Schoolgids

Schoolgids 2014-2015 De Adelaar Hoogwoud

Schoolgids 2015-2016

Burgemeester Heymansstraat 2 1718 AN Hoogwoud 0226-352325 email: [email protected] www.obsdeadelaar.nl

Voorwoord Beste ouders/verzorgers/ belangstellenden, Wij vinden het fijn dat u belangstelling heeft voor het onderwijs op De Adelaar. Mogelijk omdat u een school zoekt voor uw kind(eren) of omdat uw kinderen al op De Adelaar zitten. In deze schoolgids, die jaarlijks geactualiseerd wordt, laten wij u zien wat u als ouder van onze school kunt verwachten en wat de school voor uw kind kan betekenen. De gids is meer dan alleen een boekje over de praktische gang van zaken. Het is de bedoeling dat u als ouder, door het lezen van de gids een beeld krijgt van het eigen karakter van de school. Daarom vindt u in deze gids ook een schets van de manier van werken, de sfeer en wat wij de kinderen willen leren. Als de gids aan het gestelde doel beantwoordt, ondersteunt het nieuwe ouders bij het kiezen van de school die hen het meest aanspreekt. Tegelijkertijd is het voor ouders die de school al langer kennen een naslagwerk tijdens de schoolperiode van hun kind. De meest actuele versie van de Schoolgids is te lezen op de website van de school (www.obsdeadelaar.nl). De jaarkalender De jaarkalender bevat informatie over onderwerpen die het lopende schooljaar betreffen, zoals de klassenverdeling, de schooltijden, het vakantierooster enz. Ook praktische zaken staan hierin beschreven. Deze jaarkalender wordt jaarlijks verstrekt voor aanvang van het nieuwe schooljaar. Mocht u na het lezen van de Schoolgids en de jaarkalender wensen en/of suggesties hebben ter verbetering, dan horen wij dit graag van u. Wij wensen u veel leesplezier!

2

Schoolgids 2015-2016 obs. De Adelaar

Inhoudsopgave 1. Onze school 1.1 Algemeen__________________________________________________________ 5 1.2 De schoolorganisatie_________________________________________________ 5 1.3 De groepsindeling___________________________________________________ 5 2. Doelen en visie op het onderwijs 2.1 Doelstelling van De Adelaar___________________________________________ 2.2 De visie van De Adelaar______________________________________________

6 6

3. Vak- en vormingsgebieden 3.1 Instrumentele vakken_________________________________________________ 3.2 Zaakvakken________________________________________________________ 3.3 ICT_______________________________________________________________ 3.4 Expressievakken____________________________________________________ 3.5 Bewegingsonderwijs_________________________________________________ 3.6 Zelfstandig werken___________________________________________________ 3.7 Sociaal emotionele ontwikkeling________________________________________ 3.8 KIVA______________________________________________________________ 3.9 Actief Burgerschap __________________________________________________ 3.10 Culturele vorming en projecten_________________________________________

6 9 10 11 11 11 11 12 12 12

4. Zorgbreedte en de resultaten van het onderwijs 4.1 Kinderen worden gevolgd in hun ontwikkeling______________________________ 4.2 Verdiepen en verbreden_______________________________________________ 4.3 De resultaten van het onderwijs________________________________________ 4.4 Advies voortgezet onderwijs____________________________________________ 4.5 Uitstroom___________________________________________________________ 4.6 Werken met Kwaliteitskaarten___________________________________________

13 16 16 16 17 18

5. De rechten en plichten van ouders/verzorgers, leerlingen en bestuur 5.1. School en thuis______________________________________________________ 5.2 Toelating tot het basisonderwijs__________________________________________ 5.3 In- en uitschrijving_____________________________________________________ 5.4 Rapportage__________________________________________________________ 5.5 Contactmogelijkheden en informatievoorziening_____________________________ 5.6 Medezeggenschapsraad en gemeenschappelijke medezeggenschapsraad________ 5.7 Ouderparticipatie_____________________________________________________ 5.8 Belangrijke instanties__________________________________________________ 5.9 Schooltijden_________________________________________________________ 5.10 Ziekmelding________________________________________________________ 5.11 Overblijfmogelijkheden________________________________________________ 5.12 Luizencontrole______________________________________________________ 5.13 Klachtenregeling_____________________________________________________ 5.14 Sociale veiligheid Stichting Allure________________________________________ 5.15 Meldcode__________________________________________________________ 5.16 Verwijsindex________________________________________________________ 5.16 Leerplicht en verlof___________________________________________________

19 19 19 19 20 21 21 22 22 23 23 23 23 24 25 25 26

3


6. Overige zaken 6.1 Activiteiten_________________________________________________________________ 6.2 Verzekering________________________________________________________________ 6.3 Eten en drinken_____________________________________________________________ 6.4 Ouderbijdragen_____________________________________________________________ 6.5 Sponsoring________________________________________________________________ 6.6 Namen en adressen_________________________________________________________ Bijlage: 1. 2. 3. 4.

4

Hulp en begeleiding onder schooltijd. Beleid t.a.v. toelating en verwijdering van leerlingen Protocol medicijnverstrekking en medisch handelen Instemmingsformulier MR


27 27 27 27 28 29

1. Onze school 1.1 Algemeen De Adelaar is gebouwd in 1973. De Adelaar is een middelgrote school, centraal gelegen in een woonwijk te Hoogwoud. De hoofdingang ligt aan de Burgemeester Heymansstraat. De Burg. Heymansstraat is een rustige straat met eenrichtingsverkeer. Aan de westkant van het gebouw is de ingang voor de kleutergroepen , gelegen aan de Leeghwaterlaan. De Leeghwaterlaan is alleen toegankelijk voor voetgangers. De Adelaar is een openbare school ,dat wil zeggen dat kinderen van elke godsdienst of levensbeschouwing welkom zijn. De Adelaar valt met 14 andere openbare basisscholen in de gemeenten Opmeer, Koggenland en Medemblik onder het bestuur van Stichting Allure. De Adelaar wil graag een school zijn waar iedereen zich welkom voelt. De school kenmerkt zich door een kleinschalig, warm, vertrouwd en open karakter. De leerlingen op onze school kennen elkaar, zorgen voor elkaar en voelen zich verantwoordelijk voor elkaar. De school biedt een veilige en sociale omgeving voor ieder kind. De school is gelegen aan de Burgemeester Heijmansstraat 2,1718 AN Hoogwoud. telefoon: 0226-352325 e-mail: [email protected] website: www.obsdeadelaar.nl 1.2 De schoolorganisatie Team Het team van onze school bestaat uit twaalf personeelsleden: de directie, groepsleerkrachten, leerkracht intern begeleider en onderwijsondersteunend personeel. In de jaarkalender vindt u de namen van de personeelsleden. 1.3 De groepsindeling De kinderen worden ingedeeld in jaargroepen. Voor de jongste kleuters is dit groep 1 en voor de oudste leerlingen groep 8. Op De Adelaar wordt zowel in enkele groepen als in combinatiegroepen gewerkt.

5


2. Doelen en visie op het onderwijs 2.1 Doelstelling van De Adelaar Wij willen dat onze leerlingen veel leren en dat met veel plezier doen. Ook willen wij de kerndoelen van het basisonderwijs halen. Niet alleen omdat het moet, maar vooral om de kinderen een goede basis te geven voor hun verdere leven. Daarom zorgen we voor een gedegen en verantwoord basisprogramma voor de kennisvakken zoals taal, rekenen, geschiedenis, aardrijkskunde en dergelijke. We streven daarbij naar kwaliteit, zowel in het werk van de leerkracht, als in het werk van de leerlingen. We willen kinderen stimuleren en uitdagen in hun totale ontwikkeling. Wij gaan er vanuit dat ieder kind zijn kwaliteiten en talenten heeft. Het ene kind is goed in taal, het andere in rekenen of bijvoorbeeld in sport. Op de Adelaar willen we kinderen stimuleren en uitdagen in hun ontwikkeling . Er is daarom ook aandacht voor de brede ontwikkeling van kinderen. Zo zijn er de expressieve vakken als muziek, tekenen en handvaardigheid, en is er een vakleerkracht voor gymnastiek. Naast de activiteiten op groepsniveau wordt er ieder schooljaar minimaal één schoolproject georganiseerd waarin altijd één of meer van deze aspecten centraal staan. Ook neemt de school regelmatig deel aan verschillende culturele projecten in de omgeving. Bijzonder aan onze school is bovendien het tweewekelijks theater. Iedere twee weken treden een aantal groepen op voor de andere kinderen van de school en belangstellende ouders. De leerlingen maken al vanaf groep 1 kennis met het podium en leren zichzelf presenteren. Een artiest schuilt in iedereen! Met dit brede aanbod streven wij ernaar dat ieder kind succes zal ervaren vanuit zijn eigen kwaliteiten en talenten.

2.2 De visie van De Adelaar Op een respectvolle manier met elkaar omgaan vinden wij belangrijk. Kinderen op onze school leren elkaar accepteren, elkaar helpen en samenwerken. We stimuleren initiatieven, eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Kinderen worden uitgedaagd om te leren van en met elkaar. Hierdoor leren kinderen rekening te houden met elkaar, leren ze dat er verschillen zijn en dat we door samenwerking van elkaar kunnen leren. De Adelaar wil een interactierijke leeromgeving bieden waar een actieve rol van leerlingen voorop staat. Dit betekent dat wij bij de inrichting van ons leerstofaanbod aandacht hebben voor de individuele onderwijsbehoefte en het leren leren. De leerlingen op onze school leren in samenwerking met anderen en worden gestimuleerd om “zelf” te denken. Leerlingen delen verantwoordelijkheid in hun eigen leerproces en kunnen zelfstandig werken.

3. Vak- en vormingsgebieden 3.1 Instrumentele vakken Taal/Lezen/Spelling Onderbouw (groep 1 en 2): De taalontwikkeling van de kinderen wordt in de kleutergroepen door middel van kring- en leergesprekken, het voorlezen van verhaaltjes, samen spelen in echte situaties en/of in diverse ontwikkelingshoeken, praatplaten en taalspelletjes gestimuleerd. We maken daarbij gebruik van de methode Schatkist. Deze methode is gericht op voorbereidende taal-lees activiteiten. Er wordt veel aandacht besteed aan het voorlezen en kennis maken met boeken. In de kring worden veel auditieve- en visuele oefeningen gedaan, waardoor spelenderwijs gewerkt wordt aan het voorbereidend lezen. De oudste kleuters worden gestimuleerd in hun interesse voor het lezen. Er wordt ingegaan op hun individuele belangstelling door gesproken taal spelenderwijs om te zetten in geschreven taal.

