Schoolgids 2015-2016
Mgr. Hanssen algemeen postadres: Zandbergsweg 115, 6432 CC Hoensbroek Hoensbroek hoofdgebouw BRIN-nummer 08ZP Bezoekadres: Zandbergsweg 115 Hoensbroek tel. 045-5636500
website: www.mgrhanssen.nl
Hoensbroek dependance Bezoekadres: Groeneweg 3 Hoensbroek tel. 045-5631263
Roermond nevenvestiging BRIN-nummer 08ZP Bezoekadres: Jagerstraat 2 6042 KA Roermond tel. 0475-854390
INHOUD Woord vooraf
5
De Mgr. Hanssen
7
Geschiedenis Bestuur Missie en waarden, visie en ambitie Actief burgerschap en sociale integratie Samenwerking
7 8 8 15 17
Het onderwijs
20
Passend Onderwijs en Mgr. Hanssen Onze doelgroepen Ons onderwijsaanbod Logopedie Externe Dienst
20 21 24 24 25
De zorg voor uw kind
27
Toelating Leerlingenbegeleiding en leerlingenzorg Verwijsindex Vermoeden van kindermishandeling Jeugd en Gezin Parkstad Limburg Pestprotocol
27 27 30 32 32 33
De medewerkers
34
Samenstelling team Vervanging Stagiaires Professionalisering
34 34 34 35
De ouders
36
Oudercontacten Tolken Ouderparticipatie en inspraak
36 38 38
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 4 4.1 4.2 4.3 4.4
5 5.1 5.2 5.3
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
2
6 6.1 6.2 6.3 7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 8
Zorg voor de kwaliteit van ons onderwijs Kwaliteitszorg Uitstroomgegevens Opbrengsten
43 44 45 48
Mgr. Hanssen en de wet
58
Verantwoording onderwijstijd Verlof- en verzuimregeling Pedagogische maatregel en verwijdering Klachtenregeling en vertrouwenspersoon Veiligheidsbeleid / ARBO
58 58 60 63 66
Praktische informatie
68
Afmelden / ziekmelden Bezoekochtend Bibliotheekboeken Buitenschoolse opvang Compensatieverlof Cultuur Eerste Heilige Communie EHBO / BHV Excursies Foto’s, video- en geluidsopnamen Gebarentolk Gronden voor vrijstelling van het onderwijs Gymnastiek Hoofdluis Individuele hoorapparaten Informatievoorziening gescheiden ouders Jeugdgezondheidszorg Jeugdtijdschriften Klassenapparatuur Maatschappelijk werk Onderzoeken Onderzoek keel-, neus- en oorarts Overblijven Parkeren Rapporten Rookverbod Rooster vakanties en vrije dagen Schoolfotograaf Schooltijden Sponsoring Telefoneren Therapie
68 68 68 68 68 68 68 69 69 69 70 70 70 70 71 71 72 73 73 74 74 74 74 74 74 74 75 75 76 76 76 76
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
3
9
Toezicht Verkeersexamen Vervoer Verzekering Vrijetijdsbesteding Wet bescherming persoonsgegevens Zwemmen Zwemdiploma
78 78 78 80 81 81 84 84
Adressen
85
BIJLAGEN
Bijlage 1: ontwerpovereenkomst vrijwillige ouderbijdrage Bijlage 2: medewerkers Mgr. Hanssen
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
87 89
4
WOORD VOORAF EEN SPECIALE SCHOOL.... Beste ouders, verzorgers, belangstellenden, De Mgr. Hanssen wil in Zuid- en Midden-Limburg hoogwaardig onderwijs en professionele begeleiding realiseren voor kinderen met ernstige auditieve en/of communicatieve beperkingen - en comorbiditeit, al dan niet in combinatie met andere hulpvragen of beperkingen - waarvoor in het regulier onderwijs geen toereikende zorg geboden kan worden. Op onze school verblijven kinderen met: • •
taalontwikkelingsstoornissen (TOS); een auditieve beperking waaronder: - slechthorendheid - slechthorendheid met een verstandelijke beperking - doofheid - doofheid met een verstandelijke beperking - een stoornis in het autismespectrum die samen gaat met een auditieve en/of communicatieve beperking.
Wij verzorgen in de leslocaties te Hoensbroek en Roermond (voortgezet) speciaal onderwijs voor SH/Doof-leerlingen vanaf 3 jaar tot 13 jaar en voor TOS (voorheen esm)-leerlingen van 4 tot 13 jaar. In het regulier onderwijs biedt de Externe Dienst van de Mgr. Hanssen ondersteuning aan leerlingen van 4 tot en met 21 jaar. Overdracht van expertise en ondersteuning van de onderwijsgevenden vindt plaats in de vorm van coaching, co-teaching, School Video Interactie Begeleiding en andere (begeleidings-)trajecten. Samen met onze ketenpartners Adelante (Audiologie en Communicatie) en Koninklijke Kentalis, geven wij invulling aan het hele palet van diagnostiek, behandeling, onderwijs en begeleiding aan kinderen met gehoor-, spraak- en Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
5
taalproblemen. Voor zowel leerlingen, ouders en professionals zijn wij de partner op het terrein van onderwijs en begeleiding. In deze schoolgids vindt u informatie over ons onderwijs, over de manier waarop wij onze leerlingen begeleiden en op welke wijze gewerkt wordt aan kwaliteitszorg. Daarnaast treft u praktische informatie aan onder meer over school- en vakantietijden, namen van medewerkers, (internet-)adressen en telefoonnummers. Vanuit onze betrokkenheid willen wij 'goed onderwijs' realiseren en uw kind een leerzame, prettige, tijd op onze school bezorgen.
Met vriendelijke groet en uitziend naar een vruchtbare samenwerking, directie en medewerkers van de Mgr. Hanssen
Noot: *Waar 'hij' staat wordt 'hij/zij' bedoeld. *Waar 'ouder(s)' staat worden, tenzij expliciet vermeld ook verzorger(s) en andere belanghebbenden bedoeld. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
6
1.
DE MGR. HANSSEN
1.1
GESCHIEDENIS
De Mgr. Hanssen werd 1 september 1959 opgericht. De school startte met het bieden van speciaal onderwijs aan negenentwintig slechthorende leerlingen - verdeeld over drie groepen - in een gedeelte van een oud schoolgebouw aan de Meezenbroekerweg te Heerlen. Het leerlingenaantal groeide en er werd een kleuterafdeling opgericht. In 1963 kreeg de school het hele gebouw ter beschikking. Enkele jaren later gingen vier groepen in verband met ruimtetekort naar een gebouw aan de Van Sonsbeeckstraat in Heerlen. De eerste groep van de toenmalige afdeling ernstige spraak-/taalmoeilijkheden (esm) kwam in 1975. Juni 1978 verhuisde de school naar de nieuwbouw te Hoensbroek met 31 medewerkers en 136 kinderen. De afdeling Ambulante Begeleiding, nu Externe Dienst, werd opgericht in 1984. Het schoolgebouw werd vier jaren later uitgebreid met twee klaslokalen, een Speellokaal en enkele kleinere ruimten. In januari 1999 werd een aangepast gebouw op het terrein van onze buren, Adelante, (voorheen Stichting Revalidatie Limburg) betrokken. Tegenwoordig worden daar dertien groepen met ondersteunende diensten en de Externe Dienst gehuisvest. De gemeenteraad van Roermond ging in juni 2004 akkoord met een nevenvestiging aldaar, die in gebruik werd genomen vanaf 22 augustus 2005. Momenteel zijn er vier groepen met kinderen met TOS. Inmiddels is onze school gegroeid naar ruim 400 leerlingen en 145 medewerkers. De Mgr. Hanssen is bedoeld als streekschool voor de regio’s Zuid- en Midden-Limburg. De noordgrens wordt gevormd door de gemeenten Stramproy, Helden en Tegelen. Gebruik van openbaar vervoer is, gezien de ligging van de school en de leeftijd van de kinderen, niet mogelijk. Onze leerlingen komen met aangepast vervoer, per busje of taxi, naar school.
1.2
BESTUUR
De Mgr. Hanssen valt vanaf 1 augustus 2015 onder de juridische verantwoordelijkheid van de Stichting Vitus Zuid. De stichting is ontstaan uit de verplichte reorganisatie van het onderwijs aan leerlingen met een auditieve en/of communicatieve proMgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
7
blematiek. Deze reorganisatie is het gevolg van veranderende wet- en regelgeving rondom Passend Onderwijs. In totaal zorgen nu zo’n 450 medewerkers dagelijks voor het onderwijs en de begeleiding aan ruim 1800 leerlingen, verdeeld over drie onderwijseenheden, te weten de Taalbrug SO, de Taalbrug VSO en de Mgr. Hanssen. Het verzorgingsgebied van Vitus Zuid strekt zich uit over vrijwel heel Limburg en Zuidoost-Brabant. Het verzorgingsgebied van de Mgr. Hanssen omvat de gemeenten in Zuid- en Midden-Limburg. Het bevoegd gezag van de stichting wordt gevormd door de bestuurder, dhr. Theo van Munnen. Hij is voor 2½ dag belast met deze functie. Samen met de (algemeen) directeuren van de onderwijseenheden leidt hij de stichting Vitus Zuid. De bestuurder legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht die een controlerende functie heeft ten aanzien van de gestelde doelen. Vitus Zuid is formeel gevestigd in Eindhoven. De bestuurder heeft tot op heden geen vaste werkplek. De ondersteuning op het gebied van bedrijfsvoering en personele zaken is per Onderwijseenheid ingeregeld. De bestuurder maakt hier ook gebruik van en zal, indien nodig, per keer ook extern ondersteuning inhuren. De website van Vitus Zuid is tot op heden nog niet ingericht en bestaat uit een portaal waarmee bezoekers snel op de site van de Taalbrug SO, de Taalbrug VSO en de Mgr. Hanssen kunnen komen.
1.3
MISSIE, WAARDEN, VISIE EN AMBITIE
MISSIE EN WAARDEN
De Mgr. Hanssen is de enige cluster 2 onderwijsvoorziening in Zuid- en Midden-Limburg, met drie leslocaties: het hoofdgebouw en de dependance in Hoensbroek en de nevenvestiging in Roermond. Daarnaast beschikt de school over een uitgebreide Externe Dienst die onder meer zorgt voor ambulante begeleiding. Samen met onze ketenpartners Adelante en Koninklijke Kentalis bieden wij als gezamenlijk expertisecentrum voor ouders, leerlingen en professionals een onderwijszorg continuüm voor kinderen en jongeren met gehoor-, spraak- en/of taalmoeilijkheden èn voor leerlingen met andere specifieke onderwijsbehoeften ten Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
8
gevolge van bijkomende problematiek, zoals een stoornis in het autismespectrum en cognitieve beperkingen. Het onderwijs aan de Mgr. Hanssen en de activiteiten van de Externe Dienst zijn er op gericht om iedere geïndiceerde leerling optimale ontplooiingskansen te bieden, uitgaande van de individuele mogelijkheden, met als einddoel: •
het - verantwoord - overstappen vanuit de Mgr. Hanssen naar de meest passende vorm van regulier basis- of voortgezet onderwijs, al dan niet met begeleiding vanuit de Externe Dienst:
•
het zelfstandig en met succes, zonder verdere extra ondersteuning, het regulier onderwijs (PO, VO of MBO) doorlopen.
Dit willen wij bereiken door in ons onderwijs en in onze begeleiding niet alleen de communicatieve redzaamheid, maar ook de algemene ontwikkeling te bevorderen. Om de communicatieve redzaamheid van de leerlingen te vergroten, besteden de onderwijsgevenden op de school en in de Externe Dienst aandacht aan de volgende speerpunten: − de spraak-/taalontwikkeling; − de sociaal-emotionele ontwikkeling (waaronder de beleving van en de omgang met de spraak-/taalstoornis of de auditieve beperking) en − de motorische ontwikkeling. Met de samenwerkingsverbanden van Weer Samen Naar School (WSNS) zowel van het Primair Onderwijs (PO) als het Voortgezet Onderwijs (VO), de Regionale Expertise Centra (als uitvoerders van de Wet op de Expertise Centra) en de netwerken Passend Onderwijs, worden intensieve contacten onderhouden en wordt gezocht naar afstemming. Hierbij gaat het niet alleen over het onderwijs aan de leerlingen en ondersteuningsvragen, maar ook over beleidsmatige aspecten. In het Centrum voor Ambulante Diensten en Diagnostiek Hoensbroek werken de Externe Diensten van cluster 2, 3 en 4 samen ten behoeve van de regio Parkstad. De inhoud van de dienstverlening die geboden wordt, is clusterspecifiek. Naast het gespecialiseerde onderwijs op school en tijdens de ambulante begeleiding in het regulier onderwijs, bieden wij ook ondersteuning en advisering aan ouders, verzorgers en leraren in het reguliere onderwijs. Screening en diagnostiek, begeleidingsactiviteiten en het geven van trainingen en cursussen op het gebied van de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling behoren eveneens tot ons takenpakket. We willen onze leerlingen, ouders, verzorgers en andere klanten het beste bieden. Wij werken: met 'bevlogenheid' en ambitie; vanuit deskundigheid; vanuit betrokkenheid en betrouwbaarheid; Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
9
in dialoog samen met anderen; met respect voor de medemens en zijn omgeving.
VISIE OP IDENTITEIT Het onderwijs aan de Mgr. Hanssen wordt gegeven vanuit een katholiek-christelijke visie op het leven. Dit komt tot uitdrukking in de respectvolle manier waarop medewerkers met leerlingen, ouders, collega's en andere betrokkenen omgaan. We waarderen de ander en dragen zorg voor elkaar, zowel binnen als buiten de lestijd. Tijdens het godsdienstonderwijs wordt aandacht besteed aan de katholieke signatuur van de school. Tevens wil het vak een bijdrage leveren aan de levensbeschouwelijke identiteitsontwikkeling van de leerlingen. Ook niet-katholieke leerlingen zijn welkom op de Mgr. Hanssen. Onze missie en de daaruit voortvloeiende doelstellingen voor het onderwijs zijn maatgevend. We verwachten van ouders dat zij deze onderschrijven en respectvol met elkaar omgaan.
VISIE OP DE MENS
Mensen zijn uniek en autonoom. Zij nemen initiatieven en treffen maatregelen om hun wereld en hun toekomst vorm te geven. Door deze betekenisverlening krijgt de mens grip op zijn wereld. Mensen beschikken over kwaliteiten en hebben ideeën en meningen. Wanneer zij de ruimte krijgen om deze te ontwikkelen en in praktijk te brengen, stimuleert dit de persoonlijke groei. In de relatie met anderen, ook binnen de opvoedings- en onderwijssituatie èn door zelfreflectie, kan de mens zich in al zijn facetten ontwikkelen.
VISIE OP HET KIND Ieder kind is uniek. Iedere persoon kent lichamelijke behoeften, de behoefte aan veiligheid en zekerheid, de behoefte aan sociale contacten, waardering en erkenning en de behoefte aan zelfontplooiing. Sociale interactie met de omgeving geeft structuur en betekenis aan de leefwereld van het kind waardoor ook competenties tot ontwikkeling kunnen komen. We erkennen dat er verschillen tussen kinderen zijn, zonder daarmee de opvattingen over gelijkwaardigheid los te laten. Ieder kind mag zich in overeenstemming met zijn of haar capaciteiten, belangstelling en behoeften ontwikkelen. Stimuleren, uitdagen en sturen om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen ontwikkeling, zien wij als een hoofdtaak van het onderwijs.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
10
VISIE OP VERANDERINGEN IN DE MAATSCHAPPIJ
Allerlei ontwikkelingen hebben de wereld ontsloten. Mensen van over de hele wereld staan, via de moderne multimedia, midden in onze samenleving. Deze globalisering heeft onze pluriforme maatschappij nog complexer gemaakt. Om goed te kunnen functioneren, is flexibiliteit en begrip van volwassenen en kinderen een noodzakelijke voorwaarde. Dit heeft tot gevolg dat, meer dan ooit, kritisch nagedacht moet worden over wat het onderwijs kinderen zou moeten aanbieden. Niet alleen de traditionele leerstof staat ter discussie, maar vooral ook de wijze waarop de leerstof wordt aangeboden. Leerkrachten zijn niet langer hoofdzakelijk instructeurs, maar begeleiders van leerprocessen, waarbij niet alleen het ontwikkelen van kennis centraal staat. De wereld om ons heen verandert zeer snel. In toenemende mate zien we verdere individualisering en globalisering. Ons onderwijs dient daarvoor de ogen niet te sluiten, maar de ogen van de kinderen hiervoor te openen. Voor een sociaalfunctionerende maatschappij is het nodig dat mensen kunnen luisteren, zich kunnen inleven in anderen, in staat zijn begrip op te brengen voor andere meningen, bereid zijn actief deel te nemen en de mogelijkheid hebben om problemen op te lossen. School dient, daar waar mogelijk, in te spelen op de maatschappelijke ontwikkelingen. Wij willen de kinderen leren een positieve bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van een rechtvaardige samenleving en kennis te nemen van de rechten en plichten in onze maatschappij. Recente regelgeving heeft scholen de wettelijke taak gegeven om actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen. Het onderwijs op de Mgr. Hanssen is erop gericht kinderen voor te bereiden op deelname aan een samenleving waarin het gaat om gezamenlijkheid, betrokkenheid, iets over hebben voor een ander en om mèt elkaar te leven in plaats van naast elkaar. Waarden als vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid, verdraagzaamheid en het bestrijden van discriminatie vinden wij belangrijk. Door de multiculturele achtergrond van onze leerlingen is het vanzelfsprekend dat wij in ons onderwijs aandacht besteden aan de tradities, gebruiken, godsdiensten en levensbeschouwingen binnen verschillende culturen. Het stimuleren van 'actief burgerschap en sociale integratie' is verweven in ons onderwijsaanbod en in het pedagogisch handelen, waarbij we de leerlingen uitdagen na te denken over hun rol als burger in de Nederlandse samenleving. Ook 'kleine' burgers zouden zich betrokken moeten voelen bij de maatschappij, want de verantwoordelijkheid die men voor de gemeenschap voelt, maakt deel uit van de identiteitsontwikkeling. Wij streven ernaar bij de kinderen een attitude te ontwikkelen waardoor zij bereid zijn deel uit te maken van de gemeenschap èn daar actief een bijdrage aan willen leveren.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
11
VISIE OP OPVOEDING EN ONDERWIJS Onze opdracht is om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van onze leerlingen op weg naar volwassenheid. Wezenlijke kenmerken van volwassenheid zijn, ons inziens, het nemen van beslissingen, betekenis kunnen geven, kunnen creëren en verantwoordelijkheid dragen. Het onderwijs zal door het stimuleren van de ontwikkelingsmogelijkheden die een kind heeft, het helpen deze te ontplooien. Uitgangspunt hierbij is de totale ontwikkeling van een kind, waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar de communicatieve ontwikkelingsaspecten. De Mgr. Hanssen is immers een school voor leerlingen met een auditieve en/of communicatieve beperking. Ook voor leerlingen met daarnaast andere specifieke onderwijsbehoeften ten gevolge van bijvoorbeeld een stoornis in het autismespectrum en cognitieve beperkingen wordt deze doelstelling nagestreefd. Ouders zijn eindverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind. De school wil een bijdrage leveren aan de opvoeding door middel van haar onderwijs en begeleiding. Het onderwijs- en begeleidingsaanbod van de Mgr. Hanssen heeft tot doel het opheffen, verminderen of compenseren van de onderwijsbelemmeringen die het gevolg zijn van de auditieve en/of communicatieve beperkingen. Wanneer het kind hieraan toe is, zal het (terug) geplaatst worden in het reguliere basisonderwijs waaronder het speciale basisonderwijs (het sbo) of in het reguliere voortgezet onderwijs. In uitzonderlijke gevallen is het nodig een kind te verwijzen naar een andere vorm van speciaal onderwijs.
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE VISIE
De basis van ons onderwijs is gelegen in het feit dat we te maken hebben met kinderen met een auditieve en/of communicatieve beperking. Van alle medewerkers wordt verwacht dat hiermee bewust en zorgvuldig wordt omgegaan. Ook wordt er expliciet en impliciet aandacht besteed aan de omgang van kinderen onder elkaar. Uitgaande van onze visie op de mens, op het kind, op de veranderingen in de maatschappij en op opvoeding en onderwijs, streven wij op de Mgr. Hanssen naar een positief pedagogisch klimaat, waarbij de dialoog tussen volwassene en leerling gebaseerd is op echtheid, empathisch vermogen en een goede afstemming tussen school en thuis. We streven naar een ononderbroken lijn in de ontwikkeling van een kind. Om kinderen zoveel mogelijk voor te bereiden op de 'volwassen' wereld en zeker op het vervolg na onze school, willen we hun individuele mogelijkheden stimuleren en hen uitdagen door reële hoge doelen na te streven. Daarbij sluiten we zoveel mogelijk aan bij hun leef-, belevings- en ervaringswereld. We streven een brede ontwikkeling na, maar leggen de nadruk op de primaire Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
12
vakken om de doorstroming naar andere vormen van passend onderwijs mogelijk te maken en te bespoedigen. Alle medewerkers vinden het belangrijk dat het eigene van ieder kind gerespecteerd en beschermd wordt. Ons inziens kan een kind zich slechts dan ontwikkelen wanneer de omgeving waarin het kind gevormd wordt, aandacht besteedt aan veiligheid, zelfstandigheid, weerbaarheid en de mogelijkheid biedt tot zelfontdekkend handelen. Het bevorderen van zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid van leerlingen neemt een dan ook een belangrijke plaats in binnen het onderwijs aan de Mgr. Hanssen. Schoolmedewerkers zoeken bij onze auditief en/of communicatief beperkte leerlingen, voortdurend naar een evenwichtige verhouding tussen het bieden van hulp aan de kinderen en het tegemoet komen aan hun gevoelens van competentie en autonomie, rekening houdend met individuele verschillen. Dit komt tot uiting in het onderwijsaanbod, in het pedagogisch-didactisch handelen en in de rol en het gedrag van de leerlingen. Leerkrachten hebben een stimulerende, uitdagende, begeleidende, faciliterende, sturende en instruerende rol, waarbij ze ruimte geven aan leerlingen om ook zelf initiatieven te nemen. De school zal bij handelingsverlegenheid van ouders, waar mogelijk bemiddelend optreden met betrekking tot vragen over de opvoeding. Alle partijen dienen oog te hebben voor overleg en samenwerking met andere disciplines, meestal binnen, maar soms ook buiten de school.
AMBITIE
De Mgr. Hanssen wil voor Zuid- en Midden Limburg hoogwaardig onderwijs en professionele begeleiding realiseren voor kinderen met ernstige auditieve en/of communicatieve beperkingen, al dan niet met bijkomende problemen en andere specifieke onderwijsbehoeften, waarvoor in het regulier onderwijs geen toereikende zorg geboden kan worden. Samen met onze ketenpartners Adelante en Koninklijke Kentalis bieden wij als gezamenlijk expertisecentrum voor ouders, leerlingen en professionals een onderwijszorg continuüm gericht op het opheffen, verminderen of compenseren van de onderwijsbelemmeringen die het gevolg zijn van de auditieve en/of communicatieve beperkingen al dan niet in combinatie met andere (gedrags-)problemen. In de schoolvisie is onze ecologische kijk op het kind verwoord: wij kijken naar kinderen in relatie tot hun omgeving. De totale ontwikkeling van een kind staat centraal en er is bijzondere aandacht voor de communicatieve ontwikkelingsaspecten. Onder communicatie verstaan we niet alleen de mondelinge, maar ook de schriftelijke taal en de sociale competentie (de pragmatische aspecten van de communicatie). Het onderwijs en de begeleiding aan onze leerlingen, met betrekking tot de Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
13
specifieke hulpvragen op auditief en/of communicatief gebied, wordt door de volgende pijlers gedragen:
CIDS*)
Taal
Sociaal-emotineel
Bewegen
Communicatieve Redzaamheid
*) CIDS = Cultuur & identiteit doven en slechthorenden
De pijlers van ons onderwijs
Ontwikkeling van deze pijlers vormen de voorwaarden voor een goede en effectieve communicatie: ● Bewegen Het kind moet een (goed) ontwikkeld lichaamsbesef hebben en zich goed kunnen bewegen om zelfvertrouwen op te bouwen en zich lekker in zijn vel te voelen. ● Sociaal-emotioneel Sociale vaardigheden en een positief zelfbeeld zijn nodig om met anderen een opbouwende relatie aan te kunnen gaan en open te communiceren. ● Taal Om tot effectieve informatieoverdracht te kunnen komen, maar ook om anderen te kunnen begrijpen, is, naast inlevingsvermogen, beschikking over voldoende taal en taalvaardigheid een noodzaak. ● CIDS Voor de kinderen met een auditieve beperking geldt, dat zij een eigen identiteit moeten ontwikkelen in een maatschappij die overwegend uit horenden bestaat. Ieder kind is anders en leert anders. In ons onderwijs willen we daarmee rekening houden. Waar mogelijk sluiten we aan bij de leef-, belevings- en ervaringswereld van onze leerlingen. We streven naar een ononderbroken lijn in de ontwikkeling van ieder Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
14
kind met een zo evenwichtig mogelijke verdeling in de aandacht die uitgaat naar de cognitieve, creatieve, motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling. Gezien onze doelgroepen willen we gedegen en zoveel mogelijk vernieuwend onderwijs aanbieden. Indien gewenst of noodzakelijk, zoeken wij voor onze leerlingen, ondersteuning bij partners uit de zorg (ketenoriëntatie). De Mgr. Hanssen wil een schakelschool zijn. We streven een verantwoorde terugplaatsing naar de meest passende vorm van vervolgonderwijs na, zowel richting het primair- als het voorgezet onderwijs. Dit willen we onder meer bereiken door met leerlingen planmatig te werken aan hun hulpvragen en door een goede aansluiting op het programma van het regulier onderwijs na te streven. Dit laatste willen we bereiken door hoge doelen te stellen en opbrengstgericht te werken. De Externe Dienst ondersteunt de schakelfunctie van de school door kinderen in het reguliere onderwijs te begeleiden. Zo wordt de overstap van onze leerlingen naar een andere vorm van onderwijs ondersteund en bestendigd. Om de begeleiding van onze kinderen te optimaliseren, stellen wij de handelingsplannen van alle leerlingen minstens twee keer per jaar bij. Onze handelingsplannen en aanpassingen daarvan worden goed gecommuniceerd met en afgestemd op de wensen van ouders en/of verzorgers. De Mgr. Hanssen wil nadrukkelijk ook voor leerlingen die, naast auditieve en/of communicatieve beperkingen, andere problemen of stoornissen (comorbiditeit) hebben, onderwijsbegeleiding verzorgen. Dit, indien nodig, in samenwerking met onze partners.
