Schoolgids 2015-2016
Een woord vooraf “Leer het mij zelf te doen” Maria Montessori
Deze schoolgids is voor ouders (als we ouders schrijven bedoelen we ouders/verzorgers) die op zoek zijn naar een basisschool voor hun kind(eren) en voor ouders die al hebben gekozen voor onze school. U kunt lezen wat onze uitgangspunten zijn en hoe we op de Eerste Almeerse Montessorischool onderwijs geven. De schoolgids geeft een eerste indruk. Bent u nog op zoek naar een school die past bij u en uw kind(eren) en denkt u na het lezen van deze gids “de Eerste Almeerse Montessorischool lijkt mij een school waar mijn kind zich thuis zal voelen”, dan nodigen wij u van harte uit om een afspraak te maken voor een gesprek, gevolgd door een rondleiding. Telefoon: 036-5314179. Zie ook onze website www.montessori-almere.nl We hopen dat deze gids u zal helpen bij het kiezen van de juiste school. Een school die past bij uw kind en uw ideeën over opvoeden. Het team van de Eerste Almeerse Montessorischool
Inhoudsopgave Waar de school voor staat
4
Persoonlijk onderwijs – Theater als motor van ontwikkeling – De wereld in het klein
De locatie
5
Contactgegevens
Een verkenning door de school
6
Activiteiten in de onderbouw – Activiteiten in de middenbouw – Activiteiten in de bovenbouwmethoden- Actief burgerschap
Hoe gaat het met uw kind
12
Kom kijken – De rol van de leerkracht – Geen rapport maar een portfolio
De plaatsingsprocedure
13
De opvang van nieuwe kinderen op school – Plaatsing vierjarige kinderen – Tussentijdse plaatsing van kinderen – Overgang
De zorg voor kinderen
14
Intern Begeleider - Groepsbesprekingen – Ondersteuning van buiten – Passend Onderwijs Almere
Ouders
16 Informatie – Zicht op kwaliteit van onderwijs, welbevinden en tevredenheid – Vormen van ouderhulp – Medezeggenschapsraad – Ouderraad – Ouderbijdrage – Schoolreizen – Activiteiten buiten school – Schoolregels – Overblijfregels – Aan- en afwezigheid
Schooltijden en overblijven
20
Verlofregelingen
Resultaten van het onderwijs
21
Een goede school – Uitstroom naar het voortgezet onderwijs – Uitstroomresultaten Schoolverlaters
De schoolorganisatie
23
De samenstelling van het team – Scholing – Ontwikkeling van het onderwijs in school – Schoolbestuur
Veiligheid in school
25
Algemene gezondheid en veiligheid - Foto en video-opnamen/privacy
Verzekeringen
27
Verzekeringen en aansprakelijkheid – Wie zijn er verzekerd – Wat is er wel en niet verzekerd op basis van de ongevallenverzekering – Aansprakelijkheidsverzekering – Eigendommen van leerlingen verzekeren
Regels voor schorsing en verwijdering
28
Schorsing – Verwijdering
Klachtenprocedure
28
Kalender
29
Tot slot
29
Waar de school voor staat "Leer mij het zelf te doen" is de kern van Montessori onderwijs en Montessori opvoeding.
Persoonlijk onderwijs Montessori onderwijs is onderwijs dat is afgestemd op het kind. Daarmee is het onderwijs voor een groot deel individueel ingericht. Veel instructies vinden plaats in een één-op-één/groepjes contact met de leerkracht. Op onze school hebben wij oog voor ieder kind. Een bevlogen team met een goede kijk op kinderen werkt dagelijks samen met de leerlingen aan hun ontwikkeling. Maria Montessori (31 augustus 1870- 6 mei 1952) hanteerde het principe dat elk kind zich op een eigen wijze ontwikkelt volgens een globale algemene lijn. Een eigen leerstijl, een eigen tempo, met eigen verwerkingsmomenten. Dit schooljaar werken wij aan het opfrissen van het oorspronkelijke Montessoriconcept. De maatschappij heeft sinds de tijd van Maria veel veranderingen doorgemaakt. Wij zien het als onze taak om de goede dingen van het Montessorionderwijs te behouden en daar waar nodig aanpassingen door te voeren, zodat ons onderwijs zich kan blijven vernieuwen en zich zo succesvol kan blijven onderscheiden van ander onderwijs. Natuurlijk zijn kinderen ook sociale wezens. Vandaar dat wij naast aandacht voor de eigen leerstijl van het kind besteden ook veel aandacht besteden aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren om hun plek in de maatschappij uit te vinden en deze optimaal te ontwikkelen. Ieder kind heeft behoefte aan sociale omgang. De leeftijdsmix in onze klassen is een kracht van de school. Kinderen hebben op een bepaalde leeftijd niet allemaal dezelfde interesses of vaardigheden. Als kinderen samen iets doen telt de interesse, niet de leeftijd. De plaats van het kind in de klas verandert elk jaar. Als jongste heb je een heel andere rol dan als oudste. Oudere kinderen troosten en beschermen de jongsten en jongere kinderen ontwikkelen een gevoel van eigenwaarde als ze iets uitleggen aan de ouder en. Tot slot wordt er op school aandacht besteed aan de andere te onderscheiden onderdelen van de ontwikkeling: creativiteit, moraliteit (gevoel voor normen en waarden), expressiviteit, motoriek en spiritualiteit.
Theater als motor van ontwikkeling Onze leerlingen krijgen les van vakleerkrachten op het gebied van muziek, dans en toneel. Van theateronderwijs leren leerlingen niet alleen een stuk opvoeren, ze ontwikkelen er ook allerlei vaardigheden mee: omgaan met emoties en deze onder woorden brengen, discipline, verantwoordelijkheid, waarderen en accepteren van elkaars (on)mogelijkheden, en samenwerken. Bovendien wordt hun geheugen en taalontwikkeling gestimuleerd en het zelfvertrouwen van onze kinderen wordt vergroot.
4
De wereld in het klein Kinderen hebben op school vrijheid om eigen activiteiten te kiezen maar zijn ook onderdeel van een groep. Onvermijdelijk lopen ze af en toe tegen de grenzen van de ander aan. Conflicten zijn hierin een bron van ontwikkeling. Kinderen zijn in staat om veel conflicten zelf goed uit te werken. Ze ondersteunen elkaar hierin. Waar nodig bieden de leerkrachten hun leerlingen een veilige situatie waarin met elkaar overlegd kan worden en helpen bij het verwoorden van elkaars behoeftes. Een leerkracht heeft hierin een rol als coach of mediator.
De locatie De Eerste Almeerse Montessorischool is gelegen in een groene omgeving. Rondom de school ligt een groot speelveld waar de leerlingen graag gebruik van maken. De school is prima te bereiken op de fiets, met het openbaar vervoer en de auto. Het gebouw heeft een centrale ruimte waar de klaslokalen omheen gegroepeerd zijn. Ook buiten de lokalen zijn er werkplekken voor de kinderen waar zij individueel of in kleine groepjes kunnen werken. In alle klassen zijn studieplekken met computers ingericht. Op 1 oktober 2015 telde de school 74 leerlingen. Onze opdracht is om het leerlingaantal te vergroten naar minimaal 95 leerlingen op 1augustus 2017. De De De De
school heeft 3 bouwen: onderbouw: groepen 1 en 2 middenbouw: groepen 3 t/m 5 bovenbouw: groepen 6 t/m 8
De school houdt niet op buiten het schoolplein. Zo maken de kinderen excursies naar het naast de school gelegen bos, Jeugdland en het Eksternest. Ze gaan op schoolreisje en kamp. Eén keer per week is er gymles. De kinderen gaan dan met hun leerkracht maar de gymzaal die vlak bij de school staat. Daarnaast beschikt de school over een speellokaal. Contact gegevens OBS De Eerste Almeerse Montessorischool Uithof 1 1353 XA Almere Telefoon: E-mail: Website:
036 531 41 79
[email protected] www.montessori-almere.nl
5
Een verkenning door de school … Wanneer u met ons een afspraak maakt om een keer de school te komen bekijken, bijvoorbeeld wanneer u voor uw peuter een goede basisschool zoekt, dan nemen wij u mee op een korte informatieve wandeling door de school. Tijdens deze wandeling krijgt u een eerste beeld van onze werkwijze. Er wordt een bezoek gebracht aan de diverse bouwen/klassen, waarbij u kinderen aan het werk ziet.
