Schoolgids

2015

Schoolgids 2014-2015

1-4-2015

Schoolgids 2013-2014 Basisschool Insulinde Verbreed je talent… Laat zien wie je bent!

1

Inhoudsopgave Woord vooraf .................................................................................................................... blz 03 Over AMOS ...................................................................................................................... blz 04 Basisschool Insulinde ....................................................................................................... blz 05 Waar staat onze school voor? .......................................................................................... blz 06 De organisatie van ons onderwijs ................................................................................... blz 08 De zorg voor kinderen...................................................................................................... blz 15 De leerkrachten van de school......................................................................................... blz 23 De ouders ........................................................................................................................... blz 24 De ontwikkeling van ons onderwijs ................................................................................ blz 28 De resultaten van ons onderwijs ..................................................................................... blz 31 Regelingen, school- en vakantietijden ............................................................................ blz 33

2

Woord vooraf Beste ouders en/of ouders Met deze schoolgids willen wij u informeren over onze school. Want daar zijn wij trots op! Met elkaar werken wij hard om goed basisonderwijs te verzorgen voor uw kind(eren). En bij ‘goed basisonderwijs’ denken wij aan het leggen van een stevig fundament waarop de kinderen verder kunnen bouwen aan hun verdere ontwikkeling en hun groei naar volwassenheid. Over veel dingen zoals die nu gaan in de school zijn wij tevreden. Maar het kan natuurlijk altijd beter. Daarom proberen wij heel kritisch te blijven kijken naar wat wij doen en proberen wij te luisteren naar wat anderen van onze school vinden. Verder volgen wij de landelijke ontwikkelingen op de voet. In onze teamvergaderingen praten wij dan ook regelmatig over het onderwijs van alledag. Een paar keer per jaar trekken we, door middel van een aantal studiemomenten de tijd uit, om alles eens goed op een rijtje te zetten. Dan beslissen we wat er verbeterd of veranderd moet worden. De kwaliteit daarvan proberen wij goed te bewaken. In deze schoolgids laten wij zien hoe het onderwijs binnen onze school er nu uitziet. Wij beschrijven ook waar we aan verbeteringen werken of wat wij in de komende jaren gaan aanpakken. Zo proberen we u zo eerlijk mogelijk een kijkje te geven in onze keuken. We hopen dat het u bevalt. We zouden het op prijs stellen als u ons laat weten wat u van de schoolgids vindt, wij willen graag rekening houden met uw mening. Leen Zoutendijk directeur basisschool Insulinde

3

Over AMOS De school valt onder het bestuur van de stichting AMOS (Amsterdamse Oecumenische Scholengroep). Deze stichting bestuurt 25 reguliere basisscholen (waaronder drie scholen met een nevenvestiging) en twee scholen voor speciaal basisonderwijs verspreid over Amsterdam. Daarmee is AMOS een speler van betekenis in het Amsterdamse en landelijke scholenveld. AMOS heeft een bestuursbureau, dat u kunt bereiken op onderstaand adres: Gebouw Aeckerstijn Baden Powellweg 305J 1069 LH Amsterdam Tel. 020 4106810 [email protected] Op de website van AMOS is veel informatie te vinden over onze stichting: http://www.amosonderwijs.nl

Missie van het bestuur Vanuit onze christelijke grondslag willen we bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen. Dat streven komt goed tot uitdrukking in onze missie. Die luidt als volgt. AMOS wil leerlingen laten uitgroeien tot geëmancipeerde, verantwoordelijke burgers die volop deelnemen aan de samenleving. Daarom bieden we ze ondersteuning ‘op maat’ om hun talenten en gemeenschapszin te ontplooien. Om onze missie te realiseren, werken we actief samen met alle betrokkenen. Allereerst met leerlingen zelf. Kinderen leren alleen iets als ze dat zelf ook willen. Daarom is een uitnodigend en uitdagend schoolklimaat belangrijk en hebben leerkrachten hoge verwachtingen van kinderen. Verder werken we samen met ouders en verzorgers. Zij zijn de eerstverantwoordelijken voor de opvoeding van leerlingen. Daarom zoeken we actief het gesprek met hen. Tot slot zoeken we de samenwerking met andere professionals. Dat doen we bijvoorbeeld rond de naschoolse opvang of de zorgverlening. Bij de uitvoering van onze missie laten we ons leiden door vijf kernwaarden: Professionaliteit: we willen de hoogst mogelijke kwaliteit van handelen bieden. Betrouwbaarheid: we willen dat onze leerlingen, hun ouders en onze partners op ons kunnen bouwen. Betrokkenheid: we willen onze leerlingen, hun ouders en onze partners bijstaan om samen verder te kunnen. Belangstellend: we willen openstaan voor nieuwe ideeën en verschillen gebruiken om van te leren. Ondernemingszin: we willen kansen die zich voordoen, zien en benutten.

De taken van het bestuur Als ouder heeft u vooral met de school zelf te maken. Het bestuur speelt een rol die voor ouders doorgaans niet zichtbaar is. Deze rol omvat onder andere:  bewaken van de kwaliteit van het onderwijs op de scholen;  vervullen van de werkgeversrol voor alle personeelsleden op de scholen; 4

   

verdelen van middelen over de scholen; optreden als bevoegd gezag in geschillen tussen bijvoorbeeld ouder en de school (zie ook klachtenprocedure); toezien op een juiste uitvoering van de toelatingsregeling; voeren van het overleg met de Gemeenschappelijke Medezeggenschap Raad (GMR).

Basisschool Insulinde Adres van de school: Basisschool de Insulinde Sumatrastraat 87 1094 LR Amsterdam tel 020 6942636 www.basisschoolinsulinde.nl Directeur: Leen Zoutendijk

Geschiedenis van de school Ook vroeger was onze school een buurtschool. Bijna alle kinderen wonen in de buurt van de school en komen ’s morgens lopend naar school. Voor 1987 waren er twee gebouwen in de Riouwstraat; de lagere school en de kleuterschool. In 1987 verhuisden alle kinderen uit deze twee gebouwen naar het mooie, nieuwe, witte schoolgebouw op de hoek. De naam van onze school was eerst Eerste Elthetoschool. Eltheto betekent “uw koninkrijk kome”. Na een fusie met de Tweesprong bedacht meester Wim Bos een mooie nieuwe naam: De Insulinde. Insulinde betekent “de Indische eilanden”. Deze naam past erg goed bij een school die midden in de Indische buurt staat. Vanaf 2008 zit de hele school weer gezellig in het hoofdgebouw aan de Sumatrastraat. Wij hopen ook in de toekomst in onze mooie school samen te leren, samen te spelen en samen te vieren met kinderen, ouders en leerkrachten.

Karakteristiek De Insulinde is een multiculturele en multireligieuze buurtschool in het hart van de Indische buurt van Amsterdam, stadsdeel Oost. Op de Insulinde zitten ongeveer 150 leerlingen, verdeeld over 7 groepen. De meeste kinderen komen uit de directe omgeving van de school. Het schoolgebouw is mooi licht en open. We beschikken over een prachtige arena, waar de vieringen en voorstellingen worden gehouden. Ook wordt deze ruimte gebruikt voor de schoolbibliotheek, die volledig georganiseerd wordt door enthousiaste vrijwilligers. Het schoolplein van de Insulinde ligt achter de school. Vanuit het concept Brede School werkt de school nauw samen met de inpandige peuterspeelzaal Toetie. Dit schooljaar starten wij met het openstellen van het schoolplein op maandagmiddag en woensdagmiddag voor de buurt. Onder leiding van sport- en spelbegeleiders kunnen kinderen t/m 12 jaar uit de buurt na schooltijd gebruik maken van ons schoolplein. Er zullen dan diverse activiteiten georganiseerd worden. Daarbij is het tevens belangrijk dat in de nabije toekomst ouders en/of buurtbewoners dit initiatief willen ondersteunen. Het stadsdeel ondersteunt dit proces door een cursus activiteitenbegeleider mogelijk te maken voor ouders en/of geïnteresseerde buurtbewoners. Met elkaar kunnen we iets betekenen voor de kinderen uit de buurt. 5

Waar staat onze school voor? Uitgangspunten Wij zijn een oecumenische basisschool. Van oudsher word het woord ‘oecumene’ ook wel vertaald als: naar elkaar toegroeien, elkaar leren verstaan en het samenwerken tussen de verschillende geloven. Onze school staat open voor alle kinderen en hun ouders, ongeacht achtergrond, levensbeschouwing of geloofsovertuiging. Wij verwachten van ouders dat zij de christelijke identiteit van de school respecteren. Dit betekent dat de Insulinde als oecumenische school aandacht heeft voor het vieren en gedenken op school van christelijke feesten zoals Kerst en Pasen. Het bijwonen van deze vieringen is verplicht voor alle leerlingen. Er is zeker ook aandacht voor feesten die horen bij andere geloven en culturen. Ieder individu kan de eigen identiteit behouden, mits hij/zij de missie en visie van de school respecteert. Wij willen bereiken dat onze leerlingen leren omgaan met de levensbeschouwelijke pluriformiteit op school en in de maatschappij. Wij zijn een brede, multiculturele buurtschool. Het zijn van een brede school houdt in dat wij samenwerken met o.a. de voorschool, welzijnsinstellingen en oudercontactpersonen, met als doel de ontwikkelingskansen van de kinderen te vergroten. De school wil een school zijn met veel extra aandacht voor taalonderwijs in de ruimste zin van het woord. Wij zien de school als een plek om te leren: sociaal, cognitief en creatief. Wij hanteren het leerstofjaarklassensysteem, met veel aandacht voor het individuele kind en streven daarbij naar onderwijs op maat (adaptief onderwijs). Wij werken graag samen met ouders, omdat we vinden dat ouders en school een gedeelde verantwoordelijkheid hebben in de opvoeding en de ontwikkelingskansen van hun kind. Wij willen na acht jaar basisonderwijs graag mondige, taalvaardige en sociaal vaardige leerlingen afleveren die in staat zijn in dialoog te gaan met de ander. Wij zien de school als een kleine maatschappij en als voorloper van de multiculturele samenleving waarvan wij allen deel uitmaken.

Het klimaat van de school De omgeving waarin een kind opgroeit, is van groot belang voor zijn ontwikkeling. Wij hechten daarom veel waarde aan een vriendelijk en veilig klimaat. Pas als het kind zich veilig voelt, kan het zich ontwikkelen. Duidelijkheid, orde en rust bevorderen uiteindelijk een ontspannen en veilige sfeer. Juist regelmaat geeft het kind kansen. Het onderwijsteam van de Insulinde wordt gevormd door enthousiaste en professionele leerkrachten. Zij doen er alles aan om die omgeving te creëren, waarin de kinderen zich veilig en vertrouwd voelen en zichzelf kunnen zijn.

