Schoolgids

Stichting

Katholiek Onderwijs Noord Oost Twente

Schoolgids 2012 - 2013 SBO De Windroos

Lariksstraat 11 7572 DE Oldenzaal tel: 0541 53 24 18 e-mail: [email protected] website: www.sbodewindroos.nl

1.

INHOUDSOPGAVE.

.

.

.

.

.

.

.

.

2

2.

EEN WOORD VOORAF .

.

.

.

.

.

.

.

4

3.

VAN HET COLLEGE VAN BESTUUR

.

.

.

.

.

.

5

. . . . . . .

. . . . . . .

. . . . . . .

. . . . . . .

. . . . . . .

6 6 7 7 8 8 8

.

.

.

.

.

9

4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6

EEN KENNISMAKING MET DE WINDROOS Doelstelling van onze school . . . Wat we belangrijk vinden op “De Windroos” . Organisatie van de school . . . Leerlingenzorg . . . . Specifieke informatie . . . . De voortgang van het leerproces . .

5.

WIE WERKEN ER?

.

.

.

6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5

WAT LEERT MIJN KIND OP DEZE SCHOOL? Groepen 1 en 2 . . . . Groepen 3, 4 en 5 . . . . Groepen 6, 7 en 8 . . . . De vakken beter bekeken . . . Een doorgaande lijn . . . .

. . . . . .

. . . . . .

. . . . . .

. . . . . .

. . . . .

11 11 12 12 13 16

7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6

EEN FIJNE, VEILIGE SCHOOL . Het schoolklimaat . . . Als uw kind niet graag naar school gaat De vieringen en festiviteiten op “De Windroos” Klachtenregeling. . . . Beroepscode. . . . Schorsing en verwijdering . .

. . . . . . .

. . . . . . .

. . . . . . .

. . . . . . .

. . . . . . .

17 18 18 18 19 21 23

8. ONDERWIJS OP MAAT OP DE WINDROOS . 8.1 Leerlingen van en naar een andere school . . 8.2 Hulp aan individuele kinderen . . . 8.3 Motorische Remedial Teaching (MRT) . . . 8.4 Logopedie. . . . . . . 8.5 Schoolmaatschappelijk werk. . . . . 8.6 De orthopedagoog . . . . . 8.7 Passend Onderwijs en Zorg Advies Team (ZAT) . . 8.8 Dyslexieprotocol voor het SBO . . . . 8.9 Leerlinggebonden financiering (LGF) . . . 8.10 Werken op eigen niveau / met een aangepast programma 8.11 Sociale vaardigheid ( SOVA ) . . . . 8.12 Huiswerk . . . . . . 8.13 Toetsing . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . .

24 24 24 24 25 25 26 26 26 27 27 27 28 28

9. 9.1 9.2 9.3 9.4

. . . . .

. . . . .

. . . . .

. . . . .

29 29 29 30 30

.

.

.

.

32

11. DE WINDROOS EN HET VOORTGEZET ONDERWIJS 11.1 Belangrijke punten bij de schoolkeuze . . 11.2 Uitstroomgegevens (schoolverlaters) . . . 11.3 De relatie met het reguliere onderwijs . . .

. . . .

. . . .

. . . .

. . . .

33 33 34 34

12. 12.1 12.2 12.3 12.4

. . . . .

. . . . .

. . . . .

. . . . .

36 36 37 37 38

10.

. . . . . . .

STEEDS OP ZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Methoden . . . . . . Personeel . . . . . . Leerlingvolgsysteem (LVS) . . . . Kwaliteitsverbetering ook op andere terreinen. . . SCHOOL EN BUURT / OMGEVING

.

.

DE WINDROOS VOOR KINDEREN EN HUN OUDERS Informatie aan ouders . . . . Ouders helpen op school . . . . De medezeggenschapsraad van ‘De Windroos’ . . De ouderraad van ‘De Windroos’ . . .

Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

2

13. PRAKTISCHE PUNTEN VAN A TOT Z 13.1 Aanmelding en toelating . . 13.2 Bewegingsonderwijs . . . 13.3 Overblijven . . . 13.4 Schooltijden . . . 13.5 Schoolverzekering leerlingen . 13.6 Sponsoring . . . 13.7 Vakanties en vrije dagen . . 13.8 Verjaardagen . . . 13.9 Verlof leerkracht . . . 13.10 Verlof leerling . . . 13.11 Ziekte leerkracht / vervanging . 13.12 Ziekte leerling . . . 13.13 Hoofdluis . . . . 13.14 Jarig . . . . 13.15 Jeugdtijdschriften . . . 13.16 Verzuim en leerplicht . . 13.17 Namenlijsten . . . 13.18 Voorkomen van lesuitval . . 13.19 Extra activiteiten. . . . 13.20 Inzage leerlingen dossiers . . 13.21 Overgang naar een volgende groep . 13.22 Mobiele telefoons. . . 13.23 Tussenschoolse opvang (TSO) . 13.24 Voor- en naschoolse opvang (BSO) .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

40 40 40 40 41 41 42 42 44 44 45 46 46 46 46 46 47 47 47 47 47 48 48 48 48

14.

.

.

.

.

.

.

50

. . . . . . . . .

. . . . . . . . .

. . . . . . . . .

51 51 51 52 52 52 52 52 53

15. 15.1 15.2 15.3 15.4 15.5 15.6 15.7 15.8

SCHOOLREGELS OP DE WINDROOS

CONTACTEN MET ANDERE INSTELLINGEN . . Gemeentelijke Geneeskundige Dienst (GGD) . . . Identiteitsbegeleider . . . . . . Schoolbegeleidingsdienst . . . . . Schooltandartsendienst . . . . . Logopedie / fysiotherapie . . . . . Pabo / Opleiding Speciale Onderwijsbehoeften / ROC / ALO / Logopedie Inspectie . . . . . . . Andere instanties . . . . . .

16. JAARVERSLAG 2011 - 2012 . 16.1 Kwantitatieve gegevens . . 16.2 Onderwijskundige aspecten . . 16.3 Identiteit . . . . . . . 16.4 Personele en organisatorische aspecten 16.5 Financiële aspecten . . . 16.6 Materiële aspecten . . . 16.7 Informatie en communicatie technologie (ICT) 16.8 Sociaal jaarverslag . . . 16.9 School Contact Personen (SCP) . 16.10 Arbo jaarverslag . . . 16.11 Bedrijfshulpverleners (BHV) . . 16.12 Medezeggenschapsraad (MR) . 16.13 Ouderraad (OR) . . .

. . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . .

54 54 54 54 55 55 55 55 56 56 56 56 57 57

17. 17.1 17.2 17.3 17.4 17.5

. . . . . .

. . . . . .

. . . . . .

. . . . . .

. . . . . .

. . . . . .

58 58 58 59 59 59

.

.

.

.

.

.

60

.

.

.

.

.

61

JAARPLAN 2012 - 2013 . . Onderwijskundige aspecten . . Identiteit . . . . Personele en organisatorische aspecten Financiële aspecten . . . Materiële aspecten . . .

18.

NAWOORD

.

.

.

19.

TEKENFORMULIER SCHOOLGIDS 2012 - 2013


3

2.

E e n w o o r d v o o r a f.

Voor u ligt de nieuwe schoolgids 2012 - 2013. Deze gids is het resultaat van overleg en samenwerking tussen directieteam, teamleden, medezeggenschapsraad (MR) en ouders en is vervolgens door het College van Bestuur van de Stg. KONOT vastgesteld. Met deze gids willen we u informeren over de belangrijkste aspecten op onze school. Het gaat hierbij o.a. om:   

een beschrijving van wat u concreet van onze school kunt verwachten (schoolprofiel, toelatingsprocedure, visie, doelen, werkwijze, organisatie, enz.) het weergeven van de resultaten van het afgelopen schooljaar d.m.v. een jaarverslag en beschrijven welke ontwikkelingsplannen er gedurende dit schooljaar worden uitgevoerd op basis van een jaarplan. het geven van overige relevante informatie over onze school (regels/afspraken, communicatie, verantwoordelijkheden, klachtenregeling, externe contacten, samenwerking, enz.).

De medezeggenschapsraad (MR) heeft instemmingsrecht met betrekking tot de inhoud van deze schoolgids. Vanzelfsprekend kan deze gids niet allesomvattend zijn. Indien u van mening mocht zijn dat bepaalde aspecten, zoals vermeld in deze gids, niet in overeenstemming zijn met uw beleving, of u mist bepaalde onderdelen dan verneemt de directie dat graag van u. (Let wel, het gaat in dit verband om algemene zaken, dus zaken betreffende beleid en organisatie en niet om persoonlijke zaken.) Ook uw suggesties ter verbetering van deze gids ontvangen we graag. U kunt hiervoor o.a. contact opnemen met de directie en eventuele opmerkingen en/of aanbevelingen aan hen doorgeven. Op deze wijze kan dit document tevens een middel zijn tot communicatie en discussie tussen u en ons. Met een positieve, open instelling zijn wij allen immers het meest gediend! We hopen dat u deze schoolgids met belangstelling zult lezen en daardoor goed geïnformeerd bent over de belangrijkste aspecten van onze school.

team - SBO ‘De Windroos’

‘Gewoon waar het kan, speciaal waar het moet’


4

3.

Van het College van Bestuur

Konot: goed onderwijs in een bijzondere school, veilig en uitdagend! Voor u ligt de nieuwe schoolgids van SBO ‘De Windroos’. De Windroos is één van de 22 scholen die behoort tot Konot (stichting Katholiek Onderwijs Noord- Oost Twente). Konot heeft scholen in de gemeentes Oldenzaal en Dinkelland en in de Lutte en Beuningen (gemeente Losser). Elk van onze scholen werkt op zijn eigen manier aan het bieden van goed onderwijs dat tegelijkertijd veilig en uitdagend is voor alle ongeveer 5900 leerlingen die aan ons zijn toevertrouwd. Meer dan 550 medewerkers van Konot zorgen elke dag voor die veilige en uitdagende omgeving die kinderen nodig hebben om tot leren te komen. Onze mensen proberen daarbij zoveel mogelijk in te spelen op de mogelijkheden die de verschillende kinderen met zich meebrengen. Tevens speelt de aandacht voor wat ons als mensen beweegt, voor levensbeschouwing gevoed door de katholieke traditie, een wezenlijke rol in het onderwijs op onze scholen. Wij, als College van Bestuur van Konot, ontvangen voor onze beleidsbeslissingen advies van het KONOTberaad. Voor de totstandkoming van dat beleid wordt tevens vaak om advies en/of instemming gevraagd van ouders en medewerkers, verenigd in de GMR (gemeenschappelijke medezeggenschapsraad). Voor beleidszaken die alleen uw school betreffen, wordt via de MR van de school ouders en medewerkers om instemming en/of advies gevraagd. Wij zijn ervan overtuigd dat op onze scholen goed en verantwoord onderwijs wordt gegeven, maar om dat zo te houden, willen wij u vragen ons op een opbouwende manier kritisch te blijven volgen. Stel uw vragen of deel uw opmerkingen met uw school. Heeft u vragen die het belang van uw school overstijgen, stel ze gerust aan ons! Wij wensen uw kind(eren) en onze medewerkers een heel goed en leerzaam schooljaar toe!

Oldenzaal (Lyceumstraat 2B1), augustus 2012

Arjan Brunger, voorzitter van het College van Bestuur, Jan Morsink, lid van het College van Bestuur.


5

4.

Een kennismaking met SBO ‘De W indroos’

‘De Windroos’ is een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) en is een onderwijsvoorziening voor kinderen met leeren/of gedragsproblemen binnen het samenwerkingsverband - NO Twente. De meeste leerlingen die onze school bezoeken zijn afkomstig uit Noordoost Twente van scholen met verschillende denominaties. Onze school mag uitsluitend kinderen toelaten die hiervoor van de toelatingscommissie -de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL)een beschikking hebben gekregen. Wanneer er bij kinderen sprake is van een vertraagde ontwikkeling, een ontwikkelingsstoornis of leeren/of gedragsproblemen (zgn. risicoleerling) kan het kind door de ouders, de betreffende basisschool of vanuit een vóórschoolse setting worden aangemeld bij de PCL. Deze commissie bepaalt, na onderzoek, of een kind mag worden toegelaten op een SBO school. Omdat ‘De Windroos’ wordt bezocht door risicoleerlingen hebben we een aantal faciliteiten om adequate begeleiding mogelijk te maken: - gemiddelde groepsgrootte van 15 leerlingen. - extra onderwijsondersteunend personeel: een orthopedagoog, psychodiagnostisch medewerker, logopedist, vakleerkrachten, remedial teachers, schoolmaatschappelijk werkster en intern begeleiders. - zoveel mogelijk onderwijs op maat d.w.z. dat kinderen, afhankelijk van hun leermogelijkheden, per vakgebied op hun specifieke niveau worden aangesproken. Hiervoor is groepsdoorbrekend niveauonderwijs georganiseerd in de vorm van niveaurekenen, niveaulezen, niveautaal, enz. - specifieke kennis en begeleidingsmogelijkheden m.b.t. omgaan met kinderen met een ontwikkelingsachterstand en/of leerproblemen en/of gedragsproblemen en/of werkhoudingsproblemen. De Windroos is m.i.v. het schooljaar 2012-2013 gehuisvest in een nieuw en eigentijds gebouw aan de Lariksstraat 11, 7572 DE Oldenzaal. Op onze school begeleiden we ca. 190 kinderen met een (zeer) specifieke onderwijsbehoefte en/of begeleidingsbehoefte. Vanuit onderwijskundig opzicht zijn alle kinderen met verschillende hulpvragen per leeftijdscategorie van 4 t/m ca. 7 jaar bij elkaar in de groep geplaatst (integratiegedachte). De kinderen van ca. 8 t/m 13 jaar zijn, afhankelijk van hun individuele mogelijkheden, ondergebracht in een langzame-, snelle- of gecombineerde leerstroom (specialisatiegedachte).

4.1 Doelstelling van onze school Het doel van ‘De Windroos’ is om een klimaat te creëren waarin een kind gestimuleerd wordt om zich, afhankelijk van zijn/haar specifieke mogelijkheden te ontwikkelen tot een vrij, zelfstandig en volwaardig individu in de samenleving. Wij willen dat uw kind veel leert en elke dag met plezier naar school gaat. Wij werken aan een fijne sfeer in de groepen. De leerkrachten doen er alles aan om uit uw kind te halen wat erin zit. U als ouders speelt daarbij een belangrijke, stimulerende rol. ‘De Windroos’ is een school voor speciaal basis onderwijs waar de kinderen op een speciale manier (orthodidactisch en orthopedagogisch) worden begeleid om zich een aantal vaardigheden en attitudes eigen te maken, maar ook om kennis en inzicht op te doen. Gelijkwaardigheid tussen mensen is een belangrijk uitgangspunt. Onze kinderen moeten respect op kunnen brengen voor waarden en normen van anderen, die zich onderscheiden in kleur, status, handicap, cultuur en geloof. In het kader hiervan besteden we daar in de lessen levensbeschouwelijk vormingsonderwijs expliciet aandacht aan (circa 45 min. per week). Tevens we zijn alert op discriminatie en werken we continu aan het voorkomen ervan. ‘De Windroos’ wil kinderen de kans geven om hun eigen mogelijkheden te ontplooien, om uiteindelijk zelfstandig, verantwoordelijk, creatief en kritisch te kunnen leven. Onze school is steeds in ontwikkeling, past nieuwe onderwijskundige ideeën toe en heeft grote zorg voor alle kinderen. We vertellen de kinderen steeds weer dat er regels gelden op school en we leren hen die te hanteren. We steken veel energie in het belonen van gewenst gedrag maar natuurlijk wordt er wel eens een kind gestraft als de schoolregels worden overtreden. Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

6

4.2 Wat we belangrijk vinden op ‘De Windroos’. -

-

-

-

Kinderen gaan met plezier naar school en ontwikkelen zich in een veilig en warm pedagogisch klimaat. Uitgangspunt bij het stimuleren van de individuele ontwikkeling zijn de kansen en talenten die ieder kind in zich heeft. Op basis hiervan stellen we een passend onderwijsaanbod samen en formuleren we voor ieder kind een onderwijsperspectief (OPP). Er is veel aandacht voor kinderen die moeite hebben met leren, spelen, samenwerken en omgaan met anderen. We proberen hierbij zo goed mogelijk aan te sluiten op de individuele mogelijkheden, rekening houdend met de specifieke beperkingen van ieder kind. De school richt zich op de toekomst, op de ons omringende wereld en de huidige samenleving: nieuwe media spelen een steeds grotere rol in het lesprogramma. Er is geregeld contact met ouders d.m.v. ouderavonden, huisbezoeken, open morgens, enz. We streven naar een uitdagend aanbod met betrekking tot de leerstof, werkvormen en activiteiten. Kinderen worden geleerd zo zelfstandig mogelijk te werken en verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen functioneren. Hierbij zijn communicatie, relaties en naleving van afspraken erg belangrijk. We streven ernaar de kinderen een positief zelfbeeld te laten ontwikkelen door nadrukkelijk oog te hebben voor de dingen waar ze wel goed in zijn en hun daarin verder te stimuleren.

4.3 Organisatie van de school. Wanneer kinderen tussen de 4 en 7 jaar zijn, worden ze na een positief advies van de PCL toegelaten op de kleuterafdeling van ‘De Windroos’ (jonge risico leerlingen). Hier wordt d.m.v. observatie, onderwijs, diagnostiek en behandeling geprobeerd het kind verder te stimuleren in zijn ontwikkeling. Omdat de hulpvragen van jonge leerlingen nog vaak onduidelijk en complex zijn, staat het in kaart brengen van de problematiek centraal. De klassenassistent speelt hierbij een ondersteunende rol. In de kleuterbouw wordt aandacht besteed aan o.a. taalvorming, bewegings-vormen, muzikale vorming en werken met ontwikkelingsmateriaal. Hierbij is het contact met ouders / verzorgers erg belangrijk; regelmatig vinden er oudergesprekken plaats en ook komen de leerkrachten op huisbezoek. Door ervaringen tussen thuis en school uit te wisselen en onderling afspraken te maken over de juiste benadering (afstemming) wordt geprobeerd de kinderen zo goed mogelijk te stimuleren in hun ontwikkeling. Wanneer een kind de voorwaarden die nodig zijn om tot rekenen, lezen en schrijven, enz. te komen redelijk beheerst wordt het op ca. 7-jarige leeftijd in groep 3 geplaatst. Hier wordt, afhankelijk van de mogelijkheden van ieder kind, gestart met leervakken als rekenen, lezen, enz. Er blijft echter voldoende ruimte over om de activiteiten uit de kleuterbouw (taalvorming, spelen / werken, enz.) ook in groep 3 aan bod te laten komen. Het kan voorkomen dat kinderen uit de kleuterafdeling hun onderwijsloopbaan voortzetten op een reguliere basisschool of worden verwezen naar een school waar meer specifieke kennis en begeleiding van leeren gedragsproblemen aanwezig is. In de volgende groepen verdiepen de kinderen zich steeds meer in de leervakken: rekenen, taal, lezen, wereldoriëntatie enz. Elk kind wordt hierbij per vak op eigen niveau ingedeeld. Naast onderwijs in de leervakken wordt ook veel aandacht besteed aan de motorische ontwikkeling (gymnastiek), de sociaal-emotionele ontwikkeling (samen spelen en werken, sociale vaardigheden, enz.) en de creatieve ontwikkeling (tekenen, muziek, drama, enz). Wanneer de leerlingen uitstromen uit groep 3 wordt ieder kind, op basis van observaties, leerprestaties, onderzoeksgegevens en gedrag geplaatst in een langzame leerstroom of een snelle leerstroom. Leerkrachten kunnen op die manier hun begeleiding beter afstemmen op ieder kind, omdat er binnen een jaargroep meer gelijksoortige hulpvragen zijn. Wanneer een leerling wordt geplaatst in een jaargroep met de letter A dan betekent dit dat deze groep begeleiding op maat krijgt met ruimte voor extra herhaling in een aangepast tempo (langzame leerstroom). Komt een leerling in een jaargroep met de letter B dan ligt het leertempo hoger en zal ook het eindniveau hoger zijn (snelle leerstroom). Leerlingen die in een jaargroep met de letter C of D worden geplaatst, zitten in een combinatiegroep (combinatie van de langzameen de snelle leerstroom). Wanneer de kinderen ongeveer 13 jaar zijn stromen ze, na een advies over het vervolg van de onderwijsloopbaan, door naar vorm van voortgezet onderwijs. Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

7

4.4 Leerlingenzorg. Van de leerlingen die met een positief advies van de PCL op ‘De Windroos’ worden geplaatst bestaat een zgn. onderwijskundig dossier waarin alle gegevens over een kind worden bewaard. Het onderwijskundig dossier (vaak is dat samengesteld door de basisschool en/of jeugdhulpverlening) en het daaruit voortvloeiende plaatsingsplan vormen de beginsituatie voor de begeleiding op ‘De Windroos’. Op school wordt geprobeerd de ontwikkeling van een kind zo goed mogelijk verder te stimuleren. Daarom wordt voor ieder kind een individueel ontwikkelingsperspectief (OPP) bepaald. Hierin staat beschreven welke einddoelen we m.b.t. de ontwikkelingsgebieden willen bereiken. De ontwikkelingen bij de leervakken worden gemeten d.m.v. toetsen en geregistreerd in het leerlingvolgsysteem (LVS). Hiervoor zijn de betreffende leerkrachten en de intern begeleiders verantwoordelijk. Ook wordt gekeken naar het sociaal-emotioneel functioneren van ieder kind. Daartoe voert de orthopedagoog regelmatig groepsobservaties en/of individuele observaties uit en worden in het team groeps- en leerlingenbesprekingen gehouden.Tijdens deze besprekingen wordt ook bepaald of kinderen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief dat voor ieder kind is vastgesteld. Op basis hiervan worden periodiek individuele- en groepsplannen gemaakt zodat steeds begeleiding op maat gegeven kan worden. Na toelating bepaalt het zorgteam welke specifieke begeleiding er binnen ‘De Windroos’ moet worden gegeven. Uitgangspunt blijft hierbij dat steeds wordt geprobeerd ieder kind met zijn/haar specifieke mogelijkheden zodanig te stimuleren dat het zich op alle onderdelen zo goed mogelijk blijft ontwikkelen. De specifieke leerlingenzorg wordt uiteraard regelmatig met u besproken (oudergesprekken). Waar nodig wordt nauw samengewerkt met organisaties uit de jeugdhulpverlening om de begeleiding zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Wanneer u vragen hebt over de begeleiding van uw kind/pupil dan kunt u uiteraard contact opnemen met de groepsleerkrachten van uw kind/pupil of met de intern begeleiders van onze school. Zij zijn belast met de coördinatie van de leerlingenzorg binnen de school. Intern begeleiders -groepen 1 t/m 4-5: -groepen 5 t/m 7: -groepen 8:

Anja Bosch Sabine ter Laak Mariël Stamsnieder

(0541 - 53 24 18) (0541 - 53 24 18) (0541 - 55 24 18)

4.5 Specifieke informatie In de voorgaande paragraaf over ‘Leerlingenzorg’ is beschreven op welke manier de ontwikkelingen van de kinderen worden gevolgd. Hiervoor worden o.a. toetsen en observaties gebruikt. Op deze manier hebben we steeds een actueel beeld van alle ontwikkelingen. Wanneer bij een kind een stilstand of achteruitgang wordt gesignaleerd kan de begeleiding in een vroeg stadium worden bijgesteld. Alle gegevens worden verzameld in een leerlingvolgsysteem (LVS). Dit systeem is alleen voor het schoolpersoneel en de ouders / verzorgers ter inzage. Slechts na toestemming van de ouders / verzorgers kunnen ook anderen inzage in het LVS krijgen.

4.6 De voortgang van het leerproces. Op ‘De Windroos’ worden de vakken technisch lezen, begrijpend lezen en taal/spelling gegeven op basis van ‘convergent werken’. De leerlingen van een jaargroep krijgen klassikaal hetzelfde programma aangeboden maar er wordt onderscheid gemaakt in instructie- en begeleidingsbehoefte. Meestal werken de leerlingen in 3 groepen: een groep die een korte instructie en begeleiding vraagt, een groep die de basisinstructie en begeleiding vraagt en een groep die verlengde instructie en intensieve begeleiding nodig heeft. Op die manier houdt de leerkracht overzicht over het klassikale leerstofprogramma maar wordt tegelijkertijd tegemoet gekomen aan de verschillen die er tussen leerlingen zijn. Aan het einde van het schooljaar wordt per kind bekeken welke onderwijsvorm (binnen of buiten ‘De Windroos’) het meest geschikt is en in welke groep het kan worden geplaatst. Na de zomervakantie gaan de leerlingen verder op het niveau waarop men voor de zomervakantie is geëindigd; hierdoor ontstaat er een ononderbroken ontwikkelingslijn. De individuele vorderingen en streefdoelen worden via rapporten en oudergesprekken met u besproken.


8

5.

Wie werken er?

