Schoolgids van Basisschool Sterrenrijk

Schoolgids van Basisschool Sterrenrijk Algemeen deel Schooljaar 2012-2016

Basisschool Sterrenrijk Molenstraat 42A 6161 CV Geleen tel:046 474 6016

e-mail adres :[email protected] website :www.bssterrenrijk.nl

Schoolgids basisschool Sterrenrijk Algemeen gedeelte Schooljaar 2012-2016

1

Inhoud.

1. Voorwoord

pag. 4

2. Van het bestuur 2.1 Contactgegevens bs Sterrenrijk 2.2 Contactgegevens Stichting Triade

pag. 6 pag. 7 pag. 7

3. Missie/ visie van bs Sterrenrijk 3.1. Missie 3.2. Visie

pag. 8 pag. 8 pag. 9

4. Het onderwijs 4.1. Groep 1 en 2 4.2 Groep 3 t/m 8 4.3 De vakken beter bekeken

pag. pag. pag. pag.

12 12 13 13

5. Onderwijs op maat 5.1. Nieuwe leerlingen 5.2. Leerlingen van een andere school 5.3. Onderwijs aan anderstaligen 5.4. Leerlingen die extra zorg behoeven 5.5. Doubleren of versnellen 5.6. Passend onderwijs in de Westelijke Mijnstreek

pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.

19 19 19 19 20 22 22

6.

pag. 26 pag. 26 pag. 26

6.1. Onderwijskundig rapport 6.2. Onderwijs aan langdurig zieken 7. Steeds op zoek naar kwaliteitsverbetering 7.1. Kwaliteitsverbetering door goede methoden 7.2. Kwaliteitsverbetering door een leerlingvolgsysteem 7.3. Het volgen van de ontwikkeling 7.4. Kwaliteitsverbetering door nascholing 7.5.Kwaliteitsverbetering door het schooljaarplan

pag. pag. pag. pag. pag. pag.

8. Het voortgezet onderwijs 8.1. De schoolkeuze 8.2. Overdracht en begeleiding naar het Voortgezet Onderwijs

pag. 30 pag. 30 pag. 30

9. Basisschool Sterrenrijk en haar ouders 9.1. Informatie aan ouders 9.2. Ouders en school 9.3. De medezeggenschapsraad 9.4. De oudervereniging 9.5. Klachtenregeling 9.6. Protocol bij een vermoeden van huislijk geweld/ kindermishandeling 9.7 Info aan gescheiden ouders

pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.


27 27 27 27 28 29

31 31 32 32 33 33 34 34

2

10. Externe instanties 10.1 Centrum voor Jeugd en gezin 10.2 Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg 10.3 Logopedie


pag. pag. pag. pag.

37 37 38 39

3

1. Voorwoord

Met trots presenteren we u weer de schoolgids van Basisschool Sterrenrijk schooljaar 20122016 De basisschool is een stukje van je leven. Voor de kinderen en voor u. Jarenlang is er diezelfde weg van huis naar school en weer terug. Wist u dat u in de loop van de jaren uw kind in totaal zo'n 8000 uur toevertrouwt aan de zorg van de juffen en meesters van de basisschool? Dat is een belangrijk deel van een kinderleven. Een school kies je dan ook met zorg. Scholen verschillen in manier van werken, in sfeer en resultaten. Ze verschillen in kwaliteit. Dat maakt het kiezen niet eenvoudig. Basisschool Sterrenrijk heeft voor u deze gids samengesteld om u te helpen bij het kiezen van een school voor uw kind. In de schoolgids beschrijven wij waarvoor wij staan, welke uitgangspunten wij hanteren en hoe wij proberen de kwaliteit te verbeteren. Het algemeen gedeelte van onze schoolgids ontvangt u een keer per vier jaar. Meer actuele informatie vindt u in de bijlage: “schoolpraktijk” die u elk jaar opnieuw ontvangt. U kunt onze schoolgids downloaden van onze site: www.bssterrenrijk.nl. Natuurlijk is deze gids ook bedoeld voor de ouders die nu kinderen op onze school hebben. Aan hen leggen we verantwoording af voor onze manier van werken en voor de resultaten die we op Sterrenrijk behalen, met de bedoeling dat u erop mag reageren,dat u met ons in gesprek gaat over een of meerdere onderwerpen als u daar behoefte aan heeft. Dat houdt ons kritisch en alert. En dat kan bijdragen tot verdere verbetering van de inhoud en de sfeer op school. Uiteindelijk is het immers ons aller doel om onze school op deze onderdelen zo goed mogelijk uit te werken. Wij wensen u veel plezier bij het lezen van deze schoolgids. Met vriendelijke groeten, Namens het team Jet Frederiks.


4

Samen leren en groeien is leuk!

We zijn blij met het vertrouwen dat u als ouders in ons heeft en we zullen er ook alles aan doen om dit vertrouwen waar te maken. Komend jaar zullen wij verder aan de slag gaan om nog beter af te stemmen. Niet alleen op didactisch gebied maar ook op pedagogisch gebied. Wij gaan het derde jaar aan de slag met School Wide Positive behavior Support Positive Behavior Support (SWPBS) is een schoolbrede aanpak gericht op het creëren van een positief schoolklimaat, zodat het leren wordt bevorderd en gedragsproblemen worden voorkomen. SWPBS is een raamwerk om goede schoolresultaten te bereiken. De SWPBS aanpak zorgt ervoor dat alle leerlingen de meest effectieve interventies in de klas aangeboden krijgen, waardoor ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Wij zullen er met elkaar voor zorgen dat uw kinderen een fantastische tijd op onze basisschool hebben. U als ouders hebben we daar hard bij nodig, als partners in het onderwijs aan uw kinderen. We hopen dan ook op een hele prettige samenwerking. In de schoolgids beschrijven wij waarvoor wij staan, welke uitgangspunten wij hanteren en hoe wij proberen de kwaliteit te verbeteren. Het algemeen gedeelte van onze schoolgids ontvangt u een keer per vier jaar. Meer actuele informatie vindt u in deze bijlage: “schoolpraktijk” die u elk jaar opnieuw ontvangt. U kunt onze schoolgids downloaden van onze site: www.bssterrenrijk.nl Wij wensen u veel plezier bij het lezen van deze schoolgids. Met vriendelijke groeten, Namens het team Jet Frederiks.


5

2. Van het bestuur. Deze schoolgids van uw kind(eren) ontvangt u wellicht voor de eerste keer. Boordevol informatie over de gang van zaken op school, de inhoud en vormgeving van het onderwijs maar ook de spelregels die worden gehanteerd. Onder Triade ressorteren een 8-tal scholen, de school van uw kind(eren) is hier één van, in Geleen, Limbricht en Guttecoven-Einighausen. Allemaal verschillende scholen die vanuit hun visie en inbedding in de wijk invulling geven aan het onderwijs en de zorg voor uw kind(eren). Verbindend element is het motto van Triade: “omdat elk kind telt”. Niet alleen wordt dat op elke school onderschreven maar er wordt ook actief vorm aan gegeven. Triadescholen willen elk kind een uitdagende en veilige leeromgeving bieden. De ouders worden nadrukkelijk gezien als partner bij het onderwijs en Triade ziet zich als partner bij de opvoeding. Aan dit partnerschap wordt op de Triade scholen op allerlei manieren vormgegeven. Heel praktisch in de zin van voorleesouder, computerouders, of in de begeleiding bij allerlei activiteiten. Partnerschap betekent ook informeren over kwaliteit en beleid en interesse in meningen en opvattingen van elkaar. Scholen van Triade nodigen u uit om op deze manier als partners aan de slag te gaan. Leidraad is ”van leiden naar loslaten”. De kwaliteit van de medewerkers is essentieel voor de kwaliteit van onderwijs en zorg. Onderwijs en zorg zijn niet los te denken van de maatschappelijke ontwikkelingen. Voor Triade zijn de scholen dan ook onlosmakelijk verbonden met de wijk. Triade geeft kinderen de ruimte zich te ontwikkelen maar daagt ze ook uit datgene te bereiken wat voor hem of haar mogelijk is. Belangrijk hierbij is plezier hebben en houden in school en wat daar wordt aangeboden. Bij de start van het nieuwe schooljaar wens ik de kinderen, de ouders en de medewerkers een goed schooljaar toe met voldoende ruimte en uitdaging zodat de kinderen in hun ontwikkeling hiervan optimaal de vruchten kunnen plukken.

College van Bestuur, Drs. A.P.H.M. Cobben, voorzitter


6

2.1.Contactgegevens van Basisschool Sterrenrijk Molenstraat 42A 6161 CV Geleen 046 474 6016 E-mailadres [email protected] Website: www.bssterrenrijk.nl Directeur: Mw. Jet Frederiks 043 361 8143 Onderwijscoördinator: Lily Werner 06 10222995 2.2 Contactgegevens Stichting Triade Drs. A.P.H.M. Cobben. Bereikbaarheid Bestuur Stichting Triade Drs. A.P.H.M. Cobben, Voorzitter college van bestuur. [email protected] Bezoekadres Graaf Huynlaan 8 6161 EZ Geleen. Postadres Postbus 89 6160 AB Geleen. Bereikbaarheid OnderwijsServiceBureau Stichting Triade Mr. H.F.J. Hoedemakers Algemeen directeur OSB [email protected] Bezoekadres Graaf Huynlaan 8 6161 EZ Geleen. Postadres Postbus 89 6160 AB Geleen. 046 478 9320 [email protected] www.stichtingtriade.nl


7

3. Missie/ visie van bs Sterrenrijk

3.1. Missie Samen leren en groeien is leuk! Basisschool Sterrenrijk wil een school zijn waar ieder kind zich welkom voelt en zich optimaal kan ontwikkelen waarbij we rekening houden met de basisbehoeften van kinderen (relatie, autonomie en competentie). Op bs Sterrenrijk vinden we het belangrijk om te werken vanuit een missie. Deze missie is het beeld van de toekomst die we met zijn allen willen creëren. We zien onze missie als het fundament onder onze school. Ze geeft richting en vorm aan de toekomst van onze school en helpt ons deze toekomst waar te maken. Bij het formuleren van onze doelen laten we ons inspireren door de missie. Om onze missie levend te houden denken we als team en ouders regelmatig na over de vraag: Wat willen we met zijn allen realiseren? Openheid Bs Sterrenrijk is een R.K. school. Wij dragen bij aan de ontwikkeling van de kinderen, gebaseerd op een Christelijke grondslag, met aandacht voor de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals die voorkomen in onze samenleving en met onderkenning van de verscheidenheid van die waarden. Ook leerlingen met een andere geloofsovertuiging zijn op onze school welkom en er is, waar mogelijk aandacht voor hun culturele achtergronden en religie. Openheid betekent voor ons dat iedereen op onze school welkom is. We willen open staan voor kinderen, ongeacht levensbeschouwelijke of maatschappelijke achtergrond. Ook willen we open staan voor ouders, ze zijn partners voor ons in het streven naar een optimale ontwikkeling van hun kind. Kennis Bs Sterrenrijk is een school waar elke leerling de mogelijkheden krijgt aangereikt om zich op zijn of haar niveau te ontwikkelen om zodoende later in de maatschappij zelfstandig te kunnen functioneren. We willen kinderen laten ervaren dat het leuk is om met en van elkaar te leren en zo een stapje te groeien op weg naar volwassenheid. Dit willen we bereiken door: betekenisvol leren, samenwerkend leren en zelfontdekkend leren. Zorg Bij zorg voor goed onderwijs staat voor ons centraal: Omgaan met verschillen. Elk kind is speciaal. We streven naar onderwijs op maat. Wij hebben een positieve kijk op de mogelijkheden van kinderen, we zien het als onze taak om kinderen te helpen, uit te dagen en te motiveren om zich optimaal te ontwikkelen.


