Schoolgids 2015 - 2016
De Steiger Bezoekadres: Koperstraat 4, 9743 RW Groningen Postadres: Postbus 70018, 9704 AA Groningen 050-5752851 Deze schoolgids is vastgesteld door het bestuur van NoorderBasis en de MR heeft hiermee ingestemd.
Ziekmeldingenlijn: 050-5752858
2
Inhoudsopgave 1. DE SCHOOL ...................................................................................................... 6 1.01 1.02 1.03 1.04 1.05 1.06 1.07 1.08
Schoolgegevens ........................................................................................... 6 Noorderbasis Scholen met de Bijbel ............................................................... 6 Directie ...................................................................................................... 6 Het team .................................................................................................... 6 Afdelingsraad .............................................................................................. 7 Medezeggenschapsraad ................................................................................ 7 Leerlingen en ouders .................................................................................... 7 Het schoolgebouw ........................................................................................ 8
2. WAAR STAAN WE VOOR ..................................................................................... 9 2.01 2.02 2.03 2.04 2.05
Identiteit .................................................................................................... 9 Missie ......................................................................................................... 9 Schoolklimaat .............................................................................................12 Uitgangspunten ..........................................................................................13 Aanmeldingsbeleid ......................................................................................13
3. ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS ...................................................................14 3.01 3.02 3.04 3.05 3.05 3.06 3.07 3.08
Aanmelding nieuwe leerlingen ......................................................................14 Leerplicht ...................................................................................................15 Schoolorganisatie........................................................................................15 Onderwijsaanbod ........................................................................................16 Onderwijsaanbod ........................................................................................17 Seksuele vorming .......................................................................................25 Vervangingsprotocol ....................................................................................25 Stagiaires ..................................................................................................25
4. KWALITEITSZORG ............................................................................................26 4.01 4.02 4.03 4.04
Algemeen ..................................................................................................26 Verbeterplannen .........................................................................................26 Resultaten van het onderwijs .......................................................................29 Uitstroom naar het voortgezet onderwijs .......................................................29
5. ONDERSTEUNING VOOR DE LEERLINGEN …………………………………………………………………..30 5.01 Leerlingbegeleiding .....................................................................................30 5.09 Het beleid nascholing en deskundigheidsbevordering .......................................33 5.02 Passend onderwijs ......................................................................................34 5.05 Externe ondersteuning van de zorg ...............................................................35 5.07 Kinderen en Veilig Internetten ......................................................................36 6. OUDERS ..........................................................................................................37 6.01 Ouderbezoeken ..........................................................................................37 6.02 Betrokkenheid ............................................................................................37 6.03 Ouders en de school ....................................................................................38 Positie ouders ....................................................................................................38 6.04 Informatie aan gescheiden ouders ................................................................39 6.05 Ouders en financiën ..................................................................................39 6.05.01 Vrijwillige ouderbijdragen ......................................................................39 6.05.02 Broodgeld ............................................................................................40 6.05.03 Contributie ...........................................................................................40 6.06 Sponsoring.................................................................................................40
3
6.07 Klachtenregeling .........................................................................................41 6.08 WA-verzekering ..........................................................................................41 7.SCHOOLTIJDEN, VAKANTIE EN VERLOFREGELING..................................................42 7.01 7.02 7.03 7.04 7.05 7.06
Schooltijden ...............................................................................................42 Vakantierooster en vrije dagen .....................................................................42 Verlof buiten de schoolvakanties ...................................................................43 Ziekte .......................................................................................................43 Verlof voor behandeling onder schooltijd ........................................................44 Schorsing en verwijdering ............................................................................44
8. OVERIGE INFORMATIE ......................................................................................44 8.02 8.03 8.04 8.05 8.07 9.
Christelijke feestdagen ................................................................................44 Verjaardagen .............................................................................................44 Hoofdluizen ................................................................................................44 Leerlingenvervoer .......................................................................................45 Schoolreisjes, excursies en schoolkamp .........................................................45
NAMEN EN ADRESSEN ....................................................................................46
4
Voorwoord Beste ouders, verzorgers, voogden en belangstellenden, De Steiger heet u en uw kind van harte welkom in het nieuwe schooljaar 2015-2016. Passend onderwijs en de daarbij horende zorgplicht vraagt van scholen dat ze zich helder en transparant positioneren en aangeven welke ondersteuning ze kunnen bieden aan leerlingen. Wettelijk is daarom vastgesteld dat elke school een schoolgids moet hebben. Deze schoolgids informeert u over de dagelijkse gang van zaken op onze school. En vertelt u iets over de samenstelling van het team en de groepen en geeft u inzicht in onze werkwijze, ondersteuning voor leerlingen, onze doelstellingen en de inrichting van ons onderwijs. Wij vertellen in deze schoolgids wat u als ouders, mag verwachten van de school en waarop u ons kunt aanspreken. Daarnaast staat in deze gids wat wij, als school, van u verwachten. De naam De Steiger is gekozen omdat deze naam past bij De Meerpaal. Bovendien heeft een steiger twee betekenissen: je kunt aanleggen bij een steiger bij het water en een rustpositie innemen. Maar een steiger kan ook de hoogte ingaan. Om iets op te bouwen heb je een bouwsteiger nodig. Dat willen we ook met ons onderwijs bereiken: iets opbouwen, maar ook op zijn tijd rustig aan kunnen leggen.
Er zitten vogels op de Steiger Een grote vogel, een kleine vogel Een mooie vogel, een leuke vogel, Een andere vogel, een vreemde vogel. Ze kijken naar de regenboog en vliegen zelfstandig uit Gods vrijheid tegemoet
De schoolgids wordt geschreven en geactualiseerd onder verantwoordelijkheid van de directeur van de school. Het schoolplan is besproken in het schoolteam. Vervolgens is het voorgelegd aan het Bestuur en na een advies van de Medezeggenschapsraad definitief vastgesteld in juni 2015. M.R. Noorman (directeur)
5
De school 1.01 Schoolgegevens De Steiger Bezoekadres: Postadres: Telefoon: Website:
Koperstraat 4 9743 RW Groningen Postbus 70018 9704 AA Groningen 050-5752851 www.steigerzml.nl
e-mailadressen:
[email protected] [email protected] [email protected] g.de
[email protected] [email protected] [email protected]
directeur ondersteuningscoördinator orthopedagoog stage-coördinator logopedist fysiotherapie
Marja Noorman Liesbeth Werner Christiaan Huisman Geertruida de Jonge Alieke Schilthuis Lianne Bosma Bernadette van Harten
1.02 Noorderbasis “Scholen met de Bijbel” De school valt onder het bestuur van Noorderbasis, een vereniging van negentiengereformeerde scholen, waarvan 17 basisscholen, een school voor Speciaal Basisonderwijs en een school voor (Voortgezet) Speciaal Onderwijs. Op de scholen staat de Bijbel, als het onfeilbare woord van God, centraal. Met de Bijbel scholen wij kinderen. 1.03 Directie De directie van de school bestaat uit één persoon. Zij is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en voor het onderwijskundig proces. Zij geeft leiding aan het team en is verantwoordelijk voor alle activiteiten die op school worden georganiseerd. Zij legt verantwoording af aan het bovenschools management. Zij houdt contact met de afdelingsraad, de MR en buitenschoolse instanties. 1.04 Het team Het team telt 8 leerkrachten, 7 onderwijsassistenten, 1 coördinator interne stage, een logopedist, een orthopedagoog, een ondersteuningscoördinator, een stage-coördinator, een directiesecretaresse en een directeur. De namen van alle teamleden staan in de informatiegids vermeld. Hieronder volgt een korte omschrijving van hun takenpakket:
De directeur: is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken, het onderwijskundig inhoudelijk gedeelte, het personeelsbeleid en de financiën van de Steiger. Ook is de directeur namens en met het bestuur eindverantwoordelijk. De orthopedagoog: maakt deel uit van de CVB en kan psychologisch onderzoek verrichten en geeft adviezen over de begeleiding van de leerling. De ondersteuningscoördinator: ondersteunt de collega’s in de planmatige begeleiding van onze leerlingen, coördineert de leerlingenzorg en houdt het zorgdossier bij. De groepsleerkracht: is verantwoordelijk voor het onderwijskundig en pedagogisch handelen in de groep De onderwijsassistent: ondersteunt de groepsleerkracht en begeleidt de leerling. De stagebegeleider: begeleidt de leerlingen bij de stage en op weg naar een werkplek
6
De ambulant begeleider: ondersteunt de basisscholen die een beroep doen op de specifieke kennis die onze school heeft als het gaat om het onderwijs aan kinderen met een verstandelijke beperking. De logopediste: heeft de zorg voor extra begeleiding op spraak- taalgebied. De fysiotherapeute: geeft aan een beperkt aantal leerlingen fysiotherapeutische ondersteuning. Deze functionaris is echter niet formeel aan school verbonden. Inzet is alleen mogelijk na overleg met de fysiotherapeute en met een verwijzing van de huisarts. De schoolmaatschappelijk werker: is lid van de CVB en niet formeel aan de school verbonden. De jeugdarts: is lid van de CVB en niet formeel aan de school verbonden. Hij doet medisch onderzoek en geeft zo nodig adviezen. De directiesecretaresse: verzorgt de leerlingenadministratie, het stage vervoer en verleent ondersteuning op het gebied van secretariaat, administratie en financiën. De stagiaires: de school biedt de mogelijkheid stagiaires te begeleiden van het Regionaal Opleidings Centrum (ROC) Menso Alting, opleiding SAW.
1.05 Afdelingsraad Noorderbasis is een vereniging met leden, die ingedeeld zijn in afdelingen rond iedere school. De leden van de afdeling kiezen een afdelingsraad, die meestal bestaat uit ouders. De afdelingsraad behartigt in opdracht van het bevoegd gezag (het centraal bestuur) een aantal taken, met name het bewaken van de gereformeerde identiteit. Ook denkt men om het wel en wee van het personeel. De namen van de leden van de afdelingsraad vindt u in het adressenoverzicht in de bijlage bij deze gids. 1.06 Medezeggenschapsraad De school heeft ook een medezeggenschapsraad. Deze bestaat uit enkele ouders en enkele personeelsleden. De MR heeft als taak om advies of instemming te geven bij belangrijke beleidsvoornemens. De namen van de leden van de MR-leden vindt u in de bijlage. 1.07 Leerlingen en ouders De leerlingen van De Steiger zijn afkomstig uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe en hebben een toelatingsverklaring nodig van het Samenwerkingsverband waar ze, gezien hun woonplaats, onder vallen. De Steiger geeft onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 4-18 jaar, verdeeld over een SO en een VSO afdeling. Op de SO-afdeling van de school zitten leerlingen in de leeftijd van 4-12 jaar. Op de VSO-afdeling volgen leerlingen onderwijs in de leeftijd van 12-18 jaar. De doelgroep van het ZML-onderwijs is zeer heterogeen. Iedere leerling heeft zijn of haar specifieke mogelijkheden en beperkingen. In algemene zin kan worden gesteld dat de doelgroep zich kenmerkt door blijvende beperkingen die de leerlingen hebben bij het aanleren van vaardigheden, attitudes en het verwerven van kennis. De blijvende beperkingen van de leerlingen hebben in de eerste plaats betrekking op beperkingen in de verstandelijke ontwikkeling. Daarnaast is sprake van een blijvende achterstand op emotioneel en adaptief gebied. Veelal functioneren leerlingen op het niveau van een lichte of matige verstandelijke beperking. De school werkt met een basisaanbod en werkwijze die zijn afgestemd op de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van de ZML-leerling. Binnen de school is er sprake van gradaties in de ondesteuningsvraag van leerlingen. Wij definiëren een leerling met extra ondersteuning als volgt: ‘Een leerling met extra ondersteuning is een leerling bij wie de leervorderingen afwijken van de 7
beoogde schoolloopbaan, zoals vastgesteld in het ontwikkelingsperspectief of individueel transitieplan en/of waarbij toenemende gedragsproblematiek wordt geconstateerd.’ Alle leerlingen van de Steiger krijgen een specifiek onderwijsaanbod. Leerlingen met een enkelvoudige IQ beperking zijn binnen onze school een kleine groep. Leerlingen met een IQ beperking en een bijkomende problematiek zoals een laag sociaal-emotioneel functioneren, hechtingsstoornis of een autistisch spectrum stoornis, vormen de grootste doelgroep binnen school. Vanuit onze kleinschaligheid en rust kunnen kinderen (weer) tot leren komen. Wij doen alles wat in ons vermogen ligt om dat te bereiken. Wij doen dat enthousiast, inspirerend en met respect voor ieder mens. Er wordt gewerkt vanuit een multidisciplinair team waarin verschillende deskundigheden zijn vertegenwoordigd. De leerkrachten verzorgen het onderwijs aan de groepen en worden ondersteund door onderwijsassistenten.
Profiel van de doelgroep
Leerlingen met een matige verstandelijke beperking, IQ lager dan 55, met ontwikkelingsniveau van 2 tot maximaal 7 jaar. Leerlingen met een licht verstandelijke beperking, IQ 56-70, met ontwikkelingsniveau van 3 tot maximaal 12 jaar. Leerlingen functioneren op laagbegaafd niveau, IQ boven 70, met psychiatrische problematiek met ontwikkelingsniveau van 2 tot maximaal 14 jaar Leerlingen met een verstandelijke beperking met bijkomende problematiek: - ASS problematiek - ADHD - Hechtingsproblematiek - Overig psychiatrische problematiek - Sociaal emotionele kwetsbaarheid - Syndromen - Epilepsie - Motorische en/of lichamelijke beperkingen
Ze zijn verdeeld over 4 groepen: twee groepen in het Speciaal Onderwijs (SO) en twee groepen in het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO). 1.08 Het schoolgebouw Het gerenoveerde schoolgebouw heeft 4 leslokalen, een kooklokaal, een speellokaal, een hal, een personeelskamer, een technieklokaal, een bibliotheek, 4 kantoren, een magazijn en 3 werkkamers waar met kleine groepen leerlingen gewerkt kan worden. Daarnaast is er nog een hal met een podium als gezamenlijke voorziening samen met de Meerpaal.
8
2.
