen het plafond vernieuwd. 16. Na enkele jaren van voorbereiding is de school voorzien van 87 zonnepanelen, voldoende om het totale elektriciteitsverbruik op te vangen.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 51
7.4 De plannen voor het schooljaar 2015 -2016 a. Wat nieuwe methodes betreft: *In de groepen 3 t/m 8 wordt gewerkt met een nieuwe lijn voor het gymnastiekonderwijs. *Er wordt geëxperimenteerd met enkele nieuwe methodes voor muziekonderwijs. De leerkrachten oriënteren zich op de verbeterde versies van Schatkist (voor kleuters), Veilig Leren Lezen (groep 3) en nieuwe methodieken voor begrijpend lezen.
* Voor het aanbod aan plusleerlingen binnen en buiten de groep wordt een doorgaande lijn afgesproken. * Drie leerlingen gaan deelnemen aan een bovenschools plusprogramma op het Stella Mariscollege in Meerssen.
b. De leerkrachten volgen een scholing in ‘kindgesprekken’. Daardoor kunnen ze een betere analyse van leer- en gedragsproblematiek maken. De kwaliteit van de handelingsplannen wordt hierdoor verbeterd.
e. Op het gebied van veiligheid worden de reguliere scholing en ontruimingsoefeningen uitgevoerd. Ook maakt het team een keuze uit de lijst van methodes tegen pesten, die door het ministerie wordt opgesteld.
c. Voor (hoog)begaafde kinderen werken we aan de volgende thema’s: * Leerkrachten zullen zich scholen om hoogbegaafdheidstoetsen te kunnen afnemen.
f. Leerkrachten gaan hun taken indelen volgens de richtlijnen van de nieuwe cao. Dit wordt zichtbaar gemaakt aan de hand van programma Taakbeleid van Cupella.
d. De lokalen van de groepen 3 en 4 worden voorzien van nieuw meubilair.
8. Contacten tussen school en ouders Een goed contact tussen school en thuis is heel belangrijk. Wij informeren u over alle belangrijke gebeurtenissen op school, over algemene schoolzaken en natuurlijk over het wel en wee van uw kind. We stellen het op prijs als u ons van belangrijke gebeurtenissen thuis op de hoogte houdt, althans als het van belang is voor de school. Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert het welbevinden van uw kind.Ook doen we als school een beroep op ouders om aan allerlei activiteiten deel te nemen en mee te helpen met de organisatie.
8.1 Ouderavonden Aan het begin van elk schooljaar is er in elke groep een klassikale ouderavond. De precieze datums vindt u in de schoolkalender. Het doel is met elkaar kennis te maken en u te informeren over wat in de loop van dat schooljaar gaat gebeuren in de groep van uw kind. Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 52
Op 7 en 8 december en 4 en 5 april volgen de tien-minuten-gesprekken, ook voor de kleuters. U kunt dan met de leerkracht de vorderingen van uw kind bespreken. De gesprekken worden georganiseerd na het eerste en tweede rapport van de kinderen van groep 3 t/m 8. In totaal krijgen zij drie keer per jaar een rapport mee naar huis. Mocht er aanleiding voor zijn, dan is er voor een aantal ouders ook een gesprek in juni 2015 voor de overgang naar een volgende groep. Het kan echter heel goed mogelijk zijn dat u tussentijds een gesprek wilt. Dan kunt u altijd even bellen of binnenlopen om een afspraak te maken.
Op dinsdag 5 januari 2016 wordt voor de ouders van de groep 8-leerlingen een informatieavond gehouden over landelijk Eindtoets basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Aan het einde van het schooljaar worden de ouders per brief geïnformeerd over ontwikkelingen op school voor wat betreft onderwijsinhoudelijke en organisatorische zaken (o.a. de groepsindeling).
8.2 Spreekuur De directeur en de leerkrachten hebben geen officieel spreekuur. U kunt echter altijd een afspraak maken. Overal waar gewerkt wordt zijn wel eens misverstanden en worden af en toe fouten gemaakt. Dat is op onze school niet
anders. Hebt u vragen of opmerkingen, dan willen we dat graag rechtstreeks van u vernemen. In een gesprek kan veel worden verhelderd en opgelost.
8.3 Informatievoorziening gescheiden ouders
Bij inschrijving van de leerling moeten de ouders melding doen van de gezinsrelatie waarin deze opgroeit, alsook van de gezagsrelatie met betrekking tot de (afzonderlijke) ouders. Bij wijzigingen dienen de ouders de directie direct in kennis te stellen De wet biedt de school een duidelijke richtlijn ten aanzien van het verstrekken van informatie bij gescheiden ouders. Wij zijn als school namelijk verplicht beide ouders te informeren. Dus ook een ouder die niet met het ouderlijk gezag is belast heeft recht op informatie. Alleen in het geval van zeer zwaarwegende argumenten (dit dient dan te blijken uit bijvoorbeeld rapporten psychologen of artsen) kan van die richtlijn worden afgeweken.
De school hanteert het volgende beleid: •
Schoolgids 2015 – 2016
Uitgangspunt van de school met betrekking tot de informatievoorziening aan ouders is dat beide ouders zoveel mogelijk samen naar de informatie - en ouderavonden komen. Indien dit niet mogelijk of wenselijk is, verwacht de school dat de ene ouder (of de ouder die met het gezag over het kind is belast) de andere ouder informeert omtrent de ontwikkeling en vorderingen van het kind.