8

3.2. Visie In onze visie geven we aan hoe we ons onderwijs willen vormgeven. De beschreven uitgangspunten beschouwen we als kwaliteitscriteria waaraan we ons onderwijs in de komende periode willen toetsen. Visie op ontwikkeling en leren Onderwijs waarbij kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen (we maken hierbij gebruik van de basiskenmerken van basisontwikkeling): 1. Vrij zijn van emotionele belemmeringen: Emotioneel vrij zijn heeft te maken met de gemoedsrust waarover een kind beschikt en met zijn welbevinden. Het maakt dat kinderen weerbaar worden en tot betrokken activiteiten kunnen komen. 2. Zelfvertrouwen hebben: Zelfvertrouwen staat voor de verwachtingen die een kind van zijn eigen kunnen heeft. Zelfvertrouwen komt niet zozeer voort uit wat een kind feitelijk kan of presteert, maar uit zijn eigen beleving of voorstelling daarvan. 3. Nieuwsgierig zijn: Nieuwsgierigheid komt voort uit de behoefte om groot te willen worden, de wereld te kunnen begrijpen en als het ware onder controle te willen krijgen. De behoefte om deel uit te maken van de sociale culturele werkelijkheid van volwassenen is eigenlijk de motor van ontwikkeling; kinderen willen zo zijn en dat doen als de groten in hun omgeving zijn en doen. Visie op onderwijs Op grond van onze missie streven wij naar goed onderwijs: Adaptief onderwijs is onderwijs dat voldoet aan een drietal basisbehoeften van leerlingen: relatie, competentie en autonomie. Onder de basisbehoefte ‘relatie’ wordt verstaan dat leerlingen zich geaccepteerd weten, ze erbij horen, ze het gevoel hebben welkom te zijn, ze zich veilig voelen. Onder de basisbehoefte ‘competentie’ wordt verstaan dat leerlingen ontdekken dat ze de taken die ze moeten doen, aankunnen; dat ze ontdekken dat ze steeds meer aankunnen. Onder de basisbehoefte ‘autonomie’ wordt verstaan dat ze weten dat ze (in elk geval voor een deel) hun leergedrag zelf kunnen sturen. Deze drie basisbehoeften samen bepalen het pedagogisch klimaat dat aan adaptief onderwijs ten grondslag ligt. Voor de docent betekent dit dat hij zijn gedrag afstemt op deze basisbehoeften. Dat geldt zowel voor het didactisch en organisatorisch handelen als voor het pedagogisch optreden. Het uiteindelijke doel is om kinderen mondig te maken in deze maatschappij waarbij ze de regie kunnen hebben over hun eigen leren. Met deze visie op onderwijs streven we ernaar dat : “leerlingen in staat worden gesteldom binnen het overeengekomen kader te laten zien wat ze kunnen (competentie), kinderen leren dat je de dingen samen met anderen leert, leerlingen ondersteund en uitgedaagd worden door leraren en medeleerlingen (relatie) en ze ervaren en weten dat ze het zelf moeten en kunnen doen (autonomie) (Stevens, 2004). Visie op opbrengsten van het onderwijs De school streeft naar kwaliteit, welke tenminste op het niveau ligt dat verwacht mag worden op grond van de kenmerken van de leerling populatie. De Cito-toetsen uit het volgsysteem, de entreetoets voor groep 7 en de Cito-eindtoets geven ons die info. De school streeft tevens naar kwaliteit in de opbrengsten als het gaat om sociale competenties. Wij gaan in schooljaar 2014-2015 hierbij het ontwikkelingsvolgsysteem “ZIEN” gebruiken. ZIEN geeft op basis van een analyse van observaties concrete doelen en handelingssuggesties, Schoolgids basisschool Sterrenrijk Algemeen gedeelte Schooljaar 2012-2016

9

om op die manier de leerkracht of docent te helpen bij het ondersteunen van leerlingen en groepen. ZIEN! ondersteunt het gehele proces van signaleren tot handelen. Het team van bs Sterrenrijk is van mening dat vooral verbeteringen mogelijk zijn als we ontwikkelingen planmatig opvolgen volgens de PDCA-cyclus. De school vindt het belangrijk om ouders en leerlingen hierbij als gesprekspartner te betrekken. Belangrijke aandachtspunten om een haalbaar en kwalitatief goed onderwijsprogramma met uitdagende doelen en effectieve feedback te realiseren, zijn:  Analyse  bepalen welke leerstof als belangrijk voor alle leerlingen wordt gezien;  vastleggen en bewaken van de leertijd hiervoor;  formuleren van specifieke, uitdagende prestatiedoelen voor de school als geheel;  formuleren van specifieke doelen voor individuele leerlingen (zo mogelijk in overleg met deze leerlingen);  het geven van effectieve (specifieke en procesgerichte) feedback. Visie op schoolklimaat (pedagogisch klimaat) In het scholjaar 2013-2014 starten we met het programma School Wide Positive Behavior Support. Zoals u op pagina 5 kunt lezen is SWPBS een schoolbrede aanpak gericht op het creëren van een positief schoolklimaat, zodat het leren wordt bevorderd en gedragsproblemen worden voorkomen. Om een plezierig opvoedingsklimaat te realiseren, hanteren we drie uitgangspunten: 1. Het bieden van structuur 2. Afstemming onder opvoeders en leerkrachten 3. Je als opvoeders/ leerkrachten houden aan gemaakte afspraken en regels Ad 1: Structuur is een voorwaarde voor een veilige en ordelijke omgeving en het werkt preventief tegen ordeverstoring. Een goede organisatie door middel van het hanteren van gedragsregels, procedures en afspraken draagt bij aan duidelijkheid en rust. Samen vormen ze een zodanige structuur dat men weet waar men aan toe is. De school is daarmee betrouwbaar. Dat komt het welbevinden en de schoolprestaties ten goede. Ad 2: Visiegerichte opvoeders die zich houden aan gemaakte afspraken is een belangrijke pedagogische voorwaarde voor een plezierig leef- en werkklimaat. Collegialiteit en professionaliteit zijn factoren die de prestaties op schoolniveau beïnvloeden. Dit houdt in: gericht zijn op gemeenschappelijke doelen en daar coöperatief aan werken. Ad 3: Afstemming draagt in hoge mate bij aan helderheid en herkenbaarheid in en van de organisatie. Visie op maatschappelijke positionering Onze samenleving is een samenleving vol verschillen (religieus, politiek, cultureel, etnisch). Het is onze overtuiging dat een democratie de beste vorm is om die pluriformiteit op een vreedzame manier vorm te geven. De democratie vraagt om actieve burgers die zich bewust zijn van hun rechten én plichten, die zich verantwoordelijk voelen voor het geheel, en die bereid zijn om conflicten tussen mensen en groepen op een vreedzame manier op te lossen.


10

Hierbij zullen we rekening moeten houden met de maatschappelijke verhoudingen, lokale omgeving, samenstelling van de leerlingen en wensen van de ouders, binnen de grenzen van wet en regelgeving.


11

4. Het onderwijs op Basisschool Sterrenrijk. Het is belangrijk om een goed evenwicht te vinden tussen het aanleren van kennis, het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van praktische vaardigheden. De vakken rekenen, taal en lezen vormen de kern van ons onderwijs. Ze vormen de basis voor elke andere ontwikkeling. Organisatie: We werken in onze school met het jaarklassensysteem: de leerlingen worden op basis van leeftijd in een groep geplaatst. In enkele groepen zitten kinderen van diverse leeftijdsgroepen bij elkaar (combinatiegroepen). Naast aandacht voor de vak- en vormingsgebieden besteden we ook aandacht aan de sociaalemotionele ontwikkeling van de kinderen. Zo worden er activiteiten georganiseerd die groepsoverstijgend worden uitgevoerd. 4.1 Groep 1 en 2 Bij de jongste kleuters ligt de nadruk op het wennen aan school. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. Vanaf het eerste begin wordt er veel gewerkt aan elementen van basisontwikkeling:  het emotioneel vrij zijn: kinderen moeten zich veilig voelen.  het prikkelen van de nieuwsgierigheid  het zelfvertrouwen: kleuters moeten het gevoel ervaren dat ze de "wereld aankunnen" Vanuit deze basisvoorwaarden worden alle activiteiten opgebouwd. Jonge kinderen ontwikkelen zich optimaal wanneer ze intens betrokken zijn bij activiteiten . Het leren gebeurt vooral door spelen, ontdekken en ervaren. Het onderwijs in de groepen 1 en 2 wordt aangeboden in en rondom thema’s. Elk thema staat garant voor een rijk aanbod in de divers ingerichte hoeken. De leerkrachten zoeken steeds naar verschillende spelmogelijkheden die de kinderen weer een stapje verder op weg helpen in hun ontwikkeling. Leerkrachten begeleiden de kleuters door het aanbieden van gerichte activiteiten op het gebied van spel, constructie, onderzoek, gesprek, reken/ wiskunde en taal/ schrijven. De leerkrachten proberen het aanbod zo af te stemmen dat er telkens weer een volgende ontwikkelingsfase wordt aangesproken (beredeneerd aanbod) zodat een kleuter zich steeds kan blijven ontwikkelen. De kinderen worden voortdurend gevolgd. Hun ontwikkeling wordt nauwgezet bijgehouden en geregistreerd. Op basis van die gegevens is de leerkracht in staat om het aanbod in de groep af te stemmen en op de ontwikkelingsfase waarin het kind verkeert. De Wet op het Primair Onderwijs schrijft voor dat een kind recht heeft op een ononderbroken ontwikkeling en dat de basisschool doorlopen moet kunnen worden binnen acht jaar (WPO art.8, lid 7 sub. Dat betekent dat een kind in het normale geval de kleutergroepen in maximaal twee jaar moet kunnen doorlopen. Een kind gaat in het jaar dat hij 4 wordt naar school. Twee volle schooljaren (afhankelijk van zijn geboortedatum) zit hij/zij achtereenvolgens in de kleutergroepen 1 en 2. Het derde schooljaar gaat hij/zij naar groep 3. Een kind dat in oktober, november of december vier jaar wordt gaat het eerste schooljaar naar groep 1 en het jaar daarop naar groep 2. Vervolgens gaat dat kind naar groep 3. Een zogenaamd ‘herfstkind’ zit dus iets korter dan twee jaar in de kleutergroepen (groep 1 en 2) en een zgn. ‘voorjaarskind’ gemiddeld iets langer. Als elk kind naar groep 3 gaat in het jaar dat het 6 wordt, is de gemiddelde kleutertijd 2 jaar. De specifieke ontwikkeling van een kind kan altijd een reden zijn om de doorstroming naar groep 3 nog even uit te stellen. De school heeft daar dan gegronde


