SCHOOLGIDS

SCHOOLGIDS 2014-2015

EEN WEGWIJZER VOOR IEDEREEN DIE WIL ONTDEKKEN WAT ONZE SCHOOL KINDEREN EN OUDERS TE BIEDEN HEEFT

Inhoudsopgave

pagina

Een woord vooraf

3

1.

De school

4

2.

Waar de school voor staat

5

3.

De organisatie van het onderwijs

6

4.

De zorg voor de kinderen

11

5.

De resultaten van het onderwijs

19

6.

De leerkrachten

20

7.

De ouders

21

8.

De ontwikkeling van het onderwijs in de school

25

9.

Regeling school- en vakantietijden

26

10.

Namen en adressen

28

Bijlage 1:

Omgangsprotocol

30

Bijlage 2:

Nog even dit

36

Bijlage 3:

Vakantietijden en gymnastiekrooster

38

Bijlage 4:

Internetprotocol

40

Bijlage 5:

Schoolondersteuningsprofiel

41

Bijlage 6:

Jaarverslag 2013-2014

42

Bijlage 7:

Jaarplan 2014-2015

49

Bijlage 8:

overzicht gebruikte methoden

53

Bijlage 9:

Overblijven en buitenschoolse opvang

54

Bijlage 10:

Regelgeving vrijstelling schoolbezoek

55

Bijlage 11:

Waar kan ik met mijn klacht terecht?

56

Schoolgids 2014-2015 Sint Jozefschool Moordrecht

Pagina 2

EEN WOORD VOORAF Waarom een schoolgids voor ouders ? Een schoolgids laat zien wat ouders van een school kunnen verwachten; wat de mogelijkheden van een school zijn om kinderen te begeleiden op hun leerweg door het basisonderwijs. Scholen verschillen in de manier van werken, in de leerstof die wordt aangeboden en in sfeer. Alle scholen hebben kwaliteiten, maar deze zijn niet op alle scholen hetzelfde. Deze schoolgids geeft aan waar de Sint Jozefschool voor staat, zodat ouders weten waar ze de school op kunnen aanspreken. Nieuwe ouders kunnen nagaan of onze school een goede keus is voor hun kind. Wat staat er in deze schoolgids ? In de inhoudsopgave leest u de namen van de hoofdstukken in deze gids. U komt met name de volgende wezenlijke dingen tegen:    

de opzet van het onderwijs hoe de zorg voor kinderen er in de praktijk uitziet wat van de ouders verwacht wordt en wat ouders van school kunnen verwachten de resultaten van het onderwijs op onze school

Verzoek aan ouders om te reageren Als u in deze schoolgids belangrijke informatie mist of bepaalde zaken onduidelijk vindt, kortom: suggesties voor verbetering heeft, dan kunt u met de directeur contact opnemen. De schoolgids is digitaal op te halen via de website van de school: www.sintjozefschoolmoordrecht.nl


Pagina 3

1.

DE SCHOOL

1.1

Richting

De officiële naam van de school luidt: ‘R.K. Basisschool Sint Jozef’, meestal spreken we over de Sint Jozefschool. De school bestaat al lang: in 1913 werd de school opgericht als onderdeel van een schippersinternaat in Moordrecht. Sinds het internaat is opgeheven functioneert de school zelfstandig. We zijn een katholieke school, die zoveel mogelijk een plaats wil bieden aan iedereen die zich in onze identiteit en de uitgangspunten van onze catechese kan vinden. 1.2

Schoolbestuur

Onze school maakt deel uit van Stichting ‘De Groeiling’. Zij vertegenwoordigt het katholiek onderwijs in tien gemeenten waarin tweeëntwintig scholen, zesduizend leerlingen en zeshonderd medewerkers. De Groeiling biedt kwalitatief goed onderwijs, met oog voor de individuele ontwikkeling van het kind. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de website www.degroeiling.nl. De organisatie heeft een College van Bestuur (CvB) en een Raad van Toezicht (RvT). Elke school heeft een schoolleider die de teams op de scholen aanstuurt. De RvT, bestaande uit vrijwilligers, houdt toezicht op de stichting. Het CvB bestaat uit Harry v.d. Kant en Els van Elderen. 1.3

Directie en managementteam

De directeur is Ria van der Horst. Zij legt jaarlijks verantwoording af aan het bestuur over het gevoerde beleid. Daarnaast werkt de school met een managementteam, waarin de drie bouwcoördinatoren en de directeur zitting hebben. Dit MT houdt zich bezig met beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende zaken. 1.4

Situering van de school

Onze school staat in de bloemenbuurt aan de Leliestraat. Het is de enige katholieke school in Moordrecht. Kinderen van onze school komen uit Moordrecht en omgeving. We beschikken over negen groepslokalen, een aula, diverse kleinere werkruimtes, twee speelplaatsen en een speelzaal voor de kleuters. Als alles volgens plan verloopt kunnen we m.i.v. het schooljaar 2015-2016 gebruik gaan maken van een nieuw schoolgebouw. Het onderwijs in lichamelijke opvoeding vindt voor groep 3 t/m 8 plaats in sporthal De Zuidplas. De groepen 1 en 2 benutten daarvoor onze eigen speelzaal, evenals groep 3 (één keer per week) tot de kerstvakantie. 1.5

Schoolgrootte

Per 1 september 2014 zitten er ongeveer 210 kinderen op school. Het team bestaat uit vijftien leerkrachten, een directeur, een intern begeleider, twee remedial teachers, twee onderwijsassistentes, een administratief medewerkster en een conciërge. Het merendeel van de personeelsleden werkt in een deeltijdfunctie.


Pagina 4

2.

WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT

2.1

Missie en uitgangspunten

2.1.1 Missie Respect voor iedereen, verantwoordelijkheid voor elkaar en erkenning van mogelijkheden en onmogelijkheden. Dat is wat de St. Jozefschool te bieden heeft aan kinderen, ouders en leerkrachten. Wij vinden dat elk kind geholpen moet worden bij het ontplooien en ontwikkelen van talenten. We vinden ook dat er aan kinderen geen eisen gesteld moeten worden die boven hun mogelijkheden liggen. Daarnaast vinden we het nodig dat kinderen regels, normen en waarden krijgen aangereikt en dat ze zelf het nut daarvan leren inzien. 2.1.2 Uitgangspunten Het geven van onderwijs behoort tot de voornaamste taken van onze school. De vraag of daar een stuk opvoeding moet bijkomen wordt door ons positief beantwoord. Om als een werkelijk volwassen mens door het leven te gaan is meer nodig dan leren. Het stap-voorstap bijbrengen van verantwoordelijkheid, leren samenwerken, creatief denken en zorg voor anderen zijn minstens net zulke belangrijke zaken. Wij gaan er vanuit, dat elk kind kan leren; daarbij verschilt het leertempo en eindigt in groep acht niet elk kind op hetzelfde niveau. In ons onderwijsaanbod wordt de nadruk gelegd op het bijbrengen van kennis, het aanleren van houdingen en het inoefenen van vaardigheden. We willen een leefgemeenschap zijn, waar kinderen niet alleen maar leren, maar zich ook kunnen ontwikkelen in een houding van zelfvertrouwen, zelfkennis en positief denken en doen. In de samenleving wordt verschillend gedacht over geloven. Wij respecteren die verscheidenheid. Op onze school proberen we de kinderen een gelovige houding bij te brengen vanuit het katholieke perspectief. In onze catecheseprojecten leggen we een relatie tussen bijbelverhalen en de huidige tijd. Daarom wordt in die projecten ook veel gebruik gemaakt van eigen ervaringen van kinderen en leerkrachten 2.2

Het klimaat van de school

Een veilig gevoel bij kinderen is ontzettend belangrijk. Alleen als kinderen zich op hun gemak voelen en met plezier naar school gaan, zullen ze floreren en het onderwijs als een uitdaging zien. Een veilig, vriendelijk en rustig klimaat geeft kinderen kansen. Goed en gezellig gedrag wordt daarom bewust geprezen, maar als dat nodig is, worden kinderen ook aangesproken op onjuiste gedragingen. We werken voortdurend aan orde en regelmaat binnen de groepen en binnen de school. Pestgedrag wordt door de groepsleerkracht zo snel mogelijk aangepakt, omdat bij adequaat en tijdig ingrijpen de schade het kleinst is. We vragen ouders die pestgedrag signaleren daarover de betrokken leerkracht tijdig te informeren. Op schoolniveau bestaan afspraken over de aanpak van pesten. In ieder geval wordt aan het begin van elk schooljaar in alle groepen aandacht besteed aan dit onderwerp. Al enige jaren werken we met een omgangsprotocol (bijlage 1). Daarin beschrijven we stap voor stap hoe we de omgang met elkaar zo prettig mogelijk willen laten verlopen en wat te doen als zich daarbij problemen voordoen. Met het oog op het welbevinden van de kinderen doen we ons best om de school zo schoon mogelijk te houden.


Pagina 5

3.

DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS

3.1

De organisatie van de school

3.1.1 Schoolorganisatie Onze school werkt met het jaargroepensysteem, waarbij kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd bij elkaar in een groep zitten. Elke groep heeft een eigen lesprogramma. Door middel van onderwijsmethodes (vanaf groep 3) sluit het onderwijs van jaar tot jaar goed aan. In de kleutergroepen werken we met 2 gemengde groepen; jongere en oudere kleuters werken samen in een groep. Daarnaast is er structureel vanaf januari een instroomgroep voor de jongste kleuters. De groepen zijn verdeeld in een onderbouw (groep 1 en 2), middenbouw (groep 3, 4 en 5) en bovenbouw (groep 6, 7 en 8 ). Er is regelmatig bouwoverleg waarin allerlei zaken aan de orde kunnen komen die specifiek een bouw aangaan. Daarnaast zijn er reguliere teamvergaderingen; daarin bespreken leerkrachten onderwerpen, die voor alle teamleden relevant zijn. Naast de teamvergaderingen zijn er themavergaderingen, zorgbreedtevergaderingen en studiedagen. Daarin proberen we vorm te geven aan onderwijskundige veranderingen. We bespreken met elkaar hoe we de theorie kunnen vertalen naar de praktijk op onze school. 3.1.2 Groepsindeling Dit schooljaar hebben we tot de kerst acht groepen en daarna negen; dan komt er een instroomgroep voor de jongste kleuters bij. Kleuters die 4 jaar worden van december t/m mei komen in deze instroomgroep. Kleuters die vanaf 1 oktober t/m eind november 4 worden, worden vanaf januari in deze instroomgroep geplaatst, Tot die tijd zullen ze in een van de twee reguliere kleutergroepen geplaatst worden. Eveneens is het mogelijk om kinderen die vanaf 1 oktober t/m eind december 4 jaar worden pas te laten instromen in januari, als de instroomgroep start. Met ouders overleggen we de voor hun kind meest passende oplossing. In de groepen 3 t/m 8 hebben we geen combinatiegroepen, maar alleen aparte klassen. 3.1.3 Groepsgrootte Uitgangspunt is een school met 9 groepen met in principe maximaal 30 kinderen per groep. Als gevolg van bijzondere omstandigheden kan het voorkomen dat groepen meer dan 30 kinderen hebben. In het huidige schooljaar tellen de meeste groepen 25 à 30 kinderen. 3.2.

Wie werken er in de school ?

Groepsleerkrachten zijn de hele dag voornamelijk bezig met lesgeven aan groepen. In de groepen worden de leerkrachten (deels) ondersteund door de onderwijsassistentes. Voor de coördinatie en organisatie van de zorg aan kinderen met leer- en ontwikkelingsproblemen is onze intern begeleider (i.b.’er) twee dagen per week actief bezig. Daarnaast beschikken we over tijd voor remedial teaching (r.t.), extra hulp voor kinderen die regelmatig buiten de groep gegeven wordt. Daarvoor is dit jaar bijna 1,5 dag per week beschikbaar. Tussen groepsleerkracht, i.b.’er en r.t.’er is geregeld overleg over de voortgang. Logopedie wordt verzorgd door de jeugdgezondheidszorg van de GGD Hollands Midden. De logopedist van de afdeling Logopedie onderzoekt kinderen met spraakproblemen, taalontwikkelingsproblemen, stemproblemen, luisterproblemen en afwijkend mondgedrag. De logopedist op school werkt alleen preventief. Onder preventie vallen screening, onderzoek en adviesgesprekken. Alle kinderen worden rond hun 5e verjaardag na toestemming van de ouders gescreend. Ouders krijgen hier van te voren schriftelijk informatie over en via een vragenlijst wordt het oordeel van de ouders en de leerkracht gevraagd.


Pagina 6

Voor kinderen uit alle groepen geldt: als u twijfelt over de spraak-taalontwikkeling van uw kind, dan kunt u het via de leerkracht aanmelden voor een logopedische screening. Indien logopedische behandeling nodig blijkt te zijn kan de logopedist op school u adviseren in het vinden van een logopediepraktijk bij u in de buurt. De conciërge verricht allerlei ondersteunende werkzaamheden in de materiele en logistieke sfeer; hij is per week vier ochtenden aanwezig. De directeur is onder verantwoordelijkheid van het bestuur belast met de dagelijkse leiding van de school. Zij wordt bij haar taken een aantal uur per week ondersteund door de administratief medewerkster. Bouwcoördinatoren verzorgen diverse taken die specifiek de onder-, midden- of bovenbouw aangaan: zij zitten ook het bouwoverleg voor en zijn lid van het managementteam van de school, dat onder verantwoordelijkheid van de directeur beleidszaken bespreekt.

3.3

De activiteiten voor de kinderen

3.3.1 Activiteiten bij de kleuters We werken in de kleutergroepen veel met projecten die aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen. Hierbij komen allerlei aspecten aan bod die belangrijk zijn als voorbereiding op het latere lees-, taal- en rekenonderwijs. Belangrijke steunpunten voor het onderwijs aan kleuters zijn het dagelijkse kringgesprek, het werken in hoeken met gevarieerd, veelal expressief materiaal, het werken met ontwikkelingsmateriaal en de zintuiglijke en lichamelijke oefening; voor dat laatste beschikken we over een eigen speelzaal en een ruime speelplaats, waarvan vrijwel dagelijks gebruik wordt gemaakt. 3.3.2 Basisvaardigheden (lezen, taal, schrijven en rekenen) In groep drie beginnen we met methodisch lees-, taal-, schrijf- en rekenonderwijs. Voor een deel vindt dat plaats tijdens het werken in hoeken, net als in de kleutergroepen. Al vrij snel worden verschillen tussen kinderen duidelijk. Bij veel vakken geven de gekozen methodes handreikingen om extra hulp te verlenen aan kinderen die dat nodig hebben. Ook bevatten vrijwel alle methoden aanwijzingen voor de leerkrachten om goed te kunnen omgaan met verschillen tussen kinderen. Als dat wenselijk is, wordt met andere materialen geprobeerd zo goed mogelijk hulp te verlenen. Voor het aanvankelijk lezen in groep 3 gebruiken we de methode ‘Veilig leren lezen.` Deze methode biedt de mogelijkheid om gedifferentieerd te werken. In groep 3 wordt bij lezen op verschillende niveaus gewerkt. Kinderen die al kunnen lezen bij de start in groep 3 krijgen al snel uitdagende materialen aangeboden. Daarnaast krijgen kinderen met een minder snelle leesontwikkeling verlengde instructie. Aansluitend aan de methode `Veilig leren lezen`gebruiken wij in de groep 4 t/m 8 de methode `Estafette`voor het voortgezet technisch lezen. De leerlingen kunnen met deze methode veelal zelfstandig en op eigen niveau werken. Instructie wordt alleen gegeven, als de leerling daar behoefte aan heeft. Naast het leren lezen wordt er ook veel gedaan aan leesmotivatie en leesbeleving; dat gebeurt o.a. door vrij lezen, voorlezen en bezoeken aan de bibliotheek. Als kinderen het technisch lezen aardig onder de knie gaan krijgen wordt er meer aandacht gegeven aan begrijpend en studerend lezen. Het schrijfonderwijs begint eigenlijk al gericht in groep 2. Diverse voorbereidende oefeningen komen aan bod om met name de motoriek te oefenen. In alle groepen is er methodisch schrijfonderwijs.


Pagina 7

Bij taal is er o.a. volop aandacht voor leren spreken, luisteren en de eigen mening goed leren verwoorden. Daarnaast voorziet de methode in een aparte spellingsleergang. Er is ruim aandacht voor herhaling en/of verrijking. Bij rekenen krijgen de kinderen te maken met rekenproblemen in herkenbare situaties. Ook is er ruimte voor verschillen in oplossingsmanieren. Er is veel aandacht voor de ontwikkeling van inzicht o.a. door geregeld met tabellen en grafieken te werken. We werken met een actuele methode: Wereld in Getallen.

