Schoolgids 2015- 2016
DE SCHOOLGIDS VOOR WIE
D
e Schoolgids is bestemd voor ouders die ervoor hebben gekozen hun kind op ODS De Starter te plaatsen en voor alle ouders die overwegen hun kind in de toekomst op deze school te plaatsen.
WAT De Schoolgids geeft algemene informatie over de schoolorganisatie en het onderwijs dat op de school wordt gegeven. Tevens bevat de gids informatie die de Gemeente van belang acht voor ouders, zoals de klachtenregeling. Adressen van bij de school betrokken instanties en de diverse Vensterschoolpartners vindt u in de schoolgids terug. Aanvullingen op of wijzigingen van de schoolgids worden vermeld in het Startsein, het tweewekelijkse digitale mededelingenblad van de school. U kunt het Startsein ook in papieren versie ontvangen; u moet dit bij de directie aanvragen.
ACTUEEL Belangrijke data, vakantiedagen, namen van het personeel en leerlingen vindt U in een losse bijlage bij deze gids. Daarnaast kunt u veel informatie vinden op onze site, www.destarter.nl, bij het onderdeel Actueel. Hier vindt u ook aangepaste en actuele zaken.
VAN WIE De Schoolgids is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de schooldirectie en is vastgesteld door de medezeggenschapsraad van de school.
SCHOOL- EN ZORGPLAN De informatie in deze gids vindt u in uitgebreidere vorm terug in het Schoolplan en het Zorgplan van De Starter. Deze plannen liggen ter inzage bij Gerry van Ewijk, de directeur van Openbare Daltonbasisschool De Starter.
Gerry van Ewijk, directeur Henk Pieter Bouma, voorzitter Medezeggenschapsraad
2
Inhoud van de schoolgids Voorwoord en inhoud
- 2
1. Sterke punten van de Starter
- 4
2. ODS de Starter
- 5
3. Vensterschool Stadspark
- 7
4. De doelstellingen van het onderwijs
-9
5. De organisatie van het onderwijs
- 13
6. Het onderwijs in de groepen
- 18
7. De leerlingenzorg
- 22
8. De schoolregels
- 30
9. De ouders
- 37
10. Namen - en adressenoverzicht MR, Ouderraad, Vensterschool en overige instanties
- 40
11. Vakanties en vrije dagen
3
-42
1. STERKE PUNTEN VAN DE STARTER Als sterke punten van O.D.S. De Starter zien wij:
4
dat wij als gecertificeerde Daltonschool efficiënt onderwijs bieden en tegelijkertijd het kind de mogelijkheid geven zich verder te ontwikkelen op de gebieden van zelfstandigheid, samenwerken en vrijheid. Dit alles samen vormt een prima voorbereiding voor het voortgezet onderwijs ;
dat wij voor iedere leerling zorgen voor onderwijs op maat;
dat mede door inzet van de De Vreedzame School een goed pedagogisch klimaat aanwezig is;
dat wij over een enthousiast hard werkend team kunnen beschikken;
dat er op allerlei gebieden sprake is van duidelijke doorgaande lijnen;
dat gebruik wordt gemaakt van diverse ICT toepassingen (bijvoorbeeld digitale schoolborden, laptops) en er sprake is van een doorgaande ICT leerlijn.
dat wij in een doorgaande lijn geïntegreerd onderwijs aanbieden door middel van bijvoorbeeld storyline approach en er mede hierdoor meer ruimte komt voor leren door doen
dat er regelmatig binnen- en buitenschoolse activiteiten plaatsvinden op cultureel gebied;
het bestaan van een uitgebreid netwerk met partners binnen de vensterschool, het voortgezet onderwijs, Dalton en op cultureel gebied
de diverse vernieuwingsactiviteiten die de school ontwikkelt, thans bijvoorbeeld op het gebied van hoog en meerbegaafdheid,.
dat de school zowel aan de "onderkant" nauw samenwerkt met de peuterspeelzaal "Tante Toosje" en het kinderdagverblijf de “Poolster” en er aan de "bovenkant" aandacht is voor een zogenaamde warme overdracht naar het voortgezet onderwijs;
dat de Starter een academische school is, wat resulteert in onderzoek- en innovatiepraktijken voor studenten en leerkrachten. (i.s.m. de Hanzehogeschool en RuG)
2. DE STARTER De Starter is een openbare basisschool die deel uitmaakt van Vensterschool Stadspark en die onderwijs geeft volgens de Daltonprincipes. Basisschool Een basisschool geeft acht jaar basisonderwijs aan kinderen vanaf vier jaar om hen voor te bereiden op het voortgezet onderwijs en op de samenleving. Openbare school Openbare basisschool De Starter valt onder de verantwoordelijkheid van de Stichting Openbaar Onderwijs Groep Groningen. De Starter staat als openbare school open voor kinderen uit alle culturen en gezindten. Vensterschool De Starter is onderdeel van een Vensterschool. Dit betekent samenwerking met ouders en met andere instanties die bij de opvoeding en het welzijn van kinderen zijn betrokken. De bedoeling van een Vensterschool is een geheel van voorzieningen te bieden voor kinderen van nul tot twaalf jaar op werkdagen tussen zeven uur ’s ochtends en zeven uur ’s avonds. Van de Vensterschool Stadspark maken verder deel uit: de peuterspeelzaal Tante Toosje, de buitenschoolse opvang De Poolster en het Buurtcentrum Stadspark. Andere samenwerkingspartners zijn onder meer de Stichting COP, SKSG, de GGD, de Openbare Bibliotheek Zuid en het Centrum Jeugd en Gezin Daltonschool De Starter is een erkende en gecertificeerde Daltonschool. De uitgangspunten van Daltononderwijs zijn vrijheid, zelfstandigheid en samenwerking van leerlingen gecombineerd met borging, reflectie en effectiviteit. Deze principes zijn in het hele onderwijs van de school terug te vinden. Op grond van de Daltonprincipes werken leerlingen taakgericht, zowel individueel, in groepjes, als klassikaal. Geschiedenis van de school De Starter is als basisschool ontstaan in 1985 uit een fusie van twee lagere scholen, de Jan Evert Scholtenschool en de Mulock Houwerschool en de daarbij behorende kleuterscholen. De Starter is gehuisvest in een pand uit 1926/27 van de stadstekenaar S.J. Bouma. Het pand, de oorspronkelijke Leonard Springerschool en Mulock Houwerschool, is een rijksmonument. De Starter is een school met ongeveer 480 leerlingen. De Starter probeert de voordelen van een grote school, een breed onderwijsaanbod en een duidelijke en gestructureerde schoolorganisatie, te combineren met de individuele aandacht voor het kind. De leerlingen van de school zijn afkomstig uit alle lagen van de Groningse bevolking. De Starter gaat uit van de culturele en levensbeschouwelijke veelzijdigheid van de samenleving.
Onderwijsvernieuwing De Starter is zeer bewust bezig met de vormgeving van het onderwijs en de aandacht voor de leerling. De school hecht veel waarde aan het bewaken van de Daltonprincipes en de doorgaande lijnen op diverse gebieden binnen de school. Daarnaast probeert De Starter voortdurend haar onderwijs te verbeteren. Dit komt onder meer tot uitdrukking in de volgende vernieuwingsprojecten: De verdere uitbouw van het Daltononderwijs en het afstemmen van leertaken op de individuele mogelijkheden en behoeften van kinderen; Er is een leerlijn ontwikkeld voor (meer)begaafde kinderen. Deze zullen we verder implementeren.. Deelname aan het onderwijsprogramma De Vreedzame School, een programma dat er naar streeft om een school een gemeenschap te laten zijn waarin iedereen zich betrokken en verantwoordelijk 5
voelt voor het geheel en waarin iedereen op een prettige manier met elkaar omgaat. In de bovenbouw wordt dit programma aangevuld met een mediatietraining. De school heeft een doorgaande lijn met betrekking tot science onderwijs (biologie, natuurkunde, scheikunde, verzorging en techniek) ontwikkeld. Het uitgangspunt hierbij is leren door doen.. In de onderbouw wordt thematisch gewerkt. Deelname een de Academische School in samenwerking met de PA en RuG. Leerkrachten en stagiaires worden hierbij op een academische manier geschoold in onderzoek doen en studenten leren door werkplekleren.
Schoolkeuze Ouders kiezen De Starter voor hun kind zowel om reden van nabijheid als om het speciale karakter van de school. Voor veel ouders is De Starter de meest dichtbij zijnde of gemakkelijkst te bereiken school op weg van huis naar werk. Veel kinderen zijn afkomstig uit omliggende wijken zoals de Grunobuurt, de Rivierenbuurt, Laanhuizen, de Zeeheldenbuurt, Picardhof, Hoornse Meer, Hoornse Park, Centrum en Corpus den Hoorn Noord of uit de nieuwe wijken Buitenhof, Heerenhof, Peizerhove en Ter Borgh. De Starter heeft ook een buurtoverstijgende betekenis vanwege het werken met Daltononderwijs, de vernieuwingsonderwerpen, of de nabijheid van buitenschoolse opvang. De Starter is de enige openbare school in het zuiden van de gemeente Groningen die werkt volgens de Daltonprincipes. In het zuiden van de stad wordt op enkele locaties buitenschoolse opvang verzorgd, waarvan meerdere zich nabij De Starter bevinden.
Kwaliteitsbeoordeling De Onderwijsinspectie en ons schoolbestuur, O2G2, beoordelen De Starter jaarlijks. Een maatstaf voor vergelijking vormen de jaarlijkse CITO-scores van groep 8. De gemiddelde CITO-score van groep 8 was de laatste jaren gelijk aan of hoger dan wat van een school met deze samenstelling van leerlingpopulatie kan worden verwacht. Het Integraal Schooltoezicht en het Regulier Schooltoezicht van de Inspectie voor het onderwijs bieden een tweede maatstaf voor vergelijking. De Onderwijsinspectie heeft in januari 2014 het Periodiek Kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op De Starter. De inspectie cocludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op onze school op de onderzochte onderdelen op orde is.Om die reden wordt het reeds aan de school toegekende basisarrangement gehandhaaft.
Het volledige rapport van de Onderwijsinspectie met betrekking tot dit Periodiek Kwaliteitsonderzoek 2006, 2010 en 2014kunt u lezen op de site van de onderwijsinspectie, www.onderwijsinspectie.nl. vervolgens kunt u bij het invulschema zoeken onder o.d.s.De Starter. Daarnaast vindt er vanuit de Nederlandse dalton vereniging een 5 jaarlijkse visitatie plaats. De Starter werd in 2010 gevisiteerd, en kreeg opnieuw voor 5 jaar een licentie.
3. VENSTERSCHOOL STADSPARK Gronings Vensterschoolproject De gemeente Groningen is in 1995 gestart met het Vensterschoolproject. Tot een vensterschool behoren: een basisschool en eventueel het deel basisvorming van een school voor voortgezet onderwijs, instellingen die zich bezighouden met de opvang, gezondheid, opvoedingsondersteuning en hulpverlening van kinderen van nul tot veertien jaar en instellingen en voorzieningen ter ondersteuning van de opvoedingstaak van ouders en de band 6
tussen ouders en school en tussen ouders en kinderen. Kenmerken van een Vensterschool zijn: een integrale aanpak van opvoedingsproblemen en onderwijsachterstand de verlengde schooldag door de combinatie van onderwijs en buitenschoolse activiteiten en een grote mate van ouderparticipatie. .
Activiteiten van Vensterschool Stadspark Vensterschool Stadspark is officieel gestart in september 1999. Het was op dat moment de vijfde Vensterschool in de gemeente Groningen. De belangrijkste deelnemende partners van Vensterschool Stadspark waren al in elkaars nabijheid gehuisvest . Zo kon men direct vanaf het begin de activiteiten goed op elkaar afstemmen Vanaf het begin van Vensterschool Stadspark zijn activiteiten ontwikkeld, die uitgingen van één of meer van de volgende criteria:
betrekking hebben op onderwijs en opvoeding, aansluiten bij reeds bestaande samenwerkingsverbanden, een relatie hebben met ouders, betrekking hebben op de verlengde schooldag,.
Voor - en buitenschoolse opvang Met ingang van 1 januari 2007 zijn alle basisscholen verplicht om voor- en naschoolse opvang te bieden tussen 7.30 uur en 18.30 uur. Scholen hoeven dit niet zelf te doen, zij kunnen faciliteiten creëren waarbinnen andere partijen deze opvang aanbieden. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor het regelen van de aansluiting tussen onderwijs en kinderopvang waarbij de kwaliteit van de opvang voorop staat. Het bestuur van de openbare scholen in Groningen heeft een overeenkomst gesloten met de SKSG, waarbij de garantie wordt gegeven dat indien gewenst, uw kind geplaatst wordt voor buitenschoolse opvang in een locatie van de SKSG in de nabijheid van onze school. Nadere informatie over deze overeenkomst en de praktische uitwerking kunt u krijgen via de directie van de school.
De Vensterschoolpartners van De Starter Peuterspeelzaal Tante Toosje Deze is sinds voorjaar 1999 gehuisvest in een lokaal van De Starter aan de Parkweg. De peuterspeelzaal verzorgt op maandag tot en met donderdag tussen 8.30 en 12.00 uur speelgelegenheid voor kinderen van twee tot vier jaar. Op vrijdag is er een open speel-mee-ochtend voor peuters. Er vindt afstemming plaats tussen de leiding van de peuterspeelzaal en de leerkrachten van de groepen 1-2 van De Starter. Zo wordt een overdrachtformulier gebruikt voor kinderen die van de peuterspeelzaal naar De Starter gaan. De peuterspeelzaal is aangesloten bij Kids First
Kindercentrum De Poolster, Dit kindercentrum maakt onderdeel uit van de Stichting Kinderopvang Stad Groningen (SKSG), en verzorgt buitenschoolse opvang voor kinderen uit het basisonderwijs, ook op margedagen en tijdens vakanties. De kosten voor deze opvang worden berekend aan de hand van het inkomen van de ouders en het aantal dagdelen dat het kind de naschoolse opvang bezoekt. Kindercentrum De Poolster is ondergebracht in het pand aan de Huygensstraat 2. Kindercentrum De Poolster werkt mee aan naschoolse activiteiten die aansluiten bij de activiteiten onder schooltijd. Het pand huisvest naast vier groepen naschoolse opvang ook enkele groepen kinderopvang voor 0-4jarigen.
Buurtcentrum Stadspark, 7
Voorheen het buurthuis Parkzucht, is gehuisvest aan de Lorentzstraat. Regelmatig werken de school en het buurtcentrum samen. In het buurtcentrum worden tal van activiteiten georganiseerd, zowel voor ouderen als voor kinderen en tieners. Sommige activiteiten worden aangeboden in samenwerking met andere Vensterschoolpartners.
Overige deelnemende instanties Verder participeren in de Vensterschool Stadspark diverse andere instanties, die niet zijn gehuisvest op een van de locaties van deze vensterschool.
GGD De GGD is een provinciale gezondheidsdienst. De GGD biedt aan scholen een onderzoek naar gezicht, gehoor en gebit in de groepen 2 en 7 en doet onderzoek naar gezondheidsbepalende factoren bij ouders (groep 2 en 7). Op grond van de uitkomsten van dit onderzoek wordt het gezondheidsbeleid van de school vorm gegeven. De GGD werkt mee aan het opzetten van het zorgcentrum en aan andere vormen van opvoedingsondersteuning.
Centrum voor Jeugd en Gezin levert een bijdrage aan activiteiten voor opvoedingsondersteuning. Voor meer informatie: www.cjg.groningen.nl
Openbare Bibliotheek Groningen Het filiaal zuid van de Openbare Bibliotheek Groningen neemt deel aan activiteiten van de Vensterschool die betrekking hebben op allerlei vormen van lezen en omgaan met literatuur. Deze activiteiten vinden zowel plaats op de school als in de bibliotheek. De Stedelijke Muziekschool, het Groninger Museum, het Grafisch Museum en het Kunstencentrum behoren tot de instanties waarmee de Vensterschool op projectbasis regelmatig samenwerkt.