Directeur :

Dhr. Gerard Wolbers Geelster 1 7577 GE Oldenzaal 0541 - 51 10 20

Adjunct directeur:

Dhr. Eddie Schabbink Het Wilmink 4 7595 BC Weerselo 0541 - 66 11 50

Onderwijsgevend personeel Groep 1-2 juf Desiree Olde Monnikhof juf Claudia Koelewijn (klassenassistente) Groep 3 juf Kim Alink juf Estelle Schokker (klassenassistente) Groep 4a juf Leonie Sühre en juf Margo oude Elferink Groep 4b-5a Juf Jacquelin Wijgerink Juf Martine Hetem (klassenassistente) Groep 5b Meneer Henk Ankone en juf Debby Heithuis Groep 5c Juf Bianca van Benthem en juf Coby Gering Groep 6a Meneer Gerard Borghuis en juf Riëtte Janssen Groep 6b Juf Petra Groeneveld en meneer Jos Veldhuis Groep 7a juf Carlien van Elburg/juf Judith Kienhuis en juf Ellen Schnieder Groep 7b Meneer Jos Vergeer en juf Marion Padberg Groep 7c juf Christel Monnink en juf Esther Meijer Groep 8a Juf Stanny Koopman en juf Bianca van Benthem Groep 8b juf Marleen Borgerink Groep 8c Meneer Gertjan Bakker Groep 8d Meneer Ron Mekking


9

Onderwijs ondersteunend personeel Vakleerkracht gymnastiek: Meneer Bennie Nordkamp Meneer René Elgersma Vakleerkracht muziek:

Meneer Henk Bekkedam

Taal-/leescoördinator:

Juf Marion Padberg

Logopedist:

Juf Margreet Haan

Remedial Teachers:

Juf Anja Snippers Juf Marion Padberg

Intern begeleiders:

Juf Anja Bosch Juf Sabine ter Laak Juf Mariël Stamsnieder

Ambulant begeleiders: Juf Anja Bosch (Onderwijs Zorg Centrum) Juf Daniëlle Zekhuis Juf Willi Hoekman School maatschappelijk werkster:

Mevrouw Marion Vollenbroek

Orthopedagoog:

Meneer Alex Vrijkort

Psychodiagnostisch Medewerker:

Mevrouw Ineke Vloothuis

Conciërge:

Meneer Frank Kotte

Technisch-/huishoudelijk Medewerker:

Meneer Murat Hann

Schooladministratie:

Mevrouw Sharon Vlutters

Digicoaches:

Juf Brigitte Arkink Meneer Eddie Schabbink

Leerkracht vervanging:

Juf Debby Heithuis


10

6. W a t l e e r t m i j n k i n d o p d e z e s c h o o l ? Op ‘De Windroos’ proberen we een goed evenwicht te vinden tussen het aanleren van kennis, het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van praktische vaardigheden. In dat opzicht lijkt ‘De Windroos’ veel op een reguliere basisschool. Omdat we een speciale basisschool (SBO) zijn, hebben we ook een aantal specifieke orthopedagogische en orthodidactische taken. Onze school wordt immers bezocht door veel kinderen met een verstoorde of vertraagde ontwikkeling. Dat betekent dat de begeleiding op ‘De Windroos’ gericht is op het signaleren en diagnosticeren van ontwikkelingsstoornissen, het geven van aangepaste begeleiding en onderwijs op basis van groepsplannen. Tevens werken we zo intensief mogelijk samen met de jeugdhulpverlening om ieder kind optimale kansen te geven. Dat is voor onze school een belangrijke missie die we zo professioneel mogelijk willen uitvoeren. Om deze taakstelling mogelijk te maken zijn het onderwijs en de organisatie zodanig aangepast dat we alle kinderen zo goed mogelijk kunnen begeleiden. Enkele kenmerken zijn: - alle kinderen volgen het reguliere onderwijsprogramma van de basisschool. Afhankelijk van hun niveau in verschillende leerstromen (langzame of snelle leerstroom) wordt het onderwijsprogramma aangepast (tempo, hoeveelheid, aanvullende instructie, werkvormen, leermiddelen) en afgestemd op de mogelijkheden van de groep of het individuele kind. - de meeste kinderen krijgen extra begeleiding door middel van logopedie, fysiotherapie of remedial teaching op basis van een individueel handelingsplan of het groepsplan. - het onderwijsprogramma wordt zodanig ingericht dat het enerzijds zoveel mogelijk tegemoet komt aan de specifieke onderwijsbehoefte van de leerling en hem/haar anderzijds uitdaagt zich verder te ontwikkelen aan de hand van vooraf geformuleerde streefdoelen en het vastgestelde ontwikkelingsperspectief (OPP).

6.1 Groepen 1 en 2 (jonge risico leerlingen) In de kleuterafdeling (groepen 1 en 2) worden kinderen tussen 4 en 7 jaar geplaatst met een specifieke hulpvraag. Hier wordt door middel van observatie, onderwijs, diagnostiek en behandeling geprobeerd de kinderen verder te stimuleren in hun ontwikkeling. Omdat de hulpvragen van jonge kinderen vaak nog onduidelijk en complex zijn wordt veel tijd en aandacht besteed aan het in kaart brengen van de onderwijs- en begeleidingsbehoefte. De klassenassistent speelt hierbij een ondersteunende rol. In de kleutergroep wordt geprobeerd de kinderen zodanig te stimuleren dat ze zich zo natuurlijk mogelijk ontwikkelen en zich steeds meer richten op de verkenning van hun leefwereld en de mensen om hen heen. Daarbij zijn communiceren, samenspelen en samenwerken van groot belang. In de kleutergroep wordt steeds vanuit de kring gewerkt. In de kring begint de schooldag en hierin keren de kinderen ook steeds weer terug. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in de hoeken, in de speelzaal en op het schoolplein. In de kleutergroep wordt gewerkt aan de hand van thema’s zoals school, vakantie, winter, enz op basis van o.a. de methode ‘Schatkist’ en de map Fonemisch Bewustzijn. Op een speelse manier leren de kinderen op die manier hoe hun leefwereld in elkaar zit. Vooral de taalvorming speelt hierbij een belangrijke rol. De activiteiten en de ontwikkelingsmaterialen in de groep sluiten zoveel mogelijk aan bij de ervaringswereld en de individuele mogelijkheden van de kinderen. Door hun ontwikkeling en functioneren zo goed mogelijk te volgen proberen we de begeleiding zo goed mogelijk op de individuele hulpvragen af te stemmen. De kleutergroep biedt tal van ontwikkelingsmogelijkheden voor de kinderen: een poppenhoek, een bouwhoek, een luisterhoek, zandtafels, enz. Hier kunnen de kinderen van hartelust spelen en werken. Door middel van een logboek worden de ontwikkelingen van alle kinderen wekelijks vastgelegd en aan de ouders doorgegeven. Door de ontwikkeling en het functioneren van ieder kind zorgvuldig te volgen krijgt de leerkracht steeds meer inzicht in de toekomstmogelijkheden van ieder kind. Wanneer een kind toe is aan een volgende groep of een andere vorm van onderwijs, krijgen de ouders/verzorgers een verwijzingsadvies. Een kind blijft tot maximaal 7 jaar in de kleutergroep.


11

6.2 Groepen 3, 4 en 5 Wanneer een kind de voorwaarden die nodig zijn om te komen tot rekenen, lezen, schrijven enz. redelijk beheerst, wordt het op ongeveer 7-jarige leeftijd in groep 3 geplaatst. Hier wordt, afhankelijk van het niveau van ieder kind, gestart met de leervakken (lezen, rekenen, schrijven enz.). De kinderen krijgen elke week een aantal woorden uit de methode ‘Veilig stap voor stap’ aangeboden en maken op speelse wijze kennis met het leren-lezen en leren-schrijven. Als alle woorden zijn behandeld wordt begonnen met de eenvoudige spellingsregels. Ook het rekenen neemt een belangrijke plaats in: begrippen als meer, minder, evenveel, splitsen, tellen enz. komen aan de orde. In een later stadium leren de kinderen ook om sommen te maken. Verder is er ruim aandacht voor schrijven, natuuronderwijs, catechese, expressie, tekenen, knutselen, bewegingsonderwijs enz. Vaak gebeurt dit in projectvorm. Elke dag krijgen de kinderen de gelegenheid om zelfstandig te werken. Tijdens het zelfstandig werken zijn de kinderen in de gelegenheid om naast de verplichte opdrachten ook keuzewerk te maken (zie planbord). Hiervoor is onder andere aangepast materiaal en de computer beschikbaar. In de groepen 4 en 5 worden de leerstof en de opdrachten uitgebreider en gaan de kinderen zich steeds verder verdiepen in de leervakken. Naast de leervakken is hier ruim aandacht voor de motorische ontwikkeling (zwemmen, gymnastiek), de sociaal emotionele ontwikkeling (luisteren naar elkaar, samen werken en samen spelen, sociale vaardigheden) en de creatieve ontwikkeling (tekenen, drama, muziek, knutselen enz.). In de groepen 4 en 5 zitten alle kinderen op basis van hun leeftijd en hulpvragen bij elkaar in dezelfde groepen/leerstroom. Toch bestaan er onderling verschillen met betrekking tot kennis, vaardigheden en mogelijkheden. Bij een aantal vakken hanteren we een convergente werkwijze waarbij de kinderen worden ingedeeld in een groep die weinig instructie/begeleiding vraagt, of in een groep die de basisinstructie/ basisbegeleiding nodig heeft of in een groep die aanvullende instructie/begeleiding vraagt. Op deze manier krijgt ieder kind de specifieke instructie/begeleiding die bij dat leervak nodig is.

6.3 Groepen 6, 7 en 8 Ook in de groepen 6, 7 en 8 werken alle kinderen in een langzame of snelle leerstroom, terwijl ook plaatsing in een combinatiegroep mogelijk is. Uiteraard hangt dat af van de individuele mogelijkheden van ieder kind. Leervakken als aardrijkskunde, geschiedenis, begrijpend lezen, spelling enz. krijgen hier specifieke aandacht. De hoeveelheid leerstof wordt steeds groter. We streven er daarbij naar om steeds meer tijd in te ruimen voor zelfstandig werken. Niet ieder kind kan dat echter zomaar, ook dat moet bewust aangeleerd worden. Klassikale momenten als samen discussiëren, samen luisteren naar een verhaal of instructie, samen muziek maken, samen iets vieren enz. blijven echter zeker behouden. Wanneer de kinderen ongeveer 13 jaar zijn stromen ze, na een advies voor vervolgonderwijs, uit naar de verschillende vormen voor voortgezet onderwijs. Dit advies wordt gegeven na onder andere afname en bespreking van het zogenaamde schoolverlateronderzoek. Het advies van de groepsleerkrachten speelt hierbij ook een grote rol. We vinden het belangrijk dat de kinderen zich in didactisch en sociaal-emotioneel opzicht steeds naar vermogen blijven ontwikkelen. Bij de leervakken gelden de kerndoelen die hiervoor zijn geformuleerd als leidraad. We streven ernaar deze kerndoelen, afhankelijk van de individuele mogelijkheden, zo dicht mogelijk te benaderen.


12

6.4 De vakken beter bekeken LEZEN Reeds in de kleuterschool worden de voorwaarden die nodig zijn om op termijn succesvol te kunnen starten met aanvankelijk lezen geoefend. Wanneer deze deelvaardigheden redelijk goed worden beheerst, wordt in groep 3 gestart met oefeningen uit de methodes ‘Veilig Leren Lezen’ en ‘Veilig Stap voor Stap’. Via structuurwoorden worden de letters aangeleerd om zodoende weer nieuwe woorden te kunnen vormen en lezen. Hiervoor zijn talrijke leesboekjes en leermiddelen beschikbaar. We streven ernaar ieder kind uiteindelijk óp of zo dicht mogelijk bij AVI-Plus te laten lezen. (AVI = niveaubepaling voor leestempo en aantal leesfouten). Daarna werken we met de methode ‘Estafette Nieuw’ (voortgezet lezen). Invoering van de methode Estafette Nieuw vormt een onderdeel van een Leesverbeterplan waarbij het leesonderwijs in de groepen en bij de R.T. wordt vernieuwd. Behalve goed en foutloos kunnen lezen en teksten kunnen verklaren, is plezier in lezen een belangrijk aandachtspunt. Daarom willen we de leesbeleving stimuleren d.m.v. het brengen van een bezoek aan de bibliotheek, deelname aan het Leesontbijt, boekbesprekingen, tentoonstellingen, spreekbeurten in de groep, enz. Het is ook belangrijk dat kinderen de afzonderlijke woorden, zinnen en tekstfragmenten goed begrijpen en hier relaties tussen kunnen leggen. Daarom starten we vanaf groep 4 met studerend / begrijpend lezen in de methodes ‘Nieuwsbegrip’ en ‘Goed Gelezen’. Op ‘De Windroos’ zitten ook kinderen die kenmerken van een leesstoornis (o.a. dyslexie) vertonen. Dit betekent dat hun leesontwikkeling ernstig is vertraagd of verstoord. Door middel van een specifiek behandelingsplan, aangepaste leestechnieken (o.a. ralfi-lezen, connect-lezen en leermiddelen (o.a. daisyspelers en softwareprogramma’s) proberen we de leesontwikkeling zo goed mogelijk te laten verlopen. Dit gebeurt tijdens de leeslessen in de groep en/of tijden de RT-lessen.

NEDERLANDSE TAAL Op onze school wordt gewerkt met de methode ‘Taal Aktief - 4’. Taal is bij uitstek een instrument om met elkaar in contact te komen, om een boodschap door te geven of van een ander te ontvangen. Het is ons inziens erg belangrijk dat kinderen leren om door middel van taalgebruik hun gedachten, gevoelens en mening leren uit te drukken (= spreken), maar ook om nota te nemen van alles wat anderen aan hen kenbaar willen maken (= luisteren). Dat bevordert in belangrijke mate ook de sociaal-emotionele ontwikkeling. Daarnaast is het uiteraard ook belangrijk dat kinderen foutloos leren schrijven (=spellen) en weten hoe je een boodschap correct moet formuleren (=stellen). Ook hierbij geldt dat een kind in staat moet zijn de boodschap zo goed mogelijk aan de ander over te brengen. Ten aanzien van spelling werken we met een spellingsmethode die systematisch leert hoe je woorden foutloos moet schrijven. Ten aanzien van stellen wordt door de leerkrachten veel extra begeleiding gegeven omdat veel kinderen van onze school het moeilijk vinden om hun boodschap correct en foutloos te formuleren. Op ‘De Windroos’ zitten ook kinderen waarbij sprake is van een vertraagde taal-/spraakontwikkeling. Deze kinderen krijgen naast de taallessen (mondeling en schriftelijk) in hun stamgroep, ook ondersteuning van de logopediste en de leerkracht - taalstimulering. (Zie verder 8.2.) Tijdens de logopedielessen en de lessen ‘taalstimulering’ wordt geprobeerd de woordenschat uit te breiden, de zinsbouw te verbeteren, de articulatie te verbeteren, de spreekvaardigheid in verschillende situaties te oefenen, enz. Ook de taalmethode bevat leerstof en oefeningen die speciaal geschikt zijn voor taalzwakke kinderen.

SCHRIJVEN Bij het vak schrijven werkt ieder kind op eigen niveau. Met behulp van de methode ‘Pennenstreken’ en andere leermiddelen (overtrekpapier, lijnenkaarten, pengrepen, oefenboekjes, software, enz.) streven we ernaar dat de kinderen zich in hun eigen tempo een handschrift eigen maken dat voldoende duidelijk is zodat het als een adequaat middel gebruikt kan worden om mee te kunnen communiceren. Voor kinderen met een zeer zwakke ‘fijne motoriek’ is een leerlijn uit de methode ‘Schrijfdans’ met bijbehorende leermiddelen beschikbaar.

REKENEN EN WISKUNDE Op ‘De Windroos’ wordt met betrekking tot het vakgebied rekenen en wiskunde vooral gewerkt met de nieuwe versie van de methode ‘Pluspunt’ en ‘Maatwerk’ + de bijbehorende softwareprogramma’s. Het afgelopen schooljaar is gebruikt om uit deze 2 methodes een aantal leerlijnen te ontwikkelen die geschikt zullen zijn voor zowel de betere als voor de zwakkere rekenaars. Uitgangspunten hierbij zijn: Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

13

-

de leerstof moet aansluiten op de specifieke mogelijkheden van de kinderen en zowel herhalingsstof als verdiepingsstof bevatten, het ‘realistisch rekenen’ (rekenbewerkingen toe kunnen passen in de dagelijkse praktijk) moet steeds duidelijk herkenbaar zijn, de leerlingen moeten vlot en flexibel kunnen omgaan met oplossingsstrategieën de leerlingen moeten problemen zelfstandig en in groepsverband kunnen oplossen, de leerlingen moeten in staat zijn hun kennis en vaardigheden zinvol toe te passen in gevarieerde contexten.

Het zal duidelijk zijn dat niet alle leerlingen, door onder andere een lagere intelligentie, een vertraagde ontwikkeling of specifieke leer- of gedragsproblemen, in staat zullen zijn de doelen van de methode te halen. In dat geval wordt geprobeerd om in elk geval de in de methode gestelde minimumdoelen te halen of ze zo dicht mogelijk te benaderen. Hierbij wordt dan geprobeerd voor deze leerlingen een (praktisch gericht) minimumprogramma samen te stellen uit meerdere methodes (=individuele leerlijnen). Optellen, aftrekken, delen, vermenigvuldigen, breuken, geld, klok kijken, meten, procenten enz zijn daarbij de oplossingsstrategieën die kunnen worden gebruikt om rekenvraagstukken op te lossen.

WERELDORIËNTATIE In de groepen wordt veelvuldig gepraat over gebeurtenissen uit de wereld om ons heen. Door middel van kringgesprekken, thema’s, projecten, actualiteit, excursies enz. proberen we de kinderen inzicht bij te brengen in de wereld waarin we leven en hen kennis te laten nemen van het heden en het verleden, van de aarde en onze samenleving. In de laagste groepen gebeurt dit vooral op een speelse en thematische manier. In de hogere groepen wordt daarnaast gebruik gemaakt van actuele methodes. Bij het vak geschiedenis gaat het erom dat kennis omtrent het verleden wordt overgedragen aan deze generatie. We streven ernaar de kinderen een kritische en waarderende houding te laten ontwikkelen bij hun kennismaking met vroegere en hedendaagse culturen. Op die manier kunnen ze kennis maken met verschillende sociale, politieke, economische en culturele aspecten van de samenleving vroeger en nu. Een tijdlijn, videofragmenten, school TV-programma’s, vertelplaten, werkboekjes, verhalen enz. rangschikken deze kennis op een manier die aansluit op de belevingswereld van de kinderen. Bij het vak aardrijkskunde proberen we de kinderen inzicht te geven in de manier waarop de natuur en het menselijk handelen de inrichting van de omgeving kunnen beïnvloeden. Dit gebeurt zowel binnen onze eigen omgeving, Nederland, Europa als de overige werelddelen. We vinden het ook belangrijk dat de kinderen over enige parate geografische kennis (topografie) beschikken om zodoende een bepaald gebied in kaart te kunnen brengen. De hoogste groepen worden wekelijks door middel van het school TV-weekjournaal op de hoogte gehouden van de meest actuele gebeurtenissen. Ook landkaarten, werkboekjes, atlassen en praatplaten helpen de kinderen om zich te oriënteren op hun omgeving en de wereld om hen heen. Dit schooljaar wordt er voor zowel aardrijkskunde als geschiedenis gewerkt met nieuwe, eigentijdse methodes die voldoen aan de kerndoelen. Hiervoor wordt momenteel een invoeringtraject uitgevoerd. Met het vakgebied natuur & techniek willen we de kinderen laten ervaren op welke manieren de natuur en techniek een steeds belangrijker rol spelen in ons dagelijks leven en hen laten ontdekken welke mogelijkheden deze aspecten bieden (zie ook wereldoriëntatie en ICT). Hiervoor maken we gebruik van een nieuwe methode ‘Natuniek’ en school-TV programma’s, excursies, praatplaten en kopieermappen. Tenslotte wordt door middel van projecten en thema’s ook ruim aandacht besteed aan de vakgebieden: - geestelijke stromingen, - bevordering van gezond en redzaam gedrag, - oriëntatie op mens en wereld, - burgerschapsvorming en sociale integratie - verkeersveiligheid. Vaak zijn deze thema’s ook verweven in actuele gebeurtenissen die in de ons omringende wereld plaatsvinden. Waar mogelijk worden ze dan spontaan besproken en uitgediept zodat de kinderen steeds meer inzicht krijgen in zichzelf en de relaties met de hen omringende wereld.

LEVENSBESCHOUWELIJKE COMMUNICATIE Voor het vormingsgebied Levensbeschouwing gebruiken we als basismateriaal de methode ‘Hellig Hart’, de 6 Levensvragen en het eigen schoolproject ‘Schoolregels’. Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

14

Kinderen worden niet als katholiek, als protestant, als moslim of als humanist geboren. Ze groeien op en er borrelen vragen bij ze op. Vragen die voortkomen uit wat ze zien, horen, dus: meemaken: dood, vriendschap, pesten, liefde, ziekte, God, enzovoort. En ze willen antwoorden. Ieder van ons kent wel het eindeloos doorvragen van kinderen. Kinderen vragen als het ware bouwstenen voor hun eigen levensverhaal. Ze zijn als het ware bezig hun eigen levensbeschouwelijke visie te ontwikkelen. Als school proberen we deze ontwikkeling te begeleiden. Juist op school komen ze in aanraking met kinderen met andere of gelijksoortige vragen en verhalen uit verschillende culturen en levensbeschouwelijke milieus. Levensvragen en cultuurverschillen vragen op onze school om een goede communicatie. We vinden het belangrijk dat ieder kind zichzelf kan zijn maar ook rekening houdt met anderen, respect toont voor anderen en andere opvattingen respecteert. Voor ons blijft steeds de centrale vraag: hoe scheppen wij voorwaarden voor gemeenschapszin en sociale verbondenheid in een cultuur die zich steeds meer individualiseert? We weten dat we geen aanbod van antwoorden kunnen aanbieden vanuit één levensbeschouwing. We willen uitgaan van de vragen die kinderen, ouders en leerkrachten stellen. We zijn dus zoekende onderweg om een eigen keuze te maken in de samenhang en richting van ons leven. Dat doen we bijv. door ervaringen te spiegelen aan verhalen uit de verschillende geloofstradities. De kinderen werken dat dan uit door middel van verschillende aangeboden werkvormen. (werkbladen, drama, dans, t.v uitzending, stilteoefening, gesprek, discussie, tekenen enzovoort). En dat alles onder ons motto: de kinderen krijgen geen boodschap mee, maar ze leren zélf boodschappen doen! Deze uitgangspunten zijn onlangs verwoord in een vernieuwde visie die door het team is vastgesteld.

BURGERSCHAPSVORMING EN SOCIALE INTEGRATIE Als school voor speciaal basisonderwijs willen we dat onze leerlingen zich zoveel mogelijk ontplooien en bereiden we ze voor op deelname aan onze samenleving. Kinderen moeten zich ervan bewust zijn dat ze burgers zijn van een stad, dit land en deze wereld en dat dit verantwoordelijkheden met zich meebrengt. We willen de leerlingen stimuleren deel te nemen aan onze democratische samenleving deel te nemen en vorm te geven aan actief burgerschap en sociale integratie. Daar heb je kennis voor nodig (hoe zit de samenleving in elkaar?), maar ook vaardigheden (bijvoorbeeld hoe discussieer je respectvol met elkaar?) en is het bovendien van belang dat je leert handelen vanuit ‘met elkaar gedeelde waarden en normen’. Burgerschapsvorming leert jonge mensen m.b.v. de basiskennis, vaardigheden en houding een actieve rol te spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Ze maken daarbij kennis met begrippen als democratie, grond- en mensenrechten, duurzame ontwikkeling, conflicthantering, sociale verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid en het omgaan met de maatschappelijke diversiteit. Deze kennis en vaardigheden komen regelmatig aan de orde tijdens de uitzendingen van school-TV (o.a. actualiteit), de lessen taal (communicatie),sociale vaardigheden, levensbeschouwing en wereldoriëntatie. Belangrijk is ook dat deze kennis niet alleen uit het boekje wordt geleerd maar ook door te oefenen in de praktijk. Bij burgerschapsvorming staan 3 domeinen centraal: democratie, participatie en identiteit. De school hanteert daarbij ‘de leerlijn voor burgerschapsvorming’ van het SLO bij het verwerken van de domeinen en leerinhouden in het onderwijsprogramma. Deze leerlijn sluit aan bij de kerndoelen die hiervoor zijn geformuleerd en biedt mogelijkheden burgerschapsvorming aan te laten sluiten bij en te integreren met andere vakgebieden.

EXPRESSIEVAKKEN Bij de expressievakken tekenen en handvaardigheid geven we de kinderen ruimschoots de gelegenheid om op hun eigen niveau hun creatieve ideeën vorm te geven, zowel in het platte als in het ruimtelijke vlak. Hiervoor staan verschillende materialen ter beschikking: potloden, wasco, verf, ecoline, constructieve of kostenloze materialen. Het gaat er hierbij steeds om kinderen kennis te laten maken met de verschillende technieken, materialen en beeldaspecten waarbij ze tevens leren om de werkstukken van zichzelf en van anderen te waarderen. Onderwerpen die door de kinderen of door de leerkracht worden aangedragen uit de omgeving of uit methodes staan hierbij meestal centraal. ‘De Windroos’ beschikt ook over een vakleerkracht voor muziek. Op die manier zijn we in de gelegenheid kinderen naar muziek te laten luisteren, muziek te beoefenen en om met elkaar over muziek te spreken. Door de grote variatie aan technieken, instrumenten en expressievormen ontwikkelen de kinderen geleidelijk een voorkeur voor een bepaalde muziekstijl. Daarnaast geven de groepsleerkrachten uiteraard ook zelf muzieklessen in hun groep.


