Schoolgids Willinkschool

Schoolgids Willinkschool 2015-2016

Schoolgids 2015 – 2016

Willinkschool

1


Laat je ontdekken! Willinkschool Rijksstraatweg 89 2121 AD Bennebroek Tel. 023 - 584 6505 Fax. 023 - 584 0895 Website: www.willinkschool.nl E-mail: [email protected] Directeur: Paulien Dubelaar

2


Voorwoord Beste ouder(s)/verzorger(s), Voor u ligt de nieuwe schoolgids van de Willinkschool. Een gids met alle belangrijke informatie over de school. De basisschool is een belangrijke plek voor een belangrijk mens: uw kind! Uw kind zal acht jaar op de basisschool doorbrengen. Een school kies je dan ook met zorg uit. Onze school heeft deze gids samengesteld om u te helpen een goede keus maken. In de schoolgids beschrijven wij waar we voor staan, welke uitgangspunten wij hanteren en hoe wij proberen de kwaliteit te waarborgen en te verbeteren. Natuurlijk is deze schoolgids ook bedoeld voor ouders die nu kinderen op onze school hebben. Met deze schoolgids willen wij u informeren over belangrijke zaken rond onze school: onderwijskundige keuzes en de nodige zakelijke informatie. De schoolgids wordt eenmalig verstrekt aan nieuwe ouders/verzorgers. Daarnaast is de schoolgids altijd beschikbaar op onze website. Elk jaar wordt de schoolgids aangepast. Ieder jaar ontvangen ouders/verzorgers de jaarlijkse schoolkalender, waar de activiteiten van het schooljaar opstaan. We denken dat deze kalender een praktisch handvat is om alle gegevens overzichtelijk bij elkaar te hebben. Onze activiteiten zijn erop gericht goed onderwijs te bieden aan kinderen van vier tot en met twaalf jaar. Kwalitatief goed onderwijs in een veilige, ruime omgeving! Wij hopen u op onze school te mogen ontmoeten. Met vriendelijke groet namens het team van de Willinkschool, Paulien Dubelaar Directeur

3


Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: 1.1 1.2 1.3 Hoofdstuk 2: 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15 2.16 2.17 2.18 2.19 2.20 2.21 Hoofdstuk 3: 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16

De school Ontstaansgeschiedenis Identiteit Visie De organisatie Schooltijden Het team Taken en functies binnen het team Mailadressen Groepsindeling Verantwoordelijke van de dag De (combinatie)groepen Overblijven Naschoolse opvang Luizen Gezonde school Verjaardagen Allergieën Acties Parkeren Fietsen Fotograaf Moeder- en vaderdag Buitenschoolse activiteiten Sportwedstrijden Stichting Salomo Het onderwijs Doelgericht werken Groep 1 en 2 Groep 3 t/m 8 Lezen en taal Schrijven Rekenen Geschiedenis Aardrijkskunde Natuur en Techniek Verkeer Engelse taal Sociaal-emotionele ontwikkeling Culturele vorming Bewegingsonderwijs ICT Project

7 7 8 10 10 10 11 11 12 12 13 13 14 14 14 14 14 14 15 15 15 15 15 15 17 17 18 18 19 19 20 20 20 21 21 21 21 22 23 23

4


Hoofdstuk 4: 4.1 4.2 4.3 4.4 Hoofdstuk 5: 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 Hoofdstuk 6: 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10 6.11 6.12 6.13 6.14 6.15 6.16 Hoofdstuk 7: 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8

Werken aan kwaliteit Opbrengstgericht werken Op weg naar het Voortgezet Onderwijs Onze resultaten Het schoolplan en jaarplan Zorg en begeleiding Zorg voor wie zorg behoeft Speciale zorg voor kinderen met speciale behoeften Zorg voor meer- hoogbegaafde kinderen Intern begeleider Een jaar ‘doorleren’ Inzet externe deskundigen Leerlingen met ondersteuningsbehoefte Samenwerkingsverband (Weer Samen Naar School) Logopedie Samenwerking jeugdgezondheidszorg GGD Kennemerland CJG Onderwijsondersteuning Het onderwijsloket Postbus 51 Betrokkenheid en inspraak ouders Contact ouders en school De medezeggenschapsraad (MZR) De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) Ouderraad (OR) Klankbordouders Klassenouders Sportcommissie Ouderhulp Contacten met de leerkracht De nieuwsbrief De website Gescheiden ouders Ouderbijdrage Schoolfonds Sponsoring Afspraken over de samenwerking tussen ouders en school Leerplicht, verlof en verzuim Vakantierooster en studiedagen Ziekmelding Leerplicht Verlof Vrijstelling van onderwijs Vrijstelling i.v.m. toptalenten sport en cultuur Schorsing Verwijdering

24 24 26 27 28 28 29 29 29 30 30 33 33 33 34 34 35 35 36 36 36 37 37 38 38 38 38 39 39 39 39 40 40 41 42 43 43 43 44 44 45 45

5


Hoofdstuk 8: 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9 8.10 8.11 8.12 Hoofdstuk 9: 9.1 9.2 9.3

Bijlage: Salomo

Afspraken, rechten, plichten en klachtenregeling Afspraken Regels voor de leerlingen Regels voor de ouders Algemene aansprakelijkheid Schoolongevallenverzekering Het vervangingsprotocol van Salomo Veiligheid op school Pestprotocol Kindermishandeling en huiselijk geweld Verwijsindex Meldplicht en aangifteplicht bij seksuele intimidatie en geweld Klachtenregeling Aanmelding leerlingen Aanmelding leerlingen groep 1 Aanmelding leerlingen groep 2 t/m 8 Uitschrijving

47 47 47 48 48 48 49 50 50 50 51 51 53 53 54

55

6


7

Hoofdstuk 1: De school 1.1 Ontstaansgeschiedenis De Willinkschool is in 1904 opgericht door freule Willink. De voorgevel van het gebouw en onze schoolbel zijn tastbare herinneringen aan lang vervlogen tijden. In de directiekamer is een hardstenen gevelsteen te zien met de tekst: 'Uit liefde voor het Chr. onderwijs is deze school gesticht door mevr. J.G.M. Willink, ambachtsvrouwe van Bennebroek, 1 juni 1904'. Het ontwerp van de school is van J.A.G van der Steur. Oorspronkelijk bestond het schoolgebouw uit een hoofdgebouw met één klaslokaal, en op de verdieping het woonhuis van de schooldirecteur. Tevens was er een aanbouw met twee klaslokalen en de schoolentree. Het gebouw heeft neorenaissancekenmerken, elementen uit de Engelse landhuisstijl en Berlagiaanse rationele stijlkenmerken. Onderdelen van de school zijn beschermenswaardig en daarom staat de school op de gemeentelijke monumentenlijst.

1.2 Identiteit Wij vinden het belangrijk dat de kinderen, maar ook de teamleden en ouders zichzelf mogen zijn. Jezelf zijn betekent dat je mag zijn wie je bent, zonder jezelf groter of kleiner voor te doen. Je bent altijd jezelf in relatie tot de ander. Oog voor de ander is daarom van essentieel belang. Wij willen dat iedereen zich welkom kan voelen. Op de Willinkschool zijn we allemaal gelijk, ook al zijn we allemaal verschillend. De verschillen zien wij als verrijking, want daarmee kan je de ander aanvullen en kan de ander jou aanvullen.

Onze kernwaarden zijn: GENEREUS in hulp en aandacht GERICHT op proces en resultaat GENIETEND!

We zijn een school. Dit betekent dat kwalitatief goed onderwijs bieden in een veilige omgeving een vanzelfsprekendheid is! Onze relatief kleine school zorgt voor een warme en persoonlijke sfeer. Op onze school zijn alle kinderen en ouders, ongeacht levensbeschouwing of geloofsovertuiging, welkom. Wij willen dat iedereen zich welkom, veilig en gerespecteerd kan voelen. We werken op de Willinkschool vanuit een Christelijke levensovertuiging. We hebben respect voor en een open houding ten aanzien van diversiteit. Het team ondersteunt de kinderen bij hun levensbeschouwelijke ontwikkeling. Daarbij komen verschillende godsdiensten en levensvisies aan bod. Dit doen wij o.a. met de methode ‘Trefwoord’. Ieder kind wordt gestimuleerd een eigen kijk op het leven te


ontwikkelen en te bepalen wat voor hem of haar zinvol, mooi en waar is. We willen ons richten op de overeenkomsten met andere levensovertuigingen en de kinderen leren met respect om te gaan met de verschillen. De belangrijke Christelijke feestdagen worden met elkaar gevierd.

Laat je ontdekken!

1.3 Visie Onze maatschappij verandert voortdurend. En met de maatschappij verandert ook ons onderwijs. Om onze kinderen op te leiden voor een goede plek in de maatschappij is meer nodig dan alleen kennisoverdracht en het aanleren van schoolse vaardigheden. Op de Willinkschool is veel aandacht voor samenwerken, kritisch denken, zelfstandigheid, plannen en organiseren, persoonlijke ontwikkeling, sociale vaardigheden en communicatie. Wij vinden het belangrijk dat: … kinderen zich veilig en geaccepteerd voelen. … kinderen zichzelf en de ander (kunnen) vertrouwen. … kinderen verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen gedrag. … kinderen leren om samen te werken. … kinderen leren zelfstandig te werken. … kinderen leren te leren. … kinderen leren kritisch na te denken.

De leerlingen zijn (mede)eigenaar van hun leerproces. Wij activeren dit eigenaarschap doordat kinderen weten aan welke doelen zij werken en hoe zij die doelen gaan realiseren. Kinderen worden gestimuleerd en hen wordt geleerd om te evalueren en te reflecteren op gestelde doelen. De Willinkschool beschouwt zich als een leefgemeenschap van leerlingen, leerkrachten en ouders. Wij vinden het belangrijk dat allen zich sterk betrokken voelen bij de school. Respect voor elkaar en leren vanuit succeservaringen zijn voor ons belangrijke pijlers. Er wordt veel aandacht besteed aan de veiligheid voor kinderen. We willen dat leerlingen leren voor zichzelf op te komen. Dit betekent dat we de relatie tussen leerlingen onderling, maar ook die tussen leerling en leerkracht veel aandacht geven.

Daarnaast werken we aan de zelfstandigheid van kinderen. We stimuleren het zelfstandig werken van kinderen, zodat ze zelf verantwoordelijkheid leren dragen voor hun keuzes en de planning van hun activiteiten. We vinden het belangrijk dat kinderen leren zelf oplossingen te zoeken en nieuwe wegen in te slaan. We willen kinderen stimuleren tot actief en probleemoplossend leergedrag, bijvoorbeeld door ontdekkend leren te bevorderen. We vinden het belangrijk dat zij een actieve rol spelen in hun eigen leer- en ontwikkelingsproces. Ook hier speelt het zelfstandig werken een grote rol. Deze processen willen we optimaliseren door situaties te creëren waarin samenwerking wordt gestimuleerd.

8


Ieder kind is anders en leert anders. Wij hebben een systeem op onze school dat recht doet aan die verschillen. De leerkrachten hebben een positieve verwachtingsvolle houding naar het kind. Zij hebben een goede relatie, gebaseerd op wederzijds respect, waarin het kind zich gekend weet.

9


Hoofdstuk 2: De organisatie 2.1 Schooltijden Groep 1

Groep 2 t/m 4

Groep 5 t/m 8

maandag

8.30 - 12.00

8.30 - 14.45

8.30 - 14.45

dinsdag

8.30 - 14.45

8.30 - 14.45

8.30 - 14.45

woensdag

8.30 - 12.15

8.30 - 12.15

8.30 - 12.15

donderdag

8.30 - 14.45

8.30 - 14.45

8.30 - 14.45

vrijdag

8.30 - 12.00

8.30 - 12.00

8.30 - 14.45

Om tien voor half 9 gaan de deuren van de school open. De kinderen van groep 1 t/m 3 mogen door hun ouders naar de groep gebracht worden. Groep 4 t/m 8 komt zelfstandig de school binnen. Om half negen willen we graag met de lessen beginnen. Daarom vragen we de ouders van groep 1 t/m 3 om op tijd het lokaal te verlaten. Ouders met leerlingen in groep 4 t/m 8 nemen buiten op het plein afscheid van hun kind. Als een ouder iets aan de leerkracht wil vragen of wil mededelen, kan hij/zij dat tussen 8.20 uur en 8.30 uur doen. De eerste vrijdag van de maand zijn de ouders van de kinderen uit groep 4 t/m 8 welkom in de klas van 8.20 tot 8.30 uur. 2.2 Het team Ons schoolteam bestaat uit een directeur, 11 leerkrachten, twee vakleerkrachten gymnastiek, een vakleerkracht Engels, een onderwijsassistent, een administratief medewerker en een conciërge. Eén van de leerkrachten is tevens intern begeleider. Twee van de leerkrachten, de bouwcoördinatoren, vormen samen met de intern begeleider en de directeur het managementteam. De directeur is belast met de algemene leiding van de school. 2.3 Taken en functies binnen het team Directeur Intern begeleider Aandachtsfunctionaris Intern vertrouwenspersoon Bouwcoördinator groep 1-3 Bouwcoördinator groep 4-8 Specialist ‘gedrag’ Anti-pestcoördinator Specialist ‘ICT en mediawijsheid’ Preventiemedewerker Vakleerkracht gymnastiek Vakleerkracht Engels Administratieve ondersteuning Conciërge

Paulien Dubelaar Willemijn Schmidt Willemijn Schmidt Willemijn Schmidt Marjanne Kampinga Francien van Gulickx Willemijn Schmidt Willemijn Schmidt Rob Siebeling Francien Gulickx Harry van der Meer Robin van Kooten Dominique Wijs Ingrid Keur Edwin van Keulen

10


11

2.4 Mailadressen Paulien Dubelaar Ingrid Keur Pauline van der Wal Femke Monster Marjanne Kampinga Marianne Tamis Jacoline van Roon Mart van der Slot Willemijn Schmidt Rob Siebeling Dominique Wijs Harry van der Meer Robin van Kooten Elvera van Niel Eveline Hilverda Charlotte Elzinga Francien Gulickx

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

2.5 Groepsindeling 2014-2015 Groep

maandag

dinsdag

woensdag

donderdag

1/2 a

Pauline van der Wal*

Elvera van Niel

Pauline van der Wal Pauline van der Wal

Pauline van der Wal

1/2 b

Femke Monster*

Femke Monster

Femke Monster

Femke Monster

3

Marjanne Kampinga

Marjanne Kampinga

Marjanne Kampinga Marjanne Kampinga

Marjanne Kampinga

4

Jacoline van Roon

Jacoline van Roon

Jacoline van Roon

Jacoline van Roon

Jacoline van Roon

5

Francien Gulickx

Francien Gulickx

Francien Gulickx

Francien Gulickx

Eveline Hilverda

6

Rob Siebeling

Rob Siebeling

Willemijn Schmidt

Rob Siebeling

Rob Siebeling

6/7

Marianne Tamis

Marianne Tamis

Elvera van Niel

Elvera van Niel

Elvera van Niel

Femke Monster

vrijdag


8

Mart van der Slot

Mart van der Slot

Charlotte Elzinga

Charlotte Elzinga

Mart van der Slot

12

Mart van der Slot

Marianne Tamis

Charlotte Elzinga

Charlotte Elzinga

* Op maandagmiddag krijgen de kinderen van groep 2a en 2b gezamenlijk les van Femke Monster. De kinderen van groep 1 zijn op maandagmiddag vrij. 2.6 Verantwoordelijke van de dag Voor de dagelijkse gang van zaken kunt u terecht bij: 1e verantwoordelijke

2de verantwoordelijke

Maandag

Paulien Dubelaar

Willemijn Schmidt

Dinsdag

Paulien Dubelaar

Marjanne Kampinga

Woensdag

Willemijn Schmidt

Francien Gulickx

Donderdag

Paulien Dubelaar

Willemijn Schmidt

Vrijdag

Marjanne Kampinga

Rob Siebeling

2.7 De (combinatie)groepen De Willinkschool heeft in het schooljaar 2015-2016 acht groepen: Groep 1/2A Groep 1/2B Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 6/7 Groep 8 De groepsgrootte verschilt sterk per klas. De groepen hebben gemiddeld 25 kinderen. In de onderbouw zijn de groepen rond de 20 leerlingen en in de midden- en bovenbouw rond de 27 kinderen. Ons streven is groepen te maken met maximaal 30 leerlingen. Groep 8 heeft dit jaar meer kinderen in de groep en wordt daarom ondersteund door een onderwijsassistent. We werken naast enkele groepen ook met combinatiegroepen. Een combinatiegroep stimuleert de zelfstandigheid en de eigen verantwoordelijkheid van de kinderen. Ze leren omgaan met verschillen


en ze leren van, en zorgen voor elkaar. Het opgroeien van een kind in de combinatieklas, zoals we die op onze school kennen, bevordert de sociale ontwikkeling door de voortdurende interactie tussen jongere en oudere leerlingen, waarbij kinderen leren rekening met elkaar te houden en voor zichzelf op te komen. Het werken in een combinatiegroep vraagt van de kinderen een flinke mate van zelfstandigheid. Wij beschouwen de ontwikkeling tot zelfstandigheid als een positief element en stimuleren die ontwikkeling. Zelfstandigheid loopt als rode draad door alle groepen heen. Doordat we met combinatiegroepen werken, zal de groepssamenstelling jaarlijks kunnen veranderen. Wij streven er naar goed functionerende groepen samen te stellen. Dit zijn groepen waar een goed pedagogisch klimaat heerst en waarmee didactisch goed gewerkt kan worden. Het uitgangspunt is dat ieder kind in een combinatiegroep kan zitten. Bij het indelen van groepen zijn de volgende criteria van belang:  Er wordt rekening gehouden met de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind.  Er wordt rekening gehouden met de didactische ontwikkeling van het kind.  Voor iedere leerling wordt gepoogd hem of haar bij minimaal één vriendje of vriendinnetje te plaatsen. Wij gebruiken een sociogram* bij het indelen van de groepen.  We streven naar een evenwichtige verdeling van jongens en meisjes.  We streven naar een evenwichtige verdeling van de zogenaamde zorgleerlingen over de groepen.  Elke groep heeft ongeveer evenveel leerlingen.