Waar staan we voor
2.01 Identiteit De school is een gereformeerde school. Dat betekent o.a. dat op onze school alleen leerkrachten benoemd kunnen worden, die lid zijn van de Gereformeerde kerk vrijgemaakt of van de Christelijke Gereformeerde kerk. Alleen leden van die kerken kunnen lid zijn van de schoolvereniging. Inhoudelijk betekent dat, dat de leerkrachten oprechte christenen zijn en dat ook moeten uitstralen en overdragen op de kinderen. In de dagelijks schoolpraktijk willen we dat op allerlei manieren laten zien. We noemen een paar doelstellingen: a. We geven gereformeerd, bijbelgetrouw onderwijs, overeenkomstig de grondslag van de schoolvereniging; b. We maken serieus werk van de individuele begeleiding van de leerling; we willen goed omgaan met verschillen die er tussen de leerlingen zijn. c. We geven eigentijds en vernieuwend onderwijs, inspelend op de veranderende omgeving. Wat wij onder christelijke identiteit verstaan is verder uitgewerkt in het strategisch beleidsplan van Noorderbasis. Deze kunt u vinden op de site www.noorderbasis.nl
2.02 Missie De Steiger wil een school zijn die haar leerlingen laat weten dat zij onvoorwaardelijk geliefde kinderen van God zijn en die ze daarvoor toerust. Het onderwijs op onze school is erop gericht om binnen een open en veilige sfeer iedere leerling uiteindelijk te kunnen laten participeren op de voor hem/haar passende plaats in de samenleving. Visie Elke leerling heeft recht op een zo autonoom mogelijke plaats in de samenleving. Daarom is ons onderwijs ingericht op het leren toepassen van algemene basisvaardigheden, zoals voorbereiding op werken, wonen en vrije tijd. Leerlingen worden gestimuleerd om zelfstandig te denken en te handelen (leerkrachten en leerlingen zijn bekend met het E.I.M, zelf oplossend vermogen en generaliseren). Leerlingen mogen ontdekken hoe het is om ergens verantwoordelijk voor te zijn. Elke leerling met zijn of haar competenties willen we helpen aan een woon- , werk- , of dagbestedingsplek die bij hem/haar past. Ons onderwijs is er op gericht om competenties van leerlingen te ontdekken en te helpen ontwikkelen. De motivatie hierbij is: vanuit christelijke betrokkenheid extra zorg bieden aan kinderen die door aangeboren cognitieve tekorten of door ontwikkelingsproblemen aangewezen zijn op deze manier van intensieve zorgverlening. Onze werkwijze is erop gericht door aanpassing van het onderwijs ieder kind op zijn of haar niveau optimale ontwikkelingskansen te bieden. De zelfredzaamheid en de sociaal-emotionele ontwikkeling heeft bij ons hoge prioriteit: leren omgaan met jezelf en anderen is een belangrijke invalshoek in ons onderwijs. Uitgangspunt is dat we ons willen laten leiden door eerbied voor God en Zijn Woord. Kinderen worden bij ons aangesproken op hun ‘kind van God zijn’. Visie op onderwijs Onze visie op onderwijs sluit naadloos aan bij onze visie op ontwikkeling. Zoals aangegeven gaan we uit van de specifieke mogelijkheden van ieder individu. In ons onderwijs dagen we kinderen uit zich te ontwikkelen zodat ze kunnen uitgroeien tot zelfstandig handelende mensen, die in staat zijn om zo 9
goed mogelijk sociaal te functioneren in de maatschappij: in hun eigen sociale omgeving en op het gebied van vrije tijd, dagbesteding of werk. Met betrekking tot het leerklimaat heeft De Steiger de laatste jaren een duidelijke groei doorgemaakt. Op grond van het instroomprofiel en verwachte uitstroomprofielen en het daaraan gekoppelde ontwikkelingsperspectief werken de leerkrachten met instructieniveaus. Om de gewenste situatie te realiseren is het van belang dat het onderwijs zodanig ingericht wordt dat leerlingen gestimuleerd worden zichzelf meer te ontwikkelen. Dat wil zeggen het versterken van hun zelfbeeld, de sociale vaardigheden, de zelfredzaamheid en het zelfoplossend vermogen (zelf leren nadenken, oplossingen bedenken, vaardigheden toe te passen en initiatieven te nemen). De nadruk ligt op het zelf denken en doen. Naar aanleiding van deze ontwikkeling kunnen de leerlingen aangesproken worden op hun eigen verantwoordelijkheden. Voor het team betekent dit dat de onderwijsbehoeften van de leerling centraal staat. De methode van lesgeven/begeleiden geeft ruimte tot zelf ontdekken en kiezen. De begeleider krijgt een ondersteunende, begeleidende rol. De begeleider besteedt aandacht aan het functioneren van de leerlingen en creëert daarbij ruimte van waaruit ze zich verder kunnen ontwikkelen. Het onderwijs aan de leerlingen moet praktisch en functioneel zijn. De leerstof is gericht op de toepasbaarheid in de samenleving. Wij streven er als school naar dat onze leerlingen uiteindelijk hun plekje vinden in onze maatschappij. Wij hebben als school uitstekende (vaak) persoonlijke contacten met het regionale bedrijfsleven en naburige werk- woon- en vrijetijdsinstanties. Daar investeren we in. Omdat we klein zijn, kennen we onze leerlingen. Op deze manier zijn we erg goed in staat om onze leerlingen aan goede stageplekken, aan goede dagbesteding of zelfs aan regulier betaald werk te helpen. Zo zorgen we binnen de wettelijke mogelijkheden voor een zo goed mogelijke overgang tussen school en werk. De visie van de school is gebaseerd op de drie mogelijke uitstroomprofielen:
Belevingsgerichte dagbesteding/Arbeidsmatige dagbesteding in kleine groepen Arbeidsmatige dagbesteding in groepen Arbeidsmarktgericht/WSW/Vrije bedrijf (beschermde arbeid)
Deze manier van onderwijs verzorgen sluit aan bij de ontwikkelingen binnen het onderwijs en de gehandicaptenzorg, waarbij men steeds meer de cliënt centraal zet (wat kan hij/zij, wat wil hij/zij en wat zijn de mogelijkheden?). Door deze werkwijze worden de leerlingen beter voorbereid op een toekomst na hun schoolperiode. De overgang van de schoolperiode naar een volwaardige woon/werkplek in de samenleving verloopt meer geleidelijk. Binnen de huidige veranderingen en ontwikkelingen in het ZML-onderwijs zien wij het Eigen Initiatief Model (EIM) als een zeer bruikbare methodiek, die veel mogelijkheden biedt voor de door ons gewenste vorm van onderwijs verzorgen.
10
Eigen Initiatief Model Op De Steiger gebruiken wij het Eigen Initiatief Model (EIM) als basis voor onze begeleiding van de leerlingen. Het EIM is een model dat erop is gericht om de zelfredzaamheid te vergroten door het leren van algemene (denk) vaardigheden die inzetbaar zijn op elk gebied van het dagelijkse leven. Het inzetten op elk gebied van het dagelijkse leven noemen we generaliseren. We maken onderscheid in het denken en het uitvoeren. Zonder na te denken kun je immers ook niet uitvoeren. Met behulp van het EIM leren we de leerlingen (weer) bewust te worden van het denken vóórdat ze ook maar beginnen aan de uitvoering van een taak. We onderscheiden drie algemene denkvaardigheden: plannen, bijsturen en evalueren. Deze algemene denkvaardigheden gebruikt ieder mens wanneer hij aan een taak begint maar hij staat er vaak niet bewust bij stil. Wanneer we aan onze dag beginnen bedenken we bijvoorbeeld dat we alvast de wasmachine kunnen aanzetten voordat we een boodschapje doen om vervolgens de was uit te hangen en een broodje te gaan eten. Een simpel voorbeeld waar onze leerlingen vaak niet over nadenken omdat ze simpelweg de vaardigheden van plannen, bijsturen en evalueren niet (voldoende) beheersen. Door gebruik te maken van een stoplicht en aan te sluiten bij de vaardigheden en het niveau van de leerling leren we de leerling zelf verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen denkproces. In de praktijk praten we over het maken van een plan maken voordat je begint (rood in het stoplicht), nadenken terwijl je bezig bent (oranje in het stoplicht) en terugkijken als je klaar bent (groen in het stoplicht). Voor de leerlingen geven de kleuren en plaatjes houvast terwijl ze nadenken. Door stap voor stap deze algemene denkvaardigheden te oefenen in de praktijk, leren we de leerlingen bewust te worden van hun vermogen om zelf te plannen, bijsturen en evalueren.
Pedagogische huisstijl Onze pedagogische huisstijl kenmerkt zich allereerst door de Christelijke visie die we hebben. Dit kenmerkt ons handelen. We willen de leerlingen een plek bieden waar ze graag vertoeven en zich veilig en geborgen voelen. De omgang met de leerlingen is open, respectvol en vanuit het besef dat het kinderen van God zijn. De school ontwikkelt verschillende activiteiten die dit klimaat bepalen, zoals o.a. een gezamenlijke weekopening- en sluiting met Bijbellezing en gebed. Om het schoolklimaat verder te beschrijven zijn rust, vaste afspraken, het bieden van structuur, regelmaat en bieden van vertrouwen kernbegrippen. In een rustige, veilige omgeving kan door de leerlingen geconcentreerd en gemotiveerd gewerkt worden. We willen leerlingen vertrouwen laten krijgen in eigen kunnen. Om zicht te krijgen op het pedagogisch klimaat van onze school, beschrijven we hiervan een aantal aspecten:
We bieden de leerlingen een duidelijke structuur; er is regelmaat in de dag en weekindeling. We proberen de signalen van de leerlingen op te vangen door responsief te zijn, maar ook door consequent, flexibel, spontaan, open, geduldig, alert, betrokken, invoelend te zijn, maar ook afstand te kunnen nemen. 11
We stimuleren de leerlingen zichzelf te ontwikkelen op het terrein van: zelfstandigheid en competentie. We stimuleren de leerlingen contacten te kunnen maken en te onderhouden. De zelfstandigheid van leerlingen stimuleren we door het doen van boodschappen, het maken van maaltijden, tafel te dekken, persoonlijke verzorging, het doen van huishoudelijke taken. De sociale zelfstandigheid kenmerkt zich door het leren problemen op te lossen, zich te houden aan geldende omgangsnormen regels en afspraken. In de concrete groepssituaties maken we gebruik van picto’s en/of visueel gemaakte afspraken en regels.
Het leren door te doen en te ervaren is bij ons op school een gegeven. Om het zelfbeeld van de leerling positief te beïnvloeden sluiten we aan bij de ontwikkeling van de leerling en de belangstelling van de leerling. Ook sluiten we aan bij het werkniveau en het werktempo van de leerling. De specifieke eisen die een leerling stelt aan veiligheid, structuur en de manier van aanbieden hebben daarbij de grootste aandacht. Succeservaringen opdoen zijn voor onze leerlingen van wezenlijk belang. Vooral activiteiten die jezelf gekozen en gedaan hebt leveren de grootste voldoening op. De specifieke hulpvraag van de leerling is het uitgangspunt van ons handelen.
2.03 Schoolklimaat We vinden een goed pedagogisch klimaat/leefwereld heel belangrijk. De school streeft naar een klimaat dat door leerlingen, medewerkers en ouders als aangenaam wordt ervaren. Het pedagogische klimaat bestaat onder meer uit afspraken en omstandigheden die van invloed zijn op de sfeer in de school. Door dit klimaat wordt er zorg gedragen voor een zo optimaal mogelijke leeromgeving. We geven daarom op school speciale aandacht aan: de schoolinrichting: we willen graag dat onze school een sfeer van rust uitstraalt. de kwaliteit van de relatie leerkracht - leerling: de basishouding van de teamleden tegenover de leerlingen wijkt niet af van onze visie: met respect. de kwaliteit van de leerkrachten onderling: de werksfeer is afhankelijk van de manier waarop we met elkaar omgaan. We streven naar openheid, hulpvaardigheid en betrouwbaarheid binnen de kring van collega’s. de kwaliteit van de relatie van leerkrachten met ouders: we willen in de omgang met leerlingen zoveel mogelijk op een lijn zitten met de ouders. de kwaliteit van de relatie van leerlingen onderling: ook bij de leerlingen streven we naar een sfeer van begrip voor elkaar en ruimte om zichzelf te kunnen zijn. Het ‘zoveel mogelijk zichzelf kunnen zijn’ mag niet ten koste gaan van anderen in de groep. Respect hebben voor elkaar vinden we erg belangrijk. een veilige school: binnen de school zijn leefregels afgesproken die te vatten zijn in drie hoofdregels: 1. We hebben respect voor elkaar en zorgen ervoor dat de ander zich veilig voelt op school 2. Je bent netjes op de spullen van jezelf, de ander en de school 3. Het plein is een leuke speelplaats voor iedereen, let er dus op of anderen jouw spel ook nog leuk vinden. Voor het geval er sprake is van intimidatie of ander machtsmisbruik is een protocol van handelen in de school aanwezig. Er is een vertrouwenspersoon en een contactpersoon aangesteld. U vindt hun namen en telefoonnummers in deze gids. Jaarlijks wordt aan de leerlingen verteld bij wie ze terecht kunnen in geval van intimidatie of machtsmisbruik.