Activiteiten in de kleuter- en/of onderbouw Er wordt gebruik gemaakt van speciaal ontworpen leermiddelen, namelijk het Montessori-materiaal. Dit materiaal is te verdelen in: zintuiglijk materiaal huishoudelijk materiaal cognitief of intellectueel materiaal Zintuiglijk materiaal Met het zintuiglijk materiaal leert het kind beter waarnemen, zodat de opmerkingsgave wordt vergroot. De roze toren, bruine trap, rode stokken zijn voorbeelden van het maken van reeksen, terwijl de gehoorkokers, kleurspoelen vallen onder sorteermateriaal. Een hulpmiddel bij het oefenen van het zelfstandig aan- en uitkleden zijn de aankleedrekken: ritssluiting-rek, veter-rek, knopen-rek etc. Bij al deze oefeningen wordt eveneens de grove en fijne motoriek ontwikkeld. De tekenfiguren zijn er om de fijne motoriek te bevorderen, een oefening voor het schrijven. Huishoudelijk materiaal Het is belangrijk dat de kinderen leren, dat zij ook zorg en verantwoordelijkheid dragen voor hun omgeving. Zo leren zij o.a., het gekozen werk zelf op te ruimen op de plek waar het hoort. Tafels schoonmaken, stof afnemen, de vloer vegen, planten water geven, ramen wassen, kasten op orde houden, horen hier ook bij. Al deze activiteiten zijn ook een oefening voor de grove en fijne motoriek. Cognitief of intellectueel materiaal Het rekenmateriaal heeft een duidelijke opbouw. Er is veel materiaal om het getalbegrip te bevorderen; telbakjes, rekenstokken, cijfers en fiches, kralenstaafjes. Er zijn schuurpapieren cijfers voor het voelen en benoemen van cijfersymbolen. Wanneer het kind de cijfers goed herkent kan het overgaan naar de getalrekken, het honderdbord en het gouden kralenmateriaal. Al het rekenmateriaal is aantrekkelijk voor de kinderen, omdat het concreet is. Het is heel gewoon, dat de kinderen sommen maken met dit materiaal. Lees- en schrijfmateriaal is ook aanwezig. Er zijn schuurpapieren letters voor het voelen en benoemen van de klanken van het alfabet, maar er zijn ook letterdozen. Een indicatie voor het gevoelig zijn voor het leren van letters kan zijn, dat een kind zijn/haar naam wil schrijven. Met de letterdozen worden er korte woordjes gemaakt met de letters, die het kind herkent. Elk kind heeft een eigen letterkaart, waarop aangetekend staat, welke letters het kind kent. In deze fase is het kind nog niet in staat om de woordjes terug te lezen. Het leren van de letters is gebaseerd op het horen van de klank. Het duurt een poos, afhankelijk van het individuele tempo, voordat het kind echt kan lezen. Als de kinderen zelf letters willen schrijven, kunnen zij dit doen op een schoolbordje, in een bakje zand of op ongelinieerd papier. De fijne motoriek is meestal nog niet dusdanig ontwikkeld, dat de kinderen tussen lijntjes kunnen schrijven.
6
Creativiteit en expressie Er is voldoende gelegenheid om dit aspect aan de orde te laten komen. De kinderen kunnen een keuze maken uit bijvoorbeeld het schilderbord, huishoek, knutselkast en boekenhoek. Ook krijgen de kinderen elke week dans- en dramales van een vakdocent. Een aantal malen per jaar geven ze een voorstelling aan de andere groepen Spel- en bewegingsonderwijs Een belangrijke onderwijsvorm in de onderbouw. Iedere dag wordt er gelegenheid geboden om dit onderdeel te oefenen. Dit kan zowel in de speelzaal als op het schoolplein plaats vinden. Kinderen in de leeftijd van drie tot zes jaar leren met hun hele lichaam. De volgende aspecten komen bij deze onderwijsvorm aan bod: sociaal-emotionele ontwikkeling door samen spelen ruimtelijk inzicht, een voorwaarde voor het leren rekenen uitbreiden van de woordenschat ontwikkeling van de lichamelijke motoriek van het gehele lichaam, door te ervaren en door te doen. De rol van de leerkracht Aanvankelijk helpt de leerkracht met het kiezen van het materiaal. Kinderen, die al wat langer in de groep zitten, kiezen meestal zelf. Wanneer het kind niet weet, wat de mogelijkheden zijn van het materiaal wordt er individueel een korte instructie (“een lesje”) gegeven. De leerkracht observeert, wie er een lesje nodig heeft en wie er ongestoord kan verder gaan. De leerkracht grijpt zo weinig mogelijk in. Het meeste materiaal is zelfcorrigerend. Wanneer de kinderen werken met het intellectuele materiaal worden zij niet gecorrigeerd. Er mogen “fouten” worden gemaakt. De leerkracht zal een “fout” alleen helpen corrigeren, wanneer het kind die zelf opmerkt.
Activiteiten in de middenbouw We proberen de overgang naar onze middenbouw zo soepel mogelijk te laten verlopen. De kinderen kennen de middenbouwgroep, omdat zij daar in hun onderbouwtijd al bezoekjes hebben afgelegd. Vervolgens treffen ze voor een deel dezelfde materialen aan, de kinderen kunnen dus doorwerken waarmee ze in de onderbouw al de eerste aanbiedingen hebben gehad. Zodoende is er sprake van een ononderbroken ontwikkeling van het kind. Aanvullend op het Montessori-materiaal gebruiken we methodes uit het regulier onderwijs voor rekenen en een aantal onderdelen van het taalonderwijs. De methodes worden vaak wel anders gebruikt dan in het regulier onderwijs. Taalvaardigheden In de middenbouw wordt er met de kinderen verder gegaan met het leren van letters. De letterkaart is met het kind meegegaan. Het leren lezen is een belangrijke activiteit. Een belangrijke stap in het verder ontwikkelen van zelfstandigheid, immers wanneer je geschreven teksten kunt lezen, kun je ze ook uitvoeren. In deze groep zijn er veel leeswerkjes om te doen. Er zijn eenvoudige leeszinnen, waar de kinderen de handeling moeten verrichten, die er geschreven staat. Ook kunnen zij met de letterdozen verhaaltjes maken en in een later stadium ook op de computer. Wanneer zij ook de drukletters herkennen kunnen zij zelf of met hulp van een volwassene een boek uitzoeken uit de schoolbibliotheek. Er wordt gelet op goed leren schrijven van de letters, op een juiste schrijfhouding en een juiste schrijfrichting.
7
Rekenactiviteiten Het Montessori-rekenmateriaal geeft het kind inzicht in de systematiek van ons getallenstelsel. Met behulp van het “gouden materiaal” kunnen kinderen concreet inzicht verwerven in de rekenbewerkingen. Het montessorimateriaal gaat van concreet via symbolisch naar abstract. Het montessori-rekenmateriaal heeft ter ondersteuning verschillende kleuren: groen voor de eenheden, blauw voor de tientallen en rood voor de honderdtallen. Veel materiaal is zelfcorrigerend, zodat de kinderen zelf kunnen constateren dat iets goed of fout is gemaakt. Wanneer de kinderen een groot aantal oefeningen hebben gedaan met het materiaal, kunnen zij met het symbolische materiaal een “moeilijker” niveau uit voeren, waarna het kind vervolgens in staat is om de sommen “uit het hoofd” te maken. We streven er naar, dat de kinderen na de middenbouwperiode de vier hoofdbewerkingen; optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen beheersen. De rekenvaardigheden worden ook geoefend met speciale computerprogramma's. Creativiteit Tekenen, knutselen, maar ook het schrijven van een verhaal, gedicht of een toneelstukje behoren tot de mogelijkheden. Daarnaast organiseert de leerkracht regelmatig creatieve activiteiten. Naast gymles krijgen de kinderen 1x per week dansles en 1x per week drama. Deze lessen monden uit in voorstellingen voor de hele school. Ook de ouders zijn van harte welkom op deze zogeheten theatermiddagen en de grote theatervoorstelling, een compleet in eigen beheer ontwikkelde productie. De rol van de leerkracht De kinderen bepalen zelf met welk werk zij willen starten. Sommigen gaan verder met het werk van de vorige dag. Deze kinderen hebben niet direct de hulp van de leerkracht nodig. Samenwerken met elkaar wordt gestimuleerd. Wanneer kinderen geen keuze kunnen maken, helpt de leerkracht daarmee. Een belangrijke regel: werk wordt eerst afgemaakt voordat je start met een andere activiteit. Aan het eind van de dag schrijven de kinderen in een dagboekje op, wat zij die dag hebben gedaan. Samen met het gemaakte werk leveren zij dat in. Er zijn kinderen, die altijd zelf weten wat ze willen leren en kinderen die daar moeite mee hebben. Alle kinderen kunnen een beroep doen op hun leerkracht en zo worden ondersteund, gestuurd en gestimuleerd en uitgedaagd tijdens hun leerproces.
