1
Schoolgids 2015-2016
2 NHOUDSOPGAVE Samenstelling directie
3
Woord vooraf
4
1. Inleiding
5
2. Onderbouw Vmbo sbb/bb/kb/gt
7
3. Bovenbouw Vmbo bb/kb/gt
10
Bijlage:
Lessentabel Vmbo GT Lessentabel Vmbo SB/BB Lessentabel Vmbo KB
12 13 14
4. Onderbouw Havo/Vwo
15
5. Bovenbouw Havo/Vwo
17
Bijlage:
Lessentabel Havo onderbouw Lessentabel Havo bovenbouw Keuzepakketten Havo Lessentabel Vwo onderbouw Lessentabel VWO bovenbouw Keuzepakketten Vwo
19 20 21 22 23 24
6. Opbrengstenkaart Inspectie onderwijs Slagingspercentage
25 26
7. Ondersteuning / begeleiding
27
8. Financiën
29
9. Aanmelding nieuwe leerlingen
33
9. Klachtenreglement Bijlage: route overige klachten
34 35
3 Samenstelling schoolleiding Centrale Directie: Drs. L.H.M. Lucas, voorzitter Centrale Directie Portefeuille: personele zaken, PR, communicatie en kwaliteit, onderwijs Telefoon: 0316-367800 e-mail:
[email protected] Dr. B.J.L. van den Anker MBA, lid Centrale Directie Portefeuille: Financiën en Beheer, onderwijs Telefoon: 0316-367800 E-mail:
[email protected] Opleidingsdirecteuren: Opleidingsdirecteur Vmbo sbb/bb/kb: Drs. G.M. Robbers Telefoon: 0316-367800 E-mail:
[email protected] Opleidingsdirecteur Vmbo gt: J.H. Markhorst Telefoon 0316-367800 E-mail:
[email protected] Opleidingsdirecteur Havo: Drs. D.B.J. Kok Telefoon: 0316-367800 E-mail:
[email protected] Opleidingsdirecteur Vwo: Drs. W. Meessen Telefoon: 0316-367800 E-mail:
[email protected]
Het Candea College is onderdeel van de Stichting Quadraam (Gelderse Onderwijs Groep) die fungeert als bevoegd gezag. De Centrale Directie legt jaarlijks verantwoording af aan het College van Bestuur over het gevoerde beleid. Het College van Bestuur legt jaarlijks verantwoording af aan de Raad van Toezicht van Quadraam.
4 Woord vooraf Iedere school voor voortgezet onderwijs in Nederland is wettelijk verplicht leerlingen, ouders en andere betrokkenen uitvoerig te informeren over allerlei zaken die betrekking hebben op de school. Het Candea College heeft ervoor gekozen om dit via meerdere informatiebronnen te doen zoals de schoolgids, de jaargids INS&OUTS, de huishoudelijke reglementen voor Leerlingen en voor Personeel, de brochures per leerweg en onze website (met personeels-, leerlingen- en ouderportaal). We zullen in toenemende mate ook andere digitale, sociale media benutten voor de informatievoorziening. Deze bronnen vormen samen één integraal informatiepakket. De schoolgids en de huishoudelijke reglementen worden digitaal geplaatst op het personeels-, leerlingen- en ouderportaal en worden ieder jaar, indien nodig, geüpdatet. De jaargids INS&OUTS verschijnt ook in een papieren versie en wordt aan alle leerlingen en personeelsleden verspreid. Deze schoolgids is in eerste instantie bedoeld voor alle ouders van wie het kind/de kinderen al op het Candea College zit(ten). Daarnaast kunnen ouders die overwegen om hun kind op onze school aan te melden zich via dit informatiepakket oriënteren op onze school en onderwijs. Het Candea doet er alles aan om er voor onze leerlingen een fantastische schooltijd van te maken.
5 Hoofdstuk 1: Inleiding. Het Candea College is een brede school voor voortgezet onderwijs voor alle leerlingen in het verzorgingsgebied Duiven, Westervoort, Groessen, Loo, Lathum en Giesbeek. Ook voor een aantal leerlingen van buiten dit voedingsgebied blijkt Candea een aantrekkelijke school Het Candea biedt onderwijs in de volgende leerwegen Vmbo sbb/bb/kb/gt, Havo (Havo en Havo tech) en Vwo (technasium, gymnasium en atheneum). Het Candea College heeft ± 2200 leerlingen, verspreid over drie locaties. De onderbouw is gevestigd op de Eltensestraat, de bovenbouw Vmbo gt, de Havo en het Vwo zijn gevestigd op Saturnus I en de Vmbo bb/kb bovenbouw is gevestigd op Saturnus II. De gebouwen zijn modern uitgerust met studie- en leshuizen voor de aparte leerwegen. De school is opgedeeld in vier opleidingen: Vmbo sbb/bb/kb, Vmbo gt, Havo en Vwo, met ieder een eigen opleidingsdirecteur die verantwoordelijk is voor de verticale lijn van het onderwijs in de betreffende kolom, de leerlingen en de personele zorg. Grondslag Het Candea College heeft een levensbeschouwelijke grondslag, die haar oorsprong heeft in de katholieke en protestants-christelijke traditie. De school wil concreet bijdragen aan de opbouw van een zorgzame en duurzame samenleving. Dit beperkt zich niet alleen tot de lessen levensbeschouwing maar leerlingen worden ook op andere momenten gestimuleerd om zich verantwoordelijk te voelen voor eigen ontplooiing, een goede sfeer op school en voor ieders bijdrage aan de samenleving. In het kader van de huidige pluriforme samenleving is er ook oog voor andere positieve levensbeschouwingen. Onderwijsvisie Het Candea College is een school waar leerlingen niet alleen worden voorbereid op het eindexamen, maar waar zij ook leren om zelf keuzes te maken en daarvoor verantwoordelijk te zijn. Daarbij gaat het om maatschappelijke vaardigheden, om persoonlijkheidsvorming en om het leren verwerven en gebruiken van kennis. Dit laatste is van groot belang, omdat vervolgopleidingen veronderstellen dat leerlingen zelfstandig kunnen studeren. Bovendien wordt tegenwoordig verwacht dat mensen hun hele leven blijven leren. Het Candea College wil een ‘lerende school’ zijn. De docent leert de leerling hoe deze zijn eigen leerproces in toenemende mate zelf kan vormgeven. Docenten worden daardoor niet minder belangrijk maar krijgen een andere rol. Hun taak beperkt zich niet meer alleen tot het overdragen van kennis, maar is ook activerend en differentiërend, ondersteunend en aanmoedigend. In de onderbouw ligt de nadruk op instructie en begeleiding bij het zelfstandig werken en in de bovenbouw op de eigen verantwoordelijkheid van de leerling voor zijn leerproces. Voor het leerproces is het belangrijk dat leerlingen zich veilig voelen in de klas. Dit houdt in dat zij moeten kunnen experimenteren en dus fouten moeten durven te maken. De leerlingen moeten het gevoel hebben dat er naar hen wordt geluisterd en dat zij medeverantwoordelijk zijn voor een prettige sfeer in de klas. Ook hier is een belangrijke rol weggelegd voor de docent. Deze dient de leerlingen te stimuleren door hen vertrouwen in eigen kunnen te geven. Voor de docenten is de beleving van de leerlingen uitgangspunt. Leerplicht Jongeren tussen de 5 en 18 jaar zijn verplicht om onderwijs te volgen, totdat ze een startkwalificatie (een havo- of vwo diploma of een mbo-diploma op tenminste niveau 2) hebben. Voor leerlingen van 5 tot 16 jaar heet dit de leerplicht, voor jongeren tussen 16 en 18 jaar de kwalificatieplicht. Dit is geregeld in de Leerplichtwet. Ouders of verzorgers moeten hun kind inschrijven op een school en ervoor zorgen dat het kind naar school gaat. Het Regionaal Bureau Leerplicht Midden-Gelre (RBL) voert de leerplichttaken uit voor acht gemeenten in Arnhem en omgeving. De leerplichtambtenaar ziet erop toe dat ouders, leerlingen en scholen de Leerplichtwet naleven en draagt bij aan het voorkomen en bestrijden van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. Ook is de leerplichtambtenaar vaak lid van de Zorg- en
6 Adviesteams op scholen. Als er sprake is van verzuim of dreigend verzuim, kan de leerplichtambtenaar bemiddelen en begeleiden bij problemen en kan helpen bij het verwijzen naar hulpverleningsinstanties. Ook zet de leerplichtambtenaar zich in om, samen met ouder(s) en hulpverlenende instanties, een passende onderwijsplek te vinden voor leerlingen die door omstandigheden thuis zitten. Kijk voor meer informatie zoals ook vrijstelling van schoolbezoek of ongeoorloofd schoolverzuim op www.rblmidden-gelre.nl.
