SCHOOLGIDS 2014-2015
Montessorischool Heerhugowaard Directeur Carla van Wijngaarden Tel. 06-30679609
Adresgegevens Montessorischool Heerhugowaard Smaragd 32 1703 GB Heerhugowaard telefoon: 072- 5712888 fax: 072- 5722255 e-mail:
[email protected] website: www.montessorischool-hhw.nl
postadres: Montessorischool Heerhugowaard Postbus 1010 1700 BA Heerhugowaard
1
Inhoudsopgave
Adresgegevens
blz.
1
Inhoudsopgave
blz.
2
Hoofdstuk 1
Een woord vooraf
blz.
3
Hoofdstuk 2
De school
blz.
5
Hoofdstuk 3
Waar de school voor staat
blz.
6
Hoofdstuk 4
De organisatie van het onderwijs
blz.
10
Hoofdstuk 5
Activiteiten voor de kinderen
blz.
16
Hoofdstuk 6
De zorg voor de kinderen
blz.
20
Hoofdstuk 7
De resultaten van het onderwijs
blz.
24
Hoofdstuk 8
Klachten
blz.
25
Hoofdstuk 9
Onderwijsinspectie
blz.
25
Hoofdstuk 10
Sector Jeugdgezondheidszorg GGD
blz.
26
Hoofdstuk 11
Tot slot
blz.
26
Literatuurlijst
blz.
26
Bijlage urenverantwoording
blz.
27
Ter informatie voor het lezen: In deze gids hanteren wij de term ouders i.p.v. ouders/verzorgers i.v.m. de leesbaarheid. Natuurlijk richten wij ons wel tot de ouders én de verzorgers van de kinderen.
Deze schoolgids is vastgesteld met instemming van de medezeggenschapsraad op:
2
1. EEN WOORD VOORAF 1.1 Waarom een schoolgids voor ouders? Deze schoolgids is bedoeld om u nader te informeren over de Montessorischool Heerhugowaard en het Montessorionderwijs in het algemeen, zodat u met behulp van deze gids en met de gegevens, die tijdens het informatiegesprek en de rondleiding worden verstrekt, een goede en doordachte schoolkeuze kunt maken. Voor ouders die hun kinderen al op onze school hebben dient het als naslagwerk. Alle praktische informatie zoals schooltijden, vakanties en vrije dagen en schoolactiviteiten vindt u terug op onze jaarkalender die op de website staat. Deze schoolgids en de overige informatie over onze school kunt u ook vinden op onze website: www.montessorischool-hhw.nl
1.2 Wat staat er in deze schoolgids? In de eerste plaats vindt u een beschrijving van de belangrijkste uitgangspunten en principes van het Montessorionderwijs, de wijze waarop dit onderwijs is georganiseerd en de pedagogische en didactische opdracht die de school zich stelt. Als u zich nog meer wilt verdiepen in de Montessori-theorie en hoe die in de praktijk wordt toegepast kunt u gebruik maken van de lijst met boeken over Montessorionderwijs en –opvoeding op de laatste bladzijde van deze gids. Informatie over Montessorionderwijs in het algemeen is te vinden op de website van de Nederlandse Montessori Vereniging (NMV): www.montessori.nl Verder vertelt de gids u over de manier waarop aan de zorg voor onze kinderen binnen de school vorm wordt gegeven, hoe we de ontwikkeling van uw kind volgen en bewaken en hoe u als ouder hierover wordt geïnformeerd. De gids geeft u inzicht in wat u van de school kunt verwachten en wat de school van u als ouder verwacht. 1.3 Aanmelding en inschrijving De school organiseert jaarlijks enkele koffie-ochtenden waarbij belangstellende ouders en ‘nieuwe’ ouders worden uitgenodigd om de school ‘in bedrijf’ te zien, vragen te stellen en elkaar te leren kennen. De ervaring leert dat nieuwe ouders vaak (eerst) een individueel gesprek met de directeur op prijs stellen. Hiervoor kunt u een afspraak maken: 06 30679609. De directeur legt u de belangrijkste principes van het Montessorionderwijs uit en wat dat betekent voor u en uw kind(eren). Verder heeft u misschien specifieke vragen of wilt u iets vertellen over uw kind. Tot slot krijgen de ouders/verzorgers een rondleiding door de school om een indruk van de sfeer te krijgen. Op de koffieochtenden worden deze rondleidingen verzorgd door een kind uit groep acht. Als u het inschrijfformulier ingevuld en ondertekend en ingeleverd heeft, is de inschrijving een feit. U ontvangt van ons dan een bevestiging van inschrijving. De school bepaalt vervolgens in welke groep een kind wordt geplaatst. Voor kleuters bestaat de mogelijkheid om voor de vierde verjaardag twee keer voor een kennismakings- /wenochtend op school te komen. De dag na de vierde verjaardag is de eerste schooldag. Kleuters, die minder dan 6 weken voor de laatste schooldag 4 jaar zijn geworden worden meestal in het nieuwe schooljaar geplaatst. De eerste dag na de zomervakantie geldt dan als eerste schooldag. Kinderen van montessoripeutergroep de Kubus gaan af en toe al op visite in de onderbouw. Deze bezoekjes duren soms maar 10 minuten, soms wat langer. Op deze manier wennen de peuters rustig aan de onderbouw, herkennen zij de materialen en de manier van werken en is de overstap dus niet zo groot. Voor ouders die een kind aanmelden dat op een andere basisschool zit, geldt een andere procedure. U maakt een afspraak met de directeur. Na dit gesprek kunt u ons verzoeken uw kind te plaatsen. Dan neemt u contact op met de huidige school van uw kind en geeft aan dat u een andere school zoekt. Na dit contact informeert u de directeur van de Montessorischool Heerhugowaard. De beide directeuren van de betrokken scholen hebben contact met elkaar en datzelfde geldt voor de intern begeleiders. Soms overleggen we ook met de leerkracht van de school waar het kind nu op zit. Met al deze informatie bespreken we de voorgenomen aanmelding in het team en adviseren wij u over uw verzoek tot plaatsing. Hierbij spelen argumenten als groepsgrootte, groepssamenstelling en ons vermogen tot het bieden van de zorg die uw kind nodig heeft een rol. Als dit advies positief is kunnen we de inschrijving, uitschrijving en overdracht van onderwijskundige informatie regelen. Als het advies niet positief is raden wij u aan op zoek te gaan naar een andere school. Een weekje meedraaien op onze school door uw kind kan tot de procedure behoren.
3
Op het inschrijvingsformulier vragen wij uw toestemming om foto’s te mogen publiceren in de interne communicatiemiddelen (zoals de info) of externe communicatiemiddelen zoals krant of website. . Wij gaan er van uit dat uw toestemming (of het niet geven daarvan) geldt zolang uw kind bij ons op school zit. Mocht u dit tussentijds willen wijzigen, wilt u dit dan zelf doorgeven aan de administratie en de leid(st)er van uw kind?
Wij zorgen er voor dat alle informatie ook op onze website te vinden is. Toch vinden we het zo af en toe handig om een briefje mee te geven. Wij geven dit briefje altijd mee aan het oudste kind van een gezin als het een algemeen briefje betreft en/of voor alle kinderen in een gezin bestemd is. Is het bericht alleen bestemd voor een specifiek kind in één bouw of groep dan krijgt dít kind het briefje mee. Wij gaan er van uit dat u zelf zorg draagt voor informatie naar de eventuele andere ouder als u niet beiden op hetzelfde adres woont. Dit geldt voor briefjes, het verslagboekje, enzovoort.
4
2. DE SCHOOL 2.1.
Situering van de school
2.2. Bestuur Stichting De Blauwe Loper is het bevoegd gezag van onze scholen. De Raad van Toezicht vormt het bestuur van deze stichting en de heer E.Bakker is voorzitter van het College van Bestuur. Hij is het eerste aanspreekpunt voor de directeur van onze school. De missie en visie van Stichting De Blauwe Loper worden gekenmerkt door vijf richtingen: KINDGERICHT, ONTWIKKELINGSGERICHT, TOEKOMSTGERICHT, RESULTAATGERICHT EN MAATSCHAPPIJGERICHT Montessorischool Heerhugowaard vormt één organisatie met de 1e montessorischool in Alkmaar. Montessorischool Heerhugowaard is formeel de hoofdvestiging maar beide scholen functioneren als een zelfstandige school, zij het onder hetzelfde bestuur en dezelfde directie. De directeur van beide scholen legt verantwoording af aan de voorzitter van het College van Bestuur: dhr. Elfred Bakker. 2.3. Richting Wij zijn een school voor algemeen bijzonder onderwijs. Algemeen om dat de school geen levensbeschouwelijke grondslag voor haar onderwijs kent. Ten aanzien van de verschillende levensbeschouwingen (christendom, Jodendom, boeddhisme, islam e.a.) stelt het team zich neutraal op. Uiteraard wordt er onderwijs gegeven over allerlei levensbeschouwingen, maar dit vanuit een neutrale grondhouding met respect voor welke levensbeschouwing dan ook. Een school op algemeen bijzondere grondslag is een openbare school met een eigen bestuur. Vaak vallen scholen onder het gemeentebestuur. Onze scholen zijn ooit opgericht door ouders en door fusies uiteindelijk in 2008 onder het bestuur van de Stichting De Blauwe Loper gekomen.
5
3. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 3.1. Kernpunten van de Montessoriwerkwijze Wij werken op basis van de ideeën van Maria Montessori. Zij was een Italiaanse arts die zich haar leven lang heeft ingezet voor wat zij noemde 'de rechten van het kind'. Ze bedoelde daarmee, dat het kind recht heeft op onderwijs en opvoeding, gericht op een volledige en vrije ontplooiing. Zo krijgt het kind de kans een gelukkig mens te worden en kan het zijn wie het werkelijk is. De kernpunten van onze visie: Een goede start Maria Montessori was er diep van overtuigd dat de eerste levensjaren van een kind van het grootste belang zijn. Als we worden geboren zijn we nog lang niet 'af'. Vanaf het moment van de geboorte heeft het kind nog een lange weg van ontwikkeling te gaan, vooral in geestelijk opzicht. Wij realiseren ontwikkelingsmogelijkheden voor heel jonge kinderen in de montessoripeutergroep waar kinderen vanaf 2 ½ jaar twee of vier dagdelen per week welkom zijn. Zelfstandigheid Montessori was van mening dat aan al deze energie een onbewuste doelgerichtheid ten grondslag ligt: het kind wil groot worden. De slogan 'help mij het zelf te doen' bevat dan ook de kern van het Montessorionderwijs en de Montessoriopvoeding. Het kind heeft daarbij de hulp nodig van de volwassenen in zijn omgeving. Bij ons zijn dat de leid(st)ers die het kind begeleiden. Wij spreken niet van leerkrachten omdat de ‘leer-kracht’ in het kind zelf zit. Voorbereide omgeving Wij gaan uit van respect voor het kind en vertrouwen in zijn ontwikkeling. Kinderen krijgen vrijheid van werkkeuze. Deze vrije keuze stimuleren we door een voorbereide omgeving, waar alles zichtbaar en herkenbaar voor het kind te vinden is. Een kind leert zelf te bepalen wanneer en hoe lang ze met bepaalde werkjes bezig zijn. Uiteraard bewaakt de leid(st)er dit proces en zorgt ervoor dat alle vakken op voldoende en evenredige wijze aan bod komen. Het speciaal ontwikkelde Montessorimateriaal speelt daarin een belangrijke rol. Vanuit de verschillende individuele activiteiten, die gezamenlijk in dezelfde omgeving plaats vinden, groeit een sfeer van tolerantie, acceptatie, veiligheid en vertrouwen. Aan deze voorwaarden wordt door het team voortdurend gewerkt. De kinderen vinden in de omgeving materialen en activiteiten die passen bij hun ontwikkeling en belangstelling. Hierdoor is de kans groot dat kinderen hun aangeboren nieuwsgierigheid behouden en verder ontwikkelen. Het kind kan de omgeving zelf ook vormgeven en draagt er ook mede verantwoordelijkheid voor. Omdat kinderen van elkaar verschillen hebben zij ook andere onderwijsbehoeften. Wij passen onze aanpak zoveel mogelijk aan op wat uw kind nodig heeft. Dit alles natuurlijk binnen het haalbare. Daar komt nog bij dat in een Montessorigroep kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar zitten waardoor zij op veel verschillende manieren met elkaar kunnen samenwerken en elkaar helpen. Samenleven met anderen heeft ook zo zijn beperkingen. Montessori spreekt in dit geval van „vrijheid in gebondenheid“. Doel De school wil, net als de ouders, de kinderen die haar zijn toevertrouwd de nodige hulp bieden. Zo kan het kind zich ontwikkelen tot een zelfstandige persoonlijkheid die verantwoordelijkheid kan en wil dragen voor zichzelf, zijn omgeving en de samenleving waarvan hij of zij deel uitmaakt. Dit houdt in dat de school het kind niet alleen in staat moet stellen zich persoonlijk verder te ontwikkelen, maar zij het kind ook de daarvoor noodzakelijke kennis en vaardigheden leert eigen te maken. Voor onze school is het gedachtegoed van Montessori daarbij een leidraad.
