SCHOOLGIDS 2015 - 2016
Middelharnis, voorjaar 2015 Beste ouders en belangstellenden, Voor u heeft u de schoolgids 2015 2016 van Daltonschool de Vliegers. Deze gids is geschreven met de intentie de lezer een kijkje te geven in de “keuken” van de school. Onze school is een algemeen bijzondere school en dat houdt in dat er gewerkt wordt vanuit bepaalde didactische en pedagogische uitgangspunten: in geval van Daltonschool de Vliegers: de Daltonprincipes. Onze missie is: “Optimaal onderwijs te verzorgen, met als uitgangspunten de drie principes van het Daltononderwijs: Vrijheid in gebondenheid/ verantwoordelijkheid. Zelfstandigheid en Samenwerking, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met het individuele kind. Wij willen van kinderen mensen maken die onbevreesd in het leven staan, vol van zelfvertrouwen, creatief, initiatiefrijk, sociaal zijn en die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen.” Verderop in de gids kunt u hier meer over lezen. Het team en alle andere betrokkenen van Daltonschool de Vliegers hebben zich als doel gesteld goed kwalitatief onderwijs aan te bieden. En daarnaast vinden alle betrokkenen het zeer belangrijk dat de leerling een fijne basisschooltijd doorloopt, waar gezonde waarden en normen als een rode draad door de jaren heen lopen. Het prachtig pand waarin de school is gehuisvest, is in het voorjaar van 2010 opgeleverd. In het pand vindt u de visie van ons Daltononderwijs terug: Samen leren, Samen leven, Samen spelen. In januari 2011 heeft de school, na visitatie van de Nederlandse Dalton Vereniging wederom voor 5 jaar de Daltonlicentie ontvangen. Daar zijn het bestuur en het team trots op. Komend voorjaar- 2016- verwachten we wederom een bezoek van de NDV. Trots zijn wij op het inspectierapport van OCW dat constateert dat “te verwachten resultaten van de leerlingen, gezien de leerling-populatie” goed zijn. Onder andere wordt het pedagogisch klimaat op school als goed beoordeeld. Deze schoolgids is bedoeld voor ouders van toekomstige leerlingen, maar ook voor ouders van de leerlingen die onze school al bezoeken. Wij hopen dat de informatie die u hierin vindt, u een goed beeld geeft. Als u nieuwsgierig bent geworden naar het onderwijs op Daltonschool de Vliegers, bent u vanzelfsprekend van harte welkom om één van de voorlichtingochtenden bij te wonen. Mocht u liever op een ander moment de school bezoeken, of en afspraak met de directeur willen maken, dan bent u hiervoor van harte uitgenodigd. Hartelijke groeten, Eileen Willers- van Immerseel directeur Daltonschool De Vliegers Kastanjelaan 3 3241 BH Middelharnis 0187 482980
postbus 206 3240 AE Middelharnis
2
[email protected] www.daltonschooldevliegers.nl
. INHOUDSOPGAVE Het Daltononderwijs
4
De School
8
Waar de school voor staat
8
Passend Onderwijs per 1 augustus 2014
11
Vieringen en andere activiteiten
12
De organisatie van de school
13
De zorg voor de leerlingen
19
De leraren
27
De ouders
29
De ontwikkeling van de school
30
De resultaten van ons onderwijs
37
Vakanties en andere wetenswaardigheden
38
Jeugdgezondheidszorg
42
Maatschappelijk werk
42
Contactadressen teamleden/ bestuur en mr leden.
46
3
Daltonidentiteit* Leren is werken: Zelfstandig en samen *daltonidentiteit zoals geformuleerd door het algemeen bestuur van de Nederlandse Dalton Vereniging. Het onderwijs op een daltonschool stelt de ontwikkeling van de leerling centraal. De begeleidingsfunctie van de leerkracht is daarbij cruciaal. Visie op opvoeding en leren Een kind is in staat tot het dragen van verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor zijn omgeving als ouders en leerkrachten het kind de ruimte geven om zich te ontwikkelen tot een vrijdenkende en verantwoordelijke jongvolwassene. Het is de opdracht van een daltonschool om de leerling uit te dagen tot leren èn leven. Ruimte voor intellectuele groei in evenwicht met persoonlijke en sociale groei zal leiden tot een mens zonder vrees met een ondernemende democratische grondhouding. Door vrijheid te geven komt er ruimte voor zelfstandig werken en samenwerken. Het daltononderwijs stelt zich ten doel het zelf werken en met elkaar werken van leerlingen zoveel mogelijk te bevorderen door hen daartoe de vrijheid te geven. Dit krijgt vorm in een pedagogisch klimaat van wederzijds vertrouwen, waarbij leerlingen en leerkrachten verantwoordelijkheid nemen of geven en verantwoording afleggen of vragen voor eigen werk en handelen.
Deze visie zal leiden tot leerlingen die later als volwassenen ondernemend en zelfverantwoordelijk kunnen leven, werken en samenleven. Vrijheid en verantwoordelijkheid “Freedom and responsibility together perform the miracle” Vrijheid in het daltononderwijs is de gelegenheid krijgen om het taakwerk zelf te organiseren. De opgegeven leerstof en de eisen die daaraan worden gesteld, de tijdslimiet en de schoolregels vormen de grenzen waarbinnen de leerlingen hun vrijheid leren gebruiken. De school biedt de leerlingen ruimte voor een verantwoorde keuze bij het verwerken van de 4
leerstof. De begeleiding van de leerkrachten is er op gericht de leerlingen zich verantwoordelijk te laten voelen voor het eigen leren. Leerlingen krijgen de ruimte om te experimenteren, maar worden tegelijk ook geconfronteerd met de relatie tussen wat ze doen en wat dat oplevert. Dat is voor leerlingen een geleidelijk leerproces, waarin zelfkennis en zelfinschatting een grote rol spelen. Vrijheid is noodzakelijk om eigen keuzes te kunnen maken en eigen wegen te vinden. Door leerlingen meer ruimte te bieden kunnen zij een actieve en nieuwsgierige leerhouding ontwikkelen. Maar vrijheid betekent niet dat alles zomaar kan en mag. Het is de taak van de leerkracht om iedere leerling de structuur te bieden om vrijheid binnen grenzen te leren hanteren. Zelfstandigheid “Experience is the best and indeed the only real teacher” Zelfstandig leren op een daltonschool is ervaringsleren: dit betekent dat leerlingen uitgedaagd worden hun leertaken zelf tot een goed einde te brengen. Deze manier van werken stimuleert het probleemoplossend denken van de leerlingen. Om later als volwassenen goed te kunnen functioneren moeten de leerlingen leren beoordelen welke beslissingen zij moeten nemen. De keuzevrijheid dwingt de leerlingen tot het nemen van zelfstandige beslissingen die effectief en verantwoord zijn. Samenwerking “The school functions as a social community” Daltononderwijs biedt de leerlingen iedere dag de mogelijkheid samen te werken. Doordat leerlingen samen met leerkrachten en medeleerlingen aan hun leertaken werken, leren zij met elkaar om te gaan en leren zij dat zij elkaar kunnen helpen. Het verwerven van kennis en vaardigheden in samenwerking met anderen kan het leren vergemakkelijken. Samenwerken met anderen heeft daarnaast een functie op het gebied van sociale vorming: leerlingen leren dat er verschillen bestaan tussen mensen. Ze leren naar elkaar te luisteren en respect te hebben voor elkaar. Als leerlingen met elkaar samenwerken ontwikkelen ze sociale vaardigheden en leren ze reflecteren op de manier waarop ze leren, zoals het beoordelen van de eigen inbreng en die van de medeleerlingen, het aanleren van discussievaardigheden, het leren omgaan met teleurstellingen en het ervaren van de meeropbrengst uit de samenwerking. Dalton ankerpunten: 1. In het daltononderwijs zien we de leerling als de ondernemende zelfstandige die het schoolwerk als taak aanneemt en zich eigen maakt. 2. In het daltononderwijs krijgt de leerling de gelegenheid om in eigen tempo, op eigen wijze en in eigen volgorde een taak te verwerken waarin een hoeveelheid (deels door de leerling zelf gekozen) onderwijsactiviteiten over een bepaalde tijdsperiode staan gepland. 3. In het daltononderwijs wordt de leerling uitgedaagd en krijgt het de gelegenheid zich te oefenen in het plannen, organiseren, regisseren, reflecteren en initiatief nemen. 4. In het daltononderwijs krijgen leerlingen de gelegenheid met elkaar te werken. Dit bevordert de socialiteit en groepsinteractie. 5. In het daltononderwijs krijgt de leerling waar nodig passende begeleiding en hulp van de leerkacht om zich nieuwe vaardigheden eigen te maken met het doel zijn taak te kunnen volbrengen.
5
6. In het daltononderwijs gaat de leerkacht uit van de mogelijkheden van zijn leerlingen en is hij/ zij er op gericht om de motivatie en het zelfvertrouwen van zijn leerlingen te vergroten. 7. In het daltononderwijs vertrouwen we op de professionaliteit en betrokkenheid van leerkrachten en dat zij dit verder ontwikkelen en met reflexiviteit praktiseren. 8. In het daltononderwijs is de leerkacht in staat om het beste uit de samenwerking met zijn collega’s te halen met het doel om samen het onderwijsaanbod te verbeteren en daardoor de school te profileren. 9. Het onderwijs op een daltonschool is door een efficiënte inrichting van tijd, ruimte en middelen doelmatig. 10. Het onderwijs op een daltonschool is door bezinning en reflectie doordacht. 11. Het onderwijs op een daltonschool is didactisch open en geeft ook ruimte aan andere inzichten en werkvormen die de leerlingen in staat stellen hun taak te volbrengen. BORGING Het daltononderwijs wordt geborgd door zelfevaluatie en visitatie. Geschiedenis: Helen Parkhurst is geboren in 1887 in Wisconsin, Verenigde Staten van Amerika. Van 1905 tot 1913 was zij in de praktijk van het lager onderwijs werkzaam. In deze tijd experimenteerde zij op verschillende scholen verspreid over Amerika. Het is voor een goed begrip van Parkhurst van belang, dat haar streven naar veranderingen in het onderwijs en opvoeding wortelt in de confrontatie met de praktijk. Haar eerste opgave is, op haar eerste school, een ‘eenmansschooltje’ in Wisconsin, zo goed mogelijk onderwijs geven. Haar theoretische kennis over hoe kinderen leren lezen, schrijven, rekenen lost haar specifieke probleem niet op. Helen, de vers afgestudeerde leerkracht, krijgt namelijk te maken met veertig kinderen van verschillende leeftijden. Hoe zal ze dit probleem oplossen? Helen denkt na over haar eigen ervaring als schoolkind en zij herinnert zich dan hoe het alsmaar stil zitten, het alsmaar luisteren, oefenen en herhalen haar leergierigheid beknotten. Zij verbindt haar noodsituatie met het demotiverende luisteronderwijs en komt tot een even simpele als ingenieuze oplossing: zij doorbreekt de voorgeschreven bepalingen van het lesrooster en de leerstof. Ze vraagt de kinderen zelf te kiezen uit de aangeboden leerstof, eigen leerprogramma’s te maken en vertelt hen dat zij altijd hulp kunnen vragen aan haar of aan andere kinderen. Leerling en leerkracht gaan als het ware een samenwerkingsverband aan, waarbij de een zich verplicht het in vrijheid gekozen leerdoel binnen een bepaalde tijd te bereiken en de ander hem toezegt daarbij waar nodig behulpzaam te zijn. Helen kiest voor individualiserend onderwijs in plaats van frontaal klassikaal onderwijs, zoals dat in die tijd gebruikelijk was en nog steeds is. Omstreeks 1918 komt Helen Parkhurst in contact met de zeer rijke familie Crane uit de stad Dalton (Massachusetts). Ze geeft een jaar les aan de dochter des huizes en probeert haar ideeën te introduceren op de plaatselijke High School. Als dat niet lukt gaat zij naar New York City en met financiële steun van de steenrijke familie Crane opent ze daar in 1919 “The Childrens’s University School”, die in 1920 wordt omgedoopt in “The Dalton School”, naar de woonplaats van haar geldschieters. Deze school bestaat tot op de dag van vandaag. In 1922 verschijnt haar boek ‘Education on the Dalton Plan, waarin zij haar drie principes: vrijheid in gebondenheid (freedom, geen liberty), zelfstandigheid en samenwerken nader preciseert. Zij laat duidelijk uitkomen dat vrijheid, zelfstandigheid en samenwerken nauw met elkaar verstrengeld zijn.
6
Kenmerkend voor haar onderwijsvisie is het evenwicht dat zij schept tussen leren door instructie en het actieve probleemoplossend leren. Helen heeft geen toelichting op haar pedagogische uitgangspunten gegeven. Zij acht een dergelijke toelichting namelijk totaal overbodig, omdat het voor haar duidelijk is dat onderwijs slechts met deze principes de natuurlijke groei van de persoonlijke weerbaarheid bevordert, om aldus het lerende kind geleidelijk in staat te stellen tot een zo groot mogelijke zelfbepaling te komen. Voor haar is er geen scheiding tussen onderwijs en opvoeding, tussen kennis -of cultuuroverdracht en tussen karakter -of gewetensvorming. Haar staat een school voor ogen waar ‘het leren voor het leven’ een leerproces inhoudt dat ieder kind in zijn waarde laat door dit proces steeds weer in handen te brengen en te laten van de leerling zelf. Het gaat Helen om intellectuele vorming en ontwikkeling van het karakter en de eigenschappen die de mens nodig heeft als lid van de samenleving. Door de kinderen op school waardevolle ervaringen te laten opdoen kan men hen op de samenleving voorbereiden. Zij onderkent het spanningsveld tussen de maatschappelijke functie van de school en de opdracht het individu te ontwikkelen. Voor Helen Parkhurst is samenwerken begrensd worden én door eigen kunnen én door het samenzijn met anderen. Voor haar is het rekening houden op school met buiten de school op velerlei gebied verworven kennis en respect voor elkaar een voorwaarde voor de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen. In Helen’s ogen betekent dit dat ook de school de leerling de weg wijst ‘de maaltijd te bereiden’ het leert dat het kan leren. Je zou kunnen stellen dat Helen Parkhurst het belangrijk vindt dat kinderen leren omgaan met zichzelf en met anderen!
7
DE SCHOOL Directie Eileen Willers- van Immerseel Bestuursvoorzitter mw. Anouk Huikeshoven Bereikbaar onder nummer: 0187-482980 Schoolgrootte Het aantal leerlingen bedraagt per 1-10-2015 ( het aantal leerlingen van voorgaande jaren: 2013: 104, 2014: 108) Het aantal aan de school verbonden personeelsleden per augustus 2015 (leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel)
: 113 :9
Situering van de school Het gebouw is gelegen in een wijk uit het eind van de jaren vijftig, begin jaren zestig. Het is een rustige wijk, met relatief veel groen. Het dorp Middelharnis vormt samen met alle dorpskernen op ons mooie eiland, de gemeente Goeree Overflakkee. Het is een prachtig pand waar in de ontwerpfase rekening is gehouden met het Daltononderwijs. Dit vertaalt zich onder andere in de werkplekken voor de kinderen waar kinderen zelfstandig/ of juist samen kunnen werken en een grote gezamenlijke middenruimte. Behalve rekening houdend met de eisen die het Daltononderwijs stelt, hebben we bij het bouwen rekening gehouden met een andere missie die wij voorstaan; namelijk met het milieu; de opvoeding van onze leerling met betrekking tot omgaan met duurzaamheid. Er is daarom gekozen voor het gebruik van zonnepanelen, verwarming door middel van aardwarmte, de opvang van hemelwater dat vervolgens gebruikt wordt om de toiletten door te spoelen. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT Scholen moeten niet alleen leerlingen kennis bijbrengen, maar ook vaardigheden en inzichten die ieder kind nodig heeft in deze moderne tijd. Scholen hebben de opdracht om niet uitsluitend aandacht te besteden aan de verstandelijke ontwikkeling van kinderen. Ook de sociale, emotionele en creatieve ontwikkeling van het kind krijgt aandacht. In het voorwoord heeft u de door het team en bestuur ontwikkelde visie kunnen lezen. Missie Opvoeden uit een boekje is onmogelijk. Daarom verwerpen opvoeders vaak onderwijsvormen die een star systeem hanteren. Onderwijs en opvoeding krijgen iedere keer opnieuw vorm in de ontmoeting tussen twee of meer mensen. In alle opvoeding spreekt ervaring mee, al is het maar de herinnering aan de eigen opvoeding. Maar ook de ervaring van anderen kan een opvoeder in praktijk brengen. Die overgedragen ervaring behoort tot één van de uitgangspunten van het Daltononderwijs. Dalton is een manier van omgaan met elkaar. Een Daltonschool schept ruimte en geeft kinderen de gelegenheid om zelfstandig of samen te werken aan een afgesproken taak. De drie principes: vrijheid en verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerking, vormen de uitgangspunten van de Daltonaanpak. De taak is het middel om die drie principes te verwezenlijken.
