Schoolgids 2014-2015
De Wegwijzer
De basisschool is een belangrijk stukje van je leven, voor de kinderen en voor u als ouder. U vertrouwt uw kostbaarste bezit (uw kind) in totaal voor ongeveer 8000 uur toe aan de zorg van het onderwijzend personeel! Dat is een belangrijk deel van een kinderleven. Het is daarom van belang dat u een school zoekt die het dichtst bij u en uw wijze van opvoeden past. Een school waar je als kind je thuis voelt en waar u er van op aan kunt dat de school als mede opvoeder een waardevolle aanvulling is. Dit alles heeft te maken met wederzijds vertrouwen. Vertrouwen is de belangrijkste basis om tot optimale samenwerking te komen. Een school kies je dan ook met zorg. Scholen verschillen in manier van werken, in sfeer en resultaten. Ze verschillen in kwaliteit. Duidelijk waarneembaar is dat niet altijd. Dat maakt het kiezen van een school voor uw kind dan ook niet eenvoudig. Deze schoolgids kan daarbij een hulp zijn. In deze gids beschrijven wij waarvoor wij staan, welke uitgangspunten we hanteren en hoe wij proberen, voortdurend, de kwaliteit te verbeteren. Natuurlijk is deze gids ook bedoeld voor ouders die nu kinderen op onze school hebben. Aan hen leggen we verantwoording af voor onze manier van werken en voor de resultaten die we op De Wegwijzer halen. Wij hopen dat u onze schoolgids met plezier leest. Als u tijdens of na het lezen vragen, opmerkingen of suggesties heeft, vertel ze ons! Laat het schooljaar 2014-2015 een fijn jaar worden voor u en uiteraard voor de kinderen!
Namens het team, Mirjam Havinga Directeur
1 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
Inhoudsopgave Inleiding Inhoudsopgave
1
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Karakteristiek van de school De naam van de school Grootte van de school Grootte van de groepen Huisvesting De schoolbevolking
4 4 4 4 4 4
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Missie, visie en doelen van de school De missie Identiteit van Stichting Proceon Onze visie op onderwijs Doelen
4 4 6 6 7
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6 3.2.7 3.2.8 3.2.9 3.2.10 3.2.11 3.2.12 3.2.13 3.3 3.4 3.5 3.6
Ons onderwijs Onderwijs Vakken en methoden Godsdienstonderwijs Leren in de kleuterbouw Lezen Taal Schrijven Rekenen Wereldoriëntatie Engels Expressievakken Bewegingsonderwijs ICT onderwijs Cultuur en kunst Wetenschap en technologie Onderwijs aan zieke leerlingen Sporttoernooien Vervolgonderwijs Gehanteerde methoden
8 8 11 11 11 13 14 14 14 14 14 14 15 15 15 16 16 16 17 17
4 4.1. 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.1.5 4.1.6 4.1.7 4.1.8 4.1.9 4.1.10 4.1.11 4.1.12 4.2 4.2.1 4.3 4.3.1
Leerlingenzorg Aannamebeleid De zorg voor leerlingen Samenwerking met ouders van een zorgleerling De Leeskliniek De zorg voor meer begaafde kinderen in de plusklas De overgang van groep 2 naar groep 3 Het overslaan van een groep Doubleren Verwijzing naar het voortgezet onderwijs Verwijzing naar het speciaal onderwijs Passend onderwijs Logopedie Schoolarts Schoolregels en protocol gedragsregels Pesten Leerplicht, verlof, schorsing en verwijdering van leerlingen Leerplichtambtenaar
17 18 19 18 20 20 21 21 21 22 22 22 22 22 23 23 24 24
2 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
4.3.2 4.3.3 4.3.4
Leerplicht kleuters Verlof leerlingen Schorsing en verwijdering van een leerling
24 24 25
5 5.1 5.2 5.3 5.4
Kwaliteitszorg, ontwikkelingen en resultaten Kwaliteit verbeteren Evaluatie ontwikkelingen schooljaar 2013-2014 Ontwikkelingen in het schooljaar 2014-2015 Schoolresultaten
26 26 27 27 28
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Communicatie met ouders Leerstofaanbod Leerproces en resultaten (rapportage) Oor voor wensen van ouders Klachtenregeling Betrokkenheid en hulp bij onderwijsactiviteiten
28 28 29 29 30 31
7 7.1 7.2 7.3 7.3.1 7.4
Geledingen Stichting Proceon Medezeggenschapsraad Activiteitencommissie Ouderbijdrage PR-groep
32 32 34 35 35 35
8 8.1 8.2
Schooltijden en vakanties Schooltijden Schoolvakanties 2014-2015
35 35 36
9 9.3 9.4. 9.5 9.6 9.7 9.8 9.9 9.10 9.11 9.12
Schoolorganisatie Ouderhulp Buitenschoolse opvang Schoolreis en schoolkamp Sponsoring Stagiaires Tienuurtje Traktaties Verzekeringen en aansprakelijkheid Ziekte Zorg voor meegebrachte spullen
36 36 36 36 36 36 36 36 37 38 38
10
Contacten en adressen
39
3 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
1.Situering van de school Onze school is gelegen aan de zuidkant van Eemnes. De school staat een in wijk waar zowel nieuwbouwwoningen als bestaande bouw (vanaf jaren ’70) is te vinden. Nabij onze school is een klein winkelcentrum, gezondheidscentrum, kinderdagopvang, bibliotheek en sporthal. De school maakt deel uit van "Clusterschool Eemnes". Binnen dit gebouw zijn ook de naschoolse opvang van “partou”, De Mariaschool (RK) en De Zuidwend (OBS) gevestigd. De Clusterschool is in 2007 in opdracht van de gemeente Eemnes gebouwd met als doel de drie scholen van de zuidbuurt van Eemnes te huisvesten tesamen met de naschoolse opvang. Basisschool De Wegwijzer is aangesloten bij Stichting Proceon. Stichting Proceon is de bovenschoolse organisatie voor 20 scholen in en om het Gooi. Deze zijn verspreid over de gemeenten Hilversum, Wijdemeren, Eemnes, Laren, Naarden , Bussum en De Bilt. Aan het hoofd van de stichting staat de Raad van Toezicht. De uitvoerende werkzaamheden en het dagelijks bestuur is in handen van het College van Bestuur. 1.2 De grootte van de school Op dit moment volgen 92 leerlingen onderwijs bij ons op school. 1.3 Hoe groot zijn de groepen Op De Wegwijzer werken we in schooljaar 2014-2015 met combinatiegroepen. Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8
– 24 – 29 – 18 – 21
leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen
1.4 Huisvesting De school beschikt over 6 werklokalen: 1 kleuterlokaal en 3 lokalen voor de groepen 3 t/m 8. 1 lokaal op de begane grond gebruiken we voor klassenverkleining van de diverse groepen en voor de tussenschoolse opvang. 1 lokaal op de eerste verdieping gebruikend we teven svoor klassenverkleining en voor onze plusklas, daar leest u meer over in hoofdstuk 4. Voor de kleuters is er een apart speellokaal. De Clusterschool biedt ook verschillende ruimten waar we als scholen gebruik van maken. Het gaat om een gemeenschappelijke ruimte met een podium die we gebruiken voor vieringen en feesten, een technieklokaal en grote keeken die we gebruiken voor onze kook- en technieklessen. Tevens biedt het gebouw aparte ruimtes voor het afnemen van testen en het individueel begeleiden van kinderen (RT en AB) De ruimten tussen onze lokalen zijn niet alleen bestemd als loopruimte, maar ook als onderwijsruimte voor groepen zelfstandig werkende kinderen. Per bouwgroep zijn verschillende computers aanwezig. De computers waarvan de kinderen gebruik maken, zijn per groep centraal opgesteld. De groepen 1 t/m 8 beschikken over digitale schoolborden en zijn gekoppeld aan computers en het Internet. Aan de voorzijde van de school is een speelplaats en zijn er fietsenstallingen voor de fietsen van alle leerlingen van de Clusterschool. 1.5 De schoolbevolking De leerlingen die onze school bevolken zijn leerlingen die doorgaans voldoende gemotiveerd worden tot leren vanuit de thuissituatie. Vrijwel alle leerlingen zijn al gewend aan spelen in een groep kinderen doordat zij tevoren ofwel de peuterspeelzaal of de kinderdagopvang hebben bezocht. 2. Missie, visie en doelen van de school 2.1 De Missie Onze school is een protestant christelijke basisschool. Vanuit die basis van werken wij met normen en waarden die passen bij een christelijke identiteit.
4 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
Op De Wegwijzer werken we vanuit de woorden: Samen leren, Samen Werken, Samen Leven, dat maakt ons Samen Slimmer! Basisschool De Wegwijzer, een fijne en veilige plek om samen met plezier te leren. Een plek om samen vérder te komen Samen Leren Leren doe je op je eigen niveau Ieder kind is uniek. Leren doe je daarom het best binnen de groep op je eigen niveau. Op De Wegwijzer hebben we aandacht voor ieder kind individueel. Kinderen krijgen hun instructie dan ook op hun eigen niveau. Binnen iedere groep wordt er op 3 niveaus instructie aangeboden. Op die manier is er ruimte voor kinderen die extra instructie krijgen, maar ook voor leerlingen die extra uitdaging nodig hebben. Voor kinderen die de basisvakgebieden als lezen, taal en rekenen op een hoog niveau beheersen is er De Tweede Verdieping; onze plusklas. Binnen deze plusklas gaan kinderen met verdiepings- en verrijkingsstof aan de slag, maar ook is er extra aandacht en tijd voor vakken als filosofie, wetenschap en techniek. Leren doe je op een boeiende manier Je leert het meest als het je raakt, verwondert en boeit. Onze instructies en verwerkingen proberen we altijd op een boeiende en rijke manier aan te bieden. We maken daarbij gebruik van onze digitale schoolborden, leerling-computers, concrete materialen, de omgeving van de school en de creativiteit van onszelf en de kinderen. Binnen de groepen worden ook andere vakken aangeboden dan alleen de basisvakken. Zo staan er op het wekelijkse rooster ook aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, Engels, verkeer, gymnastiek, muziek, creatieve vakken en techniek. Leren doe je van elkaar Door goed samen te werken halen we het beste in elkaar naar boven. In onze groepen is een veilige, vriendelijke en open sfeer waardoor we met elkaar kunnen werken. Door binnen een veilig klimaat te werken durven kinderen fouten te maken en hoort iedereen erbij, leerlingen leren dat je veel van elkaar kunt leren.
Samen Werken Samen werken met plezier. Plezier en betrokkenheid is belangrijk bij samenwerken. Kinderen hebben dan aandacht voor hun taak en communiceren op een gelijkwaardig niveau met elkaar. Door met Coöperatief Leren het samenwerken te structureren en te organiseren leveren kinderen een gelijkwaardige bijdrage aan het groepsresultaat. Coöperatief Leren wordt ingezet bij het inoefenen van de leerstof, bij het vertellen van verhalen en bij het bedenken van oplossingen. Ook worden Coöperatieve werkvormen gebruikt om te werken aan de sfeer en Sociaal Emotionele ontwikkeling van de kinderen. En zo komt het beste in ieder kind naar boven. Samen werken met school én thuis. Een optimale ontwikkeling van uw kind is belangrijk voor hun toekomst. Samen werken met de ouders draagt bij aan deze ontwikkeling. Om dat proces goed te laten verlopen voeren we kindgesprekken en kind-oudergesprekken. Binnen deze gesprekken stellen we doelen, evalueren we de gestelde doelen om vervolgens weer vooruit te kijken naar het volgende leerpunt. En zo werken we met elkaar, aan steeds dat stapje verder. Samen Leven Samen leven voor jezelf en voor elkaar Respect hebben voor elkaar, eerlijk zijn, waardering hebben voor elkaar en jezelf kunnen zijn; dat is hoe wij samen leven zien. Hierbij hebben we aandacht voor elkaar, de mensen om ons heen en
5 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
maatschappelijke ontwikkelingen. We streven ernaar dat kinderen opgroeien in harmonie met zichzelf en de wereld om hen heen, dat ze respect en waardering voelen voor zichzelf en anderen. Samen leven vanuit de basis Samen leven zien wij ook als uiting van ons als Protestants Christelijke school. Wij vinden dat geloven alles te maken heeft met ons leven van alledag. De Bijbelse waarden en normen geven ons een basis voor het omgaan met elkaar en de wereld om ons heen. We vinden het belangrijk dat kinderen met plezier naar school gaan. We spannen ons in om een optimaal klimaat binnen onze school te scheppen, zodat opvoeden als het goed is vanzelf gaat en ieder kind tot zijn of haar recht komt Wij werken met als doel: een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van leerlingen; de leerdoelen te realiseren; de saamhorigheid tussen leerlingen, ouders en leerkrachten te bevorderen; culturele vaardigheden te ontwikkelen en creatieve vermogens te stimuleren; de zelfstandigheid en verantwoordelijkheidsgevoel van de leerlingen te bevorderen; de leerlingen normen en waarden te leren kennen, die van belang zijn voor een goede omgang met elkaar en met anderen. 2.2 Identiteit van de stichting De scholen van Stichting Proceon kunnen worden omschreven als open christelijke scholen. Dit betekent dat in principe iedereen welkom is. Er wordt wel van leerlingen en ouders verwacht dat zij de protestants christelijke grondslag van de school respecteren. Bij de aanmelding wordt dit ook duidelijk besproken. Door kennis te nemen van elkaars geloofsovertuiging, normen en waarden leert men over en weer van elkaar en kan men respect voor elkaar opbrengen. Vanuit een respectvolle omgang tussen kinderen, ouders en collega’s willen we onze identiteit tot uitdrukking brengen. Wij zijn van mening dat “schoolgemeenschap” -zijn, naast samenleren, ook samenleven en samenvieren inhoudt. Vandaar dat in de loop van het schooljaar een aantal vaste elementen en/of vieringen op onze school gevierd worden. 2.3 Onze visie op onderwijs In de groep besteden we veel aandacht aan activiteiten die gericht zijn op het ontwikkelen van sociale vaardigheden zoals samenwerken, het onder woorden brengen van gevoelens, omgaan met meningsverschillen en oplossen van ruzies. De leerlingen krijgen zo meer oog voor elkaar, merken dat ze van elkaar kunnen leren en dat ze door samenwerken gebruik kunnen maken van elkaars kwaliteiten. Om een dergelijke leefomgeving te kunnen creëren, vinden wij dat een aantal schoolen groepsregels onontbeerlijk zijn. Deze geven duidelijkheid. Leerlingen weten dan waar ze aan toe zijn. Door deze regels te benadrukken willen wij onduidelijkheden voorkomen binnen onze school. We laten de leerlingen meedenken over het opstellen van de groepsregels en leren ze dat we samen verantwoordelijk zijn voor het in stand houden van een goede sfeer. Als basis hanteren we een 8-tal schoolregels, de ‘zo zijn onze manieren’- regels; 1. Wij gaan op een respectvolle en fatsoenlijke manier met elkaar om. 2. Wij spreken en luisteren op een respectvolle manier met en naar elkaar. 3. Wij willen pesten voorkomen door te laten merken dat iedereen erbij hoort. 4. Wij zijn trots op wat we doen en zorgen voor elkaar en voor onze spullen. 5. Wij noemen iedereen bij zijn eigen naam. 6. Wij spelen en werken zoveel mogelijk samen, zonder iemand uit te sluiten. 7. Wij helpen elkaar om het zelf te kunnen. 8. Wij zeggen “Stop, houd op” als je last van een ander hebt. Ook betrokkenheid van leerlingen bij wat ze leren is een kernbegrip op onze school. We streven ernaar om binnen onze school het onderwijs zoveel mogelijk af te stemmen op de interesses en behoeften van de leerlingen. Door gebruik te maken van eigentijdse leermiddelen en uitdagende werkvormen, werkwijzen en methoden willen we tegemoet komen aan de verschillende manieren waarop kinderen leren, zoals creatieve werkvormen, muziek, leren door doen en rollenspelen of toneelstukjes.
