KBS BURGEMEESTER VAN MIERLO Voor Daltononderwijs
Schoolgids 2015-2016 Catstraat 2 5121 HT Rijen 0161-223075
[email protected]
Woord vooraf
Inhoudsopgave
De schoolgids geeft algemene informatie over onze school. Naast de schoolgids heeft de school ook een kalender. Beide documenten zijn te lezen en te downloaden via de website van onze school. De schoolgids wordt jaarlijks besproken met het team, de medezeggenschapsraad en het College van Bestuur.
Woord vooraf 2 Hoofdstuk 1 3 1.1 De school 1.2 Bevoegd gezag 1.3 Leerlingen aantallen Hoofdstuk 2 Visie 4 2.1 Visie op kinderen 2.2 Visie op onderwijs Hoofdstuk 3 9 3.1 Speerpunten 3.2 Onderwijsresultaten 3.3 Jaarklassensysteem 3.4 Cultuur- en bewegingsonderwijs Hoofdstuk 4 10 4.1 De praktijk 4.2 De inschrijving 4.3 Algemeen 4.3.1 Schooltijden 4.3.2 Groepsbezetting 4.3.3 Groep 1/2 4.3.4 Groep 3 4.3.5 Groep 4 – 8 4.3.6 Groep 8 de eindtoets en daarna 4,3.7 Actief burgerschap 4.3.8 Brede school 4.3.9 Sport’scool Hoofdstuk 5 Zorg voor kinderen 18 Hoofdstuk 6 25 6.1 Communicatie 6.2 Nieuwsbrief en informatie 6.3 Klachten(procedure) 6.4 Kwaliteitsonderzoek 6.5 Persoonsregistratie 6.6 Uitstroomgegevens Hoofdstuk 7 Ouderparticipatie 27 7.1 Ouderraad 7.2 Medezeggenschapsraad 7.3 Klassenouder 7.4 Andere vormen van ouderparticipatie Hoofdstuk 8 Communicatie 29 8.1 Rapporten en ouderavond 8.2 Schoolgids, kalender e.d. 8.3 Website 8.4 Sociale media Hoofdstuk 9 Veiligheid 30 9.1 De veilige school 9.2 Vervoer van kinderen Hoofdstuk 10 Absentie 30 10.1 Ziekmelding/vrije dagen 10.2 Ziekteverzuim leerkrachten Hoofdstuk 11 Organisatorische zaken van de school 31 Hoofdstuk 12 Externe contacten 39 Hoofdstuk 13 Gebruikte methoden
Op onze school staan wij voor kwalitatief goed onderwijs. We volgen daarvoor de pijlers van het Daltononderwijs. De leerling staat hierin centraal. In deze schoolgids kunt u hierover meer lezen. De school heeft een schoolplan dat bij de directeur ingezien kan worden. Hierin staat uitvoerig beschreven waar onze school voor staat, wat u van onze school kunt verwachten en wat de school voor uw kind kan betekenen. Wij wensen u veel leesplezier! Algemene gegevens KBS Burgemeester Van Mierlo Catsstraat 2 5121 HT Rijen Tel.: 0161-223075 E-mail:
[email protected] Website: www.bvmierlo.nl College van Bestuur: Stichting Nuwelijn Pastoor Gillisstraat 145A / Postbus 152 5121 CD / 5120 AD Rijen Tel.: 0161-232154 E-mail:
[email protected] Website: www.nuwelijn.nl
2
salarisadministratie en financiële administratie wordt gebruikgemaakt van de diensten van een administratiekantoor: OSG in Rotterdam. De personele vervangingen worden bij Stichting Nuwelijn geregeld via een externe coördinator van de centrale vervangerspool (Clooser).
Hoofdstuk 1 1.1 De school De grondslag van onze school is katholiek. Wij zullen christelijke waarden en normen uitdragen. Andere geloofsovertuigingen zijn natuurlijk van harte welkom. De KBS Burgemeester Van Mierlo is opgericht in 1965 aan de Mgr. Nolensstraat in Rijen. Sinds 1975 staat onze school in de Catsstraat in Rijen. In het verleden is het schoolgebouw meerdere malen aangepast; de laatste keer in 2006. In de zomer van 2014 zijn de toiletgroepen gerenoveerd. Samen met de gemeente zullen wij in het schooljaar 2014/2015 gaan kijken naar verdere mogelijkheden voor aanpassing, vooralsnog zoals beschreven in het Integraal Huisvestingsplan (IHP), opgesteld door de gemeente Gilze en Rijen. Met ingang van 01-08-2015 maakt peuterspeelzaal ’t Peuterbos gebruik van ons schoolgebouw. Al een paar jaar huisvesten we eveneens de Dreumesclub die op een drietal ochtenden contactmomenten voor (groot)ouders met peuters verzorgt.
Bezetting: College van Bestuur De Heer G. Miltenburg Beleidsmedewerker Mevrouw I. Grunwald Casemanager/ARBO Mevrouw A. van Eijk Coördinator Vervangerspool Mevrouw L. van Gerven Bovenschoolse ICT’er De Heer T. l’Abee De Raad van Toezicht bestaat uit zes personen. De dagelijkse verantwoordelijkheid is in handen van het College van Bestuur. De kaders van beleid zijn vastgelegd in het strategisch beleidsplan. De Raad van Toezicht ziet toe op de uitvoering van dit beleid. Voor het functioneren van de Raad van Toezicht is een reglement opgesteld. In deze bestuurlijke organisatie is de school de lokale eenheid, met op elke school een directie, onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel.
1.2 Bevoegd gezag Onze school maakt deel uit van Stichting Nuwelijn. Onder deze stichting vallen zes basisscholen binnen de gemeentegrenzen van Gilze en Rijen, namelijk: 1. Burgemeester Van Mierlo in Rijen 2. St. Jozef in Rijen 3. De Brakken in Rijen 4. Gerardus Majella in Hulten 5. De Bolster in Gilze 6. St. Anna in Molenschot Stichting Nuwelijn werkt volgens het bestuurlijk model Raad van Toezicht en College van Bestuur. Het College van Bestuur bestaat uit één persoon, de voorzitter. Het College van Bestuur vertegenwoordigt de stichting in- en extern, legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht en voert overleg met directeuren en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Het College van Bestuur wordt daarbij ondersteund door een beleidsmedewerker en een casemanager. Voor de personeels- en
1.3 Leerlingenaantal In de afgelopen jaren is het leerlingenaantal van de Nuwelijn-scholen weinig veranderd. Van het totaal aantal leerlingen voor het basisonderwijs van Gilze en Rijen gaat gemiddeld 67% naar onze katholieke basisscholen. Ook het gemiddelde deelnemerspercentage van de verschillende scholen geeft een redelijk consistent beeld. Voor onze school gelden de volgende leerlingenaantallen: Aantal leerlingen per 1 oktober 2011 2012 2013 2014 2015
Aantal leerlingen 162 148 143 146 130 (prognose)
3
Hoofdstuk 2 Visie 2.2 Visie op onderwijs De uitgangspunten van onze school sluiten aan bij de uitgangspunten van het Daltononderwijs. Het Daltononderwijs is gebaseerd op de ideeën van de Amerikaanse pedagoge Helen Parkhurst (1886-1973). Tussen 1905 en 1913 gaf zij les op verschillende plattelandsscholen in Wisconsin. Op deze kleine scholen gaf ze les aan grote groepen kinderen van verschillende leeftijden.
2.1 Visie op kinderen Onze school wil zich onderscheiden door onze eigen visie op kinderen. Ons uitgangspunt is dat ieder kind uniek is met eigen talenten en mogelijkheden. Dit willen wij vormgeven door onderstaande uitwerkingen. De school gaat ervan uit dat elk mens in staat is verantwoordelijkheid te dragen. Deze benadering leidt tot een democratische grondhouding. De leerkrachten creëren een veilig, ondersteunend klimaat om het kind de kans te bieden zo zelfstandig mogelijk met de omgeving om te gaan. De school gaat ervan uit dat elk kind de omgeving zo goed mogelijk probeert te begrijpen en er zo positief mogelijk mee omgaat. Door elk kind te benaderen als open, communicatief en redelijk, wordt persoonlijke groei geboden. Leerkrachten gaan uit van de positieve bedoelingen van het kind. In het spanningsveld van individuele belangen en belangen van de groep leert het kind zijn positie te bepalen.
Helen Parkhurst verzette zich tegen het klassikale onderwijs dat ze zelf genoten had. Ze wilde dat haar onderwijs niet alleen effectief en efficient was, maar ook ‘levensechte ervaringen’ opleverde. Kinderen kregen de verantwoordelijkheid voor een eigen taak. Strakke roosters werden afgeschaft en kinderen deelden zelf hun tijd in. Kinderen mochten samenwerken en elkaar helpen. Deze drie principes, verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken vatte Helen Parkhurst samen in haar Daltonplan. Helen Parkhurst zag haar Daltonplan niet als systeem of methode. Ze nodigde leerkrachten die haar Daltonplan omarmden uit om het aan te passen aan hun eigen onderwijspraktijk. Het Daltononderwijs is nog steeds volop in beweging en het aantal daltonpijlers is in de loop van de tijd uitgegroeid van drie naar vijf. Naast de originele principes vrijheid en verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken, zijn reflectie en effectiviteit als pijlers toegevoegd. Deze vijf daltonpijlers zijn de uitgangspunten voor ons onderwijs.
4
2.2.1 Vrijheid en verantwoordelijkheid
gemaakt. De leerkracht bespreekt dan in een reflectiegesprek met het kind wat het doel van de taak was, of hij het doel heeft bereikt en hoe hij ervoor kan zorgen dat hij dit doel de volgende keer wel behaalt. Het kind wordt zich hierdoor bewust van verkeerde keuzes en neemt leerpunten mee voor de volgende keer.
Op de BVM willen we kinderen opvoeden tot zelfstandige, zelfverantwoordelijke mensen. Anders gezegd: mensen die goed in staat zijn om, samen met anderen, te leven en te werken en daarbij de eigen verantwoordelijkheid dragen. Om dit te bereiken moeten de kinderen op school al oefenen in het maken van eigen keuzes. We geven ze deze mogelijkheid tijdens het werken aan de weektaak.
De leerkracht heeft als taak om de vrijheid en verantwoordelijkheid die een kind krijgt, zo goed mogelijk af te stemmen op de mogelijkheden van het kind. Vervolgens wordt de ruimte iets vergroot. De leerkracht schenkt het kind het vertrouwen dat het met de extra ruimte om kan gaan en het kind krijgt de mogelijkheid om zijn vaardigheden, op het gebied van omgaan met vrijheid, te vergroten. Zo werken we stap voor stap aan het ontwikkelen van de vrijheid en verantwoordelijkheid van kinderen.
Kinderen hebben keuzevrijheid t.a.v. het kiezen van een werkplek, samenwerken of alleen werken, de volgorde van het verwerken van taken, het volgen van instructie en de hoeveelheid tijd die ze aan een taak besteden. Met het bieden van meer vrijheid wordt ook de eigen verantwoordelijkheid van een kind groter. Het kind moet zichzelf aansturen. Hij moet ervoor zorgen dat hij voor zichzelf de juiste keuzes maakt en de taken binnen de afgesproken tijd tot een goed einde brengt. Het ene kind is beter in staat tot zelfsturing dan de ander. Het ene kind kan daardoor ook meer verantwoordelijkheid aan dan de ander. De geboden vrijheid is daarom niet voor iedereen hetzelfde. Zo zijn er kinderen die zelf mogen kiezen of ze instructie willen volgen, maar ook kinderen die de instructie verplicht moeten volgen omdat ze de stof nog niet genoeg beheersen om deze zelfstandig te kunnen maken. Er zijn kinderen die de vrijheid krijgen om buiten de klas te werken en kinderen die dat nog niet mogen omdat hun taakgerichtheid nog niet genoeg ontwikkeld is.
2.2.2
Zelfstandigheid
Zelfstandigheid is een belangrijk doel van ons Daltononderwijs. We willen kinderen onafhankelijk maken. We willen ze leren om effectieve en verantwoorde keuzes te maken, doelgericht aan taken te werken, zelf problemen op te lossen en om hulp te vragen. Zelfstandigheid ontwikkelen is in de eerste plaats een opvoedkundig doel, maar het is ook een manier om in de klas tijd vrij te maken voor afgestemde instructies. Tijdens zelfstandig werken ontwikkelen de kinderen hun zelfstandigheid. Tegelijkertijd heeft de leerkracht zijn handen vrij om aan de instructietafel hulp te geven aan individuele of kleine groepjes kinderen.
Bij het zelfstandig maken van keuzes, loopt het ook weleens anders dan de bedoeling was. Wij zien dat als waardevolle leerervaringen. Een kind heeft bijvoorbeeld gekozen om geen instructie te volgen, maar bij het nakijken blijkt dat hij veel fouten heeft
Tijdens het zelfstandig werken moeten kinderen gemotiveerd zijn om hun taken te maken. Ze moeten immers zichzelf aan het werk houden. Hier ligt een belangrijke taak voor de leerkracht. Een kind dat zijn eigen keuzes mag maken, vertrouwen heeft
5
dat het de taak aankan en blij wordt van het leren, is een gemotiveerd kind. De taak is daarom zoveel mogelijk op het kind afgestemd wat betreft niveau en daltonvaardigheden. Het ene kind krijgt als uitdaging extra moeilijke rekensommen op zijn taak, terwijl het andere kind nog moeite met de basisstof heeft en juist minder sommen hoeft te maken. Het ene kind mag zelf inschatten of het uitleg van de taak nodig heeft, terwijl de leerkracht bij een ander kind heeft aangegeven dat hij de instructie van een taak verplicht moet volgen.
2.2.3 Samenwerken
Om later goed in onze maatschappij te kunnen functioneren, moeten kinderen leren om samen te werken. Dat begint wat ons betreft al op school. Wij bieden kinderen een veilige omgeving waarin ze kunnen leren om voor zichzelf op te komen, grenzen te stellen, hulp te bieden en hulp aan te nemen, samen te werken en de eigen mening te uiten.
Om de zelfstandigheid van kinderen te ontwikkelen doen we als leerkracht in veel gevallen bewust een stapje terug. We nemen minder de leiding en nemen meer de rol van coach aan. We geven de kinderen feedback op hun zelfstandig werken en leren ze bijvoorbeeld om bij problemen eerst zelf na te denken of om de hulp van andere leerlingen te vragen. Als er toch hulp van de leerkracht nodig is, dan heeft die hulp altijd als doel om de leerling weer zelfstandig verder te kunnen laten werken. Lokalen zijn zo ingericht dat kinderen zelf hulpmiddelen kunnen pakken. Leerlingen die beter kunnen werken in stilte kunnen gebruikmaken van de stilteruimte, kinderen die graag samenwerken krijgen hiervoor de gelegenheid in de klas.
