Schoolgids 2013 – 2014
Bisschop Ernstschool Bergweg 43 4461 LX Goes Tel: 0113-270482
Inhoudsopgave
Een woord vooraf
3
1 De school 1.1 Adres van de school 1.2 Adres directie 1.3 Situering van de school 1.4 Schoolgrootte
4 4 4 4 4
2 Waar de school voor staat 2.1 De uitgangspunten van de school 2.2 De school als leef- en leergemeenschap
5 5 5
3 De organisatie van het onderwijs 3.1 De organisatie van de school 3.2 De activiteiten van de kinderen
7 7 8
4 De zorg voor de kinderen 4.1 De intern begeleider 4.2 Hoe gaan we om met kinderen die problemen hebben op onze school 4.3 De 1-zorgroute 4.4 Advies vervolgonderwijs 4.5 De manier waarop we in het algemeen met meer begaafde kinderen willen werken
13 13 14 16 17 17
5 De leerkrachten 5.1 Wijze van vervanging bij compensatieverlof en ziekte 5.2 De samenstelling van het team 5.3 Scholing van leerkrachten
19 19 19 20
6 De ouders 6.1 Het belang van betrokkenheid van ouders 6.2 Aanmelding 6.3 Inspraak 6.4 Leerplicht / ziekte 6.5 Effectieve leertijd en verlof 6.6 Leerlinggebonden financiering 6.7 Ouderactiviteiten 6.8 Kinderopvang 6.9 Klachtenprocedure 6.10 Schorsing en verwijdering van leerlingen 6.11 Informatievoorziening aan (gescheiden) ouders 6.12 Ouderbijdrage 6.13 Declaratiefonds gemeente
21 21 21 21 21 22 22 22 22 22 23 23 23 23
7 De ontwikkeling van het onderwijs 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school 7.2 Zorg voor de relatie school en omgeving
25 25 25
1
8 De resultaten van het onderwijs 8.1 Uitstroomgegevens
27 27
9 Wetenswaardigheden 9.1 Gedrags- en schoolregels 9.2 Adressenoverzicht 9.3 Schooltijden en vakanties 9.4 Overzicht activiteiten 9.5 Verzekeringen en aansprakelijkheid 9.6 Het weten waard 9.7 Te vinden op de website
28 28 28 29 30 30 30 32
'Je gaat naar school en je leert lezen en schrijven. Het mooiste cadeau dat de samenleving je aan kan bieden. Zo mooi, dat je zelfs verplicht bent het aan te nemen: leerplicht.'
2
Een woord vooraf: Beste ouder(s) / verzorger(s), In deze gids treft u allerlei informatie aan over de gang van zaken op onze school. Afhankelijk van de geboortedatum van uw kind zal hij/zij zo’n 8000 uur onderwijs gaan volgen. Uren waarin wij, naast u als ouder/ verzorger ons best zullen doen een goede basis te leggen voor het verdere leven. Gebruikt u deze gids om informatie te krijgen bij het zoeken naar een school voor uw kind, neem dan ook gerust contact met ons op voor een gesprek en rondleiding. In de gids wordt een aantal keren verwezen naar de algemene informatiegids van Prisma. Heeft u deze gids niet (niet meer) in uw bezit, dan kunt u deze op school opvragen of digitaal bekijken op www.prisma-scholen.nl Naast deze gids brengen we ook ieder schooljaar een schoolkalender uit . In de kalender treft u o.a. zaken aan als vakanties, studiedagen, vieringen enz. Mag ik bij het sluiten van mijn laatste voorwoord iedereen heel veel succes en plezier toewensen in het schooljaar 2013-2014. In het bijzonder wil ik onze nieuwe directeur Paul Constandse alle succes toewensen. Met vriendelijke groet, Namens alle collega’s, Rinus van ’t Westende
Beste ouder(s)/ verzorger(s), De start van mijn eerste voorwoord voor de schoolgids is uw eerste kennismaking met mij. Vanaf dit schooljaar ben ik de nieuwe directeur van de Bisschop Ernst. Misschien is deze schoolgids ook een eerste kennismaking met onze school, of wellicht kent u de school al omdat uw kind of kinderen op onze school zitten. Voor alle lezers geldt, dat wij u van harte welkom heten op onze school. We hopen dat uw kind of kinderen een plezierige tijd bij ons op de Bisschop Ernst heeft/hebben. Ik hoop dat de informatie bijdraagt aan betrokkenheid en de contacten tussen school en ouder(s)/ verzorger(s) bevordert. Mocht u naar aanleiding van de informatie vragen hebben over de school of over het beleid van de school, laat het horen. We geven graag nadere toelichting. Samen met het team en de kinderen maken we er een inspirerend schooljaar van! Met vriendelijke groet, Paul Constandse
Onze school heeft een website, waarop ook veel over onze school te zien en te lezen valt. De moeite waard om ook in het nieuwe schooljaar geregeld te bekijken. We zullen regelmatig foto’s van activiteiten en werk van de kinderen op de site presenteren. WWW.BISSCHOPERNST-GOES.NL
3
1. De school Onze school maakt deel uit van de stichting Prisma. In totaal behoren 8 basisscholen tot deze stichting. Het Algemeen Bestuur heeft gemeend nog professioneler te moeten organiseren. Hiervoor was nodig, dat het algemeen bestuur “een bestuur op afstand” werd. Tegelijkertijd heeft het Algemeen Bestuur met instemming van de GMR het besluit genomen om vele taken en bevoegdheden te mandateren aan het Bovenschools Management Team.
1.1 Adres van de school R.K. Basisschool “Bisschop Ernst” Bergweg 43 4461 LX GOES Tel: 0113-270482 E-mail:
[email protected]
1.2 Adres van de directie directeur: P. Constandse Doornlaan 13 4334 BT Middelburg tel: 06-14785343 E-mail:
[email protected]
1.3 Situering van de school De school is gelegen in Goes-Oost. Uit alle delen van Goes komen leerlingen naar onze school.
1.4 Schoolgrootte Gemiddeld bezoeken ongeveer 280 leerlingen onze school. Aan onze school zijn 20 leerkrachten en twee schoonmaakkrachten verbonden.
4
2. Waar de school voor staat 2.1. De uitgangspunten van de school Onze school is één van de twee katholieke basisscholen in Goes. Ook voor ons is het niet zo gemakkelijk om precies aan te geven wat u van een katholieke school mag verwachten. Wel willen we vooraf aangeven, dat we op onze school kinderen willen leren respect te hebben voor mensen met andere opvattingen en geloofsuitingen. We staan dan ook open voor kinderen uit niet katholieke gezinnen. Het zal duidelijk zijn, dat we van ouders verlangen, dat men wel een positieve houding heeft ten opzichte van onze katholieke school. Leerkrachten geven vanuit hun eigen geloofsbeleving belangrijke waarden door aan kinderen. Hierbij gaan we uit van de katholieke geloofstraditie. Niet alleen door ons lesprogramma, waarin catecheselessen een vaste plaats innemen, maar zeker ook in onze omgang met kinderen en ouders willen we getuigen van die traditie. Vanuit de traditie geven we waarden en normen door aan de aan onze zorg toevertrouwde kinderen. Hoog in het vaandel staan: werken aan de totale ontwikkeling van leerlingen respect en solidariteit uitdragen en dit de leerlingen bijbrengen de leerlingen leren kritisch tegen de maatschappij aan te kijken de leerlingen gevoelig maken voor de religieuze en godsdienstige kant van het leven bij te dragen aan de groei in het zelfvertrouwen en eigenwaarde van de leerlingen De leerlingen werken in groep 4 in de periode voorafgaand aan de viering t.g.v. de Eerste Heilige Communie aan het project “Door de poort”. De leerlingen uit groep 8 die mee willen doen aan de voorbereiding voor het H.Vormsel worden binnen de parochie hiervoor uitgenodigd. In de schoolkalender vindt u de data van de speciale vieringen, zoals de St.Maartensviering, de Kindernachtmis en de Paasviering. Voor deze vieringen ontvangt u ook een uitnodiging via school. In de week voor de kerstvakantie houden we een kerstviering op school en met Pasen in de kerk. Daarnaast bezoeken de kinderen, volgens een vast schema, de kerk.
2.2. De school als leef- en leergemeenschap Om samen te leven en te werken zijn regels en afspraken onontbeerlijk. Regels en afspraken hebben we voor de hele school en in de groepen. De kinderen bepalen mede welke afspraken en regels in de groep gelden. We zien er allemaal op toe dat deze worden nageleefd, hierbij hoort ook het elkaar kunnen en mogen aanspreken op gedrag dat niet gewenst is. In alle groepen is met de kinderen gesproken over de 3 regels in de school (m.n. de gangen) en de 3 regels op het plein. Deze regels zijn ook duidelijk zichtbaar in de school en op het plein. We gaan er vanuit dat een positieve, respectvolle benadering van kinderen essentieel is voor een goed zelfbeeld, ook als ze zich anders gedragen dan wij als volwassenen verwachten. Als kinderen zich niet aan regels of afspraken houden, gaan we eerder het gesprek aan met het kind dan dat we straf geven. Als we wel straf geven is de strafmaat altijd in verhouding tot de leeftijd, de overtreding en de argumenten van het kind. We nemen contact op met de ouders als het kind zich vaker niet aan regels en afspraken houdt.
5
Als een leerkracht een overtreding van een leerling heeft geconstateerd dan gaat deze leerkracht in gesprek met de leerling en laat de leerling zijn/ haar gedrag benoemen. Vervolgens laat de leerkracht de leerling de regel benoemen die hoort bij het gedrag. De leerkracht vraagt, waar mogelijk, de leerling nog eens het goede gedrag te laten zien. Bij een ruzie tussen leerlingen luistert de leerkracht afzonderlijk naar ‘alle partijen’. De leerkracht kan i.o.m. de groepsleerkracht de leerlingen na een incident laten opschrijven wat er gebeurd is. Vanaf groep 4 is hier een format voor beschikbaar. De leerkracht laat de leerlingen elkaar excuses aanbieden. Hierbij kijken de leerlingen elkaar aan als ze elkaar een hand geven. De leerkracht die een bepaald incident heeft besproken met een leerling of leerlingen, zorgt voor de overdracht aan de groepsleerkracht. Dit kan bij voorkeur persoonlijk of via de mail.