Toelatingsbeleid Om toegelaten te worden tot onze school, verwachten wij van ouders dat zij de christelijke identiteit van de school respecteren. Dit betekent dat alle kinderen, ook uw kinderen, deelnemen aan de godsdienstlessen, weekopeningen, kerst- en paasvieringen etc. Soms gebeurt het dat een groep vol zit en een kind niet geplaatst kan worden. Dan schrijven we uw kind(eren) wel in, maar kunnen we de kinderen nog niet direct plaatsen. Deze kinderen worden op een wachtlijst geplaatst. 6

Voor jonge kinderen geldt dat u hen pas kunt aanmelden als zij minimaal 2 jaar oud zijn. Leerlingen worden pas op een wachtlijst geplaatst, als we binnen een jaar plek hebben voor deze kinderen. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor het toelaten of het weigeren van een leerling. Als een leerling niet toegelaten wordt, zal het schoolbestuur dit schriftelijk toelichten aan de ouders. De ouders kunnen tegen deze beslissing schriftelijk bezwaar maken bij het bestuur. Het bestuur zal dan de ouders horen en opnieuw een beslissing nemen. In een aantal delen van Amsterdam is er sprake van een plaatsingsbeleid voor het basisonderwijs. De school houdt zich bij inschrijvingen aan het convenant dat met de diverse schoolbesturen in stadsdeel Oost is afgesloten. Wanneer uw kind 3 jaar en 10 maanden oud is, mag het op school komen om te wennen. U krijgt hierover vanzelf bericht. We raden u aan om met de leerkracht contact op te nemen. Een volle schoolweek is voor jonge kinderen nog vaak erg vermoeiend. In december en in de laatste week voor de zomervakantie laten we kinderen niet op visite komen. In deze periode zijn alle kinderen wat drukker en is het klimaat in de klas voor een nieuw kind misschien wat onrustig. Komt uw kind van een andere basisschool (bijv. door een verhuizing), dan zullen wij altijd eerst contact opnemen met directie van de basisschool van herkomst. Na overleg met de oude basisschool, het bekijken en beoordelen van de onderwijsresultaten en de onderwijsbehoeften en intern overleg, kunnen wij in goed overleg met de ouders overgaan tot plaatsing op de Insulinde. Indien nodig wordt de leerling getoetst op zijn taal, les en rekenniveau. Als blijkt dat onze school niet de juiste hulp en zorg in huis heeft om de leerling optimaal te kunnen begeleiden, kunnen wij het bestuur adviseren deze leerling niet toe te laten.

7

De organisatie van ons onderwijs De school bestaat uit 7 groepen. Wij streven naar onderwijs op maat, ‘adaptief onderwijs’, door een sterke interne zorgstructuur in een veilig pedagogisch klimaat. Wij geven les volgens het principe van de gelaagde instructie. Naar gelang de behoefte van de leerling, krijgt de leerling instructie (uitleg) over de stof.

Teamsamenstelling Groep 1/2 Groep 2/3 Groep 4/5 Groep 5/6 Groep 7/8

Joan Chin Tanja Guiamo Patricia Meyering Tanja van Ravenhorst Muriel Sumter/Anna Emmerzaal

Vakleerkracht bewegingsonderwijs: Interne begeleider Conciërge/ict Administratief medewerkster/tutor Taalcoördinator/tutor Peuterspeelzaal

Peter Hommersom Sarieda Sohrabkhan Fatih Can Houria Kabou Dineke Kaars Carmen van der Hilst Asma el Yahyaoui

Directeur

Leen Zoutendijk

Het lesprogramma De Insulinde probeert een goed evenwicht te vinden tussen het aanleren van kennis, het leren op een goede manier met elkaar om te gaan, het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van praktische vaardigheden. De vakken taal, lezen en rekenen vormen de kern van ons onderwijs. Zij vormen de basis voor elke andere ontwikkeling. Daarnaast is er extra aandacht voor taalontwikkeling en de ontwikkeling van sociaal competent gedrag: dit zijn de speerpunten van onze school.

Voorschool In augustus 2001 zijn we gestart met de Voorschool. Dit is een project waarbij de peutergroep en de kleutergroepen dezelfde werkwijzen en programma’s volgen. De dagroosters voor de groepen lopen gelijk en het ontwikkelingsmateriaal wordt in alle groepen volgens een vast systeem aangeboden. Alle groepen gebruiken dezelfde onderwijsthema’s, deze verschillen uiteraard wel in niveau. Met de Voorschool streven we naar een intensieve begeleiding van de kinderen, voordat zij in groep 3 beginnen met lezen en rekenen. We proberen de kinderen beter voor te bereiden op de basisschool, waardoor hun ontwikkelingskansen aanzienlijk vergroot worden. Door de Voorschool in de school op te nemen, is het mogelijk om kinderen vanaf 2½ jaar al onderwijs te bieden

8

De school werkt met het Piramideproject. Het Piramideproject is een speel-leermethode met veel aandacht voor taal voor kinderen van 3 tot 6 jaar. Bij peuters ligt het accent op spelen, kleuters werken en leren al meer op een hoger niveau. Het programma biedt kinderen in achterstandssituaties speciale aandacht. Bij Piramide komen alle belangrijke ontwikkelingsgebieden aan de orde, bovendien sluit het goed aan op groep 3. De Insulinde heeft een speciale taallijn opgenomen met activiteiten voor woordenschatuitbreiding: het programma ‘Met woorden in de weer’. Dit programma sluit goed aan bij het Piramide project. Vanuit de Voorschool worden veel ouderactiviteiten georganiseerd. Het is namelijk van groot belang dat ouders thuis weten wat hun kind op school geleerd heeft. Een kind ontwikkelt zich beter, wanneer het merkt dat er thuis belangstelling is voor wat het op school heeft gedaan. Bij een Inschrijving voor de voorschool reserveren wij tevens een plekje voor de basisschool. U kind is dan verzekerd van een plek op de basisschool en de doorgaande ontwikkelingslijn is dan ook gewaarborgd.

Groep 1 en 2 In de onderbouw werken wij met gemengde kleutergroepen (4, 5, en 6 jarigen in dezelfde groep). Er bestaat in de onderbouw veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. De kinderen leren spelenderwijs en de leerkrachten hebben hierbij een sturende rol. In de kleutergroepen werken we vanuit de kring. Daarnaast spelen en werken de kinderen aan tafels, in de hoeken, in de speelzaal en op het schoolplein. Om de overstap van de kleuters naar groep 3 zo soepel mogelijk te laten verlopen, bieden wij de oudste kleuters allerlei voorbereidende lees-, taal-, reken- en schrijfactiviteiten aan. Zowel de peuter- als de kleutergroepen werken met thema’s (lente, school, vakantie, kleding), aan de hand van het CITO-programma Piramide. In de groepen 1/2 zijn de sleutelbegrippen: actief zijn, initiatief nemen, samenspelen en werken, de wereld verkennen, zelfstandigheid, nadenken en leren problemen op te lossen. Daarnaast proberen we de ontwikkeling van specifieke kennis en vaardigheden te stimuleren. Hierbij kunt u denken aan het omgaan met hoeveelheden, woorden en begrippen, spel en spelen, gereedschappen en technieken en sociale competentie. Regelmatig observeren we de kinderen en toetsen hen op verschillende gebieden. Aan het eind van de kleuterperiode wordt nauwkeurig bekeken of uw kind eraan toe is om naar groep 3 te gaan, niet alleen wat betreft leeftijd en kennis, maar ook sociaal emotioneel gezien. Soms kan een kind naar groep 3, maar krijgt het een aangepast programma op het eigen niveau: onderwijs op maat.

Groepen 3 t/m 8

9

Taalonderwijs Vanaf groep 4 gebruiken wij de methode Taalactief. Meer informatie over onze taalmethode kunt u vinden op de website van de uitgever. www.malmberg.nl

Woordenschat Woordenschat is de basis voor de goede beheersing van een taal. Het heeft daarom ook de hoogste prioriteit binnen ons taalonderwijs. Sinds het schooljaar 2005-2006 werken we op de Insulinde met Met Woorden in de Weer (MWIDW). Alle leerkrachten zijn gecertificeerd. Iedere week krijgen de kinderen nieuwe woorden aangeboden. De leerkracht zorgt dat de woorden op een goede manier ‘uitgebeeld’ worden. Dit kan door het laten zien van een voorwerp of een afbeelding, maar ook door een klein toneelstukje. De woorden worden verzameld op de woordmuur en worden dagelijks op een speelse manier geoefend. Wilt u meer weten over Met Woorden in de Weer, bekijk dan ook eens de website www.metwoordenindeweer.com. Lezen Groep 3 werkt met de methode Veilig leren lezen. Groep 3 beschikt over een digitaal schoolbord. Dit is een zeer handig hulpmiddel bij o.a. het proces van het leren lezen en schrijven. Voor het voortgezet technisch lezen gebruiken we de nieuwe methode Estafette. Estafette Nieuw is de eerste technisch lezen-methode die de nieuwe AVI-normen omarmt met uitdagingen op het juiste niveau. Bovendien volledig gebaseerd op het beste van Veilig leren lezen. Estafette geeft prioriteit aan het plezier in lezen. De groepen 4 t/m 8 werken met de begrijpend lezen methode Tussen de regels. Deze methode besteedt extra aandacht aan de uitbreiding van de woordenschat. Op de Insulinde is een goede en geautomatiseerde schoolbibliotheek. De kinderen bezoeken de bibliotheek in de Indische buurt en doen mee aan projecten. De openbare bibliotheek verzorgt ook voor ouders (voor)leesprojecten in de school en promoot het gratis lidmaatschap van de bibliotheek Indische buurt. Ouders en leesjuffen van ‘Het Gilde Amsterdam’ begeleiden het individuele lezen of het lezen in kleine groepjes

Rekenen en wiskunde We voeren dit schooljaar een nieuwe rekenmethode in: Reken Zeker. In deze methode wordt veel aandacht besteed aan praktische rekenproblemen. Ook biedt de methode veel mogelijkheden voor differentiatie. Samen met het ABC (onderwijs ondersteuningsdienst) implementeren we gedurende dit schooljaar deze voor ons nieuwe rekenmethode. We volgen de verschillende leerlijnen en richten ons onderwijs op de referentieniveaus. Engels Ook op de Insulinde is Engels in groep 7 en 8 een verplicht vak. Sinds 2008 werken we met de methode: Just do it. Deze methode maakt het mogelijk om ook bij het vak Engels te differentiëren en zo niveauverschillen tussen leerlingen goed op te vangen.

10

Sociale competentie Sociale kennis, sociale vaardigheden en een sociale houding zijn de pijlers van de leerlijn Sociale Competentie (SC). De lessen SC zijn opgenomen in het reguliere rooster. Een kind gedraagt zich sociaal competent als het adequaat functioneert op sociaal en emotioneel gebied. Onder adequaat wordt verstaan: oog voor het eigen belang en dat van anderen. Voor sociaal competent gedrag zijn sociale kennis, sociale vaardigheden en een sociale houding nodig. Levensbeschouwelijke ontwikkeling Vanaf schooljaar 2009-2010 gebruiken we de methode KLEUR. KLEUR is een methode interreligieuze creatieve levensbeschouwelijke vorming, gebaseerd op thema’s van sociaalemotionele vorming. KLEUR sluit aan bij de culturele en religieuze diversiteit in school en samenleving. Kennisgebieden en verkeer De vakgebieden aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde en biologie worden ook wel samengevat onder de naam wereldoriëntatie (WO). We gebruiken hiervoor de nieuwe methodes De blauwe planeet, Wijzer door de tijd en NATUNIEK. In groep 7 doen de leerlingen mee met het theorie-examen verkeer en in groep 8 krijgen ze een praktijkexamen.