1.4
ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) formuleert 'actief burgerschap' als: 'De bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren'. In de toelichting op de Wet op het Primair Onderwijs (WPO), over de verplichting voor scholen om bij te dragen aan de integratie van leerlingen in de Nederlandse samenleving, wordt onder sociale integratie verstaan: 'Een deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur'. Waarom vinden we actief burgerschap en sociale integratie belangrijk? De school staat door onze leerlingen midden in de samenleving, die steeds meer gericht is op individualisering. Daarmee neemt de sociale binding of sociale cohesie, af. Rechten en plichten die horen bij burgerschap zijn hierdoor op de achtergrond Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
15
geraakt. Ook zijn veel ouders en kinderen door hun allochtone herkomst niet gewend aan de burgerschapstradities en aan de gebruiken van onze samenleving. Wij hebben de overtuiging dat menselijke solidariteit, goede manieren, sociale controle, kortom burgerschapsgedrag, bijdraagt aan de sociale cohesie. Op school verkeren alle kinderen in grote groepen leeftijdgenoten, die allemaal van elkaar verschillen. De kinderen leren met de verschillen om te gaan en tevens met anderen op basis van gelijkwaardigheid samen te werken. Op deze wijze worden ze voorbereid om in de maatschappij goed te kunnen functioneren. Leerlingen nemen deel aan het maatschappelijk leven in uiteenlopende situaties: op straat, bij het sporten of andere activiteiten in clubverband, bij familie of onder vrienden. Wij benutten die ervaringen en stimuleren kinderen in hun maatschappelijke participatie. Wat beogen we met actief burgerschap en sociale integratie? De kerndoelen voor het basisonderwijs met betrekking tot burgerschap zijn als volgt omschreven: De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger. De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen. De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en van anderen. De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht als verkeersdeelnemer. De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Actief burgerschap is een deel van de pedagogische opdracht van de school. Dit betekent dat wij niet alleen kennis uit de schoolvakken aanbieden, maar ook het burgerschap actief tijdens de lessen en in ons handelen integreren en op deze manier de leerlingen laten ervaren wat dit begrip in de praktijk betekent. − Wij stimuleren de leerlingen om zelf taken aan te pakken waarmee zij bijdragen aan gemeenschapsbelangen op buitenschools terrein en betrekken daar buitenschoolse connecties bij. − Wij zoeken mogelijkheden voor leerlingen om een actievere rol te spelen in de schoolgemeenschap. Wat doen we aan actief burgerschap en sociale integratie? Het onderwijs op de Mgr. Hanssen is erop gericht kinderen voor te bereiden op hun integratie in en participatie aan een - volwassen - samenleving. De ontwikkeling van burgerschap komt tijdens diverse lessen in alle groepen aan bod: Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
16
• • • • • •
in de thema’s van de onderbouw; in de godsdienstlessen; bij wereldoriëntatie: geschiedenis, aardrijkskunde, biologie; in de methodes 'Leefstijl' voor de sociaal-emotionele ontwikkeling; in de verkeerslessen tijdens activiteiten in het kader van culturele ontwikkeling.
De komende jaren zal de school een curriculum opbouwen en een omgeving worden waarin 'goed' burgerschap zichtbaar is.
1.5
SAMENWERKING
Er bestaan vier clusters van scholen die speciaal onderwijs aanbieden: cluster 1: scholen voor blinde en slechtziende kinderen; cluster 2: scholen voor dove en slechthorende kinderen en kinderen met taalontwikkelingsstoornissen; cluster 3: scholen voor zeer moeilijk lerende kinderen en/of lichamelijk gehandicapte kinderen; cluster 4: scholen voor kinderen met gedragsproblemen of langdurig (psychiatrisch) zieke kinderen. Als streekschool voor speciaal onderwijs aan kinderen met auditieve en/of communicatieve beperkingen, met of zonder comorbiditeit, werkt de Mgr. Hanssen intensief samen met andere instituten. •
INNOVO
•
SIMÉA
Siméa betekent: ‘elkaar verstaan’. Deze vereniging/stichting is een landelijke organisatie die de belangen van het onderwijs aan en de begeleiding van kinderen met ernstige auditieve en/of communicatieve beperkingen behartigt. Deze organisatie praat en onderhandelt namens alle scholen met 'de politiek', de regering, maar ook met andere organisaties over allerlei thema’s die belangrijk zijn voor onze doelgroepen. •
PLATFORM LIMBURG (PL) In Limburg werkt de Mgr. Hanssen samen met cluster 3 en 4. Regelmatig is er contact met de samenwerkingsverbanden (WSNS) en de ouderorganisaties.
•
ADELANTE AUDIOLOGIE & COMMUNICATIE
Adelante, afdeling Audiologie & Communicatie, onderzoekt, adviseert en behandelt kinderen en volwassenen met gehoor-, spraak- en/of taalproblemen. Er is een intensieve samenwerking tussen onze school en deze afdeling van Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
17
Adelante ten behoeve van de kinderen op school (alle locaties) en in ambulante begeleiding op het gebied van: ● ● ● ●
audiologie (gehoormeting) gehoorcontroles door een KNO-arts logopedie en logopedisch onderzoek technische ondersteuning (apparatuur).
Ook in het 'Aanmeldpunt REC ZeON Hoensbroek', waar de indicatiestelling voor het verkrijgen van een beschikking voor leerlinggebonden financiering ('de rugzak') wordt voorbereid, participeren medewerkers van Adelante.
Adelante biedt in Maastricht en Geleen opvang voor kinderen tot 4 à 5 jaar die vanwege een lichamelijke, meervoudige en/of zintuiglijke beperking een ontwikkelingsachterstand hebben. Deze kinderen worden enkele dagdelen intensief begeleid in therapeutische peutergroepen waar veel aandacht besteed wordt aan de ontwikkelingsproblemen. •
KONINKLIJKE KENTALIS Niet (goed) kunnen horen of communiceren leidt vaak tot allerlei problemen. Een training of therapie (individueel of in een groep) kan helpen, zoals speltherapie, logopedie, faalangstreductie- of een sociale vaardigheidstraining. Vaak gebeurt dit in combinatie met begeleiding thuis. Kinderen van anderhalf tot vijf jaar die moeite hebben met horen, spreken (de articulatie) of taal kunnen baat hebben bij vroegbehandeling. De kinderen leren hier op een speelse manier communiceren en omgaan met anderen. Voor kinderen van 2 tot 5 jaar bij wie een vorm van autisme wordt vermoed, biedt Kentalis speciale vroegbehandeling. Vaak hebben de kinderen ernstige problemen in de communicatie, met de informatieverwerking en in het leggen en onderhouden van contacten. Ook kinderen met een auditieve en/of communicatieve beperking in combinatie met een verstandelijke beperking, kunnen bij Kentalis terecht voor dagbehandeling.
Kentalis heeft in Limburg zorglocaties voor kinderen met beperkingen in horen en communiceren in Hoensbroek, Maastricht, Roermond en Venlo. Schoolgaande kinderen kunnen baat hebben bij naschoolse dagbehandeling. Naschoolse dagbehandeling heeft onder meer tot doel kinderen en jongeren te helpen bij het uiten van gevoelens en het omgaan met anderen. •
MONDRIAAN
Mondriaan is een instelling voor geestelijke gezondheidszorg in Limburg met meer dan vijftig locaties. Zij bieden zorg aan kinderen, jeugdigen, volwassenen en ouderen met psychische of psychiatrische klachten. Daarnaast biedt Mondriaan Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
18
ook forensische psychiatrie. Kinderen en jongeren, van 0 tot 20 jaar, met (ernstige) psychiatrische en orthopsychiatrische problemen kunnen, met hun ouders, bij Mondriaan terecht voor diagnostiek en behandeling. Mondriaan heeft locaties in Heerlen, Maastricht, Sittard en Roermond. •
FOSS en FODOK De FOSS (Nederlandse Federatie van Ouders van Slechthorende kinderen en van kinderen met TOS) en de FODOK (Nederlandse Federatie van Ouders van Dove Kinderen), komen actief op voor ouders en kinderen en behartigen hun belangen. Zij maken zich bij instanties en bij de overheid sterk voor het verbeteren van regelingen en wetten. Naast belangenbehartiging en voorlichting bestaat het werk van de FOSS en FODOK uit het organiseren van lotgenotencontact.
•
CI-TEAM ZUID-OOST-NEDERLAND De afkorting CI staat voor cochleair implantaat. Een CI-team bepaalt wie er in aanmerking komt voor een implantaat en begeleidt geïmplanteerden ook na de operatie. Een CI-team is multidisciplinair samengesteld en bestaat uit KNO-artsen, audiologen, logopedisten, hoortherapeuten, linguïsten, orthopedagogen, psychologen, maatschappelijk deskundigen, technici, wetenschappelijke en administratieve medewerkers. Het CI-team Zuid-Oost-Nederland (oude naam: CI-team Maastricht/Hoensbroek) bestaat uit medewerkers van het academisch ziekenhuis Maastricht, de audiologische centra in Hoensbroek, Venlo en Eindhoven, de Mgr. Hanssen en de Stichting Gezinsbegeleiding.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
19
2
ONDERWIJS
2.1
PASSEND ONDERWIJS EN MGR. HANSSEN
Ook voor de Mgr. Hanssen zullen de aanpassingen als gevolg van de invoering van Passend Onderwijs gevolgen hebben. Doel Passend Onderwijs Het doel van Passend Onderwijs is dat alle leerlingen een passende onderwijsplek krijgen. Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, zullen in de toekomst zoveel mogelijk door het reguliere onderwijs bediend worden; doorverwijzing naar het speciaal onderwijs zal steeds minder vaak plaatsvinden. Uitgangspunt is dus regulier als het kan, speciaal als het moet. Dat geldt ook voor cluster 2 en dus ook voor de Mgr. Hanssen. Overgangsregeling Vanaf 1 augustus 2014 vervallen alle huidige beschikkingen cluster 2. Dat betekent overigens niet dat deze leerlingen geen speciaal onderwijs of begeleiding meer van ons krijgen Leerlingen die per 1 augustus nog een geldige beschikking hebben en op de Mgr. Hanssen zitten, mogen gebruik maken van het overgangsrecht. Zij mogen maximaal nog twee jaar gebruik maken van het speciaal onderwijs. Tussentijds moet er dan opnieuw gekeken worden naar de noodzaak van extra ondersteuning vanuit cluster 2. (zie hieronder bij nieuwe aanvragen voor ondersteuning) Voor leerlingen die per 1 augustus 2014 nog recht hadden op begeleiding vanuit cluster 2 in het regulier onderwijs (het rugzakje) is wettelijk niets geregeld. Toch zullen wij ook voor deze leerlingen maximaal tot 1 augustus 2016 een vorm van begeleiding (hoe beperkt ook) garanderen. In de tussentijd zal opnieuw gekeken moeten worden of deze leerlingen nog extra ondersteuning vanuit cluster 2 nodig hebben. (zie hieronder) Nieuwe aanvragen voor ondersteuning Aanvragen voor extra ondersteuning vanuit cluster 2 kunnen bij het aanmeldpunt in Hoensbroek ingediend worden. Na een beoordeling van de aanvraag zal de Commissie van Onderzoek een definitief advies uitbrengen. Heeft een leerling volgens dit advies recht op ondersteuning vanuit cluster 2, dan staat er ook bij waaruit die ondersteuning zal bestaan. Deze ondersteuning bestaat dan minstens uit een onderwijsarrangement eventueel aangevuld met aanvullende extra ondersteuning. Er zijn drie onderwijsarrangementen: 1. Licht onderwijsarrangement
De leerling gaat naar de reguliere school met beperkte ondersteuning op locatie. 2. Medium onderwijsarrangement
De leerling gaat naar de reguliere school met extra ondersteuning op locatie. 3. Intensief onderwijsarrangement
De leerling gaat naar een school voor speciaal onderwijs. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
20
Nadat het arrangement is toegekend, wordt samen met de reguliere school een plan van aanpak opgesteld en met ouders besproken. Op het einde van het schooljaar evalueren en stellen we het plan bij. Als uit de evaluatie blijkt dat ondersteuning vanuit cluster 2 nodig blijft, wordt er een nieuwe aanvraag voor ondersteuning ingediend. Aanvullende informatie Meer informatie hierover vindt u op de sites van − Mgr. Hanssen: www.mgrhanssen.nl − Simea: www.simea.nl − Steunpunt passend onderwijs: www.steunpuntpassendonderwijs.nl Fusie Mgr. Hanssen met de Taalbrug Op 1 augustus 2015 zal de Mgr. Hanssen samengaan met de Taalbrug uit Eindhoven/Venlo. Deze fusie is ook een gevolg van de nieuwe wetgeving. Waarschijnlijk zult u van de fusie weinig merken en heeft deze voor u en uw kind verder geen gevolgen. Zowel de leslocaties als ook de begeleiding in het regulier onderwijs blijven gewoon bestaan.
2.2
ONZE DOELGROEPEN
De Mgr. Hanssen voorziet onderwijs in cluster 2. Conform de wet op de expertisecentra richt de school zich op het onderwijs en de begeleiding van kinderen met een auditieve en/of communicatieve beperking al dan niet met comorbiditeit. In de dagelijkse praktijk bedient de school de volgende hoofd- en subdoelgroepen: 1. 2. 3. 4.
Kinderen met taalontwikkelingsstoornissen (TOS); Kinderen met een auditieve beperking; slechthorend (SH) Kinderen met een ernstige auditieve beperking; doof (Doof) Kinderen met een ernstige MG - problematiek (Meervoudig Gehandicapt), waarbij de auditieve- en/of communicatieve problematiek een belangrijke beperking vormt.
KINDEREN MET TAALONTWIKKELINGSSTOORNISSEN Een kind met TOS wordt toegelaten tot cluster 2 onderwijs wanneer het voldoet aan de volgende criteria: Er moet sprake zijn van een ernstige uitval op tenminste twee van de vier hieronder genoemde aspecten van de spraak en de taal. Dit moet met minstens twee tests worden aangetoond. Aspect 1: de spraakproductie: het spreken, de verstaanbaarheid, de articulatie. Aspect 2: de auditieve verwerking, het begrijpen van wat er gezegd wordt en het onderscheiden, herkennen, analyseren en synthetiseren van spraakMgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
21
klanken. Aspect 3: de grammaticale kennisontwikkeling waaronder het vervoegen van werkwoorden, het gebruiken van woorden in de goede volgorde, het gebruiken van de correcte regels voor woordvorming en zinsbouw. Aspect 4: de lexicaal-semantische ontwikkeling zoals de woordenschat, het vinden van woorden en het leggen van relaties tussen woorden en zinnen.
Ófwel: Er moet sprake zijn van een stoornis in het autismespectrum volgens de classificatie zoals beschreven in de 'Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, de 'DSM IV', waarbij de verbale communicatieve beperking op de voorgrond staat. De verbale communicatieve beperking moet blijken uit de onderzoeksgegevens die wijzen op een ernstige achterstand in de lexicaal-semantische kennisontwikkeling en/of de pragmatiek. Met 'pragmatiek' wordt het feitelijk gebruik van de taal bedoeld: om contact te maken of om kennis of gevoelens over te brengen of uit te wisselen heb je deze wijze van communiceren nodig. Het is belangrijk de communicatie af te stemmen op de situatie. Bijvoorbeeld: een kind praat anders met een leeftijdgenoot dan met een leerkracht.
Daarnaast: mag de stoornis niet toe te schrijven zijn aan een beperkt niveau van cognitief functioneren. Er wordt pas over TOS gesproken als de resultaten op de hierboven genoemde aspecten ernstig afwijken van wat men bij de leerling mag verwachten op grond van de verstandelijke vermogens.
SLECHTHORENDE EN DOVE LEERLINGEN
Deze kinderen hebben in eerste instantie een auditieve beperking en ten gevolge daarvan problemen met de communicatie. Een kind dat slechthorend of doof is wordt toegelaten tot cluster 2 onderwijs wanneer het aan de volgende criteria voldoet: Bij slechthorende leerlingen moet er sprake zijn van: een gehoorverlies tussen 35 en 80 dB bij het beste oor zonder gehoortoestel, ofwel een gehoorverlies groter dan 80 dB bij het beste oor zonder gehoortoestel, mèt gebruik van een CI dat 2 jaar eerder is aangebracht, waarbij de leerling slechthorend functionerend is
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
22
Bij dove leerlingen, of leerlingen met een CI niet ouder dan 2 jaar, moet er sprake zijn van: een gehoorverlies van meer dan 80 dB bij het beste oor zonder gebruik van een hoortoestel, ofwel een gehoorverlies tussen 70 en 80 dB bij het beste oor zonder gebruik van een hoortoestel, waarbij de leerling kennelijk doof functionerend is.
De term Meervoudig Gehandicapt (MG) wordt momenteel alleen gebruikt bij slechthorende en dove leerlingen met een cognitieve beperking. Voor leerlingen met TOS is deze status niet erkend, terwijl deze leerlingen wel in onze populatie voorkomen. Het toelaatbaarheidscriterium voor speciaal onderwijs aan meervoudig gehandicapte slechthorende kinderen is: ● een gehoorverlies tussen 35 en 70 dB bij het beste oor zonder gehoortoestel en een IQ lager dan 70. Het toelaatbaarheidscriterium voor speciaal onderwijs aan meervoudig gehandicapte dove kinderen is: ● een gehoorverlies van meer dan 70 dB bij het beste oor zonder gehoortoestel en een IQ lager dan 70. Om toelaatbaar te zijn voor ons onderwijs moeten alle leerlingen aan de volgende drie hoofdcriteria voldoen: Er moet sprake zijn van een stoornis zoals hierboven omschreven. Er moet een ernstige beperking van de onderwijsparticipatie zijn. Er sprake is van een zeer geringe communicatieve redzaamheid of als er ernstige leerachterstanden zijn op tenminste twee van de drie leerstofgebieden: spelling/technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen. NB: bij leerlingen in het voortgezet onderwijs en het MBO moet een zeer geringe communicatieve redzaamheid worden aangetoond, leerachterstanden worden niet meegewogen. De zorg vanuit het regulier onderwijs moet ontoereikend zijn. De zorg van het regulier onderwijs, waaronder het speciale basisonderwijs (SBO), praktijkonderwijs (PRO) of Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) is ondanks bovenschoolse zorg, eventueel in combinatie met logopedie, ontoereikend of zal dit in de toekomst zijn. Voor leerlingen met TOS geldt daarbij nog dat ze gedurende tenminste een half jaar gerichte spraak-/taaltherapie (logopedie) hebben gehad die onvoldoende effect heeft gesorteerd.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
23
2.3
ONS ONDERWIJSAANBOD
Op de Mgr. Hanssen wordt onderwijs geboden aan kinderen met auditieve en/of communicatieve problemen in de leeftijd van 3 tot 13 jaar. Ons leerstofaanbod is dekkend voor de kerndoelen. Speciaal onderwijs heeft eigen kerndoelen, eveneens voor ZML/MG, die beschrijven wat leerlingen in het speciaal onderwijs moeten leren. Ook bieden deze kerndoelen richting bij het scheppen van een evenwichtig onderwijsaanbod, met veel aandacht voor Nederlands en rekenen. Daarnaast hebben onze leerlingen sport, beweging en een kunstzinnige oriëntatie nodig ter voorbereiding op het vervolgonderwijs en op een plaats in de maatschappij. Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn en is afgestemd op de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. In het schoolplan staat het onderwijsaanbod nader uitgewerkt.
2.4
LOGOPEDIE
Werken aan de groei van spraak en taal - dè specialisatie binnen ons onderwijs speelt een belangrijke rol bij een goede algemene en didactische ontwikkeling van kinderen. De logopedie is dan ook in de eerste plaats gericht op het tot stand brengen en/of het optimaliseren van de totale communicatie waaronder de spraak, de taal, het gehoor en de gebaren. Binnen de Mgr. Hanssen biedt de logopedie specifieke ondersteuning met betrekking tot de totale ontwikkeling van onze leerlingen. De logopedist is mede verantwoordelijk voor de ontplooiing van slechthorende en dove kinderen en kinderen met TOS binnen ons onderwijs. Logopedisten op de Mgr. Hanssen verrichten onder andere de volgende werkzaamheden: Observatie, screening en testen gerelateerd aan de volgende onderdelen: de spraakproductie: het vertalen van gedachten in zinnen en woorden en deze uitspreken; de spraakperceptie: het waarnemen en begrijpen van gesproken taal; de grammaticaal-linguïstische kennisontwikkeling: het maken van correcte zinnen; de lexicaal-semantische kennisontwikkeling: de woordenschat en het begrijpen van taal; de pragmatiek: het taalgebruik afgestemd op de situatie. Het volgen van de ontwikkeling van leerlingen met behulp van het logopedisch volgsysteem. Het behandelen van leerlingen op basis van handelingsplanning. Het verzorgen van logopedische verslaggeving voor intern en extern gebruik. Het ondersteunen en begeleiden van de diverse disciplines binnen de groepen op het gebied van spraak, taal en communicatie van de leerlingen. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
24
Ondersteuning van de leerkrachten om binnen de groepen een optimaal klimaat te scheppen ten aanzien van taal en communicatie voor deze specifieke groep leerlingen. Het afstemmen met de leerkrachten met betrekking tot de groeps- en/of individuele handelingsplannen. Communicatie met de ouders. Het onderhouden van externe contacten in verband met de problematiek van de leerlingen. Logopedie wordt zoveel mogelijk in de groep gegeven en alleen daar waar nodig of gewenst buiten de klas in kleine groepjes of individueel. Logopedie werkt vanuit betekenisvolle situaties om de transfer naar herkenbare situaties in het dagelijkse leven mogelijk te maken, waardoor kinderen het geleerde ook beter kunnen toepassen. Logopedisten dragen zorg voor de uitbreiding en verdieping van de stof die binnen de groep wordt aangeboden en leveren specialistische hulp die in de groep niet geboden kan worden. Er wordt gewerkt met handelingsplannen op groeps- en individueel niveau waarin omschreven staat waarom er logopedische hulp geboden wordt, wat er in de komende periode gedaan wordt, hoe de aanpak is en naar welk resultaat gestreefd wordt. Drie keer per jaar wordt deze planning besproken en bijgesteld. Voor leerlingen tot acht jaar is meer tijd beschikbaar voor logopedische begeleiding dan voor oudere leerlingen. Op welke manier en hoe lang logopedie ingezet wordt in de hogere groepen wordt bepaald tijdens de groepsbespreking, net zoals accenten die gelegd worden in het logopedisch aanbod. De handelingsplanning wordt met ouders besproken. De logopedische oefeningen zitten in een klapper of map, die in het weekend mee naar huis gaat en op maandag weer mee naar school komt. Logopedisten hebben schriftelijk contact met ouders via de logoklapper of de weekbrief van de klas. Minimaal twee keer per jaar is er persoonlijk contact met de ouders, waarvan één keer tijdens de klassenouderavond aan het begin van het schooljaar. Daarnaast is het mogelijk om in combinatie met een klassenbezoek ook een afspraak te maken met de logopedist van uw kind voor het bijwonen van een logopedieles. 2.5 EXTERNE DIENST Bij de toewijzing van een licht of medium arrangement door de Commissie van Onderzoek (CvO) van de instelling Vitus-Zuid, komt de Externe Dienst van de Mgr. Hanssen in beeld. Deze arrangementen worden door de extern dienstverleners in het regulier onderwijs uitgevoerd. Bij een licht arrangement is er uitsluitend begeleiding Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
25
en coaching van de leerkracht/docent en intern begeleider/zorgcoördinator van de reguliere school. Bij een medium arrangement werkt de extern dienstverlener ook met de leerling/student. Deze arrangementen kunnen in het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs gestalte krijgen. De arrangementen kunnen variëren in tijd van een half jaar tot maximaal 2 jaar. Tussentijds, maar zeker aan het einde zal de dienstverlening geëvalueerd worden teneinde het traject te beëindigen dan wel een aanvraag voor her-arrangering te doen voor verlenging. Bij de start van het traject wordt door de Commissie Leerlingenzorg (CvL) van de Externe Dienst met gegevens uit het startdocument, een plan van aanpak opgesteld. Dit plan van aanpak wordt door de extern dienstverlener met de school, ouders en logopediste besproken. Tijdens dit gesprek worden afspraken gemaakt over de invulling van de werkzaamheden en de communicatie. De intern begeleider c.q. zorgcoördinator van de reguliere school is de ‘spin in het web’. Hij/zij zorgt voor inbedding in de zorgstructuur en continuïteit, met andere woorden vervult de basiszorgplicht. Immers, als de ondersteuningsplicht van cluster 2 op termijn komt te vervallen, zal de reguliere school met de leerling/student verder gaan. Verder verzorgt de Externe Dienst het ‘nazorg-arrangement’ als een leerling met een intensief arrangement de speciale school verlaat. Dit nazorgarrangement is beperkt van duur en omvang. De Externe Dienst werkt samen met de zorgteams Passend Onderwijs in de diverse samenwerkingsverbanden en besturen. Door de komst van Passend Onderwijs zijn de ambulante dienst van de speciale scholen komen te vervallen en is de dienstverlening door ieder bestuur c.q. samenwerkingsverband anders georganiseerd. Vier extern dienstverleners zijn gekoppeld aan het aanmeldpunt cluster 2 om consultatie en adviestrajecten (C&A) uit te voeren. Deze zogenaamde ‘consultants’ gaan op verzoek van het aanmeldpunt naar de klant toe om de vraag toe te spitsen of om verder onderzoek te doen. De consultant beoordeelt in dit traject of het daadwerkelijk om een cluster 2 vraag gaat, of het een onderzoeksvraag is of dat het toch een aanmeldingstraject wordt. Een en ander wordt bijgehouden in het administratiesysteem van het aanmeldpunt. De Externe Dienst verzorgt de makelaarsfunctie met betrekking tot de diagnostiek cluster 2 in samenwerking met de zorgpartner Adelante (audiologie en communicatie). Verder werkt de Externe Dienst samen met MEE en het AZM (de afdeling stem-, spraak- en taalstoornissen). De Externe Dienst van de Mgr. Hanssen is gevestigd in de dependance op het terrein van Adelante aan de Groeneweg 3A in Hoensbroek (telefoonnummer 045-56231263).
