INHOUDSOPGAVE
SCHOOLGIDS
Voorwoord
2
Hoofdstuk 1. Commissies en bestuur 1.1. De schoolcommissie 1.2. Medezeggenschapsraad en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad 1.3. Overige medewerkers 1.4. Bestuur 1.5. Algemeen directeur en bestuursbureau 1.6. Directieoverleg 1.7. Klachtencommissie 1.8. Calamiteiten 1.9. Overige adressen 1.10. Alle scholen van PCBO Smallingerland
2
Hoofdstuk 2. Het onderwijs; inhoud en organisatie 2.1. De organisatie van de school 2.2. Lesinhouden en werkwijze groep 1 en 2 2.3. Lesinhouden van de diverse vakken voor groep 3 t/m 8 2.4. Speciale voorzieningen in het schoolgebouw
6 6 6 7 11
Hoofdstuk 3. De zorg voor kwaliteit 3.1. Kwaliteitsbeleid
12 12
Hoofdstuk 4. De zorg voor de kinderen 4.1. Hoe volgen we de ontwikkeling van de leerlingen 4.2. Ononderbroken ontwikkeling 4.3. De speciale zorg 4.4. Jeugdgezondheidszorg 4.5. Schoolgericht maatschappelijk werk 4.6. De begeleiding van de kinderen naar het voortgezet onderwijs 4.7. Buitenschoolse activiteiten 4.8. Huiswerk 4.9. Kindermishandeling 4.10. Leerlinggebonden financiering
13 13 15 15 16 17 17 18 18 18 18
Hoofdstuk 5. De leerkrachten 5.1. Wijze van vervanging bij ziekte, ADV, verlof ed. 5.2. Studenten / stagiaires 5.3. Scholing
19 19 19 19
Hoofdstuk 6. De relatie school en omgeving 6.1. Scholennetwerk 6.2. GGD 6.3. Kerk 6.4. Schoolbegeleidingsdienst 6.5. PABO 6.6. Inspectie 6.7. Culturele instellingen 6.8. Kinderboerderij 6.9. Sparen 6.10. Kinderpostzegels 6.11. Schoenmaatje
19 19 19 19 19 19 20 20 20 20 20 20
Bijlagen
21
Schoolgids 2010-2011 1
2 3 3 4 4 4 5 5 5
Voorwoord Ieder gezin dat nieuw op school komt krijgt een papieren exemplaar van deze schoolgids uitgereikt. Verder staat de schoolgids op onze website: www.pcbo-degrunslach.nl Ook de wijzigingen / aanvullingen vindt u op de website. Mocht u een papieren exemplaar willen dan kunt u contact opnemen met Lutine op de administratie van de school en er wordt voor gezorgd. Zij is aanwezig op dinsdag-, woensdag- en donderdagmorgen. Tel: 0512-371473 of via email:
[email protected] Het informatieboekje krijgt ieder gezin jaarlijks uitgereikt vlak voor of na de zomervakantie. Mocht u na het lezen van de schoolgids nog vragen / opmerkingen hebben, dan kunt u gerust contact met ons opnemen. Met vriendelijke groet, Albert Jan Tiemens, directeur
Hoofdstuk 1.
COMMISSIES EN BESTUUR
Voor de namen van de mensen die de verschillende commissies vormen; zie het informatieboekje 1.1.
De schoolcommissie
Doel en taak van de schoolcommissie (s.c.) De voorzitter van de schoolcommissie is lid van het algemeen bestuur van PCBO Smallingerland. De schoolcommissie vergadert gemiddeld zeven keer per jaar samen met de directeur en de Medezeggenschapsraad. Doel van de schoolcommissie is om de relatie tussen ouders, school en bestuur in stand te houden. Tevens kan de schoolcommissie de directeur adviseren. In de schoolcommissie hebben zeven ouders van de school zitting. De directeur is eindverantwoordelijk voor de hele organisatie. Als u vragen hebt m.b.t. de school neemt u dan contact op met de directeur. 1.2. De Medezeggenschapsraad(MR) en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad(GMR) De MR gaat over zaken die alleen op onze school spelen, de GMR over zaken die op alle scholen spelen. Het personeelsbeleid bijvoorbeeld is een zaak van de GMR. Elke collega heeft een benoeming bij PCBO Smallingerland en dus niet een benoeming voor een school. 1.2.1. De MR De MR bestaat uit ouders en personeelsleden van de school. Op die manier bestaat een evenwichtige inbreng van de MR naar het bestuur. De MR heeft algemene bevoegdheden. Ze heeft instemmings- en adviesbevoegdheid. De eerste is het belangrijkste, want zonder instemming kan het bestuur een maatregel niet uitvoeren. Dit instemmingsrecht geldt voor: - schoolplan - voorzieningen t.b.v. leerlingen - geldmiddelen MR - het beleid m.b.t. het verrichten van ondersteunende activiteiten van ouders t.b.v. de school en het onderwijs Adviesrecht; dus niet bindend voor het bestuur: - onderhoud van de school - lesroosters - benoeming directie - vakantieregeling - organisatie van de school - nieuwbouw/onderhoud
Schoolgids 2010-2011 2
1.2.2. De GMR De GMR houdt zich vooral bezig met beleidsvoorstellen die voor alle scholen gelden, zoals bijvoorbeeld het personeelsbeleid, financieel beleid, ict-beleid, arbobeleid etc.. Voor vragen, suggesties of andere zaken kunt u terecht bij ieder willekeurig lid van deze raad. Namens onze school hebben de heer J. F. de Jong, Mevr. F. Wymenga en Mevr. G. Pool zitting in deze raad. Interim voorzitter van de GMR is: Mevr. H. Zantinge. Secretaris van de GMR is: Mevr. S. Blom 1.3. Overige medewerkers Zie informatieboekje 1.4. Bestuur De Grûnslach is onderdeel van de Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs Smallingerland, kortweg PCBO Smallingerland. Van elke school heeft de voorzitter van de schoolcommissie zitting in het Algemeen Bestuur. 1.4.1. Bestuur Mevr. K. Tsai Dhr. L. Westerhof Dhr. A. de Vries Dhr. W. Knol Mevr. E. Bremer Mevr. E. Strijker Dhr. J. Koehoorn Dhr. J. Pranger
voorzitter secretaris penn.meester “ “ lid lid lid lid alg. directeur
tel tel tel tel tel tel tel tel tel
0512-342592 0512-516292 0512-532261 0512-380747 0512-510078 0512-548968 0512-371854 0512-532323 0512-305780
Pb 770, 9200 AT Drachten
Pb 66, 9200 AB Drachten
1.4.2. Ledenraad Zie informatieboekje Organisatiestructuur PCBO
Voorgaand is de organisatiestructuur van de Vereniging PCBO Smallingerland schematisch weergegeven. Op 15 juni 2004 is de Ledenraad geïnstalleerd als het formeel hoogste orgaan van de Vereniging. Hierin participeren van elke school twee leden (ouders). De Ledenraad is in de plaats gekomen van de Algemene Ledenvergadering en vergadert één tot twee keer per jaar. De Ledenraad benoemt de leden van het Bestuur. Het Bestuur legt halverwege het jaar verantwoording af aan de Ledenraad over het afgelopen (boek)jaar door middel van het jaarverslag. Zowel de Ledenraad als het Bestuur besturen de Vereniging op hoofdlijnen en houden zich níet bezig met de dagelijkse gang van zaken van een individuele school. Daarvoor is de schooldirecteur verantwoordelijk, met de schoolcommissie als coördinerend adviesorgaan en de MR als inspraakorgaan. Zowel de Algemeen Directeur (de heer J. Pranger) als de individuele schooldirecteuren zijn gemandateerd zelfstandig besluiten te nemen. Hiervoor is een Bestuurs- en managementstatuut opgesteld waarin één en ander nauwkeurig omschreven staat.
Schoolgids 2010-2011 3
1.5. Algemeen directeur en bestuursbureau Het kantoor van PCBO is gevestigd in het gebouw van CSG Liudger in Drachten. Op financieel- administratief gebied bestaat ook enige samenwerking met Liudger. Officiële gegevens vereniging (rechtspersoon) Naam: Vereniging voor Protestants Christelijk Basis Onderwijs in Smallingerland Bestuursnummer: 40342 Ingeschreven in het verenigingsregister bij de Kamer van Koophandel onder nummer: 40005317 Bezoekadres: Raai 200, Postadres: Postbus 66 9202 HX Drachten, 9200 AB Drachten tel. 0512-305780 Algemeen directeur ICT-coördinatoren
: : : : : : : :
De heer J. Pranger De heer M. Wilming De heer W. Hoogsteen De heer A. Brouwer De heer J. Hoogterp Mevrouw E. Wierda Mevrouw C. Krol Mevrouw E. Riemersma
Beleidsmedewerker Financieel medewerker Secretaresse Salarisadministratie Personeelsadministratie Ondersteunend personeel van de vereniging: Systeembeheer : De heer B. Teljeur Onderhoudsmedewerkers : De heer H. de Jong : De heer B. Nguyen 1.6. Directieoverleg
De directeuren van alle scholen van PCBO Smallingerland overleggen minstens twee keer per maand met elkaar over gemeenschappelijke zaken in het directieoverleg, geleid door de algemeen directeur. Dat gebeurt op het centraal bureau in Drachten. 1.7. Klachtencommissie Klachtenregeling 1. Algemene klacht Per 1 augustus 1998 is de Kwaliteitswet in werking getreden. Op grond van die wet moet een schoolbestuur een klachtenregeling vaststellen en zich aansluiten bij een klachtencommissie. Het bestuur van PCBO Smallingerland heeft zich voor de uitvoering van de klachtenregeling aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie voor het primair en voorgezet onderwijs, ingesteld door de Besturenraad PCO. Als ouders, kinderen of personeel een probleem of een klacht hebben wat niet via de normale kanalen (dat wil zeggen via de groepsleerkrachten, directeur, algemeen directeur of het bestuur) opgelost is of kan worden, is het verstandig eerst contact te leggen met de contactpersoon van de school. Deze zal betrokkenen doorverwijzen naar de vertrouwenspersoon en/of een andere instantie. Contactpersoon voor onze school is: Dhr. A. Bosgraaf, De Geasten 8, 9216 XT Oudega, tel: 0512-372021 Het reglement van de Landelijke Klachtencommissie PCO ligt op school ter inzage voor belangstellenden. Gegevens Landelijke Klachtencommissie: Postbus 694, 2270 AR Voorburg Telefoon: (070) 386 16 97 www.klachtencommissie.org Mw. A.C. Melis is de contactpersoon voor onze school. Zij is bereikbaar op het secretariaat. Telefonisch bereikbaar op werkdagen van 9.00 tot 15.00 uur. 2. Machtsmisbruik Bij het vermoeden en/of constateren van machtsmisbruik tussen leerkrachten en kinderen (seksuele intimidatie, discriminatie, agressie, geweld, pesten) kan rechtstreeks contact opgenomen worden met de vertrouwenspersoon GGD Fryslân Postbus 612 8901 BK Leeuwarden Tel: 058- 2334334 Bij het vermoeden en/of constateren van machtsmisbruik tussen leerkrachten onderling (seksuele intimidatie, discriminatie, agressie, geweld, pesten) kan rechtstreeks contact opgenomen worden met de vertrouwenspersoon: Medewerkers van de Arbo Unie, Postbus 9001, 8903 LA Leeuwarden Telefoon 058 – 2848181
Schoolgids 2010-2011 4
1.8. Calamiteiten Bij calamiteiten op school neemt de directeur de leiding op zich. Calamiteiten worden altijd direct bij hem gemeld. Dit kunnen zijn: (kleine) ongelukjes, grotere ongevallen of brand. Indien het een kind betreft worden de ouders zo spoedig mogelijk geïnformeerd. Indien nodig neemt de directeur in de tussentijd al de nodige maatregelen; bijvoorbeeld inschakelen huisarts of hulpdiensten. Bij afwezigheid van de directeur neemt de adjunct-directeur de leiding. Bij diens afwezigheid één van de BedrijfsHulpVerleners. Op onze school zijn dit: G. Kootstra, Mw. F. Wijmenga, Mw. M. Nieuwenkamp en S. Lindeboom. Ten allen tijde worden calamiteiten aan de directeur doorgegeven. 1.9. Overige adressen 1.9.1. Onderwijsbegeleiding De onderwijsbegeleidingsdienst in ons gebied heet Cedin. Zij hebben diverse vestigingen in Friesland en Groningen. Zij ondersteunen ons bij onderwijskundige vernieuwingen, door middel van advies, scholing en begeleiding. 1.9.2. Jeugdgezondheidsdienst GGD "Fryslân”, Postbus 612, 8901 BK Leeuwarden. Tel: 058- 2334334 1.9.3. Leerplichtambtenaar De leerplichtambtenaren van de gemeente Smallingerland zijn: Mevr. Jeltje Teyema, p.a. gemeentehuis, afd. onderwijs en cultuur, Postbus 10000, 9200 HA Drachten. tel: (0512) 581348 1.9.4. Inspectie De inspectie houdt zich bezig met de controle op de scholen. Algemene informatie kunt u vinden op www.onderwijsinspectie.nl of 0800-8051. De vertrouwenspersoon die u kunt raadplegen bij ( het vermoeden van ) ernstige problemen op het gebied van geweld, seksuele intimidatie, discriminatie e.d.. De vertrouwenspersoon is te bereiken op 0900-1113111 1.10. Alle scholen van PCBO Smallingerland
1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12 13
school / directeur
adres
plaats
telefoon
Het Anker W. Schraa Het Mozaïek U. Elzinga De Spreng U. Pranger It Foarhûs H. Dorsman De Voorde H.T. Hoekstra De kleine Voorde Contact Mw. M. Reatsch It Ambyld J. Nutma De Finne M. de Bruijn By de Boarne R. v.d. Velde De Grûnslach A.J. Tiemens De Wyngerd E. Klazenga It Maitiidslibben J. Vries De Gielguorde J. Vries Sjalom H. de Vries
De Frisia 150
9207 CZ Drachten 9202 GP Drachten 9203 HB Drachten 9205 BN Drachten 9204 JT Drachten Drachten
0512-545133
9201 CP Drachten 9221 TJ Rottevalle 9212 PS Boornbergum 9216 WE Oudega 9222 NJ Dr. Compagnie 9218 RH Opeinde 9219 VM De Tike 9203 JV Drachten
0512-545550
Middelwijk 2 Haverstuk 8 Dorsvloer 3 Flevo 186 Hunze 243 Handwerkerszijde 46 Nije Buorren 3 Súderom 2 Buorren 34a Tsjerkebuorren 26 Healwei 3 Mr. De Jongwei 19 J.F. Kennedylaan 6
Schoolgids 2010-2011 5
0512-544530 0512-545042 0512-545404 0512- 545344 0512-538048
0512-341709 0512-382126 0512-371473 0512- 341274 0512- 372400 0512- 371337 0512- 515761
Hoofdstuk 2. 2.1.