Expressievakken Tekenen, handenarbeid en textiele werkvormen worden wekelijks gegeven. Het doel van muzikale vorming is dat de kinderen plezier houden in zingen, luisteren naar en bewegen op muziek. Vanaf het schooljaar 2011/2012 hebben we op de Insulinde het leerorkest. Alle leerlingen van groep 5 leren een muziekinstrument te bespelen en vormen een orkest. Ook andere scholen uit de Indische buurt doen mee. Twee jaar geleden startten de groepen 5 en 6 met het leerorkest,

11

afgelopen schooljaar groep 5,6 en 7. Zo hebben we dit schooljaar een groep 8 die 4 jaar lang muziekonderwijs heeft gehad en een muziekinstrumenten kan bespelen!

Lichamelijke opvoeding Voor de kleuters is dagelijks aandacht voor beweging in de vorm van vrij en geleid spel. Vanaf groep 3 krijgen de kinderen eenmaal per week gymnastiek in de gymzaal van de J.P. Coenschool in de Balistraat. Kinderen hebben een T-shirt, sportbroekje of een gympakje nodig. Verder gympen of sportschoenen met witte zolen. Douchen is vanwege de hygiëne verplicht. Er zijn ouders die willen dat hun dochter een hoofddoek draagt met gym. Hoewel wij uit oogpunt van veiligheid liever geen hoofddoekjes zien in de gymles, hebben wij er geen bezwaar tegen als uw dochter een zogenaamd ‘sporthoofddoekje’ draagt. Om misverstanden te voorkomen, overlegt u dit met de leerkracht en de gymmeester om te bepalen of de hoofddoek een veilig sporthoofddoekje is. Groep 5 gaat elke dinsdag zwemmen. Zij gaan met de bus naar het sportfondsenbad Oost.

ICT en nieuwe media

De Insulinde is voorzien van een modern computernetwerk. De leerkrachten gebruiken de ICT-mogelijkheden om het onderwijs op maat te ondersteunen. Met zorgvuldig uitgezochte onderwijsondersteunende programma’s werken de kinderen aan hun eigen verdieping en verrijking. Bovendien leren zij veilig te surfen op internet. Elk jaar schaffen wij voor één groep een digibord aan. Inmiddels gebruiken de groepen 3 t/m 8 groepen een digitale schoolbord. Omtrent het veilig gebruik van internet hanteren wij onderstaand protocol. AMOS-Protocol voor nieuwe media Sinds de school, televisie, video en internetfaciliteiten heeft, kunnen er beelden en programma's de school binnenkomen die wij ongeschikt achten voor leerlingen. Te denken valt aan bepaalde uitingen van geweld, seks en racisme. Met name door de gemakkelijke toegang tot internet, is het risico van het binnenhalen van disrespectvol en ongewenst materiaal groot. De school staat op het standpunt dat ongewenste uitingen zoveel mogelijk moeten worden voorkomen, zonder de leerlingen alle verantwoordelijkheid uit handen te nemen. De school 12

ziet een mogelijkheid om leerlingen, onder begeleiding, eigen verantwoordelijkheid bij te brengen. Het omgaan met internet wordt op zich, als leerpunt binnen de school gezien. Wij kiezen voor wat betreft het gebruik van internet dus voor het ‘pedagogisch’ filter. De school confronteert kinderen niet bewust met bovengenoemde uitingen. De leerkrachten zullen leerlingen aanspreken op ongewenst (surf, chat en e-mail) gedrag. Het personeel gebruikt internet vooral voor onderwijsdoeleinden. Op school geldt voor al het personeel, dat het niet is toegestaan, sites op te roepen rond de thema’s geweld, seks en racisme welke niet aansluiten bij de pedagogische opdracht van de school. Schoolafspraken voor nieuwe media                

De leerkracht bevordert het verantwoordelijkheidsgevoel bij leerlingen door de toegang tot internet en videobeelden te begeleiden. In de school is het gebruik van mobiele telefoons, mp3 spelers en aanverwante apparatuur niet toegestaan. De leerkracht stelt kinderen niet bewust bloot aan videobeelden van geweld, seks en racisme, die geen opvoedkundige bedoeling hebben (uitzondering is bijvoorbeeld het school tv weekjournaal voor groep 7 en 8, waarin oorlogssituaties worden behandeld). Bij het vertonen van videofilms en TV programma’s wordt de Kijkwijzer in acht genomen. De school ziet het als opvoedkundige taak om kinderen ervan bewust te maken waarom bepaalde uitingen niet door de beugel kunnen. De school probeert zo veel mogelijk te voorkomen dat ongewenste uitingen de school binnenkomen. Leerlingen mogen niet onbeperkt en onbelemmerd internetten; personeel van de school kijkt als het ware ‘over de schouder mee'. Internetten gebeurt niet zonder een leerkracht in de nabijheid. De school probeert de leerlingen bij te brengen welke zoekopdrachten wel en welke niet relevant zijn bij het zoeken naar informatie op internet. Chatten wordt slechts bij uitzondering toegestaan (bijvoorbeeld als onderdeel van een project). Ook bij het surfen op internet, bij e-mailgebruik en in het geval van chatten door kinderen is het beleid van kracht. Daarbij geldt dat het bewust zoeken van ongewenste uitingen en het gebruiken van schuttingtaal als storend wordt opgevat en dus consequenties voor de leerling heeft. Het is medewerkers van school niet toegestaan met leerlingen, buiten schooltijd te chatten. De ICT coördinator kan accounts van gebruikers inzien in verband met het beheren van het netwerk. Desgewenst kan hij accounts controleren op ongewenst gebruik van de computer. Bij het publiceren van fotomateriaal van kinderen in schoolsituaties zijn we zorgvuldig. Belangrijk vinden we dat we een representatief beeld geven van de situatie bij ons op school en dat recht wordt gedaan aan de integriteit van elk individu. Op school is een regeling afgesproken hoe ouders bezwaar kunnen maken tegen het plaatsten van foto’s in schoolpublicaties: brochures, schoolgids, schoolwebsite. Als er zich onregelmatigheden voordoen, wordt dit altijd gemeld bij de ICT coördinator. Deze houdt hiervan een logboek bij. Op deze wijze krijgen we inzicht in het verkeerd gebruik van internettoepassingen.

13

Afspraken met leerlingen over nieuwe media           

Geef nooit persoonlijke informatie door op internet zoals namen, adressen en telefoonnummers zonder toestemming van de leerkracht. Bezoek geen websites die niet aan de fatsoensnorm voldoen. Vertel het meteen aan de leerkracht als je informatie tegenkomt waardoor je je niet prettig voelt of waarvan je weet dat het niet hoort. Houd je je aan die afspraken dan is het niet jouw schuld dat je zulke informatie tegenkomt. Leg nooit verdere contacten vanuit school met iemand, zonder toestemming van je leerkracht. Verstuur bij e-mail berichten nooit foto's van jezelf of van anderen zonder toestemming van de leerkracht. Beantwoord nooit e-mail waarbij je je niet prettig voelt of waar dingen in staan waarvan je weet dat het niet hoort, het is niet jouw schuld dat je zulke berichten krijgt. Verstuur ook zelf dergelijke mail niet. Spreek van tevoren met je leerkracht af wat je op internet wilt gaan doen. Je mag geen aankopen doen via internetgebruik op school. Wanneer je via internet- e-mail of chat gepest wordt moet je dit aan je ouders, leerkracht of de vertrouwenspersoon van de school vertellen, net zoals bij andere problemen.

Onderwijs aan anderstalige kinderen Voor kinderen die de Nederlandse taal in het geheel niet beheersen, bestaat (vanaf groep 3) de mogelijkheid om zich in te schrijven bij de Bataviaschool (voorheen Zij-instromersopvang Zeeburg (ZOZ). De kinderen krijgen 5 dagen per week les op de Bataviaschool na verloop van tijd komen ze de vrijdag in hun stamklas op de Insulinde. Na het verwerven van de diploma’s taalvaardigheid en woordenschat keren de kinderen terug naar de reguliere school. De school zit op Ambonplein 59.

Vrijstelling van activiteiten Bij het aanmelden van uw kind is u van alles verteld over het onderwijs dat op school gegeven wordt. Soms, bij hoge uitzondering, kunt u de school vragen of het mogelijk is uw kind niet aan een bepaalde onderwijsactiviteit te laten deelnemen. De schooldirecteur beslist dit niet zelf, dat doet het bestuur van de school. De schooldirecteur zal daarom uw verzoek aan het bestuur doorgeven. De directie geeft het bestuur een advies over de aanvraag. Dit advies is van tevoren met u besproken. De directie geeft ook aan wat volgens haar een zinvolle vervangende onderwijsactiviteit voor de leerling is, mocht het bestuur toestemming geven. Het bestuur zal u schriftelijk laten weten of een verzoek ingewilligd wordt en op welke gronden het bestuur dit besluit genomen heeft.

De zorg voor kinderen De opvang van nieuwe kinderen in de school Ouders die hun kind(eren) willen inschrijven op de Insulinde, kunnen een afspraak maken met de directie voor een gesprek. Tijdens dit gesprek wordt er uitgebreid informatie gegeven over 14

de school, krijgen de ouders een rondleiding en wordt het kind direct ingeschreven. Voor de inschrijving neemt u paspoorten en zorgpas mee van uzelf en uw kind(eren). Gegevens over de opleiding en beroep van moeder en vader worden ook gevraagd. Om toegelaten te worden tot onze school, verwachten wij van ouders dat zij de christelijke identiteit van de school respecteren. Dit betekent dat alle kinderen, ook uw kinderen, deelnemen aan de godsdienstlessen, weekopeningen, kerst- en paasvieringen etc. Tijdens deze lessen zullen wij altijd respectvol omgaan met kinderen die een andere geloofsovertuiging hebben. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor het toelaten of het weigeren van een leerling. Als een leerling niet toegelaten wordt, zal het schoolbestuur dit schriftelijk toelichten aan de ouders. De ouders kunnen tegen deze beslissing schriftelijk bezwaar maken bij het bestuur. Het bestuur zal dan de ouders horen en opnieuw een beslissing nemen. De school houdt zich bij inschrijvingen aan het convenant dat met de diverse schoolbesturen in stadsdeel Oost is afgesloten. Wanneer uw kind 3 jaar en 10 maanden oud is, mag het op school komen om te wennen. U krijgt hierover vanzelf bericht. We raden u aan om met de leerkracht contact op te nemen. Een volle schoolweek is voor jonge kinderen nog vaak erg vermoeiend. In december en in de laatste week voor de zomervakantie laten we kinderen niet op visite komen. In deze periode zijn alle kinderen wat drukker en is het klimaat in de klas voor een nieuw kind misschien wat onrustig. Over kinderen die van een andere school afkomstig zijn, nemen we altijd contact op met de school van herkomst. Indien nodig wordt de leerling getoetst op zijn taal, les en rekenniveau. Als blijkt dat onze school niet de juiste hulp en zorg in huis heeft om de leerling optimaal te kunnen begeleiden, kunnen wij het bestuur adviseren deze leerling niet toe te laten.

