SCHOOLGIDS 2009-2010
Tijdelijk adres september 2008-januari 2010: Prinsessenlaan 49 3245 XN Sommelsdijk 0187 482980 Postbus 206 3240 AE Middelharnis e-mail:
[email protected] website : www.daltonschoolmiddelharnis.nl directeur: Eileen Willers- van Immerseel
2
Sommelsdijk, voorjaar 2009 Beste lezer, De basisschooltijd is een belangrijk deel van het leven; voor de kinderen in de eerste plaats, maar ook voor de ouders. Jarenlang is dit dezelfde weg van huis naar school en weer terug. Sommige ouders rijden heel wat kilometers over het mooie eiland Goeree-Overflakkee gedurende de basisschoolleeftijd van de kinderen. In de loop van de jaren vertrouwt u uw kind ruim 8000 uur toe aan de zorg van de leerkrachten van de door u gekozen basisschool. Daarom is het kiezen voor een school die bij u en uw kind past, van ontzettend groot belang. Het Daltononderwijs groeit en bloeit en dat voor een bijna tachtigjarige onderwijsvernieuwing in Nederland. Het is niet verwonderlijk dat de onderwijsvisie van Helen Parkhurst (lees verder over Helen Parkhurst (zie blz. 7) in toenemende mate met succes wordt toegepast, want de hedendaagse uitwerking van haar kijk op het functioneren van het kind sluit goed aan op de eisen en de verwachtingen van onze maatschappij. De Nederlandse Dalton Vereniging bewaakt haar eigen onderwijskwaliteit door zelf toezicht te houden op Daltonscholen. Dat gebeurt door middel van het regelmatig visiteren van alle daltonscholen door geschoolde visiteurs. De onderwijsinspectie juicht deze vorm van “eigen verantwoordelijkheid” bijzonder toe. De NDV vindt het belangrijk om wetenschappelijk onderzoek te laten doen naar de effectiviteit van het daltononderwijs. Sinds 2006 is dr. P v.d. Ploeg aangesteld als lector Daltonplan aan de Saxion Hogeschool IJsselland en hij geeft leiding aan een team van onderzoekers. En dat past prima bij de grondhouding van elke goede dalton- leerkracht; reflexief zijn. De NDV wil geen scholen met Daltonmaniertjes, maar teams die continu reflecteren op de pedagogisch-didactische interventies en hulpmiddelen. Daarvoor is onderzoek nodig, want wij moeten ook weten of het werkt en onder welke voorwaarden. Wij, bestuur en leerkrachten van de Daltonschool, hebben de visie van ons onderwijs als volgt geformuleerd: Wij garanderen optimaal onderwijs, met als uitgangspunten de drie principes van het Daltononderwijs, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met het individuele kind en zodanig dat de school een aantrekkelijke school is en blijft voor leerlingen, ouders en teamleden. Onze school streeft ernaar kinderen ruimte te geven om zichzelf te ontplooien en om een eigen inbreng te hebben. Tevens proberen we zo met de kinderen om te gaan dat we hen in hun eigen waarde laten en hen de gelegenheid te geven hun eigen verantwoordelijkheid te dragen. Hieruit voortvloeiend is actieve deelname van ouders erg belangrijk. Voorgaande is gebaseerd op de drie Daltonprincipes: VERANTWOORDELIJKHEID ook wel genoemd VRIJHEID ZELFSTANDIGHEID SAMENWERKING. Verderop in deze gids worden deze principes nader besproken.
3
De schoolgids die u in uw handen heeft, is bedoeld voor ouders van eventueel toekomstige leerlingen. Maar ook voor de ouders van de leerlingen die de Daltonschool reeds bezoeken. Wij hopen dat het u de informatie verschaft waar u naar op zoek bent. Ouders die op zoek zijn naar een (nieuwe) school voor hun kind, zijn vanzelfsprekend van harte welkom één van de voorlichtingsochtenden bij te wonen, of in een persoonlijk gesprek een nadere toelichting te vragen. Eileen Willers-van Immerseel,
directeur van de Daltonschool Middelharnis.
4
Inhoudsopgave Wat is Daltononderwijs? ........................................................................................................ 8 DE SCHOOL.................................................................................................................... 10 Directie ................................................................................................................................. 10 Schoolgrootte ....................................................................................................................... 10 Situering van de school ........................................................................................................ 10 2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT ............................................................................ 10 Missie ................................................................................................................................... 10 Algemeen Bijzondere School: Vereniging IBOGO ............................................................. 11 Eco-School ........................................................................................................................... 11 Voorbereiding op de samenleving en maatschappij ............................................................. 12 Verantwoordelijkheid / Vrijheid .......................................................................................... 12 Zelfstandigheid ..................................................................................................................... 12 Samenwerking ...................................................................................................................... 13 Zorgverbreding ..................................................................................................................... 13 Weer Samen Naar School (WSNS) ...................................................................................... 13 3. VIERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN ................................................................ 13 De Daltonweek .................................................................................................................... 13 Weeksluiting......................................................................................................................... 14 Overige activiteiten .............................................................................................................. 14 4. DE ORGANISATIE VAN DE SCHOOL ........................................................................ 14 Organisatie ........................................................................................................................... 14 Het onderwijs in de onderbouw, groep 1 & 2 ...................................................................... 15 Het onderwijs in de groepen 3 t/m 8 .................................................................................... 15 Taal / leesmethodes .............................................................................................................. 15 Engels ................................................................................................................................... 16 Schrijven............................................................................................................................... 16 Rekenen ................................................................................................................................ 16 Wereldverkenning ................................................................................................................ 16 Verkeersexamen ................................................................................................................... 17 Lichamelijke opvoeding ....................................................................................................... 17 Creatieve vakken .................................................................................................................. 17 Humanistisch vormingsonderwijs ........................................................................................ 17 5. DE ZORG VOOR DE KINDEREN................................................................................. 18 De opvang van nieuwe leerlingen in de school ........................................................................ 18 Wisseling van basisschool .................................................................................................... 18 Nieuwe ouders ...................................................................................................................... 19 Teamleden die in de school de vorderingen van de leerlingen doorspreken ....................... 20 De wijze waarop het welbevinden en de vorderingen van de kinderen besproken wordt met de ouders .............................................................................................................................. 20 Privacy verklaring ................................................................................................................ 20 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften ................................................... 21 Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften........................................ 21 Het leren van kinderen ......................................................................................................... 22 Leerlinggebonden financiering oftewel “de rugzak” .......................................................... 22 Vanaf het jaar 2011 is er in Nederland sprake van Passend onderwijs ................................ 24 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs .................... 24 Procedures bij de advisering t.b.v. het voortgezet onderwijs ............................................... 24 6. DE LERAREN ................................................................................................................. 25 1.
5
Team ..................................................................................................................................... 25 Vervanging ........................................................................................................................... 26 Stagiaires .............................................................................................................................. 26 Scholing ................................................................................................................................ 26 7. DE OUDERS.................................................................................................................... 26 Betrokkenheid ...................................................................................................................... 26 Gescheiden ouders ............................................................................................................... 26 Informatievoorziening .......................................................................................................... 27 Ouderparticipatie .................................................................................................................. 27 Vereniging en bestuur .......................................................................................................... 28 De klachtenprocedure ........................................................................................................... 28 Schorsing en verwijdering .................................................................................................... 28 Time-out ............................................................................................................................... 29 Schorsing .............................................................................................................................. 29 Verwijdering......................................................................................................................... 29 Onderwijskundig rapport...................................................................................................... 30 Medezeggenschapsraad (MR) .............................................................................................. 30 Ouderbijdrage ....................................................................................................................... 30 Vrij vragen en schoolverzuim .............................................................................................. 31 8. DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS .......................................................... 32 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school ................................................. 32 9. DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS ................................................................ 32 Uitwerking van de principes ................................................................................................ 32 Dingen die geleerd moeten worden ...................................................................................... 33 10. BELANGRIJKE WETENSWAARDIGHEDEN ......................................................... 34 Vakanties: ............................................................................................................................. 35 Agenda ................................................................................................................................. 35 Cijfers en Letters .................................................................................................................. 35 Feesten en projecten ............................................................................................................. 35 Gevonden voorwerpen ......................................................................................................... 35 Gymnastiek........................................................................................................................... 35 Huisbezoek ........................................................................................................................... 36 Jeugdtijdschriften ................................................................................................................. 36 Kleding en schoeisel............................................................................................................. 36 Ouderparticipatie .................................................................................................................. 36 Knutselploeg/ klussenclub.................................................................................................... 36 Schoonmaakouders............................................................................................................... 36 Schoolwas............................................................................................................................. 37 Activiteitencommissie .......................................................................................................... 37 Tuincommissie ..................................................................................................................... 37 Overblijfcommissie .............................................................................................................. 37 Niveaulezen .......................................................................................................................... 37 Schoolkrant........................................................................................................................... 37 Andere activiteiten ............................................................................................................... 37 Overblijven ........................................................................................................................... 38 Overblijven - taakomschrijving voor leerlingen en ouders .................................................. 38 Reiskostenvergoeding .......................................................................................................... 38 Schoolreis ............................................................................................................................. 38 Snoep / versnapering kleine pauze ....................................................................................... 39 Speelgoed groepen 1 en 2..................................................................................................... 39
6
Telefoon en kopieerapparaat ................................................................................................ 39 Kopieerapparaat ................................................................................................................... 39 Verjaardagen ........................................................................................................................ 39 Voortgezet onderwijs ........................................................................................................... 39 Vernieling en vermissing ..................................................................................................... 40 Vulpen en kleurdoos............................................................................................................. 40 Pesten ................................................................................................................................... 40 Regels ................................................................................................................................... 41 11. JEUGDGEZONDHEIDZORG VAN DE GGD ZUIDHOLLANDSE EILANDEN EN MAATSCHAPPELIJK WERK................................................................................................ 41 Jeugdgezondheidszorg in het kort ........................................................................................ 41 12. ADRESSEN PERSONEEL.......................................................................................... 43 Bestuur van de vereniging IBOGO ...................................................................................... 43 Leden Medezeggenschapsraad ............................................................................................. 44 Overige adressen en telefoonnummers ................................................................................ 44
7
Wat is Daltononderwijs? Waarin onderscheidt het daltononderwijs zich van het regulier onderwijs? Wat is haar geschiedenis? Helen Parkhurst is geboren in 1887 in Wisconsin, Verenigde Staten van Amerika. Van 1905 tot 1913 was zij in de praktijk van het lager onderwijs werkzaam. In deze tijd experimenteerde zij op verschillende scholen verspreid over Amerika. Het is voor een goed begrip van Parkhurst van belang, dat haar streven naar veranderingen in het onderwijs en opvoeding wortelt in de confrontatie met de praktijk. Haar eerste opgave is, op haar eerste school, een ‘eenmansschooltje’ in Wisconsin, zo goed mogelijk onderwijs geven. Haar theoretische kennis over hoe kinderen leren lezen, schrijven, rekenen lost haar specifieke probleem niet op. Helen, de vers afgestudeerde leerkracht, krijgt namelijk te maken met veertig kinderen van verschillende leeftijden. Hoe zal ze dit probleem oplossen? Helen denkt na over haar eigen ervaring als schoolkind en zij herinnert zich dan hoe het alsmaar stil zitten, het alsmaar luisteren, oefenen en herhalen haar leergierigheid beknotten. Zij verbindt haar noodsituatie met het demotiverende luisteronderwijs en komt tot een even simpele als ingenieuze oplossing: zij doorbreekt de voorgeschreven bepalingen van het lesrooster en de leerstof. Ze vraagt de kinderen zelf te kiezen uit de aangeboden leerstof, eigen leerprogramma’s te maken en vertelt hen dat zij altijd hulp kunnen vragen aan haar of aan andere kinderen. Leerling en leerkracht gaan als het ware een samenwerkingsverband aan, waarbij de een zich verplicht het in vrijheid gekozen leerdoel binnen een bepaalde tijd te bereiken en de ander hem toezegt daarbij waar nodig behulpzaam te zijn. Helen kiest voor individualiserend onderwijs in plaats van frontaal klassikaal onderwijs, zoals dat in die tijd gebruikelijk was en nog steeds is. Omstreeks 1918 komt Helen Parkhurst in contact met de zeer rijke familie Crane uit de stad Dalton (Massachusetts). Ze geeft een jaar les aan de dochter des huizes en probeert haar ideeën te introduceren op de plaatselijke High School. Als dat niet lukt gaat zij naar New York City en met financiële steun van de familie Crane opent ze daar in 1919 “The Childrens’s University School”, die in 1920 wordt omgedoopt in “The Dalton School”, naar de woonplaats van haar geldschieters. De school bestaat tot op de dag van vandaag. In 1922 verschijnt haar boek ‘Education on the Dalton Plan, waarin zij haar drie principes: “vrijheid in gebondenheid (freedom, geen liberty), zelfstandigheid en samenwerken nader preciseert. Zij laat duidelijk uitkomen dat vrijheid, zelfstandigheid en samenwerken” nauw met elkaar verstrengeld zijn. Kenmerkend voor haar onderwijsvisie is het evenwicht dat zij schept tussen leren door instructie en het actieve probleemoplossend leren. Helen heeft geen toelichting op haar pedagogische uitgangspunten gegeven. Zij acht een dergelijke toelichting namelijk totaal overbodig, omdat het voor haar duidelijk is dat onderwijs slechts met deze principes de natuurlijke groei van de persoonlijke weerbaarheid bevordert, om aldus het lerende kind geleidelijk in staat te stellen tot een zo groot mogelijke zelfbepaling te komen. Voor haar is er geen scheiding tussen onderwijs en opvoeding, tussen kennis -of cultuuroverdracht en tussen karakter -of gewetensvorming. Haar staat een school voor ogen waar ‘het leren voor het leven’ een leerproces inhoudt dat ieder kind in zijn waarde laat door dit proces steeds weer in handen te brengen en te laten van de leerling zelf. Het gaat Helen om intellectuele vorming en ontwikkeling van het karakter en de eigenschappen die de mens nodig heeft als lid van de samenleving. Door de kinderen op school waardevolle ervaringen te laten opdoen kan men hen op de samenleving voorbereiden. Zij onderkent het spanningsveld tussen de maatschappelijke functie van de school en de opdracht het individu te ontwikkelen. Voor Helen Parkhurst is samenwerken begrensd worden én door eigen kunnen én door het samenzijn met anderen. Voor haar is het rekening houden op school met buiten de school op velerlei gebied verworven kennis en respect voor elkaar een voorwaarde voor de
8
ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen. In Helen’s ogen betekent dit dat ook de school de leerling de weg wijst ‘de maaltijd te bereiden’ het leert dat het kan leren. Je zou kunnen stellen dat Helen Parkhurst het belangrijk vindt dat kinderen leren omgaan met zichzelf en met anderen!