3.3.3 Wereldoriënterende vakken In de groepen 1 t/m 4 worden aardrijkskunde en geschiedenis niet afzonderlijk gegeven. In die groepen worden onderwerpen uit de wereld van het kind in samenhang behandeld, waardoor er kennis en inzicht kan worden aangebracht op het gebied van wereldoriëntatie. De leerkrachten hanteren daarbij diverse zgn. bronnenboeken en internet, waar zij het materiaal vinden om hun lessen in te richten. In groep 5 t/m 8 zorgen we ervoor dat kinderen de eigen regio, Nederland, Europa en de werelddelen leren kennen en hoe de mensen er leven. We doen dat met een dit jaar nieuw ingevoerde methode: MEANDER De kinderen leren over de geschiedenis van ons land en de wereld vanaf de tijd van ‘jagers en boeren’ tot en met de tijd van ‘computer, iPod en Facebook’. Deze methode wordt in de groepen 5 t/m 8 gehanteerd. Ons natuuronderwijs heeft niet alleen aandacht voor de levende natuur, maar ook voor gezond gedrag, milieu, natuurkundige aardrijkskunde, natuur- en milieueducatie (NME) en techniek. Ook worden er af en toe extra activiteiten gedaan, zoals bezoek aan het centrum voor NME in Gouda, natuurwandelingen en het volgen van school-TV-series. Voor alle groepen staat dit jaar een techniekochtend op het programma. Met ons verkeersonderwijs nemen we allerlei situaties die kinderen tegenkomen als uitgangspunt voor het aanleren van regels en verkeersgedrag. We maken daarbij veelvuldig gebruik van materialen die door of mede door Veilig Verkeer Nederland zijn ontwikkeld. In de kleutergroepen werken we met de uitgave ‘Rondje Verkeer..! In groep 4 t/m 8 hanteren we een specifieke verkeersmethode, getiteld: Klaar….over ! In groep 7 doen alle kinderen mee aan het theoretisch en praktisch verkeersexamen. In de groepen 5 t/m 8 wordt ook gebruik gemaakt van een maandelijks verkeerskatern, dat door Veilig Verkeer Nederland wordt uitgegeven. In groep 5 t/m 8 maken kinderen kennis met verschillende culturen, religies en maatschappijvisies; ze ontdekken daarbij dat er in de wereld over belangrijke dingen heel verschillend gedacht wordt en die ontdekking vinden we belangrijk. 3.3.4 Catecheseonderwijs We vinden het van belang en waardevol de kinderen te brengen tot een levenshouding waarbij christelijke normen en waarden een essentiële functie vervullen. Daarbij komen vragen over de zin van het leven naar voren, vragen over menszijn en menswording. Kerk én school zijn gericht op het creëren van gerechtigheid en vrede in onszelf en in de wereld. Er wordt met een flexibele methode gewerkt (TREFWOORD), die van jaar tot jaar wordt geactualiseerd. In groep 4 is er gelegenheid om eerste communie te doen. In de praktijk doen daar niet veel kinderen aan mee. Daarnaast zijn er vier vieringen in de kerk onder schooltijd: de eerste kort na het begin van het schooljaar, de tweede vlak voor de kerstvakantie, één in de Paastijd en de laatste aan het eind van het schooljaar. Alle kinderen wonen deze vier schoolvieringen bij.


Pagina 8

3.3.5 Expressieactiviteiten In alle groepen is er wekelijks handvaardigheid, muziek en tekenen. Elke groep komt per schooljaar een aantal keren aan de beurt voor een groepspresentatie. Met een dans, liedje, spel e.d. wordt een bepaald thema aangesneden, waarbij we het accent willen leggen op de sociaal-emotionele ontwikkeling. Deze vorm van bezig zijn met en aandacht hebben voor elkaar heeft het karakter van een beperkte voorstelling. Daarom worden de ouders niet uitgenodigd, maar is er altijd tenminste één groep kinderen toeschouwer. Groep 8 voert elk jaar een afscheidsmusical op voor de eigen ouders, grootouders en gezinsleden. Ook aan de andere groepen wordt deze musical gepresenteerd. 3.3.6 Lichamelijke oefening Voor de kleuters is er elke dag een bewegingsles. Eens per week is er verlengde les gymnastiek voor de groepen 3 t/m 8 in gebouw De Zuidplas. De lessen worden in alle groepen gegeven volgens een methodische aanpak. Op die manier komen alle onderdelen geregeld aan bod. 3.3.7 Sociaal-emotionele ontwikkeling (SEO) In alle groepen werken we met een methode voor SEO. Door regelmatig met de kinderen stil te staan bij dit onderwerp, hopen we dat geleerd wordt hoe je verstandig kunt omgaan met gevoelens, wensen, opvattingen en gedragspatronen van jezelf en anderen. 3.3.8 Computergebruik In alle groepen wordt geregeld de computer ingezet voor onderwijsondersteunende doeleinden. Het bestand aan geschikte software groeit gestaag. M.b.t. internetgebruik hanteren we een protocol, dat bedoeld is om oneigenlijk c.q. ongewenst gebruik van internetsites door kinderen zoveel mogelijk te voorkomen. Dit protocol is achterin deze gids opgenomen. 3.3.9 Digitale schoolborden In alle groepen is een digitaal schoolbord aanwezig (m.u.v. de instroomgroep). Daarmee kan op diverse manieren het onderwijsaanbod via een groot scherm in de groep op creatieve, efficiënte en snelle manier worden ondersteund 3.3.10 Creativiteit in het algemeen Behalve de bij 3.3.5. genoemde expressie-activiteiten is het goed te weten, dat op veel meer terreinen sprake is van creativiteit, ook op soms minder voor de hand liggende onderdelen. Zo wordt een behoorlijk deel van het rekenonderwijs ingevuld met het zoeken naar oplossingen, waarbij zich vaak meer dan één mogelijkheid voordoet. Creatief denken wordt op deze manier gestimuleerd. Ook binnen het taalonderwijs (tekeningen en gedichten, zelf gedichten ontwerpen, slagzinnen maken, stemmingen uitbeelden e.d.), schrijfonderwijs (creatief schrijven, affiches en menukaarten ontwerpen) wordt geregeld een beroep gedaan op de creatieve ontwikkelingsmogelijkheden van de kinderen. Ook zaakvakken lenen zich soms voor een creatieve invalshoek: ontwerp een reclamefolder voor een Grieks eiland (aardrijkskunde), houd een interview met iemand die de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt (geschiedenis) of teken en beschrijf een nog niet gekweekte nieuwe bloemsoort (natuuronderwijs). 3.3.11 Burgerschapskunde en sociale integratie Kinderen leren op school veel meer dan taal en rekenen alleen. De school is bij uitstek de plek waar elk kind kennismaakt met de verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering en een multiculturele samenleving vragen dat scholen actief burgerschap en sociale integratie bevorderen. Actief burgerschap is het kunnen en willen deelnemen aan de samenleving. Burgerschap gaat over diversiteit, acceptatie en tolerantie.


Pagina 9

Het vraagt ook reflectie op het eigen handelen, een respectvolle houding en een bijdrage aan de zorg voor je omgeving. Toerusting van kinderen om op zinvolle wijze aan de samenleving bij te dragen, is een taak die het onderwijs sinds lang vervult. De laatste jaren zien we een toename in aandacht voor dit onderwerp. Bezorgdheid over verruwing en geweld, over onverdraagzaamheid en over het afbrokkelen van de maatschappelijke samenhang spelen daarbij een rol. Naar de vraag wat het onderwijs kan bijdragen gaat dan ook veel belangstelling uit. Sinds 1 februari 2006 zijn scholen verplicht het “actief burgerschap en de sociale integratie” van kinderen te bevorderen. Deze wettelijke bepaling onderstreept dat stimulering van burgerschap en integratie een taak is die om gerichte aandacht van scholen vraagt. Op onze school vormen goed burgerschap en integratie een onderdeel van de dagelijkse praktijk. Het is de taak van iedere deelnemer van onze schoolorganisatie, van kind tot volwassene, om elkaar te ondersteunen bij en te begeleiden tot het worden van een goede wereldburger. Voor deze vakgebieden hanteren we geen aparte methode, maar maken we gebruik van een aantal leermaterialen en educatieve programma’s. Zo kennen we in de groepen 5 t/m 8 diverse materialen over de inrichting van de maatschappelijke orde (‘Waarom zo’), is er structureel aandacht voor Prinsjesdag en het verhaal van Anne Frank. Via uitzendingen van school tv en onze catechesemethode komen regelmatig onderwerpen aan de orde die (mede) thuishoren onder de noemer “Burgerschapskunde en sociale integratie.

3.3.12 Engelse les M.i.v. het schooljaar 2014-2015 zal op onze school in alle groepen het vak Engels worden gegeven. Dat gebeurt in de groepen 1 t/m 4 met een digibord-methode (Groove.me), waarbij het accent ligt op liedjes,opdrachten en spelletjes. Inhoudelijk wordt aangesloten bij thema’s van alledag, zoals seizoenen, familie en je lichaam. In groep 3 en 4 worden eenvoudige pop-liedjes gebruikt als basis om de Engelse taal beter te leren. Vanaf groep 5 werken we met de methode ‘Real English. Deze methode heeft op onze school eerder zijn waarde bewezen in groep 7 en 8. We hebben nu een nieuwe versie gekocht, die ingezet wordt vanaf groep 5.


Pagina 10

4.

DE ZORG VOOR KINDEREN

4.1

De opvang van nieuwe leerlingen in de school

4.1.1 De plaatsing van een kind op school Ouders die in het kader van schoolkeuze met onze school willen kennismaken, kunnen een afspraak maken met de directeur. Bij aanmelding geven ouders met de ondertekening van het inschrijfformulier te kennen dat zij zich kunnen vinden in de identiteit en werkwijze van de school zoals beschreven in deze schoolgids. Ook moet bij inschrijving het bsn-nummer van het kind, vergezeld van een kopie van een officieel document waar dat nummer in staat, worden overlegd. De school is wettelijk verplicht deze kopie te bewaren op school. E.e.a. heeft te maken met de overheidscontrole op de middelen die de school ontvangt. Bij inschrijving worden afspraken gemaakt over het wennen van een kleuter. Dat kan in de laatste twee weken voor de vierde verjaardag. Er mogen dan vijf ochtenden worden gebruikt voor het wennen. Op deze ‘wendagen’ is de collectieve schoolverzekering niet van toepassing. Vanaf de 4e verjaardag mag een kind hele dagen komen. Kinderen die vier jaar worden in juni en juli wennen pas na de zomervakantie. Ook de decembermaand leent zich minder goed voor het wennen; kinderen die in december vier worden, wennen in januari. In welke kleutergroep een kind geplaatst wordt, hangt af van: aantal kinderen per groep verhouding jongens/meisjes in principe niet bij broers en zussen eventuele specifieke omstandigheden geboortedatum van het kind 4.1.2 Toelatingsbeleid Omdat de groepen op onze school groter kunnen worden dan we uit onderwijskundig en organisatorisch oogpunt aanvaardbaar vinden, formuleren we onderstaand het beleid dat wordt gehanteerd ingeval de groepen groter worden dan het aangegeven maximum, hetgeen overigens lang niet alle jaren voorkomt. Uitgangspunt m.b.t. schoolgrootte zijn twee c.q. drie kleutergroepen en zes groepen daarboven (groep 3 t/m 8) met elk maximaal 30 leerlingen, uitzonderingen buiten beschouwing gelaten. We maken een onderscheid in: a. instroomleerlingen (als vierjarige kleuter starten) b. overstapleerlingen (van een andere school naar onze school overstappen) a. Voor de instroomleerlingen geldt het volgende: Kinderen kunnen worden aangemeld vanaf hun tweede verjaardag. Zodra er 25 leerlingen voor een bepaald jaar zijn ingeschreven, wordt inschrijving van het 26e t/m het 30e kind als ‘voorlopig’ beschouwd. Ruim tevoren krijgen ouders van de kinderen, die op moment van inschrijving op plek 26 t/m 30 staan bericht, of hun kind al dan niet definitief geplaatst kan worden. Volgorde voor plaatsing in groep 1: 1kinderen die al een broer of zus op school hebben (gehad) 2kinderen, waarvan de ouders principieel kiezen voor katholiek onderwijs op grond van hun eigen katholieke levensovertuiging 3overige kinderen, op volgorde van datum aanmelding.


Pagina 11

b. 1.

Voor de overstapleerlingen geldt het volgende: Kinderen waarvan de ouders, op grond van hun eigen katholieke levensovertuiging, onze school primair om principieel godsdienstige redenen kiezen, worden toegelaten, tenzij het een leerling betreft zoals verderop bij punt 4.3.3. en 4.3.4. beschreven. 2. Voor andere kinderen vindt toelating alleen plaats, als het team op basis van een vooraf aangeleverd onderwijskundig rapport en de situatie in de groep de komst van de leerling verantwoord vindt; ouders dienen zelf te zorgen voor een onderwijskundig rapport van de oude school . 3. Kinderen waarvoor aan het gestelde in punt 2 wordt voldaan, worden alleen toegelaten als het maximum aantal kinderen in die groep nog niet is bereikt. In alle gevallen, waarin kinderen niet worden toegelaten, worden ouders geïnformeerd over de reden daarvan. Zie voor dit onderdeel ook punt 4.3.3. en 4.3.4 (verderop in deze gids) 4.2

Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school (leerlingvolgsysteem)

Om snel een goed beeld te krijgen van de mogelijkheden van kinderen én om effectief te kunnen inspelen op voorschoolse ontwikkelingen, vindt enige weken na de start van een nieuwe kleuter een oudergesprek plaats op school. De groepsleerkracht nodigt de ouders/verzorgers daartoe uit. Middels een leerlingvolgsysteem (LVS) worden alle kinderen tijdens hun schoolloopbaan gevolgd in hun ontwikkeling. Ook worden bij de oudste kleuters de CITO-toets ordenen en twee toetsen m.b.t. de auditieve ontwikkeling afgenomen. Vanaf groep drie worden enkele keren per jaar door alle kinderen toetsen gemaakt op het gebied van spelling, technisch en begrijpend lezen en rekenen. Deze toetsen zijn ontwikkeld door het CITO. Ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen wordt structureel gevolgd. De uitslagen van bovenstaande toetsen geven ons objectieve gegevens over de leerprestaties en de sociaal emotionele ontwikkeling van uw kind en geven aan of extra begeleiding noodzakelijk is. Ons LVS wordt geregeld uitgebreid en actueel gehouden. 4.2.1 De verslaggeving van gegevens over leerlingen door de groepsleerkracht Vanaf groep 2 krijgen kinderen twee keer per jaar een rapport mee. Als er voor een vak een cijfer wordt gegeven, kan dat op alle rapporten variëren van 4 tot en met 10. Op het rapport wordt alleen met hele en halve cijfers gewerkt. Van alle leerlingen houden we een digitaal dossier bij. Daarin bevinden zich behalve gegevens over het leerproces nog andere zaken die met de ontwikkeling van het kind te maken hebben, zoals verslagen van belangrijke oudergesprekken, onderzoeken en handelingsplannen. Ouders hebben altijd inzage in dat dossier, dat na het verlaten van de school vijf jaar wordt bewaard. 4.2.2 Teamleden die in de school de vorderingen van de leerlingen doorspreken De ontwikkeling van de kinderen wordt regelmatig besproken tussen de teamleden in diverse vormen van overleg. Daarbij heeft ook de intern begeleider een duidelijke inbreng. Als er na het afnemen van toetsen behoefte is aan speciale hulp, wordt daar gekeken in welke vorm dat het beste zou kunnen. Naast extra aandacht voor kinderen die meer moeite hebben op bepaalde gebieden, besteden we in ruime mate aandacht aan kinderen die extra goed presteren. Speciaal voor de (hoog)begaafde leerlingen kennen we de zgn. MAAD-groep (met anderen anders denken en doen. Indien nodig wordt nadere hulp ingeroepen van de intern begeleider, de remedial teacher, de orthopedagogen van onze stichting of andere externe instanties.