12

redenen voor en kan deze keuze uitleggen aan de ouders. Voor deze ‘verlenger’ wordt een individueel handelingsplan opgesteld. 4.2 Groep 3 t/m 8 In deze groepen werken we zo veel mogelijk met jaargroepen: kinderen van dezelfde leeftijd zitten bij elkaar in de klas. In alle groepen wordt gewerkt op 3 niveaus. Bij de meeste lessen krijgt de hele groep instructie. De leerkracht legt alles uit en oefent met de kinderen. Daarna wordt er zoveel mogelijk zelfstandig gewerkt. Kinderen die bij het inoefenen nog moeite hebben, krijgen extra hulp van de leerkracht of van een zogenaamd maatje. Kinderen die hun werk snel afronden krijgen gelegenheid om zich nog extra te verdiepen. Ze krijgen verrijkingsstof aangeboden. In de lessentabel wordt aangegeven hoeveel tijd we op weekbasis aan de diverse vakken besteden. We gaan uit van een investering van 25.45 lesuren per week. De nadruk valt op taal, lezen en rekenen. Daar zijn de kinderen een groot deel van de tijd mee bezig. Aanpassingen in tijdsinvestering op basis van toetsing zijn mogelijk bij de vakken taal, lezen en rekenen. Kinderen die het nodig hebben wordt indien nodig ook individuele extra zorg geboden. Wij kiezen er voor alle handen in de groep in te zetten. Dit betekent dat de leerkracht de individuele hulp biedt binnen de organisatie van de groep. 4.3 De vakken beter bekeken De verschillende vakken Taal Nederlandse taal: Onder het referentiekader taal behoren per niveau de volgende 4 domeinen; 1. Mondelinge taalvaardigheid; gespreksvaardigheid, luistervaardigheid en spreekvaardigheid 2. Leesvaardigheid; lezen van zakelijke teksten en lezen van fictionele, narratieve en literaire teksten 3. Schrijfvaardigheid; het produceren van creatieve en zakelijke teksten 4. Begrippenlijst en taalverzorging; begrippenlijst en concepten om over taalvaardigheid van gedachten te wisselen Taalverzorging staat in dienst van een verzorgde schriftelijke taalproductie Mondeling taalvaardigheid Groep 1 en 2: Beginnende geletterdheid (met aandacht voor de tien tussendoelen) en thema’s uit Schatkist Groep 3: Veilig Leren Lezen. Groepen 4 t/m8: Taal in beeld De werkwijzen/ technieken/ materialen die wij hiervoor hanteren, zijn: Groep 1 en 2: Activiteiten mondeling taalgebruik rond thema’s ( en thema’s van Schatkist), kringgesprekken, themahoek, coöperatieve werkvormen, lettermuur, leeshoek, routines Schoolgids basisschool Sterrenrijk Algemeen gedeelte Schooljaar 2012-2016

13

beginnende geletterdheid, voorlezen, vertellen, boekbespreking, versjes, poppenkast, leeskastje en drama Groep 3: Lessen uit de methode Veilig leren Lezen, kringgesprekken, coöperatieve werkvormen, leeshoek Groepen 4 t/m 8: Lessen uit de methode Taal in Beeld, spreekbeurten, boekbesprekingen, kringgesprekken en onderwijsleergesprekken tijdens alle vakken Leesvaardigheid Groep 1 en 2: Beginnende geletterdheid (met aandacht voor de tien tussendoelen) en thema’s uit Schatkist Groep 3: Veilig Leren Lezen, boeken uit de schoolbibliotheek Groepen 4 t/m 8: Nieuwsbegrip, Tekstverwerken, leesboeken, wisselcollectie van de bieb, boeken uit de schoolbibliotheek. De werkwijzen/ technieken/ materialen die wij hiervoor hanteren, zijn: Groep 1 en 2: Activiteiten mondeling taalgebruik rond thema’s, kringgesprekken, themahoek, coöperatieve werkvormen, lettermuur, leeshoek, routines beginnende geletterdheid, voorlezen, vertellen, boekbespreking, versjes, poppenkast, leeskastje en drama Groep 3: Lessen uit de methode Veilig leren Lezen, kringgesprekken, coöperatieve werkvormen, leeshoek Groepen 4 t/m 8: Lessen uit de methode Taal in Beeld, spreekbeurten, boekbesprekingen, kringgesprekken, ralfilezen, WK-lezen en onderwijsleergesprekken tijdens alle vakken Schrijfvaardigheid Groep 1 en 2: Beginnende geletterdheid (met aandacht voor de tien tussendoelen) en thema’s uit schatkist Groep 3: Veilig Leren Lezen Groepen 4 t/m 8: Taal in beeld en Spelling in Beeld De werkwijzen/ technieken/ materialen die wij hiervoor hanteren, zijn: Groep 1 en 2: Hiervoor gebruiken wij flaps, memo’s en de lettermuur. Activiteiten schriftelijk taalgebruik rond thema’s, lettermuur, routines beginnende geletterdheid, versjes en thema’s uit schatkist Groep 3: Lessen uit de methode Veilig leren Lezen, coöperatieve werkvormen Groepen 4 t/m 8: Lessen uit de methode Taal in Beeld, spreekbeurten, boekbesprekingen en gedichtenboek Begrippenlijst en taalverzorging Groepen 1 en 2: Beginnende geletterdheid (met aandacht voor de tien tussendoelen) en de thema’s uit Schatkist Groep 3: Veilig Leren Lezen Groepen 4 t/m 8: Taal in beeld en Spelling in Beeld De werkwijzen/ technieken en materialen die wij hiervoor hanteren, zijn: Groep 1 en 2: Hiervoor gebruiken wij flaps, memo’s en de lettermuur en schatkist Taalactiviteiten rond thema’s, woordenlijsten bij ieder thema, routines beginnende geletterdheid Groep 3: Lessen uit de methode Veilig leren Lezen, coöperatieve werkvormen Groepen 4 t/m 8: Lessen uit de methode Taal in Beeld, Spelling in Beeld. Computerprogramma Spelling in Beeld en Woordenschat, coöperatieve werkvormen, digibord. Schoolgids basisschool Sterrenrijk Algemeen gedeelte Schooljaar 2012-2016

14

Rekenen/wiskunde Hieronder wordt begrepen:  Getallen  Verhoudingen  Meten en meetkunde  Verbanden Deze onderdelen komen allen aan bod binnen ons huidig rekenonderwijs. Hiervoor gebruiken wij de volgende methodieken In de groepen 1 en 2: Bronnenboek Wereld in Getallen. Tussendoelen Beginnende gecijferdheid (TAL: meten en meetkunde en getal en getalbegrip) Groepen 3 t/m 8: Wereld in Getallen. Er wordt gewerkt op 3 niveaus. De leerstof wordt tijdens een klassikale instructie aangeboden, daarna maken de leerlingen de oefenstof op 3 niveaus. De werkwijzen/ technieken/ materialen die wij hiervoor hanteren zijn: Groepen 1 en 2: Activiteiten gecijferdheid welke zijn gerelateerd aan de tussendoelen rond thema’s in de groepen 1 en 2 (onderzoek, spel, constructie) Ook wordt er gebruik gemaakt van: cijfermuur, meetkist, ontwikkelingsmaterialen, rekenkastje, dag/ week- en maandkalender. Groepen 3 t/m 8: Klassikale lessen uit de methode Wereld in Getallen. Computerprogramma behorende bij de methode en lessen op het digibord. Engelse taal: Hiervoor gebruiken wij de volgende methodiek: The Team. We willen bereiken dat de leerlingen leren te communiceren met mensen uit andere landen en culturen; We willen de leerlingen een positieve houding bij brengen ten aanzien van het vak Engels in het basisonderwijs; We willen de voorkennis van leerlingen activeren en leren deze te gebruiken bij het taalverwervingsproces van het Engels; We willen vaardigheden bij de leerlingen ontwikkelen, waarmee ze Engels op een eenvoudig niveau gebruiken als communicatiemiddel. De werkwijzen/ technieken/ materialen die wij hiervoor hanteren zijn: Klassikale instructie, klassikale verwerking, zelfstandig werken, softwaregebruik, individuele verwerking, groepswerk. Mens en samenleving Hiervoor gebruiken wij de volgende methodieken: In de groepen 1 en 2 zijn de wereldoriënterende inhouden binnen thema’s uitgewerkt. Programma’s als “Koekeloere” en “Kamer van Ko” vormen een basis om wereldoriënterende thema’s uit te werken. In de groepen 3 maken we gebruik van “Veilig de wereld in”, “Leesdas Lettervos” en “Huisje boompje beestje”. Groepen 4 t/ 8 gebruiken de methodieken Meander, Wijzer door de Natuur, Wijzer door de Tijd en Wijzer door het verkeer. Voor de groepen 5 t/m 8 dient “Nieuws uit de Natuur” als aanvullend programma. Naast de gebruikte methodieken staat een computernetwerk met internetaansluiting en digiborden ter beschikking. Als specifieke digitale leergang maken we gebruik van de software Schoolgids basisschool Sterrenrijk Algemeen gedeelte Schooljaar 2012-2016

15

van de methodieken. In de groepen 7 en 8 besteden we ook structureel aandacht aan de vakken geestelijke stromingen en maatschappelijke verhoudingen. Hierbij maken we veel gebruik van het programma “Schooltv-weekjournaal”. Daarnaast gebruiken we enkele losse projecten. De werkwijzen/ technieken/ materialen die wij hiervoor hanteren, zijn: Groepen 1 en 2: Het uitwerken van de verschillende thema’s: gesprek, spel, onderzoek en constructie. Klassikaal- en/ of middels groepsopdrachten Groepen 3 t/m 8: Klassikale/ groepsopdrachten, kringgesprekken en werkstukken Natuur en techniek Hiervoor gebruiken wij de volgende methodiek: Groep 3: Veilig de wereld in Groepen 4 t/m 8: Wijzer door de natuur De werkwijzen/ technieken/ materialen die wij hiervoor hanteren zijn: Groepen 3 en 4: ‘Leesdas Lettervos”, “Huisje, boompje, beestje” Groepen 5 t/m 8: “Nieuws uit de Natuur”, Wijzer door de natuur. Seizoensgebonden activiteiten (wandelingen, bezoek aan natuurcentra zoals “Plintos”) Klassikale lessen uit de methoden Spreekbeurten en werkstukken die individueel door leerlingen gemaakt worden Klassikale instructie, klassikale verwerking, zelfstandig werken, softwaregebruik, verlengde instructie, individuele verwerking, groepswerk Tijd Hiervoor gebruiken wij de volgende methodieken: Groepen 5 t/m 8: Wijzer door de Tijd De werkwijzen/ technieken/ materialen die wij hiervoor hanteren, zijn: Klassikale instructie, klassikale verwerking, zelfstandig werken, softwaregebruik, verlengde instructie, individuele verwerking, groepswerk. We maken gebruik van de planning en toetsing volgens de methode. Ruimte Hiervoor gebruiken wij de volgende methodieken: Groepen 5 t/m 8:Wijzer door de Wereld Voor verkeer hebben we de methode: “Wijzer door het verkeer”. De leerstof is zo ingedeeld dat de leerlingen op het eind van groep 7 verkeersexamen kunnen doen en voldoende kennis hebben welke passend is binnen de kerndoelen. Naast de methode maken we gebruik van de “Examenwijzer” en actuele materialen van 3VO. De werkwijzen/ technieken/ materialen die wij hiervoor hanteren, zijn: Klassikale instructie, klassikale verwerking, zelfstandig werken, softwaregebruik, verlengde instructie, individuele verwerking, groepswerk. We maken gebruik van de in de methode aangegeven planning en van de eraan verbonden toetsing. Kunstzinnige oriëntatie Hiervoor gebruiken wij de volgende Methodiek: Muziek: Moet je Doen. Deze lessen worden in een aantal groepen verzorgd door een vakleerkracht muziek. Tekenen: Tekenvaardig Schoolgids basisschool Sterrenrijk Algemeen gedeelte Schooljaar 2012-2016

16

Handvaardigheid: Handvaardig De werkwijzen/ technieken/ materialen die wij hiervoor hanteren, zijn: Ieder leerling maakt één of tweemaal per schooljaar kennis met bv. muziek, dans, film, theater, literatuur of beeldende kunst via het kunstmenu. Daarnaast maken we gebruik van het programma cultuureducatie van Artamuse en het aanbod van Biblionova. We houden er rekening mee dat zoveel mogelijk disciplines in de acht leerjaren aan bod komen. De structuur van het kunstmenu garandeert dat gedurende de basisschool alle kunstdisciplines tweemaal aan bod komen bij ieder kind. Klassikale instructie, groepsdoorbrekende thematische workshops, individuele instructie, uitvoeringen, tentoonstellingen.

