Schoolgids 2011-2012
Inhoudsopgave
.
Hoofdstukken
onderwerpen
Voorwoord Inleiding 1
Leerplicht en inschrijven
1.1 1.2 1.3
Leerplicht Inschrijven, hoe gaat dat? Uw kind krijgt een maatje mee.
2
Onze visie
3
Openbaar onderwijs
4
Dalton
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Een stukje geschiedenis Drie principes Dalton in de praktijk De taak Hoe ziet een schooldag er uit?
5
Afspraken en regels
5.1 5.2 5.3 5.4
Waarom regels? School en thuis Afspraken en regels voor volwassenen Grenzen
6
Indeling in groepen
6.1 6.2 6.3
Jaargroepen Groepsgrootte Plaatsing kinderen
7
Vakken en leermiddelen
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7
Leermiddelen De computer in de school Kunst en cultuur Drama, dans en muziek Huiswerk Werkstukken en presentaties Gym en beweging
8
Zorg, veiligheid en kwaliteit
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7
Uitgangspunten Het leerlingvolgsysteem Zorg en deskundigheid binnen de school Zorg en deskundigheid Kinderen met een bijzondere zorgbehoefte Veiligheid Kwaliteit
9
Naar de Middelbare school
9.1 9.2 9.3 9.4 9.5
Het schooladvies: welk type? Het onafhankelijke advies Het advies van de Plantage Welke school wordt het? Uitstroomgegevens
10
Het team en de contacten
10.1 10.2
Wie zitten er in het team? De juf is ziek, wat nu?
11
School en thuis
11.1 11.2
Twee werelden Communicatie
12
Ouderactiviteiten
12.1 12.2 12.3 12.4
De medezeggenschapsraad De GMR De ouderraad Groepsouders
13
Praktische informatie
13.1 13.2 13.3 13.4 13.5 13.6 13.7 13.8 13.9 13.10 13.11 13.12
Allergieën en medicijnen Eten en drinken op school Hoofdluis Klachtenprocedure Noodnummer Ouderbijdrage Rookverbod Schoolfotograaf Schoolreis en schoolkamp Spel- en speelgoedmiddag Sponsoring Leerplicht en verlof
14
Kinderopvang
14.1 14.2 14.3
Overblijven Voor- en naschoolse opvang Aanpassing schooltijden
15
Namen en adressen
15.1 15.2 15.3 15.4 15.5 15.6
Gegevens van de school De overblijfcoördinator Ouderraad Medezeggenschapsraad Overige namen en adressen Het team, wie is wie?
16
Lestijden en vakanties
16.1 16.2 16.3
Schooltijden Vakantierooster Overige vrije dagen
17
Activiteitenkalender
Voorwoord Beste ouders / verzorgers, De school speelt in het leven van uw kind een belangrijke rol. Gedurende acht jaar, vijf dagen per week brengt uw zoon of dochter daar het grootste deel van de dag door. Met alle activiteiten, feesten, klasgenoten én leerkrachten bepaalt de school in grote mate het geluk van alledag. Daarom is het belangrijk een school te kiezen die past bij uw kind, maar ook bij uzelf. Een school waaraan u het vertrouwen kunt geven dat er de uiterste zorg en aandacht wordt besteed aan uw kind. Een school waar u met een gerust hart uw kind kunt achterlaten. Met onze schoolgids willen we u informeren over onze school. Wat wij belangrijk vinden, hoe we over onderwijs en opvoeding denken en hoe we ons onderwijs inrichten. En dat in heldere taal, want wat we in onze schoolgids zetten, willen we waarmaken. Daar kunt u ons op afrekenen. Bent u op zoek naar een school voor uw kind? En staat de inhoud van onze schoolgids u aan? Maak dan een afspraak met ons om de school in bedrijf te zien. U krijgt een rondleiding, kunt even in de klassen kijken en u mag, als de omstandigheden dat toelaten, best even wat vragen aan onze leerlingen. Zo krijgt u een compleet beeld van wat de Plantage uw kind kan bieden. Succes met de keuze! Mede namens het team van de Plantage, Stef van Hage
Inleiding Een school in Houten De Plantage is een jonge school in een modern gebouw in een nieuwe, nog deels in aanbouw zijnde, wijk in Houten. Houten is een snel groeiende gemeente, centraal liggend in de provincie Utrecht, goed bereikbaar via snelwegen en openbaar vervoer en met goede voorzieningen. De groeitaak die Houten door de overheid is toebedeeld, wordt voornamelijk gerealiseerd op de Vinex-locaties in Houten-Zuid. De Plantage ligt op de grens tussen de wijken Schonauwen en de Hoon, maar is ook goed bereikbaar voor bewoners van de wijk Leebrug. Het fijnmazige net van fietspaden, waar Houten zo bekend om is, verbindt deze wijken op zodanig veilige wijze met elkaar, dat kinderen al op jonge leeftijd zelfstandig naar school kunnen fietsen.
Een groeischool; modern én vertrouwd. De Plantage bestaat 10 jaar is daarmee een jonge school. Een moderne school met recente lesmethodes, maar ook met een visie en werkwijze die aansluit bij de dag van vandaag. Het Daltonprincipe staat daarbij centraal. In de volgende hoofdstukken kunt u daar veel meer over lezen. De Plantage heeft een unieke ligging, direct aan het fraaie, recent aangelegde wijkpark. Van de speel- en ontdekkingsmogelijkheden wordt royaal gebruik gemaakt. Daarnaast is het park een bron voor natuurlessen. Door het moderne onderwijs, de fraaie ligging en de goede reputatie van de school groeit het leerlingenaantal fors. Daar zijn we heel blij mee, maar we vinden het wel uitermate belangrijk om het kleinschalige en open karakter van de Plantage en de persoonlijke benadering te behouden. Naar onze overtuiging hoort die vertrouwdheid bij een basisschool, ook als een school groeit en groot wordt. We zullen daartoe onze uiterste best doen.
Openbare school De Plantage is één van de zes openbare scholen in Houten. Al deze scholen vallen onder de Stichting Openbaar Onderwijs Houten. Het bestuur bestaat uit zeven leden en vervult globaal dezelfde rol als het schoolbestuur van een bijzondere school. De dagelijkse leiding van het openbaar onderwijs in Houten is in handen van een algemeen directeur. Op de basisscholen zelf is dat de locatiedirecteur. Voor de Plantage is dat Stef van Hage. Meer informatie over openbaar onderwijs vindt u in hoofdstuk 2.
Hoofdstuk 1 1.1
Leerplicht en inschrijven
Leerplicht Vanaf hun vierde verjaardag mogen kinderen in Nederland naar de basisschool. Wordt uw kind vijf, dan treedt de leerplichtwet in werking en moet uw kind bij een wettelijk erkende onderwijsinstelling ingeschreven zijn. Welke school dat wordt, kunt u als ouders of verzorgers bepalen.
1.2
Inschrijven, hoe doe ik dat?
Maak een afspraak en bezoek de school “in bedrijf”.
Zoek de school die het best bij u en uw kind past. Dat is voor de meeste ouders de vraag waar het allemaal mee begint. Oriënteren en selecteren, informatie opvragen, een bezoekje brengen, inschrijven, dat zijn de fasen die doorlopen worden, voordat uw kind naar de gekozen school gaat. Fase 1: Oriënteren & selecteren Welke scholen komen mogelijk in aanmerking? U kunt selecteren op locatie, bereikbaarheid, signatuur en onderwijsmodel. De meeste scholen beschikken over een website, waarmee u direct al over de nodige informatie beschikt. Fase 2: Informatie verzamelen Van de geselecteerde scholen kunt u de schoolgids opvragen. De schoolgids biedt zowel inhoudelijke als praktische informatie en gaat meestal dieper op de onderwerpen in dan de website. Fase 3: Bezoeken Een bezoek aan de school zegt vaak meer dan alle papieren en digitale informatie. U krijgt een indruk van het gebouw, de kinderen, de werkwijze van de school en het schoolteam. U “proeft” de sfeer. Belangrijk is dat u de school “in bedrijf” ziet. Gaat u verhuizen en zijn uw kinderen al wat ouder? Neem ze gerust mee op het kennismakingsbezoek. Voor een bezoek aan de Plantage kunt u een afspraak maken met de directeur, de heer Stef van Hage. U bent van harte welkom! Fase 4: Inschrijven Heeft u de keuze gemaakt, dan dient u uw kind in te schrijven d.m.v. het invullen en opsturen van een inschrijfformulier. U krijgt een bevestiging van ontvangst. Fase 5: Plaatsing Alle kinderen zijn van harte welkom op de Plantage en in vrijwel alle gevallen gaan we dan ook over tot plaatsing van kinderen die worden aangemeld. Echter, er kunnen zich omstandigheden voordoen, waardoor plaatsing niet mogelijk is, of slechts onder bepaalde voorwaarden. Hierbij kan de groep een rol spelen: wordt deze te groot, of zitten er erg veel leerlingen in die extra zorg nodig hebben, dan kan het plaatsen van nog meer kinderen leiden tot een onwenselijke situatie, waarbij alle leerlingen in die groep onvoldoende aandacht krijgen. Ook kan het te maken hebben met uw kind zelf: uw zoon of dochter heeft bijzondere zorg nodig die de Plantage niet kan leveren. Of het gedrag van uw kind levert gevaar op voor de veiligheid of het welzijn van de overige leerlingen. In dat geval kan een speciale vorm van onderwijs uitkomst bieden. In hoofdstuk 8 wordt daarover meer verteld. Voor alle helderheid, het is echt een uitzondering als we kinderen niet toelaten, maar het is wel prettig te weten dat we op deze wijze de veiligheid en het welzijn van alle leerlingen op de Plantage waarborgen.
Is plaatsing niet mogelijk, dan zullen we u dat tijdig laten weten, zodat u in de gelegenheid bent om uw kind op een andere school in te schrijven. Het protocol, waarin voorwaarden voor plaatsing op de Plantage wordt beschreven, is bij de directie te verkrijgen. Eerste schooldag Kinderen die voor het eerst naar school toe gaan, kunnen voor hun vierde verjaardag vijf dagdelen komen wennen. De toekomstige leerkracht van uw kind zal ongeveer twee maanden van tevoren contact met u opnemen om met u een afspraak te maken om even met uw kind op school langs te komen. U en uw kind kunnen dan kennis maken met de leerkracht, de school bekijken en een afspraak maken over de eerste wendag. Tevens krijgt u een zg. intakeformulier mee. Op dit formulier vragen we informatie over uw kind, zodat we vanaf de eerste dag rekening kunnen houden met eventuele bijzonderheden. Dit intakeformulier levert u in op de eerste wendag. Verhuizing Heeft uw kind reeds een andere school bezocht, dan is het belangrijk dat u zowel met de oude school als met ons afspreekt wanneer uw kind voor het eerst de Plantage zal bezoeken. In verband met de leerplichtwet is het noodzakelijk dat de uitschrijving van de oude school aansluit op de inschrijving op de Plantage. Bovendien kunnen we dan rekening houden met de komst van uw kind. Overige informatie Komt uw kind van een andere basisschool? Dan zal deze basisschool een onderwijskundig rapport opmaken, waarin informatie over uw kind wordt verstrekt, zodat wij weten welk leerniveau uw kind heeft en waar eventueel extra zorg nodig is. Heeft uw kind op een peuterspeelzaal in Houten gezeten? Dan krijgt u als uw kind naar de basisschool gaat een verslag mee. Het is de bedoeling dat u dat verslag bij voorkeur op de eerste schooldag afgeeft aan de leerkracht van uw kind.
1.3
Verhuiskinderen krijgen een “maatje” mee. De eerste schooldag is altijd spannend en soms ook wel een beetje eng. Bijna ieder kind heeft daar een beetje last van, ook oudere kinderen die na een verhuizing voor het eerst in hun nieuwe klas terecht komen. Daarom krijgt zo’n kind een maatje. Een maatje is een klasgenootje dat uw kind de eerste dagen opvangt en begeleidt. Op het gebied van praktisch zaken: Even de school laten zien; waar is de WC; hoe zit het met de taken; waar liggen de lesmaterialen? Maar ook zorgt het maatje ervoor dat uw kind in de pauze niet alleen staat op het schoolplein. Het werkt twee kanten uit: uw kind voelt zich sneller op zijn gemak, voor het maatje zit er een sociaal leerproces aan vast. Daarom werken we met een contractje. Daarin staat wat er van het maatje wordt verwacht. Aan het eind van de maatjesperiode evalueren het nieuwe kind, het maatje en de leerkracht samen hoe het is gegaan. Uiteraard houden we rekening met het leeftijdsniveau. Aan een maatje in groep 8 stellen we hogere eisen dan aan een kleutermaatje.
Hoofdstuk 2
onze visie
Visie op onderwijs: een school in de 21e eeuw Leer de kinderen lezen, schrijven en rekenen en zorg dat ze met een basis aan feitenkennis de school verlaten. Dat was tot voor kort de hoofdtaak van een school, de rest was bijzaak.
Op de Plantage kom je tot bloei!