Pagina 12

4.2.3 De lichamelijke ontwikkeling van kinderen Jaarlijks worden de kinderen uit groep 2 en 7 door de schoolarts gescreend. Naast onderzoek van enkele lichamelijke zaken, zoals gehoor, gezichtsvermogen, groei en motorische ontwikkeling wordt ook aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. Verder kan er advies gegeven worden over b.v. voeding, bedplassen, hoofdluis, gedragsproblemen e.d. Los van deze reguliere onderzoeken kunt u altijd contact opnemen met de jeugdarts of assistente voor advies of extra onderzoek. Het kan ook zijn dat de leerkracht vragen of zorgen heeft over uw kind; in overleg met u kan ook dan de jeugdarts worden geraadpleegd. Ook neemt de jeugdarts deel aan het meerpartijenoverleg op school, waarbij ook de intern begeleider van de school, jeugdzorg het CJG en de preventief ambulant begeleider van de Groeiling betrokken zijn. 4.3

Aandacht voor alle kinderen

Kinderen ontwikkelen zich op verschillende manieren. De aangeboden leerstof houdt daar ook rekening mee. Voor de meeste kinderen leidt dit tot een passend leerstofaanbod. Voor sommige kinderen is het goed om daarbuiten nog extra instrumenten te gebruiken: dat gebeurt zowel voor kinderen die een vertraagde ontwikkeling doormaken, als voor kinderen voor wie de leerstof te eenvoudig is. In alle groepen is tijd om extra hulp aan de kinderen te bieden. Dat kan op verschillende manieren: b.v. verlengde instructie of aangepaste verwerkingsstof. Als een kind a.g.v. toetsen uit ons leerlingvolgsysteem extra hulp krijgt, wordt deze vastgelegd in een handelingsplan. Als de rest van de groep bezig is met zelfstandig verwerken van de leerstof, kan de groepsleerkracht deze extra hulp verlenen. Het aantal handelingsplannen zal naar verwachting afnemen, omdat we steeds vaker met groepsplannen (op 3 niveaus in elke groep) gaan werken. In een handelingsplan staat beschreven hoe er heel gericht aan een specifiek probleem wordt gewerkt. Deze hulp wordt na ongeveer acht weken geëvalueerd. De intern begeleider en de leerkracht bepalen samen welke handelingsplannen in de klas uitgevoerd kunnen worden en welke handelingsplannen beter uitgevoerd kunnen worden door de remedial teacher. Dit hangt samen met de ernst van het probleem, de klassensituatie en de hoeveelheid kinderen die zorg behoeven.

Kinderen die meer dan gemiddelde moeite hebben om het technisch lezen onder de knie te krijgen doen enkele keren per week samen met een leerling uit groep 8 leesoefeningen, die specifiek zijn ingericht om de ontwikkeling van het leesproces te optimaliseren. Dit wordt tutorlezen genoemd. Daarnaast is er een aantal ouders dat met deze kinderen op de computer oefeningen doet met als doel het leestempo te verhogen. Aangezien wij dit een onderdeel vinden van het reguliere leesonderwijs worden ouders van deze vorm van extra zorg niet op de hoogte gesteld. Soms doen kinderen mee aan de zgn. verlengde instructie. Deze volgt op de ‘gewone’, korte instructie van de leerkracht, die voor veel kinderen toereikend is. Maar niet voor iedereen. Deze verlengde instructie heeft zowel voordelen voor de leerlingen met problemen (extra uitleg en ondersteuning door leerkracht) , als voor de betere leerlingen (hoeven niet onnodig instructie te volgen, maar kunnen meteen aan de slag). Zo snijdt dat mes aan twee kanten. In hogere groepen kan ook in de vorm van huiswerk-op-maat extra hulp geboden worden. Kinderen die behoefte hebben aan meer specifieke hulp (andere didactiek of materialen, kleinere groep of individueel) kunnen in aanmerking komen voor remedial teaching (r.t.). Onze school kan een beroep doen op de eigen orthopedagogen in dienst van het schoolbestuur. Deze dienst beschikt over gespecialiseerd personeel dat bij grotere problemen hulp kan bieden.


Pagina 13

In het kader van een landelijk project: Passend onderwijs is onze school aangesloten bij een regionaal samenwerkingsverband (‘Het Groene Hart’) dat tot doel heeft om kinderen met leer- en ontwikkelingsproblemen zo veel mogelijk op de basisschool te houden. Vanuit deze samenwerking kan een beroep worden gedaan op de specifieke kennis vanuit het speciaal basisonderwijs Bij sommige kinderen zijn de problemen dermate complex dat kennis vanuit diverse invalshoeken noodzakelijk is. Hiervoor is het meerpartijenoverleg (MPO) ontwikkeld.

Het MPO is een overleg tussen de intern begeleider, de begeleider van de SBD, de ambulant begeleider vanuit WSNS, de schoolarts, het CJG en de voorpostfunctionaris van Jeugdzorg. In dit overleg probeert iedereen vanuit zijn expertise een oplossing aan te dragen voor het probleem. Dit overleg vindt 3 keer per jaar plaats. 4.3.0. Passend OnderwijsPer 1 augustus 2014 gaat Passend Onderwijs van start. Dit landelijk in te voeren zorgsysteem beoogt om alle kinderen, zowel in basis- als voortgezet onderwijs, een passend onderwijsaanbod te bieden. Daartoe heeft elke school in de afgelopen periode een zgn. schoolondersteuningsprofiel (SOP) opgesteld. Daarin staat beschreven welke zorg de school kan bieden. Wat onze school betreft beiden wij de zgn. basisondersteuning. Dat is een regionaal vastgestelde norm, die geldt voor alle scholen in ons samenwerkingsverband. Na meting van gestelde indicatoren kan gesteld worden, dat onze school daar ruimschoots aan voldoet. Voor nadere informatie over Passend Onderwijs kunt u terecht op onze website. Bij het kopje ‘Passend Onderwijs’ vindt u het betreffende document: Ondersteuningsplan 20142015 Passend Onderwijs. 4.3.1 De procedure die gevolgd wordt indien er problemen met een kind zijn (leerproblemen, lichamelijke problemen en sociaal-emotionele problemen) Ieder kind krijgt de zorg die het nodig heeft binnen de mogelijkheden van de school. Wanneer de ontwikkeling van een kind opvallend is, wordt daar zorgvuldig naar gekeken. Dat gebeurt in eerste instantie door de groepsleerkracht, die zonodig hulp van collega’s inroept. De toetsresultaten op de leerlingvolgsysteemtoetsen worden door de leerkracht met de intern begeleider besproken. Kinderen die op één of meer vakgebieden beneden het gemiddelde presteren, worden extra begeleid. Dit kan d.m.v. extra hulp in de klas, een handelingsplan in/ buiten de klas of remedial teaching. Indien een kind een handelingsplan krijgt, worden ouders hiervan door de leerkracht/ de remedial teacher ingelicht. Drie keer per jaar vindt met elke groepsleerkracht een leerlingbespreking plaats, waarin ook informatie en suggesties worden gegeven m.b.t. de aanpak in de groep. Extra toetsen of onderzoeken kunnen aanwijzingen opleveren hoe het best hulp kan worden geboden. Als hulp van buitenaf gewenst is, wordt deze zo snel mogelijk ingeroepen. Voordat enig onderzoek of extra toetsing plaatsvindt, legt de groepsleerkracht contact met de ouders. 4.3.2 Aandacht voor kinderen die (sterk) bovengemiddeld presteren Twee van de teamleden zijn geschoold tot talentcoach. Zij hebben zich gespecialiseerd in het (tijdig) herkennen en begeleiden van kinderen die meer- en hoogbegaafd zijn. Zij ondersteunen deze kinderen dus zelf, anderzijds sturen zij de teamleden aan bij het begeleiden van deze kinderen in de eigen groep. In alle groepen is er aandacht voor kinderen die (veel) meer of moeilijker leerstof aankunnen. Onze methoden voor rekenen en taal voorzien in een aanbod op 3 niveaus..Daarnaast krijgen kinderen verdiepings/verrijkingsstof. Voor de meeste leerlingen biedt deze aanpak voldoende uitdaging. Sommige kinderen worden voor getoetst, waardoor zij meer tijd hebben voor extra aanbod. Ook komt het voor, dat kinderen die erg goed leren een eigen leerlijn (los van de methode) krijgen aangeboden. In uitzonderlijke gevallen wordt een groep overgeslagen.


Pagina 14

Het zelfstandig kunnen werken aan uitdagend werk vraagt vaardigheden, zoals kunnen doorzetten, kunnen plannen, structureren etc. Voor het werken aan deze vaardigheden is extra aandacht in de vorm lessen”leren leren” in de groepen van de bovenbouw. Daarnaast worden middels vragenlijsten groepjes van kinderen samengesteld, waarbinnen gewerkt wordt aan deze zgn. executieve functies. In de groepen 1/2 zijn bovengenoemde vaardigheden of juist het ontbreken daarvan nog niet altijd voor elke leerling goed in kaart te brengen. Tijdens de momenten dat er wordt gewerkt aan extra uitdagende opdrachten in kleinere groepjes, zullen daarom de belangrijkste executieve functies worden aangesproken en geoefend, zodat de kinderen zich hier verder in kunnen bekwamen. Bij een duidelijker beeld van de vaardigheid, de executieve functie, die nog lastig is voor een bepaalde leerling, zal de talentcoach hier in de begeleiding van het kind extra op inzetten. Zij zal dit doen door het accent/doel bij een bepaalde opdracht te verleggen en/of te differentiëren met de opdrachten. 4.3.3 Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften Een groep overdoen (doubleren) komt minder voor dan vroeger. Als kinderen veel moeite hebben met ‘bijblijven’ wordt onderzocht wat de reden daarvan is. Vaak krijgt een kind dan een aangepast programma en blijft het bij de groep. Een enkele keer kan doubleren toch de beste keus zijn. Het kan ook zijn dat het MPO adviseert om een kind aan te melden voor het speciaal basisonderwijs. Na instemming van de ouders wordt dan een onderwijskundig rapport opgesteld. In het onderwijskundig rapport worden alle onderzoeken en observaties vermeld en wordt verslag gedaan van wat de school aan extra begeleiding heeft gegeven. Na ondertekening door de ouders en de school wordt dit onderwijskundig rapport besproken in een bovenschoolse , regionale commissie in het kader van het al eerder genoemde Passend Onderwijs. Deze commissie besluit of een kind geplaatst mag worden op een speciale basisschool, maar kan ook besluiten dat er andere vormen van begeleiding noodzakelijk zijn. 4.3.4 Dyslexieprotocol Vanaf groep 2 werkt onze school met het dyslexieprotocol voor leerlingen die opvallen als “risicoleerlingen” ten aanzien van dyslexie. Dat protocol beschrijft de stappen die nodig zijn om deze kinderen zo goed mogelijk te begeleiden. Voor de groepen 2 t/m 8 hebben we aan de hand van dat protocol een stappenplan gemaakt. In dit stappenplan zijn toetsen uit ons eigen LVS en uit het dyslexieprotocol opgenomen. Het dyslexieprotocol geeft aan dat bij uitval op woord/ tekstniveau een interventieperiode moet volgen waarin het kind extra hulp krijgt om het gewenste niveau te behalen. Deze hulp kan zowel in de klas als buiten de klas gegeven worden. In het spreekuur met de intern begeleider wordt besproken welke kinderen in aanmerking komen voor deze extra ondersteuning. Daarnaast wordt van kinderen die uitvallen een dossier bijgehouden met stel- en spellingsopdrachten en de scoreformulieren van de leestoetsen. In ons team hebben we afspraken gemaakt om dyslectische kinderen zo goed mogelijk te begeleiden. U kunt dan denken aan ‘lezen met een maatje’, extra leestijd, het niet beoordelen van spelling bij andere vakken e.d.


Pagina 15

4.3.5 A-

De wijze waarop besloten en gecommuniceerd wordt over het doubleren (c.q. verlengen van de kleuterperiode) en overgaan naar een volgende groep Van groep 2 naar groep 3 De leerkrachten van groep 2 overleggen met de IB- er welke kinderen n.a.v. diverse kleutertoetsen en observaties ‘risicokinderen’ kunnen zijn. Betreffende kinderen worden in de loop van het schooljaar geregeld besproken in het bouwoverleg en het leerkrachtspreekuur met de intern begeleider. Als in de laatste periode van het schooljaar een besluit moet worden genomen voor het volgende schooljaar, wordt de ontwikkeling van het kind in de onderbouwvergadering uitvoerig besproken.

Met name wordt gelet op: prestaties op alle ontwikkelingsgebieden sociaal-emotionele ontwikkeling uitkomsten van toetsen en observaties ontwikkelingslijn door het jaar heen algemene indruk in de groep info uit leerling-dossier situatie in groep 3 komend schooljaar. B- Overige groepen In de bouwvergaderingen wordt uitvoerig gesproken over de ev. risicoleerlingen, waarbij m.n. gelet wordt op: prestaties op reken-, lees- en spellingsgebied werkhouding sociaal-emotionele ontwikkeling algemene indruk in de groep situatie in het volgende groepsjaar (aantal leerlingen, aantal zorgleerlingen) info uit leerling-dossier ev. dyslectische aanleg een eventuele eigen leerlijn

Met een eigen leerlijn bedoelen we, dat kinderen het methodische programma van een bepaald vak(gebied) feitelijk niet meer volgen, omdat het voortdurend te moeilijk of te eenvoudig is voor betreffend kind. Er wordt dan een geheel ander programma opgesteld voor betreffend vak, zodat het kind lesstof krijgt aangeboden die passend is bij de ontwikkeling. M.b.t. de communicatie met ouders over deze zaken, geldt onderstaande regeling. Zodra een groepsleerkracht a.g.v. de ontwikkeling van een kind rekening gaat houden met een mogelijk doublure, worden ouders daarvan op de hoogte gebracht. De ontwikkeling van het kind zal gedurende het schooljaar nauwlettend worden gevolgd en met ouders geregeld worden gecommuniceerd door de groepsleerkracht. Als die groepsleerkracht, na raadpleging van de bouwvergadering, de teamvergadering en de intern begeleider, uiteindelijk van mening is dat doubleren van een leerling beter is dan doorgaan naar de volgende groep, geldt onderstaande procedure. 

In een persoonlijk gesprek worden betrokken ouders/verzorgers op de hoogte gebracht van de visie van de leerkracht, die daarbij de argumenten die tot bedoelde mening hebben geleid, duidelijk verwoordt en onderbouwt. Van dit gesprek wordt altijd een verslag gemaakt, dat ouders en leerkracht voor akkoord ondertekenen.


Pagina 16

 

Als ouders zich in de visie van de leerkracht kunnen vinden, doubleert het kind. Als de ouders met de leerkracht van mening (blijven) verschillen geldt het volgende: - Als de leerkracht na het gesprek met de ouders van mening is, dat de kans op succes in de volgende groep (zo goed als) uitgesloten is, kan de leerling op onze school niet door naar de volgende groep . - Als de leerkracht na het gesprek met de ouders van mening is, dat er toch een acceptabele kans op voldoende succes in de volgende groep is, mag betrokken leerling door naar de volgende groep, met de restrictie, dat uiterlijk bij de herfstvakantie van het schooljaar erna de school bepaalt of de leerling in die hogere groep kan blijven, of – na die herfstvakantie - alsnog terugkeert naar de vorige groep.

Ouders moeten zich vooraf met deze gang van zaken schriftelijk akkoord verklaren, hetgeen moet blijken uit het vastgestelde en door school en ouders ondertekende verslag van het oudergesprek. Als ouders daartoe niet bereid zijn, kan het kind op onze school niet door naar de volgende groep.

4.4

De begeleiding van de overstap van kinderen naar het voorgezet onderwijs

4.4.1 Gegevens die over de leerlingen worden verzameld, de wijze van adviseren en de procedure die gevolgd wordt Twee gegevens zijn belangrijk bij het kiezen van een school voor voortgezet onderwijs het advies van de basisschool resultaten van de leerlingen in de groepen 6, 7 en 8 (vastgelegd in de zgn.”Plaatsingswijzer”) De wens van ouders en kind speelt uiteraard ook een rol. Als op basis van bovengenoemde peilers de keuze is gemaakt, vindt aanmelding plaats, waarbij van belang is te weten dat uiteindelijk de ontvangende school beslist of een kind al dan niet wordt toegelaten; elke school voor voortgezet onderwijs heeft daarvoor een toelatingscommissie. Als een aanmelding niet of niet gemakkelijk leidt tot plaatsing worden ouders geïnformeerd. Bij de inschrijving worden de volgende gegevens overgedragen aan de ontvangende school: het inschrijfformulier, het resultaat van de CITO-eindtoets en een onderwijskundig rapport (plaatsingswijzer), waarin het advies van de basisschool is opgenomen. Ouders ontvangen van de laatste twee formulieren een kopie, het eerste hebben ze zelf ingevuld. Van een aantal scholen ontvangen we gedurende een aantal jaren de resultaten van oud-leerlingen, hetgeen we op prijs stellen.


Pagina 17

4.4.2 De voorlichting aan ouders ten behoeve van de schoolkeuze van leerlingen Aan het begin van het schooljaar worden ouders van groep 8 geïnformeerd over de overgang naar het voortgezet onderwijs. In november wordt door de schoolleiding in overleg met de groepsleerkrachten die de kinderen in groep 7 en 8 hebben (gehad) een voorlopig schooladvies uitgebracht; in het voorjaar wordt een definitief advies gegeven, waarvoor de directeur eindverantwoordelijk is. In overleg met ouders wordt dan voor 1 april definitief een school gekozen. Zowel in november als in maart is er overleg met de ouders en de kinderen over het keuzetraject. 4.5

Extra activiteiten voor kinderen

Er is een aantal activiteiten buiten schooltijd, waaraan onze school zoveel mogelijk meedoet. Het schoolkorfbaltoernooi is een onderdeel daarvan, evenals de schoolvoetbalwedstrijden. Ook de avondvierdaagse hoort daarbij. Onder schooltijd zijn er ook verschillende extra activiteiten. We noemen dan: een techniekochtend voor alle kinderen, geregelde excursies in alle groepen, een schoolreis voor groep 1 t/m 7 en een meerdaagse schoolreis voor de schoolverlaters. Bij veel van deze activiteiten kunnen we gelukkig een beroep doen op de medewerking van ouders. 4.6

Regels m.b.t. schorsing en verwijdering van school

Tot verwijdering van een leerling kan worden overgegaan bij:  ernstig wangedrag van een leerling  een onherstelbaar verstoorde relatie tussen school en leerling  wangedrag van een ouder van een leerling Als verwijdering een te zwaar middel gevonden wordt of als er onmiddellijk moet worden ingegrepen, kan tot schorsing worden besloten. Daarvoor hanteren we een vastgelegde procedure ingeval van schorsing of (voorgenomen) verwijdering, die beschreven is in een bijlage achterin deze schoolgids.