Nieuwe logo NDV invoegen
9
1.
DE SCHOOL
Directie Eileen Willers- van Immerseel Bestuursvoorzitter dhr. Frans Sloekers Schoolgrootte Het aantal leerlingen bedraagt per 1-10-2008 Het aantal aan de school verbonden personeelsleden per augustus 2008 (leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel)
: 109 : 11
Situering van de school De Daltonschool was sinds de oprichting in 1989, gehuisvest in een pand aan de Berkenlaan in Middelharnis. Het schoolgebouw was gelegen in een wijk uit het eind van de jaren vijftig, begin jaren zestig. Een rustige wijk, met relatief veel groen. Het dorp Middelharnis vormt samen met Sommelsdijk, Nieuwe-Tonge en Stad aan het Haringvliet de gemeente Middelharnis. Omdat het gebouw in een slechte staat was, lag het in de lijn der verwachtingen dat een nieuw pand gebouwd zou moeten worden. Na vele jaren van voorbereidingen, tekeningen maken, onderhandelingen voeren met gemeente en architecten zal een nieuw pand verrijzen aan de Kastanjelaan. Dit gebouw hopen we in gebruik te kunnen nemen tijdens het schooljaar 20092010. Het zal een prachtig pand worden waarin we het Daltononderwijs nog beter vorm kunnen geven. Vanaf oktober 2008 verzorgen wij het onderwijs aan onze leerlingen aan de Prinsessenlaan in Sommelsdijk. Weliswaar ook een oud schoolgebouw, maar voor de duur van anderhalf schooljaar, een uitstekend alternatief voor de geluidsoverlast en eventuele onveilige situaties die zich kunnen voordoen bij het slopen van het oude pand en het bouwen van de nieuwe school. 2.
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
Scholen moeten niet alleen leerlingen kennis bijbrengen, maar ook vaardigheden en inzichten die ieder kind nodig heeft in deze moderne tijd. Scholen hebben de opdracht om niet uitsluitend aandacht te besteden aan de verstandelijke (cognitieve) ontwikkeling van kinderen. Ook de sociale, emotionele en creatieve ontwikkeling van het kind krijgt aandacht. In het voorwoord heeft u de door het team en bestuur ontwikkelde visie kunnen lezen. Missie Opvoeden uit een boekje is onmogelijk. Daarom verwerpen opvoeders vaak onderwijsvormen die een star systeem hanteren. Onderwijs en opvoeding krijgen iedere keer opnieuw vorm in de ontmoeting tussen twee of meer mensen. In alle opvoeding spreekt ervaring mee, al is het maar de herinnering aan de eigen opvoeding. Maar ook de ervaring van anderen kan een opvoeder in praktijk brengen. Die overgedragen ervaring hoort tot de uitgangspunten van het Daltononderwijs. Dalton is een manier van omgaan met elkaar. Een Daltonschool schept ruimte en geeft kinderen de gelegenheid om zelfstandig of samen te werken aan een afgesproken taak. De drie principes: verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken vormen het 10
uitgangspunt van de Daltonaanpak. De taak is het middel om die drie principes te verwezenlijken. Zo sluit het leven in de school aan bij het leven buiten de school. De Daltonaanpak blijft daarbij een hulpmiddel om het proces van omgaan met elkaar voortdurend gaande te houden. Deze toepassing verandert het leven van de mensen die het beleven. Algemeen Bijzondere School: Vereniging IBOGO Onze school is een Algemeen Bijzondere School. Dit betekent dat onze school een school is die niet uitgaat van een speciale levensbeschouwing, maar van een bepaalde opvoeding- en onderwijsmethode: het Daltononderwijs. Algemeen bijzondere scholen hebben een vereniging waarvan alle ouders lid zijn, met een bestuur dat bestaat uit ouders van leerlingen. Het bestuur wordt gekozen door de algemene ledenvergadering van de vereniging. Onze school is opgericht door ouders die uitgesproken ideeën hebben over het soort onderwijs dat zij voor hun kinderen willen: individueel gericht basisonderwijs! Vandaar de naam van de vereniging IBOGO: Individueel Basis Onderwijs GoereeOverflakkee. Eco-School De school onderschrijft het belang van een duurzame samenleving. Om hier invulling aan te geven hebben we de afgelopen jaren gestreefd naar de “Groene Vlag”, de internationale certificering van Eco-Schools. Deze certificering is ons in oktober 2007 ten deel gevallen. Wereldwijd zijn er meer dan 2000 scholen die dit hebben bereikt, in Nederland praten we over maar 4 scholen!!!! Onze leerlingen werken actief mee aan een veilige, schone en milieubewuste schoolomgeving. Tijdens de lessen en activiteiten leggen we de link met mondiale aspecten van klimaat, energie, water, afval en veiligheid. Ook in het gebouwbeheer en in de plannen betreffend de nieuwbouw, besteedt de school aandacht aan milieu en duurzaamheid, zodat de leerlingen vertrouwd raken met duurzame materialen en producten. Samen met de leerlingen maken we afspraken zoals: “als laatste de klas uit…..doe het licht uit!” en maken we afspraken over het scheiden van afval, zodat ze van jongs af aan leren op een bewuste manier met de materialen, milieu en omgeving om te gaan. In het nieuw te bouwen pand hebben we een aantal zaken kunnen inpassen, die een directe link hebben met bewust omgaan met het milieu en energie. Trots zijn we op de verwarming die via aardwarmte zal gaan, op een klein windmolentje op het dak, de toiletten die doorgespoeld gaan worden met opgevangen regenwater en nog een paar andere zaken. Dit kon gerealiseerd worden doordat we een subsidie hebben ontvangen van Deltawind. Een coöperatie op het eiland Goeree-Overflakkee, welke zich richt op duurzame energie.
11
Voorbereiding op de samenleving en maatschappij Wij gaan ervan uit dat kinderen zich moeten kunnen ontplooien binnen gestructureerde situaties. Door middel van het spel en het leren in zo’n omgeving ontwikkelt het kind zich tot een zelfstandig mens. Wij willen graag het volgende bereiken: • Dat de kinderen een positieve kijk en houding hebben ten opzichte van de samenleving. • Dat zij zich weerbaar weten op te stellen. • Dat zij een weg kunnen vinden in de overstelpende hoeveelheid informatie die op hen afkomt. • Dat zij met respect en tolerantie omgaan met andere mensen, ook met mensen die zich onderscheiden door een handicap, door hun huidkleur, geloof of sekse. • Belangrijk is dat het kind bij alles wat het ontmoet of aangeboden krijgt zichzelf kan blijven. Het moet de dingen op eigen wijze kunnen hanteren en opnemen, om ermee aan zichzelf te bouwen. Zo ontstaat een begin van verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken. Verantwoordelijkheid / Vrijheid Stil zitten en mond houden waren tot veertig jaar geleden eigenschappen waarvoor een kind beloond werd. Toch is vrijheid van groot belang voor de ontplooiing van de persoonlijkheid van een mens. Het kind moet leren die vrijheid te hanteren. De school kan duidelijk maken dat vrijheid iets anders is dan ongebondenheid. Een kind kan niet vroeg genoeg beginnen met de beperktheid van eigen mogelijkheden te aanvaarden. Daarom is het principe vrijheid in de Daltonschool zo belangrijk. Een kleuter van vier zal vrijheid anders ervaren dan een kind van twaalf jaar. Zij moeten eigen ruimte krijgen om hun vorm van vrijheid te beleven en ook eigen grenzen tot waar die vrijheid zich uitstrekt. Bij het begrip vrijheid hoort verantwoordelijkheid. Een kind moet verantwoordelijkheid krijgen en de leerkrachten moeten vertrouwen schenken. In de opgedragen taak vindt een kind vrijheid en verantwoordelijkheid. De opdracht ligt vast. De vrije keuze ligt in: Het tempo en de volgorde waarin een kind wil werken. Het al dan niet raadplegen van en de keuze van de hulpbronnen. Alleen werken of samenwerken met anderen. De tijd die aan de verschillende onderdelen wordt besteed. In overleg tussen leraren, leerlingen en ouders wordt bepaald hoe ver vrijheid en verantwoordelijkheid moeten gaan. Dit alles in vertrouwen met elkaar. Zelfstandigheid Een klas moest vroeger luisteren of werken. In stilte. Na de klassikale instructie volgde het individuele herhalen, oefenen, toepassen. Ruimte om een eigen weg in te slaan was daar niet bij. Toch willen kinderen zelf nieuwe dingen ontdekken. De taak in de Daltonschool geeft ze daarvoor de ruimte. Zelfstandigheid houdt zelfwerkzaamheid in. Zelf actief problemen oplossen leert kinderen zelfstandig nadenken en beter begrijpen. Deze werkvorm vraagt meer energie van een kind dan het passief repeteren. Als een leraar taken samenstelt, is dat ook meer dan het willekeurig uitzoeken van wat thema’s of vraagstukken. Behalve inzicht in de opbouw van de leerstof vraagt het aandacht voor de ontwikkeling van de kinderen en voor specifieke leermoeilijkheden. De leraar moet zijn leerlingen goed kennen. Dan is de leerkracht in staat een takenpakket samen te stellen dat kinderen de kans geeft zelfstandig problemen op te lossen. Daardoor leren ze creatief denken en handelen. Hoe zelfstandiger een kind wordt, des te gemakkelijker zal het leren beredeneerde keuzen maken. Des te meer wordt een leerkracht een begeleider in het leerproces.
12
Samenwerking In het dagelijks leven moet een mens samenwerken met andere mensen, die hij niet zelf heeft gekozen. Niets is beter dan zo’n teamverband al op school te laten starten. In een Daltonschool kunnen de kinderen in jaargroepen met elkaar werken. Zo leren ze elkaar dingen uitleggen. Dat kweekt beter begrip dan alleen memoriseren. Door samenwerken leren kinderen ook dat afkijken of overschrijven zinloos is. Zolang een kind iets nog niet weet, moet het geholpen worden. Zolang ook wordt het aangemoedigd. Pas daarna volgt de controle of de toets. Zorgverbreding Sommige kinderen hebben naast het aangeboden leerprogramma extra individuele hulp nodig. Deze hulp geldt ook voor die leerlingen die een ontwikkelingsvoorsprong hebben. Zij worden ondersteund met behulp van aangepast lesmateriaal. Dit gebeurt tijdens schooltijd in overleg en samenwerking met de desbetreffende leerkracht en vaak ook in overleg met de intern begeleider. Uiteraard worden de ouders over deze procedure op de hoogte gebracht en gehouden. Indien een extra onderzoek noodzakelijk is wordt er contact opgenomen met de schoolbegeleidingsdienst. Zie verder hoofdstuk 4. Weer Samen Naar School (WSNS) Om te bereiken dat kinderen zo min mogelijk doorverwezen worden naar het speciaal onderwijs heeft het Ministerie van Onderwijs een project ontwikkeld met de naam: Weer Samen Naar School. Dit project heeft tot doel de deskundigheid op de basisschool zodanig te vergroten, dat de kinderen met specifieke leerproblemen de mogelijkheid krijgen om op hun individuele niveau op de eigen basisschool begeleid te worden. Voor dit doel zijn samenwerkingsverbanden opgezet. In zo’n verband is een aantal basisscholen aangesloten die samenwerken met een school voor speciaal onderwijs. Onze school maakt deel uit van het Inter-zuilair Samenwerkingsverband Goeree-Overflakkee. In dit samenwerkingsverband zijn naast onze school alle openbare scholen, één katholieke en twee protestants-christelijke basisscholen vertegenwoordigd. De school voor speciaal basisonderwijs waar wij mee samenwerken is: “Het Kompas” in Middelharnis. Elke vier jaar wordt een zorgplan door het Samenwerkingsverband opgesteld, welk voor alle deelnemende scholen geldt. In dit zorgplan is voor alle scholen in het samenwerkingsverband de verplichting vastgelegd, om te beschikken over een schoolzorgplan. In dit schoolzorgplan worden een aantal zaken wat betreft de specifieke zorgverbreding bij ons op school geregeld. Opgenomen in het plan zijn: de rol van de intern begeleider (IB), de rol van het netwerk van de intern begeleider, het leerlingvolgsysteem, de remedial teaching, het project omgaan met verschillen in de groep, observatie kleuters (Memelink) en het schooldiagnose-instrument, leerling-gebonden financiering en voor de komende vier jaar: het handelingsgericht werken. Voor verdere uitwerking en aanvulling zie hoofdstuk 5: De zorg voor de kinderen. 3.
VIERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN
De Daltonweek Elk schooljaar begint met de Daltonweek. Deze week moet gezien worden als de onderste bouwsteen van het nieuwe schooljaar, het fundament waarop het gehele jaar zal worden gebouwd. Aangezien het schooljaar wordt gebouwd door leerlingen, ouders, bestuur en schoolteam worden al deze groepen bij deze week betrokken. Het basisidee van deze week is een sfeer te creëren die uitgangspunt zal zijn voor het komende leerjaar. Daarnaast is het de bedoeling begrip te kweken voor onze werkwijze, gebaseerd op de drie Daltonprincipes bij de nieuwe leerlingen en hun ouders en / of 13
verzorgers. En natuurlijk is de Daltonweek bedoeld om met de kinderen de draad weer op te pakken en de motivatie voor een nieuw inspirerend schooljaar op te wekken. In de Daltonweek wordt via een project een onderwerp centraal gesteld. De Daltonweek is de eerste projectweek van het schooljaar. Gedurende het schooljaar volgen minimaal 3 andere themaweken. Weeksluiting Elke groep bereidt één keer per 5 weken een weeksluiting voor, die ongeveer vijftien minuten duurt en gehouden wordt in de speelzaal. De kinderen van de andere groepen komen dan allemaal kijken en luisteren. De inhoud kan bepaald worden door een onderwerp waar de kinderen mee bezig zijn geweest of iets dat speciaal voor de weeksluiting is voorbereid. Dit kan gaan om een tentoonstelling, voordracht, taalexpressie, muziek, toneel, bewegingsonderwijs, pantomime, creatief spel enz. De weeksluitingen vinden elke vrijdag aan het einde van de schooldag plaats. Een aantal malen per jaar zijn de weeksluitingen openbaar. Ouders, grootouders en andere belangstellenden worden daar voor uitgenodigd. De data van deze zogenaamde “openbare weeksluitingen” staan vermeld in de schoolagenda. Overige activiteiten Op school worden Sinterklaasfeest, Kerstfeest, Pasen en de verjaardagen van de leerkrachten gevierd. Er wordt door groep 7 en 8 jaarlijks een kerstmusical verzorgd. In de week voor Kerstmis wordt deze voor alle kinderen en ouders, opa’s en oma’s opgevoerd op een feestelijke avond. Elk jaar is er een schoolreis voor groep 1 tot en met 6 en een schoolkamp voor de bovenbouwgroepen en er worden excursies geregeld. Regelmatig worden er projectweken gehouden. Tijdens deze projectweken wordt er met grote regelmaat groepsoverschrijdend gewerkt. Er worden groepjes gevormd waarin kinderen van groep 1 tot en met 8 samen bepaalde zaken aanpakken. De weken voor de herfstvakantie staan altijd in het teken van de Boekenweek. De meeste leerlingen doen mee met de voorronden van de voorleeswedstrijd…ook de kleuters… en de bovenbouwgroepen doen mee met de landelijke voorleeswedstrijd. 4.
