Schoolgids 2014-2015
Gereformeerd Speciaal Onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden
De Steiger Gereformeerd Speciaal Onderwijs Deze schoolgids is vastgesteld door het bestuur van de VGSO en de MR heeft hiermee ingestemd in juni 2014. Bezoekadres: Koperstraat 4 9743 RW Groningen Postadres: Postbus 70018 9704 AA Groningen website: www.steigerzml.nl e-mailadressen:
[email protected] - directeur de Steiger, 050-5752851
2
Inhoud 1.
2
3
4
5
Algemene informatie
6
1.1
Personeel
6
1.2
De medezeggenschapsraad (MR)
8
1.3
De schooltijden
9
1.4
De locatie
9
De school
10
2.1
Richting
10
2.2
Bestuur
10
2.3
NECSO
10
Waar de school voor staat
11
3.1
Visie
11
3.2
Missie
11
3.3
Visie op ontwikkeling en onderwijs
12
3.4
Omgaan met elkaar
15
3.5
NECSO (Noordelijk Expertise Centrum Specialistisch Onderwijs)
15
3.6
Toelatingsprocedure
16
3.7
Aanmeldingen bij het Speciaal (Basis) Onderwijs, het SBO en het SO
18
Organisatie van het onderwijs
19
4.1
De leerlingen
19
4.2
Plaatsing
19
4.3
De groepen
19
4.4
Organisatie van de zorg binnen de Steiger
21
4.5
Wajong
23
4.6
ICT
23
4.7
Arbeidstoeleiding en stage
23
4.8
In- en uitstroomprofielen
27
4.9
Resultaten schoolverlaters
29
4.1
De ouders en de school
29
Overige zaken
32
5.1
Verwijsindex zorg voor jeugd in Groningen
32
5.2
De GGD op school
32
5.3
Afspraken met betrekking tot roken en drinken
32
5.4
Medicijnen
33
5.5
Veiligheid op school
33
5.6
Hoe te handelen bij klachten
33
5.7
Verzuim, procedure schorsen en verwijderen
34
5.8
Schoolvervoer
35 3
5.9 6
7
8
10
35
Financiële bijdragen
36
6.1
De vrijwillige ouderbijdrage
36
6.2
Verzekeringen
36
6.3
Lidmaatschap van de Schoolvereniging
36
6.4
PGB
36
6.5
Sponsoring
36
Ontwikkelingen in het schooljaar 2013-2014
38
7.1
Wat is er gebeurd in het afgelopen schooljaar (2013-2014)
38
7.2
Wat gaat er gebeuren in het komende schooljaar?
41
Informatie schooljaar 2014-2015
42
8.1
Eten
42
8.2
Schooltas
42
8.3
Verjaardagen
42
8.4
Werkkleding: VSO-groepen
42
8.5
Gymnastiek
43
8.6
Luizencontrole
43
8.7
Seksuele vorming
43
8.8
Vieringen in de eigen kerk
43
8.9
Website
43
8.10 9
Foto’s van leerlingen
Schooltijden, vakanties en studiedagen
Adressen
44 45
9.1
De bestuursleden
45
9.2
Overige adressen
45
9.3
Namen en adressen teamleden
47
Bijlagen
49
10.1
Overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage De Steiger
49
10.2
Ouderverklaring
50
10.3
Psalmenlijst De Steiger
51
10.4
Verklaring afkortingen
52
4
Voorwoord van de directie Beste ouders, voogden, verzorgers en belangstellenden, De Steiger heet u en uw kind van harte welkom in het nieuwe schooljaar 2014-2015. Deze schoolgids informeert u over de dagelijkse gang van zaken op onze school. En vertelt u iets over de samenstelling van het team, de leerlingen en geeft u inzicht in onze werkwijze, zorg voor leerlingen, onze doelstellingen en de inrichting van ons onderwijs. Een stukje geschiedenis: ‘De Steiger’ is een Gereformeerde school voor Speciaal Onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden (ZML) in de leeftijd van 4 tot maximaal 20 jaar. In 1986 werden in Groningen een school voor Leer en Opvoedings Moeilijkheden (LOM, De Trampolien) en een school voor Moeilijk Lerende Kinderen (MLK, De Meerpaal) opgericht. Dit waren de eerste Gereformeerde scholen voor speciaal onderwijs in het Noorden van het land. De MLK-school werd in 1987 uitgebreid met een afdeling voor Zeer Moeilijk Lerenden (ZML) en een afdeling voor VSO-MLK (Voortgezet Speciaal Onderwijs MLK). De SBO school de Meerpaal is in augustus 1996 ontstaan uit een fusie van de school voor MLK (met de afdelingen voor ZML en VSO-MLK) en de LOM-school. Deze fusie was het gevolg van wijzigingen in de wet- en regelgeving met betrekking tot speciaal onderwijs. Vanuit de fusie is toegegroeid naar een nieuwe onderwijsgemeenschap voor speciaal onderwijs. Per 1 augustus 2000 is de afdeling VSO-MLK bestuurlijk en in de directie ondergebracht bij het Gomarus College en verder gegaan als afdeling PRO (Praktijk Onderwijs). Per 1 augustus 2003 is de afdeling ZML omgezet in een zelfstandige school onder de nieuwe naam De Steiger en participeert in het Noordelijk Expertise Centrum Specialistisch Onderwijs (NECSO). De naam De Steiger is gekozen omdat deze naam past bij De Meerpaal. Bovendien heeft een steiger twee betekenissen: je kunt aanleggen bij een steiger bij het water en een rustpositie innemen. Maar een steiger kan ook de hoogte ingaan. Om iets op te bouwen heb je een bouwsteiger nodig. Dat willen we ook met ons onderwijs bereiken: iets opbouwen, maar ook op zijn tijd rustig aan kunnen leggen. Per 1 augustus 2008 is de afdeling oudste leerlingen (vanaf 12 jaar) een VSO afdeling geworden. Wij nodigen u van harte uit de school te bezoeken om op de hoogte te blijven van de dagelijkse gang van zaken. Mocht u willen kennismaken met ons neem dan contact op met de school voor een persoonlijke toelichting en rondleiding. U kunt vragen naar de directeur van de school. Ik wens u veel leesplezier! Marja Noorman, directeur
5
1. Algemene informatie De Steiger Bezoekadres: Koperstraat 4 9743 RW Groningen Postadres: Postbus 70018 9704 AA Groningen
De Steiger gaat uit van de Vereniging voor Gereformeerd Speciaal Onderwijs te Groningen. Het postadres van het secretariaat van de vereniging is: Postbus 70018 9704 AA Groningen.
website: www.steigerzml.nl e-mailadressen:
[email protected] – directeur De Steiger, 050-5752851 Soort school
Cluster-3 Gereformeerde school voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerenden, met verbrede toelating (cluster 3-SO/VSOZML) 4-20 jaar Marja Noorman Christiaan Huisman Liesbeth Werner Geertruida de Jonge Rianne Dijksterhuis Alieke Schilthuis Lianne Bosma Bernadette van Harten
Leeftijdsgrens Directeur: Orthopedagoog Intern Begeleider SO en VSO Stage coördinator Directiesecretaresse Logopedie Fysiotherapie
1.1
Personeel
Leerkrachten SO Groep/klas SO Onderbouwgroep SO Bovenbouwgroep
Leerkrachten VSO Groep/klas VSO
Stagegroep
Leerkracht Djoke Jansen Ria Janssen Liesbeth Bulthuis Anneke Zuur
Onderwijsassistent Manon Assies
Leerkracht Linda Blaauw Marlies Boersma
Onderwijsassistent Kelly Elzinga Rinske Knol Sietse de Haan Eppo Doornbos Fenneke Zijlstra
Geertruida de Jonge Anneleen Woltjer
6
Josien Norg Heleen Valkema
We verwachten binnen onze school volledige inzet van de teamleden. We hebben er allemaal voor gekozen te werken met leerlingen die extra zorg nodig hebben, en zijn daarom ook allemaal gemotiveerd die extra zorg goed te bieden. De teamleden streven daarom naar goede samenwerking onderling: niemand kan onze leerlingen in zijn eentje helpen. Er is veel collegiaal overleg via teamvergaderingen en leerlingenbesprekingen. Daarnaast is er collegiale consultatie. Leerkrachten zijn bereid zich steeds voldoende te laten bijscholen. Aan onze school werken behalve groepsleerkrachten en assistenten, ook nog allerlei andere mensen, met wie u en uw kind te maken kunt krijgen. We noemen ze even kort: 1. de directeur: is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken, het onderwijskundig inhoudelijk gedeelte, het personeelsbeleid en de financiën van de Steiger. Ook is de directeur namens en met het bestuur eindverantwoordelijk 2. de orthopedagoog: maakt deel uit van de CVB en kan psychologisch onderzoek verrichten en geeft adviezen over de begeleiding van de leerling. 3. de intern begeleider: ondersteunt de collega’s in de planmatige begeleiding van onze leerlingen, coördineert de leerlingenzorg en houdt het zorgdossier bij. 4. De groepsleerkracht: is verantwoordelijk voor het onderwijskundig en pedagogisch handelen in de groep 5. De onderwijsassistent: ondersteunt de groepsleerkracht en begeleidt de leerling. 6. De stagebegeleider: begeleidt de leerlingen bij de stage en op weg naar een werkplek 7. De ambulant begeleider: ondersteunt de basisscholen die een beroep doen op de specifieke kennis die onze school heeft als het gaat om het onderwijs aan kinderen met een verstandelijke beperking. 8. De logopediste: heeft de zorg voor extra begeleiding op spraak- taalgebied. 9. De fysiotherapeute: geeft aan een beperkt aantal leerlingen fysiotherapeutische ondersteuning. Deze functionaris is echter niet formeel aan school verbonden. Inzet is alleen mogelijk na overleg met de fysiotherapeute en met een verwijzing van de huisarts. 10. De schoolmaatschappelijk werker: is lid van de CVB en niet formeel aan de school verbonden. 11. De jeugdarts: is lid van de CVB en niet formeel aan de school verbonden. Hij doet medisch onderzoek en geeft zonodig adviezen. 12. De secretaresse: verzorgt ondersteuning van de directie en het bestuur op het gebied van financiën, secretariaat en de (leerlingen) administratie. 13. De stagiaires: de school biedt de mogelijkheid stagiaires te begeleiden van het Regionaal Opleidings Centrum (ROC) Menso Alting, opleiding SAW en de VIAA ( GHBO).
Vervanging Wanneer een leerkracht afwezig is, regelt de directeur de vervanging. De vervangers zijn bekend met de Steiger, kennen de leerlingen en weten van alle relevante zaken. In een enkel geval is er geen andere oplossing dan de leerlingen vrij te geven. Is dat het geval, dan is er altijd een mogelijkheid de leerling toch naar school te laten gaan waarbij hij/zij in een andere groep wordt geplaatst. Elke leerkracht heeft in zijn of haar groep een map met informatie voor de invallers. Daarin staan meer gedetailleerde zaken van die ene groep beschreven zoals een groepsplattegrondje, de groep en de regels, relevante informatie over individuele leerlingen (bv. medicijngebruik) en informatie hoever de leerlingen in de werkboeken gevorderd zijn. Mede doordat er steeds twee personen binnen een groep werkzaam zijn, de leerkracht en de assistente, gaat het onderwijs en de zorg in geval van vervanging gewoon door.
7
Scholing Bijna alle groepsleerkrachten zijn bevoegd voor het Speciaal Onderwijs. Enkele teamleden hebben de Master Special Educational Needs (Master SEN) gevolgd. Ook zijn de meeste collega´s in staat om met de computer als administratief en onderwijskundig hulpmiddel om te gaan. Het volledige team is gecertificeerd voor leren leren op basis van het Eigen Initiatief Model (EIM). Elk jaar worden de leerkrachten beoordeeld via VHM. Jaarlijks wordt in de school een nascholingsplan gemaakt. We trachten een goed evenwicht te vinden in wat voor de school nodig is en wat de interesse van de leerkracht heeft. Voor de kosten is een regeling vastgesteld. In elk geval eenmaal per jaar wordt een teamstudiedag gehouden. We verdiepen ons dan gezamenlijk in een onderwerp met betrekking tot het leef-werkklimaat of hebben een inhoudelijke studiedag over het onderwijs in de school. Daarnaast nemen we deel aan gezamenlijke studiedagen van het REC NON-3. Indien gewenst bezoeken de teamleden ook studiedagen die ad hoc tijdens het schooljaar worden aangeboden. Er zijn drie teamleden geschoold tot bedrijfshulpverlener (BHV-ers). Zij houden hun kennis jaarlijks op peil door eens per jaar op herhalingscursus te gaan. Daarnaast zijn er op De Meerpaal ook drie leerkrachten geschoold tot BHV-er, met hen delen we immers het gebouw. Er zijn twee onderwijsassistenten in het bezit van een EHBO diploma. Zij houden dit diploma ook jaarlijks bij.
Logopedie Alieke Schilthuis is aan onze school verbonden als logopediste. Alle nieuwe leerlingen worden door haar gescreend. Ouders en leerkrachten kunnen kinderen aanmelden voor logopedie. Leerlingen die daarvoor in aanmerking komen krijgen dit individueel of in groepjes aangeboden. Via een schrift houdt de logopediste u op de hoogte van de gang van zaken en de vorderingen van de leerlingen. Hebt u vragen, wensen of opmerkingen dan kunt u haar op school bellen.
Fysiotherapie Binnen De Steiger wordt de kinderfysiotherapie verzorgd door Lianne Bosma en Bernadette van Harten, vanuit Fysiotherapiepraktijk De Hunze, van Eesterenlaan 15, 9731 MZ in Groningen, telefoonnummer: 050-5422667. Op school wordt er van kinderen op motorisch gebied veel geëist. Problemen in de motoriek kunnen een negatieve invloed hebben op het zelfbeeld van het kind. Derhalve is het belangrijk het bewegend functioneren nauwkeurig te observeren en te onderzoeken. Dit geldt voor de grove- en de fijne motoriek, waaronder ook het schrijven. De fysiotherapie wordt alleen aangeboden als die ten goede komt aan het onderwijs. De aanvraag voor een onderzoek wordt gedaan door de jeugdarts, door middel van een brief die het kind meekrijgt. Voor kinder- fysiotherapeutisch onderzoek/observatie en behandeling is een verwijzing van de huisarts nodig. Van de bevindingen krijgt u schriftelijk bericht. De vergoeding voor kinderfysiotherapie gaat via de zorgverzekeraar van de ouders/verzorgers. De behandeling vindt plaats op school en onder schooltijd. Dit is vooral voor de jonge kinderen vaak een hele verlichting; na schooltijd zijn ze dan vrijgesteld. 1.2
De medezeggenschapsraad (MR)
De MR heeft op grond van het MR reglement een aantal adviserende en beleidsbepalende bevoegdheden. De vertegenwoordigers worden door de ouders en het personeel gekozen. De MR behandelt onderwerpen in zijn vergadering die over de school en haar beleid gaan. De MR is zowel voor SBO de Meerpaal als voor SO de Steiger en telt 8 leden, van beide scholen 2 ouders en 2 teamleden. Voor de geleding VSO leerlingen van de Steiger is ontheffing verleend door de MR. Het adres is het postadres van de school, Postbus 70018, 9704 AA Groningen. De samenstelling van de MR is als volgt: Namens de ouders van de Steiger: 8
Mevr. Marjen Krijgsheld Mevr. Alied Verbree Namens het personeel van de Steiger: Mevr. Ria Janssen Mevr. Geertruida de Jonge
1.3
De schooltijden
De schooltijden zijn: maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.30 uur tot 14.45 uur. woensdag van 8.30 tot 12.30 uur. 1.4
De locatie
De Steiger en De Meerpaal zijn vanaf eind december 1999 gehuisvest aan de Koperstraat 4 te Groningen.
9
2 2.1
De school Richting
De Steiger is een Gereformeerde school voor Speciaal Onderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden in de leeftijd van 4 tot 20 jaar; cluster 3. Het onderwijs richt zich op leerlingen met leermoeilijkheden die niet in staat zijn om het reguliere onderwijs te volgen en die geïndiceerd zijn door CVI. 2.2
Bestuur
De Steiger gaat uit van de Vereniging voor Gereformeerd Speciaal Onderwijs te Groningen. De vereniging bestaat uit leden en donateurs. Deze komen voor het grootste deel uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Het doel van de vereniging, zoals in de statuten staat vermeld, is: “De vereniging stelt zich ten doel het stichten en in stand houden van een of meer Gereformeerde scholen voor Speciaal Onderwijs”. Het stichten is gebeurd, het in stand houden is nu het enige doel, want nieuwe SO scholen zullen er niet meer bij kunnen komen. 2.3
NECSO
De school is sinds 1 augustus 2003 officieel onderdeel van het Noordelijk Expertise Centrum Specialistisch Onderwijs (NECSO) Het postadres daarvan is: Dienstencentrum Regionaal Expertisecentrum Noordoost Nederland Postbus 8054 9702 KB Groningen Telefoon 050 – 5371219 Bezoekadres: Schweitzerlaan 2 Groningen. 2.4 Schoolgrootte
De Steiger telt op 1 oktober 2014 45 leerlingen. SO: 18 leerlingen VSO: 27 leerlingen De leerlingen wonen in Groningen, het westelijk deel van Friesland en het noordelijk deel van Drenthe.