Pagina 53
•
•
Helaas is dit niet altijd mogelijk. Om er als school toch voor te zorgen dat beide ouders voorzien worden van informatie kan er een dubbele afspraak voor een informatie/ ouderavond worden gemaakt. Dit gebeurt slechts bij uitzondering en op voorwaarde dat beide ouders hiervan op de hoogte zijn. Het is mogelijk een (gespreks)verslag (de mededelingen van de leerkracht) van de formele ouderavond aan te vragen bij de leerkracht van uw kind. Dit gespreksverslag wordt vervolgens ter kennisgeving aan de niet met het gezag belaste ouder gestuurd. Indien u van deze mogelijkheid gebruik wenst te maken, dient u dit zelf vooraf kenbaar te maken bij de leerkracht van uw kind. De school hoeft echter géén informatie te verstrekken indien dit niet in het belang van het kind is (dit dient dan te blijken uit
•
bijvoorbeeld rapporten psychologen of artsen). Ook is het mogelijk dat in een dergelijke situatie de niet bij het kind wonende ouder een afschrift krijgt van andere schooldocumenten zoals het rapport, schoolgids, schoolkrant, uitnodigingen voor ouderavonden, informatie aangaande schoolreizen, verwijzing naar vervolgonderwijs, enz. Daarvoor moet deze ouder schriftelijk of mondeling een verzoek indienen en zorgen dat zijn / haar adresgegevens bij de school bekend zijn.
Als het niet toegestaan is dat informatie wordt gedeeld (bij voorbeeld via een gerechtelijke uitspraak), moet het schriftelijk bewijs hiervan aan de directie worden voorgelegd. Voor meer info gaat u naar www.Innovo.nl en klikt u op OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids.
8.4 DE NIEUWSBRIEF
Het schoolkrantje van enkele jaren geleden is omgevormd tot het infobulletin DE NIEUWSBRIEF met daarin mededelingen van de oudervereniging (OV), medezeggenschapsraad (MR) en schooladviescommissie (SAC). Bovendien staat er een agenda in met vermelding van schoolactiviteiten in de diverse groepen. Ieder gezin krijgt deze digitaal toegezonden. Anderen ontvangen een papieren versie. U vindt alle NIEUWSBRIEVEN ook op onze website www.bs-detriangel.nl onder het kopje ‘nieuws’.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 54
8.5 Ouderhulp Ouders zijn op vele manieren actief in onze school. Velen zien we elke week actief bij allerlei activiteiten in en om de klas: • • •
• •
•
De computerouders voor de centrale computers in de gang De bibliotheekgroep die de boekenuitleen verzorgt De natuurouders die de activiteiten van natuur- en milieueducatie ondersteunen De verkeersbrigadiers De begeleiders op excursies, schoolreisjes, schoolverlaterskamp en sportdagen De overblijfmoeders.
Ouders in de groep werken steeds onder supervisie van de leerkracht. Hulpouders moeten aan enkele criteria voldoen: - Ze hebben een natuurlijk overwicht op kinderen - Ze zijn steeds op de gevraagde tijd aanwezig - Ze beheersen het ABN goed - Ze zijn discreet: vertrouwelijke informatie over kinderen mag nooit naar buiten gebracht worden. Indien de ouderhulp niet aan de verwachting voldoet, mag de hulp eenzijdig door de school worden beëindigd.
Andere ouders zijn actief op bestuurlijk niveau:
8.6 Schooladviescommissie (SAC) De plaatselijk schooladviescommissie (SAC), die de directeur adviseert over schoolse zaken zoals financiën, personeel, gebouw en onderwijs bestaat uit 7 personen. De adviezen hebben meestal het karakter van een verkenning van meningen van ouders en directeur. De leden vertegenwoordigen de ouders (minimaal 4 leden zijn ouders van kinderen op school) en de Ulestratense gemeenschap. Ouders kunnen altijd onderwerpen aankaarten bij de leden. De SAC vergadert met de directeur van de school een keer per maand.
De huidige samenstelling: Richard Pluymakers (voorzitter), Sally Boumans-Rutten, Neill Claessen, Rachel Reijnders, Elfie Rietman en Birgit Webers-Zwart. Er is één vacature. De zittingsperiode van de leden is 3 jaar (max. 2 periodes). Ieder jaar treden 2 of 3 leden van de SAC af. Het advies van de SAC wordt geacht een afspiegeling te zijn van de mening van de ouders en de gemeenschap Ulestraten.
8.7 De Medezeggenschapsraad (MR) Medezeggenschap in het onderwijs is wettelijk geregeld in de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO). Hierin is bepaald dat elke school dient te beschikken over een medezeggenschapsraad waarin ouders en
leerkrachten in gelijke aantallen vertegenwoordigd zijn. De bevoegdheden (instemmings- of adviesrecht), procedures en taken zijn vastgelegd in het medezeggenschapsreglement dat door het
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 55
bestuur na overleg met de MR is vastgesteld. Elke school beschikt over een MR; deze heeft vergelijkbare rechten als de GMR, maar dan enkel ten aanzien van zaken die de eigen school betreffen. De Medezeggenschapsraad op onze school bestaat uit drie ouders en drie vertegenwoordigers uit het personeel. De MR geeft adviezen en verleent instemming over onderwerpen die met het beleid van de school te maken hebben. Bovendien zorgt ze voor een goede informatievoorziening met de GMR (de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad), die adviezen geeft en instemming verleent op het niveau van het college van bestuur.
De M.R. vergadert regelmatig, het afgelopen jaar tweemaandelijks. Dat is minder dan in het verleden omdat vele beleidsstukken bovenschools door de GMR worden afgehandeld. In de NIEUWSBRIEF kunt u regelmatig wat highlights van de MR lezen. Verder kunt u verslagen van vergaderingen lezen op de website van de school. Momenteel hebben de volgende mensen zitting in de MR:
Namens de ouders: Niels Bosch (voorzitter), Michiel Maassen en Jolanda Selder.
Namens het personeel: Marij Boumans, Andrea Larmit en Miranda Tillie.