Activiteiten in de bovenbouw Ook in de bovenbouw wordt er gebruik gemaakt van speciaal ontwikkeld Montessori materiaal. De kinderen zijn in principe vrij in het maken van een werkkeuze. De kinderen stimuleren ook elkaar; de keuze van de een is een stimulans voor de ander. Zelfstandig verder werken aan de eigen ontwikkeling staat centraal in de bovenbouw. In de bovenbouw worden de kinderen geacht verschillende werkstukken te maken. Ook aan het houden van een spreekbeurt wordt aandacht besteed. Dit gebeurt in overleg met de leerkracht.
8
Taalvaardigheden. Het accent wordt in deze groep gelegd op het goed kunnen formuleren en een juiste schrijfwijze; het stellen en spellen. Een aantal grammaticale regels komen aan de orde, onder andere het benoemen van woordsoorten, zoals zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord etc. De kinderen leren vrijwel alle woordsoorten en zinsdelen met behulp van het montessori-materiaal. Er wordt gebruik gemaakt van de Montessori-taalset, waar kinderen individueel, maar ook samen mee aan de gang kunnen gaan. Het maken van verhalen en versjes wordt gestimuleerd. Er wordt gestart met het maken van eenvoudige werkstukken, waarvan het onderwerp door het kind zelf, of in overleg met de leerkracht, wordt gekozen. Begrijpend en studerend lezen neemt in de bovenbouw een belangrijke plaats in. Rekenactiviteiten Hoofdrekenen speelt een belangrijke rol, het is de bedoeling dat het kind meer en meer zonder steun van het materiaal gaat rekenen. Om inzicht te geven worden vaardigheden uitgelegd met concreet Montessorimateriaal, zoals breuken, decimale breuken, procenten, verhoudingen, machtsverheffen, worteltrekken, geometrie en het metriek stelsel. Wanneer het kind het begrijpt, kan het verder gaan zonder materiaal. Het materiaal wordt weer gebruikt, als blijkt, dat het kind het spoor bijster raakt en om inzicht te geven bij gemaakte fouten. Uiteindelijk is het de bedoeling dat het kind op abstract niveau kan rekenen en dat het geleerde vaardigheden in praktijksituaties kan toepassen. Overige vaardigheden De volgende onderdelen komen in deze groep ook aan bod: creatieve vaardigheden Engels sociale redzaamheid topografie computeronderwijs kosmisch onderwijs; vakken aardrijkskunde, geschiedenis, biologie en natuur worden niet als afzonderlijke leergebieden behandeld, maar in samenhang aangeboden theater Ook in de bovenbouw krijgen de kinderen elke week dans- en drama les. Naast de school theatervoorstelling ontwikkelt groep 8 ook een eigen musical voor waarmee zij afscheid nemen van de school. De rol van de leerkracht Leerkrachten hebben een coachende rol. Kinderen worden begeleid in het maken van een werk- en tijdsplanning. Zij krijgen een opdracht van de leerkracht; het kind wordt gestimuleerd om een lesje te vragen over een bepaald onderdeel, terwijl een ander de opdracht krijgt te starten met een onderdeel, dat door het kind dreigt te worden overgeslagen. Een belangrijke regel is eveneens, dat werk eerst wordt afgemaakt, voordat je over gaat naar een andere activiteit. De leerkracht houdt van ieder kind een registratie bij. Bij het rekenen maakt de leerkracht, vaak samen met het kind, een analyse van de fouten. Zo weet het kind waar het nog aan moet werken. Bij taal wordt veelal een aspect uitgelicht; bijvoorbeeld interpunctie of werkwoord vervoegingen. Bij vakgebieden op het terrein van kosmisch onderwijs (wereldoriëntatie) zal er meestal gestart worden met een groepsles. Deze groepslessen zullen uiteindelijk uitmonden in individuele verwerkingen. Het samenwerken wordt gestimuleerd, want ook kinderen kunnen elkaar iets uitleggen. De leerkracht blijft uiteraard eindverantwoordelijk.
9
Methoden Wij werken met de volgende methoden: Hele school: Goed Gedaan (sociaal emotioneel) + eigen vragenlijst om het welbevinden van onze leerlingen in kaart te brengen Rekentuin Taalzee Topografie met Montessori materiaal Geschiedenis: dmv jaarlijkse projecten. Schooljaar 2014-2015: Gouden eeuw en Moderne tijd. Schooljaar 2015-2016: Prehistorie, Grieken en Romeinen. Biologie: o.a. met kosmisch Montessori materiaal. Jaarlijks project. Woordenschat jaarplanning/wereldoriëntatie: Periode 1 (aardrijkskunde) Vakantie/Reizen/topografie/dieren Periode 2 (techniek) Natuur & Techniek (kinderboekenweek: Raar maar waar) Periode 3 (cultuur) Geloof, de 5 hoofdstromingen Periode 4 (geschiedenis) Prehistorie, Grieken en Romeinen Periode 5 (natuur) Planten, dieren en mensen Groepen 3 t/m 8: Rekenrijk
In schooljaar 2015-2016 zal deze methode worden vervangen door de methode Alles Telt Introductie nieuwe taalmethode Taal Doen, november 2015 Taal: Begrijpend Lezen: Nieuwsbegrip. Woordenschat: Nieuwsbegrip Spelling PP: spelling per persoon
Groepen 5 t/m 8: Studievaardigheden: Blits Vanaf groep 6: Engels: Just do it Vanaf groep 4: Lezen: Estafette Groep 3: Veilig Leren Lezen en Montessorimateriaal. Leesweg als RT materiaal Groep 1/2: Letters: Spreekbeeld Taalkast Montessori voor ontleden (woordsoorten) en de boerderij (vanaf groep 1) Montessori materiaal Rekenen: Montessorimateriaal en ontwikkelingsmateriaal
10
Actief burgerschap In 2006 werd de wet van kracht om „actief burgerschap en de sociale integratie‟ van leerlingen te bevorderen. Het is ook een taak van de school kinderen op te voeden tot respectvolle en zorgzame burgers: verantwoordelijke burgers die weten hoe een democratie werkt en daaraan een waardevolle bijdrage willen leveren. Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Sociale integratie betreft de deelname van burgers ongeacht hun etnische of culturele achtergrond aan de samenleving, in de vorm van participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. Wij willen een school zijn waar ieder kind met veel plezier naartoe gaat en waar onderling respect met betrekking tot zowel kinderen als volwassenen heel vanzelfsprekend is en wordt nageleefd. Op onze school geven wij jaarlijks een theatervoorstelling in de Roestbak waar ook buurtbewoners van harte welkom zijn. Dit jaar is deze voorstelling op school. De voorstelling wordt begeleid door Collage. Jaarlijks lopen leerlingen uit de bovenbouw een maatschappelijke stage. In de tweede helft van dit schooljaar zullen deze leerlingen iets speciaals doen voor buurtbewoners in Almere Haven. Wat dat is blijft nog even een verrassing.