15

BEWEGINGSONDERWIJS Vanzelfsprekend speelt bij de ontwikkeling van de totale persoonlijkheid (motorisch, sociaalemotioneel, creatief en intellectueel) het bewegen een zeer belangrijke rol. Bewegingsonderwijs voor kinderen van 4 t/m 8 jaar is zelfs een voorwaarde om tot een goede begripsvorming en taalgebruik te komen. We streven ernaar de kinderen inzicht te geven in de verschillende bewegingsmogelijkheden en hun kennis hieromtrent steeds meer te vergroten. Op die manier ontwikkelen ze een positieve houding ten opzichte van de bewegingscultuur. Het plezier in (leren) bewegen in relatie tot jezelf of samen met anderen staat hierbij centraal. De kleuters krijgen dagelijks bewegingsonderwijs in de gymzaal of tijdens het buitenspel. Vanuit het zelfontdekkend bezig zijn, leren ze de ruimte om hen steeds beter te verkennen. In de hogere groepen wordt uitvoerig stil gestaan bij de onderwerpen: spel, gymnastiek, atletiek, bewegen op muziek en zwemmen. Op ‘De Windroos’ zitten ook kinderen waarbij de motorische ontwikkeling vertraagd verloopt of zelfs stagneert. Voor deze kinderen wordt Motorische Remedial Teaching (MRT) gegeven waarbij op aangepast niveau in kleine groepjes wordt geprobeerd deze motorische problemen te verhelpen. Beide vakleerkrachten gymnastiek van ‘De Windroos’ zijn bevoegd voor het geven van deze MRTlessen. Op die manier kunnen we ook extra zorg bieden aan die kinderen waarbij de motorische ontwikkeling niet zo vanzelfsprekend verloopt.

INFORMATIE- EN COMMUNICATIE TECHNOLOGIE (ICT) In het huidige onderwijs kunnen leerlingen steeds meer op eigen niveau werken. Er zal een uitdaging geboden moeten worden aan alle leerlingen. De computer kan hierbij een welkome aanvulling zijn. Door het gebruik van de computer in de klas bereiden we de leerlingen voor op een wereld waarin informatieverwerking belangrijk is. De leerlingen moeten op een gegeven moment verantwoord en doelbewust gebruik kunnen maken van de computer. Dat betekent bijvoorbeeld dat: -

ze een tekst kunnen maken en bewerken ze globaal weten welke mogelijkheden (digitale) informatiemedia hebben ze met behulp van de computer digitale leermiddelen gebruiken.

Kortom: we willen de leerlingen inwijden in de wereld van de Informatie en Communicatie Technologie (ICT) en ze op een verantwoorde manier leren omgaan met de talrijke mogelijkheden. In het ICTprotocol staan de grenzen en de verantwoordelijkheden bij dit verantwoord leren omgaan beschreven. Dit wordt actief door het personeel bewaakt en regelmatig met de kinderen besproken.

6.5 Een doorgaande leerlijn Om de leerlingen maximaal te laten profiteren van het onderwijs is voor de vakgebieden aanvankelijk- en voortgezet technisch lezen - begrijpend lezen - spelling - taal - rekenen - schrijven een doorgaande leerlijn ontwikkeld en zijn afspraken gemaakt over de organisatie van het lesprogramma, gebruik van leermiddelen, lesdoelen, toetsing en registratie van de resultaten. Deze afspraken zijn vastgelegd in protocollen en worden jaarlijks door de betreffende vakgroep bewaakt, plenair besproken en waar nodig bijgesteld. Op die manier kunnen de kinderen zich stapsgewijs langs een passende, doorgaande lijn verder ontwikkelen. De school investeert veel in het leren zelfstandig te werken. We vinden het belangrijk dat kinderen leren zelfstandig taken uit te voeren, problemen op te lossen en verantwoordelijkheid daarvoor te dragen. Bovendien maakt zelfstandigheid kinderen zelfbewust en competent omdat ze hierdoor in staat zijn eigen keuzes te maken. Tijdens het lesprogramma gebruiken we o.a. planborden, weektaken, lesbrieven en taakbrieven als instrumenten om de kinderen te leren hun opdrachten naar eigen inzicht te plannen en uit te voeren. Aan het eind van de week wordt het zelfstandig werken geëvalueerd en worden ontwikkelingspunten afgesproken. Ook hierbij is belangrijk een doorgaande lijn te ontwikkelen zodat kinderen steeds kunnen voortbouwen op dat wat ze geleerd hebben. De doorgaande lijn voor zelfstandig werken is beschreven in het protocol ‘zelfstandig werken’ en bevat doelen, richtlijnen en afspraken over de manier waarop het zelfstandig werken op ‘De Windroos’ wordt vormgegeven. In deze paragraaf wordt globaal beschreven op welke manier we vorm en inhoud geven aan de verschillende vakgebieden. In het Schoolplan 2011-2015 wordt per vakgebied beschreven welke leerstof, werkvormen, leermiddelen en doelen we hierbij gebruiken. Dit schoolplan ligt ter inzage op ‘De Windroos’. Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

16

7.

Een fijne, veilige school

Voor een goed leerklimaat is veiligheid erg belangrijk; veiligheid in alle opzichten. SBO ‘De Windroos’ hecht er veel waarde aan dat iedereen zich veilig voelt; dat geldt voor zowel leerlingen, personeel, ouders/verzorgers en bezoekers. De Stg. KONOT heeft in een protocol ‘Veilig op school; uw en onze zorg!’ een aantal beleidspunten geformuleerd over relevante aspecten van een veilige school. Deze uitgangspunten gelden uiteraard ook voor onze school. Het protocol ligt voor iedereen ter inzage op beide locaties. Daarnaast heeft het team van ‘De Windroos’ aanvullende protocollen opgesteld waarin gedragscodes en afspraken/verantwoordelijkheden staan beschreven bij conflicthantering bij onhandelbare kinderen. PEDAGOGISCH KLIMAAT De school creëert een klimaat op basis van gelijkwaardigheid en respect waarin iedereen zich veilig voelt. Hierbij staat het sociaal-emotionele en lichamelijke welbevinden voorop. In ons onderwijs richten we de leeromgeving zodanig in (o.a. onderwijs op maat) dat een kind tot een optimale persoonlijkheidsontwikkeling kan komen voor een stabiele plaats in de maatschappij. De school ruimt daarom veel aandacht en tijd in voor een prettig, veilig en open schoolklimaat. In het lesprogramma wordt ook veel aandacht geschonken aan ‘het omgaan met jezelf en met elkaar’. GEDRAGSCODE Voor veiligheid en omgang is voor ‘De Windroos’ een gedragscode opgesteld met als doel: ‘Het scheppen van een schoolklimaat dat zich kenmerkt door openheid veiligheid, acceptatie, respect en vertrouwen. Een dergelijk klimaat is een voorwaarde voor alle medewerkers en leerlingen van onze school om optimale werkprestaties en leerprestaties te kunnen leveren’ In de gedragscode zijn op basis van wetgeving 10 gedragsregels opgenomen: 1. Een personeelslid/leerling maakt geen misbruik van zijn of haar macht. 2. Een personeelslid/leerling geeft een ander geen ongewenste seksueel getinte aandacht. 3. Een personeelslid/leerling discrimineert een ander niet. Dat betekent dat hij/zij geen enkele vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur toepast waardoor de rechten van gelijkheid en of fundamentele vrijheden van anderen aangetast worden. 4. Een personeelslid/leerling geeft geen uiting aan racistische opvattingen. Dit betekent dat hij/zij geen mening geeft over de superioriteit of inferioriteit van lichamelijke kenmerken van mensen, van hun cultuur of beide. 5. Een personeelslid/leerling spreekt een ander niet aan op uiterlijke of seksuele geaardheid. 6. Een personeelslid/leerling valt een ander niet fysiek en/of psychisch lastig, bedreigt een ander niet, valt een ander niet aan en negeert een ander niet. 7. Een personeelslid/leerling vernielt en/of verstopt geen eigendommen van een ander. 8. Een personeelslid/leerling dringt zijn/haar mening niet op aan een ander. 9. Een personeelslid/leerling dringt niet binnen in de persoonlijke levenssfeer van een ander. 10. Een personeelslid/leerling houdt zich aan deze gedragsregels en ziet erop toe dat deze gedragsregels ook door anderen worden nageleefd.

CONFLICTHANTERING Wanneer blijkt dat de gedragscode niet wordt nageleefd kunnen -indien gewenst- de schoolcontactpersonen (mevr. Coby Gering of mevr. Daniëlle Zekhuis) worden ingeschakeld. In bijzondere situaties kan een leerling zelfs worden geschorst of verwijderd van school. Hiervoor heeft de school een apart stappenplan gemaakt waarin de acties en verantwoordelijkheden van alle betrokkenen staan beschreven. Zie protocol ‘conflicthantering bij onhandelbare kinderen’


17

7.1 Het schoolklimaat De kinderen die op ‘De Windroos’ worden geplaatst hebben vaak uiteenlopende onderwijsbehoeftes en mogelijkheden. Deze diversiteit vraagt van iedereen dat ze om leren gaan met de verschillen die er zijn. De basis van het om kunnen gaan met verschillen is respect voor jezelf en elkaar. Alleen dan kan er een fijn pedagogisch klimaat ontstaan, voelen de kinderen zich veilig en kunnen ze zich verder ontplooien. Op school schenken we veel aandacht aan basisbegrippen zoals ‘relatie’, ‘competentie’ en ‘autonomie’. Deze 3 basisvoorwaarden dienen voldoende aanwezig te zijn wanneer we kinderen verder willen stimuleren. Daarnaast willen we de kinderen leren om zelfstandig, verantwoordelijk, creatief en kritisch te leven waarbij waarden en normen bepalen wat wel of niet acceptabel is. Ons schoolklimaat kenmerkt zich in de klassen door rust en regelmaat. Hierbij gelden duidelijke gedragsregels. Deze gedragsregels moeten door iedereen gerespecteerd worden. We wijzen de kinderen steeds weer op deze gedragsregels en leren hen die zo goed mogelijk te hanteren. Bij een overtreding wordt ook over het nut en de noodzaak van de gedragsregel gesproken. Er wordt veel energie gestoken in het aanleren van de sociale vaardigheden die nodig zijn om goed te kunnen samenspelen en samenwerken. Zo leren de kinderen, naast de leervakken, ook hun zelfvertrouwen en zelfkennis verder te ontwikkelen. We proberen dit te bereiken door middel van kringgesprekken, projecten en vieringen. Kinderen met leeren gedragsproblemen vragen veel extra tijd en een intensieve begeleiding om sociaal en leertechnisch vaardiger te worden. Wanneer we merken dat een kind, in vergelijking met enkele maanden daarvoor, ontwikkeling laat zien ten opzichte van zichzelf zijn we op de goede weg.

7.2 Als uw kind niet graag naar school gaat Als uw kind niet graag naar school gaat, willen we graag me u praten om er achter te komen wat de reden daarvan is. Het kan zijn dat uw kind zich niet prettig voelt op school, dat het problemen heeft met de leerstof of bij de omgang met andere kinderen of het personeel van onze school. Wanneer dat het geval is proberen we samen met u maatregelen te treffen ter verbetering. Graag naar school gaan is immers een absolute voorwaarde om je verder te kunnen ontwikkelen tijdens het spelen en leren. We proberen op verschillende manieren een veilig en fijn schoolklimaat te scheppen. De sfeer, de relaties en de onderlinge omgang tussen de kinderen wordt regelmatig besproken in de groep. Hierbij spelen normen, waarden en (on)acceptabel gedrag een belangrijke rol. Pesten is een ander onderwerp dat de laatste tijd in de media veel aandacht krijgt. Ook onze school probeert te voorkomen dat er kinderen zijn die gepest worden. We besteden regelmatig aandacht aan dit fenomeen in alle groepen. Kinderen en ouders kunnen te allen tijde met klachten op dit gebied terecht bij de directie of bij de schoolcontactpersonen die hiervoor op school zijn aangesteld. Deze schoolcontactpersonen (SCP) zijn ook beschikbaar als er sprake mocht zijn van seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie of geweld. Zij zijn hierin extra geschoold en zullen proberen u en uw kind verder te helpen. Op onze school kunt u terecht bij: -juf Coby Gering

0541 - 53 24 18 (school) 0541 - 51 35 34 (privé)

-juf Daniëlle Zekhuis 0541 - 53 24 18 (school) 0541 - 35 05 87 (privé) Door het bestuur is een werkgroep ingesteld die een protocol inzake ongewenste intimiteiten en dergelijke heeft opgesteld. Dit protocol ‘Veilig op school; uw en onze zorg!’ ligt ter inzage op school. (zie ook par. 7.4 ‘Klachtenregeling’)

7.3 De vieringen en festiviteiten op ‘De Windroos’ ‘Samen vieren’ neemt een belangrijke plaats in op onze school. Zo wordt ruim aandacht besteed aan de jaarfeesten als Sinterklaas, Kerstmis, carnaval, Pasen enz. Daarnaast organiseren we jaarlijks schoolreisjes, een schoolkamp voor schoolverlaters en een spelletjesdag. Waar nodig kunnen we rekenen op de hulp van doe-ouders of leden van onze oudervereniging. Wanneer er een festiviteit of Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

18

viering staat gepland wordt u hierover, indien nodig, vooraf per brief geïnformeerd. Ook de leerkrachten zijn gaarne bereid u hierover te informeren. De sportdagcommissie van de gemeente Oldenzaal organiseert elk jaar een sportdag waaraan alle kinderen uit de hoogste groep van alle aangesloten scholen deelnemen. Ook “De Windroos” neemt hieraan deel met de groepen 7 en 8. Wanneer u uw kind/pupil deel wilt laten nemen aan de voorbereidingen op de Eerste Heilige Communie of het Heilig Vormsel dan kunt u dat aan ons kenbaar maken. Uw kind/pupil kan dan deelnemen aan de voorbereidingen zoals die op de basisschool (binnen de parochie), waarvan het meestal afkomstig is, plaatsvinden. Een en ander gebeurt in nauw overleg met de betreffende basisschool, de ouders en “De Windroos”. Laat het ons tijdig weten wanneer u uw kind wilt laten deelnemen aan de voorbereidingen dan overleggen we met de betreffende basisschool in uw parochie. Aan het einde van het schooljaar organiseren de leerlingen uit de schoolverlatersgroepen een feestelijke afsluitingsavond voor personeel en ouders. Hiermee sluiten ze hun schoolloopbaan op ‘De Windroos’ af. Aan het begin van het schooljaar organiseren we voor alle groepen een schoolreisje of schoolkamp. Doel is onder andere elkaar op een ongedwongen, speelse manier te leren kennen en zodoende de groepsbinding optimaal te laten verlopen. Over het tijdstip en de organisatie ontvangt u te zijner tijd nader bericht. Leerlingen die later in het schooljaar instromen, geven wij de gelegenheid deel te nemen aan het schoolreisje op de vorige school. Wanneer excursies, schoolreisjes of andere uitstapjes worden georganiseerd zijn alle kinderen en begeleiders verzekerd tegen ongevallen op basis van een collectieve scholierenongevallenverzekering. (Zie ook par. 13.5 ‘Schoolverzekering kinderen’). Om al deze vieringen en activiteiten te kunnen bekostigen wordt er jaarlijks een grote ‘bloembollenactie’ georganiseerd. Kinderen van ‘De Windroos’ verkopen bloembollen aan buren, familie en bekenden. Een deel van de opbrengst komt ten goede aan ‘De Windroos’. Samen met de bijdragen van de oudervereniging zijn we in staat de verschillende festiviteiten te bekostigen waardoor de kinderen jaarlijks kunnen genieten van de verschillende feestelijke hoogtepunten.

7.4 Klachtenregeling. Inleiding Waar mensen werken, gaat er ook wel eens iets mis en is het goed als we daarover met elkaar in gesprek gaan. Wat kan er zoal mis gaan? U kunt bijvoorbeeld ontevreden zijn over de manier waarop zaken op school geregeld zijn, over de manier waarop leiding wordt gegeven, de wijze waarop de leerkracht van uw kind in een bepaalde situatie heeft gehandeld en daarvan melding willen maken. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in eerste instantie in goed overleg tussen betrokkenen worden opgelost, eventueel met tussenkomst van de directie of de schoolcontactpersoon. Indien bij de schoolcontactpersoon een melding wordt ingebracht, wordt de directeur hiervan op de hoogte gesteld. Als betrokkenen er echter onderling niet uitkomen is het goed om over een regeling te beschikken dat de individuele rechten vastlegt en zorgvuldig interne rechtswegen aangeeft. Ook Konot beschikt ook over zo’n regeling. Hieronder ziet u een schema waarin de klachtenprocedure wordt samengevat. Uiteraard kunt u er van uitgaan dat uw melding/klacht vertrouwelijk wordt behandeld. Schema meldingen/klachtenprocedure Klager

 melding/klacht 

Aangeklaagde

over: 1. algemene of organisatorische zaken (overblijfregeling, schoonmaak, onderhoud, sponsoring, enz) Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

19

2. onderwijskundig of pedagogisch handelen (begeleiding van leerlingen – strafmaatregelen – beoordeling van leerlingen – inrichting van de schoolorganisatie enz.) 3. ongewenst gedrag van leerlingen, medewerkers, directie in de schoolcontext (b.v. pesten, agressie/geweld, seksuele intimidatie en ongewenste intimiteiten, discriminatie /racisme) 4. vermeend zedendelict op school 5. misbruik, mishandeling, verwaarlozing en andere ernstige problemen in de privé-situatie Hieronder treft u de route aan die -afhankelijk van het type melding/klacht- gevolgd wordt. Een verklaring van de afkortingen leest u onderaan deze paragraaf. 1 Algemeen of organisatorisch

2 Onderwijskundig of pedagogisch handelen Gesprek ouder leerkracht

3 Ongewenst gedrag

4 Zedendelict op school

SCP

Meldplicht voor personeel bij bestuur SCP: meldplicht

schooldirectie

schooldirectie

SCP informeert schooldirectie

CvB Konot

(externe) VP CvB Konot

(externe) VP CvB Konot

Klachtencommissie

Klachtencommissie

Klachtencommissie

Meldplicht schooldirectie bij CvB Konot

5 Ernstige problemen in privé-situatie Leerkracht / leerling e SCP (1 actie) in samenwerking met ZAT /schoolarts/ AMK /jeugdzorg schooldirectie + SCP: in oudergesprek zorg uitspreken

CvB Konot spreekt vertrouwensinspecteur Aangifte bij politie

Toelichting De route in de klachtenregeling is afhankelijk van het type melding of klacht. In de eerste twee kolommen gaat het om meldingen en klachten over zaken die op schoolniveau misgaan, hetzij op organisatorisch gebied (bijvoorbeeld melding met betrekking tot slechte hygiëne) of meer op onderwijskundig of pedagogisch gebied (oneens met keuze van een bepaalde werkwijze). In de derde kolom gaat het om meldingen en klachten over zaken die op groepsniveau of schoolniveau misgaan ten aanzien van ongewenst gedrag als pesten, agressie, seksuele intimidatie en ongewenste intimiteiten en discriminatie & racisme. In de vierde kolom (melding m.b.t. vermeend zedendelict) zijn we verplicht hiervan onmiddellijk aangifte te doen bij de politie. De vijfde kolom betreft zaken die mis kunnen gaan in de privé-situatie van kinderen. Hoewel de school hiervoor geen directe verantwoordelijkheid draagt, wordt met de weergegeven procedure blijk gegeven van de maatschappelijke verantwoordelijkheid. In de regeling zijn verschillende mensen/functionarissen betrokken. Een aantal hiervan behoeft wellicht toelichting. De schoolcontactpersoon is door de school aangewezen (en is veelal een leerkracht). Hij of zij kan de klager eerste opvang bieden, bijstaan, en advies geven en zo mogelijk helpen of bemiddelen om tot een oplossing te komen. Hij of zij kan de klager zo nodig doorverwijzen naar de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon is een externe functionaris die de klager bijstaat en van advies dient. Daarnaast bemiddelt hij of zij bij het vinden van een oplossing, adviseert en ondersteunt eventueel bij het eventueel indienen van een schriftelijke klacht en de verdere procedure bij de klachtencommissie. Tevens kan de vertrouwenspersoon de klager doorverwijzen naar een gespecialiseerde hulpverleningsinstantie. Het College van Bestuur van Konot kan worden benaderd indien er geen oplossing is gevonden en/of het probleem het schoolniveau overstijgt. Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

20

De klachtencommissie is een externe commissie die ingeschakeld kan worden indien er geen oplossing is bereikt door eerdere stappen. Deze commissie neemt kennis van de klacht, onderzoekt of er sprake is van verwijtbaar handelen binnen één van de genoemde categorieën. De commissie adviseert vervolgens Konot over de (on)gegrondheid van de klacht, de zo nodig te nemen maatregelen en de overige door Konot te nemen besluiten. Voor de volledige tekst van de regeling verwijzen wij u naar de Klachtenregeling Konot die op elke school ter inzage ligt. Uiteraard blijft de weg open om (ook) contact te zoeken met de vertrouwensinspecteur. Gebruikte afkortingen: SCP Schoolcontactpersoon CvB College van Bestuur VP Vertrouwenspersoon KC Klachtencommissie AMK Algemeen Meldpunt Kindermishandeling ZAT Zorg Advies Team (waarin ook Jeugdgezondheidszorg en het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) betrokken zijn Als het doorlopen van bovenstaande route niet tot een oplossing leidt, kan een schriftelijke klacht bij de Klachtencommissie worden ingediend.

Belangrijke telefoonnummers: Schoolcontactpersonen:

juf Coby Gering juf Daniëlle Zekhuis

tel. 0541 53 24 18 tel. 0541 53 24 18

Vertrouwenspersonen: 0541-522996/06-12209651 of 06-39105707 Vertrouwensinspecteur (kantoor Zwolle): 0900-1113111

7.5 Beroepscode. Uitgangspunt Het klimaat en de cultuur op een school moeten dusdanig zijn dat vrouwen en mannen, waarbij een ieder een vol- en gelijkwaardige plaats inneemt, zich ‘thuis kunnen voelen’ en worden gestimuleerd tot een optimale ontwikkelingsprestatie. Daarbij zijn een gevoel van veiligheid en welzijn van belang. T.a.v. het ‘respectvol omgaan met elkaar’ hanteren we een beroepscode zoals hieronder vermeld:

Beroepscode Dit zijn gedragsregels ter voorkoming van seksuele en andere ongewenste intimiteiten, waaraan leerkrachten, en ander personeel, leerlingen en ouder(s)/verzorger(s) en stagiaires zich dienen te houden. Aanspreken op lichamelijke kenmerken Leerlingen en leerkrachten spreken elkaar niet aan op lichamelijke kenmerken. Mocht dit toch gebeuren dan is dit in overleg met de betreffende persoon om bijvoorbeeld iets bespreekbaar te maken. Ook worden er geen denigrerende opmerkingen gemaakt. Het op schoot nemen van leerlingen. Als leerlingen er behoefte aan hebben kunnen ze op schoot genomen worden, zeker als ze verdrietig zijn. In de groepen 5 t/m 8 worden in principe geen kinderen meer op schoot genomen. In voorkomende situaties wordt de nodige terughoudendheid in acht genomen.


21

Helpen bij het aan en uitkleden. In de groepen 1 t/m 3 wordt, daar waar nodig, door de betreffende leerkracht geholpen met aan- en uitkleden. Vanaf groep 4 gebeurt dit indien nodig in voorkomende noodsituaties (bijvoorbeeld bij een gebroken arm). Helpen /controleren bij douchen en afdrogen en in welke situaties In groep 3 helpt/controleert de leerkracht bij het douchen en aankleden. De aanwezigheid is ter controle. Hierbij wordt niet specifiek bij het aan en uitkleden toegekeken. Vanaf groep 4 wordt dit in principe niet meer gedaan. Het douchen van de leerkracht Als een leerkracht zich wil douchen gebeurt dit in een eigen kleedkamer/douche waar hij/zij gebruik van kan maken. Het in en uitlopen van de kleedkamers De leerkrachten van groep 1 t/m 4 houden toezicht zowel in de jongens- als meisjes kleedkamer. In de groepen 5 t/m 8 loopt de leerkracht niet in of uit in beide kleedkamers. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarbij van deze regel afgeweken moet worden. De leerkracht kondigt zijn/haar komst aan door op de deur te kloppen. Lichamelijk contact We raken kinderen niet aan op een manier die door hen als ongewenst kan worden ervaren. We denken hierbij aan in het nekvel pakken, aan de oren trekken, tik tegen de billen enz. Een aai over de bol en een schouderklopje kunnen wel. Eén op één situaties Wanneer een leerling na schooltijd op school wordt gehouden, worden de ouders hiervan op de hoogte gebracht. Als een leerkracht (en andere volwassenen waarvoor deze beroepscode geldt) met een leerling alleen in een ruimte is, moet ervoor worden gezorgd dat men zichtbaar is. Uit de aard van het docentschap vloeit voort de norm dat een leerkracht een zekere terughoudendheid betracht ten aanzien van het thuis uitnodigen van leerlingen. Indien dit wel gebeurt, dan alleen met de nodige waarborgen van toezicht en bekendheid bij anderen. Zonder medeweten van de ouders / verzorgers, worden leerlingen daarom niet bij personeelsleden thuis uitgenodigd. Bij voorkomende gevallen wordt reden en tijdsduur aangegeven. Het regelen van zaalwachten tijdens schoolkamp Zaalwachten worden afhankelijk van de situatie geregeld. Het is wenselijk dat er zowel mannelijke als vrouwelijke leerkrachten/begeleiders bij een schoolkamp aanwezig zijn. Apart slapen jongens, meisjes, en begeleid(st)ers tijdens schoolkampen Jongens en meisjes slapen in aparte slaapkamers. De begeleiders slapen als de situatie dat toelaat apart. Indien nodig slapen de mannelijke begeleiders bij de jongens en de vrouwelijke begeleiders bij de meisjes. Gedragsregels schoolkampen De gedragsregels worden eerst met de begeleiders doorgenomen en daarna met de leerlingen besproken. Tekeningen/moppen en discriminerende opmerkingen waarbij mannen/vrouwen als lustobject of minderwaardig worden aangeduid. Tekeningen, moppen filmpjes of sites enz. van dien aard worden niet getolereerd. Ook wordt er niet minderwaardig gedaan over seksuele geaardheid. Grappen en seksuele toespelingen die vernederend zijn worden afgekeurd en mogen niet gemaakt worden. Internetgebruik Voor het gebruik van internet geldt ook de bovenstaande regel. Om het gebruik van internet op school veilig te laten zijn is er een internet protocol aanwezig op school. In dit protocol staat tevens vermeld hoe de leerlingen dienen om te gaan met het gebruik van de computer. Wat betreft contacten tussen leerkrachten en leerlingen via Facebook, Hyves, MSN en e-mail geldt hetzelfde als voor het één op één contact met de leerlingen. Als er al sprake is van contacten, dan moeten deze een beroepsmatig karakter hebben. Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013 22

Afwijkende meningen bij het bespreken van gedragsregels. Als er omtrent de gedragsregels andere meningen zijn dan de thans gangbare, kan dit in het team besproken worden. Er kan gekeken worden of de gedragsregels veranderd kunnen worden. Als dit niet als wenselijk wordt gezien, blijven de regels gehandhaafd. Een andere mening wordt dan gerespecteerd, maar mag echter niet worden uitgedragen in daad en/of handeling wanneer dat botst met de door ons gestelde normen en waarden.

