Schoolgids 2014 -2015 Protestants Christelijke basisschool “Prinses Beatrix” Domineestraat 2 5571 EJ Bergeijk
telefoon: 0497-572781 fax: 0497-556115 email:
[email protected]
website: www.bsbeatrix.nl
Voorwoord Door middel van deze schoolgids willen we u een indruk geven van wat basisschool Prinses Beatrix de kinderen en hun ouders te bieden heeft. We gaan ervan uit dat ouders graag zoveel mogelijk informatie willen hebben over de school van hun kind(eren), vandaar een uitgebreide schoolgids. We proberen u hiermee een zo compleet mogelijk beeld te geven van de manier, waarop op onze school gewerkt wordt. U vindt hierin informatie over:
onze ideeën over onderwijs en opvoeding, wat we willen bereiken met de kinderen, hoe er op school onderwijs gegeven wordt, de sfeer waarin gewerkt wordt, afspraken en regels, de zorg voor ieder kind, de samenwerking met de ouders.
We willen in deze schoolgids laten zien wat de Prinses Beatrixschool voor de kinderen die aan ons toevertrouwd worden en voor hun ouders kan betekenen. We zijn trots op onze school en we hebben dan ook met plezier onder woorden gebracht, hoe we de zorg voor onze leerlingen en voor het geven van onderwijs van goede kwaliteit waar willen maken. Wat in deze gids staat mag u van ons verwachten en daar kunt u ons altijd op aanspreken. Deze schoolgids is tot stand gekomen in samenwerking met de leerkrachten en de medezeggenschapsraad van onze school. Jaarlijks, aan het begin van het schooljaar, wordt deze schoolgids, samen met een schoolkalender, waar de zaken in opgenomen zijn die specifiek voor het lopende schooljaar gelden, op onze website geplaatst. Bij de inschrijving van een nieuwe leerling ontvangen de ouders de schoolgids en de schoolkalender. Wilt u nader kennis maken, of hebt u nog vragen? U bent altijd welkom voor een persoonlijk gesprek of om een kijkje te nemen in de school. We vinden het fijn als u contact opneemt voor het maken van een afspraak. Wij wensen u veel leesplezier.
Team Bs Prinses Beatrix
2
Inhoudsopgave Voorwoord
Blz.
1.
Hoofdstuk 1: De belangrijkste uitgangspunten van onze school
4
1.1.a 1.1.b 1.1.c 1.1.d 1.1.e 1.1.f
De sfeer op school De protestants christelijke identiteit van de school De kwaliteit van ons onderwijs De zorg voor alle leerlingen De contacten met de ouders Samenwerking Hofscholen
5 6 6 7 7 7
2.
Hoofdstuk 2: De organisatie van het onderwijs op onze school
8
2.2.a 2.2.b
De groepering van de leerlingen Hoe zitten de lessen bij ons op school in elkaar?
8 9
3
Hoofdstuk 3: De zorg voor de kinderen
15
3.3.a 3.3.b 3.3.c 3.3.d
15 15 16 17
3.3.e 3.3.f 3.3.g 3.3.h 3.3.i
De opvang van nieuwe leerlingen op school Hoe wordt de ontwikkeling van de kinderen gevolgd? Hoe gaan we om met kinderen die extra hulp nodig hebben? Wat doen we als blijkt dat een kind niet voldoende heeft aan de extra hulp, die we op school kunnen bieden? Hoe wordt de overgang naar het Voortgezet Onderwijs begeleid? Kinderen die tussentijds de school verlaten Hoe wordt gezorgd voor de gezondheid en de veiligheid van de kinderen? Zorg voor Jeugd Protocol “De veilige school”.
4
Hoofdstuk 4: Het schoolteam
24
5
Hoofdstuk 5: Het schoolbestuur
25
6
Hoofdstuk 6: Het schoolgebouw
25
7
Hoofdstuk 7: School- en vakantietijden
26
8
Hoofdstuk 8: Speciale activiteiten
29
9
Hoofdstuk 9: Contacten met ouders
29
9.9.a 9.9.b 9.9.c 9.9.d 9.9.e 9.9.f 9.9.g 10
Algemene informatie over de school Informatie over de leervorderingen van de kinderen Op welke manier kunnen ouders actief zijn op school? Informatie van de ouders naar de school toe Klachten Huiswerkbeleid Sponsoring Hoofdstuk 10: De resultaten van ons onderwijs
30 32 32 34 35 36 37 38
11
Hoofdstuk 11: "De Pr. Beatrixschool is goed, maar het kan altijd beter"
40
Concrete doelstellingen schooljaar 2014 - 2015
41
Hoofdstuk 12: Namen en adressen
42
Tot slot
44
12
3
18 19 19 20 21
Hoofdstuk 1: De belangrijkste uitgangspunten van onze school Onze missie: “Basisschool Pr. Beatrix is een school waar kinderen en leerkrachten met plezier veel leren”.
Onze visie: De Prot. Chr. basisschool Prinses Beatrix, de school waar leerlingen en leerkrachten in samenwerking en in afstemming met ouders, met elkaar op een planmatige manier, volop kansen krijgen hun talenten te ontwikkelen, tot ontplooiing te brengen en te benutten. Dat is wat we waar willen maken en waar alle leerkrachten hard voor werken. Hoe doen we dat? Op de eerste plaats willen we ervoor zorgen dat kinderen zich thuis voelen bij ons op school, dat ze mogen zijn wie ze zijn, dat ze merken dat ze erbij horen en dat ze gewaardeerd worden. We kiezen voor een positieve benadering met daaraan gekoppeld duidelijke afspraken en regels. Pas als een kind zich veilig voelt, kan het ten volle profiteren van de mogelijkheden tot ontplooiing, die de school te bieden heeft. We wensen kwalitatief goed onderwijs te bieden, dat afgestemd is op alle leerlingen die de school bezoeken; ieder kind moet zoveel mogelijk krijgen wat het nodig heeft. Ons streven is 'eruit halen wat erin zit' op een manier die kinderen aanspreekt. Het liefst willen we kinderen leren leren. Daarmee bedoelen we dat we kinderen niet alleen informatie willen aanreiken, maar dat we hen vooral willen leren hoe ze zelf die informatie kunnen vinden en wat ze daarmee kunnen doen. Leren houdt voor ons meer in dan het opdoen van kennis alleen. We willen kinderen iets waardevols meegeven dat hen in het leven van pas komt. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan: zelfvertrouwen en zelfkennis, goed leren omgaan met anderen, goed leren omgaan met emoties, gebruik maken van je creatieve mogelijkheden. Kortom: we willen met ons onderwijs een zodanige bijdrage aan de ontwikkeling van de kinderen leveren, dat de kinderen straks in staat zijn eigen keuzes te maken. Keuzes waar ze zelf verantwoordelijkheid voor dragen en die bijdragen aan een gelukkig leven voor henzelf en voor de mensen om hen heen. Dat we deze idealen waar willen maken komt vooral tot uitdrukking in onze ideeën over en de manier waarop we werken aan de volgende zaken: 1a. 1b. 1c. 1d. 1e.
De sfeer op school. De protestants christelijke identiteit van de school. De kwaliteit van ons onderwijs. De zorg voor alle leerlingen. De contacten met de ouders.
We willen in dit hoofdstuk aangeven wat wij op deze terreinen nastreven, zodat u weet waar ons werk in de school op gebaseerd is en welke ideeën ten grondslag liggen aan het onderwijs dat we geven.
4
1a. De sfeer op school Op onze school heerst een prettige, rustige werksfeer, waarin kinderen, ouders en leerkrachten zich thuis voelen. De belangrijkste schoolregel is: 'Op de Pr. Beatrixschool gaan we zo met elkaar om, dat iedereen zich daar prettig kan voelen. Iedereen hoort erbij, iedereen mag altijd meedoen. Pesten, schelden, kinderen links laten liggen of uitsluiten, zijn zaken die niet geaccepteerd worden'. Leerkrachten gaan met respect en waardering om met de kinderen en vragen dit ook van hen in de omgang met elkaar. We hebben veel aandacht voor het wel en wee van elkaar en leven echt mee met zowel de fijne als de verdrietige zaken die kinderen kunnen meemaken. We hechten belang aan orde en regelmaat, want dat schept veiligheid voor de kinderen. Die goede sfeer, die prettige omgang met elkaar, ontstaat uiteraard niet vanzelf, daar moet elke dag aan gewerkt worden. Net zo goed als lezen, rekenen en schrijven geleerd moeten worden, moet “goed met elkaar omgaan” ook geleerd worden. En net zoals bij het lezen, rekenen en schrijven, merken we bij het leren omgaan met elkaar verschillen tussen kinderen: sommige kinderen leren het bijna vanzelf, andere kinderen hebben daar veel moeite mee. Net zo goed als kinderen met rekenproblemen extra hulp nodig hebben, hebben kinderen met omgangsproblemen ook hulp nodig. Wij proberen deze hulp dan ook te geven.
Hoe doen we dit? Door te praten met kinderen en door kinderen onder begeleiding samen te laten praten. Het is heel belangrijk dat kinderen leren om problemen, ruzies of irritaties met elkaar uit te praten, daar hebben ze hun hele leven profijt van. Als we merken dat er problemen zijn tussen kinderen onderling, doen we niet net of er niets aan de hand is, maar nemen we de tijd om hier aandacht aan te schenken. We helpen kinderen naar elkaar toe te verwoorden, waarom ze zo boos of verdrietig waren. We proberen samen duidelijk te krijgen, waardoor het conflict ontstaan is en helpen hen begrip op te brengen voor elkaars mening. We maken hen duidelijk wat wel en wat niet kan en tenslotte geven we hen tips en laten hen zelf zoeken naar mogelijkheden om in het vervolg beter met een dergelijke situatie om te gaan. Naast het serieus omgaan met problemen van kinderen onderling, wordt aan de goede sfeer ook gewerkt in de lessen 'Gezond gedrag'. Behalve lessen over de zorg voor je gezondheid, bestaat dit vak ook uit lessen, waarin kinderen leren goed om te gaan met zichzelf en met de ander. Hierin komt bv. aan bod: zelfrespect opbouwen, leren je gedachten en gevoelens onder woorden te brengen, leren omgaan met conflictsituaties. We doen ons best een fijne sfeer op school te hebben en te houden, want we vinden het erg belangrijk dat kinderen zich bij ons op hun gemak voelen. Verder zien we het werken aan bovengenoemde zaken ook als een belangrijk deel van de vorming die we op school bieden. Als je wel goed kunt rekenen en lezen, maar niet geleerd hebt met andere mensen om te gaan, zal het toch moeilijk worden om later een goede baan te vinden en een gelukkig leven te leiden.
5
1b. De protestants christelijke identiteit van de school Wij zijn van mening dat het protestants christelijk karakter van onze school herkenbaar moet zijn in de praktijk van elke dag. We proberen zo met elkaar te werken en met elkaar om te gaan dat dit past binnen de idealen van het christendom. We kunnen dit het beste duidelijk maken met een paar voorbeelden:
Over normen en waarden, die we willen overbrengen, wordt niet alleen gepraat. Kinderen, ouders en collega's moeten die ook in de dagelijkse praktijk ondervinden. We gaan ervan uit dat ieder mens, ieder kind uniek is, dus anders, maar daarin ook juist gelijk en gelijkwaardig. We respecteren en waarderen de verschillen die er zijn tussen kinderen. We proberen kinderen de ruimte te geven om te kunnen zijn wie ze zijn en hen te leren ook op deze manier met elkaar om te gaan. We zijn ervan overtuigd dat ieder mens er het beste van wil maken, daarom zoeken we in de eerste plaats naar het goede in kinderen, collega's en ouders en hebben we vertrouwen in hun goede wil. We hechten veel waarde aan samenwerken, elkaar helpen en samen delen. We proberen de kinderen op te voeden tot verantwoordelijkheidszin voor elkaar en voor de wereld om hen heen. Waar mogelijk wordt in de lessen aandacht besteed aan het maken van keuzes vóór rechtvaardigheid, medemenselijkheid, vrede, vrijheid, tolerantie, milieubewust leven en tégen geweld, discriminatie en vooroordelen. Ieder schooljaar doen we mee aan een of meer acties waarin kinderen hun solidariteit met kinderen in moeilijkere omstandigheden kunnen tonen.
Daarnaast blijkt het protestants christelijk karakter van onze school uit zaken die direct verband houden met de protestants christelijke geloofstraditie, zoals:
De lessen godsdienst- en levensbeschouwelijke vorming. Op onze school werken we met de methode “Trefwoord” De manier waarop wij op school een dag beginnen met een gebed, een lied, een gedicht of een Bijbeltekst. De viering van de christelijke feestdagen. Om de veertien dagen een weeksluiting.
In de lessen 'Geestelijke Stromingen', die in de hoogste groepen gegeven worden, maken de kinderen ook kennis met andere godsdiensten zoals het Jodendom, de Islam, het Hindoeïsme en het Boeddhisme. Behalve het geven van informatie trachten we in deze lessen de kinderen ook te leren respect te hebben voor mensen met een andere levensovertuiging. Natuurlijk zitten op onze school niet alleen kinderen uit protestants christelijke gezinnen. Dat heeft nog nooit tot problemen geleid, want één van onze belangrijkste regels is immers; “iedereen is welkom op onze school en hoort erbij”.
1c. De kwaliteit van ons onderwijs Het geven van kwalitatief goed onderwijs staat hoog in ons vaandel. Directie en teamleden zien het werken aan de verbetering van hun onderwijs als een continue proces, het kan altijd beter. Net als de kinderen zijn de leerkrachten op school steeds aan het leren en aan het zoeken naar mogelijkheden om de lessen nog zinvoller, nog aantrekkelijker, nog begrijpelijker te maken voor alle kinderen. Bovendien is de maatschappij steeds aan verandering onderhevig en de school zal in die ontwikkeling mee moeten.
6
We proberen dat voor elkaar te krijgen door nascholingscursussen te volgen; bij iedere leerkracht is nascholing een vast onderdeel van zijn/haar takenpakket. We praten veel met elkaar over de manier, waarop we zaken kunnen veranderen en verbeteren. We gaan ook bij elkaar in de lessen kijken en geven elkaar advies over punten die beter kunnen. Dit gebeurt in een collegiale sfeer, waarin mensen ervoor open staan om van en met elkaar te leren. En net als bij de kinderen zien we fouten niet als een probleem, maar als een uitdaging om naar verbetering te zoeken.
1d. De zorg voor alle leerlingen De kinderen die op onze school binnenkomen, verschillen in aanleg en ontwikkeling, in mogelijkheden en behoeften. We proberen daar zoveel mogelijk rekening mee te houden en ons onderwijs aan te passen aan datgene wat kinderen nodig hebben en van ons vragen. Er is veel aandacht en extra begeleiding voor de kinderen die dat nodig hebben. Die extra hulp wordt indien mogelijk vooraf gegeven. Dat wil zeggen, dat de kinderen, die dat nodig hebben, extra uitleg krijgen, vóórdat de les in de klas aan de orde komt. Ze zijn daardoor in staat met meer zelfvertrouwen en meer kans op succes aan die les te beginnen. We streven ernaar dat kinderen zoveel mogelijk succeservaringen op kunnen doen.