.
8
4. DE DOELSTELLINGEN VAN HET ONDERWIJS De Starter heeft de eigen visie op het basisonderwijs beschreven in het schoolplan. De doelstellingen van het onderwijs zijn als volgt:
Alle leden van de schoolgemeenschap, leerlingen en leerkrachten, de nodige ruimte geven voor een eigen ontwikkeling; de school is een open huis waar ieder zich in warmte, saamhorigheid en met wederzijds respect thuis kan voelen; wij verwachten dat deze uitgangspunten gedragen worden door ouders. Bij jonge kinderen steeds uitgaan van de eigen beleving en ervaring; bij oudere kinderen wordt naast het vormingsaspect het kennisaspect steeds belangrijker; De principes van Daltononderwijs, zelfstandigheid, vrijheid, samenwerking,effectiviteit, borging en reflectie in de dagelijkse praktijk vormgeven; De kinderen in contact brengen met verschillende culturen en levensbeschouwingen; De kinderen een tolerante houding ten opzichte van andere culturen, anders denkenden en mensen met een beperking aanleren. De kinderen kritisch leren omgaan met hun omgeving, zoals in woordgebruik, het tonen van respect, gelijkwaardigheid en verantwoordelijkheid, en de zorg voor het milieu. De Starter bereidt kinderen voor op een multiculturele samenleving. Op onze school wordt geprobeerd om een sfeer te scheppen waarin ieder kind zich geaccepteerd voelt met zijn/haar uiterlijk, taal en culturele achtergrond. Uitgangspunt hierbij is de Vreedzame School, een methode voor sociaal emotionele ontwikkeling die bij ons wordt gebruikt van groep 1 t/m 8. De Vreedzame School gaat uit van respect voor een ander, ook al verschilt die ander van jezelf in bijvoorbeeld gedrag of uiterlijk. Meningsverschillen en ruzies worden bespreekbaar gemaakt. Het is belangrijk om anderen af en toe een 'opsteker' te geven en om 'afbrekers' te vermijden. Met hulp van anderen kan naar een oplossing worden gezocht. De Vreedzame school leert kinderen respectvol met elkaar om te gaan en gezamenlijk een veilig schoolklimaat te creëren. De leerkrachten vinden het hun taak om, in een zorgvuldig opgebouwde sfeer van vertrouwen, de ervaringen en de kennis van kinderen te gebruiken om van elkaar te leren. Leerkrachten hebben hierbij een voorbeeldfunctie in gedrag naar een ieder.. In elke groep wordt aandacht besteed aan verschillende godsdiensten en levensovertuigingen en daarbij behorende vieringen
De ontwikkeling van het kind De Starter probeert een onderwijsleersituatie te scheppen, die het mogelijk maakt een continu proces te bewerkstelligen op alle aspecten van de kinderlijke ontwikkeling. Deze aspecten betreffen de verstandelijke, sociale, emotionele, motorische en creatieve ontwikkeling. Het onderwijs richt zich zowel op leerinhouden, zoals de beheersing van elementaire vaardigheden als lezen, taalgebruik en rekenen, als op de sociaal-emotionele vorming. Hiervoor vormt de Vreedzame School de basis. De Starter probeert samen met de ouders een bijdrage te leveren aan het kunnen functioneren van elk kind op zijn/haar niveau. Daarbij wordt rekening gehouden met de eigen identiteit van de kinderen en met hun verschillen in ontwikkeling, begaafdheid, belangstelling en motivatie. Uitgangspunt daarbij is het Daltononderwijs. De leermiddelen en de opzet van de organisatie zijn zodanig gekozen, dat deze continue ontwikkeling van ieder kind wordt gewaarborgd. Wanneer zich stagnatie voordoet in de ontwikkeling is het mogelijk dat er extra hulp in of buiten de klas wordt gegeven of dat een deel van de leerstof wordt herhaald. Als een kind extra uitdaging nodig heeft is het mogelijk dat hij/zij een aangepast programma op school aangeboden krijgt. De school heeft hiervoor speciale leerlijnen waarbij het principe gehanteerd wordt dat we het kind niet willen lastig vallen met hetgeen het reeds beheerst. Dit alles vindt plaats in overleg met de ouders/verzorgers van het kind en het kind zelf.
De Vreedzame School 9
Kinderen moeten zich op school veilig en op hun gemak kunnen voelen. Daartoe dienen kinderen zich te houden aan duidelijke afspraken en regels. De schoolregels van De Starter zijn gebaseerd op het idee van de Vreedzame School. De Starter past het idee van de Vreedzame School in de hele school en in alle groepen toe. De school ontwikkelt zich tot een democratische gemeenschap, waarin alle leden (leerlingen, leerkrachten en ouders) een stem hebben, zich gehoord en gezien voelen, zich positief gedragen tegenover elkaar, zelfstandig zijn, en zich verantwoordelijk voelen voor het geheel. Hierdoor ontstaat een beter leer- en werkklimaat. Bovendien bereiden we onze leerlingen voor op het leven in een democratische samenleving, en stimuleren actief burgerschap. Met hulp van anderen kan naar een oplossing bij conflicten worden gezocht. Door de hele school wordt het positief waarderen van de medeleerling in de vorm van “het kind van de week” aangeboden. In het begin van het schooljaar maakt elke groep een aantal afspraken in het kader van de Vreedzame School. Deze worden ondertekend opgehangen in de klas. Alle leerlingen krijgen eind groep 7 een training aangeboden om als mediator op te kunnen treden voor hun schoolgenoten. Bij conflicten of dreigende conflicten op het schoolplein kunnen de mediatoren door de kinderen te hulp worden geroepen of zij stappen er zelf op af. In alle groepen worden wekelijks of twee wekelijks lessen van de Vreedzame School aangeboden. In alle jaren wordt via meerdere lessen en thema’s structureel aandacht geschonken aan de onderwerpen:groepsvorming en een positief klimaat,conflicthantering,communicatie,gevoelens,verantwoordelijkheid en diversiteit. De uitgangspunten van de Vreedzame School worden in alle lagen van de school en bij alle participanten van de school (leerlingen, ouders, team, directie) gehanteerd. Mede daarom heeft de school een leerlingenraad en een klankbordgroep van ouders.
Daltononderwijs De Starter geeft als gecertificeerde Daltonschool onderwijs vanuit een opvoedkundig idee: Dalton. Dalton biedt het kind de mogelijkheid zich verder te ontwikkelen op de gebieden van zelfstandigheid, samenwerken en vrijheid. Daarnaast vinden wij het een efficiënte manier van lesgeven. De uitgangspunten van het onderwijs zijn ontwikkeld door de pedagoge Helen Parkhurst. De kenmerken van Daltononderwijs zijn: 1. het leren hanteren van vrijheid (beroep doen op eigen verantwoordelijkheid); 2. het leren zelfstandig te werken; 3. het leren samenwerken. 4. Effectiviteit 5. Borging 6. Reflectie
Het doel van Daltononderwijs is het kind vormen tot een waardevolle burger, volgens het westers democratisch model. Leerlingen dienen opgeleid te worden tot volwassenen die een grote mate van verantwoordelijkheid voelen voor een democratische maatschappij. Bij het leren hanteren van vrijheid ligt het accent vooral op de sociale aspecten van die vrijheid. De kinderen krijgen de vrijheid om hun persoonlijkheid te ontplooien. In hun vrijheid ontdekken zij normen en waarden, regels en grenzen. Zij leren die vrijheid te delen met anderen en er samen gebruik van te maken. Het kind is verantwoordelijk voor hetgeen het met zijn/haar vrijheid doet. De leerkracht heeft hierbij een begeleidende, 10
kaderstellende rol. De koppeling van het leren zelfstandig te werken aan het vrijheidsprincipe houdt zelfwerkzaamheid in. Dit bevordert het leren en het denken. De kinderen zoeken oplossingen voor de gestelde problemen en ontwikkelen eigen denkgewoonten bij zowel de weergave als de toepassing van het geleerde. Het beginsel van de zelfwerkzaamheid sluit aan bij het feit, dat kinderen van nature actief en zelfontdekkend bezig willen zijn. Het samenwerkend leren heeft een vaste plaats binnen de school. Het leren samenwerken met anderen is zowel op school als in het latere dagelijkse leven voortdurend nodig. Het samenwerkend leren is een didactische manier van werken, waarbij een heldere en duidelijke structuur zichtbaar is van bijvoorbeeld wie met wie, wanneer, waar, welke regels er zijn en hoe het is georganiseerd. De school heeft een doorgaande opbouwende lijn in de diverse aanbiedingsvormen van het samenwerkend leren en voor de vaardigheden die nodig zijn voor kinderen om hier mee om te kunnen gaan . Bovengenoemde kenmerken moeten een waarborg zijn voor de sociale opvoeding van kinderen en een hiermee samenhangende, sterk op de persoon gerichte aanpak van het onderwijs. Verder is het daltononderwijs gericht op een effectieve inzet van tijd, menskracht en middelen. Het belangrijkste onderdeel om dit te bereiken is de taak. Een taak op maat houdt de leerling doelmatig en functioneel bezig met zijn ontwikkeling. De taak is opgebouwd uit (gedifferentieeerd) basis werk en “eigen werk” het werk speciaal voor de individuele leerling dat er voor zorgt dat de taak passend is. Ook dragen leerkrachten er zorg voor dat de omgeving goed wordt ingericht, en ze gebruik maken van doelgerichte instructie (dmv het flexibele gedifferentieerde directe instructiemodel) en daarnaast een gedifferentieerd leerstofaanbod bieden. Daarnaast is het kritisch bekijken van onderwijskundige ontwikkelingen en inzichten een basishouding op een daltonschool. Iedere leerkracht reflecteert op zijn praktijk en handelen in de klas. Alle leerkrachten samen reflecteren constant over het onderwijs op school. Hierdoor wordt de beste weg gevonden om de gestelde doelen te bereiken. Ook voor de leerlingen biedt de leerkracht de gelegenheid om te oefenen in organiseren, initiatief nemen en reflecteren op gedrag en keuzes. Verantwoordelijkheden voor dalton liggen in het team van leerkrachten. Daltonscholen borgen hun kernwaarden door middel van planmatige zelfevaluatie, reflectie en visitatie. Een daltonschool is een lerende organisatie die zich permanent schoolt, experimenteert en reflecteert op zijn praktijk.
Het werken met taken De Daltongedachte staat centraal in de dagelijkse werkwijze op De Starter. De uitgangspunten worden onder andere verwezenlijkt in het takensysteem. Kinderen krijgen leer- en doetaken, die binnen een bepaalde tijd, een dag tot een of meerdere weken, worden afgerond. Het kind kan aan de taak zien wat, moet worden uitgevoerd, en bepaalt zelf in overleg met de leerkracht wanneer en op welke wijze dat gebeurt. De omvang van de taak is afhankelijk van de leeftijd en de hoeveelheid stof die een kind kan overzien. De taak is voor ieder kind op maat. De kinderen hebben de vrijheid om zelf de volgorde te kiezen waarin zij aan de verschillende taakonderdelen werken. Ook bepalen zij, samen met de leerkracht, hoeveel tijd aan een vak of vakonderdeel wordt besteed en welke hulpmiddelen daarbij worden gebruikt. Het takensysteem bevordert effectiviteit en zelfwerkzaamheid. De kinderen werken aan taken die uitdagen tot het dragen van eigen verantwoordelijkheid. Ook samenwerking komt bij de taken aan de orde. Er is sprake van zogenaamde stilte – (zelfstandig werken) en overlegmomenten(samenwerken). Onderlinge hulp of elkaar overhoren is mogelijk bij het gezamenlijk uitvoeren van opdrachten. 11
Op De Starter werken kinderen van jongs af aan met taken. Via middelen als takenbord en weektaakformulier leren kinderen plannen en reflecteren. Er is een doorgaande lijn en opbouw in de manier waarop met de weektaakformulieren gewerkt wordt en hoe ze er uit zien. Als de kinderen een bepaald onderdeel af hebben, tekenen zij dat af op hun weektaakformulier. Zo is in één oogopslag te zien welke onderdelen al zijn gemaakt en wat er nog moet worden gedaan. Van leerlingen wordt ook gevraagd te reflecteren op hun taak. De leerkracht heeft hierbij een stimulerende en begeleidende rol. Het takenpakket wordt zo samengesteld, dat het elk kind een uitdaging biedt op zijn/haar niveau van ontwikkeling. De taak wordt passend gemaakt voor elke leerling door het eigen werk. Eigen werk is leerstof gerelateerd en maakt de taak passend op niveau en tijd. Daarnaast bevat de taak keuzewerk dat aansluit bij de belangstelling van het kind.
De aansluiting met het voortgezet onderwijs Het onderwijs wordt zo ingericht, dat het mede de grondslag legt voor het volgen van aansluitend voortgezet onderwijs. Om een goede aansluiting te realiseren, heeft De Starter contact met scholen voor het voortgezet onderwijs. De Starter streeft ernaar dat de kinderen, wanneer zij na acht jaar basisonderwijs de school verlaten, het volgende hebben bereikt overeenkomstig hun ontwikkelingsniveau:
elk kind kan zich zowel mondeling als schriftelijk uitdrukken, lezen, en omgaan met hoeveelheden en getallen; elk kind heeft zich de noodzakelijke kennis van de diverse vakgebieden eigen gemaakt; elk kind kan zich op een creatieve manier uitdrukken en omgaan met creatieve uitingen van anderen; elk kind heeft zich als sociaal wezen ontwikkeld, zodat het optimaal kan deelnemen aan het menselijk verkeer; elk kind kan omgaan met de eigen emoties en met die van anderen.
Van kinderen die deze leerdoelen beheersen, mag worden verwacht dat zij zich staande kunnen houden in een voortdurend veranderende maatschappij.
12
5. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS De indeling in groepen Het onderwijs van De Starter is georganiseerd in groepen naar leeftijd. Er zijn vijf kleutergroepen van kinderen in de leeftijd van vier tot en met zes jaar, twee groepen 3, twee groepen 4, twee groepen 5, twee groepen 6 , twee groepen 7 en twee groepen 8. Elke groep heeft één of twee vaste leerkrachten .Daarnaast zijn er twee vakleerkrachten voor gymnastiek.
De locatie De Starter is gevestigd, voor de groepen 3 t/m 8, op de locatie Parkweg 128. Het gebouw is voor voetgangers bereikbaar vanaf de Lorentzstraat. Fietsers en automobilisten dienen de ingang aan de Lorentzstraat te gebruiken. Voor automobilisten geldt dat overdag na 9 uur alleen geparkeerd kan worden met een parkeervergunning of tegen betaling. Aan de Parkweg is een bushalte voor het openbaar vervoer. De groepen 1 en 2 zijn (tijdelijk) gehuisvest aan de Leonard Springerlaan 35
Bij afwezigheid van de directeur: Bij afwezigheid van de directeur zal Karin Dokter (adjunct – directeur) de directietaken waarnemen. Vervanging van een leerkracht: Als een van de leerkrachten wegens ziekte of andere omstandigheden niet aanwezig kan zijn voor zijn of haar taak aan de Starter zorgt de directie ervoor dat er een invaller(ster) de taken waarneemt. Deze invaller wordt gekoppeld aan een leerkracht van onze school. Dit is bedoeld om de invaller in te werken en waar nodig wordt hij/zij begeleid. Binnen O2G2 (Openbaar Onderwijs Groep Groningen) hanteren de directies een lijst van invallers. In deze tijd van schaarste op de arbeidsmarkt, kan het voorkomen, dat we geen invalkracht kunnen vinden. Is dit het geval dan probeert de school de vervangingen te laten plaatsvinden door parttimers, Lio – stagieres of onderwijs-assistenten (onder verantwoordelijkheid van een leerkracht). Wanneer dit ook niet lukt dan zal de desbetreffende groep verdeeld worden, voor ten hoogste 2 dagen, over andere groepen binnen de school. Als er geen invaller beschikbaar is en als de desbetreffende groep al twee dagen verdeeld is over andere groepen binnen de school dan volgt het volgende noodscenario: De spelregels hierbij zijn: 13
ouders worden minimaal 1 dag van tevoren schriftelijk gevraagd hun kind thuis te houden; voor kinderen die niet thuis opgevangen kunnen worden, wordt opvang op school georganiseerd binnen een van de andere groepen; als deze stap wordt toegepast, wordt het bestuur geïnformeerd (contactpersoon van de school) als deze maatregel langer dan twee dagen duurt (bij dezelfde groep) gaat school er toe over deze stap bij toerbeurt toe te passen. Dit houdt in dat deze stap op andere groepen wordt toegepast. Waarbij de betreffende groepsleerkracht de taken van de afwezige collega voor een periode van maximaal 2 dagen overneemt; uiteraard blijft de school intussen verder zoeken naar een vervanger. Om te voorkomen dat zorgtaken stagneren en de organisatie van het onderwijs in gevaar komt hanteren we de stelregel dat de directie en de intern begeleider zo min mogelijk als invalleerkracht ingezet worden.