6 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
De kerndoelen verliezen we hierbij zeker niet uit het oog. We streven ernaar dat de leerlingen deze bereiken. De manier waarop deze worden bereikt hoeft echter niet voor elke leerling gelijk te zijn. De weg ernaar toe kan verschillend zijn. De leerkrachten bepalen daarom niet volledig wanneer de leerlingen activiteiten uitvoeren. Naast de klassikale en individuele instructie bieden wij de leerlingen de gelegenheid om binnen bepaalde werkuren (dag- of weektaken) zelf te plannen. Onze visie is dat kinderen vooral leren als ze ruimte hebben om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen ontwikkelingsproces en voor het ontplooien van hun talenten. De leerkrachten hebben regelmatig overleg met elkaar over het welbevinden van de leerlingen en over de aangeboden lesstof. Om te zorgen dat de overgang van de jaargroepen zo soepel mogelijk verloopt, vindt er een gedegen overdracht plaats tussen de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ leerkracht. Binnen die overdracht naar een nieuwe groep vinden we de rol van de kinderen zelf hun ouders heel belangrijk. Daarom beginnen we een nieuw schooljaar met het voeren van een individueel kindgesprek. Een gesprek tussen kind en leerkracht heeft als doel om samen met de leerling te bepalen waar we aan gaan werken in dat schooljaar. Op die manier is het kind mede verantwoordelijk voor zijn/haar ontwikkeling. Binnen 3 schoolweken volgt er een gesprek met de ouder(s) in dat gesprek worden de plannen voor het schooljaar met ouders besproken. Vana f groep 6 zijn leerlingen zelf ook aanwezig bij dat oudergesprek. Wie anders dan de leerling zelf kan vertellen waar we aan gaan werken in een aankomende periode. Wij vinden en ervaren dat wij ook als teamleden van elkaar kunnen leren. Wat wij stimuleren bij en waarderen in onze leerlingen, dragen we ook naar elkaar uit. We zorgen voor een positief werkklimaat, bieden duidelijkheid naar elkaar toe en maken gebruik van elkaars sterke kanten. We besteden veel aandacht aan onze professionalisering, door samen te beslissen hoe we ons als school willen ontwikkelen en hier onze schouders onder zetten. We werken regelmatig met kleine werkgroepen die een voortrekkersrol vervullen in ontwikkeltrajecten. De betrokkenheid van ouders is voor onze school van essentieel belang. We streven er daarom naar om de drempel voor de ouders zo laag mogelijk te houden. Door regelmatig met de ouders te communiceren en open te staan voor suggesties, willen wij ons als organisatie blijven verbeteren. 2.4 Doelen Onderwijsdoelen: a) De doelen voor jongste leerlingen worden ontleend aan bestaande ontwikkelingsmaterialen, incidenteel aangevuld met werkbladen. Deze materialen zijn gericht op de ontwikkelingsfuncties van de leerlingen. Er wordt in groep 1 en 2 dan ook ontwikkelingsgericht gewerkt, waarbij spel een belangrijke werkvorm is. De leerdoelen voor jonge leerlingen richten zich op: de sociaal-emotionele ontwikkeling; de motorische ontwikkeling; oefenen van vaardigheden; cognitieve ontwikkeling zoals begripsvorming, ontwikkeling van denkprocessen, ontwikkeling van geheugen en concentratie; ontwikkeling van creativiteit en fantasie. b) De doelen voor oudere leerlingen worden ontleend aan: methodes per vak, bruikbaar voor groeps- en individuele instructie; eigen ervaringen en ontwikkelingsbehoeften van het kind; de kerndoelen, zoals die zijn ontwikkeld door de overheid. c) De leerdoelen richten zich op: opvraagbare kennis; verworven vaardigheden; verworven leer- en oplossingsstrategieën; Opvoedingsdoelen: De opvoedingsdoelen zijn gericht op:
7 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
persoonlijkheidsontwikkeling: zelfstandigheid, constructieve deelname aan de samenleving, vanuit gelijkwaardigheid, omgaan met verschillen tussen mensen, plezier hebben in het leven, zelfvertrouwen, verantwoordelijkheidsgevoel; gewenst gedrag in onderwijsprocessen: rekening houden en samenwerken met anderen, zelfwerkzaamheid, kunnen plannen en sturen, taakgericht en ordelijk werken, initiatieven kunnen nemen en leiding kunnen accepteren; maatschappelijke veranderingen: o.a. gebruik van informatie- en communicatietechnologie.
3. Ons onderwijs 3.1 Ons onderwijs Iedere leerling is uniek en heeft zijn eigen mogelijkheden en talenten. In onze school willen we binnen de combinatiegroepen, waarmee we werken, aan iedere leerling recht doen. Het belangrijkste vinden we dat de leerlingen zich bij ons op school veilig voelen en betrokken zijn bij wat ze leren en doen. We willen de leerlingen daarom ook zoveel mogelijk zelf verantwoordelijk maken. Zelfredzaamheid en zelfstandigheid zijn belangrijke doelen waaraan we werken. Daarnaast vinden we het belangrijk dat leerlingen, ook op school, met elkaar leren samenleven en samenwerken. Aan deze doelen werken we van groep 1 tot en met groep 8 (doorgaande leerlijn). We willen de leerlingen zowel op cognitief, op sociaal-emotioneel als op motorisch gebied zoveel mogelijk uitdagingen aanbieden, zodat ieder van hen optimaal kan presteren. Het aanleren van vaardigheden en het verwerven van kennis vinden wij belangrijk. Onze school is gehouden aan de doelstellingen en bepalingen in de wet, waarin de kerndoelen voor het basisonderwijs staan beschreven. Door het gebruik van moderne methoden die voldoen aan de kerndoelen bieden we datgene aan wat vereist is. We gebruiken daarbij de toetsen die aan deze methoden zijn verbonden en daarnaast methodeonafhankelijke CITO toetsen, zodat we de vorderingen van onze leerlingen kunnen bijhouden. Hierover leest u ook in het hoofdstuk over leerlingenzorg. Meer over onze visie op onderwijs, onze uitgangspunten en de beleidsplannen voor de komende jaren vindt u in het schoolplan 2011–2015. Dit ligt op school ter inzage. Verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid draagt in hoge mate bij aan de motivatie van een kind. De kunst daarbij is om als opvoeder goed te laveren tussen wat een kind aan kan en motiveert waar het nog hulp bij nodig heeft. Opvoeders die een kind op jonge leeftijd verantwoordelijkheden geven, zijn vaak blij verrast met de initiatieven die het kind neemt en toont, ook op latere leeftijd. Leerlingen moeten weten dat ze op school niet alleen verantwoordelijkheid dragen voor hun werk, maar vooral ook voor elkaar. Ook dit moeten ze van ons, opvoeders, leren. Hierbij hoort ook dat wij als opvoeders de kinderen serieus nemen en dat kinderen weten wat de grenzen zijn waarbinnen zij zich kunnen bewegen. Zelfstandigheid Het uiteindelijke doel is opvoeden tot zelfstandigheid. In het onderwijs staat zelfstandigheid hoog in het vaandel. Als leerlingen in een groep zo zelfstandig mogelijk met hun taken omgaan, biedt dit de leerkracht de gelegenheid om tijdens deze momenten de leerlingen die dit nodig hebben extra aandacht te geven. Dit kunnen (groepjes) leerlingen zijn die een extra mentale uitdaging nodig hebben omdat zij de basisleerstof snel onder de knie hebben of leerlingen die bijvoorbeeld door faalangst gebaat zijn bij extra instructie zodat ze met meer zekerheid aan hun taak kunnen beginnen. Door het invoeren van zelfstandig werk ontstaat er ruimte voor maatwerk. De rol van de leerkracht verandert daarmee van iemand die kennis overdraagt tot een actieve begeleider van leerlingen die verantwoordelijkheid leren dragen voor het eigen leerproces. Samenwerking Samenwerkend leren bevordert in positieve zin de resultaten.
8 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
Voorwaarde en basis voor een goede samenwerking is de communicatie. Het spelenderwijs ontwikkelen van communicatieve vaardigheden is als doel minstens zo belangrijk als het eindresultaat van de opdracht. Geven wij bijvoorbeeld twee kleuters de opdracht samen een kasteel te bouwen, dan kunnen er twee kastelen naast elkaar verschijnen. Geven wij ze de opdracht om samen een kasteel te bouwen met één toren dan ontstaat er een intensieve communicatie en samenwerking. Van de leerkracht wordt dan vakmanschap verwacht: het stimuleren van communicatie door het geven van nieuwe, uitdagende en verschillende opdrachten op dat gebied. Coöperatief leren Op De Wegwijzer wordt gewerkt met coöperatief leren. Veel opvattingen over het leren van leerlingen zijn gericht op het leren van individuele leerlingen. De opvatting achter coöperatief leren is dat samenwerkend leren krachtiger kan zijn. Leerlingen worden in staat gesteld regelmatig met elkaar te overleggen en elkaars kennis te benutten. De groepen worden heterogeen samengesteld. Daarbij moeten de leerlingen gedachten onder woorden te brengen waardoor het leren sterk verbetert. Hardop verwoorden, in vergelijking met stil werken, verbetert het leren. Onderzoek laat zien dat effectieve coöperatieve leergroepen bestaan uit goede, middelmatige en zwakke leerlingen die met elkaar samenwerken. Zwakke en middelmatige leerlingen hebben duidelijk baat bij de samenwerking met goede leerlingen. Goede leerlingen presteren meer als ze samenwerken met zwakke en middelmatige leerlingen dan als ze alleen werken. Zij leren nieuwe leerstrategieën door de leerstof te onderwijzen aan de andere leerlingen, doordat ze gedwongen worden de leerstof in een ander perspectief te zien en opnieuw te doordenken. Zwakke leerlingen profiteren van de samenwerking in heterogene groepen omdat ze leren van de leerstrategieën van de goede leerlingen. Coöperatief leren werkt met vijf basisprincipes. Positief wederzijdse afhankelijkheid. De leerlingen weten dat ze elkaar nodig hebben om het doel te bereiken. Inzet en inspanning van ieder groepslid is hierbij nodig om succesvol te zijn. Leerlingen ervaren “samen kunnen we meer dan alleen”. En leerlingen beseffen dat zij niet zonder elkaar kunnen. Ieder groepslid moet meedoen “we kunnen het niet zonder jou”. In de klas zijn er verschillende werkvormen die dit toepassen. Dit kan met de hele klas, in teams van vier leerlingen of in tweetallen worden gedaan. Individuele verantwoordelijkheid. Elk kind is verantwoordelijk voor zijn eigen bijdrage aan het geheel van de opdracht. De leerkracht kan terugzien wat elke leerling gedaan heeft, door bijvoorbeeld met verschillende kleuren pennen te werken Directe interactie. De kinderen wisselen hun ideeën, kennis en meningen samen uit. Goede interactie is belangrijk voor het leerproces en de uitkomst van de opdracht. Samenwerkingsvaardigheden. De leerkracht kiest per les een vaardigheid uit en besteedt hier vooraf bewust aandacht aan. Bij de evaluatie komt hij erop terug. Enkele specifieke basisvaardigheden van het samenwerkend leren zijn: · elkaars naam gebruiken · elkaar aankijken tijdens het praten · vriendelijk op elkaar reageren · elkaar gelegenheid geven mee te doen · een inbreng durven hebben · duidelijk praten, zodat andere je verstaan · meewerken aan de groepsopdracht · luisteren naar elkaar · elkaar uit laten praten · de inbreng van een andere accepteren · bij je groepje blijven · rustig praten en werken · materiaal met elkaar delen · om de beurt praten · aan de taak doorwerken tot deze af is
9 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
Evaluatie van het groepsproces. De groepsleden bespreken eerst met elkaar hoe de samenwerking ging. Daarna wordt er klassikaal geëvalueerd. De leerkracht gebruikt verschillende werkvormen om coöperatief leren toe te passen in de groep. Per werkvorm komen verschillende samenwerkingsvaardigheden aan de orde. Elke werkvorm heeft een eigen structuur en tijdsduur. De werkvormen zijn voor verschillende vakgebieden in te zetten en hebben een verschillende doelen. De ene werkvorm is beter in te zetten als startopdracht, een andere werkvorm is meer geschikt als verwerkingsopdracht. Om het onderwijs op onze school goed te kunnen realiseren, zijn een aantal zaken van belang: De leerlingen: kennen de groepsafspraken; kunnen elkaar helpen zonder voor te zeggen; weten wat zelfstandig werken is; zijn in staat het werk te registreren en te evalueren; weten waar ze de materialen kunnen vinden; kunnen zelfstandig problemen oplossen; kunnen zelf hun werk plannen met behulp van een dag- of weektaak; kunnen goed/zorgvuldig met het materiaal omgaan; zijn in staat om te gaan met uitgestelde aandacht; weten wat ze kunnen doen als de dag- of weektaak af is; kunnen het gemaakte werk zelf nakijken; verbeteren zelfstandig gemaakte fouten; zijn in staat te verwoorden wat hun hulpvraag is; kunnen samenwerken. De leerkracht kan: lessituaties voorbereiden waarin het zelfstandig werken van kinderen het uitgangspunt is; het groepslokaal inrichten op een manier die de zelfstandigheid van de leerlingen stimuleert; gesprekken leiden waarin zelfstandig werken geïnitieerd en geëvalueerd wordt; duidelijke en gedifferentieerde taakinstructies geven; hulpmiddelen hanteren die zelfstandig werken bevorderen: picto’s, dag- en weektaakformulier, teken voor uitgestelde aandacht en de keuzewerkmaterialen; de leerlingen leren hoe ze elkaar echt kunnen helpen; de leerlingen aansporen om kritisch naar hun eigen werk te kijken. Het materiaal is: overzichtelijk opgesteld; goed bereikbaar voor de leerlingen; zelfcontrolerend; in voldoende mate aanwezig; stevig genoeg; het keuzewerk is gekoppeld aan een registratiemodel; geschikt voor zelfstandig werken. De
afspraken: zijn voor iedereen duidelijk; worden door de leerlingen als vanzelfsprekend beschouwd; geven de leerlingen voldoende ruimte voor eigen initiatieven; geven de leerlingen voldoende ruimte om zelfoplossend bezig te zijn; zorgen ervoor dat de leerlingen het gedrag van elkaar positief corrigeren; stimuleren tot zelfverantwoordelijk gedrag; de leerkracht is in staat om met pedagogisch inzicht de regels gedifferentieerd toe te passen.
