Schoolgids 2015-2016
1
Inhoudsopgave Welkom
2
Deel 1
Actuele informatie
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
De Verrekijker Wie werken er op de Verrekijker Schooltijden en gymrooster Vakantiedagen en margedagen Informatiedagen Ziekmeldingen Praktische informatie
Deel 2
Inhoudelijke informatie
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10
Missie en visie van de school Openbaar onderwijs Stichting, bestuur en organisatie De schoolorganisatie De ouders Actief burgerschap Vormingsgebieden Speciale zorg voor leerlingen Veiligheid op de Verrekijker Klachtenregeling
3 4 5 5 6 6 7
9 10 10 13 14 17 18 26 31 34
2
Welkom! Beste ouder/verzorger, Voor u ligt de schoolgids. Deze gids is bedoeld voor de ouders en verzorgers van onze leerlingen en voor ouders van nieuwe leerlingen. De schoolgids bevat praktische informatie die u gedurende het gehele schooljaar nodig heeft. Daarnaast geven wij u een indruk van onze school en wat u van onze school mag verwachten. De schoolgids wordt jaarlijks opgesteld en is geschreven in het Nederlands. De schoolgids staat op onze website www.obsdeverrekijker.nl en ligt ter inzage in de personeelskamer op school. In deze schoolgids vindt u de volgende zaken: - Wat is openbaar onderwijs? - Wat is onze visie? - Wat is onze missie? - Op welke manier wordt er les gegeven op de Verrekijker? - Welke activiteiten vinden er plaats bij ons op school? Naast deze schoolgids hebben wij ook een jaarkalender met specifieke informatie van het betreffende schooljaar. Hierin staan de data van de vakanties, studiedagen en andere activiteiten. Iedere maand wordt er een nieuwsbrief meegeven aan de kinderen. In de nieuwsbrief staat actuele informatie over de school. Wij zijn ons er van bewust dat deze gids u slechts een indruk kan geven. Wij zijn altijd bereid u alle verdere informatie te geven. Mochten er nog vragen zijn, dan kunt u terecht bij de directie of de leerkracht van uw kind. Mede namens het onderwijsteam wens ik u veel plezier bij het lezen van deze schoolgids. Wij wensen de kinderen een heel fijn schooljaar toe. Toon Peters (Directeur)
3
Deel 1 Actuele informatie 1.1
De Verrekijker
Adres OBS de Verrekijker: 1e Mientlaan 33/35 2223 LG Katwijk Tel. 071-4012287 E-mailadres:
[email protected] Internet: www.obsdeverrekijker.nl De Verrekijker is een openbare basisschool in Katwijk. In oktober 2008 is de school opgericht om onderwijs aan kinderen van asielzoekers te verzorgen. Per 1 augustus 2011 is het AZC Katwijk een GLO locatie. Dit houdt in dat er op dit moment gezinnen worden opgevangen in het centrum die uitgeprocedeerd zijn. Sinds december 2014 is er een AZC gevestigd. Hier wonen kinderen die nog maar enkele maanden in Nederland zijn. De kinderen die woonachtig zijn in deze centra gaan naar school op de Verrekijker. Op dit moment telt de school ongeveer 140 leerlingen verdeeld over 10 groepen. Dit aantal groepen is afhankelijk van het aantal kinderen dat de school bezoekt en kan daardoor variëren. Er zijn aparte klassen voor kinderen die de Nederlandse taal nog niet beheersen. De zgn. Taalklassen. In deze klassen krijgen de kinderen ‘een taalbad’ van de Nederlandse taal. De school is gehuisvest in semi- permanente lokalen. In de lokalen hangen digiborden en er wordt gebruik gemaakt van moderne methoden en leermiddelen. De school heeft een speelzaal voor de kleutergroepen. De groepen 3 t/m 8 en de Taalklassen gaan voor de gymles met de bus naar de sporthal Cleijn Duin in Katwijk. Omdat de ouders en kinderen die onze school bezoeken in een onzekere tijd verkeren, willen wij als school een veilige en stabiele plek zijn voor de kinderen.
4
1.2
Wie werken er op onze school?
Directeur Toon Peters Interne begeleiding (IB) Wil Spiering Internet en communicatie technologie (ICT) Harry Spoelstra Groepsleerkrachten Maria Al Debbie van der Bent Emelie Bouwman Petra van Duijn Maartje Kerstens Annet Sporre-Marinussen Maruschka van den Nieuwendijk Masja van der Plas Linda van der Plas Roos Schlagwein Marianne Shamier Yurien van Starkenburg Joke de Witt Esther van der Zalm Liselotte Martin Joke de Witt Administratief medewerker Jacqueline Koudijs Conciërge Henk van Vliet Onderwijsassistenten Ankie Otten Sandra Zijerveld Chelsey van der Poll Merel Verschure Michelle Caseley
5
Vakleerkracht gymnastiek Jesper de Ruiter
Vrijwilligers Heleen de Haas Anneke van Wijnen Ineke Cramparesi
1.3
Schooltijden en gymdagen
Om uw kind goed onderwijs te kunnen geven is het belangrijk om 's morgens en 's middags op tijd te beginnen met de kinderen. Wij vragen u er voor te zorgen dat uw kind op tijd op school aanwezig is. De leerkracht van uw kind staat vanaf 8.25 uur buiten op het schoolplein op uw kind te wachten. Om 8.30 uur gaat de leerkracht met alle kinderen naar binnen en beginnen de lessen. Wanneer de school is afgelopen, loopt de leerkracht weer samen met de kinderen naar buiten en kunt u uw kind weer ophalen. In de middag staan de leerkrachten om 12.55 uur weer buiten op de kinderen te wachten en gaan om 13.00 uur met de kinderen weer naar binnen om met de lessen te beginnen. De kinderen van de groepen 1 t/m 4 hebben de vrijdagmiddag vrij. Schooltijden groepen 1 t/m 4 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
8.30 – 12.00 uur 8.30 – 12.00 uur 8.30 – 12.15 uur 8.30 – 12.00 uur 8.30 – 12.00 uur
13.00 – 15.00 uur 13.00 – 15.00 uur
Schooltijden groepen 5 t/m 8 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
8.30 – 12.00 uur 8.30 – 12.00 uur 8.30 – 12.15 uur 8.30 – 12.00 uur 8.30 – 12.00 uur
13.00 – 15.00 uur 13.00 – 15.00 uur
Gymdagen Groep 0/1 en groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Taalklas
Elke dag Donderdagochtend Donderdagochtend Donderdagochtend Donderdagochtend Donderdagmiddag Donderdagmiddag Donderdagmiddag
13.00 – 15.00 uur
13.00 – 15.00 uur 13.00 – 15.00 uur
6
1.4
Vakantiedagen en margedagen 2015-2016
Vakantiedagen Herfstvakantie Kerstvakantie Carnavalsvakantie Voorjaarsvakantie Paasweekend Koningsdag Meivakantie Zomervakantie
Maandag 19 oktober t/m vrijdag 23 oktober Maandag 21 december t/m vrijdag 1 januari Maandag 8 en dinsdag 9 februari Maandag 21 februari t/m 26 februari Vrijdag 25 maart t/m maandag 28 maart Woensdag 27 april Maandag 2 mei t/m maandag 16 mei (2e pinksterdag) Maandag 11 juli t/m vrijdag 19 augustus
Ieder schooljaar maken we gebruik van zogenaamde marge-uren. De leerlingen zijn dan op bepaalde dagen vrij in verband met een studiedag voor het personeel. Extra vrije dagen of dagdelen staan hieronder vermeld en worden tijdig aangekondigd in de nieuwsbrief. Studiedagen voor het schooljaar 2015-2016 Woensdag 2 september 2015 Studiedag personeel Woensdag 10 februari 2016 Studiedag personeel Woensdag 15 juni 2016 Studiedag personeel Dagdelen vrij vanuit marge-uren Vrijdagmiddag 18 december 2015 Alle leerlingen ‘s middags vrij Vrijdagmiddag 8 juli 2016 Alle leerlingen ‘s middags vrij
1.5
Informatiedagen
Oudergesprekken Algemene informatiemiddag Informatiemiddag Voorgezet Onderwijs ouders groep 8 Rapportgesprekken Rapportgesprekken Rapportgesprekken
Woensdag 9 september 2015 Donderdag 1 oktober 2015 Week 45 2015 Week 7 2016 Week 26 2016
1.6 Ziekmeldingen Wanneer uw kind ziek is of om een andere reden niet op school kan komen, dan dient u uw kind af te melden bij de leerkracht van uw kind. Dit kan telefonisch tussen 8.00-8.20 uur en 12.00-12.40 uur. U kunt ook een briefje meegeven aan een ander kind. Het telefoonnummer van school is: 071-4012287
7 Verlof buiten de schoolvakanties: In Nederland mogen kinderen naar school als ze vier jaar oud zijn. Om alvast aan school te wennen mogen ze voor hun vierde verjaardag 5 dagdelen (=2 ½ dag) komen wennen. Vanaf vijf jaar zijn kinderen in Nederland leerplichtig en moeten kinderen naar school. Zij mogen dan niet meer zomaar thuis blijven. Als een volledige werkweek nog te vermoeiend is, mogen kinderen van vijf jaar 1 dag per week zonder toestemming van de directie thuis blijven. Deze uren zijn per week bedoeld en kunnen niet worden opgespaard voor bijvoorbeeld vakantie. Wanneer een kind zes jaar is geworden geldt deze regeling niet meer. U mag uw kind dan niet onder schooltijd thuishouden. Komt een kind regelmatig niet naar school, dan geven wij dit door aan de leerplichtambtenaar van de gemeente en aan het COA. Extra verlof moet altijd worden aangevraagd bij de directie. Als u vrij wilt vragen voor uw kind, kunt u bij de leerkracht van uw kind een verlofformulier opvragen. Op grond van wettelijke geregelde normen zal door de directie worden bekeken of het verlof gegeven kan worden.