6
Wij zijn als school lid van de Nederlandse Montessori Vereniging en wij moeten voldoen aan de kwaliteitseisen voor goed Montessori onderwijs. Deze eisen zijn vastgelegd in de ‘De gulden tien’. Onder leiding van de Commissie Toelating en Erkenning bezoekt een visitatiecommissie de school iedere vijf jaar om na te gaan of de school ‘De gulden tien’ in praktijk brengt. De gulden tien 1
De werkwijze van de school is gebaseerd op de antropologie en het pedagogisch en didactisch concept van dr. Maria Montessori, waarin kosmisch onderwijs en opvoeding, opvoeding tot onafhankelijkheid en tot sociaal verantwoordelijk gedrag een belangrijke plaats innemen. In de schoolgids beschrijft de school hoe deze werkwijze wordt vormgegeven.
2
De werkwijze en de uitgangspunten van de school (zie 1) worden onderschreven door het bevoegd gezag van de school en alle personeelsleden die aan de school zijn verbonden en deze worden gerespecteerd door de ouders van de kinderen die de school bezoeken.
3
De vastbenoemde onderwijsgevenden hebben naast onderwijsbevoegdheid een door de NMV erkend Montessoridiploma of zijn studerende daarvoor. De school houdt door professionalisering de Montessoribekwaamheid op peil.
4
De functionarissen die verantwoordelijkheid dragen voor het personeelsbeleid of voor het onderwijsinhoudelijk beleid hebben een door de NMV erkend Montessoridiploma of zijn studerende daarvoor. Zij houden door professionalisering hun Montessoribekwaamheid op peil.
5
De school is lid of aspirant lid van de NMV en de school werkt mee aan de kwaliteitstoetsing die leidt tot erkenning door de NMV. Voorafgaand aan deze kwaliteitstoetsing voert de school een zelfevaluatie uit in het kader van hun eigen systeem van kwaliteitszorg.
6
Voldaan wordt aan de eisen ten aanzien van het gebruik van ontwikkelingsmaterialen1 en de inrichting van de klaslokalen als uitgebreide voorbereide en uitnodigende omgeving, zodat kinderen zich zelfstandig en zelfverantwoordelijk kunnen ontwikkelen.
7
De kinderen van 4 t/m 12 jaar worden ingedeeld in heterogene leeftijdsgroepen (bij voorkeur 4-6 jr. / 6-9 jr. / 912 jr.).
8
Er is vrije werkkeuze door vrijheid van lesrooster, door het creëren van een ruime vrije werkperiode en door adequaat klassenmanagement, zodat kinderen ruim de gelegenheid krijgen eigen keuzes te maken in hun ontwikkeling en hun eigen ontwikkeling kunnen volgen.
9
De school heeft een adequaat kindvolgsysteem en een adequate groepsadministratie waarin de observatiegegevens van de individuele ontwikkeling van het kind en de groepsactiviteiten geregistreerd staan. Per bouw bestaat uniformiteit, tussen de bouwen is aansluiting zichtbaar. Het kindvolgsysteem bevat in elk geval ook pedagogische en sociale gegevens.
10
Over de ontwikkeling van het kind wordt, op initiatief van de school, regelmatig overleg gevoerd tussen ouders en de leraren. Er wordt zowel schriftelijk als mondeling aan de ouders gerapporteerd. De rapportage bevat in elk geval ook pedagogische en sociale gegevens.
3.2.
Het klimaat van de school
De omgang met elkaar. Bij het binnenkomen in de klas geeft de leid(st)er ieder kind een hand. Een persoonlijk contact voordat de werkperiode begint. Ieder kind werkt op zijn of haar niveau, alleen of samen met een vriendje of vriendinnetje. Het werk wordt door de leid(st)er en door kinderen zelf nagekeken. De leid(st)er beoordeelt het werk, maar geeft geen cijfers. Een goede prestatie is in principe al een beloning op zich en fouten zien we als een signaal voor het kind en de leid(st)er dat de vaardigheid nog niet wordt beheerst. Meer tijd voor oefening of extra lesjes zijn dan nodig. Het individuele werk vereist veel zelfdiscipline. Rekening houden met de activiteiten van een ander kind en zorgen dat gebruikt materiaal weer op de juiste plaats wordt teruggezet zijn terugkerende thema's bij de opvoeding binnen de Montessorigroep. Stap voor stap ontwikkelt het kind zich als een zelfstandige 1
Waaronder Montessorimateriaal.
7
persoonlijkheid met gevoel voor verantwoordelijkheid. Een herkenbare omgeving, waarbinnen door de hele school eenzelfde pedagogisch-didactische benadering geldt, schept vertrouwen en geeft een gevoel van veiligheid. De kinderen leren door het doen van taakjes steeds meer verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen omgeving. Ook de omgang tussen de kinderen onderling is een wezenlijk deel van de Montessoriopvoeding. De kinderen leren onderlinge ruzies zelf uit te praten. Lukt dat niet, dan wordt de hulp van de leid(st)er ingeroepen. De leid(st)ers wijzen de kinderen op de consequenties van hun gedrag en bespreken het gedrag om zo gezamenlijk te komen tot verbetering van de omgang met elkaar. Het kenmerk van deze aanpak is altijd het herstel van contact. We gaan weer positief met elkaar verder. Contact ouders-school. Het leven van een schoolgaand kind speelt zich grotendeels af in twee werelden: de wereld van de school en de wereld thuis. Voor een kind kan het een houvast betekenen, wanneer die twee werelden niet strikt gescheiden zijn. We proberen de afstand tussen school en thuis te verkleinen en een zekere integratie tot stand te brengen. Het feit dat ouders meedoen op school en daar dingen meebeleven draagt ertoe bij dat het kind zich op school ‘thuis’-voelt. Voor de ouders is het prettig om de school, waaraan zij hun kind een groot deel van de tijd toevertrouwen, ook van binnen in bedrijf te leren kennen. Ouders die bekend zijn met de gang van zaken op school, de leid(st)er en de vriendjes en vriendinnetjes van hun kinderen kennen, kunnen de verhalen en stemmingen van hun kind beter begrijpen. Het kind van zijn kant weet dat die kennis er is en zo ontstaat er een wisselwerking, die bijdraagt aan de continuïteit van de belevingswereld van het kind. Voor de leid(st)er betekent een goed contact met de ouders, dat eventuele problemen snel en doelmatig kunnen worden aangepakt. Tenslotte heeft betrokkenheid van ouders natuurlijk een zeer praktisch aspect. Veel activiteiten zijn niet uitvoerbaar zonder de hulp van ouders. In andere gevallen betekent de hulp van ouders een verlichting van de taak van de leid(st)ers, waardoor deze zich aan andere zaken kunnen wijden. Het vinden van voldoende helpende ouders is dan ook geen luxe maar noodzaak. Ouders die meewerken in de school zijn tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd. We hopen komend jaar weer een volledige ouderraad te kunnen samenstellen! Binnen ons streven om een veilige school met een goed pedagogisch klimaat te handhaven, past nauw overleg en contact met ouders: Tenminste twee keer per jaar organiseren wij een gesprek met ouder(s) en de leid(st)er. De vrijdag voor dit oudergesprek krijgt u een verslagboekje over uw kind met daarin de stand van de ontwikkeling van uw kind zoals we die op school zien. U wordt voor deze gesprekken door ons uitgenodigd en wij verwachten ook dat u komt. We schrijven nog geen verslagboekje voor kinderen die korter dan een half jaar bij ons op school zitten. U wordt dan wel uitgenodigd voor een oudergesprek. De leid(st)ers maken daarnaast ook graag tijd voor tussentijds overleg. Een juiste afstemming over wat er op school en thuis gebeurt en hoe daar op school en thuis mee kan worden omgegaan is van wezenlijk belang. We organiseren eenmaal per jaar een lesjesavond. Deze avond komt u met uw (klein)kind naar school. Uw (klein) kind geeft u dan lesjes met het materiaal waar hij/zij zelf mee werkt of heeft gewerkt. Leuk, spannend en leerzaam voor iedereen! Ouders kunnen via de website de jaarkalender inzien met daarop de vakanties en de vrije dagen. Ook staan daarop de al geplande activiteiten. Regelmatig verschijnt een de Montestory. U vindt hierin alle actuele informatie over activiteiten die er geweest zijn én die nog gaan komen. De Montestory staat ook op de website en u ontvangt de Montestory via de mail. Op onze school hebben wij een enthousiaste ouderraad. Zij stelt zich ten doel namens de ouders, voogden, verzorgers een zo goed mogelijke bijdrage te leveren aan het optimaal functioneren van de Montessorischool Heerhugowaard. Om haar doel te verwezenlijken heeft de ouderraad de volgende doelstellingen: a. Actieve ondersteuning leveren aan binnen- en buitenschoolse activiteiten waarvoor de inzet van ouders door de School gewenst is en bemiddelen in en stimuleren van de inzet door ouders. b. Een bijdragen leveren aan de samenhang van de totale schoolgemeenschap: kinderen, team, directie en ouders. c. Fungeren als vertegenwoordiging van de ouders naar Medezeggenschapsraad, Directie en Bevoegd Gezag; fungeren als oudergeleding in de zin van de Wet op de Medezeggenschap. d. Beheer van de ouderbijdrage.
8
De ouderraad is bereikbaar via
[email protected] en kijk ook eens op de website!
Ook op bestuurlijk gebied bestaat er voor ouders de mogelijkheid tot grotere beleidsmatige betrokkenheid bij de school door zitting te nemen in de medezeggenschapsraad (MR) van beide scholen of, voor meer overstijgende beleidsmatige zaken, in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) van Stichting De Blauwe Loper. De medezeggenschapsraad is te bereiken via
[email protected]
De school verwacht van ouders dat: o zij de pedagogisch-didactische uitgangspunten van onze school onderschrijven; o zij vertrouwen hebben in het eigen kunnen van het kind; o zij de moed hebben objectief naar hun eigen kind te kijken; o zij respectvol, liefdevol naar hun kind zijn; o zij een open contact hebben met de leid(st)er; o zij zich loyaal opstellen tegenover school.
Ouders kunnen op veel verschillende manieren actief betrokken zijn bij de school. We kunnen hulp gebruiken bij onder andere: bibliotheek, lezen, versieren, knutselen, boodschappen doen, plein vegen enzovoort. Jaarlijks informeren we bij u of u actief betrokken wilt/kunt zijn en zo ja bij wat. Misschien heeft u zelf ook nog verfrissende ideeën?