11
Hoe gaat het met uw kind? Kom kijken Natuurlijk zult u zich regelmatig afvragen hoe het met uw kind op school gaat. U kunt elke dag na schooltijd even (met uw kind) de klas inlopen om het werk te bekijken of even met de leerkracht van gedachten te wisselen. Tevens kunt u te allen tijde met de leerkracht een afspraak maken om op een rustig moment over de voortgang van uw kind te praten. De rol van de leerkracht De taak van de leerkracht is kinderen helpen zelfstandig te werken en er voor zorg te dragen dat het kind activiteiten ontplooit. Steeds worden er wegen gezocht om het kind daartoe te motiveren. Door de inrichting van het lokaal met de daarbij behorende leermiddelen en het geven van individuele en groepslessen stimuleert de leerkracht het leerproces van ieder kind. Geen rapport maar een portfolio Om elk kind effectief te ondersteunen is het belangrijk om de individuele ontwikkeling goed te volgen. Het leerlingvolgsysteem van de Eerste Almeerse Montessorischool bestaat uit twee onderdelen. Halfjaarlijks worden CITO toetsen afgenomen. Op basis van deze toetsen kan worden vastgesteld hoe kinderen zich met name op een aantal taal- en rekendoelen ontwikkelen. Echter, met het CITO leerlingvolgsysteem is het niet mogelijk de ontwikkeling van elk individueel kind in de volle breedte te volgen. Daarom hebben de leerkrachten ervoor gekozen om ook te werken met een digitaal portfolio (www.spectrovita.nl). In dit digitale systeem houden wij de ontwikkeling bij van de kinderen. Het systeem werkt met leerlijnen van alle vakgebieden tot en met groep 8. Leerkrachten kunnen hun observaties van datgene wat kinderen al wel en nog niet beheersen eenvoudig bijhouden. De leerlijnen zijn dekkend voor de kerndoelen van het Primair Onderwijs. Deze doelen zijn zo vertaald dat ze zo veel mogelijk ook voor kinderen te begrijpen zijn. Ouders kunnen op elke computer met internet inloggen op het portfolio van hun kind. Behalve inzicht in het volgsysteem van hun kind kunnen ouders hier ook zelf een bijdrage aan leveren. Ouders kunnen namelijk zelf observaties toevoegen. De waarnemingen in het leerlingvolgsysteem kunnen worden ondersteund door foto‟s. Daarnaast hebben kinderen zelf de gelegenheid om een eigen werkportfolio bij te houden. Hierin bewaren zij werk waar ze zelf trots op zijn of wat ze belangrijk vinden. Minimaal 3x per jaar hebben de leerkrachten een gesprek met de ouders over het welbevinden en de ontwikkeling van hun kind. Kinderen kunnen aanwezig zijn bij dit gesprek.
12
De plaatsingsprocedure De opvang van nieuwe kinderen op school We maken onderscheid tussen drie groepen kinderen: ● kinderen die als vierjarigen worden geplaatst ● kinderen die “tussentijds” op school komen ● kinderen die nieuw zijn in een groep, maar al langer op school zitten. Plaatsing vierjarige kinderen Wilt u uw kind aanmelden voor onze school, dan nodigen wij u eerst uit voor een gesprek en een rondleiding. Daarna kunt u uw kind aanmelden. Ongeveer een maand voordat uw kind vier jaar wordt, neemt de leerkracht van de onderbouw contact op. De eerste 2 weken gaat een nieuwe kleuter halve dagen naar school. Deze wenperiode van 2 weken hebben wij ingebouwd omdat veel kinderen in die eerste weken erg moe zijn door alle nieuwe indrukken. Tussentijdse plaatsing van kinderen Als een kind van school wisselt vanwege andere redenen dan verhuizing, draait het kind eerst 4 dagen mee in een groep. Pas hierna besluiten kind en ouders of ze de overstap willen maken. Hiermee bieden wij ouders en kind de mogelijkheid om een weloverwogen keuze te maken. Ook vragen wij bij kinderen die van een andere school komen toestemming aan de ouders om contact op te nemen met de school waar de leerling vandaan komt. Als blijkt dat het om een leerling gaat die extra zorg nodig heeft, zullen de directeur en de interne begeleider beslissen over de toelating. De schoolbesturen in Almere willen verandering van school gedurende het schooljaar zoveel mogelijk beperken. Daarom kan de school alleen nog leerlingen van andere scholen accepteren bij het begin van een nieuw schooljaar. Op deze regel gelden in elk geval de volgende uitzonderingen: Bij verhuizing zal de school in de nieuwe woonomgeving de leerling toelaten na bestudering van het onderwijskundig rapport en een gesprek met de ouders en eventueel andere partijen. Als er sprake is van een (onoplosbaar) conflict of verschil van inzicht tussen de school en de ouders. Deze uitzondering geldt alleen als de partijen een aantoonbare inspanning hebben geleverd om hun probleem op te lossen, bij de toelating op de ontvangende school is dan altijd (een vertegenwoordiger van) het andere bestuur betrokken. Als er sprake is van een probleem bij het kind (bijvoorbeeld specifieke leer- en gedragsproblemen) dat plaatsing in een andere setting in het belang van de ontwikkeling van het kind noodzakelijk maakt. Overgang In zijn algemeenheid gaan oudste kinderen van de onder- en middenbouw na de zomervakantie naar een volgende klas. De belangrijkste voorwaarde is, dat het kind voldoende weerbaar is en zich sociaal en emotioneel kan aanpassen aan de volgende groep. Soms adviseert de leerkracht het kind wat langer in de bestaande groep te laten. In de meeste gevallen gaat het dan om kinderen, die laat in het schooljaar jarig zijn. Eveneens is het mogelijk, na een zorgvuldige afweging een kind eerder in een volgende bouw te plaatsen.
13
De zorg voor kinderen Intern Begeleider Het systeem van interne begeleiding richt zich op de zorg voor alle leerlingen. Onderdeel van deze zorg is het voorkomen van onderwijsproblemen (preventief) en het bieden van hulp aan kinderen met specifieke behoeften. Leerkracht en intern begeleider maken samen een plan, dat de leerkracht in de groep uitvoert. De intern begeleider coördineert de extra zorg die aan leerlingen geboden wordt, ondersteunt de leerkrachten op het verbeteren van het signaleren en analyseren van onderwijsproblematiek en het bieden van extra hulp bij de verdere extra begeleiding van een kind. Zij organiseert gesprekken over betreffende kinderen en onderhoudt zo nodig contacten met externe instanties. Om bepaalde zaken helder te krijgen komt een observatie in de groep door de intern begeleider ook voor. Hierbij wordt uitdrukkelijk vermeld, dat de verantwoording voor de begeleiding van een kind te allen tijde bij de leerkracht blijft liggen. Groepsbesprekingen Drie maal per schooljaar houden de interne begeleider en de groepsleerkracht een groepsbespreking. Dit gesprek vindt plaats aan de hand van het groepsplan van de leerkracht. De leerkracht geeft op deze lijst aan over elk kind of hij/zij vragen heeft over onderdelen van de ontwikkeling. Naast de aspecten van de cognitieve ontwikkeling spreekt de leerkracht zich o.a. uit over: werkhouding, zelfstandigheid, concentratie, sociale en emotionele ontwikkeling. Ondersteuning van buiten Extra ondersteuning kunnen de leerkrachten in eerste instantie zelf geven. Er is veel materiaal in huis om met extra begeleiding aan de slag te gaan. Soms moeten wij de hulp inroepen van externe instanties, omdat er specifieke problemen zijn. We verwijzen u dan naar bijv. de huisarts, schoolarts, logopedist, kinderpsycholoog etc. Als school kunnen we verder ondersteuning krijgen van Stichting Passend Onderwijs Almere. Als ouder kunt u hier overigens ook zelf advies inwinnen. Meer informatie kunt u hierover krijgen van onze intern begeleider (op dinsdagochtend en vrijdagmiddag). Passend Onderwijs Almere Passend Onderwijs Almere is een samenwerkingsverband van alle schoolbesturen van alle (basis)scholen in Almere. Het doel is ieder kind die ondersteuning en begeleiding te bieden die het nodig heeft. Dit geldt voor kinderen voor wie het leren om welke reden dan ook moeilijker gaat maar ook voor kinderen die bijvoorbeeld meer nodig hebben dan het basiscurriculum. De begeleiding is erop gericht dat de kinderen zich zo soepel mogelijk en zonder onderbrekingen kunnen ontwikkelen. Met de invoering van Passend Onderwijs (01-08-2014), verdwijnt de leerlinggebonden financiering (lgf) en de landelijke indicatiestelling voor het (v)so. Daarvoor in de plaats willen scholen een zoveel mogelijk passende onderwijsplek bieden aan kinderen die worden aangemeld (de zorgplicht). Wanneer de school zelf de passende plek niet kan bieden, wordt er een beroep gedaan op de partners in en om de school om dat passende aanbod wel te kunnen geven. De plek wordt het liefst zo dicht mogelijk in de buurt aangeboden. In het kader van Passend Onderwijs zijn er rechten en plichten, zowel bij de school als bij ouders. In aansluiting op de aanmeldingsprocedure van de basisschool wordt bij een kind met een extra ondersteuningsbehoefte aanvullend de volgende stappen gevolgd: Ouders melden hun kind schriftelijk aan bij de school. Het is van belang dat ouders bij de aanmelding aangeven of hun zoon/dochter extra ondersteuning nodig heeft in het basisonderwijs De school krijgt de gelegenheid de extra ondersteuningsbehoefte van het aangemelde kind in kaart te brengen en beoordeelt in hoeverre de school die ondersteuning kan bieden.