Pagina 18

5.

DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS

5.1

Cijfers over specifieke zorg voor leerlingen

Het is nauwelijks mogelijk om precieze gegevens over specifieke zorg te vermelden, omdat van jaar tot jaar de omstandigheden anders zijn. Bovendien vermeldt hoofdstuk 4 veel informatie over de vorm waarin we de extra zorg verlenen. Te vermelden is wel, dat het aantal zittenblijvers de laatste 5 jaren ongeveer 0,7% van het leerlingaantal is en dat er de laatste drie jaren ongeveer 0.5% van het aantal kinderen is verwezen naar het speciaal onderwijs (2 % is een landelijke norm). 5.2

CITO-entreetoets

Aan het einde van groep 7 doen alle leerlingen de entreetoets. De uitslag geeft een goed beeld van de stof die de leerlingen beheersen op gebied van taal, rekenen, informatieverwerking en wereldoriëntatie. Op basis van de uitslag kan de groepsleerkracht zien op welke onderdelen een leerling extra oefening nodig heeft. 5.3

CITO-eindtoets

Toetsen zeggen lang niet alles: van jaar tot jaar zit daar verschil in door wisselende samenstellingen van groepen. De Moordrechtse scholen hebben onderling afgesproken om daarom in de schoolgids geen toetsgegevens van de CITO-eindtoets op te nemen. Het zou immers de indruk kunnen wekken, dat de kwaliteit van het onderwijs is af te meten aan de behaalde resultaten op deze of een vergelijkbare eindtoets en alle scholen beschouwen deze visie als te eenzijdig. 5.4

Uitstroom naar het voortgezet onderwijs

Zonder resultaten vast te leggen in toetsscores is wel het één en ander te melden over de uitstroom van leerlingen naar het voortgezet onderwijs. Om een relatief beeld te kunnen geven kijken we naar de gegevens daarover van de laatste vijf schooljaren en drukken die uit in een gemiddelde Het beeld dat daaruit naar voren komt geeft aan, dat ongeveer 61% naar de brugklas voor HAVO en VWO gaat, 11% gaat haar VMBO/HAVO en 28% naar het VMBO. 80% van de gegeven adviezen blijkt juist te zijn. 5.5 Onderwijsinspectie De onderwijsinspectie bezoekt regelmatig alle basisscholen om de kwaliteit van het gegeven onderwijs te meten. De uitkomsten van die onderzoeken zijn te raadplegen op de site van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl, klik op ‘schoolwijzer’, vul gegevens in (veelal volstaat de plaatsnaam) en klik op ‘start zoeken.’ Het laatste inspectierapport van onze school dateert van 17 januari 2013.


Pagina 19

6.

DE LEERKRACHTEN

6.1

Wijze van vervanging bij ziekte en verlof

Het is niet meer als vroeger dat een leerkracht vijf dagen werkt en daarmee de enige leerkracht van een groep is. De meeste groepsleerkrachten werken in deeltijd. Voltijdleerkrachten hebben soms compensatieverlof (CV), afhankelijk van het aantal lesuren dat zij op jaarbasis geven. We proberen het zo te regelen, dat bij afwezigheid van een leerkracht vervanging plaatsvindt door een voor de kinderen bekende juf of meester. In bijzondere gevallen kan het voorkomen dat een afwezige leerkracht niet vervangen kan worden. In dat geval is er een interne procedure hoe de kinderen zo veel mogelijk op school worden opgevangen. Als een dergelijke situatie wat langer duurt, kan het voorkomen dat kinderen van hogere groepen naar huis worden gestuurd. Ouders ontvangen dan altijd tevoren bericht daarover. Om het CV van diverse leerkrachten goed te kunnen organiseren, hebben uitsluitend de kleutergroepen dit schooljaar 14 extra vrije dagen. De data daarvan zijn: 26-09, 10-10, 7-11, 21-11, 12-12, 16-01, 30-01, 13-02, 13-03, 27-03, 17-04, 29,05, 12-06, 26-06. 6.2

De inzet van de onderwijsassistente

Op onze school zijn gedurende een aantal schooltijden twee onderwijsassistentes aanwezig. In diverse groepen zijn zij actief ter ondersteuning van de groepsleerkrachten. De taken die ze verrichten hebben een onderwijskundig of onderwijsondersteunend karakter: kinderen individueel of in een klein groepje helpen, materialen klaarzetten en beheren, samen met de leerkracht helpen bij de verwerking van de stof e.d. De verantwoordelijkheid ligt altijd bij de betrokken groepsleerkracht.

6.3

De begeleiding en inzet van stagiaires van PABO’s

Leerkrachten in opleiding hebben praktijkervaring nodig. Daarom komen er af en toe stagiaires op onze school om het vak onder de knie te krijgen. Als een stagiaire lesgeeft, blijft de groepsleerkracht verantwoordelijk voor de gang van zaken. 6.4

Scholing van leerkrachten

Om bij te blijven is het zinnig gerichte nascholing te volgen. Er worden door verschillende leerkrachten cursussen en studiedagen gevolgd o.a. op het gebied van onderwijskundige ontwikkelingen, interne begeleiding, remedial teaching en ICT-gebruik, personeelsbeleid en financieel beleid.


Pagina 20

7.

DE OUDERS

7.1

Het belang van de betrokkenheid van ouders

Zonder betrokkenheid van ouders worden de mogelijkheden van kinderen en van het onderwijs niet optimaal benut. Daarom rekenen de school en de kinderen er op, dat ouders geregeld blijk geven van belangstelling voor het wel en wee van hun eigen kind en van de gang van zaken op de hele school. Er zijn geregeld contacten met ouders, zowel over het individueel functioneren van hun kind, als over meer algemeen schoolse zaken. Veel schoolse en buitenschoolse activiteiten zijn zonder hulp van ouders niet of niet goed mogelijk. Aan het begin van elk schooljaar krijgen ouders een intekenlijst, waarop ze kunnen aangeven op welke manier ze de school willen en kunnen ondersteunen. Te denken valt bv. aan creatieve middagen, uitstapjes, allerlei doe-het-zelf klusjes, sport- en spelactiviteiten enz. Gelukkig zijn veel ouders bereid daarbij te helpen, hoewel we daarin de laatste jaren helaas toch een afnemende belangstelling signaleren. Uiteraard vinden we niet, dat ouders alleen maar vrijwilliger zijn. Veel belangrijker is hun rol als belanghebbende bij het onderwijs; daarom willen we zoveel mogelijk proberen om – in het kader van de ontwikkeling van kinderen – afstemming te realiseren tussen visies van ouders en leerkrachten. Oudergesprekken, de MR en de OV zijn daarbij instrumenten om hier vorm aan te geven.

7.2

Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school

Enkele keren per schooljaar is er een vaste gelegenheid voor ouders om met de groepsleerkracht(en) te praten over hun eigen kind. Ouders van groep 1 en 2 worden – verdeeld over de kleuterperiode van hun kind – in totaal tenminste vijf keer uitgenodigd voor een oudergesprek. Daarbuiten kan op elk moment, hetzij een leerkracht, hetzij een ouder het wenselijk vinden over een kind te praten. Dan kan van beide kanten uit het initiatief daartoe worden genomen. Voor een wat langer gesprek maken we graag tijd vrij; een afspraak is dan nodig. Algemene informatie over de school en het onderwijs geven we in diverse avonden:  aan het begin van het schooljaar is er een informatieavond voor de groepen 1 t/m 4 over de specifieke zaken die in dat schooljaar aan de orde komen; daarbij worden ook ouders van de in dat schooljaar komende nieuwe kleuters uitgenodigd Voor groep 5 t/m 8 zijn er korte kennismakingsgesprekken.  als speciale omstandigheden daartoe aanleiding geven wordt er een extra avond belegd.  Ouders die een leerkracht willen spreken kunnen daarvoor het best even een afspraak maken  In de groepen 3 t/m 5 kunnen ouders het schriftelijk werk van hun kind enkele keren per jaar inzien; data vindt u op de kalender op de website  In de groepen 6 t/m 8 liggen bij de tien-minuten-avonden de schriftjes van kinderen ter inzage


Pagina 21

Behalve deze informatiemomenten kennen we natuurlijk ook andere vormen van contact. Elke twee schoolweken verschijnt de nieuwsbrief, die uitsluitend via de mail verspreid wordt en te downloaden is vanaf onze website; daarin staat actuele informatie over allerlei activiteiten in de hele school. Het komt ook voor dat aparte informatie per brief of via mail aan ouders wordt verstrekt. Op de prikborden verspreid over het gebouw hangt ook geregeld informatie die voor ouders bestemd is. Onze school beschikt ook over een eigen website. Daarop worden allerlei vormen van informatie uitgewisseld met belangstellenden: www.sintjozefschoolmoordrecht.nl

7.3

Informatievoorziening aan gescheiden ouders

Algemene uitgangspunten De Groeiling staat in de informatievoorziening aan gescheiden ouders een soepele benadering voor. Bij het verstrekken van informatie kan en mag de directie geen partij worden in een conflict rondom leerlingen en zal derhalve ook nooit partij trekken. Ouders dragen verantwoordelijkheid In principe worden aan ouders alle gegevens verstrekt welke in het belang van de leerling zijn. Daaronder vallen: schoolvorderingen, gedrag, sociale contacten etc. Schoolvorderingen worden in principe schriftelijk verstrekt. Andere informatie kan verstrekt worden in persoonlijke gesprekken tijdens de tien minuten gesprekken waarvoor ouders worden uitgenodigd. In de wet (BW. 1 artikel 377 sub b) is vastgelegd dat de ouder die alleen met het gezag belast is, gehouden is de andere ouder op de hoogte te stellen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon van het kind. Bij gescheiden ouders gelden de volgende uitgangspunten: Informatie over een leerling wordt altijd aan de met het gezag belaste ouder verstrekt. Gescheiden ouders dienen, indien zij ook beide geïnformeerd wensen te worden over de schoolvorderingen van hun kind, gezamenlijk de ouderavonden te bezoeken. De niet met het gezag belaste ouder heeft recht op informatie over de vorderingen van het kind. Informatieverstrekking Aan de niet met het gezag belaste ouder wordt bedoelde informatie verstrekt: 1. 2. 3. 4.

Indien hij/zij erom vraagt; Indien het belang van het kind zich daar niet tegen verzet; Indien die informatie ook verstrekt wordt / kan worden aan de met het gezag belaste ouder; Indien het belangrijke feiten en omstandigheden zijn die de persoon van het kind of diens verzorging en opvoeding betreffen.

Indien een gezamenlijk bezoek aan de ouderavonden problematisch is kan de niet met het gezag belaste ouder op zijn/haar verzoek eenmaal per jaar worden uitgenodigd voor een tien minuten gesprek. Op zijn/haar verzoek wordt de jaarkalender toegezonden, zodat hij/zij zich kan oriënteren over belangrijke zaken welke de opvoeding van de leerling betreffen. Indien een ouder ontheven is uit de ouderlijke macht of ontzet is uit het ouderlijk gezag zal hem/haar geen informatie meer verstrekt worden indien het vorenstaande schriftelijk bij de directie wordt aangetoond en de met het gezag belaste ouder en de leerling te kennen hebben gegeven dit soort informatie niet meer te verstrekken.


Pagina 22

7.4

Medezeggenschapsraad

De medezeggenschapsraad (MR) is een overlegorgaan dat bestaat uit drie ouders en drie personeelsleden. Het is de taak van de MR ervoor te waken, dat binnen het beleid van de school voldoende rekening wordt gehouden met de belangen van kinderen, personeel en ouders. De meerwaarde van de MR is erin gelegen, een klimaat van openheid, openbaarheid en onderling overleg te scheppen. De MR moet als medezeggenschapsorgaan van de school oordelen over sommige beleidsvoorstellen van de school, over de lijnen die worden uitgezet en over de wijze waarop die lijnen worden uitgevoerd. Ouders hebben soms hele andere opvattingen dan het personeel, of omgekeerd. Dit levert geregeld vruchtbare discussies op die vrijwel altijd resulteren in één duidelijk en gemeenschappelijk standpunt over beleidsvoorstellen. De MR kan ook zelf met voorstellen komen. Wanneer u als ouder vragen of voorstellen heeft voor de MR kunt u dat voorafgaande aan een vergadering tijdens ons inloopkwartiertje doen of via ons mailadres: [email protected]. .

7.5

Oudervereniging

Sinds het begin van het schooljaar 2004-2005 is de ouderraad omgezet in een oudervereniging. Dit betekent dat u automatisch lid wordt van deze vereniging voor de resterende schoolduur van uw kind op onze school. De oudervereniging wordt aangestuurd door een ouderraad (OR). Deze OR bestaat uit een oneven aantal ouders, die samen met het team nauw betrokken zijn bij het bedenken, organiseren en uitvoeren van diverse activiteiten op school. Vaak wordt er gewerkt met commissies, waarin teamleden en ORleden zitting hebben. Zo is er o.a. een sinterklaas-, kerst-, carnavals- een paas- en schoolreiscommissie. De (maandelijkse) vergaderingen worden bijgewoond door de OR-leden en een afgevaardigde van het team. De namen van de OR-leden vindt u verderop in deze gids. De OR vraagt aan alle ouders een jaarlijkse bijdrage (contributie) om diverse festiviteiten te bekostigen. Denkt u daarbij bv. aan de decemberfeesten, carnaval, ouderavonden en schoolreis. Deze ouderbijdrage wordt zeer op prijs gesteld, maar heeft altijd een vrijwillig karakter. Tegelijkertijd merken we op dat het niet betalen van de ouderbijdrage kan leiden tot het niet deelnemen van uw kind(eren) aan schoolactiviteiten, m.n. de schoolreis. U kunt de OR bereiken via: [email protected] 7.5.1 De contributie Van de contributie voor de oudervereniging worden o.a. bovengenoemde activiteiten bekostigd. Tevens wordt een vast bedrag bestemd voor een schoolfonds, dat beheerd wordt door de directie. Dat fonds wordt benut voor uitgaven van algemene aard, waarvoor in de schoolbegroting geen of ontoereikende posten zijn opgenomen. Denkt u daarbij b.v. aan de kosten voor creatieve activiteiten, excursies, inrichting lokalen en hallen, prijsjes voor schoolwedstrijden, projectkosten e.d.


Pagina 23

Het innen van de contributie van de oudervereniging geschiedt bij voorkeur middels een machtiging. De hoogte wordt jaarlijks op voorstel van de OR vastgesteld op de jaarvergadering door aanwezige ouders. Het financiële overzicht van het afgelopen en de begroting voor het komende jaar worden voor de jaarvergadering aan de ouders bekend gemaakt. Toelichting vindt ter vergadering plaats. In overleg met de OR is een korting- of kwijtscheldingsregeling mogelijk. Tevens kan na overleg gespreide betaling worden geregeld. 7.6

Klachtenregeling

Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt en dat is op onze school niet anders. Om effectief te kunnen handelen ingeval u met een probleem, klacht of vraag zit, willen we u vragen dan zo snel mogelijk contact op te nemen met het betrokken teamlid. Als u het probleem daar niet of onvoldoende kunt of wilt oplossen, bent u van harte welkom bij de directeur om daar het probleem te bespreken. Als u van mening bent dat het probleem zich niet leent om op bovenstaande manier te behandelen, kunt u gebruik maken van de klachtenregeling, zoals deze door het bestuur wordt gehanteerd. De eerste stap in deze klachtenprocedure bestaat uit het raadplegen van de contactpersoon op onze school. Deze zal – na een eerste gesprek – behulpzaam zijn bij het zetten van verdere stappen in een klachtenprocedure. In bijlage 11 vindt u meer informatie over de klachtenregeling. Zie verder punt 10.1.5 Kinderen die met een probleem zitten, kunnen dat altijd bespreken met de eigen of een zelf te kiezen andere leerkracht. 7.7

Schoolverzekering

Voor alle ouders die op school helpen is door het bestuur een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten die uitsluit dat ouders persoonlijk aansprakelijk zijn voor e.v. toegebrachte schade. Voor alle leerlingen is een collectieve ongevallenverzekering gesloten. Deze aanvullende verzekering dekt – tot een zeker maximum – medische kosten die niet door verzekeringen van ouders zelf worden vergoed, e.e.a. tijdens de schooluren en de ononderbroken reis naar school en vanaf school naar huis. De verzekering kan desgewenst worden uitgebreid tot 24 uur per dag, terwijl ook verzekerde bedragen kunnen worden verhoogd; nadere info daarover bij de directeur. Deze verzekering is niet van toepassing op kinderen die nog niet op onze school zitten, maar wel met hun wenperiode bezig zijn.