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
26
3 DE ZORG VOOR UW KIND
3.1 TOELATING
Als een leerling in het regulier onderwijs problemen heeft met zijn gehoor of moeite heeft met praten en het begrijpen van taal, wordt het zorgteam van de reguliere school ingeschakeld. Als de school de problemen niet alleen kan oplossen, kan ze beroep doen op ondersteuning van cluster 2. Deze kan aangevraagd worden bij het informatie- en aanmeldpunt cluster 2 van de Mgr. Hanssen. Indien nodig komt een medewerker van de Mgr. Hanssen op school kijken wat de problemen zijn. Vaak kan de medewerker direct een advies geven. Soms is dit voldoende, maar meestal is er onderzoek nodig naar de oorzaak van de problemen. Dit onderzoek vindt plaats in het Audiologisch Centrum. Als de oorzaak van de problemen een gehoorbeperking of een taalontwikkelingsstoornis is, kan de leerling een onderwijsarrangement toegewezen krijgen door de Commissie van Onderzoek. Dit onderwijsarrangement wordt in overleg met de ouders, de reguliere school en de Mgr. Hanssen samengesteld. Als de leerling op de reguliere school kan blijven, is het een licht of een medium onderwijsarrangement. Als de leerling naar het speciaal onderwijs gaat, noemen we het een intensief arrangement. Overgangsregeling Voor leerlingen in het regulier onderwijs met een cluster 2 indicatie Leerlingen met een cluster 2 indicatie die onderwijs volgen op een reguliere school, kregen tot voor kort een rugzakje toegewezen. Van het geld uit het rugzakje werd onder andere de ambulant dienstverlener betaald. Die bezocht regelmatig de school. Het rugzakje verdwijnt per 1 augustus 2014, maar de ondersteuning blijft. Leerlingen krijgen vanaf 1 augustus 2014 een onderwijsarrangement toegewezen. Voor ouders van leerlingen die per 1 augustus 2014 een herindicatie nodig hebben Leerlingen die per 1 augustus 2014 aan een herindicatie toe zijn, kunnen meteen al een onderwijsarrangement toegewezen krijgen. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders, de school en een medewerker van de Mgr. Hanssen. Voor leerlingen die per 1 augustus nog een geldige indicatie hebben Deze indicatie vervalt op 1 augustus 2014 en de leerlingen komen in een overgangsregeling. Een medewerker van de Mgr. Hanssen neemt altijd contact op met de school om in overleg de behoefte aan extra ondersteuning vanuit cluster 2 in kaart te brengen en vervolgens samen te bepalen welk ondersteuningsaanbod hierbij het beste past.
3.2
LEERLINGENBEGELEIDING EN LEERLINGENZORG
De Commissie Leerlingenzorg – CZL (voorheen Commissie voor de Begeleiding) vervult een centrale rol in de begeleiding van onze leerlingen: Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
27
zij is verantwoordelijk voor een goede kwaliteit van de leerlingenzorg en adviseert de directie over beleidszaken op dit vlak. Tevens is de commissie verantwoordelijk voor de correcte uitvoer van alle wettelijke taken met betrekking tot de leerlingenzorg. Daarnaast ondersteunt de CLZ professionals onder andere door consultatie, bemiddeling, diagnostiek en advisering met betrekking tot individuele leerlingen alsook bij groepsprocessen. Zij onderhoudt namens de school contacten met externe professionals die betrokken zijn bij verdere diagnostiek of hulp- en zorgverlening van onze leerlingen en/of betrokkenen in hun omgeving. In de CLZ nemen zitting: • • • • • •
directie orthopedagogen en de GZ-psycholoog maatschappelijk deskundige coördinator logopedie interne begeleiders schoolarts
Op afroep: • • • • • • •
audioloog spraak-/taalpatholoog klinisch psycholoog/therapeut (Mondriaan Zorggroep) fysio- en/of ergotherapeut stottertherapeut leerkrachten logopedisten
De CLZ vergadert één keer per drie weken. Daarnaast komt deze Commissie in een kleinere samenstelling vaker bijeen om bepaalde taken uit te voeren, zoals het vaststellen en opstellen van een ontwikkelingsperspectief of een handelingsplan en het bespreken van de problematiek van ingebrachte leerlingen. Tijdens het reguliere overleg van de CLZ worden de hulpvragen van deze kinderen verder verduidelijkt en relevante gegevens verzameld. De CLZ kan besluiten tot aanvullend onderzoek of andere interventies. De intern begeleider en groepsleerkracht werken de adviezen voor de leerlingen uit en dragen zorg voor de uitvoering daarvan.
LEERLINGBEGELEIDINGSSYSTEEM (LBS)
Het leerlingbegeleidingsysteem bestaat uit verschillende onderdelen. Van alle leerlingen wordt een profiel gemaakt en de beginsituatie vastgesteld. Voor alle nieuwe leerlingen bepalen we het ontwikkelingsperspectief en het Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
28
uitstroomniveau. Vervolgens wordt een basishandelingsplan opgesteld. Dit vormt het baken voor de begeleiding van de leerlingen. Het pedagogisch en didactisch handelen wordt steeds meer 'vertaald' in groepsplannen met behulp van groepsoverzichten en groepsanalyses. Tijdens dit proces worden belangrijke keuzes gemaakt. Deze worden toegelicht en geregistreerd in het jaardossier van iedere leerling. Met behulp van digitale leerlingvolgsystemen zoals het CITO Volgsysteem primair onderwijs (LOVS) en het Ontwikkelingsvolgmodel Jonge Kinderen (OVMJK) van Memelink volgen we de ontwikkeling van de leerlingen. Gegevens die niet in deze systemen opgenomen kunnen worden, vermelden we in het groepsdossier.
HANDELINGSGERICHT WERKEN (HGW) EN OPBRENGSTGERICHT WERKEN (OGW) Het onderwijs aan de Mgr. Hanssen is doelgericht: er worden ambitieuze doelen gesteld die cyclisch geëvalueerd worden. Om deze doelen te realiseren wordt gebruik gemaakt van het handelingsgericht werken (HGW) en het opbrengstgericht werken (OGW). HGW stelt de onderwijs- ondersteunings- en begeleidingsbehoeften van de leerlingen centraal. Passend onderwijs wordt gerealiseerd door af te stemmen op wat de kinderen nodig hebben, zowel op (ortho-)didactisch als (ortho-)pedagogisch gebied. Samenwerking tussen leerkrachten, leerlingen, ouders, interne en externe begeleiders is hierbij essentieel. HGW wordt geconcretiseerd in ons leerlingbegeleidingssysteem dat gebaseerd is op de zogenaamde 1- zorgroute. Deze omvat: • de cyclus HGW op groepsniveau: in een groepsoverzicht staan de gegevens van alle leerlingen en hun -specifieke- onderwijsbehoeften. Op basis hiervan wordt het groepsplan opgesteld; • groepsbesprekingen: gestelde doelen worden geëvalueerd en een nieuw groepsplan wordt opgesteld; • leerlingbesprekingen: leerlingen die extra begeleiding nodig hebben worden besproken en zo nodig wordt bovenschoolse zorg ingeschakeld; • besprekingen in de CLZ.
Als een school systematisch en doelgericht werkt aan het maximaliseren van de prestaties van haar leerlingen door hoge doelen te stellen en hoge verwachtingen te hebben, is er sprake van OGW. Leerkrachtvaardigheden staan centraal bij het realiseren van de gestelde doelen. De effectiviteit van het onderwijs wordt structureel geëvalueerd. Op de Mgr. Hanssen worden HGW en OGW stapsgewijs geïmplementeerd voor mondelinge taal, lezen, spelling, rekenen en voor het pedagogisch domein.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
29
LEERLINGBESPREKINGEN
Een belangrijk onderdeel van onze begeleidingssystematiek zijn de regelmatige besprekingen over de ontwikkeling van onze leerlingen. Naast deze structureel ingeplande gesprekken, hebben we ruimte gelaten voor incidentele besprekingen; meestal gaat het hierbij om consultatie met betrekking tot individuele leerlingen.
GROEPSBESPREKINGEN
Drie keer per jaar vinden groepsbesprekingen plaats. Het onderwijs- en begeleidingsplan van de vorige periode wordt telkens geëvalueerd. Informatie uit de evaluaties en nieuwe toetsgegevens worden geanalyseerd door een multidisciplinair team en leveren de bouwstenen voor de planning van de komende periode.
GROEPSOVERZICHTEN EN GROEPSPLANNEN
Op de Mgr. Hanssen wordt in gewerkt met handelingsplannen, groepsoverzichten, groepsanalyses en groepsplannen. Uitgangspunt op onze school zijn de leerlijnen van de CED-groep. Een leerlijn is een beredeneerde opbouw van tussendoelen en inhouden naar een einddoel. In augustus 2010 werd de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen van kracht. Deze wet draagt scholen voor basisonderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs op referentieniveaus vast te stellen. Deze niveaus beschrijven wat leerlingen in opeenvolgende fasen van het basis- en speciaal onderwijs moeten kennen en kunnen aan basisvaardigheden van taal en rekenen. In het basis- en speciaal onderwijs wordt het fundamentele niveau 1F en het streefniveau 1S gehanteerd. Het streefniveau (1S) is geformuleerd als uitdaging voor leerlingen die meer aan kunnen. In het 'Zorgplan' staat de invulling van de leerlingbegeleiding uitgewerkt.
3.3
VERWIJSINDEX PARKSTAD LIMBURG (VIP)
De Verwijsindex Parkstad Limburg (VIP) maakt onderdeel uit van een landelijk digitaal systeem waarin leerkrachten, hulpverleners en begeleiders, die met kinderen en jongeren werken, kunnen signaleren wanneer zij zich zorgen maken over een kind. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
30
Hiervoor kunnen allerlei redenen zijn. Bijvoorbeeld als er problemen zijn met de gezondheid, opvoeding, veiligheid of wanneer de persoonlijke ontwikkeling van het kind in het gedrang komt. Zeker wanneer er op meerdere gebieden problemen zijn, bestaat de mogelijkheid dat de ontwikkeling van het kind ernstig bedreigd wordt. Het uiteindelijke doel van de verwijsindex is dan ook door het afgeven van een signaal bij een kind, reeds betrokken organisaties in beeld te krijgen, eerder over te gaan op samenwerken en het risico op langs elkaar heen werken zo te verkleinen / te voorkomen. Er zijn in deze regio veel organisaties die zich tegelijkertijd inzetten voor het welzijn / ontwikkeling van een kind. Soms weten deze organisaties dit niet van elkaar. Leerkrachten, hulpverleners en begeleiders moeten in een oogopslag kunnen zien wie contact heeft met uw kind wanneer er problemen zijn. Zo kunnen zij snel met elkaar overleggen over uw zoon of dochter. De verwijsindex zorgt ervoor dat professionals / hulpverleners van elkaar weten wie hulp biedt aan een kind. Door dit overzicht, maar met name door de samenwerking en duidelijke afspraken onderling, kan het kind snel en effectief geholpen worden. Wanneer een leerkracht, een hulpverlener of begeleider ongerust is over uw zoon of dochter, kan hij uw kind signaleren in de verwijsindex. Binnen de Mgr. Hanssen zijn drie werknemers geautoriseerd om te signaleren, te weten mevrouw A. Kolenburg (orthopedagoog), mevrouw M. Smeding (GZpsycholoog) en mevrouw S. Schiltmans (maatschappelijk deskundige). Signalering door een van hen geschiedt altijd op grond van een besluit, genomen door de Commissie Leerlingen Zorg (CLZ). Is uw kind jonger dan 16 jaar, dan krijgt u als ouder bericht wanneer een signalering wordt gedaan. Alleen de algemene persoonsgegevens, namelijk burgerservicenummer, naam, geslacht, adres en de geboortedatum van uw kind, worden in de verwijsindex opgenomen. De reden van signalering blijft onbekend. Pas bij een tweede signalering van uw zoon of dochter door een andere hulpverlener, komen de beide signalerende hulpverleners dit van elkaar te weten. Vanaf dat moment kunnen ze met elkaar overleggen hoe ze uw kind het beste kunnen helpen, want daar gaat het om. Alle betrokkenen werken samen om uw kind de beste zorg en begeleiding te geven. Bij kinderen jonger dan 16 jaar wordt u daar als ouders bij betrokken. Is het kind tussen 12 en 16 jaar oud, dan wordt het kind betrokken bij de opzet van het hulptraject. Ouders hebben de volgende rechten: Opname in de VIP wordt aan u en/of uw kind gemeld. De persoonsgegevens worden alleen verstrekt aan collega-professionals van andere organisaties die een signalering hebben gedaan over uw kind. U kunt vragen welke persoonsgegevens zijn opgenomen. U kunt verzoeken een correctie aan te brengen in de persoonsgegevens. U kunt bezwaar aantekenen tegen de verwerking van persoonsgegevens in verband met persoonlijke omstandigheden. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
31
Op de website van Verwijsindex Parkstad Limburg www.verwijsindex-parkstad.nl staan de rechten van ouders en jongeren vermeld. Hier staat onder meer vermeld wat u kunt doen wanneer u bezwaar heeft tegen een signalering van uw kind in de verwijsindex. Op de VIP is de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) van toepassing. De privacy regels zijn te downloaden via de website van de VIP en/of zijn te vinden op de landelijke website www.verwijsindex.nl Er zijn reeds ruim 60 organisaties betrokken bij de VIP, onder meer: • GGD Zuid-Limburg • Bureau Jeugdzorg Limburg • Alle Parkstadgemeenten • Bureau Voortijdig Schoolverlaten Parkstad Limburg • Alle onderwijsinstellingen binnen Parkstad • Meander Groep Zuid Limburg • MEE Zuid-Limburg • Alle welzijnsinstellingen binnen Parkstad • Xonar • Radar Een volledig overzicht van aangesloten organisaties vindt u op de website van de
VIP. Met vragen kunt u terecht bij: Verwijsindex Parkstad Limburg, Postbus 1, 6400 AA Heerlen, telefoonnummer 045-4001133,
[email protected]
3.4
Vermoeden van kindermishandeling
Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan zijn wij wettelijk verplicht om te handelen conform de wettelijk vastgelegde Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
3.5 JEUGD EN GEZIN Parkstad Limburg Opvoeden en opgroeien is niet altijd even makkelijk. Soms is informatie of ondersteuning welkom of nodig. Het vinden van die informatie is soms moeilijk. Er zijn veel organisaties voor jeugdzorg/maatschappelijke ondersteuning en gezondheidszorg. Jeugd en Gezin Parkstad Limburg is er voor (aanstaande) ouders en verzorgers, voor kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot 23 jaar, voor professionals én vrijwilligers die met kinderen, jongeren en hun ouders werken. Hier kan iedereen terecht voor informatie, adviezen en begeleiding op het gebied van opgroeien en opvoeden. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
32
Men kan er tips krijgen over: zwanger worden, zindelijk maken van je peuter, pesten, alcohol en drugs en nog veel meer onderwerpen. Wanneer er na de eerste gesprekken meer ondersteuning nodig is, wordt er naar de mogelijkheden gekeken en de juiste organisatie ingeschakeld. Om u te helpen bij het vinden van de juiste informatie of ondersteuning is er in iedere gemeente één centraal punt voor alle vragen rondom opvoeden en opgroeien opgericht. U kunt dit punt vinden op de website www.jeugdengezinparkstad-limburg.nl. Voor de overige regio’s verwijzen wij voor verdere informatie naar de betreffende gemeente.
3.6
PESTPROTOCOL
Ieder jaar worden er in Nederland zo’n 350.000 kinderen gepest. Vaak ondervinden zij hiervan blijvende schade. Ook voor de pesters en degenen die zwijgen heeft dit gebeuren negatieve gevolgen. De Mgr. Hanssen wil haar kinderen een veilig pedagogisch klimaat bieden waarin zij zich in de omgang met anderen harmonieus en op een positieve wijze kunnen ontwikkelen. De leerkrachten scheppen een prettige werksfeer in de klas en op het schoolplein. In de meeste gevallen lukt het om conflicten en pesten te voorkomen door ongeschreven regels aan te bieden en deze te onderhouden. Soms is het gewenst om duidelijke afspraken met de kinderen te maken. Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren om met respect met anderen om te gaan, ook al hebben ze hun voorkeuren. In ons pestprotocol is vastgelegd hoe we het pestgedrag van kinderen in voorkomende gevallen benaderen. Alle betrokkenen krijgen informatie over de impact, ernst en de specifieke aanpak van dit ongewenst gedrag. ' Cyberpesten' maakt deel uit van het pestprotocol.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
33
4
MEDEWERKERS
4.1
SAMENSTELLING TEAM
De samenstelling van het team van de Mgr. Hanssen is als volgt: Directie Interne begeleiders (IB) Groepsleerkrachten Vakleerkrachten Lichamelijke Opvoeding Logopedisten Onderwijsassistenten Beleidsadviseurs Taal, Dyslexie, Rekenen, Het bewegend Kind, Sociaal-emotioneel en CIDS Orthopedagogen GZ-psycholoog Maatschappelijk deskundige Medewerkers Externe Dienst Medewerkers administratie Medewerkers facilitaire dienst Op 1 augustus 2015 zijn in totaal 129 personeelsleden, deels parttime, werkzaam op de Mgr. Hanssen (zie bijlage 2). Alle onderwijsgevenden hebben naast lesgebonden ook niet-lesgebonden taken. Daarbij valt te denken aan de organisatie van vieringen, deelname aan werkgroepen en coördinerende taken. Vóór de aanvang van een nieuw schooljaar wordt met betrekking tot deze taken een verdeling gemaakt.
4.2
VERVANGING BIJ AFWEZIGHEID
Afwezigheid van medewerkers ontstaat in de regel door ziekte of verlof in verband met gewichtige omstandigheden en wettelijke regelingen. Voor het inzetten van vervangers zijn er richtlijnen op bestuursniveau. Wij proberen vervangers te selecteren die ons onderwijs kunnen voortzetten en waar nodig krijgen zij extra begeleiding.
4.3
STAGIAIRES
Gedurende het schooljaar is een aantal stagiaires van verschillende onderwijsinstellingen werkzaam op onze school. Zij maken kennis met ons onderwijs en doen ervaring op in het werken met onze leerlingen. Het betreft studenten onder meer van de volgende opleidingen: o Pedagogische Academie Basisonderwijs (PABO); Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
34
o o o o
Logopedieopleiding; Opleiding docent Nederlandse gebarentaal Hogeschool Utrecht; CIOS Lichamelijke Opvoeding; ROC Arcus: opleiding onderwijsassistent MBO Sociaal Pedagogisch Werk.
De stagecoördinatie is in handen van Gonnie Achten (directielid).
4.4
PROFESSIONALISERING
De kwaliteit die wij nastreven in schoolspecifieke, maar ook in fundamentele zin wordt bepaald door onze missie. Deze wordt uitgedrukt in onze visie, gegrondvest op de waarden en normen die wij voorstaan en in ons onderwijsconcept. Daarnaast werken wij voortdurend aan professionalisering met als doel het realiseren van een permanente lerende organisatie, die zich voortdurend aanpast aan haar turbulente context. We gaan uit van een school die door haar structuur het gevoel van - sociale - veiligheid en geborgenheid van alle betrokkenen, kinderen en volwassenen, waarborgt. We bevorderen een professionele cultuur binnen onze organisatie door de voortdurende verbetering van de vakbekwaamheid van medewerkers op het gebied van vernieuwende inhoudelijke onderwijsprocessen en gedragsproblematiek, waarbij het accent ligt op leerkrachtgedrag. De deskundigheidsbevordering wordt jaarlijks vastgesteld in ons scholingsplan, waarbij enkele onderdelen steeds terugkomen: Master Special Educational Needs (auditief gehandicapten en communicatief gehandicapten); gebarencursussen en teamgerichte scholing (diverse thema's). Het scholingsplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de medezeggenschapsraad.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
35
5
OUDERS
5.1
OUDERCONTACTEN
Voor de meeste ouders ligt de Mgr. Hanssen niet op de hoek van de straat. Je kunt er niet zomaar even binnenstappen om te vragen hoe het met je kind gaat. Door die afstand en de daarmee samenhangende reistijd zijn de kinderen vaak ook lange dagen van huis. Wij vinden het belangrijk dat ouders betrokken zijn bij het onderwijs en de begeleiding van hun zoon of dochter en zien educatief ouderschap als een middel om dit te bereiken. Zowel in onderwijskundig als opvoedkundig opzicht nodigen wij ouders uit om met ons mee te denken en samen te werken. Gedurende het schooljaar zijn er diverse contactmomenten: Het intake- en plaatsingsgesprek Nadat ouders een beschikking van de Commissie van Indicatiestelling hebben ontvangen, kunnen ze hun kind aanmelden op onze school. Er vindt vervolgens een gesprek plaats met een directielid, gevolgd door een kennismaking met de groepsleerkracht. Eerste schooldag / kennismakingsgesprek met leerkracht Op de eerste schooldag worden de ouders met hun kind verwacht op school: tijdstip wordt bepaald in overleg met de leerkracht. Ouders en kind maken kennis met de groep, de leerkracht en, indien van toepassing, ook met de assistent en logopedist. De leerkracht zal vervolgens specifieke informatie geven over het reilen en zeilen in de groep. Tijdens dit gesprek wordt met de ouders een afspraak gemaakt om, na ongeveer een maand, op klassenbezoek te komen. Eerste klassenbezoek Tijdens dit bezoek worden de eerste ervaringen over en weer uitgewisseld en bespreekt de leerkracht met de ouders de eerste aanzet van het basishandelingsplan voor hun kind. Klassenbezoeken (algemeen) Voor leerlingen die al op onze school zitten, worden ouders in principe één keer per jaar in de gelegenheid gesteld om een dagdeel in de groep te komen kijken. U bent van harte welkom. Maakt u van tevoren even een afspraak, zodat niet te veel ouders tegelijk komen. Verjaardag van uw kind Ouders worden in de onderbouw in de gelegenheid gesteld om, na afspraak met de leerkracht, in de groep de verjaardag van hun kind mee te vieren. De tijd die wij daar gemiddeld voor uittrekken is een half uur.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
36
Algemene ouderavond Gedurende deze avond worden ouders geïnformeerd over het onderwijsprogramma en organisatorische zaken van de nieuwe groep. De exacte datum wordt aan het begin van het schooljaar bekend gemaakt. Periodieke oudergesprekken Drie keer per jaar worden alle leerlingen doorgesproken tijdens groepsbesprekingen. Indien nodig wordt dan ook het handelingsplan aangepast en/of verfijnd. Ouders worden minstens twee maal per jaar door de school uitgenodigd om in een persoonlijk gesprek de ontwikkeling van hun kind te bespreken met de groepsleerkracht en – indien mogelijk- de logopedist. Deze oudergesprekken kunnen op verzoek in de avonduren gepland worden; wij hebben daartoe enkele avonden gereserveerd. Oudergesprekken (incidenteel) Ouders kunnen om verschillende redenen tussendoor een gesprek aanvragen of hiervoor door de leerkracht uitgenodigd worden. Meestal vindt zo’n gesprek plaats wanneer de ontwikkeling van uw zoon of dochter of andere hiermee samenhangende aspecten daartoe aanleiding geven. Schriftelijke informatie Ouders worden regelmatig schriftelijk geïnformeerd over activiteiten en andere belangrijke zaken via een zogenaamd ‘heen-en-weer’ schriftje, een klappertje, de agenda en/of per mail. Tijdens het kennismakingsgesprek met nieuwe ouders vertelt de leerkracht er meer over en ontvangt u een brief met verdere praktische informatie. Bij de jongste kleuters wordt het klappertje dagelijks gevuld met een overzicht van activiteiten die plaats vonden. Dit wordt geleidelijk afgebouwd via een weekoverzicht van activiteiten bij de oudste kleuters naar een maandoverzicht van algemene activiteiten bij de kerngroepen. Specifieke bijzonderheden betreffende uw kind worden apart genoteerd in het schriftje, de klapper of de agenda (bij oudere leerlingen). Ook u als ouder kunt dit communicatiemiddel gebruiken om iets mede te delen, vragen te stellen of te reageren op een opmerking of vraag van de school. Incidenteel contact (zie ook oudergesprekken) Mogelijk dat de structureel ingeplande contacten onvoldoende zijn om alle vragen en/of informatie kwijt te kunnen. Dit geldt voor zowel ouders als school. Schriftelijk of telefonisch contact zoeken is dan een alternatief om bijzondere zaken met betrekking tot uw kind snel en adequaat door te geven of ernaar te vragen. Let wel: leerkrachten zijn alléén telefonisch bereikbaar tijdens de pauzes of na school. Uitstroom- of eindgesprek Als vanuit de groepsbesprekingen of vanuit de ouders het signaal of advies gegeven wordt dat een leerling mogelijk kan of moet uitstromen naar een (speciale) Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
37
basisschool of een andere vorm van speciaal onderwijs, volgt er éérst een gesprek met de ouders op school. Dit gesprek bestaat uit twee gedeelten: • •
in het eerste gedeelte wordt de ontwikkeling van uw kind geëvalueerd door de groepsleerkracht en de logopedist. Ter afsluiting zal de interne begeleider het gemeenschappelijk advies namens de school aan u kenbaar maken; het tweede gedeelte van het gesprek wordt overgenomen worden door een directielid of de interne begeleider. Deze zal met u praten over uw standpunt met betrekking tot het gegeven advies. Daarna wordt samen met u het vervolgtraject besproken.