10 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
Huishoudelijke taak Om de hulpvaardigheid verder te ontwikkelen, maar vooral om leerlingen verantwoordelijkheden te geven die zij aankunnen, met als doel daarmee de betrokkenheid bij de omgeving waarin zij verkeren te stimuleren, gebruiken we de huishoudelijke taak. In groep 1 en 2 werken we met ‘hulpjes’. Iedere dag worden er, bij toerbeurt, leerlingen uitgekozen en zij kunnen de volgende taken krijgen: materialen pakken voor de leerkracht; na het opruimen de kasten controleren; ‘boodschappen’ binnen de school; Buitenspeelmateriaal uit de schuur halen en uitdelen; Bekers en bakjes uitdelen. In groep 3 tot en met 8 wordt gewerkt met een klassendienst. Op maandag worden de leerlingen voor de klassendienst gekozen. Zij zijn dan de gehele week klassendienst. Voorbeelden van de taken van de klassendienst zijn: lokaal aanvegen; planten water geven; stoelen en krukken op de tafels/ werkbladen zetten; whitebord schoonvegen; open kasten opruimen; bibliotheek netjes houden; het uitdelen en ophalen van schriften/ stencils; computers afsluiten. 3.2 Vakken en methoden 3.2.1 Godsdienstonderwijs Basisschool De Wegwijzer is een open christelijke basisschool. De identiteit van onze school blijkt uit expliciete activiteiten als de dagopeningen met verhaal, lied of gebed, de godsdienstlessen die wij geven uit de methode ‘Trefwoord’ en de vieringen die we organiseren rondom de christelijke feestdagen. In iedere groep wordt ongeveer anderhalf uur per week besteed aan godsdienstonderwijs. De methode ‘Trefwoord’ is een eigentijdse godsdienstmethode, geschreven door een oecumenische redactie. Deze methode werkt met levensthema’s waarbij wereldse verhalen (spiegelverhalen) en bijbelverhalen elkaar afwisselen en aanvullen. Het onderwerp van de behandelde thema’s is in alle groepen hetzelfde, maar iedere groep werkt hier op eigen niveau mee. Behalve de verhalen biedt ‘Trefwoord’ voor iedere dag een gedicht, spel of lied als dagopening en er wordt veel aandacht besteed aan normen en waarden. Daarnaast is onze identiteit ook meer impliciet te herkennen in de manier waarop wij met de kinderen en elkaar omgaan en de waarden en normen die wij hanteren. Vanuit onze christelijke levensvisie willen wij de kinderen verdraagzaamheid, behulpzaamheid en aandacht en respect voor elkaar bijbrengen. Dit kunt u terugvinden in onze ‘zo zijn onze manieren’-schoolafspraken. Iedereen die zich thuis voelt bij onze manier van leven en werken is welkom op onze school. 3.2.2 leren in de kleuterbouw Uitgangspunt van het onderwijs in groep 1 en 2 zijn de ervaringen die de kinderen hebben opgedaan, dat wat ze meemaken en wat ze bezig houdt. Wij sluiten daarop aan door een thema te kiezen dat bij die ervaringen past. In het schooljaar 2009-2010 zij we gestart met de methode Kleuterplein. Methode Kleuterplein in groep 1 en 2 “In onze klas woont een nieuwsgierige kraai. Zijn naam is Raai. Raai is zijn nest kwijtgeraakt en van de kleuters mag hij nu in onze klas blijven wonen. Raai woont eigenlijk op het “Kleuterplein”. Bij elke startactiviteit van een nieuw thema komt Raai tevoorschijn en introduceert het thema doordat hij bijvoorbeeld iets heeft gezien of heeft meegemaakt en dat wil hij dan graag aan de kinderen vertellen. Hij is nieuwsgierig en een beetje ondeugend, stelt veel vragen waarmee hij de kinderen prikkelt. Deze Raai de kraai hoort bij Kleuterplein, de methode waarmee wij in het schooljaar
11 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
2009-2010 in de groepen 1-2 zijn gaan werken. Kleuterplein is een geïntegreerd pakket dat opgezet is rond 16 thema’s die aansluiten bij de belevingswereld van jonge kinderen. Met Kleuterplein ontdekken de kinderen de wereld om hen heen. We brengen de wereld van buiten naar binnen. Met thema’s zoals “Bij ons thuis”, “Het weer”, “De post”, “Groeien” en “Bouwen”. Spelenderwijs komen de belangrijkste ontwikkelingsgebieden met de bijbehorende tussendoelen aan bod. Naast taal en rekenen zijn ook de motoriek, muziek, wereldoriëntatie, voorbereidend schrijven en sociaal emotionele ontwikkeling vaste onderdelen. In een rijke leeromgeving leren kinderen door met elkaar te praten, te spelen, te werken en te bewegen. Bij de activiteiten van Kleuterplein hebben wij als leerkrachten een duidelijk leerdoel voor ogen. Het vergroten van de kennis, het aanleren van nieuwe vaardigheden, beginnende geletterdheid en beginnende gecijferdheid. We proberen een balans te vinden tussen het vrije spel, ontdekmomenten en gerichte leermomenten. De thema’s hebben een vaste opbouw met start-, kern-, keuze- en afsluitingsactiviteiten. De startactiviteiten zijn: Kennismakingsactiviteit waarmee het nieuwe thema geïntroduceerd wordt. Meestal levert deze activiteit vragen op die tijdens het werken met dit thema beantwoord gaan worden. Bij het thema “Groeien” had Raai verschillende zakjes met zaden in zijn nest gevonden. Raai vroeg zich af wat er in de zakjes zat en wat hij er mee kon doen. Al werkend aan het thema zijn deze vragen voor de kleuters en voor Raai natuurlijk beantwoord. We werken met routines. Bij elk thema komen dezelfde activiteiten met een wisselende inhoud aan bod. Deze routines zorgen voor herkenbaarheid en herhaling en biedt de kinderen houvast en zekerheid. De kinderen weten nu al gauw wat de bedoeling is als we gaan beginnen met: Een beeld woordveld, waarmee we zichtbaar maken wat de kinderen al weten en welke woorden ze al kennen. Samen plannen maken. Wat hebben we gisteren gedaan en wat gaan we morgen doen? De thematafel met spulletjes waar we tijdens het thema over praten en die we kunnen gebruiken in de lessen. Het themaverhaal. Een prentenboek of een schootboek met verhaalplaten. Dit verhaal wordt gedurende het thema heel veel herhaald Interactief voorlezen. Voor en tijdens het verhaal worden er luistervragen gesteld. Tabel aan de wand. Tellen en rekenen met allerlei spullen die bij het thema horen. Waar zijn de meeste, minste van, hoeveel meer en hoeveel minder? Enz. Werken met een activiteit voor de ontwikkeling van de fijne motoriek .Elke keer laten we de kinderen andere materialen gebruiken. De lettermuur. We leren een nieuwe klank met het daarbij behorende klankgebaar aan en gaan op zoek naar voorwerpen die b.v. met dezelfde klank beginnen. Een liedje van de liedjes cd van Dirk Scheele. Een versje. Soms vergroten wij dit versje en plakken het op een bord. We leren dit versje opzeggen en bekijken de tekst. Wat rijmt er? Zien we dezelfde woorden. Welke woorden zijn kort of welke woorden zijn lang enz. Bewegen in het speellokaal en op de speelplaats. Afsluitingsactiviteiten. Samen met de kinderen blikken we terug op het thema. We bespreken de woordkaartjes en alle activiteiten die we gedaan hebben. We bekijken al het werk van de kleuters. Daarna ruimen we alles weer op. Maken de hoeken en thematafel weer leeg voor het volgende thema. Niet alle activiteiten worden met de hele groep gedaan. We werken met grote en kleine groepen. We kunnen keuze activiteiten aanbieden aan de kinderen van groep 1 of van groep 2. Niet alle kinderen hebben hetzelfde niveau. We proberen aan te sluiten bij het niveau van het kind want dat levert de meest succes ervaringen op en vergroot het zelfvertrouwen. Gedurende het jaar werken we ook aan thema‘s die actueel zijn zoals Kinderboekenweek, Sint, Kerst, Pasen en het thema van het schoolproject. We bouwen deze thema’s zoveel mogelijk op met dezelfde routines zoals bij Kleuterplein. Als leerkrachten maken we voor elk thema een planning en bespreken met elkaar de leerdoelen en activiteiten. Ieder schooljaar willen we minimaal 4 thema’s uit Kleuterplein aan de orde laten komen. Zo ook dit schooljaar. Loop gerust eens bij ons binnen
12 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
want met Kleuterplein is er bij ons op De Wegwijzer van alles te beleven! Op De Wegwijzer komen de kinderen in de onderbouw ook in aanraking met computers. Aan de hand van speelse programma’s leren zij diverse begrippen en doen zij voorbereidende taal- en rekenspelletjes. In de kleuterjaren leert een kind veel vaardigheden, voortbouwend op wat het thuis allemaal geleerd heeft. Belangrijk zijn vooral de sociale en motorische vaardigheden. We besteden hier veel tijd en aandacht aan. Sociale vorming gebeurt natuurlijk ook spelenderwijs, maar wordt indien nodig bijgestuurd door de leerkracht in de vorm van een kringgesprek of door het naspelen van een gebeurtenis. Beweging krijgen de kinderen volop: we hebben de beschikking over twee speellokalen met veel gymmaterialen en een leuk ingericht schoolplein naar het concept “natuurlijk spelen”. Wij vinden het belangrijk dat een kind lang genoeg in de kleutergroep zit. Succesvol groep 3 doorlopen, lukt pas als een kind er aan toe is. Het voorbereiden van de oudste kleuters op de overgang naar groep 3 gebeurt op speelse wijze. Tevens nemen we, naast onze eigen observaties, toetsen af. Tijdens de hele kleuterperiode vinden er op uw of ons verzoek geregeld gesprekken plaats over het wel en wee van uw kind. Aan een goed contact tussen school en thuis hechten wij bijzonder veel waarde. Als aanvulling op deze schoolgids hebben wij ook nog een infoboekje gemaakt met een uitgebreidere uitleg van de werkwijze in de kleutergroepen. In de kleutergroepen werken we met de methode Kleuterplein. Deze methode is opgedeeld in verschillende thema’s. Deze thema’s bedtaan uit onderwerpen die dicht bij de kinderen staan. Een thema duurt ongeveer 3 tot 5 weken. Tijdens het werken met één van die thema’s wordt er aandacht besteed aan bijv. het uitbreiden van de woordenschat, het aanbieden van begrippen, tijd, tellen en het vergroten van het getalbegrip. De kleine kring is vast een onderdeel van het programma. Op die manier kan de leerkracht goed signaleren welke oefeningen al worden beheerst of nog moeilijk zijn. De lettermuur en cijfermuur, de dagkalender en dagritme kaarten zijn vaste onderdelen in het programma die dagelijks terugkomen. In groep 1 en 2 werken wij met routines. Door het gebruik van routines, dit zijn terugkerende, vaststaande leersituaties leren de kinderen het best. Naast de methode Schatkist gebruiken wij het programma fonemisch bewustzijn. Dit taalprogramma is een goede aanvulling om te werken aan het fonemisch bewustzijn. De kinderen leren vaardigheden rondom klanken en letters. Ook wordt het programma beginnende gecijferdheid gebruikt. Rekenvaardigheden zoals getalbegrip, meten en meetkunde komen hierbij op een speelse manier aan bod. De activiteiten uit deze twee programma’s worden in spelvorm aangeboden. 3.2.3 Lezen Aanvankelijk (technisch) lezen start in principe in groep 3 aan de hand van de methode ‘Veilig Leren Lezen’. De letters worden aangeleerd door het aanbieden van woorden als ‘ik, maan, roos, vis, enz. De letters worden daarbij fonetisch uitgesproken (zoals ze in het woord klinken). Vanaf het moment dat de leerlingen alle letters beheersen, wordt gestart met het ‘tutorlezen’. De leerlingen lezen dan op hun eigen niveau onder leiding van een oudere leerling. Na de methode ‘Veilig Leren Lezen’ volgt, vanaf groep 4, de methode ‘Estafette’ (technisch lezen). Begrijpend lezen neemt naast het technisch lezen een belangrijke plaats in. Binnen de methode ‘Veilig Leren Lezen’ is hier in groep 3 voldoende aandacht voor. Vanaf groep 4 gebruiken we de. methode ‘Nieuwsbegrip’ Nieuwsbegrip werkt met actuele (nieuws)teksten. Leerlingen maken zich leesstrategieën eigen en leren dat ze deze strategieën ook kunnen toepassen op andere vakken en in andere situaties. De leerlingen worden optimaal voorbereid op de Cito-toetsen. 3.2.4 Taal/Spelling
13 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
Voor het geven van het taalonderwijs maken we vanaf groep 4 gebruik van de methode ‘Taal in beeld’. Taal in beeld houdt rekening met verschillen tussen leerlingen door verschillende organisatievormen mogelijk te maken. De lesdoelen van Taal in beeld zijn opgenomen in het leerlingmateriaal, zodat leerlingen weten wat en waarom ze iets leren. Het spellingsprogramma is overzichtelijk, stap voor stap worden er nieuwe spellingscategorieën aangeboden en worden er categorieën herhaald. Taal in beeld biedt ons oefensoftware voor kinderen voor spelling. 3.2.5 Schrijven Met behulp van de methode ‘Pennenstreken’ in groep 3 tot en met 6 leren we de leerlingen de kleine en grote schrijfletters aan. in groep 2 en 3 beginnen ze met het oefenen van de kleine motoriek aan de hand van schrijfpatronen. Pas daarna wordt gestart met het aanleren van de schrijfletters. Vanaf groep 6 ligt de nadruk op het bevorderen van een vlot en goed leesbaar methodisch handschrift. 3.2.6 Rekenen Het reken- en wiskundeonderwijs bieden wij aan door middel van de methode ‘Rekenrijk’. Deze methode is inmiddels verouderd, maar voldoet aan alle kerndoelen voor rekenen. De methode sluit ook aan op de Cito-toetsen. In schooljaar 2014-2015 maken we als team samen met de kinderen een keus voor een nieuwe rekenmethode. Deze nieuwe methode willen we in januari 2015 invoeren in de groepen 3 t/m 8. 3.2.7 Wereldoriëntatie Voor wereldoriëntatie maken we gebruik van de methoden: Aardrijkskunde – Wijzer door de wereld Geschiedenis – Bij de tijd Natuur – Wijzer door de natuur en techniek Deze methoden bieden feitenkennis aan maar behandelen ook onderwerpen waarbij van de leerlingen een kritische houding wordt gevraagd. Het gaat dan bijvoorbeeld over de manier waarop we omgaan met de natuur, het leven in een interculturele samenleving en het lering trekken uit gebeurtenissen in de geschiedenis. Behalve het werken met deze methoden wordt ook in de groep aandacht besteed aan wereldoriëntatie door middel van bijvoorbeeld veldlessen bij het ‘spookbos’ of in de polder, gesprekken over ervaringen, spreekbeurten en school-tv. 3.2.8 Engels Vanaf augustus 2014 bieden we Engels aan in de groepen 1 t/m 8. We gebruiken hiervoor 2 methoden. De moethode ‘groove me’ Waarbij kinderen met name door veel in het Engels te zingen de vreemde taal eigen maken. En we gebruiken de digibordmethode ‘Take it easy’. Met ‘Take it easy’ gaan de leerlingen met een native-speaking digiteacher op avontuur naar diverse landen en locaties waar Engels wordt gesproken. Met de native speaking digiteachers is een correcte uitspraak gegarandeerd. De methode is aantrekkelijk door het gebruik van muziek- en karaokeclips en filmpjes met Engelse acteurs. Doordat het Engels in een zinvolle, thematische context wordt aangeboden, zowel visueel als auditief, maken de kinderen op spontane wijze de taal eigen. 3.2.9 Expressievakken In iedere groep wordt aandacht besteed aan de expressievakken: handvaardigheid, tekenen, muziek en drama. Voor de vakken handvaardigheid en tekenen werken we met de methode beeldende vorming ‘Moet je doen’. Hiernaast hebben we de beschikking over een handvaardigheidsruimte. Voor drama en muziek hebben we de methode ‘Moet je doen’. Ook worden er kook- techniek lessen gegeven, deze zijn voor de groepen 3 t/m 8 opgenomen in het Creatief-rooster. IN de kleutergroepen zijn deze lessen opgenomen in de themaplanning. In alle klassen wordt gezongen en er is een assortiment muziekinstrumenten op school aanwezig, zowel ritmisch als melodisch. Zowel het product (tekening, werkstukje, voorstelling) als het proces van totstandkoming van het product wordt geëvalueerd en gerapporteerd in de kindrapportage.