9
4. DE ORGANISATIE van het onderwijs 4.1. De organisatie van de school Maria Montessori stelde vast dat de ontwikkeling van kinderen volgens enkele levensfasen verloopt en niet per leeftijds-, kalender- of schooljaar. Zij constateerde dat in de verschillende periodes van hun leven, kinderen specifieke belangstelling voor bepaalde zaken krijgen, zij zich bepaalde vaardigheden in een snel tempo eigen maken en dat er sprake is van een andere sociaal-emotionele ontwikkeling. Dezelfde kenmerken zijn bij vele kinderen in dezelfde periode van hun leven te zien. De drie levensfasen die Montessori onderscheidde zijn van 0 tot 6 jaar, van 6 tot 12 jaar en van 12 tot 18 jaar, waarna de volwassenheid begint. De eerste twee levensfasen verdeelde zij ook weer onder in perioden, t.w.: van 0 tot 3, van 3 tot 6, van 6 tot 9 en van 9 tot 12 jaar. Onder andere op basis van dit principe kent de Montessorischool een onderbouw (van 4 tot 6 jarigen) een middenbouw (van 6 tot 9 jarigen) en een bovenbouw (van 9 tot 12 jarigen). Kinderen ervaren hoe het is om bij de jongsten, de middelsten of de oudsten van een groep te behoren. Oudere kinderen kunnen meer zelfstandigheid aan en zij worden gevraagd om hun jongere klasgenootjes af en toe te helpen. Bovendien biedt het de kinderen zicht op waar zij zichzelf vroeger zelf ontwikkelden en waar zij naar toe kunnen groeien. Dit kan per ontwikkelingsgebied ook weer verschillen. De kinderen zitten in kleine groepjes in het lokaal. Er wordt geen onderscheid gemaakt in leeftijd, jaargroep of geslacht. Veelal werken de kinderen individueel aan een door hen zelf gekozen opdracht/werkje. Tijdens de groepslessen, waar een bepaald onderwerp door de leid(st)er wordt besproken, doen meerdere kinderen verplicht of op uitnodiging mee. Bij de verwerking van die lessen is er vaak onderscheid in niveau, waarbij het niet vanzelfsprekend is, dat alleen de oudsten van de groep de moeilijkere opdrachten maken. Veel kinderen vanuit de montessori-peutergroep die in onze school gevestigd is, stromen door naar de onderbouw als zij vier jaar geworden zijn. Wettelijk mogen wij kinderen niet voor die leeftijd in school opnemen. Dit hangt samen met de bekostiging van de peuterspeelzaal (namelijk door ouders zelf, wetgever is de sector V.W.S.) en die van het onderwijs (Ministerie van O.C.&W) en de daarmee samenhangende verzekering van de kinderen en leid(st)ers. Administratief worden de kinderen ingedeeld in de groepen 1 en 2 (onderbouw), 3, 4 en 5 (middenbouw) en 6, 7 en 8 (bovenbouw), maar op onderwijskundig en pedagogisch gebied hanteren we de verdeling in drie bouwen. Het ontwikkelingsaanbod is dus ook in drie grote "blokken" verdeeld. Vaak is de periode van anderhalf tot twee jaar onderbouw en drie jaar midden- en bovenbouw voldoende om dat te verwerken. Soms is het nodig om een kind meer tijd te gunnen en soms ook is een kind eerder toe aan plaatsing in de volgende bouw. Wij verwachten dat kinderen in de onderbouw zelfstandig naar het toilet kunnen gaan ( ‘zindelijk’ zijn). Het is voor de leid(st)er ondoenlijk om een niet-zindelijk kind genoeg begeleiding te bieden. Mocht uw kind niet zindelijk zijn op het moment dat het bij ons op school komt, wilt u dit dan melden? We zijn natuurlijk bereid om met u mee te denken over een oplossing. 4.2 Doorplaatsen naar de volgende bouw Onze school houdt bij beslissingen over het doorplaatsen naar een volgende bouw, het standpunt aan dat de Nederlandse Montessori Vereniging (N.M.V.) hierover inneemt. Dat betekent dat wij ons laten leiden door de ontwikkeling van het kind, op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling, de cognitieve ontwikkeling en de fysieke ontwikkeling. Komt de leid(st)er uit de onderbouw tot de conclusie dat uw kind gezien zijn ontwikkeling de overstap naar de middenbouw kan maken, dan zal dat ook gebeuren. Komt de leid(st)er tot de conclusie dat het beter is dat uw kind nog een (half)jaar in de onderbouw blijft, dan zal daar voor gekozen worden. 4.2.1 Procedure van doorplaatsing van het kind naar de volgende bouw Alle kinderen worden besproken. Het voltallige team en de directie nemen de uiteindelijke beslissing. We houden hierbij de volgende spelregels aan: evenwichtige verdeling van jongens en meisjes evenwichtige verdeling van kinderen met intensievere zorgbehoeften indien mogelijk geen broertjes of zusjes bij elkaar zo mogelijk kijken we naar de voorkeur van het kind en/of ouders Eénmaal per jaar organiseren we de a-la-volgend-jaar-dag. Op deze dag gaan alle kinderen die na de zomervakantie naar een andere ‘bouw’ zullen gaan, alvast een dagje doen alsof….
10
4.3. Functies in het team Directeur De directeur is eindverantwoordelijk voor opvoeding en onderwijs op school. Zij bewaakt de voortgang van het onderwijsvernieuwingsproces en de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen. Verder is de directeur verantwoordelijk voor de organisatie, het financieel- en personeelsbeleid binnen de door de Stichting De Blauwe Loper vastgestelde grenzen, waaronder bewaking van het financiële budget en het formatiebudget en de dagelijkse gang van zaken. De directeur is gemiddeld twee dagen per week op iedere school. Zij neemt deel aan het managementoverleg van Stichting De Blauwe Loper en is binnen dat verband lid van meerdere beleidsvormende werkgroepen. Leid(st)er Met individuele lessen en groepslessen stimuleert en begeleidt de leid(st)er het leerproces van ieder kind. Het kind wordt aangemoedigd om het niveau te behalen dat overeenkomt met zijn capaciteiten. Steeds worden er wegen gezocht om het kind daartoe innerlijk te motiveren. De beoordeling en de bespreking van de werkzaamheden van het kind vinden plaats in het licht van de mogelijkheden van ieder kind afzonderlijk. Er worden op een Montessorischool geen rapportcijfers gegeven. De ouders ontvangen verslagen van het werk, de werkhouding en het gedrag van het kind op school, waarna zij de gelegenheid hebben om samen met de leid(st)er het wel en wee van het kind te bespreken. Intern begeleider Coördineert alle activiteiten die verband houden met de speciale zorg voor kinderen die dat nodig hebben. Zij adviseert groepsleid(st)ers, voert eventueel (samen met de groepsleid(st)er) gesprekken met ouders en instanties over aanpak en hulp voor deze kinderen en ondersteunt bij de inhoudelijke en planmatige individuele begeleiding van kinderen. Extra hulp We hebben dit schooljaar nog tot januari 2015 voor kinderen met een leerling-gebonden financiering een speciale begeleidster in dienst. Zij werkt met individuele kinderen of kleine groepjes kinderen, die speciale aandacht, instructie en ondersteuning nodig hebben die de leidster zelf moeilijk of niet kan geven. Na 1 januari 2015 vervalt deze speciale hulp en zullen wij in overleg met een externe onderwijsexpert de extra begeleiding zo goed mogelijk vormgeven. ICT-coördinator Ontwikkelt beleid ten aanzien van het invoeren van computers in de basisschool, volgt de ontwikkelingen met betrekking tot nieuw uitgebrachte software en hardware, ondersteunt en adviseert de groepsleid(st)er bij het gebruik van computers in de klas. Administratie Alle gegevens over in- en uitschrijving, de correspondentie met gemeente, scholen, bedrijven, de bestellingen, de schoolfotograaf, de betaling van rekeningen, overzichten, lijsten, tellingen, enzovoort. Onze administratrice probeert ook het gegevensbestand van de kinderen actueel te houden. Geeft u dus wijzigingen in adres, telefoonnummer, bereikbaarheid, mailadres en zo ook aan haar door via
[email protected] ? Conciërge Telefoon beantwoorden, koffie zetten, post halen, werkjes lamineren, kopiëren, pleistertje plakken, boodschappen doen, put leegscheppen, oud-papiercontainer, afvalcontainer, gevonden voorwerpen….kortom: duizendpoot en alleskunner! Stagiaires De school ziet het als haar taak gelegenheid te bieden aan stagiaires hun beroepsopleiding praktisch te oefenen. Dit geldt zowel voor Pabo-studenten als voor hen die een opleiding tot onderwijs- of klassenassistent volgen.
4.4 Procedure bij vervanging. Bij vervanging van zieke leid(st)ers of bij ander verlof streven we naar zo min mogelijk wisselingen voor de kinderen. Voor invalkrachten maken we gebruik van de invalpoule van Stichting De Blauwe Loper. Meestal kunnen we er zo toch voor zorgen dat de kinderen gewoon verder kunnen werken. In uiterste gevallen wordt een groep opgedeeld. Wanneer een onderbouwleidster ziek is, zal een collega uit midden- of bovenbouw de leiding overnemen. De kinderen uit zijn/haar eigen groep worden dan opgedeeld. Als we meer dan twee groepen zouden moeten gaan verdelen legt dit een dermate grote druk op andere kinderen en de leid(st)ers dat we u
11
zullen vragen uw kind zelf op te vangen. We zullen hierbij als eerste kiezen voor de niet leerplichtige kinderen (tot 5 jaar). We maken bij het regelen hiervan zo mogelijk gebruik van een telefoonketting. 4.5
Vrijwillige ouderbijdrage
Niet alle activiteiten kunnen uit het door het ministerie toegekende schoolbudget worden betaald. Voor bijzondere evenementen, zoals het sinterklaas- en kerstfeest, een voorjaarsfeest of themadag, bepaalde excursies enzovoort, vragen wij een jaarlijkse vrijwillige ouderbijdrage . Deze is op dit moment € 29 per kind. Kinderen van ouders die de ouderbijdrage niet kunnen of willen betalen worden niet uitgesloten van de bijzondere evenementen. De ouderraad beheert de ouderbijdragen. Onze uitgangspunten zijn:
Transparantie over de inkomsten en uitgaven Duidelijke begroting voor het nieuwe schooljaar Heldere verantwoording na afloop van het schooljaar Redelijk bedrag per schooljaar zodat iedereen mee kan doen. Nieuwkomers lopende het schooljaar betalen naar rato. Voorkomen dat een groep ouders een hoge bijdrage betaalt omdat andere ouders niet mee willen doen. Betaling vóór 1 november zodat de ouderraad de activiteiten kan plannen. Zo weten we tijdig wat er wél en niet kan. De ouderbijdrage voor dit schooljaar is vastgesteld op € 29,00 per kind. Het is uiteraard vrijwillig. Als iedereen meedoet kunnen we dezelfde activiteiten doen als we gewend zijn, en zijn de lasten eerlijk verdeeld.