HET ONDERWIJS: INHOUD EN ORGANISATIE
De organisatie van de school
Met aan het begin van het jaar zo‟n 130 kinderen en aan het eind van het schooljaar meestal 140, kunnen we vijf groepen maken. De acht verschillende leerjaren worden dan over deze vijf groepen verdeeld. De verdeling van de leerkrachten over de groepen vindt u in het informatieboekje. Op de informatieavond in september zullen we uitgebreid informatie geven over alles wat er in de groepen gebeurt en wat we doen. 2.2.
Lesinhouden en werkwijze groep 1 en 2
In deze paragraaf vindt u gedetailleerde informatie over groep 1 en 2. Aan bod komen de verschillende werkgebieden in deze groepen en wat daarbij wordt aangeboden. 2.2.1. Arbeid met ontwikkelingsmateriaal We onderscheiden twee vormen: 1. Creatief: hierbij komen aan bod: knippen, plakken, boetseren, scheuren, prikken, vouwen en tekenen. We werken altijd rond een thema. 2. Arbeid met spelmateriaal: door middel van spelletjes en materialen ontwikkelen we de fijne motoriek, de zintuigen, de taal-denk-ontwikkeling, de sociaal-emotionele ontwikkeling. Hiervoor wordt ook in de verschillende hoeken gewerkt. 2.2.2. Bewegingsonderwijs Tijdens de lessen in het speellokaal komen met behulp van klein materiaal en klimmateriaal bewegingsvormen aan bod zoals: huppelen, klimmen, hinkelen, gooien, vangen. 2.2.3. Spelles Tijdens spelles geven we o.a. aandacht aan diverse bewegingsvormen d.m.v. het spelen van spelletjes. Dit zijn o.a. tikspelletjes, zangspelen en kringspelen. 2.2.4. Dansante vorming We geven aandacht aan bewegen op muziek m.b.v. cd‟s. Bij het buitenspel komen veel bewegingsvormen naar voren. 2.2.5. Taalontwikkeling De taalontwikkeling is met name de uitbreiding van de woordenschat en de zinsbouw. Dit doen we d.m.v. voorlezen, poppenkast, opzegversjes, gesprekjes, taalactiveringsspelletjes, enz.. 2.2.6. Sociaal-emotionele ontwikkeling De kinderen leren omgaan met elkaar, met de leerkracht, maar ook met de eigen gevoelens. Te denken valt aan: samenwerken, buitenspel, spelen in hoeken (poppenhoek, bouwhoek, watertafel). 2.2.7. Muzikale vorming We denken hierbij aan ontwikkeling van maat- en stemgevoel en ritme. Erg belangrijk is dat kinderen plezier beleven aan muziek. We oefenen dit d.m.v. het aanleren en zingen van liedjes, bewegen op muziek en bespelen van muziekinstrumenten. 2.2.8. Voorbereidend rekenen We geven aandacht aan voorbereidend rekenen tijdens arbeid met ontwikkelingsmateriaal, bij de spelletjes uit de kast, bij activiteiten in de kring en in diverse hoeken; bv. leeshoek, winkelhoek, poppenhoek en computerhoek. 2.2.9. Voorbereidend lezen We geven aandacht aan voorbereidend lezen tijdens arbeid met ontwikkelingsmateriaal, bij de spelletjes uit de kast, bij activiteiten in de kring en in diverse hoeken; bv. leeshoek, letterhoek, poppenhoek en computerhoek.
Schoolgids 2010-2011 6
2.3.
Lesinhouden van de diverse vakken voor groep 3 t/m 8
In ons hele aanbod proberen we een balans te vinden tussen verstandelijke, creatieve, lichamelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling. Ons uitgangspunt is dat we kinderen willen laten ontwikkelen op al deze terreinen omdat we zo maximaal recht doen aan het kind en het optimaal voorbereiden op zijn of haar leven als volwassene. Ons motto is: wat we doen, willen we zo goed mogelijk doen, binnen de mogelijkheden die we hebben en krijgen. Informatie en Communicatie Technologie, kortweg ICT, proberen we zoveel mogelijk geïntegreerd bij de vakken in te zetten. U zult informatie hieromtrent daarom ook bij de diverse vakgebieden vinden. Aan het eind van dit hoofdstuk vindt u nog een algemeen gedeelte m.b.t. dit onderwerp. Dit geldt natuurlijk niet voor vakken als taal en rekenen. Daar loopt het programma gelijk, wel kan het zijn, afhankelijk ook van het niveau in een groep, dat de ene helft van de klas een aantal bladzijden verder is dan de andere helft. Hierover is regelmatig overleg tussen de collega‟s. 2.3.1. Godsdienstige vorming De Bijbel en het leven en werk van Jezus Christus in het bijzonder, is de basis voor ons handelen op school, met de kinderen, met u als ouder en met elkaar, onderling als leerkrachten en met de andere scholen van onze vereniging. In alle groepen geven we minstens vier keer per week direct aandacht aan godsdienstige vorming. We doen dit door in een cyclisch 3- jarig rooster de verhalen uit het Oude en Nieuwe testament te vertellen. Voorts leren we liederen aan bij de verhalen. Uit het liedboek, de Opwekkingsbundel, maar ook de aloude Hanna Lam en andere hedendaagse liederen. Een zeer gevarieerd aanbod. Ook creatieve verwerkingen in knutselopdrachten, stelopdrachten en toneel worden gebruikt. In gesprekken met de kinderen proberen we zeker in de hogere groepen de link te leggen naar onze eigen handel en wandel, naar ons functioneren op school, in de groep, thuis in het gezin, in de maatschappij. Zeer kostbare uren zijn dit. Om samen met de kinderen te genieten, te ontdekken en te leven en beleven. Los van al deze aspecten zijn we van mening dat kinderen die kennis hebben van de Bijbel en haar verhalen cultureel en historisch ook rijker in het leven staan. Het christendom heeft diepe sporen nagelaten in onze maatschappij, de geschiedenis van ons land en ook in de kunst. De grote feesten, Kerstmis en Pasen krijgen altijd ruim aandacht op school. Het ene jaar vieren we Kerst met de kinderen en alle belangstellenden in de kerk, het andere jaar op school in de groepen. Deze keus is bewust gemaakt. Aan de ene kant het kleinschalige op school en de kinderen kunnen zelf meer doen, ook de “stillen” hebben een rol. De sfeer van het kleinschalige. Het andere jaar in de kerk. De beleving van het feest in een feestelijke kerk met enige honderden mensen! Ook dat is een prachtige ervaring. Het is ook fijn om als schoolgemeenschap dan naar de dorpsgemeenschap toe te gaan, te laten zien wat we in de school doen en hoe we met elkaar een feest mogen beleven. Het jaar dat we Kerst in de groepen vieren doen we het Paasfeest juist weer groter in de school. Ieder jaar hebben we met alle kinderen een paasontbijt 2.3.2. Sociaal- emotionele vorming We hebben een aantal jaren geleden een methode voor sociaal- emotionele ontwikkeling gekocht. Het is een methode in de vorm van kaarten met de titel: Soemokaarten. (SOciaalEMOtioneel). Wekelijks zullen we zo extra en zeer gericht aandacht geven aan omgangsvormen, elkaar helpen, omgaan met conflicten, hoe geef ik een compliment etc.. Tevens hebben we een nieuw toetssysteem gekocht om kinderen waar we zorg om hebben op sociaalemotioneel terrein beter te kunnen helpen. Alle kinderen worden elk jaar door de leerkrachten gescreend op sociaal- emotionele ontwikkeling. 2.3.3. Basisvaardigheden Dit wordt vaak gezien als de kern van wat er op school gebeurt. Dat is voor een deel ook waar, de meeste tijd gaat naar deze vakken toe. Echter ook tijdens deze lessen probeer je creativiteit te bevorderen en ben je ook met sociaal- emotionele ontwikkeling bezig. De diverse leergebieden worden hieronder stuk voor stuk behandeld. 2.3.3.1. Rekenonderwijs We gebruiken in de groepen 3 t/m 8 de methode Wereld in Getallen. In groep 1 en 2 wordt met bronnenboeken gewerkt die spelenderwijs vaardigheden leren aan de kinderen zodat ze in groep 3 goed kunnen instappen. Voor kinderen die veel moeite hebben met rekenen beschikken we ook over een speciale methode. In overleg kan deze aan die kinderen worden aangeboden zodat ze, in een tempo dat bij hen past, zich toch een aantal rekenvaardigheden eigen kunnen maken. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. De methode heet Maatwerk. Maatwerk kan aan de orde zijn omdat een kind een onderdeel niet beheerst. Als het kind het gewone programma niet aankan en op de LVS-toetsen onder de 80%-norm scoort, kan het volledig in Maatwerk komen. Voor begaafde kinderen hebben we het programma “Kien”, wat aansluit bij “Wereld in Getallen”. Voor de groepen 1 t/m 8 beschikken we over bijpassende en ondersteunende software. Hier kunnen de kinderen individueel, maar wel met hele groepen tegelijk, oefenen en ontdekken op hun eigen niveau.
