Leerlingenzorg op de St. Martinusschool Schooljaar 2013-2014
Versie 2, augustus 2013.
1
Beste ouders. Voor u ligt de vernieuwde zorgbrochure. Hierin vindt u alle informatie over leerlingenzorg op de St. Martinusschool. Leerlingenzorg is een zeer ruim begrip, waaronder tal van onderwerpen vallen die te maken hebben met de inrichting van de zorg op de school van uw kind. Wij vinden het belangrijk dat ouders goed op de hoogte zijn van alle zorgmogelijkheden, maar ook de bestaande afspraken die van belang zijn om de zorg voor uw kind te kunnen waarborgen. Indien nodig, zal deze brochure worden herzien. Team St. Martinusschool.
Versie 2, augustus 2013.
2
Inhoud
Pagina:
1. De Zorggroep
4
2. Adaptief onderwijs
4
3. Handelingsgericht Werken (HGW)
4
4. Leerlingenzorg bij leerproblemen
5
5. Leerlingenzorg op sociaal-emotioneel gebied
6
6. Procedure overgangen
8
7. Passend Onderwijs
8
8. Leerlingen met een LGF (Leerling Gebonden Financiering)
9
9. Voorschoolse periode en uitstroom voortgezet onderwijs
10
10. Externe contacten in het kader van zorg
10
11. “Je kunt meer dan je denkt!”, faalangsttraining.
11
12. “Zo gaan Roos en Tom met elkaar om”, sociale vaardigheidstraining voor de groepen 1 en 2
11
13. Protocol schorsing en verwijdering
12
14. Pestprotocol
13
15. Ouderbetrokkenheid
13
16. Meerbegaafde leerlingen
13
17. Afkortingen
13
18. Adressen
14
Versie 2, augustus 2013.
3
1. De zorggroep
Binnen onze school is een zorgteam actief. Ieder lid heeft zijn specifieke taak. De leden van het zorgteam houden zich o.a. bezig met het bieden van zorg aan de leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Daarnaast adviseren en ondersteunen zij de groepsleerkrachten. Het zorgteam bestaat uit: Jeanette Arts, intern begeleider. Zij heeft de dagelijkse leiding t.a.v. de leerlingenzorg en interne begeleiding. Petra de Kleijn, intern begeleider. Zij richt zich op de interne begeleiding en de leerlingenzorg van de bovenbouwgroepen. Rita van Haren, leerkracht met specialisatie jonge risico leerlingen. Zij is verantwoordelijk voor het adviseren van leerkrachten t.a.v. kleuters met specifieke onderwijsbehoeften. Daar naast verzorgt zij trainingen op het gebied van sociaal- emotionele ontwikkeling en begeleidt leerlingen in de plusklas. Karin Hendriks, onderwijsassistente. Zij begeleidt leerlingen met een LGF (rugzakje) en biedt assistentie in de groepen. 2. Adaptief onderwijs
De St. Martinusschool werkt adaptief, hetgeen betekent dat wij tegemoet willen komen aan de verschillen tussen leerlingen. Al onze leerlingen hebben een eigen persoonlijkheid en een andere behoefte om te spelen en te leren. De meeste leerlingen leren op een regelmatige, gemiddelde manier. Sommige leerlingen hebben meer tijd nodig om iets te kunnen leren of hebben specifieke begeleiding nodig. Andere leerlingen ontwikkelen zich sneller dan hun leeftijdsgenootjes. Iedere leerling mag zich op zijn eigen wijze ontwikkelen. Elke leerling is uniek! 3. Handelingsgericht Werken. (HGW)
De laatste jaren is er in het onderwijs veel aandacht voor Handelings Gericht Werken (HGW). Met behulp van handelingsgericht werken willen we de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding voor alle leerlingen verbeteren. HGW is een planmatige en cyclische werkwijze waarbij de leerkrachten de volgende zeven uitgangspunten toepassen.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
De onderwijsbehoefte van leerlingen staat centraal. Afstemming en wisselwerking tussen leerling, leerkracht, groep en omgeving. Hoe goed is de omgeving afgestemd op wat dit kind nodig heeft? Leerkrachten realiseren passend onderwijs en leveren daarmee een cruciale bijdrage op het gebied van leren, werkhouding en sociaal-emotioneel functioneren. Positieve aspecten van kind, leerkracht, groep, school en ouders zijn van groot belang. Samenwerking tussen leerkrachten, leerlingen, ouders, interne en externe begeleiders is noodzakelijk om een effectieve aanpak te realiseren. Doelgericht werken, evalueren en planmatig handelen.