12
2.04 Uitgangspunten Voor ons is ieder kind van oorsprong een uniek mens, door God geschapen. Om zich te kunnen ontwikkelen beschikken kinderen van nature in meer of mindere mate over bepaalde eigenschappen. Kinderen willen iets kunnen en iets leren (competentie en nieuwsgierigheid). Ze zoeken omgang en staan open naar de wereld om hen heen (relaties en onbevangenheid). Kinderen willen graag zelf kiezen en aan de slag gaan met uitdagende nieuwe dingen (autonomie en zelfvertrouwen). Die eigenschappen kunnen alleen tot ontwikkeling komen als het kind bescherming, liefde aanmoediging, sturing en respect van volwassenen en leeftijdgenoten ontvangt. Een kind wordt op weg naar volwassenheid steeds onafhankelijker als het kan vertrouwen op eigen kunnen en eigen keuzes. Waar we rekening mee dienen te houden is dat de leerlingen die onze school bezoeken, beperkt zijn in hun mogelijkheden en op een nadere manier leren. Er zijn leerlingen die bepaalde basisontwikkelingen nog niet beheersen. We geven onderwijs op maat, onderwijs dat past bij de leerling. Tevens krijgen wij steeds meer leerlingen met specifieke gedragsproblemen en leerlingen die op een zeer laag niveau functioneren. Voor deze leerlingen zullen we, voor onszelf, genoeg kennis moeten ontwikkelen om optimaal aan te sluiten bij hun hulpvraag. Ons team probeert zo goed mogelijk recht te doen aan de eigenheid van ieder individueel kind en gaat uit van zijn of haar specifieke mogelijkheden. Kinderen moeten zo goed mogelijk hun gaven tot ontwikkeling brengen, maar niet primair ter wille van hun zelfontplooiing. We sturen juist aan op het dienstbaar zijn in alle verhoudingen. Afhankelijk kunnen en durven zijn in relaties is kenmerkend voor het leven van een christen. Tegelijk beseffen we dat dit alleen maar kan, als het kind hieraan vorm geeft vanuit zelfaanvaarding en zelfrespect. We zoeken naar een inrichting van ons onderwijs waarin deze eigenschappen tot ontwikkeling komen. Wij noemen dit adaptief toerustend onderwijs. 2.05 Aanmeldingsbeleid Met alle ouders van wie het eerste kind op onze school wordt aangemeld wordt een aanmeldingsgesprek gevoerd. De aanmeldingscommissie bestaat uit de directeur van de school en een lid van de afdelingsraad. In dat gesprek staan de volgende vragen centraal: is er sprake van aansluiting tussen de uitgangspunten van het gereformeerde onderwijs op school en datgene wat uw zoon/ dochter thuis meekrijgt in de opvoeding; stemmen de ouders er op grond van hun overtuiging mee in dat in het onderwijsproces op school God en Zijn Woord (zoals samengevat in de drie Formulieren van Eenheid) een centrale plaats krijgen. In het gesprek vragen wij u de ouderverklaring te ondertekenen. Met de ondertekening daarvan geeft u aan dat u er van harte mee instemt dat het onderwijs op de school gebaseerd is op de in de ouderverklaring genoemde uitgangspunten. Zie ook www.noorderbasis.nl
13
3. Organisatie van het onderwijs 3.01 Aanmelding nieuwe leerlingen De leerlingen kunnen vanaf 4 jaar worden geplaatst in het SO. Vanaf 12 jaar wordt er een afweging gemaakt of de leerling doorstroomt naar PrO of de schoolloopbaan voortzet binnen het ZML-VSO. De aanmelding verloopt via de aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring bij het Samenwerkingsverband van Groningen, Friesland of Drenthe. Dit is afhankelijk van de woonplaats van de ouders van de leerling. Passend Onderwijs Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht geworden. Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn dat: Reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken; Scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek); Scholen en gemeenten/jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg; Ondersteuning aan leerlingen Alle scholen hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er tenminste op alle scholen geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning. Daarnaast hebben alle scholen vastgesteld welke extra ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. De basis- en extra ondersteuning hebben wij beschreven in het ondersteuningsprofiel. De besturen van de scholen hebben er voor gekozen om de ondersteuningsmiddelen passend onderwijs naar rato van het aantal leerlingen per schoolbestuur over de scholen te verdelen. Hiermee hebben de besturen en de scholen de gelegenheid om – samen met de ouders en andere partners (gemeenten, zorg) – de basis – en extra ondersteuning verder uit te werken en te versterken. Toelaatbaarheidsverklaring Bij wet is bepaald dat er een toelaatbaarheidsverklaring nodig is voor plaatsing in het SBO of (V)SO. Hiervoor is een multidisciplinaire en integrale beoordeling nodig van de onderwijsbehoeften van de leerling, de school en eventueel de opgroei- en opvoedondersteuning voor de leerling en/of het gezin. De school zal, in afstemming met de ouders/verzorgers, een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij de Commissie van Advies van het samenwerkingsverband. Meer informatie over het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring vindt u op de website van het samenwerkingsverband. Voor de adressen hiervan verwijzen we u naar de gegevens achterin de gids. Informatie voor ouders/verzorgers Voor de ouders geldt dat de scholen de belangrijkste informatiebron zijn als het gaat om Passend Onderwijs en de extra ondersteuning aan uw kind. De school heeft dagelijks contact met uw kind en vervult daarmee in de ogen van het samenwerkingsverband een belangrijke rol in de adequate informatievoorziening aan ouders. Voor meer algemene vragen is het Centraal Informatiepunt Passend Onderwijs ingericht. Dit informatiepunt is te bereiken via telefoonnummer: 050- 52 09 120 of via de mail: info@cigroningen. nl
14
Aanmeldingen bij het Speciaal (Basis) Onderwijs, het SBO en het SO. SWV 21-01: (Friesland) Aanmeldingen voor het SBO kunnen worden gedaan bij de Commissie van Toelaatbaarheid van de betreffende SBO school in Friesland. Deze commissie geeft dan een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor het SBO af. De kosten van plaatsing op een SBO school komen voor rekening van het schoolbestuur van aanmelding en worden betaald uit het extra ondersteuningsbudget wat van het SWV is ontvangen. Willen de ouders vanwege de identiteit voor hun kind een plaats op SBO school de Meerpaal in Groningen, dan gaat dat via een aanmelding bij de onderwijskundig directeur van Noorderbasis. Hij verwijst door naar de commissie die namens de Meerpaal een TLV afgeeft. Aanmeldingen voor het SO worden gedaan nadat het SBO heeft aangegeven dat de leerling met een plaats op het SBO daar niet meer goed passend onderwijs kan ontvangen. Een aanmelding bij de Commissie van Advies (CVA) voor het verkrijgen van een TLV voor het SO zal daarom doorgaans door de speciale basisschool worden gedaan. De kosten van een plaatsing op een SO school zijn voor rekening van het Samenwerkingsverband. SWV 20-01 (Groningen) en ook 22-01 (Drenthe) Aanmeldingen voor plaatsing op een SBO of SO school worden gedaan nadat onze basisschool heeft aangegeven dat de leerling daar niet (meer) goed passend onderwijs kan ontvangen. Een aanmelding bij de Commissie van Advies (CVA) voor het verkrijgen van een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor het SBO of SO zal als regel door de basisschool worden gedaan. De kosten van plaatsing op een SBO of SO school komen voor rekening van het schoolbestuur van aanmelding en worden betaald uit het extra ondersteuningsbudget wat van het SWV is ontvangen. Zit uw kind al op het speciaal onderwijs, dan zal diezelfde Commissie binnen twee jaren toetsen, in samenspraak met u als ouders/verzorgers, of uw kind op het speciaal onderwijs blijft of dat uw kind beter naar het regulier voortgezet onderwijs kan. 3.02 Leerplicht Vanaf 5 jaar zijn de leerlingen leerplichtig. In bijzondere gevallen kan op verzoek van de ouders voor een kind dat nog geen 6 jaar oud is voor ten hoogste 5 uren per week vrijstelling worden verleend, eventueel te verlengen met nog eens 5 uren per week. Het verdient overigens aanbeveling om de regelmaat van het onderwijs niet te doorbreken. Vierjarigen zijn niet leerplichtig. Toch gelden, als u uw vierjarig kind hebt laten inschrijven, voor hen dezelfde regels als voor vijfjarigen.
3.03 Schoolorganisatie speciaal onderwijs SO-onderbouw De jongste kinderen (4 -10 jaar) zitten in de SO-onderbouwgroep. Zowel het individueel als het samen spelen krijgen veel aandacht. In de klas zijn de leerlingen dan ook 'spelend' aan het leren. Er ligt tijdens deze fase ook een sterke nadruk op de communicatieve basisvaardigheden, omdat veel leerlingen niet of nauwelijks spreken als ze bij ons op school komen. Spelen is leuk, is leren, is bezig zijn met speelgoed, het is ontdekken en ontwikkelen. Spel en spelen zien wij niet alleen als een manier van vrijetijdsbesteding, maar vooral ook als een mogelijkheid 15
kinderen te leren kennen, naar kinderen te kijken en de ontwikkeling van het kind te volgen en te stimuleren. Een kind is een spelend wezen. In het spel leeft het kind heel intens en wordt de lichamelijke, sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling gestimuleerd. Vooral in de aanvangsgroepen wordt op basis van deze achterliggende doelen spelbegeleiding gegeven. De zintuiglijke ontwikkeling wordt bevorderd door allerlei vormen van spel en in activiteiten gericht op senso-motoriek, door inzet van ontwikkelingsmateriaal en door knutselactiviteiten. Met sensomotoriek wordt de waarneming in combinatie met de motoriek geoefend. De kunstzinnige vorming krijgt aandacht in een combinatie van taal, muziek, drama en expressie. Taal- en Spraakontwikkeling vinden plaats in de vorm van vertellen, voorlezen, luisteren, gebaren. Daarnaast wordt veel aandacht geschonken aan de ontwikkeling van de zelfredzaamheid, zoals het zelfstandig naar de wc gaan, handen wassen, jas aan- en uittrekken, jas dicht doen. In SO-onderbouw is veel aandacht voor ontwikkelen van werkhouding en taakgerichtheid. Er wordt ook een begin gemaakt met cognitieve vaardigheden zoals tellen en rekenbegrippen, leesvoorwaarden en lezen, spelling en werken op de computer. Verder wordt er gewerkt aan begripsvorming door onder andere het werken met allerlei ontwikkelingsmateriaal, speelwerkbladen, 'schrijfoefeningen'. Leerling en begeleiders zijn deel van de groep. In onze omgang met elkaar proberen we de leerlingen bewust te maken dat er nog anderen zijn dan het kind zelf, waarmee we werken aan de sociale vorming. In de onderbouw wordt thematisch gewerkt. Bij een project horen alle ontwikkelingsgebieden en proberen we iedere keer een uitstapje te organiseren zodat het thema ook werkelijk met hun hele ‘ik’ beleefd kan worden. SO-bovenbouw In de SO-bovenbouwgroep zitten leerlingen van 9-12 jaar. Om de overgang van SO-onderbouw naar SO-bovenbouw vloeiend te laten verlopen, krijgen de onderdelen die in de eerste groep aan de orde komen, in deze groep ook de aandacht. Daarnaast vindt er een verdere uitbouw plaats, in het bijzonder op het cognitieve vlak: leergebied specifieke doelen op het gebied van Nederlandse taal, rekenen en wiskunde, oriëntatie op mens en wereld krijgen meer aandacht. Vanuit het kind gezien worden deze leergebieden langzamerhand in een bredere context geplaatst. In de bovenbouw wordt een start gemaakt met de vakken koken en huishoudkunde. Bij taal beginnen we met spreekbeurten, die op school gemaakt worden.
3.04 schoolorganisatie Voortgezet Speciaal Onderwijs Het VSO is georganiseerd in twee VSO-groepen: VSO en stagegroep. VSO heeft een schakelfunctie. We kijken hoe leerlingen omgaan met de veranderingen en of ze sociaal en emotioneel opgewassen zijn tegen de druk van het voortgezet onderwijs. Voor sommige leerlingen staat de weg open naar het praktijkonderwijs, de rest zal ZML-VSO voortzetten binnen onze school. In de stagegroep worden leerlingen geplaatst waarbij de nadruk nog ligt op aanbod van cognitieve vaardigheden. Daarnaast wordt aandacht geschonken aan praktische vaardigheden. Rekening houdend met de eigenheid van de leerling wordt er langzamerhand toegewerkt naar een zo groot mogelijke mate van zelfstandigheid: zelfredzaamheid, sociale redzaamheid, mentale weerbaarheid. In deze groepen ontdekken de leerlingen waar hun belangstelling en mogelijkheden liggen op het gebied van dagbesteding of werk. Op grond daarvan wordt in de stage groep een passend onderwijsaanbod gedaan en toegewerkt naar wonen, werken en vrije tijd, werken of dagbesteding. Praktijkgericht leren is kenmerkend in deze groepen en stage is daarbij een belangrijk middel. Ook hier zien we een geleidelijke lijn die start bij interne stage binnen school (in de VSO groep), naar Leren op Locatie (LOL) om, indien mogelijk, te eindigen met een externe stage. 16
Binnen de interne stage krijgen leerlingen een taak opgedragen waarvoor zij zelf verantwoordelijk zijn. Stage opdrachten zijn bijvoorbeeld: koffie zetten, melk rondbrengen, oud papier ophalen, de was doen, schoonmaken, in de tuin werken en andere overzichtelijke opdrachten in en om de school. Voor een aantal leerlingen is dit de voorbereiding voor het LOL en een externe stage. Voor het LOL en daarmee het bevorderen van het praktijkgerichte leren, heeft De Steiger contact gezocht met SBO De Meerpaal en diverse externe bedrijven zoals de AH in Vinkhuizen, Tuinland, Gomarus College en een flessenfabriek in Zuidbroek. Daar kan de overgang van leren naar werken in een realistische situatie worden geprobeerd en geleerd. De externe stage zien wij als een oriëntatie in de maatschappij en zo mogelijk een voorbereiding op een vaste dagbestedings- of werkplek. Vandaar dat er sterk rekening wordt gehouden met de belangstelling van de leerling in samenhang met het vakkenaanbod. Stageplaatsen zijn onder andere: Centrum voor Dagbesteding, Zorgboerderij, Zachtfruitbedrijf, Sociale Werkplaats en Supermarkt.
3.05 Onderwijsaanbod SO en VSO
Uitgangspunten leerlingbegeleiding Vanuit de wettelijke opdracht aan onze school voor speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerenden om voor de leerling een onafgebroken ontwikkeling te realiseren, vloeit de opdracht voort te streven naar een continue vooruitgang in de ontwikkeling van leerlingen. Voor elke leerling zal het team het leerstofaanbod, de leertijd, het onderwijsleerproces en het schoolklimaat afstemmen op de individuele hulpvragen ten einde voor de leerling optimale opbrengsten te realiseren. Door het instroomniveau en het verwachte uitstroomniveau te verbinden ontstaat een ontwikkelingslijn. Er ontstaat een meerjarenperspectief dat richtinggevend is voor het plannen van het aanbod. Van maximale opbrengsten is sprake als de prestaties van de leerling ten minste op het niveau liggen dat op grond van de specifieke kenmerken van de betreffende leerling verwacht mag worden. Bij het ZML-onderwijs laat de vraag of de prestaties van leerlingen ten minste op het niveau liggen dat op grond van hun kenmerken mag worden verwacht, zich slechts beantwoorden als gekeken wordt naar de vooruitgang in de ontwikkeling van individuele leerlingen, zoals deze worden geregistreerd in het systeem van leerlingenzorg. Het systeem van onze leerlingenzorg ondersteunt een cyclisch proces van ondersteuning en op deze manier kunnen wij aannemelijk maken wat de prestaties van leerlingen zijn en of deze tenminste op het niveau liggen dat op grond van hun kenmerken mag worden verwacht. Dit wordt voor elke leerling uitgewerkt in een ontwikkelingsperspectief.
17
Een ontwikkelingsperspectief is te omschrijven als ‘de inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling voor een bepaalde langere periode’ en leidt tot een prognose van het uiteindelijke uitstroomniveau van een leerling. Binnen onze school worden de leerlingen vanaf hun 8e jaar in een profiel geplaatst, het startperspectief, waarbij rekening gehouden wordt met het uitstroomprofiel/uitstroomniveau. Het uitstroomniveau dat de school benoemt, moet gezien worden als een streefniveau voor de school. Naarmate de leerling ouder wordt, wordt het perspectief steeds concreter geformuleerd in termen van het uitstroomprofiel. De school stelt het ontwikkelingsperspectief voor de eerste keer vast binnen zes weken na toelating van de leerling. In deze startperiode wordt op basis van gerichte observaties, gesprekken met ouders en leerling- en dossiergegevens, het ontwikkelingsperspectief van de leerling geschetst. De school evalueert het ontwikkelingsperspectief jaarlijks gedurende de hele SO- en VSO-periode en stelt het waar nodig periodiek bij. De commissie van begeleiding (CVB), heeft een sturende rol bij het vaststellen van het ontwikkelingsperspectief en het daarbij behorende uitstroomprofiel. De multidisciplinaire samenstelling van de CVB vormt hierbij een waarborg voor de kwaliteit, de controleerbaarheid en de transparantie. Het verwezenlijken van de onderwijsdoelen is het uitgangspunt: onderwijsdoelen zijn beschrijvingen van wat leerlingen in elk geval moeten leren binnen het onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden. De Wet Kwaliteit (V)SO vormt hiervoor het wettelijk kader. We maken als school gebruik van de SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling ) kerndoelen, van de CED (Centrum Educatieve Dienst) leerlijnen voor het ZML-onderwijs en van de doelen, zoals vermeld in de gebruikte methoden. Onze school gebruikt deze onderwijsdoelen en leerlijnen om de leergebieden te definiëren. Ons onderwijs kent leergebied overstijgende onderwijsdoelen en leergebied specifieke onderwijsdoelen. De leergebied overstijgende onderwijsdoelen richten zich op het ontwikkelen of versterken van de sociaal-emotionele ontwikkeling en de zelfredzaamheid. Deze doelen refereren aan de basale en algemene ontwikkeling. Bij de leer specifieke doelen gaat het vooral om de cognitieve vakken als taal; lezen, schrijven, mondelinge taal , rekenen, bewegingsonderwijs, oriëntatie op natuur en techniek, ruimte en tijd enz. Voor een adequate uitvoering van de ondersteuning van alle leerlingen hanteren wij de volgende uitgangspunten: Systematisch volgen van vorderingen van onze leerlingen met behulp van:
Methodeonafhankelijke toetsen Leerlingvolgsysteem Methode gebonden toetsen Systematische analyse van leerling resultaten en de voortgang in de ontwikkeling; Extra ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben op basis van signalering, diagnose, handelingsplanning, evaluatie; Betrokkenheid van ouders bij de planmatige uitvoering van de ondersteuning aan leerlingen; 18
Adequate procedures voor instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen; Toepassing van afgesproken procedures en protocollen; Centrale opslag van leerlingengegevens in leerling-dossier; Gestructureerde en planmatige extra ondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften; In de organisatie van de ondersteuningsstructuur gaan we uit van de drie niveaus: Basisondersteuning, intensieve- en verdiepte ondersteuning.