7 Hoofdstuk 2: Onderbouw Vmbo sbb/bb/kb/gt Leerlingen die het voortgezet onderwijs bezoeken, kunnen kiezen uit vier vmbo-leerwegen, het havo en het vwo. In dit hoofdstuk komt de onderbouw vmbo aan bod (het havo en vwo komen hierna aan de orde). Het Candea College beschouwt de hele onderbouwperiode als determinatieperiode. Vmbo staat voor 'voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs'. Het vmbo zorgt voor een goede aansluiting op MBO-vervolgopleidingen. De vmbo-onderbouw duurt twee leerjaren en telt op het Candea College vier leerwegen: vmbo-sbb (schakel-basisberoepsgericht), vmbo-bb (basisberoepsgericht), vmbo-kb (kaderberoepsgericht), vmbo g/t (gemengd/theoretisch). De vmbo-onderbouw is een goede voorbereiding op alle richtingen van de vmbo-bovenbouw. Dit geldt ook voor leerlingen die kiezen voor een opleiding op het gebied van sport (vmbo gt) of groen of techniek (vmbo sb/bb/kb). Kenmerken vmbo-leerwegen De schakel-basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-sbb) is bestemd voor leerlingen die veel zorg nodig hebben. Deze leerweg bereidt leerlingen intensief voor op de bovenbouw van vmbo-bb (basisberoepsgericht). De basisberoepsgerichte leerweg bereidt leerlingen voor op assistentenopleidingen van het Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO) en is bedoeld voor meer praktisch ingestelde leerlingen. Leerlingen die de kaderberoepsgerichte leerweg volgen, kunnen naar de middenkader- en vakopleidingen van het MBO, niveau 3 (en soms 4). Deze leerlingen leren het best vanuit de praktische vaardigheden. Vmbo-g/t is bestemd voor leerlingen die gemakkelijker leren vanuit de theorie en bereiden leerlingen voor op niveau 4 van het MBO. In Vmbo-g krijgen leerlingen grotendeels theorievakken en daarnaast kunnen zij kiezen voor een praktijkvak (technologie), in vmbo-t krijgen leerlingen alleen theorievakken. Plaatsing in de Vmbo-leerwegen Op basis van het advies van de basisschool en met behulp van het leerlingvolgsysteem worden leerlingen in één van de vier vmbo-leerwegen geplaatst. Dit is een uiterst belangrijk keuzemoment, want een goede plaatsing vermindert de kans op zittenblijven en afstroom naar een lagere leerweg aanzienlijk. Bij de plaatsing in de leerwegen wordt gestreefd naar 'homogene' groepen van leerlingen die zoveel mogelijk hetzelfde onderwijsniveau aankunnen. Dit neemt niet weg dat binnen leerwegen wordt gedifferentieerd. Er wordt nadrukkelijk rekening gehouden met (niveau-) verschillen tussen leerlingen. De plaatsing bij de aanvang van de brugklas is niet definitief. Tijdens en na leerjaar 1 en 2 kunnen leerlingen nog zonder problemen overstappen naar een naastgelegen leerweg. In leerjaar 3 en 4 ligt dat weer minder voor de hand. Dakpanklas Het Candea College heeft een havo/vmbo gt dakpanklas. Hierin zitten leerlingen van wie nog niet helemaal duidelijk is welke opleiding het best bij ze past. In de dakpanklas wordt lesgegeven op het hoogste niveau. Zo kunnen de leerlingen laten zien dat ze dat niveau ook echt aankunnen. De plaatsing in een dakpanklas moet goed onderbouwd worden. Op het einde van leerjaar 1 wordt de leerling besproken en wordt bepaald of een leerling verder gaat in de vmbo gt-leerweg of in de havo-leerweg. Onderwijskenmerken Vmbo Het onderwijs in de vmbo-onderbouw is sterk gericht op het verwerven van vaardigheden. Leerlingen leren hoe zij opdrachten moeten uitvoeren, hoe zij moeten leren, hoe zij met elkaar kunnen communiceren en hoe zij kritisch naar hun eigen werk kunnen kijken. In de lesstof worden concrete voorbeelden en ervaringen uit de eigen belevingswereld van
8 leerlingen gebruikt. In het vmbo is sprake van begeleid leren, hoewel van leerlingen geleidelijk aan steeds meer zelfstandigheid wordt verwacht. Docenten hanteren activerende didactiek: de leraar vervult een duidelijk sturende rol, maar daarnaast leren de leerlingen ook van en met elkaar. Samenwerkend leren wordt steeds belangrijker. In het algemeen geldt dat een vaste en heldere structuur wordt aangebracht in het onderwijsprogramma. Nieuwe zaken worden vaak eerst klassikaal behandeld, waarna de leerlingen onder begeleiding zelfstandig (of in coöperatieve leergroepen in vmbo bb/kb) verder werken. De opleidingen zorgen voor goede huiswerkspreiding en duidelijke instructies. Het Candea College beperkt in de sbb-, bb- en kb-leerwegen het aantal docenten dat les geeft aan een klas. In deze leerwegen werken docenten die verscheidene vakken in dezelfde klas kunnen geven. Verder wordt gezorgd voor spreiding van theorie- en praktijkvakken over de dag. Er wordt gestreefd naar zoveel mogelijk theorie-uren in de ochtend. Tijdens tussenuren wordt gezorgd voor adequate opvang van de leerlingen in de leshuizen. In de vmbo onderbouw wordt extra aandacht besteed aan de begeleiding van de leerlingen. In de vmbo sbb/bb/kb zijn naast mentoruren diverse vormen van specifieke begeleiding: leerlingen kunnen na schooltijd op de leerpleinen extra instructie of gericht huiswerkbegeleiding krijgen. In de vmbo gt kunnen leerlingen vier maal in de week na schooltijd gerichte huiswerkbegeleiding krijgen. Inschrijving gebeurt in overleg met de leerling en de ouders. Leerwegondersteunend onderwijs in het vmbo Leerwegondersteunend onderwijs is ingevoerd voor leerlingen die moeite hebben met het vmbo, maar die met extra hulp toch een diploma kunnen behalen. Het leerwegondersteunend onderwijs is met name bestemd voor de sbb- en bb-leerweg, maar wordt tevens in de andere vmboleerwegen ingezet. In het kader van Passend Onderwijs zijn in heel Nederland samenwerkingsverbanden van scholen opgezet. In de Liemers is zo’n samenwerkingsverband van het Candea College, het Liemers College, Symbion (school voor praktijkonderwijs) en de Ziep (cluster 3). Zij zijn samen verantwoordelijk voor het Passend Onderwijs in de Liemers. Voor leerlingen die (nog) niet geschikt zijn voor het reguliere vmbo zijn er aparte voorzieningen. Voor leerlingen die ook met leerwegondersteuning niet in staat zijn een vmbo-opleiding te voltooien, is er Symbion. Deze school leidt direct op voor de arbeidsmarkt. Het Candea College krijgt per leerling extra geld van de overheid voor leerwegondersteunend onderwijs. Voorwaarde is wel dat de Regionale Verwijzings Commissie (RVC) een beschikking afgeeft. De RVC baseert zich daarbij op dossiers, die worden samengesteld door het Loket Passend Onderwijs (LPO) van het Samenwerkingsverband. De basisscholen leveren een belangrijke bijdrage aan deze dossiers en daarmee aan het verkrijgen van extra faciliteiten. De dossiers bevatten gegevens over leerachterstanden, intelligentieniveau en sociaal-emotioneel functioneren. Cijfers en rapporten Vmbo In de onderbouw van het vmbo worden per schooljaar drie rapporten verstrekt. Daarnaast kunnen ouders op elk gewenst moment de studieresultaten van hun kind inzien via het ouderportaal op onze website www.candea.nl. De vmbo-onderbouw kent vijf leerling besprekingen waar over resultaten in samenhang met werkhouding, motivatie en sociaal emotioneel functioneren wordt gesproken. De leraren maken afspraken over de berekening van rapportcijfers en de waardering van proefwerken en overhoringen in het PTA van de onderbouw. Leerjaar 2 van de sbb-leerweg krijgt op het tweede en derde rapport ook cijfers op het niveau van de basisberoepsgerichte leerweg. Dit is nodig vanwege de keuze van een leerweg na afloop van leerjaar 2 als de sbb-leerweg stopt. Aan het begin van het schooljaar krijgen leerlingen en ouders uitgebreide informatie over de regels met betrekking tot cijfers en rapporten. De overgangsnormen staan in de jaargids Ins & Outs. Keuze leerweg / sector Vmbo In de tweede helft van leerjaar 2 kiezen leerlingen in de leerwegen van het vmbo een bepaalde sector in het beroepsonderwijs. Het vmbo kent in de bovenbouw namelijk naast leerwegen ook diverse sectoren: zorg en welzijn; techniek; economie en landbouw. De keuze voor
9 een sector vindt in de tweede klas plaats. Daarom wordt binnen de vmbo sbb/bb/kb veel aandacht besteed aan Praktische Sector Oriëntatie (PSO) en in de vmbo gt hebben de leerlingen LOB (loopbaanleren) en volgen de leerlingen twee projectweken gericht op thema’s. Tijdens leerjaar 2 van het vmbo verzorgen de mentor en de decaan speciale keuzelessen. Voor de decaan is in dit kader een extra belangrijke rol weggelegd. Ouders worden in januari uitgenodigd voor een aparte ouderavond over de keuze van een leerweg en een sector in het vmbo ná leerjaar 2.