Schoolgids 2010-2011 7
De software kijkt namelijk naar het niveau van het kind. Zo kunnen de kinderen die meer aankunnen, zinvolle en uitdagender opdrachten maken, degenen die moeten herhalen krijgen oefeningen op hun niveau. Uiteindelijk zullen zo nagenoeg alle kinderen een goed basisniveau halen. De toetsen in het rekenboek gaan de kinderen komend jaar zoveel mogelijk op de computer maken. Dat is leuker voor de kinderen en geeft minder werk voor de collega‟s. 2.3.3.2. Leesonderwijs a.
Technisch lezen: hiervoor gebruiken we met ingang van augustus 2007 de nieuwe methode Veilig Leren Lezen in groep 3. Vanaf groep 4 gebruiken we Lekker Lezen. We starten met systematisch aanleren van het technisch lezen begin groep 3. Er kunnen uitzonderingen zijn die maken dat we al met voorbereidingen beginnen in groep 2. Dat kan zijn omdat kinderen er echt aan toe zijn of zelf al beginnen. Het kan ook zijn dat kinderen naar verwachting veel moeite zullen ondervinden met het leesproces. Ook dan kunnen we eerder starten. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. In groep 3 begeleiden we het leesproces zeer intensief en wordt steeds met regelmaat gekeken naar de voortgang van de kinderen. Voor kinderen die extra hulp nodig hebben beschikken we over diverse hulpmiddelen en methoden. Ook voor dyslectische kinderen hebben we speciale methodieken in huis. Dat wil niet zeggen dat we alle vormen van dyslexie kunnen oplossen. Dyslexie is een leesstoornis die niet te genezen is. Het is zaak er zo goed mogelijk mee om te gaan en veel te oefenen. Daarbij komt dat er vele vormen van dyslexie zijn die ieder een eigen aanpak vragen. Sommige zijn op onze school goed te begeleiden, hele zware vormen kunnen om zoveel extra aandacht van een leerkracht vragen dat een school voor speciaal onderwijs nodig is. We werken net als alle andere PCBO scholen volgens het dyslexieprotocol. Daarin staat precies beschreven hoe we kunnen handelen bij bepaalde problemen. U kunt er bij de betrokken leerkrachten of juf Gea altijd naar vragen. b.
Begrijpend lezen: hiervoor gebruiken we de methode tekstverwerken in de groepen 4 t/m 8. In groep 3 is begrijpend lezen een onderdeel van de methode Veilig Leren Lezen. In de groepen 1 en 2 hebben de collega‟s de beschikking over bronnenboeken taalvaardigheid waar zij weer materiaal uit gebruiken om spelenderwijs met de jongste kinderen hiermee bezig te zijn. Verder gebruiken we de Kidsweek juniorkrant in groep 5. 2.3.3.3. Taalonderwijs Bijna alle kinderen op onze school zijn van huis uit Friestalig. We stellen vast dat de kinderen die dat niet zijn het Fries wel goed verstaan. In groep 1 en 2 wordt twee dagen per week in het Fries lesgegeven, de rest van de dagen in het Nederlands. Vanaf groep 3 geven we een dagdeel onderwijs in het Fries. In groep 7 en 8 geven we ook Engels. Tijdens de Engelse les proberen we zoveel mogelijk de Engelse taal te gebruiken. Een paar opmerkingen hierbij. In informele situaties wordt op school hoofdzakelijk Fries gesproken, ook tussen kinderen en leerkrachten en leerkrachten onderling. Alle leerkrachten verstaan het Fries perfect, wat dat betreft kunt u altijd in uw eigen moedertaal met de collega‟s op school spreken. In de lagere groepen gebeurt het dat kinderen op een Nederlandse vraag een antwoord geven in het Fries. Dat keuren we niet af! Dat is het mooie van de tweetaligheid. We stimuleren dan op speelse wijze het gebruik van het Nederlands omdat we graag zien dat de kinderen ook deze taal goed beheersen. In het taalonderwijs in Friesland is het een probleem dat wij een taal extra moeten leren aan de kinderen, terwijl onze kinderen net zoveel naar school gaan als ééntalige kinderen. Voorts hebben wij nagenoeg geen extra gelden om kinderen die van huis uit geen Nederlands spreken extra te helpen, dit in tegenstelling tot kinderen die vanuit het buitenland hier komen. Het maakt ook dat we minimaal tijd hebben voor het Fries als vak. Dat is jammer, maar momenteel willen we geen andere keus maken. We verzetten ons nadrukkijk tegen het feit dat onze kinderen zouden achterlopen bij de rest van Nederland. Uit de onderzoeken in onze groep 8 van de laatste jaren blijkt dat niet, maar onze kinderen zijn ook nog eens drietalig in groep 7 en 8! En dat zonder extra middelen en geld! Hoezo achterstand? Ze spreken en schrijven en lezen allen op goed niveau in een taal die niet hun moedertaal is!! Voorsprong dus!! a. Nederlandse taal, stellen en spelling. We gebruiken in groep 1 en 2 de al eerder genoemde bronnenboeken. In groep 3 is het taalonderwijs geïntegreerd in de methode Veilig Leren Lezen. In de groepen 4 t/m 8 werken we met Taal in Beeld. Deze methode bestaat uit twee onderdelen. Het ene onderdeel is taalonderwijs inclusief stellen in de volle breedte, het andere is een aparte leerlijn spelling. Hierin komen zowel de spelling van alle woorden als werkwoordspelling aan de orde. Voor kinderen die veel moeite ondervinden met spelling hebben we de methode Woordbouw. Zij kunnen deze methode aangeboden krijgen. Op eigen niveau kunnen zij dan toch een behoorlijke basis aan spelling verwerven. We doen dit als blijkt dat de kinderen de methode Taaljournaal te moeilijk vinden of de structuur hiervan voor hen niet geschikt is. b. Friese taal: We gebruiken de methode “Studio F”. in alle groepen is er aandacht voor de Friese taal zoals u hierboven al gelezen hebt. Verder worden er in de diverse groepen Friese boeken gelezen en voorgelezen, aandacht gegeven aan het leren lezen van het Fries en het verder oefenen met de taal met name in het lezen, spreken en eenvoudig schrijven. Enkele dagdelen per week is de Friese taal de voertaal in alle groepen.
Schoolgids 2010-2011 8
c.
d.
Engelse taal: hiervoor gebruiken we de methode The Quest. Het wordt aangeboden in groep 7 en 8. De nadruk ligt in deze lessen op het lezen, verstaan en zelf spreken. Het schrijven heeft minder aandacht. In deze boeiende methode leren de kinderen om eenvoudige gesprekken te voeren, dingen over zichzelf te vertellen en krijgen ze een basis aan Engelse woorden en een eerste fundament voor de Engelse grammatica mee. Technisch schrijven: in de groepen 1 en 2 wordt er aan voorbereidend schrijven gedaan. Dat begint met het hanteren van een potlood en eindigt met het oefenen van schrijfpatronen en het leren schrijven van de eigen naam. We beginnen bewust niet met het technisch schrijven in groep 2. Recent wetenschappelijk onderzoek toont ook aan dat kinderen daar nog niet aan toe zijn, dat motorisch nog niet aankunnen. We starten met het systematisch leren schrijven in groep 3 en dat loopt door t/m groep 6.
2.3.3.4. Wereldoriëntatie Hier zijn de kinderen al vanaf groep 1 op hun eigen niveau mee bezig. De wereld van de kinderen wordt steeds groter. Spelenderwijs leren de kinderen. Daarbij speelt een goed en doordacht thematisch aanbod van de leerkrachten een grote rol. Maar ook het spontaan reageren van wat de kinderen hebben meegemaakt. Dat wordt dan als uitgangspunt genomen voor het leren in de groepen. We hechten aan deze vakken omdat we vinden dat kinderen moeten leren over hun omgeving en de wereld waarin ze leven. Wij, die op aarde wonen, moeten de aarde verzorgen en beheren. Dat maakt kennis van die aarde nodig. Maar ook zal er verwondering zijn over de natuur, de biologie, dat wat mensen hebben gemaakt. Het kennen van de geschiedenis is belangrijk, al was het alleen maar als voorbeeld van hoe het niet moet. Het geeft echter ook inzicht in het tot stand komen van de huidige wereld, het bestaan van ons land en het niveau van welvaart bijvoorbeeld. Hierbij spelen ook aspecten van sociale vorming en goed burgerschap een rol. Goed burgerschap krijgt hier nadrukkelijk aandacht. a. Aardrijkskunde en Topografie: We gebruiken de methode Hier en Daar. b. Geschiedenis: We gebruiken de methode Een zee van tijd. In groep 5 krijgen de kinderen een introductie in het vak en een eerste aantal onderwerpen. In groep 6 beginnen we dan met een chronologische behandeling van de geschiedenis. We starten met de oudheid en eindigen in groep 8 met de laatste ontwikkelingen van eind vorige eeuw. De Canon van de Nederlandse Geschiedenis wordt in de lessen verwerkt. c. Natuuronderwijs inclusief techniek en EHBO: Met ingang van mei 2006 hebben we de methode “Leefwereld”. Deze methode voor alle groepen behelst de vakgebieden techniek, biologie en natuurkunde. d. Verkeer: In de groepen 2 t/m 7 is aandacht voor verkeersonderwijs. Dit gebeurt in groep 2 en 3 met behulp van de methode Rondje Verkeer. In groep 4 t.m. 6 worden verkeerslessen gegeven te voet en op de fiets. Alle materialen zijn van Veilig Verkeer Nederland. In groep 7 gebruiken we de jeugdverkeerskrant en doen de kinderen een praktijk- en theorie-examen. Als voorbereiding op het praktijkexamen gaan de kinderen diverse keren naar de verkeerstuin in Drachten. Verder worden de kinderen in groep 7 intensief voorbereid op het theoretisch examen. e. Geestelijke stromingen: Dit vak komt aan de orde in de bovenbouw. De kinderen krijgen dan een inleiding in de wereldgodsdiensten. We gebruiken daarvoor materiaal van o.a. de onderwijstelevisie, de map Wereldwijd Geloven en het komt aan de orde bij Aardrijkskunde, Geschiedenis en Godsdienstige Vorming. f. School TV-weekjournaal: Iedere vrijdag is er een uitzending van dit door de N.O.T. gemaakte journaal. Dit is speciaal bestemd voor de bovenbouw van het basisonderwijs. Iedere vrijdag kijken groep 7 en 8 hiernaar. De actualiteit van de week wordt dan behandeld op het niveau van de kinderen. Het Jeugdjournaal op de televisie vinden we zeker voor de hogere groepen aanbevelenswaardig. Wel hebben we door de ontwikkelingen in de wereld van de laatste tijd het idee dat bij jongere kinderen hiermee zeer voorzichtig moet worden omgesprongen. Meekijken lijkt ons gewenst. 2.3.3.5. Expressie en lichamelijke opvoeding We hechten als team aan de creatieve ontwikkeling van de kinderen. Ze kunnen talenten ontwikkelen, maar ook zich uiten in de diverse vormen. We hebben de beschikking over een methodische lijn voor tekenen, handvaardigheid, drama, dans en muziek. In elke groep wordt hieruit geput. Niet alles komt aan de orde omdat daarvoor eenvoudigweg de tijd ontbreekt. De leergang heet: Moet je Doen! a. Handvaardigheid komt wekelijks in alle groepen aan de orde. b. Tekenen komt ook regelmatig aan de orde. c. Drama/dans: In de groepen 1 en 2 gebeurt dit vast, het is onderdeel van de hele werkwijze, in de andere groepen gebeurt het incidenteel. We zetten de plannen daarvoor komend jaar op. d. Muziek: komt in alle groepen voor. Zingen gebeurt bijna dagelijks. Ieder jaar wordt door een vrijwilliger ook extra muziekles gegeven. De kinderen vinden dat erg leuk en wij zijn er zeer blij mee. Het is een verrijking van het aanbod!