Versie 2, augustus 2013.
4
7.
De werkwijze is systematisch, in stappen en transparant.
De leerkrachten worden in dit proces begeleid door de intern begeleiders. Ieder half jaar worden de volgende stappen doorlopen: Groepsbespreking. Leerlingbespreking. Klassenbezoek door intern begeleider. Leerlingbespreking. Teambespreking opbrengsten cito LOVS toetsen. 4. Leerlingenzorg bij leerproblemen Wij als leerkrachten op de St. Martinusschool hebben als taak om ons onderwijs zo in te richten dat elk kind zo goed mogelijk tot zijn recht komt. Wij willen goed voor onze leerlingen zorgen. In de eerste plaats zullen wij proberen om zorg te voorkomen. Toch zijn er leerlingen die specifiek aandacht en zorg nodig hebben. Op onze school wordt dit vorm gegeven middels een uitgebreid systeem van zorg. Zowel de leerlingen als de leerkrachten maken gebruik van dit systeem van zorg. De groepsleerkracht is ten allen tijde verantwoordelijk voor de zorg rond een leerling, maar het is de taak van de intern begeleider om deze zorg te organiseren, te coördineren, te bewaken en te begeleiden. De leerlingen die van deze specifieke zorg gebruik maken zijn leerlingen waarbij de ontwikkeling anders verloopt dan verwacht of gewenst. In de meeste gevallen gaat het om leerlingen waarbij de ontwikkeling minder voorspoedig verloopt dan die van hun leeftijdsgenootjes. Dit kan op cognitief, sociaal- emotioneel of motorisch gebied zijn. In andere gevallen gaat het juist om leerlingen die zich sneller ontwikkelen dan hun leeftijdsgenootjes. Deze snellere ontwikkeling kan zich op één of meer specifieke gebieden voordoen. De leerkrachten van deze “zorgleerlingen” maken gebruik van het zorgsysteem door begeleiding, coaching, hulp en advies te vragen. Het zorgsysteem bestaat uit vijf zorgniveaus. Zorgniveau 1
Zorgniveau 2
Zorgniveau 3
Zorgniveau 4
De leerkracht begeleidt de leerlingen in zijn/haar groep volgens het groepsplan. De instructie is gedifferentieerd, d.w.z. in drie aanpak groepen. Aanpak 1 zijn leerlingen die instructie afhankelijk zijn. Dit zijn leerlingen die naast de basisinstructie ook een verlengde instructie krijgen. Aanpak 2 zijn leerlingen die de basisinstructie krijgen. Aanpak 3 zijn leerlingen die meestal na een korte introductie zelfstandig kunnen leren. Dit niveau heeft betrekking op de leerlingen in de aanpak 1. Wanneer er zorgen zijn, zal de leerkracht de leerling bespreken met haar parallelcollega’s of tijdens een intervisie bespreking met andere collega’s. Een andere mogelijkheid is advies vragen aan leden van het zorgteam. Indien dit niet tot het gewenste resultaat leidt, wordt een leerling aangemeld voor de leerlingbespreking met de intern begeleider. De intern begeleider zal de leerkracht begeleiden en coachen, maar zij zal ook d.m.v. een observatie in de klas en eventueel een aanvullend onderzoek het probleem waarmee de leerkracht en leerling te maken heeft verkennen. De leerkracht maakt een individueel plan voor de leerling. Ondanks intensieve hulp van leerkracht en intern begeleider wordt de leerling in zijn ontwikkeling belemmerd. Er worden externe deskundigen in geschakeld om leerkracht en intern begeleider te ondersteunen.
Versie 2, augustus 2013.
5
Zorgniveau 5
Ondanks alle inzet van kennis, ervaring, onderzoek en overleg wordt een verwijzing naar ander onderwijs overwogen. De grenzen van de zorg die een basisschool kan bieden zijn bereikt. We denken dan aan plaatsing van de leerling op een school voor Speciaal Basisonderwijs SBO, een school voor Speciaal Onderwijs SO of een Leerling Gebonden Financiering LGF of “rugzakje”.