Maar…de wereld verandert en daarmee verandert ook de opdracht die de maatschappij aan het onderwijs geeft. Zo hoort het ook, want de school leidt kinderen op voor de wereld van morgen. Dat betekent wel dat de school van vandaag er anders uitziet dan de school die u zelf in uw jeugd heeft bezocht. Wellicht is dat voor u even wennen. Natuurlijk, leren lezen, schrijven en rekenen is nog steeds heel belangrijk en daarom wordt er veel aandacht aan besteed. Maar wat te denken van de feitenkennis: gedetailleerde informatie is overal digitaal beschikbaar. Een basis aan feitenkennis is noodzakelijk, vinden we op de Plantage. Kinderen in Nederland horen te weten wie Willem van Oranje was en waar Utrecht ligt. Maar Appelscha en Pichegru? Even intikken op Google en ze kunnen er van alles over lezen. We doen in dit geval een verstandiger investering als we kinderen leren omgaan met een computer en met de informatie die ze daarmee kunnen vergaren. Een belangrijke opdracht aan de school van de 21e eeuw is dan ook: leer kinderen “leren”, dan leer je ze ook hoe ze zich kunnen aanpassen aan de wereld van morgen! Dat kinderen niet allemaal hetzelfde zijn, weten we al heel lang. In het onderwijs van vandaag zijn er meer mogelijkheden om rekening te houden met verschillen in leertempo, leerwijze en talenten. Het streven van de Plantage is om de talenten van ieder individueel kind zo optimaal mogelijk tot zijn recht te laten komen onder het motto: Op de Plantage kom je tot bloei! Om dat streven waar te maken zal het onderwijs op de Plantage zich voortdurend verder ontwikkelen om nieuwe mogelijkheden en inzichten te kunnen toepassen. Gebruik maken van talenten bevordert het zelfvertrouwen en daarmee het welzijn van ieder kind. Kinderen die zich op school prettig en veilig voelen, presteren doorgaans in alle opzichten beter dan kinderen die niet lekker “in hun vel zitten”. Die gedachte is in hoge mate bepalend voor de inrichting van ons pedagogisch klimaat. Om onze visie op onderwijs gestalte te geven heeft onze school, De Plantage, gekozen voor het Daltonconcept. Hoewel de grondlegster van het Daltononderwijs, Helen Parkhurst, de fundamenten voor dit concept al een eeuw geleden heeft gelegd, is het juist nu heel actueel, omdat de werkwijze heel goed aansluit bij de doelen die onze school zich heeft gesteld en bij het onderwijs van vandaag. Niet voor niets neemt het aantal Daltonscholen de laatste jaren toe. Onder het hoofdstuk “Dalton” kunt u er meer over lezen. Een laatste aspect dat genoemd moet worden: de school is een partner in de opvoeding geworden. Daarom besteden de leerkrachten op de Plantage structureel tijd om samen met de kinderen te praten over onderwerpen die te maken hebben met het omgaan met elkaar, of met het omgaan met gevoelens. De juf of meester van uw kind zal u daar graag meer over vertellen. Samengevat: de Plantage biedt onderwijs dat kinderen klaar moet maken voor het leven in de 21e eeuw. Dat is een hele uitdaging voor het team van de Plantage. Een team van vakmensen, mensen die hard werken en er eer in stellen hun werk zo goed mogelijk te doen.
Hoofdstuk 3
Openbaar onderwijs
Inleiding De Plantage is een openbare Daltonschool. Deze zin is in belangrijke mate richtinggevend voor onze visie op onderwijs en opvoeding. Daar vertellen we u in dit hoofdstuk meer over. De Plantage is een openbare school. Wat betekent dat? De Plantage is een openbare school. Openbaar wil zeggen: in principe voor iedereen toegankelijk. Wat betekent dit voor ons onderwijs? De school heeft geen keuze gemaakt voor één vorm van geloof of levensovertuiging als leidraad. De verantwoordelijkheid voor het overdragen van dat geloof of die levensovertuiging ligt bij u als ouder. Wel vinden we het belangrijk dat wederzijds begrip wordt bevorderd door kinderen te leren en te laten beleven dat er verschillende culturen en levensovertuigingen zijn. Dat kan gebeuren door het geven van informatie, maar ook door het houden van presentaties. De openbare school en de feesten Een openbare school dient rekening te houden met het feit dat juist doordat er verschillende levensovertuigingen en culturen op school zijn vertegenwoordigd, de beleving van traditionele Nederlandse feesten, zoals Sinterklaas en Kerst sterk kan verschillen van persoon tot persoon. Maar we leven wel allemaal in Nederland. Bij dit land horen tradities. Het vieren van Kerst en Sinterklaas hoort bij deze tradities. Daarom doen wij daar als school ook aan mee. En vinden we het ook belangrijk dat kinderen iets leren over de achtergrond en betekenis van die tradities. Die informatie krijgen de kinderen van hun eigen leerkracht in de klas. Een voorbeeld: Bij de viering van kerst ligt het accent op de traditionele gebruiken en op de universele waarden die bij dit feest horen als vrede, saamhorigheid en verdraagzaamheid, en niet op de geloofsbeleving als Christelijk feest. Wij vinden dat het Kerstverhaal bij de culturele bagage van elk kind in Nederland thuishoort, maar daarbij hoort ook de wetenschap dat ieder daar een eigen betekenis aan kan hechten. Met enige regelmaat zal de school aandacht besteden aan feesten die bij andere culturen of geloofsovertuigingen horen. Het “vieren” van het Islamitische suikerfeest of het Hindoefeest Diwali laat kinderen met een Nederlandse culturele achtergrond zien dat hun eigen levenswijze niet vanzelfsprekend is. Voor de Islamitische kinderen en de Hindoekinderen is het leuk en goed om iets van hun eigen cultuur te kunnen tonen en beleven. Iedereen is welkom, maar wordt ook alles goed gevonden? Op de Plantage wordt geen waardeoordeel gegeven over geloof, cultuur of levensbeschouwing. We dulden echter geen uitingen van geloof of levensovertuiging die strijdig zijn met de belangrijkste universele waarden. Respect tonen voor anderen, voor je omgeving en voor jezelf houdt in dat gedrag in de vorm van pesten, kleineren, bedreigen, schelden en discrimineren niet wordt getolereerd.
Hoofdstuk 4 4.1
Dalton
Een stukje geschiedenis De onderwijskundige richting van de school is geënt op de ideeën van Helen Parkhurst (1887-1973). Zij bracht haar gedachtegoed voor het eerste in de praktijk in het plaatsje Dalton in de Amerikaanse Staat Massachusetts. Actueel Hoewel de basis van het Daltononderwijs in de jaren twintig van de vorige eeuw is gelegd, is het Daltononderwijs juist in onze tijd zeer actueel. Het aantal Daltonscholen neemt dan ook toe, waarbij menige school een omslag maakt van traditioneel onderwijs naar Daltononderwijs. De reden? Onderwijs volgens de ideeën van Helen Parkhurst biedt een antwoord op de vraagstukken waar de scholen anno nu mee kampen:
Zelfstandige kinderen denken creatiever, gebruiken hun tijd beter, zijn flexibeler en kunnen beter plannen.
-
4.2
Hoe stem ik mijn onderwijs af op de behoeften van mijn leerlingen? Hoe maak ik mijn onderwijs aantrekkelijk en uitdagend? Hoe integreer ik het gebruik van computers in het onderwijs? Hoe sluit ik aan bij de zelfstandigheid waarop het voortgezet onderwijs een beroep doet? Hoe voldoe ik aan de eisen die door de inspectie worden gesteld?
Drie principes Uitgangspunten voor het Daltononderwijs zijn de drie principes: vrijheid (en verantwoordelijkheid), zelfstandigheid en samenwerking. Vrijheid en verantwoordelijkheid Het hanteren en beheersen van vrijheid moet worden geleerd. In het Daltononderwijs wordt het kind geleerd binnen gemaakte afspraken vrij te zijn in: de keuze van de volgorde waarin het zijn opdrachten wil afwerken. het raadplegen van hulpbronnen de samenwerking met medeleerlingen de besteding en planning van de tijd. Deze vrijheid is op maat. Een 12-jarige zal normaal gesproken meer vrijheid aankunnen dan een 4-jarige, maar er zijn ook individuele verschillen. Sommige leerlingen hebben meer begeleiding nodig en krijgen deze ook. Bij vrijheid hoort verantwoordelijkheid. Ook kinderen kunnen en dienen verantwoordelijkheid te dragen, de mate waarin is afhankelijk van hun leeftijd en hun aard. Kinderen verantwoordelijkheid geven betekent dat ze op deze verantwoordelijkheid kunnen worden aangesproken. Zelfstandigheid Anders dan vroeger in het traditioneel onderwijs, wordt de kinderen in het Daltononderwijs structureel aangeleerd zelf actief oplossingen te vinden bij vragen of problemen. Zelfstandige kinderen denken creatiever, gebruiken hun tijd beter, zijn flexibeler en kunnen beter plannen. En dat zijn vaardigheden die ze in het leven na de basisschool uitstekend kunnen gebruiken. Uiteraard krijgen de leerlingen van de Plantage gewoon instructie op de leervakken en, als dat nodig is, extra hulp om vraagstukken op te lossen, maar die hulp is er ook op gericht de oplossing de volgende keer zelf te vinden. Een bijkomend voordeel van de zelfstandigheid die kinderen in het Daltononderwijs aanleren is dat het mogelijk is de kinderen met een veel grotere variatie aan opdrachten en taken te laten werken. Variatie in moeilijkheid, hoeveelheid en werkwijze.
Samenwerking In de maatschappij is samenwerken, het werken in teamverband, van groot belang. In het Daltononderwijs kunnen kinderen in tweetallen of in grotere groepjes werken; ze krijgen ook regelmatig groepsopdrachten. Samenwerken betekent dat de leerlingen elkaar helpen om de verschillende leerstappen te zetten door het stellen van vragen aan andere leerlingen, door samen naar oplossingen te zoeken en door suggesties aan elkaar te geven in het praktisch handelen, zowel bij de cognitieve als bij de creatieve vakken.
4.3
Daltononderwijs in de praktijk Leren “leren”! Kinderen willen leren. Allemaal. Maar willen ze ook leren wat wij ze willen leren op de wijze zoals wij dat zijn gewend? Hoe dan ook, belangrijk is dat kinderen een goede leerhouding ontwikkelen, waardoor ze op effectieve wijze en met plezier leren. Op de manier die bij hen past. Om dat mogelijk te maken is het belangrijk dat kinderen leren “leren”. Hoe bereiken we dit? 1.
Kinderen krijgen gerichte instructie:
-
Op het kiezen en gebruiken van materialen. Op het zoeken naar oplossingen als er een probleem opduikt: Kan ik het zelf of moet ik hulp vragen? Op het vragen van hulp: wanneer en bij wie? Op het geven van hulp: hoe help ik een ander kind, zo dat het ervan leert? Op het plannen van het werk in dag- en weektaken. Op het nakijken en evalueren van eigen werk: Van fouten leer je, je weet waar je de volgende keer op moet letten.
-
2
Er is een vaste structuur aanwezig
-
Eén werkwijze in de hele school. (weektaken, dagkleuren) De dagindeling is altijd helder en zichtbaar voor kinderen op het bord. Keuzematerialen hebben een vaste plaats en zijn overzichtelijk gerangschikt. Weektaken staan op papier en hebben een vaste indeling.
-
4.4
De weektaak In het Daltononderwijs werken kinderen met taken. Een taak kan bestaan uit één of meer opdrachten en kent een grote variatie in aard en grootte. U kunt hierbij denken aan het maken van een reken-, taal- of knutselopdracht, het werken met een computerprogramma, het gezamenlijk bedenken van een toneelstuk, het maken en houden van een presentatie, maar ook aan een huishoudelijke opdracht zoals het opruimen van een kast, of een sociale opdracht zoals het begeleiden van een nieuwe leerling. Het pakket aan taken wordt per week gebundeld: de weektaak. De weektaak is dus een overzicht van alle taken die in één week moeten worden uitgevoerd.
Weektaak in de groepen 1 en 2 Taken worden uiteraard aangepast aan het niveau en de leeftijd van de kinderen die deze taken uitvoeren. Bovendien wordt het plannen en het werken aan de weektaak stap voor stap opgebouwd. Het start met één eenvoudige, verplichte opdracht per week die met een pictogram op een magneetbord wordt aangegeven. Met een magneet in de kleuren van de dag geven kinderen aan
wanneer ze de opdracht hebben afgemaakt. In de loop van groep 2 werken de kinderen met 3 of meer opdrachten per week en stappen ze uiteindelijk over naar de weektaak op papier i.p.v. het magneetbord.
Weektaak in de overige groepen Alle lessen en opdrachten waaraan kinderen gedurende een week gaan werken, zijn opgenomen in de “weektaak”. Deze weektaak krijgt elke leerling aan het begin van de week op papier uitgereikt. Per taakonderdeel kunnen de leerlingen zien, wanneer er instructie is en wanneer zij het af moeten hebben. Aan het begin van de week maken zij zelf een planning wanneer zij aan taakonderdelen gaan werken. Dit doen zij met behulp van de dagkleuren. Als een taakonderdeel af is, wordt dit ook met de dagkleur aangegeven. Zowel het kind als de leerkracht krijgen zo overzicht van de vorderingen gedurende de week. Aan het eind van de week kan de leerkracht op het takenblad zien of alle opdrachten zijn gedaan en of het kind goed gepland heeft. Veelal bespreken de leerkracht en de leerling de weektaak na. Op het weektaakblad is tevens ruimte opgenomen voor schriftelijke evaluatie zowel door de leerling als door de leerkracht. Taak op maat Niet alleen de leeftijdsgroep is maatgevend voor de inhoud van de taak, maar ook het niveau en het werktempo van het kind spelen een rol. Naast een basispakket bevat de weektaak opdrachten die op het individuele kind zijn toegesneden. Herhalingsleerstof laat kinderen het geleerde nog eens extra oefenen als ze moeite hebben met een leerstofonderdeel. Bij verdiepingsopdrachten passen kinderen het geleerde toe in moeilijker vraagstukken en bij verrijkingsopdrachten wordt ook aanverwante leerstof betrokken. Er kunnen ook opdrachten toegevoegd zijn die aansluiten op een bijzondere belangstelling of talent van een kind. Kinderen die klaar zijn met het vaste deel van de weektaak, gaan werken aan de keuzeopdrachten, waarvan in elke groep een pakket aanwezig is. Ook kunnen kinderen zelf een opdracht bedenken en die, in overleg met de leerkracht, gaan uitvoeren.