Veiligheid in en om school Onze school hecht veel waarde aan een veilige school en schoolomgeving voor uw kind, onze medewerkers en omwonenden. Op onze school zijn de volgende afspraken in ieder groep zichtbaar:  Wij gaan naar school om te leren  Wij zijn op tijd in de klas  Wij lopen rustig door de school  Wij gaan vriendelijk om met kinderen en volwassenen  Wij zijn zuinig op schoolmaterialen en andermans spullen.  Wij snoepen als we samen iets te vieren hebben. Deze afspraken gelden voor iedereen die zich in en rond onze school bevindt.

Het probleem dat pesten heet Pesten is een probleem dat in alle geledingen van de maatschappij voorkomt. Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus willen aanpakken. Onze aanpak hebben we beschreven in ons pestprotocol. Het pestprotocol hebben wij opgesteld met als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode vrij en veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. 15

Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan. Een pestprotocol alleen is niet voldoende om een eind te maken aan het pestprobleem. Het is beter om het onderwerp regelmatig aan de orde te laten komen, zodat het ook preventief kan werken. Aan het aanpakken van pesten zijn enkele voorwaarden verbonden:  We zien pesten als een probleem van alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters, de meelopers en de zwijgende groep),leerkrachten en de ouders.  We willen als school de pestproblemen proberen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, willen we het onderwerp pesten met de leerlingen bespreekbaar maken.  Als pesten zich voordoet, is het belangrijk dat leerkrachten ( in samenwerking met ouders) dat signaleren en duidelijk stelling nemen.  Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, willen we als school een directe aanpak toepassen. Pesten komt voor in alle groepen van de basisschool,signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn:  beledigen  opmerkingen maken over kleding  buiten sluiten  uitschelden  iemand buiten school opwachten,slaan of schoppen  spullen afpakken  een bijnaam geven  digitaal pesten,bedreigen of uitschelden Deze lijst kan helaas nog verder worden uitgebreid,dus daarom moeten ouders en leerkrachten alert zijn op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen wanneer er dingen gebeuren die de norm overschrijden. Hoe willen wij hiermee omgaan? Dit schooljaar werken we met de leerlijn Sociale Competentie. Deze leerlijn besteedt aandacht aan de sociaal/emotionele ontwikkeling van kinderen. Onderwerpen als: veiligheid, omgaan met elkaar, rollen in een groep, aanpak van ruzies etc. komen aan bod gedurende de lessen. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen tussen kinderen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost. Het afspreken van regels is een effectieve methode om pesten te stoppen of binnen de perken te houden. Onze school vindt onderstaande stappen erg belangrijk: Stap 1 De leerlingen proberen eerst samen tot een oplossing te komen.

16

Stap 2 Op het moment dat dit niet lukt of een van de leerlingen er niet uitkomt, gaan de leerlingen naar de leerkracht om het probleem voor te leggen. Stap 3 De leerkracht brengt de betrokken leerlingen bij elkaar voor een verhelderingsgesprek. De leerkracht probeert samen met hen de ruzie of de pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. Bij herhaling van pesterijen ruzie tussen dezelfde leerlingen volgen sancties. Stap 4 Bij herhaaldelijke ruzie/pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met de leerlingen die pesten dan wel ruzie maken. De fases van bestraffen treden in werking. Er wordt contact opgenomen met de ouders van de pester(s). De boodschap is, dat het pesten zal moeten stoppen en dat er van de ouders verwacht wordt daaraan mee te werken. Als de ouders dit wensen dan kan de school tips geven over sociale vaardigheidstrainingen. Het pestgedrag wordt door de leerkracht genoteerd en bij herhaling toegevoegd aan het dossier van de leerling. Daarnaast hanteren we de volgende methoden om problemen te voorkomen: Methode 1: We houden ons aan de belangrijkste regels De belangrijkste regels en afspraken die de leidraad vormen voor de algemene pedagogische aanpak waaruit lessen voortkomen, die in alle groepen in alle groepen in dezelfde periode worden gegeven, zijn:  Kinderen en volwassenen gaan respectvol met elkaar om.  Wij spreken positief over de ander.  Wij proberen aardig en beleefd te zijn.  Ruzie heeft iedereen wel eens, wij doen ons best om het uit te praten.  Doe niet bij een ander, wat je zelf ook niet wilt; kom niet aan een ander als de ander dat niet wil.  We werken allemaal mee aan een goede sfeer in de groep.  We gaan netjes om met onze spullen en met spullen van een ander. Methode 2: De Stopmethode Als wij last hebben van elkaar, dan geven we dat aan door de Stop …. Hou op methode. Daarbij wordt ook gezegd waar je last van hebt. De ik-boodschap is dan belangrijk. Er wordt gereageerd op het gedrag en niet op de persoon. Kinderen kunnen het in eerste instantie zelf onderling oplossen. Mocht dit niet lukken, dan kan de groepsleerkracht gevraagd worden te ondersteunen.

Methode 3: Het goede voorbeeld Het team heeft een duidelijke voorbeeldfunctie. Ons handelen dient als voorbeeld voor de kinderen, de ouders en ook naar elkaar toe. We gaan uit van het positieve en reageren op de regel en niet op de persoon. We hopen met deze afspraken eraan bij te dragen dat alle kinderen zich bij ons op school veilig voelen, waardoor zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door deze regels en afspraken zichtbaar te maken weten kinderen en volwassenen wat er moet gebeuren als er zich ongewenste situaties voordoen. 17

Ook hanteren we het protocol Time-out, wat we dit jaar schoolbreed gaan inzetten in samenwerking met De Bascule. Onze school heeft ook een contactpersoon, waar het team en de kinderen in vertrouwen eventuele persoonlijke klachten kunnen bespreken. Volgens een veilige procedure zullen deze contactpersonen vervolgstappen kunnen nemen. Onze contactpersoon is juf Dineke Kaars-Redijk

Het volgen en beoordelen van het ontwikkelingsniveau van de kinderen Tijdens het schooljaar worden onze leerlingen regelmatig op hun prestaties beoordeeld. In de onderbouw gebeurt dit voornamelijk door middel van observaties en toetsen. Vanaf groep 3 worden de leerlingen regelmatig getoetst. Veel lesmethoden hebben hun eigen toetsen na afsluiting van het hoofdstuk. Naast deze methode-afhankelijke toetsen, gebruiken wij ook methode-onafhankelijke toetsen. Deze zijn ontwikkeld door het CITO (Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling). De toetsresultaten worden door de leerkracht met de ouders besproken op de ouderavond. Verslaglegging van leerlinggegevens De school legt van ieder kind een dossier aan. In dit dossier staan niet alleen algemene gegevens, maar ook gegevens uit het intakegesprek, toetsgegevens, eventuele verwijzingen en plannen voor extra hulp. Het dossier is vertrouwelijk en staat achter slot en grendel in de kamer van de intern begeleider. De ouders hebben recht op inzage in het dossier, na afspraak met de directie. Doordat ook de Voorschool wordt opgenomen in het leerlingvolgsysteem van de school, wordt het mogelijk de gegevens vanaf het begin van de schoolcarrière van een kind in kaart te brengen. Registratie leerlinggegevens In de administratie van de school worden diverse gegevens van de leerlingen opgeslagen, waaronder toetsgegevens. Deze gegevens worden door de school zelf gebruikt om de vorderingen van de leerlingen goed te kunnen volgen. Daarnaast worden ze eenmaal per jaar geanonimiseerd doorgestuurd voor het samenstellen van de Kwaliteitswijzer. Dit is een gezamenlijke uitgave van de gemeente Amsterdam en de schoolbesturen waarmee de resultaten van alle Amsterdamse scholen inzichtelijk gemaakt worden. De gegevens worden bewerkt tot overzichtelijke rapportages op het niveau van de school en het stadsdeel. De individuele leerlinggegevens zijn hierin niet meer terug te vinden. Voor meer informatie over de Kwaliteitswijzer basisonderwijs: http://www.vindeenschool.nl/ves/pages/help_kwaliteitswijzer.jsf

Interne begeleiding Op onze school is een intern begeleider werkzaam (IB’er). De IB’er, Sarieda Sohrabkhan, is verantwoordelijk voor de kinderen uit de groepen 1 t/m 8. Wanneer de gewone toetsen onvoldoende inzicht in bepaalde zaken bieden, neemt de IB’er zo nodig aanvullende tests af. De IB’er adviseert de leerkrachten ook over extra hulpmateriaal en helpt hen bij het opstellen 18

van een handelingsplan voor die kinderen die extra hulp nodig hebben. Twee keer per jaar bespreken de leerkrachten alle leerlingen met de IB’er.

Zorgbreedteoverleg Zes keer per jaar worden op school zorgbreedteoverleg gehouden. Deze besprekingen worden bijgewoond door de leerkrachten, een IB’er, een orthopedagoog van het ondersteuningsteam AMOS, een arts van de GGD, de leerplichtambtenaar en een lid van de directie. In dit multidisciplinaire team wordt vanuit alle invalshoeken naar de kinderen gekeken. Als de situatie erom vraagt, wordt overleg gepleegd met instanties uit ons netwerk. Het gaat hier om zorg in de brede zin van het woord: op schoolgebied (leer en gedragsproblemen), sociaalemotioneel gebied en lichamelijk gebied. Naar aanleiding van deze besprekingen volgen vaak afspraken over het aangaan van een gesprek met de ouders om onze zorg over te brengen. Ook wordt bepaald welke stappen genomen moeten worden om de leerling van de juiste zorg te voorzien.