Bewegingsonderwijs Hiervoor gebruiken wij de volgende methodieken: Groepen 1 en 2: Bewegen in de basisschool. Groepen 3 t/m 8: Bewegen in de basisschool. De werkwijzen/technieken/ materialen die wij hiervoor hanteren, zijn: Voor alle leerlingen streven we naar minimaal 1,5 uur gymnastiek per week. In die lessen wordt aandacht besteed aan de verschillende bewegingsvormen met en zonder toestellen. Tevens besteden we lessen aan het aanleren van diverse spelvormen. Accent ligt daarbij op samenspel en sociaal gedrag. De computer in ons onderwijs Onze school is voorzien van een computernetwerk. In de dislocatie staan computers centraal opgesteld. Verder beschikt elk lokaal over een computer die is aangesloten op het netwerk en gebruikt wordt door de leerkracht en/of kinderen. De afgelopen jaren hebben we ervaring opgedaan met het digitale schoolbord. Inmiddels hangen in alle lokalen van de groepen 1 t/m 8 smartborden. Het accent bij ICT dient te liggen bij informatieverwerking en communicatie. Middels taalopdrachten gaan de leerlingen een tekstverwerkingsprogramma leren hanteren en leren hoe ze op een veilige manier gebruik kunnen maken van het internet, als aanvulling op de lessen. Op dit moment maken leerlingen vanaf groep 5 al intensief gebruik van powerpoint om hun spreekbeurt te presenteren. Om het internetgebruik voor kinderen veilig te stellen, opereren we zoveel mogelijk binnen de zoekmachines van C3LO: ”Netwijs”. Het is echter niet ondenkbaar, dat kinderen ook gebruik maken van andere zoekmachines, waardoor zij buiten de veilige omgeving van Netwijs kunnen raken. Daartoe hebben we met de kinderen enkele regels afgesproken. De leerkracht draagt zorg voor een omgeving waarin kinderen open kunnen vertellen wanneer zij op een ongewenste, onbedoelde site komen. Het is meestal immers niet hun schuld. Het gebruik van MSN, Hyves en YouTube tijdens de schooluren staan wij niet toe. Dit wordt alleen gebruikt door de leerkracht voor de kinderen. Het is de bedoeling dat de leerlingen met educatieve software bezig zijn We zijn gestart met het digitaal verwerken van toetsgegevens van methode- en niet-methode gebonden toetsen in Parnassys.


17

De dossiervorming zal in de komende schooljaren geheel via het Parnassys systeem vorm krijgen. Verder zal het team zich gaan oriënteren op het digitaal rapport. Hiervoor krijgt het team bijscholing.


18

5. Onderwijs op maat

5.1 Nieuwe leerlingen In januari/ februari kunnen ouders van kinderen die in het komende schooljaar vier jaar worden hun kind aanmelden op onze school. De aanmeldingsdatum wordt tijdig bekend gemaakt. Een paar weken voor hun vierde verjaardag krijgen de kinderen van de leerkracht een uitnodiging voor een aantal kennismakingsbezoekjes. Het kind kan kennis maken met zijn/haar juf en alvast spelen en werken met de andere kinderen in groep 1. Vanaf zijn/haar vierde verjaardag is het kind iedere dag welkom op onze school. Soms blijkt een hele schooldag in het begin te lang. In overleg met de school kan geregeld worden dat het kind minder uren naar school komt. Vanaf vijf jaar is het kind leerplichtig. 5.2 Leerlingen van een andere school Wanneer leerlingen van een andere basisschool komen, krijgen ze de ruimte om aan de nieuwe situatie te wennen. Na bestudering van het onderwijskundig rapport van de vorige school, eventueel aangevuld met eigen toetsen, bepalen we het niveau van het kind en zetten we, indien nodig, gerichte hulp in. 5.3 Onderwijs aan anderstalige kinderen Met faciliteiten van de gemeente Sittard-Geleen zijn er twee schakelklassen specifieke groepen 4/5 jarigen gecreëerd ( locatie bs de Springplank en bs Reuzepas). Allochtone en autochtone kleuters die niet of nauwelijks in het Nederlands aanspreekbaar zijn, worden in deze schakelklassen geplaatst. Op het moment dat de taalvaardigheid van deze kleuters dusdanig is dat ze aansluiting kunnen vinden in de kleutergroepen van hun moederschool, worden ze teruggeplaatst op hun eigen moederschool. De kleuters uit de schakelklassen worden twee keer per jaar getoetst (peutertoetsen van CITO) om de vooruitgang te evalueren. Meestal kunnen ze na een jaar het reguliere onderwijs volgen. In uitzonderlijke gevallen is er een eenmalige verlenging van het verblijf in de schakelklassen mogelijk (18 maanden). Autochtone en allochtone kinderen in de leeftijd van 6/13 jaar, begeleiden we in de schakelklas specifieke groepen 6/13 jarigen (locatie Tovertuin). Om deel te nemen aan de schakelklassen worden de kinderen getoetst op de moederschool. Kinderen dienen te voldoen aan nauwkeurig omschreven criteria. Gedurende de periode (12 maanden) dat de kinderen in de schakelklas verblijven, worden ze ook nauwkeurig gevolgd door middel van toetsen.


19

5.4 Kinderen die extra zorg behoeven Op Sterrenrijk is leerlingenzorg een duidelijk en herkenbaar onderdeel van het onderwijs. We hebben afspraken gemaakt over het volgen van de ontwikkeling van de kinderen gedurende de acht jaren dat ze bij ons op school zijn. Structureel organiseren we een zorgoverleg op school waarbij de directeur en de onderwijscoördinator gezamenlijk de hulpverlening van alle zorgleerlingen bespreken aan de hand van een actuele zorglijst. Om leerlingenzorg en alles wat daarmee te maken heeft, goed te kunnen beschrijven, hebben we gekozen voor de structuur, die binnen het Samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek gehanteerd wordt. Deze is vastgelegd in een zorgplan. Het zorgplan geeft aan dat zorg wordt bezien en geboden vanuit diverse ondersteuningsniveaus. Het schoolondersteuningsplan (SOP) beschrijft in de bijlage de zorg specifiek voor onze school. Niveau 1 beschrijft de gewone, dagelijkse zorg in de groepspraktijk. We gebruiken naast de spontane observatie, signaleringstoetsen en methode gebonden toetsen voor de hoofdvakken om zo eventuele leerproblemen op te sporen. Op de toetskalender worden data voor toetsen, leerlingbespreking e.d. aangegeven. Niveau 2 beschrijft de extra zorg binnen de groep. Naar aanleiding van de toetsresultaten kan het groepsplan aangepast worden. In niveau 3 wordt beschreven hoe de interne deskundigen ingeschakeld worden voor de zorgleerlingen. De zorgleerling wordt aangemeld in een leerlingbespreking. Er wordt bekeken uit welke hulp de zorg moet bestaan en hoe het zorgtraject tot nu toe verlopen is. In niveau 4 worden conform de afspraken binnen het Samenwerkingsverband de externe deskundigen ingeschakeld middels een coachingstraject. Mocht blijken dat een zorgleerling na het doorlopen van de drie vorige niveaus niet voldoende kan worden geholpen, dan kan via een externe instantie (Kansrijk, PAB, AB, trajectbegeleider) een ondersteuningsonderzoek worden aangevraagd, zodat de hulp op school wellicht adequater kan worden. Er bestaat ook een mogelijkheid om het betreffende kind te plaatsen op een andere school binnen het samenwerkingsverband.

Het

ondersteuningsprofiel

van

de

school

vormt

daarbij

het

richtinggevende kader. In niveau 5 komt de school voor speciaal basisonderwijs in beeld. Indien blijkt dat een leerling niet (meer) verantwoord geholpen kan worden binnen onze basisschool, dan kan via de trajectbegeleider bij de directeur van het samenwerkingsverband een verwijzing worden aangevraagd. De trajectbegeleider toetst of alle niveaus van zorg goed zijn doorlopen. Binnen het Samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek functioneert de trajectbegeleider. Deze functionaris heeft als taak het op verzoek van ouders bepalen of plaatsing van een leerling op een school voor speciaal onderwijs noodzakelijk is. Voor de ouders bestaat de mogelijkheid tegen het advies in beroep te gaan bij een geschillencommissie. Aanmelding bij de directeur van het samenwerkingsverband vindt plaats, wanneer een basisschool in overleg met de ouders vindt dat zij voor een bepaald kind onvoldoende adequaat onderwijs en/of hulp kan bieden. Tevens wordt op niveau 5 bezien of er nog mogelijkheden in het basisonderwijs zijn (bijv. met ondersteuning vanuit de speciale school voor basisonderwijs: zogenaamde preventieve ambulante Schoolgids basisschool Sterrenrijk Algemeen gedeelte Schooljaar 2012-2016

20

begeleiding) of dat verwijzing naar een andere basisschool of het speciaal onderwijs meer voor de hand ligt. Kerndoelendekkend Het leerstofaanbod omvat alle wettelijk voorgeschreven leer- en vormingsgebieden. Binnen dit aanbod worden

eigen accenten gelegd, die bepaald worden door de identiteit van de

schoolorganisatie, zoals hierboven verwoord in paragraaf 4.1. Dat kan bij de leergebieden betekenen dat het aanbod meer omvat dan de kerndoelen voorschrijven. Bij de vormingsgebieden zal dat vooral tot uitdrukking komen in de invulling, waarbij het onderwijskundig en pedagogisch kader van de school leidend is.

Schoolondersteuningsprofiel In het schoolondersteuningsprofiel legt het schoolbestuur ten minste eenmaal per 4 jaar vast welke ondersteuning de school kan bieden aan leerlingen die dat nodig hebben. Ook staat hierin welke ambities de school heeft voor de toekomst. De schoolleiding stelt in samenspraak met het team het schoolondersteuningsprofiel op. Het schoolondersteuningsprofiel wordt door het bevoegd gezag vastgesteld. Op basis van het profiel inventariseert de school welke expertise ze nog moet ontwikkelen en wat dat betekent voor de (scholing en toerusting van) leraren. De school publiceert het profiel via publieke kanalen zoals bijvoorbeeld schoolgids en website, zodat iedereen (ouders, leerlingen en andere partijen) kan zien welke ondersteuning de school biedt. Voor het ondersteuningsprofiel van Sterrenrijk verwijzen we naar de bijlage.

Ontwikkelingsperspectief: Het ministerie van onderwijs wil meer grip krijgen op de leeropbrengsten van de kinderen. Dit betekent dat opbrengst gericht werken hoog in het vaandel staat. Komend schooljaar wordt van elke school verwacht dat ze met ontwikkelingsperspectieven gaan werken. Een ontwikkelperspectief wordt alleen opgesteld voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte die maximaal het einddoel van groep 6 halen. Vertaald in DLE-termen gaat het dus om leerlingen die maximaal veertig (van de zestig) DLE halen voor rekenen en/of technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en taal. Een ontwikkelperspectief heeft tot doel realistische eind- en tussendoelen te formuleren. Tevens plant een goed opgesteld ontwikkelingsperspectief de ontwikkeling van de leerlingen. Verwijsindex Met ingang van 1 augustus 2010 zijn de Nederlandse gemeenten wettelijk verplicht om aan te sluiten op de landelijke Verwijsindex risicojongeren (VIR). De VIR brengt risicosignalen van professionals, zowel binnen gemeenten als over gemeentegrenzen heen, bij elkaar en informeert meldende professionals onderling over hun betrokkenheid bij jeugdigen in de leeftijd van 0-23 jaar. Met behulp van de VIR blijft de jongere in beeld, kunnen professionals signalen afgeven en hun activiteiten op elkaar afstemmen. De VIR wordt gevoed door regionale Verwijsindexen. Alle basisscholen in de Westelijke Mijnstreek zijn sinds kort aangesloten. De Verwijsindex is een online hulpmiddel voor hulpverleners om snel met elkaar in contact te komen. Hulpverleners geven in de verwijsindex een signaal af wanneer zij vaststellen dat het opgroeien van het kind Schoolgids basisschool Sterrenrijk Algemeen gedeelte Schooljaar 2012-2016

21

met enige zorg verloopt. Dit gebeurt aan de hand van landelijk bepaalde criteria. Het gaat enkel over het bericht DAT er zorgen zijn, in de verwijsindex staat niet WAT de zorg is. Als blijkt dat er minimaal nog een signaal over hetzelfde kind is afgegeven, dan ontstaat er een match tussen de meldende organisaties. Deze organisaties nemen contact met elkaar op ten behoeve van de gesignaleerde jeugdige. Doel van de Verwijsindex is door tijdig de hobbels in ontwikkeling naar volwassenheid te signaleren, eerder de betrokkenen in beeld te hebben en sneller eenduidigheid in handelen na te streven. Een sluitende aanpak, en niet langs elkaar heen werken, begint bij het van elkaar weten en vervolgens vooral samenwerken. De Verwijsindex is daarmee niets meer dan een ondersteunend instrument voor professionals om bij zorgen gemakkelijk met elkaar in contact te komen en onderling afspraken te maken betreffende de hulpverlening.