10
3
Waar de school voor staat
3.1
Visie
De opdracht van onze school. De Steiger is een gereformeerde school voor Speciaal Onderwijs. De missie en visie van onze school zijn:
Wij willen ieder kind laten weten dat hij/zij een onvoorwaardelijk geliefd kind van God is. Het onderwijs op onze school is erop gericht om iedere leerling uiteindelijk te kunnen plaatsen op de best passende plek in de samenleving. Elke leerling heeft recht op een zo autonoom mogelijke plaats in de samenleving. Daarom is ons onderwijs ingericht op het leren toepassen van algemene basisvaardigheden zoals, voorbereiding op werken, wonen en vrije tijd. Leerlingen worden gestimuleerd om zelfstandig te denken en handelen (leerkrachten en leerlingen zijn bekend met het E.I.M, zelf oplossend vermogen en generaliseren). Leerlingen mogen ontdekken hoe het is om ergens verantwoordelijk voor te zijn. Elke leerling met zijn of haar competenties willen we helpen aan een werkplek die bij hem/haar past. Ons onderwijs is er op gericht om competenties van leerlingen te ontdekken en te helpen ontwikkelen.
De motivatie daarbij is dat we vanuit christelijke betrokkenheid zorg bieden aan leerlingen die door cognitieve tekorten of door ontwikkelingsproblemen in het reguliere onderwijs- ondanks extra hulp – niet goed kunnen functioneren. 3.2
Missie
Het Gereformeerd onderwijs blijft in beweging om onderwijs passend te maken. Waar staan we voor? De school voor gereformeerd speciaal onderwijs De Steiger wil een school zijn die haar leerlingen wil toerusten als kind van God, waar de ontwikkeling van kinderen optimaal ontplooid kan worden in een open en veilige sfeer. De doelstellingen zijn: 1. De Steiger wil een school zijn waar orthopedagogische en didactische zorg geboden wordt aan kinderen met een verstandelijke beperking of een syndroom waardoor hun participatie in het regulier onderwijs onmogelijk is. 2. De school wil een service-instituut zijn van waaruit ondersteuning wordt geboden aan gereformeerde basisscholen waar men bovengenoemde kinderen opvang biedt. De school wil een expertisefunctie vervullen voor het samenwerkingsverband. 3. De school wil een medebepalende rol spelen, samen met De Meerpaal, in toekomstig Passend Onderwijs. 4. De school wil in samenwerking met De Meerpaal, toekomstige leerkrachten opleiden in de school (OPLIS).
11
De motivatie hierbij is: vanuit christelijke betrokkenheid extra zorg bieden aan kinderen die door aangeboren cognitieve tekorten of door ontwikkelingsproblemen aangewezen zijn op deze manier van intensieve zorgverlening. Onze werkwijze is erop gericht door aanpassing van het onderwijs ieder kind op zijn of haar niveau optimale ontwikkelingskansen te bieden. De zelfredzaamheid en de sociaal-emotionele ontwikkeling heeft bij ons hoge prioriteit: leren omgaan met jezelf en anderen is een belangrijke invalshoek in ons onderwijs. Uitgangspunt is dat we ons willen laten leiden door eerbied voor God en Zijn Woord. Kinderen worden bij ons aangesproken op hun ‘Kind-van-God-zijn’. We leren hen op hun niveau en in hun omstandigheden de rijkdom daarvan. Ook dat dit reden is voor een blij leven. 3.3
Visie op ontwikkeling en onderwijs
Wij kijken en luisteren naar onze leerlingen om te zien wat ze nodig hebben. We volgen hun ontwikkeling zorgvuldig om te bepalen of ze extra hulp, uitdaging of stimulering behoeven. We bereiden onze leerlingen voor op hun toekomst gericht op wonen, werken en vrije tijd. Op die manier proberen we alles uit leerlingen te halen wat erin zit, maar nooit ten koste van het kind. We benaderen onze leerlingen positief en gaan uit van de mogelijkheden van ieder kind. We helpen ze om stapsgewijs te groeien naar zelfvertrouwen, zelfredzaamheid en zelfstandigheid. Visie op ontwikkeling Voor ons is ieder kind van oorsprong een uniek mens, door God geschapen. Om zich te kunnen ontwikkelen beschikken kinderen van nature in meer of mindere mate over bepaalde eigenschappen. Kinderen willen iets kunnen en iets leren (competentie en nieuwsgierigheid). Ze zoeken omgang en staan open naar de wereld om hen heen (relaties en onbevangenheid). Kinderen willen graag zelf kiezen en aan de slag gaan met uitdagende nieuwe dingen (autonomie en zelfvertrouwen). Die eigenschappen kunnen alleen tot ontwikkeling komen als het kind bescherming, liefde aanmoediging, sturing en respect van volwassenen en leeftijdgenoten ontvangt. Een kind wordt op weg naar volwassenheid steeds onafhankelijker als het kan vertrouwen op eigen kunnen en eigen keuzes. Waar we rekening mee dienen te houden is dat de leerlingen die onze school bezoeken, beperkt zijn in hun mogelijkheden en op een nadere manier leren. Er zijn leerlingen die bepaalde basisontwikkelingen nog niet beheersen. We geven onderwijs op maat, onderwijs dat past bij de leerling. Tevens krijgen wij steeds meer leerlingen met specifieke gedragsproblemen en leerlingen die op een zeer laag niveau functioneren. Voor deze leerlingen zullen we, voor onszelf, genoeg kennis moeten ontwikkelen om optimaal aan te sluiten bij hun hulpvraag. Ons team probeert zo goed mogelijk recht te doen aan de eigenheid van ieder individueel kind en gaat uit van zijn of haar specifieke mogelijkheden. Kinderen moeten zo goed mogelijk hun gaven tot ontwikkeling brengen, maar niet primair ter wille van hun zelfontplooiing. We sturen juist aan op het dienstbaar zijn in alle verhoudingen. Afhankelijk kunnen en durven zijn in relaties is kenmerkend voor het leven van een christen. Tegelijk beseffen we dat dit alleen maar kan, als het kind hieraan vorm geeft vanuit zelfaanvaarding en zelfrespect. We zoeken naar een inrichting van ons onderwijs waarin deze eigenschappen tot ontwikkeling komen. Wij noemen dit adaptief toerustend onderwijs.
Visie op onderwijs Onze visie op onderwijs sluit naadloos aan bij onze visie op ontwikkeling. Zoals aangegeven gaan we uit van de specifieke mogelijkheden van ieder individu. In ons onderwijs dagen we kinderen uit zich
12
te ontwikkelen zodat ze kunnen uitgroeien tot een zelfstandig handelend mens, die in staat is om zo goed mogelijk sociaal te functioneren in de maatschappij: in hun eigen sociale omgeving en op het gebied van vrije tijd, dagbesteding of werk. Met betrekking tot het leerklimaat heeft De Steiger de laatste jaren een duidelijke groei doorgemaakt. Op grond van het instroomprofiel en verwachte uitstroomprofielen en het daaraan gekoppelde ontwikkelingsperspectief, werken de leerkrachten met instructieniveaus. Om de gewenste situatie te realiseren is het van belang dat het onderwijs zodanig ingericht wordt dat leerlingen gestimuleerd worden zichzelf meer te ontwikkelen. Dat wil zeggen het vergroten van hun zelfbeeld, de sociale vaardigheden, de zelfredzaamheid en het zelf oplossend vermogen (zelf leren nadenken, oplossingen bedenken, vaardigheden toe te passen en initiatieven te nemen). De nadruk ligt op het zelf denken en doen. Naar aanleiding van deze ontwikkeling kunnen (moeten) de leerlingen aangesproken worden op hun eigen verantwoordelijkheden. Voor het team betekent dit dat de leerling centraal staat. De methode van lesgeven/begeleiden geeft ruimte tot zelf ontdekken en kiezen. Niet meer de vroegere, directieve manier van lesgeven. De begeleider krijgt een ondersteunende, begeleidende rol. De begeleider besteedt aandacht aan het functioneren van de leerlingen en creëert daarbij ruimte van waaruit ze zich verder kunnen ontwikkelen. Deze manier van onderwijs verzorgen sluit aan bij de ontwikkelingen binnen het onderwijs en de gehandicaptenzorg, waarbij men steeds meer de cliënt centraal zet (wat kan hij/zij, wat wil hij/zij en wat zijn de mogelijkheden?). Door deze werkwijze worden de leerlingen beter voorbereid op een toekomst na hun schoolperiode. De overgang van de schoolperiode naar een volwaardige woon/werkplek in de samenleving verloopt meer geleidelijk. Binnen de huidige veranderingen en ontwikkelingen in het ZML-onderwijs zien wij het Eigen Initiatief Model (EIM) als een zeer bruikbare methodiek, die veel mogelijkheden biedt voor de door ons gewenste vorm van onderwijs verzorgen (zie hoofdstuk 6). De heersende visie op zorg- en dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking is gericht op maatschappelijke participatie. Mensen met een verstandelijke beperking hebben recht op een volwaardige plaats in de samenleving en op ondersteuning om deze te verwerven. Participatie in de samenleving stelt hoge eisen aan de zelfredzaamheid van mensen. Niet alleen wat de beheersing van allerlei praktische en sociale vaardigheden betreft, maar zeker ook aan het vermogen om te generaliseren: adequaat omgaan met problemen en onvoorziene situaties die zich in het dagelijkse leven kunnen voordoen. Voor veel mensen met een verstandelijke beperking is generalisatie een grote valkuil. Ze zijn wel in staat praktische vaardigheden te leren toepassen, maar hebben veel moeite nieuwe situaties te overzien en in te schatten op welke manier zij hierop kunnen anticiperen en te bedenken op welke manier ze er adequaat mee om kunnen gaan. Dit heeft consequenties voor het onderwijs aan deze doelgroep. Bovendien is het onderwijs aan ZML momenteel onderhevig aan veranderingen. Het onderwijs zal in de toekomst moeten voldoen aan nieuw gestelde onderwijsdoelen. De tijd van grasduinen en een min of meer vrijblijvende aanpak van het onderwijs, waarbij minder eisen aan de leerlingen gesteld worden, is voorbij. De houding van het team, waarbij geprobeerd wordt fouten van de leerlingen te voorkomen door problemen en opdrachten sterk te versimpelen, is achterhaald. Hierdoor wordt een situatie gecreëerd waarin de leerling afhankelijk blijft van de leerkracht en deze nodig blijft hebben om datgene wat hij/zij tegen komt te structureren. In een later stadium geldt dit ook voor de woon- en/of werkbegeleiding (‘aangeleerde hulpeloosheid’). Op onze school is ervoor gekozen de vicieuze cirkel van de aangeleerde hulpeloosheid en het hulpverleners syndroom te doorbreken. 13
Eigen Initiatief Model In het boek Indicatiestelling: condities en instrumentarium wordt onderscheid gemaakt tussen cognitieve leervoorwaarden en algemene leervoorwaarden. De algemene leervoorwaarden komen overeen met wat wij noemen algemene vaardigheden. Om daadwerkelijk aan de slag te gaan is gekozen voor het project ‘Leren leren in het ZML op basis van het Eigen Initiatief Model’. Het EIM is een trainings- en begeleidingsmethode gericht op het vergroten van de zelfstandigheid, flexibiliteit en de mogelijkheden/inzetbaarheid van mensen met een verstandelijke beperking. Het is een uitwerking van een visie waarin centraal staan: burgerschap (gelijke rechten en plichten), leren (zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid) en ondersteuning in de eigen leeromgeving. EIM geeft richtlijnen om de vicieuze cirkel van de aangeleerde hulpeloosheid te doorbreken. Voor het team binnen het onderwijs betekent dit een andere manier van begeleiden/coachen bij het aanbieden van leerstof: niet meer alleen voordoen of structureren, maar de leerling ook de ruimte geven om zelf te ontdekken, te denken en te handelen, op eigen niveau. Deze houding is een voorwaarde om het andere belangrijke onderdeel goed uit te voeren: de instructie, het aanbieden van leerstrategieën. Het vergroten van de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid leiden tot het versterken van het zelfbeeld. Het geleerde biedt de leerling competenties waarmee hij/zij effectiever kan functioneren in de maatschappij (m.b.t. werk, wonen en vrije tijd). Niet alleen op praktisch gebied, maar juist ook met betrekking tot de denkvaardigheden. Ontwikkelingsgericht Kinderen willen iets en kunnen, iets leren (competentie en nieuwsgierigheid). Ze zoeken omgang en staan open naar de wereld om hen heen (relaties en onbevangenheid). Kinderen willen graag zelf kiezen en aan de slag gaan met uitdagende nieuwe dingen (autonomie en zelfvertrouwen). Waar we rekening mee dienen te houden, is dat de leerlingen die onze school bezoeken beperkt zijn in hun mogelijkheden. Het kan voorkomen dat de leerlingen bepaalde basisontwikkelingen nog niet beheersen en dat er op een andere manier geleerd wordt. We geven onderwijs op maat, dat past bij de leerling, en houden dus rekening met onderlinge verschillen. Aan de ontwikkelingsgerichtheid zit ook een kant waar we op De Steiger niet mee uit de voeten kunnen. Ontwikkelingsgericht en adaptief onderwijs heeft humanistische wortels en dus een optimistisch mensbeeld. Op een gereformeerde school liggen de uitgangspunten anders. Wij komen ook bij kinderen zonde, onwil en beperkingen tegen. We nemen ons vertrekpunt niet in ‘het goede kind’, maar in de opdracht die God ons geeft zijn kinderen toe te rusten tot hun levenstaak. We baseren ons onderwijs niet op autonomie en zelfvertrouwen, maar werken vanuit christelijke principes aan eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. De begrippen ‘redzaamheid’ en ‘volwassenheid’ kenmerken ons christelijk opvoedingsdoel. We zeggen daarmee dat kinderen verantwoordelijkheid moeten leren dragen voor hun relatie met God, de naaste, de schepping en het omgaan met zichzelf. Kinderen moeten zo goed mogelijk hun gaven tot ontwikkeling brengen, maar niet primair om wille van hun zelfontplooiing. We sturen juist aan op het dienstbaar zijn in alle verhoudingen. Afhankelijk kunnen en durven zijn in relaties is ook kenmerkend voor het leven van een christen. Tegelijk beseffen we dat dit alleen maar kan als het kind hieraan vormgeeft vanuit zelfaanvaarding en zelfrespect. We zoeken naar een inrichting van ons onderwijs waarin deze eigenschappen tot ontwikkeling komen. Wij noemen dit adaptief toerustend onderwijs. We werken binnen het SO thematisch om alle lessen zo betekenisvol mogelijk te maken. We bieden deze thema’s aan via diverse werkvormen waarbij de leerling de kans krijgt om zijn of haar eigen voorkeursleerstijl te ontdekken en te gebruiken.
14
3.4
Omgaan met elkaar
We vinden een goed pedagogisch klimaat/leefwereld heel belangrijk. De school streeft naar een klimaat dat door leerlingen, medewerkers en ouders als aangenaam wordt ervaren. Het pedagogische klimaat bestaat onder meer uit afspraken en omstandigheden die van invloed zijn op de sfeer in de school. Door dit klimaat wordt er zorg gedragen voor een zo optimaal mogelijke leeromgeving. We geven daarom op school speciale aandacht aan de schoolinrichting: we willen graag dat onze school een sfeer van rust uitstraalt. de kwaliteit van de relatie leerkracht - leerling: de basishouding van de teamleden tegenover de leerlingen wijkt niet af van onze visie: met respect. de kwaliteit van de leerkrachten onderling: de werksfeer is afhankelijk van de manier waarop we met elkaar omgaan. We streven naar openheid, hulpvaardigheid en betrouwbaarheid binnen de kring van collega’s. de kwaliteit van de relatie van leerkrachten met ouders: we willen in de omgang met leerlingen zoveel mogelijk op een lijn zitten met de ouders. de kwaliteit van de relatie van leerlingen onderling: ook bij de leerlingen streven we naar een sfeer van begrip voor elkaar en ruimte om zichzelf te kunnen zijn. Het ‘zoveel mogelijk zichzelf kunnen zijn’ mag niet ten koste gaan van anderen in de groep. Respect hebben voor elkaar vinden we erg belangrijk. een veilige school: binnen de school zijn leefregels afgesproken die te vatten zijn in drie hoofdregels: 1. We hebben respect voor elkaar en zorgen ervoor dat de ander zich veilig voelt op school 2. Je bent netjes op de spullen van jezelf, de ander en de school 3. Het plein is een leuke speelplaats voor iedereen, let er dus op of anderen jouw spel ook nog leuk vinden. Voor het geval er sprake is van intimidatie of ander machtsmisbruik is een protocol van handelen in de school aanwezig. Er is een vertrouwenspersoon en een contactpersoon aangesteld. U vindt hun namen en telefoonnummers in deze gids. Jaarlijks wordt aan de leerlingen verteld bij wie ze terecht kunnen in geval van intimidatie of machtsmisbruik.