Hierbij dient gemeld te worden dat tot op heden nog nimmer van dit noodscenario gebruik is gemaakt.
Wie lopen er nog meer rond op school. Administratieve zaken: Jenny Tjaberings helpt ons bij allerlei zaken op het gebied van de administratie.Zij is tevens de coordinatrice van de Tuseen de Middag Opvang. De stagiaires van onze school komen van de volgende opleidingen: 1. PA (Hanze hogeschool Groningen). Wij hebben stagiaires uit alle leerjaren van de Pabo. We hgebben ook leerwerktrajectstudenten en academische studenten. 2. Sociaal Pedagogisch Werk (SPW) Daarnaast ziet u soms middelbare scholieren die hun maatschappelijke stage bij ons doen. Vragen staat vrij We hopen, dat U bij vragen en opmerkingen direct bij ons komt, bij de leerkracht of de directie. Bel even voor een afspraak of loop zo even binnen. Na schooltijd kan de leerkracht tijd vrij maken om met een ouder over het kind te praten. Het is aan te bevelen om van te voren even een afspraak te maken. De leerkracht hoeft dan niet het nakijken van schriften, het voorbereiden van de nieuwe schooldag te onderbreken, maar kan dan deze tijd geven aan het gesprek. Voor schooltijd is er doorgaans geen gelegenheid voor oudergesprekken.
Inrichting van de school De klaslokalen van De Starter zijn ingerichte volgens bepaalde schoolafspraken, waardoor ze geschikt zijn voor zowel klassikale activiteiten als groepswerkzaamheden en individueel werk. Ook de gangen worden gebruikt voor spelen en werken. De lokalen zijn tevens in gebruik als overblijflokalen. In het Buurtcentrum is een speellokaal voor bewegingsonderwijsOok de lokatie Leonard Springerlaan heeft een speellokaal. De speellokalen worden ook gebruikt voor de voorstellingen van de groepen. De Starter heeft een eigen schoolplein aan de achterzijde van het gebouw. Er is een verbinding tussen de school en het buurthuis. Hierdoor ontstaan er afzonderlijke schoolpleinen. De inrichting van deze pleinen is afgestemd op de verschillende leeftijdsgroepen... De pauzes zijn zo ingedeeld dat er niet teveel kinderen tegelijk op het plein aanwezig zijn. Het gymnastiekonderwijs wordt vanaf groep drie gegeven in de gymzaal van de Vrije School aan de Merwedestraat en in de gymzaal aan de Canadalaan beide op loopafstand van de school.
Calamiteiten 14
Voor de school is een calamiteitenplan opgesteld waarin procedures en vluchtroutes met betrekking tot mogelijke calamiteiten zijn opgenomen. Regelmatig vinden er oefeningen op dit gebied plaats. De school is in het bezit van enkele bedrijfshulpverleners die bijstand kunnen leveren bij ongevallen.
Het Schoolteam De leerkrachten van de school vormen samen het schoolteam. Het team wordt aangevoerd door een directeur. De directeur heeft ook administratieve taken en een extra inhoudelijke verantwoordelijkheid en draagt zorg voor de contacten met ouders, het O2G2 bstuur en andere instanties. De directeur wordt bijgestaan, door de adjunctdirecteur. Eén leerkracht is tevens coördinator zorgbreedte, dat wil zeggen dat hij/zij het overleg coördineert over leerlingen die extra aandacht behoeven. De coördinator onderwijsvernieuwing, de directeur, adjunct directeur, een coördinator zorgbreedte en de bouwcoördinatoren vormen samen het managementteam dat de organisatorische en beleidsmatige zaken op school regelt. Wekelijks is er overleg tussen de coördinatoren zorgbreedte en de directie. Het schoolteam komt wekelijks in verschillende samenstellingen bijeen. Zo zijn er onder andere teamvergaderingen over één bepoaald onderwerp of is er teamoverleg per bouw.Er wordt dan onder meer gesproken over organisatorische en huishoudelijke zaken, zorg onderwijsinhoud en de aanpak van specifieke leeren gedragsmoeilijkheden bij leerlingen. Ouders die iets hebben te melden of vragen hebben, kunnen voor of na schooltijd met de leerkracht(-en) altijd een afspraak maken om hierover van gedachten te wisselen. Tijdens de lessen zijn leerkrachten in principe niet te bereiken. Wilt u met de directie spreken, dan is een afspraak onder schooltijd wel mogelijk.
De rol van de leerkracht De leerkrachten vervullen in de groep een belangrijke rol in het realiseren van de Daltonprincipes. Het schoolplan bevat de volgende verwachtingen van de groepsleerkrachten. De leerkracht dient de leerlingen regelmatig de vrijheid te geven om alleen of samen aan de oplossing van een probleem te werken. De leerkracht dient zich steeds af te vragen of regels, die in de groep en/of de school gelden, de vrijheid van de leerlingen beperken. Het ontbreken van regels kan kinderen eveneens hinderen in hun ontplooiing. De leerkracht moet voorwaarden scheppen om kinderen zelfstandig te laten zijn, rekening houdend met de leermogelijkheden en de verschillende niveaus van de leerlingen. De leerkracht stimuleert en ondersteunt initiatieven van leerlingen. De leerkracht schept voorwaarden voor de samenwerking tussen kinderen en helpt meningsverschillen en conflicten door leerlingen zelf op te lossen. De leerkracht maakt duidelijk, wat samenwerken inhoudt en zorgt ervoor, dat niet steeds dezelfde kinderen met elkaar samenwerken. Uitleg over een goede samenwerking en een goede taakverdeling leidt meestal tot een efficiënter gebruik van de beschikbare tijd. De leerkrachten maken gebruik van een gevarieerd aanbod aan hulpmiddelen. Zij behandelen elk vakgebied volgens een bepaalde methode of volgens bepaalde afspraken.. Bij deze methoden behoren diverse boeken en andere ontwikkelingsmaterialen. Daarnaast maken zij gebruik van hulpmiddelen zoals smartboarden, schooltelevisie,computers, laptops,informatieve- en leesboeken en andere ontwikkelingsmaterialen. De leerkrachten hanteren het handboek “Werken op de Starter” waarin de afspraken met betrekking tot schoolregels, afspraken, aanpak lessen e.d. zijn vastgelegd.
Huiswerk Soms moeten kinderen thuis iets voorbereiden voor school. Tafels, plaatsnamen en woordenlijstjes leren, werkstukken schrijven zijn enkele voorbeelden. Voor de ouders biedt dit de mogelijkheid wat meer te zien van datgene waar de kinderen op school mee bezig zijn. Ook bij projecten en spreekbeurten kunnen de kinderen wel eens thuis komen met de vraag om foto’s, plaatjes of andere informatie. 15
Voor de leerlingen in groep 8 komt het huiswerk regelmatiger voor als voorbereiding op het voortgezet onderwijs.
De dag- en weekindeling Een schooldag is als volgt ingedeeld: Soms is er vrije inloop en gaan de kinderen zelfstandig aan het werk bij binnenkomst, enkele dagen per week wordt begonnen met een kringgesprek. Na de kringactiviteit worden de schooluren verdeeld in instructie- en taaktijden. Sommige lessen zjn gemeenschappelijk.Nadat de leerkracht instructie heeft gegeven, gaan de leerlingen werken aan hun taak. De klasse- of groepsinstructies leiden vanuit een probleemstelling de nieuwe leerstof in: Er wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde getrapte instructie. Kinderen die de instructie niet nodig hebben, hoeven die niet te volgen.Dit gaat in overleg met of in opdracht van de leerkracht. Tijdens de taaktijden gaan de kinderen zelf aan de slag. Op een dag kunnen er meerdere instructiemomenten zijn. Aan de instructietafel geeft de leerkracht uitleg aan leerlingen die extra instructie nodig hebben.Dit kan zijn voor kinderen die ingewikkeldere leerstof hebben of voor kinderen die extra oefening en begeleiding nodig hebben. Alle groepen hebben ook creatieve vakken als beeldende vorming, muziek en drama. Alle groepen volgen ook lessen van de Vreedzame School, een sociaal emotionele methode.De vreedzame school gaat uit van respect voor een ander, ook al verschilt die ander van jezelf in bijvoorbeeld gedrag of uiterlijk. Meningsverschillen en ruzies worden bespreekbaar gemaakt. Het is belangrijk om anderen af en toe een ‘opsteker’te geven en om ‘afbrekers’te vermijden. Met hulp van anderen kan naar oplossingen worden gezocht.
Bijzondere activiteiten Gedurende het jaar zijn er de volgende bijzondere activiteiten.
16
De groepsvoorstelling: Regelmatig verzorgt een bepaalde groep een voorstelling voor de andere groepen uit de bouw. De groepsvoorstelling vindt vrijdags plaats. Ouders van kinderen van de uitvoerende groep zijn welkom. Op de website kunt u het schema van deze voorstellingen vinden Sint Maarten. De kinderen maken op school een lampion. Op 11 november wordt Sint Maarten gezamenlijk gevierd met het zingen van een aantal liedjes. Daarna krijgen de kinderen een traktatie aangeboden door de ouderraad. Sinterklaasviering. Op 4 december arriveert Sinterklaas met zijn Pieten om ± 8.30 uur op school en worden onthaald op het plein van de school waar alle kinderen aanwezig zijn. Om ± 9.15 uur wordt het feest voortgezet in de klassen. Kerstmarkt. In de laatste week voor kerstvakantie worden er op school allerlei creativiteitsactiviteiten gehouden rond het thema Kerst. Kerstmaaltijd. Op de laatste donderdagavond voor de kerstvakantie vindt een kerstmaaltijd vindt plaats op school. De maaltijd begint rond 17.00 uur en eindigt rond 18.30 uur. Voor de kleuters is dit van 16.45-18.15. Paasfeest.In de week voor pasen is er een dag met activiteiten rondom Pasen en voorjaar. Dit jaar is dat op 24 maart. Schoolreisjes. Ieder jaar gaan alle groepen op schoolreisje. Voor de groepen 1 - 2 wordt een bestemming in of rondom de stad Groningen gezocht. De groepen 3 tot en met 6 maken een ééndaagse schoolreis met de bus naar een bestemming in de omgeving van Groningen. Groep 7 heeft een meerdaags sciencekamp. Groep 8 gaat op een meerdaagse schoolreis met overnachting in een kampeerboerderij. Jaarafsluitfeest. Ieder jaar wordt afgesloten met een groot buurtfeest op school, meestal in de voorlaatste week voor de grote vakantie op de vrijdagmiddag vanaf 16.00 uur. Er zijn spelletjes voor jong en oud en hapjes en drankjes. Ook de ouders zijn op dit jaarafsluitfeest van harte welkom. Musical. Na acht jaar verlaten de kinderen van de groepen 8 de school. Zij vieren dit meestal met een musical, die wordt opgevoerd in de laatste week voor de grote vakantie. Overdag voeren de
groepen 8 de musical op voor de kinderen van de school en ‘s avonds voor hun ouders, familieleden en kennissen.
Activiteiten buiten school
Bibliotheekbezoek. De Openbare Bibliotheek nodigt de kinderen van diverse groepen jaarlijks uit voor een bezoek aan de bibliotheek. De kinderen worden er op een speelse manier wegwijs gemaakt. Tijdens de Kinderboekenweek wordt op school aandacht besteed aan nieuw verschenen boeken en aan het thema van de Kinderboekenweek. Verkeersproef. De leerlingen van de groepen 7 en 8 leggen elk jaar een verkeersproef af. In groep 7 krijgen de kinderen het theoretische gedeelte en in groep 8 het praktische deel. Schooltuintjes. De kinderen van groep 6 zullen in het schooljaar 2015-2016 van april tot eind juni 2015 eenmaal per week hun schooltuintjes verzorgen in de Kinderwerktuin Helpman aan de Helperzoom. De kinderen van groep 7 doen hetzelfde in de periode augustus tot eind oktober 2015.
De Starter geeft de leerlingen elk jaar gelegenheid aan een aantal sporten mee te doen. Hieronder vallen in ieder geval de volgende sporten.
Voetbal. De school doet mee aan het Paasvoetbaltoernooi om het Kampioenschap voor basisscholen van de gemeente Groningen. Kinderen van de groepen 8 nemen hier aan deel.. Avondvierdaagse. In mei nemen veel kinderen van de school deel aan de avondwandelvierdaagse in Hoogkerk. Kinderen van groep 1 tot en met 4 kunnen zich opgeven voor de 5kilometerwandeling, kinderen van de groepen 5 tot en met 8 voor de 10-kilometertocht. Dit wordt georganiseerd door de ouderraad Denksport. Bij voldoende belangstelling wordt deelgenomen aan de Groningse schaakkampioenschappen..
6. HET ONDERWIJS IN DE GROEPEN De kleuterperiode – groepen 1 - 2 Elk kind dat vier jaar wordt, mag naar de basisschool. Om de overgang te versoepelen mag de bijna vierjarige in overleg met de leerkrachten al een aantal dagdelen op bezoek komen. De nieuwe leerling mag drie weken voor zijn verjaardag, zes keer een dagdeel komen wennen.Ouders krijgen hiervoor een uitnodiging. Vierjarige kinderen komen de basisschool binnen met verschillende ervaringen. Het ene kind is naar de peuterspeelzaal geweest, een ander heeft op een dagverblijf gezeten, weer anderen hebben nog niet zoveel ervaringen opgedaan met leeftijdsgenootjes. Ook hebben kinderen elk hun eigen ontwikkeling doorgemaakt. Het ene kind is toe aan een nieuwe uitdaging,voor een ander kind komt de basisschool nog wat vroeg. In overleg met de leerkrachten is daarom gedurende een bepaalde tijd een aangepaste schooltijd mogelijk. In het begin van groep 1 krijgt een kind alle gelegenheid om te wennen. Vanuit een gevoel van veiligheid komt een kind tot spelen. Dit spelen leidt tot brede leerervaringen. Het onderwijs in de kleutergroep sluit aan bij het individuele ontwikkelingsniveau van leerlingen en is gericht op hun verdere ontwikkeling. Daarom worden er door 17
de leerkracht regelmatig observaties gedaan. In januari en juni worden ook methode onafhankelijke toetsen afgenomen om de voortgang van het kind te volgen.