6
3. De organisatie van het onderwijs 3.1. De organisatie van de school Op onze school zitten kinderen bij elkaar in zogeheten jaargroepen. Dit betekent, dat ze het hele jaar bij elkaar in dezelfde groep zitten (bijzondere situaties daargelaten). De organisatie van de groepen gebeurt ieder jaar opnieuw. We proberen groepen samen te stellen, die op een verantwoorde manier kunnen werken. Voor de samenstelling van de groep is o.a. het aantal kinderen bepalend, maar het is duidelijk, dat ook het beschikbare aantal leerkrachten een rol speelt. Ouders ontvangen jaarlijks voor de zomervakantie een schrijven, waarin de organisatie voor het nieuwe schooljaar uiteengezet wordt. Bij het samenstellen van eventuele parallelgroepen en eventuele combinatiegroepen proberen de leerkrachten dit met heel veel zorg te doen. In principe is de verdeling bindend. In zeer uitzonderlijke gevallen kunnen zwaarwegende argumenten, die door de leerkrachten en directie worden geaccepteerd, alsnog een wijziging te weeg brengen. Hieronder vindt u het protocol, dat bij het veranderen van de groepssamenstelling wordt gebruikt. Protocol samenvoegen groepen Op basisscholen werken we met een budget voor personele lasten en een budget voor de overige uitgaven. De hoogte van het budget is bepalend voor het aantal mensen dat op school werkt. Hier vloeit uit voort, dat we met de beschikbare mensen de school verantwoord moeten laten functioneren. Het aantal inzetbare leerkrachten is bepalend voor de organisatie. Dan kan het voor komen, dat groepen moeten worden gesplitst. Er is dan sprake van combinatiegroepen. Dit samenvoegen kan vaak aan de orde zijn als het aantal leerlingen van een bepaalde leeftijdsgroep boven de dertig leerlingen uitstijgt en het niet mogelijk is om twee groepen van hetzelfde leerjaar te maken. Overigens is het niet zo, dat we te allen tijde 30 leerlingen absoluut als maximum hanteren. De werkwijze, die we volgen ziet er in voorkomende situaties als volgt uit: 1. De leerkrachten van de betreffende groep(en) leerlingen en de leerkrachten die het voorgaande schooljaar met deze kinderen werkten maken op grond van hun zienswijze en in onderling overleg met de intern begeleider en de directeur een verdeling. Deze verdeling wordt de ouders uiterlijk vier weken voor het einde van het schooljaar in concept aangeboden. 2. Ouders, die het niet eens zijn met de verdeling kunnen dit binnen een week kenbaar maken bij de directeur. Hierbij willen we vooral de argumentatie horen. Bij zeer zwaarwegende argumenten wordt de situatie opnieuw door de betreffende groep leerkrachten, de intern begeleider en de directeur bekeken, waarna een definitieve bindende uitspraak volgt. 3. De definitieve verdeling wordt de ouders (als er een verandering is opgetreden in de voorlopige lijst) twee weken voor de zomervakantie medegedeeld.
Iedere schooldag begint in de kleutergroepen met een inloopmoment van 8.30 uur tot 8.45 uur. Ouders kunnen dit kwartiertje samen met hun kind werken. Bij de tweede bel start de leerkracht met de kinderen de schooldag. Vanaf groep 3 gaan de kinderen bij het eerste belsignaal om 08.40 uur naar binnen. Een uitzondering hierop is op woensdagmorgen. Er is dan een inloopmoment in de
7
groepen 3 en 4 van 8.30 uur t/m 8.45 uur. De groepen 5 t/m 8 beginnen op woensdag om 08.30 uur. De kinderen uit groep 1 t/m 4 hebben pauze van 10.00 uur tot 10.15 uur. De kinderen uit groep 5 t/m 8 van 10.15 uur tot 10.30 uur of van 10.30 uur tot 10.45 uur. Er is steeds toezicht op het schoolplein. Alle dagen stoppen we om 12.00 uur voor de middagpauze. Op woensdag werken alle groepen tot 12.15 uur. ’s Middags beginnen alle groepen om 13.00 uur en om 15.15 uur gaat de school uit. Op woensdagmiddag zijn de leerlingen vrij en op vrijdagmiddag is er geen school voor de leerlingen uit groep 1 t/m 4.
3.2. De activiteiten van de kinderen Op onze school proberen we een goed evenwicht in het aanleren van kennis, het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van praktische vaardigheden te bereiken. De vakken rekenen en vooral taal en lezen vormen de kern van het onderwijs. Rekenen, taal en lezen krijgen op onze school veel aandacht. Ze vormen de basis voor elke andere ontwikkeling. Meer dan de helft van de totale lestijd wordt hieraan besteed.
Groep 1 en 2. De schooldag begint met een inloopmoment van 08.30 uur tot 08.45 uur. Ouders mogen dan voor schooltijd samen met hun kind in het groepslokaal werken met zelfgekozen materialen. ’s Middags is er geen inloopmoment. Als om 13.00 uur de bel gaat vormen de kinderen een rij en gaan ze met de leerkracht naar binnen. We werken met verschillende methodes, waarin veel aandacht is voor de mondelinge taalontwikkeling, de woordenschatontwikkeling, de beginnende geletterdheid en de beginnende gecijferdheid. Verder wordt er natuurlijk aandacht besteed aan de motorische ontwikkeling, de creatieve ontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Voor die sociaal-emotionele ontwikkeling gebruiken we de methode Leefstijl (zie Leefstijl bij informatie over groepen 3-8) . Voor verkeerseducatie maken we gebruik van “Rondje Verkeer” en materialen van Veilig Verkeer Nederland. Voor het godsdienstonderwijs maken we gebruik van de methode Trefwoord (zie godsdienst groepen 3-8). Er zijn dagelijks momenten, waarop kinderen zelf iets mogen kiezen, maar er zijn ook tijden, waarop de leerkracht opdrachten aan de kinderen geeft. Sommige activiteiten vinden met de gehele groep plaats, maar veelal wordt er ook in groepjes gewerkt. Naast het werken in de klas wordt er natuurlijk dagelijks veel gespeeld. Dit vindt vooral buiten plaats, waar een zandbak is en een schuur vol materialen, zoals planken, banden, karren, en ander “rollend materiaal”. Voor het bewegingsonderwijs maken we wekelijks gebruik van een jaarplan. Kinderen uit groep 1 en 2 hebben geen gymkleding nodig. Kinderen zijn voortdurend spelend aan het leren. Naast registratie vindt observatie en toetsing plaats. Als observatie/registratiesysteem maken wij gebruik van KIJK groep 1 en 2.
8
Het onderwijs in de groepen 3 t/m 8. Godsdienstonderwijs Als methode voor het vakgebied ‘godsdienst/levensbeschouwing’ maken we op onze school gebruik van de methode ‘Trefwoord’. U kunt dat zien in de klas, want ‘Trefwoord’ werkt op basis van een kalender, die in alle groepen een vast plekje heeft. De methode heeft voor iedere dag een gedicht, spel, lied, verhaal of bijbeltekst als dagopening. We zullen komend schooljaar ook met de projectlijn van Trefwoord werken. Gedurende enkele weken vormen al die onderwerpen samen één thema, dat uitgebeeld is op de kleurenposter bij de kalender. In de handleiding vindt de leerkracht aanwijzingen om verder met de kinderen door te gaan op het onderwerp van de dagopening. Deze uitwerking is verschillend voor de onder- midden- en bovenbouw. De thema’s sluiten aan bij de belevingswereld van de kinderen, bij actuele ontwikkelingen en vraagstukken in de samenleving. In onze situatie wordt er niet dagelijks met de methode gewerkt. In alle groepen wordt er minstens twee of drie keer per week mee gewerkt. Lezen Voor het technisch lezen gebruiken we op onze school de methode "Veilig Leren Lezen”. Eind groep 3/begin groep 4 gaan we verder met het voortgezet technisch lezen. We gebruiken hiervoor de methode: ‘’Estafette Nieuw’’. Naast technisch lezen komen dan andere leesvormen aan bod, zoals begrijpend- en studerend lezen. Bij ons zijn deze leesvormen geïntegreerd in de taal- leesmethode “Taalleesland”. Voor begrijpend lezen maken we gebruik van “Nieuwsbegrip”. Schrijven We maken gebruik van de methode “Mijn eigen handschrift” in groep 6 en “Pennenstreken” in de groepen 3 t/m 5. Vooral in groep 3 en 4 wordt veel aandacht aan het schrijven besteed. De schriften die we gebruiken zijn zowel voor links- als rechtshandige leerlingen te gebruiken. Schrijven staat in groep 3 t/m 6 op het rooster. Taal In de groepen 4 t/m 8 wordt gewerkt met de methode “Taalleesland”. In deze methode worden de vereiste taalvaardigheden aangeleerd. Er wordt aandacht besteed aan de spreek-, luister en schrijfvaardigheid. Voorts zijn in de methode de verschillende leesvormen opgenomen. Voor spelling gebruiken we de methode “Taal op Maat”. Rekenen We gebruiken de rekenmethode “Rekenrijk”. In groep 3 wordt onder andere aan het inzicht in de structuur van de getallen gewerkt, het memoriseren van het optellen en aftrekken tot 10, oriëntatie in de getallen tot en met 100 en het leren klokkijken van hele en halve uren en kwartieren. In groep 4 gaan de kinderen door met optellen en aftrekken tot en met 100, aan de hand van de getallenlijn. Hiernaast worden de tafels aangeleerd. Verder komen aan de orde de centimeters en meters. In groep 5 worden de tafels tot en met 12 verder geoefend en leren kinderen de deeltafels, met en zonder rest. De digitale tijd wordt aangeleerd en kinderen gaan aan de slag met lengtematen, oppervlakte, omtrek en inhoud. In groep 6 wordt er gewerkt aan de oriëntatie van de getallen tot en met 100.000. Kinderen leren antwoorden te schatten. Het kolomsgewijs èn cijferend optellen en aftrekken wordt aangeleerd.