7.6 Schorsing en verwijdering Schorsing wordt als uiterste maatregel gehanteerd, wanneer aan de leerling en de ouders/verzorgers herhaaldelijk is aangegeven dat het gedrag van de leerling ontoelaatbaar is en de situatie desondanks niet verbetert. Het schorsen van een leerling is dan een maatregel om duidelijk te maken aan de leerling en de ouders/verzorgers dat de grens van aanvaardbaar gedrag is overschreden. Schorsing kan voor één of enkele dagen van toepassing zijn. Deze maatregel kan door de schoolleiding worden genomen in overleg met het schoolbestuur. Daarnaast dienen de redenen c.q. de noodzaak van de schorsing bij het besluit te worden vermeld. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen wordt een leerling van school verwijderd. In zo’n geval is er bijna altijd sprake van (herhaaldelijk) extreem/bedreigend/asociaal gedrag. In dat geval kan de directie besluiten om, in overleg met het schoolbestuur en de inspectie, de betreffende leerling 1 of meerdere dagen van school te schorsen. De betreffende ouders worden hierover direct telefonisch en schriftelijk ingelicht. Ook vindt er altijd een persoonlijk gesprek plaats met de ouders/verzorgers en de betreffende leerling. Van dit gesprek wordt een schriftelijk verslag gemaakt dat wordt bewaard in het betreffende leerlingendossier. Een en ander staat beschreven in het protocol ‘Veilig op school; uw en onze zorg!’. Daarnaast hanteert de school hanteert richtlijnen op basis van een protocol ‘conflicthantering’ waarin ook gedragscodes en procedures over schorsing/verwijdering staan beschreven. Op beide locaties van de school ligt een exemplaar van beide protocollen ter inzage.

‘Ga respectvol met elkaar om; doe bij een ander niets waarvan je ook niet wilt dat het bij jou gebeurt’.


23

8.

Onderwijs op maat op De W indroos

8.1 Leerlingen van en naar een andere school Zoals eerder vermeld worden op de ‘De Windroos’ alleen kinderen toegelaten die hiervoor van de PCL een beschikking hebben gekregen. Nadat de PCL positief over plaatsing heeft beslist, wordt er door de PCL een plaatsingsplan gemaakt. Hierin staat vermeld wat de problematiek is en welke specifieke begeleiding de leerling vraagt. Op basis van het plaatsingsplan bepalen de directie en de intern begeleider in welke groep het kind het best kan worden geplaatst en op welke manier de specifieke hulp moet worden georganiseerd. Het kan voorkomen dat een kind slechts gedurende een bepaalde tijd op ‘De Windroos’ blijft. Wanneer een kind zich bijzonder positief ontwikkeld en de hulpvragen minder groot worden is in principe terugplaatsing op een reguliere basisschool mogelijk. Eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat dit in de praktijk tot nu toe in beperkt mate voorkomt omdat plaatsing op ‘De Windroos’ alleen mogelijk is als de problematiek voldoende zwaar is. Ook kan het voorkomen dat de hulpvragen van het kind dermate groot en complex zijn dat deze op ‘De Windroos’ onvoldoende kunnen worden beantwoord. In dat geval wordt doorverwezen naar een vorm van speciaal onderwijs waar die hulp en/of expertise beter gegeven kan worden. Terugplaatsing of doorverwijzing gebeurt altijd in nauw overleg met de ouders maar de uiteindelijke beslissing wordt door de school genomen.

8.2 Hulp aan individuele kinderen De kinderen die onze school bezoeken hebben vaak een specifieke onderwijsbehoefte of begeleidingsbehoefte die extra begeleiding noodzakelijk maakt. Om die begeleiding goed te kunnen organiseren heeft de school een aantal mensen met een specifieke taak die er samen verantwoordelijk voor zijn dat alle kinderen waar nodig extra begeleiding krijgen. U moet hierbij denken aan de intern begeleiders (verantwoordelijk voor de organisatie van de leerlingenzorg), remedial teachers (verantwoordelijk voor de uitvoering van individuele begeleiding), de orthopedagoog + psychologisch assistente, de schoolmaatschappelijk werkster, de logopedisten, de MRT-leerkracht (Motorische Remedial Teaching) Al deze medewerkers verzorgen vanuit hun eigen vakgebied extra begeleiding aan de kinderen. Wanneer een kind op onze school is toegelaten wordt eerst bekeken hoe de extra zorg het beste gegeven kan worden en door welke persoon. Die extra hulp wordt vastgelegd in een plan van aanpak, waarvan ouders een afschrift ontvangen. Tijdens de extra begeleiding wordt periodiek besproken hoe de leerling zich ontwikkelt en op welke wijze de hulp moet worden voortgezet. Deze besprekingen noemen we leerlingbesprekingen en vinden twee keer per schooljaar plaats. Door middel van observaties, toetsen, het uitvoeren van de handelingsplannen en leerlingbesprekingen volgen we de ontwikkelingen van alle kinderen en kunnen we hen vraag-gestuurd begeleiden. Alle informatie over een kind wordt bewaard in het betreffende leerlingdossier dat door de ouders/verzorgers kan worden ingezien. Hebt u vragen over de ontwikkeling van uw kind neem dan gerust contact met ons op.

8.3 Motorische Remedial Teaching (MRT) Algemeen. MRT is het geven van specifieke hulp op motorisch gebied. (extra gym) Voor wie is het? Voor kinderen met problemen op motorisch gebied. Vaak in combinatie met gebrek aan zelfvertrouwen en/of faalangst. Waarvoor is het? Naast het verbeteren van de motoriek is het vergroten van het zelfvertrouwen een belangrijk aspect. De kinderen wordt geleerd inzicht te krijgen in allerlei bewegingssituaties om gemaakte fouten te leren herkennen en te verbeteren. Hert samenwerken met andere kinderen, omgaan met regels, afspraken maken en nakomen is tevens een belangrijk onderdeel van de les.


24

Welke activiteiten? De activiteiten die aangeboden worden lijken op de oefenstof die kinderen in de gymles ook krijgen. bijv. rollen/duikelen, huppelen/springen, klimmen/klauteren, tik- en balspelen en stoeispelen. Er wordt, meer dan in de gymles, de nadruk gelegd op het oefenen op eigen niveau. In een klein groepje (max. 10 kinderen) is individuele hulp beter mogelijk. Waar is het? Gymzaal - SBO De Windroos, Lariksstraat 11, 7572 DE Oldenzaal Wie geeft het? De lessen worden verzorgd door een leraar Lichamelijke Opvoeding die gespecialiseerd is in MRT. Hoe vaak? De kinderen volgen de MRT les 2x per week, gedurende 60 min. Resultaten. 2 keer per jaar krijgen de kinderen een motoriektest. De resultaten hiervan en de vooruitgang in de les wordt met de ouders besproken. In overleg met de MRT leerkracht is het mogelijk een MRT-les bij te wonen. Wat daarna? Na de MRT kan het kind een gerichte sportkeuze maken. Wanneer dat nog niet lukt is SPORTEXTRA een mogelijkheid. Contactpersoon: De heer B. Nordkamp, tel. 0541 53 24 18

8.4 Logopedie. Veel kinderen op onze school hebben een taal-/spraakachterstand. Om deze leerlingen te helpen en tevens de leesvoorwaarden intensief te trainen verzorgen wij logopedische begeleiding. Bij het inschakelen van de logopediste wordt uitgegaan uit van de hulpvraag van het kind. Die hulpvraag wordt in principe door de groepsleerkracht ingediend. De logopedie voor de leerlingen start zo vroeg mogelijk op, omdat we op jonge leeftijd meer effect van de logopedische behandeling verwachten dan op oudere leeftijd. Dat houdt dus in dat we veel logopedie geven aan de kinderen van 4 tot 9 jaar. Het streven zal erop gericht zijn om in de onderbouw een leerling 2x per week logopedie te geven afgewisseld met of in combinatie met groepslogopedie (in de klas of in een klein groepje bij de logopediste). In de bovenbouw zal de logopedie in groepjes van meerdere personen worden aangeboden. De coördinatie hiervan is in handen van het zorgteam (intern begeleiders en orthopedagoog). In de eerste week van het nieuwe schooljaar zullen de nieuwe leerlingen worden geïnventariseerd. Van de al in behandeling zijnde leerlingen worden de nieuwe handelingstrajecten vastgesteld. Bij vragen wordt U dringend verzocht contact op te nemen met de logopediste. Alleen logopedie op school is meestal niet voldoende voor een behoorlijke ontwikkeling, ondanks alle inspanningen. Daarom moet er ook nadrukkelijk aandacht zijn voor oefening thuis. Bij de (tussen-)evaluaties van de behandeling wordt aangegeven of de leerling huiswerk krijgt of niet.

8.5 Schoolmaatschappelijk werk. Vanwege een beperkt aantal uren zal onze schoolmaatschappelijk werkster, mevr. M. Vollenbroek zoveel mogelijk vraaggestuurd gaan werken. Dat wil zeggen, inschakeling van het schoolmaatschappelijk werk vindt plaats op basis van een hulpvraag van een kind/ouder/leerkracht/IB’er en dit naar aanleiding van aandachtspunten uit het plaatsingsplan, problematisch functioneren, oudergesprekken, leerlingbespreking en/of signalen van anderen. Aanvragen om ondersteuning door het schoolmaatschappelijk werk gaan in overleg met de IB-ers of rechtstreeks aan de schoolmaatschappelijk werkster; in dat geval wordt de IB-er hiervan in kennis gesteld. Tot slot past de PCL het onderwijskundig rapport zodanig aan dat er heldere, algemene informatie van de thuissituatie in het schooldossier aanwezig is. Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

25

8.6 De orthopedagoog Op onze school is de heer A. Vrijkorte op maandag en dinsdag werkzaam als orthopedagoog. Twee keer per jaar worden alle leerlingen in de groepsbespreking besproken. Aan deze bespreking nemen de leerkracht, de intern begeleider en de orthopedagoog deel. Belangrijk is, dat uw kind zich als persoon goed ontwikkelt en dat hij/zij voldoende leervorderingen maakt. Deze punten komen tijdens de groepsbespreking uitvoerig aan de orde. Tevens wordt er aandacht besteed aan de toekomstverwachting van uw kind. Bij bijzonderheden wordt er altijd contact opgenomen met de ouders. Naast deze consultatie is er enige ruimte voor nader psycho-diagnostisch onderzoek op het terrein van intelligentie, leerstoornissen en persoonlijkheid. Bij de schoolverlaters vindt er een hernieuwde niveaubepaling ( intelligentie ) plaats om tot een goed advies te komen richting het vervolgonderwijs. De uitslag van dit onderzoek wordt toegevoegd aan de gegevens van de leerkracht. Bij het verlaten van onze school wordt gestreefd naar een weloverwogen advies voor het vervolgonderwijs, waarbij leerniveau, persoonlijkheidsontwikkeling en intelligentie een essentiële rol spelen. Indien gediagnosticeerd, krijgt uw kind bij het verlaten van de school een dyslexieverklaring mee. Het origineel behoort aan de ouders en een kopie gaat naar het vervolgonderwijs. Adviezen over kinderen kunnen ouders of leerkrachten te allen tijde inwinnen bij de orthopedagoog.

8.7 Passend Onderwijs en Zorg Advies Teams (ZAT) De komende jaren zal het thema ‘Passend Onderwijs’ een belangrijke rol gaan spelen in het onderwijsveld. Schoolbesturen krijgen vanaf 2013 een zgn. ‘zorgplicht’ opgelegd die inhoud dat voor alle kinderen die onder een bestuur vallen een passend onderwijsarrangement moet worden aangeboden. Hiervoor is het o.a. noodzakelijk om verschillende typen scholen nauwer met elkaar en met instellingen uit de jeugdhulpverlening te laten samenwerken zodat zoveel mogelijk leerlingen met een specifieke hulpvraag in de eigen regio adequaat kunnen worden begeleid. Ook KONOT, het samenwerkingsverband en ‘De Windroos’ bezinnen zich op de vraag op welke manier we zoveel mogelijk leerlingen binnen de eigen regio kunnen opvangen. Een van de antwoorden hierop is intensievere samenwerking met partners uit de regio zodat meer gebruik kan worden gemaakt van de beschikbare kennis en faciliteiten. Ook wordt onderzocht welke speciale onderwijsvoorzieningen binnen het samenwerkingsverband moeten worden opgericht teneinde zoveel mogelijk thuisnabij onderwijs en begeleiding te kunnen geven. ‘De Windroos’ heeft de ambitie om de komende jaren uit te groeien tot een school waarin naast de SBO-leerlingen ook kinderen uit het speciaal onderwijs een begeleiding volgen. Daarnaast zal de rol van ‘De Windroos’ als instelling voor ambulante begeleiding worden versterkt ten behoeve van de reguliere basisscholen. In samenspraak met het team, de MR, het samenwerkingsverband en KONOT zullen hierover in het komende schooljaar afspraken worden gemaakt. Op alle scholen binnen het samenwerkingsverband is een Zorg Advies Team (ZAT) opgericht waarin de directeur, intern begeleider, algemeen maatschappelijk werker en schoolverpleegkundige zitting hebben. Het ZAT van De Windroos komt jaarlijks ca 13x bijeen om de ontwikkeling van leerlingen te bespreken en relevante informatie uit te wisselen. Het ZAT is feitelijk de schakel tussen school en jeugdhulpverlening waarin periodiek informatie en actiepunten op elkaar worden afgestemd zodat eventuele leerling- of gezinsproblemen tijdig en gezamenlijk worden opgemerkt en opgepakt.

8.8 Dyslexieprotocol voor het SBO Op ‘De Windroos’ zitten relatief veel kinderen met leesproblemen. Bij een aantal hiervan is sprake van een daadwerkelijke leesstoornis, ofwel dyslexie. Om deze kinderen aangepaste leesbegeleiding te kunnen geven is voor het onderwijsveld een dyslexieprotocol ontwikkeld met daarin richtlijnen en oefeningen om een leesstoornis tijdig te herkennen en te behandelen. Dit landelijke protocol wordt op bijna alle scholen in het Primair Onderwijs gebruikt. Het dyslexieprotocol kent ook een variant voor SBO-scholen. Het ‘dyslexieprotocol voor SBO’ geldt ook op ‘De Windroos’ als leidraad om kinderen met een leesstoornis adequaat te behandelen. De RT-leerkrachten op onze school gebruiken het protocol als uitgangspunt voor het opstellen van een handelingsplan voor kinderen met een vorm van dyslexie. Dit handelingsplan wordt tijdens de Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

26

rapportbespreking met u besproken. Wanneer een kind waarbij dyslexie is gediagnosticeerd doorstroomt naar het voortgezet onderwijs (VO) wordt door onze orthopedagoog een dyslexieverklaring toegevoegd aan het onderwijskundig rapport dat wordt gebruikt bij aanmelding voor het VO.

8.9 Leerlinggebonden financiering (LGF) Met ingang van 1 augustus 2003 bepalen landelijk vastgestelde criteria of een kind met een handicap of stoornis toelaatbaar is tot het speciaal onderwijs. Een commissie voor indicatiestelling (CVI) moet op basis van deze criteria een beschikking afgeven. Is deze beschikking positief dan hebben ouders de keuze om naar het speciaal onderwijs te gaan of naar het regulier onderwijs -inclusief het speciaal basisonderwijs- met leerlinggebonden financiering ofwel ‘het rugzakje’ (LGF). Het regulier onderwijs kan de faciliteiten uit het rugzakje gebruiken om het kind extra begeleiding te geven. De faciliteiten uit het rugzakje zijn voor het SBO minder omvangrijk dan voor het reguliere BAO omdat het SBO ook andere zorgfaciliteiten heeft die kunnen worden ingezet. Bij het toelaten of begeleiden van een kind met een LGF gaat het altijd om het belang van het kind en de mogelijkheden die de school heeft om het ontwikkelingsproces van het kind voldoende te ondersteunen. De afweging vindt plaats m.b.v. criteria (aard/zwaarte van de handicap, mogelijkheden van de school, contacten ouders/begeleiders, enz.) en vindt plaats aan de hand van een procedure die is beschreven in ons LGF-protocol. Dit LGF-protocol ligt ter inzage op school. Hierin wordt o.a. beschreven hoe de begeleiding van kinderen met een LGF is georganiseerd, op welke manier overleg wordt gevoerd met alle betrokken partijen. In dit schooljaar krijgen ruim 15 kinderen met een LGF (beperkte) begeleiding d.m.v. ambulante begeleiding vanuit een school voor speciaal onderwijs en de inzet van eigen personeel. De begeleiding en het ontwikkelingsperspectief worden verantwoord in een begeleidingsplan en een handelingsplan. De begeleiding wordt periodiek door de groepsleerkracht geëvalueerd en bijgesteld met alle betrokken partijen.

8.10 Werken op eigen niveau / met een aangepast programma Alle kinderen op onze school worden op basis van hun niveau en leeftijd bij elkaar in een stamgroep geplaatst. Afhankelijk van de werkwijze bij de verschillende vakgebieden volgen de kinderen lessen binnen hun eigen groep waarbij wordt gewerkt op verschillende instructie- en verwerkingsniveaus (convergent werken) of buiten hun groep (groepsdoorbrekend werken). Beide organisatievormen gebruiken we om tegemoet te komen aan de verschillende onderwijsbehoeften van de kinderen. Bij het werken in de eigen groep maken we gebruik van groepsplannen waarin voor een vastgestelde periode een ontwikkelingsperspectief (streefdoel) staat beschreven. Het is ook mogelijk dat kinderen individueel of in kleine groepjes les krijgen bij de logopediste of bij de (M)RT-leerkracht. In dat geval gebruiken we een individueel handelingsplan met een ontwikkelingsperspectief. Deze plannen en de resultaten worden periodiek met u geëvalueerd. Ook kan het voorkomen dat een kind om bepaalde reden niet kan en/of mag deelnemen aan een onderdeel van een lesprogramma In dat geval wordt er een vervangende onderwijsactiviteit aangeboden (conform Leerplichtwet, zie ook de hoofdstukken 13 en 14).

8.11 Sociale Vaardigheid ( SOVA ) Het blijkt dat steeds meer kinderen problemen ondervinden op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Kinderen die niet meedoen aan het groepsgebeuren missen de stimulans van sociale interacties en positieve rivaliteit. Zij ontberen daardoor fundamentele mogelijkheden tot het ontwikkelen van interpersoonlijke vaardigheden. Het ontbreekt hen aan sociale competentie, wat vaak een belangrijke voorspeller is voor het ontstaan van sociaal-emotionele problemen in de ontwikkeling van het kind. Kinderen met een tekort aan sociale vaardigheden kunnen op latere leeftijd extreem afhankelijk of teruggetrokken worden. Andere kinderen worden juist agressief of dominant in hun gedrag. Vaak is er sprake van een negatief of diffuus zelfbeeld. Training van sociale vaardigheden is een manier om kinderen hun probleemoplossend vermogen te laten vergroten, waardoor ze meer greep krijgen op hun situatie en hun zelfvertrouwen en Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

27

zelfwaardering (zelfbeeld) daardoor kan groeien. Op onze school gebruiken we hiervoor het programma ‘Kinderen en hun Sociale Talenten’ en de 3 schoolregels (zie ook hoofdstuk 14). Het lesprogramma is afgestemd op de SBO-leerlingen en bevat verschillende lessuggesties om de sociale vaardigheden in de praktijk te oefenen en nadien te bespreken. Bovendien sluit het programma aan op een digitaal registratiesysteem (ZIEN) waarmee we de sociale vaardigheden van kinderen kunnen volgen. Onderwerpen die aan de orde komen zijn o.a. vragen of je mee mag doen - ‘nee’ durven te zeggen - leren omgaan met kritiek - last hebben van een ander - samenwerken/samenspelen.

8.12 Huiswerk In de hoogste groepen krijgen de leerlingen huiswerkopdrachten om de leerstof te verwerken of te automatiseren. Ook worden opdrachten gegeven om proefwerken te leren. Leerlingen die begeleid worden door de logopediste krijgen soms opdrachten mee om thuis te oefenen. We verzoeken u om erop toe te zien dat deze huiswerkopdrachten naar behoren worden uitgevoerd. Stimulering en controle hierop in de thuissituatie heeft ook een positief effect op de schoolprestaties. Zorgt u ervoor dat deze opdrachten op tijd af zijn en tijdig weer op school worden ingeleverd!

8.13 Toetsing Binnen ‘De Windroos’ gebruiken we 2 vormen van toetsing: a. Toetsing door middel van standaardtoetsen en methode-gebonden toetsen om de vorderingen in kaart te brengen en om vast te kunnen stellen waar extra oefening en/of begeleiding noodzakelijk is. De resultaten van deze toetsing worden onder andere verwerkt in het leerling volgsysteem en op de rapporten die 3 keer per jaar worden uitgereikt. b. Toetsing door middel van observaties, didactische onderzoeken en psychologische onderzoeken om te kunnen bepalen op welke manier een kind binnen en/of buiten ‘De Windroos’ moet worden begeleid. Deze toetsmomenten zijn in feite schakelmomenten waarbij wordt bepaald hoe het vervolgtraject eruit moet gaan zien. Deze toetsen monden uit in een schooladvies dat met u wordt besproken en worden uitgevoerd op respectievelijk 6/7-, 7/8- en 12/13-jarige leeftijd. De toetsgegevens worden verwerkt in het digitale leerlingvolgsysteem ‘Parnassys’ dat web-based is ingericht. Zo kunnen leerkrachten, onderwijs ondersteuners en leden van het zorgteam kennisnemen van resultaten en ontwikkelingen op individueel- en groepsniveau. Deze gegevens zijn waardevol bij de leerlingenbesprekingen en het opstellen van individuele plannen en groepsplannen.


28

9.

Steeds op zoek naar kwaliteitsverbetering

Als school proberen wij het onderwijs zo goed mogelijk vorm te geven. Daarvoor is het nodig dat we met elkaar helder hebben wat we willen (visie) en dat we dit duidelijk omschreven hebben (schoolplan). Maar ook willen wij als school graag blijven verbeteren. Daarvoor is het nodig dat we onszelf regelmatig evalueren. Uit deze evaluaties kunnen wij punten halen die voor verbetering vatbaar zijn. Om de kwaliteit van de scholen te bewaken, voeren wij de volgende zaken uit: - wij beschrijven onze visie en werkwijze in het schoolplan; - wij voeren periodiek evaluaties uit; - we kijken daarbij naar de resultaten van de kinderen; - we onderzoeken de tevredenheid van de ouders, leerlingen en medewerkers; - we evalueren samen met het team de wijze waarop we het onderwijs vormgeven en gebruiken daarbij ook het oordeel van de Inspectie van het onderwijs; Jaarlijks maken wij een overzicht van de uitkomsten van de evaluaties en rapporteren hierover naar belanghebbenden (bestuur, ouders, inspectie) d.m.v. een kwaliteitsmonitor. We gebruiken deze uitkomsten om verbeterplannen voor de komende jaren op te stellen. Aan het einde van een schooljaar bespreken we of de verbeteractiviteiten daadwerkelijk ook tot verbeteringen hebben geleid. Als dat het geval is, wordt de nieuwe werkwijze vastgelegd in een afsprakenmap: op die manier proberen we vast te houden wat goed gaat.

9.1 Methoden Op onze school proberen wij les te geven met behulp van actuele methoden. Mede door een extra financiële injectie van het ministerie van OC & W kunnen we stellen dat onze methodes en ondersteunende materialen voor de vakken: taal, lezen, schrijven, rekenen en wereldoriëntatie eigentijds zijn. Bij het kiezen van een methode letten we vooraf op alle relevante aspecten m.b.v. een criteriumlijst en een ‘kijkwijzer’. Enkele aandachtspunten zijn bijvoorbeeld: - sluit de methode goed aan op de belevingswereld en het niveau van de kinderen? - ziet het materiaal er aantrekkelijk uit? - bevat de methode geschikte oefenstof met voldoende differentiatiemogelijkheden voor kinderen uit de snelle en langzame leerstroom? - voldoet de methode aan de kerndoelen en de referentieniveaus? De leerlijnen, doelen en werkwijze wordt per vakgebied beschreven in een protocol zodat voor leerkrachten en kinderen een doorgaande lijn ontstaat. Daar waar nodig worden de methodes m.b.t. de inhoud, de werkvormen en het tempo aangepast aan de onderwijsbehoeftes en mogelijkheden van de kinderen.