De leerkrachten werken bewust aan het creëren van een veilige groepssfeer. In de eerste weken van het schooljaar worden er veel momenten ingepland waarop kinderen (opnieuw) kennis met elkaar maken. Ook maken de leerkracht en de kinderen samen afspraken over hoe ze met elkaar om willen gaan, hoe ze willen werken en samenwerken. Vanuit deze sfeer van duidelijkheid en vertrouwen kunnen we de sociale en samenwerkingsvaardigheden van kinderen verder ontwikkelen. Kinderen werken samen met school en de leerkracht. De leerlingenraad is hier een voorbeeld van. Kinderen van de bovenbouw kunnen hieraan deelnemen en suggesties doen voor verbeteringen op school. Kinderen werken verder samen met hun klas, hun groepje en hun maatje. Een maatje is een klasgenoot waar het kind aan gekoppeld wordt. De maatjes werken bij samenwerktaken samen. Verder helpen ze elkaar met bv. het strikken van veters of het oplossen van een moeilijke opgave. De maatjes wisselen regelmatig. Een kind werkt in een schooljaar daardoor samen met iedereen: met vriendjes en vriendinnetjes, maar ook met kinderen die hij zelf niet zou kiezen.
Welke manier van zelfstandig werken een kind ook kiest, bij alles geldt dat het daarbij rekening moet leren houden met de ander. Er zijn daarom duidelijke afspraken gemaakt m.b.t. opruimen, samenwerken en werken in de stilteruimte of op de gang. Deze afspraken worden tijdens reflectiemomenten met elkaar besproken.
Tijdens de instructies maken we, met het oog op samenwerkvaardigheden, gebruik van coöperatieve werkvormen. De kinderen werken in tweetallen of in kleine groepjes aan een gezamenlijk doel.
6
Elke leerling heeft binnen de opdracht zijn taak eigen waarvoor hij verantwoordelijk is. Alleen als iedereen zijn of haar eigen taak goed vervult, behaalt de groep als geheel het doel. Een voorbeeld hiervan is de placemat. De kinderen werken in groepjes van vier. Eerst schrijft elk kind op een hoek van het blad zijn antwoord op de vraag van de leerkracht. Vervolgens vertellen de kinderen elkaar wat ze hebben opgeschreven en overleggen ze wat hun gezamenlijke antwoord wordt. De kinderen moeten bij verschillende oplossingen met elkaar overleggen wat het juiste antwoord is, elkaar overtuigen door uitleg te geven en tot slot samen een besluit nemen.
2.2.4 Reflecteren
Met ons Daltononderwijs willen we bereiken dat kinderen zelfstandig en zelfverantwoordelijk worden. Daarvoor moet een kind zichzelf goed leren kennen, om van daaruit bewuste en verantwoorde keuzes te kunnen maken. Reflectie is een middel om jezelf te leren kennen. Je houdt jezelf een spiegel voor. Je denkt na over: wat kan ik, wat wil ik, waar wil ik aan werken, wat past bij mij? Door het stellen van reflectievragen krijgen kinderen grip op hoe hun succeservaringen tot stand zijn gekomen. Daardoor zijn ze beter in staat verbeteringen in hun manier van werken te realiseren. En ook voor de leerkracht leveren de reflectiegesprekken met een kind veel op. De leerkracht verzamelt zo waardevolle informatie over de kennis en mogelijkheden van een kind.
Samenwerken is niet alleen bedoeld om de sociale en samenwerkingsvaardigheden verder te ontwikkelen. Tijdens zelfstandig werken gebruiken we samenwerken ook als effectieve manier van leren. Sommige lesstof, zoals bv. aardrijkskunde, wordt beter geleerd als kinderen dit samen doen. Ze praten samen over de les, als ze het oneens zijn gaan ze op zoek naar argumenten om hun standpunt te verdedigen en/of ze leggen de stof aan elkaar uit. Deze meer actieve manier van leren, leidt tot beter begrip van de leerstof.
Reflecteren doen we op de BVM de hele dag. Voorafgaand aan een taak: hoe ga ik dit aanpakken, wat heb ik nodig, wat wil ik leren? Tijdens een taak: houd ik me aan mijn plan, moet ik mijn plan aanpassen? Na een taak: is het gelukt, waar ben ik trots op, wat wil ik de volgende keer anders doen? Reflecteren moet je leren. Daarom oefenen we het veel. Tijdens individuele gesprekjes tussen het kind en de leerkracht, op de taakbrief, in gesprekken met maatjes of het tafelgroepje en tijdens klassikale gesprekken. Kinderen laten zien waar ze trots op zijn, geven zichzelf en elkaar feedback op hun werk en (leer)gedrag.
Bij samenwerken kan er sprake zijn van niveauverschil tussen de kinderen. Dit heeft voor beide leerlingen voordelen. De sterke leerling legt de stof op een andere manier aan zijn maatje uit en beheerst de stof daardoor nog beter. De leerling die de stof nog niet beheerst, krijgt individuele uitleg en hulp bij het maken van de les.
Niet alleen de kinderen, maar ook de leerkrachten zelf reflecteren om tot verbeteringen te komen. De leerkrachten gaan met elkaar in gesprek over knelpunten en delen hun succeservaringen. We gaan bij elkaar op klassenbezoek om inspiratie op te doen en van elkaar te leren.
7
Ook feedback van kinderen en ouders nemen we mee in de reflectie op ons onderwijs. Zo zorgen we als team dat het onderwijs steeds beter op onze leerlingen wordt afgestemd.
Zij krijgen de vrijheid en verantwoordelijkheid om zelf te bepalen of ze nog extra uitleg bij een opdracht nodig hebben. Is dat nodig, dan doen ze mee met de normale instructie. Is de lesstof duidelijk dan gaan ze zelfstandig aan het werk. Kinderen met een eigen leerlijn volgen een heel eigen lesprogramma en krijgen waar nodig hun eigen instructie. Dit kan bijvoorbeeld door voor de instructie in een andere jaargroep aan te sluiten. Ook kan er soms instructie buiten de groep gerealiseerd worden. Omdat bij het indelen in instructiegroepen niet naar toetsresultaten alleen wordt gekeken, kan het zijn dat een kind ondanks heel goede toetsresultaten toch bij de basisinstructie wordt ingedeeld. Een kind dat in de verkorte instructie wordt ingedeeld moet immers niet alleen goed kunnen rekenen of spellen, maar ook in staat zijn zijn eigen kunnen in te schatten en zelfstandig te werken.
2.2. Effectiviteit
Ons daltononderwijs is effectief. We geven ons onderwijs zo vorm, dat elk kind via de kortst mogelijke route zijn doelen bereikt. De doelen die we stellen zijn doelen op het gebied van rekenen, taal en sociale vaardigheden, maar ook zogeheten daltondoelen. Dit zijn bredere doelen op het gebied van zelfstandigheid, vrijheid en verantwoordelijkheid, samenwerken en reflectie. De kortste mogelijke route realiseren we door ons onderwijs optimaal op een kind af te stemmen en goed te organiseren.
Effectiviteit is bij ons ook terug te zien in de organisatie van het onderwijs. Leerkrachten werken zoveel mogelijk samen, zoals bijvoorbeeld bij het horizontaal rekenen. De groepen 4 t/m 8 rekenen allemaal tussen 9.00 en 10.00 uur. Dit maakt het mogelijk om leerlingen uit te wisselen. Kinderen die een eigen leerlijn volgen omdat ze een jaargroep hoger kunnen rekenen, sluiten een groep hoger aan voor de rekeninstructie. Kinderen die een eigen leerlijn volgen omdat ze juist de rekenstof van een leerjaar lager maken, sluiten in die groep aan voor instructie. Het horizontaal rekenen heeft tot gevolg dat sommige kinderen in groep 8 alle lesstof al doorlopen hebben. Deze kinderen krijgen verbredingsstof aangeboden, bijvoorbeeld m.b.v. de wisschriften van Vierkant voor Wiskunde.
Voor het optimaal afstemmen van ons onderwijs is het allereerst nodig dat een leerkracht inzicht heeft in de kennis en mogelijkheden van een kind. Met behulp van toetsen, observaties en reflectiegesprekken verzamelt de leerkracht informatie over een kind. Aan de hand van deze informatie bepaalt de leerkracht wat de verschillende onderwijsbehoeften van het kind zijn en wordt hij bij elk vak in de voor hem juiste instructiegroep ingedeeld. We hanteren maximaal vier instructiegroepen; de basisinstructiegroep, de verlengde instructiegroep, de verkorte instructiegroep en kinderen met een eigen leerlijn. Kinderen uit de basisinstructiegroep, krijgen de normale instructie van de leerkracht. Kinderen uit de verlengde instructiegroep doen mee aan de normale instructie en krijgen daarnaast nog extra instructie aan de instructietafel waarin de lesstof nogmaals wordt uitgelegd. Kinderen uit de verkorte instructiegroep krijgen een korte startinstructie en mogen daarna zelfstandig aan het werk.
Ook de weektaak is een middel om ons onderwijs zo effectief mogelijk te maken. Elk kind krijgt een taak op maat aangeboden, passend bij het niveau het kind. Ook de zelfstandigheid en vrijheid en verantwoordelijkheid binnen de taak wordt afgestemd op het kind. Kinderen die dat nodig hebben moeten de
8
spellingopdrachten direct na de spellinginstructie inplannen en kinderen die dat aankunnen mogen zelf een moment in de week kiezen om de spellingles te maken. Daarnaast maakt het werken met de weektaak het voor een kind mogelijk om zo goed mogelijk met zijn werktijd om te gaan. Loopt een kind met een opdracht vast, dan kan hij het werk even wegleggen en iets anders gaan doen. Dit geeft hem de gelegenheid om er later weer met een frisse blik naar te kunnen kijken of hulp in te roepen van de leerkracht, zonder dat er werktijd verloren gaat.
Hoofdstuk 3 3.1 Speerpunten Onze school wil haar onderwijs zo veel mogelijk afstemmen op de leerling in zijn ontwikkeling en onze visie op onderwijs. Daarnaast moet onze school kunnen inspelen op de veranderende maatschappij en eisen die zij stelt aan onze leerlingen. In schooljaar 2015/2016 zullen wij ons vooral richten op: Werken vanuit de visie van het Daltononderwijs; Gedifferentieerd werken met uitdaging voor alle kinderen Sociale en emotionele ontwikkeling / aanpak anti-pestbeleid; Kleuterplein.
2.2.6 Identiteit Onze school is een katholieke basisschool. Vanzelfsprekend besteden wij aandacht aan gangbare feesten en vieringen. Wij houden ook vieringen in de kerk. Deze zijn voor alle kinderen verplicht. Wij gaan uit van de christelijke waarden en normen. Om hieraan vorm te geven, hanteren wij de catechesemethode “Trefwoord”, die wij dagelijks volgen. In het schooljaar 2009/2010 is de canon beschreven, waarin de richtlijnen staan voor de Nuwelijn-scholen. De identiteitsbegeleider begeleidt de school voor wat betreft catechese. De school onderhoudt contacten met de parochie. Vanuit de parochie worden verschillende activiteiten ondernomen voor ouders en kinderen. De school zorgt mede voor de informatiestroom vanuit de parochie.
De
accenten liggen met name op: Het zelfstandig werken in de groep; De samenwerking tussen leerlingen; Positieve feedback geven; Groepsplannen;
De prestaties, het leerplezier en de sfeer binnen de school en in de groepen zijn hierbij belangrijke indicatoren. 3.2 Onderwijsresultaten Onze school wil zo veel mogelijk onderwijs op maat aanbieden. De afgelopen jaren hebben we hiermee een start gemaakt. De komende jaren willen wij dit beleid voortzetten. Onze leerlingpopulatie zorgt ervoor dat wij ons meer moeten richten op verschillende niveaus binnen onze school. Met andere woorden: wij richten ons op de ‘zwakkere’, ‘gemiddelde’ en ‘betere’ leerling. De school werkt volgens vastgestelde kerndoelen voor het basisonderwijs. Het onderwijsaanbod moet op deze kerndoelen aansluiten. Het ministerie van Onderwijs onderscheidt twee soorten kerndoelen voor het onderwijs:
Onze leerlingen komen ook uit andere culturen en godsdiensten. Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen deze culturen en godsdiensten leren kennen en respecteren. De leerlingen die actief een godsdienst belijden kunnen voor de reguliere feestdagen verlof krijgen in overleg met de school.
9
3.2.1 Leergebied overstijgende kerndoelen Dit zijn kerndoelen die gericht zijn op het ontwikkelen van algemene vaardigheden. Ze zijn gegroepeerd rond 6 thema’s: De ontwikkeling van een zelfstandige werkhouding; Het leren werken volgens plan; Het kunnen gebruiken van verschillende leerstrategieën; Het ontwikkelen van een zelfbeeld; Het kunnen hanteren van nieuwe media; Het kunnen omgaan met anderen. De meerwaarde van Daltononderwijs is dat onze leerlingen goed leren samenwerken en plannen. Dit krijgen wij regelmatig terug van scholen in het voortgezet onderwijs.
wij gebruik van brede schoolactiviteiten zoals: Museumbezoek; Activiteiten van de bibliotheek (Theek5); Toneel- en theatervoorstellingen; Sport’sCool (zie verder op); Vakleerkracht gym; Sportdagen die georganiseerd worden door buurtcoaches; Lokale initiatieven e.d.
3.2.2 Leergebiedspecifieke kerndoelen Dit zijn kerndoelen die betrekking hebben op een bepaald leergebied. Er zijn 6 leergebieden: Nederlandse taal; Rekenen / wiskunde; Engelse taal; Oriëntatie op mens en wereld (aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en milieu); Lichamelijke opvoeding; Kunstzinnige oriëntatie (tekenen, handvaardigheid, muziek e.d.).
Hoofdstuk 4 4.1 De praktijk Wij vinden het belangrijk dat de kinderen graag naar school gaan. In principe willen kinderen leren en uitgedaagd worden. Aan ons de taak om aan deze wens tegemoet te komen en alle kinderen de kans te geven zich op een breed terrein te ontwikkelen.
De Onderwijsinspectie volgt jaarlijks de leerresultaten nauwkeurig. De school heeft een basisarrangement. Dit houdt in dat de leerresultaten de inspectie voldoende vertrouwen geeft om eens per vier jaar een schoolbezoek te plannen.
4.2 Inschrijving Aanmeldformulier Een aanmeldformulier kunt u downloaden op onze site (www.bvmierlo.nl) maar natuurlijk kunt u het formulier ook op school komen ophalen of ons bellen – wij sturen het u dan graag toe. Na het invullen van alle gegevens, kunt u het formulier via mail (
[email protected]) of post terugsturen of het afgeven op school. Van onze Leerlingadministratie krijgt u daarna een bericht van ontvangst.
3.4 Cultuur- en bewegingsonderwijs: De overheid / gemeente heeft een stimuleringsregeling voor het cultuuronderwijs en bewegingsonderwijs op scholen. Wij onderschrijven het belang van deze ontwikkeling en de eigen inbreng van kinderen. Cultuureducatie biedt leerlingen een rijker leerklimaat en vormt daarmee een waardevol onderdeel van het leerprogramma. Op onze school maken
4.2.1 Is er plaats? Wij verwerken de gegevens van uw kind in ons leerlingvolgsysteem. Kinderen die jonger zijn dan 3 jaar krijgen de status ‘aangemeld’. Vanaf de leeftijd van 3 jaar
10
wordt deze status veranderd in ‘ingeschreven’. Vanaf dat moment is uw kind verzekerd van een plaats op onze op school.
Eerste schoolweek In de eerste schoolweek zal de leerkracht u voorstellen aan de contactouder van de groep. Dit is de ouder van een van de kinderen uit de groep van uw kind, die als een soort van schakel tussen de leerkracht en de ouders optreedt voor allerlei activiteiten waarbij we wat extra handen kunnen gebruiken. Hopelijk mogen we zo nu en dan ook op úw hulp rekenen! Bovendien vinden de kinderen het vaak ook erg speciaal om hun papa of mama op school te zien helpen!