Schoolgids 2010-2011 9
e. Lichamelijke opvoeding: in de groepen 1 en 2 is dat een bijna dagelijks onderdeel van het programma, de groepen 3 t/m 8 gaan twee keer gymen. Met uitzondering van groep 3 en 4; die hebben 1x gym en 1x zwemmen. De groepen 1 en 2 blijven in het speellokaal op school, de groepen 3 t/m 8 gaan naar de gymnastiekzaal. f. Zwemmen: Groep 3 en 4 gaan iedere week zwemmen op de dinsdagmiddag. Aansluitend vindt u de diploma-eisen. Doelstelling: Het schoolzwemmen is een onderdeel van de lichamelijke opvoeding. Leerlingen die het schoolzwemmen afgesloten hebben moeten in staat zijn zich in het water te kunnen redden. De Welle streeft ernaar om de oefenstof zo plezierig mogelijk aan te reiken zodat een kind verder ook plezier beleeft aan vormen van waterrecreatie. De zwemopleiding is aangepast aan de vernieuwde diploma-eisen en met name het speelse element zal nog meer als voorheen als een rode draad door de zwemlessen lopen. Inhoud zwemniveau: Niveau 1: Veel watergewenningslessen, aanleren drijven en beenslag in heupdiep water. Niveau 2: Aanleren beenslag, armslag en de combinatie armen en benen in heupdiep water. Niveau 3: Verbeteren zwemslagen, oefenen afstandzemmen, verminderen drijfmiddelen. Niveau 4 en 5: Voorbereiding A- en/of B-diploma d.m.v. afstandzwemmen, aanleren/verbeteren zwemslagen, duiken en onderwaterzwemmen. Waterdiepte 230 cm. Niveau 6: Deze leerlingen zijn al in het bezit van een A-+B-diploma en maken nu kennis met snorkelen, overlevingszwemmen, zwemmend redden. Waterdiepte 230 cm. Deze leerlingen komen in aanmerking voor een zwempaspoort. Diplomazwemmen: Drie keer per schoolzwemseizoen zal er diplomazwemmen zijn. Paspoortzwemmen: Voorgaande jaren was er voor de leerlingen van niveau 6 het paspoortzwemmen. Sinds het ABC-diploma is ingevoerd is er gestart met een andere paspoortopzet. Uitgangspunt zal zijn dat de gevorderde zwemmer een aantal zwemvaardigheden zal gaan oefenen door voor hem/haar een uitdaging vormen en die tevens aansluiten op de basis van het C-diploma. Het paspoort is dus geen C-diploma! Zwemles en/of schoolzwemmen: Er zijn leerlingen die naast schoolzwemmen ook nog naar zwemles gaan. We streven ernaar om deze twee vormen van zwemmen zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Er wordt gewerkt met vorderingslijsten waarop o.a. vermeld staat of een leerling beide lesvormen volgt en op welk niveau de leerling zwemt. Indelingssysteem leerlingen: Ieder jaar zijn er ouders die vragen waarom hun kind in een andere zwemgroep is ingedeeld dan vorig jaar of bij de zwemles op een ander niveau zwemt dan bij het schoolzwemmen. De eerste drie weken schuift de instructeur met leerlingen voordat ze definitief in een groep worden geplaatst. Dit heeft zijn tijd nodig in het belang van de veiligheid van de leerling. Na deze drie weken wordt de leerling in een vaste groep geplaatst op zijn/haar niveau. Mochten er na deze drie aanvangsweken nog vragen zijn dan kunnen deze altijd gesteld worden. 2.3.3.6. Informatie en communicatie technologie (ICT) ICT toepassingen: informatie en communicatietechologie gaan een steeds grotere plaats innemen in het onderwijs. Wij willen de kinderen leren dat ICT een goed hulpmiddel is. We willen ICT dan ook als hulpmiddel bij de andere vakken gebruiken. Zoals u weet kent het Internetgebruik ook zijn negatieve kanten. Ze zullen zelfstandig naar informatie kunnen zoeken op het internet en communiceren via e-mail. Om ongewenste situaties te vermijden is ons hele netwewrk voorzien van het filter Schools-Inn. Dit filtert ongewenste sites voor kinderen. Ook hebben we een protocol opgesteld. Daarin zijn richtlijnen opgenomen waar leerlingen en leerkrachten zich aan dienen te houden. Op die manier hopen we op een vertrouwde manier gebruik te maken van deze Nieuwe Media. U vindt de protocollen in de bijlagen achterin de schoolgids. Mocht u met betrekking tot ICT nog vragen hebben, neemt u dan contact op met meester De Vries. Hij is degene die alles coördineert en organiseert met betrekking tot ICT. Onze voorzieningen: We hebben de beschikking over een netwerk met meer dan 40 computers in de school, alle aangesloten op internet. Achter in de school hebben we een ruimte met 27 computers zodat we met hele klassen tegelijk kunnen werken. De beamer maakt het mogelijk met behulp van een laptop de kinderen exact op een groot scherm te laten zien wat zij op de pc moeten doen. Zo hebben we een zeer effectieve infrastructuur opgebouwd. Bijna alle software draait op de server waardoor het niet uitmaakt waar de kinderen zitten. Ze kunnen op elke computer hun werk doen, werkstukken afmaken etc. . Ook alle lokalen beschikken over één aansluiting voor de leerkrachten met een smartbord in de groepen 3 t/m 8. Voor de kleuters hebben we drie machines in iedere groep, zodat zij niet ver van hun eigen lokaal hoeven werken. Zij kunnen dan dichter bij hun eigen klas werken.
Schoolgids 2010-2011 10
Leerkrachten: Voor ons vraagt de technologische ontwikkeling ook voortdurende studie. Dit gebeurt in de school onder leiding van meester De Vries. Alle collega‟s beschikken over basisvaardigheden als werken met de tekstverwerker, e-mail en Internet en kunnen de basale handelingen verrichten die nodig zijn om de kinderen met de computers te laten werken. Voorts heeft men inzicht in de programmatuur waar de kinderen mee werken. Leerlingen: Vanaf groep 1 werken de kinderen met de computer. Altijd met programma‟s op het niveau van de kinderen. Het betreft geen spelletjes maar het gaat om het op een andere, vaak speelse manier van leren in de onderbouw. Verder werken de kinderen vanaf groep 5 bij diverse vakken met de tekstverwerker en leren we ze gebruik te maken van het internet. Ons systeem is beveiligd zodat de kinderen niet op sites komen die niet aan onze normen voldoen. Groep 7 en 8 doen een cursus typevaardigheid. Verder kunt u bij de leerkrachten of meester de Vries extra informatie krijgen. Ook kunt u eventuele vragen kwijt op de informatieavond in september. Wellicht dat u dan ook kunt zien hoe de kinderen er mee werken in de diverse groepen. 2.3.3.7. Hoe houd ik mijn spreekbeurt De voorbereiding van een spreekbeurt is erg belangrijk. Je kunt niet de avond ervoor “even” een spreekbeurt maken. Je moet ruim van te voren materiaal verzamelen. Dit materiaal bestaat meestal uit boeken, tijdschriften en folders. Heel vaak zal dit in de bieb of op school wel te vinden zijn. Ook kun je natuurlijk internet gebruiken. Als je het materiaal gevonden hebt, ga je dit lezen. Meestal heb je veel te veel informatie. Voor jezelf moet je nu gaan bepalen wat jij belangrijk genoeg vindt om te vertellen. Daarna ga je hoofdstukjes maken. Daarmee kun je de spreekbeurt in onderwerpen opdelen. Andere onderdelen van je spreekbeurt zijn: vragen stellen / beantwoorden, voorwerpen rond laten gaan. Heel veel spreekbeurten beginnen met de geschiedenis van het onderwerp. Ook een omschrijving (dier) kan goed. Als afsluiting van een spreekbeurt kun je het beste een paar vragen stellen aan de klas. Hoe begin ik? Schrijf de spreekbeurt helemaal op. Lees de spreekbeurt daarna hardop een paar keer voor jezelf voor. Ga dan een samenvatting maken. Dit doe je door de kernwoorden (= belangrijkste onderwerpen) op te schrijven. Probeer daarna de spreekbeurt zoveel mogelijk uit je hoofd te vertellen. Op je “spiekbriefje” dat voor je ligt, heb je de belangrijkste woorden staan. Blijf zoveel mogelijk de klas inkijken. Probeer niet steeds naar dezelfde kinderen te kijken. Een spreekbeurt duurt ongeveer 10 minuten. Oefen de spreekbeurt een keertje voor je ouder(s), broertjes / zusjes of voor de spiegel. Aan het eind van je spreekbeurt de spulletjes rond laten gaan. Doe dat NOOIT tijdens de spreekbeurt, dan letten de kinderen niet op jou, maar op de spulletjes. Als je een dier meeneemt, laat deze aan het begin en het eind zien. Niet tijdens jouw verhaal. Dieren maken onverwachte geluiden en bewegingen waardoor de kinderen niet meer naar je luisteren. Plaatjes en tekeningen op het bord; denk eraan dat iedereen dit moet kunnen zien. Hele kleine plaatjes hebben dus geen zin. Ga het bord niet versieren met allerlei vlaggetjes, bloemetjes e.d.. Dit hoort niet bij de spreekbeurt. Veel succes! 2.4.
Speciale voorzieningen in het schoolgebouw
Plattegrond van de school
Schoolgids 2010-2011 11
Hoofdstuk 3. 3.1.
De zorg voor kwaliteit
Kwaliteitsbeleid
Als school zetten we alles in het werk om uw kind zo goed mogelijk te begeleiden. Op het leveren van kwaliteit worden we door de schoolinspectie ook gecontroleerd. Alle scholen van PCBO Smallingerland vinden het belangrijk ook zelf de kwaliteit van de school in kaart te brengen en van daaruit de schoolontwikkeling verder aan te sturen. We gebruiken daarvoor allemaal het kwaliteitsinstrument KMPO (Kwaliteits Meter Primair Onderwijs). Het KMPO brengt de huidige situatie van de school in kaart en geeft aan wat beter zou kunnen. Het instrument is opgezet vanuit een breed landelijk kwaliteitsdenken. De kwaliteitsindicatoren van de inspectie zijn erin verwerkt. Het instrument kan met vragen worden aangepast én uitgebreid aan de situatie van de school of aan een specifieke ontwikkeling van de school. Om inzicht te krijgen hoe u als ouder onze schoolontwikkelingen ervaart, hoe de kinderen naar de school kijken, zullen we op gezette tijden ook ouders én kinderen van groep 6 t/m 8 vragen een enquête in te vullen. Dit kunnen ouders zijn uit een bepaalde bouw van de school, een doorsnede van alle ouders van de hele school, of alle ouders. Bij bovenbouwkinderen kunt u ook denken aan een doorsnede van de bovenbouw of aan alle kinderen. De gegevens van de enquête verwerken we in een overzicht. Van daaruit zal de school een keuze maken voor ontwikkeling in de aangegeven aandachtspunten. De resultaten en de eventuele actiepunten worden aan u als ouders gepresenteerd. Op deze manier nemen we ook in het kwaliteitsdenken uw mening serieus. Op school is meer informatie aanwezig hoe we als PCBO-scholen en als school de totale kwaliteitszorg vorm geven. U kunt hiervoor terecht bij de directie van de school. Voor onze school zal het betekenen dat we in een vast 4 jaarlijks schema aan kwaliteit willen werken. Voor het komende jaar willen we voor de herfstvakantie alle enquêtes afnemen. Evaluatie 2008-2009 Afgelopen jaar hebben we weer heel veel zaken in het bijzonder gedaan. We zijn blij dat we alle punten die we wilden aanpakken ook hebben kunnen aanpakken. U vindt ze in de bijlage, schooljaarplan 2009-2010 bijgevoegd achter in de schoolgids. Voor komend jaar ligt het kernpunt bij de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Dat willen we graag extra verbeteren. Daarvoor hebben we nieuwe methodes gekocht voor lezen in groep 3 en voortgezet technisch lezen voor groep 4 en hoger. Verdere details vindt u in bijlage 6. Deze staat op onze website in een “los” document i.v.m. de lay-out. In de papieren versie wordt deze bijlage bijgevoegd. Evaluatie 2009-2010. Afgelopen jaar hebben we ons bezig gehouden met vele zaken. Rode draad door alles heen is verbetering van de onderwijskwaliteit met een sterk accent op alles wat met taal te maken heeft. Zo is er veel aandacht gegeven aan het verbeteren van de woordenschat hetgeen we via de toetsen ook kunnen vaststellen. We hebben ons bezig gehouden met hoe we de kinderen beter kunnen leren begrijpend lezen. Komend jaar zullen we ook kijken naar een nieuwe methode. Veel aandacht ook voor Frysk. Als team zijn we nu halverwege een staveringscursus Frysk. Komend jaar doen we het tweede gedeelte. Het zelfstandig werken en de instructiekwaliteit zijn diverse malen besproken en verder verbeterd. Ook hier gaat het om het optimaal begeleiden van de kinderen en streven naar het beste van en voor de leerlingen. Extra aandacht is ook besteed aan het lezen in groep 3. Deskundige ondersteuning door interne en externe deskundigen. Resultaat: stijgende resultaten! We zijn er trots op en gaan er mee verder!! Op het gebied van ICT hebben we nieuwe software voor woordenschat ingevoerd. Zijn er nieuwe smartborden geplaatst en werken we steeds meer met de borden. Intern en extern wordt scholing gevolgd om alle mogelijkheden uit het bord te halen. Veel tijd is gegaan in het opstellen van groepsplannen voor de hoofdvakken. Hierin wordt nauwkeurig gekeken naar de resultaten van de kinderen en de planning van het onderwijs. Dit wordt vastgelegd. In het hele streven naar kwaliteit hebben we nu voor alle vakken duidelijk onze afspraken beschreven. Jaarlijks evalueren we deze afspraken. Zo borgen we de kwaliteit van het onderwijsproces. Het veiligheidsbeleid hebben we in concept ook klaar. Komend jaar zetten we daarin de puntjes op de i. Qua personeel hebben we Anneke Bijma bijna het hele jaar moeten missen. We zijn dankbaar dat Geertje-Marijke van der Pol haar het hele jaar zo goed heeft vervangen. Financieel merken we dat er bezuinigingen worden doorgevoerd. Het maakt dat we goed op moeten passen. Door oppassendheid en slimme inzet van materialen willen we voorkomen dat we concessies aan de kwaliteit van het onderwijs moeten doen.