Andere instanties die aan de Verwijsindex meedoen zijn o.a. de GGD. Orbis-JGZ, Huisartsen, Maatschappelijk Werk, het voortgezet onderwijs, de peuterspeelzalen, Bureau Jeugdzorg, het Centrum voor Jeugd en Gezin. Op de website www.verwijsindex.tv/ouders vindt u meer informatie. 5.5 Doubleren of versnellen Adaptief onderwijs betekent dat we het onderwijs zoveel mogelijk aansluiten bij de mogelijkheden van de kinderen. Dit zou betekenen dat kinderen nooit hoeven te doubleren of te versnellen. Toch kiezen we er af en toe voor om een leerling te laten doubleren of om een leerling een groep over te laten slaan. Belangrijk hierbij is dat we dan de totale ontwikkeling van het kind bekijken en/of dit kind zich goed op zijn plaats zou voelen in een andere groep. Belangrijk is altijd dat het doubleren of versnellen zinvol moet zijn en bij moet dragen aan een betere totale ontwikkeling van het kind. Deze beslissingen worden altijd in samenspraak met ouders, leerkracht en oc-er genomen. Het komt ook voor dat we de afspraak maken dat een kind voor een bepaald vak met een aangepast programma gaat werken. We stellen het aangepast programma zo op dat er aansluiting is bij het vervolgonderwijs. Ook leerlingen die extra goed kunnen leren, krijgen speciale aandacht op onze school. De methodes voor de verschillende vakken geven vaak al extra oefenstof voor snelle leerlingen, maar daarnaast proberen we ze ook op andere manieren extra uit te dagen. De weektaken zijn daarbij een belangrijk hulpmiddel.

5.6 Passend onderwijs in de Westelijke Mijnstreek Vanaf 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Schoolbesturen krijgen de zorgplicht voor alle leerlingen uit hun regio. Ouders melden hun kind aan bij de school van hun keuze en de school heeft de taak om het kind een passende onderwijsplek te bieden of met de ouders een passende plek te zoeken. Uitgangspunt daarbij is: - Alle kinderen krijgen zo ‘passend mogelijk’ onderwijs, waarbij wordt gekeken naar de onderwijsbehoeften en talenten van de leerlingen. - Kinderen gaan naar reguliere basisscholen en hebben een onderwijsplek nabij huis, tenzij speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs noodzakelijk is. - Alle kinderen verdienen een plek in het onderwijs: geen thuiszitters.


22

Zorgplicht voor alle leerlingen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De basis hiervoor is het realiseren van kwalitatief goed onderwijs, waardoor alle talenten van de leerlingen optimaal worden ontwikkeld om in de toekomst als zelfstandig en volwaardig burger in de maatschappij te kunnen functioneren. Passend onderwijs is er voor alle leerlingen, maar richt zich in de praktijk vooral op leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Hoe wordt dit georganiseerd? Om alle kinderen een passende onderwijsplek te bieden, gaan scholen samenwerken in regionale samenwerkingsverbanden. Voor onze school en schoolbestuur wordt gewerkt vanuit het Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Westelijke Mijnstreek (SWV PO 31-04). In haar ondersteuningsplan heeft het SWV beschreven hoe zij de komende jaren te werk wil gaan. Dit plan behoeft instemming van de ondersteuningsplanraad, samengesteld uit een afvaardiging van ouders en personeel, en met de betrokken gemeenten moet hierover op overeenstemming gericht overleg worden gevoerd. In het SWV werken 9 schoolbesturen samen die bevoegd gezag zijn van 50 basisscholen in de regio, 2 scholen voor speciaal basisonderwijs en 6 scholen voor speciaal onderwijs (cluster 3 en 4). Deze besturen en scholen werken samen om passend onderwijs te verzorgen voor alle leerlingen in de basisschoolleeftijd uit de gemeenten Beek, Schinnen, Sittard-Geleen en Stein. Afstemming en samenwerking met jeugdhulp is hierbij erg belangrijk, in alle lagen van de keten. Dit geldt eveneens voor de afstemming met voorschoolse educatie en het voortgezet onderwijs. Door deze wijziging verdwijnt het eerdere systeem van toekenning van (extra) zorg. Het rugzakje verdwijnt, de WSNS-samenwerkingsverbanden en de regionale expertisecentra (REC’s) worden opgeheven en de verplichte indicatiestelling door de Commissie van Indicatiestelling (CVI) verdwijnt. Ook worden SBO-beschikkingen niet langer afgegeven door de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg). Het nieuwe SWV neemt deze taken over en ontvangt van het ministerie de middelen voor de extra ondersteuning en voor de organisatie van de toewijzing daarvan. Deze verschuiving van bekostiging verloopt via een overgangsregeling. Uitgangspunt in het SWV Passend Onderwijs Westelijke Mijnstreek is dat de verantwoordelijkheden voor de inzet van extra ondersteuning, en daarmee ook de inzet van de extra middelen, zo dicht mogelijk bij het kind worden georganiseerd. Wat betekent dit voor kinderen met ondersteuningsbehoeften en voor kinderen die een rugzak hadden? Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel gemaakt, waarin ze beschrijft welke vorm(en) van ondersteuning ze zelf kan bieden. Dit schoolondersteuningsprofiel ligt ter inzage bij de directie. Voor basisschool Sterrenrijk betekent dit kort samengevat dat de school het volgende profiel heeft. De school heeft ervaring in het omgaan met verschillende orthobeelden en dan met name: Omgaan met leerachterstanden, dyslexie en hoogbegaafdheid. Tevens hebben we ervaring met


23

hyperactiviteit, autistisch spectrum, concentratie, taakgerichtheid, internaliserend en externaliserend gedrag. Ook kinderen met specifieke behoeften vanwege omgevingsinvloeden kunnen vaak op Sterrenrijk terecht. Ervaring op het gebied van lichamelijke beperkingen en gezondheidsproblemen is aanwezig. In de praktijk zal echter altijd de gradatie van problematieken en de specifieke situatie van de groep leidend zijn voor de toelating van een leerling. Indien er geen toelating kan plaatsvinden draagt de school de aanmelding van de leerling over aan het Samenwerkingsverband welke met de ouders op zoek gaat naar een school die de zorg voor het kind wel kan bieden. Voor meer informatie verwijzen we ook naar de website van het samenwerkingsverband Westelijke mijnstreek: www.swvpowestelijkemijnstreek.nl

Daarnaast kan de school een beroep doen op inzet van ondersteuning en expertise van buiten de school. Dit in overleg met het eigen schoolbestuur, dat daarvoor middelen ontvangt vanuit het samenwerkingsverband. In principe krijgt uw kind de extra onderwijsondersteuning die het nodig heeft binnen, en onder verantwoordelijkheid van de eigen school. Voor de ouders is de directeur op school het eerste aanspreekpunt. Samen met u volgen zij de ontwikkeling van uw kind, en wanneer zich veranderingen voordoen, bespreekt u dit altijd eerst met hen. Pas als de school niet in staat is uw kind aan ondersteuning te bieden wat hij/zij nodig heeft, wordt gekeken naar opties buiten de school. In dat geval vindt allereerst een gesprek plaats met (onder meer) de ouders, waarbij gezamenlijk de mogelijkheden worden besproken. Om dit proces goed te begeleiden zet het samenwerkingsverband trajectbegeleiders in voor (groepen) van scholen. Deze bewaken dat processen zorgvuldig worden doorlopen. Een trajectbegeleider is aanwezig bij een gesprek met school en ouders wanneer de school een kind niet (meer) de nodige zorg en/of ondersteuning kan bieden, en bijvoorbeeld een verplaatsing van een kind naar een andere reguliere basisschool, naar speciaal basisonderwijs of naar speciaal onderwijs aan de orde is. Dit gesprek vindt plaats in het zogenaamde MDO (multidisciplinair overleg). In de uiteindelijke keuze hebben zowel de aanvragende school, de ouders en de plaatsende school een stem. Als een leerling naar het speciaal basisonderwijs of naar het speciaal onderwijs gaat, is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. Het SWV geeft een TLV af op basis van de keuzes in het MDO en het advies van de trajectbegeleiding over de geboden ondersteuning in relatie tot de ondersteuningsbehoefte. De directeur van het samenwerkingsverband is wettelijk verplicht om bij het afgeven van een TLV voorafgaand deskundigenadvies in te winnen bij minimaal een GZpsycholoog. Informatie Voor verdere informatie over Passend Onderwijs kunt u contact opnemen met de IB-er van school. Op dit moment wordt gewerkt aan een website voor het samenwerkingsverband; de school zal de site onder de aandacht brengen zodra deze in de lucht is, samen met de contactgegevens van het SWV.


24

Algemene informatie over Passend Onderwijs kunt u vinden op een speciale site van het ministerie van Onderwijs: www.passendonderwijs.nl. en op www.steunpuntpassendonderwijs.nl, een site speciaal voor ouders.


25

6.

6.1 Onderwijskundig rapport. Van elke leerling die onze school verlaat, hetzij op het eind van groep 8 of tussentijds (bijv. naar een andere basisschool), wordt een onderwijskundig rapport gemaakt. Hierin worden de ontwikkeling van de leerling en de toetsgegevens vermeld. De ouders hebben inzage in dit rapport en hebben ook recht op een afschrift van dit onderwijskundig rapport. De doelstelling van het onderwijskundig rapport is om de stand van zaken in de ontwikkeling van een kind op enig moment weer te geven. Vanuit die stand van zaken zoekt de nieuwe school aansluiting met haar onderwijs om zodoende een ononderbroken ontwikkeling voor het betreffende kind te realiseren. 6.2 Onderwijs aan langdurig zieke kinderen Als een kind chronisch ziek is of plotseling ziek wordt en in een ziekenhuis wordt opgenomen, is zijn leven acuut ontregeld en komt alles in het teken van de genezing te staan. Toch blijven school, de leerkracht/ docent en de klasgenoten tijdens dit hele ziekteproces belangrijk. De sociale functie van de school is voor de zieke leerling van groot belang. De betrokkenheid van de klas, de (school-)vrienden en vriendinnen is voor de hem of haar een belangrijke steun in de rug. Als je als school het nieuws krijgt dat één van je leerlingen (ernstig) ziek is, krijg je er dus een grote verantwoordelijkheid bij. Nieuwe taken:  De school moet zorgen dat iedereen goed geïnformeerd wordt en blijft;  Dat er regelmatig contact is met de ouders en de zieke leerling;  Dat het onderwijs wordt gecontinueerd, aangepast aan de mogelijkheden van deze leerling,(zowel in het ziekenhuis als thuis) en;  Dat de zieke leerling zich thuis blijft voelen zijn school. Het onderwijs aan een leerling is altijd de verantwoordelijkheid van de school waar hij of zij ingeschreven staat. Het maakt hierbij geen verschil of een leerling gewoon de lessen bezoekt of ziek thuis is. Ook wanneer een leerling opgenomen is in een ziekenhuis, blijft de school verplicht om tegemoet te komen aan het recht op onderwijs van deze leerling. Het is voor een school soms moeilijk in te schatten of het verzuim van een (chronisch) zieke leerling reëel is en hoe zij het beste met deze situatie kunnen omgaan. Sinds de invoering van de Wet Ondersteuning Onderwijs Zieke leerlingen (WOOZ) in 1999, is er niet alleen onderwijsondersteuning voor zieke leerlingen die zijn opgenomen in een ziekenhuis, maar ook voor leerlingen die voor langere tijd ziek thuis verblijven. Ook tijdens een ziekteperiode van een leerling blijft de school verantwoordelijk voor het onderwijs aan die leerling. De school staat er echter niet alleen voor. De school kan voor ondersteuning bij het onderwijs aan de zieke leerling een beroep doen op de consulent Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen van de organisatie OZL IJsselgroep/Expertis. De leerkracht van de school en de consulent OZL maken in overleg met ouders/verzorgers afspraken over de vorm en inhoud van de ondersteuning bij het onderwijs.