DE ORGANISATIE VAN DE SCHOOL
Organisatie Onze school heeft een onder- en bovenbouw. De onderbouw bevat de groepen 1, 2, 3 en 4 en de bovenbouw bestaat uit de groepen 5, 6, 7 en 8. De leerlingen zijn in jaargroepen ingedeeld, maar omdat de school meer dan 100 leerlingen telt, zijn meerdere jaargroepen in een klas samengevoegd. We spreken van combinatiegroepen. Voor het schooljaar 2009-2010 zijn de groepen als volgt geformeerd: een groep 1/2, groep 3, groep 4/5, groep 6/7 en een groep 7/8. Om in de bovenbouwgroepen het samenwerken te bevorderen, kiezen de kinderen aan het begin van de week een maatje. De kinderen kunnen zo hun samenwerkingsopdrachten gedurende de week met hun maatje uitvoeren en leren op deze manier met iedereen samen te werken. Op onze school bestaat de functie van directeur, groepsleerkracht, interne begeleider, onderwijsassistent en administratieve hulp. Zie verder in hoofdstuk 5. De schoonmaakwerkzaamheden worden uitbesteed aan een externe organisatie, de Webego.
14
Het onderwijs in de onderbouw, groep 1 & 2 De schooldag begint met een kringgesprek. Het doel is de kinderen te leren naar elkaar te luisteren. Ze moeten ook leren met elkaar te praten en elkaar vragen te stellen. Gezamenlijke activiteiten vinden plaats in de kring. Na de kring volgt een werkuur. Soms kiezen de kinderen zelf een werkje, soms geeft de leerkracht aan welk werk gedaan moet worden. Er wordt gebruik gemaakt van boeken, blokken, zand en water, puzzels, lotto’s, constructiemateriaal enz. Als de kinderen een werkje af hebben wordt dat op het takenbord aangegeven. Het kind krijgt zo, al naar gelang hun ontwikkeling, één of twee taken per dag. We hebben voor de volgende methodieken gekozen. Deze voldoen aan de eisen die wij hier aan stellen in verband met onze Dalton-werkwijze. • We werken met de methode Idee. Voorop staat tevens woordenschat vergroting. De woordenschat ontwikkeling wordt gestimuleerd door toneel, poppenspel, prentenboeken, voorleesboeken, vertellen enz. De ontwikkeling van het rekenen gaat spelenderwijs. Ook hier gebruiken we de methode Idee. De kinderen zijn bezig met tellen, meten, wegen, groeperen en vergelijken. Met wereldverkenning werken we in thema’s. Weer gebruiken we hier de methode Idee, waaruit de onderwerpen worden gehaald. Verder zijn de jaargetijden en feesten ieder jaar terugkerende thema’s. • In groep 2 van de onderbouw wordt er gewerkt aan onderdelen van taal en rekenen. Voor lezen volgen we de methode De Leeslijn. • De schrijfmethode Schrijven in de Basisschool geeft voor deze kinderen al voorbereidende oefeningen. Daarnaast wordt ook de methode Schrijfdans gebruikt. Het onderwijs in de groepen 3 t/m 8 Taal / leesmethodes Taalonderwijs vinden wij op onze school erg belangrijk. Ook bij deze groepen geldt het belang van een kringgesprek. Naarmate de leerlingen ouder zijn neemt de rol van de kring af. In groep 3 is spreekvaardigheid en luistervaardigheid van de leerling erg belangrijk. We besteden aandacht aan klanken, letterkennis, woordenkennis en woordvorming. In deze groep staat het leren lezen, rekenen en schrijven centraal. We gebruiken de methode De Leeslijn, Wereld in getallen en Schrijven in de basisschool. In de overige groepen wordt gewerkt met de lees en taalmethode Leeslijn, Leesweg en Taaljournaal om zowel de mondelinge als de schriftelijke taalvaardigheid te stimuleren. Deze methode is gericht op communicatie, waardoor er een accent ligt op de mondelinge taalvaardigheid zoals gesprekstechnieken. De schriftelijke taalvaardigheid bestaat uit het leren schrijven van verhalen, gedichten, brieven en antwoorden op vragen. In het schooljaar 20082009 zijn we gestart met de meest actuele Taaljournaal methode. Voor begrijpend lezen gebruiken we de methode Goed Gelezen. Ook leren de kinderen een tekst in schema zetten. Daarbij speelt zuiver schrijven ook een rol. We werken met een aparte spellingsleergang Woordbouw. Er wordt veel aandacht besteed aan woordenschatlessen. Verder is er aandacht voor het juiste taalgebruik in de juiste situatie. Bij taalonderwijs hoort leesonderwijs. Wij steken veel tijd en energie in het leren lezen. Vooral in de groepen 3, 4 en 5. Plezier in lezen is belangrijk en nodig voor alle schoolvakken. De leerkrachten in de onderbouw steken veel tijd in bij- en nascholing op het gebied van taalverwerving en lezen. Bij het aanvankelijk en voortgezet lezen maken we gebruik van de hulp van ouders.
15
Om te zorgen dat er voor elke leerling voldoende oefenstof is hebben we naast de taalmethode de beschikking over de methode taaltraining Stenvert Taalbloks, Taal is niet zo moeilijk, een aparte spellingsleergang Spelling in de lift en de methode Taaltoren. Waar nodig, krijgen de leerlingen een eigen taalprogramma aangeboden. Engels In groep 7 en 8 wordt het vak Engels gegeven. We werken met de Engelse methode Hello World. Deze methode geeft een goede aansluiting bij het voortgezet onderwijs. Schrijven Eind groep 3 krijgen de leerlingen een vulpen van school. Wij stimuleren het gebruik van de vulpen bij het schrijven. Voor dit vak gebruiken we de methode Schrijven in de basisschool en Schrijfdans in de onderbouw. In groep 7 en 8 wordt Voortgezet schrijven van deze methode gebruikt, met nadruk op de vorming van het eigen handschrift. Rekenen We werken met de methode de Wereld in Getallen. Belangrijk is dat de oefenstof aansluit bij alledaagse situaties. Deze methode kent een indeling in twee delen: A. De gewone rekenopdrachten; het meer traditionele cijferend rekenen. B. De projecttaken; in herkenbare situaties komen onderwerpen als meten, meetkunde, kansberekening, tabellen en diagrammen aan bod. In dit deel gaat het om begripsvorming. Ze leren hier problemen op diverse manieren op te lossen, kritisch te zijn, samenhang tussen begrippen te herkennen. Deze taken worden veelal met het maatje gemaakt. Dit om echt samen te werken tijdens het zoeken naar oplossingen. Wanneer leerlingen problemen hebben met het normale programma, maken we gebruik van het programma Remelka, dat bij de methode hoort. Ook de lessen, aangegeven na de methode onafhankelijke toetsen van het CITO, worden gebruikt om leerlingen weer op weg te helpen. Op deze manier krijgen leerlingen aangepaste oefenstof aangeboden. Vanaf groep 2 kunnen de leerlingen werken aan Maatwerk Rekenen. Een uitstekend computerprogramma om leerlingen uit te dagen en te ondersteunen bij eventuele rekenproblemen. Ook goede rekenaars krijgen bij ons op school extra opdrachten uit het rekenpakket Kien, een serie moeilijke uitdagende opdrachten. Daarnaast hebben we de beschikking over het pakket van Somplex voor verdere verdieping en verrijking van de rekenstof. Naast de methode Wereld in getallen hebben we een cursus cijferen verdeeld in optellen en aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Dit alles verdeeld in blokken, met in elk blok controletoetsen en bloktoetsen ter afsluiting. Naast deze methode maken we ook gebruik van Stenvert Rekenbloks, zoals Rekenmakkers en Rekenmeesters en extra oefeningen met breuken en procenten. Wereldverkenning Voor dit vak gebruiken we de methode Het ei van Columbus. Voor aardrijkskunde gebruiken we het onderdeel land in zicht, voor geschiedenis een zee van tijd en voor biologie en natuurkunde het gedeelte in vogelvlucht. De leerstof is zo ingedeeld dat leerlingen in groep 8 weggaan met voldoende kennis die past binnen de kerndoelen van het onderwijs, zoals wettelijk verplicht is.
16
Naast de methoden, waarvan de leerlingen de verwerking zelfstandig uitvoeren (taak) hebben we een manier ontwikkeld om werkstukken te maken. We doen dit aan de hand van richtlijnen. Zo hebben we richtlijnen voor het maken van een werkstuk over bijvoorbeeld een land in Europa, een dier, onderwerp uit geschiedenis en een plant. Via deze richtlijnen bieden we de kinderen een overzichtelijke structuur voor het tot stand brengen van het werkstuk. Binnen de wereldverkenning wordt ook aandacht besteed aan audiovisuele vorming, dat wil zeggen gebruik van radio, tv en computer. Vanaf groep 5 houden de kinderen voor de groep minstens één keer per jaar een spreekbeurt. Verkeersexamen In groep 7 doen de kinderen verkeersexamen. Hiervoor gebruiken we de methode Straatwerk. In samenwerking met de regionale 3VO wordt naast het theorie examen ook een praktijkexamen afgenomen. Lichamelijke opvoeding Alle groepen krijgen gemiddeld anderhalf uur per week gymnastiek. De groepen 1 en 2 hebben iedere dag bewegingsonderwijs. Dit bewegingsonderwijs kan binnen in de speelzaal plaatsvinden, maar ook buiten op het speelplein. In de lessen wordt aandacht besteed aan verschillende vormen van bewegen, zoals rollen, klimmen, duikelen, springen met en zonder toestellen. Daarnaast komen allerlei spelvormen aan bod met en zonder materiaal. Accent bij deze lessen ligt op samenspel en sociaal gedrag. Elk voorjaar wordt een sportdag georganiseerd voor alle leerlingen. De school doet daarnaast zoveel mogelijk mee met buitenschoolse sportactiviteiten, zoals deelname aan de Kinderomloop, aan korf- en voetbaltoernooien. In het schooljaar 2005-2006 is de subsidieregeling, die het schoolzwemmen mogelijk maakte in de groepen 4/5, afgeschaft. De leerlingen, waarvan de ouders financieel niet in de gelegenheid zijn hun kind zwemonderwijs te laten volgen, kunnen gebruik maken van een speciale regeling die is ingesteld door de gemeente Middelharnis. Informatie kunt u bij de directeur van de Daltonschool verkrijgen. Creatieve vakken Ook voor tekenen, handvaardigheid en muziek gebruiken we leerplannen en methodes. Voor tekenen tekenvaardig, voor handvaardigheid handvaardig en voor muziek de muziektent. Vor muziek is ook kortgeleden het leerplan: “Moet je doen”aangeschaft. In groep 1 en 2 is de creatieve vorming geïntegreerd in het totale programma. Vanaf groep 3 wordt er aan deze vakken ongeveer drie uur per week besteed. Deze vakken brengen evenwicht in het lesprogramma en worden vaak gezamenlijk gedaan. Humanistisch vormingsonderwijs Bij Humanistisch vormingsonderwijs in groep 5 t/m 8 kunnen kinderen samen ontdekken wat zij en andere mensen voelen, denken, willen en doen in allerlei situaties. Vanuit de eigen belevingswereld geeft het kind antwoord. De onderwerpen voor iedere les worden dan ook zoveel mogelijk samen met de kinderen gekozen. Spel, groepsgesprek en andere activiteiten zijn hulpmiddelen bij het uitwerken van de gekozen onderwerpen. Deze kunnen bijvoorbeeld zijn: vooroordelen, rechten van mens en kind, bang zijn, vriendschap, feest en feestdagen enz. Het Humanistisch vormingsonderwijs heeft als doel het kind te laten herkennen: Wat voel, denk, doe en wil ik eigenlijk? Hoe beleef ik dit met anderen?
17
Wat begrijp ik van mensen die ik niet zo goed ken en waarvan we eigenlijk alleen maar iets weten van de tv of uit een krant of boek? Deze wijze van benaderen van mens en wereld wordt humanistisch genoemd, omdat hierin de mens - en dus ook het kind – met al zijn mogelijkheden centraal staat. De mens kan zich met zijn eigen mogelijkheden bewust worden van en vorm geven aan zichzelf en zijn omgeving. Humanistisch vormingsonderwijs wil een bijdrage leveren aan het leren bewust te kiezen van het kind en zelf verantwoordelijk zijn in herkenbare situaties. Wij vragen de ouders aan het begin van groep 5 of hun kind de lessen HVO mag volgen. Aan het begin van elk schooljaar geeft de docent HVO voor de lessen beginnen een voorlichting aan de ouders. Buitenschoolse activiteiten voor kinderen De leerlingen nemen op vrijwillige basis deel aan verschillende sporttoernooien die door de plaatselijke verenigingen, buiten schooltijd, worden georganiseerd. Zoals KNVB schoolvoetbaltoernooi, korfbal, de Kinderomloop en de Unicefloop. Bij deze activiteiten doen we een beroep op de hulp van ouders. Groep 7 en 8 gaan eens per jaar drie dagen op kamp. We gaan dan op de fiets naar een camping en kamperen een aantal dagen in tentjes. De bestemming is ieder jaar anders. Soms zitten we op één van de Zeeuwse-, soms op één van de Zuid-Hollandse eilanden. 5.