8
Zo sluit het leven in de school aan bij het leven buiten de school. De Daltonaanpak blijft daarbij een hulpmiddel om het proces van omgaan met elkaar voortdurend gaande te houden. Deze toepassing verandert het leven van de mensen die het beleven. Algemeen Bijzondere School Onze school is een Algemeen Bijzondere School. Dit betekent dat onze school uitgaat van een bepaalde opvoedings- en onderwijsmethode: het Daltononderwijs. Algemeen Bijzondere Scholen hebben een vereniging waarvan alle ouders lid zijn, met een bestuur dat bestaat uit ouders van leerlingen. Het bestuur wordt gekozen door de algemene ledenvergadering van de vereniging. Onze school is opgericht in 1989 door ouders die uitgesproken ideeën hebben over het soort onderwijs dat zij voor hun kinderen willen: individueel gericht basisonderwijs. Vandaar de naam van de vereniging IBOGO: Individueel Basis Onderwijs GoereeOverflakkee. Eco-School De school onderschrijft het belang van een duurzame samenleving. Om hier invulling aan te geven hebben we de afgelopen jaren gestreefd naar de “Groene Vlag”, de internationale certificering van Eco-Schools. Deze certificering is ons in oktober 2007 ten deel gevallen. En in 2010 en in 2011 hebben wij de tweede én derde Groene vlag mogen ontvangen! In het najaar van 2015 zal de vierde erkenning onze kant uitkomen! Onze leerlingen werken actief mee aan een veilige, schone en milieubewuste schoolomgeving. Tijdens de lessen en activiteiten leggen we de link met mondiale aspecten van klimaat, energie, water afval en veiligheid. Ook in het gebouwbeheer besteedt de school aandacht aan milieu en duurzaamheid, zodat de leerlingen vertrouwd raken met duurzame materialen en producten. Samen met de leerlingen maken we afspraken zoals: “als laatste de klas uit…..doe het licht uit!” en maken we afspraken over het scheiden van afval, zodat zij van jongs af aan leren op een bewuste manier met de materialen, milieu en omgeving om te gaan. In ons nieuwe schoolgebouw hebben we een aantal zaken kunnen inpassen, die een directe link hebben met bewust omgaan met het milieu en energie. Deze toepassingen kon onder meer gerealiseerd worden doordat een subsidie is ontvangen van Deltawind. Dit is een coöperatie op het eiland Goeree-Overflakkee, welke zich richt op duurzame energie.
9
Voorbereiding op de samenleving en maatschappij Wij gaan ervan uit dat kinderen zich moeten kunnen ontplooien binnen gestructureerde situaties. Door middel van het spel en het leren in een dergelijke omgeving ontwikkelt het kind zich tot een zelfstandig mens. Wij willen graag het volgende bereiken: Dat de kinderen een positieve kijk en houding hebben ten opzichte van de samenleving. Dat zij zich weerbaar weten op te stellen. Dat zij een weg kunnen vinden in de overstelpende hoeveelheid informatie die op hen afkomt. Dat zij met respect en tolerantie omgaan met andere mensen, ook met mensen die zich onderscheiden door een handicap, door hun huidkleur, geloof of sekse. Belangrijk is dat het kind bij alles wat het ontmoet of aangeboden krijgt zichzelf kan blijven. Het moet de dingen op eigen wijze kunnen hanteren en opnemen, om ermee aan zichzelf te bouwen. Zo ontstaat een begin van verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken. Vrijheid in gebondenheid / Verantwoordelijkheid Vrijheid is van groot belang voor de ontplooiing van de persoonlijkheid van een mens. Het kind moet leren die vrijheid te hanteren. De school kan duidelijk maken dat vrijheid iets anders is dan ongebondenheid. Een kind kan niet vroeg genoeg beginnen met het herkennen en aanvaarden van de eigen (on)mogelijkheden. Daarom is het principe vrijheid in de Daltonschool zo belangrijk. Een kleuter van vier zal vrijheid anders ervaren dan een kind van twaalf jaar. Zij moeten eigen ruimte krijgen om hun vorm van vrijheid te beleven en ook eigen grenzen tot waar die vrijheid zich uitstrekt. Bij het begrip vrijheid hoort verantwoordelijkheid. Een kind moet verantwoordelijkheid krijgen en de leerkrachten moeten vertrouwen schenken. In de opgedragen taak vindt een kind vrijheid en verantwoordelijkheid. De opdracht ligt vast. De vrije keuze ligt in: Het tempo en de volgorde waarin een kind wil werken. Het al dan niet raadplegen van en de keuze van de hulpbronnen. Alleen werken of samenwerken met anderen. De tijd die aan de verschillende onderdelen wordt besteed. In overleg tussen leraren, leerlingen en ouders wordt bepaald hoe ver vrijheid en verantwoordelijkheid moeten gaan. Dit alles in vertrouwen met elkaar. Zelfstandigheid kinderen willen zelf nieuwe dingen ontdekken. De taak in de Daltonschool geeft ze daarvoor de ruimte. Zelfstandigheid houdt zelfwerkzaamheid in. Zelf actief problemen oplossen, leert kinderen zelfstandig nadenken en beter begrijpen. Deze werkvorm vraagt meer energie van een kind dan het passief repeteren. Als een leraar taken samenstelt, is dat ook meer dan het willekeurig uitzoeken van wat thema’s of vraagstukken. Behalve inzicht in de opbouw van de leerstof vraagt het aandacht voor de ontwikkeling van de kinderen en voor specifieke leermoeilijkheden. De leraar moet zijn leerlingen goed kennen. Dan is het in staat een takenpakket samen te stellen dat kinderen de kans geeft zelfstandig problemen op te lossen. Daardoor leren ze creatief denken en handelen. Hoe zelfstandiger een kind wordt, des te gemakkelijker zal het leren beredeneerde keuzen maken. Des te meer wordt een leerkracht een begeleider in het leerproces. Samenwerking In het dagelijks leven moet een mens samenwerken met andere mensen, die hij niet zelf heeft
10
gekozen. Niets is beter dan zo’n teamverband al op school te laten starten. In een Daltonschool kunnen de kinderen in jaargroepen met elkaar werken. Zo leren ze elkaar dingen uitleggen. Dat kweekt beter begrip dan alleen memoriseren. Door samen te werken leren kinderen ook dat afkijken of overschrijven zinloos is. Zolang een kind iets nog niet weet, moet het geholpen worden. Zolang ook wordt het aangemoedigd. Pas daarna volgt de controle of de toets. PASSEND ONDERWIJS PER 1 AUGUSTUS 2014 Passend onderwijs voor ouders en kinderen. Wat is passend onderwijs? Ieder kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Het kabinet wil dat zoveel mogelijk kinderen naar een gewone school in de buurt kunnen gaan. Want zo hebben ze de beste kansen op een vervolgopleiding en meedoen in de samenleving. Kinderen die het echt nodig hebben, kunnen net als nu, naar het speciaal onderwijs, dat blijft. Wat veranderde er? Scholen kregen per 1 augustus 2014 een zorgplicht. Dat betekent dat scholen elk kind een passende onderwijsplek moeten bieden. Óf op de school waar u uw kind aanmeldt, eventueel met extra ondersteuning, óf op een andere school in het regulier of speciaal onderwijs. Ouders worden hierbij nauw betrokken en scholen gaan ( nog) beter samenwerken. Ook hoeven ouders geen ingewikkelde indicatieprocedure te doorlopen en werden er vanaf die datum geen rugzakjes meer toegekend. De extra ondersteuning die een kind nodig heeft, wordt rechtstreeks door de samenwerkende scholen georganiseerd en betaald. Wat betekent dit voor uw kind? Volgt uw kind speciaal onderwijs? Deze kinderen houden hun plek en indicatie tot uiterlijk 1 augustus 2016 ( zolang het kind op dezelfde school zit). Daarna volgt een nieuwe beoordeling over de best passende plek in overleg met de school. Ging uw kind met een rugzakje naar een gewone basisschool? Vanaf 1 augustus 2014 bestaan er geen rugzakjes mee. De extra ondersteuning die uw kind nodig heeft wordt, in overleg met u, rechtstreeks door de school georganiseerd. Ga met school in gesprek hoe de ondersteuning aan uw kind geregeld wordt. Denkt u dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft? Nieuwe aanmelding: U kiest de school die u voor uw kind geschikt vindt en u meldt uw kind minimaal 10 weken van te voren schriftelijk aan. In de schoolgids staat welke ondersteuning de school kan bieden. Binnen 6 tot 10 weken laat de school weten of uw kind wordt toegelaten of komt de school met een voorstel voor een beter passende plek voor uw kind op een andere school. dat gebeurt altijd in nauw overleg met u. Uw kind zit al op school? Kijk in de schoolgids welke ondersteuning de school kan bieden en ga in gesprek met de leerkracht van uw kind. Uw kind heeft geen extra ondersteuning nodig? In dat geval verandert er waarschijnlijk weinig voor uw kind. In de loop van de tijd kunnen er
11
misschien een paar kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, bij uw kind in de klas komen. Dit is afhankelijk van de afspraken die de scholen in uw regio met elkaar gemaakt hebben. Ga in gesprek met de school van uw kind over wat uw kind nodig heeft en wat u samen met de school kunt doen. Meer informatie?
www.passendonderwijs.nl
VIERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN De Daltonweek Elk schooljaar begint met de Daltonweek. Deze week moet gezien worden als de onderste bouwsteen van het nieuwe schooljaar, het fundament waarop het gehele jaar zal worden gebouwd. Aangezien het schooljaar wordt gebouwd door leerlingen, ouders, bestuur en schoolteam worden al deze groepen bij deze week betrokken. Het basisidee van deze week is een sfeer te creëren die uitgangspunt zal zijn voor het komende leerjaar. Daarnaast is het de bedoeling begrip te kweken voor onze werkwijze, gebaseerd op de Daltonprincipes bij de nieuwe leerlingen en hun ouders en / of verzorgers. En natuurlijk is de Daltonweek bedoeld om met de kinderen de draad weer op te pakken en de motivatie voor een nieuw inspirerend schooljaar op te wekken. In de Daltonweek wordt via een project een onderwerp centraal gesteld. De Daltonweek is de eerste projectweek van het schooljaar. Gedurende het schooljaar volgen minimaal 3 andere themaweken. Weeksluiting Elke groep bereidt één keer per 5 weken een weeksluiting voor, die ongeveer vijftien minuten duurt en gepresenteerd wordt in de speelzaal. De kinderen van de andere groepen komen dan allemaal kijken en luisteren. De inhoud kan bepaald worden door een onderwerp waar de kinderen mee bezig zijn geweest of iets dat speciaal voor de weeksluiting is voorbereid. Dit kan gaan om een tentoonstelling, voordracht, taalexpressie, muziek, toneel, pantomime, bewegingsonderwijs, creatief spel enz. De weeksluitingen vinden elke vrijdag aan het einde van de schooldag plaats. Een aantal malen per jaar zijn de weeksluitingen openbaar. Ouders, grootouders en andere belangstellenden worden daarvoor uitgenodigd. De data van deze “openbare weeksluitingen” staan vermeld op de schoolkalender. Overige activiteiten Op school worden Sinterklaasfeest, het kerstfeest, Pasen en de verjaardagen van de leerkrachten gevierd. Er wordt door groep 7 en 8 jaarlijks een kerstmusical verzorgd. In de week voor Kerstmis wordt deze voor alle kinderen en ouders, opa’s en oma’s opgevoerd tijdens een feestelijke avond. Elk jaar is er een schoolreis voor de groepen 1 t/m 6. Voor de bovenbouw groepen is een driedaags kamp, en daarnaast worden er met regelmaat excursies geregeld. Tevens worden er projectweken gehouden. Tijdens deze projectweken wordt er meestal groep overschrijdend gewerkt. Er worden groepjes gevormd waarin kinderen van groep 1 tot en met 8 samen bepaalde zaken aanpakken. De weken voor de herfstvakantie staan altijd in het teken van de Boekenweek. De meeste leerlingen doen mee met de voorronden van de voorleeswedstrijd…ook de kleuters… en de bovenbouwgroepen doen mee met de landelijke voorleeswedstrijd. Menigmaal wist een
12
leerling door te dringen naar regionale rondes. Ook in schooljaar 2014 2015 drong een van onze leerlingen door naar de halve finale en kwam zij uit voor de provincie Zuid- Holland. DE ORGANISATIE VAN DE SCHOOL Organisatie De leerlingen zijn in jaargroepen ingedeeld, maar omdat de school meer dan 100 leerlingen telt, zijn meerdere jaargroepen in een klas samengevoegd. We spreken van combinatiegroepen. Voor het schooljaar 2015- 2016 zijn de groepen als volgt geformeerd: groep 1, groep 2, groep 3/ 4, groep 4/ 5 en een groep 6/7. In schooljaar 2015-2016 is er geen groep 8. Door allerlei omstandigheden, zoals verhuizingen en verwijzing naar speciaal onderwijs, blijft groep 8 dit jaar leeg. Op onze school bestaan de functies van directeur, groepsleerkracht, interne begeleider en administratieve hulp. Zie verder in hoofdstuk 5. De schoonmaakwerkzaamheden worden uitbesteed aan een externe organisatie, de GOM. Het onderwijs in de onderbouw, groep 1 & 2 De schooldag begint met een kringgesprek. Het doel is de kinderen te leren naar elkaar te luisteren. Ze moeten ook leren met elkaar te praten en elkaar vragen te stellen. Gezamenlijke activiteiten vinden plaats in de kring. Na de kring volgt een werkuur. Soms kiezen de kinderen zelf een werkje, soms geeft de leerkracht aan welk werk gedaan moet worden. Er wordt gebruik gemaakt van boeken, blokken, zand en water, puzzels, lotto’s, constructiemateriaal enz. Als de kinderen een werkje af hebben wordt dat op het takenbord aangegeven. Het kind krijgt zo, al naar gelang hun ontwikkeling, één of twee taken per dag. We hebben voor de volgende methodieken gekozen. Deze voldoen aan de eisen die wij hier aan stellen in verband met onze Dalton-werkwijze. We werken met de methode Schatkist en Idee. Voorop staat eveneens woordenschatvergroting. De woordenschatontwikkeling wordt gestimuleerd door toneel, poppenspel, prentenboeken, voorleesboeken, vertellen enz. De ontwikkeling van het rekenen gaat spelenderwijs. Ook hier gebruiken we de methode Schatkist en Idee. De kinderen zijn bezig met tellen, meten, wegen, groeperen en vergelijken. Met wereldverkenning werken we in thema’s. Weer gebruiken we hier de methode Idee, waaruit de onderwerpen worden gehaald. Verder zijn de jaargetijden en feesten ieder jaar terugkerende thema’s. In groep 2 van de onderbouw wordt er gewerkt aan onderdelen van taal en rekenen. Voor lezen volgen we vanaf schooljaar 2011-2012 de meest actuele materialen van de methode Veilig Leren Lezen. Tot die tijd was er altijd gewerkt met de leesmethode: Leeslijn. De nieuwe VLL methode heeft in het eerste schooljaar geleid tot zeer goede resultaten. De schrijfmethode Schrijven in de Basisschool geeft voor deze kinderen al voorbereidende oefeningen. Daarnaast wordt ook de methode Schrijfdans gebruikt. Het onderwijs in de groepen 3 t/m 8 Taal / leesmethodes Taalonderwijs vinden wij op onze school erg belangrijk. Ook bij deze groepen geldt het belang van een kringgesprek. In groep 3 is spreekvaardigheid en luistervaardigheid van de leerling erg belangrijk. We besteden aandacht aan klanken, letterkennis, woordenkennis en woordvorming. In deze groep staat het leren lezen, rekenen en schrijven centraal. We gebruiken de methode Veilig Leren Lezen, Wereld in getallen en Pennenstreken.