26

7. Steeds op zoek naar kwaliteitsverbetering Ondanks het feit dat we best tevreden zijn over de resultaten die wij door het werken met ons schoolconcept,de vernieuwingen en veranderingen bereikt hebben, vinden we het toch belangrijk om als school steeds opnieuw te kijken naar de manier waarop we met ons onderwijs,onze leerlingen en het team van collega's kunnen werken aan verdere ontwikkelingen c.q. verbeteringen. 7.1 Kwaliteitsverbetering door goede methoden In onze school geven we les met behulp van methoden die gebaseerd zijn op de uitgangspunten van de school: De methode biedt basisstof voor leerlingen van de school. Die basisstof bevat haalbare doelen voor de leerlingen. Die doelen zijn afgestemd zijn op landelijke normen; De methode reikt handvatten aan voor leerlingen die extra aandacht behoeven. 7.2 Kwaliteitsverbetering door een leerlingvolgsysteem Om onze leerlingen acht jaar lang zo goed mogelijk te kunnen volgen in hun ontwikkeling beschikt de school over een leerlingvolgsysteem. Het systeem levert waardevolle aanvullende informatie op over een leerling. Het laat zien op welke manier een kind zich in de afgelopen periode ontwikkeld heeft. Wij doen dit door te kinderen te volgen op zowel sociaal-emotioneel als ook op cognitief gebied. 7.3 Het volgen van de ontwikkeling Sociaal- emotionele ontwikkeling Hiervoor gaan wij in schooljaar 2014-2015 het ontwikkelingsvolgsysteem “Zien” gebruiken Cognitieve ontwikkeling Groepen 1 en 2 Cito Toets Rekenen voor kleuters Cito Taal voor kleuters Screeningsinstrument Beginnende geletterdheid De leerlingen uit de groepen 3 t/m 8 worden 2x per jaar getoetst m.b.v. landelijke toetsen. Wij nemen bij onze leerlingen de volgende toetsen af: AVI Begrijpend Lezen DMT Begrijpend Luisteren Leestechniek Spelling (+ werkwoordspelling vanaf groep 7) Woordenschat Rekenen-Wiskunde Binnen onze stichting is er afgelopen jaar gewerkt aan het toetsprotocol. Hierin staat beschreven welke toetsen op elke school van Triade afgenomen dienen te worden en hoe we dat doen. Onze school heeft zich hieraan geconformeerd. In het toetsprotocol staat vermeld welke kinderen op een speciale wijze de toets afgenomen krijgen. Het betreft hier kinderen met een Schoolgids basisschool Sterrenrijk Algemeen gedeelte Schooljaar 2012-2016

27

diagnose. Zo kunnen bijvoorbeeld kinderen met dyslexie meer tijd krijgen of de rekentoets voorgelezen krijgen. In overleg met het kind, ouders, leerkracht en de onderwijscoördinator wordt gekeken om welke kinderen het gaat. Tevens wordt op deze manier de doorgaande lijn in de wijze van afname bewaakt. Ons motto hierbij “Gewoon waar mogelijk, speciaal waar nodig!” De meeste Cito-toetsen worden afgenomen in januari/ februari en mei/ juni. 7.4 Kwaliteitsverbetering door nascholing Nascholing De nascholing van de teamleden bestaat uit twee componenten: a. Nascholing in teamverband b. Individuele nascholing a.

Nascholing in teamverband De nascholing in teamverband richt zich momenteel op het realiseren van wat we verwoord hebben in de omschrijving van onze visie/missie. Zo zullen we in teamverband nog verdere nascholing volgen m.b.t. het ontwikkelen van ons schoolzorgprofiel, het implementeren van de nieuwe methodes Argus Clou voor aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek. In de bovenbouw wordt ook Taal Actief geïmplementeerd. Afgelopen schooljaar en ook dit schooljaar nemen leerkrachten deel aan de Triade Academie op het Seminarium voor Orthopedagogiek. De bijeenkomsten richten zich op taal, rekenen en sociaal emotioneel leren. Er wordt ingezet op orthopedagogisch denken en handelen en preventief handelen met klassenmanagement als basis. Opbrengstgericht werken met aandacht voor didactiek, uitgaande van de onderwijsbehoeften van kinderen. De invoering van ICT heeft al een grote stap gezet binnen onze school, toch zal nog scholing op teamniveau noodzakelijk zijn. Ook dit schooljaar wordt scholing ingezet op ons leerlingvolgsysteem en de leerling administratie voor basisscholen genaamd Parnassys en Integraal. Integraal maakt optimaal gebruik van de reeds beschikbare data binnen Parnassys waardoor kwaliteitszorg, schoolontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling op logische wijze met elkaar verbonden worden. Ook het expertsysteem Zien gaan we vanuit Parnassys implementeren. Zien geeft, op basis van een analyse van kind-observaties concrete doelen en handelingssuggesties. Het ondersteunt het proces van signaleren tot handelen. Bij al deze vormen van scholing, zal een accent gelegd worden op communicatie. Zowel de communicatie tussen leerkrachten, als de communicatie tussen leerkrachten, ouders en leerlingen.

b.

Individuele nascholing Leerkrachten maken hun keuze voor individuele nascholing op grond van behoeftes van de groep en/of eigen ontwikkeling. Denk hierbij aan nascholing op gebied van Met Sprongen Vooruit (rekenen).


28

7.5 Kwaliteitsverbetering door het schooljaarplan Jaarlijks bespreken wij met elkaar welke onderwijsinhoudelijke veranderingen, verbeteringen of knelpunten er nader aan de orde moeten worden gesteld. Wij streven er naar deze inhoudelijke verbeterpunten liefst over meerdere jaren te spreiden zodat wij vooraf rekening kunnen houden met veranderingen.


29

8. Het voortgezet onderwijs 8.1 De schoolkeuze De meeste leerlingen die onze school verlaten gaan naar het voortgezet onderwijs Geleen of Sittard Informatie over het V.O. krijgt u van ons middels diverse brochures. De leerlingen worden aan de hand van een project voorbereid op het voortgezet onderwijs. Als speciale voorbereiding op het voortgezet onderwijs wordt er in groep 8 veel aandacht besteed aan het presenteren voor een groep. Dit gebeurt o.a. door het presenteren van boekverslagen en spreekbeurten. Daarnaast krijgen o.a. het plannen van huiswerk en het agendagebruik extra aandacht. De scholen voor V.O. organiseren open dagen, informatieavonden en proeflessen. Wij adviseren om hiervan zoveel mogelijk gebruik te maken. 8.2 Overdracht en begeleiding van kinderen naar het Voortgezet Onderwijs Er wordt een speciale ouderavond gehouden voor de ouders van de schoolverlaters. Wanneer de uitslag van de CITO Eindtoets bekend is, worden de ouders van de schoolverlaters met hun kinderen uitgenodigd voor een individueel schoolkeuzegesprek. In dat gesprek wordt door de groepsleerkracht geadviseerd welke soort van voortgezet onderwijs volgens hem/haar het best bij het kind past. Daarbij wordt uitgegaan van de schoolprestaties van het kind, de gegevens welke door de jaren heen zijn verzameld in het Leerling en Onderwijs Volg Systeem (LOVS), de Entreetoets van groep 7 en wordt de uitslag van de CITO Eindtoets als hulpmiddel gebruikt. Daarnaast spelen inzet, motivatie, doorzettingsvermogen en belangstelling een grote rol bij het te geven advies. De uiteindelijke schoolkeuze ligt bij de ouders en hun kind. De aanmelding bij de scholen voor voortgezet onderwijs geschiedt formeel door de ouders. In de praktijk gebeurt de verzending van de aanmeldingen via onze school. Samen met het aanmeldingsformulier wordt het, door de school van voortgezet onderwijs verstrekte en door de groepsleerkracht ingevulde, adviesformulier en de uitslag van de CITO Eindtoets opgestuurd naar de betreffende school. Vóór de definitieve toelating vindt er nog altijd een gesprek plaats tussen de groepsleerkracht van groep 8 en de leerlingbegeleider van de brugklas. In dat gesprek komen o.a. aan de orde: schoolprestaties, uitslag van de Cito Eindtoets, Entreetoets en gegevens in het Leerling en Onderwijs Volg Systeem (LOVS), inzet, doorzettingsvermogen en de betrokkenheid van de ouders. Tijdens het eerste jaar op het voortgezet onderwijs vindt er ook nog een gesprek plaats tussen de groepsleerkracht van groep 8 en de leerlingbegeleider van de brugklas over de eerste resultaten van de leerlingen. Voor de groepsleerkracht van groep 8 is dit de maatstaf om te achterhalen of de leerlingen naar de juiste school zijn doorverwezen. Door deze zogenaamde terugkoppelingsgesprekken weten we dat we met gegronde redenen leerlingen naar een bepaalde school verwijzen. Voor de leerlingen die in aanmerking komen voor plaatsing in het LWOO ( LeerWeg Ondersteunend Onderwijs) geldt dat een volledig onderwijskundig rapport moet worden ingevuld. Daar wordt een persoonlijk geschreven verklaring bijgevoegd van de ouders zelf, waarin zij verklaren het eens te zijn met de aanmelding in het LWOO en een eigen mening over de reden van plaatsing.