14
6 tot 10 weken na de aanmelding horen ouders van de school of hun kind is toegelaten en kan worden ingeschreven. Als de school de gewenste ondersteuning niet kan bieden, dan heeft de school in overleg met ouders naar een andere geschikte onderwijsplek gezocht. Kinderen met extra ondersteuning worden in het regulier onderwijs besproken in het Ondersteuningsteam. In het speciaal onderwijs worden alle leerlingen besproken in de Commissie voor de Begeleiding (CvB). Natuurlijk informeert de school u wat daar besproken is. kinderen die aangemeld worden bij het speciaal (basis) onderwijs hebben een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. Na 1 augustus 2014 kan een TLV aangevraagd worden door de school bij Passend onderwijs Almere.
Voor meer informatie verwijzen wij u naar: Passend Onderwijs
15
Ouders Over onze relatie met ouders mag één ding duidelijk zijn. Ouders en leerkrachten streven hetzelfde doel na: het belang van het kind staat voorop. Om dit doel te kunnen bereiken is wederzijds vertrouwen belangrijk. In de opvoeding van ieder kind nemen ouders en school een belangrijke plaats in. De opvoeding thuis en op school horen vloeiend in elkaar over te lopen (doorgaande lijn). In de visie van Maria Montessori zijn opvoeding en onderwijs onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ouders en leerkrachten zijn samen verantwoordelijk voor alle aspecten van de opvoeding van het kind. Het is belangrijk dat opvoeders vertrouwen hebben en in het eigen kunnen van het kind. De school verwacht van de ouders dat zij: vertrouwen hebben in het eigen kunnen van het kind; de moed hebben objectief naar hun eigen kind te kijken; respect- en liefdevol naar hun kind zijn; met respect omgaan met en spreken over andere kinderen; een open contact hebben met de leerkracht; zich loyaal opstellen t.o.v. de school in het algemeen en t.o.v. de leerkracht in het bijzonder. Informatie Er zijn verschillende manieren waarop ouders ingelicht worden over het onderwijs en de school: ● voor plaatsing op school is er een kennismakingsgesprek; ● 3x per jaar een voortgangsgesprek, waar ouders voor worden uitgenodigd; ● tussentijdse gesprekken op verzoek van de leerkracht of de ouders. Hier wordt vooraf een afspraak over gemaakt en vastgesteld waar over gesproken gaat worden; ● iedere dag hebben ouders de gelegenheid om na schooltijd de klas in te lopen en het werk van het kind te bekijken; ● iedere week verschijnt er een nieuwsbrief, die gemaild wordt aan alle ouders en na te lezen is op de schoolsite. Hierin staat o.a. actueel nieuws, belangrijke mededelingen, schoolactiviteiten, enz.; ● op ons digitaal communicatieplatform (Schoudercom.nl) plaatsen de leerkrachten korte berichten over activiteiten in hun groep; ● Minimaal 2x per jaar vindt er een oudercafé plaats. De eerste avond vindt gelijk aan het begin van het schooljaar plaats. Tijdens deze avond nemen de leerkrachten de ouders mee in de normale gang van zaken in de groep en vernieuwingen die zullen worden doorgevoerd op groepsniveau. Tijdens een tweede avond in oktober/november geeft de Medezeggenschapsraad toelichting op het gevoerde beleid en plannen voor de toekomst. Er zijn kinderen bij ons op school, waarvan de ouders niet bij elkaar leven. Op de school rust een informatieplicht aan beide ouders die het ouderlijk gezag hebben. Onder informatie in deze wordt verstaan: alle relevante zaken betreffende de leerling en de schoolorganisatie zoals rapporten, nieuwsbrieven, voortgangsrapportages, de schoolgids en ouderavonden. Indien beide ouders het ouderlijk gezag hebben en de leerling woont bij één van de ouders dan zal de informatie worden verstrekt aan de ouder bij wie de leerling in huis woont. Hierbij gaat de school ervan uit dat alle informatie welke door de school aan die ouder wordt verstrekt door die ouder aan de andere ouder wordt doorgegeven. Indien dit niet het geval is, dan dient de ouder die de informatie niet ontvangt op eigen initiatief contact op te nemen met de school en zal in overleg worden bezien of andere afspraken ten aanzien van de informatievoorziening (voortgangsgesprekken, Spectrovita, ouderavonden) kunnen worden gemaakt. Hierbij wordt aangetekend, dat voor een voortgangsgesprek beide ouders worden uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken.
16
Indien beide ouders het ouderlijk gezag hebben, er sprake is van co-ouderschap en de leerling woont beurtelings bij één van de ouders, dan zal alle informatie worden verstrekt aan de ouder wiens adresgegevens ten behoeve van de registratie van de leerling zijn gemeld. Ook in dit geval gaat de school ervan uit dat alle informatie welke door de school aan die ouder wordt verstrekt door die ouder aan de andere ouder wordt doorgegeven. Indien dit niet het geval is, dan dient de ouder die de informatie niet ontvangt op eigen initiatief contact op te nemen met de school en zal in overleg worden bezien of andere afspraken ten aanzien van de informatievoorziening (schoolgids, rapporten, ouderavonden) kunnen worden gemaakt. Hierbij wordt aangetekend, dat voor een ouderavond beide ouders worden uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Indien als gevolg van een scheiding de situatie ontstaat dat één of beide ouders niet meer belast is/zijn met het ouderlijk gezag, dan is de andere ouder/verzorger verplicht om afschriften van de officiële stukken waarin dit is vastgelegd, waaronder bepalingen ten aanzien van het ouderlijke gezag, bezoekrecht en dergelijke, te overhandigen aan de school. De betreffende stukken zullen in het leerlingendossier worden bewaard. Uiteraard zal hierbij uiterste zorgvuldigheid worden betracht. Wanneer één van de ouders het ouderlijk gezag heeft en de andere ouder is uit de ouderlijke macht gezet, dan zal de school slechts de ouder die met het ouderlijk gezag is belast informeren. Op grond van de wet is de school echter verplicht om ook de ouder die niet belast is met de ouderlijke macht desgevraagd beperkt te informeren, tenzij de informatie niet op dezelfde manier ook wordt verschaft aan de ouder die wel met het ouderlijk gezag is belast, of als het belang van het kind zich tegen het verschaffen van de informatie verzet. Voorts is de school hiertoe niet verplicht indien dit blijkt uit enig rechtelijk vonnis. De niet met het ouderlijk gezag belaste ouder dient op eigen initiatief de school schriftelijk te verzoeken beperkte informatie te willen ontvangen. In dergelijke situaties ontvangt de desbetreffende ouder de schoolgids, een kopie van de rapporten en de uitnodigingen voor de rapportavonden. Hierbij wordt aangetekend, dat voor een ouderavond beide ouders worden uitgenodigd voor een apart gesprek. Zicht op kwaliteit van onderwijs, welbevinden en tevredenheid Om zicht te houden op de ervaren kwaliteit van het onderwijs, het welbevinden en de tevredenheid van personeel, ouders en leerlingen wordt tweejaarlijks gepeild onder personeel, ouders en leerlingen. Deze enquêtes worden vanuit de ASG aangeleverd, zodat de ontwikkelingen die op dat moment spelen daadwerkelijk aan de orde kunnen worden gesteld en de uitkomsten relevantie hebben voor school. De resultaten van deze enquêtes worden besproken door bestuur, directie en medezeggenschapsraad. Ze kunnen aanleiding geven tot beleidsvorming/wijziging. Vormen van ouderhulp Naast “georganiseerde” vormen van ouderparticipatie zijn er tal van activiteiten waarbij het team de assistentie vraagt van ouders/verzorgers. Vele activiteiten zijn niet uitvoerbaar zonder de hulp van ouders. Het gaat te ver om hier een compleet overzicht van te geven, maar we noemen de bibliotheekhulp, de assistentie bij creatieve activiteiten en excursies, de schoolwas, hulp bij het overblijven. Ouders, die meewerken in de school zijn tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd. Wij willen na de Herfstvakantie 2015 gaan werken met klassenouders (2 ouders per groep). De klassenouders vormen de ondersteunende schakel tussen de leerkracht en de andere ouders van de leerlingen in de groep. Medezeggenschapsraad Team en ouders praten over schoolzaken in de Medezeggenschapsraad overeenkomstig de Wet Medezeggenschap Onderwijs. De raad bestaat uit drie vertegenwoordigers van de ouders/verzorgers (die tweejaarlijks worden gekozen of herkozen, na kandidaatstelling) en drie vertegenwoordigers van het personeel. De MR heeft algemene en bijzondere bevoegdheden. De algemene geven aan, dat alle schoolgelegenheden aan de orde kunnen komen. De bijzondere bevoegdheden zijn vastgesteld in het MR- reglement. Het betreft een aantal specifieke aangelegenheden, waarover het bestuur het advies of de instemming nodig heeft alvorens er een besluit over te nemen. 17
