Schoolgids 2015-2016 St. Martinusschool
St. Martinusschool St. Martinusstraat 3 4715 AG Rucphen tel. 0165-348055 email
[email protected] homepage www.martinusrucphen.nl 0
Voorwoord: De schoolgids van de St. Martinusschool is speciaal gemaakt voor de ouders van onze huidige en toekomstige leerlingen. Er staat in wat de school uw kind te bieden heeft. In deze gids is het helaas niet mogelijk onze volledige school te beschrijven. Ons schoolplan, dat naast deze gids is ontwikkeld, is een uitgebreider document. Dit document ligt ter inzage bij de directie. De schoolgids is in overleg met het team, het kwaliteitsforum en de medezeggenschapsraad tot stand gekomen en vervult een belangrijke rol in de samenwerking tussen ouders en school. Jaarlijks geven we, behorende bij de schoolgids, een kalender uit met daarin informatie betreffende het komende schooljaar. Mocht u na het lezen van deze schoolgids meer willen weten, heeft u opmerkingen of suggesties, laat het ons dan weten. Wij stellen uw reacties op prijs. U kunt hiervoor altijd een afspraak maken met de directie.
1
Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1: De school Paragraaf 1.1: Schoolgegevens Paragraaf 1.2: Algemene informatie Paragraaf 1.3: Situering van de school Paragraaf 1.4: Schoolgrootte Paragraaf 1.5: Schooltijden
blz. blz. blz. blz. blz.
Hoofdstuk 2: Waar staat onze school voor Paragraaf 2.1: Visie/missie
blz. 7
Hoofdstuk 3: Inhoud van het onderwijs Paragraaf 3.1: Algemeen Paragraaf 3.2: Voortgang Paragraaf 3.3: Vakgebieden Paragraaf 3.3.1: Onderbouw Paragraaf 3.3.2: Lezen Paragraaf 3.3.3: Taal Paragraaf 3.3.4: Rekenen Paragraaf 3.3.5: Schrijven Paragraaf 3.3.6: Wereldoriëntatie Paragraaf 3.3.7: Informatieverwerking Paragraaf 3.3.8: Verkeer Paragraaf 3.3.9: Techniek Paragraaf 3.3.10: Engels Paragraaf 3.3.11: Catechese Paragraaf 3.3.12: Bewegingsonderwijs Paragraaf 3.3.13: Expressie Paragraaf 3.3.14: Sociaal-emotionele ontwikkeling Paragraaf 3.3.15: Cultuureducatie Paragraaf 3.3.16: Computeronderwijs Paragraaf 3.3.17: Overig Paragraaf 3.4: Actief burgerschap Paragraaf 3.5: Huiswerk Paragraaf 3.6: Projectweek Paragraaf 3.7: Schoolreizen Paragraaf 3.8: Sport Paragraaf 3.9: Fruit of melk Paragraaf 3.10: Hoofdluis Paragraaf 3.11: Malawi Paragraaf 3.12: Schoolfotograaf Paragraaf 3.13: Bibliotheek Paragraaf 3.14: Jeugdtijdschriften Paragraaf 3.15: Foto- en/of video-opnames
blz. 8 blz. 8 blz. 8 blz. 8 blz. 9 blz. 9 blz. 9 blz. 9 blz. 9 blz. 10 blz. 10 blz. 10 blz. 10 blz. 10 blz. 11 blz. 11 blz. 12 blz. 12 blz. 12 blz. 12 blz. 13 blz. 13 blz. 14 blz. 14 blz. 14 blz. 14 blz. 14 blz. 15 blz. 15 blz. 15 blz. 15 blz. 15
5 5 5 5 5
2
Hoofdstuk 4: Leerlingenzorg Paragraaf 4.1: Leerlingenzorg Paragraaf 4.1.1: Omgaan met (hoog)begaafde kinderen Paragraaf 4.2 Samenwerking met andere scholen op zorggebied Paragraaf 4.3: GGD Paragraaf 4.4: Sociaal Veiligheidsbeleid
blz. 16 blz. 17 blz. 18 blz. 18 blz. 19
Hoofdstuk 5: De wet Paragraaf 5.1: Wet op primair onderwijs Paragraaf 5.2: Leerplicht Paragraaf 5.3: Inschrijven leerling Paragraaf 5.4: Toelating, schorsing en verwijdering Paragraaf 5.5: Medicijnverstrekking Paragraaf 5.6: Informatieplicht bij gescheiden ouders Paragraaf 5.7: Verantwoording verplichte onderwijstijd Paragraaf 5.8: Klachten en vragen Paragraaf 5.9: Inspectie
blz. 20 blz. 20 blz. 21 blz. 22 blz. 22 blz. 23 blz. 23 blz. 23 blz. 24
Hoofdstuk 6: Organisatie Paragraaf 6.1: Organisatie school Paragraaf 6.2: Afwezigheid leerkrachten Paragraaf 6.3: Sponsoring
blz. 25 blz. 26 blz. 26
Hoofdstuk 7: Ouders/verzorgers Paragraaf 7.1: Oudervereniging Paragraaf 7.2: Hulpouders en klassenouders Paragraaf 7.3: Kwaliteitsforum Paragraaf 7.4: Medezeggenschapsraad Paragraaf 7.5: Verkeerswerkgroep Paragraaf 7.6: Vertrouwenspersoon Paragraaf 7.7: Bereikbaarheid in noodgevallen Paragraaf 7.8: Aansprakelijkheid Paragraaf 7.9: Oudercontacten Paragraaf 7.10: Ouder- en leerlingenquêtes Paragraaf 7.11: Rapporten/onderwijskundig rapport Paragraaf 7.12: Doorstroming naar voortgezet onderwijs Paragraaf 7.13: Schoolgids Paragraaf 7.14: Kalender Paragraaf 7.15: Schoolnieuws Paragraaf 7.16: Website Paragraaf 7.17: Overblijven en buitenschoolse opvang Paragraaf 7.18: Ter inzage
blz. 27 blz. 27 blz. 28 blz. 28 blz. 28 blz. 29 blz. 29 blz. 29 blz. 29 blz. 30 blz. 30 blz. 30 blz. 30 blz. 30 blz. 30 blz. 30 blz. 31 blz. 31
3
Hoofdstuk 8: Regels op school/huishoudelijke zaken Paragraaf 8.1: Ziekmelding Paragraaf 8.2: Op tijd Paragraaf 8.3: Regels in school
blz. 32 blz. 32 blz. 32
Hoofdstuk 9: Resultaten Paragraaf 9.1: Cito-eindtoets Paragraaf 9.2: Uitstroomgegevens voortgezet onderwijs Paragraaf 9.3: Uitstroomgegevens speciaal onderwijs
blz. 33 blz. 33 blz. 34
4
Hoofdstuk 1: De school Paragraaf 1.1: Schoolgegevens Naam : St. Martinusschool Straat : Martinusstraat 3 Postcode : 4715 AG Plaats : Rucphen Telefoonnummer : 0165-348055 Emailadres :
[email protected] Website : www.martinusrucphen.nl Paragraaf 1.2: Algemene informatie De St. Martinusschool is een katholieke basisschool die onderdeel uitmaakt van de Borgesiusstichting. Alle katholieke basisscholen in de gemeente Rucphen maken deel uit van deze stichting. Meer informatie over de Borgesiusstichting kunt u vinden op www.borgesiusstichting.nl. Paragraaf 1.3: Situering van de school Onze school is gehuisvest in een goed geoutilleerd gebouw. Wij hebben de beschikking over 12 groepslokalen, een multifunctioneel lokaal, een speellokaal voor de bewegingslessen van de groepen 1 en 2, een technieklokaal, een toneellokaal, een computerwerkhal, een computerlokaal, twee ruimtes voor het zorgteam, de centrale hal en kamers voor directie, intern begeleider, leraren en conciërge. Er is een ruime speelplaats en de school is goed toegankelijk, zowel via de St. Martinusstraat, als via de Burg. Antonissenstraat. Daarnaast is de Kober in ons gebouw gehuisvest met 2 peuterspeelzaalgroepen, de tso en de bso. Paragraaf 1.4: Schoolgrootte Op de teldatum 1 oktober 2014 bezochten 303 leerlingen onze school. Deze leerlingen zijn verdeeld over 12 groepen (een dertiende groep is na de kerstvakantie gestart), wat een gemiddelde groepsgrootte van ongeveer 25 leerlingen betekent. Paragraaf 1.5: Schooltijden Groepen 1 t/m 4: Maandag 8.45 – 12.00 Dinsdag 8.45 – 12.00 Woensdag 8.45 – 12.15 Donderdag 8.45 – 12.00 Vrijdag 8.45 – 12.00 Voor de groepen 1 en 2 gelden er
13.15 – 15.15 13.15 – 15.15 13.15 - 15.15 inlooptijden: 8.35 en 13.05 uur.
5
Groepen 5 t/m 8: Maandag 8.45 Dinsdag 8.45 Woensdag 8.45 Donderdag 8.45 Vrijdag 8.45 Pauze: groepen 3 t/m 5 groepen 6 t/m 8
– – – – –
12.15 12.15 12.30 12.15 12.15
13.15 – 15.15 13.15 – 15.15 13.15 - 15.15 13.15 - 15.15 10.15 – 10.30 10.35 – 10.50
De groepen 1 t/m 4 zijn eerder vrij dan de groepen 5 t/m 8. Dit komt doordat de verplichte onderwijstijd voor die groepen lager ligt dan voor de hogere groepen (zie ook paragraaf 5.7). Om dit deels op te vangen, mogen kinderen van de onderbouw woonachtig in het buitengebied, die tussen de middag opgehaald worden en die zusjes en/of broertjes in de bovenbouw hebben, tot 12.15 uur in hun eigen lokaal bij de eigen leerkracht wachten. Betrokken ouders hoeven zo maar één keer te wachten. Wij vragen ouders die hiervan gebruik willen maken, dit via een formulier (in het folderrek in hal) per schooljaar aan te vragen. Vanaf 8.35 uur en 13.05 uur mogen de kleuters naar hun lokaal gebracht worden. Binnenkomst via het kleuterplein. Om de zelfredzaamheid van groep 2 te bevorderen, komen zij vanaf de herfstvakantie zonder ouders/verzorgers naar binnen. Ouders/verzorgers van de onderbouw mogen de school tot 8.40 uur via de hoofdingang verlaten, zodat er een betere doorstroming ontstaat. Vanaf groep 3 gaan de leerlingen voor schooltijd naar de speelplaats en blijven daar. Zij mogen dus (net als de leerlingen van groep 4 t/m 8) geen fruitspullen, schriften, een zwemtas, enz. naar binnen brengen. In speciale gevallen is hier natuurlijk een uitzondering op mogelijk, maar dan wel met toestemming van de eigen leerkracht of de leerkracht die surveilleert.