9.2 Personeel Nog belangrijker dan de methode is de persoon die ermee werkt: de leerkracht. Hij of zij zorgt ervoor dat de materialen en lesboeken zinvol worden gebruikt en dat de ontwikkeling van ieder kind professioneel wordt gevolgd. De leerkrachten besteden veel tijd aan samenwerking en overleg. Daarnaast houden leerkrachten zich op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen door studie, scholenbezoek, studiemiddagen, vergaderingen, scholing etc. De maatschappij verandert voortdurend en dus ook het onderwijs. Zo hebben we de werkwijze van alle onderwijsondersteuners zodanig gestructureerd en aangepast dat er vooral vraaggestuurd wordt gewerkt. Om de signaleringsfunctie van leerkrachten te versterken heeft een medewerker de opleiding ‘school-video-interactie-begeleiding’ (SVIB) gevolgd. D.m.v. video-opnames kan de interactie tussen leerkracht en leerling en tussen leerlingen onderling objectief in kaart gebracht zodat de leerkrachten hun gedrag beter kunnen herkennen en afstemmen op de leerlingen. Om in de toekomst (zie ook Passend Onderwijs) onderwijs te kunnen geven aan kinderen met een complexere of zwaardere problematiek volgt het team een aantal workshops over diverse gedragsproblemen en communicatieve problemen. Deze professionalisering zal de komende jaren op teamniveau worden verbreed en verdiept. Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

29

9.3 Leerlingvolgsysteem (LVS) Een andere manier om de kwaliteit te bewaken cq. te verhogen is het werken met observaties en toetsen. Om onze leerlingen zo goed mogelijk te kunnen volgen in hun ontwikkeling maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem. Dit systeem levert waardevolle, aanvullende informatie op over een leerling. Het kan bijvoorbeeld laten zien hoe een kind zich in een bepaalde periode heeft ontwikkeld. De toetsen die we gebruiken, worden bij veel leerlingen in ons land afgenomen. De vakken rekenen, lezen en taal worden op verschillende onderdelen getoetst. De observaties laten zien hoe een kind zich gedraagt tegenover de leerkracht en de andere kinderen en hoe zijn werkhouding en leerstijl is. De resultaten worden vervolgens besproken met de leerkracht, de intern begeleider en de directie. Het leerlingvolgsysteem maakt ook duidelijk welke leerlingen extra hulp nodig hebben. Ook de Inspectie van het Onderwijs bewaakt en beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs. In maart 2011 tijdens een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO) de kwaliteit van het onderwijs op onze school beoordeeld. Hieruit blijkt dat de kwaliteit als voldoende wordt beoordeeld op de aspecten: leerstofaanbod, onderwijstijd, schoolklimaat, didactisch handelen, afstemming, begeleiding, leerlingenzorg, kwaliteitszorg en naleving weten regelgeving. Het kwaliteitsaspect opbrengsten is niet beoordeeld omdat hiervoor nog geen betrouwbare indicatoren en SBO-normen beschikbaar zijn. De school richt zich de komende periode o.a. op 3 aspecten van kwaliteitsverbetering: -het formuleren van een individueel ontwikkelingsperspectief bij de vakgebieden technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, rekenen & wiskunde -opstellen van een doorgaande lijn voor burgerschap & sociale integratie -het planmatig versterken en registreren van de sociale competenties

9.4 Kwaliteitsverbetering ook op andere terreinen. In het jaarverslag 2011 - 2012 (hoofdstuk 16) en het jaarplan 2012 - 2013 (hoofdstuk 17) kunt u lezen welke verbeteringsactiviteiten inmiddels zijn uitgevoerd en welke verbeteringsplannen nog zullen worden uitgevoerd. In samenwerking met de Stg. KONOT is een kwaliteitsmonitor opgesteld waarmee jaarlijks de kwaliteitszorg op school planmatig wordt uitgevoerd en beschreven. Op die manier worden verbeteringen volgens de cyclus ‘plannen-uitvoeren-evalueren-bijstellen’ (PDCA-cyclus) op een doelmatige en planmatige manier uitgevoerd. We verzamelen informatie uit monitoring, schoolzelfevaluatie en collegiale visitatie, ouder- en leerlingtevredenheidonderzoeken, personeelstevredenheidonderzoeken en informatie van de Inspectie om nieuwe verbeterplannen te ontwikkelen. Deze verbeteringen kunnen ook betrekking hebben op personele, financiële of materiële aspecten van de onderwijsorganisatie. Omdat op De Windroos een specifiek schoolconcept (SBO) wordt gehanteerd is de kwaliteitsmonitor in overleg met de kwaliteitsmedewerker van KONOT zodanig aangepast dat het model aansluit op de manier waarop de prestaties op De Windroos worden geregistreerd (prestaties zijn o.a. gerelateerd aan het leerrendement en het ontwikkelingsperspectief). D.m.v. het analyseren van gegevens vanuit het LVS krijgen we inzicht in de prestaties van de leerlingen en kunnen we vaststellen of leerlingen zich daadwerkelijk ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief (OP) dat voor ieder kind is vastgesteld. De resultaten van de analyses en de conclusies worden verwerkt in het groepsplan of het individuele handelingsplan. Ook in het schooljaar 2012 - 2013 neemt de school deel aan het project ‘School Zelf Evaluatie (SZE) en collegiale visitatie’ zoals dat door KONOT wordt georganiseerd (zie ook paragraaf 6.5). Hierbij wordt systematisch onderzocht op welke manier aspecten het schoolbeleid in de praktijk worden uitgevoerd en of dat aan de daarvoor geldende criteria voldoet. De analyse van de gegevens (afkomstig vanuit de monitoring, schoolzelfevaluatie, collegiale visitaties, ouder- en leerlingtevredenheidonderzoeken) en de verbeterplannen die daaruit voortkomen worden verwerkt in halfjaarlijkse rapportages (mei- en novemberrapportages) die met het College van bestuur en de stafmedewerker ‘Kwaliteit’ worden besproken. Door de opbrengsten op individueel-, groeps- en schoolniveau systematisch te registreren, analyseren, verwerken in groepsplannen, evalueren en bij te stellen, ontstaat een cyclisch proces van kwaliteitszorg waarin niet alleen sprake is van plannen en uitvoeren maar ook van controle en bijstellen. Binnen Konot wordt hierbij gebruik gemaakt van een zgn. P&C-cyclus met daarin opgenomen PDCA-momenten en bijbehorende instrumenten. Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

30

Het team voert, in samenwerking met een schoolbegeleider een Leesverbeterplan uit. D.m.v. vernieuwing van de inhoud en de organisatie van het leesonderwijs willen we de leesprestaties en leesmotivatie flink verbeteren. De kenmerken van goed leesonderwijs bieden ook aanknopingspunten voor het verbeteren van het taal- en rekenonderwijs. Kwaliteitsverbetering en het realiseren van hogere prestaties bij de vakken taal/spelling en rekenen staan ook in het Schoolplan 2011-2015 beschreven. Om dit te kunnen realiseren ondernemen we o.a. de volgende acties: -professionaliseren van het team en individuele leerkrachten -deelname aan schoolzelfevaluatie en collegiale visitatie -aanschaffen van nieuwe methodes voor taal en rekenen -meer en vaker gebruik maken van ICT-mogelijkheden als ondersteuning bij het onderwijsprogramma


31

10.

School en buurt / omgeving

In hoofdstuk 2 is beschreven dat wij een speciale school voor basisonderwijs (SBO) zijn met een regionale functie. Dat betekent dat we vooral leerlingen ontvangen uit noord-oost Twente waardoor de contacten met de naaste buurtomgeving van beide locaties minder intensief is. Er zijn immers maar weinig kinderen afkomstig uit de naaste omgeving van een van beide locaties. We richten ons daarom vooral op u, als ouders, die vaak op enige afstand van onze school wonen. Een regelmatig contact is echter noodzakelijk en voor ons zeer belangrijk! Daarom organiseren we regelmatig contactmomenten met ouders (o.a. informatie-avonden, rapportavonden, huisbezoeken, gespreksmogelijkheden met directie en/of zorgteam) om u te informeren en met u te overleggen. D.m.v. deze schoolgids, de schoolkrant, de kalender, de nieuwsbrief en de schoolwebsite (www.sbodewindroos.nl) onderstrepen we het belang van een regelmatig en goed contact tussen ouders en school. We zijn immers samen verantwoordelijk voor een optimale begeleiding van uw kind; dat kan alleen goed worden gegeven als we daarover gemeenschappelijke opvattingen hebben!

kijk ook op onze website: www.sbodewindroos.nl


32

11.

De W indroos en het voortgezet onderwijs

Of een bepaalde vorm van voortgezet onderwijs voor uw kind haalbaar is, hangt niet alleen af van de kwaliteit van onze school, maar ook van de interesse, de motivatie, de aanleg en de mogelijkheden van het kind. Met onderwijs op maat proberen we op ‘De Windroos’ het maximale uit ieder kind te halen en er zo voor te zorgen dat uw kind in de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs terechtkomt. De specifieke voorbereiding op het voortgezet onderwijs gebeurt in de schoolverlatersgroepen. De leerlingen uit deze groepen krijgen van de leerkracht informatie over de verschillende mogelijkheden die er zijn. Tevens bezoeken ze een aantal scholen om zich te kunnen oriënteren. Voor de ouders/verzorgers wordt er medio december een algemene informatiebijeenkomst georganiseerd. In de maand maart wordt aan de hand van een zogenaamd schoolverlatersonderzoek een schooladvies opgesteld en met u besproken. Vervolgens wordt iedere leerling bij de betreffende vorm van voortgezet onderwijs aangemeld. De school waarvoor het kind is aangemeld vraagt daarna bij de Regionale Verwijzing Commissie (RVC) een toelatingsbeschikking aan. Wanneer de RVC hierover positief beslist kan het kind daadwerkelijk worden toegelaten. Indien gewenst wordt nog een kennismakingsbezoek of een aanvullend toelatingsonderzoek georganiseerd. Op deze manier wordt geprobeerd de overgang naar het voortgezet onderwijs zo vloeiend mogelijk te laten verlopen. Enkele vormen van voortgezet onderwijs in de regio die door leerlingen van “De Windroos” worden bezocht zijn: -

Twents Carmel College - Oldenzaal (afd. LWOO, VMBO en extra zorgklas) Twents Carmel College - Oldenzaal (afd.Praktijkonderwijs) Verschillende vormen van voortgezet speciaal onderwijs (zie scholen voor cluster 1 t/m 4): Cluster 1: scholen voor kinderen met een visuele handicap (slechtziend/blind). Cluster 2: scholen voor kinderen die doof/slechthorend zijn of ernstige spraak-/taalmoeilijkheden hebben. Cluster 3: scholen voor zeer moeilijk lerende kinderen, kinderen die langdurig ziek zijn of lichamelijk gehandicapt zijn. Cluster 4: scholen voor kinderen met ernstige gedragsproblemen, met ontwikkelingsstoornissen en/of psychiatrische problemen.

11.1 Belangrijke punten bij de schoolkeuze De schoolkeuze met betrekking tot het voortgezet onderwijs is onder andere afhankelijk van de volgende elementen: a. het advies van de leerkracht b. de uitslagen van de pedagogisch-didactische onderzoeken c. de uitslag van het psychologisch onderzoek (IBO differentiatie test) ad a.

ad b.

ad c.

Het advies van de leerkracht is erg belangrijk bij de schoolkeuze. Hij/zij heeft een goed inzicht in de mogelijkheden waarover een kind beschikt. Daarbij zijn niet alleen de leerprestaties belangrijk, maar ook de motivatie, de werkhouding, de mate van zelfstandigheid en het verantwoordelijkheidsgevoel. De uitslagen van het pedagogisch-didactisch onderzoek geeft aan hoe hoog het niveau is van elk kind bij de verschillende vak- en vormingsgebieden en hoe hij/zij functioneert in de groep. Ze geven de leerkracht en de ouders inzicht in de ontwikkelingen tot nu toe en de mogelijkheden die er voor de toekomst te verwachten zijn. Het psychologisch onderzoek geeft aan hoe de intelligentie van een kind is opgebouwd en wat hierbij de sterke en zwakke onderdelen zijn. Dit wordt onder andere uitgedrukt in een IQ-score en een intelligentieprofiel en geeft aan welke vorm(en) van voortgezet onderwijs mogelijk is (zijn). Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

33

Al deze onderdelen worden verwerkt in een schoolverlatersverslag en besproken binnen een team op ‘De Windroos’. Daarna wordt het verslag van een verwijzingsadvies voorzien. Dit verslag en het advies worden met u besproken. U krijgt een kopie van het verslag mee naar huis. ‘De Windroos’ zorgt ervoor dat deze gegevens ook worden opgestuurd naar de school waarvoor u uw kind kunt aanmelden, Dit gebeurt pas nadat u hiervoor toestemming hebt gegeven!

11.2 Uitstroomgegevens (schoolverlaters) 2007

2008

2009

2010 2011

2012

VMBO (niveau A of B of C) met LWOO zonder LWOO Praktijkonderwijs

28 13

31 2 14

25 2 17

17 4 20

25 8 20

29 2 20

Cluster 2

1

0

0

0

0

0

Cluster 3

1

0

0

0

0

2

Cluster 4

0

0

0

1

4

3

Overige vormen van onderwijs/begeleiding

0

0

0

1

0

0

Totaal

43

47

44

43

57

56

Toelichting: Wanneer de kinderen ca. 13 jr. oud zijn stromen ze uit de schoolverlatersgroepen door naar verschillende vormen van Voortgezet Onderwijs. De meeste kinderen stromen door naar het VMBO afdeling Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) of naar een school voor Praktijkonderwijs (PrO). Een en ander is afhankelijk van de resultaten die we m.b.v. het leerlingvolgsysteem, extra remediëring, SOVA, MRT en logopedie hebben bereikt. Van iedere schoolverlater wordt een onderwijskundig rapport gemaakt. In dit rapport wordt beschreven hoe het kind in sociaal- emotioneel, didactisch en psychologisch opzicht functioneert. Dit rapport wordt opgestuurd naar de ontvangende school, zodat deze een compleet en actueel beeld heeft van het kind. De toelatingscriteria van de verschillende scholen voor Voortgezet Onderwijs (V.O.) geven aan welk type V.O. voor elke leerling het meest geschikt is. . Bij de overstap naar het V.O. in het schooljaar 2011-2012 heeft 68% van de leerlingen zich ontwikkeld conform het ontwikkelingsperspectief (OPP). 17% heeft zich beter ontwikkeld dan het OPP en 15% heeft zich minder ontwikkeld dan het OPP. Het percentage leerlingen dat zich heeft ontwikkeld conform of hoger dan het gestelde ontwikkelingsperspectief is 85%. Dit percentage voldoet niet aan ons streefdoel van 90%.

11.3 De relatie met het reguliere onderwijs SBO ‘De Windroos’ vormt samen met bijna alle scholen in noordoost Twente een samenwerkingsverband. Binnen het samenwerkingsverband waar onze school deel van uitmaakt wordt samengewerkt met 33 reguliere basisscholen. Er zijn afspraken gemaakt tussen ‘De Windroos’ en de reguliere BAO-scholen over de begeleiding die gegeven moet worden aan zorgleerlingen op de reguliere basisschool. Deze afspraken liggen vast in het zorgplan van het samenwerkingsverband. Er staat o.a. in beschreven op welke manieren basisscholen extra begeleiding dienen te geven aan kinderen die buiten de boot dreigen te vallen. Hierbij spelen het Platform voor Onderzoek & Advies (POA), de ambulant begeleiders en de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) een belangrijke rol. Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

34

Indien nodig kan een school beroep doen op de kennis en ervaring die aanwezig is binnen de PCL of een ambulante begeleider - SBO inschakelen. Een ambulant begeleider - SBO is een leerkracht, meestal verbonden aan een SBO-school, die zijn kennis en ervaring gebruikt om leerkrachten op reguliere basisscholen gedurende een bepaalde periode te coachen bij hun begeleiding van zorgleerlingen. Er vindt periodiek overleg plaats met alle betrokkenen om de zorgverbreding zo effectief mogelijk op elkaar af te stemmen en in te zetten. Mocht de extra begeleiding binnen een reguliere basisschool niet het gewenste effect hebben dan kan de PCL een SBO-verwijzing in gang zetten. Een en ander gebeurt altijd in nauw overleg met de betrokken ouders / verzorgers. Sommige leerlingen ontwikkelen zich tijdens hun verblijf op onze school zodanig dat terugplaatsing naar een reguliere basisschool of verwijzing naar een regionaal expertisecentrum (= speciaal onderwijs) aan de orde is. Een terugplaatsing of verwijzing vindt plaats nadat door het zorgteam is vastgesteld dat een andere vorm van onderwijs beter aansluit bij de betreffende leerling. Nadat het advies met de ouders/verzorgers is besproken wordt het kind in overleg met alle partijen bij een school aangemeld die hiervoor het meest in aanmerking komt. Bij een terugplaatsing naar een reguliere basisschool geeft de SBO gedurende 1 jaar nazorg in de vorm van ambulante begeleiding door de intern begeleider van ‘De Windroos’. Terugplaatsing of verwijzing vindt plaats volgens vaste afspraken die in een verwijzingsprotocol staan beschreven.


35

12.

De Windroos voor kinderen en hun ouders

Een goed contact tussen school en thuis is heel belangrijk. Niet voor niets noemden we voor in deze gids een geregeld contact met de ouders als een van de zaken waar we op ‘De Windroos’ speciaal op letten. We informeren u niet alleen over alle belangrijke gebeurtenissen op school, maar ook over het wel en wee van uw kind. Wij van onze kant stellen het op prijs als u ons van belangrijke gebeurtenissen thuis op de hoogte houdt. Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert het welbevinden van een kind, dat staat vast.

12.1 Informatie aan ouders NIEUWSBRIEF De nieuwsbrief verschijnt ca. 6x per jaar. In deze brief kunt u informatie verwachten van bestuur, OR, MR en onze school. Ook vindt u hierin data en een toelichting op bepaalde schoolactiviteiten. De nieuwsbrief wordt periodiek op de schoolwebsite (www.sbodewindroos.nl) gepubliceerd. OUDERAVONDEN Jaarlijks organiseren we een aantal ouderavonden. Soms voor alle ouders, soms voor een deel van de ouders. Het schooljaar begint altijd met een kennismakingsavond met de nieuwe leerkracht(en), assistent(en) en andere ouders/verzorgers. U krijgt tijdens deze avond o.a. informatie over de werkwijze en over de activiteiten die dit schooljaar in de groep van uw kind zullen plaatsvinden. RAPPORTAVONDEN Tweemaal per jaar plannen we voor alle groepen een contactavond. Op deze avond kunt u met de leerkracht praten over de ontwikkeling van uw kind op basis van het rapport en de begeleidingsplannen. Dat gebeurt in zogeheten 20 minuten-gesprekken. De leerlingen krijgen vooraf het rapport mee naar huis zodat u het thuis rustig kunt bestuderen. Uw kind krijgt driemaal per jaar een rapport: - 7 december 2012 - 22 maart 2013 - 28 juni 2013 De oudergesprekken voor de rapporten vinden plaats op: - 10, 11 en 12 december 2012 - 25, 26 en 27 maart 2013 - 1 juli 2013 (op verzoek van ouders en/of groepsleerkrachten) Het laatste rapport bespreken de leerkrachten alleen met u als er bijzonderheden zijn. Voor de vakken taal, lezen, schrijven en rekenen krijgen de kinderen een beoordeling. Bij leervakken waarderen we naast de prestatie ook de inzet met goed, voldoende, matig of onvoldoende. Uiteraard hebben we ook ruim aandacht voor de motivatie, de concentratie, de werkhouding en de sociale omgang met anderen. OPEN MORGEN en HUISBEZOEK Aan het begin van het schooljaar krijgen de ouders/verzorgers van nieuwe kinderen een uitnodiging om in de groep te komen kijken. Op deze manier maakt u kennis met de groep waarin uw kind/pupil zit en leert u de werkwijze en het functioneren van uw kind/pupil kennen. Daarnaast gaan de groepsleerkrachten bij de nieuwe kinderen op huisbezoek. Zo leren zij uw kind/pupil in de thuissituatie kennen en kunnen ze op een ongedwongen manier nader kennis maken. U kunt deze gelegenheid ook gebruiken om met de groepsleerkrachten van gedachten te wisselen over het functioneren van uw kind/pupil en de begeleiding op school. AFSPRAKEN Het personeel van de school is graag bereid om buiten de ouderavonden met u te praten over uw kind. Als u daar behoefte aan heeft, kunt u altijd een afspraak maken. Belt u gerust of kom even langs!


36

GESPREK MET DIRECTIE De directie heeft geen officieel spreekuur. U kunt hen altijd aanspreken. Als het nodig is, maken we heel snel een afspraak met u! INFORMATIE AAN GESCHEIDEN OUDERS Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het bijwonen van ouderavonden en oudergesprekken, het delen van belangrijke informatie en het nemen van eventuele beslissingen. Mochten ouders hiertoe niet in staat zijn, dan kunnen zij hierover contact opnemen met de groepsleerkracht. Indien noodzakelijk kunnen dan aparte gesprekken worden gevoerd. Bij bijzondere regelingen moeten de ouders de leerkracht schriftelijk van het een en ander in kennis stellen. Wanneer ouders gescheiden leven of gaan scheiden kan het voor ons (de school) moeilijk zijn om te bepalen welke positie wij bij het verstrekken van informatie moeten innemen. De wet biedt ons hierin echter een duidelijke richtlijn. Wij zijn als school namelijk verplicht beide ouders op gelijke wijze te informeren: dus ook de ouder die niet met het ouderlijk gezag belast is heeft recht op informatie. Alleen in geval van zeer zwaarwegende argumenten kan van die richtlijn worden afgeweken. Als school willen we geen speelbal tussen ouders worden. Vanwege onze neutrale positie hebben wij ervoor gekozen beide ouders op een gelijke wijze te informeren. Om deze redenen zal het adres van de niet met het ouderlijk gezag belast zijnde ouder ook in onze leerlingenadministratie worden opgenomen. Voor zover van toepassing wordt uw medewerking gevraagd bij het vastleggen van oudergegevens. Wij vragen begrip voor onze positie. Als de adresgegevens van de niet bij het kind wonende ouder bij ons bekend zijn wordt hij/zij door de school op de hoogte gesteld van: schoolgids, infobrieven, ouderavonden, contactavonden, (evt. op een ander tijdstip als de andere ouder), schoolresultaten, rapporten, informatie over schoolreizen en eventuele verwijzing naar een andere vorm van onderwijs. Als dit niet is toegestaan (bijv. via een gerechtelijke uitspraak) moet het schriftelijk bewijs hiervan aan de directie worden overlegd.

12.2 Ouders helpen op school Gelukkig zijn veel ouders op diverse manieren actief op ‘De Windroos’. Een school kán eenvoudigweg niet zonder. Niet alleen de medezeggenschapsraad en de oudervereniging spelen een belangrijke rol, maar ook andere ouders zijn actief bij veel activiteiten onder en na schooltijd. Een paar voorbeelden: - hulp bij creatieve activiteiten - begeleiden van groepjes kinderen tijdens een uitstapje - hulp bij sport- en spelactiviteiten en excursies - schoonmaken van spelen leermateriaal Voor ouders en andere personen die niet verbonden zijn aan de school en assisteren bij schoolse activiteiten, evenementen e.d. gelden betreffende de omgang met elkaar dezelfde regels als voor leerkrachten. De regels zijn genoemd in onze beroepscode.

12.3 De medezeggenschapsraad van ‘De Windroos’ Voor leerkrachten als werknemer is een goede rechtspositie belangrijk. Ouders zijn gebaat bij goed onderwijs en een prettig opvoedingsklimaat. Om een school goed te laten functioneren is het belangrijk tegemoet te komen aan deze belangen. Daarom heeft de school een medezeggenschapsraad (MR) die het overleg tussen beide groepen regelt. De taken en bevoegdheden van de medezeggenschapsraad staan nauwkeurig omschreven in het reglement. De medezeggenschapsraad op onze school bestaat uit zes leden. Drie leden worden gekozen uit en door de ouders, drie leden worden gekozen uit en door het personeel van de school. Volgens een rooster treden periodiek leden van de raad af en worden nieuwe verkiezingen uitgeschreven.


37

De Medezeggenschapsraad bestaat m.i.v. het nieuwe schooljaar uit de volgende ouders:  Mevr. Saskia Lucassen, Morslaan 164, 7576 CZ Oldenzaal  Mevr. Esther Schiphorst, het Korink 29, 7596 LZ Rossum  Dhr. Nico Hampsink, Papaverstraat 4, 7572 AR Oldenzaal Namens het personeel hebben zitting in de Medezeggenschapsraad:    

Dhr. Gertjan Bakker, Rümkehof 16, 7555 NM Hengelo (vertegenwoordiger in de GMR) Mevr. Margreet Haan, Warenveldhoek 39, 7546 GX Enschede Mevr. Christel Monnink, Stockholmstraat 59, 7559 JR Hengelo Dhr. Gerard Wolbers (directeur) is als adviseur toegevoegd aan de MR e

De taakverdeling binnen de MR wordt tijdens de 1 vergadering van het schooljaar vastgesteld. De scholen binnen het KONOT-bestuur hebben een gemeenschappelijke medezeggenschaps-raad (GMR) waar men onderwerpen bespreekt die voor alle medezeggenschapsraden van de afzonderlijke scholen van het bestuur van belang zijn. Het spreekt vanzelf dat ook de bevoegdheden van de GMR nauwkeurig in een reglement zijn vastgelegd. Zowel de medezeggenschapsraad als de GMR zijn bevoegd om voorstellen te doen, standpunten kenbaar te maken, adviezen te geven, instemming te verlenen of zich te onthouden van voorstellen van het bestuur. Namens ‘De Windroos’ heeft dhr. Gertjan Bakker zitting in de GMR. Voor het nieuwe schooljaar is er voor deze zetel een vacature. De MR-vergaderingen zijn op:

De GMR-vergaderingen zijn op:

-1 oktober 2012 -26 november 2012 -21 januari 2013 (gezamenlijk met OR) -18 maart 2013 -13 mei 2013 -17 juni 2013

-25 september 2012 -20 november 20112 -18 december 2012 -29 januari 2013 -12 maart 2013 -23 april 2013 -28 mei 2013 -2 juli 2013

Het beleid van een school vormgeven en uitvoeren is steeds meer een taak van ouders, leerkrachten, directie en bestuur samen. Alle onderwerpen die op school van belang zijn, komen in de medezeggenschapsraad aan bod. Wij vinden het belangrijk dat we als MR zichtbaar zijn en dat ouders maar ook leerkrachten naar ons toekomen voor vragen en opmerkingen. Op deze wijze kunnen we nog meer hun wensen en belangen vertegenwoordigen binnen de school en de GMR. Mocht u een bepaald onderwerp graag behandeld zien, dan kunt u dat via de medezeggenschapsraad aankaarten. Van elke vergadering wordt een verslag op de school-website gepubliceerd.