Passend onderwijs AMOS wil staan voor ‘bijzonder goed onderwijs met voor elk kind de aanpak die werkt’. Onze scholen werken continu aan het realiseren van onderwijs van hoge kwaliteit. De onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van onze leerling vormt het startpunt voor ons handelen. Ieder kind is welkom op de AMOS-school in de buurt. Wij onderkennen dat er grenzen zijn aan wat wij kunnen bieden. Die grenzen willen we verleggen. Wat we niet kunnen, willen we leren. Wat we niet alleen kunnen, doen we samen met anderen. Passend onderwijs en zorgplicht Vanaf 1 augustus 2014 is AMOS verplicht een passende onderwijsplek te kunnen bieden aan alle leerlingen die in de wijk wonen waar een AMOS-school staat. Wanneer een school de benodigde ondersteuning niet kan bieden, dan wordt samen met de ouders gezocht om dat zo goed mogelijk, zo snel mogelijk, zo licht mogelijk en zo dichtbij als mogelijk te realiseren AMOS neemt deel aan het samenwerkingsverband Amsterdam. Het bieden van goed onderwijs en aangepaste zorg is geen zaak van de school alleen. Een goede samenwerking tussen de Amsterdamse scholen, ouders, docenten, jeugdzorg en gemeente maakt het mogelijk om kinderen onderwijs en zorg op maat te bieden. Basisscholen werken daarvoor op wijkniveau samen. Binnen de wijk, samen met alle ketenpartners wordt passend onderwijs vormgegeven. Rugzakjes Per 1 augustus 2014 verdwijnt de Leerlinggebonden financiering (lgf) (ook wel het ‘rugzakje’ genoemd). Het budget blijft wel volledig beschikbaar, maar gaat voortaan rechtstreeks naar de samenwerkende scholen (het samenwerkingsverband). Die bepalen vervolgens hoe het geld zo doeltreffend mogelijk kan worden ingezet in de klas. De zorg aan leerlingen met een leerling gebonden financiering wordt zeer specifiek en op maat ingezet. Dat gebeurt o.a. door het inzetten van extra personele ondersteuning (het inhuren van externen, die de leerling vanuit hun specifieke expertise een periode extra ondersteunen) en door de aanschaf van 19

specifieke ondersteunende materialen. Samen met de ouders, IB’er, de groepsleerkracht en de leerling wordt er een handelingsplan opgesteld en deze wordt regelmatig geëvalueerd. Het ondersteuningsprofiel Iedere school heeft een ondersteuningsprofiel. Hierin staat onder meer beschreven:  wat de basiskwaliteit is die de school voor iedere leerling biedt en wil gaan bieden;  welke basis en extra ondersteuning er is voor leerlingen die dit nodig hebben;  wat de school zelf kan, samen met anderen kan en wat de school wil ontwikkelen  hoe de samenwerking met ouders en in de wijk wordt vormgegeven om dat alles te realiseren. Behalve een specifiek schoolgedeelte, bevat het ondersteuningsprofiel ook een algemeen AMOS-deel. Daarin beschrijft zij de normen en ambities die zij heeft met betrekking tot Passend Onderwijs. Het ondersteuningsteam AMOS heeft een eigen (ortho) ondersteuningsteam dat werkt voor de AMOS-basisscholen. Leden van het ondersteuningsteam werken met leerlingen en de school als er sprake is van problemen in het onderwijs en/of de opvoeding. Sommige leerlingen hebben moeite met gedrag en werkhouding. Daarvoor kunnen verschillende oorzaken zijn. De orthopedagoog onderzoekt die en geeft advies en ondersteuning. Iedere orthopedagoog heeft specifieke kennis en ervaring en is bijvoorbeeld gespecialiseerd in hoogbegaafdheid, dyslexie, autisme of onderwijs aan het jonge kind. Meer informatie kunt u vinden op: http://www.amosonderwijs.nl/orthoteam/orthoteam AMOS unIQ Alle leerlingen vinden bij AMOS een plek. Ook hoogbegaafde kinderen. Onder de naam AMOS unIQ biedt AMOS als eerste schoolbestuur in Amsterdam voltijds onderwijs voor hoogbegaafde kinderen. Op de website van AMOS vindt u meer informatie over AMOS unIQ: http://www.amosonderwijs.nl/AMOS%20HB-Onderwijs

De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Weer Samen Naar School (WSNS) In het zorgplan van ons samenwerkingsverband Weer Samen Naar School staat dat de scholen zich zullen inspannen om meer leerlingen binnen de basisschool te blijven begeleiden dan voorheen. Het is de bedoeling van WSNS om minder kinderen te verwijzen naar een school voor speciaal onderwijs. De huidige wet - de Wet Primair Onderwijs - noemt deze scholen Speciale Basisscholen . Om dit goed uit te kunnen voeren, zullen leerkrachten meer rekening moeten houden met de verschillen tussen leerlingen, zowel met de verschillen in leermogelijkheden als met de verschillen in gedrag. Het zorgplan gaat er van uit, dat elke school een goede ‘zorgstructuur’ heeft, waarbinnen alle leerlingen goed begeleid kunnen worden. Meestal gebeurt dit in de klas, soms buiten de klas door individuele leerlingbegeleiding. Om dit mogelijk te maken kan de school het WSNS-geld inzetten. Dit

20

geld stelt de overheid beschikbaar om de veranderingen binnen de school, die hiervoor nodig zijn te volbrengen. Op onze school zetten we dit geld in om:  alle leerkrachten bij te scholen in klassenorganisatie, zelfstandig werken van kinderen en pedagogisch klimaat. Dit noemen we ‘teamscholing’ en daarvoor hebben we van tijd tot tijd een studiedag met het hele team.  een goede interne begeleiding te verzorgen.  waar mogelijk een aantal kinderen individuele leerlingbegeleiding te geven.  een goed leerlingvolgsysteem in te richten en te gebruiken.  de directie bij te scholen in het ontwikkelen van een goed beleid voor ‘zorgleerlingen’.  een bovenschools team van orthopedagogen te formeren dat de school op deskundige wijze helpt bij het leren omgaan met verschillen tussen kinderen. Op deze manier werkt onze school aan goed onderwijs voor alle kinderen en aan de bedoeling van WSNS. VIA Amsterdam VIA Amsterdam staat voor Verwijzing Indicatie en Advies. Scholen of ouders kunnen VIA Amsterdam benaderen voor een verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs, een aanvraag voor een indicatie cluster 2, 3 of 4 of een adviesvraag. VIA Amsterdam heeft voor elk samenwerkingsverband een contactpersoon aangewezen. De contactpersoon van Samenwerkingsverband Oost is: dhr. Jan Hagen. Voor meer informatie: www.viaamsterdam.nl

De overgang naar het voortgezet onderwijs CITO-eindtoets en het VO-schooladvies In groep 8 nemen bijna alle kinderen deel aan de CITO-eindtoets. Kinderen die naar praktijkonderwijs of vmbo met LWOO (leerwegondersteuning) gaan hoeven de CITOeindtoets niet te maken (het mag wel). Zij hebben dan al andere testen gemaakt. Ouders worden als volgt geïnformeerd over het VO-schooladvies:  In groep 7 heeft de school een gesprek met u over het vervolgonderwijs van uw kind. In dit gesprek stelt de school u op de hoogte van het voorlopig VO-schooladvies van uw kind. Bij dit gesprek is in ieder geval de leerkracht van uw kind aanwezig. Met behulp van de entreetoets groep 7, brengen we de niveaus van de leerlingen in kaart. Bij een aantal leerlingen zal er een leerachterstandentoets worden afgenomen en wanneer nodig kan er op basis daarvan verder onderzoek naar de capaciteiten van de leerlingen plaatsvinden. Sommige kinderen komen in aanmerking voor het vervolgonderwijs met ondersteuning (LWOO) of zijn meer gebaat bij het leren in de praktijk.  In oktober-november is er een ouderavond voor de ouders van groep acht- leerlingen. De ouders en kinderen krijgen dan de algemene informatie over het voortgezet onderwijs en het schoolkeuzetraject. Ook kunnen de kinderen die avond speciaal aan de collega’s van de VO-scholen vragen stellen.  In december heeft de leerkracht van groep acht en de directie een gesprek met de ouders en kinderen. Het definitieve VO-schooladvies wordt dan aan de ouders 21

gegeven. De resultaten van de Entreetoets (eind groep 7), de CITO-toetsresultaten van de afgelopen jaren, maar ook de werkhouding en het gedrag spelen in dit advies een voorname rol. Ouders kunnen zich nu gaan oriënteren op een aantal VO-scholen. De leerlingen van groep 8 zullen in deze periode een aantal VO-scholen bezoeken om de sfeer te proeven. Ouders moeten zelf op zoek gaan naar een VO-school. De keuze wordt vaak bepaald door het gegeven of er familie of vrienden al op een bepaalde school zitten. Het belangrijkste is dat de keuze van de VO-school echt past bij uw kind. Sinds 1998 is er de Regiogids Kwaliteitskaarten VO van de inspectie van het onderwijs. Hierin vinden ouders de prestaties van alle VO-scholen in de buurt. CITO-Eindtoets: Op dinsdag 11, woensdag 12 en donderdag 13 februari 2014 Na de uitslag van de CITO-eindtoets vindt eventueel nog een gesprek plaats waarin het basisschooladvies in relatie tot de CITO-score wordt besproken. Amsterdamse afspraken: Kernprocedure PO-VO Een goede overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs is van groot belang voor een succesvolle schoolcarrière. Daarom hebben de Amsterdamse schoolbesturen afspraken gemaakt over het proces van aanmelding en inschrijving op een school voor voortgezet onderwijs. Deze afspraken zijn vastgelegd in Kernprocedure 1. Alle Amsterdamse scholen volgen deze afspraken. Meer informatie over de kernprocedure kunt u vinden op: http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie-diensten/dmo/onderwijs-jeugd/bureauleerplicht/

22

De leerkrachten van de school De wijze van vervanging Wanneer een groepsleerkracht ziek of door andere omstandigheden afwezig is, wordt de vervanging verzorgd door collega’s. Soms wordt een groep verdeeld over verschillende groepen. Bij langdurige verwachte ziekte van een groepsleerkracht proberen wij een vervanger te krijgen.

Scholing van leerkrachten De Insulinde werkt vanuit het concept van ‘de lerende organisatie’. Dit houdt in dat we jaarlijks en tussentijds ons onderwijsaanbod, resultaten, activiteiten en de manier van werken evalueren en bijstellen. Een aantal dagen per jaar heeft het team een studiedag. We werken dan aan verbetering van ons onderwijs. Deze studiedagen gaan niet af van de lestijd van uw kinderen.

Stagiaires Jaarlijks stelt onze school een aantal stageplaatsen ter beschikking voor studenten van de IPABO en de Hogeschool van Amsterdam. Studenten worden begeleid bij het uitwerken van hun opdrachten. Van hen wordt verwacht dat zij zich conform de uitgangspunten van de school zullen opstellen. Via het ROC krijgen we stagiaires toegewezen die met de opleiding tot klassenassistent of onderwijsassistent bezig zijn. Onze stagecoördinator is juf Anna Emmerzaal.

23

De ouders Het belang van de betrokkenheid van ouders De hulp van ouders op school is niet meer weg te denken. Er bestaan veel verschillende werkzaamheden waarbij ouders een handje helpen. Ouders helpen bij controle op hoofdluis en gaan mee met een uitstapje i.v.m. de veiligheid. Ook bij feestelijke activiteiten, zoals het Sinterklaasfeest, Kerstfeest en Suikerfeest, steken ouders een helpende hand toe. Een nauwe samenwerking met de ouders is zeer wenselijk voor succes van de leerlingen, op zowel het gebied van schoolse vaardigheden als dat van de sociale competentie. Wij streven naar een nog hechtere samenwerking met de ouders om dit succes te realiseren. Ouders hebben een eigen plek op de Insulinde. Er is een ouderkamer. Ouders kunnen deze ruimte gebruiken voor georganiseerd oudercontact. Op dinsdagen en vrijdagen worden er door een oudercontactpersoon van Partou informatieochtenden georganiseerd. Dit is Khadija Ait Abdellah. Khadija zit ’s ochtends in de koffiekamer en de ouders die het gezellig vinden kunnen daarbij aansluiten. Soms is er geen vast gespreksonderwerp, dan wordt er vrijblijvend uitgewisseld. Regelmatig wordt er aan de hand van een onderwerp gesproken. Ouders met vragen over Piramide kunnen ook in de koffiekamer terecht. De ouderkamer is geopend op: dinsdag en vrijdag van 8.30-10.30 uur. Als er een themaochtend is, dan is de ouderkamer geopend tot 11.00 uur. De ouders zijn de eerstverantwoordelijken voor de kinderen. De school heeft een gedelegeerde verantwoordelijkheid. De Insulinde vindt dat er een goede uitwisseling moet zijn tussen school en ouders. Wij stellen het zeer op prijs als u ons op de hoogte houdt van belangrijke gebeurtenissen bij u thuis. Het is voor de leerkracht belangrijk om te weten of er in de thuissituatie zaken spelen die voor het schoolse functioneren van uw kind van belang zijn.