8.8 De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) INNOVO heeft een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Deze raad vertegenwoordigt alle scholen, maar niet via een rechtstreeks GMR-lid. In totaal heeft de GMR 12 zetels, gelijk verdeeld tussen de oudergeleding en de personeelsgeleding. Omdat de scholen niet rechtstreeks via een MR-lid vertegenwoordigd zijn, werkt de GMR met een regiostructuur en zijn er regiofunctionarissen. De medezeggenschapsorganen hebben wettelijke bevoegdheden om invloed te kunnen uitoefenen op besluiten die de directie (ook genoemd: het bevoegd gezag) van plan is te nemen. Voor de MR is dat de directeur, voor de GMR is dat de voorzitter van het College van Bestuur. De Ondernemingsraden en de medezeggenschapsraden hebben een onafhankelijke positie in de organisatie. De wettelijke bevoegdheden zijn een kader waar binnen gewerkt kan worden. Wil je als medezeggenschap daadwerkelijk “mee kunnen zeggen” is de relatie tussen “bevoegd gezag” en medezeggenschap van immens belang. Samen iets bereiken, samen staan voor de organisatie kan alleen op basis van een goede verhouding. Meer informatie? Neem dan contact op met Ton Verhiel, secretariaat. email:
[email protected] Op www.innovo.nl vindt u meer informatie over de GMR.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 56
8.9 De Oudervereniging (OV) Onze school heeft, zoals de meeste ouders ongetwijfeld zullen weten een oudervereniging. De leden van de OV zijn alle ouders die een of meerdere kinderen op onze school hebben en die de ouderbijdrage hebben betaald. Door deze leden is een bestuur gekozen, dat minimaal uit 5 en maximaal uit 9 personen bestaat. Samen met het team van leerkrachten organiseert en financiert de OV o.a. schoolreisjes en excursies, sport - en speldagen, sinterklaas -, kerst -, carnavals - en paasvieringen. Ouderparticipatie is op onze school een belangrijke zaak en als OV proberen wij de school daadwerkelijk te ondersteunen. U, als ouders, kunt ons daarbij zeker helpen. Het bestuur van de OV werkt met een groep hulpouders. Dit zijn ouders die zich bij het bestuur hebben aangemeld om mee te werken bij allerlei activiteiten. Dit kan zijn mee organiseren, knutselen, bakken, cadeaus inpakken, boodschappen doen, enz. Iedereen kan zich hiervoor opgeven bij de secretaris van het bestuur: Claudia Feron, Kleinberghemmerweg 18 tel. 043-3649830. U krijgt dan een formulier waarop u aangeeft wanneer u beschikbaar bent. Het streven van de OV is zoveel mogelijk ouders te betrekken bij de activiteiten. We rekenen op u!
In de vergaderingen wordt o.a. gesproken over de begroting, de bestuurswijzigingen, de activiteiten op de school, de werkwijze van de OV. Verder is actief meedenken van ouders over de dagelijkse gang van zaken en over vernieuwingen en veranderingen van harte welkom. Het bestuur werkt volgens de statuten. Wilt u hierover meer weten, dan kunt u bij ons een exemplaar opvragen of deze doorlezen in de eerdergenoemde klapper. Data algemene ledenvergadering 2015 - 2016 •
Vertegenwoordiging via de oudervereniging De OV streeft ernaar goede contacten te onderhouden met de Medezeggenschapsraad (MR) en de schooladviescommissie (SAC) Hoe wordt u lid van de OV en wat kost dat? De activiteiten die de OV organiseert en financiert zijn voor alle kinderen die lid zijn van de OV. Wij hopen dan ook dat alle ouders lid worden van onze vereniging. De ouderbijdrage voor het komende schooljaar bedraagt € 25,00 per kind. Voor kinderen die in de loop van het schooljaar naar school komen geldt een afwijkende regeling en wel: • vóór 1 februari: de hele bijdrage • na 1 februari: de halve bijdrage.
Werkwijze van de oudervereniging Het bestuur van de OV vergadert zo’n tien keer per jaar en aan het begin van ieder schooljaar is er een algemene ledenvergadering. Alle ouders krijgen hiervoor een uitnodiging. De verslagen van deze bijeenkomst en de overige bestuursvergaderingen zijn altijd in te zien. De verslagen van de jaarvergadering en activiteiten zijn bovendien op de website te vinden.
woensdag 21 oktober 2015: Jaarvergadering
Aan het begin van elk schooljaar ontvangt u van ons een brief, waarin wij u verzoeken de bijdrage te storten. Uiterste betaaldatum: binnen 30 dagen na ontvangst van deze brief. Tijdens de jaarvergadering legt het bestuur van de OV verantwoording af over de besteding van het geld.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 57
U kunt met vragen altijd bij een van de bestuursleden van de OV terecht. Waar wij kunnen, zullen wij u helpen en anders kunnen wij u altijd naar de juiste personen verwijzen.
De bestuursleden van de OV zijn thans: Bart Plum Claudia Féron Miranda In de Braekt Scarlett Schumacher Birgit Webers Bregje van der Kolk Astrid Lacroix Maartje Erckens Sabrina Snel Resi Maas Sarah Gillies
voorzitter secretaris vice secretaris penningmeester vice penningmeester vice voorzitter bestuurslid bestuurslid aspirant aspirant aspirant
9. Veiligheid Alle scholieren hebben recht op een onbezorgde schooltijd. Deze tijd staat in het teken van ontwikkelen, ontdekken en leren. Leerlingen moeten veilig zijn, zodat ze in staat zijn om te leren, zich te ontwikkelen en het beste uit zichzelf te halen. Een veilige omgeving voor scholieren en onderwijs-
personeel houdt in dat er een prettige sfeer op school is. En het voorkomen van incidenten zoals ongepast gedrag, intimidatie, diefstal, agressie en geweld. Dat kan door op tijd te signaleren en hier gericht tegen op te treden. Dit geldt ook voor het bestrijden van pestgedrag.
Op 26 maart 2015 heeft de Tweede Kamer de Wet ‘sociale veiligheid op school’ aangenomen. Scholen zijn verplicht om pesten nog beter aan te pakken. De wet heeft een belangrijke functie, omdat scholen nu verplicht worden om zich in te zetten om pesten te voorkomen en aan te pakken. Natuurlijk is het aannemen van een wet niet zaligmakend: het wordt niet direct veiliger op school of het pesten zal niet direct overal voorkomen worden. Er worden nog te veel leerlingen gepest; er zijn nog te veel leerlingen die bang zijn om het volgende slachtoffer te worden. De wet regelt drie belangrijke zaken. * Ten eerste dient een school beleid te ontwikkelen. * Ten tweede moeten scholen een coördinator aanstellen. * Ten derde worden scholen verplicht om te monitoren of hun beleid werkt. * Tot slot gaat de inspectie op dit alles toezien. De staatssecretaris heeft uitdrukkelijk gezegd dat scholen zelf mogen weten hoe zij hun beleid vorm geven. Het is ook aan hen of zij een anti-pestprogramma gebruiken en zo ja, welk. Hierbij krijgt de medezeggenschapsraad instemming bij de keuze voor het instrument waarmee de sociale veiligheid wordt gemonitord. Scholen blijven zelf aan zet.