1e. De contacten met de ouders De school stelt een goed en zorgvuldig contact met de ouders erg op prijs. We zijn van mening dat een goede samenwerking tussen ouders en school het kind ten goede komt. We willen samen het kind zo goed mogelijk begeleiden. Daarom wordt er alles aan gedaan de ouders bij de school te betrekken en hen goed op de hoogte te houden van wat op school speelt. Er wordt op diverse manieren informatie gegeven over de leervorderingen van de kinderen, zodat de ouders in staat zijn het leerproces goed te volgen. We zien het contact met de ouders niet als eenrichtingsverkeer van de school naar de ouders. We waarderen het ook als we informatie van de ouders ontvangen en vinden het fijn als ouders regelmatig de school binnen lopen om een praatje over hun kind(eren) te maken. Een keer in de twee jaar houden we een enquête onder de ouders, waarin we hen vragen kritisch hun mening te geven over een heleboel zaken op school. Hoofdstuk 9 van deze schoolgids gaat helemaal over het contact met de ouders. Daar vindt u precies in welke manier dit plaats vindt.
7
Hoofdstuk 2: De organisatie van het onderwijs op onze school In dit hoofdstuk willen we u een beeld geven van de manier waarop we het geven van onderwijs op onze school georganiseerd hebben. We willen u iets vertellen over: 2a. De groepering van de leerlingen 2b. Hoe zitten de lessen bij ons op school in elkaar? 2a. De groepering van de leerlingen Klassikaal werken met varianten daarop In de meeste groepen van onze school wordt nog vrij klassikaal gewerkt. De kinderen krijgen meestal les binnen hun eigen jaargroep. Deze manier van werken is heel efficiënt, alle kinderen van de groep krijgen tegelijkertijd instructie en in korte tijd is de hele groep geïnformeerd. Maar niet alle kinderen zijn hetzelfde, niet ieder kind heeft behoefte aan dezelfde uitleg, de een heeft meer nodig, de ander minder en dat laatste kan leiden tot “zich gaan vervelen” bij de klassikale uitleg. We doorbreken daarom regelmatig de klassikale werkvorm om tegemoet te komen aan de verschillen die er tussen leerlingen nou eenmaal zijn. Enkele voorbeelden: -
-
-
-
We proberen de uitleg aan de grote groep zo kort en duidelijk mogelijk te houden. De leerlingen, die daar voldoende aan hebben, kunnen dan zelfstandig aan de slag met hun werk. De leerlingen die graag meer uitleg hebben, komen bij de leerkracht aan de instructietafel zitten. Daar krijgen ze de uitleg die ze nog nodig hebben, of gaan ze samen met de leerkracht nog wat oefeningen maken. Zodra de opdracht begrepen is, gaan deze kinderen ook zelfstandig aan het werk. Misschien zijn er dan nog een of twee leerlingen over, waarmee de leerkracht samen het werk maakt, zodat ze steeds hulp krijgen. We noemen dit: werken met een verlengde instructie. Op vaste momenten in de week werken de kinderen zelfstandig aan een weektaak. De leerkracht heeft dan de handen vrij om kinderen, die dat nodig hebben, extra begeleiding te geven. Dat kunnen zowel kinderen zijn die extra oefening nodig hebben, als kinderen die extra uitdaging nodig hebben, omdat ze meer aankunnen dan de basisstof van de groep. Regelmatig werken de kinderen in groepjes samen aan een taak. Dat kan zijn in tweetallen, maar ook in grotere groepjes. Ze leren dan van en met elkaar, wat minder afhankelijk van de leerkracht. We hebben ook een (nog bescheiden) tutorsysteem opgezet. Dat wil zeggen dat kinderen uit hogere groepen kinderen uit lagere groepen begeleiden. De oudere leerlingen (tutors) worden door een leerkracht geïnstrueerd om het kind dat ze mogen begeleiden zo goed mogelijk te kunnen helpen. We streven ernaar dat zowel de tutor als de jongere leerling hier profijt van hebben.
2b. Hoe zitten de lessen bij ons op school in elkaar? De belangrijkste kenmerken zijn:
Kerndoelen Om meer eenheid te brengen in wat kinderen op de basisschool moeten leren, zijn er voor de diverse vakken landelijk kerndoelen afgesproken. Wat in die kerndoelen staat omschreven geeft de richting aan, waarin basisscholen dienen te werken. Wij streven er binnen het onderwijs dat we op de Pr. Beatrix geven naar, de kinderen mee te geven wat in die kerndoelen omschreven staat.
8
Dat wil niet zeggen dat we daar al ten volle in slagen, want sommige doelen zijn erg hoog gegrepen, maar hier wordt hard aan gewerkt, ook in deze richting is er voortdurend ontwikkeling. Ouders, die meer willen weten over de inhoud van deze kerndoelen, kunnen informatie hierover op school opvragen. Streven naar kwaliteit Wat de inhoud van de lessen betreft kiezen we ervoor gebruik te maken van goede methodes. Methodes die precies aansluiten bij de doelen die we willen bereiken, die duidelijke aanwijzingen geven voor de leerkrachten en zinvolle en aantrekkelijke oefeningen bieden aan de leerlingen. In een enkel geval gebruiken we de methode als bronnenboek. Het uitzoeken van nieuwe methodes en het leren werken daarmee is een continue proces, want we willen dat ons onderwijsaanbod eigentijds is en blijft. Maar niet alleen de methode bepaalt de kwaliteit van de les. Even belangrijk is hoe de leerkracht ermee werkt. Ook het werken aan de verbetering hiervan zien we als een continue proces, waarin de leerkracht voortdurend bezig is zijn/haar werk nog beter in de vingers te krijgen. We zijn ervan overtuigd dat we nog niet volleerd zijn en leren nog elke dag, net als de kinderen. Aandacht voor alle leerlingen We streven ernaar dat ieder kind dat op onze school begint, deze ook op een verantwoorde manier af kan maken. Dit houdt in dat we de ontwikkeling van de kinderen heel goed volgen om zo precies mogelijk te weten wat een kind nodig heeft aan begeleiding. In groep 1 t/m groep 8 worden systematisch de toetsen van het Cito-leerlingvolgsysteem afgenomen. (Dat betreft de vakken: taalontwikkeling, diverse onderdelen van rekenen, technisch en begrijpend lezen en spelling.) Alle toetsuitslagen worden bekeken en indien nodig geanalyseerd door de klassenleerkracht en 3x/jaar samen met de Kwaliteits Ondersteuner besproken. Die laatste is een leerkracht, die speciaal tot taak heeft alle activiteiten, die te maken hebben met zorg voor leerlingen te begeleiden en te ondersteunen, zodat de klassenleerkracht er nooit alleen voor staat. De zorg voor de kinderen op onze school is dan ook een gezamenlijke zorg van het team. De Kwaliteits Ondersteuner van onze school is Esther Koeling. De KO-er is, op maandag, dinsdag en donderdag, werkzaam op de Zonnesteen en de Pr. Beatrixschool om aan deze taak te werken. Bij het bekijken van de toetsuitslagen vragen we ons steeds af: Heeft het kind voldoende gehad aan de lessen zoals die gegeven zijn? Kan het kind wat meer aan en zo ja, wat dan? Heeft het kind extra hulp nodig en zo ja in welke vorm dan? Als we extra hulp aan een kind gaan geven, wordt dat vermeld in het groepsplan. Een groepsplan is een overzicht van alle leerlingen waarin, naast het basisaanbod, beschreven staat welke extra hulp/middelen/ondersteuning/uitdaging er binnen de groep aangeboden worden. Bij specifieke hulp wordt contact met ouders opgenomen.
Zelfstandig werken Zelfstandig werken is erg belangrijk op onze school, het is een van de pijlers waarop ons onderwijs steunt. Behalve dat we er tijdens alle lessen naar streven de kinderen zelfstandig te laten doen wat ze zelfstandig kunnen, werkt iedere groep per week drie tot vier periodes van drie kwartier tot een uur aan de weektaak. Deze weektaak wordt aan het begin van de week besproken. De leerlingen maken zelf een planning voor het werken aan deze weektaak. De taken bestaan uit opdrachten die de kinderen zelfstandig, in tweetallen of in groepjes kunnen of moeten
9
maken. Op deze manier leren ze zelf hun tijd zo goed mogelijk in te delen en te benutten. Dat zijn heel belangrijke vaardigheden voor kinderen en tegelijkertijd belangrijk voor hun zelfvertrouwen, want het is goed te ervaren dat je zelfstandig en onafhankelijk iets voor elkaar kunt krijgen. Tijdens het werken aan de weektaak heeft de leerkracht de handen vrij om met kleine groepjes of met individuele kinderen, die wat extra aandacht nodig hebben, te werken. Dit wordt door de leerkrachten consequent gedaan, waardoor in iedere groep de mogelijkheid bestaat tot het geven van extra hulp. Succeservaringen en Betrokkenheid Dit zijn twee kernwoorden, die van grote betekenis zijn op onze school. Het team spant zich in hier in hun onderwijs steeds meer van waar te maken, omdat we ervan overtuigd zijn dat het belangrijke zaken zijn voor de kinderen. Succeservaringen: we willen graag dat kinderen kunnen leren op basis van succeservaringen. Als ze merken dat het goed lukt, is dat een stimulans om verder te gaan en geeft dat motivatie om nog beter je best te doen. Kinderen krijgen daardoor vertrouwen in zichzelf, raken ervan overtuigd dat ze iets kunnen en kunnen dus ook iets. We proberen ons onderwijs zo in te richten dat kinderen de kans krijgen op deze manier te leren. We doen dat steeds meer door extra hulp te bieden voorafgaand aan de klassikale uitleg. De kinderen, waarvan we verwachten dat ze moeite zullen hebben met de aan te bieden stof, krijgen hier vooraf al uitleg over. Deze kinderen beginnen dan met meer zelfvertrouwen en beter gemotiveerd aan de les in de klas, krijgen nog een keer de uitleg en doen bij de verwerking succeservaringen op. Dit werkt uiteraard veel beter dan kinderen eerst te laten mislukken en ze daarna extra hulp te bieden. Betrokkenheid: er kan pas echt sprake zijn van ontwikkeling of van leren als je ook echt betrokken bent, als iets je volle aandacht heeft. Het resultaat van ons werk op school is dan ook voor een groot gedeelte afhankelijk van de mate waarin we kinderen erbij kunnen betrekken en kunnen boeien. Dat beseffen we erg goed, daarom werken we daar hard aan. Dat is geen gemakkelijke opgave, want de aandacht van kinderen wordt tegenwoordig door zoveel andere zaken getrokken. Bijv. computer, sportverenigingen ed. We spannen ons daarom extra in om kinderen uit te dagen, actief te betrekken, eigen initiatieven te laten ontplooien en ervoor te zorgen dat ze niet onder of boven hun kunnen hoeven te werken. Ontwikkelingsgericht werken Om ervoor te zorgen dat er een ontwikkeling plaats vindt bij kinderen, hebben we gekozen voor een manier van werken, die genoemd wordt: 'Ontwikkelingsgericht werken'. In de groepen 1 t/m 4 wordt deze manier van werken al volop toegepast, de leerkrachten zijn erin geschoold en begeleid (iets wat nog steeds doorgaat) en werken met veel enthousiasme en plezier volgens deze methode. Kort gezegd komt het erop neer dat we kinderen veel mogelijkheden geven tot het ontplooien van eigen initiatieven en dat kinderen de kans krijgen eigen keuzes te maken, zodat ze heel betrokken bezig zijn met hun werk of spel. We zorgen ervoor dat ons onderwijsaanbod heel uitdagend is en proberen kinderen steeds een stapje hoger te brengen in hun spel en hun werk. In groep 5 t/m 8 gaan we voorzichtig op de ingeslagen weg verder. Het is een vernieuwingsproces dat van onderaf doorgaat in de hele school. Ook in de groepen 5 t/m 8 wordt met projecten gewerkt en wordt er door de leerkrachten aan gewerkt om zodanig les te geven dat er bij kinderen sprake is van echte betrokkenheid. Samenwerkend leren Kinderen kunnen van en met elkaar veel leren. Samen iets uitzoeken, elkaar iets uitleggen, samen iets tot stand brengen, dat zijn manieren van leren waar kinderen veel aan kunnen hebben. We zoeken dan ook bewust naar mogelijkheden om deze manier van werken geregeld in te bouwen in ons onderwijsprogramma.
10
Het gebruik van de computer in ons onderwijs De kinderen krijgen alle kans gebruik te maken van de computer, want in alle groepen zijn meerdere computers aanwezig. De kinderen in de onderbouw werken met desktops en in de bovenbouw met desktops en laptops. Inmiddels werken wij met Skool. Skool is een heel goede omgeving voor het optimaliseren van de leerlingenzorg en voor het monitoren van de voortgang aangaande werk- en leerprocessen. Skool biedt leerkrachten en leerlingen de mogelijkheid samen te werken, bestanden te delen en van elkaar te leren. Hierdoor wordt leren een sociaal proces en kan leiden tot reflectie en zelfregulering bij het leren: drie thema’s die belangrijk zijn binnen ons onderwijs. Sinds begin schooljaar 2009-2010 werken we in de groepen 1 t/m 8 met een digitaalschoolbord. In deze groepen is het traditionele krijtjesbord door dit moderne bord vervangen. M.i.v. schooljaar 2010-2011 werken we in groep 8 met een touchscreen. De computer neemt dus een belangrijke plaats in in ons onderwijs en deze ontwikkeling zet zich de komende tijd zeker nog door. In welke vakken krijgen de kinderen les? Er wordt uiteraard lesgegeven in de vakken die volgens de wet op de basisschool gegeven dienen te worden. Behalve lezen, taal, schrijven, rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde en diverse expressievakken, zijn dat tegenwoordig ook de vakken: engels, geestelijke stromingen, maatschappelijke verhoudingen, drama en gezond gedrag. M.i.v. schooljaar 2010-2011 gebruiken we ook een methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling: Goed Gedaan. Het voert te ver om op de inhoud van al deze vakken in deze schoolgids uitgebreid in te gaan. We beperken ons ertoe u daarover in het kort te informeren. Dat neemt niet weg dat we het heel belangrijk vinden dat de ouders goed op de hoogte zijn van zaken waar de kinderen op school mee bezig zijn. Daarom wordt in iedere groep in het begin van het schooljaar een informatieavond gehouden. Op deze avond wordt uitleg gegeven over de vakken, waarin de kinderen in dat jaar les krijgen en wat die vakken dat schooljaar inhouden.