Ouderraad De ouderraad heeft tot taak het uitwerken en uitvoeren van de door het team in overleg met de commissie gekozen activiteiten. Er wordt naar gestreefd dat de ouderraad bestaat uit ouders die kinderen hebben in verschillende bouwen. Ouderbijdrage De ouderbijdrage is vrijwillig maar noodzakelijk om alle activiteiten die de school voor uw kind organiseert te laten plaatsvinden. De overheid zorgt voor de basisvoorzieningen in de school, maar alle extra activiteiten worden bekostigd uit de ouderbijdrage. Denkt u daarbij aan het Sinterklaasfeest, Kerst, excursies, projecten en het schoolreisje. Sommige ouders zijn niet in staat om de ouderbijdrage in 1x te betalen, wij vragen hen om contact op te nemen met de penningmeester van de ouderraad om een individuele regeling af te spreken. Er zijn ook ouders die niet willen betalen, de consequentie hiervan is dat hun kinderen kunnen worden uitgesloten van de activiteiten die uit de ouderbijdrage worden betaald. De ouderbijdrage in het schooljaar 2015-2016 bedraagt € 40 exclusief de kosten voor schoolreis en/of kamp. Schoolreizen Aan het begin van het schooljaar gaat de gehele bovenbouw drie dagen op kamp. Vanwege organisatorische redenen gaat groep 6/7/8 dit schooljaar in juni 2016 op kamp. De middenbouwkinderen gaan 1 dag op schoolreis. Voor beide reizen wordt een aparte ouderbijdrage aan de ouders gevraagd. U wordt hierover geïnformeerd door de Ouderraad. Ouders die niet in staat zijn de bijdrage in 1x te betalen, kunnen een betalingsregeling treffen. Activiteiten buiten de school Ouders en een teamlid verzorgen een aantal vaste buitenschoolse activiteiten. De meeste van deze activiteiten worden al gedurende langere tijd ieder jaar georganiseerd, zoals het Schoolhandbaltoernooi, het Schoolvoetbaltoernooi, de Avondvierdaagse en het Scholenschaaktoernooi. Daarnaast zijn er andere activiteiten waarop ingeschreven wordt bij voldoende animo van de kinderen, zoals sporten bij Playground in de lunchpauze. Schoolregels 1 De deuren gaan om 8.15 uur open. De leerkrachten verwelkomen de kinderen met het geven van een hand. 2 De ouders nemen in de gang afscheid van hun kind en verlaten uiterlijk 8.30 uur de school. 3 „s Middags kunnen kinderen die niet overblijven vanaf 13.05 uur binnenkomen. 4 Om 15.15 uur wachten de ouders de kinderen buiten op. 5 ‟s Ochtends kunnen de kinderen iets eten (fruit of een boterham) en drinken. De kinderen mogen geen snoep of limonade meebrengen. 6 Tijdens de pauzes blijven er in principe geen kinderen in de klas achter. De kinderen worden er op attent gemaakt om voor het buitenspelen naar het toilet te gaan. 7 De fietsenrekken en de buitenkant van heg horen niet tot het speelterrein van de kinderen. 8 Het kleuterplein is gereserveerd voor de kinderen van de onderbouw. Kinderen uit midden- en bovenbouw spelen op het ander gedeelte van het plein of voetballen op het grasveld binnen de heg. 9 Het werken van kinderen in de gang en hal gebeurt in alle rust. Alle leerkrachten houden toezicht op deze werkzaamheden. 10 Het is verboden te roken op het schoolplein en in de school.
18
Overblijfregels Een aanvulling op de schoolregels. 1 De kinderen eten in de klas. De leerkrachten zorgen ervoor, dat de kinderen voldoende tijd hebben om hun brood e.d. op te eten. Er wordt geen eten mee naar buiten genomen. 2 De kinderen gaan tijdens de pauze naar buiten en mogen alleen na verkregen toestemming naar binnen. 3 Bij slecht weer blijven de kinderen binnen. Er zijn voldoende spelletjes e.d. aanwezig.
Aan- en afwezigheid Het telefonisch ziek melden van uw kind kunt u doen tussen 8.00 en 8.25 uur. U kunt uw boodschap ook eerder inspreken op het antwoordapparaat. Wanneer er geen bericht is, nemen wij contact met u op. Veel kinderen komen zelfstandig naar school en op deze manier wordt voorkomen dat u en wij niet op de hoogte zouden zijn van een eventueel verkeersongeluk(je). Ongeoorloofd schoolverzuim wordt doorgegeven aan de leerplichtambtenaar.
19
Schooltijden en overblijven De schooltijden: Maandag: 8.30 – 12.00 13.15 – 15.15 Dinsdag: 8.30 – 12.00 13.15 – 15.15 Woensdag: 8.30 – 12.00 Donderdag: 8.30 – 12.00 13.15 – 15.15 Vrijdag: 8.30 – 12.00 13.15 – 15.15 De groepen 1/2 hebben vrijdagmiddag vrij. De organisatie en uitvoering van het overblijven, de tussenschoolse opvang (TSO), op onze school wordt uitgevoerd door ouders op vrijwillige basis. Het huishoudelijk reglement ligt ter inzage op school. De overblijfkrachten vangen de kinderen op in hun eigen lokaal. De kinderen brengen zelf brood en drinken mee. Voor melk wordt gezorgd. Na het eten gaan de kinderen buiten spelen, tenzij het weer dit niet toelaat. De kosten van het overblijven bedragen € 1,75 per keer. Bij inschrijving kunt u doorgeven of uw kind op vaste dagen gebruik zal maken van de TSO. Verlofregelingen De leerplichtwet 1969 is hier heel duidelijk over. In bijzondere gevallen mag de school extra verlof geven buiten de schoolvakanties. Via een formulier op school kunt u dit extra verlof aanvragen. Het betreft hierbij verlof tot een maximum van tien dagen, dit verlof is aan strikte regels gebonden, beschreven door Leerplicht. Voor verlof dat langer duurt dient een aanvraag ingediend te worden bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente. Wij willen u echter dringend adviseren om vakanties uitsluitend te plannen in de schoolvakanties.
20
Resultaten van het onderwijs Een goede school Wanneer is een school een goede school? Als er veel leerlingen doorstromen naar het VWO? Als de leerlingen met plezier naar school gaan? Als de school streng is maar rechtvaardig? Als de ouders veel bij de school worden betrokken? Het is niet eenvoudig om op de kwaliteitsvraag een antwoord te geven. Natuurlijk, elk van de hierboven genoemde factoren is van belang. Er moet een evenwicht zijn tussen welbevinden en leerprestaties. We willen kritisch blijven kijken naar school. Welke zaken gaan goed, en welke punten verdienen verbetering. Daarnaast vinden we het belangrijk hoe leerlingen en ouders tegen de school aankijken. Dat heeft tot gevolg dat we proberen zorgvuldig om te gaan met opmerkingen van hun kant. Regelmatig toetsen we kennis en vaardigheden d.m.v. niet-schoolgebonden toetsen, in ons geval de CITO-toetsen. De uitslagen van deze toetsen geven een inzichtelijk beeld van de resultaten van de leerlingen ten opzichte van leeftijdsgenoten. Wel is het zo dat ons onderwijs is afgestemd op het ontwikkelingspeil van het kind, en niet andersom. Dat betekent, bij een Montessoriaanse benadering van de vakgebieden, dat de ontwikkeling in de lagere groepen soms grillig kan zijn en dat kan zijn weerslag hebben in de gemiddelden, maar ook in het individuele ontwikkelingsverloop per kind. In groep 8 nemen de leerlingen deel aan de eindtoets. De uitslag van deze toets wordt voor elke leerling uitgedrukt in een getal tussen 500 en 550. Dit getal wordt de standaardscore genoemd. De standaardscore geeft aan wat een leerling gepresteerd heeft in vergelijking met alle leerlingen uit het gehele land. De gemiddelde standaardscore voor het gehele land ligt elk jaar rond 535. Normaal ligt de gemiddelde score voor de eindtoets op onze school altijd op of boven de norm. Het schooljaar 2013 – 2014 was een uitzondering. De groep als geheel scoorde onder de norm. Afgelopen schooljaar werd de eindtoets weer voldoende gemaakt. Cito eindscore groep 8: 2013: 532,9 2014: 528,3 2015: 532,4 Bij haar meest recente bezoek, in september 2013, heeft de onderwijsinspectie de school een basisarrangement toegekend. Dit betekent dat de kwaliteit van de school in orde is bevonden. Uitstroom naar het voortgezet onderwijs Het schooladvies wordt gebaseerd op de gegevens uit het leerlingvolgsysteem. Dat is enerzijds het digitaal portfolio gevuld met observaties van leerkracht en ouder en anderzijds de Cito toetsen die vanaf groep 2, 2x per jaar zijn afgenomen. Nadat het schooladvies is gegeven wordt in groep 8 de Cito eindtoets afgenomen. De score op deze eindtoets is op dit moment voor het voortgezet onderwijs een belangrijk toelatingscriterium. Het percentage leerlingen dat naar de verschillende vormen van voortgezet onderwijs gaat, verschilt per leerjaar. Het is afhankelijk van de samenstelling van de leerlingen uit groep 8. Tussen de 30% en 40% van onze leerlingen gaat naar Havo/VWO. Ruim 30% naar VMBO theoretisch en de overige leerlingen naar de andere vormen van VMBO.