1.7
Praktische informatie
Wijzigingen Wanneer u een ander telefoonnummer heeft, maar ook wanneer er andere belangrijke veranderingen hebben plaatsgevonden, wilt u dan zo vriendelijk zijn en dit zo snel mogelijk doorgeven aan de leerkracht van uw kind of aan de directie. Drinken meenemen In de ochtend hebben alle kinderen rond 10 uur even een pauze. Samen eten en drinken de kinderen met de leerkracht wat voordat de kinderen buiten gaan spelen. Wilt u er voor zorgen dat uw kind altijd iets gezonds te eten en te drinken mee heeft naar school? De kinderen kunnen hun beker en eventueel wat fruit bewaren in de klas of in hun tas op de gang. Om zich goed te kunnen concentreren op school en zo beter te kunnen leren is het voor alle kinderen belangrijk dat ze wat hebben gegeten en gedronken voordat de kinderen 's morgens naar school komen. Wilt u daarop letten voordat uw kind naar school gaat?
8 Trakteren op school Wanneer een kind jarig is, dan vinden kinderen het altijd erg leuk om hun verjaardag te vieren in de klas. De kinderen mogen dan aan hun klasgenootjes trakteren. Graag zien wij eenlekkere en gezonde traktatie zoals bijvoorbeeld fruit en niet meer dan één traktatie. Gymnastiek Voor alle kinderen is het belangrijk om tijdens de gym gymkleding te dragen. Bij de kleuters is het fijn wanneer kinderen hun eigen gymschoentjes hebben op school. Kinderen van de hogere groepen gymmen in een sportbroekje, een t-shirt en gymschoenen. Zij moeten dit op donderdag zelf meenemen naar school.
Deel 2 Inhoudelijke informatie 2.1
Missie en visie
Missie: Waar staan we voor? De kinderen bij ons op school zijn net als alle kinderen in Nederland leerplichtig. Het onderscheid met alle andere kinderen in Nederland is, dat de verblijfsduur van de kinderen die onze school bezoeken onzeker is. Deze onzekerheid bij volwassenen en kinderen zorgt voor een gevoel van onveiligheid. Als school bieden we een plek waarin kinderen kans hebben zich veilig te voelen in een stabiele omgeving. Ons motto: School: een veilige en stabiele plek om te kunnen leren. Kinderen in de centra ervaren de school vaak als een plek voor hen allen. Een plaats waar ze samenkomen met anderen die ook een heleboel hebben meegemaakt. De school is bij uitstek een
9 plek om te leren omgaan met de emoties die de kinderen met zich meedragen. Er zijn volwassenen die kunnen beschermen, die in kunnen schatten wat de betekenis van stress, onverdraagzaamheid, achterdocht en agressiviteit is. Volwassenen die je begeleiden om je zelfvertrouwen weer op te bouwen. We willen dit bereiken op de volgende manier: 1. Het (verder) leren van Nederlands en het opdoen van kennis en vaardigheden. 2. Het bevorderen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Basis om dit te bereiken is vertrouwen en een gevoel van veiligheid in de school. Over het algemeen kunnen we zeggen dat we willen bereiken dat de kinderen zo snel mogelijk mee kunnen doen in het reguliere onderwijsprogramma, door: a. Zich sociaal en emotioneel thuis te gaan voelen; b. De Nederlandse taal (verder) te gaan beheersen; c. Een basale kennis in de vak- en vormingsgebieden te krijgen. Visie: Wat willen we bereiken?
De afgelopen jaren hebben we op de hierboven genoemde punten een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Zo is er een duidelijke doorgaande lijn binnen de school en zijn de onderwijsprogramma’s goed op elkaar afgestemd. Tevens is er sprake van een goede zorgstructuur binnen de school. Er is zicht op de ontwikkeling van kinderen, zowel sociaal emotioneel als intellectueel. Hierbij houden we ook rekening met het gegeven dat de kinderen de school niet volledig zullen doorlopen. De hiervoor genoemde punten willen we de komende jaren verder door ontwikkelen. Het onderwijs team van de Verrekijker heeft Post HBO NT2 opleiding gevolgd. Op basis van de verworven kennis willen we het aanbod van de Nederlandse taal verder uitbreiden en onderling afstemmen. Het doel is de woordenschat van de leerlingen te vergroten, zodat ze zich beter staande kunnen houden in de Nederlandse maatschappij en beter voorbereid zijn op het voortgezet onderwijs. We willen van de Verrekijker een school maken waar sprake is van een rijk taalaanbod. Een specifieke groep binnen de school zijn de nieuwkomers. Zij spreken geen Nederlands. Op de Verrekijker willen we deze kinderen de eerste beginselen van de Nederlandse taal bijbrengen. Het streven is dat zij binnen een jaar aan kunnen sluiten in een reguliere jaargroep. Hiertoe plaatsen we de kinderen in de leeftijd van 4 t/m 7 in de reguliere jaargroep. De gedachte hierbij is dat zij in deze groepen spelenderwijs het Nederlands eigen maken en /of in aanraking komen met de programma’s aanvankelijk lezen / rekenen. De oudere kinderen worden geplaatst in de Taalgroep. In deze groep staat het geven van taal centraal. In beide groepen willen we ook aandacht besteden aan de manier waarop kinderen en volwassenen met elkaar omgaan.
10
2.2
Openbaar onderwijs
De Verrekijker is een openbare school. Openbaar wil zeggen dat iedereen op onze school welkom is, ongeacht geloof of levensovertuiging. De kinderen die onze school bezoeken hebben veel verschillende nationaliteiten. Deze kinderen hebben allemaal verschillende achtergronden en spreken verschillende talen thuis. Wij leren de kinderen respectvol te kijken naar ieders verschillen en tolerant om te gaan met elkaar. Samen leven en samen leren.
2.3 Stichting, bestuur en organisatie
Algemene instellingsgegevens De Stichting OBODB blijft zich ontwikkelen als een zelfstandige, professionele organisatie met een geheel eigen gezicht in de regio. Onze scholen bieden een gevarieerd onderwijsaanbod van goede kwaliteit. We zijn daardoor aantrekkelijk voor veel ouders. Onze scholen willen ook doorgroeien en de kwaliteit van het onderwijs blijvend verbeteren. Onze ambitie is ook om te werken vanuit de gezamenlijke kernwaarden verbinding, vertrouwen en vakmanschap. Deze ambities worden ook steeds meer zichtbaar in ons dagelijks handelen. Het adres van het bestuur is: Jan de Ridderstraat 24 2201 DN Noordwijk Tel: 071-8200040 Fax: 071-8200049 Kernactiviteit De kernactiviteit van onze organisatie is het verzorgen van openbaar basisonderwijs in de gemeenten Teylingen, Katwijk, Rijnsburg, Valkenburg, Noordwijk, Noordwijkerhout, Lisse en Hillegom. De Stichting Openbaar Basisonderwijs Duin- en Bollenstreek is het bevoegd gezag met bestuursnummer 41362 van de volgende instellingen voor openbaar primair onderwijs. Naam school
BRIN nummer
Plaats
De Achtbaan
22LO
Voorhout
Het Bolwerk
05YE
Sassenheim
De Krulder
20BW
Katwijk
De Dubbelburg
06CA
Rijnsburg en Valkenburg
11 Klaverweide
09ZQ
Noordwijk
De Witte School
09DT
Noordwijk
De Jutter
22JR
Noordwijk
De Regenboog
18FG
Noordwijkerhout
De Tweemaster
05ZF
Lisse
Hilmare
18HR
Hillegom
De Verrekijker
06CA
Katwijk
Raad van Toezicht/Bestuur De Stichting Openbaar Basisonderwijs Duin- en Bollenstreek beschikt over een Raad van Toezicht die toezicht houdt op de uitvoering van het bestuur dat wordt uitgeoefend door een éénhoofdig College van Bestuur in de persoon van de heer P. Went die fungeert als directeur – bestuurder. De stichting kent een Gemeentelijk Toezichtorgaan (GTO), dat bestaat uit de wethouders/portefeuillehouders onderwijs van de gemeenten Hillegom, Lisse, Noordwijkerhout, Noordwijk, Teylingen en Katwijk. Dit GTO oefent het gemeentelijk toezicht op de stichting uit op basis van de Wet op het primair onderwijs. Uitgangspunt hierbij is het bepaalde in artikel 48 van deze wet. Het GTO heeft met name de statutaire bevoegdheid om de begroting en de jaarrekening van de stichting goed te keuren. Ook het benoemen en ontslaan van de leden van de RvT is een bevoegdheid van het GTO. De Raad van Toezicht (RvT) toetst of het College van Bestuur (CvB) bij zijn beleidsvorming en de uitvoering van zijn bestuurstaken oog houdt op het belang van de organisatie van de stichting in relatie tot de maatschappelijke functie van de stichting. De RvT ziet er met name op toe of het CvB een zorgvuldige en evenwichtige afweging heeft gemaakt van de belangen van allen die bij de stichting betrokken zijn. De RvT richt zich hierbij op de door de PO Raad vastgestelde Code Goed Bestuur voor het primair onderwijs en het door de RvT vastgestelde Reglement van Intern Toezicht.De RvT heeft de volgende statutaire taken: 1. het zorgdragen voor een goed functionerend intern toezicht (door [leden van] de RvT aan het Gemeentelijk Toezichtorgaan voor te dragen voor benoeming en ontslag); 2. het houden van toezicht en controle op de verwezenlijking van grondslag en doelstelling van de stichting, alsmede op naleving van de beleidskaders, het managementstatuut, het functioneren van het CvB, het belang van het onderwijs en de algemene gang van zaken binnen de stichting; 3. het als werkgever zorgdragen voor een goed functioneren van het CvB (door benoeming, beoordeling en ontslag van het CvB); 4. het gevraagd en ongevraagd met raad terzijde staan (klankbord) van het CvB;
12 5. het nemen van besluiten over de statutair toegewezen beslissingen. De directeur - bestuurder legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Deze verantwoording geschiedt onder andere door het overleggen van periodieke (voortgangs) rapportages. De Raad van Toezicht (RvT) is het orgaan dat toezicht houdt op het bestuur van de Stichting OBODB als geheel en op het beleid en het beheer, dus op het handelen van het bestuur. De RvT ziet erop toe dat het bestuur bij de uitoefening van zijn bevoegdheden de op het openbaar basisonderwijs betrekking hebbende wetten en de krachtens die wetten uitgevaardigde regelingen, richtlijnen, aanwijzingen en reglementen naleeft. De RvT staat het bestuur bij met raad. De RvT bewaakt ook de doelstellingen die staan voor het geven van openbaar onderwijs.