Onderwijsdoelen en leergebieden Het verwezenlijken van de onderwijsdoelen is het uitgangspunt: onderwijsdoelen zijn beschrijvingen van wat leerlingen in elk geval moeten leren binnen het onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden. De Wet op Kwaliteit (V)SO vormt het wettelijk kader voor het onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden. We maken als school gebruik van de SLO kerndoelen (Stichting Leerplan Ontwikkeling) en van de CED (Centrum Educatieve Dienstverlening) leerlijnen voor het ZML-onderwijs. Onze school gebruikt deze onderwijsdoelen en leerlijnen om de leergebieden te definiëren. Ons onderwijs kent leergebiedoverstijgende onderwijsdoelen en leergebied-specifieke onderwijsdoelen. De leergebied overstijgende onderwijsdoelen richten zich op het ontwikkelen of versterken van de sociaal-emotionele ontwikkeling en de zelfredzaamheid. Deze doelen refereren aan de basale en algemene ontwikkeling. Bij de leergebied-specifieke doelen gaat het vooral om de cognitieve vakken als taal, lezen, schrijven, mondelinge taal, rekenen, bewegingsonderwijs, oriëntatie op natuur en techniek, ruimte en tijd enz. Leidraad bij de onderwijsdoelen is het dakpanmodel. Het dakpanmodel geeft aan welke niveaus het ZML- onderwijs geacht wordt aan te bieden:
19
Niveaus uitstroomprofielen eind SO Indicaties voor de niveaus die leerlingen in de 5 profielen maximaal kunnen bereiken aan het eind van het SO. In de CED leerlijnen wordt een uitsplitsing gemaakt naar de vakgebieden leren leren, sociaal-emotionele en praktische redzaamheid, Nederlandse taal en rekenen. profiel
1
2
3
4
5
Mate van beperking
Diepverstandelijke beperking
Ernstige verstandelijke beperking
Matig
Licht
Zwakbegaafdheid tot gemiddelde mogelijkheden
Intelligentie
IQ < 20
IQ 20-35
IQ 35-55
IQ 55-70
IQ > 70
Ontwikkelings leeftijd CED aanbod Schoolstandaard
0-3 jaar
3-4 jaar
4-6.6 jaar
6.6-12 jaar
Kalender leeftijd
CED 1 Tenminste 75% van de doelen op niveau 1
CED 3 Tenminste 75% van de doelen op niveau 3
CED 6 Tenminste 75% van de doelen op niveau 6
CED 9 Tenminste 75% van de doelen op niveau 9
CED 12 Tenminste 75% van de doelen op niveau 12
Vergelijkbaar CITO niveau
Niet van toepassing
Cito E1
Cito E3
Cito E4
Cito MS en hoger
Vergelijkbaar ontwikkelingsniveau
Tot 2 jaar
2-4 jaar
4-6 jaar
6-8 jaar
8 jaar en hoger
Uitstroom
VSO – ZML –MG
VSO ZML - MG
VSO ZML
VSO ZML of praktijkonderwijs
VSO ZML of praktijkonderwijs
Niveaus uitstroomprofielen eind VSO Indicaties voor de niveaus van leerlingen in de 5 profielen maximaal kunnen bereiken aan het eind van het VSO. profiel
1
2
3
4
5
Mate van beperking
Diepverstandelijke beperking
Ernstige verstandelijke beperking
Matig
Licht
Zwakbegaafdheid tot gemiddelde mogelijkheden
Intelligentie
IQ < 20
IQ 20-35
IQ 35-55
IQ 55-70
IQ > 70
Ontwikkelingsleeftijd CED aanbod Schoolstandaard
Tot 2 jaar CED 3 Tenminste 75% van de doelen op niveau 3
2-4 jaar CED 6 Tenminste 75% van de doelen op niveau 6
4-6.5 jaar CED 9 Tenminste 75% van de doelen op niveau 9
6.5-12 jaar CED 12 Tenminste 75% van de doelen op niveau 12
12 jaar of ouder CED 12+ Tenminste 75% van de doelen op niveau 12+
Vergelijkbaar CITO niveau
Niet van toepassing
Cito M2
Cito M4
Cito M5
Cito E5 en hoger
Vergelijkbaar ontwikkelingsniveau
Tot 2 jaar
2-4 jaar
4-6 jaar
6-8 jaar
8 jaar en hoger
Uitstroom
Belevingsgerichte dagbesteding
Arbeidsmatige dagbesteding in kleine groepen
Arbeidsmatige dagbesteding in groepen
Arbeidsmarkt gericht
Vervolgonderwijs (bv ROC) of vrije bedrijf
20
3.06 Stagebeleid Het onderwijs op onze school is erop gericht om iedere leerling uiteindelijk te kunnen plaatsen op de best passende plek in de samenleving. Daarom is ons onderwijs ingericht op het leren toepassen van algemene basisvaardigheden zoals, voorbereiding op werken, wonen en vrije tijd. Leerlingen worden gestimuleerd om zelfstandig te denken en handelen ( leerkrachten en leerlingen zijn bekend met EIM), zelfoplossend vermogen en generaliseren. Leerlingen mogen ontdekken hoe het is om ergens verantwoordelijk voor te zijn. Elke leerling met zijn of haar competenties willen we helpen aan een werkplek die bij hem/haar past en daar is ons onderwijs op gericht. Externe factoren, zoals veranderde wetgeving, vervoer kunnen invloed hebben op war uiteindelijk de woon-werkplek van leerlingen zal worden. De school zal met deze voorwaarden rekening dienen te houden. Wat een leerling qua capaciteiten kan en wat van een leerling qua wetgeving gevraagd wordt moet in de praktijk wel mogelijk zijn. Arbeidstoeleiding is erop gericht dat de leerling zicht krijgt op zijn eigen mogelijkheden en wensen en op de mogelijkheden in de maatschappij, op een passende arbeidsplaats of direct of indirect middels doorstroom naar vervolgonderwijs. Werkwijze: Op deze manier willen we de leerling stapsgewijs kennis laten maken met arbeid: Leeftijd van de leerling
Acties
Wie is verantwoordelijk In overleg met
12 jaar
Toelating VSO
CvB
Ouders*
12- 15 jaar
Arbeidstraining Excursies naar dagbesteding en bedrijven
Leerkrachten vso Coördinator interne stage
Leerkracht, onderwijsassistenten en stagiaires.
13,14 jaar
Interne stage
Leerkracht Coördinator interne stage Stage coördinator
Leerkracht en onderwijsassistent.
14/15/16 jaar
LOL stage
Leerkracht Coördinator interne stage Stage coördinator
Stagiair(e), Ouders, Werkplek begeleider
Transitieplangesprek Esseon ( 15 jaar) 21
Orthopedagoog Vineland ( 15 jaar) 16 jaar
Assesment: Beroepeninteressetest Onderzoek schoolarts Oudergesprek met schoolmaatschappelijk werker, leerling en stage coördinator.
Leerkracht Stage coördinator
Leerling, ouders, schoolmaatschappelijk werker, stage coördinator, contactpersoon van de Mee, schoolarts, orthopedagoog.
Leerkracht Stage coördinator
Stagiair(e) en ouders
transitieplangesprek; externe stage Aanvraag WAJONG/DUO
Stage coördinator
Stagiair(e), Ouders,
Externe specialist
Externe specialist
Externe stage
CvB Stage coördinator
Stagiair(e) en ouders
transitieplangesprek: Aanvraag indicaties: WSW/Dagbesteding Uitstroombestemming
CvB Stagiair(e), ouders en Leerkracht MEE of andere Externe specialist Stage ondersteuning coördinator
Eindgesprek op werkplek
Stage coördinator
Stagiair(e), Ouders, werkplek begeleider bedrijf
Nazorg: Contact ouders Contact werkgever
Leerkracht Stage coördinator
Stagiair(e), ouders, werkgever en
Transitieplangesprek
17,5 jaar
17/18 jaar-20 jaar
*Ouders = wettelijk vertegenwoordiger Samenwerking tussen leerling, ouders, stageplek en school Bij de stage zijn leerling, school en stageplek betrokken. Bij de externe stage worden ook de ouders betrokken. Bij de transitiegesprekken werken leerling, ouders en school nauw samen. Deze samenwerking is van belang voor: - Bepalen van het uitstroomprofiel en uitstroombestemming - Ondersteunen van de leerling - Interesse van de leerling peilen en de keuze van de stageplek bepalen.
22
Uitstroom: De CVB neemt de eindbeslissing bij de overgang van SO naar VSO. Die wordt vastgelegd in het onderwijskundig eindrapport SO. Uitstroom VSO: Vanaf 1 juni 2015 voert UWV de Beoordeling arbeidsvermogen uit. Bij deze beoordeling onderzoekt UWV of iemand arbeidsvermogen heeft en in staat is het wettelijk minimumloon te verdienen. En zo nee, of hij een \indicatie banenafspraak kan krijgen. Met deze indicatie wordt iemand opgenomen in het doelgroepregister. Als uit de beoordeling blijkt dat iemand geen arbeidsvermogen heeft, dan bekijkt UWV of hij een Wajong uitkering kan krijgen. Dat alles gebeurt in een beoordeling. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de begeleiding naar werk wanneer er sprake is van arbeidsvermogen. De aanpak hiervan kan per gemeente verschillen. Vanaf 15 juni 2015 kunnen de leerlingen zelf via uwv.nl een Beoordeling arbeidsvermogen bij UWV aanvragen. Deze kunnen zij samen met een ouder, begeleider, mentor of iemand van de gemeente invullen. Als school krijgen wij een adviserende rol bij de Aanvraag Beoordeling arbeidsvermogen. De school heeft immers veel informatie over de mogelijkheden van leerlingen richting participatie. Leerlingen en hun ouders/verzorgers wordt daarom aangeraden om het aanvraagformulier samen met de school in te vullen. Dit is niet verplicht, maar wel erg behulpzaam voor een goede beoordeling. Als school kunnen wij op het formulier aangeven welke visie wij hebben op de leerling: kan de leerling werken? Misschien met aanpassingen of met extra begeleiding? Ook wordt de school gevraagd deze visie te onderbouwen. Doorstroomleeftijd, verblijfsduur en onderwijstijd In de wet Kwaliteit (V)SO is de doorstroomleeftijd, verblijfsduur en onderwijstijd geregeld. Terugkeer naar het regulier onderwijs of een doelmatige overstap naar een vervolgfase is en blijft het uitgangspunt. Doorstroomleeftijd: leerlingen verlaten het SO vanaf 12 en uiterlijk met 14 jaar. Het VSO kent geen vaste verblijfsduur. Het wettelijk kader wordt gevormd door de leerplicht tot 16 jaar. Het VSO houdt de mogelijkheid onderwijs te bieden aan leerlingen tot 20 jaar. Het bevoegd gezag bepaalt de verblijfsduur en streeft daarbij naar een functioneel verblijf. Een arbeidsmarktgericht traject kent geen vaste verblijfsduur, maar duurt tenminste tot het gehele schooljaar waarin de leerling 16 jaar wordt. Verder geldt dat ze de school verlaten als ze een plek op de, al dan niet beschermde, arbeidsmarkt hebben verworven. Ook bij uitstroombestemming dagbesteding geldt dat de verblijfsduur functioneel moet zijn en tenminste duurt tot het schooljaar waarin de leerling 16 jaar wordt en nadat hij een plaats heeft in een instelling voor dagactiviteiten. De uitstroom van een VSO leerling wordt aangegeven door de stage coördinator. Er wordt door de leerkracht (in geval van VSO leerling) in overleg met de stage coördinator een onderwijskundig eind rapport VSO opgesteld. Dit rapport geeft een overzicht van de vaardigheden waar de leerling over beschikt. Er wordt een onderverdeling gemaakt in cognitieve vaardigheden, praktische vaardigheden, sociale redzaamheid en een algemeen deel. De periode van schoolbezoek door de leerling wordt hiermee afgesloten. Door middel van bovengenoemd proces schept de school de voorwaarden waardoor de leerling zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen. De leerlingen van het ZML-VSO blijven tot ze een leeftijd hebben bereikt van 18 tot 20 jaar.
23
Onderwijsaanbod De school werkt met een basisaanbod en werkwijze die zijn afgestemd op de onderwijs-en ondersteuningsbehoefte van de ZML-leerling. De school heeft voor de verschillende leerroutes 1,2,3 en 4 haar aanbod vastgelegd in arrangementen. Een arrangement beschrijft per vakgebied het leerstofaanbod, de leerdoelen, het didactisch handelen, de leertijd en het pedagogisch handelen. De Steiger hanteert de volgende systematiek:
Basisarrangement (leerroute 3): Het grootste deel van onze leerlingen volgt deze leerroute. Verdiept arrangement (leerroute 4): Van leerroute 3 - het basisarrangement - is een verdiept arrangement afgeleid voor leerlingen die meer leerstof aankunnen en/of minder leerkrachtsturing nodig hebben. Intensief arrangement (leerroute 1 en 2): voor leerlingen die meer tijd of herhaling nodig hebben om de beoogde doelen te behalen.