10 Hoofdstuk 3: Bovenbouw Vmbo bb/kb/gt Aan het einde van de vmbo-onderbouw hebben de leerlingen gekozen voor een leerweg én een beroepssector (zorg en welzijn, techniek, economie of landbouw). Omdat pas aan het einde van leerjaar 2 voor een sector wordt gekozen, voltooien alle leerlingen de basisvorming op het Candea College. Leerlingen die daarna in de bb- of kb-leerweg voor techniek of landbouw kiezen, vervolgen hun studie op een andere school. Leerlingen uit vmbo gt kunnen wel voor landbouw en techniek op het Candea kiezen. De vmbo bovenbouw telt twee leerjaren. Vakkenpakketten De sectoren zijn landelijk ingevoerd omdat leerlingen in het verleden nogal eens vakkenpakketten kozen die niet goed aansloten op de vervolgopleiding. Een aantal vakken is voor alle sectoren verplicht, zoals Nederlands, Engels, maatschappijleer, bewegingsonderwijs en Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV1). Daarnaast kent iedere afzonderlijke sector verplichte vakken. Als laatste heeft iedere sector een eigen ‘vrije ruimte’, waarbij de keuzemogelijkheden bepaald worden door de gekozen leerweg en sector. Onderwijskenmerken De huidige maatschappij vraagt steeds meer verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en vaardigheden van mensen. Het vmbo-onderwijsprogramma is aangepast aan deze eisen. Er is veel aandacht voor het aanleren van vaardigheden, het leren plannen, het zelfstandig werken, het aannemen van een juiste beroepshouding en het dragen van verantwoordelijkheid voor het eigen handelen. Naarmate de schoolloopbaan vordert, wordt steeds meer eigen initiatief van leerlingen verwacht. Maar ook in de bovenbouw is nog steeds sprake van begeleide zelfstandigheid. Net als in de onderbouw is de samenstelling van de groepen zo homogeen mogelijk. Dit betekent dat leerlingen van dezelfde leerweg en sector zo veel mogelijk bij elkaar geplaatst worden. De gemengde en de theoretische leerweg worden in leerjaar 3 gezamenlijk gegeven. De splitsing van beide leerwegen vindt plaats in leerjaar 4. Dit is mogelijk omdat beide onderwijsprogramma’s vrijwel identiek zijn. Het enige verschil is de beroepscomponent. Het Candea College biedt in leerjaar 3- en 4-gt het vak technologie aan. De leerlingen oriënteren zich op de richtingen in het vervolg van hun studie. Zij kiezen dan al wel een voorlopige sector. Na leerjaar 3 bepalen de leerlingen of zij wel of niet het beroepsoriënterende vak kiezen. Rapportage / examen De voorbereiding op het eindexamen begint in leerjaar 3. Er zijn onderdelen die al in dat jaar worden afgesloten, maar die meetellen voor het examen aan het einde van leerjaar 4. Dit betekent voor de leerlingen dat zij hun werk goed moeten plannen. Daartoe zijn er werkplanners, waarin van week tot week wordt aangegeven wat gedaan moet worden. Ook krijgen de leerlingen in leerjaar 3 en 4 een ‘programma van toetsing en afsluiting’ (PTA), waarin beschreven staat welke toetsen door de diverse vakken tijdens het schooljaar worden afgenomen en in hoeverre die toetsen meetellen voor het examen. Vaardigheden vormen een ander belangrijk onderdeel van het vmboexamen. Pas na toetsing van deze vaardigheden kunnen leerlingen meedoen aan het examen. Voor bewegingsonderwijs en CKV1 geldt dat leerlingen geen diploma krijgen wanneer deze vakken onvoldoende zijn afgesloten. Leerlingen ontvangen drie keer per schooljaar een overzicht van behaalde resultaten. Daarnaast kunnen ouders de studieprestaties bijhouden via het ouderportaal op de website www.candea.nl. Diploma’s en certificaten Leerlingen die slagen voor het eindexamen ontvangen een diploma waarop de leerweg en de sector zijn aangegeven. Het vmbo-diploma geeft toegang tot het Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO). Binnen het MBO bestaan verschillende niveaus. De basisberoepsgerichte leerweg geeft toegang tot niveau 2 van het MBO. De kaderberoepsgerichte leerweg, de gemengde leerweg en de theoretische leerweg geven toegang tot niveau 3 en 4 van het MBO. Leerlingen die de theoretische leerweg hebben gedaan, kunnen instromen in 4-havo (afhankelijk van het vakkenpakket en de gemiddelde cijfers).
11 Vroegtijdige uitstroom Hoewel het beleid van het Candea College erop gericht is vroegtijdige uitstroom zo veel mogelijk te voorkomen, zullen er altijd leerlingen zijn die geen diploma behalen. Deze leerlingen kunnen via afspraken met het MBO eerder beginnen met een MBO-entree-opleiding en zo binnen het MBO doorstromen naar de niveaus 2, 3 en 4. Het Candea College stelt alles in het werk om ervoor te zorgen dat iedere leerling de school op een of andere manier met een beroepskwalificatie afsluit. Uitgangspunt is dat scholing zo lang mogelijk moet plaatsvinden.
12 Bijlage: Lessentabel Vmbo gemengde en theoretische leerweg Leerjaar 1 Lesuren
Leerjaar 2 Lesuren
Leerjaar 3 Lesuren
Leerjaar 4 lesuren
Nederlands Wiskunde Engels
4 4 3
3 3 3
4 4 3
4 5 4
Biologie (VZ) Natuurkunde Economie
2
2 2
3 3 3
4 5 4
Frans Duits
2 2
2 2
3 3
4 4
Aardrijkskunde Geschiedenis
2 2
2 2
3 3
4 4
3
3
3
4
Vakken
Scheikunde Tekenen Handvaardigheid Muziek
2 2 1
1 1 1
Technologie NST = natuurkunde, scheikunde en techniek
1 4
4
4
2
3
3
3
2 4
1
1
Bewegingsonderwijs LO 2 Rekenen Levensbeschouwing Maatschappijleer Mentoruur/ Lob = loopbaan oriëntatie en begeleiding Studieles Informatiekunde CKV = culturele en kunstzinnige vorming
1
1
1 1 1 1
1 1
1 0 1
34
34
35
28
13 Bijlage: lessentabel Vmbo (S)BB Vakken Leerjaar 1 lesuren Nederlands 2 Engels 3 Wiskunde 2 Duits 0 Mens & maatschappij 2 Aardrijkskunde 0 Levensbeschouwing 0 Handvaardigheid 2 Tekenen 2 Ckv = culturele en kunstzinnige vorming 0 NST = natuurkunde, scheikunde en techniek 2 Zwb= Zorg & Welzijn Breed 0 Handel 0 Ict-r 0 Informatica 1 Economie 0 Bewegingsonderwijs 3 Drama 1 Muziek 1 Rekenen 1 Maatschappijleer 0 Biologie 2
Leerjaar 2 lesuren 2 2 2 0 2 0 0 1 1
Leerjaar 3 lesuren 3 3 3 3 0 2 0 0 0
Leerjaar 4 lesuren 4 3 3 3 0 4 0 0 0
0
2
0
4 0 0 0 0 1 3 0 1 1 0 3
0 10 10 10 0 2 3 0 0 1 1 2
0 12 12 12 0 3 3 0 0 0 1 3
zap-wiskunde zap-Nederlands zap-mens&maatschappij zap-Engels zap-mentoruur/praktisch sector oriëntatie zap-plus zap-economie zap-biologie Zap-sector atelier atelier
2 2 2 0
2 1 2 1
1 2 0 1
1 1 1 0
totaal zap totaal atelier totaal regulier totaal
10 0 24 34
totaal handel totaal zwb totaal ICT
1 2
2 1 1 9 2 23 34 35 35 36
29 30 29
14 Bijlage: lessentabel Vmbo KB Vakken
Leerjaar 1 lesuren 3 3 3 2 3 0 0 2 2 0
Leerjaar 2 lesuren 2 3 3 2 3 0 0 1 1 0
Leerjaar 3 lesuren 3 3 4 3 0 2 1 0 0 1
Leerjaar 4 lesuren 4 3 4 3 0 4 0 0 0 0
2
3
0
0
0 0 0 1 0 3 1 1 1 0 2 0
0 0 0 0 2 3 0 1 1 0 3 1
12 12 12 0 3 3 0 0 1 1 3
12 12 12 0 3 3 0 0 0 1 3
1 1 1 1 1 1 0
1 1 1 0 1 1
totaal challenge
5
5
totaal regulier totaal
30 35
29 34 35 34 35
30 31 30
Nederlands Engels Wiskunde Duits Mens&Maatschappij Aardrijkskunde Levensbeschouwing Handenarbeid Tekenen Ckv - culturele kunstzinnige vorming NST = Natuurkunde, scheikunde en techniek Zwb = Zorg&Welzijn Breed Handel Ict-r Informatica Economie Bewegingsonderwijs Drama Muziek Rekenen Maatschappijleer Biologie PSO= praktische sector orientatie Mentoruur chal-wiskunde chal-Nederlands chal-Mens&Maatschappij chal-studieles chal-plusles chal-nst
totaal handel totaal zwb totaal ICT
15 Hoofdstuk 4: Onderbouw Havo/Vwo Naast de vier vmbo-leerwegen zijn er nog twee opleidingen: het havo en het vwo. Havo staat voor 'hoger algemeen voortgezet onderwijs' en vwo staat voor 'voorbereidend wetenschappelijk onderwijs'. Het havo bereidt leerlingen voor op het Hoger Beroeps Onderwijs (HBO). Het havodiploma maakt doorstroom naar 5-vwo mogelijk. Het Candea College kent drie vwo-richtingen: het atheneum, het gymnasium en het technasium. De leerlingen die belangstelling hebben voor talen kiezen voor het gymnasium, de leerlingen die interesse hebben in onderzoeken en ontwerpen (op bètagebied) voor het technasium en de leerlingen die het reguliere vwo-programma interessant vinden voor het atheneum. Steeds meer leerlingen combineren het technasium- en gymnasiumprogramma. Voor het gymnasiumdiploma dienen leerlingen Latijn in hun examenpakket te hebben. Alle vwo-diploma's verschaffen toegang tot het wetenschappelijk onderwijs (universiteiten). Plaatsing in de leerwegen havo/vwo Op het Candea hebben we homogene klassen havo en vwo. Daarnaast hebben we in het eerste leerjaar één gemengde klas vwo/havo en één gemengde klas havo/vmbo gt. Plaatsing van de leerlingen is gebaseerd op het advies van de basisschool en het leerlingvolgsysteem. De groepen in de verschillende klassen (havo, vwo of vwo/havo) kennen een