Eindactiviteit Het betreft hier de eindactiviteiten met betrekking tot de schoolverlaters uit de kerngroepen. Voor hen zal in de laatste week gedurende een middag het afscheid nemen gekoppeld worden aan enkele bijpassende activiteiten.
5.2
TOLKEN
We gaan ervan uit dat allochtone ouders voor een gesprek, bespreking of een ander contactmoment – indien nodig - zelf zorgen voor een tolk.
5.3
OUDERPARTICIPATIE EN INSPRAAK
OUDERVERENIGING
De oudervereniging van de Mgr. Hanssen heeft de volgende doelstellingen: • het optimaliseren van de relatie tussen alle betrokken partijen; • de belangenbehartiging van de leerlingen, de ouders of verzorgers; • het geven van voorlichting. Het bestuur van de oudervereniging wordt gevormd door de ouderraad welke tijdens de algemene vergadering wordt gekozen. De functies worden verdeeld in de eerstvolgende vergadering. De ouderraad komt zes tot acht keer per jaar bij elkaar. Tijdens deze bijeenkomsten worden alle activiteiten besproken die de school organiseert, zoals: • • •
het busvervoer van de kinderen; vieringen zoals Kerstmis en Pasen; ouderbijeenkomsten. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
38
Deze activiteiten worden door de ouderraad gecoördineerd en financieel ondersteund. Daarnaast onderhoudt de ouderraad contacten met externe organisaties zoals de FOSS en de FODOK (landelijke ouderorganisaties voor dove, slechthorende en spraak- taalgestoorde kinderen). Voor al deze activiteiten vraagt de ouderraad een vrijwillige financiële bijdrage aan de ouders of verzorgers van de leerlingen.
Vrijwillige ouderbijdrage Speciaal onderwijs Een school voor speciaal onderwijs mag alleen een vrijwillige bijdrage aan de ouders vragen. Het moet voor ouders te allen tijde ondubbelzinnig duidelijk zijn dat het gaat om een vrijwillige bijdrage. Daarnaast is van tevoren overeenstemming nodig van het ouderdeel van de MR over de vrijwillige bijdrage. Iedere school mag een ouderbijdrage vragen voor extra activiteiten en andere, niet tot het onderwijs behorende zaken. De wettelijke bepalingen rond de vrijwillige ouderbijdrage zijn vereenvoudigd. Het is niet meer verplicht een overeenkomst met ouders over deze ouderbijdrage te sluiten en een model van een dergelijke overeenkomst op te nemen in de schoolgids. De toelating van leerlingen: deze mag niet afhankelijk worden gesteld van het betalen van de ouderbijdrage. De bijdragen voor de voor-, tussen- en naschoolse opvang vallen niet onder ‘vrijwillige ouderbijdragen’. Wetgeving vrijwillige ouderbijdrage vereenvoudigd
Overeenkomst met ouders niet meer verplicht De wettelijke bepalingen rond de vrijwillige ouderbijdrage zijn vereenvoudigd (ministerie van OCW). Het is niet meer verplicht een overeenkomst met ouders over deze ouderbijdrage te sluiten en een model van zo'n overeenkomst op te nemen in de schoolgids. Ook de passage over de reductie- en kwijtscheldingsregeling is vervallen. Wel moet duidelijk in de schoolgids staan dat de ouderbijdrage vrijwillig is. Het blijft ook verplicht om het beleid rond de ouderbijdrage te bespreken in de MR. De oudergeleding in de MR moet instemmen met de hoogte en de bestemming van de ouderbijdragen. Door de (wettelijke) bevoegdheid is de oudergeleding ook in de positie om een goede kortings- en kwijtscheldingsregeling te treffen. De meer eenvoudige wetgeving met betrekking tot de vrijwillige ouderbijdrage in het primair en voortgezet onderwijs vloeit voort uit een amendement van CDA en SGP dat eerder in de Tweede Kamer werd aangenomen bij de behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT). Het amendement heeft geleid tot aanpassing van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO), de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) en de Wet op de Expertisecentra (WEC). De vrijwillige ouderbijdrage is aan wettelijke regels gebonden: • scholen moeten duidelijk maken dat het om een vrijwillige bijdrage gaat; • informatie over de vrijwillige ouderbijdrage moet in de schoolgids worden opgenomen; • scholen mogen geen nieuwe leerlingen weigeren omdat hun ouders de vrijwillige Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
39
ouderbijdrage niet willen betalen; • de ouders in de medezeggenschapsraad moeten instemmen met de hoogte en de bestemming van het ingezamelde geld. Bovenstaande informatie is gebaseerd op artikel 40, lid 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 27, lid 2 van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 13 onder c. en 14, lid 2, onder c. van de Wet medezeggenschap op scholen. Meer info: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/basisonderwijs/vraag-en-antwoord/wat-isde-ouderbijdrage.html Gedurende het schooljaar 2015-2016 bestaat de ouderraad uit: Voorzitter Penningmeester Secretaris
: Melanie Hauben 045-5709437 / 06-41056724 : Jan Hoven 06-21540884 : Ilona Bok 06-11054927
Andere leden : Mevr. I. Van den Boogaard Dhr. L. Feron
045-8507838 / 06-15411944
De contactpersoon namens de directie is Paul Goossens, (directeur van de Mgr. Hanssen). De oudervereniging onderhoudt contacten met de volgende instanties: • • • • • • • • • • • • •
CyberEar RedactieRaad (CRR) Adelante (afdeling Audiologie en Communicatie) Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Min. VWS) Nederlandse Vereniging van Slechthorenden (NVVS) Slechthorende Jongeren Organisatie (SJHO) Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind (NSDSK) Federatie van Ouders van Slechthorende kinderen en kinderen met Spraak- en/of taalmoeilijkheden (FOSS) Nederlandse Vereniging tot Bevordering van het Onderwijs aan Slechthorende kinderen en kinderen met Spraak- en/of taalmoeilijkheden (SIMEA) Nederlandse Vereniging voor Keel-, Neus- en Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied (KNO-vereniging) Federatie van Nederlandse Audiologische Centra (FENAC) Gezamenlijke Audiologische Industrieën Nederland (GAIN) Nederlandse Vereniging van Audiciens Bedrijven (NVAB) Zorgverzekeraars Nederland (ZN)
Deelraad MR Mgr. Hanssen Medezeggenschap op onze school is wettelijk geregeld in de Wet Medezeggenschap op scholen (WMS). Hierin is bepaald dat elke school dient te beschikken over een Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
40
medezeggenschapsraad waarin ouders en leerlingen in gelijke aantallen vertegenwoordigd zijn. De bevoegdheden (instemmings- of adviesrecht), procedures en taken zijn vastgelegd in het medezeggenschapsreglement van de medezeggenschapsraad en het Medezeggenschapsstatuut van de stichting Vitus-Zuid. De MR fungeert voor Vitus-Zuid op instellingsniveau. Elke school beschikt over een eigen deelraad MR. Iedere deelraad kiest een afgevaardigde voor de MR uit hun midden. De bevoegdheden van de deelraad MR (instemmings- of adviesrecht), procedures en taken zijn vastgelegd in het deelraad Medezeggenschapsreglement en in het deelraad Medezeggenschapsstatuut van de stichting Vitus-Zuid. In de bevoegdheden van de deelraden MR en de overkoepelende MR is steeds gekozen om alles zoveel mogelijk op locatie te beslissen. Zie hiervoor de huishoudelijke reglementen en de statuten van de deelraad MR en de MR. De MR vergadert maximaal drie à vier keer per jaar. Daarnaast vergadert de deelraad ongeveer zes keer per jaar. Het aandachtsgebied van de MR bestaat uit: zaken die betrekking hebben op de totale instelling Vitus-Zuid. Het aandachtsgebied van de deelraad MR bestaat uit: 1. Onderwerpen die betrekking hebben op de betreffende school. Hierbij valt te denken aan het schoolplan, het schooljaarplan, de schoolgids en het formatieplan, de organisatie van de school, de taakverdeling en voorzieningen voor de leerlingen. 2. De relaties van de school met externe partijen en de positie van de school binnen deze samenwerkingsverbanden. Het mag duidelijk zijn dat verschillende onderwerpen, zoals wettelijke veranderingen, die vanuit een externe omgeving komen, vervolgens een uitwerking krijgen binnen Vitus-Zuid. De MR of betreffende deelraad MR worden vanuit de wettelijke verantwoordelijkheden automatisch ingeschakeld wanneer dit verplicht is. Daarnaast kan de deelraad MR altijd, gevraagd of ongevraagd, advies geven of vragen stellen met betrekking tot diverse onderwerpen. Ouders en personeel kunnen bij de deelraad MR Mgr. Hanssen terecht als zij vragen hebben over algemene onderwerpen zoals hiervoor genoemd. Daarnaast kunnen zij nadere uitleg over bepaalde onderwerpen vragen. Vergaderingen van de deelraad MR Mgr. Hanssen en de MR Vitus Zuid zijn openbaar voor belanghebbenden. Zij hebben tijdens deze vergaderingen ook spreekrecht, maar géén stemrecht. De vergaderdata van de MR Vitus Zuid en de deelraad MR Mgr. Hanssen worden vermeld in de schoolkalender en op de website van de school. Mededelingen van de deelraad MR Mgr. Hanssen en de MR Vitus Zuid, alsmede de agenda en notulen van de vergaderingen zijn op de website van de school te lezen. In de deelraad MR Mgr. Hanssen zullen zowel ouders als personeel zitting hebben.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
41
namens onze ouders: 1. dhr. Will Smeets 2. dhr. Jesse Rijks 3. vacature 4. vacature namens het personeel van onze school: 1. Karel Clignet, extern dienstverlener 2. Marloes Godderij, leerkracht 3. Christine van Ierland-Mietus, onderwijsassistent 4. Ger Wensink, leerkracht Officieel treedt de deelraad MR Mgr. Hanssen pas in werking na 1 augustus 2015. Dit geldt ook voor de MR Vitus Zuid. Van elke school wordt één deelraad MR-lid afgevaardigd naar de overkoepelende MR. Namens deelraad MR Mgr. Hanssen afgevaardigd naar de MR Vitus Zuid: 1 ouder en 1 personeelslid. Namens de directie zal dhr. Paul Goossens zitting nemen in de deelraad MR Mgr. Hanssen.
Vergaderdata van de deelraad MR Mgr. Hanssen gedurende het schooljaar 20152016: 7 september 2015 9 november 2015 18 januari 2016 21 maart 2016 23 mei 2016 4 juli 2015 De eerste vergaderdatum van de MR Vitus Zuid gedurende het schooljaar 2015-2016 is op 9 september 2015.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
42
6
6.1
ZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS
KWALITEITSZORG
Om in Zuid- en Midden-Limburg hoogwaardig onderwijs voor kinderen met ernstige auditieve en/of communicatieve beperkingen te realiseren, is het noodzakelijk om structureel de kwaliteit van ons onderwijs en van de begeleiding te onderzoeken. Hiertoe vergelijken we onder meer de toetsresultaten met de gestelde doelen. De uitkomsten kunnen gebruikt worden voor verbetertrajecten. Veranderingen en verbeteringen worden na invoering in de organisatie vastgelegd en verankerd. Een en ander heeft betrekking op het kwaliteitszorgsysteem. We kijken overigens niet alleen naar de kwaliteit van ons onderwijs en onze begeleiding, maar ook naar de facilitering, de voorwaarden die dit mogelijk maken, zoals de bedrijfscultuur, de financiën, de didactische middelen en het personeel. De Mgr. Hanssen streeft een professionele bedrijfscultuur na, gericht op het bieden van ‘goed’ onderwijs. Het lesgeven aan en het begeleiden van leerlingen in cluster 2 vraagt om deskundige en gespecialiseerde medewerkers, die zich voortdurend ontwikkelen op hun vakgebied in relatie tot onze doelgroepen. De Mgr. Hanssen is een lerende organisatie, die door scholing, training en coaching in de leslocaties maar ook in de Externe Dienst verbeter- en vernieuwingstrajecten stimuleert en in gang zet. In het schoolplan en schooljaarplan van de Mgr. Hanssen wordt aangegeven op welke gebieden de medewerkers geschoold worden en hoe ze werken aan het optimaliseren van hun pedagogisch en didactisch handelen. Hierin staat eveneens vermeld aan welke verbeter- en vernieuwingstrajecten er in een bepaalde periode gewerkt wordt. Onze school maakt bij het kwaliteitsbeleid gebruik van diverse instrumenten. Een aantal voorbeelden: • (evaluaties van) het schoolplan en het schooljaarplan; • het toetsen, registreren en analyseren van onderwijsresultaten onder meer met behulp van CITO; • Zelfevaluatie Kwaliteit Speciaal Onderwijs (ZEK); • Aantoonbare Betere Kwaliteit Ambulante Begeleiding (ABAB); • externe audits: kwaliteitsmeting door deskundigen van buiten de school; • interne audits: collegiale visitatie; • tevredenheidonderzoek onder medewerkers, klanten, partners en leerlingen; • resultaten van visitatie door de onderwijsinspectie; • klassenbezoek en consultaties aan de hand van kijkwijzers, observaties en gesprekken met medewerkers; • controles, evaluaties en analyses van onder andere protocollen, beleid en verzuim; • gesprekkencycli met medewerkers.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
43
6.2
UITSTROOMGEGEVENS
Het uiteindelijke doel van ons onderwijs en onze begeleiding is het ‘schakelen’ van leerlingen naar het reguliere onderwijs. Om de overstap naar het reguliere onderwijs mogelijk te maken gaat de aandacht niet enkel uit naar de speciale onderwijsbehoeften van het kind, maar ook naar een brede ontwikkeling. Een groot aantal leerlingen maakt een aantal jaren gebruik van onze speciale onderwijsondersteuning en schakelen dan over naar een andere passende vorm van onderwijs. Sommige leerlingen hebben onze onderwijsondersteuning langer nodig en blijven tot de overstap naar het reguliere voortgezet onderwijs op onze school.
UITSTROOM NAAR BAO, SBO en SO
Leerlingen verlaten de Mgr. Hanssen om verscheidene redenen: 1. Als uit de voortgangsbesprekingen blijkt dat een leerling zich zodanig ontwikkeld heeft dat onderwijsondersteuning vanuit cluster 2 onderwijs niet meer nodig is, wordt deze leerling door de IB-er als potentiële uitstromer besproken in een bijeenkomst van de Commissie Leerlingenzorg (CLZ) . De CLZ neemt hierover een besluit dat als advies door de IB-er of de leerkracht met de ouders besproken wordt. De beslissing van de ouders wordt in de regel gevolgd. 2. De indicatieperiode loopt ten einde en de leerling voldoet niet meer aan de criteria voor een nieuwe beschikking. In dit geval is er geen keuze en worden ouders hierover geïnformeerd. De CLZ adviseert ouders wel over een verantwoorde keuze voor een vervolgschool. 1. De leerling heeft meerdere onderwijsbehoeften en de specifieke onderwijsbehoeften van cluster 2 zijn ondergeschikt (geworden) aan de andere onderwijsbehoeften. De leerling is dan al verschillende keren besproken in de CLZ. De ouders hebben hierover terugkoppeling gehad. Er heeft meestal aanvullend onderzoek plaatsgevonden en uiteindelijk concludeert de CLZ dat de leerling beter geholpen kan worden in een andere vorm van speciaal onderwijs (cluster 3 of cluster 4). In sommige gevallen betreft het een advies SBO. Dit wordt met ouders besproken en het leidt doorgaans tot de aanvraag van een indicatie voor een ander cluster of het SBO. 2. Ouders geven aan dat zij om voor hen moverende redenen hun kind willen aanmelden op een andere school. We gaan hierover in gesprek met de ouders en respecteren hun uiteindelijke keuze.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
44
UITSTROOM NAAR HET VOORTGEZET (SPECIAAL) ONDERWIJS
De belangrijkste reden voor de uitstroom naar deze vormen van onderwijs is de leeftijd. Leerlingen tussen de 12 en 14 jaar kunnen direct overstappen naar het voortgezet (speciaal) onderwijs. Tijdens de voortgangsbesprekingen wordt bepaald welk moment het meest geschikt is. Wordt besloten het kind een extra jaar aan te bieden op de Mgr. Hanssen, dan moet dit een toegevoegde waarde hebben ten aanzien van het toekomstig schoolsucces.
DE UITSTROOMBESTEMMINGEN V(S)O Leerlingen stromen uit naar: − − − − − − −
Praktijkonderwijs VMBO – basisberoepsgerichte leerweg VMBO – kaderberoepsgerichte leerweg VMBO – gemengde leerweg VMBO – theoretische leerweg VSO cluster 2 VSO cluster 4
(PRO) (VMBO (VMBO (VMBO (VMBO
BBL) KBL) GL) TL)
Binnen het VMBO kan er sprake zijn van leerwegondersteunend onderwijs (LWOO). Het is geen aparte leerweg, maar leerlingen krijgen extra begeleiding meestal in kleinere groepen. Het niveau van het VSO-onderwijs is afhankelijk van de mogelijkheden van de leerling en van de betreffende school. Deze mogelijkheden variëren van arbeidstoeleiding (ATL) via bepaalde certificaten tot VMBO - trajecten. Sommige leerlingen volgen: − Technisch onderwijs in België − Voortgezet buitengewoon onderwijs in België Het niveau van het technisch onderwijs is te vergelijken met VMBO BBL en KBL. Het niveau van het buitengewoon voortgezet onderwijs is te vergelijken met Praktijkonderwijs en VMBO BBL met LWOO.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
45
BIJPASSENDE UITSTROOMPROFIELEN
Intelligentieniveau
IQ 55-80 IQ 75-90 IQ 80-90 IQ 90-120 en sociaalemotionele problematiek
IQ > 90
Indicatie ontwikkelingsperspectief Rekenen, Technisch Lezen, Begrijpend Lezen Eind niveau groep 5 Eind niveau groep 6 Eind niveau groep 6 voor het betreffende vakgebied Gemiddeld eind niveau groep 7 maar minimaal 2 vakgebieden max. rond of lager eind niveau groep 6 Eind niveau groep 7
Uitstroomniveau
PRO BBL met LWOO BBL / KBL eventueel met LWOO KBL / GL / TL eventueel met LWOO
KBL / GL / TL
EINDONDERZOEK
Om een ‘second opinion’ te krijgen van het niveau van de leerlingen die gaan uitstromen naar het voortgezet onderwijs, nemen we voor die groep het Drempelonderzoek af. Het Drempelonderzoek omvat een vijftal onderdelen, te weten rekenen, spelling, begrijpend lezen, technisch lezen en woordenschat. De resultaten worden gekoppeld aan mogelijke uitstroombestemmingen. Zowel de resultaten van het Drempelonderzoek en de CITO-toetsing (LOVS) als de psychologische en logopedische gegevens, worden naast elkaar gelegd en besproken door een delegatie van de CvB (een orthopedagoog en een IB-er), de groepsleerkracht en groepslogopedist. Uit deze bespreking volgt een uitstroomadvies, dat vervolgens ook met ouders besproken wordt.
UITSTROOMPROCEDURE
Nadat de ouders geïnformeerd zijn over het advies - ook als een nieuwe indicatie niet meer mogelijk is - wordt de uitstroomprocedure verder besproken. Ouders melden hun kind zelf bij de nieuwe school aan. De Mgr. Hanssen draagt zorg voor: − de eindrapportage, bestaande uit psychologische, logopedische en onderwijskundige informatie; − (indien van toepassing) de indicatieaanvraag voor: cluster 3 of cluster 4 SBO Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
46
PRO LWOO; − noodzakelijke onderzoeken en handelingsplannen; − een uitschrijfbevestiging. De ‘warme’ overdracht naar de vervolgschool wordt door de medewerker van de Externe Dienst uitgevoerd. Hij krijgt van de leerkracht en IB-er de informatie die nodig is om de begeleiding van de leerling op de vervolgschool goed aan te zetten. Vaak betreft het een leerling die recht heeft op terugplaatsingsbegeleiding (TAB) of reguliere ambulante begeleiding (RAG). De externe dienstverlener heeft hierin een begeleidende rol. Ouders worden nadrukkelijk betrokken bij de overdracht. Uitstroomgegevens 2010 tot en met 2015 20102011
slechthorenden/doven VSO Doof VSO SH Andere (V)SO Doof Andere (V)SO SH basisschool groep 1 basisschool groep 2 basisschool groep 3
20112012
20122013
20132014
20142015
2 1 1 2 2 2 1
basisschool groep 5 LWOO / PRO VMBO/HAVO VMBO/LWOO IVOO SBO ZMLK TOS: andere TOS basisschool groep 1 basisschool groep 2 basisschool groep 3 basisschool groep 4 basisschool groep 5 basisschool groep 6 basisschool groep 7 basisschool groep 8 speciale school voor basisonderwijs (SBO) VMBO / LWOO LWOO / PRO ZMLK ZMOK
1 2 3
1
1
1 1
1 1
5 6 4 4
3
1
3 10 6
2 8 6 6 2
1 13 10 1 4
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
9 11 8 3
15 7 3 3
3 1 1 3 7 7 3 2
3 3 2 1 8 3
19
10
11 19 3 3
26 10
47
2 4
IVOO School buitenland IBBO
2
4 4
1 1 1
2
Hiervoor heeft u kunnen lezen naar welke soort scholen onze leerlingen uitstromen. U kunt hieruit afleiden op welk niveau leerlingen onze school verlaten. Om te weten of dat niveau en ons advies inderdaad voldoende zijn om een goede aansluiting te vinden op de vervolgschool, onderzoeken wij vanaf schooljaar 20082009 jaarlijks of het schoolverlatersadvies bestendig is geweest, m.a.w. zitten de verwezen schoolverlaters 2 jaar na verwijzing nog op hetzelfde onderwijs. Overzicht en analyse: Cohort schoolverlaters 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013
Opgesteld d.d. 03/11 01/12 12/12 12/13 10/14
Aantallen 76 52 54 60 86
Bestendigheid schooladvies 69 47 49 55 72
Niet bestendig 7 (9,2 %) 5 (9,6 %) 5 (9,2 %) 5 (8,3 %) 14 (16%)!
Tussentijdse schoolverlaters 0 0 2 (3,7 %) 2 (3,3 %) 6 (6,9 %)
We nemen vanaf 2012 een toename van tussentijdse schoolverlaters waar. We zien in 2012-2013 een toename van niet bestendig! Conclusies Het tussentijdse schoolverlaten heeft enerzijds te maken met keuzes die ouders maken naar aanleiding van de op stapel zijnde wetsverandering (Passend Onderwijs) waarin de indicatie zal gaan veranderen en anderzijds met de toenemende belastende regelgeving rondom vervoer. We zien een trend waar de bestendigheid boven de 90% blijft behalve in 2012-2013 waar van de 14 leerlingen er 7 verhuisd zijn en dan voldoet dat schooljaar ook aan de trend. Plan van aanpak Gezien de hoge bestendigheidsgraaf en de verklaringen van de afwijkingen van de trend, is er geen verder plan van aanpak om beleid aan te passen noodzakelijk. Met andere woorden, we blijven jaarlijks ons onderzoek uitvoeren om onze handelswijze te controleren.