De ouders van een leerling waarover zorgen zijn, worden steeds door de leerkracht op de hoogte gebracht van de acties die binnen de school plaats vinden. Ook worden zij steeds betrokken bij beslissingen die genomen moeten worden. Ouders zijn immers het meest ervaren als het gaat om hun zoon of dochter. Een goede communicatie tussen school en ouders doet het sociaal-emotioneel functioneren, de werkhouding en de schoolprestaties van leerlingen toenemen. Goede communicatie draagt ook bij aan een schoolcultuur waarin leerkrachten en ouders zij aan zij staan. Ook in het kader van Passend Onderwijs is ouderbetrokkenheid relevant. Eén van de doelen van dit beleid is immers het versterken van de positie van ouders bij de invulling van het onderwijs- en zorgarrangement voor hun kind. 5. Leerlingenzorg op sociaal- emotioneel gebied Het sociaal emotioneel welbevinden van een kind is erg belangrijk. Als leerkracht observeren wij dit gedrag van de leerlingen. Sommige kinderen gedragen zich anders dan andere kinderen. Als kinderen niet lekker in hun vel zitten kan hun gedrag meer aandacht vragen. Wat door de omgeving misschien dan ervaren wordt als lastig gedrag, kan voor het kind een uiting zijn van sociaal-emotionele problemen. Soms is dit heel duidelijk te zien: het kind heeft snel ruzie of is brutaal. In andere gevallen is het veel minder duidelijk, dan is het kind stil, angstig en/of teruggetrokken. Het gedrag van het kind is vaak een antwoord op wat in een bepaalde situatie van hem of haar gevraagd wordt, waar hij/zij bang voor is of wat het moeilijk vindt of wat er in zijn omgeving gebeurt. Of het kind zich nu terugtrekt, reageert met agressie of een storende factor in de klas of in vrije situaties is , in alle voorkomende gevallen kunnen deze problemen een negatieve invloed op de ontwikkeling hebben. Voor dit soort gedrags- en sociaal-emotionele problemen zijn geen standaardoplossingen. Deze kinderen moeten worden begeleid, waarbij wij onderscheid maken op vijf verschillende niveaus van zorg. Belangrijk hierbij is het welbevinden van het kind, de rest van de groep en de leerkracht goed in de gaten te houden. Zorgniveau 1
De leerkrachten trainen de leerlingen in sociale vaardigheden tijdens kringgesprekken, evaluaties na de buiten speelmomenten en met de methodelessen “Goed gedaan” en de methodiek Positive Behavior Support.
Zorgniveau 2
Leerlingen met grotere begeleidingsbehoeften op het gebied van sociaalemotionele ontwikkeling, Seo, worden besproken tijdens collegiale consultatie met parallelcollega’s of intervisie.
Versie 2, augustus 2013.
6
Zorgniveau 3
Indien dit niet tot het gewenste resultaat leidt, wordt een leerling aangemeld voor de leerlingbespreking met de intern begeleider. De intern begeleider observeert en maakt verslag. Eventueel kunnen video opnamen gemaakt worden. De leerkracht stelt in overleg met de intern begeleider een handelingsplan sociaal-emotionele ontwikkeling op. Dit plan wordt na een afgesproken periode geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.
Zorgniveau 4
Indien dit onvoldoende tot het gewenste resultaat leidt, dan worden interne of externe deskundigen ingezet of om advies gevraagd. De volgende mogelijkheden zijn van toepassing: 1) Seo training kleuters (Roos en Tom) 2) Faalangsttraining (Je kunt meer dan je denkt) intern Faalangstreductietraining (Marant) 3) Sova training (spelgroep, Marant of NIM) 4) Weerbaarheidstraining (Marant) 5) Gedragsregulatie (Marant) 6) PAB Seo door specialist Carolusschool. 7) PAB cluster 4 school. 8) School Maatschappelijk Werk. 9) Consultatie of onderzoek door Marant. 10) Integrale vroeghulp voor leerlingen t/m 7 jaar. 9) Netwerk 12- en registratie Verwijs Index Risico-jongeren VIR. 10) Onderzoek door psycholoog, Karakter, GGZ, BJZ. 11) Advies vragen bij Advies en meldpunt kindermishandeling AMK. 12) Leerplicht ambtenaar. De aanbevelingen en adviezen worden uitgevoerd.