Pagina 24

8.

DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL

8.1

Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school

In ons jaarplan 2014-2015 is beschreven op welke manieren we dit schooljaar willen werken aan verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs. Het complete plan is opgenomen als bijlage bij deze schoolgids. 8.2

Schooltoezicht vanuit de rijksinspectie

Om de kwaliteit van onderwijs te meten, worden alle basisscholen geregeld bezocht door de onderwijsinspectie. In dat kader heeft de inspecteur onze school bezocht in januari 2013 voor een uitgebreid onderzoek. Op alle onderzochte items scoort onze school goed. In vergelijking met landelijke resultaten is dat een prima uitkomst. Dat betekent niet, dat er niets te verbeteren valt; voortdurend evalueren we onze aanpak om te zorgen dat de kwaliteit op niveau blijft. 8.3

Contacten met andere instellingen

Onze school werkt samen met diverse instellingen in de regio. De belangrijkste daarvan zijn het WSNS-verband, de jeugdgezondheidszorg, de stichting Jeugdzorg, bureau HALT, het opvoedbureau, diverse nascholingsinstituten en de gemeente Zuidplas. Voorts is er geregeld overleg met de andere scholen in de gemeente Zuidplas, de parochie, de bibliotheek, scholen voor speciaal onderwijs en de PABO’s. We maken geregeld gebruik van de diensten van het centrum voor natuur- en milieueducatie (NME). Indien nodig is er contact met het bureau AMK (advies- en meldpunt kindermishandeling) en het CJG.


Pagina 25

9.

REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN

9.1

Schooltijden

De schooltijden zijn als volgt: Groep 1 t/m 4: maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag woensdag groep 5 t/m 8: maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag woensdag

’s morgens van 8.45 tot 12.00 uur ’s middags van 13.15 tot 15.15 uur van 8.45 tot 12.00 uur ’s morgens van 8.45 tot 12.00 uur ’s middags van 13.15 tot 15.30 uur van 8.45 tot 12.30 uur

Op deze manier krijgen alle kinderen ruimschoots het verplichte minimumaantal uren onderwijs aangeboden Aan het begin van de ochtend en de middag zijn de deuren van de onderbouw én de hoofdingang open om 08.35 en13.05 uur Kleuters:  Tot de herfstvakantie: bij voorkeur komen kinderen alleen de klas in, entree: deur onderbouw. Als kinderen alleen naar binnen komen, nemen ouders afscheid op de gang  Na de herfstvakantie: alle kinderen (m.u.v. nieuwe 4-jarigen) komen alleen de klas in, ouders nemen afscheid op de gang  Hele schooljaar: ouders mogen op woensdagen even mee de klas in Groep 3:  Tot kerstvakantie: bij voorkeur komen kinderen alleen de klas in. Entree: deur onderbouw of hoofdingang. Als kinderen alleen naar binnenkomen, nemen ouders afscheid bij de klassendeur.  Na de kerstvakantie: alle kinderen komen alleen de klas in. Ouders nemen afscheid op het schoolplein. Groep 4:  Het hele schooljaar komen kinderen alleen de klas in, afscheid ouders op het schoolplein. Entree: deur OB of hoofdingang. Vanaf 10 minuten voor schooltijd is er op het plein van groep 5 t/m 8 toezicht door een leerkracht. De groepen 1 t/m 4 komen vanaf 8.35 uur meteen na aankomst naar binnen. In de ochtendpauze wordt door minstens één leerkracht gesurveilleerd. Kinderen van groep 5 t/m 8 gaan vijf minuten voor schooltijd (bij het rinkelen van de zgn. ‘eerste bel’) in de rij naar binnen o.l.v. de leerkracht via het bovenbouwplein. De zgn. ‘tweede bel ‘ (8.45 en 13.15 uur) is het teken dat in alle groepen de lessen beginnen. 9.1.1 Maatregelen schoolverzuim In de gemeente Zuidplas hanteren we de wettelijke regelingen m.b.t. de leerplicht. In een bijlage bij deze schoolgids kunt u er alles over lezen. Als kinderen zonder bericht niet op tijd op school zijn, wordt snel telefonisch contact gezocht met de ouders. Als een leerling ongeoorloofd verzuimt, wordt daarvan melding gemaakt bij de ambtenaar van de leerplicht.


Pagina 26

9.2

Vakantietijden

In een bijlage achter in deze gids vindt u het vastgestelde vakantierooster voor dit schooljaar. 9.3

Verlofregelingen voor kinderen inzake familieomstandigheden

De directeur kan tot maximaal 10 schooldagen per schooljaar vrijstelling van schoolbezoek verlenen in geval van zgn. ‘gewichtige omstandigheden’. In de praktijk gaat het dan om bv. verhuizing, huwelijk, ernstige ziekte en overlijden van naaste familieleden, ambts- of huwelijksjubilea van ouders en grootouders. Het gaat dus nooit om ‘zomaar’ extra vrije dagen. Ook is het niet zo, dat alle kinderen zouden beschikken over een aantal vrij op te nemen ‘snipperdagen’. Verzoeken van meer dan 10 dagen, worden via de school voorgelegd aan de leerplichtambtenaar. Zowel over extra vakantieverlof als over verlof i.v.m. ‘gewichtige omstandigheden’ is op school nadere informatie beschikbaar. U kunt deze desgewenst bij de directeur ophalen.


Pagina 27

10.

NAMEN EN ADRESSEN

10.1

Van de school

10.1.1 Teamleden Directeur: Ria van der Horst

[email protected]

Managementteam Ria van der Horst Inge van Kins Lia van Kerkhof Jacqueline Geerts

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

Groepsleerkrachten: Tineke Blonk Karin Boere-Streefkerk José Bruijnel Jeannette Christiaanse Petra Ehlert Jacqueline Geerts Wilma Geneugelijk Claudia Kaashoek Lia van Kerkhof Inge van Kins Miranda Rietveld Christa Schiebroek Jolanda Steijger Natascha van Velzen Nancy van de Vorstenbosch

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

Intern begeleider: Joke Ammerlaan

[email protected]

Remedial teachers/ talentcoaches: Jolanda Steijger Christa Schiebroek

[email protected] [email protected]

Onderwijsassistente: Mieke Witting Barbara Laan

[email protected] [email protected]

Administratief medewerkster: Mieke Houdijk

[email protected]

Conciërge Daniël van Strij de Regt

[email protected]

10.1.2 Schoolbestuur De Groeiling bezoekadres:

Postbus 95 www.degroeiling.nl Aalberseplein 5


2800 AB Gouda [email protected] 2805 EG Gouda

0182-670051

Pagina 28

10.1.3 Medezeggenschapsraad Natascha van Velzen Jeannette Christiaanse Pieter Beeldman Bianca Steenbergen

[email protected] [email protected] Westeinde 12 Prinses Irenestraat 20 Scholeksterhof 18

Joep Meertens

E-mail medezeggenschapsraad:

2841 BV MOORDRECHT 2841 TV MOORDRECHT 2841 NS MOORDRECHT

06-51595274 06-23450127 0182-376376

[email protected]

10.1.4 Oudervereniging Voorzitter: Daniëlle Hammond Secretaris: Penningmeester: Leden:

Karin van Gameren en Marlies Badri Lalita Bosma Ingrid van Driel Claudia Verkuyl Evelyne Smith Renske Bergers Annechien Foeth Evelien Rauch Diane van Egmond

E-mail oudervereniging: [email protected] De Oudervereniging is ook te volgen op twitter en facebook: Facebook: ouderverenigingsintjozefschoolmoordrecht Twitter @ovsintjozef

10.1.5 Contactpersoon i.v.m. klachtencommissie:

10.1.6 Klachtencommissie van het bestuur: Het correspondentieadres luidt: De Groeiling bezoekadres:

10.2

Postbus 95 www.degroeiling.nl Aalberseplein 5

2800 AB Gouda 0182-670051. [email protected] 2805 EG Gouda

Externe personen

10.2.1 Onderwijsinspectie: * Algemene informatie: www.onderwijsinspectie.nl * Vragen: [email protected] * Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) * Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik,ernstig psychisch of fysiek geweld: vertrouwensinspecteur: 0900-1113111 (lokaal tarief)

10.2.2 Schoolarts: Irma Boogaard p/a GGD Midden Holland

Thorbeckelaan 5

2805 CA Gouda

0182-545600

Thorbeckelaan 5

2805 CA Gouda

0182-545667

10.2.3 Logopediste: GGD Midden Holland

10.2.4 Externe vertrouwenspersoon: Mevrouw I. Oey

[email protected]


0182-545650

Pagina 29

BIJLAGE 1:

OMGANGSPROTOCOL

Waarom een omgangsprotocol? Een veilig gevoel bij kinderen is ontzettend belangrijk. Alleen als kinderen zich op hun gemak voelen en met plezier naar school gaan, zullen ze zich op een prettige en positieve wijze ontwikkelen. De teamleden van de St. Jozefschool willen deze ontwikkeling stimuleren door het scheppen van een veilig leer- en leef klimaat in de school. In de meeste gevallen lukt het scheppen van een positief leer- en leefklimaat door het aanbieden en hanteren van (on)geschreven regels over het “Hoe gaan we met elkaar om”. Deze omgangsregels worden aan het begin van het schooljaar in elke groep opgesteld. Daarnaast wordt er in elke groep wekelijks les gegeven uit de SEO- methode: Kinderen en hun sociale talenten, waarbij er schoolbreed voor dezelfde thema opbouw in de lessen wordt gekozen. Toch is het gewenst om duidelijkere afspraken met kinderen te maken. Eén van die duidelijke regels is, dat kinderen met respect met elkaar dienen om te gaan. Dat dit niet altijd als vanzelfsprekend wordt ervaren, geeft aan dat we het kinderen moeten leren en er dus energie in moeten steken. Dit leerproces verloopt meestal vanzelf goed, maar het kan ook voorkomen dat een kind (in een enkel geval) zich systematisch niet aan de omschreven groepsregels houdt. In dat geval wordt het veilige leer- en leefklimaat niet meer voldoende gegarandeerd en kan het zijn dat kinderen zich niet meer optimaal ontplooien. Het is in dat geval noodzakelijk dat de groepsleerkracht onder ogen ziet dat er een (ernstig) probleem in de groep is. Wat vinden wij belangrijk? Uit het bovenstaande blijkt dat we een veilig leef- en leerklimaat belangrijk vinden voor onze leerlingen en collega’s. Maar wat houdt dit concreet in? Om uit te gaan van het positieve gedrag van kinderen en collega’s geven wij hieronder aan welk gedrag we graag zien. We hebben respect voor elkaar: elkaars denken, elkaars uiterlijk, voor de verschillen tussen elkaar. Je accepteert de ander hoe hij is, je beoordeelt andere kinderen niet op hun uiterlijk, je sluit een ander kind niet buiten van activiteiten, je scheldt een ander niet uit, je verzint geen bijnamen. We zijn zorgvuldig met materialen: met elkaars spullen, met ons werk, met de ruimte om ons heen. Je zorgt dat alles netjes en heel blijft, je komt niet zonder toestemming aan de spullen van een ander kind, je gooit niet met spullen, je ruimt je spullen na gebruik weer netjes op. We houden rekening met elkaar: op het plein, in de gangen en in het klaslokaal. Nieuwkomers op school worden goed ontvangen en opgevangen in de groep. Je lacht een ander kind niet uit, je roddelt niet over anderen, je bent niet brutaal, je bedreigt elkaar niet en doet elkaar geen pijn, je bemoeit je niet met de ruzie van een ander, maar haalt indien nodig hulp van de leerkracht of overblijfmoeder. Als je vindt dat jijzelf of een ander kind in de groep wordt gepest, dan vertel je dit aan de leerkracht of overblijfmoeder, dit is geen klikken. In de SEO-lessen komen onderstaande onderwerpen aan de orde: 1 Samen spelen en werken 2 Aardig doen 3 Omgaan met ruzie 4 Opkomen voor jezelf 5 Jezelf presenteren 6 Ervaringen delen 7 Een keuze maken 8 Een taak uitvoeren


Pagina 30

Door aandacht te besteden aan hoe je met elkaar omgaat door de lessen sociaal-emotionele ontwikkeling, zorgen we ervoor dat er een attitude ontstaat. Iedereen weet hoe je met elkaar om moet gaan en de regels die per klas worden opgesteld zullen ervoor zorgen dat iedereen er op aangesproken kan worden. De volgende afspraken gelden al in onze school: Bij de start van het schooljaar maken de leerlingen samen met de leerkracht afspraken over hoe we met elkaar omgaan in de klas. Ook zal in iedere groep een ‘ei’ staan. In dit ei kunnen de leerlingen letterlijk hun ei kwijt. Is er iets wat ze bezighoudt en willen ze dat niet zomaar in de groep of bij de leerkracht uiten, dan kan dit schriftelijk via het ei gedaan worden, desgewenst anoniem. Voor kinderen die nog niet kunnen schrijven, kan dit ook in de vorm van een tekening, of een briefje van de ouders. Plagen? Pesten? Om te weten wat pesten is, is het van belang dat een ieder ook weet, wanneer plagen, pesten wordt. Binnen de lessen omgaan met elkaar wordt ook aandacht besteed aan kennis over pesten. Pesten is het op systematische wijze verrichten van fysieke, verbale en non-verbale handelingen zoals duwen, slaan, schoppen, uitschelden, roddelen en sociaal isoleren, tegenover iemand die zich daartegen niet kan verdedigen. Pesten gebeurt alleen of in groepsverband. Een belangrijk gegeven bij pesten is dat er tussen dader en slachtoffer een ongelijke machtsverhouding bestaat. De dader is vaak fysiek en verbaal sterker dan het slachtoffer of opereert in groepsverband waardoor het slachtoffer zich in zijn eentje niet kan verdedigen. Direct en indirect pesten Pesten kent verschillende vormen. Een directe vorm van pesten is een openlijke, zichtbare aanval op een ander. Uitschelden, schelden en beschuldigen zijn voorbeelden van directe en verbale agressie. Bij indirect pesten wordt iemand bijvoorbeeld op een niet zichtbare en onduidelijke manier buitengesloten door een groep. Een relationele manier van pesten houdt in dat relaties en vriendschappen worden gemanipuleerd om iemand emotioneel te kwetsen. Dat kan zowel direct als indirect gebeuren. Pesten gebeurt natuurlijk niet alleen op school, maar kan ook daarbuiten plaatsvinden. Als het echter de sfeer in de klas beïnvloedt, wordt hier ook op school aandacht aan besteed. Digitaal pesten Een ander onderscheid is dat tussen pesten in het dagelijks leven en pesten via nieuwe communicatiemiddelen. Bij digitaal pesten of cyberpesten gebruiken kinderen of jongeren het internet of hun mobiele telefoon. Voorbeelden zijn een anoniem mailtje sturen, iemand uitschelden via MSN of een beledigende sms sturen. Bij cyberpesten is fysieke kracht minder belangrijk. Het pesten kan zelfs anoniem plaatsvinden. Doordat de pester niet direct ziet hoe het slachtoffer reageert, beseft hij bovendien minder goed hoe kwetsend zijn boodschappen zijn. Daardoor kan het pesten harder aankomen dan de bedoeling was.


Pagina 31

Bij jonge kinderen (4 t/m 8 jaar) wordt dit als volgt aangeboden: Plagen mag wel, pesten niet. Wat is plagen? Wat is pesten? Wat is plagen?  Bij plagen is niemand de baas.  De ene keer plaagt de één, de andere keer plaagt de ander  Plagen is leuk en grappig

Wat is pesten?     

Bij pesten speelt iemand de baas. Anderen kijken tegen de pester op. Het is steeds hetzelfde kind dat pest en hetzelfde kind dat gepest wordt. De pestkop wil pijn doen of dingen kapot maken. Het gepeste kind voelt zich alleen, verdrietig en bang.