2.8 Tussenschoolse opvang (TSO) Alle kinderen blijven tussen de middag op school. Zij gebruiken hun lunch in de klas onder verantwoordelijkheid van hun leerkracht. Daarnaast hebben de leerlingen nog een half uur pauze, waarin zij onder de surveillance van ouders buiten spelen. Deze ouders krijgen hier een kleine financiële vergoeding voor. Twee coördinatoren zijn belast met de organisatie van de TSO. Aan alle ouders vragen wij een jaarlijkse bijdrage van € 29,= per kind per jaar (dit is 0,75 euro per week). Deze organisatievorm valt of staat met de inzet en medewerking van ouders. Wij stellen het erg op prijs dat ouders zich voor surveillance opgeven. Ouders kunnen zich via [email protected] aanmelden als surveillant. Het reglement TSO is op de website van de school te downloaden. 2.9 Naschoolse opvang De Willinkschool heeft in een convenant afspraken gemaakt met Stichting Kinderopvang Bennebroek. Zo worden kinderen die gebruik maken van de naschoolse opvang op school opgehaald. De Stichting Les Petits heeft een vestiging in Vogelenzang en is bereid leerlingen, die zich voor de NSO bij hen aanmelden, op school op te halen.

Les Petits Henk Lensenlaan 1 2113ER Vogelenzang 023-5849035/06-14806617 [email protected]

Stichting Kinderopvang Bennebroek Willinklaan 8 2121CV Bennebroek 023-5849333/023-5848474 info@kinderopvangbennebroek

13


2.10 Luizen Na iedere vakantie van één week of langer worden alle leerlingen door luizenouders gescreend op neten en hoofdluis. Dit luizenouderproject is opgezet in samenwerking met de GGD. Door periodiek alle hoofden van de kinderen na te kijken hopen we het ongemak van hoofdluis zoveel mogelijk te beperken. Iedere leerling ontvangt van school een luizenzak. 2.11 Gezonde school De Willinkschool is een gezonde school. Dit betekent dat wij een omgeving aanbieden waarin kinderen gezonde eetgewoonten aanleren. Op woensdag en vrijdag nemen alle kinderen groente of fruit mee naar school voor in de pauze. Op de andere dagen is het niet verplicht maar hopen wij dat veel ouders ook kiezen voor groente of fruit. Uit onderzoek is gebleken dat schoolGruiten een positief effect heeft op de gezondheid van kinderen. De fruitconsumptie gaat omhoog. Leerlingen die lekkerder in hun vel zitten, minder snel griep krijgen of verkouden zijn, voelen zich fitter en leren gemakkelijker. Kinderen eten vrijwel allemaal al fruit en groente, maar de eetmomenten op school kun je niet missen als je het advies wilt halen: minimaal twee keer fruit en 150 gram groente per dag. Zien eten, doet eten. Kinderen durven door SchoolGruiten meer soorten fruit en groente te proeven. SchoolGruiten: niet alleen gezond, maar ook gezellig! Daarnaast vragen we u ook om met een gezonde blik te kijken naar de traktaties voor verjaardagen. Een traktatie die gezond is heeft de voorkeur, al mag een snoepje, cakeje of chipje ook best. Het is tenslotte feest. Wat we belangrijk vinden is dat de hoeveelheden beperkt zijn. Het feest zit voor de kinderen in het samen zingen en de aandacht voor de jarige. Een bescheiden traktatie zit die feestelijkheid niet in de weg! Als gezonde school willen wij de kinderen leren dat gezond heel lekker kan zijn, en dat iets wat iets minder gezond is, maar reuze lekker is, soms met mate best kan. Voor gezonde traktaties kunt u eens kijken op: www.gezondtrakteren.nl. 2.12 Verjaardagen Jarig zijn is een feest. We hangen de vlag uit en de naam komt op een mooi bord te staan. De klas zingt en de jarige krijgt een kaart. Trakteren hoort er dan ook bij. Samen met enkele medeleerlingen mag de jarige ook de andere leerkrachten trakteren. 2.13 Allergieën Er bestaan vele allergieën. Soms lastig en vervelend, soms zelfs levensbedreigend. Op school houden wij rekening met producten en/of stoffen waar leerlingen allergisch voor zijn. Ouders stellen de school op de hoogte van de allergie. Ouders en school bepalen samen welke maatregelen er nodig zijn om veilig te kunnen functioneren op school. 2.14 Acties Onze school probeert een financiële bijdrage te leveren aan projecten voor kinderen in ontwikkelingslanden. Vaak zijn die projecten gericht op onderwijs aan kinderen, omdat juist op school de sleutel naar een betere toekomst ligt. Per jaar kiezen we minimaal twee goede doelen. Via de nieuwsbrief ontvangen ouders achtergrondinformatie over het project en horen zij hoe de actie in de groepen vorm krijgt. 2.15 Parkeren Ouders, die hun kind(eren) met de auto naar school brengen, mogen niet voor de school parkeren. De bewoners van de flat achter de school hebben liever niet dat u daar parkeert. U kunt gebruik maken van een veilige parkeerplaats, die u vindt achter de school (bij de kerk) of naast de school (terrein GGZ InGeest).

14


15

2.16 Fietsen Er is op school een mogelijkheid om fietsen te stallen. Wanneer het vanwege de afstand noodzakelijk is, kan uw kind op de fiets komen. Voor beschadiging of vermissing zijn wij niet aansprakelijk. Op plein willen wij dat er gelopen wordt i.v.m. de veiligheid van onze leerlingen. 2.17 Fotograaf Jaarlijks komt de schoolfotograaf. Er wordt een groepsfoto en een portretfoto gemaakt. Ook kunnen kinderen met hun broertjes en zusjes die op de Willinkschool zitten, op de foto worden gezet. Ouders ontvangen een uitnodiging, met inlognaam en wachtwoord, om de foto’s via de site van de schoolfotograaf te bekijken en te bestellen. Wij werken al enkele jaren met ‘de schoolfotograag’.

Schoolfotograag Zwarteweg 31 2121BA Bennebroek www.deschoolfotograag.nl

2.18 Moeder- en vaderdag Als moeder- of vaderdag eraan komt, maken de kinderen van groep 1 t/m 5 een cadeautje voor hun moeder en vader. Dit kan in bepaalde thuissituaties moeilijk liggen. Wij zijn uiteraard bereid hier rekening mee te houden. Ouders kunnen hun wensen in overleg met de leerkracht kenbaar maken. 2.19 Buitenschoolse activiteiten We vinden het belangrijk kinderen kennis te laten maken met de ‘echte’ wereld om hen heen. Daarom maken we regelmatig uitstapjes/excursies naar bijvoorbeeld een kinderboerderij, een boomgaard of de waterleidingduinen. Verder maken we gebruik van verschillende mogelijkheden op cultureel gebied. Zo bezoeken alle groepen een museum. Daarnaast maken wij gebruik van het kunstmenu Bloemendaal. Vanuit dit kunstmenu zullen alle groepen deelnemen aan een culturele activiteit; van een workshop tot een bezoek aan een voorstelling. Groep 8 brengt jaarlijks een bezoek aan het Anne Frank Huis in Amsterdam. Ieder jaar gaat groep 1 t/m 7 op schoolreis en groep 8 heeft een driedaags kamp. Alle data, die aan het begin van het schooljaar bekend zijn, staan op de schoolkalender. Wanneer bij een excursie gebruik gemaakt wordt van het openbaar vervoer, vragen wij de kinderen een OV-chipkaart mee te nemen. 2.20 Sportwedstrijden In de kerstvakantie nemen meerdere teams van onze school, onder leiding van coachende ouders, deel aan het basketbaltoernooi in Hillegom. Ook is er in de kerstvakantie voor leerlingen de mogelijkheid om op individuele titel deel te nemen aan tafeltenniswedstrijden in Heemstede. In het najaar is er een beeballtoernooi en in het voorjaar een voetbaltoernooi voor scholen van Bennebroek en Zwaanshoek. 2.21 Stichting Salomo De Willinkschool maakt met nog 16 scholen deel uit van Salomo, Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland. In de bijlage vindt u een uitgebreide toelichting over stichting Salomo.


Adres van de stichting: Salomo, Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland Bezoekadres: Tetterodestraat 66 , Haarlem Postadres: Postbus 2018 , 2002CA Haarlem Tel.nr. : 023 7078380 Fax.: 023 5459076 Internet/e-mail: www.salomoscholen.nl / [email protected]

16


Hoofdstuk 3: Het onderwijs 3.1 Doelgericht Werken Op de Willinkschool werken we volgens de aanpak: ‘Continuous Improvement’. Dit is een aanpak waarbij het eigenaarschap van de kinderen vergroot wordt. Kenmerkend voor Continuous Improvement is de mate waarin leerlingen expliciet betrokken worden bij hun onderwijs. Door deze aanpak gaan kinderen steeds meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leren dragen. Samen met de leerkracht werken ze aan resultaten door met elkaar een missie op te stellen, door gezamenlijke afspraken te maken en doelen te formuleren (gemeenschappelijke en individuele). Op deze manier wordt het leren van de 21ste eeuw vormgegeven. Op de Willinkschool noemen we deze aanpak 'Doelgericht Werken'. In ons onderwijs is het ‘Doelgericht Werken’ zichtbaar. Het Doelgericht Werken bestaat uit 8 onderdelen die in de klas worden toegepast. In de lotusdiagram ziet u deze onderdelen.

3.2 Groep 1 en 2 We hebben op onze school gekozen voor heterogene groepen kleuters: groepen waar de vier-, vijfen zesjarigen bij elkaar zitten. Hier komen alle nieuwe kleuters bij. Kinderen leren veel van elkaar en mogen elkaar ook helpen. Op deze wijze denken we tegemoet te komen aan de verschillende ontwikkelingsbehoeften van jonge kinderen. We vinden het belangrijk dat de jonge kinderen zelfvertrouwen hebben (krijgen), nieuwsgierig zijn (worden) en emotioneel zoveel mogelijk vrij zijn. Alleen dan kan een kleuter zich immers goed ontwikkelen.

17


Kleuters leren vanuit hun spel. Vanuit dit spel is het kind gemotiveerd om te ontdekken en te leren. De ervaring en de belevingswereld van de kinderen staan centraal. Daarom werken we met thema's (projecten) rondom de jaargetijden en feesten. We maken af en toe uitstapjes naar bijvoorbeeld het bos en de kinderboerderij. Spellessen en fantasiespelen geeft de leerkracht zelf, soms in de aula, soms in de gymnastiekzaal. We praten elke dag in de kring, spelen en werken veel samen. Vooral de verschillende hoeken, zoals de huishoek, bouwhoek, leeshoek, winkel en ontdektafel zijn belangrijk. Daarnaast krijgen kinderen verschillende technieken aangereikt. Niet alleen voor de expressieve vorming, maar ook voor de sociale en motorische vaardigheden. Bij kleuters vindt de hele dag taalontwikkeling plaats door middel van voorlezen, kring- en klassengesprekken, het vertellen van verhalen en het werken met taalontwikkelingspelletjes. Met behulp van een gevarieerd aanbod ontwikkelingsmateriaal en de methode "Schatkist" werken de leerlingen aan voorbereidend lezen en taal. Groep 1 en 2 werken met de methode "Pennenstreken" voor voorbereidend schrijven en het begeleiden van de fijn-motorische ontwikkeling. Het voorbereidend rekenen krijgt in deze groepen aandacht, o.a. door spelletjes met tellen, ordenen en rubriceren. De methode "Schatkist" geeft een goed gestructureerde opbouw. De inhoud vullen we aan met het kleuterpakket van de in onze school gebruikte rekenmethode "De wereld in getallen". We proberen de kinderen zo goed mogelijk te volgen in hun ontwikkeling. We leggen dit vast in een leerlingvolgsysteem. 3.3 Groep 3 t/m 8 Vanaf groep 3 ontwikkelen de kinderen zich verder op alle gebieden. We proberen aan te sluiten bij de leefwereld van de kinderen. Bij het verwerven van kennis en het aanleren van vaardigheden staat het "plezier hebben in" centraal. De leerstof wordt hoofdzakelijk in afzonderlijke vak- en vormingsgebieden aangeboden. 3.4 Lezen en taal In groep 3 tot en met 8 wordt gewerkt met jaarprogramma’s. Voor het technisch leesonderwijs gebruiken we in groep 3 de methode ‘Veilig Leren Lezen’. De methode kent een gestructureerde en doordachte opbouw. Er wordt veel aandacht besteed aan de automatisering van de elementaire leeshandeling. De materialen zien er vrolijk en uitdagend uit. Er is binnen de methode ruimte voor verschillen tussen kinderen. Op verschillende momenten in het jaar worden de vorderingen van de leerlingen getoetst en in kaart gebracht, zodat we de ontwikkeling van de kinderen goed kunnen begeleiden. Ouders kunnen op de website www.veiliglerenlezen.nl veel tips vinden om het leesonderwijs van hun kind te ondersteunen. Vanaf februari begeleiden leerlingen uit groep 7 en 8 de leerlingen uit groep 3 op twee momenten in de week bij toerbeurt tijdens het tutorlezen. De kinderen van groep 4 t/m 8 werken met de methode ‘Estafette’ verder aan het voortgezet technisch lezen. De methode ‘Estafette’ sluit heel goed aan bij ‘Veilig Leren Lezen’, de leesmethode van groep 3. Het lezen van de boeken bij de methode gebeurt veelal in kleine groepjes.

18


Vanaf groep 4 wordt naast het technisch lezen ook aandacht besteed aan begrijpend- en studerend lezen. Hiervoor wordt de methode ‘Nieuwsbegrip’ gebruikt. Deze digitale methode zorgt ervoor dat de leesvaardigheden en de actualiteit gecombineerd worden. Het basispakket vullen wij aan met Nieuwsbegrip XL. Hierbij komen alle verschillende tekstsoorten aan de orde en wordt waar nodig extra geoefend met woordenschat. Het toepassen van de vaardigheden/strategieën wordt ook ingezet bij andere leesteksten, bijvoorbeeld bij aardrijkskunde en geschiedenis. Voor het taalonderwijs werken we met de taalmethode ‘Taal op Maat’. In deze taalmethode wordt aandacht besteed aan de woordenschat, de taalbeschouwing, het creatief schrijven en de spreekvaardigheid. We gebruiken daarbij de taalboeken en een kopieerband met gevarieerde opdrachten. Er wordt regelmatig in tweetallen gewerkt en voor de begeleiding op maat zijn Maat-, Meer- en Meesterwerk bladen beschikbaar. Bij de methode hoort ook een spellingsdeel. Vanaf groep 4 werken de leerlingen met ondersteuning van platen met signaalwoorden en bijbehorende spellingsregels systematisch aan het correct schrijven van woorden. Vanaf groep 6 komt daar ook de werkwoordspelling bij. In de orthotheek van de school zijn diverse materialen aanwezig om leerlingen waar nodig extra ondersteuning en begeleiding te geven. Ook de computer wordt op verschillende momenten ingezet ter ondersteuning van het taal- en leesonderwijs. 3.5 Schrijven We gebruiken de methode ‘Pennenstreken’. Aandacht wordt besteed aan rechts- en linkshellend schrift, juiste penvoering, correcte zithouding, e.d.. In groep 3 schrijven de leerlingen met een driekantig potlood. In groep 4 met een zeskantig potlood. Vanaf groep 5 schrijven de kinderen met pen. 3.6 Rekenen Wij gebruiken de methode ‘De wereld in getallen’. In de methode zit een dakpanconstructie: oriëntatie, begripsvorming, oefenen en automatiseren. De opbouw van de instructieweken is steeds hetzelfde. Maandag: getallen Dinsdag: bewerkingen Woensdag: projectles: meten, meetkunde en rekenen met tijd en geld Donderdag: bewerkingen Vrijdag: afronding weektaak Iedere dag start ook altijd met een automatiseringsopgave. Zo onderhouden en automatiseren de leerlingen de geleerde vaardigheden goed. Niet alle leerlingen rekenen even gemakkelijk en vlot. Onze methode houdt daar rekening mee. Eerst krijgen alle leerlingen centrale instructie, waarbij het digibord passende rekenmodellen laat zien. De rekenzwakke leerlingen krijgen verlengde instructie met een bijwerkboek. De rekenzwakke leerlingen krijgen slechts één oplossingsstrategie aangeboden. Iedere leerling oefent daarna zelfstandig in de weektaak met oefeningen op eigen niveau: minimum-, basis- of plusniveau. Iedere leerling kan gemakkelijk doorwerken van het ene naar het volgende niveau. Leerlingen genieten als zij op hun eigen niveau werken en dan goed scoren. De rekenboeken en het computerprogramma bieden oefeningen, experimenten en spellen, waardoor de leerlingen gemotiveerd worden. De oefensoftware is een vast onderdeel van de weektaak. Vanuit de weektaak wordt duidelijk verwezen naar de bijbehorende computeroefeningen die het kind