homogene samenstelling. Dit betekent dat les wordt gegeven op het niveau dat bij de leerling past. Op deze manier wordt de kans op zittenblijven aanzienlijk verkleind. De plaatsing bij de aanvang van de brugklas is niet definitief. Na leerjaar 1 of 2 kunnen leerlingen nog zonder al te veel problemen overstappen naar een naastgelegen leerweg. Onderwijskenmerken Het Havo kent op Candea de mogelijkheid te kiezen voor Havo of Havo-technasium. Over het technasium leest u hieronder meer onder het kopje ‘drie richtingen in het Vwo’. In de havo/vwo-onderbouw wordt van de leerlingen steeds meer zelfstandigheid verwacht. Dit is noodzakelijk gezien de hoge eisen die het studiehuis aan de studievaardigheden stelt. De docent blijft nadrukkelijk aanwezig en vervult een sturende rol, maar daarnaast moeten de leerlingen ook van en met elkaar leren ‘leren’. Docenten gebruiken 'activerende didactiek'. Door de keuze voor lessen van 45 in plaats van 50 minuten is er in het rooster ruimte voor 'pluslessen'. Pluslessen kunnen ingezet worden voor leerlingen die moeite hebben met een bepaald vak of leerlingen die wat extra hulp kunnen gebruiken bij taal, rekenen en Engels (op basis van de citotoetsen). Daarnaast zijn pluslessen ook bedoeld als verrijkingslessen en kunnen leerlingen in de pluslessen aan toneel doen of extra tekenen o.l.v. een vakdocent. Om te zorgen voor een doorgaande weg van brugklas naar eindexamen is ervoor gekozen om in de onderbouw en bovenbouw van havo en vwo met een vast team van docenten te werken. Drie richtingen in het Vwo Het Candea College is de enige school in de regio met drie richtingen binnen het vwo: atheneum, gymnasium en technasium. Brugklassers maken direct al in het eerste leerjaar kennis met zowel het technasium als het gymnasium. Het voordeel hiervan is dat zij in leerjaar 2 een weloverwogen keuze kunnen maken. Alle vwo-leerlingen krijgen in leerjaar 1 Latijn. Leerlingen die het gymnasiumdiploma willen behalen, krijgen in leerjaar 2 Grieks. Bij Latijn en Grieks wordt ruim aandacht besteed aan de taal- en letterkunde en aan de antieke cultuur en geschiedenis. Naast het gymnasium hebben we op het Candea het technasium. Het Candea College is trots tot één van de technasiumscholen in Nederland te behoren. In het technasium staan sciencevakken als natuurkunde, scheikunde en biologie centraal. Het doel is de gemotiveerde en betere bèta- en techniekleerling extra uit te dagen. De kern van het technasium is het doen van ‘onderzoek en ontwerpen’ door de leerlingen. Daarbij wordt samengewerkt met het bedrijfsleven, zodat werkstukken een directe relatie hebben met de praktijk en leerlingen een beter beeld krijgen van technische beroepen. Een deel van het werk wordt op school gedaan in een hiervoor speciaal ingericht technasiumlokaal, maar de leerlingen gaan ook op pad. Competenties die voor het technasium van belang zijn, zijn o.a. samenwerken, creativiteit, presentatievaardigheden, initiatief nemen. Het technasium is ook bij meisjes erg populair. Leerlingen die goed kunnen leren en geïnteresseerd zijn in zowel de talen als in
16 onderzoeken en ontwerpen, kiezen voor technogym. Dit is een combinatie van gymnasium en technasium. Cijfers en rapporten Havo/Vwo De leerlingen krijgen per leerjaar drie rapporten. Daarnaast kunnen ouders continu de studieresultaten via het ouderportaal op de website www.candea.nl inzien. De vakdocenten maken afspraken over de berekening van de rapportcijfers en de waardering van proefwerken en overhoringen. Aan het begin van het schooljaar wordt uitgebreide informatie over de regels met betrekking tot cijfers en rapporten in hun leerjaar en leerweg uitgereikt. De overgangsnormen staan in de jaargids Ins & Outs. Keuzemomenten Havo/Vwo De havo/vwo-onderbouw kent twee belangrijke keuzemomenten. - Aan het einde van leerjaar 1 kiezen vwo-leerlingen voor het atheneum, gymnasium of technasium. Havo-leerlingen kiezen voor Havo of Havo-technasium. - Het tweede belangrijke keuzemoment is de profielkeuze. Havo en vwo kennen in de bovenbouw naast aparte leerwegen ook vier ‘profielen’: cultuur en maatschappij; economie en maatschappij; natuur en gezondheid; en natuur en techniek. De keuze voor een profiel wordt gemaakt in leerjaar 3. Deze keuze wordt voorbereid tijdens de jaarlijkse activiteitendagen voor 3-havo en 3-vwo en tijdens de mentor- en decaanlessen in deze leerjaren.
.
17 Hoofdstuk 5: bovenbouw Havo/Vwo Kernbegrippen van de bovenbouw van havo en vwo zijn ‘studiehuis’, ‘tweede fase’ en ‘zelfstandigheid’. De havo-bovenbouw duurt twee leerjaren en de vwo-bovenbouw drie leerjaren. De leerlingen maken aan het einde van leerjaar 3 een keuze uit de vier profielen: cultuur en maatschappij; economie en maatschappij; natuur en gezondheid; en natuur en techniek. Deze profielen sluiten aan bij de grote sectoren van de arbeidsmarkt en het vervolgonderwijs. Vakkenpakketten De tweede fase kent geen vrije pakketkeuze meer. Daarnaast hebben de leerlingen meer verplichte vakken dan vroeger, terwijl tegelijkertijd het aantal klassikale lessen iets is afgenomen. Hiervoor in de plaats zijn andere werkvormen gekomen (zie onderwijskenmerken). De leerlingen kiezen in leerjaar 3 voor een definitief pakket binnen de profielen. Binnen ieder profiel kan gekozen worden uit een aantal vakkenpakketten. Bij de samenstelling van die pakketten is gekeken naar de eisen die vervolgopleidingen stellen en naar de verplichte studielast. Ieder pakket heeft drie componenten: gemeenschappelijke vakken (verplicht); verplichte profielvakken plus keuzevakken binnen het profiel; en keuzevakken binnen het vrije deel. In totaal zijn op het Candea ongeveer veertig verschillende vakkenpakketten mogelijk. In het voorlichtingsmateriaal kunt u meer gegevens vinden over de uitwerking van de verschillende pakketten. Onderwijskenmerken In het lesprogramma worden naast klassikale lessen ook andere werkvormen gehanteerd, zoals colleges voor grotere groepen, kleine projectgroepen en individuele studiesituaties. Van de leerlingen wordt verwacht dat zij actief en zelfstandig leren. Daarbij wordt ingespeeld op verschillen tussen leerlingen in leerstijl, studietempo en verwerkingstijd. De leerling moet zelf initiatief nemen en is in hoge mate verantwoordelijk voor het eigen leerproces. De docent fungeert daarbij ook als begeleider. Dit betekent dat alle vakdocenten werken met werkwijzers (of studiewijzers), waarin precies staat aangegeven welke leerstof en welke (praktische) opdrachten wanneer klaar moeten zijn. Hierdoor kunnen de leerlingen hun werk goed plannen. De grootte van een basis mentorgroep is in de tweede fase teruggebracht van dertig leerlingen naar circa vijftien leerlingen. De mentor is ook in het studiehuis de spil van de leerlingbegeleiding. Iedere docent uit het havo/vwo-opleiding is als mentor met een coachende taak gekoppeld aan één of twee basisgroepen. De mentor verzorgt ook de vakken LOB (Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding) en HaCo (Havisten Competent). Daardoor is wekelijks één lesuur contact tussen de mentor en zijn groep gegarandeerd. De mentor heeft ook aandacht voor de leerling als persoon. Hij bewaakt tevens de studievoortgang en de keuze voor een vervolgopleiding. Bij de keuze voor eerst een profiel en later een beroep of een vervolgopleiding spelen naast de decanen ook de HaCo-lessen een belangrijke rol. Verder is er speciale begeleiding voor leerlingen met een taalachterstand en/of examenvrees. Studielast Een zeer belangrijk begrip in de tweede fase is de studielast. Leerlingen hebben een verplichte studielast van 1600 uren per leerjaar. Het aantal uren per vak is afhankelijk van het aantal studielasturen dat voor een vak is voorgeschreven. In de studielast is ook de tijd voor zelfstudie en huiswerk opgenomen. De vuistregel is dat er van de 1600 studielasturen 1000 besteed worden aan contacttijd met de docent of begeleider. Daarbij kan het gaan om klassikale lessen, colleges, lessen op afstand of andere werkvormen. De overige 600 uur zijn dus bestemd voor zelfstudie en huiswerk. Het aantal uren dat een vakdocent krijgt toegewezen is afhankelijk van het aantal leerlingen dat een vak kiest. Op grond van het beschikbare aantal lessen, de gekozen werkvormen en de voorgeschreven studielast per vak wordt het rooster gemaakt. Een schooldag telt ongeveer acht lesuren In tussenuren kan de leerlingen terecht op de individuele werkplekken of in een studieruimte. De leerlingen zijn verplicht aanwezig tijdens de contacturen met de docenten. Dit wordt geregistreerd.