Methoden/methodieken Voor het leerstofaanbod maakt de school gebruik van de volgende methoden/methodieken: Beredeneerd aanbod SO-VSO
Aanvankelijk lezen
Technisch lezen
Taal
Spelling
Rekenen/wiskunde
Leespraat Zelf gemaakt lesmateriaal bij gekozen globaalwoorden en globaalzinnen Leespraat Zelf gemaakt lesmateriaal bij gekozen globaalwoorden en globaalzinnen VLL Veilig In Stapjes Nieuwsbegrip Stap voor stap Estafette Spelling in de Lift Veilig In Stapjes Estafette lezen Leespraat AVI- boeken Leespraat Ralfi-lezen Zuid Vallei Spelling In De Lift Deviant Rekenlijn Rekenboog; Maatwerk en aanvullend materiaal Met sprongen vooruit
24
Schrijven Oriëntatie op mens en wereld
Burgerschap en integratie Engels Gymnastiek S-E Vorming
Schrijfdans Hoogvliegers Thematische lessen met ondersteuning van beeldmateriaal Let’s go: methode Verkeer SLO thema mappen Geen, geïntegreerd in andere vakken PrO-motie En ik dan juf? STIP Soemo kaarten Rots en Water/ Wijs en weerbaar
3.07 Seksuele vorming In alle groepen komt het onderwerp seksualiteit wel eens aan de orde. In de ene groep zal er meer en vaker over worden gesproken dan in een andere groep. Er is een leerlijn seksuele vorming opgesteld. Naast het groepsgebeuren zullen er groepen gevormd worden van leerlingen uit de VSO/stagegroep die praten over aspecten rond de eigen seksualiteit en weerbaarheid. Dit gebeurt onder leiding van een groepsleerkracht. Er worden lessen gegeven uit de methode Wijs en Weerbaar, door speciale trainers daarvoor. 3.08 Vervangingsprotocol Als een leerkracht ziek is of verlof heeft worden de lessen over genomen door een andere leerkracht, bij voorkeur de duo-leerkracht. Als dat niet geregeld kan worden, wordt gekeken of er intern geschoven of geruild kan worden. Ook is het een optie om de groep te verdelen over andere groepen. In het uiterste geval wordt de betreffende groep vrij gegeven, volgens de richtlijnen van de inspectie met daarbij de volgende afspraken: in principe niet de eerste dag alleen in het uiterste geval ouders worden schriftelijk of per mail op de hoogte gesteld de school heeft alleen m.b.t. de eerste dag de verplichting om kinderen op te vangen Voorkomen moet worden dat dezelfde groep steeds vrij wordt gegeven. (optioneel) We hebben een telefooncirkel, doorbelrooster o.i.d. per groep om in geval van nood u snel te kunnen informeren. Zie de adressenlijst van de leerlingen. 3.08 Stagiaires Er zullen regelmatig stagiaires op school zijn. Meestal zijn dat studenten van het ROC Menso Alting, voor de opleiding tot onderwijsassistent. Incidenteel zijn dit studenten van de PABO. Ons beleid is dat ook stagiaires lid zijn van de Gereformeerde kerk vrijgemaakt of van de Christelijke Gereformeerde kerk.
25
4. Kwaliteitszorg 4.01 Algemeen Om de vier jaar moeten scholen een schoolplan maken. De school beschrijft daarin haar uitgangspunten en doelen, de verschillende vakken die gegeven worden, hoe de zorg geregeld is en hoe de kwaliteitszorg in elkaar zit. Dit alles mondt uit in een opsomming van zaken die te verbeteren zijn. 4.02 Verbeterplannen Het huidige schoolplan gaat over de periode 2015-2019. Onze school had voor het schooljaar 20142015 de volgende plannen: Volgens de werkwijze van het INK model kijken we in het kader van kwaliteitszorg naar de processen om zicht te krijgen op de essentiële onderdelen die ertoe doen. Management van processen Dit domein staat in het midden van het model. Management van onderwijsprocessen heeft betrekking op het didactisch handelen en de competenties van de medewerkers. Management van de onderwijsondersteunende processen heeft betrekking op aspecten van personeelsmanagement, communicatie, financiën en informatiebeheer. Werkprocessen in de school worden ontworpen, beheerd en continu verbeterd. Aandachtspunten: - Het systeem van toetsen, meten, analyseren en vertalen naar beleid is een belangrijk onderdeel wat verbetering nodig heeft. Dit schooljaar is daarmee een begin gemaakt. In de OPP van de leerlingen staan de resultaten en de groepsplannen zijn daarop aangepast - Multimediale media actief benutten in het Speciaal Onderwijs (SO) en Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) is dit schooljaar vorm gegeven door het aanschaffen van I-pads. Per groep wordt er nu ook op de I-pads gewerkt. - We werken met heterogene groepen, waarin de profielen 2, 3 en 4 gecombineerd worden. Door de schoolgrootte zijn er twee groepen in het S.O. en twee groepen in het VSO. Daardoor zitten de leerlingen meerdere jaren in een groep, dus in de groepen zitten leerlingen met verschillende leeftijden. Dit vraagt nogal wat van de groepsleerkrachten: vooral organisatietalent, klassenmanagement, het maken van groepsplannen en differentiëren zijn een aandachtspunten. We werken voor de cognitieve vakken groepsoverstijgend en merken dat dit effect heeft. De veranderingen in de maatschappij met betrekking tot de uitstroomprofielen vergt aandacht en een andere manier van werken. Zeker nu het maatschappelijk veld grote veranderingen ondergaat, onder druk van de decentralisaties, de invoering van de participatiewet en de wet jeugdzorg zoeken we naar mogelijkheden om leerlingen nog beter naar een uitstroombestemming toe te leiden. Er zijn door de NECSO in de pijlergroepen documenten ontwikkeld om de match te maken tussen een type uitstroombestemming en de kenmerken van de passende werkplek. Dit is een belangrijke aanvulling voor het plaatsen van leerlingen op een passende stageplek en eventueel een werkplek. Visie en beleid Het organisatiegebied visie en beleid vormt de basis voor het schoolverbeteringsproces. Waar staan we voor, wat zijn onze doelstellingen en wat willen we bereiken, zijn vragen die we bij dit gebied blijven stellen. Vervolgens komt de vraag welk beleid we gaan uitvoeren om deze doelstellingen te bereiken. Aandachtspunten: - Ons type onderwijs vraagt investeren in redzaamheid ( leren leren op basis van het Eigen Initiatief Model (EIM) sociale competenties en arbeidshouding van leerlingen, naast de 26
-
noodzakelijke aandacht voor basisvaardigheden op het gebied van Nederlandse taal/lezen en rekenen. We maken meer onderscheid in de SO en VSO afdeling . Dit heeft ook gevolgen voor de te organiseren schoolbegeleidingsroutes. Het leren leren op basis van E.I.M. wordt ingezet op het gebied van de praktische vakken en bij interne stage, leren op locatie (LOL) en externe stage. De SO-afdeling zal zich didactisch en pedagogisch verder ontwikkelen i.s.m. Speciaal Basis Onderwijs De Meerpaal De VSO-afdeling onderhoudt contacten met het Praktijk Onderwijs Gomarus College. We zullen naar de reguliere scholen expertise moeten kunnen overdragen, onze eigen kwaliteit op peil moeten houden en binnen de verschillende samenwerkingsverbanden een ( betrouwbare) onderwijspartner zijn.
Personeel Een schoolorganisatie is een samenwerkingsverband van mensen. Mensen zijn de organisatie. Het organisatiegebied personeel omvat aspecten van personeelsbeleid als aanname, opleiding, begeleiding, loopbaanbeleid etc. Kort gezegd is de vraag die in dit aandachtsgebied centraal staat: welk personeelsbeleid moet worden gevoerd om die kwaliteit te leveren die ons voor ogen staat. Aandachtspunten: - In het kader van Passend Onderwijs is bijhouden en verder ontwikkelen van expertise in het omgaan met complexer gedrag van een leerling belangrijk. Om in een expertisecentrum te kunnen werken is een gespecialiseerde opleiding wenselijk ( SO opleiding of Master Special educational needs (SEN). De leidinggevende en aansturende collega’s hebben een gespecialiseerde opleiding ( passend bij hun functie of taak). Voor het merendeel van het team is dit ook het geval. - Jaarlijks wordt door de directeur de Vaardigheidsmeter Instructiegedrag afgenomen. Onder andere naar aanleiding daarvan is een analyse en een nascholingsplan gemaakt. Leiderschap en management Voor ons houdt het organisatiegebied leiderschap en management niet alleen in het leiderschap van de man of vrouw aan de top. Voor ons is leiderschap iets voor alle medewerkers. De centrale vraag is: Is er een klimaat waarin het mogelijk is dat men elkaar aanspreekt op elkaars gedrag in relatie tot wat de organisatie nastreeft? Elke medewerker moet in die zin leiderschap tonen, dat is een belangrijk aspect van een professionele cultuur. Er is een schoolplan voor 2015-2019 gemaakt. Dit schoolplan is gebaseerd op een Zelf Evalauatie Rapport van de Steiger en het Strategisch Beleidsplan van NoorderBasis. Aandachtspunten: Leren in de eigen groep, groepsoverleg, leerlingbespreking, personeelsvergaderingen, samen over opbrengsten en verbeteracties te leren praten, verhoogt het professionele werkniveau. Het is een voortdurend aandachtspunt om de werkdruk in de gaten te houden. - De veelheid aan veranderingen in structuren; verbeteracties - De registratie van de vorderingen - Het invoeren van een LVS d.m.v. ParnasSys - Om in de nieuwe organisatie ingeburgerd te raken is contact nodig in verschillende geledingen. Cultuur en klimaat. Bij dit gebied denken we aan het zich veilig voelen, gewaardeerd en gerespecteerd worden. Het heeft betrekking op zowel onze leerlingen als op alle medewerkers. Dit domein is een belangrijke voorwaarde voor zowel de ontwikkeling van de leerlingen als de professionele ontwikkeling van de medewerkers.
27
Aandachtspunten: - De open en collegiale sfeer en het warme klimaat zijn bevorderlijk voor het aangaan van initiatieven. We waarderen de diversiteit, het anders zijn en de individuele talenten van iedere collega. Ieder personeelslid is bevoegd en bekwaam in zijn functie. - In onze school wordt veel part-time gewerkt. Dit geeft soms moeite in de communicatie en onderlinge afstemming. De directeur maakt elke week een team info. Er zijn afspraken gemaakt over het bezoeken van de personeelsvergaderingen. Blijvende aandacht hiervoor is noodzakelijk. Middelen en voorzieningen In dit aandachtsgebied staat de vraag centraal hoe de organisatie omgaat met de middelen. In de eerste plaats denken we hierbij aan geld en materialen. Kortom: hoe en waarom zetten we de middelen in om onze doelstellingen te bereiken. Aandachtspunten: - Er is al jarenlang een tendens van slinkende budgetten en bezuinigingen. Dat betekent dat we steeds efficiënter en bewuster met de middelen en met de factor tijd om moeten gaan. We zullen taken, functies, e.d. efficiënt moeten inzetten. Financiën Bestuur en management van de school hebben de opdracht om met de toegekende middelen kwalitatief goed onderwijs te realiseren. Idealiter wordt vanuit onderwijsinhoudelijke visie gestalte gegeven aan meerjarenbeleid, zoals dat vastligt in het schoolplan en het Strategisch Beleidsplan van NoorderBasis.. Een randvoorwaarde om goed onderwijs te realiseren is een gezond financieel beleid. Er zijn geen grote investeringen geweest in 2014. In principe geldt een terughoudend investeringsbeleid. Bij investeringen wordt vanuit onderwijsinhoudelijke uitgangspunten de onderbouwing voor investeringen gemaakt en gekeken of en hoe de investeringen gaan plaatsvinden. In 2014 is er geïnvesteerd in aanschaffen van I-pads. Verbeterplannen schooljaar 2015-2016: Het komende schooljaar gaan we werken aan: - Het Passend Onderwijs is nu een jaar in werking getreden en het wordt steeds duidelijker hoe dit zich gaat ontwikkelen. We hebben al verschillende trajecten voor de toelaatbaarheidsverklaringen gehad en goed afgerond. We merken wel dat de administratieve handelingen meer en divers zijn. Dit komt o.a. omdat we met verschillende SamenWerkings Verbanden (SWV) te maken hebben. Het komende schooljaar willen we voor de leerlingen die daarvoor in aanmerking komen een TLV aanvragen. - We gaan het onderwijs steeds beter aan te laten sluiten bij de individuele ondersteuningsvragen die de leerlingen ons stellen. Daarom is het belangrijk de beredeneerde lesstof, voor de cognitieve, praktische en vakoverstijgende vakken goed in kaart te brengen: ons doel is 90 % van de leerlijnen en leerstofplanningen voor de leergebied specifieke vakken zijn ontwikkeld voor de SO en voor de VSO . Leergebied specifieke vakken voor SO zijn: Nederlands, Rekenen en Wiskunde, Oriëntatie op mens en wereld, kunstzinnige oriëntatie, bewegingsonderwijs. Voor VSO: Nederlands, Rekenen, Mens en maatschappij, Mens, natuur en techniek, Culturele oriëntatie en creatieve expressie, Bewegen en sport - De school werkt aantoonbaar op basis van een vierjarige en eenjarige beleidscyclus, dmv jaarlijkse actieplannen en een 4-jarig schoolplan. -
De Steiger wil zich profileren als expertisecentrum voor Speciaal Onderwijs. Daarin wordt ze gesteund door een voortzetting van het vroegere REC NO-3. Deze zal verder gaan onder de naam Noordelijk Expertise Centrum Special Onderwijs (NECSO). 28
4.03 Resultaten van het onderwijs De leerlingen worden gedurende het schooljaar 1 x per jaar getoetst. Dit wordt gedaan met de Cito ZML toetsen op het gebied van Nederlandse taal, rekenen en wiskunde. Er zijn nog geen landelijke normen vastgesteld, deze opbrengstnormen zijn nog in ontwikkeling. Analyse SO en VSO met betrekking tot de leerresultaten Profiel toets 2 Nederlandse taal CITO ZML taal 2
Rekenen/Wiskunde CITO ZML toets
3
Nederlandse taal: AVI-toets CITO SBO Spelling Begrijpend lezen Rekenen/Wiskunde: CITO SBO toets rekenen/wiskunde voor speciale leerlingen
3
4
4
Nederlandse taal: AVI toets CITO SBO Spelling Begrijpend lezen Rekenen/Wiskunde: Cito SBO-toets rekenen/wiskunde voor speciale leerlingen
resultaat SO: <75% VSO: > 75% SO: <75% VSO: > 75% SO: < 75% VSO: >75%
SO: >75% VSO: >75% SO: >75% VSO: >75%
SO: >75% VSO: >75%
4.04 Uitstroom van het SO en het VSO We geven de resultaten van ons onderwijs weer in de uitstroomcijfers van de afgelopen jaar.
2012-2013 2013-2014
Uitstroom SO Totaal 3 5
Uitstroomprofiel 2: VSO 0 3
Uitstroomprofiel 3: VSO 1 0
2014-2015
4
1
3
Uitstroom VSO Totaal
Uitstroomprofiel 2 Belevingsgerichte dagbesteding / Arbeidsmatige dagbesteding in kleine groepjes
Uitstroomprofiel 3 Arbeidsmatige dagbesteding in groepen.
Uitstroomprofiel 4 Arbeidsmarktgericht/ WSW / Vrije bedrijf
6 5 7
2 0 0
4 3 5
0 PRO 2 PRO 1 Vrije bedrijf 1
2012-2013 2013-2014 2014-2015
Uitstroomprofiel 4: VSO of PrO 2 VSO 1 VSO 1 ZML school 0
29
5. Ondersteuning voor de leerlingen 5.01 Leerlingbegeleiding Hierbij staat centraal hoe de leerling binnen de school wordt gevolgd, begeleid en ondersteund. Om de leerling goed te begeleiden vinden er binnen de zorgstructuur diverse overlegvormen plaats met verschillende betrokkenen, namelijk: Commissie voor de Begeleiding (CvB); Zorgteam; Groepsbespreking: tussenevaluatie Leerlingenbespreking; Oudergesprekken; Huisbezoek.