13
In de overige groepen wordt gewerkt met de lees- en taalmethode de Estafette en Taaljournaal om zowel de mondelinge als de schriftelijke taalvaardigheid te stimuleren. Deze methode is gericht op communicatie, waardoor er een accent ligt op de mondelinge taalvaardigheid zoals gesprekstechnieken. De schriftelijke taalvaardigheid bestaat uit het leren schrijven van verhalen, gedichten, brieven en antwoorden op vragen. In het schooljaar 2008-2009 zijn we gestart met de meest actuele Taaljournaal methode. Voor begrijpend lezen gaan we dit schooljaar de methode “Nieuwsbegrip XL” inzetten. Deze methode gaat uit van actuele onderwerpen en vervangt de methode “Goed Gelezen”. In het schooljaar 2010- 2011 werd een begin gemaakt met een nieuwe spellingmethode, geïntegreerd in de taalmethode: Taaljournaal. Er wordt veel aandacht besteed aan woordenschatlessen. Verder is er aandacht voor het juiste taalgebruik in de juiste situatie. Om te zorgen dat er voor elke leerling voldoende oefenstof is hebben we naast de taalmethode de beschikking over de methode taaltraining Stenvert Taalbloks, Taal is niet zo moeilijk, een aparte spellingsleergang Spelling in de lift en de methode Taaltoren. Waar nodig, krijgen de leerlingen een eigen taalprogramma aangeboden. Bij taalonderwijs hoort leesonderwijs. Wij steken veel tijd en energie in het leren lezen. De leerkrachten in de onderbouw steken veel tijd in bij en nascholing op het gebied van taalverwerving en lezen. Eén van onze collega’s is de leescoördinator van de school. Zij houdt alle actuele ontwikkelingen in de gaten en zorgt voor een goed aanbod binnen de schoolbibliotheek. Bij het aanvankelijk en voortgezet lezen maken we graag gebruik van de hulp van ouders en de stagiaires. Zij lezen wekelijks met kleine groepjes leerlingen. Op deze manier krijgen de kinderen extra aandacht en individuele leesmomenten. Engels Vanaf het schooljaar 2012 is overgestapt naar een actuele methode Engels voor alle groepen. In onderwijsland gaan al lang stemmen op om ook aan het jonge kind, Engels te leren. De leerkrachten van Daltonschool de Vliegers onderschrijven deze ontwikkeling van harte en werken met de meest actuele methode “Take it easy”. De lessen aan de onderbouwgroepen gaan spelenderwijs. Rijmpjes, liedjes, prentenboeken voorlezen. Op deze manier maken kinderen al op jonge leeftijd kennis met de Engelse woordenschat. Naarmate de leerlingen ouder worden, worden de lessen uitgebreid met de eerste grammaticale vaardigheden. Bij de lessen is ondersteuning via het digitale schoolbord onontbeerlijk. Schrijven We streven ernaar de leerlingen aan Het eind van groep 3 met een vulpen te laten schrijven. Wij stimuleren het gebruik van de vulpen. Voor dit vak gebruiken we de methode Pennenstreken en Schrijfdans in de onderbouw. Rekenen We werken met de nieuwste versie van de methode de Wereld in Getallen. Belangrijk is dat leerlingen op niveau kunnen werken en dat de oefenstof aansluit bij alledaagse situaties. Deze methode kent een indeling in twee delen: A. De gewone rekenopdrachten; het meer traditionele cijferend rekenen. B. De projecttaken; in herkenbare situaties komen onderwerpen als meten, meetkunde, kansberekening, tabellen, diagrammen aan bod. In dit deel gaat het om begripsvorming. Ze leren hier problemen op diverse manieren op te lossen, kritisch te
14
zijn, samenhang tussen begrippen te herkennen. Deze taken worden veelal met het maatje gemaakt. Dit om echt samen te werken tijdens het zoeken naar oplossingen. Wanneer leerlingen problemen hebben met het normale programma, maken we gebruik van het programma Remelka, dat bij de methode hoort. Ook de lessen, aangegeven na de methode onafhankelijke toetsen van het CITO, worden gebruikt om leerlingen weer op weg te helpen. Op deze manier krijgen leerlingen aangepaste oefenstof aangeboden. Vanaf groep 2 kunnen de leerlingen werken aan “Maatwerk Rekenen”. Een uitstekend computerprogramma om leerlingen uit te dagen of te ondersteunen bij eventuele rekenproblemen. Ook goede rekenaars krijgen bij ons op school extra opdrachten uit het rekenpakket Kien, een serie moeilijke uitdagende opdrachten. Daarnaast hebben we de beschikking over het pakket van Somplex voor verdere verdieping en verrijking van de rekenstof. Naast de methode Wereld in getallen hebben we een cursus cijferen verdeeld in optellen en aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Dit alles verdeeld in blokken, met in elk blok controletoetsen en bloktoetsen ter afsluiting. Naast deze methode maken we ook gebruik van Stenvert Rekenbloks, zoals Rekenmakkers en Rekenmeesters en extra oefeningen met breuken en procenten. Wereldverkenning Voor dit vak zijn we vanaf het schooljaar 2010-2011 gebruik gaan maken van de methode TOPONDERNEMERS. Dit is een vrij nieuwe methode, die de gebieden biologie, aardrijkskunde, topografie en geschiedenis behelst. Omdat er vanuit de leerkrachten toch nog meer behoefte was aan een meer gestructureerde methode gebruiken de leerkrachten naast Topondernemers de aardrijkskunde- en geschiedenismethode: De Brandaan en Meander. Twee “top” methoden die een welkome aanvulling bieden. Naast de methoden, waarvan de leerlingen de verwerking zelfstandig uitvoeren, hebben we een manier ontwikkeld om werkstukken te maken. We doen dit aan de hand van richtlijnen. Zo hebben we richtlijnen voor het maken van een werkstuk over bijvoorbeeld een land in Europa, een dier, onderwerp uit geschiedenis en een plant. Via deze richtlijnen bieden we de kinderen een overzichtelijke structuur voor het tot stand brengen van het werkstuk. Binnen de wereldverkenning wordt ook aandacht besteed aan audiovisuele vorming, dat wil zeggen gebruik van radio, tv en computer. Vanaf groep 5 houden de kinderen voor de groep minstens één keer per jaar een spreekbeurt. In de praktijk blijkt dat ook de kinderen van de groepen 3 en 4 graag een presentatie willen verzorgen over een onderwerp. Samen met een maatje bereiden de leerlingen een onderwerp voor. De leerkrachten bevelen hierbij van harte SCHOOLZONE aan. SCHOOLZONE is de mogelijkheid om op woensdagmiddag in de bibliotheek van Middelharnis aan werkstuk te werken. Er zijn op dat moment vrijwilligers (studenten/ leerkrachten) die de kinderen wegwijs maken in de bibliotheek, op de computer. Tevens zijn daar alle materialen aanwezig om het werkstuk te verfraaien. Verkeersexamen In groep 7 leggen de kinderen een verkeersexamen af . Naast het theorie examen wordt ook een praktijkexamen afgenomen. De lessen worden door de leerkracht gegeven. Lichamelijke opvoeding Alle groepen krijgen gemiddeld anderhalf uur per week gymnastiek. De groepen 1 en 2 hebben iedere dag bewegingsonderwijs. Dit bewegingsonderwijs kan
15
binnen in de speelzaal plaatsvinden, maar ook buiten op het speelplein. In de lessen wordt aandacht besteed aan verschillende vormen van bewegen, zoals rollen, klimmen, duikelen, springen met en zonder toestellen. Daarnaast komen allerlei spelvormen aan bod met en zonder materiaal. Accent bij deze lessen ligt op samenspel en sociaal gedrag. Elk voorjaar wordt een sportdag georganiseerd voor alle leerlingen. De school doet daarnaast zoveel mogelijk mee met buitenschoolse sportactiviteiten, zoals deelname aan de Kinderomloop, aan korf- en voetbaltoernooien. In het schooljaar 2005-2006 is de subsidieregeling, die het schoolzwemmen vroeger mogelijk maakte in de groepen 4/5, afgeschaft. De leerlingen, waarvan de ouders financieel niet in de gelegenheid zijn hun kind zwemonderwijs te laten volgen, kunnen gebruik maken van een speciale regeling die is ingesteld door de gemeente Goeree- Overflakkee. Informatie kunt u bij de directeur van de Daltonschool de Vliegers verkrijgen. Creatieve vakken Ook voor tekenen, handvaardigheid en muziek gebruiken we leerplannen en methodes. Voor tekenen “Tekenvaardig”, voor handvaardigheid “Handvaardig” en voor muziek “De muziektent”. In groep 1 en 2 is de creatieve vorming geïntegreerd in het totale programma. Vanaf groep 3 wordt aan deze vakken een aantal maal gewerkt. Deze vakken brengen evenwicht in het lesprogramma en worden vaak groep- overstijgend aangeboden. Humanistisch vormingsonderwijs Bij het Humanistisch vormingsonderwijs in groep 4 t/m 8 kunnen kinderen samen ontdekken wat zij en andere mensen voelen, denken, willen en doen in allerlei situaties. Vanuit de eigen belevingswereld geeft het kind antwoord. De onderwerpen voor iedere les worden dan ook zoveel mogelijk samen met de kinderen gekozen. Spel, groepsgesprek en andere activiteiten zijn hulpmiddelen bij het uitwerken van de gekozen onderwerpen. Deze kunnen bijvoorbeeld zijn: vooroordelen, rechten van mens en kind, bang zijn, vriendschap, feest en feestdagen enz. Het Humanistisch vormingsonderwijs heeft als doel het kind te laten herkennen: Wat voel, denk, doe en wil ik eigenlijk? Hoe beleef ik dit met anderen? Wat begrijp ik van mensen die ik niet zo goed ken en waarvan we eigenlijk alleen maar iets weten van de tv of uit een krant of boek? Deze wijze van benaderen van mens en wereld wordt humanistisch genoemd, omdat hierin de mens - en dus ook het kind – met al zijn mogelijkheden centraal staat. De mens kan zich met zijn eigen mogelijkheden bewust worden van - en vorm geven aan zichzelf en zijn omgeving. Humanistisch vormingsonderwijs wil een bijdrage leveren aan het leren bewust te kiezen van het kind en zelf verantwoordelijk zijn in herkenbare situaties. Wij vragen de ouders aan het begin van groep 4 of hun kind de lessen HVO mag volgen. Aan het begin van elk schooljaar geeft de docente HVO voor de lessen van start gaan, een voorlichting aan de ouders. Buitenschoolse activiteiten voor kinderen, schoolreis en schoolkamp De leerlingen nemen op vrijwillige basis deel aan verschillende sporttoernooien die door de plaatselijke verenigingen, buiten schooltijd, worden georganiseerd. Zoals KNVB schoolvoetbaltoernooi, korfbal, de Kinderomloop en de Unicefloop. Bij deze activiteiten doen we een beroep op de hulp van ouders.
16
Groep 7 en 8 gaan eens per jaar drie dagen op kamp. We gaan dan op de fiets naar een camping en kamperen een aantal dagen in tentjes. Het ene jaar kamperen we op één van de Zeeuwse eilanden, het andere jaar op één van de Zuid-Hollandse eilanden. Ondanks het feit dat we dit al jaren op dezelfde wijze doen, blijken de schoolkampen een groot succes. Tijdens deze dagen wordt een groot appèl gedaan om de “dalton” vaardigheden van de kinderen. Samen spelen/ samen delen; maar ook intensief samenwerken met je klasgenoten om er een “leuk” kamp van te maken voor iedereen. Ook kiezen we voor deze locaties, omdat we het belangrijk vinden dat kinderen kennis maken met het landschap van de regio. IN- EN UITSTROOM De opvang van nieuwe leerlingen in de school Een kind mag officieel naar school vanaf zijn vierde verjaardag. Maar als uw kind drie jaar en tien maanden oud is, mag hij of zij al een paar keer komen wennen. Deze wenperiode is volgens de wet maximaal tien dagdelen. Gedurende die dagen/ dagdelen maakt uw kind kennis met de school: het gebouw, de dagindeling, de leerkrachten, de medeleerlingen en andere aspecten van het schoolleven. Wanneer uw kind is ingeschreven op de Daltonschool de Vliegers, zal de leerkracht van groep 1 tijdig met u contact op nemen om afspraken te maken over de wendagen. Wanneer uw kind naar groep 1 gaat, of in een hogere groep invoegt (bijvoorbeeld in verband met een verhuizing), wordt hij of zij door één van de toekomstige groepsgenootjes wegwijs gemaakt in het klassengebeuren en de school.
17
Wisseling van basisschool Er is een procedure opgesteld, in het geval wanneer u een kind heeft dat al elders op school zit, maar u wilt van school veranderen (om andere redenen dan een verhuizing). Deze uitgebreide procedure bestaat uit een aantal stappen: Stap 1 U belt ons om informatie over onze school. Wij sturen u dan een informatiepakket toe, bestaande uit: informatie over Daltononderwijs in Nederland informatie over onze school in de informatiefolder de schoolgids. Stap 2 Wanneer u interesse heeft, maakt u een afspraak voor een intakegesprek. Tijdens dit gesprek beantwoorden we al uw vragen over de manier van werken op onze school. Ook uw kind komt uitgebreid aan bod: zijn of haar huidige kennisniveau en eventuele hiaten hierin, zijn of haar vorderingen, gedrag en eventuele handelingsplannen die op de huidige school worden uitgevoerd. Ook bespreken we of en welke contacten er zijn met de schoolbegeleidingsdienst, de permanente commissie leerlingenzorg en eventuele andere hulpverleningsinstanties. Stap 3 Mocht u met het traject verder willen gaan, dan maakt u met de directeur van de huidige school een afspraak, om te bespreken wat uw plannen zijn. Wanneer u dit gesprek heeft gevoerd, geeft u dit door aan de directeur van de Daltonschool. Zij neemt vervolgens contact op met de directeur van de school van uw kind om afspraken te maken om een aantal dagen mee te draaien op de Daltonschool. Voor alle duidelijkheid: uw kind blijft die betreffende dagen als leerling ingeschreven in de effectieve school. Stap 4 Wanneer deze dagen geagendeerd staan en er duidelijk is gecommuniceerd met de directeur van huidige school, sluit uw kind aan bij de betreffende groep op de Daltonschool. Deze wendagen stemmen we af met de directeur van de effectieve school. Dit noemen we de zogenaamde “proefdagen”. U en uw kind krijgen op deze wendagen een aardig beeld van de Daltonschool. Alle partijen kunnen dan beoordelen of de manier waarop het onderwijs is vormgegeven, een bij uw kind en u een aansluitende methode is. U maakt kennis met de toekomstige leerkracht(en) en bespreekt met hem of haar wat voor deze proefdagen evident is. Eventueel kan de directeur daarbij aanwezig zijn. Stap 5 Na deze dagen gaat het kind terug naar zijn of haar eigen school. In deze periode formuleert het team van de Daltonschool een advies naar de ouders toe over een eventuele overstap. Dit formuleren van het advies vindt plaats tijdens de eerstvolgende teamvergadering van de wendagen. Aan het eind van die week neemt de directeur over het advies met u contact op. Mocht u naar aanleiding van de ervaringen tijdens deze dagen besluiten om niet over te stappen naar de Daltonschool, dan horen wij dit uiteraard zo snel mogelijk van u. Stap 6 Uw kind komt op onze school, nadat u met de leerkracht en directeur van de effectieve school contact hebt opgenomen.