Zorgniveau 5
Helaas kan het voorkomen dat bovenstaande niet tot het gewenste resultaat leidt, dan kan de directie van de school genoodzaakt zijn het protocol time out, schorsing en verwijdering te hanteren. Dit kan nodig zijn wanneer het welbevinden en de veiligheid van de leerling en de overige leerlingen van de groep in knel komt. In goed overleg met de ouders kan besloten worden om de leerling aan te melden voor plaatsing op een school voor Speciaal Basisonderwijs SBO, Speciaal onderwijs SO of een Leerling Gebonden Financiering LGF of “rugzakje”.
Bij iedere stap in dit proces worden de ouders op de hoogte gesteld. Met ouders wordt ook telkens na ieder overleg een vervolgafspraak gemaakt. (tussenliggende periode maximaal zes weken) Er worden afspraken gemaakt over de bijdrage die ouders zelf kunnen leveren aan de sociaal- emotionele ontwikkeling van hun kind. Van ieder overleg, zowel met ouders als externen wordt een verslag gemaakt in ParnasSys. De intern begeleider bepaalt op grond van de ernst van de situatie of de directeur moet worden ingelicht.
Versie 2, augustus 2013.
7
6. Procedure overgangen
Onder overgang verstaan we de overgang van de ene naar de andere groep. Wanneer de ontwikkeling van een leerling anders verloopt dan we van de leerling verwachten, is het mogelijk dat leertijdverlenging wordt overwogen. We volgen dan een stappenplan, het zogenaamde protocol leertijdverlenging. Bij de overgangsbeslissing wordt rekening gehouden met de volgende aspecten:
Sociaal- emotionele ontwikkeling.
De cognitieve ontwikkeling ( hoe scoort de leerling op de methode- en cito toetsen).
Het welbevinden van de leerling.
Wanneer de leerkracht een eerste terugval signaleert, zoekt hij contact met de ouders. Met de ouders worden regelmatig de ontwikkelingen en de geboden hulp besproken. We streven er naar om met de ouders tot een eensluidende mening te komen. Bij verschil van mening is het advies van de school doorslaggevend. 7. Passend onderwijs
Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zijn welkom en volgen op dit moment ook onderwijs op onze school. Wij denken dan aan de volgende typeringen: -
Leerlingen met een leerling gebonden financiering (rugzakje). Leerlingen met een dyslexieverklaring. Leerlingen met een dyscalculieverklaring. Moeilijk lerende leerlingen. Leerlingen met een gediagnosticeerde gedragsstoornis. Leerlingen met DCD. Meer– en hoogbegaafde leerlingen.
Voor al deze leerlingen geldt dat het welbevinden van de leerling voorop staat, daarnaast is het belangrijk dat deze leerlingen groeien en zich verder kunnen ontwikkelen. Natuurlijk houden we ook rekening met factoren als groepsgrootte, kennis en vaardigheden van de leerkracht en de belasting voor de klasgenootjes. Bijvoorbeeld een leerling met ernstige gedragsproblemen waarbij de leerkracht handelingsverlegenheid ervaart en de leerkracht belemmert om goed onderwijs te bieden aan de overige leerlingen, heeft recht op speciaal onderwijs. Wij zijn en voelen ons verplicht om voor deze leerling een passende plaats op b.v. een cluster 4 school te vinden. Met de komst van de wet Passend Onderwijs, augustus 2014, zijn scholen verplicht het zorgprofiel vast te leggen in het zorgplan. Het team wordt actief betrokken bij het vaststellen van het zorgprofiel, omdat wij het belangrijk vinden dat het door iedereen gedragen wordt. Om dit zo goed mogelijk te realiseren hebben wij externe deskundigen ingeschakeld om dit proces te begeleiden.
Versie 2, augustus 2013.
8
8. Leerlingen met een LGF ( Leerling Gebonden Financiering )
Een leerling gebonden financiering ( LGF ), ook wel rugzakje genoemd, is een extra budget voor leerlingen met een handicap, ziekte, ernstige gedragsstoornis die op een school voor regulier onderwijs zitten. Deze financiering is mogelijk dankzij de wet op de leerling gebonden financiering. Deze wet maakt mogelijk dat ouders van een leerling met een beperking in overleg met de basisschool kunnen kiezen tussen: -
een school voor basisonderwijs met inzet leerling gebonden financiering een school voor speciaal onderwijs.