3.5
NECSO (Noordelijk Expertise Centrum Specialistisch Onderwijs)
De Steiger behoorde tot het Regionaal Expertise Centrum (REC) Noordoost Nederland, cluster 3. In het oude REC 3-1 werkten scholen samen om de expertise te bundelen van het speciaal onderwijs voor kinderen met een motorische en/of verstandelijke handicap en langdurig zieke kinderen (LG, ZML en LZ). Door de wet Passend Onderwijs is het REC 3-1 opgeheven. De voormalige REC 3-1 scholen hebben zich uitgesproken voor blijvende samenwerking binnen het Convenant NECSO (Noordelijk Expertise Centrum Specialistisch Onderwijs). NECSO bestaat uit 10 scholen voor speciaal onderwijs. Daarvan bieden 8 scholen onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen. De acht scholen zijn : De Thrianta school in Emmen, W.A. van Lieflandschool in Assen & Groningen, de Wingerd & de Steiger in Groningen, De Meidoornschool in Stadskanaal, de Meentschool in Winschoten en de Margaretha Hardenbergschool in Veendam. De andere twee scholen voor speciaal onderwijs zijn:
15
De Buitenschool in Glimmen (voor langdurig zieke kinderen) en de Mytylschool in Haren met een dislocatie in Emmen (voor kinderen met een motorische handicap). De schoolbesturen hebben besloten dat de ambulante begeleiding van leerlingen nog voor een jaar door NECSO wordt gecoördineerd. 3.6
Toelatingsprocedure
De opvang van nieuwe leerlingen in de school Werkwijze van de Commissie van Advies van het Samenwerkingsverband Toewijzen van toelaatbaarheidsverklaringen SO-SBO-VSO per 01-08-2014 Met de invoering van Passend Onderwijs op 1 augustus 2014 krijgen de samenwerkingsverbanden PO en VO de wettelijke taak om een toelaatbaarheidsverklaring af te geven voor plaatsing van een leerling in het speciaal basisonderwijs (SBO), het speciaal onderwijs (SO) en het voortgezet speciaal onderwijs (VSO). Na de invoering van Passend Onderwijs zijn er geen wettelijke criteria (meer) die bepalen of een leerling toelaatbaar is voor het SBO of (V)SO. De SWV’s Passend Onderwijs PO en VO krijgen de wettelijke taak om een toelaatbaarheidsverklaring af te geven voor plaatsing in het SBO en (V)SO. Schoolbesturen vragen de toelaatbaarheidsverklaring aan, niet de ouders, zoals in de huidige situatie. PCL en CvI worden opgeheven. De SWV’ en PO 20.01, VO 20.01 en VO 20.02 zijn volop bezig met het inrichten van de toewijzing van extra ondersteuning in het SBO, SO en VSO via een toelaatbaarheidsverklaring (TLV). In dit gezamenlijke ontwikkelingsproces krijgt het inhoudelijk voortraject van het toewijzingsproces een grote rol. In de notitie Werkwijze Commissie van Advies (zie website van de Meentschool) wordt de werkwijze op basis van de huidige stand van zaken beschreven. Hierbij is uitgegaan van dat wat bekend is en benoemd wat nog in ontwikkeling is. Hierbij zal in december en in mei worden geëvalueerd op de werkwijze (inhoudelijk voortraject en uitvoering van de CvA). Op basis van de evaluaties kan de werkwijze worden bijgesteld. De werkwijze en de bijstellingen tijdens het proces zullen bestuurlijk worden vastgesteld in de deelnemende SWV-en. het slagboom en bijstellen.
Extra ondersteuning Wanneer de interventies in de basisondersteuning onvoldoende bijdragen aan de ontwikkeling van de leerling kan de leerling in aanmerking komen voor extra ondersteuning. Deze extra ondersteuning in het samenwerkingsverband bestaat uit alle vormen van ondersteuning die de basisondersteuning overstijgen. Het proces van arrangeren kan uitmonden in extra ondersteuning waarvoor wettelijk een toelaatbaarheidsverklaring (voorheen indicatie) nodig is: - Speciaal basisonderwijs - (Voortgezet) speciaal onderwijs Toelaatbaarheidsverklaring Bij wet is bepaald dat er een toelaatbaarheidsverklaring nodig is voor plaatsing in het SBO of (V)SO. Hiervoor is een multidisciplinaire en integrale beoordeling nodig van de onderwijsbehoeften van de leerling, de school en eventueel de opgroei- en opvoedondersteuning voor de leerling en/of het gezin. In een Algemene Maatregel van Bestuur is uitgewerkt dat een CvA minimaal moet bestaan uit een orthopedagoog generalist of GZ-psycholoog en een deskundige met specifieke expertise met betrekking tot de problematiek van een leerling.
16
Toewijzen van extra ondersteuning SO-SBO-VSO Met het wegvallen van de wettelijke criteria is het aan (besturen van) de samenwerkingsverbanden om afspraken te maken over de manier waarop wordt vastgesteld of leerlingen toelaatbaar zijn voor SBO, SO en VSO van het SWV. Het is van belang dat de afspraken daarover niet per samenwerkingsverband verschillen, dat zou verwarrend zijn voor scholen en ouders. In de provincie Groningen is daarom besloten om op zoek te gaan naar een uniforme manier van het toewijzen van extra ondersteuning in SBO,SO, VSO via één gezamenlijke Commissie van Advies. Dit moet de basis leggen voor gecontroleerd vertrouwen en een doorgaande ondersteuningslijn. Handelingsgericht toewijzen van extra ondersteuning De onderwijsbehoefte van de leerling met extra ondersteuning wordt vertaald in concrete en haalbare handelingssuggesties passend bij het beoogde uitstroomniveau en uitstroomperspectief van de leerling. - Wat heeft de leerling nodig om de beoogde einddoelen te halen? - Wat heeft de leerkracht nodig om de leerling hierbij te ondersteunen? - Wat heeft de school/ het team nodig om dit te kunnen realiseren? - Wat hebben de ouders nodig om de leerling hierbij te ondersteunen? Procedure Bij het toekennen van extra ondersteuning in het SO, SBO en VSO wordt de nadruk gelegd op de kwaliteit van het voortraject in de scholen. Het ondersteuningsteam (IB-er, directeur, orthopedagoog/GZ-psycholoog en eventueel CJG) in de school stelt vast: - DAT er extra ondersteuning nodig is omdat de onderwijsbehoefte van de leerling de basisondersteuning overstijgt. - WAAROM de extra ondersteuning nodig is op basis van de samenhangende stimulerende en belemmerende factoren in relatie tot het beoogde uitstroomniveau en uitstroomperspectief. - WAAR de extra ondersteuning geboden kan worden: in het regulier of speciaal (basis)onderwijs. Specifieke expertise uit het speciaal (basis)onderwijs is betrokken bij de TLV-aanvraag. Hiermee is ook geborgd dat de beoogde school de goede plek voor de betrokken leerling is. - WAT er concreet nodig is door de IVO-matrix in te vullen. Instrumenten Binnen de provincie Groningen is door de samenwerkingsverbanden PO en VO, de (school)besturen van cluster 3 en 4 en de MBO-besturen een werkgroep geformeerd, de Werkgroep Groningen (WIG). Deze werkgroep houdt zich bezig met advisering aan de schoolbesturen PO, VO (V)SO en MBO op het gebied van de toekomstige toewijzing van extra onderwijsondersteuning binnen Passend Onderwijs (advisering omtrent het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring). De WIG heeft onderzocht of er een (min of meer) objectief en onafhankelijk instrument of model is waarmee kan worden vastgesteld welke extra ondersteuning een leerling nodig heeft als de planmatig en doelgericht uitgevoerde basisondersteuning onvoldoende oplevert. Hierbij zijn door de WIG een instrument en een model onderzocht voor het onderbouwen van de vastgestelde onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van de leerling: 1. Het Vraag Profiel Instrument (VPI) 2. Het indicatiestelling vanuit onderwijsbehoeften-model (IVO) De ervaringen in deze proefperiode zijn leidend voor de mogelijke definitieve inzet van het VPI. Als de pilot VPI tot een positief advies leidt voor de inzet van het instrument, vult een school het instrument in voor de onderbouwing van de TLV- aanvraag. De matrix die het concretiseren van de 17
ondersteuningsbehoefte van de leerling, de leerkracht, het schoolteam en de ouders ondersteunt, wordt ingevuld door de beoogde school na afgifte van de TLV.
3.7
Aanmeldingen bij het Speciaal (Basis) Onderwijs, het SBO en het SO
SWV 21-01: (Friesland) Aanmeldingen voor het SBO kunnen worden gedaan bij de Commissie van Toelaatbaarheid van de betreffende SBO school in Friesland. Deze commissie geeft dan een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor het SBO af. De kosten van plaatsing op een SBO school komen voor rekening van het schoolbestuur van aanmelding en worden betaald uit het extra ondersteuningsbudget wat van het SWV is ontvangen. Willen de ouders vanwege de identiteit voor hun kind een plaats op SBO school de Meerpaal in Groningen, dan gaat dat via een aanmelding bij de onderwijskundig directeur van Noorderbasis. Hij verwijst door naar de commissie die namens de Meerpaal een TLV afgeeft. Aanmeldingen voor het SO worden gedaan nadat het SBO heeft aangegeven dat de leerling met een plaats op het SBO daar niet meer goed passend onderwijs kan ontvangen. Een aanmelding bij de Commissie van Advies (CVA) voor het verkrijgen van een TLV voor het SO zal daarom doorgaans door de speciale basisschool worden gedaan. De kosten van een plaatsing op een SO school zijn voor rekening van het Samenwerkingsverband. SWV 20-01 (Groningen) en ook 22-01 (Drenthe) Aanmeldingen voor plaatsing op een SBO of SO school worden gedaan nadat onze basisschool heeft aangegeven dat de leerling daar niet (meer) goed passend onderwijs kan ontvangen. Een aanmelding bij de Commissie van Advies (CVA) voor het verkrijgen van een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor het SBO of SO zal als regel door de basisschool worden gedaan. De kosten van plaatsing op een SBO of SO school komen voor rekening van het schoolbestuur van aanmelding en worden betaald uit het extra ondersteuningsbudget wat van het SWV is ontvangen. Voor alle drie SWV-en: Onze school, ons bestuur maakt deel uit van het SWV 20-01, 20-02 of 21-01, 21-02 of 22-01, 22-02. De adressen van de commissies, het SWV en andere instanties die genoemd worden zijn op school bekend. De aanmeldingen worden door de school gedaan, waarbij de afstemming met en de wens van de ouders van groot belang is. Zit uw kind reeds op het speciaal onderwijs, dan zal diezelfde Commissie binnen twee jaren toetsen, wederom weer in samenspraak met u als ouders/verzorgers, of uw kind op het speciaal onderwijs blijft of dat uw kind beter naar het regulier voortgezet onderwijs kan.
18
4 4.1
Organisatie van het onderwijs De leerlingen
De leerlingen van De Steiger zijn verdeeld over 4 groepen: twee groepen in het Speciaal Onderwijs (SO) en twee groepen in het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO). Er wordt onderwijs gegeven aan leerlingen met een lichte tot ernstige verstandelijke en soms meervoudige beperking, waarbij de grens wordt aangegeven bij een IQ van 35 tot een IQ van 70. Het zijn daarnaast o.a. leerlingen die sociaal-emotioneel zijn vastgelopen in het regulier (S) BO en in het ZML onderwijs weer tot rust kunnen komen. Ze kunnen zich vanuit rust en zelfvertrouwen weer ontwikkelen. Alle leerlingen krijgen een specifiek onderwijsaanbod. Hun bijkomende stoornis is mede de oorzaak van het belemmeren van het leren. Voorop in de begeleiding staat hun verstandelijke beperking waardoor de ondersteuningsvraag gericht is op veiligheid en structuur. Leerlingen met een enkelvoudige IQ beperking zijn binnen onze school een kleine groep evenals de doelgroep meervoudig gehandicapte (MG) leerlingen. Leerlingen met een IQ beperking en een bijkomende problematiek zoals een laag sociaal-emotioneel functioneren, hechtingsstoornis, of een autistisch spectrum stoornis, vormen de grootste doelgroep binnen de school. Vanuit onze kleinschaligheid en rust kunnen leerlingen weer tot leren komen. De leerlingen worden binnen de reguliere groepen geplaatst. 4.2
Plaatsing
De leerlingen kunnen vanaf 4 jaar worden geplaatst in het SO; Vanaf 12 jaar wordt er een afweging gemaakt of de leerling doorstroomt naar PrO of de schoolloopbaan voorzet binnen het ZML-VSO. Doorstroomleeftijd: leerlingen verlaten het SO vanaf 12 en uiterlijk met 14 jaar. De leerlingen van het ZML-VSO blijven tot ze een leeftijd hebben bereikt van 18 tot 20 jaar. De leerlingen volgen minimaal 1000 uur onderwijs per jaar. 4.3
De groepen
SO-onderbouw De jongste kinderen (4 -10 jaar) zitten in de SO-onderbouwgroep. Zowel het individueel als het samen spelen krijgen veel aandacht. In de klas zijn de leerlingen dan ook 'spelend' aan het leren. Er ligt tijdens deze fase ook een sterke nadruk op de communicatieve basisvaardigheden, omdat veel leerlingen niet of nauwelijks spreken als ze bij ons op school komen. Spelen is leuk, is leren, is bezig zijn met speelgoed, het is ontdekken en ontwikkelen. Spel en spelen zien wij niet alleen als een manier van vrijetijdsbesteding, maar vooral ook als een mogelijkheid kinderen te leren kennen, naar kinderen te kijken en de ontwikkeling van het kind te volgen en te stimuleren. Een kind is een spelend wezen. In het spel leeft het kind heel intens en wordt de lichamelijke, sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling gestimuleerd. Vooral in de aanvangsgroepen wordt op basis van deze achterliggende doelen spelbegeleiding gegeven. De zintuiglijke ontwikkeling wordt bevorderd door allerlei vormen van spel en in activiteiten gericht op senso-motoriek, door inzet van ontwikkelingsmateriaal en door knutselactiviteiten. Met sensomotoriek wordt de waarneming in combinatie met de motoriek geoefend. De kunstzinnige vorming krijgt aandacht in een combinatie van taal, muziek, drama en expressie. Taal- en Spraakontwikkeling vinden plaats in de vorm van vertellen, voorlezen, luisteren, gebaren. Daarnaast wordt veel aandacht geschonken aan de ontwikkeling van de zelfredzaamheid, zoals het zelfstandig naar de wc gaan, handen wassen, jas aan- en uittrekken, jas dicht doen.