DE ZORG VOOR DE KINDEREN
De opvang van nieuwe leerlingen in de school Een kind mag officieel naar school vanaf zijn vierde verjaardag. Maar als uw kind drie jaar en tien maanden oud is, mag hij of zij al een paar keer komen wennen. Deze wenperiode is maximaal tien dagdelen. Gedurende die dagen maakt uw kind kennis met de school: het gebouw, de dagindeling, de leerkrachten, de medeleerlingen en andere aspecten van het schoolleven. Wanneer uw kind is ingeschreven op de Daltonschool, zal de leerkracht van groep 1 tijdig met u contact op nemen om afspraken te maken over de wendagen. Wanneer uw kind naar groep 1 gaat, of in een hogere groep invoegt (bijvoorbeeld in verband met een verhuizing), wordt hij of zij door één van de toekomstige groepsgenootjes wegwijs gemaakt in het klassengebeuren en de school. Wisseling van basisschool Wanneer u een kind heeft dat al elders op school zit, maar u wilt van school veranderen (om andere redenen dan een verhuizing), is daar een speciale procedure voor opgesteld, welke uit een aantal stappen bestaat: Stap 1 U belt ons om informatie over onze school. Wij sturen u dan een informatiepakket toe, bestaande uit: • informatie over Daltononderwijs in Nederland • informatie over onze school in de informatiefolder • de schoolgids. Stap 2 Wanneer u interesse heeft, maakt u een afspraak voor een intake gesprek. Tijdens dit gesprek beantwoorden we al uw vragen over de manier van werken op onze school. Ook uw kind komt uitgebreid aan bod: zijn of haar huidige kennisniveau en eventuele hiaten hierin, zijn of haar vorderingen, gedrag en eventuele handelingsplannen die op de huidige school worden uitgevoerd. Ook bespreken we of en welke contacten er zijn met de schoolbegeleidingsdienst, de permanente commissie leerlingenzorg en eventuele andere hulpverleningsinstanties.
18
Stap 3 Mocht u met het traject verder willen gaan, dan maakt u met de directeur van de huidige school een afspraak, om te bespreken wat uw plannen zijn. Wanneer u dit gesprek heeft gevoerd, geeft u dit door aan de directeur van de Daltonschool. Zij neemt vervolgens contact op met de directeur van de school van uw kind om afspraken te maken om een aantal dagen mee te draaien op de Daltonschool. Voor alle duidelijkheid: uw kind blijft die betreffende dagen als leerling ingeschreven in de effectieve school. Stap 4 Wanneer deze dagen geagendeerd staan en er duidelijk is gecommuniceerd met de directeur van de huidige school, sluit uw kind aan bij de betreffende groep op de Daltonschool. Deze wendagen stemmen we af met de directeur van de effectieve school. Dit noemen we de zogenaamde “proefdagen”. U en uw kind krijgen op deze wendagen een aardig beeld van de Daltonschool. Alle partijen kunnen dan beoordelen of de manier waarop het onderwijs is vormgegeven, een bij uw kind en u een aansluitende methode is. U maakt kennis met de toekomstige leerkracht(en) en bespreekt met hem of haar wat voor deze proefdagen evident is. Eventueel kan de directeur daarbij aanwezig zijn. Stap 5 Na deze dagen gaat het kind terug naar zijn of haar eigen school. In deze periode formuleert het team van de Daltonschool een advies naar de ouders toe over een eventuele overstap. Dit formuleren van het advies vindt plaats tijdens de eerstvolgende teamvergadering van de wendagen. Aan het eind van die week neemt de directeur over het advies met u contact op. Mocht u naar aanleiding van de ervaringen tijdens deze dagen besluiten om niet over te stappen naar de Daltonschool, dan horen wij dit uiteraard zo snel mogelijk van u. Stap 6 Uw kind komt op onze school, nadat u met de leerkracht en directeur van de effectieve school contact hebt opgenomen. Nieuwe ouders Niet alleen voor kinderen is het naar de basisschool of een nieuwe school gaan, spannend. Ook voor de ouders heeft het de nodige impact en het blijkt dat er nog vele onbeantwoorde vragen zijn. Daarom worden de ouders op de een van de eerste schooldagen aangesproken door andere ouders en wordt u door hen uitgenodigd een kopje koffie te drinken op school. Tijdens dit uurtje zal u door de andere ouder wegwijs worden gemaakt en op de hoogte worden gesteld van het wel en wee van de school. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school: De wijze waarop het dagelijkse werk van de kinderen wordt bekeken, beoordeeld en de middelen die worden gebruikt om de vorderingen te verzamelen: De leerkracht heeft de beschikking over zeer uitgebreide mappen. Daarin worden gegevens opgenomen over het gezin, de leerling besprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen en testgegevens van de voorgaande jaren. Daarnaast is het onderwijs waar mogelijk ingedeeld in blokken, met na ieder blok één of meer controletoetsen. Als het blok afgerond is, volgt een bloktoets. Om de kinderen zo goed mogelijk te volgen, maken we gebruik van het leerlingvolgsysteem van het CITO. Dit LVS gebruiken we om vaardigheden bij jonge kinderen en ontwikkelingen van de basisvaardigheden te meten. Zo nemen we bij jongste kinderen onder andere de volgende toetsen af: “begrippentoets”,
19
“toets ordenen”, “toets tijd en ruimte” en de “toets taal voor kleuters”. Voor de basisvaardigheden vanaf groep 3 nemen we af: “drie minuten toets”, “lezen met begrip”, “toets begrijpend lezen”, “vorderingen spellingvaardigheid”, “rekenen en wiskunde”, “taalschaal”, “leeswoordenschat” en “woordenschat” en “schrijfvaardigheid”. Doel van deze toetsen is om te kijken of we met het onderwijs nog op het juiste spoor zitten. Wanneer we een afwijking constateren bieden we extra oefenstof aan en begeleiding. Teamleden die in de school de vorderingen van de leerlingen doorspreken Op onze school worden de vorderingen van alle kinderen regelmatig doorgesproken tijdens teamvergaderingen en tijdens de verschillende bouwoverleggen. Kinderen die opvallen, bijvoorbeeld als zich problemen voordoen bij het leren lezen, bespreken we in een speciale bespreking. Dat is de leerling-bespreking. Tijdens zo’n bespreking gaan we na wat de problemen van het kind zijn. Daartoe gebruiken we de vorderingenkaarten en de ervaringen van de leerkracht om te bekijken wat we aan het eventuele lees/ reken/ gedragprobleem kunnen doen. Vervolgens wordt er een handelingsplan opgesteld. Dit betekent dat het kind extra ondersteuning krijgt. Veranderingen, of eventuele inzet van handelingsplannen worden altijd met de betreffende ouders besproken. Soms komen we er zelf niet uit. We besluiten dan, in overleg met de ouders, om hulp in te roepen van een extern deskundige. Bijvoorbeeld iemand van de schoolbegeleidingsdienst. De wijze waarop het welbevinden en de vorderingen van de kinderen besproken wordt met de ouders Minimaal twee maal per jaar houden wij met de ouders een rapportbespreking. Namelijk in de maand november en maart. Op school gebruiken wij een woordrapport. Groep 3 heeft een ander rapport dan de groepen 4 tot en met 8. Via het Cito Leerlingvolgsysteem vullen de kinderen van groep 5 t/m het programma Viseon in. Dit is en uitgebreide vragenlijst die een beeld geeft van de sociale emotionele ontwikkeling van het kind. De vorderingen van de kinderen van groep 1 en 2 worden nauwgezet bijgehouden volgens het ontwikkelingsmodel Memelink. De eerste keer wordt dit model door de leerkracht drie maanden na zijn/ haar 4e verjaardag ingevuld en vervolgens elke half jaar. Dit heeft tot gevolg dat de bespreekavonden van de leerkracht van groep 1/2 op andere momenten worden gehouden dan die van groep 3 tot en met 8. De data van de rapportbesprekingen vindt u terug in de agenda, die in het begin van het schooljaar wordt uitgereikt. Privacy verklaring Uw kind en zijn of haar privacy. In verband met de wet op de privacy van persoon gegevens, is het voor school belangrijk om te weten welk(e) kind(eren) niet op een foto of met naam of beide op de internetsite van onze school gepubliceerd mogen worden. Dit kan om allerlei persoonlijke redenen zijn. Bij de directie kunt u aangeven als uw kind niet gepubliceerd mag worden. Deze zal dit discreet behandelen en men hoeft geen reden op te geven. Hieronder volgt een stuk van www.mijnprivacy.nl over het publiceren van gegevens op internet door scholen: Mogen scholen gegevens van (minderjarige) leerlingen publiceren op internet? Nee, dat mag alleen met toestemming. Veel onderwijsinstellingen maken gebruik van internetvoorzieningen om met hun (minderjarige) leerlingen, deelnemers of studenten te
20
communiceren over de instelling, het onderwijs en de activiteiten die zij organiseren. Voor het plaatsen van persoonsgegevens en foto’s op internet dient de onderwijsinstelling toestemming te vragen aan de leerlingen. Voor leerlingen onder de zestien jaar geldt dat voor het plaatsen van persoonsgegevens en foto’s op internet toestemming gevraagd moet worden aan de ouders of wettelijke vertegenwoordiger(s). Toestemming geeft de school echter geen vrijbrief om alle persoonsgegevens vrijuit op internet te publiceren. De doelbindings-, verenigbaarheids- en beveiligingsvereisten uit de Wet bescherming persoonsgegevens maken het noodzakelijk dat een school extra waarborgen treft om de persoonlijke levenssfeer van leerlingen en leraren te beschermen. Indien de onderwijsinstelling persoonsgegevens wil plaatsen op internet dient zij hiervoor passende waarborgen te treffen, zoals het afschermen van de gegevens voor onbevoegden door middel van een (uniek) wachtwoord en afscherming van de pagina’s voor zoekmachines. Gaat het om gegevens die alleen van belang zijn voor de direct betrokken (minderjarige) leerling, zoals gegevens over ziekte of behaalde resultaten, dan mag de informatie alleen voor die persoon of diens ouders dan wel wettelijke vertegenwoordiger(s) toegankelijk zijn, door middel van individuele toegangsbeveiliging. U kunt uw toestemming altijd intrekken. Zelfs als u ooit toestemming heeft gegeven om over u of uw kinderen gegevens op internet te publiceren, kunt u deze op een later moment intrekken. U kunt voor uw verzoek gebruik maken van de modelbrief van het CBP. De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Hierbij is uitleg over onze definitie van zorgverbreding belangrijk. Onder zorgverbreding verstaan we de uitbreiding van maatregelen en activiteiten op school om een zo goed mogelijke zorg te garanderen voor de kinderen. Speciaal voor hen die specifieke pedagogische of didactische behoeften hebben. Dit zijn dus kinderen die extra hulp nodig hebben. Wij hebben daar de laatste jaren veel aandacht aan geschonken. Onze school geeft zoveel als mogelijk onderwijs op maat. Wij vinden dat de kinderen zoveel mogelijk op de eigen basisschool geholpen moeten worden. Daardoor proberen we de uitstroom naar een speciale school voor basisonderwijs zo klein mogelijk te houden. Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften Binnen onze school kunnen we 4 niveaus van zorg onderscheiden: Niveau 1: Groepsniveau. De groepsleerkracht richt zijn of haar onderwijs zodanig in dat zoveel mogelijk recht gedaan wordt aan verschillen tussen leerlingen. Dit houdt o.a. in dat binnen de grenzen van het mogelijke, - gedifferentieerd kan worden bij het geven van instructie,-extra leertijd kan worden gegeven,- aangesloten wordt bij individuele capaciteiten,kinderen zelf invloed hebben op het leerproces,- kinderen zich competent kunnen voelen,kinderen kunnen samenwerken. Dit allen binnen een op onderling respect en acceptatie gericht pedagogisch klimaat. Niveau 2: Schoolniveau. Dit niveau kenmerkt zich door een systematisch en structureel karakter. Dit houdt in dat de school, onder verantwoordelijkheid van de intern begeleider, uitvoering geeft aan de cyclus signalering, diagnostisering en hulpverlening. Hierbij maken we gebruik van het bovengenoemde Leerling Volg Systeem, leerling-besprekingen en specifieke materialen. Ook wordt er daar waar nodig is gewerkt met hulp- en handelingsplannen. Niveau 3: Met inschakeling van externe instanties. Hierbij kunnen we in zekere mate een beroep doen op consultatie van de speciale school voor basisonderwijs in ons verband Het
21
Kompas. Ook het basisteam van de CED Zuid-Holland Zuid kan door middel van consultatie en onderzoek door de adviseur leerlingenzorg worden betrokken. Niveau 4: De speciale school voor basisonderwijs. Wanneer wij niet meer voldoende antwoord kunnen geven op hulpvragen, kunnen kinderen aangewezen zijn op de zorg van de speciale school voor basisonderwijs. Ouders dienen daartoe een verzoek in bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Deze bepaalt op basis van de haar beschikbare gegevens of een kind toelaatbaar is op de speciale school voor basisonderwijs. Als regel meldt de school met schriftelijke toestemming van de ouders een leerling aan voor onderzoek. De school stuurt de benodigde gegevens mee met de aanvraag in de vorm van een onderwijskundig rapport. Daarin staan aangegeven: - Wat het probleem van het kind is,- Wat eraan is gedaan,Aan welke oplossing wordt gedacht. Op basis van dit rapport komt de commissie tot oordeel over het al dan niet toelaatbaar zijn van een kind tot de speciale school voor basisonderwijs. Bij meningsverschillen wat betreft het werk van de PCL heeft het schoolbestuur de beschikking over een klachtenregeling (sinds 1-8-1998). Daar de school deelneemt in een federatie wat betreft het samenwerkingsverband, is de klachtenregeling van toepassing van de landelijke klachtencommissie voor het openbaar en algemeen bijzonder onderwijs. De PCL behandelt de gegevens over ouders, kinderen en scholen vertrouwelijk en met zorgvuldigheid; dit alles binnen de wet op de persoonsregistratie. Het leren van kinderen Op verschillende manieren wordt vastgesteld in hoeverre kinderen het lesprogramma kunnen volgen. Kinderen die heel goed zijn, of juist achterblijven in hun ontwikkeling krijgen extra hulp. De coördinatie hiervan is in handen van de intern begeleider. In de afgelopen jaren hebben we deze leerkracht een gedeelte van de week vrij kunnen roosteren voor speciale hulp. De inzet is afhankelijk van de toegewezen uren en zal ieder jaar opnieuw vastgesteld worden. We proberen de “zorgleerlingen” zo vroeg mogelijk te signaleren. Leerlinggebonden financiering oftewel “de rugzak” Ieder kind, met of zonder handicap, is in principe welkom op onze school. Dit geldt dus ook voor kinderen die door de commissie voor de indicatiestelling (CVI), dit is de toelatingscommissie van een Regionaal Expertise Centrum (REC), toelaatbaar zijn voor een REC. De Daltonschool heeft als taak voor ieder kind adequaat onderwijs te realiseren. Daaronder wordt verstaan een voor het kind passend onderwijsaanbod, zowel in pedagogisch (opvoedkundig) als didactisch (onderwijskundig) opzicht, dus zoveel mogelijk afgestemd op wat het kind nodig heeft. Passend onderwijs, rekening houdend met wat wenselijk en haalbaar is voor het kind. Daarbij komen vragen aan de orde als: • Wat heeft het kind precies nodig? • Welke kennis heeft het al? • Welke knelpunten moeten worden opgelost? • Wie kunnen ons daarbij eventueel helpen? . Elke school kent ook haar beperkingen, om de eenvoudige reden dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden in het opvangen van kinderen. Zo ook de Daltonschool. De volgende grenzen worden onderscheiden:
22
• • • • •
Didactische uitgangspunten van de school. Verstoring van rust en veiligheid. Verhouding van verzorging/ behandeling en onderwijs. Verstoring van het leerproces. Gebrek aan opnamecapaciteit.