Wij willen een sociaal veilige school zijn, waar leerlingen, personeel en ouders zich thuis voelen. Daarom willen wij geen pestgedrag, agressie, geweld, discriminatie of seksuele intimidatie op onze school. Om een veilig klimaat te waarborgen hebben we twee pestcoördinatoren: juf Andrea Larmit en juf Yvonne Van den Hof. Juf Andrea heeft zich verder verdiept in het programma ‘Meidenvenijn’. De school wil in 2016-2017 starten met het anti-pestprogramma KIVA. Officieel begint de verantwoordelijkheid van de school voor het kind op het tijdstip dat de school opengaat en eindigt als de school dichtgaat. Als de school activiteiten organiseert die behoren bij het schoolplan, zoals voetballen, zwemmen en excursies, is de school verantwoordelijk voor het kind. Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 58
9.1 Fysieke veiligheid. Het schoolgebouw voldoet aan de huisvestingseisen volgens de Arbo-wet en het landelijk bouwbesluit van het Ministerie van VROM. In de Arbo-wet zijn onder andere eisen gericht op een verantwoorde inrichting van het gebouw, omgang met gevaarlijke stoffen, brandveiligheid en algemene veiligheid.
Op onze school heeft juf Lia Stassen de rol van veiligheidscoördinator. Zij wordt daarin ondersteund door een preventiemedewerker op bovenschools niveau. Tot de taken van de veiligheidscoördinator behoren onder andere: * Introductie van huisregels, zodat kinderen, personeel, ouders en bezoekers zich veilig gedragen. * Registratie van ongevallen en risico’s, zodat er inzicht is waar en hoe ongelukken (kunnen) gebeuren en er gericht maatregelen worden genomen ter voorkoming.
* Organisatie van minimaal een maal per jaar een ontruimingsoefening. Een goed ontruimingsplan is noodzakelijk voor als er toch iets misgaat. Alle aanwezigen op school moeten weten hoe ze moeten handelen bij brand of een andere calamiteit. Onze speeltoestellen voldoen aan de wettelijke regeling ‘Besluit veiligheid van attractie - en speeltoestellen’. Dat besluit stelt onder andere eisen aan het ontwerp, het fabricageproces en aan onderhoudswerkzaamheden. Op grond van de Arbowet * voeren wij verzuimbeleid, inclusief verzuimbegeleiding; * zijn er op school 5 bedrijfshulpverleners die elk jaar worden bijgeschoold; * heeft de school een goedgekeurde risicoinventarisatie en evaluatie; * leven we de brandveiligheidsvoorschriften na; * melden we ongevallen met ernstig letsel direct aan de arbeidsinspectie.
9.2 Sociale veiligheid Wij willen een sociaal veilige school zijn, waar leerlingen, personeel en ouders zich thuis voelen. Daarom willen wij geen pestgedrag, agressie, geweld, discriminatie of seksuele intimidatie op onze school. Om een veilig klimaat te waarborgen hebben we twee anti-pestcoördinatoren en is er een klachtenregeling (zie pag. 13) met twee contactpersonen. Acties op school die bijdragen aan het verhogen van de sociale veiligheid zijn: * Leerlingen actief betrekken bij het maken van school- en gedragsregels. * Lessen sociaal-emotionele vaardigheden voor leerlingen. * Ons pestprotocol. * Ons internetprotocol (pag. 60) * Begeleiding organiseren via bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg of schoolmaatschappelijk werk + het aanbieden van weerbaarheidstrainingen. * Bij geweld en agressief gedrag informeren we de ouders en betrekken hen bij de te nemen sanctiemaatregelen. * Bij mishandeling, bedreiging en vernieling doen we aangifte en laten de dader de eventuele schade vergoeden. Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 59
* Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan handelen wij zoals beschreven staat in de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van ons schoolbestuur. Het betreft de implementatie volgend uit de Wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze code is te vinden op de website van het schoolbestuur. Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk. Per 1 september 2012 worden scholen in het basisonderwijs en speciaal onderwijs verplicht om (gewelds)incidenten te registreren volgens eenduidige landelijke definities. Incidentenregistratie moet onderdeel zijn van een breder veiligheidsbeleid van scholen en een instrument zijn om het veiligheidsgevoel te ondersteunen en te evalueren. Meer informatie treft u op de website van ons schoolbestuur. Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk.
9.3 Calamiteitenplan
In het Innovo Calamiteitenplan worden de termen ‘ramp’ en ‘calamiteit’ omschreven met de opeenvolgende fasen. In het schoolspecifieke deel staan de leden van
het crisisteam vermeld met de draaiboeken die gevolgd dienen te worden bij de verschillende gebeurtenissen die zich kunnen voordoen.