18
Nieuwe ouders Niet alleen voor kinderen is het spannend om naar de basisschool of een naar een nieuwe school te gaan. Ook op de ouders heeft dit de nodige impact en vaak blijkt het dat er nog vele onbeantwoorde vragen zijn. het streven is daarom dat de nieuwe ouders op één van de eerste schooldagen worden aangesproken door andere ouders en door hen wordt uitgenodigd een kopje koffie te drinken op school. Tijdens dit uurtje zal u door de andere ouder wegwijs worden gemaakt en op de hoogte worden gesteld van het wel en wee van de school. Exitgesprek Wanneer ouders de keuze maken om over te stappen van de Daltonschool de Vliegers naar een andere basisschool, om welke reden dan ook, is het de wens van het bestuur en de directie om een exit gesprek te voeren met de vertrekkende ouders. De bestuursleden en de directie kunnen uit deze gesprekken leerpunten trekken. ZORG VOOR DE KINDEREN Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school: De wijze waarop het dagelijkse werk van de kinderen wordt bekeken, beoordeeld en de middelen die worden gebruikt om de vorderingen te verzamelen: De leerkracht heeft de beschikking over zeer uitgebreide mappen. Daarin worden gegevens opgenomen over het gezin, de leerling besprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen en testgegevens van de voorgaande jaren. Daarnaast is het onderwijs waar mogelijk ingedeeld in blokken, met na ieder blok één of meer controletoetsen. Als het blok afgerond is, volgt een bloktoets. Om de kinderen zo goed mogelijk te volgen, maken we gebruik van het Leerling Volg Systeem van het CITO. Dit LVS gebruiken we om vaardigheden bij jonge kinderen en ontwikkelingen van de basisvaardigheden te meten. Zo nemen we bij jongste kinderen onder andere de volgende toetsen af: “begrippentoets”, “toets ordenen”, “toets tijd en ruimte” en de “toets taal voor kleuters”. Voor de basisvaardigheden vanaf groep 3 nemen we af: “drie minuten toets”, “lezen met begrip”, “toets begrijpend lezen”, “vorderingen spellingvaardigheid”, “rekenen en wiskunde”, “taalschaal”, “leeswoordenschat” en “woordenschat” en “didactische schrijfvaardigheid”. Het doel van deze toetsen is om te kijken of we met het onderwijs nog op het juiste spoor zitten. Wanneer we – na analyse- hiaten constateren, bieden we extra oefenstof aan en begeleiding. Teamleden die in de school de vorderingen van de leerlingen doorspreken Op onze school worden de vorderingen van alle kinderen regelmatig doorgesproken tijdens teamvergaderingen en tijdens de verschillende bouwoverleggen. Kinderen die opvallen, bijvoorbeeld als zich problemen voordoen bij het leren lezen, bespreken we in een speciale bespreking. Dat is de leerling-bespreking. Tijdens zo’n bespreking gaan we na wat de problemen van het kind zijn. Daartoe gebruiken we de vorderingenkaarten en de ervaringen van de leerkracht om te bekijken wat we aan het eventuele lees/ reken/ gedragprobleem kunnen doen. Vervolgens wordt er een handelingsplan opgesteld. Dit betekent dat het kind extra ondersteuning krijgt. Veranderingen, of eventuele inzet van handelingsplannen worden altijd met de betreffende ouders besproken. Soms komen we er zelf niet uit. We besluiten dan, in overleg met de ouders, om hulp in te roepen van een extern deskundige. Bijvoorbeeld iemand van de schoolbegeleidingsdienst.
19
De school roept een aantal maal per jaar het School Zorg Advies Team bijeen. Tijdens deze bijeenkomsten bespreken de directie, de intern begeleider, de leerkracht van de ( zorg) leerling de problemen van een leerling en bekijken zij de mogelijkheden. Mochten zij er met elkaar niet uit komen zal een ZAT ( Zorg Advies Team) bijeen worden geroepen, waar eventueel de schoolarts, de schoolmaatschappelijk werker, of een andere deskundige bij wordt geroepen. De ouders van de leerling die besproken wordt in het ZAT hebben hier vooraf toestemming voor moeten geven. De wijze waarop het welbevinden en de vorderingen van de kinderen besproken wordt met de ouders Minimaal twee maal per jaar houden wij met de ouders een rapportbespreking. Namelijk in de maand november en maart. Op school gebruiken wij een woordrapport. Groep 3 heeft een ander rapport dan de groepen 4 tot en met 8. Ieder jaar vullen we bij het eerste rapport een formulier in waarop we de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind noteren. Dit wordt met de ouders tijdens het rapportgesprek besproken. De vorderingen van de kinderen van groep 1 en 2 worden nauwgezet bijgehouden volgens het ontwikkelingsmodel Memelink. De eerste keer wordt dit model door de leerkracht drie maanden na zijn/ haar 4e verjaardag ingevuld en vervolgens elke half jaar. Dit heeft tot gevolg dat de bespreekavonden van de leerkracht van groep 1/2 op andere momenten worden gehouden dan die van groep 3 tot en met 8. De data van de rapportbesprekingen vindt u terug in de schoolkalender. Privacy verklaring Uw kind en zijn of haar privacy. In verband met de wet op de privacy van persoon gegevens, is het voor school belangrijk om te weten welk(e) kind(eren) niet op een foto of met naam of beide op de internetsite van onze school gepubliceerd mogen worden. Dit kan om allerlei persoonlijke redenen zijn. Bij de directie kunt u aangeven als uw kind niet gepubliceerd mag worden. Deze zal dit discreet behandelen en men hoeft geen reden op te geven. Hieronder volgt een stuk van www.mijnprivacy.nl over het publiceren van gegevens op internet door scholen: Mogen scholen gegevens van (minderjarige) leerlingen publiceren op internet? Nee, dat mag alleen met toestemming. Veel onderwijsinstellingen maken gebruik van internetvoorzieningen om met hun (minderjarige) leerlingen, deelnemers of studenten te communiceren over de instelling, het onderwijs en de activiteiten die zij organiseren. Voor het plaatsen van persoonsgegevens en foto’s op internet dient de onderwijsinstelling toestemming te vragen aan de leerlingen. Voor leerlingen onder de zestien jaar geldt dat voor het plaatsen van persoonsgegevens en foto’s op internet toestemming gevraagd moet worden aan de ouders of wettelijke vertegenwoordiger(s). Toestemming geeft de school echter geen vrijbrief om alle persoonsgegevens vrijuit op internet te publiceren. De doelbindings-, verenigbaarheids- en beveiligingsvereisten uit de Wet bescherming persoonsgegevens maken het noodzakelijk dat een school extra waarborgen treft om de persoonlijke levenssfeer van leerlingen en leraren te beschermen. Indien de onderwijsinstelling persoonsgegevens wil plaatsen op internet dient zij hiervoor passende waarborgen te treffen, zoals het afschermen van de gegevens voor onbevoegden door middel van een (uniek) wachtwoord en afscherming van de pagina’s voor zoekmachines. Gaat het om gegevens die alleen van belang zijn voor de direct betrokken (minderjarige) leerling, zoals gegevens over ziekte of behaalde resultaten,
20
dan mag de informatie alleen voor die persoon of diens ouders dan wel wettelijke vertegenwoordiger(s) toegankelijk zijn, door middel van individuele toegangsbeveiliging. U kunt uw toestemming altijd intrekken. Zelfs als u ooit toestemming heeft gegeven om over u of uw kinderen gegevens op internet te publiceren, kunt u deze op een later moment intrekken. U kunt voor uw verzoek gebruik maken van de modelbrief van het CBP. De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Hierbij is uitleg over onze definitie van zorgverbreding belangrijk. Onder zorgverbreding verstaan we de uitbreiding van maatregelen en activiteiten op school om een zo goed mogelijke zorg te garanderen voor de kinderen. Speciaal voor hen, die specifieke pedagogische of didactische behoeften hebben. Dit zijn dus kinderen die extra hulp nodig hebben. Wij hebben daar de laatste jaren veel aandacht aan geschonken. Onze school geeft zoveel als mogelijk onderwijs op maat. Wij vinden dat de kinderen zoveel mogelijk op de eigen basisschool geholpen moeten worden. Daardoor proberen we de uitstroom naar een speciale school voor basisonderwijs zo klein mogelijk te houden. Zie hiervoor ook de paragraaf “Passend Onderwijs”. Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften Binnen onze school kunnen we 4 niveaus van zorg onderscheiden: Niveau 1: Groepsniveau. De groepsleerkracht richt zijn of haar onderwijs zodanig in dat zoveel mogelijk recht gedaan wordt aan verschillen tussen leerlingen. Dit houdt o.a. in dat binnen de grenzen van het mogelijke, - gedifferentieerd kan worden bij het geven van instructie,-extra leertijd kan worden gegeven,- aangesloten wordt bij individuele capaciteiten,kinderen zelf invloed hebben op het leerproces,- kinderen zich competent kunnen voelen,kinderen kunnen samenwerken. Dit allen binnen een op onderling respect en acceptatie gericht pedagogisch klimaat. Niveau 2: Schoolniveau. Dit niveau kenmerkt zich door een systematisch en structureel karakter. Dit houdt in dat de school, onder verantwoordelijkheid van de intern begeleider, uitvoering geeft aan de cyclus signalering, diagnostisering en hulpverlening. Hierbij maken we gebruik van het bovengenoemde Leerling Volg Systeem, leerling-besprekingen en specifieke materialen. Ook wordt er daar waar nodig is gewerkt met hulp- en handelingsplannen. Niveau 3: Met inschakeling van externe instanties. Hierbij kunnen we in zekere mate een beroep doen op consultatie van de speciale school voor basisonderwijs in ons verband Het Kompas. Ook het basisteam van de CED Zuid-Holland Zuid kan door middel van consultatie en onderzoek door de adviseur leerlingenzorg worden betrokken. Niveau 4: De speciale school voor basisonderwijs. Wanneer wij niet meer voldoende antwoord kunnen geven op hulpvragen, kunnen kinderen aangewezen zijn op de zorg van de speciale school voor basisonderwijs. Ouders dienen daartoe een verzoek in bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Deze bepaalt op basis van de haar beschikbare gegevens of een kind toelaatbaar is op de speciale school voor basisonderwijs. Als regel meldt de school met schriftelijke toestemming van de ouders een leerling aan voor onderzoek. De school stuurt de benodigde gegevens mee met de aanvraag in de vorm van een onderwijskundig rapport. Daarin staan aangegeven: - Wat het probleem van het kind is,- Wat eraan is gedaan,Aan welke oplossing wordt gedacht. Op basis van dit rapport komt de commissie tot oordeel over het al dan niet toelaatbaar zijn van een kind tot de speciale school voor basisonderwijs.
21
Bij meningsverschillen wat betreft het werk van de PCL heeft het schoolbestuur de beschikking over een klachtenregeling (sinds 1-8-1998). Daar de school deelneemt in een federatie wat betreft het samenwerkingsverband, is de klachtenregeling van toepassing van de landelijke klachtencommissie voor het openbaar en algemeen bijzonder onderwijs. De PCL behandelt de gegevens over ouders, kinderen en scholen vertrouwelijk en met zorgvuldigheid; dit alles binnen de wet op de persoonsregistratie. Het leren van kinderen Op verschillende manieren wordt vastgesteld in hoeverre kinderen het lesprogramma kunnen volgen. Kinderen die heel goed zijn, of juist achterblijven in hun ontwikkeling krijgen extra hulp. De coördinatie hiervan is in handen van de intern begeleider. In de afgelopen jaren hebben we deze leerkracht een gedeelte van de week vrij kunnen roosteren voor speciale hulp. De inzet is afhankelijk van de toegewezen uren en zal ieder jaar opnieuw vastgesteld worden. We proberen de “zorgleerlingen” zo vroeg mogelijk te signaleren. Leerlingen met een speciale ( leer) behoefte Ieder kind, met of zonder handicap, is in principe welkom op onze school. Daltonschool de Vliegers heeft als taak voor ieder kind adequaat onderwijs te realiseren. Daaronder wordt verstaan een voor het kind passend onderwijsaanbod, zowel in pedagogisch (opvoedkundig) als didactisch (onderwijskundig) opzicht, dus zoveel mogelijk afgestemd op wat het kind nodig heeft. Passend onderwijs, rekening houdend met wat wenselijk en haalbaar is voor het kind. Daarbij komen vragen aan de orde als: Wat heeft het kind precies nodig? Welke kennis heeft het al? Welke knelpunten moeten worden opgelost? Wie kunnen ons daarbij eventueel helpen? . Elke school kent ook haar beperkingen, om de eenvoudige reden dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden in het opvangen van kinderen. Zo ook de Daltonschool de Vliegers. De volgende grenzen worden onderscheiden: Didactische uitgangspunten van de school. Verstoring van rust en veiligheid. Verhouding van verzorging/ behandeling en onderwijs. Verstoring van het leerproces. Gebrek aan opnamecapaciteit. Alvorens wij overgaan tot de toelating van een leerling met een indicatie, dient een zorgvuldige afweging plaats te vinden. Een eventuele plaatsing van een dergelijke leerling in het regulier primair onderwijs mag niet de ontwikkeling van het kind schaden. (Bijvoorbeeld: een leerling met een ernstige stoornis in het autistisch spectrum, geef je er een handicap bij door het te plaatsen op onze school waar een groot appèl wordt gedaan op de samenwerkingsaspecten van het Daltononderwijs.) Hoewel onze school het als haar taak ziet in hoge mate tegemoet te komen aan de ontwikkelingsbehoefte van de leerling, zijn sommige leerlingen juist beter af in het Speciaal Basis Onderwijs of Speciaal Onderwijs.
22
Indien er sprake is van verder onderzoek, wordt aanvullende informatie opgevraagd, vindt overleg plaats met ouder / verzorger, bestuur, eventueel M.R., inspectie, alvorens er een formeel besluit wordt genomen. Vanaf het jaar 2014 is in Nederland sprake van Passend onderwijs. Uitgangspunt van Passend Onderwijs is de verantwoordelijkheid van schoolbesturen om voor elke leerling een passend onderwijsaanbod te ontwikkelen. Als een school/ bestuur het passende aanbod niet volledig zelf kan bieden, dan moet het met andere besturen en scholen afspreken wie dat wel aan zal bieden en hoe. Nader uitgewerkt betekent het dat: Schoolbesturen moeten in de toekomst voor ieder kind met extra zorg, passend onderwijs kunnen leveren. De besturen gaan daarvoor regionaal samenwerken. Ouders van kinderen met een handicap hoeven voortaan niet meer van school naar school te gaan om een plek voor hun kind te vinden. De gezamenlijke schoolbesturen hebben de verantwoordelijkheid om een zorgarrangement aan te bieden. De kwaliteit van het onderwijs aan zorgleerlingen moet omhoog door duidelijker te maken wat zij precies gaan leren. Ruimte voor maatwerk door het aantal regels te verminderen en door regionaal meer met vaste budgetten te gaan werken. Passend onderwijs is ook een proces van onderop waarbij er geen sprake is van blauwdruk denken. Scholen en besturen zijn gezamenlijk verantwoordelijk dat er geen kind tussen wal en schip valt. De volgende doelstellingen zijn door de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen geformuleerd: Toegang tot kwalitatief onderwijs Handelingsgerichte diagnostiek Landelijk dekkende structuur regionale netwerken Binnen netwerken transparante onderwijszorg structuur Horizontale en verticale verantwoording Netwerk vormen van individuele ouder ondersteuning en collectieve belangenbehartiging Structuur wordt gekenmerkt door eenvoud, snelheid van handelen en flexibiliteit, in ieder geval één loket. Om dit te kunnen realiseren dienen scholen/ besturen samen te werken in een regionaal netwerk. Passend Onderwijs en zorgplicht Met de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 krijgen schoolbesturen zorgplicht voor alle leerlingen. Voorheen was de zorgplicht een verantwoording van ouders. Passend Onderwijs betekent: kwalitatief goed onderwijs voor ieder kind waarbij de besturen een zorgplicht hebben. Het betekent ook: thuisnabij onderwijs bieden, door de extra ondersteuning naar het kind te brengen, in plaats van het kind naar de ondersteuning. Bij alle beslissingen staat altijd het belang van het kind voorop. Passend onderwijs gaat over alle kinderen binnen het samenwerkingsverband van de basisscholen en heeft betrekking op gewone basisscholen en speciale scholen of voorzieningen die kunnen bijdragen aan een succesvolle schoolloopbaan. Streven is om met passend onderwijs de preventieve aanpak in het reguliere onderwijs verder te versterken en alle kinderen het onderwijs te laten volgen dat bij hen past.