Alvorens wij overgaan tot de toelating van een leerling met een REC indicatie, dient een zorgvuldige afweging plaats te vinden. Een eventuele plaatsing van een dergelijke leerling in het regulier primair onderwijs mag niet de ontwikkeling van het kind schaden. (Bijvoorbeeld: een leerling met een stoornis in het autistisch spectrum, geef je er een handicap bij door het te plaatsen op onze school waar een groot appèl wordt gedaan op de samenwerkingsaspecten van het Daltononderwijs.) Hoewel onze school het als haar taak ziet in hoge mate tegemoet te komen aan de ontwikkelingsbehoefte van de leerling, zijn sommige leerlingen juist beter af in het Speciaal Basis Onderwijs of Speciaal Onderwijs. Teneinde tot een dergelijke zorgvuldige afweging te komen, wordt het volgende stappen plan gehanteerd. • Een gesprek met ouder/ verzorger en het opvragen van de gegevens bij het REC • De directeur informeert het bestuur, de medezeggenschapsraad en de inspectie. • De directeur en het team bespreken de verzamelde informatie en de mogelijkheden binnen de school eventueel in samenwerking met het REC. • De directeur bespreekt met de ouders/ verzorgers de stand van zaken, de voor- en nadelen, de knelpunten. Wellicht is verder onderzoek nodig. • De directeur neemt een formeel besluit, eventueel na overleg met het bestuur. Dit besluit kan inhouden: verder onderzoek wel plaatsen niet plaatsen. Indien er sprake is van verder onderzoek, wordt aanvullende informatie opgevraagd, vindt overleg plaats met ouder / verzorger, bestuur, eventueel mr, inspectie, alvorens er een formeel besluit wordt genomen. Indien tot plaatsing wordt overgegaan volgt een gesprek met de ouder/ verzorger, worden de afspraken vastgelegd en worden bestuur, commissie leerlingenzorg, mr en inspectie geïnformeerd. Zo zal er met geïndiceerde leerlingen bij plaatsing in principe worden uitgegaan van een tijdsperiode van telkens één schooljaar. In het eerste jaar van plaatsing geldt een proefperiode van 2 maanden. In de maand mei/ juni voorafgegaan aan het nieuwe schooljaar zal telkens in overleg met de ouders bepaald worden in hoeverre continuering voor een jaar mogelijk is. Indien er niet wordt geplaatst ontvangen ouders / verzorgers de motivering van dit besluit op schrift en wordt met hen gezocht naar alternatieven. Het bestuur, de m.r. en inspectie worden geïnformeerd. Voor meer informatie: “Ruggensteun bij de Rugzak” en handreiking voor ouders bij de schoolkeuze van hun gehandicapte kind. Te bestellen bij: OUDERS & COO tel.: 0343-513434 e-mail:
[email protected]. 23
Vanaf het jaar 2011 is er in Nederland sprake van Passend onderwijs Uitgangspunt is de verantwoordelijkheid van schoolbesturen om voor elke leerling een passend onderwijsaanbod te ontwikkelen. Als een school/ bestuur het passende aanbod niet volledig zelf kan bieden, dan moet het met andere besturen en scholen afspreken wie dat wel aan zal bieden en hoe. Nader uitgewerkt betekent het dat: • Schoolbesturen moeten vanaf 2011 voor ieder kind met extra zorg, passend onderwijs kunnen leveren. De besturen gaan daarvoor regionaal samenwerken. • Ouders van kinderen met een handicap hoeven voortaan niet meer van school naar school te gaan om een plek voor hun kind te vinden. • De gezamenlijke schoolbesturen hebben de verantwoordelijkheid om een zorgarrangement aan te bieden. • De kwaliteit van het onderwijs aan zorgleerlingen moet omhoog door duidelijker te maken wat zij precies gaan leren. • Ruimte voor maatwerk door het aantal regels te verminderen en door regionaal meer met vaste budgetten te gaan werken. Passend onderwijs is ook een proces van onderop waarbij er geen sprake is van blauwdruk denken. Scholen en besturen zijn gezamenlijk verantwoordelijk dat er geen kind tussen wal en schip komt. De volgende doelstellingen zijn door de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen geformuleerd: • Toegang tot kwalitatief onderwijs • Handelingsgerichte diagnostiek • Landelijk dekkende structuur regionale netwerken • Binnen netwerken transparante onderwijszorg structuur • Horizontale en verticale verantwoording • Netwerk vormen van individuele ouder ondersteuning en collectieve belangenbehartiging • Structuur wordt gekenmerkt door eenvoud, snelheid van handelen en flexibiliteit, in ieder geval één loket. Om dit te kunnen realiseren dienen scholen/ besturen samen te werken in een regionaal netwerk. De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs Voorlichting De voorlichting aan ouders ten behoeve van de schoolkeuze van leerlingen: • De leerkracht groep 8 belegt een speciale ouderavond waarin hij of zij het advies voor het voortgezet onderwijs kenbaar maakt. Dit is meestal in februari/ maart. • Daarnaast verzorgt de school voorlichting door het verstrekken van folders over de betreffende scholen van voortgezet onderwijs. • Ouders wordt aangeraden de verschillende open dagen van het voortgezet onderwijs te bezoeken met hun kinderen. • De leerlingen worden in de gelegenheid gesteld open dagen van scholen van voortgezet onderwijs te bezoeken. Procedures bij de advisering t.b.v. het voortgezet onderwijs De soort gegevens die over leerlingen worden verzameld, de wijze van adviseren en de procedure die wordt gevolgd:
24
In het leerling-dossier worden de gegevens verzameld betreffende de resultaten van het kind. Naast de gegevens van de leerresultaten telt in het advies ook mee de werkhouding, zelfstandigheid, het omgaan met veranderingen. Op basis hiervan en ook na overleg met zijn of haar collega’s geeft de leerkracht van groep 8 het schooladvies aan de ouders. De kinderen leggen de NIO-toets af, (Nederlandse intelligentietest t.b.v. voortgezet onderwijs.). Deze toets geeft aan welke vorm van onderwijs het kind in het vervolgonderwijs zou kunnen halen. De resultaten van deze toets bepalen echter niet alleen het advies. Dus: LVS + uitslag NIO + inschatting van de groepsleerkracht = advies. De school adviseert welke vorm van voortgezet onderwijs het beste bij het kind past. De ouders zijn vrij in hun keuze. Naast het advies over de vorm van voortgezet onderwijs, bespreekt de leerkracht van groep 8 ook met de ouders de school waar deze vorm van onderwijs kan worden gevolgd. Naast het mondelinge advies bevestigt de leerkracht van groep 8 het geheel nog eens schriftelijk naar alle ouders toe. Er vindt jaarlijks overleg plaats tussen de groepsleerkracht en de brugklascoördinator. De groepsleerkracht laat zich door de brugklascoördinator adviseren en voorlichten over de structuur van de betreffende school. De school van voortgezet onderwijs stuurt op haar beurt de rapportcijfers van de uitgestroomde leerlingen gedurende een aantal jaar naar de basisschool. Bij sommige scholen van voortgezet onderwijs moeten de ouders de kinderen zelf aanmelden. Bij de meeste v.o. scholen op ons eiland gaat het via de leerkracht van groep 8 en de directeur. De schoolkeuze is afhankelijk van drie elementen: de capaciteiten van het kind, de kwaliteit van de basisschool en de thuissituatie. We streven er niet naar ieder kind naar HAVO / VWO te helpen. Of deze schoolsoort haalbaar is hangt niet alleen van de kwaliteit van onze school af, maar ook van de aard en aanleg van het kind. We proberen het maximale uit het kind te halen en ervoor te zorgen dat het kind in de voor haar of hem meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs terecht kan komen. Een overzicht van onze uitstroom van de laatste jaren staat in hoofdstuk 8 “De resultaten van het onderwijs”. 6.
DE LERAREN
Team Ons team is als volgt samengesteld: Ineke Snoek- Terlouw * Debbie Winkels-Voshart * Astrid vanVeira-van der Veen * Gerda Oosterbroek-Frijters * Tinus de Vreede * Tamara Lange vacature *
groepsleerkracht 1/ 2 groepsleerkracht 3 maandag en dinsdag groepsleerkracht 3 woensdag, donderdag en vrijdag groepsleerkracht 4/5 maandag t/m dinsdag groepsleerkracht 4/5 woensdag t/m vrijdag onderwijsassistente ter ondersteuning van groep 4/5 groepsleerkracht 6/7
Anneke Luiten-Karels *
groepsleerkracht 7/8 en intern begeleider/ remedial teacher 2 dagen per week groepsleerkracht 7/8 directeur, groepsleerkracht groep 6/7 woensdag leerkracht Humanistisch vormingsonderwijs begeleider “rugzakleerling” administratief medewerkster
Margo Kraanen * Eileen Willers-van Immerseel * Beppie de Waal Marieke Slaats Niesje de Haas-Klem
De leerkrachten bij wie een (*) vermeld staat, zijn leerkrachten die Dalton-gecertificeerd zijn. 25
Vervanging Wanneer een leerkracht ziek is, wordt vervanging geregeld. De parttime werkende leerkrachten van het team proberen de ziektevervanging op zich te nemen, of er wordt van buitenaf een vervanging gezocht. Indien dit niet mogelijk is, worden de kinderen verdeeld over de verschillende groepen. Alleen bij heel hoge uitzondering wordt een groep kinderen naar huis gestuurd, maar alleen dan wanneer het onvermijdelijk is. Stagiaires Stagiaires van verschillende Pabo’s en het Albeda College ( SPW en Helpende Welzijn) worden begeleid door de leerkrachten van de desbetreffende groep. In de groep krijgen ze bepaalde taken om het vak te leren. In het geval van een LIO- stage (leraar in opleiding) begeleidt de student in het laatste studiejaar de groep een aantal dagen per week zelfstandig. De eindverantwoording voor de klas blijft natuurlijk bij de groepsleerkracht liggen. Scholing Scholing van leraren is nodig om “up to date” met het vak bezig te zijn. Ieder jaar maakt de school een nascholingsplan. Het nascholingsplan is ook onderdeel van het beleid op school voor de komende 4 jaar. Nascholing kan gericht zijn op een speciaal schooldoel. Het team gaat dan met elkaar een nascholing doen. Ook is het mogelijk dat aan individuele wensen van de leerkrachten tegemoet wordt gekomen. 7.
DE OUDERS
Betrokkenheid Het belang van de betrokkenheid van ouders: Opvoeden is een taak van ouders en leerkrachten gezamenlijk. Wij vinden het belangrijk dat ouders betrokken zijn bij de ontwikkelingen in onze school. Door het contact wat we samen opbouwen, weten ouders waar leerkrachten en kinderen mee bezig zijn. Onze school is een vereniging waar alle ouders lid van zijn. De school verwacht een actieve deelname aan verschillende activiteiten. Zie verder ook de onderdelen bestuur, ouderparticipatie en M.R. Gescheiden ouders Als school zijn wij wettelijk verplicht beide ouders op een zelfde manier van informatie te voorzien. Ook de ouder die niet kan; mag of gekozen heeft om niet te zorgen heeft recht op informatie. De wet is hier heel duidelijk in (wetboek 1 artikel 377). Het is de wettelijke plicht van de verzorgende ouder, de andere ouder op de hoogte te houden van belangrijke zaken die hun kinderen betreft, dus ook de schoolontwikkeling. Als school willen wij partij zijn voor alle betrokkenen. We hebben daarom gekozen beide ouders op dezelfde wijze te informeren. Vanwege deze reden zal het adres van de niet-verzorgende ouder evenzo in onze administratie worden opgenomen. Via deze adresgegevens zal hij / zij door de school op de hoogte worden gesteld van algemene informatie. • Schoolgids • Weekbrief • Schoolagenda Kindgebonden informatie zal worden verstrekt na contact van leerkracht/ directie en de nietverzorgende ouder.
26
Beide ouders zijn bij individuele oudergesprekken van harte welkom, desgewenst op afzonderlijke tijdstippen. Als het niet is toegestaan, bijvoorbeeld via een gerechtelijke uitspraak, informatie te verstrekken aan een van de ouders, vragen wij u dit schriftelijk aan de directie te overleggen. De school hoeft geen informatie te verstrekken die niet aan de andere ouder zou worden gegeven en de school hoeft geen informatie te verstrekken aan de niet- verzorgende ouder wanneer dit strijdig is met het belang van het kind. Informatievoorziening Wanneer ouders een gesprek willen voeren over hun kind, is dat altijd mogelijk. Zij maken dan een afspraak met de leerkracht. Ook komt het voor dat de leerkracht de ouders wil spreken. De leerkracht neemt dan contact op met de ouders en nodigt hen uit voor een gesprek. Ook kan het mogelijk zijn dat de leerkracht op huisbezoek komt. Het initiatief kan zowel door de school of door de ouders zelf worden ondernomen. Ieder jaar organiseert de school voor de verschillende groepen een ouderavond om op die manier de ouders te informeren over het onderwijs in de groep. Ieder jaar wordt aan de ouders een agenda gegeven, met daarin de data van belangrijke dagen, vakanties en avonden. Ook staat daarin het overblijfschema afgedrukt. Daarnaast verschijnt er (bijna) wekelijks een weekbrief waarin de ouders informatie krijgen over wat er op school gedurende de week is gebeurd en wat er in de komende week gebeuren gaat. Het streven is de weekbrief alleen nog maar digitaal aan te leveren. Ook de website is een grote bron van informatie: www.daltonschool-middelharnis.nl Een ouder van de school heeft het op zich genomen de website bij te houden: de weekbrieven, notulen van de Algemene ledenvergaderingen, foto’s, nieuws enz. worden op de website gezet.