14 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
3.2.10 Bewegingsonderwijs Behalve cognitieve, sociaal-emotionele en creatieve ontwikkeling is ook de motorische ontwikkeling van uw kind van belang. In de lessen bewegingsonderwijs wordt hieraan aandacht besteed. In de kleutergroepen staat het bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. In de speelzaal of buiten op het plein wordt bewust aandacht besteed aan de grove motoriek. Als Clusterschool beschikken we over twee eigen speelzalen. In groep 3/4 krijgen de leerlingen een keer per week gymnastiekles in de gymzaal, daarnaast is er een moment van buitenspel extra ingeroosterd voor deze groepen. Vanaf groep 5 krijgen de kinderen twee keer per week gymnastiekles in de gymzaal. Deze wordt op de woesndag verzorgd door de eigen groepsleerkracht en op de vrijdag door een vakleerkracht gymnastiek. Voor de gymnastieklessen maken we gebruik van de sportzalen in De Hilt 3.2.11 ICT onderwijs ICT is niet meer weg te denken uit de maatschappij. Op onze school speelt ICT een steeds grotere rol in het voorbereiden op de samenleving. In de klas, bij de speciale zorg en voor administratie van leerkrachten en directie gebruiken we de tijdbesparende en ondersteunende mogelijkheden die ICT ons biedt. De ontwikkelingen op ICT gebied volgen elkaar snel op. De school speelt een begeleidende functie in het zinvol en veilig leren omgaan met ICT. Zelfstandig kunnen werken en leren, zelf ontdekkend leren en samenwerken spelen een belangrijke rol in onze visie op ICTgebied. ICT sluit goed aan bij de ontwikkelingen binnen onze school. ICT wordt ingezet als middel bij het onderwijzen, zorg op maat, zelfstandig werken/leren en samenwerkend leren. Algemene informatie over ICT op De Wegwijzer is: de school heeft een ICT coördinatoren die zich bezighoudt met het ICT onderwijs; leerkrachten worden regelmatig bijgeschoold op het gebied van nieuwe software en ICT toepassingen; de school heeft moderne, educatieve en leerstofondersteunende software voor rekenen, taal, aardrijkskunde, geschiedenis, begrijpend lezen, spelling en technisch lezen die structureel wordt gebruikt. Er wordt ook (remediërende) software ingezet bij remedial teaching; registratie en toetsing is een belangrijk middel om de kwaliteit van het onderwijs te meten. Gebruikte software moet de gegevens kunnen registreren en analyseren. Voor nieuw aan te schaffen software is dit een belangrijk argument; de school maakt gebruik van het administratieprogramma Parnassys, waarin de leerlingdossiers worden bijgehouden. Toetsgegevens van methode- en niet methodegebonden toetsen, rapport gegevens, gesprekverslagen, absentie, e.d. worden hier zoal in verwerkt; de school beschikt over een snel netwerk, een snelle server, moderne computers en over digitale schoolborden in alle groepen; de netwerkomgeving (Klas.nu), het beheer en de techniek worden gedaan door een extern bedrijf, Heutink ICT, in samenwerking met de twee ICT coördinatoren; de netwerkomgeving (Klas.nu) is per groep ingericht en bevat de software die voor deze groep bestemd is; Vanaf augustus 2014 gaan de kinderen van groep 5 en 6 bij wijze van Pilot werken met tablets voor het verwerken van hun rekenlessen. Afhankelijk van onze ervaringen, resultaten en relevante onderzoeken aangaande tabletonderwijs zullen we gedurende het schooljaar 2014-2015 besluiten om het gebruik van tabletonderwijs uit te breiden over meerder groepen en vakgebieden. 3.2.12 Cultuur en kunst Wij willen met kunstzinnige ontwikkeling en –vorming een bijdrage leveren aan de persoonlijkheidsontwikkeling van de leerling. In onze visie is elke leerling meervoudig intelligent. Daarbinnen is ieder kind op zijn manier getalenteerd en dat talent ligt niet persé op het gebied van de cognitieve vakken. Juist daarom willen we ook deze kant van de ontwikkeling benadrukken en aanspreken. Daarnaast willen we leerlingen in aanraking brengen en confronteren met kunstzinnige uitingen, zowel in de buurt, als in ons land en ook in de wereld. We zien dit als een middel om het maatschappelijk bewust zijn te bevorderen. We richten ons dus op meer dan alleen de realisatie van de kerndoelen basisonderwijs. Als school doen we mee met het kunst- en cultuurmenu van
15 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
Kunst Centraal. Op deze manier komen alle kinderen van onze school met meerdere uitingen van kunst en cultuur in aanraking. Voorbeelden hiervan zijn het aanleren van een culturele dans, het bijwonen van een voorstelling en het bezoeken van een tentoostelling of museum. Maar ook het beleven van onze ‘Eemnesser-cultuur’ staat op het programma met het bezoeken van een boederij, edelsmid en molenaar. 3.2.13 Wetenschap en technologie Basisschool De Wegwijzer wil wetenschap en technologie integreren in alle facetten van het onderwijs. Dit wordt gedaan door theorie (denken) en praktijk (doen) te stimuleren zodat het denkproces van leerlingen tot een onderzoekende houding op zijn of haar niveau komt. Het leert leerlingen vooral ontwerpen, onderzoeken en ontdekken. Leerlingen proberen dingen uit, ze stellen vragen, ze evalueren en gaan actief aan de slag. Techniekonderwijs sluit dus prachtig aan bij de nieuwsgierigheid, creativiteit en het oplossend vermogen van leerlingen. Het heeft te maken met de manier van vragen stellen. Voor het techniekonderwijs maken wij gebruik van de methode ‘Technieq’. Deze methode biedt ons een doorgaande leerlijn voor de groepen 3 t/m 8. De technieklessen worden ingezet tijdens het crea-circuit op de vrijdagmiddag. Voor deze activiteiten kunnen we gebruik maken van ons technieklokaal. Wetenschap en technologie heeft raakvlakken met het Coöperatief Leren. Er worden sociale vaardigheden geoefend, zoals: samenwerken, talenten leren waarderen van elkaar, samen plannen, samen overleggen, samen denken en samen reflecteren. Techniek zien we als breed vakgebied en kunnen we als leerkracht vaak inzetten. Niet alleen tijdens technieklessen maar ook bij rekenen en taal kan de leerkracht bij de leerling het denkproces stimuleren en de leerling tot een onderzoekende houding brengen. Het komende schooljaar staan wetenschap en technologie extra in de aandacht door twee techniekweken in november. 3.3 Onderwijs aan zieke leerlingen Sinds de wetswijziging van 1 augustus 1999, waarin werd vastgelegd dat de school verantwoordelijk is voor (langdurig) zieke leerlingen, zijn er bij de CED-groep (schoolbegeleidingsdienst) gespecialiseerde consulenten in dienst getreden. Zij hebben de taak om zowel de leerkracht als de leerling te begeleiden in het veranderde leerproces. Aanmelding van en begeleiding aan uw kind gaat via de leerkracht. 3.4 Sporttoernooien Als school maken wij onderscheid in de verantwoordelijkheden voor het organiseren van verschillende sportactiviteiten. Schoolgebonden (sport)activiteiten. Vanuit de school organiseren leerkrachten met ondersteuning van de activiteitencommissie en ouders verschillende sportevenementen. Deze evenementen vallen onder schooltijd (bijv. sportdagen, sponsorloop en spelletjesdagen). Voor extra begeleiding zullen we een beroep doen op ouders. Buitenschoolse (sport)activiteiten. Vanuit school met ondersteuning van ouders worden er o.a. sportevenementen georganiseerd (bijv. schoolvoetbal, schoolschaken, schoolbasketbal). Bij deze evenementen kunnen leerlingen alleen via schoolverband deelnemen. De organisatie en begeleiding valt bij de school en de organisatie van het evenement. De toernooien worden gehouden buiten schooltijd. De school treedt dan, samen met ouders op als begeleiding van de kinderen en neemt geen verantwoording voor het gebeuren, dat is aan de organisatie vna het evenement. Leerkrachten fungeren als contactpersoon. Niet schoolgebonden activiteiten. Dit zijn activiteiten waar leerlingen, afzonderlijk of in groepsverband, aan kunnen deelnemen (avondvierdaagse).
16 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
Deze activiteit wordt door ouders georganiseerd binnen de schho, deelname is niet verplicht. De school treedt op als ‘informatiebron’ maar neemt geen verantwoording voor het gebeuren, de verantwoordelijkheid ligt bij de ouders. Voor extra begeleiding zullen we een beroep doen op ouders. Indien u niet tot de begeleiding behoort: uw zoon of dochter vindt het vast fijn als u eens komt kijken! Of de diverse toernooien daadwerkelijk doorgaan, is mede afhankelijk van de beschikbaarheid van ouders. Regelmatig zal een beroep op de ouders worden gedaan om als begeleider of scheidsrechter op te treden. 3.5 Vervolgonderwijs De keuze voor vervolgonderwijs is een belangrijke stap in het leven. Deze keuze dient dan ook goed overwogen te worden. Na een paar maanden onderwijs in groep 8 komt er een adviesgesprek, deze staat in de jaarplanner en u wordt als ouders persoonlijk uitgenodigd om samen met uw kind aan dit gesprek deel te nemen. Het advies beseren we op de toetsgegevens van ons Cito-leerlingvolgsysteem, de werkhouding en motivatie van de leerling en eventuele extra toets- en testgevgens (bijvoorbeeld IQ-onderzoek) In november/december ontvangt u de Gooische Gids, hierin staan alle scholen van onze regio gespresetnteerd en kunt u de planning van de open dagen vinden. Van de reiog Baarn/Soest kunnen we een gids voor u aanvragen. Dit kunt u vragen aan de groepsleerkracht. Ook voor de kinderen van groep 7 kan het al interessant zijn om een open dag van eem middelbare school te bezoeken. U kunt voor uw leerling in groep 7 de Gooische Gids opvragen bij de leerkracht. In januari vinden er op alle scholen voor voortgezet onderwijs open dagen plaats. De landelijke CITO Eindtoets wordt afgenomen in april. Na drie weken volgt de uitslag De aanmeldingsprocedure ontvangen de ouders per mail. Door de overgang van de Cito-eindtoets in april worden er andere aanname normen gehanteerd. Bij het verschijnen van deze schoolgids zijn deze normen nog niet bekend. 3.6 Gehanteerde methoden * Nederlandse Taal * Begrijpend lezen * Aanvankelijk lezen * Technisch Lezen * Schrijven * Rekenen * Engels * Aardrijkskunde * Geschiedenis * Biologie / natuurkunde * Maatschappijleer * Tekenen * Handenarbeid * Drama/muziek * Godsdienst * Sociaal-emotionele ontwikkeling
Taal in beeld, Spelling in beeld Nieuwsbegrip Kleuterplein / Veilig Leren Lezen Estafette Pennenstreken Rekenrijk Take it easy en Groove me Wijzer door de wereld Bij de tijd Wijzer door de natur en techniek In projectvorm Beeldende vorming Moet je doen Beeldende vorming Moet je doen Moet je doen Trefwoord ZIEN
4 Leerlingenzorg De school probeert uw kind zo goed mogelijk te begeleiden in zijn of haar ontwikkeling. Wat betreft de leerlingenzorg werken we samen met een aantal andere basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs. Zij zijn verenigd in het samenwerkingsverband Het Gooi en omstreken. Alle activiteiten,plannen en procedures die te maken hebben met leerlingenzorg worden vastgelegd in een ‘Zorgplan’. Dit plan wordt jaarlijks bijgesteld en ter goedkeuring voorgelegd aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Leerlingenzorg is binnen de Stichting Proceon heel erg belangrijk. Voor iedere 50 leerlingen die een school telt, zet de school één dagdeel interne begeleiding per week in. De intern begeleider (IB-er) coördineert de zorg op school, heeft de zorg voor de leerlingendossiers en helpt de leerkrachten bij het opzetten van de handelings- en groepsplannen.
17 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
We maken handelingsplannen voor kinderen die dat nodig hebben om extra zorg te bieden. Dit kan nodig zijn, omdat de leerstof niet aansluit bij de leerling. Dat betekent ook, dat ook een hoogbegaafde leerling zorg nodig heeft. Ook is er aandacht voor kinderen die op sociaal-emotioneel gebied ondersteuning nodig hebben. Alle intern begeleiders van onze scholen nemen deel aan een netwerk van Proceon, waarbinnen ze kennis en ervaringen delen. Daarnaast beschikken we over adressen van externe instanties, waarnaar we kunnen verwijzen. Voorbeelden hiervan zijn: 1. Samenwerkingsverband Unita Alle scholen van Stichting Proceon maken deel uit van het samenwerkingsverband Unita. Buiten onze scholen nemen nog 46 andere scholen deel aan dit samenwerkingsverband (SWV). Dit SWV ontwikkelt allerlei activiteiten die de zorg voor de leerlingen op de scholen verbetert. Ook beschikt het SWV over veel kennis die voor zorgleerlingen kan worden ingezet. 2. Passend onderwijs Op 1 augustus 2014 treedt de wetgeving passend onderwijs in werking. Vanaf dat moment zijn schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs op basis van de “zorgplicht” verantwoordelijk voor een passend onderwijsaanbod voor alle leerlingen in het samenwerkingsverband waarvan zij deel uitmaken. Voor alle leerlingen die meer zorg nodig hebben dan de basisondersteuning (zorgniveau 3 of hoger) wordt gekeken welk onderwijs- of opvoedingsarragement nodig is. Er is geen sprake meer van een rugzakje maar daarvoor in de plaats komen arragementen. De toewijzing van een onderwijs- of opvoedingsarragement wordt gedaan op basis van de behoeften van het kind en opvoeders. Het arrangeren gebeurt op school, tijdens een MDO (multidisciplinair overleg). Bij aanmelding voor het MDO vermelden leerkracht, IB’er en ouders samen hun vragen en welke discipline(s) uit de pool zij nodig denken te hebben om deze te beantwoorden. Samen vullen leerkracht en ouders een groeidocument in. Naast informatie over de leerling, school- en thuissituatie, omvat dit vragen als: Wat is de aanleiding van deze bespreking?, Wat gaat goed, wat gaat moeilijk? Welke doelen streven betrokkenen na en welke oplossingen hebben school en ouders al bedacht? Ook de leerling wordt bij de aanmelding betrokken. Hij/zij vult het formulier “hoe denk jij erover” in. Tijdens het MDO fungeert het groeidocument als gespreksleidraad en daarna tevens als verslag van de bespreking en (indien nodig) als verwijzingsdocument voor S(B)O of jeugdhulp. Het onderwijsarragement (OA) of het onderwijsjeugdhulparragement (OJA) omvat activiteiten die nodig zijn om de vragen van school of ouders te beantwoorden en gestelde doelen te bereiken. De begeleiding wordt daar geboden waar nodig is: in het primair proces op school. Ambulante begeleiders kunnen bijvoorbeeld meedenken over de aanpak, hoe deze op te nemen in het groepsplan en te realiseren in de groep. Het kan bestaan uit diagnostische activiteiten of begeleiding van deskundingen uit de pool zoals: • Onderzoek, observatie of een gesprek • Handelingsgerichte diagnostiek door een schoolpsycholoog/orthopedagoog of hulpverlener uit de jeugdhulp • Begeleiding van kind, leerkracht, IB’er of ouders • En/of uit geld voor specifieke middelen Indien gedurende een begeleidingstraject blijkt dat het regulier onderwijs een kind met specifieke pedagogische/didactische onderwijsbehoeften niet het ondersteuningsarragement kan bieden dat het nodig heeft (ook niet met extra bovenschoolse ondersteuning) kan een (kortdurend) speciale onderwijssetting (S(B)O) een meerwaarde hebben. Als ouders het advies krijgen van de school om hun kind te laten testen of onderzoeken, heeft de school altijd de medewerking van de ouders nodig. Als ouders die medewerking niet verlenen, kan dat tot gevolg hebben dat een kind niet die zorg krijgt die het nodig heeft. 4.1 Aannamebeleid Kinderen van alle levensbeschouwingen zijn welkom op onze school. We vragen de ouders/verzorgers als verantwoordelijke partij wel ons leer- en lesprogramma volledig te eerbiedigen. Alle leerlingen doen dus in beginsel altijd aan alle lessen mee.
18 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
U zult begrijpen dat uw kind zindelijk moet zijn voordat het bij ons op school deel kan nemen aan de lessen. Medische problemen zijn uiteraard uitgezonderd. 4.1.1 De zorg voor leerlingen De zorgstructuur op De Wegwijzer We onderscheiden in onze zorgstructuur vier fasen: signaleren; diagnosticeren; remediëren; evalueren. Signaleren Alle leerlingen worden intensief gevolgd via: observaties; methodegebonden toetsen; toetsen van het Leerlingvolgsysteem. Diagnosticeren Aan de hand van de uitkomsten wordt bepaald of aanvullend onderzoek gewenst, dan wel noodzakelijk is. Naar aanleiding van de uitkomsten van het Leerlingvolgsysteem, c.q. de nadere diagnose wordt gekeken of er speciale hulp nodig is. We maken hierbij gebruik van vijf verschillende zorgniveaus Leerlingen met een IV-of V-score en leerlingen met een I-plus-score komen in aanmerking voor extra zorg ( zorgniveau 2) De centrale figuur bij zorg en begeleiding is de groepsleerkracht en zal ook de ouders hiervan op de hoogte brengen. De Intern Begeleider heeft een adviserende, coördinerende en controlerende taak. Remediëren Wanneer extra hulp noodzakelijk is, gebeurt dit in de groep door de leerkracht (zorgniveau 3). Ook worden andere vormen van hulp ingezet, bijvoorbeeld ambulante begeleiding vanuit het samenwerkingsverband of Speciaal Onderwijs (zorgniveau 4). In alle gevallen wordt gewerkt met een handelingsplan, dat door de uitvoerder ervan – veelal de groepsleerkracht - wordt opgesteld en de ouders hiervan op de hoogte stelt. De intern begeleider heeft hierbij een ondersteunende rol en zorgt voor een passend format. De intern begeleider en de leerkracht bezitten beiden een exemplaar van het handelingsplan. Evalueren De extra hulp die gegeven wordt, moet binnen een vastgestelde tijd een meetbaar resultaat opleveren. Het handelingsplan wordt schriftelijk geëvalueerd door de uitvoerder ervan en met de ouders besproken. Zo nodig wordt de evaluatie ook besproken met de Intern Begeleider (en de leerkracht als die niet de uitvoerder was). Indien de doelstellingen niet gehaald worden, worden de doelen bijgesteld of wordt gezocht naar een andere strategie, die wel tot het gewenste resultaat zal leiden. Zorgteam De uitkomsten van de toetsen en de besprekingen in het “Groot Zorg Overleg’ wordt door de intern begeleider besproken met de directeur. Leerlingen die hierbij opvallen/uitvallen worden besproken en samen wordt bepaald of nader onderzoek gewenst/noodzakelijk is. 4.1.2 Samenwerking met ouders van een zorgleerling Zodra een leerling gesignaleerd wordt als zorgleerling, wordt contact opgenomen met de ouders. Dit gebeurt door de groepsleerkracht. Alle stappen, die worden ondernomen (extra toetsen, Remedial Teaching of een andere vorm van hulp) worden met de ouders besproken. Ook wordt het handelingsplan met de ouders besproken en, indien door de directie noodzakelijk geacht, door hen ondertekend. De ouders worden op de hoogte gehouden van de voortgang door de groepsleerkracht.