Informatie voor ouders over ons onderwijs en de school    

In september/oktober verschijnt deze schoolgids met daarin alle informatie over onze school. Regelmatig verschijnt de nieuwsbrief met nieuwtjes en mededelingen van de Insulinde. Drie keer per jaar wordt tijdens het 10-minutengesprek het rapport uitgereikt aan de ouders. In september wordt er een kennismakingsavond gehouden voor alle ouders.

De school gaat elke ochtend en middag 10 minuten voor het begin van de lestijd open. De kinderen kunnen dan een werkje pakken en voor de ouders is er dan de gelegenheid om de leerkracht te spreken. We willen echter wel op tijd beginnen, dus wanneer u een belangrijk gesprek moet voeren, kunt u beter een afspraak maken voor na schooltijd.

24

Inspraak Ouderraad De Insulinde heeft een betrokken, enthousiaste en actieve ouderraad (OR). De ouderraad vergadert één keer per maand met de directie. In de ouderraad zitten ouders die actief hun bijdrage leveren aan de school. Ook bespreken we zaken als schoolreis, feesten, enzovoort. Op dit moment hebben wij geen OR leden:

Medezeggenschapsraad De Insulinde beschikt over een medezeggenschapsraad, waarin ook ouders vertegenwoordigd zijn. Het is een orgaan waarin ouders en leerkrachten samen kunnen meedenken en meebeslissen over het beleid van de school. Samen kijken zij of de school de plannen die zijn gemaakt goed uitvoert. Ook beslissen zij mee over het beleid van het bestuur. De MR heeft een plek tussen school en bestuur in. Mevr. Mevr. Mevr. Mevr.

Alise Rasida Samira Siham Boukhizzou Houria Kabou ( medewerkster ) Tanja Guiamo ( medewerkster )

Ouderbijdrage Onze school vraagt van de ouders een financiële bijdrage. Dit geld stelt de school in staat om een aantal voorzieningen en activiteiten voor de kinderen te organiseren. Zonder de ouderbijdrage is dit helaas niet mogelijk. De ouderbijdrage is niet verplicht; ouders betalen deze vrijwillig. Toelating tot de Insulinde is dus niet afhankelijk van het betalen van de ouderbijdrage. De medezeggenschapsraad, waarin ook ouders zitten, controleert de uitgaven van de ouderbijdrage en bepaalt ieder jaar de hoogte van de ouderbijdrage. De hoogte van de ouderbijdrage voor schooljaar 2013-2014 is: Ouderbijdrage schooljaar 2012-2013 1 kind € 20,2 kinderen € 37,3 kinderen € 52,De ouderbijdrage wordt gebruikt voor activiteiten die bovenop het verplichte programma komen. Hierbij kan worden gedacht aan uitstapjes, feestjes of projecten. De school heeft het recht om leerlingen van deze activiteiten uit te sluiten, als de bijdrage niet is betaald. In dat geval zorgt de school, voor zover het om activiteiten onder schooltijd gaat, voor een passende vervangende opdracht voor de leerlingen. Voor een schoolreisjes voor alle groepen in het voorjaar wordt apart een bijdrage gevraagd aan de ouders rond de € 30,00. De kosten van het schoolreisje worden besteed aan de vervoerskosten, de entreekosten en evt. kosten voor een lunch/ijsje Het afgelopen jaar zijn de volgende activiteiten vanuit de ouderbijdrage bekostigd: 25

Activiteiten

Totale kosten

Kosten omgerekend per kind

Sinterklaas VO avond groep 8 Kerst offerfeest Voorleesontbijt Pasen Artis diversen afscheid groep 8

De volgende activiteiten zijn buiten de ouderbijdrage gehouden. Voor het schoolreisje wordt een aparte bijdrage gevraagd aan de ouders. De kosten zijn dit jaar besteed aan het vervoer en de entreekosten van het pretpark. Ook de noodzakelijke extra begeleiding wordt bekostigd uit de schoolreisgelden. Het lentefeest is een activiteit die voor een groot gedeelte gefinancierd is door subsidiegelden vanuit de Brede Schoolgedachten. Met de inkomsten vanuit de verkoop van de loterij en het eten schaffen we dit schooljaar buiten speelmateriaal aan voor iedere groep en beplanting voor de schooltuin. schoolreis lentefeest

Subsidie voor ouderbijdrage U kunt jaarlijks in aanmerking komen voor scholierenvergoeding. Hiermee kunt u de ouderbijdrage en het schoolreisgeld subsidiëren. Daarmee voorkomt u dat uw kind wordt uitgesloten van deelname aan het schoolreisje en/of het bezoek aan Artis. Voor meer informatie kunt u terecht bij de directie of bij de schoolmaatschappelijk werker Yvonne van Gelderen. Wilt u een betalingsregeling treffen rondom het betalen van de ouderbijdrage en/ of de schoolreisgelden, dan kunt u dat overleggen met de directie.

26

Taal en ouderbetrokkenheid Voor ouders die graag meer Nederlands willen oefenen en spreken, worden 2 keer in de week lessen georganiseerd. U kunt zich hiervoor aanmelden bij de directie of de ouder contactmedewerker. De lessen Taal en ouderbetrokkenheid worden gegeven op maandag en donderdagochtend in de ouderkamer.

Buitenschoolse opvang Indien u behoefte heeft aan buitenschoolse opvang, dan verwijzen wij u door naar Partou. De medewerkers van Partou halen uw kind om 14.00 uur bij onze school op en begeleiden de kinderen naar de buitenschoolse opvang locatie bij ons in de buurt, te weten: Buitenschoolse Opvang Kolibrie (Deze bevindt zich in de Bataviaschool, Bankastraat 18, 1094 ED Amsterdam) Wilt u gratis advies op maat of heeft u vragen? U kunt de buitenschoolse opvang bereiken op tel. 020-3986100 of per mail: [email protected]

27

De ontwikkeling van ons onderwijs Leerlingvolgsysteem Om de ontwikkeling van onze leerlingen optimaal te kunnen volgen gebruiken wij:  observaties  methodegebonden toetsen  methode-onafhankelijke toetsen De verzamelde gegevens bewaren wij in de leerlingdossiers en Parnassys, ons geautomatiseerd leerlingvolgsysteem. Twee maal per jaar worden de toetsresultaten door de intern begeleider met de groepsleerkrachten besproken De methodeonafhankelijke toetsen die worden afgenomen zijn: Groep 1 & 2:

Groep 3 t/m 8:

Taal voor Kleuters Ordenen Ruimte en tijd AVI DMT Leeswoordenschat Begrijpend lezen Rekenen & Wiskunde Spelling CITO-entreetoets (7) CITO-eindtoets (8)

Contacten met andere instellingen De Schoolgezondheidszorg van de GG & GD (jeugdarts) Op dit moment nog onbekend. Mevr. Len Pulles (sociaal verpleegkundige) tel. 020 5555755 fax. 020 5555639 Schooltandarts Twee keer per jaar komt de schooltandarts op de Insulinde. Alle kinderen die ingeschreven staan bij jeugd tandverzorging Amsterdam worden behandeld. Tandarts: Annemarieke Pieko Assistent: Melany van Bergen Tel: 020 6166332 Het ABC Bij het Amsterdams BegeleidingsCentrum werken deskundigen op het gebied van onderwijs, taal, rekenen pedagogiek etc. Deze expertise gebruiken wij voor teamscholing of voor de individuele begeleiding van een leerkracht. Tevens werken er orthopedagogen bij het ABC, 28

die psychologische onderzoeken verrichten bij leerlingen en die ons adviseren tijdens het zorgbreedteoverleg. Het Gilde Het Gilde is een organisatie van ruim 1100 vrijwilligers die zich belangeloos inzetten voor hun mede Amsterdammers. Op de Insulinde komt ook een aantal mensen van het Gilde een aantal keer per week. De Intern begeleider en groepsleerkrachten kijken gezamenlijk welke leerlingen het meeste profijt hebben van extra begeleiding. Deze leerlingen lezen vaak 2 keer in de week extra met een vrijwilliger van het Gilde. Regelmatig hebben de vrijwilligers overleg over de stand van zaken en voortgang. Vrijwilligersbibliotheek Heel dankbaar maken wij gebruik van een aantal vrijwilligers die de schoolbibliotheek draaiende houden. Zij zorgen voor nieuwe boeken, helpen en begeleiden de kinderen bij het uitzoeken van een nieuw leesboek, registreren in de computer en zorgen ervoor dat de schoolbibliotheek er keurig uitziet. Schoolmaatschappelijk werk Wanneer u vragen heeft over bijvoorbeeld sociale vaardigheden van uw kind of andere vragen die te maken hebben met opvoeden kunt u terecht bij Mw. Yvonne van Gelderen. Zij is maatschappelijk werkster en heeft elke dinsdag en vrijdagmiddag spreekuur op school. Het Mentorproject Vanaf schooljaar 2005 -2006 biedt de SKC (Stichting voor Kennis en sociale Cohesie) ook op de Insulinde de mogelijkheid aan kinderen van groep 7 en 8 deel te nemen aan de activiteiten van het zogenaamde Mentorproject. Dit project richt zich op het versterken van de leervaardigheden en de sociale vaardigheden bij leerlingen. De gedachte erachter is dat de overstap naar het voortgezet onderwijs al moeilijk genoeg is en dat de leerlingen daarbij wel een steuntje in de rug kunnen gebruiken. De activiteiten vinden 1x per week plaats op de dinsdag, direct na schooltijd op school. Er wordt gewerkt in groepjes van 5 leerlingen en ieder groepje heeft zijn eigen mentor. De mentor is meestal een student van het HBO of van de universiteit en vervult de functie van een rolmodel. Op deze manier kunnen de jongeren gemotiveerd raken en weten ook een succes te maken van de schoolloopbaan en de daarop volgende carrière. Ondersteuningsteam AMOS AMOS heeft, voor de praktische ondersteuning van de scholen, een eigen team van orthopedagogen en psychologen. Deze werken zowel op school-, groeps- als op individueel niveau aan een goede begeleiding van alle kinderen en de kwaliteit van het onderwijs op de scholen. Het ondersteuningsteam biedt ondersteuning bij het vormgeven van onderwijs “op maat”. Immers, kinderen zitten samen in een groep, maar zijn stuk voor stuk verschillend en hebben ook verschillende onderwijsvragen. Met behulp van het ondersteuningsteam wil AMOS bereiken dat de kwaliteit van het onderwijs aan en de zorg voor alle kinderen op onze scholen nog beter kan worden uitgevoerd. 29