19


maakt. Elk leerjaar is verdeeld in 8 blokken van afwisselend 4 of 5 weken. De eerste weken van een blok krijgen de leerlingen dagelijks instructie, waarna zij met hun weektaakopdrachten op hun eigen niveau beginnen. Het blok wordt afgesloten met een minimumtoets (dat wat absoluut beheerst moet worden), een projecttaak (meten, tijd en geld) en een basistoets (dat wat in dit blok nieuw is aangeboden). De laatste week werkt iedere leerling met een takenbrief aan de onderdelen die nog niet zo goed gingen in de toets. Voor de rekensterke leerlingen wordt extra uitdaging geboden. Na het werk op plusniveau gaan ze aan de slag met een pluswerkboek. Daarnaast heeft iedere groep de beschikking over ‘Kien rekenen’, uitdaging voor goede en snelle rekenaars en ‘Rekentijgers’, extra uitdaging voor zeer goede rekenaars. 3.7 Geschiedenis We werken vanaf groep 5 met de methode ‘Wijzer door de tijd’. Deze methode biedt de leerlingen een globaal tijdskader, waarbinnen historische feiten geplaatst en geïnterpreteerd kunnen worden. ‘Wijzer door de tijd’ gebruikt verhalende, kindgerichte teksten met functionele illustraties. Het accent ligt op oriëntatiekennis en sleutelbegrippen. In groep 5 wordt kennisgemaakt met alle tijdvakken. In groep 6 t/m 8 vindt herhaling en verdieping van de 10 tijdvakken plaats. Na 4 lessen basisstof, volgt een toets/samenvatting. Aan de hand van het resultaat volgt een herhalings- of een verdiepingsles. Huiswerk wordt altijd minimaal een week voor het proefwerk meegegeven. Bij deze methode gebruiken we ook de leerling-software. Bij de methode hoort een tekstboek, een werkboek en een tijdbalkboekje. In de bovenbouw komt ook eenvoudige staatsinrichting aan de orde, m.n. rond verkiezingen. Op de website www.wijzerdoordetijd.nl kunnen ouders meer informatie over deze methode vinden. 3.8 Aardrijkskunde Voor het aardrijkskundeonderwijs gebruiken we de methode ‘Wereldzaken’ ontdekken leerlingen Nederland, Europa en de wereld. De methode is ingedeeld volgens het principe van de regionaalthematische benadering. Via het digibord verkennen de kinderen samen met de leerkracht heel levendig alle delen van onze aardbol. In groep 5 komt de eigen omgeving van de leerlingen aan bod. Groep 6 verkent alle delen van Nederland en gaat in op de verschillende landschappen, de industrie en dienstensector. In groep 7 gaan de leerlingen Europa in en leren over de geografie, bevolking en bestaansmiddelen. Tot slot komt in groep 8 de wereld aan bod. De kinderen ontdekken hoe mensen in andere werelddelen leven en hoe het klimaat invloed heeft op het landschap en de bevolkingsspreiding.

3.9 Natuur In groep 3 vormt de methode ‘Veilig de wereld in’ een schakel tussen de thema’s van het taal/leesonderwijs en de wereldoriënterende vakken. In groep 3 & 4 wordt de schooltelevisieserie ‘Huisje, boompje, beestje’ gevolgd. In groep 5 & 6 worden de afleveringen van ‘Nieuws uit de Natuur’ bekeken. Ook is er aandacht voor het milieu en bevordering van gezond gedrag. In groep 7 en 8 wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Natuniek’.

20


3.10 Verkeer Verkeersonderwijs wordt in alle groepen gegeven met de methode ‘Let’s go’. Tijdens de verkeerslessen wordt ook aandacht besteed aan het gedrag in het verkeer en de verkeersveiligheid. Door middel van animaties, video’s, apps, Google Streetview en de situatiebouwer worden de kinderen voorbereid om veilig gebruik te maken van het verkeer. De leerlingen van groep 7 doen ieder jaar mee aan het theoretisch en praktisch verkeersexamen van 3VO. Na het met goed gevolg afleggen van het examen, ontvangen de leerlingen een diploma. 3.11 Engelse taal Op de Willinkschool wordt Engels gegeven aan de groepen 1 t/m 8. In groep 1 t/m 4 wordt daarvoor de methode ‘I-Pockets’ gebruikt. Doormiddel van liedjes, rijmpjes, interactieve praatplaten en videomateriaal, ontdekken de kinderen op een interactieve en speelse manier de Engelse taal. In groep 5 en 6 gebruiken we de methode ‘Early Start’. De nadruk ligt op luister-, spreek- en leesvaardigheid. De methode ‘Real English’ gebruiken we in groep 7 en 8. Leerlingen van de hoogste drie groepen krijgen Engels huiswerk. De Engelse lessen worden gegeven door een vakleerkracht Engels. 3.12 Sociaal-emotionele ontwikkeling Leerkrachten zijn alert op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan, niet slechts met het doel om pestgedrag te kunnen signaleren, maar vooral omdat sociaal-emotionele vorming een wezenlijk onderdeel is van de ontwikkeling van ieder kind. Er mag met aandacht voor dit ontwikkelingsgebied niet gewacht worden tot zich problemen voordoen. Daarom werken we bewust aan een positieve sociaal-emotionele ontwikkeling met als basis een open, positieve en oplossingsgerichte houding van kinderen en leerkrachten. De Willinkschool heeft het predicaat ‘Rots en Waterschool’. ‘Rots en Water’ is een psycho-fysieke training. Het doel is het verbeteren van zelfbeheersing, zelfvertrouwen, zelfreflectie en van de communicatieve en sociale vaardigheden. Er worden met de kinderen in de aula fysieke oefeningen gedaan waar reflectie op volgt. Na iedere vakantie start de leerkracht met een blok van drie weken ‘Rots en Water’. Tussen de blokken door maakt de leerkracht gebruik van de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’. Dit is een meer cognitieve methode. Bepaalde thema’s , zoals complimenten geven, ruzie oplossen, staan schoolbreed voor een aantal weken centraal. In de nieuwsbrieven worden aangegeven welke thema’s dit zijn, zodat ouders thuis daarop aan kunnen sluiten. 3.13 Culturele vorming De methode “Moet je doen” is een compleet pakket van 5 methoden voor de expressievakken dans, drama, handvaardigheid, tekenen en muziek. Deze vijf onderdelen worden afwisselend gegeven en komen dus niet iedere week alle vijf aan bod. 

Beweging in de breedste zin van het woord staat bij dans centraal. Met muziek, attributen en hulpmiddelen leren kinderen experimenteren met de uitdrukkingskracht van beweging.  Taal, stem, houding, beweging, mimiek, het zijn de pijlers waarop de lessen drama gebouwd zijn.  Doel van handvaardigheid is om kinderen kennis te laten maken met zoveel mogelijk verschillende – driedimensionale – manieren om zich beeldend uit te drukken. Daarnaast leren ze oog te krijgen voor de creatieve werkstukken van anderen.  Bij tekenen is werken in het platte vlak uitgangspunt. Ook hier komen vele technieken en materialen aan bod.

21




Muzikale kennis en vaardigheden vergroten de mogelijkheden van kinderen om te genieten van muziek. Er wordt naar muziekfragmenten geluisterd, maar er worden ook liedjes aangeleerd, die gezongen kunnen worden met ondersteuning van muziekinstrumenten.

Jaarlijks worden vier crea-middagen voor de leerlingen van groep 5 t/m 8 georganiseerd. Leerlingen mogen zelf kiezen welke activiteit zij op deze vrijdagmiddagen willen doen. Begeleiding en hulp van ouders zijn hierbij onmisbaar. ‘Wie wat bewaart, heeft wat’ is een bekend begrip op onze school. Dit is een jaarlijks project voor alle groepen in samenwerking met musea in Haarlem. De verschillende groepen gaan daar ook op bezoek. Alle scholen in Bloemendaal maken gebruik van het ‘Kunstmenu’. Iedere groep krijgt hierdoor een kunstenaar op bezoek of gaat naar het theater of de film. Dit jaar krijgen alle groepen een aantal muzieklessen aangeboden door de Gemeentelijke muziekschool Bloemendaal. 3.14 Bewegingsonderwijs De lessen bewegingsonderwijs krijgen de kinderen van groep 1 en 2 van de eigen juf in hun eigen vertrouwde omgeving. We beschikken over een gevarieerd aanbod van materiaal voor de kleutergymnastiek. De lessen bewegingsonderwijs voor de overige groepen worden op maandag t/m donderdag verzorgd door de vakleerkrachten Harry van der Meer en Robin van Kooten. Deze lessen worden gegeven in de gymnastiekzaal aan de Kleine Sparrenlaan 13 (tel.023-5845569) of op het Willinkveld. De groepen 3 t/m 8 krijgen twee keer 45 minuten bewegingsonderwijs per week. Algemene doelstelling van het bewegingsonderwijs is een planmatige bijdrage te leveren aan de bewegingsontwikkeling van kinderen. In een les bewegingsonderwijs dienen kinderen te komen tot veel, veelzijdig en intensief bewegen. Tijdens de bewegingslessen wordt ook veel aandacht besteed aan zelfstandig werken, rekening houden met medeleerlingen en eigen initiatief. We streven naar organisatievormen die uitdagend, uitnodigend en veilig zijn. Vaak wordt de groep verdeeld in drie of vier kleinere groepjes, die zelfstandig en gelijktijdig aan verschillende opdrachten werken. Hierdoor kan ieder kind zoveel mogelijk op eigen niveau oefenen. Met behulp van het leerlingvolgsysteem bewegingsonderwijs wordt van iedere leerling regelmatig het niveau geregistreerd van zijn of haar motorische basisvaardigheden (bv. rollen, balanceren, werpen, klimmen, springen). Door deze registratie krijgen we een goed beeld van de motorische ontwikkeling van uw kind. Algemene afspraken bewegingsonderwijs Voor de lessen bewegingsonderwijs gelden de volgende algemene afspraken:  Alle kinderen dragen correcte gymkleding. Dit kan een turnpakje zijn of een korte broek met T-shirt met korte mouwen. De gymschoenen moeten schoon zijn.  Op maandag wordt er in de periode tot de herfstvakantie en de periode na de voorjaarsvakantie bij goed weer buiten gegymd. We vragen de kinderen op vrijdag extra buitenkleding bij zich te hebben: de normale gymkleding plus een joggingbroek, trui en trimof noppenschoenen.

22


 Horloges, armbandjes, kettinkjes, ringetjes en lange oorbellen mogen tijdens de lessen niet gedragen worden.  Gymkleding en sportschoenen graag voorzien van een naam.  Gevonden voorwerpen worden na iedere vakantie naar een ‘goed doel’ gebracht. Heeft u omtrent de lessen bewegingsonderwijs vragen of wilt u de les een keer bijwonen, dan kunt u contact opnemen met meester Harry.

3.15 ICT Onze school beschikt over een (draadloos)computernetwerk. De computers staan in de groep, zodat ze op ieder moment van de dag beschikbaar zijn voor de leerlingen. De software sluit aan bij de methoden (rekenen, lezen, spelling, geschiedenis, aardrijkskunde e.d.) die we op school gebruiken. De computervaardigheden worden door de kinderen zeker ook gebruikt bij het maken van presentaties met PowerPoint en het houden van een spreekbeurt of boekbespreking. De groepen zijn voorzien van een digitaal schoolbord. Deze digitale schoolborden zijn een belangrijk onderdeel bij instructie en verwerking van ons onderwijs. 3.16 Projecten In de onderbouw werken we regelmatig aan projecten. Jaarlijks besteden wij uitgebreid aandacht aan de Kinderboekenweek en doen we mee met de Nationale Rekendag.

23


Hoofdstuk 4: Werken aan kwaliteit 4.1 Opbrengstgericht werken Onderwijs zorgt ervoor dat leerlingen kennis en vaardigheden verwerven. Naast de methodegebonden toetsen volgen we de vorderingen van de leerlingen via het Cito Leerlingvolgsysteem. In dit leerlingvolgsysteem houden we de vorderingen van ieder kind bij voor de kernvakken rekenen, spelling, technisch- en begrijpend lezen. De kinderen maken twee keer per jaar de Cito-toetsen: in februari en juni. De resultaten van deze toetsen worden krijgen de ouders mee bij het rapport. Naast het volgen van de ontwikkeling van de individuele kinderen gebruiken wij deze toetsen om ons onderwijs te volgen op groeps- en schoolniveau. We stellen ook doelen om ons onderwijs steeds te verbeteren. Een keer per jaar, na de Midden-toetsen van CITO, maken wij een zelfevaluatie om te kijken of wij onze doelstellingen hebben gehaald en waar we een verbetering willen realiseren in de volgende periode. Uitslagen van toetsen gebruiken wij dus als kwaliteitsmeting van ons onderwijs. CITO toets uitslagen worden in (I t/m V) vorm weergegeven. Een I-score is het hoogste wat een kind kan halen. Hieronder staan ze grafisch weergegeven. V

IV

III

II

I

20% laagst scorende leerlingen

20% onder landelijk gemiddelde scorende leerlingen

20% gemiddeld scorende leerlingen

20% boven landelijk gemiddelde scorende leerlingen

20% hoogst scorende leerlingen

4.2 Op weg naar het Voortgezet Onderwijs De overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs is een hele stap. Om deze overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen, beschouwen we de laatste jaren van het basisonderwijs en de brugklas van het voortgezet onderwijs als een doorlopend geheel. Behalve schoolvorderingen zijn ook factoren als werkhouding, concentratie en zelfvertrouwen van groot belang bij het functioneren van kinderen op school. De verstandelijke aanleg speelt een belangrijke rol. Om hierover zoveel mogelijk gegevens te verzamelen, om tot een goed schooladvies te komen, vindt op onze school een aantal activiteiten plaats. Tijdens hun schoolloopbaan volgen we de vorderingen van de leerlingen via de toetsen, die bij de methodes horen. Ook via het leerlingvolgsysteem van Cito volgen wij de leerlingen gedurende hun schoolloopbaan op de vakgebieden technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen en spelling. In de loop van de jaren bekijken we eveneens de ontwikkeling van de kinderen wat betreft (huis)werkhouding en motivatie. Als wij ondanks deze toetsen, observaties en ervaringen twijfel hebben omtrent de advisering, kunnen we ervoor kiezen kinderen begin groep 8 op school mee laten doen aan een extra onderzoek. Dit kan zijn het Drempelonderzoek of de NIO. Het Drempelonderzoek is een test, waarbij kinderen op de gebieden technisch lezen, woordenschat, rekenen, begrijpend lezen en spelling getoetst worden. Per onderdeel wordt vermeld welk schooltype het beste aansluit en er wordt over de gehele toets bekeken een schooladvies gegeven. De NIO (Nederlands Intelligentieonderzoek voor Onderwijsniveau) is een capaciteitentest. Dit onderzoek wordt door Juf Willemijn, als psychologe afgenomen. Het verschil tussen een intelligentietest als de NIO en een schoolvorderingentoets als de