De begroting is als volgt: Activiteit/kostenpost Klassenpot Diverse cultuur en sport Boeken voor doc Bankkosten Kinderboekenweek Sint Maarten Sinterklaas Sparen voor techniekmateriaal Kerst Voorleesontbijt Onvoorzien Pasen Koningsspelen Moederdag Avond 4 daagse Vaderdag Afscheid BB (€25 per kind) Afscheid MB (€5 per kind) Afscheid OB (€5 per kind)
begroot bedrag € 600,00 € 150,00 € 200,00 € 200,00 € 150,00 € 25,00 € 1.000,00 € 300,00 € 500,00 € 45,00 € 150,00 € 25,00 € 50,00 € 77,00 € 50,00 € 77,00 € 325,00 € 105,00 € 120,00
bedrag per kind € 4,20 € 1,05 € 1,40 € 1,40 € 1,05 € 0,17 € 6,99 € 2,10 € 3,50 € 0,31 € 1,05 € 0,17 € 0,35 € 0,54 € 0,35 € 0,54 € 2,27 € 0,73 € 0,84
Totaal ouderbijdrage
€ 4.149,00
€ 29,01
De verantwoording van de ouderbijdrage van het vorig schooljaar wordt tijdens de eerstvolgende ouderavond gepresenteerd. Maakt u de ouderbijdrage voor 1 november over op bankrekening NL72ABNA0437606422 t.n.v. montessorionderwijs Heerhugowaard. Vermeld duidelijk “ouderbijdrage-voornaam kind-welke groep” Als u de ouderbijdrage niet kunt betalen dan verwijzen wij u graag naar de website van de gemeente voor meer informatie over het schoolfonds. Onder voorwaarden bestaat de mogelijkheid om de ouderbijdrage vergoed te krijgen van de gemeente. Deze regeling geldt niet alleen voor ouders met een uitkering! Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met de penningmeester van de ouderraad Erica Wagter via
[email protected]
12
Voor het schoolreisje vragen we een aparte bijdrage. De hoogte hiervan is afhankelijk van kosten die we moeten maken voor vervoer, de huur van de locatie, entreegelden en andere activiteiten binnen het schoolreisje. Mocht u zich zorgen maken over de kosten of de deelname van uw kind aan de schoolreis overlegt u dan zeer tijdig met de leid(st)er? Na de reservering van de schoolreis kunnen we de deelname van uw kind niet meer intrekken; we zijn dan gehouden aan de volledige betaling van wat we geboekt hebben. 4.6 Schoolfonds Het Schoolfonds is een tegemoetkoming in de (extra) schoolkosten voor kinderen en jongeren van 4 tot 18 jaar die wonen in Heerhugowaard. Het schoolfonds wordt, bij toekenning, alleen naar de school overgemaakt. Het is een steuntje in de rug om de kosten voor de school van uw kinderen niet te hoog op te laten lopen. Het kan gebruikt worden voor de vrijwillige ouderbijdrage voor leerlingen van 4 tot 18 jaar, plus een schoolreisje en/of een werkweek. U komt in aanmerking als uw inkomen (inclusief vakantietoeslag) niet hoger is dan 110 procent van de bijstandsnorm, en u niet teveel eigen vermogen heeft. Aanvragen Denkt u dat u voor het schoolfonds in aanmerking komt? Dan kunt u (als ouder of voogd) een aanvraagformulier ophalen op school of in het gemeentehuis. Wilt u meer weten over het schoolfonds (of andere gemeentelijke regelingen)? Dan kunt u terecht bij het Zorgloket van de gemeente. Contactpersoon is mevrouw Gerda van Petten, afdeling Maatschappelijke Zaken, telefoonnummer 14 072. Het Zorgloket is op werkdagen geopend van 10.00 tot 17.00 uur. De medewerkers van het Zorgloket kunnen u ook helpen bij het invullen van het formulier. Het ingevulde formulier kunt u bij ons afgeven maar u mag het ook direct naar de gemeente sturen.
4.7 Buitenschoolse opvang: Voorschoolse opvang: Ouders kunnen voor hun kinderen vanaf 07.00 uur gebruik maken van de voorschoolse opvang op onze school. De kosten hiervan bedragen € 3 vanaf 07.00 uur en € 1,50 vanaf 07.45 uur. Voor opvang vanaf 07.00 uur moet u het kind van tevoren aanmelden (Anita 072-5743026). Wanneer u uw kind wilt afmelden, kan dit tot een dag van te voren tot 17.00 uur . Bij de opvang vanaf 07.45 uur kunt u inlopen. Op woensdagen en op dagen dat groep 1 t/m 4 vrij is moet u zich altijd aanmelden. Tussenschoolse opvang: Kinderen kunnen op school overblijven. Zij eten in hun eigen klas onder begeleiding van een zoveel mogelijk vaste overblijfkracht. U kunt uw kind hiervoor aanmelden bij De Stichting Kinderopvang Heerhugowaard. Via hun website zijn hiervoor formulieren beschikbaar.
[email protected] Naschoolse opvang: Hiervoor kunt u zelf een contract afsluiten met een instelling voor naschoolse opvang. De school onderhoudt contact hierover met De Stichting Kinderopvang Heerhugowaard. Zij zijn bereikbaar via
[email protected] 4.8 Leerplicht en verzuim Uw kind is welkom op onze school vanaf de dag nadat het vier jaar geworden is. Wij vinden het erg prettig als uw vierjarige kind dagelijks komt. Mocht u voor uw vierjarige een verlofdag willen, wilt u dan toch ook voor hen een verlofaanvraagformulier invullen? Deze kunt u downloaden vanaf onze website: www.montessorischoolhhw.nl 4.8 Leerplicht en verzuim Schoolbezoek: Uw kind is welkom op onze school vanaf de dag nadat het vier jaar geworden is. Wij vinden het erg prettig als uw vierjarige kind dagelijks komt! Leerplicht: Een kind is leerplichtig op de eerste schooldag van de maand na de 5 e verjaardag. Dit betekent dat uw kind op alle door de school vastgestelde dagen naar school moet tenzij het daartoe verhinderd is door ziekte. U bent verplicht de school daarvan voor 8.30 uur op de eerste ziektedag die ook een schooldag is, op de hoogte te
13
stellen. Op tijd komen: De schooldag begint om 08.30 uur. ’s Middags beginnen we om 13.15 uur. Dit betekent dat we uw kind vóór 08.30 en 13.15 uur in de klas verwachten. Zorgt u ervoor dat uw kind tijdig aanwezig is en op bovengenoemde tijden kan starten in de klas? Als uw kind vaker dan drie keer te laat komt binnen een maand dan zullen we u daarop aanspreken. Bij herhaling krijgt u een brief van de directeur. Als dat ook niet leidt tot verbetering dan beschouwen we het te laat komen als ongeoorloofd verzuim en melden we dit aan de leerplichtambtenaar. U ontvangt hierover dan ook een brief. Verlof: Het aanvragen van extra schoolverlof wegens gewichtige omstandigheden of het aanvragen van extra vakantieverlof wegens de aard van het beroep van een van de ouders dient schriftelijk te gebeuren op een formulier dat u kunt downloaden vanaf onze website: www.montessorischool-hhw.nl Op de bijlage van dat verlofaanvraagformulier staan de spelregels voor het aanvragen van extra verlof duidelijk op een rijtje: u kunt dus zelf lezen of uw verlofverzoek redelijk is. Zo is vakantieverlof vrijwel nooit toegestaan. Een verlofaanvraag moet twee maanden voor ingang van het verlof ondertekend bij de directie binnenkomen. Uiteraard kunt u bij een begrafenis/crematie of andere plotselinge omstandigheid hieraan niet voldoen. Verzuim: Wanneer uw kind niet ziek gemeld is en niet op school komt dan zullen wij proberen u te bellen. We controleren regelmatig het verzuim van uw (leerplichtige) kind. Wanneer dit teveel is (meer dan 16 uur in een maand zonder medische oorzaak) stellen wij ook de leerplichtambtenaar in kennis. 4.9 Grensoverschrijdend gedrag Het kan gebeuren dat een kind met onze gebruikelijke pedagogische aanpak toch grensoverschrijdend en dus ongewenst gedrag blijft vertonen. Om dit toch te kunnen hanteren en een zuivere procedure te gebruiken, hebben wij binnen de Stichting De Blauwe Loper een drietal protocollen opgesteld. 1. Pestprotocol 2. Protocol sociaal emotionele gedragsproblemen 3. Protocol schorsing en verwijdering De protocollen staan op onze website onder het kopje: Protocollen. Het van toepassing zijnde protocol wordt in ieder geval aan u als ouder uitgereikt en zo nodig toegelicht als een van de maatregelen wordt toegepast. U kunt het niet eens zijn met de beslissing van het bevoegd gezag omdat u de schorsing van uw kind onterecht vindt. In dat geval kunt u een klacht indienen. U dient de klacht in bij de schoolleiding. Als dit niet naar tevredenheid wordt afgewikkeld kunt u de klacht voorleggen aan het bevoegd gezag van de school (algemeen directeur van Stichting De Blauwe Loper). Tenslotte kunt u zich ook wenden tot een onafhankelijke klachtencommissie . De klachtenprocedure is op school en op de website ter inzage. Postadres van de onafhankelijke klachtencommissie: Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht Telefoon: 030 - 280 95 90 Email:
[email protected] 4.10 Regels op en om het plein Om het schoolplein een veilige plek te laten zijn, vragen wij iedereen om van de fiets te stappen alvorens het schoolplein op te gaan. Ook fietsen over de stoep op weg naar het schoolplein is erg gevaarlijk voor de mensen(kinderen) die daar lopen! Gebruikt u dus de weg om tot de opgang naar het schoolplein te komen? Honden zijn niet toegestaan op het plein. Indien u uw hond zonder toezicht buiten het schoolplein achterlaat, bedenk dan dat er kinderen zijn die graag honden willen en zullen aaien. Het is nooit 100% zeker dat een hond niet zal dreigen of aanvallen! 4.11 Montessorischool 'Gruitschool' Wij doen aan “Schoolgruiten”. De kinderen nemen vier keer per week (maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag) groente en/of fruit (gruiten) van thuis mee als pauzehap. De Montessorischool besloot tot dit initiatief, omdat uit een enquête onder ouders bleek dat er een groot draagvlak voor een gezonde pauzehap bestaat.
14
Kinderen die op een gruitdag geen fruit/groente bij zich hebben krijgen van ons een herinneringsbriefje mee voor thuis! Ze mogen die dag dan helaas geen pauzehapje eten. Op woensdag is de keuze vrij. Het liefst ook dan gruiten natuurlijk maar een boterham, gezonde koek of stukje kaas mag dan ook. Snoep is echt niet toegestaan! 4.12 kleding en mobieltjes Naarmate kinderen ouder worden, wordt kleding voor sommige kinderen steeds belangrijker. Dat mag en kan binnen redelijke grenzen. De grens die wij stellen is: petjes moeten binnen af en broeken hoger dan de heupen. Zonnebrillen zijn voor buiten als de zon schijnt en, alhoewel geen kleding, mobieltjes gaan uit gedurende de hele schooldag (ook tijdens het buitenspelen en/of overblijven).