Bij de oudere kinderen (9 t/m 12 jaar): Plagen mag wel, pesten niet. Maar wanneer is het nog plagen en wanneer wordt het pesten? Wat is plagen? Bij plagen kun je elkaar aan. De ene keer word je geplaagd en een andere keer plaag jij. Het is niet kwaad bedoeld, maar meer als geintje. Je kunt er zelf om lachen. Wat is pesten? Bij pesten ben je niet gelijk aan elkaar. De pester heeft een grotere mond, is sterker en anderen kijken tegen hem of haar op. Hij of zij moet steeds jou hebben. De pester wil je expres kwetsen of pijn doen. Wat doen we als er toch signalen zijn dat er gepest wordt? Op dat moment volgen we een vijfsporen-aanpak. Deze aanpak is gericht op de verschillende partijen die betrokken zijn bij pesten: het gepeste kind, de pester, de ouders, de klasgenoten en de school. 1. Steun bieden aan het kind dat gepest wordt: We luisteren naar het kind en nemen zijn probleem serieus. We overleggen met het kind de mogelijke oplossingen. We werken samen met het kind aan oplossingen. We zorgen indien nodig dat het kind deskundige hulp krijgt, bijvoorbeeld een sociale vaardigheidstraining om weerbaar te worden. We zorgen voor follow-up gesprekken, om de situatie te blijven volgen. 2. Steun bieden aan het kind dat zelf pest: We bespreken met het kind wat pesten voor een ander betekent. We helpen het kind om op een positieve manier relaties te onderhouden met andere kinderen. (indien nodig adviseren we het volgen van een sociale vaardigheidstraining om dit te bevorderen.) We helpen het kind om zich aan regels en afspraken te houden. We zorgen dat het kind zich veilig voelt; we leggen uit wat je als leerkracht gaat doen om het pesten te stoppen. We stellen grenzen en verbinden daar consequenties aan. We zorgen voor follow-up gesprekken, om de situatie te blijven volgen.


Pagina 32

3. De ouders van het gepeste en van het pestende kind steunen: We nemen ouders die zich zorgen maken over pesten serieus. We houden ouders op de hoogte van pestsituaties. We geven informatie en advies over pesten en de manieren waarop pesten kan worden aangepakt. We werken samen als school en ouders om het pestprobleem aan te pakken. Zowel op school als vanuit de thuissituatie. We verwijzen ouders indien nodig door naar deskundige ondersteuning. 4. De middengroep (de rest van de klas) betrekken bij de oplossingen van het pestprobleem: We praten met de kinderen over pesten en over hun eigen rol daarbij. We overleggen met de kinderen de mogelijke oplossingen en wat ze zelf kunnen bijdragen aan die oplossingen. We werken samen met de kinderen aan oplossingen, waarbij ze zelf een actieve rol spelen. 5. De algemene verantwoordelijkheid van de school: De school zorgt dat de directie, de leerkrachten en het overige personeel voldoende informatie hebben over pesten in het algemeen en het aanpakken van pesten in de eigen groep en de eigen school. De school neemt stelling tegen het pesten. De school houdt de huidige situatie rond pestbeleid in de gaten door het jaarlijkse tevredenheidonderzoek bij ouders en leerlingen. De school werkt aan een goed beleid rond pesten en veiligheid van leerlingen waar de hele school bij betrokken is. 6. Consequenties van ongewenst gedrag In de inleiding spreken we van het belang van een positieve houding, met positieve verwachtingen. Desalniettemin zullen zich situaties voordoen, waarin regels en afspraken niet worden nageleefd. Het niet nakomen van de gemaakte regels en afspraken moet consequenties hebben. Hieronder geven we in een stappenplan aan, wat die consequenties zijn. Het hanteren van regels en afspraken is een onderdeel van de ontwikkeling van de leerlingen. Stap 1 van de hieronder genoemde consequenties, een waarschuwing, zal daarom veelal voldoende blijken. Wanneer de regels en afspraken niet worden nageleefd, hanteren we de volgende gedragslijn: 1. De leerling krijgt een waarschuwing. 2. Bij een volgend incident, zal een passende opdracht worden gegeven. Welke opdracht dit is, kan per groep verschillen. Bij de klassenafspraken die in het begin van het schooljaar worden gemaakt, wordt dit in overleg met de leerlingen bepaald. 3. Geeft dit niet het gewenste resultaat, dan wordt de leerling tijdelijk buiten de groep geplaatst, zo mogelijk in het eigen lokaal, eventueel op de gang (time-out). Voorwaarde is, dat de leerkracht zicht houdt op de leerling. 4. Geeft dit niet het gewenste resultaat, dan wordt de leerling tijdelijk bij een andere leerkracht geplaatst. In dit geval vindt tevens een gesprek plaats tussen de leerling en de directie. De leerkracht informeert de directie in dit geval over de aard van de problematiek. Ook stelt de leerkracht de ouders (telefonisch) op de hoogte van het feit dat de leerling ongewenst gedrag vertoont. Van de ouders wordt in dit geval gevraagd,dat zij de ontstane situatie met hun kind bespreken.


Pagina 33

5.

De leerkracht overlegt met de interne begeleider. Indien wenselijk vindt een onderzoek/groepsbezoek door de interne begeleider plaats. 6. Geeft ook dit niet het gewenste resultaat, dan krijgt de leerling van school een brief mee, waarin de leerkracht de ontstane problemen beschrijft. De leerling zelf overhandigt deze brief aan de ouders. De ouders tekenen de brief voor gezien, waarna de leerling zelf de brief overhandigt aan de leerkracht. 7. Bij herhaaldelijk ongewenst gedrag, neemt de leerkracht contact op met de ouders. Er volgt een gesprek, waarin afspraken worden gemaakt en vastgelegd. (oudergespreksformulier). Zo nodig stelt de leerkracht een handelingsplan op. 8. Wanneer leerkracht en ouders in het onder punt 6 genoemde gesprek niet tot overeenstemming kunnen komen, volgt een gesprek tussen leerkracht, ouders en directie waarin afspraken worden gemaakt over de aanpak. De leerkracht maakt hiervan verslag. 9. Mocht er ook in het onder 7 genoemde gesprek geen overeenstemming bereikt worden, dan neemt de directie een besluit over de vervolgstappen. Hiervan worden ouders en leerkracht binnen een week na het gesprek op de hoogte gesteld. 10. Bij aanhoudend ongewenst gedrag kan de directie besluiten tot een (tijdelijke) schorsing van de leerling. 11. Wanneer na de stappen 1 t/m 8 het ongewenste gedrag aanhoudt, zal de directeur het bevoegd gezag verzoeken tot verwijdering over te gaan. Hierbij wordt onderstaande procedure in acht genomen. 7. Schorsing en/of verwijdering van een leerling Bij ernstige gedragsproblemen van kind of ouder kan overgegaan worden tot schorsing en/of verwijdering van een leerling. Bij de procedures zijn naast de schoolleiding tevens het bestuur van de stichting, de onderwijsinspectie en de leerplichtambtenaar nauw betrokken. Schorsing Schorsing is aan de orde wanneer de schooldirectie bij ernstig wangedrag van een leerling onmiddellijk moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. Ernstig wangedrag kan bijvoorbeeld zijn mishandeling, diefstal of het herhaald negeren van een schoolregel. Procedure voor schorsing: De schooldirectie kan een leerling schorsen voor een beperkte periode, nooit voor onbepaalde tijd. 1. Schorsing vindt in principe plaats na overleg met leerling, ouders en groepsleerkracht; 2. De schooldirectie deelt het besluit schriftelijk aan de ouders mee. Redenen, aanvang en tijdsduur en eventuele andere maatregelen worden hierin vernoemd; 3. De schooldirectie stelt de onderwijsinspectie en leerplichtambtenaar van de schorsing op de hoogte; 4. De school stelt de leerling in staat, bijvoorbeeld door het opgeven van huiswerk, het onderwijsproces zo veel mogelijk voort te zetten. Verwijdering Verwijdering is een maatregel bij zodanig ernstig wangedrag dat het bestuur concludeert dat de relatie tussen school en leerling (ouders) onherstelbaar verstoord is. Procedure voor verwijdering: Verwijdering mag slechts in het uiterste geval en dan nog uiterst zorgvuldig genomen worden. Altijd wordt direct de inspectie en leerplichtambtenaar op de hoogte gebracht van het besluit tot verwijdering. 1. Voordat het besluit tot verwijdering van een leerling wordt genomen hoort het bestuur zowel de betrokken groepsleerkracht als de ouders;


Pagina 34

2. Het bestuur maakt het besluit schriftelijk bekend en met opgave van redenen aan de ouders. Het bestuur vermeldt dat de ouders tegen deze beslissing bezwaar kunnen maken door aan te geven dat zij binnen zes weken schriftelijk bezwaar kunnen maken tegen deze beslissing; 3. Het bestuur meldt het besluit tot verwijdering bij de gemeentelijke leerplichtambtenaar; 4. Het bestuur zorgt ervoor dat een andere school bereid is de verwijderde leerling toe te laten; 5. Wanneer het gedurende 8 weken niet lukt om een andere school te vinden, dan kan het bestuur de leerling verwijderen zonder vervolgonderwijs veilig te stellen; 6. Wanneer de ouders tegen de beslissing bezwaar maken dan beslist het bestuur binnen 4 weken na ontvangst van het bezwaarschrift. Het bestuur hoort de ouders voordat het een beslissing neemt.


Pagina 35

BIJLAGE 2: 1.

2.

3.

4. 5.

6.

7.

8.

9.

NOG EVEN DIT

Elke twee schoolweken verschijnt de nieuwsbrief; daarin melden we allerlei actuele zaken die met de school te maken hebben. Wij vragen uw aandacht voor de inhoud van deze nieuwsbrief omdat daarin vrijwel alle zaken van belang worden gemeld. We versturen deze nieuwsbrief uitsluitend digitaal. Zorg dat de school een juist e-mailadres heeft. In groep 8 is het gebruik van een agenda verplicht. We kunnen de kinderen dan stap voor stap aanleren hoe deze gebruikt moet worden bij het organiseren en plannen van huiswerk. De agenda moet voldoen aan algemene normen van fatsoen. Zonodig zal de groepsleerkracht met ouders contact opnemen. Vanaf groep 5 moeten de kinderen zelf voor een aantal materialen zorgen. Aan het eind van groep 4 krijgen ze diverse materialen mee naar huis. Vanaf groep 5 zorgen ze dan zelf voor: een stoffen etui, een schaar, een (bij voorkeur rond) potlood, (kleur)potloden (maximaal 12), een gum, een kladblok, puntenslijper, een liniaal (30 cm), een lijmstift en een kunststof opbergmap. Vanaf groep 5 krijgen alle kinderen van school een vulpen. Als deze in de loop der tijden niet meer bruikbaar is of verloren gaat, zorgen kinderen zelf voor een andere vulpen, die moet voldoen aan de schooleisen (w.o. een zo rond mogelijk voorstuk). Om dat laatste zeker te weten kan ook via school – tegen kostprijs – een andere vulpen worden aangeschaft. Het gebruik van STABILO-pennen is alleen toegestaan als dat wordt geadviseerd door een fysiotherapeut, waarvan een schriftelijke verklaring moet worden overlegd. In groep 7 en 8 is niet verplicht, maar wel toegestaan, dat kinderen zelf zorgen voor een 23-rings multomap met vulling en tabbladen. Als deze niet worden meegebracht, zorgt de school ervoor. In groep 5 en 6 zorgt de school altijd voor deze map. Als groepsgenootjes worden uitgenodigd voor een partijtje, verzoeken we u dringend de uitnodigingen niet in de klas, maar buiten op het plein rond te (laten) delen. Nieuwe leerlingen kunnen via internet opgegeven worden voor de schoolmelkvoorziening: www.schoolmelk.nl, kopje ‘aanvragen schoolmelk’, kopje ‘ouders’, postcodegebied aangeven, juiste school zoeken. Er opent dan een scherm waar de schoolgegevens al staan en u de gevraagde gegevens invult. Ook voor het overblijven kan (extra) melk worden besteld via internet. Met name in de hogere groepen moeten kinderen af en toe huiswerk maken. Wilt u erop toezien dat de meegebrachte spulletjes zorgvuldig worden behandeld ? Beschadigde of verloren materialen worden bij de ouders in rekening gebracht. Dat geldt overigens ook voor materialen op school in alle groepen. De school beschikt over een ontruimingsplan en een calamiteitenplan. Minstens één keer per jaar wordt met de kinderen geoefend. Als u zich op dat moment in het gebouw bevindt, wilt u dan de aanwijzingen van de leerkrachten opvolgen? De school hanteert ook een veiligheidsbeleid, waardoor allerlei aspecten rondom veiligheid voor kinderen en teamleden zijn geborgd en geregeld worden geëvalueerd. Onze ARBO-coordinator dit schooljaar is Wilma Geneugelijk Omdat de laatste schooldag voor de zomervakantie altijd erg druk en rommelig is, kan er beter niet door kinderen worden getrakteerd. De jarige krijgt dan onverdiend en onbedoeld weinig aandacht en dat is vervelend. Daarom een dringend beroep op ouders/verzorgers, om evt. traktaties vóór de laatste schooldag te laten plaatsvinde Gevonden voorwerpen belanden in een mand, die achter de deur in de personeelkamer staat. Elke eerste vrijdag van de maand wordt de inhoud daarvan afgevoerd.


Pagina 36

11.

12. 13.

14.

15.

16. 17.

18.

Het is niet toegestaan om dieren mee te brengen naar school, ook niet voor eventjes. Ouders, die het wegbrengen of ophalen van hun kind combineren met het uitlaten van de hond, moeten de hond buiten laten wachten. Jarigen mogen uiteraard (liefst zo gezond mogelijk) trakteren in de eigen groep. De school beschikt over een eigen website: www.sintjozefschoolmoordrecht.nl Van diverse schoolevenementen worden foto’s gemaakt. Via een link op onze website kunnen deze dan worden bekeken en ev. besteld op www.mijnalbum.nl Ouders die bezwaar hebben tegen publicatie van foto’s waarop hun kind te zien is, worden nadrukkelijk verzocht om dat uiterlijk 15 oktober van betreffend schooljaar te melden bij de directeur; ouders van nieuwe leerlingen gelieve dat uiterlijk twee weken na de eerste schooldag van hun kind te melden. Uit privacyoverwegingen worden geen foto’s van individuele kinderen gepubliceerd. Het is niet toegestaan mobiele telefoons, diskman, walkman, I-pod e.d. mee te brengen naar school. Leerkrachten schakelen tijdens de lessen hun eigen mobiele telefoon uit of in de stille modus. Vanaf groep drie gymmen de kinderen in gymkleding, I.v.m. de veiligheid tijdens de gymlessen gelden onderstaande kledingafspraken: kinderen gymmen in T-shirt of hemdje (geen extra onderhemd) en korte broek (tot aan knie of hoger) er mogen dus géén jogging- trainings- of harembroeken worden gedragen alle kinderen gymmen op gymschoenen alle sieraden moeten af (liever thuis laten!) en lang haar mag niet los hangen. Op woensdag hebben we op school een gruitdag. Dat wil zeggen dat er op deze dag voor het eten en drinken groente of fruit wordt meegenomen i.p.v. koek. Het fietsen met de kinderen van de groepen 5 t/m 7 van en naar de gymles in de Zuidplas gebeurt onder verantwoordelijkheid van de leerkracht. Als er onderweg echter iets gebeurt (lekke band/ valpartij) zit de leerkracht wel met een moeilijke situatie. Daarom proberen we er voor te zorgen dat er bij deze groepen steeds een ouder meefietst. Verder willen wij u nadrukkelijk vragen om ervoor te zorgen dat de fiets van uw kind geen mankementen vertoont. Fietsen die bij sluiting van het schoolhek / na schooltijd nog buiten staan blijven daar staan. De school is niet aansprakelijk voor evt. vermissingen. Kinderen die de fiets na schooltijd door pech niet kunnen meenemen, kunnen deze zelf binnen zetten en de volgende ochtend weer buiten zetten.


Pagina 37

BIJLAGE 3:

VAKANTIEROOSTER EN GYMNASTIEKTIJDEN

Vakantierooster 2014-2015 Herfstvakantie: Kerstvakantie: Voorjaarsvakantie: Pasen: Meivakantie: Hemelvaart: 2e Pinksterdag: Zomervakantie:

20 t/m 24 oktober 22 december t/m 2 januari 23 t/m 27 februari 3 t/m 6 april 27 april t/m 8 mei 14-15 mei 25 mei 13 juli t/m 21 augustus.