De inhoud van het onderwijs
1. De activiteiten in groep 1 en 2 In groep 1 en 2 wordt gewerkt met projecten. Kinderen krijgen de gelegenheid om aan de hand van bepaalde thema's spelenderwijs hun leefwereld te verkennen. Door het aanbieden van uitnodigende situaties, activiteiten en materialen rondom zo'n thema wordt hun ontwikkeling gestimuleerd. Thema's die aan de orde komen zijn bijvoorbeeld: 'Onze emoties'', Veilig verkeer' en “Seizoenen”. In groep 1 en 2 spreken we niet van vakken, maar van ontwikkelingsgebieden. Deze zijn:
Taal en denken: spelend en ontdekkend breidt het kind zijn woordenschat uit, leert zijn gedachten te verwoorden, luisteren en verbanden leggen, communiceren. In groep 2 worden speelse activiteiten aangeboden die een aanzet vormen tot het leren lezen en schrijven. Reken- wiskundeactiviteiten: door middel van constructieve activiteiten, spel en specifieke daarvoor bestemde materialen maakt het kind kennis met
11
getallen, hoeveelheden, maten, gewichten en begrippen. Motoriek: door te bewegen verkent het kind de ruimte om zich heen en leert het dingen met steeds grotere precisie te hanteren. Expressie: in taal, beweging, handenarbeid en muziek leert het kind zijn gedachten en gevoelens te uiten. Sociale vaardigheden en emotionele ontwikkeling: het kind leert samenwerken, delen, voor zichzelf opkomen, vertrouwen hebben in eigen kunnen, omgaan met conflicten, omgaan met gevoelens. Zintuiglijke ontwikkeling: Zoveel mogelijk ervaringen opdoen door goed gebruik te maken van de zintuigen. Door goed te kijken, te luisteren, te voelen etc., leert het kind de wereld om zich heen kennen. 2. De basisvaardigheden Hiertoe behoren de vakken lezen, schrijven, taal en rekenen. Deze vakken vormen samen de basis voor de verdere ontwikkeling van de kinderen. Lezen: De jongste kinderen hebben vaak al een grote interesse voor letters, woorden en boekjes. Er wordt veel voorgelezen, in de luisterhoek 'lezen' de kinderen mee met prentenboeken en in de leeshoek kunnen ze alleen of samen met andere kinderen boekjes bekijken en erover vertellen. In de speelhoek zijn altijd materialen aanwezig, die kinderen uitlokken tot het spelenderwijs beginnen met lezen en schrijven. In groep 3 werken we met de methode 'Veilig leren lezen', als bronnenboek. We beschikken over veel extra materialen om leerlingen op hun eigen niveau (zowel boven, als onder het gemiddelde) te laten werken. In de groepen 4 t/m 8 wordt de methode 'Goed Gelezen' gebruikt. Met behulp van deze methode wordt gewerkt aan het verbeteren van de techniek van het lezen, maar vooral ook aan begrijpend en studerend lezen. Aan lezen wordt bij ons op school erg veel aandacht besteed, want we vinden het een erg belangrijk vak. In de schooljaren 2008-2009 en 2009-2010 is onze schoolcollectie, dank zij steun van onze ouderraad, aanzienlijk uitgebreid. M.i.v. schooljaar 2008-2009 hebben we een centrale schoolbibliotheek ingericht. Met behulp van ouders worden kinderen in de gelegenheid gesteld hier boeken te lenen. Op deze manier realiseren wij een groter en daardoor gevarieerder boekenaanbod voor de kinderen. De kinderen krijgen op vaste momenten de gelegenheid rustig voor zichzelf een boek te lezen en daarvan te leren genieten. In groep 5 t/m 8 worden boekbesprekingen gehouden, een manier van werken om kinderen te stimuleren tot het lezen van boeken. We doen ook aan tutorlezen (oudere kinderen lezen met jongere kinderen). Verder doen we regelmatig mee met activiteiten als voorleeswedstrijden en de kinderjury om kinderen met plezier met boeken bezig te laten zijn. Ook in de kinderboekenweek organiseren we om diezelfde reden allerlei activiteiten. Op school zijn computerprogramma's aanwezig om zowel met technisch, begrijpend als studerend lezen bezig te zijn, maar ook programma's om het plezier in lezen te bevorderen. Schrijven: Voor het schrijfonderwijs gebruiken we de methode ‘Pennenstreken'. In groep 2 beginnen we met voorbereidende schrijfoefeningen en de cijfers. In groep 3 wordt er geleerd om 'aan elkaar' te schrijven. Verder maken we gebruik van de zg. schrijfdans. Hierbij leren de kinderen de schrijfbewegingen in het groot en met het hele lichaam aan, daarna maken we de schrijfbeweging kleiner zodat er schrijfpatronen ontstaan. We besteden er veel aandacht aan, opdat kinderen zich een goed handschrift eigen maken. Met de methode 'Pennenstreken' wordt dan ook tot en met groep 6 gewerkt. Taal: In de taallessen besteden we aandacht aan de mondelinge en de schriftelijke taalvaardigheid. De mondelinge taalvaardigheid bestaat uit: het kunnen spreken in goede
12
zinnen, het uitbreiden van de woordenschat, het opbouwen van een duidelijk en begrijpelijk verhaal, het houden van een goed gesprek, spreekbeurt en presentatie. Ook het luisteren hoort hierbij, het begrijpen wat een ander zegt, het kunnen volgen van een verhaal. Hiermee wordt al in groep 1 op een eenvoudig niveau begonnen. De schriftelijke taalvaardigheid bestaat uit het leren je gedachten en ideeën te uiten in de vorm van het schrijven van allerhande teksten (brieven, verhalen, zinnen). Ook het leren om dit foutloos te doen (spelling) hoort hierbij. We gebruiken de taalmethode 'Taaljournaal' daarvoor. Deze methode is in schooljaar 2006-2007aangeschaft. Rekenen: In groep 1 en 2 leren de kinderen spelenderwijs tellen, meten, wegen, vergelijken van hoeveelheden, sorteren etc., zaken die thuis horen in het rekenonderwijs. Wij werken met de rekenmethode: “Alles Telt”. Met “Alles Telt” doen alle leerlingen mee aan de groepsinstructie. Daarna kan elke leerling de verwerking op zijn eigen niveau doen. Elke leerling, óók de (zeer) zwakke rekenaar, de meer- en hoogbegaafde en de taalzwakke rekenaar. “Alles Telt” heeft aandacht voor automatiseren, o.a. met de unieke kwismaster en een compleet oefenpakket.
3. De wereldoriënterende vakken Dit zijn de vakken, waarin de kinderen leren over de wereld waarin ze leven, hoe die eruit ziet, hoe die is ontstaan, wat er gebeurt, wat er in het verleden gebeurd is, hoe je je daarin kunt bewegen, welke spelregels er gelden in onze samenleving en dergelijke zaken. Wij geven op school de vakken: geschiedenis, aardrijkskunde, natuurkunde en biologie, verkeer, geestelijke stromingen, gezond gedrag, sociale redzaamheid en maatschappelijke verhoudingen. Voor de vakgebieden geschiedenis, aardrijkskunde, natuurkunde/biologie, maatschappelijke en geestelijke stromingen gebruiken we één gloednieuwe methode genaamd “De grote reis” als bronnenboek. Met behulp van deze methode kunnen de leerkrachten rondom centrale thema’s al deze vakgebieden aan de orde laten komen. Hierdoor staat de lesstof van o.a. aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkunde niet meer los van elkaar, maar vormt die een logische eenheid, zoals ook in de maatschappij al deze zaken met elkaar verweven zijn. Daardoor kunnen we (net als in groep 1 en 2) met thema’s werken. We denken dat dit zorgt voor een grotere betrokkenheid van de kinderen, waardoor ze meer belangstelling krijgen voor de lesstof. Deze lesstof wordt op meerdere niveaus aangeboden, waarbij de nadruk ligt op het zelf verwerven en verwerken van informatie. Daarnaast wordt veel gebruik gemaakt van videobanden, schooltelevisieprogramma's, computerprogramma's, praktische oefeningen en excursies zoals bijvoorbeeld natuurwandelingen o.l.v. I.V.N.-gidsen. 4. De expressievakken Op onze school worden structureel de vakken tekenen, handvaardigheid, muziek en drama gegeven. We gebruiken hiervoor de methode 'Moet je doen' als bronnenboek. Deze methode biedt voor al deze vakken een doorgaande lijn van groep 1 t/m 8. Dit schooljaar verzorgen de harmonie en Art 4 You muzieklessen op school. De kinderen komen hier o.a. in aanraking met verschillende muziekinstrumenten. Gymnastiek De gymlessen worden gegeven in de gymzaal aan de Thijmstraat. De kinderen van groep 1 en 2 krijgen naast het spelen in de speelzaal, drie bewegingslessen per week in de speelzaal, de andere groepen twee gymlessen per week. Voor gymnastiek gebruiken groep 3 t/m 8 de methode
13
'Bewegingslessen'. Deze methode wordt stap voor stap gevolgd, zodat er sprake is van een goede opbouw en een doorgaande lijn, zowel in het bewegen, als in het werken met toestellen en het leren van allerlei spelvormen. Verder is er iedere dag aandacht voor bewegen. De kinderen spelen dagelijks buiten, op de ruime speelplaatsen en ons trapveldje naast de school. 5. Engels Dit vak wordt gegeven in de groepen 7 en 8. De voornaamste doelstelling is de spreekvaardigheid van de kinderen in deze taal te stimuleren. We gebruiken daarvoor de methode 'Hello World', die heel veel werkt met dialogen tussen schoolkinderen. De leerlingen leren gesproken tekst te begrijpen en uiteraard ook zelf toe te passen.
14
Hoofdstuk 3: De zorg voor de kinderen In dit hoofdstuk willen we u de volgende informatie geven: 3a. 3b. 3c. 3d. 3e. 3f 3g. 3h.
De opvang van nieuwe leerlingen op school Hoe wordt de ontwikkeling van de kinderen gevolgd? Hoe gaan we om met kinderen die extra hulp nodig hebben? Wat doen we als blijkt dat een kind niet voldoende heeft aan de extra hulp, die we op school kunnen bieden? Hoe wordt de overgang naar het voortgezet onderwijs begeleid? Kinderen die tussentijds de school verlaten Hoe wordt gezorgd voor de gezondheid en de veiligheid van de kinderen? Protocol “De veilige school”
3a. De opvang van nieuwe leerlingen op school. Iedereen die zich thuis voelt bij onze manier van werken is welkom op onze school. Het is altijd mogelijk om leerlingen aan te melden. We vinden het wel fijn als u daarvoor een afspraak maakt, zodat de directeur de tijd heeft om de ouders en hun kind(eren) te woord te staan, de nodige informatie te geven en de school te laten zien. Daarnaast wordt er, meestal in februari, gelegenheid geboden om nieuwe leerlingen aan te melden. Dit wordt dan bekend gemaakt in het plaatselijke weekblad. Kinderen, die leerplichtig zijn, kunnen op ieder gewenst moment binnen de school instromen. Vierjarigen, die starten op de basisschool, plaatsen we op de eerste dag na hun vierde verjaardag. Voordat het kind op school geplaatst wordt, mag het gedurende 5 momenten op school mee komen doen, om alvast een beetje te wennen. Zodra een kind bij ons op school zit, zal de leerkracht de ouders uitnodigen voor een gesprekje over het kind. Leerkracht en ouders kunnen dan ervaringen uitwisselen over de eerste schooldagen van het kind. Ouders kunnen de vragen kwijt, die in deze eerste dagen bij hen opgekomen zijn, maar ook dié zaken over het kind, waar we op school rekening mee moeten houden, zodat het kind zich zo prettig mogelijk kan voelen bij ons. Als een kind een peuterspeelzaal bezocht heeft, ontvangen wij ook (altijd via de ouders) een peuterestafette. Dit is een peutervolgsysteem. De echte leerplicht begint op de eerste dag van de maand, die volgt op de maand dat een kind vijf jaar is geworden. Een kind dat bijvoorbeeld op 10 oktober zijn/haar vijfde verjaardag heeft gevierd, wordt op de eerste schooldag van de maand november leerplichtig. Soms is een volledige schoolweek te lang voor jonge leerlingen. Daarom biedt de leerplichtwet een mogelijkheid tot vrijstelling. Ouders van een vijfjarige leerling mogen, in goed overleg met de directeur, hun kind maximaal vijf uur per week thuis houden. Mocht dit niet genoeg blijken te zijn, dan mag de directeur daar nog vijf uren vrijstelling per week bovenop doen. De mogelijkheid voor vrijstelling is uitsluitend bedoeld om overbelasting van de leerling te voorkomen. Zodra een kind zes jaar is, geldt de overgangsregeling niet meer. Zesjarigen moeten allemaal het volledige onderwijsprogramma volgen. Indien uw kind op vierjarige leeftijd nog niet zindelijk is, is het niet zeker dat we uw kind kunnen plaatsen. U dient dit aan te geven op het moment dat uw kind mag komen “proef draaien” dat uw kind nog niet zindelijk is. We treden dan met u in overleg over de mogelijkheden/aanpak.
15
3b. Hoe wordt de ontwikkeling van de kinderen gevolgd? Wat wij op school willen, is dat de kinderen met plezier naar school gaan en veel leren. De leerkrachten zetten zich in voor een fijne sfeer in hun groep en doen er alles aan uit het kind te halen wat erin zit. Om dat waar te maken moet er goed les gegeven worden en moet goed in de gaten gehouden worden hoe de ontwikkeling van de kinderen verloopt. Om bij te houden of de kinderen voldoende vooruitgaan, hebben we een leerlingvolgsysteem opgezet. Dit leerlingvolgsysteem bestaat uit een aantal toetsen en een aantal observaties, die we regelmatig inzetten. Daarmee volgen we de ontwikkeling van de kinderen en krijgen we tijdig signalen als er iets mis dreigt te gaan. Vanaf groep 3 wordt twee keer per jaar getoetst hoe het staat met de basisvaardigheden: technisch en begrijpend lezen, spelling en rekenen. In januari worden in groep 1 en groep 2 de CITOtoetsen “Rekenen voor kleuters’ en “Taal voor kleuters” afgenomen. In groep 2 wordt nagegaan hoe het zit met de vaardigheden, die kinderen nodig hebben om met lezen, schrijven en rekenen te beginnen in groep 3. Alle toetsen die we gebruiken zijn toetsen, die door Cito speciaal ontworpen zijn voor een dergelijk leerlingvolgsysteem. Maar we vinden het ook belangrijk goed in de gaten te houden hoe het staat met het welbevinden van het kind op school. Dat een kind lekker in z'n vel zit is de eerste voorwaarde waaraan voldaan moet zijn, wil een kind iets kunnen leren. Ook de ontwikkeling van de kleuters willen we goed volgen. Daarom gaan alle leerkrachten van groep 1 t/m groep 8 bij alle kinderen (door middel van observaties) na, hoe het zit met een aantal belangrijke zaken als : het werkgedrag, de contacten met andere kinderen en met de leerkracht, het zelfvertrouwen, de betrokkenheid bij het klassengebeuren etc. Bovenstaande gebeurt bij de groepen 1 en 2 aan de hand van KIJK! en bij de groepen 3 t/m 8 Zien! Alle toetsen en observaties van ons leerlingvolgsysteem staan op een toetskalender, die elk jaar nauwkeurig gevolgd wordt. De uitslagen van de toetsen en de gegevens van de observaties worden tijdens een groepsbespreking 3 x per jaar (indien nodig) door de klassenleerkracht en KO-er bekeken en doorgesproken. Als blijkt dat er kinderen zijn, die niet voldoende vooruit gaan, wordt nagegaan waar dit aan kan liggen en worden zo nodig extra maatregelen genomen. Op deze manier houden we constant de vinger aan de pols, kunnen we niet ineens voor de verrassing komen te staan dat een kind achterop geraakt is en kan meteen ingegrepen worden als dat nodig is.