19
In SO-onderbouw is veel aandacht voor ontwikkelen van werkhouding en taakgerichtheid. Er wordt ook een begin gemaakt met cognitieve vaardigheden zoals tellen en rekenbegrippen, leesvoorwaarden en lezen, spelling en werken op de computer. Verder wordt er gewerkt aan begripsvorming door onder andere het werken met allerlei ontwikkelingsmateriaal, speelwerkbladen, 'schrijfoefeningen'. Leerling en begeleiders zijn deel van de groep. In onze omgang met elkaar proberen we de leerlingen bewust te maken dat er nog anderen zijn dan het kind zelf, waarmee we werken aan de sociale vorming. In de onderbouw wordt thematisch gewerkt. Bij een project horen alle ontwikkelingsgebieden en proberen we iedere keer een uitstapje te organiseren zodat het thema ook werkelijk met hun hele ‘ik’ beleefd kan worden. SO-bovenbouw In de SO-bovenbouwgroep zitten leerlingen van 9-12 jaar. Om de overgang van SO-onderbouw naar SO-bovenbouw vloeiend te laten verlopen, krijgen de onderdelen die in de eerste groep aan de orde komen, in deze groep ook de aandacht. Daarnaast vindt er een verdere uitbouw plaats, in het bijzonder op het cognitieve vlak: leergebied specifieke doelen op het gebied van Nederlandse taal, rekenen en wiskunde, oriëntatie op mens en wereld krijgen meer aandacht. Vanuit het kind gezien worden deze leergebieden langzamerhand in een bredere context geplaatst. In de bovenbouw wordt een start gemaakt met de vakken koken en huishoudkunde. Bij taal beginnen we met spreekbeurten, die op school gemaakt worden. Voortgezet Speciaal Onderwijs Het VSO is georganiseerd in twee VSO-groepen: VSO en stagegroep. VSO heeft een schakelfunctie. We kijken hoe leerlingen omgaan met de veranderingen en of ze sociaal en emotioneel opgewassen zijn tegen de druk van het voortgezet onderwijs. Voor sommige leerlingen staat de weg open naar het praktijkonderwijs, de rest zal ZML-VSO voortzetten binnen onze school. In de stagegroep worden leerlingen geplaatst waarbij de nadruk nog ligt op aanbod van cognitieve vaardigheden. Daarnaast wordt aandacht geschonken aan praktische vaardigheden. Rekening houdend met de eigenheid van de leerling wordt er langzamerhand toegewerkt naar een zo groot mogelijke mate van zelfstandigheid: zelfredzaamheid, sociale redzaamheid, mentale weerbaarheid. In deze groepen ontdekken de leerlingen waar hun belangstelling en mogelijkheden liggen op het gebied van dagbesteding of werk. Op grond daarvan wordt in de stage groep een passend onderwijsaanbod gedaan en toegewerkt naar wonen, werken en vrije tijd, werken of dagbesteding. Praktijkgericht leren is kenmerkend in deze groepen en stage is daarbij een belangrijk middel. Ook hier zien we een geleidelijke lijn die start bij interne stage binnen school (in de VSO groep), naar Leren op Locatie (LOL) om, indien mogelijk, te eindigen met een externe stage. Binnen de interne stage krijgen leerlingen een taak opgedragen waarvoor zij zelf verantwoordelijk zijn. Stage opdrachten zijn bijvoorbeeld: koffie zetten, melk rondbrengen, oud papier ophalen, de was doen, schoonmaken, in de tuin werken en andere overzichtelijke opdrachten in en om de school. Voor een aantal leerlingen is dit de voorbereiding voor het LOL en een externe stage. Voor het LOL en daarmee het bevorderen van het praktijkgerichte leren, heeft De Steiger contact gezocht met SBO De Meerpaal en diverse externe bedrijven zoals de AH in Vinkhuizen en een flessenfabriek in Zuidbroek. Daar kan de overgang van leren naar werken in een realistische situatie worden geprobeerd en geleerd. De externe stage zien wij als een oriëntatie in de maatschappij en zo mogelijk een voorbereiding op een vaste dagbestedings- of werkplek. Vandaar dat er sterk rekening wordt gehouden met de belangstelling van de leerling in samenhang met het vakkenaanbod.
20
Stageplaatsen zijn onder andere: Centrum voor Dagbesteding, Zorgboerderij, Zachtfruitbedrijf, Sociale Werkplaats en Supermarkt.
4.4
Organisatie van de zorg binnen de Steiger
De zorg binnen de Steiger is beschreven in het document Zorgplan. In dit zorgplan willen wij verwoorden hoe we de zorg op onze school willen vormgeven. De rode draad in dit plan is het model handelingsgerichte diagnostiek waarin de kind kenmerken centraal staan. Met behulp van dit model gaan we op zoek naar een passende onderwijs- en leerbehoefte van de leerling om op deze manier een zo optimaal mogelijke begeleiding te kunnen bieden. We gaan uit van de hulpvraag van het kind, de ouders of de leerkracht. Door middel van dit document willen we inzichtelijk maken hoe we de orthopedagogische en didactische zorg willen bieden. Wij doen dit vanuit onze visie en missie: We willen de leerlingen leren de gaven die ze van God gekregen hebben zo goed mogelijk te gebruiken. Onze motivatie daarbij is dat we vanuit christelijke betrokkenheid zorg bieden aan leerlingen die door hun beperkingen of door ontwikkelingsproblemen in het reguliere onderwijs- ondanks extra hulp- niet goed kunnen functioneren CVB De Commissie van Begeleiding (CVB) vergadert 1 keer per maand, op maandag. De CVB bestaat uit: de directeur( tevens voorzitter), de ib-er, orthopedagoog, jeugdarts, schoolmaatschappelijk werker en de secretaresse voor het notuleren. De CVB heeft een centrale rol in het traject van zorg en begeleiding. De CVB is verantwoordelijk voor de totale leerlingenzorg en toelating van nieuwe leerlingen. Alle leerlingen zullen gedurende hun schoolperiode goed worden gevolgd om te bezien of de ingeslagen weg de juiste is en of het onderwijs aan ZML nog steeds de aangewezen onderwijsvorm is. Er wordt gewerkt met het model: Handelingsgerichte diagnostiek (HGD). Daarnaast beslist de CVB over terugplaatsing of overplaatsing naar eventuele andere vormen van speciaal onderwijs. De CVB keurt jaarlijks de ontwikkelingsperspectieven in het HP en IHOP goed en stelt het uitstroomperspectief vast. De CVB evalueert het OPP. Tevens geeft de CVB jaarlijks adviezen over het vervoer. Het Zorgteam Het zorgteam komt 1 keer per 4 weken bij elkaar en bestaat uit de directeur, de intern begeleider en een orthopedagoog. Het doel van het zorgteamoverleg is de afstemming van de begeleiding van de leerlingen en de leerkrachten. Groepsplan Het groepsplan is gebaseerd op de leerlijnen voor het ZML onderwijs. Doel van het groepsplan is het inzichtelijk maken van de organisatie van het onderwijs in de groep, de vakgebieden waaraan wordt gewerkt, de doelen die in de loop van het jaar gesteld worden en de niveaugroepen die er zijn in de groep. Het systematiseert tevens het handelen en de werkwijze van de leerkracht en maakt voor een buitenstaander inzichtelijk waaraan wordt gewerkt in een groep. Ontwikkelingsperspectief Voor alle leerlingen wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld. Dit is een document waarin wordt omschreven wat de te verwachten uitstroombestemming en het te verwachten uitstroomniveau zal zijn van de leerling. Het beschrijft hoe dicht de leerling de gestelde doelen kan benaderen en welke ondersteuning daarvoor nodig is. Over het ontwikkelingsperspectief vindt 21
zorgvuldig en op overeenstemming gericht overleg plaats met ouders en eventueel de leerling zelf. Het biedt ouders, school en inspectie houvast bij het reflecteren op de gerealiseerde opbrengsten. Indien ouders het niet eens zijn met het beschreven perspectief is de school het eerste aanspreekpunt. Komt er geen overeenstemming dan kunnen ouders een klacht indienen bij het schoolbestuur. Ook kunnen zij zich richten tot de geschillencommissie toelating en verwijdering. Deze commissie brengt binnen 10 weken een oordeel uit aan het bevoegd gezag. Het eerste ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld binnen 6 weken na plaatsing. Minimaal 1 keer per jaar (wettelijke verplichting) evalueert de school het ontwikkelingsperspectief met ouders en kan het indien nodig worden bijgesteld. De school is verplicht de voortgang te registreren, zodat ouders inzicht hebben of hun kind zich volgens de verwachte lijn ontwikkelt. Indien bij de inrichting van het onderwijs wordt afgeweken van één of meer onderdelen van het onderwijsprogramma, wordt dat in het ontwikkelingsperspectief vermeld. Handelingsplan Wettelijk kader: Het werken met (individuele) handelingsplannen (IHP) en Individueel Handelingsen Overgangs Plan (IHOP) is geen wettelijke verplichting. Wel kunnen deze handelingsplannen ondersteunend zijn voor het ontwikkelingsperspectief. Voor de zittende leerlingen wordt ieder schooljaar een groepsplan samengesteld voor elk uitstroomprofiel. Deze groepsplannen worden in juni en aan het begin van het nieuwe schooljaar met de ouders besproken. Het OPP wordt dan ook besproken en ondertekend. Groepsbespreking: Voor alle groepen vindt in elke maand een groepsbespreking plaats. Tijdens de groepsbespreking worden o.a. toetsresultaten, groepsplannen en IHP en IHOP besproken. Daarnaast worden de groepsbesprekingen aangegrepen als mogelijkheid om zorgleerlingen te signaleren. Ook wordt de vorige groepsbespreking geëvalueerd. De overige leerlingbegeleiding is als volgt vormgegeven: het methodegebonden onderzoek wordt door de leerkracht zelf uitgevoerd. Aanvullend pedagogisch-didactisch onderzoek ( niet-methode gebonden, zoals Cito-toetsen) wordt door de Intern Begeleider of de leerkracht uitgevoerd. De toetsresultaten worden door de Intern Begeleider verwerkt op de LVS kaart. De orthopedagoog draagt zorg voor het uitvoeren van psychologisch onderzoek. Het ontwikkelingsverloop van leerlingen wordt eens in de vier jaar bijgehouden en geregistreerd door middel van psychologisch onderzoek. Het doel van dit psychologisch onderzoek is de mogelijkheid van signalering, continuering en advisering, om in het speciaal onderwijs zo nauwkeurig mogelijk aan te kunnen sluiten bij de individuele behoeften van leerlingen. Uitstroom: De CVB neemt de eindbeslissing bij de overgang van SO naar VSO. Die wordt vastgelegd in het onderwijskundig eindrapport SO. Doorstroomleeftijd, verblijfsduur en onderwijstijd In de wet Kwaliteit (v)so die ingaat op 1 augustus 2013 is de doorstroomleeftijd, verblijfsduur en onderwijstijd geregeld. Terugkeer naar het regulier onderwijs of een doelmatige overstap naar een vervolgfase is en blijft het uitgangspunt. Doorstroomleeftijd: leerlingen verlaten het SO vanaf 12 en uiterlijk met 14 jaar. Het VSO kent geen vaste verblijfsduur. Het wettelijk kader wordt gevormd door de leerplicht tot 16 jaar. Het VSO houdt de mogelijkheid onderwijs te bieden aan leerlingen tot 20 jaar. Het bevoegd gezag bepaalt de verblijfsduur en streeft daarbij naar een functioneel verblijf.
22
Een arbeidsmarktgericht traject kent geen vaste verblijfsduur, maar duurt tenminste tot het gehele schooljaar waarin de leerling 16 jaar wordt. Verder geldt dat ze de school verlaten als ze een plek op de, al dan niet beschermde, arbeidsmarkt hebben verworven. Ook bij uitstroombestemming dagbesteding geldt dat de verblijfsduur functioneel moet zijn en tenminste duurt tot het schooljaar waarin de leerling 16 jaar wordt en nadat hij een plaats heeft in een instelling voor dagactiviteiten. De uitstroom van een VSO leerling wordt aangegeven door de stage coördinator. Er wordt door de leerkracht (in geval van VSO leerling) in overleg met de stage coördinator een onderwijskundig eind rapport VSO opgesteld. Dit rapport geeft een overzicht van de vaardigheden waar de leerling over beschikt. Er wordt een onderverdeling gemaakt in cognitieve vaardigheden, praktische vaardigheden, sociale redzaamheid en een algemeen deel. De periode van schoolbezoek door de leerling wordt hiermee afgesloten. Door middel van bovengenoemd proces schept de school de voorwaarden waardoor de leerling zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen.
4.5
Wajong
In het 17e levensjaar moet de Wajong-uitkering aangevraagd worden, zodat de leerling het geld krijgt als hij 18 is. De leerling krijgt formulieren mee naar huis die ingevuld moeten worden. De formulieren worden samen met gegevens van de leerling ingeleverd bij het UWV. De stage coördinator maakt een afspraak met het UWV. Vervolgens worden de ouders en de leerling uitgenodigd voor een onderzoek op school. Dit wordt uitgevoerd door een arbeidsdeskundige en een verzekeringsarts. Het UWV zorgt ervoor dat de leerling de Wajong-uitkering krijgt zodra hij 18 jaar is. Wanneer de Participatiewet wordt aangenomen, treedt deze vanaf 1 januari 2015 in werking. Dit houdt in dat jongeren met een beperking maar wel met arbeidsvermogen, onder verantwoordelijkheid van de gemeente gaan vallen. Alleen jongeren met een zodanige beperking dat zij geen arbeidsvermogen hebben, komen straks in aanmerking voor een Wajong uitkering verstrekt door het UWV. 4.6
ICT
In elk lokaal zijn minimaal 3 computers aanwezig, zodat leerlingen in een vroeg stadium hiermee in aanraking komen. De school beschikt over een netwerk. In elk lokaal is ook een digitaal schoolbord aanwezig. 4.7
Arbeidstoeleiding en stage
Het onderwijs op onze school is erop gericht om iedere leerling uiteindelijk te kunnen plaatsen op de best passende plek in de samenleving. Elke leerling heeft recht op een zo autonoom mogelijke plaats in de samenleving. Daarom is ons onderwijs ingericht op het leren toepassen van algemene basisvaardigheden zoals, voorbereiding op werken, wonen en vrije tijd. Leerlingen worden gestimuleerd om zelfstandig te denken en handelen (leerkrachten en leerlingen zijn bekend met het E.I.M, ( Eigen Initiatief Model) zelf oplossend vermogen en generaliseren). Leerlingen mogen ontdekken hoe het is om ergens verantwoordelijk 23
voor te zijn. Elke leerling met zijn of haar competenties willen we helpen aan een werkplek die bij hem/haar past. Ons onderwijs is er op gericht om competenties van leerlingen te ontdekken en te helpen ontwikkelen. Externe factoren (zoals b.v. het vervoer) kunnen invloed hebben wat uiteindelijk de woon-werkplek van leerlingen zal zijn. De school zal met deze randvoorwaarden rekening moeten houden. Wat een leerling qua capaciteiten kan en wat van een leerling qua wetgeving geëist wordt, moet in de praktijk wel mogelijk zijn. Arbeidstoeleiding is erop gericht dat de leerling zicht krijgt op zijn eigen mogelijkheden en wensen, en op de mogelijkheden in de maatschappij, op een passende arbeidsplaats of direct of indirect middels doorstroom naar vervolgonderwijs. Werkwijze: Op deze manier willen we de leerlingen stapsgewijs kennis laten maken met arbeid: Leeftijd van de leerling
Acties
Wie is verantwoordelijk In overleg met
12 jaar
Toelating VSO
CvB
Ouders*
12- 15 jaar
Arbeidstraining Excursies naar dagbesteding en bedrijven
Leerkrachten vso Coördinator interne stage
Leerkracht, onderwijsassistenten en stagiaires.
Leerkracht Coördinator interne stage Stage coördinator
Leerkracht en onderwijsassistent.
Leerkracht Coördinator interne stage Stage coördinator
Stagiair(e), Ouders,
13,14 Interne stage jaar
14/15/16 jaar
LOL stage
Werkplek begeleider
Transitieplangesprek Esseon ( 15 jaar)
Orthopedagoog
Vineland ( 15 jaar) 16 jaar
Assessment: Beroepeninteressetest Onderzoek schoolarts Oudergesprek met schoolmaatschappelijk werker, leerling en stage coördinator.
Leerkracht Stage coördinator
Transitieplangesprek
24
Leerling, ouders, schoolmaatschappelijk werker, stage coördinator, contactpersoon van de Mee, schoolarts, orthopedagoog.
17,5 jaar
17/18 jaar-20 jaar
Leerkracht Stage coördinator
Stagiair(e) en ouders
transitieplangesprek; externe stage Aanvraag WAJONG/DUO
Stage coördinator
Stagiair(e), Ouders,
Externe specialist
Externe specialist
Externe stage
CvB Stage coördinator
Stagiair(e) en ouders
transitieplangesprek: Aanvraag indicaties: WSW/Dagbesteding Uitstroombestemming
CvB Stagiair(e), ouders en Leerkracht MEE of andere Externe specialist Stage ondersteuning coördinator
Eindgesprek op werkplek
Stage coördinator
Stagiair(e), Ouders, werkplek begeleider bedrijf
Nazorg: Contact ouders Contact werkgever
Leerkracht Stage coördinator
Stagiair(e), ouders, werkgever en
*Ouders = wettelijk vertegenwoordiger Samenwerking tussen leerling, ouders, stageplek en school Bij de stage zijn leerling, school en stageplek betrokken. Bij de externe stage worden ook de ouders betrokken. Bij de transitiegesprekken werken leerling, ouders en school nauw samen. Deze samenwerking is van belang voor: - Bepalen van het uitstroomprofiel en uitstroombestemming - Ondersteunen van de leerling - Interesse van de leerling peilen en de keuze van de stageplek bepalen. Commissie van Begeleiding De rol van de interne Commissie van Begeleiding is belangrijk in het gehele traject van onderwijs en stage. Is de leerling geplaatst in de juiste leerroute en is de juiste uitstroombestemming gekozen? De commissie volgt dit hele traject van de leerling. Het doel van interne stage Het doel van de interne stage is het leren toepassen van algemene basisvaardigheden, als voorbereiding op werken, wonen en vrije tijd. Dit gebeurt zo zelfstandig mogelijk (leerkrachten en leerlingen zijn bekend met het E.I.M). Leerlingen ontdekken hoe het is om ergens verantwoordelijk voor te zijn. Onder algemene basisvaardigheden wordt verstaan: vaardigheden gericht op de persoonlijkheidsontwikkeling. Probleemoplossend vermogen: het leren omgaan met nieuwe, veranderende, onverwachte omstandigheden, situaties en taken. Zelfredzaamheid: het zelfstandig omgaan met items als communicatie, hygiëne, geld enz.