6
Hoofdstuk 2: Waar staat onze school voor Paragraaf 2.1: Visie/missie Onze school is een katholieke school voor primair onderwijs. Dat betekent, dat binnen het onderwijs op onze school de identiteit geen bijzaak of deelgebied is, maar juist het fundament voor het handelen van iedereen die op onze school werkzaam is. Wij willen samen werken aan een omgeving waarin iedereen gezien wordt in zijn waarde en waar we als doel hebben een klimaat te scheppen waarin ieder kind tot optimale ontwikkeling kan komen. Dit komt tot uitdrukking in ons logo. In ons logo zijn ook twee personen te herkennen, die elkaar ontmoeten, elkaar de hand reiken en samen op stap gaan. Deze twee zijn verschillend, zwart/wit – wit/zwart. Ook ieder die bij onze schoolgemeenschap betrokken is, is ‘anders’; ieder heeft zijn eigen identiteit. Daar heeft iedereen ook recht op, maar wij willen wel, dat deze ‘eigenheid’ van een ieder gericht is op ‘samen-werken’, op het ‘elkaar bij de hand nemen en samen op stap gaan’.
Naastenliefde
Voor ons houdt deze tijdloze waarde in, dat: Iedereen geaccepteerd wordt zoals hij of zij is; Je jezelf openstelt voor de ander; Je vertrouwen geeft aan degenen met wie je omgaat en je dat vertrouwen ook zelf ontvangt; Je waardering geeft en krijgt. Uit deze centrale uitgangswaarde van onze school vloeien de waarden ‘veiligheid, respect en verdraagzaamheid’ voort. Vanuit deze gedachten werken wij aan een school, waar de kinderen zich prettig en veilig voelen. De manier waarop we hieraan werken, is vorm gegeven in ons kwaliteitsmodel (zie hoofdstuk 3). Wij willen de kinderen leren respect te hebben voor elkaar en hun omgeving en ze leren om te gaan met eigen emoties en die van anderen. Wanneer er sprake is van pestgedrag, zullen wij hier effectief tegen optreden (protocol opgenomen in ons psychosociaal veiligheidsplan). Wij vinden het belangrijk om onze leerlingen het houvast en de uitdaging te bieden waar ze behoefte aan hebben, zodat zij zichzelf ontwikkelen en hun zelfstandigheid en verantwoordelijkheid worden bevorderd. Wij willen goed en gedegen onderwijs geven. Hierbij willen wij werken vanuit de hedendaagse onderwijskundige inzichten, echter zonder ‘met alle winden mee te waaien’. Wij hebben hoge verwachtingen van de leerlingen. Wij willen hen stimuleren en hun zelfvertrouwen versterken. Het is voor ons een uitdaging om ieder kind naar eigen vermogen te laten presteren. Het is hierbij ook vanzelfsprekend, dat wij een aantal eisen aan de kinderen mogen stellen. Wij verwachten dan ook dat de leerlingen hun best doen en zo goed mogelijk hun talenten proberen te gebruiken. Wij willen dit alles doen vanuit onze katholieke identiteit. De manier waarop wij op onze school met elkaar omgaan, dient mede bepaald te worden door deze visie. Hierbij spelen waarden en normen een grote rol. Wij willen een open katholieke school zijn, waar een ieder die onze uitgangspunten onderschrijft, van harte welkom is. 7
Hoofdstuk 3: Inhoud van het onderwijs Paragraaf 3.1: Algemeen In ons onderwijs richten wij ons op zes basisvaardigheden; cognitieve ontwikkeling, emotionele ontwikkeling, creatieve ontwikkeling, sociale ontwikkeling, culturele ontwikkeling en motorische ontwikkeling. Daarbij moeten de kinderen een ononderbroken ontwikkeling kunnen doorlopen, waarbij het onderwijs wordt afgestemd op het kind. Dit hebben wij zichtbaar gemaakt in ons eigen kwaliteitsmodel. Een cyclisch model van waaruit we ons denken inhoud geven, overdraagbaar maken en evalueren.
Wij vinden het belangrijk, dat het leerstofaanbod op de Martinusschool maatschappelijk relevant, eigentijds, gevarieerd en onderwijskundig verantwoord is. Het leerstofaanbod is dekkend voor de kerndoelen, kent een doorgaande lijn en houdt rekening met verschillen tussen leerlingen en onderwijsbehoeften, mogelijkheden en cultuur. Paragraaf 3.2: Voortgang Onze leerlingen krijgen een aantal keer per jaar een rapport. Op dit rapport wordt de ontwikkeling van uw kind vastgelegd. Tijdens de ouderavonden wordt het rapport met u besproken. Onze leerlingen krijgen 2 keer per jaar een rapport. Paragraaf 3.3: Vakgebieden Paragraaf 3.3.1: Onderbouw In de kleutergroepen wordt gewerkt met ‘Piramide’ en de methode ‘Schatkist’. Door met deze methode te werken, wordt thematisch aan alle tussendoelen gewerkt op de volgende gebieden: mondelinge taal, woordenschat, beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid en de sociaal-emotionele ontwikkeling. In de onderbouw wordt gewerkt met DORR (Dagelijkse Observatie Registratie en Rapportage). De doelen van de leerlijnen voor taal, rekenen, visueel ruimtelijke waarneming, motoriek, muziek en wereldoriëntatie zijn beschreven in observeer gedrag en verdeeld over zes fasen. De leerkrachten houden de ontwikkeling van iedere leerling bij via een observatielijst die is afgestemd op de doelen binnen de leerlijnen. De registratie van de ontwikkeling is zeer overzichtelijk en wordt drie keer per jaar met ouders besproken in gesprekken na schooltijd.
8
Paragraaf 3.3.2: Lezen In groep 3 wordt methodisch begonnen met het leren lezen. Wij doen dit met de methode ‘Veilig leren lezen’. Wij gebruiken hierbij het digibord. In de groepen 4, 5 en 6 wordt het technisch lezen verder uitgebouwd (ondermeer via de diverse werkwijzen van de methode ‘Estafette’). In deze en de volgende groepen komen ook andere leesvormen aan de orde, zoals het studerend lezen (waaronder ook het gebruik van het documentatiecentrum valt) en het begrijpend lezen (Nieuwsbegrip). Binnen het leesonderwijs besteden wij veel aandacht aan de leesbevordering. Wij vinden het namelijk erg belangrijk, dat de leerlingen veel en met plezier lezen. Mede daarom is er een doorgaande leerlijn ‘boekverslag’ opgesteld. Paragraaf 3.3.3: Taal Het gaat hierbij met name om het bevorderen van de mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid. Uitbreiding van de woordenschat, hoe verwoord je ideeën, het luisteren naar anderen, het schrijven van een verslag, een verhaal, een gedicht en het houden van een spreekbeurt zijn aspecten die hierbij aan de orde komen. Daarnaast wordt er veel aandacht besteed aan spelling en taalbeschouwing. Wij starten dit schooljaar 2015-2016 met de nieuwe methode ‘Taal in beeld’. Daarnaast is er een leerlijn ‘vertellen en presenteren’ opgesteld. Paragraaf 3.3.4: Rekenen In het moderne rekenonderwijs gaat het niet zozeer om het toepassen van allerlei ‘rekentrucjes’, maar wordt de nadruk gelegd op het begrijpen en het kunnen toepassen van velerlei reken- en wiskundige begrippen en relaties. In de rekentaken komen onderwerpen aan de orde als hoofdrekenen, cijferen, schattend rekenen, breuken, verhoudingen, procenten; daarnaast heeft onze methode ook projecttaken met onderwerpen als kansberekening, werken met grafieken en tabellen, meetkunde, enz. De leerlingen leren eveneens de rekenmachine met inzicht gebruiken. Wij werken met de methode ‘De wereld in getallen’. Paragraaf 3.3.5: Schrijven Met behulp van onze schrijfmethode ‘Pennenstreken’ wordt er naast het methodisch handschrift ook aandacht besteed aan blokschrift en creatief schrijven. In groep 8 ontwikkelen de leerlingen een eigen handschrift. Wij bevelen de leerlingen vanaf groep 4 aan om met een vulpen te schrijven. Een eenvoudige patronenvulpen is via school verkrijgbaar. Voor sommige leerlingen adviseren wij een pen met een speciale pengreep. Inktpatronen krijgt men van school. Paragraaf 3.3.6: Wereldoriëntatie Wij gebruiken aparte methoden voor de vakgebieden: aardrijkskunde (Geobas), geschiedenis (‘Bij de tijd’), natuurkunde en techniek (‘Natuniek’) en verkeer (‘Wijzer door het verkeer’). Middels deze vakken leren de leerlingen zich oriënteren op mens en wereld, op de maatschappij, waarin wij leven, een maatschappij met velerlei facetten en aspecten.