15
5. ACTIVITEITEN VOOR EN DOOR DE KINDEREN Natuurlijk vieren wij het Sinterklaasfeest en organiseren we vlak voor de kerstvakantie een diner op school. Verder zijn wij actief op het gebied van kunst en cultuur: we hebben een voorleesontbijt, crea-middagen, we organiseren een kunstuitleen en –verkoop, een kerstmarkt en we nemen deel aan verschillende kunst- of cultuurprojecten. Daarbij horen dan ook de excursies naar instellingen of musea. De kinderen van groep zeven doen mee aan het verkeersexamen. De school informeert en bemiddelt soms bij deelname aan verschillende buitenschoolse activiteiten voor kinderen. Deze activiteiten zijn na schooltijd en dus vrijwillig; de kinderen mogen zich daarvoor inschrijven. Wij kunnen bijvoorbeeld deelnemen aan: Brandweerdag (groep 8) Groene Voetstappen sportevenementen Avondvierdaagse Onze liefdadigheidsacties zijn Jantje Beton en de Kinderpostzegelactie. Iets doen voor een ander! Juist om als school dingen met en voor elkaar te doen, stimuleren we een gevoel van saamhorigheid. Een school voor en door ons allemaal. Ook de schoolreisjes horen hierbij. De peuters doen een uitstapje in de onmiddellijke omgeving van de school en hebben vaak een (water)spelletjesochtend samen met de onderbouw. De middenbouw gaat een dag op stap en de bovenbouw twee dagen en blijft dus slapen. De kosten zullen per groep verschillend zijn. Mocht u zich zorgen maken over de kosten of de deelname van uw kind aan de schoolreis overlegt u dan zeer tijdig met de leid(st)er? Als de schoolreis eenmaal geboekt is hebben we een betalingsverplichting. De kinderen zijn gedurende het schoolreisje via school verzekerd voor wettelijke aansprakelijkheid. Eventuele schade aan meegebrachte zaken zoals fietsen, rugzakken, slaapzakken en dergelijke vallen onder uw eigen verzekering. Ook wanneer uw kind onverhoopt niet mee kan vanwege ziekte kunnen wij de boeking vaak niet meer terugdraaien en kunnen wij het betaalde schoolreisgeld niet teruggeven. 5.1. De Montessoripeutergroep Vanuit de grondgedachte van Maria Montessori dat kinderen al vanaf drie jaar gericht kennis zouden moeten maken met de ontwikkelingsmaterialen en leeftijdsgenootjes, is in 1994 Montessoripeutergroep De Kubus opgericht. Montessoripeutergroep De Kubus stelt ouders in staat om hun kind stap voor stap kennis te laten maken met de Montessoriwerkwijze. Verder is er een nauwe samenwerking tussen de peutergroep en de school. Hoewel de peutergroep in de praktijk één geheel vormt met de Montessoribasisschool, is het wettelijk gezien een zelfstandige instelling. Na de Montessoripeutergroep zullen ouders dus opnieuw een keuze moeten maken voor het te volgen basisonderwijs. Voor meer informatie kunt u zich richten tot de Stichting Kinderopvang Heerhugowaard (072-5712045). 5.2 De Montessoribasisschool Wij spreken het liefst over ontwikkelingsgebieden in plaats van vakken. Per bouw geven we een beschrijving van een aantal van die ontwikkelingsgebieden maar het voert te ver om hier alle ontwikkelingsgebieden te beschrijven. U kunt hiervoor natuurlijk wel het schoolplan 2011-2015 inzien. Hierin verantwoorden wij zeer precies op welke manier wij ons aanbod verzorgen op basis van de kerndoelen voor het Nederlandse basisonderwijs. Een exemplaar van het schoolplan kunt u downloaden vanaf de website: www.montessorischool-hhw.nl
16
5.2.1 Activiteiten in onderbouw Vanuit de gedachte "Help mij het zelf te doen" worden kinderen in de onderbouw gestimuleerd om zelf keuzes te maken. Al werkende met het ontwikkelingsmateriaal worden de motorische vaardigheden geoefend en leert het kind de belangrijkste begrippen. Het actieve kind bouwt zo onder begeleiding van de leidster zelf aan zijn eigen ontwikkeling. In deze periode zal uw kind auditieve (gehoor), visuele (zien) en motorische (doen) activiteiten ondernemen en vaardigheden verwerven. Daarnaast zullen met behulp van de speelhoek, de watertafel, het schildersbord, de knutselkast en de tekenfiguren ook de nodige creatieve aspecten van de ontwikkeling aan bod komen. Kinderen doen ook graag tel-, reken- en allerlei taalwerkjes. Uw kind kan met behulp van veel leeswerkjes en letterdozen een begin maken met het lezen. Het gouden (reken-) materiaal, de kralenstaafjes, het 100-bord en andere materialen geven het kind inzicht in het tientallig stelsel en stellen het kind in staat zelfstandig kleine sommetjes te maken. In de onderbouw bieden we Engels aan. Dit bestaat zowel uit individuele oefeningen (ook met de computer) als uit wekelijks een groepsactiviteit (begrijpen en spreken). Daarnaast gebruiken we het computerprogramma als lesondersteuning en individuele verwerking. We gebruiken ‘My Name is Tom’. Tom is een (Engelssprekende) handpop die 1x per week in de klas komt. Tijdens de groepslessen wordt er aandacht besteed aan allerlei interessante verschijnselen in de omgeving van het kind. Uw kind leert aan de hand van bekende dieren (slak, spin, konijn, kikker, vis e.d.) over de opbouw van ons dierenrijk. De biologische mapjes tonen kinderen hoe bloemen en planten er precies uitzien. Lezen, erover praten, kleuren en je erover verwonderen zijn hierbij de belangrijkste activiteiten. Maar ook de seizoenen, je eigen geschiedenis, hoe wonen mensen, muziek, schilders, je lijf en nog veel meer onderwerpen die kleuters interessant vinden brengen we onder de aandacht. Met behulp van de tijdbalk (per schooljaar) krijgt het kind inzicht in de tijd. De jaargetijden zijn duidelijk zichtbaar en iedere dag wordt de juiste dag en datum aan de tijdbalk opgehangen. Daarnaast krijgen tal van leuke gebeurtenissen, zoals sinterklaas- en kerstfeest, verjaardagen en bijzondere evenementen hun plekje op de tijdbalk. Dagelijks wordt er aan bewegingsonderwijs gedaan. Vaak in een spelvorm. Bij goed weer spelen de kinderen bij voorkeur buiten en bij slecht weer in de speelzaal in school waar voor de jongste kinderen specifiek materiaal aanwezig is. En natuurlijk zingen we en leren we van alles over muziek (maken). ICT: Ook voor jonge kinderen is de computer vaak een uitdagend en spannend middel om in aanraking te komen met ‘de virtuele wereld‘. Als ze eenmaal met de muis kunnen omgaan, kunnen ze gebruik (leren) maken van allerlei educatieve software. 5.2.2.Activiteiten in de middenbouw. De overgang van onder- naar middenbouw verloopt meestal soepel: de kinderen kennen de middenbouwgroep omdat ze daar in hun onderbouwtijd al bezoekjes aan hebben gebracht. Vervolgens treffen ze voor een deel dezelfde materialen aan en is de sfeer en werkwijze zeer herkenbaar. In de middenbouwperiode gaat uw kind verder met zijn/haar individuele ontwikkeling. De leidster pakt samen met het kind de draad van de vorige groep op. De leid(st)ers overleggen hierover uitgebreid. Het verder leren lezen neemt een belangrijke plaats in tijdens het eerste jaar in de middenbouw. Verder wordt er gewerkt aan het getalbegrip, inzicht in het tientallig stelsel en de basisvaardigheden op rekengebied. Een schat aan Montessori-materiaal staat het kind hierbij ter beschikking. Verder komen er allerlei zaken aan de orde in het kader van het kosmisch onderwijs. Tijdens deze thematische activiteiten maken de kinderen kennis met de vroegere perioden in onze geschiedenis. Ze leren daarbij relaties leggen met de wereld van vandaag. Wekelijks wordt er iets aan creativiteit gedaan. Kinderen kunnen hier individueel voor kiezen, maar er zijn ook groepsactiviteiten. Taalvaardigheden. Zoals gezegd neemt het lezen een belangrijke plaats in de middenbouw. Aan het einde van deze periode willen we de kinderen op een zodanig niveau brengen, dat ze kleine stukken tekst op toon kunnen lezen en begrijpen. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de spellingsregels. We gebruiken hiervoor Spelling Per Persoon. Een individuele montessorimethode voor spelling. Eind klank "d" (paard), open- en gesloten lettergrepen (zakenzakken) en de dubbel- en tweeklanken, oo-aa-ee-uu- en au-ou, ei-ij worden aangeboden en geoefend. Het Montessorimateriaal stelt het kind in staat om op een geheel eigen wijze kennis te maken met het taal- en redekundig ontleden. Met behulp van de taalsymbolen leren kinderen op speelse wijze de lidwoorden, zelfstandig naamwoorden, werkwoorden en dergelijke in een zin te herkennen. Met het pijlenbord worden zinsdelen als het onderwerp, het gezegde en het lijdend voorwerp van elkaar onderscheiden. Tot slot stimuleert de Montessoritaalmethode de kinderen om verhalen, gedichtjes of kleine toneelstukjes (samenspraakjes) te
17
schrijven. In het documentatiecentrum /de bibliotheek vinden de kinderen naslagwerken voor het maken van een werkstuk of het houden van een spreekbeurt. Tijdens kringgesprekken en de spreekbeurten ontwikkelen kinderen hun spreek- en luistervaardigheden verder te ontwikkelen. Schrijven oefenen de kinderen onder andere met behulp van de methode Schrijffontein. Vanaf groep 4 gaan de kinderen ook leren ‘begrijpend lezen’. We gebruiken hierbij de methode Nieuwsbegrip XL. We bieden Engels aan vanaf groep 1. We gebruiken voor de kinderen in groep 1 tot en met 8 My Name is Tom. My Name is Tom bestaat uit individuele oefeningen en uit wekelijks een groepsactiviteit (begrijpen en spreken). Rekenactiviteiten. Het Montessorirekenmateriaal geeft de kinderen inzicht in de systematiek van ons talstelsel. Met behulp van het "gouden materiaal" kunnen kinderen concreet allerlei bewerkingen zelf maken. Het principe van wisselen bij het optellen en aftrekken wordt met dit concrete materiaal zichtbaar gemaakt. Al snel is het kind in staat om hiermee "grote sommen" te maken, d.w.z. sommen boven de duizend. Het symbolisch materiaal biedt het kind de gelegenheid om de geleerde basisvaardigheden op een "moeilijker" niveau uit te voeren. Vervolgens is het kind in staat om de sommen "uit het hoofd" te maken. We streven ernaar dat de kinderen na de middenbouwperiode de vier hoofdbewerkingen, dat wil zeggen optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen uit het hoofd beheersen. Daarnaast wordt het kind met het breukenmateriaal ingeleid in de wereld van gebroken getallen. Met metalen cirkels krijgt het kind inzicht in halven, derden en vierden en kan het daar al kleine sommetjes mee maken. Tot slot komen zaken als meten, wegen, geldsommen maken en klok kijken ook aan bod. We gebruiken naast de montessorimaterialen ook de methode Wereld in Getallen (W.I.G.) en Nieuwsrekenen. De methode Maatwerk wordt regelmatig gebruikt voor kinderen die niet zo goed kunnen werken met Wereld In Getallen. Kosmisch onderwijs. Typerend voor het Montessorionderwijs is om aardrijkskunde, geschiedenis, biologie en natuur bij voorkeur niet als afzonderlijke leergebieden te behandelen, maar in samenhang aan te bieden. Hiervoor is de historie als uitgangspunt gekozen. Aansluitend op de tijdbalk van een schooljaar in de onderbouw maakt het kind nu kennis met de tijdbalk van het ontstaan en bestaan van de aarde. Aan de hand van een grote hoeveelheid materiaal en werkjes leert het kind het leven van de grote bewoners der aarde kennen, zoals de dinosauriërs en de grote zoogdieren. Maar ook wordt ingegaan op de leefwijze van de eerste mens, de jagers, verzamelaars en de boeren. Er wordt een vergelijking gemaakt met de volkeren, die ook nu nog onze aarde bewonen. De topografie wordt afzonderlijk geoefend m.b.v. de door Montessori ontwikkelde vlaggetjeskaarten. We gebruiken naast de montessorimaterialen, techniekmaterialen en de groepslessen en individuele werkjes ook nog Klaar Over voor Verkeer. We ontwikkelen ieder jaar zo mogelijk materiaal om kinderen zonder vakspecifieke methodes te laten werken aan uitdagende en tot de verbeelding sprekende onderzoekjes. De methodes bieden uw kind tot die tijd een goed alternatief. Creativiteit. Vanuit het principe van zelfstandig werken, waarbij het kind een zekere mate van keuzevrijheid geniet, is het niet meer dan logisch, dat ook de creatieve vakken door individuele kinderen gedurende een periode van zelfwerkzaamheid kunnen worden gekozen. Tekenen, knutselen, maar ook het schrijven van een verhaal, gedicht of toneelstukje behoren tot de mogelijkheden. Daarnaast zorgt de leidster voor creatieve activiteiten. Verder werken we met “Handvaardigheid, moet je doen” en voor muziek gebruiken we “Muziek, moet je doen” Bewegingsonderwijs: De leidsters bieden wekelijks een blokuur bewegingsonderwijs aan in de naastgelegen gymzaal. We gebruiken hierbij de methode Basislessen Bewegingsonderwijs. Bij mooi weer kan er ook buiten gegymd worden. ICT neemt in ons onderwijs een steeds belangrijkere plaats in. De maatschappij van nu vraagt van onze kinderen ICT-kennis en –vaardigheden, daarom leren we onze kinderen om te gaan met ICT-middelen. De leid(st)ers gebruiken ICT in hun lessen en zorgen ervoor dat de kinderen aan de slag (kunnen) gaan met de computer(s), leren werken met Word en allerlei educatieve software.