4.5
Hoe ziet een schooldag er uit? In grote lijnen bestaat voor elk kind een normale schooldag uit drie elementen: 1
Gezamenlijke activiteiten, zoals dagopening en afsluiting, kringgesprekken, gym en spel, voorlezen, pauze, het vieren van een verjaardag.
2
Instructiemomenten: kinderen krijgen uitleg over de leerstof of over hun taak. Dit kan per leeftijdsgroep, maar ook in een kleiner groepje of individueel plaatsvinden.
3
Daltonuren: kinderen kiezen een opdracht uit de dag- of weektaak of uit (vrije-) keuzewerk en zijn zelfstandig aan het werk.
De accenten verschillen wel per leeftijdsgroep en een opdracht kan bij de jongsten best bestaan uit een half uurtje lekker spelen in de poppenhoek. Loopt u op een normale schooldag door de school, dan ziet het beeld er in veel groepen waarschijnlijk anders uit, dan u van uw eigen schooltijd gewend was. Kinderen zijn met verschillende soorten opdrachten bezig en zitten lang niet
altijd achter hun eigen tafeltje. Soms zitten kinderen even bij elkaar om uitleg te vragen of een opdracht te bespreken. Of er wordt op de computer gewerkt. Sommige kinderen kiezen een werkplek op de gang of in de centrale ruimte. Dat kan zijn om je terug te trekken, omdat je even rustig alleen wil werken, maar ook omdat je een opdracht wilt doen die je niet zo goed in de klas kunt uitvoeren, zoals het voorbereiden van een presentatie, het oefenen voor een dramaopdracht, of omdat je met een groepje kinderen een rekenkwartet wilt doen. Soms ziet u kinderen in de klas met een soort koptelefoon op. Sommige kinderen vinden het erg prettig om zich even af te sluiten voor geluiden en kiezen er zelf voor om zo’n geluidsdemper op te zetten. Ze kunnen zich dan beter concentreren.
?
Alle kinderen vanaf groep 4 hebben op hun tafel een kubus liggen, met daarop een vraagteken, een rode stip en een groene stip. Hiermee kunnen ze aangeven of ze een vraag hebben (vraagteken boven) aan de leerkracht. De juf of meester loopt met regelmaat een vaste ronde door de klas en weet dan welke kinderen hulp nodig hebben. Het voordeel is dat leerlingen in de tussentijd niet hoeven te wachten; ze gaan gewoon verder met een ander deel uit de dag- of weektaak. Als de rode zijde van de kubus boven ligt is dat een signaal voor de medeleerlingen: “ik ben nu even niet beschikbaar om je hulp te geven, want ik wil even geconcentreerd doorwerken.” Ligt de groene stip boven, dan kunnen andere kinderen hulp komen vragen of een afspraak maken om iets samen te doen. Wat u waarschijnlijk ook opvalt: al die verschillende activiteiten geschieden in een rustige sfeer. Kinderen zijn gewend om zo te werken. Van lawaai en drukte heeft iedereen last, dus gedraag je je zo dat je een ander niet stoort. De rol van de leerkracht op een Daltonschool is een andere dan die van een leerkracht in het traditionele onderwijs. Eerder die van begeleider dan die van leider. Begeleider van het groepsproces en begeleider van het individuele kind. Tot slot: in dit hoofdstuk is geprobeerd een heldere beschrijving te geven van ons onderwijs. Maar het blijven woorden. Wilt u eens in de klas van uw kind kijken om te zien hoe deze woorden in de praktijk worden vertaald? Bij de kleutergroepen kunt u intekenen om eens een uurtje mee te draaien.
Hoofdstuk 5 5.1
Afspraken en regels
Waarom regels?
Geen enkele samenleving kan zonder afspraken en regels.
Geen enkele samenleving kan zonder afspraken en regels. Ook een basisschool niet. De regels die gelden voor de kinderen hebben te maken met: • • • •
Respect De manier van werken Rust en veiligheid Het onderhouden van de omgeving
Veel van deze regels zijn zo vanzelfsprekend dat ieder kind met besef van goed en kwaad weet van het bestaan. Het zijn ongeschreven regels. Het is in onze visie dan ook niet zinvol deze op papier te zetten. Als kinderen die regels overtreden weten ze dat en zullen daarop worden aangesproken. Wel kan het zinvol zijn daar in de groep over te praten en zo’n ongeschreven regel tijdelijk centraal te stellen. Een voorbeeld: van pesten weten doorgaans alle kinderen heel goed dat dit eigenlijk niet goed is. Indien dat in een groep toch regelmatig voorkomt, is het heel belangrijk om daar aandacht aan te besteden en duidelijke afspraken over te maken, bijvoorbeeld in de vorm van een anti-pestprotocol. Maar ook zonder protocol zijn kinderen aanspreekbaar op pestgedrag! Om nog wat verder op dit onderwerp in te gaan: de gevolgen van langdurig gepest worden kunnen ernstig zijn. Op de Plantage is een protocol aanwezig waarin voor de leerkrachten staat aangegeven hoe te handelen indien pestgedrag wordt gesignaleerd. Signaleert u als ouder gedrag dat niet door de beugel kan, dan is het belangrijk dat u dat meldt bij de leerkracht. Deze zal zich in alle gevallen inspannen om het probleem op te lossen. In alle groepen wordt structureel aandacht besteed aan de geschreven en ongeschreven regels. Naast de algemene regels die voor de hele school gelden, kunnen er binnen de groepen nog aanvullende afspraken gemaakt worden. Om kinderen daarbij te betrekken en ze medeverantwoordelijk te maken, worden deze afspraken gezamenlijk binnen de kring gemaakt.
5.2
School en thuis We beseffen heel goed dat de regels, afspraken en omgangsvormen die we op school hanteren niet altijd identiek zijn met die bij u thuis. Dat hoeft ook niet. Kinderen weten doorgaans heel goed om te gaan met die verschillen, omdat de omgeving waarin ze verkeren ook verschilt. Niettemin delen ouders en school in een stukje opvoeding en het is goed om te beseffen dat het doel hetzelfde is, al kunnen de middelen verschillen. Wilt u weten welke regels en afspraken in de groep van uw kind gelden, dan kunt u dat altijd aan de leerkracht vragen. Daarnaast wordt er tijdens de informatieavond aan het begin van het schooljaar over verteld.
5.3
Afspraken en regels voor de grote mensen? Die zijn er ook en net als de regels voor de kleine mensen hebben ze te maken met: • • • • •
Respect De manier van werken De rust en veiligheid Het onderhouden van de omgeving De wetgeving
Ook hier is er sprake van geschreven en ongeschreven regels, zowel voor leerkrachten, ouders en andere volwassenen binnen de school. We verwachten dat al deze grote mensen zich aan de ongeschreven, want vanzelfsprekende, regels houden. De andere regels betreffen vooral praktische zaken, die zetten we voor u als ouder op een rij in het hoofdstuk “Praktische Informatie”
5.4
Grenzen Overal waar regels en afspraken zijn, kunnen ze worden overtreden. Soms onbewust, soms bewust. Het is belangrijk daar met kinderen over te praten, soms met de hele groep, soms met een individueel kind. Kinderen dienen er zich bewust van te zijn dat ze een regel of afspraak overtreden. Vaak helpt het om het nut van die regel of afspraak uit te leggen. Toch kan het voorkomen dat kinderen bewust een regel overtreden. Zeker als ze een ander daarmee benadelen, kan straf een noodzakelijk hulpmiddel zijn om herhaling te voorkomen. Uiteraard is het belangrijk dat de straf passend is en dat het verband tussen de straf en de overtreding voor het kind helder is. Indien kinderen zich voortdurend niet aan regels en afspraken kunnen houden, of het gedrag is zodanig dat dit een bedreiging vormt voor het welzijn van anderen, dan is een goede samenwerking tussen ouders en de school om tot een gezamenlijke aanpak te komen, van onschatbare waarde. U kunt er dan ook op rekenen dat de school contact met u opneemt indien er sprake is van ernstige of langdurige problemen. Schorsing en verwijdering. Gelukkig komt het in Houten zelden voor: leerlingen of hun ouders vertonen een zodanig gedrag dat dit een bedreiging vormt voor het welzijn en de veiligheid van anderen. Maar als dit plaatsvindt, bestaat er de mogelijkheid kinderen te schorsen of te verwijderen van school. De school is verplicht hierin een zorgvuldige procedure te volgen. Deze procedure is op school ter inzage. In het geval dat een personeelslid van de Plantage fysiek of verbaal wordt bedreigd, zal de school te allen tijde aangifte doen bij de politie. Voor alle duidelijkheid: we gaan uit van een goede samenwerking met alle kinderen en ouders. Maar het moet voor ieder die van goede wil is, een prettig idee zijn dat er grenzen gesteld zijn.
Hoofdstuk 6 6.1
Indeling in groepen
Jaargroepen Op de Plantage wordt gewerkt met leeftijdsgroepen: Kinderen worden in eerste instantie op grond van hun leeftijd in een bepaalde groep geplaatst. Simpel gezegd: een kind van 9 zit in groep 6 en zal daar het leerstofpakket van groep 6 aangeboden krijgen. Deze leeftijdsgroepen kunnen worden gecombineerd. Onze school streeft naar doorlopende leer- en ontwikkelingslijnen van kinderen. Eén van de consequenties daarvan is, dat het regelmatig voorkomt dat leerlingen uit dezelfde leeftijdsgroep werk op verschillend niveau maken. Een ander gevolg van dit beleid is, dat de speelse werkwijze van de kleuters geleidelijk overgaat naar de meer leerstofgerichte werkwijze van de oudere kinderen. Combinatiegroepen of enkelvoudige groepen? Zowel combinatiegroepen als enkelvoudige groepen hebben specifieke voordelen. Kinderen in combinatiegroepen werken doorgaans zelfstandiger en zijn meer gericht op samen leren, wat heel goed past bij het Daltononderwijs. In enkelvoudige groepen is het eenvoudiger om specifiek op de leeftijdsgroep gerichte instructie en begeleiding te geven, wat gunstig is voor leerlingen die wat meer zorg nodig hebben. Op de Plantage zal over het algemeen worden gewerkt met enkelvoudige groepen, maar combinatiegroepen zijn ook mogelijk. De keuze hangt vooral af van de grootte van de klas. Veel leerlingen in één klas is extra nadelig voor het werken met combinatiegroepen.
6.2
Groepsgrootte We streven naar groepen van maximaal 25 kinderen voor de groepen 1 t/m 3, en van maximaal 30 kinderen in de groepen 4 t/m 8. Maar daar kunnen we helaas geen waterdichte garantie op geven. Bij kleutergroepen is er een instroom van vierjarigen door het schooljaar heen. Aan het eind van het schooljaar zijn deze groepen daardoor soms wat groter dan wenselijk, maar deze periode duurt meestal kort. Waarom we de groepen niet altijd klein kunnen houden? Het antwoord is eenvoudig: de financiële vergoeding die we van het rijk krijgen om leerkrachten te betalen en lokalen te huren is beperkt.
6.3
Plaatsing kinderen Het is een taak en een verantwoordelijkheid van de school om te bepalen in welke groep uw kind geplaatst wordt. Dit geldt zowel het moment dat uw kind op school komt, als bij wijzigingen van groepssamenstelling, bijvoorbeeld bij het splitsen van een groep omdat deze door groei van het aantal leerlingen te groot wordt. De school houdt bij het samenstellen van een groep o.a. rekening met de volgende elementen: de groepsgrootte, de verdeling jongens/meisjes, het aantal leerlingen met een bijzondere behoefte aan zorg en aandacht en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Het streven is een evenwichtige, goed werkbare groep samen te stellen, waarin alle kinderen zo goed mogelijk tot hun recht komen. Uiteraard staat het u als ouder vrij om voor uw zoon of dochter een voorkeur voor plaatsing aan te geven. Met deze voorkeur willen we best rekening houden, mits het past in het eerder genoemde streven en het niet ten nadele is van andere kinderen of ouders. Tweelingen: heeft u een tweeling? In de groepen t/m 3 overleggen we met u wat het beste is: samen in één groep of apart (indien mogelijk). Vanaf groep vier plaatsen we tweelingen bij voorkeur apart.
Een jaar langer of korter Kinderen van dezelfde leeftijd kunnen sterk van elkaar verschillen in ontwikkeling. Het ene kind ontwikkelt zich veel sneller dan het andere. Soms kan het verstandig zijn om te besluiten een pas op de plaats te maken en uw kind een jaar extra de tijd te geven om zich te ontwikkelen of om zich de leerstof eigen te maken. Uiteraard is het belangrijk dat de school u tijdig informeert als er aan een doublure wordt gedacht. Bovendien willen we graag weten hoe u er zelf over denkt. Informatie van ouders is een belangrijk onderdeel in het besluit dat de school uiteindelijk neemt t.a.v. het extra leer- en ontwikkelingsjaar. Het komt echter ook voor dat uw kind al veel verder in zijn ontwikkeling is dan zijn klasgenootjes. In dat geval is het mogelijk uw kind een groep hoger te plaatsen dan op grond van zijn leeftijd verwacht kan worden. Ook hier is uw informatie en uw mening van groot belang. Een jaar langer of een jaar korter, in beide gevallen zal het leerprogramma van uw kind worden bijgesteld, zodat uw kind zich goed kan aanpassen aan de nieuwe situatie.
Hoofdstuk 7
Vakken & leermiddelen.
In dit hoofdstuk kunt u lezen aan welke vakgebieden we aandacht besteden en welke methodes we daarbij gebruiken. Daarbij wordt geen volledigheid nagestreefd. Wat kinderen in 8 jaar leren, laat zich immers niet samenvatten in enkele bladzijden.