9
In dit leergebied wordt ook veelvuldig gebruik gemaakt van allerlei projecten en schooltelevisieprogramma’s. Vaak worden hierbij de grenzen tussen de verschillende vakken doorbroken. Er komen velerlei onderwerpen aan bod. Zo wordt aandacht geschonken aan zaken als techniek, milieu, gezond gedrag, onze multiculturele samenleving, discriminatie, staatsinrichting, communicatie, enz. Hierbij worden ook diverse werkwijzen toegepast, zoals bijvoorbeeld spreekbeurten, klassengesprekken, gastlessen, werkstukjes en excursies. Paragraaf 3.3.7: Informatieverwerking Voor het vak informatieverwerking is de methode ‘Blits’ aangeschaft voor de groepen 5 t/m 8. Hierbij leren de kinderen hoe je informatie vindt en hoe je het verwerkt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van diverse informatiebronnen. Paragraaf 3.3.8: Verkeer Vanaf groep 1/2 werken wij met de methode ‘Wijzer door het verkeer’. Hierin leren de kinderen hoe zij zich moeten gedragen in het verkeer, de verkeersregels, enz. In groep 7 nemen onze leerlingen deel aan het landelijke verkeersexamen. Dit bestaat uit een theoretisch en praktisch gedeelte. Jaarlijks organiseren wij een verkeersweek waarin veel aandacht wordt besteed aan verkeer in de praktijk. In deze week vallen ook enkele landelijke acties op het gebied van verkeersveiligheid, zoals bijvoorbeeld ‘op voeten en fietsen naar school’. Daarnaast worden er gedurende het jaar nog enkele verkeersweken georganiseerd waarbij er extra aandacht is voor een bepaald thema. Paragraaf 3.3.9: Techniek Wij zijn één van de scholen die vanaf schooljaar 2008-2009 mee mogen doen aan het VTB-project (verbreding techniek in het basisonderwijs). Dit houdt in dat, wij gedurende drie schooljaren extra middelen kregen van het Ministerie om het techniekonderwijs een impuls te geven. In iedere bouw worden createch-ochtenden of middagen georganiseerd. Daarnaast wordt in onze methode natuurkunde ‘Natuniek’ veel aandacht aan techniek geschonken. Paragraaf 3.3.10: Engels Leerlingen van groep 7 en 8 leren de beginselen van de taal ‘Engels’. Voor dit vakgebied wordt de methode ‘Real English’ gebruikt. Het accent ligt op communicatie. De methode nodigt kinderen uit zich goed te uiten in de Engelse taal. Paragraaf 3.3.11: Catechese Wij willen graag een schoolcatechese geven, die heel dicht bij het leven van het kind staat. Daarom gaat het in de catecheselessen over allerlei zaken waar de kinderen dagelijks mee in aanraking kunnen komen. Wij brengen dan ter sprake wat zij daarbij beleven en voelen. Wat een kind iedere dag meemaakt, bepaalt of het kind gezond opgroeit. Het is belangrijk dat het kind zich daarbij leert afvragen: Wie ben ik zelf? Wie kom ik tegen? Hoe moet ik met mensen en dingen omgaan? 10
Bij de keuze van de onderwerpen kijken wij ook naar de samenleving waarin onze leerlingen opgroeien. Je kunt namelijk niet met de ogen van Jezus van Nazareth leren kijken en tegelijk je ogen sluiten voor recht en onrecht in de wereld om je heen! Daarom gaat het in onze catechese ook over dingen, die in onze wereld moeten veranderen om er een meer menselijke wereld van te maken. Voor onze lessen in catechese en levensbeschouwing gebruiken wij de methode: ‘Trefwoord’. In de groepen 4 en 8 vindt bovendien de voorbereiding plaats op de sacramenten van respectievelijk de Eerste Communie en het H. Vormsel. Kinderen, die deze sacramenten niet zullen ontvangen, doen wel gedeeltelijk met het betreffende project mee en krijgen tijdens de directe voorbereiding een alternatief programma. In dit verband wijzen wij ook op het belang van de goede relatie die wij met onze parochie onderhouden. In de catecheselessen besteden wij ook aandacht aan die stromingen, die in onze multiculturele samenleving een rol spelen, zoals Islam, Hindoeïsme en Jodendom. Het gaat dan met name om een beter begrip van leefgewoonten en feest- en gedenkdagen. Paragraaf 3.3.12: Bewegingsonderwijs De lessen bewegingsonderwijs voor de groepen 1 en 2 worden in de speelzaal in school gegeven. De lessen voor de groepen 3 t/m 8 worden gegeven in de gymzaal van gemeenschapshuis ‘de Vaart’. Hierbij komen velerlei bewegingsvormen uit de gymnastiek, atletiek en spel aan bod. Tijdens deze lessen is het dragen van gymkleding en -schoenen verplicht. Wij adviseren leerlingen die niet zonder bril kunnen gymmen een sportbril te dragen. Paragraaf 3.3.13: Expressie Wij vinden het verder ontwikkelen van de creativiteit bij onze leerlingen erg belangrijk en besteden hier dan ook veel aandacht aan. Zo ook aan het leren zich uiten middels beelden, muziek (wij gebruiken de methode ‘Muziek moet je doen’) en allerlei vormen van toneel, dans- en taalexpressie. Bij de vakken tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen (in de bovenbouw gegeven door een vakleerkracht) worden velerlei materialen en technieken toegepast. Wij hebben een eigen leerlijn expressie opgezet voor de groepen 1 t/m 8, zodat de doorgaande lijn bewaakt wordt. Plezier in muziek staat voorop. Naast zingen en het spelen op ritmeinstrumenten, komen ook aspecten aan bod als muziek beluisteren, notatie en diverse onderwerpen uit de muziekcultuur.
11
Paragraaf 3.3.14: Sociaal-emotionele ontwikkeling De eerste tien weken van ieder schooljaar werken alle groepen met de methode Amigo omtrent de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Dit koppelen wij aan de zes pictogrammen die speciaal voor onze school ontworpen zijn. De methode heeft een tiental lessen van thema’s als ‘dit ben ik’ tot ‘samen aan de slag’. Hierin leren de kinderen o.a. positief denken over zichzelf, voor zichzelf durven opkomen, hulp durven vragen en rekening houden met een ander. Mocht het nodig zijn, dan worden in de loop van het jaar bepaalde lessen herhaald. Dit is afhankelijk van de groep en de situatie. In de groepen 7 en 8 wordt aandacht besteed aan het omgaan met ‘social media’. Paragraaf 3.3.15: Cultuureducatie De school beschikt over een cultuurplan. Hierin is voor iedere discipline van cultuur een doorlopende leerlijn voor groep 1 t/m groep 8 gecreëerd. D.m.v. excursies, gastlessen en lessen gegeven door de groepsleerkracht komen de kinderen in aanraking met literatuur, muziek, dans en drama, toneel, cultureel erfgoed, multimedia, beeldende kunst en film. Paragraaf 3.3.16: Computeronderwijs Wij maken in ons onderwijs steeds meer gebruik van computers. Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen vertrouwd raken met het gebruik van computers. Voor alle groepen zijn er computerprogramma’s waar de leerlingen mee werken. Daarnaast beschikken wij over digiborden. Ook in de methodes die wij hanteren, wordt het gebruik van computerprogramma’s steeds meer geïntegreerd. De computer wordt met name gebruikt in de vakgebieden aanvankelijk lezen, begrijpend lezen, rekenen, spelling, topografie, verkeer en in diverse projecten. Verder ook voor tekstverwerking en het zoeken naar informatie via internet. In de achterste gang en in een apart lokaal hebben wij de beschikking over een goed ingerichte computerruimte, waar veel gebruik van gemaakt wordt. Daarnaast is door de gehele school een computernetwerk aangelegd. Middels dit netwerk zijn alle lokalen aangesloten op Kennisnet (een speciaal computernetwerk voor het gehele onderwijs in Nederland). Om de toepassing van de computer in het onderwijs te stimuleren en te begeleiden, is er voor alle scholen van de Borgesiusstichting een bovenschoolse i.c.t.-werkgroep. Op onze school coördineert een ict-coördinator het computergebeuren. Hij is hiervoor een gedeelte van de week vrijgesteld van lesgevende taken. Sinds mei 2015 werkt onze school met Prowise, als pilotschool binnen de Borgesiusstichting. In het schooljaar 2015-2016 gaan we dit als team verder ontwikkelen. Paragraaf 3.3.17: Overig Naast de doelstellingen, waar wij in de hiervoor genoemde vakken en vormingsgebieden aan werken, zijn er ook doelen die niet in ‘vakken’ zijn in te delen, maar die een rol spelen in het gehele schoolgebeuren. Het gaat hier vooral om doelen die te maken hebben met een goede werkhouding en doelen op het sociaal-emotionele vlak. Wij vinden het nastreven van deze doelen erg waardevol en besteden er dan ook veel aandacht aan. Dit komt tot uiting in onze manier van
12
werken, onze manier van leren, de wijze waarop een en ander georganiseerd is, en de wijze van omgaan met elkaar. Wij willen de leerlingen leren om: een brede belangstelling te hebben voor de wereld om zich heen; plezier te hebben in het leren van nieuwe dingen; zelfstandig informatie op te zoeken en te verwerken; door te zetten wanneer iets eens niet direct lukt; op hun niveau zelfstandig en systematisch naar oplossingen te zoeken voor allerlei vraagstukjes; de resultaten van hun werk te presenteren in de vorm van een werkstuk, een spreekbeurt e.d.; samen te werken en te overleggen om zo gezamenlijk tot oplossingen te komen; informatie te zoeken via internet en in woordenboeken, atlassen, e.d.; met hun eigen mogelijkheden en grenzen om te gaan (het is immers van groot belang dat zij een gezond zelfvertrouwen ontwikkelen); voor hun eigen standpunt uit te durven komen; voor zichzelf en anderen op te komen; te handelen volgens algemeen geaccepteerde waarden en normen; rekening te houden met gevoelens van anderen; respect te hebben voor verschillen in levensbeschouwing en cultuur; verantwoording te nemen voor wat ze doen. Paragraaf 3.4: Actief burgerschap Vanaf 1 september 2006 dienen alle scholen verplicht aandacht te schenken aan burgerschap en sociale integratie. Maar wat is dat nu eigenlijk? In de wettekst staat aangegeven dat het onderwijs er voor moet zorgen dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Op onze school zal dat voornamelijk aan bod komen bij de lessen in het kader van levensbeschouwing. Daarnaast zal er in de praktijk aandacht aan besteed worden als de situatie daar naar is. Dat is logisch, want bij burgerschap gaat het ook om omgangsvormen die deze samenleving prettig maken en houden. Het gaat dan om waarden als tolerantie, respect en hulpvaardigheid. ‘Actief burgerschap’ is geen apart vak. Het gaat om het ontwikkelen van de bereidheid en het vermogen om onderdeel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Actief burgerschap is er op gericht om een rol te kunnen spelen om mee te doen! Daar heb je kennis voor nodig en vaardigheden en de juiste houding. Paragraaf 3.5: Huiswerk Vanaf groep 3 krijgen de leerlingen in beperkte mate huiswerk mee. De bedoeling hiervan is: de behandelde leerstof kan thuis (nog eens) verwerkt en geleerd worden; de werkhouding, m.n. het zelfstandig werken wordt bevorderd; de overgang naar het voortgezet onderwijs wordt in deze versoepeld. Wij hebben een leerlijn huiswerk opgesteld, waarin de afspraken zijn vastgelegd. De leerlingen van groep 5 t/m 8 leren werken met een agenda. Deze dient via school worden aangeschaft. 13
Paragraaf 3.6: Projectweek Ieder jaar wordt er ten minste één projectweek georganiseerd (bijv. verkeersweek, kinderboekenweek). Tijdens deze week wordt er aan één thema speciale aandacht geschonken. Paragraaf 3.7: Schoolreizen Één keer per jaar gaan al onze leerlingen op schoolreis. Een speciale commissie bereidt deze schoolreizen voor. De leerlingen van groep 8 gaan aan het einde van het schooljaar op zogenaamde ‘schoolverlatersdagen’. Paragraaf 3.8: Sport Dit schooljaar worden er voor alle groepen tijdens de Koningsspelen sportactiviteiten georganiseerd. Daarnaast doen er groepjes kinderen mee aan schoolvoetbal, -handbal, -atletiek, -hockey en –schaken. Ook nemen veel van onze leerlingen deel aan de avondvierdaagse die jaarlijks door de werkgroep maandelijkse activiteiten (SKW) wordt georganiseerd. Paragraaf 3.9: Fruit of melk De leerlingen mogen ’s morgens zelf melk, fruitsap, fruit, een droge koek, enz. meebrengen. De bedoeling is, dat dit beperkt blijft tot een kleinigheid, dus a.u.b. geen ‘hele maaltijden’ meegeven! Wij vragen u de ‘fruitspulletjes’ mee te geven in een beker en/of trommel. Indien u pakjes drinken meegeeft, dan vragen wij de lege pakjes (in een plastic zakje) weer mee terug naar huis te nemen. Dit voorkomt een grote berg afval op school! Op advies van de GGD vragen wij u de kinderen geen koolzuurhoudende frisdranken en energiedrankjes mee te geven. Dit geldt ook bij het overblijven. In 2007 hebben wij samen met de GGD een project gedaan over gezonde voeding. Wij hebben dit een vervolg gegeven door het instellen van twee zogenaamde gruitdagen. Tijdens deze twee dagen (op dinsdag en donderdag) mogen de kinderen voor tijdens de ochtendpauze alleen groenten en/of fruit meebrengen, dus geen koeken e.d. Ook dit schooljaar hebben we ingeschreven voor gratis verstrekking van fruit op school. Later wordt bekend gemaakt of we in aanmerking komen. Paragraaf 3.10: Hoofdluis Er is op initiatief van de oudervereniging en de school een werkgroep hoofdluis geformeerd, welke werkt volgens een protocol. Deze bestaat uit enkele ouders, die een aantal keer per jaar (zie kalender) de leerlingen op het voorkomen van hoofdluis controleren. U kunt er verzekerd van zijn, dat dit geheel vertrouwelijk behandeld wordt. De werkgroep wordt begeleid door de G.G.D. Indien u principiële bezwaren heeft tegen deze controle, dan kunt u contact opnemen met een van de contactpersonen van de werkgroep.