18
5.2.3. Activiteiten in de bovenbouw (groep 6 t/m 8). Zelfstandig werken aan de eigen ontwikkeling staat centraal in de tussen- en bovenbouw. Kinderen werken alleen of met z’n tweeën. De leidster begeleidt dit proces. Kosmisch onderwijs Ook in de bovenbouw bieden we groepsactiviteiten aan. Het gaat dan meestal om culturele, maatschappelijke en wereldoriënterende zaken. Binnen het kosmisch onderwijs wordt gesproken over en gewerkt met de culturen van de vroegere en hedendaagse volkeren. Vaak combineren we dit met een bezoek aan een museum of instelling. Naast de montessorimaterialen gebruiken we diverse techniekmaterialen, de lessen Klaar Over (voor verkeer) en geschiedenis-opdrachtkaarten. In groep 7 kunnen de kinderen hun verkeersdiploma behalen. In de bovenbouw maken de kinderen ieder jaar minimaal twee werkstukken, houden ze een spreekbeurt, een krantenbeurt en een boekbespreking. De planning hiervan maken ze in overleg met de leidster. Ook oefenen de kinderen regelmatig een onderdeel van de topografie. Ze bepalen in onderling overleg niet óf maar wel wanneer ze dat doen. Zelf leren plannen, zelfstandig oefenen en verwerken zijn kernbegrippen in de bovenbouw. Taalvaardigheden. In de bovenbouw wordt de lijn (individueel) van het redekundig en taalkundig ontleden voortgezet. De kinderen leren vrijwel alle woordsoorten en zinsdelen met behulp van het Montessorimateriaal. Verder leren de kinderen de spelling van de werkwoorden (tegenwoordige, verleden- en voltooide tijd) en ze leren het schrijven van moeilijke woorden. Met behulp van de methode Spelling Per Persoon oefenen ze zo aan de spelling die ze nog niet beheersen. Begrijpend en studerend lezen neemt in de bovenbouw ook een belangrijke plaats in. Hierbij gebruiken we ‘’Nieuwsbegrip XL’. In de bovenbouw ontwikkelen de kinderen hun Engelse taalvaardigheid verder. We gebruiken hierbij de methode My Name is Tom. Dit programma bestaat uit individuele oefeningen en wekelijks een groepsactiviteit (begrijpen en spreken).
19
6. DE ZORG VOOR DE KINDEREN 6.1.
Algemene inleiding: schoolbeleid en zorg voor de kinderen.
We stimuleren alle kinderen in hun ontwikkeling, afgestemd op hun mogelijkheden en rekening houdend met hun talenten. De leidsters in onze Montessorischool moeten daartoe de verschillen in onderwijsbehoeften van kinderen onderkennen en (ook binnen de klassenorganisatie) zorg op maat geven. Binnen een goede voorbereide omgeving stimuleren zij de actieve rol van het kind en helpen het kind een zelfstandige leerhouding te ontwikkelen. Het uitgangspunt van het schoolbeleid is preventieve zorg. Het onderwijs in de groep is daartoe zo georganiseerd, dat er continuïteit in de ontwikkeling van het kind is. We begeleiden kinderen zo goed mogelijk. Daar waar dit noodzakelijk is, maken we gebruik van de deskundigheid van externe instanties en personen. Bij de organisatie van de zorg voor kinderen staat de continuïteit van die zorg centraal. De coördinatie van de zorg ligt in handen van de intern begeleidster (IB-er) maar de leidster is natuurlijk direct verantwoordelijk en aanspreekpunt voor de ouders. De kinderen hebben, vanaf groep 3, een eigen boekje waarin ze hun werkjes bijhouden. Ze kunnen hierin ook zien wat er nog allemaal mogelijk is (of moet !). De leidster bespreekt minimaal iedere twee weken de voortgang met het kind en ziet en spreekt uw kind natuurlijk dagelijks bij het werk. Ook dan krijgt het hulp en begeleiding. Het kind leert in toenemende mate zelf het werk plannen en beoordelen ( nakijken, nadenken en napraten). Onze kinderen worden ook gevolgd door middel van het CITO leerlingvolgsysteem. We gebruiken hierbij een aantal toetsen: taal voor kleuters, rekenen/wiskunde voor kleuters, rekenen/wiskunde, DMT (tempolezen) en begrijpend lezen. We gebruiken verder het PI-dictee voor spelling en AVI-toetsen voor technisch lezen. We nemen deze toetsen ieder jaar op een vooraf ingeplande, identieke wijze af om vergelijking door de verschillende jaren heen mogelijk te maken. Door het jaar heen maken we gebruik van diverse methodegebonden toetsen die ook belangrijke informatie geven over het vaardigheidsniveau van de kinderen. Om de sociaal-emotionele ontwikkeling systematisch te volgen gebruiken we naast onze observaties een landelijk genormeerd instrument: SCOL. Dit instrument vraagt tweemaal per jaar een screening door de leidster en vanaf groep 5 ook het eenmaal per jaar invullen door het kind zelf. We nemen bij alle kinderen uit groep 4 en 6 de N.S.C.C.T (Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Toets) af. Samen met de NIO-toets, Drempeltoets en PMT-K (prestatiemotivatie toets voor kinderen) in groep 8 krijgen we door de jaren heen een goed beeld van de cognitieve en sociaal-emotionele mogelijkheden van uw kind. Samen met onze observaties en de toetsresultaten kunnen we de ‘opbrengsten’ evalueren. Deze evaluatie gebruiken we voor het ontwikkelen en bijstellen van het aanbod op individueel niveau, groepsniveau en schoolniveau. Omdat we in ons onderwijs zoveel mogelijk willen uitgaan van het kind en kinderen soms erg van elkaar verschillen, ontstaan er soms verschillen tussen de toetsuitslagen (die genormeerd zijn op landelijke gemiddelden) en de individuele ontwikkelingsgang van een kind. Stof tot gesprek met ouders en onderling. Toetsen kunnen onze eigen observaties ondersteunen of tegenspreken. We vinden dat we steeds moeten nadenken over hoe we uw kind maximale ontwikkelingsmogelijkheden bieden. Ieder kind volgt hierbij zijn eigen weg. In het begin van groep 8 (september of oktober) wordt de NIO-toets en de drempeltoets afgenomen. NIO staat voor Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau. De drempeltoets meet een aantal ‘schoolse vaardigheden’: het verbale denkvermogen en het wiskundige-praktische deel. Daarnaast wordt leermotivatie en daarmee een aantal sociale vaardigheden getest. Het resultaat van deze toets wordt mede gebruikt voor het advies van de school aan de ouders voor het vervolgonderwijs. Het advies van onze school is gebaseerd op: 1. onze eigen observaties en ons kindvolgsysteem 2. NIO en drempeltoets 6.2. Zorg We streven ernaar, dat ieder kind zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Omdat we uitgaan van verschillen, hebben we het onderwijsleerproces zo ingericht dat dit ook mogelijk is. In de eerste plaats moeten de leid(st)ers daarom de kinderen goed kennen (wat zijn hun mogelijkheden, wat is hun niveau) Daarna moeten de kinderen goed gevolgd worden: hoe verloopt het ontwikkelproces. De leidster volgt het kind in zijn ontwikkeling met eigen observatie ondersteund door het CITO-leerlingvolgsysteem. De halfjaarlijkse toetsen geven de prestaties voor rekenen/wiskunde aan in scores: I,II,III, IV of V waarbij I vergelijkbaar is met de 20% hoogst scorende kinderen van Nederland en V voor de 20 % laagst scorende kinderen. Kinderen met een V- of IV-score, kinderen die sterk terugvallen en kinderen met een I-plus-score komen in aanmerking voor extra zorg. Ook kinderen die zich niet in overeenstemming met hun capaciteiten ontwikkelen, komen in aanmerking voor extra zorg. Tenslotte kan de leid(st)er op basis van de observaties en/of gesprekken met ouders tot de conclusie komen dat extra zorg nodig is. De leidster informeert de ouders over haar bevindingen en wisselt informatie met hen uit. De leidster maakt dan vrijwel altijd een handelingsplan voor dat kind. Zij evalueert de resultaten. De termijn is van tevoren vastgesteld.
20
Als die nadrukkelijk geboden hulp onvoldoende blijkt, schakelt de leidster de intern begeleider (IB-er) in voor advies, onderzoek en/of observatie. Datgene wat is besproken met de intern begeleidster wordt natuurlijk ook besproken met de ouders. Vaak zal de leidster voorstellen een handelingsplan op te stellen. De leidster en Intern begeleidster stellen dit op en het wordt uitgevoerd door leidster. Ouders verlenen hiervoor toestemming door middel van een handtekening. Als dit allemaal niet leidt tot het gewenste resultaat voor het kind willen we een bijgesteld handelingsplan opstellen en uitvoeren of vinden we diepergaand onderzoek noodzakelijk. We overleggen hierover onderling en we kunnen ons laten adviseren door deskundigen vanuit Samenwerkingsverband Noord- Kennemerland. Uit de bespreking kan blijken dat nader onderzoek of observatie door de orthopedagoog inderdaad wenselijk is. De school kan zonder toestemming van ouders de onderwijsexpert inschakelen voor observatie en/of advies. Bij overige externe hulp vragen we altijd vooraf schriftelijk toestemming aan de ouders. Met deze nieuw verkregen informatie bekijken we of en eventueel hoe we het kind verder kunnen begeleiden. Soms zal blijken dat de mogelijkheden van wat wij op school en in de klas kunnen bieden niet voldoende toereikend zijn. Soms is het mogelijk om een kind te ondersteunen vanuit de voorzieningen binnen het Samenwerkingsverband. Soms ook verwijzen we naar speciaal basisonderwijs. Voor beide vormen van bijzondere zorg gelden vaste procedures.