Informatiestroom Vanaf de aanmelding wordt u meegenomen in het mailverkeer van school, zodat u alvast op de hoogte bent van alles wat met onze school te maken heeft. U kunt ons volgen op Facebook (KBS Burgemeester van Mierlo) en Twitter (@KBS_BVM). Ook krijgt u vanaf dat moment uitnodigingen voor open dagen en dergelijke, waarbij u van harte welkom bent! Via de website kunt u zich aanmelden voor de nieuwsbrief van de school. Het schooljaar waarin uw kind 4 wordt U wordt uitgenodigd om de informatieavond aan het begin van het schooljaar waarin uw kind 4 jaar wordt, bij te wonen. Die avond bestaat uit een algemeen gedeelte - waarin u hoort wat er dat jaar zoal op stapel staat binnen de school - en een groepsgedeelte. In de groep (in het eigen klaslokaal) waar uw kind in wordt geplaatst, krijgt u van de leerkracht(en) van uw kind precies te horen wat het lesprogramma voor het nieuwe schooljaar inhoudt.
Wij hebben geen wachtlijst. Dat houdt in dat alle kinderen welkom zijn op onze school. U kunt uw kind altijd aanmelden voor onze school; het inschrijven gebeurt pas wanneer uw kind 3 jaar is. U wordt hiervoor uitgenodigd door de directeur of intern begeleider van onze school.
Wennen Drie maanden voor uw kind 4 jaar wordt, neemt de school contact met u op over de wenperiode. Uw kind mag namelijk 10 dagdelen komen wennen. Kinderen die in de laatste maand voor de zomervakantie 4 jaar worden, komen 2 dagdelen oefenen vanwege de lange vakantieperiode erna. Op de eerste wendag krijgt u een kennismakingspakket mee. U treft daarin alles aan wat u moet weten over de praktische kant van het schoolgaan (schooltijden, vakantieperiodes, regels voor de tussendoortjes en lunch, gymbenodigdheden enzovoort) en de groep waarin uw kind zit. Maar ook met u hebben we natuurlijk graag nog even contact! Onze intern begeleider nodigt u tijdens het wennen uit om kennis te maken, de administratieve zaken te regelen en het kennismakingsformulier te bespreken.
Voor informatie over de school en een kennismakingsgesprek kunt u altijd een afspraak maken met onze directeur. In de periode januari/februari houdt onze school een open dag en/of avond. De datum van de open dag en/of avond wordt bekendgemaakt via het weekblad voor Gilze en Rijen en posters van Stichting Nuwelijn en de school. Op de open dag en/of avond kunt u kennismaken met onze school. U bent van harte welkom. Drie maanden voordat uw kind 4 wordt, neemt de groepsleerkracht contact met u op om te overleggen wanneer de 5 wendagen zijn en maakt hij of zij verdere afspraken met u. Kinderen die instromen in hogere groepen, mogen natuurlijk ook komen wennen. In overleg met de groepsleerkracht wordt hiervoor 1 dag gepland.
11
4.3
Algemeen
4.3.1 Schooltijden DAG TIJDEN Maandag 08.30-12.00 13.15-15.15 Dinsdag 08.30-12.00 13.15-15.15 Woensdag 08.30-12.30 Donderdag Vrijdag
4.3.3 Groep 1/2 In groep 1/2 wordt spelen en leren gecombineerd volgens de principes van “Kleuterplein”. Bij “Kleuterplein” voeren de leerlingen activiteiten uit die voor hen uitdagend, herkenbaar en betekenisvol zijn. Het uitgangspunt is de cirkel van “Basisontwikkeling”.
uur uur uur uur uur
08.30-12.00 uur 13.15-15.15 uur 08.30-12.00 uur 13.15-15.15 uur* * groep 1 t/m 4 ’s middag vrij
5 minuten voor schooltijd is er een inloopmoment. In de pauze en tien minuten voor schooltijd is er toezicht op het schoolplein. De leerlingen mogen tijdens de inloop vrij naar binnen, met uitzondering van de dag(en) dat de groep naar gymles gaat of de dag dat de groepsleerkracht vóór schooltijd moet surveilleren.
De leerlingen werken op eigen niveau en de zone van naaste ontwikkeling (stapje verder dan het eigenlijke niveau). Op deze manier willen wij de leerlingen stimuleren in hun ontwikkeling. Wij besteden aandacht aan de volgende ontwikkelingsgebieden: Sociaal-emotionele ontwikkeling; Lichamelijke ontwikkeling (incl. schrijfdans); Lees- en schrijfactiviteiten (o.a. woordenschat, ontluikende geletterdheid); Kring- en gespreksactiviteiten; Reken- en wiskundeactiviteiten; Constructieve en beeldende activiteiten; Muzikale activiteiten; Spelactiviteiten; Onderzoeksactiviteiten (incl. techniek).
4.3.2 Groepsbezetting 1/2A
2B/3
4/5A
5B/6
7/8A 8B
Wilma Hesemans woe-do-vr Suzanne Vermeer ma-di Karin Vos ** ma-vr Liesbeth Huijbregts * di-woe-do Marion van Seeters ma-(woe)-vr Judith v.d. Bergh di-(woe)-do Sascha van Broekhoven*** ma-di-woe Danny Wolfs do-vr Rieneke Vinken ma-di-woe-do-vr Marinka Oostendorp * ma-di-do-vr Danny Wolfs
Bovenstaande gebieden worden in samenhang met projecten en thema’s aangeboden. De leerkracht stelt per project een ontwerpschema samen, waarin de leerkracht aangeeft welke activiteiten worden aangeboden. Daarnaast besteden wij aandacht aan het bevorderen van zelfstandigheid en samenwerkend leren tijdens de verschillende werkmomenten. Door middel van observaties tijdens werk- en spelmomenten worden
Bouwleider* Intern begeleider (op woe-do)** Daltoncoördinator***
12
vorderingen van de leerlingen bijgehouden en drie keer per schooljaar vult de leerkracht een observatieinstrument in om de vorderingen van het kind in beeld te krijgen. Ook wordt twee keer per schooljaar de Cito-toets voor kleuters afgenomen. Mocht de leerkracht zich zorgen maken over de ontwikkeling van uw kind, dan zal de leerkracht u daarover informeren. Met u wordt besproken welke stappen de school zal ondernemen. De leerlingen van groep 1/2 worden gescreend door de schoollogopedist en zij zullen opgeroepen worden bij de schoolarts. De weektaak in groep 1/2 Al in groep 1 beginnen wij met het aanbieden van een weektaak. De leerlingen in groep 1 starten na een aantal maanden onderwijs met het plannen van 1 taak in de week. In groep 2 worden dit 2 taken per week en breiden we het aantal taken uit naar 3 per week.
4.3.4 Groep 3 In groep 3 plannen de leerlingen tot en met december 3 taken per week op het planbord. In eerste instantie gaat dit om keuzetaken. Hiermee bedoelen we taken die leerlingen uitvoeren wanneer ze klaar zijn met hun basistaken. Dit kunnen taken zijn die aansluiten op Veilig Leren Lezen of rekenen. We zijn nog op zoek naar mogelijkheden om de tijd die leerlingen hiervoor krijgen uit te breiden. We merken dat een aantal leerlingen in groep 3 nog niet toekomt aan de keuzetaken.
In groep 1/2 worden de taken gepland op een bord. De leerkracht geeft aan welke taken de leerlingen uit moeten voeren en met hoeveel leerlingen deze taak gedaan mag worden. De taken kunnen bestaan uit ontwikkelingsmaterialen, knutselopdrachten, opdrachten vanuit de methode ‘Kleuterplein’. De leerkracht houdt er rekening mee of de taken zelfstandig of met weinig hulp uit te voeren zijn. De taken worden kort toegelicht door de leerkracht. De leerlingen plannen de activiteiten in door noppen in het bord te steken die overeenkomen met de kleuren van de dagen. Wanneer een leerling een taak heeft uitgevoerd, wordt dit gecontroleerd door de leerkracht. Wanneer de leerkracht akkoord is, mag de leerling een witte nop plaatsen achter de gekleurde nop op het planbord. Dit is een teken dat de taak volbracht is.
Wanneer de leerlingen bekend zijn met de methodes en hoe er gewerkt wordt in de werkboekjes, gebruiken we ook taken uit de methodes in de weektaken. In januari maken we de overstap naar een weektaak op papier. Gaandeweg het schooljaar wordt de weektaak op papier als volgt uitgebreid: 1. Weektaak met alleen de taken; 2. Weektaak met de taken + samen/alleen; 3. Weektaak met de taken + samen/alleen + instructietafel. Ook het aantal taken zal uitgebreid worden van 3 naar meer. We kijken kritisch naar welke taken we in de
13
weektaak zetten. We differentiëren in de hoeveelheid en het niveau van de taken. Bij de start van het werken met de weektaak op papier worden de taken alle op één dag uitgevoerd. Als de weektaak volledig opgebouwd is worden de taken verdeeld over meerdere dagen. Hoe verder de weektaak opgebouwd is, hoe meer gedifferentieerd wij kunnen werken met de weektaak.
niveaugroepen hebben verwerkt in de weektaak. Dit betekent dat er 3 groepen zijn: 1. Basisinstructiegroep: deze kinderen volgen de basisinstructie die nodig is om de verwerking in de weektaak daarna zelfstandig uit te kunnen voeren. 2. Verlengde instructiegroep: deze kinderen hebben naast de basisinstructie in de weektaak nog een verlengde instructie staan; deze duurt gemiddeld 30 min. tijdens het zelfstandig werken en dit gebeurt aan de instructietafel. Hiermee moeten ze rekening houden wanneer ze gaan plannen. Op dit tijdstip kunnen ze bijv. geen samenwerktaak plannen. 3. Verkorte instructiegroep (keuzeinstructie): voor deze kinderen staat de instructie (tussen haakjes) op de weektaak, maar zij zijn ervan op de hoogte dat ze zelf mogen bepalen of ze de instructie nodig hebben. Wanneer ze het zelfstandig kunnen maken, nemen ze geen deel aan de instructie en mogen ze het dus plannen wanneer zij willen.
De weektaak wordt in de loop van groep 3 dus steeds meer maatwerk. Het is hierbij van groot belang dat de leerkracht de kinderen goed observeert en de uitslagen van de verschillende toetsen analyseert en bijstelt waar nodig. Kinderen kunnen binnen een schooljaar dan ook (meerdere keren) wisselen van niveaugroep. 4.3.5 Groep 4 t/m 8 Wij bieden de kinderen van groep 4 t/m 8 de taken van de week aan op papier. Op de weektaak wordt per vakgebied het werk van de week aangegeven. Hierbij staan ook de instructiemomenten vermeld. We bekijken de opdrachten uit de methodes van de verschillende vakken heel kritisch, zodat we er zeker van zijn dat de opdracht geschikt is om zelfstandig uit te voeren. Blijkt dat dit niet het geval is, dan passen we de opdracht aan of vervangen we deze. Daarnaast bekijken we welke opdrachten instructie nodig hebben en wanneer die instructie gegeven wordt. Dit vermelden we op de weektaak.
Daar waar nodig maken we een beredeneerde afwijking op bovenstaande. De weektaak wordt dus meer maatwerk. Het is hierbij van groot belang dat de leerkracht de kinderen goed observeert en de uitslagen van de verschillende toetsen analyseert en bijstelt waar nodig. Kinderen kunnen binnen een schooljaar dan ook (meerdere keren) wisselen van niveaugroep. 4.3.6 Groep 8; de eindtoets Vanaf het schooljaar 2014-2015 moeten alle schoolverlaters in het reguliere basisonderwijs een eindtoets maken die hun taal- en rekenvaardigheid meet. In een toetswijzer is vastgelegd welke taalen rekeninhouden moeten worden getoetst. Daarnaast kan de toets facultatief ook andere kennis en vaardigheden in kaart brengen, bijvoorbeeld op het gebied van wereldoriëntatie.
Differentiatie in de weektaak De groepsplannen zijn we aan het verwerken in de weektaak. We zijn nu zover dat we voor rekenen en spelling de
14
Met het oog op het belang van een doorgaande leerlijn, staan vanaf schooljaar 2015-2016 de referentieniveaus taal en rekenen centraal in de eindtoets. De eindtoets meet in hoeverre leerlingen de referentieniveaus beheersen, in ieder geval op het gebied van de leesvaardigheid, taalverzorging en de algemene rekenvaardigheid (eventueel onderscheiden naar de domeinen getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden). De eindtoets kan ook andere domeinen van het referentieniveau taal toetsen, bijvoorbeeld de schrijfvaardigheid.
zijn niet bepalend voor de toelating. In de regio kunnen afspraken worden gemaakt over de gegevens die bij het schooladvies worden betrokken. Het schooladvies omvat niet meer dan twee leerwegen of schoolsoorten. Basisscholen mogen dus alleen nog een enkel (bijvoorbeeld havo) of dubbel (bijvoorbeeld vmbo-tl/havo) advies geven. Bredere adviezen (vmbo/havo/vwo) zijn niet meer toegestaan. Dit geldt ook voor het toetsadvies (het advies dat voortkomt uit de score op de eindtoets). Valt het toetsadvies hoger uit dan het schooladvies, dan heroverweegt de basisschool het schooladvies altijd. In overleg met de leerling en zijn ouders kan de school het advies dan naar boven bijstellen, maar dat is niet verplicht. Het is wenselijk dat de vo-school (waar de leerling is aangemeld) bij de heroverweging wordt betrokken.
Alle schoolverlaters in het reguliere basisonderwijs maken een eindtoets, ook leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften. Voor deze leerlingen kan de school de omstandigheden aanpassen (rustige plek, korte onderbrekingen, extra tijd). Bovendien stellen de toetsaanbieders aangepaste versies ter beschikking, zoals een gesproken versie voor leerlingen met dyslexie en een versie in grote letters of in braille voor leerlingen met een visuele beperking.
Ligt het toetsadvies onder het niveau van het geadviseerde schooltype, dan wordt het schooladvies niet aangepast. Deze leerlingen krijgen in het voortgezet onderwijs de kans om te laten zien dat ze het geadviseerde onderwijstype aankunnen.
Scholen bepalen zelf welke eindtoets zij gebruiken, mits de toets is toegelaten door de minister. De school kiest voor één toetsaanbieder, zodat alle leerlingen (op alle locaties van de school) dezelfde toets maken. Scholen die onder hetzelfde bestuur vallen, hoeven niet allemaal voor dezelfde toets te kiezen.
Meer weten? http://www.nieuweregelgevingovergang po-vo.nl/
4.3.7 Actief Burgerschap
Vanaf het schooljaar 2014-2015 krijgt het schooladvies van de basisschool meer gewicht; het is leidend voor de toelating in het voortgezet onderwijs. De score op de eindtoets is aanvullend en fungeert bij de toelating als onafhankelijk tweede gegeven. De toelating tot het voortgezet onderwijs is dus niet afhankelijk van het resultaat op de eindtoets. Bovendien mogen voscholen bij de toelating, naast de eindtoets, geen andere gegevens als tweede gegeven gebruiken of eisen (IQtest, resultaat Entreetoets of andere onderzoeksgegevens). Ze kunnen wel andere gegevens opvragen, maar deze
In de afgelopen decennia is onze samenleving pluriformer geworden. De overheid heeft de scholen vanaf 1 februari 2006 verplicht in hun onderwijs actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen.