7.1
leermiddelen Aan onze leermiddelen stellen we de volgende eisen: ze moeten zoveel mogelijk passen bij ons Daltonconcept; ze moeten voor kinderen aantrekkelijk en uitdagend zijn en uiteraard voldoen aan de kerndoelen zoals die door het ministerie van onderwijs zijn geformuleerd. Naast de methodes gebruiken we aanvullende materialen, die erop gericht zijn het geleerde toe te passen, de leerstof op andere wijze in te oefenen of uitdaging te bieden tot verdieping van een onderwerp in het verlengde van een vakgebied. Vak De basisvakken:
Methode groep bijzonderheden Aan de basisvakken taal, lezen, schrijven en rekenen wordt veel tijd besteed. Met deze vakken wordt de basis gelegd voor verder leren, studeren en werken. Beheersing is dus belangrijk.
Lezen
Leeslijn 2
1-8
Begrijpend en studerend lezen Taal
Goed gelezen
4-8
Kleuterplein Taal Actief Schrijven leer je zo. Rekenrijk
1-2 3-8 2-8
Wereldoriëntatie Aardrijkskunde Geschiedenis Natuur & techniek Verkeer
Kleuterplein Topondernemers
1-2 5-8
Engels
Junior 7-8 De hieronder genoemde methodes dienen vooral als handleiding voor lessen die door de leerkracht worden gegeven. Basislessen 3-8 bewegingsonderwij s Moet je doen Moet je doen Kinderen en hun 1-8 sociale talenten Moet je doen Geen methode
Schrijven Rekenen
Deze methode start al met voorbereidende leesactiviteiten in groep 1. Vanaf groep 5 ligt het accent op leesbeleving en verlaten we de methode. Nieuwste versie
1-8
Wereldoriëntatie
Overige vakken: Gymnastiek
Tekenen Handvaardigheid Sociale redzaamheid Muziek ICT
Klaar Over
De kinderen uit groep 7 doen mee met het landelijk verkeersexamen.
7.2
De computer in de school Inmiddels is de computer op school een vertrouwd leermiddel geworden. Alle leerkrachten hebben door middel van nascholing voldoende vaardigheden opgebouwd om met een computer te kunnen werken. Op de Plantage krijgen de kinderen uit de hogere groepen computeronderwijs. Dat wil zeggen dat ze les krijgen om de mogelijkheden die het werken met de computer biedt, optimaal te benutten. U kunt dan denken aan basisvaardigheden m.b.t. Windows, Internet, tekstverwerking, presentatie, enz, maar ook aan een cursus typvaardigheid, waarbij de kinderen uit groep 6 hun typdiploma halen. Zij kunnen dan “blind” typen, een vaardigheid waar ze zowel in hun schoolperiode als in hun arbeidsleven nog veel plezier aan kunnen beleven. Uiteraard is dat onderwijs op maat: een goede kans dat uw kind u, maar ook zijn leerkracht overtreft in handigheid en daarmee uitstekend in staat is een medeleerling te helpen. Zijn de kinderen voldoende computervaardig, dan wordt de computer een leermiddel en een instrument. Bijvoorbeeld om te werken met een taal- of rekenprogramma, maar ook om informatie te verzamelen op internet of in een digitale encyclopedie. Een presentatie maken op een computer is ook mogelijk. Denk aan een werkstuk of aan een powerpointpresentatie ter ondersteuning van een spreekbeurt. Het gebruik van internet brengt ook risico’s met zich mee. Daarom werken de jongere kinderen alleen op beveiligde sites. Vanaf groep 6 hebben de leerlingen van de Plantage het hele internet ter beschikking. Om te voorkomen dat er ongewenste sites worden bezocht, kunnen kinderen alleen op internet als ze het contract “Veilig Internet” hebben ondertekend. Dit contract bevat een gedragsprotocol dat kinderen ertoe aanzet het internet goed te gebruiken en hen tevens wijst op mogelijke gevaren, die ze ook thuis, bijvoorbeeld bij het “MSN-en” tegenkomen. Het openbaar onderwijs in Houten is voorloper op het gebied van het ICTonderwijs. Alle openbare scholen hebben dan ook een modern computernetwerk met aansluiting op internet en er is een ICT-coördinator op bestuursniveau aangesteld om computergebruik te stimuleren.
7.3
Kunst en cultuur De Plantage maakt gebruik van het Kunstmenu van de stichting “Kunst Centraal”. Het kunstmenu bevat activiteiten rond diverse vormen van kunst. Zeker eens per jaar bezoekt uw kind in het kader van het kunstmenu een tentoonstelling of een dans- of theatervoorstelling. Meestal worden deze bezoeken in de klas al voorbereid met een aantal speciale lessen.
7.4
Drama, dans en muziek In elke groep wordt aandacht besteed aan drama, dans en muziek. Elke groep verzorgt tenminste twee maal per jaar een presentatie (een toneelstukje, een gedicht, een liedje) aan medeleerlingen en ouders onder de naam “Open Podium”.
7.5
Huiswerk In principe krijgen de kinderen uit de groepen 1 t/m 5 nog geen huiswerk, maar het kan soms wel zijn dat met uw kind en u wordt afgesproken thuis een leerstofonderdeel nog eens extra in te oefenen om meer vaardigheid te krijgen. Vanaf groep 6 krijgen de kinderen, in beperkte hoeveelheden, huiswerk mee. We willen ze daarmee voorbereiden op het huiswerk dat ze in het middelbaar onderwijs krijgen.
7.6
Werkstukken en presentaties In de wereldoriëntatiemethode “Topondernemers” is het verzorgen van presentaties, spreekbeurten, muurkranten, verslagen en werkstukken integraal opgenomen en behoort zelfs tot de doelen van de methode. Er is een duidelijke opbouw aanwezig en aan het aanleren en inoefenen van de genoemde vaardigheden is in de methode structureel aandacht besteed. Presenteren, oftewel het houden van een spreekbeurt wordt hiermee heel normaal. Heel anders dan de veelal stressvolle gebeurtenis uit uw eigen schooltijd.
7.7
Gym en beweging De kleuters van de groep 1 en 2 hebben nog heel veel beweging nodig als ondersteuning van hun motorische en ruimtelijke ontwikkeling. Daarom spelen ze veel buiten of in de speelzaal, waar ze naar hartelust kunnen rennen en klauteren. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 brengen twee maal per week een bezoek aan de gymzaal van de Plantage voor een spel- of bewegingsles. Om voetwratten te voorkomen, is het de bedoeling dat u voor uw kind gymschoenen aanschaft. Voor de kleuters graag zonder veter! Vanaf groep 3 heeft uw zoon of dochter ook een gymbroekje en –shirtje nodig, of een gympakje. Indien kinderen willen douchen na het gymmen, dan wordt daarvoor gelegenheid geboden. Ze dienen dan wel zelf voor een handdoek te zorgen.
Hoofdstuk 8 8.1
Zorg, veiligheid en kwaliteit
Uitgangspunten Ieder kind heeft zorg en aandacht nodig. Het geven van zorg en aandacht is erop gericht dat kinderen zich prettig en veilig voelen en om ze voor te bereiden op het leven in de maatschappij. Zorg voor leerlingen op de Plantage heeft tot doel ze sterker, vaardiger en zelfstandiger te maken. Kinderen verschillen onderling en daarmee verschilt de zorgbehoefte van kind tot kind. Zorg op maat is daarom belangrijk. Teveel zorg werkt remmend, te weinig geeft een gevoel van onveiligheid.
8.2
Het leerlingvolgsysteem Hoe houden we bij hoe het met uw kind gaat? Zodra uw kind op school komt, wordt er van uw kind een dossier aangelegd in het leerlingvolgsysteem. Dat dossier staat voor een deel op papier en voor een deel is het digitaal opgeslagen. In dat dossier zitten gegevens die u bij het inschrijven of tijdens gesprekken met de leerkracht heeft verstrekt en gegevens die op school zijn verzameld. De schoolgegevens bestaan uit drie onderdelen: De observatiegegevens van de leerkrachten. Verslagen van gesprekken, handelingsplannen en andere bijzonderheden De gegevens uit het Memelink ontwikkelingsvolgsysteem voor kleuters Toets- en testgegevens Het ontwikkelingsvolgmodel voor kleuters van Memelink De kleuterleerkrachten op de Plantage maken gebruik van een observatieinstrument om de ontwikkeling van kleuters structureel in kaart te brengen. In dit instrument, ontwikkeld door Dick Memelink, staan alle stappen die kleuters in hun ontwikkeling moeten doormaken, per ontwikkelingsgebied weergegeven. De leerkracht observeert in welke fase de kinderen zich bevinden en slaat de gegevens op in het bijbehorende computerprogramma. Met dit instrument is een ontwikkelingsvoorsprong of - achterstand helder te signaleren en kan het leerstofaanbod beter worden afgestemd op het ontwikkelingsniveau van de uw kind. Toetsen: Op de Plantage gebruiken we de toetsen uit het Cito-leerlingvolgsysteem. De volgende Citotoetsen worden één of twee maal per jaar afgenomen: -
Taal voor kleuters Rekenen voor kleuters Woordenschat Technisch lezen Begrijpend lezen Rekenen Entreetoets
kleuters kleuters groep 3 t/m groep 3 t/m groep 3 t/m groep 3 t/m groep 7
8 8 8 8
De uitkomsten van deze toetsen worden in het Cito-computerprogramma geregistreerd, zodat de vorderingen van uw kind over de jaren worden bijgehouden. De intern begeleidster bespreekt de toetsuitslagen met de leerkracht. Met behulp van de uitkomst van deze toetsen kunnen zij bepalen of uw kind naar behoren presteert, of dat extra zorg noodzakelijk is.
Naast de Cito-toetsen bestaan er ook toetsen die bij een leermethode horen. Deze controleren of de behandelde leerstof ook werkelijk wordt beheerst. De uitkomsten van beide soorten toetsen vormen samen met de observaties van de leerkracht de basis voor de rapportbeoordeling. In verband met het recht op privacy worden de leerlingdossiers in een afgesloten ruimte bewaard en zijn digitale gegevens met wachtwoorden beveiligd. Ouders kunnen wel, indien zij dat wensen, op school het dossier van hun eigen kind inzien.
Veruit het grootste deel van de leerlingenzorg vindt gewoon plaats in de klas.
8.3
Zorg en deskundigheid binnen de school Wanneer wordt er bijzondere zorg gegeven? Indien een leerling extra zorg en begeleiding nodig heeft, kan dit blijken uit de toetsen die worden afgenomen, maar nog veel vaker uit de signalen die kinderen bewust of onbewust afgeven. Het is daarom uitermate belangrijk dat de juf of meester de kinderen goed in de peiling heeft! Daarom bespreekt de nieuwe leerkracht aan het begin van het schooljaar de leerlingen met hun vorige leerkracht. U, als ouder, bent voor ons ook een belangrijke informatiebron. Dat is een van de redenen waarom er op de Plantage maandelijks gespreksavonden plaatsvinden. De informatie die gedurende het gesprek wordt uitgewisseld werkt twee kanten uit: u wordt geïnformeerd over het functioneren van uw kind in de school en u helpt de leerkracht een completer beeld te vormen van uw kind. De klas Veruit het grootste deel van de leerlingenzorg vindt gewoon plaats in de klas en wordt gegeven door de leerkracht zelf. Van de leerkracht wordt verwacht dat deze inspeelt op de zorgbehoefte van de kinderen. De aard van hulp en ondersteuning kan variëren van heel simpel tot uitgebreid. Simpel door met regelmaat even langs te lopen bij een kind dat moeilijkheden heeft met het plannen van werk of even stil te staan bij een onzeker kind om aan te geven dat deze de sommen toch echt heel goed gemaakt heeft. Maar de zorg kan ook uitgebreider en structureel. In dat geval heeft de leerkracht een handelingsplan opgesteld, samen met de interne begeleider of met een externe deskundige, bijvoorbeeld van de schoolbegeleidingsdienst. Dat handelingsplan kan inhouden dat uw kind volgens een aangepast leerprogramma werkt of dagelijks extra instructie ontvangt door de leerkracht of een onderwijsassistent. Uiteraard wordt u als ouder er van op de hoogte gesteld dat uw kind deze bijzondere zorg ontvangt. Buiten de klas Een enkele keer is het niet mogelijk of wenselijk de extra ondersteuning in de groep zelf te geven. In dat geval worden mogelijkheden gezocht deze hulp buiten de groep te geven. Dit kan soms de eigen leerkracht zijn, maar ook een onderwijsassistent of een andere leerkracht die daarvoor is vrijgeroosterd. In de toekomst zal een gespecialiseerde leerkracht worden aangetrokken om deze hulp te geven. De zorgspecialist in de school: de Intern begeleider Door scholing en bijscholing wordt de deskundigheid van de leerkrachten op het gebied van leerlingenzorg vergroot, maar daarnaast is het voor een school van groot belang een specialist op dat gebied in huis te hebben. Deze specialist is de interne begeleider. De interne begeleider bespreekt een aantal maal per jaar de leerlingen met de leerkracht, houdt de toetsgegevens bij, coördineert de zorg en coacht de leerkrachten op het gebied van leerlingenzorg.