Schoolgids 2010-2011 12
Hoofdstuk 4. 4.1.
DE ZORG VOOR DE KINDEREN
Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school
In dit hoofdstuk vertellen we hoe we zo goed mogelijk proberen de ontwikkeling van de kinderen te begeleiden en volgen. 4.1.1. Het volgen we de ontwikkeling van de leerlingen Voor goed onderwijs is het essentieel dat we de voortgang in de ontwikkeling van de kinderen goed in de gaten houden. Dat doen we op verschillende manieren. In dit hoofdstuk zetten we dat voor u uiteen. a. Bijna dagelijks wordt werk van de kinderen bekeken door de leerkrachten. b. We observeren kinderen al dan niet met behulp van observatie- en checklijsten. Denkt u hier met name aan gedrag, werkhouding, beweging. c. De kinderen maken toetsen die bij de methoden horen, dit geldt vanaf groep 3. Dat geldt voor rekenen, taal, dictee, wereldoriëntatie etc. d. Leerlingvolgsysteemtoetsen. Dit zijn toetsen op het gebied van taal, lezen en rekenen. Het zijn landelijk genormeerde toetsen waarop we goed kunnen zien hoe de kinderen zich ontwikkelen en het geeft een beeld van de leerstof die de leerlingen nog niet beheersen. Al deze resultaten worden besproken tussen de intern begeleider en de leerkrachten. Zo houden we met elkaar in de gaten hoe onze kinderen zich ontwikkelen en hoe we ons onderwijs moeten verbeteren, aanpassen en we kunnen ook vaststellen waar we het heel goed doen!! In groep 1 en 2 nemen we een taaltoets af, zodat we ons onderwijs goed kunnen afstemmen op wat de kinderen nodig hebben. In groep 2 gebruiken we de toets fonemisch bewustzijn en de begrippentoets. Ordenen is een voorloper voor het rekenen. De begrippentoets kijkt of de kinderen alle begrippen kennen die nodig zijn om te starten met het leesproces in groep 3. Voor kinderen die moeite hebben met taal hebben we een uitgebreide taaltoets ter beschikking, die we afnemen bij twijfels over de taalontwikkeling e. Cito-eindtoets en drempeltoets in groep 8. Eerst nemen we de drempeltoets af. De vaardigheden van de kinderen zoals door de leerkracht geobserveerd, in combinatie met de drempeltoets, bepalen het schooladvies. f. De Citotoets is bedoeld om te kijken naar ons onderwijs en hoe we het als school doen. Er is geen sprake van dat een toets van doorslaggevend belang is voor de keuze van vervolgonderwijs. Het is geen examen. We hechten eraan de cultus die in Nederland ontstaat omtrent de eindtoetsen, buiten de deur te houden. Wij weten na 8 jaar echt wel wat de kinderen kunnen. Wel hebben we graag een schriftelijk overzicht, een bevestiging. Kortom we gaan hier heel ontspannen mee om. g. Pravoo. Dit is het systeem dat we gebruiken in groep 1 en 2. Hiermee worden alle vaardigheden van het kind geobserveerd. Op de rapportavonden in de groepen 1 en 2 worden de resultaten van de observaties met u besproken, zodat u een goed overzicht krijgt van de ontwikkeling van uw kind. h. Rapporten. Twee keer per jaar krijgen alle kinderen een rapport. In groep 1 en 2 krijgen de kinderen alleen aan het eind van het jaar een rapport ( op de eerste rapportavond wordt met de ouders de voortgang van de kinderen besproken aan de hand van het Pravoo leerlingvolgsysteem ). U wordt dan uitgenodigd voor een gesprek op school. We verwachten dan dat u allen ook daadwerkelijk komt. In dit gesprek delen wij u mee welke scores uw zoon/dochter heeft gehaald op het Cito leerlingvolgsysteem. Deze gegevens vermelden wij bewust niet op het rapport. Het rapport is een weergave van de totale ontwikkeling van het kind waarbij de scores op de methode-gebonden toetsen een doorlopend en reëler beeld geven van uw kind dan alleen een Cito-score. Wel blijft de Cito-score een belangrijk ijkpunt. Het vermelden van de Cito uitslagen zou o.i. een focus leggen op juist deze resultaten en het belang van alleen de cognitieve ontwikkeling te veel benadrukken. Dit temeer daar de Cito-toetsen maximaal twee keer per jaar worden afgenomen en daarmee wel een beperkte momentopname zijn. 4.1.2.
Uitgelicht: groep 1 en 2
Hoe volgen we de kinderen of: ons leerlingvolgsysteem in groep 1 en 2. Niet alle kinderen ontwikkelen zich hetzelfde. Sommige kinderen hebben moeite om goed te luisteren, andere kinderen hebben een zeer grote woordenschat, weer andere kinderen kunnen nauwelijks zelf spelen, terwijl er ook kinderen zijn die veel interesse voor cijfers en getallen hebben. Dat betekent dat het nodig is de ontwikkeling van de kinderen goed te volgen. Hoe gaat dat bij ons op school? Als een kind een maand bij ons op school is bekijken we het kind voor het eerst systematisch. We kijken dan of het kind mee kan doen met wat we op school doen en we kijken of er geen grote problemen zijn met bijvoorbeeld de taal. Meestal geven we kinderen met achterstanden een half jaar de tijd om zich spontaan te ontwikkelen. Daarnaast vullen we drie keer per jaar voor ieder kind een ontwikkelingskaart in van ons leerlingvolgsysteem. We doen dat met een kaart waarop dertig kenmerken van een kind bekeken worden. We kijken naar het gedrag van het kind in de kring, het spelen, het werken, de taal, het omgaan met anderen, de waarneming enz.. Zo kunnen we zorgvuldig vaststellen of een kind een ontwikkelingsvoorsprong heeft, zich voldoende ontwikkelt of een vertraging in de ontwikkeling vertoont of misschien bepaalde problemen heeft. Wat hoort u daarvan? Als we bij het schoolbegin vinden dat uw kind op school al speciale hulp nodig heeft dan hoort u dat ook op dat moment van ons.
Schoolgids 2010-2011 13
Als er verder in de schoolloopbaan problemen zijn die we vaststellen met de kaart van het leerlingvolgsysteem dan hoort u dat ook van ons. Vooral op de twee gespreksavonden zult u horen wat we van de ontwikkeling van uw kind vinden. We hebben ook een speciale ouderkaart waarop we u kunnen laten zien hoe uw kind zich ontwikkelt. Maar bij ernstige problemen zult u dat ook op andere momenten horen. We overleggen met u en vragen u ook wat u van de ontwikkeling van uw kind vindt. We geven vervolgens dan ook aan wat we op school aan die problemen gaan doen en soms zullen we u vragen thuis aan te sluiten bij de begeleiding die we op school uit gaan voeren. In andere gevallen moet dat juist niet om het kind niet over te belasten. Wat doen we er op school aan? Als een kind problemen in de ontwikkeling heeft die het zelf niet kan verhelpen, dan is er speciale begeleiding nodig. Op school zullen we dan ook speciale dingen met uw kind gaan doen. Soms zullen we met het kind oefenen hoe het in de kring beter mee kan doen. Het kan ook betekenen dat we het kind leren om anders te spelen. Ook kan het voorkomen dat we uw kind leren hoe het met anderen om kan gaan. Wat we precies gaan doen hoort u van ons. De speciale hulp vindt meestal gewoon in de klas plaats. In een enkel geval roepen we de hulp in van collega‟s of deskundigen van buiten de school. Mochten wij dat nodig achten dan hoort u dat eerst weer van ons. Wat kunt u er aan doen? Het is voor uw kind belangrijk dat de hulp op school en thuis bij elkaar aansluit. Op school hebben we ouderbrieven waarin staat aangegeven wat u thuis kunt doen. De brieven sluiten aan bij de werkwijze op school. Soms vraagt de begeleiding op school al zo veel van uw kind dat we adviseren er thuis juist niets aan te doen. Naar groep 3? Doordat we de kinderen nu systematisch volgen in hun ontwikkeling is nu ook aan het eind van groep 2 vrijwel altijd duidelijk of het kind toe is aan groep 3 of niet. U “groeit” in overleg met de leerkrachten mee naar dat moment toe. Vanuit de gegevens zullen we dan ook aangeven of het kind het jaar daarop naar groep 3 kan of niet. De gegevens voor de onderbouwing daarbij zijn u dan ook bekend. 4.1.3.
Mijn kind is geen gemiddelde leerling! Wat nu? Hoe gaat dat op school?