23
Hoe de besturen van alle basisscholen op Goeree-Overflakkee dit streven willen realiseren is te lezen in het Ondersteuningsplan PO 28-11 dat werd opgesteld in schooljaar 2013-2014. Dit plan is een 55 pagina tellend document waarvan we u hierbij een korte samenvatting doen toekomen. Ondersteuningsplan In het ondersteuningsplan worden alle afspraken van alle deelnemende besturen en scholen ten aanzien van de ondersteuningsstructuur in het nieuwe Samenwerkingsverband PO 28-11 schriftelijke vastgelegd. Er is vastgesteld wat elke school als basisondersteuning moet kunnen bieden. Basisondersteuning is de hulp die elke school kan geven of organiseren. Daarnaast kunnen bepaalde specialismen per school aanwezig zijn naast de basisondersteuning. Daarnaast is een algemene beschrijving opgesteld m.b.t. de wijze waarop ouders/ verzorgers worden geïnformeerd over arrangementen/extra hulp en over de criteria die worden gehanteerd bij het beoordelen van de toelaatbaarheid tot het Speciaal Basisonderwijs of het Speciaal Onderwijs. De scholen nemen in hun schoolgids jaarlijks informatie op uit het Ondersteuningsplan zodat ouders blijvend geïnformeerd zijn. Het ondersteuningsplan heeft raakvlakken met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), het beleid rondom Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en de Lokaal Educatief Agenda (LEA). Al deze zaken in samenspraak met Gemeente Goeree-Overflakkee. Dit alles leidt tot een samenhangend beleid van zorg en onderwijs voor de leerlingen. Het ondersteuningsplan heeft verschillende functies: Kwaliteitsdocument Het ondersteuningsplan fungeert als leidraad voor de scholen en de kwaliteitscontrole daarvan. In het plan wordt aangegeven hoe deze structuur op de school is of zal worden ingericht. Alle besturen hebben ingestemd met dit plan. Planningsdocument Voor meerdere jaren zijn activiteiten gepland die de zorg verbeteren en borgen (op school- en samenwerkingsverband niveau). Het plan heeft een looptijd van 4 jaar. Planningen worden jaarlijks geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Het ondersteuningsplan is ook een groeimodel waarvan een aantal beleidsdomeinen gedurende deze planperiode nog worden uitgewerkt. Controledocument Middels het ondersteuningsplan legt het SWV haar verantwoording af richting overheid (gemeente), inspectie, ondersteunende instanties en achterban (ouders). Naast de verantwoording naar buiten, geeft het ondersteuningsplan ook een verantwoording binnen het SWV in de richting van de aangesloten scholen. Voor meer informatie en het volledige ondersteuningsplan kunt u terecht op onze website: www.passendonderwijsgoeree-overflakkee.nl Beschrijving voor schooljaren 2014-2015-2016: Op 1 augustus 2014 kregen de scholen de verantwoordelijkheid (zorgplicht) om voor alle kinderen die extra ondersteuning nodig hebben een passend onderwijsprogramma te bieden. Dat betekent niet dat de school alle leerlingen moet toelaten. Als onderzoek uitwijst dat de huidige school die de ondersteuning die het kind nodig heeft niet kan bieden, moet gezocht worden naar een passende plek waar het kind wel de juiste ondersteuning krijgt. Dit kan een andere basisschool, een speciale basisschool of een andere voorziening zijn. Op deze manier kunnen we ervoor zorgen dat alle kinderen een passend onderwijsprogramma krijgen, ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Om dit te realiseren wordt eilandelijk gewerkt vanuit één samenwerkingsverband Primair Onderwijs 28-11 op Goeree Overflakkee. De samenwerkende scholen hebben als taak die onderwijsleersituatie te creëren, waarin elk kind
24
zijn of haar gaven optimaal kan ontwikkelen. Een goede samenwerking met ouders/ verzorgers speelt daarbij een cruciale rol. Alle scholen binnen het SVW werken via het model van het Handeling Gericht Werken. Door deze manier van werken is het mogelijk te signaleren dat een kind (bijzondere)ondersteuning nodig heeft. Binnen HGW werken leerkrachten vanuit groepsplannen; deze zijn opgesteld vanuit de onderwijsbehoefte inclusief de stimulerende- en belemmerende factoren. Zorg die niet op groepsniveau wordt geboden wordt verwoord in een individueel handelingsplan en/of het vaststellen van een andere leerroute binnen de basisschool. Ouders worden betrokken bij zorg op het individuele niveau van hun kind. Iedere school binnen het SWV heeft de beschikking over een ondersteuningsteam waarin de intern begeleider een plaats heeft. De intern begeleider heeft een cruciale rol: hij/zij geeft advies over een mogelijke aanpak die leidt tot een meer passend aanbod van de lesstof of leeromgeving voor deze leerling. De route die leidt naar een toewijzing van een ‘arrangement’ (=ondersteuning) of een eventuele verwijzing naar het S(B)O: Wanneer de ingezette hulp niet voldoende blijkt te zijn, zal naast de intern begeleider en de leerkracht ook andere deskundigen om advies gevraagd worden. Deze andere deskundigen zijn onder andere de directeur van de school, de orthopedagoog van het SWV, en een schoolmaatschappelijk werker. Zij vormen samen het ondersteuningsteam Afhankelijk van de uitkomsten van dit gesprek kunnen diverse stappen worden gezet: 1. Er wordt een passend arrangement in de school ingezet. Eventueel met hulp van deskundigen van buiten de school. 2. De school zal een ontwikkelperspectief opstellen voor de leerling en dit met de ouders bespreken. Ouders gaan akkoord met dit perspectief. Zij hebben ook het recht om een zogenaamde second opinion aan te vragen binnen het SWV. Als dit alles rond is, wordt binnen de school extra hulp ingezet om de leerling te helpen bij zijn onderwijsbehoefte. 3. Indien nodig wordt een arrangement van hulp aangevraagd binnen het Samenwerkingsverband. Dit arrangement kan bestaan uit specialistische ondersteuning door een expert, specifieke materialen of extra hulp op locatie. 4. Als duidelijk is dat het voor de leerling plaatsing op een S(B)O het best aansluit bij zijn of haar onderwijsbehoefte, zal een gesprek plaatsvinden op de basisschool met de ouders, eventueel aangevuld met deskundigen van het S(B)O. Men zal met elkaar spreken over wat het beste arrangement voor het kind is. 5. Als ouders en deskundigen het met elkaar eens zijn over de plaatsing binnen het S(B)O, zal een zogenaamde “ toelaatbaarheidsverklaring” binnen het SWV worden aangevraagd. Kortom, na het signaleren van een bepaalde onderwijsbehoefte bij een leerling, wordt een arrangement gecreëerd dat binnen de school wordt ingezet, of wordt een arrangement ingezet op het niveau van het Samenwerkingsverband.
Handelingsgericht werken (HGW) Een aantal jaar geleden zijn wij samen met de scholen uit het toenmalig samenwerkingsverband 40.02 gestart met scholing voor de intern begeleiders m.b.t het handelingsgericht werken.
25
In het schooljaar 2010-2011 is dit werken geïmplementeerd binnen de school. Het handelingsgericht werken vraagt van de school en de leerkrachten een specifieke bekwaamheid en beroepshouding. Om de implementatie hiervan zo goed mogelijk te laten verlopen, hebben wij gekozen voor het introduceren van het HWG per vakgebied. Het streven is vooralsnog gesteld op 1 vakgebied van leerjaar. Wat is handelingsgericht werken? Handelingsgericht werken is een systematische manier van werken. Hierbij wordt het onderwijsaanbod afgestemd op de basisbehoeften en onderwijsbehoeften van ieder kind. Deze behoeften formuleer je door aan te geven wat een kind nodig heeft om een bepaald doel te kunnen bereiken. De centrale vraag is: Wat vraagt het kind aan ons? Welke benadering, aanpak, ondersteuning, instructie etc. heeft het nodig? Kindkenmerken worden vertaald naar onderwijsbehoeften. Leerkrachten richten zich niet zozeer op wat er mis is met een kind, maar meer op wat het nodig heeft om bepaalde doelen te bereiken en welke aanpak een positief effect heeft. Bij HGW richt men zich niet alleen op de kindkenmerken, maar ook op de kenmerken van de onderwijsleer- en de opvoedingssituatie. Het begrip afstemming staat hierbij centraal. Niet alleen afstemming op het kind, maar ook door rekening te houden met wensen, mogelijkheden en verwachtingen van school en ouders. Bij HGW wordt het leerkrachtgedrag dus centraal gezet in het zoeken naar afstemming, in het inspelen op de (specifieke) onderwijsbehoeften van de kinderen in de groep. De directeur reflecteert samen met de interne en externe begeleider op het schoolbeleid in relatie tot de missie en koers van de school en reflecteert op het onderwijskundig leiderschap om tot duurzame verandering in het denken en werken op school te komen. Intern en extern begeleiders doen dit ook op het gebied van handelingsgericht begeleiden en ondersteunen, gericht op het verstevigen en vergroten van de handelingsbekwaamheid van de leraren. Bij HGW worden leerlingen aangesproken op hun mogelijkheden en talenten, en richt men zich op betrokkenheid, welbevinden en optimale ontwikkeling. De uitgangspunten Voor handelingsgericht werken (HGW) geldt een aantal uitgangspunten: 1. De basis- en onderwijsbehoeften van de leerling en de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht of ouders staan centraal. 2. De werkwijze is systematisch en transparant. 3. De werkwijze is doelgericht en adviezen zijn haalbaar. 4. Er wordt gewerkt vanuit een transactioneel referentiekader*. 5. Alle betrokkenen werken constructief samen. 6. Positieve aspecten van alle betrokkenen zijn van groot belang. 7. Er wordt oplossingsgericht gewerkt. 8. Het handelen van de leerkracht is van doorslaggevend belang. * transactioneel referentiekader = dit kind in deze klas, met deze kinderen en deze leerkracht en deze ouders. De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs Voorlichting
26
De voorlichting aan ouders ten behoeve van de schoolkeuze van leerlingen: De leerkracht groep 8 belegt een speciale ouderavond waarin hij of zij het advies voor het voortgezet onderwijs kenbaar maakt. Dit vindt plaats na de uitslagen van de eindtoets en is meestal in februari/ maart. Daarnaast verzorgt de school voorlichting door het verstrekken van folders over de betreffende scholen van voortgezet onderwijs. Het wordt de ouders sterk aangeraden de verschillende open dagen van het voortgezet onderwijs te bezoeken met hun kind. De leerlingen worden in de gelegenheid gesteld open dagen van scholen van voortgezet onderwijs te bezoeken. Procedures bij de advisering t.b.v. het voortgezet onderwijs De soort gegevens die over leerlingen worden verzameld, de wijze van adviseren en de procedure die wordt gevolgd: In het leerlingdossier worden gegevens verzameld betreffende de resultaten van het kind. Naast de gegevens van de leerresultaten telt in het advies ook mee de werkhouding, zelfstandigheid, het omgaan met veranderingen. Op basis hiervan en na overleg met de collega’s geeft de leerkracht van groep 8 het schooladvies aan de ouders. De kinderen leggen de NIO- toets af, (Nederlandse Intelligentietest t.b.v. voortgezet Onderwijs.). Deze toets geeft aan welke vorm van onderwijs het kind in het vervolgonderwijs zou kunnen halen. De resultaten van deze toets bepalen echter niet alleen het advies. Dus: Leerling Volg Systeem + uitslag NIO + inschatting van de groepsleerkracht = advies. De school adviseert welke vorm van voortgezet onderwijs het beste bij het kind past. De ouders zijn vrij in hun keuze. Naast het advies over de vorm van voortgezet onderwijs, bespreekt de leerkracht van groep 8 ook met de ouders de school waar deze vorm van onderwijs kan worden gevolgd. Naast het mondelinge advies bevestigt de leerkracht van groep 8 het geheel nog eens schriftelijk naar alle ouders toe. Er vindt jaarlijks overleg plaats tussen de groepsleerkracht en de brugklascoördinatoren van de verschillende scholen nop Goeree-Overflakkee.. De groepsleerkracht laat zich door de brugklascoördinator adviseren en voorlichten over de structuur van de betreffende school. De school van voortgezet onderwijs stuurt op haar beurt de rapportcijfers van de uitgestroomde leerlingen gedurende een aantal jaar de basisschool. Bij de meeste v.o. scholen op ons eiland loopt de inschrijving van de leerling via de leerkracht van groep 8 en de directeur. De schoolkeuze is afhankelijk van drie elementen: de capaciteiten van het kind, de kwaliteit van de basisschool en de thuissituatie. We streven er niet naar ieder kind naar HAVO / VWO te helpen. Of deze schoolsoort haalbaar is hangt niet alleen van de kwaliteit van onze school af, maar ook van de aard en aanleg van het kind. We proberen het maximale uit het kind te halen en ervoor te zorgen dat het kind in de voor haar of hem meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs terecht kan komen. Een overzicht van onze uitstroom van de laatste jaren staat in hoofdstuk 8 “De resultaten van het onderwijs”.
27
DE LERAREN Team Ons team is als volgt samengesteld: Mw. Denise Lipman Mw. Margo Kraanen Mw. Bianca v.d. Beek Mw. Margo Kraanen Mw. Astrid Veira-v. Veen Mw. Anneke Luiten- Karels Mw. Merel Buth- de Neef Marit Hessels- Groeneveld Mw. Eveline van Brussel- Troost Mw. Beppie de Waal- Peek Mw. Niesje de Haas- Klem
groepsleerkracht groep 1: dinsdag, woensdag en vrijdag. groepsleerkracht groep 1: maandag groepsleerkracht groep 2, maandag, dinsdag, woensdag groepsleerkracht groep 1, vrijdag groepsleerkracht groep 3, 4: maandag, dinsdag, woensdag groepsleerkracht groep 3, 4: donderdag en vrijdag intern begeleider op dinsdag en woensdag groepsleerkracht 4, 5 groepsleerkracht groep 6,7 onderwijsassistente: aantal dagdelen per week. Leerkracht Humanistisch Vorming Onderwijs Administratie medewerkster
Alle leerkrachten van het team zijn gecertificeerd daltonleerkracht. Vervanging Wanneer een leerkracht ziek is, wordt vervanging geregeld. De parttime werkende leerkrachten van het team proberen de ziektevervanging op zich te nemen, anders wordt van buitenaf een vervanging gezocht. Indien dit niet mogelijk is, worden de kinderen verdeeld over de verschillende groepen.