5.02 Commissie voor de begeleiding (CvB) Iedere maand is er een bijeenkomst van de Commissie voor de Begeleiding (CvB). De CvB heeft een wettelijke functie en is zodanig samengesteld dat zij adequaat kan adviseren vanuit zowel onderwijskundig als pedagogisch, psychologisch en medisch oogpunt, rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen van de leerling. De directeur, orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werker en schoolarts nemen deel aan de CvB. Zowel de schoolarts als schoolmaatschappelijk werker zijn niet formeel aan de school verbonden. De ondersteuningscoördinator en het secretariaat nemen tevens deel aan deze vergadering, maar hebben geen wettelijke functie. De CvB heeft de taak om een voorstel te doen voor het ontwikkelingsperspectief en de uitvoering van het ontwikkelingsperspectief te evalueren alsmede te adviseren over eventuele terugplaatsing of overplaatsing van de leerling. De CvB heeft een centrale rol bij de indeling van de leerling in het juiste niveau en het monitoren van de ontwikkeling van iedere leerling. Voor het schooljaar 2015-2016 is de werkwijze van de CvB als volgt:
De CvB stelt voor iedere leerling de uitstroombestemming vast. De CvB bepaalt in welk uitstroomprofiel de leerling komt en plaatst de leerling in de juiste groep. De CvB heeft een centrale rol bij de indeling van de leerling in het juiste niveau en het monitoren van de ontwikkeling van iedere leerling. Wanneer de leerling zich niet conform de verwachting ontwikkelt, stelt de CvB de nodige interventies op. De volledige ontwikkelingsperspectieven worden door de CvB besproken en vastgesteld. Het ontwikkelingsperspectief wordt twee keer per jaar besproken en geëvalueerd in de CvB, na de afname van de methodeonafhankelijke toetsen. De CVB geeft eenmaal per jaar een vervoersverklaring af, indien nodig.
30
5.03 Zorgteam Het zorgteam van het SO en VSO bestaat uit: de directeur (voorzitter), de orthopedagoog en de ondersteuningscoördinator. De taken van het zorgteam hebben betrekking op het tijdig signaleren van problematiek en het bieden van ondersteuning en begeleiding aan leerkrachten, leerlingen en ouders. Het gaat hier om de zogenaamde zorgleerling: Een zorgleerling is een leerling bij wie de leervorderingen afwijken van de beoogde schoolloopbaan, zoals vastgesteld in het ontwikkelingsperspectief of individueel transitieplan en/of waarbij toenemende gedragsproblematiek wordt geconstateerd.’ De problematiek kan zeer divers van aard zijn (voorbeelden zijn problematiek op sociaal-emotioneel gebied, op leergebied, gedragsproblematiek, of problemen in de thuissituatie van de leerling). Leerlingen worden van te voren schriftelijk ingebracht door interne en/of externe personen. Het zorgteam komt één keer per maand bijeen.
5.04 Groepsbesprekingen Iedere maand vindt een groepsbespreking plaats. In de groepsbespreking wordt niet zo zeer ingegaan op de individuele leerlingen, maar op de vraag hoe de leerkracht de komende periode tegemoet komt aan de verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen in haar groep. Tijdens de groepsbespreking staat het groepsplan centraal. Er wordt geëvalueerd of de in het vorige groepsplan gestelde doelen bereikt zijn en welke aanpassing/ differentiatie de komende periode nodig is. Tijdens de groepsbespreking kunnen ook individuele leerlingen besproken worden en eventueel leerlingen aangemeld voor het zorgteam. Het betreft leerlingen die (herhaald) onvoldoende profiteren van de extra zorg die zij ontvangen hebben, leerlingen met vragen over hun ontwikkelingsperspectief en specifieke onderwijsbehoeften, leerlingen met vermoedens van een ernstige problematiek of stoornis of vermoedens van problematiek in de thuis- of buurtsituatie.
5.05 Leerlingenbespreking Tijdens de bespreking van een individuele leerling staat het ontwikkelingsperspectief van de leerling centraal. Gekeken wordt of de leerling zich volgens verwachting ontwikkelt op didactisch, emotioneel en adaptief gebied. Hierbij staat centraal hoe de leerkracht handelingsgericht tegemoet komt aan het ontwikkelingsperspectief en de onderwijsbehoeften van de leerling.
De bespreking van een individuele leerling kent een vaste opbouw:Wat is het ontwikkelingsperspectief? Ontwikkelt de leerling zich conform het ontwikkelingsperspectief? Moet het bijgesteld worden? Wat zijn bij deze leerling factoren die de ontwikkeling en het leren belemmeren en stimuleren? Wat heeft deze leerling nodig om zich te ontwikkelen? Wat heeft deze leerling kind nodig om te leren?
31
5.06 Oudergesprekken Twee maal per jaar vinden er oudergesprekken plaats: in augustus en in juni. Het ontwikkelingsperspectief en de daarbij behorende groepsplannen staan gedurende deze besprekingen centraal. Indien gewenst kan de intern begeleider en/ of orthopedagoog aansluiten. Het ontwikkelingsperspectief wordt bij plaatsing opgesteld door de orthopedagoog. Nadat het ontwikkelingsperspectief is besproken in de CvB, bespreken de orthopedagoog en leerkracht deze met ouders en wordt het vastgesteld. Na plaatsing wordt het ontwikkelingsperspectief jaarlijks met ouders besproken door de leerkracht. Wanneer een leerling zich niet conform de verwachting ontwikkelt, wordt dit besproken in de CvB, en neemt de orthopedagoog en/of de ondersteuningscoördinator deel aan de bespreking met de ouders.
5.07 Huisbezoeken Wanneer een leerling in een volgende groep wordt geplaatst, gaat de groepsleiding eenmaal per jaar op huisbezoek. Als de leerling het proces van externe stage ingaat gaan de stage coördinator en de schoolmaatschappelijk werker op huisbezoek. 5.08 Toetsbeleid Op de Steiger wordt de ontwikkeling van leerlingen met behulp van de CED leerlijnen gepland. Om leerlingen juist op de leerlijn in te schalen, wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van methode gebonden toetsen en methode onafhankelijke toetsen (Cito). We maken gebruik van de CITO ZML toetsen en de CITO toetsen voor Speciale leerlingen. We toetsen door tot 16- jarige leeftijd. Wanneer er voor een onderdeel geen toets aanwezig is, wordt de ontwikkeling gevolgd op basis van observaties, analyses van het werk en vragen tijdens de les. Hiernaast wordt er om de sociale en emotionele en adaptieve ontwikkeling in kaart te brengen gebruik gemaakt van:
Schalen op het gebied van de sociale en emotionele ontwikkeling Schalen op het gebied van de adaptieve ontwikkeling.
Schalen op het gebied van de sociale en emotionele ontwikkeling In het schooljaar 2013-2014 is hiermee gestart. De orthopedagoog neemt bij iedere leerling op 8,12 en 15-jarige leeftijd de Esseon af. De Esseon geeft een ontwikkelingsniveau van het sociale en emotionele functioneren van de leerling. Op basis van dit ontwikkelingsniveau kan worden gekeken welke begeleiding en/ of ondersteuning een leerling nodig heeft op sociaal-emotioneel gebied. Daarnaast wordt er bij specifiek probleemgedrag waar nodig gebruik gemaakt van de SEO. Het toetsen gebeurt gespreid over het jaar volgens planning. Toetsgegevens worden, nadat ze met ouders besproken zijn, door de orthopedagoog verwerkt in het ontwikkelingsperspectief.
32
Schalen op het gebied van de adaptieve ontwikkeling In het schooljaar 2013-2014 is hiermee gestart. Om de adaptieve ontwikkeling van onze leerlingen te kunnen volgen wordt op 8,12 en 15-jarige leeftijd de Vineland Screener (bij jonge leerlingen) of de Vineland-Z afgenomen en geïnterpreteerd door de orthopedagoog. Hiermee wordt het niveau van dagelijks functioneren op verschillende gebieden in kaart gebracht: Communicatie, Dagelijkse vaardigheden en Sociale vaardigheden ( en Motoriek bij de Vineland Screener). Toetsgegevens worden, nadat ze met ouders besproken zijn, door de orthopedagoog verwerkt in het ontwikkelingsperspectief.
5.09 Het beleid nascholing en deskundigheidsbevordering Meer en meer vraagt de Steiger speciale competenties van het personeel, als gevolg van ons specifieke schoolprofiel. In onze werving en selectie van personeelsleden zal daarmee altijd rekening worden gehouden. Voor de Steiger betekent dit ook dat het wenselijk is en sterk aanbevolen wordt in het bezit te zijn van de Master Special Educational Needs of deze opleiding te gaan volgen. De Vaardigheidsmeter Instructiegedrag voor leerkrachten van Cadenza Onderwijsconsult (VHM) wordt op school ingezet om jaarlijks de leerkrachtvaardigheden te toetsen. Medewerkers stellen zich kritisch op ten opzichte van elkaar en geven elkaar duidelijke feedback. We geven elkaar advies en ondersteunen elkaar op de momenten dat dit nodig is. Medewerkers voelen zich betrokken bij school, we voelen ons als team gezamenlijk verantwoordelijk voor de school en voor elkaar. Er moet sprake zijn van affiniteit vanuit een professionele houding naar de doelgroep toe. Methodes en werkwijzen worden specifiek voor deze doelgroep aangepast. Naast competenties zijn echter ook de persoonlijke (talent) ontwikkeling en het arbeidsplezier en de passie van het personeel van groot belang. Scholing Voor scholing maken we gebruik van de ‘Topazacademie’. Dit is ontstaan vanuit het werkverband voor scholen van ZMLK. Het gaat om na- en bijscholing van alle medewerkers. Het sluit aan bij de directe praktijksituatie. Korte en langere leerroutes zijn mogelijk en ook certificering/diplomering. Daarnaast maken we gebruik van andere aanbieders voor scholing. Door eigen leerwensen en leervragen in te vullen, kan er scholing gerealiseerd worden. Studiedagen Met het team nieuwe kennis verwerven, leerervaringen opdoen, denken, discussiëren en vooral verbeterplannen opstellen is belangrijk voor de schoolontwikkeling. Elk cursusjaar organiseren we 1 of meerdere studiedagen.
33
Beschikbare gecertificeerde expertise
Leerkrachten met master SEN-opleiding of SO-opleiding Leerkrachten met de opleiding tot remedial teacher Ondersteuningscoördinator Orthopedagoog – generalist Schoolmaatschappelijk werkende Rots en watertrainer School Video Interactie Trainer Bedrijfs Hulpverleners
5.10 Passend onderwijs Onze visie op passend onderwijs is een passende plek voor elke leerling, waarin een ononderbroken ontwikkeling en de kwaliteiten van leerlingen centraal staan: Kortom: Gewoon waar het kan, speciaal waar het moet! Externe factoren (zoals b.v. het vervoer) kunnen invloed hebben op wat uiteindelijk de woonwerkplek van leerlingen zal zijn. De school zal met deze randvoorwaarden rekening moeten houden. Wat een leerling qua capaciteiten kan en wat van een leerling qua wetgeving geëist wordt, moet in de praktijk wel mogelijk zijn.
5.11 Externe ondersteuning van de zorg Deskundigen van diverse hulpverleningsorganisaties spelen een rol op de Steiger. Dit kan zijn door zitting te hebben in het Schoolzorgteam, begeleiding van leerlingen, begeleidingsgesprekken met ouders, leerkrachten en /of intern begeleiders, scholingtrajecten enzovoort. De volgende professionals hebben een relatie met de Steiger: -
Jeugdarts van de Jeugdgezondheidszorg van de GGD Groningen MEE-Groningen Accare gedragsdeskundigen (Accare is een instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie) GGZ/ Vanboeijen Praktijken voor logopedie en fysiotherapie in de regio, o.a De Hunze Praktijk Bureau Jeugdzorg, CJG Pleegzorg instanties NOVO Floortime Visio Autistenteam Noord Nederland Promens Care Stichting de Driehoek Stichting Sprank: Gezinsvervangende tehuizen SGJ ARBO Gemeente Groningen Diverse stage bedrijven
34
Andere functionarissen waarmee wordt samengewerkt: -
Leerplichtambtenaar Politie Gemeenteambtenaren voor het leerlingenvervoer REC scholen Visio Cluster 2/ Bartimeus RENN 4 SBO De Meerpaal BaO: Noorderbasis/ VGPONN Gomaruscollege: PrO
5.12 Veiligheid en meldcode Een veilige omgeving, zowel fysiek als sociaal, is voor kinderen buitengewoon belangrijk. We besteden daarom veel aandacht aan de veiligheid van het gebouw. Apparaten en speeltoestellen bijvoorbeeld worden regelmatig gekeurd. Ook de sociale veiligheid is belangrijk. Om het pesten tegen te gaan hebben wij een antipestprotocol. Het vergroten van sociale vaardigheden heeft in onze school volop de aandacht. Op een sociaal veilige school voelen leerlingen zich thuis. Ze komen graag naar school en voelen zich serieus genomen door de leerkrachten. Leerlingen op een sociaal veilige school pesten niet. De school tolereert geen discriminatie en seksuele intimidatie. De school heeft een contactpersoon, een interne vertrouwenspersoon, er is een klachtenregeling en een externe vertrouwenspersoon. De school werkt samen in netwerken van jeugdzorg en politie. De school gaat bestaand sociaal onveilig gedrag tegen en voorkomt dat gedrag ook door een actieve, positieve stimulering van sociaal gedrag. Hierbij valt te denken aan gedragsregels en onderwijs afgestemd op mogelijkheden van de individuele leerling. Hierdoor ontstaat een veilig klimaat waarbinnen de school problemen al in een vroeg stadium kan onderkennen en erop reageren. Het veiligheidsbeleid is niet alleen bedoeld om leerlingen een veilige plek te bieden, maar ook leerkrachten, directie, onderwijsondersteunend personeel, ouders en overige gebruikers hebben vanzelfsprekend recht op een veilige omgeving. Onze school heeft het beleid voor de waarborging van sociale veiligheid van leerlingen en personeel vastgelegd in het gedragsprotocol. Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan handelen wij zoals beschreven staat in de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van ons schoolbestuur. Deze code is te vinden op de website van de vereniging: www.noorderbasis.nl In de keten voor jeugdzorg werkt een groot aantal instellingen samen. Dat vergt optimale coördinatie, informatie-uitwisseling en afstemming. Soms gaat dit niet goed en dan dreigt een jongere tussen wal en schip te vallen. Dat moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Dat vinden ook de Groninger gemeenten en de provincie Groningen. Zij hebben besloten om het signaleringssysteem ‘Zorg voor jeugd in Groningen’ in te voeren. Het signaleringssysteem is bij uitstek een instrument dat gericht ondersteuning biedt om de coördinatie van zorg te versterken. De Steiger werkt hieraan mee. De GGD op school De GGD Groningen beschermt en bevordert de gezondheid van de bevolking in de provincie Groningen. Hieronder valt ook de jeugdgezondheidszorg. Door een landelijke wetswijziging heeft de GGD Groningen zijn werkwijze op het gebeid van de jeugdgezondheidszorg enigszins aangepast. 35