6.3
OPBRENGSTEN
RESULTATEN VAN VERANDER- EN VERBETERACTIVITEITEN Ontwikkeling organisatie In het kader van Passend onderwijs moet cluster 2 reorganiseren. De Mgr. Hanssen zal met de Taalbrug uit Eindhoven samengaan in een nieuwe instelling en dat heeft vergaande consequenties. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
48
Dit schooljaar is een nieuwe stichting in het leven geroepen met de naam Vitus Zuid, de nieuwe instelling voor cluster 2 onderwijs en begeleiding voor zuidoost Nederland. Deze organisatie moest opnieuw ingericht worden en inmiddels heeft Vitus Zuid , statuten, een bestuurder, een Raad van Toezicht en is de medezeggenschap opnieuw georganiseerd. Er zijn afspraken en ten dele gerealiseerd met betrekking tot de overdracht van personeel en middelen. Projectgroepen voor de bedrijfsvoering en de HRM hebben verder de afgelopen periode veel zaken in de steigers gezet. Het volgend schooljaar zullen die verder ontwikkeld moeten worden en vooral ook in de organisatie geborgd moeten worden. De strategische ambitie en de strategische agenda voor Vitus Zuid zijn nog niet ontwikkeld. Dat zal de eerste maanden in het nieuwe schooljaar zijn beslag krijgen. Dit is heel belangrijk omdat deze zaken kader stellend zijn voor het nieuwe schoolplan. De nieuwe toeleidings- en toelatingsprocedure is al het vorig jaar tot stand gekomen, maar is dit schooljaar doorontwikkeld en verder verfijnd. We blijven dit monitoren en evalueren om zo te komen tot optimale ondersteuning van aanvragers. Verder worden alle personeelsleden regelmatig middels een gemeenschappelijk ontwikkelde nieuwsbrief voor de instelling geïnformeerd over de stand van zaken. Ook de wekelijkse mededelingen van de Mgr. Hanssen zorgen voor een zo goed mogelijke communicatie van de ontwikkelingen op dit vlak. Alle Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs, IB-netwerken, perifere logopedisten en verbanden van voorschoolse voorzieningen zijn door ons nog eens nadrukkelijk tijdens aparte voorlichtingsbijeenkomsten geïnformeerd over de veranderingen in ons begeleidingsaanbod als gevolg van Passend Onderwijs en de nieuwe aanvraagprocedure. We hebben voor de overgangsjaren goede en ook gedragen afspraken gemaakt over de begeleiding in het regulier onderwijs en eventuele overdracht van middelen. Op het gebied van de modernisering van ICT, is voorzien in de verdere uitrol van het meerjarig ICT-beleidsplan van onze school. D.w.z. dat er weer twee laptopkarren zijn aangeschaft inclusief laptops waardoor de vaste opstellingen op gangen e.d. nu verdwenen zijn. Er kan via WIFI overal in de schoolgebouwen zowel door leerlingen als ook anderen met laptops gewerkt worden. Ter vervanging van een viertal digiborden zijn de nieuwe stabiele Hippo-borden aangeschaft. Bij de externe dienst en ander personeel zijn ook een aantal laptops en desktops vervangen. Soloapparatuur en klassenversterkingsapparatuur Ook dit jaar hebben we weer 2 soundfieldapparaten aangeschaft voor gebruik in de kleutergroepen. Deze geluidsversterkende apparatuur heeft niet alleen een positief effect op de auditieve verwerking van verbale informatie bij TOS-leerlingen, maar ook voor de stem van onze collega’s werken deze apparaten bevorderend. De protocollen rondom aanvragen voor soloapparatuur bij individuele leerlingen worden met wisselend succes toegepast. Helaas moeten we constateren dat in het voortraject bij onze ketenpartners nog te vaak buiten het protocol om al bijna (bindende) toezeggingen aan ouders gedaan worden, waardoor de school geen eigen afweging meer kan maken. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
49
Professionalisering medewerkers Professionalisering van medewerkers blijft een hoge prioriteit houden. Ook dit jaar hebben verscheidene medewerkers individueel deel genomen aan masteropleidingen met als doel kennis en vaardigheden te vergroten op het terrein van onze doelgroepen en het onderwijs en begeleiding daarvan. Naast deze individuele scholing steken wij veel in op ontwikkeling op teamniveau. We koppelen dan vaak de scholing aan coaching en/of pedagogisch-didactisch overleg. Voorbeelden hiervan zijn: implementatie nieuwe rekenmethode, positive behaviour support (PBS), Spelling, NMG, Prompt-2 voor logopedisten etc. Kwaliteitsbeleid De geplande externe audit met als onderwerp de sociaal-emotionele ontwikkeling, het pedagogisch handelen en de schoolveiligheid. Deze werd in maart 215 door Loek Schoenmakers PhD en drs. Sigrid Bokkers, senioradviseurs van BCO, in tien dagdelen uitgevoerd. De school voldoet ruimschoots aan de wettelijke voorschriften. De onderzoekers constateren ook dat medewerkers en leerlingen heel tevreden zijn over het huidige (veilige) klimaat op de school en benoemen het pedagogisch handelen als een sterk punt van onze organisatie. Desalniettemin heeft het rapport ook een scala van aanbevelingen opgeleverd op alle onderzochte terreinen waar de school de komende jaren aan kan werken. We moeten hierin prioriteren en het volgend schooljaar pakken we de aanbevelingen rondom PBS in de teamscholing op. Daarnaast checken we de kwaliteit van ons onderwijs op verschillende andere manieren. Zowel IB-ers als directie controleren met kijkwijzers of een aantal afgesproken werkprocessen c.q. routines ook wel daadwerkelijk op een correcte manier uitgevoerd worden. Dit jaar hebben we zo gekeken naar de administratieve processen rondom groepsklapper en LBS-klapper, toepassen van bepaalde rekenroutines. Tijdens de functioneringsgesprekken hanteren we ook een brede kijkwijzer die, als het nodig is, ook fijnmaziger kan inzomen op bepaalde thema’s. Tenslotte hebben we ook dit jaar weer veel aandacht besteed aan het juiste gebruik door leerkrachten van toetsen, het analyseren en interpreteren van toetsen en het opstellen van een goede interventie. Zowel op individueel als op groepsniveau kunnen we nu ook (beperkt) analyses maken over het rendement. Dit wordt ook op schoolniveau geaggregeerd en levert nieuwe analyses en conclusies op. Dit schooljaar hebben we ook voor het eerst heel nadrukkelijk het ontwikkelingsperspectief geëvalueerd aan de hand van de scores op de CITO-toetsen. Dit levert ook weer informatie op om het onderwijsproces te sturen en verder in te richten. Inhoudelijk werkgroepen LBS De onduidelijkheid over de keuze van een nieuw digitaal LBS bij Kentalis en Auris heeft onze ambities even geparkeerd. In het najaar hebben we een voorlichting gehad van Parnassys omdat de Taalbrug SO dit systeem gaat invoeren. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
50
Wij zouden graag zien dat er een systeem komt voor heel cluster 2. In afwachting van de keuze van Kentalis/Auris zullen wij weer de volgende stappen zetten. Het kleuteronderwijs heeft gekozen voor het OVMJK en heeft inmiddels daar ook weer scholing voor gehad. Onderwijsconcept kleuteronderwijs Naar aanleiding van de uitslag van de externe audit en de herijking van de visie op kleuteronderwijs zijn we nadrukkelijk aan de slag gegaan om deze ontwikkelingsgerichte visie om te zetten in de praktijk. Het concreet maken van het concept Basisontwikkeling middels thema’s blijft actueel. De werkprocessen rondom het opzetten van een thema in relatie tot basisontwikkeling, het gewenste onderwijsaanbod en de aansluiting op de onderwijsbehoeften van de leerlingen blijven de onderliggende rode draad. Dit jaar is er op ingestoken om praktisch aan de slag te gaan met allerlei rekensituaties in spel en hoeken. De kleutergroepen hebben met elkaar verkend hoe de doelen en dus de leerlijn van rekenen binnen verschillende activiteiten van Basisontwikkeling hun plek kunnen krijgen. Dit heeft in ieder geval geleid tot het inzicht dat ook rekenen (en taal) goed weg te zetten zijn binnen het thematisch werken. Wel wordt er veel kennis en inzicht van leerkrachten verwacht zowel voor wat betreft de leerlijnen en doelen als ook van de onderwijsbehoeften van de leerlingen. De planningtools zoals de themaplanner en het logboek zijn dan ook belangrijke instrumenten voor de leerkracht. Deze zijn nog niet uitontwikkeld en zullen de komende jaren doorontwikkeld moeten worden. Ook het Ontwikkeling Volg Model Jonge Kinderen (OVMJK) is een belangrijke bron voor leerkrachten. In het najaar hebben de leerkrachten in twee opfrissessies kennis genomen van alle vernieuwingen in het OVMJK. Taalbeleid - taalonderwijs Taalonderwijs blijft op onze school een voortdurend aandachtspunt. Met name de mondelinge taalontwikkeling moet binnen het onderwijs extra gestimuleerd worden. We hebben gekozen voor het concept Interactief Taalonderwijs (IATOW) en er is al veel aandacht geweest voor het opzetten van thema’s, waarbinnen de leerkrachten veel interactieve taalsituaties inbouwen. Door de hervorming van de taalwerkgroep en het inspectiebezoek is dit thema dit schooljaar onvoldoende verder ontwikkeld en komt dit terug op de agenda van het schooljaar 2015-2016. Wel is het principe van conceptmapping geïntroduceerd en geëvalueerd. Het technisch lezen vraagt voortdurend onze aandacht. De resultaten stagneren. Door het wegvallen van de specialist op technisch lezen en de reorganisatie van de taalwerkgroep is dit thema ook onvoldoende aanbod gekomen. Het volgend schooljaar worden de toetsprocedures nog eens goed onder de loep genomen. Ook zal nadrukkelijk geanalyseerd worden waardoor de geconstateerde stagnatie ontstaat. Voor begrijpend lezen moeten de toetsprocedures het komend jaar ook nog opgepakt worden. Wel is er een duidelijke keuze gemaakt om met de methode Nieuwsbegrip XL verder te gaan. Deze is dan ook ingevoerd en geïmplementeerd. Volgend schooljaar zal nodig zijn om dit proces verder te fine-tunen en af te ronden. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
51
T.a.v. spelling zijn alle doelen behaald. Er is volgens een weloverwogen traject gekozen voor een nieuwe spellingsmethode. Door middel van nascholing zijn de betrokken leerkrachten geïnformeerd en geïnstrueerd over de visie en uitgangspunten van goed spellingsonderwijs, de keuze voor de methode en de organisatie daarvan vanaf 2015-2016. Voor de kleuters is dit jaar gestart met de NMG-1 voor de groepen 1. Volgend schooljaar wordt dat uitgebreid naar de groepen 2. Het borgen en onderhouden van de gebaren wordt georganiseerd in groepjes op aparte oefenmomenten, net zoals dat gebeurt bij de SH/Doof. T.a.v. de interventies m.b.t. dyslexie is met name goed gekeken naar de mogelijkheden om ICT-hulpmiddelen in te zetten. Een aantal hulpmiddelen is ingezet en geevalueerd. T.a.v. van Sprint-plus en Kurzweil zijn er geen veranderingen ingezet. Wel is nu Yoleo geïntroduceerd om middels een menselijke stem het lezen te ondersteunen. Omdat dit zo’n succes was, wordt dit hulpmiddel het volgend schooljaar breder ingezet. Ook in de dienstverlening speelt dyslexiebegeleiding een belangrijke rol. Dit schooljaar heeft de werkgroep zich verdiept in de nieuwe vergoedingsregeling. Ook heeft de werkgroep zich geschoold in de meeste recente inhoudelijke ontwikkelingen rondom de begeleiding van dyslexie. Dit heeft men verder ook weer gedeeld met de andere dienstverleners. De relatie dyslexie en dyscalculie is nadrukkelijk ook aan bod gekomen. Ook in dit kader is er onderzoek gedaan naar de bruikbaarheid van ‘Taal in blokjes’ en ‘Toch nog leren lezen’. Dit wordt het volgend jaar voortgezet. Rekenbeleid - rekenonderwijs Dit schooljaar is de opzet van de nascholing veranderd: er is gekozen voor een vervolg van de scholing van 2013-2014 met een coach-de-coach-traject. Zowel IB-ers, beide rekenspecialisten als een directielid sloten aan bij de bijeenkomsten. Het traject gold voor de kerngroepen en het is met een positief gevoel doorlopen. Het traject heeft geleid tot een verdieping en tot nieuwe vragen waardoor het traject nog een vervolg krijgt. De opbrengsten van de scholing zijn echter nog onvoldoende, hetgeen ook een reden is om het traject voort te zetten. Een belangrijk uit de scholing ontwikkeld item is de pilot Passende Perspectieven (PaPe). Omdat de ervaringen hebben kunnen leiden tot afspraken, zal in schooljaar 20152016 schoolbreed vanaf de middenbouw gewerkt worden met PaPe leerroute 2 en 3 (voor leerlingen met een uitstroomperspectief VMBO basis of PRO/VSO). Daarnaast is een coachingsdocument ontwikkeld waarmee de leerkracht zichzelf kon inschalen met behulp van 3 uitgebreid beschreven sporen. De 3 sporen verschillen in de mate waarop men in staat is meer specialistisch rekenen te onderwijzen op meerdere niveaus (maximaal 3). Er is een kwaliteitsmonitor ontwikkeld om te meten hoever de ontwikkelingen schoolbreed zijn geïmplementeerd. De leerkrachten en assistenten van de kerngroepen (en IB-ers en specialisten) hebben daarnaast een tweetal bijeenkomsten gevolgd van Angelique Roos. Hier werden Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
52
vooral praktische adviezen gegeven met betrekking tot het wisselen tussen de niveaus van het handelingsmodel in een les, maar ook enkele moeilijkheden zoals de klok. Het materiaal van Met Sprongen Vooruit is kort aan bod gekomen. De leerlijn van het optellen en aftrekken, ook kolomsgewijs, is bekeken. En vermenigvuldigen is aan bod gekomen. De totstandkoming van de Passende Perspectieven is gepresenteerd. Afstemming en afspraken blijven belangrijke items die naar voren zijn gekomen uit de bijeenkomsten. De ontwikkelde beleidsplannen zijn wel zijdelings aan bod gekomen tijdens de nascholing, maar moeten het volgend schooljaar echt besproken worden met de leerkrachten, omdat de uitgangspunten, de doelen en de wijze waarop we die willen bereiken, essentieel zijn voor ons rekenonderwijs. We blijven werken aan een goede borging van nieuwe routines en afspraken in ons rekenonderwijs. Een heel belangrijk instrument hierin zijn de kijkwijzers, zoals ook de ontwikkelde kwaliteitsmonitor, waarmee we bij klassenbezoeken dit soort zaken observeren en in kaart brengen. Dit schooljaar hebben goed gekeken naar in hoeverre de fasen van het IDGI-model terug te zien zijn in ons onderwijs. Wizwijs heeft een eigen uitwerking van de Passende Perspectieven (PaPe) uitgebracht. Daarmee is de tweede helft van dit schooljaar een pilot gedraaid in een aantal middenbouw- en eindgroepen. Hoewel het nog niet is gelukt, wordt geprobeerd om tot een overzichtelijk document te komen met een vergelijking tussen CED-doelen, Wizwijs blokdoelen en PaPe. Daarbij zijn er zaken waarmee rekening gehouden moet worden: er wordt in een blok aan veel doelen gewerkt; er wordt meerdere blokken aan dezelfde tussendoelen gewerkt (van verkennen tot functioneel toepassen), er is sprake van meerdere leerlijnen binnen vier verschillende domeinen. Deze metingen zijn binnen het IB-overleg vergeleken en daarna verspreid en bekeken met het team. De opbrengsten zijn nog te zwak. De manier van delen en vooral het aanzetten tot verbetering vanuit de metingen gebeurt nog matig. Hieruit is een ontwikkelpunt vanuit de directie ontstaan. Sociaal-emotionele ontwikkeling Als een van de pijlers van onze organisatie, besteden we aan de ontwikkeling van dit vormingsgebied veel aandacht. Onze methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling Leefstijl vraagt ieder jaar om onderhoud. Middels de wekelijkse mededelingen en Pedagogisch-Didactische Overleg (PDO) wordt levend gehouden en verder geborgd. In aanvulling op deze methode heeft de werkgroep gekozen voor de methode ‘Relaties en sexualiteit’. In samenwerking met de GGD zijn leerkrachten geïnformeerd en geïnstrueerd en gaan we deze methode het volgend schooljaar invoeren en implementeren. Ook de voorlichting door HALT aan de eindgroepen is een goede aanvulling op ons programma. Dit traject moet een bijdrage leveren aan het voorkomen van pestgedrag, agressie, overlast etc. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
53
Het is met name gericht op het nemen van verantwoordelijkheid en laten ervaren en laten beseffen dat iedereen, dus ook deze leerlingen ‘een keuze hebben’ als ze iets doen. Naast Leefstijl zijn we het vorig schooljaar gestart met een driejarige traject invoering Positive Behaviour Support (PBS). Dit schooljaar was vooral gericht op de gemeenschappelijke ruimtes zoals de gangen en de speelplaats. PBS is in eerste instantie een preventief programma dat medewerkers in staat moet stellen om het gedrag van kinderen te kunnen sturen. Het bleek moeilijk om PBS bij de medewerkers levend te houden. Het afgelopen jaar hebben we geprobeerd de inzet van PBS regelmatiger te bespreken tijdens de diverse overleggen. Om de effecten van het gebruik van PBS zichtbaar te maken, hebben we dit schooljaar twee periodes alle ‘incidenten’ geregistreerd. Hiermee kunnen we over langere periode zichtbaar maken of er een positieve ontwikkeling te registreren is. In het verlengde van het PBS heeft de werkgroep in afstemming met de werkgroep ‘Het bewegende kind’ afspraken gemaakt over nieuwe regels voor de speelplaats en de wijze waarop surveillanten geactiveerd en gemotiveerd kunnen worden om leerlingen beter te begeleiden in deze vrije situaties. Deze afspraken zijn met de medewerkers gecommuniceerd tijdens werkoverleggen, maar ook via de wekelijkse mededelingen. Mede door vertrek van de externe begeleider midden in het schooljaar, werd de training van medewerkers niet uitgevoerd, waardoor we PBS weer niet voldoende vlot hebben kunnen trekken. Duidelijk werd dat PBS moeilijker inzetbaar is voor kinderen uit het ‘rode gebied’. Er werd expliciet ingezet met de interventie CiCo. PBS en pesten is niet aan de orde gekomen, maar wordt volgend jaar als prioriteit uitgewerkt. De school heeft een Audit laten uitvoeren gericht op het veiligheidsbeleid, de sociaalemotionele ontwikkeling en het pedagogische klimaat. Vanuit de evaluatie zijn er vele positieve elementen naar voren gekomen die we zullen borgen. De kritische noten c.q. aandachtspunten zullen we komende schooljaar aanpakken. Een en ander is reeds in voorbereiding. De thema-avonden (lezingen) voor ouders en medewerkers verzorgd door Martine Delfos en de GGD (rondom seksualiteit), waren goed bezocht en werden door de betrokkenen als waardevol gezien. Een nieuw instrument voor SeO heeft nog niet geleid tot aanschaf, daar er op dit moment geen nieuwe Cotan-proof instrumenten anders dan de reeds door ons in gebruik zijnde instrumenten, voorhanden zijn. De samenwerking met de werkgroep ‘het bewegende kind’ resulteert in een duidelijke afstemming met betrekking tot het speelplaatsgebeuren. De diverse documenten die hangen aan het Vademecum en betrekking hebben op de sociaal- emotionele ontwikkeling & pedagogische domein, zijn opnieuw bekeken en geüpdatet, te weten: − Gedragsprotocol; − Rouwprotocol; − Protocol pestbeleid; Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
54
− − − − −
Protocol kindermishandeling; protocol omgaan met agressie; protocol omgaan met alarmerende berichten; incidentenregistratie; beleidsplan SeO & pd.
Cultuur & identiteit doven en slechthorenden Om de specifieke kennis en vaardigheden rondom het onderwijs en de begeleiding van de doelgroep doven en slechthorenden op niveau te houden hebben we dit jaar: • Iedere week een stukje informatie over de Dovencultuur etc. en de Simea – kwaliteitseisen geschreven in de mededelingen van de school. Dit ging gepaard met ‘het gebaar van de week’. • De gebarenweek georganiseerd . • CIDS-lessen als onderdeel van de dovencultuur verzorgd. • Gezamenlijk met alle leerkrachten van SH/DOOF het Simea-congres bezocht om kennis te nemen van de nieuwste ontwikkeling op het gebied van doelgroep en onderwijs. • Een informatieavond georganiseerd over de nieuwste auditieve hulpmiddelen met medewerking van Streukens en Adelante A&C. • Er is voor ouders een thema-avond georganiseerd met informatie, een stuk over pedagogische begeleiding en communicatie middels gebaren. Die avond werd heel positief ontvangen. • Diverse boeken aangeschaft: Kinderboeken: • Kijk, de vogel zingt. Jet krijgt een doof zusje (van Jonker en Peek). • Het oor van Leonoor. Leonoor krijgt buisjes (van Kliphuis). Studieboek: • Mijn leerling hoort slecht (van Marschark en Knoors) • De Fodok Themadag is bezocht waarvan verslag is gedaan in de teamvergadering. • Sencity is bezocht (een evenement voor doven, slechthorenden en horenden), een evenement dat alle zintuigen prikkelt. Niet alle leerlingen met een auditieve beperking zitten meer in aparte klassen voor doven en slechthorenden. Dat is vaak goed voor hun leerontwikkeling, maar deze leerlingen hebben vaak toch iets meer nodig zeker op het gebied van identiteitsontwikkeling. Voor slechthorende/dove leerlingen vanaf de A2 groep en hoger waren er een viertal CIDS-lessen. Bij deze leerlingen is nu een groepsgevoel ontstaan dat ook wel nodig is om met elkaar ervaringen uit te wisselen. De kinderen gaven wel aan dat ze iets minder in de kring willen praten, dus de werkvormen worden aangepast zonder het lesdoel uit het oog te verliezen. Kinderen hebben het gevoel dat ze er niet alleen voor staan, dat ook andere kinderen en zelfs de juf (Natascha) weet waar ze het over hebben. De kinderen hebben samen goed nagedacht over oplossingen voor situaties, die ook met elkaar in een rollenspel geoefend en in een bezoek aan de winkel in de praktijk gebracht. Dit hebben we allemaal als zeer waardevol ervaren. Daarnaast hebben leerkrachten tips gekregen hoe om te gaan met de specifieke ondersteuningsbehoeften van deze doelgroep. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
55
De werkgroep heeft tijdens de gebarenweek in het hoofdgebouw een programma georganiseerd om ook breder aandacht te vragen voor de communicatieve problematiek van deze doelgroep. Ook zijn er ook dit jaar weer gebarencursussen gegeven en komen twee keer per maand komen de medewerkers bijeen om de gebaren te oefenen. Het bewegende kind De uitrol van de herinrichting van het speelpleinenplan is met de investeringen dit jaar nu volledig gerealiseerd. Dit jaar is het dak van het prieeltje bij het hoofdgebouw vervangen, zijn er drie vaste banken geplaatst bij het sportveld en is er een tafelvoetbalspel voor de dependance en een tafeltennistafel voor het hoofdgebouw aangeschaft. Ook werd er een LUDO-stop aangeschaft voor het hoofdgebouw. Verder heeft de werkgroep enerzijds veel aandacht besteed aan het organiseren van specifieke pleinactiviteiten per periode, maar anderzijds is er ook veel aandacht geweest voor het gedrag en de communicatie tussen leerlingen onderling op de speelpleinen. Het zal duidelijk zijn dat de surveillant hier een cruciale rol in heeft. De werkgroep heeft dit thema tijdens werkoverleg regelmatig geagendeerd en besproken met de medewerkers, ook in relatie tot het PBS-programma. Gymzaal en spellokalen De totale update van de grote gymzaal heeft door veranderde financiële inzichten een versnelling doorgemaakt. In mei van het schooljaar 2013-2014 hadden we plafondunits kunnen realiseren. Het daarbij behorende klimnet en twee touwladders werden eveneens aangeschaft. Tevens werden enige vloervoorbereidingen getroffen voor het plaatsen van netpalen en werden drie ringenstellen vervangen. Ook werden de klim-/klauterramen vervangen, enerzijds door een elektrische unit en de ander door een handmatig te bedienen unit. In mei van het schooljaar 2014-2015 hebben we de overige vernieuwingen laten aanbrengen. De oude basketbalringen zijn verplaatst en er zijn twee nieuwe basketbaldoelinstallaties(met gasveren) op de oude plekken opgehangen. De oude klimtouwen zijn door geheel nieuwe klimtouwinstallaties vervangen. Er zijn 12 nieuwe gymmatten en 1 nieuwe landingsmat aangeschaft. Er is een constructie middels twee demontabele palen gecreëerd waardoor we 3 netten in de lengterichting van de zaal (onafhankelijk) van elkaar kunnen ophangen. De 40 kg zware turnbanken zijn vervangen door 6 kortere en lichtere exemplaren met aan de onderzijde evenwichtsbalken van 5,7 en 10 cm breed. Er is een nieuwe trampoline aangeschaft evenals 20 oefenstokken en 20 pvc hoepels. Er zijn twee velgringen aangeschaft die zowel horizontaal als verticaal inzetbaar zijn. De oude ballenwagen is verplaatst naar de kleuterafdeling en vervangen door een nieuw exemplaar waar alle door ons te gebruiken ballen in passen. Daarnaast zijn er nog drie stokkenbakken aangeschaft waarin de verschillende soorten hockeysticks kunnen worden opgeborgen. Als laatste is een oude tafeltennistafel vervangen door twee verrijdbare exemplaren. Voor de kleutergymzalen is een eerste aanschaf gedaan in de vorm van een verrijdbare mattenbox. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
56
Logopedie Alle logopedisten hebben dit jaar deel genomen aan de vervolgcursus PROMPT-2. Dit is een methode ter behandeling van specifieke spraakstoornissen. Externe dienst De communicatieve redzaamheid van onze leerlingen is voorgaande jaren het speerpunt van de scholing voor de externe dienst geweest. De dienstverleners hebben hun kennis op dit terrein opgehaald en hebben nadrukkelijk onderzocht hoe zij deze problematiek in hun begeleiding richting leerling en leerkracht kunnen omzetten. Dit moet o.a. leiden tot betere handelingsplannen voor rugzakleerlingen in het regulier onderwijs. Dit jaar is met name nagegaan of de kennis voldoende zou zijn om dienstverleners en met name consultants cluster 2 in staat te stellen, snel en adequaat te kunnen inschatten of er sprake is van een CR-problematiek. De afstemming met het aanmeldpunt en het multidisciplinair team is vloeiend verlopen. De aanvragen kwamen in het begin traag op gang. Maar na een stevige informatieronde bij alle samenwerkingsverbanden en besturen, ondersteuningsteams en intern begeleiders wist het veld cluster 2 weer te vinden. De werkgroep dyslexie heeft tijdens themabijeenkomsten kennis gedeeld over de actuele ontwikkelingen rondom ernstige lees- en spellingsproblemen, en heeft ook de relatie geduid met dyscalculie.
LEEROPBRENGSTEN Het onderwijs op de Mgr. Hanssen richt zich bij het behalen van leeropbrengsten primair op mondelinge taal en communicatieve redzaamheid in combinatie met het pedagogisch domein en de motorische ontwikkeling. Daarnaast wordt, om aansluiting met vervolgonderwijs mogelijk te maken, ook aandacht besteed aan de andere primaire vakken (spelling, technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen). Leeropbrengsten van alle vakken worden in kaart gebracht aan de hand van observaties en/of testen en toetsen. In de toetskalender staat per jaargroep een overzicht met methodeonafhankelijke toetsen en observatie-instrumenten die gebruikt worden. Daarnaast worden ook methodegebonden toetsen gebruikt. Door het verzamelen van observatie- en/of meetgegevens in groepsoverzichten voor de hoofddomeinen mondelinge taal, pedagogisch domein, technisch lezen, spelling, rekenen en begrijpend lezen, wordt de ontwikkeling over langere tijd bijgehouden en worden de onderwijsbehoeften van leerlingen in kaart gebracht. Op basis van leervermogens is per leerling (vanaf ongeveer 9 à 10 jaar) een ontwikkelingsperspectief inclusief uitstroomprofiel / uitstroombestemming opgesteld. De individuele ontwikkeling, onderwijsbehoeften en het welbevinden van de leerling zijn belangrijk, maar altijd gekoppeld aan maximale leeropbrengsten. Hierbij worden hoge doelen gesteld en (CED)leerlijnen en leerstofaanbod worden hieraan gekoppeld. Voor de verschillende domeinen zijn per leerjaar streefniveaus opgesteld. Op deze Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
57
wijze wordt planmatig naar een zo hoog en reëel mogelijk eindniveau gestreefd waarbij in Eduscope (digitaal systeem) de gegevens per leerling worden opgeslagen.