15
Het gaat daarbij om de volgende basiswaarden: Vrijheid van meningsuiting; Verdraagzaamheid; Afwijzen van discriminatie; Democratische houding.
Ook in de lessen godsdienst / levensbeschouwing wordt aandacht geschonken aan burgerschap. Op elke school is een notitie Burgerschapsvorming aanwezig.
Specifieke doelen: Leerlingen hebben kennis van verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten. Leerlingen dragen zorg voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. -
-
-
-
-
4.3.8 Brede school Wat is de visie van Brede School gemeente Gilze en Rijen? Een bijdrage leveren aan het optimaliseren van de randvoorwaarden waarbinnen kinderen van 0-12 jaar hun sociaal-emotionele, motorische, culturele en cognitieve vaardigheden ontwikkelen en ontplooien, door samenwerking te bevorderen tussen organisaties op het gebied van onderwijs, welzijn, kinderopvang, cultuur, sport en zorg.
Leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. Leerlingen kennen de hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger. Leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaardbare waarden en normen. Leerlingen leren de hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse samenleving een rol spelen. Leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.
Belangrijk is dat het kind vooral baat moet hebben bij de brede school. Het werken aan het vergroten van ontwikkelingskansen van kinderen betekent dat de brede school werkt aan deze visie: • Het welbevinden van kinderen; • Het brede leren van kinderen; • De verbondenheid van kinderen met elkaar en met de omgeving.
Stichtingsbeleid Bij de scholen van Stichting Nuwelijn is ieder kind welkom en wordt als zodanig gerespecteerd. Vanuit de katholieke traditie op basis van christelijke waarden en normen dragen wij dit over op onze leerlingen. Kinderen met verschillende achtergronden en mogelijkheden ontmoeten, leren van en met elkaar.
Welbevinden Onder welbevinden verstaan we dat kinderen zich ‘goed voelen’. Dit hangt samen met een sterk zelfbewustzijn, een gevoel van veiligheid en een zorgzame omgeving. Ouderbetrokkenheid is een belangrijke voorwaarde voor het welbevinden van kinderen. Activiteiten die bijdragen aan dit doel, bevorderen: • De autonomie van het kind; • Het gevoel van gezien worden; • De basale rust en veiligheid; • Zorg voor lichaam en geest, zoals gezonde voeding en voldoende slaap en het gevoel van emotioneel vrij zijn.
Burgerschapsvorming is op onze scholen dan ook geen apart vak, maar een vanzelfsprekend onderdeel van verschillende vak- en vormingsgebieden, zoals: Nederlandse taal, wereld oriëntatie (biologie, aardrijkskunde, geschiedenis, staatsinrichting, verkeer) lichamelijke, muzikale en sociale vorming. Verder werken we aan burgerschapsvorming door leerlingen te leren samenwerken, om te gaan met vrijheid (in gebondenheid) en het nemen en dragen van verantwoordelijkheid.
Brede leren Onder het brede leren verstaan we dat kinderen zich kunnen ontplooien, gekoppeld aan het binnenschoolse aanbod. Juist voor kinderen die geen gebruik (kunnen) maken van de
16
reguliere vrijetijdsbesteding, is het belangrijk dat zij de mogelijkheden krijgen om hun talenten te kunnen ontwikkelen, bijvoorbeeld op het gebied van sport, cultuur en techniek. De activiteiten vanuit het brede leren dragen bij aan:
school heeft en welke activiteiten er na schooltijd zijn. Ook staan deze vermeld op de website van de school. Voor verdere vragen kunt u terecht bij: Beppie Smit Brede School coördinator Gemeente Gilze Rijen coö
[email protected]
• Het ontdekken van nieuwe talenten; • Betere leeropbrengsten; • Het versterken van sociale competenties; • Een vergrote blik op mogelijkheden; • Het aanboren van meerdere intelligenties. Verbondenheid Verbondenheid met elkaar en met de omgeving betekent dat kinderen relaties met anderen, leeftijdgenoten en volwassenen, kunnen aangaan. Een kind dat zich verbonden voelt, voelt zich onderdeel van de maatschappij. Hij/zij voelt zich thuis (veilig) in de omgeving waar hij opgroeit. Integratie tussen verschillende culturen en groepen zijn essentieel voor het zich onderdeel voelen van de maatschappij. Kinderen die zich verbonden voelen: • gaan graag naar school; • gaan makkelijk contacten aan in hun omgeving (straat, buurt); • hebben vriendjes en vriendinnetjes; • hebben zorg voor hun buurt.
4.3.9 Sport’sCool
Wat betekent dit voor onze school? Onze school ontplooit zich als brede school. Dit uit zich vooral in een activiteitenaanbod na schooltijd, samenwerking tussen kinderopvang en peuterspeelzaal, verenigingen, zorg en welzijn. Onze school heeft een bredeschoolprofiel gekozen dat bij ons past met daaronder verschillende pijlers die de aandacht hebben. Onze school onderschrijft het profiel “Verrijking” en dit komt terug in naschoolse activiteiten gericht op sport, cultuur en kunst. De laatste twee pijlers zijn in ontwikkeling. Een ander voorbeeld is het profiel Wijk en Buurt, waarin de nadruk wordt gelegd op de verbinding met de wijk of buurt waarin de school staat. Op de website www.bredeschooltilburg.nl onder het kopje ‘Brede School Gilze Rijen’ kunt u zien welk profiel onze
De kinderen van de Burgemeester Van Mierloschool kunnen zich voor vier verschillende groepen inschrijven. Het aanbod is wisselend en verandert twee keer per schooljaar. De inschrijving verloopt via de website www.sport-scool.nl. De school geeft tijdig aan wanneer inschrijving mogelijk is en wat het aanbod is voor de komende periode. Wat maakt Sport’sCool zo bijzonder: - Minstens twee sporten Sport’sCool biedt ook deze periode de
17
opzet dat de leerlingen van elke groep tenminste twee verschillende sporten kunnen beoefenen. Alle groepen sporten van 15.30 uur tot 16.30 uur. - Ervaren sporttrainers Alle trainingen staan onder leiding van ervaren sporttrainers, die ook gymlessen in onze gemeente geven. Stagiaires en vrijwilligers helpen mee. - Meedoen is goedkoop Meedoen kost € 25,-. Als je voor de eerste keer met Sport’sCool meedoet, krijg je er zelfs een gratis t-shirt bij! Meer weten? Wil je meer weten over Sport’sCool op de Burgemeester Van Mierlo-school? Bel dan met meneer Fred (0161-223075) of mail naar
[email protected].
gekeken. Daarnaast worden alle leerlingen twee keer per jaar getoetst volgens landelijk genormeerde Citotoetsen. Deze methode-onafhankelijke toetsen worden afgenomen in januari en juni. De resultaten worden per leerling en per groep besproken met de intern begeleider en de resultaten schoolbreed in het managementteam. Vanaf groep 3 worden er ook vanuit de diverse methodes regelmatig toetsen afgenomen. Door de resultaten van de opeenvolgende toetsen die door leerlingen zijn gemaakt te vergelijken, kunnen conclusies getrokken worden over de vorderingen op individueel, groeps- en schoolniveau en kan passende actie worden ondernomen. Deze gegevens worden bewaard in het leerlingvolgsysteem. Daarnaast worden de (sociale) contacten tussen kinderen van groep 3 t/m 8 enkele malen per jaar in kaart gebracht. Opvallende zaken in bovengenoemde toetsen en overzichten worden met de ouders besproken.
Hoofdstuk 5 De zorg voor kinderen Ons zorgbeleid is erop gericht om zo veel mogelijk tegemoet te komen aan de verschillen tussen kinderen. We willen immers de schoolloopbaan van elke leerling zo gestroomlijnd mogelijk laten verlopen. Dit hebben we binnen onze school op verschillende manieren vormgegeven, zoals door een goed zorgsysteem, een positief pedagogisch klimaat, zelfstandig werken binnen de groepen en een passend leerstofaanbod.
Wanneer een ontwikkeling niet naar wens verloopt, zal eerst geprobeerd worden om hier in de groep iets aan te doen, door bijvoorbeeld het geven van extra aandacht of een apart programma. De leerkracht bespreekt de problemen met de ouder(s), eventueel met direct betrokken collega’s en/of met de intern begeleider van de school. Kinderen met specifieke behoeften Wanneer blijkt dat een leerling specifieke (leer-)behoeften heeft, volgen wij de volgende procedure. De groepsleerkracht treedt in overleg met de ouders en met de intern begeleider. Er kan aanvullend onderzoek gedaan worden, waarna er een handelingsplan opgesteld en uitgevoerd kan worden. Bij leerproblemen komt het voor dat de groepsleerkracht hulp krijgt van de remedial teacher of een andere leerkracht. Maar ook voor kinderen die de leerstof juist vlot doorlopen, zijn er mogelijkheden voor extra uitdaging. Er wordt dan gekeken wat het beste bij dit kind past. Na een bepaalde tijd wordt er geëvalueerd en gekeken of er verbetering is opgetreden. Hierna wordt verder handelen bepaald.
In principe zijn ook kinderen met een handicap van harte welkom op onze school. Wij vinden namelijk dat elk kind in beginsel de mogelijkheid moet hebben om samen met vriendjes en vriendinnetjes uit de eigen leefomgeving naar school te kunnen gaan. Voor meer informatie hierover kunt u contact opnemen met de directeur. We gaan ervan uit dat de kinderen aan het einde van de schooltijd de kerndoelen beheersen en dit heeft natuurlijk gevolgen voor de leerdoelen per jaar. Door middel van een observatie- en registratiesysteem in de kleutergroepen wordt er regelmatig naar de voortgang in de ontwikkeling van de kinderen
18
Soms is er een probleem dat niet door de school alleen kan worden opgelost. Bij het vinden van oplossingen kan zij dan terzijde worden gestaan door de adviseur leerlingenzorg van Edux Onderwijspartners, de GGD, het Netwerk Jeugdhulpverlening, het sociaal team of andere externe instanties. De school probeert de leerling zo goed mogelijk te begeleiden gedurende de schoolloopbaan. Dit wil zeggen dat we zo veel mogelijk zorg op maat aan elke leerling geven, zodat deze op de reguliere basisschool kan blijven. Toch zijn er situaties waarbij de leerling niet zo goed op zijn plaats is in de groep. Wij moeten dan samen met de ouders van de leerling en veelal in overleg met één van bovengenoemde instanties zoeken naar een betere oplossing voor het kind. Mogelijkheden hierbij zijn: het kind een jaar extra geven in dezelfde groep, een groep overslaan, een eigen leerlijn, he vaststellen van een (leer)stoornis of verwijzen naar een speciale school voor basisonderwijs. Er zijn protocollen opgesteld om de diverse stappen, die gezet moeten worden om bovenstaande opties te realiseren, te beschrijven. Deze protocollen zijn op school te verkrijgen bij de directeur of de intern begeleider. Als wij niet (langer) de zorg kunnen bieden die een kind nodig heeft, kan er uiteindelijk gekozen worden voor de mogelijkheid een andere basisschool te zoeken die dit wel kan. In voorkomende gevallen wordt de procedure BAO-BAO dan opgestart. Deze is op school in te zien.
Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Iedere basisschool heeft een ondersteuningsprofiel opgesteld, waarin de school beschrijft welke ondersteuning zij kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. De medezeggenschapsraad heeft adviesrecht op het vaststellen van het schoolondersteuningsprofiel. Aan de hand van dit SOP maakt de school ook duidelijk of de school zich wil specialiseren in een bepaald type ondersteuning of in principe een school wil zijn voor alle leerlingen als het passend onderwijsaanbod kan worden gerealiseerd. Naast de gezamenlijke elementen van de ondersteuningsstructuur zoals vastgelegd in het document basisondersteuning heeft iedere school de beschikking over schooleigen elementen, die mede het ondersteuningsprofiel van de school bepalen. Belangrijke elementen zijn onder andere de in het team aanwezige expertise en de samenwerking met andere scholen en ketenpartners. Preventieve programma's van de ketenpartners vanuit welzijn en jeugdhulp gericht op opgroei- en opvoedproblemen kunnen eveneens deel uit maken van het schoolondersteuningsprofiel.
Hier is bovenstaande schematisch weergegeven:
19
Conform het document basisondersteuning kunnen de aangesloten scholen afspraken maken met: voorschoolse voorzieningen indien nodig met jeugdzorginstellingen indien nodig met Schoolmaatschappelijk Werk het Voortgezet Onderwijs scholen van cluster 3 en 4 binnen het samenwerkingsverband instellingen van cluster 1 en 2 (beiden binnen de regio gevestigd) de sbo-scholen binnen het samenwerkingsverband overige partners
uw kind nodig heeft en of de school die ondersteuning zelf kan realiseren, eventueel met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband. Als de school de ondersteuning niet zelf kan bieden en aangeeft dat uw kind het beste naar een andere school kan gaan, moet de school, na overleg met u, zorgen dat er een andere school gevonden wordt die wel een passend aanbod kan doen en uw kind kan toelaten. Dit kan een andere basisschool zijn, maar ook een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Goed overleg met de ouders is in deze situatie uiteraard belangrijk. Nieuwe visie op ondersteuning Tot nu toe zijn we in Nederland gewend aan een proces van verwijzing en toewijzing dat is gebaseerd op de vraag wat er met het kind aan de hand is. Op basis van handelingsverlegenheid van de school en kindkenmerken zijn tot nu toe besluiten genomen over verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs of de toekenning van een rugzakbekostiging als de leerling ondanks indicatie op de basisschool blijft. Na 1 augustus 2014 kijken we niet meer naar wat er met het kind aan de hand is, maar proberen we de vraag te beantwoorden welke extra onderwijsbehoefte de leerling heeft en welke extra ondersteuning dan geregeld moet worden. De handelingsverlegenheid van de school is dan niet langer een criterium voor indicatie, maar meer een signaal dat de leerling een beter passend onderwijsaanbod nodig heeft.
Het schoolondersteuningsprofiel speelt een rol in het toelatingsbeleid van de school en is voor ouders een informatiebron die geraadpleegd kan worden als zij op zoek zijn naar een school voor hun kind. Indien de schoolgids u onvoldoende informatie verschaft over een mogelijk passend onderwijs-aanbod voor uw kind kunt u de volgende acties ondernemen: Raadpleeg het schoolondersteuningsprofiel op de schoolsite en ga na of het profiel past bij wat voor uw kind belangrijk is. Plan een afspraak met school en leg uw vragen die u heeft voor. Graag informeert school u over de aanwezige kennis met betrekking tot de onderwijsvraag van uw kind, de beschikbare voorzieningen, de leerlingenpopulatie en alle andere zaken die voor u belangrijk zijn. Raadpleeg de website van de inspectie voor het primair onderwijs voor rapportage van de school op basis van het toetsingskader van de inspectie.