Ouderparticipatie Er zijn verschillende vormen van ouderparticipatie op onze school. Aan het begin van het schooljaar krijgen de ouders een overzicht van de activiteiten met daaraan gekoppeld een inschrijflijst. Het is duidelijk dat hoe meer mensen zich opgeven, des te meer invulling gegeven kan worden aan de activiteiten. De ouders die met hun kind tussentijds instromen kunnen zich uiteraard ook opgeven voor de verschillende participatielijsten. De kans bestaat echter dat de “clubs”al vol zitten. Het jaar erop zal er zeker rekening gehouden kunnen worden met de wensen. De volgende mogelijkheden tot participatie bestaan er: Overblijven Schoolwerkplan / schoolgids / publiciteit Activiteiten Niveau lezen Schoolkrant EGELS (groep enthousiaste ouders die zich bezighoudt met activiteiten die geld opbrengen, om extra kosten te betalen die niet vanuit het Rijk worden bekostigd.) Opvang nieuwe ouders Begeleiden sportactiviteiten Tuin en grasmaaien Klussenploeg
27
Schoolwas Tuin en grasmaaien Klussenploeg Jaarlijkse schoonmaak Kleutermaterialen schoonmaak. Daarnaast vragen we extra hulp bij projecten, vieringen, feesten, sportdag, schoolreizen, schoolkamp en excursies. Omdat de school de functie van streekschool vervult, is het zo georganiseerd dat alle kinderen overblijven. De overblijfcommissie regelt het overblijven op school. Er is altijd een leerkracht ingeroosterd die aanspreekpunt is en de eindverantwoording heeft tijdens het overblijven. De afgelopen schooljaren is er gewerkt met 4 vaste overblijfouders in combinatie met ingeroosterde ouders. Alle andere ouders worden ingeroosterd. U kunt aangeven op welke dagen u inzetbaar bent, daar wordt bij het inroosteren rekening mee gehouden. Mocht u onverhoopt niet uw beurt kunnen invullen, kunt u meestal met één van de andere ouders wisselen. De manier waarop het overblijven momenteel is geregeld, blijkt een succes. Daarom zal ook in de toekomst deze manier van overblijven worden gecontinueerd. Vereniging en bestuur De ouders die kinderen op school hebben zijn lid van de vereniging IBOGO. De leden kiezen een bestuur, welke is samengesteld uit ouders. Het bestuur is het bevoegd gezag van de school en schrijft jaarlijks twee maal een algemene ledenvergadering uit in de maanden november en juni. Het dagelijks bestuur bestaat uit een voorzitter, secretaris en een penningmeester. Daarnaast bestaat het algemeen bestuur nog uit een aantal leden met als taak: personeel, huisvesting en PR en onderwijs.
De klachtenprocedure • Bij voorkomende problemen gaat de ouder na een afspraak gemaakt te hebben met de betreffende leerkracht, met hem of haar praten en legt de klacht voor. Samen proberen ze tot een oplossing te komen. • Lukt dat niet, dan melden de ouders de klacht (schriftelijk) aan de directie. • Wanneer tenslotte nog geen oplossing wordt gevonden, zal de klacht schriftelijk aan het bevoegd gezag (bestuur van de IBOGO) worden medegedeeld door de ouders. Het bevoegd gezag kan de klacht zelf afhandelen of doorgeven aan de onafhankelijke klachtencommissie. Deze instantie doet dan een uitspraak. Het een en ander is uitgewerkt in het model klachtenregeling primair onderwijs. Dit document is op school ter inzage. De Daltonschool Middelharnis valt onder de VBS: Vereniging Bijzondere Scholen. Bij deze vereniging kunt u uw klacht neerleggen. Het adres van de VBS vindt u aan het eind van de gids. Schorsing en verwijdering Dit protocol treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waarbij psychisch en of lichamelijk letsel aan derden is toe gebracht. Er worden drie vormen van maatregelen genomen: • Time-out • Schorsing
28
•
Verwijdering
Time-out Een ernstig incident leidt tot een time-out met onmiddellijke ingang. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: • In geval van time-out wordt de leerling voor de rest van de dag de toegang tot de school ontzegd. • Tenzij redelijke gronden zich daartegen verzetten worden de ouders/ verzorgers onmiddellijk van het incident en de time-out op de hoogte gebracht. • De time-out maatregel kan eenmaal worden verlengd met één dag. Daarna kan de leerling worden geschorst voor maximaal 1 week. In beide gevallen dient de school vooraf of – indien dat niet mogelijk is – zo spoedig mogelijk na het effectueren van de maatregel contact op te nemen met de ouders. • De ouders / verzorgers worden op school uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij is de groepsleerkracht en een lid van de directie van de school aanwezig. • Van het incident en het gesprek wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders / verzorgers voor gezien ondertekend en in het leerling-dossier opgeslagen. • De time-out regeling kan alleen worden toegepast na goedkeuring door de directie van de school. • De time-out maatregel wordt na toepassing schriftelijk gemeld aan het bevoegd gezag. Schorsing Pas bij een volgend ernstig incident, of in het afzonderlijke geval dat het voorgevallen incident zo ernstig is, kan worden overgegaan tot een formele schorsing. De wettelijke regeling voor het Bijzonder Openbaar Onderwijs is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: • Het bevoegd gezag van de school wordt voorafgaand aan de schorsing in kennis gesteld van deze maatregel en om goedkeuring gevraagd. • Gedurende de schorsing wordt de leerling de toegang tot de school ontzegd. Voor zover mogelijk worden er maatregelen getroffen waardoor de voortgang van het leerproces van de leerling gewaarborgd kan worden. • De schorsing bedraagt maximaal 3 weken en kan hooguit 2 maal worden verlengd. • De betrokken ouders / verzorgers worden door de directie uitgenodigd voor een gesprek betreffende de maatregel. Hierbij dienen nadrukkelijk oplossingsmogelijkheden te worden verkend, waarbij de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de opvang van de leerling op de school aan de orde komen. • Het verslag wordt ter kennisgeving verstuurd aan: - Het bevoegd gezag - De ambtenaar leerplichtzaken - De inspectie onderwijs. Ouders/verzorgers kunnen beroep aantekenen bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag beslist uiterlijk binnen 14 dagen op het beroep. Verwijdering Bij het zich meermalen voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid en / of de onderwijskundige voortgang van de school, kan worden overgegaan tot verwijdering. De wettelijke regeling voor het Bijzonder Openbaar onderwijs is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: • Verwijdering van een leerling van school is een beslissing van het bevoegd gezag.
29
• • • • • • •
Voordat men een beslissing neemt, dient het bevoegd gezag de betrokken leerkracht te horen. Hiervan wordt een verslag gemaakt wat aan de ouders / verzorgers ter kennis wordt gesteld en door de ouders / verzorgers voor gezien wordt getekend. Het verslag wordt ter kennisgeving opgestuurd naar: - de ambtenaar leerplichtzaken - De inspectie onderwijs Het bevoegd gezag informeert de ouders schriftelijk en met redenen omkleed, over de mogelijkheid van het indienen van een bezwaarschrift. De ouders / verzorgers krijgen de mogelijkheid binnen 6 weken een bezwaarschrift in te dienen. Het bevoegd gezag is verplicht de ouders / verzorgers te horen over het bezwaarschrift. Het bevoegd gezag neemt een uiteindelijke beslissing binnen 4 weken na ontvangst van het bezwaarschrift. Een besluit tot verwijdering is pas mogelijk nadat een andere basisschool of een andere school voor speciaal onderwijs is gevonden om de leerling op te nemen of dat aantoonbaar is dat het bevoegd gezag, gedurende 8 weken, er alles aan heeft gedaan om de leerling elders geplaatst te krijgen.
Onderwijskundig rapport Wanneer een kind onze school verlaat, tussentijds of aan het eind van groep 8 maken wij een onderwijskundig rapport. Dit rapport sturen wij op naar de nieuwe school. Ouders van groep 8 leerlingen tekenen dit rapport voor gezien en krijgen een kopie. De molen van het Voortgezet Onderwijs gaat dan draaien. De adviezen en inschrijvingen voor het voortgezet onderwijs moeten in de regel voor 1 april zijn afgerond. Medezeggenschapsraad (MR) Vanaf 1982 is iedere school in Nederland verplicht een MR in te stellen. Dit is voortgekomen uit het besef dat de school beter tot zijn recht komt als leerkrachten en ouders meer betrokken zijn bij het beleid van de school. De MR bestaat uit een gelijk aantal ouders en personeelsleden. De raad adviseert of stemt in met beslissingen die genomen worden door bestuur en directie van de school. Tevens krijgt de MR alle relevante stukken die worden aangeleverd door het ministerie op het gebied van beleid en financiën. Dit orgaan kent een eigen reglement waarin haar bevoegdheden zijn vermeld. De MR komt regelmatig bijeen. Correspondentie kunt u richten aan: Medezeggenschapsraad Daltonschool Middelharnis Postbus 206 3240 AE Middelharnis. Tevens hangt er een MR- brievenbus in de hal van de school. Ouderbijdrage De ouderbijdrage bedroeg met ingang van schooljaar 2008-2009: € 80,00 per jaar per kind. Voor het tweede kind is dit € 65,00 en voor het derde en eventueel volgende kinderen € 45,00. Dit bedrag wordt tijdens de Algemene Leden Vergadering ieder jaar opnieuw vastgesteld, geïndexeerd via NIBUD normering. De ouderbijdrage wordt gebruikt voor alle zaken die de school aangaan zoals: Sinterklaas, Kerstviering, melk, excursies, deelname aan sportactiviteiten, schoolreis en kamp en culturele zaken die niet worden gesubsidieerd door de overheid. De ouderbijdrage is vrijwillig. Daarnaast wordt jaarlijks een contributie geheven van € 12,50 per ouder. Dit geld wordt aangewend voor kosten op bestuurlijk niveau zoals: verzekeringen voor vrijwilligers, vergaderkosten, kopieerkosten enz. 30
De kinderen zijn via een collectieve schoolverzekering verzekerd. Vrij vragen en schoolverzuim Vanuit het ministerie zijn hierover duidelijke regels opgesteld in de Leerplichtwet, deze regels geven aan wanneer een kind vrij gegeven mag worden en wanneer niet. Geoorloofd verzuim: • Ziekte: Als een kind ziek is, dan hoeft het niet naar school. De ouder of verzorger moet dit wel zo snel mogelijk aan de school melden. • Godsdienst of levensovertuiging: Als een kind godsdienstplichten moet vervullen, hoeft hij/zij niet naar school. Men moet dit minstens twee dagen van tevoren aan de school laten weten. Eén dag per feest geldt als richtlijn. • Gewichtige omstandigheden: Hieronder verstaat de Leerplichtwet omstandigheden die buiten de wil van de leerling of ouders zijn gelegen. Bijvoorbeeld bij huwelijk, verhuizing, ernstige ziekte familielid, jubilea enz. • Vakantiemogelijkheden: Bij de wetswijziging van 1994 is nadrukkelijk bepaald dat de mogelijkheden om buiten de schoolvakantie verlof te krijgen voor een gezinsvakantie, beperkt zijn tot die gevallen waar het door de specifieke aard van het beroep van een der ouders niet mogelijk is om een gezinsvakantie binnen de schoolvakanties te organiseren. Uit de parlementaire behandeling en de rechtspraak blijkt dat gedacht moet worden aan beroepen in de agrarische sector, de horeca of de toeristische sector.
Voor het aanvragen van bovenstaand beschreven vakantieverlof gelden de volgende regels: • De ouders moeten schriftelijk, 8 weken van tevoren, een verzoek indienen bij de schoolleiding, waaruit blijkt dat vakantie alleen buiten de schoolvakantie mogelijk is. De formulieren zijn bij de directie te verkrijgen. • De ouders moeten bij hun aanvraag een werkgeversverklaring overleggen, waaruit blijkt dat vakantie alleen buiten de schoolvakantie mogelijk is. Echter, een verklaring van de werkgever is geen garantie voor het toekennen van het aangevraagd verlof. • De school mag een leerling slechts eenmaal per schooljaar vakantieverlof verlenen. Dit verlof mag niet langer duren dan 10 schooldagen. Het verlof mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het nieuwe schooljaar. Geen redenen voor extra vakantieverlof: • Het eerder afreizen of later terugkomen van vakantie om drukte te vermijden. • Het vervroegen van de vakantie in verband met lagere prijzen. • Het ontbreken van andere boekingsmogelijkheden, ontstaan door te laat boeken. • Een uitnodiging van kennis of familielid om mee op vakantie te gaan buiten de schoolvakantie om. Toestemming voor extra verlof tot en met 10 schooldagen moet worden aangevraagd bij de directie. Voor verlofperiodes langer dan 10 schooldagen beslist de leerplichtambtenaar. De aanvraag dient men wel bij de directie in te dienen.
31
Voor een aanvraagformulier kan men terecht bij de schoolleiding. De schoolleiding deelt mee of het verzoek is ingewilligd. Ingevulde formulieren moet u zo mogelijk acht weken van te voren indienen bij de directie. Wanneer men zonder toestemming een kind laat verzuimen, is het verzuim ongeoorloofd en ziet de schoolleiding zich genoodzaakt dit te melden bij de leerplichtambtenaar. Deze zal, indien nodig, stappen ondernemen. Voor verdere vragen hierover kan men altijd terecht bij de schoolleiding. Vrijstelling van het onderwijs In principe vindt geen vrijstelling van het onderwijs plaats. Slechts een lichamelijke handicap kan leiden tot vrijstelling. In dat geval zal gezocht worden naar een voor het betreffende kind zinvolle onderwijsactiviteit. 8.
DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS
Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school De school neemt deel in het samenwerkingsverband 40.02 inter-zuilair Goeree-Overflakkee. Hierin participeert de school met alle openbare scholen, twee katholieke scholen en een christelijke school op het eiland. Een teamlid van onze school maakt deel uit van de stuurgroep WSNS. De stuurgroep maakt o.a. het zorgplan voor de scholen. Zie verder in hoofdstuk 2 het hoofdstuk WSNS. Door onze deelname in het samenwerkingsverband, hebben wij regelmatig contact met de speciale school voor basisonderwijs Het Kompas. Met onze specifieke vragen wat betreft onze zorgkinderen kunnen we daar terecht. Ook hebben we goede contacten met het Schoolmaatschappelijk werk, BAVO Europoort, GGD (schoolartsendienst), Veilig Verkeer Nederland en de Openbare Bibliotheek. Per 1 januari 1998 heeft de school aansluiting gevonden bij de Schoolbegeleidingsdienst Zuid Holland Zuid te Dordrecht. Alle scholen uit ons samenwerkingsverband zijn bij deze dienst aangesloten. De dienst steunt ons in het zoeken van oplossingen van leer- en opvoedingsmoeilijkheden met individuele leerlingen. De dienst begeleidt op diverse deelgebieden ook het team. Door ons algemeen bijzondere karakter hebben we contacten met verschillende PABO’s en staan de deuren open voor studenten van deze onderwijsinstellingen. De school participeert in het regio-overleg Zuid Holland van de Daltonvereniging in Nederland. Alle Daltonscholen van de provincie zijn daarin vertegenwoordigd. Zoals u eerder hebt kunnen lezen worden Daltonscholen met regelmaat gevisiteerd door de Daltonvereniging. Er wordt dan uitgebreid gekeken naar de ontwikkeling die de school doormaakt op “Dalton”gebied. Of er nog steeds sprake is van goed en uitgebalanceerd Daltononderwijs. Door te streven naar een team dat alleen bestaat uit Dalton- gecertificeerde leerkrachten, proberen we het peil van lesgeven zo hoog mogelijk te houden en op die manier te blijven voldoen aan de hoge standaarden die door de Nederlandse Daltonvereniging worden gehanteerd. Sinds het schooljaar 2001-2002 wordt een maal per week Humanistisch Vorming Onderwijs (HVO) gegeven aan de groepen 5, 6, 7 en 8. Deze lessen worden verzorgd door een bevoegde leerkracht van de St. Pedagogisch Studiecentrum HVO. Wij vinden het geven van dit vak een grote meerwaarde voor ons onderwijs. 9.
DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS
Uitwerking van de principes
32
Op onze school wordt gewerkt naar de inzichten en principes vormgegeven door Helen Parkhurst, zoals beschreven in het begin van deze gids. De resultaten van onze school worden dan ook getoetst aan de realisering en uitwerking van deze principes. Controle op uitvoering van de Dalton- visie wordt met regelmaat uitgevoerd door de Nederlandse Daltonvereniging. Tijdens het schooljaar 2005-2006 heeft de school een dergelijke visitatie gehad. Hieruit is gevolgd dat de Daltonschool Middelharnis wederom toestemming heeft 5 jaar lang het Dalton- predicaat te voeren. De taak die de kinderen krijgen, is de verpakking van deze drie principes. We werken toe naar de weektaak voor de bovenbouw. In de midden- en onderbouw wordt gewerkt met dagtaken. De kinderen delen zelf hun werk in en leggen hiervoor verantwoording af aan de leerkracht. De kinderen zijn vrij om te leren en mogen meer leerstof doornemen als zij dat aan kunnen. Vanaf groep 5 kiezen de kinderen een maatje of worden ze als maatje gekozen. De bedoeling is dat de kinderen het samenwerken uit zo’n taak met hun maatje doen. Een aantal keren per jaar worden er groepjes samengesteld van leerlingen uit alle leerjaren om zo met elkaar opdrachten uit te voeren. Wij vinden dat kinderen al heel veel zelf kunnen. Wij stimuleren dit door de zelfstandigheid te laten gebruiken, onder meer door vooraf te bespreken hoe het werk of de taak eruit ziet, welke problemen zich voor kunnen doen en welke oplossingen gekozen kunnen worden. De kinderen kunnen dan zelfstandig hun werk gaan maken. Dingen die geleerd moeten worden Het leerprogramma is erop gericht dat kinderen de kerndoelen voor het onderwijs bereiken. De methodes van rekenen en wiskunde, taal, lezen, aardrijkskunde, biologie, geschiedenis en de musische vakken zoals tekenen en handvaardigheid voldoen aan deze kerndoelen. Deze kerndoelen zijn door de overheid ontwikkeld en beschreven. Voortgezet onderwijs Onze leerlingen zijn de afgelopen jaren uitgestroomd naar verschillende vormen van voortgezet onderwijs. Hier volgt een overzicht van de laatste jaren: Groene School 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
Tech. School
Vmbo 1 1 3
2
Vmbo t/ havo
1 4
1 3 6
Havo
4 3 2 (1 leerling naar Havo voor dans en muziek)
2 2
Havo/ Vwo
1 5 2 3
Vwo
Vwo+
2 2 2 3 5
1 2
Anders
1/ sportac.
6
Edudelta college. (groene school en Technische school tezamen) 2009 15 lln.
7
4
33
4
1 lln Havo afdeling: 1 lln Vmbo afdeling: Theaterschool
Rotterdam
Uit de contacten met het voortgezet onderwijs blijkt dat onze leerlingen een positief resultaat behalen wat betreft hun omgaan met verantwoordelijkheid, het zelfstandig zijn en hun samenwerking met andere leerlingen. Ouders en kinderen kiezen niet alleen voor een middelbare school in Middelharnis. Een aantal leerlingen heeft bijvoorbeeld in het jaar 2007 gekozen voor de Vrije School in Rotterdam. In 2008 is een leerling aangenomen op de havo voor Dans en Muziek, te Rotterdam. In 2009 zijn twee van onze leerlingen aangenomen, na auditie gedaan te hebben, op de theaterschool in Rotterdam. 10.
BELANGRIJKE WETENSWAARDIGHEDEN
Schooltijden De schooltijden zijn maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.30 uur tot 14.45 uur. Op woensdag van 8.30 uur tot 12.30 uur. De school gaat 5 tot 10 minuten voor aanvang open. Brengt u a.u.b. uw kinderen ruim op tijd naar school, zodat de leerkrachten en kinderen op tijd kunnen beginnen met de dag ! De groepen 1 en 2 hebben op donderdag geen school. Wij draaien de dagen volgens een continu–rooster.
34
Vakanties: Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Goede Vrijdag/ Pasen Meivakantie
Zomervakantie
26-10-09 tot 2-11-09 21-12-09 tot 4-01-10 22-02-10 tot 1-03-10 02-04-10 tot 6-04-10 30-04-10 tot 10-5-10 Hemelvaartweekeinde: 13-05-10 tot 17-05-10 05-07-10 tot 16-8-10
Agenda Groep 8 dient bij aanvang van het nieuwe schooljaar een huiswerkboekje/ agenda aan te schaffen. De huiswerkopdrachten staan ook op de weektaken beschreven, maar wenselijk is de kinderen te laten wennen aan het gebruik van een agenda. Eventueel kunnen zij een exemplaar van de Dalton- agenda aanschaffen, hierin staan meteen alle vakanties en belangrijke activiteiten benoemd. Alle gezinnen krijgen bij aanvang van het schooljaar 1 exemplaar uitgereikt. Voor een tweede agenda brengen we de kostprijs in rekening. (€3,75) Cijfers en Letters Vanaf de onderbouw leren de kinderen schrijfletters. Veel ouders vinden het leuk hun kinderen te helpen en te stimuleren bij het lezen en schrijven. Op school leren de kinderen vanaf de onderbouw lezen met blokletters en in een wat later stadium met schrijfletters. We willen u verzoeken steeds de schrijfletters volgens de door ons gebruikte methoden te gebruiken en die te benoemen zoals ze worden uitgesproken: bù en niet béé, à en niet aa, hu en niet haa. De tweeklanken bijvoorbeeld oe en eu worden gelijk als een letterteken geleerd, dus niet oo en ee, maar oe; en niet ee en uu, maar eu. U kunt in de onderbouw of middenbouw een letterkaart met voorbeelden vragen. Feesten en projecten Onze school werkt volgens de drie Daltonprincipes. Deze principes vormen het raamwerk van onze school. Ze komen terug tijdens de Daltonweek, aan het begin van het schooljaar, tijdens de festiviteiten rond Kerstmis, Pasen en de Lente in de vorm van een afsluitingsproject. Met de hele school of in elke groep apart wordt dan aandacht gegeven aan deze gebeurtenissen. Gevonden voorwerpen Het is onbegrijpelijk hoeveel spullen er door kinderen op school worden achtergelaten. Spullen waar vaak nooit meer naar gevraagd of gezocht wordt. We bewaren de spulletjes, die niet gemerkt zijn in een aparte doos. Tijdens de rapportenavonden hangen en zetten we alles nog eens in de gang. Daarna doen we de resterende spullen weg (dit gebeurt drie keer per jaar). Wilt u a.u.b. uw kinderen gemerkte spullen meegeven. Denk vooral aan de namen op gymkleding, gymschoenen, bekers, broodtrommels, laarzen. Gymnastiek De kinderen kunnen het beste gymmen in een sportbroekje en een shirtje of een gympakje. Gymschoenen met rubberzolen zijn verplicht (dit in verband met voetwratten). Het zou fijn zijn als u de gymspullen meegeeft in een stoffen tas. In de week voor de vakanties kan de gymtas mee naar huis worden genomen, de kleding kan dan worden gewassen. Midden- en bovenbouw gymmen in het gymlokaal aan de Sportlaan (ca. 15 minuten lopen van school).
35
De gymnastiektijden worden aan het begin van het schooljaar bekend gemaakt. De kinderen van groep 1 en 2 gymmen en spelen in het speellokaal op school. Ze gymmen in ondergoed, eventueel met gymschoentjes (dit is wenselijk doch niet verplicht). Huisbezoek De leerkrachten vinden het zinvol om het kind in zijn of haar eigen omgeving beter te leren kennen. Een kind vindt het ook gezellig als de eigen leerkracht op huisbezoek komt. Wanneer u er prijs op stelt, kunt u met de leerkracht een afspraak maken. Jeugdtijdschriften Aan het begin van het schooljaar worden de kinderen in de gelegenheid gesteld zich te abonneren op een jeugdtijdschrift. Er wordt met name de eerste drie weken van het schooljaar regelmatig foldermateriaal uitgedeeld. Voor de onderbouw valt te denken aan de BOBO, voor de middenbouwleerlingen de OKKI en voor de bovenbouw leerlingen de TAPTOE , de HELLO YOU en de National Geographic voor de jeugd. Ook is het mogelijk uw kind te abonneren op een reeks boeken die gedurende het schooljaar worden afgeleverd. Het uitdelen van de folders houdt in dat wij u van harte aanbevelen uw kind te abonneren om zodoende het lezen te stimuleren. In de bovenbouw wordt iedere maand gratis de Sam Sam uitgedeeld, dit is een intercultureel tijdschrift. Kleding en schoeisel We proberen kinderen zo snel mogelijk zelfstandig te laten handelen. Ook wat eigen redzaamheid betreft, namelijk het aan en uitkleden. Geef uw kind daarom kleding die het zelf kan aan- en uittrekken. Uw kind kan dan zelf naar het toilet gaan zonder hulp van volwassenen. En let u af en toe eens op te korte schoenveters of een rits waar een tandje van ontbreekt. Dit zijn allemaal belemmeringen die het zelfstandig handelen tegenwerken. Wanneer uw kind met kaplaarzen naar school gaat, geeft u dan schoeisel voor binnen mee. Bijvoorbeeld gymschoenen of pantoffels. Ouderparticipatie Participatiecommissie Een aantal jaren geleden zijn wij gestart met een participatiecommissie. De werkzaamheden bestaan uit het coördineren van de hieronder genoemde commissies. Veelal gebeurde dit coördineren door de leden van het schoolteam. Hierdoor kwam hun eigenlijke werk, het onderwijs op onze school, soms in het gedrang. Vandaar dat wij ook in het kader van het daltonprincipe samenwerken, gekozen hebben voor instelling van commissies. Knutselploeg/ klussenclub Zoals overal zijn er bij tijd en wijle klusjes op te knappen, zoals het repareren van speelgoed, het ophangen van een lijstje, het naaien van gordijntjes, enz. Deze karweitjes worden doorgegeven aan de klussenclub. Coördinatie ligt bij één van de ouders. Schoonmaakouders Een paar keer per jaar vragen wij uw hulp bij het schoonmaken van het materiaal, de spelletjes, werkjes en wandplaten. Dit gebeurt meestal aan het eind van het schooljaar, zodat wij en de kinderen het nieuwe schooljaar weer met frisse spullen kunnen beginnen. In de agenda worden de data aangegeven waarop de schoonmaakploeg bij elkaar komt.
36
Schoolwas Een aantal ouders stellen zich beschikbaar om een maand lang de schoolwas, handdoeken en theedoeken, te verzorgen. Op vrijdag wordt de was opgehaald en zo mogelijk op maandagochtend teruggebracht. Activiteitencommissie Tijdens het schooljaar 96/97 is de activiteitencommissie van start gegaan. De werkzaamheden bestonden uit het organiseren van een aantal feesten en niet te vergeten de fancy fair of de zeskamp. De commissie werkt zelfstandig en vanuit het team heeft één van de teamleden zitting in de commissie. Het budget wordt in overleg met het bestuur vastgesteld. De bedoeling is dat de leden drie jaar in de commissie plaats nemen. Al vele jaren heeft deze groep voortreffelijk werk verricht en het team veel werk uit handen genomen. Tuincommissie De tuincommissie onderhoudt de tuin die rondom de school ligt. Dit wordt niet zoals sommige mensen denken, door de gemeente gedaan. Aangezien de leerkrachten en het bestuur geen tijd hebben om naast hun dagelijkse bezigheden ook nog de tuin te doen, zijn we volledig aangewezen op vrijwilligers. De tuinclub draait al jaren als een trein onder leiding van één van de ouders. Waaruit bestaan de werkzaamheden? De voorjaarsbeurt: alles opruimen, onkruid wieden, enz. • Gazon verbeteren: 1 keer per seizoen in maart / april. • Onkruidbestrijding in de gazons: 1 keer per seizoen. • Onkruidbestrijding op de bestrating: 1 keer per maand van april t/m oktober • Het knippen van de hagen en afval opruimen: 2 keer per seizoen in juni en september. • Controle van de bestaande bomen en evt. snoeien. • Winterbeurt in november / december. o.a. snoeien, kantsteken, bladruimen, afkomend afval opruimen. De school beschikt niet over al het adequate tuingereedschap. Dit vragen wij u zelf mee te nemen. Wel is een goede motormaaier op school aanwezig. Overblijfcommissie De overblijfcommissie maakt jaarlijks een overblijfschema. Zij zorgt ervoor dat elke ouder ingeroosterd wordt in het overblijfrooster gedurende het gehele schooljaar. Het rooster maken is een flink karwei; de roostermakers zorgen ook voor de afhandeling van de “vergeten” beurten. Niveaulezen Een aantal ouders helpt mee met het niveaulezen. Schoolkrant De schoolkrant is een nieuwsbrief voor en door ouders, leerlingen en leerkrachten. Leerlingen en ouders uit de p.r.-club zorgen dat minimaal twee maal per jaar een krant uitkomt. U kunt zelf ook een bijdrage inleveren voor de schoolkrant. Andere activiteiten Regelmatig vragen wij middels een oproep in de weekbrief of via het prikbord bij de klassendeur, uw hulp bij de niet van te voren ingeplande activiteiten. Meestal kunt u op die poster of via een strookje aangeven of u bereid bent mee te helpen.