3c. Hoe gaan we om met kinderen die extra hulp nodig hebben? Op onze school wordt erg veel extra aandacht gegeven aan kinderen die dat nodig hebben. In de praktijk gaat dat om meer kinderen dan men meestal denkt. Als je kinderen en hun ontwikkeling serieus neemt, blijkt dat voor nogal wat kinderen gedurende kortere of langere tijd extra zorg nodig is om de aangeboden leerstof goed onder de knie te krijgen. In iedere groep zijn elk jaar leerlingen die extra hulp krijgen en daarnaast nog leerlingen die wat extra zorg van de leerkracht nodig hebben. Die extra zorg is er in verschillende vormen maar, aan alle vormen
16
van extra hulp stellen we uitdrukkelijk de volgende eisen:
voorop staat dat het kind zijn gevoel voor eigenwaarde behoudt een kind moet succeservaringen op kunnen doen liever preventief werken, dan kinderen eerst een teleurstelling bezorgen als kinderen daaraan toe zijn (en dat is eerder dan vaak gedacht wordt) mogen ze zelf meedenken over de vorm waarin ze hulp ontvangen ouders moeten op de hoogte zijn en erachter staan
De extra hulp wordt meestal gegeven door de eigen leerkracht van het kind. In iedere groep werken de leerlingen enkele keren per week zelfstandig aan hun weektaak. Op deze momenten heeft de leerkracht de handen vrij om met individuele of groepjes kinderen te werken. We werken ook met een zg. tutorsysteem, dat wil zeggen dat oudere kinderen jongere kinderen begeleiden. Het is ook mogelijk dat we met kinderen die dat nodig hebben met een speciaal programma gaan werken. Kortom: we beschikken ondertussen over heel wat mogelijkheden om extra zorg te besteden aan kinderen die dreigen achter te blijven. Om de juiste hulp voor een kind te bepalen kunnen we ook gebruik maken van de diensten van externe onderwijsadvies bureau's. Deze diensten helpt ons, een aantal maal per jaar, met uitzoeken van wat een kind nodig heeft en aankan en met het zoeken naar de juiste vorm van hulp. Ook extra aandacht vragen kinderen, die erg goed kunnen leren en extra uitdagingen nodig hebben, om de lessen interessant te blijven vinden. De leerkrachten zorgen ervoor dat de kinderen geen werk hoeven te maken dat ze al lang onder de knie hebben. Ieder kind heeft er recht op nieuwe dingen te leren, ook het meerbegaafde kind. Daarom is er in iedere groep lesmateriaal aanwezig dat juist voor deze leerlingen bedoeld is en dat uitdagend voor hen is. Als een kind op verschillende gebieden extra hulp nodig heeft en ook lichamelijk en emotioneel wat achter blijft bij de meeste klasgenootjes, kan in overleg met de ouders besloten worden om een groep een jaar over te doen. In groep twee komt dit wel vaker voor, jaarlijks 1 à 2 kinderen. In de andere groepen gebeurt dit erg weinig.
3d. Wat doen we als blijkt dat een kind niet voldoende heeft aan de extra hulp, die we op school kunnen bieden?* Als blijkt dat de extra hulp die we een kind geven niet voldoende resultaat oplevert, gaan ouders, leerkracht (en vaak ook de K.O-er) om de tafel zitten om te bespreken wat er gedaan moet worden. Als men het erover eens is, dat verdere hulp noodzakelijk is, kan het kind aangemeld worden bij de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) van ons samenwerkingsverband ( SWV = Samen Werkingsverband Valkenswaard). School en ouders informeren de PCL over het probleem van het kind, geven aan wat al gedaan is om het probleem aan te pakken en formuleren hun hulpvraag. Die informatie wordt gegeven in de vorm van een onderwijskundig rapport. De leden van de PCL bestuderen de aangereikte gegevens (besluiten eventueel tot aanvullend onderzoek ) en geven ten slotte een advies over de meest geschikte vorm van extra zorg voor het kind. Binnen ons samenwerkingsverband zijn de volgende zorgvoorzieningen mogelijk:
op onze school blijven met een vorm van speciale hulp, bv. hulp vanuit een school voor speciaal basisonderwijs, sbo (ambulante begeleiding), plaatsing op een andere basisschool waar meer specifieke hulp mogelijk is, verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs.
17
Deze commissie beslist over de toelaatbaarheid van een leerling tot de school van speciaal basisonderwijs op basis van het onderwijskundig rapport, waarvan de ouders een afschrift ontvangen. Ook ouders moeten informatie aanleveren, die door de commissie in de besluitvorming moet worden betrokken. Meer informatie over de werkwijze van de PCL is op school door ouders op te vragen (www.swv-valkenswaard.nl) *Vanaf augustus 2014 is de wet passend onderwijs van kracht. De actuele regelgeving is op te vragen bij de directie We vinden het heel fijn om een kind op onze school te houden, tussen de vriendjes uit het dorp, maar dan moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: 1. Het kind moet zich thuis voelen op school en tussen de andere leerlingen. 2. Het kind moet vooruit gaan, er moet ontwikkeling zijn. 3. Het moet verantwoord zijn ten opzicht van de andere leerlingen en de leerkrachten. Meestal is het nodig ons leerstofaanbod helemaal of gedeeltelijk aan te passen aan zo’n kind. We maken daar dan een plan voor dat we handelingsplan noemen. Maar als duidelijk is, dat het niet verantwoord is om een kind op school te houden, omdat we niet de speciale begeleiding kunnen geven die het kind nodig heeft, zullen we dit onder ogen moeten zien. We gaan dan samen met de ouders en het zorgplatform op zoek naar een school die meer mogelijkheden biedt voor het kind. Aantal kinderen verwezen naar het speciaal onderwijs of Speciaal basisonderwijs in de laatste jaren: 2011-2012 2 leerlingen
2012-2013 1 leerlingen
2013-2014 0 leerlingen
De manier waarop wij omgaan met leerlingen, die extra zorg nodig hebben staat beschreven in ons zorgplan. Daarin wordt beschreven:
Hoe we problemen signaleren door middel van het leerlingvolgsysteem dat we hanteren. Welke toetsen we daarvoor gebruiken en wat we doen met de uitslagen van deze toetsen. Hoe we erachter proberen te komen wat er precies aan de hand is en hoe we een extra hulpprogramma opzetten met behulp van een handelingsplan.
3e. Hoe wordt de overgang naar het voortgezet onderwijs begeleid? Het is de bedoeling dat de ouders samen met de kinderen ongeveer halverwege groep acht hun keuze bepaald hebben voor de vorm van voortgezet onderwijs, die het kind gaat volgen. In de maand maart vindt het aanmelden op de scholen voor voortgezet onderwijs meestal plaats. Wij proberen ouders en kinderen bij hun keuze te helpen. Natuurlijk is het zo dat leerlingen en ouders in de loop van de jaren op de basisschool, zich al wel een beeld gevormd hebben van de mogelijkheden en van de interesses van het kind. Maar dit beeld is vaak nog vaag, in het laatste schooljaar moet dat helder en duidelijk worden. Hierbij worden we onder andere geholpen door de Cito Entree Toets (afname einde groep 7) en de Cito Eindtoets (afname halverwege groep 8).
18
Om te kunnen bepalen welke vervolgschool het beste bij het kind past, moeten we het kind goed kennen, maar ook de onderwijsmogelijkheden die er zijn. Ook daartoe is in het laatste basisschooljaar volop gelegenheid. Zowel met de school als met de ouders kunnen de kinderen open dagen bezoeken. In het begin van het schooljaar wordt er een algemene ouderavond gehouden, waar informatie gegeven wordt over alles wat met de keuze te maken heeft. Ook de scholen voor voortgezet onderwijs organiseren informatiebijeenkomsten. Begin februari heeft de klassenleerkracht van groep 8 een gesprek met de ouders, waarin hun het advies van de school gegeven wordt. Dit advies hoeft niet alleen gebaseerd te worden op de prestaties in groep 8; gegevens uit het leerlingvolgsysteem van de hele schoolloopbaan van het kind kunnen zo nodig van dienst zijn bij het bepalen van het advies. En na dit alles is het aan de ouders om samen met hun kind de uiteindelijke keuze te bepalen. Het advies van de school wordt gestuurd naar de school waar de ouders het kind aanmelden. Als al de net genoemde zaken aan de orde zijn geweest, is de keuze meestal niet zo moeilijk meer en kunnen ouders hun kinderen verantwoord en met overtuiging bij een school voor voortgezet onderwijs aanmelden.
3f. Kinderen die tussentijds de school verlaten. Als kinderen tussentijds de school verlaten, bijvoorbeeld door verhuizing, zorgen we ervoor dat het kind op de nieuwe school zo goed mogelijk vooruit kan. Voor iedere leerling die onze school verlaat, wordt een onderwijskundig rapport opgesteld. Dit rapport geeft aan wat het onderwijsaanbod van onze school geweest is en welke resultaten de leerling daarbij behaald heeft. Het onderwijskundig rapport wordt naar de nieuwe school van de leerling gestuurd.
3g. Hoe wordt gezorgd voor de gezondheid en de veiligheid van de kinderen? Om de gezondheid en de veiligheid van onze leerlingen te waarborgen werken we met diverse instanties samen: Vanuit de GGD is een team van de afdeling Jeugdgezondheidszorg verbonden met onze school. Bestaande uit: de schoolarts en de schoolverpleegkundige. Gedurende de basisschoolperiode komt een kind minimaal drie keer in contact met medewerkers van het team: In groep 2
Gezondheidsonderzoek door de schoolarts. De ouders zijn hierbij aanwezig.
In groep 7
Onderzoek door de schoolverpleegkundige naar lengte, gewicht en gezichtsvermogen ( en gehoor, als dat nodig is). De ouders zijn hierbij aanwezig.
De jeugdverpleegkundige van de GGD Zuidoost Brabant is iedere vrijdag van de even weken (met uitzondering van de schoolvakanties) van 9.00-10.00 uur op het wijkgebouw in uw woonplaats aanwezig (ingang aan de Klaproosstraat) om zorgen, vragen of twijfels over opvoeden met u te bespreken. Waar nodig gebeurt dat in samenwerking met de school. Alle gegevens worden vertrouwelijk behandeld. De jeugdverpleegkundige kan u tijdens een gesprek informatie en advies geven. Ook kan ze u verwijzen naar andere instanties die u verder kunnen helpen. Leerkrachten en leerlingen kunnen ook gebruik maken van het Infopunt Opvoeding. School maatschappelijk werk ( SMW) Wat doet het School Maatschappelijk Werk?
19
SMW is een laagdrempelige vorm van hulpverlening voor zowel scholen als leerlingen en hun ouders/opvoeders. SMW heeft als doel om bij te dragen aan een optimale ontwikkeling van het kind / de leerling door al in een vroeg stadium hulp te bieden bij problemen. Want ondanks alle goede zorgen kunnen er in de thuissituatie, in de buurt en op school kleine of grote problemen voorkomen, waarvoor niet altijd een pasklare oplossing voor handen is. De leerling is al een hele tijd erg lastig of brutaal of juist stil en teruggetrokken. Misschien is hij/zij een slachtoffer van pesten of pest het zelf andere kinderen? De leerling heeft emotionele problemen rondom een echtscheiding of het overlijden van een dierbare. Kinderen geven hierbij een signaal af, waarbij hulp geboden kan worden! Als u zich zorgen maakt over uw kind(eren) dan kunt u met vragen terecht bij het SMW.
De aanmelding Zowel de school als de leerling of zijn/haar ouders kunnen een vraag neerleggen bij het SMW. De School Maatschappelijk Werker (SMW-er) maakt vervolgens een persoonlijk afspraak om het probleem helder te krijgen. Dit gesprek kan plaatsvinden op school, op kantoor of in de thuissituatie. De SMW-er stelt vervolgens een plan van aanpak voor. Dat kan bijvoorbeeld inhouden: het geven van informatie en advies een aantal gesprekken met de leerling een aantal gesprekken met de ouders en/of de leerkracht bemiddeling tussen ouders en school praktische ondersteuning in de thuissituatie In onderling overleg zal gekozen worden, hoe het aangemelde probleem aangepakt zal worden. De richtlijn is maximaal vijf gesprekken. Als dat niet voldoende mocht blijken om het probleem op te lossen, dan wordt gezamenlijk gezocht naar een passende doorverwijzing, bijvoorbeeld naar een sociale vaardigheidstraining, Video Interactie Begeleiding of een andere hulpverlenende instantie.
De Arbo-dienst ondersteunt ons bij de zorg voor de veiligheid van het schoolgebouw. Elke vier jaar wordt het schoolgebouw uitgebreid geïnspecteerd op gezondheid en veiligheid voor kinderen en leerkrachten. De zorg voor de veiligheid van het schoolgebouw en de directe omgeving wordt op onze school zeer serieus genomen, daarom is er een arbo-werkgroep geformeerd, bestaande uit een teamlid, die erop toeziet dat eventueel geconstateerde gebreken of onveilige situaties in orde gemaakt worden. Op onze school zijn drie gediplomeerde Bedrijfs Hulp Verleners die zorgdragen voor een ontruimingsplan. Ieder jaar worden ontruimingsoefeningen gehouden. Daarnaast is er een verkeersouder (dhr. Twan Hurkmans), die samen met de school de verkeerssituatie rondom de school in de gaten houdt.
3h. Zorg voor Jeugd In de keten van jeugdzorg werkt een groot aantal instellingen samen. Elk voelt zich vanuit zijn eigen invalshoek zeer verantwoordelijk voor de problemen van of met jongeren. Dat vergt optimale samenwerking, coördinatie, informatie-uitwisseling en afstemming, maar dat werkt nog niet altijd vanzelfsprekend. Soms gaat het niet goed en dan dreigt er een jongere tussen wal
20
en schip te vallen. Soms gaat het zelfs echt mis. Dat moeten we zoveel mogelijk voorkomen. Dat vindt ook de provincie Noord-Brabant. De provincie heeft subsidie beschikbaar gesteld om de coördinatie van zorg in heel Noord-Brabant te verbeteren. Als Basisschool Pr. Beatrix zijn wij aangesloten op het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. Zorg voor Jeugd is bedoeld om problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 – 23 jaar in een vroegtijdig stadium te signaleren en vervolgens de coördinatie van zorg te organiseren. Op deze manier moeten risico’s met kinderen en jongeren worden voorkomen en kan in het belang van de jeugdige en zijn ouders/verzorgers hulp beter op elkaar worden afgestemd. Het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd is beschikbaar gesteld door de gemeente. De gemeente heeft vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) namelijk de taak om problemen bij jeugdigen te signaleren en coördinatie van zorg te organiseren. Binnen onze organisatie kunnen de directeur en KO-er zorgsignalen afgeven in Zorg voor Jeugd. Zo’n signaal geven zij alleen af, nadat zij de ouders/verzorgers hierover hebben geïnformeerd. Bij het afgeven van een signaal wordt geen inhoudelijke informatie geregistreerd. In het systeem komt alleen te staan dat er zorgen zijn over een jeugdige. Als er twee of meer signalen in het systeem staan over dezelfde jeugdige, dan wordt automatisch een ketencoördinator aangewezen. Deze ketencoördinator is een professional van een hulpverleningsorganisatie. Hij/zij inventariseert wat er aan de hand is met de jeugdige en of het nodig is om in overleg met betrokken partijen een hulpverleningsplan op te stellen. Op www.zorgvoorjeugd.nu vindt u meer informatie over Zorg voor Jeugd.