24


Cito-eindtoets, is dat een schoolvorderingentoets meet wat kinderen hebben geleerd in 8 jaar onderwijs (de feitelijke schoolprestaties) en een intelligentietest bepaalt wat kinderen ‘in huis hebben’ (de mogelijke schoolprestaties). Als we vermoeden dat een kind in aanmerking komt voor leerwegondersteuning, dan worden zowel de NIO als het Drempelonderzoek afgenomen. In de maand november vinden de gesprekken met de ouders plaats, waarin het ‘eerste schooladvies’ gegeven wordt. Wij stellen het op prijs als de leerlingen, in ieder geval een deel, bij deze gesprekken aanwezig zijn. In ons advies worden de ervaringsgegevens van 8 jaar basisonderwijs, het leerlingvolgsysteem en de toetsen meegenomen. In het laatste basisschooljaar worden enkele scholen voor voortgezet onderwijs bezocht, zodat de leerlingen zich hiervan een reëel beeld kunnen vormen. In februari brengen wij het ‘tweede schooladvies’ uit. De leerling en de ouders ontvangen een toelatingsformulier, waarmee de leerling aangemeld kan worden op het voorgezet onderwijs. In iedere school en meestal ook in iedere groep bevinden zich kinderen, die wat betreft interesses en leermogelijkheden sterk van elkaar verschillen. We zien die verschillen ook op onze school. Er zijn kinderen die na onze school op een Atheneum op hun plaats zullen zijn en er zijn kinderen die zullen floreren op het VMBO. Dit voorjaar is het Toetsbesluit PO door de eerste en tweede kamer aangenomen. Dit besluit is hiermee wet geworden. De belangrijkste consequentie van dit besluit is dat het basisschooladvies een nog steviger positie krijgt en dat leerlingen in groep 8 van het basisonderwijs verplicht een eindtoets moeten maken. Het resultaat van de eindtoets telt echter niet mee bij de advisering naar het voortgezet onderwijs. De afname vindt plaats nadat de kinderen hun advies al hebben gekregen en al zijn ingeschreven. Met de advisering willen we ervoor zorgen dat elke leerling terecht komt op het onderwijstype dat het beste aansluit bij zijn/haar mogelijkheden en wensen. Daarbij dient elke leerling zich thuis te voelen op de betreffende school. De bedoeling is dat de leerling niet wordt overvraagd maar wel wordt uitgedaagd voor wat betreft haar/zijn capaciteiten en inzet en met zoveel mogelijk plezier naar school gaat. De adviezen van de school zijn o.a. gebaseerd op cognitieve opbrengsten, attitude en in het algemeen over alles wat van belang is bij het verder begeleiden van de leerling. De VO school is uiteindelijk verantwoordelijk voor de aanname en toelating van de leerling. Scholen voor voortgezet onderwijs baseren zich bij de plaatsing van een leerling op het schooladvies van de basisschool. Zij mogen geen gebruik maken van extra toetsen voor het bepalen van het niveau van een leerling. Ook andere toetsen zoals de Entreetoets, leerlingvolgsysteemtoetsen en intelligentie-onderzoeken mogen niet door het voortgezet onderwijs gebruikt worden voor niveaubepaling. De basisschool kan deze toetsen wel gebruiken voor de onderbouwing van het advies. In de nieuwe wetgeving is opgenomen dat als de uitslag van de Cito-eindtoets hoger uitvalt dan het schooladvies, de mogelijkheid bestaat tot een heroverweging van het advies. In nauw overleg met leerling en ouders kan de school het advies alsnog aanpassen. Een heroverweging kan ook leiden tot behoud van het bestaande advies. Dat zal naar verwachting in de praktijk vaak het geval zijn. Het advies is immers gebaseerd op een meerjarig volgen van de leerling, de cito-eindtoets op één

25


26

moment. Indien het resultaat van de eindtoets lager is dan het advies, dan mag dit advies niet aangepast worden. Bij een heroverweging dienen school en ouders rekening te houden met de mogelijkheid dat er slechts op enkele scholen nog plaats is. Er wordt regelmatig geloot in de regio Zuid-Kennemerland en deze procedure is dan al afgerond. Er kan dus gekozen worden uit scholen waar nog wel plek is. 4.3 Onze resultaten Hieronder treft u de gemiddelde scores van de Cito-eindtoets van de afgelopen drie jaren aan. De score bevindt zich op een schaal van 500-550. Landelijk gemiddelde

Gemiddelde Willink

2009-2010

535,4

538,1

2010-2011

535,5

535,9

2011-2012

535,5

542

2012-2013

535,1

540,9

2013-2014

535,1

535,4

2014-2015

535,3

540,4

In onderstaande tabel ziet u de uitstroom naar het voortgezet onderwijs in percentages. VWO

VWO/HAVO

HAVO

HAVO/ VMBO-TL

VMBO-TL

VMBO-K/B

2009-2010

27%

8%

25%

15%

22%

3%

2010-2011

24%

8%

30%

0%

21%

17%

2011-2012

59%

8%

11%

0%

15%

7%

2012-2013

46%

21%

8%

4%

13%

8%

2013-2014

21%

29%

0%

13%

29%

8%


2014-2015

37%

33%

0%

10%

13%

7%

Contacten met het voortgezet onderwijs en de door hen verstrekte rapportgegevens van onze oudleerlingen bevestigen ons idee dat de leerlingen op de goede plek in het VO terecht komen. 4.4 Het schoolplan en jaarplan Verbetering van het onderwijs beschouwen wij als een continu proces. Wij werken aan kwaliteitsverbetering door het stellen van doelen en het evalueren van de opbrengsten. De doelen staan opgenomen in een vierjarig schoolplan en de jaarplannen. Om de doelen te halen, hebben we regelmatig werkoverleg, volgen we cursussen en trainingen, worden er klassenbezoeken afgelegd door directie en intern begeleider en doen we aan intercollegiale consultatie. Om de kwaliteit van ons onderwijs te meten, wordt eenmaal per vier jaar een QuickScan uitgevoerd en een oudertevredenheidspeiling en personeelstevredenheidspeiling afgenomen. De onderwijsresultaten, gemeten met de Cito, zijn tweemaal per jaar een moment om de kwaliteit van het onderwijs tegen het licht te houden. De verbeterpunten zijn opgenomen in het schoolplan en uitgewerkt in jaarplannen. Voor dit schooljaar hebben we een aantal verbeteractiviteiten ingepland, waaronder:  Engels: uitbreiding van de Engelse les naar de eigen groep.  Creativiteit: het muziekonderwijs op een hoger plan brengen.  Doelgericht werken: Borging van groepsmissie, groepsafspraken, groepsdoelen, datamuurvergadering, PDSA-cyclus. Invoeren van kindportfolio’s. Onderzoeken van de mogelijkheden van het voeren van ouder-kindgesprekken.  Taal: Een nieuwe taalmethode wordt aangeschaft.

27


Hoofdstuk 5: Zorg en begeleiding 5.1 Zorg: voor wie zorg behoeft Niet alle kinderen op onze school leren op dezelfde manier en in het zelfde tempo. Er kunnen verschillen tussen kinderen optreden. De school moet hierop inspelen, daarom volgen wij de ontwikkeling van kinderen met een leerlingvolgsysteem. Voor de jonge kinderen gebruiken wij het PRAVOO-systeem (dit zijn systematische observaties) en de toetsen Cito taal voor kleuters en Cito rekenen voor kleuters. Voor de kinderen van groep 3 tot en met groep 8 gebruiken wij het Cito leerlingvolgsysteem. Dit zijn toetsen voor woordenschat, technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen. Daarnaast vullen we observatielijsten in voor de sociaal-emotionele ontwikkeling (Scol) en maken we een sociogram van de groep. Verdeeld over het jaar worden de toetsen afgenomen. De resultaten worden opgenomen in het (digitale) leerling-dossier. Aan de hand van de gegevens uit het leerlingvolgsysteem bespreken de groepsleerkracht en de intern begeleider de ontwikkeling van de kinderen. Dit overleg vindt drie keer per jaar plaats in de vorm van groepsgesprekken. In deze gesprekken wordt besproken of er didactische en/of pedagogische interventies moeten plaatsvinden. Indien nodig wordt in overleg tussen ouders en school besloten tot bijvoorbeeld:     

Een aangepast tijdspad. Aangepaste instructie. Aangepaste materialen. Observatie of verder onderzoek door interne/externe deskundigen. Het opstellen van een handelingsplan.

5.2 Speciale zorg voor kinderen met speciale behoeften Tijdens het zelfstandig werken in de groep helpt de groepsleerkracht kinderen individueel of in kleine groepjes. Voor kinderen die moeite hebben met de aangeboden leerstof is er extra hulp en aandacht, welke beschreven worden in een groepshandelingsplan. Deze hebben betrekking op technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen. Wanneer er signalen zijn dat er in de ontwikkeling van uw kind stagnaties optreden, overlegt de groepsleerkracht, behalve met u als ouders, ook met de intern begeleider. Ouders wordt dan gevraagd thuis het onderwijs te ondersteunen met materialen en opdrachten die aansluiten bij ons onderwijs. Wanneer het gewenst is, voert de intern begeleider observaties in de groep uit. Er bestaat de mogelijkheid dat wij in de groep video-opnames maken, om meer duidelijkheid van het probleem te krijgen. Deze opnames zullen ook alleen voor dit doel gebruikt worden. Ouders worden hiervan in kennis gesteld. In alle groepen wordt de extra hulp door de leerkracht zelf gegeven. Soms moeten we externe hulp in schakelen. We vragen hiervoor advies aan ‘De opvoedpoli’. Zij hebben specifieke kennis o.a. op het gebied van dyslexie, gedrag en sociaal-emotionele problemen. Wanneer er sprake is van onderzoek of een speciaal programma worden ouders steeds op de hoogte gehouden. Indien de school indicatie heeft gegeven voor een psychologisch en/of dyslexieonderzoek, en de verzekering van de ouders deze kosten niet vergoedt, komen de kosten van dat onderzoek voor rekening van de school. Wij gebruiken het leerling-dossier om de onderzoekers voldoende informatie te geven.

28


Ouders die voor hun kind een intelligentie- en/of dyslexieonderzoek wensen, worden door de school verwezen naar een externe instantie, bijvoorbeeld ‘De opvoedpoli’. Wanneer ouders zelf een onderzoek laten afnemen, wil de school wel gegevens aanleveren. De kosten van het onderzoek zijn voor rekening van de ouders. 5.3 Zorg voor meer- hoogbegaafde kinderen Op de Willinkschool hebben wij ook aandacht voor begaafde kinderen. Mocht uw kind de basisstof vlot beheersen dan wordt de basisstof compact aangeboden en krijgt uw kind daarnaast verrijkingsen verdiepingsstof. De kinderen uit groep 1/2 werken met de methode ‘Levelspel’. De kinderen uit groep 3 t/m 8 werken met de methode ‘levelwerk’. Levelwerk biedt een totaalaanbod van verrijkende activiteiten. Doel van de methode is het aansluiten bij de motivatie van de leerling en het oefenen van metacognitieve, maar ook sociaal-emotionele vaardigheden. Iedere groep heeft een eigen box met materialen. Ieder jaar bestaat uit vijf blokken. Elk blok bestaat uit 3 cellen: een rekencel, een taal-leescel en een cel allerlei. De kinderen plannen wekelijks tijdens een leergesprek met de leerkracht welke taken ze de komende week gaan doen. Tijdens het leergesprek een week later wordt het gemaakte werk geëvalueerd. In de leergesprekken gaat het grotendeels over het proces van ‘leren leren’: hoe heb je het aangepakt, heb je goed gepland, welke hulp had je nodig, enz. Levelwerk is geen extra werk, maar is voor de begaafde kinderen een normaal onderdeel van hun weekprogramma. De criteria om in aanmerking te komen voor levelwerk zijn:  

Het kind heeft een I-score voor de Cito-toetsen rekenen en begrijpend lezen. Het kind heeft goede resultaten bij methodegebonden toetsen. Gekeken wordt o.a. naar aardrijkskunde-, geschiedenis-, taal- en rekentoetsen.  Het kind heeft een goede werkhouding.  Het kind is voldoende zelfstandig. De groepsleerkracht en intern begeleider nemen de beslissing of een kind wel of niet voor levelwerk in aanmerking komt. Ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld als wij vinden dat hun kind hiervoor in aanmerking komt. 5.4 Intern begeleider Om het zorgproces vorm te kunnen geven, is onze intern begeleider twee dagen per week op school actief. Deze tijd is beschikbaar voor:       

Overleg met leerkrachten. Hulp en/of begeleiding bij het opzetten van hulpprogramma’s. Observaties in de klas. Pedagogisch didactisch onderzoek van leerlingen. Overleg met de schoolbegeleidingsdienst en de scholen voor speciaal onderwijs. Gesprekken met ouders over de vorderingen en ontwikkelingen van hun kind. Analyse van toetsgegevens op leerling-, groeps- en schoolniveau.

5.5 Een jaar ‘doorleren’ Af en toe blijkt dat alle extra inzet en zorg onvoldoende effect hebben gehad op de ontwikkeling van een kind. In het belang van het kind neemt de school dan, in overleg met de ouders, het besluit om het kind kleuterverlenging te geven of in de huidige groep een jaar te laten ‘doorleren’ (doubleren).

29


Kleuterverlenging of een jaargroep overdoen moet een weloverwogen beslissing zijn. Observaties, toetsuitslagen, overleg met ouders en overleg met externe instanties zorgen hiervoor. De uiteindelijke beslissing ligt bij de schoolleiding. 5.6 Inzet externe deskundigen Soms is het nodig om onderzoek te verrichten naar bijvoorbeeld de leercapaciteiten van leerlingen of naar mogelijke dyslexie bij leerlingen. Soms is dit op initiatief van de school, soms van ouders. Deze onderzoeken kan de school niet uitvoeren. Voor dergelijk onderzoek zijn wij aangewezen op psychologen of orthopedagogen. Salomoscholen hanteren de richtlijn dat alleen gewerkt wordt met geregistreerde psychologen en (ortho)pedagogen. Salomo staat voor kwaliteit van onderwijs en daarmee willen Salomoscholen ook verzekerd zijn van kwaliteit als er onderzoeken nodig zijn bij leerlingen voor het opsporen van mogelijke belemmeringen bij het leren. Het beroep psycholoog of orthopedagoog is in Nederland, in tegenstelling tot wat in andere landen gebruikelijk is, geen wettelijk beschermd beroep. Iedereen mag zich psycholoog of pedagoog noemen. Daarom is het belangrijk om na te gaan of een psycholoog of orthopedagoog lid is van het NIP (Nederlands Instituut voor Psychologen) of de NVO (Nederlandse Vereniging voor pedagogen en Onderwijskundigen). Alleen universitair opgeleide psychologen of (ortho)pedagogen kunnen lid zijn van het NIP of de NVO. De inschrijving in het Kinder- en Jeugdpsycholoog NIP register of het Orthopedagoog-Generalist NVO-register laat zien dat iemand minstens een vakbekwaamheidsniveau heeft op postmasterniveau. Leden en geregistreerden zijn gebonden aan de beroepscode. Na vijf jaar moet herregistratie plaatsvinden. Volgens de herregistratieregelingen van NIP en NVO moet de psycholoog resp. orthopedagoog bij herregistratie aantonen dat hij door werk en het volgen van scholing en intervisie, zijn vak heeft bijgehouden. Dit betekent dat Salomoscholen alleen onderzoeken laten afnemen door onderstaande deskundigen. Soms hebben ouders zelf onderzoek laten verrichten. De Salomorichtlijn geldt ook dan. Registerpsycholoog NIP Orthopedagoog Generalist NVO Kinder- en jeugdpsychologen NIP Orthopedagogen-generalist NVO Gezondheidszorgpsychologen BIG 5.7 Leerlingen met een ondersteuningsbehoefte Ieder kind met of zonder ondersteuningsbehoefte, is in principe welkom op onze school. Onze school heeft als taak voor ieder kind zoveel mogelijk adequaat onderwijs te realiseren. Daaronder wordt verstaan een voor het kind passend onderwijsaanbod, zowel in pedagogisch (opvoedkundig) als didactisch (onderwijskundig) opzicht, dus zoveel mogelijk afgestemd op wat het kind nodig heeft. In de wet passend onderwijs is opgenomen dat ouders hun kind schriftelijk bij de school van voorkeur aanmelden. Scholen moeten ouders vragen of ze hun kind al eerder bij een andere school hebben aangemeld. Dat doen wij dus ook. De schriftelijke aanmelding betekent in de praktijk dat ouders een inschrijfformulier van de school invullen en ondertekenen. Dit moet minimaal tien weken voordat plaatsing op een basisschool wenselijk is (dus minimaal tien weken voor de vierde verjaardag). Als een kind extra ondersteuning nodig heeft, dienen ouders dat aan te geven. De school zal vragen of er gegevens beschikbaar zijn die inzicht geven in de ondersteuningsbehoefte,

30


bijvoorbeeld onderzoeksrapporten van externe instanties. Bij de aanmelding van uw kind is die informatie, eventueel aangevuld met informatie van een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal, de belangrijkste basis voor de school om vast te stellen of uw kind extra ondersteuning nodig heeft. Bij een aanmelding van een leerling met een ondersteuningsbehoefte stelt de school zich de volgende vragen: a. wat is nodig om de leerling op de school te kunnen laten functioneren (afgestemd op zijn/haar behoeften)? b. welke middelen staan de school ter beschikking en wat is mogelijk op basis van deze middelen? c. waarom is de school wel of niet in staat –dankzij of ondanks de inzet van de middelen- de leerling kwalitatief goed onderwijs te bieden, afgestemd op diens behoeften? De school heeft ook haar beperkingen, om de eenvoudige reden dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden in het opvangen van kinderen. De volgende grenzen worden onderscheiden: 1. Grondslag van de school. 2. Een zodanige verstoring van rust en veiligheid binnen de groep, dat het leerproces wordt belemmerd. 3. In de verhouding tussen verzorging/behandeling en het onderwijsaanbod dient het onderwijs te kunnen prevaleren. 4. Gebrek aan opnamecapaciteit (aantal leerlingen per groep). 5. De leerbaarheid van het kind. Voordat de school overgaat tot de toelating van een leerling met een ondersteuningsbehoefte dient een zorgvuldige afweging plaats te vinden tussen de belangen van de leerling en de belangen van de school. Een eventuele plaatsing van een dergelijke leerling in het regulier primair onderwijs moet de ontwikkeling van het kind bevorderen. Hoewel onze school het als haar taak ziet in voldoende mate tegemoet te komen aan de ontwikkelingsbehoefte van de leerling, zijn sommige kinderen beter op hun plaats in het SBO of SO. Teneinde tot een dergelijke zorgvuldige afweging te komen, wordt in de regio Zuid-Kennemerland het volgende stappenplan gehanteerd: 1. Aanmelding Aanmelding door de ouders bij de directie van de school: -

Gesprek met de ouders

-

Vraag naar mogelijke eerdere aanmelding op andere basisschool

-

Toelichting op de visie van de school

-

Toelichting op de procedure

-

Hierna wordt het team geïnformeerd.