19 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
4.1.3 leeskliniek Kinderen met hardnekkige leesproblemen komen in aanmerking voor behandeling in de leeskliniek. Als de leerkracht en/of intern begeleider denkt dat een kind in aanmerking komt voor deze behandeling, zal na overleg met de ouders, een aanvraag ingediend worden bij de leeskliniek. Aanmeldingscriteria zijn onder andere: Dat er al aantoonbaar hulp geboden is door de eigen leerkrachten (volgens richtlijnen van het protocol leesproblemen en dyslexie) en dat het kind gemiddeld intelligent is. Er is een achterstand van 2 AVI-niveaus en de leerling scoort langere tijd een D + E niveau op de DMT-toetsen. Wanneer de aanvraag gehonoreerd is voor het betreffende kind wordt hij/zij in de leeskliniek geplaatst. Indien er geen plek is, wordt het kind op de wachtlijst van de leeskliniek geplaatst. De doelstelling van de leeskliniek voor de individuele leerling is het bieden van een nieuwe impuls met betrekking tot lezen, zodat de leerling – nadat de behandeling is afgerond – op eigen kracht verder kan en er ook meer plezier is in het lezen. De leerling werkt 45 minuten per week individueel met de leerkracht van de leeskliniek. De duur van de behandeling is afhankelijk van de voortgang van het kind, maar er wordt gestreefd dat het kind 2 AVI-niveaus vooruit zal gaan binnen 6 maanden. Na 10x, 25x en 40x wordt er getoetst worden en wordt er een verslag gemaakt over de vorderingen die de leerling maakt. Vooraf, tussentijds en als afsluiting is er een contactmoment met de ouders. Centraal staan: motivatie, kans op succes en behandeling op maat. Belangrijke voorwaarden voor het slagen van de behandeling: Het kind moet “ervoor gaan”. De ouders moeten bereid en in staat zijn om het kind gelegenheid tot lezen en ondersteuning te geven: dagelijks (ook in het weekend en in de vakanties) minimaal 10 minuten lezen. De uitvoering is in handen van Rosemarie Noordhoff. Zij is leerkracht bij ons op de Wegwijzer. 4.1.4 De zorg voor meer begaafde leerlingen We willen graag onderwijs op maat aanbieden. Daarom hebben we ook programma’s die zich richten op leerlingen die meer aankunnen. We maken hierbij onderscheid tussen ‘plusleerlingen’ en ‘begaafde leerlingen’. We zijn ons er terdege van bewust dat verschillende instanties en zelfs verschillende scholen op verschillende manieren onderscheid maken tussen de gradaties van begaafdheid, meerbegaafdheid of hoogbegaafdheid. Daarom willen we hieronder graag helder omschrijven wat wij onder deze begrippen verstaan. Plusleerlingen zijn leerlingen, die over een hoge intelligentie beschikken. Begaafde leerlingen zijn leerlingen die, naast hun hoge intelligentie, het vermogen hebben op creatieve wijze met vragen en antwoorden om te gaan en daarmee in staat zijn tot het leveren van begaafde prestaties. Signalering We maken gebruik van het DHH protocol om begaafdheid te signaleren en vervolgens te screenen. Met dit toetsinstrument worden alle leerlingen binnen een groep jaarlijks bekeken op leeraspecten, zelfbeeldaspecten, omgangsaspecten en werkhoudingaspecten. Het instrument stelt de leerkracht in staat om begaafde kinderen te signaleren. Voor de exacte wijze van signalering zoals wij die op school toepassen, verwijzen we graag naar het protocol. Leerstofaanbod plusleerlingen: voor plusleerlingen wordt het aanbod van de leerstof en de instructie in de groep aangepast. Zij krijgen een extra aanbod in hun dag- of weektaak. De leerkracht kan ervoor kiezen taken, zoals herhalingsstof of een overdosis oefenstof uit de ‘normale’ weektaak te schrappen ten bate van deze extra taken. Op deze manier wordt de leerling gedwongen om betere leerstrategieën te ontwikkelen, een uitdaging waar de leerling anders niet toe zou komen;
20 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
omdat dit verrijkingsmateriaal ingezet wordt in de tijd die vrijkomt in het reguliere programma kan het beschouwd worden als het ‘normale” leerstofaanbod. De begeleiding vindt plaats door de eigen leerkracht.
Leerstofaanbod hoogbegaafde leerlingen in de plusklas “De tweede verdieping” Sinds vorig schooljaar heeft De Wegwijzer asamen met basisschool Het Noorderlicht plusklassen. Deze plusklassen zijn zowel voor begaafde leerlingen uit de onderbouw als uit de bovenbouw en worden “De tweede verdieping” genoemd. De uitleg van de naam is als volgt: de eerste verdiepende lesstof wordt aangeboden in de groep zelf, als de bassistof succesvol doorgewerkt is. Dit gebeurt middels compacten en verrijken op het gebied van rekenen en taal. Heeft een leerling dan nog steeds behoefte aan meer én aan specifieke begeleiding, dan kan die -na screeningterecht in “De tweede verdieping”. Juist die extra begeleiding is essentieel, omdat dit type leerling vaak niet gewend is om te falen en goede werk- en leerstrategieën te ontwikkelen. Deze kinderen presteren in de groep zelf meestal op hoog niveau, zonder dat ze daar bewust voor moeten leren. Als zij dan vervolgens geconfronteerd worden met moeilijkere lesstof, ontbreken geregeld de vaardigheden of het doorzettingsvermogen om dan toch verder te gaan. Hier hebben zij hulp bij nodig, bijvoorbeeld door samen te werken met andere gelijkgestemden en door de begeleiding van een vakleerkracht. De lessen in De tweede verdieping worden begeleid door Frauke Lockefeer. Voor de selectie van leerlingen wordt gebruikt gemaakt van het screenings protocol DHH (Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid), ontwikkeld door Eleonoor van Gerven en Sylvia Drent. Hierin worden toets gegevens, en observaties van leerkracht én ouder gecombineerd tot een uitgebreid leerling profiel. Daaruit blijkt dan of “De tweede verdieping” de juiste keuze is voor deze leerling. Momenteel draaien twee verrijkingsklassen voor de onderbouw en de bovenbouw. Er wordt gewerkt met de digitale leeromgeving Acadin, kinderen leren informatie te ordenen en presenteren middels “mindmappen”. Daarnaast wordt er gefilosofeerd, en krijgen de leerlingen lastige constructies of ingewikkelde rekensommen aangeboden, waar ze creatief en oplossingsgericht mee aan de slag moeten. Het leren leren staat hierin centraal. Ook worden er voorbereidingen getroffen in de bovenbouw om deel te nemen aan het Landelijk Techniektoernooi. “De tweede verdieping” is een samenwerkingsproject met Het Noorderlicht. De kinderen van de onderbouw gaan naar de Wegwijzer en de kinderen van de bovenbouw komen naar het Noorderlicht. De school heeft het standpunt ingenomen dat, er onder schooltijd, geen toestemming verleend wordt om plusleerlingen naar particuliere onderwijsondersteuning te laten gaan om bijles te krijgen. 4.1.5 De overgang van groep 2 naar groep 3 Alle leerlingen die voor 1 januari zijn geboren, gaan in principe door naar groep 3. Tenzij er een beredeneerde beslissing wordt genomen. Handvatten voor deze beslissing staan beschreven in het overgangsprotocol groep 2 naar groep 3. 4.1.6 Het overslaan van een groep (versnellen) In sommige gevallen kan besloten worden tot het overslaan van een groep. Dit is een zorgvuldige afweging, die samen met de ouders gemaakt wordt. Voorwaarde is altijd dat het de leerling de minimumdoelen van de leerstof, die normaal wordt aangeboden in de groep die zal worden overgeslagen, beheerst. Ook sociaal-emotioneel moet een leerling in staat zijn de groep over te slaan. Het besluit of een leerling een klas overslaat wordt uiteindelijk door de directeur genomen. 4.1.7 Doubleren In sommige gevallen is, ondanks extra hulp aan een zorgleerling, een jaar doubleren verstandig. Wij volgen hierbij het volgende stappenplan: de leerkracht bespreekt met de ouders regelmatig hoe er aan een eventuele achterstand gewerkt wordt; de leerkracht geeft vroegtijdig, maar uiterlijk eind maart, aan de ouders en de intern begeleider door dat hij/zij zich zorgen maakt. Hier wordt een verslag van gemaakt dat in het dossier gaat;
21 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
eind mei/ begin juni vindt er een eindgesprek met de ouders plaats. Dit gesprek wordt bijgewoond door de leerkracht en de intern begeleider.
4.1.8 Verwijzing naar het voortgezet onderwijs Elk jaar wordt voor de leerlingen die de school zullen verlaten, binnen het Groot Zorg Overleg een schooladvies opgesteld. 4.1.9 Verwijzing naar het speciaal onderwijs Indien gedurende een begeleidingstraject binnen de school blijkt dat het regulier onderwijs een kind met specifieke pedagogische/didactische onderwijsbehoeften niet het ondersteuningsarragement kan bieden dat het nodig heeft (ook niet met extra bovenschoolse ondersteuning) kan een (kortdurend) speciale onderwijssetting (S(B)O) een meerwaarde hebben. 4.1.10 Passend onderwijs Op 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs in werking getreden. De kern van de wet is de zorgplicht, dat betekent dat er de verantwoordelijkheid is om elk kind een zo goed mogelijke onderwijsplek te bieden en ervoor zorgt dat scholen voor primair en voortgezet onderwijs zorgplicht krijgen. Dit betekent dat iedere school verplicht is een leerling een zo goed mogelijke plek in het onderwijs aan te bieden. Scholen werken daarom samen in regionale samenwerkingsverbanden. De schoolbesturen in het samenwerkingsverband moeten zorgen voor een dekkend netwerk van reguliere en speciale voorzieningen. Zij maken het mogelijk dat een leerling zo dicht mogelijk bij huis passend onderwijs krijgt. Dat kan op de school van inschrijving zijn, op een andere school als die beter kan voldoen aan de onderwijsbehoeften van de leerling, op een speciaal (basis) onderwijs, of op een ‘tussenvorm’. Niet elke reguliere school hoeft alle leerlingen op te vangen. Scholen kunnen zich specialiseren en onderling afspraken maken óver wie welke leerlingen het beste passend onderwijs kan geven. Daarvoor werken de reguliere scholen en de scholen voor speciaal (basis) onderwijs in het samenwerkingsverband samen. Scholen, leerkrachten, ouders en leerlingen kunnen ondersteuningsvragen hebben en daarvoor is, naast de school, het samenwerkingsverband de aangewezen partner. Voor welke specialisatie, ondersteuning en toekomstige ambities De Wegwijzer heeft gekozen is te lezen in het School onderteunings Profiel ( SOP). Het schoolbestuur van stichting Proceon is samen met de andere schoolbesturen binnen het swv Unita hiervoor verantwoordelijk. Op de website http://www.swvunita.nl kunt u hierover meer lezen. Via het samenwerkingsverband kunnen we kinderen laten testen of begeleiden door externe deskundigen. Aanvragen voor onderzoeken en tests vinden altijd plaats in overleg met de Intern begeleider. Ook worden de ouders hierbij betrokken en wordt er altijd schriftelijke toestemming van de ouders gevraagd. Als ouders het advies krijgen van de school om hun kind te laten testen of onderzoeken, heeft de school altijd de medewerking van de ouders nodig. Als zij die medewerking niet verlenen, kan dat tot gevolg hebben dat een kind niet die ondersteuning krijgt die het nodig heeft. Als stichting vinden wij het daarom van groot belang om constructief samen te werken met ouders in het belang van het kind Dit geldt natuurlijk voor al onze leerlingen. 4.1.11 Logopedie Op onze school wordt het belangrijk gevonden dat de leerlingen zich mondeling en schriftelijk goed kunnen uitdrukken. Om het onderwijs succesvol te kunnen doorlopen is de mondelinge communicatie van groot belang. Het is belangrijk om goed te begrijpen wat er wordt gezegd en het is belangrijk om je gedachten en ideeën duidelijk te kunnen verwoorden. De mondelinge communicatie is ook een belangrijke voorwaarde om goed te leren lezen en schrijven. De school hanteert een screeningslist om eventuele spraakproblemen te signaleren. Mogelijk wordt er aan de ouders het advies gegeven om contact op te nemen met een logopedist. 4.1.12 Schoolarts Schoolartsenzorg is een onderdeel van de G.G.D. De jeugdgezondheidszorg omvat het volgende:
22 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
een onderzoek door arts en/of verpleegkundige samen in groep 2 en groep 7; onderzoek op indicatie; uitlenen van lesmaterialen.
4.2 Schoolregels en protocol gedragsregels Een veilig schoolklimaat is de basis om zich te ontwikkelen en te leren. We willen dat de kinderen met veel plezier naar school gaan, zich op school thuis voelen, ervaren dat zij erbij horen, serieus worden genomen en kunnen spelen en werken in een goede sfeer. Voor een veilig school- en klassenklimaat zijn regels nodig. Deze regels stellen we vaak samen met de kinderen op. We formuleren deze regels positief. Hiermee sturen we het gedrag van kinderen bij het omgaan met elkaar en geven tegelijkertijd grenzen aan. Onze schoolregels noemen we: “zo zijn onze manieren” Wij gaan op een respectvolle en fatsornlijke manier met elkaar om; Wij spreken en luisteren op een respectvolle manier met en naar elkaar; Wij willen pesten voorkomen door te laten merken dat iedereen erbij hoort; Wij zijn trots op wat we doen en zorgen voor elkaar en onze spullen Wij noemen iedereeen bij zjn eigen naarm; Wij spelen en werken zoveel mogelijk samen, zonder iemande uit te sluiten; Wij helpen elkaar om het zelf te kunnen; Wij zeggen “stop, houd op” als je last van een andere hebt Volgend op deze hoofdregels geldt bij ons op school verder: je praat op een rustige manier (met je gewone stem) tegen elkaar; (niet schreeuwen, snauwen en schelden). iedereen is verschillend en dat is juist fijn. Als je iemand niet zo aardig vindt, kun je best met elkaar samenwerken en spelen Met jouw spullen en die van de ander (dus ook met de schoolspullen) doe je voorzichtig ruim steeds alles op wat je gebruikt hebt; als je spullen op de grond ziet liggen pak je het op, ook al is het niet van jou; afval gooien we in de prullenbak. In de school loop je rustig, rennen mag je buiten tijdens de inloop ben je binnen of buiten, heen en weer lopen doe je niet. Iedereen maakt wel eens fouten, laten we elkaar helpen lukt het een keer niet dan is dat niet erg. Probeer de volgende keer wel weer je best te doen; wij kunnen er samen voor zorgen dat iedereen zich op onze school prettig voelt. Onze Stichting heeft veel oog voor veiligheid van leerlingen, medewerkers en ouders. Zo hebben heeft de stichting een beleidsstuk ontwikkeld, waarmee we alle vormen van agressie, geweld en seksuele intimidatie binnen of in de directe omgeving van de school tegen willen gaan. Waar zich desondanks toch incidenten voordoen, nemen we adequate maatregelen om verdere escalatie te voorkomen. Alle medewerkers die bij de Stichting werken, hebben een intentieverklaring ondertekend. Hiermee geven zij aan het beleid agressie, geweld en seksuele intimidatie van de Stichting te kennen, zich te gedragen en te handelen naar de opgestelde gedragsregels en – protocollen. Er zijn gedragsprotocollen uitgewerkt voor privacy en het voorkomen van pesten, discriminatie en ander ongewenst gedrag. 4.2.1 Pesten Wij moedigen het goede gedrag bij leerlingen aan en houden ze bij verkeerd gedrag een goed alternatief voor. Dat helpt helaas niet in alle gevallen, bijv. bij (hardnekkig) pesten. Dat heeft te maken met de daarmee gepaard gaande heftige emoties en doordat het pesten in de beginfase vaak onopgemerkt blijft. Pesten doet zich n.l. meestal voor, wanneer er geen volwassene in de buurt is. Hoe gaan we met het pesten om?
23 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
1. De norm op onze school is, dat lichamelijk (schoppen, slaan, e.d.) en geestelijk (uitschelden, kleineren, e.d.) geweld c.q. pesten niet is toegestaan. In de groep bespreekt iedere leerkracht samen met de groep de regels m.b.t. het voorkómen van pesten. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen weten dat het bij pesten gaat om meer dan twee partijen. Afgezien van de betrokken volwassenen (ouders en de leerkrachten), spelen er op leerling-niveau drie partijen een rol: de gepeste, de pester én de zwijgende meerderheid. Wij laten de leerlingen inzien, dat deze laatste groep de meeste invloed kan uitoefenen op het stoppen van het pestgedrag en hier dus ook medeverantwoordelijk voor is. Als deze laatste groep nl. unaniem rondom de gepeste gaat staan, staat de pester alleen en zal deze doorgaans ophouden met zijn gedrag. Wij leren de leerlingen inzien dat hier moed voor nodig is en dagen ze uit om moedig te zijn. 2. Wij vragen ook van de leerlingen om van het pesten melding te maken. We maken hen duidelijk dat het melden van pestgedrag iets anders is dan klikken. Ook ú vragen wij dringend ons in te lichten, indien u zelfs maar een vermoeden heeft dat uw kind slachtoffer is van pesten. Als eerste stap maken wij dan de situatie bespreekbaar tussen de betrokken kinderen. Als dat niet helpt, schakelen we de betrokken ouders in. Op deze manier proberen we samen de gevolgen zo beperkt mogelijk te houden. 3. Als leerlingen de regels en normen blijven overtreden, nemen we als school maatregelen. In hoofdstuk 6 kunt u lezen welk protocol wij als school hanteren. Bij herhaald negeren en overtreden van de regels worden sancties in oplopende zwaarte toegepast. Uiteindelijk kunnen zelfs schorsing en verwijdering worden toegepast. Uiteraard zullen we er met de leerlingen en hun ouders alles aan doen om het niet zover te laten komen!