21
In Almere zijn er de volgende scholen voor voortgezet onderwijs: Het Baken Het Bakenpark Buitenhout College Het Echnaton Groenhorst College Helen Parkhurst College (Dalton onderwijs) De Meergronden Montessorilyceum (Montessori onderwijs) Oostvaarders College Trinitas Gymnasium De kinderen van onze school stromen uit naar al deze scholen.
Uitstroomresultaten Schoolverlaters 2014-2015 KBL (Kader Beroepsgerichte Leerweg): 1 leerling TL (Theoretische Leerweg): 5 leerlingen HAVO (Hoger Algemeen Vormend Onderwijs) 3 leerlingen VWO ( Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs): 1 leerling
22
De schoolorganisatie De samenstelling van het team Het team van de school bestaat uit: Willemijn de Jongh, leerkracht groepen 1/2, maandag t/m vrijdag Gerda Huisman, leerkracht groepen 3/4/5, maandag t/m vrijdag Aïscha de Vroede, groepen 6/7/8, maandag, dinsdag, woensdag Ashley Speelziek, groepen 6/7/8, donderdag en vrijdag Lisette Priester, onderwijs assistent, maandag t/m vrijdag Judy Smid, remedial teacher, maandag, woensdag, vrijdag Sietske van Achthoven, vakleerkracht gymnastiek (zwangerschapsverlof) Nienke Wolkers, vakleerkracht gymnastiek, woensdag (vervangt ivm zwangerschapsverlof) Willeke de Graaf, Intern Begeleider (a.i), 1 dagdeel per week (meestal op dinsdagochtend) Bianca Meijer, Intern Begeleider (a.i), donderdag Astrid Kopper, directeur (a.i), maandag t/m donderdag Suzanne Schaap (Sterk in de Klas), maandag, woensdag, vrijdag Theater en muzieklessen: Monique Faasse, donderdag Danslessen: Shira Tulis, dinsdag Scholing In principe zijn alle leerkrachten Montessori geschoold of zijn in opleiding. Voor de individuele leerkrachten geldt, dat zij zich blijven verdiepen in hun vakkennis. Ook wisselen onze leerkrachten ervaringen en kennis uit met leerkrachten van andere Montessorischolen. Daarnaast werken alle teamleden aan hun professionele ontwikkeling, zowel individueel als op schoolniveau. Ieder jaar is er een aantal studiedagen voor het hele team. De kinderen hebben op deze dagen vrij.
23
De ontwikkeling van het onderwijs in school Het onderwijs is voortdurend in ontwikkeling. Nieuwe ideeën, meningen en opvattingen doen bijna dagelijks hun intrede. Onze school volgt deze ontwikkelingen op de voet en bekijkt steeds weer hoe de onderwijs vernieuwende activiteiten binnen de Montessori-kaders kunnen worden ingevoerd. Wij worden hierbij geholpen door de Nederlandse Montessori Vereniging en het netwerk van Montessorischolen binnen de ASG. Door middel van nascholing, studiedagen en conferenties worden nieuwe ontwikkelingen besproken en indien wenselijk ingevoerd. Elke school maakt ook plannen om organisatie en inhoud van het onderwijs te blijven verbeteren. De lange termijn ambities van onze school zijn vastgelegd in het schoolplan dat geldt voor vier jaar. Het is door directie/team opgesteld, en door het schoolbestuur formeel vastgesteld. Per schooljaar worden de lange termijn ambities vertaald in concrete activiteiten in het jaarplan. Schoolbestuur De Eerste Almeerse Montessorischool maakt deel uit van de stichting Almeerse Scholen Groep (ASG). De ASG is een onderwijsbestuur met 42 basisscholen en 8 scholen voor voortgezet onderwijs. Het motto van de ASG is: de kracht van samen. De scholen staan op zichzelf, maar functioneren wel binnen één organisatie. Scholen hebben een grote mate van zelfstandigheid en staan onder het bestuurlijk toezicht van het College van Bestuur. Hoewel alle scholen aangesloten zijn bij één scholengroep hebben ze allemaal een eigen karakter en identiteit. De scholen zijn opgedeeld in kleinere clusters. De Eerste Almeerse Montessorischool maakt deel uit van het cluster Haven – Literatuurwijk – Poort.. De leiding van het cluster is in handen van een clusterdirecteur. De clusterdirecteur, Marten Muis, is de schakel tussen het bestuur van de ASG en de school. Zie verder www.asg.asg-almere.nl De directeur is het gezicht van de school en het aanspreekpunt voor een ieder die verbonden is met onze school. De directeur is verantwoordelijk voor de manier waarop er onderwijs wordt gegeven en voor de dagelijkse gang van zaken.
24
Veiligheid in school In en om de school zijn maatregelen genomen om de veiligheid van uw kind zoveel mogelijk te garanderen. In geval van calamiteiten in het schoolgebouw is er een ontruimingsplan. Dit plan is op diverse plekken in het gebouw te raadplegen; elke leerkracht is uiteraard op de hoogte van dit plan. Het plan wordt elk jaar een keer in een oefensituatie in de praktijk gebracht. De brandweer Almere controleert elk jaar het gebouw op brandveiligheid en geeft derhalve een gebruikersvergunning af. Voor hulp bij kleine ongevallen is er een EHBO-kast aanwezig. Hierin zitten materialen die van pas kunnen zijn bij het bieden van eerste hulp bij ongelukjes. Diverse leerkrachten hebben een cursus EHBO-bij-kinderen gevolgd; twee van hen zijn in het bezit van een diploma bedrijfshulpverlening. Wanneer de leerkracht van mening is dat het (gewonde) kind beter af is met een bezoek aan de huisarts, zal altijd eerst contact worden opgenomen met het thuisfront. Een van de ouders gaat vervolgens met het kind naar de huisarts. Bij het buitenspelen wordt gezorgd voor voldoende toezicht. Daarnaast hanteren we voor het buitenspelen regels, waarvan de kinderen op de hoogte zijn. Ook voor het overblijven gelden deze regels. De school houdt een registratie bij van ongevallen in en om de school. Aan de hand hiervan zal steeds gekeken worden in welke mate de school het ongeval had kunnen voorkomen. Dit kan leiden tot aanpassing aan plein of gebouw. Algemene gezondheid en veiligheid In verband met cara en allergieën zijn dieren niet toegestaan in de school. In en rond het schoolgebouw mag niet worden gerookt. In het belang van de veiligheid (identificatie) en een goede communicatie worden gezichtsbedekkende kleding en/of – accessoires niet toegestaan binnen school. Dit geldt voor alle aanwezigen. Dit geldt ook voor kleding en/of accessoires die het zicht deels ontnemen of oogcontact belemmeren zoals capuchons en petten. Indien we van mening zijn dat kleding aanstootgevend is, zullen we daarover in gesprek gaan met kind en ouder(s)/verzorger(s). Ouder(s)/verzorger(s)s die kinderen komen brengen mogen mee naar binnen om hun zoon/dochter bij de klas te brengen; ouder(s)/verzorger(s) die kinderen komen halen blijven buiten wachten tot de kinderen naar buiten komen. Het tussendoortje (rond 10.00 uur) moet zo gezond mogelijk zijn; Uitdelen van een traktatie vanwege een verjaardag mag, maar dan wel graag een gezonde traktaties! Dat helpt tandbederf en overgewicht te voorkomen. Kinderen die op de fiets komen (alleen van buiten de directe omgeving) moeten hun fiets in de fietsenrekken plaatsen. Hier is geen toezicht op en de school is ook niet verantwoordelijk voor evt. schade. Onder schooltijd mogen er geen kinderen bij of op de fietsen zitten/spelen.