2. Informatie verzamelen Gegevens opvragen bij ouders en relevante instellingen. 3. Informatie bestuderen Binnengekomen gegevens worden bestudeerd en besproken door directie en interne begeleiding en in het team gebracht. Aanvullende informatie kan worden opgevraagd. 4. Inventarisatie Er wordt in kaart gebracht wat de specifieke behoeften zijn van het kind; wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn op de volgende gebieden: pedagogisch, didactisch,

31


kennis en vaardigheden van de leerkracht, de organisatie van de school en de klas, de mogelijkheden m.b.t. het gebouw en het materieel, de relatie t.o.v. de medeleerlingen en hun ouders. 5. Overwegingen De school onderzoekt op basis van de inventarisatie wat de leerling nodig heeft om op de school te kunnen functioneren, welke mogelijkheden de school zelf heeft en welke ondersteuningsmogelijkheden er door anderen, zoals gemeente en speciaal onderwijs, geboden kunnen worden. 6. Besluitvorming Op basis van de informatie die is verzameld en de overwegingen wordt een besluit over de toelating genomen door de directeur van de basisschool, gehoord hebbende het team. In het besluit ligt besloten het antwoord op de vraag waarom de school wel of niet in staat is – dankzij of ondanks de inzet van de middelen- de leerling kwalitatief goed onderwijs te bieden, afgestemd op diens behoeften. Daarbij wordt meegenomen of, en zo ja welke, consequenties er zijn i.v.m. de grenzen die zijn geformuleerd ten aanzien van de opvangmogelijkheden van de school. De school houdt de ouders op de hoogte van het verloop van het besluitvormingsproces proces en maakt melding van eventuele vertraging daarin. De school moet echter binnen zes weken beslissen of de leerling kan worden toegelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd. 7. Besluit Gesprek met de ouders waarbij het besluit wordt besproken. Bij plaatsing: opstellen van een plan van aanpak met daarbij een overzicht van inzet en van middelen, inzet van informatie, ondersteuning van derden en eventuele aanpassingen binnen de school etc. Dit plan van aanpak kan per plaatsing sterk verschillen, het betreft hier namelijk maatwerk. Bij afwijzing: een inhoudelijke onderbouwing door de school waarom men van mening is dat het kind niet kan worden geplaatst. Vervolg bij niet-plaatsing Als de school de leerling met een ondersteuningsbehoefte niet kan toelaten, gaat de school een passende onderwijsplek op een andere school zoeken. Dat kan een reguliere school zijn of een school voor speciaal (basis) onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een goede balans wordt gevonden tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen. Vervolg na plaatsing Als blijkt dat we uw kind de ondersteuning kunnen bieden die het bij het onderwijs nodig heeft, dan wordt er samen met u een handelingsplan opgesteld, met ondersteuning van het speciaal (basis) onderwijs. In alle gevallen waarin wij menen het betreffende kind bij ons op school de juiste hulp te kunnen bieden, zullen wij altijd, zowel intern als met de ouders, minimaal twee maal per jaar evalueren. Wanneer bij tussentijdse evaluatie van het handelingsplan blijkt dat de school tegen een grens aan loopt, zal de school met ouders gaan zoeken naar mogelijke oplossingen. Voor het inschakelen van extra ondersteuning werkt het samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland met de driehoek school, ouders en het speciaal onderwijs (SO) of het speciaal basisonderwijs (SBO). Zij komen in overleg tot een gezamenlijke oplossing voor de benodigde ondersteuning. Het uitgangspunt is de oplossing op de school, die samen met ouders, leerkrachten en leerlingen handen en voeten krijgt. De oplossing kan gevonden worden in ondersteuning op de basisschool of door de (tijdelijke) plaatsing op het speciaal onderwijs of het speciaal basisonderwijs. In het eerste geval ondersteunt

32


het SO of het SBO de basisschool en de ouders met hun vragen over de extra ondersteuning op de basisschool. Het SO en SBO leveren een bijdrage aan het vormgeven en realiseren van een passend onderwijsaanbod op de basisscholen. Alle afspraken aangaande extra zorg voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte en eventuele plaatsing in het speciaal (basis) onderwijs, is terug te vinden in het Ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland (in te zien op de school). 5.8 Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Elke basisschool in Nederland maakt deel uit van een samenwerkingsverband. Een samenwerkingsverband telt verschillende basisscholen en één of meer speciale scholen voor basisonderwijs. Op 1 augustus 2014 is de wetswijziging passend onderwijs in werking getreden. Passend onderwijs is met ingang van 1 augustus 2013 in onze regio al van start gegaan. Dat is een jaar eerder dan de landelijke invoering. Schoolbesturen krijgen zorgplicht en de middelen en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van passend onderwijs. Wij werken samen in het nieuwe samenwerkingsverband passend onderwijs Zuid-Kennemerland. Alle scholen voor primair onderwijs uit de regio Zuid-Kennemerland maken deel uit van het nieuwe samenwerkingsverband (behoudens scholen voor cluster 1 en 2). De regiogrens van het samenwerkingsverband loopt in beginsel gelijk met de grenzen van de gemeenten: Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemstede en Zandvoort. Het algemene doel van het samenwerkingsverband is om passend onderwijs te organiseren. “Passend onderwijs betekent voor ons samenwerkingsverband dat wij onderwijs aanbieden voor iedere leerling passend bij zijn of haar onderwijsbehoefte en mogelijkheden. Het is onze ambitie om al binnen het regulier basisonderwijs, en waar nodig in het speciaal (basis) onderwijs, een zodanig gedifferentieerd onderwijsaanbod te creëren dat ieder kind zich optimaal kan ontwikkelen.” 5.9 Logopedie Twee maal per jaar bezoekt de logopediste Margot Mels de basisschool voor screening en, indien nodig, nader onderzoek. Gezien worden:  Middelste kleuters.  Nieuwe leerlingen, die na deze screening op school komen.  Kinderen waarbij eerder een controle is afgesproken. Mocht u bezwaar hebben tegen de screening, dan kunt u dit aan de leerkracht kenbaar maken. Als blijkt dat er problemen zijn op het gebied van spraak, taal, stem en/of gehoor volgt advies, controle of een verwijzing naar een vrij gevestigde logopediste. U kunt, wanneer u twijfels heeft over het spreken van uw kind of meer informatie wenst over logopedie, de logopedisten bereiken tijdens het logopedisch spreekuur, donderdag van 15.30- 16.30 uur, tel. 5225651 (m.u.v. schoolvakanties). Buiten deze tijd kunt u een bericht aan de receptionist doorgeven. Ook is het mogelijk een bericht via de mail achter te laten: [email protected] 5.10 Samenwerking met jeugdgezondheidszorg GGD Kennemerland Wij werken samen met Jeugdgezondheidszorg (JGZ) GGD Kennemerland. Aan onze school is een team van een JGZ arts, JGZ verpleegkundige en een JGZ assistente verbonden. De taak van de jeugdgezondheidszorg is het begeleiden van de groei en de ontwikkeling van uw kind.

33


U kunt als ouder aan de JGZ vragen stellen over onder andere gezondheid, groei, opvoeding gedrag, eten, slapen, bedplassen. Deze vragen kunt telefonisch en tijdens preventieve gezondheidsonderzoeken stellen (telefoonnummer 0900- 0400682 7,5 cent per gesprek). Opvoedpoli Haarlem Jeugdgezondheidszorg GGD Kennemerland maakt deel uit van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Spaarne 11 Gezondheidsonderzoek voor 5-jarigen en kinderen in groep 7 Kinderen worden op vaste momenten, zoals is vastgelegd in het landelijke basistakenpakket van de JGZ gevolgd. Binnen de basisschoolperiode is er een preventief gezondheidsonderzoek voor de 5 jarigen (in het jaar dat een kind 5 jaar wordt) en groep 7 leerlingen.

2011CC Haarlem 023-3030571

www.opvoedpoli.nl

Beide onderzoeken bestaan uit de volgende onderdelen:   

  

De JGZ assistente onderzoekt op school de ogen, het gehoor (voor groep 7 op indicatie), de lengte en het gewicht. Als ouder/verzorger vult u een vragenlijst in over uw kind en u geeft toestemming voor onderdelen van het onderzoek. De leerkracht vult een vragenlijst in over het kind, over motoriek, spraak-taalontwikkeling en het gedrag op school. De leerkracht zal alleen gegevens invullen die bij u als ouders bekend zijn. De JGZ arts of –verpleegkundige koppelt informatie terug met uw toestemming over het gehoor en het zien. Eventueel worden kinderen met hun ouders door de JGZ-arts of JGZ-verpleegkundige uitgenodigd voor een uitgebreider onderzoek op een GGD-locatie. Als ouder kunt u zelf aangeven dat u een gesprek met de JGZ-arts of JGZ-verpleegkundige wilt.

5.11 CJG Als ouder of verzorger heeft u een veelzijdige taak. U zorgt, begeleidt, stimuleert en beschermt uw kind, elke dag opnieuw. Opvoeden is behalve veelzijdig soms ook lastig. Een goede tip kan volstaan, maar op sommige opvoedvragen is het antwoord niet zo eenvoudig te geven. Bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kunt u terecht met uw vragen, voor informatie, pedagogische hulp en advies. Het CJG is een samenwerkingsverband van bestaande organisaties binnen de jeugdgezondheidszorg, jeugdhulpverlening en welzijn. Het consultatiebureau is een van deze organisaties. Door nauw samen te werken kunnen uw vragen over het opgroeien en de opvoeding van uw kind beter worden beantwoord. In het CJG houden verschillende deskundigen spreekuur en worden er ook regelmatig cursussen en lezingen gegeven. Het aanbod vindt u op de website http://www.cjgbloemendaal.nl/ 5.12 Onderwijsondersteuning Onze school werkt samen met het pedagogisch en psychologisch centrum ‘De Opvoedpoli’. ‘De Opvoedpoli’ is een netwerkorganisatie die bestaat uit een multidisciplinair team met een grote diversiteit in (culturele) achtergrond, opleiding, ervaring en specialisme. Bij de Opvoedpoli werken onder meer (ortho-)pedagogen, (GZ-)psychologen, therapeuten (systeemtherapie, creatieve en speltherapie), onderwijsbegeleiders, sociaalpedagogisch hulpverleners, loopbaancoaches, maatschappelijk werkers en medisch specialisten. De organisatie adviseert de interne begeleider bij vragen die zij heeft over het wel of niet afnemen van onderzoeken. Deze onderzoeken kunnen betrekking hebben op: dyslexie, dyscalculie, intelligentie of ADHD. Daarnaast zijn er mogelijkheden

34


35

voor een persoonlijkheidsonderzoek, een pedagogisch-didactisch onderzoek of een (neuro)psychologisch onderzoek. Zo nodig is er voor een advies over een specifieke leerling een gesprek met een medewerker van ‘De Opvoedpoli’. Als ouders wordt u op de hoogte gehouden van deze gesprekken. Indien gewenst kan er ook sociaal-emotionele begeleiding geboden worden voor weerbaarheid, (faal)angst, pesten en gedragsproblemen. De meeste behandelingen worden vergoed door de zorgverzekering. In een aantal gevallen zal na een eerste gesprek met de ouders/verzorgers, een individueel onderzoek van een leerling door iemand van ‘De Opvoedpoli’ worden verricht. 5.13 Het onderwijsloket Het onderwijsloket Haarlem en omstreken geeft onafhankelijke informatie en advies aan ouders van leerlingen met extra begeleidingsvragen in het onderwijs. Samen met ouders worden de mogelijkheden van begeleiding besproken en wordt uitleg gegeven over indicatieaanvragen voor verschillende soorten scholen voor Speciaal (Basis) Onderwijs en de ‘Rugzak’. Ook kan de consulent met ouders meedenken over de keuze voor een reguliere of speciale school. Het gebruik van het Onderwijsloket is gratis.

Regiokantoor Zuid-Kennemerland MEE Richard Holkade 2 2033 PZ Haarlem 023-5330427 www.onderwijslokethaarlem.nl

5.14 Postbus 51 Postbus 51 informatiedienst geeft op www.rijksoverheid.nl algemene informatie over de weten regelgeving van de Rijksoverheid. Als u het antwoord op uw vraag niet kunt vinden op deze website, kunt u uw vraag telefonisch stellen via het gratis telefoonnummer 0800-8051 op werkdagen van 08.00 tot 20.00 uur.


Hoofdstuk 6: Betrokkenheid en inspraak ouders 6.1 Contact ouders en school De Willinkschool hecht grote waarde aan een goed contact tussen ouders en leerkrachten. Wij proberen ouders zo goed en volledig mogelijk te informeren over belangrijke zaken die hun kind betreffen. Ook staan we open voor de inbreng van de ouders, omdat wij ons met de ouders verantwoordelijk voelen voor de ontwikkeling van de kinderen. Wij verwachten van ouders dat ook zij ons op de hoogte houden van belangrijke ontwikkelingen die direct van invloed kunnen zijn op gedrag en/of prestaties van hun kind. We zijn ons ervan bewust dat veel dingen binnen onze school niet mogelijk zouden zijn zonder de hulp van ouders. We zijn er trots op dat veel ouders op verschillende manieren actief in de school zijn. 6.2 De medezeggenschapsraad (MZR) De medezeggenschapsraad van de Willinkschool heeft tot taak de openheid, openbaarheid en het onderling overleg in de school te bevorderen. De raad is hierbij bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden die de school betreffen en indien gewenst over deze aangelegenheden aan het bestuur voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken, namens ouders en/of personeelsleden. De MZR heeft niet tot taak om zaken aan de orde te stellen die ouders direct met leerkracht(en), team en/of directie kunnen bespreken. De MZR heeft in een aantal gevallen een instemmings- of adviesbevoegdheid (omschreven in het reglement) t.a.v. bestuursaangelegenheden. Zo heeft de MZR ingestemd met de inhoud van deze schoolgids. De MZR bestaat uit twee ouders en twee teamleden, ieder voor een periode van drie jaar. Na drie jaar komen er nieuwe verkiezingen of gaan de leden hun tweede termijn in. In 2014-2015 bestaan de MZR-leden uit:    

Francien Gulickx (personeelsgeleding) Pauline van der Wal (personeelsgeleding) Viola Scheerder (oudergeleding) Ben Bolsenbroek (oudergeleding)

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

Mailadres: [email protected]. 6.3 De Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) is een overkoepelende raad voor alle scholen die aangesloten zijn bij de stichting Salomo. De GMR adviseert het bestuur en heeft advies- en instemmingsrecht over bepaalde voorstellen en voorgenomen besluiten van het bestuur die alle scholen aangaan. De medezeggenschap over zaken die alleen een afzonderlijke school betreffen, wordt uitgeoefend door de medezeggenschapsraad (MR) van de school zelf. De GMR richt zich dus alleen op bovenschoolsbeleid dat betrekking heeft op de gezamenlijke scholen van Salomo. Aan de GMR zijn commissies verbonden ter voorbereiding van de door de GMR te behandelen onderwerpen, waaronder advies- en instemmingsvragen van het bestuur. De commissies nemen geen bevoegdheden van de GMR als geheel over.

36


De GMR bestaat uit 12 leden, waarvan 6 ouders en 6 personeelsleden. Zij zijn als ouder of als personeelslid elk verbonden aan een van de scholen van Salomo. Zij vertegenwoordigen in de GMR echter niet het specifieke belang van hun school maar dat van álle Salomo-scholen. Wel onderhouden de leden elk contact met de MR van een of meerdere scholen, zodat zij goed weten wat er leeft en speelt op de scholen. 6.4 Ouderraad (OR) Naast de MZR heeft de school een ouderraad. De OR is een door ouders samengestelde groep die het team ondersteunt bij het organiseren van activiteiten op school, zoals: Kinderboekenweek, Sinterklaas, Kerst, Pasen en het slotfeest. De commissieleden versieren regelmatig de gangen in de school. Daarnaast functioneert de OR als klankbord voor de ouderleden van de MZR en voor de ouders op school. De OR mag, gevraagd en ongevraagd, adviezen geven aan de MZR. De ouderraad beheert ook de vrijwillige ouderbijdrage. Deze wordt besteed aan activiteiten en soms aan aanvullende leermiddelen. De hoogte en besteding van de ouderbijdrage wordt in de OR vastgesteld, maar moet worden goedgekeurd in de MZR. Eén keer per jaar zal er een algemene ledenvergadering worden gehouden. Hier legt de OR verantwoording af over de besteding van de vrijwillige ouderbijdrage. Er kunnen ook vragen worden gesteld. Alle ouders/verzorgers van de school zijn hierbij welkom. Iedere ouder met een kind op onze school kan zich opgeven voor de OR. De namen van de ouderraadsleden worden na de algemene ledenvergadering in de nieuwsbrief bekend gemaakt. Een teamlid woont de ouderraadsvergaderingen bij als de contactpersoon van het schoolteam. De leden van de OR zijn:        

Dennis Jansen Roel Kooning Sigrid Voges Leonie van Elzen Iris Tjade Joan van Hoppe Eva Roest Marjanne Kampinga (personeelsgeleding)

Mailadres: [email protected] 6.5 Klankbordouders Iedere groep op de Willinkschool heeft één, liefst twee klankbordouders. Dit zijn vrijwilligers die zich hiervoor bij de start van het schooljaar kandidaat stellen. De klankbordouders zijn de schakel tussen de ouders en de oudergeleding van de MZR. De klankbordgroep zal twee of drie maal per jaar samenkomen. Dit om ideeën te kunnen uitwisselen en om eventuele knelpunten direct te kunnen aanpakken. Daarnaast komen ze tweemaal per jaar bijeen voor een gesprek met de directeur. In deze gesprekken wordt er gesproken over een vooraf vastgesteld onderwerp passend bij het schoolplan. Afspraak is dat er niet over leerkrachten en kinderen gesproken wordt.