Wanneer de ouders en de school kiezen voor basisonderwijs, dan ontvangt de school extra geld om de leerling te kunnen ondersteunen. De school gebruikt de LGF voor extra begeleiding en aangepast lesmateriaal zodat leerlingen zo veel mogelijk in het basisonderwijs kunnen blijven. Om in aanmerking te komen voor een LGF heeft de leerling een indicatie nodig. De Commissie voor Indicatiestelling ( CvI ) bekijkt of de leerling in aanmerking komt voor het rugzakje. Leerlingen met een LGF krijgen extra begeleiding buiten en/ of binnen de groep door de leerkracht en/of de onderwijsassistente. De begeleiding kan gericht zijn op zeer verschillende gebieden, aan aantal voorbeelden zijn: sociaal emotionele ontwikkeling, motoriek, taakwerkhouding, planning, structuur, zinsbouw/ woordenschat, communicatieve redzaamheid, lezen, spelling, taal, rekenen. De school krijgt hierbij professionele ondersteuning (ambulante begeleiding) vanuit de scholen voor speciaal onderwijs. Deze scholen zijn onderverdeeld in clusters: Cluster 1: voor kinderen met een visuele beperking; Cluster 2: voor kinderen met een auditieve en/ of communicatieve beperking; Cluster 3: voor kinderen met lichamelijke en/ of verstandelijke beperking of voor langdurig of chronisch zieke kinderen; Cluster 4: voor kinderen met ernstige gedragsproblemen en/ of psychiatrische stoornissen. Samen met de ambulant begeleider, ouders, leerkracht, onderwijsassistente, intern begeleider en externe deskundige ( logopediste, fysiotherapeute ) wordt drie keer per jaar een overleg gehouden om de ontwikkeling en het welbevinden van de leerling te bespreken. Samen worden er begeleidingsdoelen afgesproken. Aan deze doelen zal tijdens de extra begeleiding gewerkt worden.
Versie 2, augustus 2013.
9
9. Voorschoolse periode en uitstroom voortgezet onderwijs
Vanzelfsprekend is de basisschoolperiode niet de enige periode waarin de leerling zich ontwikkelt, daarom onderhouden we contacten met externen die in de voorschoolse periode betrokken zijn bij onze leerlingen en zorgen we voor een warme overdracht (persoonlijk gesprek) richting voortgezet onderwijs wanneer de leerling onze school verlaat. Vanuit de voorschoolse periode hebben we te maken met kinderdagopvang en peuterspeelzaal. Het contact met de medewerkers van bovengenoemde instanties bestaat uit een warme overdracht en een schriftelijk verslag bij de start van een leerling op de basisschool. Daarnaast hebben we via het “Netwerk 12-“ contact met hen over mogelijke zorgleerlingen. De leerkrachten van de groepen 8 hebben een intensief contact met de vertegenwoordigers van de scholen voor voortgezet onderwijs waar onze leerlingen naar uitstromen.
10. Externe contacten in het kader van zorg
Hieronder beschrijven we met welke partners wij intensief contact onderhouden en op welke manier. Schoolmaatschappelijk werk: wekelijks is een vaste maatschappelijk werkster van het NIM op school bereikbaar voor leerlingen, leerkrachten en ouders. De coördinatie verloopt via de intern begeleider. Marant educatieve dienstverlening: tijdens een consultatie wordt een aantal zorgleerlingen (zorgniveau 4) besproken. De leerkracht kan terecht voor gerichte hulpvragen en handelingsadviezen, daarnaast kan een observatie of onderzoek tot de mogelijkheden behoren. Het contact met Marant verloopt via de intern begeleider. Netwerk 12- (onderdeel CJG): dit is een multidisciplinair zorgteam waar leerlingen tussen 0 en 12 jaar besproken worden waarbij het thuis, op school of op het kinderdagverblijf niet goed gaat omdat er opvoed- of opgroeiproblemen zijn. Meestal gaat het om kinderen met moeilijk gedrag, leerachterstand, ontwikkelingsproblemen of een lastige thuissituatie. De vaste deelnemers van het Netwerk 12- zijn: St. Martinusschool, Kinderdagverblijf Humanitas, GGD, NIM, Stuw, Politie, Bureau Jeugdzorg en de Leerplichtambtenaar. Contact Ambulant begeleiders. We hebben een intensief contact met de ambulant begeleiders van de scholen voor speciaal onderwijs. Deze ambulant begeleiders ondersteunen de leerkrachten bij leerlingen met een leerling gebonden financiering. Zie leerlingen met een LGF. Daarnaast kunnen we de ambulant begeleiders ook om advies vragen voor onze andere leerlingen, wanneer er specifieke begeleidingsbehoeften zijn. De leerkracht vraagt dan via de intern begeleider Preventieve Ambulante Begeleiding aan. Dit vindt plaats in overleg en met toestemming van de ouders. Logopediste en fysiotherapeute Leerkrachten en intern begeleiders onderhouden een intensief contact met de logopediste en fysiotherapeute. Het is immers in het belang van de leerling dat we zo goed mogelijk samen werken. Dit contact verloopt doorgaans per mail, maar het komt ook voor dat de logopediste en/of fysiotherapeute aansluit bij een gesprek tussen ouders en school. Versie 2, augustus 2013.