7
MGR. HANSSEN EN DE WET
7.1 VERANTWOORDING ONDERWIJSTIJD De kleutergroepen krijgen minimaal 880 uren onderwijs per schooljaar, voor de overige leerlingen is dat minimaal 1010 uren. Op grond van de schooltijden en het vakantierooster voldoen wij aan het wettelijk verplichte aantal uren onderwijs. Op blz. 72 vindt u het rooster van vakanties en vrije dagen. Groep Nederlandse taal Rekenen en wiskunde Oriëntatie op jezelf en de wereld, waaronder godsdienst Oriëntatie op natuur en techniek Kunstzinnige vorming Bewegingsonderwijs Engels Pauze Totaal
7.2
K1 510 180
K2 510 180
A1 660 300
A2 660 300
M1 600 300
M2 600 300
M3 550 300
E 505 300
120
120
135
135
150
150
150
150
90
90
105
105
150
150
200
200
150
150
140
140
140
140
140
140
300
300
130
130
130
130
130
75 1425
75 1425
75 1545
75 1545
75 1545
75 1545
75 1545
130 45 75 1545
VERLOF- en VERZUIMREGELING
We verwachten dat de kinderen op de reguliere schooltijden onze school bezoeken. Hierover worden tijdens het intakegesprek afspraken gemaakt met de ouders. Verzuim moet geregistreerd worden en bij ongeoorloofd verzuim is de school verplicht de leerplichtambtenaar van de betreffende gemeente te informeren. Per 1 augustus 1994 is de herziene leerplichtwet van kracht geworden, waarbij de meldplicht van scholen aangescherpt is. Deze maatregel is getroffen om een einde te maken aan het verschijnsel dat ouders van leerlingen extra vakantie vragen, bijvoorbeeld voor de wintersportvakantie of voor een bezoek aan hun geboorteland. We spreken over ‘luxeverzuim’ onder andere wanneer ouders hun kinderen laten spijbelen om eerder met vakantie te kunnen gaan of om ze mee te nemen op familiebezoek. Daarvoor is de vrijstelling, zoals hieronder beschreven, nadrukkelijk niet bedoeld. Vakantie onder schooltijd De Leerplichtwet stelt duidelijk dat vakantie onder schooltijd vrijwel onmogelijk is. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
58
Alleen wanneer een gezinsvakantie, door de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders, niet in de schoolvakantie kan worden opgenomen, kan extra verlof worden verleend. Te denken valt aan seizoensgebonden werkzaamheden in de agrarische sector en de horeca. In dat geval mag de directeur één maal per schooljaar het kind vrij geven (voor maximaal tien schooldagen), zodat het gezin op vakantie kan gaan. Bij een aanvraag moet een werkgeversverklaring worden toegevoegd, waaruit de specifieke aard van het beroep èn de verlofperiode van de betrokken ouder(s) blijken. Verder moet rekening gehouden worden met de volgende voorwaarden: − in verband met een eventuele bezwaarprocedure moet de aanvraag ten minste acht weken van tevoren bij de directeur ingediend worden, tenzij de aanvrager kan aangeven waarom dat niet mogelijk was; − de verlofperiode mag maximaal tien schooldagen beslaan; − de verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. Extra verlof In onderstaande bijzondere omstandigheden kunt u extra verlof aanvragen: − − − − −
een huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de 3e graad van het kind; het 12½- of 25-jarig huwelijksjubileum van de ouders; het 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van de grootouders; het 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum van de ouders of grootouders: één dag; ernstige ziekte van de ouders, bloed- of aanverwanten tot en met de 3e graad van het kind (de duur wordt bepaald in overleg met de directeur); − het overlijden van bloed- of aanverwanten tot en met de 4e graad; − verhuizing van gezin; − moslims krijgen één dag verlof voor het Suikerfeest en het Offerfeest. Onder de volgende omstandigheden wordt géén extra verlof gegeven: − activiteiten van verenigingen zoals het scouting- of voetballerskamp zie ook blz. 52 ‘bijzondere talenten’); − vakantie buiten de vastgestelde schoolvakanties (bijvoorbeeld in het geval van speciale aanbiedingen in het laagseizoen); − eerder vertrekken of later arriveren vanwege (verkeers-)drukte; − familiebezoek in het buitenland; − de leeftijd van het kind wordt als argument gebruik; − het argument dat vlak voor de vakantie (bijna) geen les meer gegeven zou worden. Extra verlof aanvragen Om tijd te creëren voor overleg of een eventuele bezwaarprocedure, moet een verlofaanvraag minimaal acht weken van tevoren bij de directeur van de school binnen zijn. Van deze hoofdregel kan alleen worden afgeweken indien een termijn van acht weken niet redelijk is door een bijzondere omstandigheid. De directeur van de school is bevoegd een besluit te nemen over een extra verlofaanvraag voor maximaal tien dagen in een schooljaar. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
59
De leerplichtambtenaar is bevoegd een besluit te nemen over een extra verlofaanvraag voor méér dan tien dagen. Hij doet dit in overleg met de directeur. Zowel de directeur als de leerplichtambtenaar zijn verplicht een besluit te nemen binnen een redelijke termijn. Tegen dit besluit kan bezwaar worden gemaakt. Bezwaar en beroep Tegen een afgewezen verzoek om extra verlof kan de indiener schriftelijk bezwaar maken. Dit bezwaar kan worden ingediend bij het bestuur. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste de volgende gegevens bevatten: − de naam en het adres van de belanghebbende; − de dagtekening (de datum); − een omschrijving van het besluit dat is genomen; − de argumenten die duidelijk maken waarom de indiener niet akkoord gaat met het besluit. Als het bezwaar niet door de indiener zelf, maar namens deze wordt ingediend, dient een ondertekende volmacht aan het bezwaarschrift te worden toegevoegd. De indiener krijgt de gelegenheid om het bezwaar mondeling toe te lichten. Daarna zal er schriftelijk bericht worden van het besluit dat over het bezwaarschrift is genomen. Tegen dat besluit kan op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen zes weken schriftelijk beroep worden aangetekend bij de Arrondissementsrechtbank, sector Bestuursrecht. Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Wel kan de indiener van een beroepschrift zich wenden tot de President van de bevoegde rechtbank met het verzoek een voorlopige voorziening te treffen. Aan een dergelijke juridische procedure zijn kosten verbonden voor de indiener.
7.3
PEDAGOGISCHE MAATREGEL EN VERWIJDERING
De wet vermeldt dat de beslissing over toelating en verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. In de praktijk ligt deze beslissingsbevoegdheid bij de directie van de school. Bij wijze van ordemaatregel kan de directeur een leerling tijdelijk verwijderen oftewel schorsen. De ouders worden hiervan in een persoonlijk (telefonisch) gesprek èn schriftelijk, op de hoogte gesteld. Schorsing is altijd van beperkte duur: tijdens het (telefoon)gesprek en in de brief wordt aangegeven voor welke periode de leerling van school is geschorst. In uitzonderlijke gevallen zal de directeur genoodzaakt zijn over te gaan tot verwijdering van de leerling van school. In dat geval deelt de directeur zijn voornemen tot definitieve verwijdering schriftelijk en gemotiveerd mede aan de ouders. De ouders hebben de mogelijkheid om tegen deze beslissing bezwaar aan te tekenen bij het bestuur. De school heeft de verplichting om gedurende acht weken te zoeken naar een mogelijke andere onderwijsvoorziening voor de leerling. Na deze periode volgt de definitieve verwijdering van de leerling van school. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
60
Pedagogische maatregel en verwijdering Scholen zijn verplicht in voorkomende gevallen een regeling te treffen met betrekking tot het nemen van een pedagogische maatregel en verwijdering. Een ernstig incident kan leiden tot het met onmiddellijke ingang nemen van een passende pedagogische maatregel in samenspraak met de ouders. Het betreft een uitzonderlijke pedagogische maatregel van beperkte tijdsduur. De ouders worden hiervan meteen op de hoogte gesteld. Zowel in het (telefoon)gesprek als ook in de brief aan de ouders wordt aangegeven voor welke periode de maatregel geldt. Voordat de pedagogische maatregel wordt beëindigd, maken school en ouders afspraken om herhaling te voorkomen. De correspondentie en het verslag met de gemaakte afspraken worden bewaard in het dossier van de leerling. In sommige gevallen zal de directeur genoodzaakt zijn over te gaan tot verwijdering van de leerling van de school. Verwijdering van een leerling is een ordemaatregel die slechts in het uiterste geval en zeer zorgvuldig wordt genomen. Voor verwijdering kunnen onder meer de volgende redenen worden aangevoerd: − voortdurend storend en/of agressief gedrag van de leerling; − bedreigend of agressief gedrag van ouders of verzorgers van de leerling. Om leerlingen van school te kunnen verwijderen moet aannemelijk zijn dat herhaling niet is uitgesloten. Er is gegronde vrees voor de veiligheid van andere leerlingen en/of het personeel en de ongestoorde voortgang van het onderwijs wordt in ernstige mate belemmerd. Met betrekking tot verwijdering volgt de school een vastgestelde procedure: 1. Voordat besloten wordt een leerling te verwijderen hoort de directeur zowel de betrokken ouders als de groepsleerkracht. 2. De verwijdering wordt schriftelijk aan de ouders medegedeeld. In dit besluit wordt de reden voor de verwijdering vermeld, de ingangsdatum en eventueel andere genomen maatregelen evenals de mogelijkheid tot het maken van bezwaar. 3. De directeur meldt de verwijdering terstond aan de leerplichtambtenaar, de Inspecteur en het College van Bestuur door toezending van een afschrift van de brief genoemd in ad 7.3. Ingeval van twijfel over de vraag of er voldoende grond is voor een verwijdering, overlegt de directeur eerst met het College van Bestuur en zo nodig met de Inspecteur en de Leerplichtambtenaar, alvorens het besluit tot verwijdering te nemen. 4. Voordat de school het besluit tot verwijdering kan uitvoeren dient ervoor te worden gezorgd dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Wanneer het gedurende acht weken, gerekend vanaf het tijdstip waarop het besluit tot verwijdering aan de ouders is meegedeeld, niet lukt de leerling op een andere school te plaatsen, kan de directeur de leerling verwijderen zonder vervolgonderwijs veilig te stellen. Het bestuur moet kunnen bewijzen zich gedurende deze periode te hebben ingespannen om een andere school te vinden. Contacten met de andere scholen in dit kader worden dan ook zoveel mogelijk schriftelijk vastgelegd. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
61
5. Gedurende de wachttijd van acht weken voorkomt de school dat de leerling een onderwijsachterstand oploopt, bijvoorbeeld door het meegeven van huiswerk. Er blijft voor de school een onderwijsverplichting bestaan. 6. De definitieve verwijdering wordt ook schriftelijk aan de ouders medegedeeld met daarin opgenomen dezelfde punten als genoemd in ad 7.3 aangevuld met een weergave van de uitkomsten van het zoeken naar een andere school. 7. De school draagt zorg voor een dossier, dat het besluit tot verwijdering kan dragen. Te denken valt in dit kader aan schriftelijke waarschuwingen, genomen maatregelen en een schorsingsbesluit. 8. Op grond van artikel 63 WPO en artikel 61 WEC kunnen de ouders binnen zes weken na de mededeling bij het bevoegd gezag, schriftelijk hun bezwaren kenbaar maken tegen de beslissing. Het bevoegd gezag beslist binnen vier weken na ontvangst van de bezwaren. Alvorens te beslissen hoort het bevoegd gezag de ouders. 9. Indien de ouders zich niet kunnen verenigen met het besluit op het bezwaar hebben zij nog altijd de mogelijkheid het besluit aan te vechten voor de rechter in een civiele procedure. Ongewenst (agressief) gedrag van ouders en leerlingen Het omgaan met ongewenst of agressief gedrag valt onder de verantwoordelijkheid van de directie. Het gedrag van ouders kan allerlei oorzaken hebben. Het kan een reactie zijn op: de aanpak van het gedrag van hun kind; een verstoorde vertrouwensrelatie tussen hen en de school; een maatregel van de school waarmee ouders niet akkoord gaan of het gedrag van andere kinderen tegenover hun kind. In het omgaan met ernstig ongewenst of agressief gedrag van ouders is het noodzakelijk om de grenzen van wat acceptabel is duidelijk te trekken. Voorbeelden van ongewenst gedrag: − handtastelijkheden jegens leerlingen en leerkrachten; − dreigen met fysiek geweld; − verbaal geweld; − ongepast aanspreken van andere kinderen waarbij de relatie ‘groot tegenover klein’ is ingezet; − schelden en vloeken; − zonder afspraak aanspreken van leerkrachten in het bijzijn van andere ouders of leerlingen waarbij sprake is van een bijzonder negatieve gesprekslading. Worden grenzen overschreden, dan kan (binnen het kader van het vastgestelde beleid ten aanzien van de schorsing en verwijdering van leerlingen) worden besloten tot: − het geven van een waarschuwing aan de ouders en/of de leerlingen; − het schorsen van de leerling; − het verzoek aan de ouders een andere school voor hun kind te zoeken; − het verwijderen van de leerling; − het geven van een ‘schoolverbod’ aan ouders. Dit houdt in dat de ouders niet zonder toestemming van de directie op het terrein van de school mogen komen.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
62
Noodzakelijk bij het handhaven van de gedragsregels is: − een goede registratie van de voorvallen; − het informeren van de rijksinspectie; − het, zo nodig, informeren van de wijkagent; − het, zo nodig, melden bij de leerplichtambtenaar. Bij ernstig ongewenst gedrag van leerlingen en/of ouders, wordt geregistreerd wat er is gebeurd, welke afspraken zijn gemaakt en welke besluiten zijn genomen. De rapportage wordt opgeslagen in het dossier van de leerling. Ouders hebben het recht van inzage.
7.4
KLACHTENREGELING EN VERTROUWENSPERSOON
Met de Kwaliteitswet van 1 augustus 1998 is het schoolplan, de schoolgids en het klachtrecht ingevoerd. Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Door de klachtenregeling ontvangen het bestuur en de school signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gang van zaken op school. Met de regeling wordt een zorgvuldige behandeling van klachten beoogd waarmee het belang van de betrokkenen wordt gediend, maar eveneens het belang van de school. De volledige tekst van de klachtenregeling is op school verkrijgbaar bij de directeur of via de contactpersonen van de school (zie blz. 61). De klachtenregeling is alleen van toepassing als u met uw klacht nergens anders terecht kunt. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en de schoolleiding op een juiste wijze kunnen worden afgehandeld. Indien dat echter, gezien de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kunt u een beroep doen op deze klachtenregeling. Om één en ander in goede banen te leiden, is een duidelijke klachtenprocedure ontwikkeld in de vorm van een stappenplan. Stap 1 Geprobeerd wordt de klacht binnen de schoolorganisatie op te lossen tussen de direct betrokkenen. Stap 2 Lukt dit niet of niet naar genoegen, dan kunt u met uw klacht naar de contactpersoon binnen de school stappen. De contactpersoon is geen vertrouwenspersoon, maar een ‘wegwijzer’ in het klachtentraject. De contactpersoon zal samen met u bekijken waar u met uw klacht het beste terecht kunt. De contactpersoon is er niet om de klacht op te lossen. Stap 3 De klager kan overgaan tot actie a of b: Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
63
a. b.
bemiddeling tussen klager en aangeklaagde bijvoorbeeld door inschakeling van de vertrouwenspersoon of een officiële klacht indienen bij de klachtencommissie. Dit kan bij de klachtencommissie van het bestuur of bij de landelijke klachtencommissie.
Bij de eerste optie wordt op school naar een oplossing gezocht. Bij de tweede optie wordt degene tegen wie de klacht gericht is, officieel aangeklaagd en zal de klacht worden onderzocht door ofwel de klachtencommissie van het bestuur of door de landelijke klachtencommissie. Stap 4 Een onafhankelijke klachtencommissie onderzoekt de klacht en adviseert het bestuur hierover. De klachtencommissie geeft advies over: a. b. c.
de gegrondheid van de klacht het nemen van maatregelen overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten.
Stap 5 Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie zal het bestuur het besluit hierop kenbaar maken aan: a. b. c. d.
de de de de
klager aangeklaagde klachtencommissie directie van de school.
De contactpersoon De contactpersoon is de ‘wegwijzer’ binnen school rond het klachtentraject. Hij zal samen met u beoordelen of het nodig is de vertrouwenspersoon in te schakelen. Op elke school zijn in principe twee contactpersonen aangesteld. De contactpersonen op de Mgr. Hanssen (Zandbergsweg 115, 6432 CC Hoensbroek, tel. 045-5636500) zijn: Anne-marie Kolenburg-Smarius Sandra Schiltmans
(orthopedagoge) (schoolmaatschappelijk deskundige)
Er is een landelijke klachtencommissie voor het katholiek onderwijs van de VKO (Vereniging Katholiek Onderwijs). Adresgegevens: Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Gebouw “Woudstede’’ Zwarte Woud 2 Postbus 85191, 3508 AD Utrecht Telefoon: 030-2809590 Fax: 030-2809591 Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
64
E-mail:
[email protected] Internet: www.onderwijsgeschillen.nl Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs (GCBO) In de Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs (GCBO) werken 4 klachtencommissis voor het bijzonder onderwijs samen. Het gaat om de volgende klachtencommissies: − de klachtencommissie voor het katholiek onderwijs − de klachtencommissie voor het protestants-christelijk onderwijs − de klachtencommissie voor het gereformeerd onderwijs. Landelijke klachtencommissie Katholiek Onderwijs Postbus 82324, 2508 EH Den Haag. Telefoon: 070-3925508 Openingstijden: maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur Fax: 070-3020836 E-mail:
[email protected] Internet: www.gcbo.nl Zie ook: http://www.rijksoverheid.nl/adres/a/adressen-landelijkeklachtencommissies-in-het-onderwijs.html Ter bescherming van de belangen van alle betrokkenen neemt de klachtencommissie de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht bij de behandeling van alle zaken. Ook de leden van de klachtencommissie hebben geheimhoudingsplicht van alle zaken die zij in die hoedanigheid vernemen. De vertrouwensinspecteur Bij de Inspectie van het Onderwijs werkt een klein team van vertrouwensinspecteurs. Ouders, leerlingen, leerkrachten, directies en besturen kunnen de vertrouwensinspecteur raadplegen wanneer zich in en rond de school problemen voordoen op het gebied van: − seksuele intimidatie en seksueel misbruik − psychisch en fysiek geweld − extremisme en radicalisering. Ernstige klachten die vallen binnen deze categorieën kunnen voorgelegd worden aan de vertrouwensinspecteur. Deze zal luisteren, informeren en zo nodig adviseren. Zo nodig kan de vertrouwensinspecteur ook begeleiden in het traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte. De vertrouwensinspecteur is alle werkdagen tijdens kantooruren bereikbaar op: 0900-1113111 (lokaal tarief).
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
65
7.5
VEILIGHEIDSBELEID / ARBO
Officieel begint de verantwoordelijkheid van de school voor het kind op het tijdstip dat de school opengaat en eindigt als de school dichtgaat. Wanneer de school activiteiten organiseert die onder het schoolplan vallen, zoals voetballen, zwemmen en excursies, is de school verantwoordelijk voor het kind. Wij willen dat alle kinderen door ons onderwijs kansen krijgen en we sporen hen aan het beste uit zichzelf te halen. Hiervoor is een veilig schoolklimaat een noodzakelijke voorwaarde. Veiligheid krijgt dan ook structureel aandacht op onze school. Als ouders/verzorgers verwacht u dat onze school niet alleen een plek is waar uw kind zich thuis voelt en zich goed kan ontwikkelen. U verwacht ook dat uw kind 's middags weer heelhuids thuiskomt. Wij doen ons uiterste best om te voorkomen dat er ongelukken gebeuren. Ieder jaar opnieuw stellen we alles in het werk om onze school een veilige school te laten zijn. 1. Fysieke veiligheid. Het schoolgebouw voldoet aan de huisvestingseisen volgens de Arbo-wet en het landelijk bouwbesluit van het Ministerie van VROM. In de Arbo-wet staan eisen gericht op onder andere een verantwoorde inrichting van het gebouw, de omgang met gevaarlijke stoffen, de brandveiligheid en de algemene veiligheid. De veiligheidscoördinator op de Mgr. Hanssen, Frans Hayen, wordt ondersteund door een preventiemedewerker op bovenschools niveau. De veiligheidscoördinator op onze school stelt zich ten doel: − voorwaarden te scheppen voor een zo veilig mogelijk schoolgebouw en schoolomgeving; − leerkrachten en leerlingen te stimuleren zich daarbinnen veilig gedragen. Deze doelen worden bereikt door: 1. jaarlijks het gebouw te beoordelen op veiligheid en een actieplan op te stellen voor het oplossen van de knelpunten; 2. jaarlijks te bekijken of de huisregels met betrekking tot de veiligheid voldoen; 3. een ontruimingsplan op te stellen en te actualiseren en dit jaarlijks tweemaal te oefenen met medewerkers en leerlingen; 4. bij te houden welke risico's en ongelukken zich op of om de school voordoen. Om een en ander te realiseren en soepel te laten verlopen, hebben we voor de drie locaties zeven personeelsleden met een EHBO-diploma en tien personen met een certificaat Bedrijfshulpverlener (BHV). Op de Mgr. Hanssen is een schoolspecifiek calamiteitenplan aanwezig. Onze speeltoestellen voldoen aan de wettelijke regeling ‘Besluit veiligheid van attractie- en speeltoestellen’. Dat besluit stelt onder andere eisen aan het ontwerp, het fabricageproces en aan onderhoudswerkzaamheden. Op grond van de Arbo-wet: − − − − −
voeren wij verzuimbeleid, inclusief verzuimbegeleiding; bieden we werknemers een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek aan stellen we voldoende bedrijfshulpverleners aan; zijn we in het bezit van een goedgekeurde risico-inventarisatie en evaluatie; leven we de brandveiligheidsvoorschriften na en Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
66
− melden we ongevallen met ernstig letsel direct aan de arbeidsinspectie. 2. Sociale veiligheid Wij willen een school zijn waar leerlingen, personeel en ouders zich thuis voelen. Daarom accepteren wij geen pestgedrag, agressie, geweld, discriminatie of seksuele intimidatie op onze school. Om een veilig klimaat te waarborgen is er een Klachtenregeling en zijn er twee contactpersonen: Anne-marie Kolenburg-Smarius Sandra Schiltmans
(orthopedagoge) (schoolmaatschappelijk deskundige)
Om de sociale veiligheid te verhogen: − gebruiken wij SWPBS (School Wide Positive Behavior Support); − worden leerlingen actief betrokken bij het maken van school- en gedragsregels; − zijn er projecten voor de leerlingen gericht op het aanleren van bepaalde sociale competenties; − is er lesmateriaal voor het stimuleren van een positieve sociaal-emotionele ontwikkeling; − volgen we ontwikkelingen op het gebied van een veilig internet voor minderjarigen aangestuurd door onder andere het Ministerie van Economische Zaken en de Stichting Kennisnet. De methode SWPBS is gericht op het creëren van een omgeving die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. De aanpak biedt handvatten om gedrag in en om de school blijvend positief te beïnvloeden en probleemgedrag tijdig om te buigen. Leerlingen weten welk gedrag van ze wordt verwacht. Vanuit gemeenschappelijke waarden (zoals respect, veiligheid, vertrouwen) wordt bepaald welk gedrag van kinderen wordt verwacht. Voor alle plekken in en om de school worden deze gedragsverwachtingen duidelijk benoemd en visueel gemaakt. Gedrag oefenen: de gedragsverwachtingen worden regelmatig geoefend en herhaald zodat leerlingen precies weten wat er van hen wordt verwacht. Zo is het makkelijker om het gewenste gedrag te laten zien. Belonen en aanmoedigen: om gedrag structureel aan te moedigen, heeft de school een beloningssysteem (de duimpjes) dat door alle medewerkers van de school wordt gebruikt. De verhouding tussen positieve bekrachtiging van gewenst gedrag en het corrigeren van ongewenst gedrag is 4:1.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
67
8
PRAKTISCHE INFORMATIE
Afmelden / ziekmelden Bij ziekte of afwezigheid van uw kind vragen wij u de school hiervan in kennis te stellen tussen 8.30 uur en 9.00 uur ’s morgens in het hoofdgebouw (045-5636500), de dependance (045-5631263) of de nevenvestiging in Roermond (0475-854390). Geeft u ook op tijd door dat uw kind niet opgehaald hoeft te worden aan het taxibedrijf dat uw kind vervoert. Wanneer uw kind zonder bericht niet op school aanwezig is, nemen wij contact met u op. Verzuim om andere redenen dan ziekte dient u tevoren op school aan te vragen (zie hoofdstuk 7 'Verlof- en verzuimregeling'). De wettelijke mogelijkheden om vrij te geven zijn beperkt. Bezoekersochtend Om teveel bezoek aan de school te voorkomen, organiseren wij een aantal keer per jaar een 'bezoekersochtend'. Deze is onder andere bedoeld voor leerkrachten en medewerkers van andere scholen en instellingen, maatschappelijk werkers, logopedisten en andere geïnteresseerden die kennis willen nemen van en meer inzicht willen krijgen in cluster 2 onderwijs. Ook ouders zijn van harte welkom. Via de site www.mgrhanssen.nl kunt u zich onder de link ‘Bezoek’ aanmelden voor een van de bezoekersochtenden. De bezoekersochtenden in het hoofdgebouw in Hoensbroek zijn gepland op: nog nader te bepalen. Bibliotheekboeken De school beschikt over een uitleenbibliotheek voor de kinderen. Lezen is belangrijk voor alle leerlingen en het lenen van de boeken is om deze reden gratis. We gaan ervan uit dat de boeken daadwerkelijk worden gelezen en dat ze in een goede staat terugkeren. Bij beschadiging of verlies wordt een vergoeding berekend. Buitenschoolse opvang (BSO) Wij adviseren ouders / verzorgers om een thuisnabije oplossing te zoeken voor de buitenschoolse opvang van onze leerlingen, omdat zij al geruime tijd van huis zijn in verband met het reizen van en naar de Mgr. Hanssen. Cultuur Elk jaar wordt er een culturele activiteit georganiseerd voor de kinderen. Deze activiteit is afhankelijk van de groep waarin uw kind zit. De activiteit wordt gesubsidieerd door de gemeente Heerlen en ook de ouderraad van onze school levert een financiële bijdrage. De data waarop de culturele activiteiten plaatsvinden, worden in het nieuwe schooljaar bekend gemaakt. Eerste Heilige Communie De Eerste Heilige Communie en het vormsel zijn sleutelmomenten in de roomsMgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
68
katholieke traditie. Voorbereiding op deze sacramenten is echter geen schoolaangelegenheid meer. Ouders kunnen zich voor de communie en het vormsel van hun kind wenden tot hun eigen parochie. Bij voldoende kandidaten ondersteunt de ouderraad de ouders bij het vormen van een communiegroep. EHBO / BHV Op de Mgr. Hanssen zijn enkele leden van het team inzetbaar als bedrijfshulpverlener. In Hoensbroek zijn dit: Suzan van Antwerpen Petra Bremen Frans Hayen Stephanie Jacobs Elke Janssen Robin Meeuwsen Christine van Ierland-Mietus Esther Stams Joanie Arnoldussen. In de nevenvestiging in Roermond: Anke Meijers Wendy Wetzels. In Hoensbroek zijn naast de bedrijfshulpverleners ook EHBO-ers: Petra Heeskens Elke Janssen Ank Leblanc Renate Houkes Christine van Ierland-Mietus Ed Schut Janine Smeets. Excursies In de loop van het schooljaar worden enkele excursies gemaakt. Via uw kind krijgt u hierover nader bericht. Foto’s, video- en geluidsopnamen Op de Mgr. Hanssen worden: - video-opnames gemaakt voor scholing van het personeel, voor studiedagen, - voor bezoekochtenden, voor ouders - video-opnames gemaakt tijdens festiviteiten; - geluidsopnamen van kinderen gemaakt voor het leerlingvolgsysteem; - foto’s gemaakt voor het leerlingendossier, tijdens onderwijssituaties en festiviteiten; - naar aanleiding van schoolactiviteiten foto’s van leerlingen op de website van school geplaatst. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
69
Indien u bezwaar heeft tegen het plaatsen van foto’s op de website, video- en geluidsopnamen van uw kind voor interne en externe onderwijsdoeleinden, dient u dit schriftelijk aan de school kenbaar te maken. Tijdens het intakegesprek worden alle ouders hierover geïnformeerd en worden zij gevraagd de toestemmingsverklaring te ondertekenen. Gebarentolk Tijdens schoolfeesten en andere bijeenkomsten op de Mgr. Hanssen is indien mogelijk een gebarentolk aanwezig. Gronden voor vrijstelling van het onderwijs De leerlingen van onze school nemen in principe deel aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Op verzoek van de ouders kan een leerling worden vrijgesteld van de volgende onderwijsactiviteiten: − deelname aan de godsdienstlessen. Aan leerlingen die niet gelovig zijn of van wie bij de aanmelding blijkt dat zij tot een andere godsdienst behoren dan de katholieke èn waarvan de ouders aangeven dat zij er moeite mee hebben dat hun kind de godsdienstles volgt, wordt alternatieve lesstof aangeboden. Bij vieringen in de kerk wordt voor deze groep kinderen opvang in een andere groep geregeld. − deelname aan de gymnastieklessen op basis van een medische indicatie. In zo'n geval geldt eveneens dat de school in plaats van de gymnastiekles een alternatief lesprogramma aanbiedt. Gymnastiek Voor de gymnastieklessen heeft uw kind nodig: - een gympakje of een kort broekje met een T-shirt - gymschoenen. Behalve de kleuters gaan kinderen na de gymles onder de douche. Soms blijft door gebrek aan tijd het douchen beperkt tot het wassen van de voeten. Het is hoe dan ook nodig dat de kinderen op de dagen waarop zij gymnastiek krijgen, een handdoek bij zich hebben. Het gymrooster krijgt u via de groepsleerkracht. Hoofdluis Zoals u weet kan iedereen, ongeacht de lichaamsverzorging, last krijgen van hoofdluizen. Deze insecten, twee à drie mm lang, lopen van hoofd(haar) naar hoofd-(haar), eventueel via een kledingstuk als tussenstation. Ze leven van bloed van hun gastheer of gastvrouw dat via een klein prikgaatje vanuit de hoofdhuid wordt opgezogen. Hun eitjes, de neten, zijn één mm groot en wit glanzend. Ze zitten vastgeplakt aan een haar, dichtbij de hoofdhuid en zijn nauwelijks met huishoudelijke middelen te verwijderen. Om te voorkomen dat u letterlijk en figuurlijk met de handen in het haar komt te zitten, willen wij uw aandacht vestigen op het volgende. Maatregelen ter behandeling van hoofdluis Behandel hoofdluis met speciale shampoo, lotions of sprays die verkrijgbaar zijn bij de apotheker of drogist. Een eenmalige behandeling kan voldoende zijn. In hardnekkige gevallen verdient het aanbeveling de behandeling na een week te Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
70
herhalen.