14
Paragraaf 3.11: Malawi Onze vastenactie hebben wij vast gekoppeld aan Malawi. We zamelen ieder jaar tijdens de vastenperiode tot Witte Donderdag geld in voor de Stichting Onderwijs voor Weeskinderen in Malawi. Mieke van Dijk is onze contactpersoon en via haar weten we zeker dat het geld goed terecht komt. Ieder jaar begint de actie met een presentatie over een bepaald onderwerp in Malawi. Daarna gaan de kinderen geld inzamelen. De totale opbrengst wordt op Witte Donderdag bekend gemaakt. Daarnaast komt er een terugkoppeling door de stichting over wat er met het geld is gedaan. Paragraaf 3.12: Schoolfotograaf Ieder jaar wordt van alle groepen een groepsfoto en van alle leerlingen een portretfoto gemaakt. De foto’s worden gemaakt op basis van vrijblijvendheid; U bent tot niets verplicht! Paragraaf 3.13: Bibliotheek Naast de centrale bibliotheek Rucphen is er een aanvullende voorziening voor de kerndorpen getroffen. In onze school is er een nevenvestiging die één keer per week geopend is. Precieze datum en tijd wordt via de nieuwsbrief bekend gemaakt. Paragraaf 3.14: Jeugdtijdschriften Het is mogelijk zich te abonneren op de jeugdtijdschriften ROM POM POM en BOBO (gr. 1/2), MAAN ROOS VIS (gr. 3), Okki (gr. 3/4),TAPTOE (gr. 5/6) en National Geografic Junior (gr. 6/7/8). U krijgt hierover in het begin van het schooljaar schriftelijk informatie van de uitgever. Wij wijzen u er met nadruk op, dat U geheel vrij bent om al dan niet een abonnement te nemen. Paragraaf 3.15: Foto- en/of video-opnames Op onze website www.martinusrucphen.nl worden regelmatig foto’s en/of video’s geplaatst om een indruk te geven van de school en bijzondere activiteiten. Wanneer u als ouder/verzorger bezwaar heeft tegen het plaatsen van foto’s van uw kind(eren) op de schoolwebsite dan kunt u dit bij de directie melden. Daar wij als school veel te maken hebben (gehad) met inbraak en vandalisme is er een videobewakingssysteem geplaatst. Uiteraard gaan wij zeer voorzichtig met de beelden om.
15
Hoofdstuk 4: Leerlingenzorg Paragraaf 4.1: Leerlingenzorg De groepsleerkracht houdt voortdurend in de gaten hoe het met de ontwikkeling van zijn of haar leerlingen gaat. Een paar keer per jaar worden aparte cito-toetsen afgenomen voor taal, lezen en rekenen. Deze toetsen zijn landelijk genormeerd. Zo kunnen wij de ontwikkeling van iedere individuele leerling, van de groep en van de school volgen. Daarnaast zijn er toetsen, die bij de methode horen. Twee keer per jaar beschrijven we de sociale en emotionele ontwikkeling van de leerling. Dit alles samen noemen we het leerlingvolgsysteem. Uit de resultaten van al deze gegevens blijkt of een kind extra hulp nodig heeft. Dit betekent, dat we proberen kinderen, die meerbegaafd zijn, extra leerstof aan te bieden (zie ook paragraaf 4.1.1) en dat leerlingen, die moeite hebben met bepaalde leerstofonderdelen, extra hulp krijgen in en/of buiten de groep. Deze hulp is vooral gericht op de vakken taal, rekenen en lezen. Onze school beschikt over een zorgteam. Dit zorgteam bestaat uit de ib’er (intern begeleider), de gedragsspecialist en de directeur. De ib’er is belast met de algemene lijn van de leerlingenzorg. De gedragsspecialist geeft begeleiding aan kinderen die ondersteuning nodig hebben op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling. De ouders worden van alle extra hulp binnen en buiten de groep op de hoogte gesteld, zodat zij ook weten wat er aan de hand is. In het leerlingendossier wordt alle informatie met betrekking tot de problematiek en de verleende hulp bewaard, zodat ook de latere leerkrachten informatie op schrift hebben. Ouders hebben het recht het dossier van hun kinderen in te zien. De extra hulp wordt gegeven onder duidelijke voorwaarde, dat ouders en de betrokken leerling zich samen met de school willen inzetten om resultaat te boeken. Wanneer blijkt, dat de leerling of de ouders onvoldoende medewerking verlenen of zich onvoldoende willen inzetten, dan zal de extra hulp door de school noodgedwongen worden stopgezet. Wanneer wij er als school zelf niet uitkomen, omdat er sprake is van grotere leer- of gedragsproblemen, doen wij (in nauw overleg met de ouders) een beroep op bovenschoolse instanties. Door middel van gesprekken met externe consulenten kan er naar oplossingen gezocht worden voor de problemen waar de school tegenaan loopt. Het kan echter ook zo zijn, dat een kind zulke specifieke behoeften heeft, dat het is aangewezen op een speciale school voor basisonderwijs. Door de wet is bepaald, dat een leerling niet zo maar naar een speciale school voor basisonderwijs kan worden doorverwezen. De basisschool zal eerst moeten aantonen wat er allemaal aan het probleem is gedaan. Daarbij moeten dan alle door de school verzamelde gegevens met betrekking tot de vorderingen worden overlegd. Ook wordt een overzicht gevraagd van alle hulp die door de school aan de leerling is verleend. Een onafhankelijke commissie bepaalt dan uiteindelijk of een leerling inderdaad naar een school voor speciaal (basis)onderwijs kan. Indien ouders het niet eens zijn met een indicatie, dan bestaat de 16
mogelijkheid om hiertegen in beroep te gaan. Nadere informatie hierover is op school verkrijgbaar. Als bij een kind een handicap is vastgesteld dan kan die handicap het leren op een gewone basisschool ernstig belemmeren. We denken dan aan gezichtsproblemen, gehoorsproblemen, taal/spraakstoornissen, lichamelijke gebreken, verstandelijke handicaps en gedragsstoornissen. Nadat de belemmering is vastgesteld door onderzoek en observatie en nadat is gekeken en vastgelegd op welke wijze het leren voor dit kind het beste kan worden aangepakt, kunnen ouders er voor kiezen dat hun kind op een gewone school in de buurt gaat. Er kan dan voor een kind een arrangement worden aangevraagd. Dat zijn vooral middelen om personeel aan te stellen om een gehandicapt kind op school te kunnen begeleiden. Onze school heeft samen met de overige scholen van de Borgesiusstichting daarvoor beleid ontwikkeld. De scholen van de Borgesiusstichting staan in principe niet afwijzend tegenover het geven van onderwijs aan kinderen die extra zorg behoeven. Er zijn echter wel mogelijke beperkingen aan deze zorg, daarom is het nodig om per aanmelding concreet naar de (on)mogelijkheden te kijken, alvorens een besluit tot plaatsing te nemen. Hiertoe is een protocol ontwikkeld, dat op school ter inzage ligt. Dit protocol omschrijft de verschillende stappen in dit proces en de overwegingen op basis waarvan een besluit tot al dan niet plaatsing wordt genomen. Paragraaf 4.1.1: Omgaan met (hoog)begaafde kinderen Zoals in de vorige paragraaf is aangegeven, proberen we leerlingen die meerbegaafd zijn, extra stof te bieden. Om deze kinderen te signaleren, heeft onze stichting een protocol opgesteld, welke hieronder wordt beschreven. Signalering Wij gaan op school tot signalering over als één of meer van het onderstaande wordt gemaakt/vastgesteld: menstekening: alle 4-jarigen maken deze 6 weken na instroom op de school; het kind laat bij het leerlingvolgsysteem veel, tot allemaal, I + scores zien; het kind laat in de gebruikte leerlingvolgsystemen (cognitief/gedrag) een veranderend beeld zien; overige signalen vanuit leerkrachten, ouders/verzorgers en de voor- en vroegschoolse educatie. Wij werken met het signaleringsinstrument van het Digitaal Handelingsprotocol (Hoog)begaafdheid. Wanneer dit signaleringsinstrument aangeeft dat diagnostisch onderzoek vereist is, wordt i.s.m. ouders/verzorgers het DHH voor diagnose verder ingevuld en besproken.