2.4
De schoolorganisatie
Functies binnen de school In de school zijn o.a. de volgende functies en taken te onderscheiden: • Directeur • IB (Intern Begeleider) • Groepsleerkracht • Vakleerkracht gymnastiek • Onderwijsassistenten • Conciërge Daarnaast maken de leerkrachten deel uit van commissies die bepaalde activiteiten organiseren binnen de school. Inzet van de onderwijsassistenten De onderwijsassistenten op de Verrekijker worden ingezet in de groepen 1 t/m 8. De onderwijsassistent werkt in en/of buiten de klas onder de verantwoordelijkheid van de leerkrachten met groepjes of individueel met kinderen . Vervanging bij afwezigheid van de leerkracht Bij ziekte van een leerkracht wordt een vervanger gezocht en meestal ook wel gevonden. De vervanger zal het programma van de groep over nemen. Wanneer vervanging niet gevonden kan worden, zal een onderwijsassistent de groep waarnemen en in het uiterste geval een groep worden opgedeeld over de overige groepen van de school. Buiten de klas kunnen zij ingezet worden voor onderzoek en andere activiteiten betreffende de zorg van de school. Stagiaires Studenten van de lerarenopleiding (PABO) kunnen stage lopen op onze school. Het zijn toekomstige collega's die zich onder begeleiding van een leerkracht bekwamen in het lesgeven.
13
Nascholing Om het onderwijs op de Verrekijker te verbeteren volgt het team van de school verschillende teamtrainingen. Dit houdt in dat het hele team gezamenlijk een opleiding volgt. Daarnaast volgen de leerkrachten individueel ook nog diverse cursussen en opleidingen. Jaargroepen Op de Verrekijker werken wij met jaargroepen. Jaargroepen houdt in dat de kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd bij elkaar in de groep zitten. De kinderen krijgen binnen deze jaargroepen zoveel mogelijk instructie op het eigen niveau van het kind. Dit doen we door middel van verschillende instructieniveaus. In alle groepen wordt veel aandacht besteed aan taalontwikkeling en woordenschatuitbreiding. Binnen het onderwijs aan de kinderen op de Verrekijker houden wij rekening met de verschillen in niveaus, onderwijsachtergrond, het cultuurverschil en het onderwijs dat het kind (niet) heeft gehad voordat het bij ons op de Verrekijker is gekomen. Naast groepsdoorbrekende instructie, waarbij kinderen in een andere groep instructie ontvangen, werken wij met niveaugroepjes, individuele begeleiding en zelfstandig werken. De nieuwkomers in de leeftijd t/m groep 4 worden geplaatst in de reguliere jaargroepen en de leerlingen in de leeftijd vanaf groep 5 krijgen les in de Taalklas. In deze klas leren we de kinderen de eerste beginselen van de Nederlandse taal en is het streven om ze binnen een jaar aan te kunnen laten sluiten in een reguliere jaargroep. Individuele hulp Naast de individuele hulp van de groepsleerkracht beschikt de school over een intern begeleider en onderwijsassistenten. Zij ondersteunen de groepsleerkrachten door waar nodig kinderen aanvullend te onderzoeken en buiten de klas met kinderen apart te werken die dit nodig hebben.
2.5
De ouders
Ouders zijn de eerst verantwoordelijken voor de opvoeding van de kinderen. Voor een deel neemt de school deze taak van ouders over. Het is daarom van belang dat ouders en het schoolteam het in grote lijnen met elkaar eens zijn over de manier van opvoeden. Een open contact met ouders is daarbij belangrijk. De ouders en de kinderen die onze school bezoeken zitten in een onzekere situatie. Hun verblijf in Nederland is onduidelijk. Als school vinden wij het belangrijk om de kinderen een veilige en stabiele
14 omgeving te bieden. Daarom willen wij graag met de ouders samenwerken in de zorg voor de kinderen. Informatie aan ouders Op OBS De Verrekijker vinden wij een goed contact met ouders erg belangrijk. Op verschillende manieren houden wij de ouders op de hoogte van wat er op school speelt. Wanneer uw kind nieuw is op school wordt hij zij in een leeftijdsgroep geplaatst, daarna gaan wij in de eerste week dat uw kind op school is bekijken in welke groep uw kind het beste past. We zullen, indien nodig, uw kind toetsen en kijken welk niveau uw kind heeft. Na deze eerste week of wanneer mogelijk eerder, krijgt uw kind een definitieve plaats in een van de groepen. Aanmelden nieuwe leerling Wanneer u uw kind wilt aanmelden op school dan kunt u de IB-er een afspraak maken. De IB-er helpt u met het invullen van het inschrijfformulier. Om elkaar beter te begrijpen kunt u iemand meenemen die kan helpen met vertalen. Dit mag niet uw kind zijn of een ander kind van school. Wanneer u geen tolk kunt meebrengen en communicatie niet mogelijk is, dan maken wij graag een nieuwe afspraak met ouders of kunnen de ouders het inschrijfformulier mee naar huis nemen en zoeken zelf hulp bij het invullen van het formulier. Als een kind al eerder op een school in Nederland heeft gezeten, vragen wij die school informatie te geven over uw kind. De IB-er vraagt de informatie op bij de vorige school. In overleg met de directie of IB-er maken wij een afspraak met ouders wanneer het kind zal beginnen op school. De Directie en IB-er bepalen in welke groep het kind geplaatst zal gaan worden. Wanneer het om een 4-jarige gaat zal een eventueel wenschema worden afgesproken. Wanneer het om een ouder kind gaat, zal met ouders een afspraak gemaakt worden over de eerste schooldag van het kind. In de eerste weken van het kind, zal het kind indien nodig een aantal toetsen maken om het precieze niveau van het kind te bepalen. Het kind wordt in principe op leeftijd geplaatst in een groep, maar de plaatsing wordt pas definitief na het analyseren van de toetsen van de eerste week en de informatie gegeven door de ouders en de vorige school. Vijf weken gesprek Wanneer een kind nieuw is gestart in een groep maakt de groepsleerkracht vijf weken na de eerste schooldag van het kind, een afspraak met ouders. Tijdens dit gesprek worden de eerste schoolweken besproken en kunnen de ouders eventuele vragen stellen aan de leerkracht. Het gaat hier niet om een rapportgesprek. Natuurlijk bent u altijd welkom na schooltijd als u eerder wat wil vragen aan de leerkracht van uw kind. Tussentijds contact met ouders
15 Wanneer u als ouder de leerkracht van uw kind wilt spreken dan kan dat natuurlijk altijd. Wel willen wij u vragen dit na schooltijd te doen. Voor schooltijd kunt u korte berichten doorgeven aan de leerkracht van uw kind. Na schooltijd heeft de leerkracht meer tijd om u te woord te staan. In alle gevallen dient u zelf een tolk mee te nemen. Dit mag niet uw eigen kind zijn of een ander kind van school. Het kan ook zijn dat de leerkracht van uw kind u graag tussentijds wil spreken. De leerkracht van uw kind zal dan telefonisch contact met u opnemen of een briefje meegeven aan uw kind. Oudergesprekken en rapporten Naast een algemene informatiemiddag voor alle ouders, houden de leerkrachten twee keer per jaar individuele oudergesprekken. Augustus: Algemene informatiemiddag November: werkgesprekken Maart: Tussengesprek met ouders indien er zorgen zijn over uw kind. Eind juni/begin juli: Rapportgesprekken waarbij een rapport mee naar huis krijgt. Voorlichtingsmiddag groep 8 Voor de ouders van de leerlingen in groep 8 wordt in oktober een voorlichtingsmiddag gegeven over het voortgezet onderwijs. De leerkrachten van groep 8 geven uitleg over de verschillende onderwijsvormen van voortgezet onderwijs. Ook geven de leerkrachten informatie over de Citoeindtoets en aanmelding bij een school voor voortgezet onderwijs. Informatiemiddag Aan het begin van ieder schooljaar houden wij voor alle ouders van de school een informatiemiddag. Op deze middag geven de leerkrachten algemene informatie over de school. De ouders krijgen van de leerkracht van hun eigen kind informatie over de gang van zaken op de school en vertellen wat meer over de gang van zaken in de klas zelf. Daarnaast kunnen ouders het lesmateriaal van de groep bekijken. Door de informatiemiddag aan het begin van het jaar te plannen kunnen de leerkrachten en ouders aan het begin van het jaar kennis met elkaar maken. Wanneer er in een groep gedurende het jaar nieuwe kinderen instromen, dan geeft de groepsleerkracht deze informatie tijdens het eerstvolgende geplande gesprek aan de nieuwe ouders. Wanneer de eerstvolgende gesprekken ronde lang op zich laat wachten maakt de leerkracht een afspraak na ca. 5 weken.