10
Samenwerkingsverband GHUM Onze school werkt samen in het kader van “Weer samen naar school”. De samenwerking vindt plaats op het gebied van leerlingenzorg, in de vorm van Toewijzingscommissie Bovenschoolse Zorg, Permanente Commissie Leerlingenzorg bij verwijzing naar SBO, netwerk intern begeleiders in de Werkgroep Afstemming Leerlingenzorg. Voor meer informatie zie www.GHUM.nl De leerlingenzorg en interne begeleiding zijn uitvoerig beschreven in een zorgplan. Dit wordt jaarlijks door de intern begeleider bijgesteld. Het zorgplan is een document waarin de school zich verantwoordt t.a.v. leerlingenzorg tegenover bestuur, medezeggenschapsraad en inspectie. 11. ”Je kunt meer dan je denkt!”, faalangsttraining.
In een kleine, veilige groep gaan we negen bijeenkomsten aan het werk, om te ontdekken waar de kinderen al heel knap in zijn. Dat is vaak meer dan ze zelf weten. De kinderen krijgen een boekje dat elke week wordt uitgebreid. Samen met de ouders mogen ze er thuis ook nog over praten en kleine huiswerkopdrachten doen. Zo krijgen de kinderen zelfvertrouwen en staan ze sterker in hun schoenen. Thema’s van de bijeenkomsten: 1. Introductie 2. Je lichaam 3. Emoties 4. Gebeurtenis gedachte gevoel (GGG) 5. Van GGG-model naar helpende gedachten 6. Helpende gedachten 7. Fouten maken mag 8. Oplossingen bedenken 9. Evaluatie Vaste onderdelen tijdens de bijeenkomsten: * Groepsgesprekken * Ontspanningsoefeningen * Expressie oefeningen * Dit ben ik, in de kast * Kikkers In negen weken samen bezig om te ontdekken dat je eigenlijk al heel veel kunt, en dat je niet alles goed hoeft te doen, van foutjes kun je leren! 12. ”Zo gaan Roos en Tom met elkaar om”, sociale vaardigheidstraining voor de groepen 1 en 2
Deze vaardigheidstraining kan worden ingezet bij kinderen uit groep 2. Doelen van de training: * verwerven van kennis over sociale vaardigheden om beter te kunnen handelen in complexe situaties Versie 2, augustus 2013.
11
* het kind meer vaardig maken in sociale omgang met leeftijdsgenootjes * minder spanning ervaren en minder faalangstig zijn in sociale situaties * het kind stimuleren het aangeleerde gedrag toe te passen in zijn dagelijkse omgeving. In een kleine, veilige groep gaan we twaalf bijeenkomsten aan het werk om sociale vaardigheden te oefenen. Deze vaardigheden worden in de klas herhaald. De kinderen krijgen een mapje dat elke week wordt uitgebreid. Samen met de ouders mogen ze er thuis ook nog over praten en kleine huiswerkopdrachten doen. De elf vaardigheden die centraal staan: 1. Hoe praat je met elkaar? 2. Het antwoord is ”nee” 3. Samen spelen is geven en nemen 4. Samen spelen zonder regels gaat mis 5. Hoe vraag ik of ik mee mag spelen? 6. Ik voel me… 7. Complimenten geven en krijgen 8. Sorry zeggen 9. Pesten en gepest worden 10. Durven zeggen: Stop! Dit vind ik niet leuk! 11. Omgaan met kritiek. 12. Afsluitende bijeenkomst 13. Protocol schorsing en verwijdering
Soms ontstaan er op school situaties die het noodzakelijk maken om over te gaan tot het nemen van ingrijpende maatregelen. Daarvoor heeft de school een protocol schorsing en verwijdering. Dit protocol probeert een heldere leidraad te zijn voor zulke situaties. Het protocol treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waarbij de veiligheid van de leerling, de groepsgenootjes en de leerkracht in het geding is, of wanneer het lesgeven ernstig wordt verstoord door het gedrag van de leerling. Er worden 3 vormen van maatregelen genomen: *
Time-out.