17
Diagnostisch onderzoek Het diagnostisch onderzoek houdt in: uitvoeren didactisch onderzoek: doortoetsen aan de hand van CITO tot niveau I niet meer gehaald wordt; onderzoek naar de sociaal-emotionele ontwikkeling door middel van afname vragenlijsten DHH; overige onderdelen van het DHH. Na afname van het diagnostisch onderzoek is er een gesprek met de ouders/verzorgers. Hierbij wordt besproken: uitslag van het diagnostisch onderzoek en het plan van aanpak van hun zoon en/of dochter; als de ouders/verzorgers n.a.v. het gesprek een extern capaciteitenonderzoek willen hebben, is dit mogelijk maar dan gebeurt dit voor rekening van ouders; de school geeft GEEN verklaring van hoog(meer)begaafdheid af, maar speelt in op de onderwijsbehoefte van zoon/dochter. Plan van aanpak In het plan van aanpak kan in overleg met de ouders overgegaan worden tot: compacten van de lesstof; verrijken van de leerstof; versnellen van de groep. E.e.a. is afhankelijk van: uitslag van het diagnostisch onderzoek; de onderwijsbehoefte van de desbetreffende leerling. Paragraaf 4.2: Samenwerking met andere scholen op zorggebied Onze school werkt samen met andere scholen op het gebied van de zorg; het samenwerkingsverband. Dit is een samenwerkingsverband van besturen van basisscholen, met het doel een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen te realiseren binnen en tussen basisscholen en dit in samenwerking met de speciale school voor basisonderwijs. Op die wijze wordt voorzien in de hulp aan kinderen als hun leerkrachten en intern begeleiders aangeven dat ze een leerprobleem niet zelf kunnen verhelpen. De samenwerking, uitwisseling en het realiseren van voorzieningen gebeurt op basis van beleid en daarvan afgeleide afspraken. Paragraaf 4.3: GGD De afdeling jeugdgezondheidszorg van de GGD besteedt op verschillende manieren aandacht aan de gezondheid van onze leerlingen. In groep 2 worden zij onderzocht op gezichtsvermogen, lengte en gewicht door de assistente (indien nodig volgt onderzoek door schoolarts) en in groep 7 op onverwachte veranderingen in de gezondheidstoestand en het algemeen welbevinden door een verpleegkundige. Daarnaast kunnen leerlingen door ouders of met medeweten van ouders door leerkrachten worden aangemeld voor onderzoek.
18
Paragraaf 4.4: Sociaal Veiligheidsbeleid Wij hebben een psychosociaal veiligheidsplan beschreven. In dit document geven we aan hoe we vorm geven aan de psychosociale veiligheid op onze school. Hierbij gaan we uit van een preventieve aanpak, waarbij we kinderen richting geven en begeleiden in hun sociaal emotionele ontwikkeling. Ook de samenwerking met ggd, schoolmaatschappelijk werk en centrum voor jeugd en gezin wordt hierin beschreven. Dit document ligt ter inzage op school.
19
Hoofdstuk 5: De wet Paragraaf 5.1: Wet op primair onderwijs Het basisonderwijs legt de basis voor al het daaropvolgende onderwijs. Het is bedoeld voor alle kinderen vanaf vier jaar. Alle basisscholen moeten zich houden aan de ’Wet op het primair onderwijs’. Daarin staat aan welke eisen een school minimaal moet voldoen om geld te krijgen van de overheid. Daarnaast zijn kerndoelen per vak opgesteld, waarin per vak wordt aangegeven wat een kind aan het eind van de basisschool moet kennen en kunnen. Scholen hebben naast deze wettelijke verplichtingen de vrijheid hun eigen doelen en werkwijzen na te streven. Paragraaf 5.2: Leerplicht Vanaf de dag dat uw kind vijf jaar wordt (om precies te zijn op de eerste schooldag na de vijfde verjaardag), is het leerplichtig. De leerplicht duurt twaalf volledige schooljaren, hetgeen inhoudt dat het kind vijf werkdagen per week naar school moet. Wij gaan er echter vanuit, dat wanneer u uw kind aanmeldt, u zich conformeert aan de schoolvakanties, ook wanneer uw kind nog maar vier jaar is. De vakantieregeling wordt vastgesteld door het bestuur. Hierbij wordt zoveel mogelijk uitgegaan van de vakantieplanning die geldt voor het voortgezet onderwijs. In principe verleent de school geen toestemming om van de vakantieregeling af te wijken. De school- en vakantietijden en feestdagen staan vermeld in de jaarlijkse kalender. Vrije dagen en extra vakantiedagen kunnen alleen via de officiële weg, acht weken van tevoren, worden aangevraagd en wel schriftelijk bij de directie. Formulieren hiervoor zijn op school verkrijgbaar. De directie zal de aanvraag bekijken en beoordelen of het verlof gegrond is. Wat betreft verlof voor feesten van andere culturen houden we ons aan de door de Gemeente vast te stellen regeling. Ongeoorloofd schoolverzuim wordt doorgegeven aan de leerplichtambtenaar van de gemeente Rucphen. Wij wijzen in deze op het volgende: extra vakantie is alleen mogelijk indien het vanwege de aard van het beroep of verplichtingen van de werkgever niet mogelijk is om tijdens de schoolvakanties op vakantie te gaan. Het moet dan wel gaan om de enige gezinsvakantie tijdens dat jaar. Een gemotiveerde verklaring van de werkgever dient bij de aanvrage overlegd te worden; bij bijzondere omstandigheden kan op medische of sociale indicatie extra vakantie verleend worden; voor bruiloften, begrafenissen, enz. wordt in de regel verlof verleend; gedurende de eerste twee weken van de school is het niet mogelijk om verlof voor extra vakantie te verlenen; Wij mogen geen verlof geven om redenen als: de file voorblijven, een ‘goedkoop’ arrangement, een uitnodiging van anderen om buiten de schoolvakantie mee op vakantie te gaan, enz.
20
Paragraaf 5.3: Inschrijven leerling Ouders/verzorgers van nieuwe leerlingen kunnen hun kind aanmelden bij de school. Tijdens een intakegesprek zal hen iets verteld worden over de schoolorganisatie en krijgen zij een rondleiding door het schoolgebouw. Ouders ontvangen tevens de schoolgids, jaargids en andere relevante informatie. Ieder jaar zijn er een aantal centrale inschrijvingsmomenten. Deze zijn aangegeven op onze kalender. Natuurlijk is het ook mogelijk om op een ander tijdstip een afspraak te maken. U ontvangt een aanmeldformulier (inschrijfformulier). Na het invullen van het aanmeld(inschrijf)formulier heeft u, indien nodig naar het oordeel van de school, een tweede gesprek, waarin verkend wordt wat ouders en school van elkaar mogen verwachten. Tussen het moment van aanmelden en inschrijven heeft de school maximaal 10 weken de tijd om te bepalen of uw zoon/dochter daadwerkelijk ingeschreven kan worden op onze school. Als onze school uw kind kan bieden wat het nodig heeft, ontvangt u van ons een bericht dat uw zoon of dochter wordt ingeschreven. In het kader van Passend Onderwijs moeten we namelijk beslissen of we denken dat we uw zoon/dochter passend onderwijs kunnen bieden. Kunnen wij dit als school niet, dan zoeken we samen met u naar een goede oplossing. Indien uw kind eerder op een andere school heeft gezeten, ontvangen wij, nadat uw kind bij ons op school is ingeschreven, van de vorige school een leerlingdossier. In het leerlingdossier zijn onder andere opgenomen: • het onderwijskundig rapport; • gegevens uit het leerlingvolgsysteem; • kopie van het schoolrapport; • bewijs van uitschrijving van de vorige school; • een eventueel handelingsplan. Met deze gegevens kunnen wij er voor zorgen dat het onderwijs op onze school aansluit bij de ontwikkeling van uw kind. In verband met een goede planning vragen wij ouders van kleuters, die onze school gaan bezoeken, hun kind al geruime tijd voor hun vierde verjaardag aan te melden. Hiervoor kunt u gebruik maken van de inschrijfmomenten (staan vermeld op de kalender) of een aparte afspraak maken. Als de aanmelding definitief is, wordt een afspraak gemaakt voor het kennismakingsgesprek met de leerkracht. Gedurende enkele weken vóór hun vierde verjaardag mogen de kleuters al op 3 zogenaamde kijkochtenden komen. Zij kunnen dan kennismaken met de leerkracht en hun klasgenootjes en tevens al wat wennen. Nieuwe kleuters mogen komen als ze vier jaar zijn. Het is gebruikelijk dat de kleuters hun vierde verjaardag nog vieren op de peuterspeelzaal en niet op de basisschool. De reden hiervoor is, dat de overgang naar de basisschool voor de meeste kleuters emotioneel nogal wat vraagt. Hierdoor zal het dan vaak te belastend voor hen zijn om al direct in het centrum van de belangstelling te staan. Omdat voor de jongste kleuters de schoolweek wel eens vermoeiend kan zijn, bestaat de mogelijkheid om in overleg met de leerkracht de schooltijd in te korten, door bijvoorbeeld tijdens de eerste periode alleen ’s ochtends naar school te komen. Vanaf de vijfde verjaardag is het kind volledig leerplichtig.