6


Midden en bovenbouw (groep 3 t/m 8): Aanvankelijk lezen: In groep 3 wordt elke dag veel tijd besteed aan het leren lezen. We werken met de tweede maanversie van de leesmethode Veilig Leren Lezen. Deze methode sluit goed aan op de methode Schatkist die in groep 1 en 2 wordt gebruikt. Om op individuele verschillen te kunnen inspelen, gebruiken wij verschillende instructie- en verwerkingsniveaus. Bij de start van groep 3 beschikken sommige kinderen al over een volledige letterkennis en kunnen eenvoudige (medeklinker-klinker-medeklinker) woorden correct en vlot lezen.Deze kinderen krijgen leerstof op hun niveau. Wij maken ook gebruik van het computerprogramma dat bij Veilig Leren Lezen hoort. Het digitaal schoolbord is voor deze methode een fantastisch hulpmiddel. De vorderingen van de leerlingen worden met behulp van methodegebonden toetsen door de leerkracht gevolgd en in kaart gebracht. Voortgezet lezen Halverwege het schooljaar is het leesonderwijs in groep 3 zodanig gevorderd, dat begonnen wordt met individueel lezen. Er wordt dagelijks 20 à 30 minuten gelezen in alle groepen. De kinderen lezen in een boek dat op het niveau is dat bij hen past. In de hogere groepen verlegt het aandachtspunt zich steeds meer van het technisch lezen naar het lezen op toon en het begrijpend lezen, waarbij het plezier hebben in lezen gestimuleerd en benadrukt wordt. Taal/begrijpend lezen In de leerjaren 4 t/m 8 wordt de taalontwikkeling verder uitgebouwd met gebruikmaking van de taalmethode Taal in beeld. De methode Taal in beeld is een complete taalmethode die is opgebouwd uit blokken. In ieder leerjaar wordt er ruim aandacht besteed aan 4 taaldomeinen: woordenschat, spreken/luisteren, stellen (schrijven van teksten, verhalen, gedichten) en taalbeschouwing. De methode biedt vele mogelijkheden om zelfstandig- samenwerkend te leren. Voor het begrijpend en studerend lezen maken we gebruikvan NieuwsbegripXL. Deze methode biedt iedere week een actuele begrijpend lezen tekst op verschillende niveaus. Iedere week staan de leesstrategieën centraal: ‘Met welk doel lees ik? Hoe pak ik de tekst aan? Wat weet ik al van het onderwerp? Wat zijn hoofd- en bijzaken? Wat voor soort tekst is dit? Waarom is het geschreven?’ Vanaf groep 4 neemt het begrijpend lezen een steeds belangrijkere plaats in en in de hogere groepen komt de nadruk steeds meer op het begrijpend- en studerend lezen te liggen. De leerlingen lezen verhalen, gedichten, weet-, doe- en vind- teksten. Vanaf groep 5 wordt er gebruik gemaakt van leeswijzers. Woordenschat Al vanaf groep 1 wordt er systematisch gewerkt aan het verbreden en verdiepen van de woordenschat. Binnen de verschillende thema’s staat er iedere week een aantal woorden centraal. Deze woordclusters worden in de verschillende lessen uitgewerkt en verdiept. Woordenschat onderwijs vinden wij belangrijk, omdat leerlingen die een grote woordenschat hebben, hun gedachten beter kunnen verwoorden en de andere lessen beter kunnen volgen, met name de zaakvakken en begrijpend lezen. Spellen in midden en bovenbouw Voor het spellen wordt er in de groepen 4 t/m 8 gebruikgemaakt van de methode Spelling in beeld. Iedere week staat er een spellingscategorie centraal. Spelling in beeld richt zich zowel op het spellingproduct (het juist spellen van zo veel mogelijk woorden) als het spellingsproces (het kunnen bepalen van de juiste denkwijze om te komen tot de juiste spelling van het woord). Daarom krijgen spellingstrategieën veel nadruk. 7


De leerlingen leren vier strategieën om zelfstandig spellingsproblemen op te lossen, ook bij (nog) niet bekende woorden: - de klankstrategie: wat je hoort is wat je schrijft. - de regelstrategie: schrijfwijze op basis van de spellingregels bijv. gebruik trema.(bijv. patiënt, reünie) - de onthoudstrategie: het inprenten van niet-klankzuivere vaste woordbeelden (bijv. weigeren, reclame, visite - Opzoekstrategie en analogieaanpak:opzoeken van woorden en leren woorden te schrijven naar analogie van een voorbeeldwoord. In groep 6 wordt gestart met de problematiek van de werkwoordspelling. De uiteindelijke beheersing van de problematiek van de werkwoordspelling wordt uitgebreid en afgerond in groep 8. Ontleden en woord benoemen in de bovenbouw In groep 6 wordt gestart met knippen van de zinnen en zinsontleding. In groep 7 en 8 is er een verdere verdieping en krijgen termen als persoonsvorm, gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bepaling de aandacht. Het benoemen van woorden komt in groep 7 en 8 aan de orde. Behandeld en geoefend worden de termen: lidwoord, werkwoord, zelfstandig naamwoord, persoonlijk voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord, bijvoeglijk naamwoord, bijwoord enzovoort. Informatieverwerking/studievaardigheden Vanaf groep 5 wordt er tijdens de lessen begrijpend lezen veel aandacht voor het aanleren van denkstrategieen. Door gebruik te maken van “hardop”denken bij de instructie worden denkstappen inzichtelijk gemaakt voor leerlingen. Vanaf groep 7 hebben de kinderen wekelijks les in het vak studievaardigheden. Bij deze lessen maken we gebruik van Blits. De vaardigheden die ze bij dit vak leren is een voorbereiding op het voortgezet onderwijs, waar kinderen zelfstandig hun informatie moeten kunnen vinden en verwerken. Het leren van leerstrategieën door middel van het werken aan de studievaardigheden zien wij als een stevige basis voor het schoolsucces. Op deze manier geven wij mede invulling aan het leren leren. Schrijven Vanaf groep 1 t/m 8 werken wij met de schrijfmethode “Schrift”. Vanaf groep 3 houden we een schrijfportfolio bij. 2 (of 3x) per jaar schrijven de kinderen een korte tekst op hun allermooist. De tekst wordt mooi versierd en in een mooie map (een speciaal portfolio) gestopt. Onderbouw: Met het voorbereidend schrijven wordt al begonnen in de kleutergroep. Het stimuleren en ontwikkelen van de fijne motoriek zie je terug bij verschillende activiteiten. Bij de expressievakken, zoals; boetseren, schilderen, tekenen, knippen en plakken wordt de fijne motoriek geoefend. Aanvankelijk is dit vrij en wordt met grove materialen gewerkt. In de loop van de kleuterperiode worden steeds vaker opdrachten gegeven met fijnere materialen. In groep 1 beginnen leerlingen met voorbereidende schrijfoefeningen volgens de methode “Schrift”. In groep 3 is er veel aandacht voor de fijne schrijfmotoriek en worden er na de kerstvakantie een begin gemaakt het schrijven van letters in een lopend schrift. Midden-en bovenbouw: Het aantal lessen dat per week aan het schrijven wordt besteed neemt af naarmate de leerlingen in een hogere groep komen. In groep 3 zijn dit nog 4 a 5 lessen per week. In groep 4 worden dit 3 lessen per week. Na het aanleren van een goed basishandschrift wordt er vanaf groep 5 gewerkt aan handschriftontwikkeling en -onderhoud. In groep 5 zijn dit dan nog 2 schrijflessen per week en vanaf groep 8


6 wordt er nog 1 les gegeven. Er wordt naar toegewerkt dat de kinderen in groep 8 een redelijke mate van ontwikkeling van het eigen handschrift hebben bereikt. Rekenen en Wiskunde Onderbouw: In groep 1-2 wordt kennis gemaakt met het rekenen door het leren tellen en het ontwikkelen van begrippen als: groot, klein, voor, achter, meer, minder enzovoort. We willen de kinderen op een natuurlijke manier in contact brengen met rekenen en wiskunde en alle vaardigheden die daarvoor nodig zijn. We gebruiken hierbij de methode “Schatkist”. De activiteiten worden zoveel mogelijk aangeboden binnen de projecten die in de groepen 1 en 2 aan de orde komen. Hierbij zijn de vaardigheden en interesses van het kind uitgangspunt en wordt het kind gestimuleerd tot het uitvoeren van activiteiten in de zone van de naaste ontwikkeling. Midden- en bovenbouw: Voor het rekenonderwijs wordt de methode “Alles Telt” gebruikt in de groepen 3 t/m 8. De methode heeft vaste lesopbouw per week.Iedere week zijn er 5 rekenlessen: twee interactieve lessen en drie zelfstandige werklessen. De methode biedt mogelijkheden om te differentieren op drie niveaus. De methode is opgebouwd met een continuïteit van herhaling en onderhoud van geleerde leerstof. De methode biedt rekenopgaven aan in realistische contexten. 3.2 Zaakvakken (Aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek) Onderbouw: Met de kinderen in groep 1-2 worden onderwerpen behandeld die jonge kinderen aanspreken en aansluiten bij hun belevingswereld. In de onderbouw wordt gewerkt met thema’s. Vanuit de thema’s wordt gewerkt aan oriëntatie in ruimte, tijd en natuur en techniek. De thema’s worden ondersteund met materiaal uit de methode “Schatkist”. Natuur en techniek De groepen 5 t/m 8 werken met de methode ”Natuniek”. In deze methode worden de vakgebieden natuur en techniek aangeboden. Ook worden de schooltelevisieseries als “Huisje Boompje Beestje” en “Nieuws uit de Natuur” wekelijks bekeken. In groep 3 wordt wereldorientatie aangeboden a.h.v. de methode veilig leren lezen. Aardrijkskunde In de groepen 5 t/m 8 gebruiken wij voor aardrijkskunde de methode “De blauwe Planeet”. Deze methode gaat uit van onderzoeksvragen. Vragen die leerlingen prikkelen om hun blik op de wereld te verruimen. Er is daarnaast veel aandacht voor kaartvaardigheid en topografie. Vanaf groep 5 krijgen kinderen topografie mee om thuis te leren. Op school is er aandacht voor de wijze waarop je dit moet aanpakken. Geschiedenis Voor geschiedenis gebruiken wij de methode “Speurtocht”. De leerlingen doorlopen vanuit hun eigen geschiedenis drie keer op eigen niveau de tien tijdvakken. Hierdoor kunnen leerlingen historische gebeurtenissen in de juiste tijd plaatsen en krijgen ze meer historisch besef. De lesstof wordt gekoppeld aan de omgeving van de leerling.