Bestaande Werkwijze Jeugdgezondheidszorg In het speciaal (basis) onderwijs bezoekt de jeugdarts regelmatig de school. De jeugdarts is beschikbaar voor vragen van ouders over de gezondheid van hun kind. Het telefoonnummer is: 050-3674000. Op het moment dat een leerling het speciaal onderwijs binnenkomt, vindt een instroomonderzoek plaats. Dit onderzoek gebeurt door de jeugdarts, vaak samen met een doktersassistente. Bij dit onderzoek zijn ook de ouders en/ of verzorgers aanwezig. Als dat nodig is, kan de jeugdarts vervolgonderzoek doen. Wanneer er aanleiding voor is zal de arts een kind oproepen voor nader onderzoek. Medische gegevens zijn bekend bij de jeugdarts. Informatie: ouders, leerkrachten en leerlingen krijgen regelmatig informatie van de GGD over onderwerpen op het gebied van gezondheid. Schoolkrantartikelen, folders of brochures worden via de school verspreid. Verder is ook veel informatie te vinden op www.ggdgroningen.nl Hier kan iedereen verschillende folders lezen of downloaden, bijvoorbeeld over bedplassen of slaapproblemen. Gezondheidsactiviteiten: de GGD heeft met de school elk jaar een gesprek over gezondheidsonderwerpen waaraan de school aandacht kan besteden en hoe de school dit kan doen. Ten behoeve hiervan zijn bij de GGD verschillende themakisten te leen over bijvoorbeeld voeding, mondgezondheid en pesten. Vragen over informatie? Hebt u vragen of wilt u iets weten over gezondheid? Neem dan contact op met het Informatie Centrum Gezondheid van de GGD Groningen, Hanzeplein 120, 9713 GW Groningen. Tel. 050-3674177 of zie de internetpagina www.ggdgroningen.nl. Geopend op werkdagen van 10.00 tot 16.30 uur. De schoolarts van onze school is een jeugdarts van de GGD. 5.13 Kinderen en Veilig Internetten Onze school maakt steeds meer gebruik van het internet. Internet is een prachtig medium voor het onderwijs, maar je kunt ook ongewenste zaken tegenkomen. Onze school kiest er voor om kinderen bewust te leren omgaan met internet. Internetten op school vindt plaats binnen de schooltijd. Deze tijd is dus bestemd voor onderwijs. Kinderen mogen daarom als regel nooit zomaar op internet, maar altijd met een duidelijke internetopdracht. En als ze wel een wat vrijere internetopdracht hebben maken we gebruik van sites en zoekmachines die speciaal voor kinderen bedoeld zijn. En er is toezicht. Dit kan door o.a. als leerkracht of ouder zicht te houden op het beeldscherm. Diens aanwezigheid en de mogelijkheid het beeldscherm te bekijken is vaak al genoeg om het bewust zoeken naar foute sites te voorkomen. Wanneer er ondanks alles toch iets verkeerds op het scherm verschijnt is het de taak van de leerkracht dit op een goede manier bespreekbaar te maken. Verder hebben we de volgende adviezen: Geef nooit persoonlijke informatie door op internet, zoals, naam, adres, telefoonnummer of het adres van de school, zonder toestemming van de leraar. Vertel het aan de leraar als je informatie ziet waardoor je je niet prettig voelt. Spreek nooit met iemand af die je online hebt ontmoet op internet, zonder toestemming van de leraar Stuur nooit op e-mailberichten een foto of iets anders van jezelf over internet zonder toestemming van de leraar Beantwoord geen onprettige e-mailberichten. Jij kunt er niets aan doen dat deze berichten bij je terecht komen. Vertel ook aan de leraar dat je vervelende berichten krijgt, dan kunnen er maatregelen genomen worden. Maak afspraken met de leraar wanneer en hoe lang je van internet gebruik mag maken op school en welke programma’s je mag gebruiken. In het VSO worden mobiele telefoons van leerlingen incidenteel ingezet voor leerdoeleinden. 36
6. Ouders 6.01 Ouderbezoeken/ -contacten Per cursusjaar is er een aantal vaste momenten van oudercontact: Wanneer September September
Voorjaar Juni
Gedurende het schooljaar Gedurende het schooljaar
Inhoud Ouderavond Bespreking Ontwikkelingsperspectief en klassenavond per groep Spreekavond Rapporten/Portfolio Bespreking Ontwikkelingsperspectief Evaluatie Ouderbezoek
Tijdsduur avondvullend 30 minuten per leerling
Bespreking Psychologisch Onderzoek Indien aan de orde
60 minuten
15 minuten per leerling 20 minuten per leerling
60 minuten
Wie Hele team Groepsleerkracht Ondersteuningscoördinator Groepsleerkracht Groepsleerkracht Ondersteuningscoördinator Groepsleerkracht Groepsleerkracht Orthopedagoog Ondersteuningscoördinator
Door middel van bovengenoemd proces schept de school de voorwaarden waardoor de leerling zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen. Er zijn twee momenten in het schooljaar waarop het Ontwikkelingsperspectief en de Handelingsplannen besproken wordt. In maart wordt er een leerlingenrapport en/of Portfolio meegegeven en besproken. 6.02 Betrokkenheid Ouderbetrokkenheid uit zich onder meer in het organiseren van informatieve bijeenkomsten, IHP besprekingen, ouderspreekavonden, huisbezoek en telefonische / mail contacten. Het is hierbij altijd heel belangrijk te weten wat men van elkaar verwacht, om zo tot een goede gezamenlijke aanpak te komen. Heen-en- weer schrift: veel contacten tussen school en thuis verlopen schriftelijk. In de SO onderbouw en bovenbouw wordt door de groepsleerkracht elke dag in een schrift een verslag van de dag gemaakt, m.u.v. de woensdag, met daarbij, als het wenselijk is, een persoonlijke noot. De ouders zijn vrij om elke dag wat terug te schrijven. Het is aan te raden daar wel gebruik van te maken, wanneer de leerling (nog) niet de mogelijkheid heeft om iets te vertellen. Het schrift kan dan een functie hebben tijdens het kringgesprek als elke leerling iets mag vertellen over wat hij of zij beleefd heeft. Weekbrief: in de VSO/stage groep ontvangen de ouders een weekbrief per mail op vrijdag en maken zij tevens gebruik van een agenda waarin de leerlingen zelf het lesrooster en andere bijzonderheden noteren. De agenda functioneert als een soort heen en weer map, maar er wordt een groter beroep gedaan op de leerling m.b.t. het zelf vertellen. Stagemap: Leerlingen die stage lopen krijgen een stage map mee, met daarin informatie over de stage. 37
Infobrief van de directeur: algemene informatie betreffende de school krijgt u 1 keer per maand d.m.v. de infobrief van de directeur. Telefonisch- en mailcontact: veel contacten vinden ook plaats per telefoon of per mail: we zijn een streekschool en de gesprekjes ‘bij het hek’ vinden bij ons niet plaats. Daarom hebben we de gewoonte bij allerlei kleine – en voor de leerlingen belangrijke- dingen gauw de telefoon te pakken om de ouders op de hoogte te houden en zo goed mogelijk één lijn te trekken in de aanpak van de leerling. Eens in de vier jaar ontvangen ouders (en leerlingen) een vragenlijst, waarmee ouders/verzorgers kunnen aangeven in hoeverre ze tevreden zijn over de school en de school als een veilige en leerzame omgeving waarderen. Wij streven naar een tevredenheidsscore van 85%.
Website: www.steigerzml.nl Hierop vindt u o.a. informatie over algemene zaken, de groepen, identiteit, organisatie en ambulante begeleiding. Van de actuele zaken probeert onze webmaster u op de hoogte te houden door regelmatig updates te geven. Kijkt u bijvoorbeeld eens bij het onderdeel groepsinformatie. We proberen regelmatig iets nieuws of foto’s op de website te plaatsen. Ook de laatste nieuwsbrief is op de website te lezen
6.03 ouders en de school Positie ouders Ouders zijn bij Passend Onderwijs direct belanghebbenden. Een belangrijk nevendoel van Passend Onderwijs is de positie van ouders te verstevigen zowel op individueel niveau ten aanzien van hun eigen kinderen als op collectief niveau. De rol van ouders en de school bij onderwijs en opvoeding is niet gelijk, maar wel gelijkwaardig. Vanuit deze grondhouding vindt de communicatie tussen school en ouders plaats. Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind; scholen zijn primair verantwoordelijk voor het onderwijs. Beiden zijn we gericht op hetzelfde doel: kinderen maximale kansen bieden. Als partners trekken school en ouders op om deze doelstelling te bereiken. Wij zien de ouders of verzorgers als de eerst verantwoordelijken voor onze leerlingen. Aan hen is met de geboorte van hun kind ook de opdracht gegeven, het op te voeden. Zij delen voor een deel deze opvoeding en onderwijstaak aan de school. Zowel op school als thuis wordt vanuit dezelfde christelijke motieven met de leerlingen omgegaan. Daarom vinden we contacten met ouders onmisbaar. Goed omgaan met en werken aan de ontwikkeling van leerlingen vraagt goede samenwerking tussen school en ouders. Ouderbetrokkenheid wordt binnen onze school van groot belang geacht. Zij hebben de grootste verantwoordelijkheid voor hun kind. Hierbij bieden wij de ouders graag onze medewerking aan. Op ‘De Steiger’ zien we de ouders/verzorgers als een belangrijke informatiebron als het gaat om de ontwikkelingsmogelijkheden van hun kind. Gegevens van leerlingen worden alleen naar andere instanties/ personen verstuurd als de ouders of de wettelijke vertegenwoordiger van de leerling daarvoor vooraf schriftelijk toestemming geeft.
38
Ouders en zorgplicht Als leerlingen in de loop van de schoolloopbaan een ondersteuningsvraag ontwikkelen die de basisondersteuning van de school overstijgt, worden ouders daarover geïnformeerd. Samen met de ouders bekijkt de school welke extra ondersteuning noodzakelijk is en of die op de eigen school dan wel elders geboden kan worden. De school ziet ouders hierbij als gelijkwaardige gesprekspartner. Ouders moeten er op kunnen vertrouwen dat de school in het belang van hun kind handelt en op basis van wederzijds gedeelde informatie tot een passend aanbod komt. Ouders zijn verplicht de school van alle relevante informatie op de hoogte te stellen, die verband kan houden bij een beslissing tot (-over)plaatsing. De school is verplicht ouders minimaal eens per jaar te informeren over de voortgang en wijzigingen van het opgestelde OPP.
Ouders en medezeggenschap Naast het recht op individuele ondersteuning van ouders bij toewijzing van (extra) ondersteuning voor hun kind is er ook collectieve belangenbehartiging in de vorm van medezeggenschap. De medezeggenschapsraad van de school bestaat uit twee ouders en twee leerkrachten. De raad vormt de brug tussen het bestuur en de school en richt zich vooral op beleidsmatige zaken. De raad heeft o.a. adviesrecht over de vaststelling en wijzigingen van dit ondersteuningsprofiel. Hiernaast kan de school, indien gewenst, ad-hoc werkgroepen instellen waarin ook ouders participeren. Hulp van ouders in de school Op veel scholen bestaat een activiteitencommissie, waarin ouders zitten die allerlei dingen voor de school doen. Omdat onze school een streekschool is, is het niet werkbaar voor ouders en ons om een activiteitencommissie te hebben. Onze ervaring is: als er iets moet gebeuren, kunnen we de ouders gewoon vragen. En dan helpen zij op ad hoc basis. We zijn begonnen met het organiseren van schoonmaakavonden in de school. Op deze avonden worden ouders uitgenodigd een bijdrage te leveren aan het schoonmaken van de school. Deze schoonmaakavonden worden vanaf 1-8-2015 georganiseerd door de Afdelings Raad (AR) in de maanden februari en juni en staat in de jaarplanning.
6.04 Informatie aan gescheiden ouders Met betrekking tot het geven van informatie aan gescheiden ouders houden we ons aan de wettelijke regels die door de overheid zijn gesteld. De school heeft daarvoor een protocol. Ouders en financiën Onderwijs kost geld. Gelukkig betaalt de overheid verreweg het grootste deel. Maar voor een aantal zaken moeten we een beroep doen op de ouders; anders kunnen we ze niet organiseren. Binnen onze schoolvereniging is, met instemming van de medezeggenschapsorganen, het volgende afgesproken. 6.05.01 Vrijwillige ouderbijdragen Voor diverse schoolactiviteiten vragen wij een bijdrage van de ouders. Het is een vrijwillige bijdrage; toelating van kinderen is niet afhankelijk van het betalen van die bijdrage. De ouderbijdrage is bestemd voor schoolreisjes, excursies, festiviteiten (christelijke feestdagen, Sinterklaas, verjaardagen), afscheid leerlingen en sportactiviteiten (sportdag). Om deze activiteiten te kunnen betalen vragen wij € 85,00. (schoolkamp: € 75,- viering St. Nicolaas: € 5,- en viering Kerst: € 5,-). 39
Aan alle ouders wordt één keer een contract toegezonden. Door ondertekening ervan maken ze hun instemming met de besteding van de middelen kenbaar. U vindt dit document als bijlage achter in deze schoolgids. De bijdragen worden door de Steiger geïnd.
6.05.02 Broodgeld Voor de leerlingen in de onderbouwgroep wordt een bijdrage gevraagd van € 90,- per jaar. Dit broodgeld dient ter dekking van de kosten voor het gebruik van de lunch op school. De leerlingen van de SO bovenbouw en de VSO/stagegroep nemen zelf hun lunchpakket mee. 6.05.03 Contributie Veel ouders zijn lid van de schoolvereniging Noorderbasis. Leden betalen € 25,- contributie per jaar. Noorderbasis is door de belastingdienst erkend als een ANBI instelling (Algemeen Nut Beogende Instelling). Dat betekent dat u voor de inkomstenbelasting giften aan Noorderbasis kunt opgeven als aftrekpost. Ouders die lid zijn van een Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt , Nederlands Gereformeerde Kerk of een Christelijke Gereformeerde Kerk, kunnen lid zijn van de Vereniging voor Gereformeerd Speciaal Onderwijs te Groningen. We vinden het waardevol dat deze ouders lid zijn. Ouders kunnen lid worden via het secretariaat van de vereniging, Postbus 70018, 9704 AA Groningen. De contributie is € 17,50. Ouders zijn niet automatisch lid als hun kind naar de Steiger gaat. Voor wie geen lid wil of kan worden staat de mogelijkheid open om donateur te worden voor een zelf te bepalen bedrag. We denken aan een minimumbedrag van € 5,00 per jaar. Leden en donateurs ontvangen enkele keren per jaar een nieuwsbrief. Bij de aanmelding van een kind voor de school wordt de ouders gevraagd of ze lid of donateur wilt worden. 6.05.05 PGB Ouders hebben de mogelijkheid een Persoonsgebonden Budget (PGB) aan te vragen voor hun kind. Informatie hierover kunt u inwinnen bij de gemeente waar u woont. 6.06 Sponsoring Scholen kunnen zich laten sponsoren. Het geld wat hiermee verkregen wordt kan gebruikt worden voor het onderwijs en / of voor allerlei nevenactiviteiten en extraatjes. Wij staan dan ook niet afwijzend tegenover sponsoring. Wel vinden we dat dit in goede banen geleid moet worden. Daarom is er een sponsorbeleidsplan gemaakt. Dit plan ligt op school ter inzage. Kort gezegd komt het er op neer dat sponsoring aan een aantal voorwaarden moet voldoen: Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die onze school aan het onderwijs stelt. Speciale aandacht richten wij op sponsoruitingen in gesponsord lesmateriaal. Ouders die klachten hebben over sponsoring, uitingsvormen van sponsoring en niet akkoord gaan met de wederprestatie die aan de sponsoring verbonden is, kunnen een klacht indienen bij de klachtencommissie van de school
40
6.07 Klachtenregeling Of het nu om leerlingen gaat, om hun ouders, om leerkrachten, om bestuursleden, of om vrijwilligers, al degenen die bij de school betrokken zijn, kunnen klachten indienen over iets waar zij het niet mee eens zijn. Natuurlijk kunnen heel wat probleempjes en problemen in onderling overleg op de juiste wijze worden afgehandeld. Als iemand ergens niet tevreden over is, dan zal hij in eerste instantie naar degene toegaan die daarbij direct betrokken is. Dat is meestal de leerkracht of de schoolleider. Zij zullen dan proberen het probleem op te lossen; als het kan meteen, maar in ieder geval zo spoedig mogelijk. Eventueel kan de klacht ingediend worden bij de bovenschoolse directie of het bevoegd gezag (centraal bestuur). Als het probleem niet kan worden opgelost of als het gaat om een ernstig probleem, dan kan contact worden opgenomen met de vertrouwenspersoon van de school, eventueel na doorverwijzing door de contactpersoon van de school. Hun namen en adressen vindt u elders in de schoolgids. De school is aangesloten bij de landelijke Klachtencommissie voor het gereformeerd onderwijs. Als de vertrouwenspersoon niet kan bemiddelen in het probleem, dan heeft de klager het recht daar een klacht in te dienen. De vertrouwenspersoon helpt zo nodig hierbij. Gaat de klacht over mogelijk strafbare feiten, dan kan de vertrouwenspersoon helpen bij het doen van aangifte bij politie en justitie. De klacht moet worden ingediend bij het bevoegd gezag of bij de klachtencommissie. Vermoedens van seksuele intimidatie / misbruik moeten verplicht gemeld worden bij het bevoegd gezag. Die plicht hebben volgens de wet allen die aan de school verbonden zijn; ook de contactpersoon. Het bevoegd gezag neemt direct contact op met de vertrouwensinspecteur, waarbij wordt bekeken of er aangifte gedaan moet worden bij justitie. De volledige klachtenregeling (met een toelichting erbij) is op school in te zien. Daarnaast is er in verband met de kwetsbaarheid van sommige zaken, de mogelijkheid om bij de vertrouwenspersoon een exemplaar van de klachtenregeling aan te vragen. 6.08 WA-verzekering De school heeft via Verus een collectieve WA-verzekering afgesloten. Hiermee wordt alle aansprakelijkheid gedekt, ook ouderparticipatie en schoolreisjes/-kamp. Voor de leerlingen hebben we geen ongevallenverzekering. We vinden dit geen taak van de school. Ouders kunnen uiteraard zelf een dergelijke verzekering afsluiten.