37


6.6 Klassenouders De klassenouders ondersteunen de leerkrachten van de groep bij het organiseren van activiteiten. Ook zijn de klassenouders een aanspreekpunt voor ouders die praktische vragen hebben (bijv. als hun kind voor het eerst bij ons op school komt). Op de jaarlijkse informatieavond wordt gevraagd welke ouders zich beschikbaar willen stellen. 6.7 Sportcommissie De sportcommissie bestaat uit ouders die, samen met de gymleerkracht en een groepsleerkracht, meehelpen met de organisatie van de sportevenementen, zoals voetbalclinic, hockeyclinic, tennisclinic, schaatsen, basketbal, scholierenbosloop, beeballtoernooi en de sportdagen. Ouders kunnen zich jaarlijks aanmelden. 6.8 Ouderhulp Aan het begin van het schooljaar krijgt ieder gezin een intekenformulier voor ouderhulp mee. Iedere ouder kan zich daarop ook aanmelden voor een activiteit of een commissie. In de nieuwsbrief wordt een oproep gedaan als er in een commissie een vacature ontstaat. Het ingevulde formulier ontvangen we graag weer op school retour, zodat wij kunnen zien welke ouders zich voor een bepaalde activiteit willen inzetten. Via de leerkracht of de klassenouders komt af en toe een oproep naar ouders om te begeleiden bij activiteiten in de groepen of voor vervoer naar verschillende bestemmingen, zoals theaters, musea e.d.. Wij verwachten en ervaren dat veel ouders zich bij toerbeurt inzetten bij deze activiteiten. Zonder deze hulp kunnen diverse activiteiten niet plaats vinden. Hulp is altijd welkom en wordt zeer gewaardeerd. 6.9 Contacten met de leerkracht We vinden een regelmatig contact met de ouders belangrijk. In het begin van het nieuwe schooljaar worden voor alle groepen informatieavonden gehouden. De leermethoden en de gang van zaken in de groep en op school komen aan de orde. Twee maal per jaar ontvangen ouders een uitnodiging voor een gesprek met de leerkracht. Tweemaal per jaar, voorafgaand aan het gesprek met de leerkracht, krijgen de kinderen een map met het op school gemaakte werk mee naar huis. Vanaf groep vier mogen kinderen het door hen gemaakte werk zelf aan de ouders laten zien op een speciaal daarvoor bestemde inloopmiddag. De leerkrachten van groep 1 t/m 3 organiseren in januari een extra informatiemoment. Na schooltijd kunnen ouders met de leerkracht een afspraak maken voor een gesprek. Wij stellen het op prijs als u bij het maken van de afspraak vast kort het gespreksonderwerp aangeeft. Aan het begin van een gesprek geven we altijd aan hoeveel tijd wij ervoor gereserveerd hebben. Dit houdt ons ervan bewust dat de tijd van de gesprekspartners kostbaar is. Van een gesprek maken wij een gespreksverslag. In een aantal gevallen vragen wij ouders zo’n verslag (instemmend of ‘voor gezien’) te ondertekenen. De e-mailadressen van de leerkrachten staan in deze schoolgids vermeld. Wij verzoeken u vriendelijk deze e-mailadressen alleen te gebruiken voor organisatorische en zakelijke vragen en/of mededelingen.

38


6.10 De nieuwsbrief Iedere 14 dagen verschijnt er een nieuwsbrief, waarin de ouders van alle lopende zaken op de hoogte worden gesteld. De nieuwsbrieven staan ook op de website van de school. De nieuwsbrief wordt digitaal naar alle ouders verzonden. Ouders die toch graag een papieren versie willen, kunnen deze vinden op de bar bij de keuken en op de ladekast voor de IB-kamer (bij de groepen 1/2 ). 6.11 De website Op onze website (www.willinkschool.nl) staat veel informatie. Ook zetten wij er regelmatig verslagen van activiteiten op. Van veel activiteiten maken wij foto’s of wij krijgen deze van ouders aangeleverd. Afspraak is dat we alleen foto’s plaatsen waar meerdere kinderen op staan. Mocht u bezwaar hebben tegen het plaatsen van een foto waar uw kind op staat, laat het ons dan z.s.m. weten. Op het aanmeldingsformulier kunt u het aangeven als u wilt dat er nooit een foto op de website komt waar uw kind op staat. 6.12 Gescheiden ouders Onze school zet zich in voor een goede zorg voor uw kind. Wij werken graag met u als ouders samen om onze verantwoordelijkheid waar te maken. Daarbij gaan we ervan uit dat u ook met ons samenwerkt. Voor een goede samenwerking is het van belang dat u goed geïnformeerd bent over hoe het met uw kind op school gaat en wat er op school gebeurt. De school informeert u, maar het is natuurlijk minstens zo belangrijk dat u zelf uw betrokkenheid laat zien en u zichzelf actief op de hoogte houdt. Dat geldt voor alle ouders, dus ook voor gescheiden ouders. Hoe onze school omgaat met de informatieverstrekking aan gescheiden ouders en wat daarbij van de ouders zelf wordt verwacht staat beschreven in het protocol Informatievoorziening gescheiden ouders. U kunt het vinden op de website van de stichting en de school. U mag de school ook vragen een exemplaar aan u te geven. 6.13 Ouderbijdrage De financiële basis van de Willinkschool wordt de laatste jaren steeds smaller. Het bestuur, team, medezeggenschapsraad en ouders van de Willinkschool vinden dit een ongewenste situatie en proberen de school daarom meer financiële armslag te geven door een vrijwillige bijdrage in de schoolkosten. Er is voor de volgende opzet gekozen: aan het begin van elk schooljaar vragen we van ouders/ verzorgers een bijdrage. (In schooljaar 2014-2015 was dit € 71,50 voor het eerste kind en € 52,50 voor ieder volgend kind). Het bedrag per kind is een totaalbedrag. Bij verhoging van het bedrag wordt dit op algemene ledenvergadering besproken. De besteding van het bedrag vindt op drie manieren plaats: 1) Schoolreisje. Het bedrag voor het schoolreisje wordt wel tegelijk met de vrijwillige ouderbijdrage geïnd, maar maakt officieel geen deel uit van de vrijwillige bijdrage. 2) Uitstapjes, bijzondere projecten, sportevenementen, Sinterklaas, Kerst. 3) Een speerpuntactie. Na betaling van alle vaste kosten, zoals onder punt 2 genoemd, kan ongeveer € 1500,= worden besteed aan een jaarlijks vast te stellen speerpuntactie. Afgelopen jaar is er een deel van de kosten van de kindportfolio’s betaald vanuit het speerpuntgeld.

39


Het betreft geen luxe zaken, maar wel wenselijke zaken, die niet of nauwelijks door de overheid worden bekostigd. De mogelijkheid bestaat om het bedrag in twee termijnen te voldoen. Voor kinderen die in de loop van het jaar worden aangemeld, geldt een aangepast bedrag. 6.14 Schoolfonds Begin 2009 is het schoolfonds in het leven geroepen. Ouders ontvangen jaarlijks een verzoek om een bijdrage voor het schoolfonds te storten. Dit is vrijwillig en het bedrag is voor iedere ouder zelf te bepalen. Vanuit het schoolfonds worden extra’s bekostigd die een wat luxer karakter hebben. De afgelopen jaren zijn de digitale schoolborden uit het schoolfonds betaald, maar ook een gedeelte van de keuken en de laptopkar. 6.15 Sponsoring De school voert een terughoudend beleid bij het aanvaarden van materiële zaken of geldelijke bijdragen. Tussen het ministerie van Onderwijs en besturenorganisaties is in 1997 een convenant gesloten over de mogelijkheden en grenzen van sponsoring. Salomo heeft zich daarbij aangesloten. Het convenant ligt ter inzage bij de directie van de school. Enkele punten uit het geformuleerde beleid zijn:  Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de school in gevaar brengen.  Sponsoring moet verenigbaar zijn met de statutaire grondslag van de stichting, alsmede de algemene doelstellingen van de school en het onderwijs.  De school mag niet in een afhankelijkheidsrelatie tot de sponsor komen te verkeren.  Sponsoring moet een gezonde leefstijl aanmoedigen.  Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk worden van sponsoring.  In lesmaterialen en leermiddelen mag geen reclame voorkomen, ook niet impliciet.  De school is bij het aangaan van een sponsorovereenkomst verplicht om deze overeenkomst voor te leggen aan de hele MZR. De MZR heeft instemmingsrecht.  De school verantwoordt zich voor alle middelen die door sponsoring verkregen zijn in de jaarrekening van de stichting. Wanneer de school een bedrag groter dan €2500 weet te verwerven via sponsors, dan dient dit gemeld te worden bij het bevoegd gezag.

40


41

6.16 Afspraken over de samenwerking tussen ouders en school Willinkschool

Ouders/ verzorgers

De school draagt zorg voor goed onderwijs zoals beschreven in schoolplan De ouders/ verzorgers onderschrijven de inhoud en uitgangspunten en schoolgids van schoolgids en schoolplan.

De school heeft in de schoolgids een aantal protocollen opgenomen of verwijst er naar. O.a.: ·

Pestprotocol

·

Protocol toelating –en verwijdering van leerlingen

·

Klachtenregeling

·

Protocol externe RT onder schooltijd

De ouders/verzorgers steunen de school bij de uitvoering van de diverse protocollen zoals het pestprotocol.

De school informeert in ieder geval 2 x per jaar de ouders over de vorderingen en het welbevinden van hun kind.

De ouders/verzorgers tonen belangstelling in de vorderingen van hun kind door naar rapportavonden en de informatieavond te komen.

Eventuele (leer- en/of gedrags-)problemen worden zo spoedig mogelijk met de ouders besproken.

De ouders/verzorgers informeren de school als hun kind problemen heeft in de thuissituatie of op school.

Bij leer- en/of gedragsproblemen reageert de school alert. Het zorgplan is De ouders/verzorgers verlenen medewerking het kind op te nemen hierbij uitgangspunt. De school informeert de ouders over de te nemen in een zorgtraject en eventueel de leerling te bespreken met stappen, het eventuele plan van aanpak en evalueert dit op vastgestelde beroepskrachten of hulpverleners van buiten de school. tijden.

De school zorgt er voor dat de wettelijk verplichte lesuren worden gegeven.

De ouders/verzorgers maken afspraken met externe hulpverleners en artsen in principe buiten schooltijd.

De school houdt zich aan de schooltijden zoals deze in de schoolgids genoemd staan De kinderen krijgen verlof volgens de bepalingen van de leerplichtwet.

De ouders/verzorgers vragen voor hun kind tijdig bij de directie verlof aan en houden zich aan de leerplichtwet.

De ouders/verzorgers worden tijdig geïnformeerd over zaken die de school en de leerlingen betreffen.

De ouders/verzorgers lezen de informatie en vragen indien nodig om toelichting.

De school respecteert de cultuur en de geloofsovertuiging van de ouders.

De ouders/verzorgers respecteren en ondersteunen de grondbeginselen zoals beschreven in het schoolplan en de schoolgids.

De school spant zich in eventuele conflicten op te lossen. Samen met de ouders werkt de school aan een leefbare en veilige school.

De ouders/verzorgers onderschrijven het belang van en werken mee aan een leefbare en veilige school.


Hoofdstuk 7: Leerplicht, verlof en verzuim 7.1 Vakantierooster en studiedagen Herfstvakantie

zaterdag

17 oktober

Kerstvakantie

zaterdag

19 december t/m zondag

3 januari

Voorjaarsvakantie

zaterdag

27 februari

t/m zondag

6 maart

Paasvakantie

vrijdag

25 maart

en

28 maart

Meivakantie

zaterdag

23 april

t/m zondag

8 mei

Pinksteren

maandag

16 mei

Zomervakantie

zaterdag

16 juli

t/m zondag

28 augustus

Extra vrije middagen Middag

vrijdag

18 december

Middag

vrijdag

15 juli

Dag 1

woensdag

2 september

Dag 2

maandag

26 oktober

Dag 3

Donderdag

21 januari

Dag 4

vrijdag

26 februari

Studiedagen

t/m zondag

maandag

25 oktober

42


7.2 Ziekmelding Als een kind ziek is, moet dit tijdig aan de school doorgeven worden. Telefonisch melden kan (bij voorkeur) tussen 8.00 uur en 8.20 uur. De leerkracht neemt in de ochtend contact met de ouders op, als een leerling zonder afmelding afwezig is. 7.3 Leerplicht De Leerplichtwet geeft aan dat ieder kind vanaf de dag waarop het vier wordt, naar school gaat, maar nog niet leerplichtig is. Een kind moet naar school op de eerste dag van de maand, die volgt op zijn of haar vijfde verjaardag. Op die dag moet uw kind ook op school staan ingeschreven. Als het volledige schoolprogramma een te zware opgave is, mag de vijfjarige ten hoogste vijf uur per week thuisblijven, mits dat tijdig vooraf aan de directie wordt doorgegeven. Daarnaast kan de directie toestemming geven voor nog eens vijf uur per week vrijaf. Vanaf de leeftijd van zes jaar gelden de leerplichtregels, dus zonder eventuele extra vrije uurtjes per week. 7.4 Verlof Buitengewoon verlof tijdens de schooltijden is alleen toegestaan in geval van gewichtige omstandigheden, zoals bijvoorbeeld overlijden binnen de familie, huwelijken of jubilea van ouders en grootouders, wettelijke verplichtingen waaraan buiten de schooltijden niet kan worden voldaan. Uitgangspunt is dat het gaat om omstandigheden die buiten de wil van de ouders en/of het kind zijn gelegen. Afwezigheid vanwege bijvoorbeeld verjaardagen, gewoon familiebezoek (ook naar het buitenland), vakantie in een goedkope periode, een reisje dat u heeft gewonnen, eerder vertrek naar of latere terugkeer van vakantie zijn geen redenen voor verlof. Andere verlofaanvragen betreffen bijvoorbeeld incidentele bezoeken aan tandarts, huisarts of ziekenhuis. Het liefst heeft de school dat deze bezoeken buiten schooltijd plaatsvinden, maar dat is niet altijd mogelijk. Voor deze incidentele bezoeken geeft de directeur van de school meestal verlof. Voor de verlofaanvragen, die meer structureel van aard zijn (denk aan logopedie, dyslexiebehandeling, etc.), geeft de school geen verlof. Deze behandelingen dienen buiten schooltijd plaats te vinden. Hierop is een uitzondering mogelijk, een ‘tenzij’. De ‘tenzij’ geldt als leerlingen vastlopen in hun leerproces en als leerlingen daarvoor behandeling nodig hebben, die onmogelijk buiten schooltijd te verkrijgen is. De beoordeling van het ‘vastlopen in het leerproces’ ligt bij de leerkracht, intern begeleider en directie. Aan deze beoordeling ligt dan een onderzoek, handelingsplan of een ontwikkelingsperspectief ten grondslag. Het verlof verleent de directeur. Extra verlof voor vakantie buiten de schoolvakanties wordt dus niet verleend. Alleen in uitzonderlijke omstandigheden kan hiervan worden afgeweken: wanneer extra vakantie om medische redenen noodzakelijk wordt geacht of wanneer een van de ouders een zodanig specifiek beroep uitoefent, dat het aantoonbaar onmogelijk is om in de schoolvakanties met het gezin op vakantie te gaan. Belemmeringen of organisatorische problemen op uw werk vallen daar niet onder en geven dus geen recht op extra vakantieverlof; het moet echt gaan om de aard van het beroep. Maar ook dan nog gelden er beperkingen ten aanzien van de duur van de extra vakantie en het moment waarop deze mag worden gepland. Bovendien dient u schriftelijke verklaringen te kunnen overleggen, van