9


Engels Vanaf groep 6 krijgen de kinderen engelse les. Hiervoor wordt de digitale methode “Groove me” gebruikt. Deze methode neemt actuele hits als uitgangspunt om de taal aan te bieden. De werkwijze sluit goed aan bij de kinderen. Enthousiast en spelenderwijs maken zij de basisbegrippen van het Engels eigen. 3.3 ICT ICT staat voor Informatie en Communicatie Technologie. Zowel in de lokalen als in de mediatheek staan computers die dagelijks gebruikt worden. Het omgaan met de computer en het aanleren van vaardigheden vinden wij belangrijk. Het gebruik van de computer als ondersteuninend middel bij het leren als de computer als informatiemiddel krijgt aandacht. Het vinden en onderzoeken van gegevens op het internet wordt gebruikt bij bijvoorbeeld het maken van werkstukken. Daarnaast wordt er gewerkt met educatieve software. Dit is vooral met oefenen ondersteuningsprogramma's voor rekenen, lezen en spelling. In de groepen 1 t/m 8 wordt gewerkt met een digitaal schoolbord. De kinderen in de groepen 5 t/m 8 maken hier gebruik van bij bijvoorbeeld hun spreekbeurt of presentaties. Op dit moment leren de bovenbouwleerlingen gebruik te maken van Powerpoint en Prezi. Naast het omgaan met alle ict-mogelijkheden van deze tijd, is er ook aandacht voor computergedrag bijvoorbeeld digitaal pesten, chatten, e-mailen, msn-en, gamen, sociale media, downloaden etcetera. In de bovenbouwgroepen behalen de leerlingen hun digitaal rijbewijs.

10


3.4 Expressievakken Voor de expressievakken maken we gebruik van verschillende bronnen. De beeldende vakken staan iedere week op het lesprogramma. Tijdens deze lessen worden handvaardigheid en tekenen afgewisseld. Tijdens het tweewekelijks theater is er veel aandacht voor het presenteren. Leerlingen presenteren gemaakt expressiewerk, dragen iets voor, dansen, spelen toneel etcetera. Voor het muziekonderwijs maken we gebruik van de methode “Moet je doen”. 3.5 Bewegingsonderwijs De kleuters krijgen elke dag een uur bewegingsonderwijs. De bewegingsmomenten worden zowel buiten als in het speellokaal gegeven. Wij maken gebruik van het speellokaal in de St. Wulfram. In het speellokaal worden afwisselend lessen met gymmateriaal of spellessen gegeven volgens de methode “Bewegingsonderwijs in het speellokaal”. De groepen 3 t/m 8 krijgen iedere maandag en donderdag bewegingsonderwijs van een vakleerkracht. We streven er naar zo optimaal mogelijk te bewegen. De lessen bewegingsonderwijs op donderdag worden gegeven met de methode gympedia. Op maandag is er altijd een spelles. 3.6 Zelfstandig werken Werken in (combinatie)groepen Op De Adelaar wordt zowel met enkele,- als met combinatiegroepen gewerkt. Als het leerlingenaantal dit toelaat, werken wij met enkele groepen en als dit gezien het aantal leerlingen niet mogelijk is, dan werken wij met combinatiegroepen. Dit zijn altijd combinaties van twee groepen. Zowel in een enkele-, als in een combinatiegroep leren kinderen rekening te houden met elkaar en wordt hen geleerd zelfstandig te werken. Ook aan het samenwerken besteden wij veel aandacht. Wij leren de kinderen dat er verschillen zijn en dat ze door samen te werken van elkaar kunnen leren. Conflicten proberen we in (groeps)gesprekken bespreekbaar te maken en op te lossen. Het werken in een combinatiegroep vraagt van de kinderen een flinke mate van zelfstandigheid. Wij beschouwen de ontwikkeling tot zelfstandigheid als een positief element en stimuleren die ontwikkeling. Zelfstandigheid loopt als een rode draad door alle groepen heen. Van jongs af aan leren onze leerlingen zelfstandig om te gaan met speel- en leermaterialen: ze weten het materiaal te vinden, werken er mee en controleren hun eigen werk. In groep 2 leren de kinderen stapsgewijs te werken met zelfstandige opdrachtjes die steeds verder uitgebouwd worden. In de hogere groepen leren ze bij bepaalde vakken een planning te maken om te komen tot een goed eindresultaat. Ze leren steeds meer verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen werk; niet alleen voor de uitvoering, maar ook voor de controle van het werk. 3.7 Sociaal emotionele ontwikkeling Dagelijks wordt in allerlei vormen en situaties aandacht aan de sociale ontwikkeling besteed. Het delen van materialen en samen maken van opdrachten is hiervan een onderdeel. In de dagelijkse omgang wordt er in de klas en tijdens het buitenspel veel aandacht besteed aan het samen werken en samen spelen, waarbij uitgangspunt is dat elk kind gerespecteerd wordt zoals hij/zij is. In de groepen 1 en 2 wordt deze ontwikkeling gestimuleerd door het samenspel in de verschillende hoeken en samenwerkingsopdrachten. In de hogere groepen zijn er tijdens de lessen veel momenten waarbij kinderen samenwerken en elkaar hulp bieden. We volgen voor alle leerlingen de sociaal-emotionele ontwikkeling stapsgewijs en leggen die in signaleringslijsten vast. Hiervoor maken we gebruik van Zien. Iedere week wordt er gewerkt met de methode “Goed gedaan”. Centraal in deze lessen staat het respectvol met elkaar omgaan. Door het aanreiken van voorbeeldsituaties is er aandacht voor gevoelens en gedrag. 11


3.8 Kiva Dit schooljaar starten wij met de implementatie van Kiva. Kiva is een Fins woord dat betekent leuk of fijn. Kiva staat voor een leuke school, waar ieder kind zich fijn voelt. KiVa gelooft in de kracht van de groep. Pesten is een groepsproces. Pesten los je daarom op in de groep. KiVa geeft leerkrachten kennis en vaardigheden om positieve groepsvorming te stimuleren. De sleutel voor het aanpakken van pesten ligt vaak bij omstanders die er niet direct bij betrokken zijn. KiVa gaat daarbij vooral uit van het voorkomen van pesten (preventie). De hele school werkt gedurende vier weken aan een thema. Iedere week worden er lessen gegeven gericht op een fijn groepsklimaat.

3.9 Actief burgerschap Sinds 2006 zijn scholen wettelijk verplicht een bijdrage te leveren aan actief burgerschap en sociale integratie. Burgerschapsvorming is niet opgezet als vak, maar als algemene taak voor de school. Bij burgerschapsvorming zijn vooral houdingen en vaardigheden van belang. Op school moeten de kinderen kunnen oefenen met sociale omgangsvormen, democratische principes, verschillen in opvattingen, het oplossen van conflicten en bijdragen aan algemene belangen. Wij willen graag dat onze leerlingen betrokken burgers worden die een bijdrage kunnen en willen leveren aan een betere wereld. Bepaalde onderdelen van burgerschapsvorming komen in een vak of leergebied aan de orde. Bijvoorbeeld kennismaken met diverse religies in de lessen wereldoriëntatie, discussiëren en beargumenteren bij taal en het ontstaan van de democratie bij geschiedenis. Ook hebben wij jaarlijks een project of thema waarbij in meer of mindere mate sprake is van het je open stellen voor anderen, leren van elkaar en betrokkenheid bij anderen een belangrijke rol speelt. Ook proberen wij in deze projecten kinderen zelf initiatieven te laten nemen en te kijken naar hoe zij concrete ervaringen op kunnen doen in iets betekenen voor een ander. Naast de taak die wij als school hebben om planmatig te werken aan actief burgerschap, zien wij het als noodzakelijk dat ook de ouders hierbij worden betrokken. Wij vinden dat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid is om de leerlingen op te voeden tot burgers die actief meedoen aan de samenleving, een deel van de samenleving willen zijn en er een positieve bijdrage aan te leveren. 3.9 Culturele vorming en projecten De Blauwe schuit biedt ieder jaar een breed aanbod van verschillende kunstzinnige activiteiten. Hierbij moet u denken aan bijvoorbeeld theater, workshops etcetera. De school kiest, voor iedere groep per schooljaar, een activiteit, zodat kinderen in aanraking komen met verschillende kunstvormen. Bij ons onderwijs proberen we de omgeving zoveel mogelijk te betrekken. Met omgeving bedoelen wij bijvoorbeeld historische monumenten, natuur, personen etcetera in en rondom Hoogwoud. Het uitstapje en/of gastspreker staat altijd in het teken van het thema op dat moment. Voorbeeld hiervan is een bezoek aan de garage als onderdeel van het onderbouwthema: de garage. Naast de wekelijks terugkerende beeldende en expressieve vakken (tekenen, handvaardigheid, sport, muziek etcetera) en klassengebonden thema’s wordt er ieder schooljaar een schoolproject georganiseerd waarin altijd één of meer van deze vakken centraal staan.

12


4. Zorgbreedte en de resultaten van het onderwijs Zoals we al eerder hebben beschreven, streven we naar een optimaal onderwijsaanbod voor ieder kind. In de praktijk wil dit zeggen dat ieder kind onderwijs krijgt passend bij zijn/haar ontwikkeling. In de groepen zijn er leerlijnen voor de gemiddelde leerling, de goede leerling en de leerling met speciale onderwijsbehoeften. 4.1 Kinderen worden gevolgd in hun ontwikkeling Onze school heeft een goed systeem van kwaliteitszorg opgezet. Het vroegtijdig signaleren van problemen is van belang om snel en adequaat hulp te kunnen bieden. Om dit te bereiken maken we gebruik van observaties, methodegebonden toetsen en het Cito-leerlingvolgsysteem. Dit is een toetsinstrument dat de schoolvorderingen van de kinderen volgens de landelijk geldende normering toetst. Hieruit worden conclusies getrokken of de leerstof al dan niet (tijdelijk) moet worden aangepast. De gegevens worden verzameld in het leerling-dossier. Zo is er vanaf de toelating van uw kind tot aan het verlaten van de school een overzicht van de vorderingen en bijzondere aandachtspunten. Wanneer de ontwikkeling anders verloopt dan verwacht, wordt de leerstof en de begeleiding indien nodig aangepast. Voorafgaand aan afstemming van het onderwijsaanbod worden een aantal stappen genomen (zie C.). De zorg op De Adelaar is als volgt georganiseerd: A. Vertragen en versnellen In principe doorloopt een kind de basisschool in acht opeenvolgende jaren. Soms komt het voor dat besloten wordt het kind een jaar over te laten doen. Uiteraard hebben er dan al een aantal zorggesprekken plaatsgevonden en zijn de ouders betrokken bij het proces rond het doubleren. Redenen voor het laten doubleren van een kind kunnen zijn dat de extra hulp onvoldoende resultaat heeft opgeleverd of omdat de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind achterblijft. Een kind dat een jaar overdoet ,wordt extra ondersteund middels een handelingsplan. Zo wordt het kind mogelijkheden geboden zich optimaal te ontwikkelen en eventuele achterstanden weg te werken. De uiteindelijke beslissing tot doubleren is een schoolverantwoordelijkheid. Dit betekent dat de school een bindend besluit hierover neemt. Soms kan het voorkomen dat een kind wel naar de volgende groep gaat, maar voor een bepaald vak met een aangepast programma gaat werken. Mogelijk haalt het kind op dat vakgebied niet het beoogde eindniveau van de basisschool. Vanzelfsprekend zal de school inzetten op een zo hoog mogelijk resultaat, in goed overleg met de ouders. In uitzonderlijke gevallen kan een kind een groep overslaan. Via het protocol “Verbreden, verdiepen en versnellen” dat op school aanwezig is, kunt u nader worden geïnformeerd. B. Groepsplannen In de leerjaren 2 t/m 8 wordt door de klassenleerkracht voor de hele groep, voor taal, lezen, spelling en rekenen een groepsplan opgesteld. Dit plan wordt gemaakt op basis van een pedagogisch didactisch overzicht. Op deze wijze wordt de onderwijsbehoefte van iedere leerling in kaart gebracht. In een groepsplan wordt aangegeven welke maatregelen nodig zijn om de leerlingen goed te helpen, wanneer, met welke materialen en door wie wat gedaan moet worden. De Intern Begeleider (IB’er) adviseert hierbij de individuele teamleden. Tijdens de rapportbesprekingen en indien nodig tussendoor worden ouders van de vorderingen van de leerling op de hoogte gebracht.