3i. Protocol “De veilige school”. Hieronder vindt u alle afspraken en regels die wij gemaakt hebben om de Pr. Beatrixschool tot een veilige school te maken. Inleiding. Wij vinden dat iedereen zich op school veilig en prettig moet kunnen voelen. Als je je op school veilig voelt kun je ook beter leren en werken. Dat geldt voor leerlingen, leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel, stagiaires en ouders. In een veilige school vertrouw je elkaar, respecteer je elkaar, heb je positieve verwachtingen van elkaar, werk je samen. Zo’n schoolklimaat willen we met elkaar scheppen op de Pr. Beatrixschool en daarvoor is het van belang dat we de omgangsvormen tussen leerlingen en leerkrachten onderling en tussen leerlingen en leerkrachten bespreekbaar maken en vastleggen. De afspraken daarover staan in dit hoofdstuk, het is de gedragscode die we met elkaar afgesproken hebben. Deze gedragscode is goedgekeurd door de MR. Indeling Deel 1: Gedragsregels op de Pr. Beatrixschool Het betreft hier gedragsregels die we met elkaar afgesproken hebben om op school een klimaat te kunnen scheppen dat zich kenmerkt door acceptatie, respect en vertrouwen. Een dergelijk schoolklimaat is een voorwaarde voor leerlingen en personeelsleden om ervoor te zorgen dat zij optimale leer- en werkprestaties kunnen leveren. We hebben gedragsregels opgesteld voor de omgang tussen leerlingen en personeelsleden onderling, maar ook voor de omgang tussen leerlingen en personeelsleden en tussen ouders en personeelsleden.
21
Deel 2: Speciale aandachtsgebieden. In deel 2 hebben we vastgelegd hoe we omgaan met zaken die onze speciale aandacht verdienen. Dat betreft : 2a : Pesten. Zie blz. 23 Deel 1: Gedragsregels op de Pr. Beatrixschool. 1a. Het doel van gedragsregels De gedragsregels die we met elkaar afgesproken hebben, hebben tot doel te zorgen voor een fijn schoolklimaat, waarin leerlingen, leerkrachten en ouders zich veilig voelen. Zowel voor leerlingen, personeelsleden als ouders gelden de volgende basisvoorwaarden: 1. Ze moeten voelen dat ze erbij horen, dat ze gewaardeerd worden. 2. Ze moeten gerespecteerd worden en zich competent kunnen voelen. 3. Ze moeten zover dat mogelijk is eigen keuzes kunnen maken. De gedragsregels maken de doelen die we nastreven expliciet en geven ons handreikingen om het schoolklimaat dat we voorstaan ook daadwerkelijk te bewerkstelligen. 1b. Hoe gaan we om met gedragsregels De regels die in deze gedragscode zijn vastgelegd, zijn besproken in het team. Ze zijn bij alle personeelsleden bekend en gelden voor ieder van ons. Als dat nodig is, spreken we elkaar of de kinderen aan op het naleven van de afgesproken regels. Via de schoolgids worden de ouders in kennis gesteld van deze regels. De normen en waarden van ouders kunnen verschillen van die van de school. (Er zijn bv. ouders die zeggen : “Als iemand je iets doet, sla er dan maar flink op.”) In gesprekken met ouders maken we duidelijk dat deze regel op school niet kan, omdat op school onderstaande regels gelden en dat iedere leerling zich daaraan dient te houden. De regels worden jaarlijks in een teamvergadering geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. In de groepen worden aan het begin van ieder schooljaar met de kinderen samen regels opgesteld die nodig zijn om een fijne sfeer te creëren in de klas en die ervoor zorgen dat de kinderen daar goed kunnen werken. 1c. Preventief werken. Naast het stellen van regels en goed omgaan daarmee, proberen we ook preventief te werken aan een goed en veilig schoolklimaat. In de groepen 3 t/m 8 staat elke week het vak 'Gezond gedrag' op het rooster. In deze lessen leren de leerlingen beter om te gaan met zichzelf en met de ander. Aan bod komt bv. : zelfrespect opbouwen, leren je gedachten en gevoelens onder woorden brengen, leren omgaan met conflictsituaties. Onze gedragsregels hebben betrekking op de volgende relaties: leerling – leerling personeel – leerling leerling – personeel personeel – personeel personeel – ouders De regels m.b.t. de relatie leerling-leerling Gedragscode voor de omgang tussen leerlingen onderling: * Voor groot en klein zullen we aardig zijn * Binnen is een wandelgebied, buiten hoeft dat lekker niet * We zullen goed voor onze spullen zorgen, dan zijn ze te gebruiken voor morgen
22
Deel 2: speciale aandachtsgebieden 2a. Pesten. Pesten wordt op de Pr. Beatrixschool niet getolereerd. We pakken dit probleem heel serieus aan op de volgende manier: a) Door preventief te werken en daarmee het pestgedrag proberen te voorkomen. - De leerkrachten werken aan een goed pedagogisch klimaat, waarin zij kinderen veiligheid en geborgenheid bieden en waarin leerlingen gestimuleerd worden elkaar te respecteren. - In groep 3 t/m 8 staat elke week het vak “Gezond Gedrag” op het rooster. In deze lessen leren de kinderen o.a. wat pestgedrag is, wat voor gevolgen het kan hebben, wat eraan gedaan kan worden om het te voorkomen en wat je moet doen als het toch voorkomt. - Door het maken en hanteren van goede gedragsregels. - Door de sociaal-emotionele ontwikkeling op te nemen in het leerlingvolgsysteem. Eén keer per jaar screent de leerkracht alle leerlingen met behulp van een speciaal daarvoor ontwikkelde lijst en spreekt de gegevens door met de intern begeleider. - M.i.v. schooljaar 2009-2010 gebruiken wij de methode: Goed Gedaan. Dit een programma voor sociaal-emotionele ontwikkeling. Deze methode wordt in alle groepen ( groep 1 t/m 8) structureel gebruikt. b) Door een goed signaleringssysteem, waardoor pestgedrag snel aan het licht komt. - De kinderen leren dat pestgedrag op een of andere manier doorgegeven moet worden aan de leerkracht en dat dit geen klikken is. - De leerkrachten houden regelmatig individuele gesprekjes met de kinderen waarin hun welbevinden op school aan de orde komt. - Eén keer per jaar vullen de leerlingen van groep 6 t/m 8 een schoolvragenlijst in, waarin ook gevraagd wordt naar hun contacten met andere kinderen en naar pestgedrag. - In de ouderenquête wordt gevraagd of de kinderen last hebben van pestgedrag. c) Door zaken als pesten, vooroordelen en discriminatie nooit te negeren. - Wanneer leerkrachten pestgedrag signaleren, wordt daar altijd op gereageerd. Op de eerste plaats wordt het gepeste kind in bescherming genomen en keurt de leerkracht dit gedrag af. Maar daarmee is de kous niet af: alle betrokkenen moeten ervan leren, zowel degenen die pesten, als degene die gepest wordt, als degenen die de zwijgende groep vormen. De leerkracht stelt het gedrag van alle betrokkenen aan de orde en probeert de kinderen inzicht te geven in wat er precies aan de hand is. Leerlingen leren daar in een veilige sfeer open en eerlijk over te praten en actief mee te helpen aan het bedenken van oplossingen. - Aan kinderen met omgangsproblemen wordt extra hulp gegeven. Hoe doen we dit? Op de eerste plaats door te praten met kinderen en door kinderen onder begeleiding samen te laten praten. Het is heel belangrijk dat kinderen leren om problemen, ruzies of irritaties met elkaar uit te praten. Als we merken dat er problemen zijn tussen de kinderen onderling, doen we niet net of er niets aan de hand is, maar nemen we de tijd om hier aandacht aan te schenken. We helpen de kinderen naar elkaar toe te verwoorden, waarom ze zo boos of verdrietig waren. We proberen samen duidelijk te krijgen, waardoor het conflict ontstaan is en helpen hen begrip op te brengen voor elkaars mening. We maken hen duidelijk wat wel en wat niet kan en tenslotte geven we hen tips en laten hen zelf zoeken naar mogelijkheden om in het vervolg beter met een dergelijke situatie om te gaan. Bij pestgedrag worden op tijd de ouders betrokken om samen naar oplossingen te zoeken. d) Door hulp te zoeken als het pestgedrag erg hardnekkig blijkt te zijn.
23
Als een leerkracht steeds opnieuw geconfronteerd wordt met pestgedrag wordt het probleem van zowel de gepeste leerling als van de pester ingebracht in de bespreking met de intern begeleider. Deze heeft diverse mogelijkheden: - Vanuit eigen deskundigheid tips bieden aan de leerkracht. - De problemen inbrengen in het spreekuur met de Schoolbegeleidingsdienst.
Hoofdstuk 4: Het schoolteam Op onze school werken 14 leerkrachten, parttimers en fulltimers. Sommigen zijn vooral bekwaam in het werken met kleuters, anderen in de omgang met en het les geven aan oudere leerlingen. Weer anderen zijn allround. Wij zijn ons er terdege van bewust dat de kwaliteit van een school vooral afhangt van de mensen die er werken. Aan hen vertrouwen de ouders hun kind(eren) toe, zij zorgen ervoor dat de materialen waarover de school beschikt zinvol gebruikt worden. Binnen onze school wordt dan ook veel aandacht besteed aan een goed personeelsbeleid. De teamleden werken niet op eigen houtje, maar besteden veel tijd aan samenwerking en overleg. Leerkrachten helpen elkaar om hun manier van les geven te verbeteren. Ons devies daarbij is: 'De Pr. Beatrixschool is goed, maar het kan altijd beter'. Jaarlijks wordt veel geld uitgegeven aan nascholing, alle leerkrachten volgen cursussen om steeds op de hoogte te blijven en zich verder te kunnen bekwamen in hun vak. Over één ding zijn alle teamleden van de Pr. Beatrixschool het eens: 'Het is hard werken op de Pr. Beatrixschool en de sfeer is prima!' Naast de leerkrachten is er ook een administratief medewerkster, een conciërge en twee interieurverzorgsters verbonden aan de school. De directeur, de heer Gert van Kooij geeft leiding aan het geheel. Op de al eerder genoemde schoolkalender zijn de namen van alle leerkrachten te vinden en ook in welke groepen zij les geven. Het is tegenwoordig niet meer zo dat een leerkracht vijf dagen per week in de klas werkt en daarmee de enige leerkracht van de groep is.
Er zijn leerkrachten die kiezen voor een deeltijdbetrekking. Sommige leerkrachten hebben specifieke taken op school, waardoor zij gedeeltelijk vrijgesteld worden van lesgevende taken. Sommige leerkrachten zijn deskundig op een bepaald vakgebied en geven in dat vak les in meerdere groepen. Leerkrachten hebben mogelijk compensatieverlof.
Hierdoor komt het voor, dat kinderen met meerdere leerkrachten te maken krijgen. Op school zijn goede afspraken gemaakt om ervoor te zorgen, dat er een goede afstemming plaats vindt tussen de leerkrachten die samen in een groep werken. We geven op school ook ieder jaar enkele stagiaires de mogelijkheid om het vak te komen leren bij ons.
24
Hoofdstuk 5: Het schoolbestuur Onze school valt onder het bestuur van SKOzoK, Samen Koersen op Zichtbare Onderwijs Kwaliteit, het bestuur is ontstaan uit de fusie van een aantal schoolbesturen uit Bergeijk, Cranendonck, Leende, Valkenswaard en Waalre. SKOzoK vormt het bestuur van 29 basisscholen en 1 speciale school voor basisonderwijs. Het adres is : Bestuursbureau Kempenland, Pastoor Jansenplein 21, 5504 BS Veldhoven. Missie en Visie van SKOzoK: Missie: De SKOzoK scholen vormen een krachtige leeromgeving waarin kinderen en volwassenen uitgedaagd worden om in een positieve sfeer samen veel te leren. Visie: We verzorgen eigentijds, kwalitatief goed onderwijs, waar de mogelijkheden en interesses van het kind centraal staan. De leerling leert in dialoog met medeleerlingen, de leerkracht en de omgeving. We bieden een passend onderwijsarrangement aan zo dicht mogelijk bij de thuissituatie van het kind. SKOzoK is een open en lerende omgeving voor de medewerkers waarin op professionele wijze wordt gewerkt. Dit houdt onder andere in dat we verantwoordelijkheid nemen, afspraken nakomen en voorbeeldgedrag belangrijk vinden en dat we elkaar hier op aanspreken. We hebben een actieve en duurzame samenwerkingsrelatie met ouders, kernpartners en gemeenten. Onze organisatie wordt gedreven door efficiëntie en effectiviteit om de beschikbare middelen zo goed mogelijk te benutten. We beschikken over relevante managementinformatie om te kunnen sturen op kwaliteit en continuïteit. Meer informatie over SKOzoK is te vinden op : www.skozok.nl
25
Hoofdstuk 6: Het schoolgebouw Onze school ligt op een rustige plek in het dorp Bergeijk, juist achter het centrum “Het Hof”. Rondom de school is veel groen en speelgelegenheid. De school is gehuisvest in een groot gebouw, het voorste gedeelte stamt uit de jaren 80 en het achterste gedeelte is van recentere datum nl. 2000. Dit is duidelijk te zien aan de vrolijke, frisse kleuren. Het schoolgebouw bestaat uit 12 groepslokalen, een speelzaal, een centrale hal en diverse kleinere ruimtes. Op 750m afstand ( Tijmstraat) ligt de gymzaal waar groep 3 t/m 8 gebruik van maken. We hebben nog wel wensen wat betreft de mogelijkheid tot een meer flexibele indeling van ruimtes.
26
Hoofdstuk 7: School- en vakantietijden De schooltijden op onze school zijn als volgt: dagen maandag, dinsdag, donderdag woensdag vrijdag
Groep 1 -8 8.30 – 15.00 uur 8.30 – 12.30 uur 8.30 – 12.30 uur
We streven ernaar precies op tijd met de lessen te beginnen. Om dat te realiseren nemen we vijf minuten voor de aanvang van de school als inlooptijd. Het rooster voor de vakanties en vrije dagen wordt aan de ouders bekend gemaakt, zodra het in de MR besproken is, dit is altijd rond mei in het voorafgaande schooljaar. Het vakantierooster voor het lopende schooljaar is te vinden op de schoolkalender.
Leerplicht Kinderen in Nederland hebben de plicht om naar school te gaan. Een kind mag vanaf zijn vierde op de basisschool komen. In de praktijk stromen alle kinderen direct na hun vierde verjaardag in. De echte leerplicht begint op de eerste dag van de nieuwe maand na zijn of haar vijfde verjaardag. Als een kind bijvoorbeeld in maart vijf jaar wordt, moet het op 1 april van dat jaar naar school. De volledige leerplicht duurt tot en met het schooljaar waarin de jongere zestien wordt. Benutting verplichte onderwijstijd. Door efficiënt om te gaan met onze lestijden, door adequate vervanging bij ziekte van leerkrachten en door een helder verzuimbeleid kunnen we het verlies van leertijd tot een minimum beperken. Het wettelijk minimum aantal te realiseren uren onderwijstijd bedraagt voor de groepen 1 t/m 8 samen 7520 uur.