In dit hoofdstuk willen we u uitleggen wat we doen als uw kind niet de “gemiddelde” leerling is. Het kan zijn dat uw kind meer leerstof nodig heeft, of juist minder, het loopt op zijn of haar tenen. Anderen kunnen het wel aan, maar ze zijn te snel afgeleid. Misschien heeft uw kind dyslexie? Maar ook sociaal emotionele problemen kunnen het leren belemmeren. Observatie: Eerst zullen we door observatie en toetsen moeten vaststellen dat het kind speciale aandacht nodig heeft. In een eerder hoofdstuk hebben we hier al één en ander over geschreven. Analyse: Als we vaststellen dat het kind niet met het standaard programma mee kan, het zich langzamer of sneller ontwikkelt, of dat het sociale en/of emotionele problemen heeft, zullen we naar de oorzaak moeten gaan zoeken. Dat kan door middel van onderzoek dat we meestal intern zullen uitvoeren. In bijzondere situaties kunnen en zullen we deskundigen van Cedin vragen dat te doen. Wat te doen? Als we weten wat het kind nodig heeft gaan we kijken hoe we dat kunnen doen. Misschien is extra oefening nodig. Maar misschien ook wel een heel andere aanpak. Of intensievere begeleiding in gedrag. We proberen dit zo concreet mogelijk aan te geven. Handelingsplan: In dit plan leggen we concreet vast wat we met het kind gaan doen, wanneer en welke hulpmiddelen we gebruiken. Evaluatie: Na een periode van twee maanden kijken we hoe de aanpak bij de leerling heeft gewerkt en bezien we hoe we verder gaan. Leerlingbespreking: Vier keer per jaar bespreekt de intern begeleider met de leerkrachten alle kinderen. Kinderen met meer dan gemiddelde zorg komen daarbij uitgebreid aan de orde. In die gesprekken kijken we naar de totale ontwikkeling van het kind en bekijken wat nodig is aan speciale acties. Andere leerlijnen: Het kan zijn dat de standaard leerlijn die we op school hanteren voor uw kind niet de juiste is. Met name dyslectische kinderen kunnen behoefte hebben aan een andere spellingsaanpak. Dat verzorgen we dan ook voor deze kinderen. Dit geldt ook voor andere vakken. Wel gebruiken we altijd een duidelijke leerlijn/methodiek omdat we een duidelijke opbouw willen hebben in de leerstof van de kinderen. Deze staan vermeld bij de eerder besproken vakgebieden in hoofdstuk 3. Contact met de ouders: We vinden het belangrijk dat u goed op de hoogte blijft als uw kind speciale zorg nodig heeft. U zult dan vaker dan bij andere leerlingen contact hebben met de leerkrachten en de intern begeleider. Mocht u zelf vragen hebben over de ontwikkeling neemt u dan altijd contact op met school!
Schoolgids 2010-2011 14
Dyslexie: Dyslexie lijkt wel een modeverschijnsel, een soort ziekte of zo. Wat is het nu eigenlijk? Dyslexie is een ernstige lees- en/of spellingstoornis. Het proces van leren lezen en spelen verloopt langzaam of zelfs heel moeizaam terwijl je gezien de intelligentie van het kind zou verwachten dat het kind het wel goed zou kunnen. Dyslexie is niet te genezen. Wel kunnen we proberen er zo goed mogelijk mee om te gaan. Dyscalculie: Dit begrip is nieuwer en duidt op ernstige en hardnekkige rekenproblemen. Deze kinderen hebben vaak moeite met het onthouden van bijvoorbeeld tafels en met inzicht in wat ze met rekenen nu eigenlijk doen. Speciaal basisonderwijs: Op onze school kunnen we de kinderen veel aanpassingen geven zodat ze fijn op de Grûnslach kunnen blijven. Er kunnen zich echter situaties voordoen dat we moeten zeggen: dit redden we niet meer of we zien dat het kind op onze school ongelukkig wordt. Dat zijn redenen om te kijken of een school voor speciaal basisonderwijs voor het kind niet beter zou zijn. In de praktijk komt dit heel weinig voor. 4.2. Ononderbroken ontwikkeling In algemene zin geldt dat we het ouderwetse zittenblijven, een situatie waarin een kind niet naar een hoger leerjaar ging en weer van voren af aan dezelfde leerstof moest doorlopen, al jaren niet meer toepassen. Uitgangspunt is steeds: Wat kent het kind al en wat niet? Van daaruit kijken we waar de leerling organisatorisch het beste kan worden ondergebracht. Als het toe is aan de meeste leerstof van het volgende leerjaar gaat het door. Als het op de meeste hoofdvakken een te grote achterstand heeft, dan kan het zijn dat we zeggen: blijf organisatorisch nog maar een jaar in deze groep, maar je werkt gewoon verder waar je bent gebleven. Deze kinderen werken dan op hun eigen niveau door. Afhankelijk van wat zij aankunnen. Hetzelfde geldt voor kinderen die een enorme voorsprong hebben. Voor beide categorieën geldt: we geven maximaal een jaar extra of een jaar versnelling. Dit ook in verband met de leeftijd die de kinderen hebben op het moment dat zij naar het voortgezet onderwijs gaan. 4.2.1. Bevordering groep 1,2 en 3 Veel vragen zijn er vaak over bevordering in de groepen 1 t/m 3. Hieronder volgen de beleidspunten die we in dezen hanteren. 1. Om goed bij te houden hoe de leerling zich ontwikkelt gebruiken we in groep 1 / 3 het Pravoo Leerlingvolgsysteem. 2. Met de gegevens van Pravoo, de Citotoets en het oordeel van de leerkracht bepalen we of een kind doorgaat naar de volgende groep. Het moet dan in principe de 80% -grens gehaald hebben op de meeste onderdelen: denk aan sociale vaardigheden, motorische vaardigheden, cognitieve vaardigheden. 3. In groep 1 en 2 nemen we de Citotoets “Taal voor kleuters” af. In groep 2 nemen we ook de Citotoets ordenen af. 4. Wanneer de leerkrachten in het voorjaar twijfels hebben of de leerling na de zomervakantie kan starten met het onderwijs in groep 2 en 3 zullen zij een gesprek hebben met de betrokken ouders. 5. Het kan zijn dat kleuters meer tijd nodig hebben om zich alle vaardigheden eigen te maken die nodig zijn voor een start van het leren lezen in groep 3; bij kinderen waarbij we twijfelen nemen we dan het Pravoo groep 3 rijpheidprotocol af. Dit gebeurt in de maanden april t/m juni. In de tussenliggende tijd van april t/m juni wordt ook extra aandacht gegeven aan de betrokken kinderen. Aan de hand daarvan zullen we met een definitief advies naar de ouders komen. Dit advies is bindend. We vinden het erg belangrijk dat er een goede keus gemaakt wordt; een foute beslissing kan zeer vervelende gevolgen hebben voor de toekomst van de betrokken leerling. We handelen dus niet volgens de oude 1 oktober- telling, maar kijken puur naar het kind. 4.3.
De speciale zorg
4.3.1. Veel gestelde vragen over leerlingenzorg Uitleg van de meest gestelde vragen over leerlingenzorg. Wat is leerlingenzorg? Leerlingenzorg is het bijhouden en begeleiden van de ontwikkeling van de kinderen bij ons op school door de intern begeleider. Elke lesmethode wordt na een aantal lessen afgesloten met een toets. Dit zijn de methode-gebonden toetsen. Twee keer per schoolseizoen zijn er toetsperiodes. In deze periodes worden kinderen door methode-onafhankelijke testen getoetst. De scores worden vastgelegd en vergeleken of een kind vooruit is gegaan of juist stil is blijven staan in zijn of haar ontwikkeling.
Schoolgids 2010-2011 15
Wat doet een intern begeleider? Het organiseren en verwerken van alle leerlingvolgsysteemtoetsen. Samen met de directie de uitslagen van de toetsen evalueren. Eventueel zorgkinderen nader bekijken, leerkrachten ondersteunen bij het maken van groepsoverzichten, leerlingbesprekingsvergaderingen leiden, leerkrachten begeleiden en coachen. De scores worden berekend in niveaus. Bij Citotoetsen -niet de eindtoets van groep 8- wordt er een A, B, C, D of E gescoord. A is het hoogste, E het laagste. D en E zijn onvoldoende scores, meestal volgt dan speciale aandacht. Dit wordt aangegeven in het groepsplan. Wanneer er sprake is van een zeer ernstig probleem krijgt het kind een individueel handelingsplan (plan waarin staat wat het kind extra moet oefenen). Na een aantal weken wordt opnieuw bekeken of er vooruitgang is. Wat doen we met leerlingen die onder of boven het gemiddelde scoren? Kinderen die heel erg achterblijven in hun ontwikkeling worden eerst op school nader bekeken door de intern begeleider. Daarna wordt er een handelingsplan opgesteld en wordt er geoefend op dat onderdeel waar het kind moeite mee heeft. Na ongeveer twee maanden wordt opnieuw bekeken hoe het gaat. Gaat het kind na veel oefenen niet vooruit, dan wordt het kind in overleg met de ouders aangemeld voor een test van Cedin ( dit is de schoolbegeleidingsdienst ). Vaak zijn er vermoedens van bijv. dyslexie. De test wordt dan aangevraagd met de vraagstelling: ”Is er bij dit kind sprake van dyslexie?” De intelligentie van de kinderen wordt door deze testen berekend en men kan zien of een kind bij ons op school kan blijven of dat het misschien beter is om het speciaal onderwijs te volgen. Wat is nu ambulante hulp? Ambulante hulp houdt in dat de leerkrachten en interne begeleider tips en adviezen krijgen van een deskundige leerkracht van een speciale school. Zij begeleiden een periode de leerkracht en intern begeleider. De begeleiding van ambulante hulp wordt afgesloten wanneer het goed gaat met de leerling en de leerkracht er zelf mee verder kan. Wanneer een leerling aan speciale voorwaarden voldoet krijgt de school extra formatie. Ambulante hulp begeleidt dus geen leerlingen. Via de schoolbegeleidingsdienst kunnen wij ook ambulante hulp vragen. ( = rugzakleerling gebonden ) zie ook hoofdstuk 4.10. Mogen ouders het leerlingdossier van hun kind bekijken? Ja, in overleg met de intern begeleider, zodat deze uitleg kan geven over de gegevens in het dossier. Het dossier mag op school bekeken worden, maar mag niet mee naar huis genomen worden. Extra formatie. Kinderen die aan speciale eisen voldoen, en dan moet u vooral denken aan een lichamelijke handicap, kunnen extra uren krijgen van een leerkracht. Dat is dan zo‟n 2 uur per week. Deze uren voor een leerkracht formatie genoemd, wordt betaald door het rijk. Het gaat hier om een rugzakje. Zie ook hoofdstuk 4.10. Plusklas. PCBO Smallingerland heeft voor (hoog)begaafde kinderen een Plusklas. Op woensdag komen deze kinderen voor een speciaal programma bij elkaar in een lokaal op basisschool De Spreng in Drachten. Als er een leerling van onze school in aanmerking komt, besprekende leerkrachten dat met u en informeren u verder.
4.4.
Jeugdgezondheidszorg
Wat kunt u van de GGD verwachten? GGD Fryslân wil een gezonde groei en ontwikkeling van het kind bevorderen. * Gezondheidsonderzoeken Op verzoek van de arts van het consultatiebureau kan een kind in groep 1 worden uitgenodigd voor een onderzoek. Onderzoek in groep 2: Dit is een uitgebreid lichamelijk onderzoek en een gesprek over opvoeding, gedrag en gezondheid. Onderzoek groep 7: Dit is een onderzoek van lengte, gewicht en gezichtsvermogen. Voor het onderzoek vult de ouder/verzorger een vragenlijst in over opvoeding, gedrag en gezondheid. * Telefonisch spreekuur Als u vragen hebt over de gezondheid van uw kind, kunt u dit tijdens het telefonisch spreekuur bespreken met de arts of met de verpleegkundige. De tijd van het spreekuur is bekend op school. * Onderzoek op verzoek U kunt voor uw kind een extra onderzoek of gesprek aanvragen. Dit kunt u doen tijdens het telefonisch spreekuur. * Hygiëne en veiligheid Voor vragen op het terrein van hygiëne, veiligheid, infectieziekten, astma enz. kunt u terecht bij de GGD. * Gezondheidsbevordering De GGD helpt scholen bij het opzetten, ontwikkelen of uitvoeren van gezondheidsprojecten, voorlichting, lesmateriaal, ouderavonden enz..
Schoolgids 2010-2011 16
* En verder…… In sommige gemeenten doet een logopediste van de GGD bij alle vijfjarigen een onderzoek naar de taalen spraakontwikkeling. Ook kunnen andere kinderen op verzoek van ouders of school worden onderzocht door de logopediste. Contactpersoon voor PCBO Smallingerland is: Mw. C. Wicherson. Tel:088-2299906 / 06-55387860 email:
[email protected] Algemeen tel.nr. JGZ 088-2299440 GGD Fryslân, Bezoekadres: Lange Marktstraat 14, Postbus 612, Leeuwarden 8901 BK Leeuwarden. tel: 058-2334334 E-mail:
[email protected] Website: www.ggdfryslan.nl 4.5.