13


C. De zorgleerling Indien blijkt dat een leerling extra zorg nodig heeft -zowel bij kinderen die bovengemiddeld presteren als kinderen die extra hulp nodig hebben- gebeurt dit altijd in overleg met de ouders / verzorgers van de leerling. De volgende stappen kunnen worden onderscheiden: 1. Extra zorg in de groep. Indien uit observatie en/of het leerlingvolgsysteem blijkt dat een leerling een mogelijke achterstand dreigt te ontwikkelen dan biedt de leerkracht extra, kortdurende zorg. Deze zorg vindt plaats na overleg / afstemming met ib-er en/of het ondersteuningsteam (zie hieronder), waarbij de leerkracht het plan van aanpak opstelt. 2. Speciale zorg na intern onderzoek. Na evaluatie van de extra begeleiding door de leerkracht in de klas kan blijken dat meer of andere hulp nodig is. In overleg met de IB’er wordt een onderzoek of observatie uitgevoerd, waarna een handelingsplan wordt opgesteld. Uitgangspunt is dat een leerling binnen een gestelde tijd weer de leerlijn van de groep kan volgen. 3. Speciale zorg na extern onderzoek (SWV). Indien met het handelingsplan onvoldoende resultaat wordt bereikt of indien al eerder blijkt dat er vragen zijn die niet door de school kunnen worden beantwoord, dan zal vanuit het samenwerkingsverband een onderzoek of observatie plaatsvinden. In samenwerking met de specialist en de IB’er zal een specifiek handelingsplan worden opgesteld voor langdurige specifieke zorg. De leerling is dan altijd besproken in het ondersteuningsteam. 4. De leerling speciaal onderwijs. Indien de basisschool de leerling niet (verder) kan begeleiden, vindt aanmelding plaats bij de trajectbegeleider. Na toetsing kan de leerling een beschikking krijgen om toe te worden gelaten tot het Speciaal (Basis) Onderwijs. D. Het Ondersteuningsteam De Adelaar beschikt over ondersteuningsteam. Het ondersteuningsteam komt 6x per jaar bij elkaar en bestaat uit directeur, ib-er, ortho-pedagoog en schoolmaatschappelijk werk.. In het ondersteuningsteams wordt de ontwikkeling van de zorgleerlingen besproken. De leerkracht en de ouders van de desbetreffende leerling zijn hierbij aanwezig.. Tijdens deze besprekingen wordt de aanpak en het resultaat hiervan besproken. Er wordt gekeken welke vervolgstappen er eventueel genomen moeten worden. Zo kan er in het ondersteuningsteam besloten worden dat nader onderzoek naar intelligentie of gedrag noodzakelijk is. Ook kan het ondersteuningsteam besluiten om de trajectbegeleider in te schakelen. Als een leerling wordt besproken in het ondersteuningsteam, dan worden de ouders hier vooraf over geïnformeerd en uitgenodigd. Passend onderwijs en SWV De Westfriese Knoop Passend onderwijs Op 1 augustus 2014 is de wet passend onderwijs ingegaan. Het doel van deze wetswijziging is om ieder kind onderwijs te bieden dat hem of haar zo goed mogelijk helpt ontwikkelen en zo thuisnabij mogelijk is. Om dit mogelijk te maken zijn scholen intensiever met elkaar gaan samenwerken. Onder passend onderwijs wordt verstaan dat elk kind het onderwijs krijgt, dat bij hem of haar past. Dat hoeft echter niet binnen het

14


reguliere onderwijs te zijn. Soms kan een plaats op het SBO of SO geschikter zijn om passend onderwijs te krijgen. Alle scholen voor primair onderwijs in de regio West Friesland, inclusief de scholen voor speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs, zijn verenigd in samenwerkingsverband De Westfriese Knoop. Dit samenwerkingsverband ondersteunt de scholen bij het organiseren en aanbieden van passend en thuisnabij onderwijs. Zorgplicht Vanaf de wetswijziging in augustus 2014 hebben alle scholen zorgplicht. Zorgplicht betekent dat de school waar een kind wordt aangemeld de best passende onderwijsplek voor dit kind moet vinden, als zij die zelf niet kan bieden. Dit gaat in overleg met de ouders. De school houdt rekening met de onderwijsbehoeftes en mogelijkheden van het kind, maar ook met de bredere situatie rondom het kind en het gezin. Zo hoeven ouders van kinderen met een ondersteuningsbehoefte deze moeilijke beslissing niet alleen te maken. U vindt de aanmeldingsprocedure en het stroomschema op de website van De Westfriese Knoop. Knooppunten Om zo veel mogelijk leerlingen thuisnabij onderwijs te kunnen bieden, werken de scholen die bij elkaar in de omgeving staan met elkaar samen in een zogeheten knooppunt. De scholen delen expertise met elkaar en zetten waar mogelijk gezamenlijke professionalisering op. Zij kunnen voor leerlingen met dezelfde ondersteuningsvraag samen de ondersteuning organiseren. Het kan ook voorkomen dat een ondersteuningsvraag de mogelijkheden van de huidige school overtreft, maar dat de ondersteuning wel gegeven kan worden op een andere school in de buurt. De ouders als partner De ouders van een leerling zijn gelijkwaardige partners bij het maken van keuzes in het onderwijsaanbod en de ondersteuning. Zij worden dan ook bij elke stap in het proces betrokken. Dit geldt niet alleen voor de schoolkeuze, maar ook voor de inhoud van de ondersteuning. De ouders zijn immers ervaringsdeskundige. Zij zijn daarom vaste partner in het ondersteuningsteam. Door al vroeg met de ouders samen te werken, ontstaat een compleet beeld van de mogelijkheden en behoeftes van de leerling. In het belang van hun kind zijn de ouders verplicht om alle relevante informatie te delen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om informatie van medisch- of gedragsspecialisten. Trajectbegeleiders In het samenwerkingsverband is een ondersteuningsstructuur afgesproken. De stappen van de ondersteuningsstructuur kunt u lezen in het ondersteuningsplan. Dit is te vinden op de website van de Westfriese Knoop. Wanneer de school te maken krijgt met een ondersteuningsvraag van een leerling die meer vraagt dan de basisondersteuning, zal de school een trajectbegeleider inschakelen. De trajectbegeleiders zijn in dienst van het samenwerkingsverband. Zij ondersteunen school en ouders bij het onderzoeken van de mogelijkheden voor passende ondersteuning. De trajectbegeleider coördineert ook een eventuele plaatsing naar het speciaal (basis)onderwijs. Vragen en informatie Heeft u vragen of wilt u meer informatie over passend onderwijs voor uw kind? Op de website van samenwerkingsverband De Westfriese Knoop vindt u informatie, links en het volledige ondersteuningsplan: www.dewestfrieseknoop.nl. Daarnaast heeft het samenwerkingsverband van maandag tot woensdag is dit informatiepunt telefonisch te bereiken. U kunt hier terecht met al uw passend onderwijsvragen.

15


Nieuwsbrief De Westfriese Knoop Het samenwerkingsverband brengt twee keer per schooljaar - of vaker indien wenselijk – digitaal een nieuwsbrief voor ouders uit. In deze nieuwsbrief wordt informatie gegeven over allerlei onderwerpen en activiteiten op het gebied van passend onderwijs. U kunt zich aanmelden voor deze nieuwsbrief via onze website www.dewestfrieseknoop.nl. Scroll naar beneden op de homepage en kies voor “oudernieuwsbrief De Westfriese Knoop”. 4.2 Verdiepen en verbreden Kinderen die de aangeboden lesstof makkelijk verwerken en behoefte hebben aan verdieping krijgen de gelegenheid om in de eigen groep te werken met verrijkingsmaterialen. Deze materialen hebben als doel de gegeven leerstof te verdiepen en de leerling op niveau uit te dagen. Wanneer de aanpak niet voldoende uitdaging biedt, kan de leerling in overleg met de ib-er en groepsleerkracht en ouders worden aangemeld voor de plusgroep. De plusgroep komt iedere week bij elkaar onder begeleiding van een groepsleerkracht. Deze leerkracht biedt thematische opdrachten die leerlingen uitdagen op verschillende intelligenties. Hiervoor gebruiken we o.a. Kwink, journalen. Voor verdere informatie verwijzen wij naar het protocol Verdiepen, verbreden, versnellen. Deze is op school aanwezig. . 4.3 De resultaten van het onderwijs Naast de methodegebondentoetsen en observatie van de leerkracht worden twee maal per jaar de schoolvorderingen op het gebied van taal, lezen en rekenen in kaart gebracht met behulp van Cito-toetsen. Dit zijn toetsen die veel scholen in Nederland afnemen. Hierdoor kunnen de resultaten heel goed vergeleken worden met de resultaten in de rest van het land. Vanaf 2016 is de centrale eindtoets verplicht gesteld. Alle scholen binnen stichting Allure hebben afgesproken om te werken met ……….

16


4.4 Advies Voortgezet Onderwijs

Alle leerlingen worden 8 jaar gevolgd m.b.v het Cito-leerlingenvolgsysteem. De resultaten van deze toetsen, de observaties in de klas en de werkhouding geeft de school een beeld van welke vorm voortgezet onderwijs waarschijnlijk het beste zal aansluiten bij het kind. Tijdens het eerste tienminutengesprek in

groep 8 geeft de groepsleerkracht een voorlopig advies. Het voorlopig advies komt tot stand in overleg met de intern begeleider en directie. Bij sommige kinderen zal er gevraagd worden om uw toestemming voor de afname van de NIO (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau). De afname van de NIO vormt geen onderdeel van de standard adviesprocedure, maar wordt afgenomen wanneer men extra informatie nodig heeft om tot een gedegen voorlopig advies te komen. De leerling heeft op basis van het voorlopig advies de tijd om diverse scholen te bezichtigen. Na de uitslag van de Cito-middentoets vindt in februari/maart een slotgesprek plaats waar de school de ouders definitief adviseert welke richting het kind het beste op kan gaan.