25
Werkhouding: gedrag, motivatie, verantwoordelijkheidsgevoel, doorzettingsvermogen, tempo, concentratie, initiatief. Sociale vaardigheden: samen werken, omgangsvormen, omgaan met kritiek, inlevingsvermogen, inzicht krijgen en omgaan met eigen mogelijkheden en beperkingen. Vaardigheden gericht op praktisch inzicht en praktische kennis: weten hoe apparaten werken en waarvoor ze dienen. Weten hoe gereedschappen gehanteerd moeten worden en waar en hoe ze opgeruimd moeten worden. Administratieve taken zoals, kopiëren, papier versnipperen, enz. Veiligheidsvoorschriften in acht kunnen nemen. Weten hoe gereedschappen onderhouden moeten worden. De weg in en rond de school kennen. Instructiekaarten in woord en beeld kunnen gebruiken. De interne stage is bedoeld voor alle leerlingen van het VSO, die nog niet op externe stage gaan. Het doel van Leren op locatie (LOL) Leerlingen bij ons op school leren het meest door zelf te doen. Ervaringen opdoen in de praktijk is het motto binnen de VSO afdeling. Naast leerprocessen in de school is het belangrijk deze ervaringen in de dagelijkse werkomgeving buiten de school op te doen. Dit noemen we leren op locatie. Op deze locatie gaat het er niet alleen om dat leerlingen kennis en vaardigheden op zich leren, maar ook om de toepassingen hiervan in een betekenisvolle context. In EIM termen: het geleerde generaliseren. Leren op locatie is bedoeld voor alle leerlingen van het VSO, die nog niet op externe stage gaan. In enkele gevallen gaan leerlingen gelijktijdig op LOL-en externe stage. Externe stage Een stage is het oefenen van het werken door een individuele leerling op een gangbare werkplek in een centrum voor dagbesteding of een sociale werkplaats of in het vrije bedrijf. Een stage kan ook een doel zijn voor arbeidstoeleiding. Doelen externe stage: - oriëntatie op verschillende werkplekken - omgaan met collega’s - werken zonder steun van medeleerlingen - ervaring opdoen in een specifieke vaardigheid - eraan wennen meerdere dagen achter elkaar op de werkplek te werken. Voorwaarden voor iemand die op stage gaat: Vanaf hun 16e jaar gaan we samen op zoek naar wat de sterke en de zwakke kanten van de leerling zijn. De interesses van de leerlingen zijn ook belangrijk om te weten. We doen dat door middel van: - een oudergesprek, met als onderwerpen onder andere de thuissituatie, het zelfbeeld, de interesses en de sociale contacten van de leerling. Hiervoor brengt de stage coördinator een bezoek bij de leerling thuis, samen met de schoolmaatschappelijk werker. Er wordt dan een vragenlijst ingevuld. - Een onderzoek naar de interesses van de leerling. Dit onderzoek wordt op school gedaan door de stage coördinator. Hiervoor kunnen de volgende instrumenten gebruikt worden: Melba assessment, beroepskeuze test, opzet port folio. - Een dossieronderzoek, uit te voeren door de orthopedagoog. - Een medisch onderzoek door de schoolarts.
26
Stageadvies De resultaten van deze acties worden besproken in de Commissie van Begeleiding (CVB). Zij formuleren samen een stage advies. Daarna bespreekt de stage coördinator het advies met de ouders. Stage De volgende stap is dat de stage coördinator op zoek gaat naar een geschikte stageplek. Als de stage afgesproken is gaat hij er met de leerling naar toe, zodat hij weet waar hij stage gaat lopen. De leerkracht zorgt ervoor dat de stage overeenkomst ondertekend wordt en een formulier voor toestemming verstrekken van de gegevens. Hij geeft de ouders de juiste gegevens hebben om bij de gemeente het vervoer te kunnen aanvragen. Als dat allemaal gebeurd is kan de stage beginnen. Stagelopen is vooral proberen en trainen. Maar wat later kan het ook wennen aan de toekomstige werkplek worden. Want we proberen de leerling op de laatste stage daar te hebben waar hij ook gaat werken. Maar soms kan de leerling terugkijkend op zijn stages kiezen wat hij het leukste vond. Het kan ook zijn dat er weinig te kiezen valt. In de loop van de jaren wordt de stage doorgaans uitgebreid tot meer dagen in de week. Vervolg stage Het is goed dat een leerling op meerdere plekken werkervaring opdoet, zodat hij straks tenminste een goede keuze kan maken. 4.8
In- en uitstroomprofielen
Onze basisondersteuning is diepteondersteuning in het samenwerkingsverband.
De basisondersteuning is het aanbod van onderwijs en ondersteuning die de school zelf in de groepen aan alle leerlingen binnen de eigen schoolorganisatie biedt. Ons basisarrangement (basisondersteuning) is het werken in profielen (2, 3 en 4). De kern van de basisondersteuning is binnen de klas werken met een aangepast profielaanbod, passend bij het ontwikkelingsperspectief en de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Alle disciplines binnen de school werken ondersteunend aan de profielen. Onze basisondersteuning heeft een permanent karakter en is bestemd voor alle leerlingen. Een ontwikkelingsperspectief is te omschrijven als ‘de inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling voor een bepaalde langere periode’ en leidt tot een prognose van het uiteindelijke uitstroomniveau van een leerling. Door het instroomniveau te koppelen aan de mogelijkheden en beperkingen van de leerling kun je een prognose maken van het te verwachten uitstroomniveau en ontstaat een ontwikkelingslijn. Voor de leerkracht vormt het ontwikkelingsperspectief een belangrijk instrument om zijn onderwijs in te richten. Hiermee heeft de leerkracht een instrument in handen om de ontwikkelingsmogelijkheden vast te stellen en te bepalen welke zorg de leerling nodig heeft om het maximaal haalbare te realiseren. Daarmee biedt het de leerkracht een handvat om het onderwijs planmatig en opbrengstgericht vorm te geven. Het ontwikkelingsperspectief vormt verder een geschikt instrument voor afstemming en communicatie tussen de school en de ouders van de leerling. In het ontwikkelingsperspectief schetst de school het toekomstbeeld van de leerling.
27
Vervolgens wordt in het jaarlijkse ontwikkelingsplan aangegeven hoe de school uitvoering geeft aan het bereiken van dit perspectief. Verder biedt dit ontwikkelingsplan feitelijke gegevens waarmee de ouders de ontwikkeling van hun kind kunnen volgen (het handelingsplan komt straks hierdoor te vervallen!). Het is ook een geschikt instrument voor afstemming en communicatie met de leerling zelf. Werken vanuit een ontwikkelingsperspectief biedt de leerkracht de mogelijkheid met de leerling in gesprek te gaan over zijn ontwikkeling. Het maakt de leerling ‘eigenaar’ van zijn ontwikkeling en vergroot in veel gevallen de motivatie en betrokkenheid van de leerling. Het uitstroomniveau dat de school benoemt, moet gezien worden als een streefniveau voor de school. Naarmate de leerling ouder is wordt het perspectief steeds concreter geformuleerd in termen van het uitstroomprofiel. Op basis van het op te bouwen ontwikkelingsprofiel, worden er 5 groepen leerlingen onderscheiden:
Verstandelijke beperking
Diep
Ernstig
Matig
Licht
Licht tot geen
IQ bereik
0-20
20-35
36-55
56-70
>71
Bereik ontwikkelings0-2 jaar 2-4 jaar 4-7 jaar 7-12 jaar Kalenderleeftijd leeftijd Vervolgens zijn er 5 uitstroomprofielen te onderscheiden, hieronder genoemd met bijbehorende uitstroombestemming: Voor de SO: Profiel 1: (Medisch) kinderdagverblijf, Belevingsgerichte dagbesteding Profiel 2: VSO Profiel 3: VSO Profiel 4: VSO, PrO Profiel 5: PrO, Diplomagericht In verband met Passend Onderwijs is op dit moment nog niet duidelijk hoe de verwijzing naar Pro zal plaatsvinden. De oude criteria staan hieronder genoemd. De Regionale Verwijzings commissie (RVC) van het PrO kijkt naar verschillende gegevens: De motivatie van de school De mening van u, als ouder De leerachterstand van uw kind. Uw kind heeft een achterstand op minimaal 2 van de volgende 4 terreinen: inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen(E4, M5 niveau), technisch lezen en spellen Het IQ van uw kind: Uw kind heeft een IQ tussen de 60 en 75. In bepaalde situaties kan een persoonlijkheidsonderzoek nodig zijn voor uw kind. Bijvoorbeeld als uw kind moeite heeft met presteren, faalangst heeft of emotioneel instabiel is en dit van invloed is op de leerprestaties. Dit onderzoek kan meespelen bij de beslissing of uw kind wordt toegelaten tot het PrO. Voor de VSO: Profiel 1: Belevingsgerichte dagbesteding Profiel 2: Belevingsgerichte dagbesteding / Arbeidsmatige dagbesteding in kleine groepen 28
Profiel 3: Arbeidsmatige dagbesteding in groepen Profiel 4: Arbeidsmarktgericht / WSW / Vrije bedrijf Profiel 5: Diplomagericht / Vrije bedrijf Binnen onze (V)SO school worden 3 uitstroomprofielen beschreven, 2 t/m 4. Gezien de huidige en verwachte populatie zal ons aanbod liggen in de profielen 2 t/m 4. Iedere groep leerlingen volgt daarmee zijn eigen ontwikkelingslijn.
4.9
Resultaten schoolverlaters
We geven de resultaten van ons onderwijs weer in de uitstroomcijfers van de afgelopen jaar. Uitstroom 2013-2014: SO- VSO: totaal 5 leerlingen. Uitstroom 2013-2014: VSO: totaal 5 leerlingen Uitstroom SO 2013-2014 Totaal
Uitstroomprofiel 2: VSO
Uitstroomprofiel 3: VSO
Uitstroomprofiel 4: VSO of PrO
5
3
0
1: VSO 1: andere ZML-school
Uitstroom VSO 2013 -2014 totaal
Uitstroomprofiel 2 Belevingsgerichte dagbesteding / Arbeidsmatige dagbesteding in kleine groepjes 0
Uitstroomprofiel 3 Arbeidsmatige dagbesteding in groepen.
Uitstroomprofiel 4 Arbeidsmarktgericht/WSW / Vrije bedrijf
3
PRO: 2
5
Evaluatie uitstroomgegevens 2013- 2014 SO en VSO: We hebben de feitelijke uitstroomgegevens vergeleken met onze eigen ingeschatte toekomstperspectieven van deze leerlingen. Daaruit blijkt het volgende: 100 % van de uitgestroomde leerlingen is terechtgekomen op de bestemming zoals die verwoord is in hun toekomstperspectief. Dit komt doordat: - het toekomstperspectief destijds blijkbaar realistisch is opgesteld, overeenkomstig de mogelijkheden van de leerling. - het onderwijsaanbod was afgestemd op de competenties van de leerling. - de methodes en middelen die aangeboden werden toereikend waren voor het bereiken van de doelstelling. - de inzet van de collega’s gedurende de schoolperiode afgestemd was op de leervraag en de ontwikkeling van de leerling. - de arbeidsvoorbereiding en arbeidstraining en het volgen van de stage succesvol waren, mede dankzij de inzet van de stage coördinator. 4.10 De ouders en de school
Wij zien de ouders of verzorgers als de eerst verantwoordelijken voor onze leerlingen. Aan hen is met de geboorte van hun kind ook de opdracht gegeven, het op te voeden. Zij delegeren voor een deel deze opvoeding en onderwijstaak aan de school. Zowel op school als thuis wordt vanuit dezelfde christelijke motieven met de leerlingen omgegaan. Daarom vinden we contacten met ouders onmisbaar. Goed omgaan met en werken aan de ontwikkeling van leerlingen vraagt goede samenwerking tussen school en ouders.
29
Per cursusjaar is er een aantal vaste momenten van oudercontact: Wanneer September September
Maart Voorjaar Juni
Gedurende het schooljaar Gedurende het schooljaar
Inhoud Ouderavond en klassenavond per groep Bespreking ontwikkelingsperspectief en handelingsplan Spreekavond Rapporten Gespreksavond Bespreking / Evaluatie ontwikkelingsperspectief en handelingsplan Ouderbezoek
Tijdsduur avondvullend
Wie Hele team
30 minuten per leerling
Groepsleerkracht IB-er
15 minuten per leerling
Groepsleerkracht
avondvullend 20 minuten per leerling
Maatschappelijk werker Groepsleerkracht IB-er
60 minuten
Groepsleerkracht
Bespreking Psychologisch Onderzoek Indien aan de orde
60 minuten
Groepsleerkracht Orthopedagoog IB-er
Door middel van bovengenoemd proces schept de school de voorwaarden waardoor de leerling zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen. Er zijn twee momenten in het schooljaar waarop het Ontwikkelingsperspectief en de Handelingsplannen besproken wordt. In maart wordt er een leerlingenrapport en/of Portfolio meegegeven en besproken. De positie van de ouders Ouderbetrokkenheid wordt binnen onze school van groot belang geacht. Zij hebben de grootste verantwoordelijkheid voor hun kind. Hierbij bieden wij de ouders graag onze medewerking aan. Op ‘De Steiger’ zien we de ouders/verzorgers als een belangrijke informatiebron als het gaat om de ontwikkelingsmogelijkheden van hun kind Ouderbetrokkenheid uit zich onder meer in het organiseren van informatieve bijeenkomsten, IHP besprekingen, ouderspreekavonden, huisbezoek en telefonische / mail contacten. Het is hierbij altijd heel belangrijk te weten wat men van elkaar verwacht, om zo tot een goede gezamenlijke aanpak te komen. Veel contacten tussen school en thuis verlopen schriftelijk. In de SO onderbouw en bovenbouw wordt door de groepsleerkracht elke dag in een schrift een verslag van de dag gemaakt, m.u.v. de woensdag, met daarbij, als het wenselijk is, een persoonlijke noot. De ouders zijn vrij om elke dag wat terug te schrijven. Het is aan te raden daar wel gebruik van te maken, wanneer de leerling (nog) niet de mogelijkheid heeft om iets te vertellen. Het schrift kan dan een functie hebben tijdens het kringgesprek als elke leerling iets mag vertellen over wat hij of zij beleefd heeft. In de VSO/stage groep krijgen de leerlingen een weekbrief mee en maken zij tevens gebruik van een agenda. De agenda functioneert als een soort heen en weer map, maar er wordt een groter beroep gedaan op de leerling m.b.t. het zelf vertellen. Leerlingen die stage lopen krijgen tevens een stage map mee.
30
Algemene informatie betreffende de school krijgt u 1 keer per maand d.m.v. de infobrief van de directeur. Veel contacten vinden ook plaats per telefoon of per mail: we zijn een streekschool en de gesprekjes ‘bij het hek’ vinden bij ons niet plaats. Daarom hebben we de gewoonte bij allerlei kleine – en voor de leerlingen belangrijke- dingen gauw de telefoon te pakken om de ouders op de hoogte te houden en zo goed mogelijk één lijn te trekken in de aanpak van de leerling. Gegevens ter inzage door ouders/verzorgers: Alle ouders/verzorgers die verbonden zijn aan onze school hebben het recht om de volgende documenten in te zien: 1. het dossier van hun kind 2. het schoolplan 3. het inspectierapport 4. de klachtenregeling Informatie hieromtrent kan worden verkregen bij de directeur. Dossiers van leerlingen: De volgende personen hebben het recht van inzage van de leerlingendossiers: 1. de directeur 2. de intern begeleider 3. via de intern begeleider: de logopedist en de fysiotherapeut 4. de orthopedagoog 5. de groepsleerkracht van de leerling 6. de ouders 7. de verzorgers, indien deze de wettelijke vertegenwoordiger zijn. Gegevens van leerlingen worden alleen naar andere instanties/ personen verstuurd als de ouders of de wettelijke vertegenwoordiger van de leerling daarvoor vooraf schriftelijk toestemming geeft. Hulp van ouders in de school Op veel scholen bestaat een activiteitencommissie, waarin ouders zitten die allerlei dingen voor de school doen. Omdat onze school een streekschool is, is het niet werkbaar voor ouders en ons om een activiteitencommissie te hebben. Onze ervaring is: als er iets moet gebeuren, kunnen we de ouders gewoon vragen. En dan helpen zij op ad hoc basis. We zijn begonnen met het organiseren van schoonmaakavonden in de school. Op deze avonden worden ouders uitgenodigd een bijdrage te leveren aan het schoonmaken van de school.