8.4
Zorg en Deskundigheid buiten de school De schoolbegeleidingsdienst De schoolbegeleidingsdienst staat in principe ten dienste van de scholen. De schoolbegeleidingsdienst van de Plantage heet Eduniek. Iedere school heeft een vast, maar beperkt budget om bij Eduniek te besteden. Eduniek wordt alleen na overleg met de interne begeleider ingeschakeld, zodat er zicht blijft op de besteding van het budget. Eduniek geeft de school adviezen. Enkele malen per jaar bespreekt de intern begeleider van de Plantage specifieke zorgleerlingen met een pedagogisch adviseur van Eduniek. N.a.v. dit overleg kan de intern begeleider een gesprek met ouders en leerkracht arrangeren om over het leer- en of gedragsprobleem van het kind te praten. Op grond van het gesprek en eventueel aangeleverde gegevens geeft de pedagogisch adviseur van Eduniek de school en soms ook de ouders een advies voor behandeling, maar het kan ook zo zijn dat besloten wordt tot een uitgebreid onderzoek. Van dit onderzoek wordt een schriftelijk verslag voor de school en voor de ouders gemaakt. Overigens wordt aan de ouders van het kind altijd toestemming gevraagd om het kind te mogen onderzoeken. Wanneer wordt Eduniek ingeschakeld? -
Bij een fors en/of hardnekkig leer- en/of gedragsprobleem. Waarbij de school vragen heeft over adequate diagnose en behandeling En waarbij Eduniek voldoende deskundigheid bezit om deze vragen te beantwoorden.
Schoolarts/huisarts De problemen met het gedrag of het leren van een kind kunnen ook een medische achtergrond hebben. Dan spreken we meestal van een leer- of gedragsstoornis. Een voorbeeld van zo’n stoornis is ADHD. Het gevolg van ADHD is dat kinderen extreem druk en ongeconcentreerd zijn. Er zijn echter ook stoornissen waardoor het kind moeite heeft met het leggen van contacten of met leren. Een diagnose kan alleen door een medisch specialist worden gesteld. Daarvoor is een verwijzing nodig van de schoolarts of de huisarts. Uit het probleem zich vooral op school, dan is de schoolarts de meest aangewezen persoon. U kunt zelf contact opnemen met de schoolarts, maar het kan ook via de school. Belangrijk is dat: -
De school en de ouders samen overleggen om het probleem helder te krijgen. Er een vermoeden bestaat dat de achtergrond van het probleem medisch is. Dat vermoeden ook duidelijk gemotiveerd kan worden.
De schoolarts is gratis. Inschakeling van huisarts en specialist niet. In veel gevallen dekt de ziektekostenverzekering de kosten geheel of gedeeltelijk. Samenwerkingsverband Weer Samen Naar School Vrijwel alle scholen in Houten nemen deel aan het samenwerkingsverband van Weer Samen Naar School Houten. Dit samenwerkingsverband beheert het zorgbudget van de aangesloten scholen en houdt daarvan onder andere de speciale school voor basisonderwijs “De Wissel” in stand. Daarnaast worden uit dit budget het zorgplatform en de PCL betaald. (Zie onder) Het zorgplatform van WSNS Het zorgplatform is er een orgaan waarin de deskundigheid van specialisten van de speciale school voor basisonderwijs “de Wissel” geraadpleegd kan worden door de gewone basisscholen en ook door ouders. De ambulante begeleidster van het zorgplatform geeft scholen advies hoe om te gaan met kinderen met leer- en/of gedragsproblemen. Zij bezoekt daartoe de
klas waarin de zorgleerling zit en bespreekt met de leerkracht van het kind welke aanpak de meest geschikte is. Wanneer wordt het zorgplatform ingeschakeld? -
Als alle gegeven hulp en inschakeling van Eduniek onvoldoende resultaat heeft gehad. Als verwacht mag worden dat deze vorm van ambulante begeleiding zin heeft. Als ouders toestemming hebben gegeven voor de aanvraag van ambulante begeleiding en samen met de school een onderwijskundig rapport hebben opgesteld.
De speciale school voor basisonderwijs “De Wissel” De speciale school voor basisonderwijs “De Wissel” wordt door het samenwerkingsverband van Weer Samen Naar School Houten in stand gehouden. Ondanks alle zorg die een gewone basisschool tegenwoordig kan bieden, blijft er een groep leerlingen bestaan die een meer specialistische begeleiding nodig hebben. Deze kinderen kunnen in veel gevallen wel terecht op de Wissel. Aan deze school zijn specialisten op het gebied van gedrag, leren en motoriek verbonden. Bovendien zijn de groepen er kleiner, waardoor er meer tijd beschikbaar is om kinderen te begeleiden. In overleg met de basisschool waarop het kind zit, kunnen ouders hun kind zelf aanmelden op deze school voor speciaal onderwijs. Voordat het kind naar de Wissel kan moet er echter een beschikking zijn afgegeven door de Permanente Commissie Leerlingenzorg, de PCL. Zonder een beschikking kan een kind niet toegelaten worden op de Wissel of op een andere school voor speciaal basisonderwijs. De PCL geeft zo’n beschikking pas af als: Er een aanmeldingsformulier van de ouders is ingediend. Er een uitgebreid, door de basisschool en door de ouders ingevuld onderwijskundig rapport aanwezig is. Er voldoende onderzoek is gedaan naar de aard en oorzaak van het probleem. De basisschool zich voldoende heeft ingezet om het probleem te verhelpen. Het type onderwijs dat de Wissel biedt passend is voor het kind.
8.5
Kinderen met een bijzondere zorgbehoefte Kinderen met een leer- en/of gedragsstoornis. De laatste jaren is er, zowel binnen als buiten het onderwijs, veel aandacht gekomen voor kinderen met een bijzondere zorgbehoefte. Daarbij kunnen we denken aan kinderen met leerstoornissen ( bijv. dyslexie) , gedrags- en concentratiestoornissen (bv ADHD), of contactstoornissen (vormen van autisme). De kennis binnen het onderwijs over de juiste aanpak van deze leerlingen is eveneens toegenomen, zodat er zorg op maat kan worden geboden, vaak gewoon binnen de eigen klas door de eigen leerkracht. Wilt u meer weten over onze leerlingenzorg en hoe de Plantage omgaat met leerlingen die een bijzondere zorgbehoefte hebben? Vraag dan bij de groepsleerkracht of bij de intern begeleider onze speciale brochure aan. Kinderen met een handicap Per 1 augustus 2003 is de wet Leerling Gebonden Financiering (LGF) in werking getreden.
Heeft u een kind met een handicap? Dan kunt u kiezen voor plaatsing van uw kind in het speciaal onderwijs of binnen het gewone basisonderwijs. Kiest u voor een gewone school dan krijgt uw kind een “rugzakje” mee van de overheid. Daarmee kan de basisschool van uw keuze extra zorg en begeleiding betalen. Worden alle kinderen met een handicap ook toegelaten op de Plantage? Net als voor alle andere kinderen geldt hier ook dat we de bijzondere zorg die het kind nodig heeft op een verantwoorde wijze moeten kunnen leveren. Het welzijn van het kind zelf, noch het welzijn van de overige leerlingen of van de leerkrachten mag in het geding komen. Voor verdere vragen omtrent de toelatingsprocedure kunt u contact opnemen met de directeur.
? ?
? ?
Dyslexie Het woord dyslexie geeft niets anders aan dan dat iemand moeite heeft met lezen. Over de oorzaak daarvan zegt de term dyslexie niets. Voor de inzet van leerlingenzorg op de Plantage biedt een dyslexieverklaring dan ook geen meerwaarde. Slechte lezers en spellers hebben extra zorg nodig, of ze nou een verklaring hebben of niet. Op de Plantage wordt gewerkt met het dyslexieprotocol om kinderen met hardnekkige lees- en/of spellingproblemen effectief op te sporen en te begeleiden. Deze begeleiding betreft de extra instructie gericht op het bevorderen van de lees- en spellingkwaliteit, maar ook het aanpassen van het niveau van instructie en verwerking, en met het omgaan met de gevolgen van het moeizaam lezen en spellen. Hierbij valt te denken aan speciale voorzieningen bij het maken van toetsen (extra tijd, vergrote letters), de aanschaf van speciale leesboeken, het gebruik leren maken van de spellingcontrole op de computer, etc. Niettemin kunnen wij ons voorstellen dat ouders in de dyslexieverklaring een bevestiging en erkenning zien van het probleem dat hun kind heeft. Wilt u als ouder van een mogelijk dyslectisch kind zekerheid? Er zijn erkende instellingen die een verklaring kunnen afgeven. In dat geval zal de school medewerking verlenen bij het ter beschikking stellen van gegevens. Rekent u er wel op dat er aan het inschakelen van een erkende instelling kosten verbonden zijn, die lang niet door elke zorgverzekeraar worden gedekt. Dyslexie en het Voortgezet Onderwijs. Op de meeste scholen voor Voortgezet onderwijs worden kinderen gescreend op dyslexie. Daarom zal in het onderwijskundige rapport dat de Plantage opstelt t.b.v. het voortgezet onderwijs, in voorkomende gevallen melding worden gemaakt van dyslexie of het vermoeden daarvan.
8.6
Veiligheid Het gebouw van de Plantage is nieuw en voldoet daarmee aan de modernste veiligheidseisen van de overheid. Ook de speeltoestellen op het schoolplein voldoen aan alle wettelijke normen. Om toch voorbereid te zijn op eventuele calamiteiten is er een ontruimingplan opgesteld, waarmee de school binnen enkele minuten volledig ontruimd kan worden. Tenminste éénmaal per jaar vindt er een ontruimingsoefening plaats. Op de Plantage zijn tenminste twee teamleden geschoold in BedrijfsHulpVerlenening. Jaarlijks volgen zij nascholing om hun vaardigheden op peil te houden. Bij het plannen van activiteiten staat de veiligheid voorop. Ook als dat een verhoging van kosten met zich mee brengt. Zo kiezen we bij vervoer alleen voor busmaatschappijen die aan alle veiligheidseisen voldoen. Het kan tevens betekenen dat de school aan sommige activiteiten niet deelneemt, omdat er
onvoldoende toezicht mogelijk is, of omdat de veiligheid anderszins in het geding is.
8.7
Kwaliteit De Plantage is een ambitieuze school en streeft naar bovengemiddelde prestaties. Dit geldt voor de algehele tevredenheid over de school, bij ouders en leerlingen én werknemers, maar ook voor de leerprestaties. Tevredenheid De algehele tevredenheid over de Plantage wordt gemeten met de KwaliteitsMeter Primair Onderwijs (KMPO) van Beekveld & Terpstra. Dit instrument verzamelt via een enquête gegevens over de school. Deze gegevens worden vergeleken met het gemiddelde van alle scholen die met dit instrument werken. Bij de laatste afname, in 2009, bleek dat de Plantage bij de leerlingen, ouders en teamleden op vrijwel alle onderdelen boven het gemiddelde scoorde. Een prestatie waar we erg trots op zijn. Leerprestaties Bij de leerprestaties vormen de uitslagen van de toetsen van CITO de benchmark. Hiervoor gebruiken we de CITO-entreetoets en de toetsen van technisch lezen, begrijpend lezen en rekenen. Bij de CITO-entreetoets voor groep 7 streven we naar een minimale score van 75% voor het groepsgemiddelde van de leerlingen. Die 75% betekent dan dat we het beter doen dan 75% van de andere basisscholen in Nederland. De hoogst mogelijke score is 99%. De resultaten op de CITO-entreetoets: 2007: 85% 2008: 99% 2009: 74% 2010: Bij de CITO-toetsen voor technisch lezen, begrijpend lezen en rekenen streven we naar een A-score op groepsniveau. A staat voor het hoogste groepsniveau op een schaal van E t/m A. Om het overzichtelijk te houden worden alleen de resultaten van groep 3, 5 en 7 weergegeven.
Technisch Lezen CITO DMT Groep 3: - 2009 – 2010: A - 2010 – 2011: A
Groep 5: - 2009 – 2010: A - 2010 – 2011: A
Begrijpend Lezen CITO Groep 5: - 2009 – 2010: A - 2010 – 2011: A
Groep 7 - 2009 – 2010: A - 2010 – 2011: A
(wordt niet afgenomen in groep 3)
Groep 7 - 2009 – 2010: A - 2010 – 2011: A
Rekenen en Wiskunde CITO Groep 3: - 2009 – 2010: A - 2010 – 2011: A
Groep 5: - 2009 – 2010: A - 2010 – 2011: A
Groep 7 - 2009 – 2010: B - 2010 – 2011: A
Hoofdstuk 9
Naar de Middelbare school
Na een jaar of acht basisschool is het zover: uw kind gaat naar het voortgezet onderwijs. Een spannende gebeurtenis! Voor sommige kinderen nog een beetje eng, maar vaak merkt u dat uw zoon of dochter toe is aan een geheel nieuwe uitdaging. Niet verwonderlijk, veruit het grootste deel van zijn leven is uw kind naar de basisschool gegaan. Alles is volkomen vertrouwd geworden.
9.1
Het schooladvies: welke schooltype wordt het? Anders dan de basisschool, waar het leerstofniveau zoveel mogelijk wordt aangepast aan uw kind, biedt het voortgezet onderwijs verschillende schooltypen die zich van elkaar onderscheiden door een verschil in leer- en denkniveau. VMBO, Havo en VWO/Gymnasium zijn de meest gangbare daarvan. Om te kunnen beoordelen of een kind geschikt is voor het type onderwijs dat ze bieden, vragen alle scholen voor voortgezet onderwijs om een schriftelijk schooladvies van de basisschool en/of van een onafhankelijke daartoe bevoegde instantie.