4.3 Leerplicht, verlof, schorsing en verwijdering van leerlingen 4.3.1 Leerplichtambtenaar De leerplichtambtenaar is belast met het feitelijk toezicht op de naleving van de leerplicht. De belangrijkste taak van de leerplichtambtenaar is om het recht te bewaken, dat ieder kind heeft op onderwijs. Hij /zij biedt hulp aan leerlingen, ouders/ verzorgers en scholen bij het zoeken naar oplossingen van problemen rond (dreigend) schoolverzuim of het voortijdig schoolverlaten. Indien er sprake is van onwettig schoolverzuim kan de leerplichtambtenaar van zijn bevoegdheid als opsporingsambtenaar gebruik maken en proces-verbaal opmaken tegen de ouders/ verzorgers van leerplichtige kinderen die verzuimen. Wanneer een leerling de 1e dag na de zomervakantie afwezig is, wordt dit gemeld.(standaardprocedure) Het telefoonnummer van de leerplichtambtenaar is: 035-692 66 20 4.3.2 Leerplicht kleuters Zodra een kind vier jaar is, mag het naar school. Als het vijf jaar is moet het naar school. Vlak voor de vierde verjaardag mag een kleuter vier keer op school komen “kennismaken”. Mocht uw vierjarige nog niet toe zijn aan een volledige schoolweek en bijvoorbeeld ‘ s middags nog slapen, neemt u dan even contact op met de leerkracht. Het spreekt voor zich dat we van ouders van oudste kleuters verwachten dat zij hun kind dagelijks naar school sturen. Bij ziekte ontvangen we graag tijdig een berichtje. 4.3.3 Verlof leerlingen In de leerplichtwet staat dat uw kind de school moet bezoeken, als er onderwijs wordt gegeven. Leerlingen mogen dus nooit zomaar van school wegblijven. In een aantal gevallen is echter een uitzondering mogelijk. Wanneer uw kind plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensbeschouwing bestaat er recht op verlof. Voor de vakantie onder schooltijd kan alleen uitzondering op de hoofdregel worden gemaakt, als uw kind tijdens de schoolvakanties niet op vakantie kan gaan door de specifieke aard van het beroep van een van de ouders. Het betreft dan de enige gezinsvakantie in het schooljaar. Uit een werkgeversverklaring moet blijken dat dit de enig mogelijke verlofperiode voor het gezin is.
24 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
Onder andere gewichtige omstandigheden vallen situaties die buiten de wil van ouders en/of leerlingen liggen. Voor bepaalde omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij moet gedacht worden aan: verhuizing van het gezin; het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten; ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten; overlijden van bloed- of aanverwanten; viering van een ambtsjubileum en 12 ½ -, 25-, 40-, 50-, of 60-jarig (huwelijks)jubileum van bloed- of aanverwanten.
De leerplichtambtenaar stelt nadrukkelijk, dat de volgende omstandigheden niet gewichtig zijn: familiebezoek in het buitenland; vakantie in een goedkopere periode of aanbiedingen; eerder vertrek of latere terugkeer in verband met verkeersdrukte; andere kinderen uit het gezin zijn ook vrij; deelname aan televisieopnames of sportevenementen. Een aanvraagformulier voor extra verlof is te verkrijgen bij de leerkracht. U levert deze aanvraag, inclusief de relevante verklaringen zes weken voor de gewenste verlofperiode in. De directeur neemt zelf een besluit over de verlofaanvraag voor een periode van maximaal tien schooldagen. Als een aanvraag voor verlof vanwege andere gewichtige omstandigheden meer dan tien schooldagen beslaat, wordt de aanvraag doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar. Deze neemt na overleg met de directeur een besluit hierover. Tegen het besluit kunt u schriftelijk bezwaar maken bij dezelfde leerplichtambtenaar. Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. Deze beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt. We verzoeken u vriendelijk om bezoeken aan een arts of tandarts zoveel mogelijk buiten de schooltijden regelen. 4.3.4 Schorsing en verwijdering van een leerling Het zal duidelijk zijn dat in dit beleid de zwaarste maatregelen zijn opgenomen die een school kan nemen als het gedrag van een leerling daar aanleiding toe geeft. De beslissing wordt met de uiterste zorgvuldigheid door het bestuur genomen. Schorsing is aan de orde wanneer het schoolbestuur of de directie bij ernstig wangedrag onmiddellijk moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. Verwijdering is een maatregel bij zodanig ernstig wangedrag dat het bestuur concludeert dat de relatie tussen school en leerling en/of ouder(s) / verzorger(s) onherstelbaar is verstoord. De beslissing over schorsing en verwijdering van een leerling ligt bij het bevoegd gezag. Als de school van mening is dat er overgegaan moet worden tot schorsing dan gelden daarvoor de volgende regels: een schorsing zal nooit langer duren dan drie dagen en wordt pas opgelegd na overleg met de leerling/ouder(s)/verzorger(s), de betrokken leerkracht en de directie; de school stelt de leerling in staat (bijv. door het opgeven van huiswerk) te voorkomen dat deze een achterstand oploopt; de mededeling tot schorsing wordt door het bestuur schriftelijk aan de ouders medegedeeld. Hierbij zal aangegeven worden: reden van de schorsing aanvang/tijdsduur evt. andere maatregelen het bestuur zal de inspectie in kennis stellen; de leerplichtambtenaar zal direct op de hoogte gebracht worden. De verwijdering kan plaats vinden op grond van: 1. gedragsmatige problemen; 2. een gegroeide speciale zorgvraag rond dat kind, waaraan de school onmogelijk kan voldoen;
25 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
3. het niet (meer) respecteren (door ouders) van de identiteit. In het eerste geval is een onhoudbare situatie ontstaan waarbij de leerling: een gevaar dreigt te worden voor de voortgang van het onderwijs in de desbetreffende groep; een probleem en/of een gevaar is voor de groep of de leerkracht . In het tweede geval gaat het om een leerling die: in de loop der jaren onvoorzien meer speciale hulp behoeft; de gegroeide zorgvraag de capaciteiten van de school overstijgt; de leerling niet verder kan komen op de basisschool. In het derde geval gaat het o.a. om een leerling die: van ouders geen activiteiten mag bijwonen die voortvloeien uit de christelijke identiteit. Het bevoegd gezag kan pas tot verwijdering overgaan, nadat het bevoegd gezag een andere school c.q. een speciale school voor basisonderwijs, heeft gevonden die bereid is de leerling toe te laten. Indien aantoonbaar gedurende 8 weken zonder succes is gezocht naar een andere school, kan toch tot definitieve verwijdering worden overgegaan. Het verwijderen van een leerling beschouwen wij als de meest uiterste ordemaatregel. Er zal dan sprake moeten zijn van een onherstelbaar verstoorde relatie tussen de leerling en/of ouder(s)/verzorger(s) en de school. Voordat het besluit wordt genomen hoort het bestuur de betrokken ouders, de groepsleerkracht en de directie van de school. Nadat het bestuur een besluit tot verwijdering heeft genomen zal de volgende procedure worden doorlopen: het besluit tot verwijdering wordt schriftelijk aan de ouders kenbaar gemaakt. Bij de inkennisstelling geeft het bestuur tevens aan dat tegen dit besluit, binnen zes weken na de bekendmaking, schriftelijk bezwaar kan worden aangetekend. Het bestuur zal dan binnen vier weken een beslissing nemen en deze kenbaar maken aan de ouders; het besluit wordt terstond gemeld bij de leerplichtambtenaar en de inspectie wordt ingelicht; de school spant zich tot het uiterste toe in een andere school te vinden voor de leerling. Na maximaal 8 weken worden de pogingen daartoe gestopt. 5 Kwaliteitszorg, ontwikkelingen en resultaten 5.1 Kwaliteit verbeteren Binnen de kwaliteitszorg is het belangrijk na te gaan wat de resultaten zijn van ons onderwijs: doen wij de goede dingen en doen wij de goede dingen goed? Belangrijk hierbij is, dat het gehele team zich verantwoordelijk voelt voor de resultaten en dat de stappen die genomen worden om de kwaliteit te verbeteren door iedere betrokkene worden gedragen. Dit betekent ook dat er conclusies worden getrokken en maatregelen worden genomen op individueel-, leerkracht- en op schoolniveau. Wij onderscheiden twee niveaus van kwaliteitszorg: kwaliteitsbewust omgaan met het dagelijkse werk: de ‘doordeweekse’-methode; systematisch beleid rond kwaliteitszorg. Beide niveaus van kwaliteitszorg zijn op school erg belangrijk. Systematisch kwaliteitsbeleid richt zich op drie processen: het primaire proces; het onderwijskundig beleid; het secundaire proces; m.n. personeelsbeleid; het tertiaire proces; het eigenlijke kwaliteitsbeleid. Onze kwaliteitszorg heeft 5 kenmerken: de aandacht richt zich vooral op werkprocessen binnen de school; het moet systematisch gebeuren;
26 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
er is sprake van een voortdurend cyclisch proces van kwaliteit bepalen, kwaliteit verbeteren, kwaliteit bewaken en kwaliteit borgen; er is sprake van reflectie; kwaliteitszorg is gericht op borging en verbetering.
Aanpak Van invloed op de kwaliteit van het onderwijs zijn o.a.: een veranderende schoolbevolking wat betreft de religieuze achtergrond; behoefte aan verdergaande individualisering; maatschappelijke ontwikkelingen, bijv. ICT, adaptief onderwijs, e.d. Ook heeft de inspectie een I(ntegraal) S(chool) T(oezicht) op onze school afgenomen. De uitslagen kunt u vinden op de website van de inspectie voor onderwijs: www.onderwijsinspectie.nl 5.2 Evaluatie ontwikkelingen schooljaar 2013-2014 In het schooljaar 2013-2014 hebben een aantal ontwikkelingspunten centraal gestaan. Hiermee hebben we getracht het onderwijsaanbod nog verder te verbeteren. Doelstelling 1: Communicatie. Wij zijn ons bewust dat communicatie in een hoge prioriteit heeft. Dit onderwerp zal blijvend onze aandacht vragen en staat volgend schooljaar wederom op de agenda. Doelstelling 2: Zorg en opbrengsten Van Handelingsgericht werken naar opbrengstgericht werken. Het team heeft dit schooljaar verder kennis opgedaan en vaardigheden ontwikkelt binnen de pilot MDO (Multi Disciplinair Overleg) in het kader van passend onderwijs. Het team heeft opnieuw groepsplannen opgesteld en geëvalueerd waarbij vooral gekeken werd naar de onderwijsbehoefte van leerlingen; Naar aanleiding van toetsanalyses zijn we gestart met het werken met verrijkingsstof binnen de groep en het inrichten van een plusklas, om het leerrendement te bevorderen. Het team heeft de observatielijsten van ‘Zien’ ingevuld en handelingsplannen geschreven en uitgevoerd op het gebied van sociale emotionele ontwikkeling. Doelstelling 3: onderzoek naar nieuwe methode voor Engels en Rekenen Wiskunde Het onderzoek voor rekenen wiskunde is nagenoeg afgerond. Vanaf augustus gaan we proeflessen doen vanuit de methode ‘Pluspunt’ en ‘Wereld in getalen’. Het onderzoek voor Engels is uitgekomen op twee goed bruikbare methoden voor De Wegwijzer. Vanaf augustus gaan we van groep 1-8 werken met de methoden ‘Groove me’ en ‘Take it easy’ Doelstelling 5: Kwaliteit Het team heeft aan het begin van het schooljaar, met alle ouders, startgesprekken gevoerd. Bij de midden- en bovenbouw waren de leerlingen hierbij aanwezig. Doelen en onderwijsbehoeften van leerlingen zijn op deze wijze in kaart gebracht. De voortgangsgesprekken stonden in het teken van die doelen en zijn geëvalueerd; Het team heeft de nodige kennis opgedaan en vaardigheden ontwikkeld in het opstellen van groepsplannen. Deze plannen en de werkwijze zijn geëvalueerd; De oudertevredenheidpeiling is afgenomen, geanalyseerd, verwerkt en teruggekoppeld aan de ouders. 5.3 Schoolontwikkelplan 2014-2015 Beleidsterrein Verbeterdoel(en) 01 Communicatie Werkgroep communicatie/marketing ouders en team Vernieuwde website
27 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
Wie
Directie,MR, PR
Directie, ICT’er, PR
02
Zorg
03
Kwaliteit
Opbrengst gericht werken. Inplementeren van HGW /Passend Onderwijs Verdere uitwerking/borging van de verrijkingsstof binnen de groepen Verdere uitwerking en borging in het omgaan met gedragsproblemen SEO methode doorgaande lijn groep 1t/m 8 Team training coöperatief leren en teach like a champion
Directie, IB en Team IB en Team
Directie, IB en Team
Directie/IB er/Team
Team
Directie, Team
Methode implementeren Team Plan Burgerschap Directie, Team beschrijven 05 Engels Methode ‘Groove me’en Team ‘Take it Easy’ implementeren 06 Rekenen/Wiskunde Methode impelementeren Team 07 Wereldoriëntatie Methode orientatie doen Team en visie op onderwijs in zaakvakken schrijven Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de opbrengsten van de school. 04
Sociaal emotionele ontwikkeling
5.4 Schoolresultaten Regelmatig bekijken we de schoolresultaten van de vakken die we met ons leerlingvolgsysteem toetsen. Het gaat hier om de vakken spelling, technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen, taal voor kleuters en ordenen (voor kleuters). Ook de uitslag van de Eindtoets (groep 8) van CITO maakt deel uit van deze analyse. In onderstaand overzicht geven we weer wat de scores van de CITO-eindtoets zijn van de afgelopen jaren. CITO-eindtoets (standaardscores) Jaar Schoolgroep 2012 8 2013 8 2014 8
Eindscore 534,5 536,5 534,1
6 Communicatie met ouders Zoals u heeft kunnen lezen, hechten wij groot belang aan een open communicatie met ouders We vinden het belangrijk dat de school de ouders goed informeert over het leeraanbod en betrekt bij het leerproces van de kinderen. Ook willen we erg graag weten waar de verwachtingen en wensen van ouders liggen en hoe we hier een zo goed mogelijk antwoord op kunnen bieden. Daarnaast streven wij naar optimale communicatie met ouders in AC, MR en GMR. 6.1 Leerstofaanbod Informatie over het leerstofaanbod van de school naar de ouders wordt onder andere op de volgende wijzen aangeboden: via het vierjaarlijkse schoolplan; via de jaarlijkse schoolgids; via de tweewekelijkse nieuwsbrief;
28 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
via de jaarlijkse informatieavond, waarin o.a. het leerstofaanbod van het komende jaar wordt gepresenteerd. Via de jaarlijkse formatie en afsluitingsouderavond, waarin o.a. de jaarplannen worden georesenteerd en de formatie en groepsverdeling voor het komende schooljaar bekend wordt gemaakt