37
Overblijven Alle kinderen blijven tussen de middag over. Er wordt in de klas gegeten met de leerkracht met in de onderbouwgroepen, een overblijfouder. Er wordt via school melk ingekocht. Alle kinderen drinken in principe melk of karnemelk. Kinderen die dit om gezondheidsredenen niet mogen, kunnen vruchtensap krijgen. Kinderen, die met uw goedvinden geen melk drinken, dienen zelf iets van huis mee te nemen. Aan het begin van het schooljaar neemt uw kind van thuis een beker mee, die op school blijft voor de melk. Voor of na het eten gaan de kinderen naar buiten om te spelen onder leiding van de overblijfouders. De overblijfcommissie regelt het overblijven. Voor het overblijven op onze school worden alle ouders bij toerbeurt ingezet. Dit wordt geregeld met een overblijfschema dat jaarlijks door een aantal ouders wordt opgesteld. Hierbij houden zij zoveel mogelijk rekening met uw wensen. Aan het overblijven zijn geen kosten verbonden. Meer informatie kunt u lezen in de agenda die u jaarlijks wordt uitgereikt. Hierin staan het overblijfrooster en de afspraken die gelden bij het overblijven. Tijdens het overblijven is er altijd één van de leerkrachten aanspreekbaar en eindverantwoordelijk. Overblijven - taakomschrijving voor leerlingen en ouders • Bij de kleuters: uitdelen van de melk en de bekers. Bij de overige groepen is dit een klassentaak. • Gelijke aanvang lunch, in principe gebeurt dit als iedereen melk heeft. • Er op toezien dat de kinderen de meegebrachte boterhammen opeten. • (Laten) opruimen van de trommels en de bekers. • Bij de groepen 4-8 is het afwassen, tafels schoonmaken en vegen een klassentaak van de leerlingen. • In de onderbouwgroepen wassen de ouders samen met een kind af en vegen de overblijfouders het lokaal weer aan. Reiskostenvergoeding Indien u niet woonachtig bent binnen een straal van ongeveer 5 km van onze school, kunt u bij uw gemeente informeren over vergoeding voor gemaakte reiskosten van en naar school. Deze mogelijkheid is onder voorwaarden mogelijk, omdat onze school een bijzondere vorm van onderwijs aanbiedt welke in overige gemeenten op Goeree-Overflakkee niet beschikbaar is. Wij wijzen u erop dat elke gemeente hierover eigen regelgeving heeft. Schoolreis Ieder jaar gaan we met de kinderen op schoolreis of schoolkamp. Binnen het Daltononderwijs is een schoolreis meer dan een uitstapje wat je ook met je familie zou kunnen maken. Het is belangrijk dat wij met deze uitstapjes volgens onze principes te werk gaan. Het samen beleven staat voorop bij de keuze van onze reisjes. Doel van de schoolreis is: samen met de kinderen, leerkrachten en de hulpouders een dagje uit te gaan. Vaak wordt voorafgaand aan de schoolreis een project gewijd, gekoppeld aan de bestemming van het schoolreisje of kamp. In het schooljaar 2006-2007 is gekozen met alle groepen “thuis” te blijven. Een professionele circusschool heeft voor een fantastische dag gezorgd. In het schooljaar 2007-2008 is de kleuters op school een kleuterfeest aangeboden, gekoppeld aan een bepaald thema. In het 38
schooljaar 2008-2009 zijn alle kinderen van groep 1 tot en met 6 met bussen naar themapark Plaswijck gegaan. Wanneer uw kind niet mee gaat op schoolreis of kamp (groep 7/8), dan wordt uw kind die dag gewoon op school verwacht. Snoep / versnapering kleine pauze Om ongeveer kwart over tien drinken we in alle groepen een beker melk, vruchtensap etc. Hierbij smaakt een stuk fruit of een liga erg lekker. Wij verzoeken u geen snoep zoals: rolletje drop, zakje chips, marsen, kauwgom etc. mee te geven. Dit geldt ook voor de grote pauze. Vaak zien de kinderen de snoep in hun trommeltje liggen, waardoor de boterham ( met name in de lagere groepen) nog al gauw vergeten wordt. Als u uw kind iets zoets mee wilt geven, houdt het dan bij iets kleins. Overigens smaakt na de boterham een stuk fruit of komkommer ook heel lekker. Indien kinderen naar mening van de leerkracht desondanks veel snoep meekrijgen, wordt dit aan de ouders kenbaar gemaakt. Speelgoed groepen 1 en 2 Vaak willen kinderen graag aan anderen laten zien wat voor moois ze thuis hebben. Heel begrijpelijk! Om te voorkomen dat speelgoed kapot gaat of kwijtraakt is het schooladvies het meenemen van speelgoed tot uitzonderingen te beperken. Er worden regelmatig speelgoedochtenden voor de groepen 1 en 2 gehouden, deze kinderen mogen dan speelgoed meenemen. Deze data zijn in de schoolagenda aangegeven. Telefoon en kopieerapparaat Het komt herhaaldelijk voor dat kinderen op school willen bellen. Op zich is daar natuurlijk niets op tegen. Om te voorkomen dat leerlingen de schooltelefoon gebruiken om op het laatste nippertje afspraken te maken met hun ouders en vriendjes, willen we paal en perk stellen aan het gebruik van de schooltelefoon. Willen leerlingen de telefoon gebruiken anders dan een noodgeval, dan zal 15 eurocent in rekening worden gebracht. Kopieerapparaat De kosten voor losse kopieën bedragen 5 eurocent per stuk. Verjaardagen Het is gebruikelijk, maar zeker niet verplicht, dat jarige kinderen hun groep trakteren. We bevelen niet-zoete traktaties van harte aan! Een traktatie van fruit, kaas of iets dergelijks is ook heel feestelijk en lekker. Helaas zijn er ook leerlingen die allergisch voor het een en ander zijn. De ouders van deze kinderen geven dit aan het begin van het schooljaar aan en er wordt rekening mee gehouden door medeleerlingen en de leerkracht. Voortgezet onderwijs In maart zullen er gesprekken zijn met de ouders van kinderen van groep 8. In een gesprek tussen de leerkracht en de ouders kan van gedachten worden gewisseld over de schoolkeuze van hun kind(eren). Het voortgezet onderwijs vraagt naast het advies van de leerkracht ook nog een onafhankelijk onderzoek. Onze school heeft gekozen voor de NIO, (Nederlands Intelligentietest voor Onderwijsniveau) een toets die goede informatie verstrekt betreffende de schooladviezen. De meeste v.o. scholen houden ook open dagen. De leerlingen van groep 8
39
zullen zoveel mogelijk gebruik maken van deze open dagen. Ouders worden hierover geïnformeerd. Zie voor uitgebreide informatie hoofdstuk 4: De zorg voor de kinderen. Vernieling en vermissing Wanneer er leerboeken mee naar huis genomen worden om bijvoorbeeld een toets te leren, is het van het grootste belang dat de kinderen goed op de spullen passen. Boeken worden alleen mee naar huis gegeven als de kinderen een tas bij zich hebben. Wanneer blijkt dat het boek kwijt is of wanneer er zulke vernielingen zijn aangebracht dat het redelijkerwijs niet meer te gebruiken is, zullen de kosten voor een nieuw boek in rekening worden gebracht. Vulpen en kleurdoos In groep 3 krijgen de kinderen een vulpen en een kleurdoos van school. Het is de bedoeling dat de kinderen daar zuinig mee omgaan. Wanneer bij normaal gebruik deze voorwerpen vervangen moeten worden, krijgen zij van school nieuwe. Wanneer echter de kinderen niet zuinig met hun spullen omgaan en deze aan vervanging toe zijn, brengen wij de kosten daarvan in rekening. De vulpen kost : € 12,00 en de kleurdoos € 2,50. Pesten Kinderen op de Daltonschool moeten zich veilig voelen. Een kind dat zich niet veilig voelt, kan niet goed leren. Daarom is het pestprotocol opgesteld en deze wordt binnen de groep gehanteerd. Tevens wordt op school met een internet protocol gewerkt. In allerlei publicaties kunt u lezen dat via internet en msn’en de meest gruwelijke pesterijen kunnen plaatsvinden. Op de eerste studiedag van het schooljaar 2009-2010 zal het volledige team worden geschoold in het herkennen en voorkomen van pestgedrag. Wij vinden het van het grootste belang dat een ieder die op welke wijze aan school is verbonden de gevaren kent van pest- en plaaggedrag.
40
Regels
Iemand niet op het uiterlijk beoordelen of beoordeeld worden. Niet iemand buitensluiten. Niet aan spullen van een ander zitten. Elkaar niet uitlachen. Elkaar niet bij de bijnaam noemen of uitschelden. Niet roddelen over elkaar. Geen mishandeling plegen, niet lichamelijk en niet geestelijk. Elkaar met rust laten/ niet met een ander bemoeien. Geen partij kiezen bij een ruzie. Geen aandacht aan de pester schenken. Blijft de pester doorgaan dan aan de leerkracht vertellen. Eerst een ruzie zelf uitpraten. Helpt dit niet, dan aan de leerkracht vertellen. Luister naar elkaar. Word je gepest, praat er thuis over, je moet het niet geheim houden. Nieuwkomers op school goed ontvangen en goed opvangen. Deze regels gelden op school en daarbuiten.
11.
JEUGDGEZONDHEIDZORG VAN DE GGD ZUIDHOLLANDSE EILANDEN EN MAATSCHAPPELIJK WERK
Jeugdgezondheidszorg in het kort Wanneer uw kind vier jaar is, neemt afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid-Hollandse Eilanden het begeleiden van de gezondheid van uw kind over van de Zorg en Welzijn groep. In de periode dat uw kind op de basisschool zit, wordt er twee keer een preventief gezondheidsonderzoek door de GGD uitgevoerd. De jeugdarts en de assistente onderzoeken uw kind uitgebreid in groep 2. U wordt schriftelijk uitgenodigd om bij dit onderzoek aanwezig te zijn. Ook krijgt u het verzoek om een lijst met vragen over de gezondheid van uw kind in te vullen. Als uw kind in groep 7 zit, voert de jeugdverpleegkundige het onderzoek uit. De verpleegkundige meet de lengte en het gewicht, bekijkt de lichamelijke ontwikkeling en
41
houding en test zo nodig de ogen. De GGD kijkt niet alleen naar de lichamelijke toestand van uw kind. Zij stellen ook vragen over ondermeer eetgewoontes, vriendjes en hobby’s. De ouders kunnen bij dit onderzoek aanwezig zijn. Heeft u vragen over de gezondheid en welbevinden van uw kind, dan kunt u een afspraak maken. Alle kinderen en ouders uit groep 1-4 kunnen terecht bij de jeugdarts. Ouders met kinderen uit groep 5-8 kunnen een afspraak met de jeugdverpleegkundige maken. Antwoord op veel van uw vragen over gezondheid en welbevinden kunt u vinden op de website: www.ggd-zhe.nl Bijvoorbeeld: u heeft vragen over de opvoeding, over de vreemde lucht in of rond de woning of hebt u een vermoeden van kindermishandeling? Ook vindt u informatie over kinderziekten, beweging, groei en ontwikkeling. Eenmaal per 4 weken bezoekt een schoolmaatschappelijk werkster onze school. Er wordt dan een inloopspreekuur gehouden in een van de kantoortjes. De data van het inloopspreekuur worden ruim van te voren in de weekbrief vermeld. De bekostiging komt vanuit de gemeenten. Alle scholen op Goeree-Overflakkee worden door een van de maatschappelijk werksters van Careyn bezocht. Belangrijke adressen en telefoonnummers Nevenvestiging locatie Middelharnis GGD De Dillenburg GGD Jeugdgezondheidszorg Juliana van Stolberglaan 19 3241 KC Middelharnis 0187-617360 Hoofdvestiging GGD Zuid-Hollandse Eilanden Van Hogendorpstraat 50 3201 WD Spijkenisse 0181-652400 Stichting Careyn (algemeen maatschappelijk werk) Juliana van Stolberglaan 15 Middelharnis Postbus 225 3250 AE Middelharnis
42
12.
ADRESSEN PERSONEEL
Eileen Willlers-van Immerseel Directeur
Tinus de Vreede
Anneke Luiten-Karels
Gerda Oosterbroek-Frijters
Ineke Snoek-Terlouw
Debbie Winkels-Voshart
Margo Kraanen- van Amersfoort
Astrid Veira- v.d. Veen
Marieke Slaats
Voorstraat 104 3251BE Stellendam 0187-493244 e.willers@ daltonschool-middelharnis.nl Laan van Nieuw Zeeland 2 3241SH Middelharnis
[email protected] Pr. Constantijnstraat 1 3241 TC Middelharnis
[email protected] Tijmstraat 6 3222 XN Hellevoetsluis
[email protected] Boezemweg 34 3247 BB Dirksland i.snoek @daltonschool-middelharnis.nl Waterpoortstraat 10 4301 HW Zierikzee
[email protected] Oude Nieuwlandseweg 8 4306 NN Nieuwerkerk
[email protected] Vissersdijk 37 3241 EC Middelharnis
[email protected] Kadeweg 27 3241 SE Middelharnis
Beppie v.d. Waal Leerkracht HVO
Haagwinde 38 3222 XG Hellevoetsluis
Tamara Lange Onderwijsassistente
Nieuwendijk 12 3252 LK Goedereede
Niesje de Haas Administratrice
Voorstraat 104 3251 BE Stellendam
Bestuur van de vereniging IBOGO Voorzitter Secretaris Penningmeester Leden dagelijks bestuur
Frans Sloekers Alianne van Welsenis Bryan Winkels Paul Vollenberg Joost van Welsenis
43
0187-489253 0187-483817 0187-684255 0187-485385 0187-487126
Leden Medezeggenschapsraad Miranda van der Pols Mieke Harfterkamp Corine Groenendijk Anneke Luiten ( teamlid) Margo Kraanen (teamlid) Astrid Veira (teamlid)
0187-651370 0187-663912 0187-603508 0187-482980 Idem idem
Overige adressen en telefoonnummers Nederlandse Dalton Vereniging Bezuidenhoutseweg 251-253 2594 AM Den Haag 070-3315281
[email protected] www.dalton.nl Landelijke Klachten Commissie voor het algemeen bijzonder onderwijs mw. mr. M.H. Boogers 070-3315226
[email protected] Voor ouders over onderwijs 0800-5010 of www.5010.nl Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Meldpunt Vertrouwensinspecteurs 0900 1113111 Schoolbegeleidingsdienst CED 010-5032500 Ongewenste intimiteiten aanspreekbare persoon op school Eileen Willers- van Immerseel Voorstraat 104 3251 BE Stellendam 0187-493244 Aanspreekbare persoon buiten de vereniging i.v.m. ongewenste intimiteiten: Jopie De Morée Langeweg 25 3257 KC Ooltgensplaat 0187-631201 Vertrouwenspersoon seksuele intimiteiten Postbus 7447 4800 GK Breda 076-5202303
44
Advies en meldpunt Kindermishandeling Zuid-Holland Noothoven van Goorstraat 11c 2806 RA Gouda 0182-680888 landelijk nummer: 0900 123 1230
Kindertelefoon 010 - 4224455
45