9.4 Internet op school Onze school beschikt over een computernetwerk. Behalve beter gebruik van educatieve en administratieve software, kunnen de leerlingen van groep 5 t/m 8 nu ook gebruik maken van WIFI, internet en groep 8 van e-mail. Nieuwe media bieden nieuwe mogelijkheden, maar kunnen ook gevaren meebrengen. Daarom hebben we op onze school duidelijke afspraken gemaakt over het gebruik van internet en e-mail: een internetprotocol. Met dit protocol hopen we dat iedereen dit fantastische medium op een goede manier gebruikt. Ons eigen netwerk heeft een eigen zoekmachine die onze leerlingen in principe
leidt naar Nederlandstalige sites die geselecteerd zijn, waardoor zaken als “racisme”, “pornografie”, “geweld”, “verkeerd taalgebruik” en “naakt” niet zomaar benaderd kunnen worden. Waarom en waarvoor gebruiken wij internet? Onze leerlingen maken gebruik van internet ter ondersteuning, verdieping en verrijking van ons onderwijs; zo kunnen ze informatie zoeken bij de lessen, informatie zoeken voor de werkstukken, contacten leggen met leerlingen van zowel onze school als ook andere scholen en deskundigen raadplegen. De software verwijst naar internetsites voor aanvullend, actueel of alternatief materiaal. Internetactiviteiten zijn steeds meer onderdeel gaan worden van onze methodes en leergangen. De software bij methodes wordt ook via internet benaderd.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 60
Samen met de leerlingen en de leraren hebben wij de volgende afspraken gemaakt:
Gedragsafspraken met de leerlingen •
•
•
•
Spreek van tevoren met je leraar af wat je gaat doen of zoeken op het internet. Vertel het je leraar meteen als je informatie tegenkomt waardoor je je niet prettig voelt of waarvan je weet of vermoedt dat die niet horen (denk hierbij weer aan: seks, geweld, pesten, grof taalgebruik, racisme, discriminatie). Houd je aan de afspraken, dan is het ook niet jouw schuld dat je zulke informatie tegenkomt. Leg nooit verdere contacten met iemand zonder toestemming van je leraar. Geef nooit persoonlijke informatie door op internet, zoals namen, adressen en
•
•
•
• •
telefoonnummers, zonder toestemming van de leraar. Verstuur bij e-mail berichten nooit foto’s van jezelf of van anderen zonder toestemming van je leraar. Beantwoord nooit een e-mail waarbij je je niet prettig voelt of waar dingen instaan waarvan je weet of vermoedt dat die niet horen. Het is niet jouw schuld dat je dit soort e-mail ontvangt, maar geef het wel door aan je leraar. Verstuur ook zelf dergelijke e-mail niet. Alle leerlingen kunnen gecontroleerd worden op het gebruik van het netwerk.
Cyberpesten Leerlingen krijgen regelmatig te maken met cyberpesten: Anonieme berichten versturen via MSN en SMS, schelden, roddelen, bedreigen, foto’s op internet plaatsen, haatprofielen aanmaken, enz.. Meestal gebeurt dit pesten buiten school. Toch heeft de school er veel last van. Het ruziën en pesten gaat op school door. Schoolresultaten lijden eronder. Er ontstaat een onveilig klimaat. Net als bij traditioneel pesten hanteert de school bij cyberpesten het pestprotocol.
Afspraken met de leraren: • • •
•
Internet wordt gebruikt voor opbouwende educatieve doeleinden. Er is controle mogelijk op alle gebruikers van het netwerk. Sites die wij leerlingen willen laten gebruiken worden eerst door de leraar of ICT coördinator bekeken. Er worden geen sites bekeken die niet aan onze fatsoensnormen voldoen; te denken valt aan “geweld”, “naakt”,
•
•
Schoolgids 2015 – 2016
“pornografie” en “verkeerd taalgebruik”. Er wordt aan de leerlingen uitgelegd waarom zij bepaalde sites wel of niet mogen bekijken. De leraar draagt zorg voor een omgeving waarin leerlingen open kunnen vertellen wanneer zij op ongewenste, onbedoelde sites komen. Het is immers niet hun schuld. Pagina 61
• •
•
Regels en wetten met betrekking tot copyright worden in acht genomen. Informatie die terug te voeren is op leerlingen mag niet op het openbare deel van het net terechtkomen. Namen in combinatie met foto’s van leerlingen worden niet op het net gepubliceerd. In voorkomende gevallen alleen met schriftelijke
•
toestemming van de ouders. Ook voor het publiceren van individuele foto’s wordt eerst schriftelijk toestemming gevraagd. Voor e-mail geldt ook het “briefgeheim”, maar op grond van hun pedagogische verantwoordelijkheid mogen de leraren e-mail van leerlingen bekijken.
9.5 Verkeersbrigade De verkeersbrigade bestaat uit 22 (groot)ouders en 15 kinderen. Zij bewaken twee oversteekplaatsen, te weten: • aan de school (alleen nà schooltijd) • aan de kerk De verkeersbrigadiers zijn steeds een kwartier voor schooltijd en een kwartier na schooltijd aanwezig. De procedure van het oversteken gaat als volgt: •
• •
de ouderbrigadier fluit één keer en loopt samen met de jeugdbrigadier het zebrapad op. Daarna fluit de ouderbrigadier nog een keer. Dit is het teken voor de kinderen dat ze mogen oversteken.
•
Als iedereen is overgestoken volgt het derde en laatste fluitsignaal en lopen de brigadiers terug naar de stoep.
Het is moeilijk om voldoende vrijwilligers te vinden om beide oversteekplaatsen op alle schooltijden te bezetten. De brigade is voortdurend op zoek naar nieuwe kandidaten. En dat hoeven niet uitsluitend ouders van de school te zijn. Wilt u ook brigadier worden? U kunt zich aanmelden bij Annemie Urlings (tel. 3647133), Suzan Heynen (tel. 3650221) of bij de directeur van de school. Aansluitend krijgt u van de politie een korte instructie.
9.6 De VerwijsIndex De VerwijsIndex is een digitaal systeem waarin leerkrachten, hulpverleners en begeleiders die met jongeren werken, registreren wanneer ze zich zorgen maken over een kind. Er kunnen allerlei redenen zijn voor ongerustheid over een kind. Dat kan als bijvoorbeeld problemen zijn op school of met de gezondheid of de persoonlijke ontwikkeling van het kind. Eén probleem hoeft geen probleem te zijn. Maar als er meer problemen tegelijk spelen, bestaat
de mogelijkheid dat het de verkeerde kant op gaat met het kind. De reden van registratie blijft onbekend. Pas bij een tweede registratie ontstaat een zgn. ‘match’ en nemen hulpverleners met elkaar contact en overleggen hoe ze het kind het beste kunnen helpen. Dat is belangrijk, want door samenwerking van alle betrokkenen krijgt het kind de beste begeleiding en wordt het verder geholpen.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 62
Als de school uw kind wilt registreren in de Verwijsindex wordt u vooraf geïnformeerd. Samen met u en uw kind wordt dan bekeken welke hulp en ondersteuning voor uw kind het beste is.