De werkzaamheden van het team bestaan o.a. uit:  het doen van observaties in de klas van kinderen (groepsniveau en individueel)  en /of leerkrachten. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van video-opnames die met de leerkrachten worden besproken. Het spreekt vanzelf dat de beelden alleen voor intern gebruik zijn. Wanneer het gaat om opnamen van uw zoon of dochter zal uiteraard via school uw instemming worden gevraagd;  het doen van individueel onderzoek bij kinderen om de sterke en zwakke kanten van de leerlingen in kaart te brengen zodat leerkrachten de kinderen beter kunnen begeleiden bij het leren en bij de sociaal-emotionele ontwikkeling;  het ondersteunen van leerkrachten bij het opstellen en uitvoeren van (groeps-) handelingsplannen zodat de leerstof en de instructie past bij het ontwikkelingsniveau van uw kind;  het begeleiden / coachen van leerkrachten, waarbij ook gebruik kan worden gemaakt van video-opnamen. Wanneer een kind individueel wordt onderzocht, is de school verplicht daarvoor uw toestemming te vragen. Ouders / verzorgers worden gevraagd een formulier in te vullen waarin zij gesignaleerde problemen kunnen toelichten. Het onderzoek start altijd met een gesprek met de ouders / verzorgers van het kind. Na het onderzoek vindt er altijd een gesprek plaats met de ouders / verzorgers waarin de resultaten van het onderzoek worden toegelicht en afspraken worden gemaakt over de gewenste aanpak. Na het onderzoek wordt het plan van aanpak geëvalueerd met ouders, leerkrachten en indien nodig de orthopedagoog. De school is altijd het eerste aanspreekpunt voor ouders.

30

De resultaten van ons onderwijs Registratie leerlinggegevens In de administratie van de school worden diverse gegevens van de leerlingen opgeslagen, waaronder toetsgegevens. Deze gegevens worden door de school zelf gebruikt om de vorderingen van de leerlingen goed te kunnen volgen. Daarnaast worden ze eenmaal per jaar geanonimiseerd doorgestuurd voor het samenstellen van de Kwaliteitswijzer. Dit is een gezamenlijke uitgave van de gemeente Amsterdam en de schoolbesturen waarmee de resultaten van alle Amsterdamse scholen inzichtelijk gemaakt worden. De gegevens worden bewerkt tot overzichtelijke rapportages op het niveau van de school en het stadsdeel. De individuele leerlinggegevens zijn hierin niet meer terug te vinden. Voor meer informatie over de Kwaliteitswijzer basisonderwijs: http://www.vindeenschool.nl/ves/pages/help_kwaliteitswijzer.jsf

Toetsing De overheid heeft in de Wet op het Primair Onderwijs aangegeven, dat ons onderwijs zich moet richten op de mogelijkheden van de leerling. Het onderwijs moet kunnen omgaan met verschillen. Verschillen in leermogelijkheden van kinderen maar ook in gedrag. Dat betekent dat ook de resultaten van ons onderwijs aan kinderen verschillend zullen zijn. Het is onze taak om elk kind alles wat binnen ons vermogen ligt te bieden om zowel het leren als de persoonsontwikkeling te begeleiden. Daar staan wij voor! De afgelopen 3 jaar zijn onze onderwijsresultaten en uitstroomgegevens als volgt: jaar

VWO/Havo

VMBO T

VMBO B/K

PRO

LWOO

2012-2013

47,3 % (9 lln)

5,2 % (1 lln)

47,3 % (9 lln)

0 % (0 lln)

31,6 (6 lln)

2011-2012

41,1 % (7 lln)

23,5 % (4 lln)

35,2 % (6 lln)

0 % (0 lln)

29,1 % (5 lln)

2010-2011

38,0 % (8 lln)

23,8 % (5 lln)

38,0 % (8 lln)

0 % (0 lln)

28,6 % (6 lln)

Onze resultaten van de Cito Eindtoets (gecorrigeerd op leerlinggewicht en ongecorrigeerd en vergeleken met het landelijke gemiddelde) zijn: jaar

CITOLandelijk eindtoets gemiddelde schoolscore ongecorrigeerd ongecorrigeerd

CITOeindtoets schoolscore gecorrigeerd op LG

Landelijk gemiddelde gecorrigeerd op LG

2012-2013

529,3

534,7

534,8

534,8

2011-2012

532,7

535,1

536,7

535,3

2010-2011

533,9

535,1

537,7

535,3

31

De Cito eindtoets (ongecorrigeerd) vergeleken met het gemiddelde van de scholengroep geeft het volgende resultaat: Ondergrens scholengroep

Gemiddelde van de scholengroep

Bovengrens scholengroep

2012-2013 (529,3)

528,1

530,1

532,1

2011-2012 (532,7)

527,9

529,9

531,9

Het oordeel van de onderwijsinspectie was de afgelopen jaren: Oordeel onderwijsinspectie 2012-2013

Basis (groen)

2011-2012

Basis (groen)

2010-2011

Basis (groen)

Onderwijskwaliteit Wij blijven voortdurend kijken naar de kwaliteit van ons onderwijs. Dat doen wij door naar de resultaten te kijken en verbeteringen aan te brengen binnen ons onderwijs. Maar ook door regelmatig de school als organisatie, onze werkwijze en de onderwijsresultaten te laten onderzoeken. De rijksinspectie van het primaire onderwijs analyseert onze organisatie en werkwijze uitvoerig. Plannen voor schooljaar 2014-2015  Invoering van de nieuwe rekenmethode Reken Zeker voor de groepen 3 t/m 8  Invoering van de nieuwe geschiedenismethode Wijzer door de tijd voor de groepen 3 t/m 8  Borging van Opbrengstgericht werken  Invoeren van Handelingsgericht werken  Invoering werken met kindplannen  Realiseren van het ondersteuningsprofiel (Passend Onderwijs)  Werken aan de profilering, positionering en groei van de school  Vergroten ouderbetrokkenheid

32

Regelingen, school- en vakantietijden Schooltijden Groep 1 t/m 8 Maandag t/m vrijdag 8:30 tot 14:00 Wij vinden het belangrijk dat ouders betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind. Tevens kan dit een positieve invloed hebben op leerprestaties. Tegelijkertijd vinden wij de rust in de school ook heel belangrijk. Omdat dit schooljaar de schooltijden veranderen willen wij ook graag de afspraken rondom het aanwezig zijn van ouders in de school aanscherpen.  De school gaat dagelijks om 08.20 uur open. U mag uw kind dan naar de groep brengen.  De kinderen kunnen tijdens deze 10 minuten inloop een praatje maken, spelen of lezen.  Voor ouders biedt dit de gelegenheid om de leerkrachten te spreken of werkjes van uw kind te bekijken.  Om 8.30 begint de les, wij verzoeken u dan de school te verlaten.  Wanneer kinderen te laat komen is dit erg storend. De leerkracht is dan al begonnen met de les en het is voor zowel de leerkracht als de kinderen erg vervelend als de les steeds opnieuw moet beginnen. Regelmatig te laat komen wordt gezien als ongeoorloofd verzuim, wat wij moeten melden bij de leerplichtambtenaar. Leerlingen die te laat zijn lopen zelfstandig naar de groep toe. U kunt dan als ouder niet meer meelopen.  Als uw kind iets vergeten is en u wilt het nabrengen dan kunt u dit bij de administratie afgeven.  De spelinloop is bij de groepen 1/2 op woensdag en vrijdag van 8.20 uur tot 8.55 uur.  Samen willen wij erop letten dat wij ons aan de nieuwe afspraken houden.

Eten en drinken op school Kleine pauze: In de kleine pauze eten wij een stuk fruit of groente. Dit schooljaar krijgen de kinderen 20 weken lang drie dagen per week een stuk fruit of groente via de school. Onze schoolgruitdagen zijn: woensdag, donderdag en vrijdag. Wilt u uw kind dus op maandag en dinsdag zelf een stuk fruit of rauwkost meegeven? Wij stimuleren het drinken van water. Alle kinderen krijgen een eigen bidon die ze met water kunnen vullen. Zo kunnen ze de hele dag gewoon even tussen het werken door even water drinken. Water is goed voor de hersenen. Koeken, chips en snoep zijn niet toegestaan en worden mee teruggegeven aan de leerling. Grote pauze: In de grote pauze eten wij (bruin) brood. Ook tijdens de lunch stimuleren wij het drinken van water. Koeken, chips en snoep zijn niet toegestaan en worden mee teruggegeven aan de leerling.

33

Ziekmelding/verhuizing Wilt u zo vriendelijk zijn om de school op tijd te waarschuwen als een kind ziek is en niet op school komt? U kunt dit doen door te bellen naar de school. Als wij niet weten waar een leerling is, bellen wij de ouders omdat er immers onderweg ook iets gebeurd kan zijn. Ook kan uw kind onder schooltijd ineens ziek worden. Wij nemen dan contact met u op. Het is dus belangrijk dat u bereikbaar bent, zorg er daarom voor dat u wijzigingen van uw adresgegevens en telefoonnummers altijd doorgeeft aan de administratie.

Leerplicht De Leerplichtwet Alle kinderen in Nederland moeten naar school, dat staat in de Leerplichtwet. Het toezicht op de naleving van deze wet is een taak van de gemeente (in Amsterdam van het stadsdeel). Daartoe zijn beëdigde leerplichtambtenaren aangesteld. De leerplichtambtenaren zijn dus niet verbonden aan een school. Als ouder(s)/verzorger(s) bent u verplicht ervoor te zorgen dat uw kind is ingeschreven op een school én dat uw kind ook daadwerkelijk naar school gaat en alle lessen volgt. In geval van ziekte, of bij een andere reden waarom uw kind niet naar school toe kan, bent u verplicht dit voor 8.30 uur, telefonisch of persoonlijk, te melden bij de school.