Schoolgerichtmaatschappelijk Werk
Op vierjarige leeftijd gaat uw kind naar de basisschool. In deze periode maakt het een hele belangrijke fase in zijn leven door. Hij gaat de wereld om zich heen verkennen. Hij groeit op van peuter tot puber. Zoals we allemaal weten, verloopt dat niet altijd vlekkeloos. Soms is aan het gedrag van een kind te zien, dat het niet goed met hem gaat. Soms laat hij op een andere manier merken, dat hem iets dwars zit. Omdat deze periode belangrijk is voor zijn verdere leven, is er bij ons op school, naast aandacht voor het leren lezen, rekenen en schrijven en alle andere vakken, ook aandacht voor zijn psychische en sociale ontwikkeling. Immers, een kind dat zich lekker voelt, kan veel gemakkelijker de stof opnemen dan een kind dat problemen heeft. Wanneer u als ouder/verzorger zich zorgen maakt over uw kind, kunt u daar altijd met de leerkracht over praten. U kent uw kind immers het beste en meestal komt u er samen wel uit. Wanneer er echter zorgen blijven, kan de Schoolgerichtmaatschappelijk werker ook worden ingeschakeld. Ook de leerkracht van school kan zorgen hebben over uw kind. Hij/zij zal daar met u als ouder/verzorger over praten. Soms zal de school constateren, dat er professionele hulp nodig is. Met uw toestemming kan dan het Schoolgerichmaatschappelijk Werk worden ingeschakeld. Samengevat: wanneer Schoolgerichtmaatschappelijk Werk? Wanneer u of de school zich zorgen maakt over uw kind, kan een beroep worden gedaan op de schoolmaatschappelijk werker. De school initieert dit. Altijd met uw instemming. Hij/zij zal met u als ouder of verzorger een gesprek aangaan, om de zorgen van de school en/of van u te bespreken. Samen wordt er naar een oplossing gezocht. Ook kan de Schoolgerichtmaatschappelijk werker advies en consultatie aan leerkrachten en IB-ers geven over de benadering van kinderen met sociaal-emotionele problemen. Wanneer u problemen ervaart bij de opvoeding van uw kind, kan ook, via de IB-er van de school, de schoolmaatschappelijk werker voor een gesprek hierover worden gevraagd. Schoolgerichtmaatschappelijk Werk wordt door de Gemeente Smallingerland aan alle scholen in Smallingerland aangeboden. 4.6.
De begeleiding van de kinderen naar het voortgezet onderwijs
* Procedure ten behoeve van de schoolkeuze In november/december vindt er overleg plaats tussen het CSG Liudger in Drachten en de leerkracht van groep 8. Dan worden er afspraken gemaakt over hoe de aanmeldingsprocedure zal verlopen. Vrijwel alle leerlingen van onze school gaan naar CSG Liudger in Drachten. De verschillende LWOO VMBO HAVO VWO
richtingen die de kinderen daar kunnen volgen zijn: Leerweg Ondersteunend Onderwijs Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs Hoger Algemeen Voorbereidend Onderwijs Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
Na 1 jaar (gymnasium) of 2 jaar (basisvorming) maken de kinderen een definitieve vervolgkeuze. Bij het geven van een advies houdt de leerkracht van groep 8 rekening met het leerlingdossier dat te vinden is in de groepsmap. De leerlingen van groep 8 maken in december de drempeltest van Cedin. Deze toets wordt door de psycholoog van Cedin besproken met de leerkracht van groep 8. De leerlingen doen ook de Cito-toets. Het schooladvies wordt gegeven voor de Cito-eindtoets. De Citotoets dient met name om het schoolniveau te bepalen. De leerkracht van groep 8 bespreekt tijdens een ouderbezoek de resultaten van de verschillende toetsen met de ouders en brengt advies uit over het vervolgonderwijs. Wanneer er overeenstemming is over het advies, meldt de leerkracht van groep 8 de kinderen aan bij het voortgezet onderwijs. Wanneer het nodig is vindt er nog overleg plaats tussen de leerkracht van groep 8 en de coördinatoren van de basisvorming. De scholen voor Voortgezet Onderwijs houden onze school op de hoogte van de vorderingen van onze oud-leerlingen gedurende de eerste drie jaar die onze oud-leerlingen op het Voortgezet Onderwijs zitten.
Schoolgids 2010-2011 17
4.7.
Buitenschoolse activiteiten
Sport: Onze school maakt gebruik van het aanbod "schoolsporttoernooien", georganiseerd door de gemeente Smallingerland. Aan de volgende toernooien doen we in ieder geval mee: dammen, basketbal, korfbal, volleybal en voetbal. De data hiervoor worden bekend gemaakt via de nieuwsbrieven, of een apart bericht. 4.8.
Huiswerk
Met het geven van huiswerk zijn we op de Grûnslach terughoudend. Dit vanuit de gedachte dat we vinden dat de kinderen zoveel mogelijk na schooltijd moeten kunnen spelen en deelnemen aan sport, spel en verenigingsleven. Wat geven we wel aan huiswerk mee? In groep 3 : oefenen (extra) woordjes In groep 4 t.m. 8 : oefenen van spelling In groep 5 t/m. 8 : het voorbereiden van een spreekbeurt In groep 5 t/m. 8 : leerwerk voor repetities aardrijkskunde en geschiedenis In groep 7 en 8 : het eventueel afmaken van een werkstuk thuis 4.9.
Kindermishandeling
Kindermishandeling is helaas een erg actueel thema. Ook op school hebben we ons als leerkrachten gebogen over de vraag: “Stel dat we kindermishandeling vermoeden, hoe gaan we daar dan mee om?” We hebben besloten om daarvoor het protocol te gebruiken dat de GGD Fryslân heeft gemaakt. Dit protocol is op school ter inzage. Mocht u hieromtrent vragen hebben of zorgen, dan kunt u terecht bij Albert Jan Tiemens. Neemt u in die gevallen gerust contact op! 4.10. Leerlinggebonden financiering Wat is leerlinggebonden financiering (LGF)? “De rugzak”, officieel heet het leerlinggebonden financiering en is bedoeld om ouders meer keuzevrijheid te geven tussen regulier en speciaal onderwijs. De middelen die voor een kind met een handicap of een stoornis nodig zijn om onderwijs te volgen, gaan als het ware in een “rugzakje” mee als het naar een reguliere school gaat. Overigens krijgen ouders die middelen niet zelf in handen. De school ontvangt een gedeelte van de middelen. De school kan deze middelen o.a. als volgt besteden: scholing van de leerkrachten, extra- of aangepaste materialen kopen, ondersteuning verlenen aan de groepsleerkracht, extra hulp van de remedial teacher (RT-er). Leerlinggebonden financiering is per 01-08-2003 in werking getreden. Voordat leerlingen een rugzakje krijgen, moet er een hele procedure worden doorlopen. U kunt daarover meer informatie krijgen op school bij de Intern Begeleider. Belangrijk voor u te weten is, hoe we als school omgaan met leerlingen die een rugzak hebben. De leerlinggebonden financiering betekent voor onze school het volgende: - als team willen we ieder kind de kans bieden om zich op een volwaardige manier te ontwikkelen, - verzoeken van ouders voor plaatsing van een leerling met een rugzak zullen we conform de volgende procedure behandelen. LeerlingGebondenFinanciering We gaan eerst samen met de ouders praten om goed duidelijk te krijgen wat het kind nodig heeft op pedagogisch, didactisch en lichamelijk niveau. Verder wordt er gekeken of er nog andere vormen van zorg nodig zijn. Vervolgens bekijkt het team van de school of we aan de betrokken leerling het aanbod kunnen geven wat nodig is. Daarna zullen we de ouders informeren over onze beslissing en uitleggen waarom we wel of niet kunnen ingaan op hun verzoek.
Schoolgids 2010-2011 18
Hoofdstuk 5. 5.1.
DE LEERKRACHTEN
Wijze van vervanging van leerkrachten bij ziekte of andere calamiteiten.
Bij ziekte van één van de leerkrachten zoeken we een vervanger, dit wordt geregeld door het PCBO-kantoor in Drachten. De situatie is dat er te weinig invallers zijn voor de bovenbouw en dat aan het eind van het jaar de situatie zo is dat er voor alle groepen moeilijk mensen te krijgen zijn. Gezien de beperkte tijd die er is voor de directeur, de ICT-er, meester De Vries en de intern begeleider, gaan die niet extra voor de groep. Mocht er geen vervanger worden gevonden, dan gaan de kinderen naar huis. 5.2.
Studenten / stagiaires
Op de "Grûnslach" lopen geregeld studenten van de PABO stage. Ook hebben we regelmatig stagiaires van De Friese Poort. Deze werken voornamelijk in groep 1 en 2. Bij alle stageactiviteiten ligt de eindverantwoordelijkheid bij de leerkracht. 5.3.
Scholing.
Ieder jaar volgen we als team nascholing. Dit gebeurt op een aantal middagen. De kinderen zijn dan vrij. De data vindt u in de kalender achter in de informatiegids.
***************
Hoofdstuk 6. 6.1.
DE RELATIE SCHOOL EN OMGEVING
Scholennetwerk
In het kader van WSNS (Weer Samen Naar School) vindt er samenwerking plaats met de speciale school voor basisonderwijs PCBO "Sjalom" in Drachten. 6.2.
GGD
De "Grûnslach" maakt gebruik van de diensten van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD). De onderzoeken kunnen zowel op de dienst als op school plaatsvinden. Voor het basisonderwijs omvat de begeleiding de volgende onderzoeken: - groep 2 : algemeen onderzoek - groep 7 : screening door de assistente van lengte, gewicht, gezichtsvermogen en kleuren zien. Soms vindt er een herhalingsonderzoek plaats. 6.3.
Kerk
Eén keer per jaar doet de Grûnslach mee aan een kerk-school-gezinsdienst. Deze dienst wordt gehouden in It Ljochtbeaken in Oudega 6.4.
Schoolbegeleidingsdienst
De Grûnslach maakt gebruik van de diensten van Cedin. De diensten bestaan voornamelijk uit onderwijs- inhoudelijke begeleiding en psychologisch/didactisch onderzoek. 6.5.
PABO
Met de Pedagogische Academie voor het Basis Onderwijs (PABO) de Christelijke Hogeschool Stenden in Leeuwarden wordt regelmatig overlegd over studenten die op onze school stage lopen. Het betreft vooral het stageoverleg tussen de begeleider van de PABO en de mentor/mentrix van onze school.
Schoolgids 2010-2011 19
6.6.
Inspectie
Meestal wordt de school eens per jaar bezocht door de inspectie. De schoolontwikkeling wordt besproken en hiervan wordt een verslag gemaakt. In de nieuwsbrieven houden we u hiervan op de hoogte. Inspecteur primair onderwijs is: Mevrouw dr. J.W.M. Knuver Adres: Inspectie van het Onderwijs Team primair onderwijs Cascadeplein 10 Postbus 706 9700 AS Groningen Inspectie van het onderwijs:
[email protected] Vragen over onderwijs: 0800-8051 Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900-1113111 6.7.
Culturele instellingen
Incidenteel wordt er gebruik gemaakt van de volgende diensten: - de bibliotheek; bv. bezoek aan de bieb, ontmoetingen met schrijvers en de bibliobus komt langs - "Keunstwurk" ; op gezette tijden maken we gebruik van het aanbod "Uurcultuur" Het betreft vooral voorstellingen in de Lawei in Drachten, de Harmonie in Leeuwarden of op school. - "de Meldij"; bv demonstraties van muziekinstrumenten, dans ed. Bij voldoende belangstelling geeft muziekschool "de Meldij" vanaf groep 4 AMV-lessen bij ons op school. De kinderen kunnen zich opgeven via de school. Er wordt na schooltijd les gegeven. - museum; bv. bezoek aan specifieke tentoonstellingen ed.. 6.8.