• •
Wat zijn uw rechten? •
•
Over de registratie in de Verwijsindex wordt u vooraf geïnformeerd.
De persoonsgegevens kunnen alleen ingezien worden door de school en de betrokken hulpverleners. U kunt vragen welke persoonsgegevens zijn opgenomen en vragen om correctie van de persoonsgegevens. U kunt bezwaar aantekenen tegen opname van de persoonsgegevens van uw kind.
Meer informatie? Zie de landelijke site:
www.verwijsindex.nl
9.7 Regionale Aanpak Kindermishandeling (RAK) RAK: volgend uit de Wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan zijn wij wettelijk verplicht om dit te melden. Wij handelen vervolgens conform de eveneens wettelijk vastgelegde Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze code is te vinden op de website van het bestuur of van de school. Voor meer informatie verwijzen wij u naar: de website van het schoolbestuur. Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids
10.
Externe contacten
10.1 Onderwijsinspectie Deze heeft de volgende taken: •
•
Toezien op de naleving van de wettelijke voorschriften. Hiertoe legt de school jaarlijks haar beleidsdocumenten zoals schoolgids, jaarplan (met daarin het zorgplan) en activiteitenplan voor het nieuwe schooljaar ter goedkeuring aan de inspecteur voor. Door middel van schoolbezoek bekend blijven met de toestand van het onderwijs in de betreffende school.
Door overleg met het schoolteam en het bestuur de ontwikkeling van het onderwijs te bevorderen.
Extra aandacht krijgen momenteel: - het hanteren van werkvormen die de interactie tussen kinderen stimuleren; - de proceskant van het onderwijs door met de leerlingen meer te communiceren over oplossingen en oplossingsstrategieën; - bij de instructie nog meer rekening houden met verschillen tussen de kinderen; - effectiviteit en rendement. Om deze taken uit te voeren, bezoekt de inspecteur regelmatig elke school en bespreekt hij zijn bevindingen met team en bestuur. Vragen over onderwijs? 0800 – 8051 (gratis) of
[email protected]
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 63
10.2 Schoolmaatschappelijk werk Met de meeste kinderen binnen de basisschool gaat het gewoon goed, maar sommige kinderen vallen op, omdat zij zich niet prettig voelen. Het kind is bijvoorbeeld erg druk in de klas of heeft vaak ruzie met andere leerlingen. Hij of zij is heel stil of teruggetrokken. Misschien heeft het kind geen vriendjes of vriendinnetjes. Ook kan het kind last hebben van problemen binnen het gezin waar het opgroeit. Angst, verdriet of machteloosheid komt vaak tot uiting in het gedrag. De school zal zo snel mogelijk bekijken wat de oorzaak van de moeilijkheden is en met u als ouder/verzorger overleggen wat de beste aanpak is. Soms is de oplossing niet gemakkelijk te vinden en heeft het kind een ander soort hulp nodig dan de school zelf kan bieden. De school, het kind en/of u als ouder/verzorger kan in deze situatie contact opnemen met de schoolmaatschappelijk werker.
Wat kunt u verwachten van het schoolmaatschappelijk werk? De schoolmaatschappelijk werker zorgt ervoor, samen met de school en u dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt over aard en oorzaak van het probleem van uw kind op school.Daarnaast kan de schoolmaatschappelijk werker advies, ondersteuning en mogelijk kortdurende hulp aan u en uw kind bieden en indien nodig kunnen u en/of uw kind begeleid worden naar andere vormen van hulpverlening. Schoolmaatschappelijk werk is een onderdeel van de zorgstructuur binnen de school en werkt samen met de school aan een goed schoolklimaat. De aangeboden hulp door de schoolmaatschappelijk werker is vertrouwelijk en gratis. Onze schoolmaatschappelijk werker is: Mevr. Peggy Diecks Telefoon: 043-364 42 22 / 06-253 291 83 E-mail:
[email protected] of via de IB-er op school.
10.3 Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid Limburg volgt de lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van alle kinderen van 4 tot 18 jaar. Wij nodigen uw kind regelmatig uit voor een gezondheidsonderzoek of een inenting. Ook met vragen over opgroeien en opvoeden of zorgen om uw kind kunt u altijd bij ons terecht. Het team JGZ werkt nauw samen school en met andere organisaties in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).
Gezondheidsonderzoek Uw kind wordt uitgenodigd voor een onderzoek rond de leeftijd van 5 en 10 jaar. Tijdens het onderzoek kijken we bijvoorbeeld naar groei, motoriek, spraak en sociaalemotionele ontwikkeling. Door uw kind goed te volgen probeert de GGD
eventuele problemen op tijd op te sporen en te helpen voorkomen. Als blijkt dat uw kind extra hulp of zorg nodig heeft, kijken we samen wat daarvoor nodig is. We werken hierin nauw samen met andere organisaties binnen het CJG. De onderzoeken vinden plaats in het CJG, op school of bij de GGD Zuid Limburg.
Uw informatie is erg belangrijk U als ouder/verzorger kent uw kind vaak het beste. Om te weten of er dingen zijn waar we extra op moeten letten, vragen we u om van tevoren een vragenlijst in te vullen. Hierin komen allerlei gezondheidsaspecten aan bod. Uiteraard gaan we zorgvuldig om met alle persoonsgegevens van u en uw kind.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 64
Inentingen In het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt het de laatste twee inentingen tegen DTP (difterie, tetanus, polio) en BMR (bof, mazelen, rodehond). Meisjes krijgen in het jaar dat ze 13 jaar worden bovendien de HPVvaccinatie tegen baarmoederhalskanker. U ontvangt een oproep voor de gratis prikken. Deelname is niet verplicht.
Vragen of zorgen?