18
Rapportage/examen De examenperiode in de tweede fase duurt twee leerjaren. Dit betekent dat het examineren al begint in respectievelijk 4-havo en 5-vwo. Toetsen tellen dan dus al mee voor het eindexamen. Toetsen worden in de tweede fase niet meer tijdens de lessen afgenomen, maar centraal op vaste momenten in de week of tijdens toetsweken. De tijdstippen en de te toetsen stof liggen vooraf vast. Omdat alle toetsen in de leerjaren 4-havo, 5-havo, 5-vwo en 6-vwo deel uit maken van het eindexamen, is de gehele gang van zaken vastgelegd in een Programma van Toetsing en Afsluiting. Afhankelijk van het aantal studielasturen zijn ook herkansingen in het toetsingsprogramma opgenomen. Na iedere toets of opdracht worden de resultaten verwerkt. Hierdoor is op ieder moment van de tweejarige examenperiode per vak een actuele stand van zaken beschikbaar. In de tweede fase ontvangen leerlingen en ouders regelmatig cijferlijsten en rapporten over de studievorderingen. Aan het eind van 4-havo en 5-vwo wordt beoordeeld of overgang naar het laatste leerjaar mogelijk is. U kunt als ouder de vorderingen inzien via het ouderportaal op www.candea.nl. Vervolgopleidingen Het havodiploma verschaft toegang tot het Hoger Beroeps Onderwijs (HBO) en in een aantal gevallen tot het tweede leerjaar van het Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO). Ook instroming in 5-vwo is mogelijk. Daarbij wordt gekeken naar de studieresultaten. Afhankelijk van het gekozen profiel moet de leerling wel leerstof inhalen. Met het vwo-diploma kunnen leerlingen naar het HBO, of naar het wetenschappelijk onderwijs (universiteiten).
19 LESSENTABEL 1, 2 en 3 HAVO
Ne Fa Du En Gs Ak Wi Na Sk Na/Sk Nst Bi Vz Ec OO TN/OO Art Le Lo Lezen Studieles Mt/Haco Totaal
1 Havo 4 3 3 2 2 4 2 4 4 1 3 1 0,5 1 34,5
1 Havo-GT 4 3 1 3 2 2 4 1 2 3 3 1 3 1 0,5 1 34,5
2 Havo 3 3 3 3 2 2 3 2 1 1 4 (+ 1 plusles) 1 3 1 1 33
2 Havo technasium 3 3 3 3 2 2 3 2 1 1 4 (+ 1 plusles) 1 3 1 1 33
3 Havo 3 3 3 3 2 2 3 2 2 2 4 1 3 2 35
3 Havo technasium 3 3 3 3 2 2 3 2 2 2 4 (+ 1 plusles) 1 3 2 35
20 HAVO 4 en HAVO 5
Gemeenschappelijk deel
NE EN MA LO CKV HACO
H4 4 3 2 2 2 2
H5 4 4 0 1 0 1
H4 4 4 3 3 4 3 3 3 4 4 3 3 3 4 3
H5 4 4 3 3 4 3 3 4 4 4 3 3 3 3 3
Profieldeel
DU FA GS AK EC M&O Wa Wb NA BIO SK OO NLT INF MU TE
21
HAVO Gemeenschappelijk deel NE, EN, MA, LO, CKV Keuzepakketten
CM Verplicht: Geschiedenis Kies 1 van: □ Frans (f) □ Duits (d) Kies 1 van: □ Muziek (m) □ Tekenen (t) Kies 1 van: □ Aardrijkskunde (a) □ Economie (e) Kies 1 van: □ Biologie (b) □ Frans (f) □ Duits (d) □ Aardrijkskunde (a) □ Economie (e) □ Wiskunde A (w)
EM Verplicht: Wiskunde A Economie Geschiedenis Kies 1 van: □ Frans (f) □ Duits (d) □ Management en organisatie (o) □ Aardrijkskunde (a) Kies 1 van: □ Biologie (b) □ Frans (f) □ Duits (d) □ Aardrijkskunde (a) □ Informatica (i) □ Management en organisatie (o) □ Muziek (m) □ Tekenen (t)
NG Verplicht: Biologie Scheikunde Kies 1 van: □ Wiskunde B (k) □ Wiskunde A (w) Kies 1 van: □ Natuurkunde (n) □ Aardrijkskunde (a) □ Onderzoek en Ontwerp (k) Kies 1 van: □ Natuurkunde (n) □ Aardrijkskunde (a) □ Onderzoek en Ontwerp (k) □ Informatica (i) □ Economie (e) □ Management en organisatie (o) □ Frans (f) □ Duits (d)
NT Verplicht: Wiskunde B Natuurkunde Scheikunde Kies 1 van: □ Informatica (i) □ Biologie (b) □ Onderzoek en Ontwerp (k) Kies 1 van: □ Economie (e) □ Biologie (b) □ Informatica (i) □ Onderzoek en Ontwerp (k) □ Management en organisatie (o) □ Duits (d) □ Frans (f)
22 LESSENTABEL VWO
2015-2016
ONDERBOUW
Ne Fa Du En La Gr Anc OO Spa Gs Ak Wi Na Sk Bi Vz Ec Kunst Tn Le Lo Lez Ml Tot
1VH 4 3
1 VWO 3 3
3
3 2 (periode)
2 2 4
2 (periode) 4 (periode) 4 (periode) 2 2 3,5
2
2
4 i.c.m. TN
2 ath 3 3 3 3
2 tech 3 3 3 3
2 gym 3 2,5 3 3 2
2 tegy 3 2,5 3 3 2
2
2 4
4 2 2 3 2
2 2 3 2
2 2 3 2
2 2 3 2
2 0 2
2 0 3
0 0 2
0 1 3 1 1 35
0 1 3
0 1 3
1 34,5
1 35,5
3
3
2 2 3
4 i.c.m. OO 1 3 1 2 34
2 1 3 1 1,5 34
0 1 3 1 1 34
3 ath 3 3 3 3
3 tech 3 3 3 3
3 gym 3 2 2 2 3 1 1
3 tegy 2 2 2 2 3 1 1 4
4 2 2 3 3 2 2
2 2 3 2 2 2
2 2 3 3 2 2
2 2 3 2 2 2
0 3
0 1
0 2
0 1
1 2 1 1 34
1 2 1 1 35
1 2 1 1 34
1 2 1 34
23 BOVENBOUW Gemeenschappelijk deel V4 3 2 2 2 3 1
NE EN MA LO CKV LOB
V5 3 3 0 2 0 1
V6 3 3 0 1 0 1
Tot 9 8 2 5 3 3
SLU 480 400 120 160 160 240
Tot 10 10 9 14 9 9 9 10 9 10 12 10 9 9 10 9 9 9
SLU 480 480 480 760 440 440 480 480 440 520 600 480 480 440 440 440 480 480
Wijzigingen t.o.v. 2014/2015:
ANW vervalt FIMA vervalt MA gaat van V5 naar V4
Profieldeel
DU FA SP LA/GR/KCV GS AK BI EC M&O Wa Wb Wc NA SK O&O INF * MU * TE *
V4 3 3 3 5 3 3 2 2 2 4 4 4 2 2 4 2 3 3
V5 4 4 3 5 3 3 4 4 4 3 4 3 4 3 3 3 3 3
V6 3 3 3 4 3 3 3 4 3 3 4 3 3 4 3 4 3 3
*= wordt in combinaties aangeboden, clustering ook met Havo
24
*= wordt in combinaties aangeboden, clustering ook met Havo
25 Hoofdstuk 6: Opbrengstenkaart Onderwijsinspectie en slagingspercentages
het Candea College Duiven
Candea College Eltensestraat 8 6922 JB Duiven
LWOO, VMBO, HAVO, VWO 2222 leerlingen
945 leerlingen, waarvan: - 91% in de eerste twee leerjaren
3 vestigingen
- 9% VWO vanaf leerjaar 3
Opbrengstenkaart 2015 ONDERBOUW % leerlingen dat in leerjaar 1 32% VMBO b, VMBO (g)t onderwijs volgt in ¿ onderwijssoort % leerlingen dat in leerjaar 1 onderwijs volgt in meerdere 68% VMBO b/VMBO k, VMBO (g)t/HAVO, HAVO/VWO onderwijssoorten Rendement onderbouw vergelijkingsgroep: VMBO-breed/HAVO/VWO
VMBO b Adviesstructuur na 2e leerjaar vmbo b vmbo bk vmbo k+ % leerlingen in leerjaar 3 zonder zittenblijven
het Candea College Duiven
VMBO k vmbo b vmbo bk 72% vmbo k 0% vmbo k(g)t 28% vmbo(g)t+
97%
VMBO (g)t 3% 0% 76% 0% 21%
92%
vmbo kvmbo k(g)t vmbo (g)t vmbo (g)t/havo havo+