31
5 5.1
Overige zaken Verwijsindex zorg voor jeugd in Groningen
In de keten voor jeugdzorg werkt een groot aantal instellingen samen. Dat vergt optimale coördinatie, informatie-uitwisseling en afstemming. Soms gaat dit niet goed en dan dreigt een jongere tussen wal en schip te vallen. Dat moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Dat vinden ook de Groninger gemeenten en de provincie Groningen. Zij hebben besloten om het signaleringssysteem ‘Zorg voor jeugd in Groningen’ in te voeren. Het signaleringssysteem is bij uitstek een instrument dat gericht ondersteuning biedt om de coördinatie van zorg te versterken. De Steiger werkt hieraan mee. 5.2
De GGD op school
De GGD Groningen beschermt en bevordert de gezondheid van de bevolking in de provincie Groningen. Hieronder valt ook de jeugdgezondheidszorg. Door een landelijke wetswijziging heeft de GGD Groningen zijn werkwijze op het gebeid van de jeugdgezondheidszorg enigszins aangepast. Bestaande Werkwijze Jeugdgezondheidszorg In het speciaal (basis) onderwijs bezoekt de jeugdarts regelmatig de school. De jeugdarts is beschikbaar voor vragen van ouders over de gezondheid van hun kind. Het telefoonnummer is: 0503674000. Op het moment dat een leerling het speciaal onderwijs binnenkomt, vindt een instroomonderzoek plaats. Dit onderzoek gebeurt door de jeugdarts, vaak samen met een doktersassistente. Bij dit onderzoek zijn ook de ouders en/ of verzorgers aanwezig. Als dat nodig is, kan de jeugdarts vervolgonderzoek doen. De jeugdarts van de GGD maakt deel uit van de Commissie van Begeleiding van de school. Wanneer er aanleiding voor is zal de arts een kind oproepen voor nader onderzoek. Medische gegevens zijn bekend bij de jeugdarts. Informatie: ouders, leerkrachten en leerlingen krijgen regelmatig informatie van de GGD over onderwerpen op het gebied van gezondheid. Schoolkrantartikelen, folders of brochures worden via de school verspreid. Verder is ook veel informatie te vinden op www.ggdgroningen.nl Hier kan iedereen verschillende folders lezen of downloaden, bijvoorbeeld over bedplassen of slaapproblemen. Gezondheidsactiviteiten: de GGD heeft met de school elk jaar een gesprek over gezondheidsonderwerpen waaraan de school aandacht kan besteden en hoe de school dit kan doen. Ten behoeve hiervan zijn bij de GGD verschillende themakisten te leen over bijvoorbeeld voeding, mondgezondheid en pesten. Vragen over informatie? Hebt u vragen of wilt u iets weten over gezondheid? Neem dan contact op met het Informatie Centrum Gezondheid van de GGD Groningen, Hanzeplein 120, 9713 GW Groningen. Tel. 050-3674177 of zie de internetpagina www.ggdgroningen.nl. Geopend op werkdagen van 10.00 tot 16.30 uur. De schoolarts van onze school is een jeugdarts van de GGD, de heer Frans Bakker en de assistente is mw. Anita Riemsma. 5.3
Afspraken met betrekking tot roken en drinken
In school geldt een rookverbod. Alle aanwezigen op onze school wordt gevraagd om nergens binnen school te roken. Ook voor buiten op het schoolplein geldt een rookverbod. Sigaretten, aanstekers of lucifers mogen niet uitgedeeld worden. De school is in principe ook alcoholvrij. Alleen in incidentele gevallen buiten de schooluren kan bij bijvoorbeeld recepties alcohol worden geschonken.
32
5.4
Medicijnen
We vragen alle ouders/verzorgers om duidelijke informatie rondom het medicijngebruik van hun kind. Hun wordt verzocht om de medicijnen veilig in te pakken wanneer zij deze meegeven naar school. Zorg ervoor dat op het label staat wat de correcte dosis is. Neemt u contact op met de school in het geval van wijzigingen of vragen.
5.5
Veiligheid op school
We streven naar een omgeving in de school waar de kinderen zich veilig en op hun gemak kunnen voelen. Daartoe zijn regels van kracht in de school: er wordt speciaal gelet op pesten en plagen, maar vooral ook op een goede relatie van leerkracht en leerling en leerlingen onderling. Er is in de pauzes steeds pleinwacht. Wanneer ouders of leerlingen klachten hebben met betrekking tot de veiligheid kunnen ze zich wenden tot de directeur, de leerkrachten of de contactpersoon in de school mevr. Geertruida de Jonge. Bij (vermoedens van) klachten m.b.t. seksuele intimidatie of ongewenste intimiteiten kan men in contact treden met de vertrouwenspersoon. De genoemde contactpersonen kunnen daarbij drempelverlagend werken. Binnen de school is een reglement voor seksuele intimidatie en ongewenste intimiteiten van kracht. We houden ons aan het protocol ‘Veilig op School’. 5.6
Hoe te handelen bij klachten
Een school is een omgeving waar mensen intensief met elkaar omgaan. Botsingen en meningsverschillen zijn dan ook niet bijzonder en worden vaak onderling bijgelegd. Soms is een meningsverschil van dien aard, dat iemand een klacht hierover wil indienen. Wanneer ouders klachten hebben over het optreden van een leerkracht dienen zij hierover eerst met die leerkracht in gesprek te gaan. Komt men er samen niet uit dan is de weg naar de directeur open. Die zal als regel in gesprek gaan met ouders en leerkracht samen.
Klachtenregeling Of het nu om leerlingen gaat, om hun ouders, om leerkrachten, om bestuursleden, of om vrijwilligers, al degenen die bij de school betrokken zijn, kunnen klachten indienen over iets waar zij het niet mee eens zijn. Natuurlijk kunnen heel wat probleempjes en problemen in onderling overleg op de juiste wijze worden afgehandeld. Als iemand ergens niet tevreden over is, dan zal hij in eerste instantie naar degene toegaan die daarbij direct betrokken is. Dat is meestal de leerkracht of de schoolleider. Zij zullen dan proberen het probleem op te lossen; als het kan meteen, maar in ieder geval zo spoedig mogelijk. Eventueel kan de klacht ingediend worden bij de bovenschoolse directie of het bevoegd gezag (centraal bestuur). Als het probleem niet kan worden opgelost of als het gaat om een ernstig probleem, dan kan contact worden opgenomen met de vertrouwenspersoon van de school, eventueel na doorverwijzing door de contactpersoon van de school. Hun namen en adressen vindt u elders in de schoolgids. De school is aangesloten bij de landelijke Klachtencommissie voor het gereformeerd onderwijs. Als de vertrouwenspersoon niet kan bemiddelen in het probleem, dan heeft de klager het recht daar een klacht in te dienen. De vertrouwenspersoon helpt zonodig hierbij. Gaat de klacht over mogelijk strafbare feiten, dan kan de vertrouwenspersoon helpen bij het doen van aangifte bij politie en justitie. De klacht moet worden ingediend bij het bevoegd gezag of bij de klachtencommissie.
33
Vermoedens van seksuele intimidatie / misbruik moeten verplicht gemeld worden bij het bevoegd gezag. Die plicht hebben volgens de wet allen die aan de school verbonden zijn; ook de contactpersoon. Het bevoegd gezag neemt direct contact op met de vertrouwensinspecteur, waarbij wordt bekeken of er aangifte gedaan moet worden bij justitie. De volledige klachtenregeling (met een toelichting erbij) is op school in te zien. Daarnaast is er in verband met de kwetsbaarheid van sommige zaken, de mogelijkheid om bij de vertrouwenspersoon een exemplaar van de klachtenregeling aan te vragen. Vertrouwenspersoon:
De heer A. Bloemendal Reddingiusweg 71 9744 BJ Hoogkerk Tel. 050-5567021
Inspectie van onderwijs: publieksinformatie, postbus 51 (tel. 0800-8051 gratis) Vertrouwensinspecteur: 0900-1113111 Website: www.onderwijsinspectie.nl Klachtencommissie: Klachtencommissie voor Gereformeerd Primair en Voortgezet Onderwijs p/a Marinus Postlaan 23 8264 PB Kampen Geschillencommissie: Ouders, leerlingen, schoolbesturen en medewerkers in het bijzonder onderwijs kunnen voortaan op 1 website terecht voor alle informatie over geschillen in het confessioneel en algemeen bijzonder onderwijs: www.gcbo.nl, de website van de Geschillencommissie Bijzonder Onderwijs (GCBO). Deze commissie bundelt voor het katholiek, protestants-christelijk, algemeen bijzonder en gereformeerd onderwijs ongeveer twintig landelijke-, geschillen-, beroeps-, klachten- en bezwarencommissies die op grond van de wet of de cao’s verplicht zijn voor de onderwijsinstellingen. Zij zijn het enige samenwerkingsverband dat de kringenrechtspraak op basis van richting organiseert en combineert. De commissie beschikt over veel expertise en heeft oog voor de identiteit van de desbetreffende school of instelling. Op de website kunt u terecht voor de informatie over de GCBO, de (klachten) procedures, de samenstelling van de commissies, de wet- en regelgeving en de jurisprudentie. 5.7
Verzuim, procedure schorsen en verwijderen
Verzuim Wanneer een leerling niet op school kan komen, geven de ouders daarvan bericht aan de school. Wanneer de leerling met speciaal vervoer op school komt, zorgen de ouders er tevens voor dat het betreffende taxibedrijf op de hoogte wordt gesteld. De school is verplicht ongeoorloofd verzuim door te geven aan de leerplicht ambtenaar van de gemeente waar de leerling woont. Aanvraag voor bijzonder verlof moet schriftelijk worden ingediend bij de directeur. Telefonisch vooroverleg daarover is zeer gewenst. Ook wanneer u niet duidelijk is of het verzoek binnen de regels valt, is het goed dit met de directeur te bespreken. Dit overleg geldt niet voor noodzakelijk verzuim zoals een arts bezoek. Dat kan worden besproken met de groepsleerkracht van uw kind. Procedure schorsen en verwijderen Indien nodig zal de directeur in overleg met het bestuur de procedure van schorsen en verwijderen ingaan. De daarvoor geldende procedure ligt op school ter inzage. Een beslissing tot verwijderen kan
34
alleen worden genomen na toestemming van het bevoegd gezag en een beslissing tot schorsen nadat het bevoegd gezag is geïnformeerd. 5.8
Schoolvervoer
Aangepast vervoer is voor vrijwel alle leerlingen noodzakelijk. Het vervoer moet door de ouders aangevraagd worden bij de gemeente. U kunt dit doen door een formulier in te vullen, dat u bij het gemeentehuis kunt aanvragen. De vervoersverklaring wordt in de maand april door de directeur namens de CVB van school toegezonden ter ondersteuning van uw aanvraag. Er kunnen kosten zijn verbonden aan het aangepast vervoer wanneer uw belastbaar inkomen boven een bepaald bedrag ligt. Per gemeente is het bedrag van de eigen bijdrage nog wel eens verschillend. Voor wie het echt nodig heeft is er een landelijk vervoersfonds. Afhankelijk van het inkomen kan dan aan dit fonds een bijdrage worden gevraagd. Slechts weinigen komen hiervoor in aanmerking. Informatie daarover kunt u via de school verkrijgen bij de directeur. 5.9
Foto’s van leerlingen
Soms nemen we foto’s van onze leerlingen op in de maandbrief, de schoolgids of in andere publicaties. Daarnaast kunnen de leerlingen ook te zien zijn op de website. Wanneer u er bezwaar tegen heeft dat daarvoor een foto wordt gebruikt waar uw kind herkenbaar op staat, laat u ons dat dan even schriftelijk weten?
35
6 6.1
Financiële bijdragen De vrijwillige ouderbijdrage
Ouders betalen jaarlijks een vrijwillige ouderbijdrage. De hoogte van deze bijdrage is € 85,00 voor allerlei activiteiten. De ouderbijdrage wordt gebruikt voor: schoolkamp: € 75,- viering St. Nicolaas: € 5,- en viering Kerst: € 5,-. De ouders van de onderbouwgroep betalen € 90,00 voor het eten op school, het zgn. broodgeld. De leerlingen van de SO bovenbouw en de VSO/stagegroep nemen zelf hun lunchpakket mee. Aan alle ouders wordt één keer een contract toegezonden. Door ondertekening ervan maken ze hun instemming met de besteding van de middelen kenbaar. U vindt dit document als bijlage achter in deze schoolgids. 6.2
Verzekeringen
De school heeft voor de leerlingen een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten en een ongevallenverzekering voor de uren dat de leerling onder toezicht van de school staat. Voor leerlingen die op stage zijn heeft de school een aparte verzekering. 6.3
Lidmaatschap van de Schoolvereniging
Ouders die lid zijn van een Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt of een Christelijke Gereformeerde Kerk, kunnen lid zijn van de Vereniging voor Gereformeerd Speciaal Onderwijs te Groningen. We vinden het waardevol dat deze ouders lid zijn. Ouders kunnen lid worden via het secretariaat van de vereniging, Postbus 70018, 9704 AA Groningen. De contributie is € 17,50. Ouders zijn niet automatisch lid als hun kind naar de Steiger gaat. Voor wie geen lid wil of kan worden staat de mogelijkheid open om donateur te worden voor een zelf te bepalen bedrag. We denken aan een minimumbedrag van € 5,00 per jaar. Leden en donateurs ontvangen enkele keren per jaar een nieuwsbrief. Bij de aanmelding van een kind voor de school wordt de ouders gevraagd of ze lid of donateur wilt worden. De jaarverslagen van het bestuur en de Steiger worden toegezonden aan de leden van de Vereniging, voorafgaand aan de ALV. Tijdens deze ALV worden de verslagen vastgesteld. 6.4
PGB
Ouders hebben de mogelijkheid een Persoonsgebonden Budget (PGB) aan te vragen voor hun kind. Informatie hierover kunt u inwinnen bij het CIZ (bij welk CIZ u moet zijn, is afhankelijk van de postcode), of via MEE.
6.5
Sponsoring
Scholen kunnen zich laten sponsoren. Het geld wat hiermee verkregen wordt kan gebruikt worden voor het onderwijs en / of voor allerlei nevenactiviteiten en extraatjes. Wij staan dan ook niet afwijzend tegenover sponsoring. Wel vinden we dat dit in goede banen geleid moet worden. Daarom is er een sponsorbeleidsplan gemaakt. Dit plan ligt op school ter inzage. Kort gezegd komt het er op neer dat sponsoring aan een aantal voorwaarden moet voldoen: Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school.
36
Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die onze school aan het onderwijs stelt. Speciale aandacht richten wij op sponsoruitingen in gesponsord lesmateriaal. Ouders die klachten hebben over sponsoring, uitingsvormen van sponsoring en niet akkoord gaan met de weder prestatie die aan de sponsoring verbonden is, kunnen een klacht indienen bij de klachtencommissie van de school.