30

9. Bs Sterrenrijk en haar ouders Wij hechten heel veel waarde aan een goede samenwerking en betrokkenheid van de ouders in de school. Wij zijn van mening dat u ons in goed vertrouwen de zorg van uw kind/eren in handen geeft. Wij beschouwen het als onze taak om op een zorgvuldige manier zowel een stukje sociaalemotionele en maatschappelijke als vooral ook onderwijskundige opvoeding uit te voeren. Wij staan samen voor de verantwoordelijke taak de kinderen te begeleiden naar hun volwassenheid. Het is dan ook van groot belang om samen die verantwoordelijkheden te delen. Ouders zijn daarmee ook steeds van harte welkom op onze school. Voor een gesprek, voor het meedenken, voor deelname aan activiteiten, voor hulp en assistentie, voor het vieren van gezamenlijke festiviteiten. 9.1 Informatie aan ouders Oudergesprekken Twee/driemaal per jaar plannen we voor de leerlingen een oudergesprek. Op deze avond kunt u met de leerkracht praten over de ontwikkeling van uw kind. Bij het eerste gesprek wordt met name de werkhouding en de sociaalemotionele ontwikkeling centraal gesteld. Bij de groepen 1 en 2 is het eerste gesprek vooral een kennismaking. Voor de ouders van de kinderen die voor het eerst onze basisschool bezoeken vinden de gesprekken veelal buiten de vastgestelde periodes plaats. Zeker als het uw eerste kind is dat onze basisschool gaat bezoeken vinden wij het belangrijk dat u voldoende gelegenheid krijgt om niet alleen over de ontwikkeling van uw kind in gesprek te gaan, maar ook vragen kunt stellen over de gang van zaken binnen de gehele basisschool of de benedenbouw in het bijzonder. De leerkracht(en) van de instroomgroep zullen u dan ook nadat uw kleuter enkele weken onze school heeft bezocht benaderen voor een gesprek. Afspraken De teamleden van de school zijn graag bereid om buiten de ouderavonden met u te praten over uw kind. Als u daar behoefte aan heeft, kunt u altijd een afspraak maken. Infobulletin In de toekomst gaan we het nieuwsbulletin digitaal verspreiden. Alle ouders waarvan we een email adres hebben zullen de nieuwsbrief dan op hun computer ontvangen. Dit heeft volgens ons vele voordelen. Onder andere sparen we zo heel veel papier uit waardoor ons milieu weer minder belast wordt. We sparen ook geld door minder drukkosten. We vinden de nieuwsbrief niet meer op de gang of op de speelplaats maar hij komt nu zeker bij de ouders terecht zoals dat hoort. Ook zullen we in de toekomst veel meer brieven aan ouders en ander informatiemateriaal via de digitale snelweg verzenden. Degenen die niet over een internetverbinding beschikken krijgen natuurlijk wel alles nog op papier. Ouders die denken dat informatie hen niet zal bereiken kunnen contact opnemen met de leerkracht van hun kind. Website bs Sterrenrijk: www.bssterrenrijk.nl


31

Mededelingenbord Bij de benedenbouw bevindt zich bij het fietsenrek en bij de bovenbouw naast de deur van de gymzaal een mededelingenbord. Het is handig hier zo nu en dan eens naar te kijken. Belangrijke info krijgt uw kind ook mee naar huis, of via het eerder genoemde bulletin. De Schoolgids In de schoolgids vindt u alle informatie die wij belangrijk vinden en die de ouders zeker moeten weten. De schoolgids wordt aan het begin van het schooljaar uitgegeven en in een digitale versie op onze website geplaatst. Rapporten Het schooljaar wordt verdeeld in twee perioden. Aan het eind van zo’n periode worden de rapporten aan de leerlingen van groep 1 t/m 8 uitgereikt. 9.2 Ouders en school Gelukkig zijn heel veel ouders op vele manieren actief op onze school. Een moderne basisschool kán eenvoudigweg niet zonder. Niet alleen de medezeggenschapsraad en de oudervereniging spelen een belangrijke rol, maar ook andere ouders zijn actief bij activiteiten tijdens en na schooltijd. Een paar voorbeelden:  Hulp bij het niveaulezen  Begeleiden van groepjes kinderen tijdens een uitstapje  Hulp bij sportactiviteiten  Hulp bij luizencontrole 9.3 De medezeggenschapsraad. Net als iedere school heeft ook bs Sterrenrijk een Medezeggenschapsraad. Dit is zo geregeld in de wet. Medezeggenschap heeft in zijn algemeenheid als doel om de belanghebbenden de mogelijkheid te bieden om mee te praten over onderwerpen die henzelf aangaan. In het onderwijs gaat het erom zoveel mogelijk de belangen van personeel, ouders en leerlingen te behartigen. Daarbij wordt vooral gelet op de consequenties van voorgenomen besluiten voor die groeperingen die met het besluit te maken krijgen. De medezeggenschapsraad heeft overigens niet de taak de belangen van een enkel individu te behartigen. Ouders en leerlingen zijn gebaat bij goed onderwijs en een prettig opvoedingsklimaat. Daarom zal de MR in het overleg met de directie en het bestuur van de school aandacht besteden aan de kwaliteit van het beleid en ernaar streven de openheid binnen de school te stimuleren en te verbeteren. De MR van bs Sterrenrijk bestaat uit 6 leden. Drie leden vertegenwoordigen de ouders en drie leden vertegenwoordigen het personeel. De oudervertegenwoordiging wordt gekozen uit en door de ouders. Volgens een rooster treedt ieder jaar, aan het begin van het schooljaar een deel van de MR af en wordt er een verkiezing georganiseerd (zittingsduur 3 jaar). Iedere ouder kan zich verkiesbaar stellen. Tenzij anders vermeld zijn de vergaderingen van de MR openbaar. Omdat onze school onder de stichting Triade valt, leveren wij ook twee leden aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR).


32

9.4 De oudervereniging. Naast de vertegenwoordigers, die de ouders in de medezeggenschapsraad kunnen kiezen, bestaat er voor de ouders de oudervereniging. Doel van de oudervereniging: ondersteunen en begeleiden van activiteiten, ten behoeve van de kinderen, om in samenwerking met het team een prettig schoolklimaat te creëren. De belangrijkste taken van de oudervereniging zijn:  De contacten tussen ouders en team bevorderen  Het meewerken van ouders op school bevorderen  De ouderbijdrage beheren  De ouders vertegenwoordigen bij het team en andere instanties (bijvoorbeeld gemeente)  Deelnemen aan de organisatie van allerlei activiteiten op school Iedere ouder kan zich opgeven voor de oudervereniging. Wanneer er meerdere reacties op een vacante komen, zal er worden geloot. Uit elke groep wordt één ouder gekozen als klassenouders. Samen vormen ze de oudervereniging. Uit hun midden wordt door de leden zelf het dagelijks bestuur gekozen. De klassenouders zijn een aanspreekpunt voor team en ouders. Hierdoor zijn de klassenouders vaker op school. De vergaderingen van de oudervereniging zijn openbaar. Iedereen kan deze vergaderingen bijwonen en met evenveel recht van spreken zijn of haar zegje doen. Overeenkomst ouderbijdrage Als school zijn we verplicht, indien we een vrijwillige ouderbijdrage vragen, een schriftelijke overeenkomst met U als ouders af te sluiten. In de “schoolpraktijk” vindt u het bedrag dat jaarlijks door de oudervereniging/ medezeggenschapsraad wordt vastgesteld. Daarnaast vragen wij een aparte bijdrage voor:  schoolreisje. Dit is voor onder- en bovenbouw verschillend.  schoolkamp voor groep 8. Het te betalen bedrag wordt in de loop van het jaar vastgesteld.  Schoolschaatsen voor groep 7

9.5 Klachtenregeling


33

De schoolcontactpersonen zijn: Mevr. Rutten Kramer (046-4377578)

Dhr. Hendriks (06-53631431)

U kunt zich ook rechtstreeks wenden tot de externe vertrouwenspersonen. Zij horen de klacht aan en adviseren de klager welke stappen hij/zij verder moet ondernemen. J.P.H. Dolhain J.R. Hettinga

046 4742228 046 4747647

9.6 Protocol bij een vermoeden van huiselijk geweld/kindermishandeling Triade heeft voor contactpersonen/leerkrachten van basisscholen een protocol 'vermoeden van huiselijk geweld/kindermishandeling' vastgesteld.  Het protocol biedt een structuur aan en geeft handvatten hoe gehandeld kan worden bij een vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling.  Het protocol is gebaseerd op en onderschrijft de uitgangspunten van de meldcode kindermishandeling (Regio Raak Westelijke Mijnstreek).  Het doel van dit protocol is: een vermoeden van huiselijk geweld/kindermishandeling bespreekbaar maken en de signalen doorgeven voor eventuele verdere hulp.  De taak van de school met betrekking tot kindermishandeling en huiselijk geweld, waarbij de oorzaak buiten de school ligt, is het signaleren en het aankaarten ervan bij de verantwoordelijke instanties. De school is niet verantwoordelijk voor de verandering van de situatie of voor de hulpverlening. Scholen zijn bij uitstek plaatsen waar (een vermoeden van) huiselijk geweld en kindermishandeling gesignaleerd kan worden. Leerkrachten brengen veel tijd met de kinderen door, hebben een vertrouwensrelatie met hen opgebouwd en kunnen een belangrijke signaalfunctie vervullen. De tekst van het protocol is op elke school aanwezig en opvraagbaar. 9.7 Info aan gescheiden ouders Alle ouders hebben in principe recht op informatie over hun kind van de school. Dit geldt ook voor ouders die gescheiden zijn. Soms is er maar één ouder van het kind belast met het ouderlijk gezag en de andere ouder niet. Hoe zit het dan met de informatieplicht? De ouder die is belast met het ouderlijk gezag, heeft de verplichting om de andere ouder (niet belast met het ouderlijk gezag) op de hoogte te houden van gewichtige aangelegenheden die het kind betreffen (artikel 1:377b Burgerlijk Wetboek). Het is dus de bedoeling dat de ouder die niet met het gezag is belast, de informatie krijgt van de andere ouder. Gegevens over schoolresultaten zouden dus ook via de met het gezag belaste ouder verstrekt moeten worden. Als echter in de communicatie tussen ouders storingen ontstaan, kan dat voor de school Schoolgids basisschool Sterrenrijk Algemeen gedeelte Schooljaar 2012-2016

34

problemen opleveren. De vraag rijst dan welke taak de school heeft inzake de informatieverstrekking. Scholen hebben ook een informatieplicht aan ouders. Het is echter zo, dat in sommige gevallen de informatieplicht van scholen aan ouders beperkt is (artikel 1:377c BW). In zeldzame gevallen hoeven scholen zelfs helemaal geen informatie aan ouders te verschaffen. Deze INFO gaat over bovenstaande informatieplicht. De belangrijkste vragen die zullen worden beantwoord zijn: wanneer je als school informatieplicht hebt, aan wie moet je informatie geven en welke informatie dien je te verstrekken? Ook zal jurisprudentie hierover worden besproken. Natuurlijk is het zo dat er uitzonderingen bestaan op wat hieronder besproken zal worden. U doet er dan ook goed aan, indien u er niet zeker van bent welke informatie u nu dient te verstrekken, advies te vragen aan de Bond KBO. De Bond adviseert u hier graag over. Ook kan de Bond u helpen met het maken van beleid op dit terrein. 1. Welke ouder heeft recht op welke informatie? Hieronder vindt u een schema waarin de soorten verbintenissen tussen ouders zijn omschreven. U kunt zo gemakkelijk zien welke ouder recht heeft op welke informatie. Verderop in deze INFO wordt uitgelegd welke informatie niet dient te worden gegeven aan ouders die enkel recht hebben op beperkte informatie.