21
Paragraaf 5.4: Toelating, schorsing en verwijdering Er zijn situaties mogelijk, waarbij scholen kinderen mogen weigeren. Hierbij valt te denken aan verstoring van de rust en veiligheid op school, de school kan de gewenste zorg niet bieden of de groep is vol. Daarnaast kunnen kinderen ook van school worden gestuurd. Voor kortere tijd d.m.v. schorsing (maximaal vijf dagen) of voorgoed, dan is er sprake van verwijdering. De beslissing over verwijdering van een leerling wordt genomen door het bestuur. Voordat zo’n besluit wordt genomen, worden eerst de groepsleerkracht en de ouders gehoord. Wanneer het besluit eenmaal is genomen, mag het bestuur de leerling niet onmiddellijk van school sturen. Eerst moet geprobeerd worden een andere school voor het kind te vinden. Alleen als dat niet lukt, na inspanning van ten minste acht weken, mag de school de leerling de toegang weigeren. Wanneer het bestuur een leerling wil schorsen of verwijderen, overlegt het daarover met de ouders. Levert dit overleg niets op, dan kunnen de ouders aan de onderwijsinspectie vragen te bemiddelen. Blijft het bestuur bij het besluit dan kunnen de ouders schriftelijk bezwaar aantekenen. In dat geval moet het bevoegd gezag binnen zes weken schriftelijk reageren op dat bezwaarschrift. Wanneer het bevoegd gezag dan nog bij het besluit blijft, kunnen de ouders in beroep gaan bij de rechter. Paragraaf 5.5: Medicijnverstrekking Op onze scholen worden we (regelmatig) geconfronteerd met: 1. leerlingen die klagen over hoofdpijn, buikpijn, oorpijn, enz.; 2. verzoeken van ouders om door een arts voorgeschreven medicijnen te verstrekken; 3. verzoeken van ouders tot het verrichten van werkelijk medisch handelen. Met het oog op de gezondheid van de kinderen, maar ook in verband met de aansprakelijkheid is het van belang dat er in dergelijke situaties zorgvuldig wordt gehandeld door ouders en het onderwijzend personeel. Wanneer het kind op school ziek wordt of een ongelukje krijgt wordt er eerst contact gezocht met ouders (telefonisch). Als deze niet bereikbaar zijn wordt er (na overleg met BHV-er) actie ondernomen. Bij het verstrekken van voorgeschreven medicijnen, valt te denken aan medicijnen die (eventueel een aantal keren per dag) gebruikt dienen te worden, bijv. pufjes voor astma, medicatie tegen ADHD/ADD, antibiotica, zetpillen bij toevallen. Ouders dienen schriftelijk vast te leggen om welke medicijnen het gaat, hoe vaak en wanneer ze verstrekt dienen te worden en dat men akkoord gaat met de verstrekking door (met naam genoemde) leerkracht(en). Bij het verrichten van medische handelingen, valt te denken aan het geven van sondevoeding, het meten van de bloedsuikerspiegel of het spuiten van insuline. Ook in dit geval dienen ouders schriftelijk vast te leggen welke medische handeling dient te worden verricht, wie de (met naam genoemde) leerkracht(en) instrueert over de wijze waarop gehandeld dient te worden, welke arts de handeling heeft voorgeschreven en wat te doen bij een calamiteit. Bij de tweede en de derde situatie kan de schoolleiding kiezen of zij wel of geen medewerking verleent aan het geven van medicijnen of het uitvoeren van een medische handeling. Voor de individuele leraar geldt dat hij mag weigeren handelingen uit te voeren waarvoor hij zich niet bekwaam acht. 22
Paragraaf 5.6: Informatieplicht bij gescheiden ouders Bij een scheiding is het tegenwoordig regel, dat beide ouders met het ouderlijk gezag belast blijven; het kan echter ook zo zijn, dat slechts één ouder met het ouderlijk gezag wordt belast. Volgens de wettelijke regelgeving is dit van invloed op het recht van het verkrijgen van informatie. Beide ouders zijn belast met het ouderlijk gezag: Volgens de wet hebben beide ouders recht op het verkrijgen van informatie vanuit de school. Het beleid van de Borgesiusstichting is om de contacten te onderhouden met de ouder, die de feitelijke verzorging van het kind heeft. Wij gaan er daarbij van uit dat deze ouder de andere ouder informeert. Wanneer dit door omstandigheden niet mogelijk is kan de andere ouder de school verzoeken om informatie te geven. Er wordt dan een afspraak gemaakt welke informatie de school verstrekt: de schoolgids, kopie van het rapport, uitnodiging voor gezamenlijke ouderavonden, uitnodiging voor de individuele ouderavonden, verdere uitgaande brieven van de school. Bij individuele oudergesprekken zijn beide ouders welkom. In verband met de belasting voor de schoolorganisatie, worden beide ouders op hetzelfde tijdstip uitgenodigd. Indien dit niet mogelijk is, kunnen de ouders om afzonderlijke gesprekken vragen. Eén ouder is belast met het ouderlijk gezag: De ouder met het ouderlijk gezag heeft de wettelijke plicht om de ouder, die niet met ouderlijk gezag belast is, te informeren over het kind (artikel 1:377b BW). Indien dit niet gebeurt, kan de niet met het ouderlijk gezag belaste ouder de school om informatie vragen over het kind (artikel 1:377c BW). De school verstrekt in deze situatie desgevraagd informatie aan de niet met het ouderlijk gezag belaste ouder voor zover het gaat over de leervorderingen en het welbevinden van het kind op de school. De school geeft de informatie niet indien zwaarwegende belangen van het kind daaraan in de weg staan; hetgeen bijv. kan blijken uit een verklaring van een psychiater, psycholoog of pedagoog. Niet van belang is overigens of de ouder die met het gezag belast is, het met deze informatieverstrekking eens is. De school heeft op grond van de wet in deze een informatieplicht. Paragraaf 5.7: Verantwoording verplichte onderwijstijd De overheid heeft bepaald hoeveel uren de kinderen van een basisschool per jaar ten minste naar school moeten. Verdeeld over acht schooljaren moeten de kinderen 7520 uur naar school. Op onze school is dat gemiddeld 7530 uur. Paragraaf 5.8: Klachten en vragen Bij wet is bepaald, dat iedere school een klachtenregeling dient te hebben. Het bestuur van de Borgesiusstichting heeft voor al haar scholen de ‘Modelklachtenregeling primair en voorgezet onderwijs’ overgenomen. Deze regeling is in goed overleg vastgesteld door de landelijke organisaties van ouders, personeel en besturen. Overal waar mensen samenwerken, kan iets fout lopen; ook op school. Indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op bovengenoemde klachtenregeling. Wij zijn aangesloten bij de Stichting Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs (GCBO): Postbus 82324 - 2508 EH Den Haag (tel. 070-3861697; e-mail:
[email protected]). Daarnaast zijn wij in het kader van preventie en bestrijding van machtsmisbruik en seksuele intimidatie in het 23
onderwijs aangesloten bij de Regionale Klachtencommissie Seksuele Intimidatie West-Brabant. Deze commissie kent twee externe vertrouwenspersonen, die in voorkomende gevallen met u uw klacht bespreken en samen met u bekijken welke volgende stappen wenselijk zijn. Dat kan een vorm van hulpverlening zijn, het indienen van een formele klacht en/of het doen van aangifte bij de politie. Deze externe vertrouwenspersonen zijn verbonden aan de G.G.D. en telefonisch bereikbaar op nummer 0164-287444. Indien u op een van beide regelingen een beroep wilt doen, dan gelieve u eerst contact op te nemen met een van de schoolcontactpersonen, die op grond van genoemde regelingen door het bestuur als zodanig zijn aangesteld. Zij zullen naar uw verhaal luisteren en samen met u bekijken wat er nu gaat gebeuren. Daarbij gaan zij niet zelf met de klacht ‘aan de slag’, maar verwijzen u door naar de externe vertrouwenspersonen c.q. klachtencommissie. Indien u dat wenst, kunt u ook rechtstreeks contact opnemen met de externe vertrouwenspersonen of de klachtencommissie. De school voelt zich, samen met u, verantwoordelijk voor het realiseren van een veilige school met een goed pedagogisch klimaat. Voor klachtmeldingen over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek en psychisch geweld; alsmede voor signalen inzake discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme e.d. kunt u telefonisch contact opnemen met een van de vertrouwensinspecteurs; meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 – 1113111. Paragraaf 5.9: Inspectie De inspectie van het onderwijs heeft verschillende taken, zoals het toezien op de naleving van wettelijke voorschriften, het afleggen van schoolbezoeken, het bevorderen van de ontwikkeling van het onderwijs en het rapporteren aan en adviseren van de minister. Indien u zich met vragen of opmerkingen tot de inspectie wilt wenden, dan kunt u dit doen via:
[email protected] of www.onderwijsinspectie.nl. In juni 2015 heeft de Martinusschool een inspectiebezoek gehad, waarbij de school op diverse punten is bevraagd en beoordeeld. Wij zijn er trots op dat we op alle onderdelen voldoende tot goed scoren. U vindt het verslag op de site van de inspectie. U kunt het ook opvragen op school.
24
Hoofdstuk 6: Organisatie Paragraaf 6.1: Organisatie school Het onderwijs wordt gegeven door daarvoor gekwalificeerde leerkrachten, ondersteund door een onderwijsassistent, een intern begeleider en een gedragsspecialist. Het vak handwerken wordt deels gegeven door een vakleerkracht en deels door de groepsleerkracht. Een conciërge biedt ons ondersteuning bij tal van beheersmatige, huishoudelijke en administratieve werkzaamheden. Daarnaast is er een dag per week een administratieve kracht aan onze school verbonden. Vier schoolschoonmaaksters zijn belast met de schoonmaakwerkzaamheden. De groepen zijn verdeeld in bouwen (onderbouw groep 1 en 2, middenbouw groep 3 t/m 5 en de bovenbouw groep 6 t/m 8). Deze bouwen worden geleid door bouwcoördinatoren met een afgeronde middenmanagementopleiding. Bij de jaarlijkse invulling van de personeelsbezetting streven we ernaar de stamgroepen maximaal twee leerkrachten te geven. Ieder schooljaar kunnen studenten van de PABO Breda en het Kellebeek Roosendaal op onze school stage lopen. U wordt hiervan op de hoogte gehouden middels het schoolnieuws. Onze school heeft acht leerjaren. De leerjaren 1 en 2 zijn heterogeen ingedeeld, dit betekent dat de leerlingen van deze leerjaren bij elkaar in één groep zitten. In de regel blijft een kleuter gedurende twee jaar in dezelfde groep. Soms kan het wenselijk zijn, dat een kleuter van groep wisselt; dit gebeurt dan in overleg met de ouders. Vanaf schooljaar 2009/2010 hanteren wij het protocol najaarskinderen. Hierin staat, hoe wij omgaan met de regeling dat kleuters die geboren zijn t/m 31 december direct in groep 1 worden geplaatst en het schooljaar erop in groep 2 (was voorheen tot 1 oktober). Dit protocol ligt ter inzage bij de directie. In de leerjaren 3 t/m 8 werken wij met jaargroepen, dit betekent dat kinderen van ongeveer gelijke leeftijd in één groep zitten. Wij hebben van ieder leerjaar meerdere groepen, m.u.v. groep 8 dit jaar. Het kan voorkomen dat, vanwege de verdeling van de aantallen leerlingen over de verschillende leerjaren, wij combinatiegroepen moeten vormen. Bij de indeling van de groepen houden wij er rekening mee, dat deze zo veel mogelijk gelijkwaardig zijn. Wij houden hierbij bijvoorbeeld rekening met didactisch niveau, werkhouding, leerlingen die extra zorg nodig hebben, aantallen jongens en meisjes, de invloed die kinderen op elkaar kunnen hebben. De groepen worden in principe ieder jaar opnieuw ingedeeld. Wij doen dit zeer zorgvuldig aan de hand van bovenstaande criteria. Indien u meent van belang zijnde extra informatie te hebben betreffende de indeling van uw kind waar wij ook rekening mee zouden moeten houden, dan vragen wij u dit tijdig door te geven. Hoewel het streven is, dat de leerlingen de basisschool in acht jaar doorlopen, kan het in individuele gevallen wel eens raadzaam zijn om een leerjaar nog eens over te doen. Uiteraard moet dit doubleren dan zinvol zijn in de ontwikkelingslijn van het betrokken kind. Het is vanzelfsprekend, dat in dergelijke gevallen altijd overleg met de ouders plaats vindt. Ook in het geval dat een leerling sneller is in zijn/haar ontwikkeling vindt overleg met de ouders plaats over welke mogelijkheden er zijn om hiermee om te gaan.