a) b) c) d) e)
f)
g)
Aanwijzingen: Houd de middelen buiten het bereik van kinderen. Bescherm de ogen met een handdoek. Zorg voor een goede ventilatie in de behandelruimte. Voer de behandeling in verband met de brandbaarheid van de preparaten niet in de nabijheid van een warmtebron uit. Laat de haren na het gebruik van de preparaten drogen (niet met een föhn) en verwijder de dode luizen met een stofkam. Dode neten kunnen verwijderd worden met een Nisskakam. Het is belangrijk de haren van de kinderen regelmatig te kammen en door de kam een verbandgaas of watten te trekken zodat de neten hieraan blijven plakken. Ook is het mogelijk gedurende tien dagen elke dag met een stofkam de uit de eitjes gekomen levende luizen uit het haar te kammen. Hoewel deze methode in principe ook effectief is, blijft het kind gedurende deze periode besmettelijk. De vorige methode heeft daarom de voorkeur. Steeds dient u besmette kleding, beddengoed en dergelijke te reinigen in een was van 60 graden Celsius of gedurende achtenveertig uren in een afgesloten plastic zak te bewaren. Hoofdluisbeleid op onze school Wij zijn van mening dat zowel de school als de ouders verantwoordelijkheid dragen met betrekking tot de bestrijding van hoofdluis. De school neemt hiertoe een aantal voorzorgsmaatregelen waardoor de verspreiding van hoofdluis zoveel mogelijk beperkt wordt. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders om de kinderen te controleren op hoofdluis en zo nodig te behandelen. Een werkgroep op school heeft de taak om op een aantal vaste tijdstippen, zes keer per schooljaar, de leerlingen te controleren op hoofdluis. Indien hoofdluis bij een kind wordt geconstateerd, zullen de desbetreffende ouders hiervan in kennis worden gesteld. Individuele hoorapparaten Goed werkende hoorapparatuur is onontbeerlijk om het onderwijs goed te kunnen volgen. Indien er problemen zijn met de hoortoestellen of het cochleair implantaat van slechthorende en dove kinderen, moeten ouders zich zo snel mogelijk wenden tot de eigen leverancier of tot het CI-team. Daarnaast vragen wij ouders om reservebatterijen mee naar school te geven. Informatievoorziening gescheiden ouders De wet biedt de school een duidelijke richtlijn ten aanzien van het verstrekken van informatie aan gescheiden ouders. School is verplicht beide ouders te informeren. Ook de ouder die niet met het ouderlijke gezag is belast, heeft recht op informatie. Alleen in het geval van zwaarwegende argumenten kan hiervan worden afgeweken. De wet schrijft niet voor welke informatie gegeven moet worden. Ons beleid is als volgt: uitgangspunt van onze school is dat beide ouders samen naar de ouderavonden Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
71
komen. Indien dit niet mogelijk is, verwacht de school dat de ene ouder, of de ouder die met het gezag over het kind is belast (de verzorger), de andere ouder informeert omtrent de ontwikkeling en vorderingen van het kind. Helaas gebeurt dit niet altijd. De ouder die niet met het gezag belast is en wel geïnformeerd wil worden, dient dit bij de school kenbaar te maken. Aangegeven kan worden van welke informatie hij/zij op de hoogte gebracht wenst te worden, zoals de schoolgids, de ouderavonden, de contactavonden, de schoolresultaten de rapporten, de informatie aangaande schoolreizen, de verwijzing naar het het vervolgonderwijs en aanmeldingen bij het REC. Als het niet toegestaan is dat informatie wordt gedeeld - bijvoorbeeld op basis van een gerechtelijke uitspraak - moet het schriftelijke bewijs hiervan aan de directie worden voorgelegd. Jeugdgezondheidszorg De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid Limburg bewaakt en beschermt de lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van alle jeugdigen van 4 tot 18 jaar. Dit doen wij door uw kind regelmatig uit te nodigen voor een gezondheidsonderzoek of een inenting. Tevens nemen wij binnen de school deel aan overleggen waar het functioneren van de kinderen regelmatig besproken wordt.
Gezondheidsonderzoek Uw kind wordt uitgenodigd voor een onderzoek bij instroom van het S(B)O en rond de leeftijd van 10 jaar. Tijdens het onderzoek kijken we onder andere naar groei, motoriek, spraak en sociaal-emotionele ontwikkeling. Door uw kind goed te volgen probeert de GGD eventuele problemen tijdig te signaleren en erger te voorkomen. Als blijkt dat uw kind extra hulp of zorg nodig heeft, kijken we samen met u wat daar voor nodig is. We werken hierin ook nauw samen met andere hulpverleners. De gezondheidsonderzoeken vinden plaats in het CJG, op school of op een dependance van GGD Zuid Limburg.
Uw informatie is erg belangrijk U als ouder/verzorger kent uw kind vaak het beste. Om te weten of er dingen zijn waar we extra op moeten letten, vragen we u om van tevoren een vragenlijst in te vullen. Hierin komen allerlei gezondheidsaspecten aan bod. Uiteraard gaan we zorgvuldig om met alle persoonsgegevens van u en uw kind.
Inentingen In het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt het de laatste twee inentingen tegen DTP (beschermt tegen difterie, tetanus, polio) en BMR (bof, mazelen, rode hond). Meisjes krijgen in het jaar dat ze 13 jaar worden bovendien de HPVvaccinatie tegen baarmoederhalskanker. U ontvangt tijdig een oproep voor de gratis prikken.
Vragen of zorgen? Heeft u vragen over opgroeien en opvoeden of zijn er zorgen over uw kind, neem dan contact op met het Team JGZ. Wij helpen u graag! Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
72
Contact Inge van Heugten, jeugdarts Laura Holtus, jeugdverpleegkundige Marjo Gerards, doktersassistente Team JGZ Hoensbroek Aanwezig op: maandag, dinsdag en woensdag E:
[email protected] T: 045-8506691 www.ggdzl.nl/burgers/jeugd-en-gezondheid/jeugdgezondheidszorg De nevenvestiging in Roermond valt onder de GGD Limburg-Noord. In het wettelijk vastgelegd basistakenpakket JGZ staat welke zorg er op welke momenten aan kinderen in Nederland moet worden geboden. De JGZ biedt deze basiszorg en richt zich op het bevorderen van een gezonde groei en ontwikkeling van kinderen vanaf de zwangerschap tot de leeftijd van negentien jaar. Naast het kind staat de opvoeder centraal en wordt rekening gehouden met de omgeving waarin het opgroeit. Extra aandacht gaat uit naar kinderen en gezinnen waar gezond en veilig opgroeien niet vanzelfsprekend is. Het team van de Jeugdgezondheidszorg draagt zorg voor het plannen van de gezondheidsonderzoeken waarvoor kinderen in het schooljaar 2014-2015 in aanmerking komen. Het team bestaat doorgaans uit een arts, een verpleegkundige, een logopedist en een assistent. Iedereen kan bij het team Jeugdgezondheidszorg terecht met vragen over onderwerpen betreffende de gezondheid. Voor uitgebreide informatie kunt u terecht op de website van de GGD: www.ggdlimburgnoord.nl. GGD Limburg Noord Drie Decembersingel 50 5921 AC Venlo-Blerick. Telefoonnummer voor ouders van kinderen in de leeftijd tot vier jaar: 088-6108861. Bereikbaar op maandag t/m vrijdag van 08.30 – 17.00 uur. Telefoon voor ouders en/of kinderen in de leeftijd van vier tot negentien jaar: 088-1191111. Bereikbaar op maandag t/m donderdag van 08.30 – 17.00 uur en op vrijdag van 08.30 – 14.00 uur. Jeugdtijdschriften In Hoensbroek zorgt Sandra Heijnens voor de administratie en de verspreiding van een aantal jeugdtijdschriften: Jippo, Flo, Hoj, Dokadi, Doremi, Flits, Boekenboot, Top Magazine en Click. In Roermond wordt dit verzorgd door Dorry Vossen. Klassenapparatuur Klassenapparatuur wordt gebruikt in alle groepen SH/Doof, behalve in de kleutergroepen. Bij het gebruik van klassikale versterkingsapparatuur wordt gezocht naar de beste geluidskwaliteit voor ieder individueel kind. Maatschappelijk werk De maatschappelijk deskundige Sandra Schiltmans is, behoudens afwezigheid in Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
73
verband met huis- of schoolbezoeken, op maandag, dinsdag en vrijdagochtend op school te bereiken. Als zij niet op school aanwezig is, kunt u uw naam en telefoonnummer doorgeven, zodat zij u kan terugbellen. Onderzoeken Wettelijk verplicht zijn de onderzoeken: - ten behoeve van de indicatiestelling en herindicatie; - bij de overgang van het speciaal onderwijs naar het voortgezet speciaal onderwijs en - bij het verlaten van de school. Na afloop van genoemde onderzoeken worden de ouders op de hoogte gesteld van de resultaten. Ook tussendoor vinden onderzoeken en besprekingen van kinderen plaats. Ouders worden steeds daarover geïnformeerd. Onderzoek keel-, neus- en oorarts (KNO-arts) Jaarlijks onderzoekt een KNO-arts de leerlingen in Hoensbroek. Deze controle vindt plaats bij Adelante (Audiologie). Op grond van het onderzoek geeft deze arts onder meer advies in verband met het zwemmen en verwijst hij eventueel door naar de behandelend KNO-arts van uw kind. U krijgt hierover bericht van Adelante (Audiologie). In Roermond komt de KNO-arts van Adelante (Audiologie) twee keer per jaar naar school voor een controle. Overblijven De Mgr. Hanssen is een streekschool en om die reden verblijven de kinderen de hele dag op school. Het meegebrachte brood en fruit wordt in de klas opgegeten onder toezicht van de groepsleerkracht en/of de assistente. Voor melk, chocomel of andere dranken wordt van de ouders een eigen bijdrage gevraagd. Parkeren Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag geldt een parkeerverbod op de weg langs de school van 15.00 uur tot 16.00 uur en op woensdag van 12.00 uur tot 13.00 uur. Dit verbod is ingesteld in verband met het aan- en afrijden van de schoolbusjes. Rapporten Vanaf niveaugroep 3 krijgen de kinderen tweemaal per jaar een rapport of kindverslag: het eerste op 11 december 2015 en het tweede op 15 juli 2016. Ieder kind heeft een eigen aanleg, tempo en niveau van ontwikkeling. Met betrekking tot de inhoud van het rapport houden wij daar op school rekening mee. Bij de kleuters worden de observatieschema's van het kleutervolgsysteem tweemaal per jaar besproken. Rookverbod Op school geldt een algemeen rookverbod, dat betekent: - dat er in het schoolgebouw niet gerookt mag worden; - dat roken op het schoolplein en in het zicht van de kinderen niet Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
74
toegestaan is. Rooster van vakanties en vrije dagen Wij proberen ons zo veel mogelijk te conformeren aan de adviezen die verkregen worden van het bestuur en de regio. Helaas sluit dit rooster niet altijd aan voor ouders met kinderen die in een andere regio naar school gaan. Het vakantierooster van 2015-2016 Herfstvakantie 26-10-2015 t/m 30-10-2015 Kerstvakantie 21-12-2015 t/m 01-01-2016 Voorjaarsvakantie 08-02-2016 t/m 12-02-2016 Pasen 25-03-2016 t/m 29-03-2016 Meivakantie 25-04-2016 t/m 06-05-2016 Pinksteren 16-05-2016 t/m 17-05-2016 Zomervakantie 25-07-2016 t/m 02-09-2016
Kleutervrije woensdagen op: 16 september 2015 16 maart 2016 7 oktober 2015 30 maart 2016 11 november 2015 13 april 2016 2 december 2015 18 mei 2016 20 januari 2016 15 juni 2016 2 februari 2016 6 juli 2016 Vrije uren Carnavalsmiddag Vrijdagmiddag
05-02-2016 22-07-2016
Studiedagen studiedag 1 studiedag 2
17 september 2015 nog nader te bepalen
Schoolfotograaf Jaarlijks maakt de schoolfotograaf individuele en klassenfoto’s. Ouders worden in de gelegenheid gesteld deze foto’s te kopen. Schooltijden Bij wet is bepaald dat de begin- en eindtijden voor alle kinderen van de school gelijk zijn. Voor jonge kinderen, die 23.45 klokuren onderwijs per week ontvangen, zijn meer pauzemomenten ingelast dan voor de oudere kinderen die vanaf acht jaar 25.45 klokuren onderwijs per week krijgen. Alle kinderen hebben een half uur middagpauze. Op de hoofdlocatie en de dependance zijn de pauzes gescheiden in verband met het grote aantal leerlingen in deze gebouwen.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
75
Schooltijden: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag - hoofdgebouw - dependance in Hoensbroek - nevenvestiging in Roermond
09.00 tot 15.30 uur 09.00 tot 15.15 uur 09.00 tot 15.15 uur
Woensdag - alle gebouwen
09.00 tot 12.45 uur
Sponsoring Sponsoring is in het maatschappelijk verkeer een bekend verschijnsel. Ook op onze school komt dit voor. Er is uitsluitend sprake van sponsoring als de sponsor een tegenprestatie verlangt van de school, het personeel en/of de leerlingen waarmee deze in schoolverband worden geconfronteerd of als het bestuur, het personeel of leerlingen uit eigen beweging overgaan tot het leveren van een tegenprestatie. Schenkingen, ouderbijdragen en gelden van het ministerie en de gemeente vallen niet onder het begrip sponsoring. Onze school en haar bestuur zijn van mening dat sponsoring binnen de school is toegestaan mits voldaan wordt aan enkele voorwaarden. Daartoe is een gedragscode op het gebied van sponsoring opgesteld. Indien een mogelijke sponsor zich bij de school aanmeldt, toetst de directeur of dit verzoek voldoet aan de voorwaarden. Vervolgens wordt een sponsorovereenkomst opgesteld. Deze sponsorovereenkomst dient door de directeur ter instemming te worden voorgelegd aan de deelraad MR Mgr. Hanssen. Met sponsoring gemoeide zaken die in hun geldwaarde een bedrag van € 500 te boven gaan, zal de directeur hierover het schoolbestuur vooraf informeren. Ouders die niet akkoord gaan met de aan een vorm van sponsoring verbonden tegenprestaties, kunnen een klacht indienen bij het bestuur of de klachtencommissie (zie elders in deze gids). Indien u geïnteresseerd bent in de totale inhoud van de gedragscode betreffende sponsoring, kunt u zich wenden tot de directeur van onze school. Telefoneren We verzoeken u vriendelijk de leerkrachten niet tijdens de lesuren op te bellen. Een boodschap kan altijd doorgegeven worden en als u de leerkracht graag persoonlijk wilt spreken kan dat meestal vóór school of tijdens de pauzes. Telefoonnummers: - hoofdgebouw Hoensbroek 045-5636500 - dependance Hoensbroek 045-5631263 - nevenvestiging Roermond 0475-854390 Therapie Het aantal kinderen met motorische en stotterproblemen neemt gestaag toe. Voor een evenwichtige ontwikkeling is het belangrijk dat hier voldoende aandacht voor Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
76
is. De Mgr. Hanssen heeft samenwerkingsovereenkomsten gesloten met praktijken voor fysiotherapie, ergotherapie en stotterproblemen. Afspraken zoals over de duur van de behandeling en de urgentie worden in overleg met ouders en school gemaakt. ● Kinderfysiotherapie Kinderfysiotherapie is ondersteunend aan het onderwijs als er sprake is van een vertraagde of onvoldoende motorische ontwikkeling. Kinderfysiotherapie heeft de optimale ontwikkeling van het kind als uitgangspunt en richt zich specifiek op de ontwikkeling van het bewegend functioneren. De Mgr. Hanssen heeft voor de locatie in Hoensbroek een samenwerkingsovereenkomst met de praktijk voor fysiotherapie Logister & Kurvers te Heerlen. Adres website: http://www.logister-fysiotherapie.nl Op maandag, woensdag en vrijdag is kinderfysiotherapeut Gaby Gelissen op school aanwezig. Zij is te bereiken op telefoonnummer 045-741069 (praktijk) en via haar mailadres op school:
[email protected] Voor de locatie in Roermond heeft de Mgr. Hanssen een samenwerkingsovereenkomst met de praktijk FYSIO plus op de locaties Maasbracht en Roermond. Adres website: http://www.fysioplus.net Op donderdag is kinderfysiotherapeut Maayke van Halbeek op school aanwezig. Zij is te bereiken op telefoonnummer 0475-463284 van de praktijk FYSIO plus. ● Kinderergotherapie Kinderergotherapie richt zich op het behandelen van kinderen met beperkingen of problemen in hun dagelijks handelen met als doel het zo zelfstandig mogelijk te functioneren. De Mgr. Hanssen heeft voor de locatie Hoensbroek een samenwerkingsovereenkomst met de praktijk Kinderergotherapie Parkstad. Adres website: http://www.kinderergotherapie-parkstad.nl Op maandag, dinsdag en vrijdag zijn de kinderergotherapeuten Nicole Schroijen of Ellen Theunissen op school aanwezig. Telefoonnummer Carla van Berkel: 06-51374507. Telefoonnummer Ellen Theunissen: 06- 53643908 ● Stottertherapie Uitgangspunt bij stottertherapie is het kind en zijn hulpvraag. Via directe of indirecte therapie gecombineerd met ouderbegeleiding wordt gewerkt aan het verbeteren van de spraak en taal. De Mgr. Hanssen heeft voor de locatie Hoensbroek een samenwerkingsovereenkomst met de Maatschap voor Logopedie en Stottertherapie. Adres website: http://www.logopedie-lammerslaroes.nl Op maandag is de stottertherapeut Majella Lammers op school aanwezig. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
77
Zij is bereikbaar op het telefoonnummer van de praktijk: 045-5271228. Toezicht Op de speelplaatsen wordt door meerdere medewerkers toezicht gehouden; bij een ongeval worden de ouders geïnformeerd. Verkeersexamen Wij vinden het noodzakelijk dat onze leerlingen zich thuis voelen in het verkeer ondanks hun handicap. Naarmate de kinderen ouder worden, moeten ze leren omgaan met verkeerssituaties die moeilijker worden. Het is van belang dat zij zich ook in onbekende omgevingen kunnen redden als verkeersdeelnemer. Wij raden u daarom aan regelmatig met uw kind(eren) te gaan fietsen! Voor onze slechthorende kinderen is het belangrijk dat zij een SH-plaatje achter op de fiets hebben. Verkeersdeelnemers zullen doorgaans rekening houden met uw kind, hetgeen de veiligheid verhoogt. Om te zijner tijd aan het verkeersexamen te kunnen deelnemen, moeten kinderen een fiets hebben die aan de veiligheidsnormen voldoet. Deze normen zijn vastgesteld door ‘Veilig Verkeer Nederland’. Zie ook: http://www.veiligverkeernederland.nl Vervoer Na indicatiestelling en toelating tot de Mgr. Hanssen kunnen ouders bij hun gemeente het vervoer regelen. Voor jonge kinderen onder de vier jaar kan alleen onderwijs in de ochtenduren gewenst zijn; medewerking van de gemeente voor een speciale vervoersregeling is hiervoor noodzakelijk. Ook dient hiervoor een ontheffing bij de inspectie voor het onderwijs te worden aangevraagd. Coördinator vervoer van de school, Frans Hayen, bemiddelt hierin. Ook voor vervoersproblemen kunt u bij hem terecht. De volgende vervoersbedrijven verzorgen het vervoer van de leerlingen: AVL Bredeweg 397, 6043 GD Roermond 0475-333556 Citytax Bleijerheidestr. 12, 6462 AK Kerkrade 045-5424242 Connexxion Lucas Gasselstr. 2, 5613 LB Eindhoven 040-2155010 Geelen Beegderveld 14, 6099 NC Beegden 0475-582292 Hanneman/ Strijthagerweg 125, 6467 BR Kerkrade 045-5452666 De Toerist Leeuw, de Hennesweg 36, 6035 AD Ospel 0495-632039 Leudal Berikstraat 29, 6082 AM Buggenum 0475-591461 Loo van Rijksweg 198a, 6271 AH Gulpen 043-4504050 Meurs van Waalbroek 5, 6369 TE Simpelveld 045-5442776 Munckhof Handelstraat 15, 5961 PV Horst 077-3978800 Princen Maaseikerweg 155, 6005 AD Weert 0495-580200 Rooy van Hompertsweg 12, 6371 CX Landgraaf 045-5311494 Ruyters Heerenweg 267, 6414 AJ Heerlen 045-5230000 Schreurs Schipperswal 20, 6041 TC Roermond 0475-334600 Taxi Frenske Maastricht 06-18256005 Taxi Klomp Ede 0318-890860 Trafficon Kapellerlaan 29, 6041 JB Roermond 0475-772177 Varst, v.d. Zandstraat 17, 6065 AD Montfort 0475-541929 Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
78
WillemsenDe Koning Wolters
Blankeweg 22, 6827 BW Arnhem
026-3232000
A. Einsteinweg 15, 6045 GX Roermond
0475-531787
NB. Afhankelijk van de diverse gemeenten die het vervoer van de kinderen moeten regelen, kan het voorkomen dat er in de loop van de tijd veranderingen optreden in bovenstaande lijst. Tijdens het samenstellen van deze schoolgids waren geen veranderingen bekend.