Kring ‘s Morgens wordt er begonnen in de kring of er is een inloop. In de onderbouw zijn er verschillende activiteiten die zich afspelen in de kring, zoals: Dagen van de week, dagritme en verjaardagen Vertelkring Verbredingsactiviteiten in de hoeken, zoals het voorspelen van rollenspellen. Reken- en taalspelletjes Muziek Vreedzame School Samenwerkend leren activiteiten Kind van de week Weektaak instructie
Werkuur (taaktijd) Na de kring of de inloop, gaan de kinderen aan het werk. Het lokaal is ingericht in hoeken, zoals bijvoorbeeld huishoek (waarin rollenspel vanuit het aangeboden thema plaats kan vinden), bouwhoek, kleur en vorm, tekenen en knutselen, voorbereidend lezen en rekenen, leeshoek, puzzelen en water- en zandtafel. In elke hoek liggen materialen van verschillende moeilijkheidsgraad, zodat alle kinderen daaruit een keuze kunnen maken. Ieder kind kiest een activiteit uit één van de hoeken of gaat aan de gang met één van de weektaken. Door de weektaken komen alle leerlingen in aanraking met materialen, vaardigheden en activiteiten die belangrijk zijn voor hun ontwikkeling. Thema De onderbouw werkt vanuit thema’s. Thematisch opgebouwd onderwijs maakt het mogelijk om samenhangende en zinvolle kernactiviteiten te creëren. Dit houdt in dat zoveel mogelijk activiteiten in een periode binnen hetzelfde thema passen.
Beweging ’s Ochtends en ’s middags spelen de leerlingen buiten. Bij zeer slecht weer is er de mogelijkheid tot spelen in het speellokaal. Daarnaast biedt de leerkracht twee keer in de week een les bewegingsonderwijs aan. Hierbij ligt de nadruk op de grove motorische ontwikkeling van het kind. Schooltijden Maandag, dinsdag, donderdag van 8.30 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 15.00 uur Woensdag en vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur. Te laat Wanneer de groep al begonnen is, stoor dan zo weinig mogelijk. Neem zachtjes afscheid. Telefoonnummers Wij willen graag weten wie we kunnen bellen wanneer er zich iets voordoet. Zorg dat de leerkracht op de hoogte is van het nummer voor noodgevallen. Overdracht Het is heel fijn wanneer er geen onzekerheid bestaat of een kind overblijft of naar de BSO gaat. Geef veranderingen aan ons door. wanneer uw kind na schooltijd door iemand anders wordt gehaald, dan bij de leerkracht van uw kind. 18
wel of niet Ook meldt dit
Fruitpauze Drinken en fruit is voldoende. Liever geen zoete koeken en zoete dranken meegeven: snoep is helemaal niet toegestaan. Overblijf Op de school is gelegenheid om over te blijven. De kinderen moeten zelf eten en drinken meenemen. U kunt uw kind aanmelden via de site, onderdeel TMO. Gymnastiek Gymkleding is niet nodig maar mag wel. Gymschoenen, met de naam van uw kind erop, zijn wel nodig in verband met voetwratten. Houdt bij de aanschaf van gymschoenen rekening met het feit dat de kinderen zich zelf uit- en aankleden ( klittenbandsluiting of elastieken bandjes). Een gymtas is handig. Controleer regelmatig of de gymschoenen nog passen. Speelgoeddag Iedere vrijdag mogen de kinderen speelgoed mee van huis nemen. Steppen en skeelers staan wij niet toe op het schoolplein. Wij zijn gek op leuke gezelschapsspelen. Schiettuig, pistolen, zwaarden en dergelijke mogen niet mee naar school. Communicatie Mocht er iets niet duidelijk zijn, kom dan gerust naar ons toe.
Groep 3 tot en met 8 Door de hele schoolperiode is een doorgaande lijn te vinden van taken, keuzewerk, hoekenwerk, taakborden en computergebruik. Naast de vaste taken per vakgebied maakt het eigen werk deel uit van de weektaak.Eigen werk maakt de taak passend voor ieder kind op tempo en op niveau. Het keuzewerk, ook onderdeel van de weektaak, wordt één keer in de week aan alle leerlingen aangeboden. Keuzewerk wordt gekozen door het kind en sluit aan bij zijn of haar interesse. Door de hele school heen is de werkwijze van De Vreedzame School zichtbaar. Dit wordt ook eens per week als vak in alle groepen gegeven. Tevens wordt er in alle groepen aandacht gegeven aan vieringen van verschillende geloofsovertuigingen.Op de Starter wordt gewerkt aan een doorgaande lijn in ICT-vaardigheden (groep 1 t/m 8) waarbij ICT geheel geïntegreerd is in het onderwijs. Er is een doorgaande lijn van groep 1 t/m 8 voor de creatieve vakken. Het bewegingsonderwijs bestaat uit tweemaal gymnastiek per week.
Groep 3 Om de overgang van groep (1-) 2 naar groep 3 zo soepel mogelijk te laten verlopen, gaan de kinderen gedurende het eerste deel van het schooljaar nog regelmatig een bezoek brengen aan groep (1-)2. In groep 3 krijgen alle leerlingen een pen van school. In de daarop volgende groep kan deze 1 keer door de school worden vervangen. Heeft uw kind daarna geen pen meer, is het de bedoeling dat u deze i.v.m. de kosten en het dragen van eigen verantwoordelijkheid, zelf verstrekt. Vakken Naast deze vorm van werken komen de leerlingen in groep 3 in aanraking met vakken als taal, lezen, rekenen, schrijven, wereldoriëntatie . Vooral in het begin van groep 3 wordt veel tijd besteed aan het leren lezen met de methode Veilig leren lezen en aan het leren schrijven. Tijdens deze activiteiten worden de vorderingen van de leerlingen nauwlettend in de gaten gehouden. Vanaf groep 3 worden naast de methodegebonden toetsen in januari en juni ook methode -onafhankelijke toetsen afgenomen. Vanaf het begin wordt begonnen met een dagtaak. Hierop staat vermeld wat de leerlingen die dag aan elk vak moeten doen (bijvoorbeeld les 4 van taal). Dit is eerst met behulp van pictogrammen Na de instructie kunnen de leerlingen zelf de volgorde van het werk bepalen. Daarnaast is er elke week keuzewerk voor alle kinderen en hebben de kinderen voor een deel hun eigen werk. Dat is passend voor elke leerling op zijn eigen niveau.. 19
Groep 4 In groep 4 wordt de kennismaking met taal, lezen, schrijven, rekenen en wereldoriëntatie voortgezet. In groep 4 werken de leerlingen met een dagtaak, bestaande uit vaste taken, eigen werk en keuzewerk. In de loop van groep 4 wordt overgestapt naar een meerdaagse taak. Behalve aan planning van de taak wordt er in alle groepen veel waarde gehecht aan de werkhouding en de verzorging van het werk. Groep 5 In groep 5 wordt zo snel mogelijk begonnen met een hele weektaak. Kinderen, die het nog moeilijk vinden om een hele weektaak te overzien, maken samen met de leerkracht een dagplanning. In groep 5 krijgen de leerlingen dezelfde vakken als in groep 4. In de loop van het jaar worden in groep 5 de laptops geïntroduceerd. Groep 6 In groep 6 wordt gewerkt met hele weektaken. Ook hier geldt dat kinderen die het nog moeilijk vinden om een hele weektaak te overzien, samen met de leerkracht een dagplanning maken. Op de weektaken is ruimte voor zelfreflectie door de leerlingen. De taken zijn zodanig samengesteld dat ze voor iedere leerling passend worden gemaakt door het eigen werk en keuzewerk. Dit kan zowel betekenen dat leerlingen extra hulp krijgen als dat ze extra uitdagende opdrachten krijgen.. In beide gevallen kan dat leiden tot verkorting van de reguliere lesstof. In groep 6 krijgen de leerlingen dezelfde vakken als in groep 5. Alleen bij het vak wereldoriëntatie wordt het onderdeel topografie ingevoerd.In groep 6 gaan de leerlingen vanaf het voorjaar naar de schooltuintjes. In groep 6 moeten alle leerlingen een spreekbeurt houden en een werkstuk maken. Bij een spreekbeurt mogen alleen de kernwoorden op papier staan. Tevens stelt de spreker vragen op, die hij/zij aan de rest van de groep stelt na afloop van de spreekbeurt. De leerlingen kunnen hulp krijgen bij de voorbereiding De prestatie wordt door de leerkracht en de leerlingen beoordeeld volgen een vaste procedure. Het keuzewerk, eigen werk, het bewegingsonderwijs en de creatieve vorming zijn in groep 6 op dezelfde wijze geregeld als in groep 5. Groep 7 Ook in groep 7 wordt gewerkt met hele weektaken. Naast de vaste taken per vakgebied maken ook in deze groep het keuze- en eigen-werk deel uit van de weektaak. In groep 7 maken de leerlingen kennis met het vak Engels. Tevens is er veel aandacht voor interculturele aspecten van onze samenleving. Alle kinderen krijgen verkeersonderwijs ten behoeve als voorbereiding op het schriftelijk verkeersdiploma.De groepen 7 gaan op een meerdaags sciencekamp. De leerlingen kamperen en doen veel verschillende science activiteiten. Groep 8 Ook in groep 8 wordt gewerkt met een weektaak. Naast de vaste taken per vakgebied maakt ook in deze groep het eigen werk deel uit van de weektaak. De spreekbeurten, presentaties en boekbesprekingen vormen een belangrijk onderdeel van taal. In groep 8 besteedt de groepsleerkracht veel aandacht aan de overgang naar het voortgezet onderwijs. De leerlingen worden steeds meer voorbereid op de middelbare school. De resultaten van het leerlingvolgsysteem, afgesloten met de landelijke Cito-eindtoets helpen bij de plaatsing van de leerlingen op de voor hen juiste school. Hierbij wordt de plaatsingswijzer gebruikt. Met een meerdaagse schoolreis en musical ‘vieren’ de kinderen het afscheid van de basisschool.
20
Internetgebruik ODS De Starter maakt sinds kort gebruik van de Diligale Leerwerk Omgeving (DLWO) van de stichting O2G2. Dit betekent dat het aanbieden van programmatuur en het opslaan van documenten vanuit een centraal punt geregeld worden. Medewerkers en leerlingen kunnen nu ook vanuit huis inloggen in onze DLWO. Hiervoor is het noodzakelijk dat alle leerlingen en medewerkers van de school een O2G2 account krijgen.
21
7. LEERLINGENZORG De 1-zorgroute Uitgangspunt van de leerlingenzorg op ODS de Starter is de 1-zorgroute, de kern van handelingsgericht werken. Binnen de 1-zorgroute worden vier fases onderscheiden met in het totaal zeven stappen. Fase 1. Waarnemen/signaleren Stap 1: evalueren groepsplan en verzamelen van leerling gegevens Stap 2: signaleren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Stap 2a: bepalen van de doelen voor de komende periode Fase 2. Begrijpen/analyseren Stap 3: benoemen van specifieke onderwijsbehoeften van alle leerlingen Fase 3. Plannen Stap 4: clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften Stap 5: opstellen van het groepsplan Fase 4. Realiseren Stap 6: uitvoeren van het groepsplan De stappen 1, 2 en 3 worden in het groepsoverzicht beschreven. Dit geeft per kind een overzicht van de toetsgegevens en de vaardigheidsscores. De stappen 4 en 5 worden uitgewerkt in een groepsplan. Daarin staat het basisaanbod voor de hele groep en het specifieke onderwijsaanbod voor de beide subgroepen. Hierin wordt het onderscheid gemaakt tussen de instructie gevoelige groep (de basisgroep), de instructie onafhankelijke groep en de instructie afhankelijke groep. Het groepsoverzicht en het groepsplan zijn de kerndocumenten waarmee de ontwikkeling van de leerlingen wordt gevolgd en geëvalueerd.
Het groepsoverzicht. In het groepsoverzicht worden de gegevens van de individuele leerlingen van een groep verzameld. De resultaten van de methode onafhankelijke toetsten, de methode gebonden toetsen (leerstofbeheersing) en de vaardigheidsgroei. Op basis van deze gegevens wordt de leerling in het basis-, intensief of verdiept arrangement geplaatst. Dit geldt voor de vakken rekenen, spelling, technisch lezen en begrijpend lezen. Wat leerstofbeheersing betreft worden alleen de gegevens opgenomen die relevant zijn. Deze relevantie is afhankelijk van het criterium dat wij als school hebben geformuleerd. Hierbij gaat het erom dat van elk aangeboden leerstofonderdeel dat in de leerlijn niet meer terugkomt de leerstof voor 80% moet worden beheerst.
Het groepsplan. In het groepsplan wordt het onderwijsaanbod beschreven. Er is sprake van twee planperiodes in een schooljaar. Dit houdt in dat er met twee groepsplannen wordt gewerkt. Voorafgaand aan de start van het nieuwe schooljaar is er samen met de leerkracht van de vorige groep in juni een groepsplan opgesteld waar het eerste half jaar aan wordt gewerkt. In februari wordt n.a.v. het verzamelen van gegevens in het groepsoverzicht het tweede groepsplan voor het laatst half jaar beschreven. Over het algemeen kan gesteld worden dat onderwijsbehoeften over langere periode gelijk blijven. Er zullen dan ook weinig verschuivingen plaatsvinden van leerlingen in het onderwijsarrangement per vakgebied. In het groepsplan worden de onderwijsarrangementen beschreven in het onderwijsaanbod. Deze bestaan uit het verdiepte, basis- en intensieve arrangement. Leerlingen die met een ontwikkelingsperspectief en uitstroomprofiel voor én of meerdere vakgebieden werken vallen buiten de drie genoemde arrangementen.
Ontwikkelingsperspectief. Het ontwikkelingsperspectief wordt ingezet als er sprake is van 1,5 jaar achterstand, gerekend vanaf eind groep 5, begin groep 6. Er wordt overgegaan op een ontwikkelingsperspectief als intensieve zorg en instructie niet hebben geleid tot het behalen van de doelen passend bij het niveau waarop de leerling zou moeten zitten. Bij het 22
ontwikkelingsperspectief is er sprake van het ontkoppelen van de leerstof voor één of meerder vakken. Voordat overgegaan wordt op een ontwikkelingsperspectief vindt een overleg plaats met de schoolpsycholoog en wordt een diagnostisch onderzoek afgenomen. Het ontwikkelingsperspectief kan voor één of meerdere domeinen zijn waarbij de nadruk ligt op de vakken rekenen en begrijpend lezen. De eisen van het ontwikkelingsperspectief zijn: onderbouwing en verantwoording van het loskoppelen (betrekken schoolpsycholoog) verwacht en onderbouwd uitstroomniveau aangeven einddoelen en tussendoelen per domein beschrijven tussentijdse evaluaties Het moment van overgaan op een ontwikkelingsperspectief ligt niet vast.