16 Gebruik tolk Wanneer ouders onvoldoende Nederlands of Engels spreken, moeten zij zelf een tolk mee brengen. Dit mag niet een eigen kind zijn. Dit mag ook geen ander kind van school zijn. In bijzondere gevallen bijv. bij verslag IQ onderzoek wordt een telefonische tolk aangevraagd. Nieuwsbrief Iedere maand verschijnt de nieuwsbrief van de school. In deze nieuwsbrief staat allerlei informatie over dingen die gebeuren op onze school. Wanneer u vragen heeft over de informatie in de nieuwsbrief, dan bent u natuurlijk altijd welkom bij de leerkracht van uw kind. Zij helpen u graag. Klassenpagina Op de website van de school wordt op de klassenpagina regelmatig nieuwe informatie over de groep geplaatst. (zie: www.obsdeverrekijker.nl) Ouderhulp We vinden het erg fijn wanneer ouders willen helpen op school. Wanneer u het leuk vindt om te helpen dan kunt u zich aanmelden bij de leerkracht van uw kind. Ouderraad De ouderraad op de Verrekijker wordt gevormd door leerkrachten en ouders. De ouderraad ondersteunt de school bij activiteiten op school zoals Sinterklaas, het kerstfeest en andere activiteiten. De ouderraad vergadert 6 keer per jaar. MR Schoolfonds / Sponsoring Er is geen schoolfonds voor de kinderen uit het asielzoekerscentrum van Katwijk. De school ontvangt een vergoeding per leerling van het COA. Onderwijs is in principe gratis. Daarnaast is het voor ons belangrijk om extraatjes te kunnen doen. Extraatjes kunnen mogelijk gemaakt worden met sponsoring. De leerling vergoeding vanuit het COA en geld vanuit sponsoring hebben we tot nu toe gebruikt voor schoolreisjes en incidentele extra’s, zoals nieuwe nieuw buitenspelmateriaal of leesboeken. We wijzen sponsoring af als we daarmee afhankelijk worden. Sponsoring die reclame vraagt binnen de school of naar kinderen toe wijzen we af.
17
2.6
Actief burgerschap
Kinderen groeien op in een steeds ingewikkeldere maatschappij. Kennis over deze maatschappij is nodig om de kinderen voor te bereiden om deel te nemen aan deze maatschappij. Dit geldt zeker voor de kinderen die de Verrekijker bezoeken. We vinden het belangrijk dat kinderen op een bewuste manier in het leven staan, waarbij ze niet alleen respect hebben voor anderen, maar ook naar anderen omzien. We leren de kinderen daarom goed samen te leven en goed samen te werken met anderen. We geven de kinderen kennis en verantwoordelijkheidsbesef mee voor de samenleving. Wij willen graag dat kinderen: - Fatsoenlijke, evenwichtige mensen worden. - Weten wat democratie inhoudt en daarnaar kunnen handelen. - Actief betrokken willen zijn bij de samenleving. - Kennis en respect hebben voor andere opvattingen en overtuigingen.
2.7 Vormingsgebieden op de Verrekijker Sociaal- emotionele vorming Naast de leerdoelen op het kennisgebied of op creatief terrein plaatsen we op gelijke hoogte de ontwikkeling van het kind als medemens in de samenleving. We streven naar een goede ontwikkeling van zijn of haar eigenschappen. Kinderen zijn ook daarin verschillend en juist daar is het belangrijk om de verschillen van elkaar te accepteren. Elkaar in zijn waarde laten, elkaar niet hinderen en respect voor elkaar hebben zien we als een ideaalbeeld dat we met een gunstig pedagogisch klimaat proberen te bewerkstelligen. Het jaarlijks in de groepen onder de aandacht brengen van een onderwerp als pesten is daar een voorbeeld van. Naast het omgaan met individuele eigenschappen vinden we het heel belangrijk dat kinderen leren om te gaan met elkaar en leren samen te werken. Het samenwerken moet een meerwaarde opleveren voor alle betrokkenen. Leerkrachten moeten samenwerking stimuleren en het proces actief observeren en evalueren. De sociale ontwikkeling van kinderen zit niet alleen in een lesmethode opgesloten. Veel is afhankelijk van de zogenaamde contactmomenten tussen leerling en leerkracht. De rol van de leerkracht vinden we hier dan ook uiterst belangrijk.
18 In gesprekken met de groep maken we ruimte om te praten over respect voor de natuur, aandacht voor het milieu en de eigen rol die het kind hierin kan spelen. Respect voor eigen en andermans eigendommen is van jongs af aan een noodzakelijk thema. Op de Verrekijker maken we gebruik van Soemo en werken met de gedragsaanpak van PBS. Soemo en PBS zijn voor de leerkrachten de kapstok waarmee veel zaken op het gebied van de sociale ontwikkeling besproken kunnen worden. Het biedt ons een ontwikkelingslijn op sociaal-emotioneel gebied van kleuterbouw tot en met groep 8. Soms zijn er ook aanleidingen in de klassensituatie of actualiteit te vinden om dat te bespreken. Het spreekt vanzelf dat bij deze opvoedkundige zaken ouders en leerkrachten samen een rol moeten spelen. PBS In 2012 zijn we met de school gestart met SWPBS. Dit staat voor School Wide Positive Behavior. Het motto van PBS is: Goed gedrag kun je leren! PBS is een methode om het gedrag van kinderen en ouders op school en in de klas te verbeteren en goed te houden. De methode bevat lessen waarin probleemgedrag wordt aangepakt en goed gedrag wordt beloond. Op vier gebieden wordt gewerkt aan goed gedrag: • Goed gedrag op school • Goed gedrag in de klas • Goed gedrag van de individuele leerling • Goed gedrag thuis Op de Verrekijker hebben we drie belangrijke waarden: • Vertrouwen • Respect • Verantwoordelijkheid Vanuit deze waarden hebben we gedragsregels opgesteld. Deze gedragsregels worden in verschillende lessen aan de kinderen aangeleerd. De waarden en gedragsregels hangen zichtbaar in de school. Door met ouders en kinderen samen te werken aan het aanleren en vasthouden aan de waarden en de gedragsregels binnen de school, ontstaat er een veilige en stabiele leef- en leeromgeving op school. Soemo Soemo is een methode voor de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen. De methode bevat 4 mappen met 200 kaarten. Per leerjaar worden 25 kaarten behandeld. De kaarten zijn verdeeld in: • sociaal-emotionele woorden • sociaal-emotionele vaardigheden • sociaal-emotionele vergissingen
19
Elke kaart behandelt een sociaal-emotioneel woord: alleen, heimwee, zenuwachtig, stoer. Of probeert leerlingen vaardigheden aan te leren, bijvoorbeeld ‘Je spullen terug vragen’ of ‘Belangstelling tonen voor een ander’. Ook brengen de kaarten vergissingen van kinderen aan de orde, bijvoorbeeld ‘Als een vriendje bij mij thuis speelt, ben ik de baas’, of ‘Als iemand mij een klap geeft, mag ik terug slaan’. De doorgaande leerlijn voor de sociaal-emotionele vaardigheden helpt leerlingen bij hun sociale weerbaarheid en emotionele ontwikkeling. Anderzijds leren leerlingen zich ‘te gedragen’: welk gedrag past bij welke situatie? Welk gedrag kan door anderen als hinderlijk en kwetsend worden ervaren? Ook op die ondersteuning mogen kinderen rekenen. Het draagt bij aan een veilig leefklimaat en het kerndoel burgerschap. Kleuteronderwijs In de kleutergroepen wordt er gewerkt met de methode 'Ik en Ko'. Deze methode is een totaalprogramma met VVE stempel voor kleutergroepen. Het hoofddoel van Ik & Ko is het vergroten van de Nederlandse taalvaardigheid. Daarnaast komen aan de hand van verschillende thema's beginnende gecijferdheid en sociaal-emotionele ontwikkeling aan bod. In alle thema's speelt de knuffelpop Ko een belangrijke rol. Ko is het vriendje van de kinderen en is altijd in de klas aanwezig.