Positie van de ouders De invoering van de Wet Passend Onderwijs leidt tot een andere positionering van de ouders in trajecten van toeleiding, verwijzing en extra ondersteuning. Indien uw kind meer ondersteuning nodig heeft dan de basisondersteuning van de school moet de school op basis van de zorgplicht in actie komen. Dit betekent dat de school de verantwoordelijkheid heeft te onderzoeken welke onderwijsbehoeften de leerling heeft en op welke manier daarop een passend antwoord kan worden gegeven. Uiteraard betrekt
Zorgplicht Schoolbesturen hebben vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Dit betekent dat de scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling, die bij de school staat ingeschreven of is aangemeld en die extra ondersteuning nodig heeft, een passend onderwijsaanbod krijgt. Dit houdt in dat na aanmelding de school eerst zorgvuldig gaat onderzoeken wat
20
school van meet af aan de ouders in dit traject. School is in dit traject leidend en zorgt er voor dat onderzoek plaatsvindt. Het onderzoek kan leiden tot verschillende uitkomsten, te weten:
genomen over de best passende voorziening na afloop van die beschikking. Vanaf oktober 2014 is de Commissie voor Toelaatbaarheidsverklaringen ( CTLV) ingericht. Deze commissie heeft de wettelijke taak om Toelaatbaarheidsverklaringen af te geven voor leerlingen die in aanmerking komen voor plaatsing op een school voor speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs. Wat betreft het speciaal onderwijs gaat het alleen over plaatsing op scholen voor zeer moeilijk lerende leerlingen, langdurig zieke, lichamelijk gehandicapte en meervoudig gehandicapte leerlingen en leerlingen met gedragsproblemen of psychiatrische stoornissen. Naast deze wettelijke taak is CTLV ook belast met de afgifte van arrangementsverklaringen in de zware ondersteuning. Deze leerlingen kregen in het verleden een LGF-rugzakje. Aanvragen van een toelaatbaarheids- of een arrangementsverklaring worden onderbouwd aan de hand van het groeidocument. Nadat het arrangement is bepaald kan het zijn dat de leerling een grotere onderwijsbehoefte heeft dan nu vanuit de huidige rugzak kan worden gerealiseerd, maar het kan ook zijn dat deze behoefte kleiner is dan de huidig beschikbare middelen.
De leerling blijft op school met extra ondersteuning, een arrangement; (zie ook Ontwikkelingsperspectief) De leerling gaat naar een andere basisschool; De leerling wordt aangemeld bij de commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen voor plaatsing op school voor speciaal basisonderwijs; De leerling wordt aangemeld bij de bij de commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen voor plaatsing op school voor speciaal onderwijs; De leerling wordt aangemeld bij de commissie voor onderzoek voor toelaatbaarheid tot speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende en dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen, dan wel voor een arrangement voor de leerling in de basisschool. Na 1 augustus 2014 bestaan de Permanente Commissie Leerlingenzorg (voor verwijzing naar het speciaal basisonderwijs) en de Commissies voor Indicatiestelling (voor verwijzing naar speciaal onderwijs) niet meer. Binnen het nieuwe samenwerkingsverband worden deze commissies samengevoegd tot één commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen. Indien uw kind in aanmerking komt voor plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs, raadpleeg de intern begeleider van de school omtrent protocol en procedure.
De verantwoordelijkheid voor de toekenning van arrangementen in de lichte ondersteuning ligt bij het afzonderlijke schoolbestuur. Iedere sub-regio heeft zijn eigen CTLV met zijn eigen vertegenwoordigers namens het speciaal basisonderwijs en het reguliere basisonderwijs. In alle commissie zijn de onafhankelijk voorzitter en de deskundige van de CTLV dezelfde personen. Door deze constructie is er enerzijds eenheid van beleid en anderzijds de mogelijkheid om rekening te houden met lokale verschillen.
Geldigheid huidige beschikkingen Leerlingen die op basis van een beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg of een Commissie voor Indicatiestelling in het speciaal (basis)onderwijs verblijven mogen daar het onderwijs genieten voor in ieder geval de duur van de beschikking. Voor leerlingen waarvoor een tijdelijke beschikking is afgegeven zal tijdig een besluit moeten worden
In maart 2015 is door de commissie een ouderbrochure uitgebracht die kan worden gedownload van de genoemde website.
21
Ontwikkelings Perspectief Plan (OPP) Voor elke leerling in het regulier onderwijs met een ondersteuningsbehoefte die de basisondersteuning overstijgt, dient een Ontwikkelings Perspectief Plan opgesteld te worden. In dit plan staat beschreven welke doelen voor deze specifieke leerlingen worden nagestreefd en hoe de extra ondersteuning wordt vormgegeven. Dit heet dan een arrangement. Deze arrangementen kunnen licht en kortdurend van aard zijn, of zwaar en langdurig. De arrangementen worden door de school gerealiseerd, al dan niet met behulp van middelen, menskracht of expertise van buiten de school. Het is maatwerk.
In het OPP voor een leerling in het regulier onderwijs zijn in ieder geval opgenomen: • de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijsleerproces; • het te verwachten uitstroomniveau van de leerling en een onderbouwing daarvan; • de afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma en de te bieden begeleiding en ondersteuning. Het OPP zoals gehanteerd door de aangesloten scholen maakt integraal deel uit van het groeidocument. Heeft u vragen of wilt u hieromtrent meer informatie, maak een afspraak met Karin Vos, intern begeleider op onze school. Tot slot De transitie naar de nieuwe Wet Passend Onderwijs is nog niet afgerond. De regering zal ook komend schooljaar nog aanpassingen en aanvullingen op de huidige wet bekend maken en de schoolbesturen moeten ten aanzien van verschillende thema’s nog verder beleid ontwikkelen. Al deze ontwikkelingen worden op termijn opgenomen in de schoolgids. Echter beleidsontwikkeling zal sneller gaan dan bijstelling schoolgids, vandaar dat school u graag wijst op belangrijke informatiebronnen, te weten: • Passend Onderwijs Informatiegids voor ouders ( uitgave Steunpunt Passend Onderwijs) • www.steunpuntpassendonderwijs.nl • www.passendonderwijs.nl • www.medezeggenschappassendonderwijs.nl • www.mensenrechten.nl • www.onderwijsconsulenten.nl • www.onderwijsgeschillen.nl • www.rsvbreda.nl ( website van het eigen samenwerkingsverband)
Vijf aspecten van een compleet arrangement. * de aanwezige deskundigheid binnen het team van leerkrachten; * de aandacht en tijd die het team kan vrijmaken voor een leerling; |* de protocollen, aanpakken en methodieken en materialen die de school heeft; * de mogelijkheden van het schoolgebouw; * de samenwerkingsrelaties met onderwijs- en ketenpartners. Voor meer informatie verwijzen we graag naar de website van het Regionaal SamenwerkingsVerband Breda eo(RSV Optimale Onderwijs Kans) : www.rsvbreda.nl De verplichting om een OPP op te stellen bestond al voor alle leerlingen in het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs, maar is onder het stelsel passend onderwijs ook van toepassing op leerlingen die extra ondersteuning ontvangen in de reguliere basisschool.
Zorg Advies Team Binnen de school bestaat een Zorg Advies Team (ZAT). In het ZAT zitten verschillende disciplines: de intern begeleider van de school, de schoolmaatschappelijk werker, de jeugdverpleegkundige, de groepsleerkracht(en) en de adviseur leerlingzorg van Edux, de directeur (op
De school stelt in geval van extra ondersteuning een Ontwikkelings Perspectief Plan (OPP) op en legt dit voor aan de ouders. School en ouders voeren op overeenstemmingsgericht overleg (OOGO-o) over het handelingsgerichte deel van het plan.
22
afroep) en eventueel andere deskundigen. In het ZAT worden zorgleerlingen en onderwijsbelemmeringen besproken waarbij de school extra ondersteuning behoeft en/of handelingsverlegen is. Met ingang van 01-08-2015 worden ook ouders uitgenodigd om bij deze ZATvergadering mee te praten en te denken over hoe het onderwijs aan hun kind vormgegeven kan worden. Het ZAT wordt voorgezeten door de intern begeleider van de school.
ervoor te zorgen dat de kind de begeleiding en/of opvoeding krijgt die bij de problematiek en/of het karakter van het kind past. Vanaf augustus 2014 kunnen alle scholen die behoren tot de stichting Nuwelijn een beroep doen op Marjolein Verhees – van Cronenburg; orthopedagoog (NVO 15368) Wij kunnen haar inschakelen om als onafhankelijk persoon naar het gedrag en/of de ontwikkeling van uw kind te komen kijken. Omdat de kosten door de school worden gedragen, kan de aanmelding voor een onderzoek, consultatie of observatie alleen door de school (in persoon de IB) worden gedaan. Dit gaat natuurlijk altijd na goed overleg met u als ouder en nooit zonder uw toestemming.
Externe contacten leerlingenzorg Hieronder vindt u een aantal externe instanties die ons als school kunnen helpen of adviseren in de zorg voor onze leerlingen. Edux Onderwijspartners Dit is onze schoolbegeleidingsdienst. Hier komt onder andere onze adviseur leerlingenzorg vandaan, die bijvoorbeeld deelneemt aan het zorgteam en consultaties met leerkrachten verzorgt.
Netwerk Jeugdhulpverlening In onze gemeente is een Jeugdnetwerk actief. Dit is een groep beroepskrachten die met kinderen te maken heeft. Als het niet goed gaat met een kind, bestaat de mogelijkheid om het kind te bespreken in het netwerk waarna de groepsleden kunnen meedenken over een oplossing. Centraal staat de vraag “Hoe zou het beter kunnen gaan met deze kinderen?” Als school nemen wij deel aan het Jeugdnetwerk 12-. N.B. Dit netwerk zal in de nabije toekomst verdwijnen.
Orthopedagoog in dienst bij Stichting Nuwelijn Wat doet een orthopedagoog? Wanneer er vragen zijn omtrent het gedrag of de ontwikkeling van een kind kan het zinvol zijn om bij een kind een observatie of een onderzoek te laten uitvoeren. Hierbij kan een orthopedagoog ingeschakeld worden. Een orthopedagoog is een opvoedkundige die zich bezig houdt met het begeleiden van kinderen in probleemsituaties en met het geven van didactisch en/of opvoedkundig advies aan ouders en leerkrachten. Een orthopedagoog is bevoegd om een (psychodiagnostisch) onderzoek uit te voeren om de oorzaak van de problemen, zoals leerproblemen of gedragsproblemen, op wetenschappelijk verantwoorde wijze in kaart te brengen. Op basis van de observatiegegevens en/of onderzoeksresultaten verzorgt de orthopedagoog interne begeleidingsadviezen welke de situatie van het kind kunnen verbeteren of wordt een advies uitgebracht voor externe begeleiding. Hierin worden zowel het kind, de ouders als de leerkracht betrokken. Doormiddel van deze adviezen probeert de orthopedagoog
Sociaal Team Samen met professionals, maatschappelijke organisaties en vrijwilligers organiseert gemeente Gilze en Rijen vanaf 2015 de begeleiding en ondersteuning van de inwoners in de vorm van een Sociaal Team. De werkzaamheden zijn gericht op het versterken van de eigen kracht en het vergroten van de zelfredzaamheid van de inwoner en het eigen sociaal netwerk. Indien nodig leiden ze inwoners snel toe naar effectieve en efficiënte ondersteuning die gericht is op activeren in plaats van compenseren. Ook de aanvraag voor een dyslexieverklaring loopt via het Sociaal Team. De procedure hiervoor kunt u opvragen bij onze intern begeleider. Voor vragen over het Sociaal Team kunt
23
u contact opnemen met de coordinator Yvonnen Zonnenberg (
[email protected]) Zorg voor Jeugd Als basisschool zijn wij aangesloten bij het signaleringssysteem “Zorg voor Jeugd”. “Zorg voor Jeugd” is bedoeld om problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot 23 jaar in een vroegtijdig stadium te signaleren en vervolgens de coördinatie van zorg te organiseren. Een signaal wordt alleen afgegeven door de IB-er of de directeur van onze school nadat zij de ouders/verzorgers hierover hebben geïnformeerd. Bij het afgeven van informatie wordt geen inhoudelijke informatie geregistreerd. In het systeem komt alleen te staan dat er zorgen zijn over een jeugdige. Als er twee of meer signalen in het systeem staan over dezelfde jeugdige, dan wordt automatisch een ketencoördinator aangewezen. Deze ketencoördinator is een professional van een hulpverleningsorganisatie. Hij/zij inventariseert wat er aan de hand is met de jeugdige en of het nodig is in overleg met de betrokken partijen een hulpverleningsplan op te stellen. Op deze manier moeten risico’ s met kinderen en jongeren worden voorkomen en kan in het belang van de jeugdige en zijn ouders/verzorgers hulp beter op elkaar worden afgestemd. Het signaleringssysteem “Zorg voor Jeugd” is beschikbaar gesteld door de gemeente. De gemeente heeft vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) namelijk de taak om problemen bij jeugdigen te signaleren en coördinatie van zorg te organiseren. Op www.zorgvoorjeugd.nu vindt u meer informatie over “Zorg voor jeugd”.
-
-
-
AMK Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) is de centrale instantie voor het vragen van advies over of het melden van kindermishandeling. Hier kunnen wij als basisschool ook terecht. Elke provincie en grootstedelijke regio heeft haar eigen Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Meer informatie vindt u op www.amk-nederland.nl
24
GGD De afdeling JGZ (Jeugdgezondheidszorg) van de GGD Hart voor Brabant zet zich in voor de bescherming en bevordering van de gezondheid van de jeugd van 4 t/m 19 jaar. Als school kunnen wij contact opnemen met de GGD als er zorgen zijn omtrent de gezondheid of de spraaktaalontwikkeling van een kind. Er vinden daarnaast verschillende periodieke onderzoeken plaats: Bij 5 jaar screent de logopedist de door ouders en school ingevulde vragenlijsten en als er bijzonderheden zijn onderzoekt de logopedist het kind verder. Bij 5/6 jaar wordt het kind door de jeugdarts en de teamassistente onderzocht, met de focus op ogen, oren, lichamelijke ontwikkeling, houding, motoriek, lengte/gewicht, spraak en de psychosociale ontwikkeling (een flimpje hierover vindt u op www.ggdhvb.nl). Bij 10/11 jaar wordt het kind onderzocht door de teamassistente met de focus op ogen, lengte/gewicht en een onderzoekje naar kleurenblindheid.
Hoofdstuk 6 Wettelijke zaken van de school (in alfabetische volgorde)
weektaak en het samenwerken (reflecteren). De leerkrachten zijn in staat om responsieve instructie toe te passen. Deze wordt waar nodig toegepast.