43


bijvoorbeeld een arts of werkgever. Een standaard werkgeversverklaring is daarvoor niet toereikend. In beide gevallen, dus zowel verlof vanwege gewichtige omstandigheden als extra vakantieverlof, dient u vooraf een schriftelijke aanvraag in te dienen bij de directeur, bij voorkeur acht weken van tevoren. Aanvraagformulieren zijn verkrijgbaar bij de directeur. Bij een verlofaanvraag van meer dan tien schooldagen vanwege gewichtige omstandigheden wordt u verwezen naar de leerplichtambtenaar van de gemeente, omdat de directie hierover niet mag beslissen. Aanvragen voor meer dan tien dagen extra vakantieverlof worden altijd afgewezen, evenals extra verlof in de eerste twee weken van het schooljaar. Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar, wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De schoolleiding is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden, die proces-verbaal kan opmaken. Voor meer informatie kunt u terecht bij de directeur of de leerplichtambtenaar van uw woongemeente. Probeert u op de eerste plaats te voorkomen dat uw kind lessen mist! En laten we ons met elkaar realiseren dat leren vooral een recht en een kans is voor uw kind om zich optimaal te ontwikkelen, en niet op de eerste plaats een plicht! Omdat we ons onderwijs en uw kind heel serieus nemen heeft het bestuur van Salomo de schooldirectie de opdracht gegeven om de leerplichtwet strikt na te leven. 7.5 Vrijstelling van onderwijs Volgens de wet op het primair onderwijs zijn alle leerlingen verplicht deel te nemen aan het onderwijs. Wel kan het voorkomen dat ouders een verzoek hebben om hun kind vrij te stellen van het deelnemen aan bepaalde onderwijsactiviteiten. Een vrijstelling kan alleen worden gegeven door het bevoegd gezag (het bestuur). Bij toezegging bepaalt het bevoegd gezag welke onderwijsactiviteiten voor de vrijstelling in de plaats komen. 7.6 Vrijstelling i.v.m. toptalenten sport en cultuur Sport en cultuur nemen een belangrijke plaats in onze maatschappij. Op hoog niveau presteren als toptalent op het gebied van sport of cultuur valt soms moeilijk te combineren met school. Omdat wij geloven dat het belangrijk is dat kinderen zich ook op andere terreinen ontwikkelen, en wij talentontwikkeling willen bevorderen, wil onze school toptalenten de ruimte bieden hun activiteiten op hoog niveau te combineren met school. Hiervoor kan het nodig zijn dat een leerling een deel van de lestijd wordt vrijgesteld. Daar staat tegenover dat de school in overleg met ouders en/of leerling een inhaalprogramma opstelt, dat de leerling moet verwezenlijken. Wij willen als school een actief toptalentenbeleid voeren en gebruiken hiervoor de beleidsruimte die de wet ons biedt. Wij stellen echter ook voorwaarden bij dit beleid:  Aanvragen kunnen alleen worden gedaan voor uitzonderlijke talenten; kinderen die op het hoogste (inter)nationale niveau presteren en, in geval van topsport, een status hebben gekregen via hun sportbond of NOC*NSF of als toptalent benoemd zijn en bekend zijn bij het Olympisch Netwerk. Voor cultuurtalenten geldt dat een jongere op het hoogste niveau (concoursen bij muziek, filmopnames of toneelvoorstellingen bij acteren) moet presteren en dat het moet gaan om een niet commercieel optreden (denk aan commercials)  Ouders doen aan het begin van het schooljaar een schriftelijke aanvraag voor vrijstelling bij

44


de school. In de aanvraag worden de momenten en/of data van afwezigheid vermeld.  In de aanvraag wordt de noodzaak van deelname aan trainingen en wedstrijden/concoursen aangetoond. Het dient te gaan om nationale of internationale kampioenschappen/concoursen of trainingen daarvoor.  Bij de aanvraag worden, in geval van topsport, kopieën van bewijsstukken van de toegekende status of aangemeld zijn bij het Olympisch Netwerk gevoegd.  Bij cultuurtalenten, bijvoorbeeld bij deelname aan een professionele productie, zal in voorkomende gevallen contact worden opgenomen met de Arbeidsinspectie om tot een gezamenlijk standpunt te komen.  In alle gevallen geldt dat de school een plan van aanpak opstelt waarin wordt beschreven hoe de leerling de lesstof van de gemiste lessen gaat inhalen zonder achterstanden op te lopen. Uitgangspunt dient te zijn dat de leerling noch op cognitief, noch op sociaalemotioneel terrein achter gaat lopen. De school behoudt zich het recht voor om een vrijstelling in te trekken wanneer de schoolprestaties achteruitgaan of wanneer blijkt dat de leerling op sociaal-emotioneel gebied problemen krijgt. 7.7 Schorsing Voordat er overgegaan wordt tot schorsen of zelfs verwijderen zijn er al meerdere stappen genomen. Deze kunt u vinden in het protocol ‘grensoverschrijdend gedrag’. Dit protocol is te vinden op de website: http://www.willinkschool.nl/ouders/downloads/ Schorsing is een ordemaatregel, waardoor een leerling tijdelijk de toegang tot de school wordt ontzegd. Ingevolge het directiereglement van Salomo (art. 2.B.11) is de directeur bevoegd tot schorsen van een leerling. Een besluit tot schorsing dient wel getekend te zijn door het bevoegd gezag (de bestuurder). De directeur informeert de ouders schriftelijk omtrent een voorgenomen schorsing. En de directeur informeert de ouders vervolgens schriftelijk over een definitief besluit tot schorsing. De directeur voert een schorsing uit, nadat is voorzien in de opvang van de leerling onmiddellijk nadat deze de toegang tot de school is ontzegd. De leerling blijft immers leerplichtig. Aan de leerling wordt een taak meegegeven. De directeur informeert de leerplichtambtenaar en de onderwijsinspectie. Een schorsing duurt maximaal 5 schooldagen. De directeur kan met onmiddellijke ingang schorsen (na overleg met en akkoord van de bestuurder) indien de geestelijke en de lichamelijke gezondheid en/of veiligheid van de medeleerlingen of van de personeelsleden dit vereist. De directeur documenteert de aanleiding en de achterliggende motieven van een schorsing. De directeur laat de ouders na enige tijd schriftelijk weten of de schorsingsmaatregel heeft gewerkt. 7.8 Verwijdering Verwijderen is het definitief uitschrijven van een leerling van de school. Het bestuur is bevoegd een leerling te verwijderen. De leerplichtambtenaar en de onderwijsinspectie worden hierover geïnformeerd. De directeur overlegt omtrent het voornemen tot verwijdering namens het bestuur met de ouders. De ouders kunnen hun standpunt duidelijk maken. Van dit overleg wordt een verslag gemaakt, bestemd voor beide partijen. De directeur kan het bestuur schriftelijk, gemotiveerd en gedocumenteerd verzoeken om te besluiten tot verwijdering van een leerling als het hiervoor genoemde overleg is gevoerd. Het bestuur besluit tot verwijdering nadat de directeur en betrokken groepsleerkracht zijn gehoord. Het horen van de groepsleerkracht geschiedt namens het bestuur door de directeur.

45


Het bestuur doet de ouders schriftelijk mededeling van het (voorgenomen) besluit tot verwijdering. Daadwerkelijke verwijdering vindt plaats nadat is voorzien in de opvang van de leerling op een andere school onmiddellijk na de verwijdering. Een leerling kan pas definitief verwijderd worden wanneer een andere school zich bereid heeft verklaard de betrokken leerling op te nemen. De ouders kunnen bezwaar aantekenen tegen de verwijdering binnen 6 weken na dagtekening van het verwijderingsbesluit. Maken zij binnen 6 weken geen bezwaar dan is het verwijderingsbesluit vanaf dat moment onherroepelijk. Maken zij bezwaar, dan dient het bestuur binnen 4 weken een beslissing te nemen op het bezwaarschrift. Alvorens deze beslissing te nemen, moeten de ouders nogmaals worden gehoord. Tevens dient met de inspecteur en desgewenst met andere deskundigen overleg plaats te vinden. Het bestuur kan de directeur opdragen bedoelde gesprekken te organiseren. De ouders kunnen zowel tijdens de bezwaarfase, als in de daaropvolgende beroepsfase de rechter inschakelen. Tijdens de bezwaarfase kunnen ouders een kort geding aanspannen, waarin zij vragen het bestuur te verbieden tot verwijdering over te gaan. Dit kort geding kan worden voorkomen door bij de uitreiking of toezending van de beslissing tot verwijdering aan te geven dat de leerling de bezwaarfase op school kan afwachten. Ouders kunnen ook de rechter inschakelen in de beroepsfase, als de beslissing op het bezwaarschrift inhoudt dat de leerling van school verwijderd wordt.

In het kader van passend onderwijs is er een Tijdelijke geschillencommissie Toelating en Verwijdering ingevoerd. Aan deze commissie kunnen door ouders geschillen worden voorgelegd over: -

De aanmelding/toelating van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben Over de verwijdering van leerlingen Over de vaststelling/wijziging van het ontwikkelingsperspectief voor een leerling

Met de invoering van de Tijdelijke Geschillencommissie wil de overheid bereiken dat er voldoende rechtsbescherming wordt geboden bij geschillen. Naar verwachting zal er bij een geschil tussen de ouders en de school of het samenwerkingsverband snel zekerheid zijn over het onderwijs aan een leerling die extra ondersteuning nodig heeft. Het zal tevens tot uitspraken leiden die landelijk duidelijkheid geven over de invulling en uitvoering van passend onderwijs.

46


Hoofdstuk 8: Afspraken, rechten, plichten en klachtenregeling 8.1 Afspraken De vijf gouden afspraken van de Willinkschool zijn: 1. 2. 3. 4. 5.

We houden rekening met elkaar. Ons taalgebruik mag iedereen horen. We zijn netjes op onze eigen spullen, die van een ander en die van school. We lopen rustig in de gang. We helpen elkaar om ons aan deze afspraken te houden.

8.2 Regels voor de leerlingen Om het fijn met elkaar te hebben, zijn er ook een aantal regels nodig. In de groep, maar ook daarbuiten. Wij bespreken deze afspraken met de kinderen. Voor u als ouders zijn deze regels ter kennisname. Enkele regels die in de hele school gelden zijn:  De school gaat om 8.20 uur open. Voor die tijd wachten kinderen op het plein.  Om 8.25 wordt gebeld als teken dat de leerkrachten bijna willen beginnen. Kinderen, die dan nog buiten zijn, gaan naar hun groep.  In de pauze gaan alle kinderen naar buiten. Er is hard gewerkt. Met toestemming van de leerkracht mag een leerling binnen blijven.  Het schoolplein is er om samen te spelen. Iedereen moet zich veilig en gelukkig kunnen voelen, vandaar dat we pesten, schelden en vechten niet tolereren.  Er mag niet gefietst worden op de stoep of op het plein, dit geldt ook voor het paadje vanaf het Akonietenplein.  Meegenomen mobiele telefoons en MP3-spelers e.d. worden op school uitgezet en in het laatje van het kind bewaard. Na overleg met de leerkracht mag het gebruikt worden. 8.3 Regels voor de ouders Ook voor de ouders hebben we enkele regels opgesteld:  Wilt u er voor zorgen dat uw kind op tijd op school is?  Om half negen willen we graag met de lessen beginnen. Daarom vragen we de ouders van groep 1 t/m 3 om, als de bel gaat, de lokaal te verlaten.  Ouders met leerlingen in groep 4 t/m 8 nemen buiten op het plein afscheid van hun kind. Als een ouders iets aan de leerkracht wil vragen of wil mededelen, kan hij/zij dat tussen 8.20u en 8.30u doen.  Om half negen gaat de deur van het lokaal dicht. Het is dan niet meer toegestaan het lokaal in te gaan.  Wilt u na schooltijd even buiten wachten (a.u.b. niet dicht bij de ramen), dan kunnen we rustig met de kinderen afsluiten.  Wilt u niet fietsen op de stoep of op het plein, dit geldt ook voor het paadje vanaf het Akonietenplein.  Wilt u de mail alleen gebruiken voor praktische en organisatorische zaken? Inhoudelijke vragen/opmerkingen of klachten horen wij graag tijdens een gesprek.

47


8.4 Algemene aansprakelijkheid De school is verzekerd tegen algemene aansprakelijkheid. De verzekering dekt de aansprakelijkheid voor schade aan derden tot een bedrag van maximaal € 2.500.000,-- per aanspraak. Er moet dan sprake zijn van een onrechtmatige daad van personen die werkzaamheden voor de school verrichten. De school is in principe niet aansprakelijk voor het doen en laten van de leerlingen. De wetgever legt de verantwoordelijkheid daarvoor niet bij de school maar, afhankelijk van de leeftijd, óf bij de leerling zelf, óf bij de ouders/wettelijke vertegenwoordigers. Deze kunnen zich daartegen particulier verzekeren. 8.5 Schoolongevallenverzekering De school is verzekerd in het geval van schoolongevallen. De kinderen zijn verzekerd gedurende het verblijf op school of tijdens andere activiteiten in schoolverband in de tijd dat zij onder toezicht staan van personeel (in de ruimste zin des woords) van Salomo, Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs. De benodigde reistijd voor het rechtstreeks komen naar en gaan van de genoemde schoolactiviteiten is meeverzekerd. De school is niet verantwoordelijk en aansprakelijk voor (schade door) gedragingen van de leerlingen. De verantwoordelijkheid voor het handelen en gedragingen van leerlingen ligt, afhankelijk van de leeftijd, bij de ouders van en/of bij de leerling. Wanneer de leerling nog niet de leeftijd van 14 jaar heeft bereikt, zijn de ouders aansprakelijk voor de gedragingen van hun kind. De ouders kunnen zich hiervoor particulier verzekeren middels de z.g. aansprakelijkheidsverzekering. Het verzekerde bedrag per ongeval per leerling bedraagt: -

€ 5.000,-€ 60.000,-€ 1.000,-€ 1.000,-€ 1.500,--

bij overlijden bij algehele blijvende invaliditeit bij geneeskundige kosten bij tandheelkundige kosten (per element) bij schade als gevolg van agressie en geweld

Geneeskundige en tandheelkundige kosten worden bovendien tot bovengenoemde maxima uitsluitend vergoed wanneer de eigen ziektekostenverzekering van ouders/verzorgers de kosten niet of niet volledig voor haar rekening neemt (b.v. in verband met eigen risico). De school heeft tevens een aanvullende doorlopende reisverzekering afgesloten, welke dekking biedt voor reizen, kampen en excursies, die door de school worden georganiseerd. De volledige voorwaarden, waaronder de verzekerde risico’s en opgenomen beperkingen staan beschreven in de polisvoorwaarden. Deze liggen ter inzage bij de schoolleiding. 8.6 Het vervangingsprotocol van Salomo De zieke leerkracht geeft de ziekmelding door aan de schoolleiding, uiterlijk om 07.30 uur op de eerste dag van afwezigheid. Dan worden voor de opvang van de klas de volgende opties in deze volgorde onderzocht: Er wordt een vervanger gezocht, bijv. uit de vervangingspool, uit een bestand van (bekende) invallers, of vaste vervangers, of duo-partners, c.q. andere parttimers van de eigen school. Helaas

48


lukt dit niet altijd. Mocht er geen invaller gevonden worden, dan wordt er bekeken of er intern mensen zijn die de groep kunnen opvangen. Hierbij gelden de volgende afspraken: indien er geen teamlid beschikbaar is, dan kan de directie voor maximaal 2 dagen invallen. Ook nu zal worden bekeken of het werk van de directie geen schade ondervindt van het invallen, dit omdat de schoolorganisatie continue aandacht vraagt. De intern begeleider of remedial teacher worden voor nood ingezet voor maximaal 1 dag per week. Het is immers van het grootste belang dat een school een zo groot mogelijk pakket aan service moet kunnen blijven bieden. In elke groep is een groepsmap met een weekplanning aanwezig waarmee tenminste de eerste dag overbrugd kan worden. Als bovenstaande niet mogelijk is, worden de kinderen over de andere groepen verdeeld: Bij ziekte van een leerkracht van groep 1/2, worden de kinderen bij voorkeur samengevoegd met de andere onderbouwgroepen. Aan de ouders wordt gevraagd de vierjarigen van de betrokken groepen thuis te houden. Bij afwezigheid van een leerkracht van een parallelgroep (indien aanwezig) worden deze groepen zo mogelijk samengevoegd, voor maximaal 1 dag. Indien mogelijk wordt er gewerkt vanuit de “tussendeur-positie”, voor maximaal 1 dag. Kinderen van de overige groepen worden verdeeld volgens een van te voren afgesproken schema, voor maximaal 2 dagen. Als de ziekteperiode langer duurt, kunnen parallelgroepen worden samengevoegd, zodat een leerkracht vrijgespeeld kan worden om te vervangen. Als laatste maatregel wordt besloten de ouders te melden dat de kinderen thuis mogen blijven. Een groep zal ten hoogste 1 dag per week thuis mogen verblijven. Dit kan bereikt worden door clusters van groepen te maken waarbij een wisselrooster m.b.t. het thuis mogen verblijven, gemaakt wordt. Dit moet van te voren afgesproken zijn. Ouders worden minimaal de dag van tevoren geïnformeerd. Dit moet voldoende zijn om opvangproblemen te kunnen oplossen. Vanaf groep 4 wordt huiswerk mee gegeven. Als ouders geen opvangmogelijkheid hebben, mag het kind naar school komen. Ten slotte:  Leden van de directie van de school blijven eindverantwoordelijk. Afgesproken moet worden wie e.e.a. coördineert als er geen leden van de directie aanwezig zijn.  In zeer bijzondere omstandigheden kan een individuele school zo nodig afwijken van bovenstaande termijnen tot maximaal 1 week. 8.7 Veiligheid op school Veiligheid op school heeft te maken met het gebouw, omgang met elkaar en extra inspanning op die plaatsen die veiligheidsrisico’s met zich mee brengen. Salomo laat jaarlijks een uitvoerige inspectie uitvoeren naar de veiligheid van materialen voor kleutergymnastiek en buitenspelmateriaal. De gemeente Bloemendaal laat ook ieder jaar een uitvoerige inspectie uitvoeren. Deze inspectie bestaat onder andere uit controle op voldoende toegankelijke vluchtwegen en op brandblusapparatuur (jaarlijks gecontroleerd). Daarnaast wordt in samenwerking met de Arbodienst een risicoinventarisatie gemaakt, waaruit een plan van aanpak voor de komende jaren wordt opgesteld. In zo’n inventarisatie wordt gelet op hygiëne en veiligheid. Op onze school zijn vijf leerkrachten gecertificeerd bedrijfshulpverlener. Een van de leerkrachten is preventiemedewerker.