Contact Jeugdarts, Annemarie v.d. Eijnde Jeugdverpleegkundige, Mariel van Hoof Doktersassistente, Marjo Hendriks Team JGZ Heuvelland E:
[email protected] T: 043-850 66 93 (ma t/m vrij van 08.30-12.30 uur) www.ggdzl.nl/burgers/jeugd-engezondheid/jeugdgezondheidszorg
Heeft u vragen over de ontwikkeling of het gedrag van uw kind. Is er sprake van leerproblemen of andere problemen. Maakt u zich zorgen? Neem dan contact op met het Team JGZ. Wij helpen u graag!
10.4 Peuterspeelzaal ‘Pinkeltje’ Enkele keren per jaar is er overleg tussen de leidsters van de peuterzaal, de leerkrachten van de instroomgroepen en de Interne Begeleider. Behalve over organisatorische zaken wordt ook gesproken over de ontwikkeling van kinderen in het algemeen en individueel. Dit als ‘warme overdracht’ van de peuter naar de basisschool. Zo kan de school het onderwijs goed aanpassen aan de behoefte van het kind.
10.5 Centrum Jeugd en Gezin Opvoeden en opgroeien is niet altijd even makkelijk. Soms is informatie of ondersteuning welkom of nodig. Het vinden van die informatie of hulp is soms moeilijk. Er zijn veel organisaties voor jeugdzorg en gezondheidszorg. Om u te helpen bij het vinden van de juiste informatie of ondersteuning is er in iedere gemeente één centraal punt voor alle vragen rondom opvoeden en opgroeien opgericht: het Centrum Jeugd en Gezin. Wie kan bij ons terecht? Het Centrum Jeugd en Gezin is er voor: (aanstaande) ouders en verzorgers van kinderen, jeugd en jongeren in de leeftijd van 0 tot 23 jaar, professionals die met kinderen, jeugdigen en hun ouders werken en
vrijwilligers die met kinderen/jeugdigen werken (sport en vrije tijd). Onze partners? Onder de paraplu van het Centrum Jeugd en Gezin vallen verschillende organisaties, zogenaamde ketenpartners. Samen met deze partners zorgt het Centrum Jeugd en Gezin voor de juiste informatie of hulp. Ook worden er activiteiten en cursussen georganiseerd. De partners van het Centrum Jeugd en Gezin zijn onder andere alle onderwijsstichtingen, organisaties in de jeugdgezondheidszorg, alle welzijnsorganisaties, peuterspeelzalen en kinderopvang. Meer informatie? Voor de gemeente Meerssen kunt u terecht bij het Inlooppunt CJG in het Bestuurscentrum of op www.cjgheuvelland.nl
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 65
10.6 Onderzoeken in het funderend onderwijs: KAANS Sinds enkele jaren voert de Universiteit Maastricht (i.c. de onderzoeksgroep KAANS) regionale onderzoeken uit in peuterspeelzalen, bij kinderdagverblijven, basisscholen en in het voortgezet onderwijs. Ook onze school werkt mee aan deze onderzoeken. Hoofdvraag is: hoe staan de onderwijskansen er voor bij (Zuid-)Limburgse leerlingen? Het onderzoek is ingebed in convenanten van alle betrokken besturen inclusief alle 18 Zuid Limburgse gemeenten. Geleidelijk wordt duidelijker hoe het met verschillende categorieën leerlingen gaat in de opeenvolgende onderwijsfasen en schooltypen en wat daarin de betekenis is van enerzijds de achtergrond van die leerlingen en anderzijds de schoolkeuze. Het onderzoek wordt mogelijk gemaakt door subsidies van gemeenten, ministerie, schoolbesturen, provincie en de universiteit zelf. Deze onderzoeken hebben al eerste doel te bevorderen dat de onderwijsinstellingen een beter beeld krijgen van hun opbrengsten. Vervolgens moeten ze meer kennis opleveren over schooleffectiviteit en zo helpen, de kansen verder te verbeteren van alle categorieën leerlingen. De onderwijsinstellingen krijgen vertrouwelijk informatie terug waarin hun opbrengsten worden vergeleken met die van hun collega’s. Diverse samenwerkingsverbanden (o.a. met de
Inspectie van het Onderwijs) en de inzet van promovendi moeten daarnaast resulteren in dieper inzicht in onderwijsprocessen. Om deze onderzoeken mogelijk te maken is met enige regelmaat ook de inzet nodig van ouders. Zij ontvangen (meestal korte) vragenlijstjes die o.a. een beeld opleveren van hun ervaringen met het onderwijs en de ontwikkeling van hun kinderen. Hoe meer ouders meewerken, hoe vollediger ook de informatie die het onderzoek oplevert. Uiteraard wordt ook persoonlijke en dus vertrouwelijke informatie verzameld door de onderzoekers. Om daar zorgvuldig mee om te gaan houden zij strikte regels aan omtrent vertrouwelijkheid en anonimiteit. Persoonsgegevens worden verwijderd vóórdat de gegevens worden geanalyseerd en er wordt nooit herkenbaar gerapporteerd. Als ouders desondanks niet willen dat gegevens van hun kinderen meegaan in het onderzoek, krijgen zij telkens opnieuw de kans om die gegevens te laten schrappen. Dat geldt ook voor gegevens die de onderwijsinstellingen aandragen om het onderzoek mogelijk te maken. Meer informatie over het onderzoek is te vinden op de site www.kaans.nl. Voor vragen kunt u contact opnemen met de coördinatrice van de dataverzamelingen, mevr. Jacqueline Haze:
[email protected] .
Groep 6 Werken in de Kwallef van Vliek
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 66
11.