Gronden voor vrijstelling van het onderwijs en de vervangende onderwijsactiviteiten. De leerlingen van onze school zijn wettelijk verplicht om deel te nemen aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Op verzoek van de ouders is het mogelijk dat de directeur een leerling vrijstelling verleent voor het volgen van het vak godsdienst/levensbeschouwing. Een dergelijk verzoek dient schriftelijk ingediend te worden bij de directeur van de school. Als de directeur deze vrijstelling verleent, geeft hij tevens aan welke onderwijsactiviteit voor de leerling in de plaats komt van die waarvoor vrijstelling verleend wordt. Regels voor schorsing en verwijdering. Als het nodig is tot deze zware maatregelen over te gaan, handelt de directeur volgens hetgeen opgenomen is in artikel 40 van de wet op het Primair Onderwijs. De beslissing tot verwijdering wordt altijd genomen door het schoolbestuur.
Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schoolverzuim. Als de ouders extra verlof wensen voor hun kind dient dit altijd aan de directeur gevraagd te worden. Deze kan in de volgende gevallen extra verlof toekennen:
27
1. Eén keer per schooljaar kan ten hoogste tien dagen extra verlof gegeven worden, als de ouders aantoonbaar vanwege hun beroep (bv. in de agrarische sector of in de horeca), niet in de reguliere vakantie weg kunnen. Deze dagen mogen echter niet vallen in de eerste twee weken van het schooljaar. Als het extra verlof meer dan twee weken betreft, mag de directeur dit niet geven. Dit moet dan gevraagd worden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente. 2. Bij verhuizing binnen de gemeente één dag verlof, buiten de gemeente twee dagen. 3. Voor het bijwonen van een huwelijk in de familie. Richtlijn: een dag verlof. 4. Bij een sterfgeval in de familie. Richtlijn: afhankelijk van wat noodzakelijk is. 5. Bij een huwelijks- of ambtsjubileum. Richtlijn: verlof op de dag van het feest. Dit betekent dat geen verlof gegeven kan worden voor: een tweede vakantie, op wintersport gaan buiten de schoolvakantie, het bezoeken van een pretpark buiten schoolverband, een dag eerder dan de schoolvakantie naar het vakantieadres vertrekken, een lang weekend, waarbij de vrijdag of de maandag vrij gevraagd wordt.
Hoe gaan we om met ongeoorloofd schoolverzuim? Als blijkt dat ongeoorloofd extra verlof opgenomen is, wordt dit als zodanig genoteerd in onze administratie. De ouders worden hiervan op de hoogte gesteld. Als dit nodig geacht wordt (bv. als het meerdere malen voorgekomen is), meldt de directeur ongeoorloofd verzuim aan de gemeente. Als het ongeoorloofd verzuim plaats vindt op drie achtereenvolgende schooldagen, dan is de directeur verplicht dit bij de gemeente te melden. Wij hopen dat ouders begrijpen dat extra verlof geven niet zomaar kan. We hebben ons gewoon aan de regels te houden en dat willen we ook. Ziekmelding en bezoek aan de dokter De afspraak is dat als een kind vanwege ziekte of bezoek aan de dokter niet naar school kan komen, de ouders dit vóór schooltijd aan ons doorgeven. We missen anders het kind en maken ons ongerust als we niet weten of hij/zij wel of niet naar school komt. Het beste is als ouders proberen afspraken bij een dokter buiten schooltijd te plannen. Lukt dit niet, dan kan dit doorgegeven worden aan de groepsleerkracht en vragen we de ouders zelf het kind even op te komen halen. We laten kinderen onder schooltijd niet alleen naar huis gaan. Dit geldt ook als een kind ziek wordt onder schooltijd. Als het nodig is, bellen we de ouders om te vragen het kind op te halen, of als dat niet uitkomt, brengen we het kind naar huis. We sturen kinderen nooit alleen naar huis. We beschikken op school graag voor ieder kind nog over een tweede telefoonnummer (familie of buren bv.), waar we terecht kunnen als de ouders niet thuis zijn. Als een kind niet op school is en we hebben daar geen melding van ontvangen, controleren we altijd waar het kind is. We gaan er nooit van uit dat het 'wel ziek zal zijn'. Als kinderen wat langer op school moeten blijven, bv. om iets af te maken, om mee te helpen het lokaal op te ruimen, of omdat ze na moeten blijven, gebeurt dit niet zonder dat de ouders hiervan op de hoogte zijn. Óf de kinderen hebben het tevoren met de ouders af kunnen spreken, óf ze bellen even vanuit school. Overblijven Elk schoolbestuur is wettelijk verplicht om gelegenheid tot overblijven te bieden. Op onze school hanteren wij een continurooster, d.w.z. dat alle kinderen tussen de middag overblijven. Er bestaat de mogelijkheid tot melkdrinken. De verantwoordelijkheid, voor het overblijven, is in handen van de T.S.O. ( Tussen Schoolse Opvang) die aan de school verbonden is. De kinderen eten van 12.15 -12.30 uur onder
28
begeleiding van de klassenleerkracht in hun eigen lokaal. Even voor 12.30 uur komt de “Overblijfouder” de klas in en neemt de begeleiding over. Er zijn ongeveer 30 ouders die mee helpen bij het overblijven. Bij mooi weer wordt er buiten gespeeld. Aan het overblijven zijn kosten verbonden, deze bedragen op dit moment zowel voor de onderbouw en voor de bovenbouw € 26,00. Jaarlijks wordt bekeken of dit kostendekkend is. Hiervoor ontvangt u jaarlijks van de administratie een rekening. Op onze school is een protocol voor het overblijven opgesteld. Alle overblijfouders worden in de gelegenheid gesteld om scholing te volgen. Velen maken gebruik van deze mogelijkheid. Ook wordt er een cursus kinder-E.H.B.O. verzorgd.
Kinderopvang Onze school werkt samen met Nummereen Kinderopvang . Nummereen Kinderopvang is de overkoepelende naam voor kinderdagverblijf De Paraplu, kinderdagverblijf Duimelot, het peuterprogramma en buitenschoolse opvang Clup Hasta la Pasta. Ook coördineert Nummereen Kinderopvang het overblijven op diverse basisscholen, genaamd TSO De Kempen. Voor kinderen van onze school biedt Nummereen Kinderopvang buitenschoolse opvang aan. Buitenschoolse opvang: Clup Hasta la Pasta Nummereen Kinderopvang verzorgt op onze school buitenschoolse opvang (bso), genaamd Clup Hasta la Pasta. Clup Hasta la Pasta is 52 weken per jaar geopend. Dus ook tijdens schoolvakanties en op studiedagen. Elke dag na school zijn er activiteiten voor de kinderen gebaseerd op de pijlers cultuur, natuur, sport en techniek. Maar natuurlijk is er ook volop ruimte om lekker vrij te spelen! Tijdens schoolvakanties zijn er uitgebreide vakantieprogramma’s, met een divers activiteitenaanbod en leuke uitstapjes. Meer informatie over Clup Hasta la Pasta is te vinden op www.nummereen.com. Ook is hier het digitale inschrijfformulier te vinden.
29
Hoofdstuk 8: Speciale activiteiten Op onze school wordt hard gewerkt, maar als er iets te vieren valt, doen we dat ook en met veel plezier. Wij denken dat het de sfeer ten goede komt, door op momenten die zich daarvoor lenen, met elkaar feest te vieren. Van samen blij zijn, samen op stap gaan, samen genieten van sport, spel, muziek of zang of van samen creatief bezig zijn, kun je veel leren en het verstevigt de band met elkaar. Op het moment dat wij een speciale activiteit buiten de schoolomgeving organiseren, hebben wij extra aandacht voor veilig vervoer, zoals voldoende begeleiding (bij een wandeling) of het gebruik van autogordels e.d. (bij autovervoer). We handelen hierbij conform ons veiligheidsprotocol.
Wat vieren wij zoal op school en welke speciale activiteiten worden georganiseerd? De verjaardagen van de kinderen en de leerkrachten en de bekende feesten Sinterklaas, Beatrixdag, Kerstmis, Carnaval. In de boekenweek organiseren we speciale activiteiten om het lezen van boeken te promoten. Bij het afscheid van groep 8 spelen de kinderen een musical voor de ouders en de medeleerlingen. Met een zekere regelmaat wordt een creamiddag georganiseerd, waarbij kinderen de gelegenheid krijgen deel te nemen aan allerlei creatieve activiteiten naar eigen keuze. Iedere groep onderneemt twee keer per jaar een excursie in de buurt. Het doel van de excursie sluit aan bij het leerprogramma in de betreffende groep. Groep 1 t/m 7 gaat ook elk jaar met de bus op schoolreis. Met de kleinsten gaan we niet te ver uit de buurt, met de groten gaat de reis wat verder weg. We doen mee aan een cultureel project van de Brabantse Kunst Stichting (Bisk), wat inhoudt dat elke groep ieder jaar in aanraking gebracht wordt met een culturele activiteit zoals drama, dans, toneel, film, cabaret of muziek. Aan zo'n voorstelling worden altijd een aantal lessen gekoppeld, zodat de kinderen er veel van opsteken. Iedere groep komt meerdere keren per jaar aan bod om tijdens een weeksluiting aan elkaar en aan de ouders te laten zien en horen wat er zoal in de klas is geleerd op alle mogelijke gebieden. Dit kan een dansje zijn, een lied of toneelstukje, of het voorlezen van een al of niet zelfgeschreven gedicht of verhaal. Op deze manier kunnen kinderen leren zich te uiten en zich te presenteren voor een groep. Daarnaast vinden we het belangrijk dat kinderen leren genieten van elkaars creativiteit en daarvoor aan elkaar waardering laten blijken. Een keer per jaar wordt een sportdag gehouden. Voor de laagste groepen betekent dat, je best doen om zo goed mogelijk een flink aantal behendigheidsspelletjes af te werken, de hogere groepen kunnen zich meten door middel van een atletiekprogramma. Ten slotte, de kinderen van groep 8 gaan vier dagen met een aantal leerkrachten op kamp. Dat is altijd één groot feest en een plezierige afsluiting van acht jaar basisschool. Maar als je een hechte band hebt met elkaar, dan kan het ook zijn dat je bij elkaar wil komen om te laten blijken dat je meeleeft met een trieste gebeurtenis in een gezin of op school. Ook daar besteden we aandacht aan. In een goed pedagogisch klimaat kan en wil je daar niet omheen. Op deze manier willen we allemaal meeleven met een kind dat verdriet heeft.
Hoofdstuk 9: Contacten met ouders De school hecht grote waarde aan een goed en zorgvuldig contact met de ouders. Wij stellen ons zo open mogelijk op en geven veel informatie over alle belangrijke gebeurtenissen op school, over het wel en wee van de kinderen en alle mogelijke schoolzaken. Omgekeerd vinden we het ook fijn als ouders contact zoeken met de school. We stellen het op prijs als we op de hoogte gehouden worden van belangrijke gebeurtenissen thuis. Een goede
30
samenwerking tussen school en thuis bevordert het welbevinden van de kinderen, dat staat vast. In dit hoofdstuk van onze schoolgids beschrijven we op welke manieren de contacten tussen ouders en school geregeld zijn en wat de mogelijkheden zijn voor ouders om zich op een of andere manier voor de school en daarmee voor de kinderen in te zetten. 9a. 9b. 9c. 9d. 9e. 9f. 9g.
Algemene informatie over de school Informatie over de leervorderingen van het eigen kind Op welke manier kunnen ouders actief zijn op school? Informatie van de ouders naar de school toe Hoe gaan we om met klachten? Huiswerkbeleid Sponsoring.
9a. Algemene informatie over de school
De jaarkalender Op de eerste dag van een nieuw schooljaar, of in de laatste week van het voorgaande schooljaar, nemen de kinderen de schoolkalender mee naar huis. De jaarkalender geeft een handig overzicht van alle activiteiten, die in de loop van een schooljaar plaats vinden, aangevuld met andere belangrijke informatie. Deze kalender kan thuis op een in het oog lopende plaats opgehangen worden, waardoor de ouders de belangrijkste schoolwetenswaardigheden steeds bij de hand hebben.
De nieuwsbrief Elke drie weken verschijnt de nieuwsbrief, waarin de meest actuele zaken, die op dat moment op school spelen, aan de orde komen. Omdat de brief elke drie weken uitkomt zijn de ouders steeds goed geïnformeerd over alle gebeurtenissen op school. Alle ouders ontvangen onze nieuwsbrief via de email. Graag bij verandering van uw emailadres dit doorgeven op school. De nieuwsbrief is direct zichtbaar op de website van onze school, www.bsbeatrix.nl
De informatieavonden In het begin van het schooljaar vindt in alle groepen een 'informatieavond' plaats. De leerkracht geeft informatie over het programma, de leermiddelen en de activiteiten van de groep voor dat schooljaar. Ook worden er met de ouders afspraken gemaakt over zaken die in de groep gaan spelen. De informatieavonden vinden op verschillende avonden plaats, zodat ouders die meerdere kinderen op school hebben, in staat zijn meerdere informatieavonden bij te wonen. De ouders van de vierjarigen, die in de loop van het schooljaar nog in zullen stromen, worden ook al op de informatieavond uitgenodigd, zodat ze deze informatie niet hoeven te missen. De kennismakingsavond In het begin van het schooljaar vindt in alle groepen een kennismakingsavond plaats. Hier kunnen ouders, tijdens een tien minuten durend gesprek, kennismaken met de leerkracht(en). De bedoeling van deze avond is dat met name de ouders aan het woord zijn. Hier kunt u vertellen waar de leerkracht bij uw kind rekening mee kan/moet houden. Hoewel alle leerlingen met de vorige leerkracht besproken zijn, kan er recentelijk toch nog een verandering in de persoonlijke situatie hebben plaatsgevonden. Deze avond is dan uitermate geschikt om hier melding van te maken.
Kijkmomenten
31
Een paar keer per jaar worden er een kijkmiddagen gehouden. Dan kunnen de kinderen hun ouders, broertjes en zusjes, opa en oma en wie ze ook mee willen brengen hun eigen klas en de hele school laten zien. De kinderen leiden hun bezoek dan zelf rond en geven zelf de uitleg over alles wat er te zien is. Er zijn ook kijkmomenten voor “nieuwe ouders “. De datums hiervoor worden via de nieuwsbrief en het plaatselijk weekblad bekend gemaakt.
Algemene ouderavond Jaarlijks vinden er nog enkele algemene ouderavonden plaats rond een bepaald thema, soms voor alle ouders, soms voor de ouders van een bepaalde groep.
De website In het digitale tijdperk waarin we leven, hebben wij een up-to-date website. Hier vindt u digitaal alle informatie over onze school. Regelmatig worden er foto’s geplaatst. Het verdient aanbeveling om de onze website, www.bsbeatrix.nl in uw favorieten op te nemen.
Schade “SKOzoK heeft voor al haar scholen een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallen- en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets enz.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dit verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school/het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moet worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus tekort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles wordt er een bal geschopt. Deze komt op een bril van een leerling terecht en de bril is kapot. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.
32
9b. Informatie over de leervorderingen van de kinderen Wij vinden het belangrijk dat ouders op de hoogte zijn van de leervorderingen van hun kind(eren). We doen er dan ook alles aan hierover zo duidelijk mogelijk te zijn. - Op de eerste plaats kunnen ouders regelmatig even binnen lopen om een praatje met de leerkracht te maken over hun kind. - Als het nodig is, kan zowel door de ouders, als door de leerkracht een afspraak gemaakt worden voor een gesprek.