9
En de kinderen gaan voor het eerst met breuken aan de slag: vergelijken, ordenen en een deel van een aantal uitrekenen. Kinderen leren grafieken aflezen. In groep 7 en 8 staan de breuken, decimalen, het cijferen, procenten en verhoudingen op het programma. Algemeen komen meten, wegen en handig rekenen aan de orde. Een belangrijke plaats in deze laatste twee jaar is het verstandig leren gebruiken van de zakrekenmachine. Wereldoriënterende vakken Op veel momenten komen kinderen in aanraking met de wereld om ons heen. In allerlei gesprekken, spreekbeurten, werkstukken maken, schoolTV etc. Voor het natuuronderwijs gebruiken we in groep 3 en 4 de methode “Natuurlijk”. De groepen 5 t/m 8 starten dit schooljaar met een nieuwe natuurmethode “Argus Clou”. Vanaf groep 5 worden de vakken aardrijkskunde en geschiedenis aangeboden. Wekelijks staan deze vakken op het rooster. Voor geschiedenis gebruiken we de methode ”Bij de Tijd” en voor aardrijkskunde “Geobas”. Ook wordt er aandacht besteed aan topografie. Naast de methoden op onze school maken we regelmatig gebruik van het materiaal, dat bij de verschillende schoolTV uitzendingen behoort (ook methode filmpjes via activeboard). Techniek Dit vak staat erg in de belangstelling. Het is duidelijk, dat we in ons land veel te weinig arbeidskrachten hebben met een technische opleiding. Op termijn gaat dat problemen geven. Vandaar dat er veel aan is gelegen om kinderen te interesseren voor techniek. Ook op onze school nemen we deel aan het Techniek Coach1 project. In de kleutergroepen wordt het vak techniek in de werkhoeken ondergebracht. Voor de andere groepen maakt het vak deel uit van het lesprogramma, waarbij we o.a. gebruik maken van de materialen van het Techniekkasteel. Sociale redzaamheid Op onze school is in het schooljaar 2004-2005 de methode ‘’Leefstijl’’ ingevoerd. Voor het optimaal functioneren van kinderen en het ontwikkelen van hun talenten zijn vaardigheden als zelfvertrouwen, doordachte beslissingen nemen, luisteren, je gevoelens uiten en van je fouten leren, onmisbaar. Professor Luc Stevens vat het kernachtig samen, door als hoofdkenmerk van ontwikkeling te zien: het actieve streven van ieder jong mens om zichzelf en zijn omgeving te leren kennen en meester te worden. Kinderen zijn van meet af aan uit op sociale binding, kennis en vaardigheden. Mensen hebben drie basisbehoeften: behoefte aan relatie (zich veilig en aanvaard voelen), aan competentie (zelfvertrouwen) en aan autonomie (zelfstandigheid en het nemen van verantwoordelijkheid). Wekelijks wordt met de kinderen aan deze aspecten gewerkt. Een ander gebied, dat behoort bij de sociale redzaamheid is het verkeersonderwijs. De methode “Klaar-Over” wordt in groep 3 en 4 gebruikt, om de kinderen een goed verkeersgedrag aan te leren. In de groepen 5 en 6 gebruiken we “Op Voeten en Fietsen” en in groep 7 en 8 “De Jeugd Verkeers Krant”. Beide zijn uitgaven van Veilig Verkeer Nederland. In groep 8 nemen de leerlingen deel aan het schriftelijk en praktisch verkeersexamen. Onze school is in het bezit van het Zeeuws verkeersveiligheidslabel. Dit betekent, dat verkeer bij ons meer dan gemiddelde aandacht krijgt. Engels In groep 6, 7 en 8 wordt Engels gegeven. We gebruiken de methode “Just do it’’.
10
Expressievakken Op onze school wordt wekelijks met de kinderen gezongen, getekend en aan handvaardigheid gewerkt. Sinds 2010 werken we ook met het KunstKabinet. Het KunstKabinet is het nieuwste lesconcept voor kunst-, media- en erfgoededucatie in de basisschool. Lichamelijke opvoeding De kinderen uit groep 3 t/m 8 hebben wekelijks twee gymlessen. Een uitzondering geldt voor groepen 3 en 4, die hebben maar 1 gymles, maar ook nog een zwemles. In de gymlessen staan naast de bewegingsvormen ook spelvormen centraal. CIOS studenten zijn vaak bij de lessen aanwezig en werken dan met de kinderen. Kinderen die niet mee kunnen gymmen blijven op school in de groep van een collega. Gymkleding is verplicht. Zelfstandig werken Op onze school vinden we het belangrijk, dat de kinderen zelfstandig leren werken. En dat niet als ze van school af zijn, maar ook als ze nog bij ons op school zitten. Sterker nog, onze vierjarigen werken al zelfstandig. We vinden zelfstandig werken belangrijk om een aantal redenen: Kinderen willen graag zelf iets doen. Ze willen niet steeds geholpen worden. Zelf doen en zelf leren werkt motiverend en het geleerde wordt makkelijker vastgehouden. Zelfvertrouwen van kinderen neemt toe naarmate ze meer zelfstandig kunnen “opereren”. Onze schoolsystemen doen steeds meer een beroep op zelfstandigheid. Zelfstandig werken betekent in een aantal gevallen ook samenwerken. Zelfstandig werken in een groep stelt de leerkracht in staat om gericht kinderen te helpen. Het kan dan gaan om kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, maar ook om de hulp aan kinderen die gemakkelijk met de leerstof omgaan en extra uitdaging nodig hebben. StructureelCoöperatief leren Met deze afspraken geven we vorm aan systematische aandacht voor interactieve samenwerkingsvormen, waardoor kinderen op een gestructureerde manier leren werken in teamverband. 1. Klassenmanagement: Het samenwerken van leerlingen gebeurt bij ons op school op een gestructureerde wijze, coöperatief. Hierover hebben we enkele afspraken gemaakt: - Alle leerkrachten gebruiken hetzelfde stilte-teken - Alle tafelgroepen hebben genummerde plaatsen in groep 3 t/m 8 van 1-4, elke stoel, op die plaats, bij elke groep heeft hetzelfde nummer. - Er zijn afspraken gemaakt over het stemvolume tijdens de activiteiten in verschillende situaties. 2. Teams: De leerlingen van groep 3 t/m 8 zitten zoveel mogelijk in vaste groepen van 4, in het lokaal. Wanneer er reden voor differentiatie is, wordt er ook in een andere groepssamenstelling gewerkt ( bijvoorbeeld bij niveaulezen of rekenen). Afspraken die we hierover hebben gemaakt: - De leerlingen zitten in teams van 4, met in uitzonderlijke gevallen 5 of 6 leerlingen. - De teams zijn heterogeen van samenstelling. - Teams wisselen voorafgaand aan iedere vakantie ( ongeveer een periode van 7 – 8 weken)
11
3. Wil Er is structurele aandacht voor elkaar leren kennen en willen samenwerken met elke andere leerling. We werken met aparte activiteiten die een positieve onderlinge sfeer stimuleren en daarvoor gebruiken we team- en klasbouwers. 4. Didactische structuren We verstaan hieronder de interactieve werkvormen die via opbouw in de methodes aangeboden worden aan de leerlingen. Per groep is een minimumaanbod van didactische structuren afgesproken, die aangeleerd worden in een schooljaar. Deze kunnen in principe worden ingezet bij alle leervakken. 5. Gips
Gelijke Deelname Individuele Aansprakelijkheid Positieve Wederzijdse Afhankelijkheid Simultane Interactie
Omdat we willen waarborgen dat Structureel Coöperatief Leren effectief wordt uitgevoerd en we streven naar hogere leeropbrengst voor alle leerlingen, checken we onze werkwijze op GIPS. 6. Sociale Vaardigheden: Door de ingebouwde, gestructureerde werkwijze doen de leerlingen tijdens de samenwerking sociale vaardigheden op. Daarnaast hebben we de afspraak: - voorbeeldgedrag van de leerkracht is uitgangspunt hierbij. - Accent bij instructie en / of reflectie op de manier waarop je met elkaar omgaat (aardig zijn, elkaar helpen, een compliment geven en / of ontvangen enzovoort)
12
4 De zorg voor de kinderen 4.1. De intern begeleider. Tegenwoordig is er op elke school een intern begeleider aanwezig. Bij de start van het project Weer Samen Naar School (WSNS) heette dat nog een zorgcoördinator. De intern begeleider of IB-er verzorgt de zorgstructuur binnen een school. De IB-er werkt daarbij op groeps- en schoolniveau om op die manier de doorgaande lijn van leerlingen binnen de school te bewaken. Leerlingen die uitvallen op cognitief gebied en sociaal-emotioneel gebied krijgen extra ondersteuning van de leerkracht. Door middel van handelingsplannen worden doelstellingen geformuleerd en uitgevoerd in de groep. Daarbij geef de IB-er de leerkrachten ondersteuning en richtlijnen. Na de volledige invoering van De 1-zorgroute, worden dat groepsplannen in plaats van individuele handelingsplannen. In paragraaf 4.3 leest u daar meer over. Daar waar nodig neemt de IB-er ook onderzoeken af om de juiste ontwikkelingen van leerlingen beter in kaart te kunnen brengen. Ook leidt, begeleidt en evalueert de IB-er de verschillende besprekingen die voor de verschillende leerlingen en groepen noodzakelijk zijn. O.a. op basis van de gegevens van het CITO Leerling Onderwijs Volg Systeem. Alle leerlingen worden bij ons op school in hun ontwikkeling o.a. gevolgd m.b.v. het CITO LOVS. De resultaten van de leerlingen en de groepen afkomstig vanuit dat systeem, worden gedurende het schooljaar door de IB-er met de leerkrachten besproken en geeft vaak reden tot extra leerling-hulp zoals in het begin al beschreven is. Naast de al eerder genoemde begeleidingsvormen is de IB-er een coach voor de leerkrachten en helpt ze op weg om hun klassenorganisatie op orde te brengen. Niet alleen leerlingen die uitvallen op een bepaald vak, maar ook de meerbegaafde leerlingen proberen we een eigen programma te geven en te begeleiden. Daarnaast heeft een IB-er vele malen directieoverleg en ontwerpt de IB-er protocollen en beleidsstukken voor een aantal jaren. De IB-er onderhoudt ook contacten met ouders en externe instanties. Bv. met de ambulant begeleiders van de REC’s die leerlingen met een ‘rugzak’ begeleiden. Ook begeleidt de IB-er de leerkracht met een eventuele aanvraag voor een ‘rugzak’, wanneer een leerling uit zijn of haar groep daar voor in aanmerking komt. Een IB-er maakt ook deel uit van een samenwerkingsverband vanuit het traject WSNS. Dat is in ons geval het samenwerkingsverband De Bevelanden. Daar heb je contact met andere intern begeleiders en wissel je ervaringen uit. Naast het overleg via WSNS wordt er ook met alle IB-ers van Prisma regelmatig overleg gevoerd.