9.2
Het onafhankelijke advies Het door de wet verplichte, schoolonafhankelijke advies krijgt u van Eduniek. De verantwoordelijkheid voor dit advies ligt bij deze schoolbegeleidingsdienst en niet bij de basisschool. Eduniek maakt gebruik van vijf bronnen om tot een verantwoord advies te komen: 1. De Cito-entreetoets. Deze landelijk genormeerde toets test de prestaties van de kinderen op het gebied van taalvaardigheden, rekenen en wereldoriëntatie. Deze toets wordt afgenomen bij de leerlingen van groep 7 in de maand april of mei. 2. De NIO-test. Door middel van deze test, gericht op intelligentie en taalvaardigheid, probeert men een objectief beeld te krijgen van de capaciteiten van uw zoon of dochter. Deze NIO-test wordt afgenomen bij de leerlingen van groep 8 in de maand september of oktober. De gegevens worden uitgewerkt door de schoolbegeleidingsdienst. 3. De wens van de ouders en het kind. Eduniek zal aan u vragen welk type voortgezet onderwijs u voor uw kind in gedachten heeft. Hetzelfde wordt gevraagd aan uw kind. 4. De schoolvragenlijst Naast het maken van de NIO-test vult uw kind op de testdag in groep 8 ook de schoolvragenlijst in, zodat Eduniek andere factoren die meespelen in de kans op succes in het voortgezet onderwijs, kan meenemen in het advies. Voorbeelden van deze factoren zijn: faalangst (Raakt uw kind gestresst als er iets niet lukt?), motivatie (Vindt uw kind het zelf belangrijk om te leren?) en welbevinden (Voelt uw kind zich prettig in een schoolomgeving?) 5. Informatie van de basisschool De schoolbegeleider vraagt de leerkracht van groep 7 en in later stadium de leerkracht van groep 8 naar zijn/haar mening over de kansen van uw kind en naar eigenschappen als bijvoorbeeld werkhouding en zelfstandigheid.
9.3
Het schooladvies van De Plantage Naast het advies van de begeleidingsdienst brengt de Plantage een eigen advies uit. Dit advies is gebaseerd op de schoolprestaties en de algemene werkhouding over een langere periode. De leerkrachten van groep 8 overleggen hiervoor met de intern begeleider van de school en met andere leerkrachten bij wie het kind in de klas heeft gezeten. Zowel het advies van Eduniek als het advies van “De Plantage” krijgt u op schrift. In een persoonlijk gesprek licht de groepsleerkracht beide adviezen toe, zodat u in overleg tot een juist besluit kunt komen. U bent het niet eens met het advies. Wat dan? Beide adviezen (van Eduniek en van de Plantage) gaan ervan uit dat uw kind een goede kans maakt in het geadviseerde schooltype een diploma te halen en zijn doordacht en integer tot stand gekomen. Had u voor uw kind een schooltype in gedachten dat een ander leer- en denkniveau vereist, dan hoeft dat niet direct een probleem te zijn. Veel scholen werken met brugklassen, van waaruit kinderen naar verschillende leerniveaus kunnen doorstromen. Heeft uw kind een Havo-advies en had u VWO in gedachten? In een Havo/VWO-brugklas kan uw kind laten zien wat hij/zij in haar mars heeft. Is plaatsing in een brede brugklas voor uw kind geen optie? Dan kunt u met de leerkracht van groep 8 bespreken wat de mogelijkheden zijn. In sommige gevallen kan tot een hertest worden besloten, wanneer het vermoeden bestaat dat er ergens iets is misgegaan. Daarnaast heeft u altijd de mogelijkheid om voor eigen rekening een erkend testbureau in te schakelen dat bevoegd is schooladviezen te geven. We gaan er wel van uit dat u zich realiseert, dat de wens soms de vader van de gedachte kan zijn en dat het kinderen veel stress kan bezorgen als ze merken dat ze niet kunnen voldoen aan te hoog gespannen verwachtingen van hun ouders. Aan de andere kant realiseren wij ons dat sommige kinderen laatbloeiers zijn en het soms in het middelbaar onderwijs veel beter doen dan wij hadden verwacht.
9.4
Welke school wordt het? In januari wordt in Houten een scholen-informatiemarkt gehouden voor leerlingen van groep 8 en hun ouders. In deze periode vinden ook de afrondende gesprekken tussen ouders en de school plaats, zodat u zich op deze markt gericht kunt oriënteren op een passende school. Daarnaast bieden veel scholen voor voortgezet onderwijs de mogelijkheid tot het bezoeken van “open dagen” en het volgen van proeflessen. Verder biedt het Anna van Rijncollege de ouders van schoolverlaters een informatieavond over het voortgezet onderwijs aan. Deze avond vindt plaats op één van de openbare basisscholen in Houten. Overigens kan de leerkracht van groep 8 u vaak op weg helpen, indien u er zelf niet uit komt. Aanmelden U meldt zelf uw zoon of dochter aan bij de middelbare school van uw keuze. De scholen voor het voortgezet onderwijs vragen u daarbij om een het schriftelijke advies van de basisschool en/of van een erkende, schoolonafhankelijke instantie als Eduniek. De basisschool wordt gevraagd om een onderwijskundig rapport in te vullen, met als doel uw kind zo adequaat mogelijk te begeleiden. Enkele scholen voor Voortgezet Onderwijs hebben in het toelatingsbeleid een eigen testprocedure opgenomen. Dit betreft vooral leerlingen met een VMBOadvies.
Afhankelijk van de testresultaten kan de plaatsing afwijken van het door de basisschool en de schoolbegeleidingsdienst geadviseerde schooltype.
9.5
Uitstroomgegevens van de Plantage Op basis van de gegevens over de laatste vier schooljaren kunnen we de volgende uitstroom melden naar het voortgezet onderwijs: • • • • • • • • •
VMBO-basis: VMBO-kader/beroeps: VMBO-theoretisch/MAVO: VMBO/Havo: Havo: Havo/VWO: VWO: Gymnasium/VWO+: Anders:
1 leerlingen 9 ,, 7 ,, 5 ,, 11 ,, 9 ,, 13 ,, 7 ,, 4 ,,
Hoofdstuk 10
Het team en de contacten
Op de Plantage werkt een hecht en enthousiast team van vakmensen samen om uw kind zo goed mogelijk onderwijs te geven. In dit hoofdstuk geven we u een inzicht wie wat doet en op welke wijze u met hen in contact kunt komen.
10.1 Wie zitten er in het team? De groepsleerkrachten De juf of de meester is voor u en uw kind de belangrijkste volwassene in de school. Eén of meer jaren lang trekt deze persoon dagelijks met uw kind op en is daarmee zowel begeleider als mede-opvoeder van uw zoon of dochter. Daarom stellen we hoge eisen aan de kwaliteit van onze leerkrachten. Nieuwe leerkrachten worden om die reden onderworpen aan een uitgebreide sollicitatieprocedure, waarbij o.a. wordt gekeken naar de pedagogische en didactische kwaliteiten. Uiteraard is het een vereiste dat de beoogde leerkracht achter het Daltonconcept staat en voorstander is van het openbaar onderwijs. De groepsleerkracht is de hoofdverantwoordelijke m.b.t. de gang van zaken in de groep waarin uw kind zit en daarmee ook in eerste instantie het aanspreekpunt als u vragen of opmerkingen over uw kind heeft. De laatste jaren is het gebruikelijk dat kinderen te maken hebben met meer dan één juf of meester. In een duobaan, beide leerkrachten werken ongeveer op 50% basis met de groep, zijn beide leerkrachten eindverantwoordelijk. In andere gevallen is de leerkracht die gedurende de meeste dagen in de groep werkt hoofdverantwoordelijk. Op het lokaalbord kunt u lezen op welke dagen de leerkrachten aanwezig zijn en wie hoofdverantwoordelijk is. Wilt u de leerkracht van uw kind spreken? Korte vragen en opmerkingen kunt u kwijt tijdens de inlooptijd (tussen 8.20 en 8.30 uur of 13.05-13.15 uur) of direct na schooltijd. Wilt u een uitgebreider gesprek dan kunt u intekenen op een van de 9 gespreksavonden. Is het urgent dan kunt u de leerkracht ook benaderen voor een afspraak na schooltijd. De directie Stef van Hage is de directeur van de Plantage, Hij is als schoolleider eindverantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de school. Eddie Heerings is adjunct-directeur. Bij afwezigheid van Stef van Hage is Eddie verantwoordelijk. Heeft u vragen of opmerkingen waarmee u niet bij de groepsleerkracht van uw kind terecht kunt en die de algemene gang van zaken in de school betreffen, dan kunt u met Stef van Hage of Eddie Heerings een afspraak maken voor een gesprek. Dat kan telefonisch, per e-mail, of door gewoon even langs te gaan tijdens de inlooptijd. In principe is een van de directieleden altijd aanwezig in het gebouw. De Intern begeleidster Frieda Verheijen en Loek Mak zijn de interne begeleidsters van de school. Zij coördineren de zorg die in school aan de kinderen wordt besteed. Tevens bewaken zij o.a. procedures voor extra zorg en beheert het daarvoor aanwezige budget. Zij coördineren ook de contacten tussen de school en externe instanties. Voor meer informatie over de rol van de intern begeleidster verwijs ik u naar het hoofdstuk “zorg”. Wilt u één van de interne begeleidsters spreken, dan kan dat op afspraak. Zie hoofdstuk “namen en adressen”. De remedial teacher Sija de Graaf en Monique Lemmens zijn onze remedial teachers. Zij begeleiden kinderen die extra ondersteuning nodig hebben op het gebied van leren en/of
gedrag. Die begeleiding kan gericht zijn op individuele leerlingen maar ook bestemd op groepjes kinderen die vergelijkbare ondersteuning nodig hebben. Dit gebeurt in overleg met de leerkracht en de intern begeleidster. Uiteraard zullen we u inlichten als uw kind structureel extra begeleiding van onze remedial teachers zal krijgen. De onderwijsassistent Inge van Eck en Kazal Saeed zijn onze onderwijsassistentes. Zij werken zowel met groepjes als met individuele leerlingen. Ze verzorgen dan extra instructie of begeleiding, soms ook aan kinderen met een handicap, maar altijd in overleg met de groepsleerkracht van het kind of met de interne begeleidster. De onderwijsassistentes werken vooral met de jongere kinderen. De oudere leerlingen krijgen hun extra begeleiding van Sija de Graaf of Monique Lemmens. Stagiairs en Stagiaires Het vak van leerkracht leer je niet alleen uit boeken. De praktijk is ook hier de beste leerschool. De Plantage biedt daarom stagemogelijkheden aan voor studenten van de PABO, de opleiding voor leerkrachten. We zien dat als investering in de toekomst van het onderwijs. Stagiairs in de eerste drie jaar van hun opleiding zijn meestal één dag per week aanwezig en geven op zo’n dag een of meer lesjes onder begeleiding van de leerkracht. Studenten in het laatste jaar van hun opleiding hebben een lesbevoegdheid, waarmee ze zelfstandig les mogen geven onder begeleiding van een coach, meestal een groepsleerkracht, die tevens eindverantwoordelijk is voor de gang van zaken in de groep waarin de student werkt. Deze studenten worden Leerkracht In Opleiding (LIO) genoemd en maken in hun stageperiode volledig deel uit van het schoolteam.
10.2 De juf is ziek. Wat nu? Is de leerkracht van uw kind ziek, dan heeft het inzetten van een beschikbare vervanger/ster de voorkeur. Heeft uw kind twee leerkrachten, dan zullen ze in veel gevallen voor elkaar invallen. Helaas is het zo, dat het aantal ziektevervangers zeer beperkt is. Vaak zal de oplossing moeten worden gezocht in het inzetten van overige teamleden om de groep op te vangen: de intern begeleidster, de onderwijsassistente, een leerkracht in opleiding, de directeur. Indien de groepen niet al te groot zijn, is het ook een optie om de leerlingen van de zieke leerkracht te verdelen over de andere groepen. De laatstgenoemde oplossingen bieden alleen soelaas voor de korte termijn. Incidenteel kan het dan ook voorkomen dat een groep naar huis wordt gestuurd. Dat wordt dan altijd de dag ervoor schriftelijk aangekondigd en blijft er voor de ouders die echt in nood zitten, noodopvang beschikbaar.
Hoofdstuk 11
School en Thuis
ouders en school zijn partners in de opvoeding
11.1 Twee werelden Basisschoolkinderen leven in twee werelden: de wereld die bij “Thuis” hoort en de wereld die bij “School” hoort. Deze twee werelden verschillen sterk van elkaar en kennen ieder hun eigen regels en gedragscodes. De meeste kinderen kunnen met deze twee verschillende omgevingen prima overweg, al is het soms even wennen. Het is daarom heel normaal dat uw kind zich thuis heel anders gedraagt dan op school. Op school maakt uw kind deel uit van een groep leeftijdsgenoten. Dat vraagt heel andere sociale vaardigheden dan de vaardigheden die nodig zijn in een gezin met een of twee broertjes of zusjes. Om dezelfde redenen verschillen de regels waaraan kinderen zich op de Plantage moeten houden, hoogstwaarschijnlijk van die bij u thuis. Dat is niet erg. Kinderen verbinden de regels en afspraken doorgaans probleemloos aan de omgeving waarin ze verkeren. Vertrouwen U heeft het al eerder in deze gids kunnen lezen: we zijn van mening dat ouders en school partners zijn in de opvoeding. Het uitgangspunt van de school daarbij is dat ouders in principe het beste voor zullen hebben met hun kinderen. Indien u uw kind inschrijft op de Plantage, gaan we ervan uit dat dit vertrouwen wederzijds is. Het team van de Plantage zal zich inspannen om uw kind zo goed mogelijk te begeleiden; u brengt uw kind naar school in het vertrouwen dat uw kind in goede handen is.