Taal Nederlands Binnen ons onderwijs neemt taal een belangrijke plaats in. De kinderen binnen onze school hebben allemaal een andere taal dan het Nederlands als moedertaal. Dit betekent dat Nederlands hun tweede taal is. De ontwikkeling van taal vereist voor de kinderen op onze school een andere aanpak dan het taalaanbod van kinderen op andere basisscholen. Woordenschat Doordat de Nederlandse taal voor alle kinderen de tweede taal (NT2) is, is het van groot belang dat de leeromgeving van de kinderen veel taal bevat. Dat wil zeggen dat er binnen onze school veel taal zichtbaar is. In de algemene ruimtes van de school en in de klassen zijn overal woorden zichtbaar op verschillende plaatsen. Op deze manier wordt o.a. de woordenschat van de kinderen vergroot. Naast deze talige omgeving wordt er binnen alle lessen veel aandacht besteed aan het vergroten van de woordenschat van de kinderen. Dit doen wij door specifieke NT2 lessen te geven en bij de te geven lessen rekening te houden met de stappen van de NT2 didactiek.
20
Spreken en luisteren Om de Nederlandse taal bij kinderen goed te ontwikkelen, is het van groot belang om met de kinderen veel te spreken en naar elkaar te luisteren. Tijdens alle lessen worden kinderen uitgedaagd veel te spreken en naar elkaar te luisteren. Dit helpt ook bij het ontwikkelen van de woordenschat bij de kinderen. Kinderen leren in verschillende situaties hoe je met elkaar praat, spelregels aan elkaar kunt uitleggen, vragen aan elkaar kunt stellen, enz. Taalbeschouwing Bij taalbeschouwing wordt over taal en taalgebruik nagedacht. In de lessen wordt gekeken naar hoe woorden gevormd worden en hoe een zin wordt opgebouwd. Stellen We willen kinderen leren hun gedachten op verschillende manieren op papier te zetten. Hoe schrijf je een verhaal, een krantenbericht of een brief? Voor de taalontwikkeling van de Nederlandse taal maken wij gebruik van De methodes Ik en KO , Veilig leren lezen en de methode Taaljournaal. Spelling De methode Taaljournaal heeft een aparte leerlijn spelling. Deze methode leert op een gestructureerde manier de kinderen aan hoe woorden geschreven worden. In de klassen hangen zichtbaar voor de kinderen de spellingsregels. Ook de woorden van het woordpakket zijn zichtbaar voor de kinderen aanwezig in de klas. Nederlands als tweede taal Anderstalige leerlingen leren op een andere manier de Nederlandse taal dan kinderen van Nederlandse ouders. De anderstalige leerlingen op de Verrekijker spreken voornamelijk alleen op school in het Nederlands. In de thuissituatie wordt weinig of gebrekkig Nederlands gesproken. De anderstalige leerlingen moeten naast alle basisleerstof, zich ook het Nederlands eigen maken. Veel van de onderwijsmaterialen op Nederlandse basisscholen gaan er van uit dat kinderen al voldoende Nederlands beheersen, willen zij optimaal kunnen profiteren van de lessen op school. Daarom bieden wij op de Verrekijker de leerlingen specifieke lessen Nederlands aan. Een aantal keren per week krijgen de leerlingen extra lessen woordenschat en wordt er dieper in gegaan op alle aspecten van de Nederlandse taal. De meeste leerkrachten op de Verrekijker hebben de Post HBO-opleiding Leraar Nederlands voor anderstaligen in het primair onderwijs gevolgd. Met deze kennis kunnen alle leerkrachten naast de lessen Nederlands, meer inhoud geven aan alle andere vakgebieden.
21
Engels Naast het onderwijs in de Nederlandse taal willen wij op de Verrekijker ook de nadruk leggen op het aanleren en het verbeteren van de Engelse taal. We hebben gemerkt dat het voor anderstalige leerlingen lastig is om naast het Nederlands ook een andere taal zich eigen te maken. Daarom hebben we ervoor gekozen om Engels aan te bieden in de bovenbouw. Leerlingen leren eenvoudige gesprekjes te voeren over dagelijkse onderwerpen. Voor het vak Engels maken wij gebruik van de methode 'Take it Easy'. Lezen Vanaf groep 3 starten de kinderen met het leren lezen. Dit gebeurt met de methode 'Veilig leren lezen'. Na enkele maanden kunnen de kinderen al aardig wat woordjes en verhaaltjes lezen Vanaf groep 4 gaan de kinderen verder met het lezen volgens de methode 'Estafette'. We houden de leesontwikkeling van de kinderen goed in de gaten door het regelmatig afnemen van toetsen. Voor het bevorderen van het begrijpend lezen maken we gebruik van de methode 'Nieuwsbegrip XL'. Aan de hand van actuele onderwerpen leren de kinderen naar en tekst te kijken en de inhoud van de tekst te begrijpen. Rekenen en wiskunde In de kleutergroepen wordt een start gemaakt met rekenen. Naast de beginnende gecijferdheid die wordt gestimuleerd vanuit de methode 'Ik en Ko', en gecijferd bewustzijn werken de groepen 1 en 2. Vanaf groep 3 wordt volledig gebruik gemaakt van de methode Wizwijs in alle groepen. De kinderen leren rekenen met Wizwijs vanuit het kind zelf. We willen aansluiten bij de vaardigheden en de rekenbehoefte van het kind zelf in de rekenmethode wordt veel geoefend, goed geautomatiseerd en er is extra aandacht voor taalzwakke kinderen, zorgkinderen en de betere rekenaars. Kinderen krijgen meer de gelegenheid om te rekenen op hun eigen niveau. Schrijven Voor het schrijfonderwijs maken we gebruik van de methode 'Pennestreken'. Niet alleen in de kleuterbouw maar ook in de hogere groepen letten wij bij de kinderen op de pengreep van kinderen, de zithouding en de schrijfhouding van de kinderen. Ons doel is om bij de kinderen aan het einde de basisschoolperiode een vlot en leesbaar handschrift te hebben aangeleerd. Deze methode sluit beter aan bij de leesmethode 'Veilig Leren Lezen' die wordt gebruikt in groep 3. Wereldoriëntatie
22 Geschiedenis Voor geschiedenis gebruiken we de methode 'Brandaan'. Geschiedenis is voor veel kinderen een spannend vak. Het maakt kinderen nieuwsgierig naar hoe het vroeger was. Hoe zou het geweest zijn al je vroeger had geleefd? Brandaan is een lesmethode geschiedenis voor groep 3 t/m 8. Aan de hand van mooie en spannende verhalen kijken de kinderen naar hoe we nu leven en hoe het vroeger was. De kinderen werken steeds in blokken van 5 weken aan hetzelfde onderwerp. Dit zorgt ervoor dat de kinderen ruim de tijd hebben om alles over bijvoorbeeld de steentijd te leren. Bij de methode zit veel digibordmateriaal. Aardrijkskunde Het vak aardrijkskunde is binnen onze school een boeiend vak. Omdat we binnen onze school kinderen hebben uit veel verschillende landen, is het een vak waar we graag met de kinderen aan werken. Voor het vak aardrijkskunde werken wij uit de methode Meander. Net als in de methode Brandaan voor geschiedenis, werken de kinderen voor aardrijkskunde steeds 5 weken aan hetzelfde thema. Zo leren de kinderen in de lagere groepen te kijken naar de straten vlak bij huis en leren de kinderen in de hogere groepen bijvoorbeeld over de werking van een vulkaan of het ontstaan van een tsunami. Natuur en techniek Ook voor natuur en techniek hebben we een nieuwe methode. De methode Naut is net als Meander gelijk in opbouw aan de methode Brandaan. Ook in deze methode werken de kinderen steeds 5 weken aan eenzelfde thema. Kinderen leren bijvoorbeeld kijken naar hoe een brug werkt, welke dieren zijn er en waar komen ze vandaan. Hoe werkt ons eigen lichaam en welke bomen en planten vinden we in de natuur. Verkeer Wij vinden het als school belangrijk dat kinderen zich veilig kunnen bewegen in het verkeer. In de onderbouw besteden we aandacht aan het verkeer dat de kinderen tegen komen vlak bij huis. De jongere kinderen leren waar je wel en niet kunt lopen in het verkeer. Hoe steek je een straat over? In de hogere klassen leggen we meer de nadruk op het fietsen in het verkeer. Wanneer kinderen na de basisschool zelf op de fiets naar het voortgezet onderwijs moeten, is het belangrijk dat de kinderen goed weten wat de regels zijn in het verkeer.