6.2 Leerproces en resultaten (rapportage) Er zijn verschillende manieren om te rapporteren over de voortgang van de leerlingen. De bekendste is misschien wel de schriftelijke rapportage in de vorm van ‘het rapport’. Maar ook oudergesprekken vormen een (mondelinge) rapportage. Om u zo goed mogelijk inzicht te geven in de ontwikkeling van uw kind, hebben we een rapportagecyclus ontwikkeld. Deze ziet er als volgt uit: In november ontvangen alle leerlingen van de groepen 2 t/m 7 een schriftelijke rapportage. IN maart ontvangen alle leerlinge van de groepen 3 t/m 8 een schriftelijke rapportage met daarin een uitdraai van de Cito-toetsgegevens van februari. In juni/juli ( afhankelijk van de start van de zomervakantie) ontvangen alle leerlingen van de groepen 1 t/m 8 een schriftelijke rapportage met daarin een uitdraai van de Cito-toetsgegevens van juni. Oudergesprekken Ieder kind heeft recht op een goede samenwerking tussen school en ouders. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid te werken aan de (school)ontwikkeling van het kind. Elk schooljaar zijn er contactmomenten tussen ouders en leerkracht om de voortgang in de ontwikkeling van het kind samen te bespreken. Onderwerpen die tijdens de oudergesprekken aan de orde zijn de werkhouding en sociaal emotionele ontwikkeling en de resultaten van de methode toetsen en Citotoetsen. In de derde schoolweek van het schooljaar wordt u als ouders uitgenodigd voor een ‘startgesprek’. In dit gesprek worden de doelen van uw kind voor de komende periode besproken. Vanaf groep 6 nemen de kinderen zelf ook deel aan dat gesprek. Afhankelijk van de zorgbehoefte van de leerling wordt de intwensiteit van het voeren van gesprekken bepaald. U gaat na een oudergesprek altijd naar huis met een nieuwe afspraak. De tijd tussen 2 afpsrkaen kan varieren van 3 weken tot de periode tussen twee rapportages. In de 1e maand van het nieuwe schooljaar wordt een klassikale informatieavond georganiseerd. In ieder geval zal de leerstof van het schooljaar hier onderdeel van uitmaken. In schema ziet de rapportagecyclus er als volgt uit: September Informatieavond groepen 1 t/m 8 Startgesprekken November Eerste rapportage groep 2 t/m 8 en gespreksronde over het rapport Voorlopig schooladveis voortgezet onderwijs Maart Schriftelijke rapportage groepen 3 t/m 7 en gespreksronde over het rapport Voortgangsgesprekken groep 1-2 April CITO uitslag groep 8 Juni In de één na laatste week voor de zomervakantie: schriftelijke rapportage groepen 1 t/m 8 oudergesprekken n.a.v. laatste rapportage 6.3 Oor voor wensen van ouders De school wil graag horen waar de wensen van ouders liggen, zodat zij desgewenst het leerstofaanbod of haar activiteiten hierop kan aanpassen. Om deze wensen te horen, kent de school de school ten minste: de jaarlijks georganiseerde informatieavond; het digitaal meetinstrument (de Kwaliteitsmeter Parnassys) Om de kwaliteit van ons onderwijs steeds weer te verbeteren, werken we op school hard aan onze kwaliteitszorg: het proces dat ervoor zorgt dat we onze werkwijzen systematisch
29 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
en cyclisch evalueren, waar nodig aanpassen, vervolgens implementeren en ten slotte borgen. De kwaliteitsmeter Parnassys is een instrument van kwaliteitszorg voor scholen en besturen die systematisch aan de slag willen met kwaliteitszorg. De kwaliteitsmeter bestaat uit verschillende onderdelen. Een van de onderdelen is een vragenlijst, welke door ouders, leerlingen en leerkrachten ingevuld kan worden. Door de vragen te beantwoorden geven zij hun kijk op en mening over het onderwijs op De Wegwijzer. De antwoorden worden gebundeld en monden uit in een samenvatting, welke een goed beeld geeft van deze meningen. De vragen worden digitaal gesteld, ingevuld en verwerkt; 6.4 Klachtenregeling We doen ons uiterste best om ervoor te zorgen, dat ouders en kinderen tevreden zijn. Toch kan het voorkomen, dat u zich aan bepaalde zaken ergert of zelfs een klacht heeft. Alle scholen van Proceon beschikken over een klachtenregeling die bijdraagt aan een veilig schoolklimaat. Daarnaast schept deze regeling duidelijkheid over hoe met klachten om te gaan. We nemen deze altijd serieus en we zoeken daarbij naar de best mogelijke oplossing om verder ongenoegen te voorkomen. Onze scholen beschikken over een intern contactpersoon klachtrecht (icp). U kunt met uw klacht of ongenoegen bij deze leerkracht terecht. Dat geldt zowel voor ouders als voor kinderen. Het is ook mogelijk, dat de icp onderwerpen in de groepen bespreekt die een preventieve uitwerking kunnen hebben, zoals het voorkomen van pestgedrag. Mocht u onverhoopt een klacht hebben, bespreek deze dan in de eerste plaats met de leerkracht. Mocht u zich niet serieus genomen voelen of vinden dat uw klacht onvoldoende behandeld wordt, dan kunt u de directeur of de intern contactpersoon klachtrecht hierover aanspreken. Op De Wegwijzer zijn Deborah Oosterbroek (leerkracht groep 7/8) en Hettie Ruisendaal (leerkracht groep 1/2) ICP’er. Vanaf 1 juli 2013 zijn beroepskrachten, die met ouders en kinderen werken, verplicht om de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling te gebruiken bij signalen van geweld. De school beschikt over iemand die u kunt consulteren over kindermishandeling. Deze functioneert als aanspreekpunt en bewaakt de interne procedure. De taak van aandacht functionaris kindermishandeling is gekoppeld aan de taak van de interne contact persoon (ICP’er). Op onze school Zijn dit Deborah Oosterbroek en Hettie Ruisendaal. Meer informatie op: http://www.protocolkindermishandeling.nl en www.meldcode.nl In geval van klachten over geweld, intimidatie of andere vormen van ongewenst gedrag kunt u de vertrouwenspersoon inschakelen. Voor stichting Proceon zijn dat de heer Ed Olijkan en mevr. Dorine Gerritsma, beiden werkzaam bij Eduniek. Zij zijn telefonisch te bereiken onder nummer 0346-219777, of anders via postbus 25, 3738 ZL Maartensdijk. Bij (een vermoeden) van seksuele intimidatie, seksueel misbruik, extreme vormen van fysiek of psychisch geweld, discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering of extremisme is het aan te raden de contactpersoon van de school te benaderen. U kunt ook de vertrouwenspersoon of het landelijke meldpunt van de onderwijsinspectie bellen. Binnen die organisatie is een aantal vertrouwensinspecteurs in dienst die uw klacht vertrouwelijk behandelt (meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900-1113111). Klachten van algemene aard zoals de omgang met procedures, de veiligheid van het gebouw, het uitvoeren van wettelijke bepalingen enz., kunt u indienen bij het college van bestuur, die deze namens het bestuur behandelt. Het kan ook gebeuren, dat hij in overleg met u de verdere behandeling overlaat aan de landelijke klachtencommissie. U kunt deze trouwens ook rechtstreeks benaderen. Het adres van de klachtencommissie waarbij stichting Proceon is aangesloten luidt: Klachtencommissie Besturenraad P.C.O Algemeen secretaris: mevr. Mr. A.C. Melis-Gröllers Postbus 694 2270 AR Voorburg Tel.: 070-3861697
30 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
Fax: 070-3481230 E-mail:
[email protected] Zie ook www.besturenraad.nl Het secretariaat is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 15.00 uur. Vragen over onderwijs in het algemeen of over de Onderwijsinspectie in het bijzonder kunt u stellen aan Postbus 51. Bel hiervoor (gratis) 0800 80 51, e-mail naar
[email protected] of kijk op Stichting Proceon gaat alle vormen van agressie, geweld en seksuele intimidatie binnen of in de directe omgeving van de school tegen. Er zijn gedragsprotocollen voor privacy en het voorkomen van pesten, discriminatie en ander ongewenst gedrag. Het volledige protocol omgangsregels staat op de website van Stichting Proceon: www.proceon.nl/home/Algemeenbeleid.aspx. onder kopje Proceon beleidsstukken KLACHTROUTES 1 Klacht van onderwijskundige aard o.a.: • Methode • Aanpassing programma • Toetsing, beoordeling
2 Klacht van schoolorganisatorische aard o.a.: • Vakanties, vrije dagen • Schoolbijdrage • Inzetten toetscapaciteit/RT
3 Klacht over ongewenst gedrag o.a. • Agressie • Geweld • Racisme • Discriminatie • Pesten
↓ ↓ ↓ Gesprek leerkracht
Gesprek met leerkracht ↓ Indien geen bevredigend resultaat: Gesprek met schoolleiding ↓
4 Klacht over ongewenst gedrag; seksueel misdrijf MELDPLICHT voor ieder personeelslid, bij vermoeden van seksueel misdrijf naar een kind/ minderjarige AANGIFTEPLICHT voor bevoegd gezag bij redelijk vermoeden ↓
Gesprek met schoolleiding
↓
Indien geen bevredigend resultaat: Gesprek met / klacht bij college van bestuur ↓ Indien geen bevredigend resultaat: Gesprek met interne contactpersoon
↓ Indien geen bevredigend resultaat: Gesprek met de schoolleiding ↓ Indien geen bevredigend resultaat: Gesprek met / klacht bij college van bestuur ↓ Indien geen bevredigend resultaat: Gesprek met interne contactpersoon
Indien geen bevredigend resultaat: Gesprek met / klacht bij college van bestuur ↓ Indien geen bevredigend Gesprek met interne resultaat: contactpersoon (indien Klacht bij personeel: meldplicht) onderwijsinspecteur en/of vertrouwensOF inspecteur Gesprek met interne contactpersoon ↓ ↓ ↓ ↓ Indien geen bevredigend Indien geen bevredigend Indien geen bevredigend Gesprek met externe resultaat: resultaat: resultaat: vertrouwenspersoon Gesprek met externe vertr. Gesprek met externe Gesprek met externe vertr. en/of vertrouwenspersoon vertrouwenspersoon persoon inspecteur ↓ ↓ ↓ ↓ Indien geen bevredigend Indien geen bevredigend Indien geen bevredigend Indien geen bevredigend resultaat: resultaat: resultaat: resultaat: Klacht indienen bij Klacht indienen bij Klacht indienen bij Klacht indienen bij klachtencie. klachtencie. klachtencie klachtencie. De meest gebruikelijke route is aangegeven, maar de klager beslist over te volgen route en wie hij/zij aanspreekt; vaak zullen interne contactpersonen in een vroeg stadium worden aangesproken als wegwijzer; de klager moet zich wel realiseren dat er bij route 4 voor personeelsleden de meldplicht is en voor het bevoegd gezag de aangifteplicht.
6.5 Betrokkenheid en hulp bij onderwijsactiviteiten Goed onderwijs moet mede worden gedragen door de ouders. Dat is op onze school zeker het geval, gezien de inzet van vele ouders bij de diverse activiteiten.
31 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
De school zal daarom geregeld actief ouderhulp inzetten. Te denken valt aan onder andere: hulp bij het leerproces van de leerlingen (hulp bij creatieve vorming, cultuuruitstapjes e.d.); hulp bij activiteiten (themadag, sportdag, sponsorloop, afscheid groep 8, klassenouders); hulp bij andere schoolgerelateerde zaken (klusavonden, schoonmaakavonden, ICT-avonden etc.).
7
Geledingen
7.1 Stichting Proceon Proceon is een stichting voor protestants-christelijk onderwijs in het Gooi en omgeving. Onder de stichting vallen 20 basisscholen. De stichting bestaat sinds 1 september 2006. Er werken zo’n 300 mensen voor circa 3.500 leerlingen. In de naam van de stichting liggen onze ambitie en bestaansrecht opgesloten: het Latijnse ‘procedere’ betekent letterlijk ‘vooruitgaan’, ‘voortgaan’; Stichting Proceon is een professionele organisatie met een professionele cultuur en heeft vernieuwing en ontwikkeling hoog in haar vaandel; we zien ook protestants-christelijk onderwijs — het bestaansrecht van de stichting — terug in de naam. Protestants-christelijk onderwijs is wat ons betreft niet statisch, maar voortdurend onderwerp van gesprek. Stichting Proceon wil kinderen vanuit de christelijke traditie leren omgaan met zingevingvragen. Visie, missie en waarden Visie Ons motto — leren met hoofd, hart en handen — laat iedereen zien wat we voor ogen hebben: leren, ontwikkelen in de volle breedte. Dit geldt voor leerlingen én personeel. Stichting Proceon is een lerende gemeenschap met een professionele cultuur. De stichting verwacht als resultaat van haar inspanningen dat kinderen zich ontwikkelen tot volwaardige deelnemers in onze veranderende samenleving. De stichting verwacht als resultaat van haar inspanningen dat de kinderen die onze “core business” zijn, na acht jaar basisschool kunnen zeggen: ik zat op een goede school en daar heb ik alles geleerd wat ik nodig heb op mijn volgende school. En meer! ik heb een fijne tijd gehad en veel vrienden en vriendinnen gemaakt. De juf of meester ga ik missen en die wil ik vast nog eens bezoeken als ik op het voortgezet onderwijs zit; ik leerde niet alleen de vakken op school, maar leerde ook leren, plannen, rekening houden met anderen, samenwerken, spreken voor een groep, presenteren en presentaties maken, dingen opzoeken, sportief zijn, niet pesten en rekening houden met kinderen die het moeilijker hebben dan ikzelf; mijn ouders vonden het ook leuk op school. Ze hielpen soms mee en hebben met de meesters en de juffen veel contact gehad. Bij ons op school waren de tien minuten gesprekken het begin, niet het einde van een gesprek. Mijn ouders zeggen nu overal dat als je op een Proceon school zit, je goed zit; op mijn school werden steeds nieuwe dingen ontdekt. We leerden vooral hoe je op verschillende manieren kunt denken en hoe je problemen op verschillende manieren kunt aanpakken; ik ga altijd terugdenken aan mijn school. Omdat het een fantastisch mooie tijd was. Wij willen dat deze teksten worden uitgesproken. Dan zijn de kinderen onze ambassadeurs. Dan hebben we misschien wel een bodem gelegd voor ‘een leven lang leren.’ Omdat leren leuk is! Missie Onze missie luidt:
32 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
Stichting Proceon richt protestants-christelijke scholen voor primair onderwijs op in het Gooi en omgeving en houdt die in stand, zoals bedoeld in de wet op het primair onderwijs. Onze opdracht is om vanuit een christelijke overtuiging kwalitatief hoogwaardig onderwijs te geven. We richten ons op het volgen, begeleiden en stimuleren van een zo breed mogelijke groep kinderen in hun ontwikkeling tot zelfstandig denkende en handelende mensen, met besef van normen en waarden. Hieruit leiden we ons motto af: leren met hoofd, hart en handen Waarden Onze gezamenlijke waarden: proactief naar de samenleving; respect voor elkaars eigenheid; open naar binnen en naar buiten; Christelijke levensvisie; eigenstandig en zelfstandig zijn; onderling verbonden en solidair met elkaar; nadruk op fysieke en emotionele veiligheid. Organisatie College van Bestuur, Raad van Toezicht In het kort wordt Proceon als volgt bestuurd: De directeuren zijn integraal verantwoordelijk voor hun scholen; Het CvB is integraal verantwoordelijk voor de organisatie en het CvB wordt hiervoor ondersteund door het stafbureau en het secretariaat; De raad van toezicht (RvT) houdt toezicht op en adviseert het college van bestuur (CvB); De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) adviseert de organisatie over het beleid van de stichting en heeft op een aantal terreinen instemmings- of adviesbevoegdheden; Op schoolniveau vervult de medezeggenschapsraad (MR) deze rol. Organigram
Strategisch beleid
33 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
In het strategisch beleid 2014-2018 staan de volgende strategische uitgangspunten: innovatie, internationalisering, informatisering en instroomgroepen;
professionalisering, leren van en mét elkaar;
de toegevoegde waarde van de school is zichtbaar en merkbaar;
E-learning vormt een onderdeel van ons onderwijs;
de school is een maatschappelijke onderneming die samenwerkt met verschillende stakeholders. Ouders zijn hier onlosmakelijk mee verbonden, er is een gedeelde verantwoordelijkheid.