41
7. Schooltijden, vakantie en verlofregeling 7.01 Schooltijden De schooltijden zijn: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.30 tot 14.45 uur. Woensdag van 8.30-12.30 uur. Wij voldoen hiermee aan de wet, die voorschrijft dat de kinderen 1000 uren per jaar naar school gaan. 7.02 Vakantierooster en vrije dagen Vakantierooster voor de leerlingen 1e schooldag 17 augustus 2015 Studiedag 16 oktober Studiedag NoorderBasis Nog niet bekend herfstvakantie 19-23 oktober kerstvakantie 21 december- 1 januari voorjaarsvakantie 29 februari -4 maart 2016 studiedag 7 maart Goede vrijdag 25 maart e 2 paasdag 28 maart Koningsdag 27 april meivakantie 2 mei – 13 mei 2e pinksterdag 16 mei Studiedag 13 juni Vrijdag voor de zomervakantie 15 juli Zomervakantie 18 juli- 26 augustus
Extra vrije dagen onderbouw op woensdag 26 augustus 23 september 28 oktober 18 november 4 december: middag vrij 20 januari 24 februari 23 maart 20 april 25 mei 29 juni
1 dag 1 morgen (woensdag) 1 week 2 weken 1 week 1 dag 1 dag 1 dag 1 morgen (woensdag) 2 weken 1 dag 1 dag 1 dag 6 weken
Extra vrije dagen onderbouw en terugkomdagen 9 september 7 oktober 4 november 9 december 6 januari 10 februari 9 maart 6 april 8 juni 6 juli
42
Jaarplanning Eerste schooldag Ouderavond Spreekavond OPP Sinterklaas Kerstviering Schoonmaakavond Musical o.l.v. de Vliegende Speeldoos Rapport/ Portfolio mee Pannenkoeken dag Koningsspelen Schoolkamp Spreekavond OPP
17 augustus 2015 24 augustus 2015 1 en 2 september 2015 Vrijdag 4 december2015 Vrijdag 18 december 2015 Februari en juni 2016 Februari 2016 Maart 2016 Maart 2016 Vrijdag 22 april 2016 22,23 en 24 juni 2016 28 en 29 juni 2016
7.03 Verlof buiten de schoolvakanties Het aanvragen van verlof moet schriftelijk gebeuren. De school heeft hiervoor een formulier. Onwettig verzuim moet door de schooldirecteur aan de leerplichtambtenaar worden gemeld. Een verzoek om extra schoolverlof kan worden ingewilligd als er sprake is van een van de volgende omstandigheden: verhuizing binnen de gemeente voor ten hoogste 1 dag; bij gezinsuitbreiding (geboorte, adoptie) voor ten hoogste 1 dag; bij ernstige ziekte van (een van) de ouders; overlijden van bloed- of aanverwanten t/m 3e graad. 1e graad (vader, moeder) voor ten hoogste 4 dagen 2e graad (broer, zus, opa, oma) voor ten hoogste 2 dagen 3e graad ( oom, tante, neef, nicht) voor ten hoogste 1 dag; voor het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten van de 1e en 2e graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk in of buiten de woonplaats van belanghebbende wordt gesloten; 25-, 40,- 50- of 60-jarig huwelijks- of ambtsjubileum van bloed- of aanverwanten van de 1e en 2e graad voor ten hoogste 1 dag; viering van nationale feest- en gedenkdagen voor leerlingen uit culturele minderheden; in geval van noodzakelijk vakantieverlof op medische of sociale indicatie van een van de gezinsleden; voldoen aan wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de normale lesuren kan gebeuren; andere dan hierboven genoemde omstandigheden in zeer bijzondere gevallen. 7.04 Ziekte Bij ziekte van uw kind verzoeken wij u dit voor schooltijd zelf door te geven. Dit kan telefonisch, schriftelijk of persoonlijk. Liever niet via een ander kind. Ook kan er gebruik gemaakt worden van de speciale ziekmeldingenlijn, waarbij u de ziekmelding van uw kind kunt inspreken op het antwoordapparaat. Telefoonnummer: 050-5752858.
43
7.05 Verlof voor behandeling onder schooltijd Soms moeten kinderen langdurig therapie volgen of behandelingen ondergaan, die niet buiten de schooltijden kunnen worden gepland. In principe kan toestemming worden verleend voor maximaal een half jaar en 90 minuten per week (inclusief reistijd). Bij belangrijke schoolevenementen of toetsen, te bepalen door de schoolleiding, dient u de afspraak met de behandelaar af te zeggen c.q. de afspraak te verplaatsen. 7.06 Schorsing en verwijdering Een leerling die de rust of veiligheid op school ernstig verstoort, kan worden verwijderd. Het moet gaan om herhaald wangedrag, dat onmiskenbaar een negatieve invloed heeft op andere leerlingen en een goede gang van zaken ernstig belemmert. De beslissing over toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen berust bij de directeur van de school, die daarvoor door het bevoegd gezag (het centraal bestuur) is gemandateerd. Voordat wordt besloten tot schorsing en/of verwijdering hoort het bestuur de betrokken groepsleerkracht. Definitieve verwijdering van een leerling vindt niet plaats dan nadat het bestuur ervoor heeft gezorgd heeft, dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Als gedurende 8 weken aantoonbaar, maar zonder succes, gezocht is naar een andere school, kan tot definitieve verwijdering worden overgegaan. De school moet u vertellen dat men van plan is het kind te verwijderen. U kunt tegen de verwijdering een bezwaarschrift indienen bij het bestuur. Bij een negatieve beslissing kunt u via een kort geding proberen verwijdering tegen te gaan.
8. Overige informatie 8.01 Foto’s, films van onze leerlingen Soms nemen we foto’s van onze leerlingen op in de maandbrief, de schoolgids of in andere publicaties. Soms wordt er ook gebruik gemaakt van filmmateriaal. Daarnaast kunnen de leerlingen ook te zien zijn op de website. Wanneer u er bezwaar tegen heeft dat daarvoor een foto wordt gebruikt waar uw kind herkenbaar op staat, laat u ons dat dan even schriftelijk weten? 8.02 Christelijke feestdagen Elk schooljaar wordt er aandacht besteedt aan de christelijke feestdagen. Elk jaar wordt er één christelijke feestdag gekozen om speciale aandacht aan te geven. De invulling van deze feestdag is bijvoorbeeld door een viering met Kerst, het gezamenlijk eten van een paasontbijt, of het spelen van een Bijbelse theatervoorstelling die bedoeld is voor alle groepen. 8.03 Verjaardagen Het is een goede gewoonte om op school de verjaardag van de leerlingen te vieren. De verjaardag wordt in de klas gevierd. De leerling neemt dan een traktatie mee voor de leerlingen van zijn groep en voor de meesters en juffen. In de onderbouw wordt de verjaardag zo mogelijk met de ouders van het kind gevierd. Iedere leerling neemt dan een kaart voor de jarige mee. 8.04 Hoofdluizen Iedere woensdag na een vakantie worden de leerlingen gecontroleerd op luizen. Dit is een preventieve maatregel om de luizen zoveel mogelijk uit de school te houden. Als er luizen waargenomen worden bij uw kind wordt u op de hoogte gebracht. Van de ouders vragen wij ons op de hoogte te stellen als u luizen constateert bij uw kind. Dan kunnen we de andere leerlingen op de hoogte stellen, zodat de ouders maatregelen kunnen treffen. Indien nodig wordt de luizencontrole uitgebreid.
44
8.05 Leerlingenvervoer Aangepast vervoer is voor vrijwel alle leerlingen noodzakelijk. Het vervoer moet door de ouders aangevraagd worden bij de gemeente. U kunt dit doen door een formulier in te vullen, dat u bij het gemeentehuis kunt aanvragen. De vervoersverklaring wordt in de maand april door de directeur namens de CVB van school toegezonden ter ondersteuning van uw aanvraag. Er kunnen kosten zijn verbonden aan het aangepast vervoer wanneer uw belastbaar inkomen boven een bepaald bedrag ligt. Per gemeente is het bedrag van de eigen bijdrage nog wel eens verschillend. Voor wie het echt nodig heeft is er een landelijk vervoersfonds. Afhankelijk van het inkomen kan dan aan dit fonds een bijdrage worden gevraagd. Slechts weinigen komen hiervoor in aanmerking. Informatie daarover kunt u via de school verkrijgen bij de directeur. 8.06 Vieringen in de eigen kerk Wanneer er in de eigen kerkelijke gemeente een viering of aangepaste kerkdienst is, zoals bijvoorbeeld Kerstfeest en Pasen, is het belangrijk dat ook de leerlingen van De Steiger daarbij worden betrokken. Veel commissies in de kerk zijn daar attent op, maar het is verstandig dat ouders daar zelf ook aandacht voor vragen.
8.07 Schoolreisjes, excursies en schoolkamp De leerlingen van de Steiger gaan elk jaar één keer gezamenlijk op schoolkamp met de leerkrachten, de onderwijsassistenten en de directeur. Dit geldt voor alle leerlingen, dus van klein tot groot. Het schoolkamp duurt 3 dagen. In de weken voorafgaand aan het schoolkamp wordt het thema in de klassen uitgewerkt. Er zijn geen schoolreisjes op de Steiger, wel worden er in het kader van cultuur kleine uitstapjes gemaakt. 8.08 Gymnastiek De gymlessen worden gegeven in het gymlokaal aan de Goudlaan. Ook maken we gebruik van het bewegingslokaal in het eigen schoolgebouw. De leerlingen dragen als gymkleding een korte broek, een T-shirt en gymschoenen. Zou u dat in het begin van het jaar mee kunnen geven in een stoffen tas, met daarop de naam van uw kind. De gymkleren van de leerlingen gaan waar nodig mee naar huis om gewassen te worden. 8.09 werkkleding Omdat deze leerlingen elke week praktijkvakken volgen, is het belangrijk om voor het volgende vak mee te nemen: koken: schort LOL en externe stage: werkkleding, werkschoenen, e.d in overleg met de stageplek Hierdoor wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de kleding van de leerlingen vuil wordt. De spullen kunnen op school blijven. Af en toe worden de schorten meegegeven naar huis om gewassen te worden, of we wassen op school tijdens de interne stage.
45
9.
Namen en adressen
Een adressenlijst van leerlingen en ouders wordt separaat verstrekt Contactpersonen: Binnen de school:
mw. G. de Jonge
Vertrouwenspersoon:
De heer A. Bloemendal Reddingiusweg 71 9744 BJ Hoogkerk Tel. 050-5567021
Inspectie van onderwijs: publieksinformatie, postbus 51 (tel. 0800-8051 gratis)
Vertrouwensinspecteur: 0900-1113111 Website:
www.onderwijsinspectie.nl
Klachtencommissie: Klachtencommissie voor Gereformeerd Primair en Voortgezet Onderwijs p/a Marinus Postlaan 23 8264 PB Kampen
46
Mailadres: Bezoekadres: Postadres: Telefoon: Dagelijks bestuur: R. van den Berg P.W. Pruim, Zuidhorn K. van der Velden, Drachten S. Hoekstra, Buitenpost Centrale directie: R. van den Berg H. Schipper
Ledenadministratie G. de Roo R. Wagenaar
[email protected] Industrieweg 22, 9804 TG Noordhorn Postbus 6, 9800 AA Zuidhorn 0594-500649
Algemeen directeur Penningmeester Voorzitter Algemeen Bestuur
Algemeen directeur 06-33646167
[email protected] Directeur onderwijs 06-50673466
[email protected]
[email protected] [email protected]
Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad Oudergeleding GMR Jetze van der Veen, De Fontein (vz) Marjen Krijgsheld, De Steiger Vacature per juli 2015 Vacature per juli 2015 Personeelsgeleding GMR Corry Sierksma, Lk/IB’er De Parel Tiny Verwey , Lk De Schakel Jillie Doorten, IB’er De Meerpaal Vacature per juli 2015 Secretariaat GMR Noorderbasis Postbus 6 9800 AA Zuidhorn
[email protected] Voor verdere gegevens: zie www.noorderbasis.nl
47
Samenwerkingsverband Groningen, primair onderwijs Telefoon: 050-5209120 Mail CvA:
[email protected] Mail CI
[email protected] Postadres: Postbus 8061, 9702 AC Veendam. Samenwerkingsverband Friesland, primair onderwijs Adres: Fonteinland 11, 8913 CZ Leeuwarden Telefoon: 058 294 89 37 Mailadres:
[email protected] Samenwerkingsverband Drenthe, primair onderwijs Postadres: Postbus 136, 9400 AC Assen Telefoon: 0592-820500
Samenwerkingsverband Groningen, voortgezet onderwijs Postadres: Postbus 744, 9700 AS Groningen Telefoon: 06-55 34 82 25
Samenwerkingsverband Friesland, voortgezet onderwijs Postadres: Mora 2-8, 9204 KH, Drachten Telefoon: 0512-72 60 17 E-mailadres:
[email protected]
Samenwerkingsverband Drenthe, voortgezet onderwijs Postadres: Postbus 109, 9410 AC Beilen Telefoon: 06-55335522
48