11.2 Communicatie Niettemin wilt u graag weten hoe uw kind het doet in de wereld van de school. Daarnaast hebben de leerkrachten behoefte aan informatie over de thuiswereld. We beseffen heel goed dat de wederzijdse informatie beperkingen kent: we plaatsen bij u thuis geen camera en ook u laat uw kind om half negen achter bij de leerkracht en bent daarmee voor enkele uren het zicht op uw kind kwijt. De verantwoordelijkheid voor de communicatie ligt zowel bij u als bij ons. Met andere woorden: van ons kunt u verwachten dat we belangrijke informatie over uw kind met u delen. Heeft u echter een vraag of maakt u zich zorgen, dan rekenen we erop dat u dit aan de leerkracht of aan de directeur kenbaar maakt. Inlooptijd U kunt met uw kind om 8.20 uur even de klas in. Even kijken waar uw kind mee bezig is, of even een korte vraag aan de leerkracht stellen. De informatieavond Aan het begin van het schooljaar wordt er in elke groep een informatieavond gehouden, waarin de leerkracht van uw kind vertelt wat er in het schooljaar gaat plaatsvinden. U krijgt informatie over de leerstof en werkwijze in de groep, maar ook over bijzonderheden die bij die groep horen. U kunt daarbij bijvoorbeeld denken aan het traject voor het schooladvies voor het voortgezet onderwijs in groep 7 en 8 of aan het lees- en schrijfonderwijs in groep 3. Nieuwsbrief Elke maand ontvangt u van ons een informatiebrief met nieuwtjes en ontwikkelingen op de Plantage. Een handige kalender met activiteiten is bijgevoegd. U kunt zich voor deze digitale nieuwsbrief intekenen via de website van de school: www.obsdeplantage.nl > Nieuwsbrief.
Het rapport U ontvangt twee keer per jaar een schriftelijke rapportage van de vorderingen van uw kind. Bij de kleuters is dit rapport gebaseerd op het leerlingvolgsysteem van Memelink, waarin de ontwikkeling van alle kleuters nauwkeurig wordt
In onze nieuwe wijk is de school ook een ontmoetingsplaats van ouders.
bijgehouden. Bij de groep 3 t/m 8 zijn de beoordelingen deels gebaseerd op toetsen, deels op observaties van de leerkracht. Bij alle rapporten is de ontwikkeling van het gemiddelde kind uitgangspunt. U ziet per onderdeel of uw kind zich sneller, dan wel minder snel ontwikkelt. Gespreksavonden Jaarlijks vinden er acht gespreksavonden plaats. Steeds twee avonden vlak vóór het uitdelen van elk rapport. Het is de bedoeling dat alle ouders op gesprek komen. De overige vier gespreksavonden zijn verdeeld over het schooljaar, u kunt zich daarvoor opgeven door in te schrijven op de lijst die een week voor de gespreksavond in de gang wordt opgehangen, maar het initiatief kan ook uitgaan van de leerkracht. U ontvangt dan een uitnodiging om in te tekenen op de gespreksavond. Deze gespreksavonden zijn naar behoefte. Per gespreksavond zijn er ongeveer 12 tijden beschikbaar. Het is daarom niet de bedoeling in te tekenen op alle gespreksavonden. Zo kan iedereen aan bod komen. Op de gespreksavonden is gelegenheid om gedurende tien minuten met de leerkracht van uw kind informatie uit te wisselen. Bij een goed gesprek is er sprake van tweerichtingsverkeer, m.a.w. u krijgt geen standaardpraatje van de juf of meester van uw kind. Wilt u iets speciaals met de leerkracht bespreken of wilt u van een onderwerp meer weten, dan kunt u dat bij het begin van het gesprek aangeven en dan zal de leerkracht daarop ingaan. De data van de gespreksavonden vindt u in de jaarbijlage van de schoolgids. Daarnaast wordt u er in de nieuwsbrief nog eens aan herinnerd. Afspraak Soms is er meer tijd nodig dan de 10 minuten op de gespreksavond, bijvoorbeeld omdat u zich zorgen maakt over uw kind, of omdat u een onderwerp uitgebreid wilt bespreken. In dat geval loopt u na schooltijd even binnen en maakt u een afspraak met de juf of meester van uw kind. Introductie-ochtend Gaat uw kind binnenkort naar school? Dan kunt u een uitnodiging verwachten voor een introductie-ochtend. Deze ochtend is bedoeld om kennis te maken, met elkaar als ouders van klasgenootjes, maar ook met de school en de medewerkers. De ochtend wordt gepresenteerd door een medewerker van de Plantage, een ouder uit de ouderraad én een van de overblijfcoördinatoren. U kunt tijdens de ochtend uw vragen kwijt en u ontvangt folders met startinformatie van de school, de ouderraad en de overblijf, zodat u alles nog eens kunt nalezen. Deze introductie-ochtend duurt ruim een uur en is qua inhoud en vormgeving gericht op ouders. U kind kunt u dus niet meenemen. Een dagdeel kijken bij uw kind De school biedt ouders in de groepen 1 en 2 één keer per schooljaar de gelegenheid om eens een dagdeel mee te draaien in de groep van hun kind. U krijgt zo een beeld hoe uw kind de dag doorbrengt. In de loop van het schooljaar hangt de leerkracht een intekenlijst met mogelijke data voor een bezoek op het prikbord.
Huisbezoek Het is belangrijk dat de school een zo compleet mogelijk beeld van uw kind opbouwt. Uit gesprekken met ouders en uit de verhalen die kinderen op school vertellen halen we zeker informatie, maar het beste middel om met de “Thuiswereld” kennis te maken is het huisbezoek. Is uw kind nieuw bij ons op school? Dan kunt u verwachten dat de groepsleerkracht van uw kind belt voor een afspraak om eens bij u thuis op bezoek te komen. Dat bezoek heeft een informeel karakter. Kinderen vinden het meestal leuk als ze hun juf of meester hun kamer of hun huisdier kunnen laten zien, of als iets over hun hobby kunnen vertellen. Natuurlijk lust de juf of meester er best een kopje koffie bij. Zo leren we u kind op een andere manier kennen en daardoor soms ook beter begrijpen. Gescheiden ouders? Bent u gescheiden? Ook dan heeft u recht op informatie over het wel en wee van uw kind op school, zelfs als uw kind bij uw ex-partner woont. Wilt u de leerkracht van uw kind spreken, dan kunt u intekenen op de gespreksavonden of contact opnemen met de leerkracht voor een afspraak. Alleen in zeer bijzondere gevallen geldt het recht op informatie niet. In dat geval dient er een uitspraak van de rechtbank aan ten grondslag te liggen. Een andere uitzondering wordt gemaakt als de veiligheid van het kind in het geding komt.
Hoofdstuk 12
Ouderactiviteiten
12.1 De medezeggenschapsraad Medezeggenschap van ouders en leerkrachten in het beleid van de school, geregeld in de Wet Medezeggenschap Onderwijs, vindt plaats in de medezeggenschapsraad (MR). In die medezeggenschapsraad zitten drie teamleden van de school en drie ouders, Wat doet de MR? De MR heeft het belang van de school voor ogen vanuit de verschillende standpunten;de MR is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden de school betreffend en is bovendien bevoegd om over alle aangelegenheden met het schoolbestuur van gedachten te wisselen;de MR heeft tot taak openheid, openbaarheid en onderling overleg in de school te bevorderen. De MR vergadert tussen de 6 en 8 avonden per jaar op school. De vergaderingen zijn openbaar; onderwerpen die rechtstreeks met personen verband houden, kunnen besloten behandeld worden. De directie wordt in staat gesteld de vergaderingen als adviseur bij te wonen. Wat kan de MR? Om deze taken uit te voeren heeft de MR een aantal meer praktische bevoegdheden: het recht van instemming (meest vergaand), het recht van advies en het recht van initiatief. Deze rechten zijn, afhankelijk van het onderwerp, verschillend voor de oudergeleding en de teamgeleding in de MR. Wanneer van welk recht gebruik gemaakt kan worden is ook weer omschreven, in de wet en in een daarvan afgeleid reglement (verkrijgbaar bij de secretaris van de MR).
12.2 De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Vanuit de MR zijn een ouder en een leerkracht afgevaardigd naar de GMR. In deze GMR zitten ook van elk van de andere openbare basisscholen in Houten een ouder en een leerkracht. De MR heeft een deel van zijn bevoegdheden overgedragen aan de GMR, zodat in samenwerking met de andere scholen de aangelegenheden die van gemeenschappelijk belang zijn (schooloverstijgend) besproken kunnen worden. De GMR overlegt met het schoolbestuur en de algemeen directeur over zaken van algemeen onderwijsbeleid.
12.3 De ouderraad (OR) In samenwerking met het team draagt de ouderraad zorg voor de organisatie van allerlei bijzondere activiteiten voor de kinderen en soms ook voor ouders, zoals het sinterklaasfeest, het paasfeest, de sportdagen en de koffie-inloop voor ouders. De plannen voor die activiteiten worden op de ouderraadvergaderingen met het schoolteam besproken. Na vaststelling van de plannen, wordt voor assistentie en/of begeleiding ook een beroep gedaan op ouders die niet in de OR zitten. Andere taken van de ouderraad: Het betrekken van ouders bij de activiteiten op school; het bevorderen van onderlinge contacten; het beheren van de ouderbijdragen. Daarnaast kan de OR ook zaken signaleren die “leven” onder de ouders van de Plantage. Wilt u meer weten over de ouderraad? De OR van De Plantage heeft een brochure samengesteld met meer gedetailleerde informatie. Bent u nieuw op school? Dan zult door een lid van de OR worden benaderd en ontvangt u direct de brochure.
12.4 Groepsouders In elke klas zijn één of twee groepsouders actief. Zij helpen de leerkracht bij het organiseren van bijzondere activiteiten voor hun groep. Tevens kunnen zij als contactpersoon fungeren tussen de groepsleerkracht en andere ouders. Aan het begin van het schooljaar kan het dus zijn dat de leerkracht van de groep u benadert met het verzoek klassenmoeder of –vader te worden. Het is en blijft een verzoek. “Nee zeggen” wordt u niet kwalijk genomen.
Hoofdstuk 13
Praktische informatie
13.1 Allergieën en medicijnen Is uw kind overgevoelig of allergisch voor bepaalde stoffen, dan kunt u dit vermelden op het inschrijfformulier. Omdat allergieën plotseling kunnen ontstaan, vragen we dat jaarlijks op een formulier nog eens na. Bij heftige allergieën is het belangrijk dat u dat met de leerkracht van uw kind bespreekt, zodat vervelende situaties kunnen worden voorkomen. Voor het toedienen van medicijnen aanvaardt de school in principe geen verantwoordelijkheid. Niettemin willen we het wel graag weten indien uw kind langdurig bijzondere medicijnen gebruikt.
13.2 Eten en drinken op school In de ochtendpauze is er gelegenheid voor uw kind om datgene te eten en te drinken wat u heeft meegegeven. Gezonde tussendoortjes, zoals fruit en vruchtensap hebben de voorkeur. Snoep en frisdranken zijn niet toegestaan. Is uw kind jarig en wordt er uitgedeeld? Ook dan vragen we zoveel mogelijk rekening te houden met gebit en gezondheid. Ook bij het overblijven horen snoep en frisdranken niet thuis.
13.3 Hoofdluis Hoofdluizen komen voor op alle plaatsen waar kinderen elkaar ontmoeten. Dus ook op onze school. Om een luizenplaag te voorkomen, zijn er op de Plantage twee preventieve maatregelen genomen: u zorgt voor een luizencape (is ook via school verkrijgbaar) waaronder uw kind zijn jas en muts aan de kapstok kan hangen. Deze luizencape is verplicht. De tweede maatregel is dat alle kinderen van de Plantage regelmatig worden nagekeken op hoofdluis. Worden er luizen bij uw kind gevonden, dan gaan we daar discreet mee om en nemen we contact met u op. Constateert u zelf dat uw kind besmet is, geeft u dit dan door aan de leerkracht. Alleen op die manier blijven we de luizen de baas!
13.4 Klachtenprocedure De meeste klachten komen voort uit misverstanden. Heeft u een klacht dan kunt u deze het best in eerste instantie voorleggen aan de leerkracht van uw kind. Veel problemen kunnen in een goed en rustig gesprek worden opgelost. Mocht u er met de leerkracht niet uitkomen, dan kunt u terecht bij de directeur van de school of, als het de leerlingenzorg betreft, bij de intern begeleidster. Het kan echter gebeuren dat er problemen ontstaan die niet zomaar “even” opgelost kunnen worden. Leerlingen, leerkrachten en ouders kunnen dan een beroep doen op de contactpersoon van de school. Voor onze school is dat Frieda Verheijen. Zij is bij ernstige klachten – in principe – altijd bereikbaar: vóór en na schooltijd, telefonisch op school of thuis, of schriftelijk. De contactpersoon bespreekt met de betrokkene(n) welke stappen kunnen worden genomen. Naast de contactpersoon heeft het schoolbestuur een onafhankelijk vertrouwenspersoon aangesteld. Daartoe heeft het schoolbestuur een overeenkomst gesloten met de IJsselgroep. De IJsselgroep houdt zich bezig met schoolbegeleiding en onderwijsadvisering en treedt voor veel schoolbesturen op als onafhankelijk vertrouwenspersoon. De IJsselgroep heeft één van haar medewerkers, mevrouw Anne-Marie van der Horst, aangezocht op te treden als vertrouwenspersoon voor de bestuurscommissie openbaar onderwijs Houten. Mevr. Van der Horst onderzoekt de klacht en zo mogelijk handelt zij de zaak af. Als de vertrouwenspersoon oordeelt dat het om een ernstige klacht gaat, dan kan zij het schoolbestuur
adviseren de “Landelijke Klachtencommissie” in te schakelen. Mevrouw van der Horst is telefonisch bereikbaar onder nummer 038-4539943. In overleg met Frieda Verheijen kan worden besloten de klacht voor te leggen aan mevr. Van der Horst, maar ouders kunnen desgewenst ook zonder medeweten van de school direct contact opnemen met deze onafhankelijk vertrouwenspersoon. De contact- of vertrouwenspersoon kan hulp bieden in de navolgende situaties: -
Problemen van leerlingen, waarover zij niet met hun leerkracht kunnen of durven praten. Machtsmisbruik op school tussen leerlingen onderling, tussen leerlingen en leerkrachten of tussen ouders en school. Machtsmisbruik of onmacht binnen het gezin, zoals kindermishandeling of seksueel misbruik.