Het strategisch beleidsplan is richtinggevend voor de schoolplannen. Het volledige strategische beleidsplan staat op onze website: www.proceon.nl/home/Algemeenbeleid.aspx. 7.2 Medezeggenschapsraad Wat doet de MR? In de MR van De Wegwijzer zitten twee ouders en twee leerkrachten die hun achterban vertegenwoordigen, zich inzetten voor het goed functioneren van de school, de kwaliteit van het onderwijs, het welzijn van de leerlingen en het personeel. Een belangrijke taak voor de MR is het onderling overleg tussen directie, ouders, leerlingen en personeel te bevorderen. De MR heeft ook de taak om samen met de schoolleiding, de hoogte en de bestemming van de ouderbijdrage vast te stellen en de ouderbijdrage te innen en te beheren. De ouderbijdrage heeft tot doel een aantal voorzieningen te bekostigen die de overheid niet vergoedt. Voorzieningen die nodig zijn om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen, maar ook om de bekende, jaarlijkse evenementen die bijdragen aan de sfeer op school, te kunnen betalen. We noemen hier met name leermiddelen, het Sinterklaasfeest, de Paas- en Kerstviering. De ouderbijdrage bedraagt EUR 32,00 per kind. De ouderbijdrage is vrijwillig. Uw ouderbijdrage is echter wel hard nodig. Wij zijn van uw steun en financiële bijdrage afhankelijk om er voor te zorgen dat op onze school het onderwijs op een hoog niveau staat en om een zodanig klimaat te scheppen dat uw kind daadwerkelijk een plezierige schooltijd heeft. Waarover geeft de MR o.a. advies/ instemming? De MR houdt zich bezig met diverse zaken die de school aangaan zoals geldbesteding, gebouwengebruik en nieuwbouw, vakanties en vrije dagen, hulp van ouders, verbeteringen in het onderwijs. Maar ook bestuurlijke schaalvergroting, imago, verandering van klassenindeling, nieuwe onderwijsmethodes, de invoering van ICT, veiligheid op school en bijvoorbeeld de samenwerking met andere onderwijsinstellingen. Afhankelijk van het onderwerp heeft de MR advies- en/of instemmingsrecht. Per onderwerp kan het recht van ouders anders zijn dan het recht van leerkrachten. Alle rechten en plichten staan omschreven in de wet medezeggenschap op scholen. Hoe werkt de MR? De MR komt 5 à 6 keer per schooljaar bij elkaar. Vergaderingen zijn openbaar. Iedereen die belangstelling heeft, kan als toehoorder aanschuiven. De MR wil namens haar achterban invloed uitoefenen op belangrijke ontwikkelingen. Communicatie met de achterban is hiervoor zeer belangrijk. Zowel ouders als team kunnen bij de MR terecht. U kunt ons op school aanspreken, bellen of via de mail
[email protected] Het benaderde MR –lid zal altijd vragen om de wens, klacht of opmerking in een mail of brief naar de MR te sturen. Als er meerdere meldingen bij de MR binnenkomen over hetzelfde onderwerp, of uit dezelfde groep, zal de MR afwegen of de meldingen als individueel of als gezamenlijk onderwerp behandeld en beantwoord zullen worden. Vertrouwelijkheid Als het vanuit het vertrouwelijk karakter van het onderwerp op bezwaren stuit om het schriftelijk in te brengen, is er een andere mogelijkheid: persoonlijk benaderen (aanspreken, bellen). Behandeling vindt plaats op dezelfde manier. Notulen over vertrouwelijke zaken worden wel gemaakt, maar niet op de gangbare manier gepubliceerd/openbaar gemaakt.
34 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
GMR De Wegwijzer is onderdeel van de stichting Proceon. De stichting heeft een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) waarin een delegatie van ouders en leerkrachten alle scholen vertegenwoordigd. Hier worden onderwerpen besproken die van belang zijn voor alle aangesloten scholen. 7.3 Activiteitencommissie (AC) De leden van de activiteitencommissie bestaan uit ouders. De AC houdt zich met name bezig met het ondersteunen van de leerkrachten bij allerlei activiteiten. Te denken valt aan allerlei sportevenementen, schoolreisjes, educatieve uitjes, kerst, pasen, sint enz. tevens coórdineren zij de extra ouderhulp die bij velerlei activiteiten wenselijk zijn. Via de leden van de activiteitencommissie, de schoolleiding of ons e-mailadres kunt u aangeven of u ondersteuning wilt bieden. Uw hulp is van harte welkom! De AC vergadert eenmaal per 6 weken, De directeur is een aantal keer per jaar bij deze vergaderingen aanwezig. 7.3.1 Ouderbijdrage Om extra activiteiten zoals het sinterklaasfeest, de kerstviering en sportdagen etc. te organiseren doen wij als school een beroep op uw financiële bijdrage. Vanuit de overheid ontvangen wij onvoldoende subsidie om deze activiteiten, die we heel belangrijk vinden, financieel mogelijk te maken. De ouderbijdrage wordt na vaststelling van het bedrag en de begroting door directie en medezeggenschapsraad (MR) van de school, geïnd door de MR. De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage die de school echter niet kan missen. De ouderbijdrage komt geheel ten goede aan de leerlingen van onze school. De licht in de jaarlijkse vergadering van de MR de begroting en de besteding van de ouderbijdrage toe. De ouderbijdrage voor schooljaar 2014-2015 is vastgesteld op €32,00 per leerling. Naast de vrijwillige ouderbijdrage is er een verplichte bijdrage van €38,00 voor het schoolreisje, excursies, luizentas en vulpen in groep 4. Aan het begin van het schooljaar zal u gevraagd worden deze bijdrage te voldoen op: NL59 RABO 01327.32.629 t.n.v. St. Proceon- basisschool de Wegwijzer 7.4 PR-groep De PR-groep bestaat uit 5 ouders en 2 leerkrachten. Zij denken mee over hoe we ons als school naar buiten toe kunnen presenteren. Er wordt gezorgd voor posters, flysers en andere promotiemateriaal. Ze denken mee over invulling van een open dag en het opzoeken van de regionale pers. De Pr-groep komt een paar maal per jaar bijeen, met als doel het goed presenteren van de school om zo zichtbaar te zijn in Eemnes. En waar mogelijk meer leerlingen aan ons te binden in de toekomst. 8 Schooltijden en vakanties 8.1 Schooltijden groep 1/2 : maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag
08.30–12.00 uur 13.00-15.00 uur
Groep3/4 : maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag:
08.30–12.00 uur 13.00-15.00 uur 08.30–12.00 uur
woensdag Groep 5/6/7/8: maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag:
08.30–12.00 uur 13.00-15.00 uur 08.30–12.30 uur
woensdag
Uit de in juni 2014 afgenomen ouderenquete rondom het invoeren van een continurooster is gebrleken dat meer dan 70% van onde ouders een overgang naar een continurooster voorstaan.
35 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
Tuusen augustus en december 2014 onderzoeken we welk roster we vanaf januari 2015 gaan voeren. De ouders en toekomstige ouders worden in dit proces betrokken en tijdig geïnformeerd. Het naar de klas brengen van de kinderen: De leerlingen van groep 1/2 mogen in de ochtend het hele schooljaar door de ouders naar de klas gebracht worden. De deuren van de school gaan om 08.20 uur open. Om 08.30 uur beginnen de lessen. Wij verwachten dat de ouders om 08.30 uur de school hebben verlaten, zodat de lessen op tijd kunnen beginnen. De kinderen van groep 3 t/m 8 brengen de kinderen op het plein. Vanaf 8.20 uur staan de leerkrachten buiten om de leerlingen te ontvangen. Om 8.25 uur gaat de bel en gaan de kinderen naar binnen. Op één ochtend per week houden we inloopochtend, u kunt als ouder met uw kind mee naar binnen lopen om werk van uw kind te bekijken. Dit kan tussen 8.20 en 8.30 uur. Vanaf de zomervakantie tot de voorjaarsvakantie is de inloopochtend op maandag en vanaf de voorjaarsvakantie op de vrijdagochtend. In de middag worden alle kinderen tussen 12.50 3n 12.55 uur op het plein verwacht alle leerkrachten ontvangen daar de kinderen en gaan na de bel van 12.55 uur met de kinderen naar binnen. 8.2 Schoolvakanties 2014-2015 Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasvakantie Koningsdag t/m meivakantie Hemelvaart Pinkstervakantie Zomervakantie
ma 13/10/14 t/m vr 17/10/14 ma 22/12/14 t/m vr 02/01/15 ma 23/02/15 t/m vr 27/02/15 vr 03/04/15 t/m ma 06/04/15 ma 27/04/15 t/m vr 08/05/15 donderdag en vrijdag 14 en 15 mei 2015 maandag 25 mei 2015 ma 06/07/15 t/m vr 14/08/15
9 Schoolorganisatie 9.3 Ouderhulp Goed onderwijs moet mede worden gedragen door de ouders. Dat is op onze school zeker het geval, gezien de inzet van vele ouders bij diverse activiteiten: handenarbeid, excursies, educatieve evenementen, computer, themadagen enz. Bovendien bestaat de medezeggenschapsraad en activiteitencommissie deels uit ouders. 9.4.2 Buitenschoolse opvang Per 1 augustus 2007 moeten alle basisscholen buitenschoolse opvang organiseren als ouders daarom vragen. Dat is bij wet zo geregeld. Met de verplichting voor scholen om buitenschoolse opvang aan te bieden beoogt de wet een betere afstemming tussen school en kinderopvang te bereiken. Hierdoor is het voor werkende ouders makkelijker om zorg en arbeid te combineren. De school is wel verantwoordelijk voor de aansluiting met buitenschoolse opvang, maar niet voor het aantal plaatsen in de buitenschoolse opvang. Daarvoor zijn de kinderopvangondernemingen verantwoordelijk. Buitenschoolse opvang biedt opvang voor schooltijd, na schooltijd, tijdens vakanties en tijdens overige schoolvrije dagen (o.a. studiedagen). De wet verplicht scholen niet om ieder individueel kind op te (laten) vangen, maar verlangt wel een duidelijke inzet van de school om aan voldoende opvangcapaciteit mee te werken. Bij De Wegwijzer wordt de opvang uitbesteed. De school werkt samen met een externe organisatie voor kinderopvang. Als ouders om opvang vragen, verwijst de school ze door naar deze organisatie. De school heeft met de betaling niets te maken. De organisatie voor de kinderopvang blijft verantwoordelijk voor de kwaliteit volgens de Wet op de Kinderopvang. En de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van buitenschoolse opvang ligt ook bij de instellingen voor kinderopvang. De ouderbetrokkenheid loopt niet via de basisschool, maar via de oudercommissie van de vestiging voor buitenschoolse opvang. De wetgeving verplicht scholen om ook voorschoolse opvang aan te bieden. Vanaf 07.30 uur tot de school begint. De deelnemende scholen hebben echter geen ruimtes beschikbaar die voldoen aan de strenge eisen
36 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
van de Wet op de Kinderopvang. Daarom zullen de scholen ook deze vorm van buitenschoolse opvang uitbesteden. 9.5 Schoolreis en schoolkamp Het is goed eens een keer met de gehele groep op stap te gaan. Groep 1/2: buitendag, jaarlijks Groep 1 t/m 5: schoolreisje, Jaarlijks Groep 3 t/m 8: educatieve excursie, Jaarlijks Groep 6 t/m 8: schoolkamp, Jaarlijks. 9.6 Sponsoring Bij sponsoring gaat het in veel gevallen om geld, waarvoor de sponsor een tegenprestatie van de school verlangt. Van het geld dat sponsoring oplevert, kan een school speciale activiteiten organiseren of extra leermiddelen aanschaffen, die anders niet zomaar betaald kunnen worden. Om deze reden staat het bestuur in principe positief tegenover sponsoring. Scholen zijn voor sponsors aantrekkelijk. Uiteraard gaat onze school zorgvuldig om met sponsoring. Het bestuur heeft daarom richtlijnen ontwikkeld, waarbinnen de scholen hun sponsoractiviteiten mogen organiseren. Binnen de school heeft de MR de taak om, afgaande op de richtlijnen, al dan niet instemming te verlenen aan sponsoractiviteiten. 9.7 Stagiaires Wij willen graag een bijdrage leveren aan het vergroten van de kwaliteiten van onze toekomstige collega’s: de studenten aan de pabo’s. Stichting Proceon heeft een samenwerkingsverband met de Marnix Academie in Utrecht; onze school is een partnerschool van de Marnix Academie. Partnerscholen zijn basisscholen die betrokken zijn bij het project Partnerschap in opleiding en ontwikkeling. Studenten worden opgeleid door de Marnix Academie én de partnerscholen. Beide partijen geven vorm aan de ontwikkeling van de school, de opleiding en het personeelsbeleid en creëren zo een rijke leeromgeving voor studenten en teamleden. Onder begeleiding van de groepsleerkrachten (mentoren) bekwamen de studenten zich bij ons op school in het lerarenvak. De interne coördinator opleidingen (ICO) begeleid mentoren en studenten, coördineert het begeleiden van studenten en geeft vorm aan de schoolontwikkeling in samenwerking met studenten. De ICO op De Wegwijzer is Rosemarie Noordhoff. 9.8 Tienuurtje Tussen tien uur en half elf houdt elke groep een pauze. Dan kunnen meegebrachte drink- en etenswaren worden genuttigd. Men dient het dus zelf mee te nemen. Een pakje drinken en een stuk fruit volstaat al. Wij verzoeken u vriendelijk geen chocolade of ander snoepgoed mee te geven. Op dinsdag en donderdag hebben we onze fruitdagen. Op die dagen is het voor de kinderen verplicht om fruit mee te nemen als tussendoortje. 9.9 Traktaties De kinderen mogen, als ze jarig zijn, in de klas trakteren. Wilt u er ook rekening mee houden dat er kinderen in de klas kunnen zitten met een voedselallergie. U kunt dit navragen bij de eerkracht. Het zal u bekend zijn dat er voortdurend een beroep op de scholen wordt gedaan, om mee te helpen aan de beperking van het snoepen, in verband met een goede tandverzorging en overgewicht. 9.10 Verzekering en aansprakelijkheid Het bestuur van Stichting Proceon heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond hiervan zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering, indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk mee verzekerd, voor zover uw eigen verzekering geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder de dekking.
37 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als de mensen die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Maar…, de school dan wel het schoolbestuur is niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht, wanneer er sprake is van een verwijtbare fout dus als de school tekort geschoten is in haar rechtsplicht. Als bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril komt, valt die schade niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt dus niet door de school vergoed. De school is evenmin aansprakelijk voor schade door onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (beter gezegd: hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (beter: de ouders) verantwoordelijk voor. Daarom raden we u aan zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. 9.11 Ziekte Het is een goede gewoonte dat wij onmiddellijk op de hoogte worden gebracht wanneer een leerling ziek is. Wij verwachten in dat geval een telefoontje tussen 8.00 en 8.30 uur (tel 0355386921). Wij stellen het bijzonder op prijs, wanneer u ons even bericht indien uw kind een besmettelijke ziekte heeft of hoofdluis. Indien nodig kunnen we dan maatregelen nemen. 9.12 Zorg voor meegebrachte spullen De school draagt wel zorg, maar geen verantwoording voor meegebracht speelgoed, steppen etc. Laat uw kind dan ook a.u.b. zo weinig mogelijk van deze attributen meenemen
10. 10.1
Contact en adressen De school PCBS De Wegwijzer Vierkante Bosje 35 3755 BE Eemnes (035) 5386921 E-mail:
[email protected] Website: www.wegwijzereemnes.nl Directeur Mw. M. Havinga-de Jong
10.2
Stichting Proceon Nieuwe Havenweg 53 te Hilversum, tel 035-6852320. Postadres: Stichting Proceon, Postbus 352, 1200 AJ Hilversum. E-mail:
[email protected] en website (www.proceon.nl).
10.3
College van Bestuur Telefoon stichtingskantoor: (035) 6852320
10.4
Medezeggenschapsraad Voor namen van de MR leden zie de website. E-mail:
[email protected]
10.5
Activiteitencommissie De namen van de AC-leden worden in de eerste nieuwsbrief van het schooljaar gecomuniceerd.
38 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
10.6
Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800 – 8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 – 111 3 111 (lokaal tarief)
10.7
Vertrouwenspersonen De Wegwijzer Hettie ruisendaal, e-mail:
[email protected] Deborah Oosterbroek, e-mail:
[email protected] tel. 035-5386921
10.8
Landelijke Klachtencommissie Postbus 694 2270 AR Voorburg Tel. 070-386 16 97 E-mail:
[email protected] Website: www.klachtencommissie@org
10.9
GGD, afdeling jeugdgezondheidszorg Oude Torenstraat 1 1211 BV Hilversum De afdeling JGZ van Gooi en Vechtstreek is op werkdagen bereikbaar tussen 9.00 uur en 14.00 uur via: Tel: 088-7778000 Email:
[email protected] (voor algemene vragen)
[email protected] (voor vragen over afspraken)
10.10 Afdeling Welzijn en Educatie, leerplichtambtenaar Postadres: postbus 514 1200 AM Hilversum Bezoekadres: Heuvellaan 50 Hilversum 035-692 66 20 10.11 Bureau Jeugdzorg Advies en meldpunt kindermishandeling Postadres: postbus 1800 AJ Alkmaar Bezoekadres: Winkelwaard 494 1824 HX Alkmaar 072- 567 23 20 10.12 Regionaal Bureau Leerlingenzaken Burgemeester de Bordesstraat 80 1404 GZ BUSSUM Postadres : Postbus 222 1400 AE BUSSUM Tel. 035 – 6926620 www.rblgooi.nl e-mail :
[email protected] 10.13 Geschillencommissie in het bijzonder onderwijs
39 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’
www.gcbo.nl
40 Schoolgids 2014-2015 basisschool De Wegwijzer ‘Samen leren, Samen werken, Samen leven, dat maakt ons samen Slimmer!’