In april wordt er bij alle leerlingen een centrale eindtoets afgenomen. De uitslag van de eindtoets is niet van invloed op het schoolkeuze advies. Het kan zo zijn dat de leerling de uitslag van de eindtoets hoger is dan het gegeven advies. Het basisschooladvies kan dan in heroverweging worden genomen en evt. bijgesteld. 4.5 Uitstroom Naar welke vorm van voortgezet onderwijs gaan de kinderen van groep 8? Om u een indruk te geven is hier een overzicht van de uitstroom van onze school in het schooljaar 20112012, 2012-2013, 2013-2014 en 2014-2015 Uitstroom naar:

2011-2012 12 ll.

2012-2013 16 ll.

2013-2014 22 ll.

2014-2015 18 lln.

33,3 % 16,7 % 16,7% 16,7 %

43,8% 31,3

31,8 % 36,4 %

11,1% 44,5%

18,8% 6,3 % 0%

13,6% 4,5 % 13,6 %

16,7%

PRO/VSO VMBO BB/KB VMBO-TL VMBO TL/HAVO HAVO HAVO/VWO VWO

16,7%

27,8%

Uit de gesprekken met het voortgezet onderwijs, blijkt dat onze verwijzingen naar verwachting zijn. De kinderen komen over het algemeen op het niveau terecht waar ze het naar hun zin hebben en goed presteren. Citotoets midden groep 8 Schooljaar

Begrijpend lezen Score Adelaar Inspectienorm

Rekenen & wiskunde Score Adelaar Inspectienorm

2014-2015 2013-2014 2012-2013 2011-2012

55,6 55,8 50,1 51,7

114,8 113,3 100,8 103

17

55 55 55 55


110 110 110 110

4.6 Werken met kwaliteitskaarten Kwaliteitszorg is: zorgen voor kwaliteit. Scholen die dat systematisch doen, stellen zichzelf permanent de volgende vragen: 1. Wat beloven wij? Welke kwaliteit kunnen alle betrokkenen verwachten? 2. Doen we wat we beloven? En hoe meten we dat? 3. Welke kwaliteit moeten we vasthouden (borgen)? 4. Welke aspecten willen we verbeteren? En: Hoe pakken we dat aan? Om de kwaliteit van de Allure scholen te bewaken, wordt er gewerkt met het kwaliteitssysteem: Werken Met Kwaliteitskaarten. WMK is een webbased kwaliteitssysteem ,waarmee de kwaliteit van de school in kaart wordt gebracht. Door te werken met dit systeem volgen we systematisch onze kwaliteit en krijgen we inzicht in de sterke en verbeterpunten van de school. Onderdeel van dit systeem zijn ook de ouder- en leerling enquêtes die op school worden afgenomen.

18


5. De rechten en plichten van ouders/verzorgers, leerlingen en bestuur 5.1. School en thuis Huiswerk: Vanaf groep 5 krijgen de kinderen af en toe huiswerk mee. Voor groep 5 en 6 betreft dit meestal topografie om te oefenen voor een toets. Het oefenen van een spreekbeurt, een boekbespreking en krantenartikel wordt thuis voorbereid. Het huiswerk in groep 7 en 8 is afwisselend en minimaal in hoeveelheid. Het huiswerk kan bestaan uit woordjes Engels, het maken van een werkstuk, maar ook het leren van topografie. Ook het oefenen van een spreekbeurt, boekbespreking, krantenartikel wordt thuis voorbereid. Tijdens de groepsinformatie-avond aan het begin van het schooljaar geeft de leerkracht u hier informatie over. 5.2. Toelating tot het basisonderwijs Dagelijks kunnen nieuwe ouders een afspraak maken om informatie te krijgen over de school en de sfeer te proeven op de school. Na een informatief gesprek en rondleiding kunnen ouders zich aanmelden op onze school. Voor de kinderen die vier jaar worden, is er de mogelijkheid een aantal keer te komen wennen voor de vierde verjaardag. In overleg met de onderbouw leerkracht mag uw kind vijf dagdelen komen wennen. Kinderen die in hogere leerjaren instromen, kunnen uiteraard ook eerst kennis komen maken. In de praktijk gebeurt dit bijna nooit, maar in sommige situaties is het noodzakelijk dat er een besluit genomen wordt over de toelating, weigering of verwijdering van leerlingen. Redenen op grond waarvan de school leerlingen kan weigeren zijn:  De school kan de nodige zorg voor de leerling niet bieden;  Bij plaatsing van de leerling worden de rust en orde ernstig verstoord. 5.3. In- en uitschrijving Als uw kind vier jaar wordt, mag het naar de basisschool. De gemeente Opmeer stuurt in januari naar de ouders/verzorgers van kinderen, die in het volgende schooljaar 4 jaar worden, informatie over de aanmelding op de basisschool. In februari wordt er op de Adelaar een informatie-avond gehouden voor nieuwe ouders. Op deze avond krijgt u een indruk van onze school. Bij de inschrijving vult u altijd een aanmeldformulier in. Deze gegevens worden opgenomen in onze administratie en doorgestuurd naar de afdeling leerplicht van de gemeente Opmeer. Na inschrijving ontvangen de ouder(s)/verzorger(s)een bewijs van inschrijving. Bij de uitschrijving worden de gegevens gemeld aan de ontvangende school en aan de afdeling leerplicht van de gemeente Opmeer. 5.4 Rapportage De ouders van de kleuters worden tweemaal per jaar uitgenodigd voor een voortgangsgesprek. Aan het einde van groep 2 ontvangen de kleuters een eindrapport waarna ook een voortgangsgesprek wordt gevoerd. De kinderen uit groep 3 t/m 8 krijgen twee keer per jaar een rapport mee naar huis. In de leerjaren 3 t/m 8 worden ouders na het rapport uitgenodigd worden voor een 10-minutengesprek. Vanaf groep 5 is de leerling bij dit gesprek aanwezig. In oktober/november is er een eerste oudergesprek met alle ouders. Tijdens dit gesprek staat het sociaal welbevinden van het kind centraal.

19


5.5 Contactmogelijkheden en informatievoorziening Parnassys Communicatie met ouders vinden wij belangrijk. Daarbij willen wij u graag snel en zo volledig mogelijk informeren over activiteiten en ontwikkelingen op en rondom onze school. Wij maken hiervoor gebruik van de digitale mogelijkheden van Parnassys. Bij aanmelding van uw kind ontvangt u een inlogcode voor een ouderaccount. Indien u deze activeert, zult u per e-mail post ontvangen van de school. U ontvangt eveneens inloggegevens voor het ouderportaal. Hier kunt u de vorderingen van uw kind volgen. Informatieavond Onze school organiseert, aan het begin van het schooljaar, voor alle ouders van iedere groep een informatie-avond. Op deze avond geeft de goepsleerkracht uitleg over de leerstof en de klassenorganisatie van het komende schooljaar. Tevens krijgt u inzage in de methodes en werkschriften van de kinderen. Rapportavonden Tijdens een 10-minutengesprek vertelt de groepsleerkracht hoe het met uw kind gaat. U kunt zelf ook vragen stellen over de vorderingen en het gedrag van uw kind. Vanaf groep 5 is de leerling bij dit gesprek aanwezig. De leerkracht kan ook vragen hoe het kind thuis functioneert. Gesprek na schooltijd Veel ouders brengen of halen hun kind(eren). Dit is vaak het moment om even wat aan de leerkracht te vragen of een afspraak te maken voor een gesprek. Het Adelaarsnieuws Iedere twee weken komt de Nieuwsbrief uit. Naast algemene schoolmededelingen worden bijzonderheden vermeld. De brief wordt via Parnassys verspreid naar uw email of u kunt hem vinden op de website. De website Op de website staan actuele zaken en wetenswaardigheden. Daarnaast worden hierop foto’s van activiteiten geplaatst. Ouders geven bij inschrijving van het kind aan of er bezwaar bestaat tegen het publiceren van foto’s. Presentaties van leerlingen Schoolprojecten worden meestal gezamenlijk afgesloten met een presentatie voor de ouders. De inhoud en vorm kan verschillend zijn per groep en project. Daarnaast geeft iedere groep één keer maand een presentatie voor de andere kinderen van de school. De invulling hiervan wordt bepaald door de leerkracht en de leerlingen.De ouders zijn hierbij van harte welkom .Groep 8 sluit de basisschoolperiode af met een musical. Open schoolavonden Twee keer per jaar organiseert de ouderraad een open schoolavond. Op deze avond kunnen ouders en andere belangstellenden een kijkje nemen in de groep van het kind. Op de tweede open schoolavond is er ook altijd een loterij met leuke prijzen. Huis-aan-huisbladen De Adelaar streeft er naar om regelmatig een artikel te plaatsen in de huis-aan-huisbladen. Het betreft dan artikelen over activiteiten van onze school.

20


5.6 Medezeggenschapsraad (MR) en gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) Zoals alle basisscholen heeft ook De Adelaar een Medezeggenschapsraad (MR). Over alle beleidszaken die de school aangaan, geeft de Medezeggenschapsraad advies en/of stemt in. Voor de MR is het belangrijk om goed geïnformeerd te zijn over zaken die op school spelen en de ouders en de kinderen aan het hart gaan. Als er zaken zijn waarvan u vindt dat de MR hiervan moet weten, aarzel niet om contact op te nemen (persoonlijk of per e-mail: [email protected]) Uiteraard kunt u ook altijd iemand van de oudergeleding aanspreken. De MR vergadert minimaal zes keer in een schooljaar. Deze vergaderingen zijn in principe openbaar en worden ongeveer één keer per acht weken gehouden. De medezeggenschapsraad van de school bestaat uit een evenredige vertegenwoordiging van leerkrachten en ouders. De MR bestaat bij ons uit drie ouders en drie leerkrachten. De bevoegdheden zijn vastgelegd in de wet. In de jaarkalender kunt u lezen wie er in de MR zitten. Na twee jaar moet een lid van de MR weer opnieuw gekozen worden. De leden kunnen zich voor een tweede termijn beschikbaar stellen. Voor algemene beleidszaken aangaande alle Allure scholen is een Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad in het leven geroepen. Hier wordt op dezelfde wijze advies gegeven en ingestemd. Een MR-lid van De Adelaar neemt hieraan deel en zorgt ervoor dat de MR goed wordt geïnformeerd en neemt bij stemming het standpunt van onze school mee. 5.7 Ouderparticipatie Iedere ouder kan meehelpen om de school te ondersteunen door praktische hulp te bieden of door mee te denken over allerlei schoolzaken. Op de Adelaar zijn veel ouders op de één of andere manier betrokken bij de school. Zo zijn er ouders die assisteren bij activiteiten in en buiten de klas, zoals bij het groepslezen, expressie, sport, schoolreisjes en luizencontrole. De ouderraad verzorgt het hele schooljaar verschillende activiteiten. Het is moeilijk om de organisatie en uitvoering alleen binnen de Ouderraad te houden. Ook bij deze activiteiten zijn enthousiaste ouders en/of verzorgers nodig. Om iedereen in de gelegenheid te stellen te helpen bij het organiseren en/of uitvoering van een Ouderraad-activiteit, en deze dan ook in te plannen in de agenda, werkt de ouderraad met een helpende handenlijst. Deze bestaat uit een opsomming van de activiteiten met een korte beschrijving daarvan. Hierop kan een keuze worden aangegeven. De Ouderraad De Ouderraad richt zich op de volgende taken: -Het organiseren van activiteiten in de school en open schoolavonden. -Het coördineren van ouderparticipatie. -Het bevorderen van contacten tussen ouders en school en tussen ouders onderling. De Ouderraadvergaderingen De Ouderraad vergadert ongeveer 8 keer per jaar (afhankelijk van de activiteiten in het schooljaar). Alle vergaderingen zijn openbaar en kunnen door iedere ouder worden bijgewoond. De data staan vermeld in de jaarkalender. Hoewel de vergaderingen openbaar zijn en iedereen van harte welkom is, wordt geadviseerd de komst vooraf te melden bij de voorzitter of secretaris, zodat rekening gehouden kan worden met de grootte van de vergaderruimte. De ouder die een vergadering bijwoont, komt als toehoorder of inbrenger van een punt en heeft derhalve geen stemrecht. Omdat alleen ouders van kinderen die op “De Adelaar” zitten in de Ouderraad zitting mogen hebben, is de samenstelling dynamisch. Ieder jaar verlaten er weer kinderen de school en daarmee verliest de Ouderraad mogelijk een lid. Daarom is de Ouderraad continu op zoek naar kandidaatleden. Iets voor u? Kom eens vrijblijvend een praatje maken met één van de Ouderraadsleden. 21