Regels met betrekking tot het vervoer
− De vervoerder zorgt ervoor dat, indien van toepassing, de leerlingen in- en uitstappen aan de veilige kant van de weg. De ouder(s) zijn verantwoordelijk voor het kind totdat het ’s morgens in de bus zit. − De vervoerder is daarna verzekerd tegen ongevallen. − Op school aangekomen zorgt de vervoerder ervoor dat de leerlingen veilig uitstappen en begeleidt hij/zij de leerlingen tot aan de poort. − Vanaf 8.40 uur kunnen de kinderen bij de poort worden afgezet. Vanaf die plaats en dat tijdstip neemt de ‘poortwachter’ de verantwoordelijkheid over. − Indien de vervoerder, om welke reden dan ook, na 08.55 uur op school aankomt, dient hij/zij de kinderen tot in de groepswerkruimten te begeleiden. − Na school zorgen de groepsleerkrachten er samen met de vervoerder voor dat de leerlingen veilig instappen. − De kinderen worden zo spoedig mogelijk na het einde van de schooltijd opgehaald. De school eindigt in Hoensbroek op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag op 15.30 uur en in Roermond om 15.15 uur. Op woensdag eindigt de school op beide locaties om 12.45 uur. − De vervoerder mag pas vertrekken wanneer alle kinderen van zijn bus zijn ingestapt. − Pas als de busjes vertrokken zijn, kunnen andere voertuigen van de parkeerplaats wegrijden. − Bij thuiskomst dienen de ouders of andere verzorgers de kinderen weer op te vangen. − Als ouders met het busje mee willen rijden, moeten zij dat zelf regelen via de gemeente en/of taxicentrale. − Wanneer de vervoerder onderweg vertraging heeft, probeert hij/zij de school daarover in te lichten. − Ouders en personeel dienen ervoor te zorgen dat de parkeerplaatsen voor de busjes in Hoensbroek langs de straatkant vanaf 12.00 uur en vanaf 15.00 uur vrij zijn. − In het zicht van de kinderen mag er door de chauffeurs niet gerookt worden. − Bij ziekte van een kind moeten de ouders: ● de vervoerder tijdig waarschuwen zodat er niet onnodig gereden wordt en ● de school telefonisch op de hoogte stellen (niet via de vervoerder). − Wanneer het kind na school niet met het aangepast vervoer naar huis gaat, moeten de ouders: ● de vervoerder waarschuwen en ● een briefje meegeven voor de leerkracht waarin de naam van degene die het Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
79
− − −
−
kind komt halen, wordt vermeld. Zonder dit briefje mag het kind niet meegegeven worden. Wanneer een kind door omstandigheden zoals ziek worden onder schooltijd eerder naar huis gaat, geven de ouders dit door aan het vervoersbedrijf. Als een kind later dan het eind van de schooltijd wordt opgehaald, gelieve dan het kind in het schoolgebouw op te halen. Wanneer er een andere vervoerder op de bus gaat rijden, wordt u vriendelijk verzocht dat door te geven aan de school, ook als de indeling van de leerlingen in de bus verandert. Dit in verband met het actueel houden van het leerlingenbestand in de vervoersadministratie. Indien zich problemen rondom het vervoer voordoen, dienen ouders zich in eerste instantie te wenden tot het betreffende taxibedrijf; mocht een en ander niet tot tevredenheid worden opgelost, dan kunt u zich wenden tot Frans Hayen, coördinator vervoer van de school. Verzekering Vitus Zuid voor alle scholen en de daaraan verbonden leerkrachten, vrijwilligers en leerlingen de volgende collectieve verzekeringen afgesloten: -
Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering Ongevallenverzekering Reisverzekering Werkgeversaansprakelijkheid motorvoertuigen.
De bovenstaande verzekeringen zijn afgesloten via een tussenpersoon. Deze polissen worden hieronder nader beschreven. Naast deze verzekeringen zijn er nog overige verzekeringen van toepassing, niet collectief geregeld, waarvoor de gemeente verantwoordelijk is. Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering, doorgaans genoemd de WA-verzekering. Deze verzekering heeft tot doel toegebrachte schade (personen- en zaakschade, en de hiermee gepaard gaande gevolgschade) te vergoeden, voor zover die het gevolg is van handelen of nalatigheid van verzekerden, die daarvoor aangesproken worden. De dekking is van kracht voor bestuur, leerkrachten, overig personeel, ouders en leerlingen en vrijwilligers, voor zover zij optreden in onderwijs- respectievelijk schoolverband, zowel in de school als daarbuiten. Ongevallenverzekering Deze verzekering heeft tot doel een eenmalige uitkering te verstrekken naar aanleiding van een ongeval. De ongevallenverzekering is van kracht tijdens de schooluren en alle activiteiten in schoolverband, alsmede gedurende één uur hiervoor en hierna, of zoveel langer als het rechtstreeks komen en gaan van de activiteiten vergt. De dekking is van kracht voor leerlingen, personeelsleden en alle ondergeschikten van de school. Reisverzekering Deze verzekering is van kracht tijdens reizen, kampen en excursies welke door of Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
80
onder toezicht van Vitus Zuid plaatsvinden. Er is onder andere dekking voor verlies of diefstal van eigendommen, geneeskundige kosten en extra gemaakte kosten. De dekking is van kracht voor leerlingen, personeelsleden en alle ondergeschikten van de school. Werkgeversaansprakelijkheid motorvoertuigen (WEGAM) Deze verzekering dekt de schadevergoedingsverplichting van Vitus Zuid op grond van artikel 7:611 BW en 7:658 BW voor niet elders verzekerde schade als gevolg van een ongeval die de verzekerden kunnen lijden tijdens verkeersdeelname doordat zij in het kader van hun werkzaamheden bij een ongeval betrokken raken. Hieronder valt eveneens personen- en zaakschade waarvoor Vitus Zuid op grond van artikel 7:611 BW gehouden is zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering. De dekking is van kracht voor werknemers, uitzendkrachten, oproepkrachten, stagiaires, gedetacheerden en vrijwilligers. Overige verzekeringen Opstal en Inventaris Schade aan inventaris, gebouw en terrein van schoolgebouwen veroorzaakt door inbraak, diefstal, vandalisme of als gevolg van weersomstandigheden worden niet door het schoolbestuur verzekerd. Voor deze onderdelen is de economische eigenaar van de schoolgebouwen verantwoordelijk. Dit betreft in vrijwel alle gevallen de gemeente. Evenementen Voor schoolevenementen waarbij van derden materiaal / middelen worden gehuurd (bijv. huren feesttent, audio/licht, stellages, etc.) is een aanvullende evenementenverzekering aan te bevelen. Deze dient de school zelf af te sluiten via de tussenpersoon. De gebruikelijke aansprakelijkheid- en ongevallenverzekering is wel van toepassing op deze schoolgerelateerde evenementen. Vrijetijdsbesteding Omdat onze school een streekschool is, missen de leerlingen vaak het contact met buurtgenootjes. Om de omgang met kinderen uit de eigen omgeving zoveel mogelijk te bevorderen, willen wij iedereen aanraden te zoeken naar een club of vereniging (sport, spel of gezelligheid) waarin uw kind kan omgaan met leeftijdgenoten uit de eigen straat of wijk. Met het oog op de kleuters zou u bijvoorbeeld kunnen overleggen met de buurtschool of uw kind die ene woensdagochtend per maand waarop het vrij heeft (zie ook hoofdstuk IV) die school kan bezoeken. Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) De school moet voldoen aan de eisen die de Wet Bescherming Persoonsgegevens stelt. Het dossier van de leerling bestaat uit twee componenten: de administratieve gegevens en onderwijskundige informatie die van belang is voor de begeleiding van de leerling. De gegevens van leerlingen worden voor der den ontoegankelijk bewaard. Wij voldoen ook aan de eisen van de WBP inzake het Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
81
communiceren van gegevens naar het vervolgonderwijs bij de overgang van leerlingen. Leerlingenadministratie Met de leerlingenadministratie wordt voldaan aan de verplichtingen van artikel 6, lid 1 van het bekostigingsbesluit WPO (Wet op het Primair Onderwijs) tot het voeren van een overzichtelijke administratie van de inschrijving, de uitschrijving en het verzuim van de leerling. De administratie bevat persoonsgegevens, die vallen onder de wet Bescherming Persoonsregistratie (WBP) en onder het Besluit gevoelige gegevens. Dit besluit geeft een aantal regels voor het opnemen van informatie over iemands geloof of levensovertuiging, ras en politieke gezindheid. In de leerlingenadministratie komen een aantal van deze gegevens voor. Deze gegevens worden slechts met toestemming van de ouders verstrekt aan derden. De bewaartermijn van deze gegevens is vastgelegd in het bekostigingsbesluit WPO en is vastgesteld op vijf jaar. Na deze termijn worden de gegevens vernietigd. Leerlingdossier Het leerlingdossier bevat rapporten, uitslagen van toetsresultaten, gegevens uit het leerlingvolgsysteem, verslagen van gesprekken met ouders en afspraken die met betrekking tot de leerling zijn gemaakt. De verwerking dient alleen voor de organisatie of voor het geven van onderwijs en de begeleiding van de leerling. Het onderwijs valt onder het Vrijstellingsbesluit, dat onderdeel uitmaakt van de Wet Bescherming Persoonsregistratie. Hiermee is geregeld dat er meer gegevens dan enkel de persoonsgegevens mogen worden bewaard. Deze gegevens worden op een deugdelijke wijze bewaard. Ook gegevens uit deze administratie worden slechts na toestemming van de ouders aan derden verstrekt. De bewaartermijn van deze gegevens is vastgesteld op twee jaar, met uitzondering van de situatie waarin de leerling is doorverwezen via de PCL (Permanente Commissie leerlingenzorg) naar een school voor Speciaal Onderwijs. De bewaartermijn is dan drie jaar conform de bepaling WPO. Als uitzondering op deze bewaartermijn geldt het bewaren van adresgegevens van (oud)leerlingen. Dit is toegestaan in verband met de organisaties van reünies. Ouders hebben recht tot inzage in al deze gegevens. Binnen de termijn van vier weken wordt voldaan aan hun verzoek. Ook bestaat er kopierecht, dat wil zeggen dat ten behoeve van de ouders kopieën van de gegevens gemaakt mogen worden. De school mag hier een vergoeding voor vragen. Er bestaat daarnaast nog het recht tot corrigeren van de gegevens en verwijdering van de gegevens. Dit houdt in dat ouders het recht hebben op verbeteren, aanvullen, verwijderen, afschermen of op een andere manier ervoor te zorgen dat onjuiste gegevens niet langer gebruikt worden. Er is alleen een verplichting om dit ook daadwerkelijk te doen als er sprake is van feitelijk onjuiste, onvolledige of niet ter zake doende gegevens of gegevens die in strijd zijn met een voorschrift van de Wet Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
82
bescherming persoonsgegevens. Ouders mogen het leerlingdossier niet meenemen buiten de school. Ten aanzien van collega-scholen worden dezelfde richtlijnen gehanteerd. Zonder Toestemming van ouder(s) mag het dossier niet worden ingezien en verstrekt. School, zorgteam en privacy De school respecteert de privacy van leerling en ouders en zorgt ervoor dat persoonlijke gegevens strikt vertrouwelijk blijven, conform de Wet bescherming persoonsgegevens. Indien leerlingen extra zorg en begeleiding nodig hebben, mogen regionaal samenwerkende partijen volgens genoemde wet informatie uitwisselen over een leerling , mits er sprake is van een zorgvuldige aanpak door de school en de andere partij. Belanghebbenden worden geïnformeerd over het gebruik van leerlinggegevens met betrekking tot extra zorg en begeleiding en kunnen hier eventueel bezwaar tegen maken. Indien de school voor een leerling externe hulp moet inschakelen, mag zij ervan uit gaan dat ouders het leerrecht (leerplicht) van hun kind respecteren en hierbij binnen de grenzen van de redelijkheid en billijkheid ondersteuning en begeleiding bieden. College Bescherming Persoonsgegevens In de onderwijssector neemt de informatisering en het verzamelen en gebruiken van leerlinggegevens toe. Er worden veel persoonsgegevens over heel veel personen uitgewisseld. Tussen scholen onderling en tussen scholen en lokale en centrale overheid. Al dan niet wettelijke voorschriften en algemene en individuele invulling van de onderwijstaak bepalen welke soorten en aantallen persoonsgegevens worden uitgewisseld. In de loop der tijd is de taak van scholen ruimer geworden. Deze beperkt zich niet meer tot kennisoverdracht. Scholen spelen een grote rol in het jeugdbeleid. Andere organisaties willen graag met scholen samenwerken. Bijvoorbeeld Gemeenten in het kader van achterstandsbeleid en jeugdbeleid. Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) zijn onderwijsinstellingen verplicht ouders te informeren en uit te leggen welke gegevens van de leerling gebruikt worden en aan wie de onderwijsinstelling wanneer welke gegevens wil verstrekken met welk doel. Adresgegevens College bescherming persoonsgegevens (CBP) Juliana van Stolberglaan 4-10, 2595 CL Den Haag Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Internet: www.cbpweb.nl Telefoon: 0900-2001201 Telefonisch spreekuur CBP voor privacyvragen: op werkdagen van 9.30 tot 12.30 uur (5 cent per minuut plus de kosten voor het gebruik van mobiele of vaste telefoon). Het telefonisch spreekuur is alleen voor algemene informatie over de normen en regels voor de bescherming van persoonsgegevens. Zo nodig verwijst het CBP u door naar de juiste organisatie voor meer informatie. Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
83
Zwemmen Op vrijdagochtend gaan alle kinderen in Hoensbroek (met uitzondering van de groepen voor jongste kleuters) naar het zwembad van Adelante. Vanwege capaciteitsproblemen zwemmen de oudste kleuters en de eindgroepen om de 14 dagen. Onder begeleiding en het toeziend oog van leerkrachten en assistentes krijgen de oudste kleuters watergewenningsoefeningen en mogen ze spelen in het ondiepe gedeelte van het zwembad. Vanaf niveaugroep 3 wordt zwemles gegeven, gericht op het behalen van een zwemdiploma. De zwemlessen worden gegeven door de gymnastiekleraar Ed Schut en een zweminstructeur van Adelante. De zwemlessen van de oudere leerlingen zijn mede gericht op toekomstige vrijetijdsbesteding. Ze maken kennis met vele mogelijke activiteiten in het water, zoals waterpolo, zwemwedstrijden en aquajogging. Op de vrijdagen dat er gezamenlijk een feest gevierd wordt (Kerstmis, Carnaval, Pasen, Communie) gaan de jongsten niet naar het zwembad. Voor de hogere groepen is er – in overleg met de klassenleerkracht – een alternatief programma. Vanuit Roermond gaan de leerlingen vanaf vijf jaar één maal in de veertien dagen op dinsdag naar zwembad De Roerdomp en krijgen daar les van het zwembadpersoneel. Zwemdiploma Per schooljaar wordt één keer afgezwommen voor een diploma. In de laatste vier schoolweken wordt alleen (proef) gezwommen door de kinderen die voor een diploma opgaan (vanaf niveaugroep 3). Ook in Roermond is er diplomazwemmen in de Roerdomp.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
84
9
Adressen ADELANTE Audiologie en Communicatie Zandbergsweg 111 6432 CC HOENSBROEK Tel. 045-5282828 www.adelante-zorggroep.nl
AZM afdeling logopedie P. Debyelaan 25 6229 HX Maastricht Tel. 043 – 387 6543 www.azm.nl
INNOVO Ruys de Beerenbroucklaan 29A 6417 CC Heerlen Postbus 2602, 6401 DC Heerlen Tel. 045-5447144 Website: www.innovo.nl
FODOK Nederlandse Federatie van Ouders van Dove Kinderen (FODOK). De Molen 89A 3995 AW Houten Postbus 354 3990 GD Houten Tel. 030 - 290 0360 www.fodok.nl
FOSS De Molen 89a 3995 AW Houten Postbus 14 3990 DA Houten Tel. 030 - 234 06 63 www.foss-info.nl
INSPECTIE voor het Onderwijs Rijksinspecteur : Mw. T. Wick-Campman www.onderwijsinspectie.nl
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
85
KENTALIS HOENSBROEK Zandbergsweg 111 6432 CC Hoensbroek Tel. (045) 563 23 40 www.kentalis.nl
LEERPLICHTAMBTENAAR Als u contact wilt opnemen met de leerplichtambtenaar, kunt u dat doen bij de gemeente waar uw kind woont.
SIMÉA Siméa Christiaan Krammlaan 2 Postbus 222 3500 AE Utrecht Tel. 030 276 99 70 www.simea.nl
SSOE Weegschaalstraat 3 5632 CW Eindhoven Tel. 040-2163850 www.ssoe.nl
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
86
BIJLAGE 1 Wanneer een kind op de Mgr. Hanssen is geplaatst, kan vanaf dat moment en voor de duur van de plaatsing een overeenkomst tussen de ouderraad en de ouder(s) / verzorger(s) worden aangegaan middels het volgende model 'Overeenkomst Vrijwillige Ouderbijdrage'.
Overeenkomst Vrijwillige Ouderbijdrage 1. Het bestuur van de Oudervereniging van de Mgr. Hanssen (de Ouderraad), zijnde het uitvoerende orgaan voor de schoolse activiteiten, te dezen vertegen woordigd door de Penningmeester van de Ouderraad, mevr./dhr. ….., verder te noemen 'de school' en 2. mevr./dhr. ………….. (naam ouders/verzorgers), zijnde de wettelijke vertegenwoordigers van ………….. (naam leerling) en wonende te ……….. (plaats) aan de ……………….. (adres), verder te noemen 'de wettelijke vertegenwoordiger' In aanmerking nemende: • •
• • •
dat de wettelijke vertegenwoordiger de leerling heeft ingeschreven bij de school, welke inschrijving de school heeft aanvaard; dat de school naast het verzorgen van het reguliere onderwijs zich tevens sterk maakt voor een verdieping van het onderwijs door middel van diverse activiteiten, welke ten doel hebben de maatschappelijke en persoonlijke ontwikkeling van de leerling te bevorderen; dat het de wettelijke vertegenwoordiger vrij staat al dan niet, overeenkomstig de bepalingen genoemd in het Huishoudelijk Reglement van de Oudervereniging, gebruik te maken van de door de school aangeboden diensten en activiteiten; dat de wettelijke vertegenwoordiger het van belang acht dat de leerling deelneemt aan het onderwijsaanbod en de activiteiten die door de school verzorgd worden waarvoor hij bereid is de daarvoor geldende kosten te voldoen; dat de wettelijke vertegenwoordiger door het aangaan van deze overeenkomst ook gehouden is aan de daarin opgenomen bijdrage aan de school volledig en tijdig te voldoen; verklaren te zijn overeengekomen:
1. De wettelijke vertegenwoordiger wenst de leerling gebruik te laten maken van c.q. deel te laten nemen aan de volgende activiteiten, van welke activiteiten een uitgebreide omschrijving is opgenomen in het Huishoudelijk Reglement van de Oudervereniging: - Sinterklaas - Pasen - Kerstviering - Carnaval Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
87
2. De hoogte van de ouderbijdrage van schooljaar 2015-2016 is nog niet vastgesteld. De Algemene Leden Vergadering (ALV) van de Oudervereniging neemt het besluit bij eventuele wijziging van dit bedrag. De wettelijke vertegenwoordiger zal het hierboven genoemde totaalbedrag (of een gedeelte, overeenkomstig de termijn dat de leerling op school staat ingeschreven) op de rekening van de oudervereniging overmaken, uiterlijk op 1 oktober 2015. Het rekeningnummer is 144068699 t.n.v. Oudervereniging Mgr. Hanssenschool. Niet c.q. niet tijdig betalen betekent dat de leerling uitgesloten is van de genoemde activiteiten. 3. Ten aanzien van de ouderbijdrage hanteert de school de reductie- en kwijtscheldingsregeling welke in het Huishoudelijk Reglement van de Ouder vereniging is opgenomen. Onder bepaalde, door de school te beoordelen, omstandigheden kan de school de wettelijke vertegenwoordiger op diens verzoek gehele dan wel gedeeltelijke kwijtschelding van de verschuldigde ouderbijdrage verlenen ten aanzien van de ouderbijdrage. 4. Deze overeenkomst wordt voor de duur van één schooljaar aangegaan. Aldus overeengekomen en opgemaakt in tweevoud te ___________ d.d. __________
______________________ (handtekening wettelijke vertegenwoordiger)
_______________________________ (handtekening penningmeester Ouderraad)
Correspondentieadres: t.n.v. Oudervereniging Zandbergsweg 115, 6432 CC Hoensbroek Rekeningnummer Oudervereniging: 144068699.
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
88
BIJLAGE 2
Medewerkers Mgr. Hanssen
Directie Goossens, Paul (algemeen directeur)
[email protected]
tel. 045-5636500
Achten, Gonnie (locatiedirecteur hoofdgebouw) tel. 045-5636500
[email protected] Dirkx, Marianne (locatiedirecteur dependance)
[email protected]
tel. 045-5631263
Hazen, Leon (directeur externe dienst)
[email protected]
tel. 045-5631263
Orthopedagogen Bijlsma, Anoek Kolenburg, Anne-marie
GZ-psychologen Kerremans, Constance Smeding, Marjo Schoolmaatschappelijk deskundige Schiltmans, Sandra Externe adviseurs Heugten van, Inge Mercera, mevrouw Zoons, Marijke
(schoolarts GGD Zuid-Limburg) (schoolarts GGD Noord- en Midden-Limburg) (spraakpatholoog Adelante)
Kinderfysiotherapeuten Halbeek van, Maayke (Roermond) Gelissen, Gaby (Hoensbroek) Ergotherapeuten Schroijen, Nicole Theunissen, Ellen
(Hoensbroek) (Hoensbroek) Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
89
Stottertherapeuten Lammers, Majella
(Hoensbroek)
Coördinatie logopedie en herindicatie Stassen, Ed Intern begeleiders Ernes, Elise Houben, Brenda Soerland van, Marianne Stollman, Marian Thissen, Gemmie •
(Roermond) (Hoensbroek: (Hoensbroek: (Hoensbroek: (Hoensbroek:
groepen M1 en M2) kleutergroepen) groepen A1 en A2) groepen M3 en E)
Onderwijsgevenden hoofdgebouw Hoensbroek (045-5636500) Leerkrachten Burgers, Esmé Collaris, Anita Creemers, Caroline Gelder van, Tanja Gijzen, Mia Grinsven van, Debbie Hoenjet, Leona Houkes, Renate Jongen, Selma Kesselaer, Ellen Langen, Wendy Luijten, Vivian
Notermans, Josée Offermans, Babs Osten, Jolande Pelzer, Lynda Prooyen van, Kyra Raak van, Mieke Richter, Elsbeth Schuffelen, Angèle Smeets, Janine Timmermans, Anja Wensink, Ger Zondag, Kim
Logopedisten Boumans, Dominique Flapper, Pascàle Gennotte, Kirsten Pahlplatz, Jos
Schouten, Eefje Stassen, Ed Verheijen, Jenny Verhooren, Esther
Klassenassistenten Bessems, Gaby Bremen, Petra Can van, Chantalle Dohmen, Nicole
Lambrix, Daisy Leblanc, Ank Mulders, Ans Ortmans, José Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
90
Heijnens, Sandra Heuts, Anouk Ierland van-Mietus, Christine Jansen, Elke Kanyo, José •
Palmen, Ellen Pannekoek, Sabrina Steinbusch, Loeke Tongos, Claudia Tubée, John
Onderwijsgevenden dependance Hoensbroek (045-5631263) Leerkrachten Aldenhoven, Sandra Arnoldussen, Joanie Berg van den, Kitty Bisschoff, Mariken Doornbos, Natascha Houtvast, Stella Jacobs, Stephanie
Langendijk, Dana Offermans, Nancy Pasveer, Ellen Stassen, Wendy Wensink, Ger Wit de, Meriam
Logopedisten van Antwerpen, Suzan Pelzer, Melanie Pfeiffer, Marieke
Roos, Debbie Welzen, Kim
Onderwijsassistenten Deurse van, Desirée Hoeksema, Metha Mulders, Ans Palmen, Ellen •
Rombach, Helen Wielders, Suzanne Winkens, Aline
Onderwijsgevenden nevenvestiging Roermond (0475-854390) Leerkrachten Coox, Liv Godderij, Marloes Offermans, Nancy Renkens, Tim Steins, Conny Logopedist Meijers, Anke
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
91
Onderwijsassistenten Montforts, Jennie Vossen, Dorry Wetzels, Wendy
Medewerkers Externe Dienst dependance Hoensbroek Bertrand, Simone Boer, Ger, Bos, Wies Brug van, Diana Clignet, Karel Ernes, Elise Erven, Patricia Flekken, Margaret Graaff de, Ine •
Heemels, Marie-Ange Heinen, Marijke Kicken, Ria Meegen van, Peggy Peters, Andrea Reijnaerts, Jolanda Relouw, Fransien Waelpoel, Brigitte
Overig personeel Vakleerkrachten gymnastiek Peerbooms, Dennis Schut, Ed
Administratie Denissen, Cobi Duren van, Maddy Schoonwater, Nicole Slabbers, Inie
Trajectbegeleider van den Berg, Gerdina
Coördinator beheer en facilities Hayen, Frans (tevens veiligheidscoördinator)
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
92
Conciërges en huishoudelijke dienst Laurentzen, Willy Meeuwsen, Robin Pepermans, Ildiko
Gebarentolk/docent Houben, Senna Moonen, Jossy
Mgr. Hanssen Schoolgids 2015 – 2016
93