25
Paragraaf 6.2: Afwezigheid leerkrachten Ten aanzien van vervanging van een teamlid onderscheiden we ten eerste afwezigheid die is gepland. Het betreft hier hoofdzakelijk uren voor ‘duurzame inzetbaarheid’, studieverlof, scholing, opfrisprojecten en buitengewoon verlof in verband met bijzondere gebeurtenissen. En ten tweede afwezigheid, die zich onverwacht voordoet. Hier gaat het voornamelijk om ziekte van de leerkracht, zorgverlof en overlijdensgevallen binnen zijn of haar familie. Bij de invulling van de vervanging staat het belang van de kinderen voorop, die vanzelfsprekend zo min mogelijk nadeel van de omstandigheden moeten ondervinden. Wij maken gebruik van een vervangingspoule. Wanneer wij geen vervanging kunnen vinden, regelen wij de situatie binnen de school door de leerlingen van de afwezige leerkracht over een aantal groepen te verdelen. Paragraaf 6.3: Sponsoring In het algemeen kunnen wij stellen niet negatief tegenover sponsoring te staan, indien daar geen verplichtingen ten opzichte van de sponsor uit (kunnen) voortvloeien. Zo kan een school over extra middelen beschikken om bijv. activiteiten te organiseren, materialen aan te schaffen, enz. Van belang is, dat scholen op een verantwoorde wijze omgaan met sponsoring. Daarom zijn er afspraken gemaakt m.b.t. sponsoring. Uitgangspunten moeten zijn, dat: het moet passen bij de taak en doelstelling van de school en geen schade mag berokken aan de kinderen; de onafhankelijkheid van het onderwijs niet in gevaar komt; de inhoud van het onderwijs niet beïnvloed wordt en niet in strijd is met de kwaliteitseisen die de school aan het onderwijs stelt.
26
Hoofdstuk 7: Ouders/verzorgers Paragraaf 7.1: Oudervereniging De ov (oudervereniging) bestaat uit een aantal ouders die zaken regelen en organiseren, zoals het Sinterklaasfeest en pleinaankleding. Vanuit het team en de oudervereniging worden een aantal taakspecifieke commissies aangestuurd (bijv. Sinterklaas, Kerst en schoolreisjes). In nauw overleg met de ov is er een schoolfonds ingesteld. Het schoolfonds is bedoeld om allerlei extra uitgaven te kunnen doen bij bijzondere activiteiten zoals: Sinterklaas, kerstviering, carnaval, sporttoernooien, excursies, e.d. Het schoolfonds wordt beheerd door de oudervereniging. Om de betaling van het bedrag t.n.v. het schoolfonds te vergemakkelijken gaat de ov over op automatische incasso van het bedrag. Om dit te realiseren geven we bij de inschrijving van de leerling een machtiging mee, die we graag per omgaande getekend van u retour ontvangen. Deze is dan geldig gedurende de tijd dat uw kind op de St. Martinusschool zit. De hoogte van het bedrag staat op onze ouderkalender. Bij tussentijdse verhoging van het bedrag ontvangt u uiteraard een nieuwe machtiging. Bij het verlaten van de school na groep 8 wordt de machtiging door de ov ingetrokken. Bij tussentijds verlaten van de school dient u de machtiging zelf in te trekken. Wij wijzen er nadrukkelijk op, dat de bijdrage aan het schoolfonds een vrijwillige bijdrage is; betaling is dus niet verplicht. Uiteraard hopen wij wel, dat u allen uw schoolfondsbijdrage voldoet. Jaarlijks wordt in het schoolnieuws een verantwoording van het schoolfonds gepubliceerd. De kosten voor schoolreis, schoolverlatersdagen (groep 8) en jeugdbladen vallen niet onder het schoolfonds. Deze kosten moeten per gebeurtenis apart worden betaald. U krijgt hierover bij voorkomende gelegenheden via ons schoolnieuws tijdig informatie over de kosten en de keuzemogelijkheid om er al dan niet aan deel te nemen. Indien U er voor kiest Uw kind (5 jaar en ouder) niet deel te laten nemen aan een dergelijke gebeurtenis, bijvoorbeeld het schoolreisje, dan wordt er op school een programma aangeboden, waaraan deelname verplicht is. Paragraaf 7.2: Hulpouders en klassenouders Aan het begin van het schooljaar wordt een beroep gedaan op ouders om bij diverse activiteiten te komen helpen, zoals bij lezen en computerlessen. Ouders worden ook gevraagd om te helpen bij bepaalde handvaardigheidlessen, bij projecten, vieringen, sportdag, excursies, allerlei ‘buitenschoolse’ activiteiten, enz. Het schoolbestuur heeft een W.A.-verzekering afgesloten voor hulpouders. Daarnaast vragen wij aan het begin van het schooljaar twee klassenouders per groep. De klassenouders zijn een schakel tussen de groepsleerkracht en de ouders bij de groep. Zij zoeken contact met ouders wanneer de groepsleerkracht bijv. vervoer naar een activiteit nodig heeft, bij het organiseren van een cadeau voor de meesters- en juffendag, enz.
27
Paragraaf 7.3: Kwaliteitsforum Het kwaliteitsforum wordt gevormd door ongeveer vijf ouders en heeft als doel de kwaliteit van de school op het hoogst mogelijke niveau te brengen en te handhaven. Dit wordt o.a. gedaan door het volgen van de kwaliteit van de school, het mede bewaken van de identiteit en het spiegelen van de schoolpraktijk aan het geformuleerde beleid. Het kwaliteitsforum vergadert ongeveer vier keer per jaar samen met de directie aan de hand van kwaliteitskaarten die door een bovenschoolse werkgroep zijn opgesteld. Paragraaf 7.4: Medezeggenschapsraad De mr (medezeggenschapsraad) is een door de wet verplichte instelling en bestaat uit een (wettelijk geregeld) aantal leden uit de ouder- en teamgeleding. De mr werkt vanuit een, op school ter inzage liggend, reglement. De mr komt vijf keer per jaar bijeen om diverse organisatorische en bestuurlijke zaken te bespreken of in gang te zetten. De mr moet bij praktisch alle belangrijke beslissingen en veranderingen betreffende schoolorganisatie en onderwijs worden betrokken en heeft, afhankelijk van de aard van de zaak, advies-, dan wel instemmingsrecht. In samenwerking met de school en ouders, draagt de mr zorg voor een goed werkklimaat op school. Naast de mr op schoolniveau is er een gmr (gemeenschappelijke medezeggenschapsraad) op bovenschoolsniveau. Hierin zitten ouders en personeelsleden van alle katholieke scholen van onze stichting. De gmr houdt zich bezig met voorstellen van het bestuur en zaken die scholen gemeenschappelijk betreffen. Paragraaf 7.5: Verkeerswerkgroep Verkeersveiligheid is voor elke school een hot item. Elk ongeluk is er een teveel en als school willen wij o.a. zorgen voor een goede verkeerseducatie en een verkeersveilige schoolomgeving. Daarom zijn wij in 1997 direct ingestapt bij de start van het provinciaal project Brabants Verkeersveiligheidslabel (BVL). Sinds juni 1999 voeren wij dit label. Er is een verkeerswerkgroep gevormd, bestaande uit leerkrachten, ouders en de wijkagent. Deze werkgroep stelt jaarlijks een activiteitenplan op. Daarnaast zijn er afspraken opgesteld over het halen en brengen van leerlingen. Deze luiden: komt u vanwege de grote afstand met de auto, dan kunt u parkeren op de daarvoor bestemde plaatsen; komt u met de fiets, zet deze dan voor de school. Op het voetpad naar de speelplaats mag niet gefietst worden; veilig wachten bij het afhalen van uw kind, doet u door bij de oversteekplaats de gemarkeerde doorgang van het voetpad naar het zebrapad vrij te houden. Hierdoor blijft het overzichtelijk voor de kinderen en de brigadiers. Achter de school is een speciale wachtplaats gecreëerd; maak duidelijke afspraken met uw kind waar u wacht bij het uitgaan van de school. alle kinderen die buiten de bebouwde kom of in de v.d. Zijpedreef, de Mandreef, van Hovedreef, Vasseurdreef (nr. 5 t/m 33), Zundertseweg, P. Potterstraat, Jan Vermeerstraat, Achterhoeksestraat (vanaf Jan Vermeerstraat) of aan de Sprundelseweg wonen, mogen hun fiets in de stalling plaatsen; 28
indien er voor kinderen van binnen de bebouwde kom een goede reden is om de fiets in de stalling te plaatsen, is dit mogelijk. U kunt dit via een formulier (in het folderrek in de hal) aanvragen.