Er is een vrije middag voor de hele school op 4 november (studiemiddag team), 19 december en 16 april (studiemiddag team). De kleuters zijn vrij op onderstaande dagen: 26-09, 10-10, 7-11, 21-11, 12-12, 16-01, 3001, 13-02, 13-03, 27-03, 17-04, 29,05, 12-06, 26-06. Er volgen nog twee vrije dagen i.v.m. verhuizing naar het nieuwe schoolgebouw. Zodra deze bekend zijn worden de ouders geïnformeerd. Gymnastiekrooster 2014-2015 Groep 3: hele middag Zuidplas even weken: donderdagmiddag (vanaf Kerst) oneven weken: dinsdagmiddag groep 4: hele middag Zuidplas even weken: dinsdagmiddag oneven weken: donderdagmiddag Groep 5: na gym gelijk naar huis of tso even weken: dinsdag 10.30-12.00 u oneven weken: donderdag 10.30-12.00 u Groep 6: rechtstreeks naar Zuidplas even weken: dinsdag 8.45-10.15 u oneven weken: donderdag 8.45-10.15 u groep 7: even weken: donderdag 8.45-10.15 u, rechtstreeks naar Zuidplas oneven weken: dinsdag 10.30-12.00 u, na gym gelijk naar huis of tso groep 8: even weken: donderdag 10.30-12.00 u, na gym gelijk naar huis of tso oneven weken: dinsdag 8.45-10.15 u, rechtstreeks naar Zuidplas


Pagina 38

Groep 4 is op dinsdagmiddag (even weken) en donderdagmiddag (oneven weken) niet in de Leliestraat, maar in gebouw De Zuidplas. Dat geldt ook voor groep 3 op dinsdag (oneven weken) en vanaf januari ook op donderdag (even weken). Dat betekent dat die groepen ’s middags rechtstreeks naar De Zuidplas moeten gaan en vandaar ook weer om 15.15 uur naar huis gaan. De overblijfkinderen van deze groepen worden er door de overblijfmedewerkers heen gebracht. De kinderen van groep 5 eindigen beide gymlessen aan het einde van de ochtendschooltijd. Ze gaan daarna rechtstreeks vanuit de Zuidplas naar huis. De overblijvers van de dinsdag- en donderdagochtend worden begeleid naar school


Pagina 39

BIJLAGE 4:

INTERNETPROTOCOL

Het gebruik van internet op school biedt veel mogelijkheden om het onderwijs te verrijken. Tegelijkertijd levert het risico’s op, m.n. als het gaat om informatie die m.b.t. de leeftijdscategorie van de kinderen ongewenst en/of ongeschikt is. Daarom hebben we een internetprotocol opgesteld, waarmee we risico’s zoveel mogelijk willen voorkomen. In de groepen 1 t/m 6 kan het internet worden ingezet als leer- en/of ontwikkelingsmiddel. In voorkomende gevallen neemt de leerkracht daartoe het initiatief, zoekt zelf de bedoelde site op, instrueert de leerling en houdt het volledige toezicht. Onderstaand protocol is bedoeld voor leerlingen in de groepen 7 en 8, waar het internet ingezet kan worden als middel om zelfstandig informatie te zoeken. 1.

Internetgebruik door leerlingen is alleen toegestaan na toestemming van de groepsleerkracht 2. Aan het begin van het schooljaar wordt in de groepen 7 en 8 aandacht besteed aan alle vormen van informatie op het internet. Aandachtspunten zijn:  gewenste en ongewenste informatie  betrouwbaarheid van de informatie  vaststellen van afspraken over internetgebruik 3. De sancties op het bekijken van ongewenste danwel ongeschikte informatie zijn bij alle leerlingen bekend 4. De leerkracht is altijd in de ruimte waar het internet door de leerlingen wordt gebruikt 5. De leerkracht controleert één keer per week de internetgeschiedenis van een leerling (steekproefsgewijs). De leerkracht meldt het resultaat daarvan aan de leerling en registreert de bevindingen. 6. Als de leerkracht een vermoeden heeft van onbedoeld internetgebruik wordt het proces nauwkeurig onderzocht en geregistreerd. 7. Het per ongeluk bezoeken van een ongewenste site (b.v. via het typen van het adres, via een zoekmachine of door het klikken op niet-verwachte links) wordt afgedaan met de opmerking, dat dit een site is, die niet mag worden bezocht. Leerlingen klikken de pagina weg en melden aan de groepsleerkracht dat e.e.a. geheel per ongeluk is gebeurd. De leerkracht geeft bedoeld internetadres door aan de ICT-coordinator, zodat de site kan worden geblokkeerd. 8. Het bewust bezoeken van een ongeschikte site leidt tot een waarschuwing, die door de directeur wordt geregistreerd. De ouders worden hiervan door hem op de hoogte gebracht. De leerkracht spreekt de leerling aan op diens gedrag en geeft aan welke maatregel er volgt bij herhaald bewust bezoeken van een ongeschikte site. 9. Bij een tweede bewust bezoek aan een ongeschikte site volgt een maatregel, t.w. het uitsluiten van het werken met computers. De leerkracht informeert betrokken leerling en meldt e.e.a. bij de directeur, die vervolgens de ouders informeert. Na overleg met de groepsleerkracht en afhankelijk van de reactie van de leerling en de ouders wordt door de school vastgesteld of en zo ja per wanneer de leerling weer met computers mag werken. 10. Het is een leerling alleen toegestaan programma’s, afbeeldingen of overige bestanden van internet te downloaden met toestemming van de leerkracht. 11. Leerlingen mogen geen bestellingen/enquêtes regelen via internet of op andere manier gegevens over zijn persoon of andere personen achterlaten op het internet.


Pagina 40

BIJLAGE 5:

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL

Op de schoolwebsite kunt u het hele document lezen. Volg de link: http://www.sintjozefschoolmoordrecht.nl/schoolondersteuningsprofiel


Pagina 41

BIJLAGE 6: JAARVERSLAG 2013-2014

Jaarverslag Sint Jozefschool Moordrecht 2013-2014

[email protected] www.sintjozefschoolmoordrecht.nl

Leliestraat 88 2841 BB Moordrecht


Pagina 42

Voorwoord In dit Jaarverslag wordt beschreven wat de resultaten zijn van de voornemens die de school beschreven heeft in het Jaarplan. Gekozen is voor een compacte vorm, waarbij aangegeven wordt:  het beleidsterrein;  meetbaar resultaat;  evaluatie  open aanmerkingen Door te werken met een Jaarplan en Jaarverslag geven we ook vorm aan kwaliteitszorg, bestaande uit de elementen planning, uitvoering, evalueren, bijstellen/nieuwe planning maken.

Alle genoemde documenten zijn terug te vinden op onze website: www.sintjozefschoolmoordrecht.nl waar ze voor alle belanghebbenden in te zien zijn. Het jaarverslag wordt separaat verzonden aan het college van bestuur van de stichting, de MR en de onderwijsinspectie. Juli 2014,

Namens het team,

André Aarden, directeur-


Pagina 43

Beleidsterrein Identiteit

Onderwijs

Geformuleerd meetbaar resultaat, zoals verwoord in het jaarplan 2013-2014 A.1 Einde schooljaar blijkt dat in alle groepen wekelijks een catecheseles is gegeven

Evaluatie

Opmerkingen

A.1 In alle groepen zijn elke week diverse catechesemomenten geweest. Rond januari 2014 is schoolbreed overgestapt naar een andere methode: Trefwoord.

A.2 De gekozen kernwaarde voor 2013-2014 (inspiratie) komt zomogelijk in de catecheseprojecten terug.

A.2 De kernwaarde ‘Inspiratie’ is geregeld betrokken bij de inhoud van onze catecheselessen. Daarnaast is een themabijeenkomst over dit onderwerp gehouden op 19 maart 2014 o.l.v. Jeroen van Waveren (Arkade).

A.1 De ervaringen met deze nieuwe methode in de periode november 2013 t/m juni 2014 zijn erg positief. In de huidige aanpak kunnen teamleden zich beter vinden dan in de vorige (Hemel en Aarde).

A.3 In juni 2014 zijn er enkele lessen gegeven rondom de Eerste communie.

A.3

A.4 Aan het einde schooljaar stellen we vast dat alle geplande vieringen (4) zijn gehouden. A.1 Uiterlijk juni 2014 is een nieuwe methode Engels aangeschaft

A.4 Alle geplande vieringen zijn in goed overleg met de parochie gehouden A.1 in de maand juni is gekozen voor de nieuwe methode: in groep 1 t/m 4 is dat Groove Me, in groep 5 t/m 8 wordt het Real English. Deze methode zal in het schooljaar 2014-2015 worden ingezet in de groepen 1 t/m 8

A.2 Uiterlijk in juni 2014 is een nieuwe methode aardrijkskunde aangeschaft

A.2 Op voorstel van de werkgroep is in juni 2014 gekozen voor de methode: Meander De methode zal m.i.v. schooljaar 2014-2015 worden ingezet in de groepen 5 t/m 8

A.3 Op basis van voortschrijdend inzicht hanteren alle teamleden uiterlijk einde schooljaar de beschikbare instrumenten en werkwijzen m.b.t. aanpak meer- en hoogbegaafde leerlingen.

A.3 In alle groepen wordt in oktober het signaleringsinstrument benut. Voor de instromende kleuters wordt gebruikt gemaakt van de menstekening. M.b.t. inzet HB-materialen wordt vrijwel schoolbreed gebruik gemaakt van de daartoe bestemde materialen.

A.3 Aansluitend bij parochiële fusies wordt de eerste communie niet meer apart in elk dorp gehouden, maar geclusterd.

A.3 Tijdens onze studiemiddag van mei is afgesproken dat voortaan ook na de M-toetsen een signaleringsmoment plaats vindt. In algemene zin kan gemeld worden dat het HBbeleid voortdurend in ontwikkeling is. In het schooljaar 2013-2014 was er op ongeveer 20 middagen een talentcoach vrijgeroosterd voor passend onderwijs aan meer- en hoogbegaafde kleuters. Dit beleid zal worden voortgezet.


Pagina 44

Personeel

Kwaliteitszorg

A.4 Einde schooljaar wordt in alle groepen gewerkt met (drie) groepsplannen voor rekenen, technisch lezen en taal/spelling. Het aantal individuele h.p. neemt verder af tot (vrijwel) nihil.

A.4 In alle groepen wordt met deze drie groepsplannen gewerkt. Het aantal individuele h.p. is beperkt

A.4 Team stelt vast dat verdere ervaring met het werken met groepsplannen moet leiden tot grotere efficiency c.q. duidelijker ervaren voordelen van deze aanpak.

A5 Einde schooljaar zijn alle kinderen in beeld gebracht m.b.v. het nieuwe LVS ZIEN.

A.5 Alle kinderen zijn op alle te beoordelen items in beeld gebracht. Er is een schoolafspraak over de te benutten items per periode, gekoppeld aan de rapport-momenten.

A.5 Teamleden geven aan, dat enige subjectiviteit bij het in kaart brengen van de onderdelen niet is te voorkomen.

A.6 Einde schooljaar wordt het LVS KIJK compleet ingezet in de kleutergroepen.

A.6 Alle kleuters zijn in beeld gebracht m.b.v. het LVS KIJK

A.7 Per 1-8-2014 is onze school toegerust om o.b.v. het schoolondersteuningsprofiel (SOP) aangemelde (zorg-)leerlingen passend onderwijs te bieden. A.1. De directie beschikt over getekende verslagen van alle gehouden gesprekken

A.7 Het SOP is vastgesteld tijdens de studiemiddag van 4 november 2013. Onze school biedt geen extra arrangementen, maar is voldoende toegerust om de basisondersteuning deskundig vorm te gaan geven. A.1 Van alle gehouden gesprekken zijn verslagen gemaakt en ondertekend door betreffende personeelsleden.

A.2 Betrokken leerkrachten ronden de scholing met succes af en implementeren bruikbare ervaringen in de praktijk. Onderwerp tijdens de gesprekkencyclus.

A.2 Waar scholing aan de orde is geweest vertalen teamleden de opgedane kennis op effectieve manier naar de eigen onderwijspraktijk.

A.3 De directie beschikt einde schooljaar over bekwaamheidsdossiers van alle teamleden

A.3 Nog niet alle teamleden hebben een bekwaamheidsdossier opgesteld Opm: Twee personeelsleden, t.w. André Aarden en Theo van Elteren hebben besloten om na het schooljaar 2013-2014 hun onderwijsloopbaan te beëindigen. Medio november heeft onze IB'er, Ester Thomassen, haar functie op onze school – vooralsnog op detacheringbasis – verruild voor een functie als PABber bij de Groeiacademie. Zij is op onze school vervangen door Joke Ammerlaan A.1 We hebben onze enquêtecycli gestroomlijnd met het Groeiling-beleid. Daarom is dit schooljaar géén leerlingenquête afgenomen, maar wel een ouder- en een leerkrachtenquête.

A.1. Haalbare verbeterpunten n.a.v. de leerlingenquête zijn zichtbaar in de groepssituatie


Pagina 45

A.3 Komend schooljaar zal het opstellen daarvan nadrukkelijk onder de aandacht van de teamleden worden gebracht.

A.1 De resultaten van de ouderenquête (najaar 2013) zijn geanalyseerd en gecommuniceerd met de ouders in februari 2014. Waar mogelijk zijn verbeterpunten doorgevoerd. De resultaten van de leerkrachtenquête (voorjaar 2014) zijn geanalyseerd en gecommuniceerd met de teamleden. Waar mogelijk zijn verbeterpunten doorgevoerd.

A.2 - bij elke groepsbespreking met IB’er wordt ‘groepsklimaat’ t een vast agendapunt, waarbij i.o.m. elkaar zonodig verbetervoorstellen worden uitgewisseld en ingezet - op elke ZBV zal het onderwerp aan de orde komen en actuele situaties/ontwikkelingen worden gedeeld met collega’s. Waar nodig worden verbetervoorstellen uitgewisseld en ingezet. - elke groepsleerkracht laat d.m.v. een ‘ik-koffertje’ begin schooljaar aan de groep iets zien van ‘de mens achter de leerkracht.’ - in de groepen 3 t/m 8 worden leerlingen gestimuleerd om ook een ‘ik-koffertje’ te presenteren (het kind achter de leerling)

A.2 - Het structureel agenderen van dit punt geeft leerkrachten tijdig een adequaat podium om e.v. zorgen te uiten en een effectieve aanpak te kiezen.

A.3 Uiterlijk einde schooljaar is de school toegerust om de gekozen profilering gestalte te geven in het schooljaar 2014-2015

A.3 We gaan voortaan een schooljaar openen, samen met ouders op een gezellige, informele manier.

A.3 Het aspect ‘profilering’ is niet afgerond; de optie om in te stappen in het traject ‘De Positieve School’ wordt opnieuw bekeken bij totstandkoming van het schoolplan 2016-2020. Het aspect ‘Schooltijden’ – al dan niet in relatie tot profilering – is opgenomen in het jaarplan 2014-2015

A.4 Uiterlijk in juni 2014 is duidelijk of de school een leerling-raad instelt

A.4 Er is niet gekozen voor instelling van een leerling-raad, wel om gaandeweg het schooljaar te zien, op welke manieren en momenten leerlingen meer betrokken kunnen worden bij schoolbesluiten.

Huisvesting

A.1 In het schooljaar 2013-2014 wordt zichtbaar dat er aan een nieuwe school wordt gebouwd.

A.1 Op 10 maart 2014 is de eerste bouwhandeling verricht, waarmee de nieuwbouw officieel is gestart. In de zomervakantie van 2014 wordt daadwerkelijk met de bouw begonnen

Organisatie

A.1 Alle bedoelde teamleden zijn tijdens de studiemomenten aanwezig A.2 Alle bedoelde teamleden zijn tijdens de ZBV aanwezig.

A.1 Alle teamleden waren op de bedoelde momenten aanwezig. A.2 Alle teamleden waren op de bedoelde vergaderingen aanwezig

A.4 Op de evaluatie vergadering (juli 2014) werd in dit verband vastgesteld, dat e niet met een leerling-raad gewerkt gaat worden, maar we alert blijven op momenten . waarin leerlingen mee kunnen denken over schoolse ontwikkelingen. Cocnreet zijn dat bv. bestemming schoolreisje, inrichting speelplein, keuze schoolproject. A.1 De oplevering is gepland in juni 2015; het gebouw zal ‘gebruiksklaar’ worden gemaakt vóór de zomervakantie 2015. M.i.v. schooljaar 20152016 zal onze school in het nieuwe gebouw zijn gehuisvest. .


- niet op alle ZBV is het punt aan de orde geweest, maar waar nodig is voldoende met teamleden overlegd in m.n. groepsbesprekingen - 12 groepsleerkrachten hebben het schooljaar geopend met deze aanpak - er zijn 15 leerlingen geweest die van deze optie gebruik hebben gemaakt

Pagina 46

Financiën

A.3 Aan het eind van het schooljaar controleert elk teamlid op elke werkdag de mailbox

A.3 Alle teamleden controleren vrijwel elke werkdag hun mailbox

A.2 De school bekostigt afgesproken doelen met de via verhuur verkregen gelden.

A.2 Alle inkomsten die voortvloeien uit verhuur zijn m.i.v. 1-12014 onderdeel van de school-exploitatie. Er zijn geen aparte geldstromen buiten de exploitatie.

A.3 Vaststelling van de begroting door het CvB van De Groeiling, uiterlijk januari 2014

A.3 In december 2013 heeft het CvB de schoolbegroting 2014 goedgekeurd. Daaraan voorgaf ging afstemming met de MR, die een positief advies heeft gegeven.


Pagina 47

A.2 Inkomsten uit verhuur worden via de jaarbegroting bestemd voor uitgaven in algemene zin.