37
7 7.1
Ontwikkelingen in het schooljaar 2013-2014 Wat is er gebeurd in het afgelopen schooljaar (2013-2014)
Er is een lijst bijgehouden met artikelen over de school in kranten en lokale informatiegidsen. Publicaties: - 2 december 2013: in het Nederlands Dagblad in de rubriek ‘enverder’ : een artikel over leerlingen van de Steiger die geld hebben ingezameld voor de stichting EBOO, die kansarme kinderen in Kenia hulp biedt om naar school te kunnen gaan. - 14 april 2014: in het Nederlands Dagblad in de rubriek ‘enverder’ : Groningen schoon dankzij mij: De Steiger werkt mee aan de gemeentelijke actie van Lentekriebels onder leiding van milieumedewerkers van de gemeente - Ook in verschillende regionale kranten (o.a. Groninger Gezinsbode en Groot Groningen) is hieraan aandacht besteed. Op 21 maart 2013 heeft de inspectie de SO-afdeling beoordeeld (kwaliteit onderzoek). Van de inspectie krijgen we het basisarrangement nieuwe toezicht kader Speciaal Onderwijs toegekend. Op 15 mei 2014 heeft de inspectie de VSO-afdeling beoordeeld (kwaliteit onderzoek). Van de inspectie krijgen we het basisarrangement nieuwe toezicht kader Voortgezet Speciaal Onderwijs toegekend. Volgens de werkwijze van het INK model kijken we in het kader van kwaliteitszorg naar de processen, om zicht te krijgen op de essentiële onderdelen. Management van processen Dit domein staat in het midden van het model. Management van onderwijsprocessen heeft betrekking op het didactisch handelen en de competenties van de medewerkers. Management van de onderwijsondersteunende processen heeft betrekking op aspecten van personeelsmanagement, communicatie, financiën, informatiebeheer. Werkprocessen in de school worden ontworpen, beheerd en continu verbeterd. Aandachtspunten: - Het systeem van toetsen, meten, analyseren en vertalen naar beleid is een belangrijk onderdeel wat verbetering nodig heeft. Dit schooljaar is daarmee een start gemaakt: zie bijlage: analyse leerresultaten. - Het LVS invoeren in ParnasSys heeft tijd en begeleiding nodig en vergt veel van de leerkrachten. - Multimediale media actief benutten in de SO en VSO gaat dit schooljaar niet lukken, het heeft wel de aandacht en wordt voor schooljaar 2014-2015 ingepland. - We werken met heterogene groepen, waarin de profielen 2,3 en 4 gecombineerd worden. Door de schoolgrootte zijn er twee groepen in het S.O. en twee groepen in het VSO. Daardoor zitten de leerlingen meerdere jaren in een groep, dus in de groepen zitten leerlingen met verschillende leeftijden. Dit vraagt nogal wat van de groepsleerkrachten: vooral organisatietalent, klassenmanagement, het maken van groepsplannen en differentiëren is een aandachtspunt. De veranderingen in de maatschappij met betrekking tot de uitstroomprofielen vergt aandacht en een andere manier van werken. Zeker nu het maatschappelijk veld grote veranderingen ondergaat, onder druk van de decentralisaties, zoeken we naar mogelijkheden om leerlingen nog beter naar een uitstroombestemming toe te leiden. Door vroegtijdig de match te maken een type 38
uitstroombestemming, gekarakteriseerd middels vooraf benoemde kenmerken, en deze match lopende het onderwijsproces aan te scherpen, verwacht de school een verbeterslag te kunnen maken in de toeleiding van leerlingen naar een passende uitstroombestemming. Visie en beleid Het organisatiegebied visie en beleid vormt de basis voor het schoolverbeteringsproces. Waar staan we voor, wat zijn onze doelstellingen en wat willen we bereiken, zijn vragen die we bij dit gebied stellen. Vervolgens komt de vraag welk beleid we gaan uitvoeren om deze doelstellingen te bereiken. Aandachtspunten: - Borging en reflectie op het Directe Instructie Model (D.I.M.) is een blijvend aandachtspunt (VHM instructiegedrag) gerichte feedback van directie en Intern Begeleider zijn hierin cruciaal. - Ons type onderwijs vraagt investeren in redzaamheid (EIM Model) sociale competenties en arbeidshouding van leerlingen, naast de noodzakelijke aandacht voor basisvaardigheden op het gebied van Nederlandse taal/lezen en rekenen. We zullen meer onderscheid in de SO en VSO afdeling moeten gaan maken. Dit heeft ook gevolgen voor de te organiseren schoolbegeleidingsroutes. In het schooljaar 2013-2014 is hierin een begin gemaakt met behulp van het model van de van Lieflandschool in Assen. - Het leren leren op basis van E.I.M. wordt ingezet op het gebied van de praktische vakken en bij interne stage, leren op locatie (LOL) en externe stage. - SO-afdeling zal zich didactisch en pedagogisch verder ontwikkelen i.s.w. met Speciaal Basis Onderwijs De Meerpaal - De VSO-afdeling onderhoudt contacten met het Praktijk Onderwijs Gomarus College. - We zullen naar de reguliere scholen expertise moeten kunnen overdragen, onze eigen kwaliteit op peil moeten houden en binnen de verschillende samenwerkingsverbanden een (betrouwbare) onderwijspartner zijn. Personeel Een schoolorganisatie is een samenwerkingsverband van mensen. Mensen zijn de organisatie. Het organisatiegebied personeel omvat aspecten van personeelsbeleid als aanname, opleiding, begeleiding, loopbaanbeleid etc. Kort gezegd is de vraag die in dit aandachtsgebied centraal staat: welk personeelsbeleid moet worden gevoerd om die kwaliteit te leveren die ons voor ogen staat. Aandachtspunten: - Het invoeren van intervisie is een belangrijk item. Praktische problemen (i.v.m. inval ) staat dit vaak in de weg. - In het kader van Passend Onderwijs is bijhouden en verder ontwikkelen van expertise in de omgaan met complexer gedrag van een leerling belangrijk. Om in een expertisecentrum te kunnen werken is een gespecialiseerde opleiding nodig (SO opleiding of Master SEN). De leidinggevende en aansturende collega’s hebben een gespecialiseerde opleiding ( passend bij hun functie of taak). Voor het merendeel van het team is dit ook het geval. - Jaarlijks wordt door de directeur de Vaardigheidsmeter Instructiegedrag afgenomen. Onder andere naar aanleiding daarvan is een analyse en een nascholingsplan gemaakt. We hebben onszelf als doel gesteld dat 80 % van de leerkrachten het directe instructiemodel hanteert tijdens de lessen. Dit doel hebben we gehaald. Alle leerkrachten hebben een certificaat gekregen. Leiderschap en management Voor ons houdt het organisatiegebied leiderschap en management niet alleen in het leiderschap van de man of vrouw aan de top. Voor ons is leiderschap iets voor alle medewerkers. De centrale vraag is: Is er een klimaat waarin het mogelijk is dat men elkaar aanspreekt op elkaars gedrag in relatie tot
39
wat de organisatie nastreeft? Elke medewerker moet in die zin leiderschap tonen, dat is een belangrijk aspect van een professionele cultuur. Aandachtspunten: Leren in de eigen groep, groepsoverleggen, leerlingbespreking, personeelsvergaderingen, samen over opbrengsten en verbeteracties te leren praten, verhoogt het professionele werkniveau. Het is een voortdurend aandachtspunt om de werkdruk in de gaten te houden. - De veelheid aan veranderingen in structuren; verbeteracties - De registratie van de vorderingen - Het invoeren van een LVS d.m.v. ParnasSys Cultuur en klimaat Bij dit gebied denken we aan het zich veilig voelen, gewaardeerd en gerespecteerd worden. Het heeft betrekking op zowel onze leerlingen als op alle medewerkers. Dit domein is een belangrijke voorwaarde voor zowel de ontwikkeling van de leerlingen als de professionele ontwikkeling van de medewerkers. Aandachtspunten: - De open en collegiale sfeer en het warme klimaat zijn bevorderlijk voor het aangaan van initiatieven. We waarderen de diversiteit, het anders zijn en de individuele talenten van iedere collega. Ieder personeelslid is bevoegd en bekwaam in zijn functie. - In onze school wordt veel part-time gewerkt. Dit geeft soms moeite in de communicatie en onderlinge afstemming. De directeur maakt elke week een team info. Er zijn afspraken gemaakt over het bezoeken van de personeelsvergaderingen. Blijvende aandacht hiervoor is noodzakelijk. Middelen en voorzieningen In dit aandachtsgebied staat de vraag centraal hoe de organisatie omgaat met de middelen. In de eerste plaats denken we hierbij aan geld en materialen. Kortom hoe en waarom zetten we de middelen in om onze doelstellingen te bereiken. Aandachtspunten: - Er is al jarenlang een tendens van slinkende budgetten en bezuinigingen. Dat betekent dat we steeds efficiënter en bewuster met de middelen en met de factor tijd om moeten gaan. We zullen taken, functies, e.d. efficiënt moeten inzetten. - Verder zullen er belangrijke veranderingen komen n.a.v. de wet Passend Onderwijs per 1-8-2014. Analyse SO en VSO met betrekking tot de leerresultaten Profiel Toets
Resultaat
2 2 3
Lezen/taal/spelling: CITO ZML, taal Rekenen: CITO ZML toets Rekenen-Wiskunde Lezen: DMT en AVI toets
3
Rekenen: Cito SBO toets Rekenen- wiskunde voor speciale leerlingen
3
Spelling: Cito SBO spelling
4
Lezen: DMT en AVI toets
1
1
>75% >75% 2 leerlingen in gele zone. Heeft te maken met kindkenmerken. Andere leerlingen >75% 1 leerling waarbij de resultaten teruglopen. 1 leerling in de gele zone. Andere leerlingen >75% 1 leerling te weinig vooruitgegaan. Andere leerlingen >75% 2 leerlingen scoren bovengemiddeld.
We gaan onderzoeken of het raadzaam is om voor rekenen de CITO ZML toetsen te gaan gebruiken omdat deze toetsen meer aansluiten bij het gegeven rekenonderwijs bij ons op school.
40
4 4
Rekenen: Cito SBO rekenen-wiskunde Spelling: Cito SBO spelling
Andere leerlingen >75% >75% >75%
In profiel 4 zitten twee leerlingen die, na een jaar VSO, komend schooljaar naar het PrO gaan. Conclusie: De beoogde leerresultaten worden behaald. Op school De Steiger wordt gewerkt in heterogene groepen, vanwege de kleinschaligheid. Dit betekent dat de leerlingen in profiel 2,3 en 4 in één groep zitten. In de groepen is ook een groot leeftijdsverschil; de leerlingen zitten meerdere jaren in één groep. Een aandachtspunt is de differentiatie in de groepen. Dit schooljaar is een start gemaakt met groep overstijgend werken. Voor de cognitieve vakken worden de groepen verdeeld naar ontwikkelingsniveau en profiel. Op deze manier kunnen we beter differentiëren en het komt de leerresultaten ten goede.
7.2
Wat gaat er gebeuren in het komende schooljaar?
Management en leiderschap: - Voor de komende 4 jaar(2015-2019) wordt een schoolplan opgesteld. - Er zijn fusiebesprekingen met de Noorderbasis. Naar verwachting zullen we gaan fuseren per 1 januari 2015.
Management van primaire en secundaire processen: - Alle leerkrachten houden de zorgboekhouding op groepsniveau bij, afgestemd op twee zorgperiodes in ParnasSys: groepsoverzichten, formulier risicoanalyse, groepsplannen , individuele handelingsplannen, weekoverzicht, journaalblad. - In lessen wordt door leerkrachten aantoonbaar gewerkt aan het vergroten van motivatie, zelfvertrouwen en weerbaarheid van leerlingen. - Multimediale media worden nog in minimaal 60% van de SO-lessen en VSO-vakoverstijgende lessen actief benut. - De opbrengstrapportage is verbeterd en bevat een trendanalyse. - Alle leerkrachten ervaren het leerstofaanbod als passend bij het uitstroomprofiel. - Er worden beredeneerde keuzes gemaakt voor de inzet van de beschikbare onderwijstijd - De leraren stemmen de instructie af op de verschillen in instructiebehoeften van de leerlingen - Het leerstofaanbod is in 95% van de gevallen relevant gelet op het ontwikkelingsperspectief van leerlingen (afstemming). - In het vakaanbod en de stages zijn de (4) uitstroomrichtingen richtingen duidelijk zichtbaar. Het beredeneerde lesstofaanbod wordt uitgewerkt in een document waarin de samenhang van de onderdelen duidelijk zichtbaar wordt. Hiervoor worden de pijlergroepen van de NECSO ingeschakeld.
Resultaatgebieden: - Er is een enquête gehouden voor de externe contacten.
41
8 8.1
Informatie schooljaar 2014-2015 Eten
Vlak voor of tijdens de eerste pauze hebben de leerlingen tijd om hun van huis meegebrachte fruit en/of drinken op te eten of te drinken. We verzoeken u iets gezonds mee te geven. Wilt u de beker en/of fruit goed verpakt meegeven? De leerlingen blijven tussen de middag op school. Ter bevordering van de sociale redzaamheid en de zelfredzaamheid wordt in de SO onderbouw groep de broodmaaltijd als een onderdeel van het lesprogramma gezien. De leerlingen leren tafel dekken, ze eten samen - daarbij wordt een beroep gedaan op bijvoorbeeld netjes te leren eten en sociale vaardigheden - en ruimen daarna de tafel af. Dat betekent dat deze leerlingen geen brood mee hoeven nemen naar school. De leerlingen van de SO bovenbouwgroep en de VSO groep en de stagegroep beheersen de verschillende vaardigheden al. Voor hen geldt dat ze van huis boterhammen en drinken meenemen. In de kooklessen wordt gekookt. In de regel is het de bedoeling dat het resultaat van de kooklessen in een gezamenlijke maaltijd ook genuttigd wordt; dus eten wat de pot schaft. Dit om de leerlingen ook (voor hen) onbekend voedsel te leren eten. Nu kan het voorkomen dat uw kind echt iets niet lust of een aversie heeft van bepaald voedsel. Wilt u dat dan aan de leerkracht doorgeven? Dan hoeft uw kind er niets of weinig van te eten. Als uw kind allergisch is voor bepaald voedsel willen we dat ook graag weten. 8.2
Schooltas
Wij willen u vragen om uw zoon/ dochter een stevige en ruime schooltas mee naar school te geven. Omdat we gestructureerd bezig zijn met de vakken lezen, spelling en rekenen, gebeurt het regelmatig dat de leerlingen met werkbladen werken. Deze werkbladen hebben meestal het bekende A4- formaat. Door een stevige en ruime schooltas kunnen de leerlingen een en ander netjes mee naar huis nemen. 8.3
Verjaardagen
Het is een goede gewoonte om op school de verjaardag van de leerlingen te vieren. De verjaardag wordt in de klas gevierd. De leerling neemt dan een traktatie mee voor de leerlingen van zijn groep en voor de meesters en juffen. In de onderbouw wordt de verjaardag zo mogelijk met de ouders van het kind gevierd. Iedere leerling neemt dan een kaart voor de jarige mee. 8.4
Werkkleding: VSO-groepen
Omdat deze leerlingen elke week praktijkvakken volgen, is het belangrijk om voor het volgende vak mee te nemen: koken: schort Hierdoor wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de kleding van de leerlingen vuil wordt. De spullen kunnen op school blijven. Af en toe worden de schorten meegegeven naar huis om gewassen te worden, of we wassen op school tijdens de interne stage. Het kan voorkomen dat van leerlingen die stage lopen (extern of LOL) gevraagd wordt werkkleding te dragen. In sommige gevallen is er een kledingvoorschrift. U wordt daarvan op de hoogte gebracht door de stage coördinator of de leerkracht.
42
8.5
Gymnastiek
De gymlessen worden gegeven in het gymlokaal aan de Goudlaan. Ook maken we gebruik van het bewegingslokaal in het eigen schoolgebouw. De leerlingen dragen als gymkleding een korte broek, een T-shirt en gymschoenen. Zou u dat in het begin van het jaar mee kunnen geven in een stoffen tas, met daarop de naam van uw kind. De gymkleren van de leerlingen gaan waar nodig mee naar huis om gewassen te worden. 8.6
Luizencontrole
Iedere woensdag na een vakantie worden de leerlingen gecontroleerd op luizen. Dit is een preventieve maatregel om de luizen zoveel mogelijk uit de school te houden. Als er luizen waargenomen worden bij uw kind wordt u op de hoogte gebracht. Van de ouders vragen wij ons op de hoogte te stellen als u luizen constateert bij uw kind. Dan kunnen we de andere leerlingen op de hoogte stellen, zodat de ouders maatregelen kunnen treffen. Indien nodig wordt de luizencontrole uitgebreid. 8.7
Seksuele vorming
In alle groepen komt het onderwerp seksualiteit wel eens aan de orde. In de ene groep zal er meer en vaker over worden gesproken dan in een andere groep. Er is een leerlijn seksuele vorming opgesteld. Naast het groepsgebeuren zullen er groepen gevormd worden van leerlingen uit de VSO/stagegroep die praten over aspecten rond de eigen seksualiteit en weerbaarheid. Dit gebeurt onder leiding van een groepsleerkracht. 8.8
Vieringen in de eigen kerk
Wanneer er in de eigen kerkelijke gemeente een viering of aangepaste kerkdienst is, zoals bijvoorbeeld Kerstfeest en Pasen, is het belangrijk dat ook de leerlingen van De Steiger daarbij worden betrokken. Veel commissies in de kerk zijn daar attent op, maar het is verstandig dat ouders daar zelf ook aandacht voor vragen. 8.9
Website
Kijkt u ook eens op onze website: www.steigerzml.nl Hierop vindt u o.a. informatie over algemene zaken, de groepen, identiteit, organisatie en ambulante begeleiding. Van de actuele zaken probeert onze webmaster u op de hoogte te houden door regelmatig updates te geven. Kijkt u bijvoorbeeld eens bij het onderdeel groepsinformatie. We proberen regelmatig iets nieuws of foto’s op de website te plaatsen. Ook de laatste nieuwsbrief is op de website te lezen.