Volgsysteem Kinderen worden gedurende hun hele schooltijd door ons gevolgd. Dit gebeurt onder andere door observaties in de klas, op het plein en tijdens andere activiteiten. Daarnaast wordt ook het gemaakte werk van kinderen steeds bekeken dan wel beoordeeld. Ook zijn er toetsen. De toetsing Regelmatig worden de kinderen getoetst op hun voortgang. De Starter gebruikt twee soorten toetsen. Dit zijn ten eerste methodegebonden toetsen, dat wil zeggen toetsen die behoren bij de door de school gebruikte methoden voor begrijpend lezen, rekenen, spellen enz. Hiermee kan worden bekeken hoe een kind of een groep zich ontwikkelt. Daarnaast worden tweemaal per jaar, in januari en mei/juni, niet-methodegebonden toetsen afgenomen. Voor de groepen 3 t/m 8 zijn dat toetsen voor rekenen, spelling, technisch lezen en begrijpend lezen. Voor de groepen 1 en 2 zijn het taal voor kleuters en rekenen. Ook zijn er vanaf groep 2 toetsen om de sociaal emotuionele ontwikkeling van kinderen te volgen. Al deze toetsen zijn bedoeld om te kijken hoe de ontwikkeling van een een leerling of groep is, zodat de leerkracht er zonodig individueel of per groep aandacht aan kan besteden. De kinderen krijgen een rapport over hun vorderingen. De kinderen van groep 1 krijgen een keer per jaar een rapport. Vanaf groep 2 verschijnen de rapporten tweemaal per jaar: in februari en juni. Daarnaast worden de ouders tweemaal per jaar in de gelegenheid gesteld om op een contactavond te overleggen over de vorderingen van hun kind. In de rapporten wordt voor alle kinderen aangegeven, wat de algemene indruk is van hun functioneren in de groep . Verder staat in het rapport aangegeven hoever het kind is met bepaalde onderdelen van de leerstof (de vakken), hoe er is gewerkt en hoe de resultaten zijn. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar toetsresultaten, maar ook naar belangstelling en vaardigheden
Rapportage De kinderen krijgen een rapport over hun vorderingen. De kinderen van groep 1 krijgen een keer per jaar een rapport. Vanaf groep 2 verschijnen de rapporten tweemaal per jaar: in februari en juni. In de rapporten wordt voor alle kinderen aangegeven, wat de algemene indruk is van hun functioneren in de groep . Verder staat in het rapport aangegeven hoever het kind is met bepaalde onderdelen van de leerstof (de vakken), hoe er is gewerkt en hoe de resultaten zijn. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar toetsresultaten, maar ook naar belangstelling en vaardigheden.Er wordt beschreven hoe het kind functioneert en de resultaten van de toetsen worden ook gegeven. Naast het rapport krijgen de kinderen ook een portfolio mee met daarin werk waar de kinderen trots op
zijn. Ouders worden drie maal per jaar in de gelegenheid gesteld om, samen met de leerkracht, te overleggen over hun kind(eren).Daarnaast is er een informatie avond in het begin van het schooljaar.
Passend Onderwijs Op 1 augustus 2014 wordt de wet Passend Onderwijs van kracht. Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn dat: Reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken; Scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek indien er sprake is van zeer specifieke onderwijsbehoeften van een kind); Scholen en gemeenten / jeugdhulpverlening samen werken aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg; Er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat er meer in de eigen regio geregeld kan worden. 23
Samenwerkingsverband en subregio De school van uw kind maakt deel uit van het schoolbestuur Openbaar Onderwijs Groep Groningen O2G2). Alle schoolbesturen van de provincie Groningen plus gemeente Noordenveld zijn verenigd in het Samenwerkingsverband (SWV) 20.01. Dit samenwerkingsverband is opgedeeld in vier subregio’s. De scholen van O2G2 vallen onder de subregio Stad/Haren. De besturen in iedere subregio werken nauw samen met de andere schoolbesturen uit de regio om optimale ondersteuning aan ieder kind te kunnen bieden en expertise met elkaar te delen. Onderwijs, passend bij iedere leerling Alle scholen binnen het SWV 20.01 hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er tenminste op alle locaties geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning. Daarnaast hebben alle scholen vastgesteld welke extra ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. De basis- en schoolspecifieke ondersteuning hebben scholen beschreven in hun schoolondersteuningsprofiel. U kunt dit profiel opvragen bij uw huidige school of de school van uw keuze. Is de school handelingsverlegen, met andere woorden kan de school niet voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van uw kind, dan wordt er allereerst binnen het bestuur of in de subregio gezocht naar een externe deskundige die samen met de school andere mogelijkheden voor ondersteuning in kaart brengt. Nader onderzoek kan ook één van de adviezen zijn. In dit traject wordt er te allen tijde nauw samengewerkt met de ouders. Mochten extra interventies onvoldoende resultaat opleveren waardoor de leerling op de huidige school niet langer begeleid kan worden, dan dient de school een andere, beter passende plek te zoeken. Dat kan ook het speciaal (basis) onderwijs zijn. Speciaal (basis)onderwijs Voor een plaatsing in het speciaal (basis) onderwijs (*) moet de school, samen met u als ouders / verzorgers, een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij de Commissie van Advies van het samenwerkingsverband. Meer informatie over het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring vindt u op de website van het samenwerkingsverband of via de school. Meer informatie voor ouders Voor u als ouders geldt dat de scholen de belangrijkste informatiebron zijn als het gaat om Passend Onderwijs en extra ondersteuning aan uw kind. De school heeft dagelijks contact met de leerling en vervult daarmee in de ogen van het samenwerkingsverband een belangrijke rol in de adequate informatievoorziening aan ouders. Het samenwerkingsverband 20.01 heeft een eigen website: http://www.passendonderwijsgroningen.nl/SWV-PO20-01/ Op deze website vinden ouders / verzorgers een apart tabblad met meer informatie over het ondersteuningsplan en de ondersteuningsprofielen van de verschillende scholen. Op www.passendonderwijs.nl (website van ministerie OCW) en op www.passendonderwijsenouders.nl kunnen ouders / verzorgers meer informatie vinden over de samenwerkingsverbanden en over Passend Onderwijs. Daarnaast is er het Steunpunt Passend Onderwijs, onderdeel van informatiepunt 5010. Hier kunnen ouders / verzorgers terecht met alle vragen over extra ondersteuning binnen het onderwijs. Het Steunpunt Passend Onderwijs is telefonisch bereikbaar via 5010: (0800) 5010 (vaste telefoon, gratis) of (0900) 5010 123 (€ 0,45 per gesprek + kosten mobiel), of via internet: www.5010.nl Tot slot heeft iedere school een eigen intern begeleider (ib’er). Deze onderwijsmedewerker is in staat verdere vragen van u te beantwoorden over de uitvoer van Passend Onderwijs op de school. U bent van harte welkom contact op te nemen.
Aannamebeleid leerlingen met een specifieke onderwijsbehoeften De bevordering van de emancipatie en integratie van mensen met een handicap vormt een belangrijke doelstelling in 24
het beleid van de Openbaar Onderwijs Groep Groningen (O2G2). Binnen onze school proberen wij rekening te houden met de individuele verschillen tussen leerlingen. Dit houdt in dat wij in principe bereid zijn kinderen met een haddicap of langdruge ziekte op te nemen en aan hen onderwijs op maat te bieden. Deze leerlingen vallen buiten de basisondersteuning. Voor deze leerlingen wordt een onderwijsarrangement opgesteld waarin de ondersteuningsbehoefte van de leerling is opgenomen. Op basis van dit arrangement wordt door het Samenwerkingsverband (SWV) 20.01 bepaald of extra ondersteuning mogelijk is.
Uitgangspunten
Er zal met betrekking tot een toekomstige leerling met een handicap of ziekte goede informatie voorhanden moeten zijn van de ouders en aanvullende gegevens van andere deskundigen. Het beeld van het betreffende kind dient, zowel op lichamelijk als geestelijk gebied, vooral waar het de sociaal-emotionele ontwikkeling betreft, zo volledig mogelijk te zijn. Volgens de nieuwe wetgeving zijn de ouders verantwoordelijk voor de aanlevering van het dossier. De taak van de Regionale Expertisecentra is om hen hierbij te ondersteunen. Een reëel beeld van het verwachtingspatroon met betrekking tot de verdere schoolloopbaan en de ontwikkelingen van het kind, gebaseerd op een zo breed mogelijke informatie, eventueel aangevuld met eigen observatiegegevens, is een essentieel onderdeel van het besluitvormingsproces wat betreft mogelijke aanname. Het is belangrijk op voorhand duidelijkheid te verkrijgen op welke mate van betrokkenheid en/of vormen van ondersteuning, met name vanuit het speciaal onderwijs maar ook vanuit andere deskundigheden, de school kan rekenen. De inzet van extra middelen wordt in overleg geregeld; in dat overleg participeren de ouders, de school en eventueel begeleidende instanties. Dat overleg leidt tot een handelingsplan.
Waar liggen onze grenzen
Verstoring van rust en veiligheid. Indien een leerling een handicap heeft die ernstige gedragsproblemen met zich meebrengt, leidend tot een ernstige verstoring van de rust en de veiligheid in de groep, is voor ons de grens bereikt. In een dergelijk geval is het niet meer mogelijk om kwalitatief goed onderwijs aan de gehele groep en aan het betreffende kind met een handicap te bieden. Wisselwerking tussen verzorging/behandeling en het onderwijs. Indien een leerling een handicap heeft die een zodanige verzorging/behandeling vraagt dat daardoor het onderwijs aan de betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht kan komen, is voor ons de grens bereikt. Ook in dit geval is het niet meer mogelijk om kwalitatief goed onderwijs aan het betreffende kind te bieden. Verstoring van het leerproces voor de ander kinderen. Indien het onderwijs aan de leerling met een handicap een zodanig beslag legt op de tijd en de aandacht van de leerkracht, dat daardoor de tijd en aandacht voor de overige leerlingen in de groep onvoldoende of niet kan worden geboden, is voor ons de grens bereikt. Het is dan niet meer mogelijk om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan de leerlingen in de groep. Gebrek aan opnamecapaciteit. Het kan zijn dat een groep zo vol is dat het plaatsen van nog een leerling in die groep extra problemen met zich meebrengt. Dit is zeker het geval bij plaatsing van een gehandicapte leerling die zich voort moet bewegen met behulp van een rolstoel. Ook dan kan er kwalitatief geen goed onderwijs geboden worden.
Specifieke onderwijsbehoeften Indien een leerling voor een bepaald vakgebied niet in het groepplan past wordt een handelingsplan opgesteld. In het handelingsplan wordt de specifieke onderwijsbehoefte van de leerling beschreven. Daarnaast kan er ook sprake zijn van een aangepast en verzwaard programma voor die leerlingen die juist meer uitdaging nodig blijken te hebben. Deze verbreding vindt plaats op het niveau van de groep waarin de leerling zit. In principe vindt de extra begeleiding binnen de klassensituatie plaats. Door de Daltonwerkwijze kan in de klas tijd vrij worden gemaakt voor de kinderen die extra aandacht nodig hebben. Wanneer er in de groep gelegenheid is tot zelfstandig werken, 25
kan de leerkracht de zorgleerlingen aan de instructietafel begeleiden. In bijzondere gevallen kan de school een beroep doen op de ouders om het kind buiten schooltijd te begeleiden
Begaafdheid Vanuit de visie voor haar leerlingen passend onderwijs te willen aanbieden heeft ODS De Starter voor de “twintig procent aan de bovenkant”, de zogenaamde excellente leerlingen, een apart onderwijsprogramma samengesteld. Dat programma omvat verdiepende en verrijkende leerstof met daarbij aandacht voor metacognitie en sociale en emotionele problematiek
Indicering/signalering Leerlingen die over een langere tijd Cito-A/I scoren op begrijpend lezen en rekenen noemen wij meerbegaafde leerlingen, de Hazen. Deze leerlingen maken werk uit de zg. plusweg. Leerlingen kunnen ook partieel deelnemen aan de plusweg, bijvoorbeeld bij alleen een cito-A/I -score op rekengebied. Leerlingen die in aanmerking komen voor deelname aan de Kangoeroegroep zijn a. leerlingen die over een langere tijd hoog cito-A/I scoren op begrijpend lezen en rekenen en daarbij een leerrendement hebben van 200% (ruim een jaar leervoorsprong); b. leerlingen die bij een intelligentietest een IQ-score behalen van 130 of meer; c. leerlingen waarvan een vermoeden bestaat van onderpresteren. Voor deelname zijn criteria vastgesteld, maar onze ervaring is dat het vaststellen of een leerling in aanmerking komt voor deelname aan de Kangoeroegroep tot en met de eerste helft van groep 5 moeilijk blijft. Soms wordt er voor gekozen om leerlingen een periode voor proef mee te laten doen, zodat deze leerlingen goed geobserveerd kunnen worden. Vroegsignalering Voor de nieuwe kleuters die ODS De Starter bezoeken is een speciaal signaleringsinstrument ontwikkeld, dat bestaat uit: -een vragenlijst voor ouders; -een overdrachtsformulier van de peuterspeelzaal/kinderdagverblijf naar de basisschool; -een observatielijst die gekoppeld is aan speciale opdrachten aan deze leerlingen; -een gesprek met ouders; -de uitkomsten van het bestaande observatiesysteem in de kleutergroepen. Wordt op grond van het signaleringsinstrument excellentie vermoed dan wordt hierover een aantekening in het leerlingvolgsysteem gemaakt Compacten Alle excellente leerlingen werken met de zg. routeboekjes voor rekenen en de minimum afspraken met betrekking tot de leerstof bij begrijpend lezen en taal. Voor de Kangoeroes kan ook gekozen worden voor een andere aanpak. Deze leerlingen maken voorafgaand aan de aanbieding van leerstof de eindtoetsen van een lesblok. Die onderdelen waarvan met behulp van de toets is aangetoond dat ze de leerstof beheersen, mogen ze overslaan.
Organisatie Er zijn twee Kangoeroegroepen: groep 5/6 en groep 7/8. De leerlingen komen één schooltijd in de week bij elkaar in de Kangoeroegroep. De daar behandelde en/of geïntroduceerde leerstof werken de leerlingen als eigen werk uit in hun eigen klas. Er is een plusweg ontwikkeld voor de groepen 3 tot en met groep 8. De leerlingen plaatsen hun pluswegtaak op de weektaak onder de rubriek eigen werk. Tenminste één keer per week roept de leerkracht zowel de Kangoeroes als de Hazen bij zich aan de instructietafel. Het werk en het leerproces worden besproken. De leerkracht toont zijn/haar interesse. Indeling van leerlingen voor de plusgroep en plusweg geschiedt door de i.b.-er in overleg met de groepsleerkracht en ouders. Ernstige problemen op het gebied van sociaal en emotioneel gebied of met betrekking tot zaken als motivatie, concentratie e.d. worden gemeld bij de intern begeleider die vervolgens onderzoekt of een plan van aanpak 26
noodzakelijk is. Voor de excellente kleuters geldt dat binnen het bestaande lesprogramma uitdagend materiaal wordt aangeboden.