Rapporten Vanaf groep drie krijgen de kinderen drie keer per jaar een rapport mee. Het rapport geeft een duidelijk beeld van de inzet, de werkhouding en de schoolvorderingen van de kinderen. Bij de kleutergroepen werken we met een rapportagekaart. Deze gaat niet mee naar huis, maar, ligt ter inzage op de avond van het ontwikkelingsgesprek.
Rapportbesprekingen Na het opmaken van het eerste en tweede rapport vinden er gesprekken plaats met de ouders. Voor ieder kind wordt er een gesprek van tien minuten gepland. Hier krijgt u inzage in het rapport en kunt u terecht met uw vragen. Op de vrijdag volgend op de gesprekken krijgen de kinderen de rapporten mee naar huis. Na het derde rapport vindt er alleen een gesprek plaats op verzoek van de ouders of leerkracht.
9c. Op welke manier kunnen ouders actief zijn op school? Veel ouders zijn actief op school in een of andere werkgroep, of helpen met de organisatie van allerlei activiteiten. Zij zetten zich op één of andere manier in voor de school, dat kan zijn als organisator van de creamiddag, als hulp bij de organisatie van een feest, als begeleider bij een uitstapje etc. Dit is erg belangrijk voor de school, want zonder de hulp van ouders zouden een heleboel leuke en leerzame activiteiten niet plaats kunnen vinden. Ook voor de kinderen is het fijn als hun ouders op één of andere manier bij de school betrokken zijn, vaak maakt dat voor hen de school nog vertrouwder. Oproep voor ouderhulp wordt via de nieuwsbrief bekend gemaakt. Regelmatig hangen er ook inschrijflijsten op school. Aan iedere groep is een klassenouder verbonden. Dit zijn ouders die ook kinderen in de betreffende groep hebben. Deze ouders zijn het aanspreekpunt voor de leerkracht als die bv. iets in zijn/haar groep wil organiseren, waarbij de hulp van ouders welkom is. De klassenouders regelen dan die hulp door enkele ouders in te schakelen. De klassenouders zijn dus vooral op die ene groep gericht en fungeren als schakel tussen de leerkracht en de ouders. Daarnaast zijn er ouders werkzaam in de ouderraad. De OR die zich ten doel stelt in samenwerking met het team een bijdrage te leveren aan een prettige schooltijd voor de kinderen op de Pr. Beatrix. Zij doen dit door activiteiten te organiseren of door hun medewerking te verlenen aan activiteiten, zoals:
33
het verzorgen van excursies voor de kinderen, het verzorgen van een thema-avond voor de ouders, het meehelpen met de schoolfeesten, het zich mede inzetten om de veiligheid rond de school te verbeteren. Om deze activiteiten en de schoolreis te bekostigen wordt een jaarlijkse ouderbijdrage gevraagd. (In het schooljaar 2012-2013 bedraagt die € 27,50 ) Deze ouderbijdrage heeft een vrijwillig karakter en vormt geen belemmering voor het plaatsen van een kind of voor het meedoen aan een activiteit. Alleen voor de schoolreis geldt dat kinderen waarvoor geen ouderbijdrage betaald wordt, niet deelnemen aan de schoolreis, maar op school een alternatief programma krijgen. Ouders kunnen met opmerkingen of ideeën, die een bijdrage kunnen leveren aan een nog fijner schoolklimaat, altijd terecht bij de leden van de ouderraad, team en/of directie. Hun namen, adressen en telefoonnummers zijn te vinden in de schoolkalender en op onze website. www.bsbeatrix.nl De Medezeggenschapsraad (MR) Wat is het doel van de MR? Het doel van de MR is om bij te dragen aan de kwaliteit van de school. Het MR-werk draait om het innemen van een standpunt ten opzichte van datgene wat het bestuur/schooldirectie doet. De MR heeft over een aantal onderwerpen instemmings- en adviesbevoegdheid. MR-werk gaat eigenlijk maar om één ding: “het reilen en zeilen van de school”. Wie zit er in de MR? In de MR van de school zitten vertegenwoordigers van de ouders (de oudergeleding) en vertegenwoordigers van de personeelsleden (de personeelsgeleding). Ouders en personeelsleden kunnen zich verkiesbaar stellen voor de MR. Wat zijn de bevoegdheden van de MR? De MR heeft algemene en bijzondere bevoegdheden oftewel rechten. Algemene rechten zijn: het informatierecht het recht op overleg het initiatiefrecht Bijzondere bevoegdheden zijn: het instemmingsrecht, dit wil zeggen dat het bestuur een voorgenomen besluit niet eerder mag uitvoeren dan nadat de medezeggenschapsraad ermee heeft ingestemd het adviesrecht, hierbij geldt dat het bestuur een negatief advies van de medezeggenschapsraad beargumenteerd naast zich neer mag leggen
Ouders en personeel moeten bijvoorbeeld beide instemmen met het schoolplan, de schoolgids en de manier waarop ouders betrokken worden bij hulp op school. Over een aantal andere zaken heeft de medezeggenschapsraad adviesrecht, bijvoorbeeld over fusieplannen. In de Wet Medezeggenschap Onderwijs staat nauwkeurig omschreven voor welke onderwerpen welke bevoegdheid geldt. Waar vergadert de MR zoal over? verbeteringen in het onderwijs; schoolgids;
34
visie en toekomstplannen; het vaststellen van vakanties en vrije dagen; het formatieplan; de begroting; het schoolplan; Arbo & veiligheid; zaken die door ouders bij de MR worden aangemeld.
Bijwonen MR vergaderingen Iedere MR vergadering is openbaar, voor zover er geen vertrouwelijke zaken op de agenda staan. Daarom is de vergadering gesplitst in een openbaar en besloten deel. Ouders kunnen als toehoorder bij het openbare deel aanwezig zijn. Wanneer ouders de vergadering als toehoorder bij willen wonen kunnen ze zich aanmelden bij de secretaris, Marieke. Uiteraard kunt u over vragen over uw eigen kind terecht bij de betreffende leerkracht. De MR gaat namelijk niet over problemen van individuele leerlingen, ouders of leerkrachten. Maar mocht u punten hebben die met de organisatie van de school te maken hebben, dan hoort de MR dat graag van u. Hoe is de MR te bereiken? Voor het goed functioneren van de MR is het voor ons van belang om contact te houden met de ouders. Met vragen, opmerkingen of ideeën kunt u altijd bij één van ons terecht. U kunt persoonlijk contact opnemen of een e-mail sturen. Leden van de MR Oudergeleding: Jenny van Oorschot Annekien Jongbloet Jeurske van Kemenade Luchelle Smolders
:
[email protected] :
[email protected] :
[email protected] :
[email protected]
Personeelsgeleding: Gerjanne Lemmens Annie Tubben, secretaris Katrien Thijs
:
[email protected] :
[email protected] :
[email protected]
Naast de medezeggenschapsraad op onze school is er ook nog een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Dit is een overkoepelende MR voor alle medezeggenschapsraden van de 31 basisscholen die aangesloten zijn bij het bestuur van de Samen Koersen Op Zichtbare Onderwijskwaliteit (SKOzoK). De leden van de GMR geven adviezen over de besluiten die het algemeen bestuur van SKOzoK wil nemen. Ook deze raad bestaat weer uit ouders en leerkrachten. Alle ouders die op school komen helpen of met de kinderen in schoolverband ergens naar toe gaan zijn verzekerd. Informatie over deze collectieve verzekering is op school op te vragen.
9d. Informatie van de ouders naar de school toe Al eerder in deze schoolgids hebben we aangegeven dat we het belangrijk vinden om goed op de hoogte te zijn van zaken, die van belang kunnen zijn voor het functioneren van het kind. Ouders zijn altijd welkom voor een gesprek met de leerkracht of de directeur.
35
Daarnaast staan we altijd open voor kritische opmerkingen ten aanzien van ons werk op school. Het werkt prettig als mensen daarmee naar school komen en ons daarover aanspreken. Alleen als we weten wat niet goed gegaan is (en dat kan altijd wel eens gebeuren) kunnen we er iets aan doen. Ieder jaar organiseren we een activiteit om de ouders de gelegenheid te geven kritisch hun mening te geven over de kwaliteit van het onderwijs op de Pr. Beatrixschool. Het ene jaar wordt er een (anonieme) ouderenquête gehouden, het andere jaar is dat een ouderpanel. Een keer in de twee jaar houden we dus een enquête onder de ouders. De mening van de ouders hierover zijn voor ons heel belangrijk. Wij werken er voortdurend aan de kwaliteit van het onderwijs op school te verbeteren. Via deze activiteit willen we de ouders mee laten denken en willen we erachter komen wat ouders zien als sterke en zwakke punten van de school. Bij de enquête kunnen ouders hun mening kwijt over het onderwijs, de sfeer en het werk van de leerkrachten en directie op onze school. De uitslag van de enquête geeft voor ons aan, waar ouders verbeteringen noodzakelijk achten. In het jaar dat er geen enquête gehouden wordt, organiseren we een ouderpanel. We prikken dan uit iedere groep drie ouders die uitgenodigd worden voor deze avond. Op die manier krijgen we een willekeurige groep ouders bij elkaar, die in kleinere groepjes met elkaar gaat praten over vragen die wij hen voorleggen over de kwaliteit van het onderwijs op onze school. Wij willen graag de mening van de ouders over die onderwerpen horen en daar dan ook rekening mee houden. Deze avond wordt georganiseerd door de directie en de voorzitters van MR en Ouderraad.
9e. Klachten De klachtenregeling. Overal waar gewerkt wordt komen wel eens misverstanden voor, of worden er fouten gemaakt. Dat is op onze school niet anders. Ouders zijn altijd welkom bij de leerkrachten om dergelijke zaken te bespreken. Ons streven is dat de leerkracht u altijd serieus neemt en goed naar u luistert, om dan samen naar de best mogelijke oplossing te zoeken. Natuurlijk is het ook mogelijk om met vragen, problemen of klachten over het onderwijs, de aanpak van de kinderen of andere zaken, naar de directeur te stappen. Deze zal proberen zo'n probleem in overleg met de ouders, de groepsleerkracht en eventuele andere betrokkenen zo snel mogelijk op te lossen. Als ouders niet tevreden zijn over de manier waarop een probleem of klacht wordt opgepakt, kunnen ze de zaak bespreken met de interne contactpersoon. Deze laatste is in overleg met het bestuur van de school aangesteld om ervoor te zorgen dat klachten van kinderen of ouders altijd serieus worden genomen en op een passende manier worden afgehandeld. De interne contactpersonen bij ons op school is:
mevr. Debbie Hogenboom ouder vacant
Elke ouder of elk kind kan een beroep op één van hen doen als er problemen zijn. Het gesprek wordt vertrouwelijk behandeld en er worden geen stappen gezet zonder uw toestemming. Zij overleggen met u over wat er moet worden gedaan of wie er moet worden ingeschakeld om tot een goede oplossing te komen. Als dat nodig mocht zijn, wordt een klacht doorverwezen naar de externe vertrouwenspersoon. De externe vertrouwenspersonen zijn mevr. Adrie Verhoef en de heer Henk Karsmakers. Als u met een klacht bij hem komt, zal hij eerst nagaan of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Lukt dit niet, of is de klacht dermate ernstig dat verder onderzoek noodzakelijk geacht wordt, dan kan de klacht ter behandeling voorgelegd worden aan de door de VBKO (Vereniging Besturen Katholiek Onderwijs) ingestelde algemene klachtencommissie, waarbij ons schoolbestuur aangesloten is. Het adres is:
36
Contactgegevens: Mevr. D. Hogenboom, mail :
[email protected] tel. 0497-572781 Mevr. A. Verhoef; mail :
[email protected] tel. 0497-515286 Hr. H. Karsmakers; mail :
[email protected] tel. 040-2215572 Landelijke Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs, Postbus 82324, 2508 EH Den Haag. Tel. 070-3925508 www.geschillencies-klachtencies.nl De tekst van de Klachtenregeling die geldt bij SKOzoK is op school aanwezig en beschikbaar voor ouders. Ook is het mogelijk dat u zich rechtstreeks wendt tot de externe vertrouwenspersoon of tot de algemene klachtencommissie. Dat laatste moet altijd schriftelijk gebeuren. Samengevat : 1. Altijd eerst overleg met de klassenleerkracht. Bij onvoldoende resultaat→ 2. overleg met de directie. Bij onvoldoende resultaat→ 3. overleg met de interne contactpersoon Annie Tubben. Bij onvoldoende resultaat→ 4. inschakeling van de externe vertrouwenspersoon dhr. H. Karsmakers of mevr. A Verhoef Bij onvoldoende resultaat → 5. indienen van de klacht bij de algemene klachtencommissie
9f. Huiswerkbeleid We hebben met alle leerkrachten samen afspraken gemaakt over het geven van huiswerk op onze school. Deze afspraken, ons huiswerkbeleid, worden op de informatieavond besproken en toegelicht zodat u als ouder precies weet wat in dat leerjaar van de kinderen verwacht wordt. In deze schoolgids beperken we ons tot enkele hoofdzaken. Waarom geven wij op school huiswerk? Wij vinden huiswerk zinvol, omdat we denken daar het volgende mee te kunnen bereiken: 1. Huiswerk bevordert de zelfstandigheid van kinderen. Zelf verantwoordelijkheid dragen voor het opgedragen werk, zelf plannen wanneer het gemaakt/geleerd moet worden om er op tijd mee klaar te zijn, biedt kansen om de zelfstandigheid te vergroten. 2. Huiswerk maken betekent uitbreiding van leertijd, waardoor leerprestaties verbeterd kunnen worden. Door naast de leertijd op school ook nog thuis bezig te zijn met het oefenen of herhalen van bepaalde leerstof, kan het leerresultaat positief beïnvloed worden. Ook zit er nogal wat verschil in de tijd die kinderen nodig hebben om zaken als het de tafeltjes, de spelling van bepaalde woorden, of het leren van aardrijkskunde- en geschiedenislessen te leren. Kinderen die daarvoor wat meer tijd nodig hebben, kunnen dit bereiken door er thuis wat langer aan te werken. 3. Een goede voorbereiding op het voortgezet onderwijs. In het voortgezet onderwijs wordt ervan uitgegaan dat huiswerk maken een logisch verlengstuk is van het dagelijks schoolbezoek. Als kinderen daar al wat vertrouwd mee zijn geraakt op de basisschool, zal dat zeker bijdragen aan het zich snel kunnen aanpassen aan de manier van werken in het voortgezet onderwijs. 4. Betrokkenheid van de ouders bij de school en bij het leren van hun kind. Door het huiswerk dat thuis gemaakt wordt, kunnen ouders beter zicht krijgen op wat er op school gebeurt.