A B

C D

E F

G

H

Voor wie Ouders die met elkaar zijn getrouwd; voor vader en moeder geldt: Ouders die zijn gescheiden; Voor vader en moeder geldt:

Ouders die hun partnerschap hebben laten registreren Ouders die niet met elkaar zijn getrouwd, maar via goedkeuring van de rechtbank het gezamenlijk gezag uitoefenen Ouder die niet met het gezag is belast In geval van samenwonen, vader heeft kind erkend, niet ingeschreven in gezagsregister; voor vader geldt: In geval van samenwonen, vader heeft kind erkend en ingeschreven in gezagsregister; voor vader en moeder geldt: Stel heeft samengewoond, nu uit elkaar, kind is erkend, ingeschreven in gezagsregister; voor vader en moeder geldt:


Alle informatie X

Beperkte informatie

X N.B. geen informatie geven die mogelijk gebruikt kan worden om voordeel ten koste van de andere ouder te behalen. X X

X artikel 1:377c BW X artikel 1:377c BW X

X N.B. geen informatie geven die mogelijk gebruikt kan worden om voordeel ten koste

35

I

J

K L M

Stel heeft samengewoond, nu uit elkaar, kind is erkend, maar niet ingeschreven in het gezagsregister; voor vader geldt: Ouders beide uit de ouderlijke macht gezet, kind is onder voogdij geplaatst; voor vader en moeder geldt: Voogd Biologische vader, die zijn kind niet heeft erkend Grootouders die de verzorging van het kind op zich nemen omdat de ouders spoorloos zijn

van de andere ouder te behalen. X artikel 1:377c BW

X artikel 1:377c BW X

L: Voor de biologische vader, die zijn kind niet heeft erkend, geldt dus: helemaal geen informatie. M: Voor grootouders, die de verzorging van de kinderen op zich nemen, omdat de ouders spoorloos zijn geldt: in principe geen informatie. 2. Informatieplicht algemeen Ouders hebben dus recht op informatie. Maar zoals voorgaand schema blijkt, is dat niet altijd dezelfde hoeveelheid informatie. Indien er sprake is van een ouder die niet met het gezag is belast maar die wel informatie wil, geldt artikel 1:377c van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel is van belang bij de toetsing of er wel of geen informatie moet worden verstrekt. In het artikel staat het volgende: Lid 1. De niet met gezag belaste ouder wordt desgevraagd door derden die beroepshalve beschikken over informatie inzake belangrijke feiten en omstandigheden die de persoon van het kind of diens verzorging en opvoeding betreffen, daarvan op de hoogte gesteld, tenzij die derde de informatie niet op gelijke wijze zou verschaffen aan degene die met het gezag over het kind is belast dan wel bij wie het kind zijn gewone verblijfplaats heeft, of het belang van het kind zich tegen het verschaffen van informatie verzet. Lid 2. Indien de informatie is geweigerd, kan de rechter op verzoek van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde ouder bepalen dat de informatie op de door hem aan te geven wijze moet worden verstrekt. De rechter wijst het verzoek in ieder geval af, indien het belang van het kind zich tegen het verschaffen van de informatie verzet. 3. Nadere toelichting

Derden. Niet iedere derde is verplicht om informatie over het kind te verstrekken, alleen derden die beroepshalve over informatie betreffende het kind beschikken (leerkrachten, hulpverleners, artsen) zijn wettelijk verplicht tot informatieverstrekking.

Rechthebbende. Recht op deze informatie heeft alleen de niet met het gezag belaste ouder.

Andere personen die in nauwe betrekking tot het kind staan, zoals bijvoorbeeld de vader die zijn buiten huwelijk geboren kind niet heeft erkend, of grootouders, hebben dit wettelijk recht niet. Zij kunnen hun recht op informatie over het kind baseren op artikel 8 EVRM (Recht op eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven). Schoolgids basisschool Sterrenrijk Algemeen gedeelte Schooljaar 2012-2016

36

Desgevraagd. Derden hoeven de informatie over het kind niet uit zichzelf te verstrekken. De niet met het gezag belaste ouder moet er uitdrukkelijk om vragen.

Welke informatie. Niet iedere informatie over het kind hoeft te worden verstrekt. Het gaat om

belangrijke feiten en omstandigheden. Deze moeten bovendien betrekking hebben op de persoon van het kind of zijn verzorging en opvoeding. Het betreft allen informatie over schoolvorderingen en evt. sociaal-pedagogische ontwikkelingen op school. De derde (in dit geval steeds de school) kan ook weigeren de verzochte informatie over het kind te geven aan de ouder die niet met het ouderlijk gezag is belast als het gaat om informatie die hij niet ook zou geven aan de ouder die wel met het gezag belast is.

Het belang van het kind. Het begrip ‘in het belang van het kind’ is een open begrip, een

richtinggevend oriëntatiepunt. Het brengt tot uitdrukking dat bescherming, hulp en steun bij de groei naar volwassenheid en opvoeding en verzorging leidraad vormen. Als er informatie verschaft moet worden, moet eveneens aan de hand van het belang van het kind worden vastgesteld of daarin een selectie gemaakt moet worden en op welke wijze de gegevens moeten worden verstrekt. De vraag is dan nog wanneer het belang van het kind zich tegen de informatieverstrekking verzet. Dat mag niet al te snel worden aangenomen. Een goede reden is bijvoorbeeld een verklaring van een psychiater/psycholoog/pedagoog dat informatieverstrekking schadelijk is voor de gezondheids- en of gemoedstoestand van het kind.

10. Externe instanties 10.1 Centrum voor jeugd en gezin Onzekerheid, pesten, problemen op school of met vriendjes, belonen en straffen… Vragen over opgroeien of opvoeden? Kom naar het Centrum voor Jeugd en Gezin! Je kindertijd is de mooiste tijd van je leven zeggen ze. Dat kan best waar zijn, maar toch is het zelfs voor kinderen niet altijd rozengeur en maneschijn. En ook ouders komen onvermijdelijk te staan voor vragen die te maken hebben met het opgroeien en opvoeden van hun kinderen. Er zijn veel instellingen waar jongeren en ouders terecht kunnen met vragen en problemen. Tegenwoordig zijn veel van die instellingen bereikbaar in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Iedere gemeente in de Westelijke Mijnstreek heeft één of meer CJG’s. Kinderen en jongeren tot en met 23 jaar Volwassenen lijken soms te vergeten dat je als kind onzeker kunt zijn over je uiterlijk, over je gedrag, over verliefdheid of pesten en noem maar op. Dat je met vragen zit die je aan vriendjes, ouders of onderwijzers niet durft stellen. Dat je ook heel praktische vragen kunt hebben, bijvoorbeeld over de regels thuis of over zakgeld. Met al die vragen kun je terecht in het CJG bij jou in de buurt. Er is ook een wisselend programma van trainingen en cursussen waar je iets aan kunt hebben, bijvoorbeeld Weerbaarheid of Sociale Vaardigheden. Ouders Als je vragen hebt over het opgroeien en opvoeden van je kind kan het CJG helpen. Denk aan vragen over problemen op school of met vriendjes, pesten, belonen en straffen, zakgeld, Schoolgids basisschool Sterrenrijk Algemeen gedeelte Schooljaar 2012-2016

37

pubergedrag en àlle andere onderwerpen waar ouders mee te maken kunnen krijgen. Het is de normaalste zaak van de wereld dat je met zulke vragen naar het CJG gaat. Je wilt immers dat je kind opgroeit tot een gezonde en evenwichtige volwassene en het CJG kan je daarbij ondersteunen. Het CJG is de spil in het uitgebreide netwerk van instellingen die zich bezighouden met de opvoeding, de gezondheid en het welzijn van je kind. Er is bovendien een uitgebreid programma van activiteiten als ouder-kind-ochtenden, themabijeenkomsten en cursussen als Omgaan met pubers en Computergebruik door kinderen. Goed advies en snelle hulp Het CJG Westelijke Mijnstreek is een netwerkorganisatie waarin de GGD Zuid-Limburg, Partners in Welzijn, MEE Zuid-Limburg, Bureau Jeugdzorg Limburg en Orbis Jeugdgezondheidszorg samenwerken. Verder werkt het CJG samen met het onderwijs, Veiligheidshuis en andere netwerkpartners. Door de intensieve samenwerking is het mogelijk om snel gepaste en samenhangende hulp te bieden. Er is altijd een CJG in de buurt. Ouders, verzorgers, kinderen en jongeren tot en met 23 jaar kunnen zonder afspraak binnen lopen. Daarnaast is het CJG ook een adviescentrum voor alle professionals en vrijwilligers die betrokken zijn bij opvoeden, opgroeien en ontplooien. Je bent welkom zonder afspraak, (zie voor adressen www.cjg-wm.nl) maar wil je zeker zijn dat er iemand is die je direct te woord kan staan, neem dan eerst even telefonisch of via de mail contact op. Vanaf nu kun je ook voor al je vragen terecht op onze website (www.cjg-wm.nl) waar onze digitale assistente je helpt met je vragen, je direct je vraag kunt opzoeken en contact kunt leggen met de juiste hulpverlener. Ook kun je onze gratis opvoedapp op de gsm installeren (zoek op CJG Westelijke Mijnstreek in de store) Wij kijken samen mee naar de beste aanpak voor je vraag.

10.2 Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid Limburg volgt de lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van alle kinderen van 4 tot 18 jaar. Wij nodigen uw kind regelmatig uit voor een gezondheidsonderzoek of een inenting. Ook met vragen over opgroeien en opvoeden of zorgen om uw kind kunt u altijd bij ons terecht. Het team JGZ werkt nauw samen school en met andere organisaties in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Gezondheidsonderzoek Uw kind wordt uitgenodigd voor een onderzoek rond de leeftijd van 5 en 10 jaar. Tijdens het onderzoek kijken we bijvoorbeeld naar groei, motoriek, spraak en sociaal-emotionele ontwikkeling. Door uw kind goed te volgen probeert de GGD eventuele problemen op tijd op te sporen en te helpen voorkomen. Als blijkt dat uw kind extra hulp of zorg nodig heeft, kijken we samen wat daarvoor nodig is. We werken hierin nauw samen met andere organisaties binnen het CJG.


38

De onderzoeken vinden plaats in het CJG, op school of bij de GGD Zuid Limburg. Uw informatie is erg belangrijk U als ouder/verzorger kent uw kind vaak het beste. Om te weten of er dingen zijn waar we extra op moeten letten, vragen we u om van tevoren een vragenlijst in te vullen. Hierin komen allerlei gezondheidsaspecten aan bod. Uiteraard gaan we zorgvuldig om met alle persoonsgegevens van u en uw kind. Inentingen In het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt het de laatste twee inentingen tegen DTP (difterie, tetanus, polio) en BMR (bof, mazelen, rodehond). Meisjes krijgen in het jaar dat ze 13 jaar worden bovendien de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. U ontvangt een oproep voor de gratis prikken. Deelname is niet verplicht. Vragen of zorgen? Heeft u vragen over de ontwikkeling of het gedrag van uw kind. Is er sprake van leerproblemen of andere problemen. Maakt u zich zorgen? Neem dan contact op met het Team JGZ. Wij helpen u graag! Contact Centrum voor Jeugd en Gezin Geleen Ruysdaellaan 4 6165 TZ Geleen U kunt uw vragen telefonisch stellen via 046 - 850 69 10 of via het contactformulier Voor contact met het Consultatie Bureau: tel. 046 - 8506910 (voor alle vragen betreffende het CB, bv. afspraken, voeding etc). Voor contact met de GGD Jeugdgezondheidszorg (schoolarts): tel. 046 - 850 66 94 of [email protected] www.ggdzl.nl/burgers/jeugd-en-gezondheid/jeugdgezondheidszorg

10.3 Logopedie met ingang van 1 januari 2010 heeft Stichting Triade besloten om een logopedische screening in hun takenpakket op te nemen. Wij, screenend logopedisten, stellen het ten zeerste op prijs dat wij onze werkzaamheden binnen de Triadescholen weer kunnen oppakken.


39

Onze werkzaamheden vinden plaats in de groepen 1 en 2, afhankelijk van de periode waarin wij uw school bezoeken. In de periode januari tot en met juli wordt onderzoek gedaan bij de geselecteerde kleuters uit groep 1 die na de zomervakantie naar groep 2 gaan. In de periode september tot en met december worden de geselecteerde kleuters uit groep 2 onderzocht. Er vindt geen onderzoek plaats indien ouders geen toestemming hebben gegeven door middel van een handtekening op de oudervragenlijst of indien een kind al in behandeling is bij een logopediste. Mochten er vragen zijn, dan kunt u altijd contact opnemen met: Evelyne Peerboom 046 4754034 06 53738960


40

Schoolgids van Basisschool Sterrenrijk

Recommend Documents