6.3
Passend Onderwijs
Ouders melden hun kind schriftelijk aan bij de school van hun keuze. Verwacht u dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft, dan geeft u dit aan. Ook als u uw kind bij meerdere scholen heeft aangemeld, moeten u dit bij de aanmelding aangeven. In dat geval krijgt de school van eerste voorkeur de zorgplicht. Dat betekent dat die school de taak heeft om het kind een passende onderwijsplek te bieden. 6.3.1. Samenwerkingsverbanden van scholen in de regio Om ervoor te zorgen dat alle kinderen een passende plek krijgen, hebben scholen regionale samenwerkingsverbanden gevormd. Voor ons is dit Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland. In dit samenwerkingsverband werken het regulier en speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) samen. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over onder andere de begeleiding en ondersteuning die alle scholen in de regio kunnen bieden en over welke kinderen een plek kunnen krijgen in het speciaal onderwijs. Ook maakt het samenwerkingsverband afspraken met de gemeenten in de regio over de inzet en afstemming met (jeugd)zorg. De samenwerkingsverbanden ontvangen geld voor extra ondersteuning. Dit wordt verdeeld op basis van de afspraken die in het samenwerkingsverband zijn gemaakt over de scholen. Zo is meer maatwerk mogelijk en kan het geld zo veel mogelijk worden gebruikt voor ondersteuning op de reguliere school en in de klas. Uit de middelen betaalt het samenwerkingsverband ook het voortgezet speciaal onderwijs ((v)so) voor het aantal leerlingen dat vanuit samenwerkingsverband daar is ingeschreven. Het Samenwerkingsverband legt in het ondersteuningsplan vast welke ondersteuning de scholen in het samenwerkingsverband bieden en welke leerlingen in aanmerking komen voor extra ondersteuning in het (voortgezet) speciaal onderwijs. De scholen geven in hun schoolondersteuningsprofiel aan wat zij kunnen doen om kinderen een passende plek te bieden. Zo is duidelijk wat het ondersteuningsaanbod in de regio is. Iedere school heeft vanuit het samenwerkingsverband een onderwijsexpert tot haar beschikking. Voor ons (Heerhugowaard Noord) is dat Danne Noë. Hij weet de weg, helpt ons, kent alle scholen en is gericht op van en met elkaar leren. 6.3.2 Binnen de school of op een andere school? Als u uw kind heeft aangemeld bij ons dan zorgen wij voor een zo passend mogelijk aanbod op de eigen, een andere reguliere of een speciale school. Na aanmelding hebben we 6 weken de tijd om te beslissen over de toelating van uw kind. Deze periode kan eenmaal met 4 weken worden verlengd. Wij onderzoeken eerst of we uw kind zelf de extra onderwijsondersteuning kunnen bieden, eventueel met extra ondersteuning vanuit het speciaal onderwijs of van het samenwerkingsverband. Soms hebben we meer informatie nodig om dit goed te beoordelen. We kunnen daarvoor om extra informatie vragen bij de ouders. Kunnen wij geen passende onderwijsplek bieden, dan regelen wij een passende plek op een andere reguliere of speciale school. Dat gebeurt in overleg met de ouders. 6.3.3 Schoolondersteuningsprofiel Hierin hebben wij vastgelegd welke ondersteuning wij wel en niet kunnen bieden aan kinderen. Ook staan hierin onze ambities voor de toekomst.
21
Onze basiszorg (Preventieve en (licht) curatieve interventies): Onder preventie verstaan we de basisondersteuning voor alle kinderen, die erop gericht is om tijdig leerproblemen en opgroei- en opvoedproblemen te signaleren. Dit vereist een vroegtijdig signaleren en de aanwezigheid van diagnostische expertise en kan al dan niet in samenwerking met ketenpartners worden georganiseerd. Ook de zorg voor een veilig schoolklimaat voor zowel kinderen als medewerkers ishierva n onderdeel. We hebben een aanbod voor kinderen met dyslexie en dyscalculie conform de protocollen: Protocol leesproblemen en dyslexie groep 1 en 2 (2008). Protocol leesproblemen en dyslexie groep 3 t/m 8 (2011). Protocol Ernstige Reken en Wiskundeproblemen en dyscalculie (2011). We hebben een afgestemd aanbod voor kinderen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie. De leidster gaat uit van verschillen tussen kinderen en kan zelf de extra ondersteuning bieden. We hebben een afgestemd aanbod voor kinderen die ondersteuning nodig hebben bij het verbeteren van hun werkhouding, hun taakgerichtheid en/of het verbeteren van de sociale competentie en sociale interactie van kinderen. De leidster gaat uit van verschillen tussen kinderen en kan zelf de ondersteuning bieden bij het verbeteren van de werkhouding, de taakgerichtheid en de sociale interactie bij kinderen. Ons gebouw is rolstoeltoegankelijk. We hebben een aantal werk-en instructieruimtes die (nog) niet speciaal zijn aangepast. Vooralsnog is het uitgangspunt de bestaande Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs. We hebben een aanpak gericht op sociale veiligheid. We werken met de volgende protocollen: Pestprotocol. Meldcode kindermishandeling. Protocol voor medische handelingen Onze aanpak is gericht op het voorkomen van gedragsproblemen. Naast goed onderwijs in een veilig en positief pedagogisch klimaat is het belangrijk dat er een specifieke aanpak is voor kinderen met lichte ondersteuningsbehoeften op het gebied van gedrag. Deze aanpak start met het goed monitoren van de ontwikkeling van kinderen, het tijdig kunnen onderkennen van mogelijke signalen en interventies kunnen toepassen. Wij kunnen veel maar niet alles; we zullen onze grenzen moeten aangeven. Hierbij spelen verschillende factoren een rol: Omgevingsfactoren: Veiligheid van kind en groep staat voorop Gebouw en materialen moeten toereikend zijn We hebben geen remedial teacher, klassenassistenten of andere ‘extra handen’ Groepsgrootte en –samenstelling Balans in de groep Populatie van kinderen kan een grens vormen Continue begeleiding Geluk/ welbevinden van het kind Hoeveelheid kinderen met gedragsproblemen binnen één groep Afhankelijkheid in functioneren van een volwassene Zelfredzaamheid binnen de mogelijkheden van het gebouw Kindfactoren: We kunnen een kind met een IO lager dan 70 niet begeleiden. Hetzelfde geldt voor complexe of meervoudige problematiek, stagnatie in de ontwikkeling (halfjaarlijks) en andere grenzen m.b.t. de veiligheid van het kind zelf. Groepsfactoren: Veiligheid van andere kinderen en leidsters, disbalans in de groepssamenstelling Leidsterfactoren: kennis en inzetmogelijkheden. Werkdruk (zie RIE)
22
Teamfactoren: Samenstelling van het team: we hebben in totaal 10 goed opgeleide en ervaren leidsters en 1 leider in dienst. We hebben een gedragsspecialist en een dyslexie Professionaliseringsniveau. Schoolfactoren: Formatie voor de interne begeleidster is ca. 1 ½ dag per week voor 147 kinderen. Ons zorgbudget is nog niet ter beschikking gesteld door het samenwerkingsverband. Thuissituatie: Sociaal economisch milieu communicatie met ouders, begeleiding van ouders, ontmoeting op school – ouderbetrokkenheid Ondersteuningsfactoren: Interne begeleiding, expertiseteam, ambulante begeleiding, financiële middelen, andere randvoorwaarden Wij verwijzen voor ons volledige schoolondersteuningsprofiel naar onze website. 6.3.4 Ontwikkelingsperspectief Voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, stellen we een ontwikkelingsperspectief op. Hierin staan de onderwijsdoelen en ondersteuning beschreven. Wij doen dit binnen 6 weken nadat uw kind is toegelaten of nadat is vastgesteld dat uw kind dit nú nodig heeft en het al (veel) eerder is toegelaten. We voeren op overeenstemming gericht overleg met de ouders over het ontwikkelingsperspectief. De school evalueert het ontwikkelingsperspectief ten minste één keer per schooljaar. Wij stellen geen ontwikkelingsperspectief op voor kinderen die ondersteuning krijgen die in het basisondersteuningsaanbod zit, zoals begeleiding bij dyslexie of bij kortdurende extra hulp. 6.4 Dossiervorming. Gegevens van elk kind worden (digitaal) opgeslagen door de leidster van het kind. Voor kinderen die speciale hulp en begeleiding krijgen houdt de intern begeleider bovendien een zorgdossier bij. Dossiergegevens worden alleen met schriftelijke toestemming van de ouders aan derden verstrekt. Na het verlaten van de school wordt het dossier van het kind nog vijf jaar bewaard en daarna vernietigd. 6.5. Samenwerking met het Voortgezet Onderwijs. De leid(st)ers van de bovenbouw vullen voor elke schoolverlater een onderwijskundig eindrapport (O.E.R.) in. Vergezeld van het algemene deel gaat het specifieke deel als het om kinderen gaat die geïndiceerd zijn voor LWOO of Praktijkonderwijs. De ouders melden hun kind aan op een bij het niveau van hun kind passende school voor voortgezet onderwijs. Na de toelating hebben we overleg met de ontvangende scholen over hun toekomstige kinderen. De meeste scholen voor VO melden ons hoe het onze kinderen vergaat op hun school. Deze gegevens worden door ons bewaard en geanalyseerd zodat we zicht houden op de kwaliteit van onze adviezen.
23
7. DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS Kinderen ontwikkelen zich volgens bepaalde ontwikkelingsfasen. De ontwikkelingsfasen vormen voor ons het uitgangspunt bij de begeleiding. De aanleg, het tempo, de interesse en de thuissituatie van de kinderen varieert onderling. We proberen met de verschillen om te gaan en de kinderen door de geïndividualiseerde werkwijze te bieden wat ze nodig hebben. In eigen tempo en met hun eigen aanleg kunnen ze zich ontwikkelen en de leid(st)er begeleidt hen daarbij. De meeste kinderen volgen de gewone ontwikkelingsgang, maar er zijn ook kinderen voor wie de leerroute duidelijk gewijzigd wordt met ander werk, méér of moeilijker of gemakkelijker. Alle kinderen worden begeleid en gestimuleerd en we proberen elk kind op het niveau te brengen dat voor hem haalbaar is. Tijdens de hele basisschoolperiode worden de kinderen gevolgd in hun ontwikkeling. Dat gebeurt o.a. door te observeren, een wezenlijke activiteit binnen het Montessorionderwijs. Als vervolg op de observaties bepaalt de leid(st)er welke lesjes aangeboden kunnen worden en op welke manier ze anderzijds met het kind verder gaat. Voor bepaalde onderdelen of na het afronden van een deel van de leerstof wordt soms een toets afgenomen om te controleren of de stof ook werkelijk beheerst wordt en of het kind voldoende vooruit gaat. We geven geen cijfers en de verslagen worden met de ouders besproken. Deze verslagen geven informatie over de kwaliteit van het werk, het niveau waarop het kind werkt en de werkhouding. De kinderen worden niet beoordeeld in een systeem van onderling vergelijken, maar gekeken wordt naar de mogelijkheden en inzet van het individuele kind. Voortgezet onderwijs Het is onze opvatting, dat het aantal plaatsingen op VMBO, HAVO, of VWO scholen bijzonder weinig zegt over de resultaten en de kwaliteit van het onderwijs. Als de school bijvoorbeeld een kind met geringe mogelijkheden succesvol weet te handhaven binnen de eigen vertrouwde omgeving, zodat hij of zij uiteindelijk door kan stromen naar een school voor bijvoorbeeld Praktijkonderwijs, dan hebben in onze ogen zowel die school als het kind een behoorlijke prestatie geleverd. De kwaliteit van het onderwijs en de school is o.i. veel meer af te meten aan het pedagogisch klimaat, het plezier waarmee de kinderen naar school gaan en de ontwikkeling die elk individueel kind doormaakt. Daarbij is ons uitgangspunt dat de prestaties van een kind overeenkomen met haar of zijn karakter en mogelijkheden. “Het kind is meer dan de som van zijn toetsresultaten”. Ervaring uit de afgelopen jaren heeft geleerd, dat onze uitgestroomde kinderen het in het voortgezet onderwijs goed doen en dat de schooladviezen die wij geven overeenkomen met de verwachtingen van kind en ouders. Natuurlijk zal niet ieder kind de werkelijk geadviseerde opleiding met goed gevolg afronden. Eén en ander zal ook afhangen van de motivatie, werkhouding, de thuissituatie, enz. Resultaten schooljaar 2013-2014: Eindresultaten (groep 8) 8 van de 8 kinderen in groep 8 zijn uitgestroomd naar het voortgezet onderwijs: HAVO /VMBO-TL VMBO-TL/KB VMBO-KB
50 % 12,5 % 37,5 %
Over de resultaten van het onderwijs legt de school verantwoording af aan de ouders, Stichting de Blauwe Loper en de Inspectie. Dit doen we o.a. door methode-onafhankelijke CITO-toetsen af te nemen. Inspectie stelt normen waaraan alle scholen minimaal moeten voldoen. In onderstaand schema ziet u de toetsen en de groepen waarover we verantwoording moeten afleggen. Daarbij kijkt Inspectie vooral of de kinderen op voldoende niveau uitstromen in groep 8. Aangezien dit elk jaar het geval is, heeft de school het afgelopen jaar een voldoende beoordeling gekregen. Tussenresultaten (zoals opgevraagd door inspectie: groepen 3,4 en 6) Gr.