Conclusies en aandachtspunten: 1- In diverse groepen is tenminste één groepsbezoek afgelegd door de directeur of de IB’er; een nieuw teamlid is enige tijd begeleid door de bouwcoördinator onderbouw. 2- Onze achtstegroepers stromen aan het einde van het schooljaar 2013-2014 als volgt uit naar de diverse scholen voor voortgezet onderwijs: VMBO B: 1 VMBO-K/T: 4 VMBO-T: 1 VMBO-T/HAVO: 3 HAVO: 0 HAVO/VWO: 10 VWO: 6 LWOO: 2 3- Het aantal leerlingen per 1 oktober 2013 bedroeg 209 . Dat is t.o.v. de vorige teldatum een daling van 9 leerlingen, voornamelijk veroorzaakt door enkele verhuizingen en een iets grotere uitstroom in groep 8 dan instroom in de kleutergroepen. De verwachting is dat per 1 oktober 2014 het aantal leerlingen rond de 210 zal liggen. 4- Op personeelsgebied namen we aan het einde van het schooljaar afscheid van André Aarden, Theo van Elteren en Kirsten van Hasselt. Kirsten was v.a. januari 2014 leerkracht van onze instroomgroep en heeft haar taak op prima wijze vervuld. Dank voor haar inzet! André verlaat na 26 jaar de school om gebruik te gaan maken van het keuzepensioen. Datzelfde doet Theo na 12 jaar op de St. Jozefschool gewerkt te hebben . Beiden hebben veel voor de school betekend, waarvoor hen veel dank verschuldigd is. Van allen wordt op passende wijze afscheid genomen. 5- Op de CITO-eindtoets van 2014 behaalde onze school een standaardscore van 535,4 . Dat is iets hoger dan het landelijk gemiddelde (534,4) . Een uitslag waarmee we deze keer redelijk tevreden zijn We gaan er van uit dat ook in de toekomst onze resultaten op het gewenste niveau zullen uitkomen.

BIJLAGE 7: JAARPLAN 2014-2015

Jaarplan Sint Jozefschool (Moordrecht)

2014-2015


Pagina 49

Voorwoord In dit Jaarplan wordt de concrete uitwerking van beleidsvoornemens beschreven, die weergegeven zijn in het Schoolplan. Gekozen is voor een compacte vorm, waarbij aangegeven wordt:  het beleidsterrein;  doel en concrete activiteiten;  inzet van personeel en middelen;  tijdsbestek;  meetbaar resultaat.

Het Jaarplan is tot stand gekomen in samenspraak met MT en teamvergadering en besproken in de MR. De effecten van het Jaarplan worden vervolgens beschreven in het Jaarverslag van de school, dat aan het einde van het schooljaar verschijnt. Door te werken met een Jaarplan en Jaarverslag geven we ook vorm aan kwaliteitszorg, bestaande uit de elementen planning, uitvoering, evalueren, bijstellen/nieuwe planning maken. Een korte beschrijving van de werkzaamheden en resultaten in het Jaarplan en Jaarverslag staat ook in de Schoolgids die aan het begin van ieder schooljaar verschijnt. Alle genoemde documenten zijn terug te vinden op onze website: www.sintjozefschoolmoordrecht.nl waar ze voor alle belanghebbenden in te zien zijn.

Juni 2014

Namens het team,

André Aarden, directeur-


Pagina 50

Activiteiten in het schooljaar 2014-2015 Beleids terrein

Doel (afgeleid van schoolplan) en concrete activiteiten

Inzet van personen en middelen

Tijdsbestek

Meetbaar eindresultaat

Onderwijs

De school werkt met moderne onderwijsmaterialenA.1 Er wordt een nieuwe methode ‘bewegingsonderwijs’ aangeschaft Een werkgroepje, waarin tenminste de vakleerkracht lichamelijke oefening zitting heeft, oriënteert zich op de mogelijkheden en komt met een voorstel naar het team. Besluitvorming na overleg met het team.

A.1 Een werkgroep, met daarin een vertegenwoordiger uit onder-, midden- en bovenbouw, aangestuurd door de vakleerkracht. Er zal een beroep worden gedaan op educatieve uitgeverijen

A.1 Januari-juni 2015

A.1 Juli 2015 is er een nieuwe methode aangeschaft.

A.2 De school gaat werken met een digitaal cijfer-notatie-systeem in Parnassys. De bestaande werkgroep volgt samen met Driestareducatief het ontwikkelingstraject, rapporteert aan en overlegt met het team over te maken keuzes

A.2 Uit de drie bouwen zitten vertegenwoordigers in de werkgroep, evenals de IB’er. Schooljaar 2014-2015 dient als experimenteerperiode; er wordt nog een niet-digitaal rapport aangehouden

A.2 De overleg- en ontwikkelmomenten vinden verspreid over het schooljaar plaats

A.2 Juli 2015 is een ev. digitaal rapport ‘gebruiksklaar’, zodat invoering ev. kan plaatsvinden in het schooljaar 2015-2016.

A.3 De school oriënteert zich op en maakt een keuze voor een gecertificeerd antipestprogramma.

A.3 Een werkgroep zal – zodra programma’s beschikbaar zijn - o.b.v. de beschikbare, gecertificeerde programma’s onderzoeken welke mogelijkheden voorkeur hebben, daarover het team informeren tijdens een studiemoment, waarbij het team een keuze maakt.

A.3 Afhankelijk van regelgeving en beschikbaar komen van de door de overheid gecertificeerde programma’s.

A.3 De school heeft tijdig een keuze gemaakt voor een geschikt programma en heeft dat programma ook operationeel gemaakt. Invoering afhankelijk van overheidsverplichtingen.

A.4 M.b.t. Passend Onderwijs beschikt de school over een schoolondersteuningsprofiel (SOP). De daarin beschreven zorg wordt ingezet, passend bij de behoefte van leerlingen.

A.4 Groepsleerkrachten, RT’ers, IB’er en onderwijsassistenten voeren in goed overleg de benodigde zorg uit. Het per kind beschikbare budget vanuit PO (€ 55,-) per leerling) zal daartoe worden benut. Voor gedetailleerde info over de inzet van middelen en materialen: zie ons SOP (website)

A.4 Verdeeld over het hele schooljaar

A.4 Het verwijzingspercentage van kinderen naar andere scholen ligt op of onder het landelijk gemiddelde


Pagina 51

Kwaliteitszorg

Beleidsterrein Huisvesting

Organisatie

Financiën

De school inventariseert periodiek wat ouders, leerlingen en personeel vinden van de kwaliteit. A.1 Ouders van alle leerlingen die de school verlaten worden uitgenodigd een kleine enquête in te vullen over de ervaren kwaliteit van de school. Op basis van de ingekomen reacties wordt het schoolbeleid zo mogelijk en waar gewenst aangepast.

A.1 Via de mail worden de enquêtes verspreid en ingenomen.

A.1 Verspreid over het hele schooljaar

A.1 Er is besloten of er al dan niet aanpassingen komen in het schoolbeleid op grond van de ingekomen reacties.

Doel (afgeleid van schoolplan) en concrete activiteiten

Inzet van personen en middelen

Tijdsbestek

Meetbaar eindresultaat

A.1 In de loop van het schooljaar wordt een nieuw schoolgebouw gerealiseerd, waarin de St. Jozefschool, samen met de Mr. Lallemanschool en De Achtbaan gehuisvest gaat worden

A.1 De directeur participeert in de projectgroep, vertegenwoordigers van team en ouders nemen deel in de ‘schoolpleincommissie’.

A.1 Verspreid over het schooljaar zijn er diverse overlegmomenten van de projecten werkgroep(en). Relevante info zal worden gecommuniceerd via teamvergadering en mail

A.1 Uiterlijk in juli 2015 wordt het nieuwe schoolgebouw ingericht. Start schooljaar 2015-2016 zal het in gebruik worden genomen.

A.1 Onderzoeken en zonodig aanpassen van de schooltijden, zodanig dat ouders en teamleden de vast te stellen schooltijden als meest wenselijk aanmerken. Bespreekpunten bij het traject zijn de verdeling van de lestijd over de leerjaren en schoolbrede gelijkschakeling van begin- en eindtijd voor alle groepen. I.v.m. nieuwbouw is ook afstemming nodig met beide andere scholen, die het nieuwe gebouw gaan gebruiken. A.1 De school genereert gelden i.v.m. de inrichting van een nieuw speelplein.

A.1 Bij dit traject is input van alle teamleden wenselijk; daartoe zal tijdens tenminste één studiemoment het onderwerp op de agenda staan. Er zal gebruik worden gemaakt van ervaringsdeskundigen. Een werkgroep zal e.e.a. voorbereiden en coordineren

A.1 Vroeg in het schooljaar wordt dit traject opgestart, zodat afstemming met ouders ruim in beeld kan komen

A.1 Aan het einde van het schooljaar is duidelijk of en zo ja welke veranderingen er in de schooltijden komen en is met betrokkenen gecommuniceerd over de aard en tijdstip van ingang.

A.1 De bestaande, gezamenlijke ‘speelpleincommissie’ benadert fondsen en instellingen ter verkrijging van budget en doet voorstellen aan de teams om middels acties geld in te zamelen.

A .1 Verspreid over het schooljaar

A.1 Er is begin 2015 voldoende geld beschikbaar om het speelplein naar behoren in te richten

De school beschikt over adequate en naar de eisen des tijds ingericht en benut schoolgebouw-


Pagina 52

BIJLAGE 8:

OVERZICHT GEBRUIKTE METHODEN

Overzicht methoden Sint Jozefschool Peildatum: 1 september 2014

Vakken

Sociaal-emotionele ontwikkeling (SEO) Aanvankelijk lezen Technisch lezen Begrijpend/studerend lezen Taal en spelling Catechese Schrijven Rekenen Engels Aardrijkskunde Geschiedenis Natuur Verkeer Tekenen Handvaardigheid Muziek Lichamelijke oefening

Methode

Jaar van aanschaf

Kinderen en hun sociale talenten Veilig leren lezen, 2e maanversie Estafette

2005

Tekstverwerken/ Nieuwsbegrip Taal actief Trefwoord Schrijfdans/Pennenstreken Wereld in Getallen 4 Groove Me (1 t/m 4) Real English ( 5 t/m 8) Meander Bij de tijd Natuniek Klaar over!/ Rondje verkeer bronnenboeken bronnenboeken Vier muziek met…! Basislessen bewegingsonderwijs

2009


2007 2006

2013 2013 2001/2009 2011 2014 2014 2005 2009 2003

2006 1998

Pagina 53

BIJLAGE 9:

OVERBLIJVEN en BUITENSCHOOLSE OPVANG

OVERBLIJVEN Ouders die hun kind(eren) willen laten overblijven kunnen gebruik maken van deze voorziening. Voor onze school wordt het overblijven, ook wel tussenschoolse opvang (TSO) genoemd, verzorgd door dagverblijf ‘Kids en Zoo’. De belangrijkste uitgangspunten op een rij: Kinderen van alle groepen blijven over in het schoolgebouw Kids en Zoo werkt met geschoolde overblijfkrachten de opvang voldoet aan de eisen die zijn vastgelegd in de Beleidsregels Kwaliteit Kinderopvang Kids en Zoo zal zich inspannen om de tarieven conform landelijke norm en trend vast te stellen; de kosten zijn geheel voor rekening van de ouders één keer per twee jaar zal onder de deelnemende ouders een tevredenheidonderzoek plaatsvinden Nadere informatie is te vinden op de website: www.kidsenzoo.nl en via 06-13211252 BUITENSCHOOLSE OPVANG (BSO) Ouders die dat wensen, kunnen gebruik maken van het opvangaanbod via de school . Ook hier verzorgt Kids en Zoo de BSO. Belangrijkste uitgangspunten zijn hier: de opvang geschiedt conform de wettelijke kwaliteitseisen die zijn vastgelegd in de Wet Kinderopvang de opvang vindt plaats in gebouw De Zespunt en/of in de locatie Oosteinde 77a te Moordrecht op reguliere, hele schooldagen én tijdens de schoolvakanties is opvang mogelijk van 7.30 tot 18.30 uur tijdens roostervrije- en studiedagen kunnen andere tijden van toepassing zijn minstens eenmaal per twee jaar zal onder deelnemende ouders een tevredenheidonderzoek worden gehouden de kosten zijn geheel voor rekening van de ouders Nadere informatie is te vinden op de website: www.kidsenzoo.nl en via 0182-370192


Pagina 54

BIJLAGE 10:

REGELGEVING VRIJSTELLING SCHOOLBEZOEK

Ook dit schooljaar zal het voorkomen dat ouders graag een of meer dagen verlof aanvragen voor hun kind(eren). Onze school hanteert daarbij de regelgeving vanuit de leerplichtwet. Dat houdt in dat 1.

Extra vakantieverlof alleen verleend mag worden als

 Wegens de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders het alleen mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan en er in betreffend schooljaar geen enkele andere vakantie is geweest of zal komen  De aanvraag wordt vergezeld van een werkgeversverklaring waaruit de noodzaak om buiten de schoolvakantie te gaan duidelijk blijkt  Het niet plaatsvindt in de eerste twee weken van een nieuw schooljaar  Het maximaal 10 schooldagen betreft. In de praktijk komen deze situaties vrijwel niet voor. Als u meent toch voor verlof in aanmerking te komen, moet dat tenminste 6 weken tevoren worden aangevraagd. André heeft daartoe de benodigde formulieren liggen. 2.

Verlof vanwege gewichtige omstandigheden

Voor bepaalde gewichtige omstandigheden kan verlof worden gevraagd op grond van artikel 11g van de Leerplichtwet 1969. Hieronder een overzicht van gewichtige omstandigheden waarvoor aanspraak op extra verlof kan worden gemaakt:  Voor het voldoen van een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden;  Voor verhuizing: 1 dag;  Voor het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de 3e graad: 2 dagen indien dit huwelijk buiten de woonplaats wordt gesloten en 1 dag indien dit in de eigen woonplaats geschiedt;  Viering van een 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders: maximaal één dag;  Bij ernstige zieke van bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad, waarbij de duur in overleg met de directeur wordt vastgesteld;  Bij het overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e graad: voor ten hoogste 4 dagen; van bloed- en aanverwanten in de 2e graad: voor ten hoogste 2 dagen; Van bloed- en aanverwanten inde 3e en 4e graad: voor ten hoogste 1 dag.


Pagina 55

BIJLAGE 11: WAAR KAN IK MET MIJN KLACHT TERECHT? Sinds 1 augustus 1998 moeten alle scholen in Nederland een klachtenregeling hebben. Wij vinden dit een goede zaak, want ondanks onze inspanningen voor het realiseren van een veilige school met een prettig pedagogisch klimaat, kunnen er ook bij ons op school dingen mis gaan. U kunt ons hierop aanspreken en hieronder kunt u lezen hoe onze klachtenregeling er uit ziet. In de klachtenregeling wordt onderscheid gemaakt tussen klachten over machtsmisbruik en overige klachten. Onder machtsmisbruik verstaan wij sexuele intimidatie, discriminatie, agressie, geweld en pesten. De overige klachten kunnen bijvoorbeeld gaan over begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de schoolorganisatie. Het is de bedoeling dat leerlingen en/of hun ouders/ verzorgers met overige klachten in eerste instantie naar de betrokkene (bijvoorbeeld de leerkracht) gaan. Komen zij er samen niet uit, dan kunnen klagers/ melders bij de directie van onze school terecht. Zijn zij daarna nog niet tevreden, dan kunnen ze het schoolbestuur inlichten, dat samen met hen naar een oplossing zal zoeken. Mocht er sprake zijn van ernstige klachten over een vorm van machtsmisbruik ten opzichte van een leerling, dan is de procedure wat anders. Leerlingen en/of hun ouders/ verzorgers kunnen met hun klachten terecht bij de interne contactpersoon, de externe vertrouwenspersoon of een officiële klacht indienen bij de klachtencommissie. In principe bespreken klagers/melders een geval van (vermeend) machtsmisbruik vertrouwelijk, in eerste instantie met de interne contactpersoon. Deze zal naar het verhaal luisteren en bespreken welke stappen ondernomen zouden kunnen worden. Op onze school is dit Jacqueline Geerts. Bij haar kunnen leerlingen en hun ouders/verzorgers altijd terecht. De contactpersoon kan doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon van de school. En in voorkomende gevallen kunnen klagers/melders ook zelf direct contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon. De externe vertrouwenspersoon is iemand van buiten onze school die is aangesteld door ons schoolbestuur. Met de externe vertrouwenspersoon kan de klacht worden besproken en vervolgens ondersteunt hij/zij de klager/melder bij eventuele verdere stappen. Ook de gesprekken met deze persoon zijn strikt vertrouwelijk. Als het nodig is, wordt de klacht officieel ingediend bij de klachtencommissie. De klachtencommissie onderzoekt de klacht en adviseert het bestuur van de school over de te nemen maatregelen. Het bevoegd gezag beslist wat ze met het advies doet en laat dat alle partijen weten. De externe vertrouwenspersoon voor onze school is te bereiken via de GGD Hollands Midden: Mevrouw I. Oey, coördinator externe vertrouwenspersonen, telefoon: 0182-545650, e-mail: [email protected]


Pagina 56

SCHOOLGIDS

Recommend Documents