6.1 Communicatie 6.1.1. Communicatie met ouders Ouders worden geïnformeerd omtrent de ontwikkelingen uit het plan van aanpak rondom resultaatgericht en opbrengstgericht werken op KBS Burgemeester Van Mierlo. Ook wordt hen gevraagd mee te denken met de school m.b.t. de aanpak en mede te bekijken waar verbeterpunten en kansen liggen. Ouders denken mee met school via de MR, OR, contactouders, werkgroepen en op afroep via het opgerichte ouderpanel. In de vierjaarlijkse oudertevredenheidpeiling van “Scholen met succes” kunnen ouders aangeven hoe zij over het onderwijs van KBS Burgemeester Van Mierlo denken en zo ook mogelijke nieuwe verbeterpunten en sterke punten voor de school aangeven. In januari/februari 2014 is er een oudertevredenheidpeiling afgenomen. In 2018 wordt er opnieuw een tevredenheidpeiling afgenomen. Naar aanleiding van de oudertevredenheidpeiling komen ook verbeterpunten en sterke punten naar voren die omgezet moeten worden in een jaarplan/schoolplan. Het managementteam, de medezeggenschapsraad en ouderpanel/pr-werkgroep evalueren wat beter gaat of beter moet en wat geborgd moet worden. 6.1.2 Communicatie met kinderen Kinderen worden meer betrokken bij het onderwijs; zij worden steeds meer gehoord in ons onderwijssysteem. De kinderen worden betrokken bij de dagelijkse onderwijssituatie door middel van de weektaak. De leerkracht plant de leerstof en verwerkingsstof. De leerlingen kunnen zelf de verwerkingsopdrachten plannen. Ook kunnen zij bepalen of zij gebruikmaken van de stilteruimte. Aan het eind van de opdracht geven de kinderen een beoordeling. Wekelijks evalueert de leerkracht het werken in de klas - met name de
6.1.2.1 Schoolkrantredactie De schoolkrant komt tot stand samen met leerlingen van groep 5 t/m 8. 6.1.2.2 Leerlingenraad De school heeft een leerlingenraad met kinderen uit groep 5 t/m 8. Deze komt 4 x per schooljaar bij elkaar met de directeur. Hierin worden de leerlingen betrokken bij schoolzaken. Zij kunnen ook met suggesties komen.
-
25
6.2 Nieuwsbrief en informatie over de school: De school informeert de ouder(s) en verzorger(s) op de volgende wijze: Deze schoolgids. De kalender, waarin ook extra informatie staat over de school. De nieuwsbrief van de school, in principe maandelijks. Het rapport van de kinderen. De ouderavonden, waaronder ook 10-minutengesprekken. De website van de school: www.bvmierlo.nl. Facebook: KBS Burgemeester Van Mierlo.
6.3 Klachten en klachtenprocedure: Het kan helaas voorkomen, dat u klachten heeft. Wij staan hier altijd voor open en willen daar zorgvuldig mee omgaan. Er kunnen klachten zijn over: De schoolorganisatie; De begeleiding/beoordeling van leerlingen; Sancties; Machtsmisbruik.
De interne vertrouwenspersoon van onze school is Judith v.d. Bergh-Klaassen. 6.4 Kwaliteitsonderzoek Natuurlijk vinden wij de kwaliteit van het onderwijs uitermate belangrijk. Wij stellen ons regelmatig de vraag of ons onderwijs beter kan. Om een goed beeld van de kwaliteit van de school te krijgen, hechten wij veel waarde aan het oordeel van de directe gebruikers, te weten: de ouder(s), de leerlingen (groep 5 t/m 8) en het personeel. Op initiatief van het bestuur vindt een tevredenheidspeiling plaats. Daarnaast gebruiken wij het instrument “Integraal” om de onderwijsprocessen en de afspraken tegen het licht te houden. Ook de Onderwijsinspectie rapporteert over haar bevindingen aan het bestuur en de school. Ten slotte wordt de school eens in de vijf jaar gevisiteerd door de Nederlandse Dalton Vereniging (NDV). Zij bekijken of wij de naam Dalton mogen blijven gebruiken (de eerste visitatie heeft plaatsgevonden op 15-1-2015).
Onze school heeft voor klachten een stappenplan. Stap 1: Wij gaan ervan uit dat u een klacht in eerste instantie met de direct betrokkene(n) bespreekt. Stap 2: Komt u er met de direct betrokkene(n) niet uit, dan kunt u uiteraard te allen tijde terecht bij de directeur van de school. Stap 3: Is de klacht voor uw gevoel nog niet opgelost, dan kunt u altijd terecht bij “Stichting Nuwelijn”. Bij een officiële klacht zetten zij dan stap 4 in werking. Stap 4: De klacht wordt behandeld door de interne klachtencommissie. Hierin hebben een College van Bestuur, ouder(s) en directeur zitting. Stap 5: Bij ernstige klachten, zoals bijvoorbeeld machtsmisbruik, kan de externe klachtencommissie ingeschakeld worden. De school is hiervoor aangesloten bij Stichting KOMM. Deze commissie bestaat uit 3 leden die deskundig zijn op het gebied van onderwijs, machtsmisbruik en recht. De voorzitter is een jurist, de overige twee leden zijn gedragsspecialisten. De externe commissie heeft een ambtelijk secretaris.
6.5 Persoonsregistratie Als er een onderzoek ten aanzien van een leerling moet plaatsvinden, wordt aan de ouder(s)/verzorger(s) hiervoor schriftelijk toestemming gevraagd. Zo wordt u op de hoogte gebracht van het feit dat er gegevens worden verzameld en geregistreerd. Volgens de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) liggen deze gegevens ter inzage bij Edux Onderwijspartners en de Onderwijsinspectie. Voor een leerlingbespreking tijdens overleggen met Edux Onderwijspartners of een ander extern onderzoeksbureau is geen toestemming nodig van de ouders. Als u bezwaar hebt tegen vermelding van namen of foto’s van uw kind(eren) in het weekblad of op internet, de website of andere sociale media die onze school gebruikt, dan kunt u dit schriftelijk doorgeven aan de directeur.
Van alle klachten wordt een schriftelijke rapportage gemaakt. Bij stap 1 wordt deze opgeslagen in het logboek van de betrokkene(n). Vanaf stap 2 wordt deze opgeslagen en bijgehouden op directieniveau. Een verslag van het gesprek wordt voor ondertekening aan de ouder(s) meegeven. U ontvangt daarna een afschrift van het gesprek.
26
6.6 Uitstroomgegevens Hieronder vindt u de uitstroomgegevens van onze school:
Hoofdstuk 7 Ouderparticipatie 7.1 Ouderraad
Op 1 januari 2005 is de Ouderraad omgezet in een oudervereniging. Zij hebben ervoor gekozen om de naam “Ouderraad” te behouden (OR). De OR zet zich samen met het team in bij het organiseren van feesten en activiteiten voor de kinderen van onze school. De leden van de OR zijn ouder(s)/verzorger(s) van leerlingen die onze school bezoeken. Het bestuur van de OR vertegenwoordigt de ouder(s)/verzorger(s) van onze school ten aanzien van deze activiteiten. Namens de school wonen twee leerkrachten de vergadering van de OR bij en zij hebben een adviserende en informerende taak met betrekking tot het organiseren van feesten en activiteiten voor kinderen. De directeur neemt op uitnodiging deel aan de vergaderingen. Voor het bestuur van de oudervereniging worden, indien nodig, aan het einde van het schooljaar verkiezingen gehouden. Een keer per jaar legt het bestuur verantwoording af aan de ouders en kunt u als ouder/verzorger meepraten over de gang van zaken binnen de OR. De OR kent een vrijwillige bijdrage. Deze bijdrage is bestemd voor de volgende zaken: Het organiseren van feesten en activiteiten voor de kinderen. Het organiseren van de jaarlijkse schoolreis of BVM-dag. Ondanks het vrijwillige karakter van de bijdrage willen wij u verzoeken om het bedrag wel te voldoen. Wanneer u niet in staat bent om het schoolgeld te betalen, dan kunt u contact opnemen met de directeur en/of de stichting “Leergeld”. Het rekeningnummer is NL80 INGB 0001 4525 13. Het bedrag is €25,00 per kind op onze school. Het bedrag is bewust laag!
Uitstroomgegevens vervolgonderwijs:
27
Daarnaast wordt in groep 8 nog een bedrag gevraagd voor de extra activiteiten voor de schoolverlaters. Hierover krijgen de leerlingen van groep 8 te zijner tijd bericht (deze bijdrage is verplicht).
aangegeven bij de voordeur. Notulen van de vergadering kunt u vinden op onze website. Voor de medezeggenschapsraad worden, indien nodig, aan het begin van het nieuwe schooljaar verkiezingen gehouden door de verkiezingscommissie van de MR. Gegevens Medezeggenschapsraad: Voorzitter: Coen Donders E-mail:
[email protected]. De andere leden: Charles de Caluwé (ouder) Melanie Soeliman (ouder) Wilma Hesemans (leerkracht) Judith v.d. Bergh (leerkracht) Liesbeth Huijbregts (leerkracht)
U kunt contact opnemen met de oudervereniging via het mailadres
[email protected].
7.3 De klassenouder De klassenouder heeft als functie de betrokkenheid tussen ouders en de groep van hun kind te vergroten en te coördineren bij evenementen ten behoeve van de groep. Van de klassenouder wordt verwacht dat hij/zij: betrokken is bij de school en de klas. bereid is tijd te investeren om de functie van klassenouder op een goede manier uit te voeren. Natuurlijk gebeurt dit in overleg met de groepsleerkracht.
7.2 Medezeggenschapsraad
Vanaf 1985 zijn alle scholen verplicht een medezeggenschapsraad (MR) te formeren met vertegenwoordiging van ouder(s)/verzorger(s) en leerkrachten. De MR beslist mee over beleidszaken van de school en heeft ook als taak advies uit te brengen aan het schoolbestuur over schoolse aangelegenheden, zoals bijvoorbeeld het activiteitenplan en vakantierooster. Voor een aantal zaken dient het schoolbestuur instemming te krijgen van de (G)MR. Het gaat hierbij om zaken als bestuursformatieplan, het zorgplan, het activiteitenplan, het schoolplan en diverse beleidsplannen van het bestuur.
Aan het eind van het schooljaar vraagt de toekomstige leerkracht van de groep van uw kind aan één ouder om deze rol op zich te nemen. Deze ouder kan natuurlijk bedanken voor deze taak. De leerkracht gaat dan op zoek naar een andere ouder. De mate en manier van contact met de groepsleerkracht wordt in onderling overleg geregeld. In onderstaand overzicht vindt u een aantal mogelijke taken van de klassenouders. Het via de schooladministratie jaarlijks verspreiden van de leerlingenlijst. Hierop kunnen de ouders, vrijwillig, hun gegevens aanbrengen/verbeteren, eventueel ook met e-mailadressen en 06-nummers (dit is weleens handig bij het afspreken van de kinderen!).
De MR vergadert 5x per jaar bij voldoende agendapunten (zie de schoolkalender voor de datums). De vergaderingen zijn openbaar, dus iedereen is welkom. Als de MRvergadering niet doorgaat, wordt dit
28
-
-
-
-
Het opstellen van een hulpouderlijst waarop staat welke ouders voor welke hulp te benaderen zijn en het motiveren van ouders om zich aan te melden voor assistentie in de klas – niet alleen bij de “leukste” evenementen, maar ook bij bijvoorbeeld de klus- en schoonmaakavond. De leerkracht blijft de bepalende factor bij het vragen van assistentie bij evenementen van de klas. Er moet op gelet worden dat alle ouders gedurende de schoolloopbaan van hun kind een keer aan de beurt komen. Deze lijst wordt aan het einde van het schooljaar doorgegeven aan de nieuwe klassenouders. Het (mee-)organiseren van evenementen in de klas, zoals bijvoorbeeld de verjaardag van de leerkracht, een excursie. Het, met ouderhulp, bijstaan van de groepsleerkracht in het doen van klusjes, bijvoorbeeld aan leermiddelen. Aanspreekpunt zijn voor de ouders van de leerlingen in een klas voor algemene schoolzaken waarmee anders de groepsleerkracht belast zou worden. Zeker in de kleutergroepen hebben nieuwe ouders vaak vragen die uitstekend door de klassenouder beantwoord kunnen worden.
schooljaar, in groep 2 in maart en aan het einde van het schooljaar. Naar aanleiding van de eerste twee rapporten worden de 10-minutengesprekken gehouden. Ook de ouders van leerlingen uit de groepen 1 en 2 worden hiervoor uitgenodigd. De data staan in de kalender. Tijdens de 10-minutengesprekken kunt u met de groepsleerkracht(en) de vorderingen van uw kind doorspreken. Na het 3de rapport kunt u naar behoefte contact opnemen met de groepsleerkracht(en) om een afspraak te maken voor een 10-minutengesprek. Wanneer de resultaten of het gedrag van uw kind daar aanleiding toe geven, kunt u deze ook uitgebreider bespreken met de leerkracht buiten de rapportbesprekingen om. Het initiatief voor zo’n gesprek kan komen van de leerkracht, maar natuurlijk ook van u zelf. Voor de ouders van leerlingen in alle groepen wordt er aan het begin van elk schooljaar een informatieavond gehouden over het programma en de leerstof van de groep. Ook tijdens het schooljaar vinden algemene ouderavonden plaats. De vooraankondiging hiervoor gebeurt via een (nieuws)brief.
7.4 verdere activiteiten: U kunt zich opgeven voor de volgende activiteiten op de eerste ouderavond: Leesouder; Versierouder; Klusouder; Luizenouder; BVM-Zwabber; Lid ouderpanel/klankbord Dalton; en nog veel meer.
8.2 Schoolgids, kalender en nieuwsbrief De school beschikt over een schoolgids, kalender en nieuwsbrief (deze laatste verschijnt minimaal 1x per maand). Deze zijn te lezen via de website van de school. Om het milieu te sparen en om kosten te drukken zullen wij steeds meer communiceren via de mail. Het is ieders verantwoordelijk om het juiste mailadres aan te leveren.
Hoofdstuk 8 Communicatie Wanneer u de papieren versie van de schoolgids, de kalender en/of nieuwsbrief wilt ontvangen, dan kunt u dit via mail aanvragen:
[email protected]
8.1. Rapporten & ouderavonden Driemaal per jaar krijgen de kinderen van groep 3 t/m 8 een rapport mee naar huis. In het rapport staan de beoordelingen van de leerprestaties en het gedrag. In groep 1 gebeurt dit eenmaal, namelijk aan het einde van het
29
8.3 Website De school heeft een website. Via de tabbladen op de website kunt u belangrijke informatie lezen over de school. Ook plaatsen wij regelmatig foto’s van de school en de groepen op de website.
handelen bij brand en calamiteiten. Per schooljaar houden wij 3 x een brandoefening. De school heeft een aantal opgeleide BHV’ers, die snel kunnen optreden bij ongelukken en calamiteiten. Voor de controle op de speeltoestellen wordt een professioneel bedrijf ingeschakeld.
Via de website kunt u zich opgeven voor de nieuwsbrief. Wilt u de nieuwsbrief niet meer ontvangen, dan kunt u uzelf via de mail van de nieuwsbrief uitschrijven. Hebt u suggesties voor de website of mist u daar iets op, dan horen wij dat graag!
9.2 Vervoer van andermans kinderen in de auto De algemene wetgeving is: “Alle kinderen moeten in de auto worden vervoerd met een goedgekeurd en geschikt kinderbeveiligingsmiddel”. De wet laat toe dat kinderen in sommige gevallen geen gebruik hoeven te maken van een kinderbeveiligingsmiddel (autostoeltje of zitverhoging). Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer een kind meerijdt met een ander dan de eigen ouder of verzorger. Als dat incidenteel en over geringe afstand gebeurt, hoeven kinderen die kleiner zijn dan 1,35m geen kinderbeveiligingsmiddel te gebruiken. De autogordel is dan voldoende. Veilig Verkeer Nederland vindt dat kinderen op een veilige manier vervoerd moeten worden, maar zij stelt ook dat je van mensen niet kan verwachten dat ze ook voor andermans kinderen een beveiligingsmiddel in hun bezit hebben.