HAVO 5% 0% 77% 4% 13%
vmbo (g)tvmbo (g)t/havo havo havo/vwo vwo
98%
96%
VWO 6% havo2% havo/vwo 82% vwo 2% 8% 99%
het Candea College Saturnus 1 6922 LX Duiven
LWOO, VMBO, HAVO, VWO 2222 leerlingen 3 vestigingen
BOVENBOUW
1101 leerlingen, waarvan:
338 leerlingen VMBO vanaf leerjaar 3
- 31% VMBO vanaf leerjaar 3
(incl. 10 leerlingen LWOO), waarvan:
- 46% HAVO vanaf leerjaar 3
- 61% gemengde leerweg
- 23% VWO vanaf leerjaar 3
- 39% theoretische leerweg
VMBO b
VMBO (g)t
HAVO
VWO
92%
67%
62%
Gemiddeld cijfer centraal examen 2014 Alle vakken
6,6
6,4
6,5
Nederlands
6,3
6,4
6,3
Engels, Frans en Duits
6,5
6,8
6,4
Aardrijkskunde en geschiedenis
6,5
6,2
6,7
Economie
6,5
6,2
6,9
Wis-, natuur-, scheikunde en biologie
6,8
6,5
6,4
Van 3e leerjaar naar diploma zonder zittenblijven
Latijn en Grieks
VMBO k
6% 3% 91%
26 Deelname examen 2014 per profiel Cultuur en maatschappij Economie en maatschappij Natuur en gezondheid Natuur en techniek
VMBO b
VMBO k
Van 3e leerjaar naar diploma zonder zittenblijven
BOVENBOUW
82%
87%
Gemiddeld cijfer centraal examen 2014 Alle vakken
7,1
6,0
Nederlands
7,2
6,1
Engels, Frans en Duits
7,1
6,2
Aardrijkskunde en geschiedenis Economie Wis-, natuur-, scheikunde en biologie
5,6 7,1
6,0
VMBO b
VMBO k
23%
43%
77%
7% 50%
Latijn en Grieks
Deelname examen 2014 per sector Economie Landbouw Techniek Zorg en welzijn
De slagingspercentages van schooljaar 2014-2015:
Examenkandidaten 2014-2015 Opleiding Percentage geslaagden VMBO BB VMBO KB
100% 97%
VMBO GL VMBO TL
98% 96%
HAVO
88%
ATH GYM
91% 100%
VMBO (g)t
HAVO
VWO
8% 54% 27% 10%
4% 23% 46% 27%
HAVO
VWO
27
Hoofdstuk 7: Ondersteuning Elke leerling moet zich op school prettig en veilig voelen. De school werkt hard aan een goed pedagogisch klimaat op school. Leren is meer dan lessen volgen en huiswerk maken. Een leerling maakt belangrijke keuzes voor de toekomst tijdens de schoolperiode. Ook zijn persoonlijke situatie verandert. Daarom besteedt het Candea College veel aandacht aan ondersteuning. De school vindt samenwerking met ouders en de leerling daarbij van groot belang. Er zijn drie ondersteuningsniveaus. De eerste lijns-ondersteuning is standaard en direct toegankelijk voor iedere leerling, zoals mentorgesprekken, pluslessen en keuzebegeleiding door de decaan. 1e lijn
Vakdocenten, mentoren, decaan, leerjaarcoördinatoren
Mentorgesprekken, pluslessen, keuzebegeleiding
Wanneer een leerling meer ondersteuning nodig heeft kan de leerling in overleg met ouders worden aangemeld bij de interne specialisten van de tweede lijn. De samenwerking tussen ouders en school wordt dan van groter belang. Wanneer intensieve ondersteuning nodig is door de tweede lijn stelt de school samen met ouders en leerling een ontwikkelingsperspectief (OPP) op. Hierin staan doelen omschreven waaraan gewerkt gaat worden door de leerling en betrokkenen. Dit OPP wordt regelmatig geëvalueerd met ouders en leerling. 2e lijn
o.a. (ortho)pedagogen, remedial teachers, trajectgroepbegeleiders
Onderzoek en ondersteuning bij leerproblemen, sociaal emotionele problematiek en gedragsproblemen
Er kunnen situaties voorkomen waarin leerlingen ook in hun persoonlijke situatie problemen ervaren. Wanneer meer ondersteuning wordt vereist dan de school zelf kan bieden wordt de leerling in overleg met ouders aangemeld voor de derde lijns- ondersteuning. In het Zorg Advies Team participeren externe partijen rondom jeugd en gezin, zoals het Algemeen Maatschappelijk Werk. Deze instanties kunnen de leerling en zijn omgeving verder ondersteunen. Ook houdt de schoolarts regelmatig spreekuur op school. 3e lijn
Zorg Advies Team (ZAT): externe specialisten.
Advisering en verwijzing rondom hulpverlening
Uiteraard werken de diverse specialisten zowel binnen als buiten de school nauw samen. De leerling ondersteuning op het Candea College wordt door de onderwijsinspectie als zeer positief beoordeeld. In de jaargids INS&OUTS komen verschillende onderdelen meer of minder uitgebreid aan bod zoals de overgang van de brugklas, de loopbaanondersteuning, de decanen, de vertrouwenspersonen, remedial teaching, dyslexie, trajectgroep, faalangst, het ZAT, de orthopedagogen en het leerlingvolgsysteem. Passend Onderwijs Met ingang van 1 augustus 2014 is de Wet op Passend Onderwijs ingegaan. Dit betekent onder andere dat het systeem van ‘rugzakken’ is afgeschaft. Voor het Candea College verandert er niet veel, aangezien het Candea College al een lange geschiedenis kent van ondersteuning vanuit een tweede lijn. Ambulante dienstverleners vanuit de Onderwijsspecialisten (bestuur voor speciaal onderwijs) zullen de school ondersteunen bij de begeleiding van leerlingen met een speciale
28 ondersteuningsvraag. Het Candea College heeft als ambitie om docenten nog beter toe te rusten om leerlingen met een speciale ondersteuningsbehoefte te ondersteunen. Binnen passend onderwijs onderscheidt men drie soorten ondersteuning: ‘basisondersteuning’, ‘lichte ondersteuning’ en ‘zware ondersteuning.’ De basisondersteuning is ondersteuning die voor elke leerling kan gelden. Lichte ondersteuning houdt in dat een ontwikkelingsperspectief (zie eerder omschreven) wordt gemaakt voor de leerling. Wanneer zware ondersteuning nodig is wordt de leerling geplaatst in het voortgezet speciaal onderwijs (VSO). Testen Het Candea College kan in het belang van de ontwikkeling van leerlingen intelligentietesten, didactische testen of testen rond sociaal emotioneel functioneren bij uw zoon of dochter afnemen. De ouders/verzorgers ontvangen hierover voor afname van de test(en) bericht. Bij geen tegenbericht uwerzijds gaan wij ervan uit dat u instemt met de afname van deze testen.