Overgang Verlengen Tijdens de eerste periode van het schooljaar wordt door de leerkracht al bekeken welke leerlingen mogelijk nog niet toe zijn aan de overgang naar een volgende groep. Er volgt een periode van verhoogde aandacht, waarin zonodig extra besprekingen en onderzoeken plaats vinden in overleg met de i.b.-er. In januari moet hiervan bij de leerkracht een duidelijk beeld zijn. De leerkracht bespreekt de twijfels met de i.b.-er of de directie. In februari/maart wordt dit met de ouders van de betreffende leerling besproken. Tijdens dit gesprek wordt duidelijk aangegeven dat de leerling mogelijk een jaar gaat verlengen. In tussentijd wordt in overleg met de i.b.-er gekeken wat deze leerling nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. In april/mei valt na overleg met de betrokken ouders een beslissing over de te nemen stappen. Versnellen Het komt voor dat een leerling een cognitieve voorsprong heeft ten opzichte van zijn/haar klasgenoten. Om hier een goed beeld van te krijgen wordt een didactisch onderzoek uitgevoerd. Hierbij wordt de leerling voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen doorgetoetst met de CITO LVS-toetsen. Wanneer blijkt dat er een voorsprong is van 12 maanden of meer wordt in overleg met de ouders overwogen de leerling 2 schooljaren in 1 jaar te laten doen. Voorwaarde hierbij is wel dat de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerling niet in het gedrang komt. Is het besluit genomen te gaan versnellen dan wordt dit in periodes van 6 tot 8 weken opgebouwd en uitgevoerd. Dit houdt in dat de leerling gedurende een periode eerst voor één vakgebied gaat instromen in de volgende groep. Dit wordt verder uitgebouwd. Rond de maand mei stroomt de leerling dan volledig in de volgende groep in. Nieuwe leerlingen Wanneer een leerling nieuw op De Starter is, probeert de school met behulp van de nodige informatie vooraf (ouders/peuterspeelzaal/kinderdagverblijf) en observatie een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de betreffende leerling. Mocht een leerling in een hogere klas binnenkomen, dan vraagt de school elders (basisschool/speciaal onderwijs) informatie op. Ontbreken er relevante gegevens, dan krijgt de leerling toetsen die recentelijk door klasgenoten zijn gemaakt
Tussentijdse plaatsing Als er tussentijds kinderen worden aangemeld van andere scholen dan gelden de volgende stappen : De ouder(s) zal in een intake gesprek hebben met een lid van de directie. Als blijkt dat het gaat om een leerling met een extra zorgbehoefte vindt er een gesprek plaats met de directie en de i.b.-er. Samen met de directie en i.b.-er wordt bekeken of plaatsing mogelijk is i.v.m. groepsgrootte, het aantal zorgleerlingen per groep en het borgen van de kwaliteit van ons onderwijs Vervolgens wordt gekeken waar het kind wordt geplaatst en of er extra informatie nodig is. School ontvangt het onderwijskundig rapport van de vorige school De i.b.-er is verantwoordelijk voor de informatiestroom naar de leerkrachten. De i.b.-er kan indien mogelijk telefonisch extra informatie vragen bij de vorige school. Als er kinderen worden aangemeld op school vlak voor of in de zomervakantie dan gelden dezelfde afspraken als hierboven. De i.b.-er zal dan de overdracht naar de nieuwe, ontvangende, leerkracht kortsluiten. De tussentijdse overgang naar een andere school In geval van de overgang van een leerling naar een andere school wordt een onderwijskundig rapport opgesteld door de groepsleerkracht. Dit rapport bevat de belangrijkste gegevens uit het leerlingendossier en de indrukken van de groepsleerkrachten. De resultaten van de methode onafhankelijke toetsen en onderzoeksresultaten (indien van toepassing) worden aan het onderwijskundig rapport toegevoegd. Dit rapport wordt naar de ontvangende school 27
opgestuurd. De overgang naar het voortgezet onderwijs Na acht jaar basisschool volgt de stap naar het voortgezet onderwijs. Voor kinderen die misschien in aanmerking komen voor LWOO (leerweg ondersteunend onderwijs) wordt de NIO toets afgenomen. Bij dyslectische kinderen is de afname van de WISC mogelijk. In november vinden de pre-advies gesprekken en de gemeentelijke voorlichtingsavonden plaats voor de ouders van leerlingen in groep 8. De pre-advies gesprekken vinden plaats naar aanleiding van de Plaatsingswijzer. In april volgt de CITO-eindtoets voor groep 8. De CITO-eindtoets is niet meer leidend voor plaatsing in het VO. Uitgangspunt is de Plaatsingswijzer waarbij de CITO eindtoets als ondersteuning/bevestiging wordt gebruikt voor de uitstroom. Rond februari/maart vindt er overleg tussen de leerkracht, de leerling en de ouders plaats om te komen tot een definitieve schoolkeus.
De Plaatsingswijzer Met ingang van schooljaar 2013-2014 is de Plaatsingswijzer ingevoerd voor in ieder geval de scholen in de stad Groningen, Haren, Ten Boer en Tynaarlo. De Plaatsingswijzer is een instrument dat het advies van het PO voor een onderwijssoort in het VO ondersteunt door uit te gaan van het leerlingvolgsysteem vanaf groep 6. Het instrument is overgenomen vanuit Friesland waar het systeem is ontwikkeld. De Plaatsingswijzer biedt inhoudelijke aanknopingspunten voor een goed advies en daarmee een adequate plaatsing in het VO. De ervaring is dat de Plaatsingswijzer betere, meer eenduidige, plaatsingen oplevert met minder discussie en uiteindelijk een beter rendement in het voortgezet onderwijs. Op de site van de Plaatsingswijzer is meer informatie te vinden over de algemene werkwijze (http://plaatsingswijzer.nl/).
De schoolresultaten De leerlingen van De Starter hebben in voorgaande schooljaren op de landelijke CITO-toetsen een resultaat geboekt dat gemiddeld of hoger is in vergelijking met andere scholen in Nederland. Tegelijkertijd is er een grote spreiding in individuele prestaties. Dit komt overeen met de doelstelling van De Starter om leerlingen op alle niveaus stof aan te bieden. Indien de schoolresultaten worden vergeleken met andere scholen met ongeveer dezelfde leerlingkenmerken, dan heeft De Starter in de voorgaande jaren bovengemiddeld gepresteerd op de Cito eindtoets. Ook op de tussentijdse niet-methode afhankelijke toetsen scoort de Starter op de opbrengsten met inspectienorm een voldoende. Naast de toetsresultaten geven ook de schooladviezen voor het voortgezet onderwijs een indruk van het resultaat van het onderwijs aan De Starter. Van de vertrekkende groep 8 was de afgelopen drie jaar de verdeling over de verschillende schooladviezen als volgt: ADVIES VWO HAVO VMBO TL VMBO KB/BB LWOO
2012 - 2013 41% 20% 36% 3% 0%
2013-2014 42% 30% 21% 7% 0%
2014-2015 30% 29% 22% 19% 0%
Verwijdering van leerlingen In het kader van ons daltononderwijs en de vreedzame school straffen wij in principe niet. Wij doen (met succes) een beroep op de verantwoordelijkheid van het kind. Echter het kan voorkomen dat er toch gekozen wordt voor straf. Soms zijn er situaties waarbij de school niet meer in staat is om het gedrag van de leerling te corrigeren. Deze situaties ontstaan vaak als de veiligheid van andere leerlingen of een leerkracht in het geding is. Daarom kan bij ernstig wangedrag dan wel bij herhaaldelijk niet nakomen van de afspraken, een leerling definitief van school worden verwijderd. 28
Om te voorkomen dat een leerling echt verwijderd wordt, zal bij de situaties zoals boven beschreven, worden gezocht naar een andere school die bereid is de leerling toe te laten. Tevens is er de mogelijkheid om een crisisplaatsing in het speciaal basisonderwijs te realiseren. De leerling blijft dan ingeschreven op De Starter. Vanuit de crisisplaatsing wordt gekeken wat de beste oplossing voor deze leerling is. Pas als dat niet lukt zal de leerling definitief verwijderd worden. Dit alles is beschreven in het protocol “time-out & verwijdering in PO”. Dit protocol ligt ter inzage bij de directie.
29
8. DE SCHOOLREGELS De Vreedzame School Kinderen moeten zich op school veilig en op hun gemak kunnen voelen. Daartoe dienen kinderen zich te houden aan duidelijke afspraken en regels. De schoolregels van De Starter zijn gebaseerd op het idee van de Vreedzame School. De Starter past het idee van de Vreedzame School in de hele school en in alle groepen toe. De school ontwikkelt zich tot een democratische gemeenschap, waarin alle leden (leerlingen, leerkrachten en ouders) een stem hebben, zich gehoord en gezien voelen, zich positief gedragen tegenover elkaar, zelfstandig zijn, en zich verantwoordelijk voelen voor het geheel. Hierdoor ontstaat een beter leer- en werkklimaat. Bovendien bereiden we onze leerlingen voor op het leven in een democratische samenleving, en stimuleren actief burgerschap. Met hulp van anderen kan naar een oplossing bij conflicten worden gezocht. Door de hele school wordt het positief waarderen van de medeleerling in de vorm van “het kind van de week” aangeboden. In het begin van het schooljaar maakt elke groep een aantal afspraken in het kader van de Vreedzame School. Deze worden ondertekend opgehangen in de klas. Alle leerlingen krijgen eind groep 7 een training aangeboden om als mediator op te kunnen treden voor hun schoolgenoten. Bij conflicten of dreigende conflicten op het schoolplein kunnen de mediatoren door de kinderen te hulp worden geroepen of zij stappen er zelf op af. In alle groepen worden wekelijks of twee wekelijks lessen van de Vreedzame School aangeboden. In alle jaren wordt via meerdere lessen en thema’s structureel aandacht geschonken aan de onderwerpen:groepsvorming en een positief klimaat,conflicthantering,communicatie,gevoelens,verantwoordelijkheid en diversiteit. De uitgangspunten van de Vreedzame School worden in alle lagen van de school en bij alle participanten van de school (leerlingen, ouders, team, directie) gehanteerd. Mede daarom heeft de school een leerlingenraad en een klankbordgroep van ouders.
Bemiddeling Alle leerlingen krijgen eind groep 7 een training aangeboden om als mediator, bemiddelaar, op te kunnen treden voor hun schoolgenoten. Bij ruzies op het schoolplein kunnen deze bemiddelaars door de kinderen te hulp worden geroepen. In alle groepen besteden de groepsleerkrachten eenmaal per week aandacht aan situaties die met de ideeën van de Vreedzame School kunnen worden aangepakt. De leerkrachten vervullen een belangrijke rol bij het bevorderen van een goede sfeer. De leerkracht staat open voor de kinderen, is respectvol, geeft duidelijkheid over afspraken en regels en bevordert de vriendelijke omgang van kinderen met elkaar. De houding van de leerkracht naar ouders dient ook open en met begrip te zijn. Ouders zijn bij problemen, onduidelijkheid en boosheid welkom om erover te praten. Van leerkrachten onderling verwacht de school ook openheid. Kritiek op elkaar moet kunnen, maar er dient ook tijd te zijn voor gezelligheid en bereidheid om goed naar elkaar te luisteren.
De omgang met leerlingen Een groot probleem van het opvoeden in deze tijd is het overdragen van waarden en normen. Kinderen krijgen veel informatie over zich heen en zij doen op jonge leeftijd meer indrukken op dan ooit eerder in de geschiedenis. Ook krijgen kinderen steeds jonger met steeds meer andere mensen te maken. De Starter probeert recht te doen aan kinderen. Dit betekent dat kinderen rust, veiligheid en structuur wordt geboden. Kinderen worden gerespecteerd, maar van hen wordt ook respect gevraagd. Een persoonlijke benadering is hierbij van het grootste belang. Recht doen aan kinderen betekent bijvoorbeeld, dat een gepest kind in bescherming wordt genomen. De leerkracht kan invloed uitoefenen bij het voorkomen en tegengaan van pestgedrag. Daarbij kunnen acties worden ondernomen zoals het gepeste kind serieus nemen, het bespreken van de groeps- en schoolregels, het toezicht op het schoolplein verscherpen, het aanspreken van kinderen op hun eigen verantwoordelijkheid en onderwerpen in de kring aan de orde stellen over de omgang met elkaar. Pesters worden op hun gedrag aangesproken en duidelijk gemaakt dat pestgedrag op school niet wordt getolereerd. Eventueel worden de ouders van de pesters ingeschakeld. Bij het tegengaan van pestgedrag is een goede communicatie tussen ouder en leerkracht van het grootste belang.Bij dit alles vormt de Vreedzame School de basis en fungeert als uitgangspunt. 30
Omgangsregels in de groep De omgangsregels in de groep zijn gebaseerd op de algemeen geldende omgangsregels. Voor een goed verloop van de organisatie van het onderwijs komen daar nog een paar regels bij. Als een leerkracht met een andere groep leerlingen bezig is, mag hij/zij niet worden gestoord. De leerling is dan aangewezen op medeleerlingen. Zij mogen rustig overleggen. Ook tijdens momenten dat de leerkracht individuele hulp geeft of werkt aan de instructietafel, mag hij/zij niet worden gestoord. Deze momenten maakt de groepsleerkracht door een afgesproken teken (stoplicht) aan de leerlingen duidelijk. Het spreekt voor zich, dat de leerkracht verreweg het grootste deel van de dag beschikbaar is voor alle leerlingen. Over andere groepsregels worden aan het begin van het schooljaar afspraken gemaakt. Deze worden samengesteld door de leerlingen, ondertekend en opgehangen in de klas.
Aanmelding en proefbezoek Een ouder is verplicht om zijn/haar kind aan te melden bij een basisschool van eigen keuze wanneer het kind de leeftijd van vijf jaar bereikt. Ieder kind, dat vier jaar wordt, mag echter al naar de basisschool. Om u, voordat u een keuze gaat maken, een idee te geven hoe De Starter er uitziet en wat er wordt gedaan, kunt u een afspraak maken voor een vrijblijvend gesprek met de directie. Tijdens dit onderhoud krijgt u de nodige informatie en kunt u allerlei vragen stellen. Door het lezen van deze schoolgids kunt u thuis alles nog eens rustig overwegen. Indien u besluit uw kind op De Starter te doen, dan kunt u dit kenbaar maken bij de directie en uw kind aanmelden als leerling. Nadat u een beslissing heeft genomen, kan uw kind voordat het 4 jaar wordt in overleg met de leerkracht van groep 1 een aantal dagdelen op bezoek komen en eerste indrukken opdoen, eventueel in aanwezigheid van een ouder. Voor nieuwe leerlingen in de hogere leerjaren geldt ook, dat zij eerst eens mogen komen kijken om sfeer te proeven.
Leerplicht en schoolverzuim Ieder kind vanaf 5 jaar moet een wettelijk bepaald aantal dagen per jaar naar school. Toch kunnen zich situaties voordoen, waardoor hij/zij niet naar school kan. Hebt u het idee, dat er een goede reden is om vrij te vragen voor uw kind, neem dan tijdig contact op met school. Indien uw kind ziek is, dan wordt van u verwacht, dat u dit zo mogelijk voor aanvang van de schooltijd doorgeeft. Wanneer er een andere reden is, waardoor het kind niet op school kan komen, dan moet u daarvoor contact opnemen met de groepsleerkracht of de schoolleiding. Er kan volgens de Leerplichtwet geen verlof worden gegeven voor bijvoorbeeld een verlenging van vakanties of zomaar vrije dagen. Verzuim is wel geoorloofd, wanneer daarvoor gewichtige omstandigheden zijn, zoals een sterfgeval in de naaste familie, zware ziekte van een ouder of trouwdagen of jubilea van naaste familieleden. Elke morgen en middag inventariseert de groepsleerkracht welke leerlingen onafgemeld afwezig zijn. Indien noodzakelijk doet de leerkracht navraag bij de ouders. De leerkracht houdt de absentieadministratie bij. De school meldt afwezigheid van leerlingen bij de leerplichtambtenaar, wanneer de ongeoorloofde absentie de drie dagen te boven gaat.
De tussen-de-middag-opvang Voor de leerlingen bestaat de mogelijkheid tot overblijven op school tussen de ochtend en de middag. De tussende-middag-opvang wordt georganiseerd door de school zelf. De kinderen nemen zelf hun brood en drinken mee. U kunt uw kind aanmelden voor het overblijven via de website van de school. De kosten voor het overblijven bedragen € 1,80 per keer. Het geld wordt via automatische incasso van uw bank- en/of girorekening afgeschreven. Het overblijven wordt door een aantal vaste overblijfkrachten verzorgd. Dit zijn veelal studenten
Media (foto’s en website) Bij diverse activiteiten in en om de school worden foto’s gemaakt die gebruikt kunnen worden voor in de klas, maar ook voor de klassenkrant op onze website e.d. Mocht U bezwaar hebben tegen gebruik van foto’s waarop Uw kind valt te bewonderen, dan dient U dit aan het begin van het schooljaar bekend te maken bij de directie. Dit kan tot 1 oktober. Wij wijzen U erop dat in het geval de pers foto’s of films maakt van een activiteit dit onder de persvrijheid valt. Wel zullen we in een dergelijk geval de betreffende personen wijzen op de bezwaren, zodat er kan worden geprobeerd daar rekening mee te houden.