8.4 Sociale media Onze school heeft een eigen Facebookpagina. Op de website vindt u een link. Hoofdstuk 9 Veiligheid 9.1 De veilige school We proberen van onze school een plek te maken die veilig is voor iedereen. Een plek waar de kinderen zich thuis voelen en als het nodig is, worden beschermd. Een aantal regels en afspraken zijn daarbij van belang. De school heeft 10 algemene schoolregels. Per week staat steeds één regel op school centraal. In de groep worden met de leerlingen samen regels vastgesteld en gedrag afgesproken waar ze zich in de klas, op school en op de speelplaats aan moeten houden. Er wordt veel aandacht besteed aan het voorkómen en het oplossen van conflicten. Pesten wordt niet getolereerd. In de groepen maken wij gebruik van Taakspel. Volgens het Nederlandse Jeugdinstituut is deze aanpak voldoende om pestgedrag aan te pakken binnen de school. We proberen de school er van binnen en van buiten netjes en overzichtelijk te laten uitzien. Een goede ordening en indeling van het klaslokaal en het speelterrein is van belang voor de veiligheid. Voor de fysieke veiligheid is een arbocoördinator aangesteld. Hij houdt mede toezicht op de veiligheidsrisico’s in en op het schoolgebouw, schoolomgeving en het speelterrein. De school heeft een schoolnoodplan. Hierin wordt beschreven hoe wij
Wij rekenen erop dat u, als u kinderen van een ander vervoert, dit op een verantwoorde en veilige manier doet. Hoofdstuk 10 Absentie 10.1 Ziekmelding/vrije dagen aanvragen Als uw kind niet naar school kan komen wegens ziekte, bezoek aan een arts, tandarts of ander (klein) verlof, moet u hierover schriftelijk of telefonisch tussen 8.00 en 8.30 uur contact opnemen met de school, zodat niemand ongerust hoeft te zijn over de afwezigheid van de leerling. In de leerplichtwet staat dat uw kind de school moet bezoeken als er onderwijs wordt gegeven. Leerlingen mogen dus nooit zomaar van school wegblijven. In een aantal gevallen is echter een uitzondering op deze regel mogelijk. Als
30
er een reden is waarom u vindt dat uw kind niet naar school kan, moet u zich aan de regels van de Leerplichtwet houden. De leerplichttaken voor onze gemeente worden uitgevoerd door de gemeente Tilburg Op deze site vindt u meer informatie: http://www.tilburg.nl/nl/inwoners/onder wijs-en-kinderopvang/leerplicht-enspijbelen/' Voor en na de vakantie kan er controle plaatsvinden van de leerplichtambtenaar op school. 10.2 Ziekteverzuim en afwezigheid van leerkrachten De school en Stichting Nuwelijn voeren een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid, met als doel om ziekte en langdurig uitvallen van haar personeel zo veel mogelijk te voorkomen. Helaas lukt dit niet altijd. De school zal alles instaat stellen om de continuïteit van haar groepen te waarborgen.
Hoofdstuk 11 Organisatorische zaken van de school (in alfabetische volgorde) 11.1 Avondvierdaagse Onze Ouderraad organiseert in de maand juni de deelname van de BVM aan de Avondwandelvierdaagse. Per groep kunnen de leerlingen, afhankelijk van hun leeftijd, meedoen aan de 5 of 10 kilometer. Ouders begeleiden de groepen en enkele leerkrachten lopen mee indien mogelijk. Bij onvoldoende begeleiding kan de betreffende groep helaas niet meelopen. We vinden als school dat er in de groepen van de BVM geen honden mee mogen lopen. 11.2 Bureau Halt De leerlingen van groep 8 maken via een medewerker van Bureau Halt kennis met allerlei vormen van jeugdcriminaliteit. Het uiteindelijke doel is om de jeugdcriminaliteit blijvend te beperken.
De volgende stappen worden in voorkomende gevallen door ons genomen: Het zoeken naar een vervanger. Kijken naar ambulant personeel om in te zetten in de groep. Het verdelen van leerlingen over de groepen. Pas als alle mogelijkheden zijn uitgeput, worden als noodmaatregel de leerlingen naar huis gestuurd.
11.3 BVM-dag/schoolreis De school organiseert jaarlijks een BVMspeldag of een schoolreis. De invulling hiervan wordt gedurende het schooljaar bekendgemaakt. De kosten worden betaald vanuit de ouderbijdrage. Wanneer de ouderbijdrage niet is voldaan, dan kan uw kind voor deze activiteit geweigerd worden. 11.4 Carnaval / Jeugdoptocht Vóór de Carnavalsvakantie vieren we carnaval op school met allerlei bijzondere activiteiten en muziek.
31
Uiteraard dient iedereen dan wel verkleed op school te komen! Elk jaar doen we ook enthousiast mee aan de Jeugdoptocht in Rijen. Een groep ouders en teamleden werkt het carnavalsmotto uit van de Rijense Carnaval Stichting.
Bij bijzondere gebeurtenissen wordt er ook gefotografeerd. Deze foto’s kunt u op de website van onze school vinden: www.bvmierlo.nl en via (sociale) media (bijv. Facebook, weekblad Gilze en Rijen). Wanneer u er bezwaar tegen hebt dat een foto van uw kind op de website en/of (sociale) media verschijnt, dan kunt u dat aangeven bij de directeur. Aan het begin van elk schooljaar wordt een inventarisatie gedaan en bij de tussentijdse aanmelding/start van een nieuwe leerling wordt het gevraagd.
11.5 Computergebruik De wijze van computergebruik binnen de school staat beschreven in het ICT-plan. Dit kunt u inzien op school. In alle groepen staan computers en vanaf groep 3 wordt gewerkt met het digitale schoolbord.
Soms zullen wij video-opnames maken in de klas. De opnames zijn uitsluitend bedoeld voor intern gebruik. Wanneer er een opname gemaakt wordt voor extern gebruik, dan wordt u daarover van tevoren ingelicht.
11.6 Excursie(s) De ouderraad stelt een kleine vergoeding beschikbaar voor het organiseren van een excursie. De groepen gaan minimaal twee keer per schooljaar op excursie. In de groepen 1, 2 en 3 kunnen deze activiteiten ook in de school georganiseerd worden.
11.9.1 Gedragsregels Wij gaan uit van de positieve bedoelingen van kinderen en ouders. Respect voor elkaar en normen en waarden zijn een belangrijk goed bij ons op school. Daarom spreken we het volgende af: We spreken elkaar aan op het gedrag en niet op de persoon / het kind. We zijn eerlijk en open naar elkaar. We gebruiken geen fysiek en verbaal geweld naar elkaar.
11.7 Fietsen en parkeren De in- en uitgang voor de fietsers is de poort aan de Heikantsestraat. Fietsen moeten worden gestald in de fietsenstalling naast de speelzaal. Onze leerlingen mogen geen andere leerlingen achterop nemen om veiligheidsredenen. Ook voor leerlingen die gebracht en gehaald worden met de auto of de fiets, is de in- en uitgang i.v.m. de veiligheid van onze leerlingen aan de Heikantsestraat. Parkeren in de Catsstraat: alleen aan de boskant, niet aan de schoolkant. De ouder(s) worden uitdrukkelijk verzocht zich aan deze regeling te houden vanwege de veiligheid van de leerlingen! De kleuters moeten bij het uitgaan van de school opgehaald worden bij de kleuteringang. Fietsen van ouders blijven daarbij buiten de poort staan. Kinderen die op loopafstand van school wonen, worden verzocht lopend naar school te komen.
11.9.2 Gedragscode De personeelsleden hebben hierin een voorbeeldfunctie. Wij spreken het volgende af: We houden ons aan de gedragsregels. Kleding ziet er netjes en verzorgd uit. Kleding mag niet aanstootgevend of provocerend zijn. Hoofddeksels zoals petten e.d. zijn niet toegestaan, met uitzondering van een uiting van geloof (mits de veiligheid van het kind niet in gedrang komt).
11.8 Foto’s / video Elk jaar komt er een fotograaf op school om alle leerlingen op de foto te zetten. Broertjes en/of zusjes kunnen daar ook aan deelnemen. Afname van het setje foto’s is niet verplicht.
32
11.10 De jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen van de GGD volgen tijdens vaste contactmomenten de groei en de ontwikkeling van uw kind. U ontvangt thuis een uitnodiging voor zo’n contactmoment, dat voortaan plaatsvindt op het consultatiebureau bij u in de wijk.
Wat gebeurt er tijdens een contactmoment? Als uw kind 5/6 jaar is: De teamassistente meet de lengte en het gewicht en test ook de oren en de ogen. Daarna bespreekt de jeugdarts met u de gezondheid en de ontwikkeling van uw kind. Als uw kind 9/10 jaar is: De jeugdverpleegkundige meet de lengte en het gewicht. Daarna bespreekt zij met u de groei en de ontwikkeling van uw kind. De jeugdverpleegkundige geeft ook de DTP en BMR-vaccinaties. Op www.ggdhvb.nl/mijnkind leest u meer informatie over deze vaccinaties. Uiteraard kunt u tijdens deze contactmomenten al uw vragen stellen!
Meer informatie Hebt u vragen? Wilt u tips of adviezen over de opvoeding van uw kind? Of hebt u twijfels over de gezondheid van uw kind? Maak dan een afspraak met de GGD Jeugdgezondheidszorg via tel. 0900 – 46 36 443, bereikbaar elke werkdag van 8.00 tot 17.00 uur. Kijk ook eens op onze website: www.ggdhvb.nl/mijnkind. 11.11 Gebruikte kleding e.d. “Geef gebruikte kleding en schoenen een nieuwe kans”. Onder deze noemer zamelen wij al enkele jaren schoenen en kleding in ten behoeve van hergebruik. Door mee te doen, krijgt onze school de beschikking over een financiële vergoeding. Uw afgedankte kleding en schoenen kunt u kwijt in de container bij het hek aan de Heikantsestraat. Zakken voor kleding kunt u ophalen op school.
Samenwerking met school De jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen onderhouden ‘korte lijntjes’ met school. Als voorbereiding op het contactmoment informeren zij bijvoorbeeld bij de leerkracht of interne begeleider hoe het met uw kind gaat. Onze jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen nemen ook deel aan de Zorg Advies Teams op school.
11.12 Gevonden voorwerpen Gevonden voorwerpen worden bewaard in een krat bij de conciërge. Alles wat op het eind van het schooljaar na een uitgebreide uitstalling toch nog blijft liggen, gaat naar een instelling die blij is met deze spullen.
Maar de GGD doet meer
taalspraakonderzoek bij jonge kinderen op het consultatiebureau uit en onderzoekt de jeugdarts alle kinderen van 5-6 jaar. De GGD voert in overleg met school ook projecten uit rondom een gezonde leefstijl. Denk hierbij aan projecten over ‘gezonde voeding’ en ‘bewegen’. De GGD biedt leerkrachten en interne begeleiders daarnaast ondersteuning en advies bij vraagstukken rondom veiligheid op school en bij ingrijpende gebeurtenissen.
11.13 Gym Gymnastiek wordt gegeven in de Margriethal en bij goed weer buiten op de speelplaats. Leer uw kind in groep 2 zo snel mogelijk de veters strikken! Geef leerlingen in groep 1 en 2 liefst gymschoentjes zonder veters mee en zonder zwarte zool.
Het volgen en stimuleren van de spraak-en taalontwikkeling van basisschoolkinderen is een belangrijke taak van school en van de jeugdgezondheidszorg. Tot 1-1-2016 screent de logopedist van de GGD op school de spraak- en taalontwikkeling van alle 5-jarigen. Vanaf 1-12016 breiden we het
33
-
-
Zorg voor de gymles voor aangepaste (sport)kleding en schrijf er alstublieft de naam van uw kind in. Laat uw kind geen horloges, sieraden of geld(!!) meenemen naar de sporthal.
Indien als gevolg van een scheiding de situatie ontstaat dat één of beide ouders niet meer belast is of zijn met het ouderlijk gezag, dan is de betreffende ouder verplicht om afschriften van de officiële stukken waarin dit is vastgelegd, waaronder bepalingen ten aanzien van het ouderlijke gezag, bezoekrecht en dergelijke, te overhandigen aan de school. De betreffende stukken zullen in het leerlingendossier worden bewaard. Uiteraard zal hierbij uiterste zorgvuldigheid worden betracht. Mocht de betreffende ouder dit nalaten, dan zal de school niet gehouden kunnen worden aan een correcte uitvoering.
Na de laatste gymles gaan de leerlingen vanuit de Margriethal rechtstreeks naar huis of ze lopen met de leerkracht terug naar school. Maandag
Vrijdag
13:30 – 14:15
Groep 5A, 5B, 6
Buurtsportcoach
13:30 – 14:15
Groep 3/4
Marion van Seeters
14:15 – 15:00
Groep 7/8
Buurtsportcoach
14:15 – 15:00
Groep 8
Marinka Oostendorp
10:30 – 11:15
Groep 4/5
Buurtsportcoach
11:15 – 12:00
Groep 5/6
Buurtsportcoach
13:30 – 14.00
Groep 7
Buurtsportcoach
14:00 – 14.45
Groep 8
Buurtsportcoach
Informatieplicht school Op de school rust een informatieplicht aan beide ouders die het ouderlijk gezag hebben. Onder informatie in dezen wordt verstaan: alle relevante zaken betreffende de leerling en de schoolorganisatie zoals rapporten, nieuwsbrieven (via website aan te aanmelden), voortgangsrapportages, de schoolkrant en ouderavonden.
De tweede gymles van groep 3 wordt door de eigen leerkracht in de speelzaal van onze school gegeven. 11.14 Gescheiden ouders Informatieplicht ouders Voor een juiste en zuivere toepassing van de regels en richtlijnen is het van belang dat ouders de school op de hoogte stellen als er wijzigingen zijn met betrekking tot hun burgerlijke staat.
34
-
Indien beide ouders het ouderlijk gezag hebben en de leerling woont bij één van de ouders, dan zal de informatie worden verstrekt aan de ouder bij wie de leerling in huis woont. Hierbij gaat de school ervan uit dat alle informatie die door de school aan deze ouder wordt verstrekt, door die ouder aan de andere ouder wordt doorgegeven. Indien dit niet het geval is, dan dient de ouder die de informatie niet ontvangt op eigen initiatief contact op te nemen met de school en zal in overleg worden bezien of andere afspraken ten aanzien van de informatievoorziening kunnen worden gemaakt.