In de jaarkalender leest u wie er in de ouderraad zitten 5.8 Belangrijke instanties Onze school werkt samen met de volgende scholen en/of instanties: Samenwerkingsverband de Westfrieseknoop Onze school neemt deel aan het samenwerkingsverband van regionale basisscholen en scholen voor het speciaal basisonderwijs. OBD De Onderwijs Begeleidings Dienst (OBD) Noordwest ondersteunt en adviseert op diverse terreinen. GGD afdeling Jeugdgezondheidszorg De GGD medewerkers van de Jeugdgezondheidszorg letten op de gezondheid, groei en ontwikkeling van uw kind. Tijdens het opgroeien kunnen er stoornissen of achterstanden ontstaan, ook zonder dat kinderen ziek lijken. Het is belangrijk dat deze stoornissen of achterstanden zo vroeg mogelijk ontdekt worden om problemen op latere leeftijd te voorkomen. Ook voor opvoedingsvragen en zorgen om het gedrag van uw kind kunt u terecht bij de medewerkers van de Jeugdgezondheidszorg. Voor- en naschoolse opvang U kunt kiezen voor de buitenschoolse opvang van Berend Botje of voor Jimpyplay. De naschoolse opvang vindt plaats in georganiseerd verband waarbij de verantwoordelijkheid van de ouders tijdelijk wordt overgenomen. Voor meer informatie over beide opvang mogelijkheden verwijzen wij u naar de websites van deze kinderopvangorganisaties en/of is er op school een informatiefolder aanwezig. Kinderopvang Berend Botje : www.berendbotje.nl  0229-246831 Jimpy play: www.jimpyplay.nl/  0229-844335 of 0657572124 5.9 Schooltijden Groep 1 t/m 4: Maandag, dinsdag en donderdag Woensdag Vrijdagochtend

8.30 tot 14.30 uur 8.30 tot 12.15 uur 8.30 tot 12.00 uur

Leerjaren 5 t/m 8: Maandag- t/m vrijdag Woensdag

8.30 tot 14.30 uur 8.30 tot 12.15 uur

De school is om 8.00 open en toegankelijk voor de kinderen.Tussen 8.00 en 8.25 is er geen toezicht in de lokalen. Om 8.25 worden alle leerlingen op school verwacht. Alle leerlingen gaan naar de klas en ouders verlaten de school. Om 8.30 wordt er gestart met de lessen.

22


5.10 Ziekmeldingen Leerlingen die ziek zijn worden ziek gemeld door de ouder of verzorger. Dit gebeurt bij voorkeur telefonisch tussen 8.00 en 8.15. Wanneer een leerling langer dan drie dagen ziek is, wordt er altijd door de school contact opgenomen. Bij langdurige uitval worden er met de leerkracht afspraken gemaakt over op welke wijze de leerling de gemiste lesstof kan inhalen. Indien kinderen op school ziek worden, wordt er contact opgenomen met de ouders. Het zieke kind moet dan worden opgehaald. 5.11 Continurooster In groep 1-2 eten de leerlingen onder begeleiding van overblijfmoeders.De leerlingen uit groep 3 t/m 8 eten met hun eigen groepsleerkracht hun lunch op school. 5.12 Luizencontrole Een aantal ouders controleert preventief op vastgestelde data -na een vakantie- de kinderen op de aanwezigheid van hoofdluis. Indien dit bij één van de kinderen het geval is, worden de ouders door de klassenleerkracht hiervan op de hoogte gebracht en volgt na twee weken een hercontrole. Indien bij meerdere kinderen hoofdluis wordt geconstateerd, worden eveneens de ouders geïnformeerd en tevens maatregelen genomen om te voorkomen dat via de jassen op de gang hoofdluis wordt verspreid. 5.13 Klachtenregeling Ondanks de inzet om alles naar wens te laten verlopen op onze school kan het voorkomen dat u het gevoel heeft dat iets niet goed is gegaan, of dat de school in gebreke is gebleven. Als dit gebeurt dan betreuren wij dit zeer, maar waar gewerkt wordt kunnen fouten worden gemaakt. In voorkomende gevallen vragen wij u te overleggen met de leerkracht van uw kind of met de persoon in kwestie om problemen op te lossen of eventueel te herstellen. We hopen dat een goed gesprek voldoende is om het probleem op te lossen. Is dit niet het geval, dan kunt u zich wenden tot de directie van de school. Bent u van mening dat uw probleem niet goed afgehandeld is, dan kunt u terecht bij de algemene directie van Stichting Allure. Als dit niet lukt en wilt u hier een klacht over indienen, dan kunt u zich wenden tot de contactpersoon. Ook kan deze persoon u verder verwijzen hoe het één en ander in zijn werk gaat. De contactpersonen van onze school zijn: Elly de Jong en Annarens Schuddeboom - telefoonnummer op school: 0226-352325 Contactpersoon algemene directie Stichting Allure: Aline Visser - telefoonnummer: 0226-357230 [email protected] Landelijke klachtencommissie U kunt ook terecht bij de Landelijke klachtencommissie. In overleg met de vertrouwenspersoon kunt u besluiten met uw klacht hogerop te gaan. U kunt ook zelfstandig tot dit besluit komen, zonder de vertrouwenspersoon in te schakelen. Een klacht over iets dat zich meer dan een jaar voor het indienen van de klacht heeft voorgedaan, neemt de Landelijke klachtencommissie in beginsel niet in behandeling. Zij kan hierop een uitzondering maken. Zie hiervoor de informatie op de website www.onderwijsgeschillen.nl. Adresgegevens: Onderwijsgeschillen, Postbus 85191, 3508 AD Utrecht. Telefoon 030 2809590.

23


5.14 Protocol Sociale Veiligheid Allure De school moet leerlingen, ouders, verzorgers en onderwijspersoneel een plek bieden waar ze veilig zijn en waar ze zich (sociaal) veilig voelen. Veiligheid is meer dan de afwezigheid van geweld. Het is ook meer dan veilige speeltoestellen en een brandalarm (de fysieke veiligheid). In een veilig schoolklimaat worden veiligheidsrisico’s geminimaliseerd en incidenten zo veel mogelijk voorkomen. Op een sociaal veilige school voelen leerlingen zich thuis. Ze komen graag naar school en voelen zich serieus genomen door de leraren. Leerlingen op een sociaal veilige school pesten niet en dragen vanzelfsprekend geen wapens bij zich. Op ongewenst gedrag zal alert worden gereageerd. De school tolereert geen discriminatie en seksuele intimidatie. Dit vraagt een actieve bijdrage van iedereen die bij de school betrokken is. Het veiligheidsbeleid van een school is niet alleen bedoeld om leerlingen een veilige plek te bieden. Ook het onderwijspersoneel heeft vanzelfsprekend recht op een veilige omgeving. Geweld tegen medewerkers is ontoelaatbaar. Scholen, personeel, ouders, verzorgers en het bevoegd gezag moeten dat met elkaar duidelijk maken. De verantwoordelijkheid voor een veilig schoolklimaat ligt primair bij de school zelf. Zij moet zorgen voor een veilige (leer)omgeving voor personeel en leerlingen. Belangrijk is dat veiligheid een vaste plek krijgt in het schoolbeleid. (Wettelijke) Maatregelen zijn een sluitstuk op het veiligheidsbeleid dat de school voert. De onderwijsinspectie ziet toe op de naleving van de wettelijke regels. De binnen de Stichting Allure vastgestelde protocollen rond gedragsregels willen een bijdrage leveren aan een sociaal veilig en stimulerend werken studieklimaat binnen de school. Collegialiteit, respect, aandacht voor de ander en zorg voor de schoolomgeving behoren tot de normale omgangsvormen. Het doel van de vastgestelde protocollen is om deze uitgangspunten expliciet onder de aandacht te brengen van de school in al haar geledingen. Wij hebben echter niet de illusie dat met de vastgestelde gedragsregels alles is te voorkomen. Incidenten zullen er helaas altijd zijn. Daarbij dienen we voorbereid te zijn op eventuele crisissituaties, omdat we niet mogen denken ‘dat gebeurt op mijn school niet’. Landelijk blijkt namelijk dat in toenemende mate scholen te maken krijgen met agressie en geweld binnen de school en binnen de klas. Zo blijkt dat er niet slechts meer sprake is van incidenten, maar van een structurele problematiek. Deze komt onder andere tot uiting tussen leerkrachten en leerlingen, tussen leerkrachten en ouders (verzorgers), tussen leerlingen onderling en tussen het onderwijsondersteunend personeel en leerlingen. De Arbowet schrijft voor dat de werkgever naast het nemen van maatregelen tegen agressie en geweld voor een goede opvang van eventuele slachtoffers moet zorgen. Het gehele protocol is op school te verkrijgen

24


5.15 Meldcode Bij ons op school zijn Elly de Jong en Annarens Schuddeboom de aandachtsfunctionarissen. Zij kunnen de collega’s ondersteunen in de omgang met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Bij de aanpak daarvan gebruiken wij een meldcode met een stappenplan dat bij alle leerkrachten bekend is. Het stappenplan vindt u op www.protocolkindermishandeling.nl en ligt ook ter inzage op school. 5.16 Verwijsindex Als leerkrachten signalen ontvangen van kinderen over huiselijk geweld, kindermishandeling of andere misstanden waardoor het kind in zijn ontwikkeling wordt belemmerd, zullen wij dit melden bij hulpverlenende instanties. Deze melding vindt plaats via een digitaal systeem, de Verwijsindex. Hierin worden de naam en enkele persoonsgegevens van het kind geregistreerd. Als het betreffende kind al in het systeem voorkomt, worden gegevens uitgewisseld en de hulp aan kind en ouders gecoördineerd. De ouders/verzorgers worden hiervan vooraf op de hoogte gebracht.