Stagiaires Stagiaires van verschillende Pabo’s en het Albeda College ( SPW en Helpende Welzijn) worden begeleid door de leerkrachten van de desbetreffende groep. In de groep krijgen ze bepaalde taken om het vak te leren. In het geval van een LIO- stage (leraar in opleiding) begeleidt de student in het laatste studiejaar de groep een aantal dagen per week zelfstandig. De eindverantwoording voor de klas blijft natuurlijk bij de groepsleerkracht liggen.
28
Scholing Scholing van leraren is nodig om “up to date” met het vak bezig te zijn. Ieder jaar maakt de school een nascholingsplan. Het nascholingsplan is ook onderdeel van het beleid op school voor de komende 4 jaar. Nascholing kan gericht zijn op een speciaal schooldoel. Het team gaat dan met elkaar een nascholing volgen. Ook is het mogelijk dat aan individuele wensen van de leerkrachten tegemoet wordt gekomen. Ons streven is in eerste instantie er op gericht dat nieuwe collega’s de Daltonopleiding volgen. Niet alle PABO’s bieden namelijk de daltonspecialisatie aan de studenten aan. DE OUDERS Betrokkenheid Opvoeden is een taak van ouders en leerkrachten gezamenlijk. Wij vinden het belangrijk dat ouders betrokken zijn bij de ontwikkelingen in onze school. Door het contact wat we samen opbouwen, weten ouders waar leerkrachten en kinderen mee bezig zijn. De twee Algemene Leden vergaderingen zijn bedoeld voor alle ouders. Tijdens deze avonden wordt verantwoording afgelegd over de financiën en het onderwijs. Onze school is een vereniging waar alle ouders lid van zijn. De school verwacht een actieve deelname aan verschillende activiteiten. Zie verder ook de onderdelen bestuur, ouderparticipatie en MR. Gescheiden ouders Als school zijn wij wettelijk verplicht beide ouders op een zelfde manier van informatie te voorzien. Ook de ouder die niet kan/ mag/ of gekozen heeft niet te zorgen, heeft recht op informatie. De wet is hier heel duidelijk in. (wetboek 1 artikel 377). Het is de wettelijke plicht van de verzorgende ouder op de hoogte te blijven van belangrijke zaken die hun kinderen betreft, dus ook de schoolontwikkeling. Als school willen wij partij zijn voor alle betrokkenen. We hebben daarom gekozen beide ouders op dezelfde wijze te informeren. De informatievoorziening kan op deze manier geen storende rol spelen in het scheidingsproces of in de omgangsregeling na de scheiding. Ervan uitgaande dat kinderen van nature loyaal zijn aan beide ouders, wil de school ontmoedigen dat het kind moet kiezen tussen beide ouders. Deze gespleten loyaliteit kan leiden tot problemen als dalende schoolresultaten, opstandig gedrag en sociaal emotionele problematiek. De school hoopt voor, tijdens en na het scheidingsproces een betrouwbare partner te zijn voor ouder en kind. Vanwege deze reden zal het adres van de niet verzorgende ouder evenzo in onze administratie worden opgenomen. Via deze adresgegevens zal hij / zij door de school op de hoogte worden gesteld van algemene informatie. Schoolgids ( via de website: www.daltonschooldevliegers.nl) Weekbrief Schoolkalender Kindgebonden informatie zal worden verstrekt na contact van leerkracht/ directie en de nietverzorgende ouder. Wanneer informatieverstrekking niet is toegestaan, bijvoorbeeld via een gerechtelijke uitspraak, vragen wij om hiervan een schriftelijk bewijs aan de directie te overleggen. Beide ouders zijn bij oudergesprekken van harte welkom, desgewenst op afzonderlijke tijdstippen.
29
De school hoeft geen informatie te verstrekken die niet aan de andere ouder zou worden gegeven en de school hoeft geen informatie te verstrekken wanneer dit strijdig is met het belang van het kind. Informatievoorziening Wanneer ouders een gesprek willen voeren over hun kind, is dat altijd mogelijk. Zij maken dan een afspraak met de leerkracht. Ook komt het voor dat de leerkracht de ouders wil spreken. De leerkracht neemt dan contact op met de ouders en nodigt hen uit voor een gesprek. Ieder jaar organiseert de school in het eerste begin van het schooljaar een informatieavond om op die manier de ouders te informeren over het onderwijs in de groep. Ieder jaar wordt aan de ouders een agenda, of kalender gegeven, met daarin de data van belangrijke dagen, vakanties en avonden. Ook staat daarin het overblijfschema afgedrukt. Daarnaast verschijnt er (bijna) wekelijks een digitale weekbrief waarin de ouders informatie krijgen over wat er op school gedurende de week is gebeurd en wat er in de komende week gebeuren gaat. Ook de website is een grote bron van informatie: www.daltonschooldevliegers.nl Twee leerkrachten van de school hebben het op zich genomen de website bij te houden: de weekbrieven, notulen van de Algemene ledenvergaderingen, foto’s, nieuws enz. worden op de website gezet. Ouderparticipatie Er zijn verschillende vormen van ouderparticipatie op onze school. Aan het begin van het schooljaar krijgen de ouders een overzicht van de activiteiten met daaraan gekoppeld een inschrijflijst. Het is duidelijk dat hoe meer mensen zich opgeven, des te meer invulling gegeven kan worden aan de activiteiten. De ouders die met hun kind tussentijds instromen kunnen zich uiteraard ook opgeven voor de verschillende participatielijsten. De kans bestaat echter dat de “clubs” al vol zitten. Het jaar erop zal er rekening gehouden kunnen worden met de wensen. Omdat de school de functie van streekschool vervult, is het overblijven zó georganiseerd dat alle kinderen op school hun boterhammetjes eten. De overblijfcommissie regelt het overblijven op school. Er is altijd een leerkracht ingeroosterd die aanspreekpunt is en de eindverantwoording heeft tijdens het overblijven. We werken met een aantal vaste overblijfouders in combinatie met ingeroosterde ouders. Alle ouders worden ingeroosterd. Daar bent u bij het eerste kennismakinggesprek op attent gemaakt en heeft u bij de inschrijving van uw kind, als leerling van de Daltonschool, voor getekend. U kunt aangeven op welke dagen u inzetbaar bent, daar wordt bij het inroosteren rekening mee gehouden. Mocht u onverhoopt niet uw beurt kunnen invullen, kunt u met één van de andere ouders wisselen. Dit te regelen is de verantwoordelijkheid van de betreffende ouder. De manier waarop het overblijven momenteel is geregeld, blijkt een succes. Daarom zal ook in de toekomst deze manier van overblijven worden gecontinueerd. Vereniging en bestuur De klachtenprocedure Bij voorkomende problemen gaat de ouder na een afspraak gemaakt te hebben met de betreffende leerkracht, met hem of haar praten en legt de klacht voor. Samen proberen ze tot een oplossing te komen.
30
De ouders kunnen met hun klacht ook terecht bij de leden van de MR. De leden van de MR zullen zich inspannen om de klacht correct op te pakken en met ouders en de andere partij in gesprek gaan. Leidt dit alles niet tot een oplossing, dan melden de ouders de klacht (schriftelijk) aan de directie. Wanneer geen oplossing wordt gevonden, zal de klacht schriftelijk aan het bevoegd gezag (bestuur van de IBOGO) worden meegedeeld door de ouders.
Het bevoegd gezag kan de klacht zelf afhandelen of doorgeven aan de onafhankelijke klachtencommissie. Deze instantie doet dan een uitspraak. Het een en ander is uitgewerkt in het model klachtenregeling primair onderwijs. Dit document is op school ter inzage. De Daltonschool Middelharnis valt onder de VBS: Vereniging Bijzondere Scholen. Bij deze vereniging kunt u uw klacht neerleggen. Het adres van de VBS vindt u in de adressenlijst, welke u vindt in het laatste hoofdstuk van deze gids. Schorsing en verwijdering Dit protocol treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, en waarbij psychisch en of lichamelijk letsel aan derden is toe gebracht. Er worden drie vormen van maatregelen genomen: Time-out Schorsing Verwijdering Time-out Een ernstig incident leidt tot een time-out met onmiddellijke ingang. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: In geval van time-out wordt de leerling voor de rest van de dag de toegang tot de school ontzegd. Tenzij redelijke gronden zich daartegen verzetten worden de ouders/ verzorgers onmiddellijk van het incident en de time-out op de hoogte gebracht. De time-out maatregel kan eenmaal worden verlengd met één dag. Daarna kan de leerling worden geschorst voor maximaal 1 week. In beide gevallen dient de school vooraf of – indien dat niet mogelijk is – zo spoedig mogelijk na het effectueren van de maatregel contact op te nemen met de ouders. De ouders / verzorgers worden op school uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij is de groepsleerkracht en een lid van de directie van de school aanwezig. Van het incident en het gesprek wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders / verzorgers voor gezien ondertekend en in het leerling-dossier opgeslagen. De time-out regeling kan alleen worden toegepast na goedkeuring door de directie van de school. De time-out maatregel wordt na toepassing schriftelijk gemeld aan het bevoegd gezag. Schorsing Pas bij een volgend ernstig incident, of in het uitzonderlijke geval dat het voorgevallen incident zo ernstig is, kan worden overgegaan tot een formele schorsing. De wettelijke regeling voor het Bijzonder Onderwijs is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: Het bevoegd gezag van de school wordt voorafgaand aan de schorsing in kennis gesteld van deze maatregel en om goedkeuring gevraagd.
31
Gedurende de schorsing wordt de leerling de toegang tot de school ontzegd. Voor zover mogelijk worden er maatregelen getroffen waardoor de voortgang van het leerproces van de leerling gewaarborgd kan worden. De schorsing bedraagt maximaal 3 weken en kan hooguit 2 maal worden verlengd. De betrokken ouders / verzorgers worden door de directie uitgenodigd voor een gesprek betreffende de maatregel. Hierbij dienen nadrukkelijk oplossingsmogelijkheden te worden verkend, waarbij de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de opvang van de leerling op de school aan de orde komen. Het verslag wordt ter kennisgeving verstuurd aan: - Het bevoegd gezag - De ambtenaar leerplichtzaken - De inspectie onderwijs. Ouders/verzorgers kunnen beroep aantekenen bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag beslist uiterlijk binnen 14 dagen op het beroep. Verwijdering Bij het zich meermalen voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid en / of de onderwijskundige voortgang van de school, kan worden overgegaan tot verwijdering. De wettelijke regeling voor het Bijzonder Openbaar onderwijs is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: Verwijdering van een leerling van school is een beslissing van het bevoegd gezag. Voordat men een beslissing neemt, dient het bevoegd gezag de betrokken leerkracht te horen. Hiervan wordt een verslag gemaakt wat aan de ouders / verzorgers ter kennis worden gesteld en door de ouders / verzorgers voor gezien wordt getekend. Het verslag wordt ter kennisgeving opgestuurd naar: - de ambtenaar leerplichtzaken - De inspectie onderwijs Het bevoegd gezag informeert de ouders schriftelijk en met redenen over het de mogelijkheid van het indienen van een bezwaarschrift. De ouders / verzorgers krijgen de mogelijkheid binnen 6 weken een bezwaarschrift in te dienen. Het bevoegd gezag is verplicht de ouders / verzorgers te horen over het bezwaarschrift. Het bevoegd gezag neemt een uiteindelijke beslissing binnen 4 weken na ontvangst van het bezwaarschrift. Een besluit tot verwijdering is pas mogelijk nadat een andere basisschool of een andere school voor speciaal onderwijs is gevonden om de leerling op te nemen of dat aantoonbaar is dat het bevoegd gezag, gedurende 8 weken, er alles aan heeft gedaan om de leerling elders geplaatst te krijgen. Onderwijskundig rapport Wanneer een kind onze school verlaat, tussentijds of aan het eind van groep 8 maken wij een onderwijskundig rapport op. Dit rapport sturen wij naar de nieuwe school. Ouders van groep 8 leerlingen tekenen dit rapport voor gezien en krijgen een kopie. De molen van het Voortgezet Onderwijs gaat dan draaien. De adviezen en inschrijvingen voor het voortgezet onderwijs moeten in de regel voor 1 april zijn afgerond. Medezeggenschapsraad (MR) Vanaf 1982 is iedere school in Nederland verplicht een MR in te stellen. Dit is voortgekomen uit het besef dat de school beter tot zijn recht komt als leerkrachten en ouders meer betrokken
32
zijn bij het beleid van een school. De MR bestaat uit een aantal ouders en personeelsleden. Een gelijk aantal is stemgerechtigd. De raad adviseert of stemt in met beslissingen die genomen worden door bestuur en directie van de school. Tevens krijgt de MR alle relevante stukken die worden aangeleverd door het ministerie op het gebied van beleid en financiën. Dit orgaan kent een eigen reglement waarin haar bevoegdheden zijn vermeld. De MR komt regelmatig bijeen. De data kunt u vinden in de agenda die u in het begin van het schooljaar ontvangt. Correspondentie kunt u richten aan: Medezeggenschapsraad Daltonschool de Vliegers Postbus 206 3240 AE Middelharnis. Ouderbijdrage De ouderbijdrage bedroeg met ingang van schooljaar 2014- 2015: € 95,00 per jaar per kind. Voor het tweede kind is dit € 75,= en voor het derde en eventueel volgende kinderen € 52,00. Dit bedrag wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld, geïndexeerd via NIBUD normering. De ouderbijdrage wordt gebruikt voor alle zaken die de school aangaat zoals: Sinterklaas, kerstviering, melk, excursies, deelname aan sportactiviteiten, schoolreis en kamp en culturele zaken en die niet worden gesubsidieerd door de overheid. De kinderen zijn via een collectieve schoolverzekering verzekerd. Deze ouderbijdrage is vrijwillig. Daarnaast wordt jaarlijks een contributie geheven van € 12,50 per ouder. Dit geld wordt aangewend voor kosten op bestuurlijk niveau zoals: verzekeringen voor vrijwilligers, vergaderkosten, kopieerkosten enz. Vrij vragen en schoolverzuim Verlof In de Leerplichtwet staat dat uw kind de school moet bezoeken als er onderwijs wordt gegeven. Leerlingen mogen dus nooit zomaar van school weg blijven. In een aantal gevallen is echter een uitzondering op deze regel mogelijk. Als er een bijzondere reden is waarom u vindt dat uw kind niet naar school kan, moet u zich aan de regels voor zo’n uitzondering houden. De uitzonderingen en de daarbij behorende regels staan hieronder beschreven. Extra verlof i.v.m. religieuze verplichtingen Wanneer uw kind plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging, bestaat er recht op verlof. Als richtlijn geldt dat hiervoor een dag per verplichting vrij wordt gegeven. Indien uw kind gebruik maakt van deze vorm van extra verlof, dient u dit minimaal 2 dagen van te voren bij de directeur van de school te melden. Op vakantie onder schooltijd Voor vakantie onder schooltijd kan alleen een uitzondering op de hoofdregel gemaakt worden als uw kind tijdens de schoolvakanties niet op vakantie kan gaan door de specifieke aard van het beroep van ( 1 van) de ouders. In dat geval mag de directeur eenmaal per schooljaar uw kind vrij geven, zodat er toch een gezinsvakantie kan plaats hebben. Het betreft de enige gezinsvakantie in dat schooljaar. Bij uw aanvraag moet een werkgeversverklaring worden bijgevoegd waaruit de specifieke aard van het beroep en de verlofperiode van de betrokken ouder blijken. Verder dient u met het volgende rekening te houden:
33
In verband met een eventuele bezwaarprocedure moet de aanvraag ten minste 8 weken van tevoren bij de directeur worden ingediend, tenzij u kunt aangeven waarom dit niet mogelijk was; De verlofperiode mag maximaal 10 schooldagen beslaan; De verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen.