29 Hoofdstuk 8: Financiën NANCIËN
Begroting 2016: Bijdrage in de schoolkosten ouders Inleiding Scholen mogen ouders een vrijwillige financiële bijdrage vragen voor extra voorzieningen en activiteiten. Hierbij kunt u denken aan een schoolkamp of aan festiviteiten. Het gaat hierbij altijd om activiteiten die niet tot het gewone lesprogramma behoren en daarom niet door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden bekostigd. Vaak wordt gesproken over schoolkosten in het algemeen. Voor het goede begrip onderscheidt het Candea College drie soorten schoolkosten: - Leermiddelen die niet vallen onder de regeling ‘gratis schoolboeken’. - De vrijwillige ouderbijdrage. - De overige schoolkosten (vergoeding voor activiteiten en voorzieningen die de school zinvol en wenselijk acht). Deze verdeling is gebaseerd op de Gedragscode Schoolkosten Voortgezet Onderwijs, die mede is opgesteld door ouderorganisaties (te weten: de ouderorganisaties NKO, OUDERS & COO en LOBO, de organisaties voor bestuur en management VOS/ABB, VBS, Besturenraad, Bond KBVO,VGS en LVGS, alsmede de VO-raad). De gedragscode is te downloaden via www.voraad.nl (dossiers > leermiddelen > Gedragscode Schoolkosten). Ouders hebben de mogelijkheid slechts voor bepaalde voorzieningen en activiteiten te betalen. Afhankelijk van de extra voorziening of de activiteit kan de schoolleiding besluiten dat de leerling daarvan geen gebruik kan maken of daaraan niet kan meedoen, als de ouders daarvoor niet (tijdig en volgens afspraak) hebben betaald. Als activiteiten een onderdeel vormen van ons regulier onderwijsproces/schoolplan, zullen de leerlingen niet van deelname uitgesloten worden. In andere gevallen zal de school, bij geen deelname, zorgen voor lesvervangende activiteiten. Het voorgeschreven lesmateriaal wordt conform wet- en regelgeving verstrekt, m.u.v. een eventuele borg. Dit betekent dat alle leerlingen die voortgezet onderwijs volgen, gratis schoolboeken krijgen van de overheid. Het geld gaat rechtstreeks naar de school, die de inkoop doet en de gratis schoolboeken verstrekt aan de leerlingen. Onder deze regeling ‘gratis schoolboeken' vallen: leerboeken; werkboeken; projectboeken en tabellenboeken; examentrainingen en examenbundels; de licentiekosten van digitaal lesmateriaal; cd’s en dvd’s met lesmateriaal. Het Candea ontvangt van het ministerie geen middelen voor extra activiteiten en voorzieningen die buiten het gewone lesprogramma vallen, maar die we wel voor de school, het onderwijs en de leerlingen erg belangrijk vinden. Om activiteiten toch te kunnen aanbieden vraagt de school aan ouders een vrijwillige bijdrage. Hiermee kunnen we de extra activiteiten en voorzieningen bekostigen. Overigens wordt toelating tot de school niet afhankelijk gesteld van het betalen van de vrijwillige ouderbijdrage. Het Candea spant zich in om de overige schoolkosten zo laag mogelijk te houden.
30 Lidmaatschap oudervereniging Voor het lidmaatschap van de oudervereniging betalen ouders een extra bijdrage van € 6,- per gezin. De school int deze tegelijk met de vrijwillige ouderbijdrage en maakt deze inkomsten medio november over aan de penningmeester van de oudervereniging. Vrijwillige Ouderbijdrage Candea College: € 96,Het onderstaande is in overleg met de ouderraad tot stand gekomen en in de MR bij de bespreking van de begroting in 2015 vastgesteld. Toelichting op de kostenposten van het pakket 96€; exclusief bijdrage aan oudervereniging. Leerlingen waarvan de ouders er voor kiezen geen vrijwillige ouderbijdrage te betalen, kunnen aan een aantal activiteiten niet deelnemen. Waar dat activiteiten binnen de onderwijstijd betreft, kunnen zij aangepaste activiteiten opgedragen krijgen. Via de leerlingenadministratie krijgen de ouders/leerlingen die dat betreft eind oktober/begin november een toelichtende brief, waarin dat nogmaals wordt toegelicht. I
Uitbreiding van gemeenschappelijke voorzieningen in de school (€ 21,-): 1. Kluisjes: de school heeft voor iedere leerling een kluisje aangeschaft. Afschrijving, reparatie en onderhoud worden uit deze post betaald. 2. Verzekering: ongevallenverzekering gedurende de schooldag plus een half uur voor en na start school volgens rooster. Nb: ouders kunnen desgewenst deze verzekering voor eigen rekening uitbreiden. Zij ontvangen daarover aan het begin van het schooljaar informatie. 3. Voorzieningen leerlingen: proefwerkpapier, onkosten leerlingenvereniging (CAN), drukkosten leerlingenschoolkrant, bijdrage regeling reprorecht onderwijs, een bijdrage in de overheadkosten en de instandhouding van print- en kopieervoorzieningen in studiehuizen. Inspelen op actualiteit, bijeenkomsten met ouders. Toelichting: Kosten € 21,-. Daarbij is de volgende onderverdeling gehanteerd: kluisjes € 5,-, verzekeringen € 4,- en voorzieningen € 12,- (als bijdrage in de kosten).
II
Aanvulling op en uitbreiding van de standaard onderwijsactiviteiten (€ 50,-): 1. Buitenlesactiviteiten: ieder leerjaar kent zijn eigen activiteiten die afgestemd zijn op dat leerjaar c.q. die groep. De kosten voor bijv. activiteitendagen, mentordag, niet les verplichte excursies, kerstviering, promnights, diploma-uitreikingen, klassenavonden, traktaties, etc. worden hieruit betaald. De opleidingsdirecteur maakt met zijn/haar mentoren jaarlijks een activiteitenplan en kan dit bedrag besteden. Bij activiteiten onder lestijd krijgen leerlingen die niet kunnen deelnemen een alternatief in de vorm van een onderwijskundige opdracht die zij op school uitvoeren, uiteraard in de geest van het betreffende thema. Dit afdelingsbudget leerlingenactiviteiten is opgebouwd uit de volgende elementen: - Mentor- en klas activiteiten € 32,- per leerling. - Culturele (vak) excursies + inspelen op actualiteit € 8,- per leerling. - Toernooien € 10,- per leerling
Voor leerlingen waar niet voor is betaald en waarmee geen regeling is overeengekomen, geldt dat leerlingen aan een aantal activiteiten niet kunnen deelnemen. De opleidingsdirecteur stelt jaarlijks in november de bijbehorende begroting op. Het activiteitenplan per schooljaar is de basis van dit activiteitenplan.. Dit leerlingenbudget wordt verhoogd met een bedrag van € 15,- per teamlid uit de algemene schoolmiddelen voor begeleiderkosten bij leerlingen activiteiten.
31 III Aanvullende leer- en hulpmiddelen, toegang tot niet gratis digitale informatiebronnen en mediatheek inclusief hulpsoftware: lidmaatschap SLIM en gebruik antivirussoftware op school en in thuissituatie (€ 25,- per leerling). In samenwerking met stakeholders werkt de bibliotheek en het onderwijs aan nieuwe diensten om leerlingen en ouders te ondersteunen bij hun studie. Naast het aanbieden van digitale en fysieke informatie krijgen mediawijsheid en lezen de nodige aandacht. Voorbeelden van diensten die rechtstreeks in de leeromgeving van leerlingen kunnen worden geplaatst zijn de zoekmachine met de collectie van zowel de lokale bibliotheek als de collectie Nederland; databanken die via Edurep en Entree gebruikt worden. Boeken, leer- en hulpmiddelen die verplicht door de ouders aangeschaft moeten worden of die niet gratis door de school verstrekt hoeven te worden, maar waarvan de afdelingen de ouders wel adviseren die aan te schaffen. Een aantal daarvan wordt voor gebruik op school beschikbaar gesteld aan de leerlingen in de klas en/of de mediatheek. De meerkosten voor het thuis laten bezorgen van de boekenpakketten worden ook hieruit verrekend. Klassensets: atlassen en woordenboeken worden door de ouders aangeschaft en kunnen door de leerlingen van thuis meegenomen worden. Zowel om kosten te besparen als om ‘veel sjouwen’ voorkomen is een aantal klassensets beschikbaar voor de docent en de klas. Dit betreft ook een aantal hulpmiddelen die anders door de leerlingen meegebracht zouden moeten worden bij de landelijke centrale examens. Behalve hulpmiddelen zoals atlassen en woordenboeken worden ook klassensets besteld van boeken waarvan het gebruik niet verplicht, maar wel geadviseerd is (bijv. geadviseerde antwoordboekjes, extra examenbundels, boeken uit voorexamenjaren). Leerlingen kunnen dit materiaal op school gebruiken en de ouders hoeven ze, verplicht dan wel geadviseerd, niet aan te schaffen. Iedere afdeling binnen school gaat na hoe zij op deze wijze de kosten voor leermiddelen kunnen verlagen en toch de extra kwaliteit en ondersteuning kunnen bieden die de afdelingen onderwijskundig belangrijk vinden. Gestreefd wordt naar minimale overlap (aanschaf thuis en ook op school; bij bijvoorbeeld atlassen is dat (nog) niet haalbaar). Uit deze middelen worden ook beschermende kleding en hulpmiddelen (bijv. voor het vak scheikunde) aangeschaft Overige schoolkosten voor ouders in 2015-2016: Naast de vrijwillige ouderbijdrage geeft onderstaand overzicht een beeld van mogelijke andere kosten. Incidenteel worden toegangsprijzen gevraagd bij zeer bijzondere activiteiten zoals een musical. Leerlingen betalen dan slechts een deel van de werkelijke kosten. Voor onderstaande kosten geldt, dat de school de activiteit of voorziening van groot belang acht voor het volgen van het onderwijs, maar waarvoor de school geen bekostiging ontvangt. De school kan de activiteiten of voorzieningen wettelijk niet verplicht stellen, omdat zij deze anders gratis moet aanbieden. Bijdragen voor overstijgende activiteiten in bijzondere afdelingen/leerstromen (technasium, gymnasium) of vakken, worden uiterlijk aan het begin van het jaar apart gecommuniceerd met de betrokken ouders; en de instemming van ouder/leerling geleding in de MR is hiervoor vereist. Niet deelnemende leerlingen kunnen, al dan niet met alternatieve opdrachten, op normale wijze de onderwijsdoelen in het vak/de opleiding behalen. Onderstaand overzicht van kosten voor ouders is gebaseerd op de gegevens zoals die bekend waren in oktober 2015. De kosten zijn afhankelijk van externe factoren zoals hotel- en busprijzen en derhalve onder voorbehoud van prijsstijgingen en alleen indicatief voor 2015-2016. Naast onderstaande programma’s worden incidenteel geheel vrijwillige activiteiten georganiseerd die buiten het lesprogramma vallen.