Foto en video-opnamen / privacy In verband met de veiligheid en de privacy van onze leerlingen en teamleden is het zonder medeweten van de leerkracht en expliciete toestemming van de leerkracht en directie niet geoorloofd om video-opnames te maken in de klassen en in/rondom het schoolgebouw
25
Het maken van foto‟s tijdens evenementen is toegestaan mits deze niet worden gepubliceerd op publiekelijk toegankelijke websites zonder toestemming van de directie. Het kan voorkomen dat in school opnames worden gemaakt voor observatie- en/of begeleidingsdoeleinden. Het gebruik van deze opnamen zal zich beperken tot school. Indien de school deze opnames wil gebruiken voor doeleinden buiten de school dan wordt vooraf uw toestemming hiervoor gevraagd. Het is zonder toestemming van de directie niet toegestaan aan ouders/verzorgers en/of kinderen om filmpjes of foto‟s van schoolactiviteiten (bijvoorbeeld de musical van groep 8, schoolreisjes, sportdagen, feesten, groepsactiviteiten etc. ) te plaatsen op sites zoals Youtube, Hyves, Facebook etc. Leerlingen mogen hun mobiele telefoons op school niet gebruiken, ook niet tijdens pauzes en/of overblijf.
26
Verzekeringen VERZEKERINGEN EN AANSPRAKELIJKHEID De Almeerse Scholen Groep, het bestuur van deze school, heeft voor de hele organisatie een verzekeringspakket afgesloten bij verzekeringsmaatschappij AON. Onderdeel van dit pakket zijn een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Wie zijn er verzekerd? Iedereen die betrokken is bij schoolactiviteiten: leerlingen, personeel en vrijwilligers. Wat is er wel en niet verzekerd op basis van de ongevallenverzekering? Betrokkene heeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Als de verzekering van de betrokkene geen dekking biedt, bijvoorbeeld door eigen risico, worden de geneeskundige en tandheelkundige kosten vergoed. Materiële schade, bijvoorbeeld aan de bril, fiets en telefoon valt niet onder de dekking. Aansprakelijkheidsverzekering Personeelsleden, vrijwilligers en bestuursleden, actief voor de school, zijn gedekt tegen schadeclaims door onrechtmatig handelen. Maar let op! 1. De school/het schoolbestuur is niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat er tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht als er sprake is van een verwijtbare fout. Personeelsleden, vrijwilligers of bestuursleden moeten dus te kort zijn geschoten in wat er van hen verwacht wordt. Een mooi voorbeeld van een niet verwijtbare fout: tijdens de gymles wordt een bal geschopt. Deze komt op de bril van uw zoon of dochter terecht en de bril is kapot. In zo‟n geval valt de schade niet onder de aansprakelijkheidsverzekering. 2. De school is niet aansprakelijk voor schade van onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun handelen. Als uw kind tijdens de schooluren of schoolactiviteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is hij of zij daar zelf verantwoordelijk voor. Het is dus belangrijk dat u zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluit. Op vergelijking site www.Independer.nl kunt u kijken welke aansprakelijkheidsverzekering het beste bij uw gezin past. Eigendommen van leerlingen verzekeren. Het kan! Wilt u er zeker van zijn dat u niet voor onverwachte kosten komt te staan door schade aan de eigendommen van uw kind? Dan kunt u zich hiervoor verzekeren met een leerlingenverzekering. Op deze manier is schade die optreedt in de periode van huis naar school, onder schooltijd en van school naar huis verzekerd. Meer informatie vindt u op: www.leerlingenverzekeringen.nl www.aononderwijs.nl/leerling
27
Regels voor schorsing en verwijdering Er kunnen zich helaas situaties voordoen, waardoor het nodig is om een kind te schorsen en of te verwijderen. Schorsing Per 1 augustus 2014 vermeldt de Wet op het Primair Onderwijs dat een leerling met opgave van redenen voor een periode van ten hoogste één week geschorst kan worden. Natuurlijk moet het schorsingsbesluit schriftelijk aan de ouders bekend worden gemaakt. Wanneer de schorsing langer dan één dag duurt, dient ook de Onderwijsinspectie schriftelijk en met opgave van redenen geïnformeerd te worden. Verwijdering Definitieve verwijdering van een leerling is niet mogelijk dan nadat het schoolbestuur ervoor heeft zorg gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Die andere school kan overigens ook een school of instelling voor speciaal (voortgezet) onderwijs zijn. Daarvoor is dan wel een toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband vereist. Er is een onafhankelijke commissie ingericht waarbij iedere school op grond van de wet is aangesloten. Deze commissie heet de Geschillencommissie Passend Onderwijs en ressorteert onder de Stichting Onderwijsgeschillen (www.onderwijsgeschillen.nl). Deze commissie brengt op verzoek van ouders binnen 10 weken een oordeel uit over de beslissing tot verwijdering. Aan deze commissie kunnen, naast geschillen over verwijdering, ook geschillen over (de weigering van) toelating van leerlingen die extra ondersteuning behoeven en de vaststelling en bijstelling het ontwikkelingsperspectief van een leerling worden voorgelegd. Wanneer de ouders ook bij het schoolbestuur bezwaar hebben gemaakt tegen de verwijdering, dient het schoolbestuur het oordeel van de commissie af te wachten voordat er op het bezwaar besloten wordt. Het oordeel van de commissie is niet bindend. Het schoolbestuur moet zowel aan de ouders als aan de commissie aangeven wat het met het oordeel van de commissie doet. Als het schoolbestuur van het oordeel afwijkt, moet de reden van die afwijking in de beslissing vermeld worden. Vervolgens kunnen ouders zich tot de rechter wenden. Voor het openbaar onderwijs is dat de bestuursrechter. Bij de rechter kan ook een spoedprocedure worden gestart om verwijdering (voorlopig) te voorkomen.
Klachtenprocedure Sinds augustus 1998 is er een klachtenregeling van toepassing voor het primair en voortgezet onderwijs. Deze regeling is een onderdeel van de Wet op de Kwaliteit van het onderwijs. De klachtenregeling is van toepassing op iedereen binnen de school: de medewerkers en de leerlingen of hun wettelijke vertegenwoordigers. Voor allen gelden dezelfde procedures. Onder de regeling vallen niet alleen zaken die met ongewenste (seksuele) intimiteiten te maken hebben, maar ook allerlei andere schoolse zaken, waarover ontevredenheid kan bestaan. Een uitwerking van de klachtenregeling is dat op school de taak is ontstaan van “contactpersoon”. Het is de taak van de contactpersoon om bij een klacht de juiste weg aan te geven om tot een oplossing te komen, maar de contactpersoon houdt zich zelf niet bezig met de inhoud van de klacht. De contactpersoon op onze school is Gerda Huisman Indien dit niet afdoende is, dan is de volgende stap een melding bij de vertrouwenspersoon die door het bestuur is aangesteld (GGD Flevoland tel.nr. 036-5357350). De Almeerse Scholen Groep heeft een klachtenregeling die is gepubliceerd op de website van het bestuur: www.almeersescholengroep.nl > ouders > klachtenregeling of verkrijgbaar bij de directie van de school.
28
Het bestuur heeft zich aangesloten bij de Landelijke Geschillencommissie, die, indien noodzakelijk, de klachten behandelt en het Bestuur adviseert over de te volgen handelswijze met betrekking tot de klacht.
Kalender Elk gezin ontvangt ieder schooljaar de kalender waarin informatie te vinden is die specifiek voor het nieuwe/lopende schooljaar belangrijk is.
Tot slot Wij spreken de wens uit, dat alle kinderen die onze school bezoeken met heel veel plezier naar school gaan en de Eerste Almeerse Montessorischool ervaren als een school die het verschil maakt.
29