Helaas komt het nog al eens voor dat een leerling of een gezinslid tijdens de vakantie ziek wordt, waardoor een leerling pas later op school kan terug komen. Het is van groot belang om dan een doktersverklaring mee te nemen, waaruit de duur, de aard en de ernst van de ziekte blijken. Op die manier voorkomt u misverstanden. Verlof in geval van “andere gewichtige omstandigheden” Onder “andere gewichtige omstandigheden” vallen situaties die buiten de wil van de ouders en of de leerling liggen. Voor bepaalde omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij moet worden gedacht aan: Een verhuizing van het gezin: maximaal 1 dag Het bijwonen van een huwelijk of aanverwanten tot en met de derde graag maximaal 1 dag (buiten de woonplaats 2 dagen) Ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad van het kind: het aantal verlofdagen wordt bepaald in overleg met directeur en/of de leerplichtambtenaar Overlijden van bloed- of aanverwanten in de eerste graad: maximaal 4 dagen Overlijden van bloed- of aanverwanten in de tweede graad: maximaal 2 dagen Overlijden van bloed- of aanverwanten in de derde en vierde graad maximaal 1 dag Viering van een 25-, 40-, of 50-jarig ambtsjubileum en het 12 ½ -, 25-, 40-, 50-, of 60jarig (huwelijks)jubileum van bloed- of aanverwanten. De volgende situaties zijn geen "andere gewichtige omstandigheden”: Familiebezoek in het buitenland Vakantie in een goedkopere periode of in verband met een speciale aanbieding Vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden Een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakanties op vakantie te gaan Eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte Verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn. Verlofaanvragen worden altijd individueel beoordeeld. Een aanvraag voor verlof wegens “andere gewichtige omstandigheden” dient zo spoedig mogelijk bij de directeur te worden ingediend (bij voorkeur minimaal acht weken van te voren). Hoe dient u een aanvraag in? Aanvraagformulieren voor verlof buiten de schoolvakanties zijn verkrijgbaar bij de directeur van de school. U levert de volledig ingevulde aanvraag, inclusief relevante verklaringen, in bij de directeur van de school. Aanvraagformulier extra verlof buiten de schoolvakanties
34
Aan de directeur van ______________________________________________________ (naam school) Datum: _____ - _____ - 20___ Ondergetekende (naam) ______________________________________________________________ Ouder/verzorger van
______________________________________________________ groep ___ ______________________________________________________ groep ___ ______________________________________________________ groep ___
verzoekt om extra verlof van
_____ - _____ - 20___ tot en met _____ - _____ - 20___
De reden van de verlofaanvraag: _________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ Bovengenoemde kinderen hebben dit schooljaar wel / niet *) eerder verlof gehad. Dit waren ____ dagen. De school gaat verder ……. Wij kunnen niet altijd rekening houden met de afwezigheid van uw kind(eren). Festiviteiten, toetsen en dergelijke gaan gewoon door. Maak indien nodig afspraken met de leerkracht(en) over bijvoorbeeld de mogelijkheid tot het inhalen van toetsen, het maken van huiswerk, enzovoorts. Handtekening ouder/verzorger:
_______________________________
-----------------------------------------------------------------------Uw aanvraag is door mij getoetst aan de richtlijnen in de leerplichtwet (z.o.z.) O Ik ga akkoord met uw verzoek. O Ik kan niet akkoord gaan met uw verzoek, omdat het mijns inziens in strijd is met de leerplichtwet. O Ik adviseer u dit verzoek voor te leggen aan de leerplichtambtenaar van het Regionaal Bureau Leerplicht. Datum afhandeling:
_____ - _____ - 20___
Handtekening Directeur:
_______________________________
35
De directeur neemt zelf een besluit over een verlofaanvraag voor een periode van maximaal 10 schooldagen. Als een aanvraag voor verlof vanwege “andere gewichtige omstandigheden” meer dan 10 dagen beslaat, wordt de aanvraag doorgestuurd naar de leerplichtambtenaren van het Regionaal Bureau Leerplicht Goeree-Overflakkee (RBL-GO). De leerplichtambtenaar neemt vervolgens een besluit, na de mening van de directeur te hebben gehoord. Niet eens met een besluit? Wanneer uw verzoek om extra verlof wordt afgewezen en u bent het niet eens met dat besluit, kunt u schriftelijk bezwaar maken. U dient een bezwaarschrift in bij de persoon die het besluit heeft genomen. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste de volgende gegevens bevatten: Naam en adres van belanghebbende De dagtekening(datum) Een omschrijving van het besluit dat is genomen Argumenten die duidelijk maken waarom u niet akkoord gaat met het besluit Wanneer het bezwaar niet door u, maar namens u wordt ingediend, moet u een volmacht ondertekenen en bij het bezwaarschrift voegen. U krijgt de gelegenheid om uw bezwaar mondeling toe te lichten. Daarna krijgt u schriftelijk bericht van het besluit dat over uw bezwaarschrift is genomen. Bent u het dan nog niet eens met het besluit dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen zes weken schriftelijk beroep aantekenen bij de Arrondissementsrechtbank, sector bestuursrecht. Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Wel kan de indienen van een beroepsschrift zich wenden tot de President van de bevoegde rechtbank met het verzoek een voorlopige voorziening te treffen. Aan zo’n juridische procedure zijn kosten verbonden: voordat u een beroepschrift indient is het raadzaam juridisch advies in te winnen, bijvoorbeeld bij een bureau voor Rechtshulp. Ongeoorloofd verzuim Verzuim dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar, wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. De leerplichtambtenaar beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt. Vrijstelling van het onderwijs In principe vindt geen vrijstelling van het onderwijs plaats. Slechts een lichamelijke handicap kan leiden tot vrijstelling. In dat geval zal gezocht worden naar een voor het betreffende kindzinvolle onderwijsactiviteit. DE EXTERNE CONTACTEN Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school De school neemt deel in het samenwerkingsverband waarin alle scholen van GoereeOverflakkee participeren. De stuurgroep van het samenwerkingsverband maakte o.a. het zorgplan voor de scholen. Tegenwoordig heet dit zorgplan “het Ondersteuningsplan”. In dit document wordt de zorg beschreven zoals deze op het eiland wordt aangeboden op de diverse scholen.
36
Door onze deelname in het samenwerkingsverband, hebben wij regelmatig contact met de speciale scholen voor basisonderwijs Het Kompas en de Wegwijzer. Met onze specifieke vragen wat betreft onze zorgkinderen kunnen we daar terecht. Ook hebben we onder andere goede contacten met het Schoolmaatschappelijk werk, CJG, Veilig Verkeer Nederland en de Bibliotheek. Door ons algemeen bijzondere karakter hebben we contacten met verschillende Pabo’s en staan de deuren open voor studenten van deze onderwijsinstellingen. De school participeert in het regio-overleg Zuid Holland van de Daltonvereniging in Nederland. Alle Daltonscholen van de provincie zijn daarin vertegenwoordigd. Zoals u eerder hebt kunnen lezen worden Daltonscholen met regelmaat gevisiteerd door de Daltonvereniging. Er wordt dan uitgebreid gekeken naar de ontwikkeling die de school doormaakt op “Dalton” gebied. Bijvoorbeeld of er nog steeds sprake is van goed en uitgebalanceerd Daltononderwijs. Door te streven naar een team dat alleen bestaat uit Daltongecertificeerde leerkrachten, proberen we het peil van lesgeven zo hoog mogelijk te houden en op die manier te blijven voldoen aan de hoge standaarden die door de Nederlandse Daltonvereniging worden gehanteerd. DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS Zoals eerder benoemd wordt op de school gewerkt naar de inzichten en principes van Helen Parkhurst. De resultaten van onze school worden dan ook getoetst aan de realisering en uitwerking van deze principes. Controle op uitvoering van de Daltonvisie wordt met regelmaat uitgevoerd door de Nederlandse Dalton Vereniging. In januari 2011 heeft de laatste visitatie plaatsgevonden. Hieruit is gevolgd dat onze school wederom toestemming heeft 5 jaar lang het Daltonpredikaat te voeren. Daar zijn we uiteraard trots op. Daarnaast bezoekt met regelmaat de inspectie van OCW onze school. In juli 2014 heeft dhr. Brinkman de school bezocht en een drietal aspecten van het onderwijs beoordeeld. Dit is na te lezen: http://toezichtkaart.owinsp.nl/schoolwijzer/zoek_scholen Met het eindoordeel waren wij zeer tevreden. Een greep uit het eindgesprek: “een school die de kwaliteit van het onderwijs op orde heeft; de meest actuele leermethoden inzet; onderwijsresultaten laat zien die conform zijn aan de ouderpopulatie”. Daltonschool de Vliegers neemt in plaats van de- in Nederland meest gebruikte - CITO eindtoets de NIO toets af; een toets die in onze optiek beter de capaciteiten van een kind laat zien dan de eerder genoemde. De verplichting een door de overheid voorgeschreven eindtoets zal in het voorjaar van 2017 door de school worden ingevoerd.
37
Nio ’11-‘12 Advies
13 leerlingen 127 Vwo 113 111 110 108 105 104 101 100 92 87 86
Nio ‘12-‘13 Advies
Nio ‘13-’14
12 lln. Vwo Vwo Havo Havo Havo Havo Vmbo Mavo Havo Vmbo Mavo/havo Havo Vmbo kader Vmbo basis Vmbo Mavo
Advies
14 lln.
Nio ’14-’15
Advies
16 lln.
128 118 107 104 103 102 102
Vwo Vwo Havo/VWO Havo Havo Havo Vwo
115 112 109 108 106 105 103
Vwo Havo Mavo Havo Mavo Havo Mavo
125 120 119 116 111 108 106
Vwo Vwo Vwo Vwo Mavo Vwo Havo
100 98
Mavo Mavo
99 96
Havo Mavo
104 104
Vwo Mavo/havo
96 92
Vmbo Kader
95 94
Vmbo Kader Mavo/havo
100 93
Mavo Mavo
88
Vmbo basis/kader
90
Vmbo basis lwoo Vmbo kader lwoo Vmbo basis lwoo
92
Mavo
91
Vmbo kader Vmbo basis lwoo Vmbo basis Verlengde basisschool
Mavo
83 80
83 79 84
Uit de contacten met het voortgezet onderwijs blijkt dat onze leerlingen een zeer positief resultaat behalen wat betreft het omgaan met hun verantwoordelijkheid, het zelfstandig zijn en hun samenwerking met andere leerlingen. Ouders en kinderen kiezen niet alleen voor een middelbare school in Middelharnis. Een aantal leerlingen heeft bijvoorbeeld in het jaar 2007 gekozen voor de Vrije School in Rotterdam. In 2008 is een leerling aangenomen op de havo voor Dans en Muziek, te Rotterdam. In 2009 zijn twee van onze leerlingen, na auditie gedaan te hebben op de theaterschool in Rotterdam, aangenomen op deze opleiding. BELANGRIJKE WETENSWAARDIGHEDEN/ VAKANTIES Schooltijden De schooltijden zijn maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.30 uur tot 14.45 uur. Op woensdag van 8.30 uur tot 12.30 uur.
38
De school gaat 10 minuten voor aanvang open. Brengt u a.u.b. uw kinderen ruim op tijd naar
school, zodat de leerkrachten op tijd kunnen beginnen met de dag! De leerlingen van groep 1 en 2 hebben op donderdag geen school. Wij draaien de dagen (behalve de woensdagen) volgens een continurooster. Vakantie De vakanties voor het schooljaar 2015-2016 : 1e schooldag: Herfstvakantie: Kerstvakantie: Voorjaarsvakantie: Goede Vrijdag: 2e Paasdag: meivakantie: 2e Pinksterdag Zomervakantie:
Ma. 24 augustus 2015 ma. 19 t/m vr. 23 oktober '14 ma. 21 december '14 t/m vr. 1 januari '16 ma. 22 t/m vr. 26 februari '116 vr. 25 maart ‘16 ma. 28 maart ‘16 ma. 25 april t/m vr. 6 mei '16 Ma. 16 mei ‘16 Ma. 11 juli t/m vr. 19 augustus ‘16
Studiemiddag vanaf 11:30 uur: Studiedag Laatste dag voor kerstvakantie: Laatste dag voor zomervakantie: Dag na Sinterklaas: Dag na Kerstmusical:
dinsdag 1 september woensdag 7 oktober 11:30 uur vrij 11: 30 uur vrij start om 9:30 uur start om 9:30 uur
Feesten en projecten De Daltonprincipes vormen het raamwerk van onze school. Ze komen terug tijdens de Daltonweek, aan het begin van het schooljaar, tijdens de festiviteiten rond Kerstmis, Pasen en de lente in de vorm van een afsluitingsproject. Met de hele school, of in elke groep apart wordt dan aandacht gegeven aan deze gebeurtenissen. Gevonden voorwerpen Het is onbegrijpelijk hoeveel spullen er door kinderen op school worden achtergelaten. Spullen waar vaak nooit meer naar gevraagd of gezocht wordt. We bewaren de spulletjes, die niet gemerkt zijn in een aparte doos. Tijdens de rapportenavonden hangen en zetten we alles nog eens in de gang. Daarna doen we de resterende spullen weg (dit gebeurt drie keer per jaar). Wilt u a.u.b. uw kinderen gemerkte spullen meegeven. Denk vooral aan de namen op gymkleding, gymschoenen, bekers, broodtrommels, laarzen. Gymnastiek De kinderen kunnen het beste gymmen in een sportbroekje en een shirtje of een gympakje.
39
Gymschoenen met rubberzolen zijn verplicht (dit in verband met voetwratten). Het zou fijn zijn als u de gymspullen meegeeft in een stoffen tas. In de week voor de vakanties moet de gymtas mee naar huis worden genomen, de kleding kan dan worden gewassen. Midden- en bovenbouw gymmen in de sporthal de Staver (circa 15 minuten lopen van school). De gymnastiektijden worden aan het begin van het schooljaar bekend gemaakt. De kinderen van groep 1 en 2 gymmen en spelen in het speellokaal op school. Ze gymmen in ondergoed, eventueel met gymschoentjes. Gelieve de kinderen gymschoentjes mee te geven welke zij zelfstandig kunnen aan- en uittrekken. Jeugdtijdschriften Aan het begin van het schooljaar worden de kinderen in de gelegenheid gesteld zich te abonneren op een jeugdtijdschrift. Er wordt met name tijdens de eerste drie weken van het schooljaar regelmatig foldermateriaal uitgedeeld. Voor de onderbouw valt te denken aan de BOBO, voor de middenbouw leerlingen de OKKI en voor de bovenbouw leerlingen de TAPTOE , de HELLO YOU en de National Geographic voor de jeugd. Ook is het mogelijk uw kind te abonneren op een reeks boeken die gedurende het schooljaar worden afgeleverd. Het uitdelen van de folders houdt in dat wij u van harte aanbevelen uw kind te abonneren om zodoende het lezen te stimuleren. In de bovenbouw wordt iedere maand gratis de Sam Sam uitgedeeld, dit is een intercultureel tijdschrift. Kleding en schoeisel We proberen kinderen zo snel mogelijk zelfstandig te laten handelen. Ook wat eigen redzaamheid betreft, namelijk het aan en uitkleden. Geef uw kind daarom kleding die het zelf kan aan- en uittrekken. Uw kind kan dan zelf naar het toilet gaan zonder hulp van volwassenen. En let u af en toe eens op te korte schoenveters of een rits waar een tandje van ontbreekt. Dit zijn allemaal belemmeringen die het zelfstandig handelen tegenwerken. Wanneer uw kind met kaplaarzen naar school gaat, geeft u dan schoeisel voor binnen mee. Bijvoorbeeld gymschoenen of pantoffels. In de ruimten waar de jassen worden gehangen, kunnen de kinderen tevens hun schoenen en gymtassen kwijt. Ouderparticipatie Participatiecommissie Een aantal jaren geleden zijn wij gestart met een participatiecommissie. De werkzaamheden bestaan uit het coördineren van de hieronder genoemde commissies. Knutselploeg/ klussenclub Zoals overal zijn er soms klusjes op te knappen, zoals het repareren van speelgoed, het ophangen van een lijstje, het naaien van gordijntjes, enz. Deze karweitjes worden doorgegeven aan de klussenclub. Coördinatie ligt bij één van de ouders. Schoonmaakouders Een paar keer per jaar vragen wij uw hulp bij het schoonmaken van het materiaal, de spelletjes, werkjes en wandplaten. Dit gebeurt meestal aan het eind van het schooljaar, zodat wij en de kinderen het nieuwe schooljaar weer met frisse spullen kunnen beginnen. In de agenda worden de data aangegeven waarop de schoonmaakploeg bij elkaar komt. Coördinatie ligt bij één van de ouders. Schoolwas Bij het betrekken van het nieuwe pand, is er nieuw linnengoed voor de school aangeschaft.