Paragraaf 7.6: Vertrouwenspersoon De school beschikt over twee vertrouwenspersonen. Mocht u een gesprek willen, kunt u met hen een afspraak maken. Zij kunnen u ook doorverwijzen naar de juiste instanties. Op onze jaarlijkse kalender staan de namen van onze vertrouwenspersonen. Paragraaf 7.7: Bereikbaarheid in noodgevallen Als uw kind onder schooltijd ziek wordt of een ongelukje krijgt, is het soms nodig dat wij hierover contact met u op moeten nemen. Omdat het mogelijk is, dat beide ouders werken, willen wij graag weten, waar wij u in noodgevallen kunnen bereiken. Daarnaast zouden wij graag een noodadres van u willen, zodat wij iemand anders kunnen benaderen, indien wij u niet kunnen bereiken. Wilt u dat aan het begin van het schooljaar en bij tussentijdse wijzigingen aan de groepsleerkracht doorgeven? Paragraaf 7.8: Aansprakelijkheid De ouders van kinderen op de basisschool zijn altijd aansprakelijk voor hun kinderen. Het maakt niet uit of de leerkracht of iemand anders op het moment dat er iets gebeurt toezicht op deze kinderen houdt. Ook het overblijven valt hieronder. De ouders blijven verantwoordelijk. Eigen schade aan kleding, fietsen, meegebrachte spullen en dergelijke is voor rekening van de ouders. Omdat de ouders de schade, die hun kind aanricht, meestal zelf moeten vergoeden, is het verstandig goed verzekerd te zijn. Daarom raden wij de ouders aan een goede aansprakelijkheidsverzekering met voldoende dekking af te sluiten. Het bestuur van de Borgesiusstichting heeft voor alle leerlingen en hulpouders een collectieve schoolongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering geldt tijdens de schooltijden en alle activiteiten in schoolverband, alsmede gedurende het rechtstreeks gaan van huis naar school en omgekeerd. Indien u een beroep op deze verzekering wenst te doen, dan kunt u contact opnemen met de directie. Wij wijzen u er op, dat eventuele schade aan brillen, fietsen, kleding e.d. niet onder deze ongevallenverzekering valt! Paragraaf 7.9: Oudercontacten Wij hechten eraan ouders goed te informeren over allerlei zaken die de school in het algemeen en het kind specifiek betreffen. Tijdens de informatieavond (inloop), kunnen ouders en leerkrachten kennis met elkaar maken en ontvangt u een handout met specifieke informatie over de groep. Twee tot drie keer per jaar worden er oudergesprekken gehouden. Tijdens deze oudergesprekken worden de vorderingen van uw kind besproken. Vanaf groep 6 is uw zoon/ dochter daarbij aanwezig. In principe is de groepsleerkracht voor de ouders de eerst aan te spreken persoon. Voor een gesprek, zowel op initiatief van de leerkracht als van de betreffende ouders, kan een afspraak gemaakt worden.
29
Paragraaf 7.10: Ouder- en leerlingenquêtes In groep 6 en groep 8 nemen wij een leerlingenenquête af. Tweejaarlijks nemen wij een ouderenquête af onder alle ouders. Op die manier willen wij meten hoe tevreden de leerlingen en hun ouders over het onderwijs zijn en hoe zij de school ervaren. De resultaten worden in het team en met de mr besproken en er wordt indien nodig een actieplan opgesteld. De resultaten worden in het schoolnieuws gepubliceerd. Paragraaf 7.11: Rapporten/onderwijskundig rapport Vanaf groep 1 worden de DORR-rapporten met ouders besproken. De leerlingen van groep 3 t/m 8 krijgen twee keer per jaar een rapport. In dit rapport worden de vorderingen beschreven. Wanneer een kind naar een andere school gaat (voortgezet onderwijs of verhuizing) wordt een onderwijskundig rapport gemaakt. Hierin komen alle resultaten uit het leerlingvolgsysteem, vorderingen en gegevens van het kind en zijn/haar ouders. Ouders krijgen dit rapport te lezen en dienen het rapport te ondertekenen. Paragraaf 7.12: Doorstroming naar voortgezet onderwijs Waar onze kinderen na acht jaar basisschool heen gaan, hangt uiteraard sterk af van hun eigen interesses en mogelijkheden (o.a. af te leiden uit toetsen van de methoden en toetsen uit ons leerlingvolgsysteem). Samen met ouders en leerling zal de school het keuzeproces ingaan. Alle scholen van het voortgezet onderwijs houden open dagen en voorlichtingsavonden, waar u als ouders samen met uw kind naartoe kunt gaan. Paragraaf 7.13: Schoolgids De schoolgids is door ouders via de site te downloaden. Indien u een papieren versie wenst, kunt u dit aanvragen bij onze conciërge. Paragraaf 7.14: Kalender Jaarlijks wordt een kalender meegegeven. Hierop staan per maand de activiteiten, vakanties, vrije dagen, enz. aangegeven. Daarnaast worden er zaken zoals lestijden, gymroosters, adressenlijst mr, ov en kwaliteitsforum op vermeld. Paragraaf 7.15: Schoolnieuws Wekelijks krijgt u het schoolnieuws digitaal opgestuurd. Hierin staan informatie over activiteiten, nieuws, enz. Wilt u een mail sturen naar
[email protected] om zich hiervoor aan te melden? Wilt u daarbij de naam(namen) van uw kind(eren) en de groep(en) vermelden? Wij maken dan gelijk ook een adressenlijst per groep aan, die door de groepsleerkracht(en) en klassenouders gebruikt kunnen worden. Wanneer u daar bezwaar tegen heeft, kunt u dat doorgeven aan de directie. Paragraaf 7.16: Website De school heeft een homepage, waarop u informatie kunt vinden over de school, activiteiten van de kinderen, nieuws vanuit de school, enz. Het adres luidt: www.martinusrucphen.nl.
30
Paragraaf 7.17: Overblijven en buitenschoolse opvang Het overblijven op onze school (de zgn. TSO = Tussenschoolse opvang) wordt georganiseerd door Kober Kindercentra, onder de naam ‘Kober Kinderluch’. Op school is informatiemateriaal over het overblijven van Kober Kindercentra beschikbaar. Informatie over aanmelden vindt u op de site van Kober: www.kober.nl Als alternatief voor het overblijven op school willen wij u wijzen op de mogelijkheid om uw kind bij een familielid of een vriendje of vriendinnetje te laten overblijven. Het voordeel hiervan is, dat het kind dan even uit de ‘schoolse sfeer’ is. Kober Kindercentra verzorgt eveneens de BSO (buitenschoolse opvang) op onze school. Op de dinsdag en donderdag wordt deze opvang op onze school geregeld. Wanneer er te weinig kinderen zijn, worden de kinderen opgevangen op de Ukkenburg in Sprundel Op vrije dagen wordt BSO eveneens op de Ukkenburg aangeboden. Paragraaf 7.18: Ter inzage Voor belangstellende ouders ligt op school ter inzage: schoolplan; jaarplan; zorgplan; psychosociaal veiligheidsplan; ict-beleidsplan; klachtenprocedure; protocol doublure; huiswerkprotocol; protocol klassenouder; mr-reglementen.
31
Hoofdstuk 8: Regels op school/huishoudelijke zaken Paragraaf 8.1: Ziekmelding Als uw kind ziek is, kan en mag het niet naar school. Wij verwachten, dat u uw kind voor schooltijd ziek meldt bij de groepsleerkracht of conciërge. Bij een bezoek aan een (tand)arts of orthodontist onder schooltijd verzoeken wij u dit schriftelijk te melden bij de groepsleerkracht. Toch willen wij u uitdrukkelijk verzoeken deze bezoeken zoveel mogelijk buiten schooltijd te plannen. Paragraaf 8.2: Op tijd Om de lessen op tijd te kunnen laten beginnen, dienen alle leerlingen op tijd te komen. Storingen zijn zowel voor de leerkracht als leerlingen zeer vervelend en moeten tot een minimum beperkt blijven. Paragraaf 8.3: Regels in school Sint Martinus deelde zijn mantel. Hij wilde zo laten zien dat het belangrijk is om voor elkaar te zorgen. Dit betekent: Goed zijn voor elkaar: vriendelijk en beleefd zijn; eerlijk zijn; niet pesten en plagen of ruzie maken; niets vernielen. Samenwerken: elkaar helpen; samen dingen doen; naar elkaar luisteren; doen wat je beloofd hebt. Iedereen is gelijk: elkaar niet uitlachen; wij moeten het voor elkaar veilig maken; ieder is anders, maar toch is ieder gelijk; geen discriminatie. Deze regels zijn omgezet in pictogrammen die in iedere groep hangen.
32
Hoofdstuk 9: Resultaten Paragraaf 9.1: Cito-eindtoets Citotoets Landelijk gemiddelde Verhouding
2013 535.7 534.8 +0.9
2014 535.6 534.6 +1.0
2015 538.4 534.8 +3.6
Ten aanzien van onze resultaten op de cito-eindtoets gedurende de afgelopen drie jaar, kun je o.a. stellen dat wij m.u.v. 2012 boven het landelijk gemiddelde scoren. Van iedere leerling, iedere groep en ieder leerjaar houden wij de citoresultaten bij (vanaf groep 1 t/m groep 8). Deze worden twee tot drie keer per jaar met de groepsleerkrachten, het team en de mr besproken en hieraan worden conclusies verbonden. In deze overzichten hebben wij de daling in resultaten op groepsniveau aan zien komen. Op individueel niveau is er gescoord naar verwachting. Paragraaf 9.2: Uitstroomgegevens voortgezet onderwijs Ter informatie vermelden wij de uitstroomgegevens naar het voortgezet onderwijs van de afgelopen drie jaar. Naam school: Da Vincicollege
Richting: VMBO
2011 2012 2013 2014 0 0 0 0
2015 0
Gertrudiscollege
VWO Havo/VWO Havo Mavo/Havo Mavo
1 0 0 1 0
0 1 0 1 1
0 0 0 0 0
1 0 0 1 1
0 1 0 1 0
Jan Tinbergencollege
VWO Havo/VWO Havo Mavo/Havo Mavo
1 0 0 7 0
2 10 1 3 1
0 3 0 0 1
2 6 1 6 4
9 0 8 0 5
Norbertuscollege
VWO Havo/VWO Havo Mavo/Havo
0 1 1 0
1 0 1 0
3 0 0 0
1 1 0 0
0 2 0 0
KSE
VWO Havo/VWO Havo Mavo/Havo/VWO Mavo
4 7 0 0 0
0 1 3 3 4
1 0 7 2 7
1 1 5 0 0
1 0 2 0 0
Marklandcollege
Havo/VWO
0
0
0
0
0 33
Mavo/Havo Mavo Vmbo-kb/Mavo VMBO VMBO-LWOO
0 0 0 0 0
0 0 1 1 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 1
0 1 0 0 0
Munnikenheidecollege
VMBO MAVO VMBO-kb/Mavo VMBO-kb VMBO-bb/kb VMBO-bb VMBO-bb LWOO
10 0 0 0 0 0 0
0 1 2 3 0 2 2
0 0 3 1 4 2 0
0 2 0 1 1 0 0
0 3 0 3 1 2 0
Prinsentuin
Mavo VMBO-kb/Mavo VMBO-bb/kb VMBO-bb
0 0 0 0
0 1 1 1
2 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Advies 2014/2015
Paragraaf 9.3: Uitstroomgegevens speciaal onderwijs Ter informatie vermelden wij de uitstroomgegevens naar het speciaal onderwijs van de afgelopen drie jaar.
Sponder Speciaal Onderwijs
2008 2009 2010 2011 1 0 3 1 0 0 1 2
2012 2013 0 0 0 0
2014 2015 0 0 4 1
34