25


5.16 Leerplicht en verlof (aangeleverd door de Gemeente) Richtlijnen verlof buiten de schoolvakanties: A. Vakantieverlof: Een verzoek om vakantieverlof op grond van artikel 13A van de Leerplichtwet 1969 dient minimaal twee maanden tevoren bij de directeur van de school te worden ingediend. Verlof wordt slechts verleend indien: * het in verband met de werksituatie van één van de ouders slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan en * een werkgeversverklaring wordt overlegd waaruit blijkt dat geen verlof binnen de vastgestelde schoolvakantie mogelijk is. Het vakantieverlof mag: * éénmaal per schooljaar worden verleend, * mag niet langer duren dan 10 schooldagen, * mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar. B. Gewichtige omstandigheden (10 schooldagen per schooljaar of minder): Een verzoek om extra verlof wegens gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen per schooljaar of minder dient vooraf of binnen twee dagen na het ontstaan van de verhindering bij de directeur van de school te worden ingediend. Het verlof kan worden verleend: a. voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden, b. voor verhuizing voor ten hoogste 1 dag, c. voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende, d. bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad, duur in overleg met de directeur, e. bij overlijden: - van bloed- of aanverwanten in de 1e graad voor ten hoogste 4 dagen: - van bloed- of aanverwanten in de 2e graad voor ten hoogste 2 dagen: - van bloed- of aanverwanten in de 3e of 4e graad ten hoogste 1 dag, f. bij 25-, 40- en 50- jarig ambtsjubileum en het 12½, 25-, 40-, 50- en 60- jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor 1 dag, g. voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof. C. Gewichtige omstandigheden (meer dan 10 schooldagen per jaar): Een verzoek om extra verlof in verband met gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14, lid 3 van de Leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient minimaal één maand tevoren via de directie van de school bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden ingediend. Het verlof kan worden verleend indien de ouders een verklaring van een arts of maatschappelijk werkende kunnen overleggen waaruit blijkt dat verlof noodzakelijk is op grond van medische en/of sociale omstandigheden van (één van) de gezinsleden. De directeur is verplicht de leerplichtambtenaar ongeoorloofd verzuim te melden. Tegen ouders die hun kind(eren) zonder toestemming van school houden, kan proces-verbaal worden opgemaakt. Het verlofformulier kunt u downloaden op onze website 26


6. Overige zaken 6.1 Activiteiten Voor een overzicht van alle activiteiten gedurende het schooljaar verwijzen wij u naar de jaarkalender. Deze kunt u vinden op onze website en is te verkrijgen bij de directie van de school. 6.2 Verzekering Stichting Allure, ons schoolbestuur, heeft voor haar 15 scholen een collectieve reisongevallenverzekering afgesloten. Indien een kind door een ongeluk tijdens schooluren bijvoorbeeld een arm zou breken, kunnen ouders de school vragen om een meldingsformulier. Dit wordt door de ouders ingevuld en u bent vervolgens voor restschade binnen 10 jaar na datum van ongeval verzekerd. 6.3 Eten en drinken Rond de ochtendpauze drinken de kinderen in de klas. De kinderen nemen zelf een pakje of beker met drinken mee.Ook is er een mogelijkheid voor schoolmelk. Dit kunt u zelf regelen op www.campinaopschool.nl Naast iets te drinken, mogen de kinderen een tussendoortje meenemen. Onze voorkeur gaat uit naar een gezond tussendoortje bijv. fruit, ontbijtkoek etc. Traktaties Als een kind jarig is, is het gebruikelijk dat er gezongen en getrakteerd wordt. Hierna gaat de jarige met twee klasgenootjes langs alle leerkrachten voor een mooie sticker. Als school geven wij de voorkeur aan een gezonde traktatie, bijvoorbeeld fruit. Een kleine traktatie is meer dan voldoende. 6.4 Ouderbijdragen Op praktisch alle scholen wordt aan de ouders een bijdrage in de kosten gevraagd. De hoogte van de ouderbijdrage is uiteraard afhankelijk van de verwachte kosten op jaarbasis. De vrijwillige ouderbijdrage bedraagt dit schooljaar € 23,50 per schoolgaand kind. In de eerste week van het schooljaar krijgen de kinderen een brief van de Ouderraad mee waarin staat op welke wijze de ouderbijdrage kan worden overgemaakt. Aangezien de meeste kosten tot en met december worden gemaakt, wordt u vriendelijk verzocht de ouderbijdrage zo spoedig mogelijk over te maken. Mocht dit echter op problemen stuiten, neem dan even contact op met Marieke Nootebos, de penningmeester van de Ouderraad. De ouderbijdrage is bedoeld voor extra uitgaven die het schoolbestuur niet vergoed krijgt door het Rijk. U moet dan bijvoorbeeld denken aan de kosten voor het Sinterklaas- en Kerstfeest, de organisatie van de algemene ouderavonden, excursies, sportdag en andere buitenschoolse activiteiten. De inning en beheer van de ouderbijdrage is een verantwoordelijkheid van de Ouderraad. Eens per jaar legt de penningmeester verantwoording af over de achterliggende periode aan de Ouderraad en de ouders. Als bijdragende ouder heeft u recht op deze informatie.

27


6.5 Sponsoring De Adelaar volgt ten aanzien van sponsoring het sponsorbeleid zoals deze is opgesteld door het bevoegd gezag met instemming van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Het is dus belangrijk dat sponsoring zorgvuldig gebeurt. Het Ministerie van Onderwijs heeft met zestien organisaties een convenant gesloten waarin afspraken voor sponsoring in het primair onderwijs zijn vastgelegd. Hierbij zijn de volgende gedragsregels vastgelegd:  Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen.  Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school.  Sponsoring mag niet in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan onderwijs stelt.  Sponsoring mag de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs niet beïnvloeden.  Sponsoring mag geen aantasting betekenen van de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen.  Sponsoring mag geen schade berokkenen aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. De afspraken tussen de sponsor en de school worden in overleg met het bevoegd gezag schriftelijk vastgelegd.

28


6.6 Namen en adressen Stichting Allure: Kerkstraat 79 1687 AM Wognum 0226-357230 Inspectie van het onderwijs: (Haarlem)  023-5483489  023-5483485  www.onderwijsinspectie.nl GGD  088-0100555 Klachtenmeldingen Dit betreft klachten over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psyschisch of fysiek geweld. Meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900-1113111 Centrum voor Jeugd en gezin 0226-363333 . Berend Botje  0229-246831 Jimpy Play  0229-844335 of 0657572124 Vertrouwenspersoon Adelaar Mevr. A. Schuddeboom 0226-352325 Leerplichtambtenaar van de gemeente Opmeer Karin Bouich-Bouma  0226-363387

29


Bijlage 1

Onderwijstijd, hulp/begeleiding onder schooltijd Binnen het onderwijsprogramma krijgen leerlingen die dat nodig hebben extra hulp/begeleiding onder schooltijd. Die extra hulp/begeleiding wordt specifiek voor deze leerlingen door de school gepland en is onderdeel van de visie en het beleid van de school. Het komt ook voor dat door ouders de vraag gesteld wordt om toestemming te verlenen voor onderzoek/hulp/begeleiding onder schooltijd door externen, bijvoorbeeld logopedie, fysiotherapie, onderzoek en begeleiding (medisch, psychologisch of didactisch). School en ouders hebben een gezamenlijke verantwoordelijk voor de zorg voor een leerling. Hierbij ligt het primaat van de opvoeding bij de ouders en dat van het onderwijs bij de school. Hoewel het uitgangspunt en streven is om als school en ouders ook in geval van extra hulp/begeleiding gezamenlijk op te trekken, kunnen ouders dit buiten de school om willen regelen. Soms betalen ouders of hun verzekering de kosten hiervoor. Deze notitie is een hulpmiddel om de vraag voor hulp/begeleiding en daarmee samenhangend verlof onder schooltijd af te wegen en een beslissing te nemen. Verlof dat valt binnen de regels van de vrijstelling van de leerplicht Ouders kunnen voor leerlingen toestemming voor verlof vragen. Het gaat in deze notitie in eerste instantie niet om vragen van ouders voor verlof die vallen binnen de regels van de vrijstelling van de leerplicht. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor verlof om medische redenen, zoals ziekteverlof, tandarts- en doktersbezoek onder schooltijd. Hierbij wordt uitgegaan van de goede trouw van de ziektemelding en de noodzaak van het bezoek. Bij vermoeden dat dit niet klopt, kan de school de leerplichtambtenaar een onderzoek laten uitvoeren. De directeur is in het kader van de leerplicht bevoegd een besluit te nemen over een extra verlof aanvraag van maximaal 10 dagen in een schooljaar (55 uur). Deze bevoegdheid wordt ook in het beslisschema op pagina 3 gebruikt om mee te werken aan een vraag van ouders voor hulp/begeleiding. Uitgangspunten Het begrip onderwijstijd wordt als richtinggevend gehanteerd voor een te nemen beslissing voor hulp/begeleiding onder schooltijd. Onderwijstijd Is door de school onderwijskundig verantwoorde tijd die leerlingen tijdens schooltijd in school of daarbuiten doorbrengen

30


Maakt deel uit van het onderwijsprogramma (het schoolbeleid, zie bijvoorbeeld het zorgbeleid, handelingsplannen en dergelijke) dat de school voor een leerling plant of gepland heeft en draagt bij aan het verwerven van kennis en vaardigheden. Als een vraag om hulp/begeleiding past onder onderwijstijd, wordt er medewerking verleend. Op school, buiten school: Hulp/begeleiding door externen kan zowel op school als buiten de school plaatsvinden. Indien de hulp/begeleiding past binnen onderwijstijd en de mogelijkheid op school er is, kan die op school plaats vinden. Voorbeelden van hulp/begeleiding van externen op school onder schooltijd zijn logopedie, dyslexiebehandeling, ambulante begeleiding REC, schoolmaatschappelijk werk, diagnostiek, enz. Als de hulp/begeleiding niet past binnen onderwijstijd, dan dient die buiten de school plaats te vinden. Expertise Wanneer de hulpverlening een behandeling betreft van sociaal-medische aard, op verwijzing van een arts of instantie, (b.v. fysiotherapie, logopedie, psychiatrie, speltherapie, sociale vaardigheidstraining ), wordt daar in principe toestemming voor verleend. Een diagnose (b.v. dyslexie volgens het protocol) moet gesteld zijn door een deskundige, een daartoe bevoegd opgeleide. Als de school beschikt om de gevraagde expertise en die beschikbaar is voor de betreffende leerling, is er terughoudendheid om die door externen onder schooltijd te laten doen. Onderwijsprogramma De leerling doet zoveel mogelijk mee met het geplande onderwijsprogramma. Bij toestemming voor hulp/begeleiding onder schooltijd worden afspraken gemaakt over het omgaan met gemiste lessen. Afspraken buiten de school (het schoolgebouw) moeten zodanig gepland worden, dat de leerling zo weinig mogelijk afwezig is. Toestemming en verantwoording Aanvragen voor verlof voor buitenschoolse hulp/begeleiding (logopedie, fysiotherapie, onderzoek en begeleiding (medisch, psychologisch of didactisch) moeten worden aangevraagd bij de directie. Bij buitenschoolse hulp/begeleiding wordt er gebruik gemaakt van een instemmingsformulier. Bij ondertekening nemen de ouders zelf de verantwoordelijkheid op zich gedurende de tijd dat het kind niet op school kan zijn en vrijwaren ze de school voor aanspraken gedurende deze tijd. Het is noodzakelijk dat een leerling buiten de school onder begeleiding naar een externe gaat. Het instemminsformulier is via de website te downloaden