23
Muzikale vorming In ons muziekonderwijs leren we de kinderen niet alleen maar liedjes aan. We leren de kinderen te luisteren naar hoge en lage klanken. Wat is hard en zacht in de muziek. Ook leren we de kinderen eenvoudige instrumenten te gebruiken. We luisteren naar de muziek en maken met elkaar muziek. Voor onze muzikale vorming gebruiken wij de methode 'Moet je doen'. Tekenen en Handvaardigheid Ook voor de vakken tekenen en handvaardigheid gebruiken we de methode 'Moet je doen'. We leren de kinderen diverse technieken aan en leren de kinderen te werken met verschillende materialen. We leren de kinderen hun fantasie te gebruiken en laten de kinderen experimenteren met de verschillende technieken en materialen. Bewegingsonderwijs Binnen ons bewegingsonderwijs richten wij ons op de grove en fijne motoriek van kinderen. De kinderen in de kleuterklassen krijgen gymlessen van de groepsleerkrachten zelf. Zij krijgen gymles in de speelzaal van de school zelf. De kinderen van de groepen 3 tot en met 8 gaan met bussen naar de gymzaal Cleijn Duin in Katwijk. Daar krijgen zij van onze vakleerkracht gymles in een grote sportzaal. Binnen het bewegingsonderwijs wordt er gewerkt aan: • bewegingspelen • buiten en binnenspel • werken met toestellen en materialen in de gymzaal • bewegen op muziek, dansvormen Naast de lessen bewegingsonderwijs in de gymzaal zijn er niet-geleide lessen bewegingsonderwijs. De kinderen krijgen de gelegenheid te spelen, te rennen en te ontdekken. Deze ’vrije’ speelmomenten vinden met name plaats buiten op het speelplein. Bevordering gezond gedrag In de methode Naut voor natuur en techniek wordt al uitgebreid aandacht besteed aan het bevorderen van gezond gedrag. Welk eten is gezond? Wat is slecht voor je gezondheid? Op de Verrekijker besteden wij naast het werken uit de methode Naut extra aandacht aan het bevorderen van gezond gedrag. We leggen veel nadruk op gezond leven. We praten met de kinderen over ontbijten voor school, tanden poetsen, op tijd gaan slapen 's avonds, toiletgebruik, handen wassen, enz. Samen met de GGD kijken we naar projecten binnen de school die gezond gedrag kunnen bevorderen bij de kinderen.
24 Computer in de school Naast het werken met het digibord, staat in de groepen 3 t/m 8 twee á 3 computers voor de kinderen. Naast het veilig en verstandig leren omgaan met de computer, werken de kinderen ook veel op de computer met programma's die horen bij de verschillende leermethodes van de school. De kinderen krijgen zo meer oefening in spelling, taal, rekenen en andere vakgebieden. De computer wordt op school gebruikt om te leren. Schoolproject Ieder jaar werken met heel de school drie weken lang aan hetzelfde onderwerp. De kinderen lezen, leren en knutselen over het onderwerp. In de nieuwsbrieven van de school wordt u op de hoogte gehouden over het onderwerp van het schoolproject en de activiteiten rond het schoolproject. Huiswerk Soms hebben kinderen meer oefening nodig dan dat alleen op school geboden kan worden. Wanneer het nodig is om extra te oefenen, krijgen kinderen van de leerkracht extra werk mee naar huis. De leerkracht geeft een leerling passend bij de ontwikkeling van het kind extra oefenmateriaal mee naar huis. De leerlingen krijgen geen cijfer voor dit extra oefenmateriaal. Het is de bedoeling dat de kinderen dit werk thuis zelf maken. Natuurlijk mag u als ouder helpen. Met helpen bedoelen we niet voorzeggen. Het is de bedoeling dat de kinderen hun gemaakte huiswerk weer mee naar school nemen. De afbeelding k an momenteel niet worden weergegev en.
2.8
Speciale zorg voor kinderen
Nieuw op school De kinderen die nieuw binnen komen op de Verrekijker hebben in sommige gevallen al eerder op een andere basisschool gezeten in Nederland. Niet in alle gevallen is er informatie van de vorige school beschikbaar. Om deze reden doen wij in de eerste week dat een kind bij ons op school komt een aantal toetsen om te kijken welk niveau het kind heeft. Zo kunnen we precies bekijken welke leerstof, aandacht en zorg een kind nodig heeft. Bij kinderen die net vier jaar zijn wordt na twee weken de Peutertoets Taal en Peutertoets Rekenen afgenomen.
25 Vijf weken gesprek Zoals al eerder beschreven maakt de leerkracht van uw kind vijf weken na de eerste schooldag van het kind, een afspraak met ouders. Tijdens dit gesprek worden de eerste weken besproken en kunnen de ouders eventuele vragen stellen aan de leerkracht. Het gaat hier niet om een rapportgesprek. Volgen van de ontwikkeling van kinderen Als school en ouders willen we natuurlijk goed weten hoe het gaat met een kind op school. Gaat een kind voldoende vooruit? Heeft een kind misschien extra zorg nodig of is het werk misschien te makkelijk voor een kind? Om dit goed in kaart te krijgen doen wij een aantal dingen op school: - we observeren de kinderen in de klas tijdens de uitleg, het werken en het spelen. - we kijken dagelijks het werk na dat de kinderen maken. - we nemen toetsen af die horen bij de verschillende methoden. - we nemen Cito-toetsen af. - we leggen alle gegevens vast in het leerling volg systeem. We maken vervolgens een analyse. Op deze manier bekijken we of de ontwikkeling van kinderen op de goede manier verloopt. Na al deze stappen wordt duidelijk of er kinderen zijn die extra zorg nodig hebben. De resultaten van ieder kind worden door de leerkracht met de intern begeleider besproken in een groepsbespreking. Als er nog extra over kinderen gepraat moet worden, dan worden kinderen besproken in een kindbespreking door de leerkracht en de intern begeleider. Als het nodig is halen de leerkracht en de intern begeleider de hulp van bijvoorbeeld het Onderwijs Adviesbureau erbij. Het OA-bureau kan de leerkracht helpen bij de zorg van een kind. Soms kan het nodig zijn een andere externe organisatie om hulp te vragen. Wanneer de school zorg heeft over een leerling, dan wordt dat altijd besproken met de ouders van een kind. Ook wanneer de school ondersteuning van buiten de school wil aanvragen, dan zal dit altijd vooraf met ouders worden besproken en zal u als ouder om toestemming worden gevraagd. Ontwikkelingsperspectief Voor iedere leerling op de Verrekijker wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. In een ontwikkelingsperspectief worden de ontwikkelingsmogelijkheden van een kind vastgelegd en geëvalueerd. In het ontwikkelingsperspectief beschrijven wij, indien nodig, de ontwikkelbehoefte n en de doelen die uw kind zal kunnen halen. Het biedt handvatten waarmee de leraar het onderwijs
26 kan afstemmen op de behoefte van uw kind. Het laat ons als school, uw kind en u duidelijk zien waar wij als school samen met uw kind naartoe werken en aan welke instroomeisen uw kind moet voldoen om succesvol te zijn in het vervolgonderwijs. Gedurende de schoolperiode zal het perspectief van uw kind steeds duidelijker worden. Daarom evalueren wij meerdere malen per jaar het ontwikkelingsperspectief en stellen het waar nodig bij. Op deze manier registeren wij de voortgang van uw kind, zodat u goed kunt zien of uw kind zich volgens de verwachte lijn ontwikkelt. Zo kunnen wij als school ook eerder ingrijpen als de ontwikkeling van uw kind sneller of juist langzamer verloopt. U wordt elk jaar geïnformeerd over de voortgang van uw kind. Weer samen naar school De extra zorg voor kinderen op school is gekoppeld aan het beleid van Passend Onderwijs. De bedoeling van dit beleid is om kinderen, zolang dit verantwoord is, op de eigen basisschool te houden en te begeleiden. Een verwijzing naar Speciaal Basisonderwijs (SBO) op Speciaal Onderwijs (SO) gebeurt alleen als dit echt noodzakelijk is. Het beleid is vastgelegd in het zorgplan van WSNS dat elke vier jaar wordt vastgesteld. Bij WSNS zijn alle scholen in Nederland ondergebracht in samenwerkingsverbanden. Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband WSNS Duinen Bollenstreek, waarin de basisscholen uit de streek met elkaar samenwerken. De scholen kennen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor kinderen die extra zorg nodig hebben. Het zorgsysteem binnen de school Zoals al hier boven is beschreven, kijken wij als school goed naar de ontwikkeling van de kinderen. Wanneer kinderen extra aandacht nodig hebben of wanneer een kind extra uitdaging nodig heeft, dan krijgen de kinderen bij ons op school extra hulp. Deze hulp wordt gegeven door de eigen leerkracht, maar soms ook door een van de onderwijsassistenten die wij op school hebben. Al eerder werd de kindbespreking genoemd. Tijdens de kindbespreking wordt samen met de Intern Begeleider gekeken naar welke kinderen extra hulp nodig hebben. Samen wordt naar oplossingen gezocht. De leerkracht stelt een beschrijft in het groepsplan wat de leerkracht gaat doen met het kind in de groep om een kind extra te helpen. Als het nodig is zal een onderwijsassistent de leerkracht daarbij helpen. Na een bepaalde periode wordt er gekeken of de extra hulp aan een kind door moet gaan of dat gestopt kan worden met de extra hulp aan het kind. Wanneer meer hulp nodig is dan dat de school kan bieden, dan wordt er hulp buiten de school gezocht. Indien dit het geval is zal er eerst met u een gesprek hierover plaatsvinden.