3 4 6 4 6
Toets
Lezen (tempo) Lezen (tempo) Begrijpend lezen Rekenen/wis Rekenen/wis
Afname
Eind 3 Eind 4 Midden 6 Eind 4 Eind 6
Vaardigheidsscore
28,8 56,9 40 56,9 98,9
Ondergrens Inspectie 33 56 32 61 89
Voldoende? Nee Ja Ja Nee Ja
24
Voor zowel rekenen als lezen op tempo (DMT) hebben we concrete verbeteracties in gang gezet in de vorm van scholing van onze didactische vaardigheden en we zijn gestart met de methodes Nieuwsrekenen en Nieuwsbegrip. We verwachten dat de resultaten bij de volgende toetsperiodes verbeterd zullen zijn. Eindresultaten (groep 8) Gr. 8
Toets Lezen (tempo) Begrijpend lezen Rekenen
Afname M8 M8 M8
vhs 112 67 110
Norm insp. 108 55 110
Voldoende? JA JA JA
8. KLACHTEN Ouders hebben het recht op een serieuze benadering en behandeling van hun klachten. Klachten kunnen betrekking hebben op verschillende situaties op school. Voor de klachtenprocedure onderscheiden we er twee: Klachten met betrekking tot het onderwijs Meldingen / klachten met betrekking tot seksuele intimidatie, agressie en geweld in het onderwijs;
Klachtenregeling Klachten kunnen betrekking hebben op het functioneren van medewerkers van de school of op het gevoerde onderwijsbeleid. Als ouders een klacht hebben over het onderwijs, dan verzoeken/vragen wij de ouders deze eerst te bespreken met de groepsleerkracht(en). Wanneer het probleem niet voldoende is opgelost of de klacht onvoldoende is afgehandeld, kunnen de ouders deze voorleggen aan de directeur. De directeur zal in overleg met de ouders en de betrokken groepsleerkracht(en) proberen te bemiddelen om tot een voor alle partijen acceptabele oplossing te komen. Als, ondanks de bemiddeling van de directeur, naar de mening van de ouders geen bevredigende oplossing is gevonden voor de klacht, dan kunnen zij besluiten de klacht / het probleem voor te leggen aan de voorzitter van het College van Bestuur van Stichting De Blauwe Loper. Ook kunnen de ouders besluiten hun klacht direct (zonder tussenkomst van het College van Bestuur) te deponeren bij de Landelijke Klachtencommissie. Het postadres van deze commissie luidt: Landelijke Klachtencommissie Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht (tel. 030-2809590) Email:
[email protected] Meldingen m.b.t. seksuele intimidatie, agressie en geweld in het onderwijs: De aandachtsfunctionaris: De school heeft een aandachtsfunctionaris (intern begeleid(st)er). Zij heeft kennis en inzicht rond het signaleren van kindermishandeling en het handelen en werken met de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. De vertrouwenspersoon: Het bevoegd gezag heeft een vertrouwenspersoon aangesteld, die als eerste aanspreekpunt functioneert bij het vermoeden van, of klachten m.b.t. seksuele intimidatie. Deze vertrouwenspersoon adviseert bij het indienen van een klacht en kan informatie geven over verder te nemen stappen. De aangestelde overkoepelende vertrouwenspersoon is mw. mr. Ellen van Balen Walter: e-mail:
[email protected] De klachtenprocedure: Er is een klachtenprocedure opgesteld, waarin aangegeven staat op welke manier een klacht kan worden ingediend en hoe deze wordt behandeld. Deze klachtenprocedure kan opgevraagd worden bij de vertrouwenspersoon en bij de secretaris van de klachtencommissie.
25
Inspectie van het onderwijs: De vertrouwensinspecteur Er is een centraal telefoonnummer beschikbaar voor de vertrouwensinspecteurs van de inspectie. Dit telefoonnummer is: 0900-1113111. Deze vertrouwensinspecteurs hebben een adviserende en ondersteunende taak bij klachten rond seksueel misbruik en seksuele intimidatie. Ieder bevoegd gezag van een school of onderwijsinstelling is wettelijk verplicht bij een vermoeden van seksueel misbruik contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Deze verplichting geldt voor klachten over leraren, directie en anderen die aan de school contractueel verbonden zijn. Ook als niet meteen duidelijk is of sprake is van strafbare feiten dient de vertrouwensinspecteur ingeschakeld te worden voor overleg. Onderwijsinstellingen, kinderen of hun ouders kunnen eveneens contact opnemen met de vertrouwensinspecteur als zich situaties van ernstig fysiek en geestelijk geweld hebben voorgedaan. Anders dan bij seksueel misbruik zijn onderwijsinstellingen in dit geval niet verplicht zich tot de vertrouwensinspecteur te wenden. De vertrouwensinspecteur heeft geheimhoudingsplicht bij klachten over seksueel misbruik. Hij of zij zal in alle gevallen in overleg met de klager komen tot afspraken over de verdere afhandeling van de klacht en de stappen die worden ondernomen.
9. ONDERWIJSINSPECTIE Vragen over onderwijs in het algemeen of over de onderwijsinspectie in het bijzonder kunt u stellen aan het bekende postbus 51 loket: telefoon: 0800-8051 (gratis). Het e-mailadres van de onderwijsinspectie is:
[email protected]. Ook kunt u de website van de onderwijsinspectie raadplegen: www.onderwijsinspectie.nl 10. JEUGDGEZONDHEIDSZORG VAN DE GGD De GGD, uw kind en de school De Jeugdgezondheidszorg van de GGD werkt preventief, dat wil zeggen; uit voorzorg. Zij nodigen kinderen gedurende de gehele schoolperiode minimaal 3 keer uit voor een onderzoek om mogelijke problemen in het opgroeien te signaleren. Indien zij problemen op het spoor komen, helpen zij u de juiste weg te bewandelen. Als u zelf vragen of zorgen heeft over de gezondheid en/of ontwikkeling van uw kind, kunt u een extra onderzoek of gesprek met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige aanvragen. 5-6 jarige kinderen Zij nodigen alle kinderen rond de leeftijd van 5 à 6 jaar uit voor een onderzoek door de jeugdarts en doktersassistente. Er wordt gekeken naar lengte, gewicht, ogen, oren, houding, motoriek, spraak- en taalontwikkeling. 10-11 jarige kinderen Alle kinderen rond de leeftijd van 10 à 11 jaar worden uitgenodigd voor een onderzoek door de jeugdverpleegkundige. Tijdens dit onderzoek wordt onder andere gelet op hoe uw kind zich voelt en gedraagt en hoe het gaat in contact met leeftijdsgenoten. Ook is er aandacht voor uw vragen over het gedrag van uw kind en/of de opvoeding. Voorafgaand aan het onderzoek komt de doktersassistente op school om de lengte en het gewicht van uw kind te meten en om de ogen na te kijken. De resultaten hiervan worden door de verpleegkundige met u en uw kind besproken. Zodra uw kind 4 jaar wordt, neemt de sector Jeugdgezondheidszorg van de GGD de begeleiding van uw kind over van het consultatiebureau. De medewerkers van de Jeugdgezondheidszorg letten op de gezondheid, groei en ontwikkeling van uw kind. Tijdens het opgroeien, kunnen er stoornissen of achterstanden ontstaan, ook zonder dat kinderen ziek lijken. Het is belangrijk dat deze stoornissen of achterstanden zo vroeg mogelijk ontdekt worden om problemen op latere leeftijd te voorkomen. Ook voor moeilijkheden of problemen bij de opvoeding kunt u terecht bij de medewerkers van de Jeugdgezondheidszorg. Het JGZ team van uw school bestaat uit een jeugdarts, doktersassistente, jeugdverpleegkundige en een logopedist. U kunt het JGZ team bereiken via: U kunt het JGZ team bereiken via: GGD Noord-Kennemerland, sector Jeugdgezondheidszorg Hertog Aalbrechtweg 5, 1823 DL, Postbus 9333, 1800 GH Alkmaar, Tel: 072-5662661 Hoofdluis De school kent een hoofdluizenprotocol en er is een “hoofdluismap” om in te zien. Deze is samengesteld in de hoop eraan bij te dragen dat: - het taboe rond hoofdluis verder doorbroken wordt
26
- de hoofdluisbestrijding effectiever en efficiënter plaatsvindt U kunt bij vragen of problemen altijd contact opnemen met de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD. De ouderraad heeft vorig jaar lice-safe (zak om jas in te doen) aangeschaft voor alle kinderen. De zak blijft eigendom van de school. Internet site: www.hoofdluizen.com
11. TOT SLOT Deze schoolgids heeft tot doel u uitgebreid te informeren over het Montessorionderwijs en hoe onze school daar vorm aan geeft. Wij hopen dat wij met deze gids in die opzet zijn geslaagd en dat u op basis van onze schoolgids en die van collega-scholen een bewuste schoolkeuze kunt maken. Wij hopen uiteraard dat u voor onze school kiest en dat wij samen met u op een plezierige wijze bij kunnen dragen aan de verdere ontwikkeling van uw kind.
LITERATUURLIJST * Dr. Maria Montessori * Dr. Maria Montessori * Dr. Maria Montessori * Annemarie Moorman * Marjan Schwegman Websites: www.montessorischool-hhw.nl www.montessorischool-alk.nl www.deblauweloper.eu
Aan de basis van het leven De Methode Door het kind naar een nieuwe wereld Montessori-Concreet Maria Montessori 1870-1953 (biografie)
www.skoa.nl www.kinderopvang-heerhugowaard.nl www.montessori.nl
27
Vakantiedata schooljaar 2014-2015 Heerhugowaard PRIMAIR ONDERWIJS 1e schooldag herfstvakantie kerstvakantie voorjaarsvakantie Pasen Koningsdag
1 t/m 4
5 t/m 8
23,75 47,50 23,75 5,50 5,50 47,50 0,00 5,50 142,50
25,75 51,50 25,75 5,50 5,50 51,50 0,00 5,50 154,50
301,50
325,50
Schoolj.2012-2013 (ma 30 sept)
23,75 1235,00 5,50
25,75 1339,00 5,50
52 weken
1240,50
1344,50
vakantiedagen
301,50 939,00
325,50 1019,00
Minimum aantal uren(*1)
888,50
1009,25
Marge-uren
50,50
9,75
ma 18-8-2014 ma 13-10-2014 ma 22-12-2014 ma 23-2-2015 ma 6-4-2015 ma 27-4-2013 ma 4-5-2015 do 14-5-2015 ma.25-5-2015 ma.6-7-2015
Meivakantie Hemelvaart Pinksteren
zomervakantie
vr 17-10-2014 vr 2-1-2015 vr 27-2-2015
vr 15-5-2015 vr 15-5-2015 vr.14-8-2015
urentabel 52X
2e week herfstvak. 1 t/m 4 middag voor kerstdiner 1 t/m 4 Calamiteitendag personeelsdag 3 studiewoensdagen afscheid gr 2 en 5
1 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 4 1, 3 en 4
ma 20-10-2014 vr 24-10-2014 do 18-12-2014 vr 19-12-2014 vr 03-07-2015 woe 21-01-2015 1 per bouw 17/9 5/11 18/3 do middag 02-07-2015
23,75 2 3,5 3,5 3,75 11,25 2
Totaal restant marge-uren
49,75 0,75
5,5 3,75
9,25 0,5
28