12.4 De ouderraad van ‘De Windroos’ ‘De Windroos’ heeft een ouderraad waarvan iedere ouder die een kind op onze school heeft, automatisch lid is. De belangrijkste doelstellingen zijn: - de belangen van kinderen en ouders behartigen - de contacten tussen ouders en team bevorderen - deelname van ouders aan schoolactiviteiten bevorderen - de ouderbijdrage beheren - de ouders vertegenwoordigen bij team, medezeggenschapsraad en andere instanties (bijvoorbeeld gemeente) - mede organiseren van allerlei activiteiten op school (Sinterklaas, Kerst, carnaval enz.) - organiseren van activiteiten als: kerstboekjes maken, fietstocht, algemene ouderavond (jaarvergadering) De vergaderingen van de ouderraad zijn openbaar. Iedereen kan deze vergaderingen bijwonen en met evenveel recht van spreken zijn of haar zegje doen. De vergaderingen worden van tevoren Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

38

aangekondigd d.m.v. een agenda. Van elke bijeenkomst wordt een verslag op de schoolwebsite gepubliceerd.

OUDERBIJDRAGE Het bevoegd gezag wenst geen gebruik te maken van een overeenkomst voor de ouderbijdrage. Zij draagt derhalve de organisatie van activiteiten op aan de oudervereniging evenals de financiële afwikkeling. Van alle ouders wordt een bijdrage verwacht om activiteiten waarvoor de school geen of niet voldoende subsidie van het Rijk ontvangt, te kunnen uitvoeren. Zonder de ouderbijdrage kunnen op school activiteiten als de sinterklaas- en kerstvieringen, het schoolreisje, de museumbezoeken, het paasfeest, het eindfeest e.d. helaas niet doorgaan. e e De ouderbijdrage voor het schooljaar 2012 - 2013 bedraagt voor het 1 kind € 20,00; voor het 2 kind e € 15,00 en voor het 3 kind € 12,50. In de loop van het schooljaar ontvangt u van de ouderraad een brief waarin vermeld staat hoe u deze vrijwillige bijdrage kunt betalen. De verantwoording voor inning en de besteding van ouderbijdrage ligt bij de ouderraad. De ouderraad legt jaarlijks op de jaarvergadering verantwoording af aan de ouders over de besteding van de ouderbijdrage. Als u vragen heeft over de activiteiten van de ouderraad neemt u dan contact op met een van de leden. Voorzitter:

Mevr. T. groote Beverborg, tel. 074 34 94 408, email: [email protected]

Secretaris/ Vice-voorzitter: Mevr. A. oude Vrielink tel: 06 83 21 32 55, email: [email protected]

Penningmeester: Mevr. N. Lansink, tel: 0541 53 46 04, email: [email protected]

Leden :

Mevr. N. Ankone Mevr. N. Hampsink Mevr. Ph. Muller Mevr. M. Versteeg Mevr. G. Hampsink Mevr. J. Beene Mevr. J. Krommendijk Mevr. R. Kers Dhr. M. Augustijn

Vergaderdata van de Ouderraad: -1 oktober 2012 -5 november 2012 (jaarvergadering) -17 december 2012 -21 januari 2013 (gezamenlijk met MR) -18 maart 2013 -13 mei 2013 -24 juni 2013


39

13.

Praktische punten van A tot Z

13.1 Aanmelding en toelating Zoals reeds eerder is vermeld kunnen kinderen alleen op ‘De Windroos’ worden toegelaten wanneer ze hiervoor een beschikking van de toelatingscommissie (PCL) hebben gekregen. Ouders/verzorgers kunnen samen met de school een kind bij deze toelatingscommissie aanmelden wanneer zij een aanvraagformulier en een onderwijskundig rapport + bijlagen hebben ingevuld en opgestuurd naar het adres van de PCL. De PCL zal dan tijdens een vergadering en na bestudering van het dossier bepalen of het kind is aangewezen op de extra zorg/begeleiding zoals die op De Windroos beschikbaar is. Wanneer deze commissie van mening is dat uw kind beter op een andere onderwijsvoorziening kan worden geplaatst zal zij u adviseren uw kind daar aan te melden. Is zij echter van mening dat uw kind gebaat is bij plaatsing op ‘De Windroos’ dan ontvangt u een zgn. beschikking waarmee u het recht heeft uw kind op een SBO-school te plaatsen. In overleg met de directie van ‘De Windroos’ wordt dan bepaald wanneer uw kind daadwerkelijk op ‘De Windroos’ kan starten. Zowel de ouders/verzorgers als de school waar het kind op dat moment zit, krijgen bericht wanneer een beschikking is afgegeven. In ieder geval dient het kind op 1 augustus, 1 januari of op 1 april te worden toegelaten.

13.2 Bewegingsonderwijs Iedere groep ontvangt meerdere keren per week bewegingsonderwijs. Sommige kinderen volgen bovendien nog MRT-lessen voor hun senso-motoriek. De kinderen gymmen met gymkleding (shirt + broek/gympakje) en gymschoenen. Na afloop van de les gaat iedereen onder de douche. Zorgt u steeds voor een schone handdoek? De handdoek gaat na elke gymles mee naar huis. Rooster bewegingsonderwijs: Groep 1-2: Groep 3: Groep 4a: Groep 4-5: Groep 5b: Groep 5c: Groep 6a: Groep 6b: Groep 7a: Groep 7b: Groep 7c: Groep 8a: Groep 8b: Groep 8c: Groep 8d:

elke dag (geen gymkleding) dinsdag - donderdag dinsdag - donderdag donderdag - vrijdag dinsdag - donderdag dinsdag - donderdag dinsdag - donderdag dinsdag - donderdag maandag - donderdag maandag - vrijdag maandag - vrijdag maandag - vrijdag maandag - vrijdag maandag - vrijdag maandag - vrijdag

13.3 Overblijven Omdat ‘De Windroos’ een regionale functie heeft, wonen veel leerlingen ver van school en reizen ze per bus, fiets of taxi. Daarom blijven de meeste kinderen tussen de middag eten op school. De ouders/verzorgers dienen hierbij te zorgen voor een stevige tas met brood en fruit en eventueel iets te drinken. U kunt, als u dat wenst, ook gebruik maken van de “schoolmelkregeling”. In dat geval krijgt uw kind elke volledige schooldag melk van school. De kosten hiervoor zijn € 25,00 per jaar en per half jaar € 12,50 (een schooljaar = 10 maanden). U kunt deze vergoeding alleen per bank betalen. Deelnemers aan de schoolmelkregeling ontvangen aan het begin van het schooljaar een brief van de schooladministratie met o.a. informatie over de betalingswijze en de betalingsmogelijkheden. Als team vinden we het belangrijk dat kinderen gezond leven; gezonde voeding is daarbij erg belangrijk. We verzoeken u daarom nadrukkelijk gezond eten + drinken mee te geven en terughoudend te zijn met snoepgoed, e.d. Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

40

Op onze school is in het kader van de wettelijke regeling - TSO, 1 medewerker voor tussenschoolse opvang (TSO) aangesteld; zij zal in overleg met de groepsleerkrachten voornamelijk toezicht houden tijdens het overblijven bij de groepen 3, 4 en 5.

13.4 Schooltijden * maandag - dinsdag - donderdag - vrijdag: 08.45 - 12.15 uur en 13.00 - 15.00 uur * woensdag: 08.45 - 12.30 uur

13.5 Schoolverzekering leerlingen De scholen die onder de Stichting KONOT vallen hebben collectief de volgende verzekeringen: 1. Opstalverzekering: De opstallen van de school zijn rechtstreeks via de gemeente verzekerd. (o.a.brandschade, stormschade en waterschade ). De normbedragen worden volgens het bekostigingsstelsel door de gemeente vergoed. 2. Inboedelverzekering: Zie punt 1 m.b.t. de vergoeding. Indien een school uit eigen middelen inventaris heeft aangeschaft, dan zijn er 3 mogelijkheden: de waarde laten meenemen bij de gemeentelijke verzekering of zelf een aanvullende inboedelverzekering afsluiten of de school draagt bewust zelf het risico. 3. Ongevallenverzekering: Voor alle scholen is er een collectieve ongevallenverzekering afgesloten bij Axa - verzekeringen. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: De verzekerden: Deze verzekering is uitsluitend van kracht ten aanzien van: leerlingen, leerkrachten en overig dienstdoend personeel inclusief de vrijwilligers op school. Dekking: Deze verzekering is uitsluitend van kracht tijdens schoolbezoek. Onder schoolbezoek wordt verstaan het verblijf in de school en het gaan van huis naar school of het gaan van school naar huis, met dien verstande dat de verzekering niet eerder en niet later van kracht zal zijn dan ten hoogste 1 uur voor en 1 uur na de officiële openingstijden. Tevens is deze verzekering van kracht tijdens excursies en schoolreizen o.l.v. de leerkrachten van de school. Tot de school wordt eveneens gerekend de bij de school behorende speelplaatsen, gymnastieklokalen en sportvelden. Nadrukkelijk is afgesproken , dat het ongevallenrisico verbonden aan luchtvaart en het meerijden met een motorrijwiel van deze verzekering is uitgesloten. Voor alle duidelijkheid: materiële schade is niet gedekt, alleen letselschade. Verzekerde bedragen per persoon: Voor deze verzekering gelden de volgende verzekerde bedragen per persoon: € 454,bij overlijden € 13.613,- bij blijvende invaliditeit € 454,tandheelkundige kosten

4. Wettelijke aansprakelijkheidsverzekering: Deze verzekering dekt de aansprakelijkheid van schoolbestuursleden, leerkrachten en overig dienstdoend personeel, inclusief deelnemers aan ouderparticipatie in de uitoefening van hun taak met betrekking tot alle door de school of namens het schoolbestuur georganiseerde evenementen. De aansprakelijkheid van leerlingen is uitdrukkelijk van deze dekking uitgesloten evenals de aansprakelijkheid van verzekerden voor schaden tengevolge van diefstal, vermissing, verwisseling en verduistering van zaken. Buiten de dekking valt mede de aansprakelijkheid van verzekeringnemer verband houdende met asbest, hoe ook ontstaan.


41

13.6 Sponsoring Onze school wordt op geen enkele wijze gesponsord. Sponsoring, in de zin van ‘tot wederdienst bereid’, zullen we principieel afwijzen. De afgelopen tijd en ook in dit schooljaar zullen er een aantal acties worden gevoerd om geld te reserveren voor schoolactiviteiten (schoolreisjes en schoolkamp) en de realisatie van de nieuwbouw. Denk o.a. aan de jaarlijkse bloembollenactie, de kerstmarkt, toneelvoorstellingen, enz. Hierbij kan onder bepaalde voorwaarden gebruik worden gemaakt van sponsoren.

13.7 Vakanties en vrije dagen -eerste schooldag: 3 september 2012 (wegens verhuisverlof start de eerste schooldag voor lln. van De Windroos op 10-09-2012) -laatste schooldag: 5 juli 2013

Wet op Primair Onderwijs: Sinds de wijziging van de wet op het primair onderwijs, artikel 8, is het sinds 01-08-2006 niet meer verplicht om maximaal 5 ½ uur per dag onderwijs te geven. De onderwijstijd per dag is niet meer gemaximeerd op 5 ½ uur, dat mag ook meer of minder zijn. Wel is het zo dat in de eerste vier schooljaren er tenminste 3520 uur onderwijstijd moet zijn gegeven en voor de groepen 5 t/m 8 minimaal 3760 uur. Daarnaast moet de school nog 240 uur onderwijstijd verdelen over alle of sommige schooljaren zodat na acht onderwijsjaren er in totaal 7520 uur onderwijstijd is gegeven. Voor het vaststellen van die onderwijstijd moet de school altijd de periode 01-10-JJJJ t/m 30-09-JJJJ aanhouden, omdat de zomervakanties over de schooljaren heen wisselen. In principe wordt er gedurende vijf dagen in de week onderwijs gegeven, dat is wettelijk vastgelegd voor de groepen 3 t/m 8. Voor de groepen 1 en 2 hoeft de school zich hier niet aan te houden. Een school mag maximaal zeven onderwijsweken hebben van vier dagen. Onderwijsweken van drie dagen of minder mogen niet, tenzij ze ontstaan doordat er sprake is van vakantie, zoals die is vastgelegd door de vakantiecommissie, in ons geval die voor Noord Oost Twente. De school moet zijn plan voor de onderwijstijd voorleggen aan alle ouders. De MR-oudergeleding moet uiteindelijk instemmen met de onderwijstijd.

Overzicht schoolvakanties in 2012 - 2013 (na advisering van de MR vastgesteld): Vakantie-uren

*herfstvakantie:

20-10-2012 t/m 28-10-2012 22-12-2012 t/m 06-01-2013 16-02-2013 t/m 24-02-2013 29-03-2013 t/m 01-04-2013 27-04-2013 t/m 10-05-2013 09-05-2013 t/m 10-05-2013 (deze dagen vallen in de meivakantie) 20-05-2013 06-07-2013 t/m 18-08-2013

*kerstvakantie: *voorjaarsvakantie: *paasvakantie: *meivakantie: *hemelvaart: *pinksteren: *zomervakantie:

extra vrije dagen groepen 1 t/m 8: *verhuisverlof: *studiedag: *carnaval: *teamdag: *vergaderdag: *laatste schoolmiddag:

03-09-2012 t/m 07-09-2012 10-10-2012 11-02-2013 21-05-2013 21-06-2013 05-07-2013


42

Onderwijstijd per cohort tot en met het schooljaar 2012 - 2013: cohort 05-06 06-07 07-08 08-09 09-10 10-11 11-12 12-13 totaal

nu groep 8 880 880 880 1000 1000 1017 1009 971 7637

nu nu nu nu nu nu nu groep groep groep groep groep groep groep 7 6 5 4 3 2 1 880 880 880 1000 1017 1009 971 6637

880 880 880 1017 1009 971 5637

880 880 899 1009 971 4639

880 899 891 971 3641

899 891 971 2761

891 971 1862

971 971

instroom

n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Onderwijstijd gerelateerd aan vijfdaagse schoolweek in schooljaar 01-10-2012 t/m 30-09-2013 Deze informatie is aan de ouders beschikbaar gesteld op 18-7-2012 middels een nieuwsbrief en aan de (oudergeleding)-MR voorgelegd ter instemming zoals vermeld op de laatste pagina van deze schoolgids. De vakanties en vrije dagen staan ook vermeld op de schoolkalender die aan het begin van het schooljaar wordt uitgereikt. In het volgende jaaroverzicht staat bij de volledige, de onvolledige en de vrije schoolweken het weeknummer vermeld.

Schoolweek van: 5 dagen 4 dagen t.g.v. door school geplande vrije dagen 4 dagen t.g.v. vakanties

< 4 dagen t.g.v. vakanties volledige vakantieweken

groep groep groep groep groep groep 8 7 6 5 4 3 regulier 41

41

25

25

7

41

41

41

41

25

25

25

25

7

7

7

7

7

13

13

13

13

13

13

14

14

14

14

14

14

21

21

21

21

21

21

43

43

43

43

43

43

52 1 8

52 1 8

52 1 8

52 1 8

52 1 8

52 1 8


43

18 19 28 t/m 33

18 19 28 t/m 33

18 19 28 t/m 33

18 19 28 t/m 33

18 19 28 t/m 33

18 19 28 t/m 33

12

12

12

12

12

12

Totaal aantal volledige vakantieweken

13.8 Verjaardagen Op school mag getrakteerd worden als er iemand jarig is, liever zo weinig mogelijk snoep! Bij de verjaardag van een leerkracht mogen de kinderen een kleinigheid meebrengen. In de hogere groepen mag ten hoogste € 1,- per kind meegenomen worden voor een gezamenlijk cadeau. Dit wordt dan door een andere collega samen met de klas georganiseerd. Uiteraard is een bijdrage voor een cadeau altijd op vrijwillige basis!

Verjaardaglijst - personeel: 01 januari 06 januari 15 januari 22 januari 27 januari 10 februari 13 februari 18 februari 03 maart 10 april 13 april 21 april 24 april 07 mei 15 mei 22 mei 26 mei 28 mei 18 juni 20 juni 26 juni 02 juli 16 juli

Meneer Murat Hanna Juf Debby Heithuis Meneer Gerard Wolbers Meneer René Elgersma Juf Daniëlle Zekhuis Mevrouw Marion Vollenbroek Juf Riëtte Janssen Meneer Jos Veldhuis Mevrouw Ineke Vloothuis Meneer Gerard Borghuis Juf Brigitte Arkink Juf Ellen Schnieder Juf Anja Bosch Meneer Henk Bekkedam Juf Mariël Stamsnieder Juf Bianca van Benthem Mevrouw Sharon Vlutters Meneer Henk Ankoné Juf Estelle Schokker Meneer Alex Vrijkorte Meneer Ron Mekking Juf Petra Groeneveld Juf Jacquelin Wijgerink

19 juli 21 juli 22 juli 25 juli 26 juli 31 juli 03 augustus 04 augustus 08 augustus 14 augustus 14 augustus 01 september 10 september 19 september 24 september 01 oktober 06 oktober 17 oktober 26 oktober 16 november 26 november 28 november 15 december

Juf Marleen Borgerink Juf Margo O. Elferink Juf Coby Gering Juf Desiree O. Monnikhof Juf Carlien van Elburg Juf Martine Hetem Juf Willi Hoekman Juf Esther Meijer Meneer Eddie Schabbink Juf Leonie Sühre Juf Marion Padberg Juf Margreet Haan Juf Sabine ter Laak Juf Claudia Koelewijn Juf Kim Alink Meneer Bennie Nordkamp Juf Christel Monnink Juf Stanny Koopman Meneer Frank Kotte Meneer Jos Vergeer Juf Judith Kienhuis Meneer Gertjan Bakker Juf Anja Snippers

13.9 Verlof leerkracht Ook leerkrachten hebben af en toe recht op verlof. Dat kan zijn: studieverlof, buitengewoon verlof of een vorm arbeidsduurverkorting (compensatieverlof of Bapo). Alle fulltime leerkrachten die recht hebben op compensatieverlof hebben krijgen dit verlof toegekend passend binnen de jaarplanning van de school. Wanneer leerkrachten een vorm van verlof hebben worden ze vervangen door een collega zodat de lessen gewoon door kunnen gaan.


44

13.10 Verlof leerling We kennen twee soorten verlof: ‘kort verlof’ en ‘vakantieverlof’. Kort verlof kan gegeven worden in de volgende gevallen: - verhuizing, - huwelijk van familieleden, - ernstige ziekte van ouders, - ambts- / huwelijksjubilea van ouders en grootouders, - overlijden van familieleden, - feest- / gedenkdagen bij migranten De duur van het verlof wordt in overleg met de schoolleiding bepaald. Er wordt geen verlof gegeven voor: - bezoeken en deelnemen aan sportevenementen, concerten, tentoonstellingen, pretparken en soortgelijke evenementen buiten schoolverband, - verzoeken om een of meerdere dagen eerder met vakantie te gaan of later terug te komen en dergelijke worden niet gehonoreerd. - Van vakantieverlof is sprake wanneer het gaat om een periode van 1 week of langer. Alleen in de volgende gevallen wordt verlof verleend: - een ouder / verzorger kan als werknemer of zelfstandige in verband met zijn / haar werk niet tijdens de schoolvakanties op vakantie. (Een werkgeversverklaring moet dan overlegd worden.) - Een ouder / verzorger kan in verband met werkomstandigheden tenminste 1 jaar niet thuis komen; het kind kan die ouder slechts buiten de vakanties bezoeken. - Een gezin heeft een minimuminkomen en kan alleen een vakantie buiten het hoogseizoen betalen. (Een verklaring van de sociale dienst moet overlegd worden.) - Op grond van medische of sociale redenen is een vakantie buiten schoolvakanties noodzakelijk. (In dit geval moet een verklaring van arts of maatschappelijk werker overlegd worden.) - Een gezin wint (bijvoorbeeld bij en quiz) een vakantie die buiten de schoolvakanties valt. (Hiervan dient een bewijs te worden getoond.) - Buitenlandse werknemers hebben gedurende een aantal jaren hun geboorteland niet bezocht en willen voor een langere tijd daar op vakantie. Er wordt geen toestemming gegeven voor: - een tweede vakantie of wintersportvakantie, - een goedkopere vakantie buiten het hoogseizoen, - een door anderen aangeboden vakantie. Het vakantieverlof mag niet langer duren dan 10 schooldagen. Als er vrijstelling gevraagd wordt voor extra vakantie valt de beslissing altijd op school (de leerplichtambtenaar wordt wel regelmatig om advies gevraagd). Vakantie verlof mag voor max. 10 dagen per schooljaar worden verleend en dan alleen als het beroep van ouders of verzorgers het niet mogelijk maakt om in de zomervakantie met vakantie te gaan. Dit verlof mag nooit in de eerste twee weken van het schooljaar worden verleend! Verlof wegens gewichtige omstandigheden wordt door de school verleend als het om 10 dagen of minder gaat en bij meer dan 10 dagen door de leerplichtambtenaar. Dit laatste is incidenteel het geval bij bijzondere omstandigheden. Ook in het eerste geval wordt wel regelmatig de leerplichtambtenaar om advies gevraagd. Wij verzoeken u met klem vakantieverlof eerst bij de school aan te vragen voordat u uw vakantie definitief bij de reisorganisatie vastlegt. U doet er verstandig aan eerst goede nota te nemen van het vakantierooster. U vindt dit op de schoolkalender en in paragraaf 11.7 van deze schoolgids. Wanneer kinderen zonder toestemming van de schooldirectie de school niet bezoeken dan wordt dit genoteerd als ongeoorloofd verzuim. Indien dit veelvuldig voorkomt meldt de schoolleiding dit aan de leerplichtambtenaar van de gemeente. Deze kan contact opnemen met de ouders en zonodig proces-verbaal opmaken. HOE VRAAGT U VERLOF AAN? Alle verlofvragen dient u schriftelijk te richten aan de directeur van de school. Daartoe zijn formulieren op school verkrijgbaar. De directie beoordeelt de aanvragen volgens bovengenoemde richtlijnen. Alle aanvragen worden vertrouwelijk behandeld. In sommige gevallen is de school verplicht contact op te nemen met de leerplichtambtenaar. Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

45

13.11 Ziekte leerkracht / vervanging Uiteraard worden ook leerkrachten wel eens ziek zodat ze geen les kunnen geven. In dat geval zal de schooldirectie proberen vervanging te regelen en een leerkracht aanstellen om de taken over te nemen. Bij voorkeur zal er dan een beroep worden gedaan op de parttime leerkrachten van “De Windroos” of de leerkracht die vanuit de vervangingspool op onze school is aangesteld omdat zij goed op de hoogte zijn van de werkwijze op onze school en de meeste kinderen al kennen. Lukt dit niet dan zal de directie op zoek gaan naar een externe invaller. Gezien de huidige krapte op de onderwijsarbeidsmarkt lukt het lang niet altijd om adequate vervanging te regelen. Tot nu toe is het met veel improvisatie en creativiteit toch gelukt om de meeste lessen doorgang te laten vinden. Pas in het uiterste geval, wanneer er geen adequate vervanging kan worden geregeld, kan de directie genoodzaakt zijn een groep 1 of max. 2 dagen vrijaf te geven. U wordt schriftelijk geïnformeerd over de reden en de tijdsduur van de periode dat de kinderen vrijaf hebben gekregen.

13.12 Ziekte leerling Wanneer uw kind wegens ziekte niet op school kan komen is het voor ons prettig wanneer u dat tijdig aan ons laat weten. We verzoeken u om ziektemeldingen ’s morgens vóór 8.45 uur telefonisch aan ons door te geven. Het is voor de leerkracht ook prettig om te weten wat er precies aan de hand is en hoe lang de afwezigheid waarschijnlijk zal duren. Wanneer een zieke leerling niet wordt afgemeld wordt dit aangemerkt als ongeoorloofd verzuim! Telefoonnummers voor ziektemeldingen: -administratie SBO De Windroos:

0541 - 53 24 18

13.13 Hoofdluis Soms komt het voor dat bij een of meerdere kinderen hoofdluis wordt geconstateerd. Gelukkig geven de meeste ouders de school een berichtje wanneer ze zelf hebben gemerkt dat hun kind last van hoofdluis heeft. In een dergelijke situatie worden ook alle andere ouders van die klas geïnformeerd middels een brief en zo nodig ook de ouders van de overige klassen. Er vindt dan een tussentijdse controle plaats en de kinderen krijgen, als ze dit nog niet hebben ontvangen, een informatiefolder mee. De werkgroep hoofdluis bestaat uit ouders en leerkrachten controleert vijf keer per schooljaar alle kinderen binnen dezelfde week op de aanwezigheid van neten en/of hoofdluis. Dit gebeurt in principe op de eerste maandag na een vakantie. Deze data staan ook vermeld op de schoolkalender. Mocht er hoofdluis zijn geconstateerd dan neemt de groepsleerkracht contact op met de ouders. Twee tot drie weken na behandeling vindt dan een her-controle plaats.