27
Passend onderwijs: de beste kansen voor élk kind De meeste kinderen doen het prima op school: ze ontwikkelen zich naar verwachting en leren zonder problemen. Sommigen hebben meer begeleiding nodig, van specifiek lesmateriaal tot een aangepaste leeromgeving. Het organiseren van deze ondersteuning, zo snel, licht en dichtbij mogelijk, dat is de kern van Passend onderwijs. De nieuwe wet geldt vanaf 1 augustus 2014 en verandert de manier waarop deze ondersteuning kan worden aangevraagd, en hoe die georganiseerd en betaald wordt. Passend onderwijs in het kort: • Scholen in de regio werken samen om alle leerlingen de beste onderwijsplek te bieden • Het speciaal (basis) onderwijs blijft gewoon bestaan voor leerlingen die dat echt nodig hebben • Scholen kijken naar wat een leerling wél kan, het liefst op een gewone basisschool in de buurt • Er zijn geen bezuinigingen op extra ondersteuning aan leerlingen Zorgplicht Voorheen moesten ouders van kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, zelf op zoek naar een geschikte school. Vanaf 1 augustus 2014 hebben scholen een zorgplicht. Dit betekent dat we elk kind een passende onderwijsplek moeten bieden. Dat kan op deze school zelf zijn, maar ook op een andere basisschool of school voor speciaal (basis)onderwijs. Ouders worden vanaf begin tot eind bij dit proces betrokken: u kent uw kind immer het beste. Samenwerkingsverband Om elk kind een goede plek te kunnen bieden, werken alle basisscholen en speciale scholen in de regio met elkaar samen. Onze school maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek. Dit verband bestaat uit vijftien schoolbesturen in de gemeenten Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen. Basisondersteuning Schoolbesturen hebben met elkaar afgesproken wat elke school in principe moet kunnen bieden aan ondersteuning. Dit wordt basisondersteuning genoemd. Hierdoor weet u wat u als ouders ten minste mag verwachten van het onderwijs en ondersteuning op een school. Elke basisschool krijgt een eigen ondersteuningsbudget en de beschikking over expertise waarmee de ondersteuning die kinderen nodig hebben, kan worden georganiseerd. De route Om passend onderwijs voor elke leerling snel en goed te kunnen organiseren, heeft het samenwerkingsverband een route afgesproken. Deze route bestaat uit verschillende stappen: 1) Het begint bij de leerkracht. Hij of zij signaleert dat de ontwikkeling van een kind stagneert. Samen met u als ouders gaat de leerkracht vervolgens op zoek gaat naar de juiste aanpak voor uw kind.
28 2) Met hulp van de IB’er Als een leerkracht de leerling zelf niet verder kan helpen, roept hij de hulp in van de intern begeleider van de school. De IB’er maakt een gedegen analyse van de situatie en geeft vervolgens advies over een mogelijke aanpak. Ook hierbij is het informeren en betrekken van u als ouders van groot belang. De IB’er voert vervolgens de regie over het afgesproken traject. 3) Met hulp van het ondersteuningsteam (OT) Als zowel de leerkracht als de intern begeleider en de ouders er niet uitkomen, wordt de hulp van het ondersteuningsteam (OT) ingeroepen. Naast de leerkracht, ouders en ib’er, kan zo’n team bestaan uit de directeur van de school, onderwijsspecialist en een jeugd- en gezinswerker. Het ondersteuningsteam overlegt wat het kind nodig heeft, de aanpak die is afgesproken, wordt arrangement genoemd. Afhankelijk van wat er nodig is, kan dit op vele manieren worden vormgegeven: - hulp die een school zelf kan bieden - hulp die een school kan bieden met expertise van buiten - verwijzing naar een speciale onderwijsvoorziening Verwijzing naar een speciale onderwijsvoorziening Stap 1: Gesprek met sbo- of so-school Als duidelijk is dat een speciale school voor een leerling beter geschikt is, wordt een deskundige van die school uitgenodigd om te praten over de duur en intensiviteit van het arrangement. Stap 2: Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) Als de eerste stap is afgerond, kan bij het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd. Er zijn twee mogelijkheden: - Speciaal basisonderwijs - Speciaal onderwijs: Categorie I: zeer moeilijk lerende kinderen, langdurig zieke kinderen, kinderen met epilepsie of ernstige gedragsproblematiek Categorie II: lichamelijk gehandicapte kinderen Categorie III: meervoudig gehandicapte kinderen Stap 3: Bieden van extra ondersteuning Als een leerling een toelaatbaarheidsverklaring heeft gekregen wordt de plaatsing zo spoedig mogelijk gerealiseerd. Stap 4: Terugplaatsing vanuit het so of sbo Bij plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs wordt in het ontwikkelingsperspectief beschreven hoe aan terugplaatsing naar de reguliere school gewerkt wordt. Als bij evaluatie blijkt dat dit een optie is, vindt overleg plaats met ouders en de school van herkomst. Een andere reguliere school die meer passend is, bestaat ook tot de mogelijkheden. Ontwikkelingsperspectief Een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld voor alle leerlingen op De Verrekijker. Rechtstreekse instroom
29 Voor een groep leerlingen is al snel duidelijk dat zij aangewezen zijn op het speciaal onderwijs. Deze leerlingen hoeven niet de reguliere route te volgen. Een team van onderwijsspecialisten zal het verzoek om rechtstreekse instroom behandelen. Meer informatie over de organisatie van passend onderwijs in uw regio vindt u op de websites van het samenwerkingsverband PO Duin- en Bollenstreek: http://po.swv-db.nl en www.swv-db.nl. De overgang naar het voortgezet onderwijs De overgang van groep 8 naar het voortgezet onderwijs wordt zorgvuldig begeleid. Wij doen dat op de volgende manier. • In oktober houden wij een informatiemiddag voor ouders over de verschillende vormen van het voortgezet onderwijs. • Tijdens de rapportgesprekken in november wordt een voorlopig advies met ouders besproken. • In de periode december tot en met februari is er voorlichtingsmateriaal van de scholen in de streek beschikbaar. • De school zorgt in februari ervoor dat de aanmelding worden gedaan is bij de scholen van voorgezet onderwijs. • In januari en februari zijn er open dagen bij de scholen van voortgezet onderwijs die door ouders en kinderen bezocht kunnen worden. • In februari vinden er gesprekken plaats waarbij de ouders en hun kind vertellen naar welke school voor voortgezet onderwijs ze willen gaan n.a.v. het schooladvies van de leerkracht. Het inschrijfformulier van de school naar keuze wordt dan ingevuld. • In april/mei wordt de Cito-eindtoets afgenomen. • In juni worden alle kinderen besproken met de mentoren van het voortgezet onderwijs. • Na 4 tot 6 maanden bespreken wij met de school van voortgezet onderwijs hoe het met de kinderen gaat.
Een jaar verlengen Soms gebeurt het dat ondanks alle extra hulp, een kind een extra jaar nodig heeft om de leerstof te leren. Dit gebeurt als een kind op meerdere punten achter blijft bij de meeste groepsgenoten. We bekijken dan goed op welke punten een kind hulp en tijd nodig heeft. Het kind blijft dan nog een jaar in de zelfde groep om zich verder te kunnen ontwikkelen. Resultaten en verdere ontwikkeling Zoals u heeft kunnen lezen, doen wij er alles aan om kwalitatief onderwijs te kunnen geven aan de kinderen. We proberen ons onderwijs zo goed mogelijk in te richten op de kinderen die onze school bezoeken. We vinden het belangrijk dat de kinderen zich veilig voelen op school en daardoor zich
30 beter kunnen concentreren. Maar niet alleen het welbevinden van een kind vinden we belangrijk. We proberen op leergebied een kind zo ver mogelijk te brengen. Om de kwaliteit van ons onderwijs goed in de gaten te houden, gebruiken we een instrument waarmee we de kwaliteit in kaart kunnen brengen. We kijken naar: • Hoe goed is onze leerlingenzorg? • Hoe kijkt het management, de teamleden, de ouders en de leerlingen naar het onderwijs op onze school? • Wat kan de school doen om het onderwijs en de leerlingenzorg te verbeteren? Scholing De leerkrachten van de Verrekijker doen regelmatig aan nascholing. Hierdoor blijven zij op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen en verbeteren zij zich in het lesgeven aan de kinderen bij ons op school. Nascholing gebeurt op studiedagen voor het hele team of na schooltijd door de leerkrachten zelf.