31
Groepssamenstelling Inleiding De school heeft tot taak het onderwijs zodanig in te richten dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het onderwijs moet door de school worden afgestemd op de voortgang van de ontwikkeling van de leerlingen. Het onderwijs richt zich daarbij in elk geval op de emotionele en verstandelijke ontwikkeling, op het ontwikkelen van creativiteit en op het verwerven van noodzakelijke kennis van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden (Dit is bijna de letterlijke tekst van Art. 8 van de Wet Primair Onderwijs). Dat onderwijs vindt plaats in een groep. Voor uw kind en de andere kinderen, de leraren en de school is van groot belang hoe de samenstelling van de groep is waarin uw kind geplaatst wordt. Het betreft een complexe afweging waarbij zeer veel factoren een rol spelen, waarbij deze factoren gelijkwaardig zijn. Ouders mogen van de school verwachten dat de school zorgvuldig met de belangen van hun kind en die van de andere kinderen omgaat en ter zake een gemotiveerde beslissing neemt. De school kan niet garanderen dat bij voorbaat aan alle wensen van ouders tegemoet kan worden gekomen, omdat daarvoor de belangenafweging te complex is. Daarnaast is om professioneel te kunnen handelen een bepaalde beoordelingsmarge vereist. Het beoordelen van een situatie leidt evenwel zelden tot een zodanig eenduidige conclusie dat alle ander mogelijke oplossingen daarmee per se onjuist zouden zijn (letterlijke opvatting van de Landelijke Klachten Commissie). De school heeft met het oog op een zorgvuldige besluitvorming een protocol groepsindeling ontwikkeld waarin de procedure wordt beschreven en de criteria worden gegeven aan de hand waarvan de plaatsing in groepen geschiedt. Tevens is aangegeven wanneer ouders welke inbreng kunnen hebben. Beleid voor groepsindeling De school heeft voor de groepsindeling een aantal onderwijskundige keuzes gemaakt. De school heeft gekozen voor heterogene groepen 1 en 2 aan te vullen met zg. instromers. Afhankelijk van het aantal nieuwe leerlingen wordt in de loop van het schooljaar een nieuwe instroomgroep gevormd wanneer de andere groepen vol zijn. Ook is het mogelijk dat vanwege het aantal instromers in de loop van het jaar een groep gesplitst wordt en twee nieuwe groepen gevormd worden. De kinderen die nieuw op school komen, vormen een betrekkelijk willekeurig samengestelde groep. Een in onderwijskundig opzicht slecht functionerende groep kan voor de school aanleiding zijn de kinderen van een groep 1 bij de overgang naar groep 2 opnieuw te verdelen over de groepen. Aan het eind van groep 2 worden de kinderen ingedeeld in nieuw samengestelde groepen 3. De kinderen blijven in principe, vanaf groep 3 gedurende de rest van hun schooltijd bij elkaar. Hiervan kan worden afgeweken op grond van onderwijskundige en sociaal-emotionele redenen. Aandachtspunten voor groepsindeling Hieronder volgen de aandachtspunten aan de hand waarvan de school beoordeeld in welke groep een kind terechtkomt. Er zijn drie groepen aandachtspunten te onderscheiden die onderling gelijkwaardig zijn. De indeling zal gebaseerd zijn op het samengaan van deze verschillende aandachtspunten. Wij streven er naar goed functionerende groepen samen te stellen, waaronder wij groepen verstaan waar een goed pedagogisch klimaat heerst en waarmee didactisch goed gewerkt kan worden. Op het niveau van de individuele leerling
voor iedere leerling wordt gepoogd hem of haar bij één vriendje of vriendinnetje te plaatsen. er wordt rekening gehouden met de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind. zg. zorgkinderen worden eerlijk over de groepen verdeeld wij streven naar het plaatsen van broertjes en zusjes op dezelfde locatie maar dit kan helaas niet gegarandeerd worden.
Op het niveau van de groep 32
er wordt gekeken naar de stabiliteit en continuïteit van de groep: aantal wisselingen van de groep continuïteit van het onderwijsproces voor de groep er wordt geprobeerd bevriende kinderen bij elkaar te houden behalve als de vriendschap een negatief effect heeft op de leerprestaties en groepsproces. we streven naar een evenwichtige verdeling van jongens en meisjes we streven naar een evenwichtige verdeling van de instromers, de leerlingen uit groep 1 en de leerlingen uit groep 2. we streven naar een evenwichtige verdeling van de zg. zorgleerlingen over de groepen
Op schoolniveau
gekeken wordt naar de stabiliteit en continuïteit van de groepen als geheel gekeken wordt naar de continuïteit van het onderwijsproces voor de groepen in zijn totaliteit elke groep dient ongeveer evenveel leerlingen te bevatten er dient rekening gehouden te worden met ruimte die de formatieregeling biedt er dient rekening gehouden te worden met de mogelijkheden met betrekking tot het aantal lokalen het aantal zg. zorgkinderen dient evenwichtig over de groepen verdeeld te worden
Procedure De hierna beschreven procedure en criteria gelden niet alleen ten aanzien van de samenstelling van de groepen 1 en 2, maar ook ten aanzien van tussentijdse opsplitsingen van groepen in zowel de midden- als bovenbouw. Zo kan het vanuit onderwijskundig oogpunt wenselijk zijn dat groepen gesplitst worden. Voor het nemen van een pedagogische en/of didactische maatregel waarbij een leerling in een andere groep wordt geplaatst, geldt een afwijkende procedure. Pedagogische/didactische maatregel Deze wordt genomen wanneer plaatsing in een andere groep in het belang is van de desbetreffende leerling of van de groep. De school maakt daarbij na overleg met de ouders een inschatting van het belang van de leerling. Procedure groepsindeling (met betrekking tot de fasering is een en ander afhankelijk van het begin van de zomervakantie) a. Begin januari wordt gekeken naar de onderlinge relaties tussen de leerlingen. Dit wordt gedaan middels het afnemen van een sociogram en de observaties van de leerkrachten. Met behulp van de Cito “Kleuterobservatielijst” wordt de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen in beeld gebracht. b. Eind april of mei kunnen ouders middels een formulier onderlinge vriendschappen van hun kind aangeven. c. Begin mei wordt nogmaals een sociogram gemaakt waarna de diverse gegevens op elkaar worden afgestemd. d. Eind mei of begin juni kunnen ouders wensen met betrekking tot de groepsindeling aan de groepsleerkracht of intern begeleider doorgeven. Tijdens de teamvergadering brengen de groepsleerkrachten en de intern begeleider de wensen van de ouders in. Gezamenlijk wordt geprobeerd te komen tot een weloverwogen samenstelling van de groepen. e. Half juni wordt de definitieve indeling van de groepen bekend gemaakt aan de ouders. Hierin zijn de vragen of opmerkingen van ouders meegewogen. Van deze datum kan worden afgeweken als het gemeentebestuur op dat moment nog geen uitslag gegeven heeft met betrekking tot de omvang van de formatie. f. Tot uiterlijk twee weken voor de zomervakantie kunnen ouders de directie verzoeken de indeling te heroverwegen. Bij toe- of afwijzing krijgen ouders schriftelijk een gemotiveerd bericht. g. Wanneer school en ouders niet tot overeenstemming kunnen komen, kunnen de ouders een bezwaar indienen bij het bevoegd gezag.
Pleintoezicht 33
Voor aanvang van de schooltijd, zowel ‘s ochtends als ‘s middags, en in de ochtendpauze kunnen kinderen vanaf groep 3 spelen op het schoolplein. Daarbij treden steeds leerkrachten op als pleinwacht. Het is, zowel voor de leerlingen als de ouders, verboden om op het schoolplein en in de gangen naast het buurtcentrum te fietsen.
Schooltijden Alle groepen hebben dagelijks les van 08.30 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 15.00 uur. De groepen 5 t/m 8 gaan woensdags van 08.30 tot 12.30 naar school. De groepen 1 t/m 4 gaan woensdags van 08.30 tot 12.00 uur naar school en hebben op de vrijdagmiddagen vrij. Met deze schooltijdenregeling voldoet ODS de Starter al acht opeenvolgende jaren ruimschoots aan de inspectienorm. De school kent een vrije inloop vanaf 08.00 uur. Tot 08.15 zijn de ouders verantwoordelijk voor hun kinderen, na 08.15 nemen de leerkrachten deze verantwoordelijkheid over van de ouders.
Verjaardagen Trakteren is natuurlijk leuk maar maak het niet te gek. Wij houden van een gezond hapje. Kinderen die vier worden, vieren over het algemeen hun verjaardag op de peuterspeelzaal of crèche. Het is prettiger voor uw kind om de verjaardag met bekenden te vieren. De school staat voor een goed en veilig sociaal klimaat. Dat betekent dat bij gezellige en feestelijke activiteiten altijd alle kinderen mee mogen doen. Daarom aan leerlingen en ouders/het verzoek om uitnodigingen voor besloten feestjes en dergelijke, niet op school of op het plein uit te delen.
Ziekte/ afwezigheid Is uw kind ’s ochtends niet in staat om naar school te gaan, dan kunt u voor 9.00 uur bellen met de de school voor de groepen 3 t/m 8. Het telefoonnummer is 5290267. Voor de groepen 1 en 2 kunt u bellen met de lokatie Leonars Springerlaan.. Het telefoonnummer van deze locatie is : 050-5252045. Ook kunt U uw kind afmelden via onze website www.destarter.nl, onder de kop contact en vervolgens ziekmelding.
Eten en drinken De kinderen in de onderbouw krijgen halverwege de ochtend de gelegenheid om iets te eten (brood of fruit) en te drinken (liever geen koolzuurhoudende dranken). Ouders dienen de kinderen zelf iets te eten en/of drinken mee te geven (liever geen zoetigheid). Op lunchtrommels en drinkbekers dient de naam van het kind te staan.
De kleding voor het bewegingsonderwijs
34
In de groepen 1 - 2 krijgen de kinderen in het speellokaal van de school bewegingsonderwijs in de vorm van spel en kleutergymlessen. Ouders dienen te zorgen voor passend schoeisel. Goed zittende schoenen met elastiek over de wreef en stroeve zool zijn zeer geschikt. De schoenen, die kinderen zelf moeten kunnen aantrekken,voorzien van naam, kunnen op school blijven. In de groepen 3 tot en met 8 krijgen de kinderen les in een aparte gymzaal van een vakleerkracht. Geschikte kleding, dus niet te ruim zittende sportkleding, en stroeve sportschoenen (niet met zwarte zool: dit geeft strepen op de vloer) zijn noodzakelijk. Mocht u het als ouder nodig vinden om incidenteel van deze regel af te wijken, dan dient de leerkracht daarvan vooraf telefonisch of schriftelijk in kennis te worden gesteld.
Informatie naar ouders Onze school neemt een neutrale positie in ten aanzien van persoonlijke conflicten en duurzame verwijdering tussen ouders. Het belang van een rustige omgeving voor het kind staat bij ons voorop. Dat betekent dat wij te maken hebben met belangen van beide ex-partners. Primair geven wij informatie en doen wij zaken met de eerst verzorgende ouder, maar ook de andere partij heeft belangstelling voor zijn/haar kinderen en recht op informatie (tenzij de rechter dat heeft verboden). Daarnaast kan er sprake zijn van co-ouderschap waarbij beide partijen en verantwoordelijkheden delen. Wat betreft de informatievoorziening denken wij aan de volgende zaken: a) De nieuwsbrieven b) De ouderavonden/10-minutenavonden. c) De rapporten. Omdat beide ouders recht op informatie hebben, maar de school anderzijds ook niet dubbel belast hoeft te worden, stellen wij het volgende voor: Bij een grote groep gescheiden ouders is er voldoende onderlinge communicatie en hoeft de school nauwelijks actie te ondernemen. Rapporten worden onderling doorgespeeld en bezoeken van contactavonden worden samen gedaan of onderling kortgesloten. Daar waar de onderlinge communicatie is verstoord kan voor de volgende oplossing worden gekozen. 1. Indien rapporten niet worden doorgegeven kan een afspraak met de school worden gemaakt om een kopie van de rapporten op te sturen. 2. De nieuwsbrieven kunnen via e-mail naar de ouders op afstand worden gestuurd of gedownload worden van onze site www.destarter.nl. Dat kan ook met de schoolgids en andere relevante schoolinformatie gebeuren. 3. Tien-minutenavonden/contactavonden. Afgesproken kan worden dat bij voorkeur de ouders om beurten de avonden bezoeken. Bij het eerste rapport de eerstverzorgende, bij het tweede rapport de andere ouder. Als toch beide ouders contact rond alle rapporten wensen, kan gekozen worden voor een telefonisch contact met een van de ouders. 4.
Bij overige zaken die hierboven niet vermeld staan treden wij graag met u in overleg.
Klachtenregeling Openbaar Onderwijsgroep Groningen (O2G2) Bent u tevreden, vertel het verder! Bent u ontevreden, vertel het ons! Onder dit motto bevorderen we de contacten tussen ouders/verzorgers, teamleden, begeleiders, onderwijsondersteuners en commissieleden. Overal waar gewerkt wordt zijn wel eens misverstanden en worden fouten gemaakt, dat is op onze school niet anders. U bent van harte welkom om dergelijke punten te bespreken. Samen streven we naar een goede oplossing en komen wij er niet uit dan bespreken wij wie ingeschakeld moet worden om een oplossing te realiseren. In deze schoolgids wordt toegelicht hoe en waar u klachten of opmerkingen kunt aangeven, zodat deze op de juiste plek terecht komen en gezamenlijk actie ondernomen kan worden.
35
Richtlijnen schoolbestuur Stichting Openbaar Onderwijsgroep Groningen (O2G2) • Klachten Ouders/verzorgers of personeelsleden van de school kunnen een klacht indienen over gedragingen en beslissingen van het schoolbestuur en personeel van de school. De mogelijkheid om een klacht in te dienen is gebaseerd op de Klachtenregeling O2G2 en hanteert het volgende stappenplan:
Stap 1: Klacht bespreken met de betrokken persoon. Stap 2: Indien stap 1 niet naar tevredenheid wordt opgepakt, klacht bespreken met de directeur of de contactpersoon bij ons op school. Naam contactpersoon is: Stap 3: Indien stap 2 niet naar tevredenheid wordt opgepakt, klacht bespreken met schoolbestuur. Stap 4: Indien stap 3 niet naar tevredenheid wordt opgepakt, klacht voorleggen aan de (landelijke) klachtencommissie.
Voor informatie over de klachtenprocedure kunt u terecht bij de contactpersoon op onze school. De interne klachtenregeling van O2G2 is te vinden op www.o2g2.nl .
Als het overleg op school geen oplossing biedt, kunt u een klacht indienen bij het College van Bestuur van O2G2 (p/a postbus 744, 9700 AG Groningen). De klachtencoördinator van O2G2 (de heer F. Bosma, tel: 088-3688800) kan u informeren over de procedure. Mocht deze stap nog niet tot een bevredigende oplossing leiden, dan kan formeel een klacht ingediend worden bij de Landelijke Klachtencommissie. De Openbaar Onderwijs Groep Groningen is aangesloten bij de Stichting Onderwijsgeschillen, postbus 85191, 3508 AD Utrecht.
Voor klachten over seksuele intimidatie kunt u het best één van de vertrouwensartsen van de GGD benaderen (0503674000) of met de Vertrouwensinspecteur (0900-1113111).