13.14 Jarig Wanneer een kind jarig is wordt dit uiteraard op feestelijke wijze gevierd. De jarige wordt in de groep en binnen de school uitgebreid in het zonnetje gezet en mag natuurlijk ook trakteren. Snoepen is daarbij niet verboden maar er zijn ook talloze andere mogelijkheden zoals fruit, kaas, rozijnen enz. Omdat een aantal kinderen allergisch is voor chemische toevoegingen verzoeken we u traktaties te laten uitdelen zonder deze toevoegingen. Wilt u geen kauwgom laten trakteren?

13.15 Jeugdtijdschriften Via de school kunt u een abonnement nemen op jeugdtijdschriften als: Bobo, Okki, Taptoe, Hello You of op jeugdboeken zoals die door sommige uitgeverijen worden uitgegeven. Uiteraard is een lidmaatschap geheel vrijblijvend. Aan het begin van het schooljaar ontvangen de kinderen hierover enkele informatiefolders. De betaling verloopt meestal rechtstreeks tussen ouders en de uitgeverij, de school verzorgt de distributie. Wanneer een kind plezier in lezen heeft kunt u overwegen een abonnement te nemen voor 1 schooljaar. Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

46

13.16 Verzuim en leerplicht Als uw kind 4 jaar is mag het naar school; uw kind is echter nog niet leerplichtig. Dat houdt in dat u uw kind in overleg met de groepsleerkracht af en toe een dagje thuis kunt houden. We adviseren u hier terughoudend mee om te gaan omdat uw kind uiteindelijk moet wennen aan het naar school gaan. Als uw kind 5 jaar is, is het leerplichtig geworden volgens de Leerplichtwet. U bent dan niet meer vrij uw kind zonder reden thuis te houden. Mocht het zijn dat een normale schoolweek te lang is dan kan in overleg met de school gebruik gemaakt worden van een speciale “schooltijdenregeling”. Wanneer uw kind 6 jaar is geworden is het geheel leerplichtig en moet het op alle schooldagen naar school. U mag uw kind dan uitsluitend thuis houden als: - het ziek is - het een huisarts, tandarts, specialist o.i.d. moet bezoeken; in zo’n geval altijd melden aan de school - de schoolleiding toestemming heeft gegeven voor (buitengewoon) verlof Het is voor ons prettig wanneer berichten van afwezigheid ’s morgens vóór schooltijd (tussen 8.15 en 8.45 uur) of schriftelijk aan de school worden doorgegeven. Dat voorkomt vragen of ongerustheid. Wanneer een kind zonder bericht/toestemming toch afwezig is moet hiervan verplicht melding worden gemaakt bij de leerplichtambtenaar van de gemeente waarin uw kind woont!

13.17 Namenlijsten Aan het begin van het schooljaar krijgt ieder kind een namenlijst van de kinderen uit zijn/haar groep mee naar huis. Hierop staan gegevens vermeld van leerlingen (naam, adres, geboortedatum en telefoonnummer). Deze lijst kan een hulpmiddel zijn wanneer uw kind/pupil afspraken wil maken met andere kinderen. Gegevens van kinderen waarover betrokken ouders vooraf schriftelijk bezwaar hebben gemaakt en geheime telefoonnummers staan uiteraard niet op de namenlijst vermeld!

13.18 Voorkomen van lesuitval Ook wij zijn het afgelopen schooljaar geconfronteerd met lesuitval, zij het gelukkig maar zeer gering. Wij hanteren de volgende code. Wanneer een leerkracht ziek is en er is geen externe vervanging mogelijk dan worden de leerlingen toch de eerste schooldag op school opgevangen. Wanneer ons bekend is dat de zieke leerkracht ook de volgende dag niet aanwezig kan zijn, dan ontvangen de leerlingen een brief, waarin vermeld staat dat de leerlingen de tweede en maximaal de derde schooldag vrij hebben. Vanaf de vierde dag is Uw kind of pupil dan in ieder geval weer op school en mocht de zieke leerkracht dan nog niet aanwezig zijn dan passen we een andere, interne organisatie toe. Kortom: in het ergste geval kan de leerling per ziektegeval van de eigen leerkracht maximaal 2 dagen geen onderwijs ontvangen. Laten we hopen dat we dit soort van scenario’s niet of nauwelijks hoeven te benutten.

13.19 Extra activiteiten. Het komt voor dat bepaalde instanties een beroep op ons doen om medewerking te verlenen bij activiteiten. Wanneer dit activiteiten zijn die in het belang zijn van het kind en passen binnen de visie van de school verlenen wij, wanneer mogelijk, medewerking. We gaan echter wel zeer selectief te werk. Een en ander moet ook passen binnen de totale taakbelasting van het schoolteam.

13.20 Inzage leerlingendossiers Het uitgangspunt binnen KONOT is dat de ouders/verzorgers recht hebben op inzage betreffende het dossier van hun kind(eren). Daarnaast geldt dat een dossier niet gekopieerd mag worden, tenzij ouders/verzorgers hiervoor uitdrukkelijk toestemming verlenen (zie ook inschrijfformulier bij toelating). In het belang van de Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

47

privacy van leerling en medewerkers wordt deze regel nauwgezet gehanteerd. Binnen ‘De Windroos’ hebben uitsluitend daarvoor gemandateerde medewerkers toegang tot relevante leerlingendossiers.

13.21 Overgang naar een volgende groep Soms is het niet vanzelfsprekend dat een leerling na afloop van een schooljaar doorstroomt naar een volgende groep binnen een bepaalde leerstroom. Samen met ouders/verzorgers onderzoeken we welke mogelijkheden er zijn voor verdere begeleiding. Bijna altijd kan er in goed onderling overleg een keuze worden gemaakt. In die gevallen waarin geen overeenstemming kan worden bereikt beslist altijd de directeur van de school in welke groep of leerstroom een leerling wordt geplaatst.

13.22 Mobiele telefoons Mobiele telefoons zijn in deze tijd niet meer weg te denken. Steeds meer leerlingen hebben een mobieltje en nemen die vaak mee naar school. Reden voor ons om hierover enkele afspraken te maken. We kunnen ons goed voorstellen dat kinderen op weg van en naar school een mobieltje bij zich hebben, bijv. voor het geval dat er onderweg iets gebeurt. Verder hebben de kinderen onder schooltijd geen mobieltjes nodig. Vandaar dat in de klas en in de pauzes het gebruik van mobieltjes niet is toegestaan. Gebeurt dit toch, dan volgt inname door de leerkracht en krijgt de leerling pas om 15.00 uur het mobieltje terug. Indien hiervoor aanleiding bestaat, wordt het mobieltje door de leerkracht voor langere periode ingenomen. Van de reden hiervoor wordt u uiteraard in kennis gesteld. Het spreekt volgens ons vanzelf dat u, mocht u uw zoon/dochter/pupil iets willen laten weten, dat u dan rechtstreeks naar school belt en niet via de mobiele telefoon van uw kind.

13.23 Tussenschoolse opvang (TSO) Uw kind kan tussen de middag overblijven op school. Omdat ‘De Windroos’ een regionale functie heeft voor noordoost Twente blijven in de praktijk (bijna) alle kinderen over op school. Sinds 1-9-2006 zijn schoolbesturen en scholen wettelijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de TSO-opvang. Het vastgestelde KONOT-beleid TSO geldt vanaf 1-8-2007 voor alle scholen die gebruik maken van een professionele TSO-coördinator. Omdat de tussenschoolse opvang al een aantal jaren een integraal onderdeel is van het onderwijs- en begeleidingsprogramma van ‘De Windroos’ verandert er voor ons in praktijk weinig. Door het beschikbaar komen van een TSO-subsidie is er 1 medewerker voor TSO aangesteld die in enkele groepen de groepsleerkrachten assisteert bij de tussenschoolse opvang. Om taken en verantwoordelijkheden duidelijk te kunnen omschrijven is voor iedere school een ‘huishoudelijk reglement overblijven’ opgesteld dat voor iedereen ter inzage is. Het huishoudelijk reglement is goedgekeurd door de MR van onze school. De subsidie voor TSO wordt jaarlijks verantwoord middels een financiëel jaarverslag aan het bestuur.

13.24 Voor- en naschoolse opvang (BSO) Met ingang van 1 januari 2007 hebben schoolbesturen de verantwoordelijkheid gekregen om voor- en naschoolse opvang te (laten) organiseren. Met ingang van 1 augustus 2007 moet aan de ouders de mogelijkheid geboden worden om hun kind gebruik te kunnen laten maken van een voorziening voor buitenschoolse opvang. KONOT heeft er voorlopig voor gekozen om te verwijzen naar kinderdagopvang-organisaties (KDO) met wie zij een contract heeft gesloten, verder kortweg KDO genoemd. Door gebruik te maken van KDO’s hoeven scholen zelf geen opvang voor of na schooltijd te verzorgen. Met het afsluiten van contracten met KDO’s en het via de schoolgids verwijzen naar deze organisaties, voldoet KONOT aan de wettelijke verplichting om voor- en naschoolse opvang te (laten) organiseren. Dit geldt ook voor bijna alle andere schoolbesturen in onze regio waarvan kinderen ‘De Windroos’ bezoeken. Binnen het samenwerkingsverband van de verschillende schoolbesturen in noordoost Twente zijn diverse KDO’s die nagenoeg dezelfde kwaliteit leveren en voldoen aan de wettelijke voorwaarden. Bovendien achten we het niet wenselijk om de keuzevrijheid van ouders te beïnvloeden. Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

48

KONOT heeft ervoor gekozen iedere KONOT-school met één of meer KDO’s contracten af te sluiten. Ook de scholen van de meeste andere besturen hebben dergelijke contracten afgesloten. De keuze van de KDO’s op schoolniveau is na overleg en advisering/instemming met de MR van de betreffende school genomen. Omdat ‘De Windroos’ wordt bezocht door kinderen van 33 verschillende scholen uit de regio NO Twente verwijzen we bij een verzoek om voor- en/of naschoolse opvang altijd naar een KDO die het beste past bij uw huidige woonsituatie. Op school is een overzicht aanwezig van alle KDO’s waarmee de scholen van het samenwerkingsverband een contract hebben afgesloten. Rest ons nog voor alle duidelijkheid te melden dat ouders die opvang wensen voor hun kind(eren) zelf alles dienen te regelen met de KDO en met de belastingdienst (o.a. om de maandelijkse tegemoetkoming te ontvangen). Mocht u geen gebruik willen maken van de KDO’s waarmee een contract is afgesloten maar van een andere organisatie dan bent u daarin geheel vrij.


49

14.

Schoolregels op De W indroos

Op ‘De Windroos’ gebruiken we een aantal omgangsregels die allemaal aansluiten op 1 hoofdregel, namelijk:

“Heb respect voor elkaar; doe bij een ander niets waarvan je ook niet wilt dat het bij jou gebeurt.” Afgeleid van deze hoofdregel bestaan er in elke groep een aantal gedragsregels die ervoor moeten zorgen dat iedereen zo vrij en gelukkig mogelijk kan functioneren. Tijdens het buitenspelen gelden de volgende speelplaatsregels: - Op het plein wordt niet gefietst; fietsen in de fietsenstalling plaatsen. - Elke groep heeft een deel van de speelplaats waar bepaalde spelletjes juist wel of niet mogen worden gespeeld. (bijvoorbeeld spelen in de zandbak, balspelen op de grote speelplaats, duikelen/klimmen op de speeltoestellen) - Tassen mogen niet naar binnen worden gebracht. - Geen rommel op de speelplaats achterlaten maar in de prullenbakken gooien. - Als de bel/zoemer gaat ga je bij je eigen ingang in de rij staan; samen met je leerkracht loop je dan naar binnen. - Tijdens de pauze blijft iedereen buiten; eerst toestemming vragen als je toch naar binnen moet. - Tijdens de pauze lopen altijd 1 of 2 leerkrachten pleinwacht; bij hen kun je altijd terecht met vragen of als er problemen zijn. - Wanneer het regent mag je, op aanwijzing van de leerkracht, naar binnen en loop je naar je eigen lokaal. - Bij slecht weer blijven we binnen en blijf je in het lokaal of in de gang bij je lokaal In het kader van sociaal-emotionele ontwikkeling werken we met 3 basisregels voor sociaal gedrag die via het project ‘Schoolregels’ worden aangeboden. Tevens gebruiken we in elke groep het programma ‘Kinderen en hun Sociale Talenten’ om de sociale vaardigheden te stimuleren. Met deze programma’s willen we het positieve gedrag van kinderen versterken en het negatieve gedrag zoveel mogelijk negeren. D.m.v. versterkers (beloningen) bij goed gedrag worden de kinderen zich steeds meer bewust van hun positieve gedrag en ontstaan er minder conflictsituaties. Door het aantal regels te beperken tot 3 basisregels lukt het kinderen beter om de overgebleven regels toe te passen en na te leven. De hoofdregels kunnen specifiek en concreet worden gemaakt door ze te koppelen aan actuele vragen of gebeurtenissen zodat de kinderen ze d.m.v. hun eigen ervaringen leren herkennen en toepassen. De regels worden periodiek op speelse wijze d.m.v. een eigen lesprogramma in alle groepen aangeboden. Bovendien hangen de regels in de vorm van pictogrammen op verschillende plaatsen op beide locaties. De 3 schoolregels zijn:

1. ‘Voor groot en klein zullen we aardig zijn’ 2. ‘De school is van binnen een wandelgebied en buiten hoeft dat lekker niet’ 3. ‘We zullen goed voor de spullen zorgen, dan zijn ze weer te gebruiken morgen’ Wanneer een kind desondanks een regel herhaaldelijk of ernstig overtreedt wordt door de leerkracht een ‘nadenk-blad’ gebruikt dat met het kind wordt besproken en ingevuld. Doel hiervan is het kind te laten nadenken over zijn eigen negatieve gedrag en de gevolgen hiervan voor zichzelf en anderen. Daarna wordt besproken hoe het gedrag in positieve zin kan veranderen. Het ingevulde ‘nadenk-blad’ wordt meegegeven naar huis en door ouders/verzorgers ondertekend. Het is raadzaam de gebeurtenis ook thuis nog eens met uw kind te bespreken zodat het zich steeds meer bewust wordt van de effecten van het eigen gedrag en zijn sociale vaardigheden verder kan ontwikkelen.


50

15.

Contacten met andere instellingen

15.1 Jeugdgezondheidszorg GGD Regio Twente Gezond opgroeien en een goede ontwikkeling zijn belangrijk voor kinderen. Wij, Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Regio Twente, helpen u hier graag bij. In de basisschoolperiode komen wij op school in groep 2 en in groep 7 voor een preventief gezondheidsonderzoek. We kijken dan naar de lichamelijke, geestelijke, cognitieve en psychosociale ontwikkeling van kinderen. De laatste jaren zien we, ook landelijk, dat steeds meer kinderen extra aandacht en begeleiding nodig hebben. IN 2011 zijn we daarom gestart met de Triage-methodiek, een vernieuwde onderzoeksmethode. We zien nog steeds elk kind en hebben daarnaast meer ruimte voor zorg op maat. Hoe gaat het preventief onderzoek? Zit uw kind in groep 2 of in groep 7? Dan vragen we aan u, ouders of verzorgers, 2 vragenlijsten in te vullen. Deze ontvangt u via school van ons. Ook wordt de leerkracht gevraagd om mogelijke aandachtspunten op een lijst aan te geven. Samen met het JGZ-dossier geeft dit een beeld van uw kind. Op school krijgt uw kind vervolgens een korte algemene controle. Na een gesprekje worden het gezichtsvermogen, het gehoor, de lengte en het gewicht van uw kind gecontroleerd. Hiervoor hoeft uw kind zich niet uit te kleden. Om u te informeren over de bevindingen krijgt uw kind een formulier mee naar huis. De controle vindt plaats in de vertrouwde omgeving van uw kind, op school. We vinden het voor de kinderen belangrijk dat ze de doktersassistente al kennen voor de controle. Daarom stelt ze zich vooraf in de groep voor. Eventueel vervolg Mogelijk heeft uw kind extra aandacht nodig. Dan wordt u samen met uw kind uitgenodigd voor een aanvullend onderzoek op het spreekuur van de arts of verpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg. De uitnodiging voor dit vervolgonderzoek wordt naar uw huisadres gestuurd. Voordelen van de Triage-methodiek 1. Alle kinderen zijn en blijven in beeld 2. Het bereik van kinderen is groter 3. Er zijn minder verstoringen in de klas e 4. Ouders hoeven geen vrij te nemen voor de 1 algemene controle op school 5. Artsen en verpleegkundigen hebben meer ruimte om snel in te spelen op (zorg)vragen Samenwerking met school We hebben regelmatig contact met school naar aanleiding van de preventieve onderzoeken en de spreekuren op school. Daarnaast nemen we, als JGZ, ook deel aan de zorgoverleggen of zorgadviesteams (ZAT). In deze overleggen worden, in goed overleg met ouders of verzorgers, kinderen besproken die extra aandacht nodig hebben. Aan deze overleggen nemen, naast de IB-er van de school, het maatschappelijk werk en bijv. de schoolbegeleidingsdienst deel. Hierdoor kan bij (zorg)vragen, in een vroegtijdig stadium een duidelijk advies worden gegeven. Wilt u meer informatie? Op onze website www.ggdregiotwente.nl vindt u de meest actuele informatie van de JGZ. Uiteraard kunt u ook telefonisch contact met ons opnemen door te bellen met 053 – 487 69 30.

15.2 Identiteitsbegeleider Binnen het bestuur van de Stichting KONOT is een districtscatecheet die o.a. tot taak heeft om de schoolteams te begeleiden op het gebied van de schoolcatechese. De zgn. districtscatecheet begeleidt het team bij het vormgeven van de levensbeschouwelijke identiteit en ondersteunt bij de inhoud van de catecheseprojecten zoals die op de scholen worden gebruikt. Tevens begeleidt de districtscatecheet het schoolteam bij de keuze en het gebruik van een nieuwe catechesemethode


51

15.3 Schoolbegeleidingsdienst (Expertis) Leerkrachten en schoolteams kunnen een beroep doen op kennis, ervaring en expertise van de schoolbegeleidingsdienst Expertis als er behoefte bestaat aan ondersteuning, advies of nascholing voor een bepaald aspect van het onderwijs op school. Ook de Windroos krijgt regelmatig begeleiding van deze medewerkers.

15.4 Schooltandartsendienst (GGD - JGZ) Wanneer u om welke reden dan ook het gebit van uw kind niet elk halfjaar door uw eigen tandarts wilt laten controleren dan kunt u gebruik maken van de schooltandartsendienst om het gebit van uw kind regelmatig te onderzoeken. Naast preventie en controle van het gebit geeft de schooltandartsendienst ook voorlichting aan scholen (o.a. poetslessen, infomateriaal) over mondhygiëne en stelt zij tegen gereduceerde prijs poetsmateriaal beschikbaar. Aan het begin van het schooljaar ontvangt u een folder met informatie over deelname aan de gebitscontrole en voorlichting over de wijze van de schooltandarts.

15.5 Logopedie / fysiotherapie Een aantal kinderen op de Windroos heeft, voordat ze op de Windroos werden geplaatst, logopedie en/of fysiotherapie gehad om o.a. de spraak/taalontwikkeling of de motoriek te verbeteren. Binnen “De Windroos” bestaat de mogelijkheid om logopedie of fysiotherapie onder schooltijd of tijdens de middagpauze te volgen. De logopedielessen worden professioneel verzorgd door de logopedistes van “De Windroos”. De fysiotherapielessen kunnen tussen de middag worden gegeven door een fysiotherapeut in de gymzaal van onze school. Hierover krijgt u altijd vooraf bericht; u bent uiteraard ook welkom om een therapieles bij te wonen!

15.6 Pabo / Opleidingen Speciale Onderwijsbehoeften / ROC / ALO / Logopedie “De Windroos” onderhoudt intensieve contacten met de opleidingsinstituten die mensen voor een functie binnen het onderwijs opleiden. Tijdens hun vakopleiding moeten deze studenten een aantal stages doorlopen en met succes afronden alvorens ze hun opleiding kunnen afsluiten. Binnen “De Windroos” krijgt jaarlijks een aantal stagiaires de gelegenheid om kennis te maken met het werken in de dagelijkse praktijk. Hun activiteiten bestaan vooral uit het observeren van kinderen, het geven van lessen, gesprekken voeren met de directie en leerkrachten en het uitvoeren van eigen onderzoek t.b.v. hun afstudeeropdrachten. Uiteraard wil ook onze school toekomstige collegae de gelegenheid geven om met een SBO-school kennis te maken; we maken echter vooraf goede afspraken over het aantal stagiaires en de aard van de stageopdrachten, omdat het inpasbaar moet zijn in de organisatiemogelijkheden van onze school.

15.7 Inspectie De schoolinspectie heeft o.a. tot taak om vast te stellen of een school goed onderwijs verzorgt en functioneert binnen de richtlijnen die het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft opgesteld. Periodiek bezoekt de Inspectie scholen in haar rayon om zgn. ‘kwaliteitsonderzoeken’ (PKO) te doen of met directie / schoolteam over een onderwerp van gedachten te wisselen. Onze school ressorteert onder de Inspectie Primair Onderwijs (basisonderwijs en speciaal basisonderwijs) Inspectie van het onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800 - 8051 (gratis) Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

52

Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 – 111 3 111 (lokaal tarief) De afgelopen tijd zijn thema’s als geweld, onverdraagzaamheid en extremisme veelvuldig onderwerp van gesprek geweest. Ook de inspectie wil een bijdrage leveren door middel van een aantal activiteiten. Een van die activiteiten betreft de taakuitbreiding van het meldpunt vertrouwensinspecteurs. Zoals u weet kunnen betrokkenen bij het onderwijs terecht met klachtmeldingen over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek geweld en psychisch geweld, zoals grove pesterijen. Besloten is om aan deze aandachtsgebieden toe te voegen signalen inzake discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme, enz. Wordt u binnen of in relatie tot de school geconfronteerd met dergelijke signalen dan kunt u contact opnemen met een van de vertrouwensinspecteurs. Ons schoolnummer (Brinnummer) is: 13 PM

15.8 Andere instanties -

-

-

-

Schooladviesdienst Expertis: ondersteunt en adviseert ons o.m. bij invoering nieuwe methodes en veranderingen in werkwijze Arbodienst Santar: Ondersteunt en adviseert m.b.t. ziekteverzuim en arbeidsomstandigheden Stg. Cultureel Centrum: deze stichting presenteert jaarlijks een cultureel aanbod op het gebied van zang, dans, toneel, film, expressie, kunst, enz. Elke groep van de Windroos neemt jaarlijks deel aan tenminste 1 culturele activiteit. Musea: jaarlijks brengen verschillende groepen van onze school 1 of meerdere bezoeken aan streekmusea in onze regio. Vaak staat zo’n excursie in het teken van een project dat op school wordt behandeld. Maatschappelijke organisaties: onze school krijgt zeer regelmatig verzoeken van diverse maatschappelijke organisaties om deel te nemen aan acties of campagnes. Elk verzoek wordt apart beoordeeld omdat het dient te passen in de organisatorische mogelijkheden en de (levensbeschouwelijke en onderwijskundige) uitgangspunten van onze school. Jeugdhulpverlening (wijkteams, buurtnetwerk, Bureau Jeugdzorg (BJZ), voogdij-instellingen, Gezinsvervangend Tehuis, pleeggezin, enz. Wanneer een instelling voor jeugdhulpverlening betrokken is bij de begeleiding van een kind overlegt de betreffende groepsleerkracht met de contactpersoon om tot een goede afstemming en afspraken te komen.


53

16.

Jaarverslag 2011 - 2012

16.1 Kwantitatieve gegevens Dit schooljaar zijn we gestart met 224 kinderen (zie teldatum 1-10-2011). Ten opzichte van het schooljaar 2010-2011 is dit een daling van 33 kinderen. Door tussentijdse instroom (10 kinderen) en tussentijdse uitstroom (5 kinderen) is het leerlingenaantal in de loop van het schooljaar gegroeid tot 229 kinderen. Naar verwachting zullen tijdens en aan het einde van dit schooljaar 61 kinderen zijn uitgestroomd (kinderen uit de groepen F en tussentijdse schoolverlaters).

16.2 Onderwijskundige aspecten -Het team heeft zich georiënteerd op een nieuwe methode voor taal en spelling. M.i.v. september 2011 wordt de methode Taal Aktief (versies 3 en 4 ) ingevoerd in de groepen B t/m F. -In samenwerking met Expertis en het leesverbeterteam is de 3e fase van het Leesverbeterplan uitgevoerd met als doel de inhoud en organisatie van het technisch leesonderwijs schoolbreed zodanig te veranderen dat de leesopbrengsten verbeteren. De school streeft er daarbij naar binnen 3 jaar 80% van de leerlingen jaarlijks minimaal 2 leesniveaus te laten stijgen. -De inzichten en leerervaringen van het leesverbetertraject zijn gebruikt om o.a. een start te maken met een 0-meting t.b.v. een taalverbeterplan dat in 2012-2013 wordt opgesteld. -D.m.v. collegiale visitatie bij de lessen technisch lezen hebben medewerkers bij elkaar de leesinstructie en de effectiviteit van het klassenmanagement beoordeeld. -De school heeft de leeropbrengsten op leerlingenniveau en groepsniveau in kaart gebracht en geanalyseerd en is gestart met het vertalen van de uitkomsten in individuele plannen en groepsplannen. -N.a.v. groeps- en leerlingenbesprekingen stelt de school 2x per jaar voor ieder kind het ontwikkelingsperspectief vast en maakt op basis hiervan beredeneerde keuzes. Het ontwikkelingse perspectief (OPP) wordt jaarlijks bij de uitreiking van het 2 rapport met de ouders besproken. -De school stelt jaarlijks vast welk percentage schoolverlaters zich wel/niet conform het ontwikkelingsperspectief ontwikkeld op basis van de uitstroom naar het voortgezet onderwijs. -De school is gestart met het invoeren van de 1-zorgroute en het beschrijven van het functioneren van kinderen op basis van handelingsgericht werken (HGW). -Het team heeft een pilot uitgevoerd met een nieuwe methode voor sociaal-emotionele begeleiding. Dit programma ‘Kinderen en hun sociale talenten’ is een aanvulling op het sociaal-emotionele registratiesysteem ZIEN. -Afhankelijk van de hulpvragen en de begeleidingsmogelijkheden is nagegaan in hoeverre de specifieke begeleiding van kinderen met een LGF (‘rugzakje’) binnen of buiten de stamgroep kan worden gegeven. Hierbij wordt eventueel gebruik gemaakt van de inzet van therapiemogelijkheden die binnen/buiten de school beschikbaar zijn. -Dit jaar hebben we de KONOT-kwaliteitsmonitor zodanig aangepast aan het SBO-concept dat de leeropbrengsten voor de vakgebieden technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen op schoolniveau in kaart zijn gebracht in relatie tot de streefdoelen zoals die gelden voor de langzameen de snelle leerstroom. Hierdoor kan worden bepaald welk percentage leerlingen zich m.b.t. deze vakgebieden wel/niet ontwikkelt conform het ontwikkelingsperspectief. De school verwacht hieruit over enkele jaren een meerjaren trend en een trendanalyse te kunnen maken.