37
5. Extra hulp aan leerlingen die leerproblemen ondervinden. Soms wordt huiswerk meegegeven aan kinderen die problemen ondervinden in het onderwijs. Huiswerk zien we dan als een extra steuntje om die problemen het hoofd te bieden. Met deze vorm van huiswerk gaan we wel voorzichtig om, want de kinderen waar het hier om gaat, worden onder schooltijd ook al flink belast. In goed overleg met de ouders bekijken we in zo'n geval wat wel en wat niet kan. In welke groepen krijgen de kinderen huiswerk? In groep 1 t/m 3 is nog geen sprake van huiswerk, alhoewel het meebrengen van bepaalde materialen van thuis als voorloper op huiswerk gezien kan worden. Kinderen dragen er dan immers verantwoording voor dat ze op een bepaalde dag iets van thuis mee naar school brengen. In groep 3 stimuleren wij ouders om thuis met hun kind te lezen. Op onze school wordt vanaf groep 4 t/m groep 8 huiswerk gegeven. De mate waarin en de inhoud van het werk zijn uiteraard verschillend per groep. Alhoewel we de zin van huiswerk wel degelijk zien en kinderen dus ook huiswerk krijgen, wordt de hoeveelheid werk zo beperkt mogelijk gehouden. We gaan serieus om met het geven van huiswerk, maar dan in zodanige hoeveelheden, dat kinderen voldoende ruimte houden om te spelen en hun hobby’s uit te oefenen. Wat kunnen de ouders van de school verwachten? 1. Dat de leerkrachten zich houden aan de eerder genoemde afspraken. Deze zijn juist gemaakt om duidelijkheid voor iedereen te scheppen. 2. Dat de kinderen altijd duidelijke instructies krijgen bij het opgegeven huiswerk om te voorkomen dat ze er thuis niet uitkomen, of onnodig tijd aan hun huiswerk besteden, omdat ze niet goed te werk gaan. 3. Dat leerkrachten altijd open staan voor een gesprek als ouders aangeven dat er iets niet goed gaat met het huiswerk van hun kind (onduidelijkheden, te veel, te moeilijk, geen motivatie, geen tijd etc.). 4. Dat vanuit de school contact met de ouders opgenomen wordt, als blijkt dat een kind regelmatig het huiswerk niet of niet goed maakt of leert. Dit om samen naar oplossingen te zoeken. 5. Dat er naast deze informatie nog voorlichting over huiswerk gegeven wordt op de startavonden in de verschillende groepen. We vinden het erg belangrijk dat ouders goed geïnformeerd zijn. Ook tijdens rapportgesprekken en andere ouderavonden kunnen de ouders altijd met vragen over huiswerk bij de leerkrachten terecht. Hulp geven bij huiswerk Het is voor ouders vaak moeilijk te bepalen in hoeverre ze hun kind moeten helpen bij het maken van huiswerk. Wij gaan ervan uit dat het huiswerk in principe een zaak is van het kind. De leerlingen moeten zoveel mogelijk hun problemen met huiswerk zelf oplossen, ze dragen zelf de verantwoordelijkheid. Als kinderen om hulp vragen, mag die natuurlijk best gegeven worden, maar het is belangrijk dat ouders zich daarbij zó opstellen, dat ze niet de verantwoordelijkheid van het kind afnemen. Iets afvragen, samen de belangrijkste punten uit de leerstof op een rijtje zetten, iets nakijken zijn zaken die prima zijn. Het kind helpen het zelf te kunnen doen is een goed uitgangspunt bij het geven van ondersteuning bij het huiswerk. Anders ligt het bij werk dat meegegeven wordt aan kinderen die problemen ondervinden met de leerstof en daarom extra werk voor thuis meekrijgen. In deze gevallen worden de ouders door de school duidelijk geïnformeerd over hun taak hierin.
38
9g. Sponsoring Het is een verplichting in de schoolgids op te nemen wat het beleid van de school is ten aanzien van sponsoring en welke normen de school daarvoor hanteert. Tot nu toe is er nog geen sprake is geweest van sponsoring, waaruit verplichtingen voortvloeien, waarmee de leerlingen worden geconfronteerd. Dat willen we ook zo houden. We wensen geen afhankelijkheid van sponsors en geen reclame in ons lesmateriaal en onze leermiddelen. Mochten zich in de toekomst ontwikkelingen voordoen, die gaan in de richting van sponsoring, dan zullen we ons houden aan de afspraken die staan in het convenant over sponsoring, dat de staatssecretaris van O.C.W. heeft gesloten met de onderwijsorganisaties en dat op school ter inzage ligt.
Hoofdstuk 10: De resultaten van ons onderwijs In deze schoolgids is uitgebreid beschreven wat we op onze school met de kinderen willen bereiken en hoe we dat proberen voor elkaar te krijgen. Uiteraard willen ouders dan ook wel weten wat de resultaten zijn van ons werk. Slagen we erin onze doelstelling 'Kinderen in een veilige en plezierige omgeving veel te laten leren' waar te maken? Lukt het ons te doen wat we zeggen? Dat is voor de ouders, maar ook voor ons een heel belangrijke vraag. We proberen daar dan ook een zo duidelijk mogelijk antwoord op te krijgen. Het zoeken naar het antwoord op deze vragen noemen we de kwaliteitszorg. Wat we willen weten is: 1. Hoe zit het met het veilige en prettige schoolklimaat dat we willen bewerkstelligen? Wat vinden de kinderen, de ouders en de leerkrachten daarvan? 2. Hoe zit het met de leervorderingen van de kinderen? Is er sprake van goede resultaten? Op de eerste vraag proberen we het antwoord te vinden door het gewoon te vragen aan de kinderen, de ouders en de leerkrachten. Bij de kinderen van de lagere groepen gebeurt dat mondeling. De leerkrachten maken regelmatig een praatje met de kinderen over hoe ze het vinden op school en of ze geen problemen ondervinden. We doen dit om er meteen bij te zijn als kinderen zich niet prettig meer voelen op school of als er sprake zou zijn pestgedrag en gaan er dan ook meteen iets aan doen. De ouders vragen we er natuurlijk naar bij de rapport- en andere gesprekken, want dat moet gewoon in orde zijn, dat is de basis die er moet zijn wil een kind nieuwe dingen kunnen leren. Ook houden we om het jaar een uitgebreide enquête onder de ouders, waarin zij aan kunnen geven wat ze goed vinden op school en wat niet of minder goed. Ook de leerkrachten krijgen in functioneringsgesprekken en werkoverleg alle kans hun mening te geven over het werkklimaat en de sfeer op school. Dat vinden we erg belangrijk, we willen dat de leerkrachten graag naar school komen en daar met plezier hun werk doen. Een gemotiveerde leerkracht met goede zin is immers het beste wat de kinderen in de school kan overkomen. Ouders, die daar belangstelling voor hebben, kunnen de opzet van de ouderenquête op school inzien. Informatie over de resultaten : Cito-eindtoets. De leerlingen van groep 8 nemen ieder jaar deel aan de Cito-Eindtoets. De ouders ontvangen hiervan de individuele uitslag van hun kind. Naast deze individuele uitslagen ontvangt de school ook een schooluitslag. Iedere toets heeft zijn eigen wijze waarop scores berekend worden. De totaalscore op de Cito Eindtoets is een getal dat ligt tussen de 500 en de 550.
39
De afgelopen schooljaren lieten de volgende scores zien: In de tabel is onze school vergeleken met scholen die op het punt van leerlinggewichten ( specifieke leerlingpopulatie van de school) overeenkomen met onze school. Cito Eindtoets 2012 2013 2014
Ons gemiddelde 535,2 536,5 534,1
Landelijk gemiddelde 535,2 535,1 535,2
De uitslagen van de testen en toetsen, die de kinderen in de loop van de jaren op onze school maken worden door ons kritisch bekeken, ze zeggen ons namelijk niet alleen iets over de vorderingen van de leerlingen, maar ook over het peil van ons onderwijs. We werken nu enkele jaren met het leerlingvolgsysteem en kunnen langzamerhand ook gaan vergelijken. We willen een systeem op gaan zetten om alle uitslagen naast elkaar te zetten. Die cijfers kunnen ons informatie geven over hoe het staat met ons onderwijs: is er vooruitgang te zien, bij welke onderdelen is verbetering nodig? etc. De uitstroom van onze leerlingen naar het voortgezet onderwijs in de laatste jaren : VMBO – basis en kader VMBO – gemengd en theoretisch. HAVO / VWO TOTAAL
10-11
11-12
12-13
1 6 20 27
5 11 15 31
5 8 14 27
40
Hoofdstuk 11: 'De Prinses Beatrixschool is goed, maar het kan altijd beter' Zoals u heeft kunnen lezen, durven we heel positief te zijn over onze school, we denken dat we heel verantwoord bezig zijn en dat we onderwijs van goede kwaliteit leveren. Maar dat wil niet zeggen dat we denken er te zijn. Het kan altijd beter en er zijn nog diverse zaken waar we aan moeten werken en ook aan willen werken om de kwaliteit voor elkaar te krijgen die we graag willen bereiken. In onderstaande tabel zijn de zaken opgenomen die wij heel belangrijk vinden en waar we dagelijks aan werken om dat stapje voor stapje steeds beter te realiseren: Wat betreft de leerlingen: Wat betreft de leerkrachten: Er wordt gezorgd voor een klimaat waarin de Er wordt gezorgd voor een klimaat waarin de basisbehoeften relatie, competentie en basisbehoeften relatie, competentie en zelfstandigheid vervuld kunnen worden. zelfstandigheid vervuld kunnen worden. Er is sprake van een krachtige leer- en werkomgeving, een veilig en inspirerend leerklimaat, waar - leerlingen initiatieven mogen tonen, - leerlingen de kans krijgen dat wat ze Zelfstandig kunnen ook zelfstandig te doen - leerlingen mede verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen leerproces.
Er is sprake van een krachtige leer- en werkomgeving, een veilig en inspirerend leerklimaat, waar - leerkrachten initiatieven mogen tonen, - leerkrachten de kans krijgen zelfstandig zaken af te handelen, - leerkrachten verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen leerproces.
Iedere leerling krijgt de kans om echt te leren, mogelijkheden en interesses van de leerling en het leerstofaanbod zijn op elkaar afgestemd. Verschillen tussen leerlingen vormen geen probleem, maar een uitdaging en worden actief gebruikt in het versterken van het leerproces!
Iedere leerkracht wordt uitgedaagd tot leren. Dat leren is gericht op versterking van het pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht en daarmee op de kwaliteit van de school. Er is sprake van erkende ongelijkheid waarbij het kennen van eigen zwaktes een sterkte is en gebruik gemaakt wordt van elkaars kwaliteiten. Bij het onderwijs wordt ervan uitgegaan dat leren Bij het onderwijs wordt ervan uitgegaan dat een actief proces is. leren een actief proces is. Leerlingen krijgen de gelegenheid voor interactie Leerkrachten krijgen de gelegenheid voor en samenwerkend leren. interactie en samenwerkend leren. Er wordt gestreefd naar een hoge betrokkenheid Er wordt gestreefd naar een hoge van leerlingen. betrokkenheid van de leerkrachten. Er wordt toegewerkt naar een moderne werk- en leeromgeving met ICT als belangrijk leermiddel en medium voor een open communicatie met de omgeving. Het begeleiden van de leerlingen gebeurt ontwikkelingsgericht. De leerkracht geeft het goede voorbeeld en wil zelf leren, durft kritisch naar zichzelf te kijken, maakt gebruik van reflectie en is op deze manier de juiste persoon om de leerprocessen te begeleiden.
Er wordt toegewerkt naar een moderne werken leeromgeving met ICT als belangrijk leermiddel en medium voor een open communicatie met de omgeving. Het begeleiden van de leerkrachten gebeurt ontwikkelingsgericht. De directeur geeft het goede voorbeeld en wil zelf leren, durft kritisch naar zichzelf te kijken, maakt gebruik van reflectie en is op deze manier de juiste persoon om de leerprocessen in zijn school te begeleiden.
Natuurlijk kun je niet alles tegelijk veranderen of verbeteren, dat zou zelfs niet goed zijn. Wel maken we ieder jaar een planning van de zaken die we in het komende schooljaar gaan aanpakken of bijzondere aandacht willen geven. Die planning noemen we ons ontwikkelingsplan.
41
Concrete doelstellingen voor het schooljaar 2014-2015. Doelen : Wat willen we bereiken?
Welke concrete resultaten willen we zien, willen we kunnen zeggen dat ons doel bereikt is?
1. Alle scholen hebben een basisarrangement van de onderwijsinspectie.
Onze school scoort minimaal gemiddeld op de eindscore van cito, zoals mag worden verwacht van de schoolgroep waarin onze school zich bevindt. We bewaken, minimaal 2 x per jaar na de afname van midden – en eindtoetsen van Cito, de tussenopbrengsten en stellen daarop ons handelen af.
2. Leren leren
De school ontwikkeld een doorgaande lijn in het bevorderen van zelfstandigheid en leren leren. In de groepen 3 t/m 8 wordt met name het structureel cooperatief leren in de praktijk gebracht. In de groepen 1-2 wordt het werken in (thema) hoeken ontwikkeld.
42
Hoofdstuk 12: Namen en adressen Schoolteam: Directeur: Dhr. B. Arnold Kwaliteitsondersteuner: Esther Koeling Leerkrachten: Mw. Marjolein Brands Mw. Hannie Coppelmans Mw. Petra Grieten Mw. Lenny Groos Mw. Gerjanne Lemmens Mw. Katrien Thijs Mw. Debbie Hogenboom Mw. Marloes Koopmans Dhr. Jan Moors Mw. Annie Tubben Mw. Rennie v.d. Vliet Dhr. Marnix Capel
Administratie: Mw. Anita Hompes Conciërge: Dhr. See Wijnen
Huishoudelijk dienst: Mw. Nannie Boeren Mw. Annie van Raay
Contact personen TSO ( tussen schoolse opvang) op school: Mw. Hanneke van Gemert tel: 0497-575596 Mw. Suzet Hoeks tel: 0497-574804
De ouderraad: Voorzitter: Mw. Joyce Schram. Email:
[email protected] Penningmeester: Mw. Monique Termaten Leden: Mw. Carolien Bone Mw. Mariska van der Ceelen Mw. Judith Jansen Mw. Maaike van Oirschot Mw. Annette Rouwen Mw. Joyce Schram Mw. Monique Termaten
43
Externe personen en instanties Schoolbegeleidingsdienst De Kempen Eikenburg 2 5521 HZ Eersel Tel. 0497-515224 Directeur: Mevr. M. van Aalderen Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Inspecteur: Dhr. B.J.Th.M de Goei Vragen over onderwijs: tel. 0800-8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: Meldpunt vertrouwensinspecteurs tel 0900-1113111 (lokaal tarief) College van Bestuur ( SKOzoK) Mevr. I. Sluiter en dhr. C. Segers Pastoor Janssenplein 21, 5504 BS Veldhoven Tel. 040-2531201 Jeugdarts / Jeugdverpleegkundige G.G.D. Zuidoost-Brabant De Callenburgh 2 5701 PA Helmond Tel. 0492-584821 School Maatschappelijk Werk. Mevr. K Tamminga Dommel/regio Maastrichterweg 51, 5554 GE Valkenswaard Tel. 040-2048500 Klachtenregeling Voor adressen zie hfdst. 9.
44
Tot slot U hebt nu onze schoolgids gelezen. We hebben geprobeerd om een zo volledig mogelijk beeld te geven van onze school en onze manier van werken. Of we daarin geslaagd zijn kunnen vooral de ouders ons vertellen. We vinden het dan ook fijn om opmerkingen of suggesties te krijgen over deze gids, daar kunnen we bij een volgende druk weer gebruik van maken.
45