13
4.2. Hoe gaan we om met kinderen, die problemen hebben op onze school Op onze school vinden leerlingenbesprekingen plaats. Op die momenten wordt door de groepsleerkrachten aangegeven welke kinderen met leer- en of gedragsproblemen mogelijk in aanmerking dienen te komen voor extra hulp. Omdat ieder kind anders is en omdat iedereen voldoende aandacht moet krijgen, is het nodig om te weten hoe de vorderingen verlopen. Onze moderne methoden bieden volop mogelijkheden om de ontwikkeling van de kinderen te volgen, bijv door: Observatielijsten, toetsen en dictees en vorderingenlijsten. En natuurlijk blijft het dagelijks contact tussen kind en meester of juf het belangrijkste middel om de zorg iedere dag weer aan te passen of op maat te maken. Hij of zij is het best op de hoogte van het wel en wee van uw kind en is vanzelfsprekend ook een soort vertrouwenspersoon. Voor de meer ‘zakelijke’ gegevens hebben we op onze school het Cito leerlingvolgsysteem. Dit zijn landelijk genormeerde toetsen, die methode onafhankelijk zijn. Die geven een beeld hoe onze leerlingen scoren t.o.v. andere scholen in Nederland. In groep 1 en 2 worden de toetsen: Ordenen, Ruimte en tijd en Toets fonemisch bewustzijn afgenomen. In de groepen 3 t/m 8 zijn dat o.a.: Technisch- en Begrijpend lezen, Rekenen en Wiskunde en Wereldoriëntatie. In februari maakt groep 8 de Cito eindtoets. Deze toets geeft tevens een advies voor een schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs.
Leerlinggegevens Van iedere leerling wordt een leerlingenmap bijgehouden. Daarin worden gegevens opgenomen over de vorderingen van de leerling, observaties, speciale onderzoeken, handelingsplannen en testgegevens van de verschillende jaren. Na iedere toetsperiode bespreken de leerkrachten per bouw samen met de intern begeleider de groepsresultaten. Behalve aan de groep in zijn geheel, wordt er vooral aandacht gegeven aan kinderen met zwakke of zeer goede resultaten. Daarnaast is er voor de kinderen die problemen hebben met b.v. lezen een speciale bespreking. Dat is de leerlingbespreking. Die bespreking wordt gehouden met de groepsleerkracht en de intern begeleider. Tijdens zo’n bespreking wordt er nagegaan wat de problemen van het kind zijn en wat er aangedaan kan worden. Daartoe wordt een handelingsplan gemaakt, waarin staat wat het probleem is en hoe en met welke middelen dit aangepakt moet worden. Dit handelingsplan wordt na een week of acht geëvalueerd. Dit soort veranderingen worden altijd met u als ouder doorgesproken. Mocht het blijken dat wij als school zelf het kind niet meer verder kunnen helpen, dan wordt het Zorgplatform ingeschakeld. Hiervoor is echter eerst toestemming van de ouders nodig. In het Zorgplatform zitten deskundigen, die samen met de school gaan bekijken hoe het kind verder geholpen kan worden. Het kan zijn dat er aanvullend onderzoek moet worden gedaan, of dat er andere materialen en/of werkwijzen gezocht worden om het kind in zijn eigen groep verder op te vangen. Naast het Zorgplatform kan er ook gekozen worden voor een HGPD traject. Dit traject houdt in dat de groepsleerkracht samen met een orthopedagoog van het RPCZ de leerlinggegevens die vanuit de leerlingbespreking zijn aangeleverd bespreekt en gaat zoeken naar begeleidingsmogelijkheden die
14
op de korte termijn plaats kunnen vinden. Om de 8 weken worden de activiteiten geëvalueerd, waarna er weer nieuwe voor in de plaats komen. Heeft de leerkracht geen behoefte meer aan ondersteuning dan stopt het HGPD traject. Alle activiteiten en resultaten van dat traject worden met de ouders besproken. Het komt ook voor dat leerlingen zulke specifieke behoeften hebben, dat zij aangewezen zijn op een vorm van speciaal onderwijs. Door de wet is voorgeschreven dat een leerling niet zomaar naar het speciaal onderwijs kan worden doorverwezen. De basisschool zal eerst moeten aantonen wat er al aan het probleem is gedaan. Een onafhankelijke commissie (de PCL) bepaalt dan of de leerling naar een school voor speciaal onderwijs kan. Dit vindt altijd plaats in overleg met en met toestemming van de ouders. Soms kunnen we met extra hulp en faciliteiten kinderen op onze school blijven opvangen. We spreken dan van zgn. rugzakleerlingen. Rugzakleerlingen zijn kinderen, die op school extra hulp krijgen, die gefinancierd wordt door het ministerie. Een speciale commissie bepaalt aan de hand van gegevens en onderzoek of het kind hiervoor in aanmerking komt.
Dyslexie. Na ongeveer 1½ jaar leesonderwijs kunnen we vaststellen of een leerling mogelijk dyslectisch is. Dit is dan halverwege groep 4. De gegevens uit het CITO LOVS kunnen dan aanleiding geven om aanvullend lees- spellingonderzoek te doen. Bijvoorbeeld wanneer een leerling meerdere keren achter elkaar een E-niveau scoort op de lees- en spellingtoetsen van het CITO. Dit alles gaat op basis van het landelijk protocol dyslexie. Wanneer al die gegevens in de richting van dyslexie wijzen, wordt de leerling bij ons op school behandeld en begeleid als een dyslectische leerling. Naast de cijfermatige gegevens van leestoetsen, die een grote achterstand laten zien, moeten we ook nog didactische resistentie aantonen. Dat wil zeggen dat een leerling ondanks de extra geboden hulp maar weinig of niet vooruit gaat. Zodra we een vermoeden hebben van leesproblemen bij een leerling gaan we meteen extra leesbegeleiding geven. Dit voor een periode van minstens 6 maanden. Die begeleiding wordt dan vastgelegd in handelingsplannen. De officiële verklaring dyslexie hebben wij als basisschool pas in groep 8 nodig i.v.m. de CITO eindtoets. Wij laten de leerling in groep 7 officieel onderzoeken door het RPCZ. De gegevens van dat onderzoek zijn dan twee jaar geldig en de uiteindelijke verklaring onbeperkt. Dat is belangrijk voor het voortgezet onderwijs die graag gegevens toegestuurd krijgen die niet ouder dan twee jaar zijn. Wanneer het voor het welbevinden van de leerling beter is om al voor groep 7 onderzoek te doen, proberen wij dat in te passen. Voor de onderzoeken krijgen wij geen extra geld van het ministerie, vandaar dat we voor deze opzet hebben gekozen. We kunnen maar een beperkt aantal kinderen per jaar laten onderzoeken. De zorgverzekeraars betalen alleen uit voor onderzoek en begeleiding wanneer er sprake is van een enkelvoudige, ernstige vorm van dyslexie. Er is sprake van enkelvoudige dyslexie wanneer er naast dyslexie geen sprake is van een of meer andere (leer)stoornissen. Voor ernstige dyslexie moet de leerling voor lezen tot de 10% zwakst scorende leerlingen behoren of tot de 16% zwakst op lezen gecombineerd met de 10% zwakst scorende leerlingen op spelling. Deze regeling is maar voor enkele kinderen van toepassing.
15
4.3 De 1-zorgroute In onze school wordt gewerkt met de 1-zorgroute. Dit betekent dat er voor elk kind tenminste één keer per drie maanden wordt bekeken wat hij/zij nodig heeft om goed te kunnen leren en zich te ontwikkelen. Voor het ene kind is dat bijvoorbeeld dat hij extra instructie nodig heeft. Het andere kind heeft misschien weer meer behoefte aan complimenten. Per vakgebied maakt de leerkracht van elk kind een groepsplan waarin hij/zij dit vastlegt. Via de rapporten en de contactavonden en andere gespreksmomenten wordt u als ouders op de hoogte gehouden van hoe het met uw kind gaat. Soms is het niet duidelijk wat een kind nodig heeft om goed te kunnen leren en zich te kunnen ontwikkelen. Of dat de leerkracht moeite heeft om de juiste aanpak vorm te geven. In dat geval overleggen de leerkracht en de intern begeleider in een aparte bespreking hoe de problemen kunnen worden aangepakt. Dit gesprek is een leerlingbespreking. Als uw kind in de leerlingbespreking wordt besproken, dan wordt u altijd hiervan op de hoogte gesteld. Soms is het nodig dat we uitgebreider met u praten. Als ouders weet u vaak heel goed wat uw kind nodig heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen. Van de leerlingbesprekingen en de gesprekken wordt een verslag gemaakt. Dit verslag gaat in het dossier. Als het ondanks onze eigen hulp en inspanningen niet goed lukt om te bekijken wat een kind nodig heeft of welke aanpak de juiste is, kan de school hulp inroepen van een extern deskundige (psycholoog, maatschappelijk werker, logopedist, schoolarts, en dergelijke). Deze kan de school dan adviseren of onderzoek voorstellen. Soms is het nodig om nóg intensiever te kijken naar wat een kind nodig heeft of welke aanpak de juiste is. Dat kan gebeuren door een team van deskundigen, het ZorgAdviesTeam. Onze school is hierbij aangesloten. Het ZAT kan onderzoek doen naar het kind zelf (psychologisch en lichamelijk), maar ook naar de opvoedingssituatie thuis. Als de school voor de ontwikkeling van uw kind de hulp wil inroepen van een externe deskundige (of het ZAT), dan bespreken we dit altijd vooraf met u. Het is namelijk zo dat u hiervoor schriftelijk toestemming moet geven. Er gaan gegevens over uw kind uit de school naar anderen toe. Alle onderzoeken worden altijd éérst met u besproken. In een enkel geval is het zo dat het voor de school niet mogelijk is om een kind het onderwijs te bieden dat het nodig heeft. Dan is het beter om het kind te verwijzen naar een speciale basisschool (SBO). Mocht dit het geval zijn bij uw kind dan zullen we uitgebreid met u praten. Een verwijzing is niet zomaar iets. Daarnaast moeten ouders altijd toestemming geven om hun kind aan te melden bij een commissie (Permanente Commissie Leerlingenzorg of Commissie Van Indicatiestellling) die beslist over de toelating tot de speciale (basis-)school.
16
Een kind dat wordt aangemeld bij een school voor speciaal onderwijs (via de CVI) heeft ook nog de mogelijkheid om een rugzakje te krijgen. Dit betekent dat het kind niet wordt verwezen, maar dat de school in samenwerking met de ouders en een ambulant begeleider van de SO-school, de extra hulp uit het rugzakje gaat inzetten om het kind zo goed mogelijk onderwijs te kunnen bieden op de basisschool. Mocht dit het geval zijn bij uw kind, dan zullen alle betrokkenen uitgebreid met u overleggen om een handelingsplan op te stellen. Regelmatig zal het plan worden besproken om te zien of uw kind zich goed ontwikkelt.
4.4 Advies vervolgonderwijs Omdat de zorg voor leerlingen in feite niet stopt op het eind van de basisschool willen we samen met de leerkrachten, ouders en kinderen een goede keus maken voor het vervolgonderwijs. Meestal weten we op school wel wat de mogelijkheden van de schoolverlater zijn. We hebben veelal het kind jarenlang als leerling op school gehad en weten veel over de verstandelijke capaciteiten, maar ook over de leerhouding. Samen met de gegevens uit de CITO-eindtoets en soms een AOB-onderzoek (ouders krijgen hierover in het laatste schooljaar informatie) wordt een keus gemaakt. In maart wordt dan meestal een gesprek gevoerd met de leerkracht van groep 8 en de ouders om definitief een vervolgopleiding te kiezen. Als het inschrijfformulier voor de betreffende school bij ons is ingeleverd, voegen we een onderwijskundig rapport toe en sturen we de formulieren door naar de betreffende school.
4.5 De manier waarop we in het algemeen met meer begaafde kinderen willen werken is als volgt: ( hieronder treft u een gedeelte aan uit het hoogbegaafdheidsprotocol van onze school. Het gehele document kunt u vinden als onderdeel van onze website) Op dit moment zien wij als school enigszins ruimte, om naast voornamelijk individuele trajecten, te werken met een plusklas. Het werk van de leerlingen wordt zoveel mogelijk opgenomen in de weekplanningen en weektaken die voor de groep gemaakt worden. In de weektaken van de leerlingen wordt er aangegeven op welke manier ze tijdens de week met de voor hun specifieke taken aan de slag kunnen. De plusklas wordt opgezet voor leerlingen uit de groepen 5 t/m 8. De verdere uitwerking van het hoe, waarom en wanneer van de plusklas wordt in een aparte paragraaf uitgewerkt. Bij incidentele leerlingen ontkomen we er toch niet aan om een individueel traject te hanteren. Door specifiek onderzoek en begeleiding van sommige hoogbegaafde leerlingen is vast komen te staan dat de bovenstaande werkwijze die we als standaard werkwijze willen hanteren niet toereikend voor die leerling is. Er moet dan een aanbod op maat voor hem/haar worden gemaakt. Dit het liefst met ondersteuning vanuit de praktijk waar de leerling onderzocht is. Dit zijn leerlingen die een top down benadering nodig hebben.
17
De plusklas is een onderdeel van de zorgstructuur binnen onze school. Doel van de plusklas: Het doel van de plusklas is om te voorzien in een onderwijsbehoefte van kinderen op school, waarbij kinderen met meerbegaafdheid in staat gesteld worden om op gezette tijden (1½ uur per week) met andere meerbegaafde kinderen te werken aan een stukje didactische uitdaging. Leren samenwerken, ontwikkelen van sociale vaardigheden en leren werken vanuit autonomie aan een gezamenlijk project zijn uitgangspunten. De onderwerpen die in de plusklas worden aangeboden bestaan in de eerste plaats uit de rode peperopdrachten van de pittige plus torens. Daarnaast worden er opdrachten uitgevoerd uit de Vooruit mappen en uit webquests. De plusklas wordt gebruikt als aanzet en verrijking van het onderwijspakket, waarbij de opdrachten waar mogelijk in de klas worden afgemaakt, zodat de planning van deze kinderen een gedifferentieerde inhoud krijgt. Dit is voorlopig alleen mogelijk voor leerlingen van groep 5 t/m 8. Tevens krijgen leerlingen van de groepen 1 t/m 8 verrijking in de eigen groep aangeboden, we noemen dit verrijkingsactiviteiten. Plaatsing van leerlingen in de plusklas. Het starten van een plusklas doen we om in die onderwijsbehoeften te voorzien waar de hoogbegaafde leerling in groepsverband te weinig mee in aanraking komt. Dit vormt dan een goede aanvulling op het reguliere onderwijs. Het betekent tegelijkertijd wel een beperking van de doelgroep. De goede leerling die vaak eerder klaar is met het werk maar wel bottom-up leert, hoort er niet thuis. Voor dat kind behoort in de klas een gezonde dosis aantrekkelijk ‘extra werk’ aan zijn taak te worden toegevoegd. Hij heeft geen eigenschappen die op een andere wijze moeten worden begeleid dan binnen de groep mogelijk is. Als deze leerlingen toch aan de plusklas mogen deelnemen maken we de specifieke begeleiding voor het hoogbegaafde kind weer onmogelijk. De plusklas mag geen vergaarbak worden van leerlingen waar de groepsleerkracht zo gauw geen raad mee weet. Want ook voor de echte hoogbegaafde leerling geldt dat in eerste instantie zoveel mogelijk verrijkingsmaatregelen binnen de klas worden genomen. Pas daarna komt de plusgroep in beeld met alle extra´s die voor deze leerling in klassenverband niet voldoende aan de orde komen. We hanteren de volgende criteria voor het plaatsen van leerlingen in de plusklas. Diagnose d.m.v. het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid. Rapporten orthopedagoog / psycholoog. A+ scores bij alle Cito-toetsen (voor een langere tijd). Overleg van IB-er en leerkrachten hoogbegaafdheid werkgroep. De plaatsing vindt plaats na aanmelding door de leerkracht van de leerling bij de intern begeleider. Dit na overleg met de ouders van de leerling. Wanneer er nog geen gegevens van de leerling voorradig zijn wordt eerst via het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid onderzocht of de leerling tot de doelgroep van de plusklas behoort. Op basis van die gegevens overlegt de IB-er met de leerkracht en de leerkrachten van de hoogbegaafdheid werkgroep of plaatsing een optie is. Het werken met de leerlingen in een plusklas, is behoorlijk intensief. Daarom worden de groepen het liefst zo klein mogelijk gehouden (ca. 10 leerlingen). Mocht blijken dat de leerling moeite heeft met het zelfstandig werken dat gevraagd wordt, zich niet thuis voelt in de plusklas of dat de klassikale resultaten teruglopen, dan kan na overleg met betrokken leerkrachten en de IB-er plaatsing teruggedraaid of verkort worden.
18
5. De leerkrachten 5.1 Wijze van vervanging bij compensatieverlof en ziekte Ook op onze school maken leerkrachten gebruik van compensatieverlof (voorheen ADV genoemd). We proberen het op onze school zo te organiseren, dat het onderwijs optimaal voortgang kan vinden. Zo proberen we in voorkomende gevallen te werken met een vaste vervanger. De hiervoor in aanmerking komende onderbouw-leerkrachten hebben compensatieverlof op de vrijdagmiddagen, want dan zijn de groepen 1 t/m 4 vrij. In de bovenbouw (groep 5 t/m 8) is de organisatie m.b.t. compensatieverlof anders geregeld. Zij worden op de betreffende dagen vervangen. Bij ziekte proberen we er het beste van te maken. Dit klinkt vreemd, maar u weet, dat het soms erg moeilijk is om geschikte invallers te vinden. Gelukkig slagen we er tot nu toe in om het onderwijs verantwoord te laten doorgaan. Maar we kunnen op dit gebied slechts beloven ons best te zullen doen.
5.2 De samenstelling van het team directeur: Dhr. Paul Constandse Doornlaan 13 4334 BT Middelburg tel: 06-14785343
[email protected]
interne begeleiding: Dhr. Johan Jacobs
[email protected]
leerkrachten: Groep 1A Groep 1/2A Groep 1/2B Groep 3A Groep 3B Groep 4 Groep 5 Groep 5/6 Groep 6
Mw. Bianca Vooijs Mw. Jolanda Fierloos- v.d. Linde Mw. Mirjam Geene- Nuijen Mw. Marlies Nagelkerke Mw. Annelies Zuidhof Mw. Marleen de Weerdt- Beenhouwer Mw. Sandra van Zunderen Mw. Desiré Nuyens- Janse Mw. Annemarie van Jole- Berndsen Mw. Linda Clement- Bakker Mw. Ilona Mieras- Uitterhoeve Mw. Marian Steenblok- Reijerse Mw. Joke Emmerik- v.d. Ende Mw. Karin van Exel Mw. Karin van Exel Mw. Jopie van Bavel- Litzroth Dhr. David van Vliet Mw. Desiré Nuyens- Janse
19
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Groep 7 Groep 8A Groep 8B
Mw. Linda Heijnsdijk Mw. Linda Clement- Bakker Mw. Annika Polfliet- Izeboud Mw. Sabriene Hendrikse- Raas Dhr. Niels van Harn Mw. Annika Polfliet- Izeboud
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
5.3 Scholing van leerkrachten Leerkrachten zijn verplicht om hun kennis en vaardigheden met betrekking tot het onderwijs bij te houden. De wet BIO (Beroepen in het Onderwijs) schrijft dit voor. Leerkrachten moeten niet alleen bevoegd zijn, ze moeten ook aan kunnen tonen dat ze bekwaam zijn en dat ze er alles aan doen om ook bekwaam te blijven. Dat kan door middel van scholing, maar ook door bijvoorbeeld met collega’s te overleggen over bepaalde thema’s. Zo is er bijvoorbeeld een groepje onderbouwleerkrachten die onder begeleiding een aantal malen per jaar overleggen over onderwerpen uit de onderbouw. Een andere manier om je bekwaamheid te vergroten is het werken met een coach. Dat kan een collega zijn (een maatje) of een speciaal daarvoor opgeleide coach. Leren kun je dus op veel verschillende manieren. Hoe weten we nu of een leerkracht bekwaam is? Directeuren kennen natuurlijk hun leerkrachten en komen ook regelmatig bij hen in de klas. Daarbij gebruiken we de landelijke beschreven vaardigheden bedoeld voor leerkrachten in het basisonderwijs. Om dat ook met een objectief oog te kunnen meten gebruiken we een instrument waarbij leerkrachten een vragenlijst invullen op de computer. Daar rolt een vaardigheidsprofiel uit. Samen met de informatie die een directeur van zijn leerkracht al heeft, krijgen we zo een aardig beeld van de vaardigheden van een leerkracht in vergelijking met wat hij voor zijn functie nodig heeft. In een gesprek met de directeur wordt vervolgens gekeken welke ontwikkelpunten de leraar nog zou kunnen aanpakken om een nog betere leerkracht te worden. Dit wordt in een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) door de leerkracht beschreven. In het bekwaamheidsdossier, dat iedere leerkracht verplicht hoort bij te houden, komt dit plan en is ook te vinden op welke manier de leerkracht heeft gewerkt aan het vergroten van zijn bekwaamheid. Zo wordt aan de bovengenoemde eisen uit de wet BIO voldaan.
20
6. De ouders 6.1 Het belang van betrokkenheid van ouders Het is duidelijk, dat het contact tussen school en ouders van wezenlijk belang is. We proberen dan ook om dit contact optimaal te laten zijn. Zo is het in de kleutergroepen mogelijk om met uw kind mee naar school te komen en van die gelegenheid gebruik te maken om eventueel de leerkracht te spreken. Neemt u a.u.b. steeds contact met ons op, als u vragen heeft of opmerkingen. Van onze kant zullen we u benaderen, als er reden toe is. In de groepen 1 t/m 8 wordt u middels een brief tweemaal per jaar uitgenodigd voor een oudergesprek over de vorderingen van uw kind. Wilt u een leerkracht spreken en denkt u dat het wat meer tijd vergt, neem dan vooraf even contact op voor een afspraak. In de groepen 1 t/m 8 is er jaarlijks in de maanden augustus/september een informatieavond voor de ouders. U vindt de data hiervan in de schoolkalender.
6.2 Aanmelding Iedere ouder die daar prijs op stelt, heeft voordat zijn/haar kind de school bezoekt, een informatief gesprek met de directeur. In dit gesprek brengt de directeur u op de hoogte van het onderwijs op onze school en is er de mogelijkheid tot het stellen van vragen. Tevens krijgt u een rondleiding door de school en is er de gelegenheid om de sfeer in de diverse groepen te proeven. Een leerling van 4 jaar mag naar de basisschool. Het is gebruikelijk, dat een kleuter voordat hij of zij 4 jaar wordt, komt inlopen. Dit houdt in dat de kleuter een aantal dagdelen de toekomstige school bezoekt. De ouder maakt samen met de leerkracht van groep 1, afspraken op welke data de kleuter komt kennismaken. Als u uw kind heeft aangemeld, neemt de school ongeveer een maand voor de vierde verjaardag van uw kind contact met u op. Naast het invullen van het inschrijfformulier vragen we u of uw kind op foto’s voor onze website mag. Voorts zijn we verplicht om u een kopie te vragen van een document, waarop het sofinummer/burgerservicenummer van uw kind vermeld staat. Dat kan o.a. het schrijven van de belastingdienst zijn of een kopie van de polis van de ziektenkostenverzekering (de polis van het kind).
6.3 Inspraak Via de vertegenwoordigers in de medezeggenschapsraad hebben de ouders inspraak in een groot aantal zaken van de school. We hanteren voor onze school een medezeggenschapsreglement. Binnen het bestuur is er ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). In het adressenoverzicht in hoofdstuk 9.2 kunt u de namen van de vertegenwoordigers in de MR vinden.
6.4 Leerplicht / ziekte Zie algemene informatiegids Prisma.
21
6.5 Effectieve leertijd en verlof Zie algemene informatiegids Prisma.
6.6 Leerlinggebonden financiering Zie algemene informatiegids Prisma.
6.7 Ouderactiviteiten Op onze school vinden veel activiteiten plaats waarbij ouders ondersteuning bieden bij de dagelijkse gang op onze school. Enkele voorbeelden zijn: hulp bij het schoolzwemmen, overblijfouder tussen de middag, “luizenpluisouder”, hulp bij computergebruik door de kleuters, hulp bij creatieve activiteiten etc.
6.8 Kinderopvang Buitenschoolse opvang en Prisma Prisma en Kibeo hebben samen afgesproken dat de kinderen van onze scholen terecht kunnen op de buitenschoolse opvang voorzieningen (BSO). BSO is de oplossing als u naast schooltijden opvang voor uw kinderen nodig heeft. BSO biedt zekerheid en is betaalbaar. En voor uw kind een vriendje dat altijd af kan spreken. Een leuke en verantwoorde plek voor de vrije tijd van uw kind. De opvang Uw kind kan voor en na schooltijd spelen op de BSO en in de schoolvakanties. Ook op studiedagen van de school is er BSO. Spelen betekent bij ons ravotten, knutselen, lezen, luieren, spelletjes doen, een activiteit, kletsen, kortom van alles wat je thuis ook kunt doen. Na schooltijd is er eerst een “kopje thee” voor uw kind. Uw kind kan dan zijn schoolverhalen kwijt. Als de kinderen op een vrije dag komen, wordt er meestal iets speciaals gedaan. Op stap met z’n allen of spannende activiteiten rondom een thema. Hoe vaak komt uw kind? Dat bepaalt u zelf. U kunt vaste dagen afnemen, maar u kunt ook af en toe een dag afnemen. Dat gaat met een strippenkaart. Uw kind kan ook alleen in de vakantie of op studiedagen komen. Gebruikmaken van een combinatie van de mogelijkheden kan ook. De medewerkers Advies & Bemiddeling van Kibeo kunnen samen met u bekijken wat het beste bij uw situatie past. De kosten Aan de BSO zijn kosten verbonden. De hoogte is afhankelijk van uw inkomen. Op www.kibeo.nl vindt u alle relevante informatie.
6.9 Klachtenprocedure en interne vertrouwenspersoon. Zie ook algemene informatiegids Prisma . Ilona Mieras is voor de Bisschop Ernstschool aangesteld als vertrouwenspersoon. Zij heeft daarvoor een scholing gevolgd. Een vertrouwenspersoon is een persoon, die vanuit de school en de Prismaorganisatie met deze formele taak is belast. Zorgvuldig handelen brengt met zich mee dat een probleem altijd eerst met de direct betrokkene(n) wordt besproken. Als dit niet tot het gewenste resultaat leidt kan contact worden opgenomen met de vertrouwenspersoon van de school.
22
Zij verricht de eerstelijnshulp. Het werkgebied van de vertrouwenspersoon ligt op het terrein van klachten: 1. tussen leerlingen onderling 2. tussen leerlingen en personeel 3. tussen personeel onderling 4. tussen leidinggevenden en personeel. Er is ook een mogelijkheid om extern een vertrouwenspersoon te spreken. U wordt dan doorverwezen naar onze externe vertrouwenspersoon Annette de Koning-Meeùs. (zie ook algemene informatiegids Prisma)
6.10 Schorsing en verwijdering van leerlingen Zie algemene informatiegids Prisma.
6.11 Informatievoorziening aan (gescheiden) ouders Zie algemene informatiegids Prisma.
6.12 Ouderbijdrage De ouderraad vraagt u om een vrijwillige ouderbijdrage van 7 euro per schooljaar. Hiervan worden een aantal activiteiten georganiseerd voor de kinderen. Bijvoorbeeld met Sinterklaas, Kerst, Carnaval, afsluiting schooljaar en de fietstocht aan het begin van het schooljaar. Voor de jaarlijkse schoolreis en het kamp voor groep 8 worden de werkelijke kosten in rekening gebracht.
6.13 Declaratiefonds gemeente Met een minimuminkomen is het vaak moeilijk om voldoende geld vrij te maken voor activiteiten op sport, cultureel, recreatief of maatschappelijk gebied. Wanneer u een uitkering van de gemeente ontvangt of een ander laag inkomen, kan het moeilijk zijn om geld voor deze dingen opzij te zetten. Om u en uw gezin toch in staat te stellen om mee te doen aan dergelijke activiteiten heeft de gemeente het declaratiefonds in het leven geroepen. Via het declaratiefonds kunt u onder meer een vergoeding krijgen voor: o lidmaatschapkosten voor verenigingen; o lesgeld voor de muziek- en balletschool of andere lessen; o cursusgeld voor het ROC Zeeland en de Zeeuwse Volksuniversiteit o het abonnementsgeld voor de bibliotheek en toneel- en theatervoorstellingen; o een zwembadkaart of zwemlessen; o een voordeelurenkaart; o evenementen en attracties (o.a. pretparken) binnen en buiten Goes; o bioscoopbezoek. Naast de vergoeding van lidmaatschapskosten, lesgelden, enz. kunt u een extra bijdrage van €18,00 krijgen voor sportkleding of andere benodigdheden voor uw sport en hobby (als daar binnen het beschikbare bedrag nog ruimte voor is).
23
Hoogte van de vergoeding Voor ieder gezinslid geldt een maximale vergoeding van €125,00 per jaar. Dit bedrag wordt bereikt door de kosten van lidmaatschappen, abonnementen, lesgelden, voordeelurenkaart, etc. van de activiteiten bij elkaar op te tellen. De gemeente verstrekt de vergoeding steeds per kalenderjaar. De kosten kunnen echter betrekking hebben op activiteiten die doorlopen tot in het volgende jaar. Extra vergoeding De gemeente kan de vergoeding van €125,00 verhogen met een extra bedrag van € 49,00 als tegemoetkoming in de kosten van de telefoon voor ouderen (65+) en gehandicapten. Er kan een vergoeding verstrekt worden voor de kosten van een vaste aansluiting of een mobiele telefoon. Tegemoetkoming schoolgaande kinderen Deelnemers aan het declaratiefonds met kinderen in het voortgezet onderwijs, kunnen tevens gebruik maken van een tegemoetkoming in de kosten die aan de school betaald moeten worden voor schoolreisje en/of excursies. Voor wie is het declaratiefonds bedoeld? Her declaratiefonds is bedoeld voor alle inwoners van Goes die rond moeten komen van een inkomen dat lager is dan of gelijk is aan de bijstandsnorm (voor inwoners ouder dan 65 jaar de AOW-norm) vermeerderd met 16%. Het maakt daarom niet uit of u een bijstandsuitkering van de gemeente heeft, een minimum inkomen uit loon, AOW, AOW aangevuld met een klein pensioen, een lage WW-uitkering, een lage arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc. Waar de inkomensgrens om voor het declaratiefonds in aanmerking te komen precies ligt, vindt u in de folder over het declaratiefonds. Deze is verkrijgbaar bij de Publieksbalie in het Stadskantoor en in de wijkinfowinkels in de Goese Polder en Goes-Oost. In de folder leest u verder hoe u een aanvraag kunt indienen en op welke manier de uitbetaling van deze vergoeding plaatsvindt. Meer informatie Meer informatie vindt u in een speciale folder, die samen met het aanvraagformulier verkrijgbaar is bij de balie van de afdeling sociale Zaken in het stadskantoor. U kunt de folder ook telefonisch op vragen via tel. 0113-249600 of per e-mail via
[email protected]
24
7 De ontwikkeling van het onderwijs 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school Voortdurend wordt er op school gewerkt aan verbeteringen. Zo zijn de afgelopen jaren een aantal leermethoden vernieuwd. Het CITO leerlingvolgsysteem wordt jaarlijks uitgebreid. Dit systeem stelt ons in staat om eventuele hiaten op te vullen en de resultaten van onze leerlingen naast landelijke normen te leggen. We beschikken dan over gegevens, die ons in staat stellen de lestijd zo effectief mogelijk te benutten. We kunnen met de gegevens kinderen individueel helpen, maar ook groepjes kinderen kunnen bepaalde leerstof nog eens aangeboden krijgen. We willen in de toekomst de computer beter gaan inzetten in ons onderwijs. Betere software komt steeds meer voor handen en kan voor veel kinderen een goed hulpmiddel zijn. Scholing van leraren moet verder bijdragen aan een optimalisering van ons onderwijs. Ook willen we nog werken aan een verdere professionalisering van de zorg in onze school. We maken binnen ons bestuur sedert 2005 gebruik van de kwaliteitsmeter. Dit instrument stelt ons in staat om middels een vragenlijst op de computer inzicht te verkrijgen in de mate van tevredenheid over onze school. Zowel leerlingen als ouders als ook leerkrachten kunnen de lijst invullen. Het is de bedoeling, dat jaarlijks de helft van de leerlingen uit de groepen 6, 7 en 8 de lijsten verwerken. Voorts wordt aan 25% van de gezinnen (ouders) gevraagd deel te nemen aan het onderzoek. De helft van de leerkrachten zal de lijst jaarlijks invullen. We hopen na evaluatie van de antwoorden op verschillende punten het schoolbeleid bij te kunnen stellen, om zoveel als mogelijk de kwaliteit optimaal te doen zijn.
7.2 Zorg voor de relatie school en omgeving - Onze samenwerking met de parochie H. Maria Magdalena: In samenwerking met de parochie worden vieringen voorbereid, die op geplande zaterdagavonden/zondagochtenden worden gehouden. Ook in het kader van de Eerste Heilige Communie en het Vormsel zijn er contacten met de parochie. Verder bezoeken we de kerk met onze leerlingen volgens een vast schema. - Onze samenwerking met de GGD: Alle kinderen krijgen op 5-jarige en op 10-jarige en 13-jarige leeftijd een uitnodiging voor een gezondheidsonderzoek. De logopediste haalt de leerlingen van ongeveer 5 jaar uit de klas en onderzoekt ze op spraak - taalontwikkeling, stem, mondgewoonten en gehoor. Preventief Gezondheidsonderzoek 5-jarigen Alle ca. 5-jarige basisschoolleerlingen worden door de jeugdarts en jeugdartsassistente onderzocht. Het kind wordt samen met de ouder (of verzorger) hiervoor uitgenodigd op een GGD-servicepunt. Tijdens dit onderzoek wordt nagegaan of het kind gezond is, hoe het zich ontwikkelt en of het zich prettig voelt. Het kind wordt ook lichamelijk onderzocht. Zo worden de ogen en oren nagekeken, het gewicht en de lengte bepaald en er wordt een motorisch onderzoek verricht. De jeugdarts houdt, voor zover dat voor het kind van belang is, een voorbespreking en nabespreking met de leerkracht om de schoolsituatie van het kind goed in beeld te brengen. Mochten er vanuit de voorbespreking op school en/of het onderzoek door de jeugdartsassistente nog vragen zijn over de ontwikkeling en gezondheid van het kind, dan volgt er een vervolgoproep bij de jeugdarts.
25
Preventief Gezondheidsonderzoek 10–jarigen Op 10-jarige leeftijd worden de kinderen uitgenodigd voor een Preventief Gezondheidsonderzoek (PGO) bij de jeugdverpleegkundige. Het onderzoek vindt meestal plaats op school. Bij dit onderzoek ligt het accent op de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Gezondheidsonderwerpen die aan de orde komen, liggen op het gebied van groei, psychosociaal functioneren en (experimenteer-) gedrag. Het onderzoek omvat onder meer:
problemen, klachten op medisch, psychosociaal gebied en opvoedingsvragen; bespreken van onder andere eet-, slaapgewoonten, lichamelijke veranderingen, omgang met anderen, pesten en eenzaamheid; beoordelen groei, registratie van lengte en gewicht en testen van houding.
Op de GGD kan ook een beroep worden gedaan vanuit school. Te denken valt aan hulp bij het bestrijden van bijvoorbeeld hoofdluis. Ook kan men de school van dienst zijn m.b.t. het schoolgezondheidsbeleid. - Onze samenwerking met de PABO en ROC: Studenten van de PABO en ROC worden door ons begeleid tijdens hun stageverblijf op onze school. - Onze samenwerking met de bibliotheek: Zowel met de Provinciale bibliotheek als met de Openbare bibliotheek in Goes hebben we contacten. De jeugdafdelingen houden ons op de hoogte van voor het basisonderwijs interessante activiteiten. - Onze samenwerking met de gemeente Goes: Op diverse terreinen hebben we te maken met de gemeente. We denken dan aan de afdeling onderwijs, maar ook aan de ambtenaren, die bijvoorbeeld de sportdagen mee helpen organiseren en het praktisch verkeersexamen. - Onze samenwerking met clubs, verenigingen en de wijkvereniging: Vaak doet men een beroep op ons, om briefjes uit te reiken en om aanplakbiljetten op te hangen. - Onze samenwerking met het MEC (Milieu Educatief Centrum): Wij maken jaarlijks gebruik van de verschillende leskisten van het MEC.
26
8 De resultaten van het onderwijs
8.1 Uitstroomgegevens/leerresultaten. De resultaten van ons onderwijs zijn niet gemakkelijk onder woorden te brengen. Een basisschool is een leerinstituut, waar niet alleen kennis wordt opgedaan, maar waar we ook werken aan andere opvoedingsdoelen. Het in kaart brengen van resultaten is ook moeilijk, omdat het kindafhankelijk is. Toch denken we dat we onze doelstelling: “het maximale uit elk kind halen “ grotendeels waar kunnen maken. Aan het eind van de basisschool gebruiken we de CITO-eindtoets. Deze toets vormt samen met het oordeel van de leerkrachten de basis voor een advies voor het vervolgonderwijs. Naast de CITO-toets, waaraan al onze leerlingen deelnemen, bestaat de mogelijkheid om ook facultatief deel te nemen aan de AOB-toets. Indien van toepassing worden ook de gegevens uit deze toets meegenomen in het advies. Gezien onze schoolpopulatie mag van ons een score boven het landelijk gemiddelde worden verwacht. We laten dit de laatste jaren ook duidelijk zien. Door de hele basisschoolperiode heen worden leerresultaten geanalyseerd. Dit gebeurt uiteraard ook met de eindscore. We kijken op welke gebieden we ons onderwijs kunnen verbeteren. Als we naar de uitstroom kijken over de laatste 5 jaar dan krijgen we ongeveer het volgende beeld te zien: 70 % havo/vwo 30 % vmbo Jaar Gemiddelde gecorrigeerde* standaard score van onze school Landelijk gecorrigeerd gemiddelde
2011 537,2 535,3
2012 536,3 535,1
2013 535,4 535,3
*er wordt rekening gehouden met opleidingsniveau van de ouders van alle leerlingen op onze school. In hoofdstuk 4 leest u meer over de resultaten van het onderwijs. Daar is beschreven hoe we omgaan met de bewaking van de resultaten.
27
9 Wetenswaardigheden 9.1 Gedrags- en schoolregels Voor de goede gang van zaken in en rond school is het nodig een aantal ‘huisregels’ te hanteren: Op het plein wordt niet gefietst. Kinderen, die regelmatig met de fiets naar school komen krijgen een plaats in een bepaald gedeelte van de stalling. Kinderen spelen in het speelkwartier op het toegewezen gedeelte van de speelplaats. We staan rolschaatsen e.d. niet toe i.v.m. de veiligheid. Alleen de ouders van de kinderen uit groep 1 en 2 mogen hun kinderen naar binnen brengen. Voor school en tijdens het speelkwartier zijn er geen kinderen binnen, zonder toestemming van hun leerkracht. Kauwgom is op onze school verboden.
Regels voor leerlingen op het plein:
Ga met een ander om zoals je zelf ook behandeld wil worden Zorg goed voor de spullen waarmee je speelt en speel ermee waarvoor het gemaakt is Lopen op het schoolplein met je fiets of step aan de hand, zo kan iedereen veilig op het plein spelen
Regels voor leerlingen in de school:
In de school houden we rekening met elkaar Wij zijn zuinig op onze en andermans spullen en ruimen onze spullen netjes op We lopen rustig en stil door de school zodat we anderen niet storen
9.2 Adressenoverzicht Bevoegd gezag: Zie algemene informatiegids Prisma. Ouderraad: Mw. Liduine Wijffels Jacoba van Beierenstraat 40 4472 BD ‘s H H kinderen tel: 06-22799181
[email protected]
Mw. Renate Kribbe-de Leeuw (voorzitter) Zonnebloemstraat 38 4461 PL Goes tel: 0113-250769
[email protected]
Mw. Jacqueline Wolbers- Baecke Sluisplaat 6 4465 BA Goes tel: 0113-233100
[email protected]
Mw. Clarinda de Jonge- van Maldegem Aartjeskreek 20 4465 AG Goes tel: 0113-563737
[email protected]
28
Mw. Lian Beuns- Meerhoff Schipperswegeling 10 4461 RR Goes tel: 0113-655732
[email protected]
Mw. Corinda Boudens Leliestraat 25 4461 PC Goes tel:0113-581214
[email protected]
Dhr. Marnix Bochardt (penningmeester) Blokjesplaat 48 4465 BG Goes tel: 0113-233888
Dhr. Wil Oudshoorn Spinellihof 5 4463 GP Goes tel: 0113-250747
[email protected] Mw. Eugenie Meijer- Zonneveld Kleine kade 29 4461 AS Goes tel: 0113-219325
[email protected]
Mw. Monique Eichelsheim Broodkist 10 4464 JP Goes tel: 0113-250753
[email protected]
Medezeggenschapsraad: (oudergeleding) Dhr. Eric Prent Lindenstraat 4 4462 BC Goes tel: 0113-250870
Dhr. Jeffrey van de Velde Zonnebloemstraat 4 4461 PL Goes tel: 0113-229999
Dhr. Maarten Kaashoek Leliestraat 5 4461 PC Goes tel: 06-34566703
9.3 Schooltijden en vakanties De ochtendschooltijden zijn voor alle groepen van 08.40 uur tot 12.00 uur. Op woensdag beginnen de groepen 5 t/m 8 om 08.30 uur en stoppen alle groepen om 12.15 uur. ‘s Middags werken alle groepen van 13.00 uur tot 15.15 uur. Iedere vrijdagmiddag zijn de kinderen uit de groepen 1 t/m 4 vrij. In de kalender staan alle vakanties en vrije dagen vermeld. Deze dagen liggen vast. Het kan zijn, dat er in de loop van het jaar nog een studiedag voor de leerkrachten is. U krijgt dan tijdig bericht van ons. Tijden gymlessen: Groep 3 A (juf Desire/juf Sandra) Groep 3 B (juf Annemarie/juf Linda) Groep 4 (juf Ilona/juf Marian) Groep 5 (juf Joke) Groep 5/6 (juf Jopie) Groep 6 (meester David)
op dinsdag (en op vrijdag als er geen zwemmen is) op dinsdag (en op vrijdag als er geen zwemmen is) op dinsdag (en op vrijdag als er geen zwemmen is) op maandag en dinsdag op maandag en dinsdag op woensdag en donderdag
29
Groep 7 Groep 8 A Groep 8 B
(juf Linda) (juf Annika/juf Sabriene) (meester Niels)
op dinsdag en donderdag op maandag en vrijdag op woensdag en vrijdag
Tijden zwemles: Alle leerlingen van groep 4 zwemmen op vrijdagmorgen (bus vertrekt om 08.15u. vanaf school) Groep 3 zwemt op donderdag (bus vertrekt om 12.40u. vanaf school) Het jaarrooster zwemmen ontvangt u bij aanvang van het nieuwe schooljaar. Het doel van het schoolzwemmen is de leerlingen die vaardigheden aan te leren, die hen in staat stellen om in recreatief en sportief verband deel te nemen aan activiteiten in, op, onder en rond het water. Bij aanvang van het nieuwe seizoen ontvangt u van het CIOS een folder met de bedoeling van het schoolzwemmen.
9.4 Overzicht activiteiten Alle activiteiten zijn opgenomen in de schoolkalender. Middels de nieuwsbrief, die regelmatig verschijnt, houden we u op de hoogte van aanstaande activiteiten en het gebeurt ook regelmatig, dat we een briefje aan de leerlingen meegeven of u een mailtje sturen.
9.5 Verzekeringen en aansprakelijkheid Zie algemene informatiegids Prisma.
9.6 Het weten waard Verkeersveiligheid: Met z’n allen kunnen we al veel doen om een veiligere situatie te verkrijgen, bijv. door de uitgang vanaf het schoolplein vrij te houden en op de juiste plaats te parkeren. We zijn samen verantwoordelijk. Wacht a.u.b. uw kind(eren) op op het schoolplein. Hierdoor wordt het op de stoepen voor de school minder druk en dus veel overzichtelijker. Dank voor uw medewerking. Eten/drinken: De kinderen van de onderbouw worden in de gelegenheid gesteld om ‘s morgens iets te eten en te drinken. Voor de kinderen van de bovenbouw is er natuurlijk ook de mogelijkheid iets te eten of te drinken in de ochtendpauze. Op woensdag is het fruitdag. Traktaties: Als u uw kind laat trakteren, dan liever geen snoep. Een gezonde traktatie, zoals kaas, fruit, rozijnen e.d. is dan mogelijk. Kauwgom: Op onze school is binnen en buiten kauwgom verboden. Ziek: Meldt u dit even voor schooltijd (mag ook met een mailtje) (liefst tussen 08.00 u. en 08.45 u.) Als uw kind niet kan/mag deelnemen aan gym- of zwemlessen, geeft u dan een briefje mee, waaruit dit blijkt. Het is ons bekend, dat afspraken met de tandarts, huisarts en andere artsen niet altijd na
30
schooltijd mogelijk zijn. Geeft u ons ook even een berichtje als uw kind om die reden tijdelijk afwezig is. We nemen contact met u op, als uw kind niet op school verschijnt en wij niet weten waarom het afwezig is. Cadeaus maken: De leerlingen van de onderbouw mogen voor verjaardagen van vader, moeder, opa en oma een tekening maken, of iets kleuren. Geeft u wel enige dagen van tevoren een briefje mee naar school. Fluoride spoelen: Iedere week worden de leerlingen in de gelegenheid gesteld om met een fluoride-oplossing te spoelen. Leerlingen die voor het spoelen in aanmerking komen ontvangen een informatiebrief voor de ouders, die dan aan kunnen geven of zij hun kind(eren) hieraan willen laten deelnemen. Kosten zijn er aan het fluoride-spoelen niet verbonden. Leermiddelen: Alle leermiddelen zoals boeken en schriften worden door de school verstrekt. Op school schrijven de kinderen met een vulpen of een potlood. In de loop van het schooljaar krijgen de leerlingen uit groep vier een vulpen. Deze vulpen wordt eenmalig verstrekt. Als de pen stuk is, gaan we er van uit, dat de leerling zelf voor een vervangend exemplaar zorgt. Kleurpotloden en gum worden ook uitgedeeld, evenals een liniaal. Een etui of pennenzakje mogen de kinderen vanaf groep 4 eventueel wel meenemen naar school. Ook viltstiften mogen meegenomen worden. Houdt u a.u.b. in de gaten, dat er voor de rest geen overbodige materialen meegenomen worden naar school. Inktwissers en correctievloeistoffen staan we niet toe. Dit maakt het werk er niet mooier op en geeft veel concentratieverlies in de lessen. De kinderen mogen geen speelgoed en andere kostbare zaken meenemen naar school. Het geeft vaak onnodige problemen als er iets stuk gaat of zoekraakt. Bij verjaardagen en Sinterklaas wordt een uitzondering gemaakt, evenals bij bepaalde projecten. U krijgt hierover dan extra informatie. Test: In groep 8 bestaat de mogelijkheid uw kind te laten deelnemen aan een schoolkeuzetest (AOB), die medebepalend kan zijn voor het type vervolgonderwijs. Aan deze test zijn kosten verbonden. Ieder jaar ontvangen de belanghebbende ouders informatie en een opgaveformulier. Iedere leerling uit groep 8 neemt deel aan de CITO-eindtoets. Deze toets is kosteloos. Schoolkamp/Schoolreis: In groep 8 gaan de kinderen op kamp. Het kamp duurt drie dagen. Over het kamp ontvangt u via uw kind tijdig alle informatie. De groepen 1 t/m 7 gaan op schoolreis. De reis is natuurlijk aangepast aan de leeftijd van de kinderen. Voor de schoolreis/kamp wordt t.z.t. een bedrag gevraagd. Telefoneren: In principe zijn we de hele dag bereikbaar. Het kan echter voorkomen, dat alle aanwezigen les aan het geven zijn en dat er dan niemand de telefoon opneemt. Schoolfotograaf: Eenmaal per jaar komt de schoolfotograaf. Deze maakt geheel vrijblijvend een klassenfoto en een portretfoto van alle kinderen. De aankoop van de foto’s is een vrijblijvende aangelegenheid.
31
Mobiele telefoons: Als het nodig is kunnen kinderen altijd van de telefoon van school gebruik maken. Kinderen die toch een mobiele telefoon meenemen, leveren die bij de eigen leerkracht in.
Jeugdbladen: Via school is het mogelijk een abonnement op een jeugdblad te nemen. Aan het begin van het schooljaar krijgt u hierover een folder van de uitgever. De leesstof van deze bladen is aangepast aan de ontwikkeling van kinderen.
Sponsoring: Hierbij verwijzen we naar een regeling, die in het schoolplan is opgenomen (hoofdstuk 2.5) en op school ter inzage ligt.
9.7 Te vinden op de website Om te voorkomen dat deze schoolgids een veel te dik boekwerk zou worden, zijn een aantal zaken niet als tekst opgenomen maar verwijzen wij u naar de website van Prisma: www.prisma-scholen.nl Op de Prisma website zijn te vinden: - MR reglement - pestprotocol - klachtenregeling - internetprotocol - protocol seksuele intimidatie - sponsoring - onderwijs aan langdurig zieken - schorsing / verwijdering U kunt op de Prisma website ook verder naar de website van onze school Daar kunt u o.a. het volgende vinden: - hoofdluisprotocol - hoogbegaafdheidsprotocol - huiswerkprotocol
32