Verzuimbeleid Wij maken een verschil tussen een geoorloofd verzuim en ongeoorloofd verzuim. Geoorloofd verzuim In de leerplichtwet is geregeld in welke situaties sprake is van geoorloofd verzuim:  wegens ziekte van de leerling;  als de leerling bij wijze van tuchtmaatregel tijdelijk de toegang tot de school is ontzegd;  wegens vervulling van plichten van de leerling die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging. In Amsterdam is als richtlijn afgesproken dat de school per verplichting één dag vrij geeft.  als het gezin wegens de specifieke aard van het beroep van een van de ouders slechts buiten de schoolvakanties op vakantie kan. Ouders moeten het besluit van de directeur afwachten voordat zij op vakantie gaan. De directeur mag maar eenmaal en voor ten hoogste 10 schooldagen per schooljaar vakantieverlof verlenen. Vakantieverlof mag niet worden verleend in de eerste 2 lesweken van het schooljaar. Als verlof wordt gevraagd wegens gewichtige omstandigheden voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar, dan beslist de leerplichtplusambtenaar. Ongeoorloofd verzuim Van ongeoorloofd verzuim spreken we wanneer uw kind geen toestemming heeft voor het verzuim. Wij zijn als school verplicht om ongeoorloofd verzuim van 16 uur lestijd binnen 4 34

opeenvolgende lesweken te melden aan de leerplichtambtenaar. Wij informeren de ouders van de leerling over de melding bij de leerplichtambtenaar. Als school kunnen en mogen wij ook besluiten om verzuim ook eerder aan de leerplichtplusambtenaar melden, dus vóórdat er sprake is van ongeoorloofd verzuim van 5 dagdelen binnen 4 lesweken. Bijvoorbeeld in de volgende gevallen:  Ongeoorloofd verzuim van minder dan 5 dagdelen in 4 lesweken.  Regelmatig te laat komen.  Zorgwekkend ziekteverzuim.  Twijfel bij ziekmeldingen.  Verzuim rondom schoolvakanties.  Ongeoorloofd verzuim na afwijzing van een verlofaanvraag.  Vertrek naar het buitenland. Na ontvangst van een melding stelt de leerplichtplusambtenaar een onderzoek in. Dit kan bestaan uit het inwinnen van nadere informatie bij de school en eventueel bij derden, of het oproepen van de ouders voor een gesprek of verhoor. De leerplichtplusambtenaar zal op basis van het onderzoek allereerst proberen afspraken te maken met de ouders om het verzuim te laten stoppen. Heeft dit geen resultaat, dan kan de leerplichtplusambtenaar een officiële waarschuwing geven of een proces-verbaal opmaken. Kinderen jonger dan 6 jaar Uw kind is leerplichtig vanaf de eerste dag van de maand nadat uw kind 5 jaar is geworden. Vanaf dat moment, totdat uw kind 6 jaar oud wordt, geldt dat ouders een beroep kunnen doen op vrijstelling van schoolbezoek voor ten hoogste 5 uren per week. Hiernaast kan de schooldirecteur, op verzoek van de ouders, nogmaals ten hoogste 5 uren per week vrijstelling van schoolbezoek verlenen.

Informatie verzekeringen en aansprakelijkheid De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel en vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk mee verzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (bijvoorbeeld een kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel en vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school c.q. het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school 35

heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus tekortgeschoten zijn in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.

Klachtenregeling In de kwaliteitswet staat dat elk schoolbestuur in Nederland een klachtenregeling moet hebben. In de klachtenregeling is geregeld waar en hoe ouders een formele klacht kunnen indienen, als zij het niet eens zijn met een beslissing van de school. Wij gaan er vanuit dat klachten en verschillen van inzicht altijd eerst worden besproken met de groepsleerkracht en, indien nodig, de schooldirectie. Zowel de school als het bestuur spannen zich in een veilig schoolklimaat voor alle leerlingen te creëren. Een veilig schoolklimaat is in onze ogen de gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders en school. Een voorwaarde hierin is dat alle betrokkenen met elkaar in gesprek gaan als zaken mis (dreigen te) gaan. Een exemplaar van de klachtenregeling kunt u bij de schooldirectie inzien. Een samenvatting van de klachtenregeling is te vinden op de website van AMOS. In het kort komen de afspraken en de regeling hier op neer: Behandeling op schoolniveau Heeft u vragen over bijvoorbeeld een voorval op school, de begeleiding van uw kind(eren) op school of de manier waarop de school hen beoordeelt, dan kunt u een afspraak maken met de leerkracht. Een tweede mogelijkheid is dat u een afspraak maakt met de directie van de school. Vaak worden bovengenoemde zaken tot ieders tevredenheid op schoolniveau afgehandeld. Op iedere school is ook een contactpersoon aangesteld bij wie u terecht kunt met uw vraag c.q. klacht. De contactpersoon kan u de juiste weg wijzen binnen de organisatie om uw klacht aanhangig te maken. Onze contactpersoon op school is juf Dineke Kaars.

36

Behandeling op bestuursniveau Als uw vraag c.q. klacht naar uw mening op schoolniveau niet afdoende beantwoord wordt, dan kunt u zich wenden tot het bestuur. Soms komt het ook voor dat het gesprek op school niet goed meer mogelijk is. De directie heeft de opdracht dit onmiddellijk aan het bestuur te melden. Het bestuur hoort de betrokkenen en zal trachten met alle betrokkenen tot een oplossing te komen. Het bestuur moet in een dergelijk geval een afweging maken tussen de belangen van alle betrokkenen in de school: de kinderen, de leerkrachten, de ouders en de directie. Ernstige zaken of vermoedens (behandeling op bestuursniveau) Op school kunnen zich gevoelige zaken voordoen of zaken die te maken hebben met grensoverschrijdend gedrag. Onder grensoverschrijdend gedrag wordt verstaan fysiek geweld, psychisch geweld, seksuele intimidatie, seksueel misbruik, discriminatie of radicalisering. Ouders en kinderen kunnen dan op verschillende personen een beroep doen: op de schooldirectie, de contactpersoon in de school, de (externe) vertrouwenspersonen van AMOS of de landelijke klachtencommissie. De vertrouwenspersoon AMOS heeft twee externe vertrouwenspersonen. Zij gaan met de melder of klager na of een gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht bij het bestuur of de landelijke klachtencommissie. Het besluit om een klacht in te dienen ligt in beginsel bij de klager. De externe vertrouwenspersonen zijn onafhankelijk van het bestuur en hebben een geheimhoudingsplicht. Het bestuur wordt wel op de hoogte gebracht van het feit dat de vertrouwenspersonen zijn ingeschakeld. De vertrouwenspersonen van AMOS zijn: Mevr. José Welten 020 4190240 of 06 47430001 [email protected] Mevr. Gerrie Hooft van Huysduynen, 0294 231324 [email protected] De Klachtencommissie AMOS is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneducatie. De landelijke klachtencommissie onderzoekt de klacht en adviseert het bestuur over eventueel te nemen maatregelen. Het reglement van de landelijke klachtencommissie is in te zien op de website. GCBO (Geschillencommissie bijzonder onderwijs) Postbus 82324
 2508 EH Den Haag
 Telefoon 070- 386 1697 37

Fax 070- 302 0836 E-mail [email protected] Website www.gcbo.nl Landelijke vertrouwensinspectie Bij de Inspectie van het Onderwijs werkt een klein team van vertrouwensinspecteurs. Ouders, leerlingen, docenten, directies en besturen kunnen de vertrouwensinspecteur raadplegen wanneer zich in of rond de school problemen voordoen op het gebied van:  seksuele intimidatie en seksueel misbruik;  lichamelijk geweld;  grove pesterijen;  discriminatie en radicalisering. Ernstige klachten die vallen binnen deze categorieën kunnen worden besproken met de vertrouwensinspecteur. Deze zal de klachten niet zelf behandelen maar zal adviseren en informeren. Zo nodig kan de vertrouwensinspecteur ook begeleiden in het traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte. De inspectie heeft geen specifieke taak bij het behandelen van klachten. Zij hebben geen aangifteplicht en zijn gebonden aan geheimhouding. De vertrouwensinspecteur is tijdens kantooruren bereikbaar op 0900-1113111 (lokaal tarief).

Meldplicht Bij vermoedens of signalering van strafbare feiten, bijvoorbeeld (kinder-)mishandeling zijn AMOS en haar personeelsleden verplicht deze signalen onder de aandacht van justitie te brengen. Uiteraard zal justitie haar eigen rechtsgang volgen. AMOS heeft hier geen invloed op. Meldplicht seksueel geweld voor alle onderwijsmedewerkers De meldplicht geldt voor alle medewerkers op een school. Ook voor contactpersonen en interne vertrouwenspersonen die binnen hun functie informatie krijgen over mogelijk seksueel misbruik of seksuele intimidatie. Geen enkele medewerker kan zich beroepen op de geheimhoudingsplicht. Bij klachten van ouders en leerlingen over de schoolsituatie, waar mogelijk sprake is van grensoverschrijdend gedrag jegens een minderjarige leerling is het bestuur verplicht om dit te melden aan de vertrouwensinspecteur. Aangifteplicht De wet schrijft voor dat het bestuur verplicht is aangifte te doen bij politie of justitie als het met de vertrouwensinspecteur tot de conclusie is gekomen dat er in geval van grensoverschrijdend gedrag een redelijk vermoeden is van strafbare feiten. Vervolgens moet het bestuur de ouders van de leerling, de mogelijke dader en de vertrouwenspersoon op de hoogte stellen van de aangifte.

38

Meldcode huiselijk geweld In 2013 is het wettelijk verplicht geworden dat alle scholen werken met de Meldcode huiselijk geweld. De meldcode beschrijft in vijf stappen wat de school moet doen bij signalen van huiselijk geweld. Door te werken met een meldcode blijft de beslissing om vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling wel of niet te melden, berusten bij de professional.

Procedure schorsing en verwijdering We hopen het niet, maar soms gebeurt het wel: het gaat tussen de school en een leerling niet goed. We spreken dan over een zeer ernstige situatie. Het bestuur kan een leerling schorsen voor een periode van ten hoogste vijf schooldagen of in een ernstige situatie van school verwijderen. Voordat het bestuur overgaat tot deze beslissing, zijn er al een aantal stappen gezet.  Het bestuur hoort de leerkracht en indien gewenst de directie.  Het bestuur hoort de ouders.  Het bestuur neemt formeel het besluit over te gaan tot schorsing of verwijdering.  Bij verlenging van de schorsing neemt het bestuur opnieuw een formeel besluit. Ouders worden hiervan op de hoogte gesteld.  Bij verwijdering moet het bestuur zich gedurende acht weken inspannen om een andere school voor de leerling te vinden.  Lukt dit niet en het bestuur blijft bij het genomen besluit dan kan de leerling definitief verwijderd worden.  De inspectie en de leerplichtambtenaar worden over een besluit tot schorsing of verwijdering ingelicht.  Ouders kunnen schriftelijk bezwaar aantekenen bij het bestuur.  In het uiterste geval kunnen ouders naar de rechter stappen. Zie ook: http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie-diensten/dmo/onderwijsjeugd/bureau-leerplicht/ Een schorsingsperiode wordt in de eerste plaats beschouwd als een afkoelingsperiode voor alle partijen. Doorgaans worden, bij het aflopen van de schorsingsperiode, passende stappen gezet om de leerling een goede herstart te geven. In voorkomende gevallen kan gedrag van ouders ook aanleiding zijn om een leerling te schorsen of te verwijderen. Het bestuur is gerechtigd om wanneer noodzakelijk en met redenen omkleed, een ouder voor een periode de toegang tot de school te ontzeggen.

Vakanties, feesten en studiedagen schooljaar 20013/2014 Per 1 augustus 2006 is de schooltijdenwet aangepast. Voorheen moesten leerlingen van de groepen 1 t/m 4 minder uren maken (880 uur) ten opzichte van de leerlingen uit de groepen 5 t/m 8 (1000 uur). Dit zorgde ervoor dat de schooltijden soms verschillende waren of dat sommige scholen een middag vrij gaven aan de leerlingen van groep 1 t/m 4. Vanaf 1 augustus 2006 mogen de schooltijden gemiddeld worden. Dit betekent dat elk jaar een leerling 940 uur naar school moet gaan, zodat aan het einde van de basisschoolperiode de leerlingen 7520 uur naar school zijn geweest.

39