49


8.8 Pestprotocol Pesten komt op iedere school voor. Pesten is het herhaaldelijk en opzettelijk kwetsen van iemand die zich niet goed kan verdedigen. Hiermee wordt bedoeld dat één kind steeds opnieuw het mikpunt is van gemene en kwetsende opmerkingen of handelingen. Opzettelijk betekent dat iemand bewust verdriet wordt aangedaan. Een ander belangrijk kenmerk van pesten is het machtsverschil dat er is tussen slachtoffer en dader. De Willinkschool heeft een aantal preventieve maatregelen genomen om het pesten zoveel mogelijk te voorkomen. Zo wordt er onder andere gewerkt met de methode ‘Rots en Water’, en de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’. Daarnaast krijgen de kinderen les over pesten in ‘de week tegen het pesten’. Wanneer we constateren dat er, ondanks de preventieve maatregelen, toch gepest wordt, werken we op de Willinkschool met de No Blame methode. De uitgangspunten van deze methode zijn: -

Het pesten moet stoppen. Iedereen is verantwoordelijk Niemand wordt gestraft.

De No Blame methode werkt met een steungroep van kinderen, die vanuit gedeelde verantwoordelijkheid een bijdrage gaan leveren aan het oplossen van het pestprobleem. Er wordt gewerkt volgens een helder stappenplan. Ons pestprotocol kunt vinden op www.willinkschool.nl/ouders/downloads. 8.9 Kindermishandeling en huiselijk geweld Het team hanteert samen met de andere scholen van het samenwerkingsverband WSNS de ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’. De meldcode beschrijft welke stappen een school moet doorlopen bij (een vermoeden van) kindermishandeling. De meldcode is een stappenplan waarin de handelingsmogelijkheden beschreven worden bij het signaleren en handelen van (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling. Het doel van een verplichte meldcode is dat sneller en adequater wordt ingegrepen. Door het consequent toepassen van de meldcode zal de vroegsignalering van huiselijk geweld en kindermishandeling verbeteren en worden minder kinderen geconfronteerd met geweld en mishandeling. De meldcode ligt ter inzage bij de directie. 8.10 Verwijsindex De verwijsindex risicojongeren (VIR) is een landelijk digitaal systeem waarin hulpverleners meldingen kunnen doen over jongeren tot 23 jaar met problemen. Zo weet een hulpverlener sneller of een kind ook bekend is bij zijn collega’s. Ze kunnen dan overleggen wat de beste aanpak is voor hulpverlening. Wanneer wij zorg hebben over een kind maken wij van dit systeem gebruik De Verwijsindex is een samenwerkingsinstrument met als doel om professionals, zoals leerkrachten, hulpverleners en begeleiders in heel Nederland, die met hetzelfde kind te maken hebben, met elkaar in contact te brengen als zij beiden risico’s signaleren met betrekking tot een bedreigde ontwikkeling van de leerling. Doel daarvan is te komen tot een gezamenlijke aanpak van de problematiek van de leerling en zijn gezin. De Verwijsindex is opgenomen in de wijziging van de Wet op de jeugdzorg en daarmee verplicht voor alle professionals in de jeugdketen. Voor uitgebreide informatie over de verwijsindex verwijzen wij naar de site van het samenwerkingsverband.: http://www.wsns-zk.nl. Ook is er een filmpje te zien over deze verwijsindex :http://www.verwijsindex.tv/ouders

50


8.11 Meldplicht en aangifteplicht bij seksuele intimidatie en geweld Schoolleiding, contactpersonen en vertrouwenspersonen zullen een klacht van ouders/leerlingen zorgvuldig behandelen. Bij klachten van ouders en leerlingen over de schoolsituatie, waarbij mogelijk sprake is van ontucht, aanranding of een ander zedendelict, bestaat een meldplicht en een aangifteplicht. Om tot gerechtelijke vervolging te kunnen overgaan, is namelijk aangifte bij politie of justitie noodzakelijk. De aangifteplicht geldt voor het bevoegd gezag. Daarnaast is het personeel een meldplicht opgelegd. Alleen zo kan worden bewerkstelligd dat het bevoegd gezag daadwerkelijk kennis krijgt van een mogelijk strafbaar feit. De aangifte- en meldplicht geldt bij een zedenmisdrijf, gepleegd door een medewerker van de onderwijsinstelling. Daaronder vallen niet alleen personeelsleden, maar ook personen die buiten dienstverband werkzaamheden verrichten voor de school, zoals stagiairs, schoonmaakpersoneel, uitzendkrachten en vrijwilligers. De meldplicht geldt voor alle personeelsleden. Ook contactpersonen en interne vertrouwenspersonen die binnen hun taakuitoefening informatie krijgen over vermeende zedendelicten, hebben als personeelslid de verplichting om het bevoegd gezag onmiddellijk te informeren. Interne vertrouwenspersonen kunnen zich in dit geval niet op hun geheimhoudingsplicht beroepen. 8.12 Klachtenregeling Regelmatig hebben ouders of verzorgers opmerkingen of wensen omtrent de gang van zaken op school. Meestal worden deze zaken op plezierige wijze met de direct betrokkenen besproken. Ook als er klachten zijn worden deze meestal in direct onderling overleg bevredigend afgehandeld. Klachten kunnen bijvoorbeeld gaan over de begeleiding van leerlingen, (straf)maatregelen of beslissingen van de directie of leerkrachten, beoordeling van leerlingen, de praktische organisatie, maar ook over discriminerend gedrag, seksuele intimidatie of ongewenste intimiteiten. Het uitgangspunt is dat u een klacht het beste met de direct betrokkene kunt bespreken, bijvoorbeeld de leerkracht. Mocht dat naar uw gevoel niet het gewenste resultaat opleveren, dan kunt u een afspraak maken met de directeur of –als u er met de school niet uitkomt – met de algemeen directeur/bestuurder van Salomo. Indien het echter niet mogelijk is om een klacht rechtstreeks te bespreken, bijvoorbeeld vanwege de aard van de klacht, of indien afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan een beroep worden gedaan op de Klachtenregeling. Deze regeling ligt ter inzage bij de schooldirectie. Het bestuur van Salomo is in het kader van de Klachtenregeling aangesloten bij de Stichting Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs (GCBO), een onafhankelijke klachtencommissie die ingediende klachten onderzoekt en advies uitbrengt aan de het bevoegd gezag (de algemeen directeur) en (tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten) aan de direct betrokkenen (klager en aangeklaagde). De Klachtencommissie is er voor alle scholen van Salomo.

Om degene, die een klacht wil indienen, zo goed mogelijk te ondersteunen, is er op elke school tenminste één contactpersoon bij wie de klager terecht kan. De contactpersoon kan u nader informeren over de Klachtenregeling en u in contact brengen met een van de zogeheten vertrouwenspersonen voor Salomo. Voor de Willinkschool is Willemijn Schmidt intern vertrouwenspersoon/contactpersoon.

51


De contactpersoon van de school belt eerst zelf met één van de twee vertrouwenspersonen voor Salomo en geeft aan dat er een klager is die graag contact wil opnemen. Dan wordt afgestemd wanneer de klager het beste zelf telefonisch contact kan opnemen. Vervolgens wordt het telefoonnummer/e-mailadres en datum/tijdstip waarop kan worden gebeld aan de klager doorgegeven. De vertrouwenspersonen voor Salomo gaan na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Wanneer dat niet het geval is en er een officiële klacht wordt ingediend begeleiden zij de klager desgewenst bij de verdere procedure en verlenen zonodig bijstand bij het doen van aangifte bij de politie of wijzen de weg naar instanties voor opvang of nazorg.

Intern vertrouwenspersoon van de Willinkschool: Willemijn Schmidt [email protected] 06-51879935

De vertrouwenspersonen voor Salomo zijn: De heer G.C.F. Harmse en mevrouw A. Visser Meer informatie over de Stichting Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs vindt u op www.gcbo.nl. Het adres: Postbus 82324, 2508 EH Den Haag

52


Hoofdstuk 9: Aanmelding leerlingen 9.1 Aanmelding leerlingen groep 1 In de periode voordat een kind vier jaar wordt, zijn ouders op zoek naar een school. Veel ouders kiezen ervoor een aantal scholen te bezoeken om zo te kunnen vergelijken. We denken dat dit een goede werkwijze is, tenslotte gaat het hier om een belangrijke beslissing. Kinderen, maar ook de ouders zelf, zullen zich op de school thuis moeten voelen. Ouders kunnen per mail of per telefoon een afspraak maken voor een kennismakingsgesprek en rondleiding. Na dit bezoek hopen we dat de ouders in staat zijn een bewuste keuze te maken. Aanmelden kan op ieder tijdstip, een kind wordt echter pas als leerling ingeschreven als de leeftijd van 4 jaar is bereikt. Als kinderen de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden hebben bereikt, mogen ze 5 ochtenden komen wennen in de nieuwe groep. Kinderen die vier worden in de laatste twee weken van het schooljaar of de laatste twee weken voor de kerstvakantie, starten pas na de zomervakantie of de kerstvakantie. Ook het wennen zal na de zomer- of kerstvakantie plaatsvinden. Kinderen die vier worden in de eerste vier weken van het nieuwe schooljaar mogen gelijk na de zomervakantie starten. Circa negen weken voordat uw kind 4 jaar wordt, wordt u gebeld door de leerkracht. Er wordt dan een afspraak gemaakt voor een kennismakingsgesprek. Tijdens dit gesprek worden de wenmomenten afgesproken. Ook krijgt u tijdens dit gesprek alvast de eerste praktische informatie over het wel en wee in groep 1. De leerkracht zal ook vragen stellen over uw kind. U krijgt na afloop van dit gesprek een formulier mee met vragen over de ontwikkeling van uw kind. We zouden het op prijs stellen wanneer u dit invult en samen met een menstekening die uw kind thuis gemaakt heeft, bij de leerkracht inlevert. Op deze manier krijgen wij een eerste beeld van uw kind en kunnen we zo goed mogelijk inspelen op de leerbehoeften van uw zoon of dochter. Indien het kind de peuterspeelzaal bezocht heeft, ontvangen we graag de ingevulde peuterobservatielijst (of een kopie daarvan), die ouders meekrijgen als hun kind de PSZ verlaat. 9.2 Aanmelding leerlingen groep 2 t/m 8 Soms komt het voor dat leerlingen, die hun schoolloopbaan op een andere school zijn gestart, bij ons aangemeld worden. De directeur en de intern begeleider nemen altijd contact op met de ‘oude’ school, om navraag te doen over het gedrag en de leerprestaties. Er volgt dan een gesprek tussen de directies van de scholen en een gesprek tussen de intern begeleiders van beide scholen. In deze gesprekken worden de onderwijsbehoeften van de leerling in kaart gebracht. Alleen wanneer de ontvangende school denkt te kunnen voldoen aan de onderwijsbehoeften van deze leerling, wordt de leerling aangenomen. Hierbij wordt rekening gehouden met het zorgplan van de school (wat kunnen wij bieden), de groepsgrootte waarin de leerling komt en het aantal ‘zorgleerlingen’ in de groep waarin de leerling komt. Uiteindelijk wordt ook met de leerkracht van de groep afgestemd of plaatsing mogelijk is. De procedure voor zij-instromers is een proces dat zorgvuldig doorlopen wordt. Het streven is om leerlingen te laten wisselen van school na de zomervakantie, maar dit is door diverse redenen lang niet altijd een mogelijkheid. In deze gevallen proberen we de schoolwissel te plannen na een vakantie. De afleverende school stelt een onderwijskundig rapport en een bewijs van uitschrijving op. Ook voor leerlingen die op een andere basisschool in de gemeente Bloemendaal zitten en bij ons worden aangemeld, verloopt de aanmeldingsprocedure ongeveer gelijk. Wij nemen altijd eerst contact op met de ‘oude’ school.

53


9.3 Uitschrijving Bij uitschrijving krijgen de ouders een bewijs van uitschrijving mee, waarmee zij zich op de nieuwe school kunnen inschrijven. Het door ons opgestelde onderwijskundig rapport wordt opgestuurd naar de nieuwe school. Ouders ontvangen hiervan een kopie.

54


Bijlage: Salomo De Willinkschool maakt deel uit van Salomo, Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs ZuidKennemerland. Als stichting streven we er naar om de scholen goed te besturen en de belangen van het christelijk primair onderwijs in de regio optimaal te behartigen. Salomo bestaat uit een aantal scholen die met elkaar verbonden zijn door een inspirerend boek: de bijbel. De scholen die deel uitmaken van Salomo komen overwegend voort uit de protestantschristelijke traditie; een kleiner aantal scholen heeft een interconfessionele achtergrond. In de praktijk van alledag zien we dat de Salomo-scholen elk op hun eigen wijze vorm geven aan onderwijs met een christelijke identiteit. Variërend van expliciete aandacht voor de christelijke traditie en geloofsbeleving tot meer impliciete aandacht voor waarden, normen en gedrag die met christelijke identiteit worden geassocieerd. We realiseren ons dat de christelijke school geen vanzelfsprekende keuze meer is. Maar we zien tegelijkertijd dat velen, kinderen en volwassenen en al dan niet kerkelijk, op zoek zijn naar zin en samenhang. Onze scholen geven elk op hun manier ruime aandacht aan deze zoektocht en proberen kinderen een kompas mee te geven voor de toekomst, een innerlijk en eigen kompas. Het is de christelijke, zingevende grondslag van onze organisatie die betekenis en bestaansrecht geeft aan Salomo en aan onze scholen. Vanuit een christelijke visie stelt Salomo zich ten doel om door middel van een kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod bij te dragen aan de ontwikkeling van kinderen in de regio tot actieve, weerbare, maatschappelijk betrokken, betrouwbare en enthousiaste medeburgers, die geleerd hebben hun mogelijkheden optimaal te benutten. Het bestuur is verantwoordelijk voor 17 scholen in de gemeenten Bennebroek, Bloemendaal, Haarlem, Heemstede en Zandvoort. Ruim 4500 leerlingen bezoeken onze scholen. De scholen die tot de Salomo behoren, waaronder deze school, laten zich bij de inrichting van het onderwijs en de manier waarop zij met kinderen, ouders en verzorgers omgaan, leiden door een aantal kernwaarden: Samen: verantwoordelijk en maatschappelijk betrokken Christelijk Plezier Open en toegankelijk Zorgzaam Kwaliteits- en resultaatgericht Elke school binnen Salomo, dus ook deze school, geeft vorm en uitdrukking aan wat wij als onze opdracht en onze kernwaarden zien, of het nu gaat om het vormgeven aan christelijke identiteit en de persoonlijke geloofsontwikkeling van kinderen, de contacten met ouders en verzorgers en hun betrokkenheid bij de school, of de positie in de wijk. Zo voelen wij ons met elkaar verbonden, terwijl we tegelijkertijd aan onze scholen volop ruimte bieden om samen met de kinderen, de ouders of verzorgers, en het team een eigen gezicht en kleur te geven aan de school. We vinden het belangrijk dat de contacten tussen ouders of verzorgers en de school zo soepel en rechtstreeks mogelijk verlopen, zonder dat de bovenschoolse directie of het bestuur eraan te pas hoeven komen. Dat betekent: in direct gesprek of overleg met leerkrachten of de directeur van de school. De directeur is gemachtigd om vrijwel alle taken en verantwoordelijkheden op schoolniveau

55


namens de bovenschoolse directie en het bestuur uit te oefenen. Uiteraard overleggen we regelmatig met de directies van onze scholen, soms ook over vragen die betrekking hebben op individuele leerlingen. Maar we streven ernaar dat alles op school kan worden besproken en afgedaan. En in praktijk lukt dat uitstekend. Al maakt de school dan ook deel uit van een grotere organisatie, op die manier kan iedereen zich thuis blijven voelen op de eigen school. Salomo: voor ons staat de naam voor wijsheid. Geen wijsheid die uitsluitend gebaseerd is op kennis, maar beroep doet op oordeels- en beoordelingsvermogen, inzicht, onafhankelijke opstelling, de juiste keuzes kunnen maken en mensenkennis. Allemaal eigenschappen en vaardigheden die de Salomo-scholen willen meegeven aan kinderen in hun ontwikkeling. Zodat ze leren “wijs” in het leven te staan. En daarbij wensen we hen een “onwijs” leuke schooltijd toe! Adres van de stichting: Salomo, Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland Bezoekadres: Tetterodestraat 66 , Haarlem Postadres: Postbus 2018 , 2002CA Haarlem Tel.nr. : 023 7078380 Fax.: 023 5459076 Internet/e-mail: www.salomoscholen.nl / [email protected]

Ben Cüsters Bestuurder/ algemeen directeur van Salomo

56

Schoolgids Willinkschool

Recommend Documents