Kinderboerderij
Hier zetelt het Steunpunt Milieu Educatie. Zo nu en dan wordt er gebruik gemaakt van het aanbod. Incidenteel gaat een groep op bezoek naar "De Naturij”. 6.9.
Sparen
In elke klas staat een “kerkje” voor een project van "Blessed Generation” Childrens Centre. Dit is een initiatief van o.a. Edukans en Kerk in Actie. Onder dit project valt ook het projekt “In Fryske Dream”, waarvoor enkele friezinnen zich inzetten. U kunt er alles over lezen op de website van Blessed Generation. Op maandagmorgen mag uw kind geld hiervoor meenemen. 6.10.
Kinderpostzegels
Ieder jaar doen de kinderen van groep 7 en 8 mee aan deze bekende landelijke actie. De kinderen worden tegen die tijd door de leerkrachten geïnformeerd. 6.11.
Schoenmaatje
In de oneven jaren doen we mee met de aktie schoenmaatje, voorheen schoenendoosaktie. We hopen dan weer vele dozen te vullen en de kinderen in derde wereldlanden weer blij te maken.
Schoolgids 2010-2011 20
Bijlagen. Bijlage 1.
Internet protocol homepage
Doelstelling 1. Met onze homepage willen we informatie verstrekken over onze school aan iedereen die daarnaar op Internet op zoek is. Deze informatie bestaat uit een beschrijving van de identiteit van de school, de wijze van omgang met en zienswijze op kinderen, de beschrijving van leergebieden en lesstof, de activiteiten die de school ontplooit, etc. We richten ons hierbij zowel op degenen die de school reeds bezoeken, als op hen wiens belangstelling voor onze school hierdoor gewekt zou kunnen worden. 2. Op onze homepage is recente informatie te vinden over actuele gebeurtenissen in en rond de school. Daarvoor is een pagina –actueel- op de site aanwezig. Bovendien wordt ook de nieuwsbrief van de school op de homepage gepubliceerd. 3. Met onze homepage bieden we de kinderen de mogelijkheid om werkstukjes, tekeningen, etc. te laten zien via Internet aan klasgenoten en familieleden en vrienden, dichtbij of ver weg. Verantwoording 1. De homepage is grotendeels opgebouwd uit informatie uit de Schoolgids. Hierdoor is zekerheid verkregen dat de meest relevante informatie is goedgekeurd door de geledingen van de school. 2. Aanvullende informatie, foto‟s m.b.t. (buiten)schoolse activiteiten worden geplaatst n.a.v. personeelsvergaderingen en activiteiten, e.d. In het geval van De Grûnslach is een leerkracht tevens degene die de site onderhoudt. Daardoor is de maker van de homepage goed op de hoogte van de te publiceren informatie. Werkwijze 1. De site wordt onderhouden door de ict-er. Hij werkt de site bij door van tijd tot tijd de meest recente informatie op de homepage te plaatsen. In geval van sterk relevante informatie overlegt hij hierover met de directie van de school, voordat tot publicatie wordt overgegaan. 2. Via de nieuwsbrief, schoolkrant en de homepage van de school, worden de ouders op de hoogte gebracht van de laatste vernieuwingen die de site heeft ondergaan. 3. Leerkrachten die materiaal (bijv. werkstukken, verslagen, etc) op de site willen plaatsen leveren dit in bij de ict-er, die de site onderhoudt. 4. Informatie aangeleverd door de schoolcommissie en Medezeggenschapsraad valt onder de verantwoordelijkheid van die organen. Privacy 1. Voor aanvang van het nieuwe schooljaar ontvangen de ouders van de school een schoolgids, waarin melding gemaakt wordt van het bestaan van onze site. Op onze homepage kunnen o.a. werkstukjes en foto‟s van kinderen geplaatst. De ouders worden, via het artikeltje in genoemde schoolgids, in de gelegenheid gesteld tegen publicatie van werk, gemaakt door hun kinderen en/of foto‟s met daarop hun kinderen, bezwaar te maken. De ict-er verzamelt de namen van deze ouders en plaatst ze op een lijst. Deze lijst wordt telkens geraadpleegd als er werkstukjes en/of foto‟s op de site geplaatst worden. Het werk en/of de foto‟s van kinderen, waarvan de ouders bezwaar maakten, wordt dientengevolge niet op de homepage gepubliceerd. Degene die de site onderhoudt ziet daar op toe. 2. Overigens kunnen ouders hun bezwaar ook weer herroepen, waarna hun naam weer van de bezwarenlijst wordt geschrapt. 3. Bij de publicatie van werkstukjes, gemaakt door kinderen, zullen geen achternamen van kinderen worden vermeld. 4. Bij publicatie van informatie (bijvoorbeeld een Nieuwsbrief) zal (strikt) persoonlijke informatie worden weggelaten op de homepage. 5. Bij vermelding op de homepage van persoonlijke gegevens van hen die bij de school zijn betrokken, zal nooit meer worden gepubliceerd dan vrij verkrijgbare informatie (telefoonboekinformatie). 6. Bij publicatie van informatie op de homepage, waar een betrokkene bezwaar tegen maakt, zal degene die de site onderhoudt deze informatie op verzoek verwijderen.
Schoolgids 2010-2011 21
Bijlage 2.
Protocol Kinderen en Veilig Internetten en E-mailen
Uiteraard komt het voor dat leerlingen gebruik maken van Internet ter verrijking van het onderwijs: om informatie te zoeken, contacten te leggen met leerlingen van andere scholen en om deskundigen te kunnen raadplegen. De software die in ontwikkeling is, verwijst meer en meer naar internetsites voor aanvullend, actueel of alternatief materiaal. Internetactiviteiten worden hiermee steeds meer onderdeel van methodes en leergangen. De software bij methodes kan in de toekomst door kinderen ook via Internet benaderd worden. Het is daarom verstandig én noodzakelijk bij een aantal zaken stil te staan en afspraken te maken. Voordat een kind gebruik mag gaan maken van Internet c.q. een e-mailadres, dient de verklaring te worden ondertekend. Een afschrift van deze verklaring gaat naar de ouders van het kind. Om leerlingen veilig te laten surfen op het Internet hebben wij als school besloten het schoolnetwerk door middel van een filter af te schermen voor ongewenste informatie (Internet Content Filter). De ict-er draagt er zorg voor dat zodra hij een melding krijgt van mogelijk misbruik, dit controleert en dit vervolgens onverwijld meldt aan de groepsleerkracht en de directeur. De ict-er draagt er zorg voor dat, wanneer het emailadres verwijderd moet worden, dit onverwijld gebeurt. Wanneer wordt vastgesteld dat een kind de regels overtreedt, wordt een berisping gegeven c.q. een sanctie opgelegd door de leerkracht c.q. de directeur. De ouders van het kind worden daarvan onverwijld in kennis gesteld. Daarbij wordt aangegeven wat de reden van berisping c.q. sanctie is.
Bijlage 3.
ICT Doelstellingen PCBO Smallingerland 2004-2008.
In 2008 zijn de volgende doelen bereikt: De kinderen maken dagelijks gebruik van de mogelijkheden, die er binnen ICT zijn, als onderdeel van hun ontwikkeling. Verkrijgbare informatie in en buiten de scholen is via de computer gemakkelijk toegankelijk voor de leerlingen en leerkrachten via intra- en/of Internet. Het gebruik van ICT is een geïntegreerd onderdeel van de kerninnovaties: het jonge kind, omgaan met verschillen, taalonderwijs, rekenonderwijs en informatiekunde. Alle leerkrachten beheersen de ICT-basisvaardigheden en werken gezamenlijk als team en individueel aan een invoeringstraject van ICT in hun eigen praktijk. Alle scholen hebben een ICT-coördinator die deskundig is om taken uit te voeren conform de taakomschrijving, indien mogelijk een schaduw-ICT-er. ICT-beleid is een geïntegreerd onderdeel van het schoolbeleid geworden. Dit wordt weergegeven in het schoolplan en de schoolgids. De scholen hebben de beschikking over een intern netwerk dat gebruikt kan worden voor administratieve doeleinden en educatief gebruik. Er is een verhouding van minimaal 1 computer per 6,5 leerlingen voor onderwijskundig gebruik gerealiseerd. De financiële kaders zijn uitgewerkt en vastgesteld. Elke school heeft een ICT-plan opgesteld en per jaar een activiteitenplan ICT. De scholen geven aan hoe ze gebruik maken van Kennisnet/Internet. (protocol). Het bestuur en de scholen hebben een eigen website met relevante informatie. De leerlingen beheersen de primaire ICT-basisvaardigheden. Alle scholen voldoen aan de voorlopige nieuwe kerndoelen ( bijlage 1 ). Binnen de scholen is een leerlijn informatica opgezet. ICT heeft een vaste plaats in de leerlingenzorg. De scholen voldoen aan de ICT eisen van de onderwijsinspectie ( bijlage 2 ). Er is een duidelijk beleid ontwikkeld m.b.t. aanschaf van software en courseware. Het is continu mogelijk een computer voor thuisgebruik aan te schaffen via het PC-privé-project van PCBO Smallingerland.
Schoolgids 2010-2011 22
Bijlage 4:
Verklaring Kinderen en Veilig Internetten en E-mailen op school Naam kind:
Ik beloof dat ik: nooit mijn persoonlijke informatie door zal geven op Internet zoals: mijn naam, adres en telefoonnummer, het werkadres en telefoonnummer van mijn ouders of het adres van mijn school zonder toestemming van mijn leraar/ouders. nooit iemand mijn password zal vertellen, het is alleen van mij. Want voor je 't weet kent de hele wereld het, ook mensen van wie ik het niet zou willen. meteen aan mijn leraar/ouders zal vertellen als ik informatie zie waardoor ik me niet prettig voel. nooit afspraken zal maken met iemand die ik „online‟ op Internet heb ontmoet, zonder toestemming van mijn leraar/ouders. nooit op e-mailberichten een foto of iets anders van mijzelf over Internet zal versturen zonder toestemming van mijn leraar/ouders. nooit op e-mailberichten zal antwoorden die niet prettig zijn (bijvoorbeeld racistisch, discriminerend, pornografisch, e.d.). Het is niet mijn schuld dat ik zulke berichten krijg, maar ik vertel het meteen aan mijn leraar/ouders, zodat zij maatregelen kunnen nemen. nooit iemand zal pesten via Internet of via een e-mail. nooit een programma zal downloaden van Internet. nooit zal „chatten‟ in een chatbox op Internet. met mijn leraar afspreek op welk tijdstip en hoe lang ik op Internet mag en van welke programma‟s ik gebruik mag maken. Ik weet dat, als ik me niet aan deze regels houd, mijn leraar met mij daarover zal praten; aan mijn ouders doorgegeven wordt wat er is gebeurd; ik misschien een poosje niet meer mag internetten en e-mailen .
Naam kind: __________________________
Bijlage 5:
Omgaan met genotmiddelen in het basisonderwijs
Roken: In school wordt niet gerookt. De school is een openbaar gebouw. Volgens de wet mag daar niet worden gerookt Bij buitenschoolse activiteiten wordt niet gerookt in het bijzijn van leerlingen Wanneer iemand de regels voor roken overtreedt wordt hij/zij hierop aangesproken. Alcohol:
In het schoolgebouw en op het schoolterrein wordt geen alcohol genuttigd
Begeleiders van buitenschoolse activiteiten nuttigen tijdens deze activiteit geen alcohol
Tijdens personeelsbijeenkomsten die een feestelijk karakter dragen, zoals jubilea en
afscheidsbijeenkomsten, beslist de schoolleiding Wanneer iemand de regels overtreedt volgt een gesprek. Afhankelijk van de ernst van de overtreding en bij herhaling kunnen sancties volgen, zoals uitsluiting en schorsing. Overige drugs:
Het in bezit hebben, verhandelen of gebruiken van hier niet met name genoemde wettelijk verboden stoffen is
op school en op het schoolterrein niet toegestaan. Wanneer deze regel wordt overtreden wordt de politie ingeschakeld.
Schoolgids 2010-2011 23