32 Overzicht niet subsidiabele kosten Kostenpost
Onder bouw A Huur kluisje 5 B Verzekering * Ongevallen- 4 verzekering C Voorzieningen Diversen 12 leerlingen * (zie note) D Buitenles 32 activiteiten * E Culturele 8 vakex. en actualiteit * F Aanvullende 25 leer en hulpmiddelen * G toernooien 10
Totaal
Bijzonderheden
Vmbo GT 1
Vmbo 4
H3
H4 H5
V 4/5
Berlijn Ieper
100
Rome
595
290
London Arden. Berlijn Londen kamp
z@pp 25 thema excursie
270 270
75
20
20
96
Ad B: ongevallenverzekering gedurende de schooldag plus een half uur voor en na start school volgens rooster. Nb: ouders kunnen desgewenst deze verzekering voor eigen rekening uitbreiden. Zij ontvangen daarover aan het begin van het schooljaar informatie. Ad C: proefwerkpapier, leerlingenpas, onkosten leerlingenvereniging (CAN), drukkosten leerlingenschoolkrant, bijdrage regeling reprorecht onderwijs, bijeenkomsten met ouders, een bijdrage in de overheadkosten en de instandhouding van print- en kopieervoorzieningen in studiehuizen. Ad D: de kosten voor bijv. activiteitendagen, mentor dag, niet les verplichte excursies, kerstviering, promnights, diploma-uitreikingen, klassenavonden, traktaties, etc. Ad E: voor leerlingen waar niet voor is betaald en waarmee geen regeling is overeengekomen geldt dat leerlingen aan een aantal activiteiten niet kunnen deelnemen. Ad F: beschermende kleding en hulpmiddelen (bijv. voor het vak scheikunde, aanvullend gebruik ICT, toegang tot niet gratis digitale informatiebronnen, bijeenkomsten met ouders.
Vervangende aanschaf: Ins&Outs (indien kwijt of extra) Kluissleutel (indien kwijt) Rapportmap (indien kwijt) Pasje (indien kwijt of kapot) Pashoesje kwijt Tekendoos
V6
€ 5,€ 10,€ 2,50 € 10,€ 2,50 € 28,75
Opmerkingen: - De oudervereniging krijgt medio november/december ook inzage in de uitgaven van het afgelopen schooljaar. De financiële administratie haalt de informatie uit de grootboekrekeningen en maakt een overzicht gebaseerd op schooljaar. - Het kan zijn dat u door financiële problemen de bijdrage moeilijk of (tijdelijk) niet kan betalen. U kunt dan het beste contact opnemen met de schoolleiding, zodat samen naar een oplossing gezocht kan worden.
33 Hoofdstuk 9: Aanmelding en inschrijven van nieuwe leerlingen
De aanmelding voor het voortgezet onderwijs is veranderd. Voorheen werd de plaatsing op een school en vervolgens in een leerweg gebaseerd op het advies van de basisschool en de uitslag van de Citotoets. De Citotoets is vervangen door een eindtoets, die na de aanmelding wordt afgenomen. Het advies van de basisschool is nu leidend. Het Candea College voert dit uit. Formulieren Het Candea College heeft van de ouders de volgende documenten nodig: het aanmeldingsformulier, een kopie van het identiteitsbewijs van de leerling, een kleurenpasfoto en eventuele verklaringen van leerproblemen of diagnoses (dyslexie, ADHD etc.). Deze laatste documenten zijn nodig om de leerling extra faciliteiten en ondersteuning te kunnen geven. Het adviesformulier en het onderwijskundig rapport worden door de basisschool rechtstreeks bij het Candea College aangeleverd. Na de aanmelding Als alle documenten binnen zijn, is de aanmelding een feit. De uiterste datum voor aanmelding voor het schooljaar 2016-2017 is nu nog niet bekend. Voor schooljaar 2015-2016 was deze datum 15 maart 2015. Een leerling kan slechts op één school voor voortgezet onderwijs worden aangemeld. Leerlingen die geen extra ondersteuning nodig hebben, worden ingeschreven op voorwaarde dat het Candea College het geadviseerde onderwijs aanbiedt. Ouders krijgen hierover zo spoedig mogelijk bericht. Extra ondersteuning Als wel extra ondersteuning nodig is, onderzoekt het Candea College of het die ondersteuning kan bieden. In dat geval wordt de leerling ingeschreven en krijgen de ouders zo spoedig mogelijk bericht. Als dat niet het geval is, zoekt het Candea College in overleg met de ouders een andere school. Voor het onderzoek geldt een wettelijke termijn van zes weken, die in uitzonderlijke gevallen met vier weken wordt verlengd. Als de andere school een school voor speciaal voortgezet onderwijs is, vraagt het Candea College een toelaatbaarheidsverklaring aan bij het Samenwerkingsverband VO De Liemers. Na de eindtoets Als de eindtoets hoger uitvalt dan het schooladvies, dan moet de basisschool het advies heroverwegen. Het aangepaste advies is leidend voor de toelating en plaatsing in een leerweg. Plaatsing in een lagere leerweg kan op verzoek van de ouders en in overleg met het Candea College. Meer informatie Voor de volledige procedure en ook voor andere vragen kunt u contact opnemen met de contactpersonen basisonderwijs van het Candea College: voor havo/vwo is dit de heer E. Rutten:
[email protected] (ook voor vragen over dakpanklassen) en voor het vmbo is dit mevrouw B. Bullée:
[email protected] of met het samenwerkingsverband:
[email protected].
34 Hoofdstuk 10. Klachtenreglement Het bestuur heeft een klachtenregeling opgesteld, die voor alle scholen onder het bestuur van toepassing is. In deze regeling kunt u lezen welke afspraken zijn gemaakt over de behandeling van klachten. U kunt de klachtenregeling van de website (www.quadraam.nl) downloaden of opvragen via email (
[email protected] ) of telefonisch via 026-3208800. De klachtenregeling geeft aan dat u met uw klacht eerst terecht kunt bij: 1. de contactpersoon van de school: mentor, opleidingsdirecteur, centrale directie en vervolgens 2. de externe vertrouwenspersoon van het bestuur, mevrouw Van Oosteren (Tel. 024-3607103), e-mail:
[email protected]. Klachttrajecten In de praktijk blijkt dat klachten grofweg in twee categorieën kunnen worden onderverdeeld: klachten over schoolorganisatorische zaken en klachten over machtsmisbruik (seksuele intimidatie, discriminerend gedrag en agressie, geweld en pesten). Dit onderscheid is van belang, omdat het omgaan met een klacht verschilt naar de aard van de klacht. Bespreek klachten over schoolorganisatorische zaken (beoordeling, begeleiding, aanpak in de klas, veiligheid gebouw enz.) in eerste instantie met het betreffende personeelslid. Komt u er samen niet uit, dan kunt u terecht bij de mentor, vervolgens de leerjaarcoördinator, de opleidingsdirecteur en vervolgens de directeur van de school (de namen van de opleidingsdirecteuren en directie vindt u in de jaargids INS&OUTS) Hij/zij zal een luisterend oor bieden en samen met u en uw kind zoeken naar mogelijke oplossingen. Indien onze school niet naar wens omgaat met de klacht, kunt u contact opnemen met mevrouw van Oosteren (024-3607103) onze externe, onafhankelijke vertrouwenspersoon of met de Landelijke Klachtencommissie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs, Postbus 162, 3440 AD Woerden (0348-405245 www.onderwijsgeschillen.nl Bij (vermoeden van) machtsmisbruik is het effect op de betrokkenen aanzienlijk en is het vaak niet mogelijk of wenselijk de klacht eerst te bespreken met de betreffende persoon. U en uw kind kunnen in dit geval direct contact opnemen met onze interne contactpersoon. U en uw kind kunnen ook rechtstreeks contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon mevrouw van Oosteren.
35