-
Indien beide ouders het ouderlijk gezag hebben, er sprake is van coouderschap waarbij de leerling beurtelings bij één van de ouders woont, dan zal alle informatie worden verstrekt aan de ouder wiens adresgegevens ten behoeve van de registratie van de leerling zijn gemeld. Ook in dit geval gaat de school ervan uit dat alle informatie
-
-
die door de school aan deze ouder wordt verstrekt, door die ouder aan de andere ouder wordt doorgegeven. Indien dit niet het geval is, dan dient de ouder die de informatie niet ontvangt op eigen initiatief contact op te nemen met de school en zal in overleg worden bezien of andere afspraken ten aanzien van de informatievoorziening kunnen worden gemaakt. Indien één van de ouders het ouderlijk gezag heeft en de andere ouder is uit de ouderlijke macht ontzet, dan zal de school slechts de ouder die met het ouderlijk gezag is belast informeren. Op grond van de wet is de school echter verplicht om de ouder die belast is met de ouderlijke macht desgevraagd te informeren (ook wanneer het kind niet woonachtig is bij deze ouder. De school is hiertoe niet verplicht indien blijkt uit enig rechterlijk vonnis dat de ouder uit de ouderlijke macht is gezet. Indien sprake is van de situatie dat een ouder een nieuwe relatie aangaat, dan zal de school onder geen beding informatie verschaffen aan de nieuwe partner van de ouder. Indien de ouder wenst dat de nieuwe partner samen met de ouder bij bijvoorbeeld rapport- of voortgangsgesprekken aanwezig is, dan zal in overleg worden bezien of en op welke wijze hieraan gehoor kan worden gegeven. De school zal in ieder geval geen informatie verschaffen aan de nieuwe partner van de ouder zonder de aanwezigheid van diezelfde ouder.
maatregelen treffen om verspreiding te beperken. Om dit te kunnen doen, heeft de school een hoofdluiswerkgroep ingesteld. In samenwerking met het team van school controleert deze werkgroep in alle groepen na iedere vakantie alle kinderen op hoofdluis. Daarnaast krijgen alle kinderen een luizenzak in bruikleen. Deze hangt aan de kapstok en de kinderen hangen hun jas in hun eigen zak. Zo proberen we te voorkomen dat de luizen overwandelen. De luizenzak blijft eigendom van de school. Wanneer er in een groep sprake is van hoofdluis, krijgen alle kinderen van desbetreffende groep een brief hierover mee.
11.16 Huiswerk In de groepen 5 t/m 8 wordt oefenmateriaal voor toetsen van de zaakvakken (biologie, aardrijkskunde en geschiedenis) als huiswerk meegegeven. Vanaf groep 6 krijgen leerlingen oefenmateriaal voor topografie mee naar huis. In de lagere groepen wordt alleen in uitzonderingsgevallen huiswerk meegegeven (bijvoorbeeld na ziekte). In groep 5 wordt incidenteel huiswerk meegegeven. Daarnaast wordt ook in groep 6 incidenteel huiswerk meegegeven indien dit nodig is. De kinderen van de groepen 7 en 8 krijgen huiswerk mee om zich voor te bereiden op het voortgezet onderwijs en schrijven het huiswerk in de agenda. Alles wordt tijdig meegegeven en indien nodig afgestemd op de individuele leerling. Spreekbeurten en werkstukken worden door de leerlingen uit de groepen 6, 7 en
11.15 Hoofdluis Zoals vrijwel alle basisscholen in Nederland heeft onze school helaas ook regelmatig te maken met hoofdluis. Een vervelend probleem! Niet omdat het schadelijk is, maar omdat kinderen met hoofdluis er last van hebben en andere kinderen makkelijk kunnen ‘besmetten’. We kunnen het probleem niet voorkomen, maar we kunnen wel proberen zo goed mogelijk preventief te werken. Als er een kind met hoofdluis is, willen we dit snel weten/ontdekken en de nodige
35
8 op school en thuis voorbereid en/of gemaakt.
11.23 Open Podium Tijdens het schooljaar organiseren we een aantal Open Podia met alle groepen (vroeger maandvieringen). In deze vieringen, die plaatsvinden in de aula op vrijdagochtend van 10.45 tot 11.45 uur, geeft iedere groep een kleine voorstelling voor alle leerlingen en leerkrachten van de school in de vorm van een toneelstukje, pantomimespel, een versje, een liedje of de algehele presentatie. De data van de Open Podia staan op de schoolkalender. Ouders mogen de Open Podia bijwonen maar omdat de aula te klein is voor alle ouders tegelijk worden de ouders per groep uitgenodigd. Daarnaast hebben we de volgende regels afgesproken: Per leerling 2 bezoekers. Geen kleine broertjes en/of zusjes meenemen. Bij iedere viering zijn er 2 groepen waarvan de ouders uitgenodigd worden. Er staan stoelen klaar voor het publiek. Ouders blijven daarop achter de kinderen zitten.
11.17 Jeugdgemeenteraad Vanuit onze school hebben twee leerlingen (uit groep 7 en 8) zitting in de jeugdgemeenteraad. Samen met de afgevaardigden van de andere basisscholen en onder leiding van een gemeenteambtenaar vergaderen zij enkele keren per jaar. 11.18 Kalender Jaarlijks verschijnt de schoolkalander met voor u relevante informatie over het schooljaar. 11.19 Kerst Aan de hand van een project bereiden we de leerlingen voor op het Kerstfeest. De eigenlijke Kerstviering organiseren we elk jaar verschillend. Soms koppelen we aan de Kerstviering een actie voor een goed doel en het kan ook gebeuren dat we onze Kerstviering in de plaatselijke parochiekerk houden. Aangezien het een viering betreft, zijn we van mening dat alle leerlingen, ongeacht de plaats van de viering en hun geloofsovertuiging, hieraan moeten deelnemen.
11.24 Open ochtend/middag en informatieavond: Vooral voor nieuwe ouders organiseren we elk schooljaar op een open ochtend en een informatieavond. Zie voor meer informatie hoofdstuk 4, 4.1 ‘Inschrijving’. De data van deze dag en avond worden in de nieuwsbrief, via posters, de schoolkalender en het weekblad bekend gemaakt.
11. 20 Kinderpostzegels Eenmaal per jaar gaan de leerlingen van groep 7 en 8 langs de deuren voor de verkoop van de bekende postzegels en prentbriefkaarten “Voor het kind”. 11.21 Mobiele telefoons Mobiele telefoons gaan om 08.30 en 13.15 uit en meteen in de la van de leerkracht. Om 12.00 en 15.15 kunnen ze daar weer opgehaald worden. 11.22 Onderwijskundig rapport In een aantal gevallen wordt door de school een onderwijskundig rapport opgemaakt, waarvan de ouders een exemplaar ontvangen. Een dergelijk rapport wordt opgemaakt: bij verhuizing tussentijds naar een andere school ten behoeve van het voortgezet onderwijs.
36
11.25 Opvang (TSO, VSO, NSO): Tussenschoolse opvang De school verzorgt de tussenschoolse opvang van kinderen die niet thuis kunnen overblijven. De TSOmedewerkers zorgen er samen met de kinderen voor dat het ook tussen de middag leuk is op school. Samen eten en drinken, kletsen, lachen en plezier maken: buiten spelen, voetballen, een spelletje doen, lekker een half uurtje lezen enzovoort. We beschouwen de TSO als vrije tijd, de keuze is aan de kinderen. Natuurlijk willen we dat het gezellig is, dat kinderen elkaar respecteren en dat er aandacht is voor leuke maar ook voor verdrietige of vervelende gebeurtenissen. Om de TSO voor iedereen naar wens te laten verlopen, hebben we een aantal spelregels opgesteld. Wij gaan ervan uit dat iedereen zich hier aan houdt.
Let op: wanneer voor uw kind een negatief saldo van €50,00 voor de TSO ontstaat, dan kan het geweigerd worden voor het overblijven. U dient dan zelf voor opvang te zorgen buiten de school. Buitenschoolse en gastouderopvang bij Kinderopvang Humanitas Buitenschoolse opvang (BSO) is vrije tijd, vóór en na school, op vrije dagen en in vakanties. De buitenschoolse opvang van Kinderopvang Humanitas is een plek waar voor ieder kind wat te beleven is. De pedagogisch medewerkers plannen iedere dag verschillende activiteiten zoals sport en spel, knutselen, toneel en muziek, er zijn uitstapjes en workshops, er is dansles en voetbaltraining. Maar kinderen kunnen zich ook lekker terugtrekken in een hoekje met een boek. Alles mag, niets moet… Met ingang van het schooljaar 2007/2008 heeft de school een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Kinderopvang Humanitas om uw kind(eren) een passend en sluitend dagarrangement aan te bieden van 07.30 – 18.30 uur, waarbij een optimaal aanbod gecreëerd zal worden van opvang, onderwijs en ontspanning.
U kunt kiezen uit 2 opvangmogelijkheden: Abonnement: Hier kunt u voor kiezen als uw kind wekelijks 1 of meer dagen overblijft. Indien u uw kind hebt aangemeld voor een abonnement, kan hij/zij op de dagen die u heeft aangegeven terecht. Door de school vastgestelde studiedagen, sportdagen of kampdagen etc. waarop uw kind vrij is, hoeft u uiteraard niet te betalen. De kosten voor een abonnement zijn € 1,50 per overblijfkeer. Knipkaart: Deze kunt u gedurende het gehele schooljaar via de TSOmedewerkers aanschaffen als uw kind incidenteel gebruikmaakt van de TSO. Elk kind heeft een eigen knipkaart.
Indien u gebruik wilt maken van buitenschoolse opvang en/of gastouderopvang, kunt u contact opnemen met Kinderopvang Humanitas en daar een uitgebreid informatiepakket aanvragen. 11.26 Pasen: Op school vieren wij het Paasfeest, waarbij wij gebruikmaken van een project. Het Paasfeest wordt afgesloten met een viering onder schooltijd.
Vraagt u de knipkaart voor de eerste keer aan, dan moet u een aanmeldingsformulier invullen. Daarna hoeft u, wanneer u een nieuwe knipkaart nodig heeft, alleen het machtigingsformulier te ondertekenen. De kosten van een knipkaart zijn € 15,00 voor 10 keer.
11.27 Project In het voorjaar organiseren we een projectweek: alle groepen werken dan rond een bepaald thema. Vaak bezoeken we dan ook bedrijven of instellingen die iets met het onderwerp te maken hebben of komen er mensen op school om hun kennis of vaardigheden aan de leerlingen over te dragen. Aan het einde van de projectweek organiseren we
Vragen of klachten over de TSO: Financiën:
[email protected] (de directeur); Organisatorisch:
[email protected] (Mieke van de Berg).
37
meestal een tentoonstelling waar belangstellenden na schooltijd kennis kunnen nemen van al datgene wat de leerlingen in de projectweek over het onderwerp verzameld of gemaakt hebben.
Als de groepsleerkracht verjaart, is het in alle groepen gebruikelijk dat de leerlingen een zelfgemaakt cadeautje mee mogen brengen. Verplicht is dat beslist niet. Bij bijzondere gelegenheden vragen we wel eens een kleine financiële bijdrage (via de klassenouder).
11.28 Schoolverlaters Als in groep 8 het eind van de basisschool in zicht komt, besteden we daar ruimschoots aandacht aan in de vorm van een uitgebreid schoolverlatersprogramma. Onderdelen van dit programma zijn onder meer diverse excursies, zowel educatief als recreatief, een musical en een schoolkamp. De totale kosten hiervoor zijn € 50 per leerling. U ontvangt in het begin van het schooljaar een brief van de leerkracht.
11.32 Verkeer
In alle groepen wordt verkeersles gegeven. In groep 7 nemen alle leerlingen deel aan het landelijke verkeersexamen, dat zowel theoretisch als praktisch wordt afgenomen. De datums worden via de nieuwsbrief bekend gemaakt. Uiteraard gaan we dit schooljaar ook de nodige aandacht besteden aan het behoud van het Brabantse Verkeersveiligheidslabel door praktische oefeningen op de speelplaats en daarbuiten, aandacht voor de veiligheid van de kinderen rondom de school en het verkennen van de route van school naar huis.
11.29 Sinterklaas Elk jaar brengt de Sint met zijn Pieten een bezoek aan onze school. De Sint wordt door alle leerlingen in de aula ontvangen. In de groepen 6 t/m 8 maken de kinderen een surprise voor elkaar. De kinderen kopen zelf een klein cadeautje voor in de surprise (€ 2,50). De surprises worden een paar dagen voorafgaand aan het sinterklaasfeest tentoongesteld. 11.30 Sporttoernooien Op verschillende woensdagmiddagen worden onder andere het handbal- en voetbaltoernooi gehouden. Leerlingen uit de hoogste klassen van alle scholen uit de gemeente strijden om verschillende wisselbekers. In oktober staat het handbaltoernooi op de kalender en in april het voetbaltoernooi. Uiteraard op vrijwillige basis kunnen leerlingen hieraan deelnemen. Bij voldoende belangstelling kunnen leerlingen ook deelnemen aan een dam- of schaaktoernooi.
11.33 Verzekering De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel en vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als diegenen die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van
11.31 Verjaardagen (kind en personeel) In iedere groep wordt natuurlijk de nodige aandacht besteed aan "de jarige Job". Trakteren is toegestaan, maar beperkt u dit alstublieft tot een kleinigheidje. Liever geen snoep: denk aan de tanden en kiezen! Geef liever wat fruit, kaas, rozijntjes e.d. mee.
38
onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten die vaak aanleiding zijn tot misverstand: 1) De school of het schoolbestuur is niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar berust op een misverstand. De school is alleen aansprakelijk en daarmee schadevergoedingsplichtig wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus tekort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is daarom mogelijk dat er schade wordt geleden zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid van de kant van de school. Een voorbeeld daarvan is schade aan een bril tijdens de gymnastiekles: dergelijke schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. 2) Daarnaast is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is daarom van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.
Hoofdstuk 12 Externe contacten/andere scholen van Nuwelijn:
11.34 Vertrouwenspersoon De vertrouwenspersoon van onze school is (juf) Judith v.d. Bergh-Klaassen. Zij is op dinsdag, woensdag en donderdag op school.
Externe Vertrouwenspersoon Telefoon: 013 4643928
Rijksinspectie Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vertrouwensinspecteur Bezoekadres: Inspectie van het Onderwijs Locatie Utrecht Park Voorn 4 3544 AC Utrecht Telefoon: 0900-1113111 Leerplicht Gemeente Tilburg Afdeling Veiligheid en Wijken Team Leerplicht/RMC T 013-5429576 Schoolbegeleidingsdienst EDUX Onderwijspartners Bezoekadres: Tolweg 11 4851 SJ Ulvenhout Telefoon: 076 – 5245500 Postadres: Postbus 75, 4850 AB Ulvenhout E-mail:
[email protected] Schoolarts, assistente, logopedist en jeugdverpleegkundige Gemeentelijke Gezondheidsdienst Hart voor Brabant Vestiging Tilburg Ringbaan West 227, 5037 PC Tilburg Postbus 3024, 5003 DA Tilburg Telefoon: 013-4643911 Beroepskeuzebureau Adviesbureau voor Opleiding en Beroep Brabant Sint Josephstraat 104, 5017 GK Tilburg. Telefoon: 013 – 5425678
Regionale klachtencommissie Ambtelijk secretariaat Stichting Komm Mevr. A. de Koning-Meeùs Postbus 75 4850 AB Ulvenhout 06-10585367
[email protected]
39
Veilig Thuis (voorheen Advies en meldpunt kindermishandeling) www.vooreenveiligthuis.nl BEL GRATIS: 0800-2000 (dag en nacht, ook in het weekend) Regionaal Samenwerkingsverband Breda eo, Optimale Onderwijs Kans Ridderstraat 34 4902 AB Oosterhout (NB) Tel: 076-5607778
[email protected]
Hoofdstuk 13 Vak Rekenen (Technisch) lezen Taal (Begrijpend) lezen Schrijven Natuur Geschiedenis Aardrijkskunde Verkeer Creatief Techniek Engels Catechese Sociale en emotionele ontwikkeling
Methode Reken zeker Veilig leren lezen Estafette Taalverhaal Overal Tekst Schrijfdans Schrift In Vogelvlucht Bij de tijd Wereld van verschil Wegwijs Verkeerskrant Moet je doen Kunstkabinet Techniektorens Hello World Trefwoord Leefstijl/Taakspel
40