40
Samen met de leerlingen van De Ark, school voor speciaal onderwijs, zal vanaf schooljaar 2012-2013 het wasgoed worden verzorgd. Activiteitencommissie De werkzaamheden van de a.c. bestaan uit het organiseren van een aantal feesten. De commissie werkt zelfstandig en vanuit het team heeft één van de teamleden zitting in de commissie. Het budget wordt in overleg met het bestuur vastgesteld. Al vele jarenlang heeft deze groep, wisselend van samenstelling, voortreffelijk werk verricht en het team veel werk uit handen genomen. Vanaf schooljaar 20011-2012 zullen de a.c. en de werkgroep de EGELS in elkaar schuiven. Tuincommissie De tuincommissie onderhoudt de tuin die rondom de school ligt. Dit wordt niet zoals sommige mensen denken, door de gemeente gedaan. De tuinclub draait al jaren als een trein onder leiding van één van de ouders. Waaruit bestaan de werkzaamheden? De voorjaarsbeurt: alles opruimen, onkruid wieden, enz. Onkruidbestrijding in de perken: 1 keer per seizoen. Onkruidbestrijding tussen de betegeling: 1 keer per maand van april t/m oktober. Het knippen van de hagen en afval opruimen: 2 keer per seizoen in juni en september. Controle van de bestaande bomen en evt. snoeien. Winterbeurt in november / december. o.a. snoeien, kantsteken, bladruimen, afkomend afval opruimen. De school beschikt niet over al het adequate tuingereedschap. Dit vragen wij u zelf mee te nemen. Overblijfcommissie De overblijfcommissie maakt jaarlijks een overblijfschema. Zij zorgt ervoor dat elke ouder ingeroosterd wordt in het overblijfrooster gedurende het gehele schooljaar. Het rooster maken is een flink karwei; de roostermaker zorgt ook voor de afhandeling van de “vergeten” beurten. Niveaulezen Een groot aantal ouders helpt mee bij het niveaulezen. Schoolkrant De schoolkrant is een nieuwsbrief voor en door ouders, leerlingen en leerkrachten. Leerlingen en ouders zorgen dat minimaal twee maal per jaar een krant uitkomt. U kunt zelf ook een bijdrage inleveren voor de schoolkrant. Andere activiteiten Met regelmaat vragen wij middels een oproep in de weekbrief of via het prikbord bij de klassendeur, uw hulp bij de niet van te voren ingeplande activiteiten. Meestal kunt u op die poster of via een strookje aangeven of u bereid bent mee te helpen. Overblijven Alle kinderen blijven tussen de middag over. Er wordt in de klas gegeten met de leerkracht met in de onderbouwgroepen, een overblijfouder. Er wordt via school melk ingekocht. Alle kinderen drinken in principe melk of karnemelk. Kinderen die dit om gezondheidsredenen niet mogen, kunnen vruchtensap krijgen. Kinderen, die met uw goedvinden geen melk drinken, dienen zelf iets van huis mee te nemen. Aan het begin van het schooljaar neemt uw kind van thuis een beker mee, die op school blijft voor de melk. Voor of na het eten gaan de kinderen naar buiten om te spelen onder leiding van de overblijfouders. De overblijfcommissie regelt het overblijven. Voor het
41
overblijven op onze school worden alle ouders bij toerbeurt ingezet. Dit wordt geregeld met een overblijfschema dat jaarlijks door een aantal ouders wordt opgesteld. Hierbij houden zij zoveel mogelijk rekening met uw wensen. Aan het overblijven zijn geen kosten verbonden. Meer informatie kunt u lezen in de agenda die u jaarlijks wordt uitgereikt. Hierin staan het overblijfrooster en de afspraken die gelden bij het overblijven. Tijdens het overblijven is er altijd één van de leerkrachten aanspreekbaar en eindverantwoordelijk. Overblijven - taakomschrijving voor leerlingen en ouders Bij de kleuters: uitdelen van de melk en de bekers. Bij de overige groepen is dit een klassentaakje van de kinderen. Gelijke aanvang lunch, in principe gebeurt dit als bij iedereen melk ingeschonken is. Er op toezien dat de kinderen de meegebrachte boterhammen opeten. (Laten) opruimen van de trommels en de bekers. Bij de groepen 3-8 is het afwassen, tafels schoonmaken en vegen een klassentaak van de leerlingen. In de onderbouwgroepen wassen de ouders samen met 2 kinderen af en vegen de overblijfouders het lokaal weer aan. Schoolreis Ieder jaar gaan we met de kinderen op schoolreis of schoolkamp. Binnen het Daltononderwijs
is een schoolreis meer dan een uitstapje wat je ook met je familie zou kunnen maken. Het is belangrijk dat wij met deze uitstapjes volgens onze principes te werk gaan. Het samen beleven staat voorop bij de keuze van onze reisjes. Doel van de schoolreis is: samen met de kinderen, leerkrachten en de hulpouders een dagje uit te gaan. Vaak wordt voorafgaand aan de schoolreis aan een project gewerkt, gekoppeld aan de bestemming van het schoolreisje of kamp. Wanneer uw kind niet mee gaat op schoolreis of mee met het kamp (groep 7/8), dan wordt uw kind die dag (en) op school verwacht. Snoep / versnapering kleine pauze Om ongeveer kwart over tien drinken we in alle groepen een beker melk, vruchtensap etc. Hierbij smaakt een stuk fruit erg goed. Wij verzoeken u geen snoep zoals: rolletje drop, zakje chips, marsen, kauwgom etc. mee te geven. Dit geldt ook voor de grote pauze. Vaak zien de kinderen de snoep in hun trommeltje liggen, waardoor de boterham ( met name in de lagere groepen) nog al gauw vergeten wordt. De leerkrachten signaleren ook dat kinderen, wiens ouders geen voorstander van snoep zijn, met scheve ogen naar de trommeltjes van de ander kijken. Dit leidt wel eens tot ongewenste situaties. We weten dat “snoep” niet uit te bannen is binnen onze huidige samenleving. Toch willen we u er op attenderen dat in de broodtrommel geen snoep thuis hoort. Een stukje fruit of iets hartigs is een goed alternatief om na de boterham te eten. 42
Speelgoed groepen 1 en 2 Vaak willen kinderen graag aan anderen laten zien wat voor een moois ze thuis hebben. Heel begrijpelijk! Om te voorkomen dat speelgoed kapot gaat of kwijtraakt is het schooladvies het meenemen van speelgoed tot uitzonderingen te beperken. Er wordt iedere eerste woensdag van de maand een speelgoedochtend voor de groepen 1en 2 gehouden, deze kinderen mogen dan speelgoed meenemen. De data zijn in de schoolagenda aangegeven. Telefoon en kopieerapparaat Het komt herhaaldelijk voor dat kinderen op school willen bellen. Op zich is daar natuurlijk niets op tegen. Om te voorkomen dat leerlingen de schooltelefoon gebruiken om op het laatste nippertje afspraken te maken met hun ouders en vriendjes, willen we paal en perk stellen aan het gebruik van de schooltelefoon. Verjaardagen Het is gebruikelijk, maar zeker niet verplicht, dat jarige kinderen hun groep trakteren. We bevelen niet-zoete traktaties van harte aan! Een traktatie van fruit, kaas of iets dergelijks is ook heel feestelijk en lekker. Helaas zijn er ook leerlingen die allergisch voor het een en ander zijn. De ouders van deze kinderen geven dit aan het begin van het schooljaar aan en er wordt rekening mee gehouden door zijn of haar medeleerlingen en de leerkracht. Vernieling en vermissing Wanneer er leerboeken mee naar huis genomen worden om bijvoorbeeld een toets te leren, is het van het grootste belang dat de kinderen goed op de spullen passen. Boeken worden alleen mee naar huis gegeven als de kinderen een tas bij zich hebben. Wanneer blijkt dat het boek kwijt is of wanneer er zulke vernielingen zijn aangebracht dat het redelijkerwijs niet meer te gebruiken is, zullen de kosten voor een nieuw boek in rekening worden gebracht. Vulpen en kleurdoos In groep 3 krijgen de kinderen een vulpen, multomap en een kleurdoos van school. Het is de bedoeling dat de kinderen daar zuinig mee omgaan. Wanneer bij normaal gebruik deze voorwerpen vervangen moeten worden, krijgen zij van school nieuwe spullen. Wanneer echter de kinderen niet zuinig met hun spullen omgaan en zijn deze aan vervanging toe, brengen wij de kosten daarvan in rekening. \ Pesten Kinderen op de Daltonschool moeten zich veilig voelen. Een kind dat zich niet veilig voelt, kan niet goed leren. Daarom is het pestprotocol opgesteld en deze wordt binnen de groep gehanteerd. Tevens wordt op school met een internet protocol gewerkt. In allerlei publicaties kunt u lezen dat via internet en msn’en de meest gruwelijke plaag en pesterijen kunnen plaatsvinden. In het begin van het schooljaar 2009-2010 is het volledige team geschoold in het herkennen en voorkomen van pestgedrag. Wij vinden het van het grootste belang dat een ieder die op welke wijze aan school is verbonden op de hoogte is van dit protocol. Er wordt het model van het 5- sporenbeleid gevolgd. Bij pestgedrag is altijd sprake van 5 partijen: de pester, de gepeste, de middengroep, de ouders, en de leerkrachten.
43
Alle 5 de partijen hebben een rol in het oplossen en voorkomen van pestgedrag. In geval van pestgedrag zullen altijd de ouders van de pester en de gepeste op de hoogte gebracht worden. Afspraken
Iemand niet op het uiterlijk beoordelen of beoordeeld worden. Niet iemand buitensluiten. Niet aan spullen van een ander zitten. Elkaar niet uitlachen. Elkaar niet bij de bijnaam noemen of uitschelden. Niet roddelen over elkaar. Geen mishandeling plegen, niet lichamelijk en niet geestelijk. Elkaar met rust laten/ niet met een ander bemoeien. Geen partij kiezen bij een ruzie. Geen aandacht aan de pester schenken. Blijft de pester doorgaan dan aan de leerkracht vertellen. Eerst een ruzie zelf uitpraten. Helpt dit niet, dan aan de leerkracht vertellen. Luister naar elkaar. Word je gepest, praat er thuis over, je moet het niet geheim houden. Nieuwkomers op school goed ontvangen en goed opvangen. Deze regels gelden op school en daarbuiten.
CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN Het centrum voor jeugd en gezin (CJG) is dé plek voor vragen over opvoeden, opgroeien, verzorging en gezondheid. Daarnaast ook voor advies, ondersteuning en hulp op maat. Et CJG is er voor ouders, kinderen en jongeren tot 23 jaar. Ook voor vragen tijdens de zwangerschap kunt u bij hen terecht. Kinderen zien zij vanaf de geboorte en komen ons tegen op de basisschool en in h et voortgezet onderwijs. En zelfs na de middelbare school geven zij advies, ondersteuning en hulp aan jongeren. Daarmee heeft het CJG de taken overgenomen van het Consultatiebureau Ouder en Kind en de jeugdgezondheidszorg van de GGD Rotterdam- Rijnmond.
Bij het CJG werken jeugdartsen, verpleegkundigen, gezinscoaches, pedagogen en andere hulpverleners met elkaar samen. Er is altijd en CJG in de buurt. Op de website www.cjgrijnmond.nl staan locaties, openingstijden en meer informatie. Bellen kan ook via: 010-2010110 CJG op de basisschool in het basisonderwijs komen u en uw kind een aantal keer in contact met het CJGJeugdgezondheidsteam. In groep 2 van de basisschool nodigen zij u uit voor het gezondheidsonderzoek van uw kind. Na een gesprek met uw kind bespreken zij de gezondheid en de ontwikkeling van uw kind met u. Ook in groep 7 is er een gezondheidsonderzoek. Naast de onderzoeken krijgt u in het jaar dat uw kind 9 jaar wordt, een oproep van het CJG om uw kind te laten vaccineren.
44
Belangrijke adressen en telefoonnummers Stichting GCBO Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel: 07- 3861697 e-mail:
[email protected] Voor afhandeling van klachten, beroepen en geschillen in het bijzonder onderwijs kunnen mensen terecht bij één loket. Dat is mogelijk door de Stichting Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs ( GCBO). Deze commissies behandelen honderden geschillen, beroepen en klachten per jaar. Ze beschikken over veel expertise en hebben oog voor de identiteit van de scholen. Op de website van de www.gcbo.nl kunt u terecht over de (klachten) procedures, de samenstelling van de commissies en de wet- en regelgeving en de jurisprudentie.
ADRESSEN PERSONEEL
Eileen Willers- van Immerseel
Voorstraat 104 3251 BE Stellendam 0187-493244
[email protected]
06-10643316 Denise Lipman
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Astrid Veira- v.d. Veen Merel de Neef Anneke Luiten- Karels Margo Kraanen- van Amersfoort Bianca v.d. Beek Marit HesselsGroeneveld Beppie v.d. Waal HVO leerkracht Niesje de Haas administratrice Eveline van Brussel
Bestuur van de vereniging IBOGO Voorzitter Secretaris Penningmeester Lid (toezichthouder)
Mw .A. Huikeshoven Mw. Kris Spionjak Dhr. Ricardo van Leeuwen Mw. Caro Steenmetz 45
Bereikbaar via: 0187-482980 0187-482980 0187-482980 0187-482980
Lid ( toezichthouder)
Mw. Ellen Haring
0187-482980
Leden Medezeggenschapsraad Mirjam Polder Ilvia Witte Leendert van Brussel Margo Kraanen (teamlid) Marit Groeneveld ( teamlid)
Overige adressen en telefoonnummers Centrum Jeugd en Gezin www.cjgrijnmond.nl 010-20 10 110 Nederlandse Dalton Vereniging Bezuidenhoutseweg 251-253 2594 AM Den Haag 070-3315281
[email protected] Landelijke Klachten Commissie voor het algemeen bijzonder onderwijs mw. mr. M.H. Boogers 070-3315226
[email protected] Voor ouders over onderwijs 0800-5010 of www.5010.nl Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl 088-669 6060 Meldpunt Vertrouwensinspecteurs 0900- 1113111 Schoolbegeleidingsdienst CED 010-5032500 Stichting Kinderopvang het Speelhuus Olympiaweg 30, Sommelsdijk 0187-481280 ( tussen 9:00 en 12:00 uur) Buitenschoolse Opvang: 0187-481915
[email protected] www.hetspeelhuus.nl postbus 39 3240 AA Middelharnis
46
Ongewenste intimiteiten aanspreekbare persoon binnen de school: Eileen Willers-van Immerseel Voorstraat 104 3251 BE Stellendam 0187-493244 Aanspreekbare persoon buiten de vereniging i.v.m. ongewenste intimiteiten: Mw. dr. J. de Moree Margrietstraat 2 3257 AJ Ooltgensplaat Vertrouwenspersoon seksuele intimiteiten Rijksinspectie kantoor Breda Postbus 7447 4800 GK Breda 076-5202303 Advies en meldpunt Kindermishandeling Zuid-Holland Noothoven van Goorstraat 11c 2806 RA Gouda 0182-680888 landelijk nummer: 0900 123 1230
Kindertelefoon 0800-0432 (gratis nummer)
47