9. DE OUDERS De betrokkenheid van ouders Ouders vervullen een belangrijke rol bij het onderwijs aan hun kinderen. Een kind brengt ongeveer 25 uur per week door op school gedurende zo’n 40 weken per jaar, acht jaar lang. Het doet kennis, vaardigheden en contacten op, die zijn of haar verdere leven mee helpen vormen. Elke ouder stelt daarom belang in de school van het eigen kind en het onderwijs dat hij/zij krijgt. Belangstelling van de ouder voor de school stimuleert het kind. Kinderen nemen regelmatig schriften, tekeningen of andere voorwerpen, die zij hebben gemaakt, mee van school om aan hun ouders te 36
laten zien. Het meeleven met en begeleiden van het kind door ouders moedigt aan om van de schooltijd een plezierige leerperiode te maken. Om de ouders bij de school te betrekken, ontvangen zij gedurende het jaar op verschillende manieren informatie, zoals in de jaarlijkse schoolgids en het tweewekelijkse Startsein. Het is ook voor de school belangrijk dat de ouder betrokkenheid toont. In het beleid van de Starter is ouderparticipatie een belangrijk begrip. Een goed contact tussen de ouder en de leerkracht kan helpen om de specifieke ontwikkeling van een kind beter te begrijpen. Ook helpt overleg met ouders om het onderwijs in het algemeen af te stemmen op de kinderen. Als klassenouder kunnen ouders direct deelnemen aan het schoolleven. Ze hebben een soort “brugfunctie” tussen de ouders van de klas en de leerkracht. Als lid van de Ouderraad kunnen ouders helpen bij het organiseren van bepaalde activiteiten of vieringen. Als lid van de Medezeggenschapsraad zijn ouders betrokken bij het onderwijsbeleid van de school.Via de klassenouders of de ouderraad zult u regelmatig benaderd worden of u kunt helpen met een avctiviteit voor de school. Hierbij valt te denken aan het meegaan tijdens een uitstapje, zoals museumbezoek, het halen van bibliotheekboeken voor een groep of het helpen met het in kerstsfeer brengen van de school.Sinds kort hebben wij ook een klankbordgroep van ouders; zij denken op informele basis mee over zaken die spelen binnen school.
De Schoolgids , het Startsein en de website De Schoolgids en het Startsein De algemene informatie over De Starter vindt u in de schoolgids. Deze gids wordt elk jaar aan het begin van het schooljaar digitaal uitgebracht. Elke veertien dagen verschijnt het digitale Startsein . Deze wordt naar alle ouders gemaild en staat tevens op de site. Het Startsein is een schoolkrant in het klein. In het Startsein worden mededelingen gedaan, die voor de ouders en de kinderen van belang zijn, zoals bijzondere gebeurtenissen, margedagen, voorstellingen. Op de website van de school (www.destarter.nl) treft u algemene en actuele informatie m.b.t. de school aan.
Informatie- en contactavonden Enkele weken na het begin van het schooljaar zijn er per groep informatieavonden voor de ouders van de kinderen uit deze groep. De leerkrachten geven dan uitleg over het onderwijs dat de kinderen het komende schooljaar zullen volgen. Ook kunt u zelf zien welke schoolboeken en andere hulpmiddelen daarbij worden gebruikt. De informatieavond is niet bedoeld om over individuele kinderen te praten. Drie maal per jaar is er een contactavond, waar een ouder gelegenheid heeft om met de leerkracht te spreken over de vorderingen van het eigen kind. In een gesprek van zo’n tien minuten vertelt de leerkracht hoe uw kind presteert, wat zijn of haar sterke en zwakke punten zijn en kunt u met de leerkracht hierover van gedachten wisselen. De eerste contactavond is in november, er is er een in februari en de laatste in mei of juni. Het kind krijgt een brief mee van school, waarin de ouder wordt uitgenodigd. Op een antwoordstrookje kan worden aangegeven wanneer u kunt. Dit strookje kan uw kind inleveren op school, waarna het later het precieze tijdstip meekrijgt, waarop de leerkracht u kan ontvangen. Mocht u behoefte hebben aan een langer gesprek of vaker per jaar met de leerkracht willen praten, dan kunt u een afspraak maken.
De Ouderraad Naast klassenouders heeft De Starter ook een Ouderraad. De Ouderraad is een initiatief van de ouders zelf. De ouderraad heeft als doel te bevorderen dat ouders zich voor de school interesseren, mee te helpen met ondersteunende werkzaamheden. De ouderraad ondersteunt extra activiteiten, zoals de Sinterklaasviering, de kerstmaaltijd, deelname aan de avondvierdaagse en het schoolfeest aan het eind van het jaar. Ook bespreekt de ouderraad algemene schoolzaken en geeft zonodig haar mening daarover aan de medezeggenschapsraad. De activiteiten van de ouderraad worden bekostigd uit de vrijwillige ouderbijdrage. De ouderraad komt ongeveer eens in de zes weken bijeen. Als u zelf in de ouderraad plaats wilt nemen, kunt u contact opnemen via de website.
De ouderbijdrage De Ouderraad van De Starter beheert een rekening die wordt gevormd uit vrijwillige bijdragen van de ouders voor de school. Enkele festiviteiten die de school geheel of gedeeltelijk uit dit bekostigt, zijn: St. Maarten, Sinterklaas, 37
sportevenementen, culturele activiteiten, projecten, schoolverzekering. De thans zittende Ouderraad stelt voor om de ouderbijdrage voor het schooljaar 2015-2016 vast te stellen op € 25 per kind per schooljaar. Eén keer per jaar wordt verantwoording van de inkomsten en uitgaven afgelegd aan de ouders via het Startsein. In het begin van het schooljaar vraagt de school samen met de ouderraad de bijdrages van het schoolreisje en de vrijwillige ouderbijdrage te betalen. Als u niet niet in staat zijn om dit bedrag te voldoen, dan kunt U een regeling treffen met de school over de schoolreis.
Ongevallenverzekering De Ouderraad sluit elk jaar voor alle leerlingen en voor binnen de school werkzame ouders, die een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. De kosten worden betaald uit het schoolfonds. De verzekering is van kracht gedurende de schooltijden alsmede één uur voor en één uur na schooltijd.
De Medezeggenschapsraad Waarom is er een MR? In de loop der jaren is de wens gegroeid om de positie van ouders in het onderwijs meer te versterken. Om dat te bereiken is in 1992 de Wet Medezeggenschap Onderwijs ingevoerd. Hierdoor hebben ouders invloed op onder meer de vormgeving van het opvoedkundige karakter van de school, op het opstellen van het schoolplan en op allerlei zaken die te maken hebben met de organisatie van de school. In de MR zijn de ouders en het personeel gesprekspartners van het bevoegde gezag. Elk van deze twee geledingen heeft in die gesprekken een eigen inbreng, die voortkomt uit de eigen verantwoordelijkheid. Met wie heeft de MR te maken? In de eerste plaats met het bevoegde gezag. Formeel gezien is dit het College van burgemeester en wethouders, het gemeentebestuur. Daarbinnen is de wethouder als portefeuillehouder het eerste aanspreekpunt voor het onderwijsbeleid. Overigens heeft in de gemeente Groningen de onderwijswethouder voor de uitvoering van het onderwijsbeleid een werkmaatschappij opgericht; de wethouder blijft eindverantwoordelijk. In verband met de praktische uitvoerbaarheid heeft het bevoegde gezag de schoolleiding de bevoegdheid gemandateerd, d.w.z. er is een volmacht gegeven, om met de MR besprekingen te voeren over een bepaald aantal onderwerpen. Onder schoolleiding wordt verstaan de directeur of de adjunct-directeur. Dus waar in het vervolg het bevoegde gezag wordt genoemd wordt ook de directeur bedoeld. In de derde plaats heeft de MR ook een relatie met de Ouderraad. De Ouderraad kan advies uitbrengen aan de MR, gevraagd of ongevraagd. Het gaat dan vooral over zaken die de ouders aangaan. De MR mag een dergelijk advies niet zomaar naast zich neerleggen. Op verzoek van de Ouderraad moet de MR een advies van die raad ter kennis brengen van het bevoegde gezag. De Ouderraad moet zijn begroting ter goedkeuring voorleggen aan de MR. Tot slot is er de Landelijke Geschillencommissie voor het openbaar onderwijs, bij wie de MR of het bevoegde gezag terecht kan indien er een verschil van mening is ontstaan over de besluitvorming over een bepaalde aangelegenheid. Wat doet de MR? Kort gezegd behartigt de MR de belangen van ouders, en daarmee van leerlingen, en personeel en weegt die belangen af om tot een evenwichtig oordeel te komen. De gezamenlijke inbreng van ouders en personeel bepaalt mede de inhoud en de organisatie van het onderwijs op de school. Om deze taak goed te kunnen vervullen is aan de MR een aantal rechten gegeven. Als zwaarste recht geldt het instemmingsrecht: zonder instemming mag het bevoegde gezag bepaalde besluiten niet uitvoeren. Wil het bevoegde gezag het besluit toch doorzetten, dan moet het de stap naar de geschillencommissie maken. In een bepaald aantal gevallen heeft de MR als geheel instemmingsrecht. In andere gevallen heeft alleen de oudergeleding instemmingsrecht, terwijl de personeelsgeleding in die gevallen adviesrecht heeft. Ook het omgekeerde komt voor. Het tweede belangrijke recht wat de MR heeft is het adviesrecht. In de wet en het daarop gebaseerde medezeggenschapsreglement is vastgelegd dat het bevoegde gezag bij een aantal onderwerpen het advies van de MR 38
moet inwinnen. Legt het bevoegde gezag dit advies naast zich neer, dan kan de MR hiertegen een geschil aanhangig maken bij de geschillencommissie. Naast deze twee belangrijke rechten heeft de MR nog drie rechten: - het informatierecht: zonder informatie kan de MR zijn taken niet naar behoren vervullen en als volwaardig gesprekspartner van het bevoegde gezag functioneren; - het recht op overleg; - het initiatiefrecht: de MR heeft het recht om over alle aangelegenheden die de school betreffen voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. Hoe doet de MR zijn werk? De MR vergadert ongeveer zeven keer per schooljaar. Bij die vergaderingen is de directeur aanwezig. Twee weken voor de vergadering vindt er een vooroverleg plaats tussen de directeur en de voorzitter en/of de secretaris van de MR. Hierbij wordt besproken welke onderwerpen op de agenda komen. Van de vergaderingen worden verslagen gemaakt, die voor iedereen ter inzage hangen in de tussenhal en ook te vinden zijn op de website van de school. Als het nodig is kan de MR een deskundige uitnodigen. Binnen de MR worden in voorkomend geval de te ondernemen acties verdeeld. Contact met de MR De vergaderingen van de MR zijn openbaar. U kunt dus (een deel van) die vergaderingen bijwonen. Verder kunt u met vragen en/of opmerkingen terecht op het emailadres
[email protected] of schriftelijk via het postvakje in de conciërgeruimte in de hal aan de Parkweg zijde. Ook kunt u persoonlijk of telefonisch contact opnemen met één van de MR-leden, van wie de gegevens achterin deze gids en op de MR-pagina van de website van de school vermeld zijn.
39
10 Namen en adressen Medezeggenschapsraad
Contactpersoon oudergeleding: Vacature Lydia Adams Henk Pieter Bouma Martin Hamminga Marten Menke Personeelsgeleding: Harm Jan Hoogenberg Xandra Kooij, Ina Smith Clemmy Saro
Ouderraad Contactpersoon: Eddy Idema, voorzitter, tel.: 06.27062835 Christian van Minnen Margot Van Wijk Diana Meijer Pytrick Jellema Heleen van der Leij Vanuit De Starter: Karin Dokter Margriet Kalsbeek Amber Oldersma Elske Wiersma
Vensterschool(partners) SKSG, Stichting Kinderopvang Stad Groningen Heresingel 10 9711 ES Groningen
050 3137727
Kindercentrum de Poolster, Vacature Huygensstraat 2 9727 JD Groningen
050 5278485
COP, Centraal Orgaan Peuterspeelzalen Postbus 41166 9701 CD Groningen
050 3124325
Peuterspeelzaal Tante Toosje, Parkweg 128
9727 HD Groningen
050 5290267
Buurtcentrum Stadspark, Lorentzstraat 11
9727 HW Groningen
050 5257134
Openbare Bibliotheek Zuid, Thea Ploeger Van Iddekingeweg 183 9721 CG Groningen
050 5255055
GGD, Monique Huizinga 40
p/a HVD, Hanzeplein 120
9713 GW Groningen
050 3674000
Stichting Thuiszorg van Ouder- en Kindzorg, Anja Freije H. Colleniusstraat 20 9718 KT Groningen
050 5241444
Overige instanties en personen Inspectie van het onderwijs,
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800 – 8051 (gratis) Klachtenmeldingen over seksuele intimidatie , seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 – 111 3 111 (lokaal tarief) Onderwijswinkel Nieuwe Sint Jansstraat 38
9711 VK Groningen
050 3124856
Daltonvereniging / Stichting Dalton Nederland Bezuidenhoutseweg 251-253 2594 AN Den Haag
070 3315281
Spel- en Opvoedingondersteuning (ma t/m vr 9-13 u. + wo 14-16½ u.) Vismarkt 34a 9711 KT Groningen
050 3120360
Kindertelefoon (tussen 2 en 8 uur, gratis) 06-0432 Opvoedtelefoon (44 ct. p. min.) 06-8212205
Internetadressen www.destarter.nl
www.onderwijs.groningen.nl (o.a. alle basisscholen en scholen voor VO in de stad) www.minocw.nl (Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen) www.kennisnet.nl (het Kennisnet) www.dalton.nl (Daltonvereniging) www.owinsp.nl (Onderwijsinspectie) www.cbs.nl (Centraal Bureau voor de Statistiek) www.50tien.nl (adres waar ouders informatie en advies kunnen inwinnen over onderwijs) www.voo.nl (vereniging voor openbaar onderwijs)
41
11. Vakanties en vrije dagen Het schooljaar ‘15-‘16 begint op maandag 17 augustus 2015 en loopt door t/m 15 juli 2016. Het schooljaar wordt onderbroken door enkele vakanties en vrije dagen. De vakantie regeling ’15-‘16 is als volgt: Gronings Ontzet 28-08-15 Herfstvakantie 17-10-15 t/m 25-10-15 Kerstvakantie 19-12-15 t/m 03-01-16 Voorjaarsvakantie 27-02-16 t/m 06-03-16 Paasvakantie 25-03-16 t/m 28-03-16 Koningsdag 27-04-16 Meivakantie 28-04-16 t/m 08-05-16 Pinkstervakantie 16-05-16 Zomervakantie 16-07-16 t/m 28-08-16 Margedagen Tijdens het schooljaar kan het team gebruik maken van dagdelen voor andere vergaderingen dan na schooltijd. Dit zijn de zogenaamde margedagen of middagen. Deze dagdelen worden o.a. gebruikt voor het voorbereiden en opzetten van projecten en de voorbereiding van onderwijsvernieuwingen. De kinderen zijn op de volgende marge (mid-)dagen vrij. 24-09-15 Groepen 1 t/m 8 12-10-15 Groepen 1 t/m 8 15-01-16 Groepen 1 t/m 8 09-02-16 Groepen 1 t/m 8 08-03-16 Groepen 1 t/m 8 06-04-16 Groepen 1 t/m 8 03-06-16 Groepen 1 t/m 4 06-06-16 Groepen 1 t/m 2
LET OP!!!!!!
In verband met het kerstdiner en jaarafsluitfeest zijn de schooltijden op 17-1215 en 8-07-16 veranderd. De tijden zijn van 08.30 tot 12.00 en van 16.30 tot 18.30. Op 18-12-15 en 15-07-16 zijn de bovenbouwleerlingen om 12.00 uur vrij.
Schooltijden groepen 1 t/m 4 Maandag: Dinsdag Woensdag: Donderdag: Vrijdag:
8.30 - 12.00 en 13.00 - 15.00 uur, 8.30 - 12.00 en 13.00 - 15.00 uur, 8.30 - 12.00 uur, 8.30 - 12.00 en 13.00 - 15.00 uur, 8.30 - 12.00 uur.
groepen 5 t/m 8 Maandag: Dinsdag: Woensdag: Donderdag: Vrijdag:
8.30 - 12.00 en 13.00 - 15.00 uur, 8.30 - 12.00 en 13.00 - 15.00 uur, 8.30 - 12.30 uur, 8.30 - 12.00 en 13.00 - 15.00 uur, 8.30 - 12.00 en 13.00 - 15.00 uur.
42
Rond 10.30 uur heeft elke groep een kwartier pauze. Op woensdag en vrijdag verschillen de eindtijden voor de kinderen uit de onder- en bovenbouw.
43