31


Bijlage 2

Beleid toelating en verwijdering van leerlingen Wat betreft toelating en verwijdering van leerlingen op de Adelaar zijn de volgende regels vastgesteld. Toelatingsbeleid 1. Om als leerling op een van onze scholen te worden toegelaten moet deze leerling de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt. 2. De leerlingen worden geplaatst op de dag dat zij de vierjarige leeftijd hebben bereikt of zo spoedig mogelijk daarna in overleg met de directie van de school. 3. In de periode vanaf de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden tot het bereiken van de leeftijd van 4 jaar wordt in overleg met de ouders en de school bepaald wanneer de kinderen komen kennismaken. Hierbij wordt wettelijk uitgegaan van maximaal 5 dagen; eventueel over meer dagen verspreid. In deze periode zijn de kinderen geen leerlingen in de zin der wet. 4. De leerlingen verlaten de school na 8 jaar basisonderwijs als de basis voor het volgen van voortgezet onderwijs is gelegd, mits hier overeenstemming bestaat met de ouders. In elk geval verlaten de leerlingen de school aan het einde van het schooljaar waarin zij de leeftijd van 14 jaar hebben bereikt. 5. De beslissing over toelating en verwijdering van leerlingen berust bij het bestuur (in overleg met de directie) en beslist binnen 8 weken op een verzoek tot toelating. De toelating tot de school is ook niet afhankelijk van het houden van rechtmatig verblijf in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000. De toelating is ook niet afhankelijk van een geldelijke bijdrage van de ouders. 6. Toelating van leerlingen, afkomstig van een school voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs alsmede overgang van een leerling naar een dergelijke school of instelling vindt slechts plaats in overeenstemming met de ouders en het bestuur van de betreffende school. 7. Als binnen een groep van één van onze basisscholen de samenstelling dusdanig is, dat toelating van uw kind een te grote belasting zou zijn voor de groep en/of de leerkracht, dan kunnen wij u adviseren contact op te nemen met een andere school. 8. Wanneer ouders een kind bij ons plaatsen waarvan bekend is, dat deze leerling veel zorg en individuele aandacht nodig heeft, en/of een lichamelijke beperking, willen wij als school kunnen inschatten waaruit de zorgvraag ven deze leerling bestaat. Dit kan betekenen dat rapportages worden opgevraagd bij de vorige school of van derde-deskundigen (conform de Wet Primair Onderwijs artikel 42). Wanneer de zorgvraag duidelijk is, gaan wij kijken naar de groep waarin het kind zou moeeten worden geplaatst. Het zorgteam van de school, bestaande uit de directie en de intern begeleider, maakt de afweging of we het kind kunnen bieden wat het nodig heeft om bij ons een positieve ontwikkeling door te maken. Hierbij verwijzen wij ook naar de ISOB- tekst van de Leerlinggebonden Financiering (“Rugzakleerlingen”). Als een zorgteam, na zorgvuldige en gemotiveerde weging, van mening is dat een “rugzakleerling” nog niet tot hun school kan worden toegelaten dan vindt een gemotiveerde afwijzing plaats naar de ouders. Ook wordt de betrokken groepsleerkracht geraadpleegd. Daarnaast wordt de zorgvraag getoetst aan het schoolspecifieke aannamebeleid. Dit is ter inzage op school aanwezig. Uiteindelijk beslist het bevoegd gezag, na advies van het zorgteam, over de toelating. 9. Bij aanmelding gaan de ouders akkoord dat hun kind(eren) aan alle onderwijsactiviteiten zal/zullen deelnemen met uitzondering van die activiteiten waarvoor het bevoegd gezag vrijstelling heeft verleend. 10. Op besluiten inzake toelating van leerlingen is de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing. 32


11. Als ouders/verzorgers formeel bezwaar maken tegen een beslissing van de school over toelating en begeleiding van hun kind en/of het handelingsplan van de school, dan is de school verplicht een verzoek om advies in te dienen bij de Advies Commissie Toelating en Begeleiding. 2 Verwijderingbeleid In de huidige maatschappij liggen normen en waarden niet meer vanzelfsprekend voor iedereen op dezelfde lijn. Bij inschrijving van een leerling conformeren de ouders zich aan de schoolregels. Als door het niet in acht nemen van die regels door leerlingen en/of hun ouders escalaties optreden tussen leerkrachten en directie enerzijds en leerlingen en hun ouders anderzijds, en als gevolg daarvan de relatie tussen school en thuis onherstelbaar verstoord is, kan er na uiterste zorgvuldigheid overgegaan worden tot verwijdering van een leerling. Definitieve verwijdering vindt niet plaats dan nadat het bestuur ervoor heeft zorggedragen dat een andere school, een school voor speciaal onderwijs, een school of instelling voor voortgezet speciaal onderwijs bereid is de leerling toe te laten. Indien aantoonbaar gedurende 8 weken zonder succes is gezocht naar een zodanige school of instelling waarnaar kan worden verwezen, kan in afwijking van de vorige volzin alsnog tot definitieve verwijdering worden overgegaan. Voorafgaand aan verwijdering kunnen lichte maatregelen ter voorkoming en herhaling van gedrag worden genomen. Hierbij kunt u denken aan een schriftelijke waarschuwing of schorsing. Verwijdering kan plaatsvinden op basis van: A. Gesignaleerde leer- en of gedragsproblemen. Wanneer ouders/verzorgers geen medewerking wensen te verlenen aan de procedure zoals deze in het ondersteuningsplan is vastgelegd, dan kan de school haar onderwijskundige verantwoordelijkheid niet meer ten volle dragen en kan de directeur tot uitschrijving van de leerling overgaan. Dit nadat voldoende overleg heeft plaatsgevonden met ouders en bestuur. B. Niet te tolereren gedrag van de leerling. Indien het gedrag van de leerling aanleiding geeft tot ernstige ordeverstoring in de klas en/of school, waardoor de voortgang van het onderwijs in het geding is, en indien genomen maatregelen geen of weinig effect sorteren dan kan tot uitschrijving van de leerling worden overgegaan. C. Niet te tolereren gedrag van ouder(s)/verzorger(s). Indien er sprake is van blijvend onbehoorlijk en/of intimiderend gedrag van de ouder(s)/verzorger(s) ten overstaan van leerlingen en/of medewerkers van de school, dan kan de school haar onderwijskundige verantwoordelijkheid niet meer ten volle dragen en wordt tot uitschrijving van de leerling overgegaan. Tegen de genomen besluiten kan bezwaar worden aangetekend. Het bestuur van Allure zal binnen 4 weken na ontvangst van het bezwaarschrift alsnog besluiten. Voor een specifieke uitwerking van de wetsteksten verwijzen wij u naar de onderstaande bronnen. Bronnen:

Wet op het Primair Onderwijs Maart 2005 artikel 39,40,40b, 41 en 42

Vos / Abb: Toelating en verwijdering PO-special. Katern Juridische zaken – nr A Protocol toelating en verwijdering stichting Allure is op school te verkrijgen 33


Bijlage 3

Protocol Medicijnverstrekking en medisch handelen Binnen de Allure scholen zijn uniforme afspraken vastgelegd in een protocol m.b.t. het verstrekken van medicijnen en het verrichten van medische handelingen door medewerkers van de school. In het protocol worden drie situaties onderscheiden. Hierbij gelden de volgende afspraken: 

Kind wordt ziek op school Dit is relatief de meest voorkomende situatie. Afgesproken is, dat de scholen in voorkomende gevallen na overleg met de ouders bepalen of het kind opgehaald wordt of naar huis kan worden gestuurd.



Het verstrekken van medicijnen op verzoek Kinderen krijgen soms medicijnen of andere middelen voorgeschreven die zij een aantal malen per dag moeten gebruiken, dus ook tijdens schooluren. Te denken valt bijvoorbeeld aan pufjes voor astma, antibiotica, of zetpillen bij toevallen. Ouders vragen dan aan de schoolleiding of een leraar deze middelen wil verstrekken. In deze situatie is de toestemming van de ouders gegeven. Het is in dit geval van belang deze toestemming schriftelijk vast te leggen. Meestal gaat het niet alleen om eenvoudige middelen, maar ook om middelen die bij onjuist gebruik tot schade van de gezondheid van het kind kunnen leiden. Leg daarom schriftelijk vast om welke medicijnen het gaat, hoe vaak en in welke hoeveelheden ze moeten worden toegediend en op welke wijze dat dient te geschieden. Leg verder de periode vast waarin de medicijnen moeten worden verstrekt, de wijze van bewaren, opbergen en de wijze van controle op de vervaldatum. Ouders geven hierdoor duidelijk aan wat zij van de schoolleiding en de leraren verwachten en die weten op hun beurt weer precies wat ze moeten doen en waar ze verantwoordelijk voor zijn. Medische handelingen Het is van groot belang dat een langdurig ziek kind of een kind met een bepaalde handicap zoveel mogelijk gewoon naar school gaat. Het kind heeft contact met leeftijdsgenootjes, neemt deel aan het normale leven van een schoolkind en wordt daardoor niet de hele dag herinnerd aan zijn handicap of ziek zijn. Gelukkig zien steeds meer scholen in hoe belangrijk het is voor het psychosociaal welbevinden van het langdurig zieke kind om, indien mogelijk, naar school te gaan. Medische handelingen In hoog uitzonderlijke gevallen zullen ouders aan schoolleiding en leraren vragen handelingen te verrichten die vallen onder medisch handelen.Te denken valt daarbij aan het geven van sondevoeding, het meten van de bloedsuikerspiegel bij suikerpatiënten door middel van een vingerprikje. In zijn algemeenheid worden deze handelingen door de Thuiszorg of de ouders zelf op school verricht. In zeer uitzonderlijke situaties, vooral als er sprake is van een situatie die al langer bestaat, wordt door de ouders wel eens een beroep op de schoolleiding en de leraren. De directeur beoordeelt een verzoek van de ouders en beslist of het verzoek gehonoreerd kan worden. Afspraken hierover worden schriftelijk vastgelegd.

Het protocol is te verkrijgen bij de school 34


Bijlage 4

35


36


Schoolgids

Recommend Documents