*
Schorsing.
*
Verwijdering.
Deze volgen elkaar op in volgorde. Natuurlijk kan het bij een time-out blijven. Wanneer wordt het besluit genomen tot het hanteren van één van deze maatregelen? Als er sprake is van een ernstig incident of als er sprake is van een onhoudbare situatie in de klas. Er is dan altijd overleg tussen de betrokken leerkracht, de bouwcoördinator en de intern begeleider. Het volledige protocol is op te vragen bij de leden van het managementteam.
Versie 2, augustus 2013.
12
14. Pestprotocol
Het huidige pestprotocol is herzien. Door middel van o.a. een ouderavond, worden de ouders op de hoogte gesteld van het nieuwe protocol. 15. Ouderbetrokkenheid
Wij zien ouders als gelijkwaardige partners en streven naar samenwerking en afstemming. Wanneer een leerling op onze school start, vindt er een intake gesprek plaats. Daarna is het organiseren van een informatieavond een belangrijke activiteit om ouders te informeren over het onderwijs in de groep van hun zoon of dochter. Vervolgens vinden er regelmatig oudergesprekken plaats, b.v. na aanleiding van het rapport. Bij zorgleerlingen is het oudercontact intensief. Via thema avonden worden ouders geïnformeerd over belangrijke thema’s binnen ons onderwijs, b.v. de pilot technisch lezen. Een ander middel om ouderbetrokkenheid te vergroten en informatie toegankelijk te maken is het periodiek verschijnen van een nieuwsbrief. Iedere jaargroep publiceert daarin over het lesprogramma en andere nieuwtjes die voor ouders en leerlingen van belang zijn. Overige informatie over onze school is te vinden op de website www.martinusschoolmillingen.nl 16. Meerbegaafde leerlingen.
Er zijn leerlingen die zich sneller ontwikkelen dan hun leeftijdsgenootjes. Deze leerlingen hebben zorg en aandacht nodig, immers wanneer zij een onderwijsaanbod krijgen dat onvoldoende aansluit bij de wensen en mogelijkheden van het kind, dan zullen zij zich onvoldoende ontwikkelen en mogelijk onderpresteren. Het onderwijsaanbod moet goed afgestemd zijn, waarbij aandacht voor erkenning ontwikkelingsvoorsprong, sociaal-emotionele ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling. Het onderwijs moet passend zijn. Voor deze groep leerlingen is in een protocol vastgelegd welke mogelijkheden de leerkracht biedt om aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften van deze leerlingen.
18. Afkortingenlijst
HGW: HandelingsGericht Werken LGF: Leerling Gebonden Financiering LOVS: Leerling en Onderwijs Volg Systeem SBO: Speciaal Basis Onderwijs SEO: Sociaal Emotionele Ontwikkeling
Versie 2, augustus 2013.
13
19. Adressen
Inspectie: mailadressen www.onderwijsinspectie.nl of
[email protected] Schoolarts / logopediste G.G.D. : Groenewoudseweg 275, Postbus 1120, 6524 TV Nijmegen tel: 0243297111 Vertrouwenspersoon: Mw. C. Leen tel: 0243297297 School maatschappelijk werk: NIM, Panovenlaan 1, 6525 DZ Nijmegen, tel: 0243232751,
[email protected] Bureau Jeugdzorg Gelderland: Graafseweg 104, 6500 AM Nijmegen, tel: 0243287400 Marant educatieve diensten: Aamsestraat 84a, 6662 NK Elst, tel: 0481439300 Leerplichtzaken: Mariënburg 75, 6500 HG Nijmegen, tel: 0243298003 Vragen over onderwijs: 0800 8051
Versie 2, augustus 2013.
14