Het schoolbestuur gaat er vanuit dat in voorkomende gevallen alle betrokkenen éérst hun uiterste best doen om gezamenlijk uit het ontstane probleem te komen alvorens de eerste stap naar de contactpersoon c.q. vertrouwenspersoon wordt gezet. Tot slot: op elke school ligt het reglement van de Klachtenregeling ter inzage bij de directeur van de school.
13.5 Noodnummers Een ongelukje komt altijd onverwacht, bovendien kan een ziekte plotseling de kop op steken. Daarom is het van belang dat de school over een telefoonnummer beschikt waar we tenminste één van de ouders altijd kunnen bereiken. Aan het begin van ieder schooljaar ontvangt u een formulier thuis, waarop u deze noodnummers kunt vermelden. Krijgt u in de loop van het schooljaar aan ander telefoonnummer, dan stellen we het op prijs dat u dat aan de leerkracht van uw kind doorgeeft.
13.6 Ouderbijdrage Vrijwel alle extra activiteiten die door de school worden georganiseerd kosten geld, waarvoor de school geen budget heeft. U kunt daarbij denken aan de kerst- en sinterklaasviering, maar ook aan het schoolreisje. Om deze activiteiten toch mogelijk te maken wordt er van u een bijdrage gevraagd. Deze bijdrage wordt geïnd en beheerd door de ouderraad. Jaarlijks zal de ouderraad een begroting opstellen, waarin wordt aangegeven hoe het geld wordt besteed en achteraf legt de ouderraad aan u verantwoording af. Dat vindt plaats op de algemene ouderjaarvergadering in oktober. De bijdrage voor het schoolreisje en het schoolkamp wordt door de school zelf geïnd. De ouderbijdrage is niet verplicht, maar wij gaan er wel van uit dat u uw bijdrage betaalt, opdat ook uw kind kan meegenieten van de activiteiten die worden georganiseerd.
13.7 Rookverbod Helaas voor de verstokte rokers, maar roken is in het gebouw van de Plantage, noch op het schoolplein toegestaan.
13.8 Schoolfotograaf Jaarlijks maakt de schoolfotograaf een foto van uw kind en van de groep waarin uw kind zit. Vindt u de foto’s mooi en wilt u ze behouden dan zijn er uiteraard kosten aan verbonden. U bent echter niet verplicht de foto’s af te nemen.
13.9 Schoolkamp en schoolreis Een van de spannendste gebeurtenissen uit de basisschooltijd: het schoolkamp. Elk schooljaar gaan de kinderen van de hoogste groepen op kamp. Het kamp duurt drie dagen en vindt plaats in een bosrijke omgeving. Plaats, datum, locatie en andere bijzonderheden verneemt u in de loop van het schooljaar. Aan het schoolkamp zijn voor u kosten verbonden. We bieden u de gelegenheid die kosten eventueel in termijnen te betalen. Schoolreis Voor alle andere groepen is er het jaarlijkse schoolreisje. Het reisdoel wordt afgestemd op de leeftijdsgroep. De kosten van het reisje worden door de ouders van de deelnemende kinderen betaald. Net als bij het schoolkamp trachten we die kosten zo laag mogelijk te houden. Omdat we bij busvervoer kiezen voor veilige en daardoor soms wat duurdere bedrijven is het echter niet altijd te voorkomen dat de prijzen soms wat hoger zijn dan we ons zouden wensen.
13.10 Spel- en speelgoedmiddag Eén keer per maand wordt er een spel- en speelgoedmiddag gehouden. De kinderen uit groep 1 en 2 kunnen dan speelgoed of gezelschapsspelletjes mee naar school nemen. Het is de bedoeling dat ze er samen met andere kinderen mee spelen. "Vechtspeelgoed" als pistolen, zwaarden enz. zien we liever niet. De data vindt u op de kalender. Ook voor de andere groepen wordt er tijden gereserveerd waarop de kinderen gezelschapsspellen kunnen doen die ze eventueel van huis meenemen.
13.11 Sponsoring De Plantage werkt niet met vaste sponsors. Wel kan het voorkomen dat de school van bedrijven een bijdrage ontvangt voor het organiseren van activiteiten. De grenzen van wat mogelijk is op het gebied van sponsoring staan opgenomen in een beleidsstuk van het schoolbestuur.
13.12 Verlof en leerplicht Op de dag dat uw kind vijf jaar wordt, gaat de leerplicht in. Uw kind mag niet meer zomaar van school verzuimen. Natuurlijk hoeft uw zoon of dochter bij ziekte niet naar school. In dat geval meldt u de school, liefst voor 8.30 uur, dat uw kind ziek is. Zijn opa en oma 50 jaar getrouwd, of wordt overgrootvader 100 jaar, dan is dat natuurlijk een unieke gebeurtenis, waarvoor u schriftelijk verlof bij de directeur kunt aanvragen. In de wet zijn de verlofgronden geformuleerd. Deze staan in een brochure, die op school verkrijgbaar is, vermeld. De directeur van de Plantage is verplicht zich aan de wet te houden en zal alleen verlof verlenen als de wet daarvoor grond biedt. Ook is hij verplicht er melding van te maken als een leerling zonder geldige verlofreden afwezig is. Op verzoek van de het gezamenlijke convent van basisscholen in Houten en de leerplichtambtenaar van de gemeente Houten hebben we de volgende tekst in de schoolgids opgenomen:
“Verlofregeling voor kinderen Uw kind mag naar school als het vier jaar is, als uw kind vijf jaar is het leerplichtig en moet het naar school. De eerste schooldag van de maand na de vijfde verjaardag wordt uw kind leerplichtig. Vanwege vermoeidheid zou een vier en/of vijfjarig kind nog vijf uur per week thuis mogen blijven. Dit moet vooraf wel gemeld worden bij de directeur van de school. Verlof vanwege gewichtige omstandigheden Extra verlof kan worden aangevraagd wegens gewichtige omstandigheden. Gewichtige omstandigheden zijn uitzonderlijke omstandigheden die “buiten de wil zijn gelegen”. Het verlof wordt verleend om een onredelijke situatie te vermijden, waarbij het belang van het kind voorop staat. Meestal blijft het verlof beperkt tot 1 of enkele dagen. Religieuze verplichtingen Voor bepaalde feesten of verplichtingen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging bestaat er recht op verlof. Als richtlijn geldt hiervoor dat een dag per verplichting vrij wordt gegeven. U moet deze vorm van verlof minstens 2 dagen van te voren melden bij de directeur van de school. Extra vakantieverlof buiten de schoolvakanties Ouders van schoolgaande kinderen moeten zich houden aan de vakantieperiodes die de school vaststelt. Vrij of extra verlof opnemen voor vakantie, het verlengen van vakantie of een korte vakantie tussendoor mag niet. De enige mogelijkheid voor extra verlof voor vakantie wordt genoemd in de Leerplichtwet. Dit is het geval als de leerling door de specifieke aard van het beroep van (een van) de ouders alleen buiten de vastgestelde schoolvakanties met hen op vakantie kan. Procedure verlofaanvragen: U moet een aanvraag voor verlof, in principe 8 weken van te voren, schriftelijk indienen bij de directeur van de school. De directeur bespreekt de aanvraag met u en neemt een beslissing. Deze beslissing wordt schriftelijk meegedeeld. U kunt tegen de beslissing in bezwaar gaan. Voor de bezwaar en een eventuele beroepsprocedure bij de bestuursrechter, verwijs ik u naar de website van de school. Verzuim Als uw kind verzuimt zonder dat er toestemming is voor extra verlof, dan is er sprake van ongeoorloofd schoolverzuim. Het kan ook voorkomen dat uw kind regelmatig te laat komt op school. Ook komt het voor dat uw kind spijbelt van school. Bij ongeoorloofd schoolverzuim is de directeur van de school verplicht, op grond van de Leerplichtwet, het schoolverzuim te melden bij de leerplichtambtenaar. Deze onderneemt dan verdere actie.”
Hoofdstuk 14
kinderopvang
14.1 Overblijven Het is mogelijk om uw kind op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag tussen de middag onder begeleiding te laten overblijven. De kosten hiervan bedragen EUR 1,40 per keer. De kinderen zorgen zelf voor eten en drinken, dit kan in de koelkast in het overblijflokaal bewaard worden. Wilt u meer weten over het overblijven op de Plantage? Vraagt u dan het overblijfpakket aan. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de organisatie van de mogelijkheid tot overblijven en heeft een algemene coördinator aangesteld voor het overblijven op alle scholen. Zijn naam is Reinder Homan. Daarnaast heeft elke school nog een lokale overblijfcoördinator die belast is met de organisatie van het overblijven. Voor de Plantage is dit Petra Prinsen. Daarnaast zijn er twee dagcoördinatoren: Ineke van Kooten en Carola van der Sluis. Zij zijn aanspreekpunt voor het overblijven op de Plantage. De contactgegevens vindt u in hoofdstuk 15. Petra maakt tevens deel uit van de overblijfcommissie, waarin ook de adjunct-directeur, Eddie Heerings, zitting heeft. Deze commissie stelt beleid op schoolniveau op. Overigens, voor alle beleidswijzigingen moet de oudergeleding van de medezeggenschapsraad toestemming geven. De meeste scholen, waaronder de Plantage, hebben de keuze gemaakt om het overblijven te organiseren met een team van vrijwilligers, meestal ouders. Op deze wijze kunnen de tarieven laag blijven. Voorwaarde is wel dat er voldoende vrijwilligers beschikbaar zijn. Kunt u een dag meehelpen, dan bent u van harte welkom. Zo kunnen we de prijzen gunstig houden. Voor ernstige klachten m.b.t. het overblijven geldt dezelfde regeling als in hoofdstuk 13.4 staat beschreven. Voor wie daar belangstelling voor heeft: op elke school is het beleidsstuk “Het Nieuwe Overblijven”, aanwezig, waarin de organisatie van het overblijven op bestuursniveau wordt beschreven.
14.2 Voor- en naschoolse opvang Met ingang van 1 augustus 2007 zijn basisscholen verplicht om voor- en naschoolse kinderopvang aan te bieden als ouders daarom vragen. De Plantage heeft ervoor gekozen om te werken volgens het zogeheten “Makelaarsmodel”. Dit betekent dat de school bemiddelt tussen ouders en organisaties voor kinderopvang. Daarnaast werkt de Plantage met deze organisaties samen om de overgang van schooltijd naar opvangtijd zo soepel mogelijk te laten verlopen. Op dit moment is er nog sprake van een overgangssituatie. De naschoolse opvang (NSO) is professioneel geregeld, al zijn er nog capaciteitsproblemen mogelijk. De voorschoolse opvang is echter op dit moment nog niet haalbaar. Er zijn in Houten geen organisaties beschikbaar die dit op professionele wijze voor een acceptabele prijs kunnen uitvoeren. Bovendien is er weinig vraag naar voorschoolse opvang. Hoe werkt het? We geven u een kort overzicht: De naschoolse opvang: U kunt als ouder zelf kiezen met welke NSO u in zee wilt. Wel moet u er rekening mee houden dat niet alle organisaties uw kind bij de Plantage komen ophalen. De directie van de Plantage beschikt over een recente lijst van NSOorganisaties die uw kind wel van school komen ophalen. De adressen vindt u in hoofdstuk 15.
-
-
Komt u er niet uit, of heeft u vragen? Veelal kan de directie van de Plantage u een stukje op weg helpen bij de keuze. Helaas schiet de opvangcapaciteit in sommige delen van Houten tekort en werken de organisaties voor NSO met wachtlijsten. Tijdige aanmelding is dus belangrijk! U neemt zelf contact op met de organisatie van uw keuze en sluit daarmee een overeenkomst af voor opvang van uw kind(-eren). De uitvoering van de opvang en de verantwoordelijkheid daarvoor blijft een zaak van ouders en organisaties voor NSO. Voor de duidelijkheid: De kosten voor de kinderopvang blijven voor uw rekening. Er zal regelmatig overleg plaatsvinden tussen de gecontracteerde organisaties voor NSO en de Plantage met als doel de opvang en de overdracht van kinderen zo soepel mogelijk te laten verlopen.
14.3 Wijziging schooltijden m.i.v. augustus 2012 Waarom anders? Met de maatschappelijke veranderingen, waarbij in de meeste gezinnen beide ouders werken en daarbij gebruik maken van buitenschoolse opvang, blijkt ook een steeds toenemende wens bij ouders tot aanpassing van de schooltijden. Uiteraard is die wens niet eenduidig. Het kan best zijn dat u heel tevreden was met de huidige situatie. Echter, de meerderheid van de ouders is voorstander van verandering. Deze behoefte aan andere schooltijden is door de medezeggenschapsraad in samenwerking met de directie in kaart gebracht. Daarbij bleek bovendien dat bij de jongere kinderen het percentage voorstanders van verandering veel hoger lag dan bij de oudere leerlingen. Daaruit valt af te leiden dat het draagvlak voor de nieuwe schooltijden in de toekomst alleen nog maar zal toenemen. Hoe ziet het eruit? Met ingang van augustus 2012 zullen alle schooldagen voor alle kinderen dezelfde begin- en eindtijden hebben: de lessen beginnen om 8.30 uur en eindigen om 14.15 uur. Omdat deze verandering nog moet ingaan, is een klein voorbehoud verstandig. Een kleine aanpassing in deze tijden is nog mogelijk. Het zal dan echter om hooguit vijf of tien minuten verschil gaan. Bovendien is er sprake van een continurooster. Alle kinderen lunchen op school. De wijze waarop het overblijven geregeld zal worden, staat echter nog niet vast.