16.3

Identiteit

-In het team is besproken welke consequenties de levensbeschouwelijke identiteit heeft voor het gedrag en het omgaan met elkaar in de dagelijkse praktijk (hoe maken we onze levensbeschouwelijke overtuigingen voor onszelf en anderen zichtbaar in de dagelijkse praktijk?) De omgangsregels die hieruit zijn voortgekomen zijn o.a. verwerkt in het lesprogramma ‘Schoolregels’ zoals dat dit jaar is ontwikkeld en verbreed. Door de koppeling tussen het programma ‘Schoolregels’ en de handleiding van de methode voor levensbeschouwelijke communicatie ‘Hellig Hart’ zijn de gemeenschappelijke uitgangspunten van beide programma’s in de dagelijkse onderwijspraktijk zichtbaar. Tevens is een pilot uitgevoerd met het programma ‘Kinderen en hun sociale talenten’. Dit programma biedt ook aanknopingspunten voor levensbeschouwelijke communicatie en zal m.i.v. het schooljaar 2012-2013 worden ingevoerd. Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

54

16.4 Personele en organisatorische aspecten (incl. communicatie) -Ook in het schooljaar 2011-2012 zijn medewerkers en leerlingen gehuisvest op 3 locaties waardoor veel tijd moet worden geïnvesteerd in een goede afstemming en communicatie tussen de afzonderlijke locaties. -Het team heeft deelgenomen aan studiebijeenkomsten over werken met groepsplannen, concreet formuleren van doelen, de implementatie van het leesverbetertraject, het starten van een taalverbetertraject en het werken met digiborden/digitale leer-werkomgeving. -In het kader van uitvoering van de functiemix is een medewerker m.i.v. 1-8-2012 benoemd in de functie van lees-/taalcoördinator. Deze medewerker is verantwoordelijk voor de uitvoering en de implementatie van het Leesverbeterplan en het Taalverbeterplan. -De directie heeft deelgenomen aan 4 studiebijeenkomsten binnen Konot en een regionaal directienetwerk over diverse aspecten van onderwijskundig leiderschap en management. -De medewerkers met de basisopleidingen voor BHV (brandpreventie, omgaan met de AED, ontruimingsoefeningen) hebben relevante nascholingsbijeenkomsten gevolgd. -De schoolcontactpersonen (SCP), de intern begeleiders (IB) en de bedrijfshulpverleners (BHV) hebben relevante cursussen gevolgd die binnen hun netwerk worden aangeboden. -Gedurende dit schooljaar zijn 4 medewerkers gedetacheerd bij het onderwijszorg centrum (OZC) t.b.v. deelname aan het platform voor onderzoek & advies (POA), de permanente commissie leerlingenzorg (PCL) en het geven van ambulante begeleiding aan scholen binnen het samenwerkingsverband. -De directie heeft functioneringsgesprekken gevoerd met het onderwijs ondersteunend personeel. Tevens is met de betreffende medewerkers het bekwaamheidsdossier ingevuld waarin de competenties en ontwikkelpunten voor de komende periode staan beschreven.

16.5 Financiële aspecten -Door huisvesting op 3 locaties zijn de beheerskosten (schoonmaak, gemeentelijke heffingen, communicatieapparatuur, gas/water/elektra, enz.) relatief fors gestegen. Binnen de schoolbegroting is hiervoor extra geld gereserveerd in afwachting van de realisatie van de nieuwbouw. -De school heeft m.b.v. sponsoracties door serviceclubs en het bedrijfsleven geld geworven en gereserveerd voor de inrichting van de speelplaats bij de nieuwe school.. -In de financiële paragraaf van het begeleidingsplan van kinderen met een leerlinggebonden financiering (LGF) is verantwoord waaraan de materiële vergoeding van elk kind is besteed. -Tevens is op de meerjarenbegroting geld gereserveerd voor vervanging en uitbreiding van hardware en software (zie ICT-beleidsplan). -De huishoudelijk-technisch medewerker is vanuit Top Craft gedetacheerd op onze school. De kosten hiervan komen ten laste van het schoolbudget. -De school bekostigt uit het budget voor tussenschoolse opvang (TSO) 1 medewerker voor TSO die specifiek is belast met het toezicht houden op het overblijven tussen de middag. -De school heeft uit haar exploitatie en reserves budget gereserveerd voor de inrichting van de nieuwe school, de gymzaal/speelzaal, de aanschaf van een ICT-netwerk (incl. digiborden) en inrichting van de speelplaats/schoolomgeving.

16.6 Materiële aspecten -Omdat de gemeente en het schoolbestuur bezig zijn met de realisatie van een nieuwe school voor De Windroos worden t.b.v. de huidige locaties alleen noodzakelijk onderhoud en reparaties uitgevoerd. Door de realisatie van de nieuwe school krijgt De Windroos de beschikking over een modern en eigentijds gebouw waarin alle leerlingen en medewerkers kunnen worden ondergebracht (zie ook 16.5 financiële aspecten)

16.7 Informatie- en communicatietechnologie (ICT) Ten aanzien van de software zijn licenties verlengd zodat we bij de methodes voor aanvankelijk lezen, spelling en rekenen optimaal gebruik kunnen maken van ICT-ondersteuning. Op initiatief van de KONOT nemen alle scholen deel aan het digitale platform ‘Sharepoint’ waardoor medewerkers en Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

55

scholen webbased informatie kunnen uitwisselen en opslaan. Tevens zijn op beide locaties nieuwe computers aangeschaft waardoor in alle groepen 3 tot 4 computers beschikbaar zijn. Op onze website (www.sbodewindroos.nl) kunt u ook deze schoolgids terugvinden en actuele informatie d.m.v. nieuwsbrieven, informatie over de groepen, evenementen, verslagen van OR en MR, enz. Tevens is een ICT-beleidsplan opgesteld waarin beschreven staat op welke manier we ICT de komende jaren in het onderwijs en de organisatie op ‘De Windroos’ verder willen integreren. Hierbij spelen de digicoaches een belangrijke rol.

16.8 Sociaal jaarverslag Het team van ‘De Windroos’ bestond in 2010-2011 uit 49 medewerkers waarvan 31 onderwijsgevenden en 18 onderwijsondersteunende medewerkers. Binnen het team zijn 15 mannen en 34 vrouwen werkzaam. Qua teamsamenstelling bestaat het team uit een directeur, adjunct-directeur, groepsleerkrachten, vakleerkrachten, klassenassistenten, logopedisten, intern begeleiders, orthopedagoog, psychologisch assistente, schoolmaatschappelijk werkster, ambulant begeleiders, administratief medewerker, conciërge, huishoudelijk-technisch medewerker, ICT-coördinator en een leescoördinator Gedurende dit schooljaar was het ziekteverzuim gemiddeld. Drie medewerkers zijn wegens psychische en/of lichamelijke klachten langdurig met ziekteverlof geweest. Twee medewerkers zijn met succes ge-re-integreert. Daarnaast hebben we helaas van 1 medewerker afscheid moeten nemen i.v.m. haar overlijden. Zowel de vervangingen wegens buitengewoon verlof als wegens ziekteverlof konden veelal worden ingevuld door een beroep te doen op de eigen parttimers of de vaste medewerker die vanuit de vervangingspool op ‘De Windroos’ is aangesteld. Hierdoor bleef de continuïteit van het onderwijs gegarandeerd en hoefde geen vrijaf te worden gegeven aan stamgroepen. Tijdens dit schooljaar waren 3 medewerkers met zwangerschapsverlof en genoten 3 medewerkers (parttime) ouderschapsverlof. Drie medewerkers hebben m.i.v. 1 augustus 2012 afscheid genomen van onze school. Om tot een evenredige verdeling te komen van alle niet lesgebonden taken tussen de medewerkers worden deze jaarlijks in beide locatieteams besproken. Vervolgens worden deze taken conform de KONOT-criteria in een normjaartaak beschreven en besproken.

16.9

School-Contact-Persoon (SCP)

Het afgelopen schooljaar hebben de schoolcontactpersonen zich hoofdzakelijk bezig gehouden met preventieve en curatieve maatregelen wat betreft leerlingenzorg en kwaliteitszorg. In bijzondere gevallen werd -waar nodig- een hulpverleningsinstantie ingeschakeld. Deze gevallen zijn verantwoord in het jaarverslag 2011-2012 dat op school ter inzage ligt. Leerlingen, leerkrachten en ouders zijn zoveel mogelijk ingelicht over de taken en de positie van de schoolcontactpersonen. Het afgelopen jaar zijn de 3 schoolregels regelmatig besproken en geoefend in alle groepen (zie ook hoofdstuk 14 - ‘Schoolregels op De Windroos’). De schoolcontactpersonen hebben de bijeenkomsten van het SCP-netwerk van KONOT bijgewoond. Het in samenspraak met directie en team opgestelde protocol ‘conflicthantering’ ligt ter inzage op beide locaties van de school (zie ook hoofdstuk 7 - ‘Een veilige school’).

16.10 Arbo jaarverslag De bedrijfshulpverleners (BHV) hebben op basis van KONOT-richtlijnen een calamiteiten- en ontruimingsplan voor alle locaties opgesteld. Tijdens het schooljaar hebben op deze locaties ontruimingsoefeningen (voorbereid en onvoorbereid) plaatsgevonden waarna het ontruimingsplan is verfijnd. Jaarlijks volgen een de BHV-ers een aantal herhalingslessen om hun kennis en vaardigheden op peil te houden.

16.11

Bedrijfshulpverlening (BHV)

De brandweer heeft gebruikersvergunningen afgegeven voor beide locaties. De aanpassingen die daarvoor nodig waren zijn uitgevoerd en goed bevonden. In totaal heeft De Windroos nu 7 Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

56

gecertificeerde BHV-ers (3 personen op locatie Molkenboerstraat en 4 personen op locatie Bentheimerstraat/Meijbree). De BHV-ers hebben dit jaar twee herhalingscursussen gevolgd. Een cursus met als zwaartepunt Eerste Hulpverlening en het leren omgaan met een AED. Bij de andere cursus lag de nadruk op brandbestrijding en omgaan met ontruimingsplannen tijdens calamiteiten. Volgend schooljaar zullen er weer ontruimingsoefeningen plaatsvinden en zullen de herhalingscursussen weer worden gevolgd.

16.12

Medezeggenschapsraad (M.R.)

Het beleid van een school vormgeven en uitvoeren is steeds meer een taak van ouders, leerkrachten, directie en bestuur samen. Alle onderwerpen die op school van belang zijn, komen in de MR aan bod. Het afgelopen schooljaar is de MR vooral bezig geweest met de volgende onderwerpen: GMR aangelegenheden: bezuinigingen, bovenschools zorgplan, terugloop leerlingenaantal binnen KONOT, mobiliteit personeelsleden binnen KONOT, relatie basisonderwijs en speciaal basisonderwijs, compensatieverlof personeelsleden KONOT, strategisch beleidsplan, informatievoorziening van de GMR naar directies van basisscholen, personeelsformatie. MR aangelegenheden: kwaliteitsmonitor De Windroos (inclusief leerlingtevredenheidsonderzoek), nieuwe taal- en spellingmethode, overgang naar convergent werken in de groepen, ontwikkelingen Passend Onderwijs en door te voeren bezuinigingen, nieuwbouw op locatie Lariksstraat, financiëel overzicht en jaarverslag, formatieplan 2012-2013, ouderbetrokkenheid in samenspraak met de OR, schoolondersteuningsprofiel, bespreking bijzondere vieringen (o.a. kerstviering), personele mutaties, vakantierooster 2012-2013, aanpassing schooltijden groepen 1 t/m 4. Mocht u een bepaald onderwerp graag behandeld zien, dan kunt u dat via een van de M.R.-leden aankaarten. Wij vinden het belangrijk dat we als MR zichtbaar zijn en dat ouders maar ook leerkrachten naar ons toekomen voor vragen en opmerkingen. Op deze wijze kunnen we nog meer hun wensen en belangen vertegenwoordigen binnen de school en de GMR. Hebt u belangstelling voor het werk van de M.R. of denkt u erover om in de toekomst zelf iets in deze richting te willen doen, aarzel dan niet en neem contact op met een van de leden. Uw hulp is nodig voor een goede samenwerking tussen alle betrokkenen.

16.13 Ouderraad (O.R.) De ouderraad heeft tijdens het afgelopen schooljaar vijf keer vergaderd. Op 11 oktober 2011 heeft de OR geholpen bij het inpakken van bloembollen in het kader van de jaarlijkse bloembollenactie. Hierbij waren ook vele andere ouders aanwezig. Op 7 november 2011 is de jaarvergadering gehouden die werd bezocht door ca. 50 belangstellenden. De avond bestond uit: opening voorzitter, verslag van de voorzitter en de penningmeester en het afscheid van enkele OR-leden. Deze mensen mochten een attentie in ontvangst nemen voor hun bijdrage aan de OR. De avond werd vervolgd met informatie over het werk van onze schoolmaatschappelijk werkster, Marion Vollenbroek. Nadien is er gediscussieerd over het thema ‘Wat zijn onze verwachtingen voor ons en onze kinderen op De Windroos?’ De avond was zeer de moeite waard! Op 16 december 2011 was er een kerstmarkt voor kinderen en hun ouders; hierbij heeft de OR geassisteerd om kerstbakjes te maken voor ouders en kinderen. Op 23 december 2011 was er een kerstviering waarbij de OR heeft gezorgd voor koffie en thee. Op 17 februari 2012 heeft de OR geassisteerd bij het carnavalsfeest. Op 5 april 2012 werd er een vossenjacht gehouden op de locatie Bentheimerstraat. Op 17 juli 2012 hebben we afscheid genomen van onze schoolverlaters. De ouderraad verzorgde hierbij de catering. Uit de pot van de ouderraad zijn onder meer de kosten betaald voor Sinterklaas, kerstbakjes maken op de kerstmarkt, carnaval, Pasen en andere kleine activiteiten


57

17.

JAARPLAN

2012 - 2013

17.1 Onderwijskundige aspecten -Na invoering van de nieuwe methode voor taal ‘Taal Aktief - 4 ’ in de groepen 4 en 5 wordt de methode in 2012-2013 ook in de groepen 6 ingevoerd. De invoering vindt plaats op basis van een nieuw protocol dat door de vakgroepen taal en spelling is opgesteld. Deze methode biedt goede handreikingen om convergente differentiatie in de groepen te realiseren. -De school voert de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’ in ter versterking van het planmatig stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Samen met het registratiesysteem ZIEN realiseert de school hiermee een doorgaande leerlijn waarmee de sociale competenties van de kinderen kunnen worden versterkt. -Op basis van de inzichten uit het Leesverbetertraject start de school met een Taalverbetertraject. Tijdens de invoeringsfase van het Taalverbeterplan wordt in 2012-2013 het accent gelegd op het implementeren van de doorgaande lijn binnen de school, het verbeteren van de instructie en organisatie van de lessen spelling en het opstellen van groepsplannen voor spelling. We streven er daarbij naar de opbrengsten bij spelling te verbeteren zodat over 3 jaar 80% van de leerlingen zich ontwikkelt conform het vastgestelde ontwikkelingsperspectief. -Het ‘Dyslexieprotocol voor SBO’ zal zodanig worden aangepast dat het als schooldocument kan worden gebruikt door leerkrachten bij het onderwijs in de groep. -De directie en het zorgteam brengen de leeropbrengsten op groeps- en schoolniveau in kaart en verwerken deze in een kwaliteitsmonitor i.h.k.v. kwaliteitszorg. Op basis van een analyse van de opbrengsten worden verbeteractiviteiten geformuleerd. Het komende jaar wordt o.a. onderzocht op welke manier de opbrengsten bij met name technisch lezen en spelling kunnen worden verhoogd. -In samenwerking met de medewerker ‘kwaliteitszorg’ onderzoekt de directie op welke manier de kwaliteitsmonitor voor SBO kan worden geïntegreerd in de (bovenschoolse) KONOT-kwaliteitsmonitor.. -Tijdens de groepsbesprekingen worden de ontwikkelingen en de opbrengsten van alle kinderen 2x per jaar bespoken en wordt periodiek een ontwikkelingsperspectief vastgesteld. Aan het einde van het schooljaar stelt de school vast welk percentage zich wel en niet conform het ontwikkelingsperspectief heeft ontwikkeld. Een en ander wordt verwoord in de jaarlijkse KONOT-kwaliteitsmonitor. -Het team zet de invoering van de 1-zorgroute en het begeleiden van kinderen op basis van de uitgangspunten van handelingsgericht werken (HGW) voort en implementeert deze werkwijze in de school. -Om ICT vanaf augustus 2012 functioneel in te kunnen zetten in de nieuwe school wordt het team geschoold in het hanteren van digiborden en het werken met de digitale omgeving ‘de klas.nu3’ -Tijdens dit schooljaar onderzoekt de school d.m.v. school-zelf-evaluatie (SZE) op welke manier het Leesverbeterplan heeft bijgedragen aan verbetering van de leesprestaties. -De directie en het samenwerkingsverband voeren overleg over de veranderende rol en taken die De Windroos vervult in het kader van Passend Onderwijs. De Windroos beschrijft in het schoolondersteuningsprofiel (SOP) op welke manier ze haar onderwijs- en begeleidingsfunctie wil verbreden en verdiepen en welke grenzen ze daarbij stelt t.a.v. kinderen met een (zeer) specifieke onderwijsbehoefte. -De protocollen voor de leervakken, ICT en ‘een veilige school’ worden periodiek besproken en afgestemd op ervaringen uit de praktijk. -De school neemt deel aan het KONOT-project ´collegiale visitatie´ om de conclusies en resultaten van de eigen schoolzelfevaluatie te delen met andere KONOT-scholen. -Het team streeft m.b.v. teambegeleiding door een externe coach naar optimale samenwerking op 1 locatie in de nieuwe school. -De directie stelt een notitie ‘Actief burgerschap en sociale integratie’ op en bespreekt met het team op welke manier burgerschapsvorming expliciet aan de orde komt in het onderwijsprogramma.

17.2

Identiteit

-Op basis van een vernieuwde schoolvisie op Levensbeschouwing worden de lesprogramma’s van de methodes ‘Hellig Hart’ en ‘Schoolregels’ met elkaar verbonden en geïmplementeerd in alle groepen. -De gedenkhoek voor overleden kinderen, ouders/verzorgers en/of collega’s heeft een functionele plaats in de nieuwe school. -De school richt in de nieuwe school een gedenkhoek in voor overleden kinderen, ouders of collega’s. -De school organiseert een jaarlijkse actie voor een Goed Doel; in dit geval t.b.v. de Stg. Edukans. De opbrengst van deze actie wordt o.a. gebruikt om de onderwijskwaliteit in Kenia te verbeteren. Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

58

17.3 Personele en organisatorische aspecten (incl. communicatie) -Vanaf dit schooljaar maken 7 collega’s gebruik van de BAPO-regeling (seniorenregeling) en maken 5 collega’s gebruik van de regeling ouderschapsverlof. Tevens zijn in elk geval 3 collega’s met zwangerschapsverlof. -Het team neemt collectief deel aan teamgerichte scholing d.m.v. trainingen over ‘communicatie en e samenwerken’, de uitvoering van de 1 fase van het Taalverbeterplan en het werken met digiborden. -Op school zijn 2 cultuurcoördinatoren op basis van een Cultuurprotocol verantwoordelijk voor het cultuurbeleid binnen de school. -M.i.v. het schooljaar 2012-2013 zijn 2 digicoaches verantwoordelijk voor de implementatie van het ICTbeleid in de school (zie ook ICT-protocol). Daarnaast begeleiden ze leerkrachten bij het inzetten van ICT bij het onderwijsprogramma in de groepen. -De directie voert functioneringsgesprekken met het onderwijzend personeel en richt samen met hen het bekwaamheidsdossier verder in. -De ambulant begeleiders-SBO volgen relevante cursussen en bezoeken workshops om hun kennis en vaardigheden te verbreden en verdiepen t.b.v. scholen in het samenwerkingsverband. -De BHV-ers, SCP-ers en IB-ers volgen cursussen en/of workshops die vanuit hun netwerken worden aangeboden. -Directie en schoolteam nemen deel aan het traject ‘school-zelf-evaluatie (SZE) en collegiale visitatie’ zoals dat binnen KONOT wordt uitgevoerd. -De uitkomsten van het leerlingentevredenheidsonderzoek (LTO) zijn vertaald in een plan van aanpak. Dit plan van aanpak wordt gedurende de periode 2012-2014 uitgevoerd in de school. -N.a.v. het periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO) zoals dat in maart 2011 door de Inspectie van het Onderwijs is uitgevoerd zullen de aanbevelingen hieruit in de periode 2011-2013 worden uitgevoerd.

17.4 Financiële aspecten -De financiële verantwoording van de materiële vergoeding voor kinderen met een leerlinggebonden financiering (LGF) wordt d.m.v. een financiële paragraaf van het begeleidingsplan gespecificeerd. -De school reserveert budget voor de aanschaf van nieuwe onderdelen van de taalmethode ‘Taal Aktief - 4’ en het inrichten van het Makkelijk Lezen Plein (MLP). -De school reserveert budget voor de inzet van deskundigheid t.b.v. het uitvoeren van het Taalverbeterplan. Hieruit wordt de externe ondersteuning door KONOT en Expertis bekostigd. De school financiert zelf de inzet van een taalcoördinator zodat het verbeterplan integraal gedurende 3 jaar kan worden uitgevoerd. -De school reserveert budget voor de teamgerichte scholing (zie par. 17.1) en voor cursussen/studiedagen voor individuele medewerkers (zie nascholingsplan 2011-2012). -De school vult vanuit de schoolreserve de boventallige formatie aan zodat het leerlingenaantal per groep relatief laag blijft en er ruimte blijft voor de tussentijdse instroom van nieuwe leerlingen.

17.5 Materiële aspecten -Team en kinderen betrekken m.i.v. september 2012 een nieuwe school op de locatie Lariksstraat 11. Hiermee zijn alle kinderen en medewerkers gehuisvest op 1 locatie en is efficiënt onderwijs mogelijk. De school reserveert budget voor de inrichtingskosten van de school (o.a. leermiddelen, ICT, communicatie, meubilair, gymzaal) en de schoolomgeving (o.a. speelplaats, groenvoorziening).


59

18.

Nawoord

U hebt in deze schoolgids o.a. kunnen lezen welk schoolprofiel SBO ‘De Windroos’ heeft, vanuit welke visie we denken en handelen, hoe de schoolorganisatie er uit ziet, hoe kinderen worden toegelaten, op welke manier ze worden begeleid en welke doelen en ambities daarbij worden nagestreefd. Daarnaast hebben we geprobeerd u inzicht te geven in de rol van ouders/verzorgers en hebt u kunnen lezen op welke manier we ‘veilig en uitdagend speciaal basisonderwijs’ willen vormgeven. Wanneer u naar aanleiding van deze informatie nog vragen/opmerkingen heeft, stelt u deze dan. U kunt ons bellen op telefoonnummer: 0541 53 24 18 We willen graag leren van uw reacties zodat de volgende oplage nog duidelijker en completer kan zijn. Immers, een duidelijke schoolgids geeft aan wat u van de school wel en niet mag verwachten en dat bevordert een goede communicatie tussen ouders/verzorgers en school. Namens het team van SBO ‘De Windroos’,

met vriendelijke groet,

Gerard Wolbers, directeur.


60

19. Tekenformulier schoolgids 2012-2013

SBO ‘De Windroos’ Lariksstraat 11 7572 DE Oldenzaal 0541 53 24 18 dir. [email protected]

School: Adres: Pc en Plaats: Telefoon: e-mail:

Instemming M.R. Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad in te stemmen met de van 01-08-2012 tot 01-08-2013 geldende schoolgids van deze school en het daarbij behorende overzicht onderwijstijd. Voorzitter: Plaats: Datum:

mevr. S. Lucassen Oldenzaal 16-07-2012

Handtekening:

Vaststelling bevoegd gezag Hierbij stelt het College van Bestuur van de Stg. Konot de schoolgids voor de periode 01-08-2012 tot 01-08-2013 en het daarbij behorende overzicht onderwijstijd vast.

Namens het College van Bestuur:

De heer J. Morsink

Handtekening

Oldenzaal, 19-07-2012 Schoolgids SBO “De Windroos” 2012- 2013

61

Schoolgids

Recommend Documents