2.9
Veiligheid op de Verrekijker
We vinden het als school belangrijk dat de kinderen op school zich veilig voelen. Maar niet alleen voor de kinderen is een veilig gevoel belangrijk. Ook voor de mensen die op de school werken is een veilig gevoel van groot belang. Twee maal per schooljaar wordt op school een ontruimingsoefening gedaan om de kinderen en het personeel goed voor te bereiden op wat te doen in geval van nood. De eerste ontruimingsoefening wordt geleid door de leerkrachten die een opleiding tot bedrijfshulpverlener (BHV) hebben gevolgd. De tweede is ongepland en wordt geleid door het COA. De veiligheid in school staat beschreven in het veiligheidsplan en het calamiteitenplan van de school. Pestbeleid Ook op onze school kan pesten voorkomen. We willen daar heel alert op reageren. We vinden het belangrijk dat ouders ons zo snel mogelijk een signaal geven als ze vermoeden of constateren dat er gepest wordt. Ook vinden we het belangrijk dat kinderen zelf melding maken bij de leerkracht als ze zich niet lekker in hun vel voelen door sociaal gedrag in de groep of op school.
31 In het begin van het schooljaar staat het onderdeel pesten altijd voorop in de leefstijl lessen: hoe ga je met elkaar om, wat moet je doen als het je overkomt, hoe zouden klasgenoten moeten reageren, etc. Ook in het vervolg van de lessen komt dit onderwerp terug. Desondanks kan pesten toch nog voorkomen. Indien de leerkracht dat constateert wordt achterhaald met alle betrokkenen wat de oorzaak van het pesten is. Er wordt gesproken met pester en gepeste. Daar wordt een verslag van gemaakt en dat gaat in het dossier. Mocht een leerling meerdere verslagen hebben in zijn dossier, dan wordt met ouders contact opgenomen. Dit zal in ernstige gevallen natuurlijk direct gebeuren. We verwachten van de ouders een positieve betrokkenheid om het pestprobleem uit de wereld te helpen. In zeer ernstige gevallen worden afspraken op papier gezet en door betrokken partijen ondertekend, waarin ook duidelijk gemaakt wordt wat de consequenties zullen zijn van herhaald pestgedrag. Gebruik van internetprogramma’s Het gebruik van internetprogramma’s op school is onderhevig aan toezicht en het volgen van het internetprotocol. Daarin staat beschreven wat wel en niet mag op de schoolcomputer en wat leerlingen en leerkrachten moeten doen als er ongewenste sites tevoorschijn komen. Het gebruik van internet buiten de school valt niet onder de verantwoording van de school, maar wij kunnen toch met vervelende gevolgen te maken krijgen. Vandaar dat wij met de leerlingen afspraken maken over wat wel of niet kan en hoe we daar mee om zullen gaan. De afspraken gelden voor het gebruik van internetsites en ander computergebruik waarvan kan worden aangenomen dat de informatie voor anderen beschikbaar is. Computer of telefoongebruik waarvan kan worden aangenomen dat dit alleen tussen twee personen gaat zien we als een aangelegenheid tussen die twee personen. Omgangsvormen en pestbeleid Op de Verrekijker gelden omgangsvormen en een pestbeleid. Een belangrijke regel is dat leerlingen respect hebben voor andere leerlingen en leerkrachten. We stellen als regel dat het gebruik van internet door leerlingen van onze school niet leidt tot het doen van vervelende, negatieve uitlatingen over andere leerlingen of over leerkrachten.
32 Voorbeelden van niet aanvaardbaar gebruik • Het opzetten van enquêtes over welke leerling of leerkracht het meest wordt gehaat • Het zich scheldend of anderszins zeer negatief uitlaten over leerlingen of leerkrachten • Het uitlokken van negatieve reacties over leerlingen of leerkrachten • Het plaatsen van foto’s of filmpjes vanuit de schoolsituatie zonder uitdrukkelijke toestemming van de leerkracht of directie op internet. • Het plaatsen van foto’s van herkenbare personen, bewerkt of niet op internet zonder dat die daarvoor zelf toestemming hebben gegeven. Indien iemand dergelijke uitingen op een internetsite of communicatienetwerk aantreft, verzoeken wij dringend dit te melden bij de schoolleiding. Maatregelen Indien de schoolleiding melding krijgt van verkeerde uitlatingen op internet dan worden de volgende stappen ondernomen: • • • • • • •
De mogelijke maker van de aangetroffen melding op internet wordt gevraagd naar de bedoeling van de uitlatingen en naar het feit hoe zich dat verhoudt tot de doelstelling van respectvol met elkaar omgaan. Indien duidelijk is dat een leerling of ouder de berichtgeving heeft veroorzaakt wordt hij /zij gevraagd deze onmiddellijk te verwijderen. Ouders van leerlingen worden daarbij van de inhoud van het gesprek op de hoogte gesteld. De betrokkene wordt duidelijk gemaakt dat bij herhaling een en ander kan leiden tot een ordemaatregel. Indien de berichtgeving als zeer ernstig wordt beschouwd kan deze waarschuwing direct worden gegeven. Bij herhaling volgt een schriftelijke waarschuwing en een aankondiging van een voorgenomen besluit tot schorsing van de leerling. Indien nodig zal de procedure toelating en verwijdering van de VOS/ABB worden gehanteerd, waarbij de leerling van school zal worden verwijderd. Als er sprake is van ernstige smaad of laster zal er aangifte worden gedaan bij justitie. Indien het een oud-leerling van de school betreft zal per geval worden bekeken of de school of een leerkracht aangifte bij justitie zal doen.
De schoolleiding is zich er van bewust dat we niet aan grenzen van vrije meningsuiting mogen tornen. We stellen de regel van elkaar respecteren echter hoog op onze school en menen dat mensen die deze omgangsvormen niet willen naleven niet op onze school thuishoren. Schorsing en verwijdering De school heeft de mogelijkheid een leerling voor een bepaalde tijd te schorsen. Bijvoorbeeld als er sprake is van storend of agressief gedrag. Als de schorsing langer duurt dan één dag, dan moet de school dit melden bij de leerplichtambtenaar en de inspectie. Ook moet de leerling dan huiswerk
33 mee krijgen. De schorsing mag maximaal 1 week duren en van de schorsing krijgen de ouders schriftelijk bericht. In uitzonderlijke situaties kan het bevoegd gezag een leerling verwijderen. Verwijdering is bijvoorbeeld mogelijk: • Bij bedreiging door of agressief gedrag van de ouders; • Als de leerling een dusdanig groot deel van de zorg vergt dat dit ten koste gaat van de andere leerlingen en er daarnaast geen vooruitgang in de ontwikkeling bij de leerling wordt bereikt. De beslissing over verwijdering van leerlingen kan alleen genomen worden door het bevoegd gezag. Voordat tot verwijdering wordt besloten, hoort het bevoegd gezag de betrokken groepsleerkracht. Het bevoegd gezag moet gedurende maximaal 8 weken zoeken naar een andere basisschool of speciale scholen. Als na 8 weken geen school is gevonden kan de leerling toch definitief verwijderd worden.
2.10
Klachtenregeling
Overal waar mensen samenwerken, kan iets fout lopen. Ook op een school. Scholen zijn verplicht een klachtenregeling te hebben. Als school voelen wij ons verantwoordelijk voor het realiseren van een veilige school met een prettig pedagogisch klimaat. Mochten er ondanks onze inspanningen toch zaken anders gaan dan u verwacht had, dan kunt u ons hierop aanspreken. In de klachtenregeling wordt onderscheid gemaakt tussen klachten over machtsmisbruik en overige klachten. Onder machtsmisbruik verstaan wij seksuele intimidatie, discriminatie, agressie, geweld en pesten. De overige klachten kunnen bijvoorbeeld gaan over begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de schoolorganisatie. Mocht er sprake zijn van ernstige klachten over een vorm van machtsmisbruik ten opzichte van een leerling, dan kunt u een beroep doen op de (interne) contactpersoon, de externe vertrouwenspersoon of een officiële klacht indienen bij de klachtencommissie. Op onze school is een contactpersoon benoemd. De naam van de contactpersoon van onze school is de intern begeleider Wil Spiering. Bij haar kunt u altijd terecht om, vertrouwelijk, een geval van (vermeend) machtsmisbruik te bespreken. Hij/Zij zal naar uw verhaal luisteren en bespreken welke stappen ondernomen zouden kunnen worden. De contactpersoon kan u doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon van de school, aangesteld door ons schoolbestuur en werkzaam voor alle basisscholen die onder dit bestuur vallen. De externe vertrouwenspersoon is er om met u verder over de klacht te praten en u te ondersteunen
34 bij eventuele verdere stappen. De externe vertrouwenspersoon is onafhankelijk. Ook de gesprekken met deze persoon zijn strikt vertrouwelijk. Als het nodig mocht zijn, wordt de klacht officieel ingediend bij de klachtencommissie. De klachtencommissie onderzoekt dan de klacht en adviseert het bestuur van de school over de te nemen maatregelen. Het bevoegd gezag beslist wat ze met het advies doet en laat dat alle partijen weten. We gaan er vanuit dat u met overige klachten in eerste instantie naar de betrokkene gaat, bijvoorbeeld de leerkracht. Komt u er samen niet uit, dan kunt u bij de directie van de school terecht. Bent u daarna nog niet tevreden dan kunt u het schoolbestuur inlichten dat samen met u naar een oplossing zal zoeken. De externe vertrouwenspersoon voor onze school is te bereiken via de GGD Hollands Midden: Secretariaat PZJ, telefoon 088 308 3342, e-mail:
[email protected].