43
8.10 Schooltijden, vakanties en studiedagen
Schooltijden: maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.30 uur tot 14.45 uur. Woensdag van 8.30 tot 12.30 uur. Vakantierooster Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasvakantie Koningsdag Meivakantie incl. Hemelvaartsdag Pinkstermaandag Zomervakantie
13-17 oktober 2014 22 december 2014 – 2 januari 2015 23-27 februari 2015 3 t/m 6 april 2015 27 april 2015 4 t/m 15 mei 2015
Studiedag, leerlingen vrij Studiedag, leerlingen vrij Studiedag, leerlingen vrij Vrijdag voor de zomervakantie
12 september 2014 1 oktober 2014 2 april 2015 3 juli 2015
25 mei 2015 6 juli- 14 augustus 2015
Jaarplanning e
1 schooldag Ouderavond introductie Spreekavond OPP Schoolkamp Sinterklaas Kerstviering Ouderavond met workshops Schoonmaakavond Rapport/ port folio mee Gespreksavond SMW Koningsspelen Pannenkoeken dag Schoonmaakavond Spreekavond evaluatie OPP
18 augustus 2014 26 augustus 2 september 2014 8,9,10 september 2014 Vrijdag 5 december 19 december 13 januari 2015 3 februari 2015 Maart/ April 2015 14 april 2015 24 april 2015 Maart 2015 16 juni 22 en 23 juni 2015
Terugkomdagen 10 september, 8 oktober, 12 november, 10 december, 14 januari, 11 februari, 11 maart, 8 april, 20 mei, 17 juni.
44
9 9.1
Adressen De bestuursleden
Dhr. K. van der Ploeg Voorzitter Dhr. C. Mossel Penningmeester Mevr. T. Westerhof- Henstra Secretaris Dhr. H.A. Weening Lid Mevr. A. Berends lid postadres
9.2
[email protected] [email protected]
Postbus 70018 9704 AA Groningen
[email protected]
Overige adressen
Externe leden Commissie van Begeleiding Drs. Frans Bakker Drs. Christiaan Huisman
GGD Postbus 584
9700 AN Groningen
050-3674000
Schoolarts
Postbus 70018
9704 AA Groningen
050-5752851
Orthopedagoog
050-4032588 06-53739195
Maatschappelijk werker
Dhr. Erik Valk
Diverse namen en adressen MR secretariaat Postbus van de school
Postbus 70018, 9704 AA Groningen Reddingiusweg 71 9744 BJ Hoogkerk
Vertrouwenspersoon
De heer A. Bloemendal
Contactpersoon op school Afgevaardigde bestuur VGSO in het NECSO bestuur
Mw. G.A.F. de JongeHeerema Dhr. K. van der Ploeg
Postbus 70018 9704 AA Groningen
050-5752851
Klachtencommissie
Mw. M.A. VermeerHordijk Postbus 8054, 9702 KB Groningen Postbus 706, 9700 AS Groningen
Postbus 2133
2800 BG Gouda
Mw. G. Dijkman, directeur NECSO Onderwijsinspectie
050-5371219 050-3686000
45
Tel. 050-5567021
Administratiekantoor Oudervereniging ‘dit Koningskind’ OCRN Vrienden van de Brug
Postbus 166 8000AD Zwolle Maliebaan 71M 3508 AG Utrecht Postbus 8159 9702 KD Groningen Haarveen 7 9314 TD Foxwolde
038-4231040
Concent
030-2363788
Dit Koningskind
050-7501349
Leerproblemen GGZ kinderen en jeugd Sportvereniging verst. gehandicapten
050-5014007
Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-111 3 111 (lokaal tarief) Zorg voor jeugd Groningen. Verwijsindex in de provincie Groningen. www.zorgvoorjeugd.nu Geschillencommissie bijzonder onderwijs. Website: www.gcbo.nl
46
9.3
Namen en adressen teamleden
Naam, functie
mailadres
Werkdagen
M.R. (Marja) Noorman Directeur, Intern Begeleider
m.noorman@ steigerzml.nl
Maandag dinsdag woensdag en vrijdag
G.J. (Rianne) Dijksterhuis- Grashuis directiesecretaresse Ook werkzaam op de Meerpaal
r.dijksterhuis@ meerpaalsbo.nl
Maandag dinsdag donderdag vrijdag
Drs. C. (Christiaan) Huisman Orthopedagoog en ambulant begeleider Via Rec NON-3
[email protected]
Maandag en donderdag
L. (Liesbeth) Werner- Kuijsten Ambulant- en intern begeleider Via Rec NON-3
[email protected]
Maandag en donderdag
H.M. (Hermien) Wagenaar- van der Gugten Ambulant Begeleider Via REC NON-3
[email protected]
Dinsdag, woensdag en donderdag
A. (Alieke) Schilthuis Logopediste Ook werkzaam op De Meerpaal
a.schilthuis@ meerpaalsbo.nl
Maandag, dinsdag, donderdag
D. (Djoke) Jansen-Roorda Groepsleerkracht SO Onderbouw
[email protected]
Maandag, dinsdag
R. (Ria) Janssen- Dijkstra Groepsleerkracht SO Onderbouw
[email protected]
Woensdag, donderdag, vrijdag
M. (Manon) Assies Onderwijsassistent SO onderbouw
[email protected]
Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag
L. (Liesbeth) Bulthuis leerkracht SO bovenbouw
[email protected]
Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag
A.(Anneke) Zuur-Bijmolen Groepsleerkracht SO bovenbouw
[email protected]
Donderdag, vrijdag
J.E. (Josien) Norg- van der Mark Onderwijsassistent SO bovenbouw
[email protected]
Maandag, dinsdag
H.J. (Heleen) Valkema- van der Hoeven
[email protected] Onderwijsassistent SO bovenbouw
Donderdag, vrijdag
M. (Marlies) Boersma-de Koning Groepsleerkracht VSO
[email protected]
Donderdag, vrijdag
L. (Linda) Blaauw-van Oorspronk Groepsleerkracht VSO
[email protected]
Maandag, dinsdag, woensdag
R.J. (Rinske) Knol-Lap Onderwijsassistent VSO
[email protected]
Maandag, dinsdag
S. (Sietse) de Haan Onderwijsassistent VSO
[email protected]
Dinsdag en woensdag
K. (Kelly) Elzinga- Koop Coördinator Interne Stage VSO
[email protected]
Donderdag, vrijdag
47
Naam, functie
mailadres
Werkdagen
G.A.F. (Geertruida) de Jonge- Heerema
[email protected] stagecoördinator Groepsleerkracht stagegroep
Maandag, dinsdag, woensdag
A.(Anneleen) Woltjer-Kooijmans Groepsleerkracht stagegroep
[email protected]
Dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag
E. (Eppo) Doornbos Onderwijsassistent stagegroep conciërge
[email protected] Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag
F. (Fenneke) Zijlstra- Koopman Onderwijsassistent stagegroep Onderwijsassistent VSO
[email protected]
Maandag Dinsdag
G. (Gea) van Oorspronk-Timmerman Inval leerkracht Fysiotherapeuten: L. (Lianne) Bosma Fysiotherapeute
Praktijk De Hunze Van Eesterenlaan 15 9731 MZ Groningen 050 5422667
[email protected]
B. (Bernadette) van Harten-Pors Fysiotherapeute
Praktijk De Hunze Van Eesterenlaan 15
[email protected]
48
woensdag
10 Bijlagen 10.1 Overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage De Steiger
Ondergetekenden, Het bestuur van de Vereniging voor Gereformeerd Speciaal Onderwijs te Groningen en Ouder(s) / verzorger(s) van ................................................... leerling van De Steiger
in aanmerking nemende dat toelating van de leerling tot de school niet afhankelijk wordt gesteld van de betaling van de ouderbijdrage en dat de ouderbijdrage vrijwillig is zijn het volgende overeengekomen: De ouder(s) / verzorger(s) betalen € 85,- als ouderbijdrage, en daarnaast € 90,- broodgeld, wanneer de leerling in de onderbouw zit. Dit broodgeld dient ter dekking van de kosten dat de leerlingen op school lunchen. De ouderbijdrage wordt gebruikt voor: schoolkamp: € 75,- viering St. Nicolaas: € 5,- en viering Kerst: € 5,-
Augustus 2014 Namens het bestuur, de directeur
(Namens) de ouder(s),
49
10.2 Ouderverklaring
De Steiger is een gereformeerde school gebaseerd op de gereformeerde leer, zoals samengevat in de Drie Formulieren van Eenheid. De vijf punten die de kern van het protestants christelijk geloof vormen zijn:
Wij zijn op aarde om de drie-enige God te dienen, onze Vader, Zijn Zoon Jezus Christus en de Heilige Geest, een God die naar ons toe komt, soli Deo gloria. Jezus Christus staat centraal in ons geloof, door hem mogen we als blijde maar vooral verloste Christenen leven, solus Christus. Wij willen leven vanuit Gods Woord alleen, de Bijbel, sola scriptura. Wij zijn uit genade door Christus behouden, sola gratia. Wij krijgen geloof door Gods Geest die in ons werkt, sola fide.
Als gereformeerde christenen onderscheiden wij ons vervolgens met de volgende overtuiging: God is de eerste (uitverkiezing), Hij kiest eerst voor ons, voordat wij voor Hem kiezen. Dit komt tot uitdrukking in doop en belijdenis. God is de Schepper van de wereld. Deze werkelijkheid waarin wij leven is Gods werkelijkheid. God is een sprekende God: zijn woord staat centraal in ons leven Jezus Christus, zoon van God vergadert zich een volk, daarom behoren wij tot een kerkelijke gemeenschap Jezus Christus is voor ons gestorven, maar Hij is ook weer opgestaan uit de dood. Het leven van christenen wordt daarom gekenmerkt door aanvechting én vreugde, door strijd én overwinning, door zwakheid én kracht, door zonde én vergeving, door gebrokenheid én verwachtingsvolle hoop. Jezus Christus zal terugkomen, om alles nieuw te maken. We leven vanuit het besef van die wederkomst. Deze overtuiging dragen bestuur en medewerkers van De Steiger actief uit, in het onderwijsproces (klimaat en inhoud) en in alle onderlinge contacten. Ook van leerlingen wordt verwacht dat zij zich hierdoor laten leiden. In de praktijk betekent dit voor ons onderwijs het volgende: De Steiger draagt op professionele manier kennis over die voldoet aan de wettelijke normen. Dragen de kennis over van God en de Bijbel volgens de gereformeerde leer. Leert leerlingen hoe ze zelfstandig in het leven kunnen staan, hoe ze moeten samenwerken in sociale verbanden, en hoe ze verder kunnen leren. Leert leerlingen een christelijke (sociale) houding waarin naastenliefde, vergeving, respect, dienen en zelfbeheersing centraal staan. Is bezig met de ontwikkeling van Gods kinderen Leert leerlingen beseffen dat ze uniek en waardevol voor God zijn Leren leerlingen hoe ze kunnen blijven kiezen voor God en een christelijk leven Leren leerlingen als een gelukkig christen te leven, ondanks alle beperkingen en tegenslagen. Wij stemmen er van harte mee in dat ons kind op De Steiger onderwijs ontvangt op basis van bovengenoemde uitgangspunten. Handtekening ouder:
Datum
50
10.3 Psalmenlijst De Steiger
SO Onder- en bovenbouw Onderbouw Onderbouw Even schooljaar Oneven schooljaar 2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018 2018-2019 2019-2020 e.v. e.v. Gez. 132:1 Ps. 8:1 Dank U voor deze Heer onze Heer, hoe nieuwe morgen heerlijk en verheven Ps. Ps. 61:6 Ps. 75:1 Dan doe ik U eer U alleen U loven wij ontvangen
Bovenbouw Even schooljaar 2014-2015 2016-2017 2018-2019 e.v. Ps. 100:1 Juich alle volken prijs de Heer Ps. 9:1 Ik zal met heel mijn hart uw eer
Ps. 116:1 God heb ik lief
Ps. 136:1 Loof de Heer want Hij is goed Gez. 168:1 Stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God Ps. 105:5 God zal zijn waarheid nimmer krenken
Gez. 155:4 Ja amen ja
VSO Oneven schooljaar 2015-2016 2017-2018 2019-2020 e.v. Gez. 15:5 Wil U ter eer
Stagegroep Even schooljaar 2014-2015 2016-2017 2018-2019 e.v. Ps. 116:10 Ik zal met vreugd in ’t huis des Heren gaan Ps. 117 Loof alle volken loof de Heer
Stagegroep Oneven schooljaar 2015-2016 2017-2018 2019-2020 e.v. Ps. 96: 1 Zing een nieuw lied voor God de Here Gez. 176a:13 Geef dat wij trouw uw wet betrachten
Ps. 92:2 Zing vrolijk bij de klanken Ps.79:5 Dan zullen wij de schapen van uw weide Gez. 156:1 Heer ik kom tot U
Ps. 15:1 Heer wie mag wonen in uw tent Ps. 150:1 Loof de Heer uw God alom Ps. 102: 1 Ik wil de Heer in mijn lied de zegeningen
Ps. 134: 3 Uit Sion dale op u neer Ps 136: 21 Breng de God des hemels eer VSO en stagegroep VSO Even schooljaar 2014-2015 2016-2017 2018-2019 e.v. Gez. 167:1 Samen in de naam van Jezus Ps. 87:4 De Heer zal haar bevestigen en schragen Ps. 211: 1 Ik sla mijn ogen op en zie Ps. 61:3 Laat mij op mijn biddend vragen Gez 176a:1 Gedenk o volk met heilig beven
Ps. 134:1 Komt allen dienaars van de Heer Ps. 46:4 De Heer de God der legerscharen Ps.105: 21 Dei gunst heeft God zijn volk bewezen Ps. 100: 2 De Heer is God erkend zijn macht
Ps. 136: 21 Geef de God des hemels eer Ps. 66:7 De naam des Heren zij geprezen
51
Bovenbouw Oneven schooljaar 2015-2016 2017-2018 2019-2020 e.v. Gez. 75: 1 Nu gaan de bloemen nog dood Ps. 8:3 Aanschouw ik ’s nachts het kunstwerk van uw handen Ps. 133:3 Op Sions berg gebied de Heer zijn zegen Ps. 81:8 Open maar uw mond Ps.121:2 De Heer zal u steeds gadeslaan
10.4 Verklaring afkortingen AB ADV ATNN AVI BHV CITO CED CLB CVB CVI GCBO DC EA EHBO EIM GGD GH GSG HGD IB IPB JO KMPO LGF LIO LOM LVGS LZK MEE MELBA MLK MR NECSO OPP OVM PKO PRO ROC MA SBO SGJ SO onbo/ bobo SAW STIP TGJ UWV VIAA VMBO VSO WEC WISC-RN
Ambulante Begeleiding Arbeids Duur Verkorting Autisme Team Noord Nederland Leestoets Bedrijfshulpverlening Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling Centrum Educatieve Dienstverlening in Rotterdam Consultatieve leerling Begeleiding Commissie Van Begeleiding Commissie voor Indicatie stelling Geschillencommissie Bijzonder Onderwijs Diensten Centrum Educatieve Academie ( voorheen GPC) Eerste Hulp Bij Ongelukken Eigen Initiatief Model Gemeentelijke Gezondheids Dienst Gereformeerde Hogeschool Gereformeerde Scholengroep Groningen Handelings Gerichte Diagnostiek Interne Begeleiding Integraal Personeels Beleid Jaarlijks Onderzoek Kwaliteits Meting Primair Onderwijs Leerling gebonden financiering (rugzakje) Leraar In Opleiding Leer- en Opvoedings Moeilijkheden Landelijke Vereniging Gereformeerde Schoolverenigingen Langdurig Zieke Kinderen Voorheen SPD Sociaal pedagogische dienst Merkmahlprofile Zur Eingliederung Leistingsgewandelter Und Behinter In Arbeit Moeilijk Lerende Kinderen MedezeggenschapsRaad Noordelijk Expertisecentrum Specialistisch Onderwijs Ontwikkelings Perspectief Ontwikkelings Volg Model Periodiek Kwaliteits Onderzoek Praktijk Onderwijs Regionaal Opleidings Centrum Menso Alting Speciaal Basis Onderwijs Stichting Gereformeerde Jeugdzorg Speciaal Onderwijs onderbouw/bovenbouw Sociaal Agogisch Werk Sociale Training In Praktijk Toegang Gereformeerde Jeugdzorg Uitvoering Werknemersverzekering Nieuwe naam voor GHBO-PABO in Zwolle Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs Voortgezet Speciaal Onderwijs Wet op de Expertise Centra De nieuwste Intelligentie Test voor Kinderen (engelse afkorting)
52
Reacties op deze gids kunt u sturen naar: De Steiger mw. M.R. Noorman (directeur) Postbus 70018 9704 AA Groningen 050-5752851
[email protected]
Namen en adressen SO onderbouw, SO bovenbouw, VSO en stagegroep zijn in een aparte gids vermeld.
53