Overige zaken
11.1 Sponsoring Sponsoring is in het maatschappelijk verkeer een bekend verschijnsel. Ook op scholen kan sponsoring voorkomen. Er is uitsluitend sprake van sponsoring als de sponsor een tegenprestatie verlangt van de school, het personeel en of de leerlingen waarmee de leerlingen in schoolverband worden geconfronteerd of als het bestuur, het personeel of leerlingen uit eigen beweging overgaan tot het leveren van een tegenprestatie. Schenkingen, ouderbijdragen en gelden van het ministerie en de gemeente vallen niet onder het begrip sponsoring. Onze school en haar bestuur zijn van mening dat sponsoring binnen de school is toegestaan, mits voldaan wordt aan enkele voorwaarden. Daartoe is een gedragscode inzake sponsoring opgesteld. Voor scholen is er een ‘convenant met gedragsregels rond sponsoring 2015-2018’. Er staat in: • waar scholen op moeten letten; • waar sponsors aan gebonden zijn, • wat valkuilen zijn; • en hoe scholen inspraak van ouders, teams en leerlingen moeten organiseren. Enkele regels uit de overeenkomst: • Nieuwe sponsorcontracten moeten zich richten op een gezonde levensstijl van leerlingen. • Bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid. • De samenwerking tussen scholen en bedrijven mag niet nadelig zijn voor de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen. • De kernactiviteiten van de school mogen niet afhankelijk worden van sponsoring. Klachten over sponsoring in het onderwijs Ouders, docenten en leerlingen kunnen met klachten over sponsoring terecht bij de klachtencommissie van de school. Scholen moeten zorgen dat deze mogelijkheid voor iedereen duidelijk is. Sponsoring gaat vaak samen met reclame-uitingen. Heeft een ouder, leerkracht of leerling een klacht over de inhoud van een reclame-uiting? Dan kan hij of zij een klacht indienen bij de Reclame Code Commissie. Indien een mogelijke sponsor zich bij de school aanmeldt, beslist in principe de directeur of deze vorm van sponsoring voldoet aan de voorwaarden: is dat het geval dan kan onze school haar medewerking verlenen aan de sponsoring. De Inspectie van het Onderwijs (Onderwijsinspectie) houdt toezicht op de naleving van de regels.
11.2 Rookverbod Op school geldt een algemeen rookverbod, dat betekent: * dat er nergens in het schoolgebouw gerookt mag worden; * dat roken op het schoolplein, tijdens de lesuren en in het zicht van de kinderen, ook niet toegestaan is. Dit geldt dus ook voor ouders die op school helpen.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 67
11.3 Verzekeringen INNOVO heeft voor alle scholen en de daaraan verbonden leerkrachten, vrijwilligers en leerlingen de volgende collectieve verzekeringen afgesloten: • • • • •
Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering Bestuurders Aansprakelijkheidsverzekering Ongevallenverzekering Reisverzekering Werkgeversaansprakelijkheid motorvoertuigen
De bovenstaande verzekeringen zijn afgesloten via onze tussenpersoon, Meeùs Assurantiën te Heerlen. Deze polissen worden hieronder nader beschreven. Naast deze verzekeringen zijn er nog overige verzekeringen van toepassing niet collectief geregeld waarvoor niet het schoolbestuur, maar de gemeente verantwoordelijk is. Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering (doorgaans genoemd WA-verzekering) Deze verzekering heeft tot doel toegebrachte schade (personen- en zaakschade, en de hiermee gepaard gaande gevolgschade) te vergoeden, voor zover die het gevolg is van handelen of nalatigheid van verzekerden, die daarvoor aangesproken dienen te worden. De dekking is van kracht voor bestuur, leerkrachten, overig personeel, ouders, leerlingen en vrijwilligers, voor zover zij optreden in onderwijs- respectievelijk schoolverband, zowel in de school als daarbuiten.
Ongevallenverzekering Deze verzekering heeft tot doel een eenmalige uitkering te verstrekken naar aanleiding van een ongeval. De ongevallenverzekering is van kracht tijdens de schooluren en alle activiteiten in schoolverband, alsmede gedurende één uur hiervoor en hierna, of zoveel langer als het rechtstreeks komen en gaan van de activiteiten vergt. De dekking is van kracht voor leerlingen, personeelsleden, en alle ondergeschikten van de school. Reisverzekering Deze verzekering is van kracht tijdens reizen, kampen en excursies welke door of onder toezicht van INNOVO plaatsvinden. Er is onder andere dekking voor verlies/diefstal van eigendommen, geneeskundige kosten en extra gemaakte kosten. De dekking is van kracht voor leerlingen, personeelsleden, en alle ondergeschikten van de school. Voor deze verzekering geldt een leeftijdsgrens van 75 jaar.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 68
Werkgeversaansprakelijkheid Motorvoertuigen (WEGAM) Deze verzekering dekt de schadevergoedingsverplichting van INNOVO op grond van artikel 7:611 BW en 7:658 BW voor niet elders verzekerde schade als gevolg van een ongeval die de verzekerden kunnen lijden tijdens verkeersdeelname doordat zij in het kader van hun werkzaamheden bij een ongeval betrokken raken. Hieronder valt eveneens personen- en zaakschade, waarvoor INNOVO op grond van artikel 7.611 BW gehouden is zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering. De dekking is van kracht voor werknemers, uitzendkrachten, oproepkrachten, stagiaires, gedetacheerden en vrijwilligers. Opstal en Inventaris Schade aan inventaris, gebouw en terrein van schoolgebouwen veroorzaakt door inbraak, diefstal, vandalisme of als gevolg van weersomstandigheden worden niet door het schoolbestuur verzekerd. Voor deze onderdelen is de economische eigenaar van de schoolgebouwen verantwoordelijk. Dit betreft in vrijwel alle gevallen de gemeente. Evenementen Voor schoolevenementen waarbij van derden materialen / middelen worden gehuurd (bijv. huren feesttent, audio/licht, stellages, etc.), is een aanvullende evenementenverzekering aan te bevelen. Deze dient de school zelf af te sluiten, via Meeùs Assurantiën. Let wel, de gebruikelijke aansprakelijkheid - en ongevallenverzekering is wel gewoon van toepassing op deze schoolgerelateerde evenementen.
Wandelen voor Water….
Het blijft heel verstandig om voor uw kind(eren) een eigen scholierenongevallenverzekering af te sluiten. Deze is bedoeld om de kosten als gevolg van lichamelijk letsel door een ongeval op te vangen. Voor een paar tientjes is het kind het hele jaar door elke dag gedurende 24 uur verzekerd, niet alleen tijdens schoolactiviteiten, maar ook op straat, thuis, op vakantie, enz. Meer informatie bij uw verzekeringsadviseur.
Schoolgids 2015 – 2016
Pagina 69