Schoolgids

Schoolgids 2014-2015

“Met plezier op weg naar resultaat” Openbare basisschool de Heerevelden Giekerkstraat 57 5043MX Tilburg 013-5720913 www.heerevelden.nl

Inhoudsopgave

1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6 2 2.1 2.2 2.3 2.4 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 4 4.1 4.2 4.3

4.4

4.4.1 4.5 4.6 4.7 4.7.1

Een woord vooraf Over OBS de Heerevelden Het bestuur Situering en gebouw Het team van OBS de Heerevelden Waar de school voor staat Zelfstandig werken (autonomie) Een veilig klimaat (relatie) Elk kind is verschillend (competentie) Vieringen / projecten Wat mag u dus van ons verwachten Terugblik en plannen voor dit schooljaar Regels en afspraken Regels en afspraken die betrekking hebben op sociaal niveau Regels en afspraken in de klas Regels en afspraken in gangen en hallen Regels en afspraken op de speelplaats De zorg voor kinderen De zorgstructuur op obs de Heerevelden De toetslijn Orthotheek Interne begeleiding en coördinatie leerlingenzorg Samenwerkingsverband Tilburg Leerlinggebonden financiering Onderwijs aan zieke leerlingen De opbrengsten van ons onderwijs Kwaliteitszorg Het INK-model De organisatiegebieden 1. visie en missie 2. leiding 3. Personeel 4. Strategie en beleid 5. Middelen 6. Werken in de klas De resultaatgebieden 7. waardering door het personeel 8. waardering door ouders / kinderen 9. waardering maatschappij / externen 10. leeropbrengsten en evaluaties Uitstroomgegevens Verbeteren en vernieuwen De Heerevelden stáát voor kwaliteit Wat leert uw kind op school? Kerndoelen

Schoolgids obs de Heerevelden, schooljaar 2014-2015

pagina 5 6 6 7 7 8 9 9 10 10 11 12 15 15 15 16 16 17 17 18 20 20 21 22 23 24 24 25 25 26 27 27 27 28 28 30 30 30 30 30 31 31 32 32 32

3

4.7.2

Overzicht gebruikte methodes

32

5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.4.1 5.5 5.6 5.6.1 5.6.2 5.6.3 5.6.4 6

School en ouders School en ouders Informatievoorziening gescheiden ouders Leerkracht – leerlingen – ouders De oudervereniging Vrijwillige ouderbijdrage De medezeggenschapsraad Informatie aan ouders Rapporten en verslagen 10 minuten-gesprekken Individuele gesprekken met ouders Informatieavond A t/m Z Aanmelding en toelating Bijzondere bijstand en kosten basisschool Buitengewoon verlof Computers Continurooster Cultuureducatie Dagarrangementen Heerelei Inspectie Kinderraad Klachtenregeling Meldcode Ouderactiviteiten Overblijven en naschoolse opvang Pestprotocol Publicaties Schoolarts Schooltandarts Schooltijden Schorsen en verwijderen Sponsoring Traktaties Vakantieregeling 2014-2015 Verkeersveiligheid Zorg voor jeugd

34 34 35 36 36 38 38 40 40 41 41 41 42 42 43 43 44 45 45 45 45 46 46 47 50 51 52 55 55 55 55 55 56 57 57 57 57 58


4

Een woord vooraf De basisschool is een stukje van je leven. Voor de kinderen én voor ouders. Ouders vertrouwen hun kind een groot deel van de dag toe aan de zorg van de basisschool. Een kind gaat meer dan 7500 uur naar school, verdeeld over 8 jaar. Een school kies je daarom heel bewust. Scholen verschillen steeds meer. Ze verschillen in werkwijze, visie, sfeer, resultaten en kwaliteit. Dat maakt het kiezen moeilijk. Daarom vraagt de overheid aan scholen een schoolgids te maken. Die gids moet ouders helpen bij een bewuste keuze voor een basisschool. In de schoolgids vertelt een school over de visie van de school, de methodes die gebruikt worden, hoe een en ander is georganiseerd, de aandacht voor zorg, de manier waarop kwaliteit gewaarborgd en verbeterd wordt en de leefregels. Kortom de keuzes die de school maakt en de praktische zaken van alle dag. Deze schoolgids is bedoeld voor ouders die nu kinderen op onze school hebben en voor ouders van toekomstige leerlingen. Jaarlijks wordt een actuele schoolgids uitgegeven. Wijzigingen in de schoolgids worden eerst vastgesteld in de medezeggenschapsraad. In deze gids leggen we verantwoording af over onze manier van werken en leggen wij uit wat ouders van ons mogen verwachten. Wij hopen dat u onze schoolgids met plezier zult lezen. Vanzelfsprekend bent u altijd welkom voor een toelichting of meer informatie.


5

1 1.1

Over OBS de Heerevelden Het Bestuur:

Welkom op obs de Heerevelden, een van de 15 scholen die valt onder het bestuur van de Stichting Opmaat. Stichting Opmaat is een overkoepelend orgaan van 16 openbare basisscholen in Tilburg, Oisterwijk, Hilvarenbeek en Baarle-Nassau. De stichting die in 2006 werd opgericht, behartigd de belangen van ruim 400 medewerkers, waaronder leerkrachten, staffunctionarissen en ondersteunend personeel. In totaal tellen de Opmaatbasisscholen circa 4.000 leerlingen. Hoe toepasselijk de naam Opmaat is, zie je wanneer je het woordenboek erop naslaat, hier vind je achter het begrip “opmaat” meerdere betekenissen. Een van de definities is “een eerste begin”, net zoals onderwijs op de Opmaat-scholen een basis is voor verdere ontwikkeling. Daarnaast staat de naam voor “onderwijs op maat”, waarbij het gaat om optimale ontwikkeling van ieder kind binnen zijn of haar mogelijkheden. Tot slot is een opmaat de aanvang van een muzikale zin: speels, creatief en uitdagend. Wij zien het als onze opdracht om creatief en vernieuwend met kinderen aan de slag te gaan in een uitdagende omgeving. En zo is de cirkel rond. Het motto van Opmaat is: “met plezier op weg naar resultaat”. Wij streven ernaar dat kinderen graag naar school gaan en leerkrachten met plezier werken op de Opmaat scholen. Deze uitgangspunten zijn verder op schoolniveau uitgewerkt in deze schoolgids. Het bestuur van Opmaat wenst u en uw kinderen een heel prettig schooljaar 2014-2015. Marius Liebregts College van Bestuur Stichting Opmaat Postbus 5142 5004 EC Tilburg t.: 013 - 532 48 38 f.: 013 - 532 48 37 w: www.opmaat-scholen.nl


6

1.2 Situering en gebouw Obs de Heerevelden ligt in de wijk Reeshof. Direct aan de school is een multifunctioneel sportcentrum gelegen, waar zich de gymzalen voor de school bevindt. We zijn gehuisvest in een goed uitgerust gebouw met 16 permanente lokalen. OBS de Heerevelden heeft ongeveer 265 leerlingen, verdeeld over 10 groepen.

1.3 Het team van obs de Heerevelden

Foto: het team van obs de Heerevelden


7

Directeur Teamleider Intern begeleider ICT coördinator tot november 2014 Administratief medewerkster Groep 1-2a Groep 1-2b Groep 3a Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 7/8 Groep 8 Conciërges

Armin Floren Inger Kuiper Corina Michielsen Peter van de Wier Claudia Voncken Marion v.d. Heuvel Astrid van Gils Diana Verkaaik (ma-di-vrij) Judith Bergmans (wo-do) Ingrid Aartse (ma-di-woe) Marga van de Wier (do –vrij) Denise Sahusilawane Adrie van Oers Patricia van Gool (ma-di-woe) Nadine de Brouwer (do-vrij) Will Bleijs Herve Keizer Judith van der Velden (ma-di-woe) Marieke Staps (woe-do-vrij) Ad van der Stel

1.4 Waar de school voor staat We hanteren op onze school het leerstofjaarklassensysteem. Onze werkwijze is in principe klassikaal en er wordt van de kinderen verwacht dat zij aan het einde van ieder leerjaar een vooraf bepaalde leerstof beheersen. De leerstof wordt voor het grootste gedeelte bepaald door de methodes die we gebruiken. Wij gebruiken uitsluitend moderne methodes die voldoen aan de kerndoelen. In de kerndoelen van de overheid staat precies beschreven wat een kind aan het eind van de basisschool moet kennen en kunnen. U kunt alle kerndoelen vinden op www.kerndoelen.kennisnet.nl Op de Heerevelden zijn we doorlopend op zoek naar de centrale vraag “Hoe loopt de ontwikkelmotor van het kind”? De ontwikkelmotor van een kind loopt goed als het kind kan zeggen: - Ik voel me groot - Ik kan het ……. Zelf! - Ik ben in verbinding Verschillende zaken hebben invloed op de ontwikkelmotor, zaken waar we als team scherp op zijn en doorlopend aan werken: - We stimuleren de betrokkenheid en het welbevinden van de kinderen - We laten kinderen zelfstandig leer- en denkfuncties uitvoeren - We bevorderen pro-sociaal gedrag (recht doen aan jezelf en recht doen aan de ander) - We halen hoge opbrengsten (opbrengsten die recht doen aan de capaciteiten van het kind)


8

Wij hebben op school oog en aandacht voor 3 belangrijke basisbehoeften van kinderen: 1) Autonomie; zelf veel doen, initiatief nemen, verantwoordelijk zijn voor eigen keuzes 2) Relatie; het gevoel erbij te horen, ergens deel van uitmaken, gewaardeerd en geaccepteerd te zijn 3) Competentie; datgene leren wat je ook aankunt: niet te moeilijk en ook zeker niet te makkelijk Voor de rol van de leerkracht bij ons op school betekent dit dat hij/zij in staat moet zijn kinderen optimaal te begeleiden in hun streven naar autonomie. Dat hij / zij in staat moet zijn om de kinderen zoveel als mogelijk leerstof op maat te geven. Dat hij/zij in staat moet zijn om een goed groepsklimaat te bevorderen. Omdat niet alle leerlingen op hetzelfde niveau zitten (en dat hoeft ook niet) vindt bij een aantal onderdelen van de verschillende vakken instructie in kleinere groepen plaats. Wij vinden een rustig en duidelijk gestructureerd klimaat in onze school belangrijk, daarom maken wij heldere afspraken met de kinderen. Ook besteden wij veel aandacht aan normen en waarden. 1.4.1 Zelfstandig werken (autonomie) Wij vinden het belangrijk dat gewerkt wordt aan de zelfstandigheidbevordering van onze leerlingen. (autonomie) Wij proberen leerlingen te stimuleren tot meedenken. We sporen leerlingen aan initiatieven te nemen. De kinderen worden aangemoedigd actief deel te nemen aan het onderwijsproces. De leerlingen zal worden geleerd zonder directe hulp van de leerkracht te werken, problemen op te lossen en hun behoefte aan ondersteuning onder woorden te brengen. Ze leren samen te werken, leiding te geven, behulpzaam te zijn en naar elkaar te luisteren. Zelfstandigheidvorming betekent niet "vrijheid blijheid", maar een nauwgezette begeleiding van de kinderen, met als doel dat zeeën bewuste keuze kunnen maken en de verantwoordelijkheid kunnen dragen voor hun handelen. 1.4.2 Een veilig klimaat (Relatie) Wij vinden dat een kind pas écht tot leren komt als het zich veilig en geborgen weet op school. Wij besteden daarom veel aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze leerlingen. We gebruiken hiervoor de methode “beter omgaan met jezelf en de ander” . In alle groepen zitten de kinderen regelmatig in de kring om te praten over het klimaat in de klas.


9

Elk kind vraagt van de leerkracht een eigen pedagogische benadering en wordt door de leerkracht zoveel mogelijk op het eigen ontwikkelingsniveau aangesproken. Op de Heerevelden zorgen we voor rust in een veilige en geborgen sfeer, waarin we kinderen uitdagen om zelf en ook met anderen actief en ontdekkend tot leren te komen. Samen en zelfstandig leren en werken vinden we erg belangrijk voor hun ontwikkeling. We willen plezier in het leren creëren. 1.4.3 Elk kind is verschillend (Competentie) Op de Heerevelden is het omgaan met verschillen een centrale gedachte. Elk kind is verschillend. Gelukkig ook maar. Wij leren kinderen om onderlinge verschillen te respecteren en hier goed mee om te gaan. Zó willen we het kind benaderen. Wij streven naar onderwijs op maat, dat wil zeggen; onderwijs wat zoveel mogelijk is toegespitst op de mogelijkheden, aanleg en interesses van de kinderen. Bij de inloop houden we hier nadrukkelijk rekening mee. Maar ook in de dagelijkse praktijk mag u van de leerkracht verwachten dat hij/zij doorlopend op zoek is naar werk wat aansluit bij de mogelijkheden van uw kind. Of uw kind nou heel goed of misschien wat minder goed kan leren. Wij houden rekening met verschillen tijdens de instructie (uitleg) en verwerking in groepen per leerjaar. Sommige kinderen kunnen al lang aan het werk en hebben al die instructie niet nodig. Weer andere kinderen hebben na de klassikale instructie behoefte aan nog wat meer instructie. Dat gebeurt aan de instructietafel in de klas. Door daarnaast samenwerken te stimuleren, worden de eigen kwaliteiten en creativiteit van elk kind samen gebracht met die van andere kinderen. 1.4.4 Vieringen en projecten Gedurende het jaar vinden er vieringen plaats waar meerdere groepen bij betrokken zijn. De ouders / verzorgers mogen de voorstellingen bezoeken. Eenmaal per 2 jaar organiseert de school een project dat gedurende één of twee weken wordt uitgevoerd in alle groepen. Bij dit project staat een thema centraal, dat als een rode draad door alle vakgebieden loopt. (bijv. landenproject) Natuurlijk hebben we ook vele andere vieringen zoals Sinterklaas, carnaval, Kerstmis, kinderboekenweek etc.


10

1.4.5 Wat mag u van ons verwachten;    

       



 

Deze uitgangspunten vragen om een flexibele schoolorganisatie waarbinnen leerkrachten een begeleidende, observerende en zelfreflectieve rol vervullen. Acceptatie, respect en waardering zijn belangrijke waarden voor iedereen. De school heeft niet alleen zorg voor het cognitieve leer -aspect, maar ook het sociaal - emotionele leefaspect speelt een belangrijke rol (leven is spelen en leren). Wij werken aan een goede, rustige sfeer binnen de groep, waarin kinderen zich veilig en thuis voelen. Regelmatig speciale aandacht aan de sociaalemotionele ontwikkeling geven we via de kringgesprekken en een gestructureerde methodiek. (de methode”beter omgaan met jezelf en de ander”) Wij zorgen dat kinderen gemotiveerd zijn om het leerproces aan te gaan. Hierbij dagen we uit waar het kan en ondersteunen we waar het nodig is. Kinderen zitten zoveel mogelijk in groepjes en werken met gevarieerde materialen en werkvormen. De leerkracht is o.m. begeleider, die duidelijke afspraken en regels gezamenlijk met de groep maakt en naleeft. De didactische werkvormen (instructie) worden aangepast aan de ontwikkeling van het individuele kind binnen drie stromen, conform het model directe instructie. (zie hoofdstuk 4.3.6) We spreken leerlingen aan op hun eigen verantwoordelijkheid, waarbij zelfbeoordeling en correctie, samen werken en elkaar helpen belangrijke aspecten zijn. We stimuleren zelfstandigheid via werken met dag- of weektaken tijdens de inloop, maar ook tijdens al het andere werk. Mocht een kind daarnaast nog specifieke aandacht nodig hebben, dan signaleren we dit op tijd en bieden het kind, zoveel mogelijk binnen de klassensetting, zorg op maat aan. We bezien open en positief kritisch als leerkrachten ons eigen gedrag en onze vaardigheden en we helpen elkaar door bij elkaar te kijken, van elkaar te leren, elkaars kwaliteiten te benutten en veel te praten in leerling-besprekingen en tijdens intervisie. Overleg tussen leerkrachten van verschillende groepen is essentieel, omdat we leerjaren zien als onderdelen van een vloeiende en doorgaande lijn, die afstemming vraagt. Natuurlijk is elke leerkracht anders en heeft andere kwaliteiten. In hoofdlijn loopt dezelfde rode draad door de hele school. Op school leven we allemaal regels en afspraken na; leerkrachten, ; leerlingen en ouders. Een optimale betrokkenheid van ouders stimuleert het leerproces van kinderen.


11

1.4.6 Terugblik en plannen voor dit schooljaar. Evaluatie afgelopen schooljaar. Afgelopen schooljaar hebben wij ons naast het lesgeven en het organiseren van allerlei activiteiten natuurlijk ook beziggehouden met de ontwikkeling en op peil houden van onze kennis en expertise op diverse gebieden. Tevens hebben wij plannen ontwikkeld die natuurlijk altijd tot doel hebben: het bieden van goed onderwijs. We noemen hieronder de belangrijkste zaken. Oriëntatie op het gebied van sociaal emotioneel. In de groepen wordt een methode gebruikt voor het gebied van de sociaal emotionele ontwikkeling. Daarnaast gebruiken we een digitaal observatiesysteem om de sociaal emotionele ontwikkeling in kaart te brengen. Het afgelopen schooljaar heeft een werkgroep van een aantal teamleden zich georiënteerd op de vernieuwingen op het gebied van deze observatiesystemen. Er zijn verschillende systemen bekeken en er zijn voorlichtingen aan het team hierover geweest. De volgende stap is het kiezen van een passend observatiesysteem die voldoet aan alle wensen en criteria die we met het team hebben opgesteld. Instructie. Het geven van instructie is iets waar we het grootste gedeelte van de dag mee te maken hebben. Vandaar ook dat we daar elk schooljaar extra aandacht aan besteden op verschillende momenten van het schooljaar. Er is met elkaar gekeken naar allerlei verschillende manieren van instructie en de voor en nadelen hiervan. Vervolgens hebben we afspraken gemaakt met elkaar over hoe wij denken dat de instructie aan kinderen het meest waardevol en effectief is.


12

Opbrengstgericht werken De inspectie van onderwijs omschrijft opbrengstgericht werken als Het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties. Onderzoek wijst uit dat er een positief verband bestaat tussen de opbrengstgerichtheid van scholen en de resultaten van hun leerlingen 1. Op obs de Heerevelden werken wij ook graag systematisch en doelgericht. In de visie van de school staat dan ook niet voor niets: “Wij hebben hoge verwachtingen van onze kinderen”. Systematisch werken houdt voor ons in dat we werken met jaarplannen (plan) waarin onze doelen duidelijk omschreven staan. We evalueren het jaarplan steeds tussentijds (check) en aan het eind van het schooljaar. We passen onze doelen steeds aan. 1 zorgroute: groepsplannen en groepsoverzichten 1-zorgroute is een project van WSNS+ en beschrijft in onderlinge afstemming de stappen die in de groep en de school gezet worden in het onderwijs en de zorg aan leerlingen. Centraal staat de gedachte dat het onderwijs beter wordt afgestemd op de onderwijsbehoefte van de leerlingen. In het schooljaar 2012-2013 zijn we hier volop mee aan de slag gegaan. De hele 1-zorgroute omhelst heel erg veel, maar heel veel van die zaken hebben we op onze school al goed geregeld en zullen moeiteloos kunnen worden ingebed op onze school. Techniek De afgelopen twee jaar is er in alle groepen gewerkt met de techniektorens. Mede dankzij de hulp van een aantal enthousiaste ouders is dit een succes geworden. Ook in het nieuwe schooljaar gaan alle groepen hier weer met veel plezier mee aan de slag. Teamtrainingen Het afgelopen jaar hebben wij als team meerdere studiedagen gevolgd over het geven van instructie, het werken op het niveau van de kinderen en de klassenmanagement die daarbij hoort. Met de kennis die we op die dagen hebben opgedaan willen we constant in ontwikkeling blijven om het beste onderwijs voor alle kinderen te blijven bieden.

Vooruitblik komend jaar Voortgezet Technisch lezen Goed kunnen lezen is de basis voor alle leren, maar vormt ook het fundament voor de toekomst van onze economie. Leesvaardigheid is de sleutel om te kunnen participeren op politiek, sociaal en economisch gebied, maar ook bij culturele activiteiten en tijdens de vrije tijd. Het is daarom van groot belang dat scholen een goede lees- en schrijfvaardigheid bij hun leerlingen ontwikkelen op


13

een manier waarvan zowel de leerling als de samenleving profiteert. Een goede leesvaardigheid is essentieel voor de ontwikkeling van leerlingen, hun schoolloopbaan en hun zelfvertrouwen. Vandaar ook dat wij met het team gaan bekijken hoe we ons leeronderwijs kunnen optimaliseren. We bekijken wat we in huis hebben en welke hulp we hierbij kunnen gebruiken. Ook hiermee hebben we het afgelopen jaar een start gemaakt en zullen we ons het komend schooljaar in de verdere uitwerking verdiepen. Opbrengst gericht werken. Vanwege de landelijke ontwikkelingen rondom Passend onderwijs en Opbrengstgericht werken wordt er van scholen gevraagd nog kritischer te kijken wat zij verstaan onder goed onderwijs en hoe zij tegemoet gaan komen aan de onderwijsbehoeften van hun leerlingen. Vandaar dat wij dit schooljaar met het team zijn gestart met een traject handelingsgericht werken. Dat betekent dat we naast de bestaande handelingsplannen die we binnen de extra zorg al hanteerde, , gaan werken met groepsplannen en groepsoverzichten. Dit gebeurt onder begeleiding van een extern deskundige en met begeleiding van onze IB-er: Corina Michielsen. Dit alles heeft als doel dat we werken vanuit, onder andere, de volgende uitgangspunten: 1. Afstemming op de onderwijsbehoeftes van leerlingen 2. Interactie en wisselwerking 3. Uitgaan van positieve kwaliteiten 4. Preventief en pro-actief handelen 5. Doelgericht en planmatig Taal Het komende schooljaar willen we ons gaan oriënteren op een nieuwe taalmethode. De methode die we nu hanteren, namelijk taalverhaal, heeft een vernieuwde versie uitgebracht en daarnaast zijn er ook van andere uitgeverijen nieuwe methodes op de markt. Door deze methodes nauwkeurig te vergelijken willen we aan het einde van het schooljaar uiteindelijk een keuze maken voor een nieuwe methode.


14

2

Regels en afspraken

Een school waarin zoveel mensen samen spelen, leren en werken kan natuurlijk niet goed functioneren zonder duidelijke regels en afspraken. Deze regels en afspraken scheppen duidelijkheid naar alle geledingen die met school te maken hebben (ouders - leerlingen - leerkrachten – onderwijsondersteunend personeel- bezoekers). Het voorkomt misverstanden en levert rust op binnen onze school. Ook dragen deze afspraken bij aan de veiligheid en het welbehagen van uw kind op school In onderstaand overzicht staan de regels en afspraken beschreven. Voor een deel hebben ze te maken met de organisatie van de school, voor een ander deel met de onderlinge sociale verhoudingen. Er is onderscheid gemaakt in vier hoofdgroepen: 1. 2. 3. 4.

Regels Regels Regels Regels

en en en en

afspraken afspraken afspraken afspraken

die betrekking hebben op sociaal niveau. in de klas. in de gangen en hallen. op de speelplaats.

2.1 Regels en afspraken die betrekking hebben op sociaal niveau Op sociaal vlak gelden de volgende algemene gedragsregels:  Problemen praat je met elkaar uit.  Je spreekt de ander fatsoenlijk aan.  Wat je zelf niet prettig vindt, doe je ook niet bij een ander. Het bespreken van het leerlingengedrag in de klas, speelplaats, e.d. wordt afhankelijk van de situatie besproken:  Individueel met een kind.  Met een groepje kinderen.  Met de hele groep. Het bespreken van het gedrag is niet alleen nodig bij conflicten. Ook positief gedrag krijgt aandacht. Zo nodig wordt na een pauze gesproken over het spelen op de speelplaats. We geven voorbeelden aan van leuke spelen, b.v. spelletjes die ze in de gymles hebben geleerd. Kinderen krijgen de kans om steeds met een schone lei te beginnen.

Mocht pesten in de groep voorkomen, dan treedt onmiddellijk het pestprotocol in werking. Wij accepteren pesten niet en maken daar op alle niveaus (leerlingen – ouders – leraren / directie) werk van. 2.2 Regels en afspraken in de klas 

Aan het begin van het schooljaar, worden er in iedere groep afspraken gemaakt. Alle leerlingen worden op de hoogte gebracht van de regels.


15

2.3 Regels en afspraken in de gangen en hallen 

   

Volledige rust in de gangen en hallen valt niet te realiseren. (avi-lezen, computers, documentatie). Toch streven we ernaar om het in de gangen en hallen zo rustig mogelijk te houden. Op de gangen en hallen mag niet geroepen en gerend worden. De kinderen dragen er zorg voor dat de jassen in de luizenzakken worden opgehangen en dat tassen e.d. aan de kapstokken worden gehangen. Om 08.30 uur gaan ouders naar buiten. Ouders wachten buiten op hun kinderen tot de lessen zijn afgelopen. De ouders van groep 1 tot en met 3 mogen de kinderen tot aan de klas wegbrengen. De ouders met kinderen in overige groepen wordt verzocht om hun kind of kinderen tot de buitendeur te brengen (de leerkracht is wel bereikbaar om informatie door te geven of een afspraak te maken)

2.4 Regels en afspraken op de speelplaats Leerlingen gaan tijdens de pauzes niet zelf naar binnen. Als er problemen zijn, ga je naar de surveillant op de speelplaats. Deze bepaalt verdere afhandeling.  Het is mogelijk dat er in de pauze kinderen binnen zijn voor b.v. het voorbereiden van een spreekbeurt, of bij ziekte. Dit is dan met toestemming van de leerkracht.  Bij iedere pauze is een surveillant op de speelplaats aanwezig. Als er problemen zijn die terstond dienen te worden opgelost, wordt de hulp ingeroepen van de klassenleerkracht van het betrokken kind. Op deze wijze blijft er toezicht voor de andere kinderen op de speelplaats.  Bij speelpauzes buiten de normale tijden draagt de klassenleerkracht zelf de zorg voor het surveilleren. Dit komt bijvoorbeeld voor als een groep gymles heeft gehad onder de reguliere pauze.  Indien speelplaatsproblemen onvoldoende ter plaatse zijn opgelost wordt dit verder besproken in de klas. (zie ook onder punt 2.1)  Bij het spelen op de speelplaats is o.a. rollerskaten en skateboarden niet toegestaan. Bij het voetballen gebruiken we zachte ballen, die door school geleverd worden, zodat we anderen niet hinderen. Eigen ballen van de kinderen zijn om deze rede ook niet toegestaan.  We zien er op toe dat de kinderen geen “geweld” speelgoed als pijl en boog, pistolen en zwaarden mee naar school nemen.  Om 08.20 uur kunnen de kinderen naar binnen komen. De leerkracht is dan in de klas aanwezig. 


16

3

De zorg voor kinderen

3.1 De zorgstructuur op obs de Heerevelden De school heeft de verantwoordelijkheid kinderen zoveel mogelijk op hun niveau aan te spreken. Om kinderen de hulp te bieden die ze nodig hebben werken we met een zorgstructuur. Voor een nadere beschrijving verwijzen we naar het schoolplan 2011-2015. In de zorgstructuur is beschreven wanneer kinderen extra hulp krijgen en welke stappen ondernomen worden als de hulp ontoereikend blijkt te zijn. In het kort houdt het in dat leerkrachten in een vroeg stadium problemen met leren, werkhouding, concentratie, motoriek en sociaal emotionele ontwikkeling signaleren. Hiervoor worden toetsen (zie hoofdstuk 3.2 “toetslijn”) , vragenlijsten of observaties gebruikt. Daarna wordt het probleem nader in kaart gebracht. Ook voor de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt een volgsysteem gehanteerd: voor groep 1-2 KIJK en voor groep 3 t/m 8 VISEON (van CITO). Beiden geven een helder en betrouwbaar beeld van de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. KIJK bestaat uit een uitgebreide observatielijst die door de leerkracht digitaal wordt ingevuld. VISEON bestaat uit twee digitale vragenlijsten: een voor de leraar en een voor leerlingen vanaf groep 6. De lijsten worden twee keer per schooljaar ingevuld. De mate van hulp hangt af van de ernst van het probleem. Op onze school werken we met verschillende fasen. In elke fase worden ouders op de hoogte gebracht van de geboden hulp: FASE 1:

FASE 2: FASE 3:

Het kind krijgt extra hulp binnen de groep. De ondersteuningsbehoeften van een leerling staan beschreven in het groepsoverzicht. De extra hulp die een leerling krijgt, staat beschreven in het groepsplan. In het groepsplan worden specifieke doelen, materialen en werkwijzen beschreven. Een leerkracht werkt gedurende een periode van ongeveer 8 werken aan de hand van dit groepsplan. Na afloop wordt de opbrengst getoetst en geevalueerd en wordt het groepsplan bijgesteld. Als blijkt dat de hulp onvoldoende oplevert, vindt er overleg plaats tussen de groepsleerkracht en de IB-er of RT-er. De begeleiding wordt zonodig aangepast. Wanneer ook deze extra hulp onvoldoende vooruitgang oplevert is het mogelijk leerlingen binnen het zorgteam te bespreken. Het zorgteam bestaat uit de IB-er, de consulent van Plein 013, Schoolmaatschappelijk werk, GGD en de directeur. Zij bespreken de leerling samen met de leerkracht. Ook is het mogelijk bij een externe instantie advies te vragen.

In ieder geval worden alle leerlingen drie keer per jaar door de groepsleerkracht met de intern begeleider besproken in een groepsbespreking.


17

Om leerlingen zo goed mogelijk binnen onze school te begeleiden, maken we jaarlijks budget vrij om orthodidactische of psychologische onderzoeken te laten uitvoeren. Bij de afweging of een onderzoek noodzakelijk is, hanteren we de volgende criteria:  Er zijn meerdere hulptrajecten uitgevoerd.  Er is nog steeds achterstand op één of meerdere vakgebieden. Deze achterstand is vastgesteld op basis van cito- en of methodegebonden toetsen.  De school wil de oorzaak van de achterstand laten onderzoeken, omdat het handvatten nodig heeft voor de begeleiding, dus op momenten dat we handelingsverlegen zijn.  Bij de beslissing of we nader onderzoek laten uitvoeren, speelt naast de leerresultaten het welzijn van het kind een belangrijke rol.  Het besluit tot het laten uitvoeren van een onderzoek vindt plaats in ons zorgteam. Niet elk kind met een achterstand of een trage ontwikkeling hoeft te worden onderzocht. De school is in de meeste situaties deskundig om het kind op een goede manier te begeleiden. Wanneer we in een begeleidingstraject vermoeden dat een kind een leerstoornis heeft, wegen wij af of nader onderzoek nodig is. Als we vaststellen dat ons hulptraject niet zal veranderen na de formele bevestiging van de stoornis, zal de school geen onderzoek laten uitvoeren. Onderzoek heeft in dat geval voor de school geen meerwaarde. Het begeleidingstraject is immers al specifiek afgestemd op het probleem van de leerling. Bij een vermoeden van dyslexie wordt er in groep 7 of 8 groepsonderzoek uitgevoerd door de Stichting Onderwijsbegeleiding Midden-Brabant. Het staat de ouders in alle gevallen vrij om hun kind privé te laten onderzoeken door een extern bureau. De school zal dan meewerken door de benodigde gegevens aan te leveren. 3.2 De toetslijn Er zijn op school diverse testen toetsmomenten. Naast de methodegebonden toetsen wordt op onze school het CITO-leerlingvolgsysteem gehanteerd. Verslaggeving naar de ouders vindt op regelmatige momenten plaats d.m.v. rapporten en besprekingen. In het kader van Passend onderwijs streeft de school naar een zo goed mogelijke ondersteuning van kinderen met specifieke ondersteuningsbehoeften, om uitstroom naar het speciaal basisonderwijs te voorkomen. Voorts is er regelmatig contact met de scholen voor speciaal basisonderwijs die aan onze school gekoppeld zijn (Westerwel). Aan het einde van hun basisschoolperiode willen wij de leerlingen zo goed mogelijk begeleiden bij de keuze van hun school voor het voortgezet onderwijs.


18

Een nadere beschrijving van de diverse aspecten m.b.t. het leerlingvolgsysteem vindt U op de volgende pagina’s. De Cito-toetslijn. Onze school gebruikt CITO toetsen in alle groepen. - rekenen voor kleuters groep 1 - 2 - taal voor kleuters groep 1 – 2 - KIJK groep 1 – 2 - AVI groep 3 t/m 8 - woordenschattoets groep 3 t/m 7 - toets rekenen en wiskunde groep 3 t/m 8 - Toets spelling groep 3 t/m 8 - DMT-toets (lezen) groep 3 t/m 8 - toetsen begrijpend lezen groep 3 t/m 8 - Viseon (sociaal emotioneel) groep 5 t/m 8 - Eindtoets groep 8 Het gebruik van Cito-toetsen heeft een aantal belangrijke voordelen:  Het geeft een goede indruk van de vaardigheden van een kind in relatie met leeftijdgenoten in het hele land.  Veel toetsen kunnen op ieder moment van het jaar afgenomen worden, wat individuele overzichten mogelijk maakt. De afname momenten zijn vastgelegd in een toetskalender.  De beoordeling van de kinderen vindt steeds op dezelfde wijze plaats.  De toetsen geven mogelijkheden van hulp bij slechte resultaten.  De toetsen worden ook gebruikt om het niveau van kinderen vast te stellen als ze boven het niveau van de groep uitstijgen.  De toetsen zijn voor groep 1 t/m 8 op elkaar afgestemd.  De toetsen houden rekening met het gebruik van verschillende methodes.  Naast de Cito toetsen, wordt gebruik gemaakt van de AVI toetsen (technisch lezen) en de tempotoets (voor automatisering van het rekenen) Wij vergelijken het wel eens met de groeicurve van een consultatiebureau. Het ene kind is groot, het andere klein. Het ene kind is wat zwaarder, het andere heel licht.


19

Ook binnen ons leerlingvolgsysteem worden de vorderingen van onze leerlingen op een zelfde manier als bij een groeicurve in grafiek gebracht. U ziet in bovenstaande grafiek dat dit de groeicurve is van een kind die een bovengemiddelde lengte heeft en ook bovengemiddeld zwaar. Dat was zo bij de geboorte en ontwikkelt zich volgens verwachting. In het geval van onderwijs zou dit betekenen dat het een begaafd kind is en zich ook uitstekend blijft ontwikkelen. Kinderen met minder capaciteiten zullen aan de onderkant van het gemiddelde zitten. Onze inspanning is er dan op gericht het kind zich ook optimaal te laten ontwikkelen. We willen uit een kind halen wat erin zit. Maar als de kind aan de grens van de capaciteiten zit vinden we een doorlopende ontwikkeling “aan de onderkant van de curve” prima. Het kind ontwikkelt zich overeenkomstig de verwachtingen. (welke aandacht we hebben voor begaafde leerlingen leest u in hoofdstuk 4.3; werken in de klas) 3.3 Orthotheek In de loop der jaren hebben wij een orthotheek opgebouwd.   

Er is aanvullend (verrijkend en remediërend) lesmateriaal te vinden voor diverse vakgebieden; De methodeoverstijgende toetsen zijn hier te vinden; Er is achtergrondinformatie over bv. leerstoornissen, t.b.v. leerkrachten en ouders.

3.4 Interne begeleiding en coördinatie leerlingenzorg Om te komen tot een goede coördinatie is gekozen voor een interne begeleider en coördinator leerlingenzorg. Dit is een gespecialiseerde leerkracht, die is vrijgesteld van lestaken en als taak heeft:  Optimaliseren van de leerlingenzorg op school;  Analyseren van opbrengsten op schoolniveau;  Leiding van structurele groepsbespreking;  Leiding van specifieke leerlingbespreking;  Voorzitter van het zorgteam;  Begeleiden van leerkrachten (indien nodig) bij het analyseren van gegevens;  Begeleiden van leerkrachten bij het opstellen van groepsplannen;  Eventueel aanvullend diagnostisch onderzoek uitvoeren;  Bijhouden van de dossiers van de zorgleerlingen;  Bijhouden van de orthotheek;  De kennis en expertise van leerkrachten uitbreiden met betrekking tot leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften;  Leerkrachten coachen bij het omgaan met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften;


20

  

Samenwerken met externe instanties; Samenwerken met ouders onderhouden; Samenwerken met de consulent van plein 013;

De intern begeleider heeft tevens frequente formele en informele contacten met de interne coördinatoren leerlingenzorg uit het Samenwerkingsverband Tilburg.

3.5 Samenwerkingsverband In het samenwerkingsverband maken de scholen afspraken over hoe de extra ondersteuning voor kinderen geregeld is en hoe het beschikbare geld hiervoor wordt ingezet en verdeeld. Deze afspraken worden vastgelegd in een ondersteuningsplan. Het plan wordt voor een aantal jaren opgesteld. Het idee daarbij is dat scholen binnen een samenwerkingsverband heel gericht kunnen nagaan wat er nodig is om voor hun leerlingen ondersteuning op maat te organiseren. Er is een apart samenwerkingsverband voor de scholen voor voortgezet onderwijs. Het samenwerkingsverband Passend onderwijs bestaat uit 83 basisscholen, 4 speciale basisscholen en 5 scholen voor speciaal onderwijs. De spelregels die we afspreken worden opgesteld in een ondersteuningsplan, waarin staat hoe het toelatingsbeleid is, hoe de toewijzing van extra ondersteuning wordt georganiseerd en welke visie we hebben op passend onderwijs. Ook staat in het ondersteuningsplan welke basisondersteuning iedere school in de regio moet bieden en hoe zij u informeren over onze activiteiten. Daarnaast hebben wij tot taak om te beslissen of een leerling wordt toegelaten tot een school voor speciaal basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs. Het bevoegd gezag van de school waar uw kind is aangemeld of is ingeschreven, vraagt hiervoor bij ons een toelaatbaarheidsverklaring aan.


21

Onze school neemt deel aan het Samenwerkingsverband Tilburg, dit heet Plein 013. Hierbij zijn scholen aangesloten voor openbaar, bijzonder-neutraal, bijzonder en speciaal onderwijs uit Tilburg en uit de regio van Tilburg. Binnen het samenwerkingsverband is de extra zorg die bovenschools mogelijk is, geregeld. Vanuit dit Samenwerkingsverband bestaat de mogelijkheid tot o.a. ambulante begeleiding vanuit het speciaal onderwijs. Vier keer per jaar vindt er overleg plaats op directieniveau. Vier keer per jaar overleggen de intern begeleiders (IB-ers) met elkaar om de zorg op scholen op elkaar af te stemmen. Externe adviseurs OBS de Heerevelden maakt ieder jaar met externe adviseurs een begeleidingsplan. U kunt hierbij denken aan het invoeren van nieuwe methodes en werkwijzen en aan scholingstrajecten voor het team. Een andere taak kan zijn, het doen van psychologisch en didactisch onderzoek bij kinderen, indien noodzakelijk. Ieder jaar vindt er een evaluatie plaats. GGD (Jeugdgezondheidsdienst Midden-Brabant) De kinderen worden op een aantal vaste momenten tijdens de schoolperiode onderzocht door o.a. een jeugdarts, een jeugdverpleegkundige en een logopedist. Deze momenten zijn: - kleuters van groep 1 : onderzoek van de ogen door de assistente; - kleuters van groep 2 : gezondheidsonderzoek (jeugdarts en assistente); - kinderen van groep 4 : onderzoek van kinderen, waarover vragen zijn door de leerkracht of de ouders. Het kan ook een vervolg zijn op het onderzoek in groep 2; - kinderen van groep 7 : gezondheidsonderzoek (jeugdarts en assistente). Na het onderzoek worden ouders op de hoogte gebracht van de bevindingen. Zo nodig volgt een advies tot verwijzing voor verder onderzoek of logopedische behandeling. 3.6 Passend onderwijs Passend onderwijs is onderwijs dat voor alle kinderen passend is. Dat betekent dat alle kinderen naar school gaan waar goed onderwijs geboden wordt en waar ze, als dat nodig is, extra ondersteuning krijgen. Het is de bedoeling van Passend onderwijs dat meer kinderen die extra ondersteuning nodig hebben in de gewone basisschool geholpen worden. Nu gaan teveel kinderen naar het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs. Passend onderwijs gaat veel betekenen voor ouders, voor leraren en voor scholen. En natuurlijk voor de kinderen zelf. Door Passend onderwijs gaan ook veel regels veranderen. Waarom moet het anders? Leerlingen die extra ondersteuning nodig hadden, konden voorheen een rugzakje krijgen met geld voor extra begeleiding. Daar zaten echter ingewikkelde regels en procedures aan vast. Bovendien bleek de aanpak niet te voorkomen dat er nog steeds te veel kinderen buiten de boot vielen. Als kinderen naar het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs gingen, waren er ingewikkelde procedures. Tot nu toe werd er ook te vaak uitgegaan van tekorten van kinderen


22

in plaats van wat ze wél kunnen. Passend onderwijs wil juist inspelen op individuele behoeften met een opbouwende kijk op de ontwikkeling van kinderen. Wilt u meer weten? 3.7 Onderwijs aan zieke leerlingen Indien een leerling langere tijd ziek is, blijft de school verantwoordelijk voor de voortzetting van het onderwijsprogramma. Voor leerlingen die langere tijd ziek zijn, kan de school daarbij ondersteuning aanvragen.


23

4

De opbrengsten van ons onderwijs

4.1 Kwaliteitszorg Scholen krijgen steeds meer de vrije ruimte om zélf hun eigen kwaliteit te beschrijven. De onderwijsinspectie controleert of deze beschreven kwaliteit wordt nageleefd en of de resultaten / opbrengsten goed zijn. De afgelopen jaren heeft de onderwijsinspectie de resultaten goed bevonden. De Heerevelden wil staan voor goed onderwijs. Maar wat is goed onderwijs? Om doorlopend bezig te zijn met de juiste kwaliteit van ons onderwijs stellen we ons steeds deze vragen: * Doen we de goede dingen? * Doen we de dingen goed? * Vinden anderen dat ook? * Hoe weten we dat? * Wat doen we met die wetenschap? Ons cyclische systeem van kwaliteitszorg is geheel gebaseerd op het INK-model. In de volgende paragraaf leggen we u zo duidelijk mogelijk uit hoe het INKmodel in elkaar zit. Ook in ons schoolplan hanteren we dit model. In ons schoolplan staat exact beschreven wat de verschillende beleidsvoornemens zijn voor de komende 4 jaren. Alle geïnteresseerden kunnen ons schoolplan inzien op school.


24

4.2 Het INK-model

Visie en missie

1. 2. Leiding

3. Personeel

6. Werken in de klas -

4. Strategie en beleid

5. Middelen - Gebouw - Leermiddelen - Financieel

-

-

Leerstofaanbod Tijd Pedagogisch handelen Didactisch handelen Afstemming Actieve en zelfstandige leerhouding Sfeer op school Begeleiding Zorg Ontwikkeling van leerlingen

Organisatie

7. Waardering personeel

10. Leeropbrengsten En

8. Waardering ouders kinderen

Evaluatie van de vorige schoolplanperiode

9. Waardering maatschappij / externen

Resultaat

Verbeteren en vernieuwen: kwaliteitszorg / nascholing / visieontwikkeling

In de volgende paragrafen volgt een toelichting op het INK-model. 4.3: De organisatiegebieden: 1. Visie en missie. Onze school heeft een duidelijke visie geformuleerd. Alle beleidskeuzes die we maken relateren we en toetsen we aan de visie. U mag van ons van de volgende punten verwachten dat we hier in schooljaar 2012-2013 intensief mee aan de slag gaan (de volledige visietekst staat in het schoolplan, in te zien op school): Wij staan voor uitstekend taalonderwijs. In schooljaar 2014-2015 gaan we ons oriënteren op een nieuwe taalmethode. Dit omdat we graag bij willen blijven met alle vernieuwingen en veranderingen op het gebied van taal. Een speciale werkgroep gaat volledige uitzoeken welke methode het beste bij ons onderwijs en de verschillende niveaus van de kinderen past.

Wij staan voor uitstekend leesonderwijs.


25

In schooljaar 2013-2014 zetten we de lijn in het optimaliseren van ons leesonderwijs voort. Dit moet zorgen voor een uitstekend programma van het aanvankelijk leesonderwijs (groep 3) en het voortgezet technisch lezen (groep 4 t/m 8). Verder willen we optimaal werken aan het bevorderen van het leesplezier van onze leerlingen. We besteden in de groep veel extra tijd aan lezen. Ook in de kleutergroepen wordt veel aandacht besteed aan voorbereidend lezen. Wij hebben veel aandacht voor de zelfstandigheidbevordering Wij halen uitstekende resultaten: Daarom krijgen alle leraren een duidelijke doelstelling mee. Tussenresultaten worden grondig bestudeerd en indien dit noodzakelijk is zullen er aanpassingen worden gedaan. In 2014-2015 staat opbrengstgericht werken hoog op de kalender op de Heerevelden. Wij dagen (hoog)begaafde leerlingen uit: Daarom schaffen wij veel extra materialen aan en zetten deze daadwerkelijk in in de groep voor deze leerlingen. De inloop biedt hiervoor een uitstekende mogelijkheid. We werken op school met met een digitaal protocol hoogbegaafdheid. Wij communiceren uitstekend met ouders: We willen hierin beter zijn dan anderen. We betrekken de ouders bij het onderwijs, lichten hen uitstekend voor over de onderwijskundige ontwikkelingen op school, staan ouders vriendelijk, correct en professioneel te woord. In geval van bijzondere zorg worden ouders erbij betrokken. Wij staan voor kwaliteit: Daarom werken wij met een kwaliteitszorgsysteem .Wij bevragen ouders, teamleden en kinderen over de kwaliteit van de school door middel van enquêtes. We passen zo nodig ons onderwijs aan en communiceren dit helder met ouders. Wij analyseren onze resultaten grondig en reflecteren op ons eigen handelen. De schoolontwikkeling voor de komende jaren wordt duidelijk in kaart gebracht. Engels vanaf groep 5 Onderwijs in Engels is verplicht vanaf groep 7. Wij beginnen met Engels in groep 5 met de methode “Take it easy”.


26

2. Leiding. De Heerevelden heeft een directeur die integraal verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het onderwijs op school. Van alle directeuren van de stichting Opmaat mag coachend leiderschap worden verwacht. De exacte taakomschrijving van de directeur staat beschreven in het directiestatuut van de stichting Opmaat. De directeur van de Heerevelden heeft tevens de leiding over een andere Opmaat-school. In de praktijk betekent dat, dat de directeur niet altijd aanwezig is en dat vele directietaken en dagelijkse zaken bij de teamleider liggen. De teamleider van onze school is juffrouw Inger Kuiper. Op woensdagen, donderdagen en vrijdagen is zij beschikbaar voor directietaken. (Zie hoofdstuk 1.3) De directeur stuurt de teamleider aan binnen het managementteam. Hierin zitten naast de teamleider ook de directeur en de IB-er. De directeur maakt ook deel uit van het managementteam van de stichting Opmaat. Binnen het managementteam wordt bovenschools beleid ontwikkeld wat voor alle scholen van Opmaat van toepassing is. 3. Personeel: Van het personeel van de Heerevelden mag u verwachten dat zij professionals zijn. Samen ontwikkelen zij zich steeds verder richting onderwijs op maat. De competenties van het personeel zijn weggelegd in competentieprofielen. De leraren werken met persoonlijke ontwikkelingsplannen. Er vindt regelmatig individuele en/of gezamenlijke bijscholing plaats. Deze na- of bijscholing wordt beschreven in het nascholingsplan. Het team van de Heerevelden stáát voor de kwaliteit van het onderwijs. Die juf of meester is belangrijk voor uw kind. Dat moet klikken en veel meer dan dat. De leerkracht moet goed weten waar hij/zij mee bezig is (een professionele werkhouding). In het onderwijs van deze tijd komt daar veel bij kijken. Op verschillende terreinen werken we continu aan de verdere professionalisering. Daar horen zaken bij zoals het volgen van cursussen, het actief deelnemen aan een aantal bovenschoolse netwerkenbijvoorbeeld m.b.t. computergebruik, leerlingenzorg en het jonge kind. Daarnaast voert de directeur doelstellingen-, functionerings- en beoordelingsgesprekken met de leerkrachten. Ook zijn er groepsbezoeken van de directeur of teamleider bij iedere leerkracht die met de leerkracht uitgebreid besproken worden Binnen de school maken we ook gebruik van elkaars kwaliteiten: samen plannen maken en uitvoeren, met elkaar van gedachten wisselen. Op deze manier kun je ook veel leren van elkaar. 4. Strategie en beleid. Het beleid van de school is afgestemd op de visie van de school. Alle beleidsvoornemens voor de komende jaren zijn vastgelegd (met instemming van de medezeggenschapsraad) in het schoolplan 2011-2015. Geïnteresseerden kunnen dit schoolplan inzien op school. De directie zal u op aanvraag graag een exemplaar overhandigen.


27

5. Middelen. De directeur is verantwoordelijk voor het beheer van het gebouw, de leermiddelen, inventaris van het gebouw en alle uitgaven. In diverse financiële documenten zoals nascholingsplan, personele begroting, materiële begroting en meerjarenbegroting worden alle uitgaven van de school verantwoord. De medezeggenschapsraad van de Heerevelden heeft instemmingsrecht op de begroting van de school. Er wordt getracht (een deel van) de uitgaven te koppelen aan de visie. Als wij hierin bijvoorbeeld beschrijven dat we (hoog)begaafde leerlingen willen uitdagen, dan zullen er genoeg materialen moeten worden aangeschaft voor dit doel. Wij proberen geen adhoc uitgaven te doen, maar onze uitgaven te toetsen aan de meerjarenplannen die we hebben. 6. Werken in de klas. Alle eerder genoemde zaken dienen uiteraard zichtbaar te zijn in de groep van uw kind. Dát is waar het uiteindelijk om draait. Heel in het kort schetsen we hier in het kort de vermelde zaken uit het INKmodel: 

Leerstofaanbod. De Heerevelden werkt met methodes. Alle door ons gebruikte methodes voldoen aan de kerndoelen die de overheid stelt. Om onderwijs op maat te kunnen aanbieden is het belangrijk om goed lesmateriaal te gebruiken. Op school hanteren we de modernste methodes die passen in de onderwijskundige opzet die wij voor ogen hebben. Leerlingen die bijv. meer aankunnen, krijgen kansen om sneller of dieper met de stof aan de slag te gaan. Leerlingen die meer hulp nodig hebben krijgen aangepaste lesstof en instructie. Tevens gebruiken we diverse computerprogramma’s die met name op leerstofgebied tegemoet komen aan het differentiëren binnen de groep. Voor begaafde leerlingen zullen we de lesstof zoveel mogelijk inkorten en daarna verrijkend materiaal aanbieden



Tijd. De wet schrijft voor dat alle leerlingen aan het eind van de basisschool 7520 uur naar school moeten zijn geweest. De Heerevelden voldoet ruim aan deze norm. Natuurlijk streven wij ernaar de onderwijstijd zo optimaal mogelijk te benutten. De schooltijden, het vakantierooster, studiedagen en overige vrije dagen vindt u in de kalender en in deze schoolgids in hoofdstuk a t/m z. De wet schrijft ook voor dat de onderwijstijd zo effectief mogelijk moet worden besteed. Dat wil in de praktijk zeggen dat kinderen zoveel als mogelijk op hun eigen niveau en mogelijkheden moeten worden aangesproken.


28



Pedagogisch handelen. Pedagogie betekent opvoedkunde. Uiteraard ligt de opvoeding van kinderen primair bij hun ouders / verzorgers. Maar natuurlijk gebeurt ook een stuk opvoeding op school. Wij willen op de Heerevelden ruime aandacht hebben voor de volgende zaken: - het ontwikkelen van waarden en normen; - prettig omgaan met jezelf en de ander. We hanteren daarom een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling en bevragen de leerlingen regelmatig over hun welzijn door middel van “Viseon”. Viseon is van CITO en bestaat uit digitale vragenlijsten voor leerkracht en leerlingen over de sociaal-emotionele ontwikkeling. De leraren analyseren de gegevens en stellen een groepsplan op. Er valt niet aan te ontkomen dat er op school duidelijke (omgangs)regels zijn. De voornaamste regels vindt u in deze schoolgids in hoofdstuk 2. Het kan voorkomen dat u zich niet kunt vinden in een bepaalde pedagogische aanpak van de leraar. In dat geval gaan we uiteraard graag, op een respectvolle manier, de dialoog met u aan.



Didactisch handelen. Didactiek betekent: “de kunst van het onderwijzen”. Wij werken met het systeem van verlengde instructie. De klassikale instructie van de leerkracht is kort en bondig. Kinderen die al aan het werk kunnen, kunnen meteen aan het werk. Kinderen die extra instructie nodig hebben, krijgen deze individueel of in een kleine groep aan de instructietafel.



Afstemming. U mag verwachten dat het onderwijs zoveel mogelijk wordt afgestemd op de leermogelijkheden en behoeften van uw kind. Te makkelijk of te moeilijk werk leidt immers niet tot betekenisvol leren en is ook niet in overeenstemming met onze visie. Wij volgen de vorderingen van uw kind systematisch door het analyseren van de toetsen. (zie hoofdstuk 3.2 “de toetslijn”)



Actieve en zelfstandige leerhouding. Wij vinden een actieve en zelfstandige leerhouding van kinderen zeer belangrijk en werken daar dan ook actief aan. Dit blijkt concreet uit de inloop, maar voor al het overige werk geldt hetzelfde.



Sfeer op school. Wij streven naar een prettige en open sfeer die zich kenmerkt door laagdrempeligheid. Een school die schrijft dat kinderen met plezier naar school moeten gaan heeft automatisch veel aandacht voor een goede sfeer. Wij doen dat door veel aandacht te hebben voor prettig omgaan met elkaar. Daarnaast proberen wij ouders actief te betrekken bij de activiteiten op school.


29



Begeleiding. Van de leerkracht mag u verwachten dat deze uw kind zo goed als mogelijk begeleidt. Sterker nog; Wij vinden (visie) dat we hier bijzonder goed in moeten zijn.



Zorg. Het bieden van de juiste zorg vinden wij erg belangrijk. Hoe we dat precies doen leest u in hoofdstuk 3, “ De zorg voor kinderen”.



Ontwikkeling. Ons handelen is erop gericht zoveel als mogelijk “uit een leerling te halen wat erin zit”. Elke leerling heeft zijn / haar eigen capaciteiten als hij / zij onze school binnenkomt. Wij zien het als onze taak aan te sluiten bij deze capaciteiten in ons onderwijsaanbod. We willen duidelijk omschreven, hoge ambitieuze doelen halen.

4.4: De resultaatgebieden: Jaarlijks wordt er gekeken naar de resultaten van ons onderwijs. Dat doen we op verschillende manieren: 7. Waardering personeel Tweejaarlijks wordt de waardering door het personeel ondervraagd door middel van een vragenlijst leraren uit WMK (Werken Met Kwaliteitskaarten) . Dit is een belangrijk instrument ter verbetering van de gewenste kwaliteit. Alle resultaten worden in kaart gebracht en besproken met het gehele team 8. Waardering ouders en kinderen. Aan ouders wordt eens in de twee jaar gevraagd een tevredenheidonderzoek in te vullen, ook uit WMK. De uitslag hiervan wordt verwerkt en besproken in het team, bestuur en medezeggenschapsraad. We weten op die manier hoe u als ouders / verzorgers tegen het door ons aangeboden onderwijs aankijkt. Voor ons is de uitslag van de enquête een belangrijk gegeven om ons verder te kunnen verbeteren. Om de twee jaar vragen we tevens kinderen vanaf groep 5 een vragenlijst in te vullen. We vinden dat we de uitslag aan u bekend moeten maken, alsmede de conclusies die we trekken en de verbeteringen die we willen doorvoeren. 9. Waardering maatschappij / externen: We krijgen vaak externe waardering voor het onderwijs op onze school, bijvoorbeeld door de onderwijsinspectie of externe instanties als de schoolbegeleidingsdienst. Ook deze waardering kan aanzetten tot veranderingen. 10. Leeropbrengsten en evaluaties: Op onze school brengen we alle leeropbrengsten uitgebreid in kaart door middel van methodegebonden toetsen en een uitgebreid leerlingvolgsysteem (zie hoofdstuk 3.2). Ook de resultaten van de cito entreetoets (groep 7), cito eindtoets basisonderwijs (groep 8) worden in kaart gebracht.


30

De leeropbrengsten worden geanalyseerd door de leerkrachten, de IB-er en de directie. Als een kind zich conform de verwachting ontwikkelt is dat voor ons een teken dat we op de goede weg zitten. Als de leerresultaten bij een leerling of groep tegenvallen gaan we op zoek naar de oorzaak en leggen dit vast in een verbeteringsplan, groepsplan of individueel handelingsplan. U leest daar meer over in hoofdstuk 3, “Zorg voor kinderen”. Jaarlijks vinden ook evaluaties plaats van de schoolontwikkeling en de beleidsvoornemens. We analyseren of de ingezette ontwikkelingen resultaat hadden. Deze analyses worden met het team gedaan. 4.4.1 uitstroomgegevens Al in december geven wij een advies aan de ouders van de kinderen in groep 8 voor welk schooltype het kind het meest geschikt zou zijn. Wij menen dat we daarover een goed beeld hebben omdat we het kind 8 jaar lang intensief hebben gevolgd door middel van onder andere ons leerlingvolgsysteem. De CITOeindtoets is daarvoor niet leidend, maar bevestigt bijna altijd ons advies. Het ene kind kwam binnen op onze school met veel capaciteiten, het andere kind met wat minder capaciteiten. In alle gevallen is het onze taak om binnen de capaciteiten van het kind “eruit te halen wat erin zit”. Een school is wettelijk verplicht om de uitstroomgegevens te vermelden in de schoolgids. Natuurlijk zijn die gegevens voor ons erg belangrijk, maar we staren ons niet blind op cijfers maar op de ontwikkeling die een kind heeft doorgemaakt. Op een kind wat laag scoort kunnen we misschien toch heel trots zijn op wat het heeft bereikt. Bovendien zeggen de cijfers niets over andere belangrijke kernwaarden die we de kinderen meegeven, bijvoorbeeld zelfstandigheid, sociaal-emotionele ontwikkeling, creativiteitsontwikeling etc. De CITO-scores van de eindtoets basisonderwijs van de afgelopen jaren: 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006

533,6 537,3 534,5 536,9 530,1 534,2 534,7

4.5 Verbeteren en vernieuwen Het analyseren van de resultaatgebieden levert ons belangrijke informatie op voor verbetering van ons onderwijs. Het kan natuurlijk altijd beter en we willen dan ook graag leren van alle informatie die de analyses ons oplevert. De verbeteringen worden in nieuw beleid gezet in een jaarplan. We communiceren hierover met u als ouders / verzorgers via onze nieuwsbrief “de Heerelei”.


31

4.6 De Heerevelden stáát voor kwaliteit. In de voorgaande paragrafen heeft u kunnen lezen hoe wij doorlopend bezig zijn de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren. De cyclus van het INK-model draait doorlopend “rond”: De leerkrachten werken volgens de visie van de school (1). Aan het team van leraren en ondersteunend personeel wordt leiding gegeven door de schoolleiding (2). Het personeel is competent om goed onderwijs te verzorgen (3). Het beleid en de strategie staan beschreven in het schoolplan (4). Om dit te bereiken dienen de juiste financiële middelen vrijgemaakt te worden (5). De leraren werken als professionals in de groep met uw kind(eren). De gewenste kwaliteit op de verschillende domeinen is duidelijk beschreven. De leerkrachten handelen daar ook naar (6). We controleren of de kwaliteit goed is door het aan ouders/verzorgers, teamleden en MT-leden te vragen, aan de kinderen (groep 5t/m8), aan de inspectie en externen. We kijken kritisch naar onze leeropbrengsten en evalueren verbeteracties. (7,8,9 en 10) Op basis van een degelijke analyse komen we tot verbeteringsplannen (11) Een school die streeft naar een optimale kwaliteit zoals de Heerevelden, vindt het dan ook prettig als ouders komen praten als zij hun twijfel hebben als zaken die we in deze schoolgids beschrijven in uw ogen onderbelicht blijven. 4.7 Wat leert uw kind op school? 4.7.1.Kerndoelen In de wet primair onderwijs worden de vakken genoemd die kinderen moeten leren. Voor ieder vak of vormingsgebied zijn er einddoelen (kerndoelen) geformuleerd. Daarin wordt precies weergegeven waar we als school naar toe werken. Als uitgangspunt hanteren we voor elk vak of vormingsgebied minimumdoelen, maar voor elk afzonderlijk kind zal het plafond aan het eind van de achtjarige rit op de basisschool anders zijn. Doelstelling van onze school is om kinderen de kennis en kunde mee te geven die haalbaar is. Een zo breed mogelijke bagage waarmee kinderen in het voortgezet onderwijs en in hun verdere leven verder kunnen. 4.7.2 Overzicht gebruikte methodes De kennisgebieden die worden aangeboden zijn volgens de methodes die wij op school gebruiken. - taalonderwijs (kleuters)

Kleuterplein

- rekenen (kleuters)

Kleuterplein

- aanvankelijk leesonderwijs (groep 3)

Veilig Leren Lezen

- rekenonderwijs

Wereld in getallen

- taalonderwijs

Taal Verhaal

- aardrijkskunde

Een wereld van verschil


32

- geschiedenis

Bij de Tijd

- sociaal emotionele ontwikkeling

Beter omgaan met jezelf en de ander

- de natuur

Natuurlijk

- verkeer

Wijzer door het verkeer

- begrijpend lezen

Nieuwsbegrip XL

- muzikale vorming

Moet je doen

- Engels

Take it Easy

- Technisch lezen

Estafette

- schrijfonderwijs

Pennenstreken Schrift (kleuters

- ICT

Veilig internet

- observatie instrumenten

KIJK (groep 1 en 2) Viseon (groep 3 t/m 8)


33

5

School en ouders

5.1 School en ouders; Een goede samenwerking is van groot belang voor uw kind. Als ouders bent u de eerst verantwoordelijke voor de opvoeding van uw kind. Vanaf de leeftijd van 4 jaar draagt u een deel van die verantwoordelijkheid over aan de school. Het is van groot belang dat ouders en school goed samenwerken en elkaars deskundigheid respecteren. Om dat goed te laten verlopen hanteren we op de scholen van de Stichting OPMAAT een aantal omgangsregels. Hoe gaan we met elkaar om: - we spreken met respect over elkaar - als u uw kind aanmeldt op onze school stemt u daarmee in met de regels en afspraken zoals deze in de schoolgids vermeld staan - als er problemen zijn worden die niet in aanwezigheid van het kind besproken - bij verschil van mening wordt er samen gezocht naar een positieve oplossing Waar heeft u als ouder recht op: - u heeft recht op regelmatige informatie over de algemene gang van zaken op school. Dat betekent dat u jaarlijks de schoolgids krijgt en via een nieuwsbrief op de hoogte gehouden wordt van ontwikkelingen - u heeft recht op informatie over de voortgang van uw kind op school. Hiervoor worden er minimaal twee keer per jaar 10-minuten gesprekken gehouden. Daarnaast kunt u altijd een afspraak maken met de leerkracht van uw kind. Ook neemt de leerkracht het initiatief om u uit te nodigen voor een gesprek als daar aanleiding toe is Wat verwacht de school van u: - dat u de visie van de school onderschrijft en de afspraken nakomt. - dat u als belangrijkste opvoeder van uw kind met de school meewerkt aan een positief gedrag van uw kind op school. - dat er op een positieve en respectvolle manier gecommuniceerd wordt. Hulp van ouders: De hulp van ouders op de scholen van Opmaat is buitengewoon belangrijk en waardevol voor de school en de kinderen. Daardoor kunnen wij een aantal extra activiteiten organiseren die anders niet mogelijk zouden zijn. Daarnaast vergroot het de betrokkenheid van u als ouders bij de school. Als het gaat om ouderhulp hanteren we twee belangrijke basisregels: - de ouders werken altijd onder de verantwoordelijkheid van de betrokken leerkracht(en)


34

-

van de ouders die meehelpen op school verwachten we dat ze nooit vertrouwelijke zaken van leerlingen, leerkrachten en andere ouders rondvertellen aan derden. Bovendien zijn alle ouders in de gelegenheid om hun betrokkenheid bij het onderwijs op onze Opmaat-scholen nog op een andere manier tot uitdrukking te brengen, door bijv. zitting te nemen in de medezeggenschapsraad en/of de oudervereniging. 5.2 Informatievoorziening gescheiden ouders. Via dit stuk willen wij u graag laten weten hoe wij omgaan met het verstrekken van informatie aan beide ouders. Hierbij hebben wij ons laten adviseren door de wet en een jurist van de Raad voor de Kinderbescherming.  Beide ouders hebben evenveel recht op schoolinformatie. Het betreft hier de schoolgids, uitnodigingen voor informatie- en ouderavonden, school- en toetsresultaten, rapporten en verwijzing naar het vervolgonderwijs.  Op onze school gaat alle informatie via de kinderen mee naar huis. Wanneer de ouders van een kind gescheiden leven, gaat de informatie dus naar de ouder waarbij het kind woont.  Het is de plicht van de verzorgende ouder om de andere ouder op de hoogte te houden van belangrijke zaken die het kind betreffen, dus ook alle verslagen te verstrekken over de schoolontwikkeling van het kind.  Mocht dit door omstandigheden niet gebeuren dan kan de niet verzorgende ouder altijd de school verzoeken om informatie over de schoolontwikkeling van zijn/haar kind te geven. De school zal deze gegevens moeten verstrekken. We zullen de verzorgende ouder hierover inlichten. Indien de verzorgende ouder bezwaar heeft tegen informatie- verschaffing aan de andere ouder, is dat voor ons geen reden om de gevraagde informatie niet te verschaffen. Voor de school staat het belang van het kind voorop.  Wanneer beide ouders over het kind willen komen praten, maar zij niet samen kunnen en/of willen komen, is de school verplicht om twee gesprekken te houden. Echter als het belang van het kind zich daartegen verzet (bijv. als er beperkte tijd is voor hulpverlening of de ouders zitten niet op één lijn), dan zal de school alleen een gesprek met de verzorgende ouder voeren.  Het is de plicht van de verzorgende ouder om de andere ouder op de hoogte te brengen van aanmeldingen bij S.O.M. ( Stichting Onderwijsbegeleiding Midden-Brabant), P.C.L. (Permanente Commissie Leerlingenzorg) en C.v.I (Commissie voor Indicatiestelling). Indien nodig is het de plicht van de verzorgende ouder om voor een handtekening van de niet-verzorgende ouder te zorgen. In bovenstaande gevallen is de handtekening van beide ouders nodig. Indien de ouders niet tot overeenstemming komen over aanmelding en / of behandeling, kan de school niet overgaan tot aanmelding of hulpverlening.  Als er sprake is van aanmelding bij S.M.W. (school maatschappelijk werk) verwijzen wij naar het document van S.M.W. dat bij de aanmeldingsformulieren verstrekt wordt. Heeft u nog vragen over deze regelingen dan kunt u altijd terecht bij de directie


35

5.3

Leerkrachten – leerlingen – ouders

Ouders spelen een belangrijke rol bij ons op school. Via de Medezeggenschapsraad (MR) kunnen zij meepraten over alle besluiten en / of voorstellen die door het bestuur ten aanzien van de school worden genomen en / of ingediend. Het team blijft verantwoordelijk voor de inhoud en de kwaliteit van het onderwijs, maar bij wezenlijke veranderingen wordt ook de MR om advies instemming gevraagd. De MR is tevens een onderdeel van de Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (afvaardigingen van de andere openbare basisscholen van de stichting Opmaat). Naast de MR is er ook een oudervereniging. De ouders in de ouderverenging helpen mee om allerlei activiteiten te organiseren in overleg met het team. Te denken valt hierbij bv. aan feestdagen, toernooien en activiteiten buiten schooltijd. Tenslotte dragen veel ouders hun steentje bij als het gaat om hulp in de klassen bij bv. creatieve lessen, leesonderwijs, computeren, hoekenwerk, enz. En iedere groep heeft twee groepsouders. De groepsouders zijn het eerste aanspreekpunt bij het organiseren van groepsgerichte en schoolbrede activiteiten. Ook is er bij ons op school een kinderraad, met als doel de leerlingen mee te laten denken over invulling activiteiten en adviezen over onderwerpen die direct de leerlingen aangaan. (zie hiervoor “A t/m Z, kinderraad”)

5.4

De Oudervereniging

Hieronder volgt een beknopte samenvatting van de werkwijze van de Oudervereniging; Ouders die hun kinderen inschrijven bij onze school worden automatisch lid van onze Oudervereniging. Mocht u geen lid willen worden van onze vereniging dan kunt u zich afmelden bij de directie van de school.


36

De statuten van de vereniging zijn te lezen op onze website www.heerevelden.nl. Echter mocht u een geschreven exemplaar wensen te ontvangen, dan kunt u deze opvragen bij onze secretaris. Het huishoudelijke reglement van de Oudervereniging vindt u verderop in onze schoolgids. Het bestuur van de oudervereniging, de BOV bestaat uit 2 teamleden en 9 ouders + 1 lid van het managementteam. De werkwijze van de oudervereniging is vastgelegd in een reglement: 1. Het bestuur van de oudervereniging bestaat uit zowel teamleden als ouders. 2. De taken van het voorzitterschap, het penningmeesterschap en de secretaris worden door ouders, die lid zijn van de oudervereniging uitgevoerd. 3. Een lid van de oudervereniging wordt aangenomen via verkiezingen en zal voor de duur van 3 jaar de taken binnen de oudervereniging vervullen. Na 3 jaar kan het lid zich herkiesbaar stellen en met eventuele andere kandidaten zullen er wederom verkiezingen plaatsvinden. In de regel zullen de verkiezingen gelijk plaatsvinden met de verkiezingen van de medezeggenschapsraad. Bij uitzondering kan het zijn dat een lid van de oudervereniging eerder dan de 3 jaren uit de oudervereniging stapt. Deze plaats kan dan voor de lopende tijd worden bezet door een ouder die zich daarvoor aanmeldt. Na de lopende tijd kan deze ouder zich herkiesbaar stellen voor 3 jaar. 4. De ouders in de oudervereniging zullen op vrijwillige basis de activiteiten, die de school voor haar leerlingen organiseert, ondersteunen. 5. Onder de activiteiten vallen: sinterklaasviering, kerstviering, carnaval, pasen, avondvierdaagse, jaarvergadering. Naast deze activiteiten helpt de oudergeleding tevens bij de volgende zaken: het innen van vrijwillige ouderbijdrage, schooltoernooien, schoolfotograaf, overblijven, afscheid van teamleden, kraamvisites van teamleden, regelen van hulpouders bij de bovengenoemde activiteiten, verkiezingen van nieuwe leden, speelmateriaal voor buitengebruik, schoolprojecten, enz. 6. De vergaderdata van de oudervereniging zullen aan het begin van het schooljaar worden vastgelegd en vergaderingen vinden 1 keer per 6 weken plaats. 7. Ieder ouder van de school is vrij om de ouderverenigingvergaderingen bij te wonen. 8. De oudervereniging is zelf verantwoordelijk voor de begroting die tijdens de jaarvergadering zal worden bekend gemaakt. Samen met de medezeggenschapsraad zal 1 keer per jaar (tijdens de jaarvergadering) de begroting gecontroleerd worden en wordt een nieuwe begroting gepresenteerd aan alle ouders. 9. Uiterlijk 1 week voor een vergadering zal de agenda kenbaar gemaakt worden. Deze agenda gaat ook naar de directie en naar de medezeggenschapsraad. De agenda ligt voor iedere ouder van de school ter inzage. 10.Na iedere vergadering volgt er een verslag. Ook dit ligt voor iedere ouder van de school ter inzage en wordt tevens aan directie en medezeggenschapsraad aangeboden. 11.Over belangrijke activiteiten of veranderingen in activiteiten worden alle ouders van de school via een extra ouderbulletin op de hoogte gebracht.


37

Wat/Waar te vinden: Verslagen : Contact opnemen : Info van onze kant :

In de BOV map postvak in de koffiekamer of via ons e-mailadres: [email protected] via de Heerelei en op de website www.heerevelden.nl.

5.4.1. Vrijwillige ouderbijdrage Om alle activiteiten voor uw kinderen doorgang te laten vinden, heeft dit natuurlijk ook financiële consequenties. De bijdrage die wij van de ouders hiervoor vragen is: € 18,00 voor het eerste en het tweede kind per jaar € 10,00 voor het derde kind Per gezin mag de bijdrage per jaar niet meer dan € 46,00 bedragen. Deze bijdrage is vrijwillig. De oudervereniging hanteert een kortingsregeling voor instromers. Voor informatie hierover of voor andere vragen met betrekking tot betalingen, kunt u altijd terecht bij onze penningmeester. Voor informatie over het huishoudelijk reglement van de ouderraad verwijzen we naar onze site: www.heerevelden.nl 5.5

Medezeggenschapsraad

Op elke school worden belangrijke beslissingen genomen. Beslissingen die direct te maken hebben met het onderwijs dat wordt gegeven. Bijvoorbeeld over de keuze van een nieuwe methode, de leerlingbegeleiding of de groepsindeling. Maar soms ook beslissingen die betrekking hebben op de school als geheel zoals verandering van de onderwijskundige doelstelling of het samenwerken met een andere school…. Bijna teveel om op te noemen De medezeggenschapsraad houdt zich bezig met diverse vormen van inspraak:  Financiën; bijv. begroting van de school;  Het benoemen van personeel;  Het beoordelen van het schoolplan; bijv. op welke wijze wordt er les gegeven, welke methoden gebruikt men enz.;  Wijzigingen in de schoolorganisatie; bijv. schooltijden;  Het vakantierooster; bijv. het inplannen van de extra vrije dagen en de niet gangbare vakantieweken;  Het concept controleren van de schoolgids die ieder jaar uitkomt;  Het “zorgplan” dat voor de samenwerkende scholen is geschreven, lezen en beoordelen of het concept voor onze school goed van toepassing is. Het zorgplan wordt met de interne leerlingen coördinator doorgesproken en opmerkingen worden in het concept verwerkt;  ARBO wetgeving; de school wordt ieder jaar gecontroleerd en dit wordt met de directeur en iemand van de MR besproken, zodat de directeur kan controleren of de aanpassingen die noodzakelijk zijn worden uitgevoerd; bijv.


38



het vervangen van het zand in de zandbak, hangen de kapstokken op de juiste hoogte, zijn de stoelen voor de leerlingen en leerkrachten goed e.d.; Een brug tussen ouders en school.

Zoals u kunt lezen zijn er erg veel onderwerpen die tijdens een MR-vergadering aan bod kunnen komen. De medezeggenschapsraad praat niet alleen mee, maar geeft ook adviezen en beslist mee. Daarmee komen we op een aantal rechten die de MR heeft: informatierecht, initiatiefrecht, adviesrecht en instemmingsrecht. Adviesrecht wil zeggen dat het schoolbestuur serieus moet reageren op elk advies dat de MR geeft. Dat betekent echter niet, dat elk advies van de MR zonder meer overgenomen moet worden. Dat ligt anders voor beslissingen waarop de MR instemmingsrecht heeft. Het schoolbestuur kan zonder de instemming van de MR dergelijke besluiten niet nemen. In de nieuwe Wet Medezeggenschap Onderwijs liggen de rechten van de medezeggenschapsraad in principe vast. Daardoor is de positie van de MR een stuk duidelijker geworden. Zowel de ouders als de personeelsleden in de MR hebben één gemeenschappelijk belang, nl.: "De School" Verreweg de meeste bevoegdheden worden dan ook door de MR als geheel uitgeoefend. Maar soms wordt er een besluit genomen dat voor de ene geleding zwaarder telt dan voor de andere. In dat geval heeft de één instemmingsrecht en de ander adviesrecht. Kortom: geen van de geledingen staat ooit "buitenspel". De MR vergadert ongeveer eenmaal per maand en deze vergaderingen zijn openbaar. De agenda van de vergadering, met een korte toelichting van de onderwerpen staat in het ouderbulletin de Heerelei, voorafgaande aan de vergadering. In de Heerlei staat na de vergadering een kort verslag van de besproken onderwerpen. De goedgekeurde notulen staan op de site van de Heervelden, onder “MR”. Voor meer informatie over de MR, bijvoorbeeld het huishoudelijk reglement verwijzen we u naar de website www.heerevelden.nl Samenstelling van de MR in schooljaar 2013-2014: 

3 personen oudergeleding: Mevr. Y. Neering Hr. E. Mentink Hr. R. van Gaal



3 personen teamgeleding: Will Bleijs Adrie van Oers Peter van de Wier

Twee leden van de MR zijn afgevaardigd in het overkoepelend orgaan van alle openbare scholen; de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR)


39

Ieder jaar zijn er (indien nodig) in maart verkiezingen, naar aanleiding van het rooster van aftreden. Heeft u vragen aan de MR, dan kunt u deze stellen via het emailadres: [email protected] We zullen uw vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden. "In de medezeggenschapsraad kun je zeggen waar het op staat!" 5.6

Informatie aan ouders

Wij zullen op alle gebieden u zo goed mogelijk op de hoogte proberen te houden van alle zaken die op school spelen. Uiteraard over de vorderingen van uw kind, maar ook over organisatorische zaken, speciale activiteiten, schoolontwikkeling etc. Hoe we dat doen kunt u in deze paragraaf lezen. 5.6.1 Rapporten en verslagen Groep 1/2 : In de groepen 1 en 2 worden er in november en maart 10-minuten gesprekken gehouden. Tevens ontvangen de ouders dan een portfolio met werkjes van hun kind. Daarnaast wordt er door de leerkracht een uitgebreide observatielijst digitaal ingevuld. (KIJK) De informatie die hieruit naar voren komt wordt op een 10-minuten gesprek met de ouders besproken. Groep 3 t/m 6: De leerlingen krijgen in november, maart en juni een rapport mee naar huis. In november en maart worden er n.a.v. het rapport 10-minuten gesprekken gehouden. Groep 7: De leerlingen krijgen in november, maart en juni een rapport mee naar huis. In november en maart worden er n.a.v. het rapport 10-minuten gesprekken gehouden. In de tweede helft van het schooljaar wordt de Cito-entreetoets afgenomen. Deze toets kan worden gezien als een signaleringstoets. De uitslag krijgen de kinderen mee naar huis. Groep 8: De leerlingen krijgen in november en juni een rapport mee naar huis. Eind november worden er gesprekken gehouden. Dit zijn langere gesprekken dan in de voorgaande jaren. Naast het bespreken van het rapport, krijgt u dan het advies te horen m.b.t. het voortgezet onderwijs. In de tweede helft van het schooljaar krijgen de leerlingen een toets die past bij hun advies. De uitslag krijgen de kinderen mee naar huis. Deze toets is voor de meeste leerlingen de Cito-eindtoets. In april ontvangen de ouders, net als de school waar de leerling is aangemeld, een onderwijskundig rapport.


40

5.6.2 10-minutengesprekken In groep 1 t/m 7 worden er in november en maart 10 minutengesprekken gehouden. De dagen waarop deze gesprekken worden gehouden, staan van tevoren vast. Ouders krijgen in de week voorafgaande aan deze gesprekken te horen hoe laat het gesprek zal plaatsvinden. Het kan voorkomen dat ouders op bepaalde dagen of dagdelen niet in de mogelijkheid zijn om het gesprek met ons te houden. Dit kan ruim van te voren worden aangegeven. Via de Heerelei wordt hierover informatie verstrekt. Tijdens het 10-minutengesprek kan de leerkracht toelichting geven op het rapport en kunt u vragen stellen. Voor uitgebreidere gesprekken kan een andere afspraak worden gemaakt. 5.6.3 Individuele gesprekken met ouders Natuurlijk is het ook mogelijk om leerkrachten op andere momenten in het jaar te spreken. Wij staan ouders graag te woord na schooltijd. Ook mogelijk is het om een afspraak te maken. Gesprekken vinden plaats op verzoek van de school of de ouders of om de resultaten van een onderzoek dat is gehouden te bespreken. Door de school wordt een kort schriftelijk verslag gemaakt, waarin met name ook de afspraken die zijn gemaakt, worden vastgelegd. 5.6.4 Informatieavond In het begin van elk schooljaar nodigen we u uit om kennis te maken met de leerkracht op de informatieavond. Op deze avond wordt u door de leerkracht voorgelicht over het programma van de groep van uw kind. U kunt de methodes die we gebruiken inzien en uiteraard kunt u vragen stellen van algemene aard.


41

6

A t/m Z

Aanmelding en toelating

Op onze school is ieder kind in principe van harte welkom. Ouders die bezig zijn met een schoolkeuze kunnen gebruik maken van de volgende mogelijkheden om zich te informeren:  Zij bezoeken de Open Dag, krijgen daar een schoolgids en maken daarna een afspraak met de directeur of teamleider voor een gesprek.  Zij vragen telefonisch een informatiepakket aan en maken een afspraak voor een rondleiding en een gesprek met de directeur of teamleider. Kleuters, die gedurende het schooljaar 4 jaar worden, worden uiterlijk een half jaar van tevoren aangemeld. Ouders kunnen daarvoor op elk tijdstip terecht. Kinderen mogen naar school zodra zij 4 jaar zijn. Voorafgaande aan hun verjaardag mogen ze 5 keer een dagdeel komen kennismaken. Dit gebeurt in overleg met de leerkracht. Komt het kind van een andere school, dan gaan wij ervan uit dat de school waar het kind nu zit op de hoogte is van de aanmelding. Het moment van aanname wordt dan in overleg met die school vastgesteld. De ontvangende school neemt altijd contact op met de school waar het kind vandaan komt. Bij de aanname van deze kinderen èn van kinderen die een beschikking hebben van de Commissie van Indicatiestelling (= C.v.I.) , d.w.z. in het bezit zijn van een leerling gebonden financiering of een positieve beschikking hebben van de Permanente Commissie Leerlingenzorg (= PCL) voor een school voor speciaal basisonderwijs worden de volgende stappen doorlopen: stap 1 Verzoek tot plaatsing. stap 2 De directeur voert met de ouders een intakegesprek, waarbij de volgende zaken centraal staan:  reden van verzoek tot plaatsing  beschrijving van het kind  uitleg over de procedure die binnen de basisschool wordt gevolgd en de rechten en plichten van de ouders/ verzorgers  de beschikking van het C.v.I of PCL.  andere relevante gegevens die het mogelijk maken een gefundeerde beslissing te nemen


42

stap 3 De directeur voert overleg met of vraagt advies aan de Intern Begeleider in alle gevallen waarin er sprake is van enige problematiek. Zij onderzoeken samen de volgende vragen; Wat zijn de mogelijkheden en onmogelijkheden van het kind?  Is er voldoende kennis, ervaring en vaardigheid om het kind te begeleiden op pedagogisch en didactisch gebied? Van belang is vast te stellen of redelijkerwijs verwacht kan worden dat het kind zich optimaal zal kunnen ontwikkelen.  Is te verwachten dat de verhouding tussen verzorgingstijd en onderwijstijd redelijk zal zijn? (vooral van belang bij kinderen met een leerling gebonden financiering)  Is redelijkerwijs te verwachten dat het kind zich prettig zal voelen binnen de groep waar het geplaatst wordt?  Zal dit kind niet onevenredig veel tijd vragen van de toekomstige leerkracht en de school als geheel?  Zal dit kind geen belemmering zijn voor het gevoel van rust en veiligheid van de andere kinderen op school? stap 4 De directeur neemt een beslissing. Bij een negatieve beschikking krijgen ouders een schriftelijke toelichting waarom het kind niet geplaatst kan worden. Wanneer positief wordt beslist, bepaalt de school in welke groep het kind geplaatst wordt. stap 5 Wanneer het gaat om een kind met een leerling gebonden financiering of een kind met een positieve beschikking van de PCL, wordt eerst overleg gevoerd met het gehele team. Bij kinderen met een leerling gebonden financiering moeten nog meer stappen doorlopen worden. Deze procedure is op aanvraag verkrijgbaar bij de directeur. Kinderen die onze school bezoeken zullen hier in de regel blijven. Soms moeten we samen besluiten dat een andere plek wellicht noodzakelijk is voor het kind. (zie daarvoor “WSNS”).

Bijzondere bijstand en kosten basisschool

Schoolgaande kinderen stellen hun ouders vaak voor aanzienlijke extra kosten, zoals boekengeld, ouderbijdrage, reiskosten, bijlessen, studiebegeleiding, schoolreis/schoolkamp, excursies e.d. Van een minimuminkomen zijn deze kosten niet of nauwelijks te betalen. U kunt zich dan wenden tot:  Sociale Zaken van de gemeente Tilburg, stadswinkel Reeshof.  Stichting Leergeld Tilburg. Telefoon: 013- 5801211.

Buitengewoon verlof

In toenemende mate wordt door de ouders een verzoek ingediend om, buiten de schoolvakanties om op (wintersport)vakantie te kunnen gaan. Ook krijgen we verzoeken van ouders, om hun kind een dagje vrij te geven, zodat ze wat eerder in een weekendhuisje kunnen zijn.


43

Soms komen mensen met een verklaring van hun werkgever, waarin staat, dat ze niet op een andere tijd op wintersport kunnen. Het is lastig, om deze verzoeken steeds te moeten afwijzen. We gunnen iedereen namelijk zijn vakantie. Toch kunnen we helaas niets anders doen, dan afwijzend reageren. De leerplichtwet is hier heel duidelijk in. Hierin staat het volgende: *Ouders en /of verzorgers kunnen een aanvraag voor vakantieverlof indienen als de jongere vanwege de specifieke aard van het beroep van één van de ouders / verzorgers slechts buiten de schoolvakanties met hen op vakantie kan gaan. De noodzaak hiervoor dient te kunnen worden aangetoond middels een verklaring van de directie van het betreffende bedrijf. Bovenstaand verlof wordt slechts één maal per schooljaar voor maximaal tien schooldagen verleend voor de jaarlijkse gezinsvakantie. Eventuele volgende schoolvakanties (bijv. wintersport) komen hiervoor niet in aanmerking. Verlof gedurende de eerste en de laatste twee lesweken van het schooljaar is uitgesloten. Het verlof kan alleen door de directeur worden verleend. Indien u zich niet met de beslissing van de directeur kunt verenigen, kunt u hiertegen op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht, binnen 6 weken na dagtekening van deze beslissing, gemotiveerd een bezwaarschrift indienen bij de directeur. In spoedgevallen kunt u de president van de rechtbank verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Wij worden gecontroleerd op ongeoorloofd schoolverzuim en zijn verplicht om deze verzuimgegevens aan het ministerie te melden. Wanneer uw kind ongeoorloofd de school verzuimt, bent u strafbaar. De afdeling leerplicht van de gemeente kan u hiervoor een boete geven. Dit geldt ook voor gevallen waarin u uw kind onrechtmatig heeft ziek gemeld. Het aanvragen van vrije dagen die niet in het normale vakantierooster vallen, dient schriftelijk te geschieden. De school gebruikt hiervoor een buitengewoon verlofformulier. Goedkeuring hiervoor wordt al dan niet door de directeur, eventueel in overleg met de leerplichtambtenaar, gegeven. Niet aangevraagde buitengewoon verlofdagen worden als ongeoorloofd verzuim beschouwd en worden aan de afd. leerplicht van de gemeente doorgegeven.

Computers

Binnen de school zijn ongeveer 65 werkplekken gerealiseerd via een netwerk. Iedere groep heeft de beschikking over computers. In de praktijk staan veel computers buiten de klas op de gang en in de aula, waar ook gewerkt kan worden door leerlingen.


44

Continurooster

Wij hebben op school een continurooster. Er is voor alle kinderen gelegenheid om onder toezicht op school over te blijven. Het overblijven wordt geregeld door het schoolteam. Leerlingen nemen een lunchpakketje mee naar school. De school heeft een schoolmelkvoorziening (halfvolle melk -volle melk – drinkyoghurt chocolademelk). Bij het aanmelden van een leerling kunt U aangeven daar gebruik van te willen maken. Aanmeldingsformulieren zijn verkrijgbaar bij de conciërge. Eigen drinken mee naar school nemen mag ook.

Cultuureducatie

De school heeft een doorgaande lijn voor cultuureducatie, waarbij de kinderen met alle kunstdisiplines (drama, dans, muziek, beeldende vorming, literatuur en audiovisuele vorming) kennis maken. Er worden door de schooljaren heen theatervoorstellingen en tentoonstellingen bezocht. Daarnaast zijn er projecten in de klas.

Dagarrangementen Vanaf 1 augustus 2007 is ieder bestuur verplicht aan de ouders dagarrangementen aan te bieden. Dat betekent dat er voor de kinderen de mogelijkheid moet zijn voor voorschoolse, tussenschoolse en naschoolse opvang. Het bestuur of de school hoeft dat niet zelf te organiseren maar kan daarvoor een contract afsluiten met een professionele organisatie voor BSO (buitenschoolse opvang). Het bestuur van Opmaat heeft voor haar scholen contracten afgesloten met de organisaties waarmee al samenwerking bestaat. Voor de scholen in Tilburg is dat Kinderstad, voor de scholen in Oisterwijk, Moergestel en Udenhout is dat de Stichting Humanitas en voor de school in Hilvarenbeek de Stichting Kom. U kunt zelf contact opnemen met de genoemde stichtingen als u gebruik wil maken van de buitenschoolse opvang. Als bestuur hebben wij de garantie gekregen dat genoemde stichtingen aan de vraag kunnen voldoen. Op schoolniveau worden er met de directeur praktische afspraken gemaakt. U bent natuurlijk ook vrij om met andere aanbieders van kinderopvang in zee te gaan of te kiezen voor gastouders. Hieronder vindt u de contactadressen: Kinderstad: 013-5838040 of www.kinderstad.nl Kom: 013-5057500 of www.kom-kinderopvang.nl Humanitas: 013-5230770 of www.humanitas-kov.nl

Heerelei

Eén keer per twee weken ontvangt u via de mail een ouderbulletin, de Heerelei. Hierin staat alles wat direct met school te maken heeft.  vakantie / vrije dagen;  adv-dagen;  excursies;  mededelingen van huishoudelijke aard;  tentoonstellingen;  testen en toetsen;


45

sportevenementen; enz. Op deze wijze blijft u op de hoogte van de actuele ontwikkelingen op onze school. Voor degene waarbij het onmogelijk is om deze nieuwsbrief via de mail opgestuurd te krijgen is het natuurlijk mogelijk hiervan een papieren exemplaar te ontvangen.  

Inspectie Het onderwijs neemt een belangrijke plaats in binnen de Nederlandse samenleving. Terecht, want een goed opgeleide beroepsbevolking is ons belangrijkste kapitaal. De Inspectie van het Onderwijs ziet toe op de kwaliteit van het onderwijs en valt organisatorisch onder het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Vanuit acht kantoren, verspreid over heel Nederland, wordt het toezicht uitgevoerd. Aan het hoofd van de inspectie staat de inspecteur-generaal van het Onderwijs. Inspectie van het onderwijs: Inspectiekantoor Breda Nijverheidssingel 317 e-mail : [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Postbus 7447 4800 GK Breda telefoon: 088-6696000

Kinderraad

De school heeft een kinderraad (De Oplossertjes). De doelstelling van de kinderraad is:  de leerlingen mee laten denken over invulling van activiteiten op school;  het geven van adviezen over zaken die hen direct raken;  de leerlingen leren, dat d.m.v. inspraak zaken op een positieve manier kunnen worden aangepakt. Vertegenwoordiging:  leerlingen uit de groepen 5 t/m 8, (voorgedragen uit de groep);  directeur;  één MR -lid, oudergeleding. De vertegenwoordiger uit iedere groep bespreekt in zijn / haar groep:  de agendapunten voor de komende vergadering;  de notulen van de vergadering.


46

Er zal serieus worden gekeken naar wat de kinderraad heeft besproken en alles wordt naar behoren afgehandeld. De vergaderingen zijn tijdens schooltijd. De kinderraad vergadert ongeveer eenmaal per 4 / 5 weken.

Klachtenregeling

Inleiding In het algemeen geldt dat de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken op school in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. U wordt geacht uw klacht te bespreken met de betrokken leerkracht en/of de directeur. De klachtenregeling is dan ook alleen van toepassing als de klachtafhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, men met zijn klacht niet ergens anders terecht kan of het, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is in onderling overleg tot een oplossing te komen. Binnen de school zijn 2 interne vertrouwens contactpersonen aanwezig. Dit zijn Corina Michielsen en Inger Kuiper. Een ouder of een kind wenden zich met een probleem tot de groepsleerkracht. De afspraak binnen school is dat de leerkracht het probleem serieus neemt, luistert en eventueel actie onderneemt. Wanneer echter de ouders of het kind zich niet gehoord voelen kunnen zij contact opnemen met een van de interne vertrouwenspersonen. Zij gaan in gesprek met de ouders/ kind en kunnen advies geven over welke stappen er kunnen worden genomen. Toelichting klachtenregeling Door wie? Een klacht kan worden ingediend door een persoon die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap over een persoon die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap. Dat zijn: een (ex)leerling, ouder/voogd/verzorger van een (ex)leerling, (een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag of een vrijwilliger die werkzaamheden verricht voor de school. Waarover? Een klacht kan worden ingediend over gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen van de aangeklaagde. Een klacht kan gaan over:  begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. U wordt geacht een klacht over deze onderwerpen eerst besproken te hebben met de betrokken leerkracht en/of de directeur. Leidt dat niet tot een oplossing, dan kunt u deze klachtenprocedure verder volgen.  machtsmisbruik, intimidatie door derden (lichamelijk, geestelijk of seksueel). ‘Machtsmisbruik’ geeft aan dat iemand een zekere macht heeft


47

over een ander. Die ander kan zich niet verdedigen, durft dat niet of weet niet hoe hij/zij moet reageren. Intimidatie is gedrag (taalgebruik, gebaren of lichamelijke contacten) wat als ongewenst ervaren wordt. ‘Ongewenst’ betekent dat je er last van hebt. Je voelt je ongemakkelijk, gedreigd of misbruikt. Bij wie? Indien men niet met de persoon in kwestie tot een oplossing kan komen, kunt u contact opnemen met de interne contactpersonen van onze school; mevr. Inger Kuiper teamleider onderbouw of mevr. Corina Michielsen, intern begeleider. Zij kunnen u informeren over en begeleiden bij het indienen van de klacht. De interne contactpersoon kan de klager wijzen op de mogelijkheid de externe vertrouwenspersoon voor alle openbare basisscholen te raadplegen. De extern vertrouwenspersoon (ouders en leerlingen) is Irma van Hezewijk. Ouders en leerlingen kunnen contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon : Irma van Hezewijk. Fontys Fydes Postbus 4155 5004 JD Tilburg E-mail: [email protected] Tel: 0877-873888. Zij is ook in het bezit van het reglement van de externe klachtencommissie De vertrouwenspersoon functioneert als objectief aanspreekpunt bij klachten, gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht, gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt en begeleidt de klager desgewenst bij het indienen van een klacht. Beide contactpersonen zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in die hoedanigheid vernemen. Als het komt tot een klacht dient deze te worden ingediend bij het college van bestuur van de stichting Opmaat of de klachtencommissie. College van bestuur:

de heer M. Liebregts; tel.nr.: 013-4693360 adres: Stichting Opmaat Postbus 5142 5004 EC Tilburg

De vertrouwenspersoon en de college van bestuur kunnen u ook doorverwijzen naar de Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs. Personeel van Stichting Opmaat kan terecht bij Intern Vertrouwenspersoon Marijke van Lieshout. E-mail: [email protected] Tel: 06-52502083 en 013-5953704


48

Hoe? De klacht dient schriftelijk en ondertekend te worden ingediend. De klacht bevat ten minste de naam en het adres van de klager, de dagtekening en een omschrijving van de klacht. Van een mondeling ingediende klacht wordt door de ontvanger direct een verslag opgemaakt, dat door de klager voor akkoord wordt ondertekend. Van dat verslag ontvangt de klager een kopie. Afhandeling Het college van Bestuur kan de klager verwijzen naar de vertrouwenspersoon, de klachtencommissie of de klacht zelf afhandelen, indien hij/zij van mening is dat de klacht op een eenvoudige wijze kan worden afgehandeld. Het College van Bestuur gaat na of de klachtafhandeling binnen de school niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden en of het alsnog mogelijk is in onderling overleg tot een oplossing te komen. Indien een klacht wordt onderzocht door de klachtencommissie deelt het College van Bestuur de directeur van de school schriftelijk mee dat de klachtencommissie de klacht onderzoekt. Voor de verdere procedure bij de klachtencommissie wordt hier verwezen naar de Klachtenregeling primair en voortgezet onderwijs die op school ter inzage ligt. Hieronder wordt schematisch weergegeven hoe het indienen van een klacht kan verlopen indien er tussentijds geen overeenstemming wordt bereikt.

Klacht

-

in onderling overleg oplossen

-

contact opnemen met de interne contactpersoon van de school

-

de klacht bespreken met de externe vertrouwenspersoon (*)

-

indien bemiddeling niet tot overeenstemming leidt de klacht indienen bij het College van Bestuur

-

deze kan besluiten om de klacht zelf in behandeling te nemen of om de klager door te verwijzen naar de landelijke klachtencommissie

(*) de externe vertrouwenspersoon kan ook adviseren om de klacht in te dienen bij de landelijke klachtencommissie Vertrouwensinspecteur Ouders, leerlingen, docenten, directies, besturen, maar ook vertrouwenspersonen kunnen de vertrouwensinspecteur van de Onderwijsinspectie raadplegen wanneer zich in of rond de school (ernstige) problemen voordoen op het gebied van:


49

  

psychisch en fysiek geweld; discriminatie en radicalisering. Seksuele intimidatie en seksueel misbruik

Meldingen die binnen deze bovengenoemde categorieën vallen, kunnen voorgelegd worden aan de vertrouwensinspecteur. Deze zal luisteren, informeren en zo nodig adviseren. Uw melding wordt geregistreerd in een vertrouwelijk dossier van de VI. Zo nodig kan de vertrouwensinspecteur ook adviseren in het traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte. Wat te doen bij andere klachten in of rondom de school? De inspectie heeft geen specifieke taak bij het behandelen van individuele en/of arbeidsrechtelijke klachten in of rondom de school. Hebt u een klacht over het onderwijs? Een gesprek met de persoon die direct bij de klacht is betrokken, kan al veel oplossen. De directie van de school of de eventueel aanwezige interne- of externe vertrouwenspersoon kan hierbij bemiddelen. Gaat de klacht over de directie, dan kunt u zich wenden tot het bevoegd gezag van de school (het schoolbestuur) of het college van bestuur. De klachtenprocedure is te vinden in de schoolgids of op de website van de school/instelling. Het bevoegd gezag kan u eventueel informeren op welke wijze u uw klacht kunt indienen. Om een beter beeld van een school of instelling te krijgen, wil de inspectie wel graag uw melding van uw klacht ontvangen. Dit kan via het contactformulier. Uw melding (signaal) gaat naar het betreffende inspectieteam van de school/instelling. Zij lezen het, nemen het op in het dossier van de school/instelling en nemen het (eventueel) mee in het gesprek met het bestuur of een volgend onderzoek naar de school/instelling. Hoe en wanneer is de vertrouwensinspecteur bereikbaar? Vertrouwensinspecteurs voor Nederland De vertrouwensinspecteurs zijn alle werkdagen tijdens kantooruren (08.00-17.00 uur) bereikbaar op het nummer: 0900 111 3 111 (lokaal tarief)

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Sinds 1 juli 2013 zijn beroepskrachten verplicht een meldcode te gebruiken bij vermoedens van geweld in huiselijke kring en kindermishandeling. De Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling helpt professionals goed te reageren bij signalen van geweld. De meldcode beschrijft in 5 stappen wat professionals moeten doen bij vermoedens van geweld. Organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren stellen een eigen meldcode op met daarin de 5 stappen en de mogelijkheid direct met de juiste instanties in contact te treden. Door te werken met een meldcode blijft de beslissing om vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling wel of niet te melden , berusten bij de professional. Het stappenplan biedt hem bij die afweging houvast.


50

De Meldcode die Stichting Opmaat voor haar scholen hanteert, ligt ter inzage bij de directeur van deze school.

Ouderactiviteiten

Buiten de medezeggenschapsraad en de oudervereniging zijn er heel veel ouders, die zich voor de school inzetten. Te denken valt hierbij aan:  overblijfouder;  leesouder;  rijouder;  groepsouder;  ouders die hulp bieden bij de gebruikelijke festiviteiten;  hulp van ouders bij de didactische werkvorm  ouderhulp bij projecten;  begeleiding van kinderen bij excursies, schoolreizen, schoolkamp;  Hoofdluiscontrole. De groepsouder Wat is de rol van een groepsouder. De groepsouder is een ouder die zijn / haar groep vertegenwoordigt en de binnen- en buitenschoolse activiteiten coördineert. Het optreden als groepsouder betekent niet, dat deze alle activiteiten zelf mee uit moet voeren. De groepsouder kan hiervoor ook andere ouders van de groep inschakelen. Het is wel een zodanig belangrijke taak, dat verwacht wordt dat de groepsouder de gemaakte afspraken nakomt en dit kortsluit met de groepsleerkracht(en). Coördinatie van binnen- en buitenschoolse activiteiten. De groepsouder kan in gezet worden om, in overleg met de groepsleerkracht, enkele activiteiten te coördineren of hier ouders voor te regelen zoals bijv.:  rijouders;  leesouders;  ouderhulp bij het hoekenwerk;  sinterklaas;  kerstviering;  carnaval;  groepsprojecten;  verjaardagen. Tevens is besloten dat de groepsouder ook de hoofdluiscontrole regelt. De groepsouder kan deze taak zelf op zich nemen, maar kan hier ook andere ouders voor zoeken.


51

Overblijven en naschoolse opvang Werkgroep Overblijven 1. Een werkgroep Overblijven is aanspreekbaar op zaken die met het overblijven te maken hebben. 2. De werkgroep Overblijven bestaat uit twee vertegenwoordigers van de school (teamleden) Zij zorgen voor:  aanmelding en indeling van de overblijf ouders  inning van de ouderbijdrage voor het overblijven  betaling aan de overblijf ouders 3. Zij zijn niet verantwoordelijk voor het zoeken van vervangende ouders indien iemand door omstandigheden niet kan surveilleren, maar moeten wel worden ingelicht in verband met de uitbetaling. 4. Een aantal keren per schooljaar zorgen zij ervoor dat de overblijf ouders bijeenkomen om het overblijven te bespreken en voor de uitbetaling aan de overblijf ouders. 5. Zij zijn aanspreekbaar op knelpunten die zich voordoen met betrekking tot betaling of andere knelpunten die zich in organisatorische zin voordoen. Het overblijven 1. In de groep 1-2 dragen de leerkrachten tussen 12.15 en 12.45 uur het toezicht over aan 1 tot 2 overblijf ouders. Het eerste kwartier eten de kinderen hun lunch op. Daarna wordt, in overleg met de leerkracht, tijd besteed aan voorlezen en spelen in de klas. De leerkrachten zijn niet aanwezig in de klas, zij hebben hun lunchpauze. 2. In de groepen 3-8 wordt een kwartier onder toezicht van de leerkracht in de klas gegeten. Daarna heeft de leerkracht lunchpauze. Overblijfouders houden dan, in samenwerking met een leerkracht, toezicht terwijl de groepen buitenspelen van 11.45 tot 12.15 uur en van 12.15 tot 12.45 uur. 3. Bij slecht weer blijven de kinderen in de klassen, onder toezicht van de overblijfouders. Door de leerkrachten zijn er centrale afspraken gemaakt met de kinderen over wat ze in de klas tijdens de pauze mogen doen. De overblijfouders worden hiervan op de hoogte gebracht. 4. De overblijf ouders kunnen bij problemen met leerlingen terugvallen op de leerkracht van de klas waar het probleem bij speelt. Kosten De kosten voor deelname aan de overblijfregeling zijn € 28,00 per kind per jaar. Als een leerling na januari van het schooljaar als instromer binnenkomt, dan betalen de ouders de helft van de kosten. De kosten zullen nog minder zijn als de leerling in de maanden na maart de school binnenstapt als instromer. Aan het begin van het schooljaar wordt aan de ouders een rekening toegestuurd. Het overblijfgeld wordt besteed aan overblijfouders en aan de aanschaf van buitenspeelmateriaal. Elk jaar zal er een kostenverantwoording plaatsvinden.


52

Overblijven in groep 1 – 2 Een tot twee overblijfouders houden toezicht in groep 1-2 van 12.15 tot 12.45 uur in de klas. Gedurende de eetpauze helpen de overblijfouders de kinderen bij het eten. Zo mogelijk ruimen zij de klas op na het eten. Na het eten leest de overblijfouder de kinderen een spannend verhaal voor, of laat de kinderen spelen uit een speciaal daarvoor beschikbare bak. De kinderen horen naar de overblijfouders te luisteren. Als dat niet naar wens verloopt, dan wordt het kind naar de leerkracht gebracht. Leerkracht en overblijfouder bespreken later de situatie. Na afloop tekenen de overblijf ouders het logboek af en beschrijven zij kort hoe het overblijven verliep. Als er zich iets bijzonders voordoet tijdens het overblijven, dan wordt dit altijd door de overblijfouders aan de leerkracht gemeld. Een aantal keren per schooljaar vindt een overleg plaats waarin eventuele problemen besproken kunnen worden. Overblijven in groepen 3 – 8 1. De kinderen van groep 3 – 8 gaan 30 minuten naar buiten onder toezicht van overblijfouders en een leerkracht. 2. De leerkrachten geven zo nodig aan de overblijfouders door hoe de klassensituaties zijn. 3. Overblijfouders spreken onderling af wie er op welk deel van de speelplaats oplet. 4. Speelmateriaal wordt door de overblijfouders of door leerlingen buiten gezet. Het opruimen geschiedt door leerlingen. 5. Op de speelplaats is de overblijfouder het aanspreekpunt voor de kinderen. 6. Tijdens het overblijven gelden de regels en afspraken zoals die in de Schoolgids zijn opgenomen. 7. De kinderen horen naar de overblijf ouders te luisteren. Als dit niet naar wens verloopt of als kinderen de schoolregels overtreden, zal er melding gedaan worden aan de betreffende leerkracht. 8. Bij slecht weer blijven de kinderen in de eigen klas. De overblijfouders houden toezicht op de klassen. 9. Na afloop wordt het logboek afgetekend en wordt kort beschreven hoe het overblijven verliep. 10.Als er zich iets bijzonders voordoet tijdens het overblijven dan wordt dit aan de betreffende leerkrachten gemeld. Leerkrachten bespreken het buitenspelen regelmatig met de eigen groep. 11.Een aantal keren per schooljaar vindt een overleg plaats waarin problemen besproken kunnen worden. Rechten en plichten van de overblijfouders 1. Een overblijfouder surveilleert minstens 1 (vaste) dag per week gedurende het hele schooljaar. 2. Overblijfouders hebben een grote verantwoording tijdens de afwezigheid van de leerkrachten. Er vindt uiteraard terugkoppeling plaats naar de teamleden en de directie van de school. Zij zullen verantwoordelijk blijven voor de leerlingen in de bestaande schooltijd. 3. Overblijfouders ontvangen een vergoeding. Deze vergoeding wordt jaarlijks uitbetaald. De dagen dat ouders overblijven komen overeen met de


53

4. 5. 6. 7. 8. 9.

schoolgaande dagen die op de jaarkalender van de school staan aangegeven. Via het ouderbulletin worden eventuele wijzigingen aangekondigd. Alle ADV dagen, vakanties en andere vrije dagen worden niet uitbetaald. Als een overblijfouder door omstandigheden niet kan surveilleren, dan zoekt de ouder zelf een vervanger. Wel moet de overblijfouder dit aan de werkgroep Overblijven doorgeven. Ook de vervangende overblijfouder wordt door de werkgroep Overblijven betaald. Een aantal keren per schooljaar komen de overblijfouders en de werkgroep Overblijven bij elkaar om het overblijven te bespreken. Er kan, als het noodzakelijk is, een beroep worden gedaan op de leerkrachten met een EHBO-diploma. Zij zijn te bereiken in de koffiekamer. Overblijfouders die in groep 1- 2 helpen, mogen een eigen jonger kind meenemen tijdens de surveillance. Sinds dit schooljaar, 2012-2013, zijn de overblijfouders verplicht om een eendaagse cursus te volgen en een verklaring van goed gedrag in te leveren. De cursus en de verklaring worden door de school vergoed. Voor verdere informatie hierover kunt u terecht bij juffrouw Denise of de directie.

Uitbetaling schooljaar 2013-2014 1. Een overblijf ouder ontvangt: € 4,00 per 30 minuten. 2. De uitbetaling zal aan het eind van het schooljaar via bank of giro worden overgemaakt. Soms zal de vergoeding in twee termijnen worden overgemaakt. Dit in verband met wettelijke regelingen ten behoeve van een vrijwilligers vergoeding. Coördinatie werkgroep  Denise Sahusilawane

Naschoolse opvang In de onmiddellijke nabijheid van de school is een voorziening voor naschoolse opvang gerealiseerd. Voor meer informatie: Kinderstad, tel. 013-5838040


54

Pestprotocol

Onze school beschikt over een pestprotocol welke in werking treedt als er van pesten sprake is in de groep. U kunt het pestprotocol opvragen bij de directie indien u hier interesse in heeft.

Publicaties

Jaarlijks geeft de school per groep een leerlingenlijst mee aan de kinderen waarin alle adresgegevens van de leerlingen zijn opgenomen. Mocht u er bezwaar tegen hebben dat deze adresgegevens hierop vermeld worden, dan kunt u dit te allen tijde kenbaar maken aan de directie. Tevens zullen wij regelmatig op onze internetsite www.heerevelden.nl verslag doen van activiteiten op onze school. Hierbij worden ook foto’s gepubliceerd. Indien u niet wilt dat uw kind op deze foto zichtbaar is, kunt u ook dit aan de directie kenbaar maken.

Schoolarts

De afdeling jeugdgezondheidszorg van de GGD heeft een onderzoeksprogramma voor basisschoolleerlingen. Ouders van betrokken kinderen worden hiervan op de hoogte gesteld. Aankondiging van deze onderzoeken vindt ook plaats via het ouderbulletin. Vestiging Tilburg Ringbaan West 227 5037 PC Tilburg receptie: 0900 4636443

Schooltandarts De aanmeldingsformulieren zijn verkrijgbaar bij: Jeugdtandverzorging Tilburg Monteverdistraat 69 5049 EV Tilburg tel.: 013-5430533. De kinderen worden op school opgehaald en weer teruggebracht. De deelname is vrijwillig. U kunt de onderzoeken en behandelingen uiteraard ook door uw eigen tandarts laten verrichten.

Schooltijden Onze school hanteert het Hoorns model. Dat wil zeggen dat alle leerjaren 940 schooluren maken. Over een periode van 8 jaar is dat 8 x 940 = 7520 lesuren. Alle leerjaren hebben derhalve dezelfde lestijden. maandag t/m groep 1 t/m 8:

vrijdag:

08.30 uur tot 14.30 uur.


55

overblijfpauze:

11.45 uur tot 12.30 uur en van 12.00 uur tot 12.45 uur

Leerlingen van de school mogen 10 minuten voor aanvang van de lessen naar binnen. Ze kunnen dan meteen gaan starten met de inloop. Wij verzoeken de ouders om ’s morgens de leerlingen tot aan de schooldeur te brengen. Ouders uit de groepen 1 t/m 3 mogen hun kinderen tot in de klas begeleiden. Buiten schooltijd is er gelegenheid om belangrijke zaken t.a.v. uw kind te bespreken.

Schorsen en verwijderen

Soms kan het nodig zijn om even afstand te scheppen tussen een leerling en zijn of haar klasgenoten of de school. De directeur heeft dan het recht om het kind voor een bepaalde tijd te schorsen. Deze schorsing kan variëren van een dag tot een langere periode. Het bestuur, de inspectie en de leerplichtambtenaar van de betreffende gemeente worden op de hoogte gebracht van de schorsing. Tijdens de periode waarin de leerling geschorst is, heeft de directeur de gelegenheid om in overleg met ouders, de leerkracht, de leerplichtambtenaar en eventuele andere partijen te zoeken naar een oplossing voor het ontstane probleem. Indien nodig kan de schorsing verlengd worden. Bij hoge uitzondering komt het voor dat een leerling van de school verwijderd moet worden. Dit kan alleen gebeuren door het bevoegd gezag, dwz. Het bestuur van de Stichting Opmaat. Voordat besloten wordt tot verwijdering hoort het bevoegd gezag altijd de betrokken groepsleider, de directeur en de ouders. Ook wordt er overleg gepleegd met de ambtenaar leerplichtzaken van de betreffende gemeente en de inspecteur van het basisonderwijs. Een leerling wordt niet definitief verwijderd voordat het bevoegd gezag ervoor gezorgd heeft dat een andere school voor basisonderwijs, een school voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs, of een instelling voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs bereid is de leerling toe te laten. Ook hierbij geeft de leerplichtambtenaar ondersteuning. Indien aantoonbaar gedurende 8 weken zonder succes is gezocht naar een school of instelling zoals hiervoor genoemd, dan kan het bestuur overgaan tot verwijdering. Op school is een protocol van schorsen en verwijderen aanwezig wat kan worden ingezien bij de directie. Bezwaar Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan eenieder wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, daartegen bezwaar aantekenen bij de Raad van de gemeente Tilburg, Postbus 90155, 5000 LH Tilburg. Een gedagtekend - bezwaarschrift dient binnen 6 weken na de dag van verzending van het besluit te worden ingediend en moet, naast de naam en adresgegevens van de indiener, tenminste bevatten: een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het bezwaar. Een kopie van besluit dient te worden meegezonden. Schoolgids obs de Heerevelden, schooljaar 2014-2015

56

Daarnaast kan bij de voorzieningenrechter van de rechtbank te Breda, sector bestuursrecht, postbus 90006, 4800 PA Breda, een verzoek om schorsing dan wel voorlopige voorziening worden ingediend. Een dergelijk verzoek kan pas worden gedaan als het bezwaarschrift is ingediend. Een kopie van het bestreden besluit dient te worden meegezonden.

Sponsoring

De gelden die eventueel via sponsoring de school ten goede zullen komen, worden besteed aan: - extra uitgaven t.b.v. buitenschoolse activiteiten voor de gehele school - sportkleding - extra buitenspelmateriaal tijdens het overblijven. De richtlijnen die door het ministerie van O.C.& W. zijn opgesteld zullen worden nageleefd.

Traktaties

Als de kinderen jarig zijn, trakteren ze in hun klas. Dat vinden wij heel gezellig en leuk. We vragen u om zo veel mogelijk te proberen gezonde dingen te trakteren bijv. hartige prikkers, fruitprikkers e.d.. De laatste tijd steekt het fenomeen: "dubbele traktatie " de kop op; de kinderen hebben een traktatie meegenomen en daarop geplakt zit nog een traktatie(reepje chocolade, potlood, gummetje, pen etc.). Dit is echt niet nodig. Eén traktatie is meer dan voldoende. We stellen het zeer op prijs dat u heel veel werk maakt van de verjaardag van uw kind. Toch willen we u vragen de traktaties binnen de perken te houden. Een mooie, versierde traktatie is heel leuk, maar hou de hoeveelheid in de gaten.

Vakantieregeling

2014 - 2015

De vakantieregeling vindt u in de kalender die elk gezin aan het einde van het jaar krijgt. Nieuwe ouders / verzorgers krijgen bij aanmelding ook een kalender. U kunt de vakantieregeling ook op onze site vinden. Hierop staat precies aangegeven welke vakanties en extra vrije dagen de kinderen dit schooljaar hebben.

Verkeersveiligheid

Onze school is in het bezit van het Brabants VerkeersVeiligheidslabel. Het Brabants VerkeersveiligheidsLabel is een kwaliteitskeurmerk voor scholen, die structureel werken aan verkeersveiligheid. Het voornaamste doel is om vooral jonge slachtoffers in het verkeer terug te dringen. Dit gebeurt aan de hand van verkeerseductie in de klas, praktijkprojecten, het aanpassen van de schoolomgeving en via betrokkenheid van ouders bij de projecten. Voor meer informatie, zie www.bvlbrabant.nl . Daarnaast vindt er een keer in de twee jaar een praktisch verkeersexamen plaats van de groepen 7 en 8, zodat iedere leerling onze school verlaat met kennis van de verkeersregels


57

Protocol van vervoer door ouders bij schoolactiviteiten. Ter bescherming van de kinderen die vervoerd worden, maar ook ter bescherming van de ouders / verzorgers, is er op school een protocol gemaakt. Er is door school een ongevallenverzekering afgesloten voor de leerlingen en hun begeleiders. Eventuele schade aan eigen auto is niet verzekerd en valt dus onder eigen risico. De school gaat ervan uit, dat ouders die willen rijden bij excursies, een auto-inzittende verzekering hebben afgesloten. Hieronder volgen een aantal regels die daaruit voortvloeien en gelden voor het vervoer van kinderen van 4 tot 12 jaar.  vooraf krijgt iedere bestuurder een routebeschrijving die doorgesproken wordt. Op deze beschrijving zijn ook de telefoonnummers van school en de locatie van bestemming vermeld  De leerkracht draagt er zorg voor dat er minimaal een mobiele telefoon is (kan van zichzelf of van een van de ouders zijn). Het streven is een telefoon per auto.  De leerkracht neemt beslissingen bij problemen en draagt er zorg voor dat de andere ouders weten wat ze moeten doen. (kan zo nodig in overleg) Verdere afspraken:  Er worden geen kinderen op schoot genomen  De kinderen stappen pas in- en uit als dat door de bestuurder is gezegd.  De kinderen blijven van ramen en deuren af.  Er wordt gebruik gemaakt van de meestal aanwezige kindersloten.  Er wordt rustig naar de plaats van bestemming gereden.  De kinderen worden tot in de plaats van bestemming begeleid.  Er mag niet gerookt worden in de auto tijdens het vervoer. Regels vervoer kinderen per auto vanaf 1 mei 2008  Regels vervoer eigen kinderen van ouders / verzorgers: - kinderen <1.23 m moeten een autostoeltje of zitverhoger gebruiken en de gordel. - kinderen > 1.35 m moeten de autogordel gebruiken en mogen, indien nodig, ook een zitverhoger gebruiken.  Voor andere kinderen geldt: - er kan niet altijd een autostoeltje of zitverhoger aanwezig zijn - bij incidenteel vervoer over beperkte afstand (tot 50 km) mogen op de achterzitplaatsen kinderen vanaf drie jaar volstaan met het gebruik (op een juiste manier!) van een gordel. - Er mogen niet meer passagiers vervoerd worden dan dat er gordels beschikbaar zijn. - Een driepuntsgordel als heupgordel gebruiken mag niet.

Zorg voor jeugd

Zorg voor Jeugd Als obs de Heerevelden zijn wij aangesloten op het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. Zorg voor Jeugd voorkomt dat kinderen en jongeren tussen 0 en 23 jaar tussen wal en schip vallen. Het signaleringssysteem zorgt ervoor dat zij tijdig hulp krijgen. Met het systeem kunnen alle organisaties die betrokken zijn bij de hulpverlening aan jongeren snel en efficiënt informatie uitwisselen.


58

Zorg voor Jeugd zorgt ervoor dat: • mogelijke risico´s bij kinderen vroegtijdig worden gesignaleerd; • alle instellingen weten wie betrokken is bij de jeugdige; • informatie tussen hulpverleners direct en snel wordt uitgewisseld; • het meteen duidelijk is wie de eerstverantwoordelijke is om de zorg te coördineren; • de voortgang en acties van de hulpverlening worden bewaakt. De gemeente heeft het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd beschikbaar gesteld. Vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) heeft de gemeente namelijk de taak om problemen bij jeugdigen te signaleren en de coördinatie van de zorg te organiseren. Binnen onze school kunnen wij zorgsignalen afgeven in Zorg voor Jeugd. Zij informeren hierover altijd de jongere en/of ouders/verzorgers. Bij het afgeven van een signaal registreren zij geen inhoudelijke informatie. In het systeem komt alleen te staan dat er zorgen zijn over een jeugdige. Als er twee of meer signalen in het systeem staan over dezelfde jeugdige, dan wordt automatisch een ketencoördinator aangewezen. Dit is een professional van een hulpverleningsorganisatie. Hij/zij inventariseert wat er aan de hand is met de jeugdige en of het nodig is om in overleg met betrokken partijen een hulpverleningsplan op te stellen. Op www.zorgvoorjeugd.nu vindt u meer informatie over Zorg